Energielabel is nattevingerwerk (MilieuMagazine)

Page 1

OKTOBER 2018 | JAARGANG 29

NR 7

Verdieping in duurzaamheid

Vleestax Fietsbeleid Matrasrecycling Index bodemkwaliteit Van gas naar biogas? Dubokeurmerken Energielabel


EEN ‘NATTEVINGER-LABEL’ Nut energielabel voor woningen nogal twijfelachtig Het energielabel voor woningen is fraude- en foutgevoelig. Dat gecertificeerd adviseurs het voorlopig label voor slechts €1 definitief maken, wekt weinig vertrouwen. De Europese Commissie dreigt met boetes. Critici spreken van een natte-vinger-label. De woningkoper lijkt zich van de discussie weinig aan te trekken. HARRY VAN DOOREN

I

n augustus pareerde minister Ollongren voor het derde achtereenvolgende jaar kritiek van de Europese Commissie op het energielabel. Eerder dreigde Brussel met boetes omdat het Nederlandse label niet aan de Europese eisen zou voldoen. Ook de Rekenkamer oordeelde in 2016 dat het vernieuwde energielabel ‘onvoldoende betrouwbaar’ is, omdat de controle op afstand door een gecertificeerd energiedeskundige geen garantie biedt dat de door de huiseigenaar aangeleverde informatie wordt gecorrigeerd als er fouten in zitten. Fouten die volgens de Rekenkamer vaker door onkunde of onwetendheid worden gemaakt dan in een moedwillige poging te frauderen. De woningeigenaar die het digitale formulier invult, moet dan ook regelmatig schipperen, omdat het compacte schema weinig ruimte biedt voor nuance. Voor afwijkende woningtypes is geen plaats, bij een mix van dubbel en enkelglas wordt niet gevraagd in welke ruimtes wat zit en een cv-ketel uit 1999 is evenveel punten waard als een ketel uit 2018. Fouten blijken vooral te worden gemaakt op de thema’s ventilatie en dubbelglas. Het systeem gaat er op basis van woningtype en leeftijd vanuit dat bepaalde maatregelen al zijn uitgevoerd, zonder dat daarvoor bewijs nodig is. Zo krijgen nieuwbouwwoningen met op papier duurzame maar slecht presterende installaties automatisch een A-label terwijl de stookkosten in een woning met een C-label en een goed ingeregeld cv-systeem lager kunnen zijn.

Doe-het-zelf Tot 2015 werd het energielabel bepaald door een adviseur (EPA-W) die een woning voor €200 toetste op 150 punten. Dat systeem wekte hoon en wrevel omdat verschillende adviseurs soms tot uiteenlopende labels kwamen voor hetzelfde huis. Het nieuwe ‘doe-het-zelf-energielabel’ kent slechts tien 30 MILIEUMAGAZINE | NR 7 | OKTOBER 2018

checks. Volgens het rapport van de Rekenkamer heeft bijna de helft van de woning dankzij het vereenvoudigde model een verkeerd energielabel. Volgens een onderzoek van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) uit 2017 had slechts 3% van 140 onderzochte woningen een te gunstig label, en 6%


ENERGIE

juist een lager label dan gerechtvaardigd. Het RVOonderzoek beperkt zich tot het testen van het 10-punten systeem, waar de Rekenkamer de uitkomsten binnen het oude en nieuwe systeem vergeleek.

Doel gemist De Europese EPBD-richtlijn (Energy Performance of Buildings Directive) is bedoeld om woningeigenaren te stimuleren om energiebesparende maatregelen te treffen, maar in de praktijk lijkt het label van weinig invloed op een snelle energetische verbetering van de woningvoorraad. Hoewel de Rekenkamer vaststelde dat het energieverbruik in woningen daalt, neemt het aantal energiebesparende maatregelen niet toe. Voor de meerderheid van huizenkopers is het energielabel niet of nauwelijks van invloed op de koopbeslissing. Woningeigenaren die voornemens zijn energiebesparende maatregelen te treffen, zouden dat in meerderheid ook doen zonder labelplicht. Uit de makelaars- en vastgoedwereld komen vergelijkbare signalen. Een slecht energielabel leidt in een oververhitte woningmarkt zelden tot een lagere prijs of tragere verkoop van een huis. Onderzoeken bevestigen dit beeld gedeeltelijk. In het buitengebied staan woningen met een F en G label wel langer te koop en brengen significant minder op, maar de meerwaarde van een A-label is veel minder duidelijk. Afbraakprijzen Een label definitief maken is een koud kunstje, mits je huis binnen de systematiek past. Inloggen op www. energielabelvoorwoningen.nl, tien stappen doorlopen en dan een van de meer dan 1100 gecertificeerde adviseurs kiezen die het label definitief maakt. Die dienst kost tussen de €1 en €200. Het gemiddelde ligt rond de €11. Wat het verschil tussen de uitersten is, wordt op de RVO-site niet duidelijk. Er zijn ook geen beoordelingen van gebruikers die de keuze vergemakkelijken. MilieuMagazine deed de test met een €1-adviseur. Die hengelde in een bevestigingsmail onverholen naar een hogere vergoeding dan de geoffreerde prijs voor de ‘ongesubsidieerde dienst’, maar leverde na overmaking van precies €1 dezelfde dag het definitieve label. Julia Rademakers, woordvoerder van minister Ollong-

