'En het dorp zal duren...' nummer 38, april - juni 2008

Page 1

Constant Theys Pentekening van de hand van zijn broer Leo Theys 26 februari 1959 nr 38 - april-juni 2008

trimestrieel tijdschrift van het heemkundig genootschap VOn witthem'' Beersel 11



Constant Theys Pentekening van de hand van zijn broer Leo Theys 26 februari 1959 nr 38 - apri l-j uni 2008

t r imestrieel tijdschrift van het heemkundig genootschap "van witthem" Beersel


Inhoud Inleiding

LI BERTE WALSCHOT

5

Constant Theys - geschiedschrijver, heemkundige en autodidact

Colofon

En het dorp zal duren...

MARC DES MEDT

6

Inl eid ing

6

De familiebanden

7

Het gezi n waari n Constant opgroeit

9

De jeugdjaren van Constant

12

Constant werkt zich op

14

Het eerste gezin:Theys - Pierret

17

Het tweede gezin: Theys-Ghysels

22

Constant Theys en de gemeentepolitiek

24

De carriè re bij de spoorwegen

26

Overzicht van de loopbaan bij de Post en de NMBS

29

De welverdie nde pensio neringstijd

29

Constant als geschied- en heemku ndige

3I

Het grafische werk van Leo en AdolfTheys

43

Constant Theys een manvan citaten

46

Zanten

48

Voetnoten

54

Bibliografi e

55

56

april-juni 2008


Inleiding LIBERTE WALSCHOT Dit nummer is volledig gewijd aan Constant Theys, om - zoals Marc Desmedt in zijn inleiding schrijft- "hulde te brengen aan deze uitzonderlijke Beersel aar''. Maar we publiceren dit biografisch artikel ook als een blijk van grote dankbaarheid. De werken van Constant Theys zijn niet alleen een bron waaruit we voor menig artikel kunnen putten, maar we vi nden er ook heel wat informatie, nuttig bij de duiding van tentoongestelde voorwerpen, of voor de organisatie van de erfgoeddagen. Zo herinneren we ons levendig de bijdrage over de "De taarten van Ro" in ons tijdschrift nummer 34 van april - juni van 2007. Het Heemkundig Genootschap van Witthem werkt ook in 2008 mee aan de tentoonstellingen tijdens de jaarmarkten van Lot en Dworp. Voor Lot zoeken w e oude foto's over "sport in Lot": sportwedstrijden, sportlokalen, sportmannen- en vrouwen, al dan niet in actie .... Voor Dworp stellen we foto's tentoon over processies, stoeten en optochten die in dit dorp hebben plaatsgevonden. Beschik je over foto's, neem dan contact op met een van de personen waarvan je de gegevens achteraan in dit boekje kan vin den. De foto's worden ingescand en aan de eigenaars teruggegeven. We w illen deze gelegenheid ook gebruiken om iedereen te danken die oude filmpjes ter beschikking stelde voor de Erfgoeddag van 13 april laatstleden. We toonden een schat aan herinneringen aan de vele bezoekers van de Erfgoeddag 2008, en tegelijk bewaren we deze beelden voor het nageslacht in een moderne, gedigitaliseerde versie. Dank ook aan de directie en medewerkers van het Opvangcentrum van het Rode Kruis in Alsemberg, voor de gastvrije ontvangst.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Constant Theys Geschiedschrijver, heemkundige en autodidact MARC DESMEDT Inleiding Van alle vermaarde Beerselaren toont het levensverhaal van Joachim Constantius Ghislenus Theys, algemeen Constant Th eys genoemd, wel aan dat hij een zeer uitzonderlijk man was.

Foto van Constant Theys die meermaals werd afgebeeld naast de titelpagina van zijn loka le geschiedenissen.

Hoewel hij als heemkundige een uitzonderlijk verdienstel ijke carrière maakte , lag die zeker niet voor het grijpen. Als oudste van een groot gezin, w aren op het einde van de negent iende eeuw de

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


kansen op een langdurige schoolse opleiding zo goed als onbestaande. Maar zijn enorme werkkracht, gekoppeld aan een grenzeloos doorzettingsvermogen en de w il zij n doel te bereiken, maakten van hem dé heemkundige en dé geschiedschrijver voor de streek tussen Zenne en Zoniën. In Panorama verschijnt een artikel over Constant Th eys, dat hij zelf als "onnauwkeurig" bestempelt, maar waarvan de inleiding het levensverhaal van Constant pittig samenvat: "Wat nu volgt is een verhaal vol wegwijzers, kassei-

en, poststukken, verpleegsters, oude handschriften en administratieve voorpostgevechten in de jungle der van kracht zijnde taalwetten, opgetekend uit de mond van een man, behorend tot het steeds zeldzamer wordende ras der idealisten die beweren: 'Gelukkig zijn is moeilijker dan rijk worden'." We wi llen hem met dit biografisch artikel hulde brengen. Het is in hoofdzaak gesteund op zijn handschrift dat de titel draagt: "Mijn levenskroniek" en dat ons bereidwi llig door de familie werd ter beschikking gesteld. Hiervoor onze bijzondere dank.

De afbeelding op de voorpagina van dit nummer is deze die Constant zelf gebru ikte op de titelpagina van zijn handschrift.

De familiebanden Petrus Josephus Ghislenus Theys wordt geboren in Eigenbrakel op 3 1 augustus 1856 en huwt op 30 december 1885 in Alsemberg met Maria Ludovica Jude, geboren in Alsemberg op I maart I 860. Ze krijgen 12 kinderen, waarvan Joachim Constant Ghislain de oudste is. Petrus is de zoon van Henricus Judocus Theys en Lucia Josepha Ghislena Bourgeois. Zij wonen te Maransart in het huidige WaalsBrabant. Alhoewel de voorouders "Theys" boeren of pachters zijn op belangrijke hoven langs de taalgrens, baat Henricus in Plancenoit een kleine steengroeve uit. Niet te verwonderen dat zijn zoon Henricus, die hem daar helpt, later aannemer wordt van bestratingswerken. Henricus Theys en zijn vrouw Lucia sterven tijdens de crisisjaren,

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


volgend op de Frans-Duitse oorlog van 1870. De werkgelegenheid is zeldzaam in die periode, zodat Petrus op zoek gaat naar een vaste baan. Hij vindt die onder de vorm van een betrekking als kantonnier bij het provinciebestuur: Hij krijgt het toezicht op de Steenweg van Halle naar Alsemberg en verder van Alsemberg tot aan de Oude Bareel van Sint-Gillis, waar de Steenweg van Alsemberg en de Steenweg naar Waterloo samenkomen. Hij logeert, dicht bij zijn werk, in de afspanning "De Ster" in Alsemberg. Hier ontmoet hij Maria Jude, die met haar vader Joachim en haar moeder Ludovica Neerst, op de Elsemheide w oont. Ze heeft een leuk beroep w ant ze is "modiste" of zoals in de huwelijksakte aangegeven: "modemaakster". Ze is dus "hoedenmaakster", een beroep dat ze aanleerde bij de hoedenmakerij Boes in Ukkel.

Handtekeningen van PetrusTheys en Maria Ludovica Jude, de vader en de moeder van Constant. Onderaan de handtekening van Joachim Jude, zijn peter (ongeleerd in het schrijven ?).

Joachim Jude is ook de peter van Constant, vandaar de eerste voornaam. Zoals de meesten, is hij landbouw er van beroep. Joachim is een vondeling, gevonden te Brussel op 20 maart I 8 I 0. Constant zegt over hem: "hij was een

uiterst moedig, rechtschapen en godsdienstig man. Hij werd grootgebracht bij Brukke Serkeyn op Tenbroek, een gehuchtschoolmeester. Hierdoor is het dat hij voor zijn tijd zeer goed lezen en schrijven kon". Bew ijs hiervan de ferme handtekening onder zijn huw elijksakte. Constant blijkt hier toch w at te overdrijven w ant geen van de geboorteakten van de zes kinderen wordt door Joachim ondertekend: "... heeft de vader verklaerd niet te kunnen teekenen, ongeleerd zijnde in 't schrijven." In de omgang noemen de mensen hem "Breuke Judee". Zoals in die tijd wel vaker geschiedt, huwt hij met iemand van zijn stand, namelijk met Ludovica Neerst, ook een vondeling, geboren in Brussel op 24 december 1817. Zij is bij haar huw elijk dienstmeid. Samen hebben ze zes kinderen. Al op 50 jarige leeftijd sterft Ludovica. Joachim hertrouwt niet en verliest in 1881 ook nog zijn jongste dochter die dan 18 jaar oud is. O ver zijn afkomst langs moederszijde, rept Constant met geen w oord over de vondelingenafkomst. Noch in de geschiedenis van

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


Alsemberg, noch van Rode worden zij tussen de vondelingen geciteerd. Nochtans moet Constant dit zeer goed geweten hebben en zal hij ook wel begrip gehad hebben voor de situatie, aangezien in de gemeenten rond Brussel haast iedere familie vondelingen onder haar voorouders telt. Alles wat Constant over zijn grootvader weet, wordt hem doorverteld door zijn moeder. Deze overlijdt immers op 22 juli 1888, 78 jaar oud; Constant is dan amper 2 jaar. Zijn moeder vertelt hem dat hij veel in spreuken sprak. Constant vermeldt: "Ik heb er een

paar van onthouden: 'lui, lekker en gère froe' (fraai) en 'Geen soep, geen kant' (wie geen soep lust krijgt geen boterhammen)".

Het gezin waarin Constant opgroeit Constant wordt geboren in het huis bewoond door E.H. Ewald, aalmoezenier van de Duitse Zusters der Christelijke Liefde. Het is gelegen langs de Brusselsesteenweg, aan de noordkant van de kerk van Alsemberg tegenover de oude kapelaanhuizen, waar de zusters een kostschool voor "rijke" juffrouwen hielden. "Van dat huis is me één herinnering bijgebleven" schrijft Constant in ZIJn memo1res, 00

0

"Vader had een mus gevangen, een touwtje aan haar poot gebonden en het mij in de hand gegeven. De mus was daar blijkbaar niet erg op gesteld, zodat ze in mijn handen kwam pikken en ik huilend en schreeuwend alles losliet". De doopakte luidt als volgt: (akte nummer 46) "Anno Domini, 20a

mensis Getobris ho ra I Ia matutina natus et 24a ejusdem mensis baptizatus est Joachim Constans Ghislenus. Filius Petri Josephi Ghisle-

april-juni 2008

De geboorteakte van Constant Theys (Archief Burgerlijke Stand gemeente Alsemberg 1886).

En het dorp zal duren ...


ni Theys ex Braine I'AIIeud et Maria Ludovica Jude ex hoc et hic junctorum Susceperint Joachim Jude et Ursula Theys. Quod attestor Onderpostoor Em. De Wilde. " Z ijn peter is dus zijn grootvader langs moeders kant en zijn meter is Ursula, de zuster van zijn vader. Het tweede hu is waar hij met zijn ouders woont, ligt wat hogerop de Steenweg, richting Brussel. Het is een groot woonhuis dat toebehoort aan Lucas Proost, de gemeentesecretaris. Wat Constant zich hierover herinnert beperkt zich tot: "het was een huis

met een trap met dertien treden". Dan verhuist het gezin naar de Messing, "het oudste dorpspleintje", preciseert Constant. Het bevindt zich vlakbij de afspanning de Ster waar zijn vader voor zijn huwelijk logies had. In de hoek van de woonplaats stond toen een stenen kachel of stoof

I

Van daar verhuizen ze naar het kerkhu is vóór de grote ingang van de kerk. Constant's moeder was er kapster en hield er een specerijwinkeL Constant herinnert zich dat: "... bij stormweer kon het De oude huisjes aan de Messing in Alsemberg.

En het dorp zal duren. ..

daar geweldig gieren, en rammelde al wat aan het kerkgebouw min of meer los zat, zoals schaliën en zinkwerk, vervaarlijk. .. ".

april-juni 2008


In I 897 verhuizen ze opnieuw, ditmaal naar een eigen huis. Constant's vader koopt van "de arme" (nu het OCMW) van Alsemberg voor 500 franken op het gehucht "Stroppen", aan het begin van de Steenweg naar Halle, een stuk grond, met de naam "Doorenbroeck" dat 13 aren 29 ca groot is. Hij laat er een huis bouwen, "veel te klein", weet Constant te benadrukken. Maar het wordt vergroot. Na de dood van hun moeder in 1932, koopt Hendrik Th eys, de broer van Constant, het huis. Over thuis schrijft Constant: "Vader had twaalf kinderen in een tijd dat er veel grote gezinnen waren. Vroeger waren er evenveel geboorten, maar de meeste f<jnderen stierven jong. Later bleven er meer leven dank zij de voortschrijdende betere gezondheidstoestanden". Het gezin van Petrus en zijn vrouw Maria bestaat uit 12 kinderen, al len geboren in Alsemberg: I.

Joachim Constantius Ghislenus Theys, geboren op 20 oktober 1886. 2. Maria Christina Ghislena Theys, geboren op 9 februari 1888. 3. Zephirin Anton in Ghisleen Theys, geboren op 26 augustus 1889. 4. Hendrik Cyriel Ghisleen Theys, geboren op 7 juli 1891 . 5. Maria lrma Ghislena Theys, geboren op 22 januari 1893. 6. Frans Oktaaf Ghisleen Theys, geboren op 15 augustus 1894. 7. Pieter Egesyppe Ghisleen Theys, geboren op I oktober 1896. 8. Elisabeth Constance Ghislena Th eys, geboren op I 3 september 1898. Elisabeth is overleden op 2 oktober 1899 in Alsemberg, amper I jaar oud. 9. Leo Joach im Ghisleen Theys, geboren op 29 juli 1900, later onderwijzer en illustrator van verschi llende werken van Constant. I 0. Martha Anna Ghislena Theys, geboren op 3 februari 1903. I I . Antoinette Louisa Ghislena Theys, geboren op 19 juni 1904. 12. Adolf Hendrik Ghisleen Theys, geboren op 18 april 1907, later kloosterling onder de naam Broeder Eusebius.

