Vragen en antwoorden Nieuwe Parochie

Page 1

Beantwoording van (schriftelijk) gestelde vragen tijdens de informatieavonden i.v.m. het vormen van de Nieuwe Parochie “Cuijk �.


Inhoud:

Vragen m.b.t.: -

Nieuwe parochie

-

Gebouwen

-

FinanciĂŤn

-

Pastoor

-

Pastoraat en liturgie

-

Overig

Cuijk Oktober 2012


Nieuwe Parochie 1. Het nieuw te vormen Parochiebestuur bestaat uit de Pastoor en 6 bestuursleden. Is dat een lid uit elke parochie? Een bestuurslid uit elke parochie zou op zich heel mooi zijn. Omdat we de voorkeur geven aan een kwalitatief goed parochiebestuur, wordt er zorgvuldig gekeken naar de deskundigheid van de beoogde leden. Het zou daarom kunnen dat er twee personen uit een zelfde parochie komen of dat geen bestuurslid uit een bepaalde parochie afkomstig is. De taak van een bestuurslid is echter niet de belangen van één dorp te behartigen, maar vanuit zijn deskundigheid op te komen voor alle dorpen. 2. Waarom gaat het Bisdom over nieuwe naam parochie? De parochie maakt deel uit van het bisdom onder leiding van de bisschop. In het kerkelijk recht is geregeld dat het de bevoegdheid is van de bisschop om parochies te stichten dan wel op te heffen. Daarbij hoort ook de bevoegdheid om de parochie een naam te geven. Een parochienaam moet aan bepaalde criteria voldoen. Het moet gaan om de naam van een geloofsmysterie of een heilige, van wie het feest in het kerkelijk jaar gevierd moet kunnen worden. Met deze naam wordt uitdrukking gegeven aan waar de parochie voor staat of wat zij als haar opdracht ziet. De parochies kunnen namen voordragen aan de bisschop die de uiteindelijke beslissing neemt. 3. Hoe om te gaan met grootschaligheid? (Toenemende afstandelijkheid t.o.v. parochianen) Na het samenvoegen van parochies krijgt de pastoor meer pastorale ruimte waardoor hij meer kan toekomen aan zijn eigenlijke taken. Maar hij kan niet overal tegelijk zijn en daarom zijn contactgroepen ‘rondom de kerktoren’ belangrijk. =3=


Vrijwilligers helpen door oog en oor te zijn voor de pastoor en door op de parochie-locatie hand en spandiensten te verrichten. Maar ook van parochianen wordt verwacht dat zij pastorale aandacht en zorg hebben voor elkaar. De samengevoegde parochie heeft alleen kans van slagen als er vitale kernen zijn die efficiĂŤnt samenwerken. Dat vraagt een helder pastoraal en financieel beleid dat voor ieder geldt en waaraan ter plaatse uitvoering gegeven wordt. Anders gezegd: we moeten bruggen slaan naar elkaar en elkaar helpen om onze opdracht zo goed mogelijk waar te maken. 4. a. St. Anthonis is 2 jaar geleden gefuseerd. Wat zijn de ervaringen t.a.v. pastoraal en t.a.v. financieel? b. Hebben jullie goede fusie voorbeelden? Het bisdom kent al een lange geschiedenis van fusies; er zijn parochies die nu al voor een tweede of derde keer in een samenvoegingstraject stappen (denk aan de grote steden). Parochies die al eerder samengingen zijn over het algemeen tevreden en hebben zelfs de ervaring opgedaan dat het na verloop van enkele jaren niet meer zo belangrijk is uit welke delen een samengevoegde parochie is samengesteld. Doordat men elkaar steeds beter leerde kennen en men elkaar vond in een gezamenlijke opdracht vervaagden grenzen. Natuurlijk ging er wel wat mis en van de daarbij opgedane ervaring wordt nu dankbaar geprofiteerd. De vrees dat alles op een hoop gegooid wordt is begrijpelijk, maar gaandeweg veranderde dat in een gevoel dat men veel gemeenschappelijk had. Pastoraal gezien profiteren parochies van de aanwezigheid van een pastoor of een pastoraal team, zodat er eucharistie gevierd en catechese gegeven kan blijven worden, zodat werkgroepen gezamenlijk sterker kunnen staan. Een gezamenlijk beleid betekent een vereenvoudiging van het werk en dat vraagt soms aanpassingen, die men liever achterwege had gelaten. Ook in financieel opzicht lukt het door efficiĂŤnter te werken tot besparingen te komen, maar financiĂŤle acties om de inkomsten te verhogen boeken een wisselend succes. =4=


Kortom, er zijn goede en slechte voorbeelden, waar wij van proberen te leren..

5. a. Zijn er parochies die na de fusie tevreden zijn? Alles wordt op een hoop gegooid! b. Zijn er al samengevoegde parochies die al enkele jaren draaien en ervaring hebben met de parochiebijdragen? Parochies die fuseren tot één nieuwe parochie houden één financiële administratie bij, waarin de inkomsten en uitgaven per voormalige parochie geregistreerd worden. Gelden die geschonken zijn voor een specifiek doel behouden hun bestemming en worden als zodanig vastgelegd. Daarnaast zijn er algemene kosten (bijvoorbeeld de personele kosten van de pastoor) die algemeen geregistreerd worden, omdat het ondoenlijk is deze om te slaan per voormalige parochie. Ook de parochiebijdragen worden per voormalige parochie bijgehouden; parochianen kunnen gebruik blijven maken van de vertrouwde rekeningen, waarop zij hun bijdrage overmaakten. De ervaring leert dat vlak na een samenvoeging er een dip optreedt, maar dat die in de loop der jaren goed gemaakt kan worden door grootschalig opgezette en aansprekende acties. 6. Is het juist dat in het huidige voorstel alle bezittingen worden overgedragen aan de nieuwe parochie? Dat is inderdaad juist. Omdat elke parochie zijn vermogen inbrengt komen we tot een gedeeld vermogen, ten voordele van ieder. De samenvoeging van parochies schept de voorwaarden om te komen tot een pastoraal en financieel gezonde parochie, die meer toekomstbestendig is. 7. a. Is het juist dat er met het parochiebestuur Linden andere afspraken zijn gemaakt? Als dat het geval is wilt u met ons delen? b. Is het mogelijk de, voorgestelde, fusie uit te stellen tot er meer duidelijkheid is over de situatie in de omliggende parochies? De beleidsnota van het bisdom “Groeien in geloof, geloven in groei” is gericht op de samenvoeging van de huidige parochies tot =5=


