Jaarverslag BPOC

Page 1

JAARVERSLAG 2010 Biobased Product Ontwikkelings Coรถperatie

2


Inhoud Voorwoord Projectbeschrijving • Algemeen • BPOC • Voornemens in 2011 • Perspectief op middellange termijn Stand van zaken 2010 • Teelt (akkerbouw) • Proefplots Citaverde Horst • Processing • Oogsten en drogen • Stoomdestillatie • Extracties • Productontwikkeling • Inleiding • Testen van de effectiviteit • Sulfietvervanger in wijn • Biofilmbestrijder papierindustrie • Antibioticum vervanger veevoer • Biostimulatoren (anti-fungaal) • Snijbloemen vaasduur • Anti-alg visnet/wegen • Farma product Cinmar Pharma • Markt- en keten ontwikkeling • Groeiende belangstelling vanuit markt • Opschaling van systeeminnovatieve ketens

3


• Organisatie • Projectorganisatie • Biobased Product Ontwikkelings Coöperatie u.a. • Uitbreiding leden BPOC • P.R. en contacten • Samenwerking & netwerken • Ontwikkeling van toepasbare kennis Vooruitblik 2011 en verder • Proeffabriek • Kruidenteelt • Processing • Productontwikkeling • Verdere ontwikkeling van de ketens Financiën Bijlagen

4


2


Voorwoord De inhoudelijke invulling van de activiteiten van de Biobased Product Ontwikkelings Coöperatie – de BPOC – heeft de werkzaamheden van de Stichting EDC Biofortificants HAS Limburg in het verslagjaar in sterke mate gereduceerd. In feite zet de BPOC het werk van de stichting in de vorm van R&D-activiteiten voort. De belangstelling die de biobased economy in het recente verleden heeft ontmoet vanuit de sfeer van het overheidsbeleid, betekent een verdere stimulans voor de werkzaamheden van de BPOC. De weg die enkele jaren geleden door de HAS is gekozen om uit inhoudsstoffen van planten industriële producten te ontwikkelen, blijkt nu op bredere schaal navolging te vinden. De BPOC kan daarom als een voorloper worden beschouwd. In het verslagjaar is veel tijd besteed aan het verbeteren van de receptuur van een aantal producten die in 2011 in proefproductie zullen worden genomen. Nu de teelt van kruiden nog slechts weinig problemen kent, is vooral gelet op het efficiënt omgaan met de teelten. Kwaliteitsverhoging is hierbij leidend geweest. Op dit terrein is de samenwerking tussen studenten van de HAS en leerlingen van CitaVerde alweer van grote waarde gebleken. De effectieve verbinding tussen beroepsonderwijs en mkb-ondernemingen bleek ook nu door de ondernemers zeer gewaardeerd te worden. Het wordt steeds duidelijker dat open innoveren de toekomst heeft en dat de werkwijze van de BPOC daar een uitstekend voorbeeld van is. Deze organisatie stoelt op samenwerken door betrouwbare partners en dat voor de lange termijn. Ook maakt de BPOC duidelijk dat sectoroverschrijdend samenwerken mogelijkheden biedt nieuwe wegen in te slaan, die kunnen leiden tot een hogere toegevoegde waarde voor alle deelnemers aan dit ketenverband. Naarmate de product- en procesontwikkeling dichter de eindfase nadert, ligt een uitbreiding van het aantal leden/participanten van de BPOC voor de hand. Mr S.C.M.Valk Prof. Dr N.H.Douben Bestuur Stichting EDC Biofortificants HAS Limburg 3


4


Projectbeschrijving 1.

Algemeen

De aanjaagfunctie die de Stichting EDC Biofortificants HAS Limburg al enkele jaren heeft uitgeoefend, bleek in 2010 steeds minder noodzakelijk. De invulling van het projectmanagement heeft zijn beslag gekregen en het voorzien in de noodzakelijke financiële middelen wordt voortgezet. De samenwerking tussen HAS Den Bosch, HAS KennisTransfer en andere relevante partners, is in het verslagjaar naar wens verlopen. Steeds duidelijker wordt dat de systeeminnovatieve opzet van het project zijn vruchten afwerpt. Elke schakel in de keten draagt bij aan het verhogen van het kwaliteitsniveau en het verbeteren van de te ontwikkelen producten en processen. Op het gebied van de teelt van specifieke kruiden is een zodanig hoog kwaliteitsniveau bereikt, dat kostenefficiënt kan worden geproduceerd. De deelnemende telers hebben dit resultaat binnen enkele jaren weten te bereiken. Ook in dit verslagjaar is weer gebleken dat de wijze van samenwerking in coöperatief verband voor veel “buitenstaanders” nog vragen oproept. Vrijwel alle instanties – zowel particuliere als publieke – die zeggen innovaties te willen bevorderen, hebben vaak grote moeite met het coöperatieve karakter van de BPOC. Dit innovatieve organisatorische kader ontmoet nog te weinig kennis en dus begrip van personen die gewoonlijk buiten deze structuur werken. En dit terwijl de BPOC laat zien dat de samenwerking tussen zelfstandige ondernemers en kennisinstellingen juist op deze manier uitstekend geborgd kan worden.

5


2.

BPOC

De R&D-activiteiten zijn volledig in de BPOC geconcentreerd. Alle leden van deze coĂśperatieve organisatie dragen op eigen wijze bij aan de ontwikkeling van de producten en de processen. Om de samenwerking met de ondernemersleden te onderstrepen, wordt enkele malen per jaar op het bedrijf van een van de leden een ledenvergadering belegd. Voor wat de ontwikkeling van productieprocessen betreft, wordt ook op locatie van een van de leden met deskundige medewerkers van het bedrijf overlegd. De strategie omtrent de productontwikkeling, de proefproductie en de opschaling van de productie voor de commerciĂŤle fase, zijn regelmatig in de BPOC-bijeenkomsten besproken. Hierbij wordt uitdrukkelijk een onderscheid gemaakt tussen de pre-competitieve fase van de R&D-activiteiten en de commerciĂŤle fase van de productie en verkoop. Bij de commercialisering van de ontwikkelde producten nemen de leden van de BPOC een voorkeurspositie in. Het conserveren van de geoogste kruiden gebeurt sedert 2010 geheel met eigen apparatuur, die is toegesneden op de vereiste verwerking hiervan. 3.

