Groninger Kerken 2 0 13
GRONINGER KERKEN
STICHTING OUDE
a pr il
Themanummer Farmsum
inhoud Justin E.A. Kroesen
In Memoriam Regnerus Steensma (1937-2012)
33
Justin E.A. Kroesen
De middeleeuwse kerk van Farmsum. Eerste hallenkerk van de Ommelanden?
35
De voorganger van de huidige kerk van Farmsum behoorde tot de monumentaalste middeleeuwse kerkgebouwen van de Ommelanden. Dit artikel biedt een nieuwe visie op de bouwgeschiedenis. Ko Lenting
De vondsten in Farmsum
40
In 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een opknapbeurt. Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan uit dat er niet gegraven zou worden. Dit liep toch anders … Redmer Alma
Drie zerken van de familie Ripperda
44
De in Farmsum aan de vergetelheid onttrokken vijftiende-eeuwse grafstenen zijn van groot belang voor onze kennis over heraldische beeldprogramma’s op Groninger zerken.
De Stichting
45
Interview · Nieuws · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Mediatheek · Werk in uitvoering
30 / 4 – april 2013
Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969 Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985
Beschermheer Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen Bestuur en directie G.H. van den Bremen, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur Adres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl abn amro 48 61 14 333 Redactieadres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen e-mail hillenga@groningerkerken.nl
Egge Knol
Coert Knol en de jongere zerken in Farmsum
56
Zerken uit de zeventiende en achttiende eeuw bevatten informatie die vaak nergens anders vindbaar is. Govert Grosfeld
Op Hoogte Gedacht Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen
60
Redactie Groninger Kerken Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma E. Hofman MA J.F. Oldenhuis Dr. C.P.J. van der Ploeg Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga
De artikelen in deze aflevering van Groninger Kerken zijn de neerslag van een symposium dat mede mogelijk is gemaakt door Memento Mori, Kaderproject Netwerk (Interreg IVA programma) van de EDR (Eems Dollard Regio): www.memento-mori.nu
Omslag: De kerk van Farmsum, kort na de bouw van de nieuwe toren in 1857. Waarschijnlijk de oudste foto van een kerk in de provincie. Collectie RHC Groninger Archieven (818-3585), kleurbewerking Meindert Spek. Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona teurs van de Stichting Oude Groninger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieuwe donateurs ontvangen Groninger Kerken het eerste jaar gratis.
issn 0169 - 3719
Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl Drukwerk en verzending Zalsman Groningen, Groningen Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen
In memoriam dr. Regnerus Steensma (1937-2012) Op 13 december 2012 overleed dr. Regnerus Steensma op 75-jarige leeftijd in zijn woonplaats Buitenpost. Zijn plotselinge heengaan was een grote schok voor de Stichting en in het bijzonder voor de redactie van dit tijdschrift, waarvan hij vanaf het begin voorzitter was. Hij zal zeer gemist worden als acquisiteur, procesbewaker, aanjager, redacteur, auteur en – niet in de laatste plaats – als kerkfotograaf. Voor het jubileumboek Ooit gebouwd… voor altijd uit 2009 beschreef Regnerus hoe hij in 1969 één van de drie oprich ters was van de Stichting Oude Groninger Kerken. De foto bij de titel toont een jonge Regnerus, net 32 jaar oud, die aan wijzingen geeft aan de cameraploeg van de NTS bij de opna mes voor een journaalbericht over de oprichting (zie de foto op p. 34). We zien Regnerus vanuit de verte en van opzij, maar hij is onmiddellijk herkenbaar aan zijn rijzige gestalte. Hij leunt voorover op zijn tenen en heeft zijn grote handen ferm in de jaszakken gestoken. Zijn hele lichaamshouding straalt uit dat hij staat te popelen om werk te maken van het redden van de oude Groninger kerken. Met vastberaden blik kijkt hij over de velden naar de vervallen kerk van Leegkerk, waar op dat moment nog tientallen duiven rondvliegen. Sinds de oprichting in 1969 is Regnerus zich op vele ma nieren voor de Stichting blijven inzetten. Tussen 1969 en 1982 was hij secretaris in het dagelijks bestuur, en tot 2000 bleef hij lid van het algemeen bestuur. Vervolgens was hij tot 1 juni 2008 voorzitter van de Raad van Toezicht, en daarna lid tot 1 juni 2011. Vanaf de laatste datum tot aan zijn dood was hij lid van de Raad van Advies. Naast zijn bestuurswerk heeft Regnerus zich vanaf het begin ingezet als voorzitter van de redactie van het tijdschrift, dat eerst losbladig en later in de vorm van katernen verscheen als Publicaties Stichting Oude Groninger Kerken, en nu alweer dertig jaar als het tijdschrift Groninger kerken. Voor zijn grote en veelzijdige verdienste ontving Regnerus in 1994 als eerste de tweejaarlijkse ere penning van de Stichting uit handen van voorzitter Harry de Olde. Als voorzitter van de redactievergaderingen kenmerkte Regnerus zich door een energieke doelgerichtheid. De klok werd steeds nauwlettend in de gaten gehouden, zodat de bij eenkomsten nooit uitliepen. De agenda werd vastgesteld, het
33
Regnerus Steensma in zijn werkkamer in Buitenpost, december 2012. Foto Erik Veenstra / De Streekkrant
34
laatste nummer besproken, de te beoordelen stukken door alle leden becommentarieerd, afspraken gemaakt over de terugkoppeling van het commentaar en een blik vooruit ge worpen naar de komende nummers. Verreweg het meeste werk verrichtte Regnerus echter buiten de vergaderingen om. Steeds was hij op zoek naar nieuwe auteurs en geschikte onderwerpen, en vooral in de laatste tien jaar was hij ook overal in de provincie met zijn camera op pad om foto’s te maken. Hij was trots op zijn verworven bekwaamheid op dit terrein; steeds vaker noemde hij zich behalve onderzoeker ook ‘kerkfotograaf’. Regnerus Steensma werd in 1937 als boerenzoon geboren in Tirns (bij Sneek). Een Fries in hart en nieren is hij altijd ge bleven. Na zijn studie vanaf 1958 en promotie in 1970 keerde hij terug naar ‘it heitelân’, waar hij met zijn vrouw Elly en zijn twee zonen Romke en Hedzer in een monumentale voor malige pastorie in Kollum ging wonen. Zo kwam de theoloog die besloot geen predikant te willen worden toch nog in de ambtswoning van een predikant terecht. Meer dan 35 jaar was Regnerus verbonden aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, eerst als promovendus en la ter als universitair docent en hoofddocent, en daarnaast als directeur van het Instituut voor Liturgiewetenschap. Hij ver diende zijn sporen als wetenschapper – op zijn naam staan meer dan 180 publicaties! – maar sloot zich nooit op in een ivoren toren. Steeds hield hij oog voor maatschappelijke ont wikkelingen binnen de kerk en op erfgoedgebied. De combi natie van wetenschappelijke vakkennis en maatschappelijke gerichtheid was een belangrijke aanleiding om hem in 2007 te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Als auteur heeft Regnerus Steensma vele facetten van de oude Groninger kerken belicht. Al in 1966 publiceerde hij het boek Vroomheid in hout en steen, dat een groot publiek
bewust maakte van de bijzondere waarde van het religieuze erfgoed in de noordelijke provincies en zo een belangrijke aanzet gaf tot het succes van de Stichtingen Oude Groninger Kerken en Alde Fryske Tsjerken (ook van die stichting was hij medeoprichter, in 1970). In 1970 schreef hij het gidsje Langs de oude Groninger kerken en in 1974 bestudeerde hij het ge bruik van de hervormde kerken in Groningen. In het tijdschrift Groninger kerken publiceerde Regnerus tientallen artikelen over zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals kerkarchitec tuur, kerkhoven, preekstoelen, herenbanken, koorhekken, avondmaalsinrichtingen, tekstschilderingen en symboliek op grafzerken. Zijn bijzondere aandacht hadden de overblijfse len van het middeleeuwse kerkgebruik, waaronder muur- en gewelfschilderingen, sacramentsnissen, piscina’s, preek stoelen, sporen van zijaltaren, orgels, doopvonten en pries terzerken. Ook schreef hij artikelen over moderne kunst in Groninger kerken en over de gebruiksmogelijkheden van vier Groninger binnenstadskerken. Bij het afscheid van Harry de Olde als voorzitter stelde hij als mederedacteur een bundel samen over Kerkrestauraties in Groningen (2002) en in 2008 redigeerde hij samen met ondergetekende de jubileumbun del De Groninger cultuurschat. Kerken van 1000 tot 1800. De erfenis die Regnerus Steensma heeft nagelaten is groot en veelzijdig. De Stichting Oude Groninger Kerken is hem grote dankbaarheid verschuldigd voor alles wat hij heeft betekend als ‘founding father’, als secretaris en bestuurslid, als toezichthouder, adviseur, auteur, redacteur en fotograaf. Naast al deze hoedanigheden zal hij vooral ook door zijn markante, energieke en doelgerichte persoonlijkheid in de redactie en daarbuiten node gemist worden. Justin E.A. Kroesen Groningen, februari 2013
Regnerus Steensma, Harmen Siezen en cameramensen van de NTS bij de kerk van Leegkerk, oktober 1969.
Justin E . A . Kroesen
De middeleeuwse kerk van Farmsum Eerste hallenkerk van de Ommelanden?
Het centrum van Farmsum wordt tegenwoordig beheerst door een neoclassicistisch kerkgebouw uit 1869. Uit oude afbeeldingen blijkt dat zijn verdwenen voorganger behoorde tot de monumentaalste middeleeuwse kerken van de Ommelanden. Dit artikel behelst een nieuwe bouwgeschiedenis van deze oude kerk. De belangrijkste afbeelding van de oude Farmsumer kerk is een tekening van J. Berghuis uit 1854 (overgeleverd in de vorm van een natekening door C.H. Peters). Deze toont de kerk vanuit het noordoosten een paar jaar voor de bouw van de huidige toren (afb. 1).1 Wat meteen in het oog springt, is de sterk uit het lood staande torenspits. De scheefstand van de Farmsumer toren was in Groningen spreekwoordelijk: ieder een wist wat het betekende als iemand opmerkte dat iets ‘zo schaif as toorn van Faarmsom‘ stond.2 Misschien wilde de tekenaar deze karakteristieke situatie vastleggen voor die voorgoed zou verdwijnen. Wat Berghuis niet kon vermoeden is dat zijn tekening 150 jaar later zou gelden als de belangrijkste bron voor de bouw geschiedenis van de middeleeuwse kerk. We zien een orga nisch gegroeid gebouw met romanogotische en gotische ken merken, bestaande uit een veelhoekig koor met een sacristie in twee verdiepingen, en een opvallend breed schip. Dit schip zet zich aan de westzijde versmald door in zijstukken naast de ingebouwde toren, op de wijze van een gereduceerd west werk.3 Wat ondanks de vele details niet te zien is, zijn de vele tufstenen die volgens ooggetuigen nog aan de muren zicht baar waren. Volgens M.D. Ozinga, die in 1940 zijn standaardwerk over de monumenten van Oost-Groningen publiceerde, was de middeleeuwse kerk van Famsum een dertiende-eeuwse ro manogotische bakstenen kruiskerk met rechtgesloten koor, die in de laatgotiek werd uitgebreid met nieuw veelhoekig koor en met zijbeuken langs het schip. 4 Deze visie werd gevolgd door Jenne Meinema, hoofdarchivist van het Rijks archief Groningen, die in 1983 studie maakte van de geschie denis van Farmsum en zijn kerk.5 De tekening van Berghuis geeft aanleiding om deze visie op de bouwgeschiedenis te nuanceren en bij te stellen. Zo 1 Een oude foto van de kerk, gezien vanaf de zuidzijde, dateert van ca. 1860, kort na de bouw van de nieuwe toren (zie omslag). 2 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983) (zonder paginanummering). 3 Doordat de tekening vooral de oostzijde laat zien, blijven verdere details van dit ‘westwerk’ ongewis. 4 M.D. Ozinga, De provincie Groningen, eerste stuk: Oost-Groningen [= De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst VI ] (’s-Gravenhage 1940) 60. 5 Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum, [10].
zal blijken dat de bouw van de kerk niet in twee duidelijk te onderscheiden fases verliep, maar veeleer als een proces van ongeveer een eeuw in verschillende, elkaar snel opeen volgende stadia.