ongeveer 50 nieuwe parochies, die in 2015 gevormd moeten zijn. Het bisdom werkt bij het realiseren van de nieuwe parochies bij voorkeur samen met de betrokken parochies, maar zal de plannen ook doorzetten als deze medewerking er niet is. Dit betekent dat met de parochie Linden geen afspraken zijn gemaakt; zij heeft er in eerste instantie voor gekozen als toehoorder bij de besprekingen aanwezig te zijn en overweegt in hoeverre medewerking mogelijk is. Ook uitstel is dus eigenlijk geen optie. 8. Wanneer gaat de fusie van start? Indien mogelijk blijft het streven 1 januari 2013

=6=


Gebouwen 1. Waarom als parochiekerk de grootste en de duurste kerk? De vertegenwoordiging van de besturen (de stuurgroep) heeft op dit moment de Martinuskerk in Cuijk-centrum aangewezen als toekomstige parochiekerk, omdat dit de meest centraal gelegen kerk is. Dit is verder zonder diepgaande afwegingen gebeurd. Dit hoeft echter niet te betekenen dat er in de toekomst ooit andere beslissingen genomen moeten worden. 2. Welke Kerken worden gesloten? Het is nog te vroeg om hier zinnige uitspraken over te doen. Eerst moet er goed geĂŻnventariseerd worden en een advies worden opgesteld dat na overleg in de parochie aan de bisschop wordt voorgelegd. De bisschop neemt uiteindelijk een besluit en bepaalt de datum van sluiting. Maar het is zeker goed ruim van tevoren aan te geven dat een kerk gesloten wordt en dan ook te kijken naar een traject van pastorale integratie: willen of kunnen kosters, lectoren, werkgroepsleden, koorleden op de een af andere manier een andere plek actief blijven? En wat willen de vaste kerkgangers? Met al deze mensen moet dus overlegd worden over hun plek in de nieuwe parochie. 3. Waar hangt sluiting van de kerk vanaf? Afwegingen die van invloed kunnen zijn voor sluiting zijn o.a.: financiĂŤle situatie in de exploitatie van een kerk, mate van vitaliteit van de kerkgemeenschap, situering binnen de parochie, mogelijkheden en kansen tot herbestemming. Als er overal voldoende kerkbijdrage gegeven wordt en de kerken blijven vol, zal de mogelijkheid om kerken open te houden groter zijn. De parochie zal tot een weloverwogen advies tot kerksluiting willen komen aan de hand van vast te stellen criteria, waaronder ook de mogelijkheden tot herbestemming van een gebouw. Het tijdspad dat hiervoor nodig is, is nu moeilijk aan te geven. =7=


Het standpunt van het bisdom en de stuurgroep is overigens dat we waar mogelijk kerkgebouwen open moeten houden. Er dient echter zoals gezegd wel een gezonde pastorale en financiĂŤle basis aan ten grondslag te liggen. 4. Wat is het standpunt van het Bisdom wat betreft de gebouwen? Een kerkgebouw is niet zo maar een gebouw. De kerk is een teken van Gods aanwezigheid. Kerken worden niet zomaar gesloopt zoals de kranten doen vermoeden. Het Bisdom heeft voor het in stand houden van kerkgebouwen richtlijnen opgesteld waar aan voldaan moet worden. De mogelijkheden tot herbestemming zijn verruimd. Het gebouw kan bestemd worden voor een niet-kerkelijk en niet-onwaardig gebruik. Bij voorkeur zal uitgegaan worden van erfpacht; de grond blijft eigendom van de parochie. Bij herbestemming moet er een reĂŤle opbrengst zijn, want de nieuwe parochie zal verder moeten en heeft de middelen hard nodig voor de toekomst. Het bisdom werkt met het kerkbestuur samen om een waardige herbestemming mogelijk te maken, maar deze herbestemming zal zich in ieder geval zelf moeten kunnen financieren. 5. Heeft het bisdom inspraak in het hergebruik van de kerken? Het besluit tot het onttrekken van de kerk aan de eredienst ligt uiteindelijk bij de bisschop. Wat vervolgens met de kerk gebeurt hangt af van de ontwikkelingen, van de omstandigheden ter plekke en van de mogelijkheden die zich aanbieden. Het parochiebestuur zal in overleg met het bisdom tot een goed mogelijke afweging proberen te komen. Het vaststellen van de herbestemming is een verantwoordelijkheid van het parochiebestuur, die hierbij wel gehouden is aan richtlijnen van het bisdom, m.n. een waardig en niet-kerkelijk gebruik.

=8=


6. Is het juist dat, na onttrekking van een kerk aan de eredienst, de nieuwe parochie geen onderhoud meer pleegt aan het betreffende kerkgebouw? Het is de bedoeling, dat kerken die aan de eredienst onttrokken worden een waardige herbestemming krijgen, ofwel gesloopt worden om herontwikkeling mogelijk te maken. Herbestemming betekent dat de huidige eigenaar, de parochie, het kerkgebouw via erfpacht of eventueel verkoop zal overdragen aan een andere partij die er een nieuwe functie aan geeft: het gebouw zal op een andere wijze gebruikt gaan worden. Afhankelijk van het af te sluiten contract zal die partij dan ook zorg dragen voor het onderhoud.

7. a. Wordt er ook gedacht aan kleine locaties (kinderkapel, de gewone huiskamers)? En een stille religieuze plek in ieder dorp b. Ent men het Bijbelse begrip Huisgemeente. Gl. De brieven: “En zij kwamen bijeen in een huis”. Het onttrekken van een kerk aan de eredienst betekent niet dat daarmee het samenkomen van de gemeenschap in de dorpen verdwijnt. Het is juist een zoeken naar mogelijkheden die passen bij de situatie. De aanwezigheid van een gebedskapel en het samenkomen in kleinere ruimtes of huiskamers hoort daarbij zeker tot de mogelijkheden. De hulpbisschop van Roermond, Mgr. De Jong spreekt hierbij veel over “Small Christian Communities”. 8. Hoe kunnen we voorkomen dat de kerk in ons dorp gesloten wordt? Kerken worden gesloten als het pastorale en het financiële draagvlak ontbreekt. Dat kan voorkomen worden door: - te zorgen dat de kerk weer vol zit met parochianen. - door jonge mensen te betrekken bij het parochiegebeuren. - te zorgen voor een structureel hogere kerkbijdrage. Om een gezonde financiële parochie te bewerkstelligen is het nodig dat meer gezinnen gaan bijdragen en dat per gezin de bijdrage ten =9=


minste verdubbeld wordt ten opzichte van wat nu bijgedragen wordt. - te zorgen voor een kostendekkende exploitatie (er moeten zwarte cijfers geschreven worden!) en voor een evenwichtige kostenstructuur; voor dit laatste geeft het Bisdom als norm dat 40% van de financiĂŤle middelen gebruikt mag worden voor gebouwen (inclusief een meerjarenplanning groot onderhoud), 35% voor personeel en 25% voor overige kosten. De pastoor, het bestuur, het pastorale team of de pastoraatsgroep kunnen dit alles niet alleen. We zullen het met elkaar moeten waar maken en daarbij terug moeten naar de bron: het verhaal van Jezus van Nazareth is waar het om gaat. 9. Kunnen we het kerkgebouw tussentijds ook gebruiken voor andere doeleinden? Verzorgingshuizen worden ook te duur. Men zoekt ook daar naar andere mogelijkheden. De kerk is een sacrale ruimte, aan God toegewijd en bestemd voor de viering van de liturgie. Een concert b.v. is onder voorwaarden mogelijk. Er zal wel steeds een afweging gemaakt moeten worden tussen de baten en de lasten om te voorkomen dat de parochie er bij inschiet. Alleen al de verwarmings- en energiekosten wegen vaak niet op tegen de baten van een andersoortige activiteit. Zodra de kerk aan de eredienst onttrokken is, kan het gebouw voor andere doeleinden gebruikt worden. Door het kerkgebouw na onttrekking aan de eredienst te verpachten wordt bijvoorbeeld wel ingestaan voor het behoud van het aanzicht. 10. Zijn er kerken die afgebroken worden? Soms worden er kerken geheel of gedeeltelijk afgebroken of op een andere manier opgenomen in het stads of dorpsbeeld. Er zijn voorbeelden van kerken waarin b.v. appartementen, gezondheidscentra, e.d. gerealiseerd zijn.

= 10 =


11. Hoe dan met het kerkhof na een eventuele kerksluiting? Staat dit buiten de kerk? Sluiting van de parochiekerkhoven is niet aan de orde. Een begrafenis op het kerkhof in het eigen dorp blijft mogelijk. Het onttrekken van een kerk aan de eredienst staat los van het open houden of sluiten van kerkhoven. Voor kerkhoven is o.a. de Wet op de lijkbezorging van toepassing, waaraan een parochiebestuur zich dient te houden. Mocht een kerkhof, om welke reden ook, gesloten worden, dan blijven bestaande rechten gelden en kan er niet zo maar geruimd worden. Ook daar blijft de Wet op de lijkbezorging van toepassing. Parochianen van de nieuwe parochie krijgen daarnaast dus een ruimere keus, omdat de parochie over meerdere kerkhoven beschikt. Rekening houdend met geldende beperkingen kunnen parochianen die nu in Cuijk wonen dan bijvoorbeeld in Vianen begraven worden of omgekeerd.

12. Kerk Beers staat op de monumentenlijst. Wat zijn de risico’s na eventuele sluiting? Na het onttrekken van een kerkgebouw aan de eredienst en het verkopen of verpachten aan een andere partij, blijft voor de nieuwe eigenaar of pachter de Regelingen voor Rijksmonumenten van toepassing. Dat heeft voordelen (zoals subsidiemogelijkheden) en nadelen (beperkingen om met het gebouw alles te doen). 13. Waarom spreekt u niet over consequenties na sluiting en de mogelijkheden van andere functies? Op dit moment kan, zoals al eerder geschreven, er nog niets zinnigs gezegd worden over het onttrekken van kerkgebouwen aan de eredienst. Consequenties bij onttrekking zullen voor ieder gebouw verschillend zijn, alsook de mogelijkheden tot andere functies. Hierover zal het kerkbestuur in goed overleg met de parochie en het bisdom tot besluiten moeten komen.

