GLAMCULT / 2014 / ISSUE 4 / #103

Page 1

FREE 2014—Issue 4 #103

“Clarity is the hardest thing of all.”

Glamcult Independent Style Paper




Issue 4 #103

Cult

Update

8, 11, 12

Festival

Down The Rabbit Hole Pitch

Platform

SCRMN

Interviews

9 10 14

Visual Essays

I really don’t know clouds... 34 For now we see... 40 The color of... 46 Update

Film 51 Albums 53 Plus

James Long 16 Synchrodogs 22 Portland 28 Eyedress 30 Torus 32

Stuff 54

Colofon Hoofdredacteur Joline Platje joline@glamcult.com

Art Director Marline Bakker marline@glamcultstudio.com

Creative / Fashion Director Rogier Vlaming rogier@glamcultstudio.com

Grafisch Ontwerp Glamcult Studio: Beau Bertens Rutger de Vries

Moderedacteur Leendert Sonnevelt leendert@glamcultstudio.com Filmredacteur Maricke Nieuwdorp maricke@glamcult.com Redactie Stagiair Julie Barnasconi julie@glamcult.com

Sales sales@glamcult.com Aan deze editie werkten mee: Anna Nita, Britte Kramer, Daniëlle van Dongen, Emma van Meijeren, Fay Breeman, Matthijs van Burg, Misha Kruijswijk, Marjolein Stormezand, Saba Babas-Zadeh, Sander van Dalsum

Fotografen Benjamin van Witsen, Carolina Echeverri, Pablo Delfos, Rikke Luna, Stephane Pitti, Valentina Vos, Vrederick, William Baker, Yuvali Theis Cover Fotografie: William Baker Styling: Tom Eerebout Make-up: Suzy Rycroft voor MAKE UP STORE Haar: Alex James Fairbairn voor Fudge Hair Set design: Stevie Stewart Model: Aaron Frew—D1 Models Assistenten Fotografie: Martin Plasek (lichtplan) en Rob Billington Assistenten Styling: Jessica Hatch en Jordan Spires Met dank aan ProVision Studios (Londen) Jas: Xander Zhou Mondstuk: Daniel Ramos Obregón Clarity is the hardest thing of all. —Julian Barnes

Uitgever Rogier Vlaming / Glamcult Studio B.V. Postbus 14535, 1001 LA Amsterdam T 020 419 41 32 rogier@glamcultstudio.com www.glamcultstudio.com Distributie distribution@glamcult.com Opgave en vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel. 0900  -   A BOLAND of 0900  -   2 26 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax 0251 31 04 05 www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementsprijs bedraagt € 37 per jaar (10 nummers). Abonnementen binnen Europa € 59,50, buiten Europa € 79,50 per jaar.

Een abonnement kan bij iedere editie in­g aan; het wordt afgesloten voor minimaal een jaar en wordt stilzwij­ gend verlengd tot wederopzegging. Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode in bezit van Abonnementenland te zijn. Adreswijzigingen uiterlijk drie weken vooraf schriftelijk doorgeven aan Abonnementenland. Prijswijzigingen voorbehouden. © Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder de schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. De uitgever is niet verantwoordelijk voor schade opgelopen door onjuiste verwerking in het blad. Glamcult, ISSN 1874  -   1 932


MY TOWN MY TRACKS 私の街、私の足跡

ERIK WITH THE SHAW RUNNER IN NAVIGLI, MILAN



THE CONVERSE CHUCK TAYLOR ALL STAR TIE-DYE SNEAKER


Cult

1

Vertical Emptiness (Volume of Strings), Fukuoka Art Museum, Japan, 2014

S/S 14 collectie, collection 1: my heart, la la la, Foto: Stas May

3

S/S14 collectie Esoterism, Foto: Jetro Emilcar en Étienne Saint-Denis

2

Hannah Jenkinson

Onishi Yasuaki

Josh Reim

4

Room II, 2013, ter beschikking gesteld door Galerie Ron Mandos

5

Yang Yongliang

Levi van Veluw

Art & Arcade 1

Voor de Britse Hannah Jenkinson was het bijna als vanzelfsprekend om haar hele leven breisels en kantwerk te maken. Haar oma en diens vriendinnen leerden de jonge Hannah op 5-jarige leeftijd outfits voor haar poppen te haken, waarna al gauw etuis, quilts en hele wandkleden volgden. Zodra ze klaar was op de uni van Brighton, sprong ze dan ook een gat in de lucht toen ze bij een textielbedrijf grote breimachines mocht bedienen. Toch begon er iets te knagen; Hannah vond het lastig om op commando creatief te zijn en besloot zich aan te melden voor een modemaster aan Parsons The New School for Design in New York. Een wijze be­ slissing voor deze natural born knitter, die nog steeds het liefst luistert naar de geluiden van de door haar zo geliefde, kolossale textielapparaten. In haar ontwerpen onderzoekt ze het onoverbrugbare contrast tussen traditionele, religieuze of spirituele klederdracht en het meest vormeloze en nietszeggende kledingstuk van deze tijd: het sweatshirt. Hannah weet deze twee uitersten naadloos met elkaar te verweven.

2

De 17-jarige Canadese modeontwerper (en muzikant) Josh Reim brengt een ode aan de odd boy in zijn spring/summer 2014 collectie Esoterism. Jaarboeken uit vervlogen tijden vormden de inspiratie voor zijn collectie waarin de jaren 90 de boventoon voeren. Josh gebruikt voornamelijk zwart en wit, met hier en daar primair geel of blauw of een tekst in pastel. Onder de zeer draagbare kledingstukken schuilen steevast san­ dalen. Givenchy gaf dit schoeisel een bloemige boost, maar Josh toont hem zoals het de ouderwetse wandelslipper betaamt: voorzien van klittenband en ondersteund door een stevige plateau­­ zool. De kapsels (denk: de Backstreet Boys in Dawson’s Creek) maken samen met de ietwat spacy zonnebril Josh’ visie op het moderne buitenbeentje com­­­­p­l eet. Het lookbook getuigt van een knap staaltje artdirection; met de perfecte belichting en grainy beelden lijken de beelden rechtstreeks uit de nineties te komen.

3

Warme lijm is het geheime ingrediënt van Onishi Yasuaki. De Japanse kunstenaar zet het goedje in om de meest surreële omgevingen te creëren: installaties die los lijken te staan van de werkelijkheid, maar je tegelijkertijd heel bewust maken van het volume van de ruimte waarin zij zich bevinden. Voor zijn reeks Vertical Emptiness (Volume of Strings) neemt hij dode boomtakken, die hij van hun bladeren ontdoet, aan het plafond hangt en met dunne slierten plaksel overgiet. Door dit ragfijne stelsel van draden te bewerken met een spray van ureum (een verbinding die veel in mestproducten gebruikt wordt) krijgen deze een kristalachtige structuur. Hierdoor ontstaat niet alleen een bevroren landschap om bij weg te dromen, maar ook een prachtig spel van schijnbare uitersten: organische vormen en industriële substanties, opwarming en kristallisatie, en zwaartekracht en verstilling. www.onys.net

www. joshreim.com

4

De multidisciplinaire, Nederlandse kunstenaar Levi van Veluw werd in Europa en de VS bekend met zijn Ballpoints (2007), een innemende reeks zelfportretten die het gezicht van de kunstenaar volgeklad met balpen lieten zien. Meerdere fotoseries volgden, waarin ook lichtreflecterend tape, hout en kiezels werden gebruikt. Naarmate de jaren verstreken werd zijn werk steeds persoonlijker; met levensgrote installaties creëerde hij ordelijke en gestructureerde ruimtes, bedekt met duizenden houtblokjes, die herinne­ ringen uit zijn jeugd symboliseerden. Even adembenemend als verstikkend. Van Veluw probeert met zijn werk controle te krijgen over zijn leven, en zijn plek binnen zijn familie vast te stellen. The Collapse of Cohesion, de laatste serie van zijn hand, bestaat uit twee installaties en houtskooltekeningen waarin zijn gestructureerde wereld op brute—maar gecontroleerde—wijze instort. Is dit closure? Wie weet. Dat we blij zijn dat hij zijn intieme verhalen met ons deelt, staat in ieder geval wel vast!

5

In april en mei verandert MU tijdelijk in een enorme speelhal als de reizende groepstentoonstelling Art & Arcade vanuit het Haus für Elektronische Künste (Basel) naar Eindhoven komt. Kunstminnende gamers van Brabant en ver daarbuiten kunnen er hun hart ophalen met onder meer (het bizarre) Painstation, Pentapong, The Machine, Radical ATM Service, Tesla Arcade en cage was a n00b—een verzameling van tien door kunstenaars radicaal bewerkte klassieke arcadekasten. Naast dit artistiek verantwoorde vermaak vind je er, aansluitend op dit thema, ook een interactieve installatie van de Nederlandse Bram Snijders, en een indrukwekkend videovierluik en enkele grafische werken van de Chinese Yang Yongliang. In hun zwart-wit werelden ‘spelen’ beide kunstenaars met de perceptie van wat is, wat je denkt dat is en wat is geweest. Life is a game, play it! t/m 25 mei, MU | Strijp S, Eindhoven www.mu.nl

www.levivanveluw.nl www.hannahjenkinson.com

8

Gc Update


Down The Rabbit Hole John Wizards

Ben je een doorgewinterde festivalganger en toe aan iets nieuws? Ontmoet dan het kleine broertje van het roemruchte A Campingflight to Lowlands Paradise en maak je driedaagse duik op een nieuwe festivallocatie in Beuningen (GLD). Down The Rabbit Hole vindt van 27 t/m 29 juni plaats in het idyllische, heuvelachtige land van Maas en Waal, en belooft dat je mag zijn wie je bent, als niemand je kan zien. Glamcult geeft je hier alvast een selectie van de niet te missen acts! Maak je op voor een fabelachtig tochtje Down The Rabbit Hole. Sinds de vrijgevochten jaren 60 staat de titel van deze nieuwkomer in festivalland voor avontuur, verwarring, surrealisme en psychedelica. En het is de bedoeling dat jij je net als Alice in Wonderland voelt in park De Groene Heuvels, waar alles zich zal afspelen. Drie dagen lang veranderen de heuvels van Maas en Waal in een vervreemdend en meeslepend landschap rond een onderwaterparadijs, waar je languit in de wei ligt, de bossen doordraaft, rondjes zwemt, samen aan een toren of vlot bouwt en een riedeltje bij het kampvuur tokkelt. Haast hebben is verboden, dus ga uitgebreid aan tafel in een van de eettentjes in de ontspannen hang-out het Idyllische Veldje. Maak een rondje in de carrousel en bewandel verwonderd en zonder zorgen de paden tussen de grote podia met de fluffy namen Hotot, Fuzzy Lop en Teddy Widder. Warm je af en toe op bij de Vuurplaats, het podium dat rond een kampvuur ruimte biedt aan een nieuwe garde muzikanten, theatermakers, cabaretiers,

dichters en andere creatieven. En voor je het weet, sta je zelf op het podium. Eindig je avond in het Vuige Veld, waar je omringd door half vergane stacaravans en naast de barbecue Neerlands finest dj’s vindt met hun smerige punk, garage, rock-’n-roll, hillbilly, surf, en reggae. Je bent in goed gezelschap, so get ready to tumble… Je Campingflight Down The Rabbit Hole begint op vrijdag 27 juni en duurt tot en met zondag 29 juni in park De Groene Heuvels in Beuningen (GLD). Tickets kosten €135,- (inclusief servicekosten). Hiermee kun je drie dagen op het festivalterrein en met een tent op de camping overnachten. Tickets zijn te koop via www.ticketmaster.nl. Als je met de auto naar Down The Rabbit Hole komt, heb je een parkeerticket nodig. In de voorverkoop kost deze €15,- (incl. servicekosten) en ter plekke betaal je €25,-. Kijk voor meer informatie op www.downtherabbithole.nl.

Over John Wizards kun je als muzieksnob makkelijk nodeloos ingewikkeld doen. Trek eerst de vergelijking tussen frontman John Withers’ vroegere carrière als reclamedeuntjesschrijver en zijn huidige catchy, fragmentarische sound. Verwijs vervolgens uitgebreid naar het brede scala aan Afrikaanse beats en instrumenten uit de afgelopen twee eeuwen die de revue passeren op het

zelfgetitelde debuutalbum. En vergeet vooral niet de tot de verbeelding sprekende thuissteden van de bandleden (Maputo, Kaapstad en Dar es Salaam) te noemen. Feeling lucky? Drop dan dat hun bloedspannende tracks als verliefde wildebeestkalveren op de bloed-­­ hete savanne om elkaar heen dartelen. Weet je, John Wizards is gewoon sensationeel goed. Makkelijk zat.

Frikstailers

Damon Albarn

What’s in a name? Frikstailers (spreek uit: Freak Stylers) zien er met hun neonpruiken en keytars inderdaad heerlijk freaky uit. Ze tillen met hun zonnige sound de authentieke ritmes van ZuidAmerika met bleeps en beats naar een hoger level. Rafa Caivano en Lisandro Sona werden groot in de cumbiascene in Buenos Aires, maar bleken ook niet vies van het incorporeren van een

Damon Albarn trekt graag de wijde wereld in om mooie muziek te maken. Of beter gezegd: mooie muziekgeschiedenis. Albarns gevoel voor teamspirit is grenzeloos gebleken, getuige zijn tijd met Blur, de supergroepen Gorillaz en The Good, The Bad & The Queen waar hij in zat, de opera’s Monkey: Journey To The West en Dr Dee die hij maakte, en het samenwerkingsproject

Africa Express. Met Everyday Robots, zijn eerste echte soloplaat ooit, levert de Londenaar een intiem, autobiografisch album af, en neemt hij De Groene Heuvels ook mee in zijn tourschema. De geboren frontman zal een greep doen uit zowel nieuw werk als materiaal uit zijn hele carrière tot nu toe.

beetje murga, dancehall, hiphop, baile funk, dub, kuduro, house en reggaeton in hun tropische electro. En als je al die genres meesterlijk weet te blenden met een diep respect voor traditie én een 21 e -eeuwse touch, dan wordt je wereld ineens heel groot. Authentiek, origineel en oh-zo-dansbaar. Frikstailers dekt de lading.