Transeptgevel De kenmerken van de romanogotische kruiskerk zijn duide lijk af te lezen aan de transeptegevel (afb. 2). We zien een muurgeleding en een vensterpatroon dat correspondeert met de latere fase van deze stijlperiode. Van de drie smalle hoge vensters is de middelste het hoogst opgetrokken, wat de aanwezigheid van koepelgewelven in het interieur verraadt. De vensters worden omgeven door drie muurnissen van gelij 1 De middeleeuwse kerk van Farmsum getekend door J. Berghuis in 1854 (natekening door C.H. Peters). Collectie RHC Groninger Archieven, 1536-0167
35
2 Tekening van J. Berghuis, detail: gevel van het noordertransept.
36
ke hoogte. Een basiskenmerk van de latere fase in de roma nogotische kerkbouw is dat de hoog opgetrokken venster zone de overhand kreeg op de blinde benedenzone. Was deze laatste in de dertiende eeuw nog overal voorzien van een ge leding in de vorm van een reeks muurbogen, na 1300 werd dit procedé losgelaten en bleef de muur vlak en ongearticuleerd. De geschetste ontwikkeling is afleesbaar aan de kerken van Zuidbroek, Noordbroek en Zeerijp, respectievelijk ge bouwd omstreeks 1280, 1320 en 1350. In Zuidbroek heeft
de benedenzone nog een omlopende wandarcade (afb. 3), terwijl deze in Noordbroek (afb. 6) aan het koor ongedeco reerd is. In Zeerijp is de benedenzone aan alle zijden van de kerk ongeleed (afb. 4). De winst kwam hier ten goede aan de omvang van de vensters in de bovenzone, die vooral in hoog te zijn toegenomen, en in mindere mate ook in de breedte. De vormgeving van de transeptgevel op Berghuis’ tekening van de kerk van Farmsum houdt het midden tussen de drie ge noemde kerken: anders dan in Zuidbroek en Noordbroek is de wand onder de vensters relatief laag en ongeleed, wat duidt op een latere fase, maar anders dan in Noordbroek en Zeerijp is er nog geen sprake van traceringen in de vensters. De rondstaven rond de vensters lijken anderzijds op een iets eerder ontstaan van dit bouwdeel te wijzen. Al met al is een datering rond 1300 aannemelijk, later dan tot op heden is aangenomen. Van de oostwand van het transept is maar een klein frag ment te zien, namelijk een driehoekig gedeelte boven het schuine dak van de sacristie (afb. 2). Opmerkelijk is de vorm van het fries dat onder langs de dakrand loopt. Het lijkt te gaan om een reeks elkaar kruisende rondboogjes, die daar door een reeks spitsbogen lijken te suggereren. Met gotiek heeft deze friesvorm echter niets te maken: deze was wijd verbreid in de vroege baksteenarchitectuur in Noord- en Midden-Duitsland.6 Dichter bij Groningen, in het Oostfriese Hage, komen dergelijke friezen ook voor aan het schip. Deze decoratievorm wordt vrijwel overal aan het eind van de twaalfde eeuw en het eerste kwart van de dertiende eeuw gedateerd. In vergelijking met de datering van de transept gevel omstreeks 1300 maakt dit fries op deze plaats een ver ouderde indruk.
3 Zuidbroek, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1280. Foto Regnerus Steensma
4 Zeerijp, romanogotische kruiskerk, gebouwd ca. 1350. Foto Regnerus Steensma
Veelhoekig koor Het veelhoekige koor van de middeleeuwse kerk van Farm sum (afb. 5) is door Meinema en anderen geïnterpreteerd als een laatgotische uitbreiding uit de vijftiende eeuw. Hierbij heeft men het patroon van Stedum en Loppersum voor ogen gehad, waarbij een oorspronkelijk rechtgesloten romano gotisch koor werd vervangen door een veelhoekig laatgotisch koor. In Stedum en Loppersum gebeurde dat in de tweede
helft van de vijftiende eeuw. De vorm van het koor op de teke ning van Berghuis verschilt echter op een aantal punten van die in deze twee dorpen. De muurgeleding heeft meer ge meen met de opzet van de koren in Appingedam, Noordbroek (afb. 6) en Zeerijp (afb. 4). Evenals daar zien we op Berghuis’ tekening een reeks hoge, relatief smalle vensters met vork traceringen en rijk versneden omlijstingen. De zone onder de vensters is vlak en ongeleed en de muurvakken worden van
6 Onder meer in de Altmark langs de benedenloop van de rivier de Elbe, in het westen van Mecklenburg, in Sleeswijk-Holstein en in ZuidDenemarken. Zie over romaanse baksteenarchitectuur Barbara Perlich, Mittelalterlicher Backsteinbau in Europa. Zur Frage nach der Herkunft der Backsteintechnik (Petersberg 2007) en Damian Kaufmann, Die romanischen Backsteindorfkirchen in der Altmark und im Jerichower Land (Kiel 2010) (vergelijking met Gronings-Friese kustgebied in § 7.4).
5 Tekening van J. Berghuis, detail: veelhoekig koor
6 Noordbroek, veelhoekig koor, ca. 1320. Foto Regnerus Steensma
37
7 Tekening van J. Berghuis, detail: schipportaal met driepasboog.
38
elkaar gescheiden door steunberen die maar weinig meer diepte hebben dan de voor de romanogotiek kenmerkende li senen. Ze zijn in ieder geval niet te vergelijken met de zware steunberen van de vijftiende eeuw in Stedum en Loppersum. Een doorslaggevend kenmerk van het koor op de tekening van Berghuis is het rondboogfries dat onder langs de dak rand het gehele koor omzoomt. Een vergelijkbaar fries komt ook voor aan het koor in Noordbroek, dat omstreeks 1320 werd gebouwd.7 Naar analogie hiervan lijkt het koor van de middeleeuwse kerk in Farmsum dus voor een datering aan het begin van de veertiende eeuw in aanmerking te komen. Het feit dat het fries ontbreekt in Zeerijp, waar het koor om streeks 1350 werd gebouwd, suggereert dat het Farmsumer koor ten minste vóór het midden van de veertiende eeuw gebouwd moet zijn. Dit alles betekent dat het meer dan een 8 Engerhafe, portaal met driepasboog in de zuidelijke schipwand, laatste kwart 13de eeuw. Foto Sonja König
eeuw eerder werd opgetrokken dan totnogtoe steeds is aan genomen: niet pas in de vijftiende, maar al aan het begin van de veertiende eeuw. Zo ontstaat een ander beeld van de romanogotische kruis kerk van Farmsum: voor een indruk van de oorspronkelijke opzet moeten we dus niet langer afgaan op een dertiende- eeuwse kruiskerk zoals die van Garmerwolde, met een recht gesloten koor, maar veeleer van het latere model van Noord broek met een veelhoekig koor. Moeilijk te verklaren is hierbij wel waarom de venstervorm van het transept een meer ro maanse aanblik biedt dan die in het koor; gewoonlijk begon men namelijk met de bouw van het koor en volgden transept en schip pas daarna. Ook is het fries aan het transept opmer kelijk. Parallellen in Noord-Nederland ontbreken en de voor beelden verderop in Noord-Duitsland dateren steevast van een eeuw eerder.
Driebeukig schip Zowel Ozinga als Meinema merkten op dat de kerk in de late Middeleeuwen werd uitgebreid door de bouw van zijschepen ter breedte van het transept. In de Martinikerk in de stad Gro ningen en de Nicolaikerk in Appingedam gebeurde dit in het tweede of derde kwart van de vijftiende eeuw. Op de teke ning van Berghuis is te zien dat de eerste travee van de schip wand vanaf het transept is voorzien van twee hoge, relatief smalle vensters van een vergelijkbaar type als in het koor, voorzien van een vorktracering. Opmerkelijk is dat niet alleen de traveeën, maar ieder afzonderlijk venster tussen ondiepe steunberen of lisenen is geplaatst. Ook hier zijn deze op vallend ondiep, wat op een vroegere ontstaansdatum lijkt te wijzen dan de vijftiende eeuw, zoals Meinema aannam. Anders dan rond het koor ontbreekt hier een decoratief boog fries. Zoals we al zagen deed de afwezigheid hiervan zich al voor in het midden van de veertiende eeuw, afgaande op de kerk van Zeerijp. Een ander opmerkelijk element aan de schipwand is een dichtgemetselde ingang met een afsluiting in de vorm van een spitse driepasboog (afb. 7). Een dergelijke boogvorm treffen we nog aan in het Oostfriese Engerhafe, waar de kerk uit het laatste kwart van de dertiende eeuw dateert (afb. 8). De eerder beredeneerde ontstaansdatum van het transept omstreeks 1300 maakt deze datering voor de verbreding van het schip in Farmsum echter onmogelijk. Waarschijnlijker is daarom dat de zijschepen omstreeks het midden of in het derde kwart van de veertiende eeuw werden opgetrokken. Dat is – noodzakelijkerwijs – later dan het transept, maar nog altijd vroeger dan de vijftiende eeuw, zoals tot op heden is aangenomen. Daarmee komt de kerk van Farmsum naar vo ren als de vroegste bekende hallenkerk in Groningen, een bouwtype met drie schepen van min of meer gelijke hoogte 7 In Appingedam is er ook sprake van een fries aan het veelhoekige koor uit het begin van de veertiende eeuw, maar daar heeft het een iets andere vorm.
Conclusie
9 Tekening van J. Berghuis, detail: sacristie.
dat vooral in Westfalen een grote verspreiding kende. Hierin weerspiegelt zich mogelijk een directe invloed vanuit die streek, waar het kerngebied van het bisdom Munster, waar toe ook de Groninger Ommelanden behoorden, gelegen was.
Enkele andere kenmerken
Opvallend op de tekening van Berghuis is voorts het hoog oprijzende dak boven het schip. De bouw van een enkel dak boven drie beuken was in onze streken niet erg gebruikelijk, maar wel hier en daar in de Hanzesteden – zoals St. Jakobi in Lübeck – en vooral ook in Zuid- en Zuidoost-Duitsland. In het Noord-Nederlandse kerkenlandschap vormde Farmsum hier mee waarschijnlijk een Fremdkörper. Een volgend opmerke lijk element aan de noordwand westelijk van het midden is de zware steunbeer die hier tegen de kerk is aangebouwd. Der gelijke steunberen, die we ook in Kantens en Bierum aantref fen, zijn noodvoorzieningen en doorgaans naar hun stijlken merken onmogelijk te dateren. Aan de noordkant van het koor is een sacristie met een lage bovenverdieping aangebouwd, die door Meinema in één adem met het koor wordt genoemd (afb. 9). Met onze vroege datering van het koor zat er in werkelijkheid echter een tijds verschil van zo’n anderhalve eeuw tussen beide. De brede vensters doen denken aan die van de Noorderkapel naast het koor van de Martinikerk in Groningen, die werd gebouwd rond 1500. In Farmsum had de sacristie waarschijnlijk een overwelfde benedenverdieping en een eenvoudige boven kamer onder een lessenaardak.8 De functie van de boven vertrek is niet geheel duidelijk, maar naar analogie van voor beelden elders lijkt een gebruik als librije of schatkamer (tre soor) aannemelijk.
Nadere bestudering van de tekening van J. Berghuis uit 1854 geeft aanleiding tot het bijstellen van de bouwgeschiedenis van de Farmsumer kerk zoals die van oudsher is voorgesteld (afb. 10). De romanogotische kruiskerk van Farmsum behoor de niet tot de middenperiode van de romanogotiek, zoals steeds is aangenomen, maar veeleer tot de laatste fase van die stijlperiode. Deze had een veelhoekig koor en was in op zet vergelijkbaar met de kerk van Noordbroek. De uitbreiding van het schip met zijbeuken tot een hallenkerk vond niet pas in de vijftiende eeuw plaats, maar al in de loop van de veer tiende. Hierin liep Farmsum vrijwel een eeuw vooruit op de Nicolaikerk in Appingedam en de Martinikerk in Groningen. Dit opmerkelijke gegeven kan beter begrepen worden als we bedenken dat het middeleeuwse Farmsum zich kon beroepen op een hoge status als dekenaatskerk boven dertig kerspe len en op een vroege stichting als één van de Ommelander oerparochies. Bovendien werden dorp en kerk gerund door de ambitieuze en machtige Ripperda’s, van wie de graven in de zomer van 2012 bij toeval aan het licht kwamen. Dr. Justin E.A. Kroesen (j.e.a.kroesen@rug.nl) is docent Kunstgeschiedenis van het Christendom aan de Faculteit Godgeleeerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuni versiteit Groningen. 39 10 Bouwgeschiedenis van de middeleeuwse kerk van Farmsum: traditionele (a) en herziene voorstelling van zaken (b). Tekeningen auteur.
a
13e eeuw eerste helft 14e eeuw tweede helft 14e eeuw 15e eeuw
b
8 Een vergelijkbare opbouw treffen we nog aan bij de kerk van Middelstum, waar het schuine dak boven de bovenverdieping van de sacristie oploopt naar het transept.
Ko Lenting
De vondsten in Farmsum In 2012 was de negentiende-eeuwse kerk van Farmsum toe aan een grondige opknapbeurt. Bij de planning van de werkzaamheden ging men ervan uit dat er niet gegraven zou worden. Dit zou heel anders lopen na de vondst van enkele eeuwenoude grafzerken. Dit artikel biedt een verslag van een sensationele ontdekking in de zomer van 2012.
