Programmaboekje 12.03.2013 Michael Collins, Paul Watkins, Ian Brown

Page 1

Michael Collins, Paul Watkins & Ian Brown 12|13

12.03.2013 Strijkers & Blazers 2/3


Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u15 vermoedelijk einde concert

Dit concert wordt opgenomen door Klara en uitgezonden op 8 mei

2013 in het programma ‘In de Loge’ (20u).

Strijkers & Blazers 2012 | 2013 Edding Kwartet & blazers vr 5 oktober 2012

1/3

M. Collins (klarinet), P. Watkins (cello) & I. Brown (piano) di 12 maart 2013

2/3

E. Pahud (dwarsfluit) & E. Le Sage (piano) za 27 april 2013

3/3

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be


Programma L. VAN BEETHOVEN (1770 - 1821) Trio voor klarinet, cello en piano in Bes, opus 11 (1797) Allegro con brio Adagio Tema con variazioni (‘Pria ch’io l’impegno’: Allegretto) J. BRAHMS (1833 - 1897) Sonate voor klarinet en piano nr. 1 in f, opus 120/1 (1894) Allegro appassionato Andante un poco adagio Allegretto grazioso Vivace PAUZE L. VAN BEETHOVEN Sonate voor cello en piano nr. 4 in C opus 102/1 (1815) Andante - Allegro vivace Adagio - Tempo d’Andante - Allegro vivace J. BRAHMS Trio voor klarinet, cello en piano in a, opus 114 (1891) Allegro Adagio Andante grazioso Allegro

Michael Collins | klarinet Paul Watkins | cello Ian Brown | piano


12.03.2013 | Michael Collins (klarinet), Paul

Watkins (cello) & Ian Brown (piano)

Mythische tweelingen, mythische muziek Brahms & Beethoven Door Steven Van Renterghem

De Dioskouren, een revolutionair duo Verkracht door de oppergod Zeus in de vorm van een zwaan, baarde Leda een tweeling, Pollux als goddelijk zoon, Castor als sterfelijk kind van haar man, de koning van Sparta. Als gevierde ruiters en jagers speelden ze een rol in menig avontuur. Ze werden als sterrenbeeld opgenomen aan de hemel. De Romeinen zagen hen vaak op het slagveld verschijnen. Na de première van zijn zevende en achtste Symfonie (gecomponeerd in 1811 en 1812) stond Beethoven op het hoogtepunt van zijn roem en werd hij alom erkend als de grootste levende componist. Toch volgde hierop een moeilijke periode voor hem, waarin hij relatief weinig composities afwerkte en veel frustraties kende. Zo was hij op dat moment al compleet doof geworden en waren converseren en musiceren voor hem zeer lastig. Als geëngageerd kunstenaar was hij ver-

bitterd over de politieke ontwikkelingen van zijn tijd: na het verraad van Napoleon bracht ook het Congres van Wenen in 1815 niet de veranderingen waarop hij hoopte. In dat jaar kreeg hij na het overlijden van zijn broer ook de voogdij van zijn neef Karl op zich, en zowel de opvoeding als de juridische strijd met Karls moeder bezorgden de componist veel bekommernissen. Tegelijk vielen bepaalde mecenassen en medestanders weg, o.a. door zijn moeilijk karakter en steeds excentrieker gedrag. Maar ook muzikaal zou hij de dingen overhoop gooien. Die jaren betekenden het einde van zijn zogenaamde ‘heroïsche’ periode en het startpunt van zijn reeks late werken waarin spiritualiteit, reflectie en radicaal doordenken van de muzikale vorm centraal staan. De revolutionaire pioniers van deze ‘nieuwe Beethoven’ zijn de twee Cellosonates, de enige werken die hij componeerde in 1815. Ze verraden ten eerste Beethovens groeiende fascinatie voor het werk van Bach en Händel. De


snelle delen van die sonates zijn extreem contrapuntisch uitgewerkt en kondigen de complexe fuga’s uit zijn laatste pianosonates en strijkkwartetten aan. Tegelijk vertelt de manier waarop de cello in de vierde sonate opent met een onaardse melodie ons: “Deze muziek is anders dan voorheen.” Vanuit die frase vloeit de volledige compositie voort, beide instrumenten absoluut gelijkwaardig en wars van elk oppervlakkig gebaar. Geen noot te veel, geconcentreerde muzikale expressie, muziek voor de sterren.

Romulus en Remus, het miskende broertje Als buitenechtelijke kinderen van de oorlogsgod Mars bij koningsdochter Rhea Silvia, worden Romulus en Remus gedropt in de Tiber en in het wild opgevoed door een wolvin. Ze groeien op tot geduchte krijgers en leidersfiguren, heroveren de prestige van hun afkomst en stichten een nieuwe stad. Bij een ruzie doodt Romulus Remus. De stad krijgt de naam van de overlevende, Rome. Remus wordt met groot respect en verdriet ten grave gedragen. Het verhaal rond de late werken van Brahms voor klarinet is genoegzaam bekend. Hij had zich in 1890 als componist met pensioen verklaard totdat de dirigent Fritz Steinbach hem ertoe kon overhalen om de klarinettist Richard Mühfeld eens te laten voorspelen. Brahms was onmiddellijk in de ban van de klanken die deze muzikant voortbracht. Zijn creatieve drang werd weer aangewakkerd en tegen eind 1891 had hij twee kamermuziekwerken op papier met de klarinet in een hoofdrol, nl. het Klarinetwintet opus 115

en het Trio opus 114. Van dit duo was het Kwintet met zijn warme, melancholische zangerigheid een onmiddellijk succes. Het trio had het moeilijker. Soms zelfs beschouwd als een voorstudie voor het kwintet, heeft het de naam een meer cerebrale compositie te zijn, zeer geconcentreerd en met een ingehouden expressie. Mede omwille van de niet evidente bezetting van een blazer, een strijker en een toetseninstrument, wordt het aanzienlijk minder vaak uitgevoerd. Niettemin vond Brahms zelf het trio een van zijn meest geslaagde composities. Want ondanks de zeer doordachte vorm straalt het werk zowel een met avondzon overgoten gelatenheid als een aanstekelijke speelsheid uit. Brahms’ vriend Eusebius Mandyczewski schreef hem niet voor niks: “Het is alsof de instrumenten op elkaar verliefd zijn!”

Apollo en Artemis, de perfecte tweeling Kinderen van Zeus en Leto en vaste waarden in het Griekse pantheon. Apollo als god van het licht, de rede en leider van de Muzen. Artemis als godin van de jacht, en kuisheid alsook de vruchtbaarheid. Ze zijn representatief voor de volmaakte schoonheid en het evenwicht van de klassieke Oudheid. Maar ook passie en emotionele opwelling is hun niet vreemd en ze raken in liefde of in wraak trefzeker met hun pijlen. Toen Brahms in 1894 in zijn zomerhuisje te Bad Ischl terugkeerde naar de klarinet en terugkeek op zijn opus 114 en 115, kwam hij tot de conclusie dat hij de klarinet beter vond klinken met piano dan met strijkers. Hij was intussen goed bevriend geraakt met Mühfeld, die hij


schertsend vaak “Fräulein Klarinette” of “Fräulein Nachtigall”. Deze gemoedelijkheid is dan ook een typerend kenmerk van zijn twee klarinetsonates. Ze mijden elke virtuositeit en focussen volledig op hun poëtisch verhaal. Zo zijn de twee hoekdelen van de Sonate in fa klein gedreven en energiek – mannelijk zo u wil: Brahms en Mühfeld, twee rijpere mannen op het podium. De middeldelen tonen meer dromerige, lyrische kwaliteiten, symbool voor de warme vriendschap met “Fräulein Klarinette”. Op alle vlak in perfect evenwicht en toch emotioneel zo rijk, vormen de twee sonates een hoogtepunt in zowel Brahms’ oeuvre als in de geschiedenis van de klassieke sonate.

Pan, het vrolijke buitenbeentje Verheven noch tweeling, sart en spot de god met de horens en de bokkenpoten met de sérieux van goden en helden. Op zijn panfluit blaast hij volkse wijsjes en daagt hij zelfs de god Apollo uit! Al te vaak afgebeeld met een penis in erectie is hij erom berucht de nimfen van Artemis achterna te zitten. “Voor ik naar het werk ga, moet ik nog iets eten.” Aldus de openingszin van aria Pria ch’io l’impegno uit de komische opera L’amor Marinaro van Joseph Weigl. Eind 19de eeuw gonsden de straten van Wenen met deze melodie en menig componist tot Paganini toe schreven er variaties op. Zo ook Beethoven in het derde deel van zijn Trio opus 11, dat daarom de bijnaam ‘Gassenhauer’ kreeg, wat zoveel betekent als straatdeuntje of schlager. Dat trio heeft veel broertjes en zusjes, want Beethoven schreef tussen 1796 en 1801 een hele reeks kamermuziekwerken met blazers, waarvan het Septet opus 20 eigenlijk het be-

kendst is. De klarinet was in die tijd een gloednieuw instrument en zeer populair. Er was veel vraag naar muziek voor blazers en veel componisten, zoals b.v. ook Mozart, volgden die vraag. Met zijn Trio opus 11 probeerde Beethoven zich verder te positioneren in het Weense muziekleven. Zijn eerstelingen, de Pianotrio’s opus 1, hadden het publiek geschokt met hun voortvarende vernieuwende muziek, die zelfs zijn leermeester Haydn te extreem vond. In het klarinettrio mildert hij zijn stijl en volgt hij meer het klassieke model. Toch duiken er in het werk verrassende dynamische en ritmische wendingen. De jonge Beethoven kon het sarren niet laten. De hemel bestormen zou hij later wel doen! Steven Van Renterghem studeerde klassieke talen en musicologie. Momenteel maakt hij aan de Universiteit Gent een proefschrift over de Griekse literatuur van de vroege 19de eeuw.


Biografieën Michael Collins is het soort muzikant dat er van houdt aan allerhande repertoire te sleutelen. Een greep uit zijn laatste opnames laat dat meteen zien: enerzijds werkt hij aan een serie met Britse klarinetsonates en concerto’s, waarbij hij in het kader van die laatste reeks overigens zelf het BBC Symphony Orchestra dirigeert. Daarnaast combineerde hij recent nog Mozart, Copland en de nog levende KatsChernin op een opname: als solist zoekt hij de grote contrasten op. Tegelijk durft Collins ook over de grenzen van zijn eigen land heen kijken: het grote repertoire, tot en met onontgonnen parels van bijvoorbeeld Lutoslawski zagen recent nog het licht bij Chandos. Hetzelfde gaat op voor

Paul Watkins, die eveneens bij dat label onder contract staat. Hij profileert zich tevens als dirigent en neemt het Britse repertoire even gretig onder de loep als de grote klassieken. Laatst resulteerde dat nog in een magnifieke interpretatie van Edward Elgars zowat platgespeelde celloconcerto, waardoor hij vanaf de eerste maten een frisse wind liet waaien. In vergelijking met zijn beide collega’s is Ian Brown tot slot echt geboren voor de kamermuziek. Hij is lid van het gereputeerde Nash Ensemble, en ging een aantal jaar terug nog door het leven als begeleider van Maxim Vengerov. www.kwadratuur.com


Binnenkort in de Handelsbeurs: Emmanuel Pahud (dwarsfluit) & Eric Le Sage (piano) S. Prokofjev, F. Poulenc, B. Martinu, H. Dutilleux za 27.04.2013

All that jazz

Luitlegende Hopkinson Smith speelt Bach (17.04.2013)

Jazzliefhebbers houden maar beter het programma van de Handelsbeurs goed in het oog, want onze kersverse programmator Wim Wabbes heeft heel wat moois in petto. Trio Ernst Reijseger, Score Man en The Bad Plus/Dans Dans staan dit voorjaar op onze bühne. En dat is nog maar de opmaat voor een pak meer jazz de komende maanden.

Het voorjaar van de Handelsbeurs staat in het teken van Bach zoals u hem niet vaak hoort: intieme, pure kamermuziek met historische uitvoeringen en verrassende bewerkingen op barokviool, gitaar, sax en luit. Het Bach abonnement bundelt concert van Amandine Beyer (18.01.2013), Raphaella Smits (10.02.2013), Blindman [sax] (1.03.2013) & Hopkinson Smith (17.04.2013).

Tekst Steven Van Renterghem | Foto Emmanuel Pahud Lou Denim | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.