Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 1
HET PAULUSLABYRINT
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 2
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 3
HET PAULUSLABYRINT Jeroen Windmeijer
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 4
Dit fragment uit Het Pauluslabyrint van Jeroen Windmeijer wordt u aangeboden door HarperCollins Holland. Deze uitgave is niet bestemd voor de verkoop. Wij verzoeken u vriendelijk hier niet uit te citeren. © 2017 Jeroen Windmeijer Omslagontwerp: Wil Immink Omslagbeeld: Wil Immink Design / iStock Zetwerk: Mat-Zet B.V., Soest Druk: CPI Koninklijke Wöhrmann BV, Zutphen ISBN 978 94 027 5188 8 NUR 305 Eerste druk 2017 Originele uitgave verschenen bij Harlequin Enterprises Limited, Toronto, Canada Deze uitgave is uitgegeven in samenwerking met Harlequin Books SA © Nederlandse uitgave: HarperCollins Holland HarperCollins Holland en Harlequin Holland zijn divisies van Harlequin Enterprises Limited www.harpercollins.nl Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Alle in dit verhaal voorkomende personen komen voort uit de fantasie van de schrijver. Elke gelijkenis met bestaande personen berust op toeval.
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 5
1
Leiden, 20 maart 2015, 13.00 uur Het college was eigenlijk afgelopen. In vogelvlucht had Peter de Haan de belangrijkste Leidse kerken behandeld in zijn Inleiding tot de Geschiedenis van Leiden voor masterstudenten. Het was een keuzevak, maar elk jaar zat het kleine zaaltje toch weer afgeladen vol. Dat deed hem vanzelfsprekend goed, en hij was opgehouden zich erover te verbazen. Enkele studenten maakten al aanstalten hun spullen op te ruimen, maar durfden nog niet op te staan. Een jongen keek naar hem als een hondje dat wacht op een commando van zijn baasje. Op het scherm achter hem werd een luchtfoto van de Hooglandse Kerk geprojecteerd. In het begin van de veertiende eeuw was dat niet meer dan een houten kapelletje geweest, maar in de zestiende eeuw was hij uitgebouwd tot een enorme kathedraal, die niet goed meer in zijn omgeving paste, als een te grote bank in een huiskamer. Op de foto was ook mooi De Burcht te zien, het gezichtsbepalende bouwwerk van de stad, in feite een cirkelvormige stenen muur van zes meter hoog met kantelen, boven op een motte, een twaalf meter hoge, door mensen opgeworpen heuvel uit de elfde eeuw. Peter strekte zijn arm uit waardoor het zachte gepraat onmiddellijk stopte. ‘Ik weet dat jullie willen gaan lunchen,’ zei hij met iets van aarzeling in zijn stem, ‘maar wie van jullie gaat vanmiddag een kijkje nemen bij het plaatsen van de eerste ondergrondse vuilcontainer bij de Openbare Bibliotheek?’ Hoewel de meeste studenten hem welwillend aankeken, kwam er geen reactie. 5
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 6
‘Jullie weten toch wel dat vanmiddag om drie uur een begin gemaakt wordt met een groot project in de stad waarbij containers geplaatst worden?’ ‘Ik wist dat niet, meneer,’ antwoordde een jongen beleefd, die tijdens het spreken zijn opgestoken vinger in de lucht hield, ‘maar waarom zou dat voor ons interessant zijn?’ ‘Wat léúk dat je het vraagt,’ zei Peter. Zijn reactie ontlokte gegrinnik aan de zaal. De studenten stopten waar ze mee bezig waren, accepterend dat ze nog even vastzaten. Peter pakte zijn laserpennetje en cirkelde met een rood lichtpuntje rond de kerk op het projectiescherm. ‘Het zal jullie misschien verbazen, maar er is eigenlijk maar weinig bekend over het ontstaan en de groei van Leiden. De mogelijkheden om archeologie te bedrijven in de binnenstad zijn altijd heel beperkt, om de eenvoudige reden dat er gebouwd is op de plekken die je zou willen onderzoeken. Dat zullen jullie later nog wel gaan merken als je de kant van de stadsarcheologie op gaat. Heel soms hebben archeologen de kans om bij de sloop van een pand snel bodemonderzoek te doen, maar dat komt maar heel weinig voor. Met dit project kunnen we letterlijk op honderden plaatsen in de stad tot wel drie meter diep gaten graven. Wie weet wat er allemaal onder onze voeten verborgen ligt.’ ‘Of welke lijken er uit de kast komen,’ merkte dezelfde jongen op. ‘Inderdáád!’ reageerde Peter enthousiast. ‘Nu lijkt het net of we dit ingestudeerd hebben, maar dat was wel het volgende punt. Kijk…’ Met het rode lichtje beschreef hij een baan door de Nieuwstraat. ‘Deze straat is vroeger een gracht geweest, die zoals zoveel grachten in Leiden later gedempt is. Veel daarvan zijn overkluisd, dat wil zeggen, ze zijn niet volgestort met zand en puin, maar hebben een dak gekregen waarbovenop de straat is aangelegd. In sommige kun je nog een stukje onder de grond lopen, maar deze is dus gedempt. En 6
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 7
hier, aan de andere kant van de kerk, lag de begraafplaats, maar aan deze kant, rond de vroegere gracht dus en tegen de kerk aan, werden vroeger weleens stiekem mensen begraven. Dat waren dan mensen die het zich niet konden veroorloven ín de kerk begraven te worden, maar die toch graag zo dicht mogelijk bíj de kerk wilden liggen.’ In zijn binnenzak voelde hij zijn mobiele telefoon kort trillen. Hij keek de zaal rond. Als hij nog langer door zou gaan, zou hij die oom worden die op een feestje te lang doorzaagt over vroeger. ‘Jullie kunnen gaan,’ zei hij dan ook maar. ‘En tot vanmiddag allemaal!’ Onmiddellijk kwam de zaal in beweging, alsof een film die op pauze had gestaan weer aangezet werd. Op weg naar de deur liepen de studenten allemaal langs zijn bureau om hun werk in te leveren. Onderdeel van het college was het tweewekelijks schrijven van een korte paper over een behandeld thema. De zaal was leeg. Peter deed de beamer uit en verzamelde zijn spullen. Toen hij het stapeltje met papers oppakte, viel er een onbeschreven envelop tussenuit. Hij keek er even naar. Vast van een student die zich excuseerde dat hij door allerlei omstandigheden niet aan de opdracht van deze week toegekomen was. Net toen hij de envelop open wilde maken, verscheen Judith in de deuropening. ‘Je bent het niet vergeten, toch?’ vroeg ze lachend. ‘Hoe zou ik ooit een afspraak met jou kunnen vergeten?’ zei Peter, terwijl hij de envelop bij het overige werk in zijn tas stopte. Judith Cherev, een vrouw van begin veertig, had hij twintig jaar geleden leren kennen toen ze voor de begeleiding van haar eindscriptie bij hem was gekomen. Sindsdien was er een hechte vriendschap ontstaan. Ze was gepromoveerd op een onderzoek naar de geschiedenis van het jodendom in Leiden. Nu was ze universitair docent bij de faculteit Geschiedenis. Daarnaast was ze freelance7
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 8
onderzoekster voor het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Haar donkere krullen, met hier een daar een charmante grijze streng, zaten met een dik elastiek nonchalant naar achteren gebonden. Nog steeds was ze een prachtige vrouw, slank en zoals altijd gekleed in een blouse en een lange rok. Het hangertje in de vorm van een Davidsster om haar nek schitterde even in het licht van de tl-buizen. ‘Had jij me al geappt net?’ Judith schudde haar hoofd. Peter pakte de telefoon uit zijn binnenzak en opende het binnengekomen appje. Hora est.
Peter glimlachte. ‘Wat is er?’ ‘Ik denk een student die me wilde laten weten dat ik te lang doorging.’ Hij liep naar de deur met de tas onder zijn arm en deed de lichten uit. Onderweg liet hij het appje aan Judith zien. Het ‘hora est’ – ‘het is tijd’ – was de formule waarmee de pedel na exact drie kwartier binnenkwam als een promovendus zijn proefschrift ten overstaan van de promotiecommissie verdedigde. Het was de bedoeling dat de promovendus dan onmiddellijk zijn mond hield, zelfs al was hij nog midden in een zin. Door de meeste kandidaten werden de woorden met grote opluchting aangehoord. ‘Wel gevat,’ zei Judith, die hem het mobieltje teruggaf. ‘Vreemd alleen dat het nummer onderdrukt wordt.’ ‘Zeker bang dat deze gevatheid hem punten gaat kosten.’ Hij wiste het berichtje. Toen hij af wilde sluiten, zag hij dat iemand een telefoon op een tafel had laten liggen, een iPhone die er als nieuw uitzag. 8
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 9
Hij liep weer naar binnen en stak hem in de zak van zijn colbertje. Het zou niet lang duren voordat de eigenaar bij hem op de stoep zou staan, vergroeid als de studenten waren met hun mobiel. Samen liepen ze naar buiten, in de richting van het Lipsiusgebouw waar een universiteitsrestaurant was. Hoewel het al jaren zo heette, bleef Peter het nog altijd het lak noemen, naar het theater dat er vroeger zat. ‘Mark zit er waarschijnlijk al,’ zei Judith, met iets van vertedering in haar stem. ‘Je kent hem, één uur is één uur.’ Mark was hoogleraar aan de faculteit Theologie, een briljante figuur met een psychiatrisch verleden, met wie Judith een latrelatie had. Praktisch gezien voerden ze één huishouden, maar beiden hadden hun bescheiden woninkje in het Sionshofje aangehouden. Samenwonen zou verhuizen betekenen, en geen van beiden wilde het hofje verlaten. Binnen zaten studenten en docenten aan lange tafels te lunchen. Een eentonig geroezemoes vulde de ruimte. De warmte van de keuken en de etensgeuren zorgden voor een wat bedompte atmosfeer. Mark zat inderdaad al aan een tafel, waar hij plekken voor hen vrijgehouden had. Hij zwaaide even. Ze liepen langs het buffet naar hem toe. Peter nam een extra grote salade en een glas verse jus, Judith een kopje soep en een sneetje brood met kaas. ‘Goed zo,’ complimenteerde Judith hem, terwijl ze hem plagend op zijn buikje klopte. Mark was al halverwege zijn maaltijd toen ze bij hem gingen zitten. Judith kuste hem licht op de wang, iets wat bij Peter na al die jaren nog altijd een steekje van jaloezie opriep. ‘Wat zijn jullie plannen voor vanmiddag?’ vroeg Peter. ‘Ik heb om twee uur een afspraak met een oudere man,’ zei Judith. Hij heeft uit een nalatenschap verschillende objecten gekregen; zijn overleden oudtante was joods. Via het museum is hij bij mij terecht9
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 10
gekomen. Ik ga even langs om te zien of het mogelijk wat voor onze collectie is.’ ‘Leuk,’ zei Peter. ‘Tja, meestal levert het niks op, hoor, om eerlijk te zijn. Maar soms zit er opeens iets bijzonders tussen, vergelijk het maar met Tussen kunst en kitsch. Dagboeken of brieven uit een kamp of oude gebruiksvoorwerpen. Je weet maar nooit. Meestal is het nog wel gezellig ook, het is vaak meer een luisterend oor bieden…’ ‘Nooit een saai moment bij jou dus.’ ‘Nooit een saai moment, nee,’ beaamde ze. ‘Verder wil ik vanavond nog een college voor maandag voorbereiden, niets bijzonders eigenlijk. Ik heb de komende dagen voor mezelf.’ Ze legde haar hand op Marks onderarm. ‘Klopt,’ zei Mark. ‘Ik ga weer lekker naar Duitsland voor een weekje. Geen telefoon, geen internet, even helemaal afgesloten van de wereld, heerlijk.’ Eén of twee keer per jaar trok Mark zich een week terug ergens diep in de bossen in Duitsland ‘om na te denken’ zoals hij het zelf noemde. Hij had er niet eens bereik op zijn mobiele telefoon. Judith plaagde hem met een geheime minnares, maar wist dat hij dit af en toe nodig had om zich weer helemaal op te laden. Hij kwam altijd als herboren terug, vol energie. Een compromis was wel geweest dat hij minstens één keer tijdens zijn afwezigheid naar de bewoonde wereld zou gaan om haar te vertellen hoe het met hem ging. ‘En vanmiddag,’ ging Mark verder, ‘wil ik nog een paar uurtjes aan een artikel schrijven waar ik samen met Fay Spežamor aan werk, je weet wel, die Tsjechische classica, conservator Romeinse en Etruskische Kunst bij Oudheden.’ ‘Ik heb haar een paar keer ontmoet ja,’ zei Peter. Het was even stil. 10
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 11
‘Had je een plan om iets te gaan doen dan?’ vroeg Mark. ‘Ik ga even een kijkje nemen bij het plaatsen van die container in de Nieuwstraat. Ik volg het project een beetje. De Dienst Erfgoed heeft me uitgenodigd. Daniël Veerman, Janna Frederiks… Ze hebben beloofd me op de hoogte te houden als ze op iets moois stuiten.’ ‘O ja!’ riep Mark plotseling enthousiast uit, alsof hij de laatste woorden van Peter helemaal niet gehoord had. Hij schoof zijn dienblad opzij waardoor een grote envelop tevoorschijn kwam, beschreven in een regelmatig, onmiskenbaar ouderwets handschrift. ‘Aan de weledelzeergeleerde heer professor doctor M. Labuschagne,’ las hij met veel spot voor. ‘De afzender hiervan moet ik vanmiddag even een kort briefje sturen.’ Uit de envelop haalde hij een grote stapel dichtgetypte velletjes, zo te zien op een typemachine geschreven. ‘Dit is een van die dingen…’ zei hij, terwijl hij erdoorheen bladerde alsof hij naar iets specifieks op zoek was. ‘Sinds ik gepromoveerd ben, krijg ik met enige regelmaat dingen opgestuurd, schrijfsels van amateurs die denken de code te hebben gevonden waarmee het boek Openbaring te begrijpen is. Of die zeggen over het definitieve bewijs te beschikken dat Jezus nooit aan het kruis gestorven is…’ ‘Of dat de apostel Petrus in Leiden begraven is,’ grapte Judith. Ze lachten. ‘Maar dit… Kijk, meestal is het onzin, en je zou het direct weg kunnen gooien, maar ik bewaar altijd alles. Op een dag wil ik er misschien nog eens iets mee doen. Soms lijken bepaalde ideeën gek of denkt de hele wereld dat een schrijver krankzinnig is, maar zo’n persoon kan ook gewoon zijn tijd ver vooruit zijn. Vandaag had ik er weer eentje, van ene …’ Hij keek op het schutblad. ‘…meneer Goekoop uit Zierikzee, Zeeland. Het gaat over de Burcht. Volgens hem heeft die vanaf het begin af aan een astrologische functie gehad. Kijk, hij heeft er zelfs tekeningen bij gemaakt.’ 11
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 12