ren: “Adviseurs moeten in hun aanbieding de prijs inclusief alle kosten tonen. De RVO controleert periodiek prijzen en advertentieteksten. De Inspectie Leefomgeving en Transport voert controles uit op het werk van de erkend deskundigen. Als er fouten worden geconstateerd, kunnen boetes worden opgelegd.” Dat je voor €1 geen al te grote inspanning mag verwachten, betwist Rademakers. “Zeker voor nieuwe woningen is het een klus van enkele minuten. De tijd zit hem vooral in het controleren van geüpload bewijsmateriaal, voor oudere woningen. Het kan zijn dat de adviseur andere motieven heeft dan een kostendekkende prijs.” Pim Schram van het Wassenaarse Energieplanner.info: “Het huidige energielabel is gestoeld op de juiste ideeën, maar gegijzeld door de gevestigde orde. Belangen vertragen de energietransitie. In de systematiek zit voor de particulier geen enkele aansporing om serieus met energiebesparing aan de slag te gaan. Gecertificeerde energie-adviseurs hebben onvoldoende kennis, tijd en middelen om de energieprestaties in al haar verschijningsvormen te beoordelen. Waardoor het toegekende energielabel vaak geen recht doet aan de werkelijkheid.” Hij snapt dat huiseigenaren en kopers niet warmlopen voor het label. “Met een bus purschuim tochtlekken dichten, is heel nuttig maar boeit mensen niet. Pas als het over zonnepanelen gaat, lopen ze warm, maar dat is de trias energetica op zijn kop.”

Over en onderschatting Hoewel het energielabel niet pretendeert het energiegebruik van woningen te meten of te voorspellen, zitten er in de methodiek wel warmtevraag en stookgedrag relateerde aannames. En die kloppen niet, wordt steeds duidelijker. Onderzoeken in diverse Europese landen met uiteenlopende bouwvoorkeuren, gebruiken en invalshoeken, onthullen een opvallend eensluidende denkfout in de rekensom achter het energielabel: de energievraag van Europese huishoudens ligt zo’n dertig procent lager dan aangenomen, waarbij vooral woningen die nu een voorlopig G of F-label krijgen in de praktijk tot 40% minder energie gebruiken dan in de modellen is vastgelegd. Bij nieuwbouw met een A-label is een omgekeerd effect te zien: daar is de energierekening tot 25% hoger dan op de tekentafel. Deze werkelijkheid wordt door het definitief label niet gecorrigeerd. De aanbevelingen die het label meegeeft voor energetisch verbeteren van woningen komen daarmee op rekenkundig drijfzand te staan. De terugverdientijden voor bijvoorbeeld isolatie lopen op als de werkelijke stookkosten veel lager liggen dan het label ‘denkt’. Op naar BENG Op het ministerie heerst tevredenheid over de werking van het energielabel. Achter de schermen worden adviseurs bijgeschoold en wordt onderhandeld met makelaarsorganisaties over de rol van het energielabel in verkoopbrochures. Er wordt gewerkt aan betere uitleg rond het ventilatiethema in de webtool. Rademakers: “Grote veranderingen zijn niet eerder te verwachten dan bij de implementatie van nieuwe bepalingsmethode (NTA 8800) voor bijna-energieneutrale nieuwbouw (BENG) die in 2020 in werking treedt.” OKTOBER 2018 | NR 7 | MILIEUMAGAZINE 31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.