De energie van Generatie X

Page 1


Voorwoord Achtergrond aftellen naar pensioen Achtergrond energiek van start Achtergrond generatie x bezint zich met Aart Bontekoning Interview intro x-files Interview Hans Flapper Interview Nico Veenstra Interview Matty Fransen Interview Harrie Austie Interview Titia Boersma Interview Hester Reehuis Interview Jenny Aarts Interview Jaap Erik Pijlman Interview Paul ten Dam Interview Meino Nijhoff Interview Anneke Schuren Interview Jan Rake Interview burgemeester den Oudsten De energie uit het verhaal van GX Je bent meer dan je functie Mentorschap

5 6 8 10 12 13 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44

Inhoudsopgave

3


Voorwoord Wat begon als een fris gesprek tussen een 30-er en een bijna 55-er was tevens de start van een beweging van medewerkers van de gemeente Groningen onder de noemer: ‘De energie van generatie X’. Medewerkers met ruime werkervaring en de nodige jaren levenswijsheid die zich in willen zetten voor een plezierig en gezond 2e deel van hun loopbaan. 
Interviews, artikelen en verhalen verschenen op intranet. Veel reacties kregen de interviews met collega’s die (bijna) met pensioen gingen. Die interviews hebben we gebundeld in dit boekje. En aangevuld met resultaten die uit de verschillende initiatieven en activiteiten zijn gekomen. Bijna pensionado Burgemeester den Oudsten doet ook nog een duit in het zakje. Kortom: met veel energie en liefde gemaakt.

Voor álle generaties collega’s bij de gemeente Groningen!

5


Aftellen naar pensioen of met plezier kennins overdragen? Enkele jaren geleden hield een collega aan de Kreupelstraat op een scheurkalender bij hoeveel dagen hij nog moest werken tot aan zijn pensioen. Nog 433 dagen, nog 432 dagen etc. “Zonde”, noemen Paul Vriends en Leonie Smit dit aftellen. Omdat deze initiatiefnemers van de 55+ boost oudere medewerkers meer lol en plezier gunnen in het slot van hun werkende leven.

6

Hartenwens Leonie (36): “Ik sprak een nietgelukkige collega met de hartenwens gezond haar pensioen te halen. Zonde! Verder vind ik dat er teveel naar jongeren wordt gekeken als het gaat om innovatie. Terwijl we over een bak aan menselijk kapitaal met kennis beschikken. Het zou me een lief ding waard zijn als we positiever over ouderen gaan spreken.” 55+ boost Om hier wat aan te doen, bedachten ze de 55+ boost. “Zonder opdracht vanuit de organisatie”, benadrukken beiden. “We willen een beweging creëren waardoor oudere medewerkers het meer naar hun zin krijgen. Gebruik maken van hun kennis en kunde en daarmee jongeren helpen.” Met het Jongerennetwerk Groningen en de stadstalenten ontstond al kruisbestuiving. Paul: “Zij vroegen laatst onze hulp waarop ik wat namen noemde. Eén van de benaderde collega’s vertelde me dat zij gloeide van trots toen hij werd gevraagd.” Generatie X Ze willen niet generaliseren en ouderen stigmatiseren. Daarom is de 55+ boost ondertussen omgedoopt in ‘De energie van generatie X’. “Genoeg mensen weten zelf hun weg te vinden. Maar onder de ongeveer 1.300 55-plussers zijn collega’s die met iets extra’s prettiger op hun werk lopen. Als wij hen kunnen stimuleren is dat mooi.”

Passies “Oudere medewerkers hebben zoveel gedaan in hun werkzame leven en daarbuiten. Waarom zouden ze hun passies en talenten die ze elders inzetten niet op het werk kunnen gebruiken?”, vraagt Leonie zich af. “Generatie X is gedreven en wil vooruitgang, er zit zóveel energie en kracht in die club. Zonde om te laten liggen”, vindt Paul. “Ik denk dat we tot nu toe onvoldoende kijken naar hun potentieel.” Langer doorwerken Daar heeft hij wel een verklaring voor. “Zo’n 15 jaar geleden stopte je kort na je 60e met werken via de vervroegd pensioenregeling. Nu krijgen we te maken met de nieuwe situatie waarin we allemaal langer moeten doorwerken.” Niet vreemd dus dat er nog geen speciaal 55+ personeelsbeleid bestond, behalve voor collega’s met fysiek zware beroepen. “We zijn bij de afdeling HRM op bezoek geweest, zij onderkennen het belang en kijken of dit beleid er moet komen.” “Het is onontgonnen gebied”, meent Leonie.

overgedragen als ouderen de organisatie verlaten. Er zijn nog weinig mentor-gezelconstructies.” Eén van de ideeën die Generatie X daarom momenteel uitwerkt. Net als het idee om 55 minuten met een 55-plusser af te spreken. “Zodat het normaler wordt om medewerkers met talenten en ervaring op te zoeken en te vragen om tips.” Droom Hun droom? Leonie: “Mensen die met energie en lol naar hun werk blijven gaan en er uithalen wat er in zit.” Paul: “Dat iedereen die met pensioen gaat de organisatie trots verlaat. En dat de organisatie dan zegt: mooi dat hij of zij in de laatste jaren nog zoveel voor de stad heeft betekend.

Hoe nu verder? Paul Vriends, hoofd Bedrijfsbureau SSC en Leonie Smit, concernadviseur bedrijfsvoering: “We zijn los van elkaar op dit onderwerp gekomen en raakten erover in gesprek. Ik word zelf 55 en merk dat ik in een andere levensfase terecht kom waarin je veel ervaring hebt opgedaan die je wil inzetten en overdragen”, zegt Paul. “Helaas zie ik om me heen dat niet iedereen prettig de organisatie verlaat.” Lees hóe de deelnemers aan ‘De energie van generatie X’ talenten van 55-plussers beter willen benutten. Wil je ook meedoen met ‘De energie van generatie X’? Neem dan contact op met de initiatiefnemers of word lid van de intranetgroep ‘Energie van generatie X’.

Risico’s En dat levert risico’s op. “De kans bestaat dat het werk niet goed wordt

7


55+ boost energiek van start: lees de 7 initiatieven In het najaar van 2017 kwamen meer dan 30 collega’s bij elkaar voor de aftrap van de 55+ boost in de Bax Brouwerij. Aan het eind van die dag presenteerden collega’s meer en minder uitgewerkte initiatieven waarmee we direct aan de slag kunnen. Paul: “Indrukwekkend hoeveel energie we samen hebben ontwikkeld en de enorme hoeveelheid ideeën die er uit de groep kwam. En prachtig om te zien dat jonge collega’s uit de traineepool en het Jongerennetwerk mee hebben gewerkt én mee willen doen aan het vervolg op de 55+ Boost. Want een vervolg komt er zeker!” 8

​ insdag 19 september kwamen D meer dan 30 collega’s bij elkaar voor de aftrap van de 55+ boost in de Bax Brouwerij in de stad. In onze organisatie tellen we zo’n 1.000 55 plussers. De 55+ boost is een initiatief van Leonie Smit (nog geen 55) en Paul Vriends (bijna 55) en heeft als doel: samen ideeën bedenken en tot initiatieven komen voor een fris vervolg van je loopbaan. Concrete initiatieven Na het welkom van Paul en Leonie spoorde ‘energieleverancier’ en begeleider Tom Vaessen de deelnemers met verrassende opdrachten aan tot creativiteit en ‘buiten de lijntjes kleuren’, waarbij collega’s nadachten over hoe onze organisatie er over 10 jaar uit zou zien. Uit de vele ideeën kozen de collega’s er zeven om uit te werken naar concrete initiatieven. Idee 1: Combipool voor jong & oud Zes jongeren en zes ouderen uit onze organisatie gaan samen een traineeprogramma volgen. Jongeren brengen kennis en inspiratie in, ouderen brengen ervaring en kennis in. Idee 2: Ervaringen van (bijna) pensionado’s Het beeld bestaat dat redelijk wat mensen de organisatie niet met opgeven hoofd verlaten. Is dat zo en wat had anders gekund? We zoeken één of meer collega’s die dit soort verdiepende gesprekken kunnen voeren. Zij gaan in gesprek met 10 mensen die net met pensioen zijn en 10 die bijna met pensioen gaan over

hun ervaringen. Met de uitkomsten besluiten we welke 55+boost activiteiten we kunnen oppakken. Idee 3: ‘Ontschepen’ De laatste 2 jaar voor je pensioen wordt iedereen die wil een omgekeerde trainee. Mensen worden vrijgemaakt om hun kennis en vaardigheden waardevol in te zetten zodat ze blij en gelukkig op weg kunnen naar hun pensioen. Idee 4: Ik ben méér dan mijn functie Hoe benutten we kennis, ervaring en competenties die niet in de functiebeschrijving staan? En dat zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. We willen hiervoor de technische mogelijkheden van Youforce én de menselijke talenten inzichtelijk maken voor iedereen in de organisatie.

dat het middenmanagement er voor gaat zorgen dat de ouderen zinvol en inspirerend werken naar eigen vermogen. We zorgen voor meer mobiliteit voor oudere medewerkers en voor vertrouwenspersonen/ coaches voor ouderen. We organiseren ontmoetingsmomenten voor 55+ (zie idee 7)

ontmoetingsmomenten te organiseren. Dat kan zijn een koffiemoment maar ook iets heel anders. En wie weet waar dat dan weer toe leidt…

Idee 7: 55+ ontmoet 55+ De deelnemers die aan de boost meedoen zijn al geneigd om voor zichzelf op te komen. Er zijn echter ook collega’s die niet altijd even gelukkig achter hun bureau blijven zitten. We willen deze groep in beweging krijgen door laagdrempelige

Idee 5: De ambtenaar op stoom/ gunfactor Ruimte en erkenning van talent in een continue ontwikkelende, creatieve en inspirerende organisatie. We zetten een soort van mentorsysteem op waarbij een collega met veel ervaring en kennis wordt gekoppeld aan een nieuwe collega. Leeftijd van de mentor speelt daarbij geen rol. Belangrijk hierbij is de gunfactor van collega’s en management dat een ander ruimte krijgt om kennis te delen. Idee 6: Vaar-wel We ontwikkelen een ouderen/ seniorenbeleid. Dit idee is deels een combi van de diverse andere ideeën. Waarbij we willen bewerkstelligen 9


Generatie X bezint zich op talenten en loopbaan Waar hebben oudere werknemers behoefte aan? Cursussen Tai Chi, valpreventie, filmvertoningen? Of handvatten om jonge collega’s te coachen? Als er iets blijkt uit de ‘follow-up’ bijeenkomst van de 55+ boost in het Studenthotel, dan is het wel: oudere medewerkers willen vooral geïnspireerd hun laatste dienstjaren invullen.

10

Maar daarin hebben ze zélf een bijdrage te leveren, meent mobiliteitsmanager Heleen van der Kooi. En zij kan het weten. Zo vertelt ze dat ze op gegeven moment moe op de fiets zat en de jaren telde, die ze nog voor de boeg had. “Steeds vaker dacht ik: hoe lang moet ik nog? Hoe houd ik de komende 12 jaar nog leuk?” Ze schaamt zich een beetje voor deze gedachten. “Maar één ding wist ik wel: als ik wil dat er iets verandert, dan moet ik zelf bewegen.” Veerkracht en balans kun je trainen Zo begon Heleens ‘reisje’ in 2017. Ze neemt haar toehoorders mee. “Ik ging nadenken: waar ben ik goed in? En wat zou ik vaker willen doen?” Het thema ‘duurzame inzetbaarheid’ bleek haar uit het hart gegrepen Een zelfstudie ‘vitaliteitscoach’ gaf haar geest nieuwe voeding en energie. En daarna nóg een training, de ‘glanstraining’, bij het UMCG. Zonder een ‘blije-eikel-psycholoog’ te willen zijn, ondervond Heleen: jezelf richten op positieve dingen vergroot je veerkracht. Meer energie Wat deze gedachte ondersteunt, is het model van waarderend onderzoeken, afkomstig uit de positieve psychologie. “Hierbij focus je je niet op een probleem, maar op waar je meer van wilt hebben. Kijk dus naar: waar wil je meer van in 2018, en hoe ziet dat eruit?” Heleen deed het zelf. “Ik ben anders gaan eten en voel meer energie. Ik ontwikkel nieuwe trainingen. En ik houd hier

een praatje. Dat is echt niet iets, dat ik eerder gedaan zou hebben. Als je wilt dat er iets gebeurt, moet je bewegen, als je wilt bewegen, moet je lopen en als je wilt lopen, moet je stappen zetten.” Onbenut potentieel Vitaliteit en inspiratie. Je richten op positieve dingen. Deze thema’s komen terug in de ideeën, die groepjes hebben uitgewerkt. “De gemeente is een organisatie in beweging, die gebruik van ons wil maken!” meent ICT-er Harry Haaksma. Hij pleit voor een groot onderzoek naar onbenut potentieel. “Hoe zit je in je werk? Zit je als persoon volledig in je taak of laat je een groot deel van je potentie onbenut?” Hij laat modellen zien die dit potentieel in kaart kunnen brengen. Harry ziet een overeenkomst tussen zijn ideeën en Gouden Ei-initiatieven als de kennis- en klussenbank. Juweeltjes van lessen Collega’s Tineke van der Berg en Marjon de Bie hebben verhalen van oud-werknemers opgehaald. Deze verschijnen binnenkort onder de naam X files op intranet. “Het zijn juweeltjes van lessen geworden”, meent Tineke. Is er een rode draad? Marjon: “We maken expres geen analyse, maar als er iets uitkomt dan is het wel: je moet kansen zien en nemen.” Het werkgroepje zoekt overigens nog ‘verhalenophalers’, want de leden willen een hele reeks verhalen samenstellen. Dit kunnen verhalen van al gepensioneerde collega’s zijn, maar ook van collega’s, die op het punt van vertrek staan.