•

Op Elisabeth na, blijft in het gezin van Petrus en Lucia kindersterfte gelukkig uit. Het immens vele werk dat een groot gezin meebrengt verp licht zijn moeder Lucia te verzaken aan de bijverdienste als hoedenmaakster. Al le kinderen krijgen als derde voornaam de naam Ghislena of Ghisleen. De heilige Ghislenus (650 - 690), kluizenaar en later stichter van een klooster in het huidige Saint-Ghislain in Henegouwen, wordt aanroepen tegen epilepsie en stuipen. Het was een traditie in vele adellijke fami lies deze naam te geven. De voorouders Theys namen blijkbaar deze traditie over.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


De jeugdjaren van Constant Constant geniet lager onderwijs in de gemeenteschool van Alsemberg. Zijn onderwijzers zijn Ladewijk Jozef Lemmens uit Lier; Eugeen Barry, een Alsembergenaar; en JozefVerlinden, de hoofdonderwijzer; afkomstig uit Westmeerbeek. Van JozefVerlinden schrijft Constant 'Jozef Verlinden schreef menig artikeltje in de "Ware Volksvriend", een zeer klein weekblad uitgegeven bij Dierckx-Beke in Mechelen, waar onderpostoor Korneef Lombrechts van Alsemberg jarenlong opsteller was. Hij was een fijn besnoord maar eilaas al te bescheiden dichter. Alleen bij grote gelegenheden kon men hem overholen aan de muze te offeren. Zo schreef hij don onder meer contoten voor de feesten van wapenstilstond en de Kroningsfeesten in

1934".

Erekaart van Constant Theys, ondertekend door jan Bols pastoor van Alsemberg.

Hij doet zijn eerste communie bij pastoor Bol s. De week daarna gaat hij werken. Constant wordt "kosseierknoop" en werkt aan de steenweg in Buizingen. Hij mag aan het begin van het schooljaar 1899- 1900 toch naar het college in Halle. Hij is een voorbeeldig student en behaalt tijdens de eerste twee trimesters voortreffelijke uitslagen. Hij vermeldt hierover: "Gedurende het schooljaar /899-/900 mocht

ik gaan studeren aan het bisschoppelijk 0. L. Vrouwecollege in Holle. Anderhalf uur te voet over slechte wegen. Alles was door in het Frons, behalve een klein half uurtje Nederlands per week". Nochtans, vervo lgt hij: "ik maakte goede vorderingen, voorol in talen. De nood werd thuis echter zo groot dot ik gedurende het derde kwartool reeds moest gaan werken .... Spijtig want ik was de eerste in 'exce/ence' zoals ze dot toen heetten. Moor de nood werd te nijpend. Buiten ons huis op I3 oren grond, bezaten we geen fortuin".

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


I '

I Het rapport van Constant Theys voor het eerste trimester schooljaar 1899 - 1900,

Over zijn schoolse opleiding is er verder niet veel t e verm elden, Hoewel Const ant pot entieel t ot goede resultat en in st aat is, kunnen zij n ouders hem geen studies laten vo lgen, daarvoor zijn ze onvoldoende bemiddeld en hebben ze het loon van een knaap t e erg nodig. Hij werkt bij bestratingaannemer François So in uit de A lbaniëstraat in Sint Gil lis. Het zal wel een zeer zware tijd geweest zijn, te oordelen naar wat Constant hierover optekent "Twaalf uur per dag

zwaar werk Ik was wel groot maar tenger: Soin hield zich vooral bezig met klein herstellingswerk en zo moesten we vaak drie- tot vijfmaal van de ene plaats van de hoofdstad naar de andere. De ploeg bestond slechts uit één kasseier en één knaap, die een kruiwagen moest voeren over de ruwe kasseistenen. Hierop lag een hele ver:zameling van gereedschoppen waaronder zelfs die om metselwerk te

april-j uni 2008

En het dorp zal duren ...


verrichten. De knaap mocht die duwen en de kasseier zou zich nooit verwaardigd hebben de knaap al eens af te lossen. Hij liep er gezapig langs ... " Later gaat Constant werken bij de "Brusselse Trams". Hier is het werk lichter en verdient hij wat meer. In die periode wordt het elektriciteitsnet van de lanen in het midden van Brussel ondergronds aangelegd. Daar wordt ĂŠĂŠn van zijn vi ngers tussen twee stenen geplet en wordt zijn vingernagel uitgerukt. Over zijn laatste periode als arbeider schrijft Constant

"Omstreeks mijn zestien jaar kwam ik weer op de kassei van vader. Daar verrichtte ik alle mogelijk werk metselwerk aan de grachtbrug-

getjes, schilderen van wegwijzers en kilometerpalen, kasseiwerk, grondwerk en wat weet ik nog veel meer".

Constant werkt zich op Constant is zeer leergierig en mag door zelfstudie een autodidact van het zuiverste soort genoemd worden. Hij schrijft over zijn zelfstudie het volgende:

"Ik had dus lager onderwijs genoten tot mijn eerste communie en later nog ongeveer 7 maand lager middelbaar onderwijs ... Het was niet veel, maar ik was /eerzuchtig. Vader was op geen blad geabonneerd hoewel hij een zeer goede ontwikkeling had, maar het kon er niet af... Hij kreeg echter bijna geregeld 'Le Bien Pub/ie', een bekende invloedrijke krant uit Gent, in tweede lezing van onderpastoor Wechhuysen van Dworp, die later pastoor van Zuun werd. Het gebeurde toch wel eens dat vader, op toeziehtsreis op zijn steenweg te Sint-Gil/is, de 'National Bruxellois' meebracht, die toen 2 centiemen kostte. Zonder in den beginne een gebenedijd woord te snappen van wat ik er in las, hield ik nochtans vol, zodat ik na een zekere tijd door in- en deductie alles begreep. Als lectuur was er thuis zo goed als niets; alleen een gehavende uitgave van 'Deugd voor alle Staten', van pater Hillegeer, die moeder van huis had meegebracht. Zondags kochten we soms 'De Vlaming', een weekblad uit Brussel, of het 'Nieuwe van den Dag'. Van een openbare bibliotheek was er toen nog in geen jaren spraak." Door volgehouden zelfstudie kon Constant zich loswerken uit een situatie die hem anders een monotoon en vlak arbeidersbestaan zou hebben toebedeeld.

"In elk geval, toen ik met I 7 jaar te Alsemberg in dienst van de Post trad, kende ik betrekkelijk goed de beide talen. Thuis spraken we met vader Frans (geen Waals) en met moeder natuurlijk Vlaams.Vader heeft nooit behoorlijk Vlaams leren spreken. Hij had daartoe weinig

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


gelegenheid. De dienstzaken geschiedden uitsluitend in het Frons. Hij was trouwens stil en schuchter van karakter; een doorgoed, bescheiden en rechtschapen man. ledereen sprok hem aan in het Frons. Hoewel hij de eerste jaren in de fanfare bariton had gespeeld, had hij niet veel omgang met de mensen". Op I april 1904 wordt Constant "boventallig brievenbe-

steller" op het "overdroagkantoor van Alsemberg" onderge-

Constant Theys als postbode omstreeks 1904.

bracht in een huis in de Dreef, nu de Vandervelden laan. Brievenbesteller Jan Frans Draegers is er zijn chef Op 19 januari 1906 wordt het kantoor opgeheven en opnieuw samengevoegd met dat van Rode. Het gebeurt ter gelegenheid van de overbrenging van het kantoor van het station naar de Dorpstraat in een huis van Hendrik Van Keerberghen, gewezen pachter van het hof van Lansrode. Op 27 september 1906 slaat het noodlot toe. Petrus Theys overlijdt op 50-jarige leeftijd en laat een gezin met I 0 kinderen achter, waarvan de moeder in verwachting is. Constant is meer dan ooit onmisbaar in het gezin. In die periode neemt Constant deel aan de lessen van pastoor TheodoorVerhaeghen, die ten behoeve van enkele meer ontwikkelden een apologetische kring had opgericht (Apologetiek: leer van de geloofsverdediging). De lessen gingen door in een leslokaal van de oude meisjesschool, waar nadien het gemeentehuis werd ingericht Constant preciseert "de

voertaal was Frans omdat de pastoor voorheen ook in die taal had gedoceerd, maar toch vooral omdat hij aldus een paar min of meer ongelovige Franssprekenden wilde bereiken".

Identiteitskaart van Constant Theys personeel van de Directie van de tweede postomschrijving aan het Martelarenplein 19 in Brussel.

POSTES 2!! ciRëoNsëRiPTION I"JtRF;rnn~·

B

AOUT 1314

In 191 I neemt hij deel aan het examen van ordeklerk en wordt op proef aangesteld in het postkantoor van Waterloo. Op 12 maart 19 I 3 verhuist hij naar het kantoor van Brussel-Zuid en later op 29 september 1913, naar dat van

april-j uni 2008

En het dorp zal du ren ...


Vorst. In maart van het jaar daarna wordt hij opgenomen bij het personeel van de Directie van de tweede postomschrijvi ng aan het Martelarenpl ein 19 in Brussel. In deze periode w ordt Constant een overtuigd Vlaming. Hij vermeldt hierover het vo lgende: "Hoe heb ik don mijn Vlaamse overtuiging opgedaan?'. Met die vraag snijdt Const ant een wat controversieel punt aan. ''ja ... Hoofdzakelijk bij de Post. Ik leerde Vlaamsgezinde boeken en tijdschriften kennen, zoals het 'Handelsblad van Antwerpen', waorop onderpostoor Korneef Lombrechts geabonneerd was. Bijna affe priesters waren in die tijd fezers van een Frons blad, voornomelijk de 'Potriote', na I 9 I 8 de 'Libre Befgique' geworden. Ook nog de 'XXe Sièc/e', 'Le bien Publique', 'Le Petit Beige'. Postoor j on Bols, nochtans een vurig Vlaamsgezind priester; lid van de Koninklijke Vlaamse Academie, los de 'XXe Siècfe', wat aan Lornbrechts deed zeggen dot hij een beter Vloming was don Bols".

"··~~:::~

Pereonal - Ausweil!!l W ·- _ d_J!_ ...~ zur Zeit ta.tsäc hlich al s s t. ändiger Arbei <Jèr

a.ngestell t i.l!!lt in unse r~ s trleb i n

-------- ~~

....

·----

Dl eser Betri eb arbeitet aussohli eselich

z wn ~

Gedurende de oorlog 19 14- 1918 vervult hij in A lsemberg een aantal functi es. Hij is secretaris van het "Comité voor Hulp en Voeding" en van het gemeentemagazijn (voor de waren die aan de bevolki ng verkocht worden buiten deze die via het comité bezorgd worden). Hij is ook boekhouder van de kindere n van Franse vluchtelingen uit de streek van Saint-Quenti n die in het Sint-Vidorpensionaat opgenomen waren. Af en t oe springt Constant in als hulp voor de

"Alsemberg· Komiteit van Steun en Voeding 1914- 1917" .

Vlnr.: Cornelius Christin, Jan Baptist Vastiau, Albert Moens, August Proost, Constant Theys, Jaak Albert, Xavier Winderickx, Jan Vandervelden en JozefVerlinden.

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


ziekelijke secretaris August Proost. In 1915 wordt hij bewaker van het voormalige pensionaat van de Duitse zusters, waar tot dan toe de verjaagde Portugese jezuïeten een onderkomen gevonden hadden. Dit duurde tot de gebouwen ter beschikking gesteld werden van de Zusters van Compiègne.

Het eerste gezin: Theys - Pierret Op 8 apri l 1918 huwt Constant te Sint-Genesius-Rode met Ghislena Maria Pierret. Zij is geboren te Sint-Genesius-Rode in 1893. Het koppel gaat inwonen bij de moeder van de bruid op de Dries te Sint-Genesius-Rode. De schoonvader verblijft op dat ogenblik in Frankrijk, waar hij dienst doet bij de militaire post.

1927, Vooraan zit Maria Louisa Theys, dochter uit het eerste huwelijk van Constant met Ghislena Maria Pierret. Vlnr.: onbekend, Alice Ghysels, Maria Louisa Jude de moeder van Constant, onbekend en Constant Theys.

Op 18 december 1918 wordt in Sint-Genesius-Rode hun dochter Maria Ludovika Ghislena geboren. Bij de terugkeer van zijn schoonvader verhuist het jonge gezin naar het huis in de Dorpstraat 17. Constant huurt het van HendrikVan Keerberghen, pachter van Lansrode.

"Te Rode hield ik mij aanvonkelijk met niets bezig. Stilaan echter werd ik opgenomen in de werkkring van onderpostoor Edword Van Den Bogoert uit Rumst, loter postoor van Groot Bijgoorden en aldoor overleden. Aan deze volks- en Vlaamsgezinde priester heb ik zelf en vele onderen een deel van mijn ontwikkeling te donken. Hij deed veel aan

april-juni 2008

En het dorp zal du ren ...


toneel, maar stelde meer belang in zijn studiekring 'Recht door Zee' die om de veertien dagen in het Gildenhuis vergaderde. Van Den Bogaert had vooral op het oog enkele ruimziende jongens te vormen die het kader van de werken moesten vormen en invloed in hun omgeving zouden uitoefenen". Constant heeft zeker veel te danken aan deze merkwaardige man die , zoals Constant zelf schrijft: "Door zijn scherp verstand, zijn uit-

gebreide en veelzijdige kennis, zijn vrijmoedige en minzame inborst wist hij steeds te helpen, op te beuren, te verenigen, aan te wakkeren. Hij was een volks priester; een man van wijze raad, een man van God." Van de vergaderi ngen van deze werkgroep bleven enkele foto's bewaard. Hierna een foto gemaakt in 1925 in het Gildenhuis te Rode. Op de foto herkennen we zittend vlnr:: Jan Erckelbout, onderpastoor Edward Van Den Bogaert en Constant Theys. Staand vl nr:: Frans Pierret, Leo Theys, Xavier Sleewagen, Fernand Mosselmans en stationschef Batjaens.

I

1925, studiekring "Recht door zee" kopie uit het werkboek van Constant Theys.

Deze werkgroep wordt na het vertrek van Pastoor Van Den Bogaert in 1930 naar Groot-Bijgaarden, waar hij pastoor wordt, verder gezet door onderpastoor Cyriel Uyttenhove. Dat Constant geen alledaags man is, blijkt niet alleen uit feit dat hij opgemerkt wordt door onderpastoor Van Den Bogaert maar zeker ook door de belangstelling vanuit politieke hoek.

"In 1920 kwam brouwer Frans Dobbeleir me tot driemaal toe vragen om deel te nemen aan een vergadering tot voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen. Ingevolge een stemming kreeg ik de

En het dorp zal duren...

april-juni 2008


•

Het toneelgezelschap "De Alsembloem" in 1921 . I. Jaak Albert (stichter, architect en voorzitter in 1920) 2. Judo Van Der Eist (stichter, kleermaker en eerste voorzitter) 3. Pieter De Ridder (stichter) 4. Jules De Neyer (stichter, beenhouwer, spelleider in 1902 en voorzitter in 1903) 5. Sylvie Flecy 6. Jan Daneel 7. o nbekend 8. Jan Danneel 9. Jules Smulders I 0. Valentine Albert 11. JefVan Den Bosch (spelleider in 1920) 12. Gustaaf Peetraons 13. Henri Retour 14. Jan Tordeur 15. Jan Baptist Vast iau (handelaar en voorzitter in 1922) 16. ConstantTheys (staatsbeambte en voorzitter in 1921) 17. MariaAibert 18. Frans De Coen 19.AibertVan Den Broeck 20. Jan Van Der Velden 21 . Gustaaf Demunter 22. Emiel Barremans 23. Leo Theys 24. OktaafTheys 25.August Flecy 26. Frans Van Puyvelde (spelleider in 27. Jules Petroons 28. Felix De Munter 29.Jules Swalens 30. Frans Pierret 3 I . Frans Van Kerck 32. Jan Fellemans

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


tweede plaats op de lijst na jan van Rossum-Hanssens, burgemeester. Ik werd verkozen en bleef aldus, over het algemeen gesproken tegen mijn zin, I8 jaar raadslid". Als lid van de "Christene Volkspartij", die in 1920 vanuit de Pletinckxstraat 19 in Brussel een blad uitgeeft met de naam "Ons Weekblad", ondersteunt Constant de werking van het arrondissement met een plaatselijke kroniek over Alsemberg en Rode. Maar het blad blijft niet lang verschijnen. Een paar jaar nadien geeft burgemeester De Maeght van Halle een wekelijkse "Gazet van Halle" uit die tot 1940 blijft verschijnen. Gedurende I 0 jaar werkt Constant er aan mee. Alle bijdragen knipt hij zorgvuldig uit en plakt ze in een half dozijn schrijfboeken. Hij zegt over deze bijdragen zelf: "Het is natuurlijk weinig interessant proza, maar voor die tijd geeft het de godsdienstige en culturele werf<jng alhier weer; die zeer groot mag

geheten worden".

I

Over deze periode is Constant, zoals ook uit voorgaande passage blijkt, niet zeer gelukkig. Hij voegt nog volgende beschouwing toe aan deze politieke periode:

"Bewogen tijd, veel leed en kommer en weinig voldoening. Ik had echter veel mensenkennis opgedaan". Maar er zijn andere domeinen waar de aandacht van Constant naartoe gaat. Constant is eveneens lid van de toneelkring "De Alsembloem". Hij schrijft hierover in de "Geschiedenis van Alsemberg": "Het was niet gemakkelijk in de kring opgenomen te worden. Niet iedereen mocht er binnen. Men moest door twee peters voorgesteld worden, en de eerstvolgende maandelijkse vergadering werd er over gestemd... Er

bestond nog een andere eigenaardigheid. Alleen als ongehuwde kon men lid worden en een ontslagnemer kon onder geen voorwendsel terug." Hoe hij in de toneelkring opgenomen wordt is niet vermeld. Wel is hij de voorzitter gedurende het jubileumjaar 1921. De foto hierboven is trouwens genomen tijdens zijn voorzitterschap. In 19 I 2 speelt het gezelschap het drama ')ohn Masterton of de ver-

drurnng van Ierland". "Zo kwam ik al meer en meer in het zog van de Katholieke werken en Vlaamse werking. Het ene bracht het andere mee. Ik richtte onder meer de door pastoor Hermans gestichte Katholieke Volksbond weer op en bleef er lang secretaris van."

En het dorp zal duren ...

april-jun i 2008


Acteurs van het toneelstuk "John Masterton of de verdrukking van Ierland" opgevoerd in "Au Grand Salon" in Alsemberg in 1912. We herkenen vlnr.: Jules De Neyer, Pieter Tordeur die ook de toneelleider was, Felix De Munter, Jan Baptist Vastiau, Ju le s Smulde rs, JaakAibert, Pieter Swalens (uit Rode), Aiexander De Munter, Louis Fellemans, Jan Tordeur, baas van het lokaal "Au Grand Salon" waar de foto genomen werd, Willem Wijns, briefdrager in Rode, Hendrik Van Ke rck, Jan Fe llemans, Gustaaf De Munte r e n ConstantTheys. (Kwaliteit van deze foto is jammer genoeg zeer laag.)

I

Op een examen voor vertaler bij het Algemeen Secretariaat van het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen,Telegrafen,Telefonen en Zeewezen wordt hij 2de en vervo lgens op 6 juni 1922 wordt hij benoemd als vertaler. Hier komt Constant in contact met Frans Xavier Smeesters, propagandist van het Davidsfond s, die hem voorstelt in Rode een afdeling op te richten. In Rode vindt Constant voorlopig w einig gegadigden en zo komt het dat de oprichting pas op 29 juni 1924 gebeurt. De Davidsfondsafdel ing zal tezelfdertijd Rode en A lsemberg bedienen. Constant w ordt er "noodgedwongen" de eerste voorzitter van. Er zij n twee erevoorzitters, enerzijds Jan-Ernest Magose, de pastoor van Rode en anderzijds Emiel De Ruysscher de pastoor van A lsemberg. De ondervoorzitter is A ugustijn Van der Meylen, schoolhoofd van A lsemberg; secret aris is Fran s Pierret, on derwijzer en de penn ingmeester is Clovis Fontaine, opzichter bij de boerenbond. Constant w ordt ook voorzitter van de studiekring van het SintPau lusw erk van de Goede Pers en van tal van gelegenheidscomitĂŠs. Het resultaat ervan is dat hij haast geen avon d meer thu is IS.

Constant typeert de situatie als volgt: "ik liet me alles op de nek schuiven". Door een vriendin van zijn vrouw daartoe aangezet, kopen Constant en zijn vrouw het huis in de D orpst raat nummer 8 en zett en er een handel op in papierwaren en t abaksartikelen. De w inkel opent op I november 1925.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Het tweede gezin: Theys-Ghysels Maar op I 6 januari 1926 st erft Ghislena Maria Pierret ingevolge een miskraam. All een met zijn dochtertje van zeven, de w in kel waarvan nog bijna niets afbetaald is en zijn werk in Brussel, maken het Constant bijzonder moei lijk. Een tante van zijn gestorven echtgenote komt helpen. Op 3 november 1926 hertrouwt Constant in Dworp (Lot) met de veertien jaar jongere Maria Alice Francisca Ghysels. Zij is in Lot geboren op I april 1900. Ze is de jongste dochter van Joannes Josephus en van Francisca Van dergucht. Ze zetten de zaak in de Dorpstraat 8 te Sint -Genesius-Rode samen verder. Hier worden hun eerste zeven kinderen geboren: I. Pi eter Zephyri n Frans op 4 augustus 1927; 2. Martha Francisca Ghi slena o p 20 september 1928; 3. Maria Hendrika Ghislena op 5 september 1929; 4. Emma Antoinette El isabeth op 21 september 1930;

I

Foto nav het huwelijk van Constant Theys en Maria Ghysels in 1926. Boven links: de 2 broers van Maria Ghysels: Ooannes) Gustaaf en rechts Ooannes) Frans, pastoor van Gaasbeek. Onderaan vlnr.: Francisca Van Der Gucht, (de moeder van de bruid), (Maria) Alice Ghysels (de bruid) en Constant Theys (de bruidegom).

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


5. Pau la Oktavie Ghislena op 9 november 193 I ; 6. Leo Ad riaan Genesius op 30 december 1932; 7. Lea Maria Anselma op 21 april 1934. In 1936 wordt de zaak overgelat en aan Modest Lot s en verhuist het gezin naar de Gehuchtstraat 125, huis toebehoren d aan de gebroeders Van Keerberghen (de ene deken in Ukkel en de andere pat er Scheutist). Hier komen nog vijf kinderen ter w ereld: 8. A driaan Paul Louis op I 0 juni 1936; 9. ju les Herman Pau l op 6 januari 1938; I 0. Hilda Maria Rosa op 2 oktober 1939; I I. Lutgart Martha Dorot hea op 22 juni 1942; 12. Christina Maria George op 2 1 november 1944.

Het gezin van ConstantTheys in 1950.AIIeen Maria Louisa (zuster Aleide) ontbreekt. 1. He rman 2. Lutgard 3. Constant 4. Aiice Ghijsels 5. Christine 6. Hilda 7.Adri 8. Piet 9. Martha 10. Marie ke II.Emma 12. Lea 13 . Paula 14. Leo

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Bij de geboorte van hun twaalfde kind, stuurt EH Emiel D e Ruysscher; gewezen pastoor van A lsemberg volgend versje:

"Het twaalfde levend onderpand Van eenen trouwen huwelijksband Kwam bij u openbloeien Moog' dan Kristina menig jaar Bij broers en zusters groeien Zo wordt het "ongeluksgetal" Door haar bereikt - in haar geval Een bron van ware ouderenvreugd Gesteund door broers- en zusteryeugd. Hartelijk heil aan 't ganse huisgezin. 22.1 1.1944". (D e verwijzing naar het "ongeluksgetal" betreft de I 3 kinderen van Constant, Maria de dochter uit het eerste huwelijk meegerekend.) Van deze pastoor zegt Constant: "Als eerste erevoorzitter van de in

I 924 te Rode gestichte Davidsfondsafdeling, gaf hij voor die vereniging een lezing met lichtbeelden over Rome, waar hij een tijd verbleven had en over jaarschriften waarin hij ongewoon bedreven was."

I

Het huis gelegen Gehuchtstraat 125 in Sint-Genesius-Rode (De Hoek). Het grote raam op het gelijkvloers was dat van het bureau van ConstantTheys.

Constant Theys en de gemeentepolitiek Van 1926 tot 1938 is Constant politiek actief in Rode. Het is de aanzet tot zij n werk als geschiedschrijver en heemkundige. In de Geschiedenis van Rode schrijft hij hierover: "Eigenlijk

ben ik vooral in de plaatselijke geschiedenis gaan belang stellen toen ik, vele jaren geleden, gemeenteraadslid te Rode werd en dit achttien jaar lang bleef.. Ik wenste wat meer te weten over het verleden ervan; het kwam mij voor dat dit mij een beter inzicht zou geven in het

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


heden en in de toekomst van onze gemeente, die me gaandeweg zo dierbaar was geworden." De Katholieke Lijst waar Constant voor opkomt verliest wel één zetel en meteen ook de meerderheid. De socialisten en liberalen vormen een coalitie zoadat de katholieken in de oppositie gedrongen worden. De liberaal Albert Gilain, een inwijkeling, wordt burgemeester. Hij zou in september 1929 niet meer komen opdagen. De twee socialistische schepenen krijgen op die manier vrij spel. De oppositie staakt daarop haar deelname aan de gemeenteraadszittingen, zodat de raad niet meer in aantal is en er telkens een bijkomende oproep nodig is om te kunnen beslissen. Op 24 januari 193 I neemt de burgemeester Gilain, die inmiddels niet meer in Rode woont, ontslag. Hij wordt door de koning uit zijn functie ontslagen en schepen Pieter Killens wordt waarnemend burgemeester. De houding van de liberale burgemeester zou zijn partij bij de volgende verkiezingen naar een echt fiasco leiden. Rode valt in die periode ook ten prooi aan een politieke meerderheid die, ofwel in het Frans had gestudeerd, ofwel les gaf in Franstalige scholen.Voor hen is het Nederlands de voertaal van de gewone mensen en moet het Frans gepromoot w orden in de scholen.Voor hen is het gebruik van het Frans het uiterlijk teken van sociale promotie. De gemeenteraad neemt op I februari 1932 een besluit aan waarbij het verklaart aan te sluiten bij Brussel voor wat betreft het taalgebruik.

