Glamcult // ISSUE 4 // MEI 2012

Page 1

Glamcult Independent Style Paper

FREE Issue 4, mei 2012 Jaargang 9

“Le noir est un refuge”


www.chanel.com

La ligne de CHANEL - Nederland Tel 0900 519 2005 (0,15/min., incl.BTW)




MAY30TH2012

GOBACK P

R

E

S

E

N

T

S

TO THE ZOO SMITH WESTERNS

WAVVES DOMINANT LEGS TENNIS MR.WIX SPACEGIRLS HOLLYWOOD & VINE JAZZ RATH OIMATE & JABROER

BEN DE BOEF HENDRIKUS AMSTERDAM DOORS OPEN AT 21:30 PA R A D I S O A M S T E R D A M TICKETS FOR SALE AT OUR STORES KALVERTOREN & PC HOOFTSTRAAT

AND AT WWW.PARADISO.NL TICKET PRICE 15 EUROS


Issue 4

Cult

Update

Platform

James Reeve

Interviews

Friends Poliça Phyllis Galembo Maarten van der Horst Shaun Samson V&B Beach House Conduits

8 12 14 16 18 20 24 28 32 34

Visual Essays

Pablo Delfos Edel Verzijl

Festival

Walk the Line Update

Film Albums Stuff

Plus

38 44 36 51 53 54

Colofon Uitgever Hoofdredacteur Rogier Vlaming rogier@glamcult.com

Grafisch Ontwerp Glamcult Studio: Isabelle Vaverka Suzie Wempe

Chef- en Eindredactie Joline Platje joline@glamcult.com

Sales Sarah Johanna Eskens sarah@glamcult.com

Redactie Mode Steffie Henderson steffie@glamcult.com

Aan deze editie werkten mee: Anna Nita, Danielle Hielckert, Dorothy Vrielink, Hanka van der Voet, Katelijne Blom, Lisa den Oudendammer, Lisa Whittle, ­M atthijs van Burg, Natasja Admiraal, Niels Wiese, Rinke Vreeke, ­S harda ­F ähmel, Sophie Bargmann, Vanessa Groenewegen

Redactie Film Maricke Nieuwdorp maricke@glamcult.com Creative Director Rogier Vlaming Art Director Marline Bakker marline@glamcultstudio.com

Fotografen Colin Kerrigan, Edel Verzijl, James Reeve Liz Flyntz, Maarten Alexander, Matt Maginn, Meinke Klein, Pablo Delfos Pelle Crepin, Wyne Veen

Cover Fotografie: Meinke Klein—Unit C.M.A. Styling: Maarten van der Horst Haar en make-up: Gemma Tyler voor Bumble and bumble Modellen: Manuela en Ana—Models1 Kleding: Maarten van der Horst spring/summer 2012 Le noir est un refuge—Yves Saint Laurent Uitgever Glamcult Studio B.V. Postbus 14535 1001 LA Amsterdam T 020 419 41 32 F 020 419 66 54 info@glamcult.com www.glamcult.com

Distributie JAM Pers en Communicatie Cream PR Opgave en vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax 0251 31 04 05 www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementsprijs bedraagt € 37 per jaar (10 nummers). Abonnementen binnen Europa € 59,50, buiten Europa € 79,50 per jaar. Een abonnement kan bij iedere editie ­i ngaan; het wordt afgesloten voor ­m inimaal een jaar en wordt stilzwijgend

verlengd tot wederopzegging. ­O pzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode in bezit van Abonnementenland te zijn. Adreswijzigingen uiterlijk drie weken vooraf schriftelijk doorgeven aan Abonnementenland. Prijswijzigingen voorbehouden. © Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en / of vermenigvuldigd zonder de schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. De uitgever is niet verantwoordelijk voor schade opgelopen door onjuiste verwerking in het blad. Glamcult, ISSN 1874-1932


UPGREAT. >> Uniek als altijd, expressiever dan ooit! De nieuwe smart fortwo. Met een zelfverzekerde grille, sportieve skirts en dynamische achterzijde. Verkrijgbaar in drie exclusieve uitvoeringen: pure essentials, pure black/white en pure whitelight/ nightlight. Standaard vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting en BPM. Met slechts 14% bijtelling. Bovendien profiteert u nu tijdelijk van € 1.000,- voordeel op elke edition pure. De voordelen van de nieuwe smart fortwo zijn dus groter dan ooit. Nu vanaf € 8.499,-* inclusief airconditioning. Ontdek ’m zelf op smart.nl.

Brandstofverbruik: 3,3 - 4,4 l/100 km of 30,3 - 22,7 km/l. CO2 -uitstoot: 86 - 100 g/km. * Prijzen exclusief verwijderingsbijdrage en kosten rijklaar maken, inclusief € 1.000,- voordeel.

smart – a Daimler brand


Cult 2

Collectie 9”572 S/S 12, Foto: Petrovsky & Ramone, Styling: Ferry van der Nat

1 3

Tata Christiane, Collectie: Magical Realism #2 Foto: Valquire Veljkovic

The Crying Light, 2012

Marius Op ’t Eynde

5

Marco Mazzoni

4

Eyah-Kusadvha Dunaki Daardhi, 2011

Collectie: What We Leave Behind S/S 12, Foto: Oli McAvoy

Fashionclash

Julian Wolkenstein

1

De Italiaanse Marco Mazzoni maakt mysterieuze tekeningen van gezichten, omringd door weelderige flora en ­fauna. Hij vond zijn stijl toen hij Malleus Maleficarum las, een middeleeuws handboek over heksenjacht. Toentertijd meende men dat vrouwen met een ­u itgebreide kennis van planten en hun genezende werking heksen waren. Door de Italiaanse kerk werden deze vrouwen —en daarmee hun medicinale wijsheid — grotendeels uitgeroeid, maar zij bleven voortleven in de volksverhalen van het land. Mazzoni’s vrouwenhoofden, omringd door kransen van rode, paarse en blauwe vlinders en feminiene bloemblaadjes zijn een eerbetoon aan deze enigszins mystieke wereld. De basis van elk werk is een chiaroscuro—een tekening van zwarte en witte contrasten. Hierop brengt hij vervolgens met eenvoudige kleurpotloden kleur aan, soms met be­h ulp van 16 e -eeuwse schildertechnieken. Veel gezichten missen ogen, waardoor hun uitdrukking iets buitenzinnelijks krijgt.

Sobotka

2

In 2011 studeerde modeontwerper Marius Op ’t Eynde met zijn collectie 9”572 af aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Zijn afstudeercollectie, die hij ­b aseerde op moderne en klassieke fietskleding, werd goed ontvangen. Dit bleek onder andere uit zijn nominatie voor de Frans Molenaar-prijs in 2011. De invloed van zijn stage bij Raf Simons—die hem tevens begeleidde tijdens zijn afstuderen—­­i s goed te zien. Met zijn strakke truien met opstaande kragen en grafische, digitale prints, en lange windbrekers geeft Op ’t Eynde net als Simons een sportieve kijk op klassieke menswear. Spannend aan 9”572 is de tegenstelling tussen de tamelijk ­r ustig ogende basisstukken en de kleding waarmee de ontwerper het gevoel van snelheid van de Tour de France overbrengt.

3

Op 8, 9 en 10 juni staat Maastricht in het teken van de 4 e editie van Fashionclash. Meer dan 100 jonge talenten uit binnenen buitenland krijgen de mogelijkheid hun werk te tonen aan een internationaal publiek. Zo ook het duo Julie Bourgeois en Hanrigabriel. Met hun kleurrijke label Tata Christiane verkennen zij de grenzen tussen elegantie en slechte smaak, en dit resulteert in absurde collecties die op streetwear zijn geïnspireerd. Naast shows van opkomende modeontwerpers leent de catwalk zich ook voor performances en theater. Het idee is om letterlijk een clash te creëren tussen verschillende ­d isciplines die allemaal een link hebben met mode. Denk hierbij aan fotografie, ­i llustratie, video en textiel- en productontwerp. Ook is er de Fashionclash ­M arket, waar je kleding, accessoires en design kunt kopen.

www.mariusopteynde.com www.fashionclash.nl

4

De seksuele aantrekkingskracht en im­ ponerende werking van de baard (in al zijn verschijningsvormen) heeft zich vanaf de Egyptische oudheid gemanifesteerd in de traditie van de postiche—een vorm van gezichtsversiering die vooral door machtige mannen werd gedragen, en bedoeld was om hun mannelijkheid te onderstrepen. The Postiche Collection van Julian Wolkenstein is het resultaat van een zes jaar durend onderzoek, en legt de vele facetten van deze traditionele gezichtsversiering moeiteloos vast. De postiches werden aan de hand van historische foto’s nagemaakt, en blijven trouw aan het oorspronkelijke verhaal van ieder stuk. Zo ook Eyah-Kusadvha Dunaki Daardhi (de baard van de duizend beloftes), die oorspronkelijk gemaakt werd voor Maharadja Gaekwad, en vindt zijn oorsprong in de Indiase strijd tegen de overheersing van de ­B ritten. Wolkenstein zoekt binnen zijn werk naar de perfecte balans tussen kunst en ­c ul­t urele antropologie. www.julianwolkenstein.com

www.marcomazzoni.tumblr.com

5

Dit jaar zou volgens bepaalde voorspellingen weleens het laatste kunnen zijn. Hoewel ontwerper Megan Marie Dodge van het label Sobotka zich daar niet per se druk om maakt, noemt ze de huidige geografische en sociaal-politieke vernietigingen van de aarde door de mens wél zorgwekkend. De prints van haar spring/summer 2012 collectie What We Leave Behind zijn gebaseerd op warmtescans die vanuit de lucht van de VS ­w erden ge­­m aakt en waarop nucleaire straling te zien is. Dodge bewerkte de scans en combineerde ­d eze met foto’s van olievlekken op Amerikaanse wateren. Zo zoekt ze de schoonheid in destructie, en vestigt ze aandacht op de huidige staat van de natuur. De combinatie van handwerk en digitale technieken zijn ­ typerend voor haar kleurrijke, etnisch uitziende prints. De ontwerper groeide op in Los Angeles, en spendeerde haar tijd in haar tienerjaren aan het kopen van tweedehands kleding. Later verhuisde ze naar New York om daar te studeren aan Parsons, en deed ervaring op bij Rodarte, Anna Sui en Thom Browne voordat ze haar label Sobotka (naar de achternaam van haar overgrootmoeder) ­o prichtte. www.sbtka.com

8


Cult 6 7

Namsa Leuba, Ya Kala Ben, 2011

Counterfeit eternity, 2011

8

Philip Beesley, Cloud Brocade, 2011, foto ter beschikking gesteld door WORKShop Gallery ©PBAI

Neil Craver

Hyères

9

10

Oslo 2010, 2010

Edward Clydesdale Thomson, In a Green Shade, 2011

DEAF

Bjarne Bare

Secret Gardens

6

In april en mei zal het zuiden van Frankrijk wederom in de ban raken van mode en fotografie. In het pittoreske dorpje Noailles zal dan de 27 e editie van het Hyères festival plaatsvinden. Tien opkomende stylisten en fotografen uit verschillende landen zullen hier de kans krijgen om hun werk te tonen aan een internationale vak­j ury. Het festival—dat in 1993 het toen nog onbekende Viktor & Rolf op de kaart zette —zal ruimte bieden aan zowel jong talent, als aan gevestigde fotografen en ontwerpers. Zo zullen er exposities van ­o nder andere Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin en Yohji Yamamoto te bewonderen zijn. 27 apr t/m 27 mei, villa Noailles www.villanoailles-hyeres.com

7

Fotograaf Neil Craver begon zijn carrière als abstract schilder en figuratief beeldhouwer. Toch kan geen enkele kunstvorm wat hem betreft zo volledig zijn als fotografie, want: “Nothing can exist without the photon, and every aspect is controlled by its usage.” Fotografie bezit volgens Neil alle intrinsieke waarden die andere kunstvormen hebben, maar onderscheidt zich door de basis van alles dat bestaat te vormen. De Amerikaan wordt gedreven door zijn interesse in de effecten die ­verschillende kleurenintensiteiten op het onderbewustzijn van de mens hebben. Neil probeert met zijn foto’s meer te ­b ereiken dan esthetische waardering, en hoopt met zijn werk een emotionele ­reactie uit te lokken. Met zijn sferische serie ­O mni-Phantasmic, waarin hij vrouwen ­(gedeeltelijk) onder water vastlegt, weet hij zijn toeschouwers in een emotionele onderstroom mee te zuigen. www.omni-phantasmic.com

8

Kunst en technologie komen samen op het internationale Dutch Electronic Art Festival (DEAF) in Amsterdam en Rotterdam. Onder het mom van het thema The Power of Things wordt ook dit jaar een breed scala aan onder andere (muziek)performances, lezingen, workshops, debatten en interactieve installaties aangeboden. Een van de kunstenaars die zal meewerken aan het festival is de gerenommeerde Canadese architect Philip Beesley. Met behulp van protocellen, die zijn opgebouwd uit anorganisch materiaal en ­n atuurlijke processen na kunnen bootsen, tracht Beesley interactieve technologie naar een hoger niveau te tillen. Zijn creaties moeten de bezoeker het gevoel ­g even dat ze in een levende omgeving lopen. “One that can feel and care”, aldus de architect. Deze vooruitstrevende techniek werd door de London Times om­ schreven als “the one that has the power to be the dominant aesthetic of 21st century landscapes.” En dit geeft een indicatie van wat je van DEAF kan verwachten, een futuristisch en levendig festival. 16 mei t/m 3 jun, verschillende locaties in Amsterdam en Rotterdam www.deaf.nl

9

9

Fotograaf Bjarne Bare werd in 1985 in het Poolse Poznań geboren, maar woont en werkt momenteel in Oslo, waar hij fotografie studeert aan de Oslo Academy of Fine Art. Bjarne heeft een bijzonder ontwikkeld oog voor detail, een verfrissende kijk op de alledaagse wereld, en blijkt van variaties op eenzelfde thema te houden. In zijn boek Hose Variations: Studies from Los Angeles and elsewhere doet hij met zijn serie foto’s van tuinslangen een sociale studie naar het opbergen ervan. Door de originele keuze van het onderwerp (tuinslangen), is dit een speelse v­ ariant op de droge intellectuele oefening van het verzamelen en registreren van beelden, zoals onder andere fotografenduo Bernd en Hilla Becher dat deden. Hierdoor tilt Bjarne typologie naar een ander niveau en lukt het hem, ondanks zijn deadpan stijl, met iedere foto een ­e igen verhaal te vertellen. www.barebjarne.no

10

We vormen onze identiteit op basis van verlangens. Zo kunnen mensen ­b ijvoorbeeld een onstilbaar verlangen koes­teren naar een minder materialistisch en economisch gedefinieerde wereld, waarin meer ruimte is voor schoonheid en zingeving. Voor de groepstentoonstelling ­S ecret Gardens in TENT (Rotterdam) kozen vijftien kunstenaars de natuur als symbool voor dit verlangen. Zij dromen van geheime tuinen en kijken met een ­romantische blik naar de soms grillige, maar verleidelijke natuur. Hiervoor bieden de ongerepte wildernis en de door Staatsbosbeheer beheerde landschappen en stadsparken mogelijkheid tot ­verbeelding. De tentoonstelling laat zien wat de natuur als omgeving voor de mens kan betekenen, en bestaat uit installaties waar de bezoeker doorheen kan lopen. Zo behandelt Edward ­C lydesdale Thomson de relatie van een cultuur met haar landschap door te ­s pelen met cliché beelden van natuuraanzichten, en probeert met zijn werken een heroverweging van onze ervaring van de werkelijkheid aan te moedigen. t/m 10 jun, TENT www.tentrotterdam.nl