Voornemens in 2011

De snelheid waarmee de ontwikkelde producten tot proefproductie kunnen worden gebracht, is aan het begin van 2010 te hoog ingeschat. Vandaar dat de verwachting, die in het vorige jaarverslag werd uitgesproken, dat voor twee producten tegen het einde van 2010 de proefproductie zou kunnen worden begonnen, niet is gehaald. Ook is de proeffabriek in het verslagjaar niet gerealiseerd. Wel zijn de voorbereidingen zover geconcretiseerd dat nu wordt verwacht dat de proeffabriek medio 2011 gereed kan zijn. Voor een beperkt aantal launching customers kunnen dan in de tweede helft van 2011 proefproducten geleverd worden. Wanneer de bevindingen van deze eerste gebruikers (voldoende) positief zijn, kan in 2012 met de marktintroductie worden begonnen. Voorafgaande aan deze stap zal echter wel een zekere opschaling van de productie van basisgrondstoffen gerealiseerd moeten zijn.

6


4.

Perspectief op middellange termijn

De versterking van de agro-industriĂŤle structuur van de regio Greenport Venlo e.o. komt door middel van de resultaten van de BPOC dan wel iets later tot stand, maar biedt zeker perspectief. Een belangrijk economisch aspect van de gekozen biobased aanpak is, dat er een zekere voorsprong is opgebouwd met betrekking tot integrale ketenvorming en kennis en ervaring ten aanzien van biobased productontwikkeling. De koppeling van agro aan industrie en die van mkb-ondernemingen aan kennisinstellingen, leidt tot het betreden van nieuwe markten die ook voor de primaire agrarische ondernemers een respectabele toegevoegde waarde kunnen opleveren. Ook blijkt nu al dat de toepassingsgebieden van deze producten zo uiteen kunnen lopen, dat er een stabiliserende werking van uitgaat op de continuĂŻteit van de inkomensstromen. Met de Floriade 2012 in het vooruitzicht, moet het perspectief voor deze biobased activiteiten in de post-Floriade periode als gunstig worden bestempeld.

7


Stand van zaken 2010 Teelt De akkerbouwmatige teelt van kruiden waarvan bepaalde inhoudsstoffen gebruikt worden voor de productie van biobased eindproducten, vergt een efficiĂŤnte beheersing van de ontwikkeling van onkruid. Op dit vlak is in 2010 weer vooruitgang geboekt door toepassing van een bepaald soort biofolie. Verbeteringen van dit onderdeel van de teelt zijn nog steeds gewenst en het ziet er naar uit dat die ook tot stand komen. Er wordt op deze wijze ook geheel afgezien van de toepassing van chemische middelen. Medewerkers, studenten en leerlingen van HAS Den Bosch en het Cita Verde

8


College in Horst verrichten samen met de telers uitstekend werk. In dit onderdeel van de keten wordt de samenwerking tussen mbo/hbo-onderwijs en mkbbedrijfsleven steeds intensiever. De teelt van Oregano is in het verslagjaar ook verbeterd. Er is meer inzicht verkregen in de eisen die de verschillende soorten kruiden stellen aan de specifieke teelt. Van belang is hierbij tevens de vraag welk onderdeel van het kruid gebruikt gaat worden om de vereiste inhoudsstoffen uit de plant te kunnen verkrijgen. In 2010 is ook begonnen met de teelt van Salvia. Nadat aanvankelijk een aantal aanloopmoeilijkheden moest worden overwonnen en de plant nauwlettend moest worden gevolgd in zijn ontwikkeling, stemt het geoogste resultaat tot tevredenheid. Wel is geconstateerd dat hier nog aanzienlijke verbeteringen kunnen worden uitgevoerd en daar zal bij de teelt van 2011 ook rekening mee worden gehouden.

9


Proefplots Cita Verde Horst De samenwerking met het Cita Verde College in Horst concentreert zich vooral op de verzorging van de proefplots. In een groot aantal blokkenproeven van 5 x 5 meter worden verschillende kruiden uit zaad opgekweekt tot kiemplanten. Deze worden uitgeplant op de proefplots. De verzorging en het beheer van deze plots werden ook in het verslagjaar uitgevoerd door leerlingen van Cita Verde, onder de verantwoordelijkheid van de docent Jan van Eijck. De samenwerking met het Cita Verde College is van groot belang. Voor de leerlingen is het van onschatbare betekenis op deze wijze toepasbare kennis te kunnen verwerven op het gebied van kruidenteelt en in deze praktijk-leersituatie te ervaren dat hiermee een duidelijke meerwaarde in de biobased economy kan worden behaald. En de BPOC heeft in 2010 weer ervaren dat de proefplots ideale kleinschalige voorbeeldteelten van kruidengewassen opleveren.

10


Processing

Oogsten en drogen In het verslagjaar zijn de gewassen Oregano en Salvia miltiorrhiza geoogst. In totaal werden ruim 10 ton Oregano en ca. 5 ton Salviawortels (versgewicht) als opbrengst verkregen. Het oogsten van de verschillende kruidengewassen is in 2010 voorspoedig verlopen. Dit onderdeel van het productieproces levert nauwelijks nog problemen op. Aan het efficiĂŤnt drogen van de geoogste kruiden is in het verslagjaar veel tijd en aandacht besteed. Dit heeft geresulteerd in een zeer sterke verhoging van het rendement. De verbeteringen zijn tot stand gekomen als resultaat van een intensieve samenwerking tussen de medewerkers van de projectorganisatie van de BPOC en enkele deskundige medewerkers van Laarakker b.v. te Well (waar de drooginstallatie is geplaatst). Daarnaast hebben studenten van de HAS Den Bosch eveneens een belangrijke bijdrage geleverd aan de realisatie van de verbeterde droogresultaten.

