VELTWIJCKLAAN NR 140
Een klein vraagje en een volgende vraag om wat info over een huis op de Veltwijcklaan.
Dus…
Een stukje geschiedenis over de Veltwijcklaan, tussen de huidige Oosterlinckhoflaan (31 januari 1956) en de huidige Antwerp International School, Veltwijcklaan 180. (Opgericht 1967) en enkel de noorderzijde.
Wat betreft de nummering van de Veltwijcklaan: deze wijzigde tussen 1991 en 1965. Zo wijzigde de huisnummer van de Rozentuin, nu het restaurant Het District, van 26 naar 48 (11 huisnummers). Het nummer 66 (naast villa France) werd 116 (25 huisnummers), het nummer 78 werd nummer 140 (31 huisnummers). Je kan merken dat er wat is bijgebouwd!
En een iets recenter plannetje van de jaren 70. De Moerenhoutlaan is aangelegd in het verkavelde Hof van Moretus. De vijver ligt mooi midden in de nieuwe verkaveling. Ook de Oosterlinckhoflaan en heel de wijk van de Konijnenberg zijn nieuw. Ook het Hof De Beuken neemt een hele hap uit het voormalige Hof van Moretus. Amper 50 jaar verschil tussen beide plannetjes.
De nummering is niet éénduidig. Tussen de jaren 50 en nu zijn de huisnummers aan de even zijde meer dan eens gewijzigd. Met uitbreidingen (bvb. 74/1) en meerdere wijzigingen in één decennium, bvb. toen tussen het beschreven huizenblok en de huidige nummer 160 besloot dat ook de Veltwijcklaan fermettes nodig had (het huidige nummer 158 uit 1984). Zo werd nummer 158 in 1980 het nummer 160 in 2001.
Dit is de vraag:
“Is er iets geweten over een sacochefabriekje? Mijn vader vertelde erover, dat zou in de Veltwijcklaan gestaan hebben thv nr. 140, waar wij woonden. Ik herinner me ook dat er in onze tuin ook het onderste deel van een bunker stond, Is daar ook iets over bekend/te vinden? Als de huidige bewoners die niet hebben laten uitgraven, staat die er dus momenteel nog steeds. En ik meen me te herinneren dat in de tuin van het huis ernaast, nu dus 142, ook nog een restant van een bunker was, op dezelfde hoogte als die in onze tuin. Dat fabriekske zou dan ergens moeten staan hebben waar nu het rusthuis is of op het einde van onze tuin.
Er was ook een beginnende bib in de Veltwijcklaan. In het huis van de voormalige gemeente-secretaris.... ben effe wel zijn naam kwijt”
SACOCHENFABRIEK IN EKEREN
En inderdaad. Er was in Ekeren een “sacochefabriekje”. Het betreft de fabriek van Vangoidsenhoven. Theophiel Van Goidsenhoven was al zeker in 1931 op de Veltwijcklaan 78 bezig In november 1931 verscheen de volgende (kleine) advertentie in de krant “De Nieuwe Gazet”:
Op 24 mei 1932 en 10 oktober 1933 vraagt Theophiel een vergunning aan voor het bijbouwen van een werkhuis aan de Veltwijklaan.
Maar het duurt tot 23 mei 1934 voor hij een vergunning aanvraagt bij de Bestendige Deputatie van Antwerpen om een werkhuis op te richten voor het vervaardigen van celluloid- en toile cirée-artikelen. (bron DAN Ekeren – kaartenarchief 90/5616 kaart 5278)
In september 1934 renoveert hij de woning. In deze vergunningsaanvraag vraagt hij ook een vergroting van de werkplaats aan. Op 8 juni 1935 nog een uitbreiding; een verdiep op het bestaande magazijn en een verbinding tussen de beide magazijnen.
We vinden de firma nog eens terug in de Gazet van Antwerpen in april 1935 met een advertentie voor… inpakkisten. (bron: archief GVA via mijn Bib)
In februari 1936 komt de firma nog eens in de krant. Een vermelding van een inbraak bij “dhr.” De Backer, firma Van Goidsenhoven waar de waakhond, die in zijn hok op den hof zat, meer dan een uur aan het blaffen was. Maar dat bleek wel meer te gebeuren zodat de buren niet gealarmeerd waren.
In maart 1938 wil Theophiel een magazijn op het tussenverdiep optrekken.
En dan is het bouwen even afgelopen. Op de Veltwijcklaan toch. Maar Theophiel had in 1938 nog andere bouwplannen. In de Dorpsstraat 27-29 waar hij 2 woningen laat afbreken. Deze worden vervangen door drie gekoppelde winkelhuizen in modernistische stijl naar ontwerp van de architecten Eduard Bilmeyer en Henri Claes. Vandaag de dag staan ze er nog altijd. Deze 3 huizen behoren tot ons erfgoed.