Gc Update


Cult

Spreads uit het boek Unfolded, 2012

Bouquet V, 2005

Door Lisa den Oudendammer

11

Scheltens & Abbenes 11

Maurice Scheltens en Liesbeth Abbenes vormen al jaren een kunstenaarsduo (en een liefdeskoppel). Het liefst creëren ze stillevens met de meest uiteenlopende objecten. Behalve de autonome werken die zij maken, fotografeert het duo ook regelmatig in opdracht van onder andere Hermès, Yves Saint Laurent, Vitra en maga­z ines als The Gentlewoman en New York Times Style Magazine. Glamcult sprak met Scheltens over hun eerste overzichtstentoonstelling, Unfolded, die op dit moment te zien is in Museum Jan Cunen. “De tentoonstelling is tot stand gekomen nadat we gevraagd werden door Nicolette Bartelink, de directeur van Museum Jan Cunen”, vertelt Scheltens. “Zij was bekend met ons werk, doordat ze tevens curator was van de tentoonstelling De God van Nederland in Museum Catharijneconvent in 2006, waar wij ook deel van uitmaakten. Bartelink en haar collega-curator Fleur Junier hebben ons vanaf het eerste moment carte blanche gegeven om de tentoonstelling in te richten op eenzelfde manier als onze foto’s tot stand komen; gedetailleerd, zodat we langzaam grip kregen op de werken, en hoe deze zich in relatie tot de ruimte en tot ­e lkaar verhielden.” De manier waarop Scheltens en Abbenes met fotografie omgaan, is bijzonder te noemen. Het gehele werkproces

vindt plaats in hun studio in Amsterdam. Objecten voor de foto’s worden daar net zo lang herschikt tot het ultieme beeld ontstaat. Op die manier experimenteren ze met het omzetten van ruimtelijke dimensies naar het platte vlak. Voor de tentoonstelling werd juist andersom gewerkt; twee­ dimensionale beelden moesten nu in een ruimte worden geplaatst. “Voor de expo­s itie zijn we feitelijk wel op dezelfde manier begonnen als dat we normaal gesproken te werk gaan”, vertelt Scheltens. “We hebben eerst een schaalmodel van het museum gemaakt. De camera van mijn telefoon heeft geholpen om letterlijk in deze maquette te kruipen, en inzicht te krijgen in de manier waarop de werken zich tot elkaar zouden verhouden. We zijn bij de keuze van werken niet uitgegaan van een the best of-principe, maar hebben al onze werken afzonderlijk bekeken en opnieuw gedefinieerd.” Scheltens en Abbenes hebben veel van hun werk in series gemaakt. Toch wordt niet aan deze oorspronkelijke series vastgehouden binnen de tentoonstelling. “We wilden per zaal specifieke groeperingen laten zien, opgebouwd uit werken van verschillende series, en uit zowel tentoonstellingswerk als werk dat in opdracht is gemaakt. Het was een puzzel waarvan alle stukjes langzaam op hun plek vielen, en een logisch geheel

vormden. De architectuur van het gebouw, dat veel gesloten ruimtes kent, deed ons beslissen de vaste series los te laten. Eigenlijk kun je de hele expositie als een nieuwe serie beschouwen!” Naast de tentoonstelling heeft het duo ook een gelijknamig boek uitgegeven. Dit boek gaat over de wisselwerking tussen de expositie en het boek zelf. “Doordat we met de expositie aan de slag gingen, ontstond al snel het idee om de muren van het museum tevens te zien als bladzijden van het boek. Gaande­ weg is het boek zelfs mede de selectie van de werken gaan bepalen”, legt ­S cheltens uit. “Omdat we zelf zo bekend zijn met onze werken, was het voor ons erg interessant om de vormgevers van het boek over onze schouder mee te ­l aten kijken. Op die manier kregen wij zelf nieuwe en verhelderende inzichten. Het is geweldig als je ineens een andere ­d imensie in je eigen werk ontdekt!” Scheltens en Abbenes werken het liefst met materiële objecten, zoals kledingstukken, schoenen of stoelen. “De omzetting van iets ruimtelijks naar iets plats willen we binnen de foto graag laten zien, omdat het vragen oproept over perceptie”, aldus Scheltens. “Bovendien zijn objecten controleerbaar. We willen tijdens het maken van de compositie niets laten liggen, daarom raken we

10

alles aan en schikken we de objecten net zo lang als nodig is.” Het duo laat zich regelmatig inspireren door het klassieke stilleven. Met name in de serie Bouquet is deze fascinatie goed terug te zien. Ondanks dat de bloemstukken qua kleur, licht en compositie direct doen denken aan een bloemstilleven uit de 17 e eeuw, zie je dat er iets niet klopt. De bloemen zijn wel erg plat en hoewel ze niet meteen opvallen steken er toch echt satéprikkers uit de vaas. Het duo speelt in hun cut-out series met waarneming door afbeeldingen van objecten uit te knippen, opnieuw te schikken in een ­collage en deze vervolgens te fotograferen. Het klassieke onderwerp krijgt zo een nieuwe betekenis. “Voor deze serie is heel duidelijk gekeken naar de klassieke stillevens van 17 e -eeuwse schilders”, aldus Scheltens. “Het idee dat in deze schilderijen bloemen en fruit uit verschillende seizoenen en werelddelen bij elkaar staan, sprak ons aan. In onze foto’s laten we echter ook graag het kantelpunt van die overdaad zien , als blijkt dat onze hele set slechts bestaat uit een collage van uitgeknipte bloemen.” De verschillende achtergronden van het duo (zij is van origine beeldend kunstenaar, hij fotograaf) sluiten niet alleen op persoonlijk, maar ook op creatief vlak goed bij elkaar aan, omdat technische

perfectie wordt gecombineerd met autonome handgemaakte settings. “Wat ons een goed duo maakt? We zijn allebei ongeduldig geduldig, en hongerig naar het uiterste. We zijn niet snel tevreden. En als we het al zijn, dan ook niet altijd op dezelfde momenten. Hierdoor duwen we elkaar steeds voort. Daarnaast vinden we het simpelweg heel fijn om in elkaars aanwezigheid te zijn.” Het grootste compliment dat het duo voor hun werk krijgt, zal het winnen van de ICP Infinity Award voor fashion/ applied/advertising photography zijn in mei 2012. Deze prijs wordt jaarlijks uit­ gereikt door het ­I nternational Center for Photography (ICP) in New York. “Dit was voor ons heel opmerkelijk nieuws”, vertelt Scheltens. “We hadden er niet op gerekend, omdat we uitsluitend stillevens ­m aken. En dan ook nog eens op een niet voor de hand liggende manier. Maar over het geheel genomen, is gevraagd worden door ­o pdrachtgevers elke keer weer een groot compliment.” t/m 26 aug, Museum Jan Cunen

Gc Update



­ ezien erg uitdagend en heeft me veel g slapeloze nachten gekost. Maar het was het meer dan waard. ’s Avonds schieten heeft iets magisch. Het is dan stil en rustig. Een vreedzaam moment om aan het werk te zijn”, aldus James. De foto’s, waarin de verschillende kleuren licht sterk af­ steken tegen het zwarte van de nacht, hebben net als de plekken die hij­ ­vastlegde iets magisch. Althans, dat vond ook Dries Van Noten. De foto’s, die digitaal volledig onbewerkt zijn gebleven, werden voor de spring/summer 2012 ­collectie van Van Noten omgezet naar prints. “Ik ben betrokken geweest bij het hele proces van Dries en zijn team. Ik heb in die periode vooral veel contact gehad met Lily Heine, die verantwoordelijk was voor de prints binnen de collectie. Ook heb ik meerdere malen de studio in Antwerpen bezocht om te kijken of de prints, de kleuren en zwarttinten er op stof net zo uitzagen als dat ik ze bedoelde binnen mijn serie”, vertelt James. Het eindresultaat van de samenwerking mag er zijn. Van Notens S/S 12 collectie, die bestaat uit donkere rokken, jasjes, blouses, tops en jurken bedrukt met de gekleurde prints, zorgt ervoor dat de ontwerper zijn reputatie als print­ expert wederom waarmaakt. “Het uit­ eindelijke resultaat zag ik voor het eerst ­t ijdens Paris Fashion Week. Het was best wel vreemd om mijn foto’s de catwalk op te zien komen. Ik wilde niet dat mijn foto’s niet goed uit de verf zouden komen en dat de kwaliteit van mijn werk achteruit zou gaan, maar dat was gelukkig niet het geval. De prints zijn goed gelukt en ik ben erg blij met de manier waarop de beelden naar voren komen!” Ondanks zijn succesvolle high fashion samenwerking is James niet van plan om binnenkort aan modefotografie te beginnen. “Ik vind mode tot op een bepaald niveau heel interessant, maar niet om me op te focussen binnen mijn werk. Ik werk momenteel aan twee nieuwe landschaps­ projecten, maar de komende maanden zal ik me vooral richten op de new arrival, die ieder moment kan komen!”, aldus aanstaande papa, James.

Dries Van Noten, S/S 12

Small scars of light fighting to pierce the darkness—met deze woorden omschrijft de Britse fotograaf James Reeve zijn serie Lightscapes. James werd met deze serie in 2010 geselecteerd om deel te nemen aan het interationale mode- en fotografie­ festival Hyères, dat ieder jaar wordt ­g ehouden in het dorpje Noailles in ZuidFrankrijk. Datzelfde jaar was de Belgische modeontwerper Dries Van Noten ook aanwezig op het festival, en raakte daar zo onder de indruk van het werk van James dat hij besloot de fotograaf te benaderen voor een samenwerking. “Ik was erg v­ erbaasd toen ik hoorde dat Dries met mij wilde samenwerken. Zelf had ik nooit gedacht dat mijn werk kon worden verwerkt in een modecollectie”, zegt James hierover. De fotograaf, die zichzelf omschrijft als een obsessive observer, groeide op in West-Londen. Op de middelbare school kwam hij voor het eerst in aanraking met fotografie, en was op slag verliefd. Inspiratie voor zijn foto’s haalt de Brit overal vandaan. “Omdat ik het gevoel heb dat ik alles moet bekijken, kan ik veel inspiratie uit de wereld om me heen halen. Daarnaast heb ik een erg levendige fantasie, die dat proces natuurlijk wel meehelpt.” Na jaren van experimenteren met verschillende stijlen, assisteren van fotografen en reizen, weet de fotograaf inmiddels goed wat hij wil. “Fotograferen is een bijzondere manier om mijn persoonlijke visie te delen met de rest van de wereld. Ik probeer dit zo goed mogelijk te doen.” James, die inmiddels met zijn hoogzwangere vrouw en kind in Marseille woont, vloog voor Lightscapes de hele wereld over. Las Vegas, Marseille, Beiroet, Londen, Tokio, Parijs, Los Angeles, Thailand en Hong Kong werden allemaal op de gevoelige plaat vastgelegd. “Fotograferen tijdens schemer en in de donkere avonduren heb ik altijd al graag gedaan. Ik heb hier dan ook veel mee geëxperimenteerd. Met dit project wilde ik de nacht op een andere manier vastleggen. Ik wilde ervoor zorgen dat mensen anders naar stadslandschappen zouden gaan kijken. I wanted to embrace the darkness.” Met dit doel voor ogen ontwikkelde James een techniek die alleen de flikkeringen van lichten op de foto’s liet zien, en niet de contouren van de stadslandschappen. “Dit project was technisch

www.jamesreeve.com

12

Dries Van Noten, S/S 12

#20 - Casino Casino, Las Vegas, 2008

#27 - Citibank II, Los Angeles, 2008

Door Katelijne Blom / Fotografie: James Reeve

James Reeve De Britse fotograaf James Reeve legde voor zijn bijzondere fotoserie Lightscapes imposante gebouwen en steden vast bij nacht. De beelden trokken ook de aandacht van Dries Van Noten. De mode­ ontwerper die bekend staat om zijn prints besloot James’ foto’s voor zijn spring/ summer 2012 collectie te gebruiken. Glamcult sprak de fotograaf over zijn ­eigen werk en de samen­werking met Van Noten.

Gc Platform


14 Brooklyn band riends is hot. F Hot like the Caribbean sun!

Interviews

18 Fotograaf Phyllis Galembo woont kleurrijke en traditionele rituelen over de hele wereld bij.

16 Achter de upbeat ritmes en ver­vormde vocals van a ç i l gaat meer o P schuil dan je zou verwachten.

20 en van t r a a M r Ho rst: de “Slechte smaak bestaat niet!”

24 Modeontwerper Shaun Samson laat zich inspireren door surfers, skaters en street gangs.

32 Beach House: “Een bloei is mooi, ook al duurt deze maar even.”

34 De prog-rock van Conduits blaast je omver als een wervelwind.

28 Kritisch kunstenaars­duo V&B houdt van een flinke dosis zelfspot.


Door Lisa den Oudendammer Fotografie: Maarten Alexander

Friends Het lijkt wel of de hippe bands in Brooklyn als paddenstoelen uit de grond blijven schieten. Eén van die bands is Friends, dat funky pop­ liedjes maakt, met Caribische en hiphop invloeden en supersexy baslijnen. Hiermee weet de band zich duidelijk te ­onderscheiden van de rest. Een goede reden voor Glamcult om frontvrouw Samantha Urbani en best friend Lesley Hann aan de tand te voelen over vriendschap, ­liefjes en hun eerste Europese tour.

De bandleden van Friends kennen elkaar al een hele tijd. Samantha Urbani en haar beste vriendinnetje Lesley Hann ontmoe­t ­ten elkaar op jonge leeftijd ergens in de staat Connecticut, en verhuisden gelijktijdig naar New York. Toetsenist Matthew Molnar werkte samen met Samantha in Angelica Kitchen—het bekende veganistische restaurant in New York. Drummer Oliver Duncan en Lesley waren dan weer huisgenoten. De laatste twee werden ­g etroffen door een van de vele bed bug-epidemieën in New York, op Lesley’s ­verjaardag nota bene. Samantha liet de twee bij haar in huis ­l ogeren en de volgende dag begonnen de eerste oefensessies van Friends. Lesley: “Ik heb al in heel veel bands gespeeld, net als al onze andere band­ leden. Samantha begon al met liedjes opnemen toen ze heel jong was, maar ze durfde ze nooit echt aan anderen te laten horen. Ze had nogal last van plankenkoorts! Daarnaast richtte ze zich ook meer op ­v isuele kunst. Ze heeft een paar supercoole video’s gemaakt.” Samantha knikt haar hoofd: “Ja, ik schreef wel liedjes en zo, maar ik was altijd meer met andere dingen bezig. Mijn ouders zijn allebei visual artists, dus het was voor mij vanzelfsprekend om ook die richting op te gaan. Al was het stiekem wel altijd mijn diepste verlangen om liedjes te maken en daarmee op te

treden. Ik wist alleen niet hoe ik een band bij elkaar moest brengen. Daarom ben ik eerst maar Media- en Cultuurwetenschappen gaan studeren.” Het is pas twee jaar geleden dat Samantha het gevoel kreeg dat ze zich vol­ ledig op muziek kon gaan concentreren. “Het was toen net uit met mijn toenmalige vriendje, die een geweldig muzikant is. Dat was voor mij best intimiderend, en daar­ om heb ik in de periode dat we samen waren geen muziek gemaakt. Toen het uit­g ing, dacht ik bij mezelf: ‘Ik moet on­ afhankelijker worden! Wat wil ik precies en hoe ga ik dat bereiken?’ Er was vanaf dat moment eigenlijk geen reden meer om ­n íét met muziek bezig te zijn.” Lesley voelt zich geroepen de huidige situatie te verduidelijken. “De ex-vriend waar Samantha het over heeft, neemt nu trouwens al onze muziek op.” Samantha lacht: “Ja, het was best wel onwennig om liedjes over onze break-up voor hem te zingen!” Voor ons lijkt Brooklyn misschien de ultieme broedplaats voor muzikanten en kunstenaars, maar volgens Samantha komt dat niet omdat Brooklyn die creativiteit opwekt. “Ik denk dat het vooral komt omdat veel creatieve mensen naar Brooklyn verhuizen voor de creatieve spirit. Iedereen helpt elkaar met projecten en het is gewoon een prettige omgeving om in te werken.