Stoomdestillatie 11


Om voorraad van gedroogde oregano en tijm te minimaliseren, is een deel van de bestaande voorraad gedestilleerd, waarmee de essentiĂŤle oliĂŤn uit het plantmateriaal zijn verkregen. In totaal werden 2100 kg oregano en 2100 kg tijm verwerkt. Deze grootschalige processing is uitgevoerd met de seizoensgebonden stoomdestillatie-unit van PPO Lelystad, omdat de eigen apparatuur hiervoor nog te kleinschalig is. De verkregen voorraden essentiĂŤle olie van tijm en oregano zullen voldoende zijn om een groot aantal experimenten en proefprojecten van grondstoffen te kunnen voorzien. 12


Extracties Nu de ontwikkeling van een tweetal producten in 2010 zodanig is verlopen dat het beproeven ervan in de markt erg dichtbij komt, is een begin gemaakt met de voorbereiding van een kleine proeffabriek. Tegen het einde van het verslagjaar waren de voorbereidingswerkzaamheden zodanig gevorderd, dat besloten is deze proeffabriek medio 2011 in gebruik te nemen. Naast het opdoen van ervaring met (kleinschalige) productie, wordt tevens beoogd inzicht te krijgen in opschalingsmogelijkheden voor de verdere toekomst.

13


Productontwikkeling

Inleiding Nu in beleidskringen en in de maatschappij veel aandacht wordt geschonken aan potentiële producten van de biobased economy, kan worden geconstateerd dat de BPOC op dit terrein al vanaf de start van de werkzaamheden voorop gaat. Het ontwikkelen van eindproducten op basis van inhoudsstoffen uit kruiden is immers van meet af aan de “core business” van de BPOC geweest. Hierbij wordt tevens gekeken naar de duurzaamheid van het productieproces, een aspect dat steeds belangrijker wordt ook vanuit de markt gezien. Telen, oogsten en conserveren leveren vrijwel geen problemen meer op. Daarom is in het afgelopen jaar alle aandacht gericht op het verder ontwikkelen van eindproducten. De productontwikkeling gebeurt onder leiding van drs. Hans Clarijs en dr. Ir. Gert-Jan van Delft. Dit werk heeft zich sterk geconcentreerd op het testen van de betrouwbaarheid van de effecten die aan de producten worden toegeschreven. Deze testen leiden soms tot veranderingen in de samenstelling van de producten, teneinde de effectieve werkzaamheid nog een slag te vergroten. Niet alle testen kunnen in eigen beheer worden uitgevoerd. Daar waar de kennis dan wel de geschikte apparatuur ontbreekt , wordt nauw samengewerkt met deskundige en betrouwbare derden.

14


Testen van de effectiviteit Geleidelijk aan zijn in het verslagjaar de testen met betrekking tot de effectieve werking van de producten opgeschoven van het labniveau naar gecontroleerde praktijktesten. Ook is voor ĂŠĂŠn product een aantal testen in de praktijk uitgevoerd. Het zelf opgezette systeem van Product Ontwikkeling Monitoring (POM) zorgt voor de bewaking van de kwaliteit en de traceerbaarheid van de inhoudsstoffen uit de kruiden. Op die manier kan de werking van de inhoudsstoffen of combinaties daarvan worden gerelateerd aan de herkomst en de oogstperiode van het betreffende kruid. Een kort overzicht van de stand van zaken aan het einde van 2010 betreffende de zeven producten die in ontwikkeling zijn genomen, wordt in de volgende figuur weergegeven. Daarna worden deze producten kort toegelicht. 15


Sulfietvervanger in wijn Sinds 2009 worden er experimenten gedaan waarin de werkzaamheid van de in ontwikkeling zijnde sulfietvervanger voor wijn grondig wordt getest. In 2010 is door drs. Hans Clarijs een derde zogenaamde “duurteproef” gedaan, waarin witte wijn werd bereid i.s.m. adviesbureau Marijnissen en wijngaardenier Marius van Stokkum van wijngaard “de Linie” uit Made. In deze experimenten worden druiven vanaf de wijngaard bij Hogeschool HAS den Bosch verwerkt volgens een gestandaardiseerde wijnbereidingsprocedure, waarin het door de BPOC geproduceerde middel getest en vergeleken wordt met de bestaande standaard, sulfiet. De proef wordt “duurteproef” genoemd omdat ca. 15 parameters over een langere periode steeds weer gemeten worden, uit random geselecteerde flessen per behandeling. Simultaan aan deze proef lopen nog steeds de experimenten van voorgaande jaren door, waardoor een betrouwbare set van meetgegevens ontstaat die vereist is voor bepaling van de effectiviteit van het testmiddel. Uit de testen blijkt het middel ook op de langere termijn de vergelijking met sulfiet goed te kunnen doorstaan, voor wat betreft het merendeel van de gestelde eisen. Nog enkele aspecten worden nader onderzocht, met als doel het bereiken van alle gewenste specificaties. 16


Uit een extern uitgevoerde “Ames test” (standaard test op mutageniteit, de mate waarin een stof DNA-beschadigend is) bleek dat de BPOC sulfietvervanger beter scoorde dan sulfiet. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de mutagene invloed van sulfiet hoger is dan die van de vervanger, het kruidenpreparaat van de BPOC. Biofilmbestrijder papierindustrie De BPOC is vanuit de papierindustrie door een Limburgs bedrijf benaderd voor het zoeken naar mogelijke biobased vervangers voor de huidige antimicrobiële middelen. Deze middelen worden ingezet om slijmvormende bacteriën die het proces van papierproductie verstoren, te vernietigen. De vraag komt voort uit de wens om milieuvriendelijker te gaan produceren. De eerste experimenten op labschaal werden in 2009 uitgevoerd. Hieruit bleek dat er potentie is voor een aantal biobased halffabricaten om de ongewenste micro-organismen te kunnen afremmen of zelfs af te doden, afhankelijk van concentraties van actieve ingrediënten. Omdat de gevonden concentratie voor effectieve antimicrobiële werking nog aan de hoge kant was, is in 2010 gezocht naar effectieve combinaties van plantaardige secundaire metabolieten. Het gewenste rendement is hiermee nog niet gevonden maar in 2011 zullen effecten van nieuwe combinaties van biobased componenten verder worden onderzocht.