Een mix van oud en jong Oud koppelen aan jong. Dat idee komt ook terug in de presentaties. In ‘Mentorschap’ bijvoorbeeld, waarin Hacer Merdin (28 jaar en bestuurslid van het jongerennetwerk JNG ) uitlegt hoeveel steun zij zelf als nieuwkomer heeft gehad van een oudere collega. “Oudere collega’s weten veel meer over de gevoeligheden van de organisatie.” Ze wil dit idee graag uitwerken tot een ‘handvatpakketje voor mentoren.’ De werkgroep ‘Generatie X en Y’ zoekt het niet in kennisoverdracht, maar in ‘een goede mix’. “Als we goed mixen vallen vooroordelen en aannames weg.” Het groepje wil speeddates organiseren waarbij oud en jong elkaar mee kunnen nemen in hun belevingswereld. De eerste contacten zijn al gelegd.

Generatie X En zo is het maar net. De naam 55+ roept weerstand op, meent organisator en mede-initiatiefnemer Paul Vriends. “Mensen willen niet bij zo’n specifieke groep horen, want je bent meer dan je leeftijd. En een deel van de ‘ideeënomarmers’ ís niet eens 55+. Vandaar dat we vanaf nu spreken van Generatie X.” Hij speldt Heleen van der Kooi een kekke button op, als dank voor haar inleiding. De button, hét stijlicoon van de Generatie X, weer in ere hersteld. Heb jij behoefte aan bezinning op je talenten, je waarden en de manier waarop jij je loopbaan verder wil ontwikkelen? Sluit je aan bij de Generatie X-beweging en stuur een mail naar paul. vriends@groningen.nl of leonie.smit@groningen.nl Je kunt ook lid worden van de intranetgroep ‘De energie van Generatie X’

Voortrekkersrol Er blijkt weinig tot geen onderzoek te bestaan naar 55+ beleid binnen organisaties, vertelt Frances Achterhof. Hier kan de gemeente Groningen dus een voortrekkersrol spelen. Op 7 februari organiseert haar groep en het Jongerennetwerk een gezamenlijke activiteit. Frances’ groepje onderzocht tijdens de opleidingsweek of er behoefte was aan een ouderennetwerk. “Er bleek wel behoefte aan het organiseren van activiteiten, zoals Tai Chi, valpreventie en filmvertoningen. Maar het idee van een ouderennetwerk leeft niet echt. Mensen willen liever niet gestigmatiseerd worden.”

11


De Groningse

“X-files”

De 55-plussers van vandaag worden ook wel de ‘generatie X’ genoemd. Met een knipoog naar de populaire Amerikaanse televisieserie uit de jaren negentig zoeken we verhalen van collega’s uit de generatie X.En verhalen zijn er in overvloed. Verhalen van collega’s die kortgeleden met pensioen zijn gegaan. Of die binnenkort die stap zetten. Of die er (nog) niet aan willen denken... Deze verhalen kunnen misschien andere collega’s inspireren of aan het denken zetten. Of op een ander spoor zetten. En misschien kunnen de ervaringen een aanzet zijn voor nieuw beleid. Het zijn altijd verhalen die ons iets laten doen of iets doen laten.

12

13


Hans Flapper

Eerder stoppen is niet ingewikkeld, gewoon goed plannen Interview met Hans Flapper Door Tineke van der Berg

Het kostte enige moeite om een gesprek met Hans Flapper te organiseren. Digitaal had ik ‘m snel te pakken, maar een afspraak moest wachten tot januari. Hans en zijn vrouw verbleven namelijk met hun camper in zonnige, Zuid-Europese oorden. Alle dagen strakblauwe luchten met een zonnetje, terwijl je over het algemeen hier de zonnestralen kunt turven. En inderdaad, op de dag van ons gesprek is de lucht grijs en de temperatuur kil.

Hans Flapper is drie jaar geleden met pensioen gegaan; hij was toen zestig. Dat is relatief jong, maar hij en zijn vrouw wilden eigenlijk al eerder stoppen, op hun 55ste . Dat is hen dus niet helemaal gelukt, als gevolg van het afschaffen van bepaalde regelingen. Maar toch, op je zestigste niet meer werken zal voor velen een droom zijn. Dat het vaak geen droom hoeft te blijven, daar heeft Hans nog wel wat tips over. Hij deelt ze graag met ons, verderop in dit verhaal. 14

Van onderwijs naar onderwijshuisvesting Een korte terugblik op zijn carrière. Hans, Neerlandicus, begon zijn loopbaan in het onderwijs. Hij was docent en conrector en in die laatste baan betrokken bij de nieuwbouw van het Maartenscollege. Hij kreeg daar de smaak te pakken van onderwijshuisvesting en de stap naar de gemeente Groningen was toen niet groot meer. Dus trad Hans in 2000 in dienst bij de gemeente als projectleider nieuwbouw bij de afdeling Onderwijshuisvesting bij de dienst

OCSW. Deze afdeling is nu opgegaan in de afdeling Vastgoed. Hans heeft o.a. de nieuwbouw begeleid van de Vensterschool Gravenburg, basisschool het Karrepad in de Korrewegwijk en de vestiging Leon van Gelder van het Reitdiepcollege in Vinkhuizen. Het meest trots is hij op zijn laatste project, de Reitdiepschool ‘Rietwierde’, waar Groningen ook nog een architectuurprijs voor won. “Met name dat je tastbare resultaten van je werk ziet, vond ik erg leuk”, aldus Hans.

Al sinds de geboorte van hun dochter - we spreken dan over 1989 - hadden Hans en zijn vrouw de wens om eerder te stoppen met werken. Om dan andere, ook leuke dingen te doen. Want laat daar geen misverstand over bestaan: Hans heeft altijd met veel plezier gewerkt. De inspiratie voor hun droom komt bij de schoonouders vandaan, die al vroeg een camper hadden en ermee op pad gingen. Dat wilde Hans ook. In 1998 namen hij en zijn vrouw elk een sabbatical van enkele maanden op om er langere tijd met een camper op uit te trekken. Het was in feite een soort testcase om te zien of ze het daadwerkelijk wel wilden, later. En of het echt zo leuk was! En dat was het. Vanaf die tijd hebben Hans en zijn vrouw hun carrière erop ingericht om eerder te stoppen met werken. Niet ingewikkeld, goed plannen Hans heeft trouwens nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij eerder met werken wilde stoppen.

Tips voor de organisatie echt goed te hoeven nadenken over zo’n keuze. Het is niet ingewikkeld, volgens Hans, maar het komt vooral op goed plannen aan. Daarom moet je grote uitgaven die je toch al ziet aankomen ook vooral naar voren halen. Zoals het vervangen van een cv-ketel. Of in Hans’ geval: het aanpakken van de woonkamer/keuken, met een nieuwe vloer, haard en driedubbelglas in de benedenverdieping. En, nog een tip, als de kinderen het huis uitgaan, dan krijg je ook daardoor meer financiële armslag die je kunt gebruiken. Hans: “Ja, natuurlijk heb je minder inkomsten bij een vervroegd pensioen. Maar als je dan de grote uitgaven al hebt gedaan, extra hebt afgelost en misschien ook je leefstijl wat aanpast

“Mijn leidinggevende wist het vanaf het begin en mijn naaste collega’s ook. Ik kreeg vaak te horen: ‘dat kan bij mij niet, het kost me teveel geld’. Mijn advies was dan altijd om het eens goed te laten uitrekenen. En vaak blijkt dat dan heel erg mee te vallen. “ Hans vermoedt dat sommige mensen misschien wel vreselijk opzien tegen het verlies van de dagelijkse contacten of status die hun baan met zich meebrengt. Dat ze het ‘smoesje’ van minder inkomen gebruiken om niet

- minder vaak uit eten bijvoorbeeld -, dan is het te doen. Bovendien mis je geen pensioengeld bij eerder stoppen, maar krijg je het gewoon eerder. Aan de voorkant zogezegd. Als je later met pensioen gaat, krijg je weliswaar een

hoger bedrag, maar dat loont slechts als je heel oud wordt. Leek mij de gok wel waard.” Hans en zijn vrouw zijn het bewijs ervan dat het kan. Alhoewel Hans dit onmiddellijk nuanceert door aan te geven dat zij beiden in de luxe positie waren van bovenmodale banen met dito salaris. Maar toch... Onverwachte wending Na hun pensionering trokken Hans en zijn vrouw drie maanden door de Verenigde Staten. Dat was een fantastische ervaring. Het jaar daarop, tijdens hun volgende trip met de camper in Spanje kreeg Hans een zwaar ongeluk; hij maakte een val van meerdere meters waarbij hij veel botbreuken opliep. Volgens eigen zeggen is het eigenlijk een wonder dat hij er nog is, maar het heeft wel zijn sporen nagelaten. Hij kan zijn linkerbeen en -arm slechts beperkt gebruiken. Inmiddels heeft hij een jaar revalidatie achter de rug, met nog een operatie in het vooruitzicht. Reizen met de camper kan niet meer zoals voorheen, maar het kán nog wel. Hans heeft opnieuw rijlessen genomen in een aangepaste lesauto en er zijn ook een aangepaste camper en fiets gekomen. Er is in Europa nog veel moois te ontdekken!

Hans heeft nooit spijt gehad van zijn overstap naar de gemeente en er met veel plezier gewerkt. Waar hij op het laatst wel wat cynisch over werd waren de vele structuurwijzigingen die elkaar met regelmaat opvolgden. “Om de twee of drie jaar moest je weer nieuwe visitekaartjes, want dan veranderde de afdelingsnaam ofzo. Voor mijn gevoel veranderde de manier van werken niet echt, waardoor ik het wel lastig vond om weer enthousiast in de reorganisatie mee te gaan.” Als klant van afdeling HRM/P&O heeft Hans bij het vormgeven van zijn wens om eerder te stoppen met veel formaliteiten en wel met 5 adviseurs van doen gehad. En steeds moest hij weer zijn verhaal doen. Dat had echt veel voeten in de aarde, teveel volgens Hans en dat kan beter. Voor de beleidsbepalers heeft Hans ook een tip. Of eigenlijk een oproep. Maak een regeling voor mensen die wat eerder willen ophouden met werken voor een extra kleine bijdrage in de pensioenpot. Dat hoeft de gemeente niks te kosten, want voor de vervanging trek je jongere medewerkers aan. Die zijn per definitie goedkoper. De voordelen zijn legio: verjonging personeelsbestand, oudere medewerkers vertrekken gezond, minder personeelslasten. “Ik geloof daar echt in, want sommigen hebben dat financiële duwtje in de rug net even nodig.”

15


Nico Veenstra Gezocht: taalkundige met ICT-inzicht. Deze vacature, op een raam van een uitzendbureau in de binnenstad, vormt het begin van de loopbaan van Nico Veenstra. Een toevallige ‘ontmoeting’ op een toevallig moment. We schrijven het jaar 1988. Nico is net afgestudeerd taalkundige en is werkloos. Net als zovele van zijn studiegenoten die net een studie hebben afgerond. Er is weinig werk en de wereld zit niet op afgestudeerden te wachten. Gelukkig heeft Nico naast zijn studie Nederlandse letterkunde bijvakken gedaan: filosofie, orthopedagogiek en ook computerkunde. Alhoewel zijn kennis van ICT beperkt is, denkt Nico bij het zien van de vacature direct: ‘dat ben ik’.

Sterk worden maar jezelf blijven het verhaal van: Nico Veenstra Door Marjon de Bie

En zo begint Nico in de wereld van de ICT, waar programmeren en taal veel raakvlakken met elkaar hebben. Zowel ICT als taal weet hij goed te combineren: als (oa) schrijver van handleidingen en schrijver van maatschappelijke jaarverslagen tot software ontwikkelaar bij een grote software gigant en als journalist bij het Dagblad van het Noorden tot IT specialist bij het RIGG waar hij (tot voor kort) werkt. Maar ook naast zijn werk staat Nico bepaald niet stil: als judoka doet hij mee aan nationale en internationale wedstrijden en hij ontwikkelt zich tot gediplomeerd judoleraar. Tot Nico 55 jaar wordt en langzamerhand het gevoel krijgt: “ik doe mijn trucje maar word het wat beu. Moet ik nog 10 jaar op deze manier verder?” Hij hangt zijn judopak na 45 jaar definitief aan de wilgen en besluit naar een voorman bij de Groenvoorziening van de gemeente Groningen te stappen met de vraag: “Ik wil leren omgaan met de bosmaaier, kan dat?” Nico is erg blij met het kordate antwoord van

16

de voorman: “Aanstaande woensdag half 8 kun je beginnen, kan dat?” De rest is geschiedenis. Op Nico’s vrije dag loopt hij stage bij de gemeente Groningen om ervaring op te doen. Zelf haalt hij zijn VCA en bosmaaiercertificaat. Nico mag klussen kiezen en loopt, op zijn vrije woensdag, met de mannen mee wanneer hij wil. Dit alles vertelt hij met stralende ogen die nog verder oplichten als hij vertelt over de laatste dag, de afsluiting van zijn stage. Het

van het jaar. En ook in zijn vrije tijd gaat hij een nieuwe uitdaging aan. Hij start met ‘kettlebell’, een gietijzeren gewicht om je spieren te trainen en daarbij je flexibiliteit en uithoudingsvermogen te vergroten, en wordt instructietrainer. “Want hoe oud je ook bent, je moet blijven bewegen”. Als je Nico spreekt, word je getrokken door zijn enthousiasme. Met bevlogenheid vertelt hij over de stappen in zijn leven. Altijd om zich heen gekeken, kansen gegrepen en veel bereikt. Maar nieuwe dingen gaan doen, betekent ook loslaten, afscheid nemen van het oude. Zoals afscheid nemen van het judo. Dat afscheid was als met pensioen gaan. Nico is blij dat hij daar de tijd voor heeft genomen. “Die tijd is ook nodig. Je stapt uit een wereld die zo lang vertrouwd is geweest en die je heeft gevormd tot wie je bent. Dat kun je niet van de een op de andere dag”. Die les geeft hij ook mee aan de 55+-boost en aan

“Want hoe oud je ook bent, je moet blijven bewegen.” is een prachtige voorjaarsdag. Nico wordt alleen op pad gestuurd, met gemeentebus en bosmaaiermateriaal, naar de voetbalvelden van Woltersum. Wat een vrijheid en een vertrouwen is hem gegeven. Het is de mooiste dag

de gemeente Groningen. Maar ook het meester-gezel principe zoals in de judosport wordt gehanteerd, is een vorm van ontwikkelen waar we als gemeente van kunnen leren. Dit heeft hem veel gebracht. Vertrouwen, ruimte

geven en je blijven ontwikkelen, daar gaat het om. Eigenlijk vergelijkbaar met de wijze waarop de voorman en de mannen van de Groenvoorziening Nico hebben geleerd met de bosmaaier om te gaan. ‘En heb je het ook wel eens niet naar je zin gehad?’, vraag ik op de valreep. ‘Ja natuurlijk’, vertelt hij laconiek. Die periode heeft geresulteerd in een gedichtenbundel, dat is uitgegeven van zijn hand. Met de titel: 21 moordlustige kantoorsonnetten. Als je om je heen kijkt èn met een vleugje creativiteit, ontstaan mooie dingen, bewijst Nico, kortom.

