NWS-onderzoek 2011

Page 1

NEWS�onderzoek 2011

: voorbereiding, bekostiging en terugkeer van een studie in het buitenland De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op een vragenlijst die werd ingevuld door 350 Nederlanders die een volledige studie in het buitenland doen, willen doen of hebben gedaan. De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek zijn:

In de nazomer van 2011 ontstond een politieke discussie over de gevolgen van deze disbalans voor de Nederlandse samenleving. Hierbij is er helaas weinig aandacht voor Nederlanders die in het buitenland studeren. Ook werd bezuinigd op programma's die een studie of onderzoek in het buitenland mogelijk maken. Zo werd het Huygens Scholarship Programme stopgezet en wordt het Rubicon Programma ontoegankelijk gemaakt voor Nederlanders die in het buitenland promoveren. Stichting NEWS (Nederlandse Wereldwijde Studenten) deed onderzoek onder Nederlandse studenten die in het buitenland een diploma halen. Hierbij gaat het om een unieke groep respondenten, omdat deze studenten over het algemeen niet worden bereikt door de belangenorganisaties voor studenten in Nederland, zoals het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Dit rapport gaat over deze studenten in het buitenland, hun redenen om naar het buitenland te gaan, hoe ze hun studie betalen en waarom ze al dan niet terugkeren naar Nederland.

1

. Den Haag: Nuffic, 2011.

. Nederlandse studenten in het buitenland zijn ambitieus. Zij kiezen voor een studie in het buitenland vanwege de academische uitdaging, de carrièrekansen en de levensâ€? ervaring die ze er op kunnen doen. . De beschikbaarheid van informatie over zaken zoals de noodzaak tot voortzetting van een Nederlandse zorgverzekering, de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en de sociale zekerheid in Nederland wordt door Nederlandse studenten in het buitenland vaak onvoldoende gevonden. . De studenten die voorafgaand aan hun opleiding in het buitenland aan een Nederlandse hogeschool of universiteit studeerden, kregen relatief weinig hulp van de International Offices van deze instellingen. Deze lijken zich grotendeels te richten op het werven van buitenlandse studenten. . Studenten bekostigen hun studie in het buitenland op vele verschillende manieren. Voor met name bachelorstudenten en promovendi in het buitenland bestaat een gebrek aan bekostigingsmogelijkheden vanuit Nederland.


– Nederlandse Wereldwijde Studenten . Verreweg de meeste Nederlandse studenten in het buitenland zijn in Nederland opgegroeid en zijn van plan om ‐ op middellange termijn ‐ naar Nederland terug te keren.

1. Het NEWS‐onderzoek.................................................................................. 3 2. Respondenten............................................................................................. 4 3. Motivatie voor de studie in het buitenland................................................. 6 4. Voorbereiding van het vertrek naar het buitenland.................................... 7 5. Kosten van de studie in het buitenland....................................................... 8 6. Bekostiging van de studie in het buitenland................................................9 7. Plannen na de studie in het buitenland.....................................................12 8. Samenvatting en aanbevelingen................................................................14

. Bij terugkeer naar Nederland moeten de studenten diverse zaken regelen. De respondenten verwachten problemen te ervaren met het vinden van een baan en huisvesting en de omzetting van de prestatiebeurs in een gift door de DUO. Voor studenten die langere tijd in het buitenland verblijven, speelt ook het recht op sociale zekerheid en pensioenopbouw een rol. NEWS doet naar aanleiding van het onderzoek de volgende aanbevelingen:

• Verbeteren van de informatievoorziening en ondersteuning voor studenten die naar het buitenland willen voor een volledige studie. Het is noodzakelijk dat er een duidelijke taakstelling komt aan de Nuffic en de International Offices om meer aandacht te besteden aan uitgaande mobiliteit. Landelijke coördinatie van de inspanningen door de International Offices is wenselijk.

• Realiseren van financiële ondersteuning, eventueel door middel van publiek‐private samenwerking, voor talentvolle studenten die een hele opleiding in het buitenland willen volgen. • Uitbreiden en flexibiliseren van de leenmogelijkheden via de DUO.

• Uitleggen van een rode loper voor Nederlanders die in het buitenland gestudeerd hebben en terug willen komen naar Nederland.

2


: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit recente opleiding.3 Uiteraard dienen we ons af te vragen hoe representatief de respondenten zijn voor de groep Nederlandse studenten in het buitenland. Door het ontbreken van andere, diepgravende en grootschalige onderzoeken is deze vraag moeilijk te beantwoorden. Bursalen, die gegeven de doelstellingen van deze beurzen vaak een master in het buitenland volgen, lijken oververtegenwoordigd. Wel komen de uitkomsten op hoofdlijnen overeen met de resultaten van de eerdere NEWS‐onderzoeken. Daarom gaat NEWS er vanuit dat de in het kader van dit onderzoek verzamelde gegevens een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de discussies over internationalisering van het hoger onderwijs.

In 2008 en 2009 heeft NEWS twee onderzoeksrapporten gepubliceerd.2 Hierin kwamen onder andere de redenen van Nederlandse studenten om in het buitenland te studeren en de barrières die zij ondervonden bij hun vertrek naar het buitenland aan bod. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft naar aanleiding van het NEWS‐ onderzoek 2009 een aantal stappen ondernomen om de belemmeringen voor het volgen van een volledige studie in het buitenland te verminderen. Zo werden de regelingen en communicatie betreffende de meeneembare studiefinanciering verbeterd. Ook in 2011 heeft NEWS een vragenlijst uitgezet onder Nederlandse studenten in het buitenland. Dit zorgt ervoor dat er actuele gegevens over de ervaringen van Nederlandse studenten in het buitenland beschikbaar blijven. Aangezien de bekostiging van een studie in het buitenland in de eerdere NEWS‐onderzoeken door veel respondenten een belangrijke uitdaging gevonden werd, heeft NEWS dit jaar gedetailleerdere vragen gesteld over dit onderwerp. Daarnaast zijn de respondenten bij de analyse van de uitkomsten gesplitst op basis van hun opleidingsniveau (bachelor, master of promotie).

