jubileumboek / jaarverslag 2010

Page 1

www.sor.nl

SOR 25 jaar comfortabel wonen Jaarverslag 2010

T (010) 444 55 55   F (010) 404 80 26  E info@sor.nl

1986 2010

Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam | Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam

SOR

25 jaar comfortabel wonen Jaarverslag 2010



1986 2010

SOR

25 jaar comfortabel wonen Jaarverslag 2010


25 jaar comfortabel wonen 2

SOR Jaarverslag 2010


Inhoudsopgave Voorwoord en Bestuursverklaring

5

A Bestuursverslag

14

B Ondernemingsverslag

26

C Jaarrekening

58

D

74

Verslag van de raad van commissarissen

E Bijlagen

90

D Verslag van de raad van commissarissen

B Ondernemingsverslag

A Bestuursverslag E Bijlagen

C Jaarrekening Voorwoord en Bestuursverklaring


25 jaar comfortabel wonen 4

SOR Jaarverslag 2010


Voorwoord Geachte lezer, Het jaar 2010 ligt achter ons, mogelijk het meest

gevulde projectenportefeuille met twee opleveringen in aantocht. In de eerste helft van het jaar werd echter al snel duidelijk dat die projectenportefeuille opnieuw beoordeeld moest worden, doordat het financiële perspectief voor de SOR in hoog tempo veranderde.

De diversiteit aan woningen, verzorgings- en verpleeg­

Oorzaak hiervoor was de combinatie van de invoering

huizen, bedrijfsmatig en maatschappelijk onroerend

van de EU-regeling omtrent de staatssteun aan

goed is voor ons de basis van waaruit wij onze klanten

woning­corporaties en de aanstaande heffing van

een comfortabele woning in een passende woon­

vennoot­schapsbelasting. Deze laatste bleek tegen het

omgeving willen bieden. Dat is onze drijfveer en dat

einde van het jaar toch nog een jaar langer uitgesteld

maakt dat wij ook de komende jaren veel zullen

te worden, maar vanaf dat moment werden de

in­vesteren in bestaand en nieuw bezit, om onze

effecten van de stilvallende woningmarkt in onze

producten en diensten te laten aansluiten bij de

verhuurprestaties steeds duidelijker zichtbaar.

wensen van de klant.

Het zijn lastige ontwikkelingen, maar tegelijkertijd

Ik wens u veel kijk- en leesplezier. Mocht u naar aan­

vormen zij een uitdaging voor de hele organisatie.

leiding van het jaarverslag met ons in gesprek willen

We zullen scherper aan de wind gaan zeilen waar

komen, schroom dan niet om contact met ons te

het gaat om ons investeringsbeleid. En voor de

zoeken.

verhuur be­tekent het dat we meer en vooral andere activi­teiten zullen ontplooien om klanten voor ons

Harry Rietveld

te winnen. Het leukst om te vertellen is dat 2010 het 25ste levens­ jaar was van de SOR. Dat vieren we in 2011, met be­woners, relaties en medewerkers. En met u, door

Bestuursverklaring

u in dit jaarverslag niet alleen de feitelijkheden van af­gelopen jaar voor te schotelen, maar u ook te laten

Alle middelen die de SOR ter beschikking heeft

zien wat wij in die tijd hebben opgebouwd. Wij

zijn in het verslagjaar uitsluitend besteed in het

hebben in die 25 jaar veel gebouwd. Niet om het

belang van de volkshuisvesting.

bouwen, maar om de senioren van nu en de toekomst gewilde woningen te kunnen bieden.

H. Rietveld MBA Directeur-bestuurder SOR

Voorwoord en bestuursverklaring

be­wogen jaar van de SOR in haar bestaans­ geschiedenis. We begonnen het jaar met een goed

5


SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

6

A

Bestuursverslag 1

Missie en visie

2

Terugblik op 2010

11

7

3

Governance en bestuurlijke organisatie

15

3.1 Governance

15

3.1.1 Bestuursbesluiten

16

3.1.2 Ondernemingsraad

16

3.1.3 Klachtencommissie

17

3.1.4 Integriteitsbeleid

17

3.1.5

Risicobeheersing binnen de SOR

18

3.2

Bestuurlijke organisatie

19

3.2.1 Organisatiestructuur

19

3.2.2 Verbindingen

19

3.2.3

19

Sectorale samenwerkingsverbanden


Missie en visie “De SOR wil het welzijn van ouderen in en om Rotterdam bevorderen door hen de mogelijkheden te geven om te kiezen voor een woonvorm die bij hun manier van leven past. De combinaties van wonen, zorg en dienstverlening die wij bieden, zijn betaalbaar en grotendeels bestemd voor ouderen die niet of moeilijk voor hun huisvesting kunnen zorgen. Onze werkwijze is klantgericht, flexibel en maatschappelijk betrokken.”

De SOR vervult deze missie door woningen te ex­ploiteren, waarin senioren zich thuis voelen en waar men tot op hoge leeftijd kan blijven wonen, ook als beperkingen zich voordoen. De SOR brengt dit in de praktijk door de productie van woningen in diverse marktsegmenten en daarnaast door technisch en sociaal beheer. Het resultaat daarvan is een goed uit­ geruste en onderhouden woning en tegelijk een thuis in een goed functionerende woongemeenschap, ook voor kwetsbare groepen, die een beschutte woon­ omgeving nodig hebben. De SOR heeft deze missie in 2006 gedefinieerd, relatief kort geleden. Toch zijn de omstandigheden waaronder de SOR haar missie heeft geformuleerd bij lange na niet meer de omstandigheden van vandaag. De con­ juncturele situatie op de financiële markten en de woningmarkt sinds 2009 is van grote invloed op ons directe handelen, het dwingt de SOR tot het naar voren halen van keuzes en tot het versneld herover­

A Bestuursverslag

1

7


wegen van strategische keuzes. Daarbij komt dat de structurele wijzigingen, die zich voordoen in het speel足 veld van zowel de corporaties als die van de AWBZinstellingen, op middellange termijn van grote invloed zijn. Deze bewustwording heeft in 2010 geleid tot een brede discussie tussen directie, bestuur en raad van commissarissen over de relevantie van de missie en daarmee ook de relevantie van de SOR. Deze discussie zal in 2011 leiden tot een vernieuwd ondernemings足

SOR Jaarverslag 2010

plan, waarbij de bewustwording uit de in 2010

25 jaar comfortabel wonen

8

ge足houden visitatie mede richting zal geven aan zowel het proces als de inhoud.


A-lijstproject

2010 - Binnenhoftoren, Rotterdam-Ommoord

9


25 jaar comfortabel wonen 10

SOR Jaarverslag 2010

A

Bestuursverslag


Terugblik op 2010 Het jaar 2010 is gekenmerkt door ontwikkelingen in

vertraging in de doorvoering van bij het kwaliteits-

de buitenwereld met grote impact voor de koers van

en comfortniveau van de woning passende huurprijs.

de onderneming en voor de interne organisatie.

In de eerste helft van 2011 is uiteindelijk de wets­ wijziging doorgevoerd, zodat we vanaf 2011 ons

De aanhoudende kredietcrisis blijft van forse invloed

huur- en harmonisatiebeleid kunnen richten op een

op de woningmarkt. Als gevolg van de teruglopende

betere prijs-kwaliteitverhouding.

bouwproductie is het mogelijk om tegen aan­ trekkelijke bedragen te investeren in sociale huur­

Het omzetten van de EU-regeling in nationale wet­

woningen. Tegelijkertijd houdt de stagnatie op de

geving zal niet eerder dan in 2011 haar beslag vinden.

koopmarkt aan. Doordat een deel van toekomstige

Dit heeft deels te maken met de wisseling van de

huurders hun huidige woning niet weten te verkopen,

wacht in het landsbestuur, maar ook met de weer­

blijft de afzet van met name de middeldure huur­

barstige materie. De schijnbare eenvoud van de rege­

woningen achter bij de verwachting.

ling zelf heeft veel verwachte en onverwachte effec­ ten op de bedrijfsvoering van de corporaties, van het

Mede door de val van het kabinet was het op wet­

verhuurproces tot de financieringsstructuur. Hiernaast

gevingsgebied een lastig jaar, in de zin dat diverse ver­

heeft de belastingdienst, bestaande fiscale wetgeving

wachtingen niet waargemaakt werden. Het woning­

en afspraken met de belastingdienst ten spijt, de voor

waarderingsstelsel bleef ongewijzigd, waar een

vijf jaar met de SOR overeengekomen vrijstelling van

aanpassing was verwacht op het punt van de energie­

Vpb ingetrokken.

prestatienormering. Voor de SOR betekent het een

A Bestuursverslag

2

11


De gevolgen voor de investeringsmogelijkheden van

ondernemingsplan fundamenteel herzien moet

de SOR zijn groot. Wij bouwen veelal gemengde com­

worden. Deze opgave staat voor 2011 op de rol.

plexen: sociale en vrije sectorhuur, maatschappelijke

We zullen kiezen voor meer nadruk op beheer- en

en commerciële bedrijfsruimten, verpleegunits. De

exploitatiemaatregelen, naast de bestaande groei­

nieuwe regelgeving vereist gescheiden administratie

strategie. Ook zullen we actief alternatieve, innova­

en verhindert geborgde financiering op de niet-sociale

tieve manieren onderzoeken om onze financierings­

en niet-maatschappelijke onderdelen. Het is echter

ruimte te vergroten.

SOR Jaarverslag 2010

juist deze combinatie van producten die succesvol zijn

25 jaar comfortabel wonen

12

en van groot nut zijn voor onze doelgroep, maar die

Onze volkshuisvestelijke prestaties hebben wij weten

door de eis van commerciële financiering niet zonder

voort te zetten. Maar we zien ook een snel ver­

meer verantwoord te ontwikkelen zijn. De intrekking

anderende markt, met meer diversiteit, een nieuwe

van de vrijstelling van Vpb komt daar bovenop, waar­

generatie senioren, nieuwe verwachtingen ten aan­

door wij de ontwikkeling van een aantal projecten stil

zien van onze producten en onze rol. Het in 2009

hebben moeten zetten.

in­gezette lokaal maatwerk, onze opleveringen van nieuwe woningen en de bijbehorende samen­

Tot slot is nieuwe wetgeving omtrent de financiering

werkingsrelaties leveren de nodige ervaringen op voor

en bekostiging van zorgvastgoed opnieuw uitgesteld.

het ondernemingsplan dat we in 2011 opstellen.

Dit bezwaart de dialoog die wij met de zorg­ instellingen hebben, omdat enerzijds er een wens

Daarnaast hebben we in 2010 een imago-onderzoek

is om het zorgvastgoed te moderniseren, maar er

gehouden, waaruit we lering hebben getrokken over

anderzijds grote twijfel bestaat over de financier­

onze zichtbaarheid en herkenbaarheid. Het heeft in

baarheid en exploiteerbaarheid. Voor de SOR leidt het

ieder geval geresulteerd in een bevestiging van de

tot onzekerheid in zowel de exploitatievooruitzichten

naam SOR, waarmee we de volle naam (Stichting

als de investeringsstrategie van het zorgvastgoed,

Ouderenhuisvesting Rotterdam) achter ons laten.

waarin ongeveer 30% van de omzet gerealiseerd

Verdere uitkomsten van het onderzoek worden

wordt.

verwerkt in onze communicatiestrategie.

Om onze ervaringe en inzicht kenbaar te maken aan

Op de interne organisatie hebben deze ontwikkelingen

de politiek hebben wij contact gezocht met kamer­

ook hun weerslag gehad. De elkaar in hoog tempo

leden van zowel de Eerste als de Tweede Kamer, zodat

opvolgende gebeurtenissen vergden veel van de

zij deze kennis in de beoordeling van wetsvoorstellen

ad­ministratieve en beleidskracht. De komende jaren

kunnen laten meewegen. Ook hebben wij ons samen

zullen de gevolgen concreet merkbaar worden in de

met enkele collega-corporaties specifiek tegen de Vpb-

operationele sfeer.

heffing verweerd. Dit laatste is succesvol geweest: mede dankzij de opstelling van de senatoren in de

De organisatie heeft zich in 2010 verder ontwikkeld.

Eerste Kamer op dit punt is de belastingwet aan­

Hulpmiddelen daarbij waren de interim rapportage

gepast. De vrijstelling is nu verleend tot eind 2011.

van de accountant en het medewerkerstevredenheids­ onderzoek. De interim rapportage was aanleiding

Op al deze onderwerpen toont de overheid zich

voor de aanscherping van diverse administratieve

onvoorspelbaar en maakt zij onverwachte be­wegingen.

procedures. Daarnaast is een separaat softwarepakket

Omdat de overheid bij uitstek de bepaler van ons

voor de projectenadministratie geïmplementeerd. Hier­

speelveld is, zijn de gevolgen groot voor onze investe­

mee is de aansluiting van de projectenadministratie,

ringsstrategie, een belangrijke pijler onder onze groei­

waar veel kapitaal in omgaat, aan de bedrijfs­

strategie. Het maakte echter ook in­zichtelijk dat het

administratie continu geborgd. Tot dit jaar werd


de aansluiting geborgd door een proces van periodieke aansluiting. En hoewel dit nooit tot problemen heeft geleid, past de nieuwe situatie beter bij de gegroeide onderneming. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek heeft een aantal punten opgeleverd om trots op te zijn, niet in de laatste plaats de algemene tevredenheid, maar ook een aantal kernpunten waar we op willen verbeteren. Het onderzoek is het laatste hoofdstuk in de cultuuren structuurverandering die de SOR in 2008 heeft

A Bestuursverslag

ingezet.

13


25 jaar comfortabel wonen 14

SOR Jaarverslag 2010

A

Bestuursverslag


Governance en bestuurlijke organisatie 3.1

Governance

bestuurder wordt bijgestaan door twee directeuren en een adjunct-directeur, die aan het hoofd staan

De governancestructuur van de SOR bestaat uit zes

van de respectievelijke afdelingen Wonen, Vastgoed­

organen en wordt ondersteund door een set

ontwikkeling en Financiën. Hiernaast heeft de SOR

in­strumenten en documenten, die op alle werknemers

twee stafafdelingen: HRM en Beleid en Bestuurs­

van de SOR van toepassing zijn. Bewoners en andere

ondersteuning, waar bestuurssecretariaat, beleids­

belanghebbenden kunnen altijd via de website of via het kantoor van de SOR over de documenten

coördinatie en communicatie zijn ondergebracht. ■■

Extern accountant: In 2010 heeft Pricewaterhouse­

beschikken. De leden van ieder van de organen

Coopers voor het laatst de jaarrekening en het jaar­

worden genoemd in Bijlage 1.

verslag gekeurd. In de zomer van 2010 is, na een

■■

Raad van commissarissen: Deze heeft drie rollen:

selectieprocedure met vier kandidaten, BDO als

toezicht op de onderneming en haar bestuur,

nieuwe accountant gecontracteerd. BDO heeft in

ad­viseur van bestuur en directie en werkgever van

het najaar de interim controle uitgevoerd. De raad

de directeur-bestuurder. De raad van commissarissen

van commissarissen gaat als opdrachtgever van

bestond per einde 2010 uit 5 personen. Het verslag

de accountant in zijn verslag verder in op de beoor­

van de raad van commissarissen staat in deel D. ■■

Bestuur: De SOR heeft als rechtspersoon de

deling van de accountant. ■■

Huurdersplatform (HPF): Dit is de huurdersvertegen­

stichtings­vorm en wordt bestuurd door één

woordiging in de zin van de Overlegwet. In para­

bestuurder. Deze positie is geïncorporeerd in de

graaf 5.8.1 worden de samenstelling en werkzaam­

functie directeur-bestuurder. De directeur-

heid van het HPF behandeld. Daarnaast worden ook

A Bestuursverslag

3

15


de rol en positie van de bewonerscommissies toe­gelicht. ■■

■■

(i.p.v. renovatie) de Hoeksteen. ■■

Ondernemingsraad: De ondernemingsraad is in

Instemming met onderzoek verkoop bedrijfsruimten in nieuwbouwcomplex Berlagehof.

maart 2002 ingesteld als personeelsvertegen­

■■

Start bouwvoorbereiding Theeschenkerij Vroesenpark.

woordiging bij de SOR. Het verslag van de OR is

■■

Start uitvoering nieuwbouw de Gravin.

in paragraaf 3.1.2 opgenomen.

■■

Instemming bijdrage in aanloopverliezen Dorpsplein

Klachtencommissie: deze behandelt klachten van

in nieuwbouw Het Facet.

bewoners, woningzoekenden en bewoners­

■■

Instemming renovatie Sonneburgh.

commissies en bemiddelt tussen SOR en HPF of

■■

Instemming afboeken kosten van vervallen projecten.

bewonerscommissie. Het verslag is opgenomen in paragraaf 3.1.3.

■■

Instemming renovatie keuken Catharina Gasthuis

SOR Jaarverslag 2010

met een onrendabele top.

25 jaar comfortabel wonen

16

De besluiten waarvoor instemming van de raad

3.1.1

van commissarissen nodig was, staan vermeld in

Bestuursbesluiten

paragraaf 9.5.

Iedere twee weken vergadert het directieteam, waar­ van de verslagen na vaststelling via het intranet beschikbaar zijn voor de medewerkers van de SOR.

3.1.2

Bestuursbesluiten worden periodiek aan de raad van

Ondernemingsraad

commissarissen gerapporteerd. Onderstaande

De ondernemingsraad is in maart 2002 ingesteld als

op­somming bevat de bestuursbesluiten waarvoor geen

personeelsvertegenwoordiging bij de SOR. Gespreks­

besluitvorming door de raad van commissarissen

onderwerpen zijn het personeelsbeleid in brede zin,

vereist is:

de organisatieontwikkeling en de jaarrekening- en

■■

Vaststelling indexeringsgrondslag huurcontracten

begroting.

verpleeg- en verzorgingshuizen. ■■

■■

■■

Vaststellen huurprijzen Binnenhoftoren en Geuzen­

In 2010 zijn met de werving van een nieuw lid uit het

hof (initiële huren), Ariane (harmonisatie), Kristal

beheerteam Te Hoogerbrugge de vijf beschikbare

(reparatie a.g.v. WWS-herberekening), Hoeksteen

zetels alle bezet. De OR heeft twaalf keer onderling

n.a.v. instandhoudingsbeurt.

beraad gehouden, vijf keer is de ARBO-commissie

Huurbeleid en harmonisatiebeleid woningen,

bijeen gekomen. Met de directeur-bestuurder is acht

bedrijfsruimten en verpleeg- en verzorgingshuizen.

keer regulier overleg gevoerd en er is één informeel

Vaststelling actiepuntenlijst n.a.v. de interim

overleg geweest met de raad van commissarissen.

rapportage. ■■

Vaststellen indexering verhuiskostenvergoeding.

Voor het personeelsbeleid zijn de volgende onder­

■■

Instemmen actieve uitverhuizing laatste vier

werpen behandeld:

bewoners Alver.

■■

■■

■■

Instemming met ondertekening intentieovereen­ ■■

Medewerkerstevredenheidsonderzoek.

Oud-Beijerland inzake project Bijlschool/TPG.

■■

Gratificatiebeleid.

Instemming uitzondering op beleid groen­

■■

Bedrijfseigen kilometervergoedingsregeling.

Afrekening van de projecten palliatief centrum de Regenboog, Botersloot fase 2 en Botersloot fase 3.

■■

tussentijdse evaluatie.

komsten met Humanitas/Alerimus resp. Gemeente

financiering bij project Hof van Telders. ■■

Implementatie competentiemanagement en

Instemming met instandhoudingsbeurt


Voor de organisatieontwikkeling zijn besproken: ■■

zich niet bereid toont om het betreffende besluit te

Aanpassing van de organisatiestructuur in het team

herzien. Zij adviseert het bestuur over afhandeling

Te Hoogerbrugge, in verband met het vertrek van de zittende manager.

van de klacht. ■■

Zij beslecht geschillen tussen de SOR en het HPF of

■■

Rol van het managementteamoverleg.

een bewonerscommissie buiten een bevoegde

■■

Werkdruk bij de afdeling Wonen.

rechterlijke instantie om, door voor beide partijen

■■

Evaluatie van het cultuurtraject 2008-2009.

bindende uitspraken te doen.

■■

Concepten van de strategienota en het onder­

De commissie rapporteert aan de directeur-bestuurder.

■■

Financiële scenario’s met betrekking tot financier­

Gedurende 2010 zijn vier klachten aan de klachten­

baarheid van activiteiten en de vermogens­

commissie voorgelegd. Eén klacht is niet behandeling

ontwikkeling van de SOR.

genomen, omdat het een zaak tussen een bewoner

■■

Voorgenomen aankoop Stadsplein in Spijkenisse.

en bewonerscommissie betrof. De overige klachten

■■

Bereikbaarheid buiten kantoortijden.

betroffen twee bouwtechnische zaken en een

■■

Voorstel voor invoeren van dienstkleding.

pro­cedurele zaak, inzake een door de SOR voor­

Alle besproken onderwerpen zijn naar tevredenheid

gelegde kwestie over aan de huurders doorbelaste

van beide partijen afgerond.

kosten ten behoeve van besparingen bij de inkoop van de servicekosten. In deze laatste heeft de SOR geen

Communicatie met de achterban vindt plaats via

gelijk gekregen. De oplossing van de bouwtechnische

nieuwsbrieven en door raadpleging tijdens personeels­

zaken wordt in het eerste half jaar van 2011 verwacht.

bijeenkomsten. De nieuwsbrieven, de verslagen van de bijeenkomsten en de adviezen van de ondernemings­ raad zijn voor de medewerkers toegankelijk via het

3.1.4

intranet. Uit het medewerkerstevredenheids­onderzoek

Integriteitsbeleid

kwam naar voren dat communicatie met de achterban

Het integriteitsbeleid van de SOR is vastgelegd in de

beter kan. Dit vormt een speerpunt voor 2011.

integriteitscode, de e-gedragscode en de klokken­ luidersregeling. Bespreking van het gewenste gedrag

In november 2010 is het nieuwe werkplan opgesteld,

en toezicht op de getoonde integriteit behoren tot

dat zal worden afgestemd met het HRM-werkplan.

de taken van alle leidinggevenden.