= 11 =


14. Van wie en aan wie horen de kerkgebouwen? Het kerkgebouw is eigendom van de parochie. Bij verkoop komen de gelden ten goede van de parochie. De pastoor en het kerkbestuur kunnen echter niet vrijelijk besluiten met betrekking tot haar vermogen of vastgoed; de handelingsbevoegdheid van het kerkbestuur wordt beperkt in die zin dat het kerkbestuur voor de daarin genoemde rechtshandelingen de voorafgaande schriftelijke machtiging van de bisschop nodig heeft. 15. Wordt een kerk in goed onderhouden staat eerder behouden? Je kunt het ook andersom stellen: een goed onderhouden kerkgebouw kun je beter verkopen, maar dit is niet de essentie. Uitgangspunt is, dat de opbouw van de christelijke geloofsgemeenschap centraal staat. Daarbij moet je je afvragen welke kerken dienstbaar zijn aan deze opbouw en pastoraal gezien over tien jaar echt nodig zijn? Zijn er op dit moment al mogelijkheden om een kerk een andere bestemming te geven, bijv. bij het her-ontwikkelen van dorpskernen of moet een kerk om een of andere bijzondere reden juist openblijven? Kerksluiting gebeurt in overleg met elkaar. Het nieuwe parochiebestuur is verantwoordelijk voor een goed financieel en pastoraal plaatje. Er komt één bestuur voor de gehele nieuwe parochie. De huidige besturen treden af en er wordt op kwaliteit één nieuw bestuur gevormd.

= 12 =


Financiën 1. Hoe kan het als alle kerken open blijven dat er dan bezuinigd kan worden? Het is de intentie om er aan te werken dat alle kerkgebouwen open kunnen blijven. Echter als de financiële en pastorale trend zich doorzet, zal dit betekenen dat we beslissingen moeten nemen om met minder uitgaven toch de kerken in stand te houden. De regio Grave heeft bijvoorbeeld besloten om in een aantal kerken in de winter geen verwarming te laten branden, waarmee een forse kostenpost wordt beperkt. Een voorstel van iemand uit de zaal is om scheidingswanden te plaatsen om de ruimte te verkleinen zodat de mensen die nog wel komen toch behaaglijk en sfeervol de dienst kunnen bijwonen. Zo zijn er wellicht nog meer mogelijkheden te bedenken. 2. Kunt u bij 40% van de inkomsten de kerken in stand houden? Het criterium van 40% is vastgesteld om er voor te zorgen dat je als parochie naast geld voor gebouwen geld overhoudt voor personeel en pastorale activiteiten. Als je dat criterium loslaat wil het zeggen dat je steeds minder kunt besteden aan personeel en pastorale activiteiten en je personeel moet ontslaan. En pastoraat is toch de ‘core business’ van een parochie. Wanneer blijkt dat meer geld nodig is dan waar de 40%-norm in voorziet, zullen we ons moeten beraden op de vraag of alle gebouwen nog te handhaven zijn. 3. In het begin zag men in de grafiek met verloop van 2011 tot 2020 betreffende het verloop van vermogen. Dit is natte-vinger-werk en werkt m.i.z. als bangmakerij. De grafiek is gebaseerd op jaarcijfers van alle parochies in ons bisdom en liet zien dat bij ongewijzigd beleid ons vermogen in omvang steeds verder krimpt. Aan ons de uitdaging om maatregelen te treffen om de dalende lijn om te buigen naar – op zijn minst – een horizontale maar bij voorkeur een stijgende lijn. = 13 =


4. Gezegd werd dat je geen financiële middelen moet uitgeven aan stenen maar aan mensen. Wat wordt daarmee bedoeld? Momenteel geven we veel geld uit aan het onderhoud van gebouwen. Het is echter niet onze taak om gebouwen, laat staan monumenten, in stand te houden, maar om een be-geest-erde geloofsgemeenschap op te bouwen, waarin mensen zich thuis voelen en graag bij willen horen. Dan moet er wel voldoende geld zijn voor liturgische, catechetische en diaconale activiteiten ten behoeve van deze mensen. Vandaar dat het Bisdom als beleid aan parochies voorhoudt om van de geldmiddelen 40% aan onderhoud, 35% aan personeel en 25% aan pastoraat te besteden. 5. Kan het bisdom beslissen over de gelden van de afzonderlijke parochies? Gelden behoren tot de parochie. Ook bij verkoop, verpachten of verhuren van kerkgebouwen en gebouwen of gronden komen de inkomsten hiervan ten goede aan de parochie. De besturen hebben voor bepaalde contracten en uitgaven wel toestemming van het bisdom nodig, zoals nu ook al gebruikelijk is. Bestaande legaten en stipendia zullen volgens de gemaakte afspraken gebruikt worden voor het doel waarvoor zij gegeven zijn. 6. Hoe gegarandeerd is het dat het positief saldo van ons kerkdorp voor deze kerk beschikbaar blijft? Met de oprichting van de Nieuwe Parochie komt er één financiële administratie waarin elk kerkdorp zijn baten én lasten inbrengt en waaruit algemene kosten betaald worden zoals salaris- en onderhoudskosten, kosten voor eredienst, communicatie en administratie. Gelden die in de oude parochie door parochianen voor een specifiek doel waren geschonken worden geoormerkt, d.w.z. dat zij alleen voor deze bestemming mogen worden uitgegeven. Bestaande legaten en stipendia zullen volgens de gemaakte afspraken gebruikt worden voor het doel waarvoor zij gegeven zijn Binnen de financiële administratie zullen een aantal posten = 14 =


specifiek bestemd worden voor bijvoorbeeld verplichte reservering van gelden voor de kerkgebouwen. Die gelden kunnen alleen besteed worden aan het onderhoud van het kerkgebouw. Bij een onttrekking van het gebouw aan de eredienst zal het bestuur moeten beslissen wat er met de eventuele positieve saldi gebeurt. Daarentegen kan het vastleggen van gelden ook betekenen dat er minder mogelijkheden zijn. Dan kun je als parochie reserves hebben, maar zijn er geen financiële mogelijkheden meer om pastorale activiteiten te betalen. Daarin zal een goed evenwicht moeten ontstaan. 7. Krijgen wij nog iets terug van onze kerkbijdrage? De kerkbijdrage is een gift of ‘contributie’ aan de parochie voor pastorale activiteiten en onderhoud kerkgebouwen. Van uw kerkbijdrage ziet u van alles terug in de parochie en rondom iedere toren: de zorg en dienstverlening van de pastoor, goed verzorgde liturgie; koren die muziekpartituren kunnen aanschaffen en werkgroepen die gebruik kunnen maken van projecten. Dit en veel meer wordt betaald van de kerkbijdragen. Het is de intentie om ook bij de afwezigheid van een kerkgebouw activiteiten in iedere geloofsgemeenschap doorgang te laten blijven vinden. Ook daarvoor zullen kosten gemaakt worden, die net als nu uit de inkomsten van de kerkbijdrage betaald zullen moeten worden.

8. Mensen geven nu hun geldelijke bijdragen aan hun eigen parochie, gaat het geen problemen geven als zij moeten bijdragen aan een nieuwe parochie? De nieuwe parochie heeft alleen kans van slagen als mensen haar niet als iets vreemds maar als hun eigen parochie gaan ervaren, waar zij zich thuis voelen en waar zij bij betrokken willen blijven. Samen één parochie zijn betekent niet meer denken in de grenzen van dorp en/of stad. Dit betekent niet dat plaatselijke gemeenschappen hun eigenheid moeten verliezen. Echte eenheid en samenwerking veronderstellen juist dat er verscheidenheid is. = 15 =


De kracht van de nieuwe parochie zal erin bestaan dat verscheiden gemeenschappen elk hun bijdrage leveren om samen alle opdrachten van de nieuwe parochie waar te maken Dat vraagt de bereidheid om over de schutting heen te kijken. Dan zullen we meer gelijkgestemden ontmoeten en samen kunnen zoeken naar begaanbare wegen. Samen zullen zij ook de benodigde middelen daarvoor bijeenbrengen. Uitgangspunt is dat de kerkbijdrage bestemd is voor de nieuwe Parochie en besteedt wordt aan ons allen; het idee dat de inzet van ‘onze nieuwe parochie’ ten goede komt aan elke voormalige parochie vraagt een gewenningsproces, waar we langzaam maar zeker zullen groeien. Samenwerking en gedeelde krachten en kosten kan ook tot een verrijking leiden, zoals bijvoorbeeld peuter- en kleutervieringen nu op verschillende plaatsen gevierd worden, waar dit voorheen niet gebeurde.

9. Wat gebeurt er met de gelden die gereserveerd zijn voor onderhoud kerken? Die blijven in de financiĂŤle overzichten gereserveerd staan en zullen t.z.t. met toestemming van het bisdom gebruikt worden voor de bedoelde kerk; als er m.b.t. de kerk andere besluiten genomen zijn, zal het kerkbestuur een aangepaste bestemming kiezen. 10. Hoe om te gaan met salarissen van organisten en dirigenten? Bij een organist of dirigent in loondienst blijven de bestaande afspraken gelden. Het is aan het nieuwe bestuur om andere afspraken te maken en beleid te ontwikkelen. Hierover is nog niets te zeggen, omdat op dit moment er te weinig inzicht is in overeenkomsten of verschillen tussen binnen de bestaande afspraken.

= 16 =


Pastoor 1. Gezegd werd dat de pastor weer moet toekomen aan zijn taken. Is dat nu dan niet? Waar zit het verschil met nu? Op dit moment worden de meeste vergaderingen veelvoudig gevoerd in iedere huidige parochie met ieder bestuur of werkgroep afzonderlijk. Voor de pastoor betekent dit dat hij bij vergaderingen steeds opnieuw dezelfde zaken ziet passeren of dat hij rond eenzelfde onderwerp zich steeds opnieuw moet voorbereiden, rekening houdend met net iets andere omstandigheden. In eerste gezamenlijke overleggen tussen dezelfde werkgroepen van verschillende huidige parochies blijkt dat veel zaken gezamenlijk afgestemd en georganiseerd kunnen worden. De tijds- en investeringsbesparing die daarmee ontstaat komt ten goede aan nieuwe pastorale activiteiten en pastorale contacten. Met bundeling van krachten is meer te bereiken. 2. Krijgt de pastoor hulp van andere priesters en/of diaken? Op dit moment worden de priester-assistenten van de parochies waar pastoor Lamers werkzaam is betrokken als pastoraal team. Daarnaast is de bedoeling om een pastoraatsgroep in het leven te roepen voor de Nieuwe Parochie, die de werkgroepen en het pastoraal team ondersteunt in het ontwikkelen en uitvoeren van goed pastoraal beleid. Het is ook belangrijk dat mensen daarbij gevraagd worden voor medewerking in werkgroepen. 3. Wie staat er boven de Pastoor? Waaraan moet hij verantwoording afleggen? Het lijkt me niet mogelijk voor elke pastoor deze zware taak die hij krijgt goed uit te voeren. Ze zijn daarvoor ook niet opgeleid Voor bestuurlijke aangelegenheden is het bestuur waarvan de pastoor deel uit maakt gezamenlijk verantwoordelijk. Zij zijn (beheersmatige en financiĂŤle) verantwoording schuldig aan de = 17 =


bisschop. Voor de uitvoering van het pastoraal beleid is de pastoor gezamenlijk met het pastoraal team en de pastoraatsgroep verantwoordelijk. Daarvoor is de pastoor als eindverantwoordelijke verantwoording schuldig aan de bisschop. Het bestuur kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de pastoor over het pastorale beleid. Personen zijn, net als in het maatschappelijk leven, soms meer of minder geschikt voor bepaalde functies en posities binnen de kerkelijke organisatie en zijn hiervoor soms minder of beter opgeleid. Derhalve is de ondersteuning van goede bestuursleden ook van belang. 4. Het is de taak van een pastoor dat hij het woord van Jezus vertelt op een manier die de ‘gelovigen’ aanspreekt. Meer verwachten wij niet van hem; dit is een mooie taak en dat kan mensen bij elkaar brengen. In hoge mate lijkt het pastoraat een kwestie van organisatie, van werving van nieuwe krachten en van uitvoeren van taken. Dat is het ook allemaal. Toch wordt dit alles gedragen door de allereerste zorg in het pastoraat: het heil der zielen. Opdat zij gezond zijn in het geloof. Kern van het pastoraat is: zorg voor een gezonde, menselijke betrokkenheid op God. Dat vraagt van het parochiële leven dat er tijd en ruimte is voor bezinning rond de Schrift, aandacht voor spiritualiteit en meditatie, dat we een biddende gemeenschap zijn die zich op God oriënteert en zich door God laat gezeggen. Onze gezamenlijke betrokkenheid op God is de kern van het kerk zijn. De eerste taak van de pastoor is zorg dragen voor een goed pastoraat met alles wat daarbij hoort, maar daarnaast is hij ook bestuurlijk mee verantwoordelijk.

