Paul De Clerck & Claire Chevallier
10|11
13.01.2011 Viool-Viola 2/4
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u15 vermoedelijk einde concert
De trams en bussen van De Lijn in Gent rijden sinds 31 juli 2010 na 22u volgens een nieuwe dienstregeling: de laatste tram richting St.-Pietersstation (lijn 1) vertrekt op weekdagen om 22u43 aan Ibis Hotel (halte Savaanstraat) en de laatste tram naar het Zuid (lijn 21-22) kan u nemen in de Zonnestraat om 23u28.
Viool-Viola 2010|2011 Antoine Tamestit di 09 november 2010
1/4
Paul De Clerck & Claire Chevallier do 13 januari 2011
2/4
Mayu Kishima & Akane Sakai Mozart, Elgar, Ysa每e, Prokofjev wo 9 februari 2011
3/4
Yossif Ivanov & Itamar Golan Ravel, Stravinski, P盲rt, Prokofjev vr 8 april 2011
4/4
Programma I. Stravinski (1882-1971) Elegie voor altviool solo (5’) J. S. Bach (1685-1750) arr. T. Hosokawa (1955) ‘O Mensch, bewein’ dein’ Sünde gross’ BWV 622 B. Britten (1913-1976) Lachrymae ‘Reflections on a Song of John Dowland’ voor altviool en piano (14’) PAUZE K. Defoort (1959) Tender reflections in the dark (to DJB) voor altviool en piano (naar Purcell) Creatie M. Reger (1873-1916) Suite nr. 1 in g voor altviool solo, opus 131d (13’) Molto sostenuto Vivace, andantino, vivace Andante sostenuto Molto vivace P. Hindemith (1895-1963) Sonate in F voor altviool en piano, opus 11 nr. 4 (1919) (15’) Fantasie (attaca) Thema mit Variationen (attaca) Finale
Biografie Claire Chevallier, piano Pianiste Claire Chevallier (°1969) is in heel Europa een veelgevraagde pianiste voor solorecitals, kamermuziekconcerten en concerti met orkest. Gespecialiseerd in pianomuziek op historische instrumenten, legt de Franse pianiste zich vooral toe op het klassieke, romantische en 20ste eeuwse, vooral Franse, repertoire. Ze heeft intussen haar eigen verzameling Franse historische klavieren aangelegd, die zes instrumenten bevat uit de periode 1842-1920. Claire Chevallier studeerde piano aan de conservatoria van Nancy, Strasbourg (HÊlène Boschi) en Parijs (Bruno Rigutto) gecombineerd met wiskunde- en fysicastudies. Nadien vervolgde ze haar opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel bij Jean-Claude Vanden Eynden en Guy Van Waas. Tijdens haar studies raakte ze via een masterclass bij Jos van Immerseel gefascineerd door de pianoforte en begon zich toe te leggen op de geschiedenis en de evolutie in de bouw van de pianoforte. Ze wordt regelmatig in het buitenland uitgenodigd om lezingen te geven rond de geschiedenis en de techniek van de pianoforte. Claire Chevallier speelt regelmatig in duo met Jos van Immerseel, cellist Sergei Istomin, altviolist Paul De Clerck en harmoniumspeler Joris Verdin. Haar laatste solo opname is gewijd aan muziek van Erik Satie uitgevoerd op een Erard uit 1905 (ZigZag Territoires). http://www.clairechevallier.com/
13.01.2011 | Paul De Clerck (altviool) en Claire
Chevallier (piano)
Het buikgevoel van darmsnaren Een gesprek met Paul De Clerck Je speelt een vroeg 20ste eeuws programma op periode-instrumenten. Heb je altijd een belangstelling gehad voor het historisch instrumentarium?
Paul De Clerck: “Mijn ervaring met darmsnaren dateert pas van een vijftal jaren geleden, eerst bij Anima Eterna en dan in het Collegium Vocale. Daarvoor speelde ik in het orkest van De Munt, en later bij het Ensemble Modern, Ictus en Prometheus. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er iets niet klopte. De altviool is door haar aard zeer gevoelig aan de voordelen van darmsnaren. Je krijgt met darmsnaren een balans die veel natuurlijker is. Moderne piano’s zijn zo ontwikkeld dat ze tegen een symfonisch orkest kunnen opboksen. Hun hoge en lage tonen zijn zo gepousseerd dat je daar niet meer tegenop kunt. Een pianist moet zich als begeleider van een altviolist dus inhouden. Dat geeft sowieso een vervorming van de eigenlijke boodschap van het stuk.”
Dat balansprobleem lijkt typisch aan de altviool.
De Clerck: “De altviool beslaat de middentessituur. Die wordt makkelijk overstemd door hoge of lage tonen, maar spelen op periode-instrumenten lost dat probleem grotendeels op. Voor mij als alt-
| Door Wannes Gyselinck
violist was het een zalige ontdekking om te kunnen spelen zonder te moeten forceren. Ik heb dat voor het eerst gemerkt tijdens een concert van de Kuijkens. Ze speelden de kwintetten van Mozart op darmsnaren, nog voor ik met darm bezig was. “Dat wil ik ook doen,” dacht ik toen. Mozart wist wat hij schreef, dat was geen uil. Als hij pianissimo schreef, moet dat mogelijk zijn. Op darm lukt dat. Zoiets geeft een adem aan de muziek die je niet hebt als het instrumentarium niet volledig klopt. Voor het huidige programma is dat in ieder geval wel zo: het instrumentarium klopt. (Paul De Clerck speelt op een 18de eeuwse Italiaanse altviool, bouwer onbekend, nvdr)”
Geldt dat dan ook voor de nieuwe compositie van Kris Defoort?
De Clerck: “Ja. Kris heeft specifiek voor de Erard-piano van Claire Chevallier geschreven. Hij is daarvoor bij haar thuis geweest. Hij kent die instrumenten. Kris mag dan nu misschien vooral bekend staan als jazzpianist of hedendaagse componist, hij is van oorsprong een barokmuzikant, een blokfluitist dan nog wel. Hij kent dat repertoire door en door.”
Is zijn compositie speciaal voor dit concert geschreven?
De Clerck: “Ja. Ik heb het hem gevraagd in het voorjaar. Hij ging er eens over nadenken. Je kent dat wel, het moest passen in zijn schema. Ik zei hem: “Kris, als je er geen goesting in hebt, moet je het niet doen”. De volgende dag krijg ik een telefoontje: “Paul, ik had vannacht een idee. Ik ben beginnen schrijven. De schetsen zijn klaar.” Twee maand geleden zegt Kris tegen mij: “Paul, ik ben die schetsen kwijt. Gaat dat concert nog door? Wat moet ik doen?”. Nog een maand later kreeg ik weer een telefoontje: “Paul, ’t is in orde. Ik heb de schetsen teruggevonden in de koffer van mijn auto, tussen dozen van de Delhaize.”
Ook de rest van het programma is geënt op het instrumentarium.
De Clerck: “Claire speelt op een Erard uit 1920, ik zal spelen op omwonden darmsnaren, een ideale combinatie voor muziek uit het einde van de 19de eeuw en begin 20e eeuw. Als we de vroege sonate van Hindemith uit1919 spelen op dat instrumentarium, dan moet je op geen enkel vlak compenseren. Er is dus meer ruimte voor extreme nuances, zeker in de pianissimo’s. Die sonate in F klinkt nog erg romantisch, al was ze natuurlijk revolutionair in Hindemiths tijd. Hindemith zijn esthetiek is hier nog stevig geworteld in de romantiek, bijvoorbeeld met die Brahmsiaanse openingsmelodie. Die Fantasie-inleiding klinkt als een prelude in de traditie van Bach. Ook de variaties met een danskarakter en het meer contemplatieve deel zijn terug te voeren op de suites van Bach. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de suite nr. 1 van Max Reger. Voor Reger was Bach begin en einde.”
Vormt Bach als ‘bron’ voor latere componisten de rode draad in het programma?
De Clerck: “Ja. Daarom beginnen we ook ons concert met het arrangement dat Hosokawa schreef van een orgelwerk van Bach. Het klinkt een beetje kitcherig, vinden we wel. Hij heeft in zijn begeleidingspartij wat effectjes gezet. Wat kleuring, een beetje harmonische verzachting, wat grote septiemakkoorden. Door zijn bijnakitsch-karakter is het een boeiend vertrekpunt voor ons programma.”
Is Reger ook kitsch volgens jou?
De Clerck: “Neen, bij Reger ligt het anders. Bij hem is het eerder ironie. Ik denk dat die gast veel humor had. Pas op, zijn suite is zeker geen parodie op de Bachsuites. Bij hem is er altijd een spanning tussen een bijna Straussiaanse pathetiek en dan die lichtvoetige ironie. Aan de ene kant klinkt hij heel erg serieus, zeker qua compositietechniek – Reger schudde de fuga’s uit zijn mouw – en anderzijds is er die overdaad aan expressie. Hij redde zichzelf uit de romantische overexpressie door zijn humor. Erg fascinerend, die combinatie van compositorische strengheid die hij aan Bach ontleende, en dat pathetische romantische gebaar.”
En hoe ligt de relatie tussen Bach en Stravinski? De Clerck: “De Elegie van Stravinski is een magnifiek werk. Je vindt er een soort expressie die zeldzaam is voor Stravinski. De structuur, eerst een prelude, dan een fuga, en afsluiten met diezelfde prelude, is eigenlijk een verkorte vorm van de suites van Bach. Voor een altviolist is dit een gevaarlijk stuk. Je mag je als uitvoerder niet
laten verleiden tot overexpressie. Ook hier is het juiste instrumentarium een enorm voordeel: het staat je beter toe om de expressie niet te dik aan te zetten. Het is een delicaat probleem: hoe ver ga je hierin? Dat is het leuke aan dit programma: die dualiteit. Hoe romantisch speel je muziek die eigenlijk teruggrijpt naar de sobere strengheid van Bach maar toch duidelijk een romantische stempel draagt?”
zijn werk verwijst het meest expliciet naar een oude grootmeester, Dowland in zijn geval, maar het is tegelijkertijd het minst reactionaire werk. Hij werkt echt postmodern: hij poneert een thema, ontrafelt het en komt uiteindelijk bij Dowland uit.”
Bestaat er eigenlijk een hedendaags repertoire voor darmsnaarinstrument, zonder dat het dan weer een historische pastiche wordt?
Je lijkt een vorm van miDe Clerck: “Upon silence bijvoorbeeld, nimalisme voor te staan in de van George Benjamin, voor het viola da uitvoeringspraktijk. gamba-ensemble Fretwork, echt geschreDe Clerck: “Pas op, ik ga zeker niet zo ver als de Kuijkens op dat punt. Maar het dilemma is boeiend. Ofwel doe je als de Kuijkens, en speel je de partituur zonder die te willen becommentariëren in je spel. Ofwel ga je juist alles duidelijk maken, en erg retorisch gaan spelen. Op dit punt ben ik een grote voorstander van iemand als Philippe Herreweghe. Bij hem is het er nooit over. Het is retorisch, en dus helder, maar nooit dik aangezet. Daarom vind ik hem een groot meester. “
Britten en Stravinksi werden door muzikale nieuwlichters vaak smalend afgedaan als ‘neo-classicisten’. Dat lijkt nu wel veranderd.
De Clerck: “Britten is voor mij eerder een post-modernist avant-la-lettre dan een neo-classicist. Hij was natuurlijk geen Cage, geen afbreker. De componisten op ons programma werkten vanuit een traditie. Het waren ook Europeanen. Het is misschien de leeftijd, maar ik vind dat reactionaire van Britten en Reger wel tof. Ze kennen hun metier. Met dat metier gaan ze vrij om. Het is echter niet omdat je met de traditie bezig bent, dat je een traditionalist bent. Britten is eigenlijk een geval apart:
ven voor de specificiteit van darmsnaren, zonder vibrato’s. Zelf ga ik mijn best doen om componisten er toe aan te zetten. Dat biedt echt nog veel mogelijkheden. Iets wat ik ook graag wil doen: de strijkkwartetten van Cage spelen op darm. Dat zou kloppen: het niet-intentionele, aleatorische van Cage sluit veel beter aan bij darmsnaren, omdat je daar van nature een reserve hebt in de expressie. Op moderne instrumenten worden die kwartetten juist vaak te expressief, en dus te intentioneel gespeeld, en dat druist volgens mij in tegen de onderliggende filosofie van die werken. Cage reageerde juist tegen een romantische notie, het intentioneel ‘dik’ maken van klank. Misschien klinkt dit wat provocatief, maar Cage staat qua klankbeeld dichter bij de barok dan bij de romantiek. Ik kan me perfect inbeelden dat zo’n stuk prachtig zou klinken op darmsnaren. Bij voorkeur in een kerk, voor de akoestiek. Dan heb je ook de resonanties waar Cage voortdurend op speelt. En als we dan toch bezig zijn: Terry Riley’s In C op barokinstrumenten. En dat dan spelen voor een publiek van hard-core ‘barokkers’. Heerlijk!”
Binnenkort in de Handelsbeurs Mayu Kishima (viool) & Akane Sakai (piano) Mozart, Elgar, Ysaÿe, Prokofjev wo 09.02.2011
Ictus: ‘Liquid Room #2’ wo 26.01.2011
Programmaboekjes online
Liquid Room brengt hedendaagse muziek in een rockconcertsetting: twaalf muzikanten spelen op verschillende podia in één ruimte, non-stop en op één avond. Microtonaal bricoleur Partch staat rug aan rug met een vroege Glass, impro staat haaks op de precieze schriftuur van Lachenmann; strakke performance en schurende bricolage vloeien nu eens naadloos dan weer met een knal in elkaar over.
Wilt u graag vooraf meer weten over de uitvoerder(s) en over de gespeelde werken van een klassiek concert? Dat kan, want de programmaboekjes zijn vanaf dit seizoen een week voor elk concert te downloaden op de website van de Handelsbeurs.
Tekst Wannes Gyselinck | Foto Claire Chevallier © Evy Ottermans | Coördinatie Claire Denoyette | Opmaak Jasper Persoons | V.U.: Michael Joostens © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent