Contactgegevens Airport Medical Services (Eerste Hulp en medische zorg op Schiphol) Internet www.airportmedicalservices.nl Telefoon 020 649 25 66 Locatie
Vertrekhal 2, boven check-in 16
Op reis: hoe blijf ik gezond?
KLM Travel Clinic Internet www.klmtravelclinic.nl Telefoon 0900 109 109 96 (2 0,80 p/min) - Amsterdam, Raadhuisstraat 15 (achter de Dam) - Den Haag, Hofweg 9 (tegenover Het Binnenhof) - Schiphol-Oost, Stationsplein N.O., gebouw 133 - Schiphol-Centrum, vertrekhal 2, boven check-in 16
Travel Clinic van het Havenziekenhuis Internet www.travelclinic.com Telefoon 0900 503 40 90 (2 0,15 p/min) Adres
Haringvliet 72, Rotterdam
Tropenpoli Havenziekenhuis Internet www.havenziekenhuis.nl Telefoon 010 404 36 66 Adres
Haringvliet 72, Rotterdam 1
2
Colofon Deze brochure is een gezamenlijke uitgave van Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Travel Clinic. De inhoud van de brochure is met de grootst mogelijke zorg tot stand gekomen. KLM Travel Clinic en Travel Clinic Havenziekenhuis kunnen niet aansprakelijk worden gehouden voor de gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van de aangeboden informatie en adviezen in deze brochure. Zij behouden tevens het auteursrecht van de verstrekte informatie en van de illustraties. Niets uit deze brochure mag zonder toestemming van Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Travel Clinic openbaar worden gemaakt, verspreid en/of verveelvoudigd. Augustus 2013, tweede druk 3
Š 2013 Travel Clinic Havenziekenhuis en KLM Travel Clinic 4
Inhoudsopgave Voor de reis Gezondheid ........................................3 Verzekeringen.....................................3 Paspoort en visa .................................3 Vaccinaties ..........................................3 Malariatabletten .................................4 Geneesmiddelen ................................4 Gebitscontrole ....................................5 Reisartikelen ......................................5 Reisapotheek.................................. 5-6
Bijzondere reizigers Kinderen ...........................................16 Ouderen ............................................16 Zwangeren ........................................16 Chronisch zieken en
Tijdens de reis Algemene hygiëne ..............................8 Eten en drinken ..................................8 Diarree ................................................9 Zwemmen en douchen ......................9 Zon(verbranding) ..............................10 Wondhygiëne ....................................10 Insecten ............................................10 Dieren ...............................................11 Hoogteziekte.....................................11 Duiken...............................................12 Seks ..................................................12 Bloedcontact.....................................12 Medische zorg ..................................13 Vliegreizen ........................................13 Verkeer .............................................14 Criminaliteit......................................14
Ziekten Buiktyfus...........................................20 Cholera .............................................20 Darminfecties ...................................20 Dengue ............................................21 Difterie, Tetanus, Polio (DTP) ...........21 Gele koorts .......................................21 Hepatitis A ........................................22 Hepatitis B ........................................22 Japanse encefalitis ..........................22 Malaria .............................................23 Mazelen ............................................23 Meningitis .........................................24 Rabiës ...............................................24 Schistosomiasis ...............................25 Tekenencefalitis................................25 Tuberculose ......................................25
mobiliteitsbeperkten .......................17
Personen met een verminderde weerstand .........................................17
Zakenreizigers ..................................18 Expats ...............................................18
Na de reis Kuren afmaken .................................26 Gezondheidsklachten.......................26 Waar kunt u terecht?........................26
1
Voor de reis
2
Voor de reis Als u op reis gaat naar de (sub)tropen kan een goede voorbereiding veel problemen voorkomen. In dit hoofdstuk kunt u lezen welke maatregelen u kunt nemen voor uw vertrek.
Gezondheid – Heeft u (chronische) problemen met uw gezondheid? Overleg dan ruim voor vertrek met uw huisarts en/of specialist en overweeg: – Of het verstandig is dat u de geplande reis gaat maken; – Of u met uw aandoening wel mag vliegen; – Of er tijdens het vliegen of de verdere reis misschien bijzondere maatregelen of medicijnen nodig zijn. Ga voor vertrek na of er in de landen die u gaat bezoeken goede zorg beschikbaar is voor uw aandoening. Verzekeringen – Ga na of uw Nederlandse ziektekostenverzekering ook kosten voor medische zorg in het buitenland dekt en of u vanuit het buitenland een beroep kunt doen op de alarmcentrale. Let er op dat uw zorgverzekering de kosten voor een eventuele repatriëring (transport naar huis) dekt. Geef bij het afsluiten van uw verzekering duidelijk aan naar welke (risico)gebieden u reist en hoe lang de reis duurt. Neem verzekeringspassen en contactgegevens (telefoonnummers) van uw verzekeraars en de alarmcentrale altijd mee op reis.
Paspoort en visa – Zorg ervoor dat u in bezit bent van een geldig paspoort. Veel landen eisen daarnaast ook een visum. Een visum dient u tijdig aan te vragen, want het kan soms enige tijd duren voordat het wordt afgegeven. Bovendien geldt bij veel visumaanvragen dat uw paspoort nog minstens zes maanden geldig moet zijn. Zie voor meer informatie: www.visum.nl of www.klmtravelclinic.nl.
Vaccinaties – Tegen een aantal ziekten kunt u zich van tevoren laten vaccineren. De vaccinaties voorkomen dat u ziek wordt of dat er ernstige complicaties optreden.
3
Een vaccinatie beschermt niet altijd meteen nadat hij is gegeven. Sommige vaccinaties bestaan uit een serie van twee of drie prikken die met bepaalde tussenpozen gegeven moeten worden. Daarom is het belangrijk dat u altijd tijdig voor een reis naar de Travel Clinic komt: minstens vier weken van tevoren. Let op: ook last minute vaccinaties en malariatabletten geven u nog bescherming in de loop van uw reis! De Travel Clinic stelt op basis van uw reis- en gezondheidsgegevens vast welke vaccinaties u nodig heeft. In het hoofdstuk ‘Ziekten’ (vanaf pagina 19) ziet u welke vaccinaties beschikbaar zijn. Ernstige reacties op vaccinaties komen bijna niet voor. Lichtere bijwerkingen kunnen wel voorkomen, zoals een “lokale reactie” van het lichaam die op de prikplaats ontstaat (zwelling, roodheid en/of een lichte verhoging).