= 18 =


Pastoraat en liturgie 1. We hebben het steeds over gebouwen, hoe kunnen we de gemeenschap inspireren dat de Boodschap vertaald kan worden naar deze tijd, hoe wil je daar vorm aan geven? Het samenvoegen van parochies tot een nieuwe parochie staat niet op zichzelf, maar is bedoeld om goede voorwaarden te scheppen die levensvatbare geloofscentra mogelijk maken. Ook de vraag naar het in stand houden van kerkgebouwen staat in het kader van het in stand houden van een christelijke geloofsgemeenschap. Om daaraan te werken reikt het bisdom aan de parochies vier pastorale speerpunten aan: a. huwelijk en gezin; b. jeugd- en jongeren; c. kerk en samenleving en d. roeping en vorming. Op elk van deze terreinen wordt geprobeerd om gefaseerd in de tijd actie te ondernemen. Niet alles kan tegelijk. We zijn b.v. al bezig in de gezamenlijke parochies met peuters kleuters en jongeren groepen met behulp van ouders, dat gaat uitstekend. Zo willen we stap voor stap nieuwe initiatieven ontwikkelen om het Goede verhaal door te vertellen aan jong en oud. 2. Voelen mensen in kleine parochies niet meer verantwoordelijk voor elkaar? In elke parochie zijn er verschillende vormen van betrokkenheid en verantwoordelijkheid aanwezig. Dat willen we rondom iedere toren in stand proberen te houden en te versterken. Het goede is dat we gebruik kunnen maken van elkaar kwaliteiten en krachten. Maar het is ook goed wat los te komen van onder de eigen kerktoren, elkaar te leren kennen en elkaar de hand te reiken. Een leven volgens het evangelie is immers een leven van delen en solidariteit. Samenvoeging tot ĂŠĂŠn nieuwe parochie is niet louter een kwestie van schaalvergroting, maar is een weg van vereenvoudiging om beter met onze hoofdopdracht bezig te kunnen zijn, nl. het christelijk leven een nieuwe vitaliteit geven.

= 19 =


3. Gaat de liturgie veranderen? Liturgie bestaat in vele vormen en wijzen. Elke vorm van liturgie heeft zijn ruimte en beperkingen. Binnen die marges kunnen we liturgie vieren. 4. Houden wij een viering op zaterdag en zondag? We streven met regelmaat naar een eucharistieviering in elke kerk die open blijft en dit bij voorkeur in elk weekend. Of dit elk weekend of 2 vieringen in het weekend is, is afhankelijk van de pastorale noodzaak en mogelijkheden. Beter “goed” vieren met een goed bezette kerk, verzorgde liturgie en gemeenschapsactiviteiten, dan “veel” vieren. 5. De kerk gaat te weinig met de kerk mee, wordt er vanuit hogerhand niet te veel gestuurd? b.v. de richtlijnen voor liturgie en het Vormsel zijn de laatste jaren aangescherpt Er is een afstand gegroeid tussen geloven en kerkelijke betrokkenheid. Waar dit vroeger een vanzelfsprekende eenheid vormde, is dit nu uit elkaar gegroeid. Kerken hebben last van een stoffig of oubollig imago. Daarnaast is sprake van een in toenemende mate ontbreken van kennis aangaande het christelijk geloof en een verlies aan geloofstaalvaardigheid. De kerk probeert duidelijkheid te scheppen door een heldere boodschap uit te dragen en duidelijker aan te geven wat de kaders zijn. Omdat de liturgie eenheid uitdrukt en die bewerkt, kan er niet willekeurig met alle vormen van liturgie omgesprongen worden, maar wordt herinnerd aan diocesane of wereldwijde regelgeving. Centraal staat dat wij samen de levende stenen van de kerk vormen: in de eucharistie vieren wij de band met Christus en met elkaar. Dit samenkomen moet voldoen aan een aantal kenmerken zoals die in de kerkelijke richtlijnen staan aangegeven. Zij zetten zo een lange traditie voort; traditie niet in zin van een ‘gestold’ verleden, maar van een dynamische boodschap, die steeds nieuw vorm gegeven wordt. En kerkelijke = 20 =


tradities geef je niet zomaar op! De regels zijn niet aangescherpt, zij worden helderder gepresenteerd. Goed omgaan met de regelgeving maakt ook duidelijk dat er veel speelruimte is; die kunnen we samen zoeken en benutten. Daarnaast zijn er andere vormen van liturgie mogelijk, waar meer ruimte is voor eigen invullingen en mogelijkheden. 6. U stelt: we werken aan een nieuwe levensvatbare kerk. M.i.z. bereikt u dat niet als de kerk niet met z’n tijd meegaat, raadpleeg jongeren! Het volgen van de spiritualiteit van Jezus is het belangrijkste. Dat kan in allerlei vormen gebeuren. De vorm daarvan bij uitstek is de Eucharistie en dat is een gegeven voor de hele wereldkerk. Om Jezus te volgen en rond Hem een geloofsgemeenschap te vormen is enige organisatievorm onontbeerlijk. Zoals bij elke organisatie valt ook de kerkorganisatie best wel wat aan te merken. Maar het gaat niet om de organisatie; dat is slechts een middel. Wat betreft jongerenpastoraat wordt in overleg met tieners, jongeren, ouders en werkgroepen gewerkt met een eigentijds catechetische programma, dat aansluit bij de leefwereld van de leeftijdscategorie. 7. Wat is de plaats van de goed geschoolde en bijgeschoolde leek? Ook in vieringen en Eucharistie en Woord- en Communiediensten De kerk kent een bijzondere plaats en verantwoordelijkheid toe aan alle gelovigen. Het Tweede Vaticaans Concilie noemt dit het “algemeen priesterschap”. Daarbinnen zijn aangewezen personen die een bijzondere functie vervullen door aanstelling of wijding: parochie assistent(e), pastoraal werk(st)er, catecheet, diaken, priester en bisschop. Gezamenlijk kunnen zij werken aan de opbouw van geloofsgemeenschap. Ieder op zijn/haar eigen manier met zijn/haar eigen (on)mogelijkheden. Voorgaan in de Eucharistie kan alleen degene die de = 21 =


priesterwijding heeft ontvangen. Voor en woord- en communiedienst geldt dat deze de eucharistieviering niet kunnen vervangen. Parochianen komen als christenen bij uitstek samen in de Eucharistie. Het Tweede Vaticaans Concilie noemde de Eucharistie niet voor niets “bron en hoogtepunt van het kerkelijke leven�. Voor de opbouw van onze kerkgemeenschap naar de toekomst toe is dit een cruciaal gegeven om aan te werken. De zondagse Eucharistie toont hoezeer de Kerk er zich van bewust is dat ze haar bestaan en haar kracht niet uit zichzelf haalt, maar van elders: uit God. In de eucharistie is het immers Christus zelf die de Kerk opbouwt. 8. Hoe gaat het met de catechese van de kinderen Door veel bestaande en nieuwe werkgroepen wordt op enthousiaste wijze gewerkt aan de catechese van kinderen. Daar komen mooie resultaten uit naar voren. Wat niet betekent dat we stil blijven zitten. Door samen te werken, krachten te bundelen en nieuwe mensen te betrekken willen we graag nog meer initiatieven ontwikkelen. 9. Wat gaat er met de koren gebeuren? De koren blijven voor zover mogelijk hun eigenheid behouden; in de nieuwe parochie zal met de koren gesproken worden over het liturgisch rooster, over hun rol in de liturgie en het daarbij passende repertoire; ook zal in goed overleg met de koren een financieel kader worden ontworpen dat voor alle koren zal gelden. Daarnaast zal er naar gestreefd worden om ook gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen en daar waar nodig elkaar te ondersteunen, dit onder andere bij begrafenissen, bijzondere vieringen e.d.. 10. Hoe ziet u de oplossing met de jeugd? Het is van groot belang een goed contact met de jeugd op te bouwen vanaf de voorbereiding van de eerste communie, op weg naar het vormsel en daarna. = 22 =


Het is van belang met jeugd activiteiten te gaan ontplooien en hen in contact met de het geloof en de kerk te brengen en hen te betrekken bij de vormgeving van vieringen die speciaal op hen gericht zijn. Momenteel zijn we o.a. bezig met houden van peuter/kleutervieringen. Dit moet langzaam groeien. Er zijn al enthousiaste ouders die hier naar toekomen met hun gezin. Ook brengen zij vaak opa’s en oma’s mee. Wij als ouders moeten de jongeren blijven stimuleren. 20 oktober wordt er in de Martinus een musical voor de kinderen opgevoerd. Voor de oudere jongeren wordt ook gekeken hoe men die kan bereiken door het opzetten van een Tienergroep die door Jongeren wordt begeleid. Er is veel mogelijk in onze parochiegemeenschap. De kunst zou moeten zijn om hier een gericht programma voor op te stellen. Daarbij zijn ideeën en medewerking van vrijwilligers en andere betrokkenen onmisbaar en van harte welkom. 11. Hoe kunnen we de jongeren er meer bij betrekken? Jeugd en jongeren komen om meerdere redenen niet meer in de kerk. Zij voelen er zich niet thuis of niet serieus genomen en zij treffen er geen leeftijdsgenoten. Veel jongeren ervaren dat voor hun vragen geen plaats is of hebben twijfels over de juistheid van christelijke overtuigingen en over de waarachtigheid van hoe christenen hun leven vorm geven. Waar zij vooral behoefte aan hebben is een kerkgemeenschap die een duidelijke identiteit en een aanstekelijke vitaliteit uitstraalt. Dit roept inderdaad de vraag op wat wij als kerkgemeenschap aan jeugd en jongeren te bieden hebben? Hoe helpen wij ouders, die thuis met hun kinderen hun geloof willen beleven? Wij kunnen er voor zorgen dat jeugd en jongeren zich bij ons thuis voelen en aangesproken weten door niet de grenzen alsmaar op te rekken en alles goed te vinden, maar door op hun vragen een serieus geloofsantwoord te geven vanuit een doorleefd geloof. Dat stelt ons voor de uitdaging om ook aan onszelf en ons geloofsleven te werken. = 23 =