Hozier

Parquet Courts

Na het alom geknuffelde Light Up Gold komt Parquet Courts dit jaar alweer met een nieuwe plaat! Goed nieuws voor de liefhebbers, want deze poep­ eigenwijze postpunk uit Brooklyn is verslavender dan coke en Netflix bij elkaar. Parquet Courts maakt zijn punt graag kort en staccato, maar vergeet

onderweg niet om met nonchalant scherp afgepaste lyrics de diepte in te gaan. En waar de meeste shorttrackpunkers on stage niet veel verder komen dan blindelings akkoorden raggen, trekken de jongens van Parquet Courts hun nummers met alle liefde voor je ogen uit elkaar.

De van oorsprong Ierse singer-songwriter Andrew Hozier-Byrne groeide in zijn thuisland op met soul, jazz, gospel en blues uit de verste hoeken van Amerika. Hij leerde zichzelf piano en gitaar spelen, en verkoos als een ware autodidact zijn zolderkamer vol instrumenten en boeken boven een muziekstudie. Een plek waar Stevie Wonder en Billie Holiday met net zoveel respect

werden behandeld als James Joyce en Oscar Wilde. Omdat hij de aloude thema’s binnen de zwarte muziek bezingt (denk: verlies, eenzaamheid, verlangen en spijt), komt hij nogal eens in het overhaast getimmerde hokje hedendaagse r&b terecht. Hozier plant zijn oude roots in nieuwe grond, en overgiet ze rijkelijk met whisky, tranen, koper en cello.

Line-up (tot nu toe)

Half Moon Run, Hallo Venray, Hozier, James Vincent McMorrow, John Wizards, Kid Karate, Kuroma, Little Dragon, MGMT, The Naked and Famous, Parquet Courts, Poliça, Rodrigo y Gabriela, Temples, The Soft Moon, Thomas Dybdahl, tUnE-yArDs, Uncle Acid and The Deadbeats, The Veils, Warpaint

Admiral Freebee, Balthazar, The Black Keys, The Bohicas, The Brian Jonestown Massacre, La Chiva Gantiva, Courtney Barnett, Damon Albarn, De Staat, DeWolff, Driving Decks, Eaves, Electric Eye, Floating Points & Motor City Drum Ensemble, Foals, Frikstailers, Greg Wilson,

9

Gc Festival


PITCH Op 4 en 5 juli 2014 is het weer tijd voor je jaarlijkse dosis PITCH in het Amsterdamse Cultuurpark Westergasfabriek. Deze vierde editie brengt je als gebruikelijk de tofste elektronische, crossover acts en dj’s uit buiten- en binnenland.
Nieuw dit jaar is de Park Stage, het open air (jaaaa!) hoofdpodium. Dat wordt lekker met je zonnebril op dansen dus. Glamcult vind je sowieso bij deze shows.

Banks Banks—voornaam Jillian, niet Azealia—houdt van de persoonlijke touch. De Amerikaanse singersongwriter zet haar diepste gevoelens om in rauw en intiem geproduceerde, bezwerende altr&b. Banks leerde zichzelf al op 15-jarige leeftijd muziek maken. Abel Tesfaye (beter bekend als The Weeknd) was na het horen van de schurende beats en electronica op EP London meteen verkocht, en nam Jillian mee op tour. Met sociale media heeft ze weinig op; Banks zette haar persoonlijke telefoonnummer op Facebook. Praat toch makkelijker, vindt de mooie zangeres die connecties liever zonder scherm maakt. Dat belooft wat live!

Darkside

FKA twigs

Bij de gedachte aan Darkside op PITCH valt onze mond nog steeds een beetje ongelovig open. De samenwerking tussen wonderkind Nicolas Jaar en gitarist Dave Harrington was afgelopen jaar nogal een ding. Met hun monumentale album Psychic maakten ze op de valreep vrijwel het coolste album van 2013. Overdreven of niet, het gebeurt vaker als je twee creatieve zwaargewichten in één ruimte laat doen wat ze het beste kunnen. Psychic is een ode aan vooruitgang, aan vriendschap, en aan house, techno en spacerock in de 21 e eeuw. Als je op PITCH om vreemde redenen, maar één concert kunt zien, weet je waar je moet zijn.

FKA twigs wordt al een tijdje luidkeels getipt door welhaast alle muzikale trendwatchers die on- en offline over elkaar heen vallen om je te overtuigen van haar ragfijne, triphoppy r&b. Zelf blijft ze nuchter onder haar supernova-status, precies zoals haar thuisfront op het verstilde platteland van Gloucestershire dat van haar gewend is. Twigs bewandelt onverstoorbaar haar eigen pad, en slaat in haar ongrijpbaar spannende sound en hype-waardige video’s geregeld onaangekondigd de hoek om. Verwacht: middenin een zonnig refrein binnen twee hartslagen een stampvoetende bas, maar bovenal een hypno­t iserende liveset.

Kelela

Slow Magic

Kelela leek met de batterij aan dj’s en producers uit de stallen van Fade to Mind en Night Slugs (waaronder labelbazen Kingdom en Bok Bok zelf) achter zich, flink wat stappen voor te hebben op het overschot aan r&b-zangeressen die de afgelopen jaren de elektronische scene domineerden. Toch waren het haar iconische stem en de zelfgeschreven futuristische, experimentele rhythm and blues die de Amerikaanse Kelela Mizanekristos van haar collega’s onderscheidde, en direct op BBC’s Sound of 2014-longlist knalde. Haar rauwe, dertien tracks tellende debuut, de mixtape Cut 4 Me, is een intelligente, zeer complexe, maar toch makkelijk verteerbare club banger, die Kelela stevig met twee benen op de frontstage zet.

De stralende glo-fi van Slow Magic is meer dan verplichte kost voor spacekezen en zweefravers. Ogen dicht en gaan! Voor een diepgravend verhaal achter zijn sound hoef je bij deze anonieme, met neonkarton gemaskerde producer niet aan te komen. Slow Magic zet in plaats van zichzelf liever zijn gloedvolle chillwave met live percussie in het stralende zonnetje. Prima, we komen toch voor de muziek. Stiekem zouden we alleen wel graag een kijkje backstage nemen als Slow Magic naast SBTRKT en Zomby gezellig in de rij staat voor het artiestenbuffet.

Ta-ku

Tourist Maar weinig Amsterdammers worden vrolijk van toeristen, die op hun huurfietsen over de straten zwabberen. Eén toerist zal de Nederlandse hoofdstad echter met open armen ontvangen, of in ieder geval de vele danceliefhebbers die dit jaar op PITCH zijn: het Britse talent Tourist. Hij brengt zijn muziek uit op het label van Disclosure —een logische keuze voor iemand die nummers maakt waar de soul vanaf druipt, en iedereen de dansvloer op weet te lokken met onweerstaanbare beats en weergaloze melodieën. Genoeg gezegd, nietwaar?

In Australië schijnen tegenwoordig meer talentvolle producers dan koala’s te vinden te zijn. Wie bij Flume en Chet Faker zit te likkebaarden, kan zijn hart ophalen met Ta-ku. Hij is een meester in het opknippen en verbouwen van andermans werk, bewijzen zijn Re-Twerk-series. Maar ook zijn eigen EP Songs To Break Up To is het beluisteren waard. De invloed van zijn grote voorbeeld J Dilla is overduidelijk, maar Ta-ku’s werk verraadt veel meer gekte; het kan alle kanten op en in zijn remix­ en is geen reputatie heilig. De enige twee zekerheden tijdens zijn show zijn de hiphop-vibes en het hoge dansbaarheidsgehalte.

Line-up (tot nu toe)

PITCH vindt op 4 en 5 juli 2014 plaats op het Cultuurpark Westergasfabriek (Amsterdam). Dit jaar zijn er verschillende podia: de Gashouder, de Park Stage, het Transformatorhuis, de Wester Liefde, de Westertent en de Westerunie.

Awanto3 (live), Banks, Buraka Som Sistema, 3 Caribou, Cloud Boat, Darkside, Dorian Concept, FKA twigs, George FitzGerald, Howling, Joy Orbison, Jungle by Night, Kate Boy, Kelela, Kuenta i Tambu, Little Dragon, Lunice, Massive

Een dagticket kost €47,50 (excl. service­kosten) en een weekendticket kost €85,- (excl. servicekosten). Kijk voor het blokkenschema en meer informatie op www.pitchfestival.nl

10

Attack, Moderat, Mount Kimbie, Phon.o, Richie Hawtin, Ryan Hemsworth, Snakehips, SBTRKT, Slow Magic, Ta-ku, The Gaslamp Killer, Theo Parrish (live), Tinariwen, Todd Terje (live), Tourist, Trippy Turtle, Zomby

Gc Festival


Cult 8

Foto uit de serie Boys From School, 2013 (originele foto geschoten door Damon Baker)

6

Foto uit de serie Private, 2013

#4, uit de serie Boyd, 2012

7

Matin Zad

Jacky Hijstek

Mona Kuhn 9

One Hundred And Eight, 2010

Floating Garden, Erunst Barlach Haus, Hamburg, 2013. Foto: Motoi Yamamoto

10

Nils Völker Motoi Yamamoto 6

Jonge, knappe knapen in ongemakkelijke poses—het lijkt het handelsmerk van fotograaf Matin Zad. Hij maakt van zijn modellen minimalistische stil­ levens, waarin altijd iets net niet klopt. Door deze afstandelijke awkwardness in een elegant en gepolijst jasje te steken, weet Matin keer op keer een spannend beeld te creëren, waarbij je als kijker zelf het verhaal af mag maken. Hij opereert het liefst in het grijze gebied tussen reclame, mode en kunst. Hij wenst dan ook niet in slechts één van die categorieën ingedeeld te worden. En hoewel hij nog maar recentelijk afgestudeerd is aan de School of Visual Arts in Toronto, gooit hij in modeland al hoge ogen. Hij heeft er inmiddels samenwerkingen op zitten met Vogue Italia, Duckie Brown en Levi’s, en met de editorial die hij voor hen schoot, sleepte hij in september zelfs de eerste prijs van Bottega Veneta’s New Exposure Photography Competition in de wacht. Mark our words: van deze meneer gaan we nog veel horen… eh, zien! www.matinzad.com

7

8

9

De mensen in de foto’s van Mona Kuhn hebben niet veel om het lijf. Letterlijk. De Braziliaanse fotograaf woont en werkt in sunny L.A., en staat bekend om haar moderne en intieme benadering van het naakte lichaam. Ze slaagt erin om haar objecten (vaak goede vrienden of familie) op intieme en serene wijze vast te leggen, zonder te verzanden in tacky of erotische beelden. In haar serie Acido Dorado, momenteel te zien in Flowers Gallery, laat Kuhn haar model en vriendin Jacintha volledig opgaan in haar omgeving. Het modernistische gebouw Acido Dorado in Joshua Tree National Park bestaat uit glas en spiegels en fungeert als een optisch verlengstuk voor Kuhns lens; als een surrealistische waas, smelten de fragmenten en reflecties van Jacintha’s lichaam samen met de architectuur en de Californische woestijn. Leuk om naar uit te kijken: later dit jaar wordt haar serie Private in boekvorm uitgegeven.

Een mes en haar blote handen, meer heeft ze niet nodig—Jacky Hijstek heeft er al vele mannengezichten mee bewerkt. Eh, hebben we het hier over een psychopaat uit een nieuwe horrorfilm? Welnee, Jacky is kunstenaar en (her-) schept de prachtigste portretten. In 2012 studeerde ze af aan de Willem de Kooning Academie, en volgde daarvoor vakken als glasblazen en Intermediate Sculpture aan het Alberta College of Art + Design in Calgary. Jacky plukt foto’s van internet en brengt hier met chirurgische precisie uitsneden en doorkijkjes in aan, om ze vervolgens te combineren en te vervlechten met andere afdrukken van diezelfde foto. Het resultaat is telkens een gelaagd en complex beeld, in karakteristiek zwart-wit en nooit zonder mysterieus randje (deels ingegeven door de duistere techno die ze tijdens het snijden luistert). Handvaardigheid viert hoogtij in de kunststukjes van deze papierweefster; Photoshop is zo passé!

