Guidestar05-2013

Page 1

Het GRATIS digitale magazine van de Astro Event Group vzw - Redactie@aegvzw.be - www.aegvzw.be - Jaargang 8 - Mei 2013


Editoriaal

Info - Patrick Jaecques is, naast grafisch vormgever en hoofdredacteur van dit magazine, ook oprichter en voorzitter van de Astro Event Group vzw uit Oostende. Een door passie gedreven levensgenieter die al meer dan een kwart eeuw lang het brede publiek informeert over de diverse hemelse wonderen...

Guidestar | 05-2013

Patrick Jaecques

I k z it m e t e e n v r a a g . . .

002

Voorpagina - Een indrukwekkende foto van de Zon waarbij de magneetlussen duidelijk zichtbaar zijn. Bron: SDO / NASA.

Het heeft lang geduurd. Maar het lijkt er op dat de commerciële ruimtevaart dan toch uit de startblokken is geschoten. En hoe! Zo is het aantal opkomende low orbit vluchten, met een ballon of met een diversiteit aan raketvliegtuigen, niet meer te overzien. Zo hebben we er op korte tijd maar liefst twee nieuwe ISS bevoorradingsschepen bij. En de plannen voor een opblaasbaar ruimtehotel in een baan om de Aarde worden steeds realistischer. Wat echter nog niet gezegd kan worden van de plannen om betalende klanten naar de Maan te sturen. De tickets voor de kandidaten die willen meedoen aan de loterij voor een ticket naar de rode planeet zijn gratis. Maar het is dan ook niet zeker dat zij ooit zullen kunnen terugkeren. Maar hoe zit het eigenlijk met de plannen van de grote ruimtevaartnaties?

uit de recente plannen van grootvorst Poetin die zowat de gehele vloot Russische capsules en draagraketten wil vervangen door 21eeeuwse varianten. Zo wil hij ook terug naar de Maan. Dit lijkt in de praktijk toch heel andere koek te zijn dan veilig en wel in een baan om de Aarde te geraken. Alhoewel dat ook niet altijd blijkt te lukken. De Chinezen zijn dan misschien nog kanshebbers. Zij zijn, wat praktijkervaring betreft, snel een achterstand aan het ophalen, maar ze maken zowat uitsluitend gebruik van het materiaal dat de Russen eigenlijk van de hand willen doen. Daarnaast zijn de Russen nooit op de Maan geland, waardoor de Chinezen deze 'knowhow' van ergens anders zullen moeten gaan halen.

Dus blijf ik eigenlijk wat met mijn vraag zitten! Volgens officiële bronnen zou het ISS Misschien moeten we zelf operationeel blijven tot 2020. maar onze dromen vervullen. Met, als we even tussen de Door een coöperatieve op te regels door lezen, vermoedelijk “It suddenly struck me starten. Met geïnteresseerden een verlenging tot eind 2028. that that tiny pea, pretty uit de gehele wereld. Samen Dat betekent dat het ruimteand blue, was the Earth. I werkend aan het gemeenschapstation nog tussen 7 en 15 jaar put up my thumb and pelijke doel: de bemande operationeel zal blijven. Wat shut one eye, and my verkenning van de ruimte. Met ondertussen, en zeker erna, zal thumb blotted out the loodgieters, advocaten, leergebeuren, blijft bijzonder vaag. planet Earth. I didn't feel krachten, fotografen, laboranlike a giant. I felt very, very small.” ten, technici of wie dan ook. Akkoord, er zijn allerlei planDie elk hun steentje kunnen nen. Zoals bijvoorbeeld het bijdragen op de een of andere brengen van mensen naar Neil Armstrong manier: door sponsors te asteroïden (hetgeen mij eerder zoeken, het lanceercentrum te onnodig en bijzonder onzinnig bouwen, het ontwerpen en lijkt). Voor de rest wil de NASA ontwikkelen van eigen ruimtezich vooral gaan bezighouden pakken, capsules en draagraketten… De met het sturen van onbemande sondes naar kennis is er al meer dan een halve eeuw. En planeten. Waar zijn de energie en het misschien komen we op deze manier, door onvolprezen enthousiasme van weleer 'out of the box' te denken en te handelen, wel naartoe? En is het eigenlijk wel slim, of tot oplossingen die duurzaam, innovatief en toelaatbaar, dat de bemande verkenning van goedkoper zijn dan heden het geval is. het zonnestelsel wordt overgelaten aan een Misschien valt die organisatie dan ook wel stel steenrijke bedrijven? Zeker als je ziet wat uiteen door geldgebrek, egocentrisme of een zij hier op Aarde gepresteerd hebben! interne machtsstrijd. Want we blijven nu eenmaal mensen. Met dromen en vele gebreken. Misschien moeten we dan maar hoop putten


Inhoudelijk 04 - Cygnus: nieuw bevoorradingstuig voor het ISS. 09 - Kortnieuws - Sterrenkunde. 10 - Klimaatsverandering maakt einde aan wijnregio's. 11 - Supernova SN 2013am in M65 waargenomen door VSRUG. 12 - Rubriek - European Southern Observatory (ESO). 15 - Rubriek - Nieuw in de boekenkast - Knal ! 16 - Rubriek - Astrofoto van de maand. 19 - Kortnieuws - Sterrenkunde. 20 - Rubriek - Lancering in de kijker - Rusland brengt capsule ... 22 - De Fermi-Paradox: ik zou er niet wakker van liggen... of toch ? 24 - Serie - Inleiding in de astronomie (deel 3). 29 - Kortnieuws - Ruimtevaart. 30 - Rubriek - Gadget(s) v/d maand. 31 - Rubriek - Lanceeroverzicht van de maand. 32 - De kometen van 2013 vanuit Australië. 34 - Rubriek - Woord van de maand - Marcel Gilles Jozef Minnaert. 40 - Rubriek - Space History - Skylab. 42 - Bloemen over Kepler. 43 - Nieuwe hogesnelheidscamera's voor Westerbork. 44 - Rubriek - European Space Agency (ESA). 47 - ESO's VLT schiet een planetaire nevel. 49 - Kortnieuws - Sterrenkunde. 50 - Rubriek - Kennislink - Net sluit zich iets verder om donkere ... 52 - Zonne-instrument Solar Solspec vijf jaar in de ruimte. 53 - ALMA lokaliseert vroege sterrenstelsels in recordtijd. 54 - Zonnevlekkengebied 1726. 56 - Rubriek - Het AEG nieuws. 59 - Kortnieuws - Sterrenkunde. 60 - Rubriek - Hemelkalender. 64 - Wie lost Galileo's belofte in ? 65 - Ruimtevaart in de klas met GRATIS lespaketten. 66 - Rubriek - APOD - De Zon gezien door SDO. 69 - Kortnieuws - Ruimtevaart. 70 - Rubriek - Sateria onder de sterren.

Kris Christiaens Div. / Redactioneel Patrick Jaecques Hugo Van Den Broeck ESO / Rodrigo Alvarez Redactioneel Emiel Veldhuis Div. /Redactioneel Kris Christiaens Edwin Louagie André van der Hoeven Div. /Redactioneel Patrick Jaecques Kris Christiaens Philip Corneille Dirk Devlies Redactioneel Dirk Devlies ASTRON Redactioneel ESO Div. / Redactioneel Roel van der Heijden Tim Somers ESO Sander Vancanneyt Redactioneel Div. / Redactioneel Marc van der Sluys Redactioneel ESA / Redactioneel Rolf Jansen Div. / Redactioneel Filip Feys

Informatief Dit digitale magazine, beschikbaar als PDF en Flash bestand, is een non-profit product van de Astro Event Group vzw uit Oostende en heeft tot doel sterrenkunde, klimatologie en ruimtevaart te promoten bij een zo breed mogelijk publiek. De redactie bestaat uit: Patrick Jaecques (hoofdredacteur en grafisch vormgever), Hendrik De Rycke, Kris Christiaens, Sander Vancanneyt en Joeri De Ro. De vaste rubrieken worden onderhouden door Dirk Devlies, Kris Christiaens, Marc van der Sluys, Filip Feys en Rolf Jansen. Zin om ook een artikel te schrijven en / of rubriek te onderhouden. Contacteer ons dan via redactie@aegvzw.be.

Er is een samenwerkingsverband met diverse websites. Dankzij de steun van de diverse auteurs, de leden en natuurlijk de diverse sponsoren kunnen we deze digitale publicatie gratis verspreiden. Deze digitale publicatie is volledig ontworpen met gratis open-source en / of freeware software zijnde Scribus, Gimp, Foxit Reader, Ink-scape en Paint.net. De 'deadline' ligt steeds vast op de 25e van de maand !

De Astro Event Group vzw, kortweg AEG, is een non-profit sterrenkundige vereniging voor volwassenen uit Oostende die geïnteresseerd zijn in sterrenkunde, klimatologie en / of ruimtevaart. Iedereen met passie voor deze boeiende wetenschappelijke takken is er van harte welkom. Van absolute beginner tot ervaren amateursterrenkundige en dit voor een boeiende, leerrijke en vooral gezellige beleving van z'n hobby. Ook wie niet in de ruime omgeving van Oostende woont heeft baat om lid te worden. Want de vereniging staat ook in voor een resem andere realisaties. Van de diverse boeiende websites, tentoonstellingen, voordrachten, uitstappen, de jaarlijkse StarNights en Space Night evenementen tot dit uitvoerige magazine. Kortom, steun onze vereniging en stort vandaag nog 15,00 euro (of meer) op rekening nummer IBAN: BE84 9730 0675 3759 / BIC: ARSPBE22 met vermelding van "lidgeld" alsook uw naam, adres en e-mail. Wij danken u alvast voor uw steun !

Guidestar | 05-2013

De Astro Event Group vzw, noch enige andere persoon die in zijn naam optreedt, is verantwoordelijk voor het gebruik dat zou kunnen worden gemaakt van de informatie in deze digitale publicatie of voor eventuele fouten die er, ondanks de uiterste zorg bij de voorbereiding van de teksten, nog in zouden staan. Tevens heeft de redactie alle nodige moeite gedaan om te

voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake auteursrechten en om contact op te nemen met de rechthebbenden. Elke persoon die benadeeld meent te zijn en zijn rechten wil laten gelden wordt verzocht zich bekend te maken. De redactie heeft het recht ingezonden artikels en / of rubrieken te weigeren die niet relevant en / of discriminerend zijn tegen een individu, groep of organisatie. Ook zaken die indruisen tegen de doelstellingen van de vereniging kunnen verwijderd worden. De redactie, onder leiding van de hoofdredacteur, heeft hierbij steeds het laatste woord !

Foto - Eén van de drie beelden uit ESO's Giga Galaxy Zoom project van het centrale deel van de melkweg. De regio toont de omgeving van het sterrenbeeld Sagittarius tot Schorpioen. Het beeld werd gemaakt door middel van een 10 cm Takahashi FSQ 106Ed f/3.6 telescoop met een SBIG STL CCD camera op een NJP160 montering gebruik makend van een resem filters. Het gehele beeld bestaat uit zo'n 1200 afzonderlijke beelden met in totaal meer dan 200 uur belichtingstijd. Bron: ESO / S. Guisard.

003


Hoofdartikel

Cygnus: nieuw bevoorradingstuig voor het ISS Kris Christiaens

Het onbemande Cygnus ruimtetuig werd ontworpen en gebouwd door het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Orbital Sciences Corporation (OSC) met als doel het internationale ruimtestation ISS te bevoorraden. Indien alles verloopt volgens planning moet het eerste Cygnus ruimtetuig in 2013 in de ruimte gebracht worden door middel van de nieuwe Antares draagraket. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA liet in februari 2008, in het kader van Commercial Orbital Transportation Services (COTS) programma, weten dat het Orbital Sciences Corporation en zijn Cygnus ruimtetuig had geselecteerd als tweede commerciële bevoorrader voor het ISSruimtestation. De andere commerciële partner in het bevoorraden van het ISS is het Amerikaanse bedrijf SpaceX met zijn Dragon ruimtetuig. In het Commercial Resupply Services (CRS) contract dat NASA afsloot met Orbital Sciences Corporation staat dat het bedrijf twintig ton aan vracht moeten leveren naar het ISS tijdens acht Cygnus-missies.

Service Module gebouwd wordt door Orbital Sciences Corporation in de Verenigde Staten is de Pressurized Cargo Module afkomstig van de Italiaanse vestiging van het Europese ruimtevaartbedrijf Thales Alenia Space. Het ontwerp van de Service Module werd gebaseerd op dat van het STAR-platform dat Orbital Sciences Corporation ook gebruikt bij de bouw van communicatiesatellieten. De Service Module heeft een gewicht van ongeveer 1,8 ton en beschikt over raketmotoren die als brandstof hydrazine en distikstoftetraoxide gebruiken. Aan deze Service Module bevinden zich ook twee zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit die gebouwd worden door het Nederlandse ruimtevaartbedrijf Dutch Space. Het belangrijkste onderdeel van elke Cygnus is ongetwijfeld de Pressurized Cargo Module. Het ontwerp van deze module werd gebaseerd op dat van de Multi-Purpose Logistics Module (MPLM). Deze 1,8 ton zware cilindervormige ruimte is 3,6 meter lang, heeft een diameter van 3,07 meter en beschikt over een vrachtruimte die alles samen 18,9 kubieke meter groot is. Binnenin deze ruimte kan men twee ton aan vracht opbergen om dit vervolgens naar het internationale ruimtestation ISS te brengen. Aan de Pressurized Cargo Module bevindt zich ook een Common Berthing Mechanism waarmee men het bevoorradingstuig kan vasthechten aan het Amerikaanse gedeelte van het ISS. Na de eerste drie missies van het Cygnus ruimtetuig is Orbital Sciences Corporation van plan om een grotere variant van de Cygnus te gebruiken. Deze variant beschikt over een iets langere Pressurized Cargo Module zodat men dan over 27 kubieke meter opbergruimte beschikt. Daarnaast zal voor de grotere variant de Service Module ook uitgerust worden met lichtere zonnepanelen die ontwikkeld worden door Alliant Techsystems (ATK). Het uiteindelijk doel is om met de grotere variant 700 kilogram meer vracht naar het ISS te brengen.

Guidestar | 05-2013

Nieuwe raket met Russische motoren

004

Foto - Voor de lancering wordt de Antares-draagraket gebruikt, die Orbital Sciences Corporation speciaal voor de Cygnus heeft ontwikkeld. Bron: Wikipedia.

Deels Amerikaans en deels Italiaans Elk Cygnus ruimtetuig bestaat uit twee belangrijke onderdelen. Zo is de Pressurized Cargo Module (PCM) een onder druk gebrachte ruimte waarin men vracht kan opbergen die in een baan om de Aarde kan worden overgeladen door ruimtevaarders naar het ISS. Achter de Pressurized Cargo Module (PCM) bevindt zich de Service Module (SM) waarin zich het propulsiegedeelte en andere cruciale vluchtapparatuur bevinden. Terwijl de

Om het Cygnus bevoorradingstuig in de ruimte te brengen, doet men beroep op een gloednieuwe draagraket. De veertig meter lange ‘Antares’ raket behoort tot de groep van de ‘Medium-Class Launch Vehicles’ en werd eveneens door Orbital Sciences Corporation ontwikkeld. Deze raket kan vrachten tot vijf ton in een lage baan om de Aarde brengen. Elke Antares raket bestaat uit twee trappen waarvan de onderste voorzien werd van twee op vloeibare brandstof werkende Russische NK-33 raketmotoren. Deze motoren zouden oorspronkelijk in de jaren ’60 gebruikt worden voor de Russische N1 Maanraket maar een deel werd in de jaren ’90 verkocht aan het Amerikaanse propulsiebedrijf Aerojet. Alles samen kocht Aerojet 36 motoren voor een prijskaartje van 1,1 miljoen dollar per stuk en


Guidestar | 05-2013

005


pastte deze vervolgens aan aan de Amerikaanse normen en eisen. Aangezien Orbital Sciences Corporation weinig of geen ervaring heeft met het ontwikkelen van een rakettrap die werkt op vloeibare brandstof vroeg het Amerikaanse bedrijf technische hulp van het Oekraïense ruimtevaartbedrijf Yuzhnoye Design Bureau. Dit bedrijf bouwt ondermeer de Zenit raketten en hielp Orbital Sciences Corporation bij het ontwerp en de bouw van de onderste Antares rakettrap. Opvallend genoeg hebben zowel de Antares raket alsook de Zenit raketten een diameter van 3,9 meter. De tweede trap van de Antares raket beschikt over een Castor 30 raketmotor die gebouwd wordt door ATK. Deze rakettrap maakt gebruik van een vaste brandstof. De tweede rakettrap moet het Cygnus ruimtetuig uiteindelijk tot in de juiste baan om de Aarde brengen.

Guidestar | 05-2013

Foto - Van links naar rechts: Bill Wrobel (directeur Wallops Flight Facility), Chris Scolese (directeur Goddard light Center), Charles Bolden (NASA administrator) en Frank Culbertson (senior vice president for human spaceflight systems). Bron: Wikipedia.

006

Lancering en vlucht In tegenstelling tot andere Amerikaanse draagraketten en ruimtetuigen zal de Antares niet gelanceerd worden vanop de Cape Canaveral of Vandenberg lanceerbasissen. De thuisbasis van de Antares is de Mid-Atlantic Regional Spaceport (MARS) in de Amerikaanse staat Virginia. Dit lanceercomplex bevindt zich op de terreinen van NASA’s Wallops Flight Facility en beschikt over twee lanceerplatformen met bijhorende infrastructuur. Orbital Sciences Corporation lanceerde in het

verleden ook al haar Minotaur raketten vanop de Mid-Atlantic Regional Spaceport. Wanneer een onbemand Cygnus bevoorradingstuig zich succesvol in een lage baan om de Aarde bevindt, zal dit zich op eigen kracht tot bij het internationale ruimtestation ISS begeven. Eenmaal aangekomen bij het ISS zal de Cygnus ‘vastgegrepen’ worden door de Canadarm2 robotarm van het ruimtestation waarna men het bevoorradingstuig zal vasthechten aan het Amerikaanse gedeelte van het ISS. Deze complexe procedure werd in het verleden nog toegepast en zal worden uitgevoerd door ruimtevaarders aan boord van het ruimtestation. Op het einde van zijn missie zal de Cygnus geladen worden met ongeveer 1,2 ton aan afval waarna het bevoorradingstuig zal opbranden in de atmosfeer van de Aarde. Geslaagde testvlucht In december 2009 voerde ATK een test uit met de Castor 30 raketmotor en in maart 2010 werden de NK-33 raketmotoren getest door Orbital Sciences Corporation. De eerste testvlucht van de Antares had normaal in 2011 al moeten plaatsvinden maar werd verschillende malen uitgesteld omwille van bijkomende testen en aanpassingen. Om zowel de nieuwe Antares raket alsook de lanceerinfrastructuur uitvoerig te testen ondernam Orbital Sciences Corporation in april 2013 uiteindelijk een eerste testvlucht. Zo werd op zondag 22 april 2013 voor het eerst een nieuwe Antares raket gelanceerd die met succes een vracht in de ruimte bracht. Voor Orbital Sciences Corporation was deze geslaagde testvlucht een mijlpaal aangezien het bedrijf zich nu volop kan concentreren op bevoorradingsmissies voor het internationale ruimtestation ISS. De gloednieuwe draagraket vertrok om 23u00 Belgische tijd vanop de Mid-Atlantic Regional Spaceport (MARS) in de Amerikaanse staat Virginia. Deze lancering had normaal enkele dagen eerder moeten plaatsvinden maar werd omwille van technische problemen en slecht weer uitgesteld. Aan boord van de Antares bevond zich een zogenaamde 'mass simulator' waarmee Orbital Sciences Corporation wou testen of de raket probleemloos een vracht in de ruimte kon brengen. Tien minuten na de start van de lancering werd de 3,7 ton zware ‘dummy’ vracht probleemloos uitgezet in een lage baan om de Aarde op een hoogte van ongeveer 250 kilometer. Nu deze eerste testvlucht achter de rug is, plant Orbital Sciences Corporation in 2013 nog een demonstratievlucht van het Cygnus ruimtetuig waarbij men voor het eerst zal proberen om het bevoorradingstuig vast te hechten aan het ISS. Indien men hierin slaagt, wordt Cygnus het vijfde ruimtetuig dat vracht naar het internationale ruimtestation ISS kan brengen. Deze demovlucht is momenteel voorzien voor juni 2013.


Guidestar | 05-2013

007



Er zijn sterren ontdekt die aan het ontstaan zijn op één van de gevaarlijkste plekken in het heelal: aan de rand van een supermassief zwart gat in het hart van onze Melkweg. Niet eerder zagen wetenschappers daar zo'n ster vormen. Een internationale groep sterrenkundigen heeft de ontdekking gedaan. Die verschijnt binnenkort in het wetenschapsblad The Astrophysical Journal. Het middelpunt van onze Melkweg is een enorm zwart gat, een plek waar de zwaartekracht zo groot is dat zelfs licht niet kan ontsnappen. Sterren, planeten en andere hemellichamen worden naar het gat gezogen en gaan daar met veel geweld ten onder. In die enorme krachten zouden stof en gas onmogelijk kunnen samenklonteren tot sterren, maar toch is dat wat de astronomen hebben gezien. ''We hebben plekken gezien waar het stof en gas zo dik is geworden dat zij de onherbergzame omgeving kunnen trotseren'', verklaarde Farhad Yusuf-Zadeh. Als die klonten stof en gas dik genoeg worden, ontstaat een kettingreactie. Ze trekken nieuw gas en stof aan, worden zo steeds groter en krijgen dus meer aantrekkingskracht. Zo wordt uiteindelijk een nieuwe ster geboren. Bron: ANP / 03-04-2013. De eerste resultaten van een grote zoektocht naar de mysterieuze donkere materie zijn naar buiten gebracht. Wetenschappers hebben kosmische straling gemeten met de Alpha Magnetic Spectrometer (AMS), een meetinstrument dat vastzit aan het internationale ruimtestation ISS. Daaruit blijkt dat de straling veel hoogenergetische positronen bevat. Nu is het de vraag of de positronen van donkere materie afkomstig zijn. Een positron is een anti-elektron: het heeft dezelfde massa, maar een tegenovergestelde lading. Positronen ontstaan volgens theoretische modellen onder andere bij deeltjesreacties in donkere materie, de onzichtbare vorm van materie die volgens natuurkundigen bijna een kwart van de massa van het universum vormt. De positronen zijn vanuit alle richtingen op de AMS terechtgekomen. Volgens de wetenschappers wijst dat erop dat ze verspreid door de Melkweg zijn ontstaan, mogelijk uit donkere materie. Ze sluiten andere verklaringen echter nog niet uit. De positronen kunnen bijvoorbeeld ook afkomstig zijn van pulsars, snel roterende neutronensterren. Die laatste optie is volgens dr Patrick Decowski, leider van de onderzoeksgroep donkere materie van het fysica-instituut Nikhef in Amsterdam, het meest voor de hand liggend. ‘De metingen komen niet overeen met wat we verwachten van donkere materie. Dat de positronen uit alle richtingen komen, zegt weinig. Geladen deeltjes buigen in de ruimte voortdurend op allerlei manieren af onder invloed van magneetvelden’, zegt Decowski. De wetenschappers publiceerden hun bevindingen in het vakblad Physical Review Letters. Binnen een paar maanden hopen ze met nieuwe metingen uitsluitsel te geven over de herkomst van de positronen. Decowski: ‘Dan zullen ze niet alleen naar positronen moeten kijken, maar ook naar andere deeltjes die uit donkere materie kunnen voortkomen. Anders kun je nooit uitsluiten dat de positronen van pulsars komen.’ Bron: Yannick Fritschy / 05-04-2013. NASA richt haar pijlen niet enkel op het heelal, ze neemt ook de aarde onder de loep. Geen ingewikkelde wetenschappelijke vraagstukken deze keer, maar een 2,27 minuten durende video met imposante beelden van Moeder Aarde die de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie vorig jaar verzamelde. Onderstaande video is een aaneenschakeling van onder andere

computermodellen en beelden van het internationale ruimtestation ISS. Zie: www.nasa.gov. Bron: NASA / 0604-2013. Zonnevlammen, de toestand van de ionosfeer, magnetische verstoringen rondom de aarde en het gedrag van energetische deeltjes ter hoogte van satellietbanen: binnen het nieuwe SSA Space weather Coordination Centre (SSCC), dat vorige week officieel van start ging, bundelt ESA al zijn expertise over het ruimteweer. Het is de bedoeling dat ESA vanuit het nieuwe zenuwcentrum op tijd kan waarschuwen als er in de ruimte iets gebeurt dat van belang is voor satellieten. Op die manier moet de schade voor economisch vitale sectoren als de olie- en gaswinning, telecommunicatie en navigatie zoveel mogelijk beperkt blijven. Bron: ESA / 06-04-2013. Wetenschappers hebben de geboorte van een ster waargenomen op een afstand van 55 miljoen lichtjaar. Bijzonder is dat de ster zich niet in een sterrenstelsel lijkt te bevinden. De ontdekking werd onder andere gedaan met de Subaru-telescoop op Hawaï. De geboorte van de zogenoemde blauwe superreus en werd gezien in het Virgo-cluster, een verzameling van ongeveer 1000 sterrenstelsels in relatieve nabijheid van de Melkweg. Tussen deze sterrenstelsels in het cluster bevindt zich een ijl en heet plasma met een temperatuur van ongeveer een miljoen graden Celsius. Bovendien worden er winden van wel vier miljoen kilometer per uur waargenomen. Astronomen uit Taiwan en India wilden weten of het mogelijk was dat er zich onder dit soort turbulente omstandigheden nieuwe sterren kunnen vormen. Ze namen daarvoor een gaswolk onder de loep die vanuit het kleine sterrenstelsel IC 3418 in het intergalactische medium van het Virgo-cluster valt. Het vormt als het ware een staart van ruim 55.000 lichtjaar achter het sterrenstelsel. Het bleek dat er inderdaad nieuwe sterren worden gevormd. Er werd namelijk een zwakke bron van ultraviolet licht waargenomen dat een spectrum heeft dat precies overeenkomt met de geboorte van blauwe superreuzen in ons eigen Melkweg. Volgens de betrokken wetenschappers is het waarschijnlijk de verste ster die met deze methode is ontdekt. Bron: AA / 06-04-2013. De Europese planeetverkenner Mars Express fotografeerde begin dit jaar het Arima-kraterduo op de planeet. De twee kraters (de rechter van de twee heet Arima; de linker is naamloos) hebben afmetingen van ca. 50 km. Beide kraters vertonen grote centrale depressies, die vermoedelijk gevormd zijn door de plotselinge verhitting en de resulterende 'explosie' van ondergronds ijs tijdens de (dubbele) inslag waardoor de kraters ontstonden. Mars Express legde ook de topografie van de twee kraters vast (verschillende hoogtes zijn weergegeven met verschillende kleuren). Soortgelijke centrale depressies in inslagkraters komen vaker voor op Mars, en ook op de ijsmanen van de reuzenplaneten. Hun ontstaan wordt nog steeds niet volledig begrepen, maar het is zo goed als zeker dat er sprake is van explosieve verschijnselen. Bron: GS / 0604-2013

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

We hebben ongetwijfeld allemaal wel al eens gehoord van ruimtevaartorganisaties als NASA, ESA en Roscosmos. Deze organisaties, en bijhorende landen, zijn al sinds de jaren '50 en '60 intensief bezig met de verkenning van het zonnestelsel en hebben vrijwel permanent mensen in een baan om de Aarde. Naast de drie grote ruimtevaartagentschappen bestaan er ook tientallen andere organisaties, afkomstig uit alle mogelijke landen, die de laatste jaren een bijzondere opmars maken in de ruimtevaart en ruimte-onderzoek. Zo wordt in deze voordracht dan ook uitgebreid aandacht besteedt aan ondermeer het Agência Espacial Brasileira uit Brazilië, het Korea Aerospace Research Institute uit Zuid-Korea, het Comisión Nacional de Actividades Espaciales uit Argentinië en het Pakistan Space and Upper Atmosphere Research Commission uit Pakistan. Daarnaast wordt ook even stilgestaan bij landen met omstreden ruimtevaartprogramma's. Datum - Vrijdag 3 mei 2013. 20.30 uur t/m 22.30 uur. Toegang: GRATIS. Locatie - Forum zaal in de Openbare Bibliotheek Kris Lambert. Wellingtonstraat 7 te 8400 Oostende.

Guidestar | 05-2013

Voordracht : Nieuwe ruimtevaartnaties door Kris Christiaens

009


Artikel

Klimaatsverandering maakt einde aan wijnregio's Patrick Jaecques

Afgelopen maand, toen ik te gast was bij een traditionele wijnboer in Kröv (Duitsland), kwam het thema klimaatsverandering al snel aan bod. En moest de wijnboer constateren dat de winter in het dal de afgelopen 35 jaar nog nooit zo lang geduurd heeft. Wat ervoor zorgt dat het oogsten later zal vallen. En ze hopen op voldoende zonnige dagen om toch nog een goede oogst, en wijn, te kunnen leveren. Dit is echter niet de enige regio in Europa die te kampen heeft met een veranderend klimaat... Tal van bekende wijnregio's zoals Bordeaux of de Rhônevallei krijgen het in de komende decennia steeds moeilijker om kwaliteitswijn te produceren. Een nieuwe studie voorspelt namelijk dat de producenten door de klimaatverandering gedwongen zullen worden om te verhuizen naar andere gebieden.

China maar ook België en Nederland. "De klimaatverandering zal de potentiële wijngebieden over de hele wereldkaart verschuiven", zegt Lee Hannah, hoogleraar Klimaatbiologie aan het Moore Center for Ecosystem Science and Economics. "Dit is nog maar het topje van de ijsberg: hetzelfde zal van toepassing zijn voor vele andere gewassen." De trend houdt indirect ook risico's in voor het waterverbruik en wilde diersoorten. Wijnboeren zullen de stijgende temperaturen willen compenseren met meer irrigatie en verneveling om de druiven koel te houden. Maar dat kan leiden tot watertekorten in regio's zoals Californië, die nu al met droogte te kampen krijgen. Bovendien komen de wilde dieren in gevaar die in gebieden leven waar nu nog geen productie mogelijk is. Zo voorspellen de wetenschappers dat de Californische wijngebieden zullen opschuiven naar de Rocky Mountains bij de grens met Canada, waar de druk op soorten als de grizzlybeer en de grijze wolf zal toenemen. "De klimaatverandering zal tot concurrentie leiden tussen de landbouw en het wild wijndruiven zijn maar één voorbeeld", zegt Rebecca Shaw, medeauteur van de studie. "Dit kan rampzalige gevolgen hebben voor wilde dieren."

Guidestar | 05-2013

Daarenboven, en daar houden de studies helaas weinig tot geen rekening mee, vindt de hedendaagse wijnboer ook geen opvolging. Zonen en dochters vinden de inspanningen ten opzichte van de inkomsten (en de nog steeds veel te lage wijnprijzen) onevenwichtig. Zelfs seizoenspersoneel, voor het oogsten van de druiven, vinden ze tegenwoordig al bijna niet meer. En zijn het vooral ouderen uit de regio die het zware werk nog willen en kunnen. Bij de traditionele wijnboer uit Kröv ligt de gemiddelde leeftijd overigens midden zeventig. Dat zegt genoeg.

010

Een allerlaatste studie, deze week nog van persen gerold, stelt dat België vanaf 2050 een betere regio zal zijn om wijn te telen dan het zuiden van Frankrijk. Foto - De wijnbouwgeschiedenis van de Moezel gaat terug tot begin 4e eeuw, en onder impuls van Karel de Grote werd omstreeks 800 een selectie van de beste druiven en de beste liggingen, gecombineerd met een strenge wetgeving voor wijnbouwers en handelaren, doorslaggevend voor het ontstaan van een kwaliteitsgebied.Bron: Wik-pedia.

De wetenschappers onderzochten negen grote wijnregio's in onder meer Californië, Chili, Frankrijk, Zuid-Afrika en Australië. Ze kwamen tot de conclusie dat stijgende temperaturen de productie van kwaliteitswijn over dertig jaar al zo goed als onmogelijk zullen maken. Het onderzoek verscheen in Proceedings of the National Academy of Sciences. De wijnproductie zal noodgedwongen moeten uitwijken naar gebieden die tot nog toe ongeschikt werden bevonden, zoals centraal

Een situatie dat ervoor zorgt dat heel wat traditionele familiebedrijven, samen met hun kunde, de komende jaren zullen verdwijnen. En plaats zullen maken voor grotere industriële initiatieven. Die wijn maken zonder karakter of diepgang. Zoet als frisdrank. Twijfelaars aan de klimaatsverandering zullen alvast niet bij mij moeten komen klagen wanneer hun wijn duurder wordt. Ik zie namelijk al bijna dertig jaar de tekenen van de grote verandering...


