Transparant - vervoering

Page 1

BELGIË-BELGIQUE P.B.-P.P. Driemaandelijks tijdschrift van Graffiti vzw juli – augustus – september 2013 • twaalfde jaargang • nr. 54 v.u. Peter Bosschaert • Dampoortstraat 84 – 9000 Gent Afgiftekantoor 9000 Gent X • P2A6209

GENT X 3/5029

54

nr

verv oer ing


voorwoord Ik noem haar mijn moksje. We kennen elkaar nog niet zo lang, maar de fameuze klik is er. Ontegensprekelijk. In het weekend gaan we vaak samen op pad. Dan dartelen, spelen, lachen en kirren we langs velden, over bergen, in holle wegen... Elke omstaander kijkt ons verwonderd aan en vertelt beslist ’s avonds honderduit over het aandoenlijk tafereel dat hem of haar die middag te beurt viel.

|

voorwoord

2

Onlangs stippelde ik, “verrassing!”, een trektocht van 12 dagen uit doorheen de Benelux (maar dan zonder de -Lux echt aan te doen). Een relatietest heet dat; daar waren we klaar voor. De eerste paar dagen verliepen – tegen mijn verwachting in – nogal aftastend, maar naarmate de tijd en de tocht vorderde laaide de passie op tot verzengende hitte. Fjieuw… Alles liep perfect gesmeerd tot – BAMM – een wielerterrorist langs achter tegen me opknalt en ik, samen met mijn geliefde, de lucht in zwier en op het onzachte tarmac land. Enkele huidlagen lichter krabbel ik recht en richt me onmiddellijk tot haar; pak haar op, zet haar recht en onderzoek haar minutieus op averij. Gelukkig vind ik niets. Ik slaak een zucht van verlichting, zwier mijn been – niet alvorens ik de aanrander de huid vol scheld – over haar en zet de tocht verder. Mijn fiets, ik heb haar zo lief… Vervoering. Of, vervoer-ing. Niemand is zonder. Of zou zonder mógen zijn! Collega Sander bijvoorbeeld, die deelt mijn zwak voor alles wat rondingen en spaken heeft. Maar ook de andere redactieleden zijn door iets of iemand begeesterd. Matthew heeft het voor graffiti, Bieke voor busreizen naar Denemarken, Kimberly voor Robbie (en omgekeerd), Martijn voor Franse heldinnen en Siska voor… kamelen zeker? U begrijpt: deze Transparant preekt de passie! Voor een vervoersmiddel, een artistieke uiting, voor elkaar… En nee, u hoeft niet op uw ganzen te passen! Daar letten wij in tussentijd wel op! Ellen Theite

colofon Redactie Kimberly Verhaest, Bieke Bruneel, Martijn Nelen, Ellen Theite, Birgit Segal, Els De Latter, Peter Bosschaert, Matthieu Vermeylen, Sander Belmans Illustratie Siska Mingneau, Sander Belmans Fotografie Robbie Vanlancker, Ellen Theite, Sander Belmans, Sander Demeester Eindredactie Ellen Theite Vormgeving Sander Belmans Druk Druk in de Weer Verantwoordelijk uitgever Peter Bosschaert


inhoud 4

Pain is temporary, glory is forever Hoe tem je per fiets de reus van de Alpen?

Graffiti-jam 2013 In beeld

Stof en As Jeanne d’Arc in trance

12 14

Cartoon

15

What’s up doc?

16

Nieuwe graffitigeschriften

Over vrijwilligersredacties

Sander Demeester Diepte-interview met onze nieuwe collega, jawel!

22

16

4

inhoud

24

|

Dit is de allereerste keer!

19

We rijden met een brio, een naturel en een gusto, een amateurcoureur waardig.

Is reizen de ultieme relatietest?

Droomspoor Over straatpoëzie en Van Gogh

De Roes roept Emotio-Nelen

20.000 kilometer Tips & tricks voor een Eurolinesreis

Pak me dan Matthew op treinjacht

28 30

3

Vormingen in huis

12

28

32 33

24


4 pain is temporary

|

Tekst: Sander Belmans Foto’s: ellen theite


5 glory is forever

|

Het begon allemaal op 23 maart 2013. In een overmoedige bui, opgefokt door de start van het nieuwe wielerseizoen, huurden Sander en Ellen een koersfiets om wat te sjezen door de Vlaamse Ardennen. Het vroor dat het kraakte, het regende hagelstenen, Gent-Wevelgem werd afgelast maar wij – rasechte Flandriens – knarsten onszelve over de Oude Kwaremont, de Hotond, de Taaienberg… De roes (en waarschijnlijk ook de obligate ‘bruine’) na de heroïsche tocht dreef ons naar een stoutmoedige uitspraak: “Wij twee, ooit… beklimmen samen de Galibier.” En zo geschiedde, niet erg veel later?


De bergen zijn ontzagwekkend: de euforie zit in m’n kop maar de moed zinkt in mijn schoenen. 21 juni Morgenvroeg zal ik, na veel vijven en zessen, om zeven uur de laatste kus geven aan mijn lief, de laatste keer checken of ik niks buitengewoon cruciaals vergeten ben, de gloednieuwe gps instellen richting Orelle, nog snel dubbelchecken of mijn partner in crime, Ellen Theite, wel in de auto zit, even zuchten omdat het zo vroeg is... en uiteindelijk vertrekken.

|

pain is temporary

6

Maar daar zijn we nog lang niet. Hold your horses. Vrijdag is een dag van inpakken, keuzes maken, lijstjes overlopen, racefiets afhalen bij de fietsenmaker – “draajenvefteg cols van iërste categorie, in de twinteg cols boate categorie, in totoal neigeduzend kilomeiter gereeje oep ne stoale fiets mè twieëntwinteg kilo bagoage... dan wettet wel zekers?” – de fietsenmaker dus, mijn fietsgps voorzien van de nodige detailkaarten van de Alpen, enkele gpx-tracks downloaden (de voornaamste smaakmakers zijn Le Mollard, La Toussuire, Le Télégraphe en natuurlijk Le Galibier, de ijsreus en meteen het einddoel van onze onderneming), gehuurde Berlingo afhalen, ‘kommisjes’ doen, ‘bidongs’ kopen, gerief thuis afzetten, naar Gent rijden om Ellen op te halen, thuis aangekomen spaghetti vreten, onderhandelen om hoe laat we zullen opstaan (half zes blijkt het compromis), tegen tienen eindelijk gaan slapen. Oh, the joy.

22 juni Iets na zevenen neem ik de eerste shift en rijden we tot Luxemburg, typisch Belgisch schijtweer all the way. Nog even goedkoop tanken et en avant! Ellen zet er ook de pas in. We wisselen om de twee uur en vóór we het goed en wel beseffen is ‘t half zes ‘s avonds – prachtig weer – en rijden we door de alpen. Om zeven uur ‘s avonds hebben we kennisgemaakt met Jean-Yves, de eigenaar van de gîte, de sleutels gekregen, ons geïnstalleerd. Gîte Le Teppey, één der vier huizen van gehucht Le Teppey, blijkt een zeer besloten, zeer ouderwets idyllisch huisje op een bergrug met een grote tuin in terrasjes eromheen. Een paradijsje. En het uitzicht. Fok! Vergeef me mijn Frans maar het is hier zó overdreven mooi. De ene ouderwetse postkaart na de andere. De bergen zijn ontzagwekkend: de euforie zit in m’n kop maar de moed zinkt in mijn schoenen. Enfin, er dient nog gekookt. Ik kwijt me van mijn taak en tegen tien uur zitten we bij kaarslicht – alweer – pasta binnen te steken, dit keer wel vergezeld van broccoli en zalm... en alcohol. Morgen geen wekker.


