Angststoornissen bij ouderen.

Page 1

Angststoornissen bij ouderen Als angst de oude dag beheerst


Angst als belemmering Ieder mens is wel eens bang, ook ouderen. Gelukkig maar, want angst kan mensen waarschuwen voor naderend gevaar. Door angst raakt het lichaam in staat van paraatheid, zodat iemand kan vluchten als hij brandlucht ruikt. Angst is dan een gezonde reactie op gevaar. Maar sommige ouderen zijn erg angstig als daar nauwelijks of geen aanleiding voor is. Ze durven het huis niet uit, uit angst om te vallen. Ze gaan niet meer naar verjaardagen, bang om in paniek te raken. Veel ouderen tobben en piekeren vaak. Of ze zijn bang voor onverwacht urineverlies, vergeetachtigheid, te worden beroofd, voor trillen of erge pijn. Meestal gaan ouderen met zulke buitensporige angsten de situaties die zij met angst in verband brengen uit de weg. Dit vermijdingsgedrag bepaalt hun leven steeds sterker. Ze worden daardoor niet minder bang, eerder meer. Zo kunnen ze een angststoornis ontwikkelen.

Verschijnselen van angst en paniek Klachten die bij een angststoornis kunnen voorkomen zijn: hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen, gebrek aan eetlust en concentratieproblemen. Ook kan de stoornis gepaard gaan met bange voorgevoelens, bezorgdheid, onbehagen, prikkelbaarheid, nervositeit, spanning en onrust. Veel voorkomende lichamelijke verschijnselen tijdens een angst- of paniekaanval zijn: • hartkloppingen • pijn of beklemd gevoel op de borst

Angststoornissen bij ouderen

• zweten • ademnood, het gevoel te stikken • veranderde ademhaling • duizeligheid, het gevoel flauw te vallen • trillen, beven • misselijkheid of diarree • een doof gevoel, tintelingen in de ledematen • een gevoel van onwerkelijkheid, alsof men naar een film kijkt.

Hyperventilatie Bij een paniekaanval treedt vaak een veranderde ademhaling met typerende verschijnselen als tintelingen in het lichaam, prikkels rond de mond en een droge mond op. In

2

de volksmond wordt dit ook wel hyperventilatie genoemd. Hyperventilatie is echter een verouderde term en wordt haast niet meer gehanteerd. Meerdere theorieën over hyperventilatie zijn achterhaald. Zo blijkt het ademen in een zakje geen effect te hebben.


Moeilijk te herkennen Angststoornissen bij ouderen zijn vaak moeilijk te herkennen. Dat komt onder meer omdat veel ouderen niet gewend zijn om over (angst)gevoelens te praten. Ze hebben van jongs af aan geleerd ‘niet te klagen, maar te dragen’. Ouderen gaan zelden met angstklachten naar hun huisarts. Ze melden zich wel met lichamelijke klachten, zoals duizeligheid of hartkloppingen. Ze komen dan in het medische circuit terecht, waar eventuele angstklachten vaak over het hoofd worden gezien. Extra ingewikkeld wordt het als er lichamelijk echt iets aan de hand is, bijvoorbeeld met hart of longen. De medische aandacht beperkt zich dan tot het lichamelijke probleem. Lastig is bovendien dat angstklachten bij ouderen vaak samengaan met depressie­ ve klachten, zoals somberheid, lusteloosheid en eenzaamheid, of met klachten als gevolg van (beginnende) dementie, zoals concentratieproblemen. De angststoor­ nissen vallen verder minder op, omdat ouderen angstige situaties gemakkelijker kunnen mijden. Ze werken niet meer en hoeven de deur niet per se uit. Tenslotte staat ‘ageïsme’ – ervan uitgaan dat de klachten bij ouderdom horen – herkenning in de weg. De omgeving vindt het vaak normaal dat de oudere bang is om te vallen en niet meer naar buiten durft. Kinderen of buren nemen dan allerlei taken over en verdoezelen zo ongewild de angstproblematiek. Maar angstig zijn hoort niet vanzelfsprekend bij ouder worden. Angstklachten kunnen bij te late herkenning tot een angststoornis leiden. Tijdige herkenning is dus belangrijk.

Soorten angststoornissen

Fobieën Een fobie is een irrationele angst als reactie op een gevreesd object of situatie. Ze gaat veelal gepaard met vermijdingsgedrag: de angstige situatie uit de weg gaan. Vaak treedt er ook verwachtingsangst op: alleen al de gedachte aan een angstige situatie roept een angstaanval op. Enkelvoudige fobieën

Iemand met een enkelvoudige fobie heeft een buitensporige angst voor één ding, dier of situatie. Bekende fobieën zijn: hoogtevrees, vliegangst, angst voor de tand­ arts en claustrofobie.