Malariatabletten – In een aantal gebieden, met name in Afrika, Azië en Middenen Zuid-Amerika, komt malaria voor. Afhankelijk van de duur van uw reis en de gebieden waar u verblijft, krijgt u het advies om malariatabletten te slikken. Met sommige van deze tabletten dient u al enkele weken voor de reis te beginnen. Ga daarom zeker vier weken voor de reis naar een Travel Clinic voor advies en haal – zo nodig – een recept voor malariatabletten. Geneesmiddelen – Als u geneesmiddelen gebruikt, denk dan aan het volgende: – – –
–
Neem voldoende geneesmiddelen mee voor de hele reis; Neem genoeg geneesmiddelen mee in uw handbagage, zodat u niet meteen zonder zit als uw bagage niet op tijd aankomt; U kunt een geneesmiddelenpaspoort via uw apotheek krijgen. Dit is een document waarin uw medicijnen staan vermeld. Dat maakt het veel gemakkelijker om in het buitenland medicijnen te krijgen, bijvoorbeeld na verlies of bij tekort. Mocht u dit toch vergeten zijn en u vliegt vanaf Schiphol, raadpleeg dan de apotheek van Airport Medical Services (zie contactgegevens achterzijde brochure); Als u diabeet bent en u insuline spuit, overleg dan ruim voor vertrek met uw diabetesconsulent over het schema en de manier waarop u de insuline het beste meeneemt en bewaart; 4
–
–
Wees u ervan bewust dat sommige medicijnen in andere landen verboden zijn. Vraag na bij uw huisarts welke medicijnen dat zijn. Zorg – indien nodig – dat u voor het gebruik van deze medicijnen een speciale verklaring van uw arts heeft; Bedenk dat geneesmiddelen die u in het buitenland koopt niet altijd betrouwbaar zijn en soms zelfs onveilig. Koop dus liever geen medicijnen tijdens uw reis, want dan weet u niet wat u slikt.
Gebitscontrole – Gebitsproblemen krijgt u liever niet tijdens de reis. Daarom is het verstandig om voor vertrek de tandarts te bezoeken. Dit geldt zeker voor personen die langere tijd in gebieden gaan verblijven waar de medische zorg niet optimaal is.
Reisartikelen – Zorg tijdens de reis ook voor voldoende bescherming tegen muggen, zonnebrand, uitdroging, etcetera. In de Travelshop kunt u producten als DEET, zonnebrandmelk, ORS, klamboes en een keur aan andere nuttige reisartikelen gemakkelijk online bestellen. Kijk op www.klmtravelclinic.nl of www.travelclinic.com.
Reisapotheek – Niet in alle landen kunt u even gemakkelijk aan EHBO artikelen en eenvoudige medicijnen komen. Soms zijn ze slecht van kwaliteit of helemaal niet beschikbaar. Bedenk daarom ruim voor de reis wat u beter vanuit Nederland kunt meenemen. Check in het overzicht op de volgende pagina welke EHBO artikelen of (genees)middelen u nodig heeft. Voor alle middelen geldt: lees voor gebruik altijd goed de bijsluiter!
5
Reisapotheek Aandoening
EHBO artikelen en (genees)middelen
(Snij)wonden
Eerste hulp kit (verbanddoos) Voor desinfectie, bijvoorbeeld Betadine® of Sterilon®.
Diarree
ORS, een middel tegen uitdroging (Orisel®) Een stopmiddel, zoals Diacure®, Diarem® of Imodium® Let op: stopmiddelen zijn alleen voor volwassenen en kinderen boven de 8 jaar.
Insectenbeten
Insectenwerend middel (op basis van DEET, minimaal 30%) Klamboe (geïmpregneerd) Tekenpincet
Zonnebrand
Pijn en koorts
Paracetamol Paracetamol voor kinderen Let op: het gebruik van aspirineachtige middelen kunt u beter vermijden.
Hoogteziekte
Middel tegen hoogteziekte, zoals Diamox®.
Reisziekte
Middel tegen reisziekte (luchtziekte, zeeziekte)
Malaria
Malariatabletten (indien geadviseerd)
Zonnebrandmiddel (minstens factor 30) Lippenbalsem met beschermingsfactor Zonnebril Hoofddeksel
Overig (indien nodig) Uw gebruikelijke medicijnen Setje steriele spuiten en steriele naalden Waterfilter Chemisch middel, zoals Hadex®-druppels. Condooms (eventueel met glijmiddel)
6
Tijdens de reis
7
Tijdens de reis Ook als u goed voorbereid op reis bent gegaan, is het belangrijk dat u tijdens uw reis op een aantal dingen let.
Algemene hygiëne – Maag-, darm- en wondinfecties ontstaan meestal door gebrekkige hygiëne. De belangrijkste hygiëneregel is ook de simpelste: handen wassen na elk toiletbezoek en ook voordat u voedsel gaat bereiden of gaat eten. Zorg voor desinfecterende handzeep en/of handgel en voor schone, droge handdoeken.
Eten en drinken – De meest voorkomende gezondheidsklachten bij reizigers zijn darminfecties en diarree. In de meeste gevallen zijn besmet voedsel, drinkwater en dranken de oorzaak. De belangrijkste tips om besmetting te voorkomen zijn: Salades - Eet geen rauwe salades of rauwe groenten; zowel de groenten zelf als het water waarmee ze zijn afgespoeld kunnen besmet zijn. Fruit - Eet geen fruit dat gesneden of geschild wordt verkocht. Schil altijd uw eigen fruit en gebruik daarvoor een schoon mes. Dierlijke producten - Vlees, gevogelte, vis, schaaldieren en producten waarin eieren zijn verwerkt moeten altijd vlak voor gebruik voldoende doorbakken en verhit zijn. Eet dergelijke producten nooit rauw of halfgaar. IJs is een bekende bron van voedselinfecties. Verpakt fabrieksijs kunt u wel veilig eten, mits de verpakking nog intact is wanneer u het koopt. Zuivelproducten die in plaatselijke winkels of door tentjes op straat worden verkocht zijn niet betrouwbaar. Wij adviseren dan ook deze niet te kopen. Drinkwater - Als u niet weet of het drinkwater betrouwbaar is, gebruik het dan niet om te drinken, tanden te poetsen, etcetera. Wanneer u flessen water koopt, controleer dan of de originele dop erop zit en of de fles niet al eerder geopend is geweest. IJsblokjes – IJsblokjes van onbetrouwbaar drinkwater zijn zelf ook onbetrouwbaar. Dus: geen ijsblokjes als u twijfelt over de veiligheid van het drinkwater. Zelf koken - In tropische gebieden kan voedsel zeer snel bederven. Maak het daarom niet lang van tevoren klaar en bewaar het niet lang buiten een koelkast. Sluit na bereiding alle voedsel goed af om het tegen insecten te beschermen. Fijngemaakt voedsel, rauwe vis en schaaldieren zijn erg gevoelig voor bederf. 8
Afwassen – Gebruik heet water en spoel niet met koud water af. Helder water is zelden schoon. Gebruik ook schone thee-, hand- en vaatdoeken.