Mark hield een blaadje met een verrassend fijne pentekening van de Burcht omhoog, waarop de ruimte tussen de kantelen vrijgelaten was zodat het geheel sterk op een Stonehenge-achtige steenkring leek. ‘Hij heeft een hele theorie, dat op het moment van de zonnewende op maart de eerste stralen van de zon precies door de hoofdpoort schijnen, daarbij rekening houdend met de precessie van de aarde. De aarde is te vergelijken met een tol die niet precies rechtop staat, ingewikkeld verhaal… Via allerlei berekeningen probeert hij aan te tonen dat de oervorm van de Burcht al ver voor onze jaartelling gebouwd moet zijn. Het woord megaliet is volgens hem niets anders dan een afgeleide van het Griekse mega-leithos, oftewel, Groot-Leiden.’ ‘Makkelijk na te gaan, morgen is het maart.’ ‘Ja, maar nee. De aardas staat anders dan toen. Maar goed, dat van die megaliet is natuurlijk onzin en de rest waarschijnlijk ook. Hier, aanvullend bewijs denkt hij te hebben gevonden door de plaatsing van de drie bomen in het midden van de Burcht, die precies opgesteld staan zoals de drie sterren in het midden van het sterrenbeeld Orion. Je weet wel, net als de piramides in Egypte.’ ‘En de Rijn is dan de Nijl zeker?’ ‘De Rijn is bij hem de Lethe, of de Leythe, een van de vijf mythische rivieren uit de onderwereld van de Griekse mythologie, net als de rivier de Styx. Die naam Leythe heeft volgens hem natuurlijk ook weer met Leiden te maken.’ ‘Dat je daar je tijd aan verspilt,’ zei Peter. ‘Ik vind het vermakelijk. Je weet nooit waar iemand mee komt. Soms doen amateurs verrassende vondsten. Wat mij fascineert in dit verhaal is zijn theorie over de Burcht als zonnecultuscentrum. Hij heeft wel een punt over de naam Lugdunum…’ ‘De Romeinse naam voor Katwijk.’ ‘Ja, maar volgens hem oorspronkelijk de benaming van de heuvel 12
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 13
waar de Burcht op staat. Lug is de naam van de Keltische zonnegod en dunum betekent zoveel als “heuvel” of “berg”. “De berg van Lug” dus, of, iets vrijer vertaald, “de heuvel waar Lug aanbeden wordt”.’ ‘Op die manier kun je nog bewijzen,’ wierp Peter tegen, ‘dat het Zierikzee waar deze meneer Goekoop vandaan komt eigenlijk teruggaat op de Griekse tovenares Cyrce. En dat Troje dus in Zeeland moet hebben gelegen.’ Mark stopte de papieren terug in de envelop. ‘Hoe dan ook, ik stuur deze mensen altijd een beleefd briefje terug, meestal is dat afdoende.’ Judith pakte haar dienblad op. Ze had haar soep en brood al op. ‘Ga je al?’ vroeg Peter een tikje teleurgesteld. ‘Om twee uur heb ik die afspraak. Ik ga nog even naar mijn kamer om wat spullen te pakken. Als je wilt, kunnen we vanavond nog een afzakkertje drinken?’ Peter knikte. Judith liet haar hand even op de schouder van Mark rusten, die zijn hoofd licht opzij boog, als een kat die een kopje geeft. Na een knipoogje richting Peter liep ze naar de spoelkeuken om haar spullen weg te brengen. ‘Lug dus,’ bracht Peter het gesprek terug waar Mark gebleven was. ‘Lug ja, maar er zijn in de loop van de geschiedenis veel meer zonnegoden die aanbeden werden natuurlijk. Fascinerend onderwerp hoor, daar gaat dat artikeltje over waar ik aan wil werken vanmiddag, beetje populairwetenschappelijk. Over hoe ze altijd worden geboren op de derde dag na de winterzonnewende, op de avond van december, om zo symbolisch de komst van het licht in de donkere wereld te vieren. Geboren uit een maagd, vaak in een grot, er is een ster te zien, ze worden aanbeden door herders, koningen komen geschenken brengen, een ziener voorspelt dat dit de redder is waar de wereld op gewacht heeft, enzovoort…’ 13
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 14
‘Ik ken de verhalen ja. Heb je trouwens nog iets van de zonsverduistering meegekregen vanmorgen?’ ‘Nee, niet op gelet om eerlijk te zijn.’ ‘Het was ook bewolkt, er zal niets te zien zijn geweest.’ ‘Inderdaad, maar… Waar was ik gebleven? O ja, de zonnegoden… Ze sterven altijd rond de zonnewende van de lente en staan na drie dagen weer op. Attis, Osiris, Dionysos, noem ze maar op. De god of de godenzoon sterft, er is een dag van rouw en op de derde dag is er onuitsprekelijke vreugde omdat de god uit de dood is opgestaan. Net zoals de natuur die dood leek te zijn, maar toch weer tot leven komt.’ Peter had ook weleens gelezen over de verwarring waaraan de vroege kerkvaders ten prooi waren gevallen toen ook hun de parallellen tussen de evangeliën en deze aantoonbaar veel oudere verhalen waren opgevallen. Het enige wat ze hadden kunnen bedenken, was dat die verhalen een truc van de duivel waren. Satan zou hebben geweten onder welke omstandigheden Jezus eeuwen later geboren zou worden en had die riten toen al ingesteld om de latere gelovigen in verwarring te brengen. ‘In dat artikel wil ik de overeenkomsten op een rijtje zetten tussen allerlei christelijke basisconcepten en de mysteriegodsdiensten uit de regio, waanzinnig interessant. Neem Orpheus en Eurydice, Demeter en Persephone… allemaal variaties op hetzelfde thema. In de cultus van Dionysos werd elk jaar een stier geslacht. De gelovigen aten het vlees ervan en dronken het bloed om éénwording met Dionysos te bereiken, de communie, en zo deel te krijgen aan zijn opstandingskracht.’ ‘Het is… Luister,’ onderbrak Peter hem. Van nature was Mark nogal een introverte persoon, maar eenmaal op zijn gemak was hij moeilijk te stoppen als hij op zijn praatstoel zat. ‘Ik wil mijn tas nog even naar mijn kantoortje brengen, en om twee uur is de burgemeester er voor de opening…’ 14
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 15
Mark lachte en hief zijn handen omhoog in een verontschuldigend gebaar. ‘Geen probleem.’ Peter nam de laatste paar happen van zijn salade en leegde zijn glas. Als een lachende chimpansee opende hij zijn mond met zijn tanden stijf op elkaar. ‘Niets tussen mijn tanden?’ vroeg hij, maar Mark stelde hem gerust. Nadat ze afscheid hadden genomen, liep Peter naar zijn kantoor in de faculteit Archeologie, die naast het LAK lag. Zijn werkkamer had al meer dan twintig jaar dezelfde inrichting. Het was een soort huiskamer voor hem, met aan de muur altijd dezelfde drie posters: een reproductie van Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci, een poster van het beroemde schilderij van Gustaaf Wappers met burgemeester Van der Werff en een grote foto van Paus Johannes Paulus II in zijn pausmobiel. Er waren weken dat hij meer tijd hier doorbracht dan in zijn vierkamerflat aan de Boerhaavelaan. Hij had zelfs een stapeltje schone kleren in de kast voor die enkele keer als hij weleens op de driepersoonsbank bleef slapen. Hij haalde de stapel papers uit zijn tas, waardoor de envelop op de grond viel. Nieuwsgierig pakte hij hem op en maakte hem open. Het velletje papier bevatte geen excuses van een student voor een niet-gemaakte opdracht, zoals hij verwacht had. Keurig in het midden stond: Rom. 13: 11 Maar het waren vooral de woorden daaronder die hem plotseling een droge mond bezorgden. Hij liet het blaadje vallen, als een vieze zakdoek die je in de prullenbak gooit. Hora est. 15
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 16
6 Bij het plaatsen van ondergrondse vuilcontainers wordt een geheim gangenstelsel ontdekt. Peter gaat met hoogleraar Arnold van Tiegem op onderzoek uit. Arnold verdwijnt in het labyrint…