23 juni Uitslapen is een geneugte die ik durf te koesteren op reis. Zo ook nu. Ellen is een tikje nerveus voor wat komen gaat. Ik ook maar ik steek het weg achter nonchalance en het bakken van een omelet. We ontbijten buiten in ‘t zonneke... en dan is er eindelijk de moment of troef. Na wat gehannes met materiaal, kleren, drinkbussen, zonnebril, handschoentjes, gps en klikpedalen zijn we vertrokken! Het duurt geen vijf minuten of de nervositas is foetsjie en we vliegen de berg af alsof we ervoor gestudeerd hebben. It comes natural. We zijn twee koningen van de weg, onontdekte talenten in staat tot daden van epische proporties, aan de goden gelijk.

Oh. Gore. Rotkut. Nog aan toe. Midden in een afdaling geeft mijn voorderailleur finaal de geest.

|

Niet moeilijk dat we thuis aangekomen hallo zeggen tegen Ricard, een fijne vriend.

glory is forever

Oh. Gore. Rotkut. Nog aan toe. Midden in een afdaling, na een prachtige klim van acht kilometer, geeft de schroefdraad van een boutje in mijn voorderailleur finaal de geest. Geen mogelijkheid om op het lichtste of het zwaarste blad te schakelen, enkel vanachter werkt alles nog. Vuile hoer van een wet van Murphy. Ik kan wel bleiten. Niet wetend wat anders gedaan zetten we de afdaling verder; de derailleur sleept tegen mijn ketting maar ik heb geen andere keuze want we zitten op 32 kilometer van ons huisje in de middle of nowhere, zonder passerende auto’s. Gelukkig vinden we onderaan de berg een camping waar we mits wat inderhaast bijeengesprokkeld materiaal de derailleur losgevezen krijgen, een banaan eten en terug de weg opgaan, gelukkig zonder noemenswaardige hellingen maar met snoeiharde wind, de ene keer op kop, dan weer langszij. We worden bijna van onze fiets geblazen en de hoeveelheid glorie is plots miniem.

7

Natuurlijk eindigt dit geluksgevoel abrupt eenmaal de afdaling zich, onderhevig aan een ijzeren logica, omzet in een beklimming. Maar nee, ziet! We blijken verdorie ook daarin te excelleren! Wij twee kneusjes uit het Vlaanderen van K. Peeters en D. Winner, wij stuwen onze aluminiummen rossen de berg op, gestaag, een snelheid van tien kilometer per uur aanhoudend, zweet is rijkelijk aanwezig maar van geen tel, niets deert er ons. Wie kan ons nog iets leren?


24 juni Ricard, de achterbakse verrader, en Vin Rosé, zijn criminele sidekick... Allebei hebben we een kater. We zijn gisteren blijven doordrinken tot twaalf uur ‘s nachts en dan in onze bedden gesukkeld. Vandaag is het gelukkig aan ‘t regenen, koud, guur – geen weer om een cyclist(-e) die naam waardig door te jagen kortom. We passen dan ook voor het peddelen en gaan met mijn gehavend ros in de auto naar een megastore voor fiets- en andere liefhebbers in Saint-Jean-de-Maurienne, waar ze – oh God in den hemel! – binnen het half uur mijn derailleur vervangen hebben door een gloednieuw exemplaar voor het ‘luttele’ bedrag van € 34,82.

|

pain is temporary

8

Misschien straks rond de vieren toch nog een tochtje? ‘t Moet dan wel beter weer zijn natuurlijk... En inderdaad, het weer verbetert lichtjes dus kiezen we fluks voor een route over het circuit de Beauplan: 922 meter stijgen, gemiddelde stijgingsgraad 6,3 procent. En we breien er nog een tussenklim naar La Planchette aan, met een stijgingsgraag van 7,8 procent. 7,8 procent? Ja, inderdaad. Dat valt toch mee? Wel euh, ja. Dat gaat goed meevallen. Wat we op dat moment nog niet weten is dat de stijgingsgraad op La Planchette een gemiddelde is van stukken van nul en drie procent, met de laatste 250 meter – dat gaat toch niet zo goed meevallen – aan twintig procent. Jezus. Afzien. Juist op het moment dat ik bijna boven ben en in ‘t midden van de weg aan ‘t worstelen ben om in ‘t zadel te blijven (mijn voorwiel komt van de grond door de steilheid), komt er een auto op ons af... waardoor ik al mijn snelheid verlies en moet afstappen. Kut. Driewerf. Ellen verteert de tegenligger beter en fietst mij stoïcijns en geconcentreerd voorbij, een toonbeeld van gratie, of toch van koppigheid. Ik vervloek alle goden. Op dit punt is het zó steil dat ik om terug vertrokken te geraken eerst een stukje moet stappen en dan pas terug in ‘t zadel kan. Ik fiets op Ellen toe, buiten adem en nog steeds onder de indruk, ik rem naast haar als ik op de top ben gearriveerd, vergeet van de vermoeidheid mijn schoen los te klikken en val op mijn zij. Totale ellende, onversneden en zonder filter. Een paar minuten later dalen we La Planchette af en zetten dan onze beklimming naar de col de Beauplan verder. Dat gaat vlot. Vlotter dan verwacht. We zitten allebei vol overwinningsdrang. De Galibier lijkt plots zeer haalbaar.

Ellen fietst mij stoïcijns voorbij, een toonbeeld van gratie, of toch van koppigheid. Ik vervloek alle goden.

25 juni

Na een uur en 42 minuten bereiken we, blazend, de top van La Toussuire, een negentien kilometer lange beklimming. Blijkt dat Ellen hier nog geskied heeft. We trekken een slechte foto als bewijs.


26 juni

Dit kan niet. Dit kan echt niet waar zijn. Ik vloek het uit. Ik zou iemand kunnen slaan. Ik trek en wrik aan dat oud stuk ijzer om alles weer te laten draaien maar niks helpt. Ik krijg de derailleur voor heel even los, laat me bollen tot bij Ellen die een kilometer lager in het dorpje Albiez-Montrond in de zunne up e banksje zit te wachten. We besluiten dat ik een taxi bestel en zij de afdaling per fiets doet. Zo geschiedt. We rijden, eenmaal de fietsen in Saint-Jean terug in de auto geladen zijn, rechtstreeks naar Vélo2000, waar een vriendelijke man zowat alles achteraan vervangt en mij met een rekening van net geen 120 euro opzadelt. Fietsen is geweldig. Kapot en pissed (ik vooral, Ellens afdaling was blijkbaar subliem, de trut) rijden we naar huis. Ik maak spaghetti. Er is te weinig passata in de saus. Dat vat alles wel zo’n beetje samen.

|

keer zonder dosering of vreugdegevoel. Ik vlieg van kwaadheid tegen zestien kilometer per uur naar boven. Volledig geradbraakt laat ik m’n fiets achter bij de wegenwerkers en leg het laatste stuk joggend af, mijn fietsschoentjes irritant klik-klakkend op het asfalt. Rugzak ongeschonden! So far so good. Ik rep me richting fiets, zet aan... en val er onmiddellijk weer af, of toch bijna. Mijn achterderailleur heeft bij mijn laatste val blijkbaar een slag gehad en is nu finaal doormidden gebroken. Helemaal verwrongen zit hij tezamen met m’n ketting tussen mijn spaken geplooid.

glory is forever

We nemen wat foto’s aan de top, schrapen wat steentjes en teer van onze banden, doen onze windstopper aan, vertrekken terug naar beneden. Ik realiseer me anderhalve kilometer lager dat ik mijn rugzakje met daarin mijn portefeuille en mijn geld en alles, boven vergeten ben. Vloekend bestijg ik opnieuw de col, dit

We rijden met een brio, een naturel en een gusto, een amateurcoureur waardig.