17


Antibioticum vervanger veevoer Voor het tweede opeenvolgende jaar zijn proeven uitgevoerd met een zogenaamde “gut-simulator”. Dit is een door drs. Hans Clarijs ontwikkelde opstelling, waarmee het maag-darmsysteem van een varken of kip op een controleerbare wijze kan worden nagebootst. Componenten uit kruiden die door de BPOC geteeld zijn, worden hiermee getest op hun werkzaamheid tegen ziekteverwekkende darmbacteriën zoals Salmonella en E. coli. Vanwege overmatig gebruik van antibiotica in de veehouderij en de gevolgen daarvan (resistentie van micro-organismen tegen deze antibiotica en bijvoorbeeld oprukkende MRSA in ziekenhuizen), groeit de interesse in mogelijke alternatieven voor antibiotica in veevoer.

18


Biostimulatoren (anti-fungaal) De BPOC ontwikkelt biobased gewasbeschermingsmiddelen die economisch belangrijke gewassen kunnen beschermen tegen bekende schimmelinfecties, zoals meeldauw en phytophthora (aardappelziekte), zonder gebruik te hoeven maken van milieubelastende agrochemicaliĂŤn. Het werk van voorgaande jaren op dit terrein heeft laten zien dat de tot nu toe door de BPOC ontwikkelde biobased middelen niet aan alle criteria voldoen die de markt daaraan zou stellen. In 2010 is daarom de aandacht verlegd naar nieuwe effectiviteitstesten op laboratoriumniveau, waarbij onderzocht wordt bij welke (nieuwe) combinaties van plantaardige secundaire metabolieten en hulpstoffen een hogere effectiviteit behaald kan worden. Onderzoek binnen de muren van Hogeschool HAS Den Bosch heeft geleid tot een eigen testsysteem, waarmee synergie (of het mogelijke tegengestelde: antagonisme) op het gebied van antimicrobiĂŤle effectiviteit tussen de te testen componenten, relatief eenvoudig en snel aangetoond kan worden. Dit werk zal in 2011 verder worden uitgebouwd en dient als basis voor verdere experimenten onder semigeconditioneerde omstandigheden en zal uiteindelijk leiden tot het testen in praktijkomstandigheden.

19


Snijbloemen vaasduur Bij hogeschool HAS Den Bosch is in 2009 een verkennende proef uitgevoerd waarin uit kruiden verkregen inhoudsstoffen zijn getest op hun werkzaamheid tegen micro-organismen die zich ontwikkelen in bloemenvazen. Door de aanwezigheid van vaasvervuilende bacteriĂŤn en gisten ontstaat na enige tijd bederf van het bloemenwater, waardoor de vaasduur van snijbloemen verkort wordt. Gangbare middelen hiertegen worden doorgaans reeds vanuit de snijbloementeelt aan het voor de bloemen bestemde water toegevoegd. De BPOC werkt aan een milieuvriendelijke vervanger voor deze middelen. In het huidige verslagjaar zijn door de BPOC geen vaasexperimenten uitgevoerd om tijdtechnische redenen. In 2011 zal hieraan mogelijk wel verder gewerkt worden, in samenwerking met studenten van de opleiding Toegepaste Biologie van hogeschool HAS Den Bosch. Anti alg visnet/wegen De ontwikkeling van biobased anti-alg middelen is minder snel verlopen dan de ontwikkeling van andere BPOC-producten. Dit komt omdat er naast de component die verantwoordelijk is voor de remming en/of uitroeiing van ongewenste algen, ook een onmisbaar nevenproces nodig is dat nog verder ontwikkeld dient te worden. De benodigde contacten daarvoor zijn inmiddels gelegd en naar verwachting zal medio 2011 aan dit product verder gewerkt kunnen worden.

20


Farmaceutisch product Cinmar Pharma Voor het bedrijf Cinmar Pharma dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van een medicijn op het gebied van hart en vaatziekten, heeft de BPOC in 2009 een kleinschalige veldproef uitgevoerd bij het Citaverde College in Horst. De geoogste wortels zijn voor analyse op bepaalde inhoudsstoffen naar twee laboratoria gestuurd en vergeleken met monsters van andere partijen uit de handel. De resultaten waren zodanig bevredigend dat er in 2010 besloten is om een hectare van het gewas Salvia Miltiorrhiza aan te planten.

Bij de teelt en verwerking van dit gewas is zoveel mogelijk rekening gehouden met de richtlijnen van GAP en GMP. De kruiden zijn door de BPOC zelf gedroogd, gesneden, verpakt en opgeslagen in een daarvoor geschikte opslagruimte. De gedroogde wortels dienen als halffabricaat voor een medicijn dat door het bedrijf Cinmar Pharma verder wordt ontwikkeld.

21


De voordelen van het door de BPOC-telen en verwerken van dit kruid zijn dat alle omgevingsparameters (zoals klimaatgegevens, bodemgesteldheid, chemische samenstelling van de bodem) en zaken die te maken hebben met hygiĂŤne en bedrijfsveiligheid, bij verwerking en opslag van de wortels bekend zijn.