Ik hoop dat zijn verhaal niet alleen mij heeft geïnspireerd maar ook andere collega’s (van 55+ of jonger). Want ‘De betere toekomst ligt niet ver van ons, zoals we soms denken, maar de bouwstenen liggen al opgestapeld in het heden en zijn daar bijeengebracht door het verleden. Waar het om gaat is om met een vergrootglas naar het heden te kijken, en daar de nog niet gerealiseerde mogelijkheden te ontdekken. Die mogelijkheden liggen om ons heen te sluimeren en wachten alleen nog op de alerte en creatieve geest die ze op het juiste ogenblik met de juiste verwondering tevoorschijn weet te toveren’ (Ernst Bloch).

“Die tijd is ook nodig. Je stapt uit een wereld die zo lang vertrouwd is geweest en die je heeft gevormd tot wie je bent. Dat kun je niet van de een op de andere dag”.

17


Omarm de verandering, het wordt altijd wel weer leuk Interview met Matty Fransen Door Tineke van der Berg

Op een druilerige, grijze vrijdagmiddag tref ik Matty in een bekend ‘bruin’ etablissement in de Groninger binnenstad. Ze zei onmiddellijk ‘ja’ toen ik haar benaderde voor dit gesprek. Nog steeds volgt ze het gemeentelijke nieuws nauwgezet, ook al is ze inmiddels ruim 3 jaar met pensioen. De band met de gemeente is nu trouwens heel anders; ze zit nu als lid van het wijkcomité Helpman aan de andere kant van de tafel.

Matty Fransen 18

Even een nadere introductie, voor wie haar niet kent. Matty Fransen: voormalig afdelingshoofd Communicatie SoZaWe, woordvoerder van meerdere wethouders en burgemeesters, klachtenfunctionaris, voorzitter van het overleg van alle klachtenfunctionarissen en vicevoorzitter van de ondernemingsraad. Een lange gemeentelijke loopbaan, vaak in het hartje van de politiek. Matty: “Ik vind de gemeente een mooie overheid, waar concrete dingen voor de burgers worden gerealiseerd. Daar word ik blij van. Ik had door mijn werk een gigantisch netwerk

opgebouwd, door de hele gemeente heen. Ik ben de gemeente ook dankbaar dat ik heel veel opleidingen heb mogen volgen. Daar heb ik ook goed gebruik van gemaakt; ik ben mij altijd blijven ontwikkelen.”Drie jaar geleden ging Matty met pensioen. Zij stopte op haar 63e. “Ietsje eerder dan de formele pensioengerechtigde leeftijd toen. De belangrijkste reden was dat mijn echtgenoot enkele jaren ouder is dan ik. Wij wilden nog een mooie tijd hebben om samen leuke dingen te doen. Ook had ik er inmiddels 45 jaar werken opzitten, aangezien ik op mijn 18e met werken

begon.” Het stoppen op zich bleek wel een dingetje. Ze is zelfs -op verzoeknog wat langer doorgegaan, tot 1 dag voor de gemeenteraadsverkiezingen. De switch naar -weer- een nieuwe wethouder was een mooi moment om dan toch echt definitief te stoppen. Alhoewel ze zelfs op de laatste dag tot aan de laatste minuten heeft doorgewerkt. “Op een gegeven moment pak je je spullen in, en dan is het klaar. ”Daarover heeft Matty nog wel wat tips voor de gemeente. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de opvolging of vervanging is geregeld. Ze heeft meerdere keren meegemaakt dat niet duidelijk was wie wat zou overnemen. Dat maakt het voor de vertrekkende medewerker niet makkelijk; je weet niet aan wie je iets moet overdragen. Nog een gratis advies van Matty: koppel een beginnende jongere aan een oudere medewerker. Deze laatste heeft een

schat aan ervaring en kennis, waar de beginnende collega goed zijn voordeel mee kan doen. Laat de oudere als een soort coach of mentor optreden. Het zou zelfs kunnen dat de oudere werknemer hierdoor makkelijker of sneller met deeltijdpensioen gaat. Voilá, win-win-win situatie. 20 Jaar

Doe je voordeel ermee! Dat is bovendien stukken leuker dan mokken en tegenwerken. Bovendien zijn veranderingen ook vaak uitdagingen. Ik heb mezelf niet alleen ontwikkeld door opleidingen en cursussen te volgen, maar ook door veranderingen aan te gaan.”Matty kon trouwens

“Op een gegeven moment pak je je spullen in, en dan is het klaar.”

in hetzelfde kantoor hetzelfde werk doen was Matty’s grote schrikbeeld. Daarom omarmt ze veranderingen. “Als het stof van de reorganisatie of verandering eenmaal is neergedaald, dan wordt het altijd wel weer leuk. Er ontstaan dan ook vaak kansen.

wel merken dat ze tot de groep van ouderen ging behoren. De toenemende digitalisering pakte ze minder snel op dan voorheen. Steeds meer ging digitaal: verlof aanvragen, de stukkenstroom enz. “Er was amper tijd om bij te leren. En ik wilde ook niet

altijd collega’s om hulp vragen, want dan ben je al gauw die ‘oudere’ die achterloopt. Ik zou de gemeente willen vragen om training op maat aan te bieden. En dan niet van die klassikale cursussen, maar 1-op-1 een uurtje bij iemand gaan zitten en de specifieke vragen onder de loep nemen.”Ze valt bijna van haar stoel als ik haar vraag of ze ook zo’n PIZ-cursus heeft gedaan. (PIZ staat voor Pensioen in Zicht) “Biedt de gemeente die aan? Nooit geweten!”De wens was om ‘samen nog leuke dingen te doen’. En dat lukt aardig; Matty vertelt met volle teugen te genieten. Ze kijkt met een goed gevoel terug op haar werk, maar mist het niet. Ze verveelt zich geen minuut. Het wijkcomité, oppassen op de kleinkinderen, regelmatig even weg met de caravan, sporten en cultuur snuiven. “Hoe kon ik hier vroeger ook nog bij werken?

19


Harrie Austie Wie kent? Toegewijd, nauwgezet, serieus, iets wat stil en op de achtergrond aanwezig. Dat is de collega zoals ik hem kende. Maar kende ik hem eigenlijk wel echt? ‘Wat zou ik voor afscheidscadeau kopen?’, bedacht ik me, toen ik werd uitgenodigd voor zijn afscheidsreceptie, een jaar geleden. Zou ik wel heengaan en wat zou ik tegen hem zeggen?’ Allemaal vragen die door me heen schoten. En ook Harrie dacht na over zijn afscheid: ‘Wat zal ik zeggen? Het is mijn moment. Een moment die niemand van me af zal pakken. Een gelegenheid om te zeggen hoe ik naar de wereld kijk.’

20

Het is mijn moment Interview met Harrie Austie Door Marjon de Bie

Kordaat en met een klein briefje in de hand stapte hij dan ook, het was de dag van zijn afscheid, het podium op. De zaal was stil. Je kent het vast, die ongemakkelijk stilte voordat iemand een speech gaat houden. Dat je hoopt dat de persoon niet al te zenuwachtig is, niet gaat stotteren of onverstaanbaar is. En dat de speech snel voorbij zal zijn. Maar niets van dat alles gebeurde. Op het podium stond een ware verteller. De zaal ontspande. Ontstaansgeschiedenis van boekhouding Hij nam ons mee naar de ontstaansgeschiedenis van de boekhouding. In Mesopotamië was het allemaal begonnen. Met de irrigatie van gronden ontstond de noodzaak om afspraken te maken over rechten en plichten, inzet en opbrengsten. Dit werd vastgelegd in kleitabletten met het zogenaamde spijkerschrift, en zo ontstond de eerste vorm van boekhouding. Ieder teken stond voor een begrip, bijvoorbeeld een os of een zak graan. Kleitabletten werden heen en weer gezonden, met een kattenbelletje voor de ontvanger; met dus primitieve verhaaltjes. Later werden ook wetten en overeenkomsten op die manier vastgelegd. Uiteindelijk is zo, beredeneerde Harrie, de wereldliteratuur begonnen: met boekhouden.

Ruimtelijke ordening en infrastructuur Ook vertelde hij over zijn jaren bij de secretarie en zijn interesse voor ruimtelijke ordening. Zo belde hij af

we meegevoerd naar Barranquilla in Colombia, de stad waar zijn vriendin was opgegroeid. De grootste havenstad van Colombia met 1,1 miljoen inwoners. Met overal prachtige vruchtbomen en veel groen; 30 jaar geleden. Maar nu: een stad waar de auto’s bijna niet meer kunnen rijden vanwege de drukte, een stad die enorm is gegroeid, waar iedere open plek is volgebouwd, waar overal beton is gestort en waar bij hevige regenval complete rivieren en auto’s door de straten spoelen omdat aan afwatering niet is gedacht. Een stad vol tegenstellingen, waar iedereen maar wat bouwt, door een volledig gebrek aan ruimtelijke ordening. Zo vertelde hij ondermeer over de keren dat hij en zijn vriendin aan het fietsen waren en ze onder een viaduct strandden, zoals die bij Westelijke Ringweg over het Hoendiep, om te kijken naar de constructie ter plekke, van pilaren en rotondes. En zij uitroept

‘Wat een mooi viaduct, wat een mooie infrastructuur hier in Groningen. En jullie zien het niet eens!’ en toe met een projectleider om meer te weten over een verkeersproject. Of omdat hij inhoudelijk advies wilde geven (‘dit is een domme bocht, kan echt niet’), al moest hij zich eigenlijk strikt houden aan zijn opdracht (paste het voorstel binnen de financiële kaders?)Daarna werden

‘Wat een mooi viaduct, wat een mooie infrastructuur hier in Groningen. En jullie zien het niet eens!’ Op de fiets terug en ook de dagen erna moest ik nog vaak aan zijn afscheid denken. En telkens als ik een viaduct passeerde, stelde ik me voor hoe Harrie daar stond met zijn vriendin, op een

drukke zaterdag met allebei het hoofd vol bewondering naar boven. En hoe gewoon we het vinden dat een overheid goed functioneert.Wat had ik daar op het podium een andere Harrie gezien. Het was een man die ik zo niet gekend had. Wat mooi dat we hem bij zijn afscheid werkelijk mochten zien. Hoe gaat het nu met? Een jaar later sprak ik hem opnieuw. Benieuwd hoe het met hem was gegaan. ‘De wereld is na mijn pensionering zo veel groter geworden, vertelde Harrie mij. ‘Ik heb ruimte, zowel in mijn agenda als in mijn hoofd om, om me heen te kijken en dingen te doen die mijn ware interesse hebben.’ Hij vertelde me van de cursussen die hij volgde en nog ging volgen (bij de HOVO): evolutie van planten, planetaire geschiedenis, astrobiologie, filosofie, evolutiefilosofie, paleontologie.

En voor het eerst in jaren was hij naar Let’s Gro geweest. Naar bijna alle programma onderdelen. Hij had, nauwgezet als hij was, een hele puzzel gemaakt van het programma zodat hij zo veel mogelijk kon volgen. Tijd die hij zich voorheen nooit gunde. En hij vond het geweldig interessant. ‘Weet je, de keuze voor financiën was vooral een pragmatische. Ik dacht als ik economie heb gestudeerd, kan ik daar voldoende werk in krijgen.’ En dat gebeurde, hij kon na zijn afstuderen in 1980 direct aan de slag bij de gemeente Groningen. Waar hij altijd hard heeft gewerkt, zoals ik begon met dit verhaal. Maar hadden we wat beter naar Harrie gekeken, of Harrie naar zichzelf, dan had hij misschien nóg meer met zijn hart kunnen werken. En met veel humor. Want, zo concludeerde Harrie ‘die heb ik ook ontdekt’. En dat was precies wat ik had gezien.

‘De wereld is na mijn pensionering zo veel groter geworden, vertelde Harrie mij. ‘Ik heb ruimte, zowel in mijn agenda als in mijn hoofd om, om me heen te kijken en dingen te doen die mijn ware interesse hebben.’

21


Na 42 jaar is het écht genoeg Interview met Titia Boersma Door Tineke van der Berg

Lopend vanaf het Transferium toont zich de ‘witte kathedraal’, de bijnaam van sportcentrum Kardinge sinds de laatste verbouwing in 2016, aan de bezoeker. Oók gemeente Groningen. De reden van mijn bezoek vandaag is een interview met Titia Boersma. Dé Kardinge, zoals Titia de multifunctionele sportaccommodatie noemt, is de laatste 25 jaar haar werkplek geweest. En daarvoor werkte ze op andere locaties, maar wel altijd bij de Groninger zwembaden. We blikken terug op een carrière van 42 jaar in geen gemiddelde ambtenarenbaan.

Titia Boersma 22

Beetje dubbel gevoel In het Paasweekend begin april zou ze haar laatste werkdag als weekenddienst draaien. Daar hebben ze bij het roosteren rekening mee gehouden. Nu is haar laatste dag doordeweeks. Formeel gaat Titia op 2 november, op haar 65e verjaardag, met pensioen. Ze heeft ervoor gespaard om dat mogelijk te maken. Het wettelijke pensioenmoment ligt namelijk 20 maanden verderop in de tijd, maar het is mooi geweest. Haar man is een paar jaar ouder en al met pensioen. Tegelijkertijd gaan bij Titia de jaren fysiek ook tellen; het lichaam wordt minder. Desondanks heeft Titia er een dubbel gevoel bij. “Aan de ene kant zie ik er wel naar uit, maar aan de andere kant zie ik er ook wel een

beetje tegenop. Ik heb altijd 32 uur gewerkt -vroeger tijdens topdrukte ook wel langer- en ik heb ook geen hobbies. Het werk was mijn hobby.” Op mijn vraag hoe ze die zee aan vrije tijd dan gaat vullen, heeft ze – natuurlijk- al nagedacht. “De komende maanden staan er al wat dingen op de planning. Eerst mijn afscheidsreceptie, voor huidige collega’s en ook enkele uit het verleden. Verder is het straks voorjaar, dus tijd voor de tuin. En we gaan ook nog met onze kinderen en kleinkinderen gezamenlijk op vakantie, ter ere van mijn pensioen. Ik heb de organisatie uit handen moeten geven, dus ik ben erg nieuwsgierig wat ze voor mij in petto hebben. Verder ben ik druk bezig om vrijwilligerswerk

Tips voor voor collega’s die richting hun pensioen gaan te vinden, als gastvrouw ofzo. Volledig thuiszitten is niks voor mij...”. Haar gemeentelijke loopbaan begon in november 1975 bij zwembad De Parrel. Dat ging niet vanzelf. Op een eerdere sollicitatie bij de Groninger Zwembaden kreeg ze geen reactie. Daarop trok ze de stoute schoenen aan. “Ik heb er achteraan gebeld, want ik wilde graag werken. Dat was nog een heel gedoe, want wij hadden geen telefoon. Ik moest bij de buren bellen!”, aldus Titia. Het initiatief werd beloond, ze kon aan de slag als cassiere bij de De Parrel. Terwijl ze zelf notabene tegenover het Noorderbad woonde. Maar daar was geen vacature, helaas. “En toen brandde in 1983 De Parrel af! Daardoor heb ik 8 maanden zonder

oktober 1993 geopend. Titia en haar collega’s moesten eerst flink schoonmaken om al het bouwstof eigenhandig weg te halen. Het was een bijzonder hectische tijd, maar wel heel leuk. Alles moest voor het eerst worden uitgevonden, want alles was nieuw. De ijsbaan was het eerste deel van het sportcentrum dat in gebruik werd genomen. Titia, extra warm gekleed in muts en sjaal, moest in een houten hokje kaartjes verkopen. Laat nou net op het ‘moment suprême’ de stroom uitvallen. Er moest dus flink worden geïmproviseerd en de papieren kaartjes werden handmatig uitgedeeld. Ook bij de opening van het zwembad een paar maanden later verliep niet alles even vlekkeloos. Er waren opstartproblemen met de kaartjesmachine. Titia: “En de

Cassière, schoonmaakster, baliemedewerkster, allround medewerker sport: 42 jaar is een hele lange tijd. werk gezeten. Later kon ik in het Noorderbad aan de slag en weer later solliciteerde ik bij de Kardinge.” Kinderziektes in Kardinge Sportcentrum Kardinge werd in

aanwijzingen op die machine waren in het Duits. Het was erg druk en ik vond het erg spannend. Per ongeluk drukte ik op verkeerde toetsen en de kaartjesmachine bleef maar kaartjes uitspuwen… Wat ik ook deed, hij was

niet te stoppen. Helemaal in paniek was ik. In totaal kwamen er 249 kaartjes uit. Gelukkig hebben we die allemaal kunnen verkopen! Cassière, schoonmaakster, baliemedewerkster, allround medewerker sport: 42 jaar is een hele lange tijd. Heeft ze nooit eens wat anders overwogen? Titia geeft aan soms wel in tweestrijd te hebben gestaan, maar ze vond het ook wel zonde om haar gemeentebaan op te geven. Bovendien, het werken bij Kardinge vond ze geweldig. Vooral door de afwisseling. In het sportcentrum worden diverse sporten beoefend, dus er komen verschillende soorten klanten met gevarieerde vragen. Je moet in veel gevallen snel kunnen schakelen. Ook al lever je steeds dezelfde producten, door de afwisseling is vrijwel geen dag gelijk. En ze bouwde een band op met klanten. Sommigen kent ze al heel lang. Eerst kwamen ze alleen sporten, later met kinderen en nu zelfs met kleinkinderen. Titia heeft in haar werk ook minder mooie dingen meegemaakt. Zo rijdt van tijd tot tijd de ambulance voor. Vooral bij het schaatsen komen valpartijen voor. Maar ook gebeurt het dat sporters hartklachten krijgen. Zelf heeft ze ooit een klant gereanimeerd die bij het

“Zorg voor een goede invulling na je baan. Achter de geraniums kan altijd nog.” squashen hartfalen kreeg. Deze man heeft het helaas niet gered. Zoiets gaat je niet in de koude kleren zitten. Grote veranderingen Terugkijkend concludeert Titia dat er veel is veranderd. Moest ze in haar begintijd de zwem- en schaatskaartjes nog een knipje geven, nu gaat uitgifte en controle door de digitalisering allemaal veel sneller. Ook zijn klanten veel mondiger geworden. Titia heeft zich met alle veranderingen mee kunnen ontwikkelen. Ze heeft daartoe steeds de benodigde cursussen gevolgd. In dat opzicht heeft ze niks te klagen over de gemeente Groningen. “De gemeente is een goede werkgever. Ik heb ook steeds goed verdiend, niks mis mee. En ik vind het helemaal geweldig dat ze mij een stoel hebben

bezorgd die speciaal op mijn lijf gemaakt is”, aldus Titia. Tegelijkertijd is de gemeente Groningen wel ver weg, voor haar. “Ik ben in dienst van de gemeente Groningen, maar ik werk voor Kardinge”. Titia heeft nog een laatste tip voor collega’s die richting hun pensioen gaan: “Zorg voor een goede invulling na je baan. Achter de geraniums kan altijd nog.” Ten tijde van publicatie van dit interview zit Titia niet langer op haar vertrouwde plek achter de balie van sportcentrum Kardinge. Maar helemaal weg is ze nog niet. Ze heeft nog even, tot haar formele pensioendatum. “Ik heb tegen de collega’s gezegd: als je me nodig hebt, mag je me altijd bellen.”

23


Hester Reehuis “Ik ben begonnen als schrijver” vertelt Hester mij, “zo heette mijn eerste functie bij de gemeente Groningen.” “Schrijver”? vraag ik haar. Ik ben helemaal verbaasd.“Jazeker, dat was vroeger degene die reisdocumenten schreef. Af en toe schrijf ik nog wel eens een naam van een kindje op verzoek bij in iemands trouwboekje. Het overkomt me dat de ouders dan verbaasd zijn over de sierlijke letters die ik maak. Ze bedanken me daar altijd uitbundig voor. Vroeger was dat heel gewoon, maar de tijd van alles met de hand opmaken, is nu voorgoed voorbij. We zijn efficiënter geworden als gemeente, als samenleving. Veel dingen zijn nu beter georganiseerd. Toch, iedere tijd heeft zo zijn eigen karakteristieken, zijn mooie kanten”.

24

Het verhaal van Hester Reehuis

Interview met Hester Reehuis Door Marjon de Bie Hoe het begon We zitten - nu bijna 40 jaar later aan het gebouw waar Burgerzaken tegenwoordig huist. Aan de Kreupelstraat, op de 3e verdieping. De zon schijnt, de lente is nabij, en we kijken over de Grote Markt richting het Goudkantoor. “Op die plek daar is mijn carrière - onverwacht - begonnen”, vertelt Hester mij. “Ik woonde net in Groningen, kwam van de kweekschool en was op zoek naar een baan. Op een dag reed ik met mijn brommertje langs het (oude) gemeentehuis, en ik dacht “kom, ik stap even naar binnen om te vragen of er nog vacatures zijn”. En dat deed ze. Ze informeerde bij de bode. En toevallig was er een geschikte vacature. Hester mocht als ze interesse had, direct ter plaatse een sollicitatiebrief schrijven. Met haar helm nog in de hand werd ze een verdieping hoger naar een kamertje gebracht. Een half uur later mocht ze direct op gesprek komen. Hoe bijzonder was dat (!) Na afloop van het sollicitatiegesprek werd haar verteld dat ze na ‘Bommen Berend’ verder zou horen. Die anekdote heeft Hester, van oorsprong Twentse, altijd onthouden.

Want wat was in hemelsnaam ‘Bommen Berend...? Altijd haar kansen proberen te benutten Nu, bijna 40 jaar later, kijkt ze terug op een mooie loopbaan, waarin ze kansen heeft benut. Ze is dankbaar voor de vele studie- en opleidingsmogelijkheden die ze

verbinden aan stad en land”. En wat maar weinig mensen weten: als ambtenaar van de burgerlijke stand val je onder de verantwoordelijkheid van burgemeester en officier van justitie. Werk dat er toe doet, vindt ze. Als ambtenaar ben je betrokken bij de belangrijkste ‘ankers’ in een mensenleven: zoals overlijden, geboorten, erkenningen en huwelijken. Zaken die in 1 keer goed moeten gaan. Waar Hester zowel haar zakelijke als empathische kant kan laten zien, omdat het gaat om zowel juridische als emotionele gebeurtenissen. Want op welke wijze volbreng je de aangifte van een levensloos of overleden kindje? Of een huwelijksvoltrekking, in het ziekenhuis of thuis, indien een van de partners ernstig ziek is? Als Hester hierover praat, wordt haar stem

“Ik ben begonnen als schrijver” vertelt Hester mij, “zo heette mijn eerste functie bij de gemeente Groningen.” tot nu toe heeft gehad. En naast haar huidige functie als ambtenaar in de burgerlijke stand bekleedt ze op dit moment nog diverse, andere functies bij de gemeente: Hester is voorzitter van de OR commissie Publieke Dienstverlening, voorzitter van het Vrouwennetwerk, aanspreekpunt ongewenste intimiteiten en ze is betrokken bij de naturalisatieceremonies die de gemeente meerdere keren per jaar houdt. “Een prachtig visitekaartje”, noemt Hester deze laatste, “heel mooi dat de gemeente Groningen dat voor haar nieuwe burgers doet: mensen

zachter, evenals haar mond en haar ogen. Het zijn gebeurtenissen die ze bij zich draagt en waar ze dankbaar voor is dat ze op die momenten wat voor anderen kan betekenen. Het werk verandert En dan ook komen we te praten over de sluiting van het geboorteloket aan het Martiniziekenhuis. Het loket waar ze 3 dagen per week werkte. “Wij waren destijds heel innovatief” vertelde ze. “We waren de eerste gemeente die met een dergelijk loket is gestart. Jaarlijks worden 2.000 kinderen geboren in

het Martiniziekenhuis, ook vanuit de omliggende gemeenten. We wilden het makkelijker voor de mensen maken om aangifte te kunnen doen. Samen met collega’s hebben we daarom het loket opgezet. Ik heb er 20 jaar met heel veel plezier gewerkt. We hadden er vele contacten, zoals met verloskunde, kraamafdeling en gynaecologie. Het waren altijd korte lijntjes, waarbij we ook juridischpreventief konden werken voor de aanstaande ouders. Nu gaan we een nieuw hoofdstuk tegemoet: het loket sluit omdat digitaal aangeven mogelijk is geworden. Nieuwe werkwijzen maken plaats voor oude (voorheen nieuwe) werkwijzen. En ook burgerzaken zal veranderen. “En terwijl het loket ging sluiten, nam ook mijn laatste, ‘oude’, overgebleven collega afscheid om met pensioen te aan. Dat was een moment, waarop ik toch ook even ‘uit het lood’ was

geslagen”. ‘In de rouw’, kun je het ook noemen.“Het heeft even geduurd, nu ben ik er weer door heen. Gelukkig”, vertelt ze. Want Hester zou Hester niet zijn als ze niet alweer vooruit kijkt. “De gemeente verjongt”, dat zie ik als een mooie opgave, daar wil ik aan bijdragen. Om kennis en ervaring door te geven aan de nieuwe generatie. Om de gemeente Groningen op een hoger plan te tillen”. Hostmanship Mensen verwelkomen, laten zien dat ze er toe doen, tegenwoordig kunnen we dat aanleren - dat noemen ze ‘hostmanship’. Hester heeft dit van nature. Een talent dat, juist met de digitalisering, van belang wordt voor organisaties. En ik beaam de slotzin die Hester uitspreekt: ”ik zal mijn weg wel weer vinden, als inmiddels 60-plusser”.

Tot slot een tip voor de 55+boost: Kleur niet alleen binnen de lijntjes“Toch zou het mooi zijn”, antwoord Hester als ik vraag of ze nog een tip of overdenking heeft voor de 55+ boost, “dat we als gemeente specifieker kijken naar wat werknemers nodig hebben, vooral ook in hun laatste werkzame jaren. Want uiteindelijk zijn we allemaal verschillende mensen, we passen niet in hokjes. En als het iets is, dat ik ook zo min mogelijk heb gedaan is dat: alleen binnen de lijntjes kleuren. Ik heb altijd ook geprobeerd creatief te denken en naar oplossingen te zoeken. Sommige mensen (managers of werknemers) hebben daar wellicht iets meer aanmoediging bij nodig”. 25


Als persoon wil ik graag bij een clubje horen, maar dan wel eentje waar ik zelf voor kies. Interview met Jenny Aarts Door Tineke van der Berg

Jenny Aarts Jenny werkt sinds 2004 bij de gemeente, eerst bij de Sociale Dienst (SoZaWe) en daarna dus bij De Oosterpoort/Stadsschouwburg. Voor haar gemeentelijke carrière werkte Jenny onder meer lange tijd bij DUO, op verschillende afdelingen.

26

Muziekcentrum De Oosterpoort op een doordeweekse donderdagochtend. Het gebouw is nu een toonbeeld van rust, maar ’s middags en ’s avonds en natuurlijk ook in het weekend bruist het van de activiteiten, optredens en evenementen. Dit is de werkplek van Jenny Aarts, inmiddels al 6 jaar teamleider Facilitaire Zaken. Dat bruisende maakt haar werk erg leuk, want “het is een geweldig product wat we hier leveren. Mensen komen hier om iets leuks mee te maken, een feest of een concert. Dat brengt vrijwel altijd een prettige sfeer met zich mee.” Jenny werkt sinds 2004 bij de gemeente, eerst bij de Sociale Dienst (SoZaWe) en daarna dus bij De

Oosterpoort/Stadsschouwburg. Voor haar gemeentelijke carrière werkte Jenny onder meer lange tijd bij DUO, op verschillende afdelingen. Geen etiket Het ‘etiketje’ 55+ wekt bij Jenny wat wrevel op. “Als persoon wil ik graag bij een clubje horen, maar dan wel eentje waar ik zelf voor kies. Niet op basis van mijn leeftijd of geslacht of kleur ogen ofzo.” Bovendien vind ik het etiketje stigmatiserend; het heeft voor mij een negatieve klank. Terwijl het gewoon een feit is. Je moet er dankbaar voor zijn; er zijn mensen die het niet halen.”

Tips voor de organisatie

Jenny, zelf van het ‘bouwjaar’ 1959, herkent zich absoluut niet in het negatieve beeld van de oudere medewerker die star zou zijn, niet in beweging is te krijgen en niet (meer) mee kan komen in veranderingen. Sterker nog, ze is gek op veranderingen: het leukste wat er is! “Hoezo, dat hebben we al een keertje meegemaakt. Het zal vast nog wel eens gebeuren, zeker naarmate je ouder wordt. Maar dat is geen reden om het niet te doen”, aldus Jenny. Ze is dan ook helemaal niet bezig met haar pensioen. Ze moet er ook niet aan

Cadeau Tegelijkertijd heeft ouder worden haar ook mooie dingen gebracht. Vroeger sprong ze overal direct bovenop, maar ondertussen heeft ze geleerd dat even afwachten ook een goede tactiek kan zijn. Het geeft daardoor ook meer rust, dat is een prettige bijkomstigheid. Ondanks het feit dat Jenny nogal van het werken is – al vanaf haar 21eheeft ze graag gebruik gemaakt van het generatiepact van de gemeente Groningen. “Dat vond ik een prachtig aanbod. Dus ik heb mezelf dat geweldige cadeau gegeven en werk

‘‘Als persoon wil ik graag bij een clubje horen, maar dan wel eentje waar ik zelf voor kies. Niet op basis van mijn leeftijd of geslacht of kleur ogen ofzo.” denken om hele dagen thuis te zitten; ze zou zich stierlijk vervelen. Jenny vindt werken fijn; dit werk zeker en volgens haar stimuleert het ook de hersenen. “Je hersenen prikkelen is goed voor de mens, in ieder geval voor dit mens.”

nu al vier jaar vier dagen in de week. Ik moet het in dit werk heel goed organiseren, want het komt niet altijd goed uit, maar de beloning is groot! Het is heerlijk om 1 dag extra voor jezelf te hebben”, aldus Jenny. Het moet haar nog wel van het hart dat

ze heel erg schrok van de negatieve sfeer bij de voorlichtingsbijeenkomst over dit generatiepact. Ze zag voornamelijk boze mensen, die zuur en ontevreden reageerden op het aanbod van de gemeente. “Ik denk dat ik daar mijn afkeer heb opgedaan voor het etiketje 55+. Ik vond het tenenkrommend en heb daarvoor zelfs mijn excuses aangeboden bij de organisatie van HRM.” Meer mobiliteit Of ze nog tips heeft voor de gemeente? Jazeker. Jenny vindt dat we het thema mobiliteit van medewerkers beter kunnen aanpakken. Het moet meer gepropageerd en gestimuleerd worden. Ze heeft het beeld dat mensen te lang op 1 vaste plek zitten en dat ze (weer) tot bloei kunnen komen met iets nieuws. Haar tip is om het makkelijker te maken ‘eens bij de buren te kijken’ en dan niet een paar dagen, maar voor langere tijd. Iets in de trant van nieuw beleid of misschien wel extra belonen bij mobiel worden.

Of ze nog tips heeft voor de gemeente? Jazeker. Jenny vindt dat we het thema mobiliteit van medewerkers beter kunnen aanpakken. Het moet meer gepropageerd en gestimuleerd worden. Ze heeft het beeld dat mensen te lang op 1 vaste plek zitten en dat ze (weer) tot bloei kunnen komen met iets nieuws. Haar tip is om het makkelijker te maken ‘eens bij de buren te kijken’ en dan niet een paar dagen, maar voor langere tijd. Iets in de trant van nieuw beleid of misschien wel extra belonen bij mobiel worden.

Trots De Oosterpoort/Stadsschouwburg is met haar vele producten en klanten nu niet direct de gemiddelde ambtelijke dienst. Toch realiseert Jenny zich dat ze onderdeel is van die grote gemeente Groningen. Ze is er zelfs uitermate trots op! Jenny: Als ik op de Grote Markt loop en die jongens en meiden van Stadsbeheer daar met hun rode autootjes voor een opgeruimd plein

zorgen, dan geeft mij dat een fijn gevoel. Dat zijn mijn collega’s! Daar hoor ik dan toch mooi bij. Om maar niet te spreken van die kerstboom elk jaar; ik word er erg blij van.”

27


Jaap Erik Pijlman

Ik neem een sprong in het diepe, maar dat weerhoudt me niet Interview met Jaap Erik Pijlman Door Tineke van der Berg

Wat heeft het bouwen van een gastenverblijf te maken met biochemie en met de GGD? Zo op het eerste oog niet veel, maar bij nader inzien komen al deze drie onderwerpen samen in een en dezelfde persoon: Jaap Erik Pijlman. Er is nog veel meer dat deze collega doet of gedaan heeft. Zaken die je soms niet direct zou verwachten. En dan neemt hij binnenkort ook nog eens een bijzondere stap. Tijd voor een nadere kennismaking.

Jaap Erik Pijlman, basisarts/sociaal geneeskundige van beroep en de laatste jaren werkzaam bij de GGD Groningen als kwartiermaker/ afdelingshoofd staf jeugdgezondheidszorg. Van het ‘bouwjaar’ 1958, dus ‘bezig met zijn zestigste levensjaar’, zoals hij het zelf omschrijft. Wanneer dit interview gepubliceerd wordt, werkt hij trouwens al niet meer bij de GGD. Jaap Erik heeft besloten om een sabbatical te nemen om na te denken over zijn toekomst. “Ik wil nog een keer switchen, nieuwe ervaringen opdoen en weer nieuwe mensen leren kennen. Om los te laten heb ik ruimte nodig, vandaar deze stap. Sabbatical klinkt mooi, maar het gaat wel iets verder. Ik heb geen terugkeergarantie.” Inzicht in drijfveren Jaap Erik typeert zichzelf als iemand met een brede belangstelling; hij vindt heel veel dingen leuk. Dat heeft hij altijd al gehad; dat is de aard van het beestje, zogezegd. Die brede

28

belangstelling én de drive om te leren en jezelf te ontwikkelen is zichtbaar in zijn hele carrière. Zo haalde hij eerst zijn kandidaats biochemie en maakte daarna de overstap naar geneeskunde. Hij kwam bij toeval met de jeugdgezondheid in aanraking door zijn baan als jeugdarts bij de GGD Friesland. “Al snel deed ik er extra dingen bij, zoals projecten en de OR. Ik nam tijdelijk het afdelingsmanagement waar en daarna moest ik kiezen. Of manager worden of in de uitvoering blijven werken, als jeugdarts. Dat vond ik lastig, want ik wilde eigenlijk beide doen. Uiteindelijk koos ik voor het management en heb bij de GGD Friesland alle afdelingen wel zo’n beetje gehad. Een heel

interessante tijd was dat!”, aldus Jaap Erik. Door alle afwisseling qua werk en werkzaamheden in deze periode leerde Jaap Erik iets over zichzelf. Hij vindt het fijn om zichzelf te ontwikkelen en ook samen met mensen dingen voor elkaar te krijgen. Dat zijn z’n drijfveren. Als hij iets te lang doet, ontstaan er vaste patronen. En dan verliest Jaap Erik zijn interesse, omdat hij -in eigen woorden“te weinig leert”. Jaap Erik: “Dus ik heb mezelf toen gedwongen om weg te gaan. Ik heb aangekondigd dat ik over 1 jaar weg zou zijn, ook al had ik op dat moment geen concrete baan of vervolgstap in het vizier.” Vier banen verder…. Een ander inzicht had hij inmiddels ook verkregen: hij heeft iets met ‘jeugd’. Bij veel van wat hij doet wil hij een bijdrage leveren aan gelijke kansen voor kinderen. Dat inzicht sloot naadloos aan op zijn volgende baan: hoofd van een school. Hij werd directeur van het Kamerlingh Onnes in Groningen. Daar kwam hij in aanraking met weer een heel andere cultuur. Het eerste jaar gebruikte hij om rond te kijken, gesprekken te voeren en te observeren. Daarna begon hij langzaamaan veranderingen door te voeren. Niet iedereen kon daar overigens even goed mee omgaan! Bijna zes jaar heeft hij in deze functie gewerkt. En toen was er weer zo’n keuzemoment.Nieuwe wettelijke regelgeving scherpte de regels aan omtrent het hebben en houden van de registratie als basisarts. En zijn gevoel zei hem dat hij ook arts wilde blijven.

Dus nam ‘ie ontslag. Het liep net weer even anders. Door zijn contacten raakte Jaap Erik in gesprek met de GGD Groningen. Die wereld kende hij natuurlijk inmiddels al heel goed. De GGD was bezig met het doorontwikkelen van de jeugdgezondheidszorg. Dat boeide Jaap Erik immens; het gaf hem de kans om zowel als jeugdarts als ook met beleid bezig te zijn. Als projectleider voor het project JGZ 3.0 en later als kwartiermaker/afdelingshoofd heeft hij de vernieuwing van dit werkveld een mooie slinger gegeven. Nu nemen medewerkers het ‘ontwikkel- stokje’ over en dat is ook de bedoeling. Jaap Erik: “ik vertrouw erop dat zij de ingezette ontwikkeling doorzetten. En ik weet nu al dat ik de jeugdgezondheidszorg zeker ga missen!” Een andere kant Bij een arts denken veel mensen niet automatisch ook aan een bouwvakker of een automonteur. Bij Jaap Erik kan dat wel, hij past niet in dat stereotiepe ‘doktersplaatje’. Hij werkt graag met zijn handen. Zo heeft hij eigenhandig een gastenverblijf gebouwd en huizen van familieleden verbouwd. Ook bouwde hij een oude bestelbus om tot camper. En toen die bestelbus/ camper niet door de keuring dreigde te komen omdat er motorisch van alles aan mankeerde, repareerde hij dat zelf. Dit dankzij de hulp van filmpjes op YouTube, want een distributieriem had hij nog nooit eerder vervangen. Tegelijkertijd kijkt hij naar zijn buurman die een klein boerenbedrijf

heeft, die leeft met de seizoenen en de natuur. Dat lijkt hem ook wel wat. “Het leven is te kort om alles te proberen”, zegt hij met enige spijt in zijn stem. Stoer Als ik zeg dat ik het maar wat stoer vind dat hij tijdelijk stopt zonder te weten wat de toekomst brengt, schudt ‘ie nadrukkelijk zijn hoofd. Hij vindt het helemaal niet stoer. Gesprekken met mensen die ook een sabbatical hebben genomen, hebben hem bevestigd in zijn plan. Het heeft hem inspiratie opgeleverd. En dat is precies waar Jaap Erik naar op zoek is.“Ik ben zelf ook heel nieuwsgierig wat dit weer met mij doet. En nee, ik weet dus niet waar ik mij over een jaar bevind, maar we zien het wel. Ik heb er vertrouwen in; ik kom wel weer aan het werk.”

“Ik was ervan overtuigd dat het wel zou lukken. Er is altijd wel behoefte aan een jeugdarts of in de jeugdpsychiatrie. Dat laatste had ook mijn interesse. Ik heb daarna een korte tijd in Drenthe als jeugdarts gewerkt en daarna ook tijdelijk bij de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) Friesland. Kon ik mooi kijken of ik jeugdpsychiater wilde worden”, aldus Jaap Erik.

29


Na enkele jaren kwam een droombaan op zijn pad

Tips voor de organisatie

Interview met Paul Ten Dam Door Tineke van der Berg

Paul ten Dam xxx

30

Hij zegt het heel nadenkend en nadrukkelijk, zelfs met enige verbazing in zijn stem. “Dat zegt misschien wel iets over ouder worden en relativeren. Ik had en heb trouwens nog steeds een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Jaren heb ik daarom mijn telefoon mee genomen op vakantie. En nu dus voor het eerst niet. De organisatie draait ongetwijfeld door, maar loslaten is ook een leerproces. Ik doe het, maar het valt niet mee ”, aldus Paul ten Dam. Om hierin sterk te blijven en niet toe te geven aan een zwak moment, heeft hij de halve wereld verteld van zijn ‘gewaagde’ plan. Dus nu moet hij wel.

Van techneut naar HRM Paul heeft een bijzondere carrière afgelegd. En hij is nog niet klaar, hoor! Met veel plezier en ook een lolletje op zijn tijd is Paul momenteel senior klantregisseur bij Sport050. Dat had hij nooit kunnen bedenken toen hij als jonge knaap van 17 (in die tijd had je nog knapen) begon aan zijn allereerste baantje bij de Amro-bank, met als aandachtsgebied ‘betalingsverkeer handel Italië en Japan’. “Er gingen daar miljoenen door mijn handen, maar dat kon al snel als je weet dat 1 gulden gelijk stond met 1 miljoen lire en ook met 1 miljoen yen! Maar met die grote getallen was een foutje ook snel gemaakt….. Ik herinner het me nog goed”, aldus Paul.