Stichting NEWS is een netwerk van Nederlandse studenten die een volledige opleiding in het buitenland volgen, willen volgen of hebben gevolgd. NEWS biedt ondersteuning aan studenten die in het buitenland willen studeren door hen in contact te brengen met landgenoten. Daarnaast slaat NEWS een brug tussen Nederlands talent in het buitenland en de Nederlandse overheid, de maatschappij, het bedrijfsleven en het onderwijs door regelmatig activiteiten te organiseren in Nederland en in het buitenland. NEWS beheert een alumninetwerk van enkele duizenden Nederlanders die aan een buitenlandse universiteit zijn afgestudeerd. Vijf jaar na haar oprichting in 2006 heeft NEWS ongeveer 3.000 leden en actieve afdelingen in tien van de grootste buitenlandse universiteitssteden, waaronder Brussel, Londen, Oxford, Cambridge, New York, Peking en Genève.

Het NEWS‐onderzoek 2011 is uitgevoerd door middel van een enquête. Deze vragenlijst bevatte open en gesloten vragen over onderwerpen zoals motivatie om naar het buitenland te gaan, informatievoorziening, bekostiging en toekomstplannen. De enquête werd online ingevuld en was beschikbaar van juni tot en met augustus 2011.

NEWS wordt aangestuurd door een bestuur, daarbij ondersteund door een raad van toezicht en een onderzoeksbureau. Alle functies binnen NEWS worden uitgevoerd door mensen die momenteel in het buitenland studeren of eerder in het buitenland hebben gestudeerd. Het comité van aanbeveling van NEWS bestaat uit drs. Trude Maas‐de Brouwer, prof. dr. Wim van de Donk, drs. Sander van den Eijnden, prof. dr. Jan Anthonie Bruijn, en prof. mr. Jaap de Hoop Scheffer, onder voorzitterschap van dr. Alexander Rinnooy Kan.

Voor deelname aan het onderzoek zijn bij NEWS aangesloten studenten en bij de Nuffic geregistreerde studenten per e‐mail benaderd. Deze studenten volgen allemaal een volledige opleiding in het buitenland, willen dit gaan doen of hebben dit gedaan. Zij halen een diploma aan hun buitenlandse onderwijsinstelling. Het gaat in dit onderzoek dus niet om studenten die stage lopen in het buitenland of deelnemen aan een uitwisseling in het kader van hun Nederlandse opleiding.

Op www.newstudent.nl is meer te lezen over Stichting NEWS.

De vragenlijst is ingevuld door 350 personen. Indien mensen meerdere studies in het buitenland hebben gevolgd, is hen gevraagd hun antwoorden te baseren op hun meest 2

Zie www.newstudent.nl voor de NEWS‐onderzoeken uit 2008 en 2009.

3

3

Om de leesbaarheid van dit rapport te vergroten, hebben we gekozen om ‐ net als in de digitale enquête ‐ over de studie in het buitenland te schrijven in de tegenwoordige tijd, ook indien de respondent reeds terug is of nog naar het buitenland gaat.


– Nederlandse Wereldwijde Studenten . Met meer dan een kwart van de respondenten zijn sociaal‐wetenschappelijke opleidingen het populairst onder de studenten, maar ook de categorieën ‘Letteren/kunst/muziek’ en ‘Bedrijfskunde/economie’ scoren relatief hoog met 15% of meer van de respondenten (zie Afbeelding 4).

. 84% van de respondenten studeert in het buitenland of heeft dit gedaan (zie Afbeelding 1). De overige 16% is van plan om ‐ meestal binnen enkele maanden ‐ in het buitenland te gaan studeren. 90% van de respondenten die in het verleden hun studie in het buitenland afrondde, deed dit in 2009 of later.

. Bijna de helft van de respondenten studeert in het Verenigd Koninkrijk en ruim één op de vijf volgt een opleiding in de Verenigde Staten. De tabel in Afbeelding 5 illustreert dat de respondenten over de hele wereld verspreid zijn.

. Het geboortejaar van de respondenten varieert van 1977 tot 1994. Bijna 60% van de respondenten is geboren in de jaren 1985 ‐ 1988.

. 328 respondenten hebben aangegeven aan welke onderwijsinstelling zij studeren. De namen variëren van de University of Northumberland tot Johns Hopkins en van Harvard tot ETH Zürich. Wel valt op dat vele respondenten studeren aan universiteiten die tot de wereldtop behoren. Met 28 vermeldingen wordt de University of Oxford het vaakst genoemd, maar ook aan instellingen als de London School of Economics and Political Science (18), de University of Cambridge (12) en University College London (9) studeren veel respondenten.

. Slechts 1,2% van de respondenten heeft geen van de eerste 18 levensjaren in Nederland gewoond. 95% van de respondenten woonde 13 jaar of meer van de eerste 18 levensjaren in Nederland. . De hoogste in Nederland gevolgde vooropleiding van de respondenten is divers. Bijna 60% van de respondenten rondde een bachelor of een master af in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs (wo) voordat de stap naar het buitenland gezet werd. Ongeveer een kwart van de studenten volgde eerst een hbo‐bachelor (zie Afbeelding 3). Afgestudeerden van University Colleges blijken relatief vaak in het buitenland te studeren. Van de 99 respondenten die aangeven als hoogste Nederlandse vooropleiding een wo‐bachelor te hebben gevolgd, heeft 44% aan een University College gestudeerd. Studenten van University Colleges vormen echter minder dan 3% van alle Nederlandse bachelorstudenten aan een universiteit.4 . Bijna tweederde van de respondenten volgt de opleiding in het buitenland direct na de Nederlandse opleiding. Anderen hebben bijvoorbeeld eerst een periode gewerkt, gereisd of vrijwilligerswerk gedaan. . Afbeelding 2 laat zien dat bijna driekwart van de respondenten een masteropleiding volgt in het buitenland. De overige respondenten zijn gelijk verdeeld over de bachelor en de promotie. 4

. Den Haag: VSNU (2011).

