D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
Magazine Magazine
juni 2019 | nummer 3 | jaargang 21
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT TECHNOLOGY PUSH VERSUS MARKET PULL ‘ONE NTS’ EN ‘ONE IHC’ OPENHARTIGE CEO’S OVER HUN ERVARINGEN, ZORGEN EN OPLOSSINGEN PLATFORM PRODUCTIVITEIT OVER INRICHTING WERKVLOER WILA DE (VERMEENDE) MAGIE VAN DE DIGITAL TWIN
JUDITH HEIKOOP VAN IME ELECTROSPINNING:
‘WIJ ZIJN DE WERELDTECHNOLOGIELEIDER’
pneumatisch elektrisch digitaal
Your motion pneumatic | electric | Our solution
www.festo.com/nl
Magazine
3/19
D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
40
14 THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT Traditioneel is de engineer geneigd te focussen op de techniek en zich te verliezen in voortdurende optimalisatie. De salesmanager heeft vanouds alleen maar oog voor de klant. Het alom gekend spanningsveld speelt maakbedrijven nog altijd dagelijks parten. Hoe kunnen de verwachtingen van alle betrokkenen gemanaged worden?
46
26 PROCESVERBETERING ‘ONE NTS’ EN ‘ONE IHC’: OPENHARTIGE CEO’S OVER HUN ERVARINGEN, ZORGEN EN OPLOSSINGEN
PRODUCTIVITEIT PLATFORM PRODUCTIVITEITSVERBETERING OVER INRICHTING WERKVLOER WILA
‘IK WEET NU DAT IK NIET ALS ENIGE WORSTEL’
DE (VERMEENDE) MAGIE VAN DE DIGITAL TWIN
Het implementeren van één digitaal platform en zorgen dat het personeel van alle entiteiten er gemotiveerd mee aan de slag gaat. Dat deden NTS en Koninklijke IHC afgelopen jaren. De twee ceo’s vertellen over dit lastige eenwordingsproces.
Laat een stel gepokte en gemazelde managers nadenken over de inrichting van een nieuwe fabriek en wie heeft er nog consultants nodig? Dat bleek tijdens het bedrijfsbezoek van het platform Productiviteitsverbetering van Link Magazine aan Wila in Lochem.
49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN
REGENERATIEVE GENEESKUNDE DIRECTEUR JUDITH HEIKOOP VAN TECHNOLOGIELEIDER IME:
‘CHINESE KLANTEN STELLEN DEZELFDE VRAGEN OVER ONZE CONTACTEN MET DE AMERIKANEN’ De grootschalige toepassing van elektrospinning in de medtech is nabij. IME Electrospinning uit Waalre kan snel groeien, verwacht Judith Heikoop. Om de kansen die zich aandienen ook echt te benutten, staat zij sinds begin vorig jaar bij de scale-up aan het roer, samen met oprichter Ramon Solberg.
Met onder meer een verhaal over DrX Works in Eindhoven, dat zich richt op technologie voor 'video' met atomen in de hoofdrol. Het is ontstaan op de TU Eindhoven, en wordt een zelfstandig opererend bedrijf dat streeft naar product leadership.
PRODUCTIESTRATEGIE
64
Yaskawa onderstreept met nieuwe robotfabriek in Slovenië belang van Europese industrie Liefde voor EU prevaleert tijdens openingsfestiviteiten
68
Otolift verstevigt concurrentiepositie door te modulariseren en te automatiseren Trapliftenbouwer kan nu bijna alles in-huis doen
PROCESVERBETERING
76
Moba zet met test proefmatrijs traditionele en innovatieve productiewijze tegen elkaar af ‘3D-metaalprinttechnologie is echt een enorme stap voorwaarts’
78
Reductie van complexiteit drijft innovatie bij B&R Industrial Automation Van grillige consument naar gerustgestelde machinebouwer
ZIE VERDER PAGINA 5
juni 2019
3
VDL ETG HAS VACANCIES FOR: SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER
Do you like technical challenges? Development and production on the edge of what is possible? Then VDL ETG is a perfect match for you! With almost 3,000 colleagues we work on complex and innovative mechatronic systems for high-tech production equipment for the further development of computer chips, breakthroughs in fighting diseases, study the universe and understanding the details in cells and molecules.
SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER PROGRAM MANAGER QUALITY ENGINEER
www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com
Working at VDL ETG means a lot of freedom and diversity. Diversity in projects and customers, freedom through the amount of responsibility you will get within your job. You will be working with state-of-the-art techniques to improve products and production processes. The combination of engineering and high-tech production facilities is what makes VDL ETG a unique employer with lots of career opportunities at home and abroad.
VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven • The Netherlands T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com
EN VERDER: 7 31
MARTIN MADE IN EUROPE 2025
UIT DE MARKT MENS EN ORGANISATIE Female Tech Heroes: ‘We hebben een Lieke Martens van de tech nodig’
32
PARTNERS Zehnder en Timmerije: gezamenlijke productontwikkeling met oog voor optimalisatie
34
KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE MATLAB EXPO over de lange aanloop van artificial intelligence
36
MARKETING Turck Nederland krijgt de vrije hand om te focussen op lokale markten
39
CYBERSECURITY Advocaat Marcel Westphal stelt schending AVG door Microsoft aan de orde
45
PARTNERS Panasonic legt steeds meer nadruk op lokaal meedenken over oplossingen
57
CYBERSECURITY Tesorion: directe reactie bij een cyberaanval
58
PRODUCTINNOVATIE Lightweight Containers beantwoordt groeiende vraag met nieuwe Spaanse fabriek
60
PRODUCTONTWIKKELING TNO helpt de semiconketen EUV-hindernissen te overwinnen
71
SMART PRODUCTIVITY IndustrieTOP laat ondernemers nadenken over slimmer en leuker werken
73
COLUMN Juridische aspecten van artificial intelligence: wie is aansprakelijk?
74
BEURSBEZOEK Met een bus vol Gelderse ondernemers naar de Hannover Messe
80
SERVITIZATION Rondetafel wijst uit: servitization staat op de agenda, maar niet bovenaan
84
AUTOMATISERING Tembo/TDC zet in op next generation products en duurzaamheid
86
3D-PRINTING Fieldlab MM3D toont technische haalbaarheid aan van multi-materiaal/multi-kleur 3D-printer
88
PRODUCTONTWIKKELING Inventum integreert ventilatiewarmtepompen, cv-installaties, boilers en thermostaten
91 93 100 103
Neways in Son koopt veel van de boarden, nodig voor de productie van pcba’s, printed circuit board assemblies, in China. Maar niet alles. Het elektronicabedrijf betrekt ze eveneens van Europese leveranciers, ook al zijn die wat duurder. Het is om dezelfde strategische reden waarom de electronic manufacturing servicesmachinebouwers zo blij zijn met tbp, die andere grote, Nederlandse pcba-leverancier. Niet simpelweg omdat ze er op gezette tijden een machine kunnen installeren. Partijen als Neways en tbp houden de Europese ems-keten levend. Borgen dat het elektronica-ecosysteem, van de fabrikanten van de reflow-ovens en de pastajetmachines tot en met de oem’s van slimme elektronica, niet volledig verkast naar China en omstreken. Want laten we wel wezen, het zou niet meer dan logisch zijn als een ondernemer die constateert dat de bulk van zijn leveranciers én klandizie in Azië zit, ook zelf maar eens die kant op gaat. Gelukkig is er nog voldoende regionaal, nationaal en – in toenemende mate – Europees zelfbewustzijn om voor het behoud van een stevige Europese hightech industrie een eigen bedrijfsstrategie te ontwikkelen. Ook al behelst die in feite niet meer dan een paar cent extra voor een board neer te tellen en – idealiter - daarvoor de instemming te krijgen van de klant. In april was ik in Slovenië, bij de opening van de nieuwe robotfabriek van Yaskawa (zie het verslag in deze Link, pagina 64). Tijdens de festiviteiten werd ik voor het eerst geconfronteerd met Europees chauvinisme. Natuurlijk maakte wat Sloveense, eigentijdse folklore deel uit van het programma, maar het internationale gezelschap kreeg ook prachtige beelden te zien van andere delen van ons continent – zelfs de Zaanse Schans kwam voorbij. En, verbaal bescheiden als de Japanse gastheren waren, ze maakten wel duidelijk dat ze het in de gaten hebben. ‘Yaskawa gaat bewust in tegen de internationale trend om technologische knowhow en productiecapaciteiten en -competenties te verplaatsen van Europa naar Azië’, zo liet ceo Hiroshi Ogasawara zijn gehoor weten. Natuurlijk om hier geld te kunnen verdienen, maar ook om dat Europese hightech ecosysteem sterk te houden. Vaak heeft een mens een buitenstaander nodig om de eigen kwaliteiten te zien. Zeker de Europeaan die nog altijd gebukt gaat onder de trauma’s van de Tweede Wereldoorlog, opgedaan als verslagen agressor of sneu slachtoffer, nog altijd gehouden deemoedig dankbaar te zijn. Daarom moeten we ook zo blij zijn met Trump en zijn handelsoorlog, met Boris Johnson en zijn Brexit. En met Xi en zijn Huawei. Zij laten ons zien dat we Europeanen zijn die elkaar nodig hebben. De tijd is rijp voor Europe First, voor Made in Europe 2025, voor een heus Europees industriebeleid. Eind mei heeft de Europese Raad de Europese Commissie verzocht om vóór eind 2019 met een strategie voor het EU-industriebeleid te komen. Kijkt u er ook zo naar uit? Bedenk dan wel dat deze raad van EU-regeringsleiders, samen met de EU-raad, die wenselijkheid sinds begin 2017 al zeven keer eerder heeft uitgesproken.
COLUMN Build-to-Print bestaat niet UIT DE MARKT (vervolg)
MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine
martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl
COLUMN Vreemde zaken in de ERP-wereld AGENDA
COLOFON Magazine
COLOFON
Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.
JAARGANG 21, NUMMER 3, JUNI 2019 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl
RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Hans van Eerden, Wouter Hoeffnagel, André Kamps, Martin Plaat, André Ritsema, Wim Steenbergen, Marcel Westphal COVERFOTO Erik van der Burgt GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte
ABONNEMENTEN u 70,50 per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 13 september. Het thema van dit nummer is ‘Kan supply chain management zonder manager?’
ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
juni 2019
5
SMART TOOLING STARTS HERE
WORK SMARTER not just harder
Thijs | R&D Engineer, WILA Business Support Inputting and sharing tooling information can be a time-consuming manual process. WILA has the solution! Download the WILA Smart Tooling App and scan, share and synchronize all tooling information with the press brake control in the blink of an eye.
READ MORE AT
wila.nl/smart-tooling
DOWNLOAD THE WILA SMART TOOLING APP WILA introduces the Smart Tooling App (Android and iOS) for the tool management of press brake tooling. The Smart Tooling App is part of the WILA Smart Tooling Concept: from easy and fast data entry to simplified inventory management and Bluetooth synchronization with the press brake control. GROW YOUR BUSINESS WITH WILA.
UIT DE MARKT JORC: CONDENSAATAFTAP OP AFSTAND UITLEZEN Op het scherm aan de wand staat een lange lijst variabelen die het systeem direct uitleest uit de condensaataftap eronder, bij wijze van demonstratie. Het betreft de KAPTIV-CS-OPC-UA van JORC, een Nederlands familiebedrijf (zo’n honderd medewerkers), met de hoofdvestiging in Heerlen. De condensaataftap is onderdeel van een breed assortiment van het Limburgse bedrijf. Daarin behalve de condensaataftappen ook allerhande
olie-waterscheiders en diverse persluchtbesparende producten en bewakingsproducten. Producten om het condensaat – het vocht – dat ontstaat bij de productie van perslucht, af te voeren en te zuiveren. JORC levert zijn producten wereldwijd, ook aan grote compressorenfabrikanten. De nieuwe KAPTIV-CS is uitgerust met de nodige elektronica om een groot aantal datastromen te kunnen vergaren. Sales area manager Dennis
STÄUBLI ZET MET HELMO GROTE STAP IN MENS-MACHINESAMENWERKING ‘We zien ’m minder als een robot dan als een assistent die er altijd is als je ’m nodig hebt.’ Dat zegt Gerhard Geyer, projectmanager bij Stäubli. Hij heeft het over HelMo, het mobiele, autonome robotsysteem dat het Zwitserse bedrijf in zijn vestiging in Bayreuth (Beieren) heeft ontwikkeld en doorontwikkeld. Op de vakbeurs Vision, Robotics & Motion, half juni in Veldhoven, liet Stäubli alvast wat video’s van de HelMo zien. In november, tijdens de Stäubli Robotics Days in Veenendaal, zal hij in ‘levenden lijve’ getoond worden, verwacht Jan Buit, area accountmanager NoordNederland bij de leverancier van mechatronische oplossingen. Stäubli is trots op HelMo, vooral omdat de onderneming daarmee een flinke stap vooruit zet op het vlak van mens-machinesamenwerking. ‘Daar is hij speciaal voor ontwikkeld’, vertelt Buit. ‘Robots kunnen zoveel kracht ontwikkelen, dat je er maar beter uit de buurt kunt blijven. Ook wie elke avond op de sportschool traint, is absoluut kansloos.’ Zo niet HelMo. Deze robot heeft een innovatief veiligheidspakket aan boord, waaronder het CS9-controlesysteem, en zijn slimme Safety-Skin staat ervoor garant dat hij stante pede stilstaat en stopt met bewegen als hij te dicht bij een mens komt. Drie geïntegreerde laserscanners monitoren permanent de omgeving. ‘Alle safety-functies zijn gecertificeerd en voldoen aan SIL3-/PLe, de hoogste veiligheidsklasse.’ Met zijn zes assen heeft HelMo, zoals Jan Buit het uitdrukt, ‘de functionaliteit van een menselijke arm’.
De maximale draagkracht is 15 kilo, de reikwijdte 1.200 millimeter en hij wisselt automatisch gereedschappen. Dat HelMo op een 360 graden draaibare rotatie-unit staat, maakt hem mobiel. ‘Hij kan zich dus autonoom en veilig bewegen en met mensen samenwerken.’ HelMo wordt in Bayreuth al een tijdlang daadwerkelijk ingezet in de assemblage van connectoren. ‘Hij is onder realistische condities uitvoerig getest.’ HelMo is voor verschillende taken inzetbaar, vooral voor repeterend werk. En hij maakt geen fouten en maalt niet om werktijden. ‘De robot is zeer geschikt voor orderpicken, bijvoorbeeld in logistieke omgevingen zoals distributiecentra, en voor assemblagetaken in productieomgevingen.’ Waaraan Jan Buit toevoegt dat HelMo puur is ontwikkeld naar aanleiding van de klantvraag. Het mobiele, autonome robotsysteem komt eind dit jaar of begin volgend jaar op de markt. Stäubli (in 1892 opgericht) is leverancier van mechatronische oplossingen met drie kernactiviteiten: connectoren, robots en producten voor de textielindustrie. Zijn robotsystemen vinden hun weg naar verschillende sectoren, uitgezonderd de automobielindustrie. ‘Het is’, zegt Jan Buit, ‘een duidelijke strategische keuze geweest om ons te richten op de wat kleinere nichemarkten. Daarin kunnen we ons echt onderscheiden.’ Säubli opereert in 29 landen, met agenten in vijftig landen; het heeft wereldwijd 5.500 medewerkers in dienst – de robots niet meegerekend… www.staubli.com
Beltjens: ‘Je kunt bijvoorbeeld uitlezen hoeveel tijd de aftapper operationeel is, hoe vaak de klep open en dicht is gegaan, hoeveel condensaat er doorheen is gegaan, et cetera. Op basis daarvan kan nauwkeurig voorspeld wor- Sales area manager Dennis Beltjens van JORC. Foto: Com-magz den wanneer wij in meegegaan.’ Het nieuwe onderhoud nodig is. Juist daarin is de klant geïnteresseerd.’ De KAPTIV- product komt binnenkort op de markt met de mogelijkheid de data CS, volledig in eigen huis ontwikzowel lokaal als online uit te lezen. keld, is niet helemaal nieuw. ‘Twee jaar geleden hebben we deze conden- ‘Op afstand uitlezen scheelt natuurlijk onderhoudsuren. Gelet op de saataftap, voorzien van wifi, op de reacties verwacht ik dat de klant markt gebracht. De persluchtindusdaar zeer zeker voor open staat.’ trie koos echter voor de bekabelde www.jorc.eu OPC UA-verbinding en daarin zijn
LEAN
Nieuws over praktijkgericht onderzoek van de verschillende lean-lectoraten van hogescholen. www.linkmagazine.nl/lean
Lean Certificering Platform Wat is de beste opleiding op het gebied van Lean-belts? Hoe zit dat met de certificatie? En wat is de kwaliteit ervan en wat zijn de kosten? Wie zich in dat soort vragen verdiept, merkt dat de informatieverstrekking niet altijd even transparant en klantgericht is. Daarom werkt Triodin, samen met Ton van Kollenburg van Protean, tevens lector Improving Business aan
Avans Hogeschool, aan een Lean Certification Platform. Dit platform moet een autoriteit worden op het gebied van gecertificeerde trainingen (yellow, green en black belts). De inbreng van profit- en nonprofit kenniscentra moet een hoge standaard waarborgen. Het platform heeft geen winstoogmerk. www.triodin.nl
Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25
T 040 2 504 504
5653 MA Eindhoven
F 040 2 504 599
Postbus 657
E mencke@govers.nl
5600 AR Eindhoven
I www.govers.nl
juni 2019
7
UIT DE MARKT QIMAROX LEVERT PALLETISEERSYSTEEM VOOR NIEUWE SLACHTERIJ NORSK KYLLING Norsk Kylling bouwt een gloednieuwe, best-in-class slachterij bij Orkanger in het midden van Noorwegen, niet ver van Trondheim. Meyn Food Processing Technology uit Oostzaan gaat er een nieuwe slachtlijn leveren (zie Link Magazine van april). Norsk Kylling vroeg system integrator Norwegian Dynatec om een aanbieding te doen voor het palletiseren van de dozen met kipproducten aan het eind van de productielijn. Norsk Kylling en Dynatec waren er allebei vast van overtuigd dat het ‘iets met robots’ moest worden. Totdat Qimarox uit Harderwijk, toonaangevend fabrikant van componenten voor material handling systemen, de twee bedrijven uitnodigde om eens naar Nederland te komen en naar zijn oplossingen te kijken. Twee managers van Norsk Kylling en twee van Dynatec bezochten in één dag tijd de fabrieken van Farm Dairy (dagverse zuivel) in Lelystad en Greenyard (champignons) in Velden waar installaties van Qimarox
staan. En ze waren aan het eind van de dag om. Exit robot. Qimarox gaat nu een groot aantal elementen leveren van zijn Crossrunner-systeem, een zeer compact, flexibel concept met palletisers, palletliften, wikkelaars en productliften. Het is een omvangrijke order voor Qimarox. ‘Dynatec is één van onze system integrators’, zegt Martijn Smit, managing director van Qimarox. ‘We werken al lang samen. Ze kennen onze filosofie en manier van werken. Dynatec polste ons voor het Noorse project en begon over de robots. Heb je wel eens gedacht aan onze componenten, zeiden wij. Het viertal kwam naar Nederland en we hebben ze bewust meegenomen naar installaties die al jaren in werking zijn. Norsk Kylling wil het nieuwste van het nieuwste, maar wenst wel bewezen techniek. Heel bijzonder was om de plantmanagers van Farm Dairy en Greenyard zelf te horen vertellen over onze producten. Zij benadrukten dat ze niet voor robots moesten kiezen. Er ontston-
Het Crossrunner-concept van Qimarox. Foto: Qimarox
den mooie discussies met de gasten.’ Bij het Crossrunner-concept van Qimarox staan meerdere palletiseermachines in één lijn in één ruimte. Een enkele rollenbaan volstaat om pallets aan- en af te voeren voor meerdere, parallel opgestelde machines. ‘Het systeem is ruimtebesparend en energiezuinig. Er is een bepaalde redundantie, zodat er altijd doorgedraaid kan worden. Het zijn relatief eenvoudige, makkelijk te onderhouden machines met een lange levensduur.’ Een multifunctionele robot kan een voordeel zijn bij een enorme variatie aan producten en weinig productievolume. Maar bij
Norsk Kylling is het juist andersom. Qimarox deed een aanbieding aan Dynatec en ondersteunde zijn klant bij de calculaties richting Norsk Kylling. Het was een spannend tenderproces. ‘Tijdens de eindonderhandelingen hebben we Dynatec via Skype goed kunnen ondersteunen.’ Volgend jaar start Qimarox de assemblage van de standaardcomponenten voor het project in Noorwegen. Qimarox levert aan tientallen oem’ers en system integrators. Systemen staan wereldwijd bij bedrijven als Unilever, Nestlé, FrieslandCampina en McCain Foods. www.qimarox.com
EMC-DIAGNOSE: TUMAKON RICHT ZICH OP GEBIED TUSSEN DUUR METEN EN HELEMAAL NIET METEN Onverklaarbare uitval van functie(s) van een apparaat of machine, het ongewenst starten van machines of (herhaaldelijk) falen van besturingstechnische componenten? Dan is de kans groot dat er sprake is van een elektromagnetische compatibiliteit (EMC)-gerelateerd probleem: een gebrek aan compatibiliteit tussen het uitzenden van elektromagnetische velden (elektromagnetische interferentie, EMI) en de gevoeligheid voor elektromagnetische velden (elektromagnetische susceptibiliteit, EMS). ‘Wanneer beide onvoldoende op elkaar zijn afgestemd, bestaat de kans op disfunctioneren van apparaten en machines. Een verstoord sensorsignaal, waardoor een installatie ongewenst start, is dan een reëel risico’, stelt Tumakon bij monde van zijn adviseur Machineveiligheid, CE en EMC. ‘De EMC-richtlijn (2014/30/EU), die vaak van toepassing is op machines, bepaalt dan ook dat uitgezonden signalen onder een zekere limiet moeten blijven en dat een machine,
8
juni 2019
apparaat of installatie moet blijven functioneren tot een zekere limiet van signalen.’ De indirecte gevaren van EMC worden in de machinebouw echter nog niet altijd herkend, aldus de Tumakon-specialist. ‘EMC is ‘radiotechniek’ en dat valt buiten de disciplines van mechanici en besturingspartners. Om met hoge mate van zekerheid vast te stellen of een machine aan de wetgeving voldoet – de zogeheten compliance van een machine –, is weliswaar testen en bemeten in een testhuis mogelijk, maar dergelijke compliance metingen/testen zijn tijdrovend en kostbaar. Een machinebouwer heeft de berekening dan snel gemaakt.’ Voor de machines die Tumakon zelf bouwt, beoordeelt de adviseur de fysieke bouw van de kast en kijkt hoe de bekabeling in de machine is ingebouwd. Als extra service aan klanten heeft het bedrijf in Hengevelde een toolkit aangeschaft om eventuele EMCproblemen te kunnen diagnosti-
Tumakon kan in een paar uur de diagnose stellen. Foto: Tumakon
ceren. ‘Nu zijn er eigenlijk twee uitersten: duur meten of helemaal niet meten. Met behulp van metingen en onze expertise op het vlak van EMC richten we ons op het grijze gebied daar tussenin. Onze pre-compliance testen geven inzicht in prestaties, vormen een goede opmaat voor een compliance-test, en kunnen al voldoende zekerheid bieden.’ Bij zo’n test is het een kwestie van speuren naar de zwakke plek en pragmatisch bij de machine meten. ‘Doorgaans
kunnen we in een paar uur de diagnose stellen, de bron aanwijzen en het probleem oplossen. Dat betekent dat de klant weer kan beschikken over een betrouwbaarder draaiende machine.’ Niet testen is geen optie, want dat betekent dat een fabrikant niet kan onderbouwen dat zijn machine, apparaat of installatie overeenstemt met de richtlijn. Meer informatie: Jos Ruesen (salesmanager), info@tumakon.com www.tumakon.com
IHI HAUZER ORIËNTEERT ZICH OP MARKT BRANDSTOFCELLEN De automotive is in transitie naar elektrische aandrijving. Naast de hybride en de batterijgevoede systemen komen er wagens met een brandstofcel op de markt. Daarin wordt waterstof in contact gebracht met zuurstof waardoor er elektriciteit (en water) vrijkomt. Met die stroom worden de elektromotoren aangedreven. Om de chemische reactie tussen waterstof en zuurstof op een gecontroleerde manier te laten verlopen, zijn bipolaire platen nodig, dunne metalen platen met een geribbeld oppervlak voor de aan- en afvoer van de gassen en waterdamp. Twee platen, waarvan de een de anode is en de ander de kathode, vormen één brandstofcel. Eén cel levert nog niet veel stroom. Vandaar dat er voor elektrische personenauto’s al gauw drie- tot vierhonderd biopolaire platen nodig zijn, aldus Joris Ummels. Hij is salesmanager van IHI Hauzer Techno Coating, fabrikant van vapour deposition coating-machines die geleverd worden aan sectoren als de automotive en gereedschapsmakers. Nu bevinden die platen zich in een ‘zure omgeving’ waartegen alleen dure edelmetalen goed bestand zijn. ‘Met onze technologie is het moge-
Joris Ummels met een gecoate bipolaire plaat. Foto: Com-magz
lijk platen te maken van rvs en te voorzien van een zeer bestendige coating van carbon. De kostprijs van de platen zal nog maar een fractie zijn van die van edelmetaal.’ IHI Hauzer is in gesprek met grote automotive oem’ers en systeemleveranciers (van bijvoorbeeld de complete aandrijftrein), om de coatingoplossing gekwalificeerd te krijgen en om productieoplossingen te bespreken. www.hauzer.nl
Achter elke expert staat een sterk team. Elke technologische ontwikkeling brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Wij hebben de juiste experts om u bij te staan.
BUSINESS SOFTWARE EVENT ZOEMT IN OP VOORTGAANDE KETENINTEGRATIE Het Business Software Event 2019 staat in teken van ‘Industrie 4.0 - uw bedrijfsproces stap voor stap efficiënter ingericht’. Wat betekent de voortgaande ketenintegratie en procesverbetering met behulp van software? Het event is 20 juni in de nieuwe locatie van Mikrocentrum, De Run 1115 in Veldhoven. Er is een beursvloer met 35 specialistische bedrijven en een stevig congresprogramma. ‘Alles van ERP, PDM en PLM tot en met CAD, CAM, MES, WMS en CRM is onder één dak te vinden. En ook overkoepelende processen zoals integratie en business intelligence komen aan bod’, aldus eventmanager Timo van Leent. Op het Business Software Event draait het om het verkrijgen van inzicht in bedrijfsprocessen, het verbeteren van de business en de softwaretools die hiervoor kunnen
worden ingezet. ‘Het event staat voor intensieve interactie tussen experts, vakgenoten, relaties en (collega)aanbieders. De focus ligt op de succesverhalen van collegabedrijven: waar liepen zij tegenaan, hoe hebben ze het aangepakt en wat zijn de lessons learned?’ Onderwerpen en sprekers zijn onder meer ‘De uitdaging van PLM en de impact van digitalisering’ (Marco Jansen, ASML), ‘5G applications in Manufacturing’ (Paul Cobben, KPN), ‘Machinebouwers; groei door een geïntegreerd platform’ (Manfred Kalkeren, Heurkens & van Veluw, en Donald Houben, Arcta Group), en ‘De weg naar Industry 4.0’ (Edward Duivenvoorden, QAD Netherlands). Voor eindgebruikers is het event gratis toegankelijk. www.business-software-event.nl
www.murrelektronik.com/nextlevelsolutions
juni 2019
9
UIT DE MARKT ‘DE SAMENWERKING ZOEKEN’ RODE DRAAD IN CARRIÈRE NOORDENBOS Eind 2001 trad Meino Noordenbos (nu 65) bij Biesheuvel Techniek aan als directeur. Toen een technisch distributeur, actief in de Benelux met een omzet van 18 miljoen euro, zo’n honderd medewerkers en onderdeel van de Franse IPH Group. Per 1 juli neemt Paul van der Rest de functie van ceo van Rubix Benelux over, een organisatie van 850 mensen, goed voor een jaarlijkse omzet van 270 miljoen euro en onderdeel van Rubix Group die vorig jaar 2,3 miljard euro omzet kon noteren. Noordenbos heeft de onderneming door een lange periode van ingrijpende veranderingen geloodst en deed dat op een uitstekende wijze, onderstreept de groepsdirectie bij monde van ceo Martin Gaarn Thomsen. Belangrijk in de begintijd was de focus op het ontzorgen van de technische dienst van de mro-klant. ‘De TD’er helpen orde te scheppen in zijn magazijn met reserve-onderdelen’, zo duidt Noordenbos het nu. Vervolgens zette de onderneming onder zijn leiding in op het verruimen van het productassortiment.
Toegevoegd zijn productcategorieën als pneumatiek, tooling, mechatronica, veiligheid en ergonomie. ‘Daarna gingen we ook kennis toevoegen aan die producten. We zijn met engineering hoger in de keten gaan zitten, dichterbij de klant, om hem te helpen zijn productie te optimaliseren.’ De laatste jaren richtte Noordenbos zijn aandacht vooral op de digitalisering. ‘De laatste tijd is die digitalisering van de communicatie met de klant echt goed van de grond gekomen. Vandaar ook onze investering in een uitbreiding van het centrale distributiecentrum in Venlo, om de klant een zo hoog mogelijke beschikbaarheid te garanderen. We hebben die stap precies op tijd gezet. Niet te laat, maar ook niet te vroeg’, blikt Noordenbos terug. De laatste twee stappen zet Rubix nu. De stap naar de rol van een volwaardig technisch distributeur voor de maakindustrie, gespecialiseerd in het ondersteunen van de productie van complexe producten in kleine series. Tegelijk is er de deelname aan
WIE WINT DE NEDERLANDSE INNOVATIEPRIJS 2019? Zo’n 800 bedrijven van uiteenlopende grootte en uit diverse bedrijfstakken hebben afgelopen tijd de Nederlandse Innovatie Monitor ingevuld. De uitkomsten moeten duidelijk maken hoe innovatief Nederlandse bedrijven zijn en hoe ze omgaan met actuele thema’s als de energietransitie en de Brexit. Het Amsterdam Centre for Business Innovation zet de monitor jaarlijks met medewerking van Link Magazine op touw. De invullers krijgen een rapportage en kunnen zich vergelijken met het gemiddelde van hun sector. Bovendien maken ze kans op de Nederlandse Innovatie Prijs 2019. Die wordt 26 juni uitgereikt in het AVROTROS-programma De Wereld van Morgen op NPO1. ‘Voor de prijs hebben we inmiddels een top-30 bedrijven geselecteerd die we nu allemaal bezoeken’, zegt Henk Volberda, juryvoorzitter, hoogleraar strategisch management
& innovatie en directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation. ‘Er zijn dit jaar opvallend veel start-ups bij de invullers: jonge bedrijven met veel ideeën die blijkbaar ook echt kans zien om van nieuwe technologie business te maken. Bovendien zitten er veel bedrijven tussen die bezig zijn met Industrie 4.0, en bijvoorbeeld virtual reality of block chain-technologie inzetten: ze willen graag laten zien wat dit concreet oplevert.’ Vorig jaar stonden KPN, Youwe en Machinefabriek Boessenkool in de finale, en won de laatste. ‘Een parel in de Nederlandse maakindustrie’, aldus de jury, die vol lof was over de omslag die Boessenkool heeft gemaakt ‘van een fabriek naar een probleemoplosser en dienstverlener’. In de jury zitten vertegenwoordigers van onder meer Nederland ICT, VNO-NCW, FME, SER, TNO en EZ. www.acbi.uva.nl
het innovatieprogramma ‘Fabriek van de Toekomst’ van Brainport Industries Campus (BIC) dat moet uitmonden in een slim, digitaal platform waarin door robots en agv’s de fases van inkoop tot en met transport Meino Noordenbos: ‘We hebben ons in al die jaren steeds op het juiste binnen de BIC moment verdiept en verbreed.’ Foto: Rubix volautomatisch geregeld worden. moment ons hebben verdiept en verVoor het ontwikkelen van dat platbreed en zo in staat zijn geweest mee form werkt Rubix nauw samen met te bewegen met de ontwikkeling in onder meer KMWE, IJssel Technode behoeften van de engineer, van de logie, Faes Packaging Concepts, klant.’ De functie van Noordenbos Yaskawa en de Technische Univerwordt overgenomen door iemand siteit Eindhoven. En dat raakt aan die hij alweer een paar jaar als colleeen belangrijke rode draad in al die ga heeft meegemaakt. Hij kent Paul veranderingen onder leiding van van der Rest sinds 2017, toen ze beiNoordenbos: ze zijn gerealiseerd in den betrokken waren bij de samensamenwerking met andere organivoeging van IPH en Brammer in wat saties. Soms door een strategisch nu Rubix is. Sindsdien was Van der partnerschap aan te gaan, vaker nog Rest ceo Rubix Nordics en Centraaldoor ze over te nemen. Om de cataEuropa. ‘Ik ben er trots op dat we de logus te verbreden werden onder meest geschikte persoon voor mijn meer Noten, Smezo, Komeetstaal, functie bínnen de organisatie hebben Peters Motoren en Safe & Sure overgenomen. Om de engineeringskennis kunnen vinden.’ En Noordenbos is er ook trots op te verdiepen werden bijvoorbeeld door de Rubix-directie gevraagd te MCA en Stamhuis Lineair geacquizijn aan te blijven voor het doen en reerd. En om maakkennis van combegeleiden van acquisities. ‘Voorts plexe producten in huis te halen, is recent de samenwerking gezocht met rond ik nu de opleiding Commissaris aan de Erasmus Universiteit af. Er Freudenberg Sealing Technologies. is de komende tijd genoeg te doen.’ ‘Ik ben er het meest trots op dat we www.rubix-group.nl in al die jaren steeds op het juiste
It all begins with a beating heart. We believe that every new life deserves the best start, driven by a reliable heart. That’s why we create the beating heart of electronics: PCBAs. Find your beating heart at:
+31(0)24 352 5666 | www.eprpartner.com
juni 2019
11
More drive. ACOPOS P3. www.br-automation.com/ACOPOSP3
More speed 3-axis servo drive with 50 Âľs sampling time
More intelligence Safe Motion up to SIL3 / PL e / Cat.4
More precision Virtual sensors for more precise control
More power Highest power density in its class
UIT DE MARKT NIEUWE FONTYS-LECTOR HANS KRIKHAAR WIL BANDEN MET WERKVELD NOG MEER AANHALEN ‘Onze ambitie is dat Fontys dé hub wordt voor smart manufacturing.’ Dat zei Hans Krikhaar bij zijn inauguratie als lector Smart Manufacturing & Integrated Systems bij Fontys Hogescholen. De inhuldiging vormde het sluitstuk van het event ASQ Fontys, 28 mei op de Fontyscampus in Eindhoven. Daar presenteerde de hbo-instelling zich aan zo’n 300 bezoekers – merendeels representanten van bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen – als een onderzoekpartner die van wanten weet. Zo gaf de Technology Expo een inkijkje in 39 projecten die studenten samen met het werkveld uitvoeren. Sterk uiteenlopende projecten, met vaak een hoog smart industry-gehalte. Want in de Fontysonderwijscurricula zijn fenomenen als internet of things, big data, machine learning en artificial intelligence al best stevig ingebed. EgbertJan Sol, directeur Smart Industry, zoomde in op de noodzaak van een leven lang leren. De productiviteit moet verder omhoog om een speler op het wereldtoneel te blijven. Maar hoe krijg je dat voor elkaar in een tijd waarin de instroom vanuit het onderwijs ver achterblijft bij de uit-
stroom van de babyboomers? ‘En hoe houd je die 35-jarige, die op het mbo nooit van digitalisering heeft gehoord, tot aan zijn pensioen aan boord?’ Volgens Sol zit ’m de oplossing in verdere digitalisering en kennis daarvan. ‘Kennis van nu die over vijf jaar alweer achterhaald is. Met bijscholing is, schat ik, gemiddeld een halve dag per week gemoeid; nog minder tijd om de productiviteitsdoelen te behalen.’ Wat zou helpen: leer meer niet-ict’ers met digitale technieken omgaan. ‘Voor een leven lang leren zijn nog geen goede oplossingen gevonden.’ Dat daar een fors prijskaartje aan hangt, is evident. ‘Ik schat dat je uitkomt op 30 procent van het budget dat nu voor het initieel onderwijs beschikbaar is.’ Sol ziet een rol voor hbo-docenten. En schoolgebouwen staan in de avonduren, weekenden en vakanties vaak leeg – waarom die niet gebruiken? Joep Houterman, bestuurslid van Fontys, zei dat deze problematiek de aandacht heeft. Waarbij het goed neerzetten van praktijkgerichte educatie en onderzoek het fundament moet zijn. Om dat verder te versterken werd Hans Krikhaar tot lector van het nieuwe cluster Smart
Manufacturing & Integrated Systems benoemd. Krikhaar is door de wol geverfd in engineering, automatisering en het managen daarvan, onder meer bij Philips en ASML, en hij is al 21 jaar president van de Dutch Society for Precision Engineering. In zijn lectorale rede ‘Onderzoek wijs, anders raakt onderwijs zoek’ Lector Hans Krikhaar. Foto: Pim Campman legde hij uit hoe logie adopteren, enzovoort). Ook zijn werkgebied in elkaar steekt, wat er allemaal bij komt kijken om smart een goed idee: Fontys-studenten bij onderzoeksprojecten betrekken. manufacturing te implementeren en Die doen in het vierde semester hun welke kant Fontys op moet om daar eerste project, in het vijfde lopen ze de hoogst haalbare bijdrage aan te stage en in het zevende volgt een leveren. Hij vatte dat samen in het boekje ‘A Guide to Smart Manufactu- multidisciplinair project. Krikhaar: ‘Dat traject maakt ons relevant voor ring’. Dat vat heel hands-on samen vraagstukken waar bedrijven voor welke stappen je moet zetten om je staan.’ De eerste plannen om de maakproces te optimaliseren en curricula nog beter af te stemmen welke werkwijze het beste werkt op het werkveld, heeft hij al gemaakt. (lean 6Sigma, modulariteit, out-ofwww.fontys.nl the-box denken, disruptieve techno-
SIGNIFY MET ‘SMART LIGHTING’ OP SNELGROEIENDE MARKT Ubisense brengt technologie op de markt om in een gebouw ‘dingen’ te lokaliseren, vertelt Ruben Filter, pre sales consultant van de Duitse vestiging van de Britse onderneming. Het bedrijf biedt in feite een softwareplatform waaraan allerhande technologie is te koppelen om zo’n netwerk tot stand te brengen. Via dat netwerk kan bijvoorbeeld gecontroleerd worden of een machine of een medewerker de juiste tools gebruikt voor een werkstuk. ‘Maar het kan ook benut worden om in een ruimte de positie van heftrucks te bepalen ten opzichte van medewerkers, om veiligheidsredenen.’ Een van de technologieën die Ubisense inzet, Interact, is afkomstig van het Nederlandse Signify. Met deze ‘smart lighting’-technologie is het niet alleen mogelijk een ruimte verlichten, maar elk internetverbonden lichtpunt ook te benutten om de plaats te bepalen van een mens of een object. Ton van de Wiel,
global sub-segment manager Industry van Signify: ‘Elke led-punt zendt het licht op een eigen frequentie uit. Dat signaal wordt opgevangen door een smartphone of een iPad die de gebruiker laat weten waar hij is. Die informatie kan hem in een magazijn helpen een bepaald artikel snel te vinden. Maar de technologie kan ook benut worden om looppatronen van medewerkers te inventariseren, om vervolgens te analyseren of er efficiëntere routes zijn.’ De platformtechnologie is dus ontwikkeld door Signify en kan in samenwerking met Ubisense klantspecifiek worden gemaakt, vertelt Filter. ‘Wij leggen het contact met de klant, bouwen vervolgens de businesscase, schrijven de platformsoftware en leggen de specificatie vast voor de technologie die aan het platform komt te hangen. Met de huidige technologie is het bijvoorbeeld mogelijk de plaats van een object te bepalen met een nauw-
keurigheid van 30 centimeter. Maar als een accuraatheid van twee meter voldoende is, ontwikkelen we een goedkopere variant’, licht Filter toe. Ton van de Wiel benadrukt dat Signify de visible light Ruben Filter. Foto: Com-magz positioning technology bij, maar wereldwijd wel tal van niet via Ubisense in de markt zet. andere partijen waaronder itsme’, ‘In theorie is dat mogelijk, maar aldus Van de Wiel. Signify zet vooralsnog gaat het om een samenInteract steeds vaker als IoT-dienst werking waarin wij onze producten in de markt. ‘Vaak is dat bij de grote rechtstreeks aan de klant verkopen. eindgebruiker. Dat is een snelle Wij werken wel met value added groeimarkt.’ partners, door ons gecertificeerde www.signify.com partijen, die namens ons de markt www.ubisense.net bedienen. Ubisense hoort daar niet
juni 2019
13
WIE OVERBRUGT DE KLOOF: ONDERNEMER, SYSTEEMARCHITECT, PRODUCTMANAGER?
TUSSEN TECHNOLOGY PUSH EN MARKET PULL
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT
Ondernemerschap draait om het benutten van marktkansen voor technologie, de vraag Traditioneel is de engineer geneigd te focus-
van (potentiële) klanten koppelen aan de mogelijkheden van de techniek. Dat is in een
sen op de techniek en zich te verliezen in het
klein bedrijf nog te overzien, maar al gauw zal de ondernemer de markt en de techniek
voortdurend optimaliseren ervan: hij drijft af
elk een eigen stem moeten geven in zijn organisatie. Als de werelden van sales en
van de relevantie voor de klant. De salesmana-
engineering uit elkaar groeien, dient zich de productmanager aan om de kloof te
ger daarentegen heeft vanouds alleen maar oog voor de klant en heeft niet goed voor ogen
overbruggen. Die functie komt in allerlei smaken, constateert Link Magazine bij een
wat technisch haalbaar is, in welke tijdspanne
rondgang langs een mkb’er, twee middelgrote oem’ers en een multinationaal concern.
en tegen welke kosten. Een al lang bestaand, alom gekend spanningsveld tussen engineers,
DOOR HANS VAN EERDEN
D
e definitie van ondernemerschap als het benutten van marktkansen voor (nieuwe) technologie is bij uitstek van toepassing op Hans van de Mortel. Hij werkte begin deze eeuw bij Philips CFT aan draagbare elektronica, waarvoor geleidende sporen met behulp van zeefdrukken werden aangebracht op bijvoorbeeld kleding of medische consumentenproducten. ‘Ik zag toen al de potentie van printed electronics (PE), maar tien jaar later had de markt dat nog niet opgepakt.’ Dus ging hij het zelf maar doen toen zeefdrukkerij Metafas in Asten ter overname werd aangeboden. Daarmee kon hij zijn ondernemersdroom en technische visie combineren door het conventionele zeefdrukken te gaan inzetten voor hoogwaardige PE. Metafas (28 medewerkers) ontwikkelt en produceert front- en bedieningspanelen (user interfacing) en PE met behulp van een Computer-toScreen-belichtingsmachine en mede daardoor met geavanceerde zeefdruktechnieken. Voorbeelden van producten zijn touchscreens en intelligente verpakkingen voor medicijnen. ‘Ik heb mijn kennis van elektronica ingebracht en samen met de grafici van Metafas de randen van de zeefdruktechniek opgezocht.’ Met succes, want Metafas is nu een van de grootste onafhankelijke productiebedrijven voor PE in Europa, mede dankzij de samenwerking met het Eindhovense Holst Centre en vooraanstaande producenten van geleidende inkten – samen zorgen zij voor de technology push. Belangrijk daarbij is dat Metafas blijft inzetten op bedieningspanelen. Dat vergroot het draagvlak voor investeringen in nieuwe machines en productietechnieken, want die zijn nog niet rendabel voor alleen PE. Het effect van de technology push valt tegen, verklaart Van de Mortel. ‘De markt vindt het (te) duur. Ook al is de business case duidelijk, toch investeert men niet. Zoals in die intelligente verpakking die het medicijnengebruik bewaakt. De farmaceut, de apotheker en de verpakker maakt het niet uit, de medicijnen worden toch wel ver-
14
juni 2019
kocht. Alleen de zorgverzekeraar heeft er belang bij, maar die is dan weer niet bij het verpakken betrokken. Voor de mannen die in de farmaceutische keten over het geld beschikken, ben ik te klein. En al zou men het willen, de regelgeving van instanties als de Amerikaanse FDA is nog niet op PE uitgelegd. Ik kan niet een half miljoen euro uittrekken voor het testen van die slimme verpakking onder uiteenlopende omstandigheden.’
GRENZEN VERLEGGEN Bovendien heeft de techniek zich nog niet echt bewezen, vervolgt Van de Mortel. ‘Het sleutelwoord is hier robuustheid; elektronica is altijd kwetsbaar voor vocht, trillingen en schokken. De flexibiliteit van de geleidende sporen zorgt voor vormvrijheid en opent zo voor PE veel toepassingen, maar heeft ook nadelen. Bovendien is voor de elektronica altijd een voedingsspanning nodig; die kun je uit een batterij of zonnecel halen, maar dat kost extra geld.’ Niet gek dus dat eerste commerciële toepassingen opduiken voor toepassingen waar die voedingsspanning al beschikbaar is. Zoals bij de elektrische auto en ook de fiets, die bijvoorbeeld met een slim elektronisch slot kan worden uitgerust, dat via gps helpt bij de opsporing na diefstal. Zo moet Van de Mortel als technicus van huis uit zich hier toch vooral als verkoper opwerpen. ‘Intern heb ik drie technische mensen om me heen, voor de elektronica, de software en het industriële productontwerp. Daar zit wel eens een spanningsveld: “Hoe kun je dit nou verkopen?” Maar dat vind ik niet negatief; we moeten toch elke keer onze grenzen verleggen.’ Zijn hoop heeft hij op de automotive gevestigd. Daar ziet hij steeds meer PE komen. Hij is al volop in gesprek met grote automobielfabrikanten over toepassingen, zoals folies met bedieningsinterface op dashboard of stuur. ‘Van hen komt de market pull die wij nodig hebben.’
HOGER NIVEAU Metafas is duidelijk te klein om zijn technology push voldoende kracht mee te geven, bij grote
salesmensen en de klant, maar veel maakbedrijven speelt het nog altijd parten. In dit thema komen tal van partijen aan bod die vertellen hoe zij ‘de verwachtingen managen’ van alle betrokkenen.
• ‘Ik zag al vroeg de potentie van printed electronics, maar tien jaar later had de markt dat nog niet opgepakt.’ • ‘We kijken wereldwijd wat de gemene deler is in de behoeften van de klanten en die wordt de basis van ons modulaire platform.’ • ‘De taak van productmanagement is dan de gulden middenweg te kiezen.’ • ‘Onze engineers krijgen meer ervaring met het toepassen van voorgedefinieerde modules voor applicatie-aanvragen vanuit sales.’
techniekconcerns ligt dat anders. Een mooie case komt uit de businessunit Industrial Hydraulics van Bosch Rexroth (32.300 medewerkers). Het bedrijf lanceerde een nieuw hydrauliekaggregaat, de CytroBox. Een revolutionair product in de hydrauliekwereld, durft Jörg de la Motte, senior vice president Industrial Hydraulics, op het hoofdkantoor in Lohr am Main (D) wel te stellen. De CytroBox is compact, stil, energie-efficiënt en modulair opgebouwd. ‘Als marktleider in hydrauliek waren we op zoek naar echte innovatie. De combinatie van alle beschikbare technologieën maakt het bijzonder.’ Globalisering was een drijvende kracht en dus begon ook dit traject met market pull. Klanten willen tegenwoordig modulaire hydraulieksystemen die ze op hun verschillende locaties in precies dezelfde uitvoering aangeleverd krijgen door de lokale Bosch Rexroth-vestiging, verklaart De la Motte. ‘Ze zijn geïnteresseerd in de performance en kunnen druk, volumestroom en andere functies specifi-
ceren. We praten met klanten niet meer over de technische details van het hydraulisch schema, maar op een hoger niveau, over de besturing van het aggregaat. Daarmee krijgen ze een complete oplossing.’