Nils Völker had eigenlijk nooit de bedoeling om kunstenaar te worden. Nadat hij afstudeerde aan de BauhausUniversität Weimar, werkte hij eerst jaren als grafisch ontwerper. Zijn liefde voor elektronica en kleine robots zetten hem er uiteindelijk toch toe aan computergestuurde installaties te maken. Gelukkig maar, want zijn werk is adembenemend mooi. Met name de reeks installaties waarvoor hij telkens een x-aantal zakken op een rooster van simpele computerventilatoren bevestigt, bewijst maar weer eens dat kunst en techniek elkaar allerminst hoeven te bijten. De waaiers laten de (afval)zakken beurtelings vol en weer leeglopen met lucht, volgens een ingenieuze choreografie. Hierdoor ontstaan een deining, die doet denken aan ademhaling, en een zacht knisperen dat refereert aan de contemplatieve uitwerking van de zee. Wie had gedacht dat een tros vuilniszakken zo elegant en inspirerend kon zijn?

t/m 10 mei, Flowers Gallery, Londen www.flowersgallery.com www.monakuhn.com

www.jackyhijstek.blogspot.nl

www.nilsvoelker.com

10

De indrukwekkende zoutsculpturen van Motoi Yamamoto zijn een heus monnikenwerk. Niet alleen figuurlijk, want zijn artistieke praktijk doet sterk denken aan de mandala’s van gekleurd zand waaraan boeddhistische kloosterlingen zich wekenlang met minutieuze precisie wijden. Het direct na voltooiing weer uitvegen, fungeert als oefening in het loslaten van materiële zaken en de acceptatie van de vergankelijkheid van het leven. Deze les heeft Motoi aan den lijve moeten ondervinden toen hij zijn zusje op 24-jarige leeftijd aan hersenkanker verloor. Met het leggen van zijn vloersculpturen probeert de kunstenaar zijn herinnering aan haar levend te houden. De keuze voor zout is hierbij niet willekeurig; in de Japanse cultuur staat het symbool voor reiniging, rouw en het afweren van negatieve geesten. Ook de spiralen waarin Motoi’s oceanen van zout zich bewegen, representeren wedergeboorte en oneindigheid. Om de cirkel rond te maken nodigt hij zijn bezoekers iedere opening uit om door het kunstwerk heen te lopen en het zout na afloop weer terug te geven aan de zee. www.motoi.biz

11

Gc Update


Cult 11

11

Foto van de performance Kill Your Fathers, Londen, 2013

Sean Francis Burns

Foto uit de serie Boys in Magazines, 2013

Door Misha Kruijswijk

11

12

Een uur voor de voorgestelde tijd belt Sean Francis Burns Glamcult op. Of we het interview niet dan al kunnen doen? Hij heeft het gierend druk met de voorbereidingen voor zijn eindexamen­­s how en heeft net even een gaatje vrij. Ondanks alle stress staat de 22-jarige kunstenaar, die dit jaar afstudeert aan het Goldsmiths College in Londen, ons rustig te woord. Hij is vriendelijk, beleefd en kiest aandachtig zijn woorden. Sean maakt collages en bedenkt minimalistische performances, met de bedoeling om zijn toeschouwers bewust te maken van de vele verborgen structuren die ons denken en handelen beïnvloeden. In zijn werk combineert hij elementen uit het dagelijks leven met afbeeldingen die hij in modetijdschriften vindt. “Hedendaagse fashion magazines”, specificeert Sean, “ik ben niet geïnteresseerd in nostalgie.” Met de uitgekozen ‘voorwerpen’ die hij gebruikt in zijn collages probeert hij bestaande culturele systemen omver te werpen—of dit nu om de kunstgeschiedenis, modeadvertenties of de perceptie van mannelijkheid gaat. Sean zoekt altijd naar beelden die op zichzelf ook uitstekend werken, knipt ze uit en stalt de buit eerst uit op zijn bureau. Tijdens een uitvoerig proces van trial-and-error (en met de nodige portie Britse humor) voegt hij die elementen samen die qua lijn en vorm goed samengaan. Sean ziet knippen als een manier om het gepubliceerde beeld te ondermijnen en de heersende gedachten erover aan de kaak te stellen. Door zijn schaar in het glossy papier te zetten, breekt hij de afbeelding als het ware open en legt de onderliggende betekenis bloot. Sean vertelt zeer geïnteresseerd te zijn in zijn eigen positie binnen de kunstgeschiedenis. Zijn performance Kill Your Fathers was een regelrechte aanval op de patriarchale lijnen die deze historie vormgeven. “Art history is the story of white men”, lacht hij. In plaats van onze artistieke voorgangers klakkeloos te eren, was Kill Your Fathers bedoeld om de omstandigheden die zij voor ons geschapen hebben kritisch tegemoet te treden. Maar dat wil niet zeggen dat Sean er geen persoonlijke helden op nahoudt. Zo noemt hij het gedachtegoed van Craig Owens (de kunstcriticus en homo­ activist uit de jaren 70, niet de zanger) en het werk van Sharon Hayes en Gerard Byrne als grote inspiratiebronnen. Hij prijst de manier waarop zij ons met respectievelijk protestacties en foto­ docu­m enten uit het verleden confronteren en ons dwingen ons begrip van het heden te herzien. “Zij gebruiken hun materiaal op dusdanige wijze

dat ze er bewustzijn mee creëren, en dit is precies wat ik ook hoop te bewerkstelligen met mijn werk.” Een ander groot voorbeeld is Andy Warhol, die uiteraard de ongeslagen meester is in de cultivering van het oppervlak. Hij blijkt overigens niet alleen een grote inspirator voor Seans werk; het indrukwekkende, peroxideblonde bloempotkapsel zou het toupet van het wijlen poparticoon naar de kroon steken. Sean heeft bovendien een hechte vriendengroep à la de Warhol Superstars, die hij veelal uit zijn geboortestad kent. Voor deze kleurrijke entourage horen schmink, gekleurde pruiken en buttless broekjes tot het weekendlijkse opdofrepertoire. De warmte is haast voelbaar door de telefoon, wanneer Sean vertelt over zijn ‘familie’. Opgroeien als homo­ seksueel in een ruige stad als Birmingham was niet makkelijk. Sean en zijn vrienden waren elk op hun eigen manier buitenbeentjes, en het bondgenootschap dat zij in deze tijd smeedden was hierdoor sterk. “Ik vond mijn tienerjaren moeilijk, maar heb geleerd om kracht te putten uit mijn onzekerheid. Ik denk dat ik in Londen, waar we gezamenlijk naartoe zijn verhuisd, pas heb geleerd om dit te vieren.” Sean noemt de avonturen die hij met zijn club beleeft als de bron voor zijn creativiteit, en deze beperkt zich niet tot de beeldende kunsten. De groep vormt al sinds jaar en dag een band: Boy With Wings, waarvoor Sean gitaar en artwork voor zijn rekening neemt. Hij omschrijft hun muziek als “elektronisch, maar zeker niet verstoken van passie”, en noemt de fenomenale stem van zijn vriendin Poppy Tibbets als hun grootste wapen. Momenteel werkt Sean met zijn band hard aan een eerste videoclip en nieuwe nummers. Ook koestert het feestbeest de droom met zijn vrienden een clubavond op te zetten, en misschien een publicatie. Het moge duidelijk zijn: het engelachtige hoofd van Mr. Burns loopt over van goede ideeën. Maar die zal hij voorlopig nog even in de koelkast moeten zetten, want op dit moment vraagt zijn eindexamenshow, die op 19 juni plaats zal vinden, zijn onverdeelde aandacht. www.seanfrancisburns.com

Gc Update



Door Joline Platje Fotografie: Rikke Luna—www.idoart.dk Portret: Carolina Echeverri

SCRMN De Deense kunstenaar SCRMN onderzoekt met behulp van antieke prenten en oude lectuur het onontkoombare verval van alles dat is, de duistere toekomst die de mensheid keer op keer weer te wachten staat. Tot ons grote genoegen kleurt deze queeste zijn kunst niet pikzwart; de wirwar aan vogels, bloemen, sepia foto’s en andere rariteiten geven zijn collages, illustraties en schilderijen stof om over te praten. Wij zouden SCRMN graag de vrije hand in ons poesiealbum geven!

Anders Meisner, oftewel SCRMN, werd geboren in Kopenhagen, waar hij na een aantal internationale omzwervingen nu ook weer woont. Een eigenzinnig kunstenaar die een aanbod van de Gerrit Rietveld Academie afsloeg, toen hij in Amsterdam woonde, omdat hij zijn creatieve ontwikkeling liever op natuurlijke wijze liet verlopen. Geen slechte beslissing, want de vriendelijke Deen heeft een indrukwekkende stijl ontwikkeld die geïnspireerd is door zijn grote voorbeelden Cy Twombly, Philip Guston en Wassily Kandinsky. SCRMN maakt (vaak humorvolle) collages, gedetailleerde pentekeningen en bombastische schilderijen, waar je uren naar kunt kijken en niet over uitgepraat raakt, zoveel informatie gaat erachter schuil. SCRMN is al zijn hele leven lang gefascineerd door zo’n beetje alles wat te maken heeft met wetenschap, natuur, geschiedenis en de behoefte van de mens om zingeving aan het leven te geven. Oorlog en religie zijn dan ook terugkerende thema’s in zijn werk. Hij verwerkt vaak oude kranten, tijdschriften, portretten en antieke illustraties. “Ik haal ze overal vandaan!

“Dit fotoboek is een grote bron van inspiratie. Ik vond het ooit in Parijs. Het loopt van 1932 tot net voor de Tweede Wereldoorlog. Op een aantal van de laatste foto’s hebben de mannen hun legeruniformen al aan. Ik houd van de geheimzinnigheid rond verhalen zonder einde.”

“Dit is een collectie van Deense vooroorlogse tijdschriften, ze vertellen een hoop over de maatschappij. Ze staan eigenlijk gewoon vol freaky stuff. Zo staat er een foto van Hitler in die zijn rozen water geeft, blijkbaar hield de man van tuinieren. Niemand wist nog wat Europa te wachten stond. Ik vind het heel fascinerend dat de toekomst recht om de hoek is, of we het nu willen of niet.”

In zekere zin probeer ik de geschiedenis te herschrijven als ik historische gebeurtenissen naast hedendaagse zet. Als je naar het grotere plaatje kijkt, gebeurde de Vietnamoorlog ook bijna op dezelfde dag dat ik werd gestoken door een bij in 1996. Het universum bestaat al zo lang, onze levens stellen daarbij niets voor.” De kracht van de natuur is altijd aanwezig in SCRMN’s werk, vooral vogels, vissen, planten en bloemen keren steeds terug. Zoogdieren verbeeldt hij het liefste met menselijke eigenschappen en emoties, om ons een spiegel voor te houden van ons gedrag. SCRMN heeft een voorliefde voor verhalen met een onheilspellende afloop, omdat die volgens hem altijd op de loer ligt. “Op dit moment ben ik veel bezig met Rusland. Ik zou mezelf niet per se politiek willen noemen, ik stop gewoon alles dat buiten mijn studio gebeurt in mijn kunst. Ik vind het leuk om te zien wat er gebeurt als ik Poetin naast een plaatje van een surfboard zet en vind het interessant hoe deze twee beelden een gesprek met elkaar aangaan. Ik vertel graag heel veel verhalen in één schilderij. Dat er zoveel uit de mens voort kan komen, maakt de

wereld een rare plek. Een beangstigende plek misschien.” Overigens vindt SCRMN het niet alleen inhoudelijk belangrijk dat de beelden die hij in zijn werk sleept van historische waarde zijn. “Ook esthetisch houd ik van oude spullen. Nieuw papier laat ik net zo lang in de zon liggen tot het klaar is om op te werken.”

“Met een vader en zus in de medische wereld waren ziektes en aandoeningen vaak onderwerp van gesprek tijdens het avondeten. Ik houd ervan om dit soort historische platen nieuw leven in te blazen, om nieuwe verbindingen te maken. Ik ben een groot verzamelaar van antieke anatomische tekeningen.”

www.scrmn.com

“Symbolen betekenen in verschillende contexten vaak hele andere dingen. De kleine vallende mannetjes naast het hoge gebouw refereren bijvoorbeeld zowel aan een man die uit de hemel wordt gejaagd (of het paradijs), als aan 9/11. Als je daarnaast een foto van een meisje plaatst dat wordt geknuffeld door een beer, kun je hier meteen een heel rijk verhaal bij verzinnen.”

14

Gc Platform


Interviews

16 erper w t n o : e g d n M o m e s Lo j e i e t s u Ja o s z l a , m ke n o r a ” a k ? t e W r t “ m n o a k a weg t e i n e e m r e Syn 22 je c “Fo hrod to g o g s ver rafere : 28 o n s m a a kt n bre Lily Pejon, zangeres in.” van de Franse electro­popsensatie Portland: “Dit leven voelt goed.” 30 Eyedress: “Op de Filippijnen is alles te 32 naar koop, ook vrijheid.” t k a a n m e s u g Tor en zeg ziek, e i g n a l m u d at o j i i t h o t em al vind me m k o o d o j i . r g v n n i ee schrijv om


Door Marjolein Stormezand Fotografie: Yuvali Theis

Styling: Tomas C. Toth Haar en make-up: Neringa Sutkuté Modellen: Daphne—Next Models, Naoise—Storm Models, Sasha—Premier Model Management Alle kleding: James Long spring/summer 2014

James Long

16


s e m

Long

a J

Al tijdens zijn idyllische jeugd op het Engelse platteland stond het als een paal boven water dat James Long modeontwerper zou worden, altijd maar bezig met het aankleden van zijn familie en vrienden. Nog steeds houdt de Brit zich het liefste bezig met mode, ook in het weekend. “Als werk en vrije tijd overeen­ komen, leef je de ultieme droom, nietwaar?” 17

Gc Interview


Sokken van stylist

James Long

James lacht als we hem naar zijn leeftijd vragen. “Oh, jullie hebben dit niet online kunnen vinden? Mooi zo!” Zachtjes vervolgt hij: “Drieëndertig…” Voor een modeontwerper met meer dan vijftien collecties op zijn naam nog piepjong. Dat James de fashion in zou gaan, was voor zijn omgeving vrij duidelijk. Hij werd geboren in het Engelse Northampton in een druk gezin met creatieve ouders die er een hippiemoraal op na­­h ielden. Al spelend in de grote tuin met zijn broers, zussen, neefjes en nichtjes groeide hij op. In hun fantasie bewoonden ze de boomhut boven het meer die James’ vader voor hen in elkaar timmerde. Het viel zijn moeder op dat hij een buitengewoon gevoel voor styling had;

James kleedde alles en iedereen in zijn omgeving aan. En al toen James een jaar of negen was, besloot hij een broek voor zijn zus in elkaar te flansen. James creëert nog steeds graag lukraak iets, voor hem is er wat dat betreft niet veel veranderd. “Op een bepaalde manier heb ik die experimentele aanpak er altijd ingehouden. Een goed stuk komt tot stand door veel uit te proberen.” James is hard bezig met het opbouwen van een succesvol modemerk. Hij vindt het vooral een uitdaging om het commerciële aspect van de wereld samen te laten gaan met zijn creatieve proces. Iedere collectie begint—heel traditioneel—met researchen en het maken van schetsen. Dit arbeids-

proces dankt hij aan zijn opleiding aan de Royal College of Arts in Londen, waar hij werd opgeleid om duidelijk te communiceren. Altijd, hoe ‘vaag’ zijn inspiratie dan ook is. Op de studio van James Long zijn er—afhankelijk van de drukte— tussen de zeven en twintig mensen aanwezig. Naast het schetsen wordt daar ook geëxperimenteerd met stof en vorm. De rest wordt uitbesteed. James’ spring/summer 2014 collectie, Beyond the Velodrome, maakt een behoorlijk duidelijke referentie aan de wielersport, niet alleen wat betreft stijl. “Dit was onze eerste collectie als zelfstandig merk, zonder de sponsoring van The British Fashion Council. Dat bracht wat druk met zich mee, van hetzelfde

18

soort dat wielrenners ervaren tijdens een helse tocht. De collectie is daardoor niet alleen een verwijzing naar wielrennen, maar naar alle extreme sporten en de invloed die ze op je gemoedstoestand hebben. James benadrukt wel dat hij geen sportswear designer is. “Sportkleding wordt op zo’n manier gemaakt dat het lichamelijke prestaties ten goede komt. Ik heb daar helemaal geen verstand van.” Sommige seizoenen zijn geïnspireerd door zeer specifieke referenties, andere leunen op al vaker gebruikte ideeën. “Er is geen eenduidige formule voor het maken van een collectie. Ik denk ook niet dat een collectie minder waardevol is als er geen duidelijke ver-


Shorts en sneakers Nike

James Long

19

Gc Interview


James Long

20


Sokken en schoenen van stylist

James Long

wijzing wordt gemaakt. Laatst waren we in Florence, waar we prachtige jersey stoffen vonden die ons deden denken aan de Leonardo DiCaprio uit de jaren 90. Die hebben we meteen gekocht. Soms voelen keuzes eerst random, maar later vallen ze alsnog op hun plek en maak je een verhaal dat nog niet eerder is verteld. Ik ben altijd op zoek naar een beetje gekte, en die komt er juist in door beslissingen te nemen die je op voorhand niet had kunnen maken”, legt James uit. “Achteraf gezien is het altijd makkelijker je werk te analyseren; je herkent elementen waar je vaak verder aan werkt in een volgende collectie. Het enige dat echt telt, is het leerproces.”

Ja, leren doet hij graag. James draagt daarom zijn kleding ook altijd zelf. “Ik heb zoveel kleding van mezelf dat ik wel gek zou zijn om die niet te dragen”, lacht hij. “Je leert je eigen stukken het beste kennen als je ze draagt. Je voelt welke naad goed gestikt is, en dat soort dingen.” Maar wat is draagbaar eigenlijk? “Alles dat je kunt dragen, zonder dat het jou draagt! Waarom zou je iets niet aantrekken, als je ermee wegkomt? Ik zou nooit prediken wat wel en niet kan. Kleding moet je gelukkig maken, en het is niet mijn plek me daarmee te bemoeien.” Sommige van zijn klanten zijn extravagant, anderen niet. “Mensen zijn er niet om in een hokje te stoppen”, meent de ontwerper. James

probeert slechts bij te dragen in het modewaardig opleuken van het leven dat zijn afnemers leven. “Al zou ik wel graag zien dat de mannen in het Westen meer naar de Japanse man zouden kijken; die durft zichzelf veel explicieter uit te drukken.” Het mooiste aan zijn werk vindt James nog steeds het moment waarop alle ideeën samenkomen: de show. Alle mensen die zo hard hebben meegeholpen aan de realisatie van een collectie zien dan het resultaat. Voor James vormt het bovendien een waardevol overzicht van een afgesloten periode. Voorlopig is hij nog lang niet klaar met mode. James beschouwt zichzelf als een relatief nieuwe ontwerper die nog een hoop

21

moet uitzoeken. Zoals bijvoorbeeld minder overuren maken? James maalt daar helemaal niet om; zijn label is zijn favoriete weekendbesteding. “Als werk en vrije tijd overeenkomen, dan leef je de ultieme droom, nietwaar?” www.jameslonguk.com

Gc Interview


Door Britte Kramer


n y S chr o dogs Soms gebeuren dingen per ongeluk, en vaak komen daar de meest interessante dingen uit voort. Zo ook in het geval van Roman Noven en Tania Shcheglova, die beiden hun eerste camera’s van vrienden kregen en inmiddels het Oekraïnse fotografenduo Synchrodogs vormen. Foto uit de serie fobia

23

Gc Interview


Foto uit de serie Reverie sleep

Synchrodogs

Hun eerste, simpele camera’s—het soort apparaten waar ze nog steeds het liefst mee werken—kregen ze van vrienden. Zo kwamen ze erachter dat fotograferen eigenlijk een heel goede manier is om de creatieve ideeën waar ze, toen nog los van elkaar, mee rondliepen te concretiseren, te verbeelden. De beste manier die ze tot nu toe gevonden hebben zelfs. Want zo werkt het bij Synchrodogs: fotografie is niet een doel, maar een middel om hun ideeën naar buiten te brengen. “En het vermaakt ons brein”, aldus de Oekraïense Roman Noven en Tania Shcheglova. Hun kenmerkende kleurrijke, maar niet zozeer vrolijke, grafische stijl

was niet vanzelfsprekend vanaf het begin. “Het eerste jaar waren we vooral aan het experimenteren, leren en proberen.” De ‘onvolwassen’ stijl in hun eerste werk was de overkoepelende factor die hen samen bracht. Het duo, inmiddels ook in de liefde, ontmoette elkaar op een website voor fotografen. Ze herkenden in elkaars werk hun eigen visie en begonnen samen te werken, voornamelijk aan fotodagboeken. Hun kracht zit, volgens henzelf, in het feit dat ze alles met z’n tweeën doen: ideeën bedenken, een locatie zoeken, het kader bepalen, en de decorstukken verzamelen en maken. Alleen het zakelijke deel, zoals e-mails beant-

woorden over exposities en publicaties, splitsen ze op. Hoewel ook daar meestal eerst gesprekken aan vooraf gaan. Ze geven niets uit handen, ook niet de styling. De meeste props, kledingstukken en sieraden die je terugziet in de foto’s, zijn dan ook eigenhandig gemaakt door de twee. Ten tijde van het interview zijn Roman en Tania op ontdekkingstocht in Amsterdam. En dat bevalt ze. “We hadden wat afspraken staan, maar we hebben voornamelijk de omgeving verkend. We zijn naar het strand gegaan, en we hebben daar een hert, heel veel konijntjes én een vos gezien, die superdichtbij kwam. Zulke uitstapjes

24

naar natuurgebieden inspireren ons enorm. Dat onze gezichten een beetje verbrand zijn, nemen we dan maar voor lief. Oh, we hebben trouwens ook heel veel door vensters staan turen. Maar dat is ook een beetje de bedoeling, toch? Elk huis is zó authentiek, net als de mensen die er wonen. Gisteren gingen we van raam naar raam, om uren rond te dwalen en uiteindelijk volledig te verdwalen”, vertellen de twee. De meest memorabele dag in hun carrière was de dag dat ze de bergen in gingen, om de bewakers te fotograferen die, inderdaad, proberen te voorkomen dat mensen de natuur ingaan. Het spannendste moment? Door het gebergte

Foto uit de serie Animalism, Naturalism




Foto uit de serie Animalism, Naturalism

Synchrodogs

rennen, al vluchtend voor de politiemannen die achter ze aankwamen nadat ze ontdekt waren door die bewakers. Synchrodogs zijn “honden die exact dezelfde waarneming en smaak hebben. Gesynchroniseerde honden, zeg maar…” Met hun opmerkelijke werkwijze en de spannende beelden die hieruit voortkomen, bleven ze niet lang onopgemerkt; ze deden onder meer shoots voor Urban Outfitters en BIMBA Y LOLA. En dat was best anders werken zonder de algehele vrijheid die ze gewend zijn te hebben, al deden ze er alles aan om die te behouden. “Als we in opdracht werken, ontwikkelen we een concept vanuit het merk en het thema

Foto uit de serie Reverie sleep

van de collectie. Onze klanten snappen heus wel dat wij niet iets standaards gaan doen. Daarom kiezen ze juist voor ons.” Met kledingmerken als opdrachtgevers werk je ook met modellen, terwijl Tania en Roman doorgaans het liefst elkaar fotograferen. Zij snappen nu immers het beste van elkaar wat de bedoeling is. “We zijn daarom altijd nauw betrokken bij de casting. We willen meisjes die ons inspireren om wie ze zijn, zodat we alleen maar hoeven te proberen het beste uit ze te halen.” Roman en Tania gaan niet over één nacht ijs. “We zijn perfectionisten in hart en nieren. We werken aan een beeld tot het goed genoeg voelt om

op de knop te drukken.” Nooit met grootse plannen in gedachten, ze doen het enkel voor hun eigen ontwikkeling. “We denken niet aan galeries waar we zouden willen exposeren of merken waarvoor we willen werken. Als we goed genoeg zijn en we ons verder blijven ontwikkelen dan komen de kansen vanzelf onze kant op, geloven we.” Hun grootste droom? Om ooit een jachtluipaard voor de camera te hebben. “Of nou ja, om er één te zien zou al genoeg zijn, zodat we z’n awkward kop aan zouden kunnen raken.” En een groter toekomstplan? “Complete vrijheid, dat is onze droom. Maar niets concreets. We weten dat we overmorgen

27

terug naar Oekraïne vliegen, maar that’s about it. Aan langetermijnplanning doen we niet, daarvoor verandert het leven te snel. Het enige dat we hopen is dat we ons kunnen blijven ontwikkelen. Er komen wat exposities aan, waarvoor je onze Facebook en blogs in de gaten kunt houden. En verder hopen we heel wat handtekeningen te gaan zetten in ons boek: Byzantine!” www.synchrodogs.com

Gc Interview


Door Britte Kramer Fotografie: Stephane Pitti

d n a l t Por

28


Portland De aanstekelijke electropop van Portland is door de bandnaam online vrijwel onvindbaar. De Fransozen geloven zelf dat ze heus wel bovenaan het lijstje Google-resultaten zullen staan zodra ze beroemd zijn. Dat kan met de catchy single Deezy Daisy en een twaalf tracks tellend album, dat nog voor de zomer zal verschijnen, niet lang meer duren. En dan hebben we het nog niet eens over de ultieme gunfactor van frontvrouw Lily Pejon. “Sorry my English is a bit dirty.”