We lopen met grote stappen door zijn loopbaan heen. Paul is een vat vol verhalen, en als die eenmaal op de praatstoel zit……. Helaas teveel om allemaal in dit interview op te nemen. Zijn carrière kenmerkt zich door het feit dat hij naast zijn werk altijd is blijven studeren en ontwikkelen. Ga maar na: Hogere Zeevaartschool (radio-officier), NIMA A en B, cultuurwetenschappen, personeelsbeleid, organisatiekunde enz enz. In 1980 kwam hij voor het eerst in Groningen terecht bij de radiocontroledienst/PTT. Paul bezat de zeldzame kwaliteit om zowel de technische mensen als de administratieve mensen te ‘verstaan’. Zo kon hij daar een verbindende

positie innemen. Hij rolde door naar een managementfunctie en maakte daarna de stap naar personeelswerk. Daarvoor moest hij weer terug naar de Randstad; naar het directoraatgeneraal telecom en post in Den Haag. Na verloop van tijd werd hij de drukte zat in het westen en toen bleek de gemeente Groningen op zoek te zijn naar 3 hoofden P&O. Eentje daarvan was bij de dienst OCSW en daar wilde men Paul wel hebben. En andersom trouwens ook! Na enkele jaren kwam een droombaan op zijn pad: manager beheer/ plaatsvervangend directeur van de toenmalige Werkmaatschappij Sport & Recreatie. Terug naar de ‘lijn’ met tastbare producten en een directe relatie met de klant. Ook daar kon hij

weer volop zijn technische én P&Okennis inzetten. Het onderhoud van de sportaccommodaties werd structureel aangepakt, het inleenbudget werd efficienter ingezet en de organisatie werd “klantvriendelijk, ondernemend en betrouwbaar”. En nu is hij met veel plezier senior klantregisseur. Hij is samen met collega Fokko Aarts aanspreekpunt voor de wat complexere vragen van verenigingen. Hij verkent de vraag en onderzoekt wie bij de beantwoording betrokken moeten worden. Zo hoeven verenigingen niet

evenzogoed ook in zijn privé leven, lopen een paar centrale thema’s. Rode draden, zogezegd. Wie Paul kent, zal ze herkennen. Zo staat bij Paul ‘kennis’ centraal; hij heeft een onverzadigbare drang naar kennis. Hij wil van zaken waar hij mee in aanraking komt, veel -zo niet allesweten. Om er goed over te kunnen adviseren, maar ook voor zichzelf. En die kennis deelt hij vervolgens dan graag en gul met anderen. Het gebeurt niet zelden dat Paul in een vergadering spontaan gaat staan en de achtergrond

“Soms is de discussie al verder en dan zeg ik alsnog: er puzzelt mij iets. Ik zie dit en dit. Wat vinden jullie? Het voelt bij mij niet goed. En zo zwengel ik dan het gesprek aan”, aldus Paul. meer binnen de gemeente te zoeken waar ze moeten zijn, dat wordt voor ze gedaan. Een dankbare taak. Rode draden Door de loopbaan van Paul, maar

van de situatie op een flap-over schetst. Ook is Paul in aanleg een analist. Hoe loopt het proces? Waarom gebeurt het niet zoals is afgesproken? Paul benoemt de dingen, zonder oordeel

en lading. Hij maakt ze daarmee bespreekbaar en aarzelt niet zichzelf daarbij kwetsbaar op te stellen. “Soms is de discussie al verder en dan zeg ik alsnog: er puzzelt mij iets. Ik zie dit en dit. Wat vinden jullie? Het voelt bij mij niet goed. En zo zwengel ik dan het gesprek aan”, aldus Paul. Griep in het weekend Dat ‘ie het moeilijk vindt om zijn telefoon thuis te laten op vakantie is maar één voorbeeld. Griep had hij naar eigen zeggen alleen in het weekend. Verder draaide hij makkelijk werkweken van 60 uur of meer. Soms “brandjes blussen”, regelmatig in het weekend werken en snel ingrijpen bij politiek gerelateerde thema’s of om juist te voorkómen dat ze politiek werden. Maar nu niet meer, althans dat probeert hij. Paul merkte aan den lijve -letterlijk in dit geval- dat hij niet meer de workload van vroeger aankon. Hij moest sneller bijkomen en weer opladen. En dat zette hem aan het denken. Paul: Ik ben aardig op weg naar de 63. Over een jaar of drie stop ik ermee.

Paul heeft wel een mening over wat de gemeente wellicht zou kunnen doen in het kader van de vergrijzing. Hij heeft er duidelijk goed over nagedacht. “Bij een bouwvakker snapt iedereen dat zijn lichaam gesloopt is na meer dan veertig jaar hard werken. Maar realiseren we ons wel dat dit even zo goed kan gelden voor de grijze cellen van mensen in meer administratieve, maar stressvolle banen? Soms hoor je, naast het generatiepact, van regelingen met individuele medewerkers om hen goed weg te laten gaan. Dat gebeurt om diverse redenen, want niet iedereen haalt namelijk gezond de eindstreep. Ik pleit liever voor één algemene regeling met een individueel budget, die het mogelijk maakt dat alle mensen ietsje eerder (deels) met het werk kunnen stoppen en gezond kunnen uitstromen”.

En ik ben nu al bezig om daar naar toe te werken. Na de reorganisatie bij Sport050 heb ik ervoor gekozen om niet weer een managementfunctie te vervullen. Ik werk nu de ene week 4x9 uur en de andere 3x9. Daarvoor koop ik jaarlijks verlof bij, maar zo houd ik zelf de regie. De komst van een kleinzoon vergemakkelijkte de keuze behoorlijk; hij is ook oppas-opa. En dat vindt hij geweldig! Ook al vindt hij het naar eigen

zeggen moeilijk om minder gefocust op het werk te zijn, het lukt hem blijkbaar wel. Paul: “Dit jaar was mijn tuin op een gegeven moment geheel onkruidvrij!” Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar de goede verstaander begrijpt dat dit te danken is aan de tijd die hij er in heeft gestoken om het zover te krijgen. Met andere woorden, dat hij de tijd ervoor heeft genómen!

31


Meino Nijhoff We treffen elkaar in een bekende koffietent in het centrum van de stad. Want Meino Nijhoff is niet zo lang geleden met pensioen gegaan. Voor mij zit een man met pretoogjes, 66 jaar en volgens eigen zeggen, een gelukkig mens. Meino: “Ik ben 43 jaar bijna elke dag met plezier naar mijn werk gegaan, ben lichamelijk en mentaal nog goed fit en ben ook nu nog zeer actief”. Wat heet: voorzitter Bach cantategroep Assen, kerkorgel spelen, secretaris van de beroepscommissie, seksueel misbruik in kerkelijke relaties én touringcar-chauffeur bij Arriva. Over dat laatste straks meer…

32

Ik heb mijn jongensdroom alsnog waargemaakt Interview met Meino Nijhoff Door Tineke van der Berg

Carrière We duiken eerst maar eens in zijn carrière en loopbaan bij de gemeente Groningen. In die 43 jaar heeft Meino Nijhoff verschillende banen gehad. Hij begon na zijn studie ‘weg- en waterbouw’ bij Rijkswaterstaat Utrecht, als tekenaar van “kunstwerken”. (Voor de niet technisch-aangelegde lezer: dat zijn bruggen, viaducten, sluizen e.d. en heeft absoluut niets met schilderen of beeldhouwen te maken.) Daarna maakte hij de overstap naar de gemeente Groningen en werd constructeur bij het ingenieursbureau. Hij was daar betrokken bij de aanleg van de oostelijke ringweg. We schrijven inmiddels het jaar 1978. De carrière van Meino bij de gemeente vertoonde een opgaande lijn: hij werd projectleider. Achtereenvolgens voor het ontwerpen en uitvoeren van kunstwerken (daar zijn ze weer), woningbouw uitbreidingsplannen (De Held en Reitdiep) en tenslotte het masterplan van Meerstad. Dit bestrijkt de periode tot 2006. Toen vertrok hij naar woningcorporatie Nijestee, om daar als hoofd Bouw

aan de slag te gaan. Ook een leuke baan, maar in 2013 zakte de markt in. Meino: “Er werd de helft minder gebouwd. Ik had teveel tijd omhanden, dus ik haalde mijn banden met de gemeente Groningen weer aan. Netwerkgesprekken voeren. En zo kwam ik in 2013 weer (gedetacheerd) terug bij de gemeente, dit keer om de GRESCO te helpen oprichten en ontwikkelen. Hij vertelt over een ‘ondeugend’ plan om zonnepanelen op het Stadshuis te laten leggen. Ondeugend, in verband met de monumentale status van het gebouw. Het lukte niet; toen niet althans. Maar het thema ‘duurzaamheid’ stond toen wel minder vrijblijvend op de agenda! Jongensdroom Meino’s wieg stond in Delfzijl. Hij kwam uit een streng gereformeerd nest en ging daarom elke dag naar het Gomarus College in Groningen. Met de bus natuurlijk, die toen nog van de Dam en de GADO was. Die grote voertuigen die dag in dag uit reden, met ’s winters zelfs ijspegels aan de deuren, fascineerden hem bijzonder. Het liefste was hij dan ook

buschauffeur geworden. Maar het leven liep anders. Hij volgde de HBS en HTS en rolde van daaruit door naar een baan bij Rijkswaterstaat. Maar de jeugdliefde bleef. En zo geschiedde. Maar het was niet zo gemakkelijk als hij had gedacht. Dromen is één ding, maar het waarmaken is een tweede. Eerst moest er natuurlijk een groot rijbewijs komen, inclusief de bijbehorende drie theorie-examens en dan nog het praktijkexamen. Meino had zichzelf hiervoor drie pogingen gegeven, dan moest het gelukt zijn. Anders zou hij het voor gezien houden. Het rijbewijs kwam er! Meino kreeg nog meer respect voor bestuurders van het zogenaamde grote verkeer. “Je moet de hele tijd scherp zijn. Een beetje sturen lukt wel, maar de hele dag de volle aandacht voor die continue stroom fietsers en voetgangers… Ik wil goed en veilig rijden en dat doe ik ook, maar ik snap nu ook dat die rijtijdenwet er niet voor niks is.”

Op de bus Inmiddels rijdt Meino al ruim een half jaar op de bus, gemiddeld drie dagen per week. Hij werkt voor Arriva Touring, in de ‘flexibele schil’. En hij vindt het “ge-wel-dig”. Zijn ogen glimmen terwijl hij er enthousiast over vertelt. “Ik krijg een rooster toegestuurd en moet soms ook wel eens ergens invallen. Het is heel afwisselend. Van schoolreisjes tot vervangend vervoer bij uitgevallen treinverbindingen.” Hij kijkt uit naar de winter. Hoe zou dat gaan op de bus, welke uitdagingen levert dat weer op? Oorspronkelijk wilde hij naast busrijden ook zelf nog excursies organiseren. Alles in één hand: van organisatie tot en met vervoer. Voorlopig laat hij die excursies nog even zitten, want dit is intensief en afwisselend genoeg. Maar hij houdt de mogelijkheid voor zichzelf stiekem nog wel open… Volle agenda Meino is niet iemand om achter de geraniums zitten. Zijn wekker gaat om 6.30 uur. Hij heeft, ook als gepensioneerde, een volle agenda. Meino: “Het is belangrijk om hier de juiste balans in te vinden. Tussen dingen voor mezelf, als familieman voor mijn vrouw en kinderen, en voor de maatschappij. En gewoon ook voor de lol.”

Tips Wat Meino ons allemaal wil meegeven is dat je nadenkt over wat je wilt en wat je kunt. Maak een switch als het te zwaar wordt. Hij denkt dan niet alleen aan de collega’s met lichamelijk zwaar werk, maar juist ook aan mensen die stressvolle banen hebben. Een stapje terug qua mentale belasting geeft soms lucht. Zelf vind hij het nu heerlijk dat er dingen voor hem geregeld worden, zoals zijn rooster. Ook adviseert hij sterk om het goede gesprek te voeren, tussen medewerker en leidinggevende. Blijkt iemand op de verkeerde plek te zitten, om welke reden dan ook, zoek daar dan een oplossing voor. Ondersteun de pogingen om hier verandering in aan te brengen. Anders ligt verzuring om de hoek en daar wordt niemand beter van. Zorg voor werkplezier, dat is wat Meino Nijhoff ons gunt.

“Op latere leeftijd - ik was rond de 60 - begon het weer te kriebelen. Het liet me niet meer los en ik besloot om na mijn pensionering te proberen buschauffeur te worden, helemaal toen Fred Teeven ook als chauffeur in het nieuws kwam”, aldus Meino.

33


Je moet je eigen baan creëren, je kunt dingen zelf naar je toe trekken Interview met Anneke Schuren Door Marjon de Bie

Een schat aan ervaringen en geheugen, dat is wat me steeds treft. In onze organisatie hebben we altijd de blik vooruit. We willen ons aanpassen, doorontwikkelen, aan de veranderende wereld. Dat is nodig. Maar we komen ook ergens vandaan. Ons heden en toekomst is ingebed in een verleden. We hebben een schat aan ervaring in huis. Dat is een enorme kracht; de kracht van generatie X!

Anneke Schuren

Dus, waar komt Anneke vandaan? Anneke heeft al een loopbaan achter de rug van 43 jaar. Op 18 jarige leeftijd is ze begonnen in het lab bij Koninklijke Scholten Honig in Foxhol, de oude Brinta fabriek, tegenwoordig Daarna is ze gaan werken bij een Organisatiebureau voor tentoonstellingen en als hoofd en gastvrouw bij het theater Berenstein in Veendam. Terugkijkend zijn het telkens functies waarin Anneke een combinatie maakt tussen ontwikkelen, organiseren en het onderhouden van de vele contacten in

34

en buiten de organisatie. Ook in haar verdere loopbaan is dat telkens haar drijfveer. Ze houdt ervan om dingen in gang te zetten en is een spil in contacten. Vanaf 1983 wordt Anneke gevraagd P&O op te zetten bij het gemeentelijk waterbedrijf (GWG) als correspondentie/directiesecretaresse. Ze maakt daar in 1989 de fusie mee met het Waprog (waterbedrijf van de provincie) die diep ingrijpt in de cultuur en organisatie van beide bedrijven. Het GWG, van oorsprong een ‘familiebedrijf’ met veel

Hoe ga je om met tijd? Hoe word je bepaald door de tijd? grondwerkers en het grotere Waprog. Tot dan toe hadden beide organisaties altijd tegenover elkaar gestaan (zoals Anneke noemt in een ‘wateroorlog’), ze werden nu samengevoegd. Aanpassingsvermogen en flexibiliteit waren Anneke niet vreemd; ze heeft er als P&O’er tot 1995 met veel plezier gewerkt. Ook kreeg ze in die tijd haar twee kinderen. En toen, in 1995 werd zij gebeld door de dienst SOZAWE van de gemeente Groningen vanwege haar EMIS kennis en werd ze senior personeelsbeheerder. Het was een mooie dienst, vertelt Anneke. Kleinschalig, je kende iedereen en had korte lijnen. Totdat in maart 1999 het SSC werd opgericht, waarin ook HRM werd ondergebracht. Opnieuw een grote verandering die ingreep op de wijze van werken. “Waar de korte lijnen, de kleinschaligheid en dergelijke werden doorbroken, zijn deze langzamerhand weer hersteld. Mensen weten elkaar weer te vinden”. Ook daarin heeft Anneke zelf altijd actie op ondernomen. “Je moet je eigen baan

creëren, je kunt dingen zelf naar je toe trekken”. Dat heeft ze zelf gedaan met oa. Externe Inhuur, waar ze opnieuw een spil vormde in de verschillende contacten. Maar ook: Terschelling Het hebben van relaties en contacten, dat is voor Anneke essentieel. Zowel in haar werk als privé. Al jaren gaat Anneke jaarlijks met 4 hechte (ex-) collega’s naar Terschelling. Een uitstapje dat is ontstaan vanuit haar bestuurswerkzaamheden in het Vrouwennetwerk van de gemeente Groningen. Ze logeren altijd in dezelfde B&B. En als ze daar dan waren, vroeg Anneke zich soms af: “Hoe zou het zijn om ook eens mee te helpen? Om aan de andere kant mee te werken in de B&B?” Je moet altijd voorzichtig zijn met wat je wenst, voordat je het weet komt het uit. Zo ook deze wens. Haar man regelde het voor haar, als verrassing voor haar verjaardag. Totaal onverwacht, ontving ze een uitnodiging om mee te komen helpen in de B&B op Oerol.

Anneke vond het geweldig. De vele contacten, de verhalen, blije gezichten, dingen regelen voor mensen maar ook fysiek doorpakken in de B&B, waar ze haar hoofd leeg kon maken en gelegenheid kreeg om van het eiland en haar gasten te genieten. Vanaf die tijd is Anneke al 7 jaar te vinden op Terschelling, in de 4 weken rondom Oerol.

Terschelling. Met de mogelijkheid om (deels) op afstand te kunnen werken voor de gemeente Groningen. Erg fijn dat ze deze kans heeft gekregen, het vertrouwen van haar leidinggevende en collega’s die allemaal erg enthousiast waren. Het is een mooie periode geweest. Ook weet Anneke nu: “Zelf hoef ik geen B&B te beginnen. Het is juist mooi om te combineren

“Waar de korte lijnen, de kleinschaligheid en dergelijke werden doorbroken, zijn deze langzamerhand weer hersteld. Mensen weten elkaar weer te vinden” Op afstand werken en naar Terschelling Toch kriebelde het Anneke. Zou ze niet langer naar Terschelling willen? Ook om te onderzoeken of ze zelf een B&B zou willen beginnen. Afgelopen jaar heeft Anneke de stoute schoenen aangedaan en is voor twee en een halve maand vertrokken naar

met het werk dat ik nu toe. De balans die ik nu heb om 3 dagen te werken, 4 dagen thuis te zijn en in de zomer of tussendoor naar Terschelling is voor mij goed”. En Anneke kijkt ook alweer vooruit: ze gaat helpen als de Marathon van Terschelling plaatsvindt (de Berenloop). Het is voor de eilandgasten altijd moeilijk om

personeel te vinden. Anneke helpt met plezier, houdt van de wisselende contacten en is tevreden met kost en inwoning. Op deze manier heeft ze beide werelden. Het gaat haar niet alleen om geld in het leven. Tijd is vele malen belangrijker. Want: “de tijd dat ben je zelf”. En dan herinnert Anneke zich het traject dat ze ooit gevolgd heeft bij SOZAWE. Het heette “50 plus op de werkvloer” en werd gegeven door een filosofisch echtpaar. In 4 keer een dagdeel kwamen daarin existentiële thema’s aan de orde waar iedereen mee te maken heeft en specifiek als je ouder wordt. Zoals: hoe ga je om met tijd? Hoe word je bepaald door de tijd? Tip van Anneke: wellicht een idee voor de huidige 55+ boost/generatie X?

35


Jan Rake “Jan weet álles!” was het eerste wat een collega tegen me zei toen ik vertelde dat ik Jan Rake zou gaan interviewen. Dat is misschien een tikkeltje overdreven, maar tijdens het daaropvolgende gesprek doet Jan zijn reputatie eer aan. Moeiteloos rollen de data en jaartallen uit zijn mond. Hij geeft het zelf ook toe: “ik ben goed in data en feiten”.

Seniorenregeling? Die heb ik al vanaf mijn 30e. Interview met Jan Rake Door Tineke van der Berg

Sportief Dat is trouwens niet het enige waar hij goed in is. Jan is een zeer sportief mens. Hij fietst lange afstanden en hij loopt hard. Hij is trouw deelnemer aan de NK Veldloop voor ambtenaren, de -befaamde- 4 mijl en loopt 1x per week met collega’s een rondje Noorderplantsoen. Jan begon het loopgroepje ooit aan de Europaweg (dienst OCSW) en is hier met de verhuizing naar de Kreupelstraat mee doorgegaan. Andere lopers uit datzelfde eerste groepje hebben hun looprondje voortgezet bij Kardinge. Tot zijn grote teleurstelling is Jan momenteel geblesseerd: niet ernstig, wel langdurig. Hij heeft de afgelopen 4-mijl dan ook moeten laten schieten, en dat terwijl het zijn laatste deelname zou zijn in het gemeenteteam. Parkeermeters Jan Rake is momenteel beleidsadviseur sport en vrijwilligersbeleid bij de Directie Maatschappelijke Ondersteuning aan de Kreupelstraat.

36

Zijn gemeentelijke loopbaan overspant bijna veertig jaar. Afgestudeerd in de geografie/planologie kwam hij in 1980 als dienstweigeraar bij de afdeling Verkeer terecht. Daar heeft Jan nog een mooi verhaal over. Wapenfeit Wat zijn de hoogtepunten uit een carrière van bijna veertig jaar? Dat blijkt bijna een onmogelijke vraag om te beantwoorden. Wat Jan zelf een mooi wapenfeit vindt, is dat hij heeft meegewerkt aan de totstandkoming van vrijwel alle clubaccommodaties op de sportparken Als beleidsmedewerker heeft hij namelijk de subsidieregeling voor sportaccommodaties altijd onder zijn hoede gehad. Zo heeft hij in de loop der jaren zijn sporen overal in de gemeente achter gelaten. Hij heeft ook alle subsidieregelingen op sportgebied mee helpen ontwikkelen. In de praktijk waren er dan altijd weer situaties die niet pasten in de regeling en moest hij daar een redelijke oplossing voor vinden.

Fietsvirus Wie “Jan Rake” zegt, zegt “fietsen”. De zomervakantie brengt Jan meestal fietsend door, 3 of 4 weken ergens in Europa. Maar niet dit jaar; toen heeft hij samen met zijn vrouw vanaf januari drie maanden gefietst door Thailand, Vietnam, Cambodja, Laos en China.“Dat waren een paar leuke dagen” zegt Jan met een gevoel voor understatement. Ze hadden in 2011 al eerder een grote en lange fietsreis gemaakt, door het diepe zuiden van Zuid-Amerika (Chili, Argentinië, Patagonië). Dat was zo goed bevallen dat ze een nieuw fietsavontuur wilden meemaken. Zo’n tocht vraagt een lange tijd van voorbereiding én van verlof sparen. Jan: “ik waardeer het zeer dat je bij de gemeente Groningen de kans krijgt om zoiets te doen. Het vraagt per slot van rekening wel wat van de organisatie. Zo is er strikt genomen geen geld om mij te vervangen. Collega’s hebben de helpende hand geboden door hier en daar wat over te nemen en is er een trainee aangetrokken.” Jan heeft na terugkomst voor zijn collega’s een presentatie verzorgd over zijn Aziatische belevenissen op de fiets. Na zijn loopbaan “Mijn houdbaarheidsdatum verloopt op 28 september 2019”, zegt Jan met een knipoog. Dat is zijn formele pensioendatum. Op mijn vraag hoe dan maandag 30 september er straks zal uitzien, heeft hij nog geen pasklaar antwoord. Daar denkt hij trouwens

“ik waardeer het zeer dat je bij de gemeente Groningen de kans krijgt om zoiets te doen. Het vraagt per slot van rekening wel wat van de organisatie. Zo is er strikt genomen geen geld om mij te vervangen. Collega’s hebben de helpende hand geboden door hier en daar wat over te nemen en is er een trainee aangetrokken.”

nu wel over na. Zijn vrouw gaat nog een tijdje door met werken. Jan denkt aan een cursusfilosofie en wil zich weer gaan verdiepen in wiskunde en Latijn. Dat laatste lijkt volgens hem wel op wiskunde; het is met al die vervoegingen en naamvallen net een puzzel. Erg leuk, volgens Jan. Hij is verder actief lid van de Fietsersbond en heeft straks meer tijd om op zijn saxofoon te blazen. Daarnaast is hij zich aan het oriënteren op vrijwilligerswerk. Anderen helpen met lezen, schrijven en rekenen of een maatje zijn voor eenzame mensen. Volgens mij raken die dagen straks vanzelf vol…. Besmettelijk Jan heeft altijd bij de gemeente Groningen gewerkt. Hij heeft dus ook de nodige reorganisaties meegemaakt. Hij noemt zichzelf geen veranderaar, maar is er ook niet angstig voor. “Ik probeerde daar altijd constructief in mee te denken en mee te werken. En het kwam ook altijd goed.”, aldus Jan.

Jan vindt het belangrijk om met plezier naar het werk te gaan. Dat plezier straalt hij zelf trouwens ook uit. Een tip van hem: “zorg voor een goede werksfeer op de afdeling. Dat is vaak een kwestie van kleine dingetjes, zoals even stilstaan bij een verjaardag. Dat moet je samen doen, want met elkaar kun je het leuker maken. Maak het plezier besmettelijk! Afbouwen, qua werkbelasting, daar doet Jan niet aan. Dat hoeft ook helemaal niet, want hij werkt nu al heel lang 70%, ongeveer 4x7 uur. Rond zijn dertigste is hij al een dag minder gaan werken, dus die seniorenregeling had hij niet nodig. Dat is overigens ook zijn advies aan ons, de collega’s. Ga, als het enigszins (financieel) mogelijk is, iets minder werken. Wacht daarmee niet tot je zestigste. Denk er in ieder geval over na. En stel de leuke dingen die je wilt gaan doen, niet uit tot na je pensioen. Doe ze nu!

37


Als je iets wilt, breng er rust in.

Afscheid

Interview met Peter Den Oudsten Door Marjon de Bie

Peter Den Oudsten Als het over hemzelf gaat, geeft burgemeester Peter den Oudsten bijna geen interviews. “Het is belangrijk om de persoon en de functie te scheiden, zeker in een openbare functie als deze”. Hij koestert zijn vrije tijd en privéleven. Bovendien, waar het om gaat is de maatschappelijke rol die je als burgemeester kunt betekenen in de samenleving. En ook met leeftijd heeft hij niet zo veel. “Ik ben nu 68 jaar en had, qua energie en gezondheid, best nog twee jaar door kunnen gaan” (langer kan niet vanwege de wet). “Dat ik nu stop is veel meer een kwestie van timing, na de vorming van een nieuwe gemeente Groningen. Het is een logisch moment.”

38

Met beide benen in de samenleving staan, weten wat er speelt en tegelijk oog en aandacht hebben voor de grote dossiers, zoals bijvoorbeeld de lobby in Den Haag. Het is veel reizen, veel onderweg zijn”. Peter den Oudsten vertelt: ”Op dinsdag naar China en op de donderdag weer terug. Dat is niet per definitie leuk, dat is werk. Ook dat deed hij in zijn vorige banen, bijvoorbeeld toen hij werkte als hoofd communications bij Friesland Foods. Loopbaan Geboren en opgegroeid in Friesland begon hij zijn loopbaan in 1975 als ambtenaar in Enschede. Hij werkte bij de afdeling voorlichting en werd woordvoerder van de toenmalige burgemeester in Enschede, Ko Wieringa. Toevalligerwijs een Groninger, vertelt Peter den Oudsten. Ook deed hij daar de Haagse lobby. In 1984 maakte hij de overstap van de lokale overheid naar het bedrijfsleven. Hij werd hoofd in- en externe betrekkingen bij het provinciaal Energiebedrijf Friesland en werkte als hoofd corporate communications bij Friesland Foods. Vroeg begonnen met werken, direct na de middelbare school, maar pas laat burgemeester geworden: op zijn 50e. “Als ik iets wil in het openbaar bestuur, dan moet ik het

nu doen”, dacht Peter den Oudsten. Dat betekende solliciteren, net als bij ieder andere baan. En dat lukte. Hij werd, na wethouder en waarnemend burgemeester van Leeuwarden (1998,1999), benoemd als burgemeester in Meppel (2001-2015). Daarna werd hij achtereenvolgens burgemeester van Enschede (20052014) en Groningen (2015 tot 1 januari 2019) en nu -als gevolg van de herindeling met Haren en Ten Boerwaarnemend burgemeester. Zijn loopbaan in zowel de publieke sector als het bedrijfsleven heeft hem ver gebracht. “Als burgemeester is het van belang dat je een brede interesse hebt, een brede kijk op dingen. Het is belangrijk dat je de samenleving kent”.

De grote dingen kun je alleen doen als je de samenleving kent Weten wat er speelt dus. Want de grote dingen die mooi en belangrijk zijn om te doen, kun je alleen doen als je de samenleving kent en er affiniteit mee hebt. Recent ondertekende hij bijvoorbeeld de (verlenging van de) Letter of Intent in Hamburg: een samenwerking met de stadsregio Hamburg waarin bestuurders, universiteiten, kennisinstituten en bedrijven uit Groningen en Hamburg intensief kennis uitwisselen op gebied van cultuur en economie. Een eervolle gebeurtenis die alleen kan plaatsvinden met alle benodigde

Een loopbaan loopt altijd anders dan je van tevoren denkt of bedenkt. Ook heeft Peter den Oudsten nog een andere boodschap: “Als je iets wilt, breng er rust in. Achteraf gezien hebben alle grote veranderingen in mijn loopbaan plaatsgevonden in die perioden dat ik gas terugnam en tijd aan gezin en samenleving gaf”. Hij ziet vaak het tegenovergestelde gebeuren. Mensen die onrustig zijn en gaan ‘jagen’ omdat ze een bepaald pad in hun hoofd hebben dat niet lukt. “Dat moet je niet doen. want uiteindelijk loopt een loopbaan toch altijd anders dan je van tevoren denkt of kunt bedenken”.