22


Markt- en ketenontwikkeling

Groeiende belangstelling vanuit de markt De belangstelling vanuit de maatschappij en het bedrijfsleven voor biobased producten is in het verslagjaar heel duidelijk aan de dag getreden. Dit betekent dat er in de publieke en de private sector van de economie steeds meer vraag gaat ontstaan naar producten zoals die door de BPOC worden ontwikkeld. Binnen het productengamma van de BPOC bevinden zich producten waaraan een grote behoefte bestaat en waarnaar een effectieve marktvraag is geconstateerd. De biobased economy wordt in de nabije toekomst een speerpunt van economische activiteiten. Het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft besloten deze sector te favoriseren. Dit heeft o.a. geleid tot het instellen van een lectoraat biobased economy, dat bij de HAS Den Bosch wordt bekleed door Dr. Ir. Gert-Jan van Delft die als projectmedewerker aan de BPOC verbonden is. Hiermee worden de mogelijkheden voor een doortastende productontwikkeling in de komende tijd versterkt. Opschaling van systeeminnovatieve ketens Het systeeminnovatieve karakter van de BPOC heeft ook in 2010 weer in de belangstelling gestaan. De inbedding van deze keten in de coĂśperatieve organisatiestructuur waaraan uitsluitend mkb-ondernemingen kunnen deelnemen, wordt steeds meer als een zeer sterk punt gezien. Het echte samenwerken van de verschillende ketenpartners toont aan dat de innovatieve kracht van het op deze manier gebundelde agrarische en niet-agrarische mkb tot frappante resultaten in staat is. In het verslagjaar is door de ketenpartners een aanzet gegeven tot opschaling van de activiteiten. Dit komt erop neer dat in november 2010 besloten werd de voorbereidingen te starten voor de bouw van een proeffabriek. Met behulp hiervan zal de productie van enkele producten op labniveau worden verhoogd tot de omvang van een kleinschalige industriĂŤle capaciteit. Met de geproduceerde eindproducten kunnen de launching customers worden bevoorraad. Zij zullen de resultaten van het gebruik van de producten terugkoppelen naar de BPOC. Het ligt in de bedoeling de proeffabriek medio 2011 in gebruik te nemen op een locatie in Noord-Limburg. 23


Organisatie

De leden van de BPOC: Frank Laarakker, Huub Dinghs, Marcel Clephas, Ir. Jan van der Hoeven, Nic Douben, Hans Clarijs, Gert-Jan van Delft en Stef Valk Projectorganisatie De Stichting EDC Biofortificants heeft, vanaf het begin van de werkzaamheden in 2007, een belangrijke faciliterende rol gespeeld bij de start van de BPOC. Zij kan als voorloper van de BPOC worden gezien. Intussen heeft de BPOC zich door de eigen aard van de samenwerking tussen mkb-ondernemers en onderzoekers een stevige plaats weten te verwerven in de wereld van de opkomende biobased economy. In verschillende rapporten van innovatiebevorderende instellingen wordt de BPOC als lichtend voorbeeld van de toepassing van systeeminnovatieve ketens op dit terrein genoemd. De BPOC bestaat uit vier leden:drie telers en hogeschool HAS Den Bosch. De drie aangesloten telers zijn Frank Laarakker, Huub Dinghs en Marcel Clephas. Deze drie telers zijn vanaf het begin betrokken geweest bij de teelt van kruiden op akkerbouwmatige schaal en hebben daarmee een aantal jaren ervaring opgebouwd. 24


Het huidige projectmanagementteam bestaat uit vier personen, waarvan er twee betrokken zijn bij de dagelijkse gang van zaken. Dit zijn de projectleiders Drs. Hans Clarijs en Dr. Ir. Gert-Jan van Delft. Zij worden een dag per week bijgestaan door de heren Mr. Stef Valk en Prof. Dr. Nic Douben. Het team wordt -waar nodig- op fantastische wijze ondersteund door Wilma Gloudemans, managementassistente van HAS Den Bosch. De expertise van verschillende personen binnen de groep is complementair. Op zowel juridisch, procestechnologisch, biologisch en economisch gebied is veel kennis aanwezig. Daarnaast bestaat er een nauwe samenwerking met een zelfstandig klein adviesbureau, dat veel expertise heeft op het gebied van biobased wijnbouw. Biobased Product Ontwikkelings Coöperatie u.a. Deze organisatie voor de ontwikkeling van biobased producten weet het concept van open innoveren in praktijk te brengen. In haar ruim 2-jarig bestaan werken HAS Den Bosch, drie telers van kruiden en een mkb-bedrijf op het gebied van de ontwikkeling van medicijnen, daadwerkelijk met elkaar samen. De toetreding van het laatste bedrijf, eind 2008, heeft relevante kennis omtrent farmacie, toxicologie en certificering binnen de BPOC gebracht. Het concept dat aan de BPOC ten grondslag ligt, wordt gevormd door de systeeminnovatieve ketenbenadering. Dit wil zeggen dat eigendom, zeggenschap en profijt van de biobased productontwikkeling bij de collectiviteit van de leden van de coöperatie liggen. Tegelijkertijd wordt de binnen de BPOC ontwikkelde product- en proceskennis geborgd in deze coöperatie.

De meest wezenlijke kenmerken van de BPOC zijn: • de BPOC heeft een eigen rechtspersoonlijkheid; • de samenwerkende ondernemingen (en kennisinstellingen) zijn eigenaar; • de (beperkte) aansprakelijkheid is duidelijk geregeld; • de BPOC wordt eigenaar van eventuele octrooien en patenten; • de BPOC verleent licenties aan ondernemingen die de productinnovaties; • commercialiseren; • de BPOC houdt zich voortdurend bezig met de ontwikkeling van nieuwe; 25


• producten, de verbetering van ontwikkelde producten en de optimalisering van processen; • de BPOC is gebaseerd op een langdurige samenwerking.

Wat is er zo uniek aan de BPOC als samenwerkingsverband? Het uitgangspunt van de samenwerking is dat industriële eindproducten worden ontwikkeld die hun basis vinden in bio-inhoudsstoffen. Voor de opbouw van een evenwichtige keten die marktgericht opereert en die de te ontwikkelen toegevoegde waarde op evenredige wijze over de deelnemende partijen verdeelt, is een businessmodel noodzakelijk dat geen dominante partij binnen het samenwerkingsverband toelaat. De product- en procesontwikkeling wordt dan ook ingebed in een nieuw economisch samenwerkingsverband van uitsluitend mkb-ondernemingen. Binnen deze ketenopbouw is van wezenlijke betekenis, dat de relevante wereldwijde wetenschappelijke kennis en praktijkervaring voor de deelnemende mkb-ondernemers toegankelijk wordt gemaakt. De resultaten van dit onderzoeks- en ontwikkelingswerk worden geborgd in de Bio Based Product Ontwikkelings Coöperatie waarvan de deelnemende mkb-ondernemingen en HAS Den Bosch eigenaar zijn. De werkzaamheden worden in een pilotproject in de pre-competitieve fase uitgevoerd. Zodra de nieuw ontwikkelde producten rijp zijn voor commerciële exploitatie treedt een nieuwe fase in. Dan kunnen de deelnemende ondernemers op basis van een concreet ondernemingsplan kiezen voor het gezamenlijk exploiteren van de producten dan wel de productie en vermarkting ervan onder licentie door derden laten uitvoeren. De licenties worden uitgegeven door de BPOC en de licentie-inkomsten vloeien naar deze coöperatie terug. Over de aanwending van de middelen beslissen de deelnemende ondernemingen. In ieder geval wordt een deel van de opbrengsten besteed aan verdere productontwikkeling en verbetering van bestaande productieprocessen. In deze coöperatie werken primaire agrarische producenten (telers van kruiden) samen met industriële mkb-ondernemingen en Hogeschool HAS Den Bosch. Innoveren in deze sfeer stelt als noodzakelijke voorwaarde dat voortdurend over de grenzen van de eigen sector heen wordt samengewerkt. 26


