KRIMP EN DE ZOEKTOCHT NAAR NIEUWE VERDIENMODELLEN
Veenhuizen, 17 maart 2016
Burgerbegroting: 3 x beter
Inzicht in kosten
Power to the people! Joop Hofman leek de revolutie te prediken in de koepelkerk van Veenhuizen. De socioloog vertelt over een nieuw fenomeen dat zich als een olievlek over de wereld verspreidt: de BurgerBegroting. Het zorgt 1) voor een vitalisering van de lokale democratie, 2) een betere dienstverlening en infrastructuur en 3) activeert duizenden burgers!
In Nederland zijn we nog niet zo bekend met de Burgerbegroting. Breda gaat er dit jaar mee beginnen. Actieve inwoners hebben daar bewonerskaarten ontwikkeld waarop men heel duidelijk inzichtelijk krijgt wat bijvoorbeeld het aanleggen van een voetbalveldje kost, het plaatsen van een verkeersbord, het bestraten van een weg, enzovoort. Het opent de ogen van burgers en leidt tot meer bewuste keuzes.
Door Eduard van den Hoff
Een Burgerbegroting is niet hetzelfde als een bewonersbudget, waarbij budgetten ingezet worden op basis van bewonersprioriteiten en –initiatieven. Het is ook geen bewonersaankoop, zo legt Hofman uit, waarbij diensten worden aanbesteed via bewonersorganisaties. Een burgerbegroting onderscheidt zich doordat een deel van de stadsbegroting wordt ingericht op basis van bewonersprioriteiten. Hoe dat werkt? In Porto Alegre (BRZ) bijvoorbeeld komen duizenden burgers elk jaar samen in een voetbalstadion om te overleggen en te onderhandelen. Uiteindelijk stellen ze samen een begroting op. Vernieuwen van lokale democratie De voordelen van een burgerbegroting in een niet van corruptie gespeend land als Brazilië, is dat het verdelen van het gemeenschapsgeld heel transparant gebeurt en dat diensten eerlijker verdeeld worden. In Afrika leidt het tot een ‘empowerment van de gemeenschap’, zoals Hofman het noemt. Ook voor Westerse landen is de burgerbegroting een bruikbaar instrument. Het kan helpen de overheid te moderniseren en de lokale democratie te vernieuwen.
Duizenden burgers komen samen om te overleggen en te onderhandelen
Kwaliteit stijgt Gemeente Oldebroek stelde haar dorpen al in 2014 voor de keuze om vraagstukken rondom beheer van openbare ruimten voortaan zelf op te lossen. Dorpsbelangen van Oosterwolde nam de uitdaging aan en ging in onderhandeling met lokale hoveniers. De pilot, die dit jaar zijn beslag kreeg, had twee effecten: de uitgaven gingen met 20 procent omlaag, terwijl de kwaliteit van de buitenruimte steeg. En in het dorpje ’t Loo nam de ATB-club het schoonhouden van enkele groenstroken, bermen en plantsoenen voor haar rekening. Het geld dat de dorpen bespaarden, mochten ze gebruiken voor leefbaarheidbevorderende initiatieven.
Bewonersbedrijf Delfzijl: ondernemen, verbinden en innoveren Delfzijl Noord is een voormalige ‘Vogelaar’-wijk met bij velen een slechte naam. In de afgelopen jaren is er echter veel geïnvesteerd in de wijk met zowel kennis als geld. Dit heeft een positief resultaat gehad, maar kon volgens de bewoners en gemeenten beter. Twee jaar geleden besloten de bewoners zelf het heft in handen te nemen en werd het Bewonersbedrijf Delfzijl Noord opgericht. Diet Hensums (KAW) vertelt over de ervaringen. Door Mathijs Stuive
Groen voor Rood: creatie ‘groen paradijs’ Dit Bewonersbedrijf Delfzijl Noord bestaat uit verschillende onderdelen, waarbij de bewoners zelf de regie nemen over hun wijk en problemen aanpakken. Een goed voorbeeld hiervan is het Groen voor Rood terrein in de wijk. Door sloop van oude woningen (gebouwd met rode bakstenen) is een vier hectare groot leeg terrein ontstaan. Dit terrein is omgetoverd tot een groen paradijs met verschillende projecten. Zo is er een belevingstuin, een boomgaard en zijn er schooltuinen aangelegd. Het bewonersbedrijf is een contract aangegaan met de gemeente waardoor zij de komende 15 jaar verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van dit terrein. Het bewonersbedrijf regelt de administratie, het geld, koffie en materiaal en de bewoners zorgen voor de mankracht.
Hip & Happy met handgemaakte producten Een ander voorbeeld is de winkel ‘Hip & Happy’. Het winkelcentrum van Delfzijl wordt gekenmerkt door leegstand. In één van de lege panden is een winkel ontstaan waar handgemaakte producten uit Delfzijl Noord verkocht worden aan het winkelende publiek. Denk hierbij aan zelfgebreide truien, zelfgemaakte kaarsen of paasstukjes. De lijst met succesvolle projecten is inmiddels behoorlijk lang en blijft ook in 2016 flink groeien. Bewonersbedrijf ook elders oplossing? Na Diet’s presentatie over de verschillende oplossingen die het Bewonersbedrijf Delfzijl Noord heeft bedacht, was het tijd voor de aanwezigen om hun eigen ideeën te bespreken. Er werden verschillende casussen aan elkaar voorgelegd om te zien in hoeverre een bewonersbedrijf hiervoor een oplossing zou kunnen zijn. Zo werd gekeken naar oplossingen rondom het beheer van een oud schoolgebouw in Noordlaren en zijn verschillende projecten in Friesland onder de loep genomen.
De zelfredzame burger in actie Tijdens de workshopsessie vertelt Martijn Arnoldus, directeur van crowdfundingplatform ‘Voor je Buurt’ over de toenemende populariteit van crowdfundingcampagnes in gebieden die kampen met bevolkingskrimp. Meestal is er sprake van meerdere redenen om een concreet project met behulp van civic crowdfunding te financieren en is er een tegenprestatie in de vorm van expertise, het creëren van eigenaarschap of het vergroten van de legitimiteit van het project. Het creëren van betrokkenheid speelt bij crowdfunding voor publieke doelen een grote rol en gaat hand in hand met financieel commitment. Door Nynke Koornstra
Vrolijke energie Arnoldus vertelt dat crowdfunding steeds vaker ook wordt ingezet door bewoners en organisaties die een maatschappelijk initiatief willen realiseren: iets dat in krimpregio’s van meerwaarde is voor de buurt, het dorp of de stad. Door krachten voor lokale initiatieven te verenigen en donateurs te belonen, kan de opkomst van crowdfunding bijdragen aan de uitdagingen van krimp. Beloningen in de vorm van bijvoorbeeld ludieke acties en de expertise van creatieve geesten, zoals kunstenaars, zorgen voor vrolijke energie en dragen bij aan een geslaagde campagne.
Lunchen in het stroomgebied van de Dokkumer Ee Tijdens de workshop gaan drie groepen deelnemers als vrijdenkers, oplossingsdenkers en strategen aan de slag met een casus. In de discussie van de vrijdenkers wordt uitgedacht in hoeverre bestaande initiatieven via crowdfunding gerealiseerd kunnen worden. Succesvolle campagnes uit het verleden passeren de revue. De deelnemers noemen projecten waarin voorzieningen onder druk stonden, zoals de realisatie van het Ploegmuseum in een oude katholieke school in Wehe den Hoorn, het project GoudOud in Warffum en de realisatie van een amfitheater in Schoonloo. Iemand benoemt dat een grote groep mensen van online crowdfunding-campagnes wordt uitgesloten. Hoe leg je dan een verbinding tussen de offline en online doelgroep? Deelnemer Janny Posthumus van het Kadaster vertelt over het gebrek aan economische vitaliteit in het mooie stroomgebied van de Dokkumer Ee: “We waren er op de fiets en konden nergens lunchen. Dat gebied zou je geschikt moeten maken voor toerisme, ik ben ervan overtuigd dat daar kansen liggen.” Als zelfredzame bewoners en ondernemers in actie komen met ideeën om bijvoorbeeld leegstaande panden en in onbruik geraakt terrein nieuwe functies te geven, kan maatschappelijke crowdfunding een krachtig instrument zijn om de leefbaarheid in gebieden met bevolkingsdaling te verbeteren.
Gezocht: werk voor laagopgeleiden De kaartenbakken van de Eemsdelta-gemeenten tellen zo’n 960 laag opgeleiden. Ze hebben nauwelijks zicht op werk en zijn afhankelijk van een uitkering. Om iets aan die uitzichtloosheid te doen, zetten de gemeenten in op leerwerkketens en businesscases. Door Eduard van den Hoff
René Bosscher van Delfzijl vertelt dat zijn gemeente klaar is met altijd maar subsidiëren. Wel is er bereidheid tot het investeren in businesscases. Willen die tot succes leiden, dan moet het doel wel werkgelegenheid zijn en niet een target in trainingsaantallen of iets dergelijks. Ook is een goed functionerende leerwerkketen nodig met voldoende stageplekken. Winstgedreven ondernemers dienen de cases te trekken. Tussen de oren Het viel nog niet mee die voorwaarden tussen de oren van de eigen ambtenaren te krijgen. Toen dat was gelukt, nodigde de gemeente ondernemers uit om haar plannen te delen. Niemand kwam. ‘We hadden eerst bij de ondernemers ideeën moeten ophalen en ze moeten verwerken in onze opzet’, klinkt het achteraf.
Einde experiment
Geld bijleggen
Uiteindelijk kwamen er toch twee cases tot stand. De eerste betrof schoonmaakwerk bij een zorginstelling. Het liep gelijk spaak bij de insteek: de gemeente zoekt werk op niveau MBO 1 en lager. De zorginstelling bood werk voor MBO 3 en 4. Toch besloot men het experiment aan te gaan, maar gaandeweg bleek de leerwerkketen ook geen stageplekken te kunnen garanderen en luidde de verwachting dat er in deze sector geen werk op MBO 1 en 2 niveau zal zijn. Einde experiment.
‘Moet je hier wel mee doorgaan?’, luidde een eerste opmerking vanuit de workshop deelnemers. ‘De één na de andere zorginstelling valt immers om!’ ‘Waarom je alleen op de zorg richten? Overal is schoonmaakwerk’, merkte een ander op. ‘Hef de barrières voor flexwerk op. Alleen dan kunnen werkzoekenden ook kleine klusjes doen, waar de gemeente eventueel wat geld kan bijleggen.’
‘Hef de barrières voor flexwerk op!’ Klus gegund
Handjes tekort
De tweede case start in augustus en betreft de bouw. De gemeente bezit veel vastgoed en dat moet naast duurzaam en energiezuinig ook aardbevingsbestendig worden gemaakt. Een ondernemer is deze klus gegund als hij minimaal 30 procent van zijn werknemers uit de kaartenbakken haalt en ze voor 1.5 jaar verzekert van werk. Het vinden van deze ondernemer ‘dreigt’ te lukken.
De ‘bouw-case’ dichtte men meer succes toe dan zorg-cases, omdat aannemers nu al handjes tekort komen. ‘Zoek ook toenadering tot de NAM en voorkom dat versterkingswerk wordt uitgevoerd door niet Groningse bedrijven. Kijk ook naar afvalstromen, verbreed je focus’, luidden de adviezen aan Bosscher. Hij nam deze tips dankbaar aan.
“Kun je een gebouw crowdfunden? Wij zijn er nog niet uit” PAS bv, bureau voor planologie en gebiedsontwikkeling buigt zich over de veranderende systematiek in financieringsvormen bij gebiedsontwikkeling. “Door de crisis zijn verschillende financieringsvormen weggevallen. Bovendien is de toepasbaarheid van financieringsvormen veranderd. Gebiedsontwikkeling gebeurt veel meer van onderop,” zegt Chantal Robbe tijdens de introductie. Door Manouk Minneboo
‘Nieuwe’ financieringsvormen Robbe laat de deelnemers kennismaken met drie financieringsvormen: 1) fondsvorming, waarbij in veel gevallen de overheid het initiatief neemt en partijen in beeld brengt die willen investeren; 2) crowdfunding,
waarbij een kleine groep enthousiastelingen een grote groep burgers probeert te laten investeren; en 3) ingroeihuur, waarbij een gebruiker pas na verloop van tijd het volledige huurbedrag voor een pand hoeft te betalen. Fondsvorming past volgens Robbe het beste bij de huidige ontwikkelingen. Crowdfunding is een goede tweede. Robbe: “We vroegen ons af: kun je eigenlijk een heel gebouw crowdfunden? Daar kan ik kort over zijn. We zijn er nog niet uit. We zijn het aan het proberen bij het Lagerhuis in Enschede.” Case Veenhuizen De case is toegespitst op de locatie van de workshop: Veenhuizen. Op de binnenplaats van het Gevangenismuseum moeten twee paviljoens gebouwd worden die gaan dienen als ‘creatieve hotspot’. Hoe krijg je de financiering voor elkaar? De discussie gaat voor een groot deel over de invulling van de paviljoens, hoe het geld terugverdiend wordt en zelfs of die paviljoens er wel moeten komen. En wat is een ‘creatieve hotspot’ eigenlijk? Eén van de groepen komt tot een opmerkelijk antwoord: “Er komen geen paviljoens. De activiteiten komen in de gevangenis zelf en we gaan op zoek naar giften voor de financiering.” Andere groepen blijven dichter bij de opdracht. Revolverende fondsen (geld dat uitgeleend wordt, maar later terugkomt bij de investeerder waardoor het opnieuw uitgeleend kan worden), crowdfunding en verhoging van het museumtarief worden genoemd. Wat vaak ter sprake komt is het vormen van coöperaties van creatievelingen, ondernemers in recreatie of horeca, en/of andere belanghebbenden zoals architecten. Robbe sluit af door te vertellen dat de paviljoens uiteindelijk gerealiseerd zijn met behulp van de Triodos Bank en een coöperatie.
Aan dit beeld/journalistiek verslag werkten mee: Tekstschrijvers: Eduard van den Hoff Nynke Koornstra Manouk Minneboo Mathijs Stuive Fotograaf en opmaak: Harma Kaput Redactie: Rixt Froentjes
Voor meer informatie: Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland
Hieronder vind je de linken naar de presentaties: Burgerbegroting, wat levert het op..., Joop Hofman - Rode Wouw Workshop 1: Bewonersbedrijf Delfzijl Noord, RenĂŠ Bosscher gemeente Delfzijl Workshop 2: Civic Crowdfunding, Martijn Arnoldus - Voor je Buurt Workshop 3: Eemsdelta Uitvoeringsagenda Werk, Arbeidsmarkt en Economie, Diet Hensums - KAW Workshop 4: Financieringsvormen in de gebiedsontwikkeling, Chantal Robbe - PAS bv