De meeste mensen hadden sowieso al creatieve ambities, die ontstaan niet altijd in Brooklyn. Dat kon ik goed merken toen ik bij Angelica Kitchen werkte. Iedereen die daar werkte, had weliswaar een vaste baan, maar eigenlijk hadden we ­a llemaal dezelfde ambities. Alle serveersters zijn as­ pirant modellen, actrices of zangeressen!” Friends laat zich op muzikaal gebied inspireren door vele uithoeken van het muzikale spectrum. Van funk tot R&B, en van Caribische invloeden tot aan hiphop. ­I nspiratie haalt Samantha het liefst ook uit het verleden. “Eigenlijk houd ik niet zo van nieuwe bands; de meeste vind ik teleurstellend. Ik ben dol op funk, soul en R&B.” Dat wordt inderdaad meteen duidelijk als je luistert naar hun hitje I’m His Girl—een nummer dat zich er uitstekend voor leent om uit een getto­b laster in een zonover­ goten (Vondel)­p ark te knallen. Samantha deed ooit de uitspraak dat ze hoopte dat ‘haar’ Friends de zoek­ resultaten op Google over een tijdje zal domineren. Dat lijkt nu nog ijdele hoop; de band blijkt lastig te vinden voor de zoekmachine. En ook op Facebook is Friends onvindbaar. Toch vinden Samantha en Lesley dat niet zo heel erg. “We doen het niet expres”, zegt Lesley. “Facebook verbiedt je gewoon om het woord in de URL te hebben. Zij hebben, geloof ik, een

14

­ onopolie op die term! Maar we hebben m wel een Facebook-­p agina hoor, mensen moeten alleen iets harder zoeken om die te vinden.” Samantha: “Dat maakt het eigenlijk ook wel leuk!” Op dit moment is Friends net ­b e­g onnen aan hun eerste Europese tour. Voorafgaand aan het interview vraagt Samantha aan haar tourmanager of hij denkt dat er wel mensen zullen komen: “Do people actually know us here?” Dat blijkt, want de kleine zaal van Paradiso is goed gevuld. De volgende dag zal de band in Berlijn optreden—de stad waar Samantha twee en een halve maand heeft ge­w oond voor haar studie. “Het is heel erg leuk om weer terug te gaan naar Berlijn, al denk ik niet dat ik de tijd heb om mensen op te zoeken die ik daar heb ontmoet. Ik zou wel graag die jongen terug zien waar ik destijds verliefd op ben ­g eworden. Ik ben benieuwd of hij naar ons komt kijken!” www.afriendszone.com Friends treedt 3 mei op in Bitterzoet in Amsterdam. En op 15 mei tijdens Les Nuits 2012 in de Botanique in Brussel.

Gc Interview


Geniet, maar drink met mate


Door Danielle Hielckert Fotografie: Colin Kerrigan

Poliça Al bij de eerste klanken van Amongster op het album Give You The Ghost overdondert Poliça. Net als Justin Vernon van Bon Iver denk je: “Dit is mijn nieuwe lievelingsband!” Een groots compliment waar zangeres Channy Leaneagh een beetje om moet lachen. Op de vraag of ze weleens heeft nagedacht om in de toekomst met hem samen te werken antwoordt ze: “Nee, daar heb ik nog nooit over nagedacht eigenlijk. Ik weet ook niet waarom ik daar zelf nooit ben opgekomen. Maar ja, hij is natuurlijk een drukbezet man. And you know, it’s not like we’re in a gang together.”

Channy’s voicemail is nauwelijks verstaanbaar. Na een paar keer proberen, neemt ze zelf op. Dat haar manager niet eerst opneemt, is niet verbazingwekkend; alles is nog een beetje nieuwig. Poliça wordt neergezet als een project van Ryan Olson —ook wel het brein achter experimentele succesband en indie collectief Gaygns genoemd. Ze zegt hier zelf over: “Het maakt me niet echt uit wiens project het is. Of het nu mijn project is, of dat ik het deel met de mensen waarmee ik samenwerk; het is gewoon een band.” Ryan en Channy leerden elkaar ­kennen toen de zangeres via via bij Gaygns terechtkwam en voor een tour de vocals verzorgde. Ryan was benieuwd naar wat Leaneagh op eigen kracht kon, en in de zomer van 2011 werd het album geschreven. Zonder dat er nog een band was. ­D eze zocht hij bij elkaar met het idee dat ze eerst wel wat optredens samen zouden kunnen oefenen, voordat op Valentijnsdag dit jaar de eerste single uitgebracht werd. Het bleek even wennen, een band waar je niet al jaren mee speelt. Maar het heeft ook voordelen, volgens Channy. “Het voelt professioneler, en volwassener. We ­h ebben natuurlijk allemaal een andere kijk op muziek, maar we kunnen goed met elkaar opschieten. Dat komt doordat we ook echt met elkaar willen kunnen opschieten. We willen dat dit werkt. Het is net als een gewone baan: je hebt er collega’s, je gaat met hen om en je bent heel gepassioneerd in het werk dat je doet.” Veel tijd om op elkaar ingespeeld te raken had de band niet, want Poliça werd direct door bloggers opgepikt. Niet dat

Channy nooit eerder optrad. Tot voor kort zat ze samen met haar ex-man in de folkrock band Roma di Luna. Een stellig ‘nee’ vertelt dat ze in de toekomst zeker niet terug zal keren naar dat genre, en zegt ook genoeg over de breuk met zowel haar band als haar ex. Het album Give You The Ghost heeft haar geholpen dit te verwerken. “Als je ergens over zingt, maakt dat je hart lichter. Het is een fantastisch antidepressivum”, zegt ze lachend. “En als je zingt over specifieke herinneringen, besef je telkens weer wat je niet meer moet doen in de toe­ komst. Mij geeft zingen een sterk gevoel.” Dat Channy’s teksten persoonlijk zijn, betekent niet dat mensen er vanuit kunnen gaan dat ze haar kennen. “Mijn teksten zijn altijd al vrij persoonlijk geweest, ook in mijn vorige band. Ik denk eigenlijk dat het niet echt uitmaakt. Sommige dingen zijn wel echt privé, maar over het algemeen vind ik het niet zo erg als mensen dingen over me weten. Uiteindelijk ga ik toch dood, en dan doet het er echt niet meer toe. En daarnaast blijft het natuurlijk ook altijd ergens fictie. Mijn teksten zijn deels gebaseerd op mijn eigen ervaringen, maar komen ook tot stand door die van anderen. Mensen kunnen wel denken dat ze me kennen, maar dat doen ze niet.” Toch kan Channy niet helemaal ­verhullen dat je je als zangeres af en toe kwetsbaar kunt voelen. Als ze uitlegt hoe de band aan haar naam is gekomen, wordt duidelijk dat ze wel degelijk dingen gescheiden houdt. “Poliça was gewoon een naam die ik hoorde toen de band ­g evormd werd. Het was de naam van een kind, en ik hield er meteen van. Van de

sound. Het werd niet alleen de naam van de band, maar ook van de vrouw die in die band zingt. Het is een mooie manier om haar te ­s cheiden van mezelf.” Met Poliça gaat Channy terug naar haar muzikale roots: R&B. Hoewel ze van­ af haar vierde klassieke vioolles had, luisterde ze daar tijdens haar puberjaren niet vaak naar. “Ik luisterde veel naar r&b en hip hop. Mary J. Blige, Lauren Hill, A Tribe called Quest, Black Star en The Roots— that kind of stuff.” Vioolspelen doet ze nog steeds, maar vraag haar niet wat haar ­favoriete klassieke stuk is, want daar heeft ze geen verstand van. Als ze gaat schrijven, zet ze wel altijd klassieke muziek op. Dat is haar ritueel, en zo blijft ze dicht bij zichzelf. Op het album is haar stem soms heavily auto tuned. Dit bleek voor Channy een manier om te experimenteren met haar stem. En in tegenstelling tot wat je zou verwachten van een techniek die stemmen vervormt, hielp dit haar juist om dicht bij haar teksten te blijven. Give You The Ghost gaat over vrijheid en het leven, geschreven vanuit het perspectief van een vrouw. Niet per se vanuit Channy’s eigen perspectief, maar een wille­keurige vrouw op de wereld. Haar teksten zijn niet bepaald lichte kost, maar toch heb je dit in eerste instantie niet door. Luister je naar Poliça, dan kun je jezelf kwijtraken in een mooie dagdroom. Als in een trance, veroorzaakt door de doordringende, ­o pruiende en verslavende muziek, wil je blijven luisteren en misschien ook wel dansen. Het ritme van de muziek, de uptempo drums en de jazzy saxofoon verhullen teksten als:

16

“Apologies like the birds in the sky, a nd even they are falling like the ­t ears in my eyes. Everyone’s asking where’s your child in this plan? Why you gonna ask me if I’d cut off my own hand?” Het is moeilijk om geen tranen in je ogen te krijgen als je de intens verdrietige ­t eksten leest. En dat gegeven blijkt voor Channy een bekend fenomeen. “Ken je The Carter Family? Daar heb ik dat altijd bij. Als je naar oude volksliedjes luistert, is de melodie vaak heel lief, vrolijk en het tempo is upbeat. Maar er wordt gerust in gezongen over een geliefde die begraven ligt onder een weeping willow tree, omdat deze verliefd was geworden op een ander en nu dus nooit meer van iemand zal houden. Heel erg verdrietig dus, en dat sluit naadloos aan op wat ik al eerder zei: terwijl je zingt, ontdoe je jezelf van negatieve energie. En op deze manier word je er bovendien ook vrolijk van!” Poliça werkt momenteel al aan een tweede album, waarop de sound herkenbaar zal blijven. Voor zichzelf hoopt Channy dat ze met steeds meer mensen kan samen­ werken, in verschillende genres. “Ik zou ook graag meer muziek willen componeren, net zoals ik dat deed toen ik veel vioolspeelde. Ik hoop in ieder geval zolang mogelijk songs te kunnen blijven schrijven. Tot ik niet meer kan”. www.thisispolica.com

Gc Interview


Fotografie: Wyne Veen—House of Orange Postproductie: DOG

Converse X Wyne Veen “The Shoeplant”


Akata Dance Masquerade, 2004, Cross River, Nigeria, foto ter beschikking gesteld door Galerie Alex DaniÍls—Reflex Amsterdam

Door Katelijne Blom Fotografie: Phyllis Galembo

P

s i l l y h lembo a G

18


Ekong-Itaghafon, 2005, Calabar, Nigeria

Ekpe, 2005, Calabar South, Nigeria, foto ter beschikking gesteld door Galerie Alex Daniëls—Reflex Amsterdam

Phyllis Galembo “Meestal neem ik maar één camera mee op reis, that’s all”, aldus Phyllis Galembo. Met deze ene camera legt de Amerikaanse fotograaf traditio­ nele gebruiken en de bijbehorende kleurrijke kostuums vast, waaronder Haïtiaanse voodoorituelen. Glamcult sprak de free spirit over haar werk en inspiratie.

De in haar taalgebruik typisch Amerikaanse (“So, it’s like, you know…”) fotograaf Phyllis Galembo reist voor haar foto’s de hele wereld over. Kleurrijke, bijzondere en intri­ gerende foto’s zijn hiervan het resultaat. Phyllis legt met de enkele camera die ze meeneemt op reis, traditionele rituelen van verschillende volkeren en stammen vast, en is hierdoor getuige van gebruiken waar de gemiddelde mens niet eens van kan dromen. “Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik de kans krijg om dit allemaal mee te maken”, aldus de fotograaf. Phyllis Galembo groeide op net ­b uiten New York, en begon na haar ­m iddelbare schooltijd direct aan de ­o pleiding photography en printmaking aan de University of Wisconsin. “Eind jaren 70 begon fotografie zich te ontpoppen tot een steeds populairder medium en maakte een enorme ontwikkeling door. Het was hier­d oor voor mij een erg inte­­­res­ sante periode om te beginnen.” Niet alleen fotografie in het algemeen, maar ook haar eigen stijl veranderde in die tijd. “Toen ik begon, schoot ik vooral in zwartwit. Pas later werd mijn stijl funkier, en ­b egon ik steeds meer kleuren te gebruiken. Zo maakte ik in 1982 bijvoorbeeld mijn eerste fun little book, genaamd Pale Pink.” Na deze eerste uitgave volgden vele ­a ndere boeken, waar­o nder haar meest recente: Maske. In dit boek zijn de bijzondere maskers en outfits die verschillende ­i nheemse ­volkeren dragen tijdens tradi­ tionele rituelen vastgelegd.

Het idee om kostuums te fotograferen kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Als kind was Phyllis al door verkleedpartijen gefascineerd. Dit blijkt onder andere uit haar uit 500 stuks bestaande Halloweenkostuum-collectie. Hoe uitbundig sommige outfits in Maske zijn, zo simpel was haar eigen manier van verkleden. “Zelf ging ik met Halloween altijd langs de deuren als Beatnik. Dan was ik verkleed in een simpel, oversized en afgeragd T-shirt”, vertelt Phyllis. Haar liefde voor uitbundige Afrikaanse, Caribische en Zuid-Amerikaanse rituele kleding groeide geleidelijk aan. “Ik kwam voor het eerst in Afrika in 1985. Een vriend nodigde me uit om langs te ­komen in Nigeria om wat foto’s te maken. En sindsdien bleef ik teruggaan. Soms ­ even mensen mij suggesties, en dan komt g van het één het ander. Maar soms heb ik zelf een idee en probeer ik dat gewoon uit. Meestal werkt dat dan wel. Op deze manier ben ik gaandeweg in andere delen van Afrika beland, maar kwam ik ook in Haïti en Brazilië terecht. Ook daar was ik getuige van traditionele rituelen die ik mocht fotograferen, waardoor ik langzaam­ aan dit thema heb opgepikt. Zo heb ik in Haïti bijvoorbeeld verschillende voodoo­ rituelen mogen bijwonen. Inmiddels ben ik nu al zo lang op deze manier bezig. Ik ­verbaas me erover hoe het zo snel heeft kunnen gaan!” Meestal gaat Phyllis alleen op reis, want ze houdt er niet van om met anderen te reizen. “Iedereen wil met mij mee, maar

dat wil ik niet. I’m complicated. Ik wil me liever focussen op mijn werk, vooral als ik op een nieuwe plek terechtkom.” Toch is ze nooit helemaal alleen. “Op veel plekken heb ik inmiddels vrienden, want ik vraag altijd locals om mij te assisteren. Ik heb het idee dat ik altijd wel een assistent vind, als ik er eentje nodig heb.” Hoewel dit allemaal heel makkelijk klinkt, is het toch altijd de vraag of het weer zal lukken. Het komt weleens voor dat het toch allemaal wat anders loopt dan gepland. “Het is altijd lastig om mensen zover te krijgen om samen te werken. De rituelen zijn heilig, en ik heb wel mensen nodig die voor mij willen ­p oseren. Daarnaast moeten het licht en de setting perfect zijn. It’s never easy”, ­a ldus Phyllis. Ook de landen waarin ze foto­ grafeert, zijn niet altijd even veilig. “In sommige landen moet je wel oppassen, want Haïti is natuurlijk vaak onrustig. Maar ­a ndere landen zijn weer heel relaxed om in te werken, zoals Ghana. Het is grappig hoe je je meteen thuis kunt voelen op sommige plekken. Ik denk dat ik mijn foto’s niet had kunnen maken, als ik me niet op mijn gemak had gevoeld. Niet alleen de setting, maar ook de band die je opbouwt met de bevolking, zorgt ervoor dat je sommige plekken niet kunt vergeten.” Met haar foto’s wil Phyllis de crea­ tiviteit, de schoonheid en de culturen van deze landen en volkeren laten zien. En met succes. Het werk van de fotograaf is al vele malen tentoongesteld, waaronder

19

t­ ij­d ens een solotentoonstelling in de Reflex Gallery in Amsterdam. “Amsterdam is leuk. De fietsen, de grachten; it’s a mellow place.” Naast tentoonstellingen en reizen (heel veel reizen), geeft Phyllis sinds haar afstuderen les in fotografie. “Wat ik mijn studenten vooral mee wil geven, is dat ze hard moeten werken, ervoor moeten gaan, en dat ze oprechte interesse in hun onderwerp moeten hebben. Als ze aan die eisen voldoen, is hun werk meestal het best. Het leuke aan lesgeven, is het omgaan met jongere mensen. Die zitten vol energie, en dat is erg inspirerend. Toch vind ik het het leukst om zelf te fotograferen. Daarom zorg ik er altijd voor dat mijn lesschema niet in de weg zit van mijn eigen werk.” De toekomstplannen van Phyllis zijn —evenals haar leeftijd—nog onbekend. En dat is gezien haar impulsieve (maar effec­ tieve) werkwijze, niet verbazingwekkend. De nuchtere fotograaf zegt hierover: “Just keep on having fun, just keep working and keep finding wonderful things in this world.” www.galembo.com

Gc Interview


Door Hanka van der Voet Fotografie: Meinke Klein—Unit C.M.A.

