Meta4
10|11
30.03.2011 Kwartet 5/5
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 20u55 pauze 22u00 vermoedelijk einde concert
Kwartet 2010|2011 Belcea Quartet, Angelika Kirchschlager & Simon Lepper ma 27 september 2010
1/5
Quatuor Terpsycordes & Jürg Dähler do 9 december 2010
2/5
Quatuor Ysaÿe vr 28 januari 2011
3/5
Pavel Haas Quartet di 1 maart 2011
4/5
Meta4 5/5 wo 30 maart 2011
Programma H. Dutilleux (1916) Ainsi la Nuit (1976) (17’) I. Nocturne. Libre Et Souple Parenthèse 1. II. Miroir D’espace Parenthèse 2. III. Litanies Parenthèse 3. IV. Litanies 2 Parenthèse 4. V. Constellations VI. Nocturne 2 VII. Temps Suspendu J. Haydn (1732-1809) Strijkkwartet in C opus 76 nr. 3, ‘Keizerskwartet’ (23’) Allegro Poco adagio cantabile Menuet Presto PAUZE A. von Zemlinsky (1871-1942) Strijkkwartet nr. 2 in d, opus 15 (40’) I Sehr massig - Heftig und leidenschaftlich - Andante mosso Etwas rascher II Adagio III Schnell IV Andante - Allegro molto - Langsam - Andante
30.03.2011 | Meta4 (strijkkwartet)
Haydn, von Zemlinsky en Dutilleux Door Bart Cypers
De focus van dit concert ligt stevig in Wenen verankerd, met strijkkwartetten van Joseph Haydn en Alexander von Zemlinsky. In een tijd waarin Wenen, de hoofdstad van het Habsburgse Rijk, zowat als het muziekcentrum van de wereld beschouwd kon worden, strekte Haydns faam zich uit tot ver buiten de grenzen van dat rijk. Zijn reputatie had Haydn dan vooral gemaakt met symfonieën, klaviersonates en ‘werken-op-bestelling’ zoals ‘Die Sieben Letzten Worte’ (1786) maar minder met strijkkwartetten. Dat laatste genre was er immers één voor kenners en professionele muzikanten. Het lukte beter om volle zalen te trekken met een van de populaire ‘Londense’ symfonieën dan met de intieme bezetting van twee violen, altviool en cello. Die bezetting was voorbehouden voor concerten in kleine kring. Het verhaal doet trouwens de ronde dat Haydn zelf af en toe in een kwartet speelde met zijn Weense collega-componisten Mozart, Carl Ditters von Dittersdorf en Johann Baptist Vanhal.
Keizerskwartet
Elk van de zes kwartetten van het opus 76 is grondig verschillend wat karakter, toonaard en sfeer betreft. Het derde kwartet in C bevat veruit de bekendste muziek. Haydn verwerkte in het tweede deel de Oostenrijkse hymne ‘Gott Erhalte Franz
Den Kaiser’, die hij zelf het jaar daarvoor geschreven had. Haydn had in Engeland ervaren hoe plechtig de Engelsen hun eigen volkslied zongen. Hij hoorde ook hoe een bescheiden hymne (‘Rule Brittania’) uit de opera Alfred van Thomas Arne op vijftig jaar tijd opgeklommen was tot de onofficiële hymne van het Britse Rijk. Haydn keerde terug naar het continent en componeerde een melodie als eerbetoon aan keizer Frans II van Oostenrijk toen die door het revolutionaire Frankrijk in het nauw gedreven was. Het werd het officiële volkslied van het rijk tot in 1918, toen het samen met de keizer afgeschaft werd. Het thema diende later – van 1922 tot nu - als de muziek voor het ‘Deutschlandlied’, het Duitse volkslied. De drie andere delen van dit ‘Keizerskwartet’ passen in de klassieke vierdelige structuur die door Haydn mee werd vastgelegd. Het eerste deel demonstreert hoe Haydn moeiteloos voor strijkkwartet kon schrijven, een contrapuntische maar tegelijkertijd frisse en opgewekte beweging. Een opvallend volks tweede deel, compleet met dreunende bourdonbas zorgt voor afwisseling. Het derde deel, een menuet en trio, klinkt traditioneel ontspannend en dat doet Haydn door muziek te schrijven voor een robuuste boerendans in de plaats van een
hoffelijk menuet. Haydn leidt zijn toehoorders om de tuin met een finale die hij met drie onverwachte, dramatische mineurakkoorden laat beginnen, alvorens hij voor een meer ontspannen maar tamelijk virtuoze aanpak kiest, zodat het strijkkwartet op dezelfde vrolijke toon eindigt als waarmee het begon.