Op de Veltwijcklaan nr. 59, vlakbij aan de overkant, heeft de familie Van Goidsenhoven nog een pand. Daar vragen ze in mei 1941 nog een vergunning om een garage, washuis, serre en hofmuren te bouwen.
En zo zijn we in 1941 een jaartje na het begin van de bezetting tijdens de tweede wereldoorlog. Theophiel is ondertussen overleden.
Het volgende stukje verhaal komt van Werner Palinckx. Die schreef een stuk familiegeschiedenis uit:
“Frans Tiest, een korporaal der Genie 1945” dat hij publiceerde in Militaria Belgica. De publicatie vertelt over zijn grootvader Frans Tiest en zijn grootmoeder Angèle Van Vlierberghe die elkaar in de sacochenfabriek leerden kennen tijdens WO II.
Werner Palinckx schrijft:
“In de zomer van 1941 ging Frans werken bij de firma Vangoidsenhoven. Mevr. Vangoidsenhoven was ondertussen weduwe en omdat ze de zaak niet verder alleen kon runnen had ze een bedrijfsleider nodig, die ook op de hoogte was van boekhouden en ook bereid was als handelsreiziger te werken. Frans ging tijdens de oorlog vaak met mevrouw Vangoidsenhoven mee op handelsreizen tijdens dewelke ze vooral verkoop van grote partijen deden aan handelaars of grootafnemers.
Datzelfde jaar begon ook Angèle voor Vangoidsenhoven te werken. Daar was ze arbeidster in het atelier waar ze voornamelijk ritssluitingen naaide aan de handtassen. Er waren veel handtassen in de vorm van een beurs, ook veel platte handtassen met een mooi slotje. Men maakte er ook boekentassen of aktetassen in zwart leder.”
Wil je het volledige stuk lezen? Volg dan deze link:
https://www.onsdonkske.be/images/documenten/onsdonkske/M B2013FransTiestTijdensWO2.pdf
Op 13 november 1944 sloeg het noodlot toe. Aan de Veltwijcklaan, om kwart voor elf, viel een V1. Er werden 35 woningen geteisterd. Zeven mensen werden gekwetst, drie mensen gedood. Het huizenblok van de familie Malfliet brandt totaal uit.
Op nummer 82 werd de weduwe MalflietRooman, geboren op 9 april 1873, gedood.
Het werkhuis Van Goidsenhoven werd ook vernield. Hier lieten twee arbeidsters het leven. Maria Theresia Vochten, 27 jaar, uit de Veldstraat in Kapellen en Hollanders Stephania, 31 jaar, uit het Geestenspoor 5.
Op 16 november heeft de uitvaart plaats van de weduwe van Cyriel Malfliet. De boodschap op haar doodsprentje liegt er niet om: “Ons moederken, dat niets anders kon dan goed zijn en goed doen, hebben zij met hun hels moordtuig vreselijk verminkt en gedood” (bron: Ekeren in de IIde wereldoorlog van Bresseleers en Kanora uitg. Davidsfonds Ekeren 1947)
Deze foto werd genomen voor het huis aan de Veltwijcklaan 82
Het nummer 80 werd totaal vernield. Mevrouw Van Goidsenhoven kan niet langer blijven wonen in het vernielde woonhuis dat aan de Veltwijcklaan 78 ligt.
Ze zal voorlopig gaan wonen in de Dorpstraat 29.
In 1945 vroeg Mvr. Theo Van Goidsenhoven – De Backer een bouwvergunning aan voor de heropbouw van de werkhuizen. In 1946 werd de vergunning toegekend. De werkplaats zou achter de villa worden opgericht, 75,5 meter van de straatrooilijn en onzichtbaar zijn vanaf de straat.
In het nieuwe werkhuis zouden celluloide, leder en licht metaal worden verwerkt tot fietsonderdelen en “verdere kleine artikelen”.
Maar nergens kan ik enige aanwijzing vinden dat de werkplaats ook effectief werd gebouwd.
In 1946 was dit de toestand.
Nr. 72 of 74? en 76 waren gedeeltelijk vernield.
Nr 78, de villa vooraan was gedeeltelijk vernield.
Nr 80 en 82 van de familie Malfliet, waren totaal vernield.
In 1950 vroeg dhr. Boyart Gerard een vergunning voor het bouwen van een nieuwe woning, na afbraak van de bestaande woning. De architect schreef niet enkel de naam van de bouwheer verkeerd, maar ook zijn adres en het adres waar de woning zou worden opgetrokken.
Op het plan is wel een tekening opgenomen van de af te breken villa. Duidelijk de villa “Clara”.
Ook wordt op het plan de “nieuw ontworpen straat Oosterlinck Hof” vermeld. Volgens het plan was er op nummer 80 nog geen woning heropgebouwd, wel op nummer 82.
herbouwen (wederopbouw van een totaal vernielde woning) op nr.80. In 1952 liet hij nog een verdiep optrekken op de achterbouw. De familie Malfliet was ook eigenaar van perceel nr. 82 en 84. Volgens de plannen en data moeten de woningen 80 en 82 zowat gelijktijdig zijn gebouwd.
De af te breken woning nr. 78 Nr. 78 en 82 – 80 onbebouwd
Mr. Boyaert was ook van plan om een garage te bouwen. Maar daarvoor werd een bouwovertreding vastgesteld. Het was de aanleiding tot een discussie met het gemeentebestuur waarbij ook werd gewezen op de verschillen tussen de bouwaanvraag en de uiteindelijke gebouwde woning. In 1951 werd uiteindelijk alles geregulariseerd.
De woning werd ondertussen verkocht.
In 2002 werd de woning verbouwd. Er kwam achteraan een keuken en veranda bij.
De andere woningen op de foto
Het verdwenen Oosterlinckhof (staat juist niet op de foto, maar toch…)
Tussen 1945 en 1950 was het Oosterlinckhof het laatste pand voor het huidige nr. 130. Het was eigendom geworden van de Kredietbank nadat de eigenaars voor de oorlog failliet waren gegaan. Het langdurige proces leidde ertoe dat het domein werd verhuurd aan de “Belgische Kultuurmaatschappij”, een kweker van bloemen, planten, zaaigoed, alles voor de moestuin, zaden… Op het einde van de oorlog verhuisden de kwekerij naar Essen. In de jaren 50 waren ze nog actief in Kalmthout. Met de verkaveling van het domein ontstond de Oosterlinckhoflaan.
Het Oosterlinckhof veranderde drie keer van eigenaar in de 20ste eeuw vooraleer het definitief werd afgebroken en verkaveld.
Het huidige nummer 130 - voorheen nummer 70: Villa Martha
Het huidige nummer 130 was de eerste woning naast het Oosterlinckhof. Villa Martha werd naar verluidt rond 1891-1892 gebouwd voor Maria van Gestel. Het pand deed tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst als Ortskommandatur. In 1918 werd het gekocht door notaris-burgemeester Jozef De Weerdt en in 1959 verworven door OCMW. Reeds vele jaren wordt dit pand gebruikt door Beschut wonen Antwerpen. Deze richt zich tot personen met een psychische kwetsbaarheid. Hier wordt begeleiding, ondersteuning en toezicht aan volwassenen met ernstige en langdurige psychische problemen voor wie zelfstandig wonen niet of nog niet mogelijk is, aangeboden.
Het huidige nummer 132 – voorheen nummer 72
Albert Volant woonde hier reeds in 1937 en nog in 1958. In 1958 vraagt hij een vergunning om een tweede verdieping op te trekken.
Op 2 februari 1959 werd de vergunningsaanvraag afgewezen. Hij kreeg geen toestemming om het extra verdiep op te trekken.
Het huis bewaart dan ook een groot deel van het oorspronkelijk uitzicht.
In de vergunning vroeg Volant om “Vlaamse ramen” te plaatsen. Toch even opgezocht. Het Vlaams (houten) raam is stopverfraam met een daarvoor ontworpen profiel. De vleugel van het raam heeft een erg schuine kant (zoals de stopverf) waardoor het raam “slanker” oogt. Ook de kleinhouten en de deklat van de makelaar krijgen diezelfde schuinte, waardoor ze conisch zijn.
Het huidige nummer 134 – voorheen nummer 74
Het pand werd in 20052006 afgebroken.
In 1923 werd aan dhr. Wens een bouwvergunning afgeleverd voor de Hofstraat. In 1935 werd de woning uitgebreid met een veranda en een keuken. In 1946 woonde dhr. Wens hier nog steeds. Het gebouw werd later aangekocht door de gemeente Ekeren en vervulde verschillende functies die elkaar afwisselden, ook na de fusie met de Stad Antwerpen. Hier zat de dienst voor werken, een bibliotheek, dienst voor onthaalgezinnen,…
1997 – nr. 74
In 1997 kwam hier de school. Eerst met een huurcontract.
In 2005 werd de vergunning afgeleverd om het oude gebouw af te breken en het huidige schoolgebouw op te richten.
De huidige nummers 136-138 – voorheen nummer 76
Nr. 76 was in 1946 nog één woning met een (vernield) Frans dak of ook een mansardedak genoemd, een dakvorm met gebroken, naar buiten geknikte vlakken.
Het huis werd in 1880 gebouwd. Het werd opgericht als 2de verblijf door een zakenman, dhr. Jacques Alfred Harrison die in 1879 de grond had aangekocht. Maar hij besloot in 1889 te gaan rentenieren in Lovestoft, Engeland. Het huis kwam toen in handen van de familie De Bruyn die het pand in 1892 verkochten aan de familie Wauters.
De familie Wauters verhuurden het pand. In 1938 woonde de familie Godderis op het nummer 76. In 1950 woonden ze er nog cfr de bouwaanvraag van dhr. Boyaert voor nr. 78.
In 1943 trouwt hij met Mia Janssens, een schilderes die hij had leren kennen op het instituut in Antwerpen waar ze beiden studeerden. Jack was een Belgische post-expressionistische kunstschilder. Zijn schilderijen en olieverfschetsen worden gekenmerkt door levendig kleurgebruik.
In 1938 won Jack Godderis (25 juli 1916 – Berchem, 7 april 1971) een prijs onder deknaam “Raa”. Jack werd geboren te Penarth, Wales. Het gezin verhuisde later naar de Veltwijcklaan. Zijn vader was zeekapitein, met wie hij als jongeman verschillende reizen maakte.
Op hun beurt verkochten de erfgenamen Wauters het pand in 1951 via een openbare verkoop. De familie Dierckx-Verbaenen en Johnson (famile van elkaar) kochten het pand samen. Zij splitsten uiteindelijk het huis in 2 panden, de huidige nummers 136 en 138.
In het 3de jaarboek (1985) van de voormalige Heemkring Ekeren, schreef W. Johnson een gans artikel over deze woning. Hij had het pand aangekocht van zijn grootmoeder in 1981. Toen waren er nog verschillende elementen (ornamenten en zelfs behangpapier) van het oorspronkelijk - niet opgedeelde - pand aanwezig.
Doorheen de jaren zijn er voor dit pand en daarna panden talrijke vergunningen aangevraagd voor kleine en grotere wijzigingen aan het oorspronkelijk gebouw. Zodanig dat het oorspronkelijk gebouw niet meer te herkennen is.
De grootste aanpassing dateert van 1957. Toen werd de opening tussen links, tussen het pand van de familie Wens en de bestaande woning, dicht gebouwd en een tweede toegang voorzien: de facto de opsplitsing van de woning.
Bouwen vanaf september 1940
Op de bouwaanvraag van 1946 staat een verwijzing naar art. 18 van het besluit dd. 11.09.1940.
Dit besluit betreffende de urbanisatie was van kracht in bepaalde gemeenten met het oog op 's lands wederopbouw. Het werd genomen door de secretarissen-generaal en niet door de Belgische regering.
De secretarissen-generaal wilden een regelgeving om de wederopbouw mogelijk te maken. Het besluit was onvolledig. Het uitwerken van een volledige wetgeving inzake stedenbouw zou een taak voor later zijn.
Maar het besluit zorgde voor een beginsel van de rijksbemoeiïng inzake bouwvergunningen. Later werd deze toestand gehandhaafd en zelfs nog verstevigd.
In art. 18 werd voorzien in een bijzondere procedure dat niemand mocht bouwen, afbreken, wederopbouwen, ontbossen of het reliëf van de grond aanzienlijk wijzigen, zonder voorafgaande, geschreven en uitdrukkelijke toelating van de commissaris-generaal voor 's lands wederopbouw of van zijn afgevaardigde. Dus niet langer enkel de gemeente, maar ook de hogere overheid moest de vergunning goedkeuren.
Daarnaast moest je in de oorlogsjaren ook rekening houden met de beperkte beschikbaarheid en zelfs rantsoenering van bouwmaterialen.
Pas met de wet van 29 maart 1962 wordt een bouwvergunning terug afgeleverd door het college van Burgemeester en Schepenen.
Luchtfoto 1948
Bronnen: jaarboeken Heemkring, DAN, Felixarchief, KBR, het artikel “EVOLUTIE VAN HET BEGRIP BOUWVERGUNNING IN DE BELGISCHE WETGEVING” door Jozef CASTERMANS, de website https://www.belgian-art-gallery.be/, Werner Palinckx: “Frans Tiest, een korporaal der Genie 1945” Militaria Belgica en eigen materiaal.
Guido Staes
Ekeren
31.03.2024