Styling: Maarten van der Horst Haar en make-up: Gemma Tyler voor Bumble and bumble Modellen: Manuela en Ana—Models1 Alle kleding Maarten van der Horst spring/summer 2012

Maarten van der Horst

20


r a t e a n M de r n a v Hors t Wie modeontwerper Maarten van der Horst beticht van slechte smaak gaat te kort door de bocht. Met zijn uitbundige, kleurrijke ontwerpen vol Hawaïprints en tule ageert van der Horst tegen het elitisme in de mode. “Dát is pas slechte smaak.” Met Glamcult sprak de jonge Hollandse ontwerper over zijn grote inspirator (filmmaker John Waters), zijn keuze om naar Londen te vertrekken, en zijn plannen voor de toekomst. 21

Gc Interview


Maarten van der Horst

Het had weinig gescheeld of de Hawaïprints waren er niet eens gekomen. Toen Maarten van der Horst bezig was met het ontwerpen van zijn afstudeercollectie voor de master die hij volgde aan het Londense Central Saint Martins, kwam Prada net met haar beroemde Chiquita Banana-collectie (spring/summer 2011). Van der Horst was een inzinking nabij, maar Central Saint Martins hoofddocent Louise Wilson haalde hem over om door te ­zetten. Geluk­k ig maar, want zijn afstudeercollectie werd een groot succes. Van der Horst presenteerde zijn werk in februari 2011 als onderdeel van Fashion East, een programmaonderdeel van London Fashion Week dat bedoeld is om jonge ontwerpers te ondersteunen. De Hawaïbloezen combineerde hij met bermudashorts en capribroeken. Ter compensatie voor de drukte van de Hawaïprints bevatte de collectie ook nog enkele smokings—ook met capribroeken—in bijna kitscherige pastelkleuren als zalm en pistache. De collectie viel bij de internationale modepers in de smaak. Iedereen schreef lovende recensies en Maarten van der Horst werd door Topshop uitgenodigd om dit voorjaar een capsulecollectie voor de

keten te ontwerpen. Ook vroeg het Zweedse modelabel Acne hem om als ­researcher voor hen te komen werken. Dat modeontwerper een bestaand beroep was, wist Van der Horst lange tijd niet. Tijdens zijn puberteit ontdekte hij Jean-Paul Gaultier, maar pas later ontdekte Van der Horst dat er daadwerkelijk op­ leidingen tot modeontwerper bestonden. Dit leidde hem naar de modeopleiding van de ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem. Na het behalen van zijn bachelor­ diploma besloot Van der Horst naar ­Londen te vertrekken om verder te studeren aan Central Saint Martins. Maarten van der Horst: “Ik voelde me niet thuis in de Nederlandse modescene. Central Saint Martins paste veel beter bij mij, omdat de mensen die daar afstudeerden me brutaler leken. Daarbij leek het leven in Londen mij ook veel opwindender dan in Arnhem.” Het was vooral de desinteresse van de Neder­ landse modestudenten die Van der Horst naar het competitieve Londen deden ­u itwijken. “In Londen wordt het als normaal gezien dat ik al vanaf mijn achttiende naar shows ga, omdat ik gewoon veel van mode houd. Elk seizoen ging ik in mijn eentje naar Parijs om de shows te zien en om de

stukken van Suzy Menkes in de International Herald Tribune te lezen. Maar in Nederland kwam ik bijna alleen maar modestudenten tegen die het allemaal niks kon schelen, die totaal niet geïnteresseerd of enthousiast waren. In Londen zijn de studenten zo anders met hun opleiding bezig. Het is hun leven.” Maar het leven in Londen was, en is nog steeds, niet altijd even gemakkelijk. Op dit moment slaapt Van der Horst in zijn atelier, bij gebrek aan woonruimte. Het kan hem echter niet zo veel schelen, want het gaat verder uitstekend met hem. Naast zijn capsulecollectie voor Topshop komt er dit jaar ook een G-shock horloge naar zijn ontwerp uit. Ook maakt Van der Horst samen met modeblogger Susie Bubble een outfit voor een Brits biermerk. En zijn spring/summer 2012 collectie is ingekocht door grote modewarenhuizen als het Amerikaanse Opening Ceremony, het ­Londense Selfridges en Edition in Tokio. Daarnaast wordt er op dit moment gewerkt aan een tweede, goedkopere lijn. Geldgebrek dwong Van der Horst inventief te zijn met het ontwerpen van zijn afstudeercollectie. De Hawaïbloezen kocht hij via eBay in bulk op bij een souvenir­ winkel op Hawaï. De petticoats kocht Van

22

der Horst in tweedehandswinkels. En vervolgens ging hij met een schaar aan de slag om alles te vermaken. Deze DIY-aanpak deelt Van der Horst met zijn grote held en inspirator, de filmregisseur John Waters, bekend van cultfilms als Polyester, Hairspray en Cry-Baby. Van der Horst: “Ik ben een erg groot John Waters-fan, zeg maar gerust geobsedeerd. Ik heb al zijn films en boeken gesigneerd thuis. Hij is een voorbeeld voor mij, omdat hij vooral in het begin van zijn carrière met een erg laag budget, heel sterk werk heeft gemaakt.” In dit perspectief moet ook Van der Horsts keuze voor de Hawaïbloes als ­centraal kledingstuk in zijn afstudeer­ collectie en zijn S/S 12 collectie gezien worden. Voor Waters ­b etekent dit dat hij zijn filmpersonages poep laat eten, ze een trio laat hebben met een kip en ze eindeloos laat kotsen. Van der Horst doet dit door de betekenis van de Hawaïbloes te deconstrueren, en deze naar een nieuwe context te vertalen. “Het zijn de vette ­E uropese sekstoeristen in Thailand die het shirt interessant maken voor mij. Mijn doel is om iets wat bekend staat als eng en goor, om te zetten naar iets dat meisjes en vrouwen daadwerkelijk willen dragen.” Maar


Maarten van der Horst wie zijn ontwerpen als ‘slechte smaak’ ­b etitelt, gaat te kort door de bocht. “Om eerlijk te zijn refereren meestal journalisten aan slechte smaak. Ikzelf vind slechte smaak niet interessant. In mijn ogen bestaat het niet eens. Misschien een wat minder ontwikkelde smaak. Of kitsch. Waar ik wel in ­g eïnteresseerd ben, zijn de associaties die mensen hebben met bepaalde kledingstukken. Een kledingstuk als de Hawaïbloes heeft veel rare associaties, waardoor het voor mij extra interessant wordt om ermee te werken.” Maarten van der Horst is niet de eerste ontwerper die de grenzen van goede smaak opzoekt, en daarbij onderzoekt wat de maatschappij als mooi en ­l elijk beschouwt. Een van Van der Horsts helden is de Japanse modeontwerper Rei ­Kawakubo en haar label Comme des

Garçons. Met haar deconstructivistische ontwerpen ondermijnt Kawakubo de ­w esterse idealen op het gebied van schoonheid en vrouw­e lijkheid—een thema dat Van der Horst op kleinere schaal aanpakt door de antimodieuze Hawaïbloes te herdefiniëren. Een fascinatie voor het onelegante zagen we eerder al bij Miuccia ­P rada, die in 1989 debuteerde met haar ready-to-wear collectie vol muffige in­d us­ triële prints, ‘vieze’ kleuren als mosgroen, oranje en bruin, en impopulaire stoffen. Het is inmiddels haar signatuur geworden. Net als Kawakubo en Prada is Van der Horst dus geïnteresseerd in het zijn van het anti-establishment. Aan het tijdschrift i-D verklaarde hij het zelfs een taak te vinden van jonge ontwerpers om in ieder geval te proberen wat subversiviteit in hun ontwerpen te stoppen.

Voor zijn S/S 12 collectie, die hij zelf omschrijft als “lofi, blissed out, DIY glamour”, borduurde Van der Horst voort op het ­t hema van de Hawaïbloes. Het streven was om zijn afstudeercollectie draagbaarder te maken. De rechthoekige, jongensachtige vormen zijn gebleven, maar het silhouet is meer gestroomlijnd. “Mensen zagen mijn afstudeercollectie als ironie. Met mijn S/S 12 collectie wilde ik graag laten zien dat het mij daar niet om gaat. Ik wilde kleding­ stukken laten zien die typisch zijn voor mij; sexy en vrouwelijk, maar ook direct en rauw.” Deze lijn trok Van der Horst verder door naar zijn autumn/winter 2012 collectie, die hij zelf “agressief lief” noemt, en waarin wederom een bloemenprint de hoofdrol speelt. Dit keer zijn het felroze rozen, die hij combineert met zachte tinten als babyblauw en wit. Het jongens­a chtige element

23

komt terug in het smoking­j asje, die een prominente plek inneemt in de collectie. Hoewel Van der Horst op dit moment nog de eindjes aan elkaar moet knopen, wijst alles erop dat zijn ster snel zal rijzen. Met zijn unieke handschrift, zijn jeugdige enthousiasme en zijn bereidheid alles voor de mode te geven, kan hij weleens een hele grote gaan worden. Aan hemzelf zal het in ieder geval niet liggen, want Van der Horsts grootste ambitie blijkt “zoveel mogelijk werk produceren”. www.maartenvanderhorst.com

Gc Interview


Door Natasja Admiraal Fotografie: Pelle Crepin

Styling: Matthew Josephs Art direction: Rob Meyers—RBPM Studio Alle kleding Shaun Samson spring/summer 2012

Shaun Samson

24


S S

n u a h son m a

Pas drie collecties heeft Shaun Samson op zijn naam staan, maar wel met een duidelijke samen­hang. Zijn mannenmode kenmerkt zich door oversized silhouetten, die een persoon­ lijke mix vormen van sportswear, streetwear en Amerikaanse stereotypes. Samson zelf draagt uitsluitend jeans en T-shirts. “Ik ben niet cool genoeg om mijn eigen ontwerpen te dragen. Soms vraag ik me af of het type man voor wie ik ontwerp überhaupt wel bestaat!” 25

Gc Interview


Shaun Samson

Het is misschien wel het belangrijkste dat er is voor een jonge ontwerper: een eigen handschrift ontwikkelen. Shaun Samson slaagde erin om drie verrassende collecties te presenteren die tegelijkertijd een verlengstuk van elkaar vormen. “Relaxed, comfortabel en met een zekere attitude”, zo omschrijft hij zijn stijl. Over attitude ge­ sproken, daar heeft de in Zuid-Californië opgegroeide ontwerper zelf weinig last van. Tijdens dit interview komt hij eerder als een softie over. Een zeer getalenteerd doetje, dat dan weer wel. Hij laat zich graag inspireren door de sportswear die surfers en skaters (waar hij vroeger veel mee omging) dragen. Zelf heeft hij daar weinig mee. “Sport? Oh nee, niks voor mij. In ­C alifornië heb ik vroeger wel een poging tot kitesurfen gedaan, maar weet je, de zee is daar nogal koud. Ik ben een gevoelig ­t ype. Als kind kreeg ik ooit een skateboard, maar nadat ik hard op het asfalt was ­g evallen, was ook dat avontuur voorbij.” Liever verwerkt Samson sportin­ vloeden in mode. Zijn spring/summer 2012 ­collectie lijkt het verhaal te vertellen van een surfer die op reis gaat naar Mexico. Mexicaanse dekens waren voor deze lijn het vertrekpunt. “Ik heb zelf nooit door het land gereisd. Ik ben enkel net over de

grens geweest bij San Diego, de laatste Amerikaanse stad voor je in Mexico bent. Ik ging erheen om te clubben, dus eigenlijk telt dat niet. In San Diego worden deze authentieke dekens echter op veel plaatsen verkocht, dus zo ben ik eraan gekomen. Ze hebben strepen in de meest wilde kleurcombinaties, en ieder exemplaar is uniek”, vertelt Samson enthousiast. “De meeste zijn gemaakt van wol en sommige van acryl of katoen, waardoor ze soepeler vallen en geschikt zijn voor bijvoorbeeld overhemden.” Samsons show begon met westerse kledingstukken. Gaandeweg werd dat beeld steeds etnischer, en met een grungy randje. De dekens kwamen in sommige looks terug als asymmetrisch over de schouder gedragen lappen. Samson: “Ik heb ­voor deze opbouw gekozen puur om structuur aan te brengen in de show. Zo werkt het ook in mijn hoofd. Het begint met persoonlijke ervaringen. Daarvoor neem ik Amerikaanse stereotypen of jeugd­ culturen onder de loep, en zet ik hun uiterlijke kenmerken vanuit een frisse invalshoek om in een nieuw beeld. In mijn afstudeer­ collectie liet ik de ruiten van verschillende Schotse tartans in elkaar overlopen door ze aan elkaar te punchen of ze te laten

vervilten. Voor mijn S/S 12 collectie wilde ik deze technieken verder onderzoeken, maar dan met andere materialen.” Het winnen van de prestigieuze wedstrijd ITS (afkorting voor International Talent Support) vorig jaar, kwam voor Samson als een complete verrassing. “Mijn afstudeercollectie is minimalistisch met weinig accessoires, ik had niet verwacht dat ik daarmee zou winnen. Zelfs niet toen ik naar Italië ging voor de finale. Dat de jury mij als winnaar heeft aangewezen, is natuurlijk geweldig. Dit voorjaar reis ik opnieuw af naar Italië om te jureren tijdens de editie van dit jaar.” Inmiddels woont en werkt Samson in Londen. Zijn keuze om naar de Britse hoofdstad te verhuizen omschrijft hij als volgt: “Parijs is de plek voor high fashion, New York voor retail, en Londen is the ­p lace to be voor jonge ontwerpers met gekke ideeën! Je vindt er tal van initiatieven om jong talent te stimuleren, zoals Fashion East en het masterprogramma aan Central Saint Martins.” Ondanks dat het in Londen stikt van de jonge ontwerpers, was er v­ olgens Samson tijdens het volgen van zijn master geen sprake van een felle con­ currentiestrijd. “We waren met name heel kritisch over onze eigen prestaties in

26

plaats van naar elkaar toe. Eigenlijk heb je in dat jaar helemaal geen tijd om je met anderen te bemoeien. Er is hooguit steun van klasgenoten in de vorm van een schouder om op uit te huilen. Louise Wilson, hoofd van de opleiding, spoorde ons aan om discreet om te gaan met onze ideeën. Ze wilde niet dat we ­b eïnvloed zouden worden door ­k lasgenoten, wat je toch vaak ziet op veel academies. Niet dat we zomaar van anderen zouden kopiëren, maar ongemerkt word je door alles wat je om je heen ziet beïnvloed. Die individualistische benadering was bedoeld om de authen­ ticiteit van de studenten te beschermen. Een groot verschil met de bacheloropleiding waarbij je juist veel in groepsverband bespreekt. Persoonlijk vond ik het wel fijn om me te focussen op mijn eigen project. Toch was het behalen van mijn masterdiploma vooral een stressvolle ervaring, waarin ik heb ­g eleerd hoe hard je moet werken in de modewereld.” Vergeleken met zijn S/S 12 collectie is die voor autumn/winter 2012 beduidend donkerder. Opnieuw overheerst het oversized T-shirt, maar in plaats van surfers wordt hier eerder het beeld van street gangs opgeroepen. Indrukwekkend zijn de harige structuren op de kledingstukken


Shaun Samson waarvoor hij geitenhaar en fake fur gebruikte. Dit appliqueerde hij op sweaters, of hij knipte een gezicht uit een fluffy stof waardoor er een creepy figuur ontstond. “Dat monster is getekend door een illustrator die voor me werkt. We hebben samen geëxperimenteerd met verschillende f­ ormaten, en ervoor gekozen deze tekening heel groot op te blazen. Het was de eerste keer dat ik met harige stoffen werkte, en dat is me goed bevallen. Bontachtige ­texturen zijn niet zo gangbaar voor mannenmode, maar bij gedoseerd gebruik kan het goed werken.” De schoenen ontwierp hij samen met schoenenmerk Timberland. “Dat was een idee van mij en mijn stylist. Ik heb zelf vele paren Timberlands gedragen toen ik wat jonger was.” Lachend vervolgt hij: “Eigenlijk zoals alle coole kids op straat. Het leek ons de perfecte schoen voor deze collectie. Doordat we al vrij laat in het seizoen zaten, was er geen tijd om een complete schoen te ontwikkelen. Gelukkig heeft Timberland een waanzinnige tool op hun website waarmee iedereen—dus ook de consument —zelf een perfecte schoen kan samenstellen. We zijn helemaal losgegaan; in één nacht hebben we alle exemplaren voor de show ontworpen!”