9

Deze dag zal weerom in het teken staan van hoogtes en laagtes, van de spanningsboog tussen fysiek en techniek, van tranenwegpinkende vreugde en uitzichtloze miserie, van... Maar laten we beginnen met iets positiefs. We zijn namelijk uitstekend voorbereid op de Mollard! Onze fysieke gesteldheid is er de afgelopen dagen op vooruit gegaan, we hebben genoeg geslapen, genoeg gegeten, niet teveel geestrijke vloeistof binnen, onze fietsen zijn in topvorm, alle elementen voor een geslaagde klim zijn aanwezig. We rijden met de auto naar Saint-Jean en beginnen aan de tocht. Eerst een paar kilometertjes tegen een laag stijgingspercentage om goed opgewarmd te geraken, dan het echte werk: zeven kilometer aan een stuk gemiddeld acht à negen procent. Omdat we ons gisteravond ingeprent hebben verstandig te rijden, te doseren, slagen we zonder kleerscheuren in deze test en bereiken we na anderhalf uur, blakend van goesting in meer, de laatste 500 meter. Den boer zijn kloten weeral: de weg is net opnieuw geasfalteerd. We willen echter niet afgeven en rijden toch over het eerste stuk. Resultaat: banden die volhangen met teer en kiezels. We rijden knarsend verder maar zien, net vóór de top, weer zo’n strook nieuwe macadam. Onze banden zijn al op sterven na dood, en zo’n tweede laag teer kan er niet meer bij. Ik manœuvreer mijn fiets in een hoop losse kiezels langs de kant van de weg, vastbesloten om langs daar de eindmeet, 50 meter verder, te bereiken. Noppes. Ik kom tot stilstand, raak niet los uit mijn pedalen en val, alweer, op mijn rechterzij. Potvolkak.


28 juni – D-day

|

pain is temporary

10

De wekker staat om acht uur maar als ik gestommel hoor in de gang naar de douches en op mijn gsm kijk, is het vijf voor acht. Het zegt iets over de zenuwen die ons beiden de afgelopen week hebben geteisterd. We hebben nog spaghetti over van twee dagen terug en hadden sowieso gepland om daar deze morgen voor te gaan: koolhydraten, snelle suikers, traditie – u weet wel. Ik neem een vol bord mét saus, Theite beperkt zich tot wat droge slierten en zit die met doodsverachting binnen te werken. Stérk voor een meisje dat normaal niet ontbijt. Op een gegeven moment is elke voorbereiding getroffen, de spanning van elke band gecheckt, elke drinkbus gevuld; er rest ons niks anders meer dan te vertrekken. Willen of niet, dit is het uur nul. We racen naar Saint-Michel. Ik heb acht energybars (reeds geopende, voor ’t gemak) in mijn truitje zitten. Op ’t einde van de rit zullen die er allemaal zijn doorgevlogen, maar nu denk ik: “Is dat niet wat veel?” De echte start stellen we nog twee kilometer uit. Om op te warmen fietsen we wat ronde punten voorbij en keren we dan op onze passen terug. Plots is er dan toch die onomkeerbaarheid. Ellen heeft last van een pijnlijke... neiging tot terugdraaiing maar besluit, gelukkig voor mij, in ’t voordeel van verderzetting. Met onze chronometers op nul gaan we aan de slag, wetende dat er de volgende 35 kilometer, of omgerekend drieënhalf uur geen weg terug is. We zijn sterk op onze hoede. We rijden bijna conservatief. Ellen trekt net als de afgelopen dagen de kop. Geen kans om mezelf in de vernieling te rijden, geen kans op overenthousiaste tussensprintjes met krampen of kotskes tot gevolg. Ellen zet de toon: negenenolf kilometers ter ure gemiddeld. Soms gaat het wat trager als het stijgingspercentage boven de negen procent gaat, soms racen we ineens tegen elf de berg op. Het lukt wonderwel zonder kleerscheuren. De eerste grote test is het bereiken van de Col du Télégraphe, op 1566 meter. We rijden met een brio, een naturel en een gusto, een amateurcoureur waardig. Wat gaat dat ineens allemaal snel! De afgelopen dagen zweten en afzien hebben duidelijk hun nut gehad. Daar is de top al! We hebben in een roes van verbetenheid en totale focus de laatste kilometers afgelegd. Nu vijf kilometer dalen naar Valloire, daarna de klim naar de Galibier. We nemen onze tijd voor dat dalen. Rustig wat eten, drinken, onze handen losgooien, ons perineum de ruimte geven... le tout, quoi. Vanaf Valloire (lelijk skidorp, niks te zien) gaat het rustig aan naar boven. Niet te steil, verre van. Zodanig vlak zelfs dat we op een gegeven ogenblik

ons echt beginnen afvragen wanneer we eigenlijk met open ogen in de val zullen lopen die deze mythische berg ongetwijfeld voor ons gespannen heeft. We fietsen bijna acht kilometer op vals plat, een stijgingsgraad van maximum vijf procent. Het gaat allemaal veel te gemakkelijk en te snel, we zitten soms boven de dertien kilometer per uur. Dan, eindelijk, houdt de ellenlange rechte weg abrupt op, nemen we een bocht naar rechts en beginnen we, op acht kilometer van de top aan de échte beklimming. We komen al snel in de buurt van de sneeuwgrens. De bomen worden schaars, houden het even later voor bekeken. Het gaat hier steil maar we zijn blij met deze duidelijkheid. Klimmen is veel beter in te schatten dan rijden op een weg die lijkt te dalen maar die eigenlijk, bijna ongemerkt, lichtjes omhoog gaat. De pijnlijke bewijzen daarvan zijn de opgevers: de ene stapt af met krampen, de andere is gewoon moedeloos (zo ziet hij eruit). Het gaat hoger en hoger. Mochten we niet zo’n inspanning leveren waren we verkleumd. We zijn al even de 2000 meter gepasseerd en de sneeuw ligt nu overal in dikke pakken rond ons heen. Wit voert hier de boventoon. Het uitzicht wordt ook alsmaar hallucinanter, spitse toppen overal, diepe ravijnen, een smaller wordende weg die zich als een krankzinnige slang hoger en hoger de steile bergwand opslingert. Op twee kilometer van de top breek ik van ontroering. De tranen stromen over mijn gezicht. Het is ons aan ’t lukken. Een kilometer lager heeft Ellen al eens veelbetekenend gegrijnsd. Mijn antwoord op dat moment: “Ik wil het nog niet luidop zeggen!” Maar nu begin ik er toch serieus in te geloven. Op anderhalve kilometer passeren we een soort zwalpend fort: een trekkingfietser met tonnen bagage. Hij rijdt zó traag dat hij moeite heeft zijn wielen recht te houden. Hij behoudt op een of andere manier zijn cool en compenseert op tijd als hij dreigt te vallen. Het gaat hier echt, echt stijl. We zitten aan het laatste stuk en stijgen aan tien procent, flirtend met de elf. De eerste keer eigenlijk dat onze snelheid onder de zeven kilometer per uur zakt. Maar het lukt! Verder. Verder. We zien in de verte het einddoel! De laatste tweehonderd meter krijgen we het allebei moeilijk van de emoties. Ellen begint te hyperventileren van ontroering, ik rij er snikkend achteraan. We krijgen onszelf terug in ’t gareel en leggen de laatste meters af. Oh gód wat is het hier mooi. We laten ons fotograferen voor het bord waarop de hoogte van de bergpas staat, lopen nog wat bleiterig van blijdschap te dralen en besluiten dan, gedwongen door de snijdende koude en de sneeuw, de afdaling in te zetten...