Diarree – Diarree is meestal het gevolg van darminfecties. Behandeling van diarree is meestal niet nodig, tenzij er ernstige verschijnselen optreden. Het grootste gevaar van diarree is uitdroging, doordat u veel vocht verliest. Gebruik de eerste dagen 2 tot 3 liter vocht, bijvoorbeeld thee of mineraalwater. Het is aan te raden om daarbij een rehydratatiemiddel (ORS) te gebruiken, zoals Orisel®. Stopmiddelen (zoals Imodium®, Diacure®, Diarem®) kunnen worden gebruikt om de diarree (tijdelijk) te stoppen. Deze middelen zijn alleen geschikt voor volwassenen en kinderen boven de 8 jaar. U mag deze middelen niet gebruiken bij tekenen die wijzen op een ernstiger darminfectie, namelijk: – Diarree met bloed of slijm; – Diarree met koorts of huiduitslag; – Diarree die niet na 3 dagen over is. Ga in deze gevallen naar een arts voor verder onderzoek en behandeling. Jonge kinderen en ouderen met diarree drogen veel sneller uit. Zij moeten direct starten met ORS en een arts bezoeken als de diarree langer dan één dag duurt. Zeker als er klachten zijn die wijzen op een ernstiger darminfectie, zoals bloed in de ontlasting, koorts en/of braken.
Zwemmen en douchen - Houd er rekening mee dat zwem- en douchewater niet altijd veilig zijn. Via water kunnen bacteriën en virussen worden verspreid die darminfecties veroorzaken. Als u het water niet vertrouwt, zorg er dan in ieder geval voor dat u het niet inslikt. In enkele tropische gebieden in Afrika, het Midden-Oosten en Azië kan water besmet zijn met de schistosomiasisparasiet. Vermijd in die gebieden ieder contact met zoet oppervlaktewater; gebruik het niet om te zwemmen, wassen, watersporten of douchen. Gebruik een ruwe handdoek om u af te drogen als u het water niet vertrouwt.
9
Zon(verbranding) - In (sub)tropische landen zijn de temperaturen hoog en is de zon fel. Als u zich aan de volgende regels houdt, verkleint u de kans op verbranding en “zonnesteek” (oververhitting): – Ga niet in de volle zon tussen 11.00 en 15.00 uur; – Pas uw activiteiten aan op zon, temperatuur en klimaat; – Zorg ervoor dat u voldoende drinkt; – Trek bedekkende kleding aan en bedek uw hoofd; – Loop niet op blote voeten in verband met besmettingsgevaar en kans op verbranding. – Gebruik een goed zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor, ook als u veel in de schaduw zit en zeker als u het water opgaat. Als u toch verbrandt, ga dan direct uit de zon. Smeer uw huid in met een goed after-sun product. Calaminelotion en lotions met aloë vera kunnen verlichting bieden. Als u veel pijn heeft, kunt u de huid koelen met vochtige doeken of een pijnstiller gebruiken. Zolang uw huid nog rood is, kunt u beter uit de zon blijven.
Wondhygiëne - Op reis is het risico op infectie van een wond groter. Daarom is het belangrijk om wondjes altijd goed te desinfecteren en af te dekken. Wanneer moet u een arts raadplegen? Bij dierenbeten, insectensteken die lang zichtbaar zijn op de huid en bij ontstoken wondjes.
Insecten - Als u op reis bent in een (sub)tropisch land kunt u te maken krijgen met ziekten die worden overgebracht door muggen. Dat geldt voor ziekten als malaria, dengue, Japanse encefalitis en gele koorts. In veel gebieden vormen teken ook een risico; zij kunnen ziekten als tekenencefalitis overbrengen. Zie ook het hoofdstuk ‘Ziekten’ vanaf pagina 19. Sommige van deze ziekten kunnen snel en ernstig verlopen. Het is daarom voor iedere reiziger naar (sub)tropische gebieden belangrijk om insecten- en tekenbeten zoveel mogelijk te voorkomen: – Draag zoveel mogelijk bedekkende kleding (lange broek, lange mouwen, schoenen en sokken). Zeker ‘s avonds en ’s nachts; – Smeer de onbedekte huid in met insectwerende middelen met 30/40% DEET. – Zwangeren en kinderen kunnen ook DEET-bevattende middelen gebruiken 10
–
–
(gebruik een concentratie van maximaal 30% DEET). Smeer de handen van kinderen niet in, omdat zij deze vaak in de mond steken; Zorg ervoor dat u in een muggenvrije kamer slaapt of onder een goedsluitende, geïmpregneerde klamboe. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen en zwangeren. Gebruik, indien beschikbaar, de airconditioning; Tijdens en na verblijf in malariagebieden is het advies om tabletten tegen malaria te gebruiken; deze zullen u in de Travel Clinic worden voorgeschreven (zie ook ‘Malariatabletten’).