Ketenvorming: de puzzelstukjes komen op hun plaats Na enkele jaren te hebben gewerkt aan de verschillende schakels van de systeeminnovatieve ketens beginnen de afzonderlijke processen steeds beter één geheel te vormen. • Het belang van goed uitgangsmateriaal en indien nodig het aanpassen daarvan, heeft zich ondubbelzinnig bewezen. Het in eigen beheer uitvoeren van zaaien en opkweken van plantmateriaal heeft de afgelopen jaren een forse besparing van kosten opgeleverd. • In 2009 en 2010 is het machinaal uitplanten van de jonge kruidenplantjes zelfstandig uitgevoerd met een plantmachine van één van de leden van de BPOC. • Kennis over de teelt en verzorging van een aantal kruidengewassen is opgedaan. Deze zal verder uitgebreid worden, met name op het gebied van onkruidbestrijding. • Oogsten wordt zelfstandig uitgevoerd door de BPOC, met machines van één van de leden. • De verwerking van het geoogste materiaal is nu in eigen beheer mogelijk. Door het opzetten van de drogerij die gebruikt maakt van (biologische) restwarmte kunnen de kruiden kwalitatief goed gedroogd worden tegen een lage prijs.

27


• De tijdelijke opslag van gedroogde kruiden is momenteel ook een onderdeel van de keten geworden, door het huren van een daarvoor geschikte ruimte. • Voor het extraheren van inhoudsstoffen uit kruiden op kleine schaal, is apparatuur ontwikkeld en getest. Dit is in 2009 verder uitgebreid met de aanschaf van extra apparatuur. • Voor de winning van ruime hoeveelheden inhoudsstoffen uit geteelde kruiden, is een semi-industriële stoomdestillatie-eenheid gereedgekomen en in gebruik genomen. • De productontwikkeling is in 2009 en 2010 verder geïntensiveerd. De kennis neemt voortdurend toe, in de vorm van resultaten van eigen experimenteel onderzoek en onderzoek dat door derden is uitgevoerd. De hoeveelheid specifieke literatuur en informatie die is opgebouwd, groeit gestaag. • De BPOC is een feit geworden en functioneert in bescheiden vorm. Interessante bedrijven vanuit het mkb tonen interesse voor eventuele aansluiting met de BPOC.

Als uiteindelijk de gehele keten - van grondstof tot en met verkoop van eindproducten - gereed is, betekent dat niet dat de keten voorgoed áf is. Steeds zullen weer nieuwe materialen en verbeteringen van processen toegevoegd moeten worden, waardoor de levensvatbaarheid en concurrentiekracht van de keten in de markt groot kan blijven. 28


Uitbreiding leden BPOC Naarmate de ontwikkeling van producten voortschrijdt en introductie op de markt in zicht komt, is het gewenst het aantal leden van de BPOC uit te breiden. Dit zal echter stapsgewijs gebeuren. Voor een harmonische opbouw van de BPOC is intrinsieke samenwerking van de deelnemende partners een noodzakelijke voorwaarde. Tegen het einde van het verslagjaar hebben de huidige leden van de coöperatie daarom een besluit genomen betreffende de specifieke voorwaarden waaronder toekomstige leden kunnen toetreden. Over toetreding van een nieuw lid besluiten - op grond van de statuten – de leden van de coöperatie. Het ligt voor de hand dat toetreding van nieuwe leden gezocht zal worden in de sector van mkb-bedrijven die opschaling van processing en industriële afwerking van de uit eigen teelt verkregen grondstoffen kunnen faciliteren. Toetreding van nieuwe telers zal afhankelijk zijn van de capaciteit van de bestaande leden-telers, in relatie tot de ontwikkeling van de marktvraag naar de ontwikkelde biobased producten. P.R. en contacten De werkwijze en het inhoudelijke werk van de coöperatie trekken de aandacht van de buitenwereld. Zowel op organisatorisch als op biobased gebied vervult de BPOC een voortrekkersrol, waaraan anderen zich spiegelen. Dit komt tot uitdrukking in publicaties in tijdschriften en kranten. Daarnaast ontvangt het projectteam regelmatig bezoekers die zich verder willen verdiepen in de werkwijze van de BPOC. Verder treden medewerkers van de BPOC op bij vakinhoudelijke bijeenkomsten en worden er publicaties geschreven voor magazines en tijdschriften. De contacten met overheden, organisaties en bedrijven in binnen- en buitenland, zijn in het verslagjaar verder uitgebreid. Voor de tweede keer hebben 2 medewerkers van het projectteam deelgenomen aan het vermaarde “kruidencongres” en het fytonetwerk in het Duitse Bernburg.