Toen Samson Timberland benaderde met het voorstel voor een samenwerking, bleek het team al bekend te zijn met zijn werk. Timberland was aangenaam verrast dat hij het bedrijf eerder benaderde dan ander­s om, en wilde zijn show uiteraard graag sponsoren. Het is niet de eerste keer dat Samson samenwerkt met een groot bedrijf; zijn afstudeercollectie werd gesponsord door de Amerikaanse firma Woolrich. Is ­S amson dan een geboren netwerker? “Ik ben nu eenmaal geen textielof schoenenontwerper”, legt Samson uit. “Daar heb ik niet voor gestudeerd. Mijn expertise ligt bij het maken van kleding, en daar wil ik al mijn energie insteken. Om mijn collecties te completeren, schroom ik er niet voor om samen te werken met partijen die daarin gespecialiseerd zijn.” Het type man voor wie Samson ­o ntwerpt, wisselt elk seizoen. Maar hij heeft wel altijd een ideaalbeeld voor ogen, een ‘modelman’. “Ik sluit niet uit dat de muze voor wie ik ontwerp misschien wel hele­ maal niet bestaat! Voor mijn shows zet ik dan ook geen high fashion modellen in, maar cast ik juist meer uitgesproken types die je ook op straat tegen zou kunnen komen, om het wat toegankelijker te maken.” Zelf draagt Samson uitsluitend jeans en

T-shirts. “Ik werk hard, dus mijn kleding moet comfor­tabel zijn. Ik heb ook niet het gevoel dat ik er nu zo nodig een statement mee moet maken.” Zal hij zijn signature oversized ­s ilhouet—waar hij zo goed in is —verder onderzoeken in een volgende ­collectie? Of is hij juist in voor iets nieuws? Samson: “Op dit moment gaan die grootse vormen gewoon heel goed samen met mijn ideeën. Doordat ik me bezighoud met texturen zou het hoogstwaarschijnlijk too much worden als ik ook nog eens heel ­p atroonmatig te werk zou gaan. Daarom houd ik de vormen zo minimaal mogelijk. Misschien dat ik me in de toekomst wel meer op patronen zal focussen, wie weet.” Stoffen vormen doorgaans het uitgangspunt voor zijn collecties, die altijd met een specifiek materiaal (zoals Mexicaanse dekens of harige stoffen) beginnen. Daaruit volgen de technieken en vormen. “Het moeilijkste aan het ontwerpproces vind ik het vervaardigen van de kledingstukken”, verzucht Samson. “Ik kom soms echt een paar handen te kort! De uitvoering van mijn eerste drie collecties heb ik volledig zelf gedaan. De technieken die ik gebruik, zijn dan ook moeilijk uit te be­s teden. Gelukkig heb ik nu wat hulp van stagiairs en

27

assistenten, maar een coupeur zou in de toekomst geen overbodige luxe zijn.” Samsons werk is momenteel te koop bij een aantal exclusieve verkooppunten, waaronder Opening Ceremony in New York, het Trading Museum van Comme des Garçons in Tokio en Selfridges in Londen. “Precies de winkels waarvan ik hoopte dat het zou lukken. Voor nu is dit meer dan genoeg; extra verkoop zou ik niet aankunnen. Dat geeft niet, want ik wil niet te snel groeien. Wanneer ik aan de toekomst van het ‘Samson-label’ denk, dan zie ik geen groot merk voor me dat op veel plekken verkrijgbaar is. Het is wel een wens om de productie te perfectioneren, zolang ik maar met dezelfde aandacht kan blijven werken. Klein en niche, zo wil ik het hebben.” www.shaunsamson.co.uk

Gc Interview


Ruined Ideals, Mixed Emotions, 2009, afmeting variabel, gemengde media

Desperate Ambition, 2009, 200 x 300 cm, gemengde verf op doek

Door Sophie Bargmann

V&B

28


V&

B Zelfspot, bontheid en een grote passie voor kunst en voor elkaar bindt het kunstenaarsduo V&B. Alex Jacobs en Ellemieke Schoenmaker vertrokken in 2007 naar Los Angeles voor een zoektocht naar de juiste manier van schilderen. Al snel kwamen ze erachter dat hun beider 足gemis in het individuele kunstenaarschap zat. Ze besloten in partnerschap verder te werken en al snel werd duidelijk dat dit de juiste keuze was; het schildersduo haalt het beste in elkaar naar boven. 29

Gc Interview


Programmed to Paradise, 2011, 122 x 150 cm, gemengde techniek op hout

V&B

V&B, voorheen Villeroy en Boch, ontmoetten elkaar in 2003. Ellemieke: “Ik was ­m eteen verliefd op Alex. Zijn persoonlijkheid en zijn wezen als kunstenaar trokken mij enorm aan. Toen ik zijn werk leerde kennen, werd ik daar ook echt verliefd op.” Uit de vele gesprekken die voortvloeiden uit hun gezamenlijke passie voor kunst bleek dat ze beiden een voorliefde voor opper­v lakte en structuur hadden. Ellemieke is oorspronkelijk schilder van mystieke land­s chappen. “Ik maak vlekken op doek die per toeval in elkaar vloeien”, vertelt ze. Alex maakte installaties, sculpturen en schilderijen waarmee hij in 2008 de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst ontving. “De oppervlakte van ons werk had veel overeenkomst met elkaar”, stelt Ellemieke. “Het interessante is dat we echter beiden wat misten in ons werk door ons vooral te focussen op esthetiek, ­d etail en techniek”, voegt Alex toe. Al snel ­kwamen ze tot de conclusie dat dit gemis in het contact met de kijker bleek te zitten. Het stel vertrok voor drie maanden naar Los Angeles om een nieuwe manier van werken uit te proberen en ontdekte dat dit het beste tot uiting kwam door gezamenlijk te werken.

Alex: “Als individueel kunstenaar raak je heel snel op een vast pad zonder zijwegen. Je kent alleen je eigen, veilige manier van werken, en blijft dit ook doen. Door samen te werken trek je elkaar constant van deze weg af, en probeer je dingen uit die je anders nooit had durven doen.” Maar het kan ook erg moeilijk zijn om samen tot een eindresultaat te komen. “We zijn constant in gesprek en wisselen ideeën en gedachten uit. Dit resulteert vaak in een discussie, een soort strijd tussen mijn ideeën en wat Alex in zijn hoofd heeft”, vertelt ­E llemieke. Om onenigheid over een bepaald concept op te lossen moet het stel zich aanpassen aan elkaar. Ellemieke: “Dit kan soms heel moeizaam verlopen omdat je ego altijd in de weg staat. Maar het is ontzettend leerzaam om dingen te maken die je zelf nooit zou bedenken. Vooral als het eindresultaat geweldig is.” Het monumentale werk van V&B ken­m erkt zich door bontgekleurde schilde­r ijen waarin ze regelmatig zelf ­f igureren als (anti)helden die zich staande moeten houden in een semiotische maatschappij. ­E llemieke: “In ons werk geven we een kritische blik op de kunstwereld, op het kunstenaarschap en op de markt en

toeschouwers. We beelden de kunstenaar op een spottende manier uit. Omdat zelfspot een groot thema is in ons werk, hebben we ervoor gekozen om onszelf te gebruiken als metafoor voor alle kunstenaars. Als we een model zouden gebruiken zou dit namelijk betekenen dat we hém uitlachen in plaats van onszelf.” De centrale vraag die in het werk verscholen ligt, is hoe je als kunstenaar de top kan bereiken. En vooral ook wat deze top nou eigenlijk is. Het schilderij Desperate Ambition (2009) is hier een goed voorbeeld van. Op het schilderij zien we een liftende vrouw staan op een oneindige weg. In haar hand houdt ze een liftbordje omhoog waar ‘Basel’ op staat—de stad waar de grootste en belangrijkste internationale kunstbeurs wordt gehouden, en waar de carrières van ­kunstenaars gemaakt en gebroken worden. Alex: “In de jaren 90, toen wij op de kunstacademie zaten, was een solo­ tentoon­s telling in het Stedelijk Museum in Amsterdam het mooiste wat je als ­kunstenaar kon bereiken. Maar in diezelfde jaren werd ­D amien Hirst bekend, en sindsdien is de tendens dat je als kunstenaar pas geslaagd bent als je financieel succes hebt.” Desperate Ambition stelt de vraag

30

of een kunstenaar vandaag de dag pas de top heeft bereikt als zijn werk in Basel tentoongesteld wordt (en voor grote ­b edragen verkocht wordt). “Het is heel jammer dat de waarde van kunst nu wordt afgemeten aan geld en niet meer zozeer aan kwaliteit”, voegt Ellemieke toe. V&B vertegenwoordigt een zelfkri­ tische generatie kunstenaars met maatschappelijk engagement. In contrast met deze notie en serieuze kijk op de huidige samenleving, kenmerkt het werk van V&B zich door een enorme vrijheid, bontheid en frivoolheid. “Dit zijn persoonlijke karak­ ter­i stieken die sterk terugkomen in onze schilderijen”, vertelt Ellemieke. Het kleurgebruik van de kunstenaars is dan ook ontstaan vanuit hun persoonlijke voorkeur voor krachtige kleuren. “Dit is ook terug te zien in onze kledingkeuze”, stelt Alex, wijzend naar zijn lichtblauwe ’80s trui met groene palmbomen en oranje letters. ­ Mode blijkt sowieso een grote ­i nspiratiebron voor het duo te zijn. “We struinen markten, kerken en kringloop­ winkels af, op zoek naar unieke vintagestukken. Hierbij letten we op prints, grafische vorm en (natuurlijk) kleur. Ik combineer kleuren die met elkaar vloeken, maar toch


The Rediscovery of Monopolychrome, 2010, 300 x 200 cm, gemengde verf op doek

The Allegory of the Cave, 2011, 93 x 122 cm, gemengde verf op hout

V&B

goed samen gaan”, legt Ellemieke uit. Alex bewondert modeontwerpers Henrik ­V ibskov en Bernhard Willhelm. “Dit zijn mode­vormgevers die heel extreem zijn in hun ontwerpen. Vibskov werkt met theatrale settings, zijn modeshows zijn performances. Dat vind ik heel interessant!” Alex verduidelijkt dat hij mode niet ziet als beginpunt van zijn werk, maar dat hij mode gebruikt om een bepaalde sfeer beter tot uiting te laten komen. Het duo gebruikt voornamelijk vintagestukken, maar ook carnavalskleding komt tot zijn recht op het doek. “Deze outfits hebben vaak gekke grafische patronen en felle kleuren die erg inspirerend zijn”, vindt ­E llemieke. Het kunstenaarsduo bezigt een uitzonderlijk werkproces. Het eindresultaat van een schilderij staat al ver van tevoren vast. “We werken heel technisch met verschillende soorten media. Wat uiteindelijk op het doek komt te staan, gebeurt niet expressionistisch”, stelt Alex. “We krijgen vaak de vraag wie wát schildert op het doek, maar dat maakt voor ons niet uit, om­ dat wat er geschilderd gaat worden al vastligt. Je kan als toeschouwer ook geen onderscheid maken tussen mijn handschrift en dat van Alex”, voegt Ellemieke toe. Een concept voor een schilderij komt tot stand door veel te praten over kunst en inspiraties uit het leven. Met de losse ideeën die ontstaan, gaan de twee op zoek naar beelden uit de geschreven en online media. Vervolgens gaat het gesprek ­verder over hoe ze iets kunnen creëren met de gevonden plaatjes en ideeën. “De ­volgende stap is dat we een situatie ensceneren, en deze fotograferen. We creëren een soort theatersetting door foto’s van elkaar te maken in poses die we willen afbeelden met specifieke kleding, make-up en licht”, legt Ellemieke uit. Aan het ontstane beeld voegen ze later extra licht en contrast toe in Photoshop. Het schilderij is geen weer­s lag van het ontstane beeld, maar is er eerder een heroverweging of toeeigening van. En daarin figureren de twee dus vaak zelf. “Naast het feit dat we niet direct andere mensen belachelijk wilden maken, bleek elkaar fotograferen de makkelijkste oplossing om de bedachte houdingen in de specifieke theatrale settings uit te voeren”, stelt Alex. “Niet met het idee om modellen van onszelf te maken, maar vanwege het praktische feit dat je de bedachte houdingen zelf het beste kunt uitbeelden”, voegt Ellemieke toe.

31

Het kunstenaarsduo is gevestigd in Rotterdam waar ze geen onbekenden zijn. Ellemieke maakte jaren deel uit van het kunstenaarsplatform Het Wilde Weten. Inmiddels werken ze sinds vier jaar samen met Galerie10, waarmee Alex in 2011 de kunstbeurs RE:Rotterdam heeft opgezet. Alex: “Rotterdam heeft een interessante kunstscene. Er worden lokaal veel tentoon­ stellingen georganiseerd door kunstenaars onderling. Het voordeel van de Rotterdamse kunstwereld is dat kunst niet wordt ­ epaald door de galeries, zoals in Amsterb dam. Er is een enorm sociaal netwerk van kunstenaars onderling die elkaar heel erg steunen.” Het voornaamste wat de twee op de AKI (nu ArtEZ) hebben geleerd is dat je alles zelf moet doen. Ellemieke: “Je moet hard werken en zakelijk zijn om het te kunnen maken in deze wereld. Maar niks doen kan ook heel productief zijn. Ik zit vaak uren na te denken in ons atelier over wat ik wil maken. Deze vrijheid moet je jezelf echt gunnen. Als ik in een andere tijd had mogen studeren, dan zou dat tijdens de hippieperiode in de jaren 60 en 70 zijn. Het idee van ultieme vrijheid, saamhorigheid en de psychedelische sfeer uit die tijd trekt me enorm aan.” Het valt even stil. Dan grapt Alex: “Dat kan nog steeds hoor!” In Los ­A ngeles voel je de psychedelische achter­ grond van die tijd nog steeds, volgens de kunstenaars. Een plan voor de toekomst is een collaboratie met performance­ kunstenaar Brian Getnick uit L.A. Het idee om ooit terug te keren naar The City of ­ ngels is een droom voor Alex en Ellemieke. A Maar voorlopig heeft de Nederlandse kunstwereld te veel te bieden om weg te gaan. www.vandb.info

Gc Interview


Door Dorothy Vrielink Fotografie: Liz Flyntz

Ho B

h c a e se u

32


Beach House Het Beach House duo Alex Scally en Victoria Legrand wordt een dag­ je ouder. Nou ja, niet écht oud (beiden immers zijn rond de 30), maar wijs. Ze zijn zich meer dan ooit bewust van zichzelf en van de wereld om hen heen. Hun nieuwe album Bloom gaat over de vergankelijkheid van die wereld, over de pracht ervan en de angst ervoor. Ja, deze plaat gaat diep. Victoria vertelt er dan ook bijna emotioneel over, hoewel niet zonder een dosis nuchterheid. Glamcult was het over één ding eens: meer gevoel had er niet in gekund. Het verhaal achter Beach House’ vierde album Bloom vormde zich tijdens de ­m egatour (ruim 180 shows!) die volgde op het vorige (succes)album Teen Dream (2010). Onderweg schreven de twee hun hersenspinsels op en werkten deze thuis in Baltimore uit. De van oorsprong Franse zangeres en toetsenist Victoria vertelt: “Alex en ik vormen nu acht jaar een band. We zijn als broer en zus; altijd samen. En met de juiste energie. Vanaf de eerste keer dat we samen speelden, zat het goed. Sommige mensen kennen liefde op het eerste gezicht. Bij ons is samen muziek maken onze match. Het gaat zo gemakkelijk en natuurlijk.” Bloom werd in een kleine zeven weken tijd opgenomen in de Sonic Ranch Studios in Texas. Daarbij werkte het duo samen met producer Chris Coady, die hen ook hielp bij het vorige album. Om zich thuis te voelen, verhuisden ze hun complete oefenruimte mee. “We hebben zo’n veertien verschillende crappy keyboards gebruikt op het ­a lbum. Zeven weken opnemen was de langste periode ooit voor ons. En langer dan dat zal het nooit worden! Nu was het goed, maar zoveel tijd kan ook vernietigend zijn. We zijn erg hyper, we zitten vol ideeën, en we zijn perfectionisten. Daarom moest het album op een gegeven ­m oment gewoon af zijn.” Na hun titelloze debuut en tweede album Devotion uit 2008, veran­d erden ze van platenmaatschappij. Ze ontwikkelden een meer specifieke Beach House-sound en kregen met hun derde ­a lbum wereldwijde bekendheid. Maar Victoria benadrukt: “We zijn nog steeds een liedjesband. We proberen geen hits te scoren, maar een gevoel over te brengen en mensen daarin mee te voeren. Het feit dat we ons genoodzaakt voelden een nieuw album te maken, kwam vanuit onszelf. Niemand heeft ons daartoe gedwongen. Al onze albums zijn vertalingen van onze visie op de wereld, en de muziek spreekt daardoor voor zichzelf. Bij Bloom hebben we alleen wel zorgvuldiger ­d ieptes en lagen aangebracht. We worden ouder en perfectionistischer op een bepaalde manier. Ik ben hartstikke trots op het album. Het is nu klaar om gedeeld te worden, en het zal een nieuwe dimensie aan onze liveshows geven. Natuurlijk zijn we heel gelukkig dat mensen het leuk ­v inden wat we doen, maar tegelijkertijd proberen we niet teveel te denken aan wat er om ons heen gebeurt, of kan gebeuren.” Het duo weet de kwetsbaarheid, die vergankelijkheid veroorzaakt, prachtig te vangen op Bloom. Ze bedoelen niet per se de vergankelijkheid van roem en succes, maar van het grotere geheel; de tijdelijkheid