Dieren – Dieren kunnen ziekten overbrengen, giftig zijn of allergische reacties uitlokken. In veel landen komt rabiës voor onder wilde dieren en soms ook onder huisdieren. Beten of krabben van zoogdieren kunnen het virus overbrengen. Wij geven u daarom de volgende adviezen: – Vermijd ieder onnodig contact met dieren. Haal ze niet aan en daag ze niet uit; – Neem na ieder krab- of bijtincident zo snel mogelijk (binnen 24 uur!) contact op met een arts; – Tegen rabiës is een vaccinatieserie beschikbaar. Tot de giftige dieren behoren onder meer bepaalde soorten kwallen, spinnen, schorpioenen en slangen. Tegen deze giffen zijn geen vaccinaties beschikbaar. Wel is er vaak tegengif beschikbaar in het gebied waar u zich bevindt. Ga dus direct naar de dichtstbijzijnde arts of naar een ziekenhuis. Tips: – Luister naar de adviezen van ervaren mensen; – Vermijd plaatsen waar gevaarlijke dieren gezien zijn; – Draag laarzen of hoge schoenen in een gebied met slangen; – Zet uw schoenen ’s nachts binnen als u in een gebied bent met slangen of schorpioenen; controleer uw schoenen voordat u ze aantrekt; – Zoek na een verdachte steek of beet direct medisch contact.
Hoogteziekte - Op grote hoogten is de lucht ijler en bevat daardoor minder zuurstof. Het kost het lichaam dan meer moeite om voldoende zuurstof binnen te 11
krijgen. Als daardoor klachten ontstaan, spreken we van hoogteziekte. Deze kan boven de 2500 tot 3000 meter ontstaan, met klachten als hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid en kortademigheid. Op nog grotere hoogten kunnen ernstige klachten ontstaan door vochtophoping in de longen en hersenen. Tips om hoogteziekte te voorkomen zijn: – Stijg niet te snel en neem voldoende rust; – Zorg ervoor dat u voldoende drinkt (water of thee, geen alcoholische dranken); – Slaap op een lagere hoogte dan de hoogte die u op een dag heeft bereikt; – Neem na elke 1000 meter stijging een rustdag; – Daal af als u verschijnselen van hoogteziekte krijgt; – Wanneer er een kans is op hoogteziekte is het verstandig om een middel zoals Diamox® mee te nemen. Dat voorkomt ernstiger vormen van hoogteziekte. Personen met (chronische) ziekten van hart en/of longen en personen met bloedarmoede zijn gevoeliger voor hoogteziekte. Zij kunnen voor de reis het beste eerst een arts raadplegen.
Duiken (scuba diving) – Als u gaat duiken gelden uiteraard de vaste veiligheidsregels: ga nooit ongeoefend duiken zonder begeleiding en ga nooit alleen duiken. Let erop dat u goede begeleiding en apparatuur krijgt. De regel is dat u tot 24 uur ná scuba diving niet mag vliegen. De reden hiervoor is dat er door de lichte drukverlaging in de vliegtuigcabine een iets hoger risico is op decompressieverschijnselen. Seks – Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA), zoals HIV en hepatitis B, kunt u overal oplopen, maar in sommige delen van de wereld is de kans op het krijgen van een SOA veel groter dan in Nederland. Tips om SOA te voorkomen: – Vrij altijd met een condoom en neem deze zelf mee; – Vermijd contact met sperma en bloed; – Bezoek bij twijfel altijd een arts of na terugkeer in Nederland uw huisarts of een SOA polikliniek.
Bloedcontact – Onder bloedcontact wordt verstaan: alle contact met bloed van anderen, door direct contact of door injecties, bloedtransfusie, vuile naalden of 12
instrumenten. Dat betreft dus de medische en tandheelkundige zorg, maar ook handelingen als tatoeëren, acupunctuur, het laten zetten van piercings en het laten scheren bij de kapper. Door bloedcontact kunnen onder andere hepatitis B en HIV worden overgedragen. Om besmetting door bloedcontact te voorkomen zijn de volgende regels belangrijk: – Als medische of tandheelkundige behandeling nodig is, ga dan naar een betrouwbare arts of ziekenhuis; – Vermijd onnodige medische en tandheelkundige behandelingen; – Laat u niet tatoeëren, piercen of scheren (met een mes); – Als er meer kans is dat u in risicogebieden medische behandeling nodig heeft, neem dan zo nodig zelf steriel materiaal mee.
Medische zorg – In minder ontwikkelde landen is de gezondheidszorg van lagere kwaliteit dan dat we in Nederland gewend zijn. Soms zijn goede artsen of ziekenhuizen niet direct bereikbaar. Ook de taal kan een probleem zijn. Risico’s van “slechte” zorg zijn onder meer: slechte behandeling, besmetting met ziekten door gebrekkige hygiëne of besmette bloedproducten en behandeling met verkeerde medicijnen of geen behandeling door gebrek aan de juiste medicijnen.
Vliegreizen – De lucht in de vliegtuigcabine kan, vooral op langere vluchten, erg droog worden. Drink daarom extra (water, thee; liever geen alcoholische dranken). Om trombose te voorkomen is het bij langere vliegreizen aan te bevelen niet urenlang in dezelfde houding in de stoel te blijven zitten. Doe af en toe wat oefeningen in de stoel of sta op en wandel even door het gangpad. Personen met bepaalde (chronische) aandoeningen, met name van bloed, hart en/of longen, of personen met infectieziekten wordt afgeraden te vliegen. Dit geldt ook voor hoogzwangere vrouwen en personen die recent bepaalde operaties hebben ondergaan. Bij twijfel kunt u contact opnemen met uw arts of met de medische afdeling van de maatschappij waarmee u vliegt. Dat kan met een speciaal formulier dat bij uw reisorganisatie of de maatschappij te verkrijgen is. U kunt via deze weg ook het verzoek doen voor voorzieningen aan boord (zuurstof, rolstoel, begeleiding op de vliegvelden).
13
Verkeer – De meeste ernstige letsels in het buitenland ontstaan in het verkeer. Er zijn landen waar de kans om te overlijden als gevolg van een verkeersongeval 10 tot 20 maal zo groot is als in Nederland. Tips voor een veilig vervoer: – Regel taxi’s via uw hotel of een betrouwbare taxiservice; – Als u zelf gaat rijden, zorg dan voor een geldig internationaal rijbewijs en zorg ervoor dat u de verkeersregels van het land kent; – Gebruik een veilig en betrouwbaar vervoermiddel en doe altijd de veiligheidsgordel om; – Rijd liever niet in het donker; – Laat anderen weten waar u bent en zorg dat u uw adres- en telefoongegevens bij u draagt; – Zorg bij langere ritten dat u voldoende water, voedsel en een eerste hulp kit meeneemt.
Criminaliteit - Ook in het buitenland, vooral in delen van veel grote steden, is sprake van onveiligheid. Niet alleen ‘kleine’ criminaliteit als zakkenrollen en diefstallen, maar ook meer ernstige delicten komen helaas regelmatig voor. Enkele tips: – Laat u vooraf goed informeren over de risico’s; – Ga niet naar risicogebieden als u er niet noodzakelijk hoeft te zijn; – Maak gebruik van veilige taxi’s, bijvoorbeeld via uw hotel; – Ga niet in op uitnodigingen of transacties die u niet vertrouwt; – Ga bij voorkeur niet alleen over straat, zeker niet ’s avonds en ’s nachts; – Mijd agressieve personen, opstootjes en samenscholingen; – Zorg dat anderen weten waar u bent en zorg dat u bereikbaar bent; – Pas u aan de lokale zeden en gewoonten aan en geef geen aanleiding tot irritatie of agressie; – Kijk uit met alcohol en drugs, word zelf niet de oorzaak van geweld; – Gedraagt u zich niet opvallend als (“rijke”) toerist. – Neem geen pakjes mee waarvan de inhoud niet bekend is.
14
Bijzondere reizigers
15
Bijzondere reizigers Voor sommige personen gelden speciale leefregels en maatregelen tijdens de reis. Als u tot een van de groepen ‘bijzondere reizigers’ behoort, lees dan de informatie die voor u bestemd is goed door.
Kinderen – Snelle uitdroging bij diarree. Neem daarom tijdig maatregelen tegen uitdroging; – Kinderen tot 12 jaar: overleg tijdig met het consultatiebureau welke vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (‘kinderprikken’) nog (vervroegd) gegeven kunnen worden. Dit is vooral van belang bij langere reizen en voor expats; – Kinderen dienen extra te worden beschermd tegen malaria (muskietennet/ klamboe) en krijgen een aangepaste dosering malariatabletten; – Kinderen zijn gevoeliger voor infecties, omdat zij zich niet bewust zijn van hygiëne. Help hen met bepaalde leefregels, zoals handen wassen en het gebruik van schoon water; – Kinderen worden vaker gebeten door dieren, houd ze daarom zo veel mogelijk uit de buurt van dieren.
Ouderen – Voor ouderen gelden, als zij gezond zijn, dezelfde adviezen als voor gezonde jongeren en volwassenen; – Sommige vaccinaties hebben bij ouderen minder effect dan bij jongeren; daardoor zijn soms extra vaccinaties nodig of is een ander vaccin aanbevolen; – Snelle uitdroging bij diarree. Neem daarom tijdig maatregelen tegen diarree.
Zwangeren – Het wordt zwangeren afgeraden te vliegen na de 36ste week (bij een ongecompliceerde zwangerschap) of na de 32ste week (bij een ongecompliceerde meerlingzwangerschap); – Ga niet naar een gebied met een hoog malariarisico als u zwanger bent. U mag niet alle malariatabletten gebruiken en u en uw baby kunnen daardoor slechts gedeeltelijk worden beschermd;
16
– Zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, mogen niet alle vaccinaties hebben vanwege het mogelijke risico voor het kind. Let daarop bij de keuze van uw reisbestemming; – Ziekten die gepaard gaan met (hoge) koorts, zoals dengue en malaria, kunnen het risico op een miskraam vergroten; – Zwangeren die voor langere tijd gaan reizen moeten zich realiseren dat ze zouden kunnen bevallen in het buitenland; – Vrouwen die zwanger zijn, zijn gevoeliger voor infecties en tegelijkertijd lastiger te behandelen.
Chronisch zieken en mobiliteitsbeperkten – Personen met bepaalde (chronische) ziekten mogen niet vliegen (zie ‘Gezondheid’ en ‘Vliegreizen’); – De gezondheidszorg is in sommige landen zodanig, dat er misschien geen goede behandeling mogelijk is bij complicaties van de ziekte; – Geneesmiddelen zijn niet overal beschikbaar of betrouwbaar. Neem zelf meer dan voldoende mee en zorg voor een geneesmiddelenpaspoort; – Bij bepaalde (chronische) ziekten mogen sommige malariatabletten en vaccinaties niet gegeven worden, of hebben deze minder effect; – Soms zijn aan boord extra voorzieningen nodig, zoals zuurstof, een rolstoel of (medische) begeleiding. In dat geval is het handig om dit ruim voor tijd met de luchtvaartmaatschappij te regelen (zie ‘Vliegreizen’). In sommige gevallen zal er aparte advisering en vaccinatie moeten plaatsvinden. Dat kan bijvoorbeeld bij het spreekuur ‘Bijzondere Reizigers’ van de Travel Clinic van het Havenziekenhuis in Rotterdam.
Personen met een verminderde weerstand – Afweerstoornissen kunnen aangeboren zijn of ontstaan door ziekten, zoals HIV of leukemie. Ook kunt u een afweerstoornis krijgen door het gebruik van afweerremmende middelen, zoals chemotherapie, prednison of methotrexaat; – Als u een afweerstoornis heeft, mag u bepaalde vaccins niet hebben; – Bij personen met een verminderde weerstand werken vaccins die wel gebruikt mogen worden vaak minder goed en zijn soms extra vaccinaties noodzakelijk; 17
– Als u een afweerstoornis heeft, doet u er goed aan om voor de reis met uw arts of specialist te overleggen of de voorgenomen reis wel verantwoord is; – Personen die geen milt meer hebben, wordt afgeraden naar gebieden te gaan waar een ernstig malariarisico bestaat; – Personen met afweerstoornissen zijn vaak gevoeliger voor infecties. Deze kunnen bij hen ook sneller en ernstiger verlopen.
Zakenreizigers Uit herhaald onderzoek op Schiphol blijkt dat zakenreizigers vaker zonder de aangeraden vaccinaties en malariatabletten reizen dan anderen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, is het belangrijk dat ook zakenreizigers die naar risicogebieden gaan zich goed laten voorlichten en vaccineren.
Expats Voor expats (personen die voor langere tijd gaan wonen en werken in het buitenland) gelden naast de in deze brochure al genoemde maatregelen, ook nog de volgende adviezen: – Let op de verplichte medische verklaringen die sommige landen vragen in verband met de woon- of werkvergunning; – Zorg voor een medische keuring voor vertrek en na terugkeer ter bescherming van uw eigen gezondheid; – Oriënteer u voor vertrek op de medische faciliteiten op uw bestemming; – Regel voor vertrek dat u uw medische gegevens van uw huisarts meekrijgt en dat uw verzekering in orde is; – Als u naar een “minder ontwikkelde” bestemming gaat, overweeg dan een uitgebreide medische kit mee te nemen.