29


Samenwerking & netwerken Het projectteam en de leden van de coöperatie werken samen met veel personen en organisaties. Ook wordt kennis uitgewisseld. Binnen de instelling HAS Den Bosch zijn er regelmatig goede contacten met verschillende docenten en technisch personeel. Ook worden waardevolle contacten onderhouden met aan de HAS Den Bosch gelieerde instellingen, als HAS KennisTransfer en het Anton Jurgens Instituut. Wanneer de ontwikkeling van één of meerdere ketens het gewenst maakt, treedt de BPOC in contact met deskundigen van onderzoeksinstellingen als Universiteit Leuven, Wageningen UR, Universiteit Leiden, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Antwerpen en Gent, onderzoekslaboratoria zoals MBM research in België en commerciële ondernemingen die belangstelling hebben getoond voor producten van de BPOC. In het verslagjaar zijn de banden met onderzoekers van een aantal van deze instellingen verder aangehaald. Een lijst met de belangrijkste contacten van de BPOC is in de bijlage opgenomen. Ontwikkeling van toepasbare kennis Het grensoverschrijdende karakter van de systeeminnovatieve ketenaanpak heeft tot consequentie dat eigen werkwijzen worden gevolgd. Door nieuwe combinaties te vormen over de grenzen van de eigen sector heen, ontstaan mogelijkheden van productontwikkeling die anders niet aangepakt kunnen worden. Wanneer ondernemers van verschillende pluimage gezamenlijk producten gaan ontwikkelen, dienen de hierbij ingeschakelde onderzoekers ook de grenzen van hun vakdiscipline te overstijgen. Dat gebeurt alleen wanneer ieder van de deelnemende partijen primair uit is op concreet toepasbare kennis. Bestaande kennis uit wetenschappelijke literatuur en uit andere informatiebronnen, bijvoorbeeld via het internet, vormt het uitgangspunt voor de biobased productontwikkeling. Maar daar blijft het niet bij. Via eigen experimenten en proeven komen toepasbare inzichten tot stand, die deels steunen op de reeds aanwezige vakkennis en daaraan worden toegevoegd. Zo is op het gebied van teelt en verwerking (processing) van kruiden bij de betrokken ondernemers in Noord Limburg en op de proefplots 30


van het Cita Verde College, toepasbare kennis toegevoegd. Deze zelfontwikkelde kennis en praktijkervaring is geborgd in documenten, verslagen en elektronische bestanden. Uiteraard wordt hierbij steeds in het oog gehouden dat geheimhouding van informatie die van specifiek belang is voor de productinnovatie, bewaard wordt. Hiertoe zijn geheimhoudingsverklaringen door de partijen ondertekend. Het zal niet verbazen, dat bij de experimenten de nadruk ligt op toepassing ten behoeve van de productontwikkeling en niet op het doen verschijnen van publicaties. De inzichten die de BPOC ontfutselt aan de natuur dienen uiteindelijk te leiden tot nieuwe biobased producten met een hoge toegevoegde waarde. Het duurzaamheidskenmerk van de te ontwikkelen biobased producten stelt hoge eisen aan de BPOC. Hierbij komt ook de diepere laag van duurzaamheid aan de orde. Zo wordt bijvoorbeeld tevens gekeken naar de verkleining van de kans op resistentie-ontwikkeling door micro-organismen waartegen de nieuwe biociden werkzaam dienen te zijn. Door deze diepere aanpak van de productontwikkeling, wordt beoogd biobased eindproducten te kunnen produceren die het langetermijndoel van de systeeminnovatieve ketens in zich verenigen.

31


Vooruitblik 2011 en verder Het is van belang er hier aan te herinneren, dat de kerncompetentie van de BPOC ligt in het ontwikkelen van biobased producten in de pré-competitieve fase. Deze fase gaat vooraf aan de commercialisering van de ontwikkelde producten. Bij de ontwikkeling van de producten worden zaken als maakbaarheid, effectiviteit, toepasbaarheid en verkoopbaarheid streng in het oog gehouden. In 2010 zijn concrete resultaten bereikt op de terreinen maakbaarheid, toepasbaarheid en effectiviteit. Als gevolg hiervan is het moment van fabrieksmatige productie dichterbij gekomen. Proeffabriek Tegen het einde van 2010 hebben de leden van de BPOC besloten om in 2011 te komen tot de start van een proeffabriek. De technische voorbereidingen daarvoor zijn uitgevoerd en het plan is in uitwerking om medio 2011 een mobiele proeffabriek in te richten. Deze zal worden ondergebracht in een 40-voets zeecontainer. Na de zomer van dit jaar wordt verwacht met de industriële productie van één of twee producten te kunnen beginnen. Tevens zal dan de introductie van de producten bij de eerste gebruikers plaats vinden. De ervaringen met de proefproductie vormen de uitgangspunten voor de fase van de commercialisering. Zijn deze gunstig, dan moet in 2011 besloten worden welke onderneming(en) onder licentie de producten van de BPOC op de markt gaat/ gaan brengen. De leden van de BPOC nemen hierbij een voorkeurspositie in. Een en ander betekent ook dat dit jaar de licentiecontracten inhoudelijk moeten worden opgemaakt. Kruidenteelt Wanneer de proeffabricage zich voorspoedig ontwikkelt en de launching customers de producten op grotere schaal gaan afnemen, breekt het moment aan waarop de akkerbouwmatige kruidenteelt door de leden van de BPOC zal moeten worden uitgebreid. Er is trouwens al overleg geweest over de mogelijkheden om 32


een relatief snelle uitbreiding van het teeltareaal in Noord-Limburg te realiseren. Voor de langere termijn moet rekening gehouden worden met uitbreiding van het aantal telers dat lid wordt van de BPOC, waardoor het aantal hectaren kruidenteelt kan groeien. Dit neemt niet weg dat de activiteiten bij het Cita Verde College in Horst ook dan van groot belang blijven voor de verdere productontwikkeling en de verbetering daarvan. Processing Aan de verschillende processen zitten zowel fysische als chemische kanten. De belangrijkste twee processen zijn nu het drogen en extraheren van geoogste gewassen. Nadat een techniek eerst in grote lijnen bekend en toepasbaar geworden is, zal deze daarna pas door continue aanpassing, verbetering en verfijning, verder gebracht worden tot een optimaal proces. Daarbij wordt vanuit innovatief oogpunt zoveel mogelijk ruimte gelaten voor eventuele nieuwe toekomstige ontwikkelingen. Zo wordt bij de technische opzet van de proeffabriek rekening gehouden met meerdere mogelijkheden van extractieprocessen, die met één en dezelfde installatie uitgevoerd zouden kunnen worden. Productontwikkeling Productontwikkeling is een dynamisch en in sommige gevallen langdurig proces, waarin voortgang afhankelijk is van diverse factoren en het onderhouden van de juiste netwerken. In de afgelopen jaren is hiermee op een aantal vlakken zeer specifieke kennis gegenereerd en verzameld door de heren Clarijs en Van Delft. Voor productontwikkeling worden experimenten met docenten, studenten, en stagiaires van Hogeschool HAS Den Bosch uitgevoerd en daar waar dat niet mogelijk is, door externe partijen. Door een aantal ontwikkelingen binnen het onderwijs van de hogeschool, worden de mogelijkheden en kansen voor succesvol toegepast onderzoek nog beter benut. Bij bestaande opleidingen met relevante aspecten op het gebied van biobased productontwikkeling is de nieuwe opleiding Toegepaste Biologie gekomen. Verder zijn er nu in totaal 9 lectoren actief op Hogeschool HAS Den Bosch, waarvan één op het gebied van Biobased Product Ontwikkeling. Aanknopingspunten voor relevante stages en onderzoeksopdrachten binnen het onderwijs zullen zo goed mogelijk worden benut. 33


Verdere ontwikkeling van de ketens Het ontwikkelen en succesvol op de markt introduceren van een of twee biobased producten op basis van inhoudsstoffen van akkerbouwmatig in Nederland geteelde kruiden, zal de belangstelling voor het concept van de BPOC doen toenemen. Zowel in de sector van de akkerbouw/tuinbouw, als in die van het innoverende industriële mkb, liggen er dan kansen voor een opvoering van de toegevoegde waarde uit producten die duurzaam worden gefabriceerd. De ervaring die met de BPOC is opgedaan, kan in de toekomst worden benut bij het opzetten van andere systeeminnovatieve ketens. Het beproefde organisatorische concept is “vrij verkrijgbaar”: de invulling ervan zal echter door mkb-ondernemers moeten worden gegeven. HAS Den Bosch kan hierbij als een stimulerende kennisinstelling optreden, want zij koppelt toepasbare wetenschap aan de praktijk van het bedrijfsleven.

34


Financiën Exploitatierekening 2010 Biobased Productontwikkelingscoöperatie Lasten

2010

Personele kosten

PR en communicatie

Verbruiksmaterialen

Reis- en verblijfkosten

Diensten Derden

Beheer- en administra-

2009

193.401,00

173,00

11.438,00

3.594,00

109.638,00

3.674,00

225.682,00

850,00 12.971,00

4.921,00 111.918,00

11.174,00

tiekosten €

321.918,00

367.516,00

Baten (Nog te ontvangen)

85.751,00

108.880,00

207.614,00

234.960,00

28.553,00

23.676,00

321.918,00

subsidie LNV Bijdrage HAS Den Bosch Overige bijdragen

35

367.516,00


Balans per 31-12-2010 Biobased Productontwikkelingscoöperatie Activa

2010

2009

Debiteuren

42.507,00

32.333,00

Nog te vorderen subsi-

194.631,00

108.880,00

€ -

4.742,00

24.917,00

die LNV Nog te ontvangen belastingen Liquide middelen

14.207,00

€ 251.345,00

€ 170.872,00

Gestort ledenkapitaal

110.980,00

Crediteuren

2.451,00

5.415,00

Voorfinanciering HAS

113.247,00

57.459,00

Overige schulden

24.667,00

1.035,00

Passiva

€ 251.345,00

36

106.963,00

€ 170.872,00


Bijlagen Bijlage 1 - Projectorganisatie

37


Bijlage 2: Samenwerkende organisaties • Universiteit Antwerpen – afd. Farma-

De BPOC staat in contact en werkt

cognosie en Fytochemie

samen met diverse organisaties in binnen- en buitenland, waaronder:

• Wageningen UR (WUR)

Financiers

Bedrijven

• Gemeente Horst aan de Maas

• Een handelsbedrijf met R&D activi-

• HAS Den Bosch

teiten op het gebied van aardappel-

• LLTB

teelt

• Platteland in uitvoering Limburg

• Landbouw Coöperaties

• Provincie Limburg

• Een commercieel bedrijf in Weg en Waterbouw

• Provincie Noord Brabant

• Een Ingenieursbureau (expertisege-

• Rabobank Maashorst

bied: duurzame energie en milieu) • Een leverancier van groene stroom

Kennisinstellingen en

uit reststromen

onderzoeksinstituten

• Twee commerciële producenten van

• Anton Jurgens Instituut, ‘s-Herto-

bodemverbeteraars

genbosch

• Specialistische bedrijven op het

• Citaverde College Horst en Roer-

gebied van wijnbouw

mond

• Een onderneming in boomteelt en

• Leuven Research and Development

tuinaanleg

(LRD), België • Göttingen Universität (Duitsland)

• Akkerbouwers

• HAS Den Bosch

• Groenteverwerkers

• HAS KennisTransfer

• Glastuinbouwbedrijven

• Katholieke Universiteit Leuven

• Loonwerk bedrijven

(België) • Katholieke Hogeschool St. Lieven Overig

Gent (België) • LVWO Weinsberg (Duitsland)

• ZLTO

• MicroBioMetrix- Research (België)

• Agro & Co Brabant

• MBM-Research (NL)

• Een regionale ontwikkelingsmaatschappij

• PTC+ Sevenum • Scottish Association for Marine Science (UK) 38


39


40


41


B.P.O.C. / HAS Den Bosch Postbus 90108 5200 MA ’s Hertogenbosch Onderwijsboulevard 221 5223 DE ’s Hertogenbosch Tel. Fax

(073) 692 37 28 (073) 692 36 99

De BPOC is voortgekomen uit het project EDC Biofortificants, een initiatief van hogeschool HAS Den Bosch. Mede mogelijk gemaakt met financiële ondersteuning door een aantal regionale organisaties en de EU

1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.