Vrijdag 20 maart, 19.00 uur Gedrieën keken ze naar de bloedvlek op Peters overhemd, als in een still die voor de promotie van een spannende film gebruikt wordt. ‘Die zat er net nog niet, toch?’ vroeg Janna. Peter rukte zich los uit haar greep. ‘Doe eens even normaal! Wat bedoel je met wat er beneden precies gebeurd is? Ik heb het je toch verteld? Hij liep voor me uit de tunnel in, sloeg de hoek om. Het touw was op, maar ik ben hem achternagelopen en heb hem geroepen. Toen hij niet reageerde, ben ik teruggekomen om jullie hulp te halen.’ ‘En dat bloed op je overhemd? Is dat van jou?’ drong Janna aan. ‘Hij struikelde. We hoorden die knal… Jullie hadden dat touw naar beneden gegooid, en we schrokken. Arnold maakte een ongecontroleerde beweging waardoor zijn helm afviel. Hij schaafde zijn voorhoofd en viel tegen me aan…’ Daniël ging een beetje tussen Peter en Janna in staan, als een aanvoerder van een voetbalelftal die wil voorkomen dat zijn teamgenoot een tegenstander te lijf gaat. ‘Wat dacht je dan dat er gebeurd was? Ik ben beneden in die tunnel en ik denk: kom, laat ik Arnold zijn hersens eens inslaan, ze komen er toch nooit achter dat ik het gedaan heb?’ ‘Nou… iedereen weet dat je hem niet uit kunt staan…’ zei Janna. ‘Jongens,’ kwam Daniël tussenbeide, ‘hier schieten we niets mee op.’ 16
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 17
‘We moeten terug naar beneden,’ zei Peter. ‘Ik wilde niet alleen verder.’ ‘Ik bel eerst de politie,’ zei Janna, die onmiddellijk de daad bij het woord voegde en haar mobiel pakte. Het was even stil. Ze hoorden Janna ‘politie’ zeggen, even later ‘Leiden’. Peter keek op zijn eigen mobiel om te zien hoe laat het was. Bijna zeven uur. Janna legde de situatie uit. Na een korte stilte schoot haar stem opeens de hoogte in. ‘Pardón, hoe bedoelt u?’ Ze luisterde weer even naar wat de persoon aan de andere kant van de lijn te zeggen had. ‘Ja,’ zei ze toen, ‘ik wéét dat hij vaker als vermist is opgegeven, maar dit is een heel andere situatie. Hij was in een tunnel… onder de stad ja… vanmiddag pas ontdekt… nee, net pas… met een collega… nee, zonder verdere begeleiding, maar… hij is weg ja… Ik wéét dat dit niet de eerste keer is, dat heeft u nu al een paar keer gezegd, maar deze keer… Luíster dan naar me, trut! Hij is –’ Ze keek naar haar telefoon, alsof ze zich afvroeg wat die daar deed. ‘Ze heeft opgehangen,’ sprak ze verbijsterd. ‘Dat mag ze helemaal niet doen, ze mag niet eens ophangen.’ ‘Wat was er dan?’ vroeg Daniël. ‘Ze nam het niet serieus,’ antwoordde Janna verslagen. ‘The boy who cried wolf…’ ‘Misschien moeten wij dan…’ opperde Peter, maar hij maakte zijn zin niet af, want vanuit zijn ooghoek zag hij iets in de verte. Het was al aan het schemeren, maar door het licht van de lantaarnpalen op straat had je nog redelijk goed zicht. Net voorbij de Hooglandse Kerk stond een figuur stil, die in hun richting keek. Hij leek zijn hand op te steken, als in een wenkend gebaar. Hij droeg geen jas en zijn kleding fladderde een beetje om hem heen, alsof zijn broek en shirt te groot voor hem waren. Toen hij merkte dat Peter hem in het vizier had, draaide hij zich abrupt om. ‘Hé!’ riep Peter. ‘Hé jij, wacht eens!’ 17
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 18
Janna en Daniël keken nu ook die kant op, maar de man was al om de hoek verdwenen, de Beschuitsteeg in. Peter rende achter hem aan. ‘Hier blijven!’ hoorde hij Janna nog boos roepen, maar hij rende door. Hij zag de figuur nog net linksaf slaan, de Nieuwe Rijn op. Peter rende langs het museum van de Pilgrim Fathers. Aan het einde van de steeg zag hij dat de persoon de smalle Boterbrug overgestoken was en weer naar links rende, richting het Van der Werffpark. De afstand tussen hen was te groot om hem in te halen, en bovendien had hij pijn in zijn knieën. Dus besloot hij erop te gokken dat de ander naar het park ging, een plek waar je je op dit uur goed verbergen kon. Peter rende via de Mosterdsteeg, met piepende ademhaling en het zweet op zijn voorhoofd. Maandag ga ik op dieet, nam hij zich voor. Na de Breestraat te hebben overgestoken, schoot hij net voorbij boekhandel De Kler rechts de Boomgaardsteeg in. Zo kwam hij uit op de Steenschuur met aan de overkant van de gracht het in de schemer gehulde park. Via de linkeringang leek iemand het park in te gaan, rustig lopend, alsof hij een avondwandeling maakte. Was het verbeelding? Peter vertraagde nu ook zijn pas en bleef dicht bij het Lorentzgebouw, terwijl hij zichzelf dwong niet om te kijken om geen argwaan te wekken. Hij stak de Steegbrug over. De figuur liep nu achter het beeld van burgemeester Van der Werff langs, nog steeds op zijn gemak, en ging op een van de bankjes zitten. Hij pakte nog net geen broodtrommeltje zoals kantoormensen die er weleens lunchten, maar keek in plaats daarvan strak voor zich uit. Buiten zijn gezichtsveld naderde Peter de figuur. Net op het moment dat hij zich schrap zette voor een sprint en een mogelijk nieuwe achtervolging, draaide de persoon zich in zijn richting om. ‘Ah, daar ben je,’ sprak die rustig, alsof ze precies op dit tijdstip afgesproken hadden. Verbijsterd bleef Peter staan. ‘Hoe bedoel je “daar ben je”?’ Hij 18
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 19
deed een paar stappen dichterbij, totdat hij nog maar enkele passen van hem verwijderd was. ‘Wie ben jij?’ vroeg hij. Het gezicht van de persoon was niet heel goed te onderscheiden, maar het leek een jonge man, baardloos, halflang donkerblond haar, met een wat muizig gezicht, slank. De kleding leek hem niet te passen, alsof hij andermans kleren droeg. ‘Maar jij bent…’ zei Peter geschokt. ‘Jij lag in die tunnel vanmiddag.’ ‘Ik heb een boodschap voor je,’ zei de jongen, de woorden van Peter negerend. ‘Wat deed je daar? Hoe kwam je daar?’ ‘Dat is niet relevant nu.’ ‘Niet relevant? Mijn collega is net verdwenen in die tunnel.’ De jongen keek hem verbaasd aan, naar het leek oprecht. ‘Verdwenen?’ Diepe denkrimpels verschenen op zijn voorhoofd. ‘Dan nog…’ hernam hij zich. ‘Ik heb een boodschap voor je.’ Peter opende zijn mond om iets te zeggen, maar kreeg geen kans daartoe. ‘Je bent uitverkoren,’ zei de jongen opeens, alsof hij in één keer een einde aan de discussie wilde maken. ‘Uitverkoren?’ ‘Uitverkoren, ja. Een hele eer.’ ‘Luister,’ zei Peter, geïrriteerd nu. ‘Ik heb hier geen tijd voor. Mijn collega is net verdwenen en ik –’ ‘Van je collega weet ik niets, sorry.’ Er viel een korte, ongemakkelijke stilte. ‘Ik ben… uitverkoren?’ vroeg Peter, verward over de wending die het gesprek genomen had. ‘Ja, precies.’ De jongen ging meer rechtop zitten. ‘Ken je de film The Matrix?’ Peter knikte kortaf. 19
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 20
‘Met die rode en die blauwe pil…’ vervolgde de jongen. ‘Neo krijgt de keus: slikt hij de rode pil, dan wordt hij wakker en zal hij de wereld gaan ervaren zoals die werkelijk is. Slikt hij de blauwe pil, dan blijft alles bij het oude…’ ‘En jij bent Morpheus zeker?’ De jongen lachte geluidloos. ‘Peter…’ Peter was onaangenaam verrast over het feit dat de jongen zijn naam bleek te kennen. ‘Luister,’ zei de jongen, die erbij ging staan. Ze stonden op nog geen meter afstand van elkaar. Op zeer rustige toon sprak hij verder. ‘Zoals die gevangene in Plato’s grot ontsnapt en de waarheid ontdekt, zo kun jij ook … bevrijd worden, ontkoppeld… om bij The Matrix te blijven.’ ‘En dan moet ik de rode pil kiezen?’ ‘Je hoeft nog niet alles te begrijpen, dat komt nog wel. “Het uur is daar.” Dat is de boodschap.’ ‘Het uur is daar?’ ‘Hora est.’ ‘Hora est. Dit is… ‘ Peter stond besluiteloos, met zijn armen langs zijn lichaam. ‘Hoe weet je dan wie ik ben? En wie ben jij dan? Heb je ook een naam?’ ‘Noem mij maar Raaf.’ Peters geduld was op. De vermoeidheid van de sprint, het avontuur in de tunnel, de zorgen om wat er met Arnold gebeurd kon zijn. ‘Weet je, het is goed met je –’ ‘Goed zo, pák hem!’ zei de jongen opeens. Peter draaide zich om. Op het moment dat hij dat deed, duwde Raaf hem naar achter zodat hij op de grond viel. Met zijn hoofd knalde hij hard tegen de rand van het bankje, een explosie van pijn. De oudste truc ter wereld… De jongen rende weg, maar bleef op een meter of dertig afstand staan. Hij riep: ‘De redding is nabij!’ 20