Angststoornissen bij ouderen

De grens tussen gewone angst en een angststoornis is lastig te trekken. Ken­ merkend voor een angststoornis is dat de angst buitensporig en niet realistisch is en zo het dagelijks functioneren belemmert. Er bestaan verschillende soorten angststoornissen:

3


Hypochondrie

Iemand met hypochondrie (ziektevrees) is bang ernstig ziek te zijn, ook al kunnen artsen geen afwijking vinden. Onschuldige klachten, zoals hoofdpijn en buikpijn, worden gezien als signalen van een ernstige ziekte. Sociale fobie

In bepaalde sociale situaties, zoals een verjaardag of bijeenkomst met andere mensen, is iedereen wel eens angstig. Dat is gewoon. Maar bij mensen met een sociale fobie overheerst de angst sterk. Ze gaan bijvoorbeeld hevig blozen, trillen of zweten. Contacten leggen is een groot probleem, waardoor ze sociale situa­ ties het liefst uit de weg gaan. Bepaalde angsten, bijvoorbeeld voor onverwacht urineverlies, trillen of vergeetachtigheid, kunnen bij ouderen leiden tot een sociale fobie (sociale- angststoornis). Straatvrees

Iemand met straatvrees (ook wel agorafobie of pleinvrees genoemd) is bang voor plaatsen waar hij niet goed weg kan komen en vreest geen hulp te krijgen als hem plotseling iets overkomt. Op straat of in grote ruimtes kan zo iemand door paniek worden overvallen. Straatvrees komt bij ouderen veel voor. Bepaalde angsten, bijvoorbeeld om te vallen, om de weg kwijt te raken, of om beroofd te worden, kunnen leiden tot straatvrees.

Angststoornissen bij ouderen

Paniekstoornis

4

Iemand met een paniekstoornis kan op onverwachte momenten een paniekaanval krijgen. Deze paniekaanvallen gaan gepaard met hartkloppingen, zweten, trillen, druk op de borst en de angst om flauw te vallen. Iemand met een paniekaanval denkt op zo’n moment vaak dat hij doodgaat. Bij een paniekstoornis gaat de angst voor paniekaanvallen het leven beheersen. Deze stoornis gaat vaak samen met straatvrees.

Dwangstoornis Iemand met een dwangstoornis* (obsessieve-compulsieve stoornis) herhaalt steeds bepaalde handelingen en gedachten, desnoods honderd keer per dag. Voorbeelden zijn: handen wassen, controleren of het gas uit staat, het huis schoonmaken. De dwanghandelingen en dwanggedachten moeten bescherming bieden tegen enorme angst en onrust. * Over dwangstoornissen is in de reeks van het Fonds Psychische Gezondheid een aparte brochure verschenen.


Gegeneraliseerde angststoornis Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis (piekerstoornis) maken zich voortdurend ernstig zorgen over dagelijkse zaken, zoals geld en gezondheid of het welzijn van zichzelf of anderen. Ze piekeren steeds, ook al gaat in hun leven objectief gezien alles goed. Overmatig tobben en piekeren komt veel voor bij ouderen. Bij te late herkenning kan dit leiden tot een piekerstoornis. In Nederland is dit de meest voorkomende angststoornis bij ouderen.

Achtergronden van angststoornissen Angststoornissen worden veroorzaakt door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Ze komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Dat heeft te maken met erfelijkheid en opvoeding. Ook iemands persoonlijke eigenschappen kunnen van invloed zijn. Een angststoornis bij ouderen begint vaak met een ingrijpende gebeurtenis, zoals een ernstige ziekte, het overlijden van de partner, een verhuizing (naar verzorgings­ tehuis) of pensionering. Ook de persoonlijke omstandigheden spelen een rol. Vaak staan ouderen er alleen voor, hebben ze meer tijd om over vroeger na te denken en voelen ze zich onveilig. Deze omstandigheden maken de kans op angstklachten en dus het ontwikkelen van een angststoornis groter.

Een veelvoorkomend gezondheidsprobleem

Niet afwachten De deur niet uit durven, zich voortdurend zorgen maken, niet naar een winkel durven: iemand met een angststoornis kan geen gewoon leven leiden. Ouderen die langere tijd last hebben van een angststoornis kunnen vereenzamen, vooral als ze hun angst verborgen houden. Ook voor de omgeving, kinderen en vrienden is de angst vaak een zware belasting, bijvoorbeeld omdat de oudere niet meer zonder begeleiding de straat op durft. De stoornis begint vaak klein, met het vermijden van onopvallende situaties. Maar uiteindelijk kan een angststoornis het leven van de oudere en dat van zijn omgeving beheersen. Zover hoeft het niet te komen, want angststoornissen zijn goed behandelbaar. Wacht niet te lang met hulp zoeken; angststoornissen gaan zelden vanzelf over.

