Een modern sprookje voor ouders en kinderen
CAROLINE VAN LEERDAM
LENTE in de bijlmer
Caroline van Leerdam - 1
2 Lente in de Bijlmer
Caroline van Leerdam werd in Vlissingen, Zeeland 1969 geboren als derde dochter van Zeeuws-Indische ouders. Ze stuurde aan de HvA Theater afdeling mime. Na haar afstuderen heeft ze als theatermaker, regisseur en uiteindelijk communicatietrainer gewerkt. Het schrijven is iets dat zij op een heel natuurlijke en ongedwongen manier doet. Meestal in boekjes schriften en onuitgegeven manuscripten. Lente in de Bijlmer is haar eerste gepubliceerde werk.
Caroline van Leerdam - 3
Oorspronkelijke titel: Lente in de Bijlmer Š Caroline van Leerdam - 2012 Omslag en typografie: Guilly Koster Uitgever: El lado brillante de la Montaùa Verspreiding: ORA Media Products
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudig, opgeslagen in een gautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
4 Lente in de Bijlmer
Caroline van Leerdam
LENTE IN DE BIJLMER
Caroline van Leerdam - 5
Dit is een verhaal voor ouders en kinderen die ik mis
6 Lente in de Bijlmer
Het was een koude winter geweest. Zo koud dat de aarde kraakte dat ze vroor! In de winter is alles stil tenminste ..zo lijkt het, want buiten is het grijs en grauw alsof de wereld stilstaat en je op je tenen moet lopen om niemand wakker te maken. Maar als de zon ook maar even haar glimlach laat zien vanachter het dikke natte wolkendek dan begint ook de Bijlmer te leven. Geluiden komen in je oren, worden harder krijgen een beat, een rap een rijm kleuren worden zichtbaar.. komen op in je ogen alsof ze daar altijd al zijn geweest…geuren sluipen je neus binnen en zonder dat je het door hebt krijg je trek om te eten. De winter is voorbij en het wordt Lente in de Bijlmer. Een beginnende warme gloed verschijnt over moeder aarde en de grond wordt langzaam warmer en warmer. Jacob de Mol heeft het koud en hoort al drie maanden lang de aarde om zich heen kraken. In een diepe winterslaap is Jacob één geworden met de aarde. Daar heeft hij zich diep en ver verscholen van de rest van de wereld. Jacob is een mol, en mollen zijn het gewend om lang en ver van de wereld weg te zijn. Maar nu hij de aarde, die als een slaapzak om hem heen gehuld ligt, warmer voelt worden kan hij het toch niet laten om wakker te worden en in beweging te komen, om vervolgens te rollen, te schuiven en te wroeten naar de warmte toe. Naar boven..waar de zon is! Zijn bolletje werd warmer en warmer en hij begon te graven, de bekende weg naar boven. Hij groef en hij groef sneller met steeds grotere halen…wat een werk op de vroege ochtend! Nog even doorwerken,. wat sneller door. DIT is het einde van de winterslaap, de lente is begonnen.. nu moet er licht zijn en warmte.. overal. Nog even ,de laatste loodjes. En net toen Jacob een aanloop nam om door het gras heen een duik in de buitenlucht te kunnen nemen stootte hij wreed zijn mollebol. AU! Hmm ..zeker nog aan het dromen. Een vreemde droom. Een mol die zijn hoofd stoot Want dat kan helemaal niet. Mollen kunnen overal bovenuit komen wat in het bos gemaakt wordt en zeker Jacob de Mol! Caroline van Leerdam - 7
Het was dus maar een droom. Maar toen Jacob terug kroop, achteruit het gangetje in waar hij zojuist doorheen had geploeterd ,een flinke aanloop nam en als een stormram op de zon af stormde‌.stootte hij opnieuw zijn hoofd tegen een heel hard ruw plafond. AU! Hoofdpijn! Dat kan helemaal niet Een mol met hoofdpijn Een mol met sterretjes boven zijn hoofd? WAT IS HIER AAN DE HAND?!!!!!!????? Eenmaal terug in zijn slaapzakje, veilig omarmd door Moeder aarde vroeg hij zich af of hij ooit nog de warmte van de zon zou voelen. Moeder Aarde heeft de deur gesloten en Jacob de Mol heeft de sleutel niet