23 minute read

Online kennisevent

ONLINE KENNISEVENT GD EN VAKBLAD HET SCHAAP

Schapenhouders bijgepraat over actuele en veterinaire thema’s

Het was een primeur en een succes: op donderdag 28 januari vond het eerste online kennisevent van GD en Vakblad Het Schaap plaats. Dit natuurlijk in verband met de coronamaatregelen. Ruim driehonderd schapenhouders volgden de interessante presentaties en filmpjes online en van de mogelijkheid om live via de chat vragen te stellen, werd massaal gebruik gemaakt.

Normaal gesproken vinden de kennisavonden verspreid door het land plaats. Dat was ook dit jaar de insteek, maar dan volledig online en op één avond: 28 januari. Geen reistijd voor u als schapenhouder, maar wel dezelfde experts die interessante onderwerpen op praktische wijze uw huiskamer binnenbrachten. De presentatie was in handen van Jacques Engelen, adjuncthoofdredacteur van vakblad Het Schaap. Hij en de deskundigen stonden live paraat voor chatvragen en zo ontstond er een levendige en interactieve sfeer. LTO toonde een nieuwe film over wolven. Dit onderwerp leidde tot veel vragen van schapenhouders en interactie in de chat.

Vroeggeboortes en abortus

Wie alles wilde weten over vroeggeboortes was bij René van den Brom aan het juiste adres. Als dierenarts is hij verbonden aan GD, waar hij ook manager is van de afdeling Kleine Herkauwers. Hij gaf uitleg over vroeggeboortes en liet zien hoe je eenvoudig kunt laten testen of er sprake is van een besmettelijke abortus en wat je in zo’n geval kunt doen. Hij sprong vervolgens ook nog in op de actualiteit en gaf een powerpointpresentatie over het schmallenbergvirus. Dat werd zeer gewaardeerd door de schapenhouders. In een drietal filmpjes was te zien hoe Mark van der Heijden, dierenarts herkauwer bij Universitaire Landbouwhuisdieren Prakijk (ULP), normale en afwijkende verlossingen bij lammeren in goede banen leidde. Daarbij gaf hij diverse nuttige tips.

Social distancing bij zwoegerziekte

GD-dierenarts Karianne Peterson besprak de parallellen tussen zwoegerziekte en corona, ondanks dat zwoegerziekte niet bij mensen voorkomt. Wat blijkt? Bij beide ziekten is ‘social distancing’ het toverwoord. Uit haar verhaal werd duidelijk dat we in

Piet Vellema van GD toonde de leverbotbesmettingen (rood op kaart) in Nederland. In de chat werden veel vragen gesteld over deze aandoening.

GD-dierenarts Karianne Peterson liet zien wat de verschillen en overeenkomsten tussen Covid19 en zwoegerziekte zijn.

de schapenhouderij kunnen leren van de maatregelen die we momenteel hanteren om Covid 19 te bestrijden. “Natuurlijk zijn er verschillen tussen de ziektes en de aanpak daarvan, maar ook overeenkomsten. Het blijkt dat als je social distancing toepast op schapen, zwoegerziekte niet verder wordt verspreid. Dat is echt nieuwe informatie over deze ziekte, waar we ons voordeel mee kunnen doen. De uitvoering is puzzelen, want hoe zet je dieren niet te dicht op elkaar, hoe groot of klein moeten koppels zijn, hoeveel ruimte geef je de dieren? Maar feit is dus dat als schapen uit elkaars ademruimte blijven, het reproductiegetal onder de 1 blijft en je de ziekte zo dus kan laten uitdoven. Uit deze informatie blijkt dus ook dat het bij elkaar opstallen van de dieren net is alsof je een rotje tussen de koppel gooit: dan zal zwoegerziekte zich snel verspreiden”, aldus Karianne.

Leverbot

Piet Vellema, eveneens dierenarts bij GD, behandelde de ziekte leverbot. Hij begon met kort te schetsen wat leverbot is. Deze parasiet, Fasciola hepatica, komt niet alleen voor bij herkauwers zoals schapen, geiten en runderen, maar ook bij paarden, hazen, reeën en soms bij de mens.

