Arditti Quartet & Claron McFadden 20110929

Page 1

Arditti Quartet & Claron McFadden

11|12

29.09.2011 Kwartet 1/5

Een coproductie met


Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 21u50 vermoedelijk einde concert

Handelsbeurs & Gent Festival van Vlaanderen Handelsbeurs Concertzaal en Gent Festival van Vlaanderen reiken samen naar de sterren. De fijnproevers kunnen genieten van kamermuziek op topniveau met Christoph PrĂŠgardien, Oxalys, Arditti Quartet en Claron McFadden. Maar de samenwerking biedt ook ruimte voor avontuur. Na het overdonderende succes in 2011 komt er een tweede editie van het Venetiaans Bal en met Wayn Traubs (aka Petrus) Robo a Gogo worden ook de theaterliefhebbers verwend. Als kers op de taart verkennen we het Oosten met het Kitanodai Gagaku Kai Orkest. Gent Festival van Vlaanderen en Handelsbeurs Concertzaal nemen u in 2011 letterlijk mee tussen de Stars! www.festivalgent.be


A. WEBERN (1883-1946) Fünf Sätze für Streichquartett, opus 5 (11’) Heftig bewegt Sehr langsam Sehr bewegt Sehr langsam In zarter Bewegung B. BARTOK (1881-1945) Strijkkwartet nr. 3 Sz. 85 (15’) Prima parte: Moderato Seconda parte: Allegro Recapitulazione della prima parte: Moderato Coda: Allegro molto PAUZE A. SCHÖNBERG (1874-1951) Strijkkwartet nr. 2 in fis, opus 10 (met sopraan) (29’) Mäβig Sehr rasch Litanei, langsam Entrückung, sehr langsam

Claron McFadden, sopraan Arditti Quartet Irvine Arditti, Ashot Sarkissjan, viool Ralf Ehlers, altviool Lucas Fels, cello


29.09.2011 | Arditti Quartet &

Claron McFadden

De romantiek achter het modernisme van Schönberg, Webern en Bartók Door Wannes Gyselinck

Scènes uit een huwelijk met valse noten Mäßig (fis klein) – Het strijkkwartet met sopraan: een soap-opera

Laat er ons geen doekjes om winden: de muziek van Schönberg (1874–1951) is ingewikkeld. Hetzelfde kan gezegd worden over Schönberg’s huwelijksleven tijdens het componeren van zijn Tweede kwartet (1908). Een ernstige musicoloog kent de pijnlijke historie, maar zal nooit openlijk toegeven dat hij zich verdiept heeft in Schönbergs getroebleerde liefdesleven, evenmin als een man er voor zal uitkomen dat hij Playboy koopt, niet voor de interviews maar voor de foto’s. Hooguit en passant stipt hij aan dat huwelijksproblemen de compositie van het strijkkwartet overschaduwden. Veel interessanter, aldus de ernstige musicoloog, is het revolutionaire laatste deel van het kwartet waarin de traditionele harmonie finaal kapseist en omslaat in atonaliteit. Veel boeiends valt hierover te vertellen. Maar waarom het moeilijk maken als het ook smeuïg kan? Für Mathilde schreef Schönberg bovenaan het strijkkwartet: voor de vrouw die zijn hart brak. Wat voorafging: in 1906 maakt Schönberg kennis met de jonge schilder Richard Gerstl. Gerstl geeft Schönberg en zijn vrouw Mathilde schilderlessen,

en betrekt een studio in het gebouw waar de Schönbergs met hun twee kinderen leven. Gerstl ontwikkelt een intieme vriendschap met zowel Arnold als Mathilde en borstelt enkele familieportretten. In 1908 kent Schönberg’s passie voor de schilderkunst een opvallende heropflakkering. Kwatongen beweren dat hij zijn vrouw wil bewijzen dat niet alleen Gerstl maar ook hijzelf over een vaardig penseel beschikt.

Sehr rasch (d klein) – Een huwelijkscrisis in stroomversnelling

In de zomer van 1908 betrapt Schönberg vrouw en buurman tijdens een al te intieme aanhaling van de vriendschapsbanden. Mathilde neemt met minnaar de benen naar Wenen. Schönberg overweegt zelfmoord en legt zich toe op het tweede strijkkwartet. Het eerste deel had hij al in 1907 voltooid. In het tweede deel, waarvan hij in de woelige zomer van 1908 opnieuw de draad opneemt, weerklinkt plotsklaps als een wrang scherzo een volksmelodietje, O du lieber Augustin (de melodie van ‘O wie klopt daar kinderen’). De tekst van het Weense origineel is grimmiger: ‘Ach, du lieber Augustin, Alles ist hin! Geld ist hin, Mädl ist hin, Alles ist hin’. Een niet mis te verstane toespeling op de puinhoop die Schönberg’s leven was.


‘Litanei’, langsam (es klein) – ‘Drama ze van hun vroegere harmonische functie. mit Musik.’ Voor het eerst kan de dissonant op zichzelf Nog afgezien van de atonaliteit in het laatste deel, was de combinatie van strijkkwartet met sopraanstem in Litanei en Entrückung baanbrekend. De sopraanstem besluit haar litanie met de bloedstollende regel: ‘Töte das sehnen, schliesse die wunde! Nimm mir die liebe, gib mir dein glück!’ Het loopt anders. Dankzij discrete diplomatie van Anton Webern verzoent Mathilde zich schoorvoetend met haar man. Gerstl verhangt zich in november tegenover een manshoge spiegel, nadat hij met een mes zijn buikholte open kerfde. Mathilde wordt tot haar vroegtijdige dood in ’27 een vrouw van weinig woorden. Schönberg componeert Die glückliche Hand, een Drama mit Musik voor twee mannen- en één vrouwenstem. Plotlijn: een man met – letterlijk – een monster op de rug genaaid tracht het hart te winnen van een vrouw. Zij verlaat hem voor een beter gekleed heerschap en slaat haar onfortuinlijke geliefde het hoofd in met een gigantisch rotsblok. Doek.

staan, zonder de traditionele legitimatie van een daaropvolgende harmonische oplossing. Schönberg vond de term ‘atonaal’ een absurditeit, zelf sprak hij over ‘vrije tonaliteit’ of ‘pantonaliteit’. In zijn ogen is zijn vernieuwing geen bruut iconoclasme, maar een voortzetting van de klassieke traditie die hij als autodidact jaren lang bestudeerde en nadien doceerde. Hadden ook Wagner en Mahler de klassieke harmonie niet tot op haar grenzen opgerekt? Toch bleek componeren buiten het door iedereen gedeelde referentiekader van de harmonie te revolutionair. Het Weense publiek reageerde op het tweede strijkkwartet met boegeroep en verontwaardiging. Slechts tijdens de laatste minuten zwegen ze, aldus Schönberg in een brief. Het zwijgen opgelegd door lucht van andere planeten.

Fünf Sätze für Streichquartett (opus 5, 1909-1910). Weberns ‘Entrückung’, sehr langsam. Geen liefde voor Schönberg en schone toonaard (‘Ich fühle luft von anderem bergen Planeten’)

Het zou een dwaling zijn om het ontstaan van de atonaliteit biografisch te lezen als een direct gevolg van de valse noten in Schönberg’s huwelijk. We laten nog even de ernstige musicoloog aan het woord. ‘Ich fühle luft von anderem Planeten’, zo luidt de programmatische openingsregel van het eerste atonale muziekstuk uit de muziekgeschiedenis. In Entrücking ontrukt Schönberg muziek aan de dwingelandij van de harmonie. Hij laat het tonaal centrum achterwege, schakelt alle twaalf tonen van het octaaf aan elkaar gelijk en ontheft

In 1904 maakt Schönberg school (de Tweede Weense School). Samen met Alban Berg is Anton Webern (1883–1945) zijn belangrijkste leerling. Webern brengt de inzichten van zijn leermeester nog rigoureuzer dan Schönberg zelf in praktijk. In 1908 rondt hij zijn formele studie bij Schönberg af met zijn arrangement van Bachs Passacaglia. Nog geen jaar later schrijft hij aforismen in een sprankelende atonale stijl, die preluderen op het minimalisme uit de jaren ’50. Slechts in de miniatuur gedijt atonaliteit.


Zonder het referentiekader van de klassieke harmonie en met twaalf tonen die slechts dienen te functioneren in relatie tot elkaar, moet Webern telkens opnieuw een bevattelijke muzikale organisatie uitwerken. Een ad hoc georganiseerd microuniversum dat slechts kan bestaan binnen de tijdspanne van een ademtocht. Zelfs binnen de korte boogjes van de Fünf Sätze für Streichquartett, zelden langer dan een minuut, tiert de stilte welig. Klankkleur verandert in een oogopslag. Weberns composities lijken te getuigen van een cerebraal intellectualisme en een dwingende rationaliteit. Nochtans volgt Webern in de eerste plaats zijn intuïtie. Hoewel hij het grote romantische gebaar in zijn muziek schuwt, is Webern een volbloed romanticus. Bij uitstek in de natuurpracht van de vooralpen, en dan in het bijzonder in de plantenwereld, vindt hij theosofische visioenen van organische eenheid. In een brief aan Berg schrijft hij: ‘Ik heb een bloempje leren kennen dat ‘wintergroen’ heet, (...) erg simpel, bescheiden, amper opmerkelijk. Maar met een geur als balsem! Het omvat voor mij de essentie van emotie, diepte, en zuiverheid!’ De opname door Boulez van Weberns volledige oeuvre, inclusief werken zonder opusnummer, omvat slechts zes cd’s. Maar in de efemere microkosmos van zijn aforismen zit de essentie van muziek vervat, zoals hijzelf de macrokosmos zag in alpenbloemen.

Het derde strijkkwartet (1929) van Béla Bartók (1881–1945) Tijdens een tournee als concertpianist hoort Bartók voor het eerst de Lyrische Suite van Alban Berg (1926). Dit zal hem aanzetten om, tien jaar na zijn tweede kwartet, werk te maken van het meest

avontuurlijke van zijn zes kwartetten. Bartók realiseert er een indrukwekkende synthese van uiteenlopende invloeden. Zijn musicologische essays uit de jaren ’20 getuigen van een actieve zoektocht naar een versmelting van Schönbergs atonaliteit met de primitieve zeggingskracht van volksmuziek. In 1904 hoort de jonge Bartók de huishoudhulp Lidi Dósa in een naburige kamer een lied zingen uit haar geboortestreek Transylvanië. Het slaat in als een bom. Samen met Kodály wordt hij een verwoed verzamelaar van volksmelodieën. Het leidt hem en zijn Edisonbandopnemer tot Noord-Afrika waar hij in 1913 Berbermuziek bestudeert. Bartók’s belangstelling voor volksmuziek vertrekt vanuit de intuïtie dat hij via deze muziek als componist het gewicht kon afwentelen van de grote componisten uit de West-Europese muziektraditie van wie hij zich niet meer dan een epigoon waant. Bartók was als Hongaar gevormd door de Duitse cultuur die hij ook als verstikkend ervoer. In de volksmuziek vindt hij een primitieve zuiverheid en oorspronkelijkheid die nog niet door de moderniteit was aangetast. Zoals elke modernist is Bartóks omgang met de moderniteit ook een verzet tégen de moderniteit. Het noopt hem tot de vlucht vooruit. Bartók vindt in de premoderne volksmuziek een goudmijn van melodieën, klanktexturen, ritmiek en grillige vormschema’s die hij ook in zijn derde strijkkwartet transformeert en inlijft in een hoogstpersoonlijke modernistische esthetiek. Wannes Gyselinck is doctor in de klassieke talen en publiceert over jazz, klassieke muziek en theater.


Biografieën Arditti Quartet

Claron McFadden, sopraan

Het Arditti Quartet geniet een wereldwijde reputatie dankzij hun geïnspireerde en technisch verfijnde interpretaties van hedendaagse en begin 20ste eeuwse muziek. Honderden strijkkwartetten en andere werken voor kamermuziek zijn al voor het kwartet geschreven sinds de oprichting van het kwartet in 1974 door eerste violist Irvine Arditti. Deze werken hebben permanent hun stempel gedrukt op het twintigste eeuwse repertoire en het Arditti Quartet tegelijkertijd een onvergetelijke plaats in de muziekgeschiedenis gegeven. Wereldpremières van stukken van componisten als Ades, Andriessen, Aperghis, Britten, Cage, Carter, Denisov, Dusapin, Ferneyhoughn Gubaidulina, Harvey, Hosokawa, Kagel, Kurtag, Ligeti, Stockhausen en honderden anderen laten zien dat het Arditti Quartet over een breed repertoire beschikt. Het ensemble gelooft dat een goede samenwerking met componisten cruciaal is voor het proces van de interpretatie van moderne muziek en daarvoor probeert ze met iedere componist die voor hen schrijft in contact te staan. Met evenveel toewijding geven zij masterclasses en workshops aan jonge musici en componisten over de hele wereld. In totaal heeft het kwartet meer dan 160 CD’s uitgegeven op het Franse label Naive Montaigne. www.ardittiquartet.co.uk

De oorspronkelijk uit Amerika afkomstige sopraan Claron McFadden studeerde aan de Eastman School of Music in New York. Ze maakte haar operadebuut in 1985 op het Holland Festival in Hasse’s l’Eroe Cinese. McFadden vertolkte belangrijke rollen in ’s werelds grootste operahuizen, en werkte mee aan vele opnames waaronder Acis and Galatea van Händel (Robert King), Les Indes Galantes (Rameau; William Christie), Il Ritorno d’Ulisse in Patria (Monteverdi; René Jacobs) en Life Story (Thomas Adès). Toekomstige engagementen zijn er met onder meer de Nationale Reisopera en de Bayerische Staatsoper (wereldpremière opera van Jörg Widmann). Er staan concerten op stapel in New York (Carnegie Hall, Lincoln Center) en Oostenrijk (Mozartwoche Salzburg). McFadden gaat ook samenwerken met het saxofoonkwartet Artvark. In ons land werd zij vooral bekend met haar vertolking in ‘The woman who walked into doors’ (2001), het operadebuut van Kris Defoort. www.claronmcfadden.com


Binnenkort in de Handelsbeurs: Abdel-Rahman El Bacha (piano) Mozart, Ravel Liszt di 11.10.2011

Handelsbeurs Magazine

Seizoensselectie 2011-‘12

Met de start van het nieuwe seizoen brengt de Handelsbeurs een nieuw magazine uit. Dit verschijnt twee keer per seizoen en bevat interviews, muzieknieuws en concerttips. In het allereerste nummer kan u een interview lezen met de Koreaanse pianist Tae-Hyung Kim, die in 2010 vijfde finalist werd op de Koningin Elisabethwedstrijd. Op 8 dec speelt hij een programma volledig gewijd aan pianotranscripties van Franz Liszt.

Dit seizoen spelen heel wat solisten en ensembles een aantal kostbare composities, speciaal op ons verzoek. Op 28 oktober 2011 voeren Isabelle Faust (viool) , Teunis van der Zwart (hoorn) en Alexander Melnikov (piano) de prachtige hoorntrio’s van Brahms en Ligeti uit . Meer kostbaar en te (her)ontdekken repertoire vindt u in de seizoensbrochure of op de website onder de noemer ‘ Seizoensselectie’.

Tekst Wannes Gyselinck | Foto Abdel-Rahman El Bacha © Alix Laveau | Coördinatie Claire Denoyette | Opmaak Jasper Persoons | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.