5 minute read
vliegen op de grote rivier (Chris van Elk
18
VLIEGVISSEN OP DE GROTE RIVIER
ervaringen van een beginner op de Merwede
hoewel ik al meer dan 50 jaar in het bezit ben van tenminste 1 vliegenhengel, had ik tot voor kort nog nooit gevist op een van de grote rivieren. ooit woonde ik in arnhem, met de rijn op loopafstand, toch zocht ik mijn visgeluk in de polders in de betuwe. het kwam domweg niet in me op om zo’n kleine vlieg of nimf op zo’n immense rivier te werpen. Ik heb me er eigenlijk ook nooit echt in verdiept, er was genoeg om handen in de polders. wilde ik wat anders dan week ik uit naar duitsland, frankrijk, denemarken of noorwegen. de laatste jaren heb ik sporadisch aan de Merwede gestaan, bij woudrichem. parkeren aan de vinkenhaven bij sleeuwijk en dan naar de rivier. het leverde me geen vis op. Ik ging een keer mee met een ervaren vliegvisser naar wijk bij duurstede, maar ook daar waren de resultaten pover. Met andere woorden, mijn enthousiasme voor het vissen op de grote rivieren was nog niet gewekt. tot de visdag van de ‘s-gravenhaagse vliegvisser op 20 augustus van dit jaar. toen viel het kwartje. In dit artikel wil ik graag vertellen hoe het verder ging en hoe ik een nieuwe passie ontdekte.
ChrIs van elK Met een MooIe wInde.
We hadden mooi weer die dag, we visten met een man of 15 en er werden behoorlijk wat tips uitgewisseld. Ik had me vooraf ingelezen, vooral VNV bladen geraadpleegd en geconcludeerd dat vooral de red tag de uitgelezen nimf zou moeten zijn. Er werd redelijk gevangen. En op verschillende manieren, dat was een eerste eye-opener. Zo stond de een tussen de kribben op redelijk ondiep water te vissen, dat leverde vooral kleinere vissen op die op het zand in de “branding” aan het azen waren. Een ander ving een redelijk aantal voorns en windes, de grootste was 34 cm, door met een beetverklikker en lange leader en tippet tussen de kribben te vissen op een diepte van ongeveer 1,5 meter. Ikzelf stond met twee vliegvissers die recht voor zich uit wierpen en steeds dichter de vaargeul naderden. Het deed me denken aan vliegvissen op fint in de Nieuwe Waterweg, de stroming nam behoorlijk snel de lijn mee. Die dag ving ik een voorn en een winde. Beide vlak onder mijn voeten, volgers die uiteindelijk toch mijn nimf namen. En die nimf was inderdaad een red tag op haak 12 met een goudkop van 2,4 mm. Prima buiten de stroming van de vaargeul. Zonk rustig af en zo kon ik tussen de toen nog aanwezige waterplanten vissen.
Het vangen van die twee behoorlijk vissen smaakte naar meer. Leen Lock en ik zijn een week later teruggegaan. In de tussentijd had ik nieuwe nimfen gebonden en – vanwege de overeenkomst met het vissen op de Nieuwe Waterweg had ik besloten toch weer met een drijvende lijn te vissen, een aftma 5 met een zelf geknoopte leader van 3,5 meter, 2 meter 15/00 en 1,5 meter 12/00. M'n nimfen had ik wat zwaarder gemaakt, ik wilde in het kribvak zo ver mogelijk naar de vaargeul lopen en dan stroomopwaarts in de stroming werpen. Ik bond een aantal red-tags op haakmaat 10 met 3mm tungsten bead-head en 10 slagen looddraad 0,10 mm. Deze set-up, met redelijk zware nimfen, werkt het best als de wind gunstig staat voor een linkshandige werper en we hadden die dag zuidoostenwind. Dat was gunstig. Ik kon lekker ver inwerpen en had geen last van de lange leader en de relatief zware nimf. Ik merkte al direct het verschil met de clubdag. De zware nimf zonk snel en liet zich makkelijk over de bodem binnenstrippen. Regelmatig had ik een stukje plant of een mosseltje aan de haak; ik viste dus diep genoeg. Maar het meest vreugdevolle was dat ik die dag 6 voorns en windes ving met allemaal een lengte van rond de 30 cm. En dat het niet alleen geluk was bewees Leen die op deze manier ook 6 mooie vissen binnen haalde.
een MooIe Maat wInde gevangen door leen
Dan wil je meer. Een paar dagen later ben ik weer in de Merwede gaan vissen. Ik had op Google Maps de locatie in detail bekeken en had gezien dat er onder de waterspiegel restanten van dammen lagen. Op die plekken ging ik het water in en ik vond de verhogingen. Het scheelde bijna een halve meter en ik kon behoorlijk ver de rivier in zonder dat het water tot m’n middel stond. Dit laatste is heel belangrijk omdat er flinke schepen passeren en die soms hoge golven veroorzaken. Je moet dan gewoon stevig staan en in elk geval die golven de baas kunnen.
Op de plek waar ik die dag stond, en met iets minder wind, zuidwest, dus toch nog een beetje vanachter, besloot ik net een slagje anders te gaan vissen. Niet stroomopwaarts, maar haaks in de vaargeul, vol in de stroming en dan laten zinken. Ik viste nu zwaarder met een 3,5 meter lange tippet van 18/00 naar 15/00, de nimf met 3,3 mm tungsten off bead in een lusje gebonden zodat die maximaal kon bewegen. De nimf bleek nog steeds goed te zinken en tot mijn verbazing werd de eerste grote winde gehaakt tijdens het afzinken. Ik had mijn nimfen nog zwaarder gemaakt door meer loodwikkelingen op te zetten. Het werkte fantastisch, ik landde die dag uiteindelijk 12 voorns en windes, de grootste was 44 cm. Het duurde minstens 10 minuten voordat ik die eerste vis in het schepnet had. Steeds weer merkte ik dat m’n nimf gepakt werd in dead drift: inwerpen, laten zinken en lijn strak, de hengel top een beetje opzij om de klap op te vangen van de aanbeet, en dan gewoon de nimf met de stoom over de bodem laten meelopen. Soms een harde aanbeet, soms liep de lijn gewoon weg. Het was een fantastische dag en ook Leen, die er ook nu weer bij was, ving een behoorlijk aantal grote vissen.
Eindelijk had ik het gevoel dat ik bewust aan het vissen was, ik had me verdiept in deze visserij en ik had een manier van vissen gevonden die voor mij (en voor Leen) echt werkte. En dat inzicht werkte nog meer verslavend. Helaas waren we inmiddels in begin oktober beland en was het weer niet meer zodanig dat ik er goed kon werpen. En de vis zou tegen de herfst verdwenen zijn richting dieper waters. Het vliegvissen was al mijn passie, nu is het vissen op grote winde en voorn een nieuwe passie, ik tel de dagen tot het weer kan.