INTERN Logischerwijs was de technische productontwikkeling vervolgens vooral een interne aangelegenheid, zegt Pierre Wouters, productunitmanager Powerunits & Manifolds bij Bosch Rexroth in Boxtel. ‘Dit product was qua opzet en vorm dusdanig vernieuwend dat we de ontwikkeling eigenlijk alleen maar intern konden uitvoeren.’ Maar dan wel breder dan alleen op het hoofdkantoor. De la Motte: ‘Van oudsher begint de applicatie-engineering bij lokale teams, zoals in Boxtel. Maar bij globale ontwikkeltrajecten, als voor de CytroBox, betrekken we engineers van die lokale teams ook steeds meer. Die hebben kennis van bijvoorbeeld specifieke applicaties en branche-eisen. Het delen van kennis binnen de Rexroth-organisatie is de laatste tijd veel sterker geworden.’ Wouters: ‘Het wordt meer tweerichtingsverkeer. Wij weten welke mensen we binnen ons internationale netwerk nodig hebben.’ Uiteraard werd de markt wel weer betrokken bij het testen van concepten, vervolgt De la Motte. ‘In overleg met onze verkooporganisatie hebben we gericht voor enkele branches strategische pilotklanten geïdentificeerd. Die kregen veel invloed in het agile ontwikkeltraject. Met een minimum viable product gingen we naar die klanten voor terugkoppeling. Ze werden snel enthousiast en hebben onder meer bijgedragen aan de detaillering van de user experience en de
Illustratie: Josje van Koppen
uiteindelijke realisatie.’ Toch ook weer market pull dus bij Bosch Rexroth. Met resultaat: ‘Op de Hannover Messe in april ontvingen zowel oem’ers als eindgebruikers de CytroBox goed, vooral ook het feit dat hij ‘IoT-ready’ (klaar voor het internet of things, red.) is.’ Belangrijke succesfactor volgens De la Motte is de toepassing van agile principes. ‘We werken niet meer vijf jaar aan een modulair systeem dat
voor alle toepassingen geschikt is, maar ontwikkelen snel voor een beperkt aantal applicaties en werken dat later breder uit. De marktintroductie doen we door geselecteerde salesengineers bij het proces te betrekken. Zo zijn sales en engineering naar elkaar toegegroeid.’ Het spanningsveld tussen die twee geledingen wordt sowieso kleiner, vult Wouters aan. ‘Onze engineers krijgen meer ervaring met het toepassen van voorgedefinieerde
MABA-ANALYSE: EENDRACHTIG FOCUSSEN OP MEEST RELEVANTE MARKT Hoe vaak gebeurt het niet: ondernemingen die zich richten op markten die ze in feite niet goed kunnen bedienen, bijvoorbeeld omdat ze niet over de juiste com-petenties beschikken. Of bedrijven die technologieën of producten ontwikkelen waarvoor geen markt blijkt te bestaan. Zo’n mismatch kan leiden tot tegenvallende resultaten en onnodige kosten. Dat is te voorkomen met de MABA (Market Attractiveness Business Assessment)-analyse, een methode om de aantrekkelijkheid van marktsegmenten te verbinden aan de eigen bedrijfscompetenties. In een assenstelsel worden marktaantrekkelijkheid en bedrijfscompetenties tegen elkaar afgezet, wat inzicht biedt in de concurrerende competenties en welke markten het meest relevant zijn om daarmee te bedienen. ‘Voor het ene bedrijf is een hoge marge aantrekkelijk, terwijl het andere liever een hoog volume realiseert’, stelt Willem de Vries, managing partner bij STEM Industrial Marketing Centre in
Voorburg, het marketingkenniscentrum voor technische B2B-bedrijven. ‘Uiteraard verschillen de uitkomsten per bedrijf, want elk bedrijf heeft zijn eigen sterktes en vindt weer andere marktsegmenten aantrekkelijk.’ De MABA-analyse helpt focussen. ‘Alles draait om het maken van gefundeerde keuzes. Zo kun je tot de conclusie komen bepaalde markten voorlopig te laten liggen, omdat ze vooralsnog minder aantrekkelijk zijn. Het helpt bedrijven gerichter te opereren en zodoende een beter resultaat te behalen’, zegt De Vries. ‘Zo ontstaan door de hele organisatie heen – van engineers, marketing en sales tot inkoop, financiën en management – gelijke denkbeelden over marktbenadering. Dat vergroot de kans dat producten voldoen aan de verwachtingen en behoeften van de klant.’ Een MABA-analyse wordt bij voorkeur met een groep van zes tot twaalf personen uitgevoerd, van operations, engineering/r&d, directie, sales en marketing. ‘Identi-
ficeer gezamenlijk vijf tot zes aspecten van marktaantrekkelijkheid, zoals marktomvang of drempel om toe te treden. De discussies leiden tot begrip en resulteren in een gezamenlijk standpunt’, stelt De Vries, die dergelijke trajecten ook faciliteert voor bedrijven. ‘Ik heb meegemaakt dat een bepaalde markt zeer aantrekkelijk bleek, maar dat het bedrijf in kwestie niet over de benodigde competenties beschikte. Toen is besloten die in te kopen, met een duidelijk beter omzetresultaat als gevolg.’ De MABA-analyse biedt geen garanties. ‘Je moet het zelf waarmaken in de praktijk. Maar dankzij de inzichten maak je wel betere keuzes.’ STEM Industrial Marketing Centre organiseert in samenspraak met Link Magazine een sessie over de MABA-methode. Meer informatie: www.stem-imc.com
juni 2019
15
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT akkoord vlechten we die doelen uiteen in verschillende hapklare projecten voor de r&d-afdeling. Als het resultaat in productie wordt genomen, doen wij vervolgens de marketing en communicatie.’ Productmanagement is de ‘bruggenbouwer’ tussen sales en r&d/engineering. ‘Er is bij ons altijd een zekere strijd tussen techniek en commercie. De verkoper mist het hardst wat hij vandaag had kunnen verkopen, de technicus vindt de langetermijndoelen veel mooier. Het spanningsveld zit ’m bij ons vooral in het streetwise zijn. Soms worden dingen wel eens iets te groot opgetuigd, terwijl de klant een relatief eenvoudige toevoeging vraagt. De taak van productmanagement is dan de gulden middenweg te kiezen. Mijn afdeling is de scheidsrechter.’
met sales erbij, besluiten om er wel of niet mee verder te gaan.’ Hetzelfde verhaal voor big data, waarvoor het Barnevelder bedrijf enkele jaren geleden de cloud-oplossing iMoba lanceerde. ‘Daarmee kunnen klanten meteen trends in de kwaliteit van hun eieren ontdekken. Ze hadden er niet om gevraagd, maar wij zagen in andere industrieën dat dit een krachtig instrument kan zijn voor het verbeteren van processen. Een paar voorlopers omarmen dat nu.’ Tegelijkertijd blijft Moba gespitst op de acute noden van klanten. Zoals vorig jaar, toen in de VS een crisis uitbrak door salmonellabesmetting van eieren. ‘Wij zijn daarop ingesprongen door het pakstation van de toekomst te gaan ontwikkelen, waarin de stroom
ACUTE NODEN
Hans van de Mortel (Metafas): ‘Dat spanningsveld vind ik niet negatief; we moeten toch elke keer onze grenzen verleggen.’ Foto: Metafas
modules voor het beantwoorden van de applicatie-aanvragen vanuit sales.’
TUSSEN TECHNIEK EN COMMERCIE Vanwege de nadruk op modularisatie vervulde een systeemarchitect bij Bosch Rexroth de rol van projectleider voor de CytroBox-ontwikkeling, meldt De la Motte. ‘Die werkte daarbij nauw samen met een productmanager die vooral de commerciële aspecten bestreek, zoals de prijsstelling voor deze technologie van toekomst; denk aan value pricing.’ Bij Moba in Barneveld, wereldmarktleider in eiersorteersystemen, staat de productmanager echt tussen techniek en commercie in, vertelt product management director Paul Buisman. ‘Vroeger gingen de r&d- en de verkoopdirecteur met enkele klanten praten en vervolgens kwamen wij na twee jaar ontwikkelen met een nieuwe machine. Het gebeurde meer dan eens dat bijna niemand daarop zat te wachten. We hadden voor een te klein marktsegment ontwikkeld, terwijl we de grotere markt vergaten. Toen zijn we productmanagement gaan opzetten. We kijken wereldwijd wat de gemene deler is in de behoeften van de klanten en die wordt de basis van ons modulaire platform, terwijl we met een paar opties proberen aan lokale smaken en wensen te voldoen. Ons streven is tot een hoge mate van modulariteit te komen, maar de klantgerichte aanpassingen blijven belangrijk. Daarvoor luisteren we goed naar onze verkopers. Als dat om grotere klussen gaat en de vraag komt vaker terug, dan bekijken we of het strategisch verantwoord is om er een nieuwe standaardmodule voor te ontwikkelen.’
Bij het verkennen van de markt zijn voor Moba (800 medewerkers) drie dingen belangrijk, schetst Buisman: ‘Wat willen klanten, wat is de stand der techniek en wat gebeurt er in andere markten dat voor ons interessant kan zijn? We kijken met een scheef oog naar onder meer de vleesindustrie en de zuivelsector.’ Innovatie kan dan voortkomen uit technology push. Een recent voorbeeld betreft het niet-destructief meten van de sterkte van de eierschaal met een akoestischmagnetische detector. ‘Samen met de universiteit van Leuven hebben we een aantal jaren geleden bekeken wat er allemaal aan een ei meetbaar is. Een van de uitkomsten bleek schaalsterkte, al duurde het een behoorlijke poos voordat we een praktisch toepasbare oplossing vonden. Tot nu toe konden we alleen meten of een schaal goed of slecht is, maar een ei dat als goed wordt gemeten kan toch zwakschalig zijn. De markt heeft hier helemaal niet om gevraagd, maar het kan wel een rol voor hun kwaliteit gaan spelen. Dit soort ‘technologie push’-ideeën toetsen we in strategische meetings waar we multidisciplinair, dus ook
16
juni 2019
van vervuilde pallets fysiek is gescheiden van de schone sorteerzone. Dat hebben we er in zeven maanden weten uit te persen en trok op een beurs begin dit jaar veel belangstelling.’ Zo blijft productmanagement bij Moba balanceren tussen techniek en markt. Buismans ambitie is om de komende jaren een betere balans te vinden in de timing. ‘Daar zit nog een spanningsveld. De r&d wil twee tot vier jaar de tijd om een nieuw product te ontwikkelen. Verkoop is echter ook lang bezig, wel één tot anderhalf jaar, met een deal. Dus wanneer moet je een klant voorzichtig vertellen dat er een nieuwe ontwikkeling aankomt? Stel r&d zegt: “We zijn nog niet klaar, dus je kunt het nog niet verkopen.” Maar verkoop is bang dat de klant achteraf zegt: “Je hebt me een oud ding verkocht.” De mijlpalen staan keurig op papier, maar het is en blijft een gevoelig spelletje. Dat willen we nog beter en zorgvuldiger doen.’
MECHATRONISCHE BOUWBLOKKEN
STREETWISE De afdeling Productmanagement telt tien medewerkers. ‘Wij worden geacht de markt te kennen en daaruit langetermijndoelen te destilleren. Die leggen we aan het management voor en bij
‘Ik perk de ontwerpvrijheid van r&d in, maar geef anderzijds sales ook niet altijd zijn zin’
Frank Engelen (VanRiet): ‘Sales ziet het liefst wat ze voor de offerte van gisteren nodig hadden, terwijl voor mij belangrijk is wat we met nieuwe standaardblokken de komende drie tot tien jaar kunnen doen.’ Foto: VanRiet
Net als bij Moba en Bosch Rexroth vormt ook bij VanRiet Material Handling Systems in Houten (350 medewerkers) modularisatie de basis onder productmanagement. VanRiet is wereldwijd specialist in geautomatiseerde transport- en sorteeroplossingen in de markten voor courier express parcel (CEP) en warehouse & distribution (W&D). Het portfolio is modulair opgebouwd met mechatronische bouwblokken, waarin de mechanische, elektronische en softwarefuncties zijn verenigd. Het voordeel daarvan, vertelt productmanager Frank Engelen, is dat als de lay-out van een systeem mechanisch is vastgelegd, de onderdelen ook elektronisch en softwarematig kunnen samenwerken. ‘De ontwerpregels daarvoor zijn in de bouwblokken vastgelegd.’ VanRiet
als onze W&D-tak. Een trend is dat steeds meer producten, zoals kleding, in zakken worden verpakt. Die gaan lastiger over de transportbaan dan dozen en daar willen wij op inspelen. En omdat er veel meer kleine pakketten worden verzonden, hebben we voor ons sorteersysteem een nieuw bouwblok ontwikkeld, de Smalls Sorter. Tussen de uitgangen zat altijd minimaal anderhalve meter, dat hebben we teruggebracht naar 650 millimeter. Daarmee hebben we het ruimtebeslag verkleind voor onze klanten.’
werkt met het programma Demo3D. Sales gebruikt het voor het configureren van de lay-out en het maken van calculaties. Er zijn ook simulaties mee uit te voeren, om het functioneren – denk aan de snelheid – van een configuratie te toetsen. Engineering gebruikt Demo3D om ontwerpen te verrijken met klantspecifieke aanpassingen en om de elektrische schema’s en de plc-code te genereren.
YOUTUBE Die standaardbouwblokken zijn relatief duur om te bouwen, aldus Engelen. ‘We moeten vooraf het mechanisch en elektrisch ontwerp maken en de software schrijven, het ERP erop inrichten en voorraden aanleggen.’ Het is daarom zijn taak als productmanager zorgvuldig te bepalen welke blokken moeten worden ontwikkeld. ‘Die specificeer ik door de eisen op te stellen. Daarmee perk ik de ontwerpvrijheid van r&d in, maar anderzijds geef ik ook sales niet altijd zijn zin. Dat eisenpakket draag ik over aan r&d en als zij klaar zijn ben ik weer verantwoordelijk voor de commercialisatie, in samenwerking met marketing. Het eisenpakket zou altijd klantgedreven moeten zijn, maar als ik interessante nieuwe technologie zie, laat ik een haalbaarheidsstudie doen en leg het resultaat voor aan klanten: vind je dit wat? Sales & marketing doet zelf ook onderzoek in de markt en ik ga met hen mee naar klanten. Daarnaast ben ik trendwatcher. Gekscherend zeg ik soms dat ik binnen dit bedrijf degene ben die het meest YouTube kijkt. Zo is e-commerce groeiend en dat heeft invloed op zowel onze CEP-
FILTEREN
Paul Buisman (Moba): ‘We moeten vooral streetwise zijn. Soms worden dingen wel eens iets te groot opgetuigd, terwijl de klant een relatief eenvoudige toevoeging vraagt.’ Foto: Moba
Over intern draagvlak voor modularisatie heeft Engelen niet te klagen. ‘Engineering wil inderdaad zo veel en zo goed mogelijk ontwerpen, maar gelukkig snappen onze r&d-collega’s dat ze moeten standaardiseren. Dan kunnen zij weer nieuwe dingen doen.’ Het is ook niet zo dat sales per se klantspecifieke systemen wil verkopen. ‘In Demo3D zien ze direct dat het gebruik van gestandaardiseerde bouwblokken in klantspecifieke oplossingen leidt tot een lagere prijs en kortere levertijd. Dat is ook belangrijk voor de klant. Met Demo3D kunnen zij snel een lay-out configureren. Wel hebben zij een stevige mening over de nieuwe standaardblokken die er moeten komen. Zij zien het liefst
When automation becomes intuitive… automation goes blue.
wat ze voor de offerte van gisteren nodig hadden, terwijl voor mij belangrijk is wat we met nieuwe standaardblokken de komende drie tot tien jaar kunnen doen. Ik analyseer de huidige offertes voor specials; wat moeten we wel of niet behouden? Resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.’ Het is het eeuwige dilemma tussen scoren nu of op de lange termijn. www.metafas.nl www.boschrexroth.nl www.moba.net www.vanrietgroup.com
Software Development
Cyber Security
Digital Business Models Predictive Maintenance
Digital Twin
Digital Engineering
Shouldn’t automation be as easy and efficient as possible? Experience INTUITIVE AUTOMATION from Lenze. www.Lenze.com
As easy as that.
juni 2019
17
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT
HET MANAGEN VAN DE VERWACHTINGEN VAN DE KLANT IS DÉ UITDAGING VOOR VIRO
‘MET WÁT BEN JE DAN PRECIES TEVREDEN?’ Verwachtingen managen. Cruciaal in projecten bij klanten is dat wat de klant denkt te krijgen exact hetzelfde is als wat de ingenieurs van VIRO denken te leveren. Een gesprek met VIRO-mensen die dagelijks in dat spanningsveld opereren. SPANNINGSVELD
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
‘H
et risico zit altijd in de communicatie. Dat je niet goed duidelijk krijgt wat de klant precies wil en wat wij dus moeten leveren. Zorgen voor een goede communicatie, daar zit voor ons altijd de uitdaging in’, duidt Rupert Janssen, technisch-commercieel vestigingsmanager van de VIRO-vestiging in het Limburgse Echt. Hij en Armand Jacobs, afdelingshoofd Mechanical Engineering, zijn via een videoverbinding aanwezig in een vergaderruimte op de hoofdvestiging in Hengelo, waar directeur Nederland Martin Dibbets is aangeschoven.
Of het nu om machinebouw, productengineering of industriële projecten – de drie ‘toepassingsgebieden’ van VIRO – gaat, het ingenieursbureau ontwikkelt altijd zaken die nog niet eerder zijn ontwikkeld, maar klantspecifiek zijn. ‘Er zit dus altijd een spanningsveld tussen wat de klant vraagt en wat wij kunnen bieden. Die communicatie dient in feite voor het managen van de verwachtingen’, schetst Dibbets. De gesprekken met de klant – vaak vertegenwoordigd door een projectleider, inkoper en engineer – starten met een vooronderzoek, waarin de functionele specificaties van die machine of complete productielijn of dat eindproduct op tafel liggen. ‘Daarbij is het
zaak zo snel mogelijk de verwachtingen van de klant helder te krijgen. Wat is voor hem van toegevoegde waarde? Wil hij de kosten van zijn huidige lijn reduceren, de doorlooptijd verkorten of zoekt hij vooral extra engineers om de eigen beperkte capaciteit ge-focust te kunnen houden op de core? Of gaat het om een combinatie? Het is altijd essentieel in de beginfase die waarom-vraag te stellen en goed beantwoord te krijgen. Want anders loop je het risico dat je iets gaat maken wat niet aansluit bij de verwachtingen van de klant.’
AFSPRAKEN VASTLEGGEN ‘Stel’, concretiseert Janssen, ‘de klant wil een machine die maar eens per jaar onderhoud nodig heeft, om stops te vermijden. Dat kan technisch goed mogelijk zijn, maar wel met als gevolg dat de machine twee keer zo duur wordt en daardoor niet meer binnen het budget past.’ In die eerste fase, vult Jacobs aan, komt het erop aan heel goed
‘NIET DE FLEXIBILITEIT MAAR HET UITREKKEN BLEEK HET PROBLEEM’ EFD, fabrikant van onder andere pvc-lamellen voor het flexibel afscheiden van ruimtes tegen onder andere tocht, heeft VIRO in de arm genomen voor een automatiseringsproject. Dat moet uitmonden in een machine die de lamelstroken automatisch meet, er gaten in stanst, snijdt en oprolt, vertelt EFD-directeur Thomas Kleijnjans van de onderneming uit Echt. Dat resulteerde in eerste instantie in een machine die bij oplevering niet overweg kon met alle typen kunststof die EFD gebruikt. ‘Sommige materialen zijn hebben een hoge wrijvingsweerstand. Dat was bij de voorbesprekingen wel ter sprake gekomen, maar bij het eerste proefdraaien bleek niet die weerstand, maar het uitrekken van het materiaal het probleem.’ Dus wordt er nu gewerkt aan een aangepast concept, aldus Armand Jacobs van VIRO. ‘Vanmorgen is in de bespreking een mogelijke oplossing op tafel gelegd. Nu moeten we terug naar de tekentafel om te zien hoe we die goed in de machine kunnen integreren.’ www.efdpvc.com
18
juni 2019
Er zullen nog wel een paar iteratieslagen nodig zijn, verwachten EFD-directeur Thomas Kleijnjans (links) en afdelingshoofd Mechanical Engineering Armand Jacobs van VIRO in Echt. Foto: Maartje van Berkel
te luisteren naar de klant en de afspraken die je maakt vast te leggen in een functioneel model met een kostenplaatje. ‘Om daarmee te laten zien hoe de oplossing er technisch uit zou kunnen zien, wat die kost en hoeveel tijd het vergt om die te realiseren. Dat leg je de klant voor. Blijkt het niet helemaal aan de verwachtingen te voldoen, wat kan gebeuren, dan moet je met de klant gaan brainstormen, samen op zoek gaan naar een andere oplossingsrichting. Dat leidt dan tot een nieuw voorstel en moet uitmonden in een definitieve proof of concept en offerte.’
VIJF IN PLAATS VAN TIEN Nu komt het voor dat VIRO na zo’n iteratief proces van vooronderzoek een voorstel op tafel legt dat toch niet aansluit bij de verwachtingen van de projectleider van de klant, bijvoorbeeld omdat het voorstel niet past bij wat zijn salesmensen in de markt willen zetten. Om dan toch tot een besluit te komen, aldus Dibbets, gaat hij het voorstel voor de top van de klantorganisatie ‘concretiseren’. ‘Ik maak de sitemanager of de directie heel concreet duidelijk welke technologische opties er zijn en welke kosten en planning die met zich meebrengen. Dat kan uitmonden in een aanpassing van het concept. Dan kan het zijn dat er uiteindelijk gekozen wordt voor bijvoorbeeld een food-productielijn die in staat is vijf in plaats van de oorspronkelijk gevraagde tien verschillende productvarianten te produceren. Maar wel een lijn die later, als het marktsucces eenmaal gebleken is, met nog vijf productiemodules kan
worden uitgebreid.’ ‘In pakweg twee van de tien gevallen’, erkent Janssen, ‘is de oorspronkelijke klantvraag niet haalbaar. Soms komt het dan later alsnog tot een project, soms ook niet. Maar de klant weet dan wel precies waarom hij een bepaalde investering niet moet doen.’
niet en blijkt het later in het proces alsnog nodig, dan zijn de gevolgen veel groter en kostbaarder.’ ‘Wij en de klant hebben geen enkel belang bij een onbeheerst proces waarvan de uitkomsten niet expliciet zijn gemaakt’, aldus Dibbets.
WAAROMVRAAG
‘In pakweg twee van de tien gevallen is de oorspronkelijke klantvraag niet haalbaar’
OP DE REM Ook als een project eenmaal onderweg is, blijft communicatie cruciaal en een uitdaging, bevestigt Jacobs. ‘Het kan zijn dat de klant met tussentijdse wijzigingen komt, en bijvoorbeeld om extra functionaliteit vraagt. Dan kan het nodig zijn dat je op de rem gaat staan en stelt: als je dat wilt, heeft het die en die technische en financiële consequenties. Dat is niet altijd leuk om te doen, want je wilt door. Maar doe je het
‘Daarom is het zo belangrijk het antwoord op die waarom-vraag voortdurend voor ogen te houden’, vervolgt hij. ‘Wij hebben geen mensen met een marketingachtergrond bij de gesprekken met de klant aanwezig – dat wil de klant ook niet. Die ziet de kennis van zijn markt als zijn competentie op grond waarvan hij bepaalt wat er ontwikkeld wordt. Maar we zorgen wel dat onze techneuten zo veel mogelijk ook die commerciële insteek hanteren en steeds oog hebben voor de primaire toegevoegde waarde die ons wordt gevraagd. Elke projectleider hier heeft een VIRO-lijstje van zeven expliciete toegevoegde waarden in zijn hoofd om te toetsen wat bij die specifieke klantvraag van toepassing is. Als ik zelf bij de start van een project bij de klant aan tafel zit, geef ik hem aan dat het juist goed is als hij nog een unieke achtste of een negende vraag heeft. Als hij dan antwoordt: “Zorg dat onze projectleider tevreden is”, dan vraag ik door. Om helder te krijgen met wát hij dan precies tevreden is.’
www.viro.nl
Your Global Automation Partner
Full Range Voor PROFINET Profiteer van Turck’s uitgebreide portfolio voor PROFINET met systeem redundantie S2 en PROFIsafe PROFINET I/O systemen, beschikbaar als modulair of als blok I/O, in beschermingsklassen IP20 en IP67, en tevens als PROFIsafe hybride module in IP67l CODESYS-PROFINET besturing, beschikbaar als HMI met PROFINET besturing, als IP67 PLC met PROFINET besturing en apparaat of als modulaire I/O systemen in IP20 en IP67 met PROFINET apparaat
www.turck.com/pn
juni 2019
19
creating machines together
ontwikkeling en serieproductie van mechatronische machines en systemen
SYSTEM DEVELOPMENT
SYSTEM ENGINEERING
WWW.M-T-A.NL
SYSTEM SUPPLY
THEMA HET EEUWIGDURENDE SPANNINGSVELD TUSSEN SALES EN ENGINEERING
EPLAN-CONSULTANT CHRIS BROUWER BEPLEIT OMSLAG IN DENKEN
‘EERST COMMUNICEREN OVER FUNCTIONALITEIT IS VAAK MOEILIJK’ Hij was twaalf jaar elektrotechnisch engineer, dus Chris Brouwer is bekend met de vermeende kloof tussen sales en engineering. Inmiddels werkt hij alweer vijf jaar als consultant voor EPLAN. In die rol ondersteunt Brouwer machinebouwers en systeemintegratoren bij het efficiënt inrichten van hun elektrotechnische engineering en helpt hij bruggen te slaan. De knelpunten liggen volgens hem in de gebrekkige informatieoverdracht en het dominante denken in technische oplossingen. DOOR HANS VAN EERDEN
B
rouwer adviseert bedrijven over hun elektrotechnische engineering. ‘Ik kijk telkens naar het gehele proces en probeer de onderdelen op elkaar te laten aansluiten, zoals sales, r&d, engineering, werkvoorbereiding en productie.’ Die aansluiting ontbreekt nog wel eens en dat heeft alles te maken met de gebrekkige informatieoverdracht, illustreert hij aan de hand van een voorbeeld van een systeemintegrator. ‘De salesmensen hadden een vrij gedetailleerde technische oplossing bedacht en overgedragen aan engineering, met een scope of work die alleen een bestellijst bevatte van wat er in de besturingskast moest komen. Voor de engineers ontbrak de samenhang, wat ze nu precies moesten doen. Dat konden ze niet uit die lijst met materialen afleiden.’ Bovendien bleken daarin bepaalde componenten niet te zijn opgenomen. Er was gewoon niet goed naar de gewenste functionaliteit gekeken. ‘Dat gebeurt vaker, reden waarom engineers soms rechtstreeks met de klant bellen om te vragen wat hem nu eigenlijk is verkocht. Ander voorbeeld, een machinebouwer die zegt alleen standaardmachines te verkopen. Dat blijkt vies tegen te vallen, want hij heeft het configuratiemanagement niet op orde. Sales verkoopt alles wat de klant vraagt, waardoor r&d soms nieuwe technische oplossingen moet bedenken die niet in het configuratieplatform passen. Uren en geld zijn daarvoor niet gecalculeerd, want het was toch standaard...’
FUNCTIONELE MODULES Het komt steeds weer op hetzelfde neer, verklaart Brouwer. ‘De communicatie tussen de verschillende afdelingen is niet goed. Er worden wel lijstjes met informatie uitgewisseld, over orders of standaarden, maar de ontvangers weten vaak niet wat nu wel of niet zinnige informatie is.’ Of neem het containerbegrip modularisatie, het werken met standaardmodules die in varianten beschik-
baar zijn om de potentiële klantvraag efficiënt af te dekken. ‘Daar geeft elke discipline haar eigen invulling aan. Dat vraagt dus om goede communicatie vooraf, met afspraken over wat er standaard Chris Brouwer, consultant bij EPLAN: ‘Leer beter te communiceren en functioneel kan worden verte denken.’ Foto: EPLAN kocht.’ Belangrijk daarbij is modules niet zozeer in mechanische zin (hoe ze in elkaar BRUGFUNCTIE zijn gezet) als wel in functionele zin (wat ze De valkuil voor engineers, en projectleiders en moeten doen) te beschouwen. ‘Dat is generieker, verkopers met een technische achtergrond, is dat omdat je voor een bepaalde functie meerdere ze direct in technische oplossingen gaan denken. technische oplossingen kunt bedenken. En het Ze moeten juist abstracter denken, in termen van helpt de verschillende disciplines beter te bepalen functionaliteit en dat is in het begin vaak moeiwat hun bijdrage moet zijn.’ Bovendien is de lijk, weet Brouwer uit eigen ervaring. ‘Mijn overopdrachtgever vooral geïnteresseerd in de functuiging is echter dat je eerst de gewenste situatie tie, niet in de techniek. De functionaliteit van moet beschrijven en dat je dan technische meneen installatie of machine is immers gedurende sen de beste oplossing laat bedenken.’ Dit geldt al de gehele lifecycle belangrijk, de techniek alleen voor een enkele, specifieke klantorder en des te wanneer die wordt geproduceerd en bij een meer voor generieke modularisatie. ‘In de beginstoring of revisie. fase heb je dan meer tijd nodig, terwijl iedereen al Software-engineers zijn beter in functioneel aan die concrete oplossing wil werken. Maar je denken dan mechanici, aldus Brouwer. ‘Bij kunt er beter een keer goed voor gaan zitten en machinebouwers zijn de mechanische afdelingen vastleggen wat je telkens kunt hergebruiken, dan van oudsher echter het grootst en luisteren ze dat je in elk project weer de discussie over de vaak slecht naar de softwaremensen. Een softbeste oplossing krijgt.’ ware-engineer is bijvoorbeeld niet geïnteresseerd Systeemarchitecten of productmanagers kunnen in waar de motoren en sensoren zich bevinden daarbij een brugfunctie vervullen, maar Brouwer op een machineframe, maar wil wel weten hoe komt ze nog te weinig tegen. ‘Een productmanadie samenwerken en wanneer een motor aan of ger kan bijvoorbeeld de wensen vanuit sales beter uit moet. Dat is in de functionele beschrijving bundelen en daarbinnen prioriteiten aangeven vastgelegd. De elektrotechnisch engineer zit daar richting r&d. Als er al een productmanager is, tussenin. Die wil weten waar alle componenten dan is die vaak mechanisch georiënteerd en zitten, want daar moeten kabels en draadjes heen. neemt hij de wensen vanuit software en elektroMaar vooral wil hij de functionaliteit begrijpen: techniek niet altijd mee. Mijn boodschap: praat hoe moet bijvoorbeeld die motorstarter werken, met elkaar over elkaars wensen en behoeften.’ welke draadjes zijn nodig, klopt dit schema wel of mist hier een sensor of beveiliging?’ www.eplan.nl
juni 2019
21
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT
INTERNE AFSTEMMING CRUCIAAL VOOR GROEIEND SENTECH
‘WE HOUDEN ELKAAR SCHERP’ Sentech profileert zich als sensorintegrator die de klant merkonafhankelijk de beste oplossing biedt voor integratie van de gewenste sensor in diens applicatie. Daarmee groeit het bedrijf sterk en is het in drie jaar verdubbeld naar ruim vijftig medewerkers. Onvermijdelijk zijn de interne processen wat geformaliseerd, waarbij sales onveranderd de klant maximaal wil bedienen, bijvoorbeeld in levertijden. Engineering claimt echter de ruimte om haar eigen proces zorgvuldig te doorlopen. ‘Een gezond spanningsveld.’
DOOR HANS VAN EERDEN
S
entech in Nieuwkuijk ontwikkelt en levert sensoroplossingen voor uiteenlopende markten, Hermen Kobus en Marie-José Wolters blijven in gesprek over de projectaanpak van Sentech, tussen strak proces en flexibele bypass. Foto: Kees Beekmans van automotive en hightech tot medical en agrotech. In de loop der jaren heeft het bedrijf zich ontwikkeld van sensorleverancier naar sensorhelemaal klaar voor nieuwe ontwikkelingen zoals van sommigen, automatisch iets logger, omdat integrator. ‘We zijn opgeschoven in de waardeautonome systemen en internet of things, en we strakkere processen hanteren’, aldus Kobus. keten’, verklaart Hermen Kobus, manager rd&e kunnen alle sensorvragen beantwoorden.’ De ‘Dat resulteert in wat spanning. Drie jaar geleden (research, development & engineering). Zijn vragen van klanten worden sowieso pittiger, is was het bij de klant nog ‘u vraagt en wij draaien’ team telt acht mensen, waar nodig aangevuld met de ervaring van accountmanager Marie-José en hadden we de volgende dag bij wijze van externe experts voor bijvoorbeeld mechanisch of Wolters. ‘Daarom kijken we veel breder dan spreken een proto klaar. Maar onze engineeringelektronisch design. ‘Als de klant met een stansensorfabrikanten en hebben beter zicht op wat capaciteit is beperkt, dus tegenwoordig moet ik daardsensor toe kan, adviseren we dat. Vaak is de er qua technologie beschikbaar is. We zoeken de afwegen wat de businesscase is en of ik daarvoor klant echter beter geholpen met een gerichte sensoruitdagingen bij de klant en zorgen voor de capaciteit ga vrijmaken.’ Wolters is ‘blij’ met die sensoroplossing. Soms kan dat zelfs betekenen beste match met zijn applicatie. Dankzij onze processen. ‘Maar ze moeten wel vóór ons werken. dat wij een complete module gaan bouwen, altijd korte lijnen en flexibiliteit kunnen wij dat soort We moeten ze niet koste wat kost volgen, maar zo vanuit een bepaalde sensorbehoefte. Dat klinkt projecten ook voor kleinere aantallen doen. Soms nodig een bypass nemen om bijvoorbeeld sneller misschien duurder, maar hoeft het zeker niet vraagt dat nog om wat ontwikkeling; daarover te kunnen leveren’, zegt ze. ‘Een traject duurt bij altijd te zijn en het voldoet wel echt aan de denken wij dan mee met de klant. Engineering is de klant soms heel lang, maar als hij een besluit behoefte van de klant. De grote sensorfabrikantegenwoordig schaars, dus bij complexe vraagheeft genomen, wil hij morgen geleverd hebben, ten bieden alleen standaardproducten aan. Wij stukken ligt onze toegevoegde waarde allereerst bijvoorbeeld omdat hij zelf beloftes aan zijn duiken in dat gat en bepalen telkens wat merkin het ontlasten van engineering bij de klant.’ Dat eindklant heeft gedaan. Vanuit sales probeer ik te onafhankelijk de beste oplossing is.’ leidt tot een toenemend beroep op engineering helpen, maar ik besef dat wij dan intern nog een bij Sentech. proces te gaan hebben. Vooral van proto naar eerste serie zit er vaak wel wat stress op.’ BREDERE BLIK Kobus: ‘Marie-José gaat vol voor het belang van Met deze opstelling kan Sentech innovatieve GOED IS GOED GENOEG de klant, ook als dat betekent dat we onze interne sensortechnologie aan mkb’ers sneller beschikSentech is de afgelopen jaren flink gegroeid, in organisatie op de kop moeten zetten. Dat is haar baar stellen dan de grote fabrikanten. ‘Wij zijn sales én engineering. ‘Het maakt ons, in de optiek
22
juni 2019
rol als accountmanager: de klant blij maken. Wij hebben customer intimacy hoog in het vaandel staan en ook ik wil er zijn voor de klant, maar ik geloof in het proces en wil borgen dat bij ons aan de achterkant alles goed geregeld is. Mijn rol is te zorgen dat de eigen organisatie niet meer dan verantwoord wordt belast. Dat spanningsveld is er altijd tussen sales, planning, inkoop, productie en engineering. En dat is gezond. Zo houden we elkaar scherp. Het gevaar van engineering bijg voorbeeld is dat we het nog beter willen doen, terwijl dat van de klant niet altijd hoeft. Op een gegeven moment is goed ook goed genoeg, de klant wil een keer geholpen worden.’
Wolters: ‘In de automotive willen ze liefst nul ppm (parts per million) fouten. Bij sommige andere klanten is 99 procent goed al voldoende. Die 1 procent fout vervangen ze dan wel. Dan is dat strak geregelde proces voor die 99 procent te duur. Daar kunnen we dan veel flexibeler en sneller zijn.’ Daarbij slaat Sentech nooit stappen
Planning-methodiek voor productontwikkeling. Daarmee kan het volgens de automotive-normen werken, maar heeft het wel de flexibiliteit ingebouwd om daarvan af te wijken. Daar kan dus een bypass bij horen, verklaart Wolters: ‘Soms is bijvoorbeeld een testtool nog niet klaar. Dan kun je de eerste serie handmatig gaan testen. Dat is
‘Kwaliteit, kosten en doorlooptijd zijn altijd in strijd met elkaar’
COMPROMIS IN DE ‘DRIEHOEK’ Bij elke klant ligt dat weer anders, benadrukt Wolters. ‘Voor sommigen moeten we het ontwikkelproces volledig doorlopen om exact het gewenste product te krijgen. Andere klanten werken meer volgens trial & error; voor hen is snelheid belangrijker.’ Kobus: ‘Klanten uit onze verschillende marktgroepen kijken er allemaal anders tegenaan hoe je een project ideaal doorloopt. In de automotive kan het wel twee jaar duren, ASML wil binnen een paar maanden een product, dat meteen perfect werkt. In de agrotech kennen ze eenvoor praktischer aanpak. Daar zeggen een maakdeel te weinig maakze: c “Lever nou maar, dan testen wij het zelf wel en als het niet goed is, passen we het morgen weer aan.” Dat is in de semicon of de automotive not done. Daar moet het first time right zijn en is het proces veel strakker.’
over, benadrukt Kobus: ‘Kwaliteit, kosten en doorlooptijd zijn altijd in strijd met elkaar en afhankelijk van de verwachtingen van de klant moeten we in die ‘driehoek’ telkens een compromis vinden. Zo kunnen we, na afweging van alle risico’s, ervoor kiezen om bepaalde stappen te schalen en niet uitgebreid maar op een snellere manier uit te voeren. “Scale don’t skip”, noemen we dat.’
niet zo goed als met een tool, er is een risico van fouten, maar de klant is wel geholpen.’ Want dit is sneller dan wachten op die testtool. Natuurlijk moet die bypass van handmatig testen niet leiden tot afstel van de ontwikkeling van de testtool. Kobus: ‘Zo’n bypass is prima, zolang je je maar bewust bent van de risico’s. Zien we niets over het hoofd, hebben we achteraf nog dingen te repareren?’ Zo blijven sales en engineering van Sentech met elkaar in gesprek over de projectaanpak.
INGEBOUWDE FLEXIBILITEIT Deze eigen procesaanpak heeft Sentech ontwikkeld op basis van de Advanced Product Quality
www.sentech.nl
juni 2019
23
THEMA HET MANAGEN VAN HET SPANNINGSVELD TUSSEN ENGINEERING, SALES EN KLANT
APPLICATION ENGINEER SLAAT BINNEN ERIKS DE BRUG TUSSEN SALES EN ENGINEERING
EILAND-DENKEN GESTOPT Bij sales ligt de focus op de klant, bij engineering op de techniek – maar waar ontmoeten ze elkaar? En wie vervult daarbij de rol van bruggenbouwer? Volgens industrieel dienstverlener ERIKS zijn er goede manieren om samen op te kunnen trekken. ‘Haal die engineer achter zijn bureau vandaan.’
al jaren met zogeheten application engineers. Van de Sande: ‘Dat zijn, kort gezegd, techneuten die bij de klant zitten en de sales doen. Ze maken het eerste concept en weten op hoofdlijnen wat er mogelijk is en kan. Dat voorkomt een deel van de problemen. Maar dan nog worden ze af en toe intern wel door de techneuten teruggefloten.’
WERKENDE PROTOTYPES
Bij ERIKS zitten salesmedewerkers en engineers samen in projectteams. Foto: Eriks
DOOR ANDRÉ RITSEMA
Z
e zitten pal tegenover elkaar voor het gezamenlijke interview, maar dat is puur toeval. Want ze trekken wel degelijk samen op, maken ze duidelijk. Job van de Sande en Mustapha Azougagh werken beiden voor industrieel dienstverlener ERIKS. Van de Sande als hoofd techniek van de productdivisie Afdichtingstechniek, Azougagh als teamleider van de sales buitendienst. En ja, ze herkennen absoluut het probleem: dat sales en engineering binnen bedrijven vaak naast elkaar opereren, in plaats van met elkaar. Terwijl dat laatste toch echt noodzakelijk is om succesvol te kunnen zijn als onderneming. Want hoe gaat dat vaak? Een medewerker van sales gaat naar een klant, zegt in alle enthousiasme een aantal zaken toe, en komt daarmee aan het bureau van de medewerkers van engineering.
24
juni 2019
Die zijn beduidend minder enthousiast, want zien een aantal technische beren op de weg. Hoe dat komt? In het algemeen doordat de engineer gefocust is op de techniek en voortdurend bezig is met het optimaliseren van het ontwerp. Hij verliest daardoor het contact met de klant of de relevantie van het ontwerp voor de markt. De salesmanager heeft oog voor de klant en verliest – als hij niet uitkijkt – de voeling met technische mogelijkheden en de kosten ervan.
SALESTECHNEUTEN Zoals gezegd, beamen beide heren de tegenstelling. ‘Volmondig zelfs’, zegt Azougagh. ‘Het blijft elke keer een spanningsveld. Sales zit bij een klant of zegt iets toe op een beurs, en heeft vervolgens moeite om het ook intern te verkopen. Het probleem kwam tot een aantal jaren terug ook bij ons regelmatig voor.’ Om daar verandering in te brengen, werkt ERIKS
De inzet van application engineers is onderdeel van de strategie van ERIKS om de kwaliteit in de eerste fase van een project te verbeteren. Van de Sande: ‘Niemand zit te wachten op een niet-werkend product.’ Het bedrijf heeft afgelopen jaren verschillende methoden ontwikkeld en ingevoerd om de klant sneller van kwalitatief goede producten te voorzien, zegt het hoofd techniek. Een belangrijke daarvan is: hak een grote klus in kleine onderdelen, die je per onderdeel met de klant afstemt. ‘Zo weet hij wat hij kan verwachten en dat we er bovenop zitten. Bovendien kunnen we elke keer met hem sparren, op basis waarvan we eventuele aanpassingen aan het ontwerp kunnen doen. Zo houden we de klant op een goede en positieve manier bij het proces betrokken.’ Een tweede methode: zorg zo snel mogelijk voor
• ‘Het probleem kwam tot een aantal jaren terug ook bij ons regelmatig voor.’ - ‘Niemand zit te wachten op een niet-werkend product.’ - ‘Je wilt allebei hetzelfde, maar met een andere inslag.’ - ‘Omdat je in kleine stapjes ontwikkelt, voelt de klant zich gehoord en begrepen.’
werkende prototypes. ‘Zodra de klant die heeft gezien, weet hij beter wat hij kan verwachten, het wordt tastbaar. De klant kan het prototype zien, vastpakken, testen en feedback geven op het ontwerp. Dat geeft hem rust en zekerheid.’
HELDER ONTWERPPROCES In dit proces, zeggen Van de Sande en Azougagh, trekken engineering en sales continu gezamenlijk op. ERIKS gebruikt daarvoor onder andere het opleidingsprogramma Design for Six Sigma. Aan dit programma nemen zowel de application engineers, de productmanagers als de developers deel. ‘Het helpt om hun allen dezelfde taal te leren spreken’, zegt Van de Sande. ‘Zo worden ze allemaal bedreven in het goed specificeren van de oplossing.’ Het ontwerpproces bij ERIKS bestaat standaard uit vijf stappen: Definitie, Inventarisatie, Design, Optimalisatie en Verificatie. En in elke stap werken sales en engineering nauw samen.
SCHOONMAAKROBOT ERIKS voerde dit hele proces bijvoorbeeld uit bij SolarCleano, een bedrijf dat een robot op de markt bracht voor het reinigen van zonnepanelen op grote solarparken. De robots zijn ongeveer 1,20 meter breed en aan de voor- en achterzijde voorzien van borstels, waarmee de panelen worden gereinigd. SolarCleano had een prototype gebouwd, maar dat functioneerde niet goed. Op een beurs toonde het bedrijf interesse voor Dunker BG-motoren, een fabrikant die samen-
Om zonnepanelen te reinigen moeten de robots onder een hoek van 25 graden hun werk doen in natte omstandigheden. Foto: SolarCleano
STAPSGEWIJZE VERNIEUWING Vervolgens werd een eerste prototype gebouwd, dat aan de klant gepresenteerd kon worden. Azougagh: ‘Op basis van die prototypes zijn we langzamerhand naar het definitieve ontwerp toegegroeid. Elke keer hebben we daarbij vernieuwingen doorgevoerd op basis van de feedback van de klant en de eindgebruiker. De motoren werden sterker, het ontwerp lichter, stof- en waterbestendig en minder gevoelig voor storingen.’ Het hele proces nam uiteindelijk meer dan een jaar in beslag, terwijl de klant vanaf dag 1 erg veel haast had. Het bewijst volgens Van de Sande het belang van het werken met prototypes. ‘We had-
‘Engineers gaan vanaf het begin met de application engineers mee naar de klant’
werkt met ERIKS. Vervolgens was de vraag aan ERIKS of ze een betere robot konden ontwikkelen. Een lastige opgave, want om zonnepanelen te reinigen moeten de robots onder een hoek van 25 graden hun werk doen in natte omstandigheden. Dat heeft nogal wat gevolgen voor de benodigde kracht en het gewicht van de motor en voor de elektronica in de besturingskast van de robot, die niet nat mag worden. ERIKS nam de uitdaging aan, zegt Azougagh. ‘De engineers werden er direct bijgehaald. Je wilt toch dat die ook het enthousiasme van de klant en de application engineers meekrijgen. Dat ze weten wat er speelt en wat er nodig is. Binnen enkele dagen was het probleem geïnventariseerd: de engineers hadden gesproken met de klant en met gebruikers van de robots en bekeken hoe glazenwassers de robots inzetten om de zonnepanelen schoon te maken. Die input werd gebruikt om – binnen een week – een printplaat te ontwikkelen met alle gewenste functionaliteiten van de klant.’
den binnen de kortste keren een prototype op het bureau van de klant. Toen hij dat eenmaal had gezien, begreep hij wat hij kon verwachten, dat het haalbaar was en welke stappen nodig waren om te komen tot het eindproduct. Na dat eerste prototype was het eigenlijk geen bezwaar meer om een jaar te werken aan het optimaliseren van het ontwerp.’
TIJDIG EN HAALBAAR Sales en engineering trokken, zoals gezegd, samen op. Cruciaal, aldus Van de Sande en Azougagh, omdat beide disciplines nodig zijn om tot een goed eindresultaat te komen. Maar wie is leidend? Wie kan het spanningsveld tussen sales en engineering het beste overbruggen? In het geval van ERIKS absoluut de application engineer, zegt Azougagh. ‘Die is in staat om de wensen van de klant in een eerste concept op papier te zetten en dit samen met de interne developers verder te ontwikkelen. Die kunnen vervolgens komen met
een werkzaam ontwerp, onder andere door gebruik te maken van rapid prototyping en 3Dprinting. De engineer zorgt voor de haalbaarheid, sales voor het tijdig behalen van resultaten.’
BEST MOGELIJKE ONTWERP Maar Van de Sande benadrukt dat het succes vooral te danken is aan het feit dat beide disciplines nauw samenwerken. ‘In mijn optiek is er bij ons geen echte tegenstelling tussen sales en engineering’, zegt hij. ‘Je wilt allebei hetzelfde, maar met een andere inslag. Voor optimale samenwerking moet je je kunnen verplaatsen in wat anderen nodig hebben.’ Azougagh ziet dat ook zo. ‘Ze gaan gezamenlijk naar de klant en kijken samen naar het best mogelijke ontwerp voor de klant. In het verleden werd een klantvraag bij wijze van spreken over de schutting gegooid en ging sales pas terug naar de klant als de engineers een ontwerp klaar hadden. Dat eiland-denken hebben we gelukkig achter ons gelaten. Het is nu de verantwoordelijkheid van beide partijen. Het is uiterst belangrijk dat de engineers vanaf het begin meegaan met de application engineers. Achter hun bureau vandaan, mee naar de klant. Zodat ze deelgenoot worden van de uitdaging en weten wat de klant precies wil en bedoelt.’
SPRINTS Medewerkers van sales en engineers zitten daarom samen in projectteams. Daar wordt in zogeheten sprints van een aantal weken elke keer een deel van het ontwerp tot stand gebracht. In het team fungeert de application engineer als projecteigenaar. Hij communiceert met de klant en zorgt ervoor dat de sprint tot een goed einde komt. Van de Sande: ‘Het voordeel van deze interdisciplinaire teams is dat je niet alleen samenwerkt, maar ook dezelfde taal spreekt. Er is geen ruis meer op de lijn; je hebt het over dezelfde dingen. Zo kom je uiteindelijk voor de klant tot de beste oplossing. En omdat je dat in kleine stapjes doet en ook zo communiceert, voelt de klant zich gehoord en begrepen.’ www.eriks.nl www.solarcleano.com
juni 2019
25
PROCESVERBETERING
‘ONE NTS’ EN ‘ONE IHC’: OPENHARTIGE CEO’S OVER HUN ERVARINGEN, ZORGEN EN OPLOSSINGEN
‘IK WEET NU DAT IK NIET ALS ENIGE WORSTEL’ Het implementeren van één digitaal platform met alle data van het complete bedrijf en zorgen dat het personeel van alle entiteiten er gemotiveerd mee aan de slag gaat. Met deze technische en bedrijfsculturele exercitie gingen NTS en Koninklijke IHC de afgelopen jaren aan de slag. En beide bedrijven zijn er nog steeds volop mee bezig. Aan tafel vertellen de twee ceo’s over dit lastige eenwordingsproces. Over de voordelen van de nieuwe werkwijze en hoe ze hun organisatie daarin mee proberen te nemen. Een gesprek vol wederzijdse herkenning. En ook wat opluchting.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
D
e corneroffice biedt uitzicht op een grote scheepshal van Koninklijke IHC en op de molens van Kinderdijk, waar dagelijks duizenden toeristen van over de hele wereld samendrommen. We zitten op de kamer van Dave Vander Heyde, ceo van het scheepsbouwbedrijf, samen met Marc Hendrikse, ceo van NTS. Twee bedrijven die de laatste jaren, onder de noemer ‘One IHC’ respectievelijk ‘One NTS’, veel energie hebben gestoken in het integreren van het grote aantal ondernemingen waaruit ze zijn opgebouwd: negentien (NTS) en ruim dertig (IHC). Twee ceo’s, actief op compleet andere eindmarkten, maar in het gesprek blijken ze elkaar uitstekend te begrijpen.
VERGELIJKBARE MOTIVATIE Toen NTS in 2016 in één klap een derde groter werd met de overname van het Hengelose Norma, waren alle bedrijven al naar hetzelfde ERP-pakket overgezet. Op dat moment had de
HORIZONTALE STRUCTUREN De nieuwe horizontale structuur van NTS is gebaseerd op drie competenties: Development & Engineering, Component Manufacturing en Systems Assembly. Wie op de vernieuwde website een optie aanklikt, komt vanzelf bij de entiteiten die aan die competentie bijdragen. IHC heeft de horizontale structuur onderverdeeld in producten en services voor drie sectoren: Dredging, Mining & Tunnelling en Offshore. Afhankelijk van wat precies gevraagd wordt, belandt de klant bij één of meer IHC-bedrijven. NTS heeft 1.700 mensen in dienst en behaalde vorig jaar een omzet van zo’n 270 miljoen euro. IHC telt ruim 3.500 medewerkers en de omzet over 2017 bedroeg ruim 800 miljoen euro. www.royalihc.com www.nts-group.nl
26
juni 2019
Eindhovense system supplier ook zo’n beetje alle competenties in huis gehaald die grote klanten als ASML wensten. ‘De complexiteit van het hoognauwkeurige motion control-werk dat op ons afkwam en de organisatie daarvan werd te groot om door te blijven gaan als een verzameling losse bedrijven’, verklaart Hendrikse. Vander Heyde had in 2012, bij de start van One IHC, een vergelijkbare motivatie. ‘De klant is niet geïnteresseerd in welke bedrijven je allemaal inzet voor zijn opdracht. Die wil alleen een optimale oplossing. Dat vroeg om een andere organisatie.’
OVERSTEEK WAGEN Een van de grootste uitdagingen die beiden ervaren hebben en nóg ervaren – met name Hendrikse, die wat minder ver is met de uitrol – is het opbouwen en implementeren van een nieuw, goed werkend softwaresysteem terwijl de winkel open is. ‘Elke voormalige zelfstandige onderneming, elke entiteit’, concretiseert de NTS-man, ‘had haar eigen systeem, met eigen artikelnummers en een eigen profit-and-loss verantwoordelijkheid. Aan de hand van die verticale structuur had ik jarenlang inzicht in de kpi’s van de onderneming. Maar op een gegeven moment moet je over naar een horizontale structuur, waarin niet langer de entiteiten leidend zijn, maar de drie hoofdcompetenties waarmee we de markt bedienen. Daarin spelen die entiteiten allemaal een kleinere of grotere rol. In die periode kun je nog niet vertrouwen op je nieuwe horizontale systeem, terwijl je het oude al wel moet loslaten. Dat is moeilijk. Het is als een snelstromende rivier oversteken: op een gegeven moment moet je de ene oever loslaten terwijl de overzijde nog buiten bereik is.’
PARALLELLE AANPAK Om die overgang te versoepelen, werkte IHC enige tijd voor een aantal opdrachten parallel met delen van het oude en het nieuwe systeem. ‘Bijvoorbeeld om na te gaan of het nieuwe systeem tot dezelfde kostprijscalculatie kwam als het oude.’ Daarbij wachtte IHC niet tot álle data
• ‘Soms zet je gegevens te snel over, soms verplaats je data van iets wat je nooit meer gebruikt.’ - ‘Een verkeerd ingevulde parameter kan tot grote problemen leiden.’ - ‘Veel uitbesteders hebben geen maakervaring meer in huis.’ - ‘Het systeem leert naarmate meer ontwerpen in het geheugen worden opgeslagen.’
waren overgezet. ‘Dat was en is misschien wel de allergrootste uitdaging, omdat ieder bedrijf zijn eigen coderingen hanteerde voor projecten, onderdelen, productgroepen en BOM’s. In eerste instantie hebben we alleen de courante BOM’s in het systeem ondergebracht. Waar je de knip zet, is een kwestie van inschatten. Soms zet je gegevens te snel over, soms verplaats je data van iets wat je nooit meer gebruikt. Overigens geen werkwijze waar engineers enthousiast van worden – in hun DNA zit nu eenmaal dat zij alleen willen werken met een volledig en compleet overgezet systeem. Maar die aanpak zorgde er wel voor dat we stapsgewijs overgingen op het nieuwe systeem en ons daar niet eindeloos op bleven voorbereiden.’