Bovendien is een separate OR-begroting opgesteld, als

De integriteitscode is in 2006 vastgesteld en wordt

onderdeel van de bedrijfskostenbegroting van de SOR.

door alle werknemers onderschreven. In deze code

De samenwerking binnen de OR krijgt extra aandacht

staan aanwijzingen en voorschriften voor houding en

door het vastleggen van procedureafspraken en een

gedrag naar de medewerkers onderling, naar huurders

meer planmatige aanpak.

en naar derden. In 2008 is de klokkenluidersregeling vastgesteld. Deze

3.1.3

regeling biedt de mogelijkheid om bij geconstateerde

Klachtencommissie

onregelmatigheden, die niet binnen de werking van

De commissie heeft conform het eigen reglement een

de integriteitscode opgelost kunnen worden, bij een

tweeledig doel:

onafhankelijk persoon deze onregelmatigheden te

■■

Zij stelt huurders, woningzoekenden en bewoners­

melden. De regeling voorziet in een onafhankelijk

commissies in de gelegenheid klachten in te dienen

onderzoek en indien daar aanleiding toe is een

over zaken waarin zij belanghebbende zijn voor

be­oordeling door de raad van commissarissen. In 2010

zover het de uitvoering van beleid betreft en de SOR

zijn geen meldingen gedaan.

A Bestuursverslag

nemingsplan.

17


In 2009 is met de e-gedragscode een aanvulling

de SOR zijn in het kader van de Wet Ketenaanspra­

ge­komen op de integriteitscode, gericht op het

kelijkheid enkele instrumenten voor handen om het

gebruik van digitale communicatiemiddelen, met

risico op naheffing door de fiscus bij faillissement te

name ten aanzien van correct gedrag bij het gebruik

minimaliseren, bijvoorbeeld door bij projecten de

van e-mail en van internet.

BTW rechtstreeks aan de belastingdienst te betalen.

SOR Jaarverslag 2010

■■

25 jaar comfortabel wonen

18

Projectontwikkeling. Dit proces doorloopt vijf fases,

De SOR heeft tot slot een vertrouwenspersoon, waar­

die ieder met een directiebesluit worden vastgesteld:

bij in overleg met de OR gekozen is voor een persoon

initiatief, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp,

buiten de werkorganisatie. De omvang van de

uitvoering, afrekening. Deze fasering werkt als

organisatie wordt als te beperkt gezien om een naaste

trechter waarmee zowel de projectbegroting als de

collega op een dergelijke positie te benoemen. De rol

exploitatieopzet steeds preciezer en zekerder

van de vertrouwenspersoon is het bespreken van

worden. Door de gefaseerde besluitvorming bestaan

ongewenste situaties in de werksfeer, met name waar

er drie momenten waarop besloten wordt of een

het gaat om intimidatie of intimiteiten.

project al dan niet door kan gaan. Over de voort­ gang van de projecten wordt ieder kwartaal gerap­

Gedurende 2010 zijn geen meldingen gedaan in het

porteerd. De aankoop van grond en gebouwen is

kader van integriteitschendingen, overige onregel­

onderhevig aan besluitvorming in de raad van

matigheden of ongewenste situaties in de werksfeer.

commissarissen. Bij aanbestedingen wordt over­ wegend meervoudig aanbesteed, waarbij de con­ trole op de levensvatbaarheid van de meedingende

3.1.5 Risicobeheersing binnen de SOR

bouwbedrijven onderdeel is van de procedure. ■■

Onderhoud van gebouwen. Het onderhoud is gericht

De SOR werkt op basis van bevoegdheden, gekoppeld

op het in stand houden van de kwaliteit van het

aan het organisatieschema en begrensd door de jaar­

pand op het functionele niveau van oplevering van

begroting. De statuten bevatten de bepalingen ten

de nieuwbouw. Om de onderhoudslasten te beper­

aanzien van de bevoegdheden van de bestuurder.

ken wordt tijdens de nieuwbouw zoveel mogelijk

Directieleden zijn bevoegd binnen hun begroting en

gekozen voor hoogwaardige en onderhoudsarme

tot € 50.000,- per opdracht een verplichting aan te

materialen. Hiermee wordt tevens het risico op

gaan, daarboven is de bestuurder bevoegd, voor zover

waardevermindering beperkt.

de statuten daar ruimte toe bieden.

De planning van onderhoudsbeurten en renovaties gebeurt door middel van de beoordeling door de

Ten aanzien van risicobeheersing onderkent de SOR

onderhoudsopzichters van nut en noodzaak van de

op hoofdlijnen een aantal risicogebieden:

ingrepen, gebaseerd op het meerjarenplan met

■■

Financiering en fiscaliteit. Risico’s die hierbinnen

onderhoudscycli. Bewoners- c.q. gebruikerswensen

vallen zijn met name de renterisico’s en rente­

worden meegewogen. De meerjaren onderhouds­

derivaten. Het proces rondom het aangaan hiervan

begroting wordt jaarlijks geactualiseerd, waarmee

wordt gevoerd binnen het maandelijks liquiditeiten­

de totale onderhoudskosten worden beheerst. De

overleg, dat zich houdt aan de criteria zoals gesteld

aanbesteding van onderhoudswerken verloopt via

in het treasurystatuut. In het liquiditeitenoverleg

een meervoudige offerteaanvraag voor bedragen

worden de liquiditeitenplanning, het liquiditeiten­

vanaf € 1.000,-, uitgezonderd spoedeisende of

beheer en de meerjaren exploitatieprognoses behandeld. Deze instrumenten dragen eraan bij dat

specialistische werken. ■■

Exploitatie. De risico’s betreffen hier met name

risico’s hanteerbaar blijven.

huurderving en leegstand. Huurderving door

Ten aanzien van opdrachtnemers en aannemers van

wanbetaling wordt door de incassoprocedure


■■

ondervangen, die start bij de eerste uitblijvende

De onderlinge verhouding tussen moeder en dochters

betaling en reeds voor de eerstvolgende uitblijvende

is dusdanig belegd, dat het bestuur van de toegelaten

betaling is geëscaleerd tot het niveau van aan­

instelling de volledige zeggenschap heeft over de

maning. Daarnaast zijn verantwoordelijkheden ten

dochters. De productie binnen de bv’s vindt uitsluitend

aanzien van het vaststellen en implementeren van

plaats met als doel te leveren aan de toegelaten

huren gescheiden over twee directies.

in­stelling. Bovendien is ervoor gekozen om de

ICT. Op dit gebied spelen risico’s ten aanzien van

vereisten ten aanzien van verantwoord maat­

de gegevensintegriteit, fysieke beveiliging van

schappelijk ondernemerschap en daarmee ook de

ap­paratuur en het technisch beheer. De gegevens­

vereisten aan het toezicht die van toepassing zijn op

integriteit is gewaarborgd door achtervang­

de toegelaten instelling op de dochters van toepassing

procedures gecombineerd met de toegangs­

te laten zijn. In geen van de bv’s is personeel onder­

beveiliging. Deze laatste wordt ondersteund door

gebracht.

vertrekkende medewerkers. De beveiliging van de apparatuur en het beheer liggen deels bij de SOR

3.2.3

zelf en deels bij de aanbieders van gehoste diensten.

Sectorale samenwerkingsverbanden

Voor de ondersteuning en de beleidsvorming op dit

De SOR is lid van Aedes, Maaskoepel en Woonnet

vlak wordt expertise bij externe bureaus ingehuurd.

Rijnmond. Maaskoepel geeft door sectorale samen­ werking inhoud aan de beleidsterreinen woning­ marktbeleid en woonruimtebemiddeling in de Stads­

3.2

Bestuurlijke organisatie

regio Rotterdam. Beleidsvorming op deze terreinen heeft invloed op de beleidskeuzes die de SOR maakt. Voor woonruimteverdeling is dat op directe wijze,

3.2.1

doordat de regionale huisvestingsverordening hierop

Organisatiestructuur

toeziet. De woonruimteverdeling wordt samen met

De huidige organisatiestructuur is in 2008 ingericht,

de collega-corporaties in het grootste gedeelte van

zodat de groeistrategie van de SOR beheerst uit­

de stadsregio Rotterdam georganiseerd via Woonnet

gevoerd kan worden. Met het aanstellen van

Rijnmond. Binnen de SOR leidt dit tot richtlijnen en

(adjunct-)directeuren is inhoud gegeven aan delegatie

voorschriften bij de verhuur van woningen (zie para­

van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In

graaf 5.7).

Figuur 1 is de topstructuur weergegeven. De nadere organisatorische invulling staat in paragraaf 4.4.

Voor de beleidsvorming op het vlak van voorraad­ beheer is de invloed op het beleid van de SOR indirect, bijvoorbeeld middels de deelname aan en daarmee

3.2.2

het putten van kennis uit gezamenlijk woningmarkt­

Verbindingen

onderzoek. De kennis wordt binnen de SOR voor­

Onder de toegelaten instelling SOR is in 2008 een

namelijk aangewend voor het strategisch voorraad­

holding­structuur geformeerd. Hiermee is invulling

beleid (zie paragraaf 5.3).

gegeven aan fiscale vereisten om voor vrijstelling van Vpb in aanmerking te komen. Tevens is hiermee

De SOR was medeoprichter van en deelnemer aan

tegemoet gekomen aan de wens om de toegelaten

CityCorp in 2000, een samenwerkingsverband van

instelling in juridische zin zoveel mogelijk te vrijwaren

vijf corporaties met woningbezit in het centrum van

van grote risico’s in de projectontwikkeling. In Figuur 1

Rotterdam en de directe ring daar omheen. CityCorp

is de juridische structuur weergegeven.

richtte zich op het bevorderen van de woonfunctie

A Bestuursverslag

een aan- en afmeldprotocol van nieuwe en

19


van de binnenstad van Rotterdam en concentreerde zich zo op het versterken van de (onderhandelings-) positie van de corporatiesector in dat gebied. Dit doel blijft relevant, maar de vorm waarin we het doel nastreefden werd niet meer actueel gevonden. Omdat de samenwerking in CityCorp niet meer als aanvulling werd gezien op de vele andere manieren waarop corporaties elkaar treffen en samenwerken, is in 2010 besloten CityCorp te beĂŤindigen. Figuur 1: Structuur van de SOR

SOR Jaarverslag 2010

Juridische structuur

SOR Holding b.v.

SOR Vastgoedontwikkeling b.v.

Senior Village Numansdorp b.v.

25 jaar comfortabel wonen

20

Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam

Organisatiestructuur Raad van commissarissen

Directeur-bestuurder

Beleid en bestuursondersteuning

HRM

Wonen

FinanciĂŤn

Vastgoedontwikkeling


Architectuur 1998 - De Boog, Rotterdam-Oud Mathenesse

De verschijningsvorm van een gebouw is mede­ bepalend voor het woongenot ervan. Daarom proberen we, naast de specifieke eisen die we aan onze woningen stellen, altijd rekening te houden met de aantrekkelijkheid van het gebouw. Van oudsher hebben we een portefeuille met veel grootschalige gebouwen. De laatste jaren realiseren we vaker onze nieuwe woningen in kleinere een­ heden. In het beheer behouden we de schaalgrootte kenmerken van het nieuwe vastgoed is dat minder zichtbaar. We sluiten daarmee beter aan bij de wensen en verwachtingen van onze klanten. Op de komende 4 pagina’s is het verschil goed te zien. Maar ook in de nieuwbouw in Krimpen aan den IJssel en Oud-Beijerland (pagina 85) hebben we gevarieerd in de schaalgrootte van de gebouwen.

2010 - Ommeloop, Brielle

Architectuur

van tussen de 100 en 200 woningen. In de uiterlijke

21



1998

De Boog



2010

Ommeloop


SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

26

B

Ondernemingsverslag 4 Ondernemingsplan

27

5.2.2 Ziekteverzuim

39

4.1 Investeringsstrategie

28

5.2.3 Medewerkerstevredenheid

40

4.2

Financieel-economische strategie

28

5.2.4 Competentiemanagement

40

4.3

Maatschappelijk ondernemerschap

29

5.3

40

4.4 Organisatieontwikkeling

29

5.4 Vastgoedontwikkeling

42

5

33

5.4.1 Projectenplanning

42

33

5.4.2

Projecten in uitvoering

42

Beleid en resultaten

5.1 FinanciĂŤn 5.1.1

Ontwikkelingen 2010

Strategisch voorraadbeleid

33

5.4.3

Aan- en verkoop

44

5.1.2 Resultatenrekening

34

5.5

Behoud van woningkwaliteit

44

5.1.3 Balans

35

5.5.1

Klachten- en mutatieonderhoud

44

5.1.4 Bedrijfswaarde

35

5.5.2

Planmatig onderhoud

44

5.1.5

36

5.5.3

Onderhoud van de directe woonomgeving

44

37

5.5.4

Realisatie van de onderhoudsbegroting

45

Meerjaren exploitatieprognose

5.1.6 Treasury 5.1.7

Beoordeling CFV

38

5.6 Huurprijsbeleid

45

5.1.8

Beoordeling WSW

38

5.7 Verhuurbeleid

46

5.1.9

FinanciĂŤle ondersteuning buitenlandse instellingen

38

5.8

48

5.1.10 Grondposities

39

5.8.1 Bewoners

48

5.1.11 Sponsoractiviteiten

39

5.8.2

Relaties zorg- en welzijnssector

49

5.2 HRM

39

5.8.3

Relaties gemeente, regio, rijksoverheid

51

5.2.1 Formatie

39

Maatschappelijk beleid en leefbaarheid


Ondernemingsplan Het ondernemingsplan van de SOR dateert van begin

Voortgang is met name geboekt op de voorraad足

2007. In 2009 heeft een herijking plaatsgevonden,

ontwikkeling (zie paragraaf 5.3), waardoor de SOR

waarmee is teruggekeken naar het begin van de

een snelle groei doormaakt. Die groei vereist de

planperiode, de stand van zaken is vastgesteld en de

nodige energie om de organisatie dusdanig in te

nabije toekomst is bekeken.

richten dat de groei ook gefaciliteerd kan worden. Op dat punt liggen nog uitdagingen en behoeftes.

De hoofddoelstellingen van de SOR tot en met 2016 Onderwerp

Doel

Marktaandeel

10% van het aantal 75+-huishoudens in het werkgebied van de SOR

Aandeel sociale huur

Ten minste 65% van de totale woningportefeuille

Aandeel driekamerwoningen (en groter)

70% van de totale woningportefeuille

Toegankelijkheid

Nieuwbouw: 4 sterren Bestaande bouw: 3 of 4 sterren na renovatie

Verzorgingshuizen

Halveren capaciteit

Milieubeleid

Voldoen aan criteria groenfinanciering

B Ondernemingsverslag

4

27


De SOR onderscheidt drie producten in haar woning­

louter gericht op het behoud ervan. Het strategisch

portefeuille:

voorraadbeleid geeft de kaders aan waarbinnen

■■

Wonen met basisservice, bestaand uit dienst­ verlening van een huismeester, schoonmaak van

De locatie voldoet aan kwaliteits- en nabijheidseisen

algemene ruimten, onderhoud van de gemeen­

ten aanzien van voorzieningen, winkels en openbaar

schappelijke tuin en de aanwezigheid van een

vervoer.

ontmoetingsruimte. ■■

geopereerd wordt. ■■

■■

De woningen voldoen aan het standaard pro­

Wonen met extra service, met naast de basisservice

gramma van eisen van de SOR, dat voor het eerst is

een receptie, alarmering en meer aanwezigheid van

opgesteld in 1995 en sindsdien voortdurend is door­

personeel. De service is vraaggestuurd en volledig

ontwikkeld.

door de huurders gefinancierd.

SOR Jaarverslag 2010

■■

Het werkgebied en tevens het gebied waar de toe­

met maatschappelijke functies en de mogelijkheid van

lating voor is afgegeven, is Stadsregio Rotterdam en

24 uur per dag zorg op afroep. De zorg en maatschap­

drie gemeenten in de Hoeksche Waard. Inmiddels is

pelijke functies worden op basis van een samenwer­

de SOR actief (zowel in het beheer en eigendom van

kingsovereenkomst met een zorginstelling geborgd.

bestaande woningen als in projectontwikkeling) in zeven van de twintig gemeenten die binnen het werk­

Het tweede portefeuilledeel bestaat uit eenheden

gebied vallen. Binnen de gemeente Rotterdam is de

voor verzorging en verpleging:

SOR actief in twaalf van de veertien deelgemeenten.

■■

28

25 jaar comfortabel wonen

Woonzorgcomplex, zelfstandig wonen in combinatie

Kleinschalige units voor de verpleging van demen­ terende senioren, met de nadruk op zinvolle dag­ besteding. Meestal maken deze units deel uit van

4.2

een woonzorgcomplex. ■■

Financieel-economische strategie

Verzorgingshuizen. Deze woonvorm verandert van aard en omvang, gezien de lijn die de overheid volgt

De financiële prognose is het tweede kaderstellende

in de AWBZ-financiering. De verandering zal leiden

element in de uitvoering van de strategie. Besluit­

tot gemiddeld zwaardere zorg in de bestaande

vorming over investeringen in de sociale sector draagt

verzorgingshuizen en tegelijk een vermindering

altijd de last met zich mee, dat door de beperking in

van de intramurale capaciteit voor lichtere zorg.

de prijsstelling die gerealiseerd kan en mag worden, de investering niet terugverdiend kan worden. Daar

Het derde portefeuilledeel van de SOR bestaat uit

tegenover staan investeringen in bedrijfsmatig

bedrijfsonroerend goed en maatschappelijk vastgoed.

on­roerend goed en in verpleeg- en verzorgingshuizen,

Investeringen in bedrijfsonroerend goed vinden alleen

die vaker een positief resultaat laten zien.

plaats als zij deel uitmaken van een woon- of zorg­ complex en als zij de bedrijfswaarde ervan versterken.

Het financiële beoordelingskader:

Nieuwe wetgeving als gevolg van de EU-regels zullen

■■

4.1

Investeringsstrategie

Solvabiliteit boven de 10% (op basis van historische kostprijs).

in 2011 leiden tot herijking van dit beleid. ■■

Rentedekkingsgraad boven de 1,3.

■■

Investeringsbeslissingen worden op basis van bedrijfs­ waarde genomen. De gehanteerde parameter­set wordt jaarlijks geactualiseerd. Het totaal van de

Investeringen in vastgoed worden langs een meetlat

boekwaarde in relatie tot de bedrijfswaarde van de

gehouden, die bestaat uit de volgende elementen:

gehele vastgoedportefeuille is de achtergrond waar­

■■

De investering versterkt de portefeuille en is niet

tegen investeringen worden beschouwd.


De financiële resultaten staan in de jaarrekening.

zelf wordt hier invulling aan gegeven. De woon­

Een nadere beschouwing staat in paragraaf 5.1.

consulenten hebben een actieve ondersteunende rol, de huismeesters en onderhoudsopzichters hebben een signalerende rol.

4.3

Maatschappelijk ondernemerschap

Vanuit deze visie worden niet alleen de eigen com­ plexen ontwikkeld, maar wordt ook de bijdrage aan

Het maatschappelijk ondernemerschap is gestoeld op

beoordeeld. De beheerteams hebben een integrale

drie peilers:

rol in de leefbaarheid in en om onze complexen,

■■

■■

■■

Bevordering van het leefklimaat van de bewoners.

waar voorheen een vakgerichte indeling bestond.

Hiermee wordt inhoud gegeven aan de BBSH-

De samenwerking tussen woonconsulenten, huis­

prestatie­velden wonen en zorg, toewijzen, verhuren

meesters en onderhoudsopzichters is geïntensiveerd

en vervreemden en betrekken van huurders bij

wat ruimte biedt tot het ontstaan van diversiteit in

beleid en beheer.

de dienst­verlening.

Het voorzien in maatschappelijk vastgoed ten behoeve van professionele en vrijwilligersorgani­

In Rotterdam is in 2009 door de gemeente de regie

saties. Hiermee wordt inhoud gegeven aan de BBSH-

genomen in de ontwikkeling van woonservice­

prestatievelden wonen en zorg en leefbaarheid.

gebieden, door deelgemeentes en partijen uit de

Milieubewuste investeringen, ten behoeve van

sectoren wonen, welzijn en zorg en uiteraard de

beheersbare woonlasten gekoppeld aan com­fortabele

bewoners te betrekken. Voor de SOR biedt dit ener­

woningen in toekomstvaste gebouwen. Hiermee

zijds de gelegenheid om de eigen gebouwen een

wordt inhoud gegeven aan het BBSH-prestatie­veld

duidelijkere positie te geven in de buurt en anderzijds

kwaliteit en instandhouding woningbezit.

de mogelijkheid om de buurt ook in de gebouwen uit

In paragraaf 5.8 worden onze keuzes en resultaten in

te nodigen. De beoogde uitkomst is dat vrijwilligers­

beeld gebracht.

werk en mantelzorg zo een stimulans krijgen. Aan­ sluitend is er de verwachting bij de SOR dat de

De visie van de SOR is dat er behoefte is aan een aan­

verhuur­baarheid hierdoor verbetert.

bieder van beschutte leefomgevingen voor senioren. De ervaring leert dat naarmate de bewoners ouder

De SOR heeft bezit in vier van de Rotterdamse

worden, er in toenemende mate behoefte is aan vrije

Vogelaar­wijken. De omvang van het bezit geeft recht

tijdsbesteding nabij de woning. Zolang mensen zich

op vrijstelling van de bijbehorende heffing, op voor­

gezond en goed voelen, zijn zij meestal actief in

waarde dat in de wijken geïnvesteerd wordt. De SOR

verenigingen, door te sporten of anderszins. Maar

kiest ervoor om reeds geplande investeringen en uit­

wanneer de gezondheid het laat afweten, of als er

gaven te intensiveren. Een deel van de extra

sprake is van vereenzaming, dan is juist de nabijheid

in­vesteringen die de SOR realiseert komt terug via de

van ontspanning een belangrijke voorwaarde voor

bij de Vogelaarwijken behorende bijzondere project­

een prettige woonomgeving voor de bewoners.

steun. In paragraaf 5.8.3 worden de activiteiten in de Vogelaarwijken in 2010 nader toegelicht.

De SOR voorziet niet alleen in een geschikte gebouwde omgeving, maar ook in samenwerking met partijen, die de stap van woonomgeving naar

4.4

Organisatieontwikkeling

passende leefomgeving kunnen maken. Het zijn vooral zorgaanbieders en welzijnsorganisaties die hierin een

Sinds eind 2007 is actief gewerkt aan de organisatie­

rol spelen, maar ook vanuit de organisatie van de SOR

ontwikkeling. Begonnen is met een cultuur­

B Ondernemingsverslag

buurt- en wijkontwikkeling rondom onze complexen

29


verandering, gericht op samenwerking, klantgericht­

in de personeelsontwikkeling. Het doel van het

heid en resultaatgerichtheid. In 2008 is de organisatie

competentie­management is de resultaatgerichtheid

anders ingericht, waarbij de topstructuur en de

van de organisatie te verbeteren en tegelijkertijd de

in­richting van de front office zijn aangepast. Hiermee

ontwikkeling van de medewerkers te stimuleren.

is de slag naar een meer klantgerichte organisatie gemaakt. In 2010 is de functie van controller toe­

In 2011 ligt nadruk op de inrichting van de

gevoegd aan de afdeling Financiën.

ad­ministratieve organisatie: processen die in 2010

SOR Jaarverslag 2010

zijn beschreven zullen worden geanalyseerd en In 2009 is de invoering van competentiemanagement

be­oordeeld op effectiviteit en efficiëntie. De doel­

voorbereid, wat in 2010 als proefjaar is ingevoerd en

stelling is te komen tot een effectievere besturing van

geëvalueerd. Bij positief oordeel van de evaluatie zal

de organisatie, door specifiekere terugkoppeling uit

vanaf 2011 het competentiemanagement leidend zijn

de werkprocessen.

Figuur 2: Organigram van de SOR

Klachten en geschillencommissie Raad van commissarissen

Huurdersplatform Ondernemingsraad

30

25 jaar comfortabel wonen

Directeur-bestuurder

Beleid en bestuursondersteuning

HRM

Communicatie Directiesecretariaat

Wonen

Financiën

Vastgoedontwikkeling

Onderhoud

Office management

Controller

Office management

Vastgoedbeheer

Receptie en Woonwinkel

Financiële administratie

Projectmanagement

Beheerteam Noord

Huuradministratie

Project controling

Beheerteam Zuid

Servicekosten administratie

Beheerteam Te Hoogerbrugge

ICT Facilitair


A-lijstprojecten

2010 - 2011 - Ommeloop, Brielle

31

2011 - Geuzenhof, Brielle


25 jaar comfortabel wonen 32

SOR Jaarverslag 2010

B

Ondernemingsverslag


Beleid en resultaten 5.1

Financiën

In het afgelopen jaar is binnen, maar ook buiten de sector stilgestaan bij de effecten van de EU-regeling

De resultatenrekening en de balans zijn ontleend aan

inzake de staatsteun aan woningcorporaties. De meest

de jaarrekening 2010, zoals deze door de accountant is

relevante elementen in de regeling zijn de huurprijs­

gecontroleerd. De cijfers in deze paragraaf betreffen

grens van € 652,52 en de inkomensgrens van

de geconsolideerde cijfers van de toegelaten instelling

€ 33.615,-. Woningen met een huurprijs beneden huur­

en onderliggende bv’s.

prijsgrens moeten met ingang van 1 januari 2011 voor 90% bij mutatie verhuurd worden aan huishoudens onder de inkomensgrens. Maar het heeft ook effecten

5.1.1

op de borgstelling door het WSW van nieuw te

Ontwikkelingen 2010

bouwen huurwoningen en daarmee op de financier­

De kredietcrisis blijft een forse invloed houden op de

baarheid van die activiteit.

sociale volkshuisvesting. Als gevolg van de terug­ lopende bouwproductie is het mogelijk gebleken om

De SOR heeft in de afgelopen jaren met name

tegen aantrekkelijke bedragen te investeren in sociale

gemengde complexen gebouwd, met woningen onder

huurwoningen. Door de stagnatie op de koopmarkt

en boven de huurprijsgrens. De SOR kiest voor een

blijft de afzet van de middeldure huurwoningen

specifiek op senioren gericht programma van eisen en

achter bij de verwachting. Gevolg hiervan is een

heeft daardoor een hoog investeringsniveau. Dankzij

hogere dan geprognosticeerde huurderving.

de gemengde complexen, waarin op de niet-sociale onderdelen positieve financiële resultaten worden

B Ondernemingsverslag

5

33


geboekt, blijft de onrendabele top beperkt.

gekondigd. De behandeling van het belastingplan voor 2011 in de Eerste Kamer heeft vervolgens geleid

Effect van de invoering van de regelgeving zal zijn

tot de toezegging van de staatsecretaris dat de

dat de SOR op termijn niet meer kan investeren in de

in­voering van de heffing met nog een jaar is uitgesteld

senioren­woningen met een modern kwaliteitsniveau,

tot 2012.

omdat de financieringslasten te hoog worden. De andere optie om middelen te genereren, verkopen aan bewoners, is voor de SOR geen logische, omdat

5.1.2

de doelgroep juist niet wil kopen.

Resultatenrekening

SOR Jaarverslag 2010

Het jaarresultaat van de SOR is in 2010 uitgekomen op

25 jaar comfortabel wonen

34

In het najaar zijn gesprekken gevoerd met adviseurs

€ 5,3 miljoen. Dit is € 0,1 miljoen hoger dan begroot,

om te zien op welke wijze wij extra financierings­

wat het resultaat is van een aantal verschillen met de

ruimte kunnen genereren. Een van de mogelijkheden

begroting. De belangrijkste verschillen zijn:

is het verkopen van (nieuwbouw)bezit in een sale en

■■

Het vrijvallen van de voorziening inzake de BWS

lease back-constructie. Met een drietal adviseurs

(de exploitatieresultaten van de complexen waarop

worden de verschillende partijen in kaart gebracht

nog een bijdrage werd verstrekt, waren alle positief)

(pensioenfondsen, particuliere beleggers en (buiten­

(+ € 2,1 miljoen).

landse) financiers). In 2010 heeft dit nog niet tot

■■

Een herberekening in het kader van de pro rata regeling (BTW) over de periode 2004-2010

verkopen geleid.

(+ € 0,8 miljoen). Eind 2009 heeft de SOR van de belastingdienst bericht

■■

Lagere onderhoudslasten (+ € 0,8 miljoen).

ontvangen dat met ingang van 2010 de SOR Vpb-

■■

Een herwaardering van de derivaten (+ € 1,8 miljoen).

plichtig zal worden. Deze aankondiging was in strijd met de in 2008 afgesloten vaststellingsovereenkomst

■■

Het niet realiseren van de voorgenomen verkoop van

dat de SOR tot 2013 vrijgesteld zou zijn. Argument

Prinsenhof, Wartburg, Vlietburg en de Eilanden

voor de vrijstelling werd onder andere gevonden in

(-/- € 1 miljoen).

het feit dat de SOR “voor meer dan 90% werkzaam­

■■

Afboeking van de voorbereidingskosten van het project Walenburghof (-/- € 1 miljoen).

heden verricht welke bestaan uit het verschaffen van een onderkomen aan bejaarden en/of mensen die

■■

Hogere belastingen (-/- € 0,5 miljoen).

zorg behoeven”. Medio 2010 heeft de belastingdienst

■■

Een herrekening van huren voor verzorgingstehuizen over de periode 2008 - 2010 (-/- € 0,5 miljoen).

aangekondigd de ingang van de heffing te ver­ schuiven naar 2011, wegens de te korte termijn waarop de intrekking van de vrijstelling was aan­

■■

Hogere rentelasten mede als gevolg van de rente­ lasten op de ongedekte derivaten (-/- € 0,8 miljoen).

Tabel 1: Resultatenrekening 2010

bedragen × € 1.000,-

Totaal bedrijfsopbrengsten

2010

2009

60.375

55.736

-33.514

-29.349

Bedrijfsresultaat

26.861

26.387

Rente resultaat

-21.598

-24.544

5.263

1.844

Totaal bedrijfslasten

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor Vpb Vpb Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na Vpb

-

-

5.263

1.844

Het batig saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve.


5.1.3

schuldpositie, (de som van kort- en langlopende schul­

Balans

den verminderd met de vlottende activa (liquide mid­

Het balanstotaal is in 2010 gestegen met € 40 miljoen.

delen), is opgelopen van € 570 miljoen naar € 611

Oorzaken hiervan zijn de oplevering c.q. in aanbouw

miljoen. Het eigen vermogen is toegenomen met € 5,4

nemen van projecten en het aantrekken van leningen

miljoen. De solvabiliteit steeg van 10,2% naar 10,4%,

voor de financiering van lopende projecten. De netto

de rentedekkingsgraad is 1,5.

Activa

2010

2009

Vaste activa - Materiële vaste activa

Eigen vermogen 695.113.667

- Financiële vaste activa Vlottende activa

Passiva

645.223.308

3.017.883

1.570.497

75.375.159

83.755.773

Egalisatierekening BWS Voorzieningen

2010

2009

79.584.893

74.322.194

-

2.133.567

486.293

1.044.151

Langlopende schulden

670.606.861

635.654.126

Kortlopende schulden

22.828.661

17.395.540

Totaal

773.506.709

730.549.579

110.000.000

50.000.000

99.914.000

97.836.000

Totaal

773.506.709

730.549.579

P.M. Nog te ontvangen leningen

110.000.000

50.000.000

P.M. Met financiers over­ eengekomen leningen

Uitstaande opdrachten onroerende zaken in ontwikkeling

99.914.000

97.836.000

Aangegane verplich­tingen onroerende zaken in ontwikkeling

B Ondernemingsverslag

Tabel 2: Geconsolideerde balans per 31 december 2010

35

5.1.4 Bedrijfswaarde De voor de bedrijfswaardeberekening gehanteerde parameters zijn: Huurverhogingen:

Conform het huurbeleidsplan van de SOR, rekening houdend met overheidsbesluiten. In de jaren hierna wordt uitgegaan van de verwachte inflatie zoals die door het WSW wordt gehanteerd. Vanaf 2010 is voor het bezit een gemiddelde stijging van 1,2% gehanteerd.

Maximale economische levensduur per complex:

50 jaar

Stijging variabele lasten:

2011: 2012 - 2015: 2016 e.v.:

1,2% 1,5% 2,0% (conform WSW)

Leegstand:

Verzorgingshuizen: Woningen: Bedrijfsruimten:

0% 1,14% 4,70%

Stijging kosten van onderhoud:

2011 - 2015: 2016:

2,5% 3% conform WSW)

Verwerking van grond in de restwaarde op basis van de verwachte bestemming aan het einde van de levensduur, gecorrigeerd met kosten van sloop en bouwrijp maken. Disconteringspercentage:

5,25%

Prijspeil:

ultimo jaar 2010

Rente na renteconversie:

5,25%


Tabel 3: Bedrijfswaarden per einde 2010

bedragen × € 1.000,Bedrijfswaarde

Bedrijfswaarde + rwc*

Boekwaarde

WOZ-waarde

1-1-2010

31-12-2010

31-12-2010

ultimo 2010

2010

Verzorgingshuizen in exploitatie

212.418

237.537

249.708

108.904

101.661

Woningen in exploitatie

392.693

428.326

450.272

396.372

740.683

Overige verhuureenheden in exploitatie Subtotaal Bij: correctie rentabiliteitswaarde leningen Totaal

78.673

93.649

98.447

77.763

55.287

683.784

759.512

798.427

583.039

897.631

80.519

38.915

-

-

-

764.303

798.427

798.427

583.039

897.631

SOR Jaarverslag 2010

*rwc = rentabiliteitswaardecorrectie

25 jaar comfortabel wonen

36

Het overzicht van de bedrijfswaarde per portefeuille­

5.1.5

gedeelte staat in Tabel 3. Onrendabele investeringen

Meerjaren exploitatieprognose

worden ineens afgeboekt als de bedrijfswaarde van

De financiële structuur van de SOR is erop gericht om

een bedrijfswaardecomplex door de betreffende

de groeistrategie te ondersteunen, die de SOR wil

in­vestering beneden de boekwaarde komt. Door het

uitvoeren met een solvabiliteit van minimaal 10%.

grote investeringsvolume van de SOR zal de bedrijfs­

Bij investeringen wordt gerekend met de parameters

waarde in de toekomst dichter bij de boekwaarde

zoals het WSW deze aanreikt, ten behoeve van de

volgens historische kostprijs en afschrijvingen komen

borgbaarheid van financiering. Voor de meerjaren­

te liggen. Bij investeringsbeslissingen wordt deze

begroting gelden daarnaast als uitgangspunten:

vergelijking steeds gemaakt.

■■

Een gemiddelde huurstijging van 1,5% in de jaren 2011-2015 en in de jaren daarna 2,0%.

De mutatie van de bedrijfswaarde in 2010 bedraagt (× € 1000,-): Bedrijfswaarde per 1-1-2010 Bedrijfswaarde per 31-12-2010 Mutatie in bedrijfswaarde

764.303 798.427

■■

Een stijging van loon- en onderhoudskosten van 1% hoger dan de inflatie.

■■

De herfinancieringrente is gebaseerd op de forward rente per medio november, verhoogd met een opslag

34.124

van 0,5%. De mutatie in de bedrijfswaarde wordt verklaard door: Gevolgen van aanpassingen van beleidsparameters en uitgangspunten in de autonome ontwikkeling in de huurprijscomponent (invoer) in de onderhoudslasten in de overige lasten in de egalisatierekeningen in de vermogenskostenvoet in de disconteringsvoet in de levensduur

-76 -10.197 19.544 6.939 -2.314 -23.531 56.056 10.651

Gevolgen van mutaties in het bezit Aangekocht/gebouwd Afname boekwaarde grond Overige weggevallen VHE’s Gesloopt/onttrokken/verkocht Gevolgen van de rentabiliteitswaarde correctie

25.923 -6.785 9 -491 -41.604

■■

De lange rente vanaf 2016 wordt ingeschat op 5,25%.

In de zomer heeft een herijking van de meerjaren­ begroting plaatsgevonden, in reactie op de aan­ kondiging van de belastingdienst, dat de SOR met ingang van 2011 Vpb-plichtig is. Op grond van het nieuwe inzicht zijn alle projecten opnieuw beoor­ deeld. Dit heeft geresulteerd in een overzicht waarin alle projecten geprioriteerd zijn (zie paragraaf 5.4). In de meerjarenraming (Tabel 4) zijn alleen projecten meegenomen, waarbij de SOR (externe) verplichtingen heeft. Het betreft projecten die zich in één van de fases uitvoering, bouwvoorbereiding of ontwerp bevinden of daar waar de SOR een grondpositie heeft.


bedragen × € 1.000,2011

2012

2013

2014

2015

2016

795.303

788.046

804.506

794.555

784.441

774.077

81.806

82.975

84.560

86.664

89.292

92.031

Solvabiliteit

10,29%

10,53%

10,51%

10,91%

11,38%

11,89%

Aantal vhe’s

7.498

7.979

8.373

8.373

8.373

8.373

Balanstotaal Eigen vermogen

5.1.6

eind 2014 gegarandeerd zijn. Vanuit de operationele

Treasury

kasstroom worden voldoende middelen gegenereerd,

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden hiervan

om in de periode 2017-2020 voor € 35 miljoen te

liggen vast in het Treasurystatuut. In het treasury

in­vesteren in de renovatie van bestaand bezit.

jaarplan zijn de mandaten in de organisatie en de De aankondiging van de belastingdienst dat de SOR

activiteiten voor het komend jaar beschreven.

met ingang van 2012 belastingplichtig is geworden, Door het later starten van projecten, heeft de SOR het

heeft een negatieve uitwerking op de liquiditeitsont­

afgelopen jaar een ruime liquiditeitspositie gehad.

wikkeling en de voorgenomen investeringen. Op basis

Ondanks de slechte marktomstandigheden is er, door

van interne berekeningen wordt de gemiddelde Vpb-

optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden in

last voor de komende jaren geschat op € 3,5 miljoen

de markt, een verbetering gerealiseerd op het uit­

per jaar. Als gevolg hiervan daalt de investerings­

zetten van de overtollige middelen.

capaciteit van de SOR met € 80 miljoen.

Vooruitlopend op de invoering van de EU-regelgeving

In het verleden zijn er door de SOR derivaten (caps en

per 2011 is er in 2010 intensief overleg geweest met

floors) afgesloten om de rente-risico’s van leningen

het WSW. Het overleg had tot doel alle lopende

met een variabele rente te beperken. Om de kosten

in­vesteringen, die gecalculeerd waren op basis van

van de cap te beperken is met de bank overeen­

WSW-borging, te kunnen uitvoeren. Dit overleg heeft

gekomen dat wanneer de driemaands euribor rente

geresulteerd in een borgstellingsverklaring, waarmee

onder een bepaalde ondergrens zou komen, er door

alle in uitvoering zijnde nieuwbouwprojecten

de SOR een vastgestelde hogere rente betaald dient

ge­financierd kunnen worden.

te worden, zolang de driemaands euribor rente onder die ondergrens staat. Door de, niet voorziene, lage

Eind 2010 heeft de SOR voor € 110 miljoen aan finan­

rente in 2010 is de SOR verplicht de vastgestelde

ciering aangetrokken, waarbij alle investeringen tot

hogere rente te betalen.

Figuur 3: Ontwikkeling van de liquide middelen 2009 - 2020 70 60 50 40 30 20 10 0

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

B Ondernemingsverslag

Tabel 4: Meerjarenprognose 2011 - 2016

37


Binnen het treasurybeleid van de SOR dient het

5.1.8

gebruik van financiële instrumenten ter beperking van

Beoordeling WSW

inherente (rente-, looptijden- en markt-)risico’s. Op

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) heeft

grond van het geldende interne treasurystatuut is het

de SOR als kredietwaardig beoordeeld. Uitgaande van

gebruik van financiële instrumenten slechts toe­

de huidige systematiek kunnen hiermee de leningen

gestaan voor zover er een materieel verband met het

bij het WSW geborgd blijven.

belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en zolang de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingenportefeuille leidt, die

5.1.9

een lager risicoprofiel heeft dan een positie zonder

Financiële ondersteuning buitenlandse

gebruik te maken van deze instrumenten.

instellingen

SOR Jaarverslag 2010

De SOR wordt vaak benaderd voor internationale

25 jaar comfortabel wonen

38

De SOR loopt geen valutarisico’s en slechts beperkte

projecten. In het najaar heeft de SOR een beoordelings­

markt- en prijsrisico’s. De belangrijkste risico’s loopt

kader vastgesteld voor de ondersteuning van buiten­

SOR over haar leningen o/g. Het treasurybeleid is er

landse instellingen om nieuwe verzoeken aan te

op gericht om voor langere looptijden zekerheid te

toetsen. De kernoverwegingen zijn dat de steun daar

hebben over de maximaal verschuldigde rente.

plaatsvindt waar de effectiviteit hoog is voor de huis­

Krediet- en liquiditeitsrisico’s worden beperkt door

vesting van mensen met lage inkomens en/of

gebruik te maken van meerdere banken. Derivaten

be­perkingen die het dagelijkse leven hinderen, dat de

worden bij het aangaan gewaardeerd tegen actuele

steun gaat naar projecten waar het senioren betreft en

waarde van dat moment. Dit zal veelal de kostprijs van

dat de steun plaatsvindt in een land of regio die aan­

het betreffende derivaat zijn. Indien en voor zover

sluit bij de belevingswereld van de eigen be­woners.

derivaten een aantoonbare sterke hedge vormen op afgedekte (rente)risico’s van uitstaande leningen,

In 2001 is ervoor gekozen bij te dragen aan het

worden deze gewaardeerd volgens hedge accounting

gezamen­lijk initiatief van de gemeente Rotterdam en

tegen kostprijs. Jaarlijks wordt per derivaat een deel

dertien Rotterdamse corporaties waaronder de SOR in

van de kostprijs ten laste of ten gunste van het

Durban in Zuid-Afrika. Daar is een woningcorporatie

resultaat verwerkt, evenredig aan de looptijd van de

opgericht, de First Metro Housing Company, waaraan

lening waar het derivaat mee is gehedged.

een onderhandse geldlening is verstrekt. Het aandeel van de SOR bedraagt € 34.034,-, waarvoor van het Ministerie van VROM toestemming is ontvangen.

5.1.7

De SOR houdt rekening met een eventuele niet

Beoordeling CFV

vol­ledige inbaarheid van hoofdsom en rente.

Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) heeft, op grond van het BBSH, de jaarstukken en de

In het najaar is besloten tot de garantstelling voor

ingezonden verantwoordingsstukken over 2009

een lening aan Residencija 55+ in Slavonski Brod in

be­oordeeld en geconstateerd dat het vermogen op

Kroatië. Met deze lening, waarvan de SOR voor een

balansdatum groter is dan het voor de SOR vast­

gedeelte garant staat naast nog een andere corporatie,

gestelde risicobedrag plus vermogensbeklemming.

kan een woningbouwproject gerealiseerd worden,

Het door het CFV bepaalde volkshuisvestelijk ver­

bestemd voor senioren en mensen met een beperking.

mogen bedraagt 26,3%. Het door het CFV bepaalde risico bedraagt 7,9%. Op grond hiervan heeft het CFV

Het totale risico van de ondersteuning voor de SOR

het oordeel “voldoende solvabiliteit” afgegeven

bedraagt met ± € 85.000,- minder dan de toegestane 0,3 ‰ van het balanstotaal per jaar.


bewust personeelsbeleid om de consequenties van

5.1.10

deze scheefheid in de organisatie te kunnen

Grondposities

op­vangen.

In de afgelopen jaren heeft de SOR diverse grond­ posities verworven. Hiermee wil zij haar positie met betrekking tot mogelijke nieuwbouwontwikkeling

Figuur 4: Ontwikkeling personeelsformatie 100%

125

80%

110

60%

95

Jaar van verwerving:

40%

80

2007

20%

65

0%

50

Oud-Beijerland aangekocht. Het totaal van de grond­ posities van de SOR komt daarmee op: Gemeente, locatie: Westvoorne, Fazantlaan Cromstrijen, Numansdorp, Molenpolder

2008

Oud-Beijerland, Bijlschoollocatie

2010

2006

2007

2008

2009

Aandeel mannen

Aandeel vrouwen

Aantal medewerkers

5.1.11

2010

Totaal fte

Sponsoractiviteiten Door de SOR zijn in 2010 geen sponsoractiviteiten ontplooid, zoals bedoeld in de MG 2006-04.

5.2

HRM

Tabel 5: Personen in dienst per einde 2010 t/m 25 jaar

25 - 35 jaar

35 - 45 jaar

45 - 55 jaar

v.a. 55 jaar

Mannen

2

1

13

18

11

Vrouwen

2

8

17

19

15

5.2.1 Formatie

5.2.2

In 2010 is de organisatie met acht medewerkers

Ziekteverzuim

gegroeid tot 103 werknemers. Met het vertrek van

Het totaal van het ziekteverzuim percentage bedroeg

acht medewerkers was het totaal aantal mutaties zes­

3,4%, het kort ziekteverzuim 1,5%. In 2010 heeft de

tien. De uitbreiding heeft in zowel de operationele als

SOR te maken gehad met zeven medewerkers met

de ondersteunende afdelingen plaatsgevonden. In

langdurig ziekteverzuim. Op twee medewerkers na

2010 is het beleid uitgevoerd om het aantal externe

zijn zij weer gere-integreerd. Ten opzichte van het

krachten zoveel mogelijk te beperken. De afbouw is

landelijk gemiddelde bij woningcorporaties (6% totaal

met een reductie tot twee externe krachten succesvol

verzuim in 2009) is het verzuim beperkt.

geweest. Naast deze externe krachten zijn er in 2010 achttien medewerkers op tijdelijke basis werkzaam geweest en hebben vier stagiairs een stageopdracht afgerond bij de SOR. Het beleid om ruimte te maken voor meer stagiairs wordt in 2011 voortgezet. In de leeftijdsverdeling valt op dat slechts 12% van de medewerkers jonger dan 35 jaar is en 60% van de medewerkers ouder dan 45 jaar. In 2011 wordt beleid voorbereid voor het eventueel invoeren van leeftijds­

B Ondernemingsverslag

veiligstellen. In 2010 heeft de SOR één perceel in

39


Figuur 5: Ontwikkeling ziekteverzuim

tevredenheid werkt. Naar aanleiding van de opmer­

7%

kingen die gemaakt zijn zal in 2011 op enkele punten,

6%

met name gericht op de formulieren die de leidraad

5%

van de cyclus zijn, de systematiek worden aangepast.

4% 3%

5.3

Strategisch voorraadbeleid

2% 1%

Specifieke besluiten ten aanzien van de voorraad­

0%

ontwikkeling, hetzij investeringen, hetzij onderhoud,

SOR Jaarverslag 2010

2006

25 jaar comfortabel wonen

40

2007

2008

2009

2010

Totaal Ziekteverzuim Ziekteverzuim korter dan 6 weken

volgen uit het strategisch voorraadbeleid. In 2010 is de structurering van het proces voltooid. Mede door de ontwikkelingen in de financieringsmogelijkheden van de SOR is vooral geïnvesteerd in de beoordeling van de projectenportefeuille (zie 2.2.4).

5.2.3

Met het strategisch voorraadbeleid wordt inhoud

Medewerkerstevredenheid

gegeven aan de beoogde kwantitatieve en kwalita­

De afdeling HRM en de OR hebben, in samenwerking

tieve ontwikkeling van de vastgoedportefeuille. De

met een onderzoeksbureau, in het najaar een onder­

beoogde groei van de SOR wordt gerealiseerd door

zoek naar de medewerkerstevredenheid georgani­

zowel eigen projectontwikkeling als door de aankoop

seerd. Hieruit bleek dat de algemene tevredenheid

van bezit. Voor de kwalitatieve beoordeling van iedere

van de medewerkers bij de SOR met een 8,2 hoog is

investering is het standaard programma van eisen van

(het sectorgemiddelde bij het door ons ingeschakelde

de SOR de leidraad.

bureau is 7,6), maar dat er een aantal knelpunten in de organisatie herkenbaar zijn. Naar aanleiding hier­

Het programma van eisen bevat onder meer eisen ten

van zal op organisatieniveau in 2011 een actieplan

aanzien van:

geformuleerd worden op de onderdelen:

■■

■■

Interne communicatie.

■■

Samenwerking tussen de afdelingen.

■■

Afronding van het cultuurtraject.

baarheid per openbaar vervoer en de nabijheid van voorzieningen, met name winkels. ■■

Naast het organisatiebrede actieplan zullen ook de afzonderlijke afdelingen een actieplan maken.

De locatie, die moet voldoen aan eisen van bereik­

De woningplattegrond, waarin ruime entrees en ruime sanitaire ruimten van belang zijn.

■■

Toe- en doorgankelijkheid voor rolstoelgebruikers

■■

Veiligheid, wat bij de realisatie moet leiden tot het

van zowel de woning als de buitenruimte.

5.2.4 Competentiemanagement

Politiekeurmerk Veilig Wonen op complexniveau. ■■

Na de voorbereiding in 2009 van het competentie­ management, is in 2010 voor het eerst een volledige planning- en beoordelingscyclus doorlopen. Dit eerste

Duurzaamheid, wat bij de realisatie moet leiden tot het aan kunnen vragen van groenfinanciering.

■■

Kostenbewustzijn, wat zich uit in onderhoudsarme materialen en installaties.

jaar is bedoeld als proefjaar, met als doel de vergelij­

Dit alles levert een comfortabele woning, waarin als

king met de oude systematiek te kunnen maken. Deze

het erop aan komt intensieve zorg thuis geleverd kan

vergelijking, georganiseerd in samenspraak met de

worden.

OR heeft opgeleverd dat het nieuwe systeem naar


Tabel 6: Ontwikkeling vastgoedportefeuille Realisatie Realisatie 2006

Woningen

Doel

Realisatie 2010

2016

Tot twee kamers

2.307

57%

2.190

47%

1.811

30%

Vanaf drie kamers

1.757

43%

2.458

53%

4.225

70%

Sociale huur

3.546

87%

3.738

80%

3.923

65%

Vrije sector

523

13%

910

20%

2.112

35%

Rotterdam

3.649

90%

4.380

94%

5.130

85%

420

10%

268

6%

905

15%

Randgemeente Totaal woningen Verpleging en verzorging Bedrijfsonroerend goed Totaal vastgoedportefeuille

4.069

4.648

603

2.094

1.960

1.353

274

651

612

6.437

7.259

8.000

Ten aanzien van verkopen en aankopen heeft de SOR

van complexen sterk vergroot (zie 2.2.4) om zo de

in 2010 het beleid gehandhaafd dat woningen niet

financieringsmogelijkheden te verruimen.

individueel verkocht worden, hoogstens complex­

De vastgoedportefeuille van de SOR is ingedeeld in de

gewijs, rekening houdend met de wettelijke vereisten

segmenten woningen, bedrijfsonroerend goed en ver­

die daarvoor bestaan. Bij nieuwbouw wordt rekening

pleeg- en verzorgingshuizen. De woningenportefeuille

gehouden met eventuele toekomstige verkoop door

kent daarbij de productmarktcombinaties basisservice,

waar mogelijk afzonderbare bouwdelen te ont­werpen

extra service en woonzorgcomplex, zoals beschreven

en voor de appartementencomplexen een splitsings­

in hoofdstuk 4. In Tabel 6 staat de bereikte ontwikke­

akte op te stellen. Bij aankopen wordt dezelfde

ling in 2010, geprojecteerd tegen het uitgangspunt in

be­oordeling gedaan als bij de eigen ontwikkeling van

2006 en tegen de horizon van 2016, zoals in 2006 als

nieuwe projecten. In 2010 is de inzet op de verkoop

doelstelling geformuleerd.

Figuur 6: Vastgoed in ontwikkeling

Pijplijn woningproductie Randgemeente Rotterdam Vrije sector Sociale huur Vanaf drie kamers Tot twee kamers 0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

3.000

4.000

5.000

6.000

Pijplijn vastgoedproductie Bedrijfsruimten Verpleging en verzorging Woningen 0

1.000 Bezit per einde 2010

2.000

In productie tot 2014

B Ondernemingsverslag

41


De verschuiving naar meer driekamerappartementen

5.4

Vastgoedontwikkeling

en meer vrije sectorappartementen ligt op koers, maar

SOR Jaarverslag 2010

een groter accent op de randgemeenten wordt nog

25 jaar comfortabel wonen

42

niet bereikt. Met de huidige productie, wordt echter

5.4.1

een grote sprong gemaakt (zie Figuur 6). De ontwik­

Projectenplanning

keling van de portefeuille Verpleging en Verzorging

De planning van nieuwbouw- en renovatieprojecten is

blijft achter bij de ontwikkelingen. Dit wordt veroor­

in 2010 ernstig gehinderd door de elkaar snel afwisse­

zaakt door een minder snelle reductie van verzorgings­

lende financiële perspectieven. Medio 2010 is de totale

plaatsen dan beoogd, doordat de voorziene stelsel­

portefeuille aan projecten gecategoriseerd naar mate

wijziging van het scheiden van wonen en zorg niet ten

van haalbaar- en uitvoerbaarheid. Overwegingen

volle wordt doorgevoerd. Daarnaast heeft de SOR de

daarbij waren financiële, bouwprocedurele en project­

afgelopen jaren de verpleeghuiscapaciteit, waar wel

inhoudelijke omstandigheden. Drie categorieën zijn

toenemende vraag naar is, vergroot, wat ook de

onderkend:

komende jaren nog het geval zal zijn. In Figuur 6 is

A Projecten die doorgezet kunnen of moesten

nog geen rekening gehouden met de verkoop van

worden en waarvoor financiering beschikbaar is.

bestaand bezit.

De noodzaak van doorzetten hangt met name samen met de reeds aangegane zakelijke verplich­

Een belangrijke kwaliteit van voor senioren geschikte woningen is de toegankelijkheid. Deze wordt in de Stadsregio Rotterdam weergegeven aan de hand van een sterrenwaardering, waarbij vier sterren een maximale toe- en doorgankelijkheid voor rolstoelen

tingen in de projecten. B Projecten die wenselijk zijn om uit te voeren. De wenselijkheid hangt samen met marktomstandig­ heden en financieringsmogelijkheden. C Projecten die nog teveel onzekerheden herbergen

betekent. Alle woningen die de SOR bouwt worden op

om in dit stadium te kunnen besluiten of ze voort­

het niveau van vier sterren gerealiseerd. De verdeling

gezet kunnen worden.

in de woningvoorraad per einde 2010 staat in Figuur 7.

Nadere inhoudelijke discussie rondom de projecten op de B- en C-lijst kan leiden tot onderlinge ver­

Figuur 7: Toegankelijkheid woningen 87 - 2%

schuivingen tussen de lijsten. Daarnaast dienen zich ook geregeld kansen aan in de markt. Ook die zullen

234 - 5% geen ster ★

beoordeeld worden op hun merites en hun toe­ gevoegde waarde voor de vastgoedportefeuille.

★★ 1.970 - 42%

1.110 - 24%

★★★ ★★★★

5.4.2 Projecten in uitvoering

1.247 - 27%

Al het werk aan de projecten in voorbereiding en ontwikkeling vindt plaats binnen SOR Vastgoed­ ontwikkeling BV. Projecten worden na oplevering overgedragen aan de toegelaten instelling aan de afdeling Wonen. Per einde 2010 waren er 20 projecten onder handen van SOR Vastgoedontwikkeling BV. In bovenstaande Tabel 7 is weergegeven waaruit de projectenportefeuille is opgebouwd. De in de over­ zichten genoemde aantallen zijn de aantallen van de


Tabel 7: Productie in de A-lijst, vanaf fase Voorlopig Ontwerp

Tweekamerwoningen

opgeleverd

12

176

168

317

20

30

Bedrijfsruimten

39

6

19

Verpleging en verzorging

96

Drie- en vierkamerwoningen

Parkeerplaatsen Niet-DAEB

renovatie

16

Drie- en vierkamerwoningen

821

101

Bedrijfsruimten

1.200

37

Parkeerplaatsen

42

A-lijst. Projecten op de B- en C-lijst zijn nog niet toe­

66 sociale en 137 vrije sector huurwoningen,

gevoegd, wegens de onzekerheid waarmee deze

42 verpleeghuisplaatsen, 2.800m² bedrijfsruimte

omgeven zijn. Het betreft zowel projectinhoudelijke onzekerheid als onzekerheid over het al dan niet

en 1.000m² maatschappelijk vastgoed. ■■

Stadsplein, Spijkenisse: aangekocht in 2010. Bouw in uitvoering van 60 sociale en 11 vrije sector huur­

voortgaan van de betrokken projecten.

woningen en 90 m² bedrijfsruimte. De geraamde investeringen (× € 1 miljoen) in de

■■

Berlagehof, Rotterdam (Prins Alexander): bouw in uitvoering van 22 sociale en 87 vrije sector huur­

nieuwbouwproductie van de A-lijst staan in Tabel 8.

woningen. Daarnaast 1.200 m² bedrijfsruimte. Tabel 8: Geraamde investeringen in de A-lijst Woningen

■■

203,5

Verpleging en verzorging

15,0

Bedrijfsruimten

28,5

Parkeerplaatsen

3,5

BuitenBan, Rotterdam (Hoogvliet): bouw in uit­ voering van 6 sociale en 105 vrije sectorhuur­ woningen. Daarnaast 4.200 m² bedrijfsruimte en 1.200 m² maatschappelijk vastgoed. Hierin komen o.a. het deelgemeentekantoor, een vestiging van de bibliotheek, winkels en een theater.

Van de geraamde investeringen is € 193 miljoen in

■■

2010 in uitvoering genomen, met een gezamenlijke bedrijfswaarde van € 201,5 miljoen. Daarnaast zijn

in uitvoering van 196 sociale huurwoningen. ■■

Ommeloop (Fase 2), Brielle: bouw in uitvoering van 32 sociale en 54 vrije sector huurwoningen. Totaal

■■

■■

Binnenhoftoren, Rotterdam (Prins Alexander): 101 in 2010 opgeleverde vrije sector huurwoningen

ook twee projecten opgeleverd: ■■

Hoeksteen, Rotterdam (Prins Alexander): renovatie

en 1.570 m² bedrijfsruimte. ■■

Rubroek, Rotterdam (Kralingen-Crooswijk): in 2010

met fase 1 komt op 79 sociale en 122 vrije sector

opgeleverde renovatie van 168 tweekamerwoningen

huurwoningen. Daarnaast 200m² bedrijfsruimte voor

en samenvoeging van 47 tweekamerwoningen naar

buurtvoorzieningen.

30 driekamerwoningen (allen sociale huur). In het

Geuzenhof, Brielle: bouw in uitvoering van

complex bevinden zich ook 1.350 m² bedrijfsruimte

30 sociale en 61 vrije sector huurwoningen.

en 1.480 m² maatschappelijk vastgoed, die deels zijn

Facet (Fase 1), Krimpen aan den IJssel: bouw in

gerenoveerd.

uitvoering van 8 sociale huurwoningen en 54

■■

verpleeg­huisplaatsen. Daarnaast 395 m² bedrijfs-

De nadruk in de onderhanden projecten ligt op de

ruimte en 365 m² maatschappelijk vastgoed.

bouw van niet-DAEB-woningen en op de rand­

In fase 2, in aanbouw vanaf voorjaar 2011, worden

gemeenten rond Rotterdam. Dit is overeenkomstig de

149 huurwoningen gerealiseerd.

strategische doelen uit 2006. De toevoegingen aan de

Gravin, Oud-Beijerland: bouw in uitvoering van

portefeuille Verpleging en Verzorging bestaat geheel

B Ondernemingsverslag

DAEB

nieuwbouw

43


uit verpleegplaatsen in Krimpen aan den IJssel en in

be­oordeeld, zoals de rol in de lokale woningmarkt en

Oud-Beijerland. In beide gemeenten zijn bestaande

de positie in de gehele portefeuille van de SOR. Ook

verzorgingshuizen gesloopt en worden nieuwe

bij deze keuzes bepaalt het beleid zoals omschreven

verpleeg­huizen gerealiseerd.

in paragraaf 5.3 de kaders.

SOR Jaarverslag 2010

De locaties waar gebouwd wordt voldoen alle aan de

25 jaar comfortabel wonen

44

vereisten die de SOR stelt ten aanzien van de aan­

5.5.1

wezigheid van openbaar vervoer en winkelvoor­

Klachten- en mutatieonderhoud

zieningen. Afhankelijk van de locatie en het product

Het onderhoud van de woningvoorraad heeft

worden voorbereidingen getroffen voor samen­werking

kwaliteits­behoud tot doel. Het klachten- en mutatie­

met zorginstellingen tijdens de exploitatie. Gezien

onderhoud is gericht op herstel in goede staat. Met

deze toekomstige samenwerking worden keuzes in het

name bij het mutatieonderhoud heeft dat een functie

project altijd met instemming van de beoogde samen­

in de verhuurbaarheid van de woning. Het klachten­

werkingspartner gemaakt. De begeleiding van en con­

onderhoud omvat nadrukkelijk niet het onderhoud

trole op deze keuzes worden gedaan door de interne

dat voor rekening van de huurder is. Dergelijk onder­

projectteams, waarin alle betrokken afdelingen tijdens

houd kan door de SOR georganiseerd worden, maar

en na de projectfase vertegenwoordigd zijn.

dan wel voor rekening van de huurder.