11 glory is forever

De laatste tweehonderd meter krijgen we het allebei moeilijk van de emoties. Ellen begint te hyperventileren van ontroering, ik rij er snikkend achteraan.

|


12 graffiti-jam

|

Ik passeer er dagelijks met mijn fiets en vind het zeer geslaagd!

gra

31 augustus 2013 Fietstunnel Gentbrugge Ism Stad Gent


13 graffiti-jam

|

raffiti-jam 2013 foto’s sander demeester

in beeld


stof en as martijn nelen

Jeanne d’Arc is een heilige. Dat heeft de Kerk in 1920 beslist. Ze is echter ook een heks. Dat besliste diezelfde Kerk 500 jaar eerder. Ze is een geesteszieke. Maar ook een militair stratege. Ze is een royaliste en tezelfdertijd een volksfiguur. Ze is een socialiste én een rechtsnationaliste. Ze is stof en as.

|

stof en as

14

De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. En door andere opportunisten. Ze bestaat dus eerder uit interpretaties dan uit feiten. Maar beiden resulteren uiteindelijk in stof en as. Wie of wat Jeanne d’Arc precies was zullen we nooit weten. Daarvoor is ze te vaak geïnterpreteerd. Historici zijn het er wel over eens dat ze bestaan heeft. En dat ze een opvallende rol speelde in de Honderdjarige Oorlog, een middeleeuws conflict tussen Frankrijk en Engeland. Een oorlog die zelfs nog langer duurde dan de naam doet vermoeden, maar die desondanks deelde in het lot van alle feiten en interpretaties. De reductie tot stof en as. De oorlog draaide om datgene waar oorlogen altijd om draaien. Ze verliep zoals oorlogen altijd verlopen. En ze eindigde zoals oorlogen steevast eindigen. Wanneer het rode waas van de razernij is opgetrokken constateert men dat er niets is veranderd, maar dat het nooit meer hetzelfde zal zijn. In een poging om er toch enigszins vat op te krijgen bemerkt men helden, slachtoffers, winnaars en verliezers. Al zijn de verschillen daartussen nooit duidelijk. Zo ook in het geval van Jeanne d’Arc. Er is echter iets wat haar onderscheidt van de andere personages. Iets waardoor ze überhaupt een personage wèrd. Haar vervoering. God sprak tot haar. En Hij gaf haar militaire opdrachten. God is Liefde, behalve in tijden van oorlog. Misschien was haar bezieling oprecht. Wie zal het zeggen? Misschien is die ongrijpbaarheid de reden dat Jeanne d’Arc later voor zowat elke ideologische kar is gespannen. Of misschien was haar vervoering gespeeld. Een middel om een doel te bereiken. Misschien was het een product van epilepsie of schizofrenie. Sommigen wijten haar visioenen zelfs aan het drinken van niet-gepasteuriseerde melk. Interpretaties. En we weten welk lot die beschoren zijn. Jeanne en haar vervoering werden op een brandstapel herleid tot stof en vooral as. Het trieste aan Jeanne d’Arc is echter niet haar dood. De ware tragiek zit hem in het feit dat in navolging van haar lichaam, ook haar geest en personage meermaals zijn verbrand. Stof en as.


cartoon vervoering siska mingneau

15 cartoon

|


what’s up doc?

|

what’s up doc?

16

nieuwe aanwinsten in de graffitibib!

Graffiti vzw beschikt over een uitgebreide collectie informatiebronnen over graffiti en street art. Honderden boeken, dvd’s, krantenknipsels, thesissen en magazines. Bekijk de collectie online op de website of kom een kijkje nemen in onze boekenkasten! Raadplegen en ontlenen is gratis!

Writers United EMIL HAGELIN, BJÖRN ALMQVIST, TORKEL SJÖSTRAND & MARTHA COOPER DOKUMENT PRESS 2009 ISBN 978 91 85639 17 5

Ondanks mijn sceptische houding – het zoveelste Graffiti on Trainsboek? – was ik blij verrast met dit realistische portret van één van de meest actieve en bekende crews van Europa. Je wordt als lezer meegenomen met WUFC, een Zweedse crew, op hun ‘missies’ om overal in Stockholm en omstreken treinstellen te bespuiten. Interviews met scherpe vragen, zotte actieverhalen, inside info, knappe foto’s en een blik op de personen achter de tagnamen laten je begrijpen wat deze graffers drijft om steeds opnieuw hun naam achter te laten. Geen graffitiverheerlijking of stoerdoenerij in Writers United, maar een knap staaltje objectieve documentatie. Meer van dat! Peter Bosschaert

Onze graffitibib is open van maandag tot donderdag van 13.30 tot 17 uur of na afspraak & gelegen in de Dampoortstraat 84, 9000 Gent


JENS BESSER FROME HERE TO FAME PUBLISHING 2010 ISBN 978 3 937946 29 0

In Cry of the city Part 1: The Legend of Cornbread krijg je een mooi beeld van het leven van Darryl ‘Cornbread’ McCray, een levende graffitilegende. Om te ontsnappen aan het bende- en gettoleven, spoot Darryl in 1965 al zijn naam Cornbread op de muren in Philadelphia. De mensen uit zijn omgeving schetsen zijn leven en ongewone hobby, zijn tijd als drugsverslaafde, zijn familieleven en Darryl als familieman. Als je door de lowbudgetaanpak heen kijkt, vind je een realistisch en herkenbaar verhaal van iemand die struikelend zijn weg zoekt in ‘t leven en zo (onbedoeld) inspirerend is voor een hele generatie jongeren. Jammer van de lange interviews en de minder goede geluidskwaliteit, die ervoor zorgen dat het een opdracht is om de documentaire uit te zitten. En toch: spek voor de bek voor de echte hiphopfan met honger naar heldenverering of de leek met zin in een dramatisch, maar hoopvol gettoverhaal. Peter Bosschaert

Vandals is het tweede fotoboek over treingraffiti van de hand van Nils Muller. Veel fotografen dromen ervan om ’s nachts op treinjacht te gaan met een crew, maar het is weinigen gegeven. De illegaliteit van de actie heeft daar alles mee te maken, dat behoeft verder geen uitleg. Nils krijgt als ex-graffer wel het voorrecht om mee op ‘strooptocht’ te trekken, en die in snapshotbeelden te capteren. Vandals is geen standaard graffitiboek waarin je je kunt vergapen aan creatieve en inspirerende graffitiwerken. Er staat amper een afgewerkte piece in. Waar Nils zich wel op focust is de emotie, de spanning, het gevaar, de teamspirit… van de illegale praktijken. In Vandals slaagt Nils erin de cultuur, de taal, de structuur van treingraffiti als subcultuur grondig te documenteren. Ellen Theite

|

SANDER BELMANS

DARRYL MCCRAY & SEAN MCKNIGHT CINEMA ALLIANCE 2007 Dvd

NILS MÜLLER PUBLIKAT 2013 ISBN 978 3 939566 38 0

what’s up doc?

Stevig boek, hardcover, sterke klassieke lay-out (het gebruikte lettertype charmeert me zo dat ik prompt een infomailtje naar vormgever Torge Peters stuur), urban art in de ondertitel – graffiti is duidelijk zijn kinderschoenen en de bijhorende illegaliteit ontgroeid, of zo lijkt het. Als je de – goed geschreven – inleiding erop naslaat merk je dat de sfeer genuanceerder is. De auteur start met een historische afbakening van Muralismo, de Mexicaanse kunstvorm uit het begin van de 20ste eeuw. Muralismo was bedoeld om geschiedenis en cultuur door te geven via beelden, omdat een groot deel van de bevolking ongeletterd was, en ook, tezamen met de Mexicaanse revolutie, om de natie een eigen karakter, cultuur, diepgang te geven. De huidige murals zijn minder cultureel geladen maar halen wel een deel van hun esthetiek en monumentaliteit uit de Mexicaanse traditie. De half illegale schemerzone waarbinnen huidige muurkunstenaars opereren, doet geen afbreuk aan de aanvaarding en de appreciatie bij de bevolking voor de eerlijkheid van hun werk. Uit de galerieën, op straat. Samengevat een bondige en begrijpbare tekst. Allemaal goed en wel, maar is het boek goed? Staan er mooie werken in? Yep. Kom maar eens kijken.

Cry of the City part 1

Vandals

17

Muralismo Morte

The Legend of Cornbread


what’s up doc?

Urban recreation

|

what’s up doc?