I

De ver kiezingen van 9 oktober 1932, zijn zeer bewogen. D e economische crisis die al in 1930 zwaar had huisgehouden en de taalproblemen vormen het centraal gegeven. De Katholieke partij valt uiteen. De Katholieke groep van het Gildenhuis krijgt slechts t w ee plaatsen op de lijst. Hun sociaal geëngageerd programma gaat in tegen de eerder liberale opvattingen van Van Rossum, Dedobbeleir en Rolin. Ook de taalstandpunten liggen diametraal tegenover elkaar. Constant Theys en Hendrik Coppens, beiden verkozen in 1926, houden het voor bekeken en scheuren zich af De lijst w ordt aangevoerd door dokter Leo Carlier. Een van de mentoren voor de oprichting van deze lijst is ongetwijfeld de in 1930 aangestelde onderpastoor Uyttenhove. Zijn dynamiek, zowel op sociaal als cultureel gebied, is doorslaggevend. Er komen dus twee "katholieke" lijsten. Eén van traditionalisten, Frans geïnspireerd, de andere met christen-democraten die Vlaams georiënteerd zijn en opkomen met een bijzonder programma voor de werklozen. In de verkiezingsstrijd wordt Constant Theys niet gespaard. De liberalen noemen hem "Theys de ~amingant". Verder schelden ze: "zodra hij in 't Gildenhuis of ten gemeentehuize optreedt, wil hij DE

MAN zijn. Hij wil dirigeren, raad geven, voorop Jopen, in de bres sprin-

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


gen, stoffen en pochen, haantje vooruit zijn ... ... 't is jammer voor de katholieken zoo een monster te hebben in hun groep." Na de scheldpartijen komt het verdikt van de kiezer: De liberalen hebben niet één verkozen kand idaat en vallen letterlijk uit de boot. De traditionele katholieken behalen vijf, en de groep van dokter Carlier drie zetels. Zij sluiten een bestuurscoalitie met Leo Carlier als burgemeester: Dit Vlaams voelend gemeentebestuur treft evenwel haast geen maatregelen die tegen de verfransing gericht zijn. Het gaat zelfs zover dat de wet van 14 juli 1932, aangaande de taalregeling in het lager en middelbaar onderwij s, in Rode verworpen wordt. Men is van mening dat de leerlingen de gemeenteschool zul len verlaten om elders Frans onderricht te vo lgen. Met de verkiezingen van 1938 in aantocht wordt onderpastoor Uyttenhove in 1937 naarViivoorde verplaatst. In de lijst Carlier, die opnieuw opkomt, ontstaat onenigheid tussen de Vlaams gezinde rond Constant Theys en de eerder sociaal ingestelde groep van Hendrik Wauters. Uiteindelijk w orden slechts Carlier en Wauters, die lijstduwer was, verkozen. Het betekent het einde van de politieke carrière van Constant Theys.

De carrière bij de spoorwegen N a de oprichting van de NMBS in 1926 gaat hij er op 8 februari 1927 in dienst. Op 21 juli 1930 krijgt hij als "eerstaanwezend vertaler" de "Burgerlijke Medaille Iste klasse" voor de gedurende ruim 25 jaar bewezen diensten aan het land. In 1937, wordt hij hoofdvertaler en zes maanden later inspecteur voor taalzaken. Op 3 I januari 1946 ontvangt hij van de Prin s Regent het "Kruis van Ridder in de Leopoldsorde", met rangneming op IS november 1946. Op I april 1948 w ordt hij belast met de leiding van de Dienst voor taalzaken van de A lgemene Directie. Constant vermel dt dat hij: "bevoegd is voor: de vertalingen in de drie landstalen, en de talen

van het toenmalig West Europa; de toepassing van de wettelijke voorschriften inzake taalgebruik (taalrollen en taaltoezicht); het organiseren van taalcursussen en taalexamens". Op zondag 20 oktober 1946 wordt Con stant 60 jaar: Met zijn vro uw trekt Constant naar de kerk van de paters Conventualen in de Artaisstraat in Brussel, om er de mis te horen. Na de mis trekken ze samen naar de Oude Markt en kopen er wat "tel/oren en tassen". Vervolgens lopen ze door de Marallen en door de Radijzenstraat Daar is er echter niet veel te bespeuren van de zwarte

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


ConstantTheys met collega Roger Derweduwe aan het werk op kantoor in 1947.

markt. Er lopen te veel rijkswachters rond op zoek naar illegale verkoop. Met de t rein van I 0 uur 23' keren ze terug naar huis. Constant heeft nog geen vermoeden dat men hem aan het lijntje houdt en er een feestje in voorbereiding is waarvoor hij best w at langer zou weggebleven zijn. Martha, Marieke en Emma hebben een lekkere feestmaaltijd klaargemaakt. Er is soep, een tussengerecht met kampernoelies en verder gebraden kip of konijn (Con stant twijfelt tussen het ene en het andere), aardappelen met appelspijs, koeken, enz. A ls geschenk krijgt hij een prachtige aktetas, een paar sloffen en drie mooie boeken waarvan één geschonken door zijn broer Leo. Het zijn: Het schone geheim van de Poëzie door A lbert Westerlinck;

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


®

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

IDENTITEITSKAART Nr

108

afgeleverd aan M ~ .......~.~-l.:.§._____a_.______

Gra~~~t76C~1-··· Identiteitskaart van Constant Theys, inspecteur bij de NMBS ( 1938)

Philips 11 door pater E.Valvekens en Maria van Hongarije door Jans de Jong. In de namiddag maakten ze een wandeling in het Waterloose veld. Bij de thuiskomst wachten zijn oudste dochter Wisa en haar man JefVan Dionant hen op. Ze zijn uit Bilzen naar de jaarmarkt van Dworp gekomen en brengen voor de jarige sigaren mee. Er wordt eigen gebakken kramiekbrood gegeten, gezongen, gelachen en kaart gespeeld. Constant vat de dag als volgt samen: "Schone dag. Dag van simpele

I

vreugde, niet zonder weemoed voor mij... " Op I november 1951 heeft hij 47 jaar dienst en gaat hij met penSioen. Uit de feestrede van 3 november 1951 vermelden we volgende

De 60 jarige Constant Theys tijdens studiewerk rustig de pijp rokend.

En het dorp zal duren...

april-juni 2008


typering van Constant, gericht aan zijn echtgenote: "... En daar vertalers verwaande lieden zijn, sluiten zij hun heilwens met een greepje Latijn, dat in elk woordenboek staat en dat zoveel als de beknopte

persoonsbeschrijving is van Uw echtgenoot, namelijk Homo sum, humani nihil a me alienum puto . ... " (mens ben ik, geen menselijk leed laat mij onverschillig.)

Overzicht van de loopbaan bij de Post en de NMBS I april 1904: kandidaat brievenbesteller te Alsemberg. 14 november 1904: boventallig besteller. 3 I juli 1906: landelijk besteller. 30 april 1908: plaatselijk besteller. 8 mei I 908: ordeklerk op proef 3 I mei 19 I 3: ordeklerk 2de klasse. 30 december 1919: vertaler 2de klasse. 30 juni 1926: vertaler I ste klasse 8 februari 1927: overstap naar de NMBS. 21 juli 1930: burgerlijke medaille Ie klasse. 30 december 1932: eerste vertaler. 30 december 1937: hoofdvertaler. 30 juni 1938: inspecteur. 31 januari 1946: Kruis van Ridder in de Leopoldsorde. I november 1951: op rust.

I

De welverdiende pensioneringstijd Op 21 oktober 1956 vieren de familie met kinderen en kleinkinderen zijn zeventigste verjaardag. Weer met de gebruikelijke geschenken. Zoon Piet schrijft voor de gelegenheid volgend sonnet:

"Uw rij van zeven kruisjes, vader, vieren wij blijde al te saam wat geven wij u al te gader? Een boek, een pen: uw oud alaam. Is dit niet tekenend voor 't leven; Gij leest en krijgt, maar schrijft en geeft. Voor ons hebt ge zoveel 'geschreven' Dat elk van ons te danken heeft. Voor zoveel goeds en zoveel zegen, Hebt ge geschreven, neemt verzet En laat onz' moeder delen in de pret...

april-j uni 2008

En het dorp zal duren ...


Lees don de 'Dame met de hond', Gezeten naast uw dame; Ma lacht zich dik en Pa gezond. Wat wij allen wensen. Amen." Ook schoonzoon Ward Bekkers, de man van Martha, schrijft een gedicht:

"Dit boek van Tjeehof is een lusthof van fijne sprankelende verhalen. Wij bieden 't u van harte nu om ook wat Russisch te vertalen. En 't schrijfgerief wees ook u lief om nog veel data te bepalen. Want zonder pen is zonder "sten" wat zou de krijgsman gaan beginnen! Daar is uw strijd om feit en tijd reĂŤle echtheid slechts kan tellen. Dat is de waar voor uw zeventig jaar om nog veel pareltjes te schrijven. Maar opgelet bij uw verzet laat "LuxorJI niet te grabbel liggen want stamgenootjes hebben pootjes en zijn er "schuppes" mee, de viggen. En dan dit boek een lekk're koek van hondjes dames bange nachten. Schenkt Ma een lach en Joepel mag wat langer op het bedje wachten. En eindelijk dan van alleman een welgemeend: Ad multos annos."

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


Constant als geschied- en heemkundige Constant leest zeer veel, vooral tijdschriften, en is daarom zeer goed vertrouwd met het politiek en cu ltureel leven. Hij beschrijft het als volgt: "Gaandeweg begon ik belang te stellen in kunst, toerisme en geschiedenis. In 1930 publiceerde ik mijn eerste bijdragen in Toerisme' en in 'Eigen Schoon en de Brabander'. Over tien gemeenten tussen Zenne

en Zoniën gaf ik in eerstgenoemd tijdschrift monografieën die door mijn broer Leo, onderwijzer te Alsemberg, met pentekeningen veraanschouwelijkt werden. Aan 'Eigen Schoon en de Brabander' heb ik in ieder geval een zeer groot deel van mijn geestesontwikkeling te danken". In 1940 publiceert Constant Theys zijn eerste dorpsmonografie, meer bepaald de "Korte Geschiedenis van Ruisbroek (Brabant)". Het is de eerste in een reeks van geschiedkundige monografieën van de dorpen tussen Zenne en Zoniën. Het wordt zoals de meeste van zijn werken uitgegeven bij drukkerij A. Hessens in Brussel. In zijn voorwoord legt Dr. jan Lindemans de overgang uit van: schrijver van korte historische bijdragen in het tijdschrift 'Toerisme", naar: auteur van dorpsmonografieën. Hij is zeer duidelijk over wat van de auteur verwacht wordt: "En zo moesten we onzen vriend Theys een eerste penitentie (?) opleggen:

zijn werk opnieuw op het aambeeld te brengen, het grotendeels te herschrijven en, wat de geschiedenis betreft, belangrijk uit te breiden." (sic) H ij besluit als volgt: "... het is goed werk, beknopt maar betrouwbaar en eerlijk ..." Al van bij het eerste werk maakt Constant Theys een bewuste keuze voor wat de uitwerking van de tekst betreft. Hij verkiest de rangschi kki ng van de feiten naar hun onderwerp boven een syn chron istisch doorlopend verhaal. De tweede methode levert vol gens de auteur slechts een warboel op die niet door de lezer te volgen is. Hij draagt het boek op aan Pieter Cornelis, de toenmalige burgemeester van Ru isbroek.

april-juni 2008

RU mSllll(t!l ~

8 R

5

A B A

c

h I

N

~

T

e

En het dorp zal duren. ..


Briefkaart met felicitaties van JozefVanderlinden (zie tekst hierna). Constant is gewoon notities te maken. Hier noteert hij eigenhandig dat "zijn" hoofdonderwijzer 98 jaar oud geworden is.

I

.----------------------,

vooral bewonder dat is de onversaagde werker; de taaie rusteloze wroeter; die door eigen werk en wilskracht geworden is wat hij is en ik ben (Ier u mijn oud-leerling te mogen noemen. - De Pastoor van Ro. voegt zijne gelukwensen bij de mijne met de verzekering onzer innige trouwe vriendschap. JVerfinden - I I 7ber 40." In 1942 vo lgt de "Geschiedenis van Drogenbos". Het is zoals het eerste boek, een uitgebreide herbewerking van publicaties die hij voordien liet verschijnen in "Toerisme", het tijdschrift van de Vlaamse Toeristenbond. Dr. Jan Lindemans die trouwens door Constant voor het schrijven van alle inleidingen aangezocht werd, typeert Constant als vo lgt: "Theys heeft zin en aandacht voor affe bij-

zonderheden die de nieuwsgierige lezer over het verfeden van een gemeente belang kunnen inboezemen." We menen te mogen veronderstel len dat Constant wel wat kritiek krijgt op zijn aanpak. Hij verweert zich als vo lgt: "Op lijsten van

pastoors, meiers, burgemeesters en schepenen wordt wel eens gesmaald. Waarom toch? Zijn deze inlichtingen dan niet zeer dienstig voor de geschiedenis van de families?' Verder w il Constant een zo leesbaar mogelijke tekst afleveren. Hij ervaart het gebruik van voetnoten als een rem. Zijn verantwoording laat geen twijfel over zijn standpunt. "Uitvoerige verwijzing naar

de bronnen heb ik gemeend te mogen achterwege laten. De ingewijden kennen immers de vakliteratuur en de gewone lezer vraagt er niet om." In 1948 publiceert hij de "Geschiedenis van Dworp". Het is een veel uitgebreider werk dan de eerste twee. Vóór Constant Theys hadden Leopold Everaert en Jan Bouchery

En het dorp zal duren. ..

april-juni 2008


in 1877 al een "Geschiedenis van Dworp" geschreven, hoofdzakelijk steunend op wat A. Wauters al in 1850 te boek stelde in zijn "Histoire des environs de Bruxelles". Dat het boek uitgegeven wordt in 1948 loopt samen met t wee andere belangrijke gebeurtenissen in Dwo rp. En erzij ds is er de viering van het honderdjarig bestaan van de jaarmarkt en anderzij ds is er de heroprichting van de schandpaal ( I) naast het gemeentehuis.