5.4.3

5.5.2

Aan- en verkoop

Planmatig onderhoud

Naast nieuwbouw en renovatie zijn aankoop en

Het planmatig onderhoud is gericht op het onder­

verkoop de twee andere middelen voor de voorraad­

houden en waar nodig vervangen van bouwdelen en

ontwikkeling. In 2010 is de verkoop voorbereid van

installaties. Dankzij de keuze voor onderhoudsarme

vier bestaande complexen en een complex in aan­

materialen is het onderhoud, in sectoraal opzicht,

bouw. Aan het einde van het jaar was nog geen van

beperkt. Een kenmerk echter van recente nieuwbouw

de verkopen gerealiseerd. In 2010 is één complex in

is dat er in toenemende mate met installaties wordt

aanbouw aangekocht. In dit complex in Spijkenisse

gewerkt om de energieprestatie te verbeteren en om

bevinden zich 60 sociale huurwoningen en 11 vrije

het gebruiksgemak te verhogen. Het gevolg hiervan

sectorwoningen. Het complex is inbegrepen in de

is dat de lasten (onderhoudskosten en -lasten)

bovengenoemde investeringen.

ge­durende de exploitatie op dit onderwerp hoger worden. Het gebruik van deze installaties of de vervanging van installaties door nieuwe verbeterde

5.5

Behoud van woningkwaliteit

varianten, leidt vaak tot hogere efficiëntie. Dit leidt echter niet tot een andere woningwaardering. De

In het onderhoud van de woningen is het programma

hierop gerichte wetgeving laat in ieder geval nog tot

van eisen richtinggevend. Bij renovaties wordt het als

de zomer van 2010 op zich wachten.

uitgangspunt genomen, maar wordt tevens een bedrijfsmatige afweging gemaakt als bepaalde ver­ eisten een dusdanig hoge investering vergen, dat de

5.5.3

investering in een te slechte verhouding komt te staan

Onderhoud van de directe woonomgeving

tot de bedrijfswaarde. Hiervoor zijn geen absolute

De SOR beschikt bij veel complexen over binnentuinen

kengetallen geformuleerd, omdat iedere investering

of daktuinen. Dit onderhoud wordt uitgevoerd binnen

in een complex ook op andere merites wordt

de servicekosten en drukt daarmee niet op de begro­


ting. Bij dit onderdeel rekent de SOR ook de centrale

drinkwaterinstallaties om legionellabesmetting te

hallen en recreatieruimtes in de complexen. Ook hier­

voorkomen of op te lossen. Na enkele jaren waarin

voor geldt dat het (schoonmaak)onderhoud en de

veel besmettingen zijn geweest, laat 2010 zien dat de

glasbewassing uit de servicekosten worden betaald.

installaties technisch op orde zijn en het beheer bijna en enkele kleine besmettingen. De kwalificatie nage­

het vizier van de SOR, omdat er meestal sprake is van

noeg wordt gemaakt, omdat de overdracht van het

direct aangrenzend openbaar gebied dat door de

beheer van gereinigde installaties aan de betrokken

gemeente wordt onderhouden. De huismeesters

gebouwbeheerders nog altijd een knelpunt is. Hoewel

houden toezicht op het ontstaan van eventuele

de wet duidelijk lijkt, blijken er in de praktijk vaak

ob­stakels in de directe omgeving van de complexen

aangrijpingspunten om de afspraken te betwisten.

en zorgen zo voor een ongestoorde en onbelemmerde toegang tot de complexen. Toch worden bij enkele recente grote projecten de tuinen en de directe

5.6

Huurprijsbeleid

om­geving meegenomen in het ontwerp en deels in het onderhoud. Dit gebeurt in ieder geval bij de

Het huurbeleid van de SOR volgt het wettelijk kader

projecten Ommeloop, Gravin en Berlagehof.

zoals dat voor de sociale huurwoningen geldt. Voor de woningen boven de huurprijsgrens bestaat in principe de vrijheid om afwijkend beleid vast te stellen, maar

5.5.4

de SOR kiest daar niet voor. Overwegingen die daarbij

Realisatie van de onderhoudsbegroting

een rol spelen zijn de balans in de voorraad en de

Bij de uitvoering van het onderhoud is de SOR binnen

positie van het bezit in de markt. Wanneer de vrije

de begroting gebleven. Op klachten- en mutatie­

sector meer zou stijgen, zou het resultaat zijn dat er

onderhoud is een overschrijding gemaakt van 30%.

een groeiend verschil ontstaat tussen beide segmenten

Deze is gecompenseerd door een combinatie van aan­

en daarmee dat het hoge segment de concurrentie

bestedingsresultaten, resultaat uit de BTW-regeling

aangaat met commerciële verhuurders. Juist in dat

(wat in totaal ruim € 52.000,- heeft opgeleverd sinds

tussen­segment is grote vraag en daar wil de SOR

het ingaan van de regeling op 1 oktober 2010) en

een rol spelen.

beperking van de activiteiten planmatig onderhoud. Het is echter ook in dat segment waar, gezien de In 2010 is voortgegaan met de aanpassing van de

naderende regelgeving als gevolg van de uitspraak

brandveiligheid van gebouwen, met name in de intra­

van de Europese Commissie, na 2010 die huishoudens

murale portefeuille. Na controle door de brandweer en

terecht zullen moeten komen die gezien hun inkomen

de gemeente Rotterdam is gebleken dat op enkele

niet in de sociale sector gehuisvest mogen worden.

complexen acute actie nodig was om aan de nieuwste

Maar de financiering van woningen in dat segment

brandveiligheidvereisten te kunnen voldoen. Deze

wordt ook aanzienlijk duurder. Tevens wordt in 2011

punten zijn direct opgepakt en afgerond. De opleve­

de EPA (Energie Prestatie Advies) onderdeel van de

ring laat op zich wachten, doordat de gemeente geen

woningwaardering. Voor de SOR is dit alles aanleiding

capaciteit levert om de oplevering te laten plaats­

om in 2011 het huur- en harmonisatiebeleid te

vinden. Voor de komende drie jaar worden jaarlijks

herzien, gericht op optimalisatie van de huurop­

twee tot drie complexen aangepakt, waarna de hele

brengsten. Randvoorwaarde hierbij is dat harmoni­

portefeuille op het nieuwe vereiste niveau is.

satie geen ingrijpende gevolgen heeft voor de huidige verhouding tussen sociale huur en geliberaliseerde

Een tweede hoge kostenpost is de aanpassing van de

huur. Wel zal het tot gevolg hebben dat, indien markt­

B Ondernemingsverslag

onder controle is. Er is één grote besmetting geweest De directe omgeving van de complexen valt buiten

45


Tabel 9: Voorraad per 31-12-2010 Gemeente

Tot € 357,37

Tot € 511,50

Tot € 647,53

Vanaf € 647,53

Totaal

Brielle

0

73

13

29

115

Oud-Beijerland

1

0

0

0

1

476

2.638

619

647

4.380

0

50

22

80

152

477

2.761

654

756

4.648

Rotterdam Westvoorne

SOR Jaarverslag 2010

Totaal

25 jaar comfortabel wonen

46

technisch mogelijk, de geliberaliseerde huurwoningen

55 zijn. Door deze keuze heeft de SOR zich kunnen

een hogere huurstijging door gaan maken.

specialiseren wat betreft de vastgoedportefeuille, wat

In 2010 is de huurverhoging conform het bestaande

betreft het dienstenpakket en vooral wat betreft de

beleid verwerkt. Daarnaast vindt in een beperkt aantal

expertise van haar medewerkers op die markt.

complexen harmonisatie bij mutatie plaats. Dit heeft met name te maken met een prijscorrectie naar aan­

In de Stadsregio Rotterdam geldt de regionale huis­

leiding van verbetering of renovatie in het verleden,

vestingsverordening. Door de regionale spreiding van

waarbij de zittende huurder geen huurverhoging

het bezit ondervindt de SOR hinder van het bestaan

berekend kreeg.

van een tweetal uitvoeringsorganisaties. Dit vereist van de SOR dat, afhankelijk van de gemeente, op

In Tabel 9 staat de verdeling van de woningvoorraad

andere wijze de administratieve processen worden

over de verschillende prijssegmenten per gemeente.

doorlopen. In 2010 is Krimpen aan den IJssel over­

Gezien de markt van de SOR, de seniorenmarkt waarop

gegaan op Woonnet Rijnmond als woonruimte­

zich haast zonder uitzondering één- en tweepersoons­

verdeler, waarmee alleen nog het bezit van de SOR op

huishoudens begeven, is voor de SOR de tweede aftop­

Voorne Putten via een separate route wordt aan­

pingsgrens niet relevant in beleidsmatige zin. In 2010

geboden. In 2010 was aanvankelijk aangekondigd dat

bestonden alle huishoudens die een woning van de

de corporaties op Voorne Putten met ingang van 1 juli

SOR hebben gehuurd uit één of twee personen.

2011 hun woningen via Woonnet Rijnmond zouden aanbieden. Inmiddels is duidelijk geworden dat deze

Het huurbeleid voor woningen in 2010 gaf de ruimte

overstap is uitgesteld tot 1 januari 2012.

voor een inflatievolgende verhoging van 1,2%. Deze verhoging is op alle woningen toegepast, uit­

De regionale huisvestingsverordening is gestoeld op

gezonderd de woningen in te slopen complexen. In de

het aanbodmodel en heeft als uitgangspunt dat waar

huur­contracten voor het bedrijfsonroerend goed is het

mogelijk geen beperkingen worden gesteld aan de

CPI over het voorgaande kalenderjaar de gehanteerde

woningzoekenden die in aanmerking willen komen

index, in 2010 bedroeg deze 1,2%. Voor de huur­

voor de vrijkomende sociale huurwoningen (voor­

contracten verpleging en verzorging is in 2010 ervoor

waardevrij aanbieden). Omwille van leefbaarheid

gekozen ook over te gaan op het CPI als te hanteren

bestaat de mogelijkheid om voor een deel van het vrij­

index.

komend bezit hiervan af te wijken (Volkshuisvestelijk Labelen of Lokaal Maatwerk). Een laatste mogelijk­ heid is directe bemiddeling, waarbij de woning niet

5.7

Verhuurbeleid

geadverteerd wordt, maar rechtstreeks aan een kan­ didaat wordt verhuurd. Deze methode wordt vooral

De SOR richt zich op de 55-plusser. Dit houdt in de

gebruikt voor de huisvesting van bijzondere groepen,

praktijk in dat woningen verhuurd worden aan huis­

bij de SOR met name kandidaten met een zorgindica­

houdens zonder kinderen waarvan de leden tenminste

tie of een urgentie.


Omdat de SOR zich richt op de huisvesting van uit­

ordening zouden vallen. In de komende jaren worden

sluitend 55-plussers, kiest de SOR ervoor om bij de vrij­

hier enkele honderden woningen gebouwd, waarvan

komende woningen altijd 55 jaar als minimum leeftijd

ongeveer een derde in de sociale sector.

te adverteren. Reden hiervoor is dat het beheermodel van de SOR, de investeringen in de woningen en de

In Tabel 11 zijn de verhuurresultaten weergegeven,

samenwerking met zorginstellingen alle gericht zijn

conform bijlage E van de BBSH-verantwoording aan

op het beschikbaar hebben van woningen waarin zorg

het ministerie van VROM, waarbij inkomen, leeftijd en

geleverd kan worden aan klanten die dat nodig

omvang van het huishouden relevant zijn voor de

hebben, hetzij direct bij verhuring hetzij op termijn.

beoordeling van de passendheid van de huisvesting. boven genoemde aantal aanbiedingen. Het verschil is

c.q. directe bemiddelingen aangemeld. De verdeling

te verklaren door verhuringen buiten het werkings­

over de categorieën staat in Tabel 10. In sommige

gebied van Woonnet Rijnmond en de verhuur van vrije

gevallen is een herhaalde actie nodig om tot verhuring

sectorwoningen.

te komen. Naast de in deze tabel opgenomen cijfers zijn ook nog vele verhuringen gedaan in de vrije sector.

Uit de bereikte verdeling van voornamelijk lagere

Het totaal van alle verhuringen staat in Tabel 11.

inkomens in de goedkopere woningen blijkt dat het beroep op de huurtoeslag beperkt is. In 18% van de

Tabel 10: Verdeling aanbiedingscategorieën

verhuringen is desondanks sprake van zogenaamde

Aantal aanbiedingen Voorwaardevrij: Volkshuisvestelijk Labelen:

0

(0%)

245

(72%)

Lokaal Maatwerk:

14

(4%)

Directe Bemiddeling:

80

(24%)

dure scheefheid. De toets of een huishouden bij de

47

SOR een woning werkelijk kan betalen, wordt niet alleen op het inkomen, maar ook op het beschikbare vermogen uitgevoerd. Met name de verhuur van woningen in de vrije sector gebeurt aan huishoudens die een eigen woning hebben verlaten en daarmee

Behalve in de Stadsregio Rotterdam heeft de SOR ook

vermogen beschikbaar hebben gemaakt. Daarmee is

bezit in de Hoeksche Waard, die geen deel uitmaakt

dure scheefheid niet per definitie niet passende huis­

van de Stadsregio Rotterdam. Ten aanzien van de

vesting.

regelgeving vindt overleg plaats hoe daar de woon­ ruimteverdeling te gaan regelen. In 2010 had de SOR nog geen zelfstandige sociale huurwoningen in de Hoeksche Waard die onder een huisvestingsver­ Tabel 11: Passendheid van de verhuringen (BBSH Bijlage E) Aantal personen

Leeftijd

Jaarinkomen

Eenpersoons

tot 65 jaar

vanaf 65 jaar

Tweepersoons

tot 65 jaar

vanaf 65 jaar

Tot € 357,37

Tot € 511,50

≤ € 20.975

10

> € 20.975

8

B Ondernemingsverslag

De hoeveelheid verhuringen is groter dan het hier­ Via Woonnet Rijnmond zijn 339 advertenties geplaatst

v.a. € 511,50

Totaal

60

9

79

14

13

35

≤ € 19.800

5

70

55

130

> € 19.800

2

21

59

82

≤ € 28.475

3

7

3

13

> € 28.475

3

6

19

28

≤ € 27.075

1

34

21

56

> € 27.075

0

12

65

77

32

224

244

500


Tabel 12: Specificatie verhuringen Totaal

Scheefheid

19

171

88

278

56%

13

53

156

222

44%

Eenpersoons

25

165

136

326

65%

7

59

108

174

35%

Tot 65 jaar

Totaal

5.8 SOR Jaarverslag 2010

v.a. € 511,50

Lage inkomens

Vanaf 65 jaar

25 jaar comfortabel wonen

Tot € 511,50

Hoge inkomens

Tweepersoons

48

Tot € 357,37

24

87

44

155

31%

8

137

200

345

69%

32

224

244

500

Maatschappelijk beleid en leefbaarheid

18% “duur scheef” 3% “goedkoop scheef” 20%

name die bewoners te ondersteunen voor wie het in contact blijven met de buren, de wijk, moeilijker wordt. De inzet is drieledig:

De SOR onderscheidt in haar maatschappelijke opgave

■■

Activering van de bewoners.

drie partijen die van direct belang zijn voor het

■■

Bevordering van het leefklimaat in het complex.

uit­voeren van haar strategie: bewoners, zorg- en

■■

Aansluiting behouden bij de woonomgeving.

welzijnsinstellingen, overheden.

Het risico op vereenzaming wordt met het ouder worden groter en met deze inzet verwacht de SOR dit te voorkomen. Een belangrijke drager voor deze inzet

5.8.1

is de recreatiezaal die in de meeste wooncomplexen

Bewoners

aanwezig is, waarin door de bewoners activiteiten

Bewoners van de SOR worden op beleidsmatige

georganiseerd worden. De SOR kiest de positie van

onderwerpen betrokken via het HPF. Het HPF is een

het ondersteunen van zelfwerkzaamheid, door de

zelfstandige vereniging van de aangesloten bewoners­

oprichting van bewoners- of activiteitencommissies te

commissies van complexen en bestaat uit door de

stimuleren. Het verschil tussen beide bestaat eruit dat

leden gekozen bestuursleden. Het HPF is voor de SOR

de bewonerscommissie een formele positie heeft in

de overkoepelende gesprekspartner in de zin van de

het kader van de Overlegwet.

Overlegwet, waarmee beleidsmatige onderwerpen worden besproken. Bijvoorbeeld de jaarverslaglegging

Waar de zelfwerkzaamheid niet voldoende is, de leef­

en de ontwikkeling van de SOR, besluiten in de sfeer

baarheid te veel achteruit gaat en de behoefte aan

van renovatie, sloop/nieuwbouw of verkoop met

activiteit groot is, wordt gekozen voor de inschakeling

ingrijpende gevolgen voor de totale portefeuille van

van welzijns- of zorgpartners, om de activiteit een

de SOR. Dit biedt de mogelijkheid voor het HPF om

impuls te geven. Uiteindelijk is voor de gezondheid en

adviezen over belangrijke ingrepen in wooncom­

het welzijn van met name de bewoners die hun vitali­

plexen af te stemmen met de betreffende bewoners­

teit achteruit zien gaan, een aanbod van contact,

commissie, die eveneens een zelfstandige adviesrol

vertier en beweging de beste remedie voor het

heeft. Voor het overige kan het HPF als klankbord en

behoud van levenskracht. Het bevorderen van de

adviseur fungeren voor de bewonerscommissies in de

onderlinge contacten bevordert ook de leefbaarheid

complexen, zonder inhoudelijk belanghebbende te

in het complex.

worden. Voor situaties waarin gerenoveerd of gesloopt wordt, In de leefomgeving van de bewoners kiest de SOR

heeft de SOR een verhuiskostenvergoeding in over­

voor een beheermodel dat erop gericht is om met

eenstemming met de daartoe geldende wettelijke


regeling. Met ingang van 1 maart 2010 bedroeg de

In vijf complexen is in het najaar van 2009 gestart met

maximale vergoeding bij verhuizing als gevolg van

een pilot in het kader van lokaal maatwerk, waarbij de

renovatie of sloop € 5.327,-. Bij verhuizen naar een

bewonerscommissie betrokken is bij de voordracht van

wisselwoning kent de SOR een toeslag toe ter hoogte

kandidaten bij mutaties. In drie andere complexen

van 10% van de verhuiskostenvergoeding. Bij renova­

worden woningen aangeboden met voorrang voor

tie van een complex waarbij niet verhuisd wordt, keert

wijkbewoners. Het doel is het sociale netwerk van

de SOR een ongeriefsvergoeding uit.

nieuwe bewoners in de directe omgeving te behouden bereikt door gerichte werving van kandidaten die

2010 stond met name de voorbereidende discussie

actief willen bijdragen aan de sociale omgeving in en

over het nieuwe ondernemingsplan op de agenda. In

om het complex. In september 2010 is een tussen­

het kader daarvan heeft het HPF een voorlopig en

evaluatie gehouden. Door het beperkte aantal

voorwaardelijk positief advies afgegeven over de ver­

mu­taties in de betreffende gebouwen zijn hieruit nog

koop van complexen en van afzonderlijke nieuwbouw­

geen duidelijke resultaten te rapporteren. De betrok­

woningen. Met het HPF is daarnaast overlegd over:

ken commissies zijn echter voldoende enthousiast om

■■

Jaarverslag SOR 2009.

■■

Gezamenlijke samenwerkingsafspraken van

door te gaan. De pilot loopt door tot eind 2011.

corporaties met de gemeente Rotterdam. ■■

Servicekosten: onder meer verdeling van huis­

5.8.2

meesterkosten, kwaliteit schoonmaak en de discussie

Relaties zorg- en welzijnssector

over het doorberekenen van begeleidingskosten

De SOR heeft met elf instellingen huur- en samen­

voor het inkoopbeleid.

werkingsovereenkomsten. Deze overeenkomsten

■■

Huur- en harmonisatiebeleid.

hebben betrekking op verzorgings- en verpleeg­

■■

Evaluatie van lokaal maatwerk.

huizen, op de levering van extramurale zorg in zelf­

■■

Faciliteren door de SOR van de communicatie met de

standige woningen en op welzijnsondersteuning in de

achterban van het HPF.

complexen. Zie Tabel 13 op de volgende pagina.

Het HPF bestaat per einde 2010 uit zeven leden (zie Bijlage 1) en heeft een eigen begroting en jaarplan.

Met twee instellingen wordt regulier op directieniveau

De SOR bekostigt het HPF en de hierna genoemde

overlegd, waarbij de samenwerkingsstrategie

bewonerscommissies.

be­sproken wordt. In 2010 gebeurde dit voortdurend onder het lastige gesternte van nog altijd “aanstaande

De SOR heeft per einde 2010 49 wooncomplexen in

regelgeving” vanuit het ministerie van VWS voor de

beheer, waarvan er in 28 een bewonerscommissie en

zorginstellingen, die maar niet omgezet wordt in

in zes een activiteitencommissie actief is. Zowel de

definitieve regelgeving. Tegelijkertijd vindt verdere

bewonerscommissies als de activiteitencommissies

aanscherping plaats van de indicering van AWBZ-

ont­vangen een vergoeding. In de overige complexen

zorg aan cliënten, wat voor de zorginstellingen de

slaagt de SOR er niet in om een commissie op te

exploitatie lastiger haalbaar maakt. In de praktijk leidt

richten, wat meestal samenhangt met de reeds hoge

dit tot zichtbare twijfel in besluitvorming en keuzes

gemiddelde leeftijd van de bewoners. In de gebouwen

die samenwerkingspartijen maken.

waar geen bewonerscommissie actief is, wordt in de vereiste participatie voorzien door een jaarlijkse

Door de SOR ingeschakelde welzijnsondersteuning

be­wonersvergadering. Samen met het HPF wordt

vindt in een aantal complexen plaats, om redenen

onderzocht hoe (op te richten) bewonerscommissies

zoals in de vorige paragraaf zijn genoemd. De SOR

verder ondersteund kunnen worden.

gaat over tot het inschakelen (en daarmee sub­sidiëren)

B Ondernemingsverslag

en dit netwerk te betrekken bij het complex. Dit wordt De SOR heeft zes vergaderingen gehad met het HPF. In

49


Tabel 13: Overzicht samenwerking in wonen, welzijn en zorg Samenwerkingsovereenkomsten t.b.v. (AWBZ)zorg Zorg- en/of Welzijnsinstelling

SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

Zelfstandige woningen

Complexen

Zelfstandige woningen

Bijdrage SOR2

Bijdrage per woning3

Verzorgingsen verpleeghuizen4

Aafje

7

539

3

271

€-

€-

3

Argos

1

65

1

65

€-

€-

-

1

201

-

-

€-

€-

-

Catharinastichting

1

152

2

353

€ 12.000

€ 78,95

2

Humanitas

3

412

3

412

€ 24.000

€ 72,29

-

Laurens

6

669

3

165

€ 36.000

€ 276,92

4

MOB

-

-

1

43

€ 2.550

€ 59,30

-

Careyn

50

Complexen

Samenwerking in welzijnsondersteuning

1

Pameijer

-

-

1

142

€ 60.000

€ 422,54

-

Sonneburgh

2

189

2

189

€-

€-

3

Thermiek

-

-

5

566

€ 37.280

€ 88,13

-

11

762

10

620

€ 65.500

€ 199,70

7

32

2.989

31

2.826

€ 237.330,00

€ 153,12

19

Zorggroep Rijnmond

1 Het betreft hier een voorgenomen samenwerking in een complex in ontwikkeling. 2 De bijdrage wordt niet op alle complexen gegeven. 3 De bijdrage per woning is de totaalbijdrage gedeeld door de ontvangende complexen. 4N aast de hier genoemde aantallen heeft de stichting Steinmetz/De Compaan servicecentrum Rubroek in beheer. In dit centrum bevinden zich 195 zelfstandige woningen en 140 verzorgingsplaatsen.

van welzijnsondersteuning in complexen waar het niet

persoonsalarmering blijken met zorgpartners

meer met de eigen medewerkers te organiseren is. Het

moeilijk rond te krijgen. De inzet van door de SOR

doel is uiteindelijk ervoor te zorgen dat het leef­

gerealiseerde domotica in vier complexen (met

klimaat binnen de complexen dusdanig is dat mensen

beeld­verbinding via een alarmcentrale) loopt

er graag willen wonen. In enkele situaties sluiten de

hierdoor vertraging op en blijft achter bij de

leefstijlen van de bewoners niet goed bij elkaar aan,

doel­stellingen. Het leidt tot beperkte kwaliteit in relatie tot het beoogde aanbod.

wat zijn oorsprong heeft in sterk uiteen­lopende culturele of maatschappelijke achtergronden.