Wenen anno 1900
Honderd jaar na Haydn had Wenen nog steeds een toonaangevende rol te spelen in het muzikale Europa. Een van de twee hoofdsteden van wat toen de OostenrijksHongaarse Dubbelmonarchie heette, was de thuishaven van Gustav Mahler, Arnold Schönberg, Alexander von Zemlinsky, Alban Berg en Anton Webern, componisten die elk op hun eigen manier het twintigste-eeuwse modernisme inluidden. Het was een kleine kunstenaarswereld daar in Wenen en de componisten, schilders, dichters en architecten van de Weense Jugendstil waren goed met elkaar bekend. Zemlinsky bijvoorbeeld was voor korte tijd verloofd met Alma Schindler, de toekomstige echtgenote van zowel Gustav Mahler als van de bauhausarchitect Walter Gropius. Schönberg trouwde uiteindelijk met Zemlinsky’s dochter Mathilde. Alexander von Zemlinsky wordt vaak beschouwd als een overgangsfiguur tussen de romantische negentiende en de modernistische twintigste eeuw. Vooruitstrevender dan Gustav Mahler (1860-1911) maar minder vernieuwend dan Arnold Schönberg (1874-1951), staat Zemlinsky (1871-1942) in de ogen van het nageslacht wat in de schaduw van beide andere componisten. Zemlinsky had in-
derdaad meer voeling voor het experimentele dan Mahler maar de atonaliteit van zijn collega’s Schönberg, Berg of Webern zei hem weinig. Het volwassen werk van Zemlinsky bevat dus passages die vrijelijk dissonant klinken en de grenzen van wat mogelijk is binnen de tonale muziek tot het uiterste aftasten. Dat bewijst het tweede strijkkwartet (1913-1915) beter dan de meeste andere werken van de Weense componist. Het is een hoekig, tragisch en vaak pijnlijk werk, en staat ver van de sierlijk decoratieve stijl van de Weense jugendstil. Zoals hij dat maar in weinig andere werken doet, flirt Zemlinsky met atonale melodieën. De decadentie van de Weense fin-de-siècle met zijn geraffineerde symboliek is nooit veraf en Zemlinsky speelt veelvuldig met numerologie en getallensymboliek. Hij was niet de enige: Schönberg en Berg waren ook al gefascineerd door getallen en wiskundige verhoudingen binnen hun composities. Een voorliefde voor dubbele bodems blijkt uit het gebruik van bepaalde toonaarden in het kwartet. “Het kwartet lijkt in f# klein geschreven”, zo schreef Zemlinsky aan Schönberg. In de vrije associaties en muzikale symboliek die beide mannen onder elkaar ontwikkeld hadden, droeg die toonaard een opmerkelijk dramatische betekenis. De kruis (#) refereert ook in het Duits naar het christelijke symbool en drie kruisen die de toonaard van f# klein definiëren, zijn voor Zemlinsky een verwijzing naar de drie kruisen op de berg Golgotha waar Jezus ter dood gebracht werd. Welke tragische gebeurtenissen worden in dit geladen kwartet dan wel aangehaald? Zemlinsky verwijst naar de
moeilijke verhouding tussen zijn dochter Mathilde en Arnold Schönberg. Ze trouwden met elkaar in 1901 maar Mathilde verliet Schönberg zeven jaar later voor de expressionistische schilder Richard Gerstl. Anton Webern kon Mathilde uiteindelijk overhalen om terug te keren, waarna Gerstl een groot deel van zijn oeuvre vernielde en zelfmoord pleegde. In de nasleep van de affaire schreef Schönberg zijn tweede strijkkwartet (ook weer met fis als dominante toonaard). Het is naar dit werk dat Zemlinsky meermaals verwijst in zijn eigen kwartet. Muzikale referenties naar de namen ‘Mathilde’ en ‘Schönberg’ verwerkte Zemlinsky ook, zoals in het kernmotief van het scherzo dat rond de noten A-Es is opgebouwd, wat in Duitse notatie Schönbergs initialen A.S oplevert. De zes delen van het kwartet kijken op geen enkele manier terug naar de ordelijke klassieke vierdeligheid zoals men die bij Joseph Haydn terugvindt. Het zwaartepunt ligt op de hoekdelen, die de dramatiek van het werk breed uitmeten, en op het tragische, langzame derde deel. Het scherzo (‘Schnell’) is een spookachtige afspiegeling van wat in klassieke kwartetten als een luchtig intermezzo bedoeld was.
Ainsi la Nuit
Beginnen doet Meta4 echter met muziek uit Frankrijk, namelijk met ‘Ainsi la Nuit’ uit 1976 van Henri Dutilleux. Het stuk is het enige werk voor strijkkwartet van de Fransman en een van zijn weinige kamermuziekwerken: de meeste andere werken voor kleine bezetting waren jeugdwerken en worden niet opgenomen in zijn officiële werkencatalogus. Muzikaal gesproken is Dutilleux net als zijn ondertussen al gestorven tijdgenoot Olivier Messiaen gefascineerd door heldere, briljante klank-
kleuren. Anders dan Messiaen probeert Dutilleux grotendeels trouw te blijven aan bestaande vormstructuren. Bij hem vindt men dus niet de grillige ritmes en oriëntalistische invloeden terug die Messiaens werk zo herkenbaar maken. De evocatieve titels van de afzonderlijke delen kenschetsen een bepaalde gemoedsgesteldheid maar hoeven zeker niet als letterlijke taferelen gezien te worden. Wel is het concept van tijd en tijdsverloop erg belangrijk bij Dutilleux en dat concept vindt zijn weerslag in de complexe structuur van Ainsi la Nuit, waarbij korte muziekfragmenten van eerder gespeelde muziek (“Parentheses” noemt Dutilleux ze) tussen de grotere delen ingevoegd worden om zo op een inventieve manier abstracte concepten als herinnering en vergetelheid te illustreren.
Biografie Meta4 (strijkkwartet) Antti Tikkanen, viool Minna Pensola, viool Atte Kilpeläinen, altviool Tomas Djupsjöbacka, cello Het Finse Meta4 strijkkwartet is een betrekkelijk jong kwartet maar mag al rekenen op een rijk palmares. De vier muzikanten kwamen samen in 2001 en kaapten drie jaar later meteen al de eerste prijs weg op de internationale Sjostakovitsjwedstrijd in Moskou. Een eerste prijs op de Internationale Joseph Haydnwedstrijd in Wenen volgde in 2007 en in 2008 werden ze uitgeroepen tot BBC New Generation Artist. Meta4 verovert stormenderhand de internationale kamermuziekpodia met frisse en gedurfde uitvoeringen. Hun debuutopname met het opus 55 van Haydn werd in november 2009 cd van de maand in Classic Fm Magazine: “The players of Meta4 approach Haydn’s notes so naturally and so candidly that it renders their performance a highly pleasurable listen.” Handelsmerk van de vier enthousiaste Finnen is hun aandacht voor hedendaags repertoire, waaronder werken die Finse componisten aan hen opdroegen.
Minna Pensola bespeelt een Bellosio viool uit 1770, haar in bruikleen gegeven door de Coöperatieve Bank van Sysmä. Tomas Djupsjöbacka bezit een unieke cello, in 1780 gemaakt in Cremona door Lorenzo Storioni. Verder leent Meta4 twee instrumenten van de Pohjola Bank Art Foundation: Antti Tikkanen speelt op een Stradivarius uit 1702 en Atte Kilpeläinen op een Guidantus altviool uit 1737.
Binnenkort in de Handelsbeurs Y. Ivanov & I. Golan Beethoven, Saint-Saëns, Franck, Ravel vr 8.04.2011
Programmawijziging Y. Ivanov & I. Golan vr 8.04.2011
Oude Muziek Amandine Beyer & Gli Incogniti di 17.05.2011
Op vraag van Yossif Ivanov werd het programma van 8 april grondig gewijzigd: in plaats van Stravinski, Pärt en Prokofjev zullen Ivanov en Golan werken van Franck, Beethoven en Saint-Saëns spelen. De sonate in G van Ravel van het originele programma blijft behouden.
Violiste Amandine Beyer en Gli Incogniti brengen muziek uit hun cd ‘False consonances of Melancholy’ met werken van de Italiaanse componist en violist Nicola Matteis (c.1650-1700). Voor de opnames bestudeerde Amandine Beyer de speeltechniek van deze vioolvirtuoos. “Dat levert spitse, hitsige, bij de keel grijpende uitvoeringen op die ons alle hoeken van Matteis’ emotionele universum tonen.” (De Standaard)
Tekst Bart Cypers | Foto Yossif Ivanov © Evy Ottermans | Coördinatie Claire Denoyette Opmaak Jasper Persoons | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent