2 minute read
Kalender
Weidegras bevat vaak onvoldoende mineralen (onder andere koper) voor een goede groei en ontwikkeling van het jongvee. Het effect van een onvoldoende mineralenvoorziening in het weideseizoen hangt af van meerdere factoren, zoals de lichaamsvoorraad waarmee de kalveren naar buiten gaan, de mineralengehalten van het weidegras, de lengte van het weideseizoen, en al of niet een extra mineralengift (krachtvoer, bolus, losse mineralen, et cetera).
Zeker bij een onvoldoende groei is het zinvol het jongvee bij opstallen te laten onderzoeken op mineralen. Dit kan door het bloed van vijf dieren te laten onderzoeken op spoorelementen en GSH-Px. Het onderzoek op spoorelementen geeft de actuele opname weer van koper, zink, selenium en jodium. Het advies is daarom om het jongvee op de dag van opstallen te laten onderzoeken. Als dit bloedtappen op bijvoorbeeld twee weken na opstallen wordt uitgevoerd, dan geeft het informatie over de mineralenopname uit het stalrantsoen. De GSH-Px-bepaling geeft de lichaamsvoorraad van selenium weer. Het moment van bloedtappen is hierbij minder belangrijk.
AUGUSTUS SEPTEMBER OKTOBER
Het effect van droogte op mineralen
De opname van mineralen kan worden beïnvloed door interacties met andere mineralen. Mineralen kunnen elkaar tegenwerken, of afhankelijk zijn van elkaar. Hoge gehaltes aan zwavel, molybdeen en ijzer in het voer of water kunnen de opname van bijvoorbeeld koper in de darmen remmen, waardoor een tekort kan ontstaan. Klachten bij mineralentekorten of -overmaten zijn vaak pas in een (te) laat stadium zichtbaar.
Zwavel en selenium kunnen via kunstmest worden toegediend aan het gras, maar hoe goed dit beschikbaar is voor het gras is mede afhankelijk van het weer. Valt er veel regen of is het juist droog? Per snede kunnen de gehalten aan mineralen zoals zwavel, selenium en ijzer erg verschillen. Door de droogte kunnen de toegediende mineralen minder beschikbaar zijn voor het gras, verschillen kunnen regionaal groot zijn. Meet daarom de mineralen van elke snede en neem deze uitslagen mee in de rantsoenberekening. Houd bij het rantsoen rekening met interacties. De actuele mineralenvoorziening kan ook worden gemeten in tankmelk en bloed.
Zomerweer en de kwaliteit van oppervlaktewater
Rundveehouders maken regelmatig gebruik van oppervlaktewater als drinkwater voor het vee. Oppervlaktewater kan sterk wisselen in kwaliteit, zowel in kiemen als in kwaliteit. Het is lastig om goed in te schatten of het geschikt is als drinkwater.
Aan het gebruik van oppervlaktewater als drinkwater zitten risico’s, zeker bij hogere temperaturen. Denk dan aan blauwalgen, waterstofsulfide (H2S) en botulisme, maar ook aan verontreiniging met mestbacteriën, zoals salmonella. Het is belangrijk om een goede kwaliteit drinkwater voor de koeien te hebben. Daarom kunt u regelmatig een watermonster nemen op de plek waar de dieren drinken. Beoordeel dit water zelf op geur, kleur en helderheid of stuur dit in voor het Drinkbakcheck-onderzoek.
MEER WETEN? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ RUNDVEEDRINKWATER