12. Hoe denkt u over jeugdmissen met daarbij horende muziek? Er is veel mogelijk mits in goed overleg. 13. Vieren zonder priester heet toch ook liturgie vieren? Ja. Er zijn heel wat omschrijvingen en definities te geven van wat we onder 'liturgie' zouden kunnen verstaan. Algemeen gesproken kunnen we onder liturgie verstaan al die bijeenkomsten in onze parochie, die tot doel hebben om in bezinning en gebed, in woord of handeling, de verbondenheid met God en met elkaar uit te drukken. Het is een traditie zo oud als de kerk om op zondag samen te komen om te vieren. Dit vieren bestaat uit (1) het bijeenkomen (2) rond het woord van de Schrift en (3) om de maaltijd met de Heer te vieren. De verschillende vormen van liturgie hebben een zelfde grondpatroon of grondstructuur: het woord van God naar mensen door lezing uit de H. Schrift; de overweging en het antwoord van mensen naar God door gebed, zang, gebaar, belijdenis of getuigenis. Liturgie is dus een actief gebeuren, waarin God en gemeenschap handelend optreden. Uitgangspunt is de geloofsgemeenschap die viert. Dit wordt zichtbaar in de verschillende rollen of functies, die mensen in de liturgie vervullen. Voor allen die in de viering een actief aandeel nemen geldt, dat zij een bijdrage willen leveren aan de gemeenschap die voor de viering bijeen is. Dit geldt voor de voorganger, voor de lector en de koster, en voor het koor. Hier is een belangeloos samenspel nodig, dat op zichzelf een hele kunst is. Het vieren van liturgie moet dan ook met zorg en aandacht plaats vinden, maar ook in overeenstemming met de richtlijnen van de kerk. Het zal duidelijk zijn dat de rol van voorgaan in de liturgie dan ook niet zo maar eenieder past.

14. Wat gebeurt er met de woord- en communie diensten? Het beleid vanuit het bisdom is hierover helder. Woord- en communiediensten zijn bedoeld voor noodgevallen en moeten niet structureel worden ingezet. Ze dienen niet nevenschikkend = 24 =


te worden aangeboden wanneer er in een weekend al een Eucharistieviering in de parochie plaatsvindt. Op plaatsen waar het nog niet mogelijk is om een Eucharistieviering in de omgeving te bezoeken, vraagt het bisdom omwille van de helderheid te kiezen voor een viering van woord en gebed, waarin de uitreiking van de H. Communie achterwege blijft. 15. In Vianen is een goede gemeenschap, zorg voor elkaar. Hoe kan het dan dat Jezus verdwenen is? We staan inderdaad voor de uitdaging om te kijken hoe we de aandacht weer kunnen richten op Jezus. Door te zoeken naar eigentijdse vormen en aansprekende mogelijkheden om het Goede Verhaal in catechese, diaconie en liturgie onder de aandacht te brengen. Met de oprichting van de nieuwe parochie bundelen we onze krachten om zo een inspirerende geloofsgemeenschap te vormen. 16. Hoe werkt het met een overlijden, hebben de nabestaande keus waar de uitvaartdienst zal plaats vinden? De werkwijze bij een uitvaart zal blijven zo als het nu gaat. Men kan nu ook kiezen waar men de uitvaartdienst wil hebben, omdat de nieuwe parochie zal beschikken over meer dan een kerkgebouw. 17. Hoe gaat het met de vieringen en diensten in de parochies? Daar wordt nog over nagedacht. Vast staat dat in ieder geval in de parochiekerk alle liturgische feesten worden gevierd en de dagelijkse vieringen worden gehouden. 18. Hoe denkt u de mensen die nu nog in de Lambertuskerk in Beers naar de eucharistievieringen gaan naar Cuijk te verplaatsen? Met taxibusjes? Een goed voorbeeld hierbij zijn onze protestantse broeders en zusters. Zij kennen als protestantse gemeente een veel groter gebied dan onze nieuwe parochie met maar ĂŠĂŠn = 25 =


kerkgelegenheid. Zij hebben voor mensen die graag de zondagse viering bezoeken een “ophaaldienst�. Zoals nu ook al parochianen tussen kerken wisselen, kunnen we ook elkaar daarin helpen en ondersteunen. Ook dat is gemeenschap vormen.

= 26 =


Overig 1. Wat gebeurt er verder met het dekenaal centrum en de S.O.L. identiteitsbegeleiders? Het dekenaal centrum bestaat al verschillende jaren niet meer, door de herindeling van de dekenaten. De Stichting SOL heeft zichzelf in de huidige vorm opgeheven en gaan in een andere vorm verder.

2. Wat zijn er voor mogelijkheden om goed te kunnen communiceren buiten het parochieblad? Als nieuwe parochie moeten we proberen gebruik te maken van de veelheid van media. Denk hierbij aan: website, facebook, whats-app, regionale en plaatselijke nieuwsbladen, parochiebladen, nieuwsbrieven (digitaal of gedrukt), enz. 3. Is het mogelijk om een wekelijks artikel te schrijven in het Cuijks Weekblad? Is een positief idee, nu worden niet alle artikelen die ingestuurd worden geplaatst. Maar ook daar zijn kosten aan verbonden!

4. Waarom is er niet eerder een bijeenkomst belegd om de ‘gelovigen’ op te roepen over de boodschap van Jezus en om na te denken over de financiële zorgen van de bisschop? Opmerking: Als Jezus hier bij was, zou Hij zeggen: Waar zijn jullie mee bezig! Zijn boodschap gaat nooit over financiën. Door de besturen is reeds een langere tijd via de parochiebladen gecommuniceerd over het gaande proces. Gekozen is om op dit moment in gesprek te gaan. Bij de stuurgroep zijn voor die tijd geen andere signalen binnengekomen.

= 27 =


5. Kerk open en voor iedereen. Hoe verklaart u dan dat er toch onderscheid gemaakt wordt tussen groepen van mensen denk aan homo’s en anders denkende etc.? Iedereen is welkom: homo’s en andersdenkenden, mits hun gedragingen geen aanstoot geven tot en in strijd zijn met de moraal van de kerk. De moraal van de kerk is hoog, de praktijk dient barmhartig te zijn. 6. Horen wij bij deken St. Anthonis? Onze parochies behoren tot het nieuw gevormde dekenaat Boxmeer-Cuijk-Gemert onder leiding van deken R.Kerssemakers. De deken heeft vooral een taak als pastor pastorum (zorg voor priesters in zijn dekenaat) en heeft een bemiddelende functie tussen bisdom en parochie. De parochies hebben een eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.

= 28 =


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.