CE5CB.IED- E.."' 0Ull8E.IDJ:I1N01C CL"'OOTSQU.P V4l'l'

\'L\AltJ..allAJIA.''l'

GESCHIEDENIS VAN

DWORP CO~STAN T

THEYS

w..... -~ ...

Te oordelen aan de reacties van de auteur; is de kritiek op het niet systematisch vermel den van de bronreferenties in voetnoten nog toegenomen. Hij verded igt zich als vo lgt: "Alles kan ik verantwoorden, hoewel ik verwijzingen en voetnota's doorgaans weggelaten heb, om redenen die in mijn Geschiedenis van Drogenbos aangehaald zijn". Hij haalt S. D e Sacy aan, een beroemd ori ëntalist aan, die ooit schreef "indien je wat nuttigs te schrijven hebt, vertel het dan in de

tekst en geef het de plaats die het verdient. Verplicht de lezer niet het van boven naar onder op de bladzijde, of van voor naar achter in het boek te gaan zoeken."

n.. J4S IJJ•fDDt.L'iS

UJ.&o.~ \--- ~

1918 DRUKKERIJ A.

IU~ü'IS

I>IUIF.DU,NTL'iSTlLu.T 11

BR USSEL

Het boek is bl ijkbaar in goede Dworpse aarde gevallen want op zaterdag 29 december 1951 worden Constant en zijn dame officieel gehuldigd op het gemeentehuis voor: "de hoedanigheid van geschiedschrijver van Dworp", zo st aat in de officiële uit nodigingsbrief In 1952 wordt Constant door de Koninklijke Vlaamse Academ ie voor Taal- en Letterkunde bekroond met de vierjaarlijkse jozefVan Ginderachterprijs 1948 - 1951 voor zijn boek De Geschiedenis van Dworp. Het heuglijk nieuws wordt door de toonaangeven de geschiedku ndige t ijdschriften haast onmid dellijk wereldkundig gemaakt. (2)

KONINKLIJKE VLAAMSE ACADEMIE VOOR TAAL - EN LET TERKUNDE

0. ~ \"-- Audomia -

,..

.......... -

~,_-V

k.nnll te hebben

-

ve-n .,... het ooro..l

d,.

ct.

~

._......

7lár5f

-'fi'z--Vwh

Y'''6f,d-m?

en -'"nt . hl'rn Çn,l, ~b Odofur .1.9.re 0..

april-juni 2008

daor

?ha (/'" c? c·cvhtrc j'C!JÓ ,{, Y:cc C:::n? lqn/']2,.;,:$'4

bedoten

-

r.-. en l.u..i;uftd..

__rLJJ=o:_y2_ _ __

..._...,s--t.,

_

_

toe

te.,_

......-«M. lte.ft

v~p.----

ten b.wijJ:• ~.an

d.uo

~r bn.l

0.. - - - ·

_ 1

L___ _ __ __ _ _ _

Oorkonde van de Van Ginder achterprijs, uitgereikt aan ConstantTheys in 1952.

En het dorp zal duren ...

_J


In het verslag van de keurraad van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, wordt Constant uitvoerig geprezen: "Dat dit alles is verwezenlijkt door een ambtenoor in openbare

dienst - thans op rust gesteld - gedurende zijn beperkte vrije uren, is een voorbeeld dot te zeldzaam is don dot het hier niet met lof zou vermeld worden". (3) In 1953 volgt de "Geschiedenis van Kapelle-op-den-Bos" de enige monografie over een gemeente van buiten de regio Zenne en Zoniën. Kapelle-op-den-Bos heeft waarsch ijnlijk zijn oorsprong en naam te danken aan een bidplaats of kapel, opgericht te midden van een bosgebied, die in de loop van de eeuwen uitgroeide tot een parochiekerk. De hertog van Brabant gaf het dorp in de 13de eeuw een keure. Het ontstond als een geheel, afgebakend door oude wegen en beken met de heerbaan als ruggengraat, tussen drie grote domeinen: Grimbergen-Meise, Zemst en Puurs. Vandaar de Kapelle IN DEN BOS. W ij vi nden het vrij onbehoorlijk dat op de website van de gemeente Kapelle-op-den-Bos geen verwijzing naar de monografie van Constant Theys voorkomt. Over dit werk schrijft Jozef de Brouwer; pastoor te lmpe: "Wij heb-

I

ben van het doorlezen van deze vlot geschreven geschiedenis slechts één wens, nl. dot aan de schrijver nog vele aanzoeken van cultureel voelende gemeentebesturen, die het goed menen met het verleden van de dorpen en dot verleden in ere willen bewaren, zouden overgemaokt worden." (4) In een bijdrage van F. van Es (5) bij de publicatie van dit werk lezen we: "Met één woord, een wetenschappelijke studie, die ver het dilet-

tantenwerk dot zovele dorpsmonografieën ons bieden, overtreft en als model op het gebied van dorpshistogrofJe mag gelden." (dilettant betekent liefhebber in de kunst, die een kunst of wetenschap uit liefhebberij beoefent (tgov. de beroepskunstenaar; de geleerde). Verder vermeldt hij: "Schrijver; die een specialist is van 'la petite histoire' en een onvermoeibare archiefsnuffeloor is, hoolt een aantol fei-

ten aan die misschien weinig betekenis op zich hebben, moor die op voortreffelijke wijze het volksleven in vroegere tijden belichten ... ". We mogen aannemen dat deze "lofspraak" bij Constant wel een wrange nasmaak zal veroorzaakt hebben. In juli 1954 verhu ist Constant naar Alsemberg. Hij gaat er wonen in de Pastoor Bolsstraat 57, een huis dat toebehoort aan kunstschilder baron Pierre Paulus. Het is een in I 890 opgetrokken gebouw met herberg, wi nkel en kermisdanszaaL De gebouwen samen vormen de eeuwenoude hoeve "de Rode Poort" gelegen tussen de Rollebollestraat naar Beersel en de Steenweg. Ondanks de wat oppervlakkig vervallen toestand bevalt dit huis de kinderen uitermate. Constant zelf keert op die mannier na 36 jaar terug naar zijn geboortedorp.

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


Zicht op Alsemberg vanaf de Kerkenberg (Pastoor Bolsstraat). Rechts het huis van de eeuwenoude hoeve de "Rode Poort" waar het gezin Theys in 1954 introk.

Op 3 oktober 1955 wordt Constant getroffen door een longcongestie. Hij bezoekt dokter Leo Carlier die een aderlating doet. Constant geneest maar moet het wel en beetje kalmer aan doen. Het jaar nadien op 3 juli 1956 krijgt hij de aandoening voor een tweede maal. Deze maal is het een stuk erger. Constant wordt berecht. Alhoewel fel verzwakt komt hij de ziekte opnieuw te boven. Hij zegt hierover: "Ik was nog juist goed om te zitten. Mijn

geest bleef evenwel volkomen fit en ik kon nog geschiedkundige bijdrogen leveren, werken aan de monografieën van Rode, Alsemberg, Beersel, Huizingen. Noor het archief kon ik echter niet meer; dit viel me zwoor." Op 13 oktober 1956, één week voor de eigenlijke verjaardag, wordt Constant in Alsemberg gehuldigd ter gelegenheid van zijn 70ste ve~aardag. De feesten gaan door in het oude gasthof De Zwaan. Heel wat personaliteiten van Alsemberg en omliggende zijn aanwezig. We noemen ze in willekeurige volgorde: pastoorVan Woensel en onderpastoor Geuns van Alsemberg, E.H. Van Meerbeek die aalmoezenier is van de berg van Thabor.Verder zijn er burgemeester Albert en zijn schepenen en gemeenteraadsleden van Alsemberg, Felix Demo I de burgemeester van Dworp, Dr. Jan Verbesselt en Dr. Jan Lindemans. Ook P Lindemans van de Oudheidkundige kring van Brabant. Fontaine, de voorzitter van het Davidsfonds Alsemberg en zijn collega Demunter uit Sint-Genesius-Rode en de bestuursleden van V.TB. Alsemberg en van de Alsembloem zijn erbijVerder heel wat afVaardigingen van culturele verenigingen van Alsemberg, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Dworp. De gehuldigde wordt geflankeerd door zijn vrouw en kinderen en heel wat familieleden.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Burgemeester Albert neemt als eerste het woord en roemt de autodidact. Hij dankt hem voor zijn actieve rol in de toneelmaatschappij de Alsembloem en voor zijn politieke inzet in buurgemeente Sint-Genesius-Rode. Dr jan Verbesselt. die namens de Oudheidkundige Kring van Brabant het woord neemt, prijst Constant Theys voor zijn vele dorpsmonografieën en ontelbare bijdragen aan Eigen Schoon en de Brabander: Ook het land van Aalst en Dendermonde hebben een plicht van dankbaarheid tegenover de gehuldigde, zo besluit jan Verbesselt. PastoorVan Woensel prijst tot slot Constant en vooral zijn vrouw Alice voor hun werk als voorbeeldig gezin en voor hun trouwe inzet als parochiaan. Zoals het een gehuldigde betaamt, schrijft Constant, in zijn ken merkende stij l, een wederwoord dat hij met één korte zin: "Mijn dankwoord bij de huldiging" betitelt. Het luidt als volgt:

"Het is hoogtijd dat ik me omhoog werk van onder de berg veld- en andere kunstbloemen van Retorica - de welbespraakte maagd - die u me zo kwistig toegeworpen hebt. Ik lag er haast onder versmacht en daarbij ben ik nog half verblind door de wolken wierook van de woorden die u me toegezwaaid hebt... Liefst zou ik u uit de volheid des harten in hooggestemde woorden voor de vuist mijn dank hebben willen uitspreken. Ik ben echter allesbehalve een redenaar; een ' onvermoeibare grijsaard' ben ik evenmin en ik kan u daarentegen verzekeren dat ik een zeer vermoeid oud man ben ... Niet zonder vrees heb ik me dan ook tot deze plechtigheid laten overhalen. De dokters verbieden me immers ten strengste, benevens koffie, tabak, alcohol en straf bier- alles wat een getrouwd man en vader van een kroostrijk gezin het leven draaglijk maakt - alle inspanning, opwinding en vooral ontroering. U zult het me dan ook niet kwalijk genomen hebben dat ik enkele woorden op papiertjes geschreven heb om me het werk lichter te maken. Ik sprak van spanning en ontroering. Wie zou er niet ontroerd zijn en onder de indruk komen van zoveel blijken van vriendschap en waardering? U hebt ook een zeer waarderend woordje tot mijn vrouw gericht. Dit ging me natuurlijk ter harte, maar ik vraag me toch wel af of ze dat, alles wel overwogen, wel verdient... Immers, van een grote belangstelling voor mijn werk heb ik bij haar nooit veel gemerkt... Integendeel, want een paar keren heeft ze over mijn bezigheden het vernietigend oordeel uitgesproken dat het allemaal maar 'zieveraa' is en ze zal me

En het dorp zal duren ...

april-ju ni 2008


wel beter kennen don gij en ik hoor. .. Nu ik denk dot ze daarin zulk groot ongelijk niet had, want met plaatselijke geschiedenis te schrijven kunt ge geen soep 'zuien' zouden de koortspelers van Alsemberg zeggen als ze geen goei koorten hebben gekregen. Achteraf bekeken had ik mijn tijd heel wat rendabeler kunnen gebruiken. Toch heb ik er nooit spijt over gehad. Voorol nu niet. Wat zou ik met mijn vrije tijd doen? Het leven is kort, moor de dogen zijn soms long en ne mens goot al zo gemakkelijk aan het zogen en kreften ... zeggen de dames ... Voor mijn medewerking aan Eigen Schoon en de Brabonder ben ik al long en ruimschoots beloond. Het is voor mij een zegen in het leven geweest en ik heb er een groot deel van mijn vorming aan te donken. Ik ben voorol donk verschuldigd aan onze geleerde en geliefde hoofdredacteur Dr. jon Lindemons, lid van de Kon. Vl. Ak., die in geschiedkundig opzicht voor mij steeds een mentor; een ware vader is geweest, hoewel hij twee jaar jonger is don ik. Bij zijn gedenkwaardige huldiging in I 95 I schreef Dr. jon Verbesselt dot jon Lindemans een ganse generatie plaatselijke geschiedschrijvers heeft geleid en bezield. Ik ben er fier op ĂŠĂŠn onder hen te zijn. Met vreugde, dankbaarheid en weemoed denk ik terug aan onze gezellige bestuursvergaderingen in de Bloeiende Linde in de Astridloon, loter in de Sobieskiloon te Loken en aan onze gouwdagen. Toen ik twee jaar geleden na 38 jaar te Rode gewoond te hebben, naar mijn geboortedorp terugkeerde, meende ik nog een paar jaren voor mij te hebben om in het lieve Alsemberg wat rond te neuzen, met de mensen te proten en mijn geschiedenis of te werken. Eilaas, ik had vergeten dot de poolmist van de lauden op donderdog zegt 'dot het getal onzer jaren 70 is' en door was ik al zo dicht bijgekomen ... Ik vrees dot de lof die u me toegezwaaid hebt me nog hovaardiger zal maken don ik reeds ben. U doet me groot gevaar lopen met mijn lichamelijke gezondheid en ook met mijn morele. Ik zal er niet slecht aan doen de volgende dogen even Thomas a Kernpis te lezen over de ijdelheid en de vergankelijkheid van alle wereldse glorie ... Dit is zowat het voornaamste. Doortussen in komt notuurlijk mijn donkwoord aan allen die me in deze bange uren ter zijde gestoon hebben." (sic)

