2 minute read
Kalender
Weidegras bevat vaak onvoldoende mineralen (onder andere koper) voor een goede groei en ontwikkeling van het jongvee. Het effect van een onvoldoende mineralenvoorziening in het weideseizoen hangt af van meerdere factoren, zoals de lichaamsvoorraad waarmee de kalveren naar buiten gaan, de mineralengehalten van het weidegras, de lengte van het weideseizoen en al of niet een extra mineralengift (krachtvoer, bolus, losse mineralen et cetera). Zeker bij een onvoldoende groei is het zinvol jongvee bij opstallen te laten onderzoeken op mineralen. Dit kan door het bloed van vijf dieren te laten onderzoeken op spoorelementen en GSH-Px.
Het onderzoek op spoorelementen geeft de actuele opname weer van koper, zink, selenium en jodium. Het advies is daarom om het jongvee op de dag van opstallen te laten onderzoeken. Als dit bloedtappen bijvoorbeeld twee weken na opstallen wordt uitgevoerd, dan geeft het informatie over de mineralenopname uit het stalrantsoen. De GSH-Px-bepaling geeft de lichaamsvoorraad van selenium weer. Het moment van bloedtappen is hierbij minder belangrijk.
AANVRAGEN KAN VIA: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PAKKETSPOORELEMENTEN
WETEN HOE HET IS GESTELD MET DE WATERKWALITEIT? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DRINKBAKCHECK
Biofilm in de leidingen door stilstaand water
Heeft u uw jongvee dit seizoen geweid? Dan heeft uw drinkwatersysteem gedurende enkele maanden misschien niet gelopen. Stilstaand water in het voorraadvat of de leidingen kan, zeker in warme perioden, leiden tot meer bacteriegroei en biofilm in de waterleiding of het voorraadvat.
Spoel daarom de leidingen vóór het opstallen goed door en laat dit water weglopen in de put. Neem bij twijfels over de waterkwaliteit op de drinkplek of terugkomende vervuiling op de drinkplek een watermonster bij de waterinlaat om zo samen met een specialist te bepalen of reiniging van het leidingsysteem nodig is.
HET NAJAAR
Kalveren bij opstallen ontwormen?
Om problemen met maagdarmwormen bij volwassen koeien te voorkomen, is het wenselijk dat jongvee hier al weerstand tegen opbouwt. Het is de bedoeling dat de kalveren deze weerstand tegen maagdarmwormen na afloop van het eerste weideseizoen hebben opgedaan, met zo min mogelijk schade door deze besmetting.
Vaak is het op het oog niet duidelijk of en in hoeverre er een besmetting heeft plaatsgevonden. Bij het opstallen komt dan vaak de vraag weer op of het nodig is de dieren te behandelen. Bloedonderzoek naar het pepsinogeengehalte bij kalveren geeft inzicht in welke mate een dier op dat moment (nog) schade ondervindt van maagdarmwormlarven en daarmee of behandeling zinvol en nodig is. Dit onderzoek is zinvol tot uiterlijk een week na het opstallen.
Wij bieden individueel en gepoold bloedonderzoek op pepsinogeen aan. Bij gepoold bloedonderzoek laat u van vijf dieren uit dezelfde diergroep bloed tappen. De uitslag helpt u om, in overleg met uw dierenarts, te bepalen of een opstalbehandeling nodig is.
LEES MEER OVER MAAGDARMWORMEN: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ MAAGDARMWORMINFECTIES