4


Niveau van de opleiding in het Nog naar het buitenland, nu weg : de uitdagingen van uitgaande mobiliteit buitenland of al afgestudeerd?

16%

14%

Vakgebied van de studie in het buitenland

14%

38% 14%

11% 7%

46% 72%

Ik wil in het buitenland gaan studeren Ik studeer momenteel in het buitenland Ik heb ik het buitenland gestudeerd

3%

15%

5%

Bachelor Master Promotie

26%

Natuurwetenschappen (Bio)medische wetenschappen Techniek Sociale wetenschappen Letteren/ kunst/ muziek Rechten Bedrijfskunde/ economie Overig

18%

beelding 1 Moment van studie in het buitenland (N=344) Afbeelding 3 Niveau van de opleiding in het buitenland (N=322) Afbeelding 4 Vakgebied van de studie in het buitenland (N=333) De categorie ‘Overig’ bestaat vooral uit multidisciplinaire opleidingen.

Hoogste afgeronde vooropleiding in Nederland

Versie 11/12/2011

Aantal respondenten

110 100 90 Rapport NEWS-onderzoek 2011 - Images 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Vwo - Images Hbo-bachelor Hbo-master Versie Wo-bachelor Wo-master pport NEWS-onderzoek 2011 11/12/2011

Anders

1

Afbeelding 2 Vooropleiding in Nederland (N=332) Respondenten die een ongedeelde doctoraalopleiding gevolgd hebben, zijn meegeteld in de categorie ‘Wo-master’. De categorie ‘Anders’ omvat onder andere respondenten die de havo of een hbo-propedeuse als hoogste Nederlandse vooropleiding volgden.

5

Verenigd Koninkrijk Amerika 2 Australië Canada, Duitsland België Frankrijk Italië Zuid‐Afrika, Zwitserland Spanje China, Ierland Finland, Israël, Japan, Zweden Overige landen (10)

154 71 15 11 10 7 6 5 4 3 2 1


– Nederlandse Wereldwijde Studenten geven aan dat zij een nieuwe uitdaging zoeken na een bachelor in Nederland en willen studeren aan een universiteit die sterk is in hun vakgebied. Ook meer pragmatische overwegingen worden genoemd. Voorbeelden hiervan zijn het willen ontlopen van een verplichte premaster of schakeljaar in Nederland en het gebrek aan aansluitingsmogelijkheden van de University College bacheloropleidingen op masters in Nederland. In het buitenland lijken deze beide zaken minder te spelen.

Van de respondenten heeft 71% buitenlandervaring opgedaan voordat met de volledige studie in het buitenland begonnen werd. Hiervan zijn de meesten op uitwisseling geweest of hebben stage gelopen in het buitenland. Ook eerdere volledige studies in het buitenland en studiereizen worden gerapporteerd. Vooral masterstudenten geven aan dat een eerdere buitenlandervaring naar meer smaakte en een reden was om voor een studie buiten Nederland te kiezen. Slechts 14% van de promovendi heeft geen buitenlandervaring opgedaan voor aan de promotie begonnen werd. Een derde van de promovendi voltooide eerder een masteropleiding in het buitenland.

Voor in het buitenland vormen vooral de mogelijkheid om een eigen onderzoeksvoorstel te schrijven, promotoren die wereldberoemde experts zijn in hun vakgebied en goede onderzoeksfaciliteiten belangrijke redenen om Nederland te verlaten. De respondenten die momenteel in het buitenland studeren of hun studie al afgerond hebben, geven aan dat hun verwachtingen voor het overgrote gedeelte uitgekomen zijn. Op een schaal van 1 (niet uitgekomen) tot 5 (volledige uitgekomen) scoren alle in Afbeelding 6 genoemde redenen een 4,0 of hoger. De student‐docent ratio vormt hierop de enige uitzondering: deze wordt beoordeeld met een 3,7.

Afbeelding 6 geeft een overzicht van de redenen die de respondenten hebben voor het volgen van een studie in het buitenland. Op basis van deze antwoorden kan de onderstaande top 3 samengesteld worden: 1. Levenservaring

2. Carrièrekansen

De studenten geven zeer verschillende antwoorden op de vraag welke ervaring het hoogtepunt vormt van hun studie in het buitenland. De onderstaande citaten geven een goed overzicht van de diversiteit:

3. Uitdaging

Uit het diagram in Afbeelding 6 blijkt dat de respondenten ambitieuze en gemotiveerde studenten zijn. Meer dan driekwart van de respondenten vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat de studie uitdagender is dan in Nederland. In een open vraag hebben we de respondenten verzocht aan te geven waarom zij specifiek voor hun huidige opleidingsniveau naar het buitenland gaan. Uit de antwoorden blijkt dat de drie groepen (bachelor, master en promotie) motieven zoals de gerenommeerdheid van de universiteit of opleiding, de uitdaging en het volgen van een opleiding die alleen buiten Nederland beschikbaar is, delen. Er zijn echter ook belangrijke verschillen tussen de groepen waar te nemen:

• “Studeren op een universiteit waar meer dan de helft van de studenten uit het buitenland komt.” • “Het academisch niveau.”

• “De vrijheid om helemaal zelf te bepalen hoe ik mijn onderzoek uitvoer.”

• “Les krijgen van en samenwerken met gerenommeerde wetenschappers.”