Lily Pejon steekt meteen van wal tijdens het Skype-interview dat Glamcult met haar heeft. “Ik zei altijd: ‘De dag dat ik mijn liedje in een winkel hoor, wordt de beste van mijn leven’. Twee uur geleden stond ik in de H&M met een jurkje in mijn handen, toen het opeens zo ver was. Ik kon wel janken en schreeuwde tegen het meisje naast me: ‘DAT BEN IK! DAT IS MIJN LIED!’ Ze keek me aan alsof ik compleet gestoord was! Ik belde mijn oma, hield de telefoon omhoog en riep: ‘Hoor je dat oma?!’ Nee natuurlijk, ze hoorde niks. Ik had ook iemand anders moeten bellen, iemand die nog wel goede oren heeft.” Het verhaal van Portland begint vijf jaar geleden op een feestje. De toen 17-jarige Lily gaf, lichtelijk aangeschoten, spontaan een act weg en de volgende dag hing drummer Thibault Richard aan de telefoon. Of ze niet eens samen konden werken. “In eerste instantie was ik een beetje terughoudend. Ik dacht dat het een smoesje was, datie me gewoon leuk vond.” Maar Lily ontdekte dat hij echt drumde. Én dat hij goed was. Die afspraak kwam er dus, en de muzikale klik ook. Twee maanden lang richtten ze zich op het spelen van progrock. Tot ze componist, pianist en electrofan Martin Murer tegenkwamen. “Hij nam ons mee in de wereld van elek­t ronische muziek, ook al vond ik het eerst robotgeluiden. Op een beetje folk, rock, Jay-Z en Beyoncé na, luister ik bijna niets anders meer. Vooral Chromatics en, wacht, ik kijk even tussen mijn platen… Oh, natuurlijk, Flight Facilities vind ik te gek.” De band begon vierkoppig, maar hoe meer gitarist Adrien Castellani proefde aan de eventuele bekendheid die zou volgen, hoe meer hij besefte dat het niets voor hem was. Een vervanger kwam er niet. “Het is eigenlijk ideaal

met z’n drieën. Zo krijg je geen clubjes binnen de groep.” In de beginfase werkte de band nog onder de naam Birds Escape, maar dat ging er niet zo in bij de Fransen. “Dan vroegen ze: ‘Quoi? Birds? Escape?’ We moesten dus op zoek naar iets simpelers. Portland klinkt puur. Bovendien is het een stad waar we elke nacht van dromen.” Zelf komt de band uit Metz—een stad met een levendige muziekscene en een hoog bandjesgehalte. Toch wist Portland er bovenuit te stijgen, onder meer door een wel heel toevallige ontmoeting. “We speelden op festival Le Printemps de Bourges toen er een klein meisje joelend op ons af kwam rennen en met ons mee begon te dansen. Daar kwam een schreeuwende man achteraan: ‘Waar is mijn dochter?!’ Die man bleek Emmanuel Roche, onze ‘spiritual father’. Hij vertelde dat hij droomde van een carrière in de muziek, dat hij ons interessant vond en uitgever was. ‘Oké, cool’ zeiden we, ‘maar wij schrijven geen boeken.’ Zes maanden later zegde hij zijn baan op en werd hij onze manager. Gratis, omdat hij iets in ons zag. Emmanuel kent veel mediamensen in Parijs, waardoor onze demo vorig jaar juli bij het label Kitsuné belandde. Een dag later vroegen ze ons om langs te komen.” Na een relaxte meeting op het Kitsuné hoofdkantoor, veel ‘Oh my Gods’ en kneepjes in de arm kwam de eerste single uit: Deezy Daisy. De Franse zender Canal+ gebruikte het lied onder de talkshow Le Grand Journal, winkels draaiden het en fans dienden zich aan. “Mensen schrijven dat ze onze muziek cool vinden —ook in vreemde talen. Er zijn er zelfs die op ons lied voor het eerst gezoend hebben. Hoe mooi is het dat wij met onze muziek momenten creëren?! Een vriend belde laatst op vanuit een mini-

café met drie mensen op een Thais eilandje, werd daar Deezy Daisy gedraaid! Ik blijf het raar vinden dat andere mensen naar onze muziek luisteren. Dat het mijn stem is, maakt het extra gênant. Ik bedoel, ik weet dat ik best kan zingen, maar zó bijzonder nou ook weer niet.” De studies rechten, architectuur en muziekwetenschap werden afgebroken en vervangen voor horecabaantjes. Was dat niet eng? “Oh hell yeah, doodeng! Mijn ouders zagen me het liefst advocaat worden. En daar kwam ik: ‘Hé jongens, ik stop overal mee. Ik word muzikant. En oh ja, ik heb geld nodig.’ Martin ging zelfs noodgedwongen weer bij zijn ouders wonen. Maar we weten nu wat we willen. Door het schrijven sta ik veel meer open voor de wereld om me heen. Ik realiseer me steeds meer dat alles om familie, vriendschap en liefde draait. Vrienden kopen een nieuwe jas, een nieuw bed, een nieuwe auto. En ja, dat is soms confronterend, maar als band omhelzen we alle kanten van dit bestaan. Dit leven voelt goed. Bovendien willen we muziek ook niet echt als werk zien. We hebben dat een tijdje geprobeerd, but it killed everything. Wie weet wat voor gedoe je krijgt als er serieus geld in het spel is?” Ineens fulltime bezig zijn met muziek maken is niet alleen op financieel gebied best heftig voor een meisje van rond de twintig. “Ik had een behoorlijk vertekend beeld van het muzikantenleven. Ik zag alleen maar drank, cocaïne, sigaretten, cocaïne, slaapgebrek, cocaïne, seks, en dacht: ‘Als ik cool en beroemd wil worden, moet ik dat ook!’ Op een gegeven moment pakte ik mijn moeder vast en zei: ‘Help! Dit is niks voor mij!’ Maar gelukkig ben ik inmiddels een stuk zekerder, ook over mijn uiterlijk. Ik voelde als frontvrouw nogal wat druk op mijn schouders, en dacht dat

29

ik ook qua looks iemand anders moest zijn om succesvol te worden. Maar juist toen ons label destijds zei dat ik mijn haar moest blonderen, sexy moest dansen en mijn Franse accent moest benadrukken, dacht ik: ‘Fuck off, bastards!’ Ik ben extreem gevoelig, en wil juist dat meisje dat elke minuut in huilen kan uitbarsten laten zien. Blond haar wilde ik altijd al, geïnspireerd door mijn idolen Marilyn Monroe en Brigitte Bardot. Vandaar dat ik er nu eindelijk voor ben gegaan—na alle kleuren van de regen­ boog te hebben geprobeerd. Maar ik zal nooit verplicht iets aan mijn uiterlijk of performance veranderen. Ooit heb ik op aanraden tijdens een optreden een Lana Del Rey-achtige show neergezet. Dat was zogenaamd ‘trendy’, maar ik voelde me doodongelukkig. Bijna als een prostituee die haar ziel verkocht. Het was mijn slechtste optreden ooit. Ik ben juist een stuiterbal op het podium. De dag na een optreden heb ik overal pijn. Sowieso. Dat wordt nog wat als we gaan touren.” Wanneer die tour start, is nog even de vraag. Portlands debuutalbum verschijnt, hoewel wat later dan gepland, in ieder geval nog voor deze zomer. “Het wordt een intense, emotionele, elektronische plaat, met—als ik hard genoeg oefen de komende tijd— hier en daar een beetje gitaar. We hebben ons laten inspireren door Billie Holiday, David Bowie en James Blake, omdat Martin daar groot fan van is. De teksten heb ik geschreven. En hoewel ik altijd al veel gedichten en verhalen maakte, was dat nieuw voor me. Niet dat ik een schrijver ben, maar ik vind het leuk om te doen alsof. En alles is nieuw, want oud werk teruglezen doe ik liever niet, zó gênant. Ik bedoel: mijn beste lied heet Deezy Daisy…”

Gc Interview


s s e r d e Ey

30

Door Emma van Meijeren Fotografie: Vrederick


Eyedress Op de Amsterdamse Wallen sprak Glamcult de Filippijnse Idris Vicuña, ofwel Eyedress. In zijn thuisstad Manilla waren corruptie en drugs jaren aan de orde van de dag voor de producer. Maar inmiddels gaat het hem voor de wind en is the red light district slechts een gezellige tussenstop op de vele reisjes die Idris maakt.

Idris Vicuña was in de Filippijnse muziek­ scene al langer bekend als de gitarist van de garagepopband Bee Eyes. Hoewel zijn band het goed deed, wilde Idris toch liever als soloartiest verder. Hij maakte al enkele jaren beats en het enige dat ontbrak was de moed om ook te zingen. Muziek maken zonder anderen is makkelijker voor hem. “Luisteren naar de ideeën van bandleden nam een deel van mijn eigen artistieke vrijheid weg”, legt hij uit. Nu hij zelf alle beslissingen maakt, kan hij doen wat op dat moment goed voelt: dromerige, melancholische en at times psychedelische synthpop maken. Een naam uitzoeken voor zijn soloproject was makkelijk. Omdat iedereen zijn voornaam verkeerd uitsprak, koos hij voor ‘Eyedress’, wat fonetisch hetzelfde klinkt als zijn voornaam ‘Idris’. Pas vanaf zijn 16 e woont de inmiddels 23-jarige Idris op de Filippijnen, omdat het gezin Vicuña toen vanuit de Verenigde Staten terug naar Manilla verhuisde. Vanaf dan komt hij op het

verkeerde pad terecht. Idris gaat niet meer naar school, dwaalt stoned door de straten van Manilla en raakt steeds vaker in de problemen. Meer dan eens wordt hij opgepakt door de politie op illegale drugsraves, maar vanwege een invloedrijke grootvader is hij altijd snel genoeg weer op vrije voet. “Op de Filippijnen is alles te koop”, vertelt Idris, “diploma’s, maar ook vrijheid.” Sinds het uitbrengen van zijn derde en laatst uitgebrachte EP, Supernatural, is er veel veranderd. Idris trouwde met een Japans fotomodel, was support act van Grimes en How to Dress Well, produceerde voor Le1f en werd opgenomen in de mixtape van Oneman. Hij vertelt dat hij weer op het rechte pad is, en dat hij zonder zijn periode in Manilla nooit gekomen was waar hij nu staat. Hij is ervan overtuigd dat hij genoeg heeft geofferd en dat de tijd rijp is voor zelfontplooiing. “Ik heb het gevoel dat er magie te maken valt met mij”, zegt Idris dromerig. “In tegenstelling tot vroeger ben ik minder egoïstisch.

Wat ik nu doe met mijn muziek is onbaatzuchtig. Ik stel me kwetsbaar op door mijn muziek met anderen te delen en door te zingen als een meisje.” Deze ontwikkelingen zijn volgens hem een gevolg van de stand van de sterren. Hij beseft zich dat niet iedereen met hetzelfde dierenriemteken dezelfde dingen meemaakt als hij, maar hij ervaart zijn astrologische voorspellingen als zeer nauwkeurig. “En eindelijk staat het universum weer aan mijn kant”, verzucht hij serieus. Niet alleen op het gebied van muziek maar ook als videoregisseur wil hij zich graag ontwikkelen. De clips die hij de afgelopen jaren maakte voor nummers als Nature Trips en Everything We Touch Turns Into Gold vindt hij er nu overigens amateuristisch uitzien. “Ik zou inmiddels veel beter kunnen. Het lijken wel studentenfilms”, lacht hij. Om zich totaal op zijn eigen werk te kunnen focussen, werkt hij liever helemaal niet met andere cinematografen. “Ik houd die energie liever voor mezelf. Sterker nog, als ik nu met een grote naam zou werken

31

zou dat voelen alsof ik vreemdga. Ik word liever zelf zo’n bobo waar anderen mee willen werken.” Binnenkort verschijnt er weer een nieuwe EP, Hearing Colors. Idris vertelt dat hij veel inspiratie in de hiphop vond. “Ik probeer net als Drake en Kanye West allerlei genres muziek bij elkaar te nemen en hier een collage van te maken.” Naast andere muzikanten lijken ook drugs hem te bezielen; een aantal van zijn beste nummers nam hij op onder invloed van wiet en valium. Op de vraag hoe Amsterdam hem bevalt, antwoordt hij: “High Amsterdam!” Hmm, er mag dan veel ten gunste zijn veranderd in het leven van Idris, zijn drugsgebruik is er de afgelopen jaren niet minder op geworden. Laten we gewoon hopen dat de sterren de komende jaren gunstig blijven staan! Eyedress treedt op 9 mei op tijdens London Calling in Paradiso (Amsterdam).

Gc Interview


Door Leendert Sonnevelt Fotografie: Benjamin van Witsen Laten we er niet omheen draaien, een overschot aan producers die buiten de lijntjes durven te kleuren is ons land niet bepaald rijk. En soms glipt een veelbelovend talent zelfs bijna onopgemerkt door de mazen van het Nederlandse net. Joeri Woudstra bijvoorbeeld, die in het afgelopen jaar als Torus de planken van onder andere Social Club (Parijs) en het The Great Escape-festival (Brighton) betrad. Dat alles nog vóór de release van zijn tweede EP, toen ook in ons kikkerlandje eindelijk een belletje ging rinkelen. “Ja, ik ben het afgelopen jaar bekender geworden”, geeft hij met gepaste trots toe. “Maar dat ligt vooral aan mezelf. Mijn eerste EP werd heel positief ontvangen door sites als Resident Advisor en FACT Magazine, we richtten ons toen helemaal niet op Nederland. Sonic Router, mijn label, zit in Londen en heeft beide EP’s daar uitgebracht. Voor Feeel, mijn tweede project, heb ik zelf maar wat mensen benaderd. Volgens mij dachten ze hier toen eindelijk: ‘Wie is deze guy?!’” Joeri’s muzikale carrière ging op 10-jarige leeftijd van start, toen hij begon met drummen. Een paar jaar later zag de jonge Hagenees hoe steeds meer van zijn vrienden muziek gingen produceren en als dj aan de bak raakten. Achterblijven was voor hem geen optie. Al snel zette Joeri onder de naam Deadstokdonut zijn eerste “shit”—zonder twijfel Torus’ favoriete woord—op YouTube. “Deadstokdonut was niet zo’n slimme naam, ik weet ook niet waarom ik mezelf ooit zo heb genoemd! In die tijd was dubstep nog cool, dus maakte ik dat. Tot ik artiesten als Flying Lotus leerde kennen en alleen nog maar

