Centrum voor Volwassenen Onderwijs SPERMALIE Snaggaardstraat 15, 8000 BRUGGE
MET FRITZ RODERBURG VAN SINT-PIETERS
NAAR SINT-KATARINA
AndrĂŠ Lebbe Abdijhoek, 5 8210 Zedelgem andre.lebbe@telenet.be
Eindwerk voor het behalen van het diploma van stadsgids te Brugge Brugge, 20 december 2011
-2-
Inhoudstafel Inhoudstafel...................................................................................................... 3 0 Voorwoord .................................................................................................. 4 1 Frederic Roderburg.................................................................................... 5 1.1 Levensloop ........................................................................................... 5 1.2 Vorming ................................................................................................ 6 1.3 Vaardigheden ..................................................................................... 6 1.4 Start activiteiten in het Brugse ........................................................... 7 1.5 Lodewijk Scharpé, een echte vriend ................................................ 8 1.6 Het huwelijk bracht stabiliteit ........................................................... 10 2 Het werk van een glazenier .................................................................... 11 2.1 Verschillende stappen naar de creatie van een glasvenster ..... 11 2.2 Soorten glas........................................................................................ 12 2.3 Tekenen op glas ................................................................................ 12 2.4 Het glazeniersatelier Sint-Michiel ..................................................... 13 2.5 Glas, een unieke grondstof .............................................................. 14 2.6 Roderburg: van neogotiek naar expressionisme?......................... 14 3 Het werk van F. Roderburg in Brugge.................................................... 17 3.1 Werk in openbare kerkelijke gebouwen......................................... 17 3.2 Werk in niet-openbare religieuze gebouwen ................................ 18 3.3 Werk in burgerlijke gebouwen ......................................................... 23 3.4 Roderburg in België........................................................................... 27 4 De glasramen van de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge..................... 29 4.1 Geschiedenis van de abdij .............................................................. 29 4.2 Geschiedenis van de glasramen: generatie 1, 2 en 3.................. 30 4.3 De glasramen in het koor ................................................................. 30 4.4 De noorddwarsbeuk: Mozes ............................................................ 35 4.5 De zuiddwarsbeuk : Sint Benedictus................................................ 37 4.6 De westgevel: Sint Pieter .................................................................. 39 4.7 De zijbeuken....................................................................................... 41 4.8 Het kloosterpand ............................................................................... 42 5 De glasramen van de St.-Katarinakerk te Assebroek .......................... 43 5.1 Geschiedenis van de parochie....................................................... 43 5.2 Geschiedenis van de kerk en omschrijving van de kerk .............. 44 5.3 Glasramen in het koor ...................................................................... 45 5.4 Deus Rex Mundi ................................................................................. 46 5.5 Mater Dei............................................................................................ 48 5.6 Maria Assumpta................................................................................. 49 5.7 Sint Katherina ..................................................................................... 51 5.8 Onthoofding en ten hemelopneming van Sint Katherina............ 53 6 Conclusie .................................................................................................. 55 Bibliografie ...................................................................................................... 56 Websites.......................................................................................................... 57 Interviews, gesprekken en fotoopnames.................................................... 58 Overzicht figuren............................................................................................ 59 -3-
0 Voorwoord Frédéric Roderburg is een glaskunstenaar die in Brugge relatief veel glasramen gerealiseerd heeft in de periode tussen beide wereldoorlogen en in de jaren vijftig. Er is relatief weinig gepubliceerd over hem en zijn werk. Dit eindwerk voor het behalen van een diploma stadsgids in Brugge wil hiertoe een aanzet zijn. Ik beperk me dan ook tot zijn oeuvre dat in Brugge te zien is. De meest spectaculaire werken vinden we in de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge en in de St.-Katarinakerk te Assebroek. Ik noem ze spectaculair omdat ze de kijker verrassen door kleur- en vormentaal. Na een korte biografie van Roderburg, enkele gegevens over de creatie van kunstglasramen en een kort overzicht van zijn ander werk in het Brugse, ga ik dieper in op beide bovenvermelde kerken en hun glasramen. In zijn werk schuilt er veel meer dan enkel kleur en licht, er zijn ook emotie, menselijke tegenslagen, menselijke warmte en menselijk zoeken. Mijn werk is ook geschreven na het overlijden van de kunstenaar. Het is dan soms moeilijk de juiste drijfveren te onderkennen. Ik heb met veel gedreven mensen mogen spreken over dit onderwerp. Roderburg blijft een mysterie, speciaal en uniek die kenners aantrekt. Hij is een buitenbeentje dat men niet in één bepaalde stroming kan onderbrengen. En toch heeft hij het gedaan en veel waardering van zijn vrienden en opdrachtgevers ontvangen. Mijn bedoeling is, na dit eindwerk, een volledig overzicht te maken van het werk van Roderburg. Dit zal evenwel nog tijd, passie en doorzettingsvermogen vragen. Graag dank ik alle mensen die mij positief onthaald hebben om dit werk te realiseren. In de toekomst kan ik nog anderen die Roderburg gekend hebben benaderen. André Lebbe December 2011
-4-
1 Frederic Roderburg 1.1 Levensloop “Ik hoor gedonder beneden, in het kabinet van papa. Wat gebeurt er? Ik sluip de trap af om te zien wat er gaande is. Het is Roderburg die in papa’s consultatie zit. Roderburg was een goede kennis en zelfs een vriend van mijn vader. Hij kwam regelmatig en ik herinner me zelfs ooit in zijn atelier geweest te zijn op de Steenbrugse Wandeling.” (Marc Verstraete)1 Op veertigjarige leeftijd, komt Frederic Roderburg zich in Brugge vestigen. Hij verblijft eerst enige tijd bij zijn zuster en schoonbroer in de Spanjaardstraat, 11 (nu huis der Notarissen) om zich nadien voorlopig te vestigen aan de Singel, 5 (buiten de Smedenpoort). Daar blijft hij niet lang wonen. Hij kan een woning of een goed kopen aan de toenmalige Steenbrugse Wandeling. Het heette “Herberg Willem Tell”. Aanvankelijk vestigt hij enkel zijn atelier in dit gebouw. Hij huurt een huisje in de Rapaerdstraat “Sans Souci”. Vanaf zijn aankomst in Brugge noemt hij zijn werkplaats “Werkhuizen Sint-Michiel – Atelier SaintMichel”. Fig. 1: F.Roderburg, 35 jaar, foto archief KADOC
Frederic Roderburg is in Leuven geboren op 16 april 1884, in de MariaTheresiastraat, 119. Zijn beide ouders zijn afkomstig uit het Rijnland (Duitsland). Moeder Margaret Drammer komt van Bonn, terwijl vader, eveneens Frederic genaamd, uit de omgeving van Aken. Beide ouders hebben veel broers en zussen die elkaar zeer regelmatig zien. Samen hebben ze zes kinderen, waarvan Fritzchen nummer vier is. Hij heeft één zus, Maria. Frederic loopt school in het Sint-Pieterscollege te Leuven, in de Minderbroederstraat. Hij is nog net geen elf jaar oud, toen hij op 4 maart 1895 griep krijgt. Zijn gehoor wordt aangetast. Hij kan niets meer horen. Ook zijn spraak wordt sterk bemoeilijkt. Hoewel hij voor de ziekte normaal kon spreken (Duits en Frans), kan hij zich nu zeer moeilijk uitdrukken. De griep lijkt difterie (kroep) te zijn. Geen enkele arts kan hem helpen, noch in Leuven en Brussel, noch in Aken en Keulen. Hij moet dan ook zijn schoolopleiding 0 1
VERSTRAETE M., interview op 7 mei 2011 te Leuven.
-5-
staken. Dit is zeker zijn eerste grote tegenslag in het leven. Door zijn handicap wordt hij volledig van de wereld afgesneden en moet hij zich op de een of andere manier weten te beredderen. 2
1.2 Vorming Met zijn handicap, kan Frédéric Roderburg geen gewoon onderwijs meer volgen. Een artistieke opleiding lijkt hem aangewezen. Zijn vader probeert hem in te schrijven in Sint-Lucas te Gent 3. Hij zou er terzelfder tijd een opleiding bij Kunstglazen Atelier Casier krijgen. Zelfs via de tussenkomst van zijn relaties kan hij dit niet bekomen. Ook in het “Taubstummenanstalt van Woluwe St.-Lambert” kan hij niet ingeschreven worden4. Tante Maria neemt hem bij zich in Keulen, en slaagt erin hem als leerjongen bij Kunstmalerei Schneiders & Schmolz in Köln Lindenthal te laten opleiden. De Kunstmalerei was een gekend kunstglasatelier in het Rijnland5. Hij verblijft er zeker een vijftal jaar en werkt er nadien ook als volwaardige glasschilder. Op 24-jarige leeftijd trekt hij naar München waar hij zich inschrijft in de Königliche Kunstgewerbe-Schule en de Königliche Bayerische Akademie der bildenden Künste. Twee jaar later, in 1910, behaalt hij zijn diploma.
1.3 Vaardigheden Roderburg ontwikkelt sterk zijn grafische begaafdheden. Hij schildert graag, liefst aquarellen maar ook met olieverf. Voor professor Scharpé en het Ruusbroec-genootschap schildert hij een kopie van het schilderij van Ruusbroec door een anonieme Vlaamse meester uit de 16de eeuw. Deze kopie is nu in het bezit van de heer C. Scharpé. In het KADOC, in het archief van Dobbelaere, liggen een 20-tal zeer mooie schetsen van o.a. naakten door Roderburg getekend6. Voor al zijn glaswerken maakt hij eerst een schets. Hiervoor gebruikt hij verschillende tekentechnieken.
0
Fig. 2: Potret J. Ruusbroec, 16de eeuw, foto internet
RODERBURG F sr., Dagboek 21-9-1899, familiearchief in Langerwehe (D), jaren 1895 tot 97 3 idem 4 idem, Dagboek 9-11-1899 5 http://www.glasmalerei-ev.de/pages/k9149.shtml, 14 december 2011 6 DOBBELAERE, tekeningenarchief atelier Dobbelaere De Lodder, KADOC Leuven 2
-6-
Tenslotte is hij ook bedreven in de graveerkunst. We hebben een advertentie daterend van vlak voor de eerste wereldoorlog gevonden waarin Roderburg zijn graveertalenten promoot7. Het is duidelijk dat hij al deze talenten gebruikt bij het uitoefenen van de glasschilderkunst.
1.4 Start activiteiten in het Brugse Na zijn studies werkt hij opdrachten uit dankzij de tussenkomst van zijn familie (zijn oom Joseph Drammer was een vooraanstaand priester, monseigneur, in Rijnland en zijn broer Joseph Roderburg was pastoor in het bisdom Aken). Hij werkt ook voor het kunstglasraamatelier Schneider & Schmolz in Keulen. We weten dat hij even in Berlijn verblijft. In 1914 is hij werkzaam in de Abdij van Averbode. Voor de oorlog is hij reeds veelvuldig in contact met L. Scharpé, professor in Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Zo adverteert Roderburg in het tweemaandelijks tijdschrift “Onze Kongo” waarvan L. Scharpé redacteur is. Hij gebruikt hiervoor mooi afgewerkte kartontekeningen met als slogan “Glasvensters voor Kerk en Huis”. Na de oorlog keert hij naar Duitsland terug. Hij heeft er geen vast werk. Duitsland kent een zeer zware economische crisis na het verdrag van Versailles. Er is veel werkeloosheid en een galloperende inflatie. Hij onderhoudt evenwel contacten met België en stuurt reeds glasramen naar Leuven om aan particulieren te verkopen. In augustus 1922, vraagt Lodewijk Scharpé hem naar Leuven terug te keren en er te werken voor kannunik Thierry. Hij restaureert er immers de St.-Geertruiabdij bij de Mechelsestraat. Een fragment van zijn toenmalig werk is nu in het bezit van het M-Museum te Leuven. Na het overlijden van zijn ouders te Bad Honnef in het jaar 1923, komt Fritz zich in 1924 bij zijn zuster Maria en schoonbroer Matthew Robinson in Brugge, Spanjaardstraat 11 (nu huis der Notarissen) vestigen. Hij start er “Atelier St.-Michel, Werkhuizen St.-Michiel”. Hij werkt er met minstens één arbeider. Hij heeft er ook een kleine glasoven die hij uit Duitsland meegebracht heeft. Dit is niet altijd handig, omdat de oven niet altijd betrouwbaar is en omdat hij eerder klein is. Soms moet hij dure glasfragmenten weggooien omdat ze aan een te hoge temperatuur gebrand zijn. Al snel heeft hij werk in Brugge. Dokter Louis Verstraete steunt hem en gebruikt zijn netwerk om hem werk te geven. Hij maakt mooi glaswerk voor Fig. 3: Spanjaardstraat 11, Brugge, 1924, foto familiearchief
0 7
RODERBURG, Tekeningenarchief atelier Roderburg, KADOC, Leuven
-7-
het huis aan de Spinolarei (zie hoofdstuk 3). Dokter Verstraete brengt hem in contact met Dokter Sebrechts. E.H. Michiel English apprecieert zijn werk en maakt voor hem veel mond aan mond reclame8. Ook voor professor Scharpé maakt hij veel glasramen, die hij dan in zijn kennissenkring in Leuven verkoopt. Op 5 juli 1927 ontvangt hij een eerste grote bestelling voor de nieuwe kerk van Poelkapelle. Omdat het inwonen bij de familie Robinson die intussen al 5 kinderen heeft, niet zo gemakkelijk verloopt, vestigt hij zich aan de Singel (buiten de Smedenpoort) en kort daarna aan de Steenbrugse Wandeling, 189 (nu Baron Ruzettelaan 287).
