OKTOBER 2017 | JAARGANG 28
NR 9
Ketenbeheer en Financiering
Ecodesign Kosten transitie Nog weinig circulair Boardroom aan de bak Kernenergiekosten C-label kantoren Luierketen
NP/MILMAGA-MI17009
DUURZAAMHEID IN DE BOARDROOM Het begrip van waarde herdefiniëren en verbreden Bedrijven moeten haast maken met het kiezen van een maatschappelijke missie. “De boardroom dient de leiding te nemen, in plaats van de duurzame route over te laten aan de pr-afdeling”, stelt Wouter Scheepens. Maar de directeur kan het niet alleen. “Bedrijven, aandeelhouders en NGO´s zullen allianties moeten smeden om vooruit te komen.” HARRY VAN DOOREN
E
ind juni presenteerde Wouter Scheepens (partner van het adviesbureau Steward Redqueen) zijn eerste boek: ‘Duurzaamheid in de boardroom’, een verkenning van de rol die raden van bestuur en commissarissen (niet) spelen in duurzame bedrijfsvoering. “De verantwoordelijkheid voor een duurzamere koers rust nog te vaak bij stafafdelingen die hun bestaan rechtvaardigen door hoog op ratinglijstjes te scoren. Maar een topscore op de DowJones Sustainability Index is door het grote aantal criteria vooral een speeltje voor accountants. Het is te veel een papieren exercitie die los staat van de dagelijkse praktijk. Het zegt te weinig over de transitie naar een duurzame economie. Daarnaast zijn er veel benchmarks met elk hun eigen methodologie, waardoor controle lastig is.” Niet dat een duurzaamheidsafdeling overbodig is,
12 MILIEUMAGAZINE | NR 9 | OKTOBER 2017
corrigeert Scheepens zijn kritiek. “Voor de eerste stappen op de weg naar transitie is zo’n groep trekkers nuttig, mits ze de vrijheid krijgen het bedrijf uit de dagen en zo nodig de top tegen de haren in te strijken. Maar maak ze niet eindverantwoordelijk, want dan gaan carrièresentimenten meespelen. Een bonus voor een goede rating of angst voor ontslag bepalen dan de daadkracht van de duurzaamheidsmanager. Geef hem een contract voor drie tot vijf jaar met een baangarantie als die termijn erop zit. Tegen die tijd moet duurzaam bloed door alle gelederen van het bedrijf stromen. De top voorop. Zo niet, dan moet je je afvragen wat je daar nog doet.” De 25 interviews met topbestuurders die de basis vormen van zijn boek, maakten de diplomatieke Scheepens ‘activistischer’. “Er gebeurt best veel, maar
KETENBEHEER EN FINANCIERING het blijft nog te vaak steken in ‘praten-over’. Bestuurders bewegen tussen zelfgenoegzaamheid (‘we doen al veel’) en wegduiken (‘te ingewikkeld, er komt al zoveel op ons af’ of ‘ik moet nog maar twee jaar’). Natuurlijk, de uitdaging is gigantisch en complex, maar er is geen tijd voor defaitisme. Visie en moed daar gaat het om.” “Bedrijven vragen zich te weinig af waartoe ze op aarde zijn en welke maatschappelijke rol ze spelen. Helaas, zonder missie geen doel, laat staan een koers. Ik misken niet dat bedrijven in de eerste plaats geld willen verdienen. Of beter gezegd: moeten verdienen, want alleen financieel gezonde bedrijven kunnen de initiële investeringen opbrengen die nodig zijn voor duurzame innovatie. Maar het moet niet uitsluitend over financiële waarde gaan.”
Aandeelhouderskapitalisme Waarmee we aankomen bij het hete hangijzer: aandeelhouderskapitalisme of de druk die beleggers uitoefenen voor het hoogst mogelijk rendement. “In het Angelsaksische economische model is financiële waardecreatie het enige dat telt. Maar het opkopen van bedrijven, die vervolgens kaalplukken en optuigen met schulden, is waardeverplaatsing. Naar de eigen zakken wel te verstaan. Daar heeft de maatschappij niets aan.” Noem het noodlot of voorzienigheid, maar toen zijn boek verscheen, werden zowel Unilever als AKZO belaagd door Amerikaans bedrijven op overnamekoers. “Dat onderschrijft mijn stelling dat bedrijven financieel gezond moeten zijn. Daalt je aandeelhouderswaarde dan wordt je kwetsbaar voor vijandige overnames. Maar het kan niet zo zijn dat de aandeelhouders het alleen voor het zeggen hebben. Unilever topman Paul Polman verdedigde zich terecht met de opmerking dat zijn bedrijf naast winst maken ook de taak heeft om miljarden wereldburgers te voeden.” “Die beleggers dat zijn wij natuurlijk zelf. De verpleegster en de leraar zijn via hun pensioenfonds indirect verantwoordelijk voor de manier waarop de beurs functioneert: kiezen we voor de korte of lange termijn? Natuurlijk wil je zeker zijn van een goed pensioen, maar het is niet gezegd dat het hoogste rendement najagen daarvoor de beste weg is. Bij pensioenfondsen zie je dat het denken daarover is begonnen. Dat de pensioenfondsen van Metaal en Metalektro met een brief in de Volkskrant opkwamen voor het belaagde Unilever is een teken dat nieuwe tijden zijn aangebroken.” Bank & beurs Hoewel de deze zomer opgelaaide discussie over bonussen bij de banken suggereert dat we weinig van de crisis hebben geleerd, is Scheepens opvallend mild over de financiële wereld. “Er is echt wel wat veranderd in de afgelopen tien jaar. Alle banken reserveren geld voor groene hypotheken en financieren bijvoorbeeld het upgraden van het energielabel van gebouwen. De Nederlandsche Bank licht beleggingsportefeuilles door op fossiel overgewicht. Wie veel CO2 in portefeuille heeft, krijgt een seintje.” De aanhoudende argwaan tegen de financiële sector begrijpt Scheepsens desalniettemin goed. “Banken en beurs moeten de reële economie bedienen in plaats van de papieren werkelijkheid van derivaten en andere afgeleide producten.”
Preview: https://tinyurl.com/boekscheepens. Boek (135 pp, €19,95) bestellen? Mail naar: wouter.scheepens@stewardredqueen.com
Het is een terugkerend thema: het begrip van waarde herdefiniëren en verbreden. “Het gaat niet alleen om geld verdienen, maar ook om sociale en milieuaspecten. Misschien heeft het bruto nationaal product zijn beste tijd gehad. Vijftig jaar geleden was dat misschien een helder cijfer, maar in deze eeuw brengt het niet alle geldstromen in beeld. Wat er omgaat in de deeleconomie van Airbnb’s en Uber’s van deze wereld blijft grotendeels buiten beeld. Laat staan de zaken die niet in geld zijn uit te drukken.”
Lef De moderne tijd trekt een wissel op de moed die topbestuurders aan de dag leggen om duurzame ontwikkeling volmondig te omarmen. “De afrekencultuur op sociale media vereist een dikke huid. Je bent goed of fout. Daartussen zit niks. We mogen en moeten elkaar de maat blijven nemen. Dat Volkswagen de volle laag krijgt, lijkt me terecht, maar bedrijven die durven te veranderen, verdienen ook respect, zelfs als ze falen of niet zo snel gaan als de wereld wil.” Want de directeur kan het niet alleen. “Ik roep bestuurders op het voortouw te nemen. Blijf niet wachten tot spelregels veranderen of de politiek je een duwtje in de rug geeft. Het gaat om het principe, niet om de regels. Zeker multinationals hebben de massa en het vermogen om veranderingen aan te zwengelen en te realiseren. Maar het helpt enorm als politici meer lef tonen en er wetten en regels komen die de duurzame economie in het zadel helpen. Wij als burger moeten de consument in onszelf tot de orde roepen. Niet ten koste van alles koopjes blijven najagen. Niet in de winkel en niet op de beurs. En ja, ik denk echt dat NGO’s en belianties kunnen sluiten voor de goedrijfsleven vaker allianties aïef?” de zaak. Of is dat naïef?”
OKTOBER 2017 | NR 9 | MILIEUMAGAZINE 13