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 21
7
Vrijdag 20 maart, 19.30 uur Peter wreef met zijn hand over de pijnlijke plek op zijn hoofd. Wat stom om dáárin te trappen. Zo probeerde je als klein kind tijdens een stoeipartij een vriendje te overmeesteren, met ‘pas op, achter je…’ Hij liep in dezelfde richting als waar de jongen heen gerend was, naar de uitgang van het park, over de Steenschuur. Hij stak de Breestraat over en kwam via ’t Gangetje op de Nieuwe Rijn, die er stil en verlaten bij lag. De lichten van de lantaarns weerspiegelden in het wateroppervlak van de gracht. Wat moesten ze doen? De politie leek de zoveelste vermissing van Van Tiegem geen prioriteit te geven, maar deze keer was alles anders. Misschien moest een van hen op het hoofdbureau aan de Langegracht langsgaan om de zaak nog eens rustig uit te leggen. Aan de telefoon moest het hele verhaal over een speurtocht in een net ontdekte tunnel en een plotselinge verdwijning inderdaad nogal absurd overgekomen zijn. Zodra hij terug bij de kuil was, zou hij overleggen met Janna en Daniël over de te nemen stappen, nam hij zich voor. Maar toen hij in de Beschuitsteeg liep, zag hij recht voor zich het schijnsel van blauwe zwaailichten op de muren van de Hooglandse Kerk. Behoedzaam deed hij nog een paar stappen vooruit, waarbij hij dicht bij de huizen links in de steeg bleef. Ook het gekraak van een walkietalkie was nu hoorbaar. De politie was dus toch gekomen. Hoe moest hij zijn plotselinge verdwijning uitleggen? Het wegrennen van zo-even maakte hem natuurlijk verdacht nu, na de verdwijning van Arnold. En wat kon hij zeggen? Dat hij in het park een gesprek had met een jongen 21
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 22
die zichzelf Raaf noemde en hem de keuze wilde geven tussen een rode en een blauwe pil? O ja, dat diezelfde jongen zei dat het uur gekomen was en dat de redding nabij was? Ze zouden hem direct meenemen en vasthouden, totdat duidelijk zou zijn wat er met Arnold gebeurd was. Peter hield stil bij het laatste huis, waarna hij heel voorzichtig zijn hoofd om de hoek stak. Er waren twee politiewagens, en rond de kuil stonden wat politieagenten, samen met Daniël en Janna. Ze leken druk met elkaar te overleggen, waarbij één agent inderdaad in een mobilofoon sprak. Toen een van de agenten zijn richting op keek, trok Peter snel zijn hoofd weg en besloot terug te lopen. Eerst zelf uitzoeken wat hier aan de hand is, dacht hij. Wie weet welke kostbare tijd er verloren gaat als ze me vasthouden, terwijl ik op onderzoek uit wil. Op onderzoek uit móét. Hij liep dezelfde route terug als hij eerder die middag gegaan was. De faculteit was uitgestorven toen hij er aankwam. Nadat hij met zijn pasje de deur had geopend, liep hij door naar zijn kantoortje. Eenmaal in zijn kamer trok hij zijn stoffige kleren uit en legde de twee mobiele telefoons plus zijn portemonnee op zijn bureau. Uit de kast pakte hij een ander overhemd, een broek en schone sokken. Terwijl hij zich aankleedde, propte hij twee mueslirepen naar binnen die hij altijd als vieruurtje in zijn lade had. Hij ging naar het toilet, waar hij zijn hoofd zo goed en zo kwaad als het ging onder de kraan stopte. Het water dat de wasbak in stroomde was grijs. Met papieren handdoekjes depte hij zijn gezicht droog, zichzelf bestuderend in het kleine ronde spiegeltje. Hij oogde vermoeid. Er waren rode adertjes zichtbaar in het wit van zijn ogen, er zat een schrammetje op zijn neus. Hij woelde met zijn handen door zijn haar, waarbij een stoffige gruisregen neerdaalde, alsof hij last had van hevige roos. 22
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 23
En er zat een stukje sla tussen zijn tanden, duidelijk zichtbaar. Hij haalde het ertussenuit en spoelde zijn mond. Nu hij wat tot rust gekomen was, besefte hij dat het een slecht idee was geweest om weg te lopen. Nog onder de indruk van de vreemde ontmoeting met Raaf, de berichtjes en het kwijtraken van Arnold had hij zelf op onderzoek uit willen gaan, maar waar moest hij beginnen? Hij liep terug naar zijn kantoor en haalde de map van het inleidingscollege van die middag uit zijn tas. De studenten moesten tachtig procent van de colleges aanwezig zijn, dus hij was verplicht de administratie daarvan bij te houden. De lijst liet hij altijd rondgaan, omdat het te veel tijd kostte om alle studenten naam voor naam af te vinken. Natuurlijk kwam het daardoor soms voor dat er meer namen aangekruist werden dan er mensen aanwezig waren, maar dat deed hij dan meestal af met een grapje. (‘Dit lijken de verkiezingen in Rusland wel: er zijn weer meer stemmen uitgebracht dan dat er kiezers zijn.’) Met zijn vinger ging hij langs de lijst namen, waarbij hij probeerde zich gezichten voor de geest te halen. Daar slaagde hij maar in een enkel geval in. Al snel besloot dat hij dat dit totaal zinloos was. Wat had hij gehoopt te vinden? Een student met de naam ‘Raaf Ravensbergen’? Of een rode pijl bij een naam met de woorden ‘hora est’? Met driftige gebaren vouwde hij het blaadje op en stopte het terug in de map. Op hetzelfde moment viel zijn oog viel op een klein boekje dat hij tijdens de cursus gebruikt had, meer een dikke folder eigenlijk, waarvan de omslag van hetzelfde papier was als de rest. gedemptegrachtenwandeling stond er op de voorkant, een uitgave van Het Waterambacht Leiden en de Historische Vereniging Oud Leiden. Het was een wandeling langs alle gedempte en overkluisde grachten in Leiden. 23
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 24
Gedachteloos pakte hij het op. Hoe was het in hemelsnaam mogelijk dat die tunnel nog nooit eerder ontdekt was? Hij sloeg het open en begon op een willekeurige bladzijde te lezen, op zoek naar antwoorden op zijn vragen. Leiden is van oudsher een waterrijke stad. Rond het midden van de zestiende eeuw maakte de stad op de Italiaans-Vlaamse koopman Guicciardini de indruk van een waar eilandenrijk. Hij telde eilanden, verbonden door bruggen. De stad had toen nog een middeleeuwse omvang. Hij bladerde verder. En ook nu nog maakt Leiden een waterrijke indruk. Toch is er in de loop van de tijd heel veel water gedempt. Deze wandeling wil daarvan een beeld geven. Ze voert langs meer dan dertig dempingen die door de eeuwen heen binnen de singels hebben plaatsgevonden. De wandeling laat zien hoe steeds meer water verdween uit Leiden. Hoe het water verdween uit Leiden… In de middeleeuwse stad werd de bebouwing van Leiden verdicht en in de loop van de zeventiende eeuw werd de stad driemaal uitgebreid. De grotere bebouwingsdichtheid leidde tot meer verkeer in de straten. Dit werd niet alleen opgevangen door grachten te dempen, maar vooral door ze onder de grond te brengen in grote gemetselde riolen of door de gracht te overkluizen.