gekregen vast omdat ie zich verslapen had of misschien heeft iemand de sleutel ergens op een nieuw verborgen en veilig plekje gelegd, maar heeft Jacob dat niet gezien mollen kunnen niet zo goed zien dat vind Jacob niet erg dat zijn mollen gewend..want hoewel mollen zo goed als blind zijn kunnen zij kijken als de beste met vooruitziende blik! Jacob viel in slaap en droomde weer Deze keer een fijne droom van zijn Papamol en Mamamol, Opamol en Omamol en toen ook van hun Papa- en Mamamol en Opa en Omamol met allemaal mollenbroertjes en zusjes die ook weer allemaal mollenpapa en mama waren geworden. De hele Oppermolganse mollenfamilie kwam op bezoek in de droom van Jacob! En ineens wist hij het. Het pad van zijn voorouders! Het pad van tradities, geheimen en gewoontes, dat zichzelf de weg wijst en waar je nooit op zal verdwalen. Het pad waar je je hart als gids hebt en je verstand als een sluipweg achter je aan kruipt. Dat pad‌dat MOEST hij afleggen Jacob groef zich het oude pad in. Na uren kruipen en zijn wil een grote omweg was geworden begon hij warmte voelen, op zijn mollebol. Daar was ze de buitenwereld waar het warm is en licht. Voor de allerlaatste keer, met al zijn moed en ambitie, Verzamelde Jacob al zijn kracht, kroop een stuk achteruit en nam een aanloop. Hij begon te graven sneller en sneller naar boven, naar het licht, op de warmte af naar de buitenlucht Hij brak door de lente in. Uitgeput ligt hij languit op het gras 8 Lente in de Bijlmer
Vreemd. Het gras voelt koud Vorig jaar voelde het toch warmer. Ongeduldig ging hij op zoek naar zijn zonnebril En merkte dat hij die helemaal niet nodig had Waar is het felle licht wat hem altijd zo verblindde als hij boven was En waarom is het zo koud en klam in de lente? Toen hij op zijn buik draaide, zijn handen onder zijn vermoeide hoofd hield toch maar weer zijn zonnebril opzette, omdat ie dat nou eenmaal gewend was, landde er een duif op zijn billen Brutaal als zij was begon zij onmiddellijk de wormen op te pikken die met Jacob mee naar boven waren gekomen Mmm. Dat noem ik nu nog eens Hoe zeg ik dat Een geschenk Zeg maar Een geschenk uit de hemel! Hmm Neehee Een geschenk uit de grond! Zeg maar Hoe zeg ik dat? Een grondsgeschenk WORMEN!!! Oh, wat heerlijk zeg Daar eentje En daar en daar Oh die is lekkuh!!! Au..au..au. Hou op! Ophouden? Roept Irma de Duif Zoiets lekkuhs laat je toch niet liggen? Zomaar .. Hoe zeg ik dat? Een cadeautje zeg maar Een geschenk uit de aarde Dat kun je toch niet zomaar weigeren Wat ik je zeg. Wormen als deze zijn schaars tegenwoordig Caroline van Leerdam - 9
Ik zeg het je, Vers van de pers zeg maar gratis en voor niets Zonder enige moeite verkregen Zomaar in de schoot geworpen Dan smaakt het nog beter Dan hapt het nog makkelijker weg En maakt het mijn buikje nog ronder Ophouden? Ik peins er niet over. Geen veer aan mijn vleugels die daaraan denkt En ze hapte en pikte nog even door En Jacob, die arme mol Raakte behoorlijk ge誰rriteerd door dat gepik op zijn blinde mollebol Net voordat Jacob besloot dat hij toch maar weer veilig onder de grond moest gaan slapen zuchtte Irma de duif en diepe tevreden zucht, ging zitten en viel met een rond bol buikje in slaap op de kop van Jacob de Mol Gelukkig, Eindelijk rust, Dacht Jacob. En durfde zich niet meer te bewegen. Hij wilde haar voorlopig liever niet wakker maken. Samen lagen ze zo nog een tijdje te soezen op het kale gras Jacob kreeg het na een tijdje koud. De grond onder zijn kin voelde klam en koud, En de lente die hij rook, rook helemaal niet fris naar gras, Maar rook eerder een beetje benauwd, hij moest er zelfs van hoesten Hey! Doe eens rustig Riep Irma de Duif Je verstoort mijn rust En rust is, zeg maar Hoe zeg je dat? Net als verse wormen nogal moeilijk te vinden tegenwoordig Doe rustig, zeg ik je Hou je stil en laat me slapen.. ja! Jacob zuchtte, tenminste.. Dat probeerde hij, maar weer kreeg hij benauwd. Maar dit keer hoestte hij niet, hij hield zijn kop stijf dicht Hij wilde niet dat die rare duif op zijn kop Zijn hoofd nog meer zou vermoeien met haar zegmaars en ikzeghetjes 10 Lente in de Bijlmer
Dus hij hield zich in, beheerste zich met grote moeite Hij voelde die kriebel in zijn keel en die werd meer en meer en begon steeds harder kriebelen. En die kriebel hield niet meer op, kriebelde en wiebelde in zijn keel werd steeds erger en kriebeliger steeds meer! Dus hield hij op met ademhalen, om hoofdpijn te voorkomen. Maar dat werkte niet. Alles wat leeft heeft zuurstof nodig, Alles wat leeft ademt. Jacob liep helemaal rood aan, Zijn kop begon te gloeien Zijn wangen werden boller en boller Zijn ogen rolden bijna achter zijn zonnebril vandaan Jacob kon zijn adem niet langer meer inhouden. Hij proestte het uit, de kriebel wiebelde alle kanten op en dat wat nou net NIET moest gebeurde vond op dat moment plaats: Irma de Duif tuimelde voorover, recht met haar snavel door het doffe bruine kale gras de aarde in. Met haar kop in de grond begon zij te trappelen, te schelden en te tieren. Gelukkig kon Jacob het niet erg goed verstaan, want het klonk niet erg aardig Hij besloot dat zij eerst maar eens even moest kalmeren voordat hij sorry zou zeggen, want behalve dat hij zijn excuses moest aanbieden vanwege zijn onhandigheid, wilde hij graag van haar weten wat er hier, in deze wereld was gebeurd dat het er zo koud, zo klam en zo kriebelig voelde. Dus wachtte hij tot de Duif was gekalmeerd. Dat duurde en dat duurde maar: Wat een driftkop, dacht hij nog. Straks raakt de aarde overstuur van al dat gescheld met die kop in het zand en heb ik straks onder de grond ook geen plekje meer om te slapen. En dat zou een ramp zijn! Als Jacob zowel boven als onder grond niet meer kan leven, dan houdt het mollenbestaan voor altijd op‌en Jacob heeft nog zo veel plannen, zo veel avonturen te beleven en nog zoveel dromen na te jagen. Dat mocht niet gebeuren!!! Dus pakte hij Irma aan haar staart, trok haar ondersteboven boven het kale gras Caroline van Leerdam - 11
en vroeg haar waarom de wereld zo veranderd was en waar hij het moest zoeken. Moest zoeken, moest zoeken? Wat ik je zeg, zeg! Waar ben jij de laatste tijd geweest? Jij bent zeker niet van deze tijd, zeg ik je Er valt hier niets te zoeken, er valt hier niets te willen of te wensen. Je moet gewoon blij zijn met wat je krijgt. Wat ik je zeg! Wat denk je wel?! Zeg ik je! Hoezo kriebelig‌je bent er ! En als het je niet bevalt kriebel je maar weer op. Hoe bedoel je koud en klam? Trek eens een jas van veren aan zou ik zeggen zo kaal en naakt.. zo vat je nog eens kou en je ziet er ook niet uit! ga een beetje met je tijd mee zeg! Je bent zeker nog van gister! En alles van de dag van vandaag was gister al weer voorbij dus valt er niets te zoeken, niets te willen noch te wensen. Er is geen plek meer.. je moet gewoon blij zijn met wat je krijgt. Tenzij je natuurlijk vleugels hebt en de lucht in kan want als de aarde vol is, kun je altijd nog de lucht in de lucht is hoog en droog en het is er ook warmer want je bent dichter bij de zon. Maar ach.. wat ziet mijn duivenoog? Jij hebt ook al geen vleugels wat spijtig, geen verenkleed en geen vleugels, wat een pech, wat onhandig! Jacob begon te huilen. Dikke zware tranen rolden uit zijn blinde ogen de aarde in. Hij huilde en huilde en de grond werd steeds drassiger en modderiger . Die paar bruine grassprietjes konden al die aarde niet meer bij elkaar houden, de modder begon een stroom te worden. Jacob begon nu nog harder te huilen en het gat waaruit Jacob uiteindelijk boven was gekomen begon nu in te storten, het pad van zijn voorouders verdween in de modder en de rivier begon te stromen. Nog net voordat Jacob koppie onderging, trok Irma Jacob op tijd boven de modder uit en samen vlogen ze wel 100 meter de lucht in! Jacob kon nog net zijn zonnebrilletje redden. Die had hij nodig om niet helemaal verblind te raken hier boven en te kunnen zien waarheen hij ging. Hij zag nog net, hoe de aarde onder hem een modderstroom was geworden en hij was blij, dat hij hoog en droog zat. Irma mopperde. Ik zeg maar! Wat een huilebalk, zeg! Huilt zo de hele wereld weg! 12 Lente in de Bijlmer
Wat ik je zeg! Wat zonde zeg van al die lekkere wormen, wat zonde van die stille hoop dat die paar schaarse grassprietjes die nog in de aarde stonden zouden uitgroeien tot een groot weiland van fris en groen gras met nog meer WORMEN!!!!!! Die hoop was nu ook vervlogen. En dat alles was de schuld van Jacob de Mol. Die was niet met zijn tijd meegegaan en was gelopen in de val van Moeder Natuur. Nu had hij de aarde verdronken in zijn verdriet. Denk maar niet dat Irma het hierbij laat zitten! Wat denk je wel… Ik zeg het je… hoe zeg ik dat? Dit pik ik niet. Betalen zal je. Het goedmaken, ja! Wat ik je zeg! Het rechtzetten, het ongedaan maken! Ik wil Hoe zeg ik dat..? Ik wil… Ik zeg het je… Ik wil.. een mazzel..!!! Ja! Wat ik je zeg… Ik wil een mazzel! Een mazzel? Dacht Jacob.. die heb ik werkelijk nog nooit gezien.. mazzel. Hoe ziet dat eruit? Waar vind ik die? En als ik zelf al geen mazzel heb, Hoe kan ik die dan weggeven? Daar wist Irma wel wat op! Ze vloog nog wat hoger weg van de droeve modderstroom die toch nergens toe leidde. Jacob moest zich goed vasthouden en begon zelfs een beetje plezier te krijgenzo hoog en droog in de lucht. De aarde werd kleiner en kleiner tot Jacob door zijn zonnebrilletje heen, niet meer kon zien hoe ernstig het was gesteld met de wereld en haar modderstroom. Voordat ie het wist, was ie alle problemen vergeten en met een glimlach op zijn mollesnoet begon hij een beetje te zingen. Wat zeg ik je! Getver, riep Irma. Wat ik je zeg ! Nou nog gaan zingen ook? Ik zeg je: hou daar onmiddellijk mee op Zingen is voor vogels met vleugels Caroline van Leerdam - 13
en mensen met mazzel. Jij hebt geen vleugels en je hebt geen mazzel, je bent slechts een blinde mol.. in jouw wereld is het donker en stil. Mollenmondje dicht dus want anders laat ik je zo vallen Wat ik je zeg! En dan ga je ook niet zien wat de toekomst ons gaat brengen. Zeg maar‌ Jacob hield wijs zijn mond en tuurde door zijn donkere zonnebril naar beneden, naar de wereld die best klein leek geworden. Ineens zag hij op die kleine wereldbol, die vanuit de verte blauw en grijs was geworden , een hele felle stip met allemaal kleurtjes‌zoveel en zo fel van kleur, dat Jacob zelfs vanachter zijn donkere zonnebril zijn ogen een beetje moest dichtknijpen om niet verblind te raken. Kijk! Zei Irma de Duif. daar ligt de toekomst. of tenminste een kans de enige mogelijkheid de enige mogelijkheid op een plek op deze wereld. Terwijl ze dichter bij kwamen, werden de kleuren feller en feller. Terwijl ze naderden, werd het geluid ook steeds harder oorverdovend zelfs.. .en toen ze helemaal beneden aankwamen was er een kabaal van jewelste te horen een herrie die niemand verdragen kon. Scheer je weg! Ga heen en kom nooit meer terug! We willen je hier niet zoek een andere plek. Ga weg, wegwezen!!! Verdwijnen moet je voor altijd ga weg! Ga weg, ga weg! Jacob werd behoorlijk bang van die dreigende taal. Hij was daar duidelijk niet welkom en zei tegen Irma dat ze beter door kon vliegen. Maar Irma schudde zachtjes nee en landde tussen twee schreeuwlelijke snavels op een droge tak. Die wilden niet opzij gaan, geen centimeter. Vreemde vogel hier, zeiden ze tegen elkaar. Geen kleur, geen vleugels, geen mazzel landt hier zomaar , tussen ons in, ons nog wel.. wel te verstaan. Dringt zich zomaar op, steelt mijn plek, mijn tak, mijn boom 14 Lente in de Bijlmer
MIJN Plek, MIJN tak, MIJN boom‌Schreeuwde de andere lelijk Rare vogels zijn raar, zei de ene schreeuwlelijk weer RAAR JA! ze horen niet in bomen, ze mogen hier niet zijn, omdat ze raar zijn, en alles wat raar is, is raar. RARARARAAR! vreemd, onbekend, nog niet eerder gezien raar dus RAAR! Rare vogel moet vertrekken, moet weg, moet weg! Ga weg, rare vogel! Riep de grootste, de sterkste namens allen. En de andere schreeuwlelijkte rustig mee Jacob deed zijn best om vriendelijk te blijven en vroeg de vogels waar ze vandaan kwamen. Hoe ze hier terecht zijn gekomen en wat ze daar deden. Sommigen waren daar altijd al geweest, waren nooit verder geweest dan de tak waarop ze zaten. Deze vogels zaten bibberend op hun tak, bang dat ze zouden vallen want ondanks dat ze vleugels hadden‌wisten zij niet meer zo goed hoe ze die moesten gebruiken.. dus zaten ze laag bij de grond, om niet al te hoog te vallen, mochten ze toch toevallig vallen. En nu de grond een modderstroom was geworden zaten ze nog bibberender en bevender te wachten op een wonder. Andere vogels zaten wat hoger. Ze zijn daar niet zo lang geleden geland en zaten op 1 poot. Klaar voor de start, met de andere poot hoog in de lucht om niet meer weg te gaan. Ondanks dat ze altijd bezig waren hun reis voor te bereiden, kon je de afdruk van die ene poot in de takken zien..zo lang zaten ze er al. Ze zaten vast op 1 poot. Een van hen wilde eens daadwerkelijk wegvliegen, maar had zijn vleugels al zo lang niet meer gebruikt, dat zij niet sterk genoeg waren om die ene poot los te krijgen van die tak. Toen is ie toch maar blijven zitten. Hinkend op 1 poot Bovenin de top zat de grootste, de meest gekleurde van allemaal. Deze grote vogel zat hoog in de boom en had helemaal geen vleugels. Zij zat voor een grote waaier van kleuren en keek trots neer op de andere vogels op de lager gelegen takken: Ooit zijn wij hier gekomen Voor die tijd woonden wij in kooien, we konden niet vliegen. Onze snavel bonden ze dicht, we konden niet meer zingen Onze kleuren vervaagden, we werden grijs en grauw en kaalgeplukt Toen wij helemaal niets meer waren van wat we ooit waren geweest Caroline van Leerdam - 15
hebben ze het zonlicht uitgedaan en werd het pikkedonker…maandenlang Toen het licht weer aanging, zaten we hier, in deze boom die te weinig takken heeft om op te zitten en te weinig vruchten draagt om eerlijk te verdelen. Onmiddellijk kwam er ruzie. Ongebruikte vleugels werden ellebogen om hogerop te komen. Iedereen begon te duwen en te trekken voor een plekje dichter bij de zon. Er hing maar 1 groene appel in de boom. Deze moest rood worden, en groter en groter…en met wat geduld zou de appel groot en rood genoeg zijn om eerlijk te kunnen verdelen. Maar op een dag, was de appel weg en vanaf die dag wantrouwde elke vogel elke andere vogel en konden ze alleen nog maar schelden en schreeuwen . Je begrijpt dus, dat je hier niet welkom bent. Wij zijn al met teveel, en de meesten van ons kunnen niet meer vliegen. Dat hebben ze verleerd, uit angst om te vallen, of omdat ze vastgegroeid zijn aan de tak waarop ze ooit zijn geland. Het is wel duidelijk dat jij hier niet hoort, jij bent geen vogel…jij bent zelfs geen RARE vogel…jij hebt geen vleugels, geen mazzel en je bent zo goed als blind… dus erg nuttig ben je niet voor ons. Jij moet weg, weg jij! Irma had dit allemaal aangehoord. Zij zat immers veilig…zij had weliswaar geen kleurtje,maar ze had wel mazzel dat ze vleugels had. Inmiddels had ze een plekje in de schaduw op een tak gevonden, waar ze ongestoord kon luistervinken. Hoewel zij behoorlijk de pik op Jacob had, vond zij toch dat hij dit niet had verdiend Zeg , Wat ik je zeg, zeg, Mevrouw de Pauw riep ze brutaal naar boven toe. U hebt toch ook geen vleugels? Wat zeg ik? U moet hulp hebben gekregen om daar helemaal boven in die boom te kunnen komen…u heeft dus mazzel gehad ! En nu u daar zo zit zo hoog in de boom zonder vleugels… zou ik u willen vragen om hoe zeg ik dat om die mazzel ook eens met anderen te delen die geen vleugels hebben, want voor hetzelfde geldt verliest u uw evenwicht en valt u uit de boom, 16 Lente in de Bijlmer
Wat ik je zeg! Dan heeft u weer een hoop mazzel nodig om daar weer terecht te komen. Jacob hier heeft misschien geen mazzel, en hij heeft ook geen vleugels‌maar ondanks dat hij blind is, ziet hij meer dan jullie ooit hebben gezien. En dat lijkt mij, in uw situatie best handig: een vooruitziende blik. Alle vogels vielen stil. Zelfs Mevrouw de Pauw had nog nooit gehoord van een blinde mol die vooruit kon kijken. Zelf zat zij hoog en droog, maar in de top van de boom was het best eenzaam soms en haar mazzel was bijna op. Ze keek naar beneden en voor het eerst sinds haar komst vroeg zij om raad aan de andere gekleurde vogels. Die zeiden niet zoveel, die zaten vast op hun tak en spraken alleen maar met diegenen die al jaren naast hun zaten. Ook begonnen hun kleuren te vervagen, en toen ze beter keek, merkte ze dat een aantal van hen haar zelfs de rug hadden toegekeerd. Ze besloot om toch maar eens nader kennis te maken met Jacob de Mol en nodigde hem uit in de top van haar boom. Jacob lachte vriendelijk en bedankte. Mollen horen, evenmin als pauwen, niet bovenin een boom te zitten. Hoewel Mevrouw Pauw mazzel had gehad, wilde hij niet het risico nemen om helemaal bovenin te komen om dan vervolgens al die meters weer omlaag te vallen, de modder in. Vanaf de lage tak waarop Irma hem had neergezet, riep hij omhoog : Als we nou eens alle mazzel bij elkaar doen en alles wat is gebeurd achter ons laten , dan kunnen we hier en nu misschien opnieuw gaan kijken waar we werkelijk zijn‌misschien kunnen we dan opnieuw beginnen. Waar we vandaan komen is dan niet meer belangrijk, want teruggaan kan toch niet meer. Behalve deze ene boom is er niets dan modderstroom, aarde die vloeibaar is geworden vanwege de vele tranen van verdriet die op deze wereld zijn terechtgekomen. Als het tranen niet ophoud, zal ook deze boom verdwijnen, meegesleurd worden in de modderstroom van verdriet Zonder deze boom is er geen tak meer om op te zitten, vliegen moet opnieuw geleerd worden om dan waarheen te vliegen? Het werd volledig stil in de boom. Beter is het om niet te huilen, om niet te hoeven huilen en alle mazzel eerlijk te verdelen, zodat een ieder krijgt wat ie geeft. Wil je een plek? Geef dan ook wat ruimte. Wil je gezelschap.? Wees dan ook gezellig! Wil je vliegen? Vergeet dan nooit je oorsprong! Irma de Duif was trots op Jacob. De vogels in de boom hadden mazzel gehad dat zij, Irma de Duif hem Caroline van Leerdam - 17
had gevonden en gebracht. Zij zelf had ook de mazzel gehad, dat hij een vooruitziende blik had, die haar misschien een plekje op een van de takken kon bezorgen. De vogels begonnen in plaats van te schelden, te kirren met elkaar, een beetje te knuffelen en ja sommigen zelfs een beetje te vrijen. Zelfs Mevrouw de Pauw begon met de grootste voorzichtigheid een paar takken af te dalen en kreeg halverwege hulp van een klein slim vogeltje die zijn vleugels zo snel kon bewegen, dat je ze niet meer zag en het leek alsof hij ook geen vleugels had. En Irma, de enige vogel die geen kleurtje had, begon zich aardig thuis te voelen en had na korte tijd helemaal niet meer door hoe fel de kleuren waren van de vogels om haar heen. Irma besloot, dat Jacob de Mol nu wel genoeg mazzel had gebracht. Terwijl Jacob de boom zag veranderen, bedacht hij, dat, hoe gezellig hij het ook vond tussen al die kirrende, knuffelende origineel gekleurde vogels, hij zich daar niet helemaal thuis voelde. Hij kon niet vliegen. Hij wilde dat ook helemaal niet. Wat moet een blinde mol met een vooruitziende blik, u zonder een stel vleugels hoog in een boom? Handig misschien, in deze tijden van modderstroom maar diep in zijn hartje verlangde Jacob terug naar zijn veilige, donkere plekje onder de grond. Lekker graven in de aarde, zich een weg banen naar geluk, een plekje te vinden om eens heerlijk te gaan liggen slapen, met genoeg eten en drinken en dit jaar misschien ook wel een beetje mollelol met een andere mol of mollinnetje dat zou helemaal fantastisch zijn! Daar zat Jacob, zonder vleugels, op een van de lagere takken van een boom die voorspoedig vruchten zou gaan dragen, Iedereen was tevreden en gelukkig, Behalve Jacob de Mol. Twee vogels, Zagen Jacob sip worden Hey Specht! Ja? Zie je dat! Waar? Daar! Daar zit een mol Echt? 18 Lente in de Bijlmer
Ja echt ,specht, een mol op een tak Mokt. Mokt? Ja echt specht, die mol die mokt een mokkende mol zonder lol op een tak van de boom in de modderstroom! Inderdaad, zei de specht Dit vraagt om steun en om hulp Moet een plek ,een eigen stulp Wil je kruipen in de aarde Is een boom niet van je gade Enzovoorts en bovendien Willen wij je hier niet zien Dus gaan wij heel kordaat Wel meteen en in de maat In de buurt een plekje voor je scoren Waar je echt wel thuis wil horen‌ En ze gingen timmeren tegen de boom Ze timmerden en timmerden totdat ze helemaal in de boom verdwenen en timmerden nog harder en nog verder door totdat je het timmeren bijna niet meer kon horen, en steeds meer vogels stampten mee op de maat van het koekoeksgetimmer zelfs die chagrijnige vogels die nooit mee wilden doen, die vastgeroest zaten op hun tak konden er niets aan doen of ze deinden mee. Een aantal vogels begonnen ze toe te juichen, Anderen floten en kletsten op de beat En zelfs de vogels die je normaal gesproken nooit hoorde Zongen de spechten toe in koor En zo gebeurde het al heel snel, Dat de spechten zo diep de boom in waren getimmerd Helemaal naar beneden de grond in En zelfs toen timmerden ze nog door totdat ze uiteindelijk beiden Trots en voldaan, weer boven kwamen en aankondigden dat Jacob zijn nieuwe thuis kon betreden. Jacob ging in de opening staan, zijn entree naar zijn nieuwe huis, de boom in, naar huis ‌gemaakt met de kracht en de energie van al zijn gevleugelde vrienden. Plechtig zette hij zijn zonnebril af, zei dramatisch vaarwel en gleed een aangename weg diep de boomstam in, de aarde in langs alle wortels die de grond bij elkaar hielden, en kwam terecht in een heerlijk pikkedonker plekje dat voelde als thuis. Caroline van Leerdam - 19
Zo veilig had hij zich werkelijk nog nooit gevoeld Zo diep weggedoken van de wereld… en toch zo dichtbij Jacob werd stil Hij sloot zijn blinde molle ogen Ver weg hoorde hij de vogels zingen en fluiten Ja sommigen zelfs een beetje ruzie maken En Jacob wist precies wie En wist ook dat alles allemaal wel goed zou komen En dat hij rustig kon gaan slapen. Langzaam zakte hij weg in een diepe slaap en begon te dromen Over alle goeds wat zou gaan komen En voordat dat de woorden “Eind goed, al goed” geschreven zullen staan achter dit verhaal Mag je bij deze Helemaal zelf invullen En vervullen waar Jacob van droomde.
20 Lente in de Bijlmer
Caroline van Leerdam - 21
uitgeverij - El lado brillante de la Monta単a DISTRUBITIE - ORA MEDIA PRODUCTS 22 Lente in de Bijlmer