De jongen die Auschwitz tekende tekeningen en foto's

Page 1

1. De beste tomaten selecteren – Stettin, 1933.

BA

LT

SEA

IC

Stettin

WARSAW

Riv

P O L A N D

Od er er

BERLIN

G E R M A N Y Leipzig

Gross-Rosen concentration camp

Breslau

Weimar

Auschwitz-Birkenau concentration camp

Buchenwald concentration camp

Beuthen

Kraków

Loslau

C Z E C H O S L O V A K I A

0 0

100 km 100 miles

2. De positie van de Duits-Poolse grens in de jaren 1930.


3. Mijn gelukkige vroege jeugd – Stettin, 1933.

4. Genieten van de schoonheid van de natuur – Beuthen, 1936.

5. Mijn eerste dag op school – Beuthen, 1936.


6. Aan het spelen met mijn meccano.

7. Verhuizen naar Berlijn, 1939.


8. Kinderen van de Rykestrasseschool in 1939, waar ik datzelfde jaar slechts een paar maanden les zou krijgen.

Stettiner Bahnhof goods station

Tiergarten

Speyerer Strasse Belziger Strasse

0 0

2 km 2 miles

9. Van 1939 tot 1943 woonde ik in Berlijn.

Ryke Strasse

Grosse Hamburger Strasse Alexanderplatz slums

Linden Strasse

Kurfürstendamm Konstanzer Strasse

Reichstag building

Weissensee cemetery


10. De Weissenseebegraafplaats.


11. OP HET PERRON De selectie – of we nu konden werken of niet, bij aankomst werden we veroordeeld tot leven of dood.

12. CONCENTRATIEKAMP BIRKENAU Ausch­witz-Birkenau – een doodsfabriek waar meer dan een miljoen mannen, vrouwen en kinderen wreed vermoord werden.


13. ONTSMETTING In enkele uren tijd werden vrije mannen en vrouwen gevangenen, en namen werden nummers.

14.


15. HOUTEN BARAKKEN De overvolle barakken in Birkenau werden soms door wel vijftienhonderd mensen bewoond. Zij sliepen met zijn tienen op een drie meter breed houten stapelbed.


16. MERKTEKENS De opzichters herkenden een gevangene aan het getatoeëerde nummer op zijn arm en het merkteken op zijn kleren.

17.


18. HET SPINNENWEB Het complex van Ausch­witz – meer dan veertig hoofd- en subkampen: slavernij, verhongering en dood.


19. WAT WE ATEN Deze schamele hoeveelheid eten was ogenschijnlijk bedoeld om een gevangene tot zes maanden in leven te houden. Stierf hij de hongerdood, dan werd hij vervangen door een nieuwkomer.


20. HET ORKEST Het gevangenenorkest werd gedwongen om marsliederen te spelen wanneer de gevangenen naar het werk vertrokken – alweer een van de ironische facetten van het kampleven.

21. HET HOOGSPANNINGSHEK IN AUSCHWITZ I We waren ingesloten door schrikdraad, prikkeldraad en gewapende bewakers.


22. ARMBANDEN De hiërarchie onder de gevangenen in Ausch­witz – als Duitse Joodse jongen stond ik helemaal onderaan deze gruwelijke piramide.

23. AUSCHWITZ KAMP I Gedurende negentien lange maanden was Ausch­witz Kamp i, een vijandige en gevaarlijke omgeving, mijn thuis.


24. WERKBLOK Blok 7a – de metselaarsschool bevond zich op de bovenste verdieping van Blok 7.

25. DE REDDING VOOR HONDERDEN KINDEREN De metselaarsschool was een toevluchtsoord voor honderden jongens tussen de vijftien en de achttien. Ik kwam er op mijn dertiende terecht.