Fig. 4: Steenbrugse Wandeling, 189, voor de verbouwingen, foto familiearchief te Langewehe (D)
1.5 Lodewijk Scharpé, een echte vriend Professor Louis Scharpé9 is in Tielt (W.-Vl) geboren op 24 oktober 1869. In het atheneum van Brugge krijgt hij les van Julius Sabbe, die een grote invloed op hem heeft. Hij volgt Germaanse Filologie aan de Rijksuniversiteit van Gent, richting Nederlands en Duits. In 1902 wordt hij tot gewoon hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven benoemd. De jonge professor maakt grote indruk en hij wordt al snel de vertrouwensman van "zijn" studenten. Zij weten dat ze met alle problemen in verband met hun Vlaamse activiteiten bij hem terecht kunnen. Soms bemiddelt hij tussen studenten en de academische overheid. Zijn pen leent hij vaak aan tijdschriften als Dietsche Warande en Belfort, Onze Tijd en Onze Kongo. Hij is bevriend met schilders uit Sint-Martens-Latem zoals Albijn Vanden Abeele en Gustave van de Woestijne. Hij organiseert samen met andere 0
RODERBURG F, Brief aan L. Scharpé van 22 maart 1927, Archief Letterenhuis, Antwerpen 9 http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk_scharpe, 21/11/2010 8
-8-
kunstliefhebbers kunstgalerijen en -verkopen. De brandglasschilder Frederic Roderburg woont na een ongeval een tijd bij de familie Scharpé in. Wij veronderstellen dat de Duitse taal en de hoofdzakelijke Duitstalige vriendenkring van de familie Roderburg, Scharpé aangetrokken heeft tot het smeden van een echte vriendschapsband.
Fig. 5: L. Scharpé, glasraam door F. Roderburg, familie Scharpé
Fig. 6: E. Legein, echt. Scharpé, glasraam door F. Roderburg, familie Scharpé
Uit de correspondentie tussen Fritz Roderburg en Louis Scharpé weten we dat hij zijn echte vertrouwensman was en dat hij hem zeer sterk gesteund heeft in zijn carrière als kunstenaar. Dit gebeurt niet alleen door het geven van opdrachten maar ook ze naar stijl te beïnvloeden.10. Kort na de dood van Prof. Scharpé hebben enkele van zijn kinderen aan Frederic Roderburg gevraagd een dubbel glasraam van hun ouders te vervaardigen. Het ene raam toont het hoofd van Esther Legein, het andere dat van Lodewijk Scharpé, omkaderd door de huisgevel (paars) in de Schapenstraat en in oranje het barokhuis in Betekom. Dat van Esther toont de achtergevel van de Schapenstraat aan de tuinkant en de leefkamer met de vele eetborden op een lange tafel voor het kinderrijk gezin. Deze glasramen werden in negen exemplaren vervaardigd, een stel voor elk van de negen Scharpé-kinderen Lodewijk Scharpé heeft de gaven van F. Roderburg binnen zijn netwerk gepromoot en zo aan deze kunstenaar een zinnig bestaan bezorgd. In het archief van het Letterenhuis in Antwerpen zijn meer dan 100 brieven van Roderburg aan Scharpé bewaard waarin de dagelijkse zorgen en kommer verteld worden. Na het overlijden van L. Scharpé, kon Roderburg rekenen op de steun van zijn dochter, Godelieve Scharpé, echtgenote van dr. M. Mulier.
SCHARPE L., correspondentie met Roderburg, Letterenhuis, Antwerpen
0
10
-9-
1.6 Het huwelijk bracht stabiliteit Het feit dat Roderburg zich zeer moeilijk uitdrukt, is zeker een groot handicap om voldoende bestellingen te bekomen. Hij moet zijn werk verkopen door zijn schetsen. Deze zijn dan ook zeer verzorgd. Hij vertelt ook dat het voor hem zeer moeilijk is omdat hij het “Vlaams niet meester” was. Hij schreef enkel in het Frans of in het Duits. Hij mist een mooie opdracht in Etterbeek, omdat hij Vlaming is !11 Roderburg is er zich van bewust dat hij een partnership met iemand moet uitbouwen om efficiënter te kunnen werken. Hij is een goede kunstenaar maar kan zich zeer moeilijk uitdrukken om zich te verkopen. Daarenboven communiceert hij in het Frans. Hij heeft dit met verschillende personen geprobeerd maar is nooit tot een vergelijk gekomen. In 1928 treedt hij in het huwelijk met Laura Roets uit Oostkamp. Zij is artistiek aangelegd, zeer gedreven en godsvruchtig. Zij betekent voor Fritz een ware steun in het verder uitbouwen van zijn atelier. Samen met Laura Roets12 krijgt hij twee kinderen: Wilfried geboren op 7 januari 1930 en aan wiegendood overleden op 9 september 1930; Helena geboren op 7 juli 1931 en overleden te Brugge op 26 december 2009. Frédéric Roderburg is te Brugge overleden op 19 december 1963 en zijn echtgenote eveneens te Brugge op 10 februari 1986. Samen met hun dochter Helena, zijn ze op de gemeentelijke begraafplaats van Sint-Michiels begraven.
0
RODERBURG F, Brief aan L. Scharpé dd. 27 oktober 1927 12 RODERBURG F & ROETS L, huwelijksboekje, familiearchief te Zedelgem 11
- 10 -
2 Het werk van een glazenier 2.1 Verschillende stappen naar de creatie van een glasvenster We onderscheiden 3 grote stappen in het maken van een glasraam: schets, karton en uitwerking De kunstenaar begint met het maken van een schets. De schets kan zowel op schaal gemaakt zijn als op ware grootte. De kunstenaar houdt hierbij rekening met de wensen van de opdrachtgever. Zelden werkt hij uit eigen beweging, hoewel dit zeker kan. De meeste werken, zeker in architecturale omgeving, moeten rekening houden met de vensteropeningen en liefst ook met de stijl van het gebouw. Dit beperkt dus zeker de bewegingsvrijheid van de kunstenaar, maar verhoogt des te meer de waarde van zijn creativiteit. Meestal worden er verschillende ontwerpen voorgesteld aan de opdrachtgever. De opdrachtgever is zelden één enkele persoon. Meestal spreken we over een groep mensen, gaande van de pastoor, de kerkfabriek, de architect, de donateurs (mensen die de opdracht zullen financieren), de adviseur bij het bisdom of bij de administratie. Iedereen heeft zo zijn mening over het ontwerp, en de kunstenaar, die zelden een groot diplomaat is, moet hierin de grootste gemene deler vinden. Soms gebeurt het dus dat er zeer veel schetsen gemaakt worden. Bij het maken van de schets, moet de kunstenaar ook rekening houden met de haalbaarheid van zijn voorstel. Het werk moet kunnen uitgevoerd worden zoals op de schets aangegeven is. Op basis van de schets wordt de prijs gemaakt en goedgekeurd. Eens het project uitgekozen is, kan de kunstenaar beginnen met de uitvoering van zijn oeuvre. Hiervoor maakt hij een karton 1/1. Het is een werktekening waarbij het glasraam 1/1 uitgetekend wordt. Alle loodlijnen worden eveneens duidelijk getekend en de stukken glas per kleur aangeduid. De tekeningen die op het glas komen worden ook op het karton getekend. Via een 3-lamellen schaar worden de kartonstukken uitgesneden tot kleinere patroonstukken. De kartonstukken dienen nu om de glasstukken uit te snijden. De glasstukken zullen al dan niet beschilderd worden om er de juiste figuren op aan te brengen. Dit gebeurt met een penseel en met speciale verf die zich bij 600°C volledig mengt in het glas. De verf wordt één met het glas op voorwaarde dat de oventemperatuur correct is. Indien de versmelting van de verf in het glas niet goed gebeurt, zal, de verf van het glas loslaten na een relatief korte tijd. We zien dan personages zonder ogen noch neus. Eens alle stukken gemaakt zijn, en kwalitatief in orde zijn, zullen ze zoals een legpuzzel verzameld worden. Ze worden met lood aan elkaar gehecht. De
- 11 -
stukken glas worden tenslotte met een soort mastiek in het lood vastgemaakt, zodat het raam stevig in elkaar zit en waterdicht is.13
2.2 Soorten glas Glas bestaat al sinds millenia. In de oudheid zou glas per ongeluk ontstaan zijn en de kleuren ervan eveneens. Glaskunstenaars gebruiken een brede waaier glas in hun pallet. We onderscheiden antiekglas (mondgeblazen) en Amerikaans of kathedraalglas (mechanisch). Bij antiekglas zijn geen twee stukken aan elkaar gelijk, wat duidelijk de voorkeur van de kunstenaar krijgt. Kleuren zijn voor de kunstenaar van essentieel belang. Het kleuren van glas gebeurt in de massa, door toevoeging van verschillende metaaloxiden. In functie van de dikte van het glas en de intensiteit van het kleur zal het glas meer of minder licht doorlaten. De kunstenaar kan ook tekenen op glas om de gezochte schakeringen te bekomen. Elk stuk gekleurd glas heeft een andere nuance. De glasschilder zal proberen via de combinatie van verschillende stukken glas één kleurrijk beeld te maken. Het lijkt een mozaïek maar dan in doorschijnende vorm. Ook de intensiteit van het licht maakt dat het glasvenster er vandaag zo uit ziet, en morgen opnieuw anders.14
2.3 Tekenen op glas De glasschilder componeert met kleuren en loodlijnen. Hij verdeelt schaduw en licht door het al of niet aanbrengen van grisaille. Hij gaat als volgt te werk. Schetsen: Met een metaalstift tekent hij de contouren van zijn onderwerp. In feite graveert hij de contouren op het glas. Schilderen: Het schilderen gebeurt in 3 stappen. Eerst brengt de schilder de contourlijnen aan. Binnen deze lijnen strijkt hij grisailleverf in verschillende densiteit. Tenslotte tamponeert hij nog de grisailleverf om zo de juiste schaduwschakkeringen te bekomen. Branden: De glasscherven waarop de grisailleverf aangebracht is, worden in de oven op 600°C verhit, de grisailleverf smelt en impregneert in het glas. De verf wordt één met het glas.
0
MERTENS T., Uit licht geboren, Gust Ladon (1863-1942), vzw Lommel 1000, p. 34 - 42 14 MERTENS T., Uit licht geboren, Gust Ladon (1863-1942), vzw Lommel 1000, p. 27 - 32 13
- 12 -
2.4 Het glazeniersatelier Sint-Michiel Roderburg noemde zijn atelier “Werkplaats Sint-Michiel, Atelier SaintMichel”. Vanwaar deze naam ? “Tapijtwevers, behanger of tapytsiers, zeg ik. Daarnaast komen nog de huisschilders. Niet de kunstschilders: die vierden St. Lukas. En de glazenmakers. Maar is ’t misschien door die huisschilder en glazenmakers dat ’t schoon raam met St. Michiel, dat nu in Gruuthuse te zien is, gekomen is in onze Brugse schilderskapel in de Zilverstrate ?”15 Deze tekst van Michiel English doet mij vermoeden dat Roderburg zijn werkplaats naar de patroonheilige van de glazenmakers genoemd heeft. Het atelier van Roderburg op de Baron Ruzettelaan, is volledig naar zijn wensen gebouwd. Roderburg had zijn opleiding in Keulen gekregen en er jaren gewerkt. Hij baseerde zich dus duidelijk op de gebruiken van een atelier uit de 19de eeuw16.
