link Magazine 2020, #4

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS september 2020 | nummer 4 | jaargang 22

BENT U GENOMINEERD? KIJK SNEL OP PAGINA 26!

DISCA’20: UITSLAG RONDE 1 DE EINDOVERWINNING KOMT ZELDEN ZOMAAR UIT DE LUCHT VALLEN SENSORTECHNOLOGIE BIEDT WERKMAN HOOFCARE NIEUW BUSINESSMODEL GEHEIM VAN DE SMID ONTRAFELD

THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

CEO MICHAEL COLIJN VAN HELIOX:

‘LOKAAL SAMENWERKEN OM WERELDWIJD MEE TE DOEN’


pneumatisch elektrisch digitaal

Your motion pneumatic | electric | Our solution

www.festo.com/nl


#4/20 12 THEMA DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

44

ENERGIETRANSITIE CEO MICHAEL COLIJN VAN HELIOX:

FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE Het achterhalen van wat de toegevoegde waarde is die de klant zoekt, waarin precies zijn behoefte zit, is als het vinden van de Heilige Graal. Die vind je niet, die kun je hooguit proberen zo dicht mogelijk te benaderen. Wat doet een onderneming om die (eind)klantbehoefte helder te krijgen? Wordt daarbij nog rekening gehouden met de relevantie voor de maatschappij? En in hoeverre is het een keyfactor bij het inrichten van de bedrijfsprocessen?

88

‘LOKAAL SAMENWERKEN OM WERELDWIJD MEE TE DOEN’ De komende tien jaar staan in het teken van de elektrificatie van vervoer. Reken dus maar dat Heliox met z’n laadoplossingen verder groeit. Toch kan Heliox het niet alleen, weet Michael Colijn, sinds begin 2020 ceo van het bedrijf in Best. Want hoe krachtig het bedrijf ook acteert, het échte voordeel zit ’m vooral in het succes voor de gehele industrie. ‘Samenwerken als keten is nodig, ook hier in de Brainport-regio.’

OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over Rotaid dat samen met Matas en Phact een AED-kast met connectiviteit ontwikkelde. Het is een slimme ‘reddingsboei’ bij een hartstilstand.

STRATEGIE EERSTE RONDE DISCA-AWARDS: 366 NOMINATIES

DE EINDOVERWINNING KOMT ZELDEN ZOMAAR UIT DE LUCHT VALLEN Voor de DISCA’20-awards zijn 335 verschillende bedrijven genomineerd in één of meer categorieën. Een fors aantal, maar ook niet meer dan dat. Je zou verwachten dat leveranciers met het door de coronacrisis droogvallen van hun markt harder gaan lopen. Maar menig uitbesteder nomineerde niet omdat van ontzorgen juist minder sprake was. Desondanks zijn er meer dan voldoende prima klantbedrijven en leveranciers in de race voor de eindoverwinning op 26 november.

KETENINTEGRATIE

INNOVATIE SENSORTECHNOLOGIE BIEDT WERKMAN HOOFCARE NIEUW BUSINESSMODEL

49

26

GEHEIM VAN DE SMID ONTRAFELD Het Groninger familiebedrijf Werkman Hoofcare legt zich al ruim een eeuw toe op de productie van hoefijzers. Het heeft een revolutionair concept ontwikkeld: Werkman Black meet als eerste ter wereld de gang van een paard met behulp van sensoren. Variass in Veendam haakte aan voor de productie van het innovatieve systeem.

38

Informatieplatform Pulse voor communicatie in de keten

56

Transport door Meilink cruciaal onderdeel van voortbrengingsproces

80

Research Instruments en Masévon Group lopen gelijk op

PROCESVERBETERING

34

Yellax helpt Selmers om besturingsontwerp te standaardiseren

60

ERIKS betrekt nieuwbouw

96

Specialist MPDV helpt Timmerije binnen een jaar aan een live MES

ZIE VERDER PAGINA 5

september 2020

3


DO YOU HAVE AS MUCH PASSION AS WE DO?

VDL ETG HAS VACANCIES FOR:

Do you like technical challenges? Development and production on the edge of what is possible? Then VDL ETG is a perfect match for you!

SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

With almost 3,000 colleagues we work on complex and innovative mechatronic systems for high-tech production equipment for the further development of computer chips, breakthroughs in fighting diseases, study the universe and understanding the details in cells and molecules. Working at VDL ETG means a lot of freedom and diversity. Diversity in projects and customers, freedom through the amount of responsibility you will get within your job. The combination of engineering and high-tech production facilities is what makes VDL ETG a unique employer with lots of career opportunities at home and abroad.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven • The Netherlands T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


EN VERDER: 7 36

UIT DE MARKT

40

PRODUCTIVITEIT Platform bespreekt bij VHE dilemma’s rond digitalisering

47

CONNECTED Schneider Electric start Remote Management Campagne

55

OPTIMALISATIE EPLAN ziet kansen voor ‘reset’ richting automatisering en digitalisering

59

DIENSTVERLENING Connect Group: ‘onzichtbare’ specialisten

62

STRATEGIE Settels Savenije: ontwikkel- en maakkennis onder één dak

65

AUTOMATISERING CtrlX AUTOMATION en de Fabriek van de Toekomst

66

CONTRACTEN Langetermijnsamenwerking vergt ‘meeademende’ contracten

68

CIRCULARITEIT Flexibel FLEET-concept Vanderlande: duurzaamheid en servitization

70

PRINTED ELECTRONICS PE-keten in Zuid-Nederland wil meer en snellere marktintroducties

74

PRODUCTIESTRATEGIE Enviolo verruilt China voor ‘fietsland Nederland’

76

TRANSITIE Battery Competence Center: kennis delen is cruciaal

82

REISVERSLAG AAE en Isah ronden ERPimplementatie af

84 87

INDUSTRIEDEBAT Utdagingen en zorgen op tafel

90

STRATEGIE BKB Precision zet kunststofbewerking als alternatief voor metaalbewerking op de kaart

92

DATA-ANALYSE SAS: Effectieve toepassing vergt de ‘democratisering’ ervan

94

STRATEGIE BOZ Group en Kasteel Metaal bundelen hun krachten

98

PRODUCTINNOVATIE Nijkerkse isolatoren onmisbaar in strijd tegen corona

IK VIND HET SOMS MOEILIJK MARTIN MIJ EUROPEAAN TE VOELEN

SECURITY KPN Security wil cybersecuritybewustzijn verhogen

TECHNOLOGIE Fraunhofer IPT en productietechnologie voor waterstofsystemen

100

AUTOMATISERING SAM|XL sleutelt aan robots die zelf hun werk controleren

102 119

UIT DE MARKT (vervolg) AGENDA

Een van de doelstellingen van het Europees regionaal beleid is ‘de levensstandaard in nieuw toegetreden EU-landen snel naar het gemiddelde van de Unie brengen’. Geld uit de ‘structuurfondsen’ moet dat gat dichten. En dat lukt aardig: in 2004 toen bijvoorbeeld Polen toetrad tot de EU, bedroeg het BBP van dat land 255 miljard dollar. Nederland zat toen op 657 miljard dollar. Inmiddels liggen de verhoudingen compleet anders: Polen scoorde in 2017 1.126 miljard dollar, Nederland ruim 900 miljard. Nu heb ik er een hekel aan gepasseerd te worden en de vraag is: is het Poolse groeitempo ten koste gegaan van het onze? En dan is het maar net wie je gelooft: degenen die de voordelen van de EU voor onze open economie benadrukken, of degenen die onze nettobijdrage aan de unie of het weglekken van werkgelegenheid onderstrepen. Een overtuigend bewijs voor een ‘nee’ of een ‘ja’ ben ik nog niet tegengekomen. Toch is er wel iets veranderd. Ik zie al vele jaren regelmatig voorbeelden van bedrijven voorbijkomen die met EU-steun hun operatie verkassen naar Oost-Europa. Maar ging het pakweg tien jaar geleden nog om handwerk dat dáár nu eenmaal veel goedkoper kan worden gedaan, inmiddels gaat het om banen waarvoor je een serieuze (IT-)opleiding moet hebben gevolgd. In Oost-Europa verrijzen zeer hoogwaardige, compleet geautomatiseerde plants, voorzien van de nieuwste Industrie4.0-technologie. Meest pregnante voorbeeld is uit mijn directe, Enschedese omgeving waar Apollo Vredestein zijn productiecapaciteit afbouwt ten faveure van een ultramoderne bandenproductiefabriek in Hongarije, mede mogelijk gemaakt met steun van het land in kwestie en de EU. Met andere woorden: Enschedeërs raken hun baan kwijt door een transfer mede mogelijk gemaakt met hun eigen belastinggeld. Maar natuurlijk is het een move die helpt het BBP van Hongarije naar dat EU-gemiddelde te trekken. Dat doet weliswaar niets af aan mijn gevoel van onbehagen, maar is wellicht goed voor de EU als geheel, wat die abstractie ook moge betekenen. Nu sprak ik laatst een kennis, nóg werkzaam bij Eaton in Hengelo. Ooit een Nederlands bedrijf, maar inmiddels in Amerikaanse handen en de eigenaar heeft besloten een groot deel van het werk te verkassen naar Turkije. Geen simpel handwerk: wie op de site kijkt, ziet tal van vacatures met functiebenamingen als application engineer en operational excellence manager. In de Twentse fabriek moet een derde van het personeel eruit. Al over de zestig hoopt mijn kennis nog net lang genoeg in dienst te mogen blijven om via de WW het gat naar zijn pensioen te overbruggen. Een kwestie die me persoonlijk raakt, maar in dit geval kan ook veilig geconcludeerd worden dat het voor de EU eveneens een slechte zaak is. Blijkbaar zijn noch de Nederlandse overheid, noch de EU in staat tot beleid om hoogwaardige werkgelegenheid vast te houden. Jaap Beijersbergen constateert in deze uitgave dat, na de zonnecelproductie, nu ook de zonnecelproductie-equipment naar China is verdwenen. Zijn Levitech, oem’er van depositiemachines, heeft nu maar gekozen voor een businessmodel waarin het voor klanten engineeringsklussen doet. Op menselijk niveau misschien geen al te groot drama – die hooggeschoolde technici komen wel terecht – maar hiermee gaat wel weer een – ooit veelbelovende – Nederlandse en Europese oem’er en wereldmarkt verloren. Nederlander ben ik nu eenmaal, maar ik vind het soms wel moeilijk mij Europeaan te voelen. En dat zal niet veranderen zolang Europa te veel met zichzelf bezig is en te weinig met haar omgeving.

MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

JAARGANG 22, NUMMER 4, SEPTEMBER 2020

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML)

UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jan Broeks, Hans van Eerden, André Ritsema, Jaap Janssen Steenberg COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

ABONNEMENTEN u 71,95 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 27 oktober. Het thema van dit nummer is: ‘Hoe wordt een bedrijf duurzaam én winstgevend?’

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

september 2020

5


I want the whole package! Do you need a powerful, smart, and reliable drive system? One that comes with an electric motor, gearhead, controller, housing, connectors, software, and more? Then contact our specialists: systems.maxongroup.com

Precision Drive Systems


UIT DE MARKT INTEGRATIE PAKKETTEN SAP EN SIEMENS: ‘OOK MKB VRAAGT EROM’ SAP en Siemens waren al een paar jaar in overleg voordat ze medio juli wereldkundig maakten dat SAP Teamcenter-software van Siemens gaat aanbieden en Siemens de Intelligent Asset Managementen Project- en Portfoliomanagement-oplossingen van SAP (SAP S/4HANA). Met als vervolgstappen dat de complete, omvangrijke softwarepakketten van de twee grote Duitse softwarebedrijven volledig geïntegreerd worden. Want, aldus Joe Bohman, senior vice president van Siemens Digital Industries Software vanuit Californië: ‘Klanten vragen om die integratie.’ ‘Natuurlijk de grote klanten, actief in sectoren als aerospace en de automotive, maar ook de mkb-bedrijven. Die beide klantgroepen willen na het ontwikkelen van een product in de engineeringfase – als het ontwerp naar operations gaat – niet hoeven te switchen van Siemens Teamcenter naar SAP Projectmanagement om de supply chain te kunnen aansturen, om voor de BOM weer terug te moeten naar Teamcenter. Die willen een gehar-

moniseerde, geïntegreerde oplossing. Dat geldt misschien nog wel meer voor mkb’ers dan voor grote ondernemingen met zakken die diep genoeg zijn om de huidige hoge integratiekosten te kunnen betalen.’ En die kosten zijn hoog, weet Bohman, ofschoon hij daar geen hard bedrag op wil plakken: ‘Dan hebben we het over substantiële uitgaven die gemakkelijk net zo hoog kunnen zijn als de kosten voor de aanschaf van de software.’ Software die ook na de integratie per losse module kan worden aangekocht. ‘Voor vrijwel elk bedrijf geldt dat die niet in één keer een compleet PLM- en ERP-systeem zullen aanschaffen, maar hooguit genoeg budget en tijd hebben om óf hun PLM- óf hun ERP-systeem te upgraden en te implementeren. Net als nu kan ook straks de software in kleine delen aangeschaft en geïmplementeerd worden.’ Voor het gevaar van vendor lock-in, als ze straks al hun software van één leverancier betrekken, hoeven ondernemers niet bang te zijn, verzekert Bohman. ‘Wij willen heel open en transparant zijn

over onze intenties. Meer klantwaarde genereren, alleen daar gaat het ons om.’ SAP en Siemens bouwen aan goed geïntegreerd geheel, aldus Bohman: ‘We gaan geen grote blokken bestaande software simpelweg aan elkaar plakken. Dit wordt een proces van integration by design: we investeren in het opnieuw ontwerpen van de kerndelen van onze software opdat ze volledig geïntegreerd zijn. Zodat de productontwerper van de klant straks bijvoorbeeld de diepgaande data over klantsentimenten die nu in SAP HANA beschikbaar zijn, kan benutten om zijn ontwerp beter toe te snijden op de klantbehoeften. Dat zal ontwikkeltijd schelen en de time to market verkorten. Evengoed kan straks vanuit de Teamcenter-omgeving gebruik worden gemaakt van de data in SAP Portfolio and Project Management om de supply chain te managen. Ook zal de feedback van IoT-data vanuit operations over bijvoorbeeld industrialisatieproblemen of vanuit het veld over service-issues veel gemakkelijker bij engineering terecht-

Joe Bohman, senior vice president van Siemens Digital Industries Software. Foto: Siemens

komen, omdat die allemaal binnen een software-suite beschikbaar zijn.’ De integratie van de SAP- en Siemens-software is dus ingezet om de klantwaarde ervan te verhogen, zo stelt Bohman. ‘En omdat we op de lange termijn wederzijds minder tijd in integratie hoeven te steken, zouden we kosten kunnen besparen. Maar dat is niet onze insteek. Die is meer klantwaarde voor meer klanten.’ www.siemens.com/plm

STAÜBLI BREIDT DRAADLOZE VLOOT UIT Stäubli breidt zijn mobiele robotplatform uit. Vorig jaar lanceerde het Zwitserse bedrijf het autonome robotsysteem HelMo, primair bedoeld als cobot voor assemblageactiviteiten, oftewel als robot die kan samenwerken met medewerkers. Dit jaar volgt de autonome, compacte vorkheftruck HelGa, een afgeleide van de HelMo gericht op de logistieke wereld. De HelGa is een agv (automatisch geleid voertuig) die pallets met 1.000 kilo aan vracht kan liften. Uniek aan de nieuwe robot is volgens Jan Buit, salesmanager voor Nederland, het draadloze opladen volgens het inductieprincipe. ‘Bij concullega’s heb ik het ten minste nog niet gezien. Vaak zeggen klanten: ‘Leuk zo’n autonome, mobiele robot, maar wie legt hem aan de kabel voor het opladen?’ Dat hebben wij nu opgelost.’ De HelGa rijdt zelf naar het laadstation waar zij draadloos wordt opgeladen. Er zijn twee verschillende lithium-ion batterypacks beschikbaar, voor 100 of 150 ampère-uur. De HelGa is extreem flexibel én

nauwkeurig (tot op millimeters) in het manoeuvreren. Dankzij laserscanners en een aanraakgevoelige behuizing is de agv veilig in omgevingen waar mensen werken (en andere voertuigen rijden). Agv’s zijn er in de logistieke wereld natuurlijk al wel meer, maar naast het draadloze opladen heeft de HelGa nog een onderscheidend aspect, volgens Buit. Hij doelt op het fleetmanagement, dat het beheer van die ‘vloot’ aan agv’s regelt en hun activiteiten optimaal coördineert. ‘De HelGa kan stand-alone opereren, maar meestal zijn er grotere aantallen van deze of andere agv’s actief in een logistieke omgeving. Dan moet ze rekening houden met mensen en voertuigen op de werkvloer. De HelGa werkt met mapping, waarvoor eerst de omgeving in kaart is gebracht. Met die kaart kan ze dan haar routing bepalen. Navigatie aan de hand van bakens aan de stellingen of het plafond, of magneetstrips in de vloer, is passé, aldus Buit. Nadat de HelMo goed is ontvangen – ‘We hebben de eerste installaties

gedaan en krijgen veel De autonome, mobiele vragen uit de markt; vorkheftruck HelGa van dat is een goed signaal’ Stäubli kan draadloos – is er nu ook interesse worden opgeladen. voor de HelGa. De Foto: Stäubli grootste uitdaging ligt volgens Buit in de integratie van autonome systemen als de HelMo en de HelGa in de smart industry-omgeving waarin ze moeten opereren. Naast het fleetmanagement noemt hij het warehousemanagementsysteem en het ERPsysteem van de gebruiker. Daarmee versie die 500 ton kan tillen.’ Maar wordt Stäubli, dat drie takken heeft ook voor de HelMo komen er niche(connectoren, robotica en textiel), toepassingen bij, die soms zelfs steeds meer een softwarebedrijf, met klantspecifiek zijn. ‘Wij nemen als zwaartepunt robotica. ‘Het zal modificaties zeker in overweging, niet lang meer duren voordat robovoor specifieke activiteiten zoals tica onze grootste tak is; dat was tot packaging of reiniging, afhankelijk nu de textiel (weefmachines, red.).’ van de creativiteit van de klant.’ Daarbij blijft de strategische focus Intussen werkt Stäubli gestaag verder wel liggen op nichetoepassingen, aan nieuwe types autonome robot benadrukt Buit. ‘Voor onze agv’s voor verbreding van zijn platform. werken we nu bijvoorbeeld aan een www.staubli.com

september 2020

7



UIT DE MARKT SEMICONDUCTOR PACKAGING-MINOR HELPT GAT STUDIE-PRAKTIJK DICHTEN Op 28 september start het HAN/CITC Semiconductor Packaging University Program. Een minor die het gat tussen hbo-studie en de praktijk van de halfgeleiderindustrie moet dichten. En er op die manier aan bijdraagt dat de Nederlandse chipsector zo wereldbepalend blijft als die nu is. Het ontwerpen van chips gaat het best als in dat proces niet alleen de chip zelf wordt ontworpen, maar tegelijk ook de package. Die beschermt de chip en verbindt die met andere onderdelen van het apparaat. Het ontwerp van alleen de chip zelf over de schutting gooien, is