van het leven. “Het album laat zien hoe ­b eangstigend, maar mooi, ons bestaan is. Het creëert een afspiegeling van de dood, in verhouding tot het leven. Bloom is als een reis. We hebben er ons hele ­l even ingestopt. Voor mij gaat het om de intense ervaring van het leven, en de onvervangbare kracht van de verbeelding. Het is een abstract, groots ding, en het gaat niet letterlijk om bloeien en bloemen. Het woord bloom verwezenlijkt voor ons echter wel dat gevoel, het hele proces. Een bloei is slechts tijdelijk, een vluchtige kijk op het leven in al zijn intensiteit en kleur. Een bloei is mooi, ook al is het maar voor een moment.” Van tevoren hadden Victoria en Alex niet zo’n specifiek beeld van hoe het album zou moeten worden. “Dat is het gekke; je kan geen album maken als je geen ideeën hebt. Maar uiteindelijk wordt een album pas compleet als je ook geleden hebt. Als alle ideeën telkens ­veranderen, als je het af en toe even helemaal gehad hebt, depressief bent of juist een ongelooflijk euforisch gevoel hebt. Een album maken, vergt veel van je, en het gaat gepaard met een hoop opofferingen. Je stopt er echt veel tijd in. Denk niet aan zomaar een paar uurtjes, nee, het neemt je leven over. Maar je weet dat niet als je begint. Dan zit je nog vol verlangens en verwachtingen. Bij het maken, beland je in een roller coaster, waar je totaal geen controle over hebt. Een album ga je gaandeweg voelen. Bij ons begint dat met een instrument. Daarnaast is ritme heel belangrijk, en daarom voegen we drummachines ook altijd in een vroeg stadium toe aan de liedjes. Elk album kent zijn ups en downs. Soms worden er nummers geschrapt, maar er staan ook liedjes op die vanzelf zijn gegaan. Bij dat soort nummers voelen we dat ze precies datgene opvullen wat het album nog nodig heeft. Wishes is zo’n nummer. Een gedeelte daarvan had ik al eerder geschreven en tijdens het produceren ging de rest vanzelf. Alles kwam moeiteloos samen in dat ­n ummer. Dat is pure gelukzaligheid, en voelt als een overwinning. Zonder die liedjes zou het album niet kunnen bestaan.” Dat de twee veel van zichzelf in het album stoppen blijkt; Bloom komt voort uit hun diepste gevoelens en emoties. “Daarom vind ik het moeilijk om over het ­a lbum te praten. Het gaat het over mij. Beach House is zo belangrijk voor ons. Sommige mensen hebben fotoalbums of dagboeken. Schilders hebben hun schilderijen. En wij hebben albums, en die bieden een kijkje in ons leven. Maar het gaat niet alleen over ons, er zit veel in van de

wereld om ons heen. Er zit veel variëteit in de muziek, je kunt het op vele manieren ­i nterpreteren. Het album is als een ­u itbundig gevoel, of een droomstaat. ­Vandaar misschien dat het getypeerd wordt als dreampop. Ik houd van dit ­a lbum omdat het gaat over het paradijs, over kansen. In elk nummer zit veel verbeelding.” Het klinkt bijna spiritueel, zoals Victoria erover praat. “Dit album is grootser dan het vorige. Althans, het heeft die intentie. Bijvoorbeeld de bijna zeventien minuten durende afsluiter Irene (“It’s a strange paradise”) heeft een erg interessant verhaal. Het ­e indigt ergens compleet anders dan het begint. Het is als het leven, waarin niets blijvend is. Maar dat neemt de er­varing niet weg. Ouder worden is ook zo; er­ varingen ­w orden steeds bewuster. Het voelt niet meer alsof je nog alle tijd hebt. Het ­l even is kort, en je moet alles er nu uithalen. Voor Alex en mij is het maken van albums als het stopzetten van het ­l even. Niemand dwingt ons muziek te maken. Wij willen het zelf. We maken misbruik van de energie die we nu hebben, juist omdat we die nog hebben. Dat kan ook opeens voorbij zijn. Bloom staat voor die tijdelijke energie. Het gaat er niet per se om hoe het klinkt, maar om hoe het je doet voelen. Ik ben erg bewust van mijn gevoel, impulsen en instinct. Deze dingen brengen niet alleen het meest inspirerende in het ­l even, maar ook het meest uitdagende.” Er schuilt een risico in jezelf bloot­ geven, maar Victoria en Alex maken zich niet zoveel zorgen om wat anderen denken. Voelen ze dan na alle lyrische reacties op hun vorige album Teen Dream geen enkele vorm van druk? Victoria: “Het is wel spannend dat meer mensen zich bewust zijn van wat we doen. Je wilt wel speciaal blijven voor mensen. We doen er dan ook alles aan om dat gevoel te behouden. Maar, onze integriteit is ontzettend belangrijk. Als het succes slecht gaat voelen, s­ toppen we direct. Maar zolang het positief voelt, zijn we er dankbaar voor. We stoppen veel zorg in wat we doen en het hoeft van ons niet per se heel groot. We spelen in ­i eder geval liever niet in enorme zalen, en doen er alles aan om over dit soort ­zaken controle te houden. Het is makkelijk voor bands om ‘gevangen’ te worden door de platenmaatschappij, en daardoor commercieel te worden. Terwijl je als artiest nooit tevreden bent. En zolang je dat niet bent, kun je platen maken.” En albums maken doet Beach House hopelijk nog even. Mocht het toch raar ­l open, dan hebben de twee nog wel andere dromen. Kijk bijvoorbeeld niet gek op

33

als je ooit het designlabel Beach House tegenkomt. Wanneer hun muzikale succes stopt, wil Victoria namelijk graag andere dingen maken—van visuele kunst tot kleding. “Daar ben ik al sinds jongs af aan door gefascineerd. Maar ik denk dat het heel lastig is om je in een compleet andere ­w ereld te storten. Ik vind het ook altijd heel leuk om mee te werken aan het artwork van een nieuw album, zoals de hoes, de T-shirts en de posters. Maar ik beschouw mezelf nog geen visueel kunstenaar. Ik weet niet waar dit album ons zal brengen. Het ligt niet meer in onze handen, het is nu aan het publiek. Als het niet bevalt, verhuis ik naar een klein stadje en open ik een vintage winkel. En dan wordt Alex timmerman.” Maar zo ver is het nog niet; hun ­a rtiestenleven is vooralsnog blooming. De twee hebben lol, houden wel van een drankje en leven zo nu en dan very rock ’n roll. Ze willen sowieso nog één album maken, al weten ze nog niet wanneer. Voor nu is het vooral touren. “Het is zo fijn om het produceren af te wisselen met een tour. Als we op pad gaan, voelt dat telkens als zo’n tijd geleden, dat we niet kunnen wachten te beginnen Als je dan weer thuis­komt, voel je juist dat enthousiasme voor schrijven. Dan wil je weer iets creëren. Zes maanden niet touren, was een hele lange pauze voor Beach House. Ik kijk uit naar het moment dat ons album een eigen leven gaat leiden. Dat we het op een andere manier gaan beleven, dat het groeit, en wij straks weer nieuwe energie hebben. We maken het ook altijd heel ­g ezellig met ­i edereen die mee gaat, van de technicus tot de lichtman. Je wordt toch een beetje familie. We beginnen de tour in de Verenigde Staten, gaan vervolgens in mei naar Europa, en spelen deze zomer ook op een aantal festivals. Onder andere op Lowlands!” Zo, dat was nog even een kleine onthulling op het laatste moment. En net als het gesprek wordt afgerond, komt daar nog een heuse openbaring bij. “Ik ben niet de beste verteller; ik ben heel expressief. Als we dit gesprek face to face hadden, zou je waarschijnlijk veel vaker lachen. Nu klonk het heel zwaar, maar ik doe altijd gekke dingen. Actually, I was naked during the whole interview!” Beach House treedt 26 mei op in de Melkweg. www.beachhousebaltimore.com

Gc Interview


Door Rinke Vreeke Fotografie: Matt Maginn

Conduits Er hangt iets in de lucht in Omaha (Nebraska). Al jaren eigenlijk. Regelmatig worden de bewoners van deze stad geteisterd door onvoorspelbare tornado’s, en het is vaak moeilijk te bepalen hoe krachtig deze zullen zijn. Maar er is een uitzondering: maak kennis met Conduits! Klaar om de VS en Europa omver te blazen met hun donkere en vooral intense, haunting prog-rock.

Haunting progressive rock dus. Het blijkt geen genreaanduiding te zijn waar bloggers en critici zich comfortabel bij voelen. Zij bestempelen Conduits—een sextet afkomstig uit Omaha—liever als shoegaze. Halverwege hun tour met de bands Cursive en Cymbals Eat Guitars, plukt Glamcult ze van de snelweg voor een interview via Skype. Te horen aan de achtergrondgeluiden hebben ze een ­g ezellig koffietentje gevonden, ergens tussen Toronto en Boston. Je kunt de koffie bijna ruiken. Glamcult spreekt met zangeres Jenna Morrison en gitarist Nate Mickish over de term shoegaze, de stad Omaha en natuurlijk hun (self-titled) debuutalbum Conduits. Shoegaze, op internet wordt de term lukraak in de rondte gesmeten als het om Conduits gaat. Volgens Wikipedia is shoe­ gaze een subgenre binnen indie muziek, vernoemd naar de houding van de muzikanten op het podium, die onbeweeglijk met hun hoofd naar hun schoenen staren. Daarnaast wordt het genre gekenmerkt door een groots gitaargeweld dat een sferische wall of sound veroorzaakt, waar dromerige melodieën in doorklinken. ­“ Persoonlijk heb ik het gevoel dat we meer prog zijn dan shoegaze”, zegt Jenna. “Er zijn zeker elementen van shoegaze te ­v inden in onze muziek, en ik begrijp de vergelijking goed, maar ik vóél meer voor de term progressive rock. Conduits klinkt meer ambient, dark en moody.” Nate vult haar aan: “Ik begrijp het ook wel. De

maatsoorten die we gebruiken en de agressievere basloopjes doen denken aan de traditionele shoegaze van twintig jaar geleden. Denk aan bands uit de jaren 90 zoals My Bloody Valentine en Slowdive. Als je vraagt wie ons beïnvloed hebben, dan zitten deze bands er zeker tussen. Ik houd onwijs van die langzame, noisy en droney muziek. Dat schemert zeker in onze muziek door.” Samen met gitarist J.J. Idt ligt Nate aan de basis van Conduits. “Het begon een aantal jaren geleden, toen J.J. en ik ­d emo’s begonnen uit te wisselen naast ­o nze andere bands en projecten (zoals Eagle*Seagull en The Golden Age). J.J. bleef aandringen dat hij graag aan nieuwe muziek wilde werken en hij sleepte mij er eigenlijk met de haren bij”, lacht ­N ate. “We hebben toen een jaar aan die demo’s ­g ewerkt, tot we op een punt kwamen dat er iets miste: een vrouwelijke v­ ocalist. ­J enna had onder andere voor Son Ambulance gezongen en wist die rol perfect te vervullen. Via haar leerden we ­o nze drummer Roger L. Lewis kennen, en later zijn ook Mike Overfield (bas) en Patrick Newbery (toetsen) aangesloten. Sindsdien is de puzzel compleet. Het mocht even duren, maar dit soort dingen hebben altijd een aantal jaren nodig om zich te ontwikkelen.” Net zoals in steden als New York (en dan met name in Brooklyn) en Portland, zit ook de muziekscene in Omaha niet stil. Maar waar kennen we Omaha van? “Tel-

kens wanneer ik met iemand spreek die uit een kustgebied van de VS komt, denkt die persoon dat Omaha ergens helemaal in het zuiden van de VS ligt. Terwijl het ­e igenlijk precies in het midden ligt”, lacht Nate. “Maar wanneer je over de band Bright Eyes of over de labels Team Love of Saddle Creek begint, kijken ze ineens heel anders.” De lijntjes tussen Conduits en Bright Eyes zijn dan ook behoorlijk kort, aangezien de muziekscene niet bijster groot is in deze stad. Bright Eyes’ gitarist Mike Mogis mixte en nam een groot deel van Conduits op in zijn A.R.C. Studio. De twee andere bandleden van Bright Eyes, zanger Conor Oberst en toetsenist Nate Walcott, startten in 2003 hun eigen label Team Love Records, dat op 20 maart 2012 het debuut van ­Conduits uitbracht in de VS. Alle Conduits bandleden wonen er momenteel. “Ik ben opgegroeid in Iowa (een staat ten oosten van Nebraska), en ik kon als tiener niet wachten om naar Omaha te verhuizen”, vertelt Jenna. “Ik was zeventien, ging regelmatig naar shows in de stad, en sloot me aan bij een aantal bands. Het bleek geweldig! Er zijn goede clubs en kroegen, en er gebeuren veel interessante dingen op muzikaal gebied. Vooral binnen de Saddle Creek-scene, waarin Bright Eyes, The Good Life, Land of Talk, The Rural Alberta Advantage, en dat soort bands verkeren”, vertelt Jenna. Nate heeft een verklaring. “Omaha is een stad met lage huurprijzen, dus veel kunstenaars en artiesten trekken er naartoe. Ze hoeven

34

zich niet druk te maken om rekeningen, waardoor ze zich volledig kunnen focussen op hun vak. Je kunt het je daar veroorloven om artiest te zijn. Ik denk dat mensen zich niet realiseren dat het kunstklimaat er ­b ijzonder goed is!” Het album werd behalve in de A.R.C. Studio, ook (grotendeels) bij gitarist J.J. thuis opgenomen. “Alles behalve de bas en drums zijn bij J.J. thuis opgenomen. Hij heeft een groot deel van de productie van het album gedaan”, vertelt Nate. Grinnikend vult Jenna hem aan: “Bijna al mijn zangpartijen zijn opgenomen in zijn slaapkamer.” Wat betreft vrijheid in het opnameproces, is Nate ervan overtuigd dat thuis opnemen veel prettiger is. “Het is heerlijk om geen tijdsdruk te hebben. Die studiotijd voelt altijd als een donkere wolk die continu boven je hoofd zweeft. Je bent kapot na zo’n ­s tudiosessie, de kwaliteitsdruk is zo enorm. Thuis kun je veel selectiever zijn. Jenna kon haar vocals op vijf verschillende manieren zingen en later bepaalden we met z’n allen welke richting we op wilden.” Wat kunnen we live verwachten? “Live schijnt het nog intenser te zijn dan op de plaat. Het geluid is wat gruiziger en ­J enna’s stem is nog donkerder en verontrustender”, vertelt Nate. Jenna vult vervolgt vol trots: “Ik hoor vaak dat mensen ­s pontaan in ­t ranen schieten tijdens ­s ommige nummers.” www.conduitsband.com

Gc Interview


6 & 7 JULI 2012 CULTUURPARK WESTERGASFABRIEK AMSTERDAM

THE WEEKND DIE ANTWOORD SBTRKT LE LE GUI BORATTO(LIVE) JAMES HOLDEN MODESELEKTOR JAMES BLAKE(DJ SET) BENGA(LIVE) THE GASLAMP KILLER GOLD PANDA MR OIZO BEARDYMAN AZARI & III EMALKAY KYLE HALL SHLOHMO MACHINEDRUM KODE9 JUNGLE BY NIGHT NATHAN FAKE MAYA JANE COLES MARTYN(LIVE) JESSIE WARE MALA ELEKTRO GUZZI VONDELPARK AFRICA HITECH ROCKETNUMBERNINE MARBERT ROCEL MOSCA and many more

PITCHFESTIVAL.NL


Walk the Line Op vrijdag 11 en zaterdag 12 mei vindt dit jaar voor de derde keer het Walk the Line festival plaats. Het festival pakt dit jaar groter uit dan voorheen met meer bands, meer genres en meer locaties. Samen met Glamcult maakte de organisatie een selectie van zeven veelbelovende jonge bands. Bombay Bicycle Club

Oberhofer De jongens van Bombay Bicycle Club zijn nog jong, maar hebben al zo veel goed werk uitgebracht dat ze gewoon tot de gevestigde orde gerekend mogen worden. Debuterend met I Had The Blues But I Shook Them Loose, werd BBC in één klap het meest veelbelovende indiebandje uit Engeland. Gedurfd dus om het tweede album Flaws akoestisch te maken, maar ook dat sloeg aan èn in. Het vorig jaar verschenen A Different Kind Of Fix is opgenomen en gemixt door Ben H. Allen (Animal Collective, Gnarls Barkley, M.I.A.) en Craig Silvey (Arcade Fire, Portishead, The Horrors).