24
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 25
De tunnel die die middag was ontdekt, bevond zich zo diep onder de grond dat die zelfs onder destijds bestaande grachten door liep. Hij bladerde het boekje verder door, op zoek naar de tekening waarop alle gedempte en overkluisde grachten aangegeven stonden. Sinds enkele jaren vonden er, naast de gedemptegrachtenwandelingen, in Leiden de zogenaamde Broodje Aap-stadswandelingen plaats, waar Peter en Judith een keer aan meegedaan hadden. Om de zoveel tijd hield de stadsgids stil om een verhaal te vertellen over de plek waar ze zich bevonden. De deelnemers moesten vervolgens aangeven of ze dachten dat het verhaal waar was of niet. Er was ook een verhaal over de waterput in de Burcht geweest dat als ‘onwaar’ was weggezet. Al in de zeventiende eeuw was men ervan overtuigd dat deze put het begin was van een onderaardse gang die doorliep tot het ‘wapenhuys der Romeynen na by Cat-wijck’. zoals het in de bronnen vermeld stond. De tunnel zou gegraven zijn tijdens het Spaanse beleg van de stad in -. Dat er in de put in die tijd een levende haring gevonden zou zijn, wat zou wijzen op een verbinding met de kust, kon vanzelfsprekend naar het rijk van de fabelen verwezen worden, maar de hardnekkige geruchten over tunnels werden door veel mensen voor waar aangenomen. En was een café als Annie’s Verjaardag niet gevestigd in de historische gewelven waarvan ook iedereen ‘wist’ dat die deel uitmaakten van een ondergronds gangenstelsel naar de Burcht? In verband met de dichte bebouwing op die plekken waren er eigenlijk nooit serieuze pogingen ondernomen om de waarheid van deze oude verhalen te onderzoeken. Hoewel Peter toch veel van de Leidse geschiedenis wist, had hij het in bijna de helft van de gevallen fout gehad. De les die ze na afloop hadden getrokken was: als het verhaal té onwaarschijnlijk is om waar te zijn, dan is het waarschijnlijk echt gebeurd. 25
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 26
Met zijn vinger streek Peter over de Nieuwstraat, ook een gedempte gracht. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes, waardoor de fijne lijntjes van de bebouwing wegvielen. Alleen de rood en blauw gekleurde strepen bleven als een alternatieve stadsplattegrond over. Met zijn wijsvinger tikte hij op het tekeningetje. Als er ab urbe condita al sprake was van een tunnel, dacht hij, dan is er misschien niet eens zo heel veel extra graafwerk nodig om die te verbinden met overkluisde en gedempte grachten… Stel je voor dat het niet één tunnel is, maar dat er een heel labyrint onder de stad ligt! Mijn hemel, dit zou weleens een van de grootste archeologische ontdekkingen van de laatste honderd jaar kunnen zijn… Hij legde het boekje terug en pakte de nieuwe telefoon nog maar eens op. Alleen de basisapps die standaard bij de aanschaf meegeleverd werden, zaten erop, en wickr dus. Hij kon er morgen mee naar een winkel om te zien of ze konden achterhalen op welke naam die stond. Peter schrok toen zijn eigen telefoon overging. Onwillekeurig volgde zijn ademhaling de ringtone; hij ademde uit op de stille momenten en ademde in als het geluid klonk. Een -nummer, dat kon de politie zijn. Net op het moment dat hij op wilde nemen, werd de verbinding verbroken. Vrijwel direct werd er opnieuw gebeld. Deze keer nam hij wel op. ‘Spreek ik met de heer De Haan?’ klonk een vriendelijke, ambtelijke stem. ‘Spreekt u mee.’ ‘U spreekt met de politie regio Hollands Midden, afdeling Leiden. We zijn naar u op zoek, meneer De Haan.’ ‘Dat, eh… Dat begrijp ik. Ik…’ Peter voelde dat hij rood werd. Hij zou een heel slechte crimineel zijn, besefte hij. Bij het eerste het beste verhoor zou hij volledig doorslaan. 26
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 27
‘Waar bent u op dit moment? We kunnen u op komen halen als u dat gemakkelijker vindt.’ ‘Het gaat om Arnold van Tiegem toch? Is er al nieuws?’ ‘Het praat wat gemakkelijker als we elkaar kunnen zien. Ik kan een wagen sturen, dat is de snelste manier, denk ik. Waar bent u nu?’ ‘Ik ben… Ik kom er zelf wel aan, ik loop wel naar jullie toe.’ ‘Meneer, wilt u alstublieft –’ Peter hing op. Hij deed de telefoons in de binnenzak van zijn colbertje en stak de portemonnee in zijn broekzak. Op weg naar buiten bedacht hij dat hij via zijn telefoon gemakkelijk te traceren was. Mocht hij van gedachten veranderen en niet naar de politie gaan, dan zouden ze in elk geval een probleem hebben hem te achterhalen. Hij stopte bij de postvakjes van de afdeling, pakte zijn mobiel en liet die in het postvakje met zijn eigen naam glijden. Het was een intuïtieve beslissing die onmiddellijk goed voelde. Hij besloot eerst bij Judith langs te gaan, de enige met wie hij in vertrouwen over de absurde situatie zou kunnen praten. Als hij naar het politiebureau aan de Langegracht liep, kwam hij praktisch langs haar huis. Nog geen tien minuutjes later was hij bij het Sionshofje, gelegen in een zijstraatje van de Haarlemmerstraat. Hij opende de zware groene poortdeur en kwam uit op het grote binnenhof, omzoomd door een pad van straatklinkers. In het huisje van Mark brandde geen licht. Logisch, aangezien hij op reis was, maar ook bij Judith was het donker. Het was pas net acht uur geweest. Zo vroeg lag ze toch nooit op bed? Zou ze ergens heen zijn? Hij keek door het raam naar binnen, maar de woonkamer leek echt verlaten. Onder de derde bloempot op de grond had Judith standaard de huissleutel liggen, wist hij. Hij pakte hem eronder vandaan, opende zachtjes de deur en deed het licht aan. 27
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 28
Bijna op hetzelfde moment kwam er een nieuw appje binnen. Gejaagd opende hij het bericht. ‘Prophet!’ said I, ‘thing of evil! – prophet still, if bird or devil! By that Heaven that bends above us – by that God we both adore – Tell this soul with sorrow laden if, within the distant Aidenn, It shall clasp a sainted maiden whom the angels name Lenore – Clasp a rare and radiant maiden, whom the angels name Lenore?’ Quoth the raven, ‘Nevermore.’