Fig. 7: Atelier St.-Michiel te Steenbrugge, foto familie archief te Langewehe (D)
Sociaal werd er duidelijk een onderscheid gemaakt tussen de ontwerpers of “creatieven” en de uitvoerders. Dit werd ook ruimtelijk uitgedrukt. De ontwerpers namen plaats op een verhoog. Ze konden daar rustig tekenen en hun ontwerpen uitwerken. De makers van de kartons zaten er juist onder en tenslotte de snijders- vergaarders en de loodzetters aan de buitenkant van het atelier. 0
ENGLISH M., Dagklapper, Deel I, blz. 265, uitgeverij Tabor-Brugge, Parochieblad 3e jg., nr. 40, 3 oktober 1948 16 CAEN J., Antwerpen, telefonisch interview op 30 augustus 2011 15
- 13 -
Na het overlijden van F. Roderburg in 1963, wordt zijn atelier overgenomen door Guy De Lodder. Hij heeft er nog een kleine veertig jaar gewerkt, zonder ingrijpende veranderingen aan te brengen. De Stichting Marcus Gerard heeft ernaar gestreefd het gebouw te laten klasseren maar hiervoor was er te weinig interesse17.
2.5 Glas, een unieke grondstof Voor Roderburg is het bezitten van een gevariëerde en rijke glascollectie primordiaal om zijn kunstambacht professioneel te kunnen uitoefenen. De verscheidenheid aan glassoorten is het kleurenpalet waarmee de kunstglazenier aan het werk kan. Hij is dan ook altijd op zoek naar nieuwe soorten glas. Hij kent verschillende leveranciers en aarzelt niet ver van huis te gaan om het juiste glas te vinden. In brieven die ik in het familiearchief teruggevonden heb, lees ik dat hij speciaal blauw glas via zijn neef uit Engeland laat komen. Ik heb ook glastalen gevonden die afkomstig zijn uit Darmstadt (D), van het glasbedrijf Mittinger & C°, K.-G. Leo Crul vertelt dat Roderburg speciaal een kelder liet bouwen om zijn glasvoorraad erin onder te brengen. Tijdens de bombardementen op St.Michiels in WOII laat hij zijn kelder onder water zetten, opdat het glas niet zou breken door de trillingen van de bombardementen18.
2.6 Roderburg: van neogotiek naar expressionisme? Leo Crul19, schrijft in het tijdschrift Asbroek over de stijl van Roderburg: “Als ik de brandglasramen van Roderburg bewonder, dan herken ik toch vage karaktertrekken van Jugendstil en vooral Art Deco in zijn werk (zie de glasramen in de St.-Catharinakerk en in de St.-Pietersabdij). Zelf innerlijk gesloten, vertolkte hij in zijn glasramen de diepst menselijke gevoelens, zoals de beleving van de goddelijke kracht. Zijn vormentaal en kleurenpalet waren schokkend en nieuw en hij nam hierdoor een uitzonderlik plaats in in de geschiedenis van de glasschilderkunst in ons land. De verklaring hiervoor kan misschien gezocht worden in zijn Duitse artistieke opleiding. Persoonlijk vind ik dan ook dat een mens en kunstenaar als Roderburg extra aandacht mag krijgen via dit artikel, als we weten dat in die periode nog veel glazeniers vastzaten in de zielloze figuratie en zeemzoetige voorstelling van neogotische 0
VANDEN ABEELE A., Brugge, interview op 13 september 2011 18 CRUL L., Brugge, interview op 10 december 2011 19 CRUL L., Glazenier Frederic Roderburg, Arsbroek, kring Hervé Stalpaert, 1999, jaarboek 16, p 84 - 87 17
- 14 -
(glas)schilderkunst. Er zijn dan ook van Roderburg spijtig genoeg bijna niets in archieven of boeken terug te vinden !� Van opleiding in neogotiek is Roderburg overgegaan naar het gebruik van verschillende stijlen. Reeds voor WOI kan men zien dat Roderburg andere en nieuwe stijlen uitprobeert. Zijn sterkte is zeker zijn vaardigheid in het tekenen. Bepaalde opdrachtgevers zullen hem duwen in de richting van het expressionisme, zoals abt Modest Van Assche van Steenbrugge. Dat dit niet altijd door iedereen goed aanvaard werd, zullen we ook bespreken in het hoofdstuk over de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge. In zijn werk in Brugge ontmoeten we verschillende stijlexpressies. Het pure grafische. Hier denk ik dan aan de verschillende wapens die Roderburg getekend heeft, bijvoorbeeld in het bisschoppelijk paleis, in het Grootseminarie, in het klooster van de Zwartzusters, ‌ Tot in de details exact en met grote expertise. Het schilderen op glas kent voor hem geen geheimen. Het figuratieve met een zeer sterke expressie en een rijk kleurenpalet. Dit vinden we terug in de kleine kapel van het Bisschoppelijk Paleis (zie Fig. 11), in de acht heiligen op de tweede verdieping van het Grootseminarie (zie Fig. 14), in de zijinkom van het klooster Kastanjeboom van de Zwartzusters met de voorstelling van de H. Ursula. Roderburg kon ook een Wagneriaanse stijl gebruiken. Dit zien we onder andere in de glasramen van de apotheek Vande Vyvere, die nu in het Volkskunde museum staat (zie Fig. 17). Die stijl heeft hij ook gebruikt in de H.-Antoniuskerk van Knokke-Heist en in de St.Vedastuskerk van Reningelst bij Poperinge. In de Sint-Pietersabdij en in de Sint-Katarinaparochie hanteert hij dan een zeer expressieve stijl. Hierop komen we in de hoofdstukken 5 en 6 terug. Deze stijl zien we ook in het Thomas van Aquino brandraam boven de deur van de bibliotheek in het Fig. 8: St. Nicolaas van Tolentino, Klooster Zwartzusters te Brugge
Grootseminarie. - 15 -
Ik wil ook wijzen op een meer minimalistische of modernere stijl die Roderburg gebruikt voor de Sint Nicolaas van Tolentino, eveneens in het klooster Kastanjeboom van de Zwartzusters. Diezelfde stijl vinden we terug in de kapel van de zusters Augustinessen van Meaux in de Claradreef en in de zijbeuken van de Abdij Sint-Pieters (zie hoofdstuk 5).20
Roderburg kan ook met de glaskleuren spelen om warmte en diversiteit te creëren, enkel met geometrische motieven, bijvoorbeeld in burgerwoningen.
Fig. 9: Binnenvenster privéwoning Rolweg Brugge Fig. 10: Buitendeur privéwoning Rolweg Brugge
0
BAKELANTS I., et al, Gloed van glas, cataloog tentoonstelling ASLK, 1986 20
- 16 -
3 Het werk van F. Roderburg in Brugge 3.1 Werk in openbare kerkelijke gebouwen In Brugge zijn er twee kerken waar Roderburg significant aanwezig is. Toevallig liggen zij in de omgeving waar hij woonde en werkte. Het zijn de kerk van de Sint-Pietersabdij van Steenbrugge en de parochiekerk van SintKatarina te Assebroek. Beide kerken zullen we uitvoerig bespreken in hoofdstuk 4 en 5. Parochiekerk Sint-Pieters-op-de-dijk De ramen van Sint-Pieters-op-de-dijk21 worden door pastoor E. Verstraete, broer van L. Verstraete, besteld in de jaren 1935 en 36. Het zijn eenvoudige ramen met klaar glas. Zij stralen evenwel in hun eenvoud veel karakter uit. Capucijnenkerk, Boeveriestraat Tussen het koor van de kerk en de winterkapel worden er twee glasramen geplaatst in 192822. Vandaag staan beide ramen er nog, maar zijn niet zichtbaar. Vanuit de winterkapel kan men de achterzijde van de ramen voelen of zien. Eén raam heeft bloemmotieven en de afbeelding van twee arme mensen, decoratief verwerkt als verheerlijking van de schepping Het andere raam heeft allerlei bloemen, decoratief verwerkt rond de kroon van Maria. Dit werk dateert van 192723. Abdij van Zevenkerken (Sint-Andries) In de abdij van Zevenkerken zijn er ook glasramen van Roderburg24. In de kerk is er een glasraam met Kalvarieberg. Het raam is getekend door Brangwyn en uitgevoerd door Roderburg. De glasramen van de sacristie zijn getekend door Broeder Bruno en eveneens uitgevoerd door Roderburg. Ze stellen de Advent, Kerstmis, Driekoningen, de Vasten, Maria ten Hemelopneming, Sacramentsdag en Pinksteren voor. Zij dateren uit 1931. In de kapittelzaal vinden we onder andere glasramen getekend door Brangwyn en uitgevoerd door Roderburg. De volgende heiligen zijn in duo 0
RODERBURG F, Facturatieboekje, beeldenarchief Roderburg, KADOC, Leuven 22 BAKELANTS I., De glasschilderkunst in België in de 19de en 20ste eeuw, deel B, Uitgeverij Den Gulden Engel, Wommelgem, blz. 117 23 RODERBURG F, Brief van FR aan LS, dd 10 maart 1927, Archief Letterenhuis, ref R5666, Antwerpen 24 BAKELANTS I., De glasschilderkunst in België in de 19de en 20ste eeuw, deel B, Uitgeverij Den Gulden Engel, Wommelgem, blz. 128 en 129. 21
- 17 -
voorgesteld: Martinus en Bavo, Amandus en Augustinus, Paulus en Petrus, Eligius en Ancharius, Bonifacius en Rembertus. Zij dateren van 1935. Sint-Thomakerk (Brieversweg St.-Kruis) In de Sint-Thomaskerk bevindt zich een mooi glasraam van H. Sebastiaan.
3.2 Werk in niet-openbare religieuze gebouwen Bisschoppelijk paleis, Hof van Pittem, H. Geeststraat In het bisschoppelijk paleis zien we werk van Roderburg op twee plaatsen, in de grote kapel op het gelijksvloer en in de intieme kapel op de eerste verdieping. De grote kapel gebouwd door Mgr. Lamiroy in de rechter vleugel van het paleis heeft 4 vensters die uitgeven op de binnenkoer. De glasramen van Roderburg vormen binnenvensters. Op de glasramen vinden we de wapens van belangrijke bisschoppen van Brugge van voor en na de Franse revolutie. Op het eerste raam zien we ook de wapens van Filips II van Spanje en van paus Gregorius XVI die ons bisdom op het eind van de 16de eeuw stichtten en van Koning Leopold I en paus Pius IV die het bisdom na de Franse revolutie en de Hollandse periode opnieuw installeerden in 1834. Het werk is zeer fijn en professioneel gemaakt. De stijl is terug te brengen tot de empirestijl van de kapel.
Fig. 11: Glasraam bovenkapel bisschoppelijk paleis, Brugge
De kapel boven heeft een wand met mooi glaswerk, bestaande uit drie boogvensters met ertussen kleine driehoekige glasraampjes . De drie vensters vormen ĂŠĂŠn geheel, met centraal een gekroonde Sedes - 18 -
Sapientiae, waarboven twee engelen nogmaals een kroon dragen. Op het linker venster zien we Sint Donaas, geknield met mijter en staf en die een wiel met kaarsen draagt. Achter hem in grisaille de Sint-Salvatorkathedraal en bovenaan het wapen van bisschop Henri Lamiroy. Op het rechter venster herkennen we een knielende Karel de Goede met zwaard, het belfort en de Sint-Donaaskathedraal in grisaille, en bovenaan het wapen van Brugge. Het rechter en het linker glasraam vormen een mooie symmetrie. In de twee driehoekige openingen tussen de vensters zien we engeltjes. Deze brandramen zijn te zien in de gevel van de Goezeputstraat. Grootseminarie, Potterierei Veel glasramen van het Grootseminarie zijn van de hand van F. Roderburg, In de twee zalen van het Calefactorium zien we twaalf wapens van de abdijen in het bisdom Brugge en Ieper. De wapens steunen op een abtsstaf. Het gaat over de abdijen die bestonden voor de Franse Revolutie. We lezen volgende tekst op de glasramen: BMV de Vormezele CRSA BMV de Zonnebeke CRSA Abbatia de Eversham CRSA S. Petri Loënsis CRSA “Omnis Carafoenum” S. Martini Iprensis CRSA S. Nicolai Furnensis O. Praem S. Bartholomaei de Eeckhout S. Petri Wastenensis C.R.S.A. Zoetendale alias Dulcis Vallis CRSA S. Ionnis Ipren Olim Morin OSB S. Petri Aldenburgensis OSB S. Andrea juxta Brugas OSB
1060 – 1794 1072 – 1797 1090 – 1797 1093 – 1797 1102 – 1797 1120 – 1797 1130 – 1797 1138 – 1792 1215 – 1584 686 – 1796 1087 – 1797 1098 – 1798
De abdij van Ter Doest en Ter Duinen zijn niet opgenomen in de lijst van twaalf, omdat hun wapens afzonderlijk afgebeeld staan op de grote schouw. In de twee kamers van de sacristie, aan de linkerzijde van het koor van de grote kerk, vinden we eveneens een rij glasramen met afbeeldingen van acht zaligen en heiligen uit het bisdom. AD 1107 AD 1128 AD 1130 AD 1153
Beatus Ligerius Patria Beatus Fulco in Regimine Beatus Robertus Brugensis Beatus Albero, monachus S. Idesbaldus Vander Gracht Beatus Torfimius S. Donatianus OLV Ter Duinen - 19 -
In de gang van de eerste verdieping van het kloosterpand, net boven de abstkapel, vinden we een glasraam dat uit drie stukken gemaakt is. Het middendeel stelt een fontein voor. De tekst luidt: “HAURIETIS DE FONTIBUS AQUAS SALVATORIS IN GAUDIO, Isaias XII, 3” Op het einde van de gang, juist voor de bibliotheek, zien we twee wapens, waarvan een van Jan Crabbe. Binnen in de bibliotheek zijn er nog twee andere wapens te zien. Fig. 12: Wapen van abt Crabbe, Grootseminarie Brugge n
Fig. 13: Grootseminarie, bibliotheek 1ste verdieping
Boven de deur van de biblotheek hangt een groot glasraam van Thomas van Aquino. Hij staat afgebeeld met een asymmetrische aureool, een ketting om de hals en een ganzenveer. Hij houdt een boek vast met de tekst: “Adoro te devote latens deitas.“ Naast Thomas van Aquino zien we vier wapens: Ampl. D Bernardus Campmans, hujus abbatiae exstructor, 1648, Carolus De Visch R. Adm. D. s, prior et chronista dunensis 1665, Illustr. Dom. Henricus Josephus van Susteren, seminarii Brugensis fundator, + 1742 Illustr. Dom Franc. Ren. Boussen, Seminarium Brugense denuo instauravit + 1848
. Dit glaswerk is zeer merkwaardig, vooral het middenstuk met de afbeelding van Thomas van Aquino. Roderburg probeert hier een nieuwe techniek waarbij hij niet op het glas tekent, maar het lood en effen gekleurd glas gebruikt om zijn afbeelding te realiseren. Kijk naar de handen en de vingers. Ook de tekst op het boek is volledig met lood geschreven.