Prijswinnaars bekend!

Er waren ook mooie prijzen te winnen tijdens het Kennisevent. De verloscursus van de ULP werd gewonnen door Gert Wilmsen uit Ysselsteyn. Peter Pruijssen uit Almkerk wist het gewicht van de ram (80 kg) het beste in te schatten en ging ervandoor met de hoofdprijs: een driedaags verblijf voor acht personen in natuurhuis Beatrixhoeve. Aan de hand van een kort filmpje uit de sectiezaal werd duidelijk wat het voor een dier betekent om leverbot te hebben. Piet vervolgde zijn verhaal met hoe de diagnose leverbot gesteld kan worden, hoe er ingegrepen kan worden en wat de verwachtingen omtrent deze aandoening zijn op de lange termijn. Leverbot zal in steeds meer gebieden in Nederland voorkomen. “Dat komt doordat de grondwaterstand in veel gebieden wordt verhoogd, er natuurlijkvriendelijke oevers worden aangelegd, de resistentie voor diergeneesmiddelen toeneemt en het klimaat verandert: de temperatuur stijgt en in de winters valt meer regen. Leverbot gedijt namelijk goed bij vochtige omstandigheden en warm weer.”

Ook schapenhouders die tot nog toe niet met deze parasiet te maken hadden bij hun dieren, lopen dus kans in de toekomst met leverbotbesmettingen geconfronteerd te worden. Gelukkig bood Piet in zijn relaas ook praktische handvatten en oplossingen hoe hiermee om te gaan.

Fotosensibiliteit

De aandoening fotosensibiliteit (zie ook pagina 9) werd behandeld door GD-dierenarts Eveline Dijkstra. Fotosensibiliteit is een overgevoeligheid voor zonlicht die niet wordt veroorzaakt door UV-straling, maar door een chemische reactie in een lichaamsvreemde stof in de huid onder invloed van zonlicht. De schimmeltoxine sporidesmin is zo’n stof. Met foto’s en filmpjes toonde Eveline welke gevolgen dit kan hebben. Verschijnselen zijn onder meer een dikke kop, jeuk aan de kop, soms met huidbeschadigingen tot gevolg, huidafwijkingen aan de kop, afwijkend oogslijmvlies et cetera. Ook kwam aan de orde hoe schapen met deze aandoening behandeld kunnen worden. Er is nog veel onduidelijk over fotosensibiliteit bij schapen en lammeren. Om het ziektebeeld beter in kaart te kunnen brengen, is er een enquête opgesteld. Schapenhouders worden van harte uitgenodigd om deze in te vullen. Oók als u het geschetste ziektebeeld bij uw schapen niet herkend. Alle informatie is waardevol. U vindt de enquête op: www.formdesk.com/royalGD/fotosensibiliteit-schapen.

Blijvend actieve lammeren met BronchActive!

Lammeren blijven drinken met de nieuwe BronchActive Poeder Wateroplosbaar! Het bevat etherische oliën voor behoud van een goede drink- en eetlust en gezonde luchtwegen. Deze wateroplosbare variant is speciaal ontwikkeld voor zowel de drinkautomaat als de speenemmer en kan over het ruwvoer gestrooid worden. Nu nog maar één product voor alle toepassingen! Zodra de lammeren krachtvoer opnemen, wordt een beetje BronchActive over de brokjes gestrooid. De lammeren zijn verzot op de smaak en nemen eerder en meer krachtvoer op dan normaal. De eetlust wordt door BronchActive krachtig ondersteund, waardoor de lammeren zoveel krachtvoer opnemen, dat het overschakelen zonder speendip verloopt!

Speciaal voor de drinkautomaat, speenemmer of over het ruwvoer Lammeren blijven drinken Blijvend gezonde luchtwegen

Fotosensibiliteit bij schapen

De Veekijker ontving in de nazomer van 2019 meerdere meldingen van schapen met verschijnselen van fotosensibiliteit. Het betrof zowel volwassen dieren als lammeren. Een duidelijke oorzaak voor de verschijnselen bleef uit. Afgelopen zomer kwamen er opnieuw meldingen binnen van soortgelijke, soms ernstige klachten. Daarom is een onderzoek gestart.