Barry Peet van het CITC. Foto: CITC

er dus niet meer bij. Van de ontwerpers binnen bedrijven als Nexperia, NXP en Ampleon wordt gevraagd dat ze ook verstand hebben van het ‘verpakken’ van de chip. Dit is een van de redenen waarom deze drie Nijmeegse bedrijven, samen met het Chip Integration Technology Center (CITC), de HAN, de TU Delft en TNO, de genoemde minor hebben opgezet. De doelgroep van deze hbo-minor zijn niet alleen ontwerpers die reeds in de praktijk werken, maar ook hbo-studenten. Het is voor bedrijven immers van groot belang dat studenten al tijdens hun studie een goed beeld meekrijgen van dit werkveld, zo maakt Joep Stokkermans, director innovation equipment & automation technologies van Nexperia, duidelijk. ‘Wij hebben nu twee tot drie jaar nodig om hbo-afgestudeerden helemaal ingewerkt te krijgen. Het gat tussen studie en werk is te groot. Deze nieuwe opleiding moet daar een deel van dichten, door de studenten een diepgaand inzicht te geven in een technologie die cruciaal is voor bijvoorbeeld het succes van duurzaam elektrisch rijden, 5G of de fotonica. Ook telt dat wij door onze betrokkenheid bij het programma zichtbaarder worden voor jong talent.’ Die betrokkenheid bestaat eruit dat Nexperia, net als de andere initiërende bedrijven, het curriculum mee

heeft ingevuld en dat het zowel docenten als studenten gaat leveren. Op dit moment, kort voordat de eerste editie start, hebben zich vooral mensen uit de praktijk aangemeld. ‘Door de coronaperikelen’, aldus Barry Peet, managing director van het CITC, ‘hebben we onder studenten nog niet goed kunnen werven. Ik hoop dat dit interview effect heeft.’ De deelnemers krijgen een programma voorgeschoteld dat bestaat uit twee blokken van elk negen weken. Het eerste is vooral theoretisch en de colleges zullen nu, in deze coronatijd, hoofdzakelijk online gegeven worden. Het tweede blok vindt plaats binnen een bedrijf, om er een praktische opdracht uit te voeren. Althans dat is de bedoeling. ‘Voor deze editie zal ook die module wellicht deels online gegeven worden, waarbij we gebruik maken van simulaties.’ Behalve studenten gaan de betrokken bedrijven dus ook de docenten leveren. Dat zijn mensen, zo maken Peet en Stokkermans eendrachtig duidelijk, die het vooral van hun diepgaande kennis van en enthousiasme voor het packaging-vakgebied moeten hebben. Het wordt een praktijkgerichte opleiding. Stokkermans: ‘Geen academische, daarin voorziet de TU Delft reeds. Daarmee mikken we op het opleiden van mensen die bij chipbouwers snel aan de slag kunnen. Bij ons met het ontwerpen van chips

Joep Stokkermans van Nexperia. Foto: Nexperia

die bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen in het elektrisch rijden, maar ook in smartphones. In een doorsnee mobieltje zitten twintig van onze chips. Het gaat hier dus om technologie met impact op de wereld.’ Waarmee hij meteen duidelijk maakt dat de Nederlandse chipindustrie een groot aandeel heeft in de wereldwijde. Niet alleen via deze chipproductiebedrijven, maar ook via de bouwers van de chipmachines als Besi, Kulicke & Soffa en ASML. Peet: ‘Die positie behouden gaat niet vanzelf. Deze opleiding, die het gat met de praktijk dicht en meer mensen voorziet van zeer relevante kennis, draagt daaraan bij.’ www.han.nl/opleidingen/cursus/ semiconductor-packaging www.citc.org www.nexperia.com

SOLAR-OEM’ER LEVITECH KIEST VOOR NIEUW BUSINESSMODEL Van ‘de handdoek in de ring gooien’ wil Jaap Beijersbergen niet spreken. Feit is dat Levitech, waarvan hij de ceo is, zich goeddeels heeft teruggetrokken uit de solarmarkt voor atomic layer deposition-technologie (ALD). Deze technologie, door de onderneming uit Almere vervat in haar Levitrack-machine, speelt een belangrijke rol in de productie van zonnecellen. De zonnecelproductie was al langer in Chinese handen, maar sinds twee jaar geldt dat ook voor de ontwikkeling en productie van de productie-equipment, incluis ALD, constateert Beijersbergen. ‘In 2018 kondigde de Chinese overheid aan de productie van zonnecellen te gaan intensiveren. Even leek dat goed nieuws voor ons, totdat duidelijk werd dat de Chinezen daarvoor

eigen ALD-bedrijven hadden opgericht: Lead Micro en Ideal als voornaamste. Ondernemingen met veel oud-medewerkers van ASMI, Applied Materials en Meyer Burger op de loonlijst. Die maken gebruik van ALD-technologieën, indien gepatenteerd tegen betaling, neem ik aan.’ Het was voor Levitech het signaal de ALD-activiteiten te beperken tot het leveren van service en spare parts voor de uitgeleverde Levitracks. Eerder had ook Meyer Burger zich uit de Chinese solar-markt teruggetrokken. ‘Ja, daarmee is Europa na eerder de markt van zonnecellen kwijt te zijn geraakt, ook de markt van de solarcelproductie-apparatuur kwijt. Wat nog resteert is de markt van technologie voor het assembleren van zonnepanelen, waarin een

bedrijf als Eurotron uit Bleskensgraaf actief is. Die – betrekkelijk eenvoudige technologie – zal ook wel hier blijven want het is niet rendabel complete, zware panelen de halve wereld over te vervoeren.’ Met het beperken tot het servicen van de Levitrack-installed base is er ruimte vrij gekomen voor een nieuw businessmodel. De tweede machinelijn, de Levitor, een machine voor de chipproductie waarin de wafer gebakken wordt, houdt Levitech in ontwikkeling en productie. ‘Het vermarkten daarvan loopt redelijk: we zetten vier tot acht systemen per jaar af, de helft in Azië, 40 procent in Europa en de rest in de VS.’ Daarnaast gaat Levitech engineeringsprojecten uitvoeren en heeft daarvoor inmiddels al een paar

orders binnen: ‘Onze twintig medewerkers beschikken natuurlijk over heel veel kennis van hightech machinebouw en van diverse chemische processen. Daarmee zijn we goed in staat voor bedrijven als ASML en ASMI engineeringsprojecten uit te voeren. Ook kunnen we met ALD voor de r&d van dergelijke klanten dunne laagjes produceren voor testdoeleinden. En wij bezitten de knowhow voor retrofit van ALD-machines – ook die van andere fabrikanten – en van robots. In onze Levitor-lijn verzorgen immers robots de handling van de wafers. Aan die processen worden steeds hogere eisen gesteld. Daar kunnen wij met onze kennis van profiteren.’ www.levitech.nl

september 2020

9


MORE TOUCH. MORE PC. MORE POWER. www.br-automation.com/multitouch

< < < < < < < < <

Automation Panel | Panel PC | Automation PC Multi-touch | Single-touch Widescreen | 4:3 Landscape | Portrait Support arm | Cabinet | Stainless steel Any combination possible Smart Display Link 3 | 100 m Intel Core i3 | i5 | i7 | Xeon Intel Atom Bay Trail


UIT DE MARKT SMART INDUSTRY LEGT DUITSE REGERING GAIA-X-HUB IN BIC VOOR In november is de Digital-Gipfel 2020 in Jena, de jaarlijkse conferentie waar de Duitse regering samen met de wetenschap en het bedrijfsleven haar digitale strategie update. Daarbij pitcht het Smart Industry-platform, samen met TNO en Brainport Industries Campus (BIC), de Nederlandse GAIA-X-hub. Het is de bedoeling dat de bedrijven op de BIC in Eindhoven er als eerste mee gaan werken, aldus Peter van Harten. Hij geeft namens het Nederlandse platform, voor het domein ‘Industrie’, leiding aan de gesprekken hierover met het Duitse Bundesministerium für Wirtschaft und Energie (BWMI). ‘Het moet een hub worden die de gebruikers in de gelegenheid stelt op

een veilige en snelle manier online samen te werken en informatie uit te wisselen met hun ketenpartners en klanten. De BIC-hub gaat als gebruikerscase dienen om industriële bedrijven te tonen wat de mogelijkheden en voordelen zijn van het werken binnen zo’n beveiligde omgeving die gebruikmaakt van een datainfrastructuur aangeboden door uitsluitend Europese partijen. Wil de Nederlandse industrie slagkrachtig blijven, dan is het heel relevant dat we op een simpele en veilige manier data kunnen delen in de keten, maar ook met machines, digital twins, et cetera. Het moet helpen om bedrijven eenvoudig digitaal te laten aanhaken.’

