Investeren in windenergie blijft tricky business (MilieuMagazine)

Page 1

INHOUD

14

18

10 In dit nummer: Artikelen 10 12 14 16 18 20 22 24 29 30

Klimaat door een microbenbril Tiny forests, groot plezier? Potgrond ver(w)armt de aarde Landbouw die de natuur omarmt Geen PAS-klaar antwoord Verbrokkelend asbestverbod? Sierteelt in de overgang Investeren in windenergie Hellingshoek anders bekeken Gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen

Rubrieken 04 04 07 09 26 28 32 34 35

Hoofdredactioneel Nieuws Column Siem Haffmans Internationaal nieuws Bedrijf en product De milieuprofessional Bedrijfsprofiel Forum Agenda en colofon

22 12

Aanleg kleine bossen Het is makkelijk om wat lacherig te doen over ‘tiny forests’, maar de effecten blijken meetbaar.

16

In Brabant nemen boeren nieuwe afslagen Wie de schaalvergroting zat is kan subsidie krijgen voor een bedrijfsplan ‘natuurinclusieve landbouw.’

20

De tijdlijn was: asbestvrije daken in 2024 Een wetsvoorstel dat in 2024 alle asbestdaken verbiedt sneuvelde. Is asbest dan niet meer gevaarlijk?

24

Wat is wijsheid als je duurzaam wilt investeren? Investeren in windenergie blijft een tricky business. Via de effectenbeurs lijkt de veiliger optie.

30

Terugblik op traject met Mutual Gains Approach Een positief einde aan de jarenlange discussie over ontwikkelingen in en rond de Loosdrechtse plassen. OKTOBER 2019 | NR 7 | MILIEUMAGAZINE

3


INVESTER REN IN WINDENEERGIE Wat is wijsheid als je duurzaam wilt investeren? Investeren in windenergie blijft een tricky business. Crowdfunding blijft meestal buiten het zicht van de AFM. Beleggen in duurzame energie op de effectenbeurs lijkt de veiligere optie. HARRY VAN DOOREN

I

n het vorige nummer van MilieuMagazine verkenden we de mogelijkheden om zonder panelen op je eigen dak toch zonne-energie in huis te halen of bij te dragen aan de ontwikkeling ervan. Met een paar mitsen en maren bleken de vier onderzochte scenario’s het overwegen waard. Geldt dat ook voor windenergie of beleg je beter in een algemeen fonds? In tegenstelling tot zonnepanelen is een privéwindmolen in overvol Nederland voor bijna niemand een optie. Windturbines leveren duurdere stroom dan zonnepanelen en hoe kleiner de molen, hoe slechter de businesscase. Daarnaast stelt een windturbine voor optimale werking veel meer eisen aan de plaatsing dan een pv-paneel, zijn er meer vergunningen nodig en zullen omwonenden zich eerder verzetten tegen de komst ervan.

24 MILIEUMAGAZINE | NR 7 | OKTOBER 2019

Voor windstroom geldt: hoe groter de turbine, hoe goedkoper de kilowatt. Een moderne 3 MW windmolen kost inclusief vergunningen en aansluiten zo’n €3 miljoen. De jaarlijkse operationele kosten bedragen ongeveer 10% van dat bedrag en dan is er nog een keur aan locatie-afhankelijke kosten die mede bepalen hoe lang het duurt voor een turbine winst gaat draaien. Uiteraard is een windmolenpark bouwen relatief voordeliger dan een soloturbine, maar het is altijd een enorme investering. Fondsen als Meewind, WindShareFund, Windvogel en Zuidenwind zoeken doorlopend particuliere investeerders voor windmolenprojecten. Meestal als obligatielening met een vaste looptijd, waarbij beleggers coupures kunnen kopen van enkele tientjes tot €1000 per stuk. Die crowdfunding is nodig, omdat banken door-


INVESTEREN IN WINDENERGIE1

gaans niet meer dan tweederde van de projectsom financieren vanwege de risico’s.

AFM Windhandelaren lokken beleggers opvallend vaak met proposities onder de €5 miljoen. Dat kan je zo vaak herhalen als nodig is om het beoogde aandeel in een molen of park te krijgen. Dat heeft voor de fondsbeheerders twee voordelen: er is geen controle van de Autoriteit Financiële Markten en ze hoeven ook niet aan de informatie-eisen van de AFM te voldoen. Die informatie is volgens financieel analisten dan ook zelden compleet en transparant genoeg om een gedegen risicoanalyse te maken. De in het vooruitzicht gestelde rentevergoedingen van zo’n 5% zijn veel te laag voor de aard van het risico en staat bij geringe tegenslag al op de tocht, is de aanhoudende kritiek. Minder opbrengst, meer kosten of een nieuwe politieke wind die een einde maakt aan langjarige stroomprijsgaranties, zullen het rendement drukken. In voorbije jaren zagen sommige winddelers de waarde van hun aandeel al flink kelderen of werden financiële prognoses na de uitgifte bijgesteld in het nadeel van de beleggers. De grootste onzekerheid is de prijs die de windmolen aan het eind van de obligatietermijn opbrengt, want daarmee moeten de investeerders worden terugbetaald. Valt de opbrengst tegen dan krijgen ze minder terug. Bij grote tegenslag kan de belegger zijn hele inleg kwijtraken. De bank heeft de molen als onderpand en ook de fondseigenaar zit uit de wind, omdat al het risico wordt gedragen door de particuliere beleggers. Ook bij faillissement vissen ze als achtergestelde schuldeiser waarschijnlijk achter het net. Algemeen fonds Windpionier van eerste uur Meewind richtte onlangs het Energie Transitiefonds op dat investeert in energie-