Opmerkelijk is dat schapen plotseling dikke koppen vertonen, al dan niet gepaard gaand met extreme jeuk. Daarnaast kan er irritatie van de huid rondom de ogen en op de oorbasis ontstaan, waarbij de huid in een later stadium zelfs afsterft en loslaat. Sommige dieren ontwikkelen ook gele slijmvliezen door ontstane leverschade.

Samen werken aan meer inzicht

Het verschijnsel fotosensibiliteit is niet nieuw, maar toch is het aantal meldingen en de beschrijving ervan opvallend. Fotosensibiliteit kent verschillende oorzaken, zoals opname van planten als Sint-Janskruid, Jacobskruiskruid, boekweit of blauwalgen. Maar ook door medicijnen, leverbot, mycotoxinen geproduceerd door schimmels en ernstige cobaltde ciëntie. In de meeste gevallen gaat leverschade vooraf aan fotosensibiliteit. Om een beter beeld te krijgen van de mogelijke oorzaak en de mate van voorkomen is contact gezocht met houders en dierenartsen die schapen met fotosensibiliteit herkenden. Dankzij deze samenwerking is er nu een beter inzicht van het klinisch beeld. Daarnaast is aanvullend bloedonderzoek gedaan om de leverfunctie te beoordelen, zijn er dieren ingestuurd voor pathologisch onderzoek en zijn grasmonsters onderzocht.

Eerste bevindingen

De eerste bevindingen van dit onderzoek laten zien dat de oorzaak van de problemen zeer waarschijnlijk te relateren is aan sporidesmin. De schapen en lammeren hebben in de wei hoogstwaarschijnlijk het schimmeltoxine sporidesmin opgenomen, wat wordt geproduceerd door de schimmel Pithomyces chartarum. Deze schimmel groeit goed op dood plantmateriaal in de grasmat onder warme vochtige omstandigheden (meer dan 90 procent luchtvochtigheid) als gedurende minimaal tien dagen de minimumdagtemperatuur boven de twaalf tot vijftien graden Celsius blijft. Het risico op schimmelgroei is aanwezig wanneer door warmte en droogte veel dood plantmateriaal in de weide is, het gras kort is gegraasd en er een warme en vochtige periode volgt. Als het dier de schimmelsporen van Pithomyces chartarum opneemt, ontstaat pithomycotoxicosis omdat in het dier mycotoxine sporidesmin vrijkomt. Dit mycotoxine wordt honderdvoudig geconcentreerd uitgescheiden met de gal en is erg schadelijk voor het galgangweefsel. Uit bladgroen (chlorofyl) wordt in de pens van herkauwers de stof fytoporfyrine gevormd. Normaal gesproken wordt deze stof in de lever omgezet en uitgescheiden met de gal. Bij een leverfunctiestoornis vindt deze uitscheiding niet of verminderd plaats en treedt fotosensibilisatie van de huid op.

Helpt u mee?

Met onderzoek komen niet alleen meer antwoorden, maar ook meer vragen. Verder onderzoek moet helpen verklaren waarom we dit ziektebeeld sinds twee jaar opmerken. Om de ervaringen van veehouders omtrent deze aandoening te polsen, hebben we een enquête opgesteld. U bent van harte uitgenodigd om deze in te vullen, wie weet komen we gezamenlijk tot een antwoord!

www.formdesk.com/royalGD/fotosensibiliteit-schapen

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de dier gezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Tom de Jong overziet zijn kersverse koppel zwoegervrije schapen. Een kruising Texelaars met Engelse Texelaars.

Fotogra e Marcus Pasveer

“Het duurde even voordat ik de knoop kon doorhakken.”

NIEUW KOPPEL NA GEZONDHEIDSPROBLEMEN

“Mijn werk is een stuk leuker geworden”

De lammertijd was voor schapenhouder Tom de Jong voor-

heen een periode waarin hij door problemen met Chlamydia abortus met het lood in zijn schoenen naar de stal liep.

Zwoegerziekte zorgde uiteindelijk voor de keuze om te wisselen van koppel. Dit gaf hem het plezier en vertrouwen in zijn werk terug.

Als melkveehouder vond hij in 2006 zijn bedrijf niet groot genoeg om door te zetten, maar afscheid nemen van de veehouderij kon hij niet. Tom de Jong had altijd al schapen, maar sindsdien is hij zijn koppel langzaam gaan uitbreiden. “Inmiddels zit ik op zo’n tweehonderd schapen en is het geen kleine hobby meer te noemen”, lacht hij.

Sluimerende gezondheidsproblemen

Toch zat hij er niet altijd zo glunderend bij als nu. Met steeds grotere regelmaat merkte hij dat zijn dieren gezondheidsproblemen hadden. “Dit begon eigenlijk heel geleidelijk”, vertelt hij. “Ik had weleens een mager schaap of er liepen er een aantal tussen met uierproblemen. Dat heb ik een tijdje een beetje weggekeken met het idee dat het wel los zou lopen. Maar ik zag steeds vaker zwakke dieren. Toen heb ik op een rij gezet wat ik allemaal tegenkwam op jaarbasis en daar schrok ik best van.” Van de dieren met gezondheidsproblemen vertoonde een groot aantal een duidelijk beeld van zwoegerziekte.

Last van verwerpers

Naast deze problemen had hij in de lammertijd al langere tijd last van verwerpers. “In eerste instantie dacht ik niet aan Chlamydia abortus. De dierenarts was net geweest om te enten tegen rotkreupel en de dagen daarna lagen er verschillende dode vruchtjes in het hok. Ik dacht: ‘Dat zal toch niet door het enten komen?’ De dierenarts nam het serieus. Uit onderzoek bleek toen dat de abortusbacterie chlamydia aanwezig was in mijn koppel. Dat was wel even schrikken.” Hij kreeg uiteindelijk het advies om de dieren bij wie hij de bacterie vermoedde te behandelen. “Na die eerste verwerpers liep het aantal flink op. Ik ging elke ochtend naar de hokken toe met het idee: ‘Wat zal ik vandaag weer aantreffen?’ Uiteindelijk ging het om dertig dode en niet-levensvatbare lammeren. Ook al weet je dat je voor de volgende dekperiode kunt enten en je er echt even doorheen moet, is het toch wel zwaar.”

De herfst daarna is hij op aanraden van de dierenarts direct gestart met enten. “Het is duur, maar het is wel een investering op langere termijn. Het betekent helaas niet dat je nooit meer verwerpers hebt, maar het is een stuk minder.” Hoewel hij er samen met de dierenarts alles aan had gedaan om zijn koppel zo gezond mogelijk te krijgen, was het naar eigen zeggen niet genoeg. “Ik had niet meer overal zieke schapen, maar het kon nog steeds beter. De enige slag die ik nog kon slaan, was starten met een nieuw koppel schapen.”

Zwoegervrije koppel

Dit was ook het advies van GD-dierenarts René van den Brom toen hij het bedrijf bezocht. “Zwoeger bleef als rode draad door het bedrijf gaan. De enige oplossing was volgens hem het kopen van een zwoegervrije koppel.” Het heeft een jaar geduurd voordat Tom hier klaar voor was. In zijn achterhoofd bleef rondgaan dat het toch best goed ging met de dieren, maar er bleef van alles sluimeren. “René en mijn eigen dierenarts zeiden toen: ‘Mensen die de stap hebben gemaakt, waren in één keer van het gedoe af.’ De gedachte dat ik niet meer constant bang hoefde te zijn om weer een ziek dier tegen te komen, sprak me aan.”

Dus hakte hij vorig jaar september de knoop door: er kwam een nieuw koppel schapen. Zijn oog viel op een kruising Texelaars met Engelse Texelaars. “Het was flink wennen. De schapen kennen jou niet en jij kent de schapen niet. Het voelde een tijd alsof ik de oppas was van andermans schapen. Na de eerste overgangsproblemen loopt het nu eigenlijk heel goed. Het had echt even tijd nodig. Ik begin ze beter te kennen en door één keer met het aflammeren bezig te zijn zie je veel beter hoe een schaap is en wat ‘ie doet. Na dik een half jaar voelden ze echt als mijn schapen.”

“Het voelde alsof ik de oppas was van andermans schapen.”

“Sectie op een kadaver geeft ontzettend veel informatie en de dierenarts geeft op basis daarvan goede adviezen.”

Vertrouwen en vooruitkijken

Het allerbelangrijkst: Tom ziet een verschil in hoe de schapen het doen. Dat is voor hem het belangrijkst. “Voorheen was ik vaak met individuele schapen bezig. Nu kan ik meer aandacht hebben voor het gehele koppel. Ik blus veel minder brandjes en heb vertrouwen in de dieren.” En niet alleen zijn vertrouwen is gegroeid. De schapenhouder ervaart ook een toekomstperspectief en heeft ruimte om vooruit te kijken. “Neem het ontwormen. De insteek is met het tijdig omweiden veel preventiever. Dit vraagt iets meer tijd, maar die tijd heb ik nu. De dieren gaan meer hun eigen gang en ik krijg daardoor meer ruimte voor andere dingen in mijn werk. Dat maakt het echt een stuk leuker.” Terugkijkend op de afgelopen jaren zijn er twee dingen heel belangrijk: onderzoek en goed contact met de dierenarts. “Sectie op een kadaver is niet goedkoop, maar het geeft ontzettend veel informatie. En een dierenarts geeft op basis van deze informatie heel waardevolle adviezen.” Volgens Tom is een dierenarts niet alleen iemand die zieke dieren behandelt, maar steeds vaker een adviseur en bedrijfsbegeleider. “Hierdoor ga je op een andere manier naar je bedrijf kijken. Je zet in op preventie en gaat plannen maken. Het is soms even doorbijten, maar uiteindelijk kun je juist daardoor groeien. Dat is iets wat ik de afgelopen jaren echt heb geleerd. Het hierdoor gegroeide vertrouwen is heel waardevol.”

Gezondheid betekent plezier

Voor de toekomst verwacht Tom de Jong voor nu geen grootse en meeslepende avonturen. “Ik wil mijn dieren graag gezond houden en daar ga ik op inzetten. Het goed managen van mijn koppel en zorgen dat het aflammeren goed verloopt, is voor nu even genoeg. Ik ben zakelijk en wil de dingen die ik doe graag haalbaar houden.” Toch ratelen zijn hersenen door. “Het is niet dat ik stilsta. Ik heb nog genoeg plannen. Denk aan het optimaliseren van de dekperiode door flushen, het ophogen van het lammeraantal door kopertekorten aan te pakken en inzetten op het welzijn van de dieren. Uiteindelijk zijn die gezonde dieren het belangrijkst, dan werk ik met plezier. Daar houd ik in mijn hele bedrijfsvoering rekening mee.”

Tom de Jong heeft weer schik met zijn schapen en zet voor de toekomst in op gezondheid.

CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN

JANUARI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 JANUARI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 FEBRUARI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 MA 5 6 7 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 FEBRUARI DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 8 9 10 11 MAART MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 ZO 4 10 11 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29 30 31 MAART MA DI WO DO VR ZA 1 2 3 5 6 7 8 9 12 13 14 15 16 23

MEI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 MEI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 JUNI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 JUNI MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30

SEPTEMBER MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 SEPTEMBER ZA ZO 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 MA DI WO DO VR 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

MA MA DI DI WO WO JULI DO JULI DO VR VR ZA ZA ZO 1 ZO 1 2 9 16 23 2 9 16 23 3 10 17 24 3 10 17 24 4 11 18 25 4 11 18 25 5 12 19 26 5 12 19 26 6 13 20 27 6 13 20 27 7 14 21 28 7 14 21 28 8 15 22 29 8 15 22 29 30 30 31 31

OKTOBER MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 OKTOBER MA DI WO DO VR ZA ZO 2 3 4 5 6 7 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 1 8 NOVEMBER MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 NOVEMBER MA DI WO DO VR ZA ZO 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30

DE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST

• Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen • Nauwkeurig planbaar dekmoment

CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).

MEER INFORMATIE OVER CIDR OVIS? VRAAG UW DIERENARTS

Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2019 Zoetis B.V.

APRIL DO APRIL WO DO VR ZA ZO 1 24 4 11 18 25 4 11 18 25 5 12 19 26 5 12 6 13 20 27 7 14 21 28 8 15 22 29 AUGUSTUS DI WO DO VR ZA ZO 1 1 2 3 4 5 7 8 9 10 11 12 14 15 16 17 18 19 21 22 23 24 25 26 28 29 30 31 28 29 AUGUSTUS DI WO 7 14 20 21 27 28 30 31 31

TEST HET!

MA DI DECEMBER WO DO VR ZA 1 ZO 2

Wat weet u over 3 4 10 11 17 18 24 25 31 17 24 31 5 12 19 26 6 7 8 9 13 14 15 16 20 21 22 23 27 28 29 30 Een goede start is belangrijk, zowel voor het lam als de ooi. Met het lammerseizoen in aantocht, is dit een goed moment om uw geheugen weer even op aflammeren? te frissen. Want wat is er ook alweer belangrijk tijdens het aflammeren? Test uw kennis hier!

1Vraag 1: Het lammerseizoen is een spannende periode. Hoe zorgt u ervoor dat u goed bent voorbereid?

A U maakt een aantal extra rondes door de stal om alles in de gaten te houden. Na al die jaren weet u wel hoe het loopt.

B Het komt over het algemeen zoals het komt en u maakt zich verder niet zo druk.

C U houdt in het dekseizoen al rekening met de planningen. Als het moment daar is, zorgt u ervoor dat de aflammerlocatie op orde is en gebruikt u een checklist om niks te vergeten.

2Vraag 2: Voor een ooi kan aflammeren best een stressvolle gebeurtenis zijn. Wat doet u om dit zo prettig en rustig mogelijk te laten verlopen?

A U geeft de ooi alle rust om te lammeren en laat haar zo lang mogelijk in het koppel. Als het lam geboren is, zet u ze apart voor een goede binding.

B De ooi blijft voor, tijdens en na het aflammeren in het koppel.

C U zet de ooi bij de eerste signalen direct apart en houdt haar in een apart hok tot moeder en lam aan elkaar gewend zijn.

3Vraag 3: Een geboorte gaat meestal goed, maar soms heeft een dier hulp nodig. Wanneer grijpt u in?

A Zo snel mogelijk. U wilt namelijk niet dat de lammeren iets overkomt.

B Niet te snel, want dit is onwenselijk. Bij onrust in de stal komt het hormoon adrenaline vrij en dit zorgt voor een verslapping van de baarmoeder.

C U wacht af en laat de natuur haar beloop.

4Vraag 4: Wat doet u als eerste zodra een lam geboren wordt?

A U laat de ooi en het lam rustig aan elkaar wennen. Voor een lam is het even wennen aan de nieuwe situatie.

B U haalt de ooi en het lam uit elkaar, zodat u alles goed kunt controleren.

C U laat de ooi en het lam rustig aan elkaar wennen, maar ontsmet wel de navel direct met jodium, zodat de kans op een navelontsteking minimaal is.

5Vraag 5: Helaas gaat het niet altijd goed. U wordt geconfronteerd met een abortus en wilt graag de oorzaak weten. Hoe biedt u in zo’n geval het beste materiaal aan voor pathologisch onderzoek?

A Alleen het insturen van de vrucht is voldoende.

B U stuurt zowel de nageboorte als de vrucht in en zorgt dat het materiaal zo vers mogelijk is.

C U vriest de nageboorte en vrucht in om het materiaal vers te houden en stuurt het dan in.

This article is from: