Groninger Kerken 2 0 1 4
GRONINGER KERKEN
STICHTING OUDE
jul i
De Hippolytuskerk van Middelstum • Van ‘behang’ tot belang. Hoe wekken we de belangstelling van kinderen in het basisonder wijs voor oude ker ken? • Een voor bar ig e ver jaardag. O ver de bouwgeschiedenis van de Sint-Hippoly tuskerk te Middelstum
inhoud Ada van Deijk
65
De Hippolytuskerk van Middelstum
In maart 2014 nam de Stichting Oude Groninger Kerken de Hippolytuskerk van Middelstum over: een bijzondere gotische kerk met een indrukwekkend interieur, met tal van unieke details als een vijftiende-eeuwse epitaaf en een van de weinige overgebleven middeleeuwse deuren in Groningen.
Agmar van Rijn
Van ‘behang’ tot belang. Hoe wekken we de belangstelling van kinderen in het basisonderwijs voor oude kerken?
73
De Stichting Oude Groninger Kerken werkt al twintig jaar aan educatie van schoolkinderen, door ze de ogen te openen voor de eeuwenoude Groninger kerken. Maar hoe doen we dat?
77
De Stichting
Interview · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Nieuws · Mediatheek · Werk in uitvoering
Redmer Alma
Een voorbarige verjaardag. Over de bouwgeschiedenis van de Sint-Hippolytuskerk te Middelstum 85 Volgens de traditie werd de huidige Sint-Hippolytuskerk in Middelstum in 1445 gesticht door de ridder en hoofdeling Onno Ewesma. Maar bouwhistorisch wordt het gebouw doorgaans in de tweede helft van die eeuw gedateerd. Wat is juist? En wat was de rol van de familie Van Ewsum bij de bouw?
92
Omslag: deur uit het derde kwart van de vijftiende eeuw aan de noordzijde van het schip van de kerk van Middelstum. Foto Omke Oudeman
Oude Groninger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per Groninger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieuwe donateurs ontvangen Groninger Kerken het eerste jaar gratis.
issn 0169 - 3719
Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969 Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985
Beschermheer Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van de Koning in de provincie Groningen Bestuur en directie P.M. de Bruijne, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur Adres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl abn amro iban: nl69abna0486114333 Redactieadres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen e-mail hillenga@groningerkerken.nl Redactie Groninger Kerken Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma E. Hofman MA Dr. C.J. Kuiken J.F. Oldenhuis Dr. C.P.J. van der Ploeg Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga
Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl Drukwerk en verzending Zalsman Groningen, Groningen
Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stichting jaar. Abonnement, alleen voor donateurs van de Stichting Oude
Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar
Govert Grosfeld en Mark Kremer
Op Hoogte Gedacht. Bij een kunstwerk van Huang Yong Ping in Vierhuizen
31 / 3 – juli 2014
Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM)
Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen
1 De Hippolytuskerk gezien uit het zuidoosten. Foto Omke Oudeman
De Hippolytuskerk van Middelstum
Ada van Deijk
Op 21 maart 2014 kreeg de Stichting Oude Groninger Kerken er een bijzondere kerk bij, namelijk de Hippolytuskerk van Middelstum. Een gotische kerk met een aantal intrigerende aspecten, zoals een geschilderde kerkkroniek, gewelfschilderingen en een gebeeldhouwd tafereel voor een overledene. Maar er is ook prachtig meubilair te zien. Genoeg stof dus voor een kort overzicht. Middelstum is ‘een groot en aanzienlijk dorp’, aldus A.J. van der Aa in 1839 in zijn Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Verder constateert hij dat het een ‘zeer oud’ dorp is. En ook dat is helemaal waar: tussen 600 en 500 voor Christus vestigden zich hier al de eerste bewoners. Hoog en droog woonde men er, want de plaats ligt in het midden van de wierdenreeks die zich uitstrekt van Usquert in het noorden tot Lellens in het zuiden. Aan die centrale ligging dankt Middelstum dan ook zijn naam. Heette het in de negende eeuw nog Mitilistenheim, in de veertiende eeuw was dat Middelstum geworden. De ronde dorpswierde is een van de grootste en fraaiste van de provincie Groningen en geldt als beschermd dorpsgezicht.
Ridder Onno van Ewsum De huidige kruiskerk stamt uit de late Middeleeuwen, maar was zeker niet de eerste kerk die op deze plek stond. Daarop wijst het (her)gebruik van grijze tufsteen, vooral zichtbaar in de schipmuren. Zeer waarschijnlijk is dit bouwmateriaal afkomstig van de romaanse bouw die hier stond en ook al uitbreidingen zal hebben ondergaan. Maar de dure natuursteen die vanuit de Eifel getransporteerd moest worden, werd verdrongen door de goedkopere baksteen. Ook in Middelstum gebeurde dat: toen er behoefte was aan een nog grotere kerk, koos men voor baksteen als bouwmateriaal. Waarschijnlijk kwam de kerk in de tweede helft van de vijftiende eeuw tot stand. Hoofdeling en ridder Onno van Ewsum
65
(†1489) speelde hierbij een grote rol, want hij geldt als stichter van de kerk. Dat deed hij na terugkomst van een reis naar Jeruzalem. Verschillende teksten getuigen daarvan, ook in de kerk zelf, maar de jaartallen verschillen onderling van elkaar. Allereerst is er de gedenksteen boven de westingang van de toren. De Latijnse tekst meldt dat de kerk in 1487 door Onno is gesticht. Een andere bron werd tijdens de restauratie van het gebouw in de jaren 1974-’81 aangetroffen. Op de noordwand van het koor kwam toen een gehavende kroniektekst te voorschijn die over de lotgevallen van de kerk verhaalt. Ook deze noemt Onno van Ewsum als stichter, maar van het jaartal ontbreekt het laatste cijfer. Wat nu zichtbaar is laat zich lezen als 147.. Het zou betekenen dat de kerk uit de jaren zeventig van de vijftiende eeuw stamt, maar het is de grote vraag of de 7 wel correct gelezen is. Op een paneel uit 1678, elders in de kerk te zien, staat echter 1445 als stichtingsjaar vermeld. In het artikel van Redmer Alma (zie p. 85) wordt dieper op deze kwestie ingegaan. De kerk werd gewijd aan Maria en Sint Hippolytus, een Romeinse officier uit de derde eeuw. Hij moest de ter dood veroordeelde Laurentius bewaken, maar werd door diens standvastigheid zo geraakt dat hij zich tot het christendom bekeerde. Net als Laurentius kreeg hij de doodstraf opgelegd. Men bond hem vast aan een wild paard, dat hem vervolgens achter zich aansleepte tot de dood erop volgde.
Gotiek De forse kerk ligt op een ruim kerkhof en valt vanuit de verte al op door de toren met zijn markante, zeventiende-eeuwse bekroning. Op het tentdak is namelijk een open koepeltje geplaatst. Daarin hangt een carillon dat in 1661 gegoten werd door de bekende klokkengieter François Hemony. Hij deed dat in opdracht van het echtpaar Joan Lewe (1622-1671) en Geertruida Alberda (1628-1665), de toenmalige bewoners van de borg Ewsum, gelegen ten noordoosten van het dorp. Zij waren de eerste Lewes die de borg betrokken. Tot het midden van de negentiende eeuw zou deze familie er blijven wonen; in 1863 werd de borg – waar tot 1616 de familie Van Ewsum had gewoond – afgebroken. Overigens was Ewsum niet de enige borg bij Middelstum: ten zuidwesten lag de borg Mentheda en midden in het dorp bevond zich Asinga, waarvan slechts het poortgebouw overbleef. Aan de borg Ewsum herinnert nog de onderbouw van een geschuttoren en een schathuis. De kerk kan tot de gotische stijlperiode worden gerekend, de spitsboog domineert. De toren wordt gesierd door spitsboogvormige nissen, terwijl schip en koor voorzien zijn van hoge spitsboogvensters. Tijdens de laatste restauratie kregen ze hun oude traceringen terug. Hoewel de kerk in verschillende fasen tot stand kwam, is het een uiterst harmonieus gebouw. Bijzonder is ook dat het
66
2 De toegangpoort tot het kerkhof, afkomstig van de afgebroken borg Scheltkema Nijenstein te Zandeweer, op een opname van omstreeks 1935. Foto W.F. Pastoor, collectie RHC Groninger Archieven (818-9914)
67
3 Nis in de noordwand van het koor met fragmenten van een 17e-eeuwse kerkkroniek. De zwarte schilderingen zijn de achtergronden van twee (verdwenen) rouwborden. Foto Omke Oudeman
in later tijd nauwelijks veranderingen heeft ondergaan. Schip en koor zijn het oudst, de toren kwam kort daarna tot stand. De dwarsarmen zijn vermoedelijk een latere toevoeging, evenals de sacristie die aan de noordoostzijde tegen de noordelijke dwarsarm werd gebouwd. Oorspronkelijk was er zowel aan de noord- als aan de zuidzijde van het dwarsschip een ingang, maar die aan de zuidzijde is dichtgezet. Bijzonder is de deur aan de noordzijde van het schip, die uit de bouwtijd van de kerk stamt, het derde kwart van de vijftiende eeuw. In de grote deur is een kleiner deurtje opgenomen, een zogenaamd klinket. Doordat zo niet de hele deur geopend hoefde te worden, werd op efficiënte wijze kou en wind letterlijk buiten de deur gehouden. Het ingenieuze hang-en-sluitwerk is ook nog grotendeels middeleeuws. De gehengen tonen een lelievormige beëindiging met twee kelkbladen.
4 Torenkoepel met het Hemony-carillon. Foto Omke Oudeman
Het interieur Binnen maakt de ruimte indruk door haar evenwichtige verhoudingen. Daaraan draagt ook de kleurstelling van de wanden bij: de gewelfribben en bogen hebben een zandgele kleur. De blokbandomlijsting van de vensters en de bogen die het dwarsschip van het schip scheiden, zijn eveneens in diezelfde tint uitgevoerd. De overwelving van de kerk bestaat uit kruisribgewelven die van zestiende-eeuwse schilderingen voorzien zijn. Zorgwekkend is dat er door de recente aardbevingen veel scheuren in de gewelven en muren zijn ontstaan. De schilderingen zijn er ook door beschadigd en zullen op korte termijn moeten worden aangepakt. Behalve figuratieve voorstellingen komen veel planten motieven en vogels voor. Verder zien we kleine engelen figuurtjes, zogenaamde putti, verstrikt tussen bladerwerk. In het oostelijke gedeelte van het schip is de Zondeval weergegeven: Adam en Eva eten naast de boom der kennis van goed en kwaad. Recent kunsthistorisch onderzoek wees uit dat deze voorstelling, samen met enkele andere voorstellingen,
68
< 5 (inzet) Gewelfschildering van Adam en Eva bij de boom van de kennis van goed en kwaad. Foto Omke Oudeman < 6 Het interieur gezien naar het koor. Foto Omke Oudeman
teruggaat op een passiecyclus van Albrecht Dürer (14711528). Hij vervaardigde die reeks rond 1510 als houtsneden. Behalve de Zondeval zijn ook het Laatste Oordeel en de Pinkstervoorstelling op deze prenten geënt. In 1879 werden de eerste schilderingen ontdekt, waaronder die van het Laatste Oordeel. Deze verdween echter weer onder de witkalk, waardoor ze – zo bleek later – zwaar beschadigd raakte. In 1916-’17 werd de voorstelling van de Zondeval blootgelegd en ondeskundig gerestaureerd. Ook met de naam onder de voorstelling is geknoeid. Nu lijkt er Aliett Oetteijt f(ecit) te staan ofwel ‘gemaakt door Aliett Oetteijt’. Maar ook andere lezingen zijn mogelijk. Vermoedelijk betreft het de signatuur van de schilder. Opmerkelijk is dat Adam een vijgenblad vasthoudt, terwijl hij nog niet van de vrucht gegeten heeft. Hij werd zich immers pas van zijn naaktheid bewust nadat hij van de vrucht had gegeten! Het gaat duidelijk om een gekuiste versie van Dürers prent, want die toont een Adam zonder vijgenblad… Of dit al in de zestiende eeuw zo gedaan is of tijdens een latere restauratie gebeurde, blijft vooralsnog onduidelijk. In het koor, waarvan het onderste gedeelte door brede rondboognissen wordt gesierd, werden op de wanden ook schilderingen aangetroffen. Op de noordwand gaat het om een voorstelling van Christus Salvator ofwel Christus als Redder der wereld; de plooival van het gewaad is van hoge kwaliteit. Op de zuidwand ertegenover is een soortgelijk geklede figuur afgebeeld, maar die schildering bleef minder goed bewaard. Mogelijk toont ze Christus als Man van Smarten. De omlijsting is renaissancistisch, beide voorstellingen kwamen op hun vroegst rond 1640 tot stand. Onder de geschilderde kroniek in het koor bevindt zich een zandstenen nis, afgesloten door een grenen deurtje. Het is de sacramentsnis waarin de geconsacreerde hostie werd bewaard. Het deurtje met zijn lelievormige gehengen wordt rond 1600 gedateerd en is niet het oorspronkelijke. Op de voorzijde zijn de letters M, A en O ingekerfd, met daartussen een Latijns kruis. Wat het betekent is onbekend.
Het epitaaf van Egbert Onsta In de oostwand van het dwarsschip aan de noordzijde is nog iets interessants te zien: een gebeeldhouwd tafereel waarbij oorspronkelijk een graf hoorde. Het is een zogeheten epitaaf ofwel memorietafel. In het midden zien we de overledene, geknield voor Maria die het Christuskind op schoot houdt. Blijkens de Latijnse tekst gaat het om pastoor Egbert Onsta, overleden in 1476 en destijds door Onno van Ewsum als pastoor van de nieuwe kerk benoemd. In de eerder genoemde kroniek op de noordwand van het koor wordt Onsta ook vermeld. De geharnaste schilddrager is vermoedelijk de patroon
7 Sacramentsnis in de noordwand van het koor. Foto Omke Oudeman 8 Het interieur gezien naar het westen. In deze opstelling is de (verrijdbare) herenbank niet zichtbaar op de foto, die staat in het zuiderdwarspand om ruimte te bieden aan bijeenkomsten en concerten. Bij andere gelegenheden staat het gestoelte midden voor het koor en sluit dit af. Twee smalle deurtjes aan weerszijden vormen dan de toegang. Foto Omke Oudeman
69
9 (boven) Allegorische voorstelling, vermoedelijk een verbeelding van ‘de kracht van het geloof’, op het frontpaneel van de herenbank. Foto Omke Oudeman 10 (midden) Detail van het opzetstuk van de herenbank. Het schild draagt het wapen Lewe-Clant. Foto Omke Oudeman 11 (onder) Frontpaneel van de preekstoel met Vanitasvoorstelling. Foto Omke Oudeman
heilige van de kerk, Sint Hippolytus, maar de man direct achter Onsta kan niet geïdentificeerd worden. Het zandstenen beeldhouwwerk kwam in 1879 achter het pleisterwerk te voorschijn en was flink beschadigd. Alle koppen waren afgehakt en de huidige, tamelijk plomp uitgevoerde, koppen zijn te danken aan de restauratie die het epitaaf indertijd onderging. Ook de kleuren en het geschilderde wapen dat Hippolytus vasthoudt zijn niet oorspronkelijk. Vertaald luidt de Latijnse tekst: ‘Kijk neer, gij die voorbij gaat, op het graf van de heer Egbert Onsta, die onze eigen goede pastoor was; zwak en oud legde hij dit ambt vrijwillig neer; prebendaris geworden van het altaar van de Maagd hier, overleed hij in het jaar 1476, wanneer het volk de feestdag van Bernardus viert’. Maria’s prominente aanwezigheid wordt dus verklaard doordat Onsta het Maria-altaar bediende. Dat altaar zal hier, in het noordelijke dwarsschip, hebben gestaan. De noordoostzijde was en is een gebruikelijke plek voor Maria-altaren. Onsta lag mogelijk dicht in de nabijheid ervan begraven.
Meubilair Tot nu toe is uitsluitend de middeleeuwse uitmonstering van het interieur beschreven, maar wie het meubilair bekijkt, ziet dat dit puur reformatorisch is. De kansel met dooptuin alsook de ontzagwekkende herenbank die het koor van het schip scheidt, maken duidelijk zichtbaar hoe de kerk na de Reformatie in een Huis voor het Woord veranderde. Het koor kreeg toen de functie van avondmaalsruimte. Bank en kansel tonen prachtig snijwerk. Degenen die het aanleverden, waren zeer getalenteerd en daarom ook gerenommeerd bij borgbewoners in de zeventiende en achttiende eeuw. Die elite bezat de collatierechten, het recht om onder meer de predikant te benoemen. Zij waren de opdrachtgevers en zetten zo hun stempel op de inrichting. Herengestoelte, kansel, orgel en rouwborden werden door hen besteld. Hun wapens en namen zijn dan ook vaak op het meubilair of de orgeltribune terug te vinden: sponsoring is van alle tijden. En na hun dood herinnerden ook grafzerken en -tombes aan hen. Ook in Middelstum zien we die geschiedenis. Vooral de bewoners van de borg Ewsum droegen bij aan de verfraaiing van het interieur. De imposante herenbank – sinds de laatste restauratie verrijdbaar – werd in 1704 ontworpen door kis tenmaker Allert Meijer (1654-1723). Het snijwerk is van de hand van Jan de Rijk (1661-1723/24) met wie Meijer steevast
12 Avondmaalstafel uit circa 1730 in Lodewijk XIV-stijl. Foto Johan de Haan
samenwerkte. Fraai is de voorstelling met de allegorische vrouwenfiguur op de voorzijde van de bank. Onder haar rechtervoet bevindt zich een wildeman, links van haar ligt een leeuw. Mogelijk verbeeldt deze voorstelling de kracht van het geloof. Het wapenschild dat de vrouw vasthoudt toonde ooit het wapen van de opdrachtgevers, Reint Lewe (1656-1704) en Helena Clant (1657-1728). Hoe het eruit zag, laat het opzetstuk op het ruggeschot van de bank zien: in het midden is Hippolytus afgebeeld. De initialen van het echtpaar staan op de deurtjes ter weerszijden van de bank. Ook de kansel en het doophek laten mooi snijwerk zien. Op het middenpaneel van de kansel is een Vanitasvoorstelling weergegeven. Dergelijke voorstellingen verbeelden de vergankelijkheid van het leven en sieren ook vaak grafzerken. Boven de schedel als doodssymbool is de zandloper zichtbaar met zijn adelaarsen vleermuisvleugel. Deze vleugels verwijzen naar de tijd die dag en nacht voorbijgaat. Op het klankbord bevindt zich het wapenstuk met weer de wapens van Lewe en Clant, ditmaal gaat het om Johan Lewe (1683-1737) en Amalia Clant (16821733). Op de trapleuning is het jaartal 1733 aangebracht. Dit snijwerk wordt aan Casper Struiwig (1698-1747) toegeschreven, evenals Meijer en De Rijk een bekwaam vakman. De rouwborden die in de kerk hingen, zijn verdwenen, maar de adellijke invloed bleef niettemin zichtbaar door het meubilair. Aandacht verdient ook de achttiende-eeuwse avondmaalstafel met zijn marmeren blad en houten onderstel dat snijwerk in Lodewijk XIV-stijl vertoont. De lange tafels en banken, bedoeld voor de avondmaalsviering, werden omstreeks 1900 in het koor geplaatst.
Het huidige orgel werd in 1863 door P. van Oeckelen gebouwd. Regelmatig worden er concerten op gegeven. Het instrument verving een orgel uit 1619 dat door A. Waelckens gebouwd was en in 1696 door de fameuze Arp Schnitger ingrijpend verbouwd werd. De kerk beschikte echter al sinds 1550 over een orgel dat zich tegen de noordwand van het koor bevond. Met een zwarte lijn is de plek, boven de deur naast de sacristie, aangegeven.
Grafzerk Op het koor ligt een fraaie hardstenen grafzerk, kunstig gehouwen. Hij dateert uit 1654 en toont in het onderste gedeelte een naaktfiguur, een dode verbeeldend die op een doek op een sarcofaag ligt. De doek wordt aan hoofd- en uiteinde door twee putti vastgehouden. De tekst erboven luidt: fvi non svm es non eris post tenebras spero lvcem, een tekst die aan de dood refereert: ‘Ik was, ik ben niet meer; gij zijt, gij zult er eens niet zijn. Na de duisternis hoop ik op het licht.’ De eerste regel komt ook voor op een kopergravure van Hendrick Goltzius uit 1592. Het is een echo van het aloude adagium: ‘Heden ik, morgen gij’. De afdeksteen geeft toegang tot de grafkelder van Joan Lewe en zijn vrouw Geertruida Alberda, het echtpaar dat ook het Hemony-carillon schonk en het avondmaalszilver. Merkwaardigerwijs was deze steen ooit uit de kerk verwijderd en op het kerkhof van Toornwerd beland. In 1916 is de zerk op initiatief van amateur-historicus Jacob Vinhuizen – hij woonde in de villa Mentheda naast de kerk – naar de kerk teruggebracht. De grafkelder werd toen ook hersteld.
71
Tot slot Het zal duidelijk zijn dat de middeleeuwse Hippolytuskerk van Middelstum een rijke aanwinst is voor de Stichting Oude Groninger Kerken. De geschiedenis van het gebouw met zijn stichter Onno van Ewsum spreekt tot de verbeelding en met haar schilderingen, epitaaf en schitterende meubilair neemt de kerk een bijzondere plaats in. Lang niet alles kon in het bovenstaande aan de orde komen, maar de oplossing daarvoor is simpel: zelf gaan kijken. Drs. Ada van Deijk studeerde Nederlands M.O. en kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Ze specialiseerde zich in de middeleeuwse kerkelijke architectuur waarover zij regelmatig publiceert. Vooral de middeleeuwse kerken in Groningen hebben haar bijzondere aandacht.
Belangrijkste literatuur
72
Annabel Dijkema, ‘De Kleine Passie van Middelstum. Gewelfschilderingen in de Hippolytuskerk naar het voorbeeld van Albrecht Dürer’, Groninger kerken 30 (2013) 23-27. Wija Friso en Margriet Knol, ‘Leven en werken van Casper Struiwig, beeldhouwer’, Groninger kerken, jrg. 4, nr. 4 (1987) 93-120. K.T. Meindersma, ‘Een middeleeuwse deur in Middelstum’, Groninger Kerken 17 (2000) 50-51. K.T. Meindersma, ‘Vier sacramentsnissen nader belicht’, Groninger Kerken 20 (2003) 124-126. Victor M. Schmidt, ‘De epitaaf van Egbert Onsta in Middel stum en de laatmiddeleeuwse steensculptuur in Groningen’, Groninger kerken 17 (2000) 68-75. Freerk J. Veldman, ‘Allert Meijer en Jan de Rijk’, Publicatiemap Stichting Oude Groninger Kerken III, nr. 24 (1981) 81-110.
13 (boven) Houten beeld met schild waarop het wapen Lewe. Mogelijk is het afkomstig van het vorige orgel. De schoolmeester maakte in 1828 gewag van dit instrument ‘waarop geplaatst ziet het geharnaste beeld van den Heiligen Hippolitus in de Roomsche tyden als schutsheilige of patroon der Kerke werdende geeerd’. Foto Omke Oudeman 14 (onder) Toegang tot de grafkelder op het koor. De deksteen werd in 1654 vervaardigd in opdracht van Joan Lewe en Geertruida Alberda. Foto Omke Oudeman
Agmar van Rijn
Van ‘behang’ tot belang Hoe wekken we de belangs telling van kinderen in het basisonderwijs voor oude kerken? De Stichting Oude Groninger Kerken werkt al twintig jaar aan educatie van schoolkinderen, door ze de ogen te openen voor de eeuwenoude Groninger kerken. Maar hoe doen we dat? En wanneer lukt dat het best? Hoe kunnen we verrassen en raken, zodat oude kerken gaan leven voor jonge mensen? Welke ervaringen en visie gebruiken we in educatief werk?
Stichters als inspiratiebron Vanaf haar ontstaan in 1969 was de doelstelling van de Stichting Oude Groninger Kerken, naast de instandhouding van oude kerken, ‘het bevorderen van belangstelling’ ervoor. In 1969 kwam zelfs eerst déze zinsnede, en daarna volgde pas de ambitie tot instandhouding. Historisch gezien is dat een begrijpelijke volgorde. Het was immers een tijd van vernieuwing en individuele vrijheid. Oude kerken representeerden waarden die voor velen hadden afgedaan. Belangstelling was daarom zeker niet vanzelfsprekend. Daarom bedachten de stichters van destijds ludieke manieren om mensen te interesseren voor kerken in verval, bijvoorbeeld door het organiseren van de ‘Romantische
Ruïne Rally’. De stichters wisten mensen te verrassen, en prikkelden hen om na te denken over de toekomst van reli gieus en cultureel erfgoed. Dat is dezelfde uitdaging, waar de stichting zich in educatief werk voor geplaatst ziet.
De ‘romantische’ middeleeuwen Ook voor kinderen geldt dat belangstelling voor oude kerken niet vanzelfsprekend is. Voor Groningse kinderen zijn ze soms weinig meer dan behang van het landschap: elementen waar je nauwelijks oog voor, of kennis van hebt. De secularisatie van de afgelopen decennia heeft er bovendien toe geleid dat kinderen in toenemende mate nog nooit over de drempel van zo’n eeuwenoude kerk zijn gestapt. Hoe kunnen
Leerlingen van CBS de Zaaier in de Nicolaïkerk in Appingedam tijdens het Focke-project. Foto Egbert Euser.
73
we de kerken dan toch tot leven brengen voor kinderen, zodat ook zij er belang aan gaan hechten? Alleen dan zullen ook zij later voor de kerken gaan zorgen en weer de volgende generaties over de drempel brengen. Het negende lustrum dat de Stichting dit jaar viert, gaat gepaard met een tweede jubileum: we werken namelijk twintig jaar aan educatie. In 1994 vond de Kinderkruistocht plaats, en eind jaren negentig volgde het zeer succesvolle project Focke en de verborgen schatten van het Noorden. Het Focke-project zette in feite dezelfde troef in als de ‘Roman tische Ruïne Rally’. Cultuurgeschiedenis werd verpakt in een romantisch laagje, met allerlei thematische middeleeuwenactiviteiten. Het aantrekkelijk vormgegeven lesmateriaal, inhoudelijk van hoge kwaliteit, werd door meer dan 10.000 kinderen gebruikt.
Wat ziet een kind?
74
Maar wat is nu middeleeuws aan oude kerken, en wat is van latere tijden? Een kerk is immers als een geschiedenisboek, waar sporen uit vele eeuwen te ontdekken zijn. Om de kerk beter te leren ‘lezen’, maakte de Stichting kijkbladen voor verschillende leeftijden. Baarhuisjes, muurschilderingen, bakstenen, meubilair, orgels; alles komt in de kijkbladen aan de orde. In 2014 is ook een kijkproject voor kleuters klaar, waarin de zintuigelijke beleving van kerken centraal staan. We koppelen het gebruik van het materiaal uit het Focke project tegenwoordig nadrukkelijk aan een bezoek aan de kerk. Al het Focke-lesmateriaal wordt bovendien in 2014 Kinderen van OBS Mathenesse uit Rasquert bij de kerk van Obergum aan de slag met kijkbladen. Foto's Ronny Benjamins
samen met scholen onderzocht, om na te gaan of het nog geschikt is voor de huidige onderwijspraktijk, en aansluit bij nieuwe visies op educatie. En wat is, anno 2014, onze eigen visie op educatie? We willen aansluiten bij de blik en het referentiekader van het kind. We dagen het kind uit om zelf na te denken bij het bezoek aan de kerk. Want door zelf na te denken over dat wat ze zien gaan kinderen het ervaren als iets ‘van henzelf’. Wat ziet een kind eigenlijk als het naar een kerk kijkt? En aantal voorbeelden uit de praktijk.
Gemaakt door reuzen De kinderen van groep 3 en 4 van CBS Wicher Zitsema uit Middelstum bezochten onlangs de kerk van Westerwijtwerd. Bij het lespakket van het Fockeproject voor deze leeftijdsgroep zit een kijkplaat. De plaat toont een muurschildering van twee kampvechters. De zes- en zevenjarigen hadden deze plaat op school bekeken. Omdat zij zelf ook weleens ruzie maken, en moeten leren conflicten weer op te lossen, hadden ze er in de klas over gepraat. Vol verwondering ontdekten ze de eeuwenoude vechtjassen vervolgens in de kerk, afgebeeld op het gewelf. De schildering móést op de foto, ook al hadden ze op school de plaat nog liggen. Uitspraken van kinderen verraden soms op een prachtige manier wat zij zien. Starend naar de gewelven in Westerwijtwerd verzuchtte één van de kinderen plotseling dat de kerk wel door reuzen gemaakt moest zijn. Hoe had men het anders voor elkaar gekregen om op zo’n hoogte zulke indrukwekkende dingen te bouwen? Een ander kind beaamde dit idee met een ondersteunend argument. Kerken zijn ‘van vroeger’, dus uit de tijd van vlak na de dinosauriërs. In die tijd van grote dieren zullen ook de mensen wel erg groot geweest zijn! Het klopt natuurlijk niet. Middeleeuwers waren geen reuzen. Maar als startpunt voor een gesprek met deze jonge kinderen maakt dat niet zoveel uit. We willen immers bereiken dat we kinderen raken, en dat ze gaan reflecteren op dat wat ze zien. Daarbij is het nodig dat ze hun eigen referentiekader inzetten, en vrijuit kunnen praten. Het gaat dan niet zozeer om ‘goed of fout’, maar om de belevingswereld van het kind. Aansluitend bij die beleving ontstaat zowel kennis van als betrokkenheid bij oude kerken.
Bakblikken Een school uit Delfzijl bezocht dit jaar de kerk van Uitwierde. Op het kerkhof staan veel bijzondere grafstenen en -monumenten. Het eerste wat de kinderen tijdens een excursie over het kerkhof aanwijzen is een zandloper op een grafsteen. De zandloper herkennen ze, van hun beeldscherm als een programma op de computer tijd nodig heeft om te laden. Of van een bordspel. Zo komen de kinderen snel tot de ‘oplossing’ van wat een zandloper met vleugels betekent: de tijd vliegt! Als je dit niet meteen uitlegt, maar kinderen zelf denkstappen laat maken, ontstaat een veel grotere betrokkenheid. De
kinderen stralen als het kwartje valt, als dat wat ze zien betekenis voor hen krijgt. Op het kerkhof van Uitwierde zijn ook bijzondere graftrommels te vinden. Bij de vraag wat dat nou is, bleven de kinderen in eerste instantie het antwoord schuldig. Na zorgvuldige bestudering kwam één van hen met de opmerking, dat het een bakblik moest zijn. Zo eentje waar je een appeltaart in kan bakken. De reflectie van dat kind op wat zij zag, vanuit haar eigen referentiekader, vertelde veel. Doorvragend naar wat specifieke kenmerken zijn van een bakblik, kwamen we op een serie fraaie associaties. Een bakblik is sterk, en beschermt dat wat erin zit om gebakken te worden. Zo was de overstap naar de graftrommel snel gemaakt. De nabestaanden wilden graag de naam van hun dierbare goed beschermen. Er liggen immers kwetsbare, mooie bloempjes van was in dergelijke trommels. Dus zo’n trommel moet, net als een bakblik, tegen een stootje kunnen. De manier waarop nabestaanden het graf vormgaven kun je zien als een uiting van de wens om deze naam voor lange tijd vast te willen houden Leerlingen van De Swoaistee, openbare school voor Jenaplanonderwijs, uit Groningen, nemen deel aan het educatief programma BOUWWERK in de kerk van Leegkerk. Foto Omke Oudeman
75
en te beschermen. De wat oudere kinderen van groep 7 en 8 kunnen in een gesprek heel ver komen in het zich verplaatsen in de mensen van toen. Dat het niet altijd meteen ‘goed’ is, is dan niet erg.
Talentenkracht De Stichting bezit een grote collectie kerken. Tientallen juffen en meesters en evenveel vrijwilligers zetten zich in om kinderen over de drempel van kerken te brengen. Of deze visie door iedereen gedeeld wordt, en in praktische zin ook kan worden uitgevoerd, is natuurlijk de vraag. Maar we blijven graag over werkwijzen in gesprek. De Stichting zet daarom voortdurend in op samenwerking. We voeren gesprekken met leerkrachten en cultuurcoördinatoren van scholen. We proberen ons materiaal zo samen te stellen, dat het deze werkwijze ondersteunt. We verdiepen ons in nieuwe zienswijzen, samen met andere culturele instellingen, en met de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool. Een goed voorbeeld daarvan is de samenwerking met het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland. Vanuit deze samenwerking maakte de stichting een educatief programma met een heel nieuwe focus, ontwikkeld door bouwkundige Menno Sikkink. In ‘BOUWWERK’ gaat het niet om het cultuur-
76
Leerling van de Eexterbasisschool uit Scheemda tijdens het project van Stefan de Keijer in Oudeschans. Foto Benthe van Aalst
historische verhaal van de middeleeuwen, maar om bouwkunde en restauratie. Kinderen bouwen een rondboog met grote schuimblokken, berekenen wat het kost om een muur te restaureren, en buigen zich over herbestemming. In teams worden ze uitgedaagd om zelf na te denken, en samen aan de slag te gaan. Ook binnen dit programma gaat het om het faciliteren van denkstappen bij het kind. ‘BOUWWERK’ is daarmee eigentijds en aansprekend op een heel nieuwe manier. Een tweede programma dat we samen met het wetenschapsknooppunt maakten, vindt plaats in Oudeschans. Het is ontwikkeld door kunstenaar Stefan de Keijser en concentreert zich rond het begrip waarneming. Door kinderen te stimuleren om actief naar hun eigen omgeving te kijken, worden ze vanzelf nieuwsgierig. Vanuit die nieuwsgierigheid ontstaan vragen en betrokkenheid. Uiteindelijk maken de kinderen een eigen weergave van wat ze hebben gezien. De resultaten ontlokte iemand op sociale media de uitroep: ‘De Ploeg 2.0!’, verwijzend naar het bekende schilderscollectief dat vele Groninger kerken schilderde.
Voortdurende ontdekkingstocht De Stichting blijft leren van en met kinderen. Als wij geïnteresseerd zijn in wat zij zien, kunnen we samen met hen op ontdekkingstocht gaan in en rondom oude kerken. Alleen zo zullen zij ze niet alleen maar als landschappelijk ‘behang’ zien, maar er belang in gaan stellen dat ze behouden blijven. Omdat het plekken zijn, die ook van hén zijn, waar ze nieuwe inzichten kregen en ineens zoveel meer gingen begrijpen. Waar hun ogen opengingen voor ingewikkelde en indrukwekkende techniek van destijds, voor oude verhalen en voor de mensen van toen. Agmar van Rijn (1974) is projectleider educatie bij de Stichting Oude Groninger Kerken. Zij is als literatuurwetenschapper afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2013 voltooide ze de postacademische leergang Cultuuronderwijs van de RuG en het Museumhuis Groningen. E-mail: vanrijn@ groningerkerken.nl ‘Ploeg 2.0’: een collage, gemaakt in het project met Stefan de Keijser, waarin een leerling van de Eexterbasisschool weergeeft hoe hij Oudeschans heeft gezien.
De Stichting
juli 2014
In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en rondom de Groninger kerken.
Groninger Kerken viert 9e lustrum
In 2014 bestaat de Stichting Oude Groninger Kerken 45 jaar. Het negende
lustrum wordt opgeluisterd met een aantal bijzondere projecten en activiteiten. En zoals altijd proberen we ons waardevolle Groninger erfgoed weer op een andere, verrassende manier te belichten. Ditmaal door de ogen van de zuiderburen. Vandaar het jubileumthema: Het Noorden door de ogen van het Zuiden.
Maurice van Stiphout over zijn schuts patroon en de kerk van Marsum Interview: Frans Visser We rijden met de Leuvense kerkjurist Maurice van Stiphout naar Marsum. Hij weet dat de kerk daar aan zijn schutspatroon Sint Mauritius is gewijd, maar had nog niet eerder de gelegenheid haar te bezoeken. Terwijl we op ons gemak het terrein en de kerk verkennen, maakt zich een zichtbare ontroering van hem meester. Van Stiphout: ‘Het is gewoon prachtig. De kerk moet al in de twaalfde eeuw zijn gesticht. En alles ademt nog die ouderdom, hè. Die sobere vormen, de unieke halfronde absis, de grote, rode, bakstenen, het verzakte metselwerk, het ‘Noormannenpoortje’, de ‘monniken en nonnen’ dakpannen ... En dan die plek! Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Ik voel me terug geslingerd naar een ander tijdperk, op een manier die ik niet ken van beneden de grote rivieren.’ Maurice van Stiphout is net in Groningen aangekomen. Morgen geeft hij een gastcollege aan de studenten van het
vak ‘Recht, Religie en Samenleving’, maar vandaag staat in het teken van erfgoed. Hij leerde Groningen kennen tijdens zijn promotieonderzoek. Dat beviel zo goed dat hij overstapte naar twee Groninger promotoren. Een van hen nam hem op een dag in 2010 mee de provincie in. Ze bezochten Helmantels Weem en de oude kerk van Westeremden en toen was hij verkocht. Enige tijd daarna meldde hij zich als donateur van de Groninger Kerken. Een liefhebber helemaal uit Leuven? Aanleiding genoeg voor een nadere kennismaking en Van Stiphout stelt voor in Marsum.