NEARFIELD INSTRUMENTS B.V. OPENT NIEUW KANTOOR BIJ HTC EINDHOVEN

De nieuwe locatie in Eindhoven. Foto: NFI

Nearfield Instruments (NFI) heeft een nieuwe kantoorlocatie op de High Tech Campus in Eindhoven (HTCE). NFI richt zich hier op het expertisegebied van mechatronicasysteemontwerp en -besturing voor huidige en nieuwe producten. Hamed Sadeghian, managing director van Nearfield Instruments: ‘De kern van onze producten is gebaseerd op state-of-the-art mechatronica in combinatie met geavanceerde besturing in zowel hard- als software. We streven naar continue verbetering van de waferdoorvoer in combinatie met een aanzienlijke verhoging van de positioneringsnauwkeurigheid. Samen zorgt dit voor een aanzienlijke productiviteitsverbetering voor onze klanten. In Eindhoven zitten we dichter bij Innovation Industries,

een van onze investeerders. Het versterkt bovendien onze samenwerking met Eindhovense leveranciers bij de ontwikkeling en productie van mechatronische modules.’ Volgens Roland van Vliet, managing director van Nearfield Instruments, is HTCE het hart van Brainport Eindhoven, bekend om haar hoge concentratie hightech en kennisintensieve industrie. ‘Omdat NFI continu streeft naar het ontwikkelen van gedurfde innovatieve oplossingen voor procesbesturing in de nano-elektronica-industrie, is uitbreiding van onze activiteiten een logische stap om de groei van Nearfield Instruments verder te versnellen.’ NFI in Rotterdam blijft de belangrijkste productontwikkelingsen productielocatie. www.nearfieldinstruments.com

Voor de data-uitwisseling wordt gebruik gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan binnen het fieldlab Smart Connected Supplier Network (SCSN). Daarin is samen met bedrijven binnen het eco-systeem rond ASML en Philips een data-format en een platform ontwikkeld dat veilige online uitwisseling van data tussen ketenpartijen mogelijk maakt. ‘De Nederlandse industrie heeft daar inmiddels al drie jaar ervaring mee opgedaan en loopt voor op initiatieven elders in Europa’, aldus Van Harten die erop wijst dat het Smart Industry-platform zijn kennis op dit terrein deelt met de Duitse International Data Spaces Association. De Nederlandse hub vloeit voort uit het initiatief dat vorig jaar door de regeringen van Duitsland en Frankrijk is genomen, om onder de naam GAIA-X een veilige en ook transparante Europese clouddienst te creëren. Die moet tegenwicht bieden aan het nu overwegend Amerikaanse aanbod. Sindsdien wordt er gewerkt om de globale plannen te concretiseren. Met als resultaat de oprichting van de non-profit GAIA-X Foundation in juni in Brussel. Die moet ervoor zorgen dat haar leden voldoen aan de doelstellingen inzake Europese soevereiniteit, beschikbaarheid van gegevens, interoperabiliteit, overdraagbaarheid, transparantie en gelijkwaardige toegang, en dat alles conform Europese (privacy-) wetgeving als de GDPR. Europese data beschikbaar stellen aan de VS-regering omwille van de Amerikaanse Cloud Act is dan niet meer mogelijk. Aan de stichting hebben zich inmid-

dels vijftien grote industriële bedrijven verbonden waaronder Beckhoff, Bosch, BMW, SAP en Siemens. ‘Ook Philips volgt de ontwikkelingen zeer intensief en onderzoekt of GAIA-X een passende oplossing is voor de uitwisseling van data met de gebruikers van hun medische apparatuur’, weet Van Harten. En ook Nederland komt nu dus met een concreet initiatief. ‘Smart Industry heeft er namens de Nederlandse overheid voor gekozen niet passief af te wachten welke uitwerking de Duitse en Franse initiatiefnemers geven aan het GAIA-X-plan, maar zelf actief te participeren in die concretisering. Vandaar dat we begin dit jaar – samen met de BIC, NL Data Sharing Coalition en het BMWI – in de Nederlandse ambassade in Berlijn een Duits-Nederlandse workshop hebben georganiseerd met als thema ‘Strengthening European Digital Competitiveness in Industry’. Tijdens de meeting is met verhalen uit de Nederlandse praktijk duidelijk gemaakt dat er in ons land al heel veel activiteiten zijn ontplooid om het delen van data te beveiligen, onder andere binnen het SCSN. Die ervaring gaan we nu inzetten in de GAIA-X-hub in de BIC.’ De lancering ervan is dus in november, maar de hub wordt pas in de loop van volgend jaar operationeel, verwacht Peter van Harten. Datzelfde geldt voor het GAIA-X-platform op Europees niveau, waarmee het vorig jaar gestelde doel om reeds dit jaar de Europese clouddienst in gebruik te nemen dus niet gehaald wordt. www.bmwi.de www.smartindustry.nl

Wereldwijde organisatie Bronkhorst High-Tech blijft de innovatiesnelheid verhogen. Wil je weten hoe? Kijk op de achterpagina

1

Maak het met Isah.

september 2020 24-08-2020 11 15:38


WAT HIJ ECHT WIL, HAAL JE NIET UIT DE ‘HARD INFORMATION’

BLIJF VRAGEN OF JE KLANT KRIJGT WAT HIJ BEDOELT – TOT VERVELENS TOE

THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE Het achterhalen van wat de toegevoegde waarde is die de klant zoekt, waarin precies

Meer van hetzelfde op de markt zetten, liefst nóg sneller en efficiënter. Elk jaar double digits omzetgroei. Is dat waar het in de industrie om draait? Werkt dat überhaupt nog nu we in een meerkoppige, mondiale crisis zitten? Of moet het bedrijfsleven anders gaan kijken en meer dan ooit de (eind)klantwaarde optimaliseren? Even pas op de plaats en heel goed uitzoeken wat er écht gevraagd wordt in de markt? Wat wil de klant en hoe kun je daar wát je doet en hóe je het doet op afstemmen? Dat verhoogt wellicht meteen de maatschappelijke relevantie. DOOR LUCY HOLL

I

n het populaire tv-programma Dragon’s Den kregen topondernemers en -investeerders afgelopen seizoen veertig pitches van start-ups voorgeschoteld, waarvan minder dan de helft tot een deal leidde. Waarom de dragons afhaakten? Geen vertrouwen in het verdienmodel, te veel concurrentie of twijfels over de schaalbaarheid. En opvallend: liefst 39 keer noemden de vijf dragons een gebrek aan affiniteit of toegevoegde waarde als reden om niet te investeren. Oftewel: ik weet niet wat ik ermee moet, het spreekt me niet aan, het voegt niks toe; begin er maar niet aan. Als zij er niks in zagen met al hun kennis en ervaring, waarom zou de markt dan geïnteresseerd zijn?

STEVIGE RELATIE Luisteren, luisteren, luisteren. Je moet altijd naar je klant blijven luisteren, zegt directeur Willemijn Geldorp van Oostendorp Apparatenbouw (45 medewerkers), specialist in het op maat bouwen van onder meer warmtewisselaars, drukvaten en aircoolers. Oostendorp in Tiel bestaat al zo’n honderd jaar, heeft zijn plek in de markt wel ver-

overd en een uitstekende reputatie opgebouwd. Toch kon het wel wat nieuw elan gebruiken, zag Geldorp toen ze ruim twee jaar geleden het roer overnam van haar vader. Als kind maakte ze al huiswerk in het bedrijf en in het weekend liep ze er graag met papa doorheen om de gefabriceerde producten te bewonderen. Ze werkte jarenlang in het buitenland, onder meer bij social enterprise Eyejusters (verstelbare brilglazen voor ontwikkelingslanden). Tot ze bedacht dat het toch wel mooi zou zijn om haar vader op te volgen en terugkwam naar Nederland. ‘Toen ik begon, was de omzet redelijk, hoewel we enkele magere jaren hadden gehad. Oostendorp was erg afhankelijk van de olieprijs. Is die laag, dan investeren bedrijven minder. De focus op de klant was wat weggezakt, het aantal klanten afgenomen. Als je niet actief met klanten praat, weet je ook niet waarom ze niet meer bij je komen.’ De klantrelatie moest worden verstevigd. Dat vergt bovenal persoonlijk contact, stelt de ceo. Opdrachtgevers vragen tegenwoordig makkelijk offertes op bij een hele rits partijen. ‘Als je niet uitkijkt, rekent iedereen zich helemaal suf. Maar we willen geen offertefabriek zijn.’

zijn behoefte zit, is als het vinden van de Heilige Graal. Die vind je niet, die kun je hooguit proberen zo dicht mogelijk te benaderen. Immers, de inkoper van de klant kan jou vertellen wat hij wil, maar vindt hij dat morgen nog, of over een paar maanden, als zijn markt wellicht weer veranderd is? En wat willen zijn collega’s, andere inkopers, engineers, marketeers, het management….? En ook het eigen bedrijf bestaat uit diverse functionarissen die contact met de klant onderhouden. Die in hun klantgesprekken eigen accenten leggen. Wat doet een onderneming om die (eind)klantbehoefte zo dicht mogelijk te benaderen? Wordt daarbij nog rekening gehouden met de relevantie voor de maatschappij? En in hoeverre is het een keyfactor bij het inrichten van de bedrijfsprocessen, om de flexibiliteit, de beschikbaarheid of de efficiëntie daarvan te verhogen?

• (Meer) omzet halen blijft belangrijk, maar meer toegevoegde waarde voor de klant realiseren moet daarvoor de leidraad zijn. • ‘Geef veel aan de klant, dan komt er ook veel terug, is mijn motto.’ • ‘Je moet de partner van je klant zijn en samen de oorlog winnen.’ • ‘Economisch succes en aandacht voor de wereld kunnen samengaan.’