Torus Donuts, shout-outs naar Juicy J, fluo­riserende pakjes Capri-Sonne, marmer en huiskamerplanten vormen het imago van Torus, alsof de Facebook-hit Museum of Internet mens is geworden. “Ik trek dingen graag uit hun context”, vertelt de jonge Nederlandse producer aan Glamcult—uiteraard onder het genot van een fel­gekleurde frisdrank. “Mijn nummers zijn emotional, al klinkt dat in het Nederlands een beetje dom. Muziek moet me raken, maar ik ben absoluut géén zielige boy.” beats wilde produceren. Ik kwam erachter dat mensen heel veel zinloze shit op internet zetten, en door die realisatie wilde ik juist iets serieus doen. Ik begon helemaal opnieuw, en Torus werd geboren.” Behalve zijn dubstepbeats liet Joeri ook zijn “domme” alias achter. “In mijn eerste naam zat donut. Een van mijn vrienden kwam erachter dat de wiskundige benaming van een donutvorm ‘torus’ is, en schreef een nummer met de titel Ode to Torus. Ik noemde meteen mijn eerste EP zo, en besloot om ook mijn naam te veranderen.” De obsessie met objecten die Wikipedia “driedimensionale omwentelingslichamen” noemt, gaat ver. Niet alleen in Torus’ eigen uitingen, maar ook in projecten voor andere artiesten laat het sporen na. Een recente videoclip van techno-dj Danny Daze verraadt bijvoorbeeld binnen enkele seconden wie de maker is. “Die video mocht ik maken voor het label van Jimmy Edgar”, glundert Joeri. “De donutvormen stopte ik erin als grapje voor de mensen die weten dat ik onder de naam Torus muziek maak. Het is een soort shout-out naar mezelf.” Voor Feeel, zijn laatst uitgekomen EP, creëerde Torus het totaalpakket rondom de muziek—van een geïllustreerde hoes tot visuals bij de complementaire liveshow. “Ik probeer de grenzen van mijn studie—grafisch ontwerp—op te zoeken en me te richten op autonome kunst. Huisstijltjes maken? Nee, dat lijkt me shit.” Uitleg geven over de totstandkoming van zijn muziek vindt de producer lastiger. “Dat verloopt heel organisch, ik probeer vaak maar wat met geluiden die ik vind of maak. Ik heb twee boxen, een computer, een synthe-

sizer en een Roland-sampler. Soms begin ik alles zonder mijn computer, om uiteindelijk de geluiden daar wel mee in elkaar te zetten en reverb mee toe te voegen. Of ik maak juist heel bewust alles digitaal. Eigenlijk ga ik pas echt aan de slag als ik teveel tijd heb; mijn gedachten moeten vrij zijn.” “I want to cry a little”, luidt de beschrijving van Feeel op Soundcloud. Een tag met een hoog Tumblr-rap-gehalte, maar ook een omschrijving die wel degelijk van toepassing is op Torus’ gevoelige geluidsstructuren. “Dat heeft mijn label geschreven. Ja, dat weet ik heel zeker!”, grapt hij. “Het is wel echt een terechte omschrijving. Mijn muziek is soms melancholisch, emotioneel. Nee, emotional klinkt een stuk beter. In het Nederlands klinkt het een beetje suf. Ik vind het goed als muziek me raakt, maar ik maak het niet omdat ik me zielig voel.” Dat Torus opkijkt tegen Tom Krell, de man achter How To Dress Well, verbaast dan ook niemand. “Hij heeft heel veel meegemaakt, dat is pas écht zielig! Zijn beste vriend is overleden, en meer van dat soort shit. Ik vind zijn muziek supermooi, dus misschien klinken mijn tracks daarom een beetje zo.” Los van zijn neerslachtige kwaliteiten in muzikaal opzicht, is Torus allesbehalve zwartgallig. Ook dat wordt op Soundcloud bewezen, en wel met een remix van Soulja Boy’s Turn My Swag On. “Ik vind het leuk om iets te maken van nummers die allang grijs­ gedraaid zijn”, stelt hij. “Zo heb ik net een nieuwe mix gemaakt voor Waka Flocka Flame, maar voor Juicy J of Lil B zou ik dat ook graag doen. En voor Young Thug, die ging laatst op de foto

32

in een jurk (mét panterprint, red.). Dat vind ik hard! In mijn dj-sets combineer ik hiphop met het tegenovergestelde: trance, dubstep, Memphis-shit uit 1993 en Braziliaanse baile funk. Ken je dat?” Niet alleen Torus’ smaak is veelzijdig, ook zijn eigen muziek lijkt te evolueren. “Ik werk momenteel samen met Lofty305, een rapper uit Miami. Het wordt ook makkelijker om op mijn volgende EP te dansen.” Een fascinerende obsessie van Torus waar vrij weinig over toe te lichten valt, is zijn schijnbare verslaving aan Capri-Sonne. “Ik vind het best wel lekker”, vertelt hij droog, “maar het betekent verder niets. Ik trek graag dingen uit hun context om er een soort popart van te maken. Mensen snappen dat niet.” De liefde voor marmer valt binnen eenzelfde categorie. “Stel je voor dat ik middenin de stad een heel groot marmeren paard zou zetten, met daarop de basketballer LeBron James. Of Kim Kardashian en Kanye West, samen onder één enorme mantel!” Omdat deze fantasie hoogstwaarschijnlijk bij een droom zal blijven, vragen we Torus toch maar naar een realistischer doel: zijn eerste album. “Dat komt er sowieso, maar daar ben ik helemaal nog niet mee bezig”, antwoordt hij met een grijns. “Ik heb pas twee EP’s, dat kunnen er wel zes worden. Het maken van vijf tracks veroorzaakt heel veel stress, laat staan twaalf. Dat is echt andere koek! Ik ben pas 20 en moet nog twee jaar studeren. Nee man, ik heb nog genoeg tijd.” www.t-o-r-u-s.com

Gc Interview


Visual Essays

34 y l l a e r I w o n k don’t . l l a t a s cloud ale Fotografie: V

ntina Vos

40 For now see thro we u glass da gh a rkly. Fotogra

fie: Wil

46 The color of . y e r g s i h t u r t Fotografie: Pablo Delfos

liam Bak

er


y l l a e r I know t ’ . n l l a o t a d clouds


Links Jurk Winde Rienstra, sieraden Otazu

Rechts Top Aziz Bekkaoui, rok David Laport, oorbellen Otazu


Links Bomberjack Won Hundred, lange jas Peet Dullaert, sieraden Otazu

Rechts Top Anbasja Blanken, rok Claes Iversen, sandalen United Nude, oorbellen Otazu



Links Bloes Jan Boelo, rok David Laport, oorbellen Otazu

Rechts Top Aziz Bekkaoui, sieraden Otazu


Fotografie: Valentina Vos—Witman Kleipool Artwork: Alana Dee Haynes Styling: Ekaterina Razgonova—Eric Elenbaas Agency Haar and make-up: Magdalena Loza—House of Orange Model: Cicely—Paparazzi Models


e w w o a n r h Fo throug . y l e k r e s ss da a l g


Toby Jas en broek Tan Wen, top Astrid Andersen

Aaron Jas Xander Zhou, mondstuk Daniel Ramos Obreg贸n


Toby Hoed en broek Tan Wen

Aaron Top Astrid Andersen, mondstuk Lara Jensen




Aaron Overhemd Dani Yuste, hoed Tan Wen, porceleinen hand Daniel Ramos Obregón

Toby Trui Saint Laurent

Fotografie: William Baker Styling: Tom Eerebout Make-up: Suzy Rycroft voor MAKE UP STORE Haar: Alex James Fairbairn voor Fudge Hair Set design: Stevie Stewart Modellen: Toby Leonard—Models 1 en Aaron Frew—D1 Models Assistenten Fotografie: Martin Plasek (lichtplan) en Rob Billington Assistenten Styling: Jessica Hatch en Jordan Spires Met dank aan ProVision Studios (Londen)


r lo

o c e Th h t u r t f o


is gr ey.



Fotografie: Pablo Delfos Make-up: Siddhartha—NCL Representation Haar: Martin Wentzel—The Flying Barber Model: Renee Meijer—Wilma Wakker model management


traditioneel product, zodat de originele Desert Boots een geheel nieuwe betekenis kregen die veel verder gaat dan wat je in eerste instantie ziet.” Met de schoenen die PATTERNITY voor dit seizoen ontwierp worden de klassieke Originals vrijpostig in een nieuw jasje gestoken, dat aan alle eisen van de twee voldoet. “Voor deze eerste collectie hebben we gekeken naar de fundamentele bouwstenen van het leven, de vormen die overal om ons heen zijn. Het design is simpel, maar sterk, en vormt een interessante balans tussen mannelijk en vrouwelijk, licht en donker, hard en zacht, en glanzend en mat. Het leven draait immers om het begrijpen van contrasten”, aldus het duo dat dagelijks te maken heeft met dit soort tegenstellingen. Deze, wat Glamcult betreft, zeer geslaagde collab krijgt voor autumn/ winter 2014 een vervolg; de cirkels, lijnen, vierkanten en driehoeken van Patternity springen dan bijna letterlijk uit het leer van de authentieke Clarks Desert Boots. www.clarks.nl De spring/summer 2014 collectie van PATTERNITY is verkrijgbaar bij Clarks Originals in de Huidenstraat 21, Amsterdam.

spring/summer 2014

Fotograaf Anna Murray en productontwerper Grace Winteringham richtten in 2009 hun creatieve en inmiddels awardwinning studio PATTERNITY op in Londen. De twee zien letterlijk overal patronen in—van zwembadmozaïeken, glazen flatgebouwen en zonnepanelen tot bloemblaadjes, olievlekken en tornado’s. Anna en Grace worden internationaal gewaardeerd om hun innovatieve aanpak in het verwerken van de patronen die zij in alles om hen heen waarnemen, en die ons allen verenigen. Ze zijn van mening, zo laten ze ons weten in hun manifest, dat een gezamenlijk besef van patronen onze wereld nog mooier kan maken. Het product dat ze hebben gemaakt voor Clarks Originals doet precies dat. Met hun ongeëvenaarde positie als de go-to autoriteit op gebied van patronen weten de twee de wereld om hen heen zelf namelijk ook mooier te maken, of in ieder geval de spring/summer 2014 collectie die zij als Originals Pioneers van Clarks ontwierpen. Het duo voelt zich vereerd om samen te werken met “zo’n iconisch merk”, waarmee het een fascinatie en waardering voor detail, materialen en baanbrekend vakmanschap deelt. “In deze samenwerking mochten we onze sterk verhalende patronen toepassen op een

autumn/winter 2014

PATTERNITY x Clarks Originals Dat we fan van Clarks zijn hier in de Lage Landen, staat vast; de Desert Boots lijken al tijden niet aan te slepen. Van de samenwerkingen die Clarks met hun ‘Originals Pioneers’ heeft, worden we al helemaal blij. Eerder verbonden rapper DOOM, fluteboxer Nathan Lee en set designer Anna Lomax hun naam al aan de schoenen. En nu is het de beurt aan de meisjes van PATTERNITY, die met hun gedurfd gelakte geometrische prints een nieuwe dimensie aan het zachte suède van de Originals geven.


Film Muppets Most Wanted Door Maricke Nieuwdorp

Last Hijack

Vanaf 8 mei Regie: James Bobin Acteurs: Tina Fey, Ricky Gervais, e.a. Het is doodsimpel, als je fan bent van de Muppets, dan valt er nauwelijks iets tegen een bezoek aan hun tweede bioscoopavontuur in te brengen. Iedere Muppet is van de partij, beroemdheden stonden weer te trappelen voor een cameo van luttele seconden en er wordt gezongen, gestunteld, en geblunderd door zowel Muppets als hun menselijke collega’s. Wat wil je nog meer? Nu de Muppets na hun filmdebuut hot zijn, nemen ze een manager. Deze Dominic Badguy (Gervais) blijkt echter een handlanger van ’s werelds grootste crimineel, de Russische Con-

stantine, die als twee druppels water op Kermit de Kikker lijkt. Badguy plant een roofreis door Europa, met de reizende Muppet Show als cover-up. Constantine (“It’s not easy being mean!”) neemt de plaats in van Kermit, die op diens plek in een Siberische gevangenis terechtkomt. De Muppets hebben niets door van de gedaanteverwisseling, ondanks alle overduidelijke tekenen. Maar hé, we hebben het hier over Muppets! Ondertussen loopt de Europese show compleet uit de hand zonder de restricties en nuchtere kijk van Kermit. Zo ziet Gonzo zijn kans schoon met zijn act van in het theater rennende stieren (“It’ll knock you out of your seats—literally”). Actie, komedie, romantiek, liedjes— ook de opvolger van The Muppets is

zonder meer geslaagd. Zeker voor hen die opgroeiden met een dagelijkse dosis Muppets-gekte. Zelfs de persmap, helemaal in stijl, is een feest om te lezen. Waar acteurs elkaar daarin normaliter de hemel in prijzen voor de fantastische samenwerking, komen dit keer de Muppets aan het woord. Zo zegt Kermit over zijn tegenspeler Tina Fey (kampbewaker in de film): “Tina is fantastic and so funny. My only problem was that she really gets into character, and I really don’t think she had to leave me locked up when we finished shooting each night. But what can I say? She’s an artist.” Komedie/musical

Art imitating art—Shirley: Visions of Reality

De videokunstenaar en filmmaker Gustav Deutsch liet zich voor zijn nieuwste werk, Shirley: Visions of Reality, inspireren door schilderijen, en wel die van Edward Hopper. De Oostenrijkse regisseur wordt, omdat hij in eerder werk speelde met bestaande beelden (Welt Spiegel Kino, Film ist a Girl & a Gun), vaak ‘filmmaker zonder camera’ en ‘found footage jongleur’ genoemd. Dit keer toont hij echter eigen opnames en brengt met zijn filmische reproducties een ode aan het werk van Hopper. In dertien scènes brengt hij evenzoveel iconische werken van de Amerikaanse kunstenaar (onder andere Office at Night, Western Motel, Usherette en A Woman in the Sun) tot leven. Tot in de puntjes uitgewerkte en vormgegeven shots die qua kleur, sfeer en details verdomd dichtbij Hoppers iconische beelden in de buurt komen. Een prachtig voorbeeld van art imitating art. De scènes bestrijken in Deutsch’ filmwerk een periode van drie belangrijke decennia in de 20 e eeuw. De Canadese danseres/actrice Stephanie Cumming speelt de elegante Shirley, die in diverse werken van Hopper opduikt. Middels een monologue interieur filosofeert ze over haar leven en het acteursbestaan in die 30 woelige jaren uit de

Amerikaanse geschiedenis. Het politiek geëngageerde personage hoopt de loop van de geschiedenis en haar leven te kunnen vormgeven. Het is interessant om te zien hoezeer kunstenaars zich laten inspireren door omstandigheden, de tijd, maar ook door elkaars werk. Hopper, die zelf bezieling haalde uit onder meer de film noir, blijkt nu zelf de perfecte inspiratiebron voor het heldere en toch visueel rijke werk van Deutsch. De uitgesproken kleuren, scherpe lichtval en lijnen, en minimalistische composities van de schilder blijken ook beeldig op groot doek, hoewel deze film even effectief geweest zou zijn als museuminstallatie. De sport is in de bios natuurlijk om het moment te vatten waar het bewegende filmbeeld exact gelijk is aan het oorspronkelijke schilderij. Shirley: Visions of Reality is vanaf 29 mei te zien in Eye (Amsterdam). En als je daar bent, bekijk dan tot en met 1 juni ook de tentoonstelling Cinema Remake over het fenomeen ‘remake’ binnen de cinema en het grensgebied tussen film en beeldende kunst.

51

Zombie: The Resurrection of Tim Zom

Vanaf 24 april Regie: Tommy Pallotta, Femke Wolting

Vanaf 15 mei Regie: Billy Pols

Twintig jaar burgeroorlog maakte van Somalië een vruchtbare voedingsbodem voor krijgsheren, militante islamitische groeperingen, en piraten die het sinds een jaar of tien voorzien hebben op vrachtschepen en de bemanning. De veelal straatarme ex-vissers ontdekten dat hun oceaan veranderde in ‘a pool of cash’. Protagonist en piraat Mohamed maakte eerst indruk toen hij steenrijk thuis kwam. Maar tijden veranderen en inmiddels oogst hij vooral kritiek met zijn in de ogen van zijn familie slechte levenswijze. Zelfs zijn toekomstige bruid wil alleen met hem trouwen als hij met de gijzelingen stopt. Mohamed is echter platzak en staat op het punt om nog één keer een kaping te ondernemen. Deze mooi gemaakte en informatieve documentaire, uit de stal van het innovatieve productiehuis Submarine, werpt een eerlijke blik op het bestaan van een Somalische piraat, een levenswijze die net zo verslavend blijkt als het kauwen op khat. Middels prachtige, maar grimmige animaties worden kapingen, maar ook de dromen, herinneringen en angsten van Mohamed in beeld gebracht. Documentaire

Terwijl de stiefvader van de Rotterdamse skater Tim Zom aan de filmmaker vertelt, dat kickboksen pas echt een mannensport is, haalt zijn stiefzoon ondertussen waanzinnige, levengevaarlijke en professionele trucs uit op zijn skateboard. Het is duidelijk wie hier de echte cojones heeft. Tim, in de skatescene beter bekend als Zombie, groeide op als straatvechtertje in Rotterdam Zuid—oudjes uit de buurt op de kast jagend en zijn moeder tot wanhoop drijvend. Inmiddels is het blonde schoffie een van Europa’s meest gerespecteerde skateboarders. Reclamefilmer Pols (bekend van de Kids & Docs-film Plank) bezocht vrienden, familie en collega’s die Tim nog kennen als dat rotjochie van vroeger. Het resultaat is een soepel portret van een gecompliceerde, maar getalenteerde rouwdouwer met vette actieshots, oude video-opnames en een lekkere soundtrack. Dat de vragen van de interviewer, die verder geen ‘personage’ is, iets teveel in het eindresultaat terecht zijn gekomen, nemen we voor lief. Documentaire

Blue Ruin

Starred Up

Vanaf 22 mei Regie: Jeremy Saulnier Acteurs: Macon Blair, Devin Ratray, e.a.

Vanaf 22 mei Regie: David Mackenzie Acteurs: Jack O’Connell, Rupert Friend, e.a.

Deze Amerikaanse thriller is om meerde­ re redenen bijzonder; er wordt nauwelijks in gepraat en kleine aanwijzingen zorgen voor de routing in het verhaal. De spanning wordt daardoor prachtig opgebouwd. En hoewel er niet aan de lopende band actie plaatsvindt, zijn de doden die hier vallen behoorlijk ex­ pliciet in beeld gebracht. De make-up en special effects zijn top. Net zoals hoofdrolspeler Macon Blair, die meer dan geloofwaardig de jongeman speelt die voor eens en altijd wraak wil nemen op de man die zijn ouders jaren terug ombracht. Zijn queeste begint als de dader vervroegd vrijkomt. Jarenlang wachtte hij, al zwervend, op dit cruciale moment, want die man moet dood en zijn familie dient te lijden. Dwight is dan wel uit op een confrontatie, maar de zachtaardige man lijkt daarvoor nauwelijks geschikt. Hij is klein, mager en heeft geen geweer —laat staan dat hij weet daarmee om te gaan. Toch ontketent hij een strijd die z’n weerga niet kent. Grimmig, keihard en—gek genoeg— menselijk. Thriller

Wanneer de explosieve Eric vanwege zijn gewelddadige gedrag vanuit jeugddetentie naar een echte gevangenis wordt overgeplaatst, moet hij zich daar zien te handhaven. Hier zijn alle moeders heilig, geldt het recht van de sterkste, en hebben de mannetjes die bovenaan de apenrots zitten contacten met het corrupte systeem. De mores achter gesloten deuren kunnen onbegrijpelijk zijn, en daarom probeert Neville—zijn immer afwezige vader die nu toevallig het cellenblok met hem deelt—hem wegwijs te maken. Maar daar zit de boze tiener bepaald niet op de wachten. Terwijl Eric probeert te werken aan zijn opvliegendheid binnen een werkgroep, komen daarbuiten zijn boze geesten steeds weer tevoorschijn. Het oeuvre van Mackenzie (You Instead, Perfect Sense) is vrij divers in stijl, genre en resultaat. Dit rauwe gevangenisdrama behoort wat ons betreft tot zijn beste werk. Ook zonder opsmuk (geen dwingende soundtrack) voel je de testosteron overal in de zaal rondvliegen. Misdaad

Gc Update


INSPIRED BY THE CHUCK TAYLOR ALL STAR TIE DYE SNEAKER


Albums

Avey Tare’s Slasher Flicks

Fatima Al Qadiri

De Lux

Kelis ENO • HYDE

Enter The Slasher House

Voyage

Someday World

Asiatisch

Food

Domino Records

Innovative Leisure / Bertus

Warp Records / V2 Records

Hyperdub / Konkurrent

Ninja Tune / PIAS

Er valt eigenlijk niet zoveel toe te voegen aan de bandnaam en de allereerste albumtitel van Avey Tare’s Slasher Flicks. Dat gezegd hebbende, dit project willen we niet aan je voorbij laten gaan zonder er woorden aan vuil te maken. Stel je voor: drie bovenbegaafde muzikanten—de grondlegger van Animal Collective, de ex-drummer van Ponytail en de ex-bassist/vocalist van Dirty Projectors—geven een Halloweenfeest. Enter The Slasher House. Eenmaal binnen sta je oog in oog met een manisch vrolijke band, waarvan de leden je ondanks hun onbegrijpelijke soundtrack opgewekt aangrijnzen. Vluchten? Dansen? Tijd om te beslissen is er niet, je bent verstrikt in de psychotische doolhofritmes van Avey Tare en co. Dus hos je zogenaamd opgewekt mee, jezelf wijsmakend dat het maar een feestje is. Een pikdonkere poppen­ kast, waarin je soms zelfs even met de muzikale muppets durft te knuffelen. Ach, wat deert het dat er bloed aan je tanden kleeft? Smile, you son of a bitch! Door Leendert Sonnevelt

Vergeleken worden met Duran Duran terwijl je volhoudt nooit en te nimmer Duran Duran te luisteren, het overkomt deze jongens uit L.A. regelmatig. In het rijtje makkelijke referenties komen ook The Rapture, LCD Soundsystem en Talking Heads geregeld voorbij. En daar is De Lux wel trots op. Sean Guerin en Isaac Franco tekenden voor hun debuut bij Innovative Leisure, een vanzelfsprekende keuze gezien hun zomerse mix van disco en pop. Denk bij Voyage vooral niet aan—excuse our French—Kate Ryan (behalve de palmbomen en het strakblauwe zwembad), maar aan de schmutzige synthesizers van Desireless, gehesen in een progressief jasje. Het is niet helemaal duidelijk of De Lux doorheeft waar wij deze puntige pop het liefst beluisteren; zelf zitten de heren het allerliefst tussen de old school apparaten in hun basement. Des te meer zon voor ons, dus. Al zouden we De Lux graag tegenkomen op een festival, en het duo subtiel laten weten dat die bandnaam écht niet te doen is. Door Leendert Sonnevelt

Brian Eno had nog wat losse eindjes liggen voor een plaat. Zijn rolodesk zit vol met kaartjes, van Madonna tot Bono. Who you gonna call…? Karl Hyde! De Underworld-frontman en meesterproducent bleken te klikken in de studio, met Someday World als resultaat. Openingstrack en smaakmaker The Satellites snelde het album vooruit, maar klinkt als stappen terug in de tijd door de goedkope synths. Een bewuste keuze, zo horen we later ook terug in songs als Daddy’s Car (afro-Casio-beat) en Witness (The KLF is back!). Hun gezamenlijke liefde voor afrobeat keert terug in de groove en swing op het album (A Man Wakes Up). Eno’s kwaliteitsstempel is duidelijk! Hydes vocalen vervullen in de tracks een bijrol en zijn anders dan voor Underworld; meer Bowie dan shouting lager lager. De combi Brian Eno / Karl Hyde met een verplichte • tussen de in KAPITALEN geschreven achternamen is op papier veelbelovend. Maar op plaat ontbreekt toch het gehoopte vuurwerk. Door Matthijs van Burg

Islamitische a capella, Gregoriaanse trance en soundtracks voor Golfoorlogvideogames—een greep uit het ultraconceptuele portfolio van Fatima Al Qadiri, die fragmenten uit het heden gebruikt, maar klinkt als de toekomst. Ook op Asiatisch, het debuutalbum van de uit Koeweit afkomstige producer (en beeldend kunstenaar). Op haar nieuwe werk verkent ze de westerse interpretatie van China. Dat wil zeggen: babi pangang en alle andere non-culinaire aannames waar je als relnicht een smakeloos grapje over kan maken. Wanneer het album begint met een in het Mandarijns gezongen cover van Nothing Compares 2 U (Sinéad O’Connor) lijken de invloeden die haar EP’s domineerden ver te zoeken. Een misleidende manoeuvre blijkt al snel. Op nummers als Szechuan, Shenzhen en Hainan Island horen we de signature Fatima Al Qadiri! En dat betekent diepe, filmische bassen en mysterieuze synthesizerkoren. Wellicht brengen de toegevoegde oriëntaalse blaasinstrumenten weinig nieuws onder de zon. Maar het quasioosterse importproduct blijft na meerdere malen gebruik toch overeind. Door Sander van Dalsum

Kelis heeft zichzelf gereset. Na een aantal turbulente jaren heeft de zangeres alles weer stevig op de rit. Ze trekt zich niets meer aan van platenlabels of haar luidruchtige ex-man (NAS), en gaat als een gekwalificeerd chef door het leven. Haar zesde album staat, net als haar eigen sausjeslijn Feast, op het punt gelanceerd te worden en heet heel toepasselijk Food. Tijdens SXSW werd alvast haar reïncarnatie gepromoot door als een echte festivalmoeder met een eigen truck te koken voor haar publiek. In de huiskamerstudio van Dave Sitek (gitarist van TV On The Radio en producer van onder andere de Yeah Yeah Yeahs en Foals) schreef Kelis al jammend de nummers. Waarbij het musiceren uiteraard werd afgewisseld met zorgvuldige kooksessies. Hoe klinkt de nieuwe indie Kelis daardoor? Relaxed, tevreden, en dichtbij zichzelf. Food is een dynamisch werk dat refereert aan gospel, afrobeat, funk en Spector-pop. Vooruitstrevend? Nee, maar wel gastronomisch verantwoord. Door Anna Nita

Sylvan Esso

Wye Oak

Ramona Lisa

The Amazing Snakeheads

Young Marco

Arcadia

Sylvan Esso

Shriek

Amphetamine Ballads

Biology

Pannonica/Terrible Records

Rough Trade / Konkurrent

City Slang / Konkurrent

Domino

ESP Institute

Alsof Chairlifts artpop niet experimenteel genoeg was, krijgt frontvrouw Caroline Polacheck het voor elkaar nog onorthodoxer te klinken op haar sprookjesachtige solodebuut. De beminnelijke stem en schrijfkunsten van de New Yorkse schone leverden eerder al samenwerkingen op met onder anderen Beyoncé, maar haar verbeeldingskracht vroeg duidelijk om meer. Opgesloten in kunstenaarsenclave Villa Medici in Rome nam Caroline wat ‘alleentijd’ om middels elektronische muziek—met uitsluitend MIDI-apparatuur, zoals het een goed jaren-80-album betaamt—een ode aan haar eigen fantasie te brengen. Met zowel de gedaante als het geluid van een nimf doopt ze zich om tot Ramona Lisa, en Arcadia is haar theatrale schepping vol etherisch galmende zang, euforische software-orgels, teksten over vergiftigde liefdespijlen en sinistere Disneymomentjes. Carolines isolatie tijdens het opnemen echoot vol ruis door de plaat en doet je nekharen overeind staan. Maar niet zonder hint naar de gelukzalige slotakte van het epos, waarop hopelijk nog vele vervolgen verschijnen. Door Sander van Dalsum

De ware vinden is een uitputtende klus. Na het vinden van een true love zijn muzikanten vaak nog steeds onverzadigd; er moet, misschien nog wel moeilijker, ook nog een soulmate in de muzikantenwereld gevonden worden. Zangeres Amelia Meath en producer Nick Sanborn staat nog vers in het geheugen gegrift hoe ze lange tijd gekrenkt werden door dat missende cruciale puzzelstukje, maar na hun eerste ontmoeting werd alles duidelijk. De sprookjesachtige folky melodieën van Meath (denk: Feist en Regina Spektor) bleken perfect samen te smelten met de experimentele, elektronische producties van Sanborn. De twee vormen sindsdien het duo Sylvan Esso en releasen deze maand hun zelfgetitelde debuut dat vol moderne, dansbare electro staat. De kalme melodieën die sexy, vrolijk of ineens heel kwetsbaar klinken maken Sylvan Esso spannend om naar te luisteren. SXSW stond al in de rij, en wij vanaf nu ook! Door Anna Nita

Yes! Een nieuw album van Wye Oak! Maar waar zijn die heldere, uit-debocht-vliegende elektrische gitaren van Civilian (2011) gebleven? Daar is maar weinig van te bespeuren op het vierde album van deze tweemansband uit Baltimore. Andy Stack (synths en drums) en Jenn Wasner (vocalen, bas en oké, af en toe nog een beetje gitaar) hebben zich een nieuw geluid aangemeten en deze electro-uitrusting staat ze goed! De soms haast onverstaanbare teksten van Wasner, in die typische lui gearticuleerde zang, vloeien soepel door de staccato basrifjes en beats. Gecombineerd met Stacks keyboardtunes (die af en toe lekker lyrisch losbreken) klinkt Wye Oak zowel dromerig als mathematisch en krachtig. Het is jammer dat Shriek in de lente uitkomt, want eigenlijk vraagt de perfecte luistersessie om duistere dagen. Gelukkig is na uitvoerig testen gebleken dat het album het ook prima doet tijdens voorjaarsschemering, liefst met de ramen open. Dit mag je opvatten als tip. Door Fay Breeman

Ze worden in Groot-Brittannië gezien als de redders van de rock-’n-roll. Tijdelijk trending topic of niet, er zit wat in. Deze Glaswegians zijn namelijk mijlen verwijderd van de ideeën van landgenoten Jake Bugg of Arctic Monkeys over gitaren, lawaai en leren jasjes. The Amazing Snakeheads klinken vies, vuig en—behalve het overduidelijke accent van zanger Dale Barclay (!)— Amerikaans. En dan wel het Amerika van Detroit in 1969. The Stooges, je weet. Rauw, schreeuwerig, opruiend en opwindend. Muziek uit het hart en de goot. Wanneer The Amazing Snakeheads dan ook nog eens smerige saxofoon toevoegen aan songs zoals Flatlining en Every Guy Wants To Be Her Baby is deze vergelijking meer dan een ‘klinkt als’. Geeft dat? Nope. Met hun debuut Amphetamine Ballads schudt The Amazing Snakeheads inderdaad de (Britse) muziekscene op. Al was het maar voor eventjes. Door Matthijs van Burg

Degenen die Marco Sterk kennen van zijn activiteiten achter de draaitafels, weten dat de Amsterdammer niet vies is van het experiment. En ook al beweert Young Marco zelf dat zijn affaires als dj weinig te maken hebben met zijn werk als producer, er is op debuut Biology toch een liefde voor crate digging te bespeuren. Opener Biology Theme zet de luisteraar met new age progressies en corporate liftmuziek telefonisch in de wacht. Als er eenmaal opgenomen wordt met Psychotic Particle, stuiten we op een zeldzaam four-to-the-floor-momentje. Bewegen dus! Marco’s relatie met het Amsterdamse label Rush Hour klinkt hier in volle glorie, maar zijn affectie voor etnische synthesizermuziek maakt kort hierna ook haar entree. Suzaku had door de ’70s discosymfonie het geesteskind kunnen zijn van een meer dansvloergeoriënteerd Yellow Magic Orchestra —een associatie die niet alleen wordt opgeroepen door de Japanse track­ titel. Biology doet z’n naam eer aan, en klinkt gedurende zeven nummers organisch en zo veelzijdig als de natuur is. Door Sander van Dalsum

53

Gc Update


Stuff Glamstuff winnen? Stuur een mailtje met je naam, adres en telefoonnummer naar glamstuff@glamcult.com. Laat ook duidelijk weten in het onderwerp welke prijs jij graag zou willen winnen! Winnaars krijgen per email bericht. Avey Tare

Enter The Slasher House 3 CD’s

Wye Oak

Shriek 3 CD’s

Ramona Lisa

Arcadia 3 CD’s

Twitchy Organs

Down The Rabbit Hole

Dit jaar tijdens het Holland Festival verenigen de delicate orgelmotieven van de experimentele componist Nico Muhly zich met de melancholische synths van übertalent Daniel Lopatin a.k.a. Oneohtrix Point Never. In de imposante zaal van het orgelpark van Amsterdam zullen eerst een paar solo’s worden gespeeld door laatstgenoemde. James McVinnie voert de muziek van Muhly uit, die zich voor het slotspel van Twitchy Organs aansluit bij dit zinderende tweetal. “It’s the three of us and we’re going to make a big fun mess”, aldus Muhly. Glamcult geeft 2 x 2 vrijkaarten voor de show op 04 juni weg!

Glamcult geeft 2 x 2 vrijkaarten weg voor a campingflight Down The Rabbit Hole. Dit avontuurlijke broertje van Lowlands vindt plaats van 27 t/m 29 juni in park De Groene Heuvels in Beuningen. Get ready to tumble!

De Lux

Voyage 3 CD’s

Art & Arcade

3 x 2 toegangskaarten voor de tentoonstelling Art & Arcade in MU Eindhoven

Kelis

Food 3 CD’s

Flight Facilities

3 x 2 vrijkaarten voor Flight Facilities op woensdag 7 mei in de Melkweg (Amsterdam)

Verkoopinfo American Apparel www.americanapparel.net

Chanel www.chanel.com

Dani Yuste www.danielyuste.co.uk

Nike www.nike.com

Supertrash www.supertrash.com

Anbasja Blanken www.cargocollective.com/ anbasjablanken

Claes Iversen www.claesiversen.com

David Laport www.davidlaport.com

Onitsuka Tiger www.onitsukatiger.com

Tan Wen

Clarks www.clarks.nl

Jan Boelo www.janboelo.nl

Otazu www.rodrigootazu.com

Converse www.converse.com

James Long www.jameslonguk.com

Peet Dullaert www.peetdullaert.com

Daniel Ramos Obregon www.cargocollective.com/ danielramoso

Lara Jensen www.larajensen.co.uk

Saint Laurent www.ysl.com

Astrid Andersen www.astridandersen.com Aziz Bekkaoui www.azizbekkaoui.com By Malene Birger www.bymalenebirger.com

United Nude www.unitednude.com Winde Rienstra www.winderienstra.com Won Hundred www.wonhundred.com Xander Zhou www.xanderzhou.com

54

Gc Plus


My Favourites Roxanne schildert het liefste in daglicht en puur vanuit haar intuïtie en gevoel. In haar atelier in de Amsterdamse Pijp zet ze eerst al haar ecoline op volgorde van kleur (“Net als een regenboog”), pakt dan zoveel mogelijk glaasjes water, haar fijnste kwastjes en zet haar koptelefoon op. Het nummer—dat ze op iTunes koopt, als ze het niet al heeft— gaat op repeat en Roxanne laat haar kleurrijke brein het werk doen. www.roxfavourites.tumblr.com

Fotografie: Ilja Keizer

Toen Roxanne Dekker voor een tentoonstelling werd uitgedaagd om haar inspiratie uit te beelden, kwam ze al gauw uit bij haar lievelingsliedjes. Voor de Amsterdamse kunstenaar en dj was het een logische keuze: “Ik ben best een muziekfreak”. Na een eerste bonte muziekschildering, volgden er vele anderen en inmiddels verbeeldt ze met My Favourites alweer bijna twee jaar de meest geliefde nummers van zichzelf, en eenieder die daarom vraagt.

Hoe begin je een schilderij? Ik voel vaak het meeste bij het begin van een nummer. Ik doe mijn ogen dicht om niet afgeleid te raken van wat ik voel, de kleuren die ik dan ‘zie’, houd ik vast. Ik weet op gevoel waar de kleuren staan. Ik wil vooral niet nadenken. Tijdens het schilderen ben ik één met het lied en vergeet ik alles om me heen. Het is eigenlijk niet te doen, iemand naar een lievelingsliedje vragen. Maar jou lukt het. Wat is jouw enige echte favourite? Voor mij is dat ook echt een onmogelijke vraag! Toen ik begon met het schilderen van muziek, heb ik gewoon gekozen voor mijn lievelingsnummer van dat moment: This Must Be The Place van Talking Heads. Bij het dj’en wilde ik die toentertijd zoveel mogelijk en keihard opzetten. Maar mijn oude favorieten kon ik niet negeren, dat voelde als verraad. Dus binnen een week schilderde ik mijn top drie: The Sweetest Taboo van Sade, Oh Lori van de Alessi Brothers en Rich Girl van Hall & Oates. My Favourites was geboren. Wie is je grote voorbeeld? Yayoi Kusama, de koningin van de polkadot. Sinds ik naar haar indrukwekkende tentoonstelling in Tokio ben geweest, krijg ik haar niet meer uit mijn hoofd. Zou je ooit een schilderij van Op Een Bankje kunnen maken, het liedje dat je vriend Sef voor je schreef? Ik heb weleens een verzoek gehad om het voor iemand te schilderen, het deed hem denken aan zijn relatie. Dat vond ik heel ontroerend. Ik ben erg

Ja, ik wil Glamcult! Ontvang Glamcult 10 keer per jaar voor € 37,- en loop voortaan geen enkele editie mis!

Ga naar www.glamcult.com en klik op subscription om je in te schrijven.

nieuwsgierig wat voor resultaat het zou opleveren. Goede uitdaging! Ik heb het gek genoeg nog nooit geschilderd, maar ik denk dat ik het wel kan. Is het niet lastig om invulling te geven aan iemands lievelingsnummer, zonder daarbij al teveel je eigen herinneringen erin te leggen? Het is wel moeilijk als ik een nummer krijg, waar ik van tevoren al veel bij voel. Maar ik kan dan toch een knop omzetten. Als ik merk dat ik niet meer ‘voel’ maar ‘denk’, begin ik opnieuw. Heb je een lievelingskleur? Ik heb een hang naar water- en luchttinten. Zo vind ik mintgroen heel mooi, en koraalroze blijft ook een van mijn favorieten. Ik houd stiekem wel van een bepaalde esthetiek en vind kleurencombinaties heel belangrijk. Zwart en geel vind ik bijvoorbeeld prachtig. Soms voel ik kleuren die ik niet bij elkaar vind passen, dat zit me dan een beetje dwars. Je houdt ervan om kleine werelden te creëren. Hoe ziet jouw ideale universum eruit? Met heel veel liefde, kleur, puppy’s, bloemen, muziek en vrijheid! Je schildert ook veel met kinderen. Wat maakt dat bijzonder? Ik ben sinds september oprichtster van The Kidspiration Club en geef elke week kuntsgeschiedenisatelier aan kinderen in The Work Shop samen met mijn compagnon Suzanne Monkel. Dit is een droom die ik al lang had. Eigenlijk komt dat intuitieve schilderen vanuit de inspiratie die ik van kinderen krijg. Ze zijn echt, puur en bekijken de

wereld directer, maar tegelijkertijd dromeriger dan de meeste volwassenen. Elke week weer sta ik te kijken van hun invalshoeken en creaties. Ben trots op ze! Gebruik je muziek ook weleens om te ontsnappen aan de harde realiteit? Muziek is absoluut vluchten; dieper duiken in de mood waar ik al in zit, of juist vrolijker worden. Soms dans ik met mezelf, soms ga ik lekker op de grond liggen om alleen te genieten en te staren naar het plafond. Je werkt zowel op A4’tjes als op vellen van 4m hoog. Wat is het grootste verschil? De hele beweging van mijn hand is anders, omdat ik een grotere kwast gebruik. Ik ben dan geneigd expressiever te werken, maar schilder wel op schaal. Ook schilder ik dan langere muziekstukken, denk aan De Vier Jaargetijden van Vivaldi. Ik voel meer vrijheid bij een groter kader, maar mierenneuken op een detail in een klein werk is ook heerlijk. Welke muziek had je opstaan tijdens het maken van het werk voor Converse? Retro-Wilhelm van Alex Isley. Dat nummer staat bij mij op repeat! Op zaterdag 24 mei kun je jouw eigen Favourite bemachtigen. In de Monar & Clothes pop-up store in Antwerpen (Everdijstraat 35) schildert Roxanne lievelingsliedjes op All Stars & Converse tote bags.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.