Zelfs een matige poëziekenner als hij herkende het direct als een strofe uit Edgar Allen Poe’s beroemde gedicht The Raven, over het nachtelijke bezoek van een raaf aan een man die treurde om zijn overleden geliefde. Nevermore… Nooit meer. Hier werd de rouwende hoofdfiguur de hoop ontzegd ooit weer herenigd te worden met zijn gestorven geliefde. Nauwelijks had Peter het gelezen of het gedicht loste op. Nevermore… Peter riep hard Judiths naam, maar het bleef stil. Hij liep via de smalle trap naar boven, maar daar was het ook donker. Met enkele sprongen snelde hij de trap af. Nu had hij spijt dat hij zijn telefoon achtergelaten had. Sinds hij een smartphone had, kende hij net als zoveel mensen geen nummers meer uit zijn hoofd. Wel kwam er opnieuw kwam een berichtje binnen. Hij had moeite een krachtterm binnen te houden. Zoek geen hulp. Alleen jij kunt haar vinden.
28
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 29
Vrijwel direct erop kwam er iets nieuws. Follow the black raven.
De woorden verdwenen na een paar seconden. Volg de zwarte raaf… Wat? Zoek geen hulp? Haar vinden? Judith? Wat had die ermee te maken? Weer voelde hij een trilling, een link deze keer. Hij klikte erop. Een digitale klok verscheen waarop de tijd wegtikte. :: – :: – ::… Als gehypnotiseerd staarde hij naar het schermpje. Linksboven stond de starttijd, twee uur in de middag. Er waren al meer dan zes uren verstreken.
29
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 30
Interview met de auteur
.
Wie ben je en wat doe je naast het schrijven?
Ik ben Jeroen Windmeijer (, Delft), docent godsdienst en maatschappijleer op een middelbare school in Leiden. Ik ben getrouwd met Hamide Dogan, zij is vertaalster van Turkse literatuur, en we hebben een dochtertje van tien jaar oud, Dünya. Ik heb in Leiden culturele antropologie gestudeerd, met als specialisatie Latijns-Amerika. Voor mijn afstudeeronderzoek woonde ik zes maanden in een Indiaans dorpje op de Boliviaanse hoogvlakte aan de oevers van het Titicacameer. Uiteindelijk ben ik in gepromoveerd op een onderzoek naar de Otavalo-indianen, die je in die tijd ook in Nederland vaak op straat muziek zag maken. Vervolgens heb ik voor Djoser gewerkt als reisleider in Venezuela, Mexico, Egypte, Guatemala en Belize en werd ik leraar. Sinds twee jaar ben ik ook nog imker en heb ik twee bijenvolkjes op onze moestuin. .
Heb je altijd al een boek willen schrijven?
Voor zo lang als ik me kan herinneren ben ik aan het schrijven geweest. Als kind was ik een verwoed brievenschrijver; soms onderhield ik een hele correspondentie met mensen uit mijn eigen klas! Verder heb ik altijd veel gereisd. Ik stuurde dan lange brieven naar huis, waarvan er gelukkig veel bewaard zijn gebleven. Ook hield ik altijd een reisdagboek bij, een combinatie van de alledaagse belevenissen en informatie over de dingen die ik bezocht had. In mijn studententijd ben ik echt verhalen gaan schrijven – ik heb nog twee complete romans liggen waar ik nooit wat mee gedaan heb. 30
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 31
Ik heb het altijd vooral heel erg léúk gevonden om te schrijven. Als ik schrijf vergeet ik de tijd en voel ik me heel gelukkig. Dat mijn eerste boek De bekentenissen van Petrus zo’n groot succes is geworden, is geweldig, maar toen ik eraan werkte wist ik natuurlijk nog helemaal niet of iemand erin geïnteresseerd zou zijn. Roem of bewonderd willen worden is een verkeerde drijfveer om dingen te doen, dan wordt het niks. Verder is het volgens mij belangrijk om te schrijven over iets waar je je betrokken bij voelt, op zo’n manier dat het jouw individuele ervaring overstijgt. Anders wordt het therapeutisch schrijven: dat schrijven jou helpt om iets te verwerken betekent niet dat het interessant is voor anderen. .
Hoe kwam je op dit idee voor Het Pauluslabyrint?
Sinds mijn studententijd lees ik alles wat los en vast zit over godsdiensten in het algemeen en over het vroege christendom en Jezus in het bijzonder. Meestal lees ik twee boeken tegelijk: een fictieboek, bij voorkeur een thriller met een religieus thema, en een non-fictieboek dat op een of andere manier met Jezus te maken heeft. Na de zoveelste religieuze thriller dacht ik: wat raar dat die zich eigenlijk nooit in Nederland afspelen. Toen besloot ik zelf dat boek te gaan schrijven. Je moet schrijven over wat je kent zeggen ze altijd, dus ik koos Leiden. En als je Leiden zegt, zeg je Petrus, de beschermheilige van de stad, aan wiens sleutels we de naam ‘sleutelstad’ te danken hebben. Ik doe heel veel onderzoek voor mijn boeken. Als je mijn aantekeningen uit zou printen, kom je tot tot A’tjes per boek. Ik ga altijd uit van de officiële geschiedenis en probeer een aannemelijk antwoord te vinden op raadselachtige kwesties, zoals de plotselinge bekering van de Jood Paulus tot het christendom. Er gaan bijvoorbeeld al heel lang geruchten over tunnels onder de stad. En als je eenmaal op de gedachte van zo’n tunnel gekomen bent, 31
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 32
gaat je fantasie vanzelf met de rest aan de haal. Stel je voor dat het niet één tunnel is, maar een heel labyrint! Daar kunnen zaken plaatsvinden die het daglicht niet kunnen verdragen. Het bleek een perfecte omgeving voor mijn verhaal over Paulus, een alternatieve kijk op zijn rol in het vroege christendom. .
Wat maakt het spelen met fictie en non-fictie zo interessant voor jou?
Ik ben een leraar in hart en nieren, dus ik wil behalve een spannend verhaal ook kennis meegeven. Veel mensen – gelovig of niet-gelovig, dat maakt niet uit – weten niet dat er op de officiële versie van het christendom veel af te dingen valt. Onder theologen is dit wel bekend, maar ik heb gemerkt dat lezers het ook leuk vinden hier kennis van te nemen. Er bestaat bijvoorbeeld geen snippertje bewijs voor het verhaal dat Petrus ooit in Rome geweest is. Voor de katholieke kerk is dit een cruciaal verhaal, omdat Petrus volgens hen in Rome gestorven is – op zijn graf zou de Sint Pieter gebouwd zijn – en alle pausen in feite zijn opvolgers zijn. En wist je dat er heel veel gaten zitten in de levensgeschiedenis van Paulus, waar in de officiële luchtig overheen gestapt wordt? Zo is Paulus eigenlijk drie jaren ‘zoek’ geweest na zijn bekering. Wat heeft hij in die tijd gedaan? Ik wil dus graag kennis overdragen, maar dan op een spannende manier. Ik neem de echte geschiedenis als uitgangspunt, kijk waar er knelpunten liggen en laat daar dan mijn eigen theorie op los. Het is leuk als mensen zich door mijn boek zelf meer gaan verdiepen in die periode of de Bijbel er nog eens op naslaan om te lezen hoe het nu ook al weer zat.
