Krimpxl4

Page 1

Krimpcafé ‘Speciaal’ Een regio uitgelicht: ‘De Eemsdelta-dag’ 21 november 2013 De Molenberg Delfzijl


Waarom een Krimpcafé ‘Speciaal’? Omdat één gebied centraal staat, het tevens de eerste Eemsdelta-dag is, en we op excursie gaan. Extra speciaal is dat vanuit het LetsGro festival in Groningen een busje met Stadjers op ‘regiosafari’ gingen en zich bij de excursies aan sloten. In dit beeldverslag zijn de linken naar de verschillende presentaties in de teksten verwerkt. Druk op de onderstreepte oranje tekst en u gaat naar de desbetreffende presentatie.


Rika Pot opent het krimpcafĂŠ en krijgt van Angelique van Wingerden de update van de Noordelijke Kennisagenda Krimp overhandigd.


Enno Zuidema neemt ons mee in de plannen en projecten voor het gebied.



Start

Door Kees de Graaf KKNN-coördinator Angelique van Wingerden heet 180 aanwezigen welkom in het sfeervolle Molenberg-theater van Delfzijl. Bijzonder is dat het Krimpcafé dit keer aan één gebied is gewijd: de Eemsdelta. Het café valt samen met de eerste ‘Eemsdeltadag’, waarin betrokken partijen laten zien hoe met de gevolgen van bevolkingsdaling wordt omgegaan. Van Wingerden wijst ook op de noordelijke Kennisagenda Krimp, die na anderhalf jaar is geactualiseerd. ‘Nieuwe vraagstukken over bijvoorbeeld de rol van de overheid en de toegang van bewoners tot mobiliteit moeten beantwoord worden om weer een stap verder te komen.’ Dat die stappen nu al gezet worden, blijkt uit de opening van Rika Pot, burgemeester van Appingedam en voorzitter van de Stuurgroep Wonen en Voorzieningen Eemsdelta. ‘Tijdens het allereerste Krimpcafé van het KKNN stond het Woon- en Leefbaarheidplan (WLP) ook op de agenda. Toen was het vooral een aanpak-verhaal. We dachten dat vooral gemeenten en corporaties aan zet waren om de krimp te “reguleren”. Al snel zagen we: we moeten verbreden naar andere sectoren. En we moeten denken en doen combineren. Zie daar het startpunt voor het WLP.’ Krimp is volgens Pot een thema waar je voortdurend bovenop moet blijven zitten: ‘Er gebeurt van alles om ons heen: verhuurdersheffing voor corporaties, de participatiemaatschappij, de transities in het sociale domein.’ De eerste projecten en resultaten zijn inmiddels zichtbaar. Pot: ‘De centrumontwikkeling van Delfzijl en de aanpak van Middelstum-Centraal gaan nu echt los. Dat zijn hoogtepunten die we vandaag met elkaar willen vieren.’ De stand van het gewas Enno Zuidema, projectleider uitvoering WLP, neemt het stokje over. Hij schetst de vernieuwende aanpak die is ontwikkeld om de gevolgen van bevolkingsdaling te begeleiden. ‘De samenwerking tussen 35 partijen vormt een coalitie waarbij verder wordt gekeken dan de individuele belangen.’ Inzet is het behoud en versterking van de leefbaarheid in het Eemsdeltagebied. ‘Een prachtig gebied, met bijzondere gemeenschappen die er iets maken.’ In het WLP zijn vier fundamentele keuzes gemaakt: - er wordt ingezet op mensen die nu al in het gebied wonen; - sociale cohesie is van groot belang; - voorzieningen worden gericht geconcentreerd. Kwaliteit is belangrijk; - de kwaliteit van woningen en woonomgeving wordt verbeterd. Zuidema: ‘Ik kom al snel tot 140 projecten die in uitvoering zijn genomen.’ Nog niet alles is mogelijk, mede door een tekort van 55 miljoen euro op het programma. Er liggen nog grote opgaven die aangepakt moeten worden. ‘Jullie denkkracht is hard nodig!’, zegt Zuidema, de brug slaand naar de workshops van deze middag: daar wil de organisatie – al crowdsourcend – goede ideeën ophalen. Maar eerst is het tijd om het gebied te gaan verkennen.




William Moorlag gedeputeerde Ruimtelijke Ordening en FinanciĂŤn van de Provincie Groningen kwam ook even luisteren.




Excursie 1: Centrumvernieuwing Appingedam en centrumvernieuwing Delfzijl



Actieplan Delfzijl

Door Eduard van den Hoff In 2012 ontwikkelde de gemeente Delfzijl het Actieplan Delfzijl. In dit tienjarenplan wordt een koers uitgestippeld die ervoor moet zorgen dat de havenstad een prettige plek blijft om te wonen, te werken en te recreëren. Welke ingrepen en maatregelen daarvoor nodig zijn toonde programmamanager Marco Hormann tijdens een wandeling door de stad. Het zonnetje scheen uitbundig, dus kon Hormann rekenen op een goed gemutst gezelschap. Vanuit het theater en congrescentrum De Molenberg liep men direct op het Molenplein af. Dankzij de vernieuwde ruimtelijke inrichting leent het plein zich uitstekend voor allerlei culturele manifestaties. De gebouwen om het plein, veelal horeca, bieden de nodige geborgenheid. Vervolgens voerde de wandeling langs het gemeentehuis en het station. Dit gebied moet weer de allure van vroeger krijgen en een waardige entree tot de stad vormen. Na een scherpe bocht naar rechts, bevond de stoet zich ineens in het winkelhart van Delfzijl. Hier werd men direct geconfronteerd met diverse leegstaande winkelpanden. Een pand dat in 2007 nog € 203.000 kostte, wisselt nu voor € 75.000 van eigenaar. Een oplossing voor de leegstaande winkelpanden is volgens Hormann te vinden in het verplaatsen van bedrijven ‘van buiten naar binnen’. Zo zal de sloop van de Vennenflat, aan de rand van de binnenstad, ertoe leiden dat de hier gevestigde winkels zullen verhuizen naar het centrum. Met de sloop van de flat, wil de gemeente het uitzicht op de Waddenzee herstellen. Dit tot verdriet van een van de excursieleden, die vond dat de flat een mooi ‘landsmark’ vormt.” De loopbrug bracht het gezelschap bij het smurfenstrandje van Delfzijl. Ooit was hier een wijds en breed strand waar de bevolking met volle teugen van de zomer genoot. Dat gaat volgens Hormann in de toekomst weer gebeuren. Helaas won de koude zeewind het van de verbeeldingskracht en spoedden de toehoorders zich richting warme bus. Op naar Appingedam!





Centrumvisie Appingedam Door Eduard van den Hoff

Tijdens de excursie door Appingedam liet beleidsmedewerker Rob Grössl zien wat de Centrumvisie voor het stadje in petto heeft. Naast concentratie, moet verplaatsing en vernieuwing voorkomen dat het stadshart komt leeg te staan en verpaupert. Verder zal de gemeente een belangrijke troef uitspelen: de grachten. Anders dan Delfzijl, telt het hart van Appingedam diverse grachten. Hier bevinden zich ook de ‘wereldberoemde’ hangende keukens. Volgens de excursieleden zou de gemeente hier zwaar op in moeten zetten, omdat het een toeristische trekker van jewelste is. “Dat doen we ook”, riposteerde Grössl. “Op diverse plaatsen zal de bebouwing moeten wijken, zodat er meer doorkijkjes op het water ontstaan voor het winkelend publiek.” Het centrum van Appingedam kent een bijzondere structuur: op elke hoek bevindt zich minstens één grote publiekstrekker zoals een Action, Hema, Supercoop, AH of Aldi. In combinatie met de onvermijdelijke parkeerterreinen, vormen ze weinig aantrekkelijke zones. Tegenover de Hema staat ook nog eens een enorm gebouw van TNT te koop. “Helaas te duur voor de gemeente om aan te kopen”, vertelde Grössl, die overigens wel blij was met de tijdelijke bewoner, een actieve kunstenaar. De lange, smalle winkelstraat van Appingedam bestaat uit fraaie, oude panden. Grössl wees op de Wereldwinkel. Het fraai opgeverfde pand stond niet zolang geleden nog leeg. Maar doordat de Wereldwinkel verhuisde van de rand van het centrum naar hier, herkreeg het pand zijn rechtmatige bestemming. Dus net als in Delfzijl, is ook in Appingedam sprake van verplaatsing en concentratie. Aan het eind van de excursie trok Grössl ‘zijn gevolg’ een sportwinkel binnen. Hier vertelde de eigenaar vol enthousiasme dat hij dankzij de welwillende medewerking van een bank, kom daar maar eens om in deze tijden, het belendende, lege pand kon aankopen. Hierdoor was het mogelijk een heel duidelijke scheiding in het assortiment door te voeren. En dat pakte uitstekend uit voor de ondernemer. Hij blij, gemeente blij!