18
Ziekten
19
Buiktyfus Verwekker
De tyfusbacterie (Salmonella typhi)
Besmetting
Besmet voedsel, drinkwater of dranken
Gebieden
Wereldwijd, maar vooral in delen van Afrika en Azië (Indiaas subcontinent)
Ziektebegin
1 tot 2 weken na besmetting
Klachten
Koorts, obstipatie (soms diarree), sufheid
Preventie
Voedselhygiëne
Vaccin
Beschikbaar: beschermt voor 70% gedurende 3 jaar.
Cholera Verwekker
De Vibrio cholerae bacterie
Besmetting
Besmet water, voedsel of ontlasting
Gebieden
Zuid-Azië (Indiaas subcontinent), Afrika, Zuid-Amerika en de Golf van Mexico
Ziektebegin
6 uur tot 2 dagen
Klachten
Misselijkheid, braken, buikpijn, hevige diarree
Preventie
Voedselhygiëne
Vaccin
Alleen aanbevolen voor personen die tijdens een cholera-uitbraak in een gebied verblijven zonder toegang tot schoon drinkwater
Bescherming:
2 jaar.
Darminfecties Verwekker
Vele bacterie- en virussoorten
Besmetting
Besmet voedsel, drinkwater of dranken; soms ook besmette voorwerpen
Gebieden
Wereldwijd, overal waar slechte algemene- en voedselhygiëne bestaat en de sanitaire voorzieningen slecht zijn
Ziektebegin
Een tot enkele dagen na besmetting
Klachten
Afhankelijk van de verwekker: diarree, braken, koorts, bloed in de ontlasting en/of andere verschijnselen
Preventie
Voedselhygiëne
Vaccin
Geen vaccins beschikbaar, wel tegen buiktyfus, cholera en rotavirus (vaccin rotavirus niet beschikbaar bij KLM Travel Clinic).
20
Dengue (“Knokkelkoorts”) Verwekker
Denguevirus
Besmetting
Steek van een besmette mug
Gebieden
Vrijwel alle tropische en subtropische gebieden
Ziektebegin
1 tot 2 weken na besmetting
Klachten
Acuut begin, hoge koorts, spierpijnen; in zeldzame gevallen ontstaan complicaties (bloedingen, shock)
Preventie
Voorkom insectensteken en wees u ervan bewust dat de mug die het denguevirus kan overdragen dag en nacht steekt
Vaccin
Niet beschikbaar.
Difterie, Tetanus, Polio (DTP) Verwekker
Bacterie in de keel (difterie); tetanusbacterie; poliovirus
Besmetting
Via gifstoffen in de difteriebacterie; via straatvuil, aarde of mest (tetanus); via water of voedsel dat met ontlasting is vervuild (polio)
Gebieden
Difterie en tetanus komen over de hele wereld voor, maar difterie vooral in landen met een gebrekkig vaccinatieprogramma. Polio komt vooral voor in Azië (Indiaas subcontinent) en West- en Centraal Afrika
Ziektebegin
2-5 dagen (difterie); 3-21 dagen (tetanus); 7-14 dagen (polio)
Klachten
Difterie: keelontsteking, koorts en ontstoken lymfeklieren; tetanus: heftige spierkrampen; polio: meestal symptoomloos, in enkele gevallen (‹1%) ernstige complicaties (verlamming)
Preventie
Difterie: vaccinatie. Tetanus: goede wondhygiëne en behandeling, vaccinatie. Polio: toilethygiëne (handen wassen) en vaccinatie
Vaccin
Beschikbaar: het DTP-vaccin biedt bescherming tegen difterie, tetanus en polio en geeft 10 jaar bescherming.
Gele koorts Verwekker
Gelekoortsvirus
Besmetting
Steek van een besmette mug
Gebieden
Tropisch Afrika en het Amazonebekken
Ziektebegin
3-6 dagen na besmetting
Klachten
Lijkt op griep met koorts en spierpijn. Bij 15% ontstaan complicaties: geelzucht (leverontsteking), hersenontsteking, bloedingen; soms zelfs met de dood tot gevolg
21
Preventie
Voorkom insectensteken. Let op: de mug die het virus overdraagt, steekt de hele dag.
Vaccin
Beschikbaar: een vaccinatie geeft 10 jaar bescherming tegen gele koorts. Sommige landen stellen een gelekoortsvaccinatie verplicht; u hebt dan een officieel internationaal bewijs van vaccinatie nodig om het land binnen te kunnen. Dit krijgt u in de Travel Clinic na vaccinatie.
Hepatitis A Verwekker
Virus
Besmetting
Via besmet voedsel of drinken of via besmette ontlasting
Gebieden
Landen met slechte sanitaire voorzieningen en matige hygiëne
Ziektebegin
2 tot 7 weken na besmetting
Klachten
Griepachtige klachten, misselijk, geelzucht, donkere urine. Jonge kinde-
Preventie
Voedselhygiëne
Vaccin
Beschikbaar: serie van 2 prikken geeft 25 jaar bescherming.
ren hebben vaak geen verschijnselen.
Hepatitis B Verwekker
Virus
Besmetting
Seksueel contact, bloedcontact (transfusies, naalden)
Gebieden
Wereldwijd
Ziektebegin
Meestal 2 tot 3 maanden na besmetting
Klachten
Meestal milde of geen klachten (moeheid, koorts, gewrichtsklachten, geelzucht). Op lange termijn kan leverschade (of zelfs leverkanker) optreden.
Preventie
Veilig vrijen, vermijden van contact met bloed (tatoeages, piercings zetten)
Vaccin
Beschikbaar: een serie van 3 prikken geeft meestal een levenslange bescherming.
Japanse encefalitis Verwekker
Virus
Besmetting
Steek van een besmette mug
Gebieden
In bijna heel Azië, van India tot aan Japan
Ziektebegin
5 – 15 dagen na besmetting
22
Klachten
Soms griepachtige symptomen met koorts, spierpijn en hoofdpijn. In uitzonderlijke gevallen ernstige complicaties zoals hersen(vlies)ontsteking met hoofdpijn, braken en eventueel coma en overlijden.