18

Inside Outside ANDREAS JOHNSON & NIS BOYE RASMUSSEN ROSFORTH 2005 DVD

Vijf jaar voordat Banksy ophef maakte met zijn Exit Through the Gift Shop, brachten twee Denen Inside Outside uit. Beide docu’s - hoewel dit voor Banksy’s film een dubieuze benaming is - tonen het spanningsveld dat ontstaat wanneer je street art binnen brengt, met dat massieve verschil dat Inside Outside van a tot z oprecht is. Een klein dozijn street artists passeert de revue. Van de Parijse ZEVS tot de Braziliaanse tweeling Os Gemeos, Van de grijsaard Ron English (a.k.a. the billboard liberator) tot de hyperkinetische Earsnot. Je maakt kennis met hen wanneer ze hun passie beleven, wanneer ze doen wat ze moeten doen: zich creatief uiten op de straat. Adams & Itso bijvoorbeeld installeren hun eigen stulp in de onderaardse gangen van de Kopenhaagse metro. In Saõ Paulo krijgen we van Pigmeus meer te horen over pixação, de typisch Braziliaanse writersstijl. Swoon loopt in New York steeds rond met haar affiches en behangerslijm, terwijl ze het ‘druipwerk’ van KR bewondert. Wanneer een aantal van deze artiesten bijeengebracht worden voor een street art expo in Berlijn, komt er een breekpunt. De twijfel slaat toe. Wat hen energie gaf buiten op straat, wordt nu overgoten door een wrang gevoel… Kijken! Nu! ELS DE LATTER

AKAY & PETER BARANOWSKI DOKUMENT PRESS 2006 ISBN 978 91 973981 7 6

Oh ja. Dit is er eentje: een boek dat je doet verbazen en uw binnenste vervult met een warm naïef idealisme. Bovendien is het 100% hip (of course, want het is urban, dude!). En je mag vooral naar foto’s kijken. In Urban Recreation speelt het duo Akay & Peter met en in de stad. Met stadsschommels. Picknicks. Bambi’s. Stickers. Uw voeten. Ze laten de gehaaste stad stilstaan en zorgen voor een instant glimlach. See for yourself en ontleen dit boek uit onze bib. Het werkt beter dan chocolade of een speech van Obama. The power of street art, quoi. Birgit segal

Graffiti tattoo Vol. 2 ALEN KET & DON KARL FROME HERE TO FAME PUBLISHING 2012 ISBN 978 3 937946 35 1

Foto’s van vlees die zelfs vegetariërs kunnen bekoren: de tatoeages uit het fotoboek Graffiti Tattoo Vol. 2. De hype van Chinese tribals op de onderrug of liefdesverklaringen op de bovenarm lijkt stilaan gepasseerd. De esthetisch verantwoorde graffititatoeages lijken me een passend alternatief. Hoewel, eerlijk: ik ben geen fan van elk design in dit boek. Skeletten, vuurballen of Tolkien-geïnspireerde figuren wekken eerder mijn pijnlijke verbazing dan ontzag op. Maar na het lezen van een aantal verhalen van de trotse tatoeagedragers stijgen ze prompt in mijn achting. Blader door Graffiti Tattoo, mix enkele prachtontwerpen door elkaar, en je zit al een stapje dichter bij een tattooshop! Birgit segal


Schrijf je in voor deze prikkelende sessie!

19 vormingen in huis

|

Boost je blad: vrijwilligersredacties VOOR REDACTIEMEDEWERKERS EN COMMUNICATIEVERANTWOORDELIJKEN VAN TIJDSCHRIFTEN EN PUBLICATIES DIE GERICHT ZIJN NAAR EEN JONG PUBLIEK (JONGEREN, OPVOEDERS, LEIDING, VRIJWILLIGERS…). DINSDAG 21 NOVEMBER, 9.30 – 16.30 U. • BIJ GRAFFITI VZW, DAMPOORTSTRAAT 84, IN GENT PRIJS: 60 EURO

Veel jeugdorganisaties maken een tijdschrift of video’s, leveren webcontent… en doen daarbij beroep op een ploeg van jonge vrijwilligers. Deze ploeg ondersteunen, vormen en uitdagen is geen sinecure! Wouter van Mediaraven vzw deelt zijn ervaringen bij het begeleiden van vrijwilligersredacties: van opstart van een redactie, over werving tot vorming, trajectbegeleiding, evaluatie en groepssfeer. Hoe gaan kwaliteit en vrijwilligers hand in hand? Hoe leid je goede redactievergaderingen? Wat delegeer je en wat niet… Ninah Van Aelst van Villa 32 vult aan met haar haar bril van jeugdconsulent. Met het project Wolf ondersteunt ze jongeren in Mechelen die hun eigen wervelend tijdschrift Gromm maken.

Hun tips and tricks en jullie eigen bagage dagen uit om in de namiddag samen een creatief product te maken over vrijwilligersredacties, dat we nadien verspreiden. Met deze pop-upredactie zetten we de theorie onmiddellijk om in de praktijk. Meer info en inschrijven: www.graffitivzw.be/boostjeblad of bel peter op 09/233 79 86


Onze conversaties reiken voorlopig niet veel verder dan “Da-ag Ellen, ik vertrek op workshop!”. En weg is ie... Nooit in huis! Groot is mijn verbazing als ik mijn nieuwe collega plots met een vod in de weer zie bij de Graffitibib. En ook groot mijn reactievermogen: “Leg neer die vod! En zet u! ”

|

sander demeester

20

ellen theite

In godsnaam, wie bén jij? Ik ben Sander Demeester, 25 jaar, en ik woon in Mechelen. Dat lijkt ver, maar met de trein ben ik op zo’n 40 minuten in Gent! Ik ben afgestudeerd sociaal cultureel werker en doe een verwoede poging er een master aan te breien. En, ik ben een gepassioneerd jeugdwerker.

Sander

Vanwaar die passie voor jongeren en jeugdwerk? Ik heb zowel in de scouts van Bonheiden, Sint-Niklaas als Mechelen gezeten. De verschillen tussen die jeugdbewegingen fascineerden me. Vanuit de scouts ben ik in de Mechelse jeugdraad gerold, waar ik het ondertussen geschopt heb tot voorzitter. Ook hier bestudeer ik graag de dynamiek tussen de verschillende jeugdbewegingen en jeugdwerkvormen. En, het is ook interessant om aan beleidsthema’s te werken. Als jeugdraad heb je een adviesfunctie, en op een advies moét de stad altijd antwoorden. Soms is dat ‘schenen schoppen’ en soms is dat een constructieve samenwerking. Echt boeiende materie.

Wat was je laatste overwinning met de jeugdraad? Het zijn er twee! De stad vroeg ons begin dit jaar een advies te schrijven over de GAS-boetes. Dat advies is door de stad zeer goed onthaald en zal waarschijnlijk ook als basis dienen voor de volgende GAS-wetgeving. Tof, niet? En de jeugdhuizen zijn sinds kort verplicht om een geluidsmeter aan te kopen. Zo’n toestel kost wel 1700 euro. We schreven een advies waarin we het belang van de jeugdhuizen voor de cultuur in Mechelen onderschreven en dat we tussenkomst van de stad wensten. We hebben per jeugdhuis 1000 euro gekregen!

Héla! Het ruikt hier sterk naar belangenvermenging! Niet? (grijnst.) Ik ben inderdaad ook voorzitter van het Mechelse jeugdhuis Doema. Doema is de opvolger van jeugdhuis Tsentroem. Er was heel wat problematiek rond dat jeugdhuis: geluidsoverlast, drugsoverlast, problemen binnen de kern, te verlieslatend… De stad besliste een nieuwe werking op te richten. Ik voelde het prikkelen en stapte vol overtuiging mee in dit verhaal. Omdat we in een woonwijk liggen focussen we niet op feesten, maar eerder op creativiteit en cultuur. We organiseren optredens, jamsessies voor muzikanten, expo’s, workshops…

Euhm… doe jij eigenlijk iets waar géén engagement aan hangt? Ik ben ook al 7 jaar met graffiti bezig. En dat is een van grote hobby’s. Vandaar dat


Deze job bij jullie is de perfect merge voor mij: én graffiti én jeugdwerk. (…) Op ’t gemakske wat klodderen met verf…

21 sander demeester

er Demeester

|

deze job bij jullie de perfect merge is voor mij: én graffiti én jeugdwerk. Ik vind het gewoon tof om met vrienden een namiddag te gaan spuiten, met een barbecue erbij… Op ’t gemakske wat klodderen met verf op de legale muur.