40
De ontdekking dat de kerkbanken en de onderliggende vloer houtrot vertoonden, was een eerste financiële tegenvaller. De kerkbanken werden verplaatst en de houten vloer ver wijderd. Op grond van de monumentenwet moesten de met tegeltjes bedekte looppaden uit 1930 ongemoeid gelaten worden. Voor het vaststellen van de conditie van de onder grond groef de aannemer kleine kijkgaten. Daarbij stuitte men op twee plaatsen op een harde ondergrond. In één van de gaten was het nog net het jaartal 1621 te zien. Onmiddel lijk werd de architect die verantwoordelijk was voor de ge hele restauratie op de hoogte gesteld. Deze maakte op 9 juli 2012 een melding van de vondst bij bureau Libau, die als archeologisch adviseur optreedt voor de gemeente Delfzijl. Libau schakelde vervolgens het archeologisch bureau Ar chaeological Research & Consultancy uit Groningen in om een inspectie uit te voeren.
tiende eeuw (afb. 3). In één van de gaten stuitte men op een tweede zerk van een totaal andere steensoort, namelijk Bent heimer zandsteen. Deze steen is nog veel ouder dan de eer ste en heeft in hoog-reliëf een riddervoorstelling, omgeven door een gotisch randschrift. De zerk kon maar voor een klein deel worden vrijgelegd omdat deze grotendeels onder het be
Een spectaculaire ridderzerk De inspectie vond plaats op 10 juli. De kijkgaten mochten wat worden vergroot, zodat langzaamaan duidelijk werd wat er was aangetroffen: een donkere stenen grafzerk uit de zeven 1 Het interieur van de kerk van Farmsum voor de restauratie. 2 Het interieur van de kerk van Farmsum tijdens de restauratie. Foto Ko Lenting.
Foto Stichting Lohman-orgel
3 (boven) In een kijkgat komt een grafzerk uit 1621 tevoorschijn. 4 (midden) De zandstenen zerk voor Hayo II Ripperda. Het hier nog ontbrekend hoekfragment werd later gevonden. 5 (onder) De zerk van Frouke Onsta wordt blootgelegd. Foto's Ko Lenting
schermde looppad lag. In het gedeelte tussen de looppaden kwamen nog meer hardstenen grafzerken uit de zeventiende en de achttiende eeuw tevoorschijn. Toestemming van de architect en van de monumentencom missie voor de sloop van de looppaden werd snel verkregen, mits dit met de hand zou gebeuren. Een groot hoekfragment dat aan de zerk ontbrak werd snel daarna in de buurt gevon den en weer op zijn plek gelegd. Hoewel de steen in meerdere stukken is gebroken, zijn de afbeelding en het randschrift nog uitstekend leesbaar. De zerk behoort toe aan Hayo Rip perda II († 1504).1 De overledene is afgebeeld als een ridder in volle wapenrusting, bestaande uit een harnas, een helm aan zijn voeten en een lang zwaard aan zijn zijde. In de hoeken zijn de kwartieren (familiewapens) van de overledene afge beeld (afb. 4).
Andere grafzerken Aan het voeteneind van Hayo’s zerk bleek nog een zandste nen grafsteen van hoge ouderdom te liggen. Om deze vrij te kunnen leggen moest weer een sloopvergunning worden aan gevraagd. Opnieuw bleek het te gaan om een grafsteen van Bentheimer zandsteen, maar veel minder goed bewaard dan de eerste. De ingebeitelde randtekst vertelt dat de steen aan Unico Ripperda II toebehoorde, de in 1474 overleden vader van Hayo II. Opnieuw zijn de kwartieren van de overleden in de hoeken te zien. Bij het vrijleggen van deze grafsteen kwam een deel van weer een andere oude zerk tevoorschijn. Om te kunnen ach terhalen van wie deze steen was, moest wéér een deel van het monumentale looppad worden gesloopt. Het resultaat was verbluffend: het bleek een hardstenen grafsteen met een uitbundige versiering in hoogreliëf (afb. 5). In het midden is een schilddragende gehelmde leeuw te zien, terwijl de kwar tieren eromheen door fantasiewezens worden vastgehouden. Het gotische randschrift vermeldt dat de steen toebehoorde aan Frouke Onsta, echtgenote van Focco Ripperda, schoon dochter van Unico II en gestorven in 1477. In totaal werden onder de vloer van de kerk van Farmsum liefst 25 grafstenen aangetroffen. In twee rijen maakten ze onderdeel uit van de vloer van de oude middeleeuwse kerk die in 1869 plaats moest maken voor het huidige gebouw. De adellijke Ripperda’s hadden de voornaamste plaats in het middenpad (afb. 6). Een grafstede in de kerk was verder voor behouden aan predikanten en kerkvoogden, de ‘Generali teits-rekenmeester’ (belast met financieel toezicht) en aan een rijke ‘koopman tot Farmsum’. De notabele heren werden al of niet met hun huisvrouwen begraven. 1 Zie ook het artikel van Redmer Alma in dit tijdschrift.
6 (boven) De drie Ripperdazerken in het middenpad. Foto Ko Lenting 7 (midden) De zerk van generaliteitsrekenmeester Jan Sissingh, overleden in 1733. Foto Harry Perton
Tijdens het onderzoek kwamen ook verschillende andere ge gevens aan het licht. Zo vond men een brede omgekeerde grafsteen, liggend bovenop de andere grafstenen. Deze steen, die met moeite aan de kant kon worden gelegd, bleek uit 1597 te dateren. Volgens het opschrift werden er in 1652 en 1669 opnieuw personen onder dezelfde zerk begraven. Op de steen is een curieuze wapendragende wildeman te zien. Ook werden brokstukken van een grafsteen uit 1628 aan getroffen. Deze werd waarschijnlijk kapotgeslagen bij het plaatsen van één van de zuilen van de nieuwe kerk. Naast de dubbele rij grafstenen werd ook een plaat van rode Bremer zandsteen met een enigszins taps aflopende vorm gevonden. Deze steen, die slechts in fragmenten bewaard bleef, dateert uit de elfde of twaalfde eeuw en fungeerde oorspronkelijk als sarcofaagdeksel. Bovenaan zijn twee ingekerfde kruisjes te zien, wat erop duidt dat de sarcofaagdeksel later als een altaarsteen is hergebruikt. Na de Reformatie werden deze stenen meestal uit de kerk verbannen, maar dit exemplaar belandde in de vloer.
Ophoging en verplaatsing 42
Aan de bodemopbouw, waarin allerlei lagen te zien zijn (afb. 8) is goed te zien hoe de stenen onder de grond zijn geraakt. Archiefonderzoek heeft uitgewezen dat de vloer in de middel eeuwse kerk in 1726 iets werd opgehoogd en geëgaliseerd.2 Blijkbaar was de vloer verzakt, wat mede een gevolg zal zijn geweest van de onderliggende begravingen. Enkele jaren voor de bouw van de huidige kerk, in 1860, besloot men een nieuwe vloer van plavuizen van Bremer zandsteen aan te leggen. Hiervoor werd de vloer weer opgehoogd, waarbij de oude grafstenen uit het zicht verdwenen. Bij de bouw van de nieuwe kerk in 1869 kwam de vloer opnieuw op een hoger niveau te liggen. In de Groninger Archieven wordt een Register van de graven in de kerk te Farmsum bewaard, waaruit blijkt dat onder be niveau huidige kerkvloer
8 Bodemopbouw met legenda.
egalisatiezand mortellaag steigeraarde met skeletdelen puinlaag met zand puinlaag van kloostermoppen met skeletdelen mortellaag niveau ophoging kerkvloer in 1860 nazakking grafkuil hardstenen grafzerk Frouke Onsta, 1477 zandstenen grafzerk Unico Ripperda II, 1474
Foto Ko Lenting
staande grafstenen herhaaldelijk andere personen werden begraven. Tussen 1729 en 1824 werd hiervoor telkens toe stemming verleend door de Heer van Farmsum. De laatste begraving in de kerk vond plaats in 1824. Het register ver meldt ‘een grauwe steen die de kerk toebehoord. Hier is met toestemming van de Heer van Farmsum begraven, Jacobus Groenewold in zijn leven Kerkvoogd tot Farmsum op 14 april 1735 en een Grauwe en blauwe steen de die kerk toebehoort. Daaronder is begraven dominee Pabus zijn huisvrouw met goedkeuring van de hooggeplaatste wel geboren Heer van Farmsum als toegewezen collator’. Rudolph Pabus was domi nee in Farmsum van 1736 tot aan zijn overlijden in 1769. Vol gens hetzelfde register moeten in de kerk nog meer graven liggen – in het middenpad, aan de zuidkant en voor de toren. Een kadastrale minuutkaart uit 1811-1832 toont de contou ren van de middeleeuwse kerk. Als we de huidige plattegrond met de aangetroffen grafstenen op de minuutkaart leggen, zien we dat de twee rijen grafstenen vóór het koor, en niet erin lagen. Ook is duidelijk te zien dat de muren van de nieu we kerk aan de binnenkant van de buitenmuren van de oude kerk werden opgetrokken.
Andere vondsten Bij het verwijderen van de aarde boven de zerken werd veel puin aangetroffen. Het gaat om afbraakmateriaal van de oude kerk: baksteen, maar ook tufsteen van de oudste stenen kerk uit de tiende of elfde eeuw. Op enkele kloostermoppen, in gebruik tussen de twaalfde en de vijftiende eeuw, werden resten van rode verf aangetroffen, wat erop wijst dat de mid deleeuwse kerk – ten minste ten dele – beschilderd was. Van af het eind van de vijftiende eeuw werd een kleiner formaat baksteen gebakken, en hiervan werden voorbeelden gevon den onder de grafsteen van Unico II. Naast rechthoekige ste nen zijn er ook diverse profielstenen aangetroffen. De ge welfribben waren wit bepleisterd of hadden een bruinrode steenkleur. Profielstenen uit de vijftiende of zestiende eeuw werden ook onder de grafsteen van Unico II aangetroffen. Mogelijk maakten deze onderdeel uit van een grafkelder. De vloer van de oude kerk bestond niet alleen uit grafste nen, maar mogelijk ook uit gebakken plavuizen. Deze werden in verschillende formaten aangetroffen. Ook werden enkele holle en bolle pannen gevonden, een vorm van dakbedekking die met name gebruikelijk was in de veertiende eeuw. Ook werd een zogenaamde Hildesheimer pan aangetroffen, een vlakkere panvorm die rond 1500 zijn intrede deed. Naast de gebakken pan heeft men tevens leien als dakbedekking ge bruikt. Tussen het puin werden enkele fragmenten van ge brandschilderd vensterglas aangetroffen. In de tekening op een van de stukjes is een rood beschilderde ruitvorm te zien, 2 RHC Groninger Archieven, Archief hervormde gemeente Farmsum, toegang 223, inv.nr. 250, Register van eigenaren van zitplaatsen in de kerk en van graven in de kerk en op het kerkhof, 1729.
en op een ander stukje gotische motieven in zwart, mogelijk delen van een tekst. Tussen de grafstenen werd een ijzeren puntbijl aangetrof fen en in de ophogingslaag boven de grafstenen kwam een koperen mantelspeld van het type schijffibula tevoorschijn. Deze laatste dateert uit de periode 950-1050 en toont een krukkenkruis. Ook werden een Gronings ‘grootken’ uit ca. 1425-1430, een Zwolse stuiver uit 1599 en een zilveren stuiver uit 1619 gevonden. De jongste aangetroffen munt is een ko peren duit van het gewest Groningen en Ommelanden, geda teerd in 1770. Raadselachtig is ten slotte een koperen recht hoekig plaatje met twee bevestigingsgaten, waarop in het midden de letters I en N zijn ingekrast. Mogelijk betreft dit een verwijzing naar de ingang van de grafkelder van de Rip perda’s of zijn het de initialen van een naamplaatje van een doodskist of kerkbank.