Foto Ronny Benjamins
Mauritius Wat betekenen beschermheiligen voor Van Stiphout? ‘In het katholieke zuiden horen de beschermheiligen er traditioneel helemaal bij. Ik vier natuurlijk het feest van mijn schutspatroon op 22 september. Mijn moeder kan bij bijna elke dag van het jaar de bijbehorende heilige(n) noemen. Waarom mijn ouders mij naar Mauritius vernoemd hebben? Omdat ze dat een mooie naam vonden en de verwijzing naar de donkere, de moor, wel bij me past. Mauritius kwam uit Egypte en wordt vaak met een donkere huid afgebeeld. Hij was één van de aanvoerders van het uit christenen bestaande Thebaanse legioen van de Romeinen. Volgens hagiografische bronnen werden hij en zijn mannen in de derde eeuw na Christus voor een expeditie naar Gallië gestuurd. In de Zwitserse Alpen worden Mauritius en zijn gezellen gedwongen de Romeinse goden en de keizer te vereren. Wanneer ze dit weigeren worden ze gemarteld en uiteindelijk in 287 nabij Agaunum, het huidige Saint-Maurice in Zwitserland, geëxecuteerd. Mauri tius staat voor standvastigheid in het geloof. De aan hem gewijde kerken in Nederland zijn overigens op de vingers van één hand te tellen.’
Standvastigheid Na Marsum rijden we met Van Stiphout door naar de Sint Pancratiuskerk van Godlinze. Binnen is er veel te bewonde-
Maurice van Stiphout (Helmond, 1968) woont en werkt al bijna 20 jaar in België. Hij studeerde rechten in Leiden en canoniek recht en theologie in Leuven. Hij is als stafjurist verbonden aan de Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs in Brussel. In 2011 promoveerde hij in Groningen op een juridisch proefschrift over de gevolgen van de scheiding van kerk en staat voor de rooms-katholieke kerk in de periode 1790-1965.
ren aan muurschilderingen. We leren dat nog maar kort geleden de bevestiging is gevonden dat de kerk daadwerkelijk aan Pancratius was gewijd. Van Stiphout geniet: ‘Wist je dat ik op zijn naamdag – 12 mei – ben gepromoveerd?’ Maar hoe komt het eigenlijk dat bewoners van de Fivelboezem in de twaalfde eeuw hun met veel moeite opgerichte kerken vernoemden naar Romeinse martelaren? Van Stiphout: ‘Daarin moeten de kloosters een rol hebben gespeeld. Voor de Reformatie waren er wel 37 kloosters, priorijen en begijnhoven in de huidige provincie Groningen. Daar werden belangrijke delen van de Romeinse cultuur bewaard en doorgegeven. Het Christendom moet je zien als een combinatie van Joodse mysteriegodsdienst, Griekse filosofie en Romeins praktisch vernuft. Toen de Romeinen aan het eind van de vierde eeuw het Christendom eenmaal hadden omarmd zorgde het superefficiënte wegennet voor een snelle verspreiding. In de katholieke kerk van nu zijn er nog veel verwijzingen naar de Romeinse tijd. Denk aan de klassieke liturgische gebeden, de kleuren van de kleding van ker kelijke waardigheidsbekleders (purper), maar ook aan het adagium “Ecclesia vivit lege Romana”, ofwel “de kerk leeft volgens het Romeinse recht”, en natuurlijk het gebruik van het Latijn.’ Toch begrijpen we nog niet precies waarom het juist Mauri tius en Pancratius waren die de gemeenschappen van Marsum en Godlinze zo wisten te inspireren. Van Stiphout: ‘Tja. Beiden staan natuurlijk voor standvastigheid. Net als Mauritius zwichtte ook Pancratius niet voor de druk van heidense machthebbers. Ook hij is gestorven tijdens de christenvervolgingen van de keizers Diocletianus en Maximianus. Misschien hebben de kustbewoners zich hier ook wel in hun geloof bedreigd gevoeld, wie zal het zeggen?’
‘Materieel christendom’ Is het verhaal van Sint Mauritius tenslotte nog een inspiratiebron voor Van Stiphout zelf? ‘Bedoel je of ik me zelf ook een beetje bedreigd voel in mijn geloof? Haha, nee hoor. Ik kan niet ontkennen dat de katholieke kerk in Vlaanderen, net als elders in de Westerse wereld, wordt geconfronteerd met het samenvoegen van parochies en het sluiten van kerken. Maar als ik zie met hoeveel zorg en liefde het religieuze erfgoed hier in het hoge noorden wordt bewaard en dat zelfs de namen van katholieke beschermheiligen kunnen overleven of terugkomen, dan kan ik natuurlijk niet pessimistisch zijn. Ik vind dat we juist nu in tijden van vergaande secularisering de nog zichtbare christelijke wortels als ‘materieel christendom’, zoals Regnerus Steensma dat noemde, moeten koesteren. Onze democratische, multiculturele samenleving met godsdienstvrijheid voor iedereen is de vrucht van de inter actie tussen joods-christelijk en humanistisch denken. Dat mag je nooit vergeten! Een samenleving die zijn geschiedenis niet kent heeft geen toekomst.’
Foto Ronny Benjamins
Nie u w s
Het Schnitger-orgel in de kerk van Uithuizen. Foto Omke Oudeman
De kerk van Spijk. Foto Duncan Wijting
Naam en Faam: Schnitger in Groningen
Uitreiking elfde en laatste Erepenning
Arp Schnitger (1648-1719) geniet bij veel orgelliefhebbers een cultstatus. Zijn werk was en is van grote invloed op orgelmakers en organisten. Wat maakt zijn instrumenten zo inspirerend, soms zelfs dwars door latere stilistische veranderingen heen? De Stichting Oude Groninger Kerken is bijzonder trots dat zij vijf belangrijke instrumenten van deze vermaarde Europese orgelbouwer mag beheren en laten klinken. Ze staan centraal in het recent verschenen boekje Naam en Faam - Vijf Schnitgerorgels in Groningen, geschreven Cees van der Poel, met inleiding door Hans Fidom en foto’s van de hand van Omke Oudeman. Op de bijbehorende cd kunt u opnamen beluisteren die zijn gemaakt van concerten op de Schnitgerorgels van de Der Aa-kerk en de Martinikerk. Voor de Duitse en Engelse orgelliefhebber is een samenvatting gemaakt, te downloaden op groningerkerken.nl. Daar kan ook het boekje worden besteld.
De Stichting Oude Groninger Kerken reikt iedere twee jaar de Erepenning uit aan een persoon of een instelling die zich op een bijzondere wijze heeft ingezet voor cultuur en cultuur behoud in de provincie Groningen, in het bijzonder voor het kerkelijk erfgoed. De penning werd in 1994, tijdens het 25jarig bestaan van de Stichting, voor het eerst uitgereikt aan Regnerus Steensma, een van de oprichters. Daarna volgende diverse personen en instellingen waaronder de Zomer JazzFietsTour, de Vroedschap Fransum en de Stichting Groningen Orgelland. Op 12 april werd de elfde en laatste Erepenning van de Stichting Oude Groninger Kerken uitgereikt aan ‘de donateur’. Deze eer viel te beurt aan de heer en mevrouw De Vries uit Groningen. Zij vormen als actieve donateurs een ‘proto type’ van de SOGK-donateur en worden daarom extra in het zonnetje gezet. Met de uitreiking van de Erepenning toont de SOGK haar grote waardering voor alle donateurs.
Naar de 75 Zoals vorig jaar al werd uitgesproken, zal het aantal ‘meervoudige overnames’ door de Stichting Oude Groninger Kerken in de toekomst steeds meer toenemen. Op de eerste voorjaarsdag had de officiële overdracht plaats van de kerk, kerkhof en pastorie te Middelstum en de toren en het kerkhof van Toornwerd. Op 5 juni werden de kerken en kerkhoven van Losdorp en Spijk aan de Stichting overgedragen, op 22 juni gevolgd door de Molukse kerk van Appingedam. Voor 11 juli staat de overname van de gereformeerde kerk van Bedum gepland. Tot slot zullen op 14 september de kerken en kerkhoven van Bierum en Holwierde aan het bezit van de Stichting worden toegevoegd. Aan het eind van de zomer draagt de Stichting dan zorg voor 75 kerkgebouwen, twee synagogen, 46 kerkhoven-begraafplaatsen en zeven (vrijstaande) torens.
We r k in ui t voe r ing
Verval of vervulling in Oosterwijtwerd ‘Alle vlees is als gras’, volgens het Bijbelboek Jesaja (40:6,7). En dat geldt niet alleen voor de mens. Bioloog Midas Dekkers schreef in 1997 De vergankelijkheid, over mensen en hun omgeving, natuurlijk en geconstrueerd. Met als invalshoek ‘de cirkel moet rond’.
Verval is voor Dekkers de norm; voor de schoonheid ervan breekt hij een lans: ‘Veel glorie is op haar best als ze aan het vergaan is. Maar dan moet ze daar wel de kans voor krijgen. Oude gebouwen worden meestal afgebroken voor ze aftakelen, of gerestaureerd tot slechts een modern gebouw rest. Oude mensen doen zich jong voor. Want iedereen wil oud worden, niemand wil het zijn.’ Kritisch is hij op de, vaak door sentimentaliteit ingegeven, strijd tegen verval: ‘Restaureren we om het oude te behouden of proberen we de tijdelijkheid te ontduiken? Hoe harder we op de radio over de lente zingen, hoe noodzakelijker blijkt de herfst, wanneer de bomen met een zucht van verlichting hun vrucht en blad aan de wind meegeven. Voor hen is het volbracht. Wat verval lijkt, is veelal vervulling.’ En hier kan de stap naar Oosterwijtwerd worden gezet.
Vensters De kerk van Oosterwijtwerd, gebouwd rond 1200, is één van de oudste bakstenen kerken in de provincie Groningen. Vensters uit vooral de zeventiende en negentiende eeuw bieden zicht op een interieur dat ook overwegend in juist die tijdvakken tot stand kwam. Opvallende kleurrijke element in de hoofdzakelijk bruine inrichting zijn uitgerekend de rouwborden, als ook de kleurige wijzerplaat op de orgeltribune. Die laatste vermeldt het jaartal 1681. De wijzer wordt niet meer voortbewogen door het oorspronkelijke uurwerk: dat staat, in een ‘museale opstelling’, elders in de kerk. Sinds 1992 zorgt een minder kwetsbare replica hier voor het verstrijken van de tijd. Een bijzondere charme van de kerk is juist die zichtbaarheid van het tijdsverloop. Kortom: verval. Een kwalificatie als ‘sfeervol’ wordt niet zelden door bezoekers in de mond genomen. Voor de - broodnodige - restauratie zorgde dit in de aanloop voor extra hoofdbrekens.
Plaatselijk herstel ‘Juist die fasering in de tijd willen we bij de restauratie in stand houden’, legt Christiaan Velvis, bouwkundige bij de SOGK, uit. ‘Als we het hele interieur ineens onder handen nemen, en alles komt er weer spic en span uit te zien, dan
zou het gebouw behoorlijk aan sfeer verliezen.’ Daarom werd gekozen voor plaatselijk herstel. ‘Uiteraard pakken we de rotte vloerbalken aan. Die hebben er voor gezorgd dat de herenbank verzakt, met als gevolg schade aan het tussenschot. Maar de vloer blijft na de ingreep zijn uitgesleten uiterlijk houden, de banken worden alleen plaatselijk hersteld.’ Datzelfde geldt voor de laat- negentiende-eeuwse zoldering: alleen de aangetaste delen worden onder handen genomen.
Compliment Deze manier van werken is behoorlijk arbeidsintensief. ‘Het vraagt om veel meer overleg tussen alle betrokkenen bij het proces en de restaurator’. Een voorbeeld voor Velvis is de terughoudende recente restauratie in Saaxumhuizen. ‘Daar vroegen mensen na afloop soms nog “Moeten jullie hier nog beginnen?” En dat is eigenlijk wel een compliment.’ Met de restauratie wordt meteen ook de schade veroorzaakt door de aardbevingen, vooral aan het stuc- en metselwerk, verholpen. Een wens blijft ook het vervangen van twee witte ‘kantoorlampen’ door replica’s van de nog aanwezige petroleumlampen. Die overigens branden op elektriciteit - de tijd staat ook in Oosterwijtwerd niet stil.
1 De Mariakerk van Oosterwijtwerd gezien uit het zuidoosten. 2 Het koor wordt sinds 1855 aan het zicht onttrokken door een ballusterhek. Foto Justin Kroesen. 3 In 1845 werd een kabinetorgel uit 1744 in de kerk geplaatst. J. Doornbos verbouwde het in 1895 tot kerkorgel. Foto Creative Commons, Hardscarf. 4 De wijzerplaat van het uurwerk uit 1681. 5 De verzakte zoldering boven het epitaaf voor Gijsbert Herman Ripperda, overleden in 1695. 6 Een deel van de verzakte kerkbanken: herstel van vloer en houtwerk is hoogst nodig. 7 Scheuren in het stucwerk als gevolg van de aarbevingen ten gevolge van gaswinning. 8 Fragment van het opzetstuk van de 17e-eeuwse herenbank met het wapen Ripperda.
1
2
4 3
5
6
7
8
Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl om het totale aanbod te bekijken.
Professor van Giffen en het geheim van de wierden Professor Albert Egges van Giffen (1884-1973) is bij verre de bekendste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw. Als opgraver hield hij zich bezig met wierden, hunebedden, grafheuvels en urnenvelden. In de meest letterlijke zin gaf hij Nederland, en zeker ook Noord-Nederland, zijn eigen voorhistorie. Hij woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Groningen. Van Giffen begon in 1908 met archeologisch onderzoek, dat in de jaren dertig tot resultaat had dat in Ezinge een heel dorp uit het begin van de jaartelling werk blootgelegd. Dit fraai vormgegeven boek gaat over het boeiende leven van Van Giffen en aan het verleden van het Noord-Nederlandse kustgebied dat hij zijn leven lang bestudeerde. Prijs ¤ 34,95 (donateurs 20% korting)
Alle fietsroutes in de regio Groningen De 25 mooiste fietsroutes van het knooppuntennetwerk Voor wie van weidse landschappen en prachtige wolkenluchten houdt, is deze fietsgids een must. Maar Groningen biedt meer dan dat: coulisselandschap pen, meren en nieuwe natuur. Geniet van de wierdendorpen, de middeleeuwse kerken en de borgen, molens en musea. In deze gids vindt u uitgebreide historische en toeristische informatie bij 25 boeiende fietsroutes over het knooppuntennetwerk in de provincie Groningen. Een lijst met fietsverhuuradressen. Een overzicht van alle gepubliceerde fietsroutes van de regio Groningen, waaronder de te downloaden routes. Een knooppuntenkaart met de 25 routes incl. locaties van horeca, musea, fietsverhuurbedrijven, etc. Prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting)
Wandelen is stilstaan bij de dingen De titel Wandelen is stilstaan bij de dingen geeft al aan dat de verhalen in dit boek niet alleen gaan om routes en wandelplezier, maar dat er ook ruimte is voor invallen, ideetjes en observaties. Vermoedelijk zijn de zijpaden af en toe belangrijker dan de hoofdpaden. Bij de ‘kunst van het wandelen’ staan spiedend rondkijken en zich verwonderen centraal. In eigen land is dat misschien gemakkelijker dan in een omgeving waar de wandelaar zich als een kat in een vreemd pakhuis voelt. Waarom moet je zo nodig naar Kenia of de Galapagoseilanden als je de natuur wilt bestuderen? vroeg bioloog Midas Dekkers zich eens af. Wrik een stoeptegel los en je kunt meteen aan de slag! Zo is het ook met deze voettochten: sla de deur achter u dicht en het avontuur begint Prijs ¤ 16,00 (donateurs 20% korting)
Naam en Faam – Vijf Schnitgerorgels in Groningen In dit zesde deel van de reeks Groninger Orgels leidt Cees van der Poel de lezer in de wereld van de beroemde orgelbouwer Arp Schnitger en laat ons nader kennismaken met vijf Schnitgerorgels in onze provincie, waaronder internationale iconen als de orgels van Uithuizen en de Der Aa-kerk. Hans Fidom schreef de inleiding bij deze extra feestelijke uitgave waaraan ook een cd is toegevoegd. Prijs ¤ 13,50 (donateurs 20% korting)
Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel
Excursie Catharijneconvent ma 13 oktober
Orgelvariaties – Een tocht door het Oldambt (a.u.b. aankruisen)
naam
m v
za 11 oktober
naam
adres
adres
postcode
postcode
woonplaats
woonplaats
telefoonnummer
telefoonnummer
, van wie donateurs
(a.u.b. aankruisen)
m v
, van wie donateurs
Totaal aantal personen en niet-donateurs
Totaal aantal personen en niet-donateurs
Kosten voor donateurs ¤ 50,- en voor niet donateurs ¤ 62,50
Kosten voor donateurs ¤ 36,- en voor niet donateurs ¤ 45,-
bestelkaart
Poëziemarathon ja, ik word donateur met de bus
do januarivan cultureel erfgoed in Groningen is ook mij Het30 behoud
Ik bestel:
(a.u.b. aankruisen)
Professor van Giffen en het geheim van de wierden Prijs ¤ 34,95 (donateurs 20% korting) aantal
Alle fietsroutes in de regio Groningen. Prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting) aantal
veel naamwaard.
m v Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken. adres De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar. Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken postcode gratis. Ik wacht met betalen op de nota. woonplaats
(a.u.b. aankruisen)
naam e-mail adres
m v
telefoonnummer postcode Wandelen is stilstaan bij de dingen Prijs ¤ 16,00 (donateurs 20% korting) aantal
Naam en Faam – Vijf Schnitgerorgels in Groningen Prijs ¤ 13,50 (donateurs 20% korting) aantal
vul a.u.b. ook de achterzijde in
woonplaats Totaal aantal personen ik reserveer 2-persoonskamer(s) e-mail ik reserveer 1-persoonskamer (s) (toeslag 40,00 p.p.p.k.) geboortedatum
De kosten bedragen ¤ 192,50 p.p. dit is inclusief busreis, telefoonnummer overdag / ’s avonds overnachting, lunch, koffie/theepauzes, entree museum en rondleiding(en). Het diner is voor eigen rekening. Deze busexcursie is exclusief voor donateurs bedoeld.
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Plak hier uw postzegel
Plak hier uw postzegel
bestelkaart
î Žm î Žv naam
adres
postcode
woonplaats
handtekening
telefoonnummer overdag
Plak hier uw postzegel
Plak hier uw postzegel
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen
Me di at he e k Kloosters! Kloosters en het kloosterleven zijn zeer tot de verbeelding sprekende onderwerpen. Dat bewijst allerlei onderzoek naar plekken waar (mogelijk) ooit een klooster heeft gestaan. En het blijkt uit de veelheid van publicaties die is verschenen, en nog steeds verschijnt, over welk aspect van het kloosterleven dan ook. Een bekende uitgave, aanwezig in de mediatheek, is die van abt Emo van Huizinge. Niet dat zijn schrijfsels hier fysiek op de plank staan, maar de uitgave: Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum (een studie van H.P.H. Jansen en A. Janse) staat er wel. Emo heeft de grootste bijdrage geleverd aan deze kroniek, wat overigens meer is dan dat: het is in feite ook een soort van autobiografie. De dertiende-eeuwse kloostergeschiedenis en wat er zich afspeelde in de wereld rondom is vanuit zijn persoonlijke beleving opgetekend. Ook de derde abt van het klooster, Menko heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kroniek. Een andere abt, de laatste abt van het klooster Selwerd (1560-1563) heeft iets soortgelijks gedaan. In het ‘Kasboek van Henricus Lontzenius’, een uitgave van F.J. Bakker e.a., staat de geschiedenis van dit klooster beschreven, maar ook
De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de stichting, voor leerlingen of studenten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. De catalogus is online raadpleegbaar: www. groningerkerken.nl/mediatheek
persoonlijke informatie van abt Henricus, zoals zijn keuze tot abt en zijn bezigheden. Nog een laatste kroniek: De abtenkroniek van Aduard (bezorgd door J. van Moolenbroek, J.A. Mol en J. Loer). Studies en vertalingen op basis van een abtencatalogus, die uiteindelijk een gedetailleerd overzicht geven van de geschiedenis van het cisterciënzer Sint Bernardusklooster. Andere uitgaven/documenten geven een beeld van het dagelijks leven, een opsomming en beschrijving van kloosterlanderijen, laten de bijzondere architectuur en kunst zien, zijn soms speciaal voor kinderen geschreven, of gaan in op een specifiek bezigheid zoals de codicologie (handschriftenkunde). Voor een totaal overzicht van de titels kunt u in de catalogus van de mediatheek: http://groningerkerken.auralibrary.nl/a uraic.aspx zoeken op ‘klooster’
Tegeltableau met monniken van het klooster Aduard aan de oostgevel van het Rijksmuseum. Foto Rijksmuseum /Rik Klein Gotink, Staeske Rebers
D e k e r k a l s p odium Expositie ‘De kerk als schatkamer’ Tot de inventaris van de Groninger kerken behoren tal van roerende goederen: van avondmaalsbekers tot collectezakken en van Statenbijbels tot zandlopers. Medewerkers van het museum Catharijneconvent in Utrecht maakten hieruit een selectie voor een tentoonstelling in Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum. De expositie kreeg, net als de bijbehorende publicatie, de toepasselijke titel De kerk als schatkamer – De keuze van het Catharijneconvent. Te zien vanaf 4 oktober. Voor openingstijden zie www.hethoogeland.com.
Kunst in Kerkenpad in het Westerkwartier Wandelen, fietsen of toeren langs vijf middeleeuwse kerken met prachtige, figuratieve kunst. Dat kan in de maand juli, op elke vrijdag, zaterdag en zondag, steeds van 13.30 tot 17.00 uur. Deelnemend zijn de volgende kerken/kunstenaars: Tolbert/Ger Stallenberg, Niebert/Noël Hariri, Nuis/Joke Klaveringa, Marum/Tico Top en Noordwijk/Jasper Hoogland. Galerie ROESD, gelegen op de route tussen de kerken van Tolbert en Niebert, fungeert als pleisterplaats. Van de exposerende kunstenaars zijn hier giclée’s (hoogwaardige reproducties) te bezichtigen én te koop. Er is een fietsroute beschikbaar, zodat u in het prachtige coulisselandschap van het Zuidelijk Westerkwartier van kerk naar kerk kunt fietsen. Rond iedere kerk bevinden zich ook gemarkeerde wandelroutes.
Nacht van Electra De Nacht van Electra is een multidisciplinair festival dat zijn inspiratie vindt in het Noord-Groninger landschap. Het land, de zee, de bewoners en het eeuwenoude cultuurlandschap staan centraal in de programmering. Rode draad hierin zijn altijd de nacht en het nachtelijke landschap. De Nacht van Electra strijkt dit jaar neer op Oud Bokum in Kloosterburen. Op 2 en 3 augustus 2014 wordt de verlaten monumentale boerderij omgetoverd in een wonderlijke we-
reld van dromen, vertellingen en visioenen. Sublieme muziek, lekker eten, haardvuur met een goed glas wijn, dwalen in het nachtelijke kwelderlandschap, historische vertellingen, meesterlijke films, een reis langs de planeten en nog veel meer: de Nacht van Electra biedt een onvergetelijke ervaring in het Noord-Groninger Waddenland. Meer informatie op www.nachtvanelectra.nl.
Expositie ‘Inspiraties’ ‘Inspiraties’ is een gezamenlijk initiatief van Museum Wierdenland en de SOGK. De expositie is tevens één van de activiteiten in het 9e lustrum van de Stichting. Amateurkunst en professionele kunst, beide geïnspireerd door erfgoed, worden in dit project samengebracht. Van 4 juli tot 28 september openen acht kerken in het Reitdiepgebied (Den Ham, Niehove, Oldehove, Fransum, Oostum, Garnwerd, Feerwerd en Ezinge) hun deuren om bezoekers te laten genieten van amateurkunst in vele uiteenlopende vormen, geïnspireerd door deze kerken. In Museum Wierdenland in Ezinge is gedurende deze periode de tentoonstelling ‘Helmantel. Oudheden en erfgoed als inspiratie’ te zien. Stillevens van Henk Helmantel gaan hier samen met de originele objecten afgebeeld op de schilderijen. Helmantels blik op oudheden en erfgoed daagt uit om de voorwerpen op een nieuwe manier te bekijken. Een vernieuwde fietsroute verbindt de kerken en het museum. Meer informatie: www.wierdenland.nl.
ZomerJazzFietsTour Op de laatste zaterdag van augustus gaat de 28ste aflevering van de ZomerJazzFietsTour van start. Langs een prachtige route door het Reitdiepdal, ten noordwesten van Groningen, kan een keuze gemaakt worden uit concerten in middeleeuwse kerken en boerenschuren. Volgens beproefd concept kan per fiets de nieuwe jazz worden verkend. Proloog op vrijdag 29 augustus. Meer informatie op www.zjft.nl.
Culturele Zondag in Leegkerk Bijzondere Locaties Groningen en De Culturele Onderneming organiseren het hele jaar culturele zondagmiddagen in de kerk van Leegkerk. Tijdens deze middagen komen zeer uiteenlopende onderwerpen aan bod. Op 21 september is Meindert Talma te gast. Hij leest deze middag voor uit zijn nieuwe boek Kelderkoorts en speelt enkele nummers. Aanvang 15.30 uur, entree ¤ 5,-. Meer informatie op www.blgroningen.nl. NB: in de maanden juni, juli en augustus is de kerk van Leegkerk op zondagmiddag van 12.00-17.00 uur geopend voor bezoekers.
Open Monumentendag Kunst in kerkenpad: damestas, uit hout gesneden door Tico Top.
Met het thema ‘Op reis’ verbreedt de Open Monumentendag in 2014 horizonten. Met reizen, vervoer en transport verhalen veel monumenten over de dynamiek die daarmee ge-
In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken beheert, worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal daarvan uit. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/agenda. Geen beschikking over internet? Neem dan contact opmet het secretariaat van de Stichting. De medewerkers kunnen u van een papieren agenda voorzien.
dingen tussen mensen, verschuivingen in wereldculturen en veranderingen in techniek, architectuur, natuur en mensbeeld de inspiratiebronnen. Locatie: Remonstrantse kerk Groningen, Coehoornsingel 14, Groningen. Open op werkdagen van 9.00-16.30 uur, gratis entree; graag even aanbellen.
Schrijver in de kerk De eerstvolgende Schrijver in de kerk vindt plaats op zondag 28 september. Dit keer is Lieve Joris de gast in De Amshoff in Kiel-Windeweer. Zij won op 24 mei 2014 de VPRO Bob den Uyl Prijs 2014, de prijs voor het beste reisboek van het afgelopen jaar, voor Op de vleugels van de draak. Voor actuele informatie: www.groningerkerken.nl. paard ging, de invloed die reizen en vervoer hebben gehad en nog steeds hebben op het aanzien van Nederland, de inrichting van het land en de steden en de manier van leven. Ook veel kerken zijn gedurende het weekend van 13-14 september geopend. Extra activiteiten vinden onder andere plaats in Wittewierum, ooit de thuisbasis van de reislustige abt Emo. Voor meer informatie zie openmonumentendag.nl en groningerkerken.nl.
‘War on terror’ in Oosternieland Wederom is het de Culturele Commissie van Oosternieland gelukt een prominente spreker uit te nodigen voor een lezing in de fraaie kerk. Prof. dr. Beatrice de Graaf, hoogleraar Conflict en Veiligheid aan de Universiteit Leiden, zal op vrijdag 3 oktober - de dag van de Duitse eenwording - een inleiding verzorgen over de ‘War On Terror’. Geheel in het thema van het filmfestival 2014 zal zij daarbij ook aandacht schenken aan enkele ontwikkelingen in Duitsland. Voor meer informatie zie www.cultuuroosternieland.nl.
Fotowedstrijd kerkenkalender 2015 Hierbij een oproep aan alle (amateur)fotografen om foto’s te maken van de kerken en kerkhoven van de SOGK voor de kerkenkalender 2015. Het thema is ‘Kerken door de seizoenen heen’. Aan u de uitdaging hieraan invulling te geven. Foto’s insturen kan tot en met 18 augustus via www.groningerkerken.nl/fotowedstrijd. Daar is ook alle deelname-informatie te vinden. En nog even dit: het hoeven niet per se nieuwe foto’s te zijn!
Ode aan Tinge Van 14 september t/m 26 oktober is in de kerk van Hornhuizen de expositie ‘Ode aan Tinge’ te zien, met werk Jan Jacob Tinge (1916-1996), huisschilder te Hornhuizen. Meer informatie op www.landmerken.nl .
Exposities Remonstrantse kerk Deze zomer zijn in het toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk in Groningen twee exposities te zien: keramische sculpturen van Hermien Buytendijk (t/m 26 juli) en beelden in keramiek en cortenstaal van Peter van den Akker (11 augustus t/m 27 september 2014). Hermien Buytendijk is autodidact. Haar eerste beroep was klinisch psycholoog, hetgeen wellicht invloed had op haar werk: ‘De sculpturen, alle unica, zijn origineel, figuratief en vol verbeelding, de humor is een knipoog naar het doen en laten van de mens in al zijn gekke, dwaze eigenaardigheden.’ Peter van den Akker, opgeleid aan de HKU, toont zijn beelden onder de titel ‘Day in Day out’. In zijn werk zijn de verhou-
De kerk van Hornhuizen, in 1945 geschilderd door J. Tinge. Het schilderij deed in 1997 de SOGK besluiten om de originele kleurstelling van de lantaarn te herstellen.
E xcur s ie s
Het Catharijneconvent, Utrecht
Excursie Catharijneconvent Op maandag 13 oktober organiseert de Stichting Oude Groninger Kerken een dagvullende begeleide (bus)excursie naar het Catharijneconvent in Utrecht. Aanleiding vormt het boekje De kerk als schatkamer - De keuze van het Catharijneconvent dat op 4 oktober wordt gepresenteerd als opmaat voor de gelijknamige expositie in Museum Het Hoogeland in Warffum. In het Catharijneconvent krijgen we na aankomst een kopje koffie/thee, waarna we na een korte inleiding in groepen worden rond geleid door de normaliter gesloten depots. Aansluitend gebruiken we de lunch waarna er nog tijd genoeg is om op eigen gelegenheid het museum te bekijken. Om 15.30 vertrekken we weer naar Groningen. Praktische informatie De bus vertrekt om 8.30 uur van het Hoofdstation in Groningen waar we rond 17.30 uur weer terug zijn. Deze excursie is inclusief entree van het Catharijneconvent, een exclusieve rondleiding door het depot aldaar en een lunch. Prijs: donateurs ¤ 50,00 en niet-donateurs ¤ 62,50 p.p. De excursie staat onder leiding van medewerkers van de SOGK. Opgave door middel van het antwoordkaartje in het middenkatern van dit tijdschrift Nota bene: We nodigen donateurs in de omgeving van Utrecht van harte uit om deze dag ook naar het Catharijneconvent te komen. Op vertoon van hun donateurspas kunnen zij hier van 14.00-17.00 uur een kijkje komen nemen en tegelijkertijd een aantal meegereisde SOGK-medewerkers de hand drukken: de SOGK komt naar u toe! Wanneer u aan deze uitnodiging gehoor geeft, horen we dat ook graag. Dat kan per mail info@groningerkerken.nl o.v.v. ‘donateur omgeving Utrecht’. Vergeet niet uw Museumkaart mee te nemen!
een grote variëteit aan historische grafstenen te vinden. Ook bezoeken we het kerkhof van Kropswolde, waar we de tocht afsluiten met een kopje koffie/thee in de kerk. Vertrek station Assen achter bushalte A om 9.15 uur. Vertrek Hoofdstation Groningen halte rondvaartboot om 10.00 uur. Retour Groningen 17.00 uur, Assen 17.30 uur. Prijs: € 50,00 p.p. (deze prijs is inclusief lunch en begeleiding). Aanmelden kan per e-mail via touring.groningen@arriva.nl of tijdens kantooruren telefonisch 050-5260268. Hier kunt u ook meer inlichtingen krijgen over de tocht.
Orgelvariaties – Een tocht door het Oldambt Op zaterdag 11 oktober organiseert de Stichting Oude Groninger Kerken een orgelexcursie naar het Oldambt. We bezoeken de orgels in de kerken van Nieuw Scheemda, Beerta en Finsterwolde. Ook brengen we een (zieken)bezoek aan het orgel van Nieuw-Beerta dat bij Orgelmakerij Van der Putten gerestaureerd wordt. Een lunch vormt een onderdeel van deze excursie. De prijs voor deze begeleide tocht bedraagt ¤ 45,- voor niet donateurs en ¤ 36,- voor donateurs SOGK. Deze prijs is inclusief lunch en afsluitende borrel. Vertrek 10.00 uur Hoofdstation Groningen, retour Groningen circa 17.00 uur. Meer informatie vindt u op www.groningerkerken.nl. Opgave via het aanmeldkaartje in dit katern. Kerk en kerkhof van Wildervank. Foto Omke Oudeman
Tour des Cimetières De ‘Tour des Cimetières’, de serie rondleidingen langs begraafplaatsen in samenwerking met Arriva Touring, is onderhand een klassieker geworden. Op donderdag 21 augustus voert de bustocht onder andere naar de vestingplaatsen Oudeschans en Bourtange. Maar we beginnen in Wildervank, waar de kerk net is gerestaureerd. Op het kerkhof aldaar is De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Interview: Frans Visser • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14, 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl
Redmer Alma
Over de bouwgeschiedenis van de Sint-Hippolytuskerk te Middelstum
Een voorbarige verjaardag
Volgens de traditie werd de huidige Sint-Hippolytuskerk in Middelstum in 1445 gesticht door de ridder en hoofdeling Onno Ewesma, maar bouwhistorisch wordt het gebouw doorgaans in de tweede helft van die eeuw gedateerd. Wat is juist? En wat was de rol van de familie Van Ewsum bij de bouw?
Een jubileum In 1945 werd feestelijk herdacht dat de Hippolytuskerk van Middelstum 500 jaar bestond. De voorbereidingen voor het
feest waren door de oorlog uitgesteld, maar in het najaar na de bevrijding werd een comitĂŠ gevormd om de festiviteiten te organiseren, afgesloten met een uitgave van de gedachtenis-
85
Zeventiende-eeuws gedenkbord van de geschiedenis van de kerk te Middelstum. Foto Omke Oudeman
Aanzicht van de Sint-Hippolytuskerk met koor, transepten en toren vanuit de oostzijde. Foto Duncan Wijting
86
rede en een kerkkroniek, waarin de geschiedenis van de kerk van Middelstum werd geschetst.1 Gevierd werd het vijfhonderdjarig bestaan van het huidige kerkgebouw, in 1445 gesticht door Onno Ewesma, stamvader van het geslacht Van Ewsum, als dank voor zijn behouden terugkeer van een tocht naar het Heilige Land. Ook de andere schenkingen van de familie Van Ewsum worden in de rede gememoreerd: Onno’s broer Hiddo sticht in 1446 een kapel te Toornwerd, zijn zuster Maria rond dezelfde tijd de Onze-Lieve-Vrouwevicarie in de kerk van Middelstum en Onno zelf laat aldaar tevens een gasthuis bouwen en sticht de kerk te Westerwijtwerd. Deze feiten werden ontleend aan een artikel uit 1908 van dr. G.A. Wumkes, de vader van de feestredenaar, ds. D.A. Wumkes, in de Groningsche volksalmanak van 1908.2 Onder de andere geraadpleegde bronnen wordt ook de fraaie dissertatie van M. Hartgerink-Koomans uit 1938 aangehaald, maar die is blijkbaar minder nauwkeurig doorgenomen.3 Hartgerink vermeldt weliswaar de stichting in 1445 door Onno Ewesma, maar zij doet de stichtingen door Hiddo en Maria in een voetnootje af: ‘Deze personen zijn anders volstrekt niet bekend en de stukken die voorgesteld worden als een verzameling afschriften van oude stichtingsoorkonden maken een weinig betrouwbaren indruk’. 4 Haar twijfels waren terecht, zoals we hieronder zullen zien. Aan het stichtingsjaar 1445 van het kerkgebouw twijfelt zij echter niet. Zij schetst de opeenvolging van de gebeurtenissen als volgt: in 1441 liet Julianus, proost van Usquert en de bastaardoom van Onno, zich inschrijven als student te Keulen, mogelijk als mentor van zijn neef. Julianus was in 1443 weer in de Ommelanden teruggekeerd, maar Onno zou
vanuit Keulen verder getrokken kunnen zijn op pelgrimage naar het Heilige Land. In 1445 keerde hij terug en liet de kerk van Middelstum bouwen.5 Het stichtingsjaartal 1445 wordt ook vermeld op het tekstbord dat in 1678 is vervaardigd en nu in het zuiderdwarspand hangt: 1445 1487
Na Christi onsers heren Gebort 1445 jaer wordt disse kercke funderet klaer van Onno Ewsma, den edlen ridder goedich, do he van Jerusalem unde Cypren quam gestadich. De torn wordt reede, nim dit in acht, als man 1487 jaer darna getellet hat. Her Bertramus was de erste pastor hir, den Heiligen Hippollito dede man vier .6
De vervalsingen Aan het pakketje ‘weinig betrouwbare’ akten over de kerkstichtingen van de parochiekerken te Toornwerd en Westerwijtwerd en de beide vicarieën, besteden we niet te veel aandacht. Het zijn plompe en onbeholpen verzinsels. De namen van Onno Ewesma en proost Julianus verwijzen naar bestaande personen, maar alle overige, vaak exotische namen en functies komen in andere bronnen niet voor.7 Ook in deze stukken lijkt men uit te gaan van de bouw van de kerk in of rond 1445. In de akte van ‘1451’ is sprake van de kerk van Middelstum die Onno Ewesma onlangs uit eigen erfgoederen heeft gebouwd en opgericht.8 In die akte worden ook de edele heren Entens als hoofdelingen te Middelstum vermeld, wat een eenduidige aanwijzing voor de vervalsing is, aangezien
1 A.D. Wumkes en E.C.A. Vinhuizen, De Sint Hippolytuskerk te Middelstum 1445-1945 (s.l. 1946). 2 G.A. Wumkes, ‘Het grafmonument van Egbert Onsta in de kerk te Middelstum’, Groningsche volksalmanak (1908) 228-234. 3 M. Hartgerink-Koomans, Het geslacht Ewsum. Geschiedenis van een jonkersfamilie uit de Ommelanden in de 15e en 16e eeuw (Groningen/ Batavia 1938). 4 Ibid., 47, noot 3. 5 Ibid., 49. 6 A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814 (Assen/Amsterdam 1977) (hierna: GDW) nr. 2581. 7 Met dank aan dr. O.D.J. Roemeling.
Fragment van een van de vervalste stukken, waarin Onno Ewesma als stichter van de kerk te Middelstum vermeld wordt. Foto: RHC Groninger Archieven, Arch. Van Ewsum, inv.nr. 378
deze familie zich pas na de jaren 1460 in Middelstum vestigde. Een goederenlijst die uit de periode 1488-1514 zou dateren, vermeldt de vermeende stichtingsbrief van de kerk door Onno ab Ewsuma, maar die is – helaas – verdwenen.9 Naar de achtergrond van deze vervalsingen heb ik geen verder onderzoek gedaan, maar ik vermoed dat zij buiten medeweten van de familie Van Ewsum gemaakt zijn. De verzonnen namen zijn buitenissig en on-Gronings. Met kennis van de genealogische traditie van de familie Van Ewsum zou men de namen van de hoofdpersonen anders en betrouwbaarder verzonnen hebben. Andersom hebben de namen, data en gebeurtenissen in de valse akten de genealogische tradities van de Van Ewsums nooit bereikt, ook al zijn de vervalsingen in het familiearchief bewaard gebleven. De schrijver van de stukken was niet bekend met de locale geschiedenis, maar moet wel gedetailleerde kennis van de kerkelijke goederen van Middelstum hebben gehad. Daarom vermoed ik dat een plaatselijke, niet-Groninger geestelijke de vervalser was. Het is niet uit te sluiten dat de motivatie voor de vervalsingen samenhangen met één zinnetje in de genoemde goederenlijst, namelijk dat de pastorie vrij van belastingen zou zijn.10
Datering van de reis van Onno Ewesma Alle bronnen, waarvan geen enkele uit de tijd rond het vermeende stichtingsjaar stamt, zijn het er dus over eens dat de kerk gesticht is na Onno’s terugkeer uit het Heilige Land. Over deze pelgrimsreis is een gedicht bewaard gebleven dat een andere chronologie geeft: in 1450 vertrok hij, eerst naar
Rome, waar hij absolutie voor zijn misdaad – blijkbaar de aanleiding voor de tocht – verkreeg, en vandaar reisde hij naar Jeruzalem waar hij tot ridder werd geslagen. Zijn reis genoot Albert Jarges verdronk op 12 juli (‘Op Sinte Margreten avent’) in de Jordaan en in 1458 keerde Onno weer terug om in het huwelijk te treden met Gele Manninga.11 Hartgerink kent niet veel gewicht toe aan deze bron. Een eeuw later maakte Onno’s kleinzoon Wigbolt van Ewsum eveneens een tocht naar het Heilige Land, als boete voor de doodslag op Bartolt Entens door zijn dienaar, en zij suggereert dat het diens wederwaardigheden zijn die hebben gediend als bron voor het gedicht. De genoemde feiten en jaartallen sluiten echter precies aan op de uit andere bronnen bekende gegevens. Zijn reis genoot Albert Jarges, burgemeester van Groningen tot 22 februari 1450, maakte op 9 februari van dat jaar zijn testament, de laatste keer dat hij in leven vermeld wordt.12 Vervolgens horen we in Groninger bronnen niets meer over hem, totdat op 18 februari 1454 zijn weduwe Ludeken ter Bruggen vermeld wordt.13 Postuum voert hij ook inderdaad de in Groningen zeldzame titel ‘ridder’.14 Dit is volledig in overeenstemming met de aanname dat Albert en Onno in 1450 hun reis aanvingen, Albert ergens tussen 1450 en 1453 op 12 juli om het leven kwam en Onno na zijn avonturen in 1458 huiswaarts keerde. Een andere reden om geloof te hechten aan deze tijdsvolgorde is dat Onno in geen enkele bron vermeld wordt vóór 10 januari 1458.15 Het is vreemd als hij in 1445 een kerk zou
8 Familiearchief Van Ewsum, inv.nr. 378 [faei378g]: ecclesia villae Middelsum noviter a milite Onnone Eusma constructa ... ex propriis hereditariis bonis construxit et erexit. Alle aangehaalde bronnen berusten in de Groninger Archieven. Tussen rechte haken zijn verwijzingen naar het Digitaal Oorkondeboek Groningen en Drenthe opgenomen (in dit geval: www.cartago.nl/oorkonde/faei378g). 9 Ibid. [faei378d]: literas fundationis ecclesiae in Middelsum custodiendas dimisi. Fundator enim huius ecclesiae est Onno ab Ewsuma, strenuus miles et eques auratus a Cipris construxit et fundavit hanc ecclesiam in honorem Sancti Hippoliti militis fortissimi. 10 Ibid.: libertatem domus quam rector inhabitat et suus capellanus quod non tenetur dare exactiones. 11 Familiearchief Van Ewsum, inv.nr. 155. 12 Archief Armhuiszittendconvent, inv.nr. 11, reg. 69 [ahs069]. 13 Archief Klerken- en Fraterhuis, inv.nr. 67, reg. 53 [kfh053]. 14 Bijv. Huisarchief Farmsum, inv.nr. 844, reg. 146 [haf146]. 15 Familiearchief Van Ewsum, inv.nr. 409 [faei409g].
87
volgens Ubbo Emmius een verzoening zijn voor de doodslag van Ewes vader Hidde Tamminga door Focke Ukena in 1428.16 Dit kan echter niet juist zijn, want Hidde leefde nog op 14 juli 143117 en Ewe kan verder onmogelijk in 1428 een huwbare leeftijd bereikt hebben; zijn moeder Menneke Ewesma leefde nog in 1472 en een geboortedatum voor de beide broers ergens in de jaren twintig van de vijftiende eeuw lijkt veel waarschijnlijker. Er bestaan veel mystificaties rond de vijftiende-eeuwse Van Ewsums die lang niet altijd overeenstemmen met hun vermeldingen in oorkonden. Zeker is dat in 1445 Menneke Ewesma een weduwe was met twee, waarschijnlijk minder jarige zonen. Korte tijd later zal zij hertrouwd zijn met Wigbolt Lewe, die tussen 1448 en 1457 voorkomt als hoofdeling te Middelstum en optreedt namens de belangen van de familie Van Ewsum18. Het heeft er alle schijn van dat Wigbolt Lewe en Menneke Ewesma vanaf 1458 in Middelstum meer op de achtergrond traden en Onno Ewesma de positie als hoofdeling te Middelstum overnam. Zijn broer Ewe had zich te Oosterwijtwerd gevestigd op de goederen van zijn echtgenote. De Heilige Grafkerk in Jerusalem, het reisdoel van Onno Ewesma. Houtsnede uit Bernhard von Breydenbach, Peregrinatio in terram sanctam (1486).
Fragment uit het gedicht ‘Van heer onne van Ewszums jerusalems reysse’: 88In den jare als men schreeff openbaer
dusent vierhondert ende vijfftich jaer nae Christus geburt sij u bekanndtt so was een edel rydder ihn Vreslandt. Sijn naeme was Onno Ewesma, uut Tamminga van des vadders zijde als ick versta, van Onsta van siner moder sijden.* Dese rydder reysede ihn dien tijden tho Jerusalem nae dat hillich graff med hulpe van Gott de hem nie begaff. * Zijn moeder Menneke Ewesma was inderdaad dochter van Ewe Ewesma en Ewert Onsta.
hebben gesticht en vervolgens dertien jaar lang in de archieven onzichtbaar bleef. Waarschijnlijk was hij in 1445 te jong om een dergelijk project aan te vangen. Onno was de tweede zoon van Hidde Tamminga en Menneke Ewesma. De oudste zoon Ewe Ewesma wordt voor het eerst met zekerheid vermeld op 10 februari 1452 en is dan getrouwd met een dochter van Focke Ukena. Dit huwelijk zou
Datering van de bouw Uit het voorgaande volgt dat als Onno de kerk van Middel stum herbouwd heeft, dat pas na 1458 zijn beslag kan hebben gekregen. Over de bouw ontbreken echter schriftelijke gegevens uit die periode zelf. Een (letterlijk) hard gegeven is de gevelsteen in de west gevel van de kerk met het opschrift ‘anno domini mcccclxxxvii tempore Onnonis militis huius ecclesie fundatoris’, oftewel: ‘In het jaar onzes Heren 1487, ten tijde van ridder Onno, stichter van deze kerk’. Deze steen bevond zich tot 1930 boven de zuiddeur van het schip.19 De steen markeert blijkbaar een fase in de bouw van het schip. Opmerkelijk is dat de kerk kroniek uit 1678 het jaartal 1487 koppelt aan het gereed komen van de toren. De gevelsteen kan daar niet de bron voor zijn, want die bevond zich toen nog niet aan de westzijde. Wat dan wel de aanleiding voor de datering van de toren is, is onbekend. In een brief van 30 september 1545 geeft pastoor Johan Mensema in een brief een uniek inzicht in de totstandkoming van het kerkgebouw. We lezen hoe, toen ‘de kercke nyes ghetimmert ende onder dat dack was ende men dat ghestolte tymmeren moste’, men aan Meye Entens op Mentheda vroeg ‘om een opghank van een glasvenster to gheven’ en tevens de gelegenheid gaf een eigen kerkgestoelte te laten timmeren. Meye weigerde een bijdrage aan het interieur te leveren en voegde daaraan toe dat wanneer hij met zijn vrouw ter ker-
16 Ubbo Emmius, Rerum Frisicarum historia (Leiden 1616) 308-309. 17 Kloosterarchieven, inv.nr. 303, reg. 145 [kla0145]. 18 R.H. Alma, ‘De oudst bekende eigenaren en bewoners van het Hinckaertshuis. Drie vrouwen in de hoofdrol’, in: T.J. Hoekstra e.a. (red.), Het Hinckaertshuis. Zeven eeuwen bouwhistorie en bewoners (Groningen 2012) 183-230. 19 GDW, nr. 405. Pathuis spreekt van de deur in de zuiderkruisarm, maar foto’s van vóór de restauratie laten duidelijk zien dat het de zuiddeur in het schip betreft.
De gevelstenen uit (van beneden naar boven) 1487, 1767 en 1831 boven de toreningang aan de westzijde van de kerk. De oudste steen van 1487 is bij de restauratie naar hier verplaatst, wellicht uitgaande van de gedachte dat de toren in dat jaar gebouwd zou zijn. Foto: Omke Oudeman
89 Aanzicht van de toren en kerk vanuit het westen, volgens een tekening door C.H. Peters uit het begin van de 20ste eeuw. Foto RHC Groninger Archieven (1536-214). (links) Detail van de toegang met de gedenkstenen van 1767 en 1831 (‘1539’).
ke kwam, hij wel een plek kon vinden gedurende het horen van de mis. De overige gemeenteleden droegen wel naar draagkracht bij, want door de bouw van de kerk waren de kerkelijke bezittingen grotendeels uitgeput en de goederen bezwaard (“So dan de kerckengoederen meestlick vertymmert ende marckelijcken besvaert weren”). Voor de datering van de bouwfasen van de kerk bevat deze brief belangrijke gegevens, want blijkbaar was Meye Entens de bewoner van
Het zuiderportaal met boven de deur de gevelsteen van 1487, voordat deze tijdens de restauratie boven de ingang in de toren geplaatst werd. Opname van omstreeks 1930. Foto RHC Groninger Archieven (818-20874)
90
de borg Mentheda en al gehuwd toen het dak van de kerk werd gesloten. Dit moet op zijn vroegst omstreeks 1500 zijn geweest, dus ruim na de dood van Onno Ewesma in 1489. Verder schrijft Mensema dat de kruisarmen van de kerk beide aan de Van Ewsums toekomen. Op de plek van het zuiderdwarspand stond ‘een groete capelle myt leyen ghedeck, daer nu dat zuder cruswarck ys, de salighe heer Onno ende vrow Ghele hadden laten tymmeren buten der kercken scade, daer hoer sepultuer (ghelijck se noch is) inne was’. Het noorderdwarspand was gebouwd op het kerkhof. Op die plek waren verschillende pachters van de Van Ewsums begraven, die vóór de bouw elders werden herbegraven. De kerk wilde deze kruisarm ‘in ghoeder proportyen’, blijkbaar identiek aan de zuidelijke arm, oprichten, maar daarvoor waren de kerkengoederen ontoereikend. Daarom heeft Onno’s zoon Wigbolt van Ewsum (ca. 1470-1528) daar toen ‘een marckelijcke hantreckynge to ghedaen ende altoes sijn uterste vlijt in egener parsonen voergewendet dat het begonde tymmer ten ende mochte komen, vake van den morghen tot den avent daerbij wesende, neet alleen myt raet dan, als voerschreven, myt sijnen mylden daet’. Daarom werd hem toegestaan daar een nieuw gestoelte en en nieuwe graf (‘sepultuer’) te maken, mits de kerk en het transept daardoor niet ‘beënghet ende benouwet’ zou worden.20 Hieruit blijkt dat het zuiderdwarspand door Onno Ewesma en zijn vrouw op eigen kosten gebouwd zijn en dat het noorderdwarspand aanvankelijk door de kerk betaald werd, maar
door een aanzienlijke bijdrage en inzet van Wigbolt van Ewsum voltooid is. Dat betekent dat de bouw daarvan gedateerd moet worden in de periode 1506-1514 en/of 1520-1528 toen Wigbolt op zijn voorvaderlijke borg woonachtig was.21 Dat pastoor Mensema expliciet vermeldt dat het zuider dwarspand op kosten van Onno en Gele gebouwd is, impliceert dat dat niet voor de rest van de kerk gold. Bovendien schrijft hij dat de kerkengoederen door de herbouw uitgeput geraakt waren. Wel mag men aannemen dat Onno een zodanige bijdrage leverde, dat zijn titel van ‘fundator’ op de gevelsteen gerechtvaardigd was. Dat de kerk geheel op zijn eigen kosten en tijdens zijn leven is gebouwd, kan echter niet juist zijn; dat het bij deze activiteiten om herbouw ging en niet om een eerste kerkstichting, spreekt vanzelf.
Het epitaaf van Egbert Onsta De roem van Onno Ewesma als kerkstichter trotseerde vele eeuwen. In 1879 werd in de muur van de kerk het epitaaf van Egbert Onsta ontdekt. Achter de geknielde overledene staat een ridder. ‘Wie zal hij anders zijn dan Onno van Ewsum, ridder en hoofdling te Middelstum, stichter en collator der Sint Hypolytus kerk?’ stelde Wumkes in 1908. ‘Hij draagt aan een lint een perkamenten diploom, de stichtingsoorkonde der kerk verbeeldende’.22 Dat de ridder natuurlijk Sint-Hippolytus zelf is, met een toernooischildje in plaats van een stichtingsoorkonde, is overtuigend aangetoond door Victor Schmidt,23 maar Wumkes’ retorische vraag heeft er wel toe
20 Familiearchief Van Ewsum, inv.nr. 1, oud inv.nr. 254. 21 Hartgerink-Koomans, Geslacht Ewsum, pp. 115, 117-118. 22 Wumkes, ‘Het grafmonument’, 231-232. 23 V.M. Schmidt, ‘De epitaaf van Egbert Onsta in Middelstum en de laatmiddeleeuwse steensculptuur in Groningen’, Groninger kerken 17 (2000) 68-75.
Tekening door C.H. Peters van het epitaaf voor Egbert Onsta vóór de restauratie, zonder de later toegevoegde hoofden. Foto RHC Groninger Archieven (1536-1927)
geleid dat op het wapenschildje (en geen stichtingsoorkonde) op onbeholpen wijze een familiewapentje Van Ewsum is gefrommeld. Zolang dat niet verwijderd is – waar ik sterk voor zou pleiten – is het epitaaf een klunzige verbeelding van de legendevorming rond de stichting van de kerk.
91
De bron van het vermeende stichtingsjaar Dat Onno Ewesma niet in 1445 de kerk van Middelstum gesticht kan hebben, is nu wel duidelijk, maar de bron van dat jaartal blijft onbekend. In de zestiende-eeuwse vervalsingen komt het jaar niet uitdrukkelijk voor, net zo min als 1487 voor het bouwjaar van de toren. De kerkkroniek van 1678 noemt de twee bouwjaren en de naam van de ‘eerste pastoor’, heer Bertramus. Deze fantasienaam vinden we uitsluitend in de zestiende-eeuwse vervalsingen terug. Ik vermoed daarom – maar dat is niet meer dan een hypothese – dat ook de stichtingsjaren, aan een zestiende-eeuwse traditie ontleend is. Tenslotte wordt de stichting van de kerk door Onno Ewesma door een van de overgeleverde vervalsingen kort vóór 1451 gedateerd, wat doet vermoeden dat men daarbij 1445 op het oog had. De kerkkroniek van 1678 is in elk geval tot nu toe de oudste zekere bron voor dat jaartal.
Conclusie Vast staat dat de viering van het vijfhonderdjarig bestaan van de huidige Hippolytuskerk te Middelstum in 1945 te vroeg plaats vond. De traditie dat Onno Ewesma de stichter van de kerk was gaat al ver terug en daarom is aan te nemen dat hij een actieve rol bij de herbouw speelde of zelfs het initiatief
Het epitaaf voor Egbert Onsta na de restauratie, met links op het wapenschild van Sint-Hippolytus ten onrechte het bij de restauratie aangebrachte wapen van Onno Ewesma. Foto Omke Oudeman
genomen heeft. Dat kan echter pas in de tweede helft van die eeuw zijn beslag gekregen hebben, waarschijnlijk na 1458. De voltooiing van het gebouw kan vervolgens pas in de eerste helft van de zestiende eeuw hebben plaatsgevonden.
Op Hoogte Gedacht
Bij een kunstwerk van Huang Yong Ping in Vierhuizen Bij de plechtige onthulling op het serene oude kerkhof van Vierhuizen had ik een klein monument voor de eeuwigheid of voor de dood verwacht, net zo sereen als de oude grafstenen en de nieuwe monumenten die ik al op vijf andere oude kerkhoven had gezien. Maar dit was een blije fontein en er speelden kindjes in! Het was nog mooi weer ook. Het oude kerkhof was die dag veranderd in een parkje voor levende mensen. Op andere dagen zal het regenen en zal ik er alleen zijn. Het beeld zal er stil bij liggen, net zo stil als de grote familiegraven van de families die hier al lang niet meer begraven worden. Maar soms schijnt de zon, stroomt de bron en spelen er levende kindjes. Govert Grosfeld
92
Inkstone or Protective Stone Zijn werk combineert de bespiegeling van het Zenboeddhisme met de zelfondervraging van de moderne westerse kunst. Voor Vierhuizen heeft Huang Yong Ping een sculptuur ontworpen waarvan de vorm lijkt op een reuzen-inktsteen. Het beeld is opgebouwd uit negen forse blokken graniet die in China zijn uitgehouwen en bewerkt. De buitenrand is versierd met een drakenmotief; eronder loopt een geul waarin via een fontein water kan stromen. Huang ziet parallellen tussen zijn inktsteen en de context waar het beeld staat: ‘De grafstenen herinnerden me aan onze oosterse inktsteen: zijn vorm, karakter, verschijning. Inktstenen en wat daarbij hoort - pennen, papier, inkt, de schrijvers en hun kalligrafie - met de tijd verdwijnen ze allemaal, maar ‘’de inktsteen’’ bestaat nog steeds. Dit is ook van toepassing op de grafsteen: de inscripties met namen zijn nog maar moeilijk te herkennen maar de steen bestaat nog steeds.’ Huangs sculptuur is tegelijk aards en raadselachtig. De draak is een symbool van de verbeelding en beschermt als het ware de gedachte dat deze reusachtige steen zomaar uit de hemel is komen vallen. Mark Kremer
Huang Yong Ping (Xiamen, 1954) woont en werkt sinds 1989, het jaar dat hij deelnam aan de tentoonstelling Magiciens de la Terre, in Parijs.
Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie
Haven Zuidzijde 7 9679 TD Scheemda Tel. 0597-55 19 09 Fax: 0597-55 29 98 E-mail: info@boerbouw.nl www.boerbouw.nl
Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001
Hetâ&#x20AC;ŻLohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde
MENSE RUITER orgelmakers b.v.
Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl
Het succes van automatisering Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie. Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken… Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl
UW BOUWPARTNER
VOOR:
NIEUWBOUW RENOVATIE / RESTAURATIE ONDERHOUD VAN: - BEDRIJFSPANDEN - WOONCOMPLEXEN - WONINGEN AAN EN VERBOUW VAN UW WONING
G R O N I N G E N KIELER BOCHT 33 0 5 0 - 5 7 5 7 8 0 0
E M M E N
NAUTILUSSTRAAT 7 0 5 9 1 - 6 5 7 9 0
W W W . B R A N D S B O U W . N L
Postbus 5086 9700 GB Groningen
T 050-2100194 M 06-26888044
www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl
Schildersbedrijf â&#x20AC;&#x2030;W.â&#x20AC;&#x2030;Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen
Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770 fax 0591 - 521 016
De Schilder, de beste vriend van je huis
www.kleioskoop.nl Kleioskoop, het historisch onderzoeksbureau van Bernardine Beenackers, realiseert grote en kleine cultuurhistorische projecten in opdracht van erfgoedinstellingen, overheden, scholen en particulieren.
Bouwbedrijf W.H. Blokzijl Hoofdweg 154 Blijham Telefoon 0597 - 56 12 25 fax 56 12 83 Utiliteitsbouw Restauratie Particuliere bouw Houtskeletbouw Onderhoud Renovatie Verbouw
Voor al uw bouwwerken
VASTGOED ONDERHOUD
BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE
Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71 Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail info@vdmaar.nl • Website www.vdmaar.nl
Naamloos-2 1
Hoveniersbedrijf Coen Overdevest Leens Wierde 4 tel. 0595-571187
www.overdevesthoveniers.nl VCA gecertificeerd. Groenkeur gecertificeerd bedrijf.
Lid VHG
06-02-12 21:2
Ontwerp, aanleg, onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting
Voor: * een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan * complete terreininrichting * de aanleg van uw tuin * onderhoud aan uw tuin b.v.: - renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz. * snoeien van bomen en heesters * kappen van bomen * plaatsen van schuttingen, pergola’s, tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz. * aanleg van sierbestrating, grindpaden, schelpenpaden, enz. * aanleg van vijvers * het leggen van graszoden * ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage * levering van bomen, heesters, coniferen, vaste planten, haagen bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.
HOLS TEIN
re s t a u ra t ie a rc h it e c t u u r Kantoren Insulinde Bankastraat 42 J 9715 CD Groningen tel.: 050 5770059 fax: 050 5771904 info@holstein-restauratie.nl www.holstein-restauratie.nl
Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl
Timmer- en restauratiewerken
|
Interieur ontwerp en uitvoering
|
Deskundig in duurzaam (ver)bouwen