SOFT INFORMATION

Willemijn Geldorp: ‘Als je niet uitkijkt, rekent iedereen zich helemaal suf. Maar we willen geen offertefabriek zijn.’ Foto: Oostendorp

12

september 2020

Digitale platforms zijn daar ook debet aan, aldus Willemijn Geldorp. Mooi dat klanten daar hun aanvragen kunnen neerzetten, inclusief allerlei bijbehorende documenten, en dat er zo omzet binnenkomt. Maar via die platforms, en ook via enkel en alleen mailwisseling, vind je meestal niet uit wat een klant echt wil en nodig heeft. ‘Die digitale weg heeft een valkuil: dat je vergeet om te luisteren en – heel direct of juist wat subtieler – door te vragen. “Ja, maar alles staat toch in de vereisten?”, reageren mijn medewerkers dan. Nee, daar staat niet in welke zorgen de klant zich maakt, wat zijn allerbelangrijkste wensen zijn. De hard information staat erin, de soft information krijg je alleen door een persoonlijk gesprek. Ik herinner mijn collega’s er steeds weer aan dat ze moeten blijven bellen en langsgaan.’ Dat is door de coronacrisis nu misschien wat moeilijker. Bovendien moet een klant daarvoor openstaan. Oostendorp werkt veel voor de petro-

chemische industrie: ‘Bij grote bedrijven kennen de mensen van inkoop hun collega’s in operations misschien niet eens. De inkoper wil een lagere prijs en exacte leverdatum, want daar wordt hij op afgerekend. Terwijl wij méér bieden dan alleen een goede prijs. Liefst spreken wij ook andere mensen bij die klant.’ Inmiddels is bij Oostendorp sowieso de regel dat als er een keer of vijf iets voor een klant is uitgerekend en het wordt niks, er gepraat wordt, ‘want anders ben je elkaars tijd aan het verspillen.’ Geldorp herinnert zich een klant die vol lof was over een eerste grote opdracht. ‘We kregen uitgebreid complimenten van de mensen op de site. En de veiligheidsinspecteur zei dat het zo prettig samenwerken was met ons. Maar bij een volgende offerte vielen we ineens af, omdat een ander twee procent goedkoper was.’ Dat is frustrerend.


NIEUWE AFDELING DANKZIJ KLANT Ander voorbeeld waar de directeur wél blij van wordt. Grote klant BP vroeg op een dag of Oostendorp on-site een complex werk wilde uitvoeren. Geldorp ging erheen om eens goed uit te zoeken wat BP precies wilde. Apparatenbouwers doen heel goede dingen in hun fabrieken, onderhoudsclubs doen prima werk on-site, maar we willen een apparatenbouwer die ook op locatie kan werken, kreeg ze te horen. Die zijn niet te vinden, waarom stappen jullie daar niet in? ‘Een mooiere klantvraag kun je niet krijgen. Dus hebben wij een nieuwe afdeling Service & Repair opgezet en halen mensen uit onze fabriek voor het moeilijke reparatiewerk on-site, waar apparaten soms nauwelijks uitgebouwd of verplaatst kunnen worden. We hadden daar wel al mee gespeeld. Dat er écht vraag naar was, heb ik alleen maar uitgevonden door naar de klant toe te gaan.’ Ofschoon nog niet actief gepromoot, zijn er ook al aanvragen van andere opdrachtgevers.

MINDER KWETSBAAR (Meer) omzet halen blijft belangrijk, maar meer toegevoegde waarde voor de klant realiseren moet daarvoor de leidraad zijn. Daarom doet Oostendorp niet alleen nieuwbouw en vervanging, maar benut het nu dezelfde kennis en kunde voor on-site laswerk en reparaties. De coronacrisis maakt dat des te relevanter: de olieprijs is laag, bedrijven investeren minder en doen langer met hun installaties. ‘Deze nieuwe dienstverlening maakt ons flexibeler en minder kwetsbaar. Zo blijft onze omzet op hetzelfde peil, maar dan met een groter aandeel reparaties in komende jaren. Wij zijn jouw partner, of het nu voor nieuwbouw of reparaties is, moet de klant weten. We zorgen op een andere manier voor onze continuïteit dan alleen maar door meer van hetzelfde te bieden.’ Door goed te luisteren in de markt viel het haar ook op dat klanten totaaloplossingen willen. Dus niet het vat van Oostendorp en de lining apart door bijvoorbeeld MB Plastics in Tilburg, expert in fluorkunststoffen. Geldorp onderzoekt nu of er meer samengewerkt kan worden met bedrijven die aan dezelfde klanten leveren. ‘Bijvoorbeeld: MB heeft een klantcontact en verkoopt ons vat erbij. We willen productiepartner zijn en de klanten ontzorgen.’

Illustratie: Tom van Dun

leveren van heel diverse energievormen aan Nijmegen, zetten we onze kennis van onder meer warmteopslag in. Oostendorp is eindeloos flexibel in wat we kunnen bieden qua metalen, maten en lastechnieken.’

PAPLEPEL Insteken op meerwaarde voor de klant en (meer) omzet halen gaan prima samen, zegt Piet Tak, directeur van de Nederlandse B&R-dochter in Breda (twintig medewerkers, 3.400 wereldwijd, onderdeel van ABB). ‘We zijn sterk klantgeoriënteerd, van het eerste contact tot en met de support achteraf. Geef veel aan de klant, dan komt er ook veel terug, is mijn motto. Het is simpel: het gaat ons goed als het onze klanten goed gaat en hun eindklanten tevreden zijn. Onze oem’ers moeten veel machines in de markt kunnen zetten met onze producten erin.’ Als zoon van een kruideniersechtpaar heeft Tak die focus op de klant met de paplepel binnengekregen. ‘Ik ben met dienstbetoon aan de klant grootgebracht, de klant gaat voor alles. Als in een bestelling een pak beschuit miste, kon ik dat als tienjarige op mijn fietsje vanuit Roosendaal kilometers verderop na gaan bezorgen.’ B&R verkoopt zijn automatiseringsoplossingen aan de machinebouwer die ze integreert in zijn machines voor zijn eindklant. Het is volgens Tak vaak best lastig om goed op het netvlies te krijgen wat klanten precies willen. ‘Oem’ers vertellen uit zichzelf maar weinig over de behoeften van hun eindklant. Dus we vragen veel. En die eindklanten proberen we tegenwoordig ook vaker rechtstreeks te benaderen om hun wensen in kaart te brengen: we willen daar B&R profileren, zodat zij hun machinebouwers specifiek

vragen om een B&R-automatiseringsoplossing. Wij ondersteunen die machinebouwer vervolgens heel goed bij de integratie van onze producten in zijn machines. Dan blijken de vele voordelen en mogelijkheden van B&R en winnen we machinebouwer én eindklant voor ons. Voor nu en in de toekomst.’

FILTEREN Het is bovendien goed om te weten wat er bij de eindklanten speelt, omdat de machinebouwer bewust of onbewust filtert wat die eindklant volgens hem wil. ‘Als hij stelt dat hij voor zijn eindklant dit of dat niet nodig heeft, of er geen voordeel in ziet, kunnen wij beter beargumenteren dat iets juist wel goed zou zijn, bijvoorbeeld omdat flexibiliteit cruciaal is voor de eindklant. Zo ontstaat een andere dialoog.’ Soms is het volgens Piet Tak overigens net zo interessant om met een verkoper van de machinebouwer te spreken LEES VERDER OP PAGINA 15

‘ALS JE NIET ACTIEF MET KLANTEN PRAAT, WEET JE OOK NIET WAAROM ZE NIET MEER BIJ JE KOMEN’

Ook kijkt ze om zich heen hoe haar bedrijf kan meewerken aan de energietransitie. ‘We leveren aan de petrochemie, maar het is heel boeiend om ook in bijvoorbeeld de waterstofopslag te gaan werken. In een consortium met afvalverwerker ARN, dat een smart grid ontwikkelt voor het

Piet Tak: ‘Het is simpel: het gaat ons goed als het onze klanten goed gaat en hun eindklanten tevreden zijn.’ Foto: B&R

september 2020

13



THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE VERVOLG VAN PAGINA 13

SAMEN DE OORLOG WINNEN

als met een inkoper of engineer. ‘De verkoper kan zijn machine dan beter verkopen en de voordelen en noviteiten die B&R aandraagt beter uitleggen. Die kans om met de verkoper te spreken hebben we niet altijd, maar we proberen het wel. Bij het beslissingsproces bij onze klanten zijn sowieso steeds meer mensen betrokken: de engineer en de inkoper natuurlijk, maar bijvoorbeeld ook de servicemanager, de kwaliteitsmanager of iemand met kijk op MVO of energiebeheer. Zo halen we langzaam maar zeker toch steeds meer informatie bij onze klanten weg.’ Dat er van alle kanten vele eisen komen, is prima. ‘Wij slaan de bruggetjes wel, zodat er een optimale oplossing voor een acceptabele prijs uitkomt.’

Toen Piet Tak in de jaren tachtig voor B&R ging werken, werden alleen plc’s geleverd. Vandaag draait het om totaaloplossingen in industriële automatisering, waarbij software een steeds dominantere rol speelt. Een machine moet beslissingen kunnen nemen die vroeger door mensen genomen werden. Industrial internet of things knoopt de automatisering van werkvloer en kantoor aan elkaar. ‘Een eindklant kan tegen zijn machinebouwer zeggen: “Jij gaat volgend jaar een compleet nieuwe lijn met veel intelligentie leveren, zorg maar voor de aftrap van smart industry bij ons.” Dan gaan wij met die machinebouwer aan de slag. Je moet de partner van je klant zijn en samen de oorlog winnen. Het zijn vaak projecten van lange adem, zo bouw je relaties voor

het leven. Dat wil niet zeggen dat we nooit eens met rode oortjes tegenover elkaar zitten en het altijd met elkaar eens zijn, maar het is altijd een samenspel waarbij we hopen dat de klant ons veel ruimte biedt.’