• “Het ontmoeten van vele inspirerende medestudenten, professoren en topmensen uit het bedrijfsleven.”

• “De stage die ik via het netwerk van mijn instelling heb kunnen regelen bij de Verenigde Naties.”

zien een studie in het buitenland vaak als een logisch vervolg op het afronden van het voortgezet onderwijs aan een internationale of Europese school of het volgen van tweetalig onderwijs. 6


Motivatie voor de studie in het buitenland

: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit

Afbeelding 7 geeft een overzicht van de beoordeling van de beschikbaarheid van informatie die de studenten nodig hebben bij de voorbereiding van hun vertrek. Informatie over de meeste zaken in het buitenland blijkt goed tot uitstekend beschikbaar. Helaas moeten we ook constateren dat de beschikbaarheid van informatie over bijvoorbeeld de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, de zorgverzekering en de sociale zekerheid in Nederland een beduidend lagere beoordeling krijgt.

Mijn talenkennis verbeteren Mijn talenkennis verbeteren

Nieuwe cultuur leren kennen Nieuwe cultuur leren kennen

Het werd mij aangeraden door vrienden/ mij aangeraden opleidingdoor vrienden/ Nederlandse vanwerd familie/ docenten Het familie/ docenten van Nederlandse opleiding

Mijn carrièrekansen verbeteren Mijn carrièrekansen verbeteren

Ik doe meer levenservaring op Ik doe meer levenservaring op

De student-docent ratio is beter dan in De student-docent ratio is beter dan in Nederland Nederland

Medestudenten zijn gemotiveerder dan in Medestudenten zijn gemotiveerder dan in Nederland Nederland

De studie is uitdagender dan in Nederland De studie is uitdagender dan in Nederland

Motivatie voor de studie in het buitenland

Specifieke studie werd niet aangeboden in Specifieke Nederlandstudie werd niet aangeboden in Nederland

100% 90% 80% 70% 60% 100% 50% 90% 40% 80% 30% 70% 20% 60% 10% 50% 0% 40% 30% 20% 10% 0%

De respondenten is gevraagd om de kwaliteit van de informatie die zij van een bepaalde instantie of persoon ontvangen hebben te beoordelen op een schaal van 1 (slecht) tot 5 (uitstekend). Van de Nederlandse instanties blijkt de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met een 2,6 het laagst te scoren, terwijl de Nuffic met een 3,8 het hoogste cijfer behaalt.

Niet of nauwelijks belangrijk Enigszins belangrijk Belangrijk of zeer belangrijk

Niet of nauwelijks belangrijk Afbeelding 6 Belangrijkste redenen voor het volgen van een studie in het buitenland (N=322) Enigszins belangrijk Belangrijk of zeer belangrijk

Op een schaal van 1 tot 10 geven de respondenten de dienstverlening van de DUO gemiddeld een 5,6. Respondenten die een 7 of lager gaven, hebben diverse suggesties gedaan om de dienstverlening te verbeteren. NEWS heeft deze ideeën geïnventariseerd en zal deze aan de DUO voorleggen.

Beoordeling beschikbaarheid informatie

Afbeelding 6 Belangrijkste redenen voor het volgen van een studie in het buitenland (N=322)

Beoordeling beschikbaarheid informatie

Circa 75% van de respondenten heeft informatie gekregen van hun Nederlandse onderwijsinstelling, maar deze wordt slechts matig gewaardeerd. De kwaliteit van deze informatie wordt met een 3,1 namelijk relatief laag beoordeeld door de respondenten. Afbeelding 8 geeft een overzicht van de personen en afdelingen van Nederlandse hbo‐ instellingen en universiteiten waarvan de respondenten de meeste hulp kregen. Uit de toelichting die de studenten op deze vraag geven, blijkt dat zij vooral goede ervaringen hebben met behulpzame individuen. Het kennen van deze individuen is meestal niet verankerd in de organisatiestructuur van Nederlandse onderwijsinstellingen. Dit blijkt onder andere uit de reacties op de open vragen in de enquête en uit het feit dat de International Offices slechts door 23% van de respondenten genoemd worden als instantie of persoon waarvan de meeste hulp ontvangen is.

Zorgverzekering Zorgverzekering

Overige verzekeringen Overige verzekeringen nschrijving gemeentelijke Inschrijving gemeentelijke basisadministratie basisadministratie Sociale zekerheid in Sociale zekerheid in Nederland Nederland

Afbeelding 7 Beschikbaarheid van informatie (N=306)

Aanmeldingsprocedure Aanmeldingsprocedure

Sociaal leven Sociaal leven

Bekostigingsbronnen Bekostigingsbronnen

Kosten van de studie Kosten van de studie

Land Land

Stad Stad

Universiteit Universiteit

Studie

Zeer slecht of slecht Acceptabel Goed of uitstekend

Studie

100% 90% 80% 70% 60% 100% 50% 90% 40% 80% 30% 70% 20% 60% 10% 50% 0% 40% 30% 20% 10% 0%

Zeer slecht of slecht Acceptabel Goed of uitstekend

7


Persoon of afdeling van hoger Nederlandse onderwijsinstelling– in Nederland Wereldwijde Studenten waarvan meeste hulp ontvangen is 5%

1.000 EUR of minder 1.001 - 2.500 EUR 2.501 - 5.000 EUR 5.001 - 10.000 EUR 10.001 - 15.000 EUR 15.001- 25.000 EUR Meer dan 25.000 EUR

6% Afbeelding 12 Collegegeld (N=299)

23%

Het cirkeldiagram in Afbeelding 9 geeft de hoogte weer van het collegegeld dat de Nederlandse studenten in het buitenland betalen. Hieruit blijkt dat het collegegeld voor de studie in het buitenland voor meer dan driekwart van de studenten hoger is dan het wettelijk collegegeld in Nederland.5

Totale kosten van de opleiding Collegegeld van de opleiding in in het buitenland per jaar het buitenland per jaar

6% 7% 53%

7%

7%

14%

21%

16% International Office Opleidingsdirecteur Studieadviseur Individuele hoogleraar of docent Studentenadministratie Anders

13%

22% 21%

1.000 EUR of minder 1.001 - 2.500 EUR 2.501 - 5.000 EUR 5.001 - 10.000 EUR 10.001 - 15.000 EUR 15.001- 25.000 EUR Meer dan 25.000 EUR

het vertrek naar het buitenland. De overigen stelden de volgende top 5 van uitdagingen samen: 1. Bekostiging van de studie 3. Zorgverzekering

21%

29%

ding 8 Hulp bij voorbereiding van studie in het buitenland door Nederlandse of universiteit (N=235) Ongeveer een kwart van de respondenten heeft geenhbo-instelling enkel probleem ervaren bij

2. Aanmeldingsprocedure buitenlandse onderwijsinstelling

7%

22%

10.000 EUR of minder 10.001 - 15.000 EUR 15.001 - 20.000 EUR 20.001 - 30.000 EUR Meer dan 30.000 EUR Afbeelding 13 Totale kosten (N=303)

Afbeelding 12 Collegegeld (N=299)

4. Studiefinanciering DUO

5. Toelatingseisen buitenlandse onderwijsinstelling Andere moeilijkheden waren het aanvragen van een visum, het openen van een buitenlandse bankrekening en het vinden van accommodatie. Met betrekking tot de zorgverzekering is vooral onduidelijk of de Nederlandse verzekering voortgezet moet worden. Ook komt het voor dat Nederlandse verzekeraars de verzekering niet willen beëindigen en wet‐ en regelgeving leidt er soms toe dat Nederlandse studenten in de Verenigde Staten verplicht dubbel verzekerd zijn.

Totale kosten van de opleiding Niet alleen de collegegelden, maar ook de totale kosten van een studiejaar in het buitenland hoger dan voor een studie in Nederland inzijnhet buitenland per jaar (zie Afbeelding 10). Uit een vergelijking met de

DUO‐richtbedragen met betrekking tot de studiefinanciering voor uitwonende studenten blijkt dat meer dan 72% van de respondenten hogere kosten maakt dan begroot voor een studie in Nederland.67% Tevens laat het diagram zien dat voor een jaar studeren in het buiten‐ Rapport NEWS-onderzoek 2011 - Images 21% land vaak meer dan het dubbele betaald moet worden dan in Nederland gebruikelijk is. 21%

5 6

8

Het wettelijk collegegeld in Nederland bedroeg €1.672 voor collegejaar 2010/2011. Zie http://www.ib‐groep.nl/particulieren/studiefinanciering/sfho/bedragen.asp.

29%

22%

Ver


: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit % van de respondenten met een beurs

Alternatieven voor beurs

Afbeelding 11 geeft een overzicht van de manieren waarop Nederlandse studenten in het buitenland hun studie betalen. Hoewel eigen spaargeld en bijdragen van ouders voor alle groepen belangrijk zijn, blijken uit deze gegevens ook sterke verschillen per groep. De belangrijkste reden hiervoor is dat sommige bekostigingsbronnen slechts toegankelijk zijn voor specifieke groepen studenten. DUO ‐ prestatiebeurs DUO ‐ lening DUO ‐ collegegeldkrediet Andere lening Bijdrage ouders Eigen spaargeld Bijbaan tijdens studie Beurs van NL overheid Beurs van NL private organisatie Beurs van buitenl. onderwijsinstelling Beurs van buitenl. overheid Beurs van buitenl. private organisatie Overig

68 40 29 22 75 75 38 18 19 18 6 6 10

62 45 23 18 73 90 49 46 57 18 13 5 9

16 11 6 10 50 52 60 30 72 78 38 41 43

Het gaat hier niet om studiefinanciering via de DUO.

40 35

30 25 20 15 10 5 0

Afbeelding 15 Wat hadden de bursalen gedaan indien zij de beurs niet gekregen hadden? (N=233)

spaargeld, een grotere ouderlijke bijdrage vragen of een combinatie van meerdere mogelijkheden. Enkele respondenten schrijven dat zij minder lang of naar een goedkopere universiteit in het buitenland zouden zijn gegaan. Het valt daarom te verwachten dat het wegvallen van bijvoorbeeld het Huygens Scholarship Programme grote gevolgen zal hebben voor de kansen van Nederlandse studenten om hun buitenlandambities te verwezenlijken.

Afbeelding 11 laat ook zien dat er onder de respondenten veel studenten zijn met een studiebeurs.7 We hebben hen gevraagd wat zij gedaan zouden hebben indien zij deze beurs niet gekregen hadden. Afbeelding 12 toont een overzicht van de antwoorden. 39% van de bursalen geeft aan dat zij dan (waarschijnlijk) niet naar het buitenland waren gegaan. Ruim een kwart zou een grotere lening genomen hebben om de studie in het buitenland toch te kunnen betalen. Andere opties die genoemd worden, zijn het aanwenden van meer 7

45

9

We hebben de respondenten gevraagd om diverse bronnen van financiële middelen te rangschikken op basis van de mate waarin zij hier gebruik van maken. De bron waaruit zij het meeste geld ontvangen voor hun studie, krijgt cijfer 1, de hierop volgende bron cijfer 2 en zo verder. Afbeelding 13 laat het relatieve belang van de diverse bekostigingsbronnen voor een studie in het buitenland zien. Eerder viel al op dat bachelorstudenten, masterstudenten en promovendi hun studies op verschillende wijzen bekostigen. Daarom presenteren we op de volgende pagina's de drie belangrijkste bronnen van financiële middelen per studieniveau.


– Nederlandse Wereldwijde Studenten Bachelorstudenten Masterstudenten Promovendi Welke conclusies kunnen we trekken als we de diagrammen in Afbeelding 13A‐13C met opmerkingen die de respondenten als toelichting bij hun antwoorden over de bekostiging vergelijken? Ten eerste dat van beurzen van de Nederlandse overheid en private66% van hun studie gaven, blijkt dat vele promovendi dit problematisch vinden. Eén van de 1elkaar Vinden van Vinden woonruimte 45%blijkt 53% Pensioenopbouw woonruimtebelangrijk zijn voor de bekostiging van een studie in het buitenland. De organisaties respondenten schrijft: 2prestatiebeurs Recht op sociale Vinden van een baan Recht op sociale 39% 53% 51% en leningen van de DUO zijn relevant voor bachelor‐ en masterstudenten. zekerheidsuitkeringen zekerheidsuitkeringen de masterstudenten geldt verder dat van de beurzen van32% de Nederlandse overheid 3Voor Vinden van een baan Omzetting Vinden van een baan en49% 37% private organisaties voor meer danprestatiebeurs de helft van in degift studenten de omvangrijkste bijdrage aan door hun studie leveren. Ten tweede DUO laat de vergelijking zien dat bachelorstudenten weinig gebruik maken van beurzen om hun te bekostigen. De verklaring hiervoor is dat de Afbeelding 11 Verwachte barrières bij terugkeerstudie naar Nederland De percentages geven weer welk deel van de respondenten aangeeft dat niet ze verwachten deze onderwerpen meeste Nederlandse beursprogramma’s bachelorstudenten tot hun dat doelgroep rekenen.‘mogelijk problematisch’ tot ‘zeer problematisch’ zullen worden bij een terugkeer naar Nederland. Dit correspondeert met de scores 3, vaak afhankelijk van geldBachelor van (N=38), buitenlandse 4Tenslotte en 5 op een blijken schaal vanpromovendi 1 tot 5 (1 = niet problematisch en 5 =te zeerzijn problematisch). master (N=199), promovendi (N=38).overheden of private organisaties. Ook kunnen zij geen studiefinanciering of universiteiten, lening via de DUO aanvragen, terwijl zij bij buitenlandse onderwijsinstellingen meestal als student te boek staan en daarom ‐ een vaak significante som ‐ collegegeld verschuld zijn. Uit

Tweede bekostigingsbron bachelor Eerste bekostigingsbron bachelor Derde bekostigingsbron bachelor Tweede bekostigingsbron master 6% 6%

9%

3%8%

3% 14%

3%

6%

4% 11%

22%

19%

6% 20%

17% 17%

8% 13%

3% DUO - prestatiebeurs 3% DUO - lening Andere lening 13% 11% Bijdrage ouders 8% Eigen spaargeld 29% Bijbaan tijdens studie 18% Beurs van Nederlandse overheid Beurs van Nederlandse private organisatie Beurs van buitenlandse onderwijsinstelling, overheid of private organisatie Overige

8% 2%

18% 8%

21% 27%

18%

3%

15%

Afbeelding 16A Belangrijkste bekostigingsbronnen van Nederlandse bachelorstudenten in het buitenland (N=38)

10


4 en 5 op een schaal van 1 tot 5 (1 = niet problematisch en 5 = zeer problematisch). Bachelor (N=38), master (N=199), promovendi (N=38).

: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit

Eerste bekostigingsbron master Tweede bekostigingsbron master Derde bekostigingsbron master Tweede bekostigingsbron master 1% 7%

5% 3%

9%

3% 14% 12%

7%

14%

9%

18%

6% 2%

19%

13%

17%

8%

13%

17%

12%

12% 2% 2% DUO - prestatiebeurs 3% DUO - lening 9% Andere lening 13% Bijdrage ouders 8% 33% Eigen spaargeld Bijbaan tijdens studie 1% 18% Beurs van Nederlandse overheid Beurs van Nederlandse private organisatie Beurs van buitenlandse onderwijsinstelling, overheid of private organisatie Overige

3%

3% 13%

27%

8%

18% 18%

Afbeelding 16B Belangrijkste bekostigingsbronnen van Nederlandse masterstudenten in het buitenland (N=20

Eerste bekostigingsbron promovendi Tweede bekostigingsbron promovendi Derde bekostigingsbron promovendi 2% 8%

5%

6%

3%

6%

3%

3%

7%

3% 26%

18%

19%

15% 38% 41% 3% 10% Rapport NEWS-onderzoek 2011 - Images

26%Versie 11/12/2011

19%

19

23%

11

16%


– Nederlandse Wereldwijde Studenten Zorgen over het vinden van een baan zijn in het huidige economische klimaat waarschijnlijk voor Nederlandse studenten in het buitenland.8 Een aantal van de andere barrières is wel direct gerelateerd aan studeren buiten Nederland. Hierbij vallen enerzijds de gemeenschappelijke problemen van de bachelorstudenten en de promovendi op. Deze worden niet of in mindere mate verwacht door de masterstudenten. Dit kan worden verklaard door het feit dat een master meestal één jaar duurt, terwijl de andere groepen drie of meer jaar in het buitenland studeren. Anderzijds blijkt dat de mate waarin de groepen zich zorgen maken, toeneemt met het opleidingsniveau. Dit hangt waarschijnlijk samen met de stijgende leeftijd van de groepen studenten. Daarnaast speelt mogelijk de vergelijking met de situatie in Nederland een rol. Promovendi in Nederland zijn over het algemeen werknemers en bouwen dus pensioen en rechten in het kader van de sociale zekerheidswetgeving op, terwijl promovendi in het buitenland meestal student ‐ in het beste geval met een stipendium ‐ zijn.

(Geplande) activiteit na studie in buitenland niet uniek In Afbeelding 14 wordt weergegeven wat de toekomstplannen zijn van de respondenten.

8%

3%

De meerderheid van de respondenten is van plan om met hun in het buitenland opge‐ 23% dane kennis en ervaring terug te keren naar Nederland. Slechts 8% van de respondenten geeft namelijk aan ‘waarschijnlijk nooit 66% meer in Nederland te gaan wonen’ en 38% zegt nog niet te weten hoelang zij niet naar Nederland teruggaan om er te wonen. In Afbeelding 15 wordt weergegeven welke periode de respondenten die op termijn Werken Vervolgstudie naar Nederland terug willen, verwachten in Weet nog niet Anders het buitenland te blijven. Meer dan een derde van deze respondenten geeft aan dat hun familie de belangrijkste reden is om 9 Toekomstplan terug te gaan naar Afbeelding Nederland. Andere (N=295) Het doen van promotieonderzoek valt in de categorie ‘Vervolgstudie’. motieven voor een terugkeer naar Nederland zijn cultuur en thuis voelen, vrienden, carrièreperspectief en het willen bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Ongeveer zeven van de tien Nederlandse studenten in het buitenland verwacht bij terugkeer naar Nederland geen problemen te ondervinden met het aanvragen van een zorgverzekering of het afleggen van verantwoording voor ontvangen studiebeurzen.

Duur van verblijf in buitenland voor verwachte terugkeer naar Nederland

De onderzoeksresultaten laten echter ook een aantal verwachte obstakels zien. Afbeelding Maximaal één jaar 16 geeft per studieniveau inzicht in de top 3 van zaken waarvan de respondenten vermoeden dat ze mogelijk problematisch tot jaar zeer problematisch zullen worden. Tussen één jaar en drie Tussen drie en vijf jaar

8

12

Dit probleem wordt mogelijk wel versterkt door de afstand tot de Nederlandse arbeidsmarkt die ontstaat door de studie in het buitenland. Evenementen als de Bedrijvendagen die aan vele Nederlandse universiteiten gehouden worden of de Nationale Carrièrebeurs zijn immers lastiger toegankelijk indien je in het buitenland verblijft.


: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit

Duur van verblijf in buitenland voor verwachte terugkeer naar Nederland Maximaal één jaar Tussen één jaar en drie jaar Tussen drie en vijf jaar Tussen vijf en tien jaar Langer dan tien jaar 0

5

10

15

20

25

30

35

40

% van de respondenten Afbeelding 10 Termijn waarop de respondenten die na hun studie eerst een tijd in het buitenland verwachten te blijven, denken terug te keren naar Nederland (N=117)

Rapport NEWS-onderzoek 2011 - Images

Bachelorstudenten 1 2 3

Vinden van woonruimte Recht op sociale zekerheidsuitkeringen Vinden van een baan

Versie 11/12/2011

Masterstudenten

17

Promovendi

45%

Vinden van woonruimte

53%

Pensioenopbouw

66%

39%

Vinden van een baan

53%

51%

37%

Omzetting van prestatiebeurs in gift door DUO

32%

Recht op sociale zekerheidsuitkeringen Vinden van een baan

49%

Afbeelding 11 Verwachte barrières bij terugkeer naar Nederland De percentages geven weer welk deel van de respondenten aangeeft dat ze verwachten dat deze onderwerpen ‘mogelijk problematisch’ tot ‘zeer problematisch’ zullen worden bij een terugkeer naar Nederland. Dit correspondeert met de scores 3, 4 en 5 op een schaal van 1 tot 5 (1 = niet problematisch en 5 = zeer problematisch). Bachelor (N=38), master (N=199), promovendi (N=38).

Tweede bekostigingsbron master 3% 9%

14%

13


– Nederlandse Wereldwijde Studenten beduidend minder aandacht aan uitgaande mobiliteit, terwijl het kabinet de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van studenten die naar het buitenland (willen) gaan uitdrukkelijk bij het hoger onderwijs neerlegt. De minister en staatssecretaris van OCW schrijven namelijk: “De sector zelf heeft in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor beleid ten behoeve van het aantrekken van buitenlandse studenten en onderzoekers, c.q. het begeleiden van Nederlandse studenten of onderzoekers in het buitenland”.10 We moeten echter niet vergeten dat er geen enkele prikkel bestaat voor Nederlandse onderwijsinstellingen om hun studenten te stimuleren om hun opleiding in het buitenland voort te zetten. Het behouden van de studenten voor de eigen instelling levert immers inkomsten op, evenals het aantrekken van studenten uit het buitenland.

Hoewel de respondenten over het algemeen zeer positief zijn over hun studie in het buitenland, moeten zij de nodige barrières overwinnen bij vertrek uit en terugkeer naar Nederland. Een aantal van deze belemmeringen kan relatief gemakkelijk weg genomen worden. Op die manier kan worden bijgedragen aan het behalen van de kabinetsdoelstelling om tenminste 25% internationale mobiliteit onder Nederlandse studenten te realiseren in 2013.9 Ook kan dit resulteren in een vermindering van de ongelijkheid tussen de inkomende en de uitgaande studentenstromen in het Nederlandse hoger onderwijs. Dit hoeft niet te gebeuren door het weren van buitenlandse studenten, maar kan ook gerealiseerd worden door Nederlandse studenten aan te moedigen om in het buitenland een diploma te behalen. NEWS trekt de volgende conclusies en doet de onderstaande aanbevelingen op basis van het NEWS‐onderzoek 2011. Uit het NEWS‐onderzoek 2011 blijkt:

• Studeren in het buitenland is verslavend. Vele studenten deden al buitenlandervaring op voordat zij voor een volledige studie in het buitenland kozen.