I

Hij ontvangt van tal van personaliteiten geschreven ge lukwensen. Vooral de brief van sportjournalist Pol Jacquemyns is er een van intense bewondering en is vooral zeer hartelijk. We konden niet nalaten hem integraal en zonder taalcorrectie weer te geven:

"Have, I0 oktober 1956. Beste Jubilaris, pos na een voor mij drukke sport week-end heb ik het artikel gelezen dot jon Lindemans, in verbond met uw zeventigste veryoordog, over U in "De Standaard" schreef

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Voor mij die meende U een beetje te kennen, die slechts een klein deel van uw pennevruchten las en die piëteitsvo/ uw dorpsmonografieën over Drogenbos en Ruisbroek bewaar; was bedoeld artikel een revelatie omdat ik mij haast niet kon indenken dat het in één mensenleven mogelijk is een taak als deze die U als bewonderenswaardig "self-made man", hebt opgebracht. Zonder valse sentimentaliteit doe ik U de belijdenis dat de gebalde doch volledige belichting van uw levensloop mij diep beroerd heeft en dat ik koud geworden ben bij de door mij met hart en ziel onderschreven conclusie: 'Constant Theys een voorbeeld voor al wie nog zin heeft voor de geestelijke waarden van het leven'. Zo is het! Ik doe U nog een andere belijdenis: als sportjournalist en als auteur van enkele boeken over sport, heb ik een beetje naam gemaakt en wat faam verworven, de camera heeft zelfS de Vlaamse televisiekijkers met mijn oude en grijze kop vertrouwd gemaakt, doch als ik dat alles vergelijk met uw reusachtig cultureel werk, en met de opgang van de knaap uit het kasseierbedrijf die zich tot een intellectueel van primagehalte en tot een onzer meest gewaardeerde heemkundigen opwierp, dan voel ik mij nietig-klein en schaam ik er mij over dat ik in de wereld van de sport ben verzeild geraakt en dat ik er mij niet heb kunnen "uit"werken! Ik noemde U: beste jubilaris, omdat ik niet goed wist hoe ik U in mijn brief moest aanspreken. "Mijnheer" klinkt te protocollair en de term "vriend" is, gelet op het sporadisch karakter van onze persoonlijke kontakten, wel een beetje te familiair; doch zulks sluit geenszins uit dat mijn genegenheid voor U even groot is als mijn bewondering. Gelieve dus deze brief niet als een loutere formaliteit te beschouwen doch als een blijk van erkentelijkheid van iemand uit onze schone Zennevallei, met spijtig genoeg te weinig bodemvaste mannen als U... Mag ik U ook vriendelijk vragen moeder de vrouw en de kinderen deelachtig te maken aan mijn gelukwensen? In onze studententijd was het café Gijssets te Lot voor ons een trekpleister. Alice zal het zich nog wel herinneren? Of heb ik het met de naam van uw echtgenote verkeerd voor? Geen van uw talrijke kinderen ken ik persoonlijk Wat ik echter wél weet is dat, wanneer later in het leven, iemand hen de hand zal drukken en zoals in Multotu/i's 'Max Have/aar', zal zeggen: 'Ik heb uw vader gekend', ze zullen mogen fier zijn. Beste Constant, het komt er nu toch uit, hartelijk en nog vele gezegende jaren, hoor! PJacqmemijns" (sic).

I

Verder zijn er gelukwensen van Frans Sablon, de voorzitter van de Geschied, en Heemkundige Kring Halle, die hem "de geschied-

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


schrijver van het land tussen Zenne en Zoniën" noemt. Ook van co llega's heemkundigen P Cnops en Emiel Torfs. Van Herman Teirlinck ontvangt hij een kaartje met de volgende mededeling:

"Herman Teirlinck Beersel-Lot Het lag niet in mijn vermogen aanwezig te zijn op de feestzitting ter ere van C. Theys de zo verdienstelijke pionier en onvermoeibare zanter.

Hij aanvaarde hier mijn welgemeende gelukwensen en de dankbare hulde van een trouwe bewonderaar. Get. Herman Teirlinck. 17.1 0.56." In Eigen Schoon en de Brabander verschijnt met een foto van de gevierde Constant Theys een bijdrage van de hand van Dr. Jan Lindemans. Eén paragraaf ervan w illen we hier graag herhalen: "Con-

stant Theys is een man voor wie men 'zijn hoed mag a~angen', een voorbeeld voor wie nog zin heeft voor de geestelijke waarden van het leven; een medewerker waarover ons genootschap trots is."

Ook in "Het land van Aalst" (6) en in het tijdschrift van het Land van Dendermon de (7) verschijnen huldeberichten. In 1957 dringen zich herstellingen aan het huis op. De kosten worden begroot op I 00 à 150.000 franken. De eigenaar besluit daarop het eigendom te verkopen. Hierdoor moet opnieuw verhuisd wo rden. Ditmaal kan Constant het huis in de Kleine Dreef 5, waar zijn broer Leo woonde en dat toeval lig vrij komt, huren. Na de verhu is naar de Kleine D reef wordt Constant een derde maal door longcongestie getroffen, maar zijn vrouw kan de crisis nog bijtijds "snijden" met een spuit Spasmalgine. In 1957 publiceert Constant "De geschiedenis van Linkebeek". In de inleiding vermeldt Constant de samenwerking met Jules Geysels. Jules is een geboren en getogen Linkebekenaar die toeristisch adviseur is in zijn gemeente. Hij kent ze door en door en loodst Constant als het ware door de kleinste hoekje van de gemeente . Hij is ook gemeenteraadslid en is op die mannier de voorspreker bij het gemeentebestuur voor wat betreft de ondersteuning bij het uitgeven van het werk. D e gemeente koopt I 00 exemplaren aan die later als prijs zullen aangereikt worden aan de leerlingen van de gemeenteschool. De problematiek van de instroming van allochtonen is halverwege de jaren '50 al goed voe lbaar in Linkebeek. Const ant geeft hierover een duidelijke t ypering: "De autochtone bevolking, de oude families die sedert verscheidene

geslachten eeuwenlang vaak dezelfde percelen bewerken, worden al

april-juni 2008

r:f;Sf:nTr.n.

~"

nçrmr.ml:l""l\lt:

• .\ .''

r:~ 'I OOT1'CR.oP

\1...1.._\,M~ · ·LI. I I'i" l '

GESCHIEDENIS \'AN

LINKEBEEK c:(li\S'fA N'l' 1'0 P.YS

"

Juu · c: t:l'st:IM.; ,\ 1Mffn nomh<:ri.,ht , .. n

Dr. J,l.1.~ l.L."'DDlA'iS ....... .. .-... ~ ••-- . . ... r..looal<

1 95i Ul<UKK F.fliJ A

m:s..; ~: \S

lo.óloft.nl o\'TT"f'!TN .U T T:

IIH IJSst: L

L __ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ ,

En het dorp zal duren ...


met al meer en meer overstroomd door inwijkelingen zonder rechtstreekse band met het dorp, uit alle windstreken. Het komt er op aan

dat de herinnering en de naam van die traditionele families bewaard blijven. Wat de nieuwe inwoners betreft, zonder dat iets bijzonders hen heeft aangelokt dan de mogelijkheid er een huisvesting te vinden, bij dezen moet belangstelling gewekt worden voor alles wat hen omringt, de oude plaatsnamen, de namen van hoeven, de taal en de gebruiken, de overblijfselen uit het verleden, zodat ze aldus op hun beurt aan het heem gehecht geraken." In de Biekorf (8) lezen we naar aanleiding van het verschijnen van de Geschiedenis van Linkebeek: '"Linkebeek' weze echter nog heel bijzonder aanbevolen om de vier pittige en wijze bladzijden 'Ter inlei-

ding en ter Verantwoording' die alle beoefenaars en liefhebbers van 'grote' zowel als van 'kleine geschiedenis' met genoegen en voordeel zullen lezen." Op 29 november 1958 wordt hij getroffen door een hartinfarct. Hij wordt berecht en overgebracht naar het Sint-Eiizabethziekenhuis in Ukkel. Hij wordt er behandeld door dokterVan Rossom. De genezing duurt lang, maar op 19 februari 1959 kan hij weer naar huis. Voor niet lang, want vier dagen later veroorzaakt een darmobstructie verschri kke lij ke buikpijn. Opnieuw wordt hij naar het ziekenhuis gebracht waar hij behandeld wordt met een zuigsonde die in de darmen ingebracht wordt. Hij lijdt verschrikkelijk, wekenlang. In zijn nota's lezen we: "Meer dan eens naar bevrijdende dood verlangd! Eindelijk kwam het in orde, maar vreselijk zwak en mager.

I r-------------,

ÇI..KM.li;U-I(lfOI:OOP.IOII:U:<fO I C:C:I/100~

1'A.'f \'l,.\out>II••UU!\T

GESCHIEDENIS VAN

ALSEMBERG I:ONSTAI'iT TnEYS lie t - ·..... ~ ..... Dr. JAN lJ!'-UI:!liANS lU._ •

......,...,_ .~

! 9 60 ORUKli:EnU h.. HESSENS

~o!:'!'~:..~~ 11 BltUS S~ 1.

Kamer I 18 Sint-Stanislas bij zuster Antoine en later Suzanne. Op het ogenblik dat ik dit neerschrijf, 5 mei 1959, ben ik nog niet in staat om naar huis te gaan. Ik berust echter in alles. Zoals het zal, is het goed, H eer, Uw wil geschiede." Pas op 8 juni 1959 kan hij weer naar huis, tegen alle verwachtingen In. Gaandeweg wo rdt hij terug beter zodat hij opnieuw aan de slag kan. Burgemeester A lbert Proost vraagt hem de "Geschiedenis van Alsemberg" af te werken. De burgemeester van Rode, A lbert De Coster vraagt hem ook de "Geschiedenis van Sint-GenesiusRode" te vo leindigen. In 1960 geeft hij beide, haast gelijktijdig uit. De geschiedenis van Alsemberg is hem zeer dierbaar. Hij draagt het op: "Aan Vader en Moeder". In het voorwoord schrijft jan Lindemans: "Over honderd jaar zal men het nog roodplegen en zal de auteur nog met eerbied en dank-

baarheid vermeld worden". In het werk over Sint-Genesius-Rode doet Constant Theys een

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


onthulling: "Eigenlijk ben ik vooral in de plaatselijke geschiedenis gaan belang stellen toen ik, vele jaren geleden , gemeenteraadslid te Rode werd en dit achttien jaar lang bleef.. Ik wenste wat meer te weten over het verleden ervan; het kwam me voor dat dit me een beter

inzicht zou geven in het heden en in de toekomst van onze gemeente, die me gaandeweg dierbaar was geworden".

GESC8IEDENIS

SINT-GENESlUS-RODE CONSTANT TRF.YS

» ET t!N VOORB ERI CHT

In zijn nota's lezen we: "Inmiddels werkte ik reeds aan die van Beersel, en toen voor deze geen uitgever bestond, ving ik die van Lot aan". Op 3 maart 1961 verh uist hij naar de Groothutstraat I in Den Hoek (Sint-Genesi us-Rode) . Later in 1962 wordt hij gedurende tweemaal acht weken opgenomen in het ziekenhuis voor de behandeling van dyspnea (kortademigheid).

....

lltlll1(1<ACIJ K. IIt!l\\lfli'T

""""""""'-"

In 1963 publ iceert Constant Theys, samen met A lbert Proost nog de "Geschiedenis van Beersel". Wat de ro l is geweest is van Albert Proost, is vrij onduidel ijk. Nergens vindt men een spoor daarover. In zijn voorwoord schrijft jan Lindemans: "... , komt nu Beersel aan

I

de beurt, op één na, allemaal gemeenten gelegen tussen Brussel en de taalgrens (Zoniënbos), een zeer bedreigde streek". Zijn inleiding begint hij met een citaat van Herman Teirlinck voor wie hij grote bewondering heeft: "In werken over plaatselijke geschiedenis keren we als het ware terug tot onze moeder, met alles wat haar omringde. Zoeken is altijd schoner dan vinden, want wan-

neer men de diepte van ons volk gaat peilen, dan beseft men dat men altijd te doen heeft met iets van zeer hoge waarde." (Herman Teirl- . - - - - - - - - - - - - - - - - , inck , persconferentie op het gemeentehuis van Sint-GenesiusRode I 8 mei 196 1.) Constant Theys verwij st in de inleiding, van wat zijn laat ste boek zal zijn, naar de uitgebreide bibliografie die over Beersel beschi kbaar is. Hij verwijst heel expliciet naar "Beersel bij Brussel - Eene monographie doorTeirlinck - Stijns" uit 1883 (zie afbeelding van de omslag hierboven). D it werk omvat slechts een summiere toponymie en verder de beschrijving van het kasteel en van de famil ies die er de bezitters van waren . Een heel beperkt werk volgens Constant Theys, mede omdat de archiefbronnen in die tijd nog niet bereikbaar waren. Teirlinck en Stijns schreven het t rouwens eerder uit nieuwsgierigheid naar de oorsprong van de kasteelruïne en omdat de inwoners van Beersel in 1883 absoluut onwetend waren over de geschiedenis van hun dorp en het kasteel.