MAKKELIJKER MET SINGAPORE Zo kwam de uitrol op gang van de nieuwe, horizontale manier van werken waarin eenieder gebruik maakt van het IHC-brede netwerk. Dat legde een ander probleem bloot, schetst Vander Heyde: ‘Mensen waren gewend veel vragen van de klant binnen de geborgenheid van de eigen entiteit op te lossen, hooguit in samenwerking met de fysiek naaste buur. Nu moeten ze, gebruikmakend van alleen die virtuele ondersteuning, proberen de competenties van het complete bedrijf te benutten. Daarin moet je ze op een doordachte manier meenemen.’ ‘Wij merken’, sluit Hendrikse aan, ‘dat de samenwerking via het digitale systeem met de collega’s in het verre buitenland – in Singapore of China – gemakkelijker wordt opgepakt. Want de engineer is al gewend dat hij zijn Chinese collega heel goed en volledig moet informeren. Nederlandse medewerkers veronderstellen onderling veel eerder dat de ander dat en dat wel zal bedoelen. Zorgen dat het systeem ook in die binnenlandse setting goed gebruikt wordt, vergt veel meer energie.’
ALLE VELDEN CORRECT INVULLEN Juist omdat binnen NTS dat digitale platform (bestaande uit Microsoft Dynamics NAV voor
Ceo’s Dave Vander Heyde (links) en Marc Hendrikse in gesprek over de eenwordingsprocessen waar ze binnen IHC respectievelijk NTS mee bezig zijn. ‘Soms moet je de tijd durven nemen voor die culturele omslag en om de kinderziektes uit het systeem te halen. Als je dat niet doet, krijg je negativisme.’ Foto: Com-magz
ERP, Teamcenter van Siemens voor PLM/PDM, SolidWorks voor CAD en Microsoft Power BI voor de managementdashboards) die horizontale samenwerking moet dragen, is het correct gebruik ervan van groot belang. ‘Als er maar één parameter verkeerd wordt ingevuld op het scherm’, weet Hendrikse, ‘bijvoorbeeld honderd stuks in plaats van de bedoelde tien, kan dat tot grote problemen leiden. In een digitale wereld blijft het effect van een fout gemakkelijker langer onzichtbaar dan in de fysieke. Want daarin vraagt die calculator een deur verder of dit wel klopt.’ Herkenbaar voor Vander Heyde die in het kader van de One IHC voor het ERP-deel IFS implementeerde, voor het PLM-deel Siemens Team-
toevallig ziek thuis is en de workflow stilvalt. In het begin werkt dat heel verstorend.’
ERVARING BORGEN De nieuwe platforms moeten er bij beide bedrijven onder meer voor zorgen dat de informatie van de klant – de functionele specificaties of de tekening – min of meer automatisch wordt omgezet in een correcte offerte voor een maakbaar product. En dat zonder de persoonlijke knowhow van de engineer of calculator. ‘Een ervaren calculator’, aldus Hendrikse, ‘kan aan de hand van een tekening van de klant heel gemakkelijk zien welke onderdelen extra doorlooptijd zullen vragen, waar de aangegeven tolerantie echt nodig is en kan zo snel tot een kostprijs komen, met een foutmarge van hooguit een paar procent. Die kwaliteit is nog altijd hard nodig, omdat de informatie in de tekening van de klant bijna per definitie niet klopt. Veel uitbesteders hebben geen maakervaring meer in huis, het ontbreekt hen aan kennis van wat maakbaar is. Voor ons is het zaak al die maakkennis, verspreid over de verschillende entiteiten en de mensen daarin, in één systeem voor iedereen beschikbaar te maken. Dat is zeker niet eenvoudig, omdat wij een enorme variëteit aan producten hebben.’
‘Je moet de ene oever al loslaten, terwijl de overkant nog buiten bereik is’
center en voor shipbuilding-CAD en mechanicalCAD respectievelijk Siemens NX en Siemens Solid Edge. ‘Voorheen werden bij het specificeren van onderdelen in het systeem gemiddeld vijf van de veertig velden ingevuld, de rest werd mondeling overgebracht. Dat kan nu niet meer, wil je een project goed kunnen doorgronden. In het huidige systeem moeten er veertien velden worden ingevuld en als er ook maar één wordt opengelaten, kan de volgende stap niet gezet worden. Wat wel tot ergernis kan leiden als de gevraagde informatie in het hoofd van een collega zit die
WEG VRIJ NAAR NIEUWE MARKTEN ‘Ons platform zal’, vervolgt Vander Heyde, ‘zodra het volledig operationeel is, fouten in de ontwerpdata kunnen rechtzetten. Want het wordt gevuld met de data van eerdere casussen. Daaruit
kan het dan statistisch herleiden dat er voor een schip van die en die omvang en met die en die functionaliteit zoveel kilometer kabel nodig is. Het systeem leert naarmate meer ontwerpen in het geheugen worden opgeslagen.’ En dat opent de weg naar nieuwe producten, voor nieuwe markten, aldus de ceo. ‘Voorheen hadden we genoeg aan ervaring zolang het een schip betrof dat in grote lijnen hetzelfde was als een eerder gebouwd schip. Maar bij een heel andere opdracht werd er nogal eens simpelweg geëxtrapoleerd en teveel of juist te weinig begroot. Met ons nieuwe systeem kunnen we dat beter doen en ons nu ook bijvoorbeeld begeven op de markt van onderzeeboten’, aldus de voorman van IHC, refererend aan een aanbesteding van het ministerie van Defensie waarnaar zijn onderneming meedingt, in samenwerking met de Franse Naval Group.
COCREËREN MET DE KLANT Het digitale platform maakt het ook mogelijk nauwer met de klant samen te werken, met hem te gaan cocreëren, stelt Vander Heyde. ‘Onze klant heeft online inzage in de voortgang, zodat hij kan zien welk onderdeel wanneer besteld is, welke module momenteel wordt ingebouwd, et cetera. Via dezelfde portal kan hij nu ook meekijken in de actuele CAD-tekeningen. Van belang, want wij weten alles van het bouwen van bijvoorbeeld een pijpenlegger, maar de klant kent het operationele proces en weet precies met welke golfhoogtes en andere krachten rekening gehouden moet worden. Samen komen we zo tot een ontwerp zonder onder- of overspecificaties. Het verlaagt voor ons de risico’s, ook omdat de klant LEES VERDER OP PAGINA 29
juni 2019
27
Hey engineer, no worries... Our sensor knowledge is yours! Let’s work together on your integration projects.
www.sentech.nl
VERVOLG VAN PAGINA 27
nu niet meer met ons concept zal gaan shoppen. Zo bereiken we samen met de klant die zeer klantspecifieke innovaties die het rendabel maken in duur Nederland schepen te bouwen en blijven we weg van concurrentie op prijs.’ Die neiging tot onder- of overspecificeren door de klant is heel herkenbaar voor Hendrikse. ‘Wij zetten daarom in op early supplier involvement, om al vroeg te achterhalen of die gevraagde nauwkeurigheid werkelijk nodig is. Of niet, waardoor het goedkoper kan. Voorheen ging de menselijke communicatie vooral over het overdragen van feiten. Daarvoor hebben we nu de digitale systemen. De menselijke communicatie kan en moet nu worden benut voor het uitwisselen van ideeën om tot oplossingen te komen, op basis van de feiten uit de systemen.’
IEDEREEN MET IEDEREEN Het keer op keer uiteenzetten van dergelijke strategische perspectieven is hard nodig om het personeel mee te nemen. Om het bereid te maken tot het loslaten van de vertrouwde geborgenheid van dat familiebedrijf en die in te ruilen voor die wereldwijd verspreide, grootschalige onderneming. ‘Wij brengen daarom’, aldus Hendrikse, ‘de managementteams van alle entiteiten een aantal keer per jaar bijeen. Om One NTS uit te leggen en hun ideeën te horen. Maar ook om te zorgen dat ze onderling een persoonlijke relatie krijgen. In de eerste sessies herkende je in de zaal de kluitjes van de verschillende entiteiten. Na verloop van tijd ging iedereen steeds meer met iedereen het gesprek aan.’ Die eenwording wordt ondersteund met een sociaal intranet, een soort intern Facebook waarin iedereen laagdrempelig zijn ideeën en ervaringen kwijt kan. Bij NTS heet het ‘Meet’, bij IHC ‘I Connect’.
SPAGAAT SUPER USERS Maar een aantal managementsessies en een intern sociaal medium zijn natuurlijk niet voldoende om de verzuilde cultuur te doen verdwijnen, erkennen beide heren. Het creëren van die ‘One-cultuur’ en werkwijze moet hand in hand gaan met het bouwen en implementeren van het digitale platform. Dit om te voorkomen dat het ontwikkelen van het systeem zich buiten de dage-
De werkvloer bij IHC. Foto: Stefan Segers
lijkse operatie voltrekt, maakt Vander Heyde duidelijk. ‘Anders ontstaat gemakkelijk de opvatting bij medewerkers – de kennisdragers – dat dat systeem niet deugt, omdat hun ideeën er niet in zijn meegenomen. Gaat er tijdens de uitrol iets fout, dan wordt al heel gauw naar het systeem gewezen. We hebben daarom mensen van de vloer tot super users benoemd. Zij ontwikkelen mee aan het systeem én staan met één been in de dagelijkse praktijk om collega’s uitleg te geven en hen mee te nemen. Heel belangrijk: je moét super users een tijd lang vrijmaken voor het bouwen van het systeem, maar wel vermijden dat ze op afstand komen te staan van de operatie’, schetst hij de spagaat. De druk op deze super users is groot, erkennen beide gesprekspartners eenstemmig. ‘Die balans vinden is een lastige’, duidt Hendrikse, die een vergelijkbaar implementatieen scholingstraject hanteert. Omgekeerd kan een goed draaiend systeem helpen die verzuiling op te lossen. Tot bijvoorbeeld een klant ontevreden is omdat de planning niet gehaald is. Dan wordt weer naar het systeem gewezen – en naar elkaar. De directie van een entiteit is dan geneigd de oorzaak te zoeken bij die andere betrokken entiteiten, beamen
Vander Heyde en Hendrikse. ‘Als de frustratie en de ontevredenheid te hoog oplopen’, aldus Hendrikse, ‘brengen we de hoofdrolspelers bijeen. En dan blijkt het vrijwel steeds te liggen aan de communicatie tussen meerdere partijen. Dan is er bijvoorbeeld niet goed gecommuniceerd dat die gewenste oppervlaktebehandeling extra doorlooptijd vraagt.’
WORSTELING Terugblikkend duidt Vander Heyde dat het hele traject nu al anderhalf jaar langer geduurd heeft dan gepland, en dat het nog wel een jaar zal kosten. ‘Soms moet je de tijd durven nemen voor die culturele omslag en om de kinderziektes uit het systeem te halen. Als je dat niet doet, krijg je negativisme.’ Ook Hendrikse ervaart dat er meer tijd nodig is dan voorzien om One NTS te realiseren. ‘Het prettige van dit gesprek is dat ik nu weet dat ik niet als enige worstel’, verzucht hij met een brede grijns. Afsluitend maken de twee ceo’s de afspraak om de sleutelspelers in beider eenwordingsprocessen bijeen te brengen. Om ervaringen en oplossingen uit te wisselen. Om van elkaar te leren.
WIJ-GEVOEL MET BEHOUD VAN ONDERNEMERSCHAP Het is niet eenvoudig managers van voormalige zelfstandige entiteiten zich primair onderdeel van het grotere geheel te laten voelen. Daarom hebben ze de neiging, als er iets fout gaat, behalve naar het digitale platform ook naar de andere betrokken entiteiten te wijzen. Als ze die al betrekken. Het kost doorgaans de nodige moeite om een deel van de opdracht – en de daarmee gepaard gaande omzet – van hun eigen, trouwe klant af te staan aan andere entiteiten. Marc Hendrikse en Dave Vander Heyde bevestigen de vooronderstelling van de journalist eensgezind en volmondig. ‘Maar andersom, als een klant tevreden is, moet dat voor alle entiteiten even hard tellen.
Daarom leggen wij de incentives op groepsniveau en proberen dat te doen zonder het ondernemerschap te ontmoedigen’, aldus Hendrikse. Anita van Gils, lector bij het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van hogeschool Windesheim in Zwolle en nauw betrokken bij de eenwording van meerdere groepen van familiebedrijven, benadrukt dat je in zo’n traject niet moet proberen die familiebedrijfsculturen af te breken. ‘Je moet het positieve van die culturen juist zien te behouden, de persoonlijke loyaliteit met en commitment voor de klant en de markt. Wat je los moet laten, zijn de negatieve kanten, bijvoorbeeld de neiging om vanuit het persoonlijk belang te denken, om mensen op posten te
benoemen vooral omdat ze familie zijn. Tegelijk moet je zorgen dat iedereen een helder beeld krijgt van de sterktes van de groep en hoe je die verder kunt uitbouwen door de verschillende competenties samen te brengen.’ Die professionaliseringsslag, weet zij, heeft tijd nodig. ‘Organiseer regelmatig strategiedagen. Ga samen zitten, ook om te zorgen dat men elkaar persoonlijk goed leert kennen, elkaars kwaliteiten gaat inzien en van elkaar gaat leren. Zo wordt de groep een lerende organisatie die profiteert van alle kwaliteiten die erin zijn verzameld.’ www.windesheim.nl/familiebedrijven
juni 2019
29
Job Opportunity
Manager Business Consultancy Ondernemende sparringpartner voor de top van de maakindustrie. Bekijk de vacature op www.mercuriurval.com
MENS EN ORGANISATIE
MET BIJNA 1.500 GEREGISTREERDEN BELEEFT NETWERK FEMALE TECH HEROES EEN DROOMSTART
‘WE HEBBEN EEN LIEKE MARTENS VAN DE TECH NODIG’ ‘Die cultuur dat techniek niets voor vrouwen is, daar moeten we echt vanaf. Kom op voor jezelf, ben niet bang om fouten te maken, kweek een olifantenhuid en – vooral – werk samen. Dan krijgen jullie dat voor elkaar. We are the girl power, so we will win.’ Met statements als deze gaf Neelie Kroes (78) de aftrap van Female Tech Heroes, het netwerk van tech-vrouwen dat zich sterk wil maken voor meer diversiteit in de techwereld. DOOR PIM CAMPMAN
et netwerk maakt een droomstart. ‘We zijn twee maanden online en nu al staat de teller op bijna 1.500 geregistreerden’, melden Ingelou Stol, communicatiemanager, en Hilde de Vocht, marketing & communications director, beiden van High Tech Campus Eindhoven. Zij zijn de initiatiefnemers van Female Tech Heroes. Op de kick-off, dinsdag 21 mei in het campusconferentiecentrum, kwamen 600 vrouwen en een enkele man af. Allemaal werkzaam in de tech, bij organisaties in Brainport en (ver) daarbuiten – tot Duitsland aan toe. Het dagvullende programma bestond uit presentaties, een paneldiscussie en workshops – met in de breaks volop gelegenheid om te netwerken. Het event begon strijdlustig, zonder iets van grimmigheid jegens de ‘andere sexe’; ’s middags vertelde een aantal vrouwen over hun loopbaan – met tot besluit steevast nuttige tips. Zoals: ‘Blijf dichtbij jezelf ’, ‘Voor die volgende stap hoef je niet alles te weten en te kunnen’ en ‘Heb je een keuze gemaakt, gá er dan vol voor’.
H
CUT THE CRAP Volgens Carmen van Vilsteren, de nieuwe directeur Health van TU Eindhoven – en boegbeeld van de topsector Life Sciences & Health – heeft de tech veel te winnen bij meer diversiteit. ‘Vrouwen verbeteren en versnellen de besluitvorming, en maken andere keuzes. Wij komen op basis van intuïtie, uiteraard in combinatie met ratio en feiten, snel tot beslissingen. En we communiceren open en eerlijk. In meetings met veel mannen denk ik vaak: ‘Cut the crap!’ Waarom altijd beginnen met jezelf profileren, meningen spuien zonder je af te vragen wat anderen ervan vinden of wat het doel is van de meeting? Vrouwen vergaderen effectiever en ze zoeken de samenwerking om tot het beste resultaat te komen. En we geven zonder de garantie er iets voor terug te krijgen.
Zo’n 600 mensen, merendeels vrouw, kwamen af op de kick-off van Female Tech Heroes in het conference centre op de High Tech Campus in Eindhoven. Foto: Female Tech Heroes
We pronken niet met successen die in teamverband zijn behaald, maar betrekken het team in de lof. Is dat genoeg? Nee, want wij werken in een mannenwereld.’ Dus hebben vrouwen ook een aantal sterktes nodig die gewoonlijk aan mannen toegekend worden. ‘Zoals: toon je power, laat niet over je heenlopen, ben competitief. En ben in een sollicitatiegesprek niet te open: praat niet over die twee dingen waar je niet zo goed in bent, maar over de achttien waar je wél sterk bent. En, dat ook: je moet hetzelfde verdienen als je mannelijke collega.’
LEREN VAN FOUTEN Ook iron lady Neelie Kroes, vijf keer bekroond in de Forbes100 van meest invloedrijke vrouwen ter wereld, pleit voor een zekere hardheid in de werksfeer. ‘Kom uit voor je mening, ook als je je stem daarvoor moet verheffen. En ben niet bang om fouten te maken. Ik heb veel meer geleerd van mijn fouten dan van mijn successen. Schrap het woord ‘risicomijdend’ uit je vocabulaire. Risico’s nemen is fun en je leert er je grenzen door kennen. In sollicitatiegesprekken in Silicon Valley wordt één vraag altijd gesteld: welke fouten heb jij gemaakt? Is je antwoord ‘geen’, dan kun je
vergeten dat je de baan krijgt.’ Haar belangrijkste advies: ‘Werk als vrouwen samen, help elkaar.’ Kroes is altijd tegen een quotum (verplichting tot een bepaald percentage vrouwen) geweest. ‘Nu niet meer, want het duurt gewoon te lang. In het huidige tempo gaat het nog 200 jaar duren voordat er diversiteit is. We moeten het nu doen!’
POSITIEF AANVLIEGEN Het netwerk komt minimaal twee keer per jaar bij elkaar, belooft Ingelou Stol. ‘Wij gaan helpen om rolmodellen te creëren: we hebben een Lieke Martens van de tech nodig. En ook gaan we bijvoorbeeld kijken hoe we als netwerk invloed kunnen uitoefenen op het onderwijs, de politiek en de techwereld zelf. Tech-organisaties hebben grote behoefte om het op een positieve manier aan te vliegen. Want hoe te gek is het, als er in de tech ook veel meer vrouwen bij komen.’ Daarbij richt Female Tech Heroes zich ook op het buitenland. ‘We willen de volgende keer meer deelneemsters uit Duitsland, België en Luxemburg. Want diversiteit is niet een Nederlands issue. Daarom stoppen we niet bij de grens.’ www.hightechcampus.nl/female-tech-heroes
juni 2019
31
PARTNERS
GEZAMENLIJKE PRODUCTONTWIKKELING MET GOEDE TIME-TO-MARKET EN OOG VOOR OPTIMALISATIE
‘COMMUNICATIE IS HET TOVERWOORD, ANDERS DRIJF JE UIT ELKAAR’ De samenwerkingsrelatie tussen Zehnder in Zwolle en Timmerije in Neede gaat ver terug: de eerste contacten dateren van 1995. ‘Dankzij die lange relatie zijn we heel goed op elkaar ingespeeld. Timmerije denkt mee over het ontwikkelen van kunststof spuitgietonderdelen tot het just-in-time aanleveren aan de baan en alles wat er tussenin zit’, zegt Gert Wiersema, procurement manager bij Zehnder in de Overijsselse hoofdstad.
harde en zachte kunststof componenten voor de afdichting en ventilatormotorophanging die bijdragen aan geluidreductie en een hoger rendement’, zegt Bruins. Ook in het warmteterugwinningsysteem (WHR930/CA350) vervulde Timmerije een stevige rol, onder meer bij de elektronicaslede. ‘Dat was echt een hoogstandje. Het ging om een complex technisch kunststof onderdeel met filterhouder en klepbesturing. En voor de derde generatie, de huidige Comfort Air Q, hebben we een esthetisch en futuristisch front gerealiseerd, goed voor een iF Design Award.’ Dat front is vooral voor de export bedoeld, vertelt Wiersema. ‘Nederlanders hebben niks met het uiterlijk van warmteterugwinningssystemen, maar buitenlanders zijn trots op hun technische installaties en laten ze graag zien. Het systeem bestaat nu twee jaar en loopt heel goed.’
NIEUWE TECHNIEKEN Om Zehnder zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, investeerde Timmerije de afgelopen jaren het nodige in het machinepark. Zo werd speciaal voor de eerdergenoemde elektronicaslede een apparaat geëngineerd dat de zes inserts automatisch inbrengt. ‘Zo’n traject ga je samen in, we hebben ons nu eenmaal gecommit aan een tekening, kwaliteitsnormen en afspraken over toleranties. Als we daar manueel Gert Wiersema (links) en Frank Bruins (rechts) bij het paradepaardje van Zehnder: de Comfort Air Q. In het midden Zehnder-directeur Hendrik de Wilde die bij gelegenheid wel op de foto kon, maar verhinderd bleek voor het interview. Foto’s: Peter Lous niet aan kunnen voldoen, dan moet het geautomatiseerd worden, voor zo min mogelijk afwijkingen’, aldus Bruins. Verder haalde Timmerije ook een nieuwe bedrukkingstechniek in huis om snel en flexibel klantDOOR WILMA SCHREIBER OPTIMALE SERIEGROOTTE specifiek te kunnen aanleveren. ‘En we hebben Timmerije heeft de zaken goed voor elkaar, een folie geselecteerd om de bedrukte zichtbevestigt Wiersema. ‘Doorgaans zetten toeleveotal cost of ownership (TCO) is het sleuranciers hun producten het liefst voor één jaar op producten krasvrij te houden. Ze komen uit de telwoord, volgens Wiersema. ‘Het gaat voorraad. Wij wegen dat af tegen de instel- en niet alleen om de prijs van het onderdeel spuitgietmachine, worden digitaal bedrukt en opslagkosten die we zo laag mogelijk willen houen de matrijskosten, je moet naar de gedirect van folie voorzien. En ze zijn beschermd, den. Timmerije bedenkt hier de meest optimale hele keten kijken. Daarin werken we steeds intenvan montage, productie, transport en opslag bij situatie voor door onze rolling forecast op de siever samen.’ Als co-engineer fungeert TimmeZehnder tot aflevering bij de consument.’ voet te volgen. En voor 12.00 uur besteld, is de rije daarbij als verlengstuk van Zehnder. ‘Zehnder volgende dag 12.00 uur geleverd.’ Een belangrijke ontwerpt en dan gaan we aan tafel om de proONTWIKKELTEAMS garantie, aangezien de aantallen steeds variëren, ducten maakbaar te krijgen voor de toepassing. Om early supplier involvement te accentueren, zoals nu met het warmtewinningssysteem ComMatrijsconstructies, materiaalkeuze en de toleheeft Zehnder vorig jaar drie ontwikkelteams fort Air Q, het huidige paradepaardje van Zehnranties worden dan in een multidisciplinair team opgezet, die werken met de scrum-agile methoder waarvan er steeds meer verkocht worden. besproken om aan het programma van eisen te diek met medewerking van een project buyer. ‘Als voldoen. In het kader van TCO optimaliseren we onderdelen “uitgeknuffeld” zijn tot het CMS ook de logistiek: van zo automatisch mogelijk (Component Master Sample, een deel dat door DESIGN AWARD bestellen tot hoe we producten verpakken en beide partijen wordt goedgekeurd als referentie In het verleden was Timmerije onder meer stapelen’, aldus Frank Bruins, accountmanager betrokken bij de ontwikkeling van de behuizing voor de leveringen die daarna komen, red.), bij Timmerije. van de ComfoFan S. ‘Een 2K-motorplaat, met en binnen een bepaalde tijd het meest ideale
T
32
juni 2019
ontwerp is ontstaan, inclusief verpakking, gaat het de operationele organisatie in en worden onderdelen besteld’, vertelt Wiersema. Voor het kunststofspuitgieten zijn maakbaarheid en reproduceerbaarheid, goede kwaliteit en leverbetrouwbaarheid belangrijke kpi’s. ‘Onze kwaliteitsafdeling heeft een goede klik met die van Timmerije. Als wij een afwijking signaleren, melden we dat. Dat is bij Timmerije goed ingeregeld, we hoeven niet met z’n allen naar de lucht te kijken, het wordt heel effectief opgelost.’
RISICO’S MINIMALISEREN Aangezien Zehnder voor de Comfort Air Q sterk leunt op Timmerije, ligt de focus op risicomanagement. ‘De Comfort Air Q is zeer belangrijk, een dag stilstand moet koste wat kost voorkomen worden. Dus kijken we welke maatregelen
‘Samen proactief acteren is de beste methode’
Timmerije treft om risico’s rond onder andere matrijzen te minimaliseren, zodat wij nooit zonder onderdelen komen te zitten’, zegt Wiersema. ‘Denk aan matrijsonderhoud, brandwerende
opslag van matrijzen en een calamiteitenplan wanneer snel nieuwe matrijzen gemaakt moeten worden.’ Bruins kan hem geruststellen. ‘Timmerije heeft genoeg body en beschikt over een eigen gereedschapmakerij. Zo staan we 24/7 ten dienste van de productie om matrijzen te onderhouden, repareren en modificeren en shotgaranties (afgesproken productieaantallen per matrijs, red.) te halen. Indien nodig kunnen we ook een beroep doen op twee andere spuitgietbedrijven binnen Hydratec Industries (de groep waarvan Timmerije zelf ook deel uitmaakt, red.). En desnoods maken we afspraken met concullega’s.’
De behuizing van de ComfoFan S ontwikkelde Zehnder in samenwerking met Timmerije.
OPENHEID EN TRANSPARANTIE Door de jaren heen zijn Zehnder en Timmerije erin geslaagd samen producten te ontwikkelen met een goede time-to-market, en oog voor een optimale tco en procesinrichting en de meest geschikte materialen. Openheid en transparantie zijn daarbij de sleutelwoorden. ‘We verwachten dat Timmerije ons op de hoogte houdt van ontwikkelingen op de middellange termijn, zodat we onze voorsprong kunnen behouden. Die ontwikkelingen willen wij als eersten weten en ook wat dat kan betekenen voor onze markt en hoe we onze processen dan moeten inrichten’, stelt Wiersema. Het experiment van Timmerije met olifantsgras als duurzame grondstof past in dat verwachtingspatroon. ‘Inmiddels is de eerste oogst gehakseld
en het blijkt verwerkbaar en geschikt voor meerdere toepassingen. Je moet heel goed weten wat je er wel en niet mee kunt, want kwaliteit staat voorop’, zegt Bruins. Voor de langere termijn wil Zehnder verder stroomopwaarts in de keten kijken of daar nog slagen te maken zijn. Wiersema: ‘Communicatie is het toverwoord, anders drijf je uit elkaar. Daarom hebben we naast de dagelijkse afstemming tussen de verschillende Zehnder- en Timmerije-afdelingen structureel maandelijks overleg, want ontwikkelingen staan niet stil, processen veranderen. Samen proactief acteren is de beste methode om goede resultaten te bewerkstelligen.’ www.timmerije.nl www.zehnder.nl
Het spanningsveld tussen sales en engineering: zonder wrijving geen glans! itsme is de toonaangevende, onafhankelijke leverancier van industriële automatiseringstechnologie en toeleverancier van elektrotechnische én mechanische producten, diensten en oplossingen. Met een zeer uitgebreid assortiment, uitgekiende logistieke oplossingen en een team van 550 medewerkers in vijf landen vergroten wij uw omzet, verminderen wij uw risico en verlagen wij uw kosten. Persoonlijk en digitaal, nationaal en internationaal en altijd toegesneden op uw situatie. Bij itsme is samenwerking de norm, met onze klanten maar ook intern, want ook wij vinden dat alleen dan het beste resultaat gehaald kan worden. Als goed wordt samengewerkt ervaren engineers dat de complexiteit wordt begrepen door sales, en raakt sales niet gefrustreerd wanneer engineers projecten lijken te vertragen met een realiteitscheck. Wij vinden dat het soms best wel een beetje mag schuren, want zo houden we elkaar scherp: zonder wrijving geen glans! Onze samenwerking is onze sleutel tot uw succes. itsme | Making You Succeed!
www.nl.itsme.eu
juni 2019
33
KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE
MATLAB EXPO EN MANAGEMENT DINNER OVER DE LANGE AANLOOP VAN ARTIFICIAL INTELLIGENCE
‘AI VEREIST MEER DAN ALLEEN INTELLIGENTIE’ Aan kunstmatige intelligentie wordt al vele decennia onderzoek gedaan. In de jaren tachtig leek een industriële doorbraak ophanden. Die kwam er niet, maar in de slipstream van Industrie 4.0 is AI de afgelopen jaren aan een nieuwe opmars bezig. Met dank aan de ruime beschikbaarheid van rekenkracht, data, slimme algoritmes en softwaretools. Het vergt echter wel veel inzicht, implementatie-inspanning en interactie, zo bleek tijdens de MATLAB EXPO 2019 Benelux en het aansluitende management dinner.
• Veel AI-projecten mislukken nog, om een veelheid aan redenen. • De 3i’s zijn de succesfactoren: inzicht, implementatie en interactie. • AI maakt altijd onderdeel uit van een complete engineering workflow. • Grootste uitdaging is betrouwbare data verzamelen.
vat de succesfactoren samen in drie i’s: inzicht, implementatie en interactie.
3 I’S
Impressie van het management dinner. Foto’s: Kees Beekmans
DOOR HANS VAN EERDEN
I
n de eerste keynote geeft marketingmanager Jason Ghidella van MathWorks een mooie introductie tot artificial intelligence en wat er allemaal bij komt kijken om het ‘aan de praat’
MATLAB EXPO 2019 De jaarlijkse MATLAB EXPO Benelux voor onderzoekers en professionals uit industrie, onderzoek en onderwijs vond dit jaar op 21 mei plaats in Eindhoven. Organisator was MathWorks, de ontwikkelaar van MATLAB, Simulink en aanverwante tools voor data analytics en model-based design. Het event stond in het teken van trends als ‘software is everywhere’, artificial intelligence (AI), autonome systemen, Industrie 4.0, de cloud en elektrificatie van voertuigen. www.mathworks.nl www.matlabexpo.com/nl/2019.html
34
juni 2019
te krijgen. Hij definieert AI als het vermogen van een machine om intelligent menselijk gedrag te overstijgen door gewenst gedrag aan te leren. Volgens hem belooft AI een grotere productiviteitsverbetering dan de stoommachine, de robotisering en de it ooit hebben gebracht. Veel AIprojecten mislukken echter nog, om een veelheid aan redenen. Er zijn te weinig (of juist te veel) data beschikbaar, er zijn te weinig data scientists om met die data slimme dingen te doen, de juiste tools zijn niet voorhanden, het betreffende probleem is niet geschikt voor AI, enzovoort. Er is méér nodig dan alleen een slim algoritme, stelt Ghidella en hij
Bij de interpretatie van data-analyse met behulp van AI is domeinkennis, oftewel inzicht, nodig. Concreet voorbeeld van Ghidella is een zuivelproducent die voor de productie van poedermelk op voorhand op basis van sensordata de kwaliteit wilde voorspellen om latere afkeur te verminderen. Data waren er voldoende, van drie fabrieken over een periode van liefst zes jaar. Eerste analyses leverden echter geen voorspellende waarde op. Tot het inzicht doorbrak dat elke fabriek zijn eigen productiekarakteristieken heeft en elk jaar uniek is, vanwege bijvoorbeeld het weer – zuivel is immers een natuurproduct. Alle data hadden dus niet op één hoop geveegd mogen worden. Uitgesplitst per fabriek en per jaar leverde AI-analyse wel een hoge mate van voorspelbaarheid op. Bij implementatie gaat het erom dat de toepassing van AI niet een zelfstandige actie is, maar altijd onderdeel uitmaakt van een complete engineering workflow: ontwerp, simulatie en prototyping van bijvoorbeeld een autonoom systeem
Carl Wouters (Atlas Copco): ‘AI is gewoon een van de beschikbare tools en het is zeker nog niet volwassen. Er is een mentaliteitsverandering in engineering nodig om het serieus op te pakken.’
zoals een zelfrijdende auto, tot aan training en vervolgens inzet van het AI-algoritme dat die auto bestuurt. Dit voorbeeld laat ook zien dat er altijd sprake is van interactie met een vaak complexe omgeving: bij de zelfrijdende auto zijn dat de inzittenden en het wegenstelsel met verkeersborden, andere voertuigen en mensen. Het AI-algoritme moet alle interacties met die omgeving foutloos kunnen afhandelen. Conclusie van Ghidella: ‘Een succesvolle toepassing van AI vereist meer dan alleen intelligentie.’
Bijna iedereen is op de een of andere manier al bezig met AI, van verkenning tot volledige inzet.
ATLAS COPCO Een treffende illustratie van de tweede i, implementatie, en van de lange aanloop die AI vergt, komt van Carl Wouters, teamleider process, tools and modularity bij Engineering van Atlas Copco. De toonaangevende leverancier van onder meer compressoren en generatoren ontwikkelt en bouwt in Wilrijk (B) olievrije compressoren. Het voorgenomen herontwerp van hun paradepaardje was zeven jaar geleden aanleiding om wat nu heet het Atlas Copco Model Based Engineering Platform in te richten. Idee daarachter is dat met simulatie van het gedrag van systemen en het inrichten van digital twins veel valt te besparen op de fysieke prototyping en het onderhoud, resulterend in een verlaging van de total cost of ownership. De digitale twin beslaat de vier fasen in de lifecycle van een modulair opgebouwd systeem zoals de nieuwe compressor: ontwerp, configuratie, productie en onderhoud. Voor alle fasen heeft Atlas Copco de tools beschikbaar voor het beheren van die digital twin, waaronder de MathWorks-tools; denk aan de simulatie van alle (fysische) aspecten van de compressor, het ontwerp van de besturing, het beheer van de datasheets voor alle mogelijke configuraties, inclusief automatische kostprijscalculatie, en monitoring van het systeem in het veld met bijbehorende data-analyse.
WOMEN IN TECH Ondanks alle mogelijkheden van AI is er nog altijd een tekort aan technisch talent en moet het beschikbare engineeringpotentieel maximaal worden benut. Reden voor MathWorks om dit jaar voor het eerst een ‘Women in Tech’-sessie tijdens de MATLAB EXPO te houden. Dit initiatief is komen overwaaien van MathWorks in Amerika, aldus productmanager en organisator Giorgia Zucchelli. Tijdens de sessie vertelden enkele vrouwelijke engineers over hun werk en het gebruik van MATLAB en Simulink. ‘De deelnemers verwelkomden het initiatief’, meldt Zucchelli na afloop. ‘Zo’n vijftien engineers namen deel aan een boeiende bijeenkomst. Ter plekke is besloten om onder de hashtag #shelovesmatlab ervaringen te blijven uitwisselen.’
Die monitoring is ontzettend belangrijk, omdat betrouwbaarheid de hoogste prioriteit heeft bij compressoren die tot 60.000 draaiuren kunnen halen; dit naast energie-efficiency, aangezien de elektriciteitsvoorziening goed is voor meer dan drie kwart van de lifecycle-kosten. Condition monitoring helpt om de gebruiker te kunnen waarschuwen voor naderend falen, input voor ontwerpverbeteringen op te halen en het onderhoud te verbeteren en uiteindelijk voorspelbaar te maken. De inzet van AI hierbij is nog maar mondjesmaat. De beschikbaarheid van data is niet het probleem, meldt Wouters. Meer dan 120.000 systemen zijn al uitgerust met een chip voor datacommunicatie met de buitenwereld. Data scientists maken bij Atlas-Copco intussen veel analyses, meldt Wouters. ‘We halen er al heel veel informatie uit, onder meer voor optimalisatie. Het vergt echter serieuze effort, omdat de data goed gefilterd moeten worden en veel fysische kennis van de machine nodig is.’
kend, ervoer Van Breemen toen hij al twee maanden voor een klant bezig was en de vraag kreeg: ‘Doen we nu AI omdat het een hype is of omdat het ons wat oplevert?’ Wouters reageert: ‘Het is gewoon een van de beschikbare tools en zeker nog niet volwassen. Het is nu een buzzword, maar er is wel een mentaliteitsverandering in engineering nodig om het serieus op te pakken.’ Om zicht te krijgen op die feitelijke adoptie van AI, hield Van Breemen vooraf een onderzoekje onder de deelnemers aan de track. Dat leverde 25 reacties op: 24 van hen zijn op de een of andere manier al bezig met AI, van verkenning tot volledige inzet. Belangrijkste motivaties: concurrerend blijven in een veranderende markt, strategisch partner voor de klant willen zijn, en r&d en
Albert van Breemen (VBTI): ‘De businesslogica is heel simpel: data + AI = waarde.’
HYPE OF NIET? Aan het eind van de dag, in de management track over AI-gedreven engineering, houdt Wouters voor een select gezelschap nogmaals zijn verhaal. Getuige de vele vragen die hij krijgt, is Atlas Copco een inspirerend voorbeeld voor bedrijven die de product lifecycle op basis van model-based engineering willen beheren en daarbij de inzet van AI overwegen of al voorzichtig hebben opgepakt. Uiteindelijk moet het daarbij gaan om de waarde die het oplevert, aldus gespreksleider Albert van Breemen, die vanuit zijn bedrijf VBTI innovatie met AI ondersteunt. ‘De businesslogica is heel simpel: data + AI = waarde. Bij data gaat het om kwaliteit en beschikbaarheid, bij AI om de technologie en vooral het benodigde talent. De waarde die je ermee genereert, kan zowel in processen als producten liggen; denk aan kostenreductie, prestatieverbetering en nieuwe applicaties. Uiteraard moet dat opwegen tegen de benodigde investering.’ Dat is allemaal nog niet vanzelfspre-
producten verbeteren met behulp van klantdata. Grootste uitdaging is betrouwbare data verzamelen. Voor het opbouwen van AI-competenties vertrouwen de respondenten vooral op hun eigen engineeringteam, met data-experts inhuren als tweede optie. Wouters, uit eigen ervaring: ‘Je moet een aantal data scientists binnenhalen, maar niet te veel. Ze weten niets van engineering, dus je moet ze vooral integreren in je engineeringteam.’ AI staat dus nog maar aan het begin in de industrie, maar gaat wel komen, is de verwachting van de respondenten. Volgens twee derde van hen zal AI zeer relevant zijn voor de toekomst van hun bedrijf. www.atlascopco.com www.vbti.nl
juni 2019
35
MARKETING
TURCK NEDERLAND KRIJGT DE VRIJE HAND OM TE FOCUSSEN OP LOKALE MARKTEN
EIGEN MARKTBENADERING EERST De laatste vijftien jaar blijkt de Nederlandse vestiging van Turck in Zwolle bij het Duitse
industrie en de algemene machinebouw, waarbij we in gesprek met klanten producten ontwikkemoederbedrijf in trek als proeftuin voor nieuwe ontwikkelingen, zowel intern als extern. len en een groot leveringsprogramma aanbieden ‘Van oudsher zijn Duitse bedrijven behoorlijk hiërarchisch en moet die lijn vaak gevolgd voor die markten. We krijgen de vrije hand om te focussen op de lokale markten, al zijn uiteindelijk worden. Wij bellen meteen de eindverantwoordelijke, waardoor we snel kunnen schakelen de resultaten natuurlijk bepalend’, zegt De Jong. en onze klanten adequaat kunnen helpen. Dat we met hen meedenken en zeggen waar De hoge eisen rond hygiëne in de levensmiddelenindustrie stellen ook specifieke eisen aan de het op staat, wordt op het hoofdkantoor van Turck heel erg gewaardeerd’, zegt marketingproducten van Turck. ‘Er wordt gewerkt met manager en inside salesmanager Frank de Jong. agressieve middelen en hogedrukspuiten. Daarvoor moeten onze sensoren, kabels en connectoren geschikt zijn. We doen er veel onderzoek naar en testen onze producten ook in dergelijke omgevingen’, vertelt De Jong. ‘Als een systeem niet meer werkt, kijken we samen met de klant hoe we tot een zo betrouwbaar mogelijke oplossing kunnen komen. Want niks is zo vervelend als stilstand, dat kost heel veel geld.’ Daarbij moeten de producten van Turck voldoen aan de materiaaleisen van de FDA voor de levensmiddelenindustrie. Andere landen, waar de focus minder op de voedingsmiddelenindustrie ligt, profiteren van de producten die Turck Nederland mede ontwikkelt en verkopen die op hun thuismarkt. ‘Via het Turck Automation Solution Center kunnen klanten zien hoe we bijvoorbeeld een transportbaan aansturen en hoe allerlei inspecties in zijn werk gaan’, verklaart De Jong. Foto: Rick Kloekke
ROL ALS SYSTEM INTEGRATOR DOOR WILMA SCHREIBER
T
urck, een van oorsprong Duits familiebedrijf, is sinds de jaren zestig van de vorige eeuw actief op de markt. In Nederland was de automatiseringsspecialist in eerste instantie alleen vertegenwoordigd via de groothandel, tot begin jaren negentig een verkoopvestiging in Zwolle werd geopend. Momenteel werken er 25 mensen. Omdat de organisatie naar de markt anders is dan bij het moederbedrijf, volgt Turck Nederland een eigen lijn. ‘Als verkoopvestiging ben je toch anders ingericht dan als fabrikant. Een klant die ons belt met een tech-
36
juni 2019
nisch-inhoudelijke vraag, krijgt direct een sales engineer aan de lijn die snel een passend antwoord kan geven. Wij willen klanten direct helpen’, stelt De Jong. ‘Nu die aanpak succesvol blijkt, is Duitsland bezig een vergelijkbare verkooporganisatie neer te zetten, los van productie, productontwikkeling en productmanagement.’
VRIJE HAND Een eigen verkooporganisatie is ook een must omdat elke vestiging haar eigen markt en marktbenadering heeft. Zo hebben Duitsland en Frankrijk een groot marktaandeel in de automotive. ‘Bij ons ligt de nadruk op de levensmiddelen-
Componentenleverancier Turck is ook succesvol als leverancier van besturingen en bijbehorende software. ‘We begeven ons steeds hoger in de automatiseringspiramide en bieden klanten totaaloplossingen op het vlak van industriële automatisering. We hebben daarom zo’n vijf jaar geleden in Zwolle het Turck Automation Solution Center (TASC) opgezet. In dit testcentrum kunnen we complete besturingen laten zien en op afstand aansturen. Op een beurs kunnen klanten via TASC zien hoe we bijvoorbeeld een transportbaan aansturen en hoe allerlei inspecties in z’n werk gaan’, verklaart De Jong. ‘En als klanten specifieke vragen hebben, bootsen we die hier na. Ze kunnen live zien hoe het werkt,
ermee spelen. Dat geeft veel vertrouwen in ons en onze oplossingen.’ Twee jaar geleden heeft Turck Nederland hiervoor een aparte afdeling in het leven geroepen: Business Unit Automation Systems (BUAS). ‘Zo pakken we meer en meer de rol als
‘We begeven ons steeds hoger in de automatiseringspiramide’
system integrator op. Hierdoor komen we meer bij het management aan tafel en op die manier raken we eerder betrokken in de engineeringsfase. Dit bespaart veel tijd en kosten. Onze klanten ervaren het als een toegevoegde waarde.
INTERNE VOORTREKKER Behalve als ontwikkelaar van oplossingen en system integrator fungeert Turck Nederland ook vaak als voortrekker bij interne projecten, bijvoorbeeld bij de introductie van een nieuw ERPsysteem. ‘Wereldwijd waren er bij Turck 23 verschillende ERP-systemen in omloop. Die moesten vervangen worden door één systeem. Het hoofdkantoor vroeg ons de implementatie samen met
hen als eerste op te pakken om het daarna over alle vestigingen uit te rollen. Dit omdat we enkele jaren geleden een dergelijk implementatietraject met een ander systeem hadden doorlopen. De aanpak daarvan lag ons nog vers in het geheugen’, zegt De Jong. Belangrijk aandachtspunt was dat het systeem geschikt moest zijn voor de Duitse interne markt en de organisatie daarachter, zoals productie en distributie, maar ook moest voldoen voor de verkooporganisaties in alle buitenlandse vestigingen. ‘De keuze viel op SAP. Dat kent 100.000 mogelijkheden, waar je er 1.000 van nodig hebt. Die moet je dan inrichten naar je eigen behoefte. Wij hebben ons sterk gemaakt voor de eigen markt en andere landen zullen hiervan ook veel profijt hebben. Het is plezierig om in veel processen een bepalende rol te hebben, zo kun je zaken meer naar je eigen hand zetten.’ Eerder al implementeerde Turck Nederland, eveneens in een pioniersrol, samen met het Duitse hoofdkantoor een nieuw CRM-systeem. ‘Ook hier hebben we een keuze gemaakt uit de talloze mogelijkheden, specifiek op wat we inzichtelijk willen hebben, gekoppeld aan de juiste werkprocessen voor de verkooporganisatie. Daarvoor
hebben we veel tests uitgevoerd en handleidingen geschreven die het hoofdkantoor heeft overgenomen voor de overige vestigingen’, zegt De Jong. ‘Je kunt heel veel uit een systeem halen, maar je moet het er eerst wel in zetten. Nu zijn in één oogopslag alle data overzichtelijk in te zien en te analyseren. Zo vormt het CRM-systeem een belangrijk gereedschap waarmee we aan de slag kunnen.’
NIEUW DISTRIBUTIECENTRUM Eind mei dit jaar was Turck Nederland ook de eerste vestiging die het magazijn fysiek en in SAP overhevelt naar Duitsland, waar in Mülheim an der Ruhr een nieuw distributiecentrum is gebouwd. Voortaan belevert het bedrijf zijn klanten vanuit Duitsland. ‘Voor de complete oplossingen die wij verkopen, maken we soms gebruik van producten van derden of doen wij fysieke of softwarematige aanpassingen. Dat moet in het systeem ook mogelijk zijn; we steken er extra energie in om die flexibiliteit te bewaken en klantspecifieke oplossingen te kunnen blijven bieden’, aldus De Jong. Tot het eind van het jaar blijft Turck Nederland stap voor stap leveringen omzetten naar leveringen rechtstreeks vanuit het nieuwe distributiecentrum in Duitsland. ‘Onze klanten mogen niet de dupe worden, we gaan pas volledig over als voor hen alles perfect is ingeregeld.’ www.turck.nl
Samenwerking in keten realiseren
BETERE SAMENWERKING GEBASEERD OP INZICHT IN VERWACHTINGEN VAN UW KLANTEN. Met onze outside-in aanpak helpen wij organisaties te groeien.
Hoe u dat doet, is onze expertise. Neem, voor een eerste gratis adviesgesprek, contact op met: Mike van Beek SENIOR CONSULTANT mvb@expectations.nl +31 6 53 86 98 20 www.expectations.nl
juni 2019
37
Optimal exibility and full control
Single Surgeon Operation
Turning ideas into solutions withmaxon.com/ Mo xx
The CE-marked Mo xx system is being used for many bariatic, gynecologic, urologic, chardiothoracic and general surgery procedures. maxon motor was closely involved in the development of the Mo xx trocar holding system, distributed by Alphatron Surgical. A relative simple tool which enables surgeons to have full control. There’s no need for an OR assistant holding a camera for two or three hours. Which means less neck pain and less RSI in shoulders and arms.
CYBERSECURITY
MARCEL WESTPHAL (WESTPHAL JOHANSEN ADVOCATEN) STELT SCHENDING AVG DOOR MICROSOFT AAN DE ORDE
‘OOK BEDRIJFSGEHEIMEN LOPEN RISICO’ Na alle media-aandacht voor het (inmiddels voor Nederlandse ambtenaren verboden) gebruik van de beveiligingssoftware van het Russische Kapersky Lab, de ophef over de privacy-schendingen van Facebook en het tumult rondom het Chinese telecombedrijf Huawei, blijft het relatief stil rondom Microsoft. Terwijl dit bedrijf zich toch schuldig maakt aan het op de markt brengen van ‘sneaky software’, op grote schaal de privacy schendt en mysterieuze datastromen naar de VS stuurt, stelt Marcel Westphal van Westphal Johansen Advocaten. ‘Moet Microsoft niet een verwerkingsverbod van persoonsgegevens opgelegd worden, als bedoeld in de AVG?’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN
‘J
a, sneaky software’, bevestigt de jurist van het Nuenense kantoor. Immers, op 5 november 2018 heeft The Privacy Company in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid een Data Privacy Impact Assessment (DPIA) gedaan naar de (diagnostische) data in Microsoft Office Pro Plus. ‘De bevindingen en conclusies in dit goed onderbouwde rapport zijn ronduit schokkend: Microsoft verzamelt systematisch en op grote schaal heimelijk gegevens over het individuele gebruik van Word, Excel, PowerPoint en Outlook. Zonder mensen daarover te informeren. Die gegevens worden vervolgens versleuteld en naar de eigen servers van Microsoft in de Verenigde Staten of elders verstuurd.’ Microsoft heeft de onderzoekers geen inzage gegeven in het type en soort gegevens dat verzameld en doorgestuurd wordt, weet Westphal. ‘Totdat Microsoft tegenbewijs levert, gaan de onderzoekers er daarom vanuit dat het zowel om metadata als om content gaat.’