Preventie
Voorkom insectensteken en reis buiten het besmettingsseizoen naar het platteland van landen in Azië
Vaccin
Beschikbaar. Een serie van 2 prikken geeft 2 jaar bescherming.
Malaria Verwekker
Malariaparasiet (5 soorten)
Besmetting
Steek van een besmette mug
Gebieden
Sub-Sahara Afrika, Midden- en Zuid-Amerika, grote delen van Azië, Oceanië
Ziektebegin
Meestal 1 tot 2 weken na besmetting, soms langer
Klachten
Begint met griepklachten en koorts. De zware vorm (malaria tropica), kan
Preventie
Voorkom insectensteken en gebruik malariatabletten
Vaccin
Niet beschikbaar. Maar er zijn wel goede antimalariamiddelen die voor-
in enkele dagen ernstig verlopen en zelfs een dodelijke afloop hebben.
komen dat u een ernstige malaria ontwikkelt. Vuistregel
Als u koorts krijgt tijdens of na een verblijf in een malariagebied, ga dan uit van malaria en schakel onmiddellijk een arts of ziekenhuis in. Malaria kan meestal goed worden behandeld, maar het moet wel op tijd gebeuren!
Mazelen Verwekker
Mazelenvirus
Besmetting
Direct contact en via de lucht
Gebieden
Wereldwijd
Ziektebegin
7 tot 18 dagen na besmetting
Klachten
Koorts, verkoudheid, hoesten, rode vlekken op de huid. Bij volwassenen is er risico op ernstige complicaties (long- of hersenontsteking).
Preventie
Voor iedereen geboren in of na 1975 wordt het vaccin via het Rijksvaccinatieprogramma aangeboden.
Vaccin
Voor iedereen geboren vanaf 1965 die geen mazelen heeft doorgemaakt en daar ook niet tegen is gevaccineerd, wordt een vaccinatie aanbevolen. Dit biedt een levenslange bescherming.
23
Meningitis (Hersenvliesontsteking, “Nekkramp”) Verwekker
Vele bacteriën en virussen, met als gevaarlijkste vorm de meningokok (een bacterie)
Besmetting
Tijdens epidemieën, wordt door hoesten overgedragen (vooral binnen grote groepen mensen)
Gebieden
Tropisch Afrika en Mekka (Hadj en Umrah)
Ziektebegin
Tussen 2 en 10 dagen na de besmetting
Klachten
Lijkt op griep, daarna kan snel een gevaarlijke hersenvliesontsteking ontstaan die zonder behandeling dodelijk kan aflopen
Preventie
Niezen en hoesten met binnenkant elleboog voor de mond. Gebruik papieren wegwerpzakdoeken.
Vaccin
Beschikbaar: een vaccinatie geeft 3 jaar bescherming en is verplicht voor “Mekka-Hadj-reizigers” en voor seizoenarbeiders naar Saoedi-Arabië.
Rabiës (“Hondsdolheid”) Verwekker
Een virusinfectie van de hersenen
Besmetting
Door een beet, krab of lik van besmette honden, katten, apen, vleermuizen en andere zoogdieren
Gebieden
Rabiës komt wereldwijd voor. Alleen in Nieuw-Zeeland, Antarctica, Japan en delen van Oceanië komt het niet voor.
Ziektebegin
Meestal 20 tot 60 dagen na de besmetting
Klachten
Als het virus eenmaal in het zenuwstelsel terecht is gekomen zal de ziekte zich ontwikkelen. Vanaf dat moment is behandeling niet meer mogelijk en volgt uiteindelijk de dood.
Preventie
Vermijd ieder onnodig contact met dieren. Haal ze niet aan en daag ze niet uit. Ga na contacten (beet, likken van een wond) met besmette dieren altijd zo snel mogelijk naar een arts of ziekenhuis voor controle en behandeling.
Vaccin
Beschikbaar. Een serie van drie vaccinaties geeft 2 jaar bescherming. Als u bent gebeten of gelikt door een besmet dier, dient u altijd vervolgvaccins te halen.
24
Schistosomiasis (Bilharzia) Verwekker
De larven van een parasiet
Besmetting
Zwemmen, pootjebaden, handen wassen in tropisch zoet oppervlaktewater
Gebieden
Komt voor in subtropische gebieden
Ziektebegin
Zie ‘Klachten’
Klachten
Meestal geen. Soms direct na het zwemmen jeuk door het binnendringen van de larven. Heel soms ontstaan weken tot maanden later ziekteverschijnselen, zoals koorts, spierpijn en/of hoesten en/of bloed bij de urine/ ontlasting. Ga bij iedere twijfel naar uw arts.
Preventie
Niet zwemmen of pootjebaden in tropisch zoet oppervlaktewater
Vaccin
Niet beschikbaar.
Tekenencefalitis (Hersenontsteking) Verwekker
Virus (verschillende typen)
Besmetting
Door beet van een besmette teek
Gebieden
Centraal en Noord-Europa, Oost-Europa, Japan, Kazachstan, Mongolië
Ziektebegin
Meestal 7 tot 14 dagen na besmetting
Klachten
Koorts, moeheid, hoofdpijn
Preventie
Bedekkende kleding, smeren met DEET bevattende muggenmiddelen. Controleer uw lichaam na bezoek aan bosrijk gebied en gebruik zo nodig een tekenpincet.
Vaccin
Beschikbaar: serie van 3 prikken geeft 3 jaar bescherming.
Tuberculose Verwekker
Tuberkelbacterie
Besmetting
Door hoestende patiënten met open tuberculose
Gebieden
Komt in de hele wereld voor. Vooral Azië, Afrika, Zuid-Amerika, voormalige Sovjet-Unie
Ziektebegin
Van 8 weken tot levenslang
Klachten
De ziekte verloopt langzaam en chronisch, met toenemende vermoeidheid, nachtzweten en (later) hoesten.
Preventie
Goede hoesthygiëne en vermijden van kleine, donkere, slecht geventileerde ruimten. Door tbc-controle voor en na de reis met een huidtest (“Mantoux-test”) en/of een bloedtest
Vaccin
Beschikbaar: geeft levenslange bescherming tegen ernstige complicaties.