Tot slot De kerk in Farmsum bleek een veel grotere archeologische waarde te bezitten dan aanvankelijk was verwacht. Dankzij de Ripperdazerken weten we nu meer over de familielijnen van deze voorname hoofdelingenfamilie (zie ook het artikel van Redmer Alma in dit nummer). Ook heeft het kleine onder zoek nu al bijgedragen aan onze kennis over de bouwgeschie denis van de middeleeuwse kerk (zie ook het artikel van Justin Kroesen in dit nummer). De wens bestaat om een aan tal geselecteerde grafzerken permanent in de kerk zichtbaar op te stellen. Een eventuele grafkelder van de Ripperda’s en een in een schriftelijke bron genoemde loden kist van Unico I of II zijn tot op heden evenmin aangetroffen. Mogelijk zullen deze zaken bij aanvullend onderzoek alsnog aan het licht ko men. Ko Lenting was bij de opgraving betrokken in de hoedanig heid van projectleider bij Archaeological Research & Consul tancy (ARCbv) in Groningen. Contactadres: jjlenting@gmail.com 9 Grote belangstelling voor de zerken tijdens een open dag op 19 juli 2012. De auteur van dit artikel geeft uitleg over de vondsten. Foto Harry Perton
43
Redmer Alma
Drie zerken van de familie Ripperda Dat bij werkzaamheden grafzerken worden ontdekt, is gelukkig geen zeldzaamheid. In Groninger kerken wordt daarvan regelmatig verslag gedaan. De recente vondsten in Farmsum vormen een hoogtepunt: niet alleen is het aantal zerken uitzonderlijk groot, ook is het voor het eerst in Groningen dat vijftiende-eeuwse grafstenen aan de vergetelheid worden onttrokken. Tot vorig jaar waren in Groningen slechts vijf grafzerken be kend van vóór 1520.1 De oudste, de sterk versleten steen van Andolf Nittersum († 1471) te Stedum, is onder deze de enige portretzerk. Op de grafzerken van Ide Nankes († 1489) te Appingedam en Sicke Luersema († 1493) vinden we enkel de 1 De grafzerk van Unico Ripperda († 1474). Foto Ko Lenting
44
wapens van de overledene. Die van Abele Onsta († 1483) te Sauwerd en Haye Addinga († 1492) te Wedde geven tevens vier kwartierwapens. Met de ontdekking van de drie oudste grafzerken in de kerk van Farmsum is aan dit bescheiden corpus een aanzien lijke uitbreiding gegeven. Het betreft een samenhangende verzameling van stenen voor leden van de familie Ripperda: Unico Ripperda († 1474), zijn schoondochter Frouke Onsta († 1477) en zoon Haye Ripperda († 1504). Deze laatste zerk is een fraai bewaard gebleven portretzerk, terwijl alle drie de zer ken vier kwartierwapens van de overledene vertonen. De overlijdensjaren en -data van de overledenen waren al bekend, omdat de data op de grafzerken hun weg al hadden gevonden naar de vanaf de zeventiende eeuw opgestelde handschriftgenealogieën Ripperda. Veel groter is het belang van de vondst voor onze heraldische kennis van deze familie en voor die van de vroege Groninger grafcultuur en heraldiek. In dit artikel kan daarop slechts kort worden ingegaan; in een later te verschijnen publicatie wordt er nadere aandacht aan besteed.2
Unico Ripperda († 1474) De oudste zerk is qua uiterlijk de saaiste, maar zeker niet de minst interessante. Unico Ripperda was hoofdeling te Farmsum en, dankzij zijn huwelijk met de dochter van Ulske Ukena, tevens te Oosterwijtwerd. Hij slaagde er zelfs in om tijdens zijn leven twee van de vijf Ommelander proosdijen te verwerven, die van Farmsum en Loppersum. Op 12 januari 1474 verwierf hij van de keizer een bevestiging van zijn heer lijke rechten en verkreeg tevens het muntrecht. Voordat hij verder invulling aan deze privileges kon geven, overleed hij nog hetzelfde jaar aan de pest. Zijn eenvoudige grafzerk laat zijn overlijdensjaar oninge vuld. De tekst is gesteld in sterk versleten en lastig leesbare, smalle gotische letters die met enige onzekerheid als volgt kunnen worden opgelost: 1 Buiten beschouwing laat ik hier verder de vijf bewaard gebleven koperen grafornamenten uit de periode 1476-1515. 2 Hiervoor wordt verwezen naar een te verschijnen jubileumboek van de Provinciale Groninger Oudheidkundige Commissie.
De Stichting
a p r il 2 0 13
In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en om de Groninger kerken.
Interview met Bertus Onderwater
‘Het gevaar is dat je het te mooi gaat maken’ Het uitzicht vanuit de werkplaats aan de rand van Schouwerzijl is – zoals dat vaak wat clichématig heet – ‘typisch Gronings’. Door de knotwilgen heen bepaalt leeg bouwland het beeld, met in de verte een boerderij en de oude Reitdiepdijk. De tongval van de gebruiker van de ruimte verraadt een herkomst uit een ander landsdeel. Steenhouwer Bertus Onderwater (Zoeterwoude, 1952) belandde voor een studie aan de Academie Minerva in Groningen. Na een verblijf in Amsterdam is hij sinds 2000 met zijn bedrijf De Schreef weer in het Noorden gevestigd.
Foto Omke Oudeman
Anglaise Op de Academie had Onderwater al belangstelling voor – zoals hij dat noemt – het raakvlak van het platte met het plastische: ‘Ik was onder de indruk van het werk van bijvoorbeeld Gustav Klimt’. Later in zijn studie legde hij zich toe op beeld-
Foto Omke Oudeman
houwen. Tijdens een stage in 1978 in het restauratieatelier van de kathedraal van York ervoer hij in de praktijk het verschil tussen steen- en beeldhouwers: ‘De steenhouwer maakt alles wat vorm te geven is langs een liniaal. Beeldhouwers gaan daarentegen de ruimte in en stappen gemakkelijker uit het platte vlak.’ Onderwater is thuis in beide disciplines. Het letterwerk leerde hij deels in de praktijk, door het ‘bijteksten’ van bestaande grafmonumenten. Hij volgde verschillende cursussen, maar kreeg ook aanwijzingen van oudere vakgenoten. ‘Oudere steenhouwers delen gemakkelijk en graag wat ze weten’. Zelf specialiseerde Onderwater zich in het houwen van traditionele letters, in het bijzonder de ‘anglaise’, een cur sieve schrijfletter. De levendigheid staat hierbij voorop: ‘Het gevaar is dat je het te mooi gaat maken. Ieder letter heeft een eigen karakter en reliëf, geen “a” is bijvoorbeeld gelijk aan de voorgaande.’
Inspiratiebron Een inspiratiebron voor Onderwater zijn de historische zerken in en rondom Groninger kerken. ‘Typisch Gronings is de symboliek op de stenen, maar ook de humor en de soms kritische opmerkingen.’ Hakten Onderwaters voorgangers – vaak schilders die ’s winters als steenhouwer de kost verdienden – de teksten uit de hand, de Schouwerzijlster brengt ze eerst met calqueerpapier over op de steen. Het liefst werkt hij, vanwege de eigenschappen van het materiaal, met Belgische hardsteen, ‘tijdloos en ideaal’. Lezers van Groninger Kerken hebben ongetwijfeld werk van hem onder ogen gehad dat hij voor de Stichting vervaardigde. Enerzijds is dat restauratiewerk, zoals de pinakels in de Der Aakerk, anderzijds zijn dat enkele kunstwerken bij kerken. Zo vervaardigde hij naar ontwerp van Pieter Laurens Mol het werk ‘Les Tranches de Vie (12 etudes)’ bij de kerk van Obergum. In Zuurdijk staat sinds 2009 een grafsteen voor ‘Aarmhoes Joapke’. ‘Het uittekenen van de tekst op de zerk kostte me al een week’, aldus Onderwater. Momenteel werkt de steenhouwer aan het Emo-pad, een stenen voetpad bij de kerk van Wittewierum dat de historische reis van abt Emo naar Rome symboliseert.
Deur Het werk van Onderwater komt tot stand op een scharnierpunt tussen verleden en heden: historische inspiratiebronnen worden in ere gehouden of krijgen juist een eigentijdse vorm. ‘Het ambacht is de redding van de wereld’ meent de steenhouwer zelfs. Als u wilt weten wat dat inhoudt: omdat De Schreef in 2013 vijftien jaar bestaat, houdt Onderwater op zaterdag 14 en zondag 15 september ‘Open Deur Dagen’. U bent van 10.00 uur tot 17.00 uur van harte welkom in Schouwerzijl. Meer informatie is te vinden op www.deschreef.nl.
Nie u w s
Foto Harold Koopmans
Foto Gert-Jan Rodenboorg
Gouden schatkist in Leegkerk De kerk van Leegkerk onderging onlangs een interne ver bouwing, waarbij een kubus – ‘gouden schatkist’ – werd geplaatst. Hierin verschillende voorzieningen, zoals een keuken, toiletten en opslagruimte. De kerk is hiermee klaar voor de toekomst. Een schatkist zet je niet zomaar overal neer. Kerk en omgeving vormen een bijzondere plek. Een plek van historie en verhalen, waar contrasten zich verenigen en ‘de hemel de aarde raakt’. Met de blik naar het oosten gericht is de kerk onderdeel van de westelijke stadsrand, met de suikerindustrie, Hoogkerk en nieuwbouwwijken. Maar keer om, wend de blik naar het westen: dan is de kerk element in het open grasland van het Westerkwartier. De kleine kerk heeft een geschiedenis die terugvoert tot de middeleeuwen en biedt een verstilde sfeer. Tegelijkertijd herbergt het interieur een spannend hedendaags element. Een gouden schatkist, die mogelijk maakt dat de kerk volop wordt gebruikt. Stad en platteland, vroeger
en nu, verstilling en reuring. Weinig kerken functioneren in zo’n brandpunt van contrasten. In Leegkerk kan het allemaal, en in volle harmonie. In de jaren zestig was het monument vervallen tot een ruï ne. Het vormde zo een directe aanleiding tot het oprichten van de Stichting Oude Groninger Kerken in 1969. Tussen 1970 en 1973 werd de kerk zorgvuldig gerestaureerd. Omdat het gebouw na de opknapbeurt veelvuldig werd gebruikt, nam de roep om betere voorzieningen toe. Jan Verrelst van awg architecten uit Antwerpen voelde zich aangesproken door de sfeer en geschiedenis van de plek. Hij ontwierp een volume dat qua maatvoering aansluit bij de verhoudingen van de kerk. De schatkist werd bekleed met goudkleurig plaatmateriaal, dat de lichtinval vangt en door de ruimte verspreidt. De restanten van voorbije eeuwen in muren en interieur van de kerk bieden in combinatie met dit hedendaagse ontwerp een uniek samenspel dat je als bezoeker moet zien en ervaren. En dat kan, want in de weekenden in voorjaar en zomer opent de kerk regelmatig haar deuren. Ze is een prachtige uitvalsbasis voor een ontdekkingstocht door het gebied. Hiervoor is een speciale fietsroute verkrijgbaar, evenals een boekje met achtergrondinformatie en kleurrijke verhalen over de kerk en het omringende gebied, ‘Het verhaal van Leegkerk’. De kerk wordt ook door Bijzondere Locaties Groningen (BLG) verhuurd voor huwelijksvoltrekkingen, vergaderingen, diners, concerten en exposities. Bent u geïnteresseerd in de fietsroute, het boekje, of wilt u de kerk huren, neem dan contact op met BLG: 050 - 318 14 33 of info@blgroningen.nl .
D e k e r k a l s p odium
In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK) beheert, worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal toe. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/agenda. Mocht u geen beschikking hebben over een internetverbinding, dan kunnen de medewerkers van ons secretariaat u van een papieren agenda voorzien.
Opera per Tutti
Open Akoestisch Podium Beerta Elke tweede zondag van de maand (aanvang 13.30 uur) vindt in de grote kerk van Beerta de Open Akoestisch Podium middag plaats. Lokale en regionale muzikanten zijn dan in de gelegenheid om samen, zonder verplichtingen, voor publiek muziek te maken. Alle muziekgenres zijn welkom en de toegang is gratis.
Opera per Tutti Na het succes van 2012, doet Opera per Tutti op zondag 26 mei de Remonstrantse kerk in Groningen weer aan. In een twee uur durend programma worden door gevestigde Neder-
landse en buitenlandse operazangers en jong talent hoogtepunten uit meerdere opera’s worden gebracht. Aanvang 15.00 uur. Meer informatie: www.operapertutti.nl.
Stichtingsconcert In 1992 ontving de SOGK een belangrijke schenking, waaraan de voorwaarde verbonden was dat er eens per jaar een concert met hoofdzakelijk muziek van J.S. Bach uitgevoerd moest worden in één van de stichtingskerken. De organisatie ervan werd toevertrouwd aan Musica Antiqua Nova. Na het concert is er de traditionele seizoensafsluiting met een glas goede wijn.
Jonge kunstenaars van Academie Minerva maken het programma voor Terug naar het begin geïnspireerd op poëzie van C.O. Jellema
Dit jaar vindt het concert plaats in de kerk van Middelbert op zondag 2 juni, aanvang 15.00 uur. Uitgevoerd worden sonates van suites voor blokfluit en luit van J.S. Bach. Donateurs van de SOGK krijgen ter plekke op vertoon van hun donateurspas, ¤ 5,00 korting op de toegangsprijs.
Muzikale Fietsroute Oldenzijl Voor de vierde keer organiseren de Stichting Rottummer Kerk en de Stichting Nicolaaskerk Oldenzijl op zondag 9 juni een muzikale fietsroute waarin u kennis kunt maken met het Hoogeland, zijn rijke historie en prachtige landschap, omlijst door een grote diversiteit aan muziek en kunst. In negen historische kerken zijn verschillende soorten muziek te beluisteren, gespeeld door musici afkomstig uit de regio. Meer informatie: www.nicolaaskerkoldenzijl.nl.
Te Gast in Garnwerd Op zondag 30 juni is er alweer voor de 13e keer het ‘leukste huiskamerfestival van Noord-Nederland’: Te Gast in Garnwerd. De kerk in Garnwerd is al ruim 30 jaar podium voor concerten, dichtersavonden, theatervoorstellingen en exposities, georganiseerd door de stichting Te Gast in Garnwerd. Op dit festival bent u niet alleen te gast in de kerk, maar vooral in de huiskamers rondom de kerk. Omgetoverd tot kleine concertzaaltjes worden ze het decor van een aantal intieme optredens. Meer informatie: www.tegastingarnwerd.nl
Terug naar het begin In de tweede week van mei viert Terug naar het begin haar eerste lustrum. Nu zijn niet alleen oude kerken podium en decor voor creatieve uitingen, maar ook borgen, kloosters en industrieel erfgoed. Met muziek, dans, poëzie, theater en beeldende kunst, krijgen eeuwenoude gebouwen nieuwe betekenis. De historische uitstraling en bijzondere omgeving zorgen voor de meest unieke en intieme optredens, voor zowel de artiest als het publiek.