Bij ons doe je meer dan wat klodderen, mag ik hopen? Deze zomer heb ik hoofdzakelijk workshops geven voor Grabbelpas en speelpleinwerkingen. In het najaar zal ik wat meer tijd hebben voor mijn andere verantwoordelijkheden. Dat is ten eerste de vorming van onze vrijwilligers. Vrijwilligers die hun ‘workshopgeefskills’ willen bijschaven kunnen steeds bij mij terecht! En daarnaast hou ik me bezig met de Graffitbib. Onderzoeken wie er baat heeft bij een Graffitibib en wat die mensen nodig hebben om tot hier te komen.

Heb je, als afsluiter, een pittig vervoerverhaal voor ons? Kwestie van het thema nog eens te beroeren? Toen mijn vriendin en ik twee jaar geleden vanuit Barcelona naar huis liften, belandden we op de luchthaven van Lyon. Niemand wou ons daar meenemen! Ofwel parkeren ze daar om met het vliegtuig vertrekken, ofwel komen ze mensen oppikken en zijn er geen plaatsen vrij. Uren hebben we daar in de brandende zon gezeten tot uiteindelijk een bejaard beenhouwerskoppel uit Beaune ons meepakte. Ze hebben ons de avond zelf nog de stad rondgeleid, superveel vlees voor ons bereid, ons in bed gestoken én de volgende dag ons aan een goede plaats gezet om verder te liften. Vervoer mét vervoering…

En met deze uitsmijter laat ik je graag verder de Graffitibib afstoffen!


22 dit is de allereerste keer!

|

Eindelijk zomer. Eindelijk! Na een superdruk werkjaar en al maanden uitkijkend naar 12 juli, vertrekt dit verliefd redactiepaar op roadtrip naar Slovakije en Hongarije. De eerste keer richting den Oostblok. Maar ook: de eerste keer dat we als koppel tien dagen samen reizen! Ondanks het feit dat menig mens verkondigt dat reizen dĂŠ relatietest is, vertrek ik zonder knikkende knieĂŤn. Ik heb er alle vertrouwen in dat het superleuk wordt.

Dit is de allereerste keer! Tekst: Kimberly Verhaest Foto’s: Robbie Vanlancker


Take off

23

De voorbereiding van de reis verloopt op wieltjes. Als leerkracht ben ik vanaf 2 juli als het ware werkloos en ik smijt me volledig op het plannen. Robbie is meer een doener, op dat vlak zijn we al een perfect merge. Robbie vinkt af aan de hand van mijn perfect uitgekiende lijstjes en twee dagen voor vertrek staat alles al gepakt en gezakt! Een klein succesje… De ochtend van ons vertrek nemen we afscheid van de twee liefste poezen ter wereld. Echter met een gerust hart, een team van vier dames staat paraat om voor ze te zorgen. “Zorgeloze vakantie: here we come!” Maar toch ook stiekem fingers crossed dat we de trip zonder kleerscheuren overleven.

dit is de allereerste keer!

|

De grens van 500 Als een geëmancipeerd wijf rijd ik, en niet Robbie, richting Duitsland. We hopen Passau te halen, zo’n 850 kilometer van Gent. Tijdens het cruisen in de zon op maximum speed (Leve Duitsland!) neemt Robbie uit het niets mijn hand vast en zegt me dat hij me graag ziet. Een kleine krop in de keel… En hup, meteen ook extra energie om nog 500 kilometer verder te rijden. En dat doe ik. Haag-am-Hausruck in Oostenrijk klinkt ons mooi in de oren, we beslissen daar een hotelletje te zoeken. Het blijkt een dorp waar de tijd stil is blijven staan en een plek waar ik als tiener, aan het aantal hangjongeren te merken, mijn zaterdagavond niet zou willen doorbrengen. Na ons avondeten (schnitzels all the way!), wil mijn wederhelft nog een wandeling maken. Even lijken we te verdwalen, echte horror in mijn nieuwe sandalen en jurk. Waar is mijn scoutsgevoel gebleven? We doorkruisen een weide en begeven ons vlug terug op begane en bekende grond!


24 dit is de allereerste keer!

|

Brat Is Lava Anderhalve dag uittrekken voor de hoofdstad van Slovakije, volgens mijn planning moet dat lukken. Als aardrijkskundige had ik de kaart beter grondiger bestudeerd; de stad blijkt amper de oppervlakte van de Brugse binnenstad groot. Klein maar fijn dus. Op aanraden van een collega trekken we naar de communistische wijk Petrzalka. Ik had me aan iets à la de Rabottorens in Gent verwacht maar het tegenoverstelde is waar. Tientallen betonnen blokken zijn gerenoveerd in een mooi kleurenpalet. Je vindt er ook heel wat groen en bitter weinig afval. Grote armoede valt er niet te bespeuren. Op één duo na, die ons in vervoering brengt. Een man duwt zijn oude moeder voort in een rolwagen die een omgebouwde winkelkar blijkt te zijn. Inventief met weinig geld én een boodschap: wij blijven alvast niet bij de pakken zitten! In diezelfde wijk treffen we een groot meer aan. Ideaal! De temperaturen leunen stil aan tegen de 30°C aan. We vleien ons samen neer aan de oever. Rust en groen tussen betonblokken, het heeft wel iets…


25 dit is de allereerste keer!

|

Direction toeristisch hoogstandje! Op amper 150 kilometer van Bratislava ligt de hoofdstad van Hongarije. Aan de grenspost zijn we verplicht een wegenvignet te kopen. In een prehistorisch douanehuisje zitten drie mensen handmatig de vignetten te verdelen. Behoorlijk amateuristisch allemaal, maar hier vind je geen diepe putten in het wegdek, en dat met bijna evenveel vrachtverkeer als in België. Eat this, Belgium! Het aantal mensen die wij kennen die al naar Budapest zijn geweest, kunnen we niet meer op beide handen tellen. Dat het toerisme er boomt, merken we meteen. Voortdurend klampen verkopers van diverse toeristische bussen of boottochten ons aan. Groene, gele en roze bussen domineren het straatbeeld. En ja, wij geven ons over… Het is nu eenmaal dé manier om snel en goedkoop alle spectaculaire gebouwen, pleinen en burchten die de stad rijk is te bezichtigen. Gelukkig was ons hotel rustig en romantisch, én voorzien van een jacuzzi. Dat is betaalbaar in den Oostblok. Bubbels mét bubbels: ideaal om ’s avonds samen aan de toeristische drukte te ontsnappen.


26 dit is de allereerste keer!

| Genoeg beton! Wij willen groen! Na het citytrippen trekken we ons terug aan het Balaton, het grootste meer van Centraal-Europa. Onze B&B in de heuvels rond het meer is ronduit de max! De eigenaar, Tamas Saffry, is de ideale gastheer en tipt ons over bezienswaardigheden én de beste culinaire adresjes. Regelmatig trekken we de bergdorpjes in en verwennen onszelf met een drie-gangen-menu met royale porties, wijn en water. Voor amper 16 euro! Met twee! Je broek scheur je hier alvast niet! Aan het strand komt van rustig genieten niet veel in huis. Daarom huren we een pedalo om de drukte te

mijden. Bovendien is de pedalo voorzien van een dek waarop je kan zonnen, perfect dus! We fietsen met de pedalo naar het midden van het meer. Geen mens rond ons te bespeuren… Zalig alleen met twee… Dus waarom ook niet, denk ik, en ik ga monokini! Plots horen we in de verte een helikopter. Geen vuiltje aan de lucht want je kan pleziervluchten doen in de streek, stellen we onszelf gerust. De helikopter komt echter recht op ons af! Politie! Met ons in hun vizier leggen ze dan ook nog eens even hun sirene aan. Geen paniek: monikini mag wel degelijk. Maar te ver met de pedalo op het meer afdrijven blijkbaar niet. Met een handdoek rond me geknoopt druipen we snel af richting de kuststrook.