AMERIKAANSE BENADERING Uit het rapport komt naar voren dat Microsoft een Amerikaanse benadering heeft van privacy. ‘Een benadering die waarschijnlijk terug te voeren is op de Amerikaanse third party doctrine: een persoon mag geen privacy verwachten als hij informatie vrijwillig afstaat aan een derde. En daarvan is tegenwoordig bij het in de cloud opslaan van data al snel sprake.’ De aantasting van de privacy wordt verder versterkt door een vorig jaar aangenomen Amerikaanse wet: de Clarifying Lawful Overseas Use of Data Act (CLOUD). Deze wet verplicht Microsoft data die zijn opgeslagen op haar Europese servers te verstrekken aan de FBI als die daar om vraagt. Het is in elk geval een benadering die haaks staat op en in strijd is met de Europese privacy-opvat-
tingen en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), aldus Westphal. Het Advocaat Marcel Westphal: ‘Ook bedrijfsgeheimen zouden wel eens minder onderzoek maakt duidelijk dat veilig kunnen zijn dan doorgaans wordt aangenomen.’ Foto: Joost Keet ambtenaren, contactpersonen, sollicitanten én mensen die besproken worden in ambtelijke stukken, van bijSterker nog, gelet op het standaard aanstaan van voorbeeld de Belastingdienst of Justitie, het risico dataverzamelende instellingen en de zeer ruime lopen dat Microsoft hun privacy schendt. ‘Een doelstellingen die Microsoft nastreeft met de risico dat verder oploopt nu overheden binnengegevensverwerking, lijkt privacy-piraterij een kort geacht worden helemaal over te gaan naar de treffendere omschrijving van de werkwijze.’ Hij cloud. Want als Office 2016 en Office 365 straks juicht het dan ook toe dat de Europese privacyniet meer worden ondersteund, kan niets meer toezichthouder EDPS inmiddels een onderzoek is op lokale servers worden opgeslagen.’ gestart om na te gaan of de producten en diensten van Microsoft voldoen aan de wetgeving. ‘Voor een antwoord op onder andere deze vraag: OOK BEDRIJFSGEHEIMEN LOPEN RISICO is het ontbreken van privacy by design en by Naar aanleiding van het rapport heeft Microsoft default reden om Microsoft een verwerkingsverzogeheten zero-exhaust-instellingen ontwikkeld. bod van persoonsgegevens op te leggen als Die moeten de overheden garanderen dat er geen bedoeld in artikel 58 lid 2 onder f van de AVG?’ netwerkverkeer (van diagnostische of andere Een nog urgentere vraag aan de Europese aandata) meer van Windows naar publieke IP-adresbestedende diensten is of zij Microsoft nog wel sen gaat zonder de uitdrukkelijke toestemming kunnen laten meedingen naar overheidsopdrachvan de gebruiker. Maar die instellingen zijn geen ten. ‘Immers, uit overweging 78 van de AVG blijkt antwoord op de andere gebruikersrisico’s die de dat bij openbare aanbestedingen de beginselen rapporteurs signaleren, zo stelt Westphal. Zo slaat Microsoft nog steeds ‘gevoelige, gerubriceerde of van gegevensbescherming door ontwerp en door bijzondere persoonsgegevens’ op, is er onvolstandaardinstellingen in aanmerking worden doende controle op sub-verwerkers, en is het doel genomen. Uitsluiting van Microsoft ligt dan voor van het gegevens verzamelen niet duidelijk. Daarde hand. De hamvraag is of de Europese privacybij gaat het niet alleen om persoonsgegevens, toezichthouders en de aanbestedende diensten maar ook om bedrijfsgeheimen. ‘Ook die zouden kiezen om alleen boetes op te leggen aan Microwel eens minder veilig kunnen zijn dan doorsoft. Of laten ze echt hun tanden zien en verbiegaans wordt aangenomen. Het is immers niet den zij Microsoft geheel of gedeeltelijk, permaduidelijk welke informatie Microsoft allemaal nent of tijdelijk persoonsgegevens te verwerken verzamelt en doorzendt naar eigen servers in de en aan aanbestedingen deel te nemen totdat de VS.’ software wel privacy proof is? Het grote probleem daarbij is dat er voor Microsoft-software momenteel geen echt alternatief is. Er is dus PRIVACY-PIRATERIJ sprake van een vendor lock in optima forma.’ ‘Uit het rapport doemt het beeld op’, aldus Westphal, ‘dat Microsoft niet bepaald privacy by design en privacy by default heeft toegepast. www.wjadvocaten.nl
juni 2019
39
PRODUCTIVITEIT
LEDEN VAN LINK-PLATFORM PRODUCTIVITEITSVERBETERING DENKEN MEE OVER INRICHTING WERKVLOER WILA
DE (VERMEENDE) MAGIE VAN DE DIGITAL TWIN Zet een stel gepokte en gemazelde managers en ondernemers een paar uur bij elkaar, laat ze nadenken over de inrichting van een nieuwe fabriek plus de optimalisatie van de bestaande productie, en wie heeft er nog consultants nodig? Frank Rouweler, directeur manufacturing and r&d van Wila in Lochem, kreeg een wagonlading tips en adviezen tijdens het bedrijfsbezoek van het platform Productiviteitsverbetering van Link Magazine. ‘Oké, mannen, even resumeren. Waar kiezen we voor: flowproductie of toch weer job-
• ‘We kunnen medewerkers sneller trainen met een 3D-fabriek op het scherm.’ • ‘Bij een oem’er zijn de processen wezenlijk anders.’ • ‘De moeilijkheid zit hem in verbeteringen in bestaande situaties.’ • ‘Ons uitgangspunt is nu: een product mag nooit stilstaan in de lijn.’
shop?’ ingenieus klemsysteem voor kantpersen plus alle tooling in alle soorten en maten de hele wereld over. Zo’n 90 procent is export. Van de 380 fte werken 20 r&d-medewerkers continu aan nog slimmere en nauwkeurigere producten en productieprocessen. De series worden kleiner, de producten complexer. Er is veel standaardisatie, maar tegelijkertijd volop ruimte voor specifieke wensen. Wila genereert continu eigen IP en wil samen met oem’ers steeds weer een volgende stap zetten. Via de highend Wila Tool Advisor kunnen klanten online Staand: Frank Rouweler, director manufacturing and r&d Wila. Rechts van hem, met de klok mee: Pascal Bos, manager engineering JAZO Zevenaar; Ronald Koot, ceo Boers & Co; Taco Leeflang, director sales itsme; Thomas Luiten, directeur operations Knapen Trailers; Marino Sonnemans, snel uitzoeken welke directeur operations Timmerije; Gerlof van den Haak, interim director of operations Lely; John van Ginkel, uitgever Link Magazine; Lucy Holl, kantperstools het beste eindredacteur Link Magazine. Ook Guido Bergman, algemeen directeur Matas Electronics, Corné van Opdorp, managing director BOZ Group, en passen bij hun buigHenk Jansen, managing director FMI Instrumed, maken deel uit van het platform, maar zij waren deze avond verhinderd. Foto’s: Arjan Reef vraagstuk. Met de Wila Smart Tooling App voor het beheer van het kantpersgereedschap hebben DOOR LUCY HOLL vol benut. Daarom zijn wij ook begonnen met de zij bovendien altijd direct toegang tot hun realisatie van een tweede fabriek in Lochem. gereedschapsdata. Dat leidt tot grote tijdsbespaOveral kunnen we nog optimaliseren, bij alles é, wat is dit nou?’, klinkt het tijdens de ringen en vereenvoudigd gereedschapsbeheer. moeten we kijken wat sneller en beter kan en wat rondleiding over de werkvloer. ‘Richten we kunnen automatiseren. We willen naar een svp’, staat er met dikke viltstift op een gedigitaliseerde fabriek’, benadrukt Frank lange metalen balk. Bij het spannen blijkt MEER ONBEMAND PRODUCEREN Rouweler. hij niet goed, dat had al een stap eerder in het Sinds 2010 groeit Wila continu, het aantal medeproces eruit moeten komen. Nu ligt de balk wat werkers stijgt snel, er gaat veel tijd zitten in het verloren op een kar, hij moet terug naar een vinden en inwerken van mensen. Medewerkers PRESS BRAKE PRODUCTIVITY vorige processtap. ‘Dit is een hele lastige. Geef worden opgeleid binnen de eigen academy. Tijdens de eerste, oriënterende bijeenkomst van nooit shit door, dat is regel één in een productiehet platform Productiviteitsverbetering begin dit Hierdoor is er nauwelijks tijd voor grote interne lijn’, oordelen de gasten. Verspreid over de jaar stelde Rouweler voor om de volgende keer productiviteitsverbeteringen, weet Rouweler. enorme bedrijfshal staat het onderhanden werk bij Wila, producent van kantpersgereedschap Ruimtegebrek is een probleem. Sinds 2000 is het op karren, met A4’tjes met ordernummers erop. (omzet: 60 miljoen euro in 2018), te komen aantal processtappen al teruggebracht van dertien Er is geen digitale identificering van de produckijken. Wila heeft de processen aan de voor- en tot acht. De doorlooptijd ging van gemiddeld ten en materialen. Het is vol op de werkvloer, de achterkant geweldig op orde. Onder het bedrijfszes naar twee weken. Maar het kan nog sneller en logistieke stromen lijken complex. ‘Doordat onze motto ‘We live press brake productivity’ gaan efficiënter. productie enorm is gestegen, is onze fabriek nu de boven- en onderklemmingen inclusief een De productie van de kantpersgereedschappen
‘H
40
juni 2019
verhuist vanaf volgend jaar naar een nieuw te bouwen fabriek met 14.000 vierkante meter netto vloeroppervlak verderop langs het Twentekanaal, 150 fte gaan mee. Fraunhofer Project Center in Enschede, een initiatief van Universiteit Twente en het Fraunhofer Institute for Production Technology IPT in Aken, is erbij gehaald om mee te denken over de inrichting van de nieuwbouw en over vergaande digitalisering en automatisering.
‘Geef nooit shit door, dat is regel één in een productielijn’
Medewerkers van Fraunhofer en studenten van de UT denken mee. Rouweler: ‘We werken nu als een jobshop, met afgebakende onderdelen als frezen, harden en slijpen. Maar misschien moeten we naar een flow-opzet met één doorgaande lijn. Wat doet dat met de lay-out, met de output, is het betaalbaar?’ Zijn droom is een complete digital twin, om werkelijk alles van het productieproces inzichtelijk te maken en aan te sturen in een digitaal model. Dan kan alles optimaal gepland en tijdig omgepland worden. Flexibele en universeel inzetbare machines op de werkvloer moeten zo nodig taken van elkaar over kunnen nemen en snel kunnen wisselen. Doel is ook meer monitoring, datavergaring en -analyse natuurlijk, ook voor de klant. ‘Maar vertel, wat zijn jullie ideeën bij een nieuwe fabriek, ik sta open voor suggesties.’
PLATFORM PRODUCTIVITEIT Het platform Productiviteit, begin 2019 opgericht door Link Magazine, is bedoeld om ondernemers en managers op een ongedwongen manier met elkaar te laten praten over verbeteringen in hun productieprocessen. De leden knopen daar graag een bedrijfsbezoek aan vast. Dit keer treedt Frank Rouweler van Wila op als gastheer. www.wila.nl www.jazo.nl www.boers.nl www.itsme.eu www.knapen-trailers.nl www.timmerije.nl www.lely.com
MOEILIJKSTE GEHAD
‘We zetten sterk in op procesverbetering’, legt Rouweler uit. ‘We werken 24/7, merendeels in vijfploegendienst. De eerste stap, het frezen, is al geheel geautomatiseerd. Daar realiseren wij tussen de 7.000 en 8.000 spindel-uren per machine per jaar.’ Rouwelers ultieme doel is overal onbemand produceren. ‘We moeten voor alle processen kijken hoe we dat zo slim en makkelijk mogelijk voor elkaar krijgen.’ AGV’s, cobots, het komt er uiteindelijk allemaal.
De gasten zijn onder de indruk van wat ze gehoord en gezien hebben, van het portfolio, de hechte relatie met de klanten, de nadruk op r&d. Ze herkennen veel in Rouwelers uitdagingen in de productie. Pascal Bos, manager engineering bij JAZO Zevenaar, producent van deuren en roosters voor techniekruimten en met name transformatorhuisjes: ‘Weet één ding, Frank: je wilt van alles, maar je hebt het moeilijkste gehad. Want met jullie markt en producten zit het al heel erg goed.’ ‘Ja, dat is echt fenomenaal’, zegt Thomas Luiten, directeur operations van Knapen Trailers in Deurne, fabrikant van schuifvloer-
trailers. ‘Maar je noemt veel containerbegrippen en buzz-woorden: flowproductie, industrie 4.0, digital twin… Dat zegt me allemaal niet zo veel, wat wil je nu precies?’ Pascal Bos heeft enigszins medelijden, zegt hij. ‘Als ik goed luister, hoor ik digitaal dit, data dat. Maar de vraag is heel simpel: moet Wila in een lijntje of weer in cellen gaan werken? Het lijkt wel of je eerst per se zo’n digital twin wilt hebben. Als je dan een paar magische knoppen indrukt, komt het juiste antwoord er vanzelf uit. Dat is niet zo. LEES VERDER OP PAGINA 42
juni 2019
41
VERVOLG VAN PAGINA 41
Begrijp me goed, ik zou het ook niet weten, dus ik leef echt met je mee. Waar hoop je op?’
DIGITAAL MODEL TRIGGERT Een digital twin is geen wondermiddel, erkent Rouweler, maar hij ziet vele voordelen. Als de werkplaatsinrichting goed gedigitaliseerd is, kan er bijvoorbeeld beter met de medewerkers gepraat worden over verbeteringen. ‘Mensen zien het complete plaatje en kunnen vervolgens goede ideeën teruggeven. We kunnen medewerkers sneller trainen met een 3D-fabriek op het scherm.’ Een digitaal model zet iets in beweging, verwacht hij. ‘Ik wil ze triggeren om anders te denken en te doen.’ Maar dat kun je toch ook doen met iets ‘simpeler’ methoden, zoals virtual of augmented reality, in plaats van een digital twin, zegt director sales Taco Leeflang van itsme in Raamsdonksveer, leverancier van elektrische en mechanische componenten. ‘Met een digital twin ga je alles tot in detail in kaart brengen. Wie weet, kies je straks ineens voor een heel andere manier van produceren met andere onderlinge afhankelijkheden en dan zit je met je mooie model’, voegt ceo Ronald Koot van Boers & Co in Schiedam, leverancier van fijnmechanische onderdelen, complete behuizingen en assemblages, eraan toe. ‘Zie het niet te complex’, zegt Frank Rouweler. ‘We simuleren een flow- en een jobshopvariant op hoofdlijnen, op de belangrijkste kpi’s. En vervolgens kunnen we het model gaandeweg steeds verder verrijken.’ Het is een begin.
Frank Rouweler (Wila): ‘Ik wil medewerkers triggeren om anders te denken en te doen.’
snelle levertijden tegen een concurrerend prijsniveau zijn zeker voor de commodities in ons portfolio belangrijk.’ Staar je dan niet blind op die nieuwe fabriek, adviseren de platformleden. Begin nú met het verder optimaliseren van de bestaande werkvloer, daar is nog zo veel te doen. Ronald Koot: ‘Je kunt ook beter nu al beginnen met de digitalisering door schermen op te hangen met meer online
Paired-cell Overlapping Loops of Cards with Authorization: elke productiecel produceert pas als de ontvangende cel toestemming geeft: de materiaalstromen ‘dansen’ door de productie en de doorlooptijd wordt verkort. ‘Je bepaalt de gewenste flow tussen de cellen, en zorgt ervoor dat het onderhanden werk op een dusdanig niveau ligt dat er altijd doorstroming is. Zo maak je een flowshop van je jobshop.’ Karren weg,
‘Weet één ding, Frank: je hebt het moeilijkste gehad’
STAP VOOR STAP Maar lastig blijft het, klinkt het aan tafel. Volgend voorjaar staat die lege hal er, dus moet op korte termijn iets beslist worden. ‘Wat is eigenlijk de main driver van Wila?’, vraagt Marino Sonnemans, directeur operations van Timmerije in Neede, leverancier van totaaloplossingen voor complexe kunststofonderdelen. ‘Kwaliteit staat bovenaan’, stelt Rouweler. ‘Het moet gewoon goed zijn, onze tools komen in machines in de hele keten terecht. En de tweede is doorlooptijd:
informatie: dan raken de medewerkers die straks naar de nieuwe fabriek overgaan daar al aan gewend.’ ‘We hoeven helemaal geen medelijden met Frank te hebben. Ga stap voor stap verder. Hier op de vloer gaat dat meteen al veel opleveren’, verzekert Thomas Luiten, die de POLCA-aanpak ideaal noemt voor Wila’s werkvloer. POLCA staat voor
zoeken weg, draaien maar. Frank Rouweler: ‘Uiteraard gaat het continu verbeteren van onze processen gewoon door. Seriegroottes en insteltijden zijn al erg laag en via een centrale aansturing vanuit ERP wordt de werklast gebalanceerd. Onze jobshop kent daardoor al veel flow en heeft minimaal onderhanden werk. Het gaat mij veel meer om verfijning en verbetering hiervan: waar komt het accent te liggen?’
SNELLE FEEDBACK
De main driver van Wila is kwaliteit.
42
april 2010
Gerlof van den Haak, interim director of operations van Lely in Maassluis, fabrikant van innovatieve oplossingen voor (melk)veehouders, vindt het interessant om een avond met zo veel toeleveranciers te brainstormen. ‘Bij een oem’er als Lely zijn de processen wezenlijk anders, wij zitten in een assemblageomgeving en die perfectioneer je door je materiaalstromen te optimaliseren. Maar goed, die logistieke stromen heb je hier ook. De sterke focus op kwaliteit is mooi, maar een goede flow in de fabriek is zeker zo belangrijk. Door goede doorstroming en daarmee kortere feedback loops stijgt je kwaliteit vanzelf.’ Marino Sonnemans heeft het allemaal eens rustig aangehoord: ‘Nieuwbouw kun je inrichten zoals je wilt. De moeilijkheid zit hem juist in verbete-
ringen in bestaande situaties. Bij Timmerije ben ik ook continu aan het verbeteren en optimaliseren. Als ik kijk naar de werkvloer hier: je doet nog heel, heel weinig aan het binnenhalen, analyseren, tonen en gebruiken van data. Zo’n lang deel met die viltstift-tekst midden op de werkvloer is natuurlijk zoals je het echt niet wilt’, betoogt hij. ‘Dus start zo snel mogelijk met een beter databeheer. Verbeteren heeft niet alleen met ander equipment of een hoge automatiseringsgraad te maken. Informeer je belangrijkste asset – je medewerkers – en laat ze meedenken.’ Sonnemans voelde tijdens de rondleiding geen enkele sense of urgency bij de mensen op de werkvloer. ‘Als jullie willen ervaren wat ik bedoel, kom dan een keer bij ons kijken.’
heb je een auto, leer maar autorijden.’ De sterke nadruk op de doorstroming heeft bij JAZO veel bottlenecks aan de oppervlakte gebracht, maar bleek uiteindelijk een slimme driver.
SIMPEL IS NIET EENVOUDIG Als we zouden moeten kiezen tussen flow- of jobshop, waar staan we dan, komt de vraag op tafel. Tsja, simpel is niet eenvoudig. De lange processen bij Wila (gemiddelde doorlooptijd twee weken) maken de keuze voor flow- of jobshop misschien
helemaal niet zo relevant. ‘Kijk vooral ook naar een optimale keten vanaf de start bij Wila tot het gebruik bij de klant’, zegt Taco Leeflang. ‘Wat wil de klant eigenlijk? Vraag eens hoe belangrijk hij volledige traceability vindt. Dit gaat verder dan focussen op efficiënte processen binnenshuis.’ Frank Rouweler heeft wat om over na te denken en neemt de feedback vanuit het Link-platform Productiviteit van harte mee, zegt hij. Duidelijk is dat Wila een uitdagende evolutie tegemoet gaat en geen nietsontziende digitale revolutie.
NADRUK OP DOORSTROMING Haal eerst op de bestaande werkvloer alle belemmeringen stap voor stap eruit, stellen de heren eensgezind. Eenrichtingsverkeer is daarbij een must. Meten en visualiseren zijn van het grootste belang. Procesverbetering kan via een scrumachtige aanpak wellicht. Je weet niet waar je uitkomt, maar hoe langer je samen gericht bezig bent, hoe helderder het wordt. Pascal Bos: ‘We hebben ook een ommezwaai gemaakt. Voorheen dachten we dat het goed was als alle machines en mensen continu ijverig aan de gang waren. Nu is het uitgangspunt: een product mag nooit stilstaan in de lijn. We wisten destijds nauwelijks waar we aan begonnen, maar wel was duidelijk dat we dit moesten doen. Weg met de fiets, hier
Begin nú met het verder optimaliseren van de bestaande werkvloer, klinkt het in het platform.
I-MAKE Optimale productieplanning Juiste voor- en nacalculatie Configureren van producten Digitale productieopdrachten Beheer van gereedschappen
ERP-SOFTWARE VOOR PRODUCTIEBEDRIJVEN OP BASIS VAN MICROSOFT DYNAMICS NAV
Integratie met CAD software Traceerbaarheid en kwaliteit
www.i-make.nl juni 2019
43
MATLAB SPEAKS
MACHINE LEARNING With MATLAB® you can use clustering, regression, classification, and deep learning to build predictive models and put them into production.
©2019 The MathWorks, Inc.
mathworks.nl/machinelearning
PARTNERS
PANASONIC LEGT STEEDS MEER NADRUK OP LOKAAL MEEDENKEN OVER OPLOSSINGEN
DICHT OP DE KLANT, MET INZET VAN EXPERTISE WERELDWIJD Michael Meissner, directeur corporate marketing van Panasonic Industry in Europa, houdt tijdens de Skype-sessie een Rubiks kubus met de veelkleurige vlakjes omhoog. ‘We hebben te maken met allerlei sectoren en landen en zeer uiteenlopende producten. Allemaal kanten van dezelfde kubus en de kern is de klant.’ In het verleden draaide het bij Panasonic vooral om het sec verkopen van producten, nu staat het meedenken over klantspecifieke oplossingen centraal. DOOR LUCY HOLL
TOEGENOMEN COMPLEXITEIT
e relaties met de klanten zijn hechter geworden, zegt ook Jeroen Coolen. Hij werkt al bijna een kwart eeuw bij Panasonic en is sinds vorig jaar managing director van Panasonic Electric Works Sales Western Europe in Best. Het bedrijf telt wereldwijd meer dan 200.000 medewerkers. In Best werken er 24, onder wie 6 voor de key accounts. ‘Onze salesengineers veranderen steeds meer in key accountmanagers. Langetermijnrelaties met onze klanten staan voorop. Het is bij wijze van spreken steeds minder relevant of onze klanten uiteindelijk hun producten bestellen in Best of dat ze door een vestiging in Singapore of Polen beleverd worden. Wij staan lokaal klaar om mee te denken over de beste oplossing.’
Deze trend speelt in heel Europa, weten Meissner en Coolen. De markten veranderen en dus Michael Meissner (links) en Jeroen Coolen van Panasonic Industry. Meissner: ‘Gezien de klantwensen en ons uitgebreide portfolio komen we er niet met een 24/7 callcenter verandert de strategie ergens ter wereld.’ Foto: Panasonic van Panasonic mee, waardoor de lokale vestigingen een andere funcnen intensief te volgen. Voor een specifiek ondertie krijgen. ‘De klanten ervaren een toenemende werp of toepassing hebben we in Best of elders in complexiteit qua producten en productie. CusEuropa mensen die we kunnen inzetten.’ Zo tomization staat steeds meer voorop, hun time to nodig gaat bijvoorbeeld de Europese medtech market moet nog verder omlaag. De uitdagingen manager mee naar een klant in Nederland. Hij in hun dagelijkse business zijn zo specifiek dat er weet exact wat er speelt op de wereldmarkt en geen algemene oplossingen meer bestaan’, aldus kent de belangrijke spelers. Gecombineerd met Meissner. ‘Dat vraagt van ons als leverancier dat de lokale kennis levert dat een optimale oplossing we heel dicht bij die klant staan en meteen kunop. nen reageren en meebewegen.’ Klanten willen Het maakt het werk voor de medewerkers in Best verder duidelijke aanspreekpunten bij key supook meteen boeiender. ‘Voorheen was het “wat pliers in de eigen regio: ondersteuning, aandacht kost dat product, stuur maar op, hoe lang duurt en aanwezigheid dicht bij huis. Meissner: ‘Gezien het?”, vertelt Coolen. ‘Nu gaat het over roadmaps, hun wensen en ons uitgebreide portfolio komen ontwikkelingen in specifieke markten, processen, we er niet met een 24/7 callcenter ergens ter data, nieuwe standaarden, het is compleet anders. wereld. We willen dicht op onze klant zitten, hem Er is steeds meer co-makership, samenwerking. helpen en laten zien welke oplossingen mogelijk Het kost wellicht meer tijd en overleg in de eerste zijn. Centraliseren omdat dat Panasonic toevallig fase, maar we voegen samen waarde toe in de kosten bespaart, is geen optie.’ complete productieketen.’
D
EEUWLING PANASONIC Het Japanse Panasonic bestond vorig jaar honderd jaar. Panasonic Electric Works Sales Western Europe in Best levert de meest uiteenlopende automatiseringsoplossingen en elektrische componenten. In het productportfolio zitten bijvoorbeeld schakelaars, connectoren, sensoren, plc’s, servomotoren en lasermarkeringssystemen. Panasonic investeert stevig in lokale zichtbaarheid en deskundigheid van zijn medewerkers. Best is al langer competence center voor de Benelux en op sommige onderdelen voor heel Europa. In deze vestiging is nu ook een Experience Room ingericht waar klanten concrete toepassingen van de producten voor uiteenlopende markten kunnen bekijken. Jeroen Coolen: ‘Wat zijn bijvoorbeeld de ontwikkelingen of hoe zit het met de standaarden in sensoring voor de medische markt of elektrisch rijden voor de automotive sector?’ www.panasonic-electric-works.com/nl
WAARDE TOEVOEGEN De accountmanagers kijken dieper bij hun klant in de keuken en andersom weten klanten ook veel beter waar Panasonic wereldwijd mee bezig is. Medewerkers kunnen waar nodig putten uit kennis en ervaring elders binnen het concern. ‘Zie het als een matrix’, zegt Meissner. ‘De klanten hebben contact met de locatie in eigen land, waar ze hun taal spreken en de cultuur snappen. De lokale vestigingen hebben veel eigen kennis en kunnen tegelijkertijd een beroep doen op expertise wereldwijd. Iets wat we in India toegepast hebben, kan hier ook exact passen bij een uitdaging van een klant.’ Coolen vult aan: ‘Klanten hebben niet de capaciteit om alles op alle terrei-
VAN A TOT Z Als voorbeeld noemt Coolen BMAir in Nieuwkuijk, een jarenlange klant van Panasonic die onder meer overdruksystemen voor graafmachines levert. ‘We gaan uitgebreid in gesprek over hun toekomstplannen en wat we nog meer voor hen kunnen betekenen. We ontwikkelen en assembleren nu klantspecifieke producten, inclusief verpakking, handleiding, registratie, alles. De basis vormt een aantal Panasonic-producten waaronder plc’s.’ Samen met een aantal partners bouwt Panasonic een compleet eindproduct op maat. ‘We verzorgen de voorraad en regelen de logistieke stromen. We doen het van a tot z.’
juni 2019
45
REGENERATIEVE GENEESKUNDE
‘WERELDTECHNOLOGIELEIDER’ IME KLAAR VOOR DOORBRAAK ELEKTROSPINNING IN MEDTECH
‘CHINESE KLANTEN STELLEN DEZELFDE VRAGEN OVER ONZE CONTACTEN MET DE AMERIKANEN’ 46
juni 2019
‘Wij willen de ASML in onze markt worden. We hebben het voordeel dat onze technologie interessant is voor zowel de medtech als de farma en dat we in die markten niet van een handvol grote klanten afhankelijk zijn’, duidt IME-managing director Judith Heikoop de ambitie. Foto: Erik van der Burgt
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
Elektrospinning is al meer dan een eeuw oud. De toepassing ervan in de regeneratieve geneeskunde verkeert echter nog in de ontwikkelingsfase. Maar staat er nu wel op doorbreken. IME Electrospinning uit Waalre kan de komende jaren door een periode van snelle groei gaan. Om de kansen die zich aandienen ook echt te benutten, staat sinds begin vorig jaar Judith Heikoop bij de scale-up aan het roer, samen met oprichter Ramon Solberg.
rgens halverwege het gesprek dient zich een treffende metafoor aan: die van de hamer en de spijkers. Ontwikkelde en bouwde IME Electrospinning voorheen alleen de hamer, tegenwoordig tekent het bedrijf – als medtech service provider – ook voor de mee-ontwikkeling en productie van de spijkers. ‘Met die hamer en spijkers bouwen we vervolgens een ‘dorp’, een showcase waarin we gereedschap en eindproduct op zo veel mogelijk verschillende manieren toepassen. Je kunt het vergelijken met Het Dorp van Mies Bouwman in Arnhem, waarin getoond werd welke oplossingen allemaal mogelijk zijn voor de gehandicapte mens.’
E
ELEKTROSPINNING Met de overdrachtelijke hamer en spijkers doelt Judith Heikoop op respectievelijk de medische elektrospinning-technologie en de uiteenlopende ‘scaffolds’ die daarmee ontwikkeld en geproduceerd kunnen worden voor de regeneratieve geneeskunde. Bij elektrospinning wordt een polymeer vloeibaar gemaakt. In de toepassing van IME wordt die vloeistof door een injectienaald gepompt waarvan de tip hangt in een elektrisch veld met een spanning van enkele tientallen kV's. De elektrische kracht trekt de vloeistof, als ware het kauwgom, als een draad uit de naald. Die draad kan heel dun zijn, tot wel een vijfhonderdste van een menselijk haar. De draad wordt naar een collector geleid. Dat kan een vlakke plaat zijn, maar ook een ronddraaiend buisje of cilinder. Daarop wordt van de vezel een nano-structuur – in jargon: scaffold – geweven. Zo’n scaffold kan uiteenlopende vormen en toepassingen hebben. Zoals een vel om een brandwond te bedekken, een hartklep die een slecht werkende klep vervangt of een stent om een ader te verstevigen. Ingebracht in het lichaam vormt zich tussen die vezels lichaamseigen weefsel. Als die draadjes van bio-afbreekbaar materiaal zijn, blijft er na verloop van tijd een hartklep of een aderversteviging over uit louter lichaamseigen materiaal. Maar het kan ook relevant zijn dat de polymeerstructuur blijft bestaan, bijvoorbeeld voor de kunstmatige alvleesklier die in ontwikkeling is. Die zal bestaan uit een verzameling lichaamscellen met verschillende functies, verpakt in een scaffold die de cellen bijeenhoudt.
DRIELEDIG BUSINESSMODEL Onder leiding van Judith Heikoop heeft IME een drieledig businessmodel gecreëerd. Het bedrijf ontwikkelt en produceert breed toepasbare elektrospinningmachines bedoeld voor onderzoek. Die worden verkocht aan zowel universiteiten en onderzoeksinstellingen als medisch-technologische bedrijven. Daarnaast legt IME zich toe op het opschalen van het elektrospinningproces bij de klant. Vaak zijn dat de net iets grotere ondernemingen die een bepaald medisch product in grotere series op de markt willen brengen en daarom alle belang hebben bij een goed herhaalbaar, betrouwbaar productieproces. Die apparatuur wordt niet simpelweg bij die klant naar binnen geschoven, maar samen geoptimaliseerd voor de medische toepassing waaraan de klant werkt. De derde tak van sport is het met de klant optimaliseren van de scaffold, zodat die een betere basisstructuur vormt voor bijvoorbeeld een nieuwe hartklep. Dat kan lastig zijn als de toepassing een heel specifiek polymeer vraagt, een draad van een bepaalde dikte – verwerkt tot krullige, meeverende of juist strak opgelijnde vezels. Hier zijn zowel kleinere ondernemingen als grote medisch-technologische bedrijven de doelgroep.
MARKT CREËREN
• ‘We staan aan de basis van de ontwikkeling van uiteenlopende medische toepassingen.’ • De markt waarin IME acteert is enorm en biedt alle ruimte aan groei: ‘The sky is the limit.’ • ‘We schrijven mee aan de standaarden waar de scaffolds voor regeneratief-geneeskundige doeleinden aan moeten voldoen.’
Heikoop geeft nu ruim een jaar leiding aan de onderneming om die door de groeifase – als scale-up – te loodsen. Want groeien is wel de bedoeling de komende jaren. Daarvoor biedt dat drieledige businessmodel volop kansen. ‘Het stelt ons in staat bij te dragen aan het creëren van een markt voor onze elektrospinning apparatuur. Tegelijk staan we zo aan de basis van de ontwikkeling van uiteenlopende medische toepassingen.’ Bijna marktrijp zijn de vlakke scaffolds waarmee bijvoorbeeld brandwondlidtekens zijn te genezen. De meeste complexe implantaten zitten nog iets verder van klinische toepassing af, aldus Heikoop. ‘Voor medische doeleinden staat deze technologie feitelijk nog in de kinderschoenen. Er wordt momenteel hard gewerkt aan de eenvoudigere applicaties met veel toegevoegde waarde voor een grote groep patiënten. Ik denk dat we als IME de komende jaren steeds meer geld zullen gaan verdienen aan licenties voor het produceren van die toepassingen, meer nog dan aan de machines zelf.’
MEESCHRIJVEN AAN STANDAARDS Maar hoe dan ook, zo is haar overtuiging, de markt waarin IME acteert is enorm en biedt alle ruimte aan groei: ‘The sky is the limit.’ Heikoop durft IME te duiden als de ‘wereldtechnologieleider van de elektrospinning’. ‘Wij willen de ASML in onze markt worden. Waarbij we het voordeel hebben dat onze technologie interessant is voor zowel de medtech als de farma en we in die markten niet van een handvol grote klanten afhankelijk zijn, maar ook vele kleine bedienen.’ De markten zijn nog zo nieuw, dat de producten productiestandaarden nog vastgesteld moeten worden. En IME schrijft daaraan mee, vertelt ze. Ze toont een folder met de titel ‘Characterization of Fiber-Based Scaffold’ van de Amerikaanse Standards Coordinating Body. ‘IME is recent specifiek uitgenodigd voor een besloten conferentie met andere bedrijven, wetenschappers en overheidsfunctionarissen, mede georganiseerd door het National Institute of Standards and Technology van het Amerikaanse ministerie van Economische Zaken. Daar schrijven wij mee aan de standaarden waaraan de scaffolds voor regeneratief-geneeskundige doeleinden moeten voldoen.’
‘Wij willen de ASML in onze markt worden’
AMERIKANEN INFORMEREN Judith Heikoop onderstreept – bedoeld of onbedoeld – de vooraanstaande positie van IME ook door te refereren aan vragen die verontruste, LEES VERDER OP PAGINA 48
juni 2019
47
JUDITH HEIKOOP: MANAGER VOOR DE SCALE-UP-FASE VERVOLG VAN PAGINA 47 Judith Heikoop geeft sinds begin 2018, samen met Raymond Solberg, een van Amerikaanse klanten stelden toen de oprichters, leiding aan IME. De vorige IME afgelopen najaar naar buiten ceo, Jan Helvoirt, heeft ze nooit ontmoet. bracht een strategische partner‘Hij was al vertrokken toen ik kwam’, ship aan te gaan met het Chinese geeft ze als uitleg. ‘Voor de scale-up-fase Amor Medical Sci-Tech. ‘Amor is vaak een andere manager nodig dan heeft zijn kennisfundament in voor de startup-fase’, voegt ze er droogonderzoek van de Universiteit van jes aan toe. In 2012 weekten Helvoirt Freiburg, maar is sinds 2017 in en Solberg IME – dat de focus had op Chinese handen en heeft klanten contractonderzoek met elektrospinning – in China. Geïnformeerd is los van de TU Eindhoven. Vervolgens door Amerikaanse klanten of de ontwikkeling die wij samen met ging de spin-off zich toeleggen op hen doen wel goed beschermd is, het ontwikkelen en bouwen van de zodat het competitief voordeel niet in Chinese handen kan komen. En andersom stellen Chinese klanten precies dezelfde vragen over onze contacten met de Amerikanen.’
TEAMBUILDING Met haar businessmodel een koploperspositie in een wereldwijde markt handhaven. Die uitdaging gaat IME aan met slechts veertien vaste krachten, aangevuld met zo’n tien zzp’ers. Al is het wel zo dat het meeste productiewerk aan de elektrospinningmachines wordt uitbesteed. IME beschikt over een supply base van zo’n honderd, veelal regionale kernleveranciers die aan de hoge eisen voor nauwkeurigheid en reinheid voldoen. ‘Juist daarom zitten we goed in deze regio.’ IME concentreert zich op de ontwikkeling van de kerntechnologie, de systeemintegratie en het testwerk, naast alle dienstverlening aan en nauwe samenwerking met klanten. Dat alles stelt hoge eisen
elektrospinning-apparaten. Heikoop is niet iemand van de luwte. Haar cv is te vinden op de IME-site en ook op een uitgebreide persoonlijke site. Daarop is te lezen dat ze ‘een bewezen track record’ heeft in de life sciencesindustrieën. ‘In samenwerking met executives en professionals heeft zij ideeën en uitvindingen getransformeerd tot commerciële successen. Zij weet hoe de hazen lopen en krijgt gedaan wat er moet gebeuren.’ Heikoop studeerde chemie en promoveerde in de geneeskunde. Ze deed
onderzoekservaring op bij verschillende universiteiten en farmaceutische bedrijven waaronder Organon. In 1998 maakte zij een carrièreswitch: ze trad bij McKinsey & Company in dienst als engagement manager. Vervolgens leidde ze ruim tien jaar business developmentprojecten in de farma, (klinische) food en biotechnologie. Zij bekleedde senior managementposities bij Johnson & Johnson, Numico (Danone) en DSM. www.judithheikoop.nl www.ime-electrospinning.com
aan het personeel. ‘Wij zijn daarom hard aan het werven. En ook hebben we het afgelopen jaar, met behulp van externe specialisten, veel tijd gestoken in teambuilding. Zodat onze mensen, ook onder de hoge druk, met plezier blijven werken. We zijn niet meer die machinebouwer van voorheen, maar schaken op verschillende borden. Dus komt het eropaan dat je mensen elkaars kwaliteiten goed kennen, om die ten volle te kunnen benutten.’ Judith Heikoop speelt ook persoonlijk een belangrijke rol in het borgen van die koploperspositie. ‘Ik zit al sinds begin jaren negentig, toen ik bij Organon aan de slag ging, in de medische industrie. Ik spreek de taal, ken de mensen. En ik heb veel affiniteit met de technologie. Er wordt nu bijvoorbeeld gewerkt aan de kunstmatige alvleesklier. Het zal nog wel even duren voordat die gereed is, maar het is toch gaaf als je kunt bijdragen aan een innovatie die voor patiënten zozeer het verschil maakt?’
Door samenwerking staan we sterk. We zijn een compacte organisatie met een focus op technische kennis, zeker ook bij onze verkopers. De sterke band tussen sales en engineering geeft u als klant het beste resultaat.
48
Assemblage
Kabelconfectie (UL gecertificeerd)
Consultancy
Sourcing
Montage
PCB assemblage
Ontwikkeling & Protoshop
Testen
juni 2019
Nieuwsg Kijk op c ierig? of bel 03 onfed.eu 3 - 454 1 3 40
confed.eu
FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?
IN FLINK: 53 Pharmafilter verkort time-to-market met Phoenix 3D Metaal
In het lab op de TU Eindhoven van links naar rechts Jom Luiten, Robert de Louwere en Thomas Luiten van DrX Works bij de onderzoeksopstelling voor ultrasnelle elektronenmicroscopie. Rechts het elektronenkanon en links de trilholte – het geheim van smid – die de ultrakorteelektronen-pulsen maakt voor stroboscopische opnames. Foto’s: Vincent Knoops
56 Met Drop2Drinkinnovatie wordt regenwater drinkbaar
WETENSCHAPPER JOM LUITEN STAPT MET START-UP DRX WORKS IN COMMERCIEEL AVONTUUR
TECHNOLOGIE VOOR ‘VIDEO’ MET ATOMEN IN DE HOOFDROL Wetenschappelijke avonturen beleeft natuurkundige Jom Luiten volop. Met zijn onderzoeksgroep ontwikkelt hij onder meer deeltjesversnellers voor uiteenlopende toepassingen. Zo werkt hij samen met Thermo Fisher Scientific in Eindhoven (voorheen FEI) al jaren aan elektronenmicroscopie met pulsen van extreem korte tijdsduur. Nu is hij het commerciële avontuur aangegaan samen met broer Thomas, die bij bedrijven de timing van hun processen optimaliseert. Hun start-up DrX Works gaat de techniek vermarkten. DOOR HANS VAN EERDEN
J
om Luiten is hoogleraar Coherence and Quantum Technology bij de faculteit Technische Natuurkunde van de TU Eindhoven. Zijn onderzoeksinteresse ligt bij de
fysica van elektronenbundels, hun interactie met laserlicht en röntgenstraling en de eventuele (industriële) toepassingen. Zo adviseerde hij ASML over de vrije-elektronenlaser, die het uit-
DR. XAVIER WOLTERS Persoonlijke inspiratiebron voor beide Luitens is hun grootvader, dr. Xavier Wolters; de bedrijfsnaam van hun start-up is een hommage. Hij was, als zoon van een boerensmid, docent klassieke talen en in zijn vrije tijd uitvinder met als hobby metaalbewerken, vertelt Thomas. ‘Hij was creatief en bouwde samen met vrienden die bij Philips werkten spannende dingen. Over zijn passie, klokken bouwen, schreef hij zelfs een boek. ‘Het werkt, maar die man doet alles tegen de regels in’, reageerde een professionele klokkenbouwer. Daar herkennen wij ons in. Bovendien is tijd de kern van mijn aanpak met QRM, quick response manufacturing.’ Jom: ‘De dingen die wij maken zijn gebaseerd op mechatronica. Dat is niet ons vakgebied, maar we hebben het ons wel eigen gemaakt, net zoals hij – een gepromoveerd classicus – aan de draaibank ging werken. Daar ligt onze verbinding met hem.’
LEES VERDER OP PAGINA 50
juni 2019
49
opstelling konden bouwen. Ze wilden er ook voor betalen en we verkochten via een interne bv van de TU al een stuk of zes complete onderzoeksopstellingen en van onze elektronenbron zelfs al tien. Het werd tijd om er een zelfstandige activiteit van te maken. Ik heb vooral plezier in het ontwikkelen van technologie, nu lonkte voor mij een nieuw avontuur.’
PROFESSIONALISERING
dicht tegen de TU aan blijven zitten, juist om voorop te kunnen lopen door de focus op onderzoek te houden.’ Vanuit dat onderzoek zijn ‘een miljoen’ toepassingen te bedenken, vult Robert de Louwere aan. ‘We moeten wel keuzes maken, voor welke toepassing we dat product leadership nastreven. Het succes bestendig maken, dat is focus nummer één. Zorgen voor een fatsoenlijke organisatie, om het uitvindersniveau te ontstijgen. Enerzijds super-r&d blijven doen in samenwerking met de TU, anderzijds tot een maakbaar product komen waarvoor we goede partners zoeken. Die combinatie is redelijk uniek in de markt.’
De intreerede die de hoogleraar in 2012 hield, triggerde diens broer Thomas. ‘Jom toonde een filmpje CIRKEL IS ROND over motion capture om zijn technoEerste prioriteit is een eigen productieruimte, logie te illustreren. Dat vond ik een buiten het TU-lab, meldt Thomas Luiten: ‘Als er Jom Luiten: ‘Ik heb vooral plezier in het ontwikkelen van technologie, briljante parallel met wat ik doe: een order binnenkomt, dreigt er nu soms een nu lonkte voor mij een nieuw avontuur.’ een film maken van alle bewegingen conflict met de belangen van de TU. Bij het binnen een bedrijf om die vervolmaken van keuzes moeten we altijd het belang gens te gaan synchroniseren en optimaliseren. We van de TU als onze gastvrouw respecteren, zelfs VERVOLG VAN PAGINA 49 raakten in gesprek over overeenkomsten in denboven dat van onze klanten. We mogen het ken en aanpak, Jom vertelde over het verschepen onderzoek en de studenten niet frustreren door van hun producten en ik vroeg waarom hij er onze activiteiten. De kosten zijn laag doordat we eindelijk aflegde tegen EUV, en gaat hij de Delftse geen bedrijf van maakte. Dit had potentie, maar hier zitten, maar we investeren wel een deel van hoogleraar Joris Dik helpen met apparatuur voor moest wel worden geprofessionaliseerd en geïnonze inkomsten terug in het fundamenteel het ‘doorlichten’ van schilderijen. dustrialiseerd.’ Dat leidde twee jaar geleden tot de onderzoek van deze TU-vakgroep; daarmee is de oprichting van DrX Works, met Thomas Luiten cirkel rond. Nu moeten wij professionaliseren ULTRASNELLE ELEKTRONENMICROSCOPIE als ceo. Hij haalde Robert de Louwere, die hij nog buiten de TU en tot een op moderne leest Samen met Thermo Fisher Scientific werkt Luikende uit de tijd dat ze beiden bij kachel- en geschoeide samenwerking komen.’ ten al tien jaar aan ultrasnelle elektronenmicrohaardenfabrikant Interfocos werkscopie. Met zijn groep ontwikkelde hij er een ten, aan boord voor de commerciële onderzoeksopstelling voor, bestaande uit een en algemene bedrijfsvoering. De bron die met behulp van een laser een elektroLouwere: ‘Ik werk nu bij Veco nenbundel produceert, een lijn voor het focussen Industriële Lakspuiterij, om het van die bundel en een microgolftrilholte (een bedrijf een professionaliseringsslag ‘magnetron’) die gesynchroniseerde ultrakorte te laten maken door te focussen op pulsen genereert. Voor het beste resultaat moet waar ze goed in zijn. Dat is ook bij die trilholte met micrometernauwkeurigheid DrX Works aan de orde.’ worden gefabriceerd. Waar elektronenmicroscopie, populair vanwege de extreme vergroting, voorheen alleen een losse ‘foto’ kon maken, zijn REPETEERBAAR nu stroboscopische opnames mogelijk die tot op De onderneming telt nu vijf partatomaire schaal scherp zijn. Deze ‘video’ is bijtime medewerkers: het genoemde zonder interessant voor fundamenteel onderzoek drietal en twee van de medewerkers aan materialen als grafeen en nieuwe, veelbelovan Jom Luiten. Thomas Luiten: ‘We vende supergeleiders. Daarvan is nog niet bekend gaan nu leren hoe de markt in elkaar hoe die op atomaire schaal precies werken. Met zit, om niet afhankelijk te blijven ultrasnelle elektronenmicroscopie kunnen van Joms contacten. Ook gaan we onderzoekers daar nu naar gaan ‘kijken’. formaliseren en standaardiseren hoe de producten worden gemaakt en de supply chain voor alle componenten ROBUUSTE OPSTELLING in kaart brengen: waar kunnen we De financiering voor dit onderzoek komt fiftyde producten repeteerbaar en met fifty van de overheid en Thermo Fisher Scientific. hoge kwaliteit laten maken?’ ‘Een van hun medewerkers is volwaardig lid van DrX Works moet een zelfstandig onze groep en het intellectueel eigendom – we opererend bedrijf worden dat streeft hebben twee patenten – is van hen. OnderzoeksRobert de Louwere: ‘Het bedrijf een professionaliseringsslag laten maken, naar product leadership, formuleert groepen van andere universiteiten raakten geïntedat is ook bij DrX Works aan de orde.’ Thomas Luiten de ambitie. ‘Wel resseerd omdat wij een robuuste en betrouwbare
50
juni 2019
SLIM EN EENVOUDIG De stap naar de markt wil niet zeggen dat DrX Works het ontwerp dan maar moet bevriezen in een standaardmodule, bezweert Thomas Luiten. ‘Ik wil juist dat het bedrijf kan meegroeien met wat er in het onderzoek en in de markt gebeurt.
series bouwt, vanuit een standaard de markt kunt bedienen. Dat is het QRM-principe.’ Robert de Louwere: ‘De bedrijven die we rond DrX Works in de supply chain organiseren, moeten ontzettend snel kunnen
‘Ik wil juist dat het bedrijf kan meegroeien met wat er in het onderzoek en in de markt gebeurt’ Thomas Luiten: ‘We gaan de supply chain voor alle componenten in kaart brengen: waar kunnen we de producten repeteerbaar en met hoge kwaliteit laten maken?’
In wezen is het niet anders dan kachels op klantspecificatie bouwen: kennis van bewerkingen en materialen door engineering vertalen in een product. De methode verschilt niet, alleen de technieken zijn hier wat verfijnder. Ik heb in de afgelopen jaren wel geleerd dat je, ook als je kleine
reageren naar de markt, want de vorige uitvinding mag een nieuwe uitvinding van Jom niet in de weg staan.’ De crux zit ’m in ‘slimme samenwerkingspatronen’, aldus Thomas Luiten tot besluit. ‘Die slimheid en ook eenvoud moeten terugkomen in het product. Dat is in
de geest van onze opa, die alles wist terug te brengen naar eenvoudige en slimme oplossingen.’
www.drx-works.nl
Digitalisatie brengt je verder. Hoe gedijt uw organisatie in deze tijd van disruptie? Met de innovatieve oplossingen van Siemens kunt u uw hele innovatieproces digitaliseren. Van de ideeënfase en ontwikkeling tot de productie en prestaties bij uw klanten. Word slimmer. Ga sneller. Denk groter. Transformeer uw business en behoud uw voorsprong.
Bezoek siemens.com/plm en ontdek de mogelijkheden
juni 2019
51
FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN
TOP 10 HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE
PRECISION COMPONENT MANUFACTURING
PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING
HIGH LEVEL ASSEMBLY
LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner. www.frencken.nl
Your career starts here...
leading at the edge of technology
PHARMAFILTER VERKORT TIME-TO-MARKET MET PHOENIX 3D METAAL
‘JE MOET DE KRACHT VAN DE TOELEVERANCIER DURVEN BENUTTEN’ Wie een innovatieve machine op de markt wil brengen, heeft al zijn energie nodig om het vertrouwen te winnen van de – a priori – sceptische klant. Veel tijd gaat zitten in het voortdurend aanpassen van het ontwerp, om het nog beter te laten aansluiten op de marktwensen en de kinderziektes eruit te halen. Hoe de benodigde onderdelen precies geproduceerd moeten worden, die sores moet de oem’er helemaal aan zijn toeleveran-
• ‘Wij hebben de expertise om te bepalen hoe stijf plaatwerk geproduceerd kan worden.’ • ‘Pharmafilter laat ons in een vroeg stadium meedenken over het detailontwerp.’ • ‘Zodra potentiële klanten werkende voorbeelden kunnen zien, gaat de markt lopen.’ • De droom van Van den Berg is zijn installatie over de hele wereld te verkopen.
ciers kunnen overlaten. Pharmafilter vond zo’n toeleverancier in Phoenix 3D Metaal. Dan is het hygiënischer om rvs te gebruiken voor het produceren van componenten met alleen maar afgeronde hoeken die goed zijn schoon te houden. We hebben toen eerst naar dieptrekken gekeken, maar dat bleek bij de kleine series, waar wij toen en nu nog mee werken, te duur. Rubberpersen is dan veel goedkoper en uit ons marktonderzoek bleek dat Phoenix 3D een van de weinige bedrijven is die die technologie heel goed beheersen.’