25
Na de reis
26
Na de reis Kuren afmaken – Als u malariatabletten heeft voorgeschreven gekregen is het belangrijk dat u na thuiskomst de kuur afmaakt. Als u de kuur niet afmaakt en u bent tijdens de reis besmet geraakt, dan kunt u alsnog malaria krijgen. Sommige vaccinaties bestaan uit een serie van twee of drie prikken. Het kan zijn dat een of meerdere prikken na uw terugkeer gegeven moeten worden om een langdurige bescherming te krijgen. Gezondheidsklachten – Sommige ziekten hebben een incubatieperiode (dat is de periode die verloopt tussen de besmetting en de eerste klachten) van vele weken tot soms maanden. U kunt dus pas thuis ziek worden van een ziekte die u tijdens de reis heeft opgelopen. Wij adviseren u uw arts te raadplegen (altijd uw verblijf in het buitenland vermelden!) als zich in de weken of maanden na terugkeer een of meer van de volgende verschijnselen voordoen: – Bij koorts in de weken na terugkeer uit een malariagebied moet u altijd denken aan malaria. U moet dit zonder uitstel laten onderzoeken; – Koorts met diarree, huidafwijkingen, spier- of hoofdpijn; – Diarree die niet overgaat, of steeds opnieuw begint; – Hoesten dat niet overgaat of steeds opnieuw begint; – Huidafwijkingen als vlekjes, zweren of insectenbeten die niet weggaan of ontstoken raken; – Klachten van de urinewegen of geslachtsorganen; – Een dierenbeet, ook als deze in het buitenland al is behandeld; – Na medische behandeling in het buitenland; – Bij andere klachten waarover u twijfelt of die u in verband brengt met het verblijf in het buitenland.
– – – –
Eerste Hulp na aankomst op Schiphol: Airport Medical Services, Vertrekhal 2, boven check-in 16, telefoon 020 649 25 66. Tropenpoli’s, zoals die van het Havenziekenhuis Rotterdam: Haringvliet 72, Rotterdam, telefoon: 010 404 36 66. Uw huisarts SOA poliklinieken 27
Index Afweerstoornis.......................................................17-18
Knokkelkoorts ............................................................ 21
Alcohol & drugs .............................................. 12, 13, 14
Maagdarminfecties....................................................... 8
Apotheek ............................................................... 4, 5, 6
Malaria(tabletten) ............ 4, 6, 10, 11, 16, 17, 18, 23, 27
Bilharzia (Schistosomiasis) .................................... 9, 25
Mazelen ...................................................................... 23
Bloedcontact ................................................... 12, 13, 22
Medicijnen ...................................................3, 4, 5, 6, 13
Borstvoeding ............................................................... 17
Medische zorg ................................ 3, 5, 13, achterzijde
Buiktyfus ..................................................................... 20
Mekka.......................................................................... 24
Cholera........................................................................ 20
Meningitis (Hersenvliesontsteking) .......................... 24
Criminaliteit ................................................................ 14
Miltloos ....................................................................... 18
Darminfecties ..................................................... 8, 9, 20
Mobiliteitsbeperkten ................................................. 17
Dengue ............................................................ 10, 17, 21
Muskietennet ............................................................. 16
Desinfecteren ..................................................... 6, 8, 10
Ouderen .................................................................. 9, 16
Diabetes ........................................................................ 4
Polio ............................................................................ 21
Diarree ................................................6, 8, 9, 16, 20, 27
Paspoort & visa ............................................................ 3
Dieren (beten) .......................................6, 10, 11, 16, 24
Rabiës (Hondsdolheid) ......................................... 11, 24
Drinken ................................................................... 8, 20
Rehydratatiemiddel .................................................. 6, 9
Douchen ........................................................................ 9
Reisapotheek ............................................................ 5, 6
Drinkwater .............................................................. 8, 20
Reisartikelen................................................................. 5
Difterie, Tetanus, Polio (DTP) ..................................... 21
Reisziekte ..................................................................... 6
Duiken ........................................................................ 12
Repatriëring .................................................................. 3
Eerste hulp kit ....................................................... 6, 14
Schistosomiasis (Bilharzia) .................................... 9, 25
Eten ............................................................................... 8
Scuba diving................................................................ 12
Expats .................................................................. 16, 18
Seks ...................................................................... 12, 22
Gebitscontrole .............................................................. 5
SOA ....................................................................... 12, 27
Gele koorts............................................................ 10, 21
Spuiten & naalden ....................................................... 6
Geneesmiddelen ................................................. 4, 5, 17
Stopmiddelen ........................................................... 6, 9
Geneesmiddelenpaspoort ...................................... 4, 17
Tandarts ....................................................................... 5
Hepatitis A .................................................................. 22
Teken ................................................................ 6, 10, 25
Hepatitis B ...................................................... 12, 13, 22
Tekenencefalitis ................................................... 10, 25
Hersenontsteking ........................................... 21, 23, 25
Tetanus........................................................................ 21
Hersenvliesontsteking................................................ 24
Trombose .................................................................... 13
HIV-infectie ..................................................... 12, 13, 17
Tuberculose ............................................................... 25
Hondsdolheid (Rabiës) ............................................... 24
Uitdroging .......................................................... 6, 9, 16
Hoogteziekte ..................................................... 6, 11, 12
Vaccin .......................... 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 27
Hygiëne ...................................... 8, 10, 13, 16, 20, 21, 22
Vaccinaties .................................. 3, 4, 11, 16, 17, 18, 27
Injecties, inentingen ................................................... 12
Verkeer ....................................................................... 14
Insecten .............................................6, 8, 10, 21, 22, 23
Verzekering, ziektekosten ..................................... 3, 18
Insectenbeten ......................................................... 8, 25
Vliegen ..................................................3, 12, 13, 16, 17
Insectensteken ..........................................12, 22, 23, 25
Voedsel & dranken ...............................8, 14, 20, 21, 22
Insectenwerende middelen ........................................ 10
Wonden, snij - en wondverzorging ............................ 10
Japanse encefalitis ......................................... 10, 22, 23
Zakenreizigers ........................................................... 18
Keuring, medische - ................................................... 18
Ziekten (chronisch) ......... 3, 4, 10, 11, 12, 13, 17, 19, 27
Kinderen....................................... 6, 9, 10, 11, 16, 22, 23
Zon (verbranding), middelen ................................. 6, 10
Klamboe (geïmpregneerde) ............................. 6, 11, 16
Zwangeren ................................................10, 11, 16, 17 Zwemmen .............................................................. 9, 25
28