27 dit is de allereerste keer!

|

Uit het niets neemt Robbie mijn hand vast en zegt me dat hij me graag ziet. Een kleine krop in de keel‌

Geen kleerscheuren! Ja, we hebben onze eerste reis overleefd. Ja, we hebben ook wel eens woorden gehad. Het zijn dan ook uitzonderlijke omstandigheden. 10 dagen 24 uur op 24 bij elkaar! En reizen kan ook wel eens vermoeiend zijn. Twee aspecten die voor vuurwerk kunnen zorgen. Uitpraten, kiss & make up, meer hoef je niet te doen.


droomspoor

|

droomspoor

28

Tekst & Foto’s: ellen theite gedicht: Saidjah Coudenys

Saidjah Coudenys is gebeten door straatpoëzie: “Op een absurde manier omgaan met woorden”. Geen Guido Gezelle maar wel Eva Cox. “Ze heeft ooit een gedicht gemaakt toen ze in de auto reed. Omdat ze geen pen en papier bij zich had, is ze het gedicht blijven herhalen en herhalen tot ze thuis was. Tot op heden bestaat er geen naslag van dat werk. Het zit in haar hoofd. En hoe ze het brengt… Fenomenaal! Haar performance blijft me eeuwig bij.” Wat hem drijft om poëzie te bedrijven is tweeledig. “Het is therapeutisch, ik schrijf dingen van me af.” Maar ook: “de beste drijfveer om gedichten te schrijven is mensen in vervoering brengen, genot verschaffen.” Of hij het erg vindt dat niet iedereen begrijpt waar hij over schrijft is hij zeer duidelijk: “Het is net hetzelfde als met Van Gogh en zijn zonnebloemen. Mensen zeggen: “Aah, das mooi, maar wat bedoelt hij daarmee?” Daar hoef je je niet mee bezig te houden! Zoek naar wat het voor jou kan betekenen. Waarschijnlijk wilde Van Gogh gewoon een bloem schilderen. Punt.” Poëzie is ook niet het enige wat voor hem telt. “Kruisbestuiving is zeer waardevol. Omring poëzie met beeld, muziek, andere vormen van cultuur en ze heffen elkaar op tot een hoger niveau.” Met tips om zelf aan het dichten te slaan is hij uiterst efficiënt: “Uitproberen!” Saidjah zet zich aan zijn Ipad, kijkt even in het rond en begint te tokkelen. 15 minuten later lees ik zijn gedicht over het thema vervoering.


DROOMSPOOR drijvende verzinning weelderig varen op bovendekgeluid wolken als bron van luchtgeluk treurdansen op het uiterlijk veld bruisen in de binnenweide

drukte smaakt niet; als rust een cupcake is

|

aan boord van het stuur een gidslicht dat donkere versiering verwarmt vernielen DE herhaling bouwen op bochtwerk

droomspoor

rinkelbellen aan bevrijdende verhalen binden zappen naar kanalen die zuidwaarts klinken spelen in de tuin aan de achterdeur van de letterhoeve

29

woorden plukken die anders klinken vervoeren op een Waals leven warmte kiezen die brandgevaar koestert putten uit straatstenen een STRAF punt zijn wonderen met de fabriek van de creatie stijlfouten maken omdat ze menselijke schoonheid uitstralen


|

emotio-nelen

30

Beste lezer, laat mij beginnen met een dienstmededeling: deze column had over voedsel kunnen gaan. U bent schrander genoeg (anders zou u mijn oeuvre niet lezen) om op te merken dat het gebruik van de voltooid verleden tijd in voorgaande zin impliceert dat ik een ander onderwerp heb gekozen. Eén dat evenzeer past binnen het thema vervoering en dat de culinaire extase naar de kroon kan steken. Een passie waarvoor ik mijn geliefde stokpaardje dat luistert naar de naam Gastronomie op stal laat staan (ieder noemt zijn onevenhoevig huisdier zoals hij wil, beste lezer. Persoonlijk vind ik Black Beauty veel belachelijker). U vraagt zich zo langzamerhand natuurlijk af welke lokroep in hemelsnaam het belletje van mijn microgolfoven kan overstemmen. Ik stel dan ook voor dat u de volgende alinea leest (die had u kunnen zien aankomen). Het antwoord op die vraag, beste lezer, is de roep van De Roes. De drijfveer van De Gedrevenheid. De geestdrift van De Begeestering – ik zou door kunnen gaan, maar u snapt welk staaltje van taalvirtuositeit ik hier tentoonspreid. En als u een beetje meewerkt, raakt u zo meteen misschien ook in vervoering. Bij mij gebeurt het immers dat ikzelf ook zin krijg om te creëren wanneer ik werk van een groot artiest aanschouw. Dus als u na het lezen van deze column de onweerstaanbare drang voelt om Nobelprijs voor de Literatuurwaardige teksten te beginnen schrijven, weet u waaraan dat ligt. De voldoening der artistieke creatie valt met geen pen te beschrijven – behalve als die pen wordt gehanteerd door uw favoriete columnist, uiteraard. Van zodra de muzen een menselijk brein komen binnen gefladderd – en zulks doen zij op de tonen van een melodie die enkel hoorbaar is voor wie beschikt over een fantasierijk trommelvlies verdwijnen alle angsten, twijfels en andere belemmeringen. “Dat doet Prozac ook”, zegt u (ik ken mijn pappenheimers), maar dat is een puur chemisch gebeuren. Kunstmatig, en niet kunst-matig. Dit is wat creatieve vervoering zo mooi maakt: het is een staat van extase die puur Emotio-Nelen is, waar in principe geen drugs aan te pas moeten komen. In die zin heeft het veel weg van sport (types à la Lance Armstrong zouden hier misschien niet mee akkoord gaan, maar Lance Armstrong is geen succesvol columnist en moet bijgevolg zijn mond houden).

Men kan schilderen met verf, maar sommigen schilderen met verve.


emotio-

Nelen

Bij graffiti (als artiest ben ik van alle markten thuis; Eddy Wally is er niks tegen) is het zo mogelijk nog erger, want in die branche kan ik geen gebruik maken van verzachtende omstandigheden zoals mijn sofa. Als in trance worden de natuurelementen urenlang getrotseerd, gedragen door de muzen en half bedwelmd door spuitbusdampen en exaltatie. Voor De Kunst. Men kan schilderen met verf, maar sommigen schilderen met verve. Bon. Discipline of niet, ik moet nu echt iets eten. Beste lezer, ik laat u achter met een laatste wijsheid van mijnentwege. Muzen zijn als groupies: ze duiken op wanneer men het niet verwacht, en als ze dat doen kan men er zich maar beter gewillig aan overgeven. Dan bereikt men de mooiste resultaten.

|

En daar eindigt de vergelijking niet: ook de fysieke component van de creatieve bevlieging doet denken aan topsport. Normaal gezien blink ik niet uit in discipline - vooral niet als dit betrekking heeft op het nuttigen van gematigde porties voedsel - maar wanneer ik schrijf verdwijnt al het andere naar de achtergrond. AL het andere, beste lezer. Sedert de aanvang van deze column heb ik zeker al een halfuur lang niks meer gegeten(!)

emotio-nelen

martijn nelen

31

De Roes roept Martijn Nelen – graffiteur, illustrator maar bovenal columnist.


|

20.000 kilometer

32

12 juni 2013 - een somber zaaltje ergens onderin de buik van het station Brussel-Noord. Gepakt en gezakt wacht ik op de Eurolinesbus. Zoals altijd vlak voor vertrek voel ik me enigszins nerveus. Waarom eigenlijk? Hoe vaak heb ik deze trip ondertussen al niet gemaakt, de afgelopen drie jaar? En toch... Misschien is het wel juist daarom dat ik me zo voel; omdat ik weet wat me te wachten staat! Ik tel in mijn hoofd het aantal keer dat ik met deze beruchte lagekostenmaatschappij op en neer richting Denemarken ben gereden. Tien keer... Dat zijn dus eigenlijk twintig ritten... Ik geloof dat ik mezelf langzaam écht een expert mag noemen. Daarom speciaal voor jullie deze tips & tricks voor een Eurolinesreis naar het land van Lego en Carlsberg - of gelijk welke andere bestemming!

Regel nummer één: verwacht het onverwachte! Geen enkele rit is dezelfde en wees maar zeker dat er minstens één ding niet volgens plan zal verlopen. Je flexibel opstellen is dus de boodschap. Laat ook duidelijk zijn dat je bij zo’n lagekostenmaatschappij niet voor de service betaalt. Oké, er zijn uitzonderingen, maar de chauffeurs zijn niet altijd even behulpzaam, hun talenkennis is verbazend genoeg vaak nogal beperkt... Hou er ook rekening mee dat vertragingen meer regel dan uitzondering zijn. Indien je na aankomst bijvoorbeeld nog een aansluiting met een trein moet hebben, neem je best een marge van een paar uur extra. Eurolines heeft opstapplaatsen in het hele land, maar Brussel-Noord is de belangrijkste. Je kan namelijk niet vanuit elke stad naar gelijk welke bestemming vertrekken. Bovendien heeft Brussel-Noord het voordeel dat er een wachtruimte mét bemande incheckbalie is. Dit is bijzonder handig wanneer je bus vertraging heeft. Op die manier hoef je geen twee uur buiten in de kou staan wachten, je afvragend of je bus überhaupt nog komt.

Niks zo moeilijk als dubbel geplooid een dutje doen in een stijve, skinny jeans...


20.000 kilometer Bieke Bruneel

En die eindbestemming kan soms ver weg zijn. Dus wat bezielt iemand om een lange reis met zo’n bus te maken? Tja... Het is nog altijd één van de goedkoopste manieren om Europa te doorkruisen; zeker als je tijdig boekt. Bovendien is het ook veel milieuvriendelijker dan het vliegtuig nemen. En het feit dat er altijd wel iets te beleven valt tijdens zo’n rit én dat je mensen van allerlei pluimage leert kennen, krijg je er gratis bovenop! Bijna 16 uur later draait de bus eindelijk aan Fisketorvet de Dybbølsbro op en daarna de Ingerslevsgade in. Ik glimlach tevreden. Kopenhagen... Hier ben ik opnieuw. Hier heb ik mijn hart verloren. Mijn tweede thuis...

|

Vergeet ook zeker je identiteitskaart of paspoort niet. Op sommige routes word je in ieder land dat je doorkruist gecontroleerd door de douane. Heb je de nodige papieren niet op zak, dan vlieg je onherroepelijk van de bus. Neem ook altijd minstens één kopie van je ticket mee. De kans is groot dat je dit onderweg zal moeten voorleggen, bijvoorbeeld op plaatsen waar er veel passagiers wisselen van bus - zelfs al blijf jij op diezelfde bus zitten tot aan je eindbestemming.

20.000 kilometer

En zo komen we bij het onderwerp: wat neem ik mee? Om te beginnen: eten en drinken. Je hoeft zeker geen hele frigobox mee te sleuren, maar het is soms moeilijk in te schatten wanneer de bus precies zal stoppen, waar en voor hoelang. Met andere woorden, zelfs wanneer er een tussenstop is, is dit

nog geen garantie dat je (treffelijk) zal kunnen eten. Een voorraadje lekkers meenemen is dus geen overbodige luxe. Verder zijn een boek, mp3-speler, nekkussen, dekentje... praktisch voor onderweg. Hang ook niet de fashionista uit en trek comfortabele kleren en schoenen aan. Niks zo moeilijk als dubbel geplooid een dutje doen in een stijve, skinny jeans...

33

Het nadeel aan Brussel-Noord is wel dat dit niet de meest aangename plek is om te wachten; zeker niet voor een vrouw alleen ‘s avonds laat... Geef dieven ook geen kans en let héél goed op je bagage! Hetzelfde geldt trouwens voor Hamburg (indien je daar zou passeren). Dit is vaak één van de plekken waar de bus een tijdje stil blijft staan. Heel wat mensen moeten over-, af- of opstappen. Kortom, het krioelt er van het volk terwijl de luiken van de bussen geopend zijn. Daarom: stap ook even van de bus en hou tegelijkertijd een oogje op je bagage in het ruim en je handbagage op de bus. Voor alle duidelijkheid, een handtas of portefeuille draag je altijd bij je - maar een jas, rugzak en dergelijke kan je eventueel wel laten liggen. Op die manier geef je meteen ook aan je medereizigers te kennen dat die plaats bezet is.


“Schud de bussen voor je uitstapt. Als je het buiten doet heeft heel de buurt je gehoord!”, waarschuwt Wouter. De sfeer in de auto is gespannen. Dit is de eerste keer dat ik ‘s nachts eropuit trek met Niels en Wouter. Ik ken de gang van zaken nog niet. We stappen uit. De mannen moffelen de spuitbussen diep in hun jas. Ik hoop dat er nergens camera’s hangen.

pak me dan

|

pak me dan

34

Matthew

Stil sluipen we in de richting van het station. Niels kijkt de hele tijd gespannen om zich heen. Ik weet dat Niels regelmatig ‘op stap’ gaat. Toch speurt hij constant de omgeving af naar een mogelijke dreiging, alsof het zijn eerste keer is. Ik ben ook nerveus maar houd me kalm. Een eigenschap die me vaak van pas komt als ik onder stress sta of een leugen vertel. We komen aan de zijkant van het station, lopen achterom en verstoppen ons. We houden ons stil en spitsen de oren. “Zou er een bewaker in het station zijn, denk je?” fluistert Niels. Zowel Wouter als ik geven geen antwoord. We zijn té gefocust… Wouter beklimt als eerste de grasheuvel waarop de sporen liggen. Niels en ik volgen vlug en spurten de vijf meter hoge heuvel op alsof ons leven ervan afhangt. De angst om alleen achter te blijven is blijkbaar nog groter dan die om opgepakt te worden. Bovenop de sporen beseffen we dat we te kijk staan voor Jan en alleman. Als er ook maar iemand in de buurt is, ziet hij ons gegarandeerd. M’n hart klopt in m’n keel. De

adrenaline giert door m’n lichaam. Ik heb me nog nooit zo levendig gevoeld. We volgen de sporen, maar bij elke stap die we zetten knarsen de grote kiezelstenen tegen elkaar. Hoe we ook stappen, geruisloos zijn we niet. Ik probeer niet achterom te kijken, maar het voelt alsof er een leger van conducteurs ons op de hielen zit. Na een driehonderd tal meter komen we eindelijk bij de wagons en sluipen onmiddellijk verder tot het uiteinde van het treinstel. De omgeving is daar veiliger; geen huizen in de buurt, enkel weiden. Niels en Wouter halen hun bussen boven en verven alles onder; op elk paaltje en balkje komt hun tag. Ik sta wat beduusd voor me uit te staren tot Wouter me roept. Hij toont me alle tags die hij herkent. Sommige zijn van maten, andere van rivaliserende crews. Ik haal mijn spuitbussen boven en zet mijn eerste lijnen op het treinstel. Door de regen van de afgelopen uren druipt de verf van de wagon en laat verticale lijnen achter op mijn werk. Ik baal, maar klaag niet. Afwerken en wegwezen…


Art. Design. Books. Accessories.


Schrijf je in voor deze prikkelende sessie!

Meer info op p. 19 of op graffitivzw.be

Boost je blad: vrijwilligersredacties

Hoe start je een redactieploeg op? Hoe leid je goede redactievergaderingen? Wat delegeer je en wat niet‌ Dinsdag 21 NOVEMBER, 9.30 – 16.30 U. Ism met Wouter van Mediaraven vzw en Nina van Villa 32

missie & visie

Transparant is een driemaandelijkse uitgave van Graffiti vzw die aan het jeugdwerk wordt aangeboden.

Graffiti vzw biedt kinderen, jongeren en jeugdwerkers ruimte en middelen aan om op een creatieve manier kennis te maken met, te experimenteren met en zich te ontplooien in diverse creatieve communicatievormen. Communiceren is immers een basisvoorwaarde om actief, bewust en kritisch te participeren in de samenleving. Onze dienstverlening stoelt op kwaliteit en diversiteit. We profileren ons naar diverse doelgroepen en streven naar maximale inspraak en participatie van deelnemers en medewerkers in alle facetten van de werking.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.