GESCHIRDENlS \'AN

B EERSEL ('.HN!n'A "'~' 'l'm~·.-s

m Al.fl f:RT T'R()OST

Ur. Jo\ N I.ISIII\.\1 ,\ N:'

üol-·~·--

nRilKKf.IIIJ Ri'S"f.NS JJII U~!It.! L

Constant brengt zijn standpunten en bew eegredenen nog eens

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Het boekje "Beersel bij Brussel Ene Monografie",

van lsidoorTeirlinck(ll) en Reimond Steins ( 12). met vooral informatie over het kasteel van Beersel en zijn bewoners.

I duidelij k onder de aandacht. Hij schrijft: "sommigen zullen wellicht

de bedenking maken dat deze monografie al te veel "petite histoire", nl. de anekdotische kant van de geschiedenis weergeeft. Kan zijn, maar deze anekdoten, echte, levende geschiedenis, zullen heel wat meer verklaren dan droge theoretische beschouwingen en vervelende vertelselmatigheden". Hij haalt Johan Daisne aan die in "Met een inktvlek geboren" schrijft "Sommigen gebruiken het woord 'anekdotisch' gaarne als dooddoener. Precies of de anekdote niet het zout van de geschiedenis is nl. Levenszaad." N ogmaals haalt hij uit naar al diegenen die hem het gebrek van wetenschappelijke aankleding verwijten. We lezen: "Prof Dr. H. Devis, die vele jaren medewerkte aan het tijd-

schrift "Eigen Schoon en de Brabander", had een onoverkomelijke hekel aan dorre wetenschap en aan het uitstallen van eruditie en voetnota 's (E.S.B., 1949, blz 390)". H ij citeert vervolgens een "anekdote" van Johan Daisne uit hoger genoemd werk: "Een Waals meisje, dat Germaanse filologie studeert, vergiste zich en sprak van "noodvoet" i.p.v. "voetnoot". Heerlijkl Uit de mond van de onschuldige klinkt inderdaad vaak de zuiverste waarheid. De aanstaande filoloog zal later allicht nooit meer van noodvoeten spreken; maar laat ze dan toch niet vergeten dat voetnoten in de werkelijkheid veelal maar lemen noodvoeten zijn waarmee geleerde teksten zich proberen overeind te houden".

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


De uitgave komt tot stand dankzij Eugeen Clerckx, industrieel, kunstliefhebber en mecenas. Een comitĂŠ, w aarin ondermeer Herman Teirlinck zetelt, zorgt voor de realisatie ervan. Zijn voorwoord sluit hij af met "C. T 1886-1963 ...". De drie puntjes na 1963 wijzen duidelijk op zijn onzekerheid over zijn gezondheidstoestand. In zijn levenskroniek vermeldt Constant Theys nog een aantal handschriften : "Voor de Gasthuiszusters-Augustinessen van Leuven:

een "Historische Kroniek van de Kongregatie der GasthuiszustersAugustinessen van Leuven". Ongeveer 200 bladzijden halfcommercieel met de machine, zonder interlinie. Huizingen, enkele hoofdstukken af, Lot 3/4 af en Buizingen 213." In dit laatste geval zou Constant zich vooral toeleggen op de geschiedenis van de Sint-Hubertus schuttersgilde. (9) Deze werken worden niet meer afgewerkt. Waar de handschriften zich thans bevinden is niet geweten. Op vrijdag 18 december 1963 vindt in de herberg en restaurant "In den Ridder" aan het kasteel van Beersel een huldiging plaats in het bijzijn van minister Renaat Van Elslande, Herman Teirlinck en andere trouwe vrienden van Constant. Voor 20 jaar verdienstelijke geschiedschrijving over de dorpen van de Zennevallei ontvangt hij uit de handen van de minister de eretekens van officier in de orde van Leopold 11. (I 0) Haast alle burgemeesters zijn present. Herman Teirlinck, toen al 84 jaar oud neemt het w oord: "Zo Pieter Breughel als kind van het

•

'Zenneke' de grondlegger was van de Vlaamse schilderkunst omdat hij, zoon van het land, dit steeds weer in al zijn uitingsvormen uitbeeldde, zo hebt gij vriend Theys, ons de diepere spelonken van de Zennevallei leren ontdekken. Er rest ons nog weinig weg af te leggen. Laten wij elkander de absolutie geven." Constant Theys overlijdt op woensdag IS april 1964. Hij is 77 jaar.

Het grafische werk van Leo en AdolfTheys In de periode dat Constant Theys zijn eerste publicaties uitgeeft, zijn de druktechnieken niet wat ze vandaag de dag zijn. Ook het papier is kwalitatief nog zeer beperkt. De eerste twee boeken, respectievelijk over Ruisbroek en Drogenbos, worden tijdens de oorlog uitgegeven op een minderwaardige papiersoort. Voor de weinige foto's die gepubliceerd worden last de drukker enkele bladzijden lichtglanzend papier in. In de werken zelf wordt uitsluitend gebruik gemaakt van tekenwerk. Het zijn veelal illustraties die Constant Theys voordien ook al liet verschijnen in 'Toerisme " het tijdschrift van de Vlaamse Toeristenbond.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Pentekeningen Leo Theys Boven: De "Zwarte Poort" te Ruisbroek in 1939. Rechts: De kerk (geschiedenis van Drogenbos). Onder: Hoeve Schaveys "Geschiedenis van Linkebeek"

I

Op de omslagen wordt te lkens een prachtig gestileerde tekening van de kerk afgebeeld. In 1948 w ordt het papier beter en w orden ook tal van foto's afgedrukt. De kwal iteit van de weergave van heel wat foto's is zwak. De latere boeken worden gedrukt op glanzend papier. Nu worden meer en meer foto's ingelast. In het laatste boek, de gesch iedenis van Beersel, w orden nog slechts enkele pentekeningen opgenomen. Haast all e tekeningen zijn van de hand van Leo T heys. A ll een in de

En het dorp zal duren. ..

april-juni 2008


boeken van Dw orp en Sint-Genesius-Rode w orden enkele pentekeningen van D olf T heys, de jongste broer van Constant gepubliceerd. Het zijn t ekeningen van taferelen uit het leven van alle dag. Constant vermeldt zijn broer Leo expliciet als illustrator op de t ite lpagina van de Geschiedenis van Ruisbroek. Daarna bl ijven de referenties beperkt tot een eenvoudige vermelding onder de afbeel dingen.

I

Twe e pe nteke ningen van AdolfTheys. Links: boterdraagste r op weg naar de m a rkt in Halle (Geschiedenis va n Dworp). Boven: houtvervoe r in ZoniĂŤn (Geschie de nis van SintGenesius-Rode ).

Een van de weinige pentekeningen in de "Geschiedenis van Beersel"

april-juni 2008

En het dorp zal duren. ..


Foto van Constant met broers Adolf en Leo en I0 van de kinderen. I . Paula, 2. Marieke, 3. Herman, 4. Constant Theys, 5. Hilda, 6 Adolf Theys (jongste broer), 7. Emma, 8. Lea, 9. Piet, I0. Leo Theys (voornaamste illustrator van de werken van

Constant), I I.Adri, 12. jot, 13. Marthe.

Constant Theys een man van citaten Het is voor de autodidact Constant Theys niet gemakkelijk een plaats te verwerven t ussen de academici. Vooral bij het lezen van de inleidingen van zijn werken, komt het ons voor dat hij telkens opnieuw in het verweer gaat. Meestal over vormel ijkheden zoals het niet toepassen van voetnoten of t egen een zekere vorm van minachting en beperkthei d van de lokale geschiedschrijving die hem wel meer dan eens moet aangewreven zijn. Vaak neemt hij daarom zijn t oevlucht t ot cit aten van historici, fil osofen of co ll ega's. Het levert hem ongetwijfeld bondgenoten op in een strijd naar "erkenning" of het zoeken van "het eigen gelijk".

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


Constant verwoordt het als volgt: "Waarom zou ik dan geen inleiding mogen schrijven met citaten van

geleerden? Het zijn gedachten die ik graag verspreid zie, die mijn pogingen verantwoorden en ik kan het op verre na niet zo goed en zeker niet met zoveel gezag zeggen. Je fa is di re aux autres ce que je ne puis si bien dire tantót par faiblesse de man langage, tantót por faiblesse de man sens' (Montaigne)". Niet bij toeval in het boek over zijn geboortedorp verme ldt Constant Theys een citaat uit de geschiedenis van Opw ij k van de hand van zijn vriend en mentor Dr. Jan Lindemans:

"... de belangstelling wordt nog meer geprikkeld wanneer het gaat over eigen dorp. De gehechtheid aan die plaats draagt de mens zijn leven lang mee in het hart, en misschien des te sterker naarmate de jaren hem verder afbrengen van het eerste vaarwel. Het geboortedorp vormt immers de lieve, onvergetelijke achtergrond van de jeugdherinneringen."

Doorheen het ganse oeuvre van Constant Theys is de drang naar bevestiging latent aanwezig. Het geleverde w erk is zo aanzienlijk, dat hij wel bewonderi ng maar niet altijd de nodige erkenning krijgt. Met betrekking tot de kwaliteit van zijn werk geeft Constant in de Geschiedenis van Linkebeek een kwinkslag, met volgend citaat van geschiedschrijver Trevelyan: "vroeg of laat moet een geschiedkundig

werk voor betere boeken van de nieuwe geslachten onderdoen". Het geredetwist met de gevestigde orde over de bronvermelding komt in haast iedere inleiding terug. Constant schrijft hierover:

"Uitvoerige verwijzing naar de bronnen heb ik gemeend te mogen achterwege laten. De ingewijden kennen immers de vakliteratuur en de gewone lezer vraagt er niet om.". Koppig als hij is zal hij aan zijn standpunt nooit verzaken. Frustratie is er wanneer hij telkens weer de aantijgingen weerlegt, waarbij beweerd wordt dat dorpsmonografieën een soort tweederangs geschiedenis zouden zijn. In de Geschiedenis van SintGenesius-Rode schrijft hij: "Men zou me misschien het verwijt kun-

nen maken dat deze monografie zeer anekdotisch bewerkt is. Ook G. Lenótre, de Franse geschiedschrijver die zowat veertig boeken en duizenden artikelen schreef, maakte zich, natuurlijk wegens de bijval die hem te beurt viel, vele vijanden.Volgens hen was hij niet wetenschappelijk genoeg, schreef hij maar 'la petite histoire'. Nooit zou men hem betrappen op een onnauwkeurigheid of nalatigheid uit oppervlakkigheid." Hij geeft wel toe dat Dr. Lindemans 'terecht' zegt dat "in een dorpsgeschiedenis immers zelden grote schokkende historische gebeurte-

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


nissen te beschrijven zijn". Maar Constant voegt er aan toe: "Sterk anekdotisch is de dorpsgeschiedenis wel, er is immers het lillende, popelende leven. De mensen van toen moesten ook wroeten om te leven, de grond bewerken, strijden tegen de krachten van de natuur en van het kwaad." Hij citeert in dat verband ook Dr. Jan Verbesselt: "Laten we toch niet vergeten dat specialisten, het materiaal waarop zij hun verdienstelijke synthetische arbeid baseren, niet altijd zelf vergaard hebben, doch dit vaak in ruime mate aan stille, bescheiden, soms naamloze zoekers te danken hebben." In de geschiedenis van Beersel schrijft Constant T heys: "Velen beschouwen de geschiedenis als onzin. Laat het dode verleden zijn doden begraven, menen ze." Hierbij citeert hij Galsworthy: ''A/sof het verleden ooit sterven kan." Ook over de gesel van de zetfouten nog vo lgend citaat van de Franse schrijver en fi losoof Denis Diderot: "Le désespoir c'est qu'on croit avoir vu toutes les incorrections et que /'ouvrage imprimé vous en

I

montre qui crèvent les yeux ..."

Zanten Het werkwoord zanten wordt gebruikt voor het samenbinden van graanhalmen tot schoven of garven. Het is dan ook synoniem voor

"verzamelen". Onder deze noemer verzamelt Constant, in verschi llende werkboekjes, alles wat hij belangrijk vindt voor zijn persoonlijke ontw ikkeling, en vooral wat hem beroert en bruikbaar is bij de realisatie van al wat hij onderneemt Aantekeningen overtaal en volk, over de christelijke w aarden zoal s het ouderschap en het gezin, sprokkels over algemene en lokale geschiedenis, maken er deel van uit De meestal korte op losse vel letjes geschreven aantekeningen, of weetjes uit kranten en tijdschriften, plakt Constant in zijn werkboeken. We vermelden hier enkele voorbeelden van teksten en aantekeningen die we in de Zanten aantreffen. Ze bew ijzen eens te meer dat Constant een gedreven, Vlaams-Christelijk geïnspireerde belangstelling heeft voor zijn land en volk. Ze tonen ook duidelijk aan dat hij een geestig en scherpzinnig man was, gehecht aan waarden en tradities. Hij zal wel de intentie gehad hebben deze geheugensteuntjes op te sparen, ze later op te diepen en ze in zijn geschiedkundige werken te gebruiken.