Excursie 2: Opwierde in Appingedam en ‘Groen voor Rood’ Delfzijl



Hersturcturering Opwierde in Appingedam Door Kees de Graaf

Herman Wessels (gemeente Appingedam) en Frank van der Staay (woongroep Marenland) nemen de groep op sleeptouw door de wijk waar de helft van alle ‘Damsters’ woont: Opwierde. Sinds 2002 is hier een vernieuwingsoperatie gaande, die de eerste vruchten duidelijk zichtbaar heeft afgeworpen. 650 woningen zijn inmiddels gesloopt, 350 zijn er teruggebouwd. Ook is de winkelstructuur aangepast; het winkelstripje met vijftien winkels is gesaneerd en de winkeliers zijn – met uitzondering van C1000 en de snackbar – in winkelcentrum Overdiep herplaatst. De openbare ruimte die overbleef wordt nu met de bewoners opnieuw ingericht. Bijzonder is de rol van de Molukse gemeenschap in de wijk. Het eerste Molukse kerkje van Nederland is hier gebouwd en inmiddels uitgeroepen tot Rijksmonument. De Adamistraat waar veel Molukse huishoudens woonden in goedkope rijtjeswoningen (ontwikkeld door het Rijk voor de voormalige KNIL-militairen) heeft een compleet nieuw aanzien gekregen. Aanvankelijk werd geprobeerd de woningen te renoveren; dat leidde niet tot goede levensloopbestendige woningen. Die staan er nu, na de sloop en nieuwbouw, wel. Compleet met bijzonder detail: de bakkeuken waar volop gefrituurd kan worden. De wandeling door de wijk laat op tal van plekken de vernieuwing zien. Het leidt bij een van de aanwezigen tot de verzuchting: ‘Wat is hier veel gebeurd!’ Op de plek van zestig gesloopte ouderenwoningen verrijst een nieuwe brede school. Langs de Focco Ukenalaan zijn acht koopwoningen en acht huurwoningen gebouwd: architectonisch niet van elkaar te onderscheiden. Ruimte voor collectief particulier opdrachtgeverschap is er ook in Opwierde: een Molukse groep ouderen ontwikkelde een project met twintig appartementen, compleet met ‘huiskamer’ voor de buurt. Een project dat zeer geliefd is in de buurt, ook bij Nederlandse ouderen. Zijn er nog opgaven over? Wel degelijk, zo blijkt. Een breinbreker voor de nabije toekomst is bijvoorbeeld de aanpak van uitgeponde huurwoningen in de wijk. Hoe kunnen particulieren verleid worden mee te investeren? Dat tegen de achtergrond waarbij gemeente en corporaties aanzienlijk minder financiële slagkracht hebben dan bij het begin van de vernieuwingsoperatie.





Groen voor Rood Delfzijl Door Kees de Graaf

‘Nait zoezen maor broezen’ staat er onderop het pontificale bouwbord van het Groen voor Rood-project in Delfzijl – te lezen als ‘handen uit de mouwen!’ Hier is een bijzonder project van start gegaan. 3 hectare grond waar eerst woningen zouden komen, maar die nu door de bewoners worden ingericht tot buurtpark. Het is een ontwikkeling die nauw aansluit bij het beleid dat door de gemeente Delfzijl is ontwikkeld, zo geeft projectleider Pascal Roemers aan. ‘Op 14 november is het Actieplan Dorpen en Wijken vastgesteld, met daarin twee programmalijnen: versterk het wonen en doe dat samen met de bewoners. De opgave is weliswaar groot, maar die moet je niet te ingewikkeld maken.’ Er zijn veel woningen gesloopt en het einde is nog niet in zicht. Het leidt ertoe dat veel terreinen braak komen te liggen. Soms worden daar nieuwe woningen op gebouwd, maar een ontwikkeling tot groengebied is net zo reëel. Roemers: ‘We hebben daar een ABC-methode voor ontwikkeld. A-locaties blijven in beheer bij de gemeente, omdat ze bijvoorbeeld beeldbepalend zijn. B-locaties mogen door bewoners worden ingericht en onderhouden en C-locaties worden verkocht of verpacht.’ Aan de verschillende regimes zijn zo simpel mogelijke voorwaarden verbonden. De ambitie om bewoners meer bij hun eigen leefomgeving te betrekken heeft ook raakvlakken met het thema participatie. ‘Burgers eerder betrekken verbetert het draagvlak en vergroot de kwaliteit van beleid en projecten’, aldus Roemers. Vanuit die optiek werden voor deze 3 hectare ideeën gevraagd. Een kleine 900 ansichtkaarten werden in de wijk verspreid, met de oproep mee te denken en doen. Zo’n 30 bewoners reageerden en nadat de gemeente had toegezegd het gebied bouwrijp op te leveren, kon het planontwikkelingsproces van start gaan. Het aantal enthousiaste bewoners groeide snel. Onder hen Silly Udema, Janneke Stam en Hannie Held. Zij schetsen de inrichting van het nieuwe park, met onder meer een ‘belevenistuin’ en een boomgaard waar straks oude Groningse rassen te bewonderen zijn. Enthousiasme is er volop en ook allerlei sponsors doen mee, maar het blijft lastig om bewoners te vinden die zich structureel aan het project willen verbinden. Een van de oplossingen die daarvoor wordt gevonden is om twee keer per jaar een ‘parkdag’ te organiseren, waarbij het gebied met een grote groep mensen in één keer wordt aangepakt.



Excursie 3: Steunstee Roodeschool en ‘t Zandt geen los zand, maar een vitaal en toekomstgericht dorp



Steunstee Rodeschool Door Saminna van den Bulk

Burgerkracht is waar het om gaat, meent Engelien Koster, coördinator en vrijwilliger bij Steunstee Roodeschool. Vanaf de start op 1 november 2004 is Koster verbonden met de Steunstee. Vol enthousiasme en met een duidelijk hart voor de stichting vertelt ze over de bezigheden van de vrijwilligers. ‘De Steunstee is opgericht met één doel: het creëren van een leefbare en sociale samenhang binnen de gemeente’, vertelt Koster. Voor informatie en advies kunnen de inwoners van Roodeschool altijd terecht in de dorpsboerderij. Maar om de inwoners voor een kop koffie naar binnen te lokken, viel nog niet mee: ‘Mensen schaamden zich om hier te komen. Het was duidelijk dat je met een probleem zat als je dit gebouw binnen liep.’ De stichting heeft daarom een tweede pijler gekozen binnen de Steunstee: sociale activiteiten. ‘We moesten de negatieve waarde van de Steunstee afhalen’, vertelt Koster. ‘Daarom organiseren we nu bijvoorbeeld ook klaverjasavonden, etentjes, fietstochten en excursies op de scootmobiel. Voor ieder wat wils.’ De vrijwilligers proberen niet alleen gezelligheid te bieden: de inwoners van Roodeschool helpen bij ontplooiing en zelfstandig wonen is net zo belangrijk. ‘Zo organiseren we computercursussen. Ook leren we ouderen boodschappen te bestellen bij de Coop in Uithuizermeeden, die dan thuis worden bezorgd. We hebben hier de computers’, zegt ze, ‘en dit soort mogelijkheden zorgen ervoor dat mensen langer op zichzelf kunnen blijven wonen in het dorp.’ Ook is de Steunstee een schakel tussen hulpinstanties en de inwoners. ‘Voor advies kunnen mensen hier altijd binnenlopen. We proberen een aanknopingspunt te vormen tussen hen en bijvoorbeeld steunpunt Mantelzorg en het Centrum Jeugd en Gezin. Wij zeggen met wie ze contact op moeten nemen, maar ze moeten het wel zelf regelen.’ Het voorbeeld in Roodeschool zorgt voor bewondering bij de bezoekers van de excursie. Na de uitleg van Koster loopt iedereen weer naar buiten. Eén bezoeker schudt Koster de hand: ‘Mooi dat het zo ook kan’, zegt hij.