Artikel

Supernova SN 2013am in M65 waargenomen door VSRUG

Een supernova Type II vloeit voort uit het natuurlijke levenseinde van zware sterren en waarbij waterstof in het spectrum wordt waargenomen. Alhoewel het sterrenstelsel M65 ook nog donkere stofbanden bezit, wat duidt op de vorming van jonge sterren, bestaat het echter hoofdzakelijk uit oude sterren die hun einde nabij zijn. Op het ogenblik van de ontdekking was de supernova vrij zwak met een geschatte magnitude hoger dan 16. De galaxy M65 ligt in het sterrenbeeld “De Leeuw” op zo een 35 miljoen lichtjaar van ons verwijderd. M65 werd voor het eerst gezien door de Franse astronoom Charles Messier in het jaar 1780. Samen met zijn buurstelsels, M66 en NGC3628 vormt M65 het zogenaamde Leo Triplet. Het Leo Triplet is een groep van sterrenstelsels die gravitationeel met elkaar verbonden zijn. In de nacht van 12 op 13 maart 2013 maakte een team van zes VSRUG leden, (Guy Wauters, Chris De Pauw, Hugo Van Eeckhaut, Angelo Van Daele, Dirk Van Den Branden en Hugo Van den Broeck) fotografische opnamen van het sterrenstelsel M65. Ruim één week vóór de ontdekking was er op deze opnamen nog geen uitbarsting noch een ster te bespeuren op de plaats waar de supernova zou verschijnen. De remote opnamen werden gemaakt door middel van de apparatuur van het San Pedro Valley Observatory, gelegennabij

het stadje Benson in de staat Arizona van de Verenigde Staten. De foto werd gemaakt met een SBIG (Santa Barbara Instruments Group) ST11000M CCD camera en een 12,5 inch diameter f/9 RC (Ritchey Chrétien) spiegel telescoop.

Foto - M65 Een deel van de LRGB opname met een belichtingstijd van 60:20:20:20 minuten (Totale belichtingstijd 2 uur) op 12 en 13 maart 2013. Nog geen supernova te zien. Bron: Hugo Van Der Broeck. Meer informatie : www.rug-a-pien.be

Hugo Van Den Broeck

Op 21 maart 2013 ontdekte M. Sugano vanuit de Japanse plaats Kakogawa een supernova in het sterrenstelsel Messier M65. Deze supernova kreeg de officiële aanduiding mee “SN 2013am”. De supernova werd geklasseerd als een Type II supernova.

In de nacht van 6 op 7 april 2013, dus ruim 2 weken na de ontdekking van supernova SN 2013am werden door hetzelfde team van de VSRUG, met dezelfde remote apparatuur, opnieuw opnamen gemaakt van het Leo Triplet. Niettegenstaande het hier een opname betreft met een breed beeldveld, waarin alle 3 de leden van het Leo Triplet gelijktijdig te zien zijn, is de supernova SN 2013am goed te zien in M65. De magnitude ervan werd bepaald door de fotometrische verwerking van de “clear” opname in MaximDL, samen met een aantal vergelijksterren in de buurt, geleverd door de AAVSO. Het VSRUG team bekwam aldus een magnitude van 15,87. Foto - M65 Een deel van de LRGB opname met een belichtingstijd van 30:20:20:20 minuten (Totale belichtingstijd 1,5 uur). Op 6 en 7 april 3013. Met Supernova SN 2013am! Bron: Hugo Van Der Broeck.

Guidestar | 05-2013 011


Rubriek - European Southern Observatory Rodrigo Alvarez

Record pulsar stelt algemene re

Info - De Europese Zuidelijke Sterrenwacht is een Europese organisatie die zich bezighoudt met astronomisch onderzoek. Het hoofdkantoor is gevestigd in Garching, nabij München. De ESO beheert twee sterrenwachten in Chili, een op La Silla, ten oosten van La Serena, de ander op Paranal, ten zuiden van Antofagasta. Op Paranal bevindt zich de Very Large Telescope (VLT). Op dit moment wordt een derde faciliteit gebouwd op de hoogvlakte van Chajnantor, op 5000 m hoogte, in de buurt van San Pedro de Atacama, waar de Atacama Large Millimeter Array (ALMA) zal verrijzen. Meer informatie :

Guidestar | 05-2013

eson-belgium@eso.org

012

Astronomen hebben ESO’s Very Large Telescope en een aantal radiotelescopen elders ter wereld gebruikt om een bizar stellair duo op te sporen en te onderzoeken. Het om elkaar heen draaiende tweetal bestaat uit de zwaarste neutronenster die tot nu toe is opgespoord en een witte dwergster. Dankzij deze vreemde nieuwe dubbelster kan Einsteins zwaartekrachtstheorie – de algemene relativiteitstheorie – sterker op de proef worden gesteld dan tot nu toe mogelijk was. Tot nu toe komen de waarnemingen exact overeen met de voorspellingen van de algemene relativiteitstheorie en zijn zij in strijd met die van enkele alternatieve theorieën. De resultaten zullen op 26 april 2013 in het tijdschrift Science verschijnen. Een internationaal onderzoeksteam heeft een bijzonder object ontdekt: een piepkleine, maar ongewoon zware neutronenster die 25 keer per seconde om zijn as tolt, waar eens in de tweeënhalf uur een witte dwergster omheen wentelt. De neutronenster is een pulsar die radiogolven uitzendt die met radiotelescopen op aarde kunnen worden ontvangen. Hoewel dit exotische duo op zichzelf al heel interessant is, is het ook een uniek laboratorium voor het toetsen van natuurkundige theorieën. De pulsar, die PSR J0348+0432 heet, is het overblijfsel van een supernova-explosie. Hij is tweemaal zo zwaar als de zon, maar slechts twintig kilometer groot. De zwaartekracht aan zijn oppervlak is meer dan 300 miljard keer zo sterk als die op aarde, en de materie in zijn kern is zo sterk samengeperst dat een stukje ter grootte van een suikerklontje meer dan een miljard ton weegt. De begeleidende witte dwerg is al bijna net zo exotisch: het betreft het gloeiende overblijfsel van een veel minder zware ster die zijn atmosfeer heeft afgestoten en langzaam afkoelt. ‘Ik nam dit stelsel waar met ESO’s Very Large Telescope, om te zoeken naar veranderingen in het licht van de witte dwerg die het gevolg

zijn van zijn beweging om de pulsar,’ zegt John Antoniadis, promovendus aan het MaxPlanck Institut für Radioastronomie (MPIfR) in Bonn en hoofdauteur van het artikel. ‘Een snelle analyse leerde me dat de pulsar nogal een zwaargewicht is. Hij heeft twee keer zoveel massa als de zon en is daarmee niet alleen de zwaarste neutronenster die we kennen, maar ook een uitstekend fysisch laboratorium.’ Einsteins algemene relativiteitstheorie, die de zwaartekracht verklaart als een gevolg van de kromming van de ruimtetijd door de aanwezigheid van massa en energie, heeft sinds haar publicatie, bijna een eeuw geleden, alle tests doorstaan. Maar zij kan niet de definitieve verklaring zijn en zal op enig moment tekortschieten [1]. Natuurkundigen hebben diverse alternatieve zwaartekrachtstheorieën ontwikkeld die andere voorspellingen doen dan de algemene relativiteitstheorie. Voor sommige van deze theorieën zouden deze verschillen alleen tot uiting komen in extreem sterke zwaartekrachtsvelden die nergens in ons zonnestelsel te vinden zijn. Qua zwaartekracht is PSR J0348+0432 werkelijk een extreem object, zelfs in vergelijking met andere pulsars die zijn gebruikt om Einsteins algemene relativiteitstheorie nauwkeurig op de proef te stellen [2]. In zulke sterke zwaartekrachtsvelden kan een kleine toename van de massa tot grote veranderingen in de ruimtetijd rond zulke objecten leiden. Tot nu toe hadden astronomen geen idee wat er zou gebeuren bij een zware neutronenster als PSR J0348+0432. Dit object biedt dus de unieke mogelijkheid om de algemene relativiteitstheorie strenger te toetsen dan tot nu toe mogelijk was. Het team heeft waarnemingen van de witte dwerg met de Very Large Telescope gecombineerd met een zeer nauwkeurige timing van de pulsar met radiotelescopen [3]. Zo’n compacte dubbelster zendt zwaartekrachtsgolven uit en verliest daardoor energie.


elativiteitstheorie op de proef Dit leidt ertoe dat de afstand tussen de beide objecten heel langzaam kleiner wordt en hun omlooptijd afneemt. De algemene relativiteitstheorie en de alternatieve theorieën doen verschillende voorspellingen voor die afneming. ‘Onze radiowaarnemingen waren zo nauwkeurig, dat we een verandering in de omlooptijd van 8 miljoenste van een seconde per jaar hebben kunnen meten – precies wat Einsteins theorie voorspelt,’ aldus teamlid Paulo Freire.

Russell Hulse, die daarvoor in 1993 de Nobelprijs van de natuurkunde hebben ontvangen. Zij deden heel nauwkeurige metingen van de eigenschappen van dit bijzondere object en stelden vast dat deze exact in overeenstemming waren met het energieverlies ten gevolge van zwaartekrachtsstraling, zoals voorspeld door de algemene relativiteitstheorie.

En dit is nog maar het begin van het nauwkeurige onderzoek van dit unieke object: mettertijd zullen astronomen J0348+0432 gebruiken om de algemene relativiteitstheorie nog sterker op de proef te stellen.

Noten [1] De algemene relativiteitstheorie is niet verenigbaar met de andere belangrijke theorie van de 20ste-eeuwse natuurkunde, de kwantummechanica. Ook voorspelt zij dat er onder bepaalde omstandigheden singulariieiten bestaan – gebieden waar de in de gewone natuurkunde geldende wetten niet geldig zijn, bijvoorbeeld in het centrum van een zwart gat. [2] De eerste dubbelpulsar, PSR B1913+16, is ontdekt door Joseph Hooton Taylor jr. en

[3] Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens van de radiotelescopen van Effelsberg (zie foto), Arecibo en Green Bank en van waarnemingen met ESO's Very Large Telescope en de William Herschel Telescope. De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden in het artikel 'A Massive Pulsar in a Compact Relativistic Orbit' van John Antoniadis e.a., dat op 26 april 2013 in het tijdschrift Science verschijnt.

Guidestar | 05-2013

‘Ik nam dit stelsel waar met ESO’s Very Large Telescope, om te zoeken naar veranderingen in het licht van de witte dwerg die het gevolg zijn van zijn beweging om de pulsar,’ zegt John Antoniadis, promovendus aan het MaxPlanck Institut für Radioastronomie (MPIfR) in Bonn en hoofdauteur van het artikel. ‘Een snelle analyse leerde me dat de pulsar nogal een zwaargewicht is. Hij heeft twee keer zoveel massa als de zon en is daarmee niet alleen de zwaarste neutronenster die we kennen, maar ook een uitstekend fysisch laboratorium.’

Foto - Deze afbeelding toont het exotische dubbele object dat bestaat uit een piepkleine, maar ongewoon zware neutronenster die 25 keer per seconde om zijn as tolt, waar eens in de tweeënhalf uur een witte dwerg omheen wentelt. De neutronenster is een pulsar, PSR J0348 +0432 geheten, die radiogolven uitzendt die met radiotelescopen op aarde kunnen worden ontvangen. Hoewel dit ongewone tweetal op zichzelf al heel interessant is, is het ook een uniek laboratorium voor het toetsen van natuurkundige theorieën. Het stelsel zendt zwaartekrachtsstraling uit – rimpelingen in de ruimtetijd. Astronomen kunnen deze golven nog niet rechtstreeks waarnemen. Wel kan het energieverlies dat zij veroorzaken worden geregistreerd door de verandering te meten van de omlooptijd van het stelsel. Omdat de pulsar zo klein is, zijn de beide objecten hier niet op gelijke schaal afgebeeld. Bron: ESO / L. Calçada.

013



Rubriek

Nieuw in de boekenkast... Elke maand stellen wij u een digitaal of traditioneel klassiek papieren boek voor dat beslist uw aandacht verdiend zoals...

Door Govert Schilling Op 15 februari 2013 werd Rusland getroffen door de zwaarste meteorietinslag in ruim een eeuw. Wat hangt ons allemaal boven het hoofd? Moeten we ons zorgen maken? En valt er eigenlijk iets tegen die kosmische projectielen te doen? Wetenschapsjournalist Govert Schilling schept orde in de chaos van planetoïden, aardscheerders en meteorieten. En legt uit waarom je toch gewoon zonder helm op naar buiten kunt. Taal / pagina's : ..................... Nederlands / 096 ISBN / prijs : ........ 9789059564992 / 7,50 euro UFO's bestaan gewoon Door Coen Vermeeren

In de eigenheid van deze uitgeverij krijgen we een boek over meer occulte zaken... En met dit boek over een fenomeen dat zeer zeker behoort tot een thema dat heel wat controverses weet op te leveren. Buitenaards leven, UFO’s,... Je hebt getuigenissen die al dan niet geloofwaardig zijn, je hebt believers en non-believers, in elk geval is het een thema dat niet echt te vatten is door de ratio. Of toch? Er blijken reeds zovele getuigenissen en onderzoeken te zijn, dat men volgens de auteur niet echt kan twijfelen aan het feit dat er wel iets iets... maar wat? De schroom maakt dat we er niet gemakkelijk over praten, uit vrees belachelijk te zijn, lichtgelovig over te

Meer informatie : redactie@aegvzw.be

Taal / pagina's : ..................... Nederlands / 202 ISBN / prijs : ...... 9789020208993 / 19,95 euro Heelal zonder woorden Door Dana McKenzie De wiskundige beschrijving van het universum. Het verhaal van de wiskunde achter de natuurwetten. De meeste populaire wiskundeboeken gaan behoedzaam om vergelijkingen heen, alsof ze voor de tere lezer verborgen moeten blijven. Dana Mackenzie doet het tegenovergestelde, hij kent vergelijkingen juist alle lof toe. Heelal zonder woorden vertelt het verhaal van 24 grootse vergelijkingen die de wiskunde, de wetenschap en onze wereld hebben gevormd. Mackenzie legt in dit boek glashelder uit wat elke vergelijking betekent, wie deze ontdekte (en hoe), en hoe onze levens erdoor worden beïnvloed. Taal / pagina's : ..................... Nederlands / 224 ISBN / prijs : ...... 9789085713098 / 34,95 euro

Guidestar | 05-2013

Pleidooi voor een wetenschappelijke houding t.o.v. onverklaarbare verschijnselen. Wanneer gaat het echte ufo-dossier open? Valt er iets zinnigs te zeggen over zo'n beladen onderwerp als ufo's? Verstandige mensen geloven er niet in. Maar waarom eigenlijk niet? Als je je verdiept in de uitgebreide literatuur, de vele getuigenverslagen en officiële rapporten, dan valt één ding op: we weten inmiddels ongelooflijk veel van ufo's! Waarom spreken we er dan niet over ? Zijn we bang de feiten onder ogen te zien? Gedegen rapportages van experts, getrainde waarnemers, verantwoordelijke bestuurders en onverschrokken wetenschappers.

Info - Zin om een door ons aangeleverd sterrenkundig en / of ruimtevaartgericht boek te lezen en kort te bespreken ? Neem dan contact op met onze reactie...

Redactioneel

Knal!

komen. Maar dit boek gaat op zoek naar de stand van zaken van wat we weten en kunnen weten over de vliegende schotels en andere niet-geïdentificeerde vliegende objecten. Het brengt een motivatie om dit allemaal niet zomaar van de tafel te vegen, maar een meer open houding aan te houden om er wel degelijk rekening mee te houden dat er misschien wel eens meer waarheid zou kunnen schuilgaan achter dit alles dan wat de meesten ons willen doen geloven. In elk geval is het een boek dat ons heel wat objectieve informatie aanbiedt, en ons niet noodzakelijkerwijze wil overtuigen, maar wel een nieuwe aanpak van dit domein wil aanbrengen om deze fenomenen op een meer ernstige wijze te bestuderen en benaderen. Het is uiteraard met een bepaalde welwillendheid maar tegelijkertijd ook een uitnodiging tot debat en gesprek over dit domein.

015


Rubriek Guidestar | 05-2013

Astrofoto's van de maand

016

Info - Emiel Veldhuis is een bijzonder gedreven zonne-waarnemer die heel wat moeite doet om onze meest nabijgelegen ster bij een zo breed mogelijk publiek voor te stellen. Via z'n website en diverse publieke activiteiten. Meer informatie : www.solarlive.nu

De opname is rond 13.00 uur gemaakt met een Lunt LS60T Calcium telescoop, een DMK31 camera met een 2.5Xpowermate er tussen. 35seconden AVI waarvan 1/3e gestacked is. Bewerkt met AutoStakkert en Photoshop. AR1726 laat veel Ellermanbombs zien, helaas geen flares. De magnetische veldlijnen komen van SDO/AIA af en laten de compexiteit van deze groep nog wat beter zien. De veldlijnen, die te zien zijn op de foto aan de rechterzijde, zijn afkomstig van deze website : http://sdowww.lmsal.com/suntoday/ Het 1600 4K PFSS CaK beeld (geelgroen) voeg ik dan, gebruik makend van Photoshop, samen met m'n gewone opname.


Wat is een zonnevlek ?

Gemiddeld om de elf jaar verwisselt de Zon haar magnetische polen van plaats, de "actieve" periode. De laatste keer was in 2001 en de polen zullen zo blijven tot 2012, wanneer de polen opnieuw van plaats

Een zonnevlek mag ten opzichte van de rest van de Zon een donkere plek zijn, in het midden is die nog altijd 5000 keer zo helder als de volle maan. Heel kleine vlekken, die ook wel poriĂŤn worden genoemd, ontstaan in een paar minuten en kunnen na een paar uur alweer verdwenen zijn. Hun middellijn is niet veel groter dan die van een paar granulatiekorrels bij elkaar. De vlekken zitten in groepjes van 10 tot wel groepen van meer dan 100 vlekken. Zo'n grote zonnevlekkengroep verandert voortdurend van uiterlijk maar kan een paar weken, soms zelfs enige maanden zichtbaar blijven.

Guidestar | 05-2013

Zonnevlekken zijn relatief donkere vlekken op het oppervlak van de Zon. Het oppervlak van de Zon vertoont geregeld donkere vlekken. De zonnevlekken hangen samen met koelere plekken op de Zon. Hun aantal is een maat voor de activiteit van de Zon: hoe meer er te zien zijn, hoe actiever de Zon. Een actieve Zon produceert korte explosies van energie waarbij geladen deeltjes vrijkomen. Als die deeltjes de aardse atmosfeer binnendringen kunnen ze poollicht veroorzaken. De kans op poollicht is het grootst in jaren met veel zonne-activiteit.

wisselen. Deze poolverschuiving gebeurt altijd op het hoogtepunt van de toename in het aantal zonnevlekken, elke 11 jaar.

017



Met de ruimtetelescoop Kepler zijn twee planeten ontdekt waar leven mogelijk lijkt. De hemellichamen draaien met vijf andere planeten rond een ster op 1200 lichtjaar afstand van de aarde. Dat meldt het onderzoeksteam onder leiding van de NASA in het vakblad Science. De planeten, Kepler 62e en 62f genoemd, zijn ongeveer 1,5 keer zo groot als de aarde en de kans bestaat dat er water aanwezig is. De hemellichamen doen er 122 en 267 dagen over om rond hun ster te draaien. De planeten zijn twee van de beste kandidaten tot nu toe om leven te bevatten. Ze zijn de kleinste ooit gevonden die zich in de bewoonbare zone bevinden, niet te dichtbij en niet te ver weg van hun ster voor vloeibaar water. Hoe kleiner een planeet is, hoe waarschijnlijker het is dat deze een vast oppervlak heeft, net zoals de aarde. De onderzoekers denken dat het waterwerelden zijn, geheel bedekt door een grote oceaan. Eventueel leven zou zich dus onder water moeten afspelen. Tot nu toe hebben astronomen 850 planeten buiten ons zonnestelsel ontdekt. Daarvan zijn er maar 4 die op een afstand van hun ster draaien die er leven (zoals wij dat kennen) op mogelijk maakt. Bron: ANP / NU / 1904-2013. In twee verschillende meteorieten zijn kleine silicakorrels gevonden die vermoedelijk afkomstig zijn van een supernova-explosie die plaatsvond vóór het ontstaan van het zonnestelsel. De ontdekking wordt gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters. Silicakorrels (siliciumdioxide, SiO2, het belangrijkste minerale bestanddeel van zand) waren al eerder aangetroffen in meteorieten, maar die eerdere vondsten waren relatief rijk aan de zuurstofisotoop O17, wat doet vermoeden dat ze afkomstig zijn van rode reuzensterren. De twee nieuw gevonden silicakorrels zijn echter rijk aan de nog zwaardere isotoop O18, wat erop wijst dat ze waarschijnlijk zijn ontstaan in de nasleep van een nabije supernova-explosie. De onderzoekers suggereren dat de twee zeldzame mineraalkorrels overblijfselen zouden kunnen zijn van de supernova die - via schokgolven in de omringende interstellaire materie - aanleiding gaf tot de vorming van ons eigen zonnestelsel. Bron: GS / 19-04-2013. Op 10 april heeft de Hubble Space Telescope een opname gemaakt van komeet ISON, die eind dit jaar de binnendelen van het zonnestelsel doorkruist en naar verwachting erg helder zal worden. De komeet, officieel C/2012 S1 (ISON) geheten, bevond zich op dat moment op 630 miljoen kilometer afstand van de aarde, net iets binnen de baan van de reuzenplaneet Jupiter. Op 28 november 2013 zal hij op een afstand van slechts 1,1 miljoen kilometer langs de zon scheren. Komeet ISON (genoemd naar het International Scientific Optical Network waarmee hij is ontdekt) is een 'nieuwe' komeet, die mogelijk voor het eerst in zijn bestaan in de buurt van de zon komt. Zulke 'verse' kometen vertonen vaak veel activiteit, doordat de kleine, poreuze kern van ijs en gruis begint te verdampen onder invloed van de zonnewarmte. De kleine kern van de komeet, met een middellijn van waarschijnlijk niet meer dan een kilometer of zes, wordt omgeven door de stoffige komeetkop (officieel de coma geheten) - een ijle, in het zonlicht oplichtende wolk van gas- en stofdeeltjes met een middellijn van ruim vijfduizend kilometer. Daarnaast vertoont de komeet inmiddels een stofstaart met een lengte van een kleine honderdduizend kilometer; die bevindt zich voor het overgrote deel buiten beeld op de Hubble-

foto. Op basis van dit soort waarnemingen hopen sterrenkundigen een betere inschatting te kunnen maken van de helderheid die de komeet eind dit jaar kan bereiken, wanneer hij in de buurt van de zon en de aarde komt. Bron: AA / 24-04-2013. Het tien jaar geleden in Chili gevonden skelet van een als een Alien uitziend wezen, blijkt gewoon zijn oorsprong te hebben op aarde. Uit onderzoek blijkt dat het DNA van het wezen (genaamd Ata) een Aardse herkomst heeft, zo bleek uit de documentaire 'Sirius' die deze week in première ging. De documentaire moest aantonen dat onze aarde al meerdere malen is bezocht door buitenaardse wezens maar dat dit steeds werd geheimgehouden onder druk van een militaire, industriële en financiële elite. De filmmakers beloofden dat Sirius veel stof zou doen opwaaien: Kort voor de première gonsden de geruchten dat de film het definitieve bewijs van het bestaan van Buitenaardse wezens zou aantonen. Tot teleurstelling van velen heeft de film dit niet aangetoond. De DNA-test werd uitgevoerd door Garry Nolan van Stanford University's school of Medicine in Californië. Hij noemde het wezen 'een interessante menselijke mutatie'. Filmmaker Amardeep Kaleka zegt niet teleurgesteld te zijn in de uitkomst van het onderzoek. Er komen volgens hem zoveel getuigen met aantoonbare verhalen aan het woord dat de overtuigende boodschap van de film intact blijft. Bron: AD / 25-04-2013. Astronomen hebben een nieuwe opname gemaakt van de buitenste atmosfeer van de bekende ster Betelgeuze, een rode superreus in het sterrenbeeld Orion. Op de nieuwe opname, gemaakt met behulp van een netwerk van radiotelescopen in Engeland, zijn onder meer verrassend hete gebieden te zien.In vergelijking met onze zon is Betelgeuze een kolos: hij is maar liefst duizend keer zo groot. Maar ondanks zijn relatief kleine afstand van 650 lichtjaar is hij vanaf de aarde gezien slechts een piepklein lichtpuntje. Alleen door de beeldinformatie van meerdere telescopen – in dit geval radiotelescopen – te combineren kunnen details van de ster en zijn omgeving worden vastgelegd. Aan weerszijden van Betelgeuze zijn nu twee plekken in de sterk opgezwollen steratmosfeer ontdekt die een temperatuur van 4000 tot 5000 graden hebben. Dat is beduidend heter dan het zichtbare 'oppervlak' van de ster, dat een temperatuur van iets meer dan 3000 graden heeft. De aard van de hete plekken is nog onduidelijk. Het zouden gebieden kunnen zijn waar gas hoog in de steratmosfeer is verhit door het optreden van schokgolven. Maar het is ook denkbaar dat de atmosfeer ter plaatse simpelweg transparanter is dan elders, waardoor we een dieper, heter deel van de ster te zien krijgen. Op ruime afstand van Betelgeuze (7,4 miljard kilometer) is een boog van gas waargenomen die met een temperatuur van meer dan honderd graden onder nul juist heel koud is. Waarschijnlijk betreft het gas dat in een recent verleden door de pulserende ster is uitgestoten. Aangenomen wordt dat Betelgeuze binnen een miljoen jaar als supernova zal ontploffen. Bron: EE / 24-042013.

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

Het onderwerp van de Astroclub van vanavond, 'Inslagen vanuit de ruimte', spreekt ongetwijfeld tot de verbeelding. Denk immers maar aan films als Deep Impact en Armageddon waarbij het voortbestaan van de mensheid bedreigd wordt door een gevaarlijk object dat vanuit de ruimte op onze Aarde zal inslaan. Verspreid over het aardoppervlak zijn er verscheidene inslagkraters te vinden, stille getuigen van rampen die zich ooit voorgedaan hebben. Het uitsterven van de dino's zou ook te maken hebben met de inslag van een groot stuk planetoïde of een komeet zo'n 65 miljoen jaar geleden. In zijn multimediavoorstelling bekijkt Deboosere samen met ons wat we over dit soort evenementen met zekerheid weten, wat de grootste gevaren zijn bij een dergelijke inslag, en ook of we voldoende zicht hebben op al die mogelijk bedreigende objecten die zich in het zonnestelsel voortbewegen en misschien onderweg zijn naar onze kwetsbare planeet... Datum - Vrijdag 31 mei 2013. 19.30 uur t/m 22.30 uur. Toegang: 6 euro. Locatie - Abdijstraat 22 te 1850 Grimbergen (B). Tel. : 02/269.12.80. E-mail : info@mira.be.

Guidestar | 05-2013

Voordracht : Inslagen vanuit de ruimte door Frank Deboosere

019


Rubriek - Lancering in de kijker Guidestar | 05-2013

Kris Christiaens

Rusland brengt capsule m e t d ie r e n in d e r u im t e

020

Info - Kris Christiaens is al sinds jeugdige leeftijd gepassioneerd door ruimtevaart. Door zijn gedrevenheid en kennis over ruimtevaart werd hij enkele jaren terug medebeheerder van de populaire websites Spacepage en Belgium In Space. Daarnaast schrijft Kris Christiaens ook artikelen voor het maandblad van de Vereniging Voor Sterrenkunde en werd hij in 2010 secretaris van de Astro Event Group vzw.

Foto - De Bion-M1 ruimtecapsule voor biologisch onderzoek is een beproefd en succesvol project.

Rusland heeft op vrijdag 19 april 2013 met succes een wetenschappelijke capsule in de ruimte gebracht. De Bion-M1 ruimtecapsule vertrok om 12u00 Belgische tijd vanop de Bajkonoer lanceerbasis in Kazachstan en werd met behulp van een Sojoez 2.1a draagraket tot in een lage baan om de Aarde gebracht op een hoogte van 575 kilometer. De Sojoez 2.1a draagraket is een gemoderniseerde variant van de klassieke Sojoez raket die begin de jaren ’60 voor het eerst werd gelanceerd. Aan boord van de 6,8 ton zware Bion-M1 capsule bevinden zich tal van wetenschappelijke experimenten maar vooral ook dieren en planten. Doel van deze missie is om de capsule één maand in een baan om de Aarde te houden zodat wetenschappers kunnen onderzoeken welke gevolgen gewichtloosheid en kosmische straling hebben op de dieren en planten. De Bion-M1 missie wordt uitgevoerd in opdracht van het Russische ruimtevaartagentschap Roscosmos maar wetenschappers uit de Verenigde Staten, Duitsland, Canada, Nederland en Polen werken eveneens mee aan dit project. Dit is niet de eerste maal dat Rusland een dergelijke capsule voor biologisch en medisch onderzoek in de ruimte brengt.

De laatste Bion missie dateert van 1997 en de eerste soortgelijke missie werd al in 1973 uitgevoerd. Tijdens de eerste Bion missie werden ook al dieren waaronder ratten, reptielen, insecten en planten in de ruimte gebracht. Alles samen werden al elf Bion missies uitgevoerd.

De 45 muizen aan boord van deze onbemande ruimtecapsule bevinden zich per drie in speciaal ontwikkelde kooien. Gedurende hun ruimtereis zullen de diertjes zesmaal per dag speciale dieetvoeding krijgen en zal hun medische status door wetenschappers op Aarde permanent opgevolgd worden. Het onder druk gebracht compartiment van de Bion-M1 ruimtecapsule, waarin de dieren zich bevinden, zal gedurende de ruimtereis een constante temperatuur en vochtigheid hebben. Het onder druk gebrachte compartiment werd ook voorzien van een systeem dat de dag en nacht simuleert om het de dieren zo aangenaam mogelijk te maken. Wetenschappers hebben de muizen de ruimte ingestuurd om te onderzoeken hoe de diertjes reageren op gewichtloosheid en hoe snel ze zich terug zullen aanpassen eenmaal ze opnieuw op Aarde zijn. Naast de 45 muizen bevinden zich ook acht Mongoolse renmuizen, vijftien gekko’s, slakken, vissen, planten en micro-organismen aan boord van de Bion-M1 capsule. Indien alles verder probleemloos verloopt, moet de Bion-M1 capsule op 18 mei 2013 terugkeren naar de Aarde. Een bergingsteam zal de terugkeercapsule in Rusland opwachten waarna de diertjes zullen worden onderworpen aan een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren, zal men de diertjes uiteindelijk wel moeten euthanaseren. De resultaten afkomstig van dit onderzoek moeten bijdragen aan de ontwikkeling en realisatie van toekomstige verre bemande ruimtereizen. Zo zal men de gegevens van dit onderzoek ondermeer ook vergelijken met gegevens van vroegere missies. Op basis van deze resultaten hopen wetenschappers te achterhalen wat ruimtevaarders allemaal gaan nodig hebben om de veranderingen van hun lichaam tijdens lange ruimtemissies tegen te werken. Naast de Bion-M1 capsule werden tijdens deze lancering ook nog zes kleinere satellieten succesvol uitgezet in een baan om de Aarde waaronder drie nanosatellieten afkomstig uit Duitsland. De BeeSat 2 en 3 nanosatellieten hebben elk een gewicht van 1 kilogram en werden ontwikkeld door de Technical University of Berlin. Beide satellieten werden ontwikkeld om nieuwe reactiewielen te testen en demonstreren. De derde Duitse satelliet die tijdens deze lancering in de ruimte werd gebracht is eveneens een zogeheten ‘CubeSat’ en werd ontwikkeld door de Techniche Universität Dresden. Het doel van dit Student's Oxygen Measurement Project (SOMP) is om te onderzoeken hoeveel zuurstof er zich bevindt in de bovenste lagen van de atmosfeer en om nieuwe flexibele zonnecellen te testen. De twee overige satellieten die samen met de Bion-M1 de ruimte ingingen, werden ontwikkeld door Zuid-Korea en Rusland met als doel nieuwe technologieën te testen.