Werk van Hielkje van Damme
Op Hemelvaartsdag nodigen we u uit naar de historische binnenstad van Appingedam te komen met in haar omgeving prachtige wierdedorpen. Bijna nergens in Nederland vind je op een beperkt areaal zoveel oude kerken, die niet of nauwelijks meer gebruikt worden voor kerkdiensten, maar toch voortreffelijk onderhouden zijn. Juist deze gebouwen zijn op 9 mei de plek voor een gevarieerd programma met optredens van onder meer Henk van Os, Marjoleine de Vos, Karin Strobos, Djurre de Haan, Nieuw Philharmonisch Orkest, Marike Jager en Douwe Draaisma. Kaarten kunt u bestellen via www.terugnaarhetbegin.nl. Koopt u een hemelvaartkaart? Dan krijgt u 50% korting op de toegangskaarten van de andere festivaldagen. Elke dag selecteren we één bijzondere locatie, die we voorzien van een bijpassend programma: zoals de Graansilo in Groningen, Openluchtmuseum Hoogeland in Warffum, Klooster Ter Apel, de Allersmaborg in Ezinge en landhuis Oosterhouw in Leens.
‘Spreken zonder woorden’ – Objecten in Rakukeramiek In het glazen toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk in Groningen is van 8 april t/m 31 mei de expositie ‘Spreken zonder woorden’ van Hielkje van Damme te zien. De kunstenares (Den Haag, 1945) is autodidact. Sinds 1966 woont zij in het kleine Rundwarfen-dorf Loquard in de Krummhörn dichtbij Emden in Noord-Duitsland. Het dorp ligt vlakbij de zeedijk. Haar onderwerpskeuze is er onder andere door beïnvloed. Ze exposeerde in Duitsland maar ook veel er buiten. Van Damme over haar werk: ‘Mijn organische, geabstraheerde realistische vormen hebben ter verduidelijking een titel. De vormen willen niet alleen gezien, maar ook betast en gevoeld worden. Het werk is overwegend Raku gebrand.’ Locatie: Coehoornsingel 14, Groningen. Open: werkdagen van 9.00-16.30 uur. Vrij entree (graag even aanbellen).
Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/ winkel om het totale aanbod te bekijken.
Op Hoogte gedacht – Kunst op kerkhoven in de provincie Groningen De uitgave Op Hoogte Gedacht is de dertiende in de reeks uitgaven over kerken en kerkhoven uitgebracht door de Stichting Oude Groninger Kerken met als doel de belangstelling voor dit bijzondere culturele erfgoed in het Groningerland te bevorderen. De uitgave Op Hoogte Gedacht gaat over het project rond beeldende kunst op kerkhoven. Dit project startte in 2004 met als doel historische Groninger kerkhoven op een bijzondere manier onder de aandacht te brengen. Prijs ¤ 6,00 (donateurs 20% korting)
Protestantse kerken – Hun pracht en kracht In de maanden voor zijn plotselinge overlijden, werkte Regnerus Steensma aan een groot boek over protestantse kerkinterieurs in Nederland. Justin Kroesen bewerkte zijn teksten postuum en bracht het boek tot publicatie. Anders dan vaak wordt gedacht, waren protestantse kerken in de zeventiende en achttiende eeuw vaak niet bepaald sober ingericht. Dit boek, dat met meer dan driehonderd foto’s van de hand van de auteur is geïllustreerd, neemt u in woord en beeld mee op een wandeling door het fascinerende interieur van onze oude protestantse kerken, langs onder meer preekstoelen, koorhekken, herenbanken, grafmonumenten, tekst- en gildeborden. Bij de verschillende onderdelen wordt niet alleen aandacht besteed aan hun functie en historische betekenis, maar ook aan het aspect van monumentenzorg en modern kerkbeheer. Prijs ¤ 27,50 (donateurs 20% korting)
Kerken, kapellen en kathedralen Het is aantrekkelijk om tijdens de vakantie onbekende kerkjes en kathedralen binnen te lopen: de deur staat immers altijd open, het is er lekker koel en er is bovendien veel moois te zien. Maar wie is eigenlijk die heilige bij wie je een kaarsje aansteekt en wie staan er afgebeeld op de glas-in-loodramen? Wat betekenen alle symbolen en hoe is de kerk ingedeeld? Kerken, kapellen en kathedralen is een boek voor mensen die willen weten wat ze zien. Het behandelt kort de christelijke beeldcultuur van een aantal veel voorkomende verhalen en figuren uit het Oude en Nieuwe Testament en de geschiedenis van het christendom. Prijs: ¤ 15,00 (donateurs 20% korting)
Groningen van Wad tot Wold Dit nieuwe boek vertelt het verhaal van Groningen tussen Wad en Wold, als een afwisselende reis in beeld door de ontstaansgeschiedenis van de landschappen van het Groningerland. Het brengt in beeld hoe in een eeuwen durend proces de bewoners het ruige land met wierden, sloten, dijken, polders, nederzettingen en veenafgravingen in cultuur brachten. In een wisselwerking tussen mens, water, wind en bodem ontstonden zo de gevarieerde landschappen van Groningen. Prijs ¤ 32,50 (donateurs 20% korting)
Het boek Klinkende Klei is in herdruk verschenen en weer te verkrijgen bij de stichting via onze (web)winkel.
Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel
Traditionele Zomerdagtocht za 6 juli, wo 10, 17, 24, 31 juli 2013
Even kieken bie - Garmerwolde (a.u.b. aankruisen)
naam
m v
za 1 juni naam
adres
adres
postcode
postcode
woonplaats
woonplaats
telefoonnummer
telefoonnummer
, van wie donateurs
(a.u.b. aankruisen)
m v
, van wie donateurs
Totaal aantal personen en niet-donateurs
Totaal aantal personen en niet-donateurs
ik meld mij/ons aan voor de lunch (kosten niet
Voor donateurs zijn de kosten ¤ 10,-, niet donateurs betalen ¤ 12,50
inbegrepen) Ik wil graag mee op za 6 juli / 10 juli / 17 juli, 24 juli / 31 juli
Minimaal aantal deelnemers is 20 personen
ik stap op de bus bij het Hoofdstation om 8.00 uur ik stap op de bus in Nieuweschans om 8.30 uur Kosten voor donateurs ¤ 30,- en voor niet donateurs ¤ 40,-
bestelkaart
ja, ik word donateur
Ik bestel:
Het behoud van cultureel erfgoed in Groningen is ook mij veel waard. Op Hoogte gedacht Prijs ¤ 6,00 (donateurs 20% korting) aantal
Protestantse kerken Prijs ¤ 27,50 (donateurs 20% korting) aantal
Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken. De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar. Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken gratis. Ik wacht met betalen op de nota. (a.u.b. aankruisen)
naam adres postcode
Kerken, kapellen en kathedralen Prijs: ¤ 15,00 (donateurs 20% korting) aantal
woonplaats e-mail geboortedatum
Groningen van Wad tot Wold Prijs ¤ 32,50 (donateurs 20% korting) aantal
vul a.u.b. ook de achterzijde in
telefoonnummer
m v
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Plak hier uw postzegel
Plak hier uw postzegel
bestelkaart
î Žm î Žv naam
adres
postcode
woonplaats
handtekening
telefoonnummer overdag
Plak hier uw postzegel
Plak hier uw postzegel
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Me di at he e k
De collectie van de mediatheek breidt zich continu uit. De catalogus van de mediatheek kunt u online raadplegen:
De nalatenschap van Regnerus Steensma Het dagblad Trouw publiceerde op 14 januari 2013 een pa ginagroot ‘In Memoriam’ over Regnerus Steensma. Voor de mediatheek van de SOGK is daaruit het volgende treffend: ‘Hij publiceerde het ene na het andere boek over kerken, vooral die in Friesland, zijn provincie, en Groningen, maar ook in de rest van Nederland, en daarbuiten. Sommige van zijn boeken werden bestsellers, zoals “Verbeeld vertrouwen”, dat uitkwam in het Monumentenjaar 1975. Hij schreef met grote kennis van zaken, maar ook met distantie. Hij was en bleef de wetenschapper die zijn emoties en waardeoordelen achterwege liet.’ De mediatheek heeft in totaal 78 publicaties waaraan de naam van Regnerus Steensma is verbonden. Daarvan heeft hij er 64 zelf geschreven. Voor een groot deel gaat het om artikelen die in ons kwartaalblad Groninger Kerken zijn verschenen. Deze zijn allemaal terug te vinden in de internetcatalogus: http://catalogus.groningerkerken.nl/ In de rubrieken Kerken Groningen/Friesland/Drenthe, en Kerkinterieur staat zijn naam op redelijk wat boekomslagen. Hiervan nu een bescheiden selectie. Natuurlijk is er de al eerder genoemde bestseller Verbeeld vertrouwen, een uitgave van Bosch & Keuning. Van dezelfde uitgever staat een aantal deeltjes uit de serie Langs de oude ….. kerken, vanzelfsprekend die van de Groninger, Friese en Drentse kerken. Nog meer over middeleeuwse kerken in Noord-Nederland is terug te vinden in Vroomheid in hout en steen (Bosch en e Keuning, 4 druk, 1972). Volgens Steensma was de bedoeling van dit boek ‘die facetten van onze middeleeuwse kerken te belichten, welke in meerdere of mindere mate iets van de middeleeuwse geloofswereld weerspiegelen.’ Behalve de noodzakelijke aandacht voor de architectuur, valt de nadruk vooral op facetten als kerkinrichting en voorstellingen in sculptuur en schilderkunst. Het ging Steensma erom ‘iets
www.groningerkerken.nl/mediatheek
van de beleving van deze kerken en hun achtergrond onder woorden te brengen, en zo mogelijk op de bezoeker over te dragen.’ Nog een laatste boekje dat hier een vermelding verdient is Het gebruik van de hervormde kerken in Groningen, een uitgave van het Instituut voor Liturgiewetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen, 1974. Het betreft een studie die antwoord wilde geven op vragen die actueel waren als bij een restauratie de kerk opnieuw moest worden ingericht: hoe werd de kerk in het verleden gebruikt, wat waren de wensen, en konden deze wensen binnen het monumentale interieur worden gerealiseerd? Maar ook werden met deze studie facetten van kerkgebruik vastgelegd. In die tijd actueel, maar nu nog steeds omdat er ondertussen zo veel is veranderd in kerkgebruik.
E xcursies
Plattegronden van Bellingwolderschans (Oudeschans) en Bourtange uit 1649
Tour des Cimetières Dit voorjaar kunt u mee op twee kerkhoventochten. De eerste is op donderdag 16 mei en heeft als titel: ‘Schansentocht’. Deze tocht voert langs de kerkhoven/begraafplaatsen van onder andere Oudeschans en Bourtange. De tweede excursie op dinsdag 11 juni is een herhalingstocht en voert langs Vliedorp, Maarhuizen en Wierhuizen. Deze tocht heeft als titel: ‘Kerkhoven zonder kerken’. Met deze bijzondere tochten willen we iedereen die dat wil, laten kennismaken met de schoonheid van de Groninger kerkhoven. Aanmelden voor beide tochten kan per e-mail via touring. groningen@arriva.nl of tijdens kantooruren telefonisch 0505260268. De prijs (inclusief lunch) bedraagt circa ¤ 40,- per persoon.
Even kieken bie – ‘Soms maak je meer kapot dan je lief is’ Op zaterdag 1 juni organiseert SOGK een mini-excursie naar de kerk van Garmerwolde. De aanleiding vormt de restauratie van de gewelfschilderingen. Ruim vier eeuwen waren de schilderingen van de kerk in Garmerwolde verborgen onder een pleisterlaag. De restaurateurs die de gewelven in 1942 onder handen namen, moeten dan ook verbaasd zijn geweest toen de schilderingen tevoorschijn kwamen. Hoe konden ze weten dat er na de Reformatie een laag kalk was aangebracht over deze bijzondere zes-
tiende-eeuwse religieuze afbeeldingen? Wat de vakmensen in 1942 ook niet wisten, was dat hun werkzaamheden uiteindelijk meer kwaad dan goed zouden doen. De excursie staat onder leiding van de bouwkundige van de Stichting Oude Groninger Kerken. Alle deelnemers ontvangen een uitgebreid documentatiepakket. U vertrekt om 10.30 uur per bus vanaf het Hoofdstation in Groningen. De verwachte terugkomst in Groningen is circa 14.00 uur. Het is alleen mogelijk om deze tocht per bus te maken. Opgave door middel van de antwoordkaart in het midden van dit tijdschrift. Prijs: ¤ 12,50, donateursprijs ¤ 10,-. Dit ‘kijkje’ kan alleen doorgaan bij minimaal 20 deelnemers
Traditionele Zomerdagtochten naar Ostfriesland (Dld.) Voor dit jaar staat er wederom een interessante zomerdagtocht op het programma. Op zaterdag 6 juli en op de woensdagen 10, 17, 24 en 31 juli 2013 zal de landsgrens worden overgestoken om in Ostfriesland een viertal kerken te bezoeken. In Marienhafe stond ooit een van de grootste kerken in ons kustgebied. De overwelfde kruisbasiliek met de hoge westtoren was 75 meter lang, het schip 23 m breed. In 1829 werden koor transept en de zijschepen afgebroken, terwijl de toren twee verdiepingen verloor. Binnen herinneren veel details aan de glorie van weleer. Bijzondere interieurstukken zijn een zandstenen doopvont, de kansel uit 1669 en een welluidend orgel gemaakt door Gerhard Von Holy. De Warnfriduskerk van Osteel werd gebouwd als kruiskerk met een lengte van 60 meter. In de negentiende eeuw werden koor en transept afgebroken en de gewelven weg genomen. Het renaissance-orgel stamt uit 1619, de fraaie preekstoel uit 1699. De Johanneskerk te Engerhafe kwam in twee bouwfasen tot stand en bestond ooit uit vijf traveeën samen 60 meter lang. Nadat er gewelven waren ingestort werden aan het einde van de achttiende eeuw het koor en de westelijke travee afgebroken. Het altaar, de kansel en een doopvont zijn zeventiende-eeuws. De kerk van Victorbur is 53 m lang en heeft een losse klokkentoren. Het koor kwam in de vijftiende eeuw tot stand ter vervanging van een absis. Binnen zijn een zandstenen sacramentshuis en een altaar en een preekstoel uit de zeventiende eeuw.
Praktische informatie De excursie kan alleen per bus gemaakt worden. De vertrektijd is telkens om 08.00 uur vanaf het Hoofdstation in Groningen (bij ’t Peerd van Ome Loeks) of om 08.30 uur bij de voormalige grenspost Nieuweschans (gelegen aan de autoweg). De kosten bedragen ¤ 30,- voor donateurs en ¤ 40,- voor niet-donateurs. Iedere excursiedeelnemer ontvangt in de bus een mapje met kerkbeschrijvingen. De excursiebus wordt rond 19.45 uur weer terugverwacht in Groningen. Het excursieprogramma kent een koffie-, en een middag theepauze. Het is bovendien mogelijk om tussen de middag deel te nemen aan een gezamenlijk diner. Let wel, de catering is niet bij de prijs inbegrepen en kan op het Duitse platteland dikwijls alleen contant worden afgerekend! Opgave alleen via de aanmeldingskaart in dit nummer, aanmelding per e-mail of telefoon is niet mogelijk. Plaatsing geschiedt op volgorde van binnenkomst. Deelnemers ontvangen per post een bevestigingsbrief en vervolgens een nota. Het bureau van de stichting verzorgt de deelnemersadministratie, de uitvoering van de excursie op de dag zelf, wordt verzorgd door leden van de excursiecommissie. De organisatie behoudt zich het recht van programmawijzigingen voor, als omstandigheden ter plaatse daartoe nopen. Denkt u aan het meenemen van uw paspoort of ID-kaart!
v.l.n.r. Altaar in Victorbur, doopvont en interieur van de kerk van Engerhafe. Foto’s Harm Hofman
Werk in uit voering Kopzorgen en spanningen in Garmerwolde Ter geruststelling: ondanks de titel hierboven gaat het in Garmerwolde de goede kant op. De restauratie van de gewelfschilderingen in de kerk, waarvoor tijdens de donateursactie van 2011 uw bijdrage werd gevraagd, is dit voorjaar gestart. De schilderingen, gedateerd rond 1530, werden voor het eerst blootgelegd tijdens de restauratiewerkzaamheden die tijdens de oorlogsjaren plaatsvonden. Voor die tijd gingen ze verscholen onder een dikke pleisterlaag. De afbeeldingen in de gewelven bleken twee samenhangende beeldprogramma’s. Op zich niet heel uniek, maar zo veelvuldig komen ze nou ook weer niet voor. Het gaat om een Maria-cyclus en de Passie van Christus, zo weten we vanuit onze huidige kennis. Indertijd werd een enkel tafereel verkeerd geïnterpreteerd. De restaurateur, kunstschilder Gerhard Jansen, beschreef in een brief naar de directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg een schildering op een van de gewelven als ‘Sterfbed van Jozef, de man van Maria, uit het Huis en Geslacht van David’. In werkelijkheid gaat het hier om Maria zelf, niet geheel onlogisch in een Maria-cyclus. Bovendien is een voorstelling van Jozef op diens sterfbed in de kunsthistorie een onbekende scene. Desondanks kreeg de Heilige Maagd bij de reconstructie een mannelijk uiterlijk. Aanvulling van de schilderingen werd toentertijd nodig geacht, omdat deze sterk gehavend onder het pleisterwerk vandaan kwamen. Naar schatting bleef ongeveer een kwart van het oorspronkelijke beeld bewaard. Paradoxaal genoeg is de huidige restauratie er goeddeels op gericht om – verdere – schade ontstaan door de vorige te herstellen. Zo is het pleisterwerk van de gewelven in de loop van de tijd vergeeld, waardoor de schilderingen er vaal uitzien. Dit kan verschillende oorzaken hebben: vervuiling vanuit de onderliggende baksteen of uit de later aangebrachte pleister- of verflaag. Ook is het mogelijk dat de restauratoren in de jaren 1941-1943 een fixatief hebben gebruikt. Doel van het herstel is daarnaast het creëren van een spanningsvrij oppervlak, waarvoor oude ‘reddingsacties’, zoals cement- en gipsvullingen, moeten worden verwijderd. Het herstelproces wordt ditmaal door restauratoren Aafje Bouwhuis en Nanon Journée nauwkeurig gedocumenteerd voor volgende generaties. Tot slot: Jozef blijft waarschijnlijk Jozef. Die ingreep uit het verleden is inmiddels onderdeel geworden van de historische gelaagdheid van de schilderingen.
Foto Regnerus Steensma
De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14 • 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl
2 De kwartieren I en IV op de zerk van Unico Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend; IV. Sint-Joris, een draak doorstekend. Foto’s Ko Lenting
int iaer / [uns heren] m cccc [—] starff uni[ko] ripperda hovet linck to / fermpsum / ende widwert provest to fermessum ende / to lopperssum Op het eerste gezicht lijkt de tekst dus het jaartal 1400 te ge ven en dat heeft de nodige aanleiding tot verwarring gege ven. Eilhardus Harkenroht publiceerde de tekst met het on volledige jaartal ‘mcccc...’ en de foutieve lezing van ‘Wedde’ in plaats van ‘Widwert’ (Oosterwijtwerd) in 1723.3 Daardoor werd de tekst toegeschreven aan Unico’s gelijknamige over grootvader, die in 1397 voogd was van kinderen van Egge Addinga te Wedde. Dit laatste feit zal de reden zijn voor de verlezing van de plaatsnaam Widwert. Sinds 1723 spookt de in 1400 overleden Unico Ripperda, hoofdeling te Wedde, dan ook ten onrechte door de genealogieën Ripperda en de ge schiedschrijving van Farmsum. Dat het jaar en de datum niet ingevuld zijn, wijst erop dat de steen is vervaardigd tijdens het leven van Unico, en wel tussen 1465 (toen Unico’s vader Boele nog leefde en hoofdeling te Farmsum was) en 1474. De steen geeft in de hoeken vier kwartierwapens, niet op de later gebruikelijke wijze in één richting geplaatst. De wa pens aan de voet van de zerk staan op hun kop, waardoor minder duidelijk is wat het hoofd en wat de voet van de steen is. Lezen we de kwartieren in de gebruikelijke volgorde, van zuidwest naar noordoost, dan vinden we op de zerk van Unico Ripperda: I. een ruiter te paard, omgewend (zoals het gebrui
kelijke wapen Ripperda), II. gevierendeeld (Huinga), III. door sneden: A. een omgewende uitkomende halve leeuw; B. drie rozen (Wigboldes), IV. Sint-Joris, een draak doorstekend. De laatste twee kwartieren staan daarbij dus op hun kop. De kwartieren Wigboldes en Huinga zullen verwijzen naar Uni co’s moederlijke grootouders4. Een overledene werd altijd met de voeten naar het oosten begraven en een grafsteen werd zonder uitzondering op de zelfde wijze georiënteerd. Opvallend is echter dat de tekst van het grafschrift aan de westzijde aanvangt en niet, zoals gebruikelijk, aan de oostzijde. De verklaring zal zijn dat in het begin van de achttiende eeuw de zerk ten onrechte omge keerd werd herplaatst, omdat men het kwartier met de ruiter te paard interpreteerde als het grootvaderlijke kwartier Rip perda, in plaats van het wapen met Sint-Joris. Men was zich er blijkbaar niet van bewust dat de Ripperda’s tot de genera tie van Unico Sint-Joris mét draak als wapenfiguur voerden; pas Unico’s kinderen reduceerden dit tot een eenvoudige rid der te paard. Het feit dat Unico’s zerk zowel dit laatste wapen als een Sint-Joris met draak vertoont, maakt de zerk zeer waardevol voor de geschiedenis van de ontwikkeling van deze wapenfiguur die we bij verschillende geslachtswapens in Groningen en Oostfriesland aantreffen. Wellicht heeft het kwartier dat later werd aangezien voor het wapen Ripperda, betrekking op een grootmoeder van Unico uit de familie Addinga.
3 E.F. Harkenroht, Volledige chronyk van Oostfrieslant (...) van (...) Eggerik Beninga (Emden 1723) 170. 4 Zijn moeder, Hille, was een dochter van Bartolt Wigboldes.
53
vormgegeven, met in het midden het wapen Onsta (een leeuw), een gehelmde leeuw als schildhouder met op zijn helm een derde leeuw als helmteken. In het midden van ie dere zijde vinden we een kwartierwapen. Vergelijking van de kwartieren op de beide zerken leert dat de volgorde van de wapens niet consequent is toegepast. Boven vinden we op beide stenen het wapen Onsta en links een wapen met twaalf ruiten, schuinkruislings, dat we kunnen identificeren met Van Dockum, moeder van Abele en grootmoeder van Frouke.5 Op Froukes zerk is rechts het wapen van haar moeder, Hille Jarges, afgebeeld en ten slotte onderaan een wapen met een vogel, denkelijk dat van haar moederlijke grootmoeder Peter, van wie de familienaam nog onbekend is.6
Haye Ripperda († 1504) De laatste van de drie Ripperda-zerken is eveneens een be trekkelijk goed bewaarde en fraai vormgegeven steen, de op een na oudste portretzerk uit de provincie.7 De stijl van de afgebeelde overledene is vergelijkbaar met die op de portret zerk van Snelger Houwerda te Appingedam van twintig jaar later. Haye wordt in biddende positie, recht van voren afge beeld. Hij is gekleed in een harnas, draagt onder zijn linker arm een zwaard en naast zijn rechtervoet ligt een helm. Tus sen zijn benen slingert een banderol met een tekst waarvan het woord ‘requiescat’ (‘hij ruste’, nl. in vrede) nog leesbaar is. Het Latijnse randschrift luidt:
54 3 De grafzerk van Frouke Onsta († 1477). Foto Ko Lenting
Frouke Onsta († 25 mei 1477) Een sterk contrast met de eenvoudige zerk van Unico Ripper da vormt de rijk gedecoreerde steen voor zijn slechts drie jaar na hem overleden schoondochter Frouke Onsta († 1477). Zij was twee jaar eerder gehuwd met Focke Ripperda. Het echt paar liet één zoon na, Peter, die de stamvader werd van de Winsumer tak van de Ripperda’s, waartoe de bekende hertog Johan Willem Ripperda (1682-1737) hoorde. anno m . cccc . lxxvii . op / sunt . urbanus . dach . / st / rf . vroke . rypperda . ab / el . onsta ende . hil . onsta . dochter Opvallend genoeg vermeldt de grafzerk wel de namen van haar ouders, maar niet die van haar echtgenoot. Haar vader, Abele Onsta, stierf zes jaar later. Toevallig bleef ook zijn zerk bewaard; deze werd na de afbraak van de kerk te Sauwerd overgebracht naar het Groninger Museum. De stenen van vader en dochter Onsta zijn in dezelfde rijke gotische stijl
Anno . domini . m / vc . iiii . ipso . die / translationis . nicolai . obiit . haio / ripperda / prepositus . et . capitaneus . in . ferm sum . et . dammone . etcetera . / (In het jaar 1504, op de dag van de translatie van Nicolaas, overleed Haye Ripperda, proost en hoofdeling te Farmsum en Appingedam enz.) De feestdag van de translatie (overbrenging van de relieken) van Sint Nicolaas — niet te verwarren met diens eigenlijke feestdag, 6 december — is in de Nederlanden bij mijn weten praktisch onbekend. In Midden-Europese, Franse en Engelse bisdommen wordt ze gevierd op 9 mei, vermoedelijk ook de overlijdensdatum van Haye Ripperda. Ook later had men blijkbaar moeite met deze datum, want in de genealogieën Ripperda wordt vermeld dat Haye overleed op Nicolaasdag ofwel 6 december 1504. De grafzerk heeft dus als bron ge diend. Uit andere bronnen weten we echter dat Haye in sep tember van dat jaar het tijdelijke al met het eeuwige ver wisseld had.
5 Zie: R. Alma, ‘Postume heraldiek’, in: R. Alma, C. Gietman en A. Mensema, Adel en heraldiek. Adellijke identiteit en representatie (Hilversum 2012) 51-94. 6 Een derde vijftiende-eeuwse grafzerk in vrijwel dezelfde stijl is overgeleverd, namelijk die van de Oostfriese edelman Luwert van Uttum, nu in het Burgmuseum te Pewsum. Volgens de steen en oorkondelijke gegevens overleed hij in 1428; de stijl van de zerken komt zozeer overeen dat de steen eerder een halve eeuw later gedateerd zal worden. 7 R. Alma, ‘Portretzerken in Groningen’, Groninger kerken 22 (2005) 105-120.
Ook deze laatste zerk geeft vier kwartierwapens, die inder daad overeenkomen met de wapens van Hayes vier groot ouders: Ripperda, Wigboldes, Ukena en To Wijtwerd. Het is overigens dankzij deze grafzerk dat we voor het eerst het wapen van zijn grootmoeder Hiddeke to Wijtwerd konden identificeren.8
Het belang van de gevonden grafzerken De vondst heeft geen nieuwe namen of overlijdensjaren op geleverd. Wel leveren de kwartierwapens nieuwe gegevens op over de voorouders van de overledenen. Maar het belang van de zerken gaat verder dan de familie Ripperda. Alle drie de zerken vertonen vier kwartierwapens en daarmee is het aantal Groninger grafzerken van vóór 1520 met kwartieren in één klap verdubbeld. Vanaf de zeventiende eeuw heeft de wijze waarop de wapens van voorouders op een grafzerk wordt weergegeven een vaste vorm en volgorde gevonden. Tot die tijd is er veel variatie, waardoor de overledene of zijn erfgenamen meer keuzevrijheid hadden om aspecten van de voorouders door wapens te visualiseren. Zo is er onder de zes
grafzerken van vóór 1520 geen enkele die de kwartierwapens in de latere standaardvolgorde voor de vier grootouderlijke wapens vertoont. Daaruit mag duidelijk zijn dat de vondst van groot belang is voor onze kennis over de heraldische beeldprogramma’s op Groninger zerken. Zoals we zagen zijn de Farmsumer zerken door latere fa milieleden gelezen en gebruikt om de eigen genealogie aan te vullen. Van de vroegere generaties van de familie Ripperda kennen we echter van nog twee leden de overlijdensdata, die zonder twijfel ontleend zijn aan zerken in de kerk: om die reden kunnen we vermoeden dat onder de vloer ook de graf stenen van Focke Ripperda, de man van Frouke Onsta, en van Ailke Houwerda, vrouw van Haye Ripperda, nog te vinden zijn... Redmer Alma (1963) studeerde wiskunde en geschiedenis aan de R.U. Groningen en bereidt een proefschrift voor over de Ommelander adel in de Late Middeleeuwen.
5 De grafzerk van Snelger Houwerda († ca. 1523) in de Nicolaïkerk, 4 De grafzerk van Haye Ripperda († 1504). Foto Ko Lenting
Appingedam. Foto Regnerus Steensma
55
8 Zie: Alma, ‘Postume heraldiek’.
Egge Knol
Coert Knol en de jongere zerken in Farmsum
De meeste aandacht bij de spectaculaire vondst van zerken in de kerk van Farmsum gaat uit naar die van de familie Ripperda, maar de vele andere – jongere – grafstenen zijn niet minder belangwekkend. Deze bevatten informatie die vaak nergens anders te vinden is.1
Geen registratie van doden
56
Vóór 1806 werden overledenen in Groningerland niet geregi streerd. De onderzoeker is daarom afhankelijk van andere bronnen. Grafzerken geven vaak genealogische informatie die nergens anders te vinden is. Dat geldt evenzeer voor fa miliewapens. Veel families tooien zich met een wapen dat terug gevonden is op soms maar één grafzerk. Het was voor de schrijver bij zijn bezoek aan de gevonden zerken een grote verrassing een grafsteen aan te treffen van ene Coert Knol. Op zich is het vinden van de zerk van een ver re verwant al leuk, maar het afgebeelde familiewapen bleek ook nog eens een hypothese te bevestigen over het familie wapen Knol. Bovendien levert ze nieuwe inzichten over de ontwikkeling van de Groninger landbouwersheraldiek. Deze kenmerkt zich namelijk in de zeventiende en achttiende eeuw doordat de wapens nog niet onveranderlijk zijn, anders dan de adellijke heraldiek. Regelmatig stelde elke generatie een nieuw wapen vast, met elementen van de wapens van (voor) ouders. Het is vaak een spannende speurtocht om te ontdek ken hoe het wapen zich door de tijd ontwikkelde tot het mo ment dat de familie een onveranderlijk wapen gaat voeren. De hierna volgende uiteenzetting over de zerk van Coert Knol is eveneens van toepassing op verschillende andere jongere zerken, waarachter vergelijkbare verhalen schuilgaan. 1 De onlangs in de kerk van Farmsum te voorschijn gekomen hardstenen zerk van Coert Knol, overleden in 1637. Foto Egbert Euser 1 De auteur dankt drs. Redmer H. Alma, Warffum, en dr.ir. Gert Schansker, Genève, voor hun informatie en commentaar. De heer Ko Lenting, ARC Groningen, was zo vriendelijk inzage te geven in de zerkbeschrijvingen uit het nog niet verschenen rapport van het archeologisch onderzoek.
Coert Harmens Knol De zerk van Coert Knol is een eenvoudige rechthoekige zerk met langs de rand een tekst (afb. 1): anno /1637/ d[e]n 29 iuly is christelicken in godt den heren gervstet die eerbae[re] coert knol verwachtende met alle gelovigen am iongen[s]ten daege eine frolicke vperstandinge dor//h christvm2 Knol en zijn vrouw Neessien Karstiens woonden in Farmsum, maar kwamen uit de stad Groningen. Zij was een dochter van Karst Jacobs en Neese Karstiens, herbergiers in de Oude Boteringestraat in een huis dat stond voor de latere doops gezinde kerk. Haar ouders werden na de Reductie gelijk in december 1594 bij de eerste avondmaalsviering in de Martini kerk lidmaat van de Gereformeerde Kerk.3 De ouders van Coert Knol waren Harmen Arents Knol en Toebetje Coerts. Met zijn eerste vrouw Hille had zijn vader Harmen in Rottum op De Knol en in Warffum gewoond, met zijn tweede huwelijk kwam hij naar de stad. Sinds die tijd gebruikte hij de aan zijn eerste woonplaats ontleende achternaam. Het vermoeden bestaat dat Coert, net als zijn vader Har men Knol, een koopman was. Farmsum was destijds een be langrijke handelsplaats. In 1574 mochten de inwoners voor de scheepvaart een verbinding met het Damsterdiep graven en in dezelfde tijd kwam er ook een waag te staan. Delfzijl werd in de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke vesting, maar zou pas veel later Farmsum gaan overvleugelen. 4 Vóór de ontdekking van zijn grafzerk was enkel bekend dat Coert ge storven was tussen 4 oktober 16365 en januari 1638, wanneer sprake is van zijn weduwe. Vaak moet de familievorser ge noegen nemen met zulke intervaldata. Dankzij de gevonden zerk is nu bekend dat Coert Knol op 29 juli 1637 overleed. In het grote rekenboek van Luitien Geerts, de kerkvoogd van Farmsum, staat op 4 januari 1638 opgetekend dat Neessien Knols met de predikant en kerkvoogden twee graven in de 2 De familiewapens op de in 1975 blootgelegde hardstenen zerk van de broers Ebele Knol († 1625) en Claes Knol († 1676) in de kerk van Westerwijtwerd. De teksten van Claes Knol en Derck Jans (geen fami lie) zijn later toegevoegd. De steen is na de restauratie van de kerk in het koor van de kerk gelegd. Het voor de kijker linker wapen is van hun vader Lippe Knol, het voor de kijker rechter wapen van hun moeder Anna Reenders. Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw 2 Met dank aan Bette Alma voor de transcriptie. De zerk kreeg nummer 17 bij het archeologisch onderzoek. 3 Willem G. Doornbos, Petronella J.C. Elema en Duco F. Kuiken, Lidmatenboek van de Gereformeerde kerk van de stad Groningen 1594-1660 (Groningen 2001) 264. 4 Jenne Meinema, Uit de geschiedenis van Farmsum en zijn kerk (Appingedam 1983). 5 RHC Groninger Archieven, Archief Hoge Justitie Kamer (HJK), inv.nr. 867 fol. 240 vs dd 13 september 1636; fol. 259 dd 27 september 1636; fol. 269 dd 4 oktober 1636. 6 RHC Groninger Archieven, Archief Hervormde Kerk Farmsum inv.nr. 80, dd 4 januari 1638. Met dank aan dr.ir. Gert Schansker, Genève.
57
4 De wapens op de hardstenen zerk van Harmen Knol († 1682)
58
3 Het familiewapen Knol uitgesneden in hout. Samen met een
op het kerkhof van Eppenhuizen. De steen lag vroeger in de kerk
vergelijkbaar wapen Van Bolhuis decoreerde dit wapen begin 18de
en vormde lange tijd een van de treden naar het kerkhof. Dezelfde
eeuw het huis van het echtpaar Van Bolhuis-Knol in de Schoolstraat
wapens staan op de zerk van zijn zuster Grietien († 1676).
te Warffum. Collectie en foto Groninger Museum, Marten de Leeuw
Foto Groninger Museum, Marten de Leeuw
kerk heeft geruild. Die nieuwe graven – in één ervan zal Coert zijn bijgezet – waren op een betere locatie en daarom moest worden bijbetaald.6 Neessien verhuisde in 1639 later naar Delfzijl. Ze was her trouwd met de slachter, later aannemer, Menge Berents. Neessien werd weer weduwe en hertrouwde Johan Aepkes uit Farmsum. Neessien kwam weer in Farmsum te wonen. Haar derde echtgenoot overleed in 1656. In 1668 werd ze nog ge noemd als eigenaresse van land in Farmsum.7 Aannemelijk is dat ze in de kerk van Farmsum werd begraven en het is een spannend idee dat haar zerk daar nog ergens aanwezig kan zijn.
Het toont een boom met grote bladeren. Het wapen van Coert Knol bevat een uit het bos springend hert. Hetzelfde wapen wordt ook aangetroffen op de zerken in de kerk van Wester wijtwerd van Lippe Knol († 1640) en dat van zijn beide zonen Ebele († 1625) en Claes Knol († 1676), maar het wijkt af van het vanaf 1655 aangetroffen wapen van andere nazaten van de familie Knol (afb. 2).8 Dat laatste geeft drie knollen, dikwijls doorsneden met een dwarsbalk beladen met drie klaver bladen. Doordat enkele afbeeldingen in kleur bestaan, weten we dat het wapen Knol zwart met een gouden balk is met knollen en klaverbladen in natuurlijke kleuren (afb. 3).9 Het leek er op dat de familie Knol in Westerwijtwerd een ander wapen aannam. Het zit echter anders, want op het kerkhof van Eppenhuizen lagen de zerken van Grietje Knol (†1676) en Harmen Knol (†1682) met aan de vaderlijke kant een gedeeld wapen (afb. 4): rechts het wapen met de knollen en de dwars balk en links het uit het bos springende hert.10 Rechts en links weer gezien vanuit het graf. Grietje en Harmen Knol wa ren beide ongehuwd zodat het rechterwapen op dat van hun vader Claes Harmens Knol (†1656) moet duiden.11 De wapen figuren uit de familie van hun moeder zijn grotendeels be kend.12 Een uit een bos springend hert hoort daar niet bij, zodat het gedeelde wapen afkomstig moet zijn van hun grootvader Harmen Knol († vóór 1618). Drie generaties lang voerde deze tak van de familie Knol hetzelfde gedeelde wapen met rechts de knollen en links het hert. Grootvader
Het familiewapen Knol De gevonden overlijdensdatum van Coert Knol is niet het be langrijkste wat de grafsteen ons leert. Op zijn zerk staan twee familiewapens. De betekenis daarvan volgde doorgaans min of meer vaste patronen. Bekeken vanuit het graf was het rechterwapen (voor de kijker links) van de man of van de vader. Het linker wapen was van zijn vrouw of van de moeder. Beide mogelijkheden kwamen voor. Op de zerk van Coert Knol worden beide familiewapens met een lint verbonden, duidend op een echtpaar. Mijn ervaring is dat bij echtparen vaak het wapen van man en vrouw zijn. Op het wapen van de vrouw zijn deze dan gewisseld. Daar van uitgaande is het linker wapen (voor de kijker rechts) van Neessien Karstiens.
7 Als voren jaren 1655 en 1656. RHC Groninger Archieven, Archief HJK 1354 pag. 436. 8 Adolf Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden (Assen1977) (Vanaf nu: GDW) nrs. 4124B, 2124F en 2128A. 9 Dit wapen komt op veel grafzerken voor, maar ook op glas in lood ramen en een houtsnijwerk uit de familie Van Bolhuis in het Groninger Museum (inv.nrs. 0000.1259B, 000.1259D en 0000.1394.) Wapen afgebeeld K.J. Ritzema van Ikema, Ommelander Geslachten Het nageslacht van Jacob Sijbolts, landbouwer te Warffum en Geertruid’ Cornelis’. (z.p., z.j.) tegenover p. 306. G.A. Brongers (e.a.), NoordNederlandse heraldiek (1987) 117. 10 GDW nummers 1148 en 1149. 11 GDW nummer 1147. 12 GDW nummers 1147, 4366, 4372.
Hijke x Harmen Jansen Doornbos upde Knol
Catrina Knol Leitien Knol
Claes Knol
Hijke Knol Euwe Knol
Ebele Knol
x
Harmen upCruisstede Catrina Harmens
x
Hilte Arent Reene x x Jansen upCruisstede Jansen Harmen Arents x upde Knol
Toebetje Coerts
Reinder
Lippe Knol
Claes Knol
Harmen x Knol
Claes Knol Harmen Knol
x
Meerten Reinders
Grietje Reinders
Coert x Knol
Neessien Karstiens
Stijntje Meertens Grietje Knol 5 De verwantschap van Coert Knol met de familie Knol uit Startenhuizen en Westerwijtwerd.
Harmen Knol was een broer van de eerdergenoemde Lippe Knol uit Westerwijtwerd en beiden waren zonen van Claes Knol († 1613), paardenkoopman in Startenhuizen, en diens vrouw Catrina.13 Verondersteld wordt dat het wapen met de knollen betrekking heeft op de vader, die vermoedelijk is ge boren op de boerderij De Knol tussen Stitswerd en Eelswerd. Het wapen met het springende hert kan dan teruggaan op de moeder Catrina. Om onbekende redenen heeft zoon Lippe Knol in Westerwijtwerd voor het wapen van zijn moeder geko zen. Vererving van familiewapens en achternamen van moe der op zoon is in Groningerland bepaald niet een zeldzaam verschijnsel. Na deze lange aanloop, verduidelijkt in een schema (afb. 5), terug naar Coert Knol. Zijn vader Harmen Arents Knol was namelijk een halfbroer van Catrina. Ze hadden dezelfde moe der Hille Jansen. Nu blijkt in Farmsum dat de zoon van haar halfbroer hetzelfde wapen voert als dat aan Catrina was toe geschreven. De veronderstelling dat het hertenwapen van Catrina komt, is daarmee aannemelijker. Wel moet worden opgemerkt dat het hertenwapen veel vaker in Groningen voorkomt, bijvoorbeeld bij de families Eylerts, Stuirwolt en ook Swartwolt. Een dochter van Claes Knol en Catrina was met een brouwer Jan Swartwolt getrouwd. Wat zou het leuk zijn de zerken van stamvader Claes Knol (†1613) en zijn vrouw Catrina in dit verhaal te betrekken, maar die zijn nog niet tevoorschijn gekomen. De vondst van de zerk van Coert Knol geeft echter via een omweg een belangrijke aanvulling op deze heraldische reconstructie.
Meer spannende puzzels De ontdekking van de zerk van Coert Knol is leuk voor de familie Knol maar van groter belang voor onze kennis over de landbouwersheraldiek uit de zeventiende eeuw. De patronen die hier gevolgd werden, zijn namelijk nergens omschreven. Ze zijn alleen door een zorgvuldige combinatie van genealo gie en heraldiek te ontrafelen en vormen zo spannende puz zels.14 De jongere zerken in Farmsum kennen meer puzzels. Er liggen vier opeenvolgende zerken van kerkvoogden die vast en zeker familie van elkaar zijn: Gert Harmens († 1596), Geert Luitens († 1626), Jurrien Jurriens († 1669) en Luitien Geerts († 1678).15 De eerste zerk kent in de vier hoeken de wapenschilden van (naar we aannemen) de vier grootouders, maar niet voorzien van familiewapens, maar bestaande uit huismerken met initialen. Die huismerken op zich zijn een be kende verschijning in de Groninger heraldiek, maar de plaat sing als kwartierwapens zoals op deze zerk is uniek. Huis merken vererfden, net als wapens, van ouder op kind, maar we weten niet zo veel over de wijze waarop huismerken bin nen een familie overgingen.16 Ook hier weer een puzzel, waarvoor de Farmsumer zerken belangrijk onderzoeksmate riaal bieden. Dr. Egge Knol (1956) is werkzaam als conservator archeolo gie, geschiedenis en oude kunst(nijverheid) bij het Groninger Museum (eknol@groningermuseum.nl). Hij is een actief fami lievorser en werkt aan een boek over de Ommelander familie Knol.
13 Deze twee broers hadden ondermeer een zuster Luitien Knol, die was gehuwd met Jan Clasen. Uit dit echtpaar zijn drie zoons bekend Harmen, Eeuwe en Jan Klasen die alle de achternaam Knol voerden. De naam Knol leeft alleen voort bij hun talrijke afstammelingen, dus in de vrouwelijke lijn. 14 Johannes A. de Boo, ‘Heraldiek in de Groningse Ommelanden’, 50 (1995) 113-122. Redmer H. Alma, ‘Vroege ontwikkeling van de Groninger heraldiek’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 54 (2000) 5-45; Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’, Gruoninga 46 (2001) 124-135. 15 Deze graven kregen bij het archeologisch onderzoek respectievelijk de nummers 4, 5, 6 en 26. 16 Zie bijvoorbeeld Egge Knol, ‘Oude aantekeningen en een sluitsteen uit de familie Doornbosch (Uithuizen, Kloosterwijtwerd, Rottum)’, Gruoninga 46 (2001) 124-135.
59
Gover t Grosfeld
Op Hoogte Gedacht
Bij een kunstwerk van Meschac Gaba in Wierhuizen
60
De pelgrim die Noord-Groningen bereist om de oude kerken en kerkhoven te bezoeken treft in het open landschap buiten Pieterburen een laag heuveltje aan, een wierde zoals er zo veel liggen in deze streek. Deze wierde is op het eerste ge zicht leeg en onbebouwd op een klein bakstenen huisje na en een rand van bomen. Dichterbij gekomen wordt de pelgrim gewaar dat er mid den op het heuveltje toch ook iets staat: een ijl staketsel van dunne staven, nauwelijks zichtbaar tegen de lichte grijze lucht. Het heeft iets weg van het skelet voor een gebouw, maar ook iets van een speeltoestel. Is het groot of is het klein? Het is klein, aan de twee stoelen af te meten die in het bouwwerkje tegenover elkaar aan een tafel geplaatst zijn. Is het kunst? Het is in ieder geval heel mooi gemaakt, met vier vleugels in een kruisvorm, zadeldaken, zijbeuken en boogra men. Het staketsel bestaat uit staven gewoon betonijzer maar dan wel verguld. Voor een gewoon huisje is het te klein, te complex en te plechtig. Voor een speeltoestel is het te fra giel; het is eerder geschikt als decor voor een toneelstuk. Als de pelgrim op een van de stoelen gaat zitten blijft de andere stoel leeg. Als er nog iemand zou komen zou die te genover hem kunnen gaan zitten. Ze zouden elkaar aankijken en iets tegen elkaar zeggen. Hij kijkt om zich heen vanaf zijn zitplaats in het luchtige bouwwerkje op de lage heuvel. Hij heeft vrij uitzicht op de lucht, het bakstenen huisje, het ge
maaide gras binnen de bomenrand en het open landschap daarbuiten. In het gras liggen een paar verweerde oude grafzerken, waar hij aan kan zien dat dit een kerkhof geweest moet zijn. Dan zal er ook wel een kerk gestaan hebben maar die is blijk baar verdwenen.
Irréel, 2009 Op het kerkhof van Wierhuizen realiseerde de uit Benin afkomstige, maar in Nederland wonende kunstenaar Meshac Gaba een kopie van het skelet van de kerk uit zijn geboortestad Cotonou. Dit beeld komt als het ware in de plaats van de kerk die ooit op de wierde stond, en die in 1717 afgebroken werd na een verwoestende overstroming. Het skelet van Gaba’s kerk, kleiner dan het origineel in Benin, is goudkleurig en daarmee een verwijzing naar de gloed die er in het westen traditioneel van religies uitging. In het midden van de sculptuur zijn twee stoelen en een tafel geplaatst, als symbool voor de ontmoeting. In plaats van de religie en de gemeenschap van gelovigen gaat het hier om. Het is een verbeelding van het treffen van mens tot mens. Gaba concludeerde bij het doen van zijn voorstel, dat de kerken in Afrika wellicht ooit net zullen leeglopen als dat nu in Nederland het geval is. Zijn beeld weerspiegelt die leegte, maar het zegt tegelijk dat dit ook een nieuw begin is.
Tekst: Mark Kremer
Meschac Gaba (Benin 1961) woont en werkt sinds 1996 in Amsterdam. Foto John Stoel
Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie
Haven Zuidzijde 7 9679 TD Scheemda Tel. 0597-55 19 09 Fax: 0597-55 29 98 E-mail: info@boerbouw.nl www.boerbouw.nl
Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001
Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde
MENSE RUITER orgelmakers b.v.
Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl
Het succes van automatisering Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie. Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken… Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl
UW BOUWPARTNER
VOOR:
NIEUWBOUW RENOVATIE / RESTAURATIE ONDERHOUD VAN: - BEDRIJFSPANDEN - WOONCOMPLEXEN - WONINGEN AAN EN VERBOUW VAN UW WONING
G R O N I N G E N KIELER BOCHT 33 0 5 0 - 5 7 5 7 8 0 0
E M M E N
NAUTILUSSTRAAT 7 0 5 9 1 - 6 5 7 9 0
W W W . B R A N D S B O U W . N L
Tom Feith
Stukadoors- & tegelzetbedrijf
Postbus 5086 9700 GB Groningen
telefoon 050 - 2100194 mobiel 06 26888044 info@tomfeith.nl www.tomfeith.nl
Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen
Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770 fax 0591 - 521 016
De Schilder, de beste vriend van je huis
Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl
Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1
|
Interieur ontwerp en uitvoering
Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht
Van Lierop Van Lierop
Een gezonde kijk op onroerend goed Houtinsectenbestrijding | Zwamsanering Houtrestauratie met epoxytechniek | Isochips速-kruipruimteisolatie Vochtwering | Kruipruimterenovatie | Constructiedroging Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode | Microgolvenmethode Onderzoek met de videoscope | Inspectieabonnementen Vestigingen in: Alphen aan den Rijn | Liempde | Echt Heerhugowaard | Assen | Mechelen (B) www.vanlierop.nl Van Lierop
Van Lierop Van Lierop
ISO 9001
gecertificeerd
|
Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00
VASTGOED ONDERHOUD
BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE
H O LSTEIN
r es ta uratie architectuur Kantoren Insulinde Bankastraat 42 J 9715 CD Groningen tel.: 050 5770059 fax: 050 5771904 info@holstein-restauratie.nl www.holstein-restauratie.nl Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71 Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail info@vdmaar.nl • Website www.vdmaar.nl
Naamloos-2 1
Hoveniersbedrijf Coen Overdevest Leens Wierde 4 tel. 0595-571187
www.overdevesthoveniers.nl VCA gecertificeerd. Groenkeur gecertificeerd bedrijf.
Lid VHG
06-02-12 21:2
Ontwerp, aanleg, onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting
Voor: * een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan * complete terreininrichting * de aanleg van uw tuin * onderhoud aan uw tuin b.v.: - renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz. * snoeien van bomen en heesters * kappen van bomen * plaatsen van schuttingen, pergola’s, tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz. * aanleg van sierbestrating, grindpaden, schelpenpaden, enz. * aanleg van vijvers * het leggen van graszoden * ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage * levering van bomen, heesters, coniferen, vaste planten, haagen bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.
terug naar het begin
Cultureel festival 1e lustrum, dinsdag 7 t/m zondag 12 mei Highlights Hemelvaartsdag 9 mei Appingedam Henk van Os & Marjoleine de Vos Nicolaïkerk / Djurre de Haan van ‘awkward i’ Kerk Solwerd ‘My name is Rachel Corrie’ Laura van Dolron Kerk Eenum / Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club Nicolaïkerk / Marike Jager Kerk Oosterwijtwerd / Noota Saxophone Duo Synagoge / Slotconcert Karin Strobos & Nieuw Philharmonisch Orkest Nicolaïkerk
Meer optredens 2e week mei Graansilo Groningen Kerk van Leegkerk Openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum Museum Vosbergen Eelde Landhuis Oosterhouw Leens Academie Minerva De Noordelijke Kunsthof Appingedam Let op: Speciale korting voor donateurs Stichting Oude Groninger Kerken & Vrienden van Terug naar het begin
www.terugnaarhetbegin.nl