VERWERKEN ZIEKENHUISAFVAL Want wat was het geval? Pharmafilter had een installatie ontwikkeld voor het verwerken van al het ziekenhuisafval – etens- en medicijnresten inclusief allerlei wegwerpartikelen en -verpakkingen – dat met patiënten in aanraking is gekomen en dus besmet is. Voorheen moest dat via de Rudy Daams (links) en Bernard van der Poel: ‘Aan de hand van kleine benodigde aanpassingen hebben we steeds het persproces altijd drukbezette liften worden gere-engineerd en nieuw testmateriaal geproduceerd.’ Foto: Com-magz afgevoerd. Met de innovatieve filterinstallatie van de onderneming uit Amsterdam kan het een proces dat bij specifieke vereisten grote toeafval op de afdeling reeds worden vermalen en DOOR MARTIN VAN ZAALEN gevoegde waarde heeft, meent Van der Poel. via de interne riolering worden afgevoerd naar een scheidingsinstallatie naast het ziekenhuis. oe Pharmafilter bij ons terechtgekomen Daar worden vaste stof en vloeistof gescheiden. is? Eduardo is altijd op zoek naar nieuwe MARKTONDERZOEK technologie en is geloof ik gewoon via De vaste stof wordt grotendeels vergist en omDat vermoeden had ook dga Eduardo van den internet bij ons beland’, verhaalt dga gezet in methaan dat weer gebruikt wordt voor Berg van Pharmafilter toen hij een zes jaar geleBernard van der Poel van Phoenix 3D Metaal. den aanklopte bij het Eindhovense metaalbedrijf. de energievoorziening van de installatie. De Niet dat het rubberpersen – het specialisme van Het eerste contact kwam tot stand via de website, vloeistof wordt door een membraanbioreactor Phoenix – nieuw is. Deze metaalbewerkingstechbevestigt hij: ‘Wij hadden toen al een heel ontgevoerd, een standaard rioolwaterzuivering die de nologie ontstond reeds rond 1935 en raakte verwikkeltraject achter de rug. In eerste instantie medicijnresten verwijdert. Wat dan nog resteert, volgens wat overvleugeld door het dieptrekken. wilden wij bepaalde componenten van kunststof wordt geoxideerd en vervolgens over actieve Maar dankzij de inzet van Phoenix 3D Metaal maken, maar daarin zouden krassen ontstaan wordt deze technologie nu weer alom gezien als waarin zich micro-organismen kunnen nestelen. LEES VERDER OP PAGINA 55
‘H
juni 2019
53
Cameras and Software
KEEPING AN EYE ON YOUR PROCESS – EASILY
If you want to detect the smallest errors in the production process, you must take a close look and fully utilize the potential of the images. Machine Vision from Balluff makes it easy. With our intelligent software, the precise cameras are simple to set up and intuitive to operate – with no prior knowledge.
www.balluff.nl
VERVOLG VAN PAGINA 53
koolstof geleid. Het water dat daarna het riool ingaat, is weer drinkbaar.
VERBETERPUNTEN BOVENBAK De vermalers – de zogeheten Tonto’s – op de ziekenhuisafdelingen zijn kasten van 180 bij 70 centimeter. Aan de voorkant zit een klep waarachter het afval op een plateau (‘tafel’) in de zogeheten ‘bovenbak’ gedeponeerd kan worden. Zodra de klep weer dicht is, draait het plateau naar opzij en omhoog tegen de zijwand aan. Het afval valt naar beneden, in een shredder. Vervolgens wordt de bovenbak gereinigd met water vanuit een aantal ingebouwde spuitpunten. Onder meer voor dit onderdeel klopte Van den Berg aan bij Phoenix 3D Metaal, in de tijd waarin de eerste prototypes van de installatie proefdraaiden in enkele ziekenhuizen. En die praktijk had nog enkele verbeterpunten aan het licht gebracht. Zo bleven er, ondanks het schoonspuiten, voedsel- en medicijnresten achter in de hoeken van de bovenbak. En als het rubberpersen ergens bij uitstek geschikt voor is, is het het produceren van metaaldelen met afgeronde hoeken.
DETAILENGINEERING OVERLATEN Van den Berg realiseerde zich dat, wilde hij een innovatieve installatie op de markt brengen, het succes sterk afhankelijk was van de innovatieve kracht van de toeleveranciers. ‘Je moet niet alles tot in detail zelf willen bepalen, maar de kracht van de toeleverancier, die als geen ander zijn eigen proces kent, durven benutten. Dus hebben we in eerste instantie volstaan met Phoenix een
RELATIEF SNELLE ACCEPTATIE Het Pharmafilter-systeem staat inmiddels in vier Nederlandse ziekenhuizen en wordt momenteel bij een vijfde geïnstalleerd. Ondernemer Eduardo van den Berg is tevreden: ‘We zijn tien jaar geleden begonnen met drie man en hebben nu bijna dertig personeelsleden. Bij het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam draait een installatie met 120 Tonto’s en een verwerkingscapaciteit van 1.500 kuub vloeistof en 500 kilo vaste stof per dag. Zes keer meer dan onze standaardinstallatie. Door de bank genomen, hebben start-ups en hun innovaties meer dan tien jaar nodig om door de markt geaccepteerd te worden. Dat gold ook voor ons en onze installatie. Het gaat wel om een investering van een paar miljoen euro in een innovatie waarvan de betrouwbaarheid over de lange termijn nog niet bewezen is. Besluitvormingstrajecten daarover verlopen per definitie traag. Dus dan hebben wij het nog snel gedaan.’ De droom van Van den Berg is zijn installatie over de hele wereld te verkopen, maar voorlopig ligt de focus op Nederland en Europa: ‘De contracten met ziekenhuizen in Duisburg en het Zwitserse Aarau zijn nagenoeg rond. Dit jaar bouwen we vier installaties, volgend jaar vijf en in 2021 gaan we naar zes’, aldus een overtuigde Van den Berg. www.pharmafilter.nl
stepfile met de maatvoeringen te sturen van de buitenbehuizing van de Tonto en de detailengineering helemaal aan hen gelaten. Want zij weten bijvoorbeeld precies welke spanning er op koudgewalst staal komt te staan als je dat gaat persen. Het was vervolgens helemaal voor risico van Phoenix die eerste serie van twintig stuks binnen onze voorwaarden te produceren. Toen dat goede resultaten opleverde, hebben wij vervolgens ook de industrialisatie en productie van de bovenbak bij hen neergelegd.’ Een bovenbak waaraan de afgelopen jaren nog het nodige is veranderd, op instigatie van Pharmafilter, maar ook op die van Phoenix. ‘De as waarover de tafel omhoog draait, hebben zij zo gere-engineerd dat die nu altijd netjes recht tegen de zijwand komt te staan’, illustreert Van den Berg.
OPEN VOOR VERBETERINGEN ‘Eduardo en zijn mensen weten alles van hun machine en kunnen overal op niveau over meepraten, maar staan wel zeer open voor verbeteringen’, vertelt Van der Poel. ‘Wij proberen altijd metaaldelen zo te fabriceren dat er na het persen zo min mogelijk gesneden, gelast en gefreesd hoeft te worden’, schetst manager engineering Rudy Daams. ‘Zo bestond de geleiding waarover het plateau wordt weg- en teruggedraaid voorheen uit aaneengelaste onderdelen. Wij konden het zo re-engineeren dat die geleiding nu in de persgang wordt meegenomen. Ook met de bovenzijde van de bovenkast zijn we met Pharmafilter bezig geweest. Die moest de vorm krijgen van een afgeplatte koepel, om te zorgen dat de waterdamp van het reinigen er niet aan blijft hangen, maar afglijdt naar beneden, richting riool. Daartoe moest het metaal vrij scherpe bochten – met een kleine radius – maken. Wij hebben de expertise en de simulatiesoftware (het Zwitserse AutoForm, red.) om te bepalen met welke detailvormgeving, plaatdikte en persdruk stijf plaatwerk geproduceerd kan worden.’
MAKEN-TESTEN-MAKEN Het perswerk van Phoenix 3D werd vervolgens in de praktijk getest. Aan de hand van de kleine aanpassingen die vervolgens nodig bleken, werd het persproces gere-engineerd en nieuw testmateriaal geproduceerd. Dat maken-testen-maken herhaalde zich enkele malen, aldus Van der Poel. Via zo’n iteratief proces produceerde Phoenix ook het plaatwerk voor de buitenkant van de Tonto. ‘Met dat werk zijn we aan de klus voor Pharmafilter begonnen. De boven- en zijkanten van de kast bestaan uit één stuk plaat. In eerste instantie werd dat te slap. Natuurlijk kun je dan dikker plaatmateriaal gebruiken, maar dat is duurder en zwaarder. Toen Eduardo bij ons aanklopte, ging het in eerste instantie om dat probleem. Wij hebben toen voorgesteld het Pharmafilter-logo mee te persen. Het meepersen van een profiel geeft plaatwerk vaak de gewenste stijfheid.’
ALLE RUIMTE Pharmafilter is een ideale klant, zegt Daams. ‘Want zij geven ons alle ruimte om in een vroeg stadium mee te denken over het detailontwerp
De bovenbak van de Tonto. Tekening: Phoenix 3D Metaal
zodat we onze kennis van het rubberpersen ten volle kunnen benutten.’ En ook qua seriegrootte, vervolgt Van der Poel, sluit Pharmafilter goed aan. ‘Series tot 1.000 à 1.500 stuks zijn met rubberpersen rendabeler te produceren dan met dieptrekken. Want elke rubberpersgang vergt één à twee minuten, terwijl dieptrekken in één klap klaar is. Daar staat tegenover dat het rubberpersen alleen om een ‘ondermal’ vraagt; voor het dieptrekken is ook een kostbare ‘bovenmal’ (stempel, red.) nodig.’
UITONTWIKKELD Series van boven de 1.500 stuks heeft Pharmafilter voorlopig nog niet nodig; voor dit jaar zijn er 170 Tonto’s geforecast. ‘Maar er zit wel een stevige groei in’, weet Van der Poel. ‘Logisch, want de filterinstallatie draait nu in verschillende ziekenhuizen in Nederland. En zodra potentiële klanten werkende voorbeelden kunnen zien, gaat de markt lopen. En de kinderziektes zijn er intussen ook uit.’
‘Je moet niet alles tot in detail zelf willen bepalen’ Bijna dan. De klep aan de voorzijde wil nu nog wel ’ns lekken. Vandaar dat Pharmafilter recentelijk het ontwerp van het raamframe achter de klep heeft aangepast. Die krijgt stevigere bevestigingsnokken. ‘Aan Phoenix 3D Metaal is het dan nu weer om dat met hun productietechnologie te realiseren’, aldus Van den Berg. Daams: ‘Wij zijn momenteel bezig te bezien hoe dat frame het beste geproduceerd kan worden.’ ‘Dan is de bovenkast in de Tonto wel zo’n beetje uitontwikkeld’, denkt Van der Poel. ‘Maar, aan de grote, centrale filterinstallatie buiten hebben we nog niet gewerkt. Als we kunnen bijdragen aan het verbeteren daarvan, zijn we daar natuurlijk wel voor in.’ www.phoenix3dmetaal.com
juni 2019
55
KORT MEDAPP HAALT INVESTEERDERS BINNEN IN STRIJD TEGEN THERAPIEONTROUW Het Eindhovense MedApp heeft voor de verdere uitbouw van zijn gelijknamige medicijnplatform in een tweede investeringsronde ‘nieuw’ geld opgehaald bij zorginvesteerders, waaronder Health Innovations. MedApp is opgericht in 2015 en ontwikkelde een app die medicijngebruikers helpt om hun medicijnen tijdig, juist en veilig in te nemen. Gebruikers kunnen er ‘medicijn-
wekkers’ op instellen, de medicijnvoorraad beheren, eenvoudig herhaalverzoeken indienen bij de eigen apotheek, bijsluiters raadplegen en een dagboek bijhouden. MedApp voorkomt therapieontrouw, een kostenpost van miljarden euro’s per jaar. De app is gratis en heeft meer dan 200.000 gebruikers. www.medapp.nu www.healthinnovations.nl
CASTLAB WINT RAILTECH INNOVATION AWARD 2019 Castlab, onderdeel van het Tilburgse Melis Gieterijen, heeft een Railtech Innovation Award 2019, gewonnen. Uit 75 inzendingen uit vele landen verkoos een vakjury Castlab als winnaar in de categorie Start-up. Castlab produceert door onder meer 3D-printing, 3D-scanning en casting-simulatiesoftware binnen tien werkdagen metalen prototypes, niet meer leverbare onderdelen en
kleine en middelgrote series. Dat maakte net wat meer indruk op de jury dan wat de twee andere genomineerden inbrachten: DB Coating uit Ravenstein (met een permanent protection-oplossing) en het Duitse Konux (met een predictive maintenance-systeem). Castlab richt zich specifiek op de maintenance-sector. www.castlab.nl www.melisgieterijen.nl
MET DROP2DRINK-INNOVATIE WORDT REGENWATER DRINKBAAR Het lijkt erop dat het door de klimaatverandering minder vaak regent, maar wel harder. Ton van Hecke wilde meer gaan doen met regenwater, door het drinkbaar te maken. Van Hecke had net zijn onderneming PB International verkocht. Dat is gespecialiseerd in Legionellabestrijding met ‘ultrafiltratie’. Vervolgens kwam hij Johan Bel tegen, directeur van Mijn Water-fabriek. Iemand met veel kennis van en een groot netwerk in de wereld van de waterzuivering en -distributie. Samen richtten ze Drop2Drink op. En nu staat er in de werkkamer van Van Hecke in Ulft een complete Drop2Drink-unit. Een demonstratieopstelling die regenwater omtovert in schoon en veilig drinkwater. Het systeem bestaat uit een voorfilter om deeltjes groter dan vijf micrometer uit te zeven. Vervolgens gaat het water door een ultrafilter die alle bacteriën, veelal niet groter dan 0,3 micron, verwijdert. ‘We gebrui-
ken daarvoor membraanrietjes met gaatjes van een 0,03 micron. Daarna is het water helemaal schoon. Maar, voor de zekerheid gaat het nog door een UV-licht-unit, voor een finale desinfectie.’ Voorts is er, om te voorkomen dat dat membraanfilter vol met uitgefilterde bacteriën komt te zitten, een terugspoelsysteem ontwikkeld, incluis de besturingstechnologie. Voor de productie van de diverse deelsystemen, de assemblage, de distributie, het installeren en de service, liefst wereldwijd, worden partners gezocht. Drop2Drink legt zich toe op de ontwikkeling. ‘We gaan aan andere innovaties werken. Bijvoorbeeld om het systeem ook geschikt te maken voor het drinkbaar maken van het – vuilere – oppervlaktewater.’ Drop2Drink was dit voorjaar runner-up van de Achterhoek Open Innovatieprijs. www.d2dwatersolutions.com
Vlakbodem 10
3247 CP Dirksland
the Netherlands
+31 187 602 744
www.tbp.nl
info@tbp.nl
your EMS-partner for custom-made solutions www.tbp.eu
56
juni 2019
CYBERSECURITY
TESORION BOUWT COMPLEET INCIDENT RESPONSE TEAM
DIRECTE REACTIE BIJ EEN CYBERAANVAL De maakindustrie is met haar omvangrijke intellectuele eigendom kwetsbaar voor (digitale) inbraak. Preventie staat voorop, maar als het toch misgaat is een snelle en adequate respons cruciaal. Tesorion heeft een compleet incident response team, dat wordt ingeschakeld wanneer een cyberaanval een organisatie stillegt. Kerntaken zijn forensisch onderzoek, digitale lekken opsporen en dichten, en zo nodig helpen de communicatie en de emoties te managen. DOOR HANS VAN EERDEN
esorion biedt een complete cybersecurityoplossing voor kantoor, fabriek, cloud, mobiele devices en IoT. De dienstverlener telt 160 cybersecurityspecialisten op vier locaties en is vorig jaar ontstaan uit drie gevestigde bedrijven: Ideas to Interconnect, Nováccent en Quarantainenet. Belangrijk onderdeel van de dienstverlening is de snelle respons bij incidenten. Een incident response team is al volop operationeel en wordt tegelijkertijd nog verder uitgebouwd, meldt Lodi Hensen. Zo staat het behalen van een internationale certificering op de agenda, evenals het verkrijgen van de vergunning voor particulier recherchebureau. Dat laatste om ook onderzoek te mogen instellen naar personen, onder wie bijvoorbeeld medewerkers die verdacht worden van betrokkenheid bij een hack.
T
DIGITAAL FORENSISCH ONDERZOEK Hensen volgde opleidingen voor digitale recherche en integrale veiligheid en deed ervaring op met digitaal onderzoek naar fraude, vermissingen en spionage, inclusief observaties. Bij Tesorion leidt hij nu het incident response team. ‘Wij springen bij in geval van cyberincidenten, bijvoorbeeld als een bedrijf plat ligt door een ransomware-aanval (waarbij hackers beloven door hen versleutelde bestanden vrij te geven na betaling van losgeld, red.). Ook helpen wij bedrijven als inlichtingendiensten melden dat hackers zouden zijn binnengedrongen. We zoeken naar digitale sporen die wijzen in de richting van een bepaalde actor en doen digitaal forensisch onderzoek om data zeker te stellen, te bepalen of de aanval nog steeds gaande is en hoe die is begonnen.’ Denk aan een medewerker die per ongeluk een verkeerde link heeft geopend of besmette bestanden heeft gedownload, of een server of firewall die verkeerd geconfigureerd stond. ‘We monitoren het internet: of er bijvoorbeeld op Twitter al berichten verschijnen over de inbraak, of dat er bestanden met unieke kenmerken van de klant worden aangeboden, bijvoorbeeld op het dark web. De data die wij verzamelen, zoals ip-
adressen van de aanvallers, zijn ook interessant voor de politie. Uiteraard doen we alles in samenwerking met onze opdrachtgever, want we delen geen data zonder diens toestemming.’
CRISISTEAM OPSCHALEN Met alle verzamelde informatie kan het team de scope van een incident bepalen. ‘Als we die nog niet kennen, heeft het weinig zin om backups te installeren en weer online te gaan met de bedrijfssystemen. Ik heb meegemaakt dat de stekker er weer inging terwijl wij nog niet klaar waren met onze analyse; de Lodi Hensen, hoofd van het incident response team bij Tesorion: ‘Zorg voor goede back-ups en sla die offline op, zodat digitale inbrekers er niet aanval kwam meteen terug.’ Gelet bij kunnen.’ Foto: Tesorion op de impact op de business is snelheid cruciaal, beseft Hensen. ‘We zijn 24/7 bereikbaar voor de len dat ie toch betaalt.’ Al moet een bedrijf in de eerste triage: wat is de ernst van een incident, wat eerste plaats voorkomen dat het gebeurt. ‘Zorg heeft het bedrijf zelf al gedaan, kunnen wij helvoor goede back-ups en sla die offline op, zodat pen, hebben zij de situatie al ‘bevroren’ en vragen digitale inbrekers er niet bij kunnen. Er zijn ze ons voor de analyse? Zo ja, dan schalen we snel genoeg bedrijven die de beveiliging niet goed op een crisisteam op, waarin naast it-experts onder orde hebben en iets als two-factor authentication anderen juristen zijn opgenomen. Met ons multiniet kennen. Dat kun je eenvoudig met een vinkje disciplinaire team bieden we ook ondersteuning instellen. Het zal in het begin in de eigen organivoor het crisismanagement en de interne en satie wat problemen veroorzaken, maar het externe communicatie, bijvoorbeeld met klanten maakt het voor aanvallers wel moeilijker om over vertraagde orders.’ Psychologie komt evenbinnen te komen. Dan zijn er altijd nog mensen eens van pas. ‘Is een bedrijf door een aanval die in phishing trappen en op een foute link getroffen, dan roept dat veel emoties op.’ klikken. Daar is qua bewustwording nog een weg te gaan.’ NEDERLANDS BEDRIJF Een actuele stimulans voor de cybersecurityEen groot gevaar zijn de ‘stille’ hackers, die in een bewustwording is de discussie over de netwerknetwerk waar ze hebben ingebroken eerst eens apparatuur van Huawei met vermeende afluisterrustig rondkijken. ‘Op de financiële afdeling achterdeurtjes. ‘Bedrijven beseffen dat ze beter kijken hoeveel een bedrijf zou kunnen betalen, de moeten kijken met welke leveranciers van back-ups verwijderen en de anti-virussystemen apparatuur en software ze samenwerken. Wat uitschakelen. En dan pas bestanden versleutelen dat betreft geeft het sommige bedrijven toch een en de ransom-eis op tafel leggen. Wij zullen een goed gevoel dat wij een compleet Nederlands klant nooit adviseren om te betalen, want we bedrijf zijn.’ willen criminaliteit niet stimuleren en je weet ook niet of je je bestanden wel terugkrijgt. Maar de klant kan zich soms zo in de hoek gedreven voewww.tesorion.nl
juni 2019
57
PRODUCTINNOVATIE
LIGHTWEIGHT CONTAINERS BEANTWOORDT GROEIENDE VRAAG MET NIEUWE SPAANSE FABRIEK
VRAAG NAAR CIRCULAIRE FUSTEN KEYKEG EN UNIKEG STIJGT SNEL Lightweight Containers opent dit jaar een nieuwe fabriek in het Spaanse Guadalajara om aan de snelgroeiende vraag naar haar kunststof fusten voor eenmalig gebruik te voldoen. Anita Veenendaal, ceo van Lightweight Containers, vertelt over de innovatieve fusten van het bedrijf, de snelle groei die de organisatie heeft doorgemaakt en de focus op circulariteit.
DOOR WOUTER HOEFFNAGEL
ij produceren wereldwijd eenmalige fusten voor de drankenindustrie. Hiermee bieden wij een milieuvriendelijk alternatief voor stalen fusten en ook voor flessen en blikjes. Om altijd in de buurt van onze klant aanwezig te zijn, beschikken we over productielijnen en warehouses op strategische plaatsen. Denk hierbij aan Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Australië, de Verenigde Staten en sinds dit jaar ook Spanje’, aldus Veenendaal.
‘W
KEYKEG EN UNIKEG Het bedrijf levert twee soorten fusten. ‘De KeyKeg is voorzien van een binnenzak, waarin het product zit. Met behulp van lucht wordt op deze zak gedrukt, waardoor de drank naar buiten wordt geduwd. Door het gebruik van een binnenzak komt het product nooit in aanraking met drijfgassen of zuurstof. Dit maakt drank tot twee keer langer houdbaar dan in andere verpakkingen, waardoor het product uit geopende KeyKegs veel minder snel hoeft te worden geconsumeerd. Ook is het gebruik van lucht als drijfmiddel milieuvriendelijker dan het gebruik van CO2.’ Als alternatief voor de KeyKeg levert Lightweight Containers de UniKeg, die qua werking veel lijkt op een conventionele stalen fust. ‘De UniKeg is net als een stalen fust voorzien van een stijgpijp. Bij deze fust tap je met CO2, waardoor de drank door de stijgpijp naar buiten komt.’
CIRCULAIR ONTWORPEN Met de KeyKeg en UniKeg biedt Lightweight Containers een duurzaam alternatief voor de zware stalen fusten. ‘Onze fusten zijn veel milieuvriendelijker aangezien zij circulair zijn ontworpen. Zo zijn onze fusten nu al geproduceerd uit 30 procent gerecycled materiaal. Na gebruik zijn ze daarnaast bijna volledig circulair in te zetten: iedere KeyKeg die via de supply chain terugkomt in het proces, wordt hergebruikt als grondstof
58
juni 2019
voor nieuwe fusten’, zegt Veenendaal. De producten van Lightweight Containers worden wereldwijd verkocht. Lastig is dan dat in elk land het recycleproces er door lokale factoren weer net even anders uitziet. Zo is niet ieder land even ver met recycling. Veenendaal: ‘We werken toe naar een grote dekking, wat alleen mogelijk is door goed samen te werken met lokale partners. Waar mogelijk en bij voorkeur vullen we lokale recycleprocessen aan.’ Voor het wereldwijd inzamelen van de eenmalige plastic fusten heeft Lightweight Containers vorig jaar het bedrijf OneCircle opgericht. OneCircle heeft al succesvolle samenwerkingen opgezet in België, Frankrijk, Anita Veenendaal, ceo van Lightweight Containers: ‘Om de vraag naar onze producten het Verenigd Koninkte stimuleren richten we ons in onze marketing op eindgebruikers.’ rijk en Nederland. VerFoto: Lightweight Containers zamelde fusten worden in samenwerking met bestaande recyclestromen verzameld en samengemiddeld met bijna 48 procent per jaar geperst tot balen, waardoor tot 3.800 lege fusten gegroeid’, licht Veenendaal toe. Deze groei is in één vrachtwagen kunnen worden vervoerd. onder meer te danken aan de wijze waarop het Om het transport te minimaliseren worden de bedrijf de totale supply chain ondersteunt. ‘Wij lege fusten vervoerd met bestaande transporten. leveren aan brouwers, die hun producten vervolgens in onze fusten leveren aan drankendistributeurs. Deze distributeurs leveren vervolgens aan SNELLE GROEI de eindklanten, zoals horeca en cruiseschepen’, Lightweight Containers heeft een snelle groei aldus de ceo. ‘Om de vraag naar onze producten doorgemaakt. ‘In de afgelopen tien jaar zijn wij
247TAILORSTEEL.COM 24 uur per dag en 7 dagen per week online tailor-made producten direct te bestellen Al vanaf één stuk maar ook seriematig. De vlakbedlasers, kantbanken en profiellasers staan voor u klaar.
Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com
te stimuleren richten we ons in onze marketing op eindgebruikers.’ d Het bedrijf heeft hiervoor bijvoorbeeld een Chain Activity Team. ‘Hiermee proberen wij de keten te activeren en vanaf onderin de marktvraag naar onze producten te creëren. Het team ondersteunt eindgebruikers onder meer door hen te informeren, opleiding aan te bieden, technisch te ondersteunen en documenten beschikbaar te stellen.’ Ook helpt het Chain Activity Team eindgebruikers bij het selecteren van nieuwe tapsys-
GELIJKWAARDIGHEID De medewerkers van Lightweight Containers spelen een belangrijke rol bij het succes van het bedrijf. ‘Binnen ons bedrijf functioneert iedereen als senior business creator. We zetten ons gezamenlijk in om de klant en eindgebruiker te ondersteunen. Gelijkwaardigheid speelt hierbij een belangrijke rol; iedereen is binnen ons bedrijf gelijk. We werken bewust niet met afdelingen, want die zorgen alleen maar voor afscheiding. We kijken naar de kracht van onze mensen en stimu-
‘Binnen ons bedrijf is iedereen senior business creator’
temen, door tapsystemen om te bouwen van tappen met CO2 naar tappen met lucht, en bij het samenstellen van een nieuw assortiment op tap. Lightweight Containers beschikt daarnaast over een KeyKeg-gebruikersplatform. ‘Via dat platform (www.keykegusers.com, red.) kunnen gebruikers elkaar eenvoudiger vinden. Denk hierbij aan een distributeur die zijn assortiment wil uitbreiden en een geschikte brouwer zoekt, maar ook aan eindgebruikers die een nieuwe distributeur zoeken.’
leren hen zich verder te ontwikkelen.’ De snelle groei van Lightweight Containers de afgelopen jaren is niet ten koste gegaan van de vitaliteit van de medewerkers. Sterker nog, afgelopen november is de onderneming uitgeroepen tot Het Vitaalste Bedrijf van Nederland 2018. ‘We zetten onder meer fors in op sport, met eigen hardloopteams, een sportschool en yoga. Daarnaast stellen we onbeperkt fruit beschikbaar aan onze medewerkers en worden iedere dag verse smoothies gemaakt. We zijn een rookvrij bedrijf ’,
VIJF PRODUCTIELOCATIES Lightweight Containers opende in 2012 in Den Helder zijn eerste geautomatiseerde productieen assemblagelijn. Medio 2019 opent het familiebedrijf een nieuwe fabriek in het Spaanse Guadalajara. Vanuit deze fabriek produceert het bedrijf KeyKegs en UniKegs voor zowel Spanje als andere Zuid-Europese markten. Met de opening van deze nieuwe locatie beschikt Lightweight Containers wereldwijd over vijf productielocaties en tien warehouses. Later dit jaar wordt ook een tweede nieuwe productielocatie geopend in Zuid-Europa, kondigde het bedrijf eind vorig jaar aan. www.lightweight-containers.com
legt Veenendaal uit. ‘Ook is het mogelijk te ontspannen, onder meer behulp van flipperkasten en tafelvoetbal. En iedereen beschikt over een ergonomisch zit-stabureau.’
NAGENOEG GEEN VERLOOP Deze focus op vitaliteit levert in de praktijk winst op, merkt Veenendaal. ‘We merken dat onze medewerkers zich vitaal voelen. We hebben nagenoeg geen verloop in ons personeelsbestand, iets wat we ons gezien de snelle groei die we doormaken ook niet kunnen permitteren. De professionals die we in dienst hebben, willen we graag behouden.’
juni 2019
59
PRODUCTONTWIKKELING
TNO HELPT DE SEMICONKETEN EUV-HINDERNISSEN TE OVERWINNEN
INSPECTIEKOSTEN OMLAAG, YIELD OMHOOG ASML bevestigde medio april, bij de presentatie van de cijfers over het eerste kwartaal, dat naar verwachting in de tweede helft van dit jaar de NXE:3400C beschikbaar komt, een EUV-chipproductiemachine die 170 wafers per uur produceert. Die snelheid zal, zo wordt in de markt verwacht, de komende jaren verder worden opgevoerd. Dat is fijn, maar het betekent wel dat de eisen aan de inspectietechnieken, om de kwaliteit van die wafers te checken, navenant toenemen. Hetzelfde geldt voor de technologieën om de vervuiling van deze hoogst gevoelige machines te beheersen. Onderzoek van TNO
• ‘Het is van belang om beelden van een nog hogere resolutie te kunnen genereren.’ • ‘Niet alleen de EUV-technologie is een uitdaging, hetzelfde geldt voor het EUV-productieproces.’ • ‘Als je maskers ongepland moet vervangen, ben je dagen en miljoenen euro’s verder.’ • ‘Dit onderzoek draagt bij aan de kennis van en dus het vertrouwen in de EUV-technologie.’
draagt bij aan het verhogen van de yield en het verlagen van de operationele kosten van EUV-lithografie.
klant hoeft dus niet te investeren in een extra inspectieapparaat. Paul Hinnen, program system engineer applications van ASML, zette in zijn keynote tijdens het TNO-event in grote lijnen uiteen waarom computational metrology een stap vooruit is.
STEEKPROEVEN
Rogier Verberk, director semiconductor equipment bij TNO, bij de EBL2 die zo’n 10 miljoen euro heeft gekost. ‘Een grote investering, die wij terugverdienen door huur te vragen voor de inzet van EBL2. Voorts telt dat de faciliteit bijdraagt aan het succes van EUV-lithografie.’ Foto: Com-magz
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
D
e complexiteit van de 3D-patronen die de huidige EUV-lithografische processen aanbrengen op de wafers voor de productie van chips, is zeer hoog. De afmetingen van deze structuren zijn zeer klein – in het nanometerbereik. En de snelheid waarmee de wafers door het proces heen gaan, is hoog en neemt toe. De allernieuwste chipproductiemachine van ASML, de NXE:3400C, die gebruikmaakt van EUV-licht, kent volgens gegevens van het Veldhovense bedrijf al een productiesnelheid van 170 wafers per uur. Om al die redenen wordt het steeds lastiger de kwaliteit van de wafers goed te controleren, zonder het productieproces te vertragen. Terwijl het belang van een lage uitval - in casu een hoge yield - juist is gestegen door de steeds hogere kosten van de chipproductielijnen en de steeds lagere marges die chipproducenten
60
juni 2019
ermee kunnen behalen. Een uur incorrecte wafers produceren kan een chipfabriek zich niet meer veroorloven. Ook in de semicon geldt dat je geen bruikbaar productieproces hebt als je het resultaat ervan niet goed kunt controleren. In de luchtvaart bijvoorbeeld primair vanwege veiligheidsredenen, in de semicon draait het om bedrijfseconomische redenen.
NIEUWE INSPECTIETECHNIEKEN Daarom zoekt de metrologie (de wetenschap van metingen, nauwkeurigheid en precisie) naarstig naar nieuwe inspectietechnieken. Tijdens de Semicon Innovation Day die TNO eind mei organiseerde, passeerde een aantal de revue, waaronder computational metrology, ook wel geduid als hybrid metrology. ASML zet stevig in op deze veelbelovende technologie. Deze maakt immers gebruik van data die de chipproductiemachines van het bedrijf toch al genereren. De
In het lithografische proces worden chips laag voor laag opgebouwd. Na de depositie van elke laag wordt daarin een patroon geëtst. Essentieel is dat die patronen exact conform het chipontwerp op elkaar aansluiten. Zo niet, dan zal de chip niet volgens specificaties werken. De mate waarin dit lukt, wordt geduid met overlay. Om die te controleren, neemt de chipfabrikant steekproeven: afhankelijk van het type IC op de wafer – logic of geheugen – worden per 25 wafers er enkele met een speciaal overlay-registratieapparaat bekeken, om te zien of de opeenvolgende lagen daadwerkelijk perfect op elkaar aansluiten. Voorts controleert de chipproductiemachine voortdurend het eigen functioneren. Bijvoorbeeld of de waferstage, waarop de wafer door de
‘Metrologieonderzoek en EBL2 verstevigen de mondiale marktpositie’ machine heen getransporteerd wordt, mechatronisch perfect functioneert. Maar ook of de lens, de set van spiegels die het EUV-licht op de wafer projecteert, niet vervormd of vervuild raakt. Die data worden direct teruggekoppeld naar de besturing van het productieproces en aan de hand daarvan volautomatisch bijgesteld.
COMBINEREN In de computational overlay metrology wordt alle informatie die de machine genereert gecombi-
neerd met de informatie uit de grondige controle die de chipfabrikanten steekproefsgewijs met een overlay registratieapparaat uitvoeren. Daarmee kan vervolgens een goede uitspraak gedaan worden over de overlay-kwaliteit van alle wafers die tussen twee steekproeven in geproduceerd zijn. En of het risico op fouten daarin niet groter is dan een bepaalde norm. ‘Daarmee kunnen de wafer-inspectiekosten significant worden verlaagd en tegelijkertijd kan de yield per wafer worden verhoogd’, aldus Hinnen.
MODEL-BASED METROLOGY Een andere trend in de wafer-inspectie is modelbased metrology, duidt Rogier Verberk, director semiconductor equipment bij TNO. Bij deze technologie wordt eerst een digitaal model gemaakt van het metrologisch proces dat in de hardware van het inspectieapparaat plaatsvindt. Op die wijze is te controleren of een geconstateerde afwijking in het beeld dat die hardware van de wafer genereert, veroorzaakt wordt door een daadwerkelijke afwijking in de wafer of door een afwijking in de inspectiehardware. Dit digitale model maakt het mogelijk om met hogere resolutie te inspecteren.
ANDERE INSPECTIETECHNOLOGIEËN Daarnaast werkt TNO, al dan niet samen met partijen als ASML, het Eindhovense Thermo Fisher Scientific en het Rotterdamse Nearfield Instruments, aan andere inspectietechnologieën voor de EUV-chipproductie, vervolgt Verberk. ‘Het is van belang om beelden van een nog hoge-
Paul Hinnen, program system engineer applications van ASML, zette in zijn keynote tijdens het TNO-event in grote lijnen uiteen waarom computational metrology een stap vooruit is. Foto: Eric de Vries
re resolutie te kunnen genereren, of nog dieper te kunnen kijken in de 3D-structuren die de moderne chips zijn. Dit om zo goed mogelijk vast te stellen of alle verbindingen tussen de ene en de andere laag – de overlay – in orde zijn. De ene metrologie zal vooral bedoeld zijn voor inspectiewerk tijdens het ontwikkelen van een productieproces voor een specifieke chip of juist voor het opschalen van dat proces. Andere zullen vooral gericht zijn op het monitoren van het operationele proces.’ Ook wordt gekeken of die verschillende inspectiemethodes gecombineerd kunnen
worden tot een nog betere, weet hij. ‘In feite is daar al sprake van bij computational metrology, waarbij gebruik gemaakt wordt van een digitaal model van het proces dat zich in de scanner van ASML voltrekt.’
GEVOELIG VOOR VERVUILING De EUV-technologie levert niet alleen de nodige uitdagingen op door chips te produceren waarvan de kwaliteitscontrole lastig is, het EUVLEES VERDER OP PAGINA 62
september 2018
61
VERVOLG VAN PAGINA 61
productieproces zelf is ook een uitdaging. Het is namelijk zeer gevoelig voor vervuiling. En schoonmaken is een zeer kostbare aangelegenheid, maakt Verberk duidelijk. ‘EUV-reticles, de maskers die de structuur bevatten van de lagen waaruit een chip wordt opgebouwd, kosten al gauw 100.000 à 200.000 euro. Als je die ongepland moet vervangen, ben je dagen en miljoenen euro’s aan productieverlies verder. Dus is het van groot belang dat dat gepland kan worden gedaan, op een moment dat onderhoud aan de scanner en de andere delen van de productielijn noodzakelijk is. We hebben daarom twee jaar geleden bij TNO in Delft de EBL2 (Extreme Ultra Violet Belichtings- en Analysefaciliteit 2, red.) in gebruik genomen, waarmee we samen met partners onderzoeken hoe een masker zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden. Dit onderzoek draagt bij aan de kennis van en dus het vertrouwen in de EUV-technologie bij de gebruikers. Met de EBL2 wordt ook, samen met ASML en Zeiss, onderzocht hoe de spiegels zich onder bepaalde omstandigheden gedragen: hoe snel ze vervuild raken en hun reflectievermogen kwijtraken. Zo wordt getracht vervuilingstrends te ontdekken waarmee modellen voor voorspellend onderhoud – predictive maintenance – ontwikkeld kunnen worden.’
VERSTEVIGING MARKTPOSITIE Met het metrologieonderzoek en de inzet van de EBL2 draagt TNO dus bij aan het verhogen van
ONDERZOEK NAAR VERVUILINGSOORZAKEN In de Extreme Ultra Violet Belichtings- en Analysefaciliteit 2 (EBL2) wordt een klein deel van het proces in de EUV-machine van ASML nagebootst. Daartoe bevat de machine een LDP-bron (Laser-assisted Dischargeproduced Plasma-bron van het Japanse USHIO) die EUV-licht produceert. Dat wordt onder specifieke omstandigheden op de spiegels of maskers geschoten. Vervolgens wordt uit de veranderingen in de reflectie afgelezen in hoeverre die spiegels of maskers vervuild raken. Voor dit testwerk is de heel kleine vlek van 0,5 watt/mm2 aan EUV-licht die de EBL2 produceert voldoende. Ter ver-gelijking: de EUV-machines van ASML produceren een veel hoger vermogen om ook na reflecties op de diverse spiegels, op een groter oppervlak op de wafer, nog voldoende intensiteit te hebben. Naast ASML en Zeiss zouden ook fabrikanten van EUVmaskers, zoals de Japanse bedrijven DNP en Toppan, en gebruikers als Intel en TSMC ‘de installatie kunnen benutten voor onderzoek’, formuleert Verberk bedacht-
de yield en het verlagen van de operationele kosten van EUV-lithografie. Om zo de mondiale marktpositie van deze chipproductietechnologie te verstevigen, aldus Verberk. Dat komt niet alleen ten goede aan ASML en haar (Zuid-) Nederlandse toeleverketen, maar ook aan andere in Nederland gevestigde semicon oem’ers als ASM International (fabrikant van front-end equipment voor het bewerken van wafers) en Thermo Fisher Scientific (elektronenmicroscopie
zaam. ‘Veel bedrijven vinden het erg spannend om publiekelijk te bevestigen dat wij voor hen werken. Maar dat ASML, Zeiss en TNO op dit onderwerp samenwerken, is al jaren bekend’, legt hij uit. Voorts dient EBL2 voor USHIO als showcase van de kwaliteit van hun LDP-bron. Hetzelfde geldt voor het Duitse ASYS Automatic Systems dat de vacuüm- en atmosferische robots leverde voor het systeem. De EBL2 is ontwikkeld door TNO, heeft zo’n 10 miljoen euro gekost en is gefinancierd door het Toekomstfonds van het ministerie van EZK, NanoLabNL, het Europese Horizon2020 en TNO. ‘Een grote investering, die wij terugverdienen door huur te vragen voor de inzet van EBL2. Voorts telt dat de faciliteit bijdraagt aan het succes van EUV-lithografie en dat vertaalt zich zeker door in werkgelegenheid in Brainport en de rest van Nederland’, verzekert Rogier Verberk. www.tno.nl
voor inspectiedoeleinden). Een markt met slechts een handvol klanten, als Samsung en Intel, maar toch goed voor een miljardenomzet. ‘Een EUVchipfabriek kost al gauw 6 à 8 miljard euro’, schat Verberk. Drivers van de EUV-technologie zijn de introductie van 5G communicatie, het autonoom rijden, artificiële intelligentie en de groei van datacenters, in omvang en aantal. www.asml.com
E KORT N TIJDE R E V E L
HÉT ALTERNATIEF! APEX DYNAMICS SPELINGSARME TANDWIELKASTEN,
TANDHEUGELS EN RONDSELS WWW.APEXDYNA.NL +31 (0)492 509 995
62
juni 2019
LOOPT HARDER !
PRODUCTIESTRATEGIE
YASKAWA ONDERSTREEPT MET NIEUWE ROBOTFABRIEK IN SLOVENIË BELANG VAN EUROPESE INDUSTRIE
LIEFDE VOOR EU PREVALEERT TIJDENS OPENINGSFESTIVITEITEN Toen bekend werd dat Yaskawa juist in Slovenië zijn tweede robotfabriek buiten Japan zou gaan bouwen, was dat groot nieuws in dit deel van het voormalige Joegoslavië. Premier Marjan Šarec was dan ook persoonlijk aanwezig bij de feestelijke opening eerder dit voorjaar. Daar benadrukte hij het belang van het EU-lidmaatschap voor de nog kwetsbare economie van zijn land. De Yaskawatopmanagers – op hun beurt – beklemtoonden het groeiend belang van de Europese industrie voor hun business.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
N
ee, de Sloveense dame naast de Linkjournalist in het vliegtuig naar Ljubljana weet niets van robots, maar kent wel de naam Yaskawa. ‘Ja, die hebben een nieuwe vestiging geopend in Kocevje. Het was groot nieuws. De politiek is erg trots dat dat bedrijf is binnengehaald.’ Die mediabelangstelling en fierheid blijken de volgende dag volop. Tijdens de ^
EUROPESE OMZET MEER DAN VERDUBBELD Het aantal (productie)vestigingen van Yaskawa in Europa is sinds 2010 gestegen van 14 naar 23. Over die periode is de omzet op ons continent, die voor iets meer dan de helft met robotica wordt behaald, meer dan verdubbeld naar ruim 600 miljoen euro. Bijna 2.000 medewerkers voeren het werk uit, onder wie ruim 400 engineers. Zij focussen op de ontwikkeling van (embedded) software voor besturing en communicatie, producten als motoren en omvormers en applicaties van robots en interfaces. Het Europese hoofdkantoor staat in Eschborn, vlak bij Frankfurt. Wereldwijd heeft de Yaskawa Group 15.500 mensen op de loonlijst en een omzet van bijna 4 miljard euro. Het wereldwijde hoofdkwartier staat in het Japanse Kitakyushu.totale investering van 185 miljoen euro. www.yaskawa.eu.com
64
juni 2019
‘Made in Europe, in deze tweede productieplant van robots buiten Japan, maakt onze robots hier aantrekkelijker voor de klant’, verklaart de Japanse ceo Hiroshi Ogasawara. Hij wordt omgeven door cameraploegen. Foto’s: Com-magz
persconferentie voorafgaand aan het openingsevent van de nieuwe robotproductielocatie, in een bosrijk gebied tegen de grens met Kroatië, verdringen zich zeker vijf verschillende cameraploegen in het kleine zaaltje. Later op de middag, tijdens de officiële openingsceremonie, klinkt het woord ‘trots’, in het Engels en het Sloveens, vele malen in de dankbetuigingen die het Japanse en Europese Yaskawa-management en de Sloveense politiek uitspreken aan elkaars adres. En terecht. Na het doorhakken van de investeringsknoop ten faveure van Slovenië in februari 2017 ging het snel. Reeds in oktober dat jaar ging de eerste schep de grond in voor de 25 miljoen euro kostende nieuwbouw en al in november 2018 werd de eerste robot geproduceerd. De keus voor deze achtergebleven regio in een nog jong EU-land heeft onder meer te maken met de ‘geweldige ondersteuning van de overheid’, aldus Manfred Stern, corporate officer regional head van Yaskawa Europe. Desgevraagd blijkt het ook te gaan om financiële steun – ‘volstrekt volgens de EU-regels’ – in de vorm van een ‘vriendelijke prijs’ voor de grond waarop het 12.000 vierkante meter grote gebouw staat.
ARBEIDSMARKT Maar de Japanse fabrikant van servomotoren, besturingssystemen, AC drives en industriële robots verkoos Slovenië ook boven Polen en Tsjechië vanwege de gunstige arbeidsmarkt. De lonen in het land, waarvan het bbp per inwoner sinds de EU-toetreding in 2004 is gestegen van 17.000 naar 23.500 dollar in 2017, liggen nog altijd laag vergeleken met die in de buurlanden
Italië en Oostenrijk. De (jeugd)werkloosheid is nog steeds hoog. Gecombineerd met de omvangrijke faculteit Engineering, Manufacturing & Construction van de Universiteit van Ljubljana, zorgt dit voor een ruim aanbod aan jonge, goed geschoolde mensen, vertelt Bruno Schnekenburger, ceo van Yaskawa Europe. Hij verwacht met de robotfabriek 150 arbeidsplaatsen te creëren, waarvan meer dan 10 procent voor r&d’ers. Voorts telt de ligging: ‘Veel servomotoren, ACmotoraandrijvingen en andere speciale compo-
‘We hebben hier reeds een betrouwbare toeleverketen kunnen opbouwen’ nenten moeten we nog importeren uit Japan en dan ligt de haven van Koper (aan de Adriatische kust, red.) veel gunstiger dan West-Europa. En we hebben hier reeds een goede, betrouwbare toeleverketen kunnen opbouwen.’ Dat laatste gebeurde voor de vestiging in het nabije Ribnica, waar Yaskawa al sinds 1993 complete lasrobotsystemen engineert en bouwt. Een bezoekje aan die plant laat zien dat toeleveranciers uit de regio zelfs bereid zijn letterlijk hun tenten op het Yaskawa-terrein op te slaan. De complexe lasmallen uit deze hightech fabriek zijn dankzij geavanceerde vision-technologie in staat ruim twintig ver-
schillende laswerkstukken ter herkennen en zich er volautomatisch op in te stellen. Ten slotte noemt Schnekenburger de goede samenwerking met de universiteit. Wat later in de wandelgangen geconcretiseerd wordt, wanneer twee medewerkers van de technische faculteit trots melden dat zij de lay-out van de fabriek ontworpen hebben. Daardoor kan voor de geplande maximale productieaantallen van 10.000 robots per jaar worden volstaan met een derde van de vierkante meters die de bouwers oorspronkelijk nodig dachten te hebben. ‘Mede dankzij onze inzet heeft Yaskawa voor deze locatie gekozen’, verzekeren de twee wetenschappers.
MOEILIJKE JAREN 90 Even verderop in de ontvangstruimte van de nieuwbouw staat Hubert Kosler, president & managing director van Yaskawa Robotics Europe en in de jaren 90 voor Yaskawa de eerste verkoper in Slovenië. Hij schetst een moeilijke tijd, direct na het uiteenvallen van Joegoslavië, waarin de Sloveense machinebouw plots niets meer kwijt kon aan de industriële bedrijven in de andere delen van het voormalige Joegoslavië. Tegelijk moest de sector in de landen aan de noordkant de klandizie nog volledig opbouwen. In die tijd kreeg hij zijn management zover dat in Ribnica de eerste productievestiging geopend werd. Dat heeft nu de weg bereid voor het binnenhalen van de tweede productievestiging, verzekert Kosler. Ondernemingen uit Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk – voorbeelden uit Nederland kent hij
Expertise – Passion – Automation
helaas niet – volgden het investeringsvoorbeeld van Yaskawa en hebben intussen een of meer vestigingen in dit Midden-Europese land.
OPEN INNOVATIE De aanwezigheid van de premier van Slovenië, Marjan Šarec, bevestigt het belang van de nieuwe robotfabriek. En behalve het Europese Bij de officiële opening geven véél partijen acte de présence. Helemaal rechts aan tafel management geeft ook premier Marjan Šarec van Slovenië. Helemaal links ceo Hiroshi Ogasawara van Yaskawa. de complete hoofddirectie van Yaskawa acte de présence. Ceo Hiroshi Ogasawara wordt MADE IN EUROPE op de receptvloer omstuwd door cameraploegen. ‘Yaskawa haalt het grootste deel van de omzet uit Deze voornamelijk Sloveense media is het vooral Europa en de VS, elk 20 procent. De rest komt uit om het plaatje te doen, want de eerste man van China en andere Aziatische landen’, begint hij. ‘In de beursgenoteerde multinational, met vestigindie landen doen we ook ontwikkeling en producgen op alle continenten, blijkt het Engels niet tie. Een bewuste keuze, want ontwikkelen en promachtig. Het vooraf aan Link Magazine toeduceren in de landen of regio’s waar je je producgekende interview vindt plaats met behulp van ten ook verkoopt, is goed voor de verkoopcijfers. een tolk. Die heeft opmerkelijk veel woorden Made in Europe, in deze tweede productieplant nodig om de vragen van de journalist duidelijk van robots buiten Japan, maakt onze robots hier te maken aan de ceo, die vervolgens betrekkelijk aantrekkelijker, in de eerste plaats vanwege de compact antwoordt. Vragen die zich concentrekortere levertijden. Vandaar ook dat we hebben ren op de strategische keuze van Yaskawa om in besloten’, verkondigt hij het nieuws dat hij later te zetten op open innovatie. Opmerkelijk, gezien op het podium herhaalt en dat met luid applaus het doorgaans sterk gesloten karakter van Japanse bedrijven. LEES VERDER OP PAGINA 66
Innovatie is nog maar het begin Innoveren betekent voor SMC aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. U vertrouwt op de kwaliteit van onze automatiseringssystemen. U wilt machines of productielijnen bouwen die energiezuinig zijn, een veilige werkomgeving bieden en ook minder CO2 uitstoot opleveren. Maar wat u nog meer bezighoudt, is hoe onze producten en technische kennis bijdragen aan uw voorsprong in de markt. Daarom voelen wij ons niet alleen verantwoordelijk voor innovatieve producten en oplossingen, waarvan wij er jaarlijks zo’n vijftig introduceren. Wij begrijpen vooral uw uitdagingen om het nog beter te doen. Dus helpt SMC u om de beste in uw markt te worden. www.smc.nl
juni 2019
65
VERVOLG VAN PAGINA 65
ontvangen wordt, ‘hier in Slovenië nóg een fabriek te bouwen, voor het produceren van servomotoren.’ Yaskawa doet aan open innovatie, vervolgt hij na enig aanhouden, omdat in deze tijd van Industrie 4.0 een robot niet meer stand alone op de productievloer staat, maar verbonden moet zijn met machines van allerhande makelij. ‘Alleen door openheid te betrachten, kunnen wij nog adequaat voorzien in de behoeften van onze klanten.’
YASKAWA EN INDUSTRIE 4.0
AFVLAKKENDE VRAAG Wanneer die motorenfabriek er komt, is nog de vraag, maakt woordvoerder Richard Tontsch later desgevraagd duidelijk. Immers, de capaciteit van de fabriek is 10.000 units per jaar, van vooralsnog vooral de robotmodellen met de lagere payloads. Maar of en wanneer dat aantal gehaald zal worden, is afhankelijk van de vraag vanuit de Europese markt. Die vlakt momenteel wat af maar, aldus eerder Schnekenburger, moet een extra impuls De nieuwe plant van Yaskawa in Slovenië. Foto: Yaskawa krijgen doordat Yaskawa zich, behalve op de sleutelmarkt automotive, ook gaat concentreren op de handling, food en medische gesloten handelsovereenkomst tussen de EU en technologie – met humatronics devices als cobots Japan, ‘in een tijd waar elders protectionisme in en exoskeletten. Nu worden er in Kocevje met opkomst is’. En inderdaad, terwijl in Groot-Britvier operators 200 robots per maand geprotannië de strijd voor een Brexit volop gaande is, duceerd, begin volgend jaar moeten dat er 300 toont Slovenië zich een dankbaar lid van de zijn. Een rondleiding over de productievloer gaat Europese Unie. Dat Yaskawa zonder hinder van dan ook langs nog grote lege ruimtes, naast een grenzen vanuit Slovenië zijn robots in de EU kan korte productielijn en een met hekken afgezet distribueren, heeft deze ‘high added value’-invesdeel waar geproduceerde robots, druk bewegend, tering bepaald niet in de weg gezeten. Manfred zeven uur lang getest worden. ‘Wellicht geven Stern voedt het Europees zelfbewustzijn nog iets we de motorenproductie eerst een plek in deze meer, wijzend op andere recente investeringen nieuwe fabriek’, vertelt Tontsch. van zijn onderneming in productievestigingen in Duitsland, Schotland, Zweden en Frankrijk: ‘Wij gaan de industrie helpen productiewerk DANKBAAR EU-LID uit China terug te halen.’ Waarmee de Japanse De rondleiding is het sluitstuk van de openingsonderneming dus bewust bijdraagt aan de festiviteiten die dus vooral bestaan uit een lange Europese trend om technische knowhow en reeks van dankwoorden. Onder andere van preproductie-competentie niet langer naar Azië te mier Marjan Šarec. Die benut de gelegenheid om verplaatsen. het belang te benadrukken van de recentelijk ^
A
Yaskawa duidt haar Industrie 4.0-oplossingen met ‘i³ Mechatronics’, een combinatie van conventionele mechatronica en communicatietechnologie met digitale technologie als AI, big data en IoT. De nieuwste innovatie is de Yaskawa Cockpit EUR 1, een centraal softwareplatform voor een smart, connected productieomgeving. Dit stelt gebruikers in staat realtime relevante proces- en systeemdata te verzamelen, te analyseren en toegankelijk te visualiseren. Yaskawa Cockpit werkt met data van Yaskawa-robots en aandrijfcomponenten, maar ook met veel andere reeds geïnstalleerde plc’s, safety technology en sensoren van andere fabrikanten, mits deze gebruik kunnen maken van open communicatiestandaarden als OPC UA.
LEVERBETROUWBAARHEID PRIORITEIT NUMMER ÉÉN VOOR HERAEUS ELECTRO-NITE – EN DUS VOOR TOELEVERANCIERS Leverbetrouwbaarheid is prioriteit nummer één voor Heraeus ElectroNite, leverancier van sensorsystemen en meetinstrumenten voor de mondiale staalindustrie. Toeleveranciers vinden die snel handelen en met oplossingen komen, blijkt een hele uitdaging voor Heraeus. Totdat de multinational in aanraking komt met Dekimo en Cortexon!
SAMEN ONTWIKKELEN ‘ONZE TOELEVERANCIERS CORTEXON EN DEKIMO Dekimo ontwikkelt de elektronica en maakt GAAN DOOR TOT EEN KWALITATIEF GOEDE de pcb’s, waarna Cortexon de mechanica en OPLOSSING IS GEVONDEN. DAT ZIE JE NIET VAAK!’ samenbouw tot compleet meetinstrument voor zijn rekening neemt. Vervolgens draagt Van links naar rechts: Luc Lammerant (Heraeus Electro-Nite), Marcel van de Sande (Cortexon) en Tom De Smet (Dekimo). Foto: Bart van Overbeeke. Heraeus Electro-Nite zorg voor de verkoop. Business Unit Manager Marcel van de Sande (Cortexon) licht toe: ‘Onze klantspecifieke elektronicabehuizingen zijn zo nodig voorzien van de best passende koelingstechniek en bestand tegen extreme omstandigheden – van hitte tot stof.’ op de productie’, geeft Luc Lammerant (Industrialization Manager Heraeus Electro-Nite) aan. ‘Ze hebben de technologische competenties om ons te KLANT VOOROP ondersteunen in innovatie. En de mentaliteit om bij een probleem door te gaan Vaak draait Cortexon in ontwikkelprocessen mee, zo ook bij Heraeus Electrotot een kwalitatief goede oplossing is gevonden. Dat zie je niet vaak.’ Nite. Van de Sande: ‘Hierdoor is er een cultuur ontstaan waarin de klant voorop staat. We vinden het niet vervelend als dingen gewijzigd worden. We zijn juist erg flexibel en kunnen snel schakelen.’ MENTALITEIT Heraeus Electro-Nite is blij met Dekimo en Cortexon. ‘Omdat ze zowel meeontwikkelen als meeproduceren zijn onze ontwikkelprocessen beter afgestemd 66
juni 2019
www.cortexon.com
36
april 2010
PRODUCTIESTRATEGIE
OTOLIFT VERSTEVIGT CONCURRENTIEPOSITIE DOOR TE MODULARISEREN EN TE AUTOMATISEREN
TRAPLIFTENBOUWER KAN NU BIJNA ALLES IN-HUIS DOEN De trapliften die Otolift produceert worden nagenoeg louter uit standaardmodules opgebouwd. Dankzij een ingrijpend traject van modulariseren en automatiseren heeft de
een rfid-tag en lezen we uit als die in de doos gaat, zodat we ook zeker weten dat elke zending compleet is.’
familieonderneming haar concurrentiepositie kunnen verstevigen. Levertijd en kostprijs zijn dusdanig verkort en verlaagd dat inmiddels zelfs naar Azië kan worden geëxporteerd. In maart won Otolift er de prestigieuze Smart Manufacturing Award mee.
‘We weten exact welk onderdeel wanneer gecoat is’, aldus Otolift-ceo Jan Otto Ooms. Foto: Com-magz
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
O
p de goed verlichte productievloer in Bergambacht staat een grote kist, halfvol met zorgvuldig verpakte modules, bijna klaar voor transport naar een dealer in Taiwan. Het gaat om gestandaardiseerde bochtstukken voor de rail van trapliften. Een belangrijke reden dat dit product in Europa voor de Aziatische markt gemaakt kan worden, schuilt in de modularisatieslag die de Zuid-Hollandse fabrikant de laatste twee jaar heeft doorgevoerd. Begin 2017 is ermee gestart, schetst managing director Jan Otto Ooms, die samen met zijn broers Andre en Alex het familiebedrijf leidt.
LEVERTIJD WEEGT ZWAAR ‘Voordien maakten we eigenlijk alleen trapliften op maat, op order. Menige nauwe, bochtige, steile
68
juni 2019
trap vroeg om zeer complexe oplossingen, wat hoogwaardig vakmanschap vereist. De doorlooptijd was dan ook zes tot soms wel twaalf weken’, aldus Jan Otto Ooms. ‘Beslissen om een traplift in huis te halen, is voor de eindgebruiker niet leuk. Want daarmee erkent hij in feite dat hij oud en/of hulpbehoevend is. Als je een nieuwe auto wilt kopen, is het leuk om je online en in showrooms uitvoerig te oriënteren, maar dat doen onze eindgebruikers dus niet. Als ze eindelijk de knoop hebben doorgehakt, willen ze ’m liefst ook direct in huis hebben. In een specifiek merk zijn ze niet geïnteresseerd en dan weegt de levertijd vaak zwaar. Door te modulariseren kunnen we nu heel snel uit voorraad leveren’, zegt Ooms. Hij gebaart naar het raam waardoor de productievloer zichtbaar is, met daarop rijen rekken met bakken. ‘Op dat voorste deel wordt nu het pickwerk gedaan. Elk onderdeel voorzien we van
MALLEN IN PLAATS VAN VAKMAN Vanzelfsprekend woog in de keuze voor modularisatie, behalve de doorlooptijd, ook de kostprijs mee. ‘Voorheen was er veel handwerk nodig. Sinds vorig jaar doen robots nagenoeg al het laswerk’, aldus Ooms. Daarom is eerst bepaald welke raildelen het vaakst nodig zijn. ‘Op basis van ervaring; ik heb zelf ook jarenlang aan trapliften gerekend. Die modules hebben we vervolgens in 3D-CAD gedigitaliseerd. Inmiddels zitten er tweehonderd in onze digitale bibliotheek.’ Vervolgens is het productieproces zelf onder handen genomen, en dat blijkt complexer dan een buitenstaander zou verwachten: een rail bestaat uit een buis met daaronder een strip. Daaraan wordt de tandheugel bevestigd waarover de stoel voortbeweegt. Omdat trappen vaak bochten bevatten – zeker in Nederlandse woningen – en uiteenlopende hellingshoeken van 45 tot wel 70 graden hebben, bevat een rail vrijwel steeds in twee richtingen gebogen modules. Om die strip mooi met de buis te laten meelopen, is niet eenvoudig. Ooms ondersteunt zijn betoog met vlot gemaakte schetsjes. ‘Voorheen was daar echt vakmanschap voor nodig. Tegenwoordig werken we met mallen.’ Daarin worden de strips, uitgesneden met een cnc-lasersnijder, precies in de gewenste vorm vastgezet. Vervolgens last de robot ze vast op de buis. ‘Zouden we een willekeurig iemand van straat plukken, dan kan die na een instructie van een half uur zelfstandig de strip in de mal doen en de robot starten.’
MEER ZELF DOEN Door de modularisatieslag kon meer in-huis worden gedaan. Besteedde Otolift voorheen een deel van het laswerk uit; omdat nu nagenoeg alles gestandaardiseerd is, kan dat efficiënt in de eigen, geautomatiseerde fabriek gedaan worden. Het assembleren van de stoelen en het coaten, testen en distribueren wordt eveneens zelf gedaan. ‘En ook de ontwikkeling doen we zelf ’, aldus Ooms, persoonlijk verantwoordelijk voor de r&d. Die
r&d focust zich momenteel vooral op de verdere modularisatie en het verbeteren van de maakbaarheid. ‘We besteden alleen de productie van de kunststof- en aluminiumdelen uit, bij partners als Timmerije in Neede en Aluminium Donk in Lopik. En natuurlijk kopen we ook de elektronica en de printplaten voor de besturing in, net als de elektromotoren die we onder andere betrekken van het Duitse ABM.’
EIGEN SOFTWARE Ook grotendeels in eigen huis gebouwd is ‘Masterlist’, een shop floor control-systeem om al dat las-, assemblage-, coat- en pickwerk in goede
‘Door te modulariseren kunnen we nu heel snel uit voorraad leveren’
banen te leiden. ‘We hebben wel een standaard ERP-pakket geïmplementeerd, Microsoft Dynamics NAV, maar onze Masterlist-software hebben we ontwikkeld en geprogrammeerd met eigen
mensen en een enkele zelfstandige it’er. Met als groot voordeel dat wij onze manier van werken niet aan de software hebben hoeven aan te passen, maar andersom. We kunnen in dit systeem tot in detail zichtbaar maken welk werk gedaan moet worden en bijhouden wat gedaan is. Nee, niet voor elk stuk laswerk afzonderlijk, dat zou geen zin hebben. Maar we weten wel exact welk onderdeel wanneer gecoat is. Dat voorkomt dat dealers gaan klagen over slecht coatwerk, terwijl de oorzaak zit in het feit dat ze de raildelen jaren achterop een stelling hebben laten liggen. Software die zo op onze maat is toegesneden, krijg je alleen als je die zelf programmeert. Natuurlijk moeten we er wel voor waken dat we niet afhankelijk worden van die ene programmeur. Dus zijn we nu bezig alle gemaakte keuzes tijdens het programmeren zo goed mogelijk te documenteren.’
NAAR 35 LANDEN Koninklijke Otolift Trapliften in Bergambacht is in 1891 als smederij opgericht door de overgrootvader van de drie broers die nu de onderneming runnen. Waarbij Jan Otto Ooms verantwoordelijk is voor de r&d, Alex voor de productie en André voor de verkoop. Het aantal fte’s is de laatste jaren gegroeid van 400 in 2016 naar 600 afgelopen jaar. Het bedrijf heeft eigen verkoopvestigingen in Italië, Spanje, Frankrijk, GrootBrittannië en België. Inmiddels exporteert Otolift trapliften naar vijfendertig landen, waaronder Taiwan. In Nederland, België, Italië en Frankrijk zorgen eigen mensen bij de eindgebruiker thuis voor het inmeten, installeren en servicen. In andere landen wordt dat aan dealers overgelaten. In maart kreeg Otolift de Metaalunie Smart Manufacturing Award 2019.
CONCURRERENDER ÉN DUURZAMER Resumerend durft Ooms wel te stellen dat door de modularisatie en automatisering de marktpositie van Otolift de laatste jaren sterk verbeterd is. Weliswaar heeft ook de concurrentie de levertijden verkort en de prijzen verlaagd, toch groeide de omzet, net als het aandeel in de Nederlandse markt (met 25 procent). Een markt die Otolift nu voor 70 procent bedient met de volledig uit modules opgebouwde traplift. Otolift vermarkt de traplift onder de treffende naam ‘Modul-Air’. De belangrijkste klantengroep vormen gemeenten, die de liften inkopen voor hun inwoners. ‘Als we een aanbesteding winnen, sluiten we contrac-
ten waarin vaak is vastgelegd dat de gemeente tegen een lage prijs de trapliften koopt, op voorwaarde dat wij de liften, zodra ze niet meer nodig zijn – gemiddeld is dat na vijf jaar – weer mogen ophalen. De liften zijn dan weer van ons. Wij voegen de modules, eventueel na onderhoud, toe aan onze voorraad. Zo verhogen we onze duurzaamheid. Naast de kortere levertijd en de lagere kostprijs is dat een mooi bijkomend voordeel van de modularisatieslag.’ www.otolift.nl
Promoting ideas. Building on experience. Remaining curious.
Industriële sensoren. Uw wensen zijn onze inspiratie. Uw processen verbeteren is onze doelstelling. Wij delen onze kennis en ervaring, en staan altijd open voor nieuwe ideeën. Samen denken we een stap vooruit en creëren we nieuwe mogelijkheden voor een succesvolle toekomst. Innovatie is onze passie – en daarmee uw concurrentievoordeel. Meer informatie: www.pepperl-fuchs.com
Your automation, our passion.
juni 2019
69
Any challenge, any time.
Bij een recente klus sprak Mark Elbertse van onze klant Lagerwey over een “Masterclass inkrimpen”. Dit is Marcel, één van onze Krimpkoningen. Evenals zijn collega’s beheerst hij
iedere tijdsdruk en waar ook ter wereld, gegarandeerd naadloos verloopt.
de kunst van het krimpen van folie. Hiermee beschermen we uw product tijdens
Wij worden door onze klanten graag gezien als waardevolle projectpartner
transport. Dit kan bij Meilink of bij u op locatie. Zodat de aflevering, onder
en wij zijn pas tevreden als u dat bent. Dat noemen wij Securing Value!
Heeft u een verpakkingsuitdaging? Neem contact op met één van onze specialisten via meilink.eu/contact of bel 0545-253 525
70
juni 2019
SMART PRODUCTIVITY
INDUSTRIETOP LAAT ONDERNEMERS NADENKEN OVER SLIMMER EN LEUKER WERKEN
DÉ TWEE KPI’S: TEVREDEN KLANTEN, TEVREDEN MEDEWERKERS ‘Wat is smart productivity eigenlijk?’, vraagt moderator en radiopresentatrice Frederique de Jong aan het publiek bij de start van de IndustrieTOP Midden- en Oost-Nederland op dinsdag 21 mei bij gastheer-hightech toeleverancier Trumpf Nederland in Hengelo. ‘Slimmer werken met slimmere technologie’, krijgt ze als antwoord. ‘Veel meer realtime informatie.’ ‘Optimaliseren, meer nog dan automatiseren.’ En vooral ook: ‘Menselijke talenten beter inzetten en ballast uit de productielijn halen.’
DOOR LUCY HOLL
W
outer van Ree, directeur van adviesen ingenieursbureau AKOS uit Apeldoorn, kan zich helemaal vinden in die laatste reactie. Hij is die middag één van de sprekers aan de thematafels. Zijn onderwerp is ‘Cultuur en vakmanschap op de werkvloer’: hoe bevordert een organisatie de tevredenheid en productiviteit van medewerkers? In een onderzoek van de provincie Gelderland kreeg AKOS vorig jaar opvallend hoge rapportcijfers van zijn medewerkers. Zo gaf 100 procent van hen aan een training of opleiding te volgen en ook heel graag nieuwe dingen te willen leren. Ruim 9 van de 10 ziet veel of meer kansen door technologische ontwikkelingen, het eigen werk verandert hierdoor in de aankomende drie jaar, denken ze. Bijna driekwart gaat ervan uit dat het werk hierdoor uitdagender wordt. Van Ree: ‘Eigenlijk zijn maar twee kpi’s interessant, zei mijn voorganger bij AKOS: de tevredenheid van klanten én die van medewerkers.’ Hij begint aan zijn thematafel met een treffende case. ‘Een van onze klanten wilde de productielocatie verhuizen en twijfelde sterk over alles. De marktpositie was prima, maar de productie erg complex en tijdrovend. Moesten ze automatiseren en zo ja, hoe dan? Was compleet uitbesteden beter? Waar haalden ze meer lassers op hoog niveau vandaan?’ Het proces zelf bleek niet de bottleneck, maar de vakmensen kwamen door de logistieke en administratieve rompslomp slechts 30 procent van hun tijd aan lassen toe. De organisatie van het werk werd veranderd, waarop de
De deelnemers aan de IndustrieTOP Midden- en Oost-Nederland konden kiezen uit thematafels over modulair ontwerpen, optimaliseren van de productie, sociale innovatie, productiviteit vertaald naar cashgeneratie en (vooraan op de foto) cultuur en vakmanschap op de werkvloer. Aan het hoofd van de tafel (met blauw overhemd) Wouter van Ree van AKOS. Foto: Arjan Reef
doorlooptijd halveerde. ‘De tevredenheid steeg, want mensen zijn nu bezig met taken die ze leuk vinden. Investeer daarnaast in technologie en de productiviteit gaat nog verder omhoog.’ Van Ree heeft drie stellingen voor zijn tafelgenoten in Hengelo.
STELLING 1 Mijn bedrijf heeft in de toekomst steeds meer generalisten en steeds minder specialisten nodig. Niet mee eens, reageert ceo Guido Slump van Disselhorst Metaal in Raalte. ‘Generalisten kun-
nen weliswaar over processen heen kijken, maar een aantal managementlagen kun je op een gegeven moment vast en zeker vervangen door automatisering en digitalisering. En dan resteren de mensen die echt weten hoe het werkt, die diepgang in de processen brengen.’ Basisvoorwaarde in een organisatie blijft altijd goed communiceren, of het nu gaat over specialisten of generalisten. Piotr Skotnicki, managing director bij Wigersma & Sikkema in Doesburg, leverancier van producten voor aardgasdistributie, heeft vooral speciaLEES VERDER OP PAGINA 72
SMART INDUSTRY: TIJD VOOR IMPACT FME, Koninklijke Metaalunie, VNO-NCW Midden en ING organiseerden half mei vier IndustrieTOPs in het land met smart productivity als rode draad. Smart industry is here to stay, werd ook in Hengelo weer eens benadrukt. Dus kijk serieus wat je ermee doet in je eigen bedrijf. ‘De fase van bewustwording zijn we echt voorbij. Nu gaat het erom hoe we het concreet moeten aanpakken. Het is tijd voor integratie op de werkvloer, ik wil impact zien’, benadrukte spreker Biba Visnjicki, director business development bij het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Techno-
logies and Solutions (FPC) bij Universiteit Twente. In juli start vanuit Enschede het Advanced Manufacturing Program, gefinancierd uit de Regiodeal (totaal elf projecten) die het kabinet heeft gesloten met Twente. Er komen bijvoorbeeld meer demonstrators in de regio, meer plekken waar te zien is hoe smart industry werkt. www.fme.nl www.ing.nl www.metaalunie.nl www.vno-ncwmidden.nl
juni 2019
71
VERVOLG VAN PAGINA 71
listen nodig: ‘Wij besteden bijna alles uit, maar de echte kern doen we zelf.’ Is de specialist van vandaag ook de specialist van morgen, vraagt Cor de Best, directeur bij Van Lente Systeemintegratie in Deventer, zich af. Want kennis veroudert zo snel. ‘Mensen moeten elkaar opzoeken, communiceren en niet in ‘oud denken’ blijven hangen. Dat is soms lastig in bedrijven met veel nerds. Ik creëer graag chaos op de werkvloer door jonge medewerkers aan te nemen die lekker tegen alles en iedereen aanschoppen, ook tegen mij.’ Tafelvoorzitter Wouter van Ree vertelt hoe hij tien jaar geleden als 24-jarige binnenkwam bij AKOS. ‘Mijn baas zei: “Over honderd dagen wil ik weten wat je de organisatie komt brengen”. Dat is een prima manier om je medewerkers te leren kennen.’
STELLING 2 Mensgericht leiderschap geeft beter resultaat dan prestatiegericht leiderschap. Cor de Best gelooft in een sterk mensgericht bedrijf: ‘Medewerkers moeten intrinsiek gemotiveerd zijn en mogen fouten maken.’ Maar met wat steviger sturen op prestaties is ook niets mis, reageert Guido Slump. ‘Vooral jongens gedijen in een sfeer van enige rivaliteit. Als je zegt “Dat is nog net iets te moeilijk voor jou, maar misschien
komt het nog”, triggert dat gegarandeerd de prestaties.’ Het één sluit het ander niet uit, aldus kwaliteitsmanager Antijn Koers van Suplacon Plaatbewerking in Emmeloord. ‘Medewerkers willen winnen. Daarom doen wij aan gamification: uren, productiviteit, alles vergelijken we. Tegelijkertijd bieden we persoonlijke coaching en aandacht.’ Winst maximaliseer je niet door enkel te focussen op harde cijfers, maar door te sturen op klanttevredenheid en door goed voor je medewerkers te zorgen, benadrukt Piotr Skotnicki. ‘Eén van mijn medewerkers was twee jaar afwezig door een burn-out. Het UWV begon met allerlei trajecten, maar ik wilde hem houden. Niet per se omdat ik het zo’n lieve jongen vond, maar om wat hij presteert. Hij is nu terug en supergemotiveerd.’
STELLING 3 Medewerkers op de werkvloer moeten richting geven aan de bedrijfsstrategie en plannen. Dat klinkt mooi, maar mensen hebben het overzicht niet altijd. Haal ideeën op, vraag input en zet zelf de koers uit, klinkt het aan tafel. Skotnicki: ‘Je kunt veel delegeren en uitbesteden, maar die strategie bepalen dus echt niet: dat is de taak van het management. Waar gaat de bus heen? Anders raak je met zijn allen de weg kwijt.’ Het ligt er ook aan of je veel hoogopgeleide professionals op de werkvloer hebt. ‘Sommige medewer-
164 960 GOOD REASONS FOR MORE
PRECISION Find out how more reliable bearings from NSK have cut costs for a machine tool user at nskeurope.com/success
72
juni 2019
VOORLOPERS IN SOCIALE INNOVATIE Binnen het ambassadeursnetwerk ‘De Pioniers’ delen Oost-Nederlandse voorlopers in sociale innovatie, waaronder NTS Norma in Hengelo en Van Lente Systeemintegratie in Deventer, hun ervaringen. Tijdens de IndustrieTOP stelden drie nieuwe pioniers zich voor: Frank Arendsen van Volvo Harrie Arendsen in onder meer Hengelo, Marjolein Boezel van Van Raam in Varsseveld, wereldmarktleider in aangepaste fietsen, en Koen Mentink van Hittech Bihca, leverancier van precisieonderdelen. Arendsen: ‘Wij focussen op vertrouwen en transparantie. Dat zorgt voor mooie cijfers en continuïteit.’ www.jijenoverijssel.nl/depioniers
kers hebben liever een soort militaire hiërarchie waarin alles van bovenaf wordt opgelegd’, weet Guido Slump. Los daarvan: iedereen heeft een basale behoefte aan aandacht en veiligheid, dus ‘zorg voor een werkomgeving waarin mensen zich veilig en gezien voelen.’ AKOS, het bedrijf van Van Ree, houdt af en toe een pizza-avond om informeel over het bedrijf en de markt te praten. Van Ree: ‘Een klant van ons heeft zijn consultants de deur uit gedaan en elke medewerker een talententest laten doen. Als zich nu een probleem voordoet, worden mensen met relevante competenties erbij gehaald.’
ANDRÉ André Kamps is juridisch adviseur bij juridisch adviesbureau ICTRecht Groningen. Hij is expert op het gebied van intellectueel eigendom, it-contracten, privacy, escrow en continuïteit. Smart Industry en blockchain hebben zijn speciale interesse. Hij is namens ICTRecht ‘Smart Industry Ambassadeur’ en deelt zijn kennis met dit landelijke netwerk van industriële partijen.
www.ictrecht.nl
JURIDISCHE ASPECTEN VAN ARTIFICIAL INTELLIGENCE: WIE IS AANSPRAKELIJK? WIE RECHTHEBBEND? Volgens FME groeit het gebruik van artificial intelligence (AI) in het bedrijfsleven sterk. De ondernemersorganisatie stelt dat AI-toepassingen, zoals advanced manufacturing, smart products, servitization en digital factory, de industrie veel kansen biedt bij productontwikkeling en het verbeteren van productieprocessen. Ook de EU zet zwaar in op AI. De Europese Commissie komt zelfs met een ethische richtlijn voor AI. Maar wat zijn de juridische consequenties van deze ontwikkelingen? Wie is er aansprakelijk als er schade ontstaat door een AI-toepassing? In de AI-keten komen verschillende partijen hiervoor mogelijk in aanmerking. Dat zijn de ontwikkelaar van de AI-toepassing, maar ook de fabriek en haar afnemers. De ontwikkelaar van de AI-toepassing, die niet per se de aanbieder van de toepassing hoeft te zijn, kan bijvoorbeeld stellen dat de schade is ontstaan door verkeerde toepassing van de applicatie. De fabriek kan daarop reageren door te stellen dat het algoritme van de AI niet deugt en dat daardoor de schade is ontstaan. Het is aan deze partijen om vooraf duidelijke afspraken hieromtrent te maken en daar waar nodig een passende verzekering af te sluiten. Diezelfde partijen dienen tevens goede afspraken te maken over het intellectueel eigendom (IP). In eerste instantie is het goed om te bepalen wie de rechthebbende is van de AI-toepassing: wie is de feitelijke maker en wie mag de toepassing op welke manier gebruiken? Indien de aanbieder
van de applicatie een andere partij is dan de ontwikkelaar, moeten de randvoorwaarden onderling goed worden besproken. Ook dient de licentieovereenkomst met de eindgebruikers duidelijk te zijn. Tevens is een interessante vraag wie de rechthebbende wordt van wat een AI-toepassing produceert als die iets produceert waarop IP-rechten rusten. Stel dat een AI-toepassing, zoals een robot, in een fabriek een originele en creatieve keuze maakt. Wordt de robot dan auteursrechthebbende, conform de Auteurswet? Zolang AI-toepassingen als robots geen eigen rechtspersoonlijkheid hebben is dat niet aan de orde. Dus zal de fabriek, die de robot in gebruik heeft, stellen dat zij rechthebbende is, terwijl de maker van de robot daar misschien zijn eigen ideeën over heeft. Voorkom dit soort discussies door vooraf schriftelijke afspraken te maken. We hebben tot nog toe nog maar twee rechtsgebieden besproken. Er zijn nog tal van andere juridische facetten die onderdeel kunnen worden van het toepassen van AI. Denk bijvoorbeeld aan het privacyrecht, wanneer de AI persoonsgegevens verwerkt, of het mededingingsrecht, wanneer de industriële keten algoritmen inzet voor prijsvorming. AI is een onvermijdelijke ontwikkeling met veel kansen voor de industrie, maar ook een ontwikkeling die veel juridische aandacht vraagt.
juni 2019
73
BEURSBEZOEK
MET EEN BUS VOL GELDERSE ONDERNEMERS NAAR DE HANNOVER MESSE
‘AL DAT GESLENTER. HET IS NET WINKELEN, DAT ZIJN MANNEN NIET GEWEND’ hallen Energy, Digital Factory, Integrated Automotion, Industrial Supply en meer. Hannover
oven als de deur open staat bij het bakken. In industriële processen is optimale warmtebeheersing minstens zo cruciaal. ‘We werken voor vele markten. De Hannover Messe is heel breed. Daar zijn vast nog bedrijven te vinden die warmteoplossingen nodig hebben’, verklaart hij zijn deelname.
Messe, dé beurs voor de nieuwste ontwikkelingen in de industrie. ‘Iedereen aan boord?
AARDAPPELS SORTEREN
Ach, er is altijd wel een foutmarge.’
De Hannover Messe komt in zicht. De groep gaat eerst naar het Holland High Tech House voor een kop koffie met koekje. En uitleg van onder meer start-ups en studenten van de 4TU Federatie en Fontys, die daar hun innovaties showen. Wageningen Universiteit ontwikkelt samen met een leverancier van aardappelsorteermachines een apparaat dat 15 ton aardappelen per uur objectief, snel en geheel automatisch sorteert op grootte. Even verderop staat een volumineuze schoonmaakrobot die een standaardruimte van 4.000 vierkante meter in vier uur tijd onder handen neemt en een berichtje stuurt als hij klaar is. Lastige ruimtes kan hij nog niet handlen. ‘Zet er GPS op, dan kan hij ook op onbekend terrein werken’, tipt een deelnemer van de groep lachend. De Gelderse bezoekers gaan ieder op eigen houtje verder. Ze krijgen ruim vier uur vrijaf en lopen zich de benen onder het lijf vandaan, alleen al om ook de andere gezamenlijke Nederlandse stands elders op het terrein te zien: het Green & Smart Mobility Pavilion, het Industrial Supply Pavilion en het Smart Industry House. In die laatste zetelt onder anderen John Blankendaal, managing director van Brainport Industries, in een vrij cleane stand. ‘We hebben geen gadgets nodig, we hebben een verhaal met inhoud. Ik praat me de blaren op de tong, je moet hier heel veel water drinken.’
Het is zes uur in de ochtend. Op de parkeerplaats naast NS-station Elst staat de glanzende spelersbus van het Nederlands elftal (‘Nee, geen VDL-bus, een Mercedes-Benz’) klaar om zo’n veertig ondernemers en andere belangstellenden uit Gelderland naar de Hannover Messe te brengen. Daar lopen ze zich een dag lang de benen onder het lijf vandaan in de
Sunweb en buspartner Betuwe Express regelen alle vervoer voor Oranje naar de trainingen en thuiswedstrijden. Als er niet gespeeld wordt, is de KNVB-bus te huur. Het enthousiasme voor de blauwe bus met zijn leeuw en al zijn stickers op de zijkant is groot. Mensen toeteren, zwaaien en willen op de foto, aldus de chauffeurs.
chauffeur Carel deelt koffie en ontbijtdoosjes uit. Wie wil, pakt de microfoon voor een korte pitch.
DOOR LUCY HOLL
‘Z
ou dat mogen? Zal ik op die voorste stoel gaan zitten?’, vraagt Bart Jilesen, student International Business Administration aan de Radboud Universiteit en ondersteunend projectmanager bij The Economic Board zich af. ‘Tuurlijk, maar dit is wel de stoel van Ronald Koeman van het Nederlands elftal’, zegt chauffeur Carel Werner. ‘Hoe voelt dat?’ De stoel ernaast blijft meestal leeg; de bondscoach wil ruimte om zich heen hebben, maar nu gaat medeorganisator Richard Dobbelmann, business associate van The Economic Board, er zitten. The Economic Board, innovatiemotor voor de regio Arnhem-Nijmegen-Wageningen, organiseert het bezoek aan de beurs samen met Regionaal Centrum voor Technologie Gelderland, Briskr, Radboud Universiteit, Novio Tech Campus, Business Cluster Semiconductors, Kiemt en Industriepark Kleefse Waard. De laatste deelnemer komt aanrennen en de bus vertrekt voor de reis van 350 kilometer. Eén chauffeur rijdt,
74
juni 2019
WARE HOFNAR Toekomstanalist Leontine Hamer uit Beek bij Nijmegen legt uit dat ze een moderne hofnar voor een organisatie kan zijn: ze duidt en prikkelt, is thuis in vele sectoren. Guy Janssen van Key23D uit Elst heeft het over de prototypes die hij maakt met zijn 3D-printer en deelt meteen een zelfgeprinte gadget, een sleutelhanger, uit. Gert-Jan Willems, directeur van verhuisbedrijf UTS Verkroost Nijmegen, vertelt dat het aantal verhuizingen toch wel is gedaald (‘Mensen verhuizen minder en hebben meer wegwerp-IKEA’) en dat hij nu gegrepen is door GOCELO, de internationale organisatie voor slimme, high value logistieke oplossingen, specifiek voor de last mile. En om nog één pitch uit de lange reeks te pikken: Gerard Worm van Novium Composites in Druten, specialist op het gebied van thermische isolatiematerialen, neemt de cake als metafoor: cake komt veel te donker en nat uit de
CHINESE SNOEPJES Verspreid over de hele beurs staan Chinese machinefabrieken met wel bonte uitstallingen van onderdelen en vage posters. En altijd staat er een bordje ondefinieerbare snoepjes op de balie. De meesten zeggen nauwelijks iets en maken geen contact. Ze zitten wat te scrollen op hun smartphones. Eentje ligt met zijn hoofd tussen zijn armen te slapen. Er lopen weinig mensen langs. Hoe de Hannover Messe lonend voor die productiebedrijven kan zijn, is de grote vraag. ‘Nou, vergis je niet in de Chinezen’, zegt directeur Oscar Klein van Klein Mechaniek in Westervoort, deelnemer van de Gelderse groep. Zijn bedrijf (acht medewerkers) ontwikkelt en produceert allerhande kunststofproducten en hij is speciaal geïnteresseerd in verdere automatisering van het spuitgietproces. Hij ziet veel robots en cobots op
en simuleren via digital twins’, zegt Anders Fredholm, vicepresident global business development industrial products van IBM. De mijnwerkers kunnen realtime optimaal worden ingezet. Bij een wisseling van de crew delven robots waar mogelijk stug verder. ‘We kunnen dieper NIET VOOR DE LEUK de mijn in en halen veel De geur van bratwurst en schinkenpfannkuchen, Aan het eind van de middag wisselen de Gelderlanders ervaringen uit met ondernemers meer uit de grond, tegen en tegenwoordig ook falafel en Mexicaanse wraps die op uitnodiging van de Verenigde Maakindustrie Overijssel naar Hannover zijn gekominder kosten, op een trekt door de hallen. Wie even wil zitten, doet er men. Foto’s: Martijn Baudoin veiliger manier’, aldus verstandig aan bij één van de talrijke lezingen en André Jakobs, account & fora aan te schuiven. Een aantal gewichtige application manager van Sandvik. ‘De productie Duitse heren praat in een paneldiscussie over unie, NEVAT, Mikrocentrum, Nijdra en Jeveka is veel gelijkmatiger en betrouwbaarder.’ Ze noeIndustrie 4.0. Het is geen spel. Het is niet voor de staan. Daar verzamelt zich ook een groep ondermen data ‘the next natural resource’. Alleen de leuk wat uitproberen en digitaliseren, benadruknemers uit Overijssel die op uitnodiging van de meest efficiënte mijnen overleven. ken ze. Kleinere bedrijven voelen misschien de VMO, de Verenigde Maakindustrie Overijssel, neiging om risico’s te mijden, de kop in het zand met de bus naar de Hannover Messe is gekomen. te steken voor alle grote veranderingen. Maar ook Ervaringen worden uitgewisseld. ‘Ik heb veel UITSCHAKELING VAN DE MENS zij zullen eraan moeten geloven. ‘Wir müssen es gelopen en veel geslenterd. Het is net winkelen, Helemaal aan de andere kant van het terrein, ver schaffen’, concludeert het panel. dat zijn mannen niet gewend’, zegt Frank van der van de digital factory en Industrie 4.0-drukte, Heijden, business developer bij Cedexis Medical trekt een lezing over ‘Die digitale Transformation Eyewear uit Nijmegen. Het bedrijf van zijn zoon der Arbeitswelt’ veel minder publiek. Mensen op ontwikkelt, levert en implementeert videobrillen de werkvloer krijgen nogal wat over zich heen, voor medisch specialisten en patiënten. Zo’n bril zegt Dorothea Ritter van het Niedersächsische kan bijvoorbeeld zorgen voor angstreductie in de Zentrum für gute digitale Arbeit. Ze haalt een tandartsstoel. Van der Heijden heeft jarenlang bij onderzoek aan onder fabrieksmedewerkers. De Arcadis gewerkt, de laatste jaren als business ene helft is helemaal blij met robots en cobots die director urban water. Hij doet nu af en toe conzwaar werk overnemen. De andere helft voelt sultancywerk voor not for profit organisatie LIFTzich juist sterker belast en meer opgejaagd door cities en helpt zijn zoon. ‘Het ontwikkelen van de de nieuwe collega’s die altijd maar doorgaan. Ritvideobril heeft véél tijd gekost, maar nu gaat het ter: ‘Alles verandert, bereid je maar voor op een lopen. Ik stuitte vandaag op de beurs op een extreme uitschakeling van de mens. Er groeit een bedrijf dat metalen mallen in 3D kan printen. steeds grotere kloof tussen hooggekwalificeerde Daar hebben we misschien wat aan.’ experts en mensen op de werkvloer.’ Ze wijst op IBM en Sandvik Mining & Rock Technology de site Job Futuromat (job-futuromat.iab.de), geven iets verderop een presentatie met de spaneen gezamenlijk project van de ARD, het Institut nende titel ‘How to disrupt a 10.000 year old GEVULDE KOEKEN für Arbeitsmarkt- und Berufsforschung en het industry with sensors and data analytics’. De tijd Robbert Jan Kooij, projectmanager Tech bij Oost Bundesagentur für Arbeit. Wat is de kans om verdat mijningenieurs urenlang in karretjes rondNL en nauw betrokken bij de Industrial Reality vangen te worden door een robot? Die blijkt voor reden om metingen te doen en boven de grond Hub in Overijssel, vertelt enthousiast dat het veel beroepen nu al behoorlijk aanwezig. Een van alles moesten uitrekenen en analyseren, is Duitse Spitzencluster it's OWL (Intelligente engineer in de machinebouw heeft een stuk of wat hen betreft voorbij. Hetzelfde geldt voor al Technische Systeme OstWestfalenLippe) wil praten negen wezenlijke competenties: drie daarvan kan die onproductieve wisselingen van groepen over samenwerking. Binnen de hub werken een robot in principe al overnemen. Het hoeft mijnwerkers waarbij de productie geheel inzakt. bedrijven en kennisinstellingen samen om de niet, het kan. ‘Neem je mensen mee in alle ontDigitalisering en automatisering zetten ook deze mogelijkheden van augmented reality en virtual wikkelingen’, benadrukt Ritter. ‘Dan heb ik het wereld compleet op zijn kop. ‘We meten continu reality voor de industrie te verkennen. Kooij en niet over leren werken consorten zijn een half jaar geleden officieel met een 3D-printer of gestart met hun open innovatienetwerk, nieuwe cobot. Het gaat erom partners zijn welkom. En samenwerking met dat medewerkers zelfinteressante partijen in – om te beginnen – regie nemen en nieuwe Duitsland juichen ze toe. kansen voor zichzelf ‘Het was een superdag’, klinkt het op de terugweg ontdekken. Ze moeten van Hannover naar Elst. ‘Alleen al de busreis met snappen dat de wereld alle onderlinge ontmoetingen maakte het de verandert en dat ze moeite waard.’ Sommigen dommelen wat in, moeten blijven leren.’ anderen zetten een uitgebreide boom op over waterstof als dé energiedrager van de toekomst. Chauffeur Carel doet nog drie rondjes door STAPPENTELLER de bus. Met Mars-repen, gevulde koeken en Tijd voor een borrel Snickers. ‘Neem er maar één mee naar huis, dat en een hapje voor de is lekker. Gelderlanders in het Industrial Supply PaviIndustrie 4.0 is geen spel, ieder bedrijf moet eraan geloven, aldus een paneldiscussie lion, waar organisaties op de beurs. als Koninklijke Metaalwww.theeconomicboard.com de messevloer, heel veel. Vaak ook meer van hetzelfde: ze rijden slim rond, verplaatsen nauwkeurig allerlei blokjes. ‘Maar ik heb één robot gezien bij een Chinese leverancier die echt iets nieuws lijkt te bieden. Als een opstelling net niet staat als verwacht, schuift ie wat, voelt ie wat. Hij twijfelt niet en blijft proberen. Daar kan ik misschien wel wat mee.’ Klein komt op de beurs om inspiratie op te doen. ‘Wat is hier te koop, hoe doen anderen het? Het is de kunst van het afkijken.’
‘Een superdag. Alleen al de busreis met alle onderlinge ontmoetingen maakte het de moeite waard’
juni 2019
75
PROCESVERBETERING
MOBA ZET MET TEST PROEFMATRIJS TRADITIONELE EN INNOVATIEVE PRODUCTIEWIJZE TEGEN ELKAAR AF
‘3D-METAALPRINTTECHNOLOGIE IS ECHT EEN ENORME STAP VOORWAARTS’ Eind mei voerde Moba, fabrikant van machines voor het sorteren, verpakken en verwerken van eieren, een test uit met het 3D-metaalprinten van een proefmatrijs voor het spuitgieten van dikwandige onderdelen, die vaak een langdurige koeltijd kennen. Daarbij werkte het bedrijf uit Barneveld nauw samen met Trumpf, dat in 2015 zijn 3D-printmachines opnieuw op de markt bracht. De eerste voortekenen blijken gunstig: de cyclustijd kon met 30 procent worden bekort. DOOR WILMA SCHREIBER
et Duitse hightechbedrijf Trumpf begon in 1999 al met het ontwikkelen van de innovatieve 3D-printtechnologie, maar vanwege de aanvankelijk zeer beperkte adoptie in de markt duurde het tot 2014 voor het bedrijf weer instapte. ‘Toen ontstonden er steeds meer industriële toepassingen en inmiddels hebben we drie 3D-printmachines in ons portfolio: de TruPrint 1000, 3000 en 5000’, vertelt Lenn Hoek van Dijke, sales engineer additive manufacturing bij de Nederlandse vestiging in Hengelo. ‘De TruPrint 5000 heeft als belangrijk voordeel dat de bouwkamer tot 500 graden Celsius verwarmd kan worden. Dat betekent dat matrijzenbouwers ook materialen kunnen 3D-printen die ze bij de traditionele matrijzenbouw toepassen.’
H
NAUWKEURIGE MAATVOERING 3D-metaalprinten wordt inmiddels in diverse sectoren toegepast, vanwege de voordelen: minder gewicht (aerospace), lagere kosten voor klantspecifieke productie (medische technologie) en de opties in complexiteit. ‘In de matrijzenbouw heb je het dan over complexe, vormvolgende koelkanalen waardoor het kunststof product gelijkmatiger en sneller gekoeld kan worden. Door de gelijkmatige koeling is de maatvoering van het product nauwkeuriger. Dit is voor Moba essentieel, omdat er veel technische producten geproduceerd worden’, aldus Hoek van Dijke. ‘Een effectievere koeling betekent ook een verkorting van de cyclustijd, waardoor je meer producten in kortere tijd kunt produceren met als gevolg een reductie van de kostprijs per spuitgietproduct. ’
76
juni 2019
V.l.n.r. Lenn Hoek van Dijke (Trumpf), William van de Fliert, Richard van Voskuilen en Hans Ruijs (allen Moba). Foto: Geert de Jong
HANDSCHOEN OPGEPAKT Moba was al klant van Trumpf voor de plaatwerkmachinerie. Een bezoek aan de fabriek in Duitsland begin vorig jaar deed de interesse voor 3D-metaalprinten ontstaan. ‘Als wereldmarktleider moet je continu met innovatie bezig zijn om die positie te handhaven. Jos Fessl, destijds director operations bij Moba, zag mogelijkheden voor toepassing van deze nieuwe technologie in de matrijzenmakerij. Wij hebben de handschoen opgepakt en zijn het traject ingegaan’, zegt William van de Fliert, hoofd matrijzenmakerijspuitgieterij bij Moba. Ontwerpers van Moba kregen uitleg over de ontwerp- en productieeisen behorende bij de 3D-metaalprinttechnologie: oppervlakteruwheid, grootte en geometrie van kanaaldiameters, afstand van de koelkanalen tot de vormholte en materiaalkrimp. ‘Normaal gesproken heb je een blok staal, waar je alle massa uit verwijdert die niet nodig is. Bij 3Dmetaalprinten maak je in staal de near net shape oftewel bijna precies de vorm die je wilt, die daarna wordt nabewerkt’, verklaart Hoek van Dijke.
DIMENSIE MEER Richard van Voskuilen, matrijzenconstructeur bij Moba, ondervond de verschillen aan den lijve: ‘Bij de huidige productiemethode heb je minder vormvrijheid bij het ontwerp van je koelkanalen. Normaliter worden koelkanalen geboord. Nu krijg je te maken met rondingen en radiussen en
dat maakt het tekenen complexer. Je hebt in feite een dimensie méér.’ Ook kreeg Moba de gelegenheid om de nieuwe ontwerpen door Trumpf te laten printen om zo de haalbaarheid in de praktijk te onderzoeken. Hoek van Dijke: ‘Wij stimuleren de klant om zo veel mogelijk processtappen zelf te doen, zodat hij zelf de leercurve doorloopt. Zo hopen we de adoptie van deze nieuwe technologie te bevorderen. En Moba kon ook sparren met onze branchespecialisten.’ De intensieve wisselwerking tussen beide bedrijven wierp zijn vruchten af: het printbare ontwerp van Van Voskuilen was in één keer goed.
GELEIDELIJKE AFKOELING Met het 3D-metaalprinten van matrijsdelen hoopt Moba een aantal voordelen te realiseren. ‘Allereerst een hogere vorm- en maatnauwkeurigheid van onze kunststof producten en daarnaast een kortere koeltijd, met een groter proces window bij het spuitgieten. Als je de temperatuur en de snelheid van de flow kunt regelen en zo bij 60 in plaats van 50 graden Celsius kunt koelen, dan krijg je minder spanning in het kunststof deel vanwege de meer geleidelijke afkoeling. Hiermee heb je minder kans op vervorming’, stelt Hans Ruijs, senior engineer plastics. ‘De machines die wij maken voor onze klanten, kunnen duizenden kunststof onderdelen bevatten. Dan is het essentieel dat die onderdelen zo veel mogelijk vorm- en slijtvast zijn. Kwaliteit staat voorop,
want uitval in het veld is een verstoring voor onze klant en betekent een grote kostenpost.’
HARDE METING Omdat Moba het gehele traject van productontwikkeling, matrijzenbouwen en spuitgieten in eigen huis doet, is de businesscase makkelijker te maken. De bijkomende kosten voor de integratie van 3D-metaalprinten verwacht het bedrijf terug te verdienen met de voordelen in het spuitgietproces. ‘Ons doel is de beste eierverwerkende
‘Het ziet ernaar uit dat we kosten besparen bij een hogere kwaliteit kunststof product’
machine voor onze klanten. Nu ziet het ernaar uit dat we aan het eind kosten besparen bij een hogere kwaliteit kunststof product’, aldus Van de Fliert. Eind mei was het tijd voor een harde meting: een test met een proefmatrijs met meerdere inzetblokken, waarbij het spuitgietproces met een standaard koelkanaal werd afgezet tegen het proces met een 3D-metaalgeprint koelkanaal. ‘Moba werkt in totaal met 1.780 matrijzen waarmee 2.000 verschillende artikelen gemaakt worden. Dé grote uitdaging is de koeling en de vraag was of complexere koeling die mogelijk gemaakt
wordt door 3D-metaalprinten het verschil kan maken en ons helpt de beoogde voordelen te realiseren.’
GELIJKE RANDVOORWAARDEN De randvoorwaarden wer3D-printen maakt complexe, vormvolgende koelkanalen mogelijk, waarmee uniforden in beide gevallen zo mere kunststof onderdelen geproduceerd kunnen worden. Illustratie: Moba veel mogelijk gelijk gehouden. Alleen had de reeds geproduceerde matrijs met standaard koelkanahebben we de matrijs onderworpen aan een test len een diameter van 8 millimeter tegen 6 millimet 900 bar en die is glansrijk doorstaan’, aldus meter bij de 3D-metaalgeprinte inzetstukken. Er Hoek van Dijke. Een uitdaging die in de toewerd getest met diverse koeltemperaturen. ‘Uiterkomst getackeld moet worden, is het feit dat proaard realiseerden we dat de waterflow kleiner zou ducten verschillen qua wanddikte, wat betekent zijn door de vele bochten en de kleinere kanaaldat per product een koelingsoptimum bepaald diameters. Ondanks deze geringere flow koelde moet worden. ‘Dat betekent dat we een voorspelhet geprinte koelkanaal over de hele linie toch bare matrijs moeten hebben, waarbij je precies beter, waardoor de cyclustijd met 30 procent kon weet welk effect het koelen heeft op het product. worden bekort’, stelt Ruijs. ‘Dat leverde een aantal Door alle technologische ontwikkelingen, waarleerpunten op: het kanaalontwerp moet zo min onder 3D-metaalprinten, worden matrijzen mogelijk bochten en een grote diameter hebben, bovendien steeds complexer, daar is voor mensen en de lengte van de koelleidingen moet zo gering niet meer aan te rekenen’, zegt Van de Fliert. ‘Met mogelijk zijn. Voor een optimale koeling moeten behulp van het simulatieprogramma Moldex we dus op zoek naar het juiste evenwicht tussen kunnen we het gehele spuitgietproces simuleren lengte, diameter en flow. Dan kunnen we de en vroegtijdig potentiële problemen herkennen. cyclustijd wellicht nog verder verkorten.’ Problemen die we eventueel kunnen oplossen met 3D-metaalprinten. Die 3D-metaalprinttechnologie is echt een enorme stap voorwaarts VOORSPELBARE MATRIJS voor onze innovatieve spuitgietproducten.’ Het feit dat het koelkanaal zich op slechts 2 millimeter van het product bevindt, leidde vooraf bij Moba tot de angst dat bij het inspuiten van de www.moba.net kunststof het kanaal het zou begeven. ‘Daarom www.trumpf.com/nl_NL
vanegmond.nl Elektrogroothandel Industriële Automatisering Kenniscentrum
Uw flexibele schil voor hard- en software engineering
juni 2019
77
PROCESVERBETERING
REDUCTIE VAN COMPLEXITEIT DRIJFT INNOVATIE BIJ B&R INDUSTRIAL AUTOMATION
VAN GRILLIGE CONSUMENT NAAR GERUSTGESTELDE MACHINEBOUWER Consumenten worden veeleisender en grilliger. Producenten moeten daarom almaar sneller steeds meer functionaliteit in telkens weer hogere kwaliteit leveren. En ze moeten daarin steeds flexibeler kunnen schakelen. De doorvertaling van al deze eisen naar hun machineleveranciers laat zich samenvatten als toenemende complexiteit. Terwijl die machinebouwers minder tijd – de time-to-market moet immers korter – en minder mensen – de arbeidsmarkt verkrapt – hebben om daaraan te kunnen voldoen. Systeemleveranciers zoals B&R Industrial Automation kunnen hen helpen, stelt Piet Tak, directeur van de Nederlandse B&R-dochter in Breda. Hij illustreert dat met de nieuwste innovaties. DOOR HANS VAN EERDEN
‘D
e markt is aan alle kanten in beweging’, trapt Tak af, ‘en daarmee worstelen zowel de machinebouwer als de eindgebruiker van diens machines. Complexiteit en flexibiliteit gaan hand in hand, om de klant snel te kunnen leveren wat hij wil. De batch size one wordt bij wijze van spreken elke dag gekwadrateerd.’ Daarbij neemt de data- en informatiestroom exponentieel toe. Alles rondom een product moet goed worden gedocumenteerd en data uit de productie zijn nodig om verder te kunnen verbeteren in product en proces. Een van de zaken die complexiteit toevoegt aan het gesprek met machinebouwers en eindgebruikers, is dan ook cybersecurity, zo heeft Tak ervaren. ‘De ongerustheid daarover is pas laat opgekomen, maar een aantal industriële incidenten met virussen en hacks heeft mensen wakker
‘Het veld roept al geruime tijd om robuustere ontwikkeltools’
geschud. Als je nu over de cloud praat, worden boeken soms al snel weer dichtgeslagen. Er is angst bij machinefabrikanten en eindgebruikers over data in de cloud: welke risico’s zijn daaraan verbonden, wie kan meekijken? Maar tegenwoordig hoef je niet meer alle data naar een centrale server, al dan niet in de cloud, te sturen voor
78
juni 2019
verdere bewerking. Doordat processoren en geheugen steeds goedkoper worden, heb je lokaal meer rekencapaciteit. Daarmee kun je bijvoorbeeld je visionsysteem lokaal intelligentie geven, om alvast beeldbewerking te doen of om de belichting aan te sturen voor voldoende licht en minder schaduwwerking.’ Dit maakt dure computers voor vision overbodig en vermindert tevens het dataverkeer.
Vision eenvoudiger gemaakt: belichting en beeldverwerking geïntegreerd in een intelligente camera. Illustraties: B&R
SOFTWARE Over rekenkracht gesproken, software is tegenwoordig de dominante factor. Dat vertaalt zich in ontwikkeltrajecten die steeds langer worden vanwege de complexe software. Tak: ‘Het veld roept daarom al geruime tijd om robuustere ontwikkeltools. B&R biedt met Automation Studio de ontwikkelomgeving waarin krachtige functionaliteit al is voorbereid met de mapp-technologie. Programmeren is dan standaardfuncties aan elkaar knopen, zoals alarmafhandeling, reporting, dataopslag en -uitwisseling en lokale datavoorbereiding. Of, zoals voor de farmaceutische industrie, timestamping van elke stap in een productieproces, conform de FDA-richtlijnen. ‘Met die mapp-technologie kunnen onze klanten relatief snel applicaties realiseren, waarbij de onderliggende complexiteit wordt afgeschermd. Nu rekenkracht en geheugen volop en goedkoop beschikbaar zijn, hoeven zij zich geen zorgen meer te maken of ze wel zuinig met geheugen zijn omgesprongen en of de processor niet te zwaar wordt belast’, aldus Tak. Tevens wordt op deze manier het testen van de complete software een stuk eenvoudiger. ‘Door mapp-technologie te gebruiken, ben je bijna 100 procent zeker dat al die functies goed werken.’ Met als resultaat dat de
ontwikkeltijd en dus de time-to-market worden bekort en dat er minder – moeilijk te vinden – softwareontwikkelaars nodig zijn.
SIMULATIE EN RUN Ook voor de hardware probeert B&R de complexiteit in toom te houden, onder meer op het gebied van lineaire transporttechnologie. Zo levert B&R diverse modulair opgebouwde transportsystemen: naast SuperTrak (van het Canadese ATS Automation waarmee het bedrijf drie jaar geleden een partnership aanging) is dat de eigen B&R-ontwikkeling ACOPOStrak. Dat platform is ontworpen voor flexibiliteit, adaptiviteit, efficiëntie en schaalbaarheid in de productie van de goederen die over dit transportsysteem gaan. Niet alleen is de besturing geheel geïntegreerd in de softwareomgeving van B&R, ook is daarvoor een simulatie-mode beschikbaar, verklaart Tak. ‘Het zijn kostbare systemen, dus de klant wil eerst zien dat het werkt voordat hij ‘ja’ zegt. Met ons simulatiepakket kun je hele productiesystemen bouwen, waarmee je realtime ziet wat er gebeurt. Als het goed loopt, weet je bijna zeker dat het ook werkt als je de hardware installeert. De besturing schakelt dan geruisloos van simulatie- naar
run-mode. Daarmee hebben we een voordeel op de concurrentie.’
OT EN IT Intussen groeien de OT en IT, oftewel de fabrieks- en de kantoorautomatisering, naar elkaar toe en beleven we de opkomst van het internet of things (IoT). Daarmee neemt de complexiteit van de data-uitwisseling en -verwerking en dus van de fabrieksbesturing verder toe. Machinebouwers moeten steeds meer data uitwisselen: intern in hun eigen systemen, in de complete lijn met componenten en machines van ander fabricaat en met de klant. Tak: ‘Veel eindklanten worstelen met dat IoT en zeggen tegen de machinebouwer: laat jouw machine maar de centrale rol vervullen.’ B&R heeft daarvoor APROL, dat als bovenliggend besturings- en monitoringssysteem kan fungeren en weer naadloos aansluit op Automation Studio. Met Process Data Acquisition kan APROL complete functies verzorgen, zoals energy monitoring of predictive maintenance. Met de Orange Box kan de besturing data halen uit plc’s van andere fabricaten en op oude, relaisgestuurde machines kan een ingangsblok worden geplaatst om de data digitaal beschikbaar te krijgen. ‘Zo wordt de verbinding tussen OT en IT echt laagdrempelig.’
COMMUNICATIE Belangrijk in die industriële wereld met zijn uiteenlopende bussystemen voor data- en besturingscommunicatie is natuurlijk ook het
gebruikte protocol. Wat dat betreft is Tak blij dat er van OPC UA (Open Platform Communications - Unified Architecture) eind vorig jaar een variant voor realtime datatransmissie over ethernet is geïntroduceerd. Met Time-Sensitive Networking (TSN) is dit open protocol nu goed toepasbaar voor machineen procesbesturing en de meeste fabrikanten hebben het als standaard geaccepteerd, met B&R als een van de grondleggers. ‘Er was de nodige ruis rond de verschillende protocollen: of ze nu wel of niet realtime waren en welke snelheden ze boden, waarbij Met de mapp Trak software is een applicatie voor het ACOPOStraktransportsysteem te simuleren. Na installatie van de hardware kan deze nogal eens appels met peren werden meteen worden gebruikt voor de besturing van het fysieke systeem. vergeleken. Het is daarom een goede zaak dat OPC UA over TSN nu een breed gedragen standaardprotocol is. Bovendien is het zo’n achttien keer sneller dan de monitoring van hun asset performance realide snelste van de andere ethernetgebaseerde seren, waardoor ze met één druk op de knop op protocollen. Als je dit gebruikt, ben je in staat elk moment van de dag kunnen zien hoe hun grote hoeveelheden data met enorme snelheid te installaties wereldwijd presteren.’ En daarmee verwerken en door te zetten. Dat is een goede zet houdt de drang tot het beteugelen van de comom de toenemende complexiteit in de industriële plexiteit nog niet op, meldt Piet Tak tot besluit. datacommunicatie het hoofd te bieden.’ ‘B&R bouwt nu bij het hoofdkantoor in Oostenrijk een Automation Campus. Daar wordt onder meer gewerkt aan de nieuwste ontwikkelingen op INTELLIGENTIE het gebied van AI, machine learning en digital Voor dataverwerking tot slot kunnen gebruikers twins.’ Complexe technologie voor eenvoudige met de B&R Asset Performance Monitor nu oplossingen. aanhaken bij de oplossing die het B&R-moederbedrijf ABB biedt met ABB AbilityTM. ‘Daarmee kunnen klanten bijvoorbeeld een oplossing voor www.br-automation.com
WELKOM IN DE PANASONIC EXPERIENCE ROOM
In onze Experience Room onderzoeken we met jou de oplossingen voor jouw specifieke situatie. We doen dat onder andere met onze testbank, in het midden van de ruimte. Ook laten we zien waar combinaties van bijvoorbeeld sensoren met PLC’s, lasertechniek en vision-technologie toe leiden. Juist die wisselwerking zorgt voor inspiratie over branches heen. Wie weet, brengt een applicatie uit een andere werkomgeving jullie verder.
MAAK EEN AFSPRAAK
Soms wil je de nieuwste applicaties gewoon zien. Wil je ze testen, ervaren en beoordelen. Niet van papier, maar in de praktijk. Dus is het precies dát wat we je gaan bieden, met onze gloednieuwe Experience Room. Deze is open vanaf 1 mei 2019 op onze locatie in Best en draagt bij aan het antwoord op jouw unieke vraag.
------------------------------------------------------Organisaties optimaliseren waar ze kunnen. Ook die van jou. Bezoek daarom eens onze Experience Room, voor een vrijblijvende verkenning van de nieuwste applicaties. We laten ze je graag zien en ervaren. Bel of mail voor een afspraak!
Panasonic Electric Works Sales Western Europe B.V. | De Rijn 4, Best +31(0)499 37 27 27 | secr.pewswe@eu.panasonic.com | www.panasonic-electric-works.nl
juni 2019
79
SERVITIZATION
RONDETAFEL WIJST UIT: SERVITIZATION STAAT OP DE AGENDA, MAAR NIET BOVENAAN
‘EEN SERVICECLUB OPTUIGEN IN CHINA, DAT GAAT ’M NIET WORDEN’ Jawel, servitization – naast sec spullen verkopen proactief nieuwe diensten aanbieden – heeft de aandacht in de agrifoodmachinebouw. Maar niet door af te rekenen per kilo eindproduct die de machines produceren. Het draait om detailkennis van de markt, van de klant en zijn eindproduct. ‘Want spinazie verwerken is iets compleet anders dan wortelen of erwten.’ Alleen zo kunnen we tegenwicht bieden aan China dat allang geen ‘namaak-
• ‘De eindklant wil geen machine maar een oplossing voor zijn probleem.’ • ‘Klanten kiezen voor ons omdat wij hen helpen een frietfabriek van a tot z te bouwen.’ • ‘In Azië is de mindset nog steeds: we kopen per kilo.’ • ‘Voedselveiligheid staat voorop, elke verontreiniging moet eruit.’
land’ meer is. Verslag van een levendige ‘rondetafel’ in het West-Brabantse.
Staand: Gert Jan Braam (ING). Van hem af met de klok mee: John van Ginkel (Link Magazine), Steve Van Cauter (ING), Erwin Tummers (Tummers), Lennaert van Dijk (Tummers), Frank Groot (Isah), Michel Corbeau (Nemag), Pim Campman (verslaggever), Frank Marks (Praetimus), Rik Wijnhorst (Foodmate), Sven Verton (Foodmate), Paul Wortel (Ardo), Ricardo Moerkens (Tummers), Fons Tummers (Tummers). Foto’s: Erik van der Burgt
DOOR PIM CAMPMAN
D
e discussie, die ING en Link Magazine onder de noemer TalkING Industry organiseerden, vond medio april plaats bij Tummers Food Processing Solutions in Hoogerheide. De deelnemers vertegenwoordigden vier familiebedrijven – drie machinebouwers en een eindklant – en een leverancier van ERP-systemen voor de maakindustrie (Isah). Verder schoven representanten van ING en Link Magazine aan (zie kader). Gert Jan Braam (ING) trapt af met de constatering dat de groei in de Nederlandse industrie
80
juni 2019
dit jaar afvlakt, maar – anders dan de Duitse – nog wel 1 procent of hooguit 2 procent plust. ‘Ondanks mooie resultaten zien we in de toeleverketens de productiviteit en soms de marges teruglopen. Door procesoptimalisatie en digitalisering is op dat vlak nog heel veel winst te behalen.’
TE KLEINE NICHE? Voorafgaand aan een voorstelrondje geeft gespreksleider Frank Marks (Praetimus) alvast richting aan de discussie. ‘Continu de klant in het vizier houden is een van de thema’s van vanavond en de kapstok voor een aantal stellingen.’
Een halfuurtje later poneert hij de eerste stelling: ‘Het aanbieden van extra diensten op basis van data is in 2025 gemeengoed. Zonder waardetoevoeging neemt China Inc. de markt over.’ Niet volgens Fons Tummers: ‘Kwaliteit verkoopt zichzelf, nog steeds. Massafabricage komt al langer uit China en dat zal zo blijven. Maar in segmenten waarin je wilt en kunt uitblinken, kun je hier een goede boterham blijven verdienen.’ Marks: ‘Consumentenelektronica komt al lang niet meer uit West-Europa, maar uit het Verre Oosten. In China ontworpen en gebouwde auto’s gaan de concurrentie aan met Tesla. En Caterpillar wordt aan de onderkant weggeconcurreerd door
Lennaert van Dijk (midden): ‘Oneerbiedig gezegd bouwen wij machines om aardappels te wassen.’
Chinese en Koreaanse merken. U zegt: kwaliteit verkoopt zichzelf, maar geldt dat dan niet voor een rap kleiner wordende niche?’ Tummers: ‘Grote voedselproducenten als Nestlé die elders in de wereld een fabriek opstarten, willen equipment van Europese kwaliteit.’
ENORME INHAALSLAG Even later brengt Marks de discussie terug op die waardetoevoeging met diensten: ‘Een bedrijf als ASML haalt inmiddels circa 25 procent van de omzet uit diensten, deels traditioneel onderhoud en deels ook applicatie- en softwaresupport, upgrades en advies.’ Steve Van Cauter (ING) voegt toe dat door de snelle technologische ontwikkelingen het verschil tussen koplopers en peloton steeds groter wordt en dat ondernemingen meer dan vroeger moeten nadenken over het toekomstige verdienmodel. Lennaert van Dijk (Tummers): ‘Oneerbiedig gezegd bouwen wij machines om aardappels te wassen en friet te snijden. Een serviceclub optuigen om machines
Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control
Fons Tummers, rechts: ‘Kwaliteit verkoopt zichzelf, nog steeds.’
in China te onderhouden, dat gaat ’m niet worden.’ Paul Wortel (Ardo) valt Marks bij: ‘Japan heeft in de jaren 50-60 die enorme slag van ‘namaak’-industrie naar producten van hoge kwaliteit gemaakt. Die kant gaat China ook op. En dan kunnen we ons in West-Europa alleen onderscheiden door meer te doen dan machines bouwen en leveren. De eindklant wil geen machine maar een oplossing voor zijn probleem. Dat pad zijn wij (Ardo is leverancier van vriesverse groenten, red.) ook opgegaan. Wij hebben koks in dienst die eindgebruikers, bijvoorbeeld restaurants, bezoeken om te laten zien welke lekkere gerechten ze met onze producten kunnen maken. Bevalt dat, dan zullen ze hun leverancier aanraden dat product in zijn assortiment op te nemen. Kortom, door meer te doen dan alleen groenten leveren, kunnen we meer verkopen.’
ALIBABA-KLANTEN
ïne en Oezbekistan kiezen voor ons, omdat wij hen helpen een frietfabriek van a tot z te bouwen. Daarin onderscheiden we ons van de dozenschuivers die alleen commodity en volume verkopen. Wij richten onze pijlen dus niet alleen op de mature landen, maar ook op landen waar nu nog geen aardappels en frietjes gegeten worden. Daar ligt onze toekomst.’ Naast de lokale voedselproducenten en de multinationals – de McCain’s, de Lamb Weston Meijer’s, de Aviko’s – heeft Tummers tegenwoordig een nieuwe categorie klanten, die zij Alibaba’s noemen: ‘Rijke Saoedi’s en Indiërs die de 200 miljoen dollar die ze over hebben, investeren in een frietfabriek omdat ze ergens gelezen hebben dat dat de toekomst is.’ Rik Wijnhorst (Foodmate) herkent zich daar volledig in. ‘Zeven jaar geleden ontmoette ik op een beurs een man die in Saoedi-Arabië woont. Van kippen slachten, laat staan een slachterij bouwen, wist hij helemaal niks. En toch wilde hij
Ook Tummers biedt klanten toegevoegde waarde, verzekert Van Dijk. ‘Klanten in landen als Oekra-
LEES VERDER OP PAGINA 83
IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power
RF Semiconductors Sensors Test and Measurement
Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl
2
www.acalbf i.com/nl
juni 2019
81
Heembouw op weg naar volledig virtueel proces www.heembouw.nl
www.gronddatabank.nl
“BIM en Virtueel bieden optimale klantbeleving” Afgelopen jaar ontving Heembouw de Piet Heyn award voor de wijze waarop Heembouw innovatie en toegevoegde waarde gebaseerd op datatoepassingen inzet in het klantproces. Zo is Virtual Reality niet meer weg te denken uit het klantproces en worden alle stappen, van ontwerp tot en met de daadwerkelijke oplevering in BIM, in 3D
Heembouw realiseerde een nieuw distributiecentrum met regiofunctie voor Plieger. Habeon Architecten maakte het ontwerp voor de duurzame nieuwbouw voor deze landelijke groothandel in sanitair, verwarming, elektra en installatiemateriaal.
uitgewerkt. En ook in de toepassing van data ontwikkelt Heembouw zich steeds verder. Commercieel directeur Heembouw Rinus
ontwerp van het gebouw te komen, werken we
Verhey: “De toepassing van data in ons advies
3D, in BIM, uit. We starten met het helder krijgen
aan klanten, ontwikkelt zich steeds verder.
van het programma van eisen: wat gaat een
We kunnen door het gebruik van de actuele
klant in zijn nieuwe gebouw doen; hoe loopt
kadastrale gegevens real time de meest actuele
het logistieke proces, in- en outbound? Wat
situatie ten aanzien van huisvestingslocaties
is er wenselijk op gebied van automatisering,
bekijken. Zo kan je klanten direct laten zien
mechanisering en robotisering? Aspecten die
welke randvoorwaarden aan de keuze voor
van invloed zijn op de inrichting van je gebouw.
een kavel zitten, zoals milieu-eisen, toegestane
Is het PVE eenmaal helder, dan is dit het
bouwhoogte maar ook de actuele stand
vertrekpunt voor het ontwerp.” Een ontwerp komt
Virtueel opleveren vóór de bouw van start gaat, zorgt ervoor dat tijdig alle aandachtspunten besproken en opgelost worden, zodat de bouw geruisloos verloopt.
van zaken van het bestemmingsplan. Nu
in stappen tot stand. Verhey: “Dat begint met
Virtuele oplevering voor start realisatie
green field locaties “opgedroogd” raken en
een kavelstudie; hoe past het gebouw met het
Inmiddels wordt ook de oplevering eerst
bestemmingsplannen nogal eens op procedurele
vereiste buitenterrein optimaal op het kavel? En
virtueel gedaan. Verhey: “Hoe verder je in het
bezwaren stuiten, is het cruciaal om klanten een
hoe passen de logistieke bewegingen op, van en
proces komt, hoe meer details we visueel in
goed en actueel beeld te kunnen geven van de
naar het terrein hierop? Vervolgens komen we
kaart kunnen brengen met VR. We leveren een
beschikbare locaties.”
met voorstellen over de optimale lay-out van het
gebouw nu eerst virtueel op, terwijl de bouw nog
pand, en de verdere vormgeving van het pand.
moet starten. Dat brengt alle aandachtspunten
Virtueel bezoeken van locaties
Onze interieurarchitect is vanaf het begin af aan
naar boven, die je kan oplossen voor de realisatie
Virtual Reality speelt hierbij een belangrijke
bij het ontwerp betrokken, zodat de buiten- en
van start gaat. Dat zijn vaak kleine punten, zoals
rol. Verhey: “Wij passen in steeds meer
binnenkant van het gebouw goed op elkaar
het veranderen van de draairichting van een
fasen van ons proces VR toe. Zo kunnen we
aansluiten en echt in harmonie met elkaar zijn.
deur of het aanbrengen van extra stopcontacten
potentiële vestigingslocaties virtueel bezoeken.
Al deze stappen worden ook in BIM uitgewerkt
voor bijvoorbeeld buitenverlichting. Allemaal
En alle stappen die we samen met ons
en komen met Virtual Reality echt tot leven voor
veranderingen die we vóór de realisatie al
architectenbureau nemen om tot het uiteindelijke
onze klant.”
hebben opgelost.”
Op industrieterrein Tradepark 58 in Tilburg realiseert Heembouw een nieuw bedrijfspand voor Textaafoam. Habeon Architecten maakte het ontwerp voor de nieuwbouw voor deze toonaangevende industriële groothandel voor meubelstoffen in Europa, in samenwerking met Quadrant4 en interieurarchitect H-Kwadraat architectuur uit Tilburg. De oplevering is naar verwachting in juni 2019.
Het commercieel team van Heembouw Bedrijfsruimten. V.l.n.r: Rinus Verhey, Job Kuijpers, Dennis Manting, Suzan Buter, Djoerd van Velzen, Rolf Verdel, Toni Collens en Steven Bellen.
Steve Van Cauter (midden): ‘Door de snelle technologische ontwikkelingen wordt het verschil tussen koplopers en peloton steeds groter.’
VERVOLG VAN PAGINA 81
dat. De grote leveranciers negeerden hem. Ik niet: ik heb hem het hele proces uitgelegd. Inmiddels heeft hij slachterijen gebouwd in onder meer Pakistan, Oezbekistan en Tadzjikistan – en is hij een van onze grootste klanten. Puur op vertrouwen en omdat wij meedenken.’
Erwin Tummers ziet dat steeds vaker gebeuren. ‘Machines ontwikkelen en doorontwikkelen kunnen we niet zonder de klant. Diens kennis is nodig om te achterhalen wat fout gaat of beter kan, en onze kennis om dat perfect op te lossen. Intensief samenwerken is dus een noodzaak. En lossen we het samen goed op, dan loopt een klant niet snel weg.’
IT-SYSTEMEN CRUCIAAL VROEGER WAS FRIET FRIET Marks: ‘Is het denkbaar dat jullie straks niet meer betaald worden voor de machines, maar per x aantal gesneden frietjes of geslachte kip?’ Van Dijk ziet dat niet gebeuren. ‘Zo’n businessmodel past misschien bij multinationals: Philips die licht in plaats van lampen verkoopt. Onze meerwaarde zit ’m in heel veel kennis van aardappelverwerking en aardappels an sich – een natuurproduct dat ongelooflijk veel rassen omvat, die per oogst in grootte, vochtgehalte en noem maar op verschillen’, zegt hij. ‘En daar komt de enorme variatie aan friet nog eens bij. Vroeger was friet friet. Nu heb je oma’s friet, artisanale friet, friet met een velletje, gekrulde friet, enzovoort, enzovoort. Ontwikkel maar eens sensoren om daar een vast bedrag per kilo op te leggen.’ Dat triggert Michel Corbeau (Nemag): ‘Wij leveren een functie en ontzorgen klanten graag door hun advies te geven – heb je hier en daar aan gedacht? Maar met name in Azië is de mindset nog steeds: we kopen per kilo. Wat kost het bij jou per kilo? De staalprijs is lager, dus kan jouw grijper wel goedkoper. Dan verlies je het altijd, daarvoor is produceren in Nederland gewoon te duur.’
OPLOSSEN MET DE KLANT Met kennis het verschil maken wordt steeds belangrijker. Van Dijk: ‘We zien dat klanten de proceskennis uit hun organisatie wegsaneren en gaan leunen op de grote ingenieursbureaus – waar ze nooit een aardappel of kip van dichtbij hebben gezien.’ Dat de machinebouwers in de agrifood met complexiteit te dealen hebben, staat voor Wortel buiten kijf. ‘In onze wereld geldt: voedselveiligheid staat voorop, elke verontreiniging – in jargon: productvreemde materialen – moet eruit. Daar worden we steeds vaker en intensiever op geaudit. Maar spinazie verwerken is iets compleet anders dan wortelen of erwten. Dan heb je niets aan standaardmachines die 80 procent van de verontreinigingen afvangen. Je wilt dedicated machines hebben – en die kan de fabrikant alleen ontwikkelen als ze onze processen door en door kennen. Samenwerken dus.’
Gevraagd naar de veranderingen die hij tussen nu en 2025 verwacht, zegt de Tummers-ceo: ‘Verdere verhoging van de capaciteit. Vroeger verwerkte een lijn tien ton per uur, vandaag tachtig ton, op bijna dezelfde oppervlakte en met dezelfde onderhoudskosten.’ En als stip op de horizon ziet hij kansen in waar Industrie 4.0 op focust: connected machines die van elkaar leren, sensoren die total control mogelijk maken – onder meer door predictive maintenance en man-arme, lightoff productie, zonder CO2-uitstoot en energieneutraal. Maar dat is nog toekomstmuziek. Iedereen is het erover eens dat it-systemen cruciaal zijn om processen optimaal te beheersen en efficiënter te maken. Frank Groot (Isah): ‘Werden
Frank Groot (tweede van rechts): ‘Klanten snappen heel goed dat een ERP-systeem data en inzicht verschaft.’
ERP-systemen voorheen gezien als een ‘moetje’ waarin je het administratieve proces vastlegt om de klant uiteindelijk een factuur te kunnen sturen, vandaag snappen bijna al onze klanten heel goed dat het een informatiesysteem is dat je de data en het inzicht verschaft om je processen efficiënter in te richten.’ Tot slot komt er nog een urgent probleem ter tafel: de onbalans in uitstroom en instroom van technische vakmensen. Waaraan sommigen het tanende arbeidsethos toevoegen. Corbeau nuanceert dat laatste. ‘Ik merk wel dat er een verschuiving is: werk en vrije tijd moeten – meer dan vroeger – in balans zijn. Maar onze ervaring is dat de arbeidsethos an sich zeker niet slechter is, laat staan tanende.’ En daar wordt nog best lang in stevige taal over nagetafeld. www.praetimus.com www.tummers.nl www.foodmate.nl www.nemag.com www.ardo.com www.isah.com www.ing.nl
DEELNEMERS Gespreksleider Frank Marks is partner van consultancybureau Praetimus in Zeist, dat maakbedrijven helpt de reis van sec productleverancier naar servitization te maken. De afgelopen zes jaar was hij tevens parttime interim-manager bij ASML. Fons Tummers is oprichter van Tummers Food Processing Solutions. Hij droeg drie jaar geleden de leiding over aan zoon Erwin; als senior advisor is hij nog bijna dagelijks in het bedrijf te vinden. Erwin Tummers begon 23 jaar geleden in de werkplaats en heeft daarna zo’n beetje alle rangen doorlopen. Van 2006 tot 2016 was hij algemeen directeur van Tummers Machinebouw. September 2017 werd voor die functie ex-ondernemer Lennaert van Dijk binnengehaald. Ricardo Moerkens, twintig jaar werkzaam in het bedrijf, is managing director van Tummers Plaatbewerking, de interne toeleverancier van plaatwerk met ook veel externe klanten, die hij mede heeft opgezet. Rik Wijnhorst is general manager van Foodmate in Numansdorp. Hij werkt sinds de oprichting in 2006 bij deze snelgroeiende leverancier van kippenslachtmachines, met ook vestigingen in Polen, VS en Brazilië. Sven Verton is als junior operations manager onder meer druk met procesverbetering aan de hand van engineering to order (ETO) en configure to order (CTO).
Paul Wortel is manager investments bij Ardo in Zundert, onderdeel van het Belgische familiebedrijf Ardo Group, de grootste producent van diepvriesgroenten, -kruiden en -fruit (‘van zaadje tot klant’) in Europa. Het bedrijf levert onder meer aan de retail en aan ziekenhuizen. Michel Corbeau is general manager van Nemag in Zierikzee, fabrikant van grijpers waarmee in havens overal ter wereld droge bulk (ijzererts, kolen, bauxiet, agri-producten, enzovoort) worden overgeslagen. ‘Wij richten ons met name op het zo snel mogelijk lossen van schepen’, legt hij uit. ‘De grijper bepaalt in hoge mate de snelheid en efficiëntie voor de klant.’ Frank Groot is commercieel directeur van Isah Business Software in Tilburg. Isah ontwikkelt en implementeert ERP-systemen exclusief voor de maakindustrie. Hij bespeurt een majeure trend in die markt: ‘Hoe kun je intern zo veel mogelijk standaardiseren en extern toch maatwerk leveren? Dat vergt een goede integratie van het ERP-systeem met het CAD-systeem en productconfiguratoren (sales).’ Namens ING namen deel: Gert Jan Braam, sector banker industry, en Steve Van Cauter, directeur industry, ING Grootzakelijk regio Zuid-West. John van Ginkel, uitgever van Link Magazine.
juni 2019
83
AUTOMATISERING
TEMBO/TDC ZET IN OP NEXT GENERATION PRODUCTS EN DUURZAAMHEID
‘WE KIJKEN VERDER DAN WAT OP HET EERSTE GEZICHT MOGELIJK LIJKT’ Sinds 2006 richt de Kampense machinebouwer TDC zich niet meer alleen op de tabaksmarkt, maar ook op zogenoemde next generation products. Het machineplatform Genesis voor het maken en vullen van e-vaping cartridges – sterk in opmars als een minder schadelijk alternatief voor de traditionele sigaret – is daar een voorbeeld van. Om de ontwikkeling en het onderhoud van de platformen beheersbaar te maken, werd recentelijk de PLM-oplossing PRO.FILE geïmplementeerd. ‘De innovatieve en veranderende markt maakt het noodzakelijk dat de machines veranderen.’
DOOR PIM CAMPMAN
embo is de nieuwe naam van de internationale bedrijvengroep waar TDC deel van uitmaakt. Tembo is van oorsprong een sigarenfabriek, in 1912 opgericht door Hendrikus van der Sluis. Een van zijn zonen begon met het automatiseren van de fabriek en het handelen in tweedehandsmachines. Van daaruit groeide het bedrijf door naar het zelf bouwen en ontwerpen van machines. Hiervoor werden bedrijven opgericht in onder meer Polen en Groot-Brittannië, en bedrijven overgenomen, zoals het Zwitserse TDC.
T
Jeroen Slobbe (links) en Sander van Hoegee: ‘We genieten ervan om samen met onze klanten elke handeling tot in perfectie te automatiseren.’ Foto: Rick Kloekke
heden hebben, versterken zij elkaar. Zo maakt TDC regelmatig gebruik van de productengineeringsvaardigheden van Tricas in Zwolle en kan zij technologische ontwikkelingen die bij bijvoorbeeld TDC in Kampen of IMAtec in Luxemburg gedaan zijn, in de eigen machineplatformen toepassen.’ Voor service en onderhoud maakt TDC gebruik van Tembo’s service centers in onder meer Maleisië, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Rusland. ‘TDC levert dus niet alleen hoogwaardige, innovatieve machineplatformen, maar kan ook wereldwijd het onderhoud verzorgen.’
ELKAAR VERSTERKEN Sinds een jaar of twaalf staat de vierde generatie Van der Sluis aan het roer van de bedrijvengroep. Die breidde de activiteiten uit naar andere markten dan de tabaksmarkt en voegde diverse bedrijven toe. Daaronder de product-engineersgroep Tricas en de machineontwikkelaars IMAtec, EME Engel en SPI Developments. Vandaag zijn veertien bedrijven, met samen twintig vestigingen in tien landen, onderdeel van de groep. Vanwege die expansie wordt sinds kort een nieuwe groepsnaam gehanteerd: Tembo. Managing director Jeroen Slobbe: ‘Alle bedrijven behouden hun eigen naam, maar presenteren zich gezamenlijk als Tembo-bedrijven. Omdat deze ‘expertbedrijven’ elk hun eigen specialismes en vaardig-
84
juni 2019
OPTIMALE CUSTOMISATIE De automatiseringsplatformen die TDC klanten aanbiedt, maken optimale customisation mogelijk, zegt Jeroen Slobbe. ‘Het unieke hierbij is dat op elk platform meerdere handelingen verricht kunnen worden. Dit bespaart menskracht en vloeroppervlakte. Onze platformen verhogen de flexibiliteit in de productie, werken met uitermate hoge precisie, produceren in hoge volumes en zijn gebouwd om foutloze output te realiseren.’ Vanuit een modulaire basis configureert TDC elk platform exact naar de wensen en behoeften van de klant. De modulaire opbouw stelt klanten tevens in staat om het platform aan te passen aan veranderende marktwensen en
nieuwe productspecificaties. ‘Kenmerkend voor TDC is dat we verder kijken dan wat op het eerste gezicht mogelijk lijkt. Onze engineers zijn creatief en ondernemend en altijd op zoek naar mogelijkheden om onze platformen sneller, nauwkeuriger en eenvoudiger te maken. Onze basisplatformen blijven we daarom altijd doorontwikkelen. We genieten ervan om samen met onze klanten elke handeling tot in perfectie te automatiseren’, aldus Slobbe.
NEXT GENERATION PRODUCTS Tembo denkt met technologie de wereld een stukje beter te kunnen maken. Zo gaat het bedrijf onder de naam Tembo Paper in Kampen zelf papieren rietjes produceren. De technologie hiervoor heeft IMAtec ontwikkeld. ‘Door deze machines niet alleen te leveren aan externe partijen, maar de rietjes ook zelf te produceren, hopen we plastic rietjes op zo kort mogelijke termijn overbodig te maken.’ Naar verwachting start de productie deze zomer. Bij TDC ligt de focus momenteel vooral op de doorontwikkeling van het machineplatform Genesis. Diverse multinationals maken inmiddels gebruik van dit platform, onder meer voor de productie van e-vaping cartridges. Genesis combineert modules voor micro-assemblage met vultechniek. ‘Het assembleren en vullen van de
cartridges vindt dus plaats op één en hetzelfde platform. Hierdoor kunnen op een relatief klein vloeroppervlak met veel precisie, in hoge volumes producten van foutloze kwaliteit geproduceerd worden.’ TDC heeft het Genesis-platform geheel in eigen huis ontwikkeld, aldus Slobbe. ‘Sinds 2018 neemt de vraag naar het platform enorm toe.’
INTEGRALE IT-OPLOSSING Het succes van Genesis leidt ertoe dat TDC efficiënter moet gaan werken om de platformen beheersbaar te houden, vertelt business process engineer Sander van Hoegee. ‘Daarnaast maakt de innovatieve en veranderende markt het nood-
Trimergo, red.). Deze systemen ondersteunen direct het primaire proces, en door deze integrale oplossing zijn veel handelingen geautomatiseerd.’ TDC slaat in PRO.FILE nu alle tekeningen van de machines op en kan een eenduidig revisieproces toepassen. Tevens biedt PRO.FILE de mogelijkheid de standaard vast te leggen en te beheren volgens de door TDC vastgestelde processen en procedures, vertelt Van Hoegee. ‘Een ander voordeel is dat het PLM-systeem een scheiding maakt tussen de revisies waaraan ge-engineerd wordt en die in productie gebruikt mogen worden. Daardoor zijn de taken en verantwoordelijkheden duidelijk gealloceerd en heeft iedereen toegang tot relevante informatie.’ In combinatie met de filesharing-toepassing PROOM – het collaboratieve PLM-platform binnen de PRO.FILE suite voor bestandsuitwisseling dat specifiek op de eisen van de productiesector is toegesneden – is TDC binnenkort in staat de tekeningen volledig geautomatiseerd beschikbaar te stellen aan leveranciers en andere belanghebbenden, aldus Van Hoegee. ‘Per inkooporder wordt in de leveranciersomgeving van PROOM een map aangemaakt waar de tekeningen voor de betreffende order te downloaden zijn.’ Een systeem voor het artikelbeheer geeft TDC de mogelijkheid om het
‘Doel is modulariteit in alles door te voeren en vast te leggen in PRO.FILE’
zakelijk dat de machines veranderen. Om de ontwikkeling en het onderhoud van deze platformen beheersbaar te houden, hebben we het PLMsysteem PRO.FILE van PLM Xpert geïmplementeerd – en geïntegreerd met onze CAD- en ERPsystemen (respectievelijk SolidWorks en
TEMBO GAAT VOOR DUURZAAM Tembo wil niet alleen bijdragen aan betere en alternatieve producten van klanten, maar zoekt ook zelf naar manieren om zo duurzaam mogelijk te zijn. Zo is het bedrijf aardig op weg om het hoofdkantoor in Kampen energieneutraal te maken. Op het pand liggen zo’n 1.700 zonnepanelen. Daarnaast wordt geëxperimenteerd met een nieuwe manier van energieopslag, op basis van waterstof. Jeroen Slobbe: ‘En door te investeren in een elektrisch wagenpark en door videoconferencing in te zetten, proberen we onze impact als internationaal bedrijf zo klein mogelijk te maken. Daarnaast vinden we het ook belangrijk om te investeren in de leefbaarheid rondom onze vestigingen en in de ontwikkeling van mensen. Daarom zijn we een van de dragende krachten achter Perron038, een innovation hub in Zwolle waarin productiebedrijven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen nauw gaan samenwerken.’
modulair denken verder te implementeren. ‘Ons doel is om modulariteit in alles door te voeren en vast te leggen in PRO.FILE. Denk aan het per module vastleggen van de documentatie en het trainingsmateriaal en verder aan een allesomvattende stuklijst per module.’ www.itmgroup.eu www.tembo.eu www.plmxpert.nl www.profile-plm.nl
Snel optrekken is vooral snel en goed schakelen Complexe (opto)mechatronische systemen en mecha-
Zo kunnen zij focussen op hun kernprocessen én in
nische modules ontwikkelen, maken, assembleren en
een kortere doorlooptijd machines leveren, tegen
testen is als meedoen aan een Formule 1-race. Alles
lagere kosten. We schakelen flexibel en ambitieus en
draait hier om precisie en wendbaarheid, NTS weet
zorgen ervoor dat de motor blijft draaien, de gehele
dat als geen ander. We hebben veel kennis en
lifecycle. We geven gas, en verliezen daarbij zo min
knowhow opgebouwd van systemen en modules voor
mogelijk toeren. Snel en goed. Zo blijf je voor. Met de
de handling, transfer en positionering in machines.
energie die vrijkomt, accelereren onze opdrachtge-
Onze kennis en competenties passen we vanuit diver-
vers in hun business. Wilt u ook sneller optrekken en
se disciplines wereldwijd toe op de unieke producten
schakelen met NTS? Onze motor loopt warm voor een
van onze opdrachtgevers: hightech machinebouwers
nadere kennismaking.
(OEM’s).
www.nts-group.nl
Accelerating your business
juni 2019
85
3D-PRINTING
FIELDLAB MM3D BEWIJST TECHNISCHE HAALBAARHEID VAN MULTI-MATERIAAL/MULTI-KLEUR 3D-PRINTER
DOORBRAAK NAAR EEN PERFECT SMILE VOOR IEDEREEN Over drie tot vijf jaar moet-ie er kunnen zijn: de multi-colour 3D-printer die voor een schappelijke prijs supersnel niet van echt te onderscheiden kunsttanden maakt. Een cocreatieproject binnen het smart industry-fieldlab Multi Material 3D (MM3D) heeft de technische haalbaarheid van zo’n printer aangetoond. ‘Dit gaat miljoenen en miljoenen mensen over de hele wereld echt veel gelukkiger maken.’ Wat nog ontbreekt, is een start-up die er business van gaat maken.
DOOR PIM CAMPMAN
en mooi gebit, dat wil iedereen. Want is er voor in de mond iets mis mee, dan knaagt dat aan het zelfvertrouwen. Volledig jezelf zijn kan dan niet, simpelweg omdat je het wel laat je tanden bloot te lachen. Kunsttanden – een gebit, kronen, brug of facings – bieden een uitweg uit die ellende. De handgemaakte zijn het summum, maar die zijn peperduur; 500 euro voor een kroon is geen uitzondering. Voor wie zich dat niet kan of wil permitteren, zijn 3Dgeprinte tanden een betaalbaarder alternatief.
E
VEEL LAGERE KOSTPRIJS 3D-printing is in de tandheelkunde hard op weg een basistechnologie te worden, zegt Connie Peterse, vicepresident en r&d-manager van NextDent in Soesterberg. Dat bedrijf, in 2012 door Vertex Dental opgericht, levert 3D-printers,
Tessa ten Cate (Brightlands Materials Center), René van der Meer (Océ) en Connie Peterse (NextDent): ‘Multi-materiaal, multi-kleur 3D-printtechnologie op de rails zetten, dat is gelukt.’ Foto: Océ
printmaterialen (grondstoffen) en alles wat daarbij komt kijken in zo’n tachtig landen. ‘3D-printen is echt geland in de dentale sector; het wordt ongelooflijk veel toegepast’, aldus Peterse. Eén van de redenen is de kostprijs, die in vergelijking met handgemaakte kunsttanden aanzienlijk lager is. ‘Voor kronen en bruggen praat je over een factor 10 lager.’ Waardoor die perfect smile ook in lagelonenlanden zoetjesaan een haalbare kaart begint te worden. Niet alleen daar trouwens. ‘In de Verenigde Staten meten sommige staatsziekenhuizen voor 25 dollar een kunstgebit aan. Ook daar worden massaal tanden getrokken omdat een kroon of brug te duur is.’
25 gram; je hebt dus 175 gram afval.’ Maar levert 3D-printing een fraai eindresultaat op? Best wel, al is het nog niet perfect, weten ook de twee andere personen aan tafel: Tessa ten Cate (programmamanager additive manufacturing van het Brightlands Materials Center in Geleen,
‘Wat met tanden kan, kan straks met veel meer producten’
SNEL EN ZONDER AFVAL
SAMEN INNOVATIE VERSNELLEN Het smart industry fieldlab Multi Material 3D (MM3D) richt zijn pijlen op drie focusgebieden waarin Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen het verschil kunnen maken: additive manufacturing van (grote) keramische onderdelen, van integrated circuits, en multi-colour 3D-printtechnologie voor tandheelkundige applicaties. Het idee achter de fieldlabs is dat cocreatie – met partijen die ieder hun eigen expertise inbrengen en delen – innovatie versnelt.
86
juni 2019
Een ander groot voordeel: tandartsen in rijke landen als Nederland zijn niet meer aangewezen op tandtechniekers ergens ver weg – bijna altijd in Azië, waar nog mensen zitten die het ambacht beheersen. ‘In plaats daarvan kunnen ze terecht in een tandtechnisch lab om de hoek of het eigen lab.’ Tegen kosten die niet hoger zijn dan de Aziatische route en waarbij veel tijd en transportkosten worden uitgespaard. Een derde voordeel is dat 3D-printen geen afval geeft. ‘Een printer bouwt materiaal op, terwijl in het ambachtelijke proces materiaal wordt weggefreesd: 200 gram materiaal wordt teruggebracht tot een gebit van
een samenwerkingsverband van TNO en de provincie Limburg) en René van der Meer (bijna 29 jaar werkzaam bij Océ in Venlo en als senior printhead architect ruim 20 jaar werkzaam als ontwikkelaar van aanstuur-elektronica, printkoppen en mechatronica).
MULTI-MATERIAAL PRINTEN NextDent, Brightlands Materials Center en Océ trekken sinds voorjaar 2017 samen op in het fieldlab MM3D (zie kader), met Van der Meer in de rol van projectleider. Zij leggen uit dat echte
tanden heel complexe, levende elementen zijn: niet egaal van kleur en structuur, ietwat transparant en glanzend – en in iedere mond net even anders. ‘DNA, etniciteit en levensstijl – rook je? eet je veel kerrie? – zijn bepalende factoren.’ Met de huidige 3D-printers zijn die eigenschappen vergaand na te maken – NextDent levert materiaal in 48 tinten wit –, maar nog niet exact. De belangrijkste reden: de huidige 3D-printers voor tandheelkundige toepassing zijn, net als nagenoeg alle gangbare 3D-printers, geschikt om één materiaal te verwerken. ‘Multi-materiaal printers bestaan wel – TNO heeft een werkend prototype gebouwd, red. –, maar die worden vooral gebruikt voor rapid prototyping. Dat is, zeg maar, de korte weg om erachter te komen of bijvoorbeeld een combinatie van zacht en hard materiaal – of meerdere kleuren – iets moois oplevert; is dat het geval, dan wordt het op de conventionele manier geproduceerd’, aldus Ten Cate. ‘Aspecten als sterk genoeg, stabiel in de tijd, resistent voor uv of geschikt voor gebruik in de mens spelen daarin geen rol.’
THE NEXT BIG THING Wel in het MM3D-programma. Daarin draait het om the next big thing in dentale 3D-printing: een multi-materiaal, multi-kleur 3D-printtechnologie op de rails zetten. En dat is gelukt, zo blijkt uit de kronen die Ten Cate uit haar tas opdiept. ‘Vorige week door TNO/Brightlands Materials Center geprint op de genoemde printer van TNO.’ De kronen zijn glanzend en transparant, met iets van rood dat afhankelijk van de
kijkhoek meer of minder zichtbaar is. ‘Daarbij zijn ze mechanisch heel sterk’, vertelt ze. In het project brachten de drie deelnemers ieder hun specifieke expertises in: NextDent kennis van dentale toepassingen en 3D-printmaterialen daarvoor, Brightlands Materials Center van 3Dprintmaterialen en -systemen. TNO ontwikkelt die al ruim twintig jaar en heeft veel knowhow rond de voor deze dental-case relevante technologie van laser-based stereolithography. En Océ is dé specialist in fullcolour kopiëren en printen, met ook veel kennis om dat in 3D te doen. Een mooi voorbeeld daarvan is de exacte kopie van het beroemde schilderij van Johannes Vermeer, ‘Meisje met de parel’, die volop in de publiciteit is geweest. ‘Eén van de dingen die wij als Océ hebben gedaan, is onze multi-colour software aanpassen voor dentale applicaties,’ zegt Van der Meer.
VEEL GELUKKIGER MAKEN De samenwerking in een fieldlab-setting heeft de ontwikkeling versneld van de beoogde oplossing: een multi-materiaal 3D-printer die een perfecte lach voor mensen waar ook ter wereld binnen handbereik brengt. ‘En wat met tanden kan, kan straks met veel meer producten – allemaal personalized’, zegt Van der Meer. ‘Denk aan medische toepassingen als protheses en aan inlegzolen. Je laat een scan van je voeten maken en om de twee jaar een nieuw paar schoenen printen. Wat wij in het fieldlab samen bereikt hebben, heeft de potentie om miljoenen en miljoenen mensen over de hele wereld echt veel gelukkiger maken.’
De eerste meerkleurige kronen die geprint zijn binnen het MM3D-project. Foto: Brightlands Materials Center
WIE NEEMT STOKJE OVER? MM3D is gesubsidieerd door de Europese fondsen EFRO en OpZuid en stopt in september. Dan moet een start-up of scale-up opstaan en het stokje overnemen. Misschien durft Van der Meer die uitdaging aan. ‘Ik ben bezig een businessplan te schrijven’. Maar dat die multi-materiaal printer er over drie tot vijf jaar gaat komen, daar zijn de participanten in het MM3D-project van overtuigd. ‘Dit is niet het einde, maar het begin.’ www.amsystemscenter.com/ fieldlab-multi-material-3d www.oce.com/ 3d-printed-dentures-may-soon-be-possible www.nextdent.com www.brightlandsmaterialscenter.com/am
On time On budget To specification In co-creation From start to finish
Make complex easy
Our customers and business partners choose to do business with us, because we enable them to focus on their core activities, while we help them develop and optimize their manufacturing processes and products. Masévon Group
www.masevongroup.com
lives high technology and quality. Every day.
juni 2019
87
PRODUCTONTWIKKELING
INVENTUM INTEGREERT VENTILATIEWARMTEPOMPEN, CV-INSTALLATIES, BOILERS EN THERMOSTATEN
‘ONZE DUURZAME TOTAALOPLOSSINGEN HELPEN ENERGIETRANSITIE TE REALISEREN’ Het van oorsprong Nederlandse Inventum Technologies in Houten bestaat dit jaar 111 jaar. Samen met partners ontwikkelt en levert het bedrijf totaaloplossingen op het gebied van warmtepompen. Wat de eindgebruiker precies wil, wordt samen met de installateur in kaart gebracht in het Competence Center van Inventum.
DOOR WOUTER HOEFFNAGEL
n moderne woningen is het warmteverlies door onder meer isolatie tot een minimum beperkt, waardoor de temperatuur snel kan oplopen. Traditioneel wordt deze warmte afgevoerd door te ventileren, onder meer met behulp van mechanische ventilatie. De warmte gaat in dit geval verloren. ‘Onze ventilatiewarmtepompen voorkomen dit en benutten de beschikbare warmte om onder andere water voor het cv-systeem op te warmen’, verklaart Robert van Riet, manager r&d bij Inventum Technologies.
I
ENERGIE-EFFICIËNT VERWARMEN Als bron gebruikt de ventilatiewarmtepomp ventilatieretourlucht uit de woonruimten, die een vrijwel constante temperatuur van zo’n 21 graden Celsius heeft. Vervolgens zet de warmtepomp de energie uit deze lucht om in warm water voor het verwarmen van de woning en tapwater. Deze werkwijze maakt het mogelijk ruimten op energie-efficiënte wijze te verwarmen. ‘Voor ieder deel elektrische energie dat in onze ventilatiewarmtepompen wordt gestopt, worden vier tot vijf delen warmte gecreëerd. Indien je dus 100 watt aan energie in het systeem stopt, levert het systeem 400 tot 500 watt aan warmte op.’
GEÏNTEGREERDE TOTAALOPLOSSINGEN In een moderne woning zijn drie systemen aanwezig die het binnenklimaat verzorgen: ventilatie, verwarming en sanitair warm water. Inventum levert totaaloplossingen waarin deze drie systemen zijn geïntegreerd. Het gecombineerde systeem is intelligent en bepaalt zelfstandig – afgestemd op de wensen en behoeften van de gebruikers – waar het warme water naar toe wordt gestuurd. ‘In eerste instantie wordt de warmte gebruikt om het cv-water te verwarmen. Is dit water op temperatuur gebracht en is er nog warmte over? Dan wordt die automatisch doorgestuurd naar de boiler om sanitair warm water te produceren’, zegt Van Riet. Deze werkwijze biedt verschillende voordelen en
88
juni 2019
zorgt er onder meer voor dat gebruikers ook tijdens de zomermaanden energie besparen. ‘In de zomer is het vaak gedurende langere tijd niet nodig om een woning te verwarmen, waardoor het cv-water niet hoeft te worden verwarmd. Onze ventilatiewarmtepompen zetten de beschikbare warmte in dit geval automatisch in om de boiler te verwarmen, waardoor de ventilatiewarmtepomp ook in warmere periodes een energiebesparing oplevert.’
DRAADLOZE COMMUNICATIE Om dit mogelijk te maken, communiceren de systemen via een Robert van Riet, manager r&d bij Inventum Technologies: ‘Wij zorgen dat de communinetwerk draadloos met catie tussen onze warmtepompen en de producten van deze fabrikanten optimaal elkaar. ‘De systemen zijn verloopt, zodat het systeem als een totaaloplossing functioneert.’ Foto’s: Inventum softwarematig geïntegreerd en praten met Het systeem bepaalt hierdoor zelfstandig met elkaar. Hierdoor weet de software die de systewelke verdeling de warmte naar de luchtvoormen aanstuurt welk systeem wanneer behoefte verwarmers en vloerverwarming wordt gestuurd heeft aan warmte en kan deze de werking aanpasom op energie-efficiënte wijze de gewenste sen om het systeem optimaal te laten opereren’, temperatuur te realiseren.’ aldus Van Riet. ‘Zo zijn de modernste woningen Het systeem wordt aangestuurd met behulp van voorzien van gestuurde ventilatiekanalen, die een thermostaat, die dienst doet als bedieningsbepalen hoeveel buitenlucht de woning wordt paneel voor alle systemen gerelateerd aan het binnengelaten. Deze kanalen zijn vaak uitgerust binnenklimaat in de woning. ‘Met de thermostaat met een voorverwarmer, waarmee buitenlucht is niet alleen de temperatuur in de woning te met het oog op comfort tot een specifieke bepalen, maar zijn ook de ventilatie en boiler aan temperatuur kan worden verwarmd voordat te sturen.’ deze de woning wordt ingeblazen.’ Samen met de vloerverwarming die in de meeste moderne woningen aanwezig is, zijn ook luchtSAMENWERKING MET FABRIKANTEN voorverwarmers bepalend voor de warmte in een Aangezien de ventilatiewarmtepompen van het woning. ‘Onze ventilatiewarmtepompen kunnen bedrijf geïntegreerd zijn met klimaatsystemen in met luchtvoorverwarmers worden geïntegreerd. de woning, werkt Inventum nauw samen met de
partners die deze systemen ontwikkelen. ‘Denk aan leveranciers van thermostaten, pompen, driewegkleppen en monitoringssystemen voor de luchtkwaliteit. Wij zorgen dat de communicatie tussen onze warmtepompen en de producten van deze fabrikanten optimaal verloopt, zodat het systeem als een totaaloplossing functioneert’, legt Van Riet uit. Het gaat om een nauwe samenwerking, waarbij Inventum de werking van zijn producten tot in detail bespreekt om tot de beste integratie te
‘Grootschalig inzetten op warmtepompen levert grote exportkansen op’
komen. Ook denkt het bedrijf in sommige gevallen met partners mee over nieuwe features. ‘Zo kan het gebeuren dat wij een functionaliteit willen introduceren voor onze gebruikers, maar hiervoor een bepaalde functie op bijvoorbeeld een thermostaat nodig hebben. In dat geval gaan wij in overleg met onze partner om te onderzoeken of deze functie toegevoegd kan worden.’
ADVIESFUNCTIE Daarnaast leveren verschillende partners aanvul-
lende systemen die de ventilatiewarmtepompen van Inventum ondersteunen. ‘Wie bijvoorbeeld nul-op-de-meter wil realiseren, heeft niet voldoende aan uitsluitend onze ventilatiewarmtepompen, omdat deze zelf uiteraard ook elektriciteit verbruiken. Dan is het bijvoorHet van oorsprong Nederlandse bedrijf bestaat dit jaar 111 jaar. beeld mogelijk onze warmtepompen te combineren met zonnepanelen. Ook hierover zijn om het aardgasverbruik in woningen te adviseren wij klanten.’ verminderen. ‘Met behulp van onze ventilatieInstallateurs die met de producten van Inventum warmtepompen is het mogelijk een duurzame aan de slag gaan, kunnen terecht in het Competotaaloplossing neer te zetten die deze transitie tence Center van het bedrijf. ‘In dit centrum in mogelijk maakt’, zegt Van Riet. Ook voor Houten adviseren we installateurs en denken met Nederland ziet hij perspectief. ‘Ons land is vroeg hen mee. Bijvoorbeeld over de juiste combinatie begonnen met gas en liep hierdoor lange tijd in van componenten voor de totaaloplossing die het Europa voorop als het gaat om gasgestookte beste aansluit op het woningbouw- of renovatiehoogrendementsketels. Waar veel andere landen project dat zij uitvoeren. Hierbij brengen we de nu pas overstappen op gas, neemt Nederland behoeften van de eindgebruiker in kaart en zetten alweer afscheid van deze energiebron. Doordat uiteen hoe die ingevuld kunnen worden’, stelt wij nu al op grote schaal met warmtepompen aan Van Riet. de slag gaan, heeft Nederland de kans ook op dit gebied Europees koploper te worden. Dit levert grote exportkansen op.’ TOEKOMSTPERSPECTIEF Voor de toekomst ziet Van Riet kansen voor Inventum. Onder meer door het Klimaatakkoord, waarin concrete stappen afgesproken www.inventum.com
Embedded Systems • EMBEDDED SOFTWARE • ELEKTRONICA • PROGRAMMEERBARE LOGICA • SYSTEEM ENGINEERING
Internet of Things (IoT) • APP • CLOUD • CONNECTIVITY & CYBER SECURITY
Diensten • PRODUCTONTWIKKELING • DETACHERING • CONSULTANCY • PRODUCT LIFECYCLE MANAGEMENT • SOFTWARE ONDERHOUD • PROJECT MANAGEMENT
Partner in ontwikkeling Embedded Systems & IoT
Heeft u plannen voor een intelligent product? Heeft u behoefte aan kennis en ervaring van een specialist in embedded systeem & IoT ontwikkeling? Ontdek de mogelijkheden met Inspiro.
Velperweg 157, 6824 MB Arnhem - The Netherlands +31 (0)26 361 2729 info@inspiro.nl www.inspiro.nl
juni 2019
89
Toonaangevend MRO supplier, én volwaardig technisch expert
In samenwerking met onze industriële klanten en kernleveranciers verzorgen wij de beste Up-Time services, duurzaamheid, gegarandeerde besparingen en optimale beschikbaarheid programma’s voor industrial supplies & services. Als volwaardig business partner voor onderhoud-, productie- en maakindustrie zijn wij de logische partner voor Brainport Industries Campus.
Voortdurend anticiperen
Vernieuwing is vooruitgang
Nieuwe kijk op kennis
www.rubix-group.nl
WIM Wim Steenbergen is consultant hightech industrie en trainer ketensamenwerking. Hij heeft meer dan twintig jaar ervaring in innovatiestrategieën en -implementaties van hightech producten bij oem’ers als AT&T, Philips en Ericsson. Hij had functies op het gebied van onder meer productontwikkeling en marketing. De laatste jaren specialiseerde hij zich in het outsourcen van development & lifecycle management.
www.wimsteenbergen.com
BUILD-TO-PRINT BESTAAT NIET In de hightech industrie betekent Build-to-Print te vaak dat de leverancier technische productdocumentatie (TPD) overhandigd krijgt en een offerte mag maken voor het bouwen van een product. Soms mag hij de TPD van kritische opmerkingen voorzien en worden er afspraken gemaakt over wat daarmee gebeurt: de oem past nog wat aan in de TPD of de opmerkingen komen op een lijst van risico’s terecht, waarbij dan niet altijd duidelijk is van wie die risico’s zijn. Daarnaast is de kans aanzienlijk dat de leverancier in zo’n TPD-review zaken over het hoofd ziet. Dat leidt tot risico’s die pas later naar boven komen. Als dit Build-to-Print is, zeg ik: Build-to-Print bestaat niet. Of moet ik zeggen: zou niet moeten bestaan? IKEA komt met haar meubelen dicht in de buurt van Build-to-Print, maar zelfs dat bedrijf levert een inbussleutel mee, uit angst anders een telefoontje te krijgen van degene die de kast in elkaar wil zetten. Het gevolg van dit alles is dat ontwerpfouten (te) laat aan het licht komen en hersteld moeten worden. In praktisch alle gevallen leidt dit tot hogere kosten, druk op de kwaliteit en langere levertijden. Wat betreft die kosten praten we niet over procenten, maar eerder over tientallen of honderden procenten. Uit de literatuur blijkt dat waar het oplossen van een fout in de conceptfase 1 euro kost, dit in de designfase gemiddeld 20 euro, in de testfase 50 euro en
proxia
in de fase van serieproductie zelfs 150 euro kost. Door op deze wijze samen te werken, wordt het ‘QLTC’-probleem vanaf het allereerste begin ingebakken. Interessant en tegelijkertijd ontluisterend is dat, als je hier met betrokkenen in zowel oem- als leverancierorganisaties over praat, iedereen het met je eens is. Het probleem ligt dus niet op individueel niveau. Blijkbaar zijn er barrières die het boerenverstand van individuen ervan weerhouden dit soort ketensamenwerking effectief te organiseren. De enige conclusie is: managers moeten hun verantwoordelijkheid nemen door deze barrières te analyseren, er oplossingen voor te zoeken en deze te implementeren! Er is geen reden waarom je geen afspraken kunt maken met leveranciers voordat er een TPD ligt. Het is prima mogelijk om een leverancier te kiezen voordat je gaat ontwerpen. Laat die leverancier vanaf de eerste conceptontwerpen aansluiten. En laten we de term Build-to-Print bewaren voor de meubels van IKEA en in de hightech industrie voortaan spreken over Build-to-Design. Op die manier maken we een sprong in QLTC, verlagen we de kosten in ons eco-systeem significant, verminderen we het tekort aan gekwalificeerd personeel en – o ja – maken we het voor mijn kinderen makkelijker om in de regio Eindhoven een huis te vinden.
software
Onmisbaar binnen SMART-Industry
PROXIA dicht de informatiekloof tussen uw ERP/PPS-systeem en de bewerkingsstappen. Het resultaat? Een compleet overzicht en analyse van uw productieprocessen. PROXIA MES combineert machinemonitoring (MDE), productieordermonitoring (BDE) en exibele planning. Zo bent u altijd en overal direct volledig op de hoogte van uw productiesituatie.
Vergroot de betrouwbaarheid van uw productieorders
CNC-Consult Titaniumlaan 86 5221 CK ‘s-Hertogenbosch
+31 (0)73 - 648 01 66 www.cncconsult.nl
juni 2019
91
<ĂŶƐĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ŝƐ ŶŝĞƚ ǀĂŶnjĞůĨƐƉƌĞŬĞŶĚ /W> ĚǀŝĞƐ ďǀ ,ŝŐŚ dĞĐŚ ĂŵƉƵƐ ϵ ϱϲϱϲ ŝŶĚŚŽǀĞŶ
<ĂŶƐĞŶ ŬƵŶŶĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ǀƌĂĂŐƚ ŽŶĚĞƌŶĞŵĞƌƐĐŚĂƉ ĞŶ ĞĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟĞ ĚŝĞ ƐŶĞů ŬĂŶ ƌĞĂŐĞƌĞŶ ĚŽŽƌ ŇĞdžŝďĞůĞ͕ ůĞĂŶ ƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĞŶ ƐůŝŵŵĞ ĂƵƚŽŵĂƟƐĞƌŝŶŐ͘
DŽĞƚ Ƶ ŬĂŶƐĞŶ ǀŽŽƌďŝũ ůĂƚĞŶ ŐĂĂŶ͍ EĞĞŵ ĚĂŶ ĞĞŶƐ ĐŽŶƚĂĐƚ ŽƉ ŵĞƚ IPL͘ IPL ƌĞĂůŝƐĞĞƌƚ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ĚŝĞ ŽƉ ŬŽƌƚĞ ƚĞƌŵŝũŶ ƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ ŽƉůĞǀĞƌĞŶ͘ ŽĚĂƚ Ƶ ŐĞĞŶ ŬĂŶƐ ŚŽĞŌ ƚĞ ŵŝƐƐĞŶ͙͙ IPL ŚĞůƉƚ Ƶ ĚĞ ũƵŝƐƚĞ ŬĞƵnjĞƐ ƚĞ ŵĂŬĞŶ͘ tĞ ŝĚĞŶƟĮĐĞƌĞŶ ŵŽŐĞůŝũŬŚĞĚĞŶ ĞŶ ǀŽĞƌĞŶ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ŝŶ ǁĞƌŬƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĚŽŽƌ͘ KŽŬ ŚĞůƉĞŶ ǁĞ ďŝũ ĚĞ ƐĞůĞĐƟĞ͕ ŝŵƉůĞŵĞŶƚĂƟĞ ĞŶ ŽƉƟŵĂůŝƐĂƟĞ ǀĂŶ ďĞĚƌŝũĨƐƐŽŌǁĂƌĞ͘
IPL ŝƐ ŽŶĂĬĂŶŬĞůŝũŬ͘ hǁ ďĞůĂŶŐ ƐƚĂĂƚ ĚƵƐ ĂůƟũĚ ǀŽŽƌŽƉ͘
alt u a h r e e Wann bij? t s i l a i c spe er een
WŽƐƚďƵƐ ϳϳϱ ϱϲϬϬ d ŝŶĚŚŽǀĞŶ d нϯϭ ;ϬͿϰϬ ϳϱϬ ϱϱ ϵϬ ŽĸĐĞΛŝƉů͘Ŷů ǁǁǁ͘ŝƉů͘Ŷů
UIT DE MARKT (vervolg) RENAULT ONTWIKKELT MET BOSCH REXROTH GEAVANCEERDE SIMULATOR VOOR AUTONOOM RIJDEN Veiligheid en prestaties staan voorop bij de ontwikkeling van toekomstige autonome voertuigen. Daarom zijn zogeheten road simulator tests nodig. Groupe Renault bereidt zich momenteel voor op de lancering van het nieuwe, 25 miljoen euro kostende Technocenter nabij Parijs. Dit simulatiecentrum is speciaal ontworpen voor het testen van autonome voertuigen en huisvest één van de meest geavanceerde dynamische rijsimulatoren ter wereld. Deze bouwt AV Simulation, Bosch Rexroth levert het bewegingsplatform. ‘We moeten het autonoom-rijden miljarden kilometers testen. Om de fysieke tests op een efficiënte manier te kunnen uitvoeren, is een uitgebreide simulatie met een groot aantal rijscenario’s onmisbaar’, zegt Olivier Colmard van Renault Engineering. ‘Een van de worst case-scenario’s is het fout gaan van de omschakeling tussen de handmatige en autonome modus in verschillende verkeerssituaties. De nieuwe
dynamische high-performance rijsimulator helpt Renault om al deze cases op de meest efficiënte en realistische manier te testen, met echte bestuurders.’ Het wordt de meest geavanceerde bewegingssimulator voor auto’s die ooit is ontwikkeld, denkt Rik de Swart, salesmanager Motion Simulation Technology bij Bosch Illustratie: Groupe Renault Rexroth: ‘Ons bewegingsplatform bestaat maken, zonder in te leveren op hoge uit een high performance hexapod versnellingen en snelheid.’ met roterend platform, geplaatst Het bewegingsplatform wordt uitgebovenop een x-y-tafel. Er kan een rust met een koepel met projectoren. versnelling van maximaal 1 g worDe koepel biedt onderdak aan een den bereikt en snelheden tot 9 m/s in alle horizontale richtingen. Voorts testauto waarin bestuurders en pasbevat het platform nieuwe technolo- sagiers kunnen plaatsnemen. Zowel mechanische functies als de software gieën en lineaire motoren die een worden zo ingezet dat het systeem de belasting tot 6.000 kg mogelijk te
VAN DER WAAY INVESTEERT IN NIEUWE HUISVESTING Dit voorjaar heeft Van der Waay op Green Tech Valley in HazerswoudeDorp zijn nieuwe bedrijfspand met testcentrum in gebruik genomen. Voor de producent en wereldwijd marktleider in kasdek-reinigers en krijtmachines betekent dat een forse uitbreiding van de productiecapaciteit, aldus Marcel Koolmees, directielid en mede-eigenaar. ‘In de nieuwe loodsen hebben we veel meer mogelijkheden voor fabricage en assemblage. De productie is ver-
deeld over twee bedrijfshallen van samen 3.000 m2. In de ene hal maken de metaalwerkers de onderdelen van staal en aluminium. De andere hal is voor assemblage. Omdat in beide hallen grote kranen aan het plafond hangen, kunnen we onze machines sneller maar ook qua arbeidsomstandigheden efficiënter en nog veiliger produceren.’ Achter de bedrijfshallen is een testcentrum gebouwd. ‘Dat is een speciaal voor ons doel aangepaste
Venlokas van 1.000 m2. De kas met zes kappen heeft aan beide kopgevels een rails, waaraan we een platform met een kasdek-reiniger of krijtmachine kunnen hangen. Daarmee kunnen we onze machines uitgebreid testen voordat ze naar de klanten gaan.’ Het testcentrum is er ook voor innovatieve ontwikkelingen die in de toekomst op de markt komen. www.vdwaay.nl
geprogrammeerde limieten niet kan overschrijden, vertelt De Swart. ‘Eén van de vele veiligheidsvoorzieningen, is de Bosch Rexroth Safety on Boardtechnologie waarmee de motoren en drives zijn uitgerust, met onder meer een gegarandeerde noodstop.’ Terwijl eerdere systemen op een tandheugelontwerp steunden, worden nu Bosch Rexroth lineaire motoren gebruikt. ‘Deze zijn zeer stil en werken met zeer lage trillingen. De lineaire motoren zorgen voor zeer nauwkeurige besturing door de geleidingssystemen van het platform, zelfs wanneer de zware lading op hoge snelheid wordt verplaatst.’ Door het gebruik van de simulator en het testen in een virtuele omgeving, kunnen Groupe Renault en de Renault-Nissan Alliance baanbrekende technologieën voor autonome voertuigen blijven ontwikkelen, aldus Colmard. www.group.renault.com www.boschrexroth.com
juni 2019
93
UIT DE MARKT KEUZE VOOR ‘MADE IN CHINA’ WERD TE WEINIG INTUÏTIEF GEMAAKT De titel die Gerard Ekhart aan zijn promotieonderzoek heeft gegeven – ‘Made in Europe’ – duidt meteen zijn belangrijkste aanbeveling: produceer in Europa. ‘Lange tijd werden de kosten voor transport en communicatie gelijk aan nul beschouwd. Daarom vonden veel West-Europese industriële bedrijven het begin deze eeuw logisch de productie te verplaatsen naar een lagelonenland. Die hebben kortstondig geprofiteerd van de lage kosten daar, maar inmiddels is wel duidelijk dat die locatiekeuze niet gebaseerd is op een duurzame strategie. Een engineer in Shanghai is tegenwoordig duurder dan een in Eindhoven. Veel ondernemers zien nu in dat focus op kosten op de lange termijn niet leidt tot een winnende strategie. Daarvoor moet een bedrijf zich concentreren op datgene waarmee het zich onderscheidt bij de klanten. De smartphone waarmee ik nu dit gesprek voer, heeft een kostprijs die hooguit een vijfde is van wat ik ervoor heb betaald. Dat kan omdat dit product mij blijkbaar voldoende toegevoegde waarde biedt.’ Belangrijke strategische beslissingen als die over de locatie van productie pakken in de helft van de gevallen verkeerd uit, weet Ekhart uit literatuurstudie. En dat heeft alles te maken met de manier waarop die
beslissingen tot stond komen. ‘Die worden genomen op basis van statische gegevens. Een omzetgroei het komend jaar van bijvoorbeeld 5 procent en een terugverdientijd van de investering van 5 jaar worden onderbouwd aan de hand van resultaten uit het verleden. Maar de wereld is dynamisch en daarom onvoorspelbaar. Beter is de balans te zoeken tussen de bekende feiten en je intuïtie, gebaseerd op je ervaring als ondernemer. Ik sprak laatst iemand die inmiddels acht bedrijven succesvol heeft overgenomen. Om tot een besluit te komen kijkt hij naar de cijfers. Maar hij praat ook met de mensen en kijkt rond in de productieruimte. Al die overnames heeft hij gedaan omdat de cijfers in orde waren én omdat zijn eerste gevoel goed was. Maar bij grote ondernemingen zijn het de managers die bij de overnamekandidaat rondkijken. Vervolgens adviseren die de eigenaar tot overname of niet, puur op basis van cijfers, op grond van rationele, goed onderbouwde argumenten. Belangrijk is dat die manager het lef heeft ook zijn gevoel te laten spreken.’ Ekhart wil maar zeggen: het op een gebalanceerde wijze nemen van beslissingen, waarin ruimte gegeven wordt aan de ratio én de emotie, voorkomt dat de productie naar de
andere kant van de wereld wordt verkast puur voor de winst op korte termijn. Inmiddels is wel aangetoond, onder andere door Philips in Drachten, dat produceren in Europa op de lange termijn meer perspectief biedt. ‘Deels doordat er geautomatiseerd wordt in de Nederlandse industrie werken nu 11 procent minder mensen dan tien jaar geleden, maar de output is wel met 15 procent gestegen Gerard Ekhart: ‘Geef bij beslissingen ruimte aan ratio en emotie.’ Foto: Imengo Works (voor de EU-28 was dit +32 procent; bron: output in andere sectoren als de Eurostat, red.). Deels omdat er logistiek, de it en de consultancy. onderscheidende waarde wordt geleverd. Philips is in Drachten succesIndustriële innovaties vragen nu eenvol, omdat het daar shavers produmaal forse investeringen. Dat maakt ceert waarvoor de klant relatief veel de industrie tot een driver van de wil betalen en omdat het er beschikt totale economie. In Duitsland had de over goede mensen en geïntegreerde, politiek dat al langer in de gaten, in betrouwbare leveranciers.’ En dat Den Haag begrijpen ze dat nu ook.’ succes komt niet alleen de industrie Gerard Ekhart deed zijn promotiezelf ten goede, aldus Ekhart: ‘De onderzoek aan de Business School industrie heeft een groot multiplierNetherlands en de Sheffield Hallam effect op andere sectoren. Studie uit University. Na de zomer brengt hij 2014 van Thomas Friedli heeft aanonder de titel ‘Made @ Europe’ een getoond dat 1 euro extra output in boekje over zijn onderzoek. de industrie leidt tot 1,40 euro extra www.madeineu.biz
SAMENWERKINGSVERBAND SOFTWAREPORT IN BIC BRENGT FABRIEK VAN DE TOEKOMST DICHTERBIJ In april hebben de Eindhovense softwarebedrijven Cordis Automation, Unit040 en Festa Solutions een gezamenlijke locatie in Brainport Industries Campus (BIC) betrokken. Daar, in een ruimte direct boven het Competence Center van het Fieldlab Hightech Software Cluster (waarin zijzelf en andere softwarebedrijven ontwikkelingswerk doen en demonstreren), gaan ze hun krachten bundelen in Softwareport. ‘Het heeft even geduurd voordat we ons voorgenomen samenwerkingsverband gestalte konden geven, maar dat had alles te maken met het feit dat we moesten wachten op de voltooiing van de BIC. Want we wilden per se op de campus zitten, om aan te kunnen
haken bij het BIC-innovatieprogramma ‘Fabriek van de Toekomst’. Hierin brengen we onze softwaretechnologie samen, die het mogelijk maakt om complete machinebesturingssoftware te bouwen en te testen en deze te integreren in een bestaande productieomgeving’, vertelt Benno Beuting, ceo van Cordis. Alle softwaretechnologie die de drie bedrijven nu bijeenbrengen in Softwareport, brengt die Fabriek van de Toekomst al een stuk dichterbij. ‘Cordis levert een model-driven software ontwikkelplatform voor machinebesturingen. Daarin kan op basis van diagrammen grafisch het gewenste gedrag van de machine beschreven worden en wordt volautomatisch de benodigde code
gegenereerd zodat codeerfouten verleden tijd zijn. Vervolgens kan met de simulatiesoftware van Unit040 nagegaan worden of de gegenereerde softBenno Beuting voor een visualisatie van de samenhang tussen de ware daadwerkelijk softwaretechnologie van Cordis, Unit040 en Festa. de machine op de Foto: Com-magz juiste wijze aanstuurt.’ Festa levert de software die de afzonderlijke de lijn’, aldus Beuting. Het samenmachines in een productieplant werkingsverband heeft inmiddels een onderling verbindt. ‘Om er zo bijeerste project achter de rug: voor een voorbeeld voor te zorgen dat tussen- productiefaciliteit van Vanderlande is voorraden op het juiste niveau zijn een proof of value uitgevoerd. of om te voorkomen dat een storing www.cordis.nl in de ene machine leidt tot een www.unit040.nl ophoping van materiaal elders in www.festa-solutions.com
juni 2019
95
SMARTGELEVERD GEINVESTEERD
Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
ZONNE-ENERGIE
bevorderen van innovatie binnen de bedrijven. Het geld wordt gebruikt om innovatieprojecten uit te voeren en technische maakbedrijven
Tss4U haalt groeikapitaal op Het Eindhovense Tss4U heeft een kapitaalinjectie ontvangen van investeringsmaatschappij Aletra Capital Partners uit Laren. De spinoff van Shell legt zich toe op het engineeren, bouwen en leveren van autonome solarsystemen voor
industriële toepassingen. Wereldwijd zijn al ruim 1.100 installaties geleverd. Tss4U zal de investering gebruiken om te groeien in meer regio’s en marktsegmenten. www.tss4u.com www.aletracapitalpartners.com
ROBOTICA
Koning & Hartman in adaptieve grijprobots De maak- en voedingsmiddelenindustrie voorzien van robots die dankzij adaptieve grijpers snel en probleemloos producten van uiteenlopend formaat, gewicht en textuur kunnen pakken en plaatsen. Om die expertise in huis te hebben, is tech-
nologiebedrijf Koning & Hartman de samenwerking aangegaan met het Amerikaanse Soft Robotics. Het Amsterdamse bedrijf combineert de adaptieve grijperoplossing met slimme robots. www.koningenhartman.nl
MAAKINDUSTRIE
Steun voor innovatie binnen TechValley TechValley, een netwerk van elf mkb-maakbedrijven in NoordHolland, heeft 2 miljoen euro Europees geld (EFRO) met cofinan-
ciering van de provincie NoordHolland ontvangen. Het netwerk heeft Ontwikkelingsbedrijf NHN gevraagd om ondersteuning bij het
FOTONICA
PhotonDelta kan productie PIC’s opschalen PhotonDelta heeft het Eindhovense SMART Photonics een lening van 3,75 miljoen euro verstrekt. De scale-up biedt onafhankelijke foundry productieservices voor op indium phosphide gebaseerde componenten aan. De lening stelt PhotonDelta in staat de productie van photonic integrated circuits
juni 2019
(PIC’s) verder op te schalen. SMART Photonics werkt in een ecosysteem nauw samen met diverse partners. Het is de eerste keer dat PhotonDelta een lening aan haar partners verstrekt. www.photondelta.eu, www.smartphotonics.nl
INNOVATIE
Fonds ION+ wil innovatie Gelderse mkb’ers versnellen Het Europese subsidieprogramma OP-Oost stelt vanaf september 7,5 miljoen euro beschikbaar voor innovatiefonds ION+, een fonds voor Gelderse mkb-bedrijven. Het fonds richt zich op technologieontwikkeling in de meest risicovolle fase en verstrekt leningen van
INFO: VDW – Generalkommissariat EMO Hannover 2019 Verein Deutscher Werkzeugmaschinenfabriken e.V. Corneliusstraße 4 · 60325 Frankfurt am Main · GERMANY Tel.: +49 69 756081-0 · Fax: +49 69 756081-74 emo@vdw.de · www.emo-hannover.de
96
boven Amsterdam zichtbaarder te maken, mede om talent te kunnen aantrekken. www.nhn.nl
200.000 tot 2.500.000 euro. Het investeert in voor Gelderland belangrijke sectoren als agrifood, health, hightech systemen & materialen, energie- en milieutechnologie en biobased economy. www.oostnl.nl
Informatie & Entreekaarten: Hannover Consultancy B.V. Postbus 34, NL-3350 AA Papendrecht Tel.: +31 184 69 30 50, Fax: +31 184 69 31 21 E-Mail: info@hf-netherlands.com
UIT DE MARKT LAVANS: EIGEN WASSERIJ VOOR CLEANROOM KLEDING Het Helmondse Lavans verhuurt aan meer dan 10.000 Nederlandse ondernemingen bedrijfskleding en sanitaire apparatuur. Begin dit jaar nam het familiebedrijf een speciale cleanroom in gebruik voor het reinigen van gebruikte cleanroomkleding. ‘Heel specialistisch, elke cleanroom is anders.’ Het aantal bedrijven met een eigen cleanroom blijft groeien. ‘Met name in de regio Zuid-Oost-Nederland met alle maakindustrie en farmaceuten’, zegt Ine Speulman, cleanroommanager bij Lavans. ‘We kregen steeds vaker de vraag van klanten of we ook de speciale wasbare bedrijfskleding konden leveren. Aan kleding voor cleanrooms worden heel hoge eisen gesteld. Enerzijds om medewerkers te beschermen. Anderzijds omdat stofdeeltjes, vuil en bacteriën schadelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld processors, gevoelige componenten of medicijnen die in de cleanrooms verwerkt worden. Het klinkt misschien vreemd, maar de mens is in zo’n ruimte de grootste vervuiler. Ultra-
schone kleding is een vereiste. Reden voor ons om te investeren in een eigen cleanroomwasserij.’ Veelal kiezen ondernemingen met een cleanroom voor disposables. ‘Vaak zijn dat oncomfortabele, goedkope kleren’, weet Ine Speulman. ‘Logisch, ze worden weggegooid. Er zijn in Nederland ook wel bedrijven die wasbare kleding leveren, maar die zijn vooral gericht op grote standaard partijen. Vreemd eigenlijk. Cleanrooms kennen bijvoorbeeld variaties in temperatuur. En elk mens is anders. Kleding moet lekker zitten en beschermen. Wij willen maatwerk leveren.’ Een nichemarkt waarvoor Lavans een compleet nieuwe wasserij liet installeren in de pas opgeleverde nieuwbouw. Een forse investering voor het in 1920 opgerichte familiebedrijf waar nu 200 mensen werken. ‘Zeker’, beaamt Ine Speulman. ‘Er zijn speciale machines aangeschaft met diverse meet- en controlesystemen. We werken volgens een gevalideerd wasproces. We moeten garanderen dat de kleding volstrekt
Lavans heeft een compleet nieuwe wasserij voor cleanroomkleding. Foto: Lavans
schoon en perfect ingepakt de ruimte verlaat. Voor Lavans betekent dit een belangrijke uitbreiding van het dienstenpakket. We willen onze klanten zo breed mogelijk bedienen.’ De eerste klanten zijn inmiddels over de streep getrokken door een speciaal geformeerd kwaliteitsteam onder leiding van Ine Speulman. ‘We gaan bij elke potentiële klant op bezoek om de wensen en eisen door te nemen. We hebben een flexibel was-
proces ingericht. De kleding van elke klant wordt apart behandeld, dat is het bijzondere. Natuurlijk leveren we indien gewenst ook de disposable kleding. Maar liever niet natuurlijk. Lavans is een wasserij. Bovendien is weggooien niet duurzaam. Wij werken met zo veel mogelijk milieuvriendelijke producten, we recyclen het waswater en draaien voor een aanzienlijk deel op zonnestroom.’ www.lavans.nl
Keeping you and your products ahead of the technology curve Today, technology evolves quickly, often out of sync with the planned lifecycle of a product or solution. Connect Group is an Electronic Manufacturing Services provider, serving companies in the professional industry. Through its innovative 'Technology is a Service' (TiaS®) program, Connect Group provides lifecycle management, solutions monitoring, reliability and logistics support. Entrusting the management of your product to Connect Group, will keep you and your product ahead of the technology curve.
www.connectgroup.com
CONNECT GROUP INTEGRATED SUBCONTRACTORS
juni 2019
97
UIT DE MARKT GROTER PAND BIEDT TEESING RUIMTE VOOR OPTIMALE LOGISTIEK Teesing in Rijswijk verhuist en dat is volgens het bedrijf in alle opzichten een verbetering. Aan het einde van het jaar wordt het nieuwe hoofdkantoor, met fors meer ruimte voor medewerkers, goederen en meer assemblagecapaciteit, in gebruik genomen. Het pand is vier keer groter dan het huidige hoofdkantoor in dezelfde straat. Met verhuizing is – inclusief een grootscheepse verbouwing – een forse investering gemoeid, zegt René Roozen, corporate manager operations. Teesing levert koppelingen, buizen, afsluiters, systemen en assemblages voor hightech toepassingen voor transport van vloeistoffen en gassen. Het bedrijf, met vestigingen in Rijswijk, China, de Verenigde Staten en Taiwan, telt zo’n tachtig medewerkers. De verhuizing was bittere noodzaak, zeggen René Roozen en Jurre Oorlog, corporate manager sales & marketing. ‘Het is af en toe passen en meten. En er is momenteel veel
druk op het logistieke proces. Omdat we minimaal de ruimte hebben, moeten de goederen na ontvangst zo snel mogelijk op locatie worden gelegd of worden verzonden. Dat is niet heel efficiënt’, aldus Oorlog. Het nieuwe pand biedt straks volop ruimte voor de medewerkers, maar ook voor de goederen en voor de assemblage. Bovendien komt er een, zoals Roozen zegt, ‘state-of-the-art’ Cross-Flow cleanroom van in totaal 100 vierkante meter. ‘Vier keer zo groot als de huidige. Dat biedt ons onder andere de mogelijkheid om grotere assemblages te verwerken. Dat zijn vragen vanuit de klanten, waar we tot dusver beperkt of geen gehoor aan konden geven.’ Teesing gaat ook de logistieke verwerking optimaliseren. ‘Bij ontvangst wordt er met kleurcodes en zones direct onderscheid gemaakt: waar moeten deze goederen heen? Die worden vervolgens met intern transport weggebracht. Het gevolg is
Het nieuwe Teesing-hoofdkantoor is vier keer groter. Foto: Teesing
dat we straks veel minder loopbewegingen hebben. Alle medewerkers weten precies wat zich waar bevindt en wat de status ervan is’, zegt Roozen. ‘Waar de mensen nu de spullen nog zelf moeten ophalen, komen de goederen straks naar de medewerker toe.’ Teesing ziet het nieuwe kantoor als een investering in de toekomst. Er
wordt ook nagedacht en gesproken over nieuwe producten en productlijnen. Oorlog: ‘Maar er is nog niets concreet. Eerst maar eens de verbouwing en de verhuizing achter de rug. Dan kunnen we ons weer focussen op andere zaken.’ www.teesing.com
PRODUCTIE AAF INTERNATIONAL NAAR OOST-EUROPA AAF International, fabrikant van luchtfilteroplossingen, beschikt over productie-, opslag- en distributievestigingen in 22 landen. De vestiging in Nederland is het laatste jaar echter fors afgebouwd. In Emmen beschikte de onderneming over een omvangrijke productieplant waar recent nog meer dan 180 mensen werkten. Eind vorig jaar echter startte een operatie om de productiecapaciteit te verhuizen naar de fabrieken in Letland en Slowakije. In mei zijn de laatste machines overge-
Flexibel Duits leren
bracht naar de locaties in Oost-Europa. In Emmen en in Veenoord – de tweede vestiging in Nederland – zijn nu nog ruim dertig mensen werkzaam in de verkoop en administratie. Voor de overige personeelsleden is ‘een regeling getroffen’, die FNV-man Ron Vos eerder duidde als ‘netjes’. Reden voor de verplaatsing is kostenbesparing, bevestigt Dagmar Bos, vice president HR AAF Europe. Maar dat is niet het hele verhaal. ‘Natuurlijk liggen de lonen daar nog substantieel lager. Maar ook telt dat de
arbeidsmoraal in de Oost-Europese landen heel goed is. Daar willen mensen vooruit door hard te werken. In ons welvarende Nederland ontbreekt die motivatie nog wel eens. AAF had daar ook wel last van, maar was er zelf ook debet aan. Er had eerder en meer geïnvesteerd moeten worden in de ontwikkeling van de mensen’, constateert ze. AAF gaat door de sluiting nu van drie naar twee ‘hoofdfabrieken’, wat ‘efficiënter’ is. In Riga staat die voor Scandinavië, in Trencin voor de rest
CURSUSPAKKET STANDAARD ONLINE
van Europa. Het verhogen van de automatiseringsgraad in Emmen was geen optie: ‘De fabriek hier was behoorlijk verouderd, de fabrieken in Letland en Slowakije zijn of worden moderner. We hebben wel equipment daar naartoe verhuisd, maar die is vooral bron van reserveonderdelen. Het handwerk voor de kleinere batches blijft nodig, maar de productiviteit zal daar hoger liggen, verwachten wij.’ www.aafintl.com
www.dnhk.org/wd
Beschikbaar op elk taalniveau > ERK-instaptoets > Online lesmodule Deutsch > Masterclass Wirtschaft > Afrondingscerti caat € 1.150 (excl. BTW)
Via website of app oefent u exibel op elk gewenst moment met de Duitse taal.
juni 2019
99
MARTIN Martin Plaat is oprichter/eigenaar van SucceedIT in Amersfoort. Sinds 2007 beoordeelt hij implementaties en het gebruik van Dynamics 365 Business Central (voorheen NAV) en AX. Onder de labels NAVConsultants en DynamicsOnline streeft SucceedIT naar transparantie en het minimaliseren van maatwerk bij ERPimplementaties.
www.succeedit.nl
VREEMDE ZAKEN IN DE ERP-WERELD Sinds 2007 bekijk en beoordeel ik bij bedrijven de implementaties en het gebruik van Dynamics NAV en AX, plus de daarmee samenhangende ondersteuning. Eerst bij PricewaterhouseCoopers als it-auditor, later als consultant en eigenaar van SucceedIT. In die twaalf jaar heb ik behalve veel moeizame implementaties ook het nodige cowboygedrag van Dynamics-partners gezien. In deze column wil ik niet waarschuwen voor de risico’s van een ERP-implementatie, maar ik wil wel een aantal zaken meegeven waarop een bedrijf kan letten voordat het met een Microsoft Dynamics-partner in zee gaat. Het onderhoud op Dynamics NAV-licenties bedraagt jaarlijks 16 procent. Veel partners verhogen dit tot 20 procent of soms wel 25 procent en zijn hier niet duidelijk over. In de praktijk krijgt de klant daarvoor weinig tot niets terug. Als het percentage meer dan 16 procent is, dient hier iets tegenover te staan. Het afsluiten van langlopende contracten biedt meestal geen voordeel. Microsoft rekent namelijk altijd 16 procent onderhoudskosten op de aangeschafte licenties, of je nu een 1- of 3-jarig contract afsluit. Wel zit de klant tijdens die periode vast aan dezelfde Dynamicspartner. Over eigen maatwerk en zogeheten add-ons draagt de partner geen marge af aan Microsoft en daarmee is 100 procent van de omzet voor de partner. Het is uiteraard prima dat er onderhoudskosten worden gerekend over eigen add-ons als de add-on wordt doorontwikkeld en de klant regelmatig updates en nieuwe releases krijgt. Onder-
UIT DE MARKT
houdskosten over klantspecifiek maatwerk vinden wij dubieus, zeker als je bij een upgrade naar een hogere versie hiervoor nogmaals moet betalen. Bij veel van onze analyses blijkt dat er onnodig add-ons, modules en licentie-componenten zijn verkocht. Sommige Dynamics-partners verkopen graag eigen add-ons, ongeacht of die nodig zijn. De marge op de verkoop en het onderhoud op eigen add-ons is 100 procent voor de Dynamics-partner. Microsoft-certificaten bieden overigens geen zekerheid op kwaliteit. De certificering is niet gedreven door naam en faam van een partner of bewezen geleverde kwaliteit van de dienstverlening. In sommige gevallen wordt Dynamics NAV hosted aangeboden aan een klant. Daar is niets mis mee, maar wel als de Dynamics-partner vervolgens geen toegang geeft tot de eigen data of de volledige applicatie. Het zijn data van de klant. De klant heeft een gebruikersrecht gekocht (licenties). Hij hoort dus – zonder mij op juridisch vlak te willen begeven – te beschikken over zijn data en moet gebruik mogen maken van de volledig betaalde functionaliteit. Als eigenaar van SucceedIT vind ik het ernstig dat ERPimplementatiepartners over het algemeen een matige tot slechte naam hebben. Ook wij maken fouten, maar we doen er alles aan om transparant te zijn over kosten en willen wegblijven van de genoemde punten. De standaard, aangevuld met bewezen vrij op de markt verkrijgbare add-ons, heeft onze sterke voorkeur.
PERSONALIA
PAUL SCHIPPER NIEUWE CEO 247TAILORSTEEL Sinds 1 mei is Paul Schipper de nieuwe ceo van 247TailorSteel, als opvolger van Carel van Sorgen. Schipper studeerde werktuigbouwkunde aan Universiteit Twente en werkte in de dertig jaar daarna voor industriële bedrijven in binnenen buitenland: eerst zeven jaar bij voedingsmiddelenbedrijf Unilever, daarna acht jaar bij verpakkingsproducent Greif, vervolgens vijf jaar voor de medische-hulpmiddelenfabrikant Biomet en ten slotte tien jaar voor mijnbouwbedrijf Lhoist. De doelstelling voor Schipper is om de ‘indrukwekkende groei’ die oprichter en aandeelhouder Carel van Sorgen heeft laten zien voort te zetten, ondersteund door de nieuwe mede-aandeelhouder Parcom Capital die in maart 60 procent van de aandelen overnam. Eerder dit voorjaar is bij 247TailorSteel Florian Matt in dienst getreden, als sales director. De Nederlander is afkomstig van Hilti in
100
juni 2019
Sinds 1 mei 2019 is Hans Kolnaar algemeen directeur van Timmerije. Kolnaar startte zijn carrière in 1990 bij de r&d-afdeling van DSM in Geleen. Hij heeft veel ervaring opgedaan in innovatie en marketing bij onder andere General Electric Plastics in Bergen op Zoom en bij de technischtextielproducent Low & Bonar in Arnhem. Kolnaar volgt Wim Simons op die Timmerije onlangs onverwacht verliet. Simons is inmiddels aangetreden als interim ceo bij Rollepaal in Dedemsvaart, fabrikant van kunststof pijpen en buizen. Hij volgt daar Rob Spekreise op. München. Daarvoor werkte hij voor Aalberts Industries en Zodiac Aerospace. 247TailorSteel breidt momenteel het salesteam in Duitsland en België uit en er zijn meer productielocaties in Duitsland gepland. www.247TailorSteel.com
Thea Koster, lid van het bestuurs-
college van Deltion College Zwolle, is de nieuwe voorzitter van de Landelijke Regiegroep Techniekpact. In die rol stemt zij het landelijk beleid en de regionale uitvoering van het Techniekpact zo goed mogelijk af.
Begin november verhuist Capi Europe, fabrikant van kunststofbloempotten, naar nieuw pand Petereen Werkhoven volgtinbij TNO Tilburg. Een investering twintig Jos Keurentjes op als chiefvan scientific miljoen hetbestuur. aantal officer eneuro, lid vanwaarmee de raad van vierkante meters meer In zijn 25 jaar bij TNO wasdan hij verdubonder belt. telt het nieuwe magazijn meer Zo onderzoeker, researchmanager, 20.000 en achttien directeurpalletplaatsen (van het businesscenter laaddocks. DeTelecommunicatie, sterke groei van Capi Multimedia en later Europe, dat inICT), ruim zestig landen van corporate researchdirecteur Defensie & Veiligheid, managing director Technical Sciences en, de laatste jaren, corporate science director. Bert den Ouden is benoemd tot
internationaal salesmanager bij het Nederweertse BMO Automation, leverancier van robotlaadsystemen voor de verspanende industrie. Zijn opdracht is de omzetgroei buiten Nederland te stimuleren.
SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
METAAL
ALLIANTIES
Dumaco doet vierde overname in een jaar
SENSORTECHNOLOGIE
Optiqua gaat internationaal met Demcon en Oost NL Demcon en Oost NL investeren in Optiqua B.V., ontwikkelaar van innovatieve oplossingen voor het meten van waterkwaliteit. De producten van het Enschedese bedrijf maken gebruik van gepatenteerde lab-on-chip sensortechnologie. Met Demcon en Oost NL aan boord kan Optiqua de internationale uitrol
van EventLab, haar real-time monitoring systeem van drinkwaterkwaliteit, versnellen. Bij de verdere industrialisatie zal Optiqua gebruik maken van de engineering- en productiecapaciteiten van Demcon. www.optiqua.com www.demcon.nl www.oostnl.nl
OVERNAMES MARITIEM
Thecla Bodewes koopt scheepswerf Barkmeijer Thecla Bodewes Shipyards heeft Barkmeijer Shipyards in Stroobos overgenomen. De doorstart van de in oktober 2018 failliet verklaarde werf is mede mogelijk gemaakt door een Nederlandse partij waarvoor Barkmeijer twee sleephopperzuigers in aanbouw heeft. De kennis en kunde op het gebied van
specialistische schepen is een welkome aanvulling in de portefeuille van Thecla Bodewes Shipyards. Bodewes (160 fulltime werknemers) wil zijn positie in de scheepsbouw en -reparatie verder versterken op de locaties in Harlingen, Kampen, Meppel en nu dus ook in Stroobos. www.tbshipyards.com
Dumaco heeft de door overname van Blokland Metaalbewerking zijn positie als marktleider op het gebied van plaatbewerking verder versterkt. Blokland produceert in Hardinxveld-Giessendam op een uitgebreid machinepark – onlangs werden een TruLaser Center 7030
en een Trumatic 7000 lasersnijder in gebruik genomen – ferro en non-ferro halffabricaten. Na de overname – de vierde binnen een jaar – beschikt Dumaco over zeven locaties in Nederland met in totaal ruim 700 medewerkers. www.dumaco.nl, www.blokland.nl
METAAL
MFE haalt ijzergieterij Vulcanus uit faillissement Dankzij overname door MFE (Machine Fabriek Elburg) maakt ijzergieterij Vulcanus een doorstart. Begin dit jaar vroeg een pensioenfonds, waarbij de gieterij in het Gelderse Langerak 1 miljoen euro in het krijt stond, faillissement aan. Daarbij wordt Vulcanus door omwonenden beticht van stank- en
geluidsoverlast en zou het milieuregels overtreden hebben. Na onderzoek en na overleg met de provincie Gelderland besloot MFE – dat halffabricaten produceert voor onder meer de automotive en landbouw – tot overname. www.machinefabriekelburg.nl
Waag de sprong… kom verder…
YOUR PARTNER IN ELECTRONICS DESIGN AND MANUFACTURING
Samen met ons!
Animated HMI’s Mobile connectivity Electronic controls www.wjadvocaten.nl
anders | durven | denken
www.psicontrol.com | info@psicontrol.com | T +32 57 409 696
juni 2019
101
25-29 JUNI 2019
AGENDA 18 JUNI 2019 VIRTUAL (R)EVOLUTION FOR INDUSTRY 2019 (BEURS + CONGRES) – VELDHOVEN Ontdek de mogelijkheden van digital twins en virtual reality, zowel in het congresprogramma als op de beursvloer. Exposanten verzorgen pitches en discussiëren in de Virtual Arena met elkaar over de toekomst van deze technologieën. Zie: www.mikrocentrum.nl
19 JUNI 2019 INSTRUMENTATIE & ANALYSE EVENT – VIANEN De nieuwste ontwikkelingen en uitdagende praktijkoplossingen op het vlak van instrumentatie en analyse/apparatuur komen aan bod. ’s Ochtends diverse lezingen. Aanmelden is kosteloos. Zie: www.fhi.nl
20 JUNI 2019 BUSINESS SOFTWARE EVENT (EXPO + CONGRES) – VELDHOVEN Event waarin de laatste ontwikkelingen op het gebied van innovatieve software, stapsgewijze procesoptimalisatie en voortgaande ketenintegratie in de maak-
industrie centraal staan. Naast ERP, PDM, PLM, CAD, CAM, MES, WMS en CRM komen de overkoepelende processen zoals integratie, cloud en business intelligence diepgaand aan bod. Zie: www.business-software-event.nl
GIFA (VIER VAKBEURZEN TEGELIJK) – DÜSSELDORF (D) Vierjaarlijkse internationale gieterijvakbeurs met (in 2015) ruim 2.200 exposanten en 78.000 bezoekers. Gelijktijdig vinden de vakbeurzen METEC (metallurgie), THERMPROCESS, (thermprocestechniek) en NEWCAST (gegoten producten) plaats. Zie: www.gifa.com
20 JUNI 2019 DUTCH SYSTEM ARCHITECTING EVENT – ’S-HERTOGENBOSCH Tweede editie van dit event waarin sprekers uit de civiele wereld, transport en hightech hun kennis en ervaringen op het gebied van systeemarchitectuur en -engineering delen. Zie: www.incose.nl
20-21 JUNI 2019 MARITIME24 – ROTTERDAM Nieuw business event gericht op het opdoen van kennis over en het aangaan van nieuwe relaties met leveranciers in de maritieme sector. Met deelnemers als Wagenborg, Fugro, Kotug, Jumbo, HvS Dredging support, OOS international, Boomsma Shipping, Clearwater, RollDock, Boskalis, Van Weelde Shipping, Jan de Nul en JR Shipping. Zie: www.maritime24.org
26-27 JUNI 2019 AGRI FOOD INNOVATION EVENT (EXPO EN CONFERENTIES) – VENLO Derde editie, met een expositie, vier conferenties – 3D Food Printing Conference, Healthy Nutrition Conference, Vertical Farming Conference en Smart Farming Conference – en activiteiten als labtours en democorners. Zie: www.agrifoodinnovationevent.com
3 OKTOBER 2019 SHEET METAL EVENT 2019 – VELDHOVEN Evenement met beurs waarop uitgebreid wordt ingegaan op aspecten als: waar gaat het met de plaatindustrie naar toe? Wat kunnen we leren van elkaar? Welke skills hebben medewerkers nodig voor onomkeerbare trends als afnemende seriegroottes? Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen
9 21 NOVEMBER 2019 DISCA’19 – UTRECHT Industriële topondernemers schuiven weer aan voor interviews op het scherp van de snede tijdens de talkshow van de 18e editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards van Link Magazine. Aansluitend is de uitreiking van de awards voor de best knowledge supplier, best logistics supplier en best customer. Een nominatie kan alleen worden afgedwongen door zo goed mogelijk samen te werken met de klant/toeleverancier. Bent u heel tevreden over de samenwerking met bepaalde toeleveranciers of klanten, mail de namen van deze bedrijven met hun vestigingsplaats dan naar: disca@linkmagazine.nl. Deze bedrijven worden vervolgens opgenomen in een zorgvuldige selectieprocedure. Link Magazine organiseert het evenement in samenwerking met ING en ISAH. Het vindt plaats op donderdag 21 november 2018 vanaf 15.00 uur in Boerderij Mereveld in Utrecht. Aanmelden kan nu al, via disca@linkmagazine.nl
KRIJGEN UW ENGINEERS HUN WERK OOIT AF? Productietekeningen, illustraties of manuals maken? Data converteren of andere werkzaamheden? De engineers van Exes voeren deze volledig voor u uit en ontlasten zo uw engineers. Door de flexibele inzet van onze Indiase engineers bent u in staat om snel op- en af te schalen.
EXES GROUP IS AL RUIM TIEN JAAR EEN SOLIDE PARTNER IN HET UITBESTEDEN VAN ENGINEERINGSWERKZAAMHEDEN.
EXES GROUP B.V. High Tech Campus 9 - 5656 AE Eindhoven - +31 (0)40 820 01 09 - info@exes-group.com - www.exes-group.com
juni 2019
103
isah.com
REALTIME FINANCIEEL INZICHT? JE MAAKT HET MET ISAH
Alles wat in het primaire proces bij maakbedrijven
Het resultaat?
gebeurt, heeft ook altijd een financiële component. Daarom heeft Isah een geïntegreerde financiële oplossing, speciaal voor de maakindustrie. Dit betekent 1 database, realtime integratie
U heeft betere financiële grip en u heeft altijd actuele financiële cijfers.
en geïntegreerde managementinformatie. Elke stap in het productieproces is dus meteen verwerkt in de financiële administratie.
Maak het met Isah.