Dorpshuis ’t Zandt Door Saminna van den Bulk

Voor de ingang van het dorpshuis is een blauwe loper uitgerold. De deelnemers van excursie drie worden als grootse gasten verwelkomd bij hun bezoek in ’t Zandt. Verre dan de naam van het dorp doet vermoeden, hangt de gemeente niet aan elkaar van ‘los Zandt’, meent Dennis Vijver, voorzitter van stichting Dorpsbelangen, maar is het bovenal ‘een vitaal en langlevend dorp.’ Hoe hecht de inwoners van het dorp zijn, blijkt uit Vijvers voorbeelden. ‘Ook al hebben we maar 950 inwoners, toch is het grootste gedeelte van hen samengebracht in maar liefst 32 verenigingen.’ De stichting is al een tijd bezig met de vraag hoe zij het leven in ’t Zandt zo prettig mogelijk kan maken. ‘Twee jaar geleden waren we bezig met de dorpsvisie en stelden we onszelf de vraag: wat moet hier veranderen?’, vertelt Vijver. ‘We stelden onszelf als doel dat vooral de sociale cohesie belangrijk was om te verbeteren.’ Vijver toont de promotiefilm van het dorp ‘Buitengewoon ’t Zandt’: een clip waarin verschillende inwoners aan het woord worden gelaten, gemaakt in samenwerking met de Hanzehogeschool Groningen. ‘We willen laten zien wat ‘t Zandt te bieden heeft’, zegt Vijver, enthousiast over zijn eigen dorp. ’t Zandt kampt ook met krimp. Winkels sluiten en jongeren trekken er steeds meer vandaan. Ook al is de sociale band tussen de inwoners erg sterk en worden de gezamenlijke etentjes en spelletjesavonden goed bezocht, toch maakt Vijver zich zorgen over de toekomst van het dorp. Zijn vraag aan het publiek is: Hoe wordt ’t Zandt een toekomstbestendig dorp? De stichting is er erg goed mee bezig, meent het publiek, maar wijst nog op een aantal belangrijke punten. Zo raden de bezoekers Vijver aan meer jongeren te betrekken bij de ontwikkeling van het dorp. Het belangrijkste is echter het benutten van het grote ‘sociale kapitaal’ dat het dorp te bieden heeft. ‘Benut de sociale talenten van je inwoners’, raadt één van de bezoekers aan. ‘Laat mensen meedenken en ga samen werken aan die toekomst. Dat is uniek hier!’



Excursie 4: Onderwijs in Garrelsweer en de zorgcoรถperatie in Loppersum



Onderwijs in Garrelsweer Door Manouk Minneboo

In Wirdum staat een school die als gevolg van krimp eigenlijk zou verdwijnen. Maar de inwoners van Wirdum en Garrelsweer gingen niet akkoord met het verdwijnen van hun basisschool en bedachten een manier om de Wirdumerklimmer te redden. Het werd een samenwerkingsschool, maar dat ging niet zonder slag of stoot. ‘We hebben heel veel regels overtreden,’ vertrouwt Dick Henderikse de deelnemers van de excursie toe. In het schoolgebouw zijn scholengemeenschappen Marenland, Noordkwartier en peuterspeelzaal Kids2Be verenigd. Dat mag niet, maar ze deden het toch. En ze zijn er blij mee. ‘De grens tussen peuterspeelzaal en onderbouw is verdampt,’ vertelt Henderikse trots. ‘Als de leerlingen er aan toe zijn, lopen ze van de peuterspeelzaal naar de onderbouw en doen daar een dagje mee.’ En aan het begin van elk schooljaar kiezen de leerlingen of ze openbaar of christelijk onderwijs willen volgen. Eén van de aanwezige leerlingen is aan het begin van dit jaar geswitcht. ‘Het leek mijn ouders goed om dat ook eens mee te maken,’ legt ze uit. Zo’n kleine school heeft nog meer voordelen. Er zijn bijvoorbeeld heel veel excursies. En alle kinderen spelen met elkaar, van groep drie tot en met groep acht. ‘Je hebt hier veel meer vrienden,’ zegt een andere leerlinge. Zij zit pas een jaar op de Wirdumerklimmer en komt van een grotere school. ‘Iedereen is aardig tegen elkaar, want je hebt het maar met elkaar te doen!’. Toch is de Wirdumerklimmer geen doorslaand succes. De besturen van Marenland en Noordkwartier hadden verwacht dat zo’n 70 à 80 kinderen in Wirdum naar school zouden gaan. Dat zijn er 47 geworden en dat is een flinke tegenvaller. Om meer leerlingen te werven zoekt de Wirdumerklimmer regelmatig de publiciteit op. Hendrikse lacht: ‘al dat folderen en flyeren levert ons dan één kind op. Maar ja, elk kind is er één.’