Een warm welkom maakt dat je je meteen thuis voelt bij de pakkende popdeuntjes van Oberhofer. Het is het streven van de 21-jarige frontman Brad Oberhofer om filosofisch georiënteerde en energieke liedjes te maken die een glimlach op je gezicht toveren. Met die ambitie is de band hard op weg om een van de vriende­ lijkste indie rockbands van Amerika te worden. Brad begon solo, door in z’n eentje nummers op te nemen in het huis van zijn ouders. Nadat hij naar New York verhuisde, groeide het project al snel uit tot een viermansband. Op het debuut­ album Time Capsules II staat een variëteit aan catchy indiepopnummers, hopelijk het eerste van vele feel good-albums!

Com Truise

Doomtree

Je noemt het een spoonerisme: de verspreking die ontstaat bij het verwisselen van letters in woorden. Bij het alias Com Truise, bedacht door Seth Haley, is van geen enkele vergissing sprake. Een paar oersterke dance releases staan inmiddels op zijn naam, waaronder de EP Cyanide Sisters en het vorig jaar uitgekomen album Galactic Melt. De in New York geboren en getogen producer en ontwerper maakt instrumentale elektronische muziek, die je meevoert in subtiel samengestelde soundscapes. Zelf noemt hij zijn muziekstijl: “midi synthwave, slowmotion funk…”

No Kings is het tweede album van Doomtree, een Amerikaanse groep muzikanten die bekend staat om z’n explosieve liveshows, extreme DIY-ethiek en complete lak aan de conventies van het genre. Alle zeven leden hebben naam voor zichzelf gemaakt als rappers, producers of dj’s. En wanneer ze samen het podium beklimmen, zijn ze niet meer te stoppen. Hun reputatie als agressieve, vernieuwende hiphopproducenten die genres en tijdperken overschrijden, hebben ze onder andere verdiend door inspiratie te halen uit muziekstijlen als punk, klassiek en rock. Laat je tijdens Walk the Line omverblazen door hun aanstekelijke melodieën en knallende beats!

Gang Colours

Exitmusic

Will Ozanne, die muziek maakt onder het alias Gang Colours, bracht in februari zijn debuutalbum The Keychain Collection uit. Zijn soundscapes van wazige elektronica doen denken aan de down-tempo dance van James Blake. Gang Colours haalt bij deze eerste kennismaking alles uit de kast. Wills gemangelde stem betovert en de pianomuziek is Satie-achtig, waarmee het geheel warm en vol aan doet. Zorg dat je hem niet mist op Walk the Line, want zoals The Guardian zegt: “With the patronage of Laurie Anderson (“the production is amazing”), a love of UK garage (specifically Artful Dodger) and amazing hair, Gang Colours, aka Will Ozanne, is definitely one to watch.”

Het echtpaar Aleksa Palladino en Devon Church vormt samen de kern van Exitmusic. Ze vernoemden de band naar het nummer Exit Music (For A Film) van Radiohead. Het zal je niet verbazen dat hun muziek ook dat slepende dromerige heeft. Er zit iets onrustbarends in. De New Yorkse band bestaat in totaal uit vier muzikanten, en dat is nodig om de volle sound over te brengen van hun postrock met elektro­ nische elementen. Vorig jaar verscheen de EP From Silence, en vlak na Walk the Line zal hun debuutalbum Passage uit­komen. Tijd om Exitmusic te ontmoeten dus! Hoewel je Aleksa Palladino misschien al kent als actrice; ze speelt in de HBO serie Boardwalk Empire.

Alt-J ∆ De toetsencombinatie Alt-J maakt een driehoek, en dat (∆) is de nieuwe naam voor de band van de vier vrienden die eerder al optraden onder de bandnamen Daljit Dhaliwal en Films. In de debuut­ single Tessellate komt de zin “Triangles are my favourite shape” voor, vandaar dus. Ondanks hun jonge leeftijd slagen de vier jongens van ∆ er in om hun muziek een diepe gelaagdheid en volwassen volheid mee te geven. En dat bleef niet onopgemerkt. Ze werden in thuisland Engeland veel op de radio gedraaid, en de paar nummers die tot nu toe uit­ kwamen—Matilda en Fitzpleasure— bezorgden hen al een grote schare fans.

Walk the Line is een festival met internationale alternatieve muziek, op verschillende locaties in de Haagse binnenstad. Op donderdagavond 10 mei trapt het festival al af, met een gratis show van My Best Fiend op de Grote Markt en optredens van Treetop Flyers en trashpopduo DZ Deathrays in 330Live. Naast het reguliere festivalprogramma op de vrijdag- en zaterdagavond, is er overdag een gratis toegankelijk programma. Net als vorig jaar zal het festival op zater­d ag worden afgesloten met een nachtprogramma in het Paard van Troje. Kaarten voor Walk the Line worden verkocht via www.walkthelinefestival.nl en aan de kassa van het Paard van Troje. Een ticket voor één dag kost € 25,-. Met een festivalticket heb je op de betreffende avond toegang tot alle festivallocaties. De passepartout voor beide dagen kost € 40,-.

36

Vrijdag 11 mei: Bombay Bicycle Club—Moss—Willy Moon— The Hickey Underworld— Treetop Flyers—Beth Jeans Houghton & The Hooves Of Destiny—Jodie Marie—Pulled Apart By Horses—Oberhofer— Theme Park—Greg MacPherson —Rams’ Pocket Radio—You Say France & I Whistle—Ron Pope—Exitmusic—Lower Dens—The Magnetic North —Paul Thomas Saunders —Com Truise—Tellison— Cave Painting—A Cure for Gravity —Raspy Stone

Zaterdag 12 mei: Zombie Nation (live show)—Foreign Beggars—Doomtree— Diagrams—Pond—Gang ­Colours—Liz Green—White Arrows—Fever Fever—Alt-J —Trippple Nippples—­ Swimming and Dallas Simpson: The Binaural Gig—Great Mountain Fire—Anna Aaron —Dead ­F lamingoes— Milagres—­C rybaby— Teddie­d rum—­ Vadoinmessico—B Sharp

Gc Festival


Visual Essays

38 I shut my eyes in order to see lo Fotografie: Pab Delfos

44 There are always flowers for those who want to see them Ed

e

Fotografie:

ijl z r e V l


I shut my eyes

in order to see


Links Jas Burberry Prorsum, trui American Apparel, overhemd Hugo Boss, shorts American Apparel

Rechts Overhemd Hugo Boss, hoed van stylist


Links Overhemd Z Zegna, hoed American Apparel

Rechts Colbert Z Zegna, gilet Hugo Boss, coltrui Hermès




Links Colbert Francisco van Benthum, overhemd American Vintage, shorts en sandalen Hermès, sokken American Apparel

Rechts Colbert Hugo Boss, overhemd Francisco van Benthum

Fotografie: Pablo Delfos—ManjaOttenxCake Styling: Majid Karrouch—ManjaOttenxCake Haar en make-up: Chiao-Li Hsu voor Clinique—House of Orange Model: Sergio Hasselbaink Assistent fotografie: Laura Andalou Assistenten styling: Sibonisa Marte en Mila van der Linden


There are always flowers for those who want to see them


Links Jurk Hermès, hoed American Apparel, shawl en ­o orbellen van stylist

Rechts Van links naar rechts: Top Pauline van Dongen, shorts Monki, shawl And Beyond—Top American ­A pparel, broek Dries Van Noten, shawl Stills­ —Jurk Monique van Heist, shawls Stills en H&M


Links Top Monki, rok American Apparel, shawl H&M

Rechts Top Dries Van Noten, oorbel Zipper, hoed en shawl van stylist




Links Jurk Dries Van Noten, shawl Stills, oorbellen van stylist

Rechts Jurk Dries Van Noten, ketting en shawl van stylist

Fotografie: Edel Verzijl—Stickystuff Styling: Marleen de Jong—NCL Representation Haar en shawls: Ilona de Leeuw voor Kevin Murphey—Angelique Hoorn Make-up: Yokaw voor Laura Mercier—Angelique Hoorn Modellen: Joss en Fleur—Paparazzi Model Management en Isa Mia—SPS Model Management



Film ‘Cultfiguren’

Vanaf 10 mei, Dark Shadows Gothic filmman Tim Burton castte zijn vriendin Helena Bonham Carter en Johnny Depp—zijn favoriete acteurs—voor de verfilming van de gelijknamige cultserie Dark Shadows over een familie die aan het eind van de 17 e eeuw naar Amerika vertrekt in de hoop een familievloek te ontvluchten. Gezinshoofd Barnabas trapt daar echter op het hart van een heks, die hem verandert in een vampier. Een lot erger dan de dood. Twee eeuwen later ont­w aakt hij midden in de jaren 70. Daar blijken de excentrieke afstammelingen van Barnabas zelf ook niet vrij van duistere geheimen.

Door Maricke Nieuwdorp

Vanaf 16 mei, The Dictator Wanneer komiek Sacha Baron Cohen aan een nieuw project begint, wordt de productie gegarandeerd begeleid door controversiële nieuwtjes. Daar houdt meneer Ali G/Borat/Brüno wel van. Dit keer kruipt de Brit in de huid van een überfoute dictator, die rustig een atletiekwedstrijd wint door zijn tegenstanders in het openbaar neer te knallen of schaamteloos Hollywood actrices als hoeren inhuurt. Wanneer hij door omstandigheden van zijn identiteit beroofd wordt tijdens een ‘staatsbezoek’ aan New York, krijgt zijn uitvergrote ego een lesje in nederigheid. Het maakt Baron Cohen geen zak uit wie hij tegen de schenen schopt, als wij maar komen kijken. Doen we.

The Invader

Vanaf 24 mei, On the Road Jack Kerouac, man van de Beat Generation en schrijver van een van de bekendste cultromans ooit: On the Road. In deze gelijknamige boekverfilming ontvlucht een schrijver samen met zijn losbandige vriend New York. Tijdens hun road trip door Amerika wordt er vervolgens rijkelijk geëxperimenteerd met drugs, vrouwen en vrijheid. Altijd onderweg, nooit ergens aankomen, nooit ergens wíllen aankomen. Verfilmd door Walter Salles (The Motorcycle ­D iaries), en met onder andere Sam Riley (Control), Garrett Hedlund (Troy) en Kristen ‘Twilight’ Stewart in de hoofdrollen. Wij hopen vurig dat deze film de klassieker eer aan doet. Vanaf 31 mei, Moonrise Kingdom Ja hoor, Wes Anderson (Fantastic Mr. Fox, The Royal Tenenbaums) is terug! We konden bijna niet langer wachten. Zijn nieuwste cult­ werk, openingsfilm van Cannes dit jaar, speelt zich af in de jaren 60—retro style! Twee 12-jarigen besluiten tijdens de zomervakantie weg te lopen. Uiteraard raken hun ouders in paniek. Samen met een groep lokale padvinders en de sheriff, doen ze hun stinkende best de twee vlegels op te sporen. Anderson werkt wederom met het kurkdroge duo Owen Wilson en Bill Murray, maar castte dit keer ook Bruce Willis, Edward Norton, Tilda Swinton en Frances McDormand. Als dat geen fijne mix is! De stills alleen al doen ons watertanden!

This Must Be the Place

Vanaf 24 mei Regie: Nicolas Provost Acteurs: Isaka Sawadogo, Stefania ­Rocca, e.a.

Vanaf 10 mei Regie: Malgorzata Szumowska Acteurs: Juliette Binoche, Anaïs Demoustier, e.a.

Op een hagelwit strand ligt een naakte, blanke dame te zonnen. Wanneer ze ­o pstaat en naar zee loopt, zwenkt de camera met haar mee, om de groep diepzwarte Afrikanen te registreren die uit het water oprijst. Een minutenlange, zeer moedige openingsscène, als opmaat voor het verhaal van een Afrikaanse i­ llegaal die een nieuw leven probeert op te bouwen in Brussel. Onder het juk van een slavendrijvende aannemer probeert Amadou zichzelf en zijn levensgevaarlijk zieke maatje uit de ellende te redden. Toch bekijkt deze nieuwkomer de wereld met een open blik. Hij lijkt zijn nieuwe leven in Europa met volle teugen in zich op te nemen. Dan valt de charmante Amadou als een blok voor Agnès, die—hoewel ze in dezelfde stad woont—een compleet ander leven leidt. Wordt Agnès zijn reddende engel? Provost, die vóór dit speelfilmdebuut vooral bekend werd met zijn experimentele, korte films, heeft een opvallend toegankelijk drama gemaakt, met een genretwist die je onverwacht, en emotioneel om de oren slaat. Drama

Modejournalist Anne (Binoche) interviewt studenten die bijverdienen in de prosti­ tutie—een taak die haar zwaar ligt, want ze trekt zich het lot van de meiden erg aan. Bovendien is er thuis, in haar Parijse upper class-gezin, van alles aan de hand. Terwijl ze nerveus haar deadline probeert te halen, een diner voorbereidt, én haar gezin bijeen probeert te houden, gaan we middels flashbacks terug naar de gesprekken die de redacteur met de meisjes voerde. Interessanter dan Annes verhaal zijn de twee meiden die openhartig over hun leven praten. Hoewel soms heftig, lepelen ze hun verhalen retenuchter —en geloofwaardig—op. Ze lijken zelf niet wakker te liggen van hun situatie, ­o ndanks Annes geschokte reacties. Interessant uitgangspunt, want als prostituees zelf geen drama maken van hun ervaringen, waarom zou de buitenwacht dat dan wel moeten doen? Of moet men hoe dan ook medelijden hebben met deze studenten? Ondanks de soms irritante ‘luxeproblemen’ van Anne, is het prettig te kijken naar een drama dat zoveel ­v ragen oproept. Drama

Play

Oslo, August 31st

Vanaf 3 mei Regie: Ruben Östlund Acteurs: Kevin Vaz, Yannick Diakité, e.a.

Vanaf 26 april Regie: Paolo Sorrentino Acteurs: Sean Penn, Frances McDormand, e.a. Cheyenne (Penn), een gepensioneerd rock­ muzikant, heeft zich met een berg geld en zijn vrouw verstopt op een landgoed nabij Dublin. Zijn dagen vult hij met het bezoeken van het plaatselijke winkelcentrum met zijn jeugdige gothic maatje, en squashen tegen zijn verrassend normale eega (McDormand). De rocker loopt stram als een bejaarde en praat als ­i emand die jarenlang overmatig drugsen drankgebruik heeft overleefd. Toch brengt hij dagelijks trouw zijn laag make-­ up aan, en diept hij vaak bijzonder wijze opmerkingen op uit zijn stoffige brein. Op een dag komt hem ter ore dat zijn va­ der in New York op sterven ligt. Cheyenne zag hem jarenlang niet. Hij reist af naar Amerika om vaarwel te zeggen, maar hij blijkt te laat; de oude man is gestorven.