Guidestar | 05-2013

021


Artikel

De Fermi-paradox: Ik zou er niet Erwin Louagie

In 1950 zou de bekende natuurkundige Fermi, tijdens een lunch, ter gelegenheid van een gesprek over buitenaardse intelligente wezens, hebben gezegd : ‘Waar zijn ze dan’ ? Blijkbaar insinueerden zijn collega’s op dat moment dat het onmetelijke heelal er heel veel moest herbergen. Sedertdien is deze oneliner geworden wat wij de fermi-paradox noemen: de tegenstelling tussen de overtuiging van een heelal gevuld met aliens en het feit dat we niet geregeld bezoek krijgen van onze buitenaardse vriendjes.

De meest categorieke bewering is diegene die claimt dat buitenaards leven niet bestaat. Niemand heeft tot nu toe het mechanisme kunnen ontrafelen hoe uit dode materie leven kon ontstaan. Hoe kunnen we dan de kans inschatten of en in welke mate het elders, zelfs in identieke omstandigheden, kan ontstaan. Bovendien is de aarde in zovele opzichten zo uniek dat de ontwikkeling van primitief leven naar complex intelligent leven niet zo evident lijkt. Denken we maar aan de unieke plaats in het melkwegstelsel en zonnestelsel, jupiter die dienst doet als stofzuiger om de kans op inslag van grote meteroïeten te verminderen, de vorming van zuurstof door het leven zelf tijdens de geschiedenis waardoor een UV-filter werd gevormd, enz…

Foto - Enrico Fermi was een in Italië geboren Amerikaans natuurkundige. Hij geniet de grootste bekendheid voor zijn werk op het gebied van bètaverval, de ontwikkeling van de eerste kernreactor en de medeontwikkeling van de kwantumtheorie (Fermi's gulden regel). Hem werd in 1938 de Nobelprijs voor de Natuurkunde toegekend. Bron: Wikipedia.

De aarde zou dus wel eens zodanig uniek kunnen zijn dat buitenaardse ‘wezens’ (momenteel) niet bestaan. Of ze zijn zodanig zeldzaam, dat de kans op een ontmoeting irreëel is, gezien de enorme afstanden binnen onze kosmos en de snelheidslimiet in de relativiteitstheorie.

Guidestar | 05-2013 022

sommige ontsproten aan het brein van een fantast…alhoewel…

Ondertussen is een en ander geschreven over die fermi-paradox, de ene verklaring al even exotischer dan de andere, maar ze hebben allemaal één ding gemeen: niemand kan momenteel met zekerheid één van die verklaringen verwerpen… ook al lijken

Tenzij aliens ondertussen zo ver zijn geëvolueerd dat ze alternatieve reistechnieken hebben ontwikkeld door tijd en ruimte. Maar misschien bestaat het heelal niet lang genoeg om dit mogelijk te maken. En tenslotte : gelet op de actualiteit in het conflict met NoordKorea: intelligent leven is mogelijks zelflimiterend omdat ze ten onder gaan aan hun eigen technologisch vernuft (bvb kernoorlog). Daardoor bestaan beschavingen mogelijks niet lang genoeg om regelmatige ontmoetingen mogelijk te maken. De grot van plato


et wakker van liggen... of toch ? Eigenlijk vind ik het wat eigenaardig dat deze op het eerste zicht bloednuchtere opmerking ‘waar zijn ze dan ?’ uit de mond kwam van een van de mede-ontwikkelaars van de quantumtheorie. Iedereen die ook maar in de verste verte met de quantumtheorie in aanraking kwam, zal beamen dat in die theorie ‘niets is wat het lijkt’. En dat in die theorie maar één ding zeker is, namelijk : dat er niets zeker is. En dat op een wetenschappelijk gefundeerde basis ! Enrico Fermi had dus wel rekening kunnen houden met het feit dat we aliens misschien wel niet kunnen zien, maar dat dit geenszins betekent dat ze er niet zijn. De quantumtheorie voorspelt trouwens het bestaan van hogere dimensies die ‘opgerold’ zijn en daardoor niet waarneembaar. Wat er zich in die ‘onzichtbare onmetelijke’ extra ruimte afspeelt, daar hebben we geen benul van en kunnen we zelfs niet vatten met onze hersenen die zich ontwikkeld hebben als aanpassing aan het harde leven op de Afrikaanse savanne.

En tenslotte zou het wel eens kunnen dat aliens onder ons zijn, zonder dat we het beseffen…

Plato probeerde ons reeds duidelijk te maken dat wat we zien slechts echo’s en schaduwen zijn van de ‘echte’ wereld in zijn allegorie van de grot. Nu is die wereld daarenboven misschien georchestreerd. Onbewust moet ik denken aan de experimenten waarbij jonge weesdieren uit het wild opgevoed worden door een imitatiemoeder of een pop, zodat ze zich niet te zeer aan mensen hechten, voor ze weer in de ‘echte’ wereld worden gedropt. Hoe schattig dit ook kan overkomen, nu lijkt het me een creepy gedachte als ik dat probeer te plaatsen in dit scenario. De horror van de fermiparadox.

Foto - Prometheus is een Amerikaanse sciencefictionfilm van Ridley Scott, die in juni 2012 wereldwijd in première ging, en waarin een team wetenschappers afbeeldingen in grotten van holbewoners en voorwerpen van oude beschavingen, zoals de Egyptische, steeds een aantal bollen, die in een bepaalde vorm staan terugvinden. Zij linken deze bollen met een aantal planeten in een sterrenstelsel, ver weg van de Aarde, dat een vergelijkbare ster als onze Zon heeft, en waar een maan van een van die planeten aan de eisen van leven voldoet. Het team denkt dat op deze maan de scheppers van de mensen leven. Zij noemen deze scheppers 'Engineers'. Het team vraagt zich af waarom deze Engineers de mensen zouden hebben gecreëerd en gaat op expeditie naar die maan. Bron: 20th Century Fox. Meer informatie : www.prometheus-movie.co.uk

Guidestar | 05-2013

Het zou trouwens ook wel eens kunnen zijn dat dit buitenaards complex leven zich zodanig heeft ontwikkeld dat het al vlug ‘bovenmenselijk gesofisticeerd’ wordt. Communicatie gebeurt dan door middel van telepathie over ‘quantumgemoduleerde’ snelwegen. Transmissie van materie en lichaam gebeurt op eenzelfde manier waarbij lichaam en geest een soort ‘ijl’ medium wordt dat zich bijna ‘tijds-en dimensieloos’ kan verplaatsen. En zoals wij ons de moeite niet getroosten om met lagere diersoorten te communiceren, ook al omdat we wellicht nooit echt hun taal zullen begrijpen, op die manier vinden deze aliens het niet de moeite om zich met de menselijke ‘ratten’ van een of andere planeet bezig te houden. Tenzij ze ons op een goeie dag als ongedierte gaan beschouwen….

Daarmee heb ik het niet over je buurman die zich de laatste tijd vreemd gedraagt...of toch ? Stel dat buitenaardse intelligentie zo ver geëvolueerd is dat ze zich inderdaad zoals hierboven vermeld ‘onzichtbaar’ voor ons kan opstellen. En stel dat die gedematerialiseerde energie of die wezens uit een hogere dimensie interesse vertonen in die primitieve tweevoeters op aarde die slechts drie dimensies kennen… Zou het vanuit hun perspectief niet interessant zijn om op dit primitief leven wetenschappelijke experimenten uit te voeren ? Bijvoorbeeld om te weten te komen hoe het leven ontstaan is ? Zouden ze dat lelijk wezen dat de mens heet, dan ook niet in een proefopstelling steken, en bijvoorbeeld in bepaalde kunstmatige situaties terecht doen komen, om te zien hoe zijn organisme reageert ? Net zoals wij van achter eenrichtingsglas het gedrag van dolfijnen observeren en bestuderen zonder dat zij zich van ons bewust zijn. Komt er dan ook nu en dan eens zo’n ambetante alien op het glas kloppen net zoals wij dat doen bij een aquarium om te zien hoe vissen gaan reageren ? Dit wordt de zoo-hypothese genoemd en is het horror-verhaal achter de fermi-paradox. We zijn geïntegreerd in een kosmisch experiment, gedirigeerd door een megasuperintelligente beschaving zonder dat we er ons van bewust zijn.

023


Serie - Inleiding in de astronomie

Wat zien we aan de hemel ? 2 - De ontwikkeling van ons wereldbeeld

André van der Hoeven

2.1 - Inleiding

Info - André van der Hoeven is docent Natuurkunde aan het Emmauscollege te Rotterdam. Naast zijn werkzaamheden op school is hij ook actief op het gebied van de amateurastronomie en astrofotografie. Hierbij maakt hij gebruik van een 30 cm spiegeltelescoop om de diepten van het heelal op de foto vast te leggen.

De waarnemers in vroeger tijden zagen al de verschijnselen uit het vorige hoofdstuk. Wat voor methodes zij gebruikten en wat voor conclusies zij hieruit trokken zullen wij in dit hoofdstuk verder bekijken. Het bestuderen van methoden die astronomen gebruiken betekent feitelijk het bestuderen van wetenschappelijke methoden in het algemeen.

Hoewel de instrumenten die gebruikt worden voor elke vorm van onderzoek anders zijn, zijn de basisprincipes van onderzoek voor alle natuur-wetenschappen gelijk. Dus we onderzoeken eigenlijk de natuurwetenschappelijke zoek-tocht, waarbij we zien hoe astronomen data verzamelen, hoe die data omgezet worden in theorieën, hoe theorieën met elkaar de strijd aangaan, en hoe en waarom sommige theorieën standhouden, terwijl anderen verworpen worden. Dit noemen we ook wel logisch positivisme. Hierbij worden alleen logisch positivisme theorieën aanvaardt die gebaseerd zijn op waarnemingen. 2.2 De wetenschap en zijn methoden

Guidestar | 05-2013 024

Het wordt wel gezegd dat de wetenschappelijke methode de beste manier is om goede wetenschap te bedrijven. Deze methode om nieuwe kennis te vergaren, te organiseren en toe te passen werd als eerste gebruikt in de 16e eeuw. Deze methode bestaat uit de volgende stappen: 1. Het herkennen van een probleem. 2. Een onderbouwde inschatting van de oplossing van het probleem maken, de hypothese. 3. Het voorspellen van de gevolgen van de hypothese. 4. Het uitvoeren van experimenten om de voorspellingen te testen. 5. Het vinden van de simpelste algemene regel die de hypothese, voorspelling en uitslagen van de experimenten verzamelt in een theorie.

Meer informatie : www.astro-photo.nl

Info - Deze reeks is al eerder uitgegeven, in boekvorm, door de Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie. Het boek, dat 126 pagina's telt, kan verkregen worden via www.lulu.com.

resultaat te controleren en eventueel te herhalen. Leren van waarnemingen en experimenten, met als gevolg het herzien van theorieën maakt wetenschap niet zwakker, maar juist sterker.

Wetenschap is iets typisch menselijks. Achtergronden en cultuur van een wetenschapper spelen een grote rol bij zijn onderzoek. Dit is ook duidelijk te merken in de astronomie. Wetenschap gaat over het zoeken naar orde in de natuur en het vinden van regels die deze orde beschrijven. Wetenschap vordert door waarnemingen,experimenten en aanpassingen aan de theorie. Met onze theorieën maken we voorspellingen, terwijl onze waarnemingen en experimenten deze voorspellingen bevestigen, afkeuren of randvoorwaarden hiervoor vastleggen. Wetenschap is een constante zoektocht naar nieuwe kennis, met de mogelijkheid om voorspellingen te maken en te testen met waarnemingen, en de mogelijkheid te hebben om ieder experimenteel

De wetenschappelijke methode blijft in theorie altijd maar doorgaan, maar in de praktijk wordt deze methode niet altijd gebruikt. Zo zijn een aantal grote ontdekkingen, zoals Becquerel’s ontdekking van de radioactiviteit, toevallig geweest. Kern van deze ontdekkingen is wel de continue vergelijking tussen waarnemingen en theorie. Het is belangrijk te benadrukken dat een hypothese niets meer is dan een onderbouwde inschatting gebruikt om de resultaten van een experiment of waarneming uit te leggen. Een hypothese moet testbaar zijn, en in principe, weerlegbaar zijn. Een goede hypothese is er één die voorspellingen doet over de natuur die bevestigd of afgekeurd kunnen worden. Pas nadat met een serie experimenten iets aangetoond is noemen we het een wetenschappelijk feit. In het dagelijks leven betekent het woord feit iets vaststaands. In de wetenschap betekent het alleen maar dat er een duidelijk overeenkomst is tussen verschillende betrouwbare waarnemers over de uitkomsten van de waarnemingen van een bepaald fenomeen. Dus iets wat jaren geleden als feit werd gezien in de wetenschap kan nu best fout blijken te zijn. Bijvoorbeeld is jaren aangenomen als feit dat het heelal onveranderlijk was, Einstein geloofde duidelijk in een onveranderlijk heelal, terwijl de waarnemingen tegenwoordig duidelijk aantonen dat we in een uitdijend heelal leven. Tot slot, een theorie is een samenvoegsel van een groot aantal hypothesen die resulteren in een consistente beschrijving van een natuurverschijnsel. Een theorie kan nooit als absolute waarheid worden bewezen, maar kan wel met data worden weerlegd. In het dagelijks taalgebruik is een theorie iets vaags


dat weinig op heeft met de werkelijkheid. In de wetenschap is een theorie een consistent geheel dat een natuurverschijnsel zeer goed beschrijft. Je zou bijvoorbeeld iemand kunnen horen zeggen over Einstein’s relativiteitstheorie: ”Maar het is maar een theorie...”, daarmee zeggend dat je er niet op kunt vertrouwen. Einstein’s theorie is wel een theorie, maar is wel goed onderbouwd en tot nog toe vele malen gestaafd met waarnemingen.

wetenschap in het algemeen - moeten we kijken hoe deze zich ontwikkeld heeft in de tijd. We moeten begrijpen hoe we aan de huidige ideeën komen. Elke nieuwe ontwikkeling in de wetenschap is bij voorbaat al incompleet en mogelijk zelfs onnauwkeurig; dit is een logisch gevolg van het feit dat het verricht wordt door mensen met elk hun eigen vooroordelen en inzichten. Terugkijken en begrijpen hoe een idee ontstaan is geeft je meer begrip voor de huidige kennis.

Criteria voor wetenschappelijke modellen

2.3.1 Het Griekse geocentrische wereldbeeld

Drie criteria worden toegepast op wetenschappelijke modellen:

Om de evolutie van ons huidige wereldbeeld te bekijken starten we bij de oude Grieken, die leefden van ong. 600 voor Chr. tot zo’n 200 na Chr. Voordat we echter naar het Griekse model kunnen kijken, moeten we eerst weten hoe de oude Griekse filosofen tegen de wereld aankeken, in het bijzonder Aristoteles (384322 v. Chr.).

• Het eerste criterium is dat een model moet passen bij de data. Het moet passen bij wat we zien. • Het tweede criterium is dat het model voorspellingen moet doen die test baar zijn en dat het mogelijk moet zijn om het model af te keuren - dat wil zeggen , dat het mogelijk is om aan te tonen dat het aangepast moet worden om nieuwe data in te passen of volledig afgewezen moet worden. Als een model zijn voorspellingen juist blijken te zijn, dan is dit een aan wijzing dat het model goed is, maar dit vormt nog steeds geen bewijs dat het model totaal juist is. • Het derde en laatste criterium van een goed model is dat een model esthetisch mooi is. Dit is een moeilijk concept om te definiëren. In het algemeen betekent dit dat een model simpel, netjes en mooi moet zijn. Vandaag de dag wordt met mooiheid gedacht aan symmetrie en simpelheid in modellen. Een model moet zo simpel mogelijk zijn, dat wil zeggen, het zou zo min mogelijk aannames moeten bevatten. De filosofische keus dat bij twee concurrerende modellen (welke alle waarnemingen even goed verklaren) het beste model degene is met de minste aannames wordt ook wel Ockham’s scheermes genoemd. Dit is genoemd naar de 14e eeuwse Franciscaner monnik-filosoof die benadrukte dat in het construeren van een argument men niet verder zou moeten gaan dan wat logischerwijs noodzakelijk is.

2.3 Van geocentrisme naar heliocentrisme

Maar waarom gaan we eigenlijk terug in de tijd, in plaats van direct in de huidige astronomie te duiken? En waarom gaan we aan de slag met een achterhaald model? Om de astronomie echt goed te begrijpen - en

Pythagoras (530 v. Chr.), één van de eerste experimentele wetenschappers, geloofde dat wiskunde de natuur kon beschrijven en stelde als eerste voor dat de aarde een bol was. Zijn studenten, de Pythagoreanen, introduceerden rond 450 v. Chr. een model waarbij het heelal een bol was, met een centraal vuur dat een kracht uitoefende die alle bewegingen in het heelal veroorzaakte. Rond dit vuur, draaiden, in volgorde van binnen naar buiten, de aarde, de maan, de zon, de vijf bekende planeten, en de sterren. Dit systeem gaat ruim 2000 jaar vooraf aan het revolutionaire model van Copernicus waarin de planeten om de zon draaien. De Pythagoreanen waren ook de eersten die de rondheid van de schaduw van de aarde op de maan gebruikten om de theorie te ondersteunen dat de aarde een bol was. Aristoteles verwierp het idee van de Pythagoreanen dat de aarde rond een centraal vuur bewoog en plaatste de aarde in het midden van het zonnestelsel, het zogenaamde geocentrisch wereldbeeld (zie fig. 2.3). Hoewel dit model in onze ogen totaal verkeerd lijkt, had Aristoteles goede redenen om dit model te introduceren. Hij zei dat als

Foto - Figuur 2.3: Oude gravure waarin de centrale plaats van de aarde duidelijk naar voren komt. Bron: Andreas Cellarius Harmonia Macrocosmica, 1660/61.

Guidestar | 05-3013

We hebben tegenwoordig een redelijk goed beeld van wat we zien aan de hemel, en onze plek in het nabije heelal. De zoektocht naar dit beeld is begonnen al lang voordat telescopen werden uitgevonden. Hoewel talloze beschavingen hebben bijgedragen aan de verklaring van de ster- en planeetbewegingen die wij zien, gaan wij kijken naar twee belangrijke theorieën die deze bewegingen verklaren, waarvan één bijna 2000 jaar oud is. We bekijken deze twee theorieën om twee redenen: ten eerste om de vraag te beantwoorden hoe de aarde in het grote geheel past en ten tweede om te kijken hoe goed zij voldoen aan de eerdergenoemde criteria voor een goed wetenschappelijk model.

Er is een fundamenteel verschil tussen de manier waarop de Grieken naar de sterren keken, en andere beschavingen in die tijd. De Babyloniërs bestudeerden de hemel omdat ze geïnteresseerd waren in dagelijkse gebeurtenis sen, en de Egyptenaren bestudeerden de hemel omdat ze voorspellingen wilden doen voor de landbouw. De oude Grieken echter wilden puur uit filosofische gronden de hemel bestuderen om te begrijpen hoe alles werkte. Zij namen de eerste stappen om een sluitend model voor het heelal te maken.

025


de aarde bewoog, dat we dan veranderingen moesten kunnen zien in de posities van de sterren ten opzichte van elkaar, net zoals dat wanneer je over een weg rijdt, je veranderingen ziet in de posities van bomen dichtbij ten opzichte van de bomen ver weg. Zo’n verandering van positie noemen we ook wel een parallax. Foto - Figuur 2.4: Parallax zoals je dat kunt zien wanneer je met links/rechts langs je duim naar een ver weg gelegen voorwerp kijkt. Bron:http://spot.pcc.edu/~aodman/ GS107web/lecture1/lecture1.htm

2.3.2 De eerste stap van de kosmische ladder: Parallax

bepaald van nabije sterren. Dit is zo gebruikelijk geworden dat in de sterrenkunde de eenheid parsec is ingevoerd, gedefinieerd als de afstand waarop een ster staat die een parallax van éénboogseconde heeft (3,26 lichtjaar). De parallax is te berekenen met de onderstaande formule (zie fig. 2.5): De afstand tot een ster in parsec is gedefiniëerd als 1 gedeeld door de hoek in boogseconden! De afstanden tot sterren worden vaak gegeven in parsecs, afgekort als pc, of kiloparsec (kpc) en megaparsec (Mpc). Om de parallax te kunnen gebruiken moet natuurlijk wel de afstand van de aarde tot de zon goed bekend zijn. Dit heet de astronomische eenheid. Deze afstand is tegenwoordig goed bekend door radarmetingen binnen ons zonnestelsel. Hierbij wordt een radarpuls afgevuurd op bijv. Venus, en uit de reflectie en de tijdsduur kunnen we dan de precieze afstand bepalen. Uit deze afstand kan ook door middel van wetten die we later tegenkomen ook de afstand tot de zon bepaald worden. Afstandsmetingen met behulp van parallax kunnen gebruikt worden voor sterren tot een afstand van ongeveer 1000 lichtjaar. De metingen mbv parallax en radar noemen we ook wel de 1e stap van de kosmische ladder waarmee we de afstanden in het heelal kunnen bepalen. Dit heet zo omdat alle volgende afstandsmetingen gebaseerd zijn op de stap ervoor. Door het bepalen van afstanden die steeds iets groter zijn kunnen we zo een beeld krijgen van de schaal van het heelal. 2.3.3 Het heelal van de sferen

2.3. VAN GEOCENTRISME NAAR HELIOCENTRISME De halve hoek van de maximale verandering heet de parallax en wordt aangeduid met het symbool p. Anders gezegd, parallax is de halve hoek tussen de richtingen waarin een object door twee waarnemers (of één zich verplaatsende waarnemer) wordt gezien (zie figuur 2.5).

Er was een goede reden voor de Grieken om te kiezen voor deze sferen. Zij hadden een grote bewondering voor symmetrie, en de bol was hier een perfecte invulling van. Aristoteles bouwde dit model uit tot een model met wel 55(!) sferen waarop zich alle hemellichamen bevonden. Dit model kon alle bewegingen in het heelal goed voorspellen, behalve de retrograde beweging en het feit dat de helderheid van planeten varieerde tijdens hun omloop (fig.1.21).

Guidestar | 05-2013

Foto - Figuur 2.5: Parallax zoals die bij sterren voorkomt. Bron: http:// wwwhip.obspm.fr.

026

Aristoteles’ idee van het heelal maakte een duidelijk onderscheid tussen de aardse en de hemelse zaken. Hij zag dat materie zich op aarde anders gedroeg dan in het heelal. Objecten op aarde leken altijd naar beneden te vallen, terwijl de sterren en planeten dat niet deden, zij bewogen in cirkels. Een model, al ontwikkeld in de tijd voor Aristoteles door de oude Grieken, ging er vanuit dat de sterren zich op een sfeer bevonden die rond de aarde draaide. De zon bevond zich op een andere sfeer die onafhankelijk draaide van de sterren en die een hoek maakte met de sfeer van de sterren.

In de tijd van Aristoteles was deze parallax echter niet waar te nemen, om dat de afstand van de sterren zo ver weg is dat de hoeken waarover we het hebben erg klein zijn. Aristoteles kwam tot de conclusie dat er geen parallax was, en dat de aarde dus niet bewoog. Dit is een typisch voorbeeld van hoe een perfecte logische redenering kan leiden tot een foute conclusie als je incomplete data tot je beschikking hebt. Het duurde tot 1838 voordat de eerste parallax meting van een ster succesvol werd uitgevoerd. De dichtsbijzijnde ster, Proxima Centauri, bleek een maximale parallax van 1,5” te vertonen. Dit is tevens de grootste parallax die dus waargenomen kan worden. Deze hoek is erg klein (vergelijkbaar met de hoek tussen twee zijden van een voetbal op 30 km afstand), en daarom is deze niet eerder waargenomen. Omdat de parallax van een ster afhangt van de afstand van die ster tot de aarde, kun je de parallax gebruiken om de afstand van een ster te meten. Vanaf 1838 zijn zo de afstanden

Het Griekse model dat we voor bestuderen is het model van Ptolemeus , die leefde rond 150 na Chr. Zijn model heeft zo’n 1350 jaar stand gehouden. Ptolemeus verwierp de sferen, omdat hij geen reden zag waarom de zon en de planeten aan kristallen bollen vast moesten zitten. De sterren zaten vol gens hem nog wel


steeds vast op de hemelsfeer. De mensen in de tijd van Ptolemeus dachten nog steeds dat het heelal perfect in elkaar moest zitten. De cirkel, een figuur zonder begin of eind, zou dan ook de vorm van het heelal moeten zijn. De sterren be wogen inderdaad in cirkels rond de aarde, en bijvoorbeeld de maan paste ook perfect in het model van Ptolemeus. Dat de maan niet helemaal perfect was (denk aan de ’vlekken’ die je ziet op de maan) was niet vreemd voor de Grieken, aangezien de maan tussen de onperfecte aarde en de perfecte hemel in lag. Ook de oostwaartse beweging van de planeten paste perfect in het model, maar de retrograde beweging gaf wel problemen. Was de hemel dan toch niet zo perfect als dat hij leek? Ptolemeus slaagde er uiteindelijk toch in met perfecte cirkels de retrograde bewegingen uit te leggen. Hij kwam tot de conclusie dat de planeten weliswaarin perfecte cirkels bewogen rond de aarde, maar dat daarbovenop nog per fecte cirkelbewegingen te zien waren rondom de grote cirkel, de zogenaamde epicykels (zie fig. 2.11). Door de planeet met een constante snelheid over de hoofdcirkel, de deferent te laten bewegen, terwijl de planeet zelf nog een cirkelvormige beweging uitvoert kun je zeer complexe banen krijgen (zie fig. 2.12), waarbij zelfs retrograde bewegingen mogelijk zijn. Dit model verklaarde ook waarom de planeet helderder was in het midden van de retrograde beweging, want dan bewoog hij zich in de epicykel het dichtst bij de aarde.

aarde, terwijl de aarde op zijn beurt rond de zon draaide. De aarde zelf draaide rond zijn as, wat de beweging van de sterren langs de hemel verklaarde. Dit model werd echter door Ptolemeus verworpen. Hij redeneerde dat als de aarde zou draaien rond zijn as er gigantische winden zouden moeten zijn door de stilstaande lucht waar de aarde dan doorheen moest draaien. Hij begreep nog niet dat de aarde de lucht draagt en dat die lucht dus mee draait met de aarde. Waarom kwam Aristarchus dan toch tot dit model, terwijl alle waarnemingen uit die tijd dit model tegenspraken? Dit had te maken met een aantal waarnemingen en redeneringen die Aristarchus deed. Het model van Aristarchus verdween echter in de vergetelheid, totdat zo’n 1800 jaar later Copernicus het weer tevoorschijn haalde en dit model verder uit ging werken. Er waren een aantal redenenen voor Copernicus om weer naar dit model te kijken, namelijk: • Het model van Ptolemeus bleek op de lange termijn (eeuwen) niet nauwkeurig genoeg. De werkelijke positie van de planeten week ongeveer de straal van 4 volle manen van de voorspelling af. Om deze reden werd het model van Ptolemeus regelmatig opgewaardeerd, dat wil zeggen de posities van de planeten werden gereset. Een goed model zou dit soort resets niet nodig hebben. Copernicus zag dit en zocht naar een beter model. Foto - Figuur 2.12: Links: De retrograde beweging van Mars verklaard met epicykels. De doorgetrokken lijn is de resulterende baan die we zien. Rechts: De beweging van Mercurius en Venus verklaard met epicykels.

Dan blijft nog de vraag waarom Mercurius en Venus geen retrograde beweging vertoonden. Ook hier had Ptolemeus een antwoord op. Door een epicykel te maken die altijd in lijn bleef met de aarde en de zon (zie fig. 2.12), konden de waarnemingen verklaard worden en was het model kloppend. 2.3.4 Het heliocentrisch wereldbeeld

Hier zou echter rond 1530 grote verandering in komen mede dankzij het werk van Nicolaus Copernicus. Copernicus kon echter zijn nieuwe wereldbeeld niet vormgeven zonder het werk van de oude Griekse wetenschapper Aristarchus die leefde rond 280 v. Chr. (dat is 400 jaar voor Ptolemeus). Aristarchus had 1800 jaar voor Copernicus al een heliocentrisch wereldbeeld. Volgens hem bevond de maan zich in een baan om de

• Ten derde was het al lang bekend dat de helderheden van de planeten varieerden als ze bewogen langs de hemel. Copernicus ontdekte dat Mars meer in helderheid varieerde dan Ptolemeus met zijn model kon voorspellen. De epicykels waren niet groot genoeg om de variaties te verklaren. Het model verklaarde dus wel het verschijnsel, maar niet nauwkeurig genoeg. Het was deze waarneming die Copernicus ertoe bracht om het model van Aristarchus weer uit de kast te halen na 1800 jaar verborgen te zijn geweest. Wordt vervolgd...

Guidestar | 05-2013

Het model van Ptolemeus kon, mede dankzij een gebrek aan goede waarnemingen, wel zo’n 1350 jaar stand houden. Daarbij kwam nog dat rond het jaar 1300 na Chr. het model door de Italiaanse christelijke filosoof Thomas Aquinas (1225-1274) geïntegreerd werd in het Christendom. Mede door de centrale plaats van de aarde paste dit model zeer goed in het theologisch wereldbeeld, en het werd dan ook door de kerk met enthousiasme ontvangen. Mede hierdoor werd het model een christelijk dogma waar niet over viel te discussiëren. Dit was de hoofdreden waarom dit model zo lang stand kon houden.

• Na het bestuderen van oude geschriften kwam Copernicus tot de gedachte dat een heliocentrisch model betere data op zou leveren, maar dat het ook esthetisch mooier in elkaar zat. Hij verbond astronomie heel duidelijk met zijn geloof, en volgens hem was het logisch dat de zon centraal stond, omdat de zon de bron van het licht en het leven was. De Schepper zou de zon, aldus Copernicus, natuurlijk centraal plaatsen. Dit waren dus duidelijk geen wetenschappelijke, maar religieuze argumenten.