- 20 -
Op de tweede verdiepinging staan acht panelen met heiligen gemonteerd in een lichtkast aan de wand. Ze meten elk ongeveer 25 cm breed op 100 cm hoog. Het zijn van links naar rechts: de H. Martha, de H. Maria, de H. Donatianus, de H. Petrus, de H. Idesbaldus, Karel de Goede, de H. Agnes, de H. Elisabeth.
Fig. 14: Grootseminarie, 2de verdieping
Verder in het grootseminarie zijn er nog glasramen gemonteerd in de privéappartementen. Deze kunnen niet bezichtigd worden. Zwartzusters, Oosterlingenplein25 In het klooster “Kastanjeboom”van de Zwartzusters op het Oosterlingenplein vinden we verschillende glasramen van Roderburg. Ze werden gerecupereerd uit de gebouwen van de Spaanse Loskaai. Zo vinden we boven de ingangsdeur van het klooster een zeer mooie pelikaan die eten geeft aan zijn jongen. Het glasraam is volledig getekend op lichtgeel glas, met de klassieke contour- en grisailleverf, én opgehoogd met zilvergeel. In de woonruimte vinden we een groot raam met H. Nikolaas van Tolentino. Dit glasraam is in een moderne minimalistische stijl uitgevoerd. Het laat ontzettend veel licht door en straalt rust en vrede uit. In dezelfde ruimte vinden we verschillende wapens van de kloosters van de zustergemeenschap : Oostende S. Laurens, Diksmuide S. Andries, Menen H. Familie, Blankenberge H. Elisabeth, Oostende H. Hart, Veurne, Brazilië. In de zijinkom vinden we een prachtig manshoog glasraam met de H. Ursula en de maagden onder haar mantel. Boven de buitendeur zien we een wapen van het Brugse klooster met de tekst “Brugge S. Ursula gezeid Kastanjeboom 13613. De H. Ursula is duidelijk de patroonheilige van de 0
ZWARTZUSTERS, Met dank aan Zuster Overste voor de rondleiding en uitleg, Brugge 7 november 2011. 25
- 21 -
Brugse kloostergemeenschap. Deze brandglazen komen uit de kapel van de Spaanse Loskaai. Ze waren ingemetseld. Enkel de H. Ursula kon bewaard worden, terwijl de overige (S. Franciscus, H. Genoveva, …) vernietigd werden of overgebracht ‘ergens’ in Grimbergen. Zij dateren van 1951.26
Zwartzusters, Spaanse Loskaai en Woensdagmarkt In de Spaanse Loskaai staan nog enkele brandglazen van Roderburg. Op de gang boven hangen een zestal brandglaspanelen met de wapens van de rijke families uit de Spanjaardstraat of de Spaanse buurt: De la Torre, Pesqueras, Cereso, Oyseel, De Mil en Pardo. Boven de ingangsdeur van de Woensdagmarkt zien we eveneens een brandglasraam met pelikaan. Dit is ook een werk van Roderburg. Het is een achthoekig medaillon omrand met rode lijn, met een gele pelikaan die zijn jongen voedt, op een blauwe achtergrond. Het medaillon zelf is opgenomen in een doorschijnend glas in lood compositie van vierkante glasstukken en een rood vierkant kader. Zuster Augustinessen de Meaux, Claradreef In de kapel van de zusters staan twee glasramen die opnieuw de moderne minimalistische stijl van Roderburg illustreren. De ramen zijn mooi en indrukwekkend door hun soberheid. Zij zijn transparant. In het midden is er een sober kruis gemaakt uit uniform gekleurde glasstukken. Het kruis bestaat enkel uit een horizontale en een vertikale lijn, die elkaar middendoor snijden. Kapel van Messem, Legeweg (St.-Andries) In het veldkapelletje aan de Lege Weg ter hoogte van het domein Messem, staat een kapel die gebouwd werd in 1870 door Cesar Delafontaine. Het brandraam werd geschonken door Georges Lebbe in 1950 . Het stelt de Madonna met kind voor. Het kindje streelt zijn moeder. Onderaan rechts zien we de wapens van Jean van Zuylen van Nyevelt en van zijn echtgenote Louisa van Zuylen. 27
0
ZWARTZUSTERS BRUGGE, zuster Christine, e-mail van 6 november 2011 27 VAN ZUYLEN, J.-P., Het domein Messem van de Middeleeuwen tot heden, CVO Spermalie, eindwerk Gidsenopleiding 2011, blz. 28 26
- 22 -
Kapel St.-Hubertus, Oostendsesteenweg (St.-Pieters) De Sint-Hubertuskapel op de hoek van de Oostendse Steenweg en de Sint-Pietersmolenstraat in Sint-Pieters (Brugge) dateert uit 1932 en herinnert aan een kapel die al in de loop van de 16de eeuw verdween. Pastoor Ernest Verstraete vroeg architect Luc Viérin expliciet om een moderne kapel te ontwerpen. De SintHubertuskapel is een voor West-Vlaanderen erg zeldzaam voorbeeld van een wegkapel in modernistische stijl. De kapel werd in 2004 beschermd. De glasramen werden geconcipieerd door F. Roderburg.28
Fig. 15: St.-Hubertuskapel, foto Ons Erfgoed, W. Vereenooghe
3.3 Werk in burgerlijke gebouwen Roderburg heeft ook zeer veel werk geleverd voor burgerlijke gebouwen in het Brugse, zowel bij particulieren als in openbare gebouwen. Het is jammer vast te stellen dat veel van dit werk reeds vernield is. Bepaalde konden bij verbouwingswerken worden gerecupereerd en zijn in musea bewaard . Vrij Technisch Instituut, Boeveriestraat
Fig. 16: VTI Boeveriestraat, gelijkvloers
Het brandglasraam “Rijker Geest, Fijner Hand” hangt nog steeds tussen de binnengang en de traphal op de speelplaats. Op de eerste verdieping zien we ook nog een wapen van Mgr. Lamiroy dat zeer beschadigd is. Beide glasramen dateren uit de jaren 30.
0 28
http://inventaris.vioe.be/dibe/relict/57845, 6 december 2011
- 23 -
Spermalie, Snaggaardstraat In het instituut voor Blinden en Doven van Spermalie hangen enkele glasramen van Roderburg. Apotheek Van de Vyvere, Hoogstraat, nu in museum voor Volkskunde, Balstraat
Fig. 17: Farmacie, apotheek Vande Vyvere, foto Jan Termont
Apotheker Vande Vyvere heeft vier glasramen laten maken voor zijn apotheek in de Hoogstraat. EĂŠn boven de deur en de drie andere boven de vensters. Het eerste raam boven de ingangsdeur (Fig. 17) verbeeldt de farmacie. We zien een aandachtig schrijvende monnik. Hij houdt een vergrootglas in de hand terwijl hij het vingerhoedskruid bestudeert. Om de planten te ontleden gebruikt hij verder schaar en microscoop. Boven en onder bevinden zich spreukbanden. Pax intrantibus. Salus exeuntibus (Vrede aan die binnenkomen. Heil aan die buitengaan). De betekenis van de gehele voorstelling wordt samengevat met de spreuk Ars cum Natura ad Salutem conspirant (De kunst is eensgezind met de natuur tot heil (van de mens)). Het tweede raam is ter ere van de grootvader van Paul Vande Vyvere, stichter van de apotheek. Hij houdt de stamper met beide handen in een metalen vijzel. Naast zijn hand zien we een buitenzicht met het Belfort van Brugge. Het derde raam is gewijd aan de natuur- en wiskundige Simon Stevin. Hij houdt een passer in de linkerhand en een rol papier met een meetkundige figuur in de rechter hand. - 24 -
Het laatste raam is ter ere van H. Amandus, patroon van de nering van de kruideniers en apothekers. Dit raam werd in 1976 gestolen toen het zich nog in situ bevond. In 1988 werd het vervangen door een getrouwe kopie voorzien van het monogram van de Brugse glazenier Leo Crul. 29 Dr. Sebrechts, Beenhouwersstraat Uit de archiefdocumenten weten we dat ook professor Sebrechts veel glasramen bij Roderburg besteld heeft. Dr. Verstraete, Spinolarei 9, nu huis familie Speybrouck – Rommel Het glaswerk dat we hier vinden is een eerbetoon van Roderburg aan dokter Verstraete. Louis Verstraete heeft voor zichzelf een Vlaamse Zaal ontworpen met een grote renaissance schouw, muren bekleed met lambrisering en leer van Cordoba. Zijn mooie verzameling oude meubelen, aardewerk en andere prijkten in deze zaal. Voor de twee vensters die uitgeven op de Spinolarei heeft Roderburg glaswerk gemaakt in dezelfde stijl als de zaal, duidelijk neigend naar barok. Elk venster is in drie gedeeld met twee gelijke ondervenster en een bovenstuk. De vensters zijn omlijst met barokke krullen en putti. In het midden van elke omlijsting prijkt een medaillon. In de vier onderste stukken verbeelden de medaillons de vier kunsten: muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst. De twee bovenste medaillons zijn romantische zichten van de Brugse reien. In de omlijsting zijn er putti getekend. De boven rij putti spelen muziek en de onderste rij dragen elk een bord met tekst: “Den Heere Doktor Lodewyk Verstraete en vrouw opgedragen door Kunst en Glasschilder F Roderburg Brugge 1925” U zult merken dat de putti met veel humor getekend zijn. De Heere buigt zich en neemt zijn hoed af. De “doktor” verdrukt de dood met zijn voet op een doodshoofd. Mevrouw heeft een mooie jurkje aan. “Opgedragen” lijkt vrij zwaar te zijn. Putto Roderburg is wat bedeesd.
Fig. 18: Spinolarei, 9, details glasraam Vlaamse Zaal
0
DEZUTTER W.P., Vier gebrandschilderde ramen (1929) uit de voormalige apotheek van Paul vande Vyvere (Brugge), Van Mensen en Dingen, jrg.1 (2003) nr. 2, p188-194 29
- 25 -
De schets van deze tekeningen is bewaard in het KADOC te Leuven.
Fig. 19: schets glasraam Spinolarei, 9, KADOC Leuven
Huis Bernolet, Rolweg In het huis Bernolet is er Art Deco glaswerk te zien. In de living is er één voorzetraam in brandglas. De voorzetramen van de twee overige vensters staan op zolder. In de garage staan twee deuren die vroeger op de tuin uitgaven. Gelukkig werd dit gespaard, en hopelijk zal dit ook zo mogen blijven(zie Fig. 10). Diversen We mogen ook niet vergeten dat Roderburg ontzettend veel medaillons gemaakt heeft, die her en der nog in de woningen van onze stad hangen.
Fig. 20: Brugge grisaille, familie Scharpé
- 26 -
Fig. 21: Thomas More, privé verzameling, Brugge
Fig. 22: Belfort, familie De Jaeghere, Dover (UK)
3.4 Roderburg in BelgiĂŤ Werk van Roderburg vinden we niet alleen in Brugge, maar in gans WestVlaanderen, in het Meetjesland, in de provincie Antwerpen en in Vlaamsen Waals-Brabant. In West-Vlaanderen zijn opmerkelijke ramen te zien in Reningelst, Ieper Voormezele, Poelkapelle, Oostende, Knokke-Heist, Kuurne, Diksmuide, Roeselare, Izegem, De Panne, Middelkerke, Zwevezele, Wingene, Jabbeke. Ook voor de toenmalige Bank van Roeselare heeft hij veel geleverd. Zijn werk is eveneens goed aanwezig in Vlaams-Brabant, meer bepaald in het Leuvense. In het M Museum bevindt zich nog zeer vroeg werk (begin jaren 20) van Roderburg.
Fig. 23: Glasraam F. Roderburg, M Museum, Leuven
Fig. 24: Glasraam F. Roderburg, M Museum, Leuven
Tenslotte kunnen we ook nog vermelden dat er werk is van Roderburg in Duitsland (voornamelijk Rijnland), Engeland (niet te bepalen), Congo, Pakistan (Lahore) en IndiĂŤ (Ranchi).
- 27 -
- 28 -
4 De glasramen van de Sint-Pietersabdij te Steenbrugge 4.1 Geschiedenis van de abdij Steenbrugge ligt op een uithoek van zowel Assebroek, Sint-Michiels als Oostkamp. De inwoners beschouwen zich echter als inwoners van Steenbrugge. “We zijn van Steenbrugge”, ongeacht of dit nu Assebroek, Sint-Michiels of Oostkamp is. De site is al zeer vroeg bewoond geweest. Tot aan de Franse Revolutie behoorde Steenbrugge tot de paallanden van Brugge. De abdij is vrij recent. Pastoor Pollet had er een kerk, een pastorie en een school gebouwd, en schonk die in 1879 aan de Benedictijnen van Dendermonde. Dom Paulus Luyckx kwam er zich vestigen samen met twee monniken. Pastoor Pollet stelde wel als voorwaarde dat de kerk door de monniken zou worden bediend. De kloostergemeenschap groeide snel uit tot een ware priorij. De gebouwen werden te klein. Eerst werd het kloosterpand vanuit de pastorie ingrijpend aangepast. In het middenstuk is de pastorie nog herkenbaar. Ook het koor in de kerk werd aangepast van een parochiekerkkoor naar een kloosterkerkkoor, waarin alle monniken plaats konden nemen. Op 5 juli 1896 wordt de gemeenschap van Steenbrugge door de abt-generaal Dominicus Serafini verheven tot abdij. De abdij draagt de naam “Abdij van het H. Hart van Jezus en van Sint Philippus, apostel”. Onder de derde abt, Modest van Assche, wordt er aansluiting gezocht met het verleden en met oudere abdijen. De Sint-Pietersabdij van Oudenburg, op een 15-tal km van Steenbrugge werd opgeheven tijdens de Franse Omwenteling. Zijn stichter, Sint Arnout, was een van de verkondigers van de vrede in Vlaanderen. Het vredeswerk van Modest Van Assche wou hiermee aansluiting vinden. De abdij ontving dan ook in 1934 de naam en de opvolgingsrechten van de stichting van Sint Arnout. Steenbrugge ontving naast het zegel en de voorrechten van de abdij, ook het wapenschild van Oudenburg, dat op een veld van sabel (zwart) een paalsgewijs geplaatste staf van zilver en twee gouden sleutels in de vorm van een St.-Andrieskruis. De abdij had ook geen leuze, en op voorstel van de novicen werd de leuze “Modeste” (op bescheiden wijze), eveneens zinspelend op de naam van de abt, door het kapittel aanvaard. Abt Van Assche is in 1945 gestorven als slachtoffer van de repressie. In 1981 werd Anselm Hoste abt. Hij heeft veel wetenschappelijke en geestelijke werken gepubliceerd. Daarnaast heeft hij ook de abdijtoren van Fig. 25: Wapen Abdij St.Pieters, glasraam inkom
- 29 -
een nieuwe spits voorzien (1984). Na meer dan 50 jaar is de toren nu opnieuw als een vinger die naar de hemel wijst30. Sinds 2008 wonen de paters en de broeders niet meer in de abdijgebouwen. Zij bouwden links van de abdijgebouwen een nieuw appartementsgebouw Huize Pax waar de acht kloosterlingen in gemeenschap samen leven. De gebouwen van de abdij zijn in erfpacht gegeven aan het Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst (DPB). De DPB heeft de gebouwen vernieuwd en aangepast aan eigen behoeftes. De kerk fungeert nog steeds als abdij- en parochiekerk. 31
4.2 Geschiedenis van de glasramen: generatie 1, 2 en 3 De abdijkerk bezit mooie en indrukwekkende glasramen. Ze dateren van verschillende periodes en vertonen zo ook verschillende stijlen. Hierna beschrijven we de glasramen van het koor, het transept, de westgevel, de hoofd- en zijbeuken en het kloosterpand. De beschrijving gebeurt op basis van wat vandaag bestaat en zichtbaar is. Dit betekent dat we niet chronologisch te werk zullen gaan. We kunnen evenwel drie periodes onderscheiden: De vroege periode, eind XIXe eeuw Het interbellum De naoorlogse periode Elke periode heeft zijn eigen stijlkenmerken: neogotiek, modernisme, expressionisme en Brugse opvulstijl.
4.3 De glasramen in het koor De glasramen in het koor dateren van de periode 1893 en 1894. Ze werden door weldoeners bekostigd voornamelijk door de familie Roelandts. De koorvensters werden door verschillende Brugse ateliers vervaardigd: L. Grossé-de Herdt, Oscar Annys-de Donckere en Samuël Coucke en zonen. Het koor telt vijf vensters, elk bestaande uit twee lancetten, bovenaan samengebracht rond een vierlob. We kunnen telkens twee registers onderscheiden, die elk één heilige afbeelden. In het totaal werden er 20 heiligen afgebeeld, o.a. een venster met de H. Benedictus, H. Scholastica, H. Bernardus, H. Camillus en een venster met H. Jozef, H. Irmina, H. Arthur, H. Margaretha.
D. SCHOCKAERT E., www.sintpietersabdij.be, historiek, 2 december 2011 31 VAN BIERVLIET A.T., Steenbrugge Geschiedenis van de abdij en van de parochie, Davidsfonds Steenbrugge, 1980, blz. 7, 79 en 140-141
0
30THOMAS
- 30 -
De twee buitenste glasramen in het koor staan nog steeds op hun originele plaats. Het raam links (Fig. 26) beeldt de H. Theresia, de H. Elisabeth, de H. Amandus en de H. Fidemensius uit. Op het rechter raam zien we de H. Hippolitus, H. Honorina, H. Thomas en H. Carolus32. De glasramen van het middenvenster en de twee zijvenster werden vernieuwd in 193733. De heiligen die op deze eerste reeks glasramen worden afgebeeld hangen nu op andere plaatsen in de abdijkerk, boven het triforium in de hoofdbeuk en bovenaan links en rechts in het transept rechtover de zijbeuken. Aan de vrouwenkant (links) vinden we vier vrouwelijke heiligen, aan de mannenkant (rechts) zijn dat drie mannelijke heiligen en een vrouwelijke. Fig. 26: Koorvenster uiterst links, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge
In de jaren 1936 tot 1939 heeft Abt Van Assche zeer veel glasramen laten maken, zowel voor de kerk als voor de abdij. Zij werden door F. Roderburg getekend en vervaardigd. In het archief van de abdij, is er correspondentie tussen F. Roderburg en pater Abt terug te vinden. De reden voor de uitvoerige correspondentie ligt in de handicap van Roderburg. Hij kon zich enkel schriftelijk uitdrukken. In 1937 vroeg vader Abt drie nieuwe grote ramen voor het koor te ontwerpen. De nieuwe glasramen zouden de vensteropeningen volledig vullen en de lancetten in het beeld integreren. Dit is duidelijk een vernieuwing in vergelijking met de neogotische ramen. Het middelste koorraam was gewijd aan Christus Rex. In het raam links werd Maria afgebeeld en in het raam rechts Sint Jan de Doper. Roderburg hield duidelijk rekening met de beperkingen van de vensteropeningen. Het middenprofiel van het venster stond telkens in de weg om de hoofden centraal te kunnen afbeelden. Daarom heeft hij een asymmetrische opbouw gekozen. Het hoofd van Christus komt in het rechter lancet en kijkt duidelijk naar Johannes. Ook de hoofden van Maria en van Johannes komen volledig binnen een lancet, respectievelijk rechts en links. Zo creĂŤert Roderburg een mooie symmetrie met asymmetrische elementen.
0
 VAN BIERVLIET, A.T., Steenbrugge Geschiedenis van de abdij en van de parochie, Davidsfonds Steenbrugge, 1980, idem, blz. 72-73 33 RODERBURG F., Briefwisseling met Abt M. Van Assche, Archief abdij Sint-Pieters, Brugge 32
- 31 -
Fig. 27: Schets koorramen 2de generatie, Abdij St.-Pieters, 1937, archief Abdij Steenbrugge
Fig. 28: Schilderij Lefèvre, St.-Pietersabdij te Steenbrugge
Ook de kleuren van de ramen waren zeer contrasterend en een beetje hevig. We hebben geen foto’s gevonden van deze glasramen. De Benedictijnen bezitten wel nog een schilderij van kunstschilder Lefèvre met een afbeelding van het koor. Samen met de schets van Roderburg, heeft ons dit een mooi beeld van hoe het koor versierd was. Deze opdracht was voor Roderburg een echte uitdaging. Een kunstenaar krijgt zelden de kans dergelijk werk te maken. Hij heeft dan ook al zijn talenten gebruikt om een mooie uitwerking te verzekeren. Het is een werk vol expressie en met veel kleur geworden. Abt Van Assche was wel zeer enthousiast over de creatie. Onmiddellijk na de plaatsing van de drie glasramen in het koor, heeft hij het raam van de westgevel en beide ramen van het transept bij Roderburg besteld. Maar niet iedereen was enthousiast over de nieuwe ramen. De paters en gelovigen vonden dat er teveel licht in het koor kwam, zeker in de morgenuren. Ook zou Christus veel te streng kijken. Roderburg probeerde de kritiek te relativeren. Hij stelde voor vernis op de vensters te plaatsen, Hij zou ook kleine aanpassingen in het wapen en in het hoofd van Christus aanbrengen.
- 32 -
Dom Aubert-Tillo Van Biervliet schrijft: “De uitbeelding was niet geslaagd; de zeven meter grote figuren en het felle koloriet leken wel te overweldigend voor de niet zo grote abdijkerk.”34 In 1952 worden deze glasramen verwijderd en vernield. Er worden onmiddellijk nieuwe ramen besteld. De nieuwe ramen zijn ontworpen door Rogier van de Weghe (Amphora, Sint-Andries-Brugge) en gerealiseerd door de firma Annys. In het midden zien we O.L. Vrouw van Affligem met Sint Bernardus aan haar voeten. Daaronder staan het wapen van abt Gabriël Willems. Naast Maria staat Sint Pieter, patroon van de abdij met eronder het wapen van Modest van Assche. Bovenaan zien we het ridderwapen van Sint Arnout. Op het glasraam rechts zien we Sint Arnout, afgebeeld volgens de oude iconografie als ridder met harnas, als bisschop met mijter en mantel, en met een brouwschepel als patroon van brouwers en herbergiers. Het venster is een gift an de Brouwerij ‘Hamerken, waarvan wij het wapen naast Sint Arnout zien. Onder Sint Arnout is het wapenschild van de abdij van Oudenburg. Daarnaast Sint Godelieve, die een nicht van Sint Arnout was, met haar halsdoek en vier kronen, en daaronder het Fig. 29: Glasraam in koor, wapenschild van de abdij Ten Putte. We lezen er de Sint-Pietersabdij, namen van de gevers, A. Traen-Crampe, broer en Steenbrugge schoonzuster van Dom Mauritius Traen. In het venster links van Sint Benedictus met het wapenschild der orde, en Sint Isidoor, patroon van abt Isidoor Lambrecht, met zijn wapenschild.35
0
VAN BIERVLIET, A.T., Steenbrugge, geschiedenis van de abdij en van de parochie, blz. 153, Davidsfonds, 1979 35 VAN BIERVLIET, A.T., Steenbrugge, geschiedenis van de abdij en van de parochie, blz. 265, Davidsfonds, 1979 34
- 33 -
 Fig. 30: Mozesglasraam, noorddwarsbeuk, Sint-Pietersabdij Steenbrugge
4.4 De noorddwarsbeuk: Mozes Mozes is de wetgever van het Oude Testament. Hij gaf de tien geboden aan de joden. Op het glasraam zien we Mozes in een biddende houding. Hij staat recht en we zien dat hij in contact is met God via de twee stralen op zijn hoofd.. Onder Mozes zien we een stenen tafel met het woord “LEX” wet. Hij is omringd door twee mensen, Aaron, zijn oudste broer, eerste hogepriester van Israël en Levi, derde zoon van Jacob, en vader van de stam van de Levieten die instonden voor de cultus. De tekst bovenaan, verdeeld over drie glasramen, luidt: ”Als Mozes de handen verhief, overwon Israël”. Het glasraam is gewijd aan Dom Paulus Luyckx, eerste overste van Steenbrugge. We lezen onderaan het glasraam “Dom Paulus Luyckx, stichter van dit klooster in IX 1879 in Pace 24 II 1896”. Stilistisch herkennen we de nieuwe expressieve stijl van Roderburg. Bij opzoekingwerk in het KADOC, waar een gedeelte van de kartons van Roderburg bewaard worden, heb ik een stuk van het karton van Mozes teruggevonden evenals de basisschets. Roderburg realiseert zijn glasraam met unikleurige stukken glas die hij via compositie en lood tot een beeld brengt. De kleurschakeringen die hij realiseert zijn een echt kunstwerk. De baard van Mozes kent meer dan tien kleurschakeringen van wit. Elk stukje Fig. 31: Baard van Fig. 32: Baard van Mozes, Mozes, detail uit glas is in een andere vorm werktekening, glasraam gesneden. Het lood begrenst de KADOC Leuven kleuren net als in een striptekening. Roderburg tekent niet meer op het glas, hij gebruikt de neogotische grisailletechniek niet meer. Waarom heeft Roderburg een glasraam met het thema Mozes gemaakt ? Het antwoord hierop heb ik (nog) niet gevonden. Het thema van de twee andere glasramen (H. Benedictus en H. Petrus) zijn gemakkelijk te verklaren. H. Benedictus is de stichter van de Benedictijnen en H. Petrus is de patroonheilige van de abdij. Maar een verband tussen Mozes en de abdij heb ik niet onmiddellijk gevonden. Zou er een verband liggen tussen Mozes en de gedachten van Abt Van Assche ? Is het zijn geloof in orde en wet dat hij met dit glasraam wil overbrengen ?
- 35 -
Fig. 33: Glasraam H. Benedictus, zuiddwarsbeuk Sint-Pietersabdij, Steenbrugge
4.5 De zuiddwarsbeuk : Sint Benedictus Dit glasraam hangt recht tegenover dat van Mozes, op de zuidgevel. Het stelt de H. Benedictus, al stervend, voor. De H. Benedictus staat recht, met de armen open en bidt tot God. De volgelingen ondersteunen hem: twee paters, de H. Scholastica (links) en een andere vrouw of Benedictines. Bovenaan staat te lezen: “Staande in de bidplaats gaf St. Benedictus biddend de geest”. Onderaan rechts zien we het boek van de stichter van de benedictijnen met als opschrift : “Regula” Het venster is gewijd aan Dom Hildebertus Maessens, die op 23 maart 1927 in de kerk stierf, en is een geschenk van zijn zusters. Onderaan het raam lezen we: “In mem Dom Prior Hildebertus Maessens Prior Gestorven in deze kerk in Pace 23.3.1924 NL Zusters DD” Links onderaan, juist boven de tekstbalk, zien we een duif. Het is de duif van de H. Scholastica. Bij haar overlijden zag haar broer, de H. Benedictus, haar ziel naar de hemel vliegen onder de vorm van een duif. Roderburg gebruikt hier duidelijk dezelfde stijlelementen als voor het glasraam van Mozes op de noordergevel. Hij gebruikt donkere kleuren en donker glas, omwille van de lichtintensiteit door de middagzon aan de zuidkant. Ook de compositie is gelijklopend. Beide figuren houden de handen omhoog en worden door naasten ondersteund.
- 37 -
Fig. 34: H. Petrusglasraam, westgevel Sint-Pietersabdij, Steenbrugge
4.6 De westgevel: Sint Pieter Op dit glasvenster zien we een zelfzekere Sint-Pieter. Hij staat op een klein verhoog, met beide voeten samen en met de handen open. In zijn rechter hand houdt hij de twee sleutels van de hemel en in zijn linker hand het heilig boek dat de weg toont naar de hemel. Boven Sint-Pieter zien we een kruis. Onderaan het (nieuwe) wapen van de abdij, de sleutels van St. Pieter in een St.-Andreaskruis met een rechtstaande abtsstaf op een achtergrond van sabel en de nieuwe leuze “In viam Pacis” op weg naar vrede. Onder zijn rechterarm zien we de H. Arnoldus, stichter van de Sint-Pietersabdij van Oudenburg en drager van de vrede in Vlaanderen. Onder zijn linker arm zien we H. Godelieve, met halsdoek en 4 kronen. De H. Godelieve is een prominente heilige in het Brugse en in het bisdom Brugge. Net zoals de twee glasramen in het transept, Dit glaswerk is zeer merkwaardig in deze neo-gotische omgeving. Abt Van Assche wou duidelijk weg van de traditionele neo-stijlen en wou aansluiten bij een moderne kunstvorm, een vorm van expressionisme. Net zoals bij de twee glasramen in het transept overstijgt Roderburg de beperking van de kleine gotische raamopeningen. Zijn glaswerk beslaat niet één vensteropening, maar de drie openingen samen. Zo maakt hij van drie kleine vensters één groot venster, één groot glasraam. Sint-Pieter is er zeer zelfzeker. Hij draagt een dubbele aureool. Hij is de rots waarop Christus zijn kerk bouwt. Er zijn geen toegevingen. Hij kijkt recht voor zich uit, zonder medelijden voor de zwakke mens. De mens is als het ware gehypnotiseerd door de ogen van de kerkstichter. Als de parochianen, na de mis, terug naar het dagelijks leven trekken, onthouden ze alvast het beeld van Petrus, langs wie ze zullen moeten langs gaan om in de hemel terecht te komen.
- 39 -
De H. Arnoldus is geen gecanoniseerde heilige. Hij wordt wel door de gemeenschap als heilige gevierd. Toen hij als kluizenaar leefde in Soisson, vroeg de paus hem naar Vlaanderen te trekken om er vrede te stichten (12de eeuw). Hij stichtte toen de abdij van Oudenburg. De H. Arnoldus wordt ook als patroonheilige van de brouwers aanbeden. Hij raadde de mensen aan om bier te drinken in plaats van water omwille van eventuele besmettigen36. Roderburg beeldde hem uit met zijn twee attributen zijn abtsstaf en een riek om in het bierbrouwsel te roeren. De heilige Godelieve is een typische Vlaamse heilige. Zij werd door haar echtgenoot gewurgd met een halsdoek. In de iconografie wordt zij met halsdoek en vier kronen afgebeeld. De kronen staan symbool voor haar verering als maagd (Virgo), gehuwde (Conjugata), verstoten echtgenote (Relicta) en martelares (Martyrisata).37 Fig. 35: H. Arnoldus, detail H. De vitaliteit en de contrasten van de kleuren in Petruslasraam, het glasraam zijn opmerkelijk. Geniet van deze Pietersabdij, Steenbruggeen felle kleuren. De blauwschakeringen van de moderne
hemel zijn op zich al een kunstwerk. Het kleed van SintPieter is een mooie waaier van geel, violet, paars, oranje en rood. In dit glasraam revolutioneert Roderburg de glaskunst. Hij tekent niet op glas Fig. 36: H. zoals het gebruikelijk was in de Godelieve, detail neogotiek, maar hij schept zijn H. Petrusglasraam, Sint-Pietersabdij, personage door een verzameling van duizend Steenbrugge glasstukken die hij naar kleur en formaat samenbrengt tot een vitaal geheel. In feite grijpt hij terug naar de mozaĂŻekkunst. Hij gebruikt evenwel geen gelijkvormige stukjes glas, maar willekeurige, in functie van zijn afbeelding. Fig. 37: detail H. Petrusglasraam, hoofd
0
 VAN BIERVLIET, A.T., Steenbrugge, geschiedenis van de abdij en van de parochie, blz. 142, Davidsfonds, 1979 37 http://nl.wikipedia.org/wiki/Godelieve_(heilige), 10 december 2011 36
- 40 -
4.7 De zijbeuken De abdij van Steenbrugge is niet alleen toegewijd aan de H. Petrus maar ook aan de twaalf apostelen. Abt Van Assche wou dan ook dat de apostelen in de abdijkerk aanwezig waren. De twee zijbeuken hebben elk acht traveeĂŤn. In het totaal zijn er dus zestien vensters, een per travee. Er zijn maar twaalf apostelen. Maar ook vier evangelisten. Roderburg wou in dezelfde avant-gardistische stijl blijven werken en stelde aan de abt voor, enkel de symbolen van de apostelen en van de evangelisten te gebruiken in de glasramen.
Fig. 38: Glasramen apostelen, zijbeuken, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge
- 41 -
4.8 Het kloosterpand In het kloosterpand, dat nu niet meer toegankelijk is voor het publiek, staan nog enkele mooie glasramen van Roderburg. Waarschijnlijk stonden ze vroeger op andere plaatsen in de abdij. Met de renovatie werden ze hier op een zeer mooie manier tentoongesteld. Roderburg creĂŤert deze glasramen met een spel van zuiver glasstukken. Elk stuk is gesneden uit glasplaten die op een unieke manier vervaardigd zijn. Geen twee stukken zijn gelijk aan elkaar. Ook voor het schrijven van de naam van de heilige, weigert hij op glas te schilderen. Hij schrijft de naam in zuiver lood. We zien volgende heiligen: de H. Arnoldus, stichter van de abdij Sint-Pieter te Oudenburg, de Zalige Gerwinus, abt in Oudenburg van 1095 tot 1105, de H. Benedictus, stichter van de Benedictijnen en de H. Petrus, patroonheilige van de abdij.
Fig. 39: H. Arnoldus, H. Gerwinus en H. Benedictus, kloosterpand, St.-Pietersabdij Steenbrugge
- 42 -
5 De glasramen van de St.-Katarinakerk te Assebroek 5.1 Geschiedenis van de parochie In 1270 was er voor het eerst sprake van de Sint-Katarinaparochie, gesticht als dochterparochie van de O.-L.-Vrouwekerk in Brugge. Ze was deels gevestigd binnen de Brugse poorten (ongeveer de huidige Maria-Magdalenaparochie ), deels buiten de stadsvestingen op de ‘paallanden’, ongeveer de huidige deelgemeente Assebroek, met uitzondering van de oude parochie O.-L.-Vrouw van Assebroek. Reeds in 1270 werd de kerk gebouwd, op grond die geschonken was door Maria van Constantinopel, gravin van Vlaanderen, op de hoek van de huidige Vestingstraat en Edward de Denestraat. Deze kerk werd gesloopt in 1382 uit veiligheidsoverwegingen tijdens de opstanden met het Franse leger en herbouwd rond 1400 op ongeveer dezelfde plaats en met hetzelfde plan. Ze werd opnieuw gesloopt in 1578, opnieuw uit veiligheidsmaatregelen, nu tijdens de Fig. 40: S. Catherinakerk, detail kaart M. Gerard, 1562
godsdienstoorlogen.
De parochie kwam deze slag nooit meer te boven. De parochie bleef bestaan met een eigen pastoor maar de parochie-zonder-kerk verhuisde meermaals van kapel voor de erediensten. Deze toestand bleef bestaan tot 1803 toen een reorganisatie van de Brugse parochies werd uitgewerkt: het gedeelte van de parochie binnen de stadsvestingen werd in 1809 officieel de H. Maria-Magdalenaparochie, het gedeelte buiten de stadsvestingen werd toegewezen aan O.-L.-Vrouw van Assebroek. De huidige parochie Toen rond 1905 het belangrijke metaalbedrijf ‘La Brugeoise’ zich vestigde te Sint-Michiels, kwamen veel werknemers wonen in het nieuwe kwartier ten oosten van de ‘Steenbrugse Wandeling’ zoals de Baron Ruzettelaan toen door het volk gemoedelijk werd genoemd. De huidige Wantestraat, Barthelsstraat, Korte Dwarsstraat, Kleine Kerkhofstraat, Brugeoisestraat vormden de nieuwe wijk voor arbeiders, bedienden en kaderleden. Op 1 augustus 1907 richtten de inwoners uit deze nieuwe woonwijk een verzoekschrift om in dit volkrijk gehucht een nieuwe parochie te stichten. Over de noodzaak om een nieuwe parochie op te richten was men het - 43 -
vlug eens, over de grenzen van die parochie verliep de discussie uiterst moeizaam. Uiteindelijk werd bij KB van 14 maart 1910 de nieuwe SintKatarinaparochie in het gehucht Steenbrugge opgericht. Er was een nauwkeurige grensbeschrijving en de parochie telde 3133 parochianen, waarvan 461 woonden op het grondgebied van Sint-Michiels. Leonard Goethals (1910-1914), benoemd op 4 april 1910, werd op zondag 17 april plechtig afgehaald door 30 ruiters aan de dekenij van O.-L.-Vrouw te Brugge. In stoet trok de nieuwe pastoor naar de Sint-Katelijnepoort waar hij werd opgewacht en verwelkomd door de gemeenteraad van Assebroek. De stoet trok verder naar Steenbrugge en keerde pas dan terug naar de Wantestraat om naar de kapel van het klooster te gaan waar de plechtige installatie plaats vond. Toen Cyriel Deschoolmeester(1932-1941) op 24 juli 1932 als vierde pastoor werd aangesteld, was er nog steeds geen kerk, geen pastorie of onderpastorie. Hij en onderpastoor Jozef Maes (1923-1943) maakten nieuw werk van de bestaande bouwplannen.38
5.2 Geschiedenis van de kerk en omschrijving van de kerk Ingenieur architect A. Van Coillie uit Roeselare, won de wedstrijd die reeds in 1912 uitgeschreven was. De laatste toestemming en goedkeuring van toelagen voor de bouw van de kerk werd verleend door de provincieraad in juli 1914. En toen brak de oorlog uit. Het duurde tot 1932 vooraleer opnieuw werk gemaakt werd van de bouw van de kerk. Architect Van Coillie pastte zijn plannen aan, en op 25 augustus 1933 kon de eerste spadesteek gestoken worden. De nieuwe kerk werd door bisschop H. Lamiroy ingezegend op 16 mei 1934. Fig. 41: H. Katarinakerk anno 1934, bron De kerk is een basilikaal gebouwd, internet de middenbeuk is zeer breed en de zijbeuken zijn zeer smal. Dit geeft de indruk dat er een grote middenruimte is. Naast het koor zijn er twee zijkoren, als het ware in de dwarsbeuk.
0
 http://sint-katarina.be/kennismaking/over-de-parochie/geschiedenis, 14 december 2011 38
- 44 -
5.3 Glasramen in het koor Leo Crul schrijft: “De brandglasramen in de St.-Katarinakerk werden geplaatst in 1935, en vertonen een heel andere vormentaal, compositie en kleurenpalet dan de ramen uit de St.-Pietersabdijkerk te Steenbrugge Ze zijn even sterk en virtuoos gecomponeerd als die uit de abdijkerk, maar vertonen minder streng gestileerde figuren, een vlottere plooienval en meer realistisch geschilderde koppen en mensenfiguren. Deze ramen zijn gemaakt uit kleinere stukjes glas dan de ramen uit de abdijkerk en maken daardoor meer kleurschakeringen mogelijk. In deze vijf ramen zien we een prachtig kleurgebruik, gaande van donkerblauw-paarsviolet, overgaande naar kuroois en gifgroen-grasgroen. De personen zijn meestal in vlammende kleuren zoals oranje, rood en geel. Alles is beschilderd in kloek contourwerk, en een zeer speelse en soms zeer constructieve grisaillebeschildering. Hier en daar bemerken we stukken glas die uitgeëts zijn, en die daardoo één of meer kleurnuances geven op één stuk glas.” 39
Fig. 42: Glasramen van het koor, St.-Katarinakerk, Brugge
De H.-Katarinakerk is een sobere kerk met weing luister. Naast de drie altaren in neobyzantijnse stijl is er weinig ‘waardevols’ in de kerk. De
0
CRUL L., Glazenier Frederic Roderburg, Arsbroek, kring Hervé Stalpaert, 1999, jaarboek 16, p 84 - 87 39
- 45 -
glasramen in het koor geven dan ook veel kleur en trekken de aandacht van elke bezoeker. De glasramen in het koor beelden mooie godsvruchtige taferelen uit. Centraal staat Christus, als Koning van het universum. Aan de linkerkant vinden we twee taferelen met Maria en aan de rechterkant twee taferelen met de H. Katarina. De vijf glasramen geven aan het koor een kleurrijk effect. Het is het verhaal van deze parochiekerk. De overige glasramen zijn neutrale glasramen, versierd met een sobere omlijning in gekleurd glas. Ik vermoed dat deze ook door Roderburg gemaakt werden.
5.4 Deus Rex Mundi Het centraal glasraam is Christus Koning. We treffen een Christus in volle glorie. Hij zegent de gelovigen met zijn rechter hand. Met zijn linker hand houdt hij een kruis van hoop vast. Bovenaan zien we een duif die de H. Geest symboliseert. Twee engeltjes helpen het kruis vasthouden. Christus Rex heeft een kroon op het hoofd. De H. Geest begenadigt hem met stralen van vuur en begeestering. Jezus is gekleed met een witte albe. Daarboven draagt hij een rode mantel, met groene omlijsting. Jezus staat op een wereldbol waarin we als opschrift kunnen lezen “Christus Rex Mundi�, Christus koning van de wereld of het heelal. Jezus is blootsvoets. Rond de wereldbol zien we vier engeltjes, waarvan het onderste links een staf aanreikt en het onderste rechts een kroon getooid met een kruis. De twee bovenste engeltjes zijn louter figuratief. Op gebied van glaskunde is dit glasraam ook zeer merkwaardig. Het werk is uitermate verfijnd. Dat Roderburg geen grisailletechniek gebruikt in dit werk, is overdreven. Het gezicht van Christus is wel degelijk op het glas getekend en gebrand. Dit zien we ook in zijn handen, in de gezichtjes van de engelen en in de duif. Alle glasstukken van het venster heeft hij daarenboven met grisaille meer kleur en diepte gegeven. De realisatie van de kroon is werk van een edelsmid. De edelstenen zijn een voor een afzonderlijke stukjes glas. Kijk ook naar het kruis. We zien van onder naar boven een prachtige verlooptint in het groen.
- 46 -
Fig. 43: Glasraam Deus Rex Mundi, St.-Katarinakerk te Brugge
5.5 Mater Dei Dit raam is vrij sober en rustig. Het is ook licht asymmetrisch, en wel naar de buitenkant (links).We zien een biddende Maria, tussen hemel en aarde. Zij verdringt het kwade van de aarde, gesymboliseerd met de slang. Zij draagt een dubbele aureool. De buitenste aureool is bezaaid met vierpuntige sterren. Maria draagt een wit kleed en een blauwe mantel. Onderaan lezen we de woorden: “Mater Dei�. Mater is met blauwe letters geschreven en Dei in het rood. De slang eet als het ware een stuk van God, van het woord Dei op. Boven in het glasraam zien we stralen uit de hemel komen, als het ware uit een baldakijn. De baldakijn wordt vastgehouden door twee kleine engeltjes. De stralen vormen de letter M, de initiaal van Maria. Naast de stralen staan aan elke zijde een engel. Ook in dit glasraam kunnen we gelijkenissen trekken met het glasraam Rex Mundi. Roderburg gebruikt dezelfde glaskunsttechnieken.
Fig. 44: Glasraam Mater Dei, St.Katarinakerk, Brugge
Fig. 43: Glasraam Deus Rex Mundi, St.-Katarinakerk te Brugge - 48 -
5.6 Maria Assumpta Het glasvenster Maria Assumpta is het meest linkse glaswerk van het koor. Het is in twee registers opgebouwd. De twee registers lopen echter door elkaar en in elkaar over. Onderaan zien we hoe Maria onderricht wordt in de tempel. Bovenaan zien we Maria die opgenomen wordt in de hemel. In het onderste register kijkt Maria naar de hogepriester. Maria draagt een witte hoofddoek en een lichtblauw kleed. Met haar rechter hand houdt zij een brandende kaars vast. Haar linker hand wijst naar de hogepriester. De zevenarmige kandelaar verwijst naar de tempel. Kinderen houden ook een brandende kaars in de hand. De hogepriester heeft een witte baard en een rode hoed. Hij draagt een groene kazuifel met een mooie rand afgewerkt. Zijn handen tonen een ontvangende houding. Hij kijkt liefdevol naar Maria. In het bovenste register, zien we opnieuw Maria die ten hemel opgenomen wordt. Zij draagt een mooi wit kleed en een blauwe mantel. Haar blond haar is opvallend zichtbaar. Maria krijgt een complexe Fig. 45: Glasraam Maria Assumpta, St.aureool, met veel kleur. Met haar beide armen Katarinakerk, Brugge versterkt zij de ronde beweging van de aureool. Zij kijkt liefdevol naar boven, naar God. Zij straalt geluk uit. Stralen dalen uit de hemel, uit een baldakijn. Haar gezicht wordt door de stralen verlicht. Apostelen omringen haar en begeleiden haar naar de hemel.
- 49 -
Â
Fig.46: Glasraam S. Katharina, H- Katerinakerk, Brugge
5.7 Sint Katherina Rechts van Christus Rex Mundi zien we het glasraam van de H. Katarina. Zij is de patroonheilige van de parochie en hoort in die functie aan de rechter zijde van de kerk. Haar altaar bevindt zich eveneens in de rechter zijde van de kerk. Catharina werd in de derde eeuw in Alexandrië (Egypte) geboren als de dochter van koning Costus. Wat van haar bekend is, berust meestal op legendes. Wel weten we dat ze zeer mooi was, rijk en hoog begaafd. Vooral haar onovertroffen trots was bekend. Geen enkele vrijer voldeed haar. Altijd was er wel iets dat niet deugde. Op een dag, zo vertelt de legende, trof Catherina een oude kluizenaar aan die haar vertelde dat Jezus Christus haar bruidegom zou worden. Zij keerde zich af van het aardse en liet zich onderwijzen en dopen door de kluizenaar. Jezus, haar volmaakte bruidegom verscheen haar In een droom en stak haar een ring om de vinger. Kort daarop werd in de stad een feest gevierd ter ere van de goden en iedereen die iets betekende werd uitgenodigd om aan dit feest deel te nemen. Ook Catharina ontving deze uitnodiging. Iedere aanwezige moest iets mee brengen om aan de goden te offeren. Catharina besloot op de uitnodiging in te gaan. Ze was vast van plan om de keizer te vertellen dat hun goden afgoden waren en niet vereerd mochten worden. En door haar grote redenaarstalent wist zij de heersers in verlegenheid te brengen. Ten einde raad riep de keizer de vijftig beste filosofen en retoren bij elkaar met de bedoeling om Catharina met haar uitspraken door de mand te laten vallen. Maar toen het moment daar was werden alle argumenten die zij aanvoerden met de grond gelijk gemaakt door haar welbespraaktheid en logica. Alle aanwezigen bekeerden zich uiteindelijk tot het christendom. De woedende keizer veroordeelde daarop de vijftig geleerden tot de brandstapel. Tot het laatste moment stond Catharina de vijftig mannen terzijde. Daarop werd zijzelf gevangen genomen en in een kerker geworpen. Ze werd vreselijk gefolterd, op raderen met nagels gebonden, wekenlang uitgehongerd. Steeds weer stond zij gezond en wel voor de keizer en vertelde hem zijn dwalingen. Tenslotte liet de keizer haar in het jaar 306 onthoofden zodat hij van haar verlost zou zijn40. Op het glasraam kunnen we niet het volledig verhaal terugvinden, maar wel de attributen, de kroon, het zwaard en het gebroken rad. Roderburg heeft gestreefd een gelijklopende opstelling te creëren als het glasraam Mater Dei, dat er rechttegenover hangt. Het is ook licht asymmetrisch, met een overwicht naar de buitenkant. Hij heeft dan ook de symbolen op een zeer speciale plaats gezet. 0
http://sint-katarina.be/kennismaking/over-deparochie/patroonheilige, 14 december 2011 40
- 51 -
Katherina staat vrijwel centraal in beeld. Zij draagt een kroon, als dochter van de koning en als de mystieke vrouw van Christus. Met haar rechterhand houdt zij een zwaard vast. In haar linkerhand houdt zij het evangelie vast. Boven haar zien we een groot wiel met de letter K die verlengd als stralen naar beneden komt. De stralen komen uit een baldakijn dat door drie engelen vastgehouden wordt. Onder het wiel zien we opnieuw twee biddende engeltjes. Onderaan lezen we een opschrift met Sancta Katharina. Helemaal in de rechtse hoek onderaan loert de Romeinse keizer die haar liet onthoofden. Links boven het opschrift zien we de parochiekerk van H.-Katarina. Ook dit werk is een echt kantstuk van glas. Elk stuk werd zorgvuldig uitgekozen en met de nodige grisailles bijgewerkt. De kleurencompositie is uniek. Roderburg gebruikt felle en contrasterende kleuren om een rijk effect te creĂŤren.
