6 minute read
CAE nu ook controleren in tankmelk
NIEUW
Vroeg CAE-infecties opsporen in tankmelk
Duidelijkheid rondom een infectie als CAE is altijd prettig. Door een vinger aan de pols te houden voorkomt u dat u op den duur voor verrassingen komt te staan. Want of u nu gecer tificeerd bent of niet, het blijft altijd een kwestie van opletten. En dat maken we graag zo makkelijk mogelijk voor u.
Het CAE-virus veroorzaakt bij geiten een ziekte die gepaard gaat met chronische ontstekingen van uiers, gewrichten, longen en hersenen. Na verloop van tijd zijn verminderde melkproductie en dikke gewrichten de belangrijkste ziekteverschijnselen. De
Zwoegerziekte Tankmelk Check
Het zwoegerziektevirus bij het schaap is zeer nauw verwant aan het CAE-virus bij de geit. Voor schapenhouders heeft GD de Zwoegerziekte Tankmelk Check. Met dit abonnement wordt er vier keer per jaar een tankmelkonderzoek gedaan op antistoffen tegen het zwoegerziektevirus. Zo spoort u dit in een vroeg stadium op. Meer informatie en aanmelding op www. gddiergezondheid.nl/zwoegerziekte-tankmelk-check. dieren raken geïnfecteerd door het drinken van besmette biest en melk, door inademen van het virus en door zowel direct als indirect contact met geïnfecteerde dieren.
Ontstaan van een uitbraak
In de praktijk is direct of indirect contact met nietgecertificeerde dieren of koppels vaak de oorzaak van een uitbraak op een bedrijf. Het is soms moeilijk om te bepalen wanneer een uitbraak ontstaat, omdat het vaak lang onder de radar blijft. Dit komt onder andere door:
het is een lentivirus (het virus veroorzaakt een langzaam verloop van de ziekte); langzame aanmaak antistoffen (de aanmaak van antistoffen kan maanden tot jaren duren); en afwezigheid klinische verschijnselen (deze uiten zich in de regel pas na jaren).
Nieuw: automatische monstername CAE Tankmelk Check
Waar u als deelnemer eerder zelf monsters nam en instuurde, wordt uw tankmelk vanaf nu vier keer per jaar automatisch opgehaald door Qlip of C-mark en vervolgens bij GD onder zocht op CAE.
Met de CAE Tankmelk Check spoort u infecties op in een vroeg stadium. U geeft hiermee niet alleen uw eigen bedrijf, maar ook bedrijven die bij u kopen, veel zekerheid. Daarnaast kan het voor CAE-gecertificeerde bedrijven een aanvulling zijn; u houdt een extra vinger aan de pols. Toont het onderzoek anti stoffen tegen CAE aan? Dan leveren wij een plan van aanpak op maat; samen met u bekijken we de situatie. Naar aanlei ding van de uitslag kunt u ook vrijblijvend een gericht advies vragen bij GD via 0900-1770 . Aan het eind van het jaar ont vangt u als deelnemer een sticker die u op uw deelnamebordje kunt plakken. Hiermee laat u zien dat uw tankmelk onderzocht wordt op CAE.
MEER OVER DE CAE TANKMELK CHECK OF CAE-VRIJ CERTIFICERING OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CAE
RENÉ VAN DEN BROM NIEUWE SECTORMANAGER KPG
René van den Brom wist al vroeg dat hij de wereld van de kleine herkauwers in wilde. Tijdens zijn werk als dierenarts begon toch ook het bedrijfsmatige te trekken. In zijn nieuwe functie als sectormanager Kleine Herkauwers komen zijn ambities samen. René en zijn voorganger Piet Vellema spreken uitgebreid over hun ‘functiewissel’.
De afgelopen twaalf jaar stonden voor René en Piet in het teken van sparren, waardevolle gesprekken over de sector, dis cussies, het delen van visies en een plezierige samenwerking. Toen de functie van sectormanager voor de afdeling KPG bin nen GD vrijkwam, begon het bij René te kriebelen. “We hebben het tijdens onze gesprekken ook veel gehad over de inhoud van deze functie, mijn verwachtingen daarbij en hoe alles eruit zou zien. Ik wist dat de functie een keer vrij zou komen. Natuurlijk heb ik even nagedacht of ik dit ambieerde. Toen ik bij GD kwam werken wilde ik me eerst inhoudelijk ver diepen in kleine herkauwers, specialiseren en promoveren. Met mijn deelname aan de Ondernemersraad heb ik kennisgemaakt met het bedrijfsmatige aspect. Toen kreeg ik steeds meer het idee dat de functie bij mij past. Toch blijft het altijd de vraag of je uiteindelijk ook gekozen wordt. Dat was gelukkig zo en ik ben blij dat ik dit nu kan doen. Ook ben ik blij dat mijn samenwerking met Piet niet direct stopt.”
Volgens René en Piet weten ze allebei goed wanneer ze in hun kracht zijn. En dat blijft zo, ook na de ‘functiewisseling’. “We willen allebei graag iets betekenen”, zegt René. Piet haakt hierop in. “Ik houd van deze tak van sport. Hoewel ik bijna de pensioengerechtigde leeftijd heb bereikt en altijd hard heb gewerkt, wil ik nog niet stoppen. Het werk is nog te leuk. Wel ga ik flink minderen, waar mijn vijfdaagse werkweken eerder uniek waren, zet ik nu echt in op een werkweek van vier dagen.” René lacht. “En aan mij als leidinggevende de lastige taak dit in goede banen te leiden en te laten slagen.”
René van den Brom (links) en Piet Vellema
Van toen naar nu: de weg naar GD
Hoewel het voor Piet niet direct duidelijk was welke richting hij op wilde met zijn loopbaan, lag dat bij René anders. “Een kennis van mijn ouders had schapen. Ik vond het heerlijk om over hun bedrijf te lopen en mee te helpen. Dat ik diergeneeskunde ging studeren, stond als een paal boven water. Tijdens mijn studie merkte ik wel dat ik meer dingen interessant vond dan kleine herkauwers alleen. Daarom ben ik bewust een aantal jaren de praktijk ingegaan. Dit heb ik uiteindelijk zes jaar gedaan, want ik vond het ontzettend leuk. Kleine herkauwers bleken toch echt mijn ding en ik wilde verder: specialiseren, promoveren en bij GD werken. Toen ik eind dertig was, was het allemaal gelukt. Dan denk je ineens: ‘En nu?’”
Toen René begon bij GD werkte Piet er al ruim 25 jaar. “Na mijn afstuderen was GD niet direct een automatische keuze. Er waren in Nederland maar weinig plaatsen waar je terechtkon in deze sector”, aldus Piet. Hij ging aan de slag bij de Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland, waar hij een aantal jaren werkte. “De organisatie was heel anders ingericht en er zat maar één dierenarts op de afdeling Kleine Herkauwers.” In de loop van de jaren negentig werd hij het hoofd van alle afdelingen Kleine Herkauwers van de vier regionale gezondheidsdiensten. “Dat was eigenlijk de start van deze functie en afdeling zoals we het nu kennen.”
Uitdagingen in het werk: crisissituaties en toekomstplannen
Terugkijkend op zijn werk bij GD zijn Piet een aantal dingen bijgebleven. “Het eerste waar ik aan denk zijn de crisissituaties: MKZ, bluetongue en de impact van Q-fever.” Ook René kan zich nog goed herinneren wat voor impact dit soort gebeurtenissen hadden. “Bluetongue weet ik nog goed vanuit de praktijk en als team waren we bijvoorbeeld nauw betrokken bij Q-fever en schmallenberg. Bij dit soort uitbraken is het overzicht dat GD heeft altijd belangrijk. Ik wil goed blijven kijken naar detectie en preventie. Dat is en blijft een belangrijke uitdaging voor mij in deze nieuwe functie en voor GD in het algemeen.”
“Vanuit die versnipperde situatie waarin ik destijds begonnen ben, is het uiteindelijk gelukt om binnen GD een team te hebben dat zich alleen focust op kleine herkauwers. Het is de enige plek in Nederland waar fulltime een groep gedreven mensen werkt aan schapen en geiten. Dat is wel iets om trots op te zijn.” René knikt en zegt: “Ik hoop dat we kunnen blijven vooruitstreven, de markt bedienen en onze klanten kunnen helpen waar dat nodig is. Met dit team, dat Piet in de loop der jaren zorgvuldig heeft opgebouwd, hoop ik een bijdrage te leveren aan de diergezondheid op bedrijven. Dat moet wat mij betreft het fundament en uitgangspunt zijn.”
Samenwerking staat centraal
Dit doel hoopt René door een mooie samenwerking te bereiken. Zowel tussen hem en Piet in zijn nieuwe rol, als tussen hem, de andere teamleden en de sector. “Samenwerking is heel belangrijk voor mij. Je doet dingen samen. Alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder!”