“Als je iets wilt, breng er rust in. Achteraf gezien hebben alle grote veranderingen in mijn loopbaan plaatsgevonden in die perioden dat ik gas terugnam en tijd aan gezin en samenleving gaf” contacten in de samenleving. Dat is ook een boodschap aan ons, als gemeentelijke organisatie: weten wat er speelt is ongelooflijk van belang als je als organisatie een rol wilt spelen en van publieke waarde wilt zijn.

Rust en energie Diezelfde rust heeft hij ook in Groningen willen brengen. “Ik geloof zeker dat het gelukt is, na roerige tijden meer rust in het college van B&W gebracht te hebben. En ik

hoop ook in de organisatie”. Wat daarin vast mee heeft geholpen, is zijn ervaring die met de jaren is gekomen. Het samenwerken met een (relatief) jong college heeft hij ook als bijzonder prettig ervaren. “Dat betekent overigens niet dat er geen ingewikkelde dossiers lagen”. Peter den Oudsten verwijst bijvoorbeeld naar de realisatie van het Forum en de aardbevingsproblematiek. Ook is hij trots op het proces van de herindeling, een ingewikkelde operatie die onder grote tijdsdruk gerealiseerd moest worden. Verbinden De samenleving bij elkaar houden; het is een belangrijke taak van de burgemeester. Vooral in deze tijd van snelle informatie-uitwisseling is dat een opgave. Peter den Oudsten

Tot zijn opvolger Koen Schuiling is benoemd, blijft Peter den Oudsten nog waarnemend burgemeester. Daarna geeft hij het stokje over. Geeft hij nog een afscheidsinterview, vraag ik hem tot slot? Dat is een vraag waar hij nu nog niet over heeft nagedacht. Wel hangt er waarschijnlijk straks een portret van hem in het stadhuis. Studenten van de Klassieke Academie voor beeldende kunst zijn bezig met de voorbereiding. Net zoals er eentje hangt in het stadhuis van Enschede. Dat hoort erbij: als oud-burgemeester word je onderdeel van de geschiedenis van de stad Groningen.

volgt een aantal sociale media, maar maakt hier bewuste keuzes in. Ook bewaakt hij zijn tijd goed. “Dat is erg belangrijk. Als je niet strak op je agenda stuurt, ben je de hele week intern aan het overleggen op het stadhuis. Nuttig, maar dat is niet wat ik wil. Dat kan niet als burgemeester.

39


De energie uit het verhaal van Generatie

X

“We verwachten dat nieuwe medewerkers snel produceren en tot resultaten komen. Maar we vergeten dat onze organisatie voor hen nog onbekend is. Hoe kun je efficiënte medewerkers verwachten als je niet investeert in het goed inwerken van nieuwkomers? Mensen zijn geen Plug and Play.”

40

“Een inspirerend verhaal is een cadeautje”. Ze zijn heel verschillend. De één filosofisch en beschouwend, de ander praktisch en nuchter. Maar allebei houden ze van schrijven. En van verhalen. Marjon de Bie en Tineke van der Berg maakten mooie portretten van collega’s die net gestopt zijn met werken of die een interessante kijk hebben op een ‘gezonde’ loopbaan. “We hebben het altijd drukdrukdruk. Maar dan hoor je zo’n verhaal, dat is écht een cadeautje.” In totaal interviewden Marjon en Tineke 11 (oud) medewerkers van de gemeente, die opvielen door bijzondere keuzes in hun loopbaan. Tineke: “De overeenkomst was, denk ik achteraf, dat ze allemaal op één of andere manier het heft in eigen handen namen.”

verhaal van Jaap Erik Pijlman, GGDarts, die op zijn 60e een sabbatical nam zonder terugkeergarantie. Het heeft mij ook aan het denken gezet. Pensioen was altijd ver van mijn bed, ik was nooit bezig met de toekomst. Maar nu denk ik eraan om minder te werken.”

Bosmaaier Zelf werden de auteurs meer dan eens verrast. Marjon: “Bijvoorbeeld door het verhaal van ICT-er Nico Veenstra, die op zijn vrije dag stage liep bij de groenvoorziening van de gemeente omdat hij graag zijn bosmaaiercertificaat wilde halen. Dát ging hij doen na een carrière van 45 jaar. Op het laatst vroeg ik hem nog of hij het ergens wel eens níet naar zijn zin had gehad. Kwam hij met een verhaal dat hij zich op een werkplek eens zo verveelde, dat hij een gedichtenbundel had geschreven. Titel: 21 moordlustige sonnetten. Prachtig.”

Prima werkgever De meeste personen die Marjon en Tineke interviewden keken met plezier terug op hun tijd bij de gemeente. “De gemeente werd over het algemeen ervaren als een prima werkgever, waar ze veel kansen kregen”, zegt Tineke. “Toch maakten de geïnterviewden genoeg kanttekeningen. We zouden als werkgever meer kunnen doen met vervroegd ophouden en financiële vergoeding. En mentorschap.”

Sabbatical Tineke: “Mijn eerste verhaal, dat van Hans Flapper, deed me ook wat. Hij ging met 55 met pensioen. Maakte een reis van 3 maanden, viel toen van een berg en raakte gehandicapt. De ironie van het lot. Hij reist nu met een aangepaste camper rond. Dat verhaal kwam wel binnen. Net zoals het

Etiketje Tineke was vanaf het begin al nieuwsgierig naar de energie van generatie X. “Ik vond het een leuk initiatief. Ik wil niet in een hokje zitten, ik hou niet van etiketjes! Age is but a number. Generatie X bestaat in ieder geval níet uit ingedutte mensen. Ik was ook wel geïnteresseerd in de insteek: gezond met pensioen. Daarnaast houd ik van schrijven, taal is echt mijn ding. Met de verhalen kon ik beide combineren.”

Vlees en bloed Ook Marjon sloot graag aan. Als registeraccountant wilde ze meer met letters bezig zijn, met taal. Zij werd getriggerd door het afscheidspraatje dat Harry Austie hield toen hij met pensioen ging. “Ik zag opeens zo’n andere man! Ik was verrast door zijn verhaal. Daar wilde ik meer van weten. Het stimuleerde me om op zoek te gaan naar andere verborgen verhalen. Mensen hebben meer talenten dan ze in hun werk laten zien. In organisaties hebben we het altijd over functies. Maar we vergeten wel eens dat functies worden bezet door mensen van vlees en bloed, met dromen.” Vragenlijst Ze gingen verschillend te werk. Marjon ging open het gesprek in, zonder vooraf bedachte vragen. Ze nam niks op en schreef niet mee. Zo kon ze zich helemaal richten op de persoon en het gesprek. Tineke was wat systematischer. “Ik vroeg per mail of de persoon het zag zitten. Ik had een vragenlijst, schreef het stuk en de geïnterviewde had de laatste blik.”

stukken kregen. Maar dat is natuurlijk allemaal maar bijzaak. “Mijn doel was: mensen aan het denken zetten”, zegt Tineke. “Dat is voor mij voldoende.” Marjon vult aan: “Als de verhalen mensen op één of andere manier geraakt of geïnspireerd hebben, dan ben ik blij.” Relativerend Marjon en Tineke vonden het allebei heel erg leuk om te doen. Marjon: “Met zo’n interview zoom je uit, dat werkt relativerend. Ze geven een blik op een andere tijd. We kijken altijd naar de toekomst, en amper naar de weg die we afleggen. Daar mogen we best trots op zijn.”

Bijzaak Ze werden er af en toe wel op aangesproken, op de verhalen die ze maakten. En stiekem vergeleken ze ook wel de vele likes die ze op hun 41


Je bent meer dan je functie

Hoe benutten we kennis, ervaring en competenties van medewerkers die ze niet in hun dagelijkse taken hoeven te gebruiken of niet in hun functiebeschrijving staan? Dat was de opdracht waarmee de groep ‘Je bent méér dan je functie’ in 2018 aan de slag is gegaan. Nanno Bolt (bouwjaar 1959) en Harry Haaksma (uit 1960) werken samen al meer dan 40 jaar voor de gemeente Groningen. Ooit aangenomen in een functie met een taakgerichte functieomschrijving. Maar ze zijn inmiddels gegroeid tot zoveel meer dan hun functie.

Jullie zijn sinds het begin betrokken bij het initiatief ‘De energie van Generatie X’. Wat zijn jullie drijfveren om met deze opdracht aan de slag te gaan? Nanno: ”De gemeente huurt veel externe krachten in. Sterker nog: wij geloven externen eerder dan onze eigen medewerkers. Ik vind het belangrijk om te kijken naar de talenten en ervaring die je al in je organisatie hebt. En je bewust te zijn van je eigen talenten.” Harry: “Het lijkt wel of ervaren medewerkers zich meer moeten bewijzen dan externe adviseurs en jong talent. Ik doe mee met de ‘energie van Generatie X’ omdat ik dat clichédenken wil doorbreken. Ik zie juist mogelijkheden om nieuwe inzichten en langjarige ervaring met elkaar te verbinden.” Wat is de opbrengst van jullie groep? Harry: “Allereerst hebben we de ideeën van onze groep uitgewerkt en gevisualiseerd. Daar zijn we mee de boer op gegaan. Zo heb ik

42

meerdere gesprekken gevoerd om het belang van denken in competenties te benadrukken. Dat past goed in de nieuwe Gesprekkencyclus waarbij het gaat over ‘het goede gesprek’ tussen medewerker en leidinggevende. Maar je talenten zouden ook buiten je eigen team of afdeling bekend moeten worden. Nanno: “We hebben gekeken of de talentenmodule in Youforce hierbij kan helpen. Dat blijkt lastig. Ook in de kennisbank op intranet kun je laten zien welke talenten en competenties je hebt. Van belang is dat je van je collega’s en je leidinggevende de ruimte krijgt om je talenten te ontwikkelen en in te zetten.” In het coalitieakkoord staat dat we ‘opgavegericht’ gaan werken en meer in samenwerking met inwoners en organisaties buiten de gemeente. Harry: “Wil je ‘opgavegericht werken’ dan moet je ook weten welke competenties je in je organisatie hebt en welke talenten er nodig zijn bij

integrale samenwerking.” Nanno: ”Ik ben bij de eerste ontbijtsessie van onze nieuwe gemeentesecretaris geweest. Daarin heeft Diana goed geluisterd naar wat medewerkers verstaan onder ‘opgavegericht’ werken. We moeten weten wat we met ‘opgave gericht werken’ bedoelen, om op een andere manier te kunnen werken.” En hoe gaan jullie verder? Nanno: “We willen kijken naar de mogelijkheden om een onderzoek te laten doen door OIS naar de behoefte van medewerkers om meer ruimte te krijgen voor de inzet van hun talenten.” Harry: “Tijdens mijn gesprekken hoorde ik brede steun voor het idee van ‘competentiegericht’ werken ten opzichte van taakgericht werken. Maar het ontbreekt aan tijd bij medewerkers én leidinggevenden in het middenmanagement om daar vorm aan te geven. De organisatie zou hierin méér moeten investeren dit jaar.” 43


Generatie X adopteerde het idee van Mentorschap en werkte het verder uit. Maar toch kwam het op één of andere manier maar niet verder. Hoe kan dat? Bram Scholtens en René Schaap voelen zich bij het onderwerp betrokken. Resoluut: “Het concept heeft een opdrachtgever nodig. Er is veel animo voor, maar uiteindelijk voelt niemand zich verantwoordelijk.”

‘Mentorschap’ zoekt opdrachtgever

Borrels Aan het woord is voormalig trainee en Stadstalent Bram Scholtens. Hij werkt zelf nog maar drie jaar bij de gemeente. René Schaap, ambtelijk secretaris van OR, doet dat wél. De twee vonden elkaar tijdens borrels en bijeenkomsten op het onderwerp ‘mentorschap.’ Onduidelijk René heeft iets met het onderwerp omdat zijn hart ligt bij personele aangelegenheden. En Bram omdat hij zelf nog niet zo lang geleden heeft ervaren hoe het is om als nieuweling in deze organisatie aan de slag te gaan. Hij ziet het ook om zich heen. “Het is voor jonge mensen soms schrijnend onduidelijk wat ze van onze organisatie kunnen verwachten.” Vragen Hij geeft een paar voorbeelden. “Ik sprak iemand die hier al enige tijd werkte, maar niet wist wat het Harm Buiterplein was. Of een collega die na een halfjaar nog niet doorhad dat je de agenda van een collega kon openen. Of hoe intranet werkt. Nieuwe medewerkers durven vaak niet zoveel vragen te stellen, bang om gek over te komen. Zijn bijvoorbeeld de uitruilregelingen in het vizier? Hoe zet je je POB in? Veel nieuwe werknemers weten het niet. Daarnaast kennen ze

44

alleen maar hun eigen afdeling of directie. Onboarding Mentorschap kan uitkomst bieden. “Bij mentorschap worden nieuwe medewerkers gekoppeld aan ervaren medewerkers”, zegt René. Hij is met het onderwerp bezig via onboarding, een manier waarop een organisatie mensen verwelkomt en vasthoudt. “Er ligt al een concept met tools, waar mentorschap deel van uit maakt. Daarnaast kan onboarding ook het leveren van praktische informatie betekenen: waar kun je wat vinden, hoe zit het met opleiden en ontwikkelen. En dat moeten we concernbreed oppakken.”

handreikingen tot coaching krijgen. En het moet op een centrale plek gecoördineerd worden, een plek die vraag en aanbod aan elkaar koppelt, mogelijk bij HRM.” Eerste stap Bram en René zijn het erover eens: we moeten hier als organisatie wat mee. “We moeten nieuwe medewerkers standaard de mogelijkheid tot mentorschap aanbieden. Of ze daar gebruik van maken, is aan hen. ” En de eerste stap hiertoe? “Dat het Bedrijfsvoeringsoverleg (BVO) met een concrete opdracht komt, dat zou mooi zijn”, zegt René.

Potentie Een goede zaak, vindt Bram. “Nu is al die informatie niet toegankelijk. En hiermee laten we veel potentie liggen. We willen groeien naar een netwerkorganisatie en weten wat en wie je waar kunt vinden.” Startsessie En zó moeilijk is het niet, vinden ze. Alles ligt er eigenlijk al. “We hebben, geschat, zo’n 8 à 10 nieuwe medewerkers per maand. We kunnen vast enkele tientallen mentoren rekruteren. Mentoren zouden een startsessie moeten krijgen, waarin ze 45




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.