Ter plekke ontdekt Cheyenne dat zijn joodse vader bij leven naarstig zocht naar de ex-nazi die hem tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp martelde. De man zou eveneens geëmigreerd zijn naar Amerika en een keurig, getrouwd leven leiden. Cheyenne besluit zijn vader een laatste eer te bewijzen, en gaat op een tocht, dwars door Amerika, op zoek naar de kwelgeest. De tot op het bot verveelde rocker ontdekt tijdens die reis onverwacht van alles over het ­l even en zichzelf. Prettig gestoord drama waarin Penn geloofwaardig een blasé figuur neerzet die toch allerminst middelmatig in het leven staat. Zijn personage blijft tot aan de laatste scène intrigeren vanwege zijn ongrijpbaarheid. Milde ­h umor wordt afgewisseld met filosofische hoogstandjes, drama en bizarre plotwendingen (zoals Cheyennes ontmoeting met de man die ooit de rolkoffer uitvond). De locaties zijn verrassend en lijken met zorg te zijn uitgezocht—van het lege

zwembad dat fungeert als squashbaan, tot een wijkje in de schaduw van een enorm voetbalstadion. En vergeet de fijne soundtrack niet, vol optredens van The Pieces of Shit (alleen die naam al!). ­Komisch drama

51

Elles

In een winkelcentrum scharrelen twee blonde jongetjes rond, die vanuit de verte gefilmd worden door een statische camera. Na enige tijd zwenken we naar een groepje donkere jongens—iets ouder dan het eerste duo—die duidelijk een actie beramen. Tegen de tijd dat de groepjes contact gemaakt hebben, zijn we minuten verder. Alles in één enkel shot! Een technisch hoogstandje, dat de opmaat vormt voor een verontrustende film over een groep opgeschoten knapen en hun rooftocht door de stad. Ze hebben het voorzien op mobieltjes en andere verkoopbare waar van jongere kinderen. Geweld gebruiken ze amper, de slachtoffers worden met woorden geïntimideerd en door middel van slimme groepsdynamiek ‘gegijzeld’. Deze angstaanjagende, en ijzersterk gefilmde trip, voert ons door het Zweedse Göteborg van vandaag. Östlund legt geen duidelijk oordeel in zijn film, die overigens gebaseerd is op ware gebeurtenissen. Je ontkomt echter niet aan je eigen conclusies over de multi­ culturele samenleving. Confronterend as hell, maar bijzonder goed uitgevoerd, qua techniek en acteerwerk. Net als ­Ö stlunds eerdere topper Involuntary een keiharde bominslag. Drama

Vanaf 17 mei Regie: Joachim Trier Acteurs: Anders Danielsen Lie, Hans Olav Brenner, e.a. Dertiger Anders probeert op te krabbelen na een jarenlange drugsverslaving. Het hernieuwde contact met mensen uit zijn verleden, slaat in als een bom, want al zijn vrienden en kennissen blijken een leven te hebben opgebouwd. Terwijl hij als twintiger veelbelovend was, vergooide hij al zijn kansen door zijn verslaving. De neerslachtige Anders beseft dat het gat in zijn cv, zijn kapotgeslagen liefdesleven en zijn achterstand op zijn geslaagde vrienden, een nauwelijks te nemen hinder­ nis naar levensgeluk en succes vormen. We volgen hem 24 uur in een nazomers Oslo, tijdens een bad trip down memory lane. Zijn ontmoetingen met frisse, jonge mensen die nog alle kansen kunnen benut­ ten, trekken in een neerwaartse spiraal niet alleen Anders, maar ook de kijker naar beneden. Damn, wat weten de regis­ seur en zijn hoofdrolspeler dit drama ­i nvoelend te maken! Na zijn fantastische debuut Reprise, bewijst Trier (type exskateboarder) opnieuw een enorm empathisch filmmaker te zijn, die zijn sombere, geloofwaardige verhaal ook nog eens prachtig in beeld brengt. Drama

Gc Update


FOR MORE INFORMATION PLEASE CHECK: WWW.PARADISO.NL OR DOWNLOAD THE PARADISO IPHONE APP


Albums The Big Sleep Beach House Lower Dens

King Charles

Best Coast

Nootropics Gnomonsong / Munich Records

Bloom Bella Union / V2 Records

The Only Place Wichita Recordings / PIAS

Nature Experiments Frenchkiss Records

LoveBlood MI7 Records / Universal

Lower Dens is de band van de Amerikaanse Jana Hunter, en deze is van alle bands waar ze ooit in speelde haar ­favoriet. Hunter komt uit de Devendra Banhart-commune, en heeft al de nodige muzikale projecten, contributies en albums op haar naam staan, waaronder het ­d ebuut van Lower Dens uit 2010. Twee jaar later is er opvolger Nootropics (spreek uit: no-eh-tro-piks) dat vernoemd is naar een smartdrug die de cognitieve functies bevordert. De werking van het album is een even zo fijne. Lower Dens zou je in je hersenpan kunnen opslaan als postpunk-wave-rock met electro, psychedelica en shoegaze-kronkels. Bijzonder is de stem van de ex-free-folk-hippie Hunter; soms klinkt ze als Anna Calvi zonder ­o perette-uithalen, maar met een heroïneverslaving (Alphabet Song), en dan weer ondefinieerbaar schemerig als Victoria Legrand van Beach House (Propagation). Plaatopener Brains surfte dit voorjaar ­n atuurlijk al als verdwaalde krautrockdroom online. Lion in Winter pt. 1 is een spacy jamsessie, en deel twee is een Joy Division-esque trip. In Candy komen de klanken van jaren 80 undergoundkelders en nu-hipsterbars ­s amen (Cocteau Twins na The xx). In the End is the Beginning is een tien minuten durende epos over het einde óf het begin van de tijd. Precies. Te gek, wows, jemig de pemig… Vergeet paddo’s, koop Nootropics! Door Matthijs van Burg

Over Beach House zijn in de afgelopen ­j aren vele superlatieven op papier verschenen, het wereldwijde web op ­g eslingerd en in de ether gedropt. Volkomen terecht. De sound van Alex Scally en Victoria Legrand is een unieke samensmelting van dromerig benevelde zang en hypnotiserend donkere instrumentatie. Op album nummer vier doet Beach House niet anders. En dat is maar goed ook! Bloom vertelt een verhaal, waarin alles lijkt te kloppen. Opener Myth is Beach House in stemmig optima forma; Victoria is stemmig in haar uithalen en Alex weet weer de meest weemoedige snaren te bespelen (en raken). The Hours is een melancholisch momentum, Wishes heeft een refrein om brandende ogen van te krijgen en in On The Sea wemelt een jengelende gitaarlijn zoals alleen te ­h oren is op Beach House-elpees. Afsluiter Irene, een repetitieve downer van epische proporties, is het einde. Oh nee, want dan wacht nog een bonustrack. Wat boffen we toch met deze release! Door Matthijs van Burg

Thuisbasis Californië is duidelijk The Only Place voor zangeres Bethany Cosentino en multi-instrumentalist Bobb Bruno. ­D aarom bracht Best Coast op het tweede album een ode aan hun lievelingsplek. En ja, heel gek is dat ook niet. Wanneer de eerste lofi klanken van The Only Place klinken, waan je je direct een surfer op een krullende golf. Strand, zon, beach babes, verwaaid haar, liefde, having fun, verder is er eigenlijk niet veel waar Best Coast zich druk om maakt. Dat was op het be­j u­ belde debuut Crazy For You niet anders, wel is de band professioneler te werk gegaan tijdens de opnames. Het leverde een luchtigere sound op, waarin meer dynamiek te horen is. Toch zijn de DIYsound en de lichtvoetige thematiek overeind gebleven. Wat de naïviteit prettig maakt, is de brutale, nonchalante houding die doorklinkt in Bethany’s (soms bijna monotone) zang, en de simpele, maar verfijnde songstructuren van Bobb. De formule ‘sterke garagerock met pakkende refreinen’ werkt goed voor Best Coast, zoals te horen is in (eerste single) The Only Place, waarin zelfs countryachtige meezingkoortjes gestopt zijn. Een album voor als je even geen zin hebt in gevoeligesnaar-rakende akkoorden en tranentrekkende teksten. Best Coast, zonnebril, cocktail; even schijt aan de wereld. Door Anna Nita

Geachte Glamcult-lezer,

Met een verwilderde middeleeuwse beehive, een bijpassende dandylook en de naam (of beter nog titel) King Charles trek je de aandacht. Toegegeven, in de videoclip van het poppy nummer Bam Bam doet een ietwat theatrale King Charles je wat huiverig worden. Maar de uit Londen afkomstige zanger, die gitaar, piano en cello speelt, is meer dan alleen een ­m arkant figuur. Hij levert een knap stukje muziek op zijn debuut LoveBlood. Met een jeugdliefde voor Bob Dylan hoor je dat zijn teksten, melodieën en arrangementen zijn overgoten met een flinke scheut folk (hemelse koortjes!), zij het geblend met zijn klassieke scholing, stevige psyche­d elische Hendrix-rock en een flinke dosis aanstekelijke pop. Sinds deze excentriekeling zijn oude band Adventure Playground verliet, vervolgens alleen aan de slag ging, in 2010 de prestigieuze International Songwriting Competition won én support act was voor Mumford and Sons, ligt het publiek aan zijn voeten. Uitblinkers die bij nieuwsgierige luisteraars zeker in de smaak gaan vallen, zijn het Ierse folky The Brightest Lights, het vrolijke en lieflijke Ivory Road (“You are the wax in my moustache”) en het opbeurende Hawaïaanse Mississippi Isabel. Binnen een mum van tijd zul je je eigen favorieten hebben. Door Anna Nita

Hier een persoonlijk bericht van uw recensent. Sinds 2008 mag ik maandelijks verse albums van de meest uiteenlopende ­ rtiesten bespreken, en doe dat met veel a plezier. Ik hoop natuurlijk dat dit genoegen wederzijds is. Wie weet, heb ik u ooit kunnen verleiden om een plaat wel/niet te kopen. IJdele hoop, who knows?! Maar voor nu richt ik meer dan ooit mijn woord direct­— en met klem—tot u. Ik ­verkondig namelijk het evangelie van The Big Sleep, een band die mij zeer aan het hart gaat. Puur professioneel, maar met een persoonlijk tintje. In 2008 was ik op vakantie in New York, en belandde daar op de release party van Sleep Forever, de tweede plaat van dit Brooklyn-trio. En dat was… vakantieliefde fantastisch! Ik werd weggeblazen door hun harde rock­s ound, vol vuur en overgave. Ik hoorde shoegaze en Sonic Youth, maar vooral een piep in de oren na afloop. Sinds die dag heb ik vurige pleidooien gehouden over ‘mijn NY-band’, maar nooit kwam er een volgende plaat, laat staan die big break. Nu is het zover: Nature Experiments. En die moet dus worden gehoord. Met de volgende woorden probeer ik u ten ene male te overtuigen: doe het voor mij! Hoogachtend, uw muziekminnende plaatjesbeoordelaar Matthijs van Burg

Santigold Alt-J (∆)

Ladyhawke

Light Asylum

Light Asylum Mexican Summer / Cooperative Music / V2 Records Het debuutalbum van Light Asylum begint met de track Hour Fortress; ’80s disco die een beetje doet denken aan Azari & III. In de opvolgende tracks Pope Will Roll, IPC en At Will klinkt opeens verrassend harde synth-punk en laat het duo uit Brooklyn hun rock kant zien. Af en toe (en gelukkig) wordt deze heftigheid verruild door zachtaardigere melodieën, zoals in Angel Tongue en in single Shallow Tears. Dan zijn er ook nog de spannende, meer elektronische sounds in bijvoorbeeld Heart Of Dust. Ja, afwisselen kunnen ze wel. Frontvrouw Shannon Funchess, vaak vergeleken met Grace Jones vanwege haar imposante verschijning en diepe, mannelijke stemgeluid, was voorheen achtergrondzangeres in bands als LCD ­S oundsystem en TV On The Radio. Samen met toetsenist Bruno Coviello brengt ze nu met Light Asylum een album vol melancholie en spacy sounds. Door Dorothy Vrielink

Zulu Winter

An Awesome Wave PIAS

Master Of My Make Believe Atlantic Records / Warner Music

Language PIAS

Anxiety Modular / Island Records / Universal

Wanneer je alt+j intoetst op een Mac krijg je het teken: ∆ (de eigenlijke naam van band Alt-J). ∆ is alleen niet echt uit te spreken, laat staan te googlen. Heel hip, ‘mysterieus’ en quasi-interessant, maar het leidt iets teveel af van de prachtige ­ uziek die de heren maken. De fijne stemm men van (voornamelijk) Joe Newman en Gwil Sainsbury maken de dromerige indiefolk helemaal af. Het samplegebruik valt in eerste instantie misschien niet direct op, maar is een erg goede toevoeging. Dit maakt het geluid op debuutalbum An Awesome Wave compleet, en absoluut een plezier om naar te luisteren. Laat je daarom niet afleiden door de vage bandnaam; de opgewekte melancholie van ∆ is meer dan de moeite waard! Door Niels Wiese

We hebben er ruim vier jaar op moeten wachten, maar dan heb je ook een heerlijk vanoudse mix van hiphop, reggae, electronica en dub in handen. Echte muziek. Of kunst, zoals perfectionist Santi White zelf zegt. Na haar twee jaar durende tour, die volgde op haar debuutalbum, wilde de funky zangeres weer nummers gaan schrijven, maar raakte zo teleurgesteld over de staat van de huidige muziek­ scene vol kant-en-klare hitrecepten, dat er een writer’s block opdoemde. ­U iteindelijk besloot ze haar woede te gebruiken. Zo gaat eerste single Big Mouth over het hebben van een visie, en dist ze artiesten als Lady Gaga en LMFAO in de bijbehorende clip. Tweede single ­D isparate Youth is al even fijn, en dan heb ik het nog niet eens gehad over Pirate In The Water. En alle andere juweeltjes op dit album; pure bling! Door Dorothy Vrielink

Wat een arme jongen is zanger Will Daunt toch! Dan ben je de zanger van een ­s uccesvolle nieuwe band, en dan blijkt je stem heel erg op die van Coldplay’s Chris Martin te lijken. Dit is vooral erg vervelend voor ons luisteraars, want ondanks verwoede pogingen blijf je aan Chris M. denken. Positief is dat zijn stem er enkel op lijkt, en er dus geen sprake van imi­ tatie is. De sound van Zulu Winter an sich is namelijk wel goed te doen. Het Londense vijftal is het beste ergens te plaatsen tussen Coldplay (gek hè?) en bands als Friendly Fires. De dansbare indiepop met hier en daar een flintertje melancholie is prachtig gelaagd, en lekker licht, waardoor dit debuut niet al te moeilijk en zwaar is. Door Niels Wiese

Lichte teleurstelling hier. Zette Ladyhawke met haar gelijknamige debuut uit 2008 Parijs nog in brand, op haar opvolger wil het maar niet gaan fikken. De NieuwZeelandse heeft de ’80s synthpop voor een deel ingeruild voor een meer gitaargeoriënteerd geluid, met als gevolg dat Anxiety met momenten vlees nog vis is geworden. Hoewel de plaat lekker binnen­ komt met het bondige, Madonna-achtige Girl Like Me, en in Sunday Drive het vuige gitaarmeisje dat Ladyhawke in haar jeugd was, goed op de voorgrond treedt, overstijgen de dertien in een dozijn popnummers als Vaccine, Blue Eyes en Vanity de middelmatigheid niet. Tegen het eind van het album weet ze met het aanste­ kelijke titelnummer en de ruige afsluiter ­G one Gone Gone de adrenalineknop iets op te voeren, waardoor er op de valreep toch nog wat vlammetjes ontstaan. Door Vanessa Groenewegen

53

Gc Update


Stuff Glamstuff winnen? Stuur een mailtje met je naam, adres en telefoon­ nummer naar glamstuff@glamcult.com. Laat ook duidelijk weten in het onderwerp welke prijs jij graag zou willen winnen! Winnaars krijgen per email bericht. Alt-J (∆)

An Awesome Wave 3 CD’s

Lower Dens

Nootropics 3 CD’s

King Charles

Loveblood 3 CD’s

Light Asylum

Light Asylum 3 CD’s

Elles

5 x 2 kaartjes voor de film Elles. Een drama van Malgorzata Szumowska, met Juliette ­B inoche. Meer informatie over Elles is te lezen op onze filmpagina (p. 51).

Beach House

Bloom 3 CD’s

Les Nuits 2012

2 x 2 kaarten voor de concerten van Amatorski, Intergalactic Lovers en Clare Louise tijdens Les Nuits 2012 op 16 mei in de Botanique

London Calling

2 x 2 passe-partouts voor London Calling op 18 en 19 mei in Paradiso, inclusief goodie bag

Verkoopinfo

Indiestad presenteert Charlotte Gainsbourg, Trailer Trash Tracys en Exitmusic

American Apparel www.americanapparel.net

Monki www.monki.com

American Vintage www.am-vintage.com

Pauline van Dongen www.paulinevandongen.nl

And Beyond www.andbeyond.nl

Shaun Samson www.shaunsamson.co.uk

Burberry www.burberry.com

Stills www.stills.eu

Chanel www.chanel.com

Z Zegna www.zegna.com

Converse www.converse.com

Zipper www.zipperstore.nl

Dries Van Noten www.driesvannoten.be H&M www.hm.com Hermès www.hermes.com

2 x 2 kaarten voor de concerten van Charlotte Gainsbourg, Trailer Trash Tracys en ­E xitmusic tijdens Indiestad op 20 mei in Paradiso

Francisco van Benthum www.franciscovanbenthum.com Hugo Boss www.hugoboss.com Maarten van der Horst www.maartenvanderhorst.com Monique van Heist www.moniquevanheist.com

54

Gc Plus


Onze nieuwe website is online: www. glamcult. com


Swimwear


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.