■■

Bezuinigingen op de AWBZ en WMO hebben geleid tot een verminderd aanbod van welzijnsonder­

In één complex werkt de SOR samen met stichting

steunende activiteiten. De verwachting is dat de

Pameijer. In twintig woningen worden cliënten onder

zorgvraag hierdoor zal toenemen. Een aanvraag

begeleiding van Pameijer gehuisvest. Dit project is

voor een startsubsidie op dit vlak in Brielle, in

gericht op het weer zelfstandig gaan wonen van

samen­werking met de Catharinastichting, is uit­

mensen vanuit een institutionele omgeving. Pameijer

eindelijk afgewezen. In twee deelgemeenten heeft

ondersteunt daarbij het woon- en leefklimaat in het

het geleid tot de aangekondigde sluiting van het

complex, omdat de sociale samenhang daar ontbrak.

diensten­centrum. De SOR heeft door een sub­

De resultaten zijn goed: er zijn minder conflicten, veel­

stantiële huurverlaging in één deelgemeente de

vuldiger contacten tussen bewoners en er is weer een

definitieve sluiting van een voor ouderen belangrijk

bewonerscommissie actief.

dienstencentrum voor­komen.

In 2010 zijn er de volgende ontwikkelingen geweest: ■■

De financiering en organisatie van individuele


Een doorsnede uit de resultaten die de SOR heeft

realisatie van sociale woningbouw en functiewijziging

geboekt in 2010:

van locaties. Mede als gevolg van twijfels over de

■■

■■

Met zorginstelling Aafje is overleg gaande om de

effectiviteit zoekt de Stadsregio voor een toekomstig

dienstverlening in De Nieuwe Plantage beter bij de

subsidieregime naar een andere wijze van sub­

bewoners onder de aandacht te brengen en wordt

sidiëring. De discussie met de Stadsregio wordt

de mogelijke wisselwerking onderzocht met het

gevoerd door Maaskoepel. Beide partijen zijn in 2010

nabijgelegen zorgcentrum van Aafje.

in onderhandeling geweest over woningmarkt­

Met Thermiek, die een groot activiteitenaanbod

afspraken die in 2011 tot een nieuw beleidskader

levert voor senioren in Abtshove en de omliggende

moeten leiden, waarbinnen gemeenten en corporaties

wijk (Overschie), zijn afspraken voorbereid die de

gaan opereren.

■■

■■

wordt verwacht in het eerste kwartaal 2011.

Met de gemeente Rotterdam vindt regulier overleg

In Delfshaven loopt het project “Van binnen naar

plaats op het niveau van de directies van de dS+V en

buiten en van buiten naar binnen”, waarmee vrij­

OBR, wat periodiek wordt opgeschaald tot bestuurlijk

willigers worden gezocht om specifieke activiteiten

overleg, in aanwezigheid van de wethouder belast met

voor Javaanse, Turkse en Marokkaanse ouderen te

de portefeuille Wonen. Daarnaast vindt in het kader

organiseren. De SOR ondersteunt dit project vanuit

van de Vogelaarwijken periodiek een overleg plaats

haar aanwezigheid in De Schans, in samenwerking

tussen de wethouder en de bestuurders van de Rotter­

met Laurens.

damse corporaties. Het overleg met de gemeente Rot­

De samenwerking met Zorggroep Rijnmond in de

terdam, zowel op directie- als op bestuurlijk niveau

Lombarde verloopt naar grote tevredenheid van alle

heeft tot doel uitvoering te geven aan de gemeente­

betrokkenen. Tussen Zorggroep Rijnmond en de SOR

lijke woonvisie. De gemeente Rotterdam werkt dit uit

is er overeenstemming om meer te gaan bouwen op

in een uitvoeringsprogramma en leunt daarbij nadruk­

de zelfwerkzaamheid van de bewoners.

kelijk op de woningcorporaties. De bijdrage van de SOR aan de woonvisie vertaalt zich met name op de realisatie van voor senioren geschikte woonvormen.

5.8.3 Relaties gemeente, regio, rijksoverheid

De nadruk lag tot en met 2009 sterk op de productie­

De SOR beheert en ontwikkelt vastgoed in zes

cijfers. Op het gebied van de sociale en maatschappe­

gemeenten. Vijf daarvan (Rotterdam, Krimpen aan

lijke prestaties had de gemeente Rotterdam een aan­

den IJssel, Brielle, Westvoorne en Spijkenisse) liggen in

merkelijk minder concreet programma. De in 2010

de WGR+-regio Stadsregio Rotterdam. De zesde

voorbereide samenwerkingsafspraken tussen de

gemeente, Oud-Beijerland, ligt in de Hoeksche Waard,

corporaties en de gemeente zullen meer invulling

waar in nog twee gemeenten initiatieven lopen:

geven aan de maatschappelijke doelen. Omdat de

Cromstrijen (kern Numansdorp) en Korendijk (kern

afspraken pas zeer laat overeengekomen zijn, hebben

Zuid-Beijerland).

zij nog geen invloed gehad op de plannen van de SOR voor 2011.

De SOR onderhoudt geen reguliere contacten met de Stadsregio Rotterdam. Het beleid van de regio met

In 2010 is voortgang geboekt in de aanwezigheid van

name voor de nieuwbouw van sociale huurwoningen

de SOR in de woonservicegebieden, een traject dat

is desondanks van invloed op de activiteiten van de

vanuit de dienst SoZaWe wordt gecoördineerd. De

SOR. De Stadsregio had tot en met 2009 een subsidie­

SOR kiest ervoor om binnen dit traject haar bijdrage

regime, waarmee een aantal rijks- en provinciale geld­

aan de ontwikkeling van de woonservicegebieden te

stromen is samengevoegd ter bevordering van de

concentreren. De SOR neemt per einde 2010 deel aan

B Ondernemingsverslag

wederzijdse prestaties helder maken. Ondertekening

51


vier van de zestien door de gemeente benoemde

is, een prettig verblijf in een druk gebruikt park, waar

woonservicegebieden, waarbij de aard en inhoud in

tot op heden geen horeca- of andere ruimte is. Als

ieder van de gebieden een ander karakter heeft.

grootste verhuurder in Blijdorp vindt de SOR het van

Enerzijds doet dit recht aan de specifieke lokale

belang dat het verblijf in het park ook voor de eigen

situatie, anderzijds blijft de vraag onbeantwoord op

bewoners aangenaam moet zijn. De ontwikkeling is

welk niveau resultaten en effecten dusdanig gemeten

in 2010 vertraagd, doordat verschil van inzicht is

worden dat de bijdrage aan het gemeentelijk beleid

ontstaan tussen de SOR en de deelgemeente over de

inzichtelijk wordt. Voor de SOR is de veelheid aan

invulling van het project, tijdens de exploitatiefase.

initiatieven aanleiding geweest om voor 2011 de beleidskracht op deze portefeuille uit te breiden.

In 2010 zijn in het kader van de Vogelaarwijken kosten

SOR Jaarverslag 2010

gemaakt op het gebied van sociale uitgaven, gericht

25 jaar comfortabel wonen

52

Ook in de randgemeenten rond Rotterdam vinden

op de ondersteuning van bewoners en de aansluiting

vergelijkbare initiatieven plaats. In Brielle en in

bij de omliggende buurt. Hieraan is behoefte gezien

Oud-Beijerland zijn stuurgroepen actief, die de verant­

de verminderde vitaliteit en mobiliteit van de

woordelijkheid hebben inhoud te geven aan woon­

be­woners van de complexen. Met de ondersteuning

zorgzonering. Voor de SOR betekent het dat de

wordt effect beoogd ten aanzien van de activering

nieuwbouwprojecten Ommeloop en Geuzenhof het

van senioren en de bevordering van mantelzorg.

hart kunnen gaan vormen van een woonzorgzone in Brielle. Voor Oud-Beijerland liggen het project de Gravin en de ontwikkeling ter plaatse van de oude Bijlschool ieder in het hart van een woonzorgzone. Voor beide gemeenten geldt dat het te bieden programma en de te dragen kosten nog verdere uit­ werking behoeven. De SOR beschouwt de initiatieven als allianties, waarbij de rol van de SOR bestaat uit vastgoedeigenaar en deskundige op het gebied van woonzorgcomplexen met jarenlange ervaring in het samenwerken met zorginstellingen. Het nut van de woonzorgzones bestaat uit het ontstaan van een net­ werk van organisaties en activiteiten waar ook onze huurders baat bij hebben. Een evaluatie van de aan­ wezigheid en effectiviteit van de SOR in de woonzorg­ zones zal in 2011 plaatsvinden. De SOR heeft bezit in vier van de zeven Rotterdamse Vogelaarwijken: Rotterdam West, Rotterdam Noord, Vreewijk en Overschie. In tegenstelling tot de eerste twee jaren heeft de SOR in 2010 geen fysieke in­vesteringen meer gedaan, omdat de benodigde investeringen in de betrokken complexen reeds gedaan zijn. In Blijdorp, aangrenzend aan Vogelaar­ wijk Rotterdam Noord, bereidt de SOR de Thee­ schenkerij Vroesenpark voor. Deze voorziening biedt, in een omgeving waar de vergrijzing fors te noemen


Zorg 1964 - De Burcht, Rotterdam Alexander

De SOR heeft ongeveer 20 verzorgings- en verpleeg­ huizen in haar portefeuille. Dit type vastgoed, meestal gebouwen met een capaciteit van 100 tot 150 plaatsen, wordt als geheel verhuurd aan een zorginstelling, die er haar cliënten in huisvest. Met de veranderingen in de AWBZ-wetgeving en de veranderende klant­wensen, is deze grootschalige vorm van huisvesting van AWBZcliënten steeds minder in trek. In onze nieuwe woonzorggebouwen realiseren we kleinschalige zorg- of verpleeghuizen. Dit sluit beter aan bij de verwachtingen van de cliënten en hun de ontwikkelingen die zich voltrekken in de zorg- en verpleegsector. Op deze pagina’s wordt het verschil in schaalgrootte treffend in beeld gebracht tussen de Burcht en de Oranjehof. De Burcht als ouder, grootschalig gebouw, de Oranjehof als onderdeel van het woonzorgcomplex de Lombarde.

2008 - Oranjehof, Rotterdam-Lombardijen

Zorg

familie en mantelzorgers. En het geeft invulling aan

53



1964

De Burcht



2008

Oranjehof


SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

58

C

Financieel verslag 6 Jaarrekening

59

6.1

Geconsolideerde jaarrekening

60

Geconsolideerde balans per 31 december 2010

60

Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2010 62

Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2010

63

6.2

Algemene toelichting

64

6.2.1 Regelgeving

64

6.2.2

Grondslagen voor consolidatie

64

6.2.3

Grondslagen voor waardering activa en passiva

64

6.2.4

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

65

6.2.5

Toelichting op de bedrijfswaarde

66

6.3

Kengetallen Groepsrekening SOR 2006-2010

67


Jaarrekening

C Financieel verslag

6 59


6.1

Geconsolideerde jaarrekening

Geconsolideerde balans per 31 december 2010 Activa

2010

2009

Onroerende zaken in exploitatie

583.038.535

549.527.334

Onroerende zaken in ontwikkeling

108.746.226

92.587.583

Roerende zaken in exploitatie

2.144.151

2.034.112

Roerende zaken ten dienste van de exploitatie

1.184.755

1.074.279

695.113.667

645.223.308

2.468.953

1.412.094

-

-

548.930

155.000

-

3.403

3.017.883

1.570.497

698.131.550

646.793.806

-

7.899

187.519

182.971

Overige vorderingen

1.429.905

1.162.297

Overlopende activa

1.987.357

936.767

Subtotaal kortlopende vorderingen

3.604.781

2.289.934

Liquide middelen

71.770.379

81.465.839

Subtotaal vlottende activa

75.375.159

83.755.773

Totaal activa

773.506.709

730.549.579

P.M. Nog te ontvangen leningen

110.000.000

50.000.000

99.914.000

97.836.000

Vaste activa Materiële vaste activa

SOR Jaarverslag 2010

Subtotaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Geactiveerde derivaatkosten Deelnemingen Hypothecaire lening u/g Vechtstroom IV Overige financiële vaste activa Subtotaal financiële vaste activa Subtotaal vaste activa

25 jaar comfortabel wonen

60

Vlottende activa Kortlopende vorderingen Te ontvangen belastingen Huurdebiteuren

Uitstaande opdrachten onroerende zaken in ontwikkeling


Geconsolideerde balans per 31 december 2010 Passiva

2010

2009

Groepsvermogen Kapitaal

45

45

Overige reserve

79.584.847

74.322.149

Subtotaal groepsvermogen

79.584.893

74.322.194

-

2.133.567

486.293

1.044.151

Egalisatierekeningen BWS

Voorzieningen negatieve waarde derivaten Langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Overige langlopende leningen Afkoop renteconversie leningen Waarborgsommen Overige langlopende schulden Subtotaal langlopende schulden

11.911.763

15.590.004

638.736.268

561.912.994

-

36.990.000

19.521.952

20.916.952

48.615

37.695

388.264

206.481

670.606.861

635.654.126

Kortlopende schulden Vooruit ontvangen huren

236.869

276.249

Schulden aan leveranciers

9.250.843

5.498.739

Belastingen en premies sociale verzekeringen

1.832.670

1.480.951

Overige schulden

1.110.108

996.503

Overlopende passiva

10.398.171

9.143.098

Subtotaal kortlopende schulden

22.828.661

17.395.540

Totaal passiva

773.506.709

730.549.579

P.M. Met financiers overeengekomen leningen

110.000.000

50.000.000

99.914.000

97.836.000

Aangegane verplichtingen onroerende zaken in ontwikkeling

C Financieel verslag

Voorzieningen

61


Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2010 2010

2009

Bedrijfsopbrengsten 48.370.286

46.416.820

Vergoedingen

Huren

6.860.967

6.929.093

Overheidsbijdragen

2.328.369

405.443

Verkopen onroerende zaken Geactiveerde productie t.b.v. het eigen bedrijf

SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

1.277.050

1.497.061

707.626

60.374.838

55.736.032

Afschrijvingen

8.733.602

7.948.886

Overige waardeveranderingen (im)materiële activa

1.115.679

-

Salarissen, sociale lasten en pensioenen

5.809.977

5.367.244

Overige bedrijfsopbrengsten

62

1.318.155

Subtotaal bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten

Lasten onderhoud

5.095.341

5.335.041

Overige bedrijfslasten

12.759.072

10.697.444

Subtotaal bedrijfslasten

33.513.671

29.348.615

Bedrijfsresultaat

26.861.167

26.387.418

7.073.266

4.683.270

Financiële baten en lasten Rentebaten Waardeveranderingen van financiële vaste activa

1.614.717

-2.759.550

Rentelasten

-30.286.452

-26.467.491

Renteresultaat

-21.598.469

-24.543.771

5.262.698

1.843.647

Groepsresultaat


Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2010 (indirecte methode)

bedragen × € 1.000,2010

2009

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat

26.861

26.387

Aanpassingen voor: Afschrijvingen Vrijval/dotatie egalisatierekeningen en voorzieningen

8.734

7.944

-2.134

-271

-1.315

463

5.433

-696

-905

-21

Vorderingen Kortlopende schulden Overige Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

36.674 7.073

4.683

-30.113

-27.862

Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa

Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa

13.634 -59.090

Aflossing langlopende schulden

10.627

63

-61.555

-

-

-59.090

-61.555

-394

-

-

892

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen)

33.806

C Financieel verslag

Veranderingen in werkkapitaal:

-59.484

-60.663

59.750

150.002

-23.595

-22.099

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

36.155

127.904

Toename/afname geldmiddelen

-9.695

77.867


6.2

Algemene toelichting

gaan behoren betrokken. Er wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geacti­veerde rente wordt berekend tegen de gemid­

6.2.1

delde rentevoet over het totale vermogen. Af­schrijving

Regelgeving

vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in over­

exploitatie zijn genomen.

eenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen

Roerende zaken in exploitatie

voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad

De onroerende en roerende zaken ten dienste van de

voor de Jaarverslaggeving.

exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschaf­ waarde onder aftrek van annuïtaire afschrijvingen.

SOR Jaarverslag 2010

De roerende zaken in exploitatie betreffen activa waar­

6.2.2

van de rente en afschrijving ten laste van de service­

Grondslagen voor consolidatie

kosten worden gebracht.

De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: SOR Holding B.V. (100%)

exploitatie

■■

SOR Vastgoedontwikkeling B.V. (100%)

Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde

■■

SOR Senior Village Numansdorp B.V. (100%)

verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen volgens het lineaire systeem.

64

25 jaar comfortabel wonen

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de

■■

6.2.3

Financiële vaste activa

Grondslagen voor waardering activa en passiva

Geactiveerde Derivaatkosten

De gehanteerde grondslagen van waardering en

Om in de komende jaren in onze financieringsbehoefte

resultaats­bepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van

te voorzien en daarbij nu al de risico’s voor de SOR te

voorgaand jaar.

beperken is een aantal rentederivaten afgesloten. De betaalde premies van deze “Average Rate Caps” zijn

Materiële vaste activa

geactiveerd en worden gedurende de looptijd ten laste

Onroerende Zaken in Exploitatie

van het renteresultaat afgeschreven te beginnen bij de

De investeringen in complexen worden gewaardeerd

startdatum van de looptijd.

tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting

Overige financiële vaste activa

duurzame) bijzondere waardeverminderingen.

Deze post omvat verstrekte leningen en overige vorde­ ringen. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd

Onroerende zaken in ontwikkeling

tegen reële waarde. Bijzondere waardeverminderingen

Dit betreffen complexen in aanbouw of renovatie die

worden in mindering gebracht op de reële waarde en

worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toe­

direct verantwoord in de winst-en-verliesrekening.

gerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder

Kortlopende activa en vorderingen

aftrek van een bijzondere waardevermindering uit

Waardering van alle kortlopende vorderingen

hoofde van te dekken stichtingskosten. Bij de bepaling

geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend

van de bijzondere waardevermindering worden de

met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid

boekwaarde en de reële waarde van de kasstroom­

voor zover van toepassing.

genererende eenheid waartoe de onroerende zaken


Liquide middelen

opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en

kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op

deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maan­

transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij

den. Eventuele rekening-courantschulden bij banken

zijn gerealiseerd; verliezen zodra zij voorzienbaar zijn.

worden opgenomen onder kortlopende schulden. Opbrengsten Groepsvermogen

Huren

Het groepsvermogen bestaat uit het kapitaal en

De exploitatie van verzorgingshuizen en verpleeg­

overige reserves

huizen, alsmede een klein gedeelte van de complexen met servicewoningen gebeurt door andere stich­tingen,

Egalisatierekening BWS

die de gebouwen huren van de SOR. Met deze

Dit is een egalisatierekening waarop de totale subsidie

stichtingen is een beheervergoeding overeen­gekomen.

is gepassiveerd. De jaarlijkse vrijval van de subsidie­

Vergoedingen

baten, ten gunste van de exploitatie, wordt ten laste

Vergoedingen zijn de bedragen die huurders boven

van deze reserve gebracht.

de (netto) huurprijs betalen voor bijvoorbeeld boilers, schoonmaak, huismeester enzovoort.

Voorziening negatieve waarde derivaten Deze voorziening is getroffen voor de negatieve

Overheidsbijdragen

marktwaarde van het ineffectieve deel van onder

Onder deze post zijn de vrijval uit de egalisatie­

kostprijs-hedge-accounting gewaardeerde derivaten.

rekening rijksbijdragen en overige overheidsbijdragen opgenomen.

Langlopende schulden Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen

Bedrijfslasten

reële waarde.

Afschrijvingen op materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa en goodwill

Afkoop renteconversie

worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of

In december 2007 heeft voor een deel van de

vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats

leningen­portefeuille ad € 259.000.000,- renteconversie

volgens de lineaire methode danwel de annuïtaire

plaats gevonden. Als onderdeel van deze transactie

methode op basis van de geschatte economische

heeft de SOR een bedrag van € 23.706.952-, ont­

levensduur. Met een mogelijke restwaarde wordt

vangen. Dit bedrag wordt naar rato van de gemid­

geen rekening gehouden.

delde resterende looptijd van de leningen (=17 jaar) in de komende jaren verwerkt in het resultaat.

Overige waardeveranderingen materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gebaseerd

Kortlopende Schulden

op de waardering van de betreffende activaposten.

Kortlopende schulden en passiva worden gewaardeerd

De onder deze post verantwoorde bedragen hebben

op nominale waarde.

betrekking op afboekingen van projecten die niet doorgaan.

6.2.4

Financiële baten en lasten

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

Rentebaten en rentelasten

Algemeen

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig

Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de

verwerkt, rekening houdend met de effectieve rente­

C Financieel verslag

in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies

65


voet van de betreffende activa en passiva.

ge­durende de resterende levensduur van het actief.

SOR Jaarverslag 2010

De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2010 intern

25 jaar comfortabel wonen

66

Financiële instrumenten

geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een

Binnen het treasurybeleid van SOR dient het gebruik

periode van tien jaar, behoudens de verwachte kosten

van financiële instrumenten ter beperking van

van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten

in­herente (rente-, looptijden- en markt-)risico’s. Op

met een werkingsduur van meer dan vijf jaar.

grond van het geldende interne treasurystatuut is het

De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd

gebruik van financiële instrumenten slechts toe­

op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onder­

gestaan voor zover er een materieel verband met het

kende cycli per component. Voor latere jaren wordt

belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd

uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten

en de toepassing er van tot een positie van de totale

voor inflatie, huurstijging en rente.

leningen-/beleggingenportefeuille leidt welke een

Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening

lager risicoprofiel heeft dan een positie zonder

gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de

gebruik te maken van deze instrumenten.

bestaande leningenportefeuille en beleggingen. Dit betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en

6.2.5

beleggingen en de waardering van deze posten op

Toelichting op de bedrijfswaarde

de balans.

Jaarlijks vindt toetsing plaats van de boekwaarde en reële waarde (bedrijfswaarde) op het niveau van

De voor de bedrijfswaardeberekening gehanteerde

product-marktcombinaties. Indien er sprake is van een

parameters zijn:

lagere bedrijfswaarde ten opzichte van de boek­

■■

Huurverhogingen conform het huurbeleidsplan van

waarde vindt er een bijzondere waardevermindering

de SOR rekening houdend met overheidsbesluiten. In

plaats. Product-marktcombinaties worden

de jaren hierna wordt uitgegaan van de verwachte

ge­definieerd op basis van drie groepen van gelijk­

inflatie zoals die door het WSW wordt gehanteerd.

soortige activa:

Vanaf 2010 is voor het bezit een gemiddelde stijging van 1,20% gehanteerd.

A Verzorgingshuizen B Woningen

■■

complex van 50 jaar.

C Overige Verhuureenheden niet zijnde woningen (bedrijfsruimten, garages)

Een maximale economische levensduur voor een

■■

Een stijging van de variabele lasten jaar 2011 zijn 1,2%, vervolgens 1,5% en conform WSW 2%.

De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd.

■■

De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante

■■

Leegstand voor verzorgingshuizen 0%, voor woningen 1,14% en voor bedrijfsruimten 4,70%.

hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en

Een stijging van de kosten van onderhoud van 2,5% en vanaf 2016 3% conform WSW.

waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit ■■

Verwerking van grond in de restwaarde op basis van

toekomstige exploitatielasten over de geschatte

de verwachte bestemming aan het einde van de

resterende looptijd van de investering. Daarbij wordt

levensduur, gecorrigeerd met kosten van sloop en

rekening gehouden met de voorgenomen bestemming

bouwrijp maken.

en aard van het bezit.

■■

Het disconteringspercentage bedraagt 5,25 %.

De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en

■■

Het prijspeil is ultimo jaar 2010.

onderbouwde veronderstellingen die de beste schat­

■■

Na een renteconversie wordt uitgegaan van 5,25 %.

ting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn


6.3

Kengetallen Groepsjaarrekening SOR 2006-2010

Aantal verhuureenheden (VHE) Per 31 december boekjaar

2006

2007

2008

2009

2010

Woongelegenheden in exploitatie (eigendom) 61

61

61

61

61

Woningen en woongebouwen

Woongebouw (vooroorlogs)

4.008

4.117

4.531

4.644

4.587

Verpleeghuizen Verzorgingshuizen

26 2.068

26 2.068

26 1.989

26 2.046

26 1.934

Subtotaal

6.163

6.272

6.607

6.777

6.608

139,0

Garages

48,5

44,0

114,0

139,0

Dienstencentra

42,5

42,5

42,5

42,5

42,5

Bedrijfsruimten

141,5

281,5

404,5

406,5

406,5

Winkels

41,0 273,5

41,0 409,0

43,0 604,0

43,0 631,0

63,0 651,0

6.436,0

6.680,5

7.211,0

7.407,9

7.258,9

Subtotaal Totaal Mutaties in het boekjaar Verkocht

0

0

123

0

0

Gekocht

1

356

41

0

0

In exploitatie genomen

258

0

589

172,4

107

Gesloopt/uit exploitatie

1

130

0

2

256

Overige wijzigingen In aanbouw

0

19

23

27

0

211

760

387

792

1.193

Uitgangspunten verhuureenheden (VHE): 1 woning = 1 verhuureenheid, 1 garage = ½ verhuureenheid.Het aantal vhe’s voor onroerende zaken niet zijnde woongelegen­ heden wordt bepaald door het aantal m² te delen door 80 m². Totale personeelsbezetting (FTE) Per 31 december boekjaar

2006

2007

2008

2009

a

Directie

2,37

2,21

2,27

6,85

2010 7,85

b

Woondiensten

10,98

10,84

11,03

16,61

18,06 11,33

c

Financiën en Informatisering

6,05

6,89

7,81

9,33

d

Bedrijfsbeheer

3,80

5,64

5,77

4,42

3,92

e

Groep Onderhoud

f

Vastgoed

7,60 5,67

8,18 5,51

8,25 4,35

4,00 7,67

5,00 9,22

Subtotaal t.l.v. bedrijfskosten

36,47

39,27

39,48

48,88

55,38

10,28

10,13

10,24

11,78

13,78

6,31 5,88

6,41 10,25

6,00 7,14

5,37 3,42

6,17 5,04

Subtotaal t.l.v. servicekosten

22,47

26,79

23,38

20,57

24,99

Totaal

58,94

66,06

62,86

69,45

80,37

2010

g

Huismeesters

h

Te Hoogerbrugge/De Klapwiek/Hoeksteen

i

Te Hoogerbrugge restaurant

Verhuur en incasso 2006

2007

2008

2009

1

Per 31 december boekjaar Verhuringen

537

337

707

487

500

2

Goedkope woningen

557

477

525

524

477

3

Huurachterstand in %

0,26

0,20

0,95

0,39

0,39

4

Huurderving in %

0,82

0,92

1,95

2,26

2,17

De grens van goedkope woningen per 1-7

€ 339,08

€ 343,49

€ 348,99

€ 357,37

€ 357,37

De max. grens van betaalbare woningen per 1-7

€ 485,33

€ 491,64

€ 499,51

€ 511,50

€ 511,50

C Financieel verslag

Onroerende zaken, niet zijnde woongelegenheden

67


Continuïteit Per 31 december boekjaar

2006

2007

2008

2009

2,5

0,04

0,45

0,13

0,16

Solvabiliteit

13,6

10,8

11,9

10,2

10,3

3

Rentabiliteit eigen vermogen (REV)

11,7

10,5

7,6

2,5

6,6

4

Rentabiliteit totaal vermogen (RTV)

5,6

4,1

4,5

3,6

3,5

1

Liquiditeit (current ratio)

2

2010

Toelichting ad 1 Dit kengetal wordt berekend als het quotiënt van de vlottende activa en de kortlopende schulden (current ratio), uitgedrukt in een getal. ad 2 In formule: Liquiditeit=vlottende activa:kortlopende schulden Hier wordt het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen (=balanstotaal) berekend en uitgedrukt in een getal.

ad 4 In formule: REV=jaarresultaat:eigen vermogen × 100%. De rentabiliteit van het totale vermogen is het jaarresultaat voor aftrek van betaalde en/of tage van het totale vermogen (= balanstotaal). In formule: RTV=jaarresultaat voor aftrek intrest op vreemd vermogen: totaal vermogen × 100%.

Balans en winst- en verliesrekening Per 31 december boekjaar

2006

2007

2008

2009

2010

Per verhuureenheid (VHE) 1

Boekwaarde onroerende zaken in exploitatie

59.178

65.356

73.169

74.181

80.321

2

Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie

86.894

97.749

105.303

103.174

109.993

9.332

10.049

10.051

10.033

10.964

964

978

1.011

1.073

1.203

3

Eigen vermogen

68

4

Afschrijvingen

5

Salarissen en sociale lasten

584

670

734

725

800

25 jaar comfortabel wonen

SOR Jaarverslag 2010

ad 3 In formule: Solvabiliteit=eigen vermogen:totaal vermogen × 100%. De rentabiliteit van het eigen vermogen wordt berekend als het quotiënt van het jaarresultaat en het eigen vermogen, uitgedrukt in een percentage.

6

Kosten onderhoud

642

648

688

720

702

7

Overige bedrijfslasten

1.165

1.241

1.450

1.444

1.758

8

Bedrijfsresultaat

3.296

3.272

3.256

3.562

3.700

9

Rentelasten minus rentebaten

2.205

2.213

2.508

3.313

2.975

10 Jaarresultaat

1.091

1.059

741

249

725

11 Buitengewone lasten

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

12 Buitengewone opbrengsten

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t. 2010

Overige:

2006

2007

2008

2009

1

Gemiddeld rente % langlopende leningen

4,25

4,24

4,48

4,47

4,53

2

Reserve uitgedrukt in % van de nettohuren en overheidsbijdragen

163,8

173,3

168,2

158,7

157,0

Absoluut

bedragen × € 1.000,2006

2007

2008

2009

2010

Boekwaarde onroerende zaken in exploitatie

380.869

436.610

527.622

549.527

583.039

2

Bedrijfswaarde onroerende zaken in exploitatie

559.247

653.013

759.338

764.303

798.427

3

Eigen vermogen

60.062

67.134

72.478

74.322

79.585

1

4

Egalisatierekeningen*

2.701

26.227

2.326

2.134

-

5

Weerstandsvermogen

62.763

93.361

74.804

76.456

79.585 670.607

6

Langlopende schulden*

367.158

491.670

509.167

635.654

7

Bedrijfsresultaat

21.213

21.860

23.477

26.387

26.861

8

Rentelasten minus rentebaten

14.189

14.787

18.087

24.544

21.598

9

Jaarresultaat

7.024

7.072

5.344

1.844

5.263

*) Als gevolg van een nieuwe richtlijn voor de Jaarverslaggeving inzake financiële instrumenten, is m.i.v. 2008 de egalisatie van de renteconversie gerubriceerd onder langlopende schulden i.p.v. onder egalisatierekeningen.


Voorzieningen 1976 - Rubroek, Rotterdam-Kralingen Crooswijk

Een deel van het succes van onze gebouwen wordt bepaald door de ligging ten opzichte van openbaar vervoer en voorzieningen. Onze gebouwen herbergen meestal in de plint een deel van de voorzieningen en bieden daarmee voor onze huurders en voor de omwonenden van het gebouw een welkome aan­ vulling voor de buurt. In veel van onze gebouwen verhuren we de bedrijfs­ trekkelijke diensten aan te bieden hebben. Vaak zit daar een element van zorg- of medische dienst­ verlening in, bijvoorbeeld de fysiotherapeut. Maar ook commerciële partijen en maatschappelijke functies vinden er een plek. Op deze pagina’s staan twee voorbeelden. Het relatief nieuwe Kristal in Nesselande, waar onder andere de bibliotheek, een restaurant van Humanitas en een vestiging van het IJsselland Ziekenhuis zijn gevestigd. Daarnaast ziet u het al oudere Rubroek, dat in 2009 is gerenoveerd. In Rubroek is naast een supermarkt ook een dienstencentrum gehuisvest, waarmee het een oude vertrouwde plek is voor buurtbewoners. In Hoogvliet realiseren we de BuitenBan (pagina 89), met als onderdeel het Cultuurhuis, waar de deelgemeente kantoor zal gaan houden en waar ook een theater in komt.

2008 - De Kristal, Rotterdam-Nesselande

Voorzieningen

ruimten aan partijen die voor onze bewoners aan­

69



Rubroek

1976



De Kristal

2008


SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

74

D

Verslag van de raad van commissarissen 7

Samenstelling van de raad van commissarissen

75

7.1

Leden van de raad van commissarissen

75

7.2

Benoemingen en herbenoemingen

76

7.3 Vergoedingen

76

8

Samenstelling en bezoldiging van het Bestuur

79

9

Organisatie van het toezicht

81

9.1 Governancecode

81

9.2 Toezichtskader

81

9.3

Taakverdeling en commissies

82

9.4

Risicobeheersing door de raad van commissarissen

82

9.5

Gespreksonderwerpen en besluiten

82

9.6 Visitatie

83

9.7

Relatie met en beoordeling van de accountant

84

10

Het functioneren van de raad in 2010

87


Samenstelling van de raad van commissarissen 7.1

Leden van de raad van commissarissen

en is vice-president van het Gerechtshof ’s-Graven­ hage. Mevrouw Dupain is benoemd in de raad op voordracht van het HPF.

De raad van commissarissen is de intern toezicht­

■■

Drs. Ing. B. de Graaf (Bert).

houder, in termen van de governance code. In 2010

De heer De Graaf is geboren op 13 november 1948

maakten de volgende personen deel uit van de raad

en is directeur van Bedegra BV en associate partner van Ecorys Vastgoed.

van commissarissen: ■■

■■

Drs. G.J. Hagen (Gert Jan), voorzitter (vanaf 28 mei

Ir. A. de Ruiter (Fred).

2009).

De heer De Ruiter is geboren op 23 juli 1948 en is

De heer Hagen is geboren op 18 februari 1960 en is

voormalig directeur van de dienst Stedenbouw en

managing partner van de Smart Agent Company.

Volkshuisvesting van de gemeente Rotterdam.

Drs. W. van Deventer (Wim). De heer Van Deventer is geboren op 15 april 1951 en is directeur van het Centrum voor Rheuma en Revalidatie Rotterdam. De heer Van Deventer is benoemd in de raad op voordracht van het HPF.

■■

■■

Mr. A. Dupain (Ancora). Mevrouw Dupain is geboren op 15 februari 1953

D Verslag van de raad van commissarissen

7

75


SOR Jaarverslag 2010

Leden van de raad van commissarissen

25 jaar comfortabel wonen

76

Naam

Geboren

Hoofdfunctie

Nevenfuncties

Drs. G.J. Hagen (Gert Jan)

18-02-1960

Managing partner Smart Agent Company

Geen relevante nevenfuncties

Drs. W. van Deventer (Wim)

15-04-1951

Directeur Centrum voor Rheuma en Revalidatie Rotterdam

Geen relevante nevenfuncties

Mr. A. Dupain (Ancora)

15-02-1953

Vice-president Gerechtshof ’s-Gravenhage

Geen relevante nevenfuncties

Drs. Ing. B. de Graaf (Bert)

13-11-1948

Directeur Bedegra BV Associate Ecorys Vastgoed

Lid raad van commissarissen Triodos Vastgoedfonds, Lid raad van advies Rebel Groep, Vennoot Aquaplanning

Ir. A. de Ruiter (Fred)

23-07-1948

Voormalig directeur dS+V, gemeente Rotterdam

Geen relevante nevenfuncties

7.2

Benoemingen en herbenoemingen

■■

Financiën.

■■

Management en bestuur.

■■

Bouwen, wonen en projectontwikkeling.

Commissarissen worden conform de huidige statuten

■■

Zorg en welzijn.

benoemd voor een periode van maximaal vier jaar,

■■

Marketing en consumentenvoorkeuren.

met de mogelijkheid tot twee herbenoemingen. De

Gegeven de kwaliteiten van de huidige commissarissen

heer Hagen is in mei 2009 benoemd tot voorzitter en

beschikt de raad over voldoende kennis van boven­

heeft aangekondigd met ingang van september 2011

genoemde terreinen.

terug te treden als commissaris van de SOR. Rooster van (her)benoemingen

7.3

benoemd

einde huidige zittingsperiode

Drs. G.J. Hagen (voorzitter)

2000

2011

Drs. W. van Deventer

2002

2011*

Drs. Ing. B. De Graaf

2009

2013*

Mr. A. Dupain

2005

2013*

Ir. A. de Ruiter

2007

2011*

* herbenoembaar

Vergoedingen

De vergoeding voor de commissarissen is in 2010 aan­ gepast, naar aanleiding van het verhogingsregime zoals dat in 2005 is vastgesteld. Het verhogingsregime voorziet in een jaarlijkse verhoging van de vergoeding op basis van de consumentenprijsindex. De ver­ goedingen voor het jaar 2010 bedragen € 5.500,- voor leden van de raad en € 6.100,-. voor de voorzitter van de raad. In 2011 wordt de vergoeding van de raad in

Uitgangspunt voor de benoeming en herbenoeming

overeenstemming gebracht met de Honoreringscode

van leden van de raad van commissarissen is de pro­

commissarissen, die geldt sinds 1 juli 2010.

fielschets, die in december 2006 voor het laatst is vast­ gesteld. Leden van de raad van commissarissen dienen te voldoen aan algemene kwaliteitseisen, zoals strate­ gisch inzicht, visie, bestuurskracht, maatschappelijke betrokkenheid, integriteit, omgevingsbewustzijn en uitdrukkingsvaardigheid. Op vijf terreinen dient de raad over brede, generalistische kennis te beschikken:


A-lijstprojecten

2011 - Berlagehof, Rotterdam-Het Lage Land

77

2011 - Stadsplein, Spijkenisse


25 jaar comfortabel wonen 78

SOR Jaarverslag 2010

D

Verslag van de raad van commissarissen


Samenstelling en bezoldiging van het Bestuur Directeur-bestuurder is de heer H. Rietveld MBA

De bezoldiging van de directeur-bestuurder in 2010 is

(1953). Hij is sinds 1986 directeur van de SOR en

vastgesteld door de raad van commissarissen overeen足

sinds 1997 benoemd als directeur-bestuurder.

komstig de aanbevelingen van de commissie Izeboud.

De benoeming is toentertijd voor onbepaalde tijd

Over de beoordeling van de bestuurder en de hoogte

geschied. Ten aanzien van benoemingen van bestuur足

van de bezoldiging, waarover in de jaarrekening

ders zal de raad opnieuw beoordelen of een in het

verantwoording wordt afgelegd, is met de voltallige

kader van de governancecode vereiste benoeming

raad gesproken. Er is geen afzonderlijk remuneratie足

voor bepaalde tijd wenselijk is, wanneer het onder足

rapport opgesteld.

werp actueel of relevant is. Enige relevante nevenfunctie is die van bestuurslid van de Elisabeth Stichting anno 1455.

D Verslag van de raad van commissarissen

8

79


25 jaar comfortabel wonen 80

SOR Jaarverslag 2010

D

Verslag van de raad van commissarissen


Organisatie van het toezicht 9.1

Governancecode

■■

De klokkenluidersregeling, vastgesteld in 2008, in 2010 ongewijzigd.

De SOR onderschrijft de Governancecode Woning­

In 2010 is de SOR aan een visitatie onderworpen. Meer

corporaties. De code is uitgewerkt in een aantal

daarover in paragraaf 8.6.

vastgestelde documenten: ■■

Statuten van de SOR, laatst gewijzigd op 11 februari 2009.

■■

■■

■■

■■

9.2

Toezichtskader

Het huishoudelijke reglement van de raad, in 2010 ongewijzigd.

Onderstaande vastgestelde documenten vormden het

De profielschets van de raad, vastgesteld in 2006,

toezichtskader in 2010 voor de raad van commissarissen:

in 2010 ongewijzigd.

■■

Het rooster van aftreden, in 2010 aangepast naar

De statuten van de SOR, laatst gewijzigd op 11 februari 2009.

aanleiding van twee herbenoemingen en de aan­

■■

Het ondernemingsplan 2007-2011.

kondiging van het terugtreden door een van de

■■

Het treasurystatuut, vastgesteld op 8 mei 2008.

commissarissen.

■■

De jaarbegroting 2010, zoals vastgesteld in

De gedragscode (bestaand uit de integriteitscode en de e-gedragscode van de SOR, vastgesteld in 2006 respectievelijk 2008), in 2010 ongewijzigd.

december 2009. ■■

De toezichtsbrieven en verklaringen vanuit het CFV, het WSW en het ministerie van VROM.

D Verslag van de raad van commissarissen

9

81


9.3

Taakverdeling en commissies

Het renterisico heeft zowel betrekking op de bedrijfs­

SOR Jaarverslag 2010

financiering in zijn algemeenheid als op de ontwikkel­

25 jaar comfortabel wonen

82

De raad is voorstander van een sterk en professioneel

activiteiten in het bijzonder. Het belangrijkste

intern toezicht op een maatschappelijke onderneming

in­strument hierin voor de organisatie is het treasury­-

die op transparante wijze verantwoording aflegt over

beleid. In paragraaf 5.1.6 wordt de werkwijze van de

haar prestaties. De raad kiest er nadrukkelijk voor om

organisatie hierin toegelicht. De raad houdt hierop

geen gespecialiseerde commissies in te stellen. In de

toezicht door de rapportage van het bestuur aan de

governancecode wordt geadviseerd om een audit­

raad van de mate waarin financieringsbehoefte nog

commissie en een selectie- en remuneratiecommissie

moet worden afgedekt. Dit staat in directe relatie

in te stellen. De raad stelt zich op het standpunt dat

met de meerjarenprognose, waarop de projecten­

alle leden in principe in het geval van de SOR over

portefeuille een grote invloed heeft. Op basis van de

de­zelfde informatie moeten kunnen beschikken. Hier­

kwartaalrapportages en de jaarrekening is te zien

mee wordt verzekerd dat zowel de afzonderlijke leden

welk effect de financieringsactiviteiten hebben op de

van de raad als de raad als geheel te allen tijde hun

werkelijke rentevoet.

verantwoordelijkheid kennen.

9.5 9.4

Risicobeheersing door de raad van commissarissen

Gespreksonderwerpen en besluiten

De raad is in 2010 zeven keer bijeen geweest. Eén van De belangrijkste risico’s voor de SOR zijn het financieel

de bijeenkomsten is gecombineerd met een excursie

risico bij projectontwikkeling en het renterisico.

langs enkele nieuwe en enkele bestaande complexen. Meer hierover in Hoofdstuk 10.

De raad van commissarissen houdt op drie manieren zicht op de projectrisico’s:

Van de leden van de raad van commissarissen is, over­

1 In de kwartaalrapportage wordt over de bestuurs­

eenkomstig de vereisten uit de Governancecode

besluiten gerapporteerd, waaronder de in de

Woningcorporaties, de onafhankelijkheid vastgesteld.

projecten genomen besluiten. Daarnaast wordt

Bij geen van de genomen of voorgelegde besluiten

over de mijlpalen in alle projecten gerapporteerd.

was sprake van strijdigheid van belangen van één of

2 Van alle projecten wordt de faseovergang van

meer leden van de raad van commissarissen.

Definitief Ontwerp naar Uitvoering geagendeerd. In geval van overschrijding van de bevoegdheid

Naast de bestuursbesluiten zoals opgesomd in

van de bestuurder wordt het ter besluitvorming

paragraaf 3.1.1 zijn er besluiten die statutair tot de

aan de raad van commissarissen voorgelegd,

bevoegdheid van de raad te rekenen zijn. Ten aanzien

anders ter kennisneming.

van de voorraadontwikkeling heeft de raad ingestemd

3 Overige statutaire bepalingen, waarvoor in­stemming van de raad is vereist, met name op

met: ■■

De verkoop van vier complexen, met inachtneming

het gebied van grond- en onroerend goed­trans­

van de gebruikelijke passende aandacht voor de

acties. Deze worden geagendeerd op het moment

zittende bewoners.

dat zij actueel zijn in het project. Meestal is dat

■■

spronkelijk budget van het project Palliatief

gelijktijdig met de faseovergang Definitief

Centrum de Regenboog.

Ontwerp naar Uitvoering, soms gebeurt het separaat.

De overschrijding van € 200.000,- t.o.v. het oor­

■■

De verkoop van een deel van het perceel waarop project de Gravin wordt gerealiseerd, alsmede de


■■

verkoop van maximaal 50 nieuw te bouwen

In 2010 is de heer Hagen betrokken geweest bij een

appartementen in dit project.

onderzoek van de SEV naar de aanspreekbaarheid van

De aankoop van 71 appartementen en twee

commissarissen.

aan­vullende ruimten in het project Stadsplein in Spijkenisse met een onrendabele top. De afboeking van de ontwikkelkosten in het

9.6

Visitatie

be­ëindigde project Walenburghof. ■■

De vestiging van het recht van opstal ter plaatse van

In het najaar van 2010 is de SOR gevisiteerd door

een deel van het parkeerterrein bij de Geuzenhof

Raeflex. De resultaten van de visitatie zijn in het

in Brielle, ten behoeve van de bouw van een

voorjaar van 2011 gepubliceerd en zijn te vinden op

transformator­huis en bijbehorend leidingtracé van

de website van de SOR.

Eneco Beheer NV. ■■

■■

■■

De aankoop van twee parkeerplaatsen in de VVE

De visitatie is een goed hulpmiddel gebleken bij het

Laurenshof, Rotterdam.

inzichtelijk krijgen van de externe beeldvorming over

De strategische aankoop van een woonhuis aan de

en beoordeling van de SOR. Tegelijkertijd is in het

Karel Doormanstraat in Oud-Beijerland aangrenzend

proces van visitatie ook gebleken dat het gehanteerde

aan de projectlocatie Bijlschool/TPG.

format voor de beoordeling in mindere mate geschikt

De aankoop van een aan de projectlocatie Het Facet

is voor een categorale corporatie. Met name de

aangrenzend perceel.

ge­volgen van de forse portefeuille zorgvastgoed op de inrichting, kosten en effectiviteit van de organisatie

Ten aanzien van de eigen rol en het eigen functio­

kwamen niet goed uit de verf.

neren heeft de raad besloten: ■■

■■

■■

Met een indexering van de vergoeding van de leden

Belangrijk leerpunt dat de SOR meeneemt uit de

van de raad van commissarissen in te stemmen.

visitatie is het optillen van de dialoog met de stake­

Met de herbenoeming van mevrouw Dupain en de

holders naar een niveau, dat minder op de tactiek en

heer Hagen in te stemmen.

meer op de strategie is gericht. Daarnaast zal in de

De toetsing van de honoraria aan de Honorerings­

uitleg en verantwoording van de activiteiten meer

code Commissarissen begin 2011 te agenderen.

nadruk komen te liggen op de bijzonderheden die een categorale corporatie aantreft.

Ten aanzien van het besturen en de ontwikkeling van de organisatie heeft de raad besloten tot:

Naar aanleiding van het rapport van aanbevelingen

■■

Het vaststellen van de jaarrekening 2009.

wordt medio 2011 een plan van aanpak gemaakt.

■■

Het vaststellen van het jaarverslag 2009.

Hierin zullen de hiervoor genoemde leerpunten van

■■

Het verkiezen van BDO als extern accountant.

acties worden voorzien. Daarnaast zullen de aan­

■■

De vaststelling van het beoordelingskader voor

bevelingen ten aanzien van beleidsmatige en

buiten­landse leningen en garanties.

organisatorische onderwerpen, in samenhang met

De garantstelling door de SOR van een lening door

onder andere de managementletter van de

DIGH aan een woonzorgproject in Kroatië.

accountant, in een actieplan worden opgenomen.

■■

■■

Het vaststellen van de begrotingen ten behoeve van het boekjaar 2011.

■■

Het vaststellen van het treasury jaarplan 2011.

■■

De instemming met het voorgestelde huurbeleid voor 2010.

D Verslag van de raad van commissarissen

■■

83


9.7

Relatie met en beoordeling van de accountant

In 2010 heeft de raad besloten een selectie voor een nieuwe extern accountant te organiseren. Over­ wegingen daarbij waren de termijn dat we met de toenmalig accountant werkten, de bepalingen daar­ omtrent in de Governancecode en de scherpte van het externe toezicht, waarin na ruim 4 jaar een nieuwe impuls welkom is. De selectie is gedaan door twee

SOR Jaarverslag 2010

commissarissen, die daarbij ondersteund zijn door

25 jaar comfortabel wonen

84

twee directieleden. Eind augustus heeft de raad be­sloten om BDO aan te wijzen als extern accountant. De raad van commissarissen is door de extern des­ kundige voorzien van een goedkeurende accountants­ verklaring voor de jaarstukken. Tijdens de vergadering van 17 mei 2011 heeft de raad de jaar­rekening van de SOR, alsmede het volkshuisvestelijk jaarverslag besproken en, indachtig het positieve oordeel van de accountant, vastgesteld. Ten aanzien van de governance heeft de raad ge­constateerd dat het beeld dat ontstaat uit de jaar­ stukken een goede basis vormt voor de verdere ontwikkeling van de organisatie. De inrichting van de bv-structuur draagt bij aan de beheersing van risico’s die in de projectontwikkeling aan de orde zijn en die om­vangrijk te noemen zijn in financiële zin.


A-lijstprojecten

2011 - Het Facet, Krimpen aan den IJssel

85

2012 - De Gravin, Oud-Beijerland


25 jaar comfortabel wonen 86

SOR Jaarverslag 2010

D

Verslag van de raad van commissarissen


Het functioneren van de raad in 2010 De raad is van mening dat de beoordeling van het

sluiting van de producten en diensten van de SOR op

eigen functioneren primair het functioneren van de

de markt en de herordening die plaats heeft in de

gehele raad betreft en niet het functioneren van de

vorm van de uitwerking van de EU-beschikking en,

leden afzonderlijk. Als er aanleiding zou zijn voor een

meer specifiek voor de SOR, de intrekking van de vrij­

bespreking van het individuele functioneren, dan

stelling van de Vpb. Wat de situatie lastig maakte, is

wordt het gezien als een verantwoordelijkheid van

dat deze veranderingen aan de markt- en de beleids­

zowel de voorzitter als de afzonderlijke leden om

zijde zich gelijktijdig voordeden.

hierin actie te ondernemen. Ruim drie jaar na de vaststelling van het laatste onder­ Voor zijn informatievoorziening is de raad in belang­

nemingsplan is het tijd om de balans op te maken en,

rijke mate aangewezen op de directie van de SOR.

gezien de in- en externe veranderingen, dit te ver­

Deze verschaft voldoende informatie aan de raad om

werken in een nieuw ondernemingsplan. Met name

zich, ook wanneer de raad daarom vraagt, op boven­

het financiële kader, omdat dat aan de grootste

genoemde punten een oordeel te vormen en tot de

wijzigingen onderhevig is, heeft in de aandacht

juiste beslissingen te komen.

gestaan. Daarnaast is geconcludeerd dat de markt in hoog tempo verandert, wat een nieuwe visie van de

In 2010 heeft de raad uitgebreid stilgestaan bij de

SOR behoeft.

toekomstige ontwikkeling van de organisatie. Belang­ rijke onderwerpen die daar aanleiding toe zijn, zijn de

De intrekking van vrijstelling van Vpb heeft ook op

snel veranderende vraagzijde van de markt, de aan­

korte termijn effect gehad. De herbezinning op de

D Verslag van de raad van commissarissen

10

87


projectenportefeuille is besproken in de raad, waarbij

nemen. Met de ondernemingsraad van de SOR heeft

niet alleen de projecten zelf, maar ook mogelijke

de raad jaarlijks een overleg.

keuzes in de beheerde voorraad en in de beheer­ organisatie ter discussie zijn gebracht. De besluit­

In 2010 hebben de raad en de directie een bezoek

vorming ten aanzien van de ontwikkelportefeuille is

gebracht aan diverse complexen van de SOR uit zowel

niet stil komen te vallen, door de adequate reactie van

de beheerde voorraad als uit de projectenportefeuille.

de organisatie op de gewijzigde randvoorwaarden.

Hiermee heeft de raad zich een concreet beeld kunnen

SOR Jaarverslag 2010

vormen over de kwaliteit van de gebouwen en voor­

25 jaar comfortabel wonen

88

Ten aanzien van de risico’s, die op het vlak van

zieningen in het bezit van de SOR. Deze loopt op

financiering groot zijn, maar op het gebied van de

onderdelen sterk uiteen, waarmee fysiek zichtbaar

operationele processen en het integriteitbesef niet

is hoe het kwaliteitsbegrip zich in de loop der jaren

minder ingrijpend, is uitgebreid stilgestaan bij de

heeft ontwikkeld. De excursie heeft zo bijgedragen

wijze waarop het bestuur deze zaken beheerst en

aan de discussie over de toekomstige koers die de SOR

beheert. De risicobeheersing, zoals in dit hoofdstuk

wil gaan varen.

is behandeld en ook elders in het bestuursverslag wordt behandeld, biedt een gedegen basis voor de

Naast deze wijze van bevordering van de kennis

organisatie om uitvoering te kunnen bieden aan de

van de raad, zijn de leden aangesloten bij de VTW

strategie. Ten aanzien van de financiële risico’s heeft

(Vereniging van Toezichthouders bij Woning­

de raad zich een goed beeld en oordeel kunnen

corporaties). Deze vereniging biedt de mogelijkheid

vormen, op basis van kwartaalrapportages en prog­

voor collegiale afstemming tussen commissarissen en

noses, van de financiële soliditeit en reikwijdte van de

organiseert daarnaast ook cursussen voor haar leden.

onderneming. De raad heeft het vertrouwen dat het

Diverse leden van de raad hebben één of meer bij­

bestuur deze materie goed beheerst, ook gezien de

eenkomsten bijgewoond.

groei en ontwikkeling van de organisatie in recente jaren. De raad ziet in de positieve beoordeling van het integriteitbeleid en de financiële continuïteit door het CFV een bevestiging van dit vertrouwen. De raad is niettemin van mening dat integriteit blijvend de aan­ dacht verdient. De raad is zich welbewust van de positie van de SOR in bredere context. Medewerkers, bewoners, gemeenten en andere overheden staan in de voortdurende aan­ dacht van de raad. Zowel de algemene positie van de woningcorporaties, als de speciale positie van ouderen­huisvesting daarbij, vormt een punt van bespreking en overleg. De relatie met bewoners vormt een continu aandachtspunt voor de raad in zijn gesprek met het bestuur. Eén van de leden van de raad neemt actief deel aan dat overleg met de bewoners, maar ook door werkbezoeken en aanwezigheid bij openingen is er veel gelegenheid voor de leden van de raad om met de bewoners te praten en als het ware de temperatuur van de stemming en gevoelens op te


A-lijstprojecten

2012 - BuitenBan, Rotterdam-Hoogvliet

89

2012 - BuitenBan, Rotterdam-Hoogvliet


SOR Jaarverslag 2010 25 jaar comfortabel wonen

90

E

Bijlagen 1 Bedrijfsgegevens en samenstelling stichtingsorganen SOR

91

2 Bedrijfsgegevens van de verbindingen

93

3 Projectenoverzicht

95


D Bijlagen

1 Bedrijfsgegevens en samenstelling stichtingsorganen SOR Bedrijfsgegevens Bedrijfsnaam

SOR

Vestigingsplaats

Rotterdam

Datum van oprichting

9 september 1968

Koninklijk Toelatingsbesluit

Nr. 89.005111, d.d. 3 maart 1989

Inschrijving Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam

Handelsregister dossiernummer: 24185744, d.d. 13 november 1990

Datum laatste vaststelling van de statuten bij akte

11 februari 2009, verleden bij Fokkema Linssen notarissen

Kantooradres

Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam

Postadres

Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam

Website

www.sor.nl

Contactgegevens

E-mail: info@sor.nl Telefoon: (010) 444 55 55 Fax: (010) 404 80 26

91


Samenstelling stichtingsorganen op 31 december 2010 Raad van commissarissen drs. W. van Deventer mw. mr. A. Dupain drs. ing. B. de Graaf drs. G.J. Hagen

voorzitter

ir. A. de Ruiter

SOR Jaarverslag 2010

Bestuurder:

25 jaar comfortabel wonen

92

H. Rietveld MBA Directieteam G. de Heide RC

FinanciĂŤn

ir. M.R. Luten

Vastgoedontwikkeling

D. van der Meyden MBA

Wonen

ir. ir. S.C.E.M. Pollen

Beleid en Bestuursondersteuning

H. Rietveld MBA

directeur-bestuurder

Ondernemingsraad W. van den Bedem

secretaris, vice-voorzitter

S. Cafferata

lid

G.J. Jonker

lid

W. Mulder

voorzitter, Arbo-commissie

A. Oosterheerd

Arbo-commissie

Bestuur Huurdersplatform SOR (zelfstandig rechtspersoon) L.P. Bol

penningmeester

G.J. Brandt T. Dekker A. van Luijk G.P.J. Mens

secretaris

L. van Reeuwijk

voorzitter

mw. A.J. Sparnaaij Klachtencommissie ing. H.J.B. Nap mr. M. van Seventer mr. drs. C.J.M. Stubenrouch


2 Bedrijfsgegevens van de verbindingen Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR HOLDING B.V. Algemene gegevens Naam van de verbinding

SOR HOLDING B.V.

Rechtsvorm

B.V.

Vestigingsplaats

Rotterdam

Statutaire doelstelling

Het functioneren als Holding B.V. voor de overige B.V.’s van de T.I.

Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar

Het functioneren als Holding B.V. voor de overige B.V.’s van de T.I.

Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden?

Ja

Vennootschap

SOR HOLDING B.V.

Eigen vermogen

€ 7.302.695,-

Jaaromzet

€ 0,-

Belang in %

100%

Nominale waarde belang

€ 18.000,- gewone aandelen

Intrinsieke waarde

€ 7.302.695,-

Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap

De T.I. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.

Geldstromen 2010 Van T.I. naar verbinding

N.v.t.

Van verbinding naar T.I.

Terugstorting Agio € 9.232.097,-

Doorberekende kosten aan de verbinding

N.v.t.

Risicobeheersing

Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risicobe­ heersing gelijk aan die in de T.I.

Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Vastgoedontwikkeling B.V. Algemene gegevens Naam van de verbinding

SOR Vastgoedontwikkeling B.V.

Rechtsvorm

B.V.

Vestigingsplaats

Rotterdam

Statutaire doelstelling

Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I.

Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar

Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I.

Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden?

Ja

Financiële gegevens 2010 Vennootschap

SOR Vastgoedontwikkeling B.V.

Eigen vermogen

€ 7.356.570,-

Jaaromzet

€ 51.416.657,-

Belang in %

100%

Intrinsieke waarde

€ 7.356.570,-

D Bijlagen

Financiële gegevens 2010

93


Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Vastgoedontwikkeling B.V. (vervolg) Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap

De Holding B.V. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.

SOR Jaarverslag 2010

Geldstromen 2010

25 jaar comfortabel wonen

94

Van T.I. naar verbinding

Betaalde termijnen incl. verrekening via r/c € 45.420.963,-

Van verbinding naar T.I.

Terugstorting Agio (via SOR Holding BV) € 9.232.097,-.

Productie en ontwikkeling van vastgoed in de verbinding

Productie ten behoeve van de T.I. € 51.416.657,Opgeleverd tegen kostprijs aan de T.I. € 7.035.512,-

Doorberekende kosten aan de verbinding

Voor een bedrag van € 1.318.155,- aan doorberekende ontwikkelkosten. Het betreft personele en overige kosten welke door de T.I. zijn gemaakt voor de project­ ontwikkeling in de B.V.

Risicobeheersing

Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risicobeheersing gelijk aan die in de T.I.

Bedrijfsgegevens van de verbindingen: SOR Senior-Village Numansdorp B.V. Algemene gegevens Naam van de verbinding

SOR Senior-Village Numansdorp B.V.

Rechtsvorm

B.V.

Vestigingsplaats

Rotterdam

Statutaire doelstelling

Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I. Het betreft hier een bv die speciaal voor een specifiek project is opgericht.

Kern / Nevenactiviteiten in het verslagjaar

Het in opdracht van de T.I. ontwikkelen van vastgoed ten behoeve van de T.I. Het betreft hier een bv die speciaal voor een specifiek project is opgericht.

Heeft consolidatie binnen de T.I. plaatsgevonden?

Ja

Financiële gegevens 2010 Vennootschap

SOR Senior-Village Numansdorp B.V.

Eigen vermogen

€ 15.531,-

Jaaromzet

€ 0,-

Belang in %

100%

Nominale waarde belang

€ 18.000,- gewone aandelen

Intrinsieke waarde

€ 15.531,-

Wijze en mate van bestuurlijke zeggenschap

De Holding B.V. is de enig aandeelhouder en bestuurt de B.V.

Geldstromen 2010 Van T.I. naar verbinding

N.v.t.

Doorberekende kosten aan de verbinding

N.v.t.

Risicobeheersing

Door de eenheid van aandeelhouder en leiding is de risico­ beheersing gelijk aan die in de T.I.


3 Projectenoverzicht A-lijst

Gemeente (kern c.q. deelgemeente)

Ontwikkelfase

Ommeloop (Fase 2)

Brielle

In uitvoering

Geuzenhof

Brielle

In uitvoering

Facet (Fase 1)

Krimpen aan den IJssel

In uitvoering

Gravin

Oud-Beijerland

In uitvoering

Stadsplein

Spijkenisse

In uitvoering

Berlagehof

Rotterdam (Prins Alexander)

In uitvoering

BuitenBan

Rotterdam (Hoogvliet)

In uitvoering

Hoeksteen

Rotterdam (Prins Alexander)

In uitvoering

Binnenhoftoren

Rotterdam (Prins Alexander)

Opgeleverd in 2010

Rubroek

Rotterdam (Kralingen-Crooswijk)

Opgeleverd in 2010

Facet (Fase 2)

Krimpen aan den IJssel

Definitief ontwerp

Haven Numansdorp

Cromstrijen (Numansdorp)

Definitief ontwerp

Theeschenkerij

Rotterdam (Noord)

Definitief ontwerp

Bijlschool

Oud-Beijerland

Voorlopig ontwerp

Fazantenlaan

Westvoorne (Oostvoorne)

Voorlopig ontwerp

Hof van Telders

Rotterdam (Hillegersberg-Schiebroek)

Definitief ontwerp

Sonneburgh

Rotterdam (Charlois)

Definitief ontwerp

Dijkzicht

Oud-Beijerland

Initiatief

KPN-Binnenrotte

Rotterdam (Centrum)

Havenlicht

Rotterdam (Pernis)

5-Havens Verzorging

Rotterdam (Prins Alexander)

B-lijst

C-lijst Meerval

Rotterdam (Hoogvliet)

Bouwvoorbereiding

Baankwartier

Rotterdam (Centrum)

Initiatief

Boekholt

Rotterdam (Prins Alexander)

Onderzoek

Zuid-Beijerland

Korendijk (Zuid-Beijerland)

Borghave

Rotterdam (Hillegersberg-Schiebroek)

Atrium

Rotterdam (Centrum)

Rietplaat

Rotterdam (Hoogvliet)

Borgsate

Rotterdam (Hillegersberg-Schiebroek)

Koningshof

Rotterdam (IJsselmonde)

Jan van Loon

Rotterdam (Kralingen-Crooswijk)

Statenhove

Rotterdam (Noord)

Nieuwe Plantage

Rotterdam (Kralingen-Crooswijk)

D Bijlagen

Projectenoverzicht

95


Colofon Tekst en cijfers:

SOR

Vormgeving en opmaak: Identity Design, Rotterdam Fotografie:

Arnoud Verhey, Rotterdam

Artist Impressions:

Yucon, Amsterdam; Zofa, Groningen; Studio i2, Delft; Pand&Plattegrond, Den Haag

Productie: ControlMedia



www.sor.nl

SOR 25 jaar comfortabel wonen Jaarverslag 2010

T (010) 444 55 55   F (010) 404 80 26  E info@sor.nl

1986 2010

Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam | Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam

SOR

25 jaar comfortabel wonen Jaarverslag 2010


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.