Zorg in Loppersum Door Manouk Minneboo

Het tweede deel van de excursie voert naar Loppersum. Loppersum heeft sinds kort een eigen zorgcoöperatie die speciaal is opgericht voor Lopsters, de inwoners uit het dorp. ‘Wij kunnen niet meer voor onze ouderen zorgen,’ klonk het in gesprekken met focusgroepen. En daar moet de zorgcoöperatie een oplossing voor bieden. De coöperatie wil echt ‘van Lopsters, voor Lopsters’ zijn. Alle leden krijgen twee formulieren. Op één daarvan kunnen ze aangeven wat ze bijvoorbeeld aan zorg nodig hebben. Maar het andere formulier is misschien nog wel belangrijker: daarop kunnen ze invullen wat ze te bieden hebben. Een soort systeem van mantelzorg dus. Het ideaalbeeld van de coöperatie is dan ook dat over drie jaar de ouderen van Loppersum niet meer afhankelijk zijn van zorgaanbieders en woningcorporaties, maar dat ze lekker in hun eigen dorp kunnen blijven wonen en zorg aan huis krijgen. Sommige mensen in de zaal kijken wat bedenkelijk. ‘Hoe voorkom je dan dat het een soort jaren ‘50 naastenliefde wordt?’ wordt er gevraagd. Joop Belderok is hier niet bang voor. Hij herkent in de s amenleving een nieuwe solidariteit: ‘Toen mijn zoon laatst ziek was en hulp nodig had heeft hij dat op zijn social media-kanalen gezet. In no-time had hij allemaal vrienden aan huis die hem kwamen helpen met van alles.’ Maar los daarvan is deze mantelzorg ook heel anders dan vroeger. Belderok: ‘De naastenliefde was toen uit plicht, maar dit is zorg volgens je eigen voorwaarden.’ De zorgcoöperatie wil beslist geen zorgaanbieder worden, maar ze wil wel met zorgaanbieders om de tafel om te praten over kwaliteitseisen en prijsafspraken. De inwoners van Loppersum zien de plannen wel zitten. Sinds de start van de coöperatie in juli 2013 hebben al 105 Lopsters zich aangemeld als lid. En dat hoeven niet alleen maar ouderen te zijn, want de coöperatie is er voor iedere dorpsgenoot die ouder is dan achttien jaar.




Workshop centrumvernieuwing: Appingedam en Delfzijl Door Manouk Minneboo

De stadscentra in Appingedam en Delfzijl zijn aan vernieuwing toe. Krimp leidt tot leegstand en verloedering ligt op de loer. Beide gemeenten willen de kwaliteit van wonen en leven behouden en zoeken een manier om beter om te gaan met krimp. Tijdens de workshop bleek de toverformule het versterken van het winkelgebied door het compacter maken ervan en het actief tegengaan van leegstand. Beide gemeenten doen dat op geheel eigen wijze. Appingedam ziet een belangrijke rol weggelegd voor haar ondernemers. Er vindt veel overleg plaats tussen beide partijen. Het is de bedoeling dat ondernemers elkaar gaan aanspreken op de uitstraling van hun winkels zodat de gevreesde gemeentelijke ‘regeltjes’ niet nodig zijn. En er is veel ruimte voor creatieve oplossingen voor leegstand. Appingedam speelt zelfs met het idee om de regie een tijdje aan haar ondernemers uit handen te geven. Delfzijl daarentegen vindt dat de overheid ‘trekker is en geld moet meenemen’. Vanuit een vastgoedfonds moet vastgoed aangekocht en gesloopt worden om zo overtollige woon- en winkelruimte uit de markt te halen. Winkels worden dichter naar het centrum verplaatst en delen van de stad worden opnieuw ingericht. De plannen voor de herinrichting zijn sterk geïnspireerd op hoe Delfzijl er vroeger uitzag. Een discussie kwam op gang over de financiële kant van de plannen. Het idee leeft dat bij verregaande participatie van ondernemers er misschien een nieuw verdienmodel ontwikkeld moet worden. Auke Oosterhoff van MKB Nederland is het hier roerend mee eens. Hij denkt dat er in de toekomst ‘nieuwe instrumenten voor winst, verlies en eigendomsrechten’ ontwikkeld zullen worden. Vanuit de zaal werd de zorg uitgesproken dat de koersvastheid die nodig is om deze plannen te realiseren een keurslijf zou kunnen worden. ‘Er moet ook ruimte blijven voor nieuwe initiatieven’, klonk het bezorgd. ‘We kunnen immers niet met zekerheid zeggen hoe de bevolkingssamenstelling zal zijn over twintig of dertig jaar.’



Workshop: Aanpak van de particuliere voorraad Door Kees de Graaf

Tot aan de kerst wordt er hard gewerkt aan één van de hete hangijzers die Enno Zuidema schetste: de aanpak van de particuliere woningvoorraad. Hoe stimuleren we particulieren om mee te investeren in de kwaliteit van hun woningen? In den lande zijn er verschillende initiatieven op dit terrein ontwikkeld; zij geven vanmiddag met een korte pitch een kijkje in hun keuken. Met daarbij de vraag: passen deze ideeën in een ‘Groninger’ aanpak voor de Eemsdelta? Sytske Raap (gemeente Dongeradeel) gaat in op het Experiment Duurzame en Beschermde Dorpsgezichten. Een aanpak met een subsidieregeling die eigenaren helpt verkrotte panden te verbeteren. Elk dorp krijgt een ontwikkelingsmaatschappij met een vertegenwoordiger uit het dorp zelf, die initiatieven van bewoners gaat ophalen. Aandachtspunten: goede communicatie en een gedegen voorbereiding. Laura Engelbertink (STEC Groep) geeft inzicht in de HCUP-methode: Hoe Courant is Uw Pand. Een pilot die is ontwikkeld in de Achterhoek, met drie stappen: bewustwording bij particulieren vergroten, ze helpen met tools en een financiering op maat realiseren. Met name in het laatste schuilt de innovatie: banken zijn kritisch in hun kredietbeleid en daarom zit niet voor niets de Rabobank aan tafel. Theo Adema (KAW) presenteert de Stichting Waardebehoud Onroerend Goed, een initiatief van corporatie Lefier. Een driejarig experiment dat panden met een negatieve invloed op de omgeving wil verbeteren of uit de markt nemen. Eerste oogst: 40 eigenaren die meedoen. Hun woningen worden met klusteams aangepakt. Gert Noordhoff (gemeente De Marne) laat zien hoe zijn gemeente met faciliteren, ondersteunen en handhaven probeert om goedkope koopwoningen van voor 1979 te verbeteren. Panden worden geselecteerd met behulp van de dorpen zelf, eigenaren kunnen subsidie krijgen voor een basispakket of een lening voor een pluspakket. Tenslotte neemt Alfred Middelkamp (KUUB) de aanwezigen mee in de verduurzaming van particuliere woningen in Hoogeveen. Een pilot die vooral inzet op slimme marketing en aansluit bij het ambitieniveau en de timing van de bewoner zelf. Uit de discussie komt naar voren dat er niet één oplossing voor dit probleem bestaat. Iedere situatie vraagt om maatwerk en daar kunnen deze methodieken prima voor worden ingezet. Resteert één vraag die nog niet is beantwoord: de krimpsloop. Oftewel: hoe vertellen we een particulier dat juist zijn woning gesloopt moet worden?



Workshop: Hoe wordt in de toekomst de zorg in krimpgebieden georganiseerd? Door Eduard van den Hoff

Hoe wordt in de toekomst de zorg in krimpgebieden georganiseerd? Deze vraag stond centraal tijdens de workshop van Joop Belderok en Bertil Droste. Belderok is initiatiefnemer van Zorgcoöperatie Loppersum en Droste is werkzaam bij Zonnehuisgroep Noord. Twee compleet verschillende zorgvormen die aan de hand van een aantal stellingen door de workshopdeelnemers beoordeeld werden op hun toekomstbestendigheid. Zonnehuisgroep Noord in Wagenborgen kampt met leegstand. Binnenkort zal ook het huurcontract aflopen. Dit gecombineerd met de invoering van de door de politiek gewenste scheiding van wonen en zorg, dwingt de directie tot een nieuwe visie inzake het zorgcentrum. Sluiten of openhouden? Er wordt besloten een experiment uit te voeren: de zorg blijft in handen van de professionals, maar de rest (zoals huishoudelijke hulp bijvoorbeeld) moet worden uitgevoerd door vrijwilligers en mantelzorgers uit het dorp. Gaat dit lukken? “Het zal afhangen van een succesvolle integratie van mantelzorg in de institutionele zorg”, denken de deelnemers. “Ook zullen organisaties als bijvoorbeeld de kerk moeten worden overgehaald te participeren. Het mooiste zou zijn als iedereen in het dorp meedoet, want dat bevordert de sociale cohesie.” In het geval van een zorgcoöperatie is actieve participatie van het dorp vereist. Maar hoe organiseer je dit? “Per dorp moet je maatwerk leveren”, aldus de ‘workshoppers’. Het hangt af van de sociale cohesie in het dorp. En men zal pas gaan bewegen als de noodzaak daar is.” Op de vraag of regie van een zorginstelling nodig is tot aan het moment dat het burgerinitiatief geformaliseerd is, antwoordt het publiek deels dat dit wel belangrijk is voor het proces, maar niet voor het eindresultaat. Anderen zeggen dat het helemaal niet nodig als het om nieuwe trajecten gaat; de regie kan gewoon bij de coöperatie liggen. Kan een burgerinitiatief de leefbaarheid garanderen zonder medewerking van zorg- en welzijnsorganisaties en de gemeente? “Die medewerking kan faciliterend zijn”, denkt een deel van de aanwezigen. “Nee”, zeggen anderen stellig, “leefbaarheid is niet afhankelijk van de overheid of professionals.” Weer anderen stellen als voorwaarde dat de overheid zich betrokken terugtrekt. Sommigen zien een regierol weggelegd voor de gemeente. In een inktzwart krimpscenario gaan voorzieningen teloor en zullen ouderen in de Eemsdelta zich terugtrekken in een ‘Suncity’. “Zeker de kapitaalkrachtigen zullen dit doen”, is de mening van velen. “Daarom moet de overheid aandacht hebben voor mensen met weinig geld.” Anderen denken dat zorgcoöperaties soelaas kunnen bieden. En niet iedere oudere is dezelfde. De huidige 65+ers zullen zich anders gedragen dan de toekomstige 65+ers, omdat die laatste kan leren van de huidige groep.



Workshop: Kwaliteitsverbetering van de huurvoorraad in tijden van krimp Door Saminna van den Bulk

Het overschot aan en de kwaliteit van woningen in de Eemsdelta is een groot probleem voor woningcoöperaties en gemeenten in de regio. Rob van Vliet (Eemsdelta), constateert dat er een forse bevolkingsafname bezig is. Voornamelijk jongeren trekken weg uit Appingedam en Delfzijl. Daarnaast laat de kwaliteit van de huizen te wensen over. Frank van der Staay (woongroep Marenland), focust meer op de oplossingen voor de problemen. Hij werkte mee aan het woonplan ‘Koersen op eigen Kracht’ in de gemeente Appingedam. ‘Chirurgische herstructurering en veel communicatie met de burgers zorgt ervoor dat dit plan erg goed uitpakt’, vertelt Van der Staay. ‘We houden ons erg bezig met wat de markt doet en passen daar onze sloop- en nieuwbouwplannen op aan. Hierdoor wordt het herstructureren geen bodemloze put.’ Zowel Van Vliet als Van der Staay benoemt een aantal vragen/dilemma’s, waarvan ze hopen dat de deelnemers hun kunnen helpen met het beantwoorden van die vragen. Op 4 van de zes vragen werden uiteindelijk antwoorden geformuleerd. Vraag 1: De huurmarkt stabiliseert zich de laatste vijf jaar. Wat brengt de toekomst? Antwoord: De recessie hoeft niet structureel minder krimp op te leveren. Prognoses voorspellen dat de krimp zich na de crisis voortzet. Sloopplannen kunnen doorgezet worden. Vraag 2: Kopers hebben te weinig ‘wortel en stok’ om in hun woning te investeren. Hoe stimuleer je deze investeringen? Antwoord: Verleid de bewoners tot kwaliteitsverbetering. Zorg er bijvoorbeeld voor dat, wanneer de koper advies van de gemeente opvolgt, dit advies gratis is. Zorg voor een advies á la ‘total building concept’, oftewel 1 advies over van alles, in plaats van allerlei adviseurs over 1 onderdeel. Tevens moet er meer worden gepraat met de kopers zelf: waar ligt voor hen de drempel om te investeren? Vraag 3: Huurwoningen bevinden zich vaak in kleine kernen en de huizen worden vaak bewoond door mensen die overlast opleveren. Moeten deze huizen verkocht worden? Antwoord: Geen dorp is gelijk, daarom is het belangrijk te kijken naar de lokale situatie en maatwerk af te leveren. Zorg ook voor burgerparticipatie: wat willen zij en in hoeverre willen zij meehelpen de buurt te behouden? Vraag 4: De realisatie van levensloopbestendige woningen gaat afnemen. Hoe lossen we dit probleem op? Antwoord: Er moet meer gedaan worden met de bestaande woningvoorraad. Het bestaande woonoppervlak kan slimmer hergebruikt worden. Daarnaast kunnen initiatieven als woningruil tussen ouderen en jonge gezinnen onderzocht worden.



Angelique van Wingerden bedankt Geert, Enno en Rixt voor het mogelijk maken van het 4de Krimpcafé XL ‘Speciaal’



Aan dit beeld- en journalistiek verslag werkten mee: Eduard van den Hoff: eduardvandenhoff@publiciteit.nl Kees de Graaf: kees@studioplatz.nl Saminna van den Bulk: saminnas@gmail.com Manouk Minneboo: manouk.minneboo1@gmail.com

Opmaak:

06-51617789 Contact KKNN: vanwingerden@kennisnetwerkkrimp.nl 06-22290559 www.kennisnetwerkkrimp.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.