32
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 33
.
Wat wil jij als schrijver met dit boek meegeven?
In de eerste plaats wil ik natuurlijk gewoon dat mensen plezier beleven aan het lezen van mijn boek. Dat ze, net als ik toen ik het schreef, even de tijd vergeten omdat ze opgaan in het verhaal. Een collega vertelde me dat hij een keer tot één uur ’s nachts had liggen lezen en de wekker om zes uur had gezet omdat hij voor school nog verder wilde in het boek! Verder wil ik dat mensen iets meekrijgen van de geschiedenis, van verhalen rond het vroege christendom en van mijn mooie stad Leiden. Maar er is ook nog een dieper thema in mijn boeken, namelijk dat iets niet waargebeurd hoeft te zijn om toch waar te zijn. Wat me fascineert is dat mensen zo veel van die geloofsverhalen, die volgens mij allegorisch bedoeld zijn, letterlijk gaan nemen. Zelf denk ik dat je dan het punt mist. Het gaat om de boodschap die eronder ligt, denk ik, het gaat uiteindelijk om verhálen. Zelf kan ik ontroerd raken door een film, terwijl ik ook heus wel weet dat daar cameramensen omheen staan, licht- en geluidstechnici, dat het acteurs zijn die een tekst uit het hoofd geleerd hebben… Het verhaal op het scherm hoeft niet echt gebeurd te zijn om mij te ontroeren, omdat het iets in mij ráákt, iets wat ik herken. Zo wil ik laten zien dat de verhalen in het geloof – in ieder geloof wat mij betreft – niet het eindstation zijn, maar juist het begin. Als je die verhalen letterlijk gaat nemen, zou je een reden kunnen hebben om iemand die er een andere lezing op nahoudt de hersens in te slaan. En dat is precies wat er nu in de wereld gebeurt: dat mensen elkaar de verschrikkelijkste dingen aandoen, omdat ze vinden dat hún versie van het verhaal de enige ware is.
33
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 34
.
Waarom is religie voor jou zo belangrijk in je boeken ?
Van huis uit ben ik katholiek, maar toen ik vijftien of zestien was heb ik me laten uitschrijven. Wel heb ik altijd een grote belangstelling gehad voor alles wat met godsdienst te maken heeft. In mijn studententijd ben ik bekeerd geraakt, in een lichtflits, van het ene op het andere moment geloofde ik in Jezus. Ik heb me laten dopen, ging zelfs langs studentenhuizen om over Jezus te vertellen. Maar dat geloof raakte ik na jaren toch weer kwijt. Wat ik eraan overhield was een eindeloze fascinatie voor de figuur Jezus. In de klas zeg ik nu dat ik een niet-gelovige docent godsdienst ben en de leerlingen vinden dat over het algemeen wel interessant. Ik heb het idee dat ze daardoor op hun gemak zijn en mij ook vertellen over hun twijfels omdat ze weten dat ik me in hen kan verplaatsen. Wat mij fascineert in religie is de oorspronkelijke betekenis van het Latijnse woord re-ligio, ‘opnieuw verbinden’. Ik denk dat godsdienst in de ware zin ons opnieuw in contact kan brengen met de bron van ons bestaan – hoe we die ook zien. Ik denk dat iedereen dat op zijn eigen wijze ervaren kan. Daarom vind ik het zo jammer als mensen elkaar hún versie van die ervaring op gaan dringen. .
Moet je religieus onderlegd zijn om je boek te kunnen lezen?
Nee. Geschiedenis moet je wel in enigermate interesseren natuurlijk, maar dat spreekt voor zich. Maar boeken als die van mij spreken een groot publiek aan heb ik gemerkt, omdat de lezer er een combinatie in vindt van godsdienst, geschiedenis, en een spannend verhaal. Op mijn school worden mijn boeken veel gelezen – de vijf exemplaren van mijn debuut in de mediatheek zijn eigenlijk permanent uitgeleend. En dat terwijl het driehonderd pagina’s dik is en er brieven van Judas en Petrus in opgenomen zijn, die je niet één-twee-drie leest. Ik heb veel collega’s, zowel gelovig als niet-gelovig, die van het 34
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 35
boek genoten hebben. Voor de niet-gelovige lezers is de religieuze achtergrond een gegeven; het stoort niet als je niet alle verwijzingen naar de Bijbel ziet. Gelovige lezers vinden het juist weer leuk als ze een terloops citaat uit een psalm herkennen of zien dat ik een bepaalde scène uit de bijbel bijna letterlijk gebruikt heb in mijn verhaal. .
Je wordt vergeleken met Dan Brown, kan je je daarin vinden?
Daar kan ik me heel goed in vinden hoor! Dan Brown is een vakman die ontzettend goed is in het opbouwen van spanning en het doseren van informatie. Hij maakt veel gebruik van historische gegevens, al neemt hij soms wel een loopje met de geschiedenis. Wat ik schrijf is ook ‘onderbouwde fictie’, maar ik denk dat ik meer dan Dan Brown uitga van echte geschiedenis en de ‘witte vlekken’ daarin – zaken waarover ook onder theologen discussie over is – op een geloofwaardige wijze invul. Van een hoogleraar Nieuw Testament kreeg ik het mooie compliment dat de theorieën in mijn boek ‘net zo (on)geloofwaardig’ waren als de officiële versie. En ik was vereerd met de vier sterren in de Thrillergids van de Vrij Nederland, die ook niet om de vergelijking met Dan Brown heen kon, maar schreef: ‘Dit is een ambitieus debuut met een intelligente intrige. Windmeijer toont meer respect voor religie en is subtieler dan de Da Vinci Code.’ .
Is het belangrijk voor jou als schrijver om een plaats als Leiden goed te kennen?
Het is voor mij belangrijk geweest om ‘op gang te komen’ zogezegd. Voor veel scènes kon ik putten uit mijn eigen herinneringen en mijn eigen ervaringen in de stad. Ik woon meer dan vijfentwintig jaar in Leiden en beschouw mezelf inmiddels als een Leidenaar. Maar ook voor mijn toekomstige boeken, die zich niet in Leiden af zullen spelen, zal gelden dat ik in ieder geval de omgeving moet kennen. Al die 35
Windmeijer-Het Pauluslabyrint_140x215 16-12-16 15:03 Pagina 36
indrukken kun je gebruiken voor een goede beschrijving van de sfeer. Ik heb al een opzet gemaakt voor een nieuw trilogie, die zich geheel in Latijns-Amerika gaat afspelen. Ook die boeken zullen gebaseerd zijn op mijn eigen ervaringen als antropologisch onderzoeker in Bolivia en Ecuador en als reisleider in Mexico en Guatemala, gecombineerd met de (katholieke) geschiedenis van het continent en het inheemse geloof in moeder aarde. . Zien we het hoofdpersonage Peter de Haan nog terug in een volgend boek? Absoluut! In het volgende boek staan de Pilgrim Fathers centraal, de stichters van de Verenigde Staten. Zij woonden een tijd in Leiden, voordat ze met het schip de Mayflower naar Plymouth vertrokken. In is het precies vierhonderd jaar geleden dat ze uit Leiden vertrokken, daar wil ik met mijn boek op aansluiten. Ook in dit boek zal ik veel gebruik maken van witte vlekken in de officiële geschiedenis van het christendom. De tijd waarin de Pilgrim Fathers leefden was een spannende tijd waarin thema’s als geloofsvrijheid en vrijheid van meningsuiting een grote rol speelden. Maar het sluit ook aan bij een onderwerp als ‘hoe gaan we om met nieuwkomers die ideeën hebben die afwijken van deze onze?’ Een historisch boek met actuele waarde dus.
36