26. EEN DOORDEWEEKSE DAG Een doorsnee dag van slavenarbeid – weinig eten, weinig rust, appels en veel zwaar werk.


27. DE KAMPKEUKEN Gevangenen moesten op krukken staan om in manshoge vaten met soep te roeren.

28. HONGER Onze extreme honger dreef ons ertoe onverwachte dingen als ‘voedsel’ te beschouwen.


29. BOVEN: ES STIMMT NICHT Wanneer de aantallen niet klopten, kon het appel urenlang duren.

30. ONDER: ES STIMMT Klopten ze wel, dan leverde de kampoudste zijn verslag in bij het ss-commando.


31. ZONDAGEN ‘Rustdag’ in Ausch­witz betekende geen ‘vrije tijd’; we moesten een heleboel taken verrichten.

32. VROUWENWERK Vrouwen moesten net zo hard werken als mannen, en de ss-vrouwen waren even sadistisch als de ss-mannen.


33. SELECTIE VOOR DE DOOD Bij de selectie betekende elk teken van zwakte, of zelfs een blauwe plek, een mank been of huiduitslag, een doodsvonnis.

34. VOEDSEL HALEN Eens per dag werd ons weinig voedzame, maar kostbare eten door de gevangenen de keukens uit gedragen.


35. HET ABC VAN EEN AUSCHWITZER Deze woorden maakten deel uit van mijn realiteit tijdens de tweeëntwintig maanden die ik in concentratiekampen heb doorgebracht.


36. GEVAREN EN GRUWELEN VAN EEN CONCENTRATIEKAMP Crematoria, ziektes, straffen en isoleercellen – het gevaar van de dood lag altijd en overal op de loer.

37. SPORT Zelfs ‘sport’ werd op cynische wijze gebruikt om gevangenen op alle niveaus te straffen.


38. AMBULANZ (POLIKLINIEK) De eerste hulp die ons werd toegediend door gedetineerde verplegers, hielp ons soms een gevaarlijke ziekenhuisopname te voorkomen en redde vele levens.

39. HOE WE WERKTEN Onder het toeziend oog van bewakers met zwepen werkten we aan één stuk door, als moderne slaven.


40. NIEUWKOMERS Zigeunerfamilies die in Ausch­witz Kamp i arriveren.

41. ONTSNAPPING EN GEVANGENNEMING De meeste dappere ontsnappingspogingen liepen op niets uit. Wie werd gepakt, werd vernederd en opgehangen.


42. GERED DOOR KAMERADEN Het kameraadschap dat de toegewijde kameraden in het ziekenhuis toonden, heeft duizenden het leven gered.


43. EEN ZELDZAME WERKPLOEG Vrouwelijke gevangenen wisten ons nog te begroeten terwijl ze onkruid plukten voor de soep.

44. BLOK 24A Ondanks de gruwelijk slechte manier waarop ze behandeld werden, toonden deze bijzondere vrouwen de jongeren nog medeleven en gulheid.


45. DE BIJBELVORSERS Hun vrouwen werkten als huishoudsters voor de ss-gezinnen.

46. TUSSEN DE HOOGSPANNINGSHEKKEN Een van de wrede strafmethoden was om gevangenen urenlang in de ruimte tussen de dodelijke hoogspanningshekken te laten staan.


47. INSPECTIE Als de nazi’s bij het fouilleren ontdekten dat een gevangene nog bezittingen bij zich had, was dit meer dan gewoon pech. Het kon de gevangene zijn leven kosten.

48. ZIEKTES IN HET KAMP De vele ontberingen die gevangenen moesten doorstaan: infecties, ziektes en koortsaanvallen.


49. ONGEDIERTE De meest ongewenste metgezellen van de gevangenen: ongedierte in het kamp.

50. ONGEDIERTE De meest ongewenste metgezellen van de gevangenen: ongedierte in het kamp.


51. DE BOMMENRUIMPLOEG Ook een manier om gevangenen op wrede wijze te misbruiken.

52. CULTUUR Openbare ophangingen en martelingen werden deel van de ‘cultuur’ van het Derde Rijk.


53. AAN HET ‘ORGANISEREN’ Een voortdurende zoektocht naar alles wat maar enigszins als ‘voedsel’ beschouwd kon worden, om de eeuwige honger tijdelijk te stillen.

54.