Wind uit het stopcontact Net als voor zonne-stroom kun je bij sommige energiebedrijven kiezen voor (Nederlandse) windstroomcontracten met een vaste of variabele prijs. Die is doorgaans niet veel hoger of lager dan niet-gespecificeerde groene-stroomcontracten, maar vraagt van de afnemer ook geen investering. Bij Greenchoice en Huismerk Energie kun je een stukje van een windmolen pachten. De geproduceerde stroom wordt in mindering gebracht op je energierekening. Reken jezelf niet rijk, want een steeds groter deel van de energierekening bestaat uit vaste kosten en belasting.

bedrijven en projecten met duurzame doelstellingen. Het fonds belooft een rendement van 6 tot 7%, maar dat is net als met andere beleggingen sterk afhankelijk van de markt. De looptijd is minimaal 20 jaar; de stukken zijn niet verhandelbaar op de beurs, maar slechts vier keer per jaar via het fonds. Die geringe flexibiliteit, forse beheersvergoeding, pittige in- en uitstapkosten, gekoppeld aan een hoog risico (5 op de schaal van 7), maakt dit fonds geen erg aantrekkelijk alternatief voor beursgenoteerde duurzame beleggingsfondsen van gevestigde namen als Actiam, ASN, Robeco en Triodos. Die fondsen zijn dagelijks verhandelbaar en hebben een behoorlijke staat van dienst. Thematische fondsen - zoals het ASN Milieu & Waterfonds - hebben doorgaans net als het Transitiefonds een hoog risico en stevige beheerskosten, maar ook een prima rendement.

Indexeren Tegenover deze actieve beleggingsfondsen (die doorlopend stukken aan- en verkopen in de hoop de benchmark te verslaan) staan passieve exchangetraded funds (EFT’s) die een bepaalde benchmark (index) nauwgezet kopiëren tegen minimale kosten. Index-trackers kunnen net als aandelen à la minute op de beurs worden verhandeld. Deze jonge tak van beleggen groeit als kool en kent veel meer smaken dan de traditionele beleggingsfondsen. Er zijn EFT’s die algemene (duurzame) indexen volgen, maar ze zijn ook beschikbaar in thematische varianten waarbij je uitsluitend in bijvoorbeeld in zon-, wind- of waterstoftechnologie belegt, wereldwijd of in een specifieke regio. De meeste EFT’s bestaan te kort om te bepalen of ze de belofte - lagere kosten, hoger rendement - zullen waarmaken en voor de beginnend belegger zijn EFT’s hoogdrempeliger dan de beleggingsfondsen van consumentenbanken. Groene staatsobligaties De Nederlandse staat veilde eind mei de eerste groene obligatie. Deze green bonds waren binnen twee uur ‘uitverkocht’, waarmee de overheid €6 miljard binnenhaalde die wordt geïnvesteerd in duurzame energie, het spoor en de dijken. Ondanks de lage rente van 0,5% was de vraag groter dan het aanbod. Een derde van de obligaties kwam terecht bij Nederlandse investeerders, waarvan het ABP met €171 miljoen het grootste pakket binnenhaalde. Eind dit jaar hoopt minister Hoekstra in een tweede ronde nog eens €4 miljard op te halen voor ‘donkergroene investeringen’. Eerder brachten ook België en Frankrijk groene staatsobligaties uit, maar die kregen geen triple-A status. Groene obligaties zijn niet onomstreden. Dat is deels een filosofische kwestie. Mag megavervuiler Schiphol groene obligaties in de markt zetten om zijn eigen business te verduurzamen of is dat greenwashing? Institutionele beleggers zien doorgaans geen probleem om ook in ‘transitie-bedrijven’ te investeren; duurzame banken als ASN en Triodos zijn hier kritisch op. De meeste groene obligaties voldoen inmiddels aan de Green Bond Principles of het schema van het Climate oorals Bonds Initiative. Certificering is vooralsnog vrijwillig, ing. maar eerder regel dan uitzondering. OKTOBER 2019 | NR 7 | MILIEUMAGAZINE 25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.