• Studenten in het buitenland zijn ambitieus. Uitdaging, levenservaring en carrièrekansen zijn de belangrijkste redenen om voor een studie in het buitenland te kiezen. Het overgrote deel van deze verwachtingen komt uit. • De beschikbaarheid van informatie over de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie, de zorgverzekering en de sociale zekerheid in Nederland wordt vaak onvoldoende gevonden.

Uit het NEWS‐onderzoek 2011 blijkt:

• Een studie in het buitenland is duur. Zowel de collegegelden als de totale kosten van een jaar studeren in het buitenland zijn voor meer dan zeven van de tien Nederlandse stu‐ denten in het buitenland hoger ‐ vaak veel hoger ‐ dan voor een studiejaar in Nederland.

• De studenten die voorafgaand aan hun opleiding in het buitenland aan een Nederlandse hogeschool of universiteit studeerden, kregen relatief weinig hulp van de International Offices. In meer dan de helft van de gevallen waren het individuele hoogleraren of docenten die de studenten de meeste ondersteuning gaven.

• De bronnen waaruit de studenten hun studie in het buitenland betalen zijn zeer gevarieerd en velen gebruiken meerdere bronnen om hun kosten te dekken. Vooral voor bachelorstudenten en promovendi in het buitenland bestaat een tekort aan bekostigingsmogelijkheden vanuit Nederland.

Het is opvallend dat de studenten weinig hulp ontvangen van de daarvoor in het leven geroepen afdelingen binnen de Nederlandse onderwijsinstellingen. Hoewel de International Offices verantwoordelijk zijn voor de internationalisering van hun instelling als geheel, zijn zij vooral gericht op het werven en begeleiden van buitenlandse studenten. Zij besteden 9

. Kamerstuk 31 288, nr. 44.

• Bijna vier op de tien respondenten die een beurs ontvangt, geeft aan dat zij de studie in het buitenland niet hadden kunnen doen indien zij de beurs niet gekregen hadden. De minister en staatssecretaris van OCW aan de voorzitter van Tweede Kamer der Staten‐Generaal: brief betref‐ fende herziening subsidiebeleid onderwijssubsidies, dd. 8 april 2011, ref. 264063, p.5.

10

14


: de uitdagingen van uitgaande mobiliteit Vooral bachelorstudenten en promovendi ervaren een gebrek aan Nederlandse studiebeurzen. Daarnaast missen Nederlandse promovendi in landen waar men tijdens een promotieonderzoek student is, in plaats van werknemer zoals in Nederland, de mogelijkheid om een lening af te sluiten bij de DUO. De ontoereikendheid van de mogelijkheden tot fondsenwerving in Nederland voor bachelorstudies en promoties in het buitenland werd in het NEWS‐onderzoek van 2009 al gesignaleerd. Helaas is er sindsdien geen enkele verbetering van de situatie opgetreden.

Uit het NEWS‐onderzoek 2011 blijkt:

• Verreweg de meeste Nederlandse studenten in het buitenland zijn in Nederland opgegroeid en zijn van plan om ‐ op middellange termijn ‐ naar Nederland terug te gaan.

• Bij terugkeer naar Nederland moeten de studenten diverse zaken regelen. De (verwachte) problemen zijn onder andere het vinden van een baan en huisvesting en de omzetting van de prestatiebeurs in een gift door de DUO. Voor studenten die langere tijd in het buitenland verblijven, speelt ook het recht op sociale zekerheid en de opbouw van een pensioen een rol.

Bovendien vreest NEWS dat in een toekomstige editie van het onderzoek geconcludeerd zal moeten worden dat de mogelijkheden om een master in het buitenland te bekostigen verslechterd zijn. Dit komt onder meer door de afschaffing van het Huygens Scholarship Programme per januari 2012 en de mogelijke vervanging van de basisbeurs door een lening tijdens de masterfase.

Het feit dat in Nederland meer aandacht besteed wordt aan inkomende mobiliteit dan aan Nederlandse studenten in het buitenland blijkt ook bij terugkeer na afronding van de studie in het buitenland. In Nederland heeft het ‘Programma Rode Loper’ tot doel om de toelating van buitenlandse studenten te vereenvoudigen, maar voor Nederlanders die terugkeren na een studie in het buitenland wordt de rode loper niet uitgerold.11 De respondenten geven aan vooral terug te komen voor familie en vrienden. Deze afgestudeerden bezitten belangrijke kwaliteiten zoals internationale evaring, een ambitieuze houding en veelal unieke kennis, maar zij zien de Nederlandse arbeidsmarkt niet vaak als een reden om terug te keren naar Nederland.

Investeringen in studenten die naar het buitenland gaan, vloeien niet weg uit de Nederlandse samenleving. De meeste respondenten verwachten na hun studie terug te keren naar Nederland en hebben in het buitenland unieke kennis en ervaringen opgedaan. Daarom zullen dergelijke investeringen de Nederlandse kenniseconomie en concurrentiepositie versterken. Daarnaast zullen veel van de afgestudeerden die besluiten in het buitenland te blijven een ambassadeursrol voor Nederland vervullen.

11

15

Zie voor meer informatie over het ‘Programma Rode Loper’: http://www.nuffic.nl/nederlandse‐organisaties/netwerken/rodeloper.


NEWS‐onderzoek 2011

: voorbereiding, bekostiging en terugkeer van een studie in het buitenland

Het NEWS‐onderzoek 2011 werd uitgevoerd door: Ellen van Reuler en Hannah Jongsma (NEWS‐onderzoeksbureau), ondersteund door Ton van den Bremer, Martine van der Lee, Laura de Landgraaf, Bas van Schaik en Hans Hindriks (bestuur Stichting NEWS). © 2011 Stichting Nederlandse Wereldwijde Studenten www.newstudent.nl ∙ onderzoeksbureau@newstudent.nl ∙ bestuur@newstudent.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.