55. VOEDSEL OPHALEN VOOR DE WERKPLOEGEN BUITEN HET KAMP Naar het kamp en terug met het kostbare voedsel was een lange en soms gevaarlijke tocht.

56. HET VERTREK We verlaten Ausch­witz voor de laatste keer en marcheren het onbekende tegemoet.


57. TOCHT NAAR HET WESTEN We bleven maar lopen, door de vrieskou en de stormachtige nacht.

58.


Ri

de r rO ve

P O L A N D

G E R M A N Y

Gross-Rosen concentration camp

Breslau

Leipzig Auschwitz-Birkenau concentration camp

Weimar Buchenwald concentration camp

Pless Loslau

C Z E C H O S L O V A K I A

0 0

100 km 100 miles

59. In januari 1945 werden mijn medegevangen en ik geëvacueerd uit Auschwitz. We werden gedwongen naar Loslau te marcheren, waar we op een open goederentrein op weg naar het westen werden gezet.

60. ZO WOONDEN WE Gross-Rosen was een kamp vol extreme gevaren en gruwelen.


61. DE BEWAKERS MARCHEREN OP EN NEER Ook in Gross-Rosen werden we omringd door geweren en prikkeldraad.

62. CONCENTRATIEKAMP BUCHENWALD Tussen 1937 en 1945 kwamen er tienduizenden gevangenen om in Buchenwald.


63. ONDER: LAGERSCHUTZ De kamppolitie, die uit gevangenen in Buchenwald bestond, beschermde en bewaakte ons.

64. VOEDSELVERSTREKKING Eens per dag aten we ons schamele rantsoen van waterige soep en brood. ’s Nachts droomden we over eten en worsten.


65. WEGWEZEN! De dagen voor de bevrijding werden duizenden gevangenen naar een onbekende bestemming geëvacueerd.

66. WE ZIJN VRIJ Eindelijk vrij! De bevrijding kwam op 11 april 1945.


67. Opgepakte ss-bewakers, slechts een paar uur na de bevrijding.

68. ZE WORDEN OPGESLOTEN De jagers werden de prooi.


69. DE WERKBARAKKEN VAN BUCHENWALD Na de bevrijding verbleef ik in Blok 29, een kleiner blok met 216 bewoners in het oude kamp.

70. MOORDBARAK De nazi’s hadden bedrieglijke en verborgen moordmechanismen.


71. AMERIKAANSE VRIENDEN De Amerikaanse soldaten waren gul, en wij jongeren vonden hen fascinerend.

72. Bevrijde gevangenen uit het ‘kleine kamp’ van Buchenwald praten met Amerikaanse soldaten.


73. HERDENK DE DODEN IN DE CONCENTRATIEKAMPEN Miljoenen mensen werden systematisch vermoord in concentratie- en vernietigingskampen, gevoed door haat.

74. Burgers uit Weimar op de binnenplaats van het crematorium van Buchenwald. Amerikaanse soldaten confronteren hen met de lijken die daar opgestapeld liggen. Dit was de eerste foto die van Buchenwald werd gepubliceerd.


75. In de filmbarak van Buchenwald werd een Joodse herdenkingsdienst gehouden voor de overlevenden van het kamp.

76. HET APPEL VAN DE NATIES 1 mei 1945 luidde een nieuw leven voor mij in.


77. Aan het herstellen in Zug, Zwitserland, met mijn mede-kampoverlevers in de zomer van 1945. Ik sta tweede van rechts.

78. Oktober 1945 in Zug, Zwitserland. Ik werd zestien en zou binnenkort met mijn vader herenigd worden in Londen.


79. ‘Het werd mijn rol het verhaal te vertellen.’ Tijdens een schooltour in gesprek met de jonge generatie.

80. Ik had de eer om Thomas’ originele tekeningen in het Yad Vashem in Jersusalem te zien. Zijn aandacht voor detail, terwijl hij maar het formaat van een ansichtkaart had om op te tekenen, is buitengewoon.


81. Thomas en ik praten over zijn ervaringen in de kampen – Herzliya, juli 2019.


Biografische eindnoten 1 Berta Cohn, meisjesnaam Goetze (de moeder van Thomas), werd geboren in 1906. Ze arriveerde op 29 juni 1943 in Auschwitz, samen met Thomas. Haar kampnummer was 47542. Als gevangene werkte ze een poos bij de Union-fabriek, en ze hielp de ondergrondse beweging als tolk. Thomas hoorde voor het laatst iets van haar in juni 1944. Ze stierf in de Holocaust. 2 Dokter Erich Cohn (de vader van Thomas) werd geboren in 1896. Hij vluchtte in augustus 1939 naar Engeland. Tijdens de oorlogsjaren diende hij als arts bij de Britse marine. Hij stierf in 1951, in Londen. 3 Dokter Julius Goetze en Hulda Goetze (Berta’s ouders). Julius stierf in maart 1942 in Berlijn. Hulda werd op 18 maart 1943 met Transport 1/90 vanuit Berlijn naar het getto van Theresienstadt gedeporteerd en stierf daar in juni 1944. 4 Ruth Seidler, meisjesnaam Goetze (de zus van Berta), geboren in 1912. Ze trouwde met Alfred Seidler (die ook omkwam in de Holocaust) en werd op 12 maart 1943 met Transport 36 vanuit Berlijn naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze stierf in de Holocaust. 5 Irma Cohn (de zus van Erich), geboren in 1894, werd op 20 mei 1942 vanuit Beuthen naar Auschwitz gedeporteerd, samen met Magda Breit. Ze stierf in de Holocaust. 6 Magda Breit, geboren in 1878 in Breslau. Ze zorgde voor Thomas’ grootvader Josef Cohn en bleef na zijn dood aan als huishoudster. Magda werd op 20 mei 1942 vanuit Beuthen naar Auschwitz gedeporteerd, samen met Irma Cohn. Magda stierf in de Holocaust. 7 Wolfgang Kopper werd naar de beruchte psychiatrische inrichting Hadamar in Hessen gestuurd, dat ook bekendstond als het ‘huis met de geblindeerde ramen’. Duizenden kinderen werden vermoord als onderdeel van het T4-euthanasieprogramma. Wolfgang was er een van. 8 Werner Jacobsohn overleefde de Holocaust en emigreerde later naar Amerika. Thomas spoorde hem op, en ze hielden jarenlang contact. Werner stierf in 2019. 9 Eva-Ruth Lohde, geboren in 1929, werd op 30 juni 1943 naar het getto van Theresienstadt gestuurd, en daarvandaan naar Auschwitz, op 15 mei 1944. Ze werd diezelfde dag nog vermoord. 10 Lotte (Charlotte) Lohde, meisjesnaam Veile, de moeder van Eva-Ruth, werd op 30 juni 1943 samen met haar dochter naar het getto van Theresienstadt gestuurd. Daarvandaan werden ze op 15 mei 1944 op transport gezet naar Auschwitz. Ze stierf in de Holocaust. 11 Sally Klapper stierf in Auschwitz-Birkenau. 12 Gert Beigel overleefde de Holocaust. Hij en Thomas kwamen elkaar weer tegen op een congres voor overlevenden, dat in 1981 in Jeruzalem werd gehouden, en daarna hielden ze contact (zie nawoord). 13 Een van de leden van het ondergrondse netwerk die hielp het contact tussen Thomas en zijn moeder Berta tot stand te brengen – met groot gevaar voor zichzelf – was Józef Cyrankiewicz, die later premier van Polen werd. 14 Leo Jacob Voorzanger werd in 1911 te Amsterdam geboren. Hij werd naar Dachau getransporteerd en op 1 maart 1945 vermoord. 15 Een van de mensen die Thomas hielpen om het kampleven vast te leggen, was de Oostenrijkse journalist en historicus Eugen Kogon. Kogon verzamelde en documenteerde informatie over het kamp en deelde een aantal van zijn bevindingen met Thomas. Hij overleefde zes jaar gevangenschap in Buchenwald en schreef jaren later een van de belangrijkste boeken over concentratiekampen, De ss-staat.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.