Programmaboekje Jerusalem Quartet & Alexander Melnikov 16042012

Page 1

Jerusalem Quartet & Alexander Melnikov 11|12

16.04.2012 Kwartet 4/5


Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u00 vermoedelijk einde concert

Dit concert wordt opgenomen door Klara.

Kwartet 2011 | 2012 Arditti Quartet & Claron McFadden do 29 september 2011

1/5

Apollon Musagète Quartett di 17 januari 2012

2/5

Fauré Quartett vr 30 maart 2012

3/5

Jerusalem Quartet & Alexander Melnikov ma 16 april 2012

4/5

Quatuor Ebène do 3 mei 2012

5/5

Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be


Programma W.A. MOZART (1756-1791) Strijkkwartet nr. 15 in d KV 421 Allegro moderato Andante Menuetto (Allegretto) Allegro ma non troppo D.SJOSTAKOVITSJ (1906-1975) Strijkkwartet nr. 10 in As, opus 118 Andante Allegretto furioso Adagio Allegretto PAUZE R. SCHUMANN (1810-1856) Pianokwintet in Es opus 44 Allegro brillante In modo d’una marcia Scherzo (Molto vivace) – Trio I & II Finale (Allegro ma non troppo)

Jerusalem Quartet Alexander Pavlovsky & Sergei Bresler | viool Ori Kam | altviool Kyril Zlotnikov | cello Alexander Melnikov | piano


16.04.2012 | Jerusalem Quartet

& Alexander Melnikov

De noeste arbeid van Mozart, Schumann en Sjostakovitsj Door Jan Vandenhouwe

In 1785 verscheen bij de Weense uitgever Artaria een reeks van zes strijkkwartetten die Wolfgang Amadeus Mozart opdroeg aan zijn leraar en vriend Joseph Haydn. In de opdracht aan Haydn schreef Mozart dat de kwartetten de vrucht waren van een lang en moeilijk arbeidsproces. ‘Frutto di una lunga e laboriosa fatica.’ Componeren was – zelfs voor de geniale Mozart – meer dan het wachten op inspiratie of het uitschrijven van melodieën die uit de fantasie opborrelen. Componeren is noeste arbeid. Daar getuigen de drie stukken van die vanavond op het programma staan. Ondanks de directe melodische en expressieve aantrekkingskracht die ze op de luisteraar uitoefenen, dragen de kamermuziekwerken van Mozart, Schumann en Sjostakovitsj ook de sporen van het studiewerk dat deze componisten verrichtten alvorens te componeren; kortom van hun grondige kennis van de muziek van hun voorgangers.

Wolfgang Amadeus Mozart Strijkkwartet nr. 15 in d, KV 421 In een brief aan Mozarts vader Leopold schreef Joseph Haydn naar aanleiding van een uitvoering van enkele van de zogenaamde Haydn-kwartetten: ‘Ik zeg u voor God, als een eerlijk man, uw zoon is de grootste componist, die ik als persoon

en bij naam ken: hij heeft smaak en daarenboven de grootste kennis van compositie’. De zes kwartetten vormden Mozarts antwoord op de (eveneens) zes strijkkwartetten opus 33 van Haydn uit 1782, werken waarmee Haydn het gloednieuwe strijkkwartetgenre op een tot dan toe ongekend niveau getild had. Mozart bestudeerde Haydns kwartetten grondig en wilde niet onderdoen voor zijn model. Uit zijn handschriften blijkt dat hij maar liefst tien soorten componeerpapier gebruikte, die verspreid over de zes partituren terug te vinden zijn. Dat wijst erop dat Mozart vaak aan meerdere kwartetten tegelijk werkte en eerder geschreven muziek herwerkte. Het strijkkwartet in d KV 421, zonder twijfel een van de meest geliefde kwartetten van Mozart, is het enige stuk uit de reeks dat in een mineurtoonaard staat. Drie van de vier delen ervan staan in deze donkere toonsoort, die Mozart later ook zou reserveren voor zijn Requiem of voor de dramatische aria van de Koningin van de Nacht ‘Der Hölle Rache’ uit Die Zauberflöte. Het werk wordt gekenmerkt door een sombere melancholie en intense dramatiek die het van de andere vijf kwartetten onderscheiden. In de sonatevorm van het energieke eerste deel werkt Mozart het contrast uit tussen een eerste thema in mineur en een tweede


in majeur, het contrast tussen donker en licht dus, tussen somber en hoopvol. Ook het overvloedige gebruik van halve tonen (chromatiek) en de strenge verwerking van de muzikale motieven in de centrale sectie van het eerste deel (de doorwerking) draagt bij tot de dramatiek. Terwijl het langzame tweede deel door twee passionele uitbarstingen (in mineur) onderbroken wordt, brengt een zonnig trio in re groot het nodige contrast binnen in het grimmige derde deel. Elders wordt dit menuet immers gekenmerkt door hoekige ritmes en dalende chromatische lijnen, zodat het nog nauwelijks iets van doen heeft met de statige hofdans die een menuet oorspronkelijk was. De finale is een reeks variaties op een zangerig thema in een gematigd snel ‘Siciliano’-ritme. Zowel de melancholische melodie als het steeds virtuozer wordende variatieproces waaraan Mozart haar onderwerpt, lijken af en toe vooruit te wijzen naar de romantiek van Der Tod und das Mädchen van Franz Schubert. Na de idyllische vierde variatie, waarin de muziek voor even opklaart van mineur naar majeur, keert de finale onverbiddelijk terug naar somber mineur om in een snelle ‘presto’-coda te culmineren.

Robert Schumann Pianokwintet in Es, opus 44 Robert Schumann schreef zijn pianokwintet in 1842, het vruchtbare ‘kamermuziekjaar’ waarin ook het Pianokwartet opus 47 en de drie strijkkwartetten opus 41 het licht zagen. Alvorens zich aan deze kamermuziekgenres te wagen bestudeerde Schumann grondig de strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven. Ongetwijfeld kunnen we in het pianokwintet de invloed terugvinden van Schumanns studie van dit prestigieuze

muziekgenre, waarin elke stem een gelijk gewicht in het samenspel toebedeeld krijgt. Anderzijds valt vanaf de eerste maten van het werk op dat de vier strijkers als een blok worden uitgespeeld tegen de piano. Het is het eerste belangrijke werk uit de muziekgeschiedenis voor de bezetting van piano en strijkkwartet. Schumann schreef de virtuoze pianopartituur van het kwintet voor de jonge pianiste Clara Wieck, met wie hij twee jaar eerder getrouwd was. In het werk is er nauwelijks een maat waarin Clara’s piano niet speelt. De partituur getuigt van wat Schumann hun ‘Fugenpassion’ noemde. Het pasgetrouwde koppel componeerde, speelde piano en analyseerde samen fuga’s van Bach. ‘We vervolgen onze fuga-studies’, schreef Clara in hun gezamenlijke dagboek. ‘Telkens wanneer we een fuga spelen, wordt die interessanter voor mij…’ Reeds in het eerste deel van het pianokwintet is hoorbaar hoe Schumann in het verlengde van Bachs fuga’s de hele structuur van het werk organisch tracht te ontwikkelen uit het enthousiaste openingsthema: twee krachtig stijgende sprongen, die gevolgd worden door een karakteristieke figuur van acht antwoordende noten. Uit een zachte, lyrische variant van dit thema ontstaat het zangerige neventhema, dat door de cello geïntroduceerd wordt en uitmondt in een heerlijke dialoog met de altviool en de viool. Een dergelijke muzikale economie, waarbij elke noot zin krijgt binnen het grotere geheel, is niet alleen zonder het voorbeeld van Bach, maar ook zonder dat van Beethoven ondenkbaar. De vier delen van het kwintet stevenen af op de finale, die de synthese en bekroning van het hele werk vormt. Qua kracht en dimensies hoeft ze niet onder


te doen voor het openingsdeel. Het marsritme dat de treurmars van het tweede deel kenmerkt en de duizelingwekkende toonladderfiguren van het scherzo duiken opnieuw in de finale op. Met de coda van de finale realiseerde Schumann een muzikale krachttoer: in een briljante dubbelfuga combineert hij er het hoofdthema van de finale met het openingsthema van het eerste deel in verlengde notenwaarden (augmentatie). Hieruit spreekt niet alleen Schumanns behoefte om van zijn werk een sluitend cyclisch geheel te maken, maar ook zijn liefde voor het contrapunt van Bach.

Dmitri Sjostakovitsj Strijkkwartet nr. 10 in As, opus 118 Ook Dmitri Sjostakovitsj koesterde zijn leven lang een grote bewondering voor het werk van Bach. Dat blijkt niet alleen uit een klavierwerk als de 24 preludes en fuga’s opus 87, maar ook uit de polyfone weefsels die heel wat van zijn strijkkwartetten kenmerken. Voor de langzame bewegingen van zijn stukken greep hij meer dan eens terug naar de Passacagliavorm, denken we maar aan het derde deel van zijn eerste vioolconcerto. Ook in zijn 10de strijkkwartet ligt deze van oorsprong barokke compositievorm, waarbij de boven- en middenstemmen een steeds wijzigende harmonische en contrapuntische relatie aangaan met een voortdurend herhaalde baslijn, aan de basis van het langzame derde deel. Sjostakovitsj laat er de cello een melancholisch thema van negen maten voorstellen, dat in het verdere verloop van het deel aan acht subtiele variaties onderworpen wordt. Ondanks een woest scherzo (Allegretto furioso) is Sjostakovitsj’

tiende kwartet een van zijn meest serene composities, een werk dat opvalt door een klassiek vormgevoel en een transparante textuur. Net als in Schumanns pianokwintet vormt de finale een bekronende synthese, waarin elementen uit de voorgaande delen opnieuw opduiken. Zo keert bij de climax van de finale het passacaglia-thema van de langzame beweging in verkorte notenwaarden (diminutie) terug, alvorens de muziek fluisterend uitsterft met enkele reminiscenties aan thema’s uit het eenvoudige openingsdeel. Jan Vandenhouwe werkte tot 2009 als dramaturg met Gerard Mortier in de Opéra de Paris. De voorbije jaren was hij programmator in Concertgebouw Brugge. Nu werkt hij als muziekdramaturg met Alain Platel en Johan Simons.


Biografieën Jerusalem Quartet Het Jerusalem Quartet werd opgericht binnen het kader van de ‘Young musicians’ Group of the Jerusalem Music Centre’ en de ‘America-Israel Cultural Foundation’ in samenwerking met het Rubin Conservatorium van Jerusalem, waar het kwartet studeerde bij Avi Abramovitsj. Het kwartet vervolmaakte zich in masterclasses bij Isaac Stern, György Kurtág, Michael Tree, Henry Meyer en leden van het Amadeus Quartet. In 1996 won het de eerste prijs op de Jerusalem Academy Chamber Music Competition, waarna nog meerdere prijzen volgden, waaronder de eerste Borletti-Buitoni Trust Award in 2003, met daaraan verbonden belangrijke concerten in Londen, Konzerthaus Wien en Concertgebouw Amsterdam. Intussen is het Jerusalem Quartet vaste gast in de gerenommeerde concerthuizen van Europa. Tijdens het seizoen 2009/10 gaf het Jerusalem Quartet een reeks concerten onder de titel ‘Mozart Plus’ met strijkkwartetten en -kwintetten van Mozart in de Wigmore Hall in Londen, in Amsterdam, Rotterdam, München, Zürich en andere Europese steden. Ook in NoordAmerika heeft het Jerusalem Quartet een stevige reputatie uitgebouwd. Het kwartet heeft een exclusief contract met Harmonia Mundi. Hun opname van Haydns strijkkwartetten won de BBC Music Magazine Awards 2010 in de categorie kamermuziek en een Diapason d’Or en hun cd met Schuberts ‘Der Tod und das Mädchen’ en de ‘Quartettsatz’ won de Echo Klassik Preis in 2009. Hun laatste opname van de kwartetten van Mozart, verschenen

in maart 2011, werd onmiddellijk geselecteerd als Chamber Music Choice in BBC Music Magazine. In mei 2012 zal hun opname van het Pianokwartet en Pianokwintet van Schumann verschijnen, met Alexander Melnikov aan de piano. www.jerusalemstringquartet.com

Alexander Melnikov Alexander Melnikov werd in 1973 in Moskou geboren. Hij begon op zijn zesde met pianospelen en studeerde in 1997 af bij Lev Naumov aan het Tsjaikovski Conservatorium. Hij specialiseerde zich bij Elisso Wirssaladze in München en bij Andreas Staier en CarlUlrich Schnabel aan de Fondazione per il Pianoforte (Comomeer, Italië). In 1991 werd hij vijfde laureaat op de Koningin Elisabethwedstrijd. Kamermuziek vormt een belangrijk onderdeel van zijn concertleven. Hij speelt zeer regelmatig samen met Isabelle Faust. Verder behoren musici als Natalia Gutman, Yuri Bashmet, Alexander Rudin, Pieter Wispelwey, JeanGuihen Queyras en Andreas Staier tot zijn vaste kamermuziekpartners. De opname van Beethovens integrale sonates voor piano en viool met Isabelle Faust bij Harmonia Mundi oogstte ongekend enthousiasme van de internationale vakpers. Voor zijn in mei 2010 uitgebrachte cd met alle preludes en fuga’s van Sjostakovitsj ontving hij de Choc de l’Année 2010. Sinds 2002 doceert hij als gastprofessor aan het Royal Northern College of Music in Manchester. Daarnaast is hij ook nog een zeer competent amateur-piloot.


Binnenkort in de Handelsbeurs: Quatuor Ebène W.A. Mozart, R. Schubert, P.I. Tsjaikovski do 03.05.2012

Concertfoto’s

Programmaboekjes

Op de meeste klassieke concerten is onze huisfotografe aanwezig. Zij heeft aandacht voor wat er op maar ook voor wat het naast het podium en in de backstageruimtes gebeurt. Het resultaat zijn vaak verrassende en ontroerende foto’s die een paar dagen na het concert op handelsbeurs.be worden gepubliceerd. Evy Ottermans maakte dit seizoen fotoreportages van het Arditti Quartet, Isabelle Faust, Tabea Zimmermann en van Frank Braley & Eric Le Sage.

Het nieuwe klassieke seizoen belooft veel beklijvende kamermuziek, uitgevoerd door een reeks terugkerende en nieuwe namen. Meer informatie vind je vanaf 16 april op www.handelsbeurs.be/klassiek 16.04 02.05 01.06

programma online start abonnementenverkoop start verkoop losse tickets

Tekst Jan Vandenhouwe | Foto Quatuor Ebène © Julien Mignot | Coördinatie Handelsbeurs Concertzaal | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.