- 52 -
5.8 Onthoofding en ten hemelopneming van Sint Katherina Het laatste glasraam in het koor rechts, is net als zijn tegenhanger aan de linker kant, een glasraam met een dubbel register. Onderaan zien we het mystiek huwelijk van de H. Katarina en bovenaan haar onthoofding. Het mystiek huwelijk van Katarina met Jezus wordt hier afgebeeld op een ietwat na誰eve wijze. Jezus, vergezeld van de heilige geest voorgesteld als een duif met aureool, geeft een huwelijksring aan de H. Katarina. Jezus wordt voorgesteld als een jonge knaap, die gelijkenissen vertoont met De Witte van Ernest Claes. Hij kijkt vriendelijk, neerwaarts naar Katarina. Katarina kijkt zittend naar Hem op en aanvaardt de ring. Katarina heeft mooie lange haren, een aureool, een wit kleed en een blauwe mantel. Boven haar hangt of zweeft een kroon. Ter hoogte van haar linker hand zien we witte vlekken die hosties symboliseren. Het bovenste register toont de onthoofding van de heilige. De beul houdt zijn zwaard met de twee handen vast in een actieve houding. Zowel zijn hoofd als het zwaard zijn horizontaal getekend om de slagkracht te versterken. Zijn gezicht en de spieren van zijn armen en benen zijn zeer gespannen. Fig. 47: Onthoofding van Katarina daarentegen heeft een zeer ontspannende S. Katharina, H.Katarinakerk, Brugge houding. Zij is al in het hiernamaals. Haar lichaam wordt dan ook met ronde bogen getekend. Vanuit de voet gaat er een vloeiende S-lijn tot aan de handen. Ze kijkt recht voor haar uit, zonder zich te bekommeren om het lot dat boven haar hangt. Zij houdt een groen kruis in haar handen vast, net zoals op het Rex Mundi glasraam. Katarina draagt een hoofddoek en een wit kleed met een blauwe mantel. Vanuit een baldakijn, dat twee engeltjes vasthouden, komt er een stralend licht naar beneden.
- 53 -
Conclusie De wandeling van de Sint-Pietersabdij naar de Sint-Katarinakerk heeft een beeld gegeven van het werk van Roderburg. Hij is een kunstenaar die gezien mag worden. De toegepaste kunst van het glasschilderen geeft aan de kunstenaar veel beperkingen. Roderburg beschouwde de beperkingen als uitdagingen. Zijn handicap gaf hem tegelijk ambitie en bescheidenheid. Hij had ook veel bevestiging nodig. Hij vond die bij sommige van zijn opdrachtgevers en ook bij de mensen die hem steunden. De oorlog 1939-1945 heeft enkele van zijn opdrachtgevers in discrediet gebracht. Zelf had hij toen de kracht niet om dan nog, altijd opnieuw, vernieuwend op te treden. Mijn ultieme opzet is het volledig oeuvre van Roderburg te catalogeren en eventueel te boek te stellen om het van de vernieling te vrijwaren. AndrĂŠ Lebbe Zedelgem, 14 december 2011
- 55 -
Bibliografie BAKELANTS I., De glasschilderkunst in België in de 19de en 20ste eeuw, deel A, B en C, Uitgeverij Den Gulden Engel, Wommelgem BAKELANTS I., ea, Gloed van glas, cataloog tentoonstelling ASLK, 1986 CRUL L., Glazenier Frederic Roderburg, Arsbroek, kring Hervé Stalpaert 1999, jaarboek 16 DE SCHRYVER ea, , Drolerieën te Gent, Bekaert NV, Kortrijk 1991 DEZUTTER W., Vier gebrandschilderde ramen (1929) uit de voormalige apotheek van Paul vande Vyvere (Brugge), Van Mensen en Dingen, jrg. 1 (2003), nr. 2 MERTENS T., Uit licht geboren, Gust Ladon (1863-1942), vzw Lommel 1000 ENGLISH M., Dagklapper, Deel I tot 6, Tabor, Brugge RODERBURG F sr., Dagboek 21-9-1899, familiearchief in Langerwehe (D), RODERBURG F, tekeningenarchief atelier Roderburg, archief KADOC, Leuven RODERBURG F, facturatieboekje, beeldenarchief Roderburg, archief KADOC, Leuven RODERBURG F, correspondentie met L. Scharpé, Archief Letterenhuis, Antwerpen RODERBURG F, correspondentie met abt M. Van Assche, archief abdij Sint-Pieters, Steenbrugge SCHARPE L., correspondentie met F. Roderburg, Archief Letterenhuis, Antwerpen SIX A., Beschrijving van de glasramen in de Sint-Tillokerk te Izegem, Ten Mandere, nr. 114, 1999 VAN BIERVLIET A., Steenbrugge Geschiedenis van de abdij en van de parochie, Davidsfonds Steenbrugge, 1980 VANDEN BEMDEN Y., ea, Glas in Lood, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Bestuur Monumenten en Landschappe VAN DEN BERGHE F., ea, De Zwartzusters van Brugge, Diksmuide, Oostende,Veurne e Brazilië, Uitgeverij Marc Van de Wiele, Brugge 1986
- 56 -
Websites http://www.glasmalerei-ev.de http://nl.wikipedia.org/wiki/Lodewijk Scharpe http://www.joostcaen.be/ http://inventaris.vioe.be/dib/relict/57845 http://www.europeana.eu/portal/record/09421/628AA036A6C2C1DA8E44B F88ED196F21F4ABFC0A.html http://www.europeana.eu/portal/record/09421/CC32F9D21D5DA87535CA7 028E3A44B8B761958E8.html?start=2&query=who%3ARoderburg%2C+Frederik http://www.sintpietersabdij.be/ http://www.joostcaen.be http://winob.cevi.be/pbc/vubis.csp http://nl.wikipedia.org/wiki/Godelieve (heilige) http://sint-katarina.be/kennismaking/over-de-parochie/geschiedenis http://sint-katarina.be/kennismaking/over-de-parochie/patroonheilige
- 57 -
Interviews, gesprekken en fotoopnames BEN, dom, archivaris abdij Steenbrugge, interview en gesprek, 17 mei 2011 BERNOLET J., interview en foto-opname, op 7 september & 15 november 2011, te Brugge CAEN J., prof. dr. aan Artesis Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, telefonisch interview (30 augustus 2011)& persoonlijk interview (13 december 2011), te Antwerpen CRUL L.,interview op 10 december 2011, te Brugge DEJAEGER I., gesprek en fotoopnames, op 29 mei 2011, te Dover DEPOORTER L., E.H., gesprek en rondleiding bisschoppelijk paleis op 24 juni 2011 te Brugge, FEYS E., prior abdij Steenbrugge, interview en gesprek, 17 mei 2011 SPEYBROEK-ROMMEL, mevr., gesprek en fotoopnames, op 29 november 2011, te Brugge VERSTRAETE M., prof. dr. aan KUL, interview op 7 mei 2011, samen met Dokter J. Mullier, te Leuven VANDEN ABEELE A., interview op 13 september 2011, te Brugge VANHUYSE A., gesprek, rondleiding en fotoopnames Grootseminarie, op 4 juli 2011, te Brugge ZWARTZUSTERS, ZUSTER CHRISTINE, interview, bezoek en fotoopnames op 7 november, te Brugge Kastanjeboom
- 58 -
Overzicht figuren Fig. 1: F.Roderburg, 35 jaar, foto archief KADOC ........................................ 5 Fig. 2: Potret J. Ruusbroec, 16de eeuw, foto internet ................................. 6 Fig. 3: Spanjaardstraat 11, Brugge, 1924, foto familiearchief..................... 7 Fig. 4: Steenbrugse Wandeling voor de verbouwingen, foto familiearchief te Langewehe (D)...................................................... 8 Fig. 5: L. Scharpé, glasraam door F. Roderburg, familie Scharpé.............. 9 Fig. 6: E. Legein, echt. Scharpé, glasraam door F. Roderburg, familie Scharpé................................................................................................ 9 Fig. 7: Atelier St.-Michiel te Steenbrugge, foto familie archief te Langewehe (D) ................................................................................. 13 Fig. 8: St. Nicolaas van Tolentino, Klooster Zwartzusters te Brugge .......... 15 Fig. 9: Binnenvenster privéwoning Rolweg Brugge.................................... 16 Fig. 10: Binnendeur privéwoning Rolweg Brugge ...................................... 16 Fig. 11: Glasraam bovenkapel bisschoppelijk paleis, Brugge .................. 18 Fig. 13: Grootseminarie, bibliotheek 1ste verdieping ................................ 20 Fig. 12: Wapen van abt Crabbe, Grootseminarie Brugge ....................... 20 Fig. 14: Grootseminarie, 2de verdieping..................................................... 21 Fig. 15: St.-Hubertuskapel, foto Ons Erfgoed, W. Vereenooghe .............. 23 Fig. 16: VTI Boeveriestraat, gelijkvloers......................................................... 23 Fig. 17: Farmacie, apotheek Vande Vyvere, foto Jan Termont............... 24 Fig. 18: Spinolarei, 9, details glasraam Vlaamse Zaal ................................ 25 Fig. 19: schets glasraam Spinolarei, 9, KADOC Leuven............................. 26 Fig. 20: Brugge grisaille, familie Scharpé ..................................................... 26 Fig. 21: Thomas More, privé verzameling, Brugge ..................................... 26 Fig. 22: Belfort, familie De Jaeghere, Dover (UK) ....................................... 26 Fig. 23: Glasraam F. Roderburg, M Museum, Leuven............................... 27 Fig. 24: Glasraam F. Roderburg, M Museum, Leuven............................... 27 Fig. 25: Wapen Abdij St.-Pieters, glasraam inkom ...................................... 29 Fig. 26: Koorvenster uiterst links, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge............... 31 Fig. 27: Schets koorramen 2de generatie, Abdij St.-Pieters, 1937, archief Abdij Steenbrugge ........................................................................... 32 Fig. 28: Schilderij Lefèvre, St.-Pietersabdij te Steenbrugge ....................... 32 Fig. 29: Glasraam in koor, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge ........................ 34 Fig. 30: Mozesglasraam, noorddwarsbeuk, Sint-Pietersabdij Steenbrugge ............................................................................................................ 34 Fig. 31: Baard van Mozes, werktekening, KADOC Leuven ....................... 36 Fig. 32: Baard van Mozes, detail uit glasraam............................................ 36 Fig. 33: Glasraam H. Benedictus, zuiddwarsbeuk Sint-Pietersabdij, Steenbrugge...................................................................................... 36 Fig. 34: H. Petrusglasraam, westgevel Sint-Pietersabdij, Steenbrugge .... 38 Fig. 35: H. Arnoldus, detail H. Petrusglasraam, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge...................................................................................... 40 Fig. 36: H. Godelieve, detail H. Petrusglasraam, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge...................................................................................... 40 - 59 -
Fig. 38: Glasramen apostelen, zijbeuken, Sint-Pietersabdij, Steenbrugge ............................................................................................................ 41 Fig. 37: detail H. Petrusglasraam, hoofd...................................................... 41 Fig. 39: H. Arnoldus, H. Gerwinus en H. Benedictus, kloosterpand, St.Pietersabdij Steenbrugge ................................................................ 42 Fig. 40: S. Catherinakerk, detail kaart M. Gerard, 1562............................. 43 Fig. 41: H. Katarinakerk anno 1934, bron internet ...................................... 44 Fig. 42: Glasramen van het koor, St.-Katarinakerk, Brugge ...................... 45 Fig. 43: Glasraam Deus Rex Mundi, St.-Katarinakerk te Brugge ............... 47 Fig. 44: Glasraam Mater Dei, St.-Katarinakerk, Brugge ............................. 49 Fig. 45: Glasraam Maria Assumpta, St.-Katarinakerk, Brugge .................. 50 Fig. 46: Glasraam S. Katharina, H- Katerinakerk, Brugge .......................... 51 Fig. 47: Onthoofding van S. Katharina, H.-Katarinakerk, Brugge ............. 55
- 60 -