Angststoornissen bij ouderen

Ongeveer 10% van de ouderen in België – dit zijn er meer dan 100.000 – heeft last van een angststoornis. Dit aantal neemt toe. Het gaat hierbij om serieuze klachten, die de kwaliteit van leven ernstig aantasten. Onder hen zijn meer vrou­ wen dan mannen. Een angststoornis raakt veel ouderen. Het is niet iets om u voor te schamen of om te verbergen.

5


Tips voor ouderen met een angststoornis • U kunt het beste met uw klachten naar uw huisarts gaan. Vindt u dat moeilijk, vraag dan een vertrouwd iemand om mee te gaan. Vertel de huisarts waar u bang voor bent. • Praat over uw angst met mensen in uw omgeving, zoals uw partner, kinderen, familie, vrienden, geestelijk raadsman of -vrouw. • Probeer een eerlijk beeld te krijgen van uw angst en de invloed hiervan op uw leven. • Breng voor uzelf de verschijnselen van beginnende paniek of angstgevoelens in kaart. • Geef zo min mogelijk toe aan uw angst en ga beangstigende situaties niet uit de weg. • Wees voorbereid op lichamelijke verschijnselen die u kunt verwachten in beangstigende situaties. U zult merken dat de onrust en het trillen en zweten na een tijdje wegzakken.

Tips voor de omgeving Bij oudere mensen speelt de omgeving vaak een grote rol. Het is belangrijk dat deze betrokken is bij de ondersteuning of behandeling. Enkele tips voor de omgeving zijn: • Erken de angst, ook als deze niet reëel lijkt. Probeer de angstgevoelens niet weg te praten. • Ga bij min of meer reële angstgevoelens na welke mogelijkheden er zijn om iets aan de situatie te veranderen. Een oudere met angst voor urineverlies, kan goed incontinentiemateriaal krijgen. • Niet elke angst is weg te nemen. Ga samen op zoek naar signalen om de opkomende angst te herkennen. Dat helpt om sneller te reageren. • Blijf de oudere stimuleren angstige situaties tegemoet te treden, maar dwing niet. • Probeer in het geval van een paniekaanval rustig te blijven. Zo biedt u de persoon meer houvast. • Stimuleer ouderen die veel last hebben van angsten professionele hulp of ondersteu-

Angststoornissen bij ouderen

ning te zoeken. Wanneer de persoon hier niet toe in staat is, kunt u hulp gaan zoeken.

6

• Zoek meer informatie over angststoornissen, in de bibliotheek of op internet. • Zoek zelf steun als het u teveel wordt.

Behandeling helpt De huisarts kan beoordelen hoe ernstig de angstklachten zijn en of er sprake is van een angststoornis. Bij lichte klachten kan de huisarts verwijzen naar een preventieve cursus. Wanneer er een angststoornis wordt vastgesteld, is behandeling op zijn plaats. Angststoornissen zijn goed te behandelen met behulp van gedragstherapie en medicijnen. Tijdens de therapie gaat de behandelaar in op de klachten, de moge­ lijke oorzaken, de situaties waarin de angst of paniek optreedt en de gedachten die daarbij optreden. Om de angst te overwinnen en angstopwekkende gedachten te bestrijden worden vaak oefeningen voor thuis meegegeven.

Medicijnen Medicijnen die bij angststoornissen vaak worden voorgeschreven zijn antidepressiva en kalmerende middelen of anxiolytica. Antidepressiva zijn medicijnen tegen


depressie, maar kunnen ook helpen bij angststoornissen. Antidepressiva zijn goed te combineren met gedragstherapie en verhogen de kans van slagen van de therapie. De kalmerende middelen of anxiolytica verminderen de angstgevoelens en geven een rustiger gevoel. Deze medicijnen worden alleen voorgeschreven in de periode dat antidepressiva nog niet werken. Ze hebben echter een verslavend effect en zouden daarom kortdurend moeten worden voorgeschreven. Het is erg belangrijk in ieder geval zorgvuldige uitleg te krijgen over de werking en bijwerkingen van medicijnen. Extra aandacht is nodig wanneer ook nog andere medicijnen worden gebruikt.

Informatie en hulp Maakt u zich zorgen over uw angstgevoelens en belemmeren deze uw dagelijks functioneren, dan is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts. Deze zal samen met u zoeken naar een oplossing. Eventueel kan hij of zij u verwijzen naar een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, een vrijgevestigde psycho­ loog, psychotherapeut of psychiater. Herkent u een aantal kenmerken uit deze brochure bij anderen? Neem voor advies contact op met uw huisarts, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg of (een van) onderstaande organisaties.

Andere nuttige organisaties zijn: • Trefpunt Zelfhulp, informatie- en ondersteuningscentrum voor zelfhulpgroepen in Vlaanderen. Tel. 016-23 65 07 – trefpunt.zelfhulp@soc.kuleuven.be en www.zelfhulp.be • UilenSpiegel, patiëntenvertegenwoordiging Geestelijke Gezondheidszorg Vlaanderen. Tel. 02-410 19 99 (dinsdag en woensdag tussen 9u en 15u) – uilenspiegel@uilenspiegel.net en www.uilenspiegel.net • Similes, vereniging van familieleden en nabijbetrokkenen van personen met psychiatrische problemen. Tel. 016-24 42 01 – info@similes.be en nl.similes.be • Tele-Onthaal, voor alle vragen en problemen. Tel. 106 (24u/24, anoniem) en

Meer lezen • Zonder angst of zorgen. Verminder je piekeren stap voor stap. H. Kennerley, 2012. Nieuwezijds, Amsterdam. € 19,95. ISBN 978-90-5712-346-7 • Je piekert je suf. Over piekeren, besluiteloosheid & uitstellen. (ook als e-book). H. Hermans, 2012. Boom, Amsterdam. € 15,95. ISBN 978-94-6105-201-8 • Duizend angsten. Praktijkverhalen over angst, dwang en paniek. Y. van der Pas, 2011. Nieuwezijds, Amsterdam. € 19,95. ISBN 978-90-5712-301-6 • Angst bij ouderen. (ook als e-book).

Angststoornissen bij ouderen

www.tele-onthaal.be, ook chatten op bepaalde tijdstippen

J. van Ingen Schenau, 2011. Silhouet. € 22,90. ISBN 978-90-8145-054-6 • Angstvrij. Doe wat aan je angsten voor ze jou wat aandoen. R. L. Leahy, 2009. Nieuwezijds, Amsterdam. € 19,95. ISBN 978-90-5712-269-9 • Fobieën. Hulpboek, inclusief cd-rom. P. Cuijpers, 2007. Boom, Amsterdam. € 25,70. ISBN 978-90-8506-388-9 Deze boeken zijn verkrijgbaar bij de VVGG.

7


Het verhaal van mevrouw Van Duffel Mevrouw Van Duffel (74) durft nauwelijks nog haar huis uit. De boodschappen doet haar schoondochter José. Een buurjongen laat de hond uit. Alleen al bij de gedachte dat ze alleen naar de winkel moet, raakt mevrouw Van Duffel in paniek. Áls ze al naar buiten gaat, zorgt ze ervoor dat er iemand meegaat. Steeds vaker krijgt ze onverwacht last van hartkloppingen en benauwdheid. De angst begon toen ze anderhalf jaar geleden, na vijftig jaar huwelijk, haar man verloor. Veel dingen die ze altijd samen deden, moest ze nu alleen doen. Ze belde haar kinderen steeds vaker op met de vraag of zij misschien met haar boodschappen wilden doen, wilden wandelen, of meegingen naar de tandarts. Dat deden ze graag, om haar te steunen. Maar ze merkten niet dat hun moeder alléén nauwelijks meer de deur uitkwam. Toen raakte mevrouw Van Duffel een keer onverwacht in paniek. Haar zoon was net bij haar op bezoek. Ineens werd ze duizelig en misselijk, ze viel bijna flauw. Haar zoon bracht haar naar de huisarts. Zijn moeder onderging allerlei onderzoeken. Uiteindelijk stelde een dokter vast dat ze lichamelijk niets mankeerde, maar dat ze een angststoornis had. Mevrouw Van Duffel krijgt nu medicijnen. Daardoor kan ze zelfstandig een psycholoog bezoeken en deelnemen aan een cursus voor angst bij ouderen. Daar ontmoet ze lotgenoten met wie ze goed kan praten. Mevrouw Van Duffel voelt zich nu wat beter en durft er steeds vaker alleen op uit te gaan. Een paar keer in de maand kan ze nu zelf

Angststoornissen bij ouderen

de hond uitlaten of een boodschap doen.

Schriftelijke informatie van het Fonds Psychische Gezondheid Deze brochure van het Fonds Psychische Gezondheid is geschreven in samenwerking met ggz-professionals, patiënten- en familieorganisaties. De brochure maakt deel uit van een reeks over psychische aandoeningen. De voor Vlaanderen aangepaste versie wordt verspreid door de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid. Voor een overzicht: www.vvgg.be/brochures Meer informatie: VVGG, Tenderstraat 14, 9000 Gent, tel. 09 221 44 34, info@vvgg.be

8 © Fonds Psychische Gezondheid, Amersfoort, mei 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.