027



De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA wil een asteroïde 'vangen' en naar de nabijheid van de aarde brengen. Amerikaanse media, onder wie CBS News, schrijven zaterdag over die plannen. Het is de bedoeling dat een onbemand ruimteschip tegen 2020 een kleine asteroïde op 'sleeptouw' neemt, laat de nieuwszender CBS weten. Uiteindelijk wil de NASA astronauten naar de asteroïde sturen. De NASA wil zo meer te weten komen over de dreiging die asteroïden kunnen vormen voor de aarde. Dat kan helpen bij de ontwikkeling van manieren om ze af te weren, mocht er een op ramkoers komen met de aarde. Ook wordt de samenstelling onderzocht op 'bodemschatten' die in de toekomst mogelijk uit de ruimterotsen kunnen worden gehaald. Verder wil de NASA kijken of de asteroïde geheimen herbergt die de organisatie kan gebruiken om ruimtereizen naar de planeet mars beter mogelijk maken. De asteroïde die de NASA op het oog heeft, heeft een diameter van nog geen 10 meter. Dat is erg klein naar ruimtemaatstaven. Een van de grootste uitdagingen is dan ook er een te vinden. Bron: ANP / 06-04-2013. Rusland zal tot en met 2020 omgerekend 39,6 miljard euro investeren in ruimtevaart en moderne ruimteschepen, zo heeft president Vladimir Poetin op de in aanbouw zijnde nieuwe ruimtehaven Vostotsjni bekendgemaakt. Deze investering wordt één van de prioriteiten die Moskou zich stelt. Onder aanhaling van deskundigen zei het Russische staatshoofd dat de markt voor ruimtevaart nu jaarlijks 300 tot 400 miljard dollar waard is. Dit zal tegen 2030 stijgen naar 1.500 miljard dollar. "Wij moeten dit opportuniteitsvenster gebruiken", zei Poetin. Hij zei ook dat de 7,4 miljard euro kostende nieuwe lanceerbasis in het Verre Oosten ter beschikking van de VS en Europa staat. In een rechtstreekse videolink met het Internationaal Ruimtestation ISS, waar nu zes mensen leven en werken, roemde Poetin de samenwerking met de VS. De Russische ruimtevaart berust in grote mate nog op de verwezenlijkingen van het Sovjet-tijdperk. De laatste twee jaar incasseerde Moskou talrijke mislukkingen op het gebied van lanceringen. Bron: Belga / 12-04-2013. De Canadese astronaut Chris Hadfield heeft een magisch beeld van de stad Antwerpen vanuit het Internationaal Ruimtestation (ISS) getweet. Zo deed hij zijn reputatie van mister social media alle eer aan. Antwerpen, België, met de Schelde die als een bliksemschicht de stad verlicht, zo tweette Hadfield. En daarmee kreeg Antwerpen een fantastische foto cadeau vanuit de ruimte cadeau van de astronaut die momenteel in het ISS verblijft. Hadfield heeft bijna 650.000 volgers op Twitter. Hij stuurt geregeld kiekjes vanuit de ruimte naar de Aarde. Bron: J. Vlemings / 1204-2013. De Russische president Vladimir Poetin wil de toekomstige stad naast nieuwe lanceerbasis Vostotsjni naar de vader van het (Sovjet-)Russische ruimtevaartprogramma, Konstantin Tsjolkovski, noemen. Dat heeft het Russische staatspersbureau Ria Novosti gemeld. "Ik denk dat het goed zou zijn dat wij, na overleg met de plaatselijke bewoners, de toekomstige stad Tsjolkovski gaan noemen", zei Poetin op de dag dat Rusland Kosmonautendag viert. Daarmee gedenkt het land dat Joeri Gagarin op 12 april 1961 de eerste mens in de ruimte werd. Moskou bouwt in de regio Amoer in het Verre Oosten een nieuwe ruimtehaven, om zijn

afhankelijkheid van de van Kazachstan gehuurde basis Bajkonoer te verminderen. De eerste lancering is volgens de regering voor 2015 gepland, het vertrek van een eerste bemande vlucht in 2018. In Rusland krijgen steden soms de naam van grote figuren uit het ruimtevaartprogramma zoals Gagarin en Koroljov (de man die het land effectief in de ruimte bracht). De raketwetenschapper Tsjolkovski, overleden in 1935, geldt als de vader van de Russische ruimtevaart. Reeds in 1903 publiceerde hij een theoretisch werk omtrent het gebruik van raketten voor de exploratie van de ruimte. Bron: Belga / 12-04-2013. Curaçao twijfelt over het beschikbaar stellen van de luchthaven in Willemstad voor kleine toeristische ruimtevluchten. Het Nederlandse ruimtevaartproject Space Expedition Corporation (SEC) maakte daarover in 2011 afspraken met de toenmalige bewindvoerders, maar de huidige beleidsbepalers zijn bang dat het initiatief te veel geld kost, voor geluidsoverlast zorgt en ook slecht is voor het milieu. Michiel Mol, algemeen directeur van Space Expedition Corporation, kwam vandaag met dat bericht op de proppen. Het is de bedoeling dat dit jaar de eerste testvluchten zijn met het ruimteschip van SEC, dat momenteel wordt gebouwd. Als alles goed werkt, starten eind 2014 de eerste commerciële vluchten. Het ruimteschip stijgt op als een vliegtuig en gaat kort daarna als een raket omhoog tot ruim 100 kilometer. Bron: ANP / 12-042013. De Russen willen hun maanprogramma nieuw leven inblazen. In 2015 gaat voor het eerst in 39 jaar een sonde richting maan om in het zuidpoolgebied grondanalyses te doen; deze Loena-25 zal met name op zoek gaan naar water. Tot en met 2020 staat vervolgens voor elk jaar een specifieke maanmissie gepland. Dit nieuwe vijfjarenplan moet worden gezien als een verkenning met het oog op toekomstige Russische bemande maanmissies, zo maakte Igor Mitrofanov van het Instituut voor Ruimteonderzoek (IKI) vorige week op een symposium in Texas bekend. Het nieuwe Russische programma is Loena-Glob gedoopt. Na de genoemde Loena-25 gaat in 2016 Loena-26 in een 100 km hoge baan om de maanpolen draaien voor gedetailleerde cartografie. In 2017 brengt Loena-27 een grote lander naar de zuidpool voor een cryogene boortest. Loena-28 moet dan in 2019 een cryogeen geboord grondmonster nemen nabij de zuidpool en naar de aarde brengen. Hij zet wellicht ook een kleine Indiase maanrover af. Voorlopige hekkensluiter in het programma is Loena-29, die een grote maanauto (Loenochod-3) aflevert, die tenminste over een traject van 30 km bodemonderzoek gaat doen en de resultaten naar de aarde moetseinen. In 1976 stopten de Sovjets met een veelomvattend programma van maanonderzoek. De laatste Russische maanrobot was Loena-24 die op 22 augustus 1976 de laatste zachte landing maakte op de maan, 170 g grond opboorde en naar de aarde bracht. Bron: AA / 14-042013.

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

Clear Skies Observing Guides is nog een boek, nog een atlas, maar een kruising tussen een waarneemgids en software. Het helpt de juiste deepsky objecten uit te kiezen in functie van de grootte van je telescoop. De geestelijke vader van dit concept - Victor Van Wulfen - komt helemaal naar Urania om zijn product voor te stellen. Een verplichte avond voor alle visuele waarnemers en iedereen met interesse in software.

Datum - Donderdag 2 mei 2013. 20.00 uur t/m 22.00 uur. Toegang: GRATIS. Locatie - Volkssterrenwacht Urania - Jozef Mattheessensstraat 60 te 2540 Hove. www.urania.be.

Guidestar | 05-2013

Voordracht : WGAS - Clear skies observing guides door Victor Van Wulfen

029


Rubriek - Gadget v/d maand Patrick Jaecques

Info - Het woord ‘gadget’ is terug te herleiden naar de 19e eeuw. Het woord wordt in dit geval gebruikt als een vervanging voor de naam van een apparaat die men niet meer heeft kunnen onthouden. In dit geval komt het woord ‘gadget’ terug in het door Robert Browns geschreven boek 'Spunyarn and Spindrift: A sailor boy’s log of a voyage out and home in a China tea-clipper'. Dit is de eerste keer dat het woord voorkomt op papier. Een ander verhaal is dat Gaget, Gauthier & Cie (het bedrijf achter de decoratietechniek in plaatmetaal voor het Vrijheidsbeeld in New York) een klein schaalmodel van het Vrijheidsbeeld uitbracht en het naar het bedrijf vernoemde (Gaget – gadget). Dit was in 1886. Dit zou echter het verhaal tegenspreken dat de term daarvoor al in de volksmond gebruikt werd. Feit is en blijft dat iedereen wel wild is van een leuk gadget, niet ?

Tegenwoordig heeft zowat elk sterrenkundig magazine een rubriek waarin men telescopen en accessoires bespreekt. Dus waarom zouden we hen na doen, zeker wanneer er daarnaast tal van boeiende en leuke sterrenkundige en ruimtevaartgerichte gadgets bestaan... Lichtgevende Maan-klok Op het eerste zicht ziet deze klok er bijzonder eenvoudig uit. Aanduiding van uur, minuten en seconden. Niets speciaals. Ware het niet... dat deze klok heel wat meer in z'n mars heeft. Of beter gezegd... Maan ?!

Night Sky Playing Cards Leuk gevonden... Een kaartspel met een educatief sterrenkundig tintje. Op elke kaart staat er een sterrenbeeld afgebeeld. Handig om spelenderwijze de 88 sterrenbeelden uit beide halfronden aan te leren. Een gelijkaardige versie, maar dan met deep-sky objecten, is te verkrijgen in de Eureka shop. Adviesprijs: 6,00 dollar (Edmund Scientifics)

Meer informatie : www.eurekashop.be

Guidestar | 05-2013

3D Star theater projector

030

Zo is het beeld van de Maan samengesteld uit maar liefst 65 individuele hoge-resolutie beelden van onze naaste buur. En is de klok sferisch met een hoogte van 6,5 cm waardoor er een fraai diepte-effect ontstaat. Daarenboven is de klok lichtgevend. Of beter, het Maan-oppervlak. Dat tot zo'n twee uur nadat het licht is uitgegaan nog mooi nagloeid in uw kamer. Een zoveelste unieke gadget van het i3 design-lab. Exclusieve USA Import ! Staat leuk in uw slaapkamer, bureau tot in de sterrenkundige vereniging of sterrenwacht. Adviesprijs: 39,50 euro (Eurekashop). Space Shuttle pin Akkoord, de Space Shuttle is misschien niet langer in actieve dienst, maar blijft toch nog een vaste waarde bij alle ruimtevaart liefhebbers. Een waar icoon. Die tot uiting komt op een pet, t-shirts of das. Wie het wat subtieler wil aanpakken kan ook gewoon een gouden Space Shuttle pin op z'n das of vest vast spellen. Een leuk gadget dat nog eens betaalbaar blijkt ! Bestaat ook als Space Shuttle met Boeing 747 en Ariane pin. Adviesprijs: 9,50 euro (Eurekashop).

Uncle Milton, één van de grootste educatieve speelgoed ontwikkelaars uit Amerika, heeft net een 3D versie van z'n populaire Star Theater projecor uitgebracht. Waar de projectie van de sterrenbeelden, alsook een resem deep-sky beelden, tot leven komen dankzij een speciale bril. In Europa is deze Star Theater projector nog niet te verkrijgen. Maar zodra dit het geval is, laten we u dit weten. Adviesprijs: 39,95 dollar (Uncle Milton).


Rubriek - Lanceeroverzicht van de maand

A p r il 2 0 1 3 Uur (GMT)

Raket

Lanceerbasis

Vracht

Gewicht

Land

Baan

Doel

15-04-2013

18.36 uur

Proton-M Briz-M

Bajkonoer

Anik G1

4905 Kg

Canada

GEO

Communicatie

19-04-2013

10.00 uur

Sojoez-2-1a

Bajkonoer

Bion-M1

6800 Kg

Rusland

LEO

Wetenschappelijk

AIST 2

39 Kg

Rusland

LEO

Technologie

Dove 2

6 Kg

USA

LEO

Technologie

BeeSat 2

1 Kg

Duitsland

LEO

Technologie

BeeSat 3

1 Kg

Duitsland

LEO

Technologie

SOMP

1 Kg

Duitsland

LEO

Technologie

OSSI 1

1 Kg

Suid-Korea

LEO

Technologie

Cygnus Mass Simulator

3800 Kg

USA

LEO

Simulatie

Dove 1

6 Kg

USA

LEO

Technologie

21-04-2013

21.00 uur

Antares

Wallops Island

24-04-2013

10.12 uur

Sojoez-U

Bajkonoer

26-04-2013

04.13 uur

CZ-2D

Jiuquan

05.23 uur

Sojoez-2-1b

Plesetsk

1 Kg

USA

LEO

Technologie

1 Kg

USA

LEO

Technologie

PhoneSat V2a

1 Kg

USA

LEO

Technologie

Progress-M 19M

7250 Kg

Rusland

LEO

ISS bevoorrading

GF 1

?

China

LEO

Aardobservatie

TurkSat-3ASat

4 Kg

Turkije

LEO

Technologie

CubeBug 1

2 Kg

ArgentiniĂŤ

LEO

Technologie

NEE 01 Pegaso

1 Kg

Equador

LEO

Technologie

Uragan-M (Kosmos 2485)

1415 Kg

Rusland

19100x19100

Navigatie

Guidestar | 05-2013

26-04-2013

PhoneSat V1a PhoneSat V1b

Kris Christiaens

Datum

031


Artikel Philip Corneille (FRAS)

De kometen van 2013 vanuit Australië Foto - De bekende Schots-Australische sterrenkundige Robert H. McNaught, ontdekker van vele tientallen kometen, doet een warme oproep om z'n door bosbranden getroffen regio met donaties te steunen via de Warrumbungle Shire Council Bushfire Appeal. Bron: Philip Corneille. Meer informatie : www.warrumbungle.nsw.gov.au

Eind februari 2013 werd via diverse media meegedeeld dat C 2013 A1, de eerst ontdekte komeet van het jaar 2013, een grote kans had om in te slaan op de planeet Mars. Deze komeet werd ontdekt door de Schots-Australische astronoom / kometen-jager Robert McNaught met de 0.50 m Uppsala Schmidt telescoop op het Siding Spring Observatorium (SSO) in New South Wales - Australië. Deze astronoom kwam tevens in het nieuws om als eerste de 1.02 m ANU telescoop, geschonken aan het private Milroy-observatorium, uit te testen om de nabije passage van asteroïde 2012 DA14 op te volgen. Reden te meer om hem "Down Under" te gaan opzoeken! Tijdens de nacht van 18 maart 2013 had ik het privilege om Robert McNaught te ontmoeten en aan het werk te zien met de 0.50 m Uppsala Schmidt telescoop, waarmee hij de zuidelijke hemisfeer systematisch afspeurt naar NEA (Near Earth Asteroids - nabije Aarde Asteroïden) en kometen. Deze Uppsala Schmidt reflector werd in 1956 in Zweden gebouwd voor het Zweedse zuidelijke observatie-station op Mount Stromlo nabij Canberra Australië waar de telescoop first light verkreeg in 1957 waarbij de Magellaanse wolken werden waargenomen. De telescoop werd voornamelijk gebruikt door Bengt Westerlund (1921-2008) voor een fotografische survey van de sterren aan de zuidelijke sterrenhemel. Door de toenemende lichtvervuiling van de Australische hoofdstad, werd de telescoop in 1983 naar het Siding Spring Observatorium (SSO) verhuisd.

Guidestar | 05-2013

Na twee decennia op SSO werd de Uppsala Schmidt reflector gemoderniseerd en omgevormd tot een computer-gestuurde telescoop voor de Siding Spring Survey waarbij naar potentieel gevaarlijke asteroïden en supernova's werd gespeurd. De telescoop verkreeg een 4K X 4K gekoelde CCD (minus 90° C) op de Newtonian focus en verkreeg nieuw first light in juli 2003 waarbij Omega Centauri werd waargenomen. Dankzij deze geautomatiseerde reflector verkreeg SSO een tweede Schmidt telescoop die de waarnemingen met de 1.2 m UK Schmidt telescoop kon opvolgen. Bovendien werd in oktober 2003 de lang verloren asteroïde 1937 UB (Hermes) opnieuw opgespoord, waardoor de SSO astronomen hun bedrevenheid en competentie herbevestigden.

032

Foto - De auteur, samen met Robert H. McNaught, aan de 0,50 m Uppsala Schmidt telescoop. Bron: Philip Corneille.

Op 15 februari 2013 observeerde Robert McNaught de passage van asteroïde 2012 DA14, een Aardscheerder die tot op 27000 kilometer naderde en hij was uiterst tevreden over de kwaliteit van de nieuw gecoate spiegel van de 1,02 m ANU reflector op het Milroy observatorium. De schenking van deze Boller & Chivens Ritchey-Chrétien telescoop deed veel stof opwaaien in de Australische astronomische gemeenschap maar astronomen gaan ervan uit dat de kijker beter gebruikt wordt dan te worden gestockeerd in een magazijn.

In de nacht van 18 maart deed Robert McNaught opvolging van de komeet C 2013 E2, die op 1,4 Astronomische eenheden z'n perihelium passeerde in het sterrenbeeld Aquarius (Waterman). Deze komeet werd ontdekt door de Japanse amateur-astronoom Masayuki Iwamoto op CCD frames genomen met een 100 mm Pentax f/4 lens op een Canon EOS 5D digitale SLR camera. Diezelfde nacht ontdekte Robert McNaught een nieuwe potentieel gevaarlijke NEA- Aardscheerder (PHA Potentiallly Hazardous Asteroid) die hij prompt vermelde in zijn waarnemingsrapport aan het Minor Planet Center in Massachusetts - VSA. Het MPC is het centrum van het Smithsonian Astrophysical Observatory, waar een team van vijf astronomen zich toelegt op het verzamelen, controleren, berekenen en verspreiden van gegevens inzake planetoïden en kometen. Op tweemandelijkse basis bekijkt het IAU-comité voor de naamgeving van hemelobjecten (Internationale Astronomische Unie) de nieuwste gegevens ter controle van de voorgestelde namen. In de vroege ochtend praatte Robert Mc Naught honderduit over het gebruik van de Astrometrica software / shareware ontwikkeld door de Oostenrijkse computer ingenieur / amateurastronoom Herbert Raab. We praatten na over de waarschijnlijkheid dat de komeet C 2013 A1 de planeet Mars zou raken. McNaught ontdekte deze komeet op 3 januari 2013 en baanberekeningen gebaseerd op beelden van de Catalina Sky Survey (Mount Bigelow Arizona - VSA) wezen uit dat deze komeet de baan van de planeet Mars zou kruisen op 19 oktober 2014. McNaught merkte op dat de asymmetrische vorm van een komeet het berekenen van nauwkeurig baanparameters uiterst bemoeilijkt. De meest recente waarnemingen wezen uit dat de komeet de planeet zal missen en vanaf de aarde zal gezien worden in het sterrenbeeld Ophiuchus (Slangendrager) als een magnitude 7 object dat door diverse onbemande ruimtetuigen (STEREO-A, MRO en MAVEN) zal worden opgevolgd.. In januari 2015 zal de komeet zichtbaar worden in het Noordelijke halfrond als een magnitude 10 object. Op 4 maart ontdekte Rob McNaught tevens C 2013 E1, een magnitude 19 komeet die in oktober 2013 op 7,6 astronomische eenheden periheium zal bereiken. Dankzij deze recente ontdekking bereikte het aantal door McNaught ontdekte kometen de kaap van 75. Samen met hem kijken we uit naar nieuwe kometen alsook naar C 2012 S1 (ISON - International Scientific Optical Network in Rusland) die op 28 november 2013 perihelium zal bereiken en nu reeds de "komeet van de eeuw" wordt genoemd. Helaas verloor Robert McNaught zijn huis (alsook zijn verzameling astronomie boeken) in de allesvernietigende bosbranden die de Warrumbungle regio teisterden tijdens het weekend van 12/13 januari 2013.



Rubriek - Woord van de maand Dirk Devlies

Marcel Gilles Jozef Minnaert Deze maal een Belg die niet naar de Verenigde Staten van Amerika is getrokken, maar naar de noorderburen. Hij realiseerde belangrijke onderzoeksresultaten in verband met de Zon en voerde ook de popularisering van de sterrenkunde hoog in het vaandel. Info - Dirk Devlies is lid van de Astro Event Group vzw en van de Vereniging Voor Sterrenkunde vzw. Hij is een gepassioneerd verzamelaar van sterrenkundige en ruimtevaartfeiten. Hij verdiept zich ook graag in sterrenkundige software en graaft nu al enkele jaren in de geschiedenis van de sterrenkunde in België.

Foto - Marcel Minnaert rond 1914. Bron: DBNL.

Personalia Hij is geboren in Brugge op 12 februari 1893 en stierf in Utrecht op 26 oktober 1970. Hij overleed na een ziekte. Zijn ouders, beide liberaal en Vlaamsgezind, waren werkzaam in het onderwijs. Hij was hun enige kind en zij beschouwden hem als een opvoedkundig experiment. Ze penden zijn vorderingen nauwgezet neer in 1.300 bladzijden notities. Hij werd als peuter fel beschermd en mocht pas als hij bijna vier jaar was met de kinderen van de buurt buiten spelen. Zijn vader Josephus Ludovicus onderwees aan de regentenschool te Gent en zijn moeder Josephina Philippina van Overberge aan de rijksnormaalschool voor meisjes te Brugge. Nadat zijn vader in 1903 overleed verhuisde hij in 1908 met zijn moeder naar Gent.

In een nationale scholenwedstijd in 1909 werd hij uitgeroepen tot beste leerling van Vlaanderen. Het was dan ook normaal dat hij zou studeren aan de Universiteit in Gent, dat toen nog Franstalig was. In 1910 schreef hij zich in als student aan de Université de Gand in de faculteit der 'sciences naturelles', met als hoofdvak biologie. In 1913 liet hij zich in het blad De Goedendag zeer misprijzend over België uit. In juli 1914, kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, promoveerde hij bij hoogleraar Julius Mac Leod met de hoogste onderscheiding tot doctor in de natuurwetenschappen. Zijn proefschrift was een studie over de invloed van zonlicht op planten (fotosynthese), het was getiteld Contributions à l’étude de la photobiologie quantitative. Mac Leod streed als Oostendenaar sterk voor de vernederlandsing van de universiteit in Gent. Naar hem is een plein in Oostende genoemd.

Als tiener was hij autodidact. Hij beheerste later meer dan tien talen. Hij was vegetariër, rookte niet en dronk geen alcohol. Plezier beleven was van ondergeschikt belang aan de verheffing van de mensheid. Hij was een beminnelijke en egocentrische, soms naïeve, maar altijd vooruitstrevende man.

Guidestar | 05-2013

Hij huwde met Maria Boergonje Coelingh op 20 december 1928. Ze kregen twee zonen. Rond 1956 overleed een van zijn kinderen. Op zijn verzoek werd zijn lichaam na zijn dood voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt: zonder uitvaart verdween hij spoorloos, blind voor de gevoelens van verwanten, vrienden en kennissen die niet eens afscheid hadden kunnen nemen. Zijn hele leven heeft hij geen kans onbenut gelaten om zijn Vlaamse sympathieën en gedachtengoed te promoten. Hij was ook actief binnen vele dergelijke verenigingen en was sterk anti-Belgisch gezind. Vanaf 1937 was hij marxist. Zijn naam was bij studenten synoniem voor schitterende, duidelijke colleges, vriendelijkheid en eenvoud. Opleiding

034

Na de lagere school in Brugge volgde hij Grieks-Latijns aan het Gentse atheneum. Hij werd lid en later voorzitter van het taalminnend genootschap De Heremanszonen.

Tijdens het opstellen van zijn proefschrift ondervond hij dat zijn kennis van wis- en natuurkunde tekort schoot. Na overleg met zijn moeder en oom trok hij in september 1915 voor een jaar naar Nederland. Hij koos voor Leiden omdat de colleges van Ehrenfest en Lorentz hem boeiden. Hij raakte er ook geïnteresseerd in het marxisme. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ijverde hij mee voor de vernederlandsing van de universiteit en werd hierdoor beticht van contacten met de Duitse bezetter. Het maakte hem dus niet populair en hij vluchtte naar Nederland. Het ouderlijke huis in Gent werd na de oorlog geplunderd door woedende burgers.


Guidestar | 05-2013

035


In de zomer van 1916 werd hem gevraagd of hij een docentschap in de natuurkunde zou willen aanvaarden aan de binnenkort Nederlandstalige Gentse Universiteit. Hij stemde meteen toe en werd op 2 september 1916 benoemd. In november 1918 verliet hij België met zijn moeder, hij werd voor vermeende collaboratie bij verstek tot 15 jaar dwangarbeid veroordeeld door de Belgische overheid.

op als hoogleraar en directeur van de Sterrenwacht te Utrecht - Sonnenborgh. Minnaert overtuigde het bestuur van de universiteit om de sterrenwacht nieuw leven in te blazen. Hij maakte van Sonnenborgh een heliofysisch instituut. Hij regelde ook de verhuis van de zonnespectrograaf van het instituut naar Sonnenborgh. Minnaert is niet ingegaan op een aanbod van Yerkes Observatory.

Hij had belangstelling voor fotometrie en dat leidde hem naar Utrecht. De zonnefysica aan de UU kent zijn oorsprong bij de meteoroloog Buys Ballot, die onderzoek deed naar de invloed van de zonnevlekkencyclus op ons klimaat. Buys werd opgevolgd door Willem H. Julius (1896 – 1925) die er nieuwe fotometrische technieken ontwikkelde. Minnaert ging aan de slag als zijn assistent en observator op het Fysisch Laboratorium in 1919. Julius deed bij Minnaert de interesse voor de problemen van de zonnespectroscopie ontluiken.

Na 1937 groeide het aanzien van zijn persoon nog. Hij kreeg internationale sterrenkundige posten aangeboden, zoals in de Internationale Astronomische Unie waar hij voorzitter of vicevoorzitter was van verschillende commissies.

Foto - Minnaert, middenachter, als docent bij de door de Duitsers geopende Hogeschool, 1916. Bron: DBNL. Foto - Pannekoek en Minnaert tijdens de geslaagde eclipsexpeditie in Lapland. Bron: DBNL.

Hij ontwikkelde nieuwe technieken voor het meten van spectraallijnen en verbeterde zo de kennis erover. Zijn ‘groeicurve’-techniek voor het bepalen van abondanties (hoeveel er van iets voorkomt) van chemische stoffen in de Zon door spectraalanalyse wordt als één van zijn grootste verwezenlijkingen beschouwd, naast het concept van ‘gelijke breedte’ van de absorptielijnen.

Door zijn onderzoek naar de materie van Zon en sterren werd het Utrechtse Heliofysisch Instituut wereldberoemd. In 1940 verscheen de ‘Photometric atlas of the solar spectrum’ die onder zijn leiding en met hulp van Jacob Houtgast en G. F. W. Mulders is samengesteld. De atlas van het spectrum van de Zon werd tussen 1937 en 1940 opgebouwd. Hij baseerde zich voor de fotometrie van de spectraallijnen op opnames van de Hale Observatories. Alle lijnen tussen een golflengte van 3.612 en 8.771 werden opgemeten. In een appendix kwamen de golflengten van 3.332 tot 3.637 aan bod. Het was decennia lang (en volgens sommigen is nog steeds) het uitgangspunt voor het onderzoek naar de chemische samenstelling van Zon en steratmosferen. Een opvolging op dat werk verscheen als ‘The Solar Spectrum’ in 1966. Het bestrijkt golflengten van 2.935 ångström tot 8.770 ångström. Hij schreef veel over de buitenste lagen van het zonne-oppervlak. Hij was in de Tweede Wereldoorlog ook krijgsgevangene (mei 1942 – april 1944) in St. Michielsgestel. Deze liep hij op door zijn verzet tegen de vernietigende macht van het fascisme. Hij onderwees tijdens die gevangenschap natuurkunde en sterrenkunde aan zijn celgenoten. Na zijn gevangenschap onderzocht hij de temperaturen van komeetkernen, gasnevels, de atmosfeer van Venus en fotometrie van de Maan. Hij hielp in het geven van namen aan kenmerken op het oppervlak. Hij bepaalde ook de ‘lichthinder’ van de Maan en andere bronnen (1954).

Guidestar | 05-2013

Tijdens het collegejaar 1945 – 1946 nam hij ook nog het buitengewoon hoogleraarschap in de astrofysica te Leiden voor zijn rekening.

036

Foto - Het Utrechtse Fysisch Laboratorium in 1922. Markante persoonlijkheden zijn linksboven Lily Bleeker en vooraan van rechts naar links Minnaert, Van Cittert, Julius, Ornstein en Moll. Bron: DBNL..

In 1925 promoveerde hij cum laude bij L. S. Ornstein op Onregelmatige straalkromming, Julius was dan al overleden. Werk en leven Hij nam deel aan verschillende eclipsreizen in de jaren 1920 en 1930. In 1927 werd in Lapland voor het eerst de fotometrie van het flitsspectrum uitgevoerd. Hij had bijzondere interesse voor het ontstaan en de vorming van Fraunhoferlijnen (donkere lijnen in het spectrum). In 1933 werd hij tot Nederlander genaturaliseerd en in 1937 volgde hij Albertus Nijland

In 1963 ging hij met emeritaat, maar rusten paste niet bij hem. In 1969 verscheen nog van zijn hand Practical Work in Elementary Astronomy, een verbeterde en in het Engels vertaalde tekst van de praktische laboratoriumoefeningen in de sterrenkunde, die hij als professor te Utrecht had ingevoerd ten behoeve van zijn eersteen tweedejaarsstudenten. Het werk bevatte een unieke combinatie van theorie en praktijk en zorgde mee voor het afleveren van een hele generatie sterrenkundigen van wereldfaam. Eén van zijn bekendste studenten was Hendrik C. van de Hulst (1918 – 2000), die onder zijn leiding promoveerde in 1946. Naast zijn wetenschappelijk werk bleef hij zich bezighouden met Vlaanderen en met de talrijke Vlamingen in Nederland. Hij hield lezingen over Vlaamse kunst en Vlaamse problemen.


Midden 2011 besloot de UU alle sterrenkundig personeel in andere instituten van de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA) onder te brengen, na 370 jaar sterrenkundig onderzoek aan de universiteit. Het is ingegeven omdat het niet in het nieuwe bèta-profiel van de universiteit past.

lidmaatschap van de Akademies van Wetenschappen te Amsterdam, Brussel, Boston, Washington, Halle, Rome, Uppsala en Coimbra. Hij was Associate van de Royal Astronomical Society te Londen. De universiteiten van Heidelberg, Moskou en Nice verleenden hem eredoctoraten. Naar hem is de planetoïde 1670 Minnaert (1934 RZ) genoemd, op 9 september 1934 ontdekt door H. van Gent te Johannesburg. Een maankrater op de achterzijde van de Maan draagt ook zijn naam, hij heeft een diameter van 125 km.

Foto - Minnaerts afscheidssymposium ‘The Solar Spectrum’ met drie groten van een halve eeuw zonnefysica (1918-1963): Charlotte Moore-Sitterly, Minnaert en Albrecht Unsöld. Bron: DBNL.

Hij kreeg verschillende sterrenkundige prijzen zoals de Gold medal van de Royal Astronomical Society in 1947, de Catherine Wolfe Bruce Gold Medal in 1951 en de Prix Jules Janssen in 1966. Hij en zijn werk worden in talloze boeken vermeld. Uitgelicht: de natuurkunde van ’t vrije veld. Een van de meest bekende werken van hem is ‘de natuurkunde van 't vrije veld’. Het verscheen in drie delen tussen 1937 en 1940. Samen goed voor iets meer dan duizend bladzijden. In de decennia daarna verschenen nog vier drukken. Het is in een tiental talen vertaald. Het bevat in talloze hoofdstukken verklaringen voor alledaagse (en minder alledaagse) verschijnselen die men zonder instrumenten ‘in het vrije veld’ (in de vrije natuur) kan waarnemen. Dat waarnemen kan auditief of visueel zijn. De meeste verschijnselen heeft hij zelf waargenomen of nagemeten.

In Nederland is sinds 1998 een gebouw van de Universiteit Utrecht naar hem genoemd. Verder bestaat er ook een sterrenkundige kring en in de wijk Sterrenburg te Dordrecht is er een straatnaam naar hem vernoemd. In 1946 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Door zijn politieke voorkeur kon hij geen rector magnificus van de Universiteit Utrecht worden tijdens de Koude Oorlog. In Brugge is geen enkel gedenkteken of herinnering aan deze bijzondere astrofysicus te vinden. Literatuur en bronnen Naast zijn boeken en wetenschappelijke artikels schreef hij ook gedichten over de sterren: Dichters over Sterren (1949). De Nederlandse natuurkundeleraar Leo Molenaar werkte van 1992 tot 2003 aan de biografie ‘De Rok van het Universum’. Hij baseerde zich voor de biografie ook op de notities van zijn ouders. Deze publicatie kan integraal gelezen worden op de dbnl-website (http://www.dbnl.org/tekst/mole016marc01_0 1).

Deel 1 behandelt Licht en kleur in het landschap en verscheen in 1937. Enkele van de onderwerpen die aan bod komen zijn licht en schaduw; de breking van licht; het meten van lichtsterkte en helderheid; het oog; de kleuren en allerlei atmosferische verschijnselen zoals regenbogen en kringen. Er worden ook tips gegeven voor het fotograferen van die verschijnselen. Deel 2 gaat over Geluid, warmte, elektriciteit. Het werd voltooid in 1939. Hier komen onder andere ijs, wolken en neerslag aan bod. Deel 3 heeft als titel Rust en beweging. Dit deel werd afgewerkt in 1940. Het deel bevat topics zoals stromend water en waaiende lucht.

In het boek 'Out of the Blue - A 24 Hour Skywatcher Guide' wordt uitgebreid naar hem verwezen en dank betuigd voor zijn schitterend werk. Als je het gelezen hebt zie je dingen die voorheen aan je aandacht ontsnapten. De drie delen kunnen afgehaald worden van http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id= minn004.

Hij wordt heel vaak vermeld in boeken over onderzoek van de Zon en er is een stuk aan hem gewijd in de The Biographical Encyclopedia Of Astronomers. Velghe (Guidestar januari 2013) schreef over hem voor de Belgische Biographie Nationale. Hij is ook opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979). Voor de Erfgoeddag 2012, met als thema Helden, werd zijn leven en werk voorgesteld aan de Volkssterrenwacht Beisbroek. Enkele maanden voor zijn dood maakte “Ten huize van” een videoportret, te zien op http://www.cobra.be/cm/cobra/cobramediaplayer/boek/1.680761.

Guidestar | 05-2013

In het Engels werd het uitgegeven als The Nature of Light and Colour in the Open Air (1954), heruitgegeven als Light and Color in the Outdoors (1993).

Van 1952 tot 1967 werkte hij met anderen aan de heruitgave van de voornaamste werken van de Bruggeling Simon Stevin. Hij zag in Stevin een zielsgenoot.

Prijzen, eerbewijzen en naamdragers Minnaerts wetenschappelijke betekenis vond onder andere zijn erkenning in het

037



In Abu Dhabi is de grootste zonnecentrale van de wereld in gebruik genomen: 258.000 spiegels concentreren zonlicht op pijpen gevuld met olie die daardoor verhit wordt tot 393 °C. De warmte wordt via warmtewisselaars overgebracht op water dat onder hoge druk opwarmt tot 380 °C. Om het water om te zetten in stoom en verder te verwarmen tot 540 °C – voor een optimale aandrijving van de stoomturbines – verstookt de centrale ook aardgas. Shams 1 heeft een capaciteit van 100 MW. De centrale heeft 460 miljoen euro gekost. Vier trucks met robotarmen zijn dag en nacht in actie om woestijnzand van de spiegels te vegen. Bron: T. Zuidema / 03-04-2013. Niets zo vervelend tijdens een vlucht als turbulentie. De bediening stopt, iedereen zit muisstil in zijn stoel en bij iedere knal hoor je sommige passagiers gillen. We zullen er in de toekomst aan moeten wennen dat het vaker gaat gebeuren. Tenminste, op transatlantische routes en als het onderzoek van twee Britse klimatologen klopt. Zij zeggen dat klimaatverandering zorgt dat er op de Atlantische Oceaan meer onrustige lucht komt door tegengestelde windrichtingen. Nu waait het op grote hoogte vaak één kant op. Maar door smeltend zeeijs op de Noordpool kan die stroom worden verstoord. Vlak naast elkaar kan de ene wind van oost naar west blazen, terwijl even verderop de wind van west naar oost gaat. Een vliegtuig dat op het snijvlak van die twee winden terecht komt, wordt letterlijk alle kanten uit getrokken. Voor de mensen aan boord voelt het als de meest heftige turbulentie die ze hebben meegemaakt. De onderzoekers van de universiteiten van Reading en East Anglia berekenen dat tegen het midden van deze eeuw we 70 tot 140 keer meer kans hebben op dergelijke zware turbulentie op weg naar Amerika. Verkeersvliegers zullen daarom vaker om grote gebieden van turbulentie heen willen vliegen, denken de Britten. Dat leidt dan tot hogere kosten en meer brandstofverbruik. Dat kan natuurlijk weer tot meer klimaatverandering leiden, zo valt uit het onderzoek in Nature Climate Change op te maken. Bron: M. Groot / 09-04-2013. Stroomproducent Electrabel lanceert een coöperatieve vennootschap om gezinnen te laten participeren in zijn windparken. Dat schrijven 'De Tijd' en 'L'Echo'. De Belgische dochter van de Franse energiereus GDF Suez richtte onlangs het vehikel CoGreen op, waarvan de deelbewijzen tegen 125 euro worden verkocht. Daarmee kunnen gezinnen delen in de winst van nieuwe en bestaande windparken, zoals dat van Frasnes-Lez-Anvaing (Doornik) dat volgende week wordt opgestart. De stap van Electrabel om burgers te laten participeren is opmerkelijk, meent de krant. De voorbije jaren ontstonden in ons land veel kleinschalige coöperatieve vennootschappen als reactie op de grote klassieke energieconcerns, denk maar aan Ecopower, Beauvent en Energie2030. Ze werden opgericht om de bouw van windmolens te financieren en om de burgers te betrekken bij de vergroening van energie. Door die burgerparticipatie en nauw overleg met buurtbewoners slaagden veel coöperaties erin windparken te ontwikkelen, terwijl privébedrijven hun windprojecten zagen mislukken door ellenlange juridische procedures. "Wij zijn ook een lokale speler die dicht bij de klanten wil produceren. Via CoGreen willen we buurtbewoners de mogelijkheid bieden om te participeren in en voordeel te halen uit de projecten in hun buurt", zegt een woordvoerster van Electrabel. Bron: De Tijd - L'Echo / 09-04-2013.

Luchtvervuiling vormt wereldwijd een veel grotere bedreiging voor de volksgezondheid dan tot nog toe werd aangenomen. Vervuiling eist jaarlijks meer doden dan aids of malaria. "Het is een van de grootste problemen voor de volksgezondheid aan het worden waar we nu mee worden geconfronteerd", zegt Maria Neira, directeur Volksgezondheid en Milieu van de WHO op een bijeenkomst van de Climate and Clean Air Coalition. "Uit de nieuwste schattingen blijkt dat er elk jaar 3,5 miljoen mensen vroeger sterven door luchtvervuiling binnenshuis, en nog eens 3,3 miljoen mensen door vervuiling buitenshuis." De vervuiling binnenskamers is nu al een van de belangrijkste doodsoorzaken in Azië en Afrika. In arme landen is die vooral afkomstig van inefficiënte kookfornuizen. Die stoten koolstofmonoxide en andere stoffen uit tot niveaus die honderd keer hoger zijn dan de drempel die de WHO veilig acht. De Climate and Clean Air Coalition, een coalitie van regeringen en organisaties zoals de WHO en het VN-milieuprogramma Unep, roept regeringen wereldwijd op om de vervuiling zo snel mogelijk te stoppen. Dat is mogelijk met de bestaande technologieën en nationaal beleid, zegt ze. Zo zijn er verdere ingrepen nodig om de uitstoot door transport aan banden te leggen. Uit een eerdere studie van de Wereldbank bleek al dat de combinatie van schonere voertuigen en brandstof met lager zwavelgehalte jaarlijks voor 4 miljard euro gezondheidskosten kan uitsparen in Afrika ten zuiden van de Sahara alleen al. Bron: IPS / 10-04-2013. Wetenschappers hebben een nieuw soort zonnecel ontdekt. Deze werkt met behulp van superdunne nanodraadjes, waarmee het zonlicht tot wel 15 keer versterkt kan worden. Op deze manier is er meer uit elke zonnecel te halen. De ontdekking komt van een samenwerkingsverband tussen de universiteit van Kopenhagen en de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne, Zwitserland. Ze publiceerden er afgelopen weekend over in het vakblad Nature Photonics. De grote versterking van de zonne-energie ontstaat doordat de draadjes dunner zijn dan de golflengte van het zonlicht. Daardoor weerkaatst het zonlicht tegen de randen, waardoor het sterk samenbundelt aan het einde. Denk aan een stuiterbal die je in een klein kistje laat stuiteren; je laat hem langzaam het doosje invallen, maar eenmaal binnen stuitert hij snel tegen de wanden aan. Het bijzondere aan deze nieuwe techniek is dat hij de Shockley-Queisser-limiet doorbreekt. Dit is een belangrijke maximale grens voor het rendement van zonnecellen van ongeveer 34 procent. De grens geldt als een van de belangrijkste bijdragen aan de theorie over zonnecellen. Als deze nieuwe zonnecel deze limiet doorbreekt, kunnen zonnecellen theoretisch efficiënter worden dan voorheen gedacht. Dit alles betekent niet dat er morgen superzonnecellen op uw dak kunnen liggen. Voorlopig bestaan de nanodraad-cellen alleen in het laboratorium en moet nog maar blijken hoe goed ze in de praktijk werken. Bovendien zullen ze in het begin waarschijnlijk heel duur zijn, waardoor de 'gewone' zonnecellen het commercieel alsnog gaan winnen. Bron: AA / 19-04-2013

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

Iedereen ondergaat de tijd: soms kruipt hij maar traag vooruit, soms gaat hij veel te snel en soms vergeet je 'm gewoon. Bibliotheken zijn er al over volgeschreven, maar niemand die het geheim echt kan ontrafelen. Urania-lid Walter Simons krijgt van het WGAS-bestuur exact 90 minuten om een stand van zaken te geven.

Datum - Donderdag 16 mei 2013. Van 20.00 uur t/m 22.00 uur. Toegang: onbekend. Locatie - Volkssterrenwacht Urania, Jozef Mattheesensstraat 60 te 2540 Hove. www.urania.be.

Guidestar | 05-2013

Voordracht : De pijl van de tijd door Walter Simons

039


Rubriek

Space history / 14-05-1973 Guidestar | 05-2013

40e verjaardag Skylab lancering

040

Skylab was het eerste Amerikaanse ruimtestation in een baan om Aarde en bestond voornamelijk uit onderdelen die waren overgebleven uit het Apollo-programma. Het 75 ton wegende gevaarte werd 14 mei 1973 gelanceerd met een Saturnus V-raket. Het was tevens de laatste lancering met dat type raket. Tijdens de lancering liep Skylab schade op waarbij ĂŠĂŠn zonnepaneel volledig verloren ging, een ander vast bleef zitten en er een hitteschild ernstig beschadigde. Bij de tweede missie werden deze defecten provisorisch hersteld. Tijdens de latere missies kon Skylab worden gebruikt waarvoor het bedoeld was: 1. Onderzoeken of mensen gedurende langere tijd konden wonen en werken in de ruimte. 2. Uitbreiden van kennis over het zonnestelsel. Er werden technische en medische experi-

menten uitgevoerd waarvoor gewichtsloosheid nodig was. De laatste missie vertrok op 16 november 1973 en kwam op 8 februari 1974 weer terug naar Aarde. Na een aantal jaar onbemand rondgecirkeld te hebben keerde Skylab in 1979 vervroegd terug naar de aarde en verbrandde hierbij grotendeels in de dampkring. In totaal zijn er vier missies naar Skylab geweest. Voor al deze missies werd gebruikgemaakt van Apollo-capsules die werden gelanceerd met de Saturnus IB-raket. De eerste missie was onbemand. Bij de andere drie missies bestond de bemanning uit drie leden. Over de naamgeving van de missies bestaat veel verwarring. Soms wordt de eerste onbemande missie aangeduid als Skylab-1 en soms wordt de eerste bemande missie Skylab 1 genoemd. In dit artikel wordt de eerste onbemande missie Skylab-1 genoemd en de laatste Skylab-4, in overeenstemming met het


huidige gebruik door NASA.

Skylab-2 - Op 25 mei 1973 vertrok de eerste driekoppige bemande missie. De tijdens de lancering opgelopen schade werd grotendeels hersteld en er werd een zonnescherm uitgeklapt waardoor de temperatuur in de woon- en werkruimtes niet te hoog kon oplopen. Op 22 juni keerde de bemanning weer terug naar de Aarde.

Skylab-4 - Op 16 november 1973 vertrok de derde en laatste bemande missie en werden er net als bij de voorgaande missie veel experimenten uitgevoerd. Daarnaast werd ook de komeet Kohoutek uitgebreid geobserveerd. Na een verblijf van 84 dagen keerde de bemanning op 8 februari 1974 terug naar de aarde.

Guidestar | 05-2013

Skylab-1 - Tijdens de onbemande Skylab-1missie werd het ruimtestation met behulp van stuurraketjes geroteerd om de zonnestraling niet direct op het beschadigde deel te laten vallen. De lancering van de volgende missie werd met tien dagen uitgesteld en er werd een uitvouwbaar "zonnescherm" geconstrueerd om de gevolgen van de beschadiging van het hitteschild te beperken.

Skylab-3 - De tweede bemande missie vertrok op 28 juli 1973. Gedurende deze 59 dagen durende missie werden er veel wetenschappelijke experimenten uitgevoerd. Ook werd er een tweede zonnepaneel gemonteerd. Behalve de menselijke bemanning waren er op deze vlucht ook een tweetal spinnen mee, Arabella en Anita. Deze twee "astronauten" bewezen dat ze ook bij het volledig ontbreken van zwaartekracht een web konden spinnen. Verder maakten zes muizen, 720 fruitvliegjes en twee vissen deel uit van de bemanning.

041


Artikel Dirk Devlies

Bloemen over Kepler Foto - Gastspreker Steven Bloemen is één van de vele kwalitatieve gastsprekers die we maandelijks mogen verwelkomen op onze gratis publieke voordrachten. Ontdek er alles over op onze website. Meer informatie : www.aegvzw.be

Op vrijdag 5 april 2013 bracht de Leuvense doctoraatstudent Steven Bloemen een boeiende lezing over Kepler. Hij is werkzaam binnen het Instituut voor Sterrenkunde van het departement Natuurkunde en Sterrenkunde van de KU Leuven. Hij verdedigt zijn doctoraat in mei. De voordracht werd aangekondigd als “Vier jaar ononderbroken waarnemingen met de Kepler satelliet”. Er kwamen een dertigtal geïnteresseerden opdagen in de forumzaal van de Bibliotheek Kris Lambert te Oostende. In drie onderdelen werden de realisaties van deze Amerikaanse ruimtesonde uit de doeken gedaan.

Guidestar | 05-2013

Het belangrijkste doel van deze missie is het zoeken van exoplaneten (Guidestar oktober 2011). De planeten buiten het zonnestelsel worden gezocht en hun voornaamste kenmerken worden achterhaald. Sterrenkundigen willen zo een idee krijgen over hoeveel planeten er bestaan die op de Aarde lijken. Niet zomaar planeten die op de Aarde lijken, maar die liefst ook nog voorkomen in de leefbare zone van de ster die zelf best ook nog wat op de Zon lijkt. De leefbare zone is een gebied rond de ster waar het niet te warm of te koud is, zodat eventueel water op de planeet in vloeibare vorm kan voorkomen.

042

De ruimtesonde Kepler is uitgerust met een telescoop van 95 cm en houdt ononderbroken 150.000 sterren in het oog in de sterrenbeelden Lier en Zwaan. Kepler legt om het half uur de helderheid van die sterren vast en als één ervan verzwakt kan het zijn dat een planeet voor de ster bewoog. Dit is de overgangsmethode om exoplaneten te ontdekken. Om toevalligheden uit te sluiten moet Kepler minstens driemaal een verzwakking van een ter observeren. Dan is een kandidaat-planeet ontdekt. Om de ontdekking te bevestigen gebeuren dan nog waarnemingen met andere telescopen op de Aarde en in de ruimte. Tot februari 2013 heeft Kepler ongeveer 2.740 kandidaat-planeten en daarvan zijn er 114 bevestigd. Drie planeten daarvan waren al bekend voor Kepler ze heeft waargenomen. Men hoopt de ruimtetelescoop nog tot 2016 in bedrijf te kunnen houden. Een Europese missie voor onderzoek van exoplaneten is Corot, gelanceerd in 2006. Een Belgische telescoop die ook planeten opspoort met de overgangsmethode is de TRAnsiting Planets and PlanetesImals Small Telescope. Kepler observeert ook dubbelsterren en meervoudige sterren (waar meer dan twee sterren om elkaar draaien). Er zijn al enkele heel bijzondere en onverwachte exemplaren ontdekt. Kan u zich bijvoorbeeld voorstellen hoe het leven er zou uit zien als de Aarde niet één, maar twee zonnen had? Dergelijke gevallen zijn nu ontdekt: een planeet of zelfs meerdere planeten rond een dubbelster.

Het onderzoek van dubbelsterren is belangrijk omdat geweten is dat sterren die dicht rond elkaar draaien elkaar beïnvloeden en zo elkaars levensloop veranderen. Sterren leven langer, of net niet, of ondergaan een verjongingskuur. Een belangrijk mechanisme in dat verhaal is materie-overdracht van de ene ster naar de andere. De derde tak van het onderzoek, en het belangrijkste onderzoek in België met gegevens van Kepler, is deze van de asteroseismologie. Een groep sterrenkundigen in Leuven, waar Bloemen deel van uitmaakt, heeft zich gespecialiseerd in het onderzoek van sterbevingen en pulsaties van sterren. Net als aardbevingen op Aarde levert het onderzoek van trillingen van sterren informatie op over de inwendige structuur van de sterren. De verschillende trillingen kunnen elkaar versterken of afvlakken en de ster kan op vele manieren trillen: allemaal factoren waarmee in het onderzoek rekening moet gehouden worden. Het onderzoek aan de trillingen levert ook een massabepaling en leeftijd van de ster op. Het Leuvense team geniet op het vlak van asteroseismologie wereldfaam. Conny Aerts kreeg er in 2012 zelfs de Francqui-Prijs voor, maar ze draagt het op aan het hele team. Andere satellieten die betreffende asteroseismologie gegevens opleveren zijn Microvariability and Oscillations of Stars (gelanceerd in 2003) en de eerder genoemde Corot. Een systeem op Aarde voor helioseismologie (trillingen van de Zon) is de Global Oscillation Network Group (GONG) en een niet goedgekeurde Europese ruimtemissie is PLAnetary Transits and Oscillations of stars. Meer informatie op www.asteroseismology.be. Bloemen gunde ons ook een korte blik achter de schermen van een internationale samenwerking. Om de gegevens van Kepler te krijgen, waarop het team in Leuven wil werken, moeten internationale akkoorden gesloten worden. De Amerikanen willen niet altijd even snel de gegevens bezorgen en mocht men in de gegevens in Leuven een nieuwe exoplaneet ontdekken, dan moet dat meteen gemeld worden.


Artikel

Nieuwe hogesnelheidscamera's voor Westerbork ons Melkwegstelsel. De precieze oorzaak van die verre flitsen is nog onbekend, maar gezien de helderheid en afstand moet het gaan om enorme ontploffingen, vergelijkbaar met ‘supernovae', de waargenomen ontploffingen aan het eind van het leven van zware sterren.

Met de Apertif-ontvangers kunnen sterrenkundigen de hele hemel zeer nauwkeurig afspeuren naar veelal onveranderlijke radiosterrenstelsels. Er gaan in het heelal echter ook continu zeer felle radioflitsen af, die slechts een duizendste van een seconde duren.

Over enkele jaren kunnen deze hogesnelheidscamera's de hemel afzoeken naar de felle flitsen. Door de nieuwe verwerkingskracht kunnen de flitsen direct automatisch worden herkend, en kunnen hun eigenschappen meteen met de Westerborktelescoop en andere telescopen worden bestudeerd, voor ze weer vervagen. Sterrenkundigen willen zo de explosieve oorzaak van de flitsen achterhalen.

Sommige daarvan worden uitgezonden door radiopulsars, rondtollende vuurtorens in de Melkweg, maar andere komen van ver buiten

ASTRON

Een team Nederlandse sterrenkundigen en technici onder leiding van sterrenkundige Joeri van Leeuwen (ASTRON) heeft deze week een subsidie toegekend gekregen om de nieuwe ‘Apertif'-ontvangers voor de Westerborktelescoop uit te breiden tot hogesnelheidscamera's. De Apertif-ontvangers zullen het blikveld van de Westerbork-telescoop dertig maal vergroten. Door de uitbreiding tot hogesnelheidscamera's gaat de hoeveelheid beelden die de ontvangers kunnen maken omhoog van één beeld per seconde naar tienduizend beelden per seconde. Zo kunnen astronomen de hemel nog sneller en gedetailleerder onderzoeken. Het bedrag van 540.000 euro is toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De subsidie is deels een wetenschappelijke NWO-M investering en deels gerelateerd aan de topsector High Tech Systemen en Materialen door de potentie voor toekomstige mobiel breedbandige communicatie. Met de nieuwe hogesnelheidscamera's willen de onderzoekers zeer felle radioflitsen uit onze Melkweg en daarbuiten onderzoeken.

Met deze subsidie wordt het gezichtsvermogen van Apertif verder getraind: het zicht van de nieuwe ontvangers is al wijd en scherp als een adelaar, maar wordt nu zo snel en reactief als dat van een vlieg. De denkprocessen op de bestaande beeldvormingschips voor Apertif worden uitgebreid om de tienduizend beelden per seconde mogelijk te maken. Daarnaast wordt de beeldverwerkingcapaciteit uitgebreid met een extra supercomputer, die in rekenkracht vergelijkbaar is met de Nederlandse nationale supercomputer en die direct de gegevens verwerkt die de radiotelescoop ontvangt. De techniek achter de Apertif-ontvangers en beeldverwerking zal ook worden ingezet in de volgende generatie radiotelescoop, de Square Kilometre Array (SKA).

Meer informatie : www.astron.nl

Guidestar | 05-2013

Foto - het nieuwe blikveld (de grote zeshoek) met de Apertif-ontvangers op de Westerbork-telescoop is dertig maal groter dan het oude blikveld (de centrale cirkel) en de volle maan. Door de nieuwe hogesnelheidscamera's kunnen zwakke en zeldzame kosmische flitsers worden gevonden. Met het testsysteem zijn recent al twee snel knipperde pulsars tegelijkertijd waargenomen. Die flitsen zijn rechtsonder te zien. Bron: ASTRON.

043


Rubriek - European Space Agency ESA

Verre ruimtenavigatie da

Info - De Europese Ruimtevaartorganisatie (European Space Agency, ESA) houdt zich in Europees verband bezig met projecten op het gebied van ruimtevaart, onderzoek van de Aarde, ruimteonderzoek, ontwikkeling van op satellietsystemen gebaseerde technologieën en de bevordering van de Europese economie. De ESA is onder andere verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Arianeraketten waarmee kunstmanen in de ruimte worden gebracht.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : www.esa.int

044

ESA's satelliet GIOVE-A is de eerste civiele satelliet die zijn plaats kan bepalen met behulp van GPS. Testresultaten laten zien dat de huidige generatie satellietnavigatiesystemen toekomstige missies door de ruimte zou kunnen begeleiden. Misschien zelfs tot aan de maan. Het is GIOVE-A gelukt om zijn plaats en snelheid ten opzichte van de aarde te bepalen aan de hand van GPS-signalen. Dat is uniek omdat de Galileo-satelliet meer dan 1000 kilometer hoger zweeft dan satellieten die via GPS communiceren met behulp van omlaag gerichte antennes. “Satellietnavigatie is bijna even onmisbaar geworden voor satellieten in een lage baan om de aarde als het voor automobilisten is”, aldus ESA's Steeve Kowaltschek. “Satellieten die uitgerust zijn met satellietnavigatieontvangers kunnen hun plek in de ruimte continu in de gaten houden, waardoor er vanaf de grond nauwelijks actie ondernomen hoeft te worden om ze op hun plek te houden. De drie maanden durende test met GIOVE-A laat zien dat toekomstige geostationaire satellieten op eenzelfde manier zouden kunnen werken. En dat zorgt voor een competitief voordeel voor de markt voor telecommunicatiesatellieten.” GIOVE-A (Galileo In-Orbit Validation ElementA) was de eerste satelliet die gelanceerd werd in het kader van ESA's satellietnavigatiesysteem Galileo. De satelliet werd in 2005 naar de ruimte gestuurd om radiofrequenties te claimen en om dienst te doen als hardwaretest. Hoewel de satelliet in eerste instantie twee jaar gebruikt zou worden, deed hij in totaal zeven jaar dienst. De satelliet werd halverwege vorig jaar officieel buiten gebruik gesteld door ESA. Als resultaat daarvan werd GIOVE-A naar een nieuwe baan om de aarde verplaatst, zo'n 100 kilometer boven Galileo's normale baan van 23.222 kilometer hoogte. Vervolgens werd de

controle van de satelliet overgedragen aan hoofdaannemer Surrey Satellite Technology Ltd (SSTL) uit het Britse Guildford. ESA werkte al eerder samen met SSTL. Op verzoek van ESA paste het bedrijf een van zijn bestaande ontvangers voor satellietnavigatie aan zodat deze getest kon worden aan boord van GIOVE-A. Tijdens de test -die plaatsvond aan het begin van de ruim zeven jaar durende missie van de satelliet- werd de ontvanger 90 minuten lang ingeschakeld.

Nadat de missie van GIOVE-A vorig jaar officieel ten einde kwam, zagen ESA en SSTL de kans schoon de ontvanger opnieuw aan te zetten. “We zijn ontzettend aangemoedigd door de eerste resultaten van onze ontvanger”, aldus Martin Unwin van SSTL. “Nu is ons geduld eindelijk beloond. We willen nu zoveel mogelijk voordeel uit deze unieke kans halen.” Vanaf de grond kan SSTL nieuwe software installeren op de ontvanger aan boord van GIOVE-A. De nieuwe software zorgt er onder andere voor dat de satelliet zwakkere satellietnavigatiesignalen kan opvangen. Nieuwe updates staan gepland voor de nabije toekomst. Daarbij wordt de satelliet uitgerust met een accurate boordklok en software die


ankzij zijwaartse signalen de satelliet de hoogte van zijn baan om de aarde laat schatten. GPS-satellieten zoals die gebruikt worden bij Galileo of zijn Russische, Chinese, Indische of Japanse tegenhangers richten hun antennes normaal gesproken direct op de aarde. Een satelliet die hoger zweeft dan de normale hoogte voor GPS-satellieten kan echter alleen maar signalen opvangen die vanaf de andere kant van de aarde verzonden worden. Helaas wordt het grootste deel van die signalen tegengehouden door onze planeet zelf. Om zijn locatie te bepalen moet een satellietontvanger signalen van minimaal vier andere satellieten kunnen ontvangen. Doordat de antennes recht op de aarde gericht zijn is dat in veel gevallen onmogelijk. GIOVE-A doet dat anders. De satelliet maakt gebruik van signalen die door de antennes naar de zijkant worden uitgezonden. Net als een zaklamp zendt een radio-antenne namelijk niet alleen energie recht naar voren, maar ook opzij. Deze signalen worden de 'zijlobben' genoemd.

Geostationaire satellieten zweven rondom de aarde in vastgezette banen tot op een hoogte van 36.000 kilometer. Iedere twee weken moeten kleine koerscorrecties uitgevoerd worden om ervoor de zorgen dat ze niet afdrijven. Deze correcties worden uitgevoerd met chemische stuwraketten. Door gebruik te maken van satellietnavigatie zou dit proces

Deze manier van werken past ook goed in de huidige plannen van ESA om communicatiesatellieten volledig elektrisch aan te sturen. De elektrische aansturing zou de conventionele chemische stuwraketten kunnen vervangen. Daardoor zouden satellieten compacter kunnen worden, wat dan weer leidt tot een kostenbesparing bij de doorgaans erg prijzige lancering.

Foto - SmallGEO maakt deel uit van de volgende generatie van modulaire en flexibele telecommunicatie platforms. De eerste satelliet uit deze reeks, voorbehouden voor de Spaanse Hispasat operator, zou in 2014 gelanceerd moeten worden. Bron: ESA / OHB Systems.

Elektrische aandrijving levert echter minder stuwkracht op dan de conventionele raketten. Dat betekent dat de satellieten ten alle tijden hun locatie ten opzichte van de aarde in de gaten moeten kunnen houden. Continue plaatsbepaling via navigatiesatellieten zou daarvoor een oplossing kunnen zijn. Continue plaatsbepaling kan daarnaast ook bijdragen aan de richtnauwkeurigheid van communicatiesatellieten die sterrenvolgers gebruiken om hun hoogte te bepalen. Volledig elektrische communicatiesatellieten kunnen satellietnavigatie gebruiken om zichzelf na de lancering naar een geostationaire baan te brengen. Daardoor hoeven de satellieten bij lancering minder groot te zijn, wat weer tot een kostenbesparing leidt. “We zien een toekomst voor ons waarin satellietnavigatieontvangers niet alleen GPS kunnen opvangen, maar ook de signalen van Galileo of het Russische navigatiesysteem Glonass. Daardoor kan er een bijna continue beschikbaarheid van accurate positiegegevens van satellieten ontstaan”, aldus Martin. Als volgende stap in het onderzoek zal een kleine ontvanger meevliegen met ESA's telecommunicatiesatelliet SmallGEO, die in 2014 gelanceerd wordt. Voortbordurend op de positieve resultaten van het experiment met GIOVE-A zal SmallGEO de eerste civiele missie zijn waarbij gegevens van satellietnavigatie gebruikt worden in een geostationaire baan om de aarde.

Guidestar | 05-2013

'Deze zijlobben worden doorgaans niet goed gemeten, omdat dit energie is die de aarde niet bereikt”, legt Kowaltschek uit. “Antenneontwerpers zoeken naar manieren om deze straling te verminderen, maar de wetten van de natuurkunde laten zien dat ze altijd aanwezig zullen zijn in een bepaalde vorm. Metingen van deze zijlobben hebben laten zien dat ze veel sterker zijn dan verwacht. De combinatie van zijlobben en signalen die vanaf de andere kant van de aarde komen zorgen ervoor dat GIOVE-A zijn plaats ten opzichte van de aarde kan bepalen.”

automatisch uitgevoerd kunnen worden.

045



Artikel

ESO's VLT schiet e e n p la n e t a ir e n e v e l

Sterren ter grootte van de zon eindigen hun leven als kleine, zwakke witte dwergsterren. Wanneer ze de definitieve stap naar hun pensioen maken worden hun atmosferen de ruimte in geslingerd. Gedurende enkele tienduizenden jaren worden ze omringd door spectaculaire en kleurrijke gloeiende wolken van ge誰oniseerd gas, die bekend staan als planetaire nevels.

wanneer ze in de laatste fase van hun leven komen. De zon is 4,6 miljard jaar oud en zal waarschijnlijk nog 4 miljard jaar leven. Al doet de naam het vermoeden, planetaire nevels hebben niets te maken met planeten. De term werd gebruikt bij enkele vroegere ontdekkingen vanwege de visuele gelijkenis van deze ongewone objecten met de buitenplaneten Uranus en Neptunus, zoals die werden gezien door vroegere telescopen. De naam was aansprekend genoeg om te blijven voortbestaan. De objecten zagen eruit als gloeiend gas in spectroscopische observaties in de 19e eeuw.

Foto - Deze intrigerende foto, gemaakt met ESO's Very Large Telescope, toont de gloeiende groene planetaire nevel IC 1295 rond een zwakke, stervende ster. Hij staat op ongeveer 3000 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Schild (Scutum). Het is de meest gedetailleerde foto van dit object, die ooit is genomen. Bron: ESO.

ESO

Deze intrigerende nieuwe foto, gemaakt met ESO's Very Large Telescope, toont de groen oplichtende planetaire nevel IC 1295 rond een zwakke, stervende ster op zo'n 3300 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Schild (Scutum). Het is de meest gedetailleerde foto die ooit van dit object is genomen.

Deze nieuwe opname van de VLT toont de planetaire nevel IC 1295, die zich bevindt in het sterrenbeeld Schild (Scutum). De nevel heeft de ongebruikelijke eigenschap dat hij wordt omringd door meerdere schillen, waardoor hij op een micro-organisme lijkt onder een microscoop, waarbij de lagen corresponderen met de membranen van een cel. De zeepbellen zijn gemaakt van gas dat eerst de atmosfeer van de ster vormde. Het gas is naar buiten gedreven door instabiele fusiereacties in de kern van de ster, die plotselinge energie-uitstoten veroorzaakten, als enorme thermonucleaire boeren. Het gas baadt in sterke ultravioletstraling van de ouder wordende ster, die het gas laat gloeien. Verschillende chemische elementen gloeien met verschillende kleuren, en het spookachtige groen dat overheerst in IC 1295 komt van ge誰oniseerd zuurstof. In het midden van de afbeelding is het opgebrande restant te zien van de sterkern als een heldere blauw-witte stip in het hart van de nevel. De centrale ster zal een zeer zwakke witte dwerg worden en over vele miljarden jaren langzaam afkoelen.

Het plaatje is samengesteld uit opnames met drie verschillende filters: een die blauw licht doorlaat (blauw), een die zichtbaar licht doorlaat (groen) en een die rood licht doorlaat (rood).

Guidestar | 05-2013

Sterren met de massa van de zon en tot acht keer die van de zon vormen planetaire nevels

De foto is gemaakt door ESO's Very Large Telescope, die op de berg Paranal staat in de Noord-Chileense Atacama-woestijn, met het FORS-instrument (FOcal Reducer Spectrograph).

047



Sterrenkundigen hebben een nieuwe klasse van ultralange gammaflitsen ontdekt. Gammaflitsen zijn de krachtigste explosies in het heelal. Tot nu toe werden twee klassen onderscheiden: korte gammaflitsen (minder dan ca. twee seconden), die mogelijk ontstaan bij de botsing en versmelting van twee compacte neutronensterren, en de lange gammaflitsen (enkele seconden tot enkele minuten), die waarschijnlijk het gevolg zijn van de explosie van zware, snel roterende sterren die hun mantels van waterstof en helium in een eerder evolutiestadium al zijn kwijtgeraakt. Op een gammaflitssymposium in Nashville, Tennessee, zijn nu waarnemingen gepresenteerd aan drie 'ultralange' gammaflitsen, die enkele uren lang grote hoeveelheden energierijke röntgen- en gammastraling produceerden. Het gaat om GRB 101225A, 111209A en 121027A (de getallen markeren de datum waarop de flits werd waargenomen). Volgens de onderzoekers, die hun resultaten hebben gepubliceerd in The Astrophysical Journal, zijn de ultralange gammaflitsen het gevolg van de explosie van extreem grote (blauwe) superreuzen. Die sterren, minstens twintig keer zo zwaar als de zon, worden nog wél door dikke mantels van waterstof en helium omgeven, en zijn daardoor honderden malen zo groot als onze eigen zon. Bron: GS / 20-04-2013. De Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie (NOVA) gaat investeren in de BlackGEM-array van telescopen. BlackGEM is een initiatief van Paul Groot en Gijs Nelemans van de Radboud Universiteit en heeft als doel om licht op te vangen van samensmeltende zwarte gaten en neutronensterren. Bij deze samensmeltingen wordt de ruimtetijd zó zeer vervormd dat de hierdoor ontstane rimpelingen tot op aarde meetbaar zullen zijn met de lasersystemen Virgo en LIGO in Italië en de VS. Sinds vorig jaar is Nederland lid van Virgo. Deze lasersystemen houden weliswaar continu de hele hemel in de gaten, maar zijn nogal 'kippig' en kunnen de positie van een samensmelting niet nauwkeurig meten. De BlackGEM-array gaat hier verandering in brengen. Na een seintje van Virgo en LIGO zal BlackGEM het betreffende gebied aan de hemel afspeuren op zoek naar het verwachte zwakke licht dat óók bij de samensmelting vrijkomt. Dat maakt de positiemeting aan de hemel vele malen nauwkeuriger. De eerste fase van de BlackGEM-array zal bestaan uit vier telescopen met een spiegel van 65 centimeter en een blikveld van achtmaal de volle maan (twee vierkante graad). Elke telescoop wordt uitgerust met een 81 megapixel camera. De array komt te staan op de berg La Silla van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht (ESO) in Chili – één van de beste plekken ter wereld voor optische waarnemingen. Naar verwachting zal de BlackGEM-array in 2015 operationeel zijn. Vanaf 2016 worden de eerste gezamenlijke waarnemingen met Virgo en LIGO verwacht. Bron: EE / 24-05-2013. Sterrenkundigen hebben een supernova waargenomen die extreem helder is dankzij een zogeheten zwaartekrachtslens. Daarbij wordt het licht van de sterexplosie versterkt door de zwaartekracht van een zwaar object dat zich tussen de supernova en de aarde bevindt. Supernova PS-10afx werd ontdekt door de PanSTARRS-telescoop op Hawaii. Uit de gemeten roodsverschuiving in het spectrum blijkt dat de opgevangen straling ruim 9 miljard jaar onderweg is geweest door het uitdijende heelal. Anders gezegd: de supernova bevindt zich op ruim 9 miljard lichtjaar

afstand. De waargenomen helderheid is echter veel groter dan je op die afstand zou verwachten. Aanvankelijk werd gedacht dat PS-10afx misschien een zogeheten superluminal supernova zou zijn - een nieuwe klasse van zeldzame, extreem heldere supernova's die enkele jaren geleden is geïdentificeerd. Maar gedetailleerd onderzoek aan de precieze samenstelling van het licht van PS-10afx door Robert Quimby van het Japanse Kavli Institute for the Physics and Mathematics of the Universe heeft nu uitgewezen dat de explosie een 'gewone' type Ia-supernova moet zijn geweest. Type Ia-supernova's ontstaan wanneer een compacte witte dwergster als gevolg van materieoverdracht van een begeleidende ster een bepaalde kritische massa bereikt en op catastrofale wijze explodeert. De enige manier om afstand, helderheid, kleur, spectrum en helderheidsverloop van de supernova met elkaar in overeenstemming te brengen, is door aan te nemen dat het om een alleszins normale explosie gaat, waarvan het licht versterkt is door een zwaartekrachtslens. Als de helderheid van de supernova binnenkort weer afneemt, zal het wellicht mogelijk zijn om die zwaartekrachtslens in beeld te brengen. Quimby en zijn collega's verwachten dat er in de toekomst meer 'gelensde' supernova's ontdekt zullen worden. Die maken het mogelijk om nog preciezere uitspraken te doen over de uitdijingsgeschiedenis van het heelal. Bron: AA / 2405-2013. De Europese ruimtetelescoop Herschel heeft de afkomst ontdekt van het water dat zich in de bovenste lagen van de planeet Jupiter bevindt. Het water is afkomstig van de komeet Shoemaker-Levy 9 die in juli 1994 met de reuzenplaneet is gebotst. Dat meldt het Europese Ruimtevaartbureau ESA. Tijdens de week van de impact zijn fragmenten van de "staartster" in het zuidelijk halfrond van de reuzenplaneet ingeslagen. Wekenlang waren er donkere inkepingen te zien in de atmosfeer van Jupiter. Het was de eerste keer dat wetenschappers naar een botsing van hemellichamen in ons zonnestelsel konden loeren. De in 1995 gelanceerde Europese infrarode ruimtetelescoop ISO ontdekte in 1997 als eerste en verrassend water in de bovenste lagen van de dampkring van Jupiter. Wetenschappers vermoedden sindsdien dat dit water van Shoemaker-Levy 9 kwam, maar vonden geen direct bewijs. Tot zestien jaar na de inslag heeft de telescoop Herschel - die aan de universiteit van Luik werd getest - driedimensionaal de horizontale en verticale verdeling van water in de bovenste lagen van de Joviaanse atmosfeer in kaart gebracht. Een team van astronomen - geleid door Thibault Cavalié van het Laboratorium voor Astrofysica in Bordeaux - stelde daarbij vast dat er in het zuidelijk halfrond van de planeet twee tot drie keer meer water was dan in het noordelijk halfrond. De hoogste concentratie werd ontdekt rond de plaatsen van impact en op grote hoogte. Bron: PN / 24-04-2013.

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

Wil je trainen als een astronaut, leren over ruimtevaart en wetenschap en een superleuke vakantie beleven met leeftijdsgenoten? Een unieke ervaring in Noordwijk aan Zee (StayOkay hostel), dichtbij het technisch onderzoekscentrum (ESTEC) van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA met een bezoek aan het officiële ESTEC bezoekerscentrum Space Expo. Veel ruimtevaart en wetenschap maar ook veel andere spelletjes en leuke en leerzame ervaringen, verschillende sporten, vrije tijd, excursies en sociale activiteiten. Het Space Kamp is een volledig georganiseerd kamp maar het is natuurlijk ook mogelijk om je alleen voor de dagactiviteiten in te schrijven...

Datum - 1 t/m 5 mei 2013. Toegang: 350 euro. Locatie - Sterrenlab, Rapenburg 15 te 2311 GE Leiden (NL). www.sterrenlab.com. info@sterrenlab.com.

Guidestar | 05-2013

Kamp : Space Expo - Space Camp 2013

049


Rubriek - Kennislink Roel van der Heijden

Net sluit zich iets verde Wetenschappers achter het Super Cryogenic Dark Matter Search-experiment (SuperCDMS) laten weten dat ze een deeltje op het spoor zijn dat wel eens de lang gezochte donkere materie kan zijn. Info - Kennislink startte in 2002 en is uitgebreid van een site met uitsluitend bèta wetenschappelijke (= exacte) kennis naar een site waarop ook de inzichten van alfa wetenschappen zoals taalkunde en gammawetenschappen belicht worden. Het project is een opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitgevoerd door de Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie.

Nadat begin deze maand al hoopvolle berichten verschenen van het team van de AMS-detector, lijkt het net om donkere materie zich nu ietsjes steviger te sluiten. In het kamp van deeltjesdetector SuperCDMS zegt men aanwijzingen te hebben gevonden voor het bestaan van een deeltje dat voldoet aan de beschrijving van zogenoemde WIMP’s. Deze vermeende Weakly Interacting Massive Particles zouden slechts zelden een interactie aangaan met normale materie en zijn kandidaat nummer één om door te gaan voor donkere materie.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : www.kennislink.nl

050

Een strenge regel in de deeltjesfysica stelt dat er pas gesproken kan worden van een ontdekking als er een zekerheid van minimaal 99,9999 procent gehaald is. Dat betekent dat als je het experiment een miljoen keer zou herhalen, je gemiddeld slechts één keer een foute conclusie zou trekken. Deze mate van zekerheid werd vorig jaar bijvoorbeeld ook gehanteerd voor de ontdekking van het Higgsdeeltje en ook de WIMP’s zullen daar aan moeten voldoen. Oude data De aanwijzingen voor het bestaan van WIMP’s werden gevonden in een dataset die al jaren bestaat. De detector waarmee ze werd gemeten is zelfs al weer afgebroken voor de opbouw van de volgende, betere detector. De reden dat de wetenschappers ‘oude’ data onder de loep namen is dat ze geïnteresseerd zijn in het vinden van lichte WIMP’s, en die zouden bij uitstek met deze oude detector gevonden kunnen worden. Na het grondig doorspitten van alle data bleken er inderdaad drie keer een proces plaats te hebben gevonden in de detector dat veroorzaakt kan zijn door interacties met donkere materie. Wat is donkere materie?

Foto - Interacties van donkere materie-deeltjes zouden in dit soort silicium schijven gedetecteerd zijn. Bron: Texas A&M University.

De wetenschappers melden dat de deeltjes zijn gedetecteerd met een zekerheid van 99,8 procent. Vrijwel iedereen zou dan de kurk al van de champagne-fles laten springen, maar betrokken deeltjesfysici laten in een persbericht weten dat er nog zeker geen sprake is van een ontdekking. ‘Met deze zekerheid heb je op zijn hoogst een aanwijzing dat je beet hebt.’

Het bestaan van donkere materie is onder andere af te leiden uit de draaisnelheid van sterrenstelsels. Astronomen zien ze namelijk veel sneller ronddraaien dan ze op basis van de aanwezige zichtbare materie kunnen verklaren. De buitenste sterren zouden eigenlijk uit het sterrenstelsel geslingerd moeten worden. Dat doen ze niet en daarom wordt gedacht dat er zich stiekem veel meer materie in sterrenstelsels zit dan zichtbaar is. Volgens de laatste schattingen zou het universum voor 26,8 procent gevuld zou zijn met donkere materie, daar tegenover staat slechts 4,9 procent ‘normale materie’ waar jij, ik en de zichtbare wereld om ons heen uit zijn


er om donkere materie opgebouwd. De overige pakweg 70 procent van het universum zou gevuld zijn met donkere energie, een zo mogelijk nog mysterieuzere substantie, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de versnelde uitdijing van het heelal.

er nu wordt gemeten zijn er vaker dan eens interacties gemeten, maar men heeft nooit met zekerheid kunnen vaststellen dat het om WIMP’s ging. Ook andere detectors slaagden daar tot nu toe nog niet in.

Foto - Een computersimulatie van de fillamenten donkere materie in de structuur van sterrenstelsel klusters. Bron: KIPAC.

Slappeling onder de grond Zoals hun Engelse naam al suggereert reageren WIMP’s (wat in die taal ook gelezen kan worden als ‘slappeling’) nauwelijks met andere materie. En dat maakt de zoektocht extreem lastig, want hoe zie je een deeltje dat niet gezien wil worden? Om ze toch te vinden zijn er over de hele wereld detectors opgezet. Zo ook CDMS, waarmee de eerste experimenten al tien jaar geleden plaatsvonden. In deze experimenten wordt gebruik gemaakt van detector van halfgeleidend materiaal dat tot vlak boven het absolute nulpunt is gekoeld.

Het lastige van deze experimenten is het onderscheiden van interacties van de vermeende WIMP’s en signalen afkomstig van toevallige reacties met andere (bekende) deeltjes. Om deze achtergrondruis te minimaliseren vinden de experimenten een kleine kilometer onder de grond plaats in een oude mijn in de Amerikaanse staat Minnesota. Ze zijn daar ver weggestopt van storende invloeden van buitenaf, zoals kosmische straling. Verdere zoektocht

Momenteel ondergaat het CDMS-experiment een upgrade waardoor de detector nog gevoeliger wordt. Daarmee kunnen de wetenschappers in de komende jaren hopelijk de aanwijzing die ze nu hebben omzetten in de echte ontdekking van donkere materie.

De vlag voor de ontdekking van WIMP’s is tot nu toe nog niet uitgegaan. In de tien jaar dat

Zie de Kennislink website voor meer boeiende artikels over dit en tal van andere thema's ...

Foto - Een van de tunnels van de Soudan-mijn, waar tegenwoordig niet meer naar ijzer wordt gezocht maar onbekende elementaire deeltjes. Bron: Wikimedia Commons.

Guidestar | 05-2013

Het idee is dat passerende WIMP’s die toevallig een atoomkern in het materiaal raken voor meetbare trillingen en verplaatsingen van lading zorgen. En hoewel zo’n gebeurtenis vrij zeldzaam is, zou het een kwestie van tijd zijn om het bestaan van WIMP’s uiteindelijk via deze methode te bevestigen.

051


Artikel Tim Somers

Zonne-instrument Solar Solspec vijf jaar in de ruimte Het ruimte-instrument SOLAR / SOLSPEC viert dit jaar zijn 5-jarig bestaan sinds zijn lancering. Dit Frans-Belgisch toestel meet de hoeveelheid zonnestraling (de zonneflux) vanuit de ruimte. Het gaat om een vernieuwde versie van een ouder instrument dat eerder al vijf maal deelnam aan ruimtemissies in de voorbije 30 jaar. Deze nieuwe versie is speciaal ontwikkeld voor langdurige ruimtemissies. SOLSPEC is geïntegreerd in het platform SOLAR dat bevestigd zit aan de buitenzijde van de Europese COLUMBUS-module van het Internationaal Ruimtestation (ISS). Het instrument voert met regelmaat zonnemetingen uit, waardoor wetenschappers een lange reeks van meetresultaten verkrijgen voor onderzoek van het klimaat en van de zonnefysica. De missie zal duren tot in 2017.

klimaatstudies, waarvan de modellen steeds complexer worden, en dit zowel voor de actuele modellen als voor de reconstructie van het voorbije klimaat. De beslissing om SOLSPEC te vervaardigen, werd reeds genomen tijdens de voorbereidingen van de SpaceLab-missie in 1983, waar wetenschappers naar aanleiding van de technologische vooruitgang nood hadden aan precieze metingen van de zonnestraling boven de atmosfeer, volgens een absolute fotometrische schaal. Op deze hoogten, is het mogelijk om atmosferische diffusie en de absorptie van zonnestraling door verschillende moleculen (O2, O3, H2O, CH4, …) in het UV en het infrarood grotendeels te ontwijken. SOLSPEC deed vervolgens pioniersmetingen van zonnestraling tijdens de SpaceLab- en ATLAS-missies. Op EURECA (SOSP) deed het de eerste meting (IR) van buiten de atmosfeer van de zonnestraling tot een golflengte van 2,4µm. Op vraag van de ESA werd in 1997 gekozen voor een missie naar het ISS en startten verschillende partners en bedrijven het SOLSPEC vernieuwingsproject. Het BIRA was daarbij verantwoordelijk voor een groot aantal taken, zoals een nieuwe mechanische en optische configuratie, radiometrische ijkingen en de vernieuwing van het IR-meetkanaal, dat nu dus efficiënter werkt.

Guidestar | 05-2013

Het instrument kwam tot stand dankzij een langdurige samenwerking tussen LATMOS (Frankrijk) en het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) te Ukkel. Beide instituten hebben zich gespecialiseerd in het bestuderen van planeetatmosferen en van de ruimte-omgeving. SOLSPEC bevat drie spectroradiometers om invallende zonnestraling op te vangen in verschillende gebieden van het lichtspectrum, gaande van het UV, over het zichtbaar licht, tot in het infrarood. De accurate meting van het zonnespectrum en zijn variabiliteit in de tijd (met de 11-jarige zonnecyclus) is een sleutelelement in atmosfeermodellen. Deze modellen simuleren talrijke fotochemische reacties in de atmosfeer, die erg afhankelijk zijn van de golflengte. De metingen zijn ook nuttig voor de validatie van fysische modellen van de zon, die onder meer de straling van de zonne-atmosfeer bestuderen die ten grondslag ligt van het spectrale continuüm.

052

Tot slot is de meting van het zonnespectrum en zijn variabiliteit ook noodzakelijk voor

De afgelopen vijf jaar heeft het instrument zijn betrouwbaarheid en zijn beheersbaarheid bewezen en verzamelde gestaag duizenden nauwkeurige metingen. SOLAR / SOLSPEC neemt regelmatig deel aan onderlinge vergelijkingscampagnes tussen grote Amerikaanse en Europese instrumenten voor de meting van het zonnespectrum en ter bepaling van de consistentie tussen de absolute radiometrische schalen. Meerdere wetenschappelijke publicaties zullen volgen. Amerikaanse en Europese deskundigen stellen de resultaten van de SOLAR-missie regelmatig voor op colloquia. Het controlecentrum B.USOC, gelegen in de gebouwen van het BIRA, staat in voor de besturing van het instrument. Wat is het BIRA ? Het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) is een Belgische Federale Wetenschappelijke instelling. Sinds de oprichting in 1964, doet het BIRA onderzoek en geeft het publieke dienstverlening op het vlak van de ruimte-aeronomie, d.i. de fysica en chemie van de atmosfeer van de Aarde en van andere planeten, en de kosmische ruimte. Hun wetenschappers maken gebruik van instrumenten op de grond, in de lucht, aan boord van ballonnen of in de ruimte en van computermodellen.


Artikel

ALMA lokaliseert vroege sterrenselsels in recordtijd

De grootste geboorte-explosies van sterren in het jonge universum vonden plaats in verre sterrenstelsels met veel kosmisch stof. Deze sterrenstelsels zijn van het grootste belang voor ons begrip van de vorming en evolutie van melkwegstelsels in de geschiedenis van het heelal, maar het stof bedekt hen en maakt het moeilijk hen te identificeren met optische telescopen. Om hen te ontdekken zijn telescopen nodig die observeren op langere golflengten, van rond een millimeter, zoals ALMA. “Astronomen hebben meer dan tien jaar op dit soort data gewacht. ALMA is zo krachtig dat de telescoop een revolutie teweegbrengt in de manier waarop we deze sterrenstelsels observeren, terwijl de telescoop niet eens helemaal af was op het moment dat de observaties werden gedaan”, zegt Jacqueline Hodge (Max-Planck-Institut für Astronomie, Germany), eerste auteur van het artikel waarin de ALMA-resultaten worden gepresenteerd.

De juiste sterrenstelsels lokaliseren vergt scherpere observaties, en scherpere observaties vergen een grotere telescoop. Waar APEX een enkele schotelantenne heeft van 12 meter doorsnee, gebruikt een telescoop als ALMA vele APEX-achtige schotels, verspreid over een groot gebied. De signalen van alle antennes worden gecombineerd, met als resultaat een gigantische telescoop zo groot als de hele array van antennes. Het onderzoeksteam gebruikte ALMA om de sterrenstelsels te observeren die op de APEXkaart staan, tijdens de eerste fase van wetenschappelijke waarnemingen terwijl de telescoop nog in aanbouw was. Met gebruik

Het team slaagde erin ondubbelzinnig vast te stellen welke sterrenstelsels gebieden met actieve stervorming bevatten, maar in de helft van de gevallen ontdekten ze dat in de vorige observaties meerdere stervormende sterrenstelsels als een enkele vlek werden weergegeven. ALMA’s scherpe blik kon de afzonderlijke stelsels wél onderscheiden.

Foto - De beste kaart tot nu toe van deze verre, stoffige melkwegstelsels was gemaakt met de Atacama Pathfinder Experiment (APEX), maar deze waarnemingen waren niet scherp genoeg om deze sterrenstelsels ondubbelzinnig te identificeren in afbeeldingen op andere golflengten. ALMA had slechts twee minuten per sterrenstelsel nodig om hen te identificeren in een relatief klein gebied, 200 keer kleiner dan de grote APEX-vlekken, en met drie keer zo grote gevoeligheid. Bron: ALMA (ESO / NAOJ / NRAO), J. Hodge et al., A. Weiss et al., NASA Spitzer Science Center. Meer informatie : www.eso.org

“We dachten eerst dat de helderste sterrenstelsels 1000 maal zo snel sterren vormden als onze Melkweg, met het risico dat ze uit elkaar zouden spatten. De ALMAresultaten onthulden meerdere, kleinere sterrenstelsels, die in een iets redelijker tempo sterren vormen”, zegt Alexander Karim (Durham University, United Kingdom), teamlid en eerste auteur van het artikel dat over dit onderzoek is geschreven. De resultaten vormen de eerste, statistisch significante catalogus van stoffige, stervormende sterrenstelsels in het vroege universum, en geven aanleiding voor verder onderzoek naar de eigenschappen van de melkwegstelsels op verschillende golflengten, zonder het risico op misinterpretatie als gevolg van het schijnbare samensmelten van de stelsels. Ondanks ALMA’s scherpe blik en ongeëvenaarde gevoeligheid, spelen telescopen als APEX nog steeds een rol. “APEX kan een groot gebied aan de hemel sneller observeren dan ALMA, en is dus ideaal voor het ontdekken van de stelsels. Als we eenmaal weten waar we moeten kijken, kunnen we ALMA gebruiken om het precies te lokaliseren”, concludeert coauteur Ian Smail (Durham University, United Kingdom), co-auteur van het artikel. Noten [1] De waarnemingen zijn gedaan in een gebied aan de hemel in het zuidelijke sterrenbeeld Oven (Fornax), dat het Chandra Deep Field South wordt genoemd. Het is al intensief bestudeerd door allerlei telescopen op de grond en in de ruimte. De ALMAwaarnemingen breiden de diepe, hogeresolutie-observaties uit naar het millimeter / submillimetergebied van het spectrum en vullen de eerdere waarnemingen aan.

Guidestar | 05-2013

De beste kaart van deze stoffige, verre stelsels tot nu toe was gemaakt met de door de ESO uitgevoerde Atacama Pathfinder Experiment telescope (APEX). APEX keek naar een deel van de sterrenhemel ter grootte van een halve volle maan [1], en ontdekte 126 van die sterrenstelsels. Maar in de APEX-afbeeldingen was elke uitbarsting van stervorming een relatief vage vlek, die mogelijk uit meer dan één sterrenstelsel bestond in scherpere opnamen op andere golflengten. Dat astronomen niet precies wisten in welk van de stelsels de stervorming plaatsvond, hinderden hen bij hun onderzoek naar stervorming in het vroege heelal.

van minder dan een kwart van de uiteindelijke 66 antennes, verspreid over maximaal 125 meter, had ALMA slechts twee minuten per sterrenstelsel nodig om het te lokaliseren, in een gebiedje dat 200 kleiner is dan de APEXvlekken, en met een drie keer grotere gevoeligheid. ALMA is zoveel gevoeliger dan andere telescopen in zijn soort, dat de telescoop in twee uur tijd het aantal van dit soort observaties dat ooit is gedaan, verdubbelde.

ESO

Astronomen hebben met de nieuwe ALMAtelescoop (Atacama Large Millimeter / submillimeter Array) meer dan 100 van de meest ‘vruchtbare’ stervormende sterrenstelsels in het vroege heelal gelokaliseerd. ALMA is zo krachtig dat het in slechts een paar uur tijd evenveel van deze stelsels heeft geobserveerd als alle andere soortgelijke telescopen in een decennium.

053


Artikel Sander Vancanneyt

Zonnevlekkengebied 1726 Foto - Zonnevlekken zijn relatief donkere vlekken op het oppervlak van de Zon. Het oppervlak van de Zon vertoont geregeld donkere vlekken. De zonnevlekken hangen samen met koelere plekken op de Zon. Hun aantal is een maat voor de activiteit van de Zon: hoe meer er te zien zijn, hoe actiever de Zon. Een actieve Zon produceert korte explosies van energie waarbij geladen deeltjes vrijkomen. Als die deeltjes de aardse atmosfeer binnendringen kunnen ze poollicht veroorzaken. De kans op poollicht is het grootst in jaren met veel zonneactiviteit. Gemiddeld om de elf jaar verwisselt de Zon haar magnetische polen van plaats, de "actieve" periode. De laatste keer was in 2001 en de polen zullen zo blijven tot 2012, wanneer de polen opnieuw van plaats wisselen. Deze poolverschuiving gebeurt altijd op het hoogtepunt van de toename in het aantal zonnevlekken, elke 11 jaar.

Op 19 april ontstond er op de Zon in een razendsnel tempo een nieuw zonnevlekkengebied dat na enkele dagen uitgroeide tot een groot zonnevlekkengebied met een toenemende magnetische complexiteit. Het was al snel duidelijk dat dit gebied de zonneactiviteit terug een tandje hoger zou brengen. De snelle evolutie werd goed duidelijk op 21 april toen het gebied in een sneltempo verder bleef groeien en de magnetische complexiteit snel toenam. Twee duidelijke delta vlekken doken op binnen de kern van het gebied waardoor het gebied mogelijks een zware uitbarsting kon veroorzaken met zelfs een kleine kans op een X-klasse uitbarsting. Zolang die delta structuur aanwezig bleef zouden de kansen blijven bestaan. Op 21 april zagen we dan ook meerdere C-klasse uitbarstingen van het gebied en de achtergrondflux die stilaan kroop naar B7 om tegen de avond rond B9 te kruipen. Tegen de avond van 21 april waren er al drie delta vlekken zichtbaar maar bleef een zware uitbarsting uit.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : www.poollicht.be

054

Maar tot op 22 april bleef een grote uitbarsting uit en zakte de achtergrondflux terug naar B3, een voorteken dat het over en uit zal zijn met het gebied? Het magnetogram onthulde echter maar 1 duidelijke delta vlek meer wat evenveel betekend dat de magnetische complexiteit er wat uit is gegaan.

Hoewel de delta vlek nog voldoende groot is, zat het niet echt te knellen binnen het vlekkengebied en ontstonden er ook geen zware uitbarstingen meer. Maar na een rustige periode wist het gebied dan toch matig uit te barsten met de eerste en ook enige M-klasse uitbarsting, deze was echter impulsief van aard waardoor er zelfs geen CME vrijkwam.

Het zag er toch veelbelovend uit op 21 april toen zonnevlekkengebied 1726 pruttelde met C-klasse uitbarstingen dankzij een viertal delta vlekken binnen het zonnevlekkengebied.

In de dagen erop slaagde het gebied er niet meer in om nog zwaar te gaan uitbarsten, de delta structuur verdween en het gebied raakte in verval toen het de rand van de Zon naderde, doch bleef het gebied actief met vele C-klasse uitbarstingen. Het was even een moment van hoop toen het gebied de potentie had om zwaar uit te barsten maar het slaagde er niet in, toch zagen we meer dan 60 C-klasse uitbarstingen van het gebied en een magere M1-klasse uitbarsting.



Rubriek - Het AEG nieuws

Kom onze AEG stand bezoeke Redactioneel

Kortnieuws Foto - Verleden jaar zocht de stad Oostende een unieke manier om de locale editie van het ' Dag van het park ' officieel te starten. Dus, zo dacht onze voorzitter, waarom niet met een echte countdown ! Bron: AEGvzw. Meer informatie : www.aegvzw.be

Er zijn nog plaatsen vrij op ons AEG nights waarneem evenement op donderdag 9 t/m zondag 12 mei aanstaande. Alle informatie kan u terugvinden op ons forum. Snel inschrijven is de boodschap ! We hebben hoogstwaarschijnlijk, dankzij de ondersteuning van de stad Oostende, een veilige opbergplaats gevonden voor onze beide waarneemkoepels (2,5 en 6 m). Nu rest ons alleen nog het transport van deze beide. Dit zal hoogstwaarschijnlijk gebeuren in de loop van deze maand. En we zullen dan ook wat hulp kunnen gebruiken. De zon begint zich eindelijk, na de winter, te tonen. Tijd dus om één van onze drie zonnetelescopen uit te lenen !

Guidestar | 05-2013

De komende maand ondergaat de Guidestar opnieuw een flinke 'upgrade' met meer interactiviteit en alvast één nieuwe rubriek rond sterrenkundige en ruimtevaartgerichte apps. En dat voor zowel iPad als Android toestellen.

056

Tijdens vrijdagavondactiviteiten in het lokaal, onder de noemer ' geen specifieke activiteit ', komen we samen maar is er geen activiteit op voorhand uitgewerkt. En is het de bedoeling dat we naar eigen believen werken aan een project, een discussie houden over toekomstige projecten of een volgende activiteit voorbereiden. Geen druk dus om wat af te werken. Vreemd genoeg hebben nog heel wat eigen leden ons totaal vernieuwde forum niet ontdekt. Nogthans de ideale plaats om vragen te stellen, een discussie te voeren, een boek te bespreken of gewoon om leuke weetjes te melden of te ontdekken. Ook eigen astrofoto's kan men er plaatsen. Probeer het eens uit via www.astroforum.be ! Er is sprake om, voor het eerst sinds ons bestaan, het lidgeld ietwat op te trekken. Zodoende we de vele onkosten (gastsprekers,

servers, verzekering, onderhoud materialen, algemene kosten, enz...) beter kunnen dragen. Wellicht zal dit vanaf volgend jaar ingevoerd worden. Er is nagedacht om, in de nabije toekomst, grote eigen activiteiten zoals bijvoorbeeld 'Space Night' niet langer alleen in Oostende te laten plaatsvinden maar afwisselend op andere locaties in het land. Ideaal om samenwerkingen te stimuleren maar ook om geïnterresseerden vanuit het binnenland tegemoet te komen. Logistiek en technisch maakt dit het wat moeilijker, maar zo maak je het geheel ook een stuk dynamischer. Afgelopen maand was Stijn VH en Patrick J. te gast op de 21th century park studiedag van de stad Oostende. Een studiedag rond het groene lint project van de stad waar onze sterrenwacht deel uit van maakt. Eén van de nieuwste ideeën is om de sterrenwacht van energie te voorzien uit bio-massa om de CO2 voetafdruk tot nul te herleiden. Kortom, een klimaatvriendelijke sterrenwacht. Gezien het steeds drukker wordt rond de voorbereidingen van de realisatie van onze eigen sterrenwacht zijn we genoodzaakt om het aantal activiteiten de komende twee jaar ietwat te beperken. Zo zal het aantal publieke voordrachten dalen van tien naar vijf. En wordt er gekeken om onze deelname aan niet essentiële activiteiten, zoals bijvoorbeeld het 'Dag van het park', de komende twee jaar te schrappen. De paar mensen dat ons bestuur rijk is, is nu reeds elke dag druk in de weer voor de vereniging. En zolang de kern-groep niet groter wordt moeten we gepast reageren. Het uiterst boeiende boek van AEG lid Gustaaf Cornelis, genaamd : Het geheim van de kosmologie ontrafeld, is vanaf deze maand ook te koop in de Eureka shop. Zeker een aanrader ! Wie mee wil zijn met het allerlaatste verenigingsnieuws schrijft zich best in op ons forum waar een speciale ledensectie voorzien is.


en op het 'Dag van het park' Activiteitenkalender

Do. 09, vr. 10 en za. 11 mei - De AEG nights. Een drie daagse waarnemingsactie in en om volkssterrenwacht AstroLAB Iris te Ieper. Uitsluitend voor onze eigen leden ! Voor meer informatie raadpleegt u het best ons uitgebreide forum ! Vr. 17 mei - Geen specifieke activiteit !

Meer informatie : www.aegvzw.be

Vr. 31 mei - Geen specifieke activiteit. Vr. 07 juni - Voordracht - " Lichthinder " door Stijn Vanderheiden. Info: Overdag zorgt de zon voor warmte en licht, maar 's nachts moeten we er zelf voor zorgen dat we nog kunnen "leven". Hiervoor is vaak kunstmatige verlichting nodig. Maar al te vaak wordt nachtelijke verlichting op een onverantwoorde manier aangewend, waardoor gezondheid, veiligheid en wetenschap in het gedrang komen. Er wordt heel wat geld verspild en er wordt dikwijls geen rekening gehouden met het milieu. Stijn Vanderheiden (AEG vzw, Preventie Lichthinder vzw en VVS Werkgroep Lichthinder) gaat dieper in op de problematiek van lichthinder. Hij staat stil bij de oorzaak en de gevolgen voor de mens en zijn leefomgeving. Niet alleen de overheid kan iets doen aan de overmatige verlichting. Ook particulieren kunnen hun steentje bijdragen (en er wel bij varen). Tijdens de lezing worden dan ook oplossingen voorgesteld waar iedereen iets aan heeft, op korte en lange termijn. Locatie : Forum zaal in de Openbare bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7 te 8400 Oostende (B). Van 20.30 uur t/m 22.30 uur (of later). Gratis toegang ! Vr. 14 juni - Project & practica - Tijdens deze maandelijkse thema-avond werken we gezamenlijk aan een specifiek project ter ondersteuning van de werking zijnde : de software database.

Vr. 24 mei - Geen specifieke activiteit ! Zo. 26 mei - Dag van het park. Ook dit jaar

Info - Wilt u meer te weten komen over onze boeiende vereniging ? Raadpleeg dan onze website waar u eveneens, in beknopte vorm, alle informatie kan terugvinden in onze downloadbare PDF kleurenfolder.

Zie onze website voor alle activiteiten !

Guidestar | 05-2013

Vr. 03 mei - Voordracht - " Nieuwe ruimtevaart-naties " door Kris Christiaens. Info : We hebben ongetwijfeld allemaal wel al eens gehoord van ruimtevaartorganisaties als NASA, ESA en Roscosmos. Deze organisaties, en bijhorende landen, zijn al sinds de jaren '50 en '60 intensief bezig met de verkenning van het zonnestelsel en hebben vrijwel permanent mensen in een baan om de Aarde. Naast de drie grote ruimtevaartagentschappen bestaan er ook tientallen andere organisaties, afkomstig uit alle mogelijke landen, die de laatste jaren een bijzondere opmars maken in de ruimtevaart en ruimte-onderzoek. Zo wordt in deze voordracht dan ook uitgebreid aandacht besteedt aan ondermeer het Agência Espacial Brasileira uit Brazilië, het Korea Aerospace Research Institute uit ZuidKorea, het Comisión Nacional de Actividades Espaciales uit Argentinië en het Pakistan Space and Upper Atmosphere Research Commission uit Pakistan. Daarnaast wordt ook even stilgestaan bij landen met omstreden ruimtevaartprogramma's zoals Iran en Noord-Korea. Kortom: ruimtevaart is niet meer een activiteit dat wordt uitgevoerd door enkele grootmachten maar heeft de afgelopen jaren steeds meer zijn weg gevonden naar alle mogelijke uithoeken van de wereld. Locatie : Forum zaal in de Openbare bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7 te 8400 Oostende (B). Van 20.30 uur t/m 22.30 uur (of later). Gratis toegang !

gaat de 'Dag van het Park' door op de laatste zondag van mei. Op zondag 26 mei hopen we dus op zon, groen en geweldig veel inspirerende activiteiten. Het thema dit jaar is ‘Investeer in groen, winst verzekerd!’. Ook dit jaar doen wij opnieuw mee en dat met een reuze-waarnemingsstand ! Van 13.00 uur tot 18.00 uur in het Maria Hendrikapark te Oostende. Deelname is gratis !

057



Op zaterdag 25 en zondag 26 mei 2013 opent de Pool Ruimte zijn deuren voor het grote publiek. De Pool Ruimte bevindt zich aan de Ringlaan in Ukkel en is de thuisbasis van de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB), het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) en het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Meer info: www.spacepole.be/opendoors/. In de kern van onze planeet is het 1.000 graden heter dan gedacht, melden onderzoekers van de Franse onderzoeksinstituten ESRF en CEA (respectievelijk in Grenoble en Arpajon) in het wetenschappelijke vakblad Science. In de middelpunt van onze planeet is het zowat 6.000 graden, luidt het. De kern van de Aarde bestaat voornamelijk uit een dikke laag ijzer dat vloeibaar is als water in onze oceanen. Het is er meer dan 4.000 graden heet, maar binnen die kern zijn de temperatuur en de druk zo hoog dat het ijzer vast wordt. De dikte en en de druk waren al vast te stellen met oudere technieken, zoals aan de hand van seismologische golven die veroorzaakt werden door aardbevingen. De temperatuur was hiermee echter niet vast te stellen, waardoor de wetenschappers in hun laboratorium het smeltpunt van ijzer onder verschillende druk wilden bepalen. Uit het nieuwe experiment blijkt dat ijzer bij een druk van 2 miljoen atmosfeer en een temperatuur van 4.800 graden smelt. Daarop berekenden de onderzoekers de temperatuur bij een druk van 3,3 miljoen atmosfeer, die er al is bij de overgang van de vaste binnenste naar de vloeibare buitenste kern. In de kern is het dus 6.000 graden, met een onnauwkeurigheid van plusminus 500. Bron: Belga / 25-04-2013. Astronomen hebben een nieuwe opname gemaakt van de buitenste atmosfeer van de bekende ster Betelgeuze, een rode superreus in het sterrenbeeld Orion. Op de nieuwe opname, gemaakt met behulp van een netwerk van radiotelescopen in Engeland, zijn onder meer verrassend hete gebieden te zien.In vergelijking met onze zon is Betelgeuze een kolos: hij is maar liefst duizend keer zo groot. Maar ondanks zijn relatief kleine afstand van 650 lichtjaar is hij vanaf de aarde gezien slechts een piepklein lichtpuntje. Alleen door de beeldinformatie van meerdere telescopen – in dit geval radiotelescopen – te combineren kunnen details van de ster en zijn omgeving worden vastgelegd. Aan weerszijden van Betelgeuze zijn nu twee plekken in de sterk opgezwollen steratmosfeer ontdekt die een temperatuur van 4000 tot 5000 graden hebben. Dat is beduidend heter dan het zichtbare 'oppervlak' van de ster, dat een temperatuur van iets meer dan 3000 graden heeft. De aard van de hete plekken is nog onduidelijk. Het zouden gebieden kunnen zijn waar gas hoog in de steratmosfeer is verhit door het optreden van schokgolven. Maar het is ook denkbaar dat de atmosfeer ter plaatse simpelweg transparanter is dan elders, waardoor we een dieper, heter deel van de ster te zien krijgen. Op ruime afstand van Betelgeuze (7,4 miljard kilometer) is een boog van gas waargenomen die met een temperatuur van meer dan honderd graden onder nul juist heel koud is. Waarschijnlijk betreft het gas dat in een recent verleden door de pulserende ster is uitgestoten. Aangenomen wordt dat Betelgeuze binnen een miljoen jaar als supernova zal ontploffen. Bron: AA / 25-042013.

ringenstelsel van de planeet Saturnus het doelwit is van meteorietinslagen. Op de beelden zijn de puinwolken te zien die de meteorieten hebben veroorzaakt (Science, 26 april). Het zonnestelsel wemelt van de kleine, snel bewegende brokken en brokjes ijs en gesteente. Dat het ringenstelsel van Saturnus regelmatig door een meteoriet wordt getroffen, is dus niet verbazingwekkend. De waargenomen inslagen lijken te zijn veroorzaakt door objecten met afmetingen van een centimeter tot een paar meter. Het heeft overigens de nodige moeite gekost om beelden te vinden waarop sporen van inslagen in het ringenstelsel van Saturnus te zien zijn. Tot nu toe zijn er, in het beeldarchief van de afgelopen acht jaar, nog maar negen aangetroffen. Dat komt onder meer doordat het opstuivende puin alleen goed te zien is als de zon het ringenstelsel zo ongeveer van opzij verlicht. Bron: AA / 27-04-2013. Onderzoek met de Hubble-ruimtetelescoop heeft aangetoond dat de gevolgen van 'starbursts' merkbaar zijn tot in de wijde omgeving. Deze grote geboortegolven van sterren zijn niet alleen van invloed op het sterrenstelsel waarin ze plaatsvinden, maar ook op het gas ver daarbuiten. En dat heeft gevolgen voor zowel de evolutie van het stelsel als voor de manier waarop materie en energie over het heelal worden verdeeld. Als sterrenstelsels nieuwe sterren produceren, doen ze dat soms in een enorm hoog tempo. Zulke zogeheten starbursts waren vooral in de begintijd van het heelal aan de orde van de dag, maar komen ook nu nog wel voor. Tijdens een starburst worden vele miljoenen sterren geboren, en tezamen produceren deze een hevige sterrenwind die zich een weg naar buiten baant. Een internationaal team van astronomen heeft twintig nabije sterrenstelsels waargenomen, waarvan sommige een starburst vertonen. Uit hun onderzoek blijkt dat de wind die met zo'n stellaire geboortegolf gepaard gaat het gas tot op afstanden van 650.000 lichtjaar kan ioniseren. Dat is tot ver buiten de grens van het eigenlijke stelsel. Bij stelsels zonder starbursts is dit geïoniseerde gas niet waarneembaar. Dit heeft gevolgen voor de toekomstige evolutie van de starburststelsels. Sterrenstelsels groeien door gas uit de hen omringende ruimte aan te trekken en dit normaal gesproken koele gas in sterren om te zetten. Doordat de sterrenwinden het gas tot in de wijde omgeving verhitten en ioniseren, raakt dit proces verstoord. Bron: AA / 27-042013.

Opnamen van de ruimtesonde Cassini hebben voor het eerst het directe bewijs geleverd dat ook het

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

De schoonheid van een nachtelijke hemel vol met fonkelende sterren verbergt de gewelddadige krachten aan het werk in het universum. Van de opschudding die veroorzaakt wordt door de explosie van een reusachtige ster, waarbij haar materiaal de ruimte wordt ingeslingerd, tot een toekomstige ontmoeting tussen de aarde en een asteroide die oncomfortabel dichtbij komt... Je bent getuige van de krachten die het heelal bijeen houden maar die af en toe ook proberen om het uiteen te rukken! We eindigen de Cosmodromeshow met de sterrenhemel van de avond. Bij mooi weer volgt een bezoek aan de sterrenwacht onder begeleiding van een Astroranger. Datum - 10 en 19 mei 2013. 16.00 en 16.30 uur. Toegang: Onbekend. Locatie - Cosmodrome, Planetariumweg 18-19 te 3600 Genk. www.cosmodrome.be. Info@cosmodrome.be.

Guidestar | 05-2013

Vertoning : Violent universe

059


Rubriek -Hemelkalender Marc van der Sluys

D e z e m a a n d t e z ie n . . .

Info - Marc van der Sluys is postdoctoraal onderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn werk richt zich op de evolutie van compacte dubbelsterren en het waarnemen van gravitatiegolven van witte dwergen, neutronensterren en zwarte gaten met LIGO / Virgo en LISA. Hij geeft regel-matig populaire lezingen en maakt daarnaast de populair wetenschappelijke website.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : http://hemel.waarnemen.com

060

Foto - Meteorenzwermen, meteorenstormen of sterrenregens zijn zwermen van meteoren, vaak afkomstig van stof en gruis achtergelaten door kometen. Wanneer een komeet in de buurt van de zon komt, gaat het ijs verdampen en via geisers door de korst van de komeet breken. Het stof dat hierbij vrijkomt, kan later een meteorenzwerm veroorzaken. Deeltjes afkomstig van eenzelfde komeet volgen alle ongeveer dezelfde baan. Wanneer de aarde de baan van zo'n zwerm stofdeeltjes kruist, wordt onze planeet getroffen door een "bombardement" van stofdeeltjes, zodat er meer meteoren dan normaal zichtbaar zijn. Op dat moment zeggen we dat een meteorenzwerm actief is. Bekende meteorenzwermen zijn onder meer de Perseïden, Leoniden, Geminiden, Draconiden en Quadrantiden.

Do. 02 mei (13.14 uur) - De Maan is in de fase van Laatste Kwartier. De linker helft van de Maan is nu verlicht en de Maan is met name 's ochtends vroeg zichtbaar. Om de Maan te zien door een verrekijker of telescoop is de tijd rond (en met name na) Laatste Kwartier zeer geschikt. Op de grens tussen het verlichte en het donkere deel van de Maan gaat de Zon net onder. De bergen en kraterranden werpen hierdoor lange schaduwen, wat een extra diepte-effect veroorzaakt, en het oppervlak van de Maan krijgt daarmee een driedimensionaal karakter, gezien door een kijker.

Di. 07 mei (05.15 uur) - De ster Piscium, een ster van magnitude +4,4 in het sterrenbeeld Vissen, wordt bedekt door de Maan. Alleen het begin van de bedekking is zichtbaar vanuit Utrecht; om 05:15 verdwijnt de ster achter de dunne verlichte maanrand, op een hoogte van 4°. De Maan is voor 8% verlicht.

Di. 07 mei (04.00 uur) - De meteorenzwerm -Aquariden bereikt zijn maximum. Rond 09:30 uur staat de radiant van de zwerm in het hoogste punt (op 37°) aan de hemel. Onder ideale omstandigheden zijn er van deze zwerm zo'n 37 meteoren per uur te verwachten. De meteoren zijn snel en hebben nalichtende sporen. Rond 05:15 uur gaat het schemeren en om 05:58 uur komt de Zon op. Het beste moment om -Aquariden waar te nemen is hierdoor rond 04:30 (zie het kaartje). De radiant staat op dat moment zo'n 11° boven de oostzuidoostelijke horizon. De Maan komt om 04:44 uur op, is voor ongeveer 8% verlicht en stoort niet erg. De piek van deze zwerm is relatief hoog en de duur van het maximum is met 22 dagen vrij lang, zodat er in totaal zeer veel meteoren te zien zijn. Er is geen speciale apparatuur nodig om meteoren waar te kunnen nemen. Het blote oog, een heldere hemel, een ligstoel en wat geduld zijn de belangrijkste ingrediënten.

Do. 09 mei (17.11 uur) - De Maan bedekt Mars (+1.5m). Het maximum van de bedekking vindt bij ons plaats op 31° hoogte, maar bij daglicht. De bedekking duurt ongeveer 71 minuten gezien vanuit Utrecht zo'n 10,1 seconden. De schijnbare diameter van Mars bedraagt 3,8”. De samenstand is vanuit de Lage Landen vrijwel onzichtbaar.

Wo. 08 mei (03.20 uur) - Mercurius staat 24' ten zuidoosten van Mars (+1.5m). De dichtste nadering vindt onder de horizon plaats voor een waarnemer in de Benelux. Bij ons is de samenstand niet of nauwelijks zichtbaar.

Do. 09 mei (20.59 uur) - Venus staat 4,1° ten zuiden van de Pleiaden, in het sterrenbeeld Stier. De dichtste nadering vindt in de Lage Landen plaats op een hoogte van 11°, maar bij daglicht. De samenstand is alleen met veel moeite zichtbaar op 8 mei rond 22 uur, of op 9 mei rond 21:45 uur. Het tweetal staat in het eerste geval zo'n 3° boven de westnoordwestelijke horizon, op een onderlinge afstand van 4,3°. In het andere geval is de samenstand te zien op circa 5° boven de westnoordwestelijke horizon, 4,1° van elkaar verwijderd. De Zon staat slechts 4° onder de horizon. De


helderheid van Venus is nu -3,4m. Do. 09 mei (22.21 uur) - De Maan staat op slechts 26' ten noordoosten van Mercurius (1.7m). De dichtste nadering van deze nauwe samenstand gebeurt voor een waarnemer in onze streken onder de horizon en in de schemering. De samenstand is vanuit de Benelux niet of nauwelijks zichtbaar. Vr. 10 mei (02.28 uur) - Het is Nieuwe Maan. Vanaf de Aarde gezien staat de Maan in dezelfde richting als de Zon, zodat de verre kant van de Maan wordt verlicht en de donkere kant van de Maan naar de Aarde gekeerd is. Daarnaast staat de Nieuwe Maan alleen bij daglicht boven de horizon. Vanwege deze twee oorzaken kunnen we de Maan op dit moment niet waarnemen. Doordat de Maan zowel minimaal verlicht is, als 's nachts onder de horizon staat, zijn de dagen rond Nieuwe Maan een goed moment voor het waarnemen van deepsky-objecten. De Maan beweegt 1,1° ten zuiden langs de Zon, en er vindt bij ons geen eclips plaats. Vr. 10 mei (22.01 uur) - Tussen 22:01 en 23:24 uur staan alle Galileïsche manen ten oosten van Jupiter. Vanaf Jupiter gezien zijn dat Europa, Io, Ganymedes en Callisto. Jupiter staat op een hoogte van 9° boven de westnoordwestelijke horizon, dus kies een waarneemplaats met een vrije blik op de horizon. De Zon staat 11° onder de horizon. Voor het waarnemen van de manen van Jupiter is een stabiele verrekijker voldoende. Za. 11 mei (02.32 uur) - De Maan staat 2,2° ten zuiden van Venus (-3,4m). De dichtste nadering gebeurt onder de horizon voor een waarnemer in de Lage Landen. De samenstand is met veel moeite te zien rond 21:45 uur. Het tweetal staat dan in het westnoordwesten, op een hoogte van ongeveer 6°, 8,3° van elkaar verwijderd. De Zon staat slechts 4° onder de horizon. De Maan is voor 3% verlicht. Za. 11 mei (21.39 uur) - De Maan staat 2,7° ten noorden van Aldebaran, de helderste ster van het sterrenbeeld Stier (+0,9m). De dichtste nadering vindt in de Lage Landen plaats op een hoogte van 8° boven de horizon, in het westnoordwesten en in de schemering. De samenstand is met veel moeite te zien rond 21:45 uur. De twee objecten staan dan in het westnoordwesten, circa 7° boven de horizon, op een onderlinge afstand van 2,7°. De Zon staat slechts 4° onder de horizon. De Maan is voor 3% verlicht. Za. 11 mei (23.10 uur) - Overgang van Mercurius over de zonneschijf. De overgang gebeurt bij ons 13° onder de horizon. Mercurius heeft op dit moment een helderheid van -1,9m. Za. 11 mei (23.10 uur) - Mercurius is in bovenconjunctie en beweegt achter de Zon langs. De binnenplaneet is nu onzichtbaar,

doordat deze zich te dicht bij de Zon bevindt. Mercurius beweegt vanaf de Aarde gezien precies achter de Zon langs en wordt bedekt door de zonneschijf. Voor de zichtbaarheid van de planeet heeft dit geen gevolgen; de planeet stond immers al te dicht bij de Zon om te worden waargenomen. Voor de conjunctie bevond Mercurius zich aan de ochtendhemel, erna staat de planeet aan de avondhemel. Zo. 12 mei (15.04 uur) - De Maan staat 3,1° ten zuiden van Jupiter (-1,5m). De dichtste nadering vindt bij ons plaats op een hoogte van 59°, maar bij daglicht. De samenstand is met veel moeite te zien rond 21:45 uur. Het tweetal staat dan in het westnoordwesten, circa 16° boven de horizon, op een afstand van 4,2° van elkaar. De Zon staat slechts 4° onder de horizon. De Maan is voor 7% verlicht. Za. 13 mei - Deze tijd van het jaar is prima geschikt om de bolhoop M5 te zien. De bolhoop staat in het sterrenbeeld Slang, heeft een magnitude van 5,8m en zijn schijnbare afmeting bedraagt 17,4’. Het object komt om 19:25 uur op, gaat om 07:48 uur onder en staat om 01:38 uur in het hoogste punt aan de hemel, op 40° boven de horizon. Voor het vinden van een donker en maanloos moment, zie de schemerdiagrammen in het hoofdstuk De Zon. Voor het waarnemen van een relatief helder en scherp deepsky-object als deze bolhoop is een verrekijker (op een statief) al voldoende, al geeft een (kleine) telescoop meer details weer. Ma. 13 mei (15.32 uur) - De Maan staat in het apogeum; het punt van zijn baan om de Aarde dat het verst van de Aarde ligt. De afstand tussen de Aarde en de Maan bedraagt 405825 km. Door de grotere afstand lijkt de Maan nu kleiner aan de hemel te staan dan gemiddeld: 29’26,7”. De Maan is wassend, voor 13% verlicht en is aan het begin van de avond te zien, kort na zonsondergang. Het kaartje toont de Maan om 22:06 uur in het sterrenbeeld Orion, op een hoogte van 18° boven de westelijke horizon. Al met een verrekijker, het liefst op statief, zijn, vooral op de grens tussen licht en donker op de Maan, de maankraters goed te zien. Do. 16 mei (22.00 uur) - Het maximum van de meteorenzwerm -Scorpiiden vindt vandaag plaats. Rond 02:00 uur staat de radiant van de zwerm in het hoogste punt (op 13°) aan de hemel. Zelfs onder ideale omstandigheden zijn er van deze zwerm slechts zo'n 3 meteoren per uur te verwachten. Rond 05:00 uur gaat het schemeren en om 05:44 uur komt de Zon op. De Maan is voor ongeveer 30% verlicht, maar gaat om 01:31 uur onder. De piek van deze zwerm is relatief laag en de duur van het maximum is met 14 dagen vrij kort, waardoor er ook in totaal maar weinig meteoren te zien zijn. Do. 16 mei (02.13 uur) - Mercurius staat 3.3°

Guidestar | 05-2013 061


ten zuiden van de Pleiaden, in het sterrenbeeld Stier. De dichtste nadering gebeurt voor een waarnemer in onze streken onder de horizon. De samenstand is vanuit de Lage Landen vrijwel onzichtbaar. De helderheid van Mercurius is nu -1,7m. Do. 16 mei (03.53 uur) - Mercurius staat in het perihelium. De afstand van de planeet tot de Zon is op dit moment kleiner dan gemiddeld: 0,307AE, of zo'n 46,000 miljoen km. Vanaf Mercurius lijkt de Zon circa 3,3 maal zo groot als vanaf de Aarde. De planeet ontvangt door de geringere afstand tot de Zon ongeveer 10,8 maal meer licht en warmte dan de Aarde. Za. 18 mei (06.35 uur) - De Maan is in de fase van Eerste Kwartier. De rechter helft van de Maan is nu verlicht en de Maan is met name 's avonds zichtbaar. Om de Maan waar te nemen door een verrekijker of telescoop is de tijd rond (en met name voor) Eerste Kwartier zeer geschikt. Op de grens tussen het verlichte en het donkere deel van de Maan komt de Zon net op. Hierdoor werpen bergen en kraterranden lange schaduwen, wat een extra diepte-effect veroorzaakt, en de Maan is daarmee duidelijk meer dan een gladde schijf, gezien door een verrekijker of telescoop. Ma. 20 mei (22.19 uur) - Tussen 22:19 en 22:55 uur nemen we alle grote Jupitermanen ten westen van de planeetschijf waar. Vanaf Jupiter gezien zijn dat Io, Europa, Ganymedes en Callisto. Jupiter staat op een hoogte van 5° boven de westnoordwestelijke horizon, dus kies een waarneemplaats met een vrije blik op de horizon. De Zon staat 8° onder de horizon en het schemert.

Guidestar | 05-2013

Di. 21 mei (22.57 uur) - De Maan bedekt Virginis, een ster van magnitude +4,8 in het sterrenbeeld Maagd. Om 22:57 wordt de ster bedekt door de dunne onverlichte maanrand en om 00:04 komt deze weer tevoorschijn van achter de verlichte rand. Bij het begin van de bedekking staat de Maan te Utrecht 28° boven de horizon, bij het einde 25°. De Maan is voor 86% verlicht.

062

Wo. 22 mei (12.18 uur) - De Maan staat 33' ten zuiden van Spica, de helderste ster van het sterrenbeeld Maagd (+1,0m). De dichtste nadering vindt onder de horizon plaats voor een waarnemer in de Benelux en bovendien bij daglicht. De samenstand is te zien rond 3:15 uur, of op 22 mei rond 22:15 uur. Het tweetal staat in het eerste geval in het westzuidwesten, circa 6° boven de horizon, op een afstand van 6,0° van elkaar. In het andere geval is de samenstand te zien boven de zuidzuidoostelijke horizon, op een hoogte van circa 24°, zo'n 6,1° van elkaar vandaan. De Zon staat slechts 5° onder de horizon. De Maan is voor ongeveer 90% verlicht. Wo. 22 mei (22.29 uur) - De Galileïsche maan Io staat 10,9” ten noorden van Europa. Voor het waarnemen van de Galileïsche manen is een goede, stabiele verrekijker genoeg. Do. 23 mei (10.38 uur) - De Maan staat 4,2° ten zuiden van Saturnus (+0,5m). De dichtste nadering gebeurt onder de horizon voor een waarnemer in de Lage Landen en bovendien bij daglicht. De samenstand is te zien rond 4 uur. Het tweetal staat dan boven de westzuidwestelijke horizon, op een hoogte van ongeveer 5°, op een afstand van 6,1° van elkaar. De Maan is voor 94% verlicht.

Vr. 24 mei (00.41 uur) - De planetoïde 6 Hebe is in oppositie. De planetoïde, die in het sterrenbeeld Slang staat, heeft tijdens de oppositie een magnitude van slechts +9,6m en kan alleen met een behoorlijke telescoop worden waargenomen. Hebe bereikt een maximale hoogte boven de horizon van circa 39°. Dit gebeurt rond 01:53 uur, en geldt strikt genomen voor een waarnemer in Utrecht. Klik op het kaartje hiernaast voor een grotere kaart, met de positie van de planetoïde en sterren tot magnitude +10,5m. Vr. 24 mei (23.06 uur) - Mercurius staat 1,4° ten noorden van Venus (-3,3m). De dichtste nadering gebeurt bij ons 1° onder de horizon. De samenstand is met veel moeite te zien rond 22:30 uur, of op 25 mei rond 22:15 uur. Het tweetal staat in het eerste geval boven de noordwestelijke horizon, op een hoogte van ongeveer 4°, op een onderlinge afstand van 1,4°. In het tweede geval staan de twee hemellichamen boven de westnoordwestelijke horizon, op een hoogte van circa 6°, 1,5° van elkaar verwijderd. De Zon staat slechts 5° onder de horizon. Mercurius heeft op dit moment een helderheid van -0,8m. Za. 25 mei (00.02 uur) - De ster Librae, een ster met een helderheid van +5,0m in het sterrenbeeld Weegschaal, wordt bedekt door de Maan. De ster wordt bedekt door de zeer dunne onverlichte rand van de Maan om 00:02 uur. Om 00:33 uur wordt deze weer zichtbaar aan de verlichte maanrand. In Utrecht staat de Maan dan 16°, respectievelijk 17° boven de horizon. De Maan is voor 100% verlicht, wat het moeilijk maakt om de bedekking waar te nemen. Za. 25 mei (06.12 uur) - Maansverduistering in de bijschaduw. Het maximum van de eclips vindt plaats op 4° onder de horizon en bovendien bij daglicht. Za. 25 mei (06.25 uur) - Het is Volle Maan. De Maan staat tegenover de Zon aan de hemel. We zien hierdoor de Maan vrijwel de hele nacht, en de verlichte kant van de Maan is naar de Aarde gekeerd. Hoewel de Volle Maan veel opvallender is dan iedere andere maanfase, is dit niet het beste moment om de Maan waar te nemen. Voor een waarnemer in het midden van het deel van de Maan dat naar de Aarde toe gekeerd is staat de Zon in het zenit, en doordat het zonlicht vanuit de richting van de Aarde komt zien we vanaf de Aarde geen schaduwen, zodat er nauwelijks contrast is. Daarnaast is de Volle Maan een stoorzender bij het waarnemen van zwakkere objecten aan de sterrenhemel. Zo. 26 mei (03.43 uur) - De Maan is in het punt van zijn baan dat het dichtst bij de Aarde ligt: het perigeum. De afstand tot de Maan bedraagt op dit moment 358377 km. De schijnbare diameter van de Maan is groter dan gemiddeld (33’20,6”), door de kleinere afstand. De Maan is afnemend, voor 98% verlicht en is 's avonds in het oosten of zuidoosten, rond middernacht in het zuiden en aan het einde van de nacht in het (zuid)westen, dus zo'n beetje de hele nacht, te zien. Het kaartje toont de Maan om 02:28 uur in het sterrenbeeld Slangendrager, op een hoogte van 17° boven de zuidelijke horizon. Ma. 27 mei - Deze tijd van het jaar is prima geschikt om de bolhoop M80 te bekijken. M80 staat in het sterrenbeeld Schorpioen, heeft een helderheid van 7,2m en een schijnbare afmeting van 8,9’. De opkomst van dit object is om 21:50 uur, de ondergang om 05:29 uur en het bereikt zijn grootste hoogte om 01:42 uur, op slechts 15° boven de horizon. Een waarneemlocatie met een goede blik op de zuidelijke horizon is daardoor noodzakelijk om de bolhoop waar te nemen. Zoek een donkere waarneemplaats en kijk rond Nieuwe Maan, bijvoorbeeld in de week rond 8 juni. Voor het vinden van een donker en maanloos moment, zie de schemerdiagrammen in het hoofdstuk De Zon. Voor het waarnemen van een relatief helder en scherp deepsky-object als deze bolhoop is een verrekijker (op een statief) al voldoende, al geeft een (kleine) telescoop meer details weer.


Ma. 27 mei (08.45 uur) - Mercurius staat 2,4° ten noorden van Jupiter (-1,5m). De dichtste nadering vindt in de Lage Landen plaats op een hoogte van 18°, maar bij daglicht. De samenstand is alleen met veel moeite zichtbaar op 26 mei rond 22:45 uur, of op 27 mei rond 22:15 uur. De twee objecten staan in het eerste geval boven de noordwestelijke horizon, op een hoogte van ongeveer 3°, op een afstand van 2,5° van elkaar. In het andere geval is de samenstand te zien boven de westnoordwestelijke horizon, op een hoogte van circa 7°, zo'n 2,5° van elkaar vandaan. Kies een waarneemplaats met vrije blik op de horizon. De Zon staat slechts 4° onder de horizon. Mercurius heeft op dit moment een helderheid van -0,6m.

Vr. 31 mei (20.58 uur) - De Maan is in de fase

Op zoek naar meer efemiriden, sterrenkaarten, baangegevens, deep-sky objecten, enz... Raadpleeg dan de uitgebreide Deep-sky interactief rubriek op de welbekende Spacepage website.

Foto - De bovenstaande hemelkaart toont de sterrenhemel, met planeten, voor de huidige maand. Met dank aan Orion Optics voor het gebruik van deze kaart. Bron: Orion.

Guidestar | 05-2013

Di. 28 mei (20.40 uur) - Venus staat 1,0° ten noorden van Jupiter (-1,5m). De dichtste nadering vindt in de Lage Landen plaats op een hoogte van 19°, maar bij daglicht. De samenstand is alleen met veel moeite zichtbaar op 27 mei rond 22:45 uur, of op 28 mei rond 22 uur. De twee objecten staan in het eerste geval in het noordwesten, op een hoogte van ongeveer 2°, 1,4° van elkaar vandaan. In het tweede geval staan de twee hemellichamen op circa 8° boven de westnoordwestelijke horizon, zo'n 1,0° van elkaar vandaan. Kies een waarneemplaats met vrije blik op de horizon. De Zon staat slechts 3° onder de horizon. De helderheid van Venus is nu -3,3m.

van Laatste Kwartier, voor de tweede keer deze maand. Tweemaal dezelfde maanfase in een maand komt gemiddeld eens in de ruim acht maanden voor. Wanneer het om een tweede Volle Maan gaat wordt dit een Blauwe Maan genoemd.

063


Artikel Redactioneel

Wie lost Galileo's belofte in ? Foto - Galileo is het niet-militaire wereldwijde satellietnavigatiesysteem (GNSS) dat gebouwd wordt door de Europese Unie (EU) in samenwerking met de Europese Ruimtevaartorganisatie, ESA. Het Galileo-project is het grootste Europese ruimtevaartproject aller tijden. Galileo wordt het eerste civiele satellietnavigatiesysteem; dit ter onderscheiding van de huidige bestaande militaire wereldwijde systemen, te weten het Amerikaanse global positioning system (gps) en het Russische GLONASS. Bron: ESA.

ESTEC-directeur Franco Ongaro noemt het tussen neus en lippen door, maar het is toch opmerkelijk nieuws: enkele weken geleden is bij Noordwijk voor het eerst succesvol een locatie uitgelezen met het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo. Van de dertig satellieten van Galileo zijn er nu vier gelanceerd en al over drie jaar moet het systeem volledig operationeel zijn. En dat biedt tal van mogelijkheden, niet alleen op het gebied van routenavigatie, maar ook op allerlei andere vlakken als landbouw, industrie, toerisme, sport, hulpverlening of milieubescherming.

Guidestar | 05-2013

En juist dat is het onderwerp van de tiende editie van de European Satellite Navigation Competition, een prijsvraag waar iedereen met een goed bedrijfsplan voor de toepassing van navigatiesatellieten op kan inschrijven. De winnaars krijgen prijzen variërend van geld tot begeleiding bij het opzetten van een bedrijfje. In totaal hebben de prijzen dit jaar een waarde van een miljoen euro.

064

Op 11 april, tijdens de kickoff-bijeenkomst van de Nederlandse voorronde, stelde Ongaro dat Nederland de ideale omgeving is voor innovaties binnen de satellietnavigatie. ‘Nergens in Europa is zo veel kennis aanwezig over Galileo als hier in Noordwijk. Bovendien is hier de infrastructuur om economische ontwikkeling te ondersteunen.’ Hij doelt daarbij onder andere op het European Space Innovation Centre (ESIC), gevestigd tegenover ESA in Noordwijk en gastheer van de bijeenkomst. De winnaar van de Nederlandse voorronde, dit jaar voor het eerst georganiseerd door NSO, krijgt zeventig uur professionele ondersteuning om het idee verder uit te werken tot een business plan en drie maanden lang een gratis werkplek in ESIC. Waar Ongaro eventuele mededingers nog gerust stelt, doet Pieter Geelen, hoofdspreker

van de dag en mede-oprichter van TomTom, het tegenovergestelde. ‘Innovatie is leuk’, begint hij nog, om vervolgens gelijk te benadrukken: ‘Maar als je iets nieuws ontwikkelt, zal je omgeving je tegenwerken. Altijd. Je moet sterk in je schoenen staan om dan toch je eigen koers te blijven bepalen.’ Ondanks de waarschuwende woorden houdt Geelen toch vooral een gloedvol betoog voor gewaagd ondernemerschap en innovatie. Maar hoe zit het nu met eerdere winnaars van de competitie, zit daar nog een nieuwe TomTom bij? Voorlopig niet, maar er is wel veel kleine bedrijvigheid uit ontstaan. Van de negen eerdere Nederlandse winnaars zijn er nog vijf actief als bedrijfje of samenwerkingsverband. Succesvol is bijvoorbeeld iOpener, met een hoofdkantoor in Aken en een r&d-afdeling in Delft. Dit bedrijf ontwikkelde een technologie waarmee autoraces realtime worden geïntegreerd in een computer game. Gamers kunnen op die manier racen tegen de coureurs die op dat moment hun wedstrijd rijden. De winnaar van 2011, Peter Buist, is geen eigen bedrijf gestart, hij werkt inmiddels voor het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Dat zijn idee nog niet in het archief is verdwenen, bewijst echter de testrugzak, gevuld met gps-antennes en sensoren, die hij naar Noordwijk heeft meegenomen. ‘In de ruimtevaart combineert men hele dure gps-ontvangers met gyroscopen en accelerometers voor een zo nauwkeurig mogelijke plaatsbepaling’, legt hij uit. ‘Mijn idee is om dezelfde technieken voor sensorintegratie toe te passen op aarde met veel goedkopere gps-ontvangers en sensoren, bijvoorbeeld in een mobiele telefoon. Vooral in stedelijk gebied, het gps-signaal vaker verstoord wordt, maakt dit de plaatsbepaling nauwkeuriger.’ Buist ziet nog altijd mogelijkheden het concept toe te passen. ‘Als je het over mobiele telefoons hebt, gaat het natuurlijk om een miljardenmarkt, maar is de concurrentie ook gelijk enorm. Een andere mogelijkheid is echter een nieuwe toepassing voor de ruimtevaart, maar dan in mini-satellieten ter grootte van een melkpak, die ook goedkopere componenten mee kunnen dragen. Dat kan ook interessant zijn voor NLR bijvoorbeeld.’ Buist is erg blij met de manier waarop de sponsoren van de Nederlandse wedstrijd hem hebben gesteund bij het maken van de testrugzak. ‘De goodwill is groot’, constateert hij. Eventuele opvolgers van Buist hebben nog tot 30 juni om een plan in te dienen via de onderstaande website. Nederlanders kunnen ook in andere regio’s meedingen en zich inschrijven voor de speciale prijzen, zoals die voor de beste gepatenteerde innovatie.


Artikel

R u im t e v a a r t in d e k la s met GRATIS lespaketten

De ruimte en ons sterrenstelsel hebben een grote invloed op alles om ons heen. Ook in het onderwijs is steeds meer aandacht voor wetenschap en techniek. Ruimtevaart en sterrenkunde zijn inspirerende en uitdagende onderwerpen om wetenschap en techniek een plek te geven in de klas.

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA en het Netherlands Space Office (NSO) willen scholen daarbij helpen. Dat doen ze door 40 gratis lessen beschikbaar te stellen waarmee scholen leerlingen in de onderbouw van havo/vwo een kijkje kunnen geven in de invloed van de ruimte op de wereld om ons heen. Nadat er eerder al lessen voor het basisonderwijs zijn ontwikkeld zijn vanaf dit moment ook de lessen voor de eerste en tweede klas in het voortgezet onderwijs te downloaden op de website (zie hiernaast).

Tijdens de lessen gaan de leerlingen actief aan de slag. Ze bouwen bijvoorbeeld een een maanbasis, ontwerpen een satelliet, doen proefjes met luchtdruk en zwaartekracht, ontdekken de maanfasen en ervaren hoe de seizoenen werken. Elke les is opgebouwd uit een docenten- en leerlingendeel.

Info - ESERO is een project van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA dat tot doel heeft jongeren te interesseren voor wetenschap en techniek door gebruik te maken van hun fascinatie voor ruimtevaart en sterrenkunde. Het Belgische ESEROkantoor is gevestigd in het Planetarium van de Koninklijke Sterrenwacht. Meer informatie : www.ruimtevaartindeklas.nl

Alle lessen zijn ontwikkeld in het kader van ESERO en kunnen gratis worden gedownload. Studenten, leraren en ouders kunnen gebruik maken van de afbeeldingen, filmpjes en animaties uit de beeldbank van iedere les. De beelden zijn ook geschikt gemaakt voor eventueel gebruik met een digibord. ESA probeert bij jonge mensen belangstelling voor de ruimtevaart te wekken door de aantrekkelijke kanten ervan te benadrukken. Een van de manieren waarmee ESA dat doet is het educatieve ESERO-project. ESERO biedt ondersteuning aan docenten van het primair en voortgezet onderwijs op het gebied van ruimtevaart en sterrenkunde. Dat doet ESERO door het ontwikkelen van projecten, workshops voor leraren, lesmateriaal en het organiseren van conferenties. De 40 gratis lessen over ruimtevaart en sterrenkunde voor het voortgezet onderwijs zijn ontwikkeld in het kader van ESERO Nederland, dat wordt uitgevoerd in samenwerking met het Netherlands Space Office. De lessen zelf zijn gemaakt door de educatieve experts van Science Center NEMO. ESERO Nederland is ĂŠĂŠn van de talloze ESERO's (European Space Education Resource Offices) die zijn opgericht in de verschillende lidstaten van ESA. Het doel van de verschillende ESERO's is jongeren kennis bijbrengen over onderwerpen als wetenschap, techniek, wiskunde en bouwkunde.

Guidestar | 05-2013

Docenten in het voortgezet onderwijs kunnen de in opdracht van ESA en NSO ontwikkelde lessen gebruiken bij vakken als wetenschap, natuurkunde, scheikunde, wiskunde en

aardrijkskunde, of een combinatie daarvan. De lessen zijn opgedeeld in een aantal hoofdthema's: aarde, heelal en ruimtevaart. Binnen deze lessen wordt de theorie van onderzoekend en ontwerpend leren (OOL) gebruikt.

ESA / Red.

Hoe komt het dat het heelal alsmaar groter wordt? Hoe werkt tijd eigenlijk? En wat heeft het scheef staan van de aarde te maken met de verschillende seizoenen? Deze en nog veel meer vragen worden beantwoord met de 40 gratis ruimtevaart- en sterrenkundelessen van ESERO Nederland.

065


Rubriek

D e Z o n g e z ie n d o o r S D O Guidestar | 05-2013

APOD - Astronomy Picture Of the Day

066

Info - Rolf Jansen werkt aan de School of Earth and Space Exploration van de Arizona State University (College of Liberal Arts & Sciences) waar hij werkt aan hoge-resolutie Halpha en UV-R beeldmateriaal van nabijgelegen sterrenstelsels verkregen door GALEX, HST en Spitzer. Hij is tevens, sinds 2005, de vertaler van de Nederlandse APOD editie. Meer informatie : www.apod.nl

Vorige maand barstte op de Zon de tot dusver in 2013 krachtigste zonnevlam uit, vergezeld van een corona massa-uitstoting (CMU) richting de Aarde. Een extreem-ultraviolet composietafbeelding gemaakt met behulp van het Solar Dynamics Observatory, weergegeven in kunstmatige kleuren, legde het moment suprème vast op 11 april om 0711 UTC. De flits, een middelsterke M6.5-klasse zonnevlam die uitbarstte vanuit het actieve gebied AR 11719 (zie foto), bevindt zich niet ver van het midden van de zonneschijf. Andere actieve gebieden, gebieden van intense magnetische velden die in zichtbaar licht verschijnen als zonnevlek-kengroepen, zijn her en der over het oppervlak van de Zon verspreid nu het zonnemaximum nadert. Lussen en bogen van gloeiend plasma volgen de magnetische veldlijnen van de actieve gebieden. De CMU,

een massieve wolk van energetische geladen deeltjes, zal dit weekend botsen met de magnetosfeer van de Aarde, wat voor hemelschouwers op hogere breedtegraden een schouwspel van poollicht zou kunnen betekenen.


Wat is SDO ?

Het doel van de SDO is om meer te weten te komen over de invloed van de zon op de aarde en de ruimte om de aarde. Zo onderzoekt SDO hoe het magnetisch veld van de zon ontstaat en zijn vorm krijgt, hoe deze magnetische energie wordt omgezet en losgelaten in de heliosfeer en ruimte in de vorm van zonnewind, en variaties in het zonlicht. De SDO werd gebouwd en getest in NASA’s Goddard Space Flight Center in Greenbelt,

SDO heeft twee zonnepanelen en twee antennes. SDO kan wetenschappelijke data doorsturen naar de aarde via zijn twee soorten antennes, via de zogenaamde k-band en sband. De sonde bevat drie instrumenten: De Extreme Ultraviolet Variability Experiment (EVE), de Helioseismic and Magnetic Imager (HMI) en de Atmospheric Imaging Assembly (AIA). De SDO werd met behulp van een Atlas V-401 raket in een baan rond de aarde gebracht. Na lancering cirkelde SDO rond de aarde met een perifocus van 2500 kilometer. Van daaruit werd de SDO naar zijn vereiste baan op een hoogte van 36000 kilometer gebracht.

Guidestar | 05-2013

De Solar Dynamics Observatory (SDO) is een ruimtesonde van NASA, waarmee gedurende vijf jaar de zon wordt bestudeerd. De satelliet werd op 11 februari 2010 gelanceerd. De missie maakt deel uit van het Living With a Star (LWS) programma.

Maryland. De missie van de SDO moet in principe vijf jaar en drie maanden gaan duren, met eventuele verlenging naar 10 jaar. SDO wordt gezien als opvolger van de SOHO.

067



De Amerikaanse marine noemt zijn eerste academisch researchship naar de eerste Amerikaanse vrouw in de ruimte, Sally Ride. Dat meldt de website space.com. Het gaat om een schip voor oceanografisch onderzoek. Ride werd in 1983 aan boord van het ruimteveer Challenger de eerste Amerikaanse vrouw in de ruimte. Zij was ook verbonden aan het Instituut voor Oceanografie aan de Universiteit van California in San Diego. De astronaute overleed op 23 juli 2012 aan kanker. Bron: Belga / 14-04-2013. Vrijdag 19 oktober jl. heeft Jaarbeurs Utrecht haar handtekening gezet onder de realisatie van een reizende ruimtevaart tentoonstelling genaamd ‘NASA A Human Adventure’, welke vanaf 13 juni 2013 voor een periode van minimaal 6 maanden te zien zal zijn in Jaarbeurs Utrecht. Met deze ondertekening geeft Jaarbeurs invulling aan een geheel nieuw soort activiteit. De tentoonstelling is voor jong en oud, uniek en kent een bijzondere verhaallijn. Naast het educatieve element wordt de bezoeker in staat gesteld de ruimtevaarthistorie en ontwikkelingen daadwerkelijk te beleven. Men kan wandelen tussen de sterren en wordt daarbij geïnspireerd door de mensen, technologie en engineering van de afgelopen 50 jaar ruimtevaart. De tentoonstelling omvat een oppervlakte van ruim 3.500 m², met meer dan 300 originele objecten en replica's waaronder ruimtecapsules, raketmotoren, ruimtepakken, een maan auto, telescopen, satellieten en de neus van de spaceshuttle, waarvan velen nooit eerder zijn vertoond. Tijdens de tentoonstelling wordt de verkenning van de ruimte toegelicht door een aantal tot de verbeelding sprekende vertalingen. Dit start vanaf de allereerste ruimteraket die werd gelanceerd om moderne verkenning van de ruimte buiten ons zonnestelsel mogelijk te maken. Daarnaast worden er sponsor-, activiteiten- en eventpleinen gerealiseerd. De tentoonstelling bevat ook een G-kracht simulator, welke vergelijkbaar is met de simulator die gebruikt werd door Amerikaanse astronauten tijdens het trainen voor de Mercury-missies in de jaren ‘60. De simulator maakt het mogelijk om de krachten tot 2G te ervaren. Maar er is nog veel meer. De tentoonstelling is een reizende variant en heeft al in enkele steden in Europa succesvol plaatsgevonden met ruim 300.000 bezoekers per stad. NASA – A Human Adventure wordt geproduceerd door John Nurminen Events in samenwerking met NASA, U.S. Space and Rocket Center, the Kansas Cosmosphere and Space Center en White Room Artifacts. Bron: Jaarbeurs Utrecht / 15-04-2013. Het nieuwe ruimteschip Orion en de superraket SLS (Space Launch System) gaan de hoofdrol spelen in het project Asteroid Initiative, waarvoor NASA voor 2014 alvast honderd miljoen dollar vraagt. Vanaf 2021 moet een ruimtesleper met ionenmotoren een enkele jaren durende jacht op een kleine planetoïde gaan uitvoeren. De ruimteklont, maximaal 8 m doorsnee en 500 ton massa, wordt ingepakt en vervoerd naar een parkeerbaan om de maan. Daar wordt de asteroïde onderzocht door astronauten die met Orion arriveren. Het project gaat zeker twee miljard kosten. Bron: AA / 21-04-2013.

werd gekoppeld. Tien minuten na de lancering loosde de raket de 3,800 kilo wegende testlading in de ruimte. Daarmee was het doel van de vlucht volbracht. Orbital is één van de twee bedrijven die NASA heeft uitgekozen om de bevoorrading van het ISSruimtestation over te nemen. Concurrent SpaceX bracht sinds vorig jaar mei al drie vrachtcapsules naar de ruimtebasis. De volgende vlucht zal waarschijnlijk in juni of juli dit jaar plaatsvinden. Dan moet er een Cygnus-vrachtcapsule worden gekoppeld aan het ISSruimtestation. Bron: NU / 22-04-2013. De selectieronde voor de Nederlandse missie Mars One is geopend. Geïnteresseerden kunnen zich tot eind augustus inschrijven voor een enkele reis naar Mars. Mars One wil in 2023 vier astronauten op de rode planeet hebben lopen. De vijf miljard euro die dat kost moet onder meer worden betaald door een televisieprogramma dat de astronauten op de voet volgt tijdens hun leven op Mars en de voorbereidingen daarop. Het betreft een enkele reis. Geïnteresseerden kunnen zich nu inschrijven via een formulier op de website van Mars One. Oprichter Bas Lansdorp vertelde maandag op een persconferentie in New York dat de organisatie het afgelopen jaar al zo'n 10.000 mailtjes ontving van geïnteresseerden, afkomstig uit meer dan 100 landen. Nadat in 2023 vier mensen naar de planeet zijn geëmigreerd, moeten er elk twee jaar vier volgen. Mensen kunnen vanaf 2018 meekijken met een robotvoertuig dat dat jaar naar verwachting op Mars landt. Het doel van de missie is om een permanente kolonie op Mars te creëren. Hoogleraar Gerard 't Hooft, die in 1999 de Nobelprijs voor Natuurkunde won, en directeur van de NTR en medebedenker van Big Brother Paul Römer zijn ambassadeurs van het project. "Big Brother zal erbij vergeleken bleek wegtrekken", zegt 't Hooft. "Het hele wereldpubliek zal van de reizen meegenieten." Zie: https://apply.mars-one.com. Bron: NU / 24-04-2013. Het is een revolutionaire ontwikkeling in de ruimtevaart: een raket die niet verbrandt in de dampkring maar verticaal landt. De 'Grasshopper' is een idee van SpaceX, de commerciële ruimtevaartorganisatie van miljardair Elon Musk. Het is SpaceX inmiddels gelukt om hun Grasshopper 250 meter de lucht in te krijgen en op dezelfde plek weer te landen. Voor SpaceX is het heel belangrijk een raket te ontwikkelen die de ruimte in kan en succesvol weer kan landen op aarde om ruimtereizen betaalbaar te houden. Tot nu toe vergaan raketten altijd in de dampkring. Eerste vlucht van de Grasshopper kwam maar 1,8 meter de lucht in. Het is de vijfde vlucht van de Grasshopper, het vorige hoogterecord van de raket is inmiddels verdriedubbeld. In maart kwam de Grasshopper nog maar tot 80 meter hoogte, bij de eerste lancering in september vorig jaar kwam de raket slechts 1,8 meter de lucht in. Er gaat nu een nieuwe testfase in waarbij de raket tot 3 kilometer de lucht in moet gaan om daarna weer netjes te landen. Bruno van Wayenburg, wetenschapsjournalist voor NRC Handelsblad, is onder de indruk van de testvluchten en Space X. Bron: NRC Handelsblad / 2504-2013.

Het Amerikaanse bedrijf Orbital Sciences Corp heeft zondag voor de Amerikaanse oostkust succesvol een Antares-raket gelanceerd voor een testvlucht. Dat meldt Reuters maandag. Een eerdere poging afgelopen week mislukte omdat een ethernetkabel vroegtijdig los

Meer up-to-date nieuws : www.spacepage.be

De schoonheid van een nachtelijke hemel vol met fonkelende sterren verbergt de gewelddadige krachten aan het werk in het universum. Van de opschudding die veroorzaakt wordt door de explosie van een reusachtige ster, waarbij haar materiaal de ruimte wordt ingeslingerd, tot een toekomstige ontmoeting tussen de aarde en een asteroide die oncomfortabel dichtbij komt... Je bent getuige van de krachten die het heelal bijeen houden maar die af en toe ook proberen om het uiteen te rukken! We eindigen de Cosmodromeshow met 'de sterrenhemel van de avond'. Bij mooi weer volgt een bezoek aan de sterrenwacht onder begeleiding van een Astroranger. Datum - Vrijdag 10 mei 2013. Van 16.00 uur t/m 16.30 uur. Toegang: onbekend. Locatie - Cosmodrome, planetariumweg 18-19 te 3600 Genk. www.cosmodrome.be. Cosmodrome@genk.be.

Guidestar | 05-2013

Vertoning : Violent universe

069


Rubriek -Sasteria onder de sterren Filip Feys

Een komeet v o o r ie d e r e m a a n d ?

Info - Geboren in het jaar 1961 te Tielt en opgegroeid in Meulebeke ben ik een West Vlamink in hart en ziel. Mijn schoolperiode heb ik dan ook doorgebracht in omstreken en later ook mijn beroep als hooggeschoold houtbewerker en later als leerkracht aan het VTI te Izegem. Ik ben getrouwd in 1981 met Chantal en samen hebben we een dochter. Sharon is afgestudeerd als Bachelor in Elektro-Mechanica en Chantal is professioneel kunstenares. Reeds meer dan 30 jaar is astronomie een ver doorgedreven hobby voor mij. Gestart met een 50 mm kijkertje en lid van de VVS en later van de werkgroep Deep-Sky en zonwaarneming is mijn hobby veranderd in dagelijkse bezigheid. Bepaalde dromen om iets op te starten en mensen een kans te geven om de sterrenhemel te bewonderen heb ik al tijd in mij gehad. Griekenland lag ons beiden nauw aan het hart en de keuze was vlug gemaakt voor een locatie waar sterren kijken vele nachten verzekerd was. Nu voel ik mij thuis hier op Kreta en ben ik één van de gelukkigen die van mijn hobby een beroep heb kunnen maken.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : www.sasteria.com

070

De maand maart was er! Het moment was aangebroken van vele weken wachten op de komeet die voor spektakel zou zorgen. De komeet C/2011 L4 Panstarrs was maanden in het vooruitzicht aangekondigd als een object die wel eens voor verrassingen zou zorgen. Oké, dan voor degene in het zuidelijk halfrond maar hier in de noordelijke helft van onze planeet, alles behalve gemakkelijk. De nabijheid van de zon hinderde enorm veel en een rijkdom aan details ging verloren in de avondschemering. Het opzoeken van de komeet werd er niet gemakkelijker op en een verrekijker was een noodzaak. De eerste waarneming werd verricht op 10 maart omstreeks 16h55' UT. De 15cm F/1000 Newton Helios kijker werd op de GoTo montering gemonteerd en de coördinaten werden ingegeven. Met een beeldveld van 79' ging ik op zoek naar de komeet. De altitude was reeds gedaald tot 4,3° met een azimut van 262,5° voor ik een eerste teken van leven kon waarnemen. Een goeie tip is, zorg ervoor dat u exact weet hoe de kijker scherp te stellen. In de gloed van de zon heb je namelijk geen referentie punt om scherp te stellen. Ik had die avond Jupiter gebruik als referentie voor het scherpstellen en een markering gemaakt op de focusseer inrichting. Zo kon ik ten aller tijde met een wel bepaald oculair reeds vooraf de hemel afschuimen en zeker zijn van een zo goed als scherp afgebeeld object. Geen overbodige luxe om de komeet zo vroeg mogelijk op te merken. Alles lag reeds klaar om een schets te maken, dus het noteren van details ging vlug. Een enorm heldere stervormige kern viel onmiddellijk op. De buitenste randen van de coma waren enkel waarneembaar als heldere jets. Een kleine aanzet van een staart was waarneembaar. Na enkele minuten van plezier was de komeet reeds verdwenen achter de bergen. Het mooie liedje was reeds afgelopen. Op 14 maart was het weer raak. Deze maal omstreeks 16h40' UT kon ik de komeet opmerken. Altitude 9° en een azimut van 271,6°. De 15 cm stond opnieuw opgesteld vanwege het grote beeldveld. Eens de komeet gecentreerd vlug een versnelling hoger schakelen met de 10mm plössl. Opnieuw heldere stervormige kern, DC9 (condensatiegraad). Deze maal mooie staart van 10 boogminuten lengte. Binnenzijde van de staart heel helder om dan langzaam uit te waaieren in de ruimte. Een tweede gasstaart kon waargenomen worden. Deze bevond zich onder een hoek van circa 40° ten opzichte van de hoofdstaart. De geschatte lengte was 4' en vertoonde de zelfde eigenschappen zoals de hoofdstaart. Binnenzijde staart opgelicht door de zon als een fijn helder lijntje met een uitwaaierende buitenzijde. Zwakke jets waren aanwezig aan beide zijden van de coma. Omstreeks 17h06' UT verdween de komeet opnieuw achter de bergen. Deze maal

voldoende tijd gehad om een degelijke waarneming te verrichten. Op 16 maart werd opnieuw de komeet waargenomen. Deze maal had ik de 20” Newton ingeschakeld. De coördinaten die het programma berekende waren betrouwbaar genoeg om opzoek te gaan met een kleiner beeldveld. Omstreeks 16h45' UT kon ik opnieuw een heldere stervormige kern waarnemen DC-9. Beide staarten waren nog steeds aanwezig maar toonden meer uitgerafeld aan. De hoofdstaart toonde aan als een veer van een vogel. Zwakke nuances in helderheid verspreiden zich van de centrale hoofdlijn in de staart. De lengte van de staart schatte ik op Circa 10' en voor de gasstaart opnieuw een 4 tal boogminuten. In de buitenste delen van de coma waren aan beide zijden uitgesproken heldere jets waar te nemen. Deze volgen de kromming van de coma onder de druk van de zon. 16h55' UT verdwijnt de komeet achter de bergen. De azimut die in graden word uitgedrukt, wordt langzamerhand slechter. De komeet beweegt meer en meer richting noord.

Laatste waarneming van C/2011 L4. Op 22 maart omstreeks 17h45' UT met de 20” Newton. Altitude 9,9° en de azimut 291° de uiterste hoek om met eender welke telescoop hier op de sterrenwacht nog de komeet waar te kunnen nemen. Duidelijke afname in totale helderheid. Kern in de coma heeft een waarde van DC-7,5. Coma bijna gehalveerd, er zijn nog steeds nog 2 staarten aanwezig. De hoofdstaart circa 8' in lengte en splits zich open. Een ijlere ruimte is waarneembaar gevuld met zwakke nevel omrand met fijnere heldere randen. De gasstaart is een 3 tal


boogminuten en verdwijnt langzaam in de ruimte. Al bij al, toch enkele mooie herinnering aan deze komeet. Misschien krijg ik opnieuw een kans wanneer deze opduikt 's morgens laat in april. Jammer genoeg was de algemene locatie van de komeet niet 100% . Een bergkam ten noorden van de sterrenwacht verhinderde verdere waarnemingen. Maar niet getreurd een andere komeet vertoeft reeds aan de hemel in het sterrenbeeld Taurus. De komeet C/2012 L2 Linear is van een ander kaliber en heel wat licht zwakker. Nu dat de telescoop reeds goed afgekoeld is van de waarneming in de vooravond, werd de 20” Newton gericht op de volgende komeet. Om 18h02' UT had ik de komeet Linear L2 in zicht. De storende maan van 77% was gelukkig ver genoeg af om toch nog details te kunnen waarnemen. Een coma van circa 1,2' in diameter kon worden waargenomen. Een DC-5,5 was mijn impressie van de kern met een magnitude van 12,5. De ganse coma was omringt door een heel zwakke rond overkomende nevel met een diameter van 4'. Zwak verlichte jets aan beide zijden van de coma vergezelden een korte staart van 4'. PA-hoek staart circa 220°. Op 23 maart 17h43' UT kon ik opnieuw de komeet waarnemen. Deze maal bezit de coma een diameter van circa 2'. Een DC-4,5 was mijn impressie van de kern met een magnitude van 12,3. De ganse coma was nog steeds omringt door een heel zwakke rond overkomende nevel met een diameter van 4'. De zwak verlichte jets aan beide zijden van de coma waren nog aanwezig. Tussen in deze jets was een nevelige mist aanwezig en dit alles vormde een pijlpunt. Een korte staart van 4' buigt af naar PA-hoek 200°. Maan 85% verlicht. Op 26 maart wilde ik toch een poging wagen, alhoewel de maan voor 99% verlicht was.

details (circa 45' beeldveld). Indien nodig aanpassen. Met deze vergroting ga ik dan ook de magnitude gaan schatten. De schatting van de magnitude wordt verricht met de “Sidgwick” methode. Bij de werkgroep voor kometen (VVS) kunnen ze jullie daar zeker verder mee helpen. Indien de komeet helder genoeg is ga dan nog een stap verder en vergroot verder uit (circa 25' beeldveld). Dit stelt je instaat om de coma in detail te bestuderen en een zo goed mogelijke schatting te maken van de condensatiegraad (DC). Voor wie zich wil verdiepen is er voldoende literatuur te vinden op het internet of bij je lokale vereniging. Als ook op de onze website is er een beknopte samenvatting met vele voorbeelden van tekeningen hoe een komeet te observeren. Voor degene die tijd hebben van reizen is er een mooie bedekking van een ster door Uranus en zijn ringsysteem waar te nemen. Dit gebeurd in de vroege uren op 23 Mei 2013. Het is een waarneming die wetenschappelijk van groot belang is. Sasteria ligt perfect en werkt samen met een aantal astronomen om deze bedekking waar te nemen. 3 kijkers: 20” Newton, C11” XLT en de 10” Tal Klevsov zullen voorzien worden van CCD camera's die speciaal afgestemd zijn om deze occultatie waar te nemen. Meer informatie vind u hier over op deze website. http://www.iota-es.de/ Als ook voor degen die zich geroepen voelen kunnen via deze weg zich aanmelden om zich ergens langs de lijn te gaan opstellen. Verschillende punten in Europa hebben een goede ligging. Laten we duimen voor een heldere hemel met goede seeing. Zo ziet u maar hoe amateurs en professionelen kunnen te samen werken. En er is opnieuw hoop voor een grote komeet op het einde van het jaar, Comet C/2012 S1 ISON. Foto - Kometen zijn relatief kleine hemellichamen die in vaak erg elliptische banen rond een ster draaien en uit ijs, gas en stof bestaan ("vuile sneeuwballen"). Wanneer een komeet dicht genoeg bij een ster komt en warmer wordt sublimeert een deel van de materie waaruit ze bestaat om een zogenaamde coma (een atmosfeer) en/of een komeetstaart te vormen. Vaak hebben kometen twee staarten: een plasmastaart en een stofstaart, die allebei van de ster of de zon afgekeerd staan. Het vaste deel van de komeet is de komeetkern en kan een doorsnede hebben van 1 tot 50 kilometer. De lengte van de gaswolk (coma) daaromheen kan sterk variëren: van 100 000 tot 1 000 000 kilometer lang (tot meer dan 150 miljoen kilometer lang). De omlooptijd rond de ster kan een paar jaar tot vele duizenden jaren bedragen.

Dus het kwam er op aan om de komeet zo vroeg mogelijk te spotten voor de maan de kans kreeg om serieus te gaan storen. 17h43' UT de komeet vertoeft in de nabijheid van de M45! De helderste sterren van de M45 te samen met een zwak nevelachtig komeet balletje, wat een zicht. Electra en Celaeno in het zelfde beeldveld. Om het waarnemen van de details te verbeteren was een grotere verhoudingen nodig. Dit verdonkerde de hemelachtergrond als ook het contrast. Een coma van 1,5' was haalbaar. De coma was nog steeds omgeven door een heel zwakke tweede ring die randloos uitwaaiert in de omliggende omgeving.

Wees niet bang om voldoende uit te vergroten. Ik start altijd met de kleinste vergroting en noteer zo de ligging van de kern en PA-hoek van eventuele staarten plus allerlei details die zich reeds vertonen (circa 1° beeldveld). Een Lpr-filter kan hier wonderen doen. Ga dan over naar een volgende vergroting en controleer alle reeds getekende

Meer informatie : www.kometen.nl

Enkele dagen terug dacht ik dat het artikel afgewerkt was voor het mei nummer. Maar dan had ik niet meegerekend dat ik de komeet ISON reeds digitaal zou kunnen vast leggen. Dus dit was een extraatje bij het verhaal over kometen. De komeet schommelt nog ergens tussen 15-16 magnitude rond de tijd van de opname! Wel zie het resultaat zelf met de bijgeleverde collage van 4 opnames van de komeet. De 10” Tal Klevsov waar de foto's meegenomen zijn, werk dus openduw weer heel goed. Na bijna 1 jaar inactief door een coating die verweerde op het secundaire lenzen systeem. In het volgende nummer meer daar over. Als ook hoe ik opnieuw het Tal Klevsov design gecollimeerd heb. Ik heb een poging gewaagd om de komeet visueel waar te nemen met de 20” Newton maar te vergeefs. Al hoewel ik visueel magnitude 16 bereikte die avond was er niks te bespeuren van de komeet. De magnitude doet er natuurlijk heel veel aan maar ook de condensatiegraad. Een stervormige DC 9 kern bijvoorbeeld zal je meer kans geven op slagen. Maar niet opgeven, de komeet vertoeft nog een tijdje in het sterrenbeeld Auriga, dus hoog in het zenit! Ik zou zeggen hou jullie kijkers in aanslag, we hebben heel wat interessante gebeurtenissen in het vooruitzicht. Groeten, en wie weet ontmoeten we elkaar hier op het mooie Kreta !

Guidestar | 05-2013

Op 28 maart (10” Tal-Klevsov) en op 4 april (C11 XLT) heb ik een poging ondernomen om de komeet te fotograferen. Dit is dan ook met succes gelukt zie één van de opnames waar een heel zwak nevelig puntje zichtbaar is. Op 5 april 20h54' LT werd de komeet opnieuw visueel gevolgd. De magnitude was geklommen naar 11,4. De coma had een omvang van 1,2' en een DC-5 als condensatiegraad. Voor wie niet genoeg krijgt en verder wil op zoek gaan naar nog andere kometen kan terecht bij het MPC (minor planet centre) of gewoon naar www.aerith.net/comet/future-n.html gaan. En zoals de titel het zegt een komeet voor elke maand. Bestudeer de gegeven magnitude en kijk welke kometen binnen het bereik vallen van je telescoop. Indien je een sterrenkaart programma bezit, controleer de gegevens van de komeet als deze up-to-date zijn. Zet je kijker buiten, plaats het oculair met de kleinste vergroting in de focusseerder en ga op zoek. Voor degene met GoTo voer de coördinaten in, gegeven door het software programma en ga op zoek naar details in de komeet. Deze kunnen zijn: jets, fonteinen, heldere knots, stof en gasstaarten, coma's die verschillende dichtheden bezitten en meerdere kernen kunnen vertonen.

071


Foto - De komeet Panstarrs, vastgelegd door Mike F. op 12 april 2013 door middel van een composiet bewerking bestaande uit 20 beelden van elk 15 seconden (ISO 1600) en 8 beelden van elk 15 seconden (ISO 3200) op f/2.8. Bron: Mike F. Foto - Komeet C/2012 S1 ISON, op 13 april 2013, vastgelegd door Philip Feys met een 10" TAL Klevsov telescoop op f/8.5 vanuit Kreta. Bron: Filip Feys.

Guidestar | 05-2013

Meer informatie : www.sasteria.com

072


Guidestar | 05-2013

073



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.