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


In die context schrijft Constant in enkele gevatte zinnen over wat hem aanzette tot zijn historisch en heemkundig onderzoek, we citeren:

"Steeds heb ik een hang en een drang gevoeld wat meer te weten over de mensen en de wereld waaruit ik gesproten ben. Wat ze waren en wat ze werden. De enen hebben hun stand of standing verhoogd, anderen hem verlaagd. Zelfs het beste zaad gedijt niet in elke grond. Er zijn weers(in)v/oeden. Bij de mens zijn het de min of meer gunstige omstandigheden, de conjunctuur; zoals men thans geleerder? zegt. Vrijmoedig vertel ik het tot mijn eigen genoegen en hopelijk ten gerieve van mijn stamgenoten." Hij verzamelt heel wat krantenknipsels met historische of heemkundige duiding zoals: "over kapelletjes en kruisen", "Vroom Volksgebruik" of een artikel met uitleg over het samenstellen van een familiestamboom. Een artikel, uit het Volksblad van 24 augustus 1949, gaat dan weer over: "Oorsprong en veranderingen van straatnamen". Verder is er een bijdrage over de gerestaureerde kerk van Gaasbeek waar zijn schoonbroer E.H. Frans Ghysels pastoor is.

I

Bij deze historische nota's vinden we ook een aantekening over zijn verre voorouder Hendrik Theys die in 1704 pachter was op het hof van Jericho in Terkluizen. Constant zal deze aantekening trouwens verwerken in zijn (beknopte) geschiedenis van de familie Theys. De strijd tegen de verfransing van onze regio blijft hij op de voet vo lgen. Ondanks het politiek debacle van 1938 blijft hij strijdvaardig. Als voorbeeld de strijdtekst die hij in zijn verzameling van 1961 opneemt

"Aigérie beige. Te Alsemberg bestaat er een hoogvlakte, sedert eeuwen de Kleert geheten, waar alleen struik en struweel, kreupel en ander gewas groeit. De nieuwe eigenaar heeft de Kleert afgerasterd en er een bord geplaatst met het opschrift "LE BLED" . . . Samen met het "Lycée Français" te Ukkel, kunnen we ons ook verheugen in het bezit van een "Aigérie Beige". Natuurlijk ontbreken daar nog Pieds-Noir's, een de Gaulle, een Salon, een Sauste/Ie, een Bidau/t, maar als het daar op aankomt, zullen er wel kandidaten genoeg zijn, en wat de Pied-Noir's betreft, daarvoor kunnen de Franskiljonse Brusselaars ingezet worden." Ook een artikel van 20 december 1959 over de talentelling te Sint-Genesius-Rode, treffen we hier aan.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


I ZANTEN 111 uit 1959. EĂŠn van de werkboeken van Constant Theys bewaard door de familie .

Veelvuldig zijn de opgetekende zinspreuken. Zinspreuken of aforismen zijn korte, pittige spreuken, of op zichzelf staande zinnen die karakteristiek zijn voor een bepaalde geesteshouding of mentaliteit. De harde jeugdjaren, de Christelijk geĂŻnspireerde vorm ing en entourage, de politieke inzet voor streek en taal zijn de elementen die we er als een rode draad in terugvinden. Constant wi l er zijn opvattingen over de waarden van het leven mee voeden en kracht bijzetten. Enkele voorbeelden:

"Verwend is verwant met verwaand. Wat als twijg gebogen wordt, zal als boom scheef groeien. Weelde en weeshuis herbergen beide wee. Wat haar het beste bevalt van haar echtgenoot is zijn vrouw.

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


Man tot vriend: aangenomen dat mijn vrouw iemand is die nooit weet wat ze wil, slaagt ze er toch fantastisch in om haar wil door te zetten. Optimist: een bruidegom die denkt dat hij geen slechte gewoonten heeft. Expert: iemand die een goede reden heeft om een verkeerde schatting te maken. Ervaring: wat iemand nieuwe fouten doet maken in plaats van altijd dezelfde." Hij verzamelt ook gelegenheidsproza dat bij geboorte, jubilea of andere fami liefeesten "gepleegd" wordt. In dezelfde context noteert hij nuttige gegevens voor zijn gezin. Weerom enkele voorbeelden: "Proza voor een (zijn) 35 jarig huwelijksjubileum" (waarop hij niet nalaat achteraf een correctie aan te brengen!) "Gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Adri 28 mei 1960" door jat Theys. Een artikel (knipsel) over de zi lveren bruiloft van gemeentesecretaris Augustinus Joannes Proost en Maria Paulina Adriaensen uit 30 apri l 1914, opgesteld door Ko rneel Lambrechts, onderpastoor: Van veel praktischer aard zijn: "Recept van een middel tegen de hoest", "Bedenkingen over het kroostrijk gezin" en "Goed en slecht voor

I

de tanden". Uitzonderlij k staat hier ook een artikel dat w e als "fait divers" wi llen aanhalen. Hij plakt een kni psel met de titel "Scoubidou dringt ons land binnen". Een scoubidou is een vlechtw erk gemaakt met drie (of meer) plastieken koorden. Hij schrijft er (blijkbaar niet zonder enig cynisme) naast: "nota: heeft niet lang geduurd". Ook enkele persoonlij ke stukken zoals de kaart als afgevaardigde in Alsemberg van de - COMMISSION FOR RELlEF IN BELGIUM tijdens de eerste were ldoorlog en de identiteitskaart als ambtenaar bij het ministerie van de spoorwegen, marine, post en telegraaf ( 1914). Opmerkelijk zijn, w at we kunnen thuisbrengen onder de gemeenschappelijk noemer van grappen en grollen. Een voo rbeeld is volgende grappige toespeling op de vrouw en: "Een 18 jarig meisje vraagt, wanneer er kwestie is van een man: hoe is hij? Een 25 jarig meisje die wil huwen vraagt: wie is hij? Een 30 jarig meisje die wil huwen vraagt: wat is hij? En een 40 jarige vraagt haastig: waar is hij?"

april-juni 200 8

En het dorp zal duren ...


Het volgende gedicht, dat hij ondertekent en waarvan we de context niet helemaal kunnen duiden, is toch wel leuk geschreven.

"Aan de bezoekers mijner herberg." "Ik durf mijn huis u aanbevelen voor lekker bier; likeur of wijn; En zij die geern' een kaartje spelen Die zullen altijd welkom zijn. Ik tap en schenk voor graven, dukken, Voor minnaars van het Vlaams Toneel, De bulten, krommen en de krukken, Die zijn ten mijnent nooit teveel. 'k Bedien aan elk naar zijn verlangen Het glaasje vol tot aan den rand. Zo zal ik nooit 't affront ontvangen Van Hola Jef . . den kousenband. De kriekentijd, die al de bazen Van 't dorp hun bier bederven doet Daar zal men nooit van mij van razen Mijn bier dat blijft gezond en goed. Het zal de vaders en de moeders Versterken hunne teed're maag Komt ook maar af gij drinkebroeders En drink een stuk in uwe kraag! ... C.T" De "Zanten" worden door Constant samengesteld in 1957, 1959 en 1961 . Hij is dan de zeventig voorbij en na zijn hartinfarct in 1958, zijn mijmeringen over de dood nooit veraf. Heel wat aantekeningen en knipsels laten duidelijk zijn bezorgdheid blijken voor het nakende levenseinde: Gedicht van Hilde Boon: "'t Lievevrouwke in de lindeboom". Gedicht van GabriĂŤl Smit: "Laatste avondmaal". In juli 1962, wanneer hij tweemaal in het ziekenhuis opgenomen wordt voor dyspnea, knipt hij in De Standaard een artikel uit over "Gelukkig sterven" en "Overwegingen van ouderdom en dood, (kerkhofblommen)".

En het dorp zal duren ...

april-juni 2008


I

Joachim Constantius Ghislenus Theys, geboren op 20 oktober 1886 en overleden op IS april 1964. Geschiedschrijver, heemkundige, en autodidact.

april-juni 2008

En het dorp zal duren. ..


Voetnoten

I

(I)

Prof. Fernand Vanhemelryck, De schandpaal, kaak of pilorijn, in "En het dorp zal duren ...", Trimestrieel tijdschrift van het Heemkundig Genootschap van Witthem Beersel, nr I , oktober 1998 pll / 19.

(2)

Eigen Schoon en de Brabander, >OO<Ve jg, Nr. I 1-12 nov.dec. 1952 en "Het Land van Aalst" - tijdschrift van de Geschiedkundige vereniging Het Land van Aalst - jaargang V, 1953 Nr. I.

(3)

jozef van Ginderachterprijs.Verslagen en Mededelingen 1952 - 6 juni, juli augustus, p 530.

(4)

Het Land van Aalst- tijdschrift van de Geschiedkundige vereniging Het Land van Aalst- jaargang VI, 1954, Nr. 3, p. 208.

(5)

F. VAN ES, in Oostvlaamse Zanten Nr. 4, 1954, p. l32.

(6)

Het Land van Aalst- tijdschrift van de Geschiedkundige vereniging Het Land van Aalst- jaargang VIII, 1956 p. 257.

(7)

Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde- derde reeks, 1956/4 p. 163.

(8)

Biekorf (Brugge), Brabantse dorpsmonografieĂŤn, 1957, p. 35 I.

(9)

Scheppers, orgaan van de Broeders van Barmhartigheid, Ie jg., nr. I , juni 1963.

(I 0) Koninklijk Besluit van 25 september 1963. (I I) lsidoor Teirlinck. CZegelsem 2 januari 1851 - +Vorst-Brussel 27 juni 1934). Vlaams auteur onder meer bekend van zijn boeken over folklore. Hij was gehuw d met Oda van Nieuw enhove en vader van Herman Teirlinck. Hij schreef veel samen met zijn zwager Reimond Stijns onder de naam Teirlinck-Stijns ( 12) Reimond Stijns. CMullem I 0 mei 1850 - +Sint-Jans-Molenbeek 12 december 1905). Vlaams romanschrijver, Stijns, was een tijdje leraar in Bevere, Mullem en Sint-Jans-Molenbeek, waarna hij in 1884 studiemeester en later leraar werd aan het Koninklijk Atheneum in Brussel.

En het dorp zal duren...

april-juni 2008


Bibliografie Ons Weekblad

Wekelijkse kroniek over Alsemberg en Sint-Genesius-

Rode. Gazet van Halle, tien

jaar plaatselijk nieuws met vooral politieke en cultu-

rele berichten. (schuilnaam voor Theys Constant) Koren, Kaf en Krinsen, Pajottenland, 1936, 1937 en 1938 . Zagemans,

CONSTANTTHEYS-GHYSELS, Mijn IevenskroniekAisemberg Sint-Genesius-Rode, handschrift gedateerd 28 juli 1963, Grote Hutstraat Sint-Genesius-Rode. THEYS CONSTANT, Korte geschiedenis van Ruisbroek (Brabant), Drukkerij A Hessens, Brussel, 1940. Geschied- en oudheidkundige kring van West-Brabant Pentekeningen van Leo Theys.

•

THEYS CONSTANT, Geschiedenis van Drogenbos, Drukkerij Hessens Brussel 1942. THEYS CONSTANT, Geschiedenis van Dworp, Drukkerij A Hessens, Komed iantenstraat 12 Brussel, 1948. THEYS CONSTANT, Geschiedenis van Kapelle- op- den- Bos, Drukkerij A Hessens, Brussel, 1953. THEYS CONSTANT en GEYSELS JULES, Geschiedenis van Linkebeek. Met een voorbericht van Dr. Jan Lindemans, Drukkerij Hessens, Brussel, 1957. THEYS CONSTANT, Meesters, meesteressen en zusters van het Groot Gasthuis van Leuven, Brabantica IV, 1959. THEYS CONSTANT, Geschiedenis van Alsemberg, Drukkerij A Hessens (Robert Hessens) Komediatenstraat 12 Brussel 1960. THEYS CONSTANT, Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode. Met een voorbericht van Dr. Jan Lindemans. Brussel, Drukkerij H. de Smedt, 1960. THEYS CONSTANT en PROOST ALBERT, Geschiedenis van Beersel. Met een voorbericht van Jan Lindemans, Brussel, Drukkerij Hessens, 1963. DE BECKER URBAAN en VANHEMELRYCK FERNAND, Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode naar Constant Theys, uitg. door het gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode 1982.

april-juni 2008

En het dorp zal duren ...


Colofon

En het dorp zal duren ... is het trimestrieel tijd schrift van het Heemkundig Genootschap "van Witthem" - Beersel april - juni 2008 - nummer 38 - jaargang I 0

voorzitter

Marc Desmedt Dwersbos I 09 I 650 Beersel 02. 377.27.94

ondervoorzitter

Edgard W inderickx Brouwerijstraat 18 1653 Dworp 02. 380.30.14

secretaris

Michel Vastiau Leeuw erikenlaan I 0 I 650 Beersel 02. 380.54.38

penningmeester

Agnes Walschot Lindekensweg I I 0 1652 Alsemberg 02. 380.67.31

Inlichtingen tijdens de kantooruren in het gemeentehuis te Beersel - dienst cultuur Alsembergsteenweg I 046 I 64 2 A lsemberg 02 359 16 16 Prijs van dit nummer € 7 - jaarlijks abonnement bedraagt € 20, te storten op rekeningnumm er 00 1-3 11434 1-38 van het Heemkundig Genootschap "van Witthem" Beersel, met vermelding van naam, voornaam en adres, gevolgd door de aanduiding "Abonnement tijdschrift". Werkten mee aan dit nu mmer: Giedo D ebusscher, Marc D esmedt, Michel Vastiau, Liberte Walschot en Edgard W inderickx. Beste dank aan Adriaan en Emma Theys voor het bereidwillig ter beschikbaar stellen van diverse documenten en iconografisch materiaal. Samenstelling: de redactieraad. Verantwoordelijke uitgever: Marc Desmedt. Eindvormgeving en druk: Drukkerij B.VB.A. Mariën-Deneyer - Dworp.

En het dorp zal duren ...

januari-maart 2008



H~ t;eJWotr~ ~,~

wit:tlt.em/J


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.