KWIJTRAKEN WAT ÉCHT DE VRAAG IS Inzoomen op klantwaarde is dagelijkse kost voor Wim van Droffelaar, met zijn twee zoons eigenaar van D3 advies en argumentatie en mede-eigenaar van Impact Hub in Amsterdam. Hij heeft vele trajecten gedaan met bedrijven als het gaat om strategieontwikkeling met het accent op duurzaam en sociaal ondernemen, en benadert ondernemerschap daarbij met veel LEES VERDER OP PAGINA 16

‘ECONOMISCH SUCCESVOL FUNCTIONEREN EN AANDACHT VOOR DE WERELD KUNNEN SAMENGAAN’ Omzet is niet altijd heilig, zegt Eric van Schagen, ceo van ICT-dienstverlener Simac (1.100 medewerkers), met het hoofdkantoor in Veldhoven. Tuurlijk, wat zuurstof is voor een mens, is geld voor een bedrijf. Heb je het niet dan komt je bedrijf in gevaar en heb je een groot probleem, maar als je het wel hebt, zou je verder kunnen kijken. ‘We zijn in de zakenwereld allemaal erg gewend onze successen in financiële cijfers uit te drukken. Groei is succes en krimp is dat niet. Stel dat ik zou zeggen: we zijn in deze coronacrisis tien procent in omzet gedaald, maar hebben wel een fantastisch jaar gehad; ik voel meer verbinding en onze medewerkers hebben uiterst gemotiveerd doorgewerkt voor onze klanten. Dat klinkt toch alsof ik iets van excuses maak. Cijfers zijn belangrijk, een voetbalwedstrijd zonder uitslag boeit tenslotte ook niet. Maar ik wil ook meten op andere punten: ik wil onze footprint en maatschappelijke bijdrage weten en kijken naar een goede risicospreiding. Ik wil inzicht in hoeveel we geïnnoveerd hebben en hoe tevreden de klanten en medewerkers zijn. Daarop probeer ik Simac te bouwen. Omzet en financiën is één van onze pijlers, maar die andere zijn van net zo groot belang.’

ECOSYSTEEM Van Schagen, voorzitter van VNO-NCW in Brabant en Zeeland, kwam afgelopen tijd in de media met opvallende uitspraken over hoe het verder moet in deze complexe coronaperiode. Hightech bedrijven en kennisinstellingen moeten gesteund door de overheid opnieuw de handen ineenslaan, zei hij in het Eindhovens Dagblad: ‘Ik denk dat we nu het ecosysteem moeten gebruiken om technologie te richten op maatschappelijke onderwerpen als energie, duurzaamheid, IT en medische technologie. Ook hier kan de combinatie in onze regio van kennis en vakmanschap succes brengen in markten die crisisbestendig zijn.’ Focus vooral op sectoren met maatschappelijke impact. Altijd maar meer produceren, meer consumeren, meer welvaart; het mag misschien wel wat minder. Hem nu Mr. Omwenteling noemen, vindt hij overdreven. ‘Ik geloof in samen goed en slim bezig zijn. Economisch succesvol functioneren en aandacht voor de wereld kunnen samengaan. Ik heb veel positieve reac-

ties gehad en ook de negatieve waardeer ik. Sommigen zeiden dat ik voorbijga aan de problematiek in de luchtvaart, de horeca, het toerisme. Maar als we dan in gesprek gaan, blijkt dat we toch veel hetzelfde vinden: iedereen maakt zich zorgen over de houdbaarheid van onze economie en maatschappij. We moeten oppassen bepaalde sectoren de schuld te geven, overal gebeuren ook veel positieve dingen.’

Eric van Schagen: ‘We zijn in de zakenwereld allemaal erg gewend onze successen in financiële cijfers uit te drukken.’ Foto: Simac

NAUWE BANDEN Écht focussen op toegevoegde waarde voor de klant spreekt hem aan. ‘Simac heeft een heel spectrum aan klanten in zeer uiteenlopende sectoren. We werken veel in teams met onze klanten, doen projecten samen. Zo zitten we altijd dicht op de klant. Natuurlijk meten we ook veel: klanttevredenheid, medewerkertevredenheid... Maar je voelt elkaar het beste aan als je regelmatig om tafel zit. Dan pik je signalen pas echt op. Je moet goed luisteren wat er achter een opmerking van je klant zit. Vergelijk het met je privéleven: je gaat je vrienden ook niet via een enquête bevragen of ze blij met je zijn en wat er anders kan. Dat vraag je überhaupt niet, dat voel je aan door persoonlijk contact te hebben.’ Juist in productieketens zoals in Brainport Eindhoven zijn toeleveranciers heel gedreven om samen met hun klanten te kijken of er gemaakt wordt wat nodig is, stelt Van Schagen. De industrie kent nauwere banden. ‘In de handel en de financiële wereld, waar minder sprake is van samen creëren, wordt misschien veel meer in termen van euro’s gedacht.’ De industriële toeleveranciers voelen steeds de druk van de klant om het slimmer, beter en ook duurzamer te doen. ‘Klanten zijn misschien wel tevreden, maar eisen ook steeds meer pro-activiteit. “Oké, toeleveranciers, jullie komen op veel plekken, denk eens na hoe je voor ons iets optimaler kunt maken. Daar zit een enorme uitdaging. Innovatie zonder een klant, zonder feedback, gaat zelden goed: daar komen soms mooie dingen uit, maar wie wil ze hebben?’

ENORME ONTWIKKELINGEN Wat Van Schagen betreft, speelt ook de focus op duurzaamheid en maatschappelijke relevantie een steeds grotere rol. ‘Dat is, denk ik, een houding waar we met zijn allen nog heel hard aan moeten werken richting markt. We lopen als bedrijfsleven haast per definitie achter op wat nodig is. Er zijn enorme ontwikkelingen gaande, in de landbouw, de zorg, de energiesector. Het gevoel van urgentie dat er echt wat moet gebeuren, is er nog onvoldoende. Jaren geleden werd al geroepen: er komt een keer een pandemie aan, en toch kunnen we zeggen dat het ons volledig overvallen heeft. Als we over een aantal jaren door de opwarming van de aarde geconfronteerd worden met een droogte en migratierampen, mogen we niet zeggen dat het ons verrast.’ Simac maakt sinds een aantal jaar flink werk van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en doet bijvoorbeeld meer dan de (milieu)wetgeving vraagt. ‘Die gedrevenheid levert ons op. Het spreekt – nieuwe – medewerkers aan, wekt bij klanten een positieve emotie op. Ik wil dit jaar aanzienlijk investeren in inclusiviteit. We zijn een sterk bedrijf en niet meer beursgenoteerd. Er zijn geen aandeelhouders die steeds meer, meer, meer willen. We zorgen dat we goede resultaten halen; die kunnen vervolgens ten goede komen aan bedrijf, medewerkers, klanten en maatschappij.’

september 2020

15


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE VERVOLG VAN PAGINA 15

sympathie en waardering. Elke ondernemer die start, proeft ergens een behoefte en ziet een klantgroep die geïnteresseerd lijkt. Hij gaat aan de gang, maar moet meteen oppassen dat hij niet doordraaft, zeker in de maakindustrie met alle mooie, geavanceerde, technische oplossingen, aldus Van Droffelaar: ‘Hoe minder je het zelf denkt te weten, hoe meer je aan je klanten vraagt of dit is wat zij willen. Maar hoe langer je produceert, hoe meer je zelf een beeld vormt van wat klanten nodig hebben. De neiging is om het beter te weten dan de klant. “Klant, wij brengen je naar een technische oplossing die wij het beste vinden.” Meestal heel goed bedoeld. Hoe succesvoller je bedrijf, hoe groter de kans dat je loskoppelt van wat echt de vraag is.’ En op een dag schudt een meer actuele kid on the block je ruw wakker. Die komt met een propositie die het uitstekend doet in de markt, niet alleen door de prijs maar ook omdat die volgens Van Droffelaar precies voldoet aan drie essentiële doelstellingen: waarde toevoegen voor alle partijen, garanties over de continuïteit en maatschappelijke relevantie van het uiteindelijke (samengestelde) product. ‘Dit vereist naast productkennis veel zelfkennis en een brede kennis van en inzicht in de betrokken partner en de maatschappij. De klant is de primaire drager van de kennis, jij voegt letterlijk wat toe, dus blijf luisteren en

16

september 2020

onderzoeken. Heb en houd honger naar data, blijf nieuwsgierig. Blijf vragen of de klant van jou krijgt wat hij bedoelt - tot vervelens toe. En schroom soms het goede advies niet, dat hij zegt dat hij mogelijk bij een ander beter geholpen kan worden.’

Wim van Droffelaar: Hoe succesvoller je bedrijf, hoe groter de kans dat je loskoppelt van wat echt de vraag is.’ Foto: D3 advies en argumentatie

OPNIEUW KENNISMAKEN Als Van Droffelaar dat vertelt, kijken mensen hem soms aan van waar heb je het over? ‘“Ja, maar we hebben een groot klantenbestand, we hebben het druk, er is toch omzet en we doen het dus goed.” Oké, maar lever je echt wat de klant wil en weet je echt wat er gaande is in de complete markt?, vraag ik dan. Praat je alleen met de inkopers en af en toe misschien een (technisch) specialist? Als je echt wilt begrijpen waar die klant mee zit, moet je bij hem aansluiting zoeken op meer niveaus. Dat is misschien best lastig als je al jaren op een bepaalde manier samenwerkt. Maar onderzoek wat mogelijk is en maak af en toe, zeg maar, eens helemaal opnieuw kennis met elkaar.’ Misschien krijgt die klant precies wat hij wil, maar blijf vragen: waarom hebben we beiden nu eigenlijk succes, waarom loopt onze samenwerking goed? Nog zo’n vraag die hij graag stelt: ‘Wie van jouw bedrijf bedient de klant: doe je dat als compleet bedrijf of stuur je alleen de salesmanager erop af? Klanten doorgronden en bedienen vraagt teamverband. Zet eens alle betrokkenen in je bedrijf om tafel, dat levert zó veel vragen, ideeën en ken-

nis op, geeft zo veel meer verdieping. Zo wordt het totale potentieel van het bedrijf gebruikt en wordt in- en extern daadwerkelijk verbinding gemaakt met de (maatschappelijke) bedrijfsdoelen.’ En er als dan geproduceerd wordt: laat de werkvloer weten voor wie en voor welke toepassing vandaag gedraaid wordt. Dat maakt echt het verschil.

• www.oostendorp.com • www.simac.com/nl • www.br-automation.com • www.d3adviesenargumentatie.nl


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

BENCHMARK NEVAT HELPT MKB’ERS HUN OPTIMALE KOERS TE BEPALEN

STILSTAAN BIJ DE DAG VAN MORGEN Hoe scoor ik bij klanten en wat betekent dat voor mijn werkprocessen? Hoeveel waarde voegen mijn medewerkers toe aan onze producten? En hoe doet mijn bedrijf het in vergelijking met branchegenoten? Deelname aan de benchmark van NEVAT, branchevereniging voor toeleveranciers in de maakindustrie, geeft antwoorden op deze en andere vragen. Een helder beeld van de prestaties vertelt bovendien in hoeverre de bedrijfsvoering verloopt conform de vastgestelde visie en strategie. DOOR WILMA SCHREIBER

D

e digitale benchmark is onderdeel van een pakket aan businesscoaching tools, waarmee NEVAT bedrijven inzicht wil bieden in de huidige stand van zaken en hen wil helpen hun prestaties te verbeteren. Al sinds 2005 vraagt de branchevereniging data op bij haar leden, zodat inmiddels een grote databank is opgebouwd. ‘Met deze krachtige tool krijgen ondernemers hun eigen prestaties helder in beeld, ontdekken ze of hun bedrijf op koers ligt en kunnen ze zich spiegelen aan de uitkomsten van hun peers’, zegt Alwin Pol, businesscoach bij NEVAT. Het platform toont de eigen score, de gemiddelde benchmarkscore en laat een trend zien over de afgelopen jaren. ‘Op welke kengetallen ga ik omhoog of omlaag en wat doen collegabedrijven? In welk percentiel bevind ik me?’

KENGETALLEN De vragen zijn gebaseerd op de vier categorieën uit de balanced scorecard: klant & markt (aansluiting strategische propositie bij klanten, retourzendingen, afhandeling offertes, leverbetrouwbaarheid, etcetera), mensen & processen (zoals flexibiliteit in arbeid, interne faalkosten, productiedoorlooptijd, effectiviteit machinepark), innovatie (waaronder trainingskosten,

‘DE BENCHMARK LAAT ZIEN OF JE OOK DAADWERKELIJK DOET WAT DE KLANT VRAAGT’ ziekteverzuim, onderzoek en ontwikkeling, ICT) en financieel (toegevoegde waarde per medewerker, voorraadontwikkeling, vorderingen, investeringen en dergelijke). In totaal heeft NEVAT 31 kengetallen gedefinieerd en bijbehorende vragen geformuleerd. Leden kunnen via een invoer-

scherm online data invoeren vanuit bijvoorbeeld Anne-Jaap Deinum (links) en Alwin Pol van NEVAT: ‘Bedrijven kunnen meer marge realiseren wanneer hun CRMhun medewerkers effectiever worden en daardoor meer waarde toevoegen aan het product.’ systeem, Foto: Sam Rentmeester ERP-pakket, personeelswaarde is cruciaal.’ De praktijk is echter weersysteem en uiteraard de jaarrekening. barstig. ‘Maar weinig bedrijven gaan het gesprek ‘De financiële parameters bepalen wat er moet met hun klanten aan of vertalen de klantbehoefte verbeteren op de andere drie gebieden, want dat naar de werkvloer. De benchmark laat zien of je heeft zijn weerslag op hoe je financieel presteert. daadwerkelijk doet wat de klant vraagt.’ Hier Het dashboard laat zien of je de goede richting komt opnieuw de businesscoach in beeld. ‘In de op gaat en ook welke verschuivingen er eventueel gesprekken met ondernemers zoek ik naar verplaatsvinden’, aldus Pol. ‘Het allerbelangrijkste klaringen voor afwijkende uitkomsten. Wat is echter dat ondernemers op basis van de uitmoeten zij anders doen om hogere waarden te komsten van de benchmark in het MT en met krijgen? Is die waarde überhaupt gewenst?’, zegt begeleiding van de businesscoach de discussie Pol. ‘Als onafhankelijk adviseur houd ik onderaangaan over de eigen prestaties en die van nemers een spiegel voor, zodat ze zelf vragen stelcollega-bedrijven. Waarom presteren zij minder len en op zoek gaan naar antwoorden. De kracht goed of beter, op welke punten kunnen zij zich van de benchmark is dat die ondernemers rijker verbeteren? Die discussie brengt extra inzichten, en wijzer maakt, en ze hun voorkeursrichting dat krijg ik ook terug van ondernemers: “Zo heb kunnen bepalen. Daar hangen heel belangrijke ik het nog niet bekeken” of “Ik wil ook die kant (investerings)keuzes aan vast.’ op, hoe krijg ik dat voor elkaar?”’ De data van bedrijven zijn vergaand beschermd; voor elk bedrijf wordt een aparte beveiligde omgeving TOEGEVOEGDE WAARDE aangemaakt. Sinds dit jaar staat de benchmark Gevraagd naar de meerwaarde van de benchook open voor niet-leden, om zo de gehele mark, stelt Anne Jaap Deinum dat de toegevoegmaakindustrie te versterken. de waarde per medewerker door de jaren toeneemt. ‘Bedrijven kunnen meer marge realiseren wanneer hun medewerkers effectiever worden en CONTINU VERBETERPROCES daardoor meer waarde toevoegen aan het proDe waarde ligt vooral in het geboden inzicht. ‘Je gaat als ondernemer een continu verbeterproces duct. Zo creëren ze ook meer waarde voor de in, vergelijkbaar met de Plan-Do-Check-Act klant. Dat betekent overigens niet dat alle para(PDCA)-cyclus. De benchmark fungeert als jaarmeters ondergeschikt moeten zijn aan klantlijks toetsmoment: waar sta ik als bedrijf, hoe waarde. Bedrijven werken immers zelden voor verhoudt dit zich tot onze visie en strategie, hoe één klant. Ze moeten hun klantenportefeuille staat het met de voortgang en wat gebeurt er in daarom zodanig indelen dat ze meerdere klanten de omgeving?’, stelt Anne Jaap Deinum, branchekunnen bedienen. Om die flexibiliteit te realisemanager bij NEVAT. ‘Als je daarover intern het ren zijn verdere digitalisering, automatisering en gesprek aangaat en dat leidt tot een efficiëntere IT essentieel. Daar ontwikkelen we momenteel en effectievere uitvoering van je processen, dan instrumenten voor.’ hebben niet alleen jij maar ook je klanten daar voordeel bij. Want het kennen van je toegevoegde www.nevat.nl

september 2020

17


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

MEER KLANTTEVREDENHEID MAG BIJ MPS TEN KOSTE GAAN VAN MEER OMZET

VAN LEVEREN NAAR LUISTEREN

Een machinebouwer die niet koste wat kost zo veel mogelijk machines wil verkopen? Dat klinkt als een paradox, maar bij MPS Systems in Arnhem werken ze zo. Het bedrijf bouwt drukpersen voor etiketten en flexibele verpakkingen. Maar: ‘We willen de klant de beste oplossing bieden’, zegt ceo Atze Bosma. ‘En dat betekent niet: zo veel mogelijk machines produceren.’ MPS wordt meer een serviceorganisatie. Een enorme ambitie die ook van de medewerkers heel wat vraagt. DOOR ANDRÉ RITSEMA

E

rgens in de zomer werd Bosma door een grote klant gebeld. Of MPS negen drukmachines wilde leveren. Een gouden kans, zou je zeggen. Want wie wil er in moeizame coronatijden niet negen – bij elkaar miljoenen euro’s kostende – machines in de orderportefeuille? Nou, MPS niet. Bosma: ‘Ja, we hebben de opdracht geweigerd. We waren er namelijk helemaal niet van overtuigd dat de klant die negen machines ook echt nodig heeft. Stel dat hij het drukwerk met zes machines aan kan door die beter in te zetten? Dan heeft hij drie machines stilstaan. Dat is natuurlijk zonde van de investering.’ En de klant? Die vond het een goed idee. ‘We zijn nu samen op zoek naar de beste oplossing voor hem.’

FLEXIBEL INZETBAAR MPS Systems werd in 1996 opgericht in het Gelderse Didam als Multiple Printing Solutions. De oprichters hadden ‘een vooruitstrevende oplossing voor de drukkerijwereld’, zegt Bosma. ‘De markt veranderde in die tijd rap. Zij zagen in dat de klanten in toenemende mate behoefte hadden aan flexibel inzetbare machines die verschillende dingen konden. En zij wilden die faciliterende rol spelen door dergelijke machines te ontwikkelen en te bouwen.’ Dat pakte goed uit. In de loop van de jaren groeide de start-up uit tot een belangrijke speler in de branche. MPS Systems ontwikkelde zich tot een internationaal werkend bedrijf met het hoofdkantoor in Arnhem. De persen kunnen met alle mogelijke printtechnologieën etiketten drukken voor bijvoorbeeld whiskyflessen, en flexibele verpakkingen voor chips, yoghurtpakken en andere ‘folies’. Het zijn vaak ingewikkelde (en dure) machines, tot wel veertig meter lang. Ze worden

18

september 2020

op klantspecificatie ontworpen en gemaakt in Nederland, en verkocht in Europa, de Verenigde Staten en Azië – gemiddeld een stuk of vijftig per jaar. Het bedrijf heeft iets meer dan negentig medewerkers. De omzet over 2019 was een kleine vijftig miljoen euro.

TOEGEVOEGDE WAARDE In 2018 werd ‘alles anders’. Het was het jaar dat MPS werd overgenomen door ABN Amro Participaties, de private equity-tak van de bank. Bosma trad aan als Ceo Atze Bosma: ‘Nu werken we voor 10 procent van de klanten op de nieuwe manier. Dat moet volgend jaar naar 40 procent.’ Foto: Lucrees van Groningen ceo. En in dat jaar werd – met dank capaciteit van de drukpers.’ aan Bosma – besloten dat het roer om moest. MPS zette in op twee sporen, samen te vatten als: Dat betekende nogal wat, bevestigt de ceo. ‘We van leveren naar luisteren – en van draaien naar zijn van oorsprong een machinebouwer. De klant optimaliseren. Eerst dat eerste spoor. MPS komt bij ons met een vraag en wij maken de Systems, zegt Bosma, wil zich richten op de vraag machine die hij wil. Maar in een markt met achter de vraag. Zoals bij die klant-met-despelers in landen die veel goedkoper kunnen negen-machines. ‘Wat wil hij met die machines? produceren, is dat geen blijvend verdienmodel. Waarom wil hij er negen? In welke vestigingen? We kunnen niet concurreren op prijs – dus Voor hoeveel tijd? Kortom, we gaan het gesprek moeten we concurreren op toegevoegde waarde. aan. Eerst goed luisteren en uitzoeken wat de Aantonen dat we de beste zijn in operationeel klant precies wil. Niet zomaar een machine naar functionerenen in het maximaliseren van de


binnen schuiven, maar samen onderzoeken welke oplossing het beste is. De machines moeten maximaal draaien – dat is het beste voor de klant, en dus ook voor ons.’

SERVICEORGANISATIE Dat is een enorme ambitie, bevestigt Bosma. Het vereist een andere verhouding met de klant. Niet meer, zoals ze bij MPS nog steeds wel zien, een

‘DE MACHINES MOETEN MAXIMAAL DRAAIEN – DAT IS HET BESTE VOOR DE KLANT, EN DUS OOK VOOR ONS’

bestelling via WhatsApp van de klant accepteren (voor een machine van twee miljoen euro, echt gebeurd). Maar dan gaan bellen en op bezoek om heel precies uit te zoeken wat de vraag is. MPS

wordt meer een serviceorganisatie, zegt Bosma. ‘We helpen de klant met de beste keuze. Ook als dat voor ons betekent dat we minder machines verkopen. Ik ben ervan overtuigd dat we met meer tevreden klanten onderaan de streep beter af zijn. En de klant natuurlijk ook.’ De nieuwe werkwijze vraagt ook heel wat van de medewerkers. Want ze moeten, zoals Bosma dat noemt, een ‘ander bewustzijn’ ontwikkelen. Leren luisteren, leren doorvragen, leren analyseren. MPS heeft daarvoor interne trainingen opgetuigd, verzorgt oefensessies en zorgt dat de medewerkers meer weten over de klant en zijn werkwijze. ‘Uiteindelijk moeten onze mensen de vraag vertalen naar een concrete oplossing. Ik ben heel blij dat dat intern goed is opgepakt. Het is, denk ik, ook een veel interessantere werkwijze dan alleen maar te leveren.’

‘connected diensten’. Het bedrijf kan online meekijken bij het draaien van de machines en op basis van data-analyse voorstellen doen voor een verbetering van de performance. Hoe de drukpers hogere kwaliteit kan leveren, sneller kan produceren en sneller kan wisselen van printoptie. ‘Dan hebben we het over verbeteringen van 20 tot 30 procent’, zegt Bosma. ‘We laten het de klant op basis van de data gewoon zien. Bijvoorbeeld: jullie wisselen een opstelling in acht minuten. Maar we zien dat het op deze manier in 2,5 minuut kan. En dan bespaar je op jaarbasis gewoon 75.000 euro. Dat zijn verbeteringen waar de klant blij van wordt.’

OMZETTARGET WORDT GEHAALD Mede door de nieuwe werkwijze draait MPS Systems goed, ook in deze tijden. De geplande omzet over 2020 wordt gehaald en voor volgend jaar wordt er ook groei verwacht. Bosma hoopt dat de klant meegroeit met de omslag. ‘Nu werken we voor 10 procent van de klanten op de nieuwe manier. Dat moet volgend jaar naar 40 procent. We bezoeken klanten en leggen uit wat we willen en waarom. Veruit de meesten zijn geïnteresseerd. Dat zorgt natuurlijk voor goede vooruitzichten.’

ONLINE MEEKIJKEN Dan dat tweede spoor: van draaien naar optimaliseren, oftewel capaciteitsmaximalisatie. MPS heeft inmiddels behoorlijk wat geïnvesteerd in

• www.mps4u.com

september 2020

19


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

DUIZENDPOOT EMO VAN HALSEMA ONTWIKKELT HÉT INSTRUMENT VOOR TRANSITIE NAAR PLANTAARDIGE VOEDING

TECHNISCH, TALIG EN COMMUNICATIEF OP WEG NAAR DE HEILIGE GRAAL De Heilige Graal van de ‘Behoefte van de Klant’ zal nooit gevonden worden. ‘Dicht benaderen’ is het optimum. Wat alleen haalbaar is met een goed geïntegreerde combinatie van een veelheid aan competenties. Zijn die allemaal verenigd in één persoon, dan is dat een uitkomst. Emo van Halsema lijkt zo’n bijzonder talent en staat op het punt een ‘klapper’ te maken die de wereld moet helpen de overstap van dierlijk op plantaardig voedsel te maken.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

V

oor een prototype ziet het apparaat er strak uit. Een gestroomlijnde rvsbehuizing met een matwitte klep. Gesloten schijnt het licht van vijf ledlampjes er doorheen, is de klep open dan zijn vijf gaten zichtbaar waarin grootformaat reageerbuisjes passen. Ziedaar de high throughput screening reactor, een laboratoriuminstrument – volgens de uitvinder enig in zijn soort – waarmee hij een ‘echte klapper’ denkt te gaan maken. Voor het uiterlijk volstond enig designtalent, de ontwikkeling van het inwendige vergde kennis van onder meer chemie, biotechnologie, thermodynamica, wiskunde en software. Emo van Halsema blijkt al die bagage te hebben. En hij is ‘talig’ – hij weet zich uit te drukken in zes talen, waaronder Bahasa Indonesia – én ondernemend. Welbeschouwd verenigt Van Halsema in zich de kwaliteit om goed te luisteren naar de problemen die de klant op tafel legt, de kennis van de technologieën om tot een oplossing te komen en de spreekvaardigheid om die dan ook te ‘verkopen’. Kortom, een prima gesprekspartner voor het themadeel van deze Link Magazine: hoe optimaliseer je de toegevoegde waarde van je product of dienst voor de (eind)klant? Die vraag beantwoorden vraagt bij uitstek om hard én soft skills. Gezonde ijdelheid en commerciële drive doen ongetwijfeld de rest.

BEWIJZEN Tijdens het interview overtuigt Van Halsema te weten hoe je die Heilige Graal van de ‘Behoefte van de Klant’ vindt – of in elk geval dicht benadert. Het eerste tastbare ‘bewijs’ is de interviewlocatie: bij hem thuis in Renswoude. Een ruim, vrijstaand huis, compleet met automatische toegangspoort, en ernaast, nog in aanbouw, zijn kantoor-annex-hackathonruimte die opgetrokken wordt in de stijl van de regionale boerderij-

20

september 2020

Emo van Halsema: ‘Ik heb geleerd dat ik niet enthousiast maar door moet blijven gaan over de vervolgstappen die ik allemaal zie als de klant laat blijken tevreden te zijn met het behaalde resultaat.’ Foto’s: Com-Magz

architectuur. Het tweede ‘bewijs’ is zijn verhaal over hoe hij zover gekomen is. Meteen na zijn studie aan de TU Delft (master in chemische technologie, doctoraal in biotechnologie, niet afgemaakt) richtte Emo van Halsema (51) HaloteC Instruments op. Startpunt van wat de rode draad in zijn carrière zou worden: meetinstrumenten ontwikkelen en maken waarmee de klant tot oplossingen kan komen. In 2012 verkocht hij zijn onderneming en trad hij bij een klant, melkrobotfabrikant Lely, in dienst als chief scientist, met een eigen team. Al werkende weg zag hij daar de groeiende behoefte aan data-garing en -analyse – van 35.000 melkrobots en een veelvoud aan koeien – en hoe daar geld mee te verdienen was. Wat voor hem aanleiding was Datamole te beginnen. Inmiddels is dat een onderneming gevestigd in Praag, met 64 mensen op de payroll. Daaronder veel engineers die gestudeerd hebben aan de vermaarde CTU, de oudste technische universiteit van Europa. Het bedrijf heeft klanten als Lely, Thermo Fisher en Agrifac en is nog voor 20 procent in handen van Van Halsema.

DATA DRIVEN SENSOR DESIGN Loondienst bij Lely was niets voor hem, maar de relatie met het bedrijf uit Maassluis is nog steeds hecht. Zijn betrekking heeft Van Halsema ingeruild voor Felan Innovations, een eenmans-BV, voor 60 procent van hem, voor 40 procent van Navus Ventures, een investeringsvehikel gerelateerd aan de Lely Groep. Daarin legt hij zich toe op data driven sensor design, een specialisme dat klanten in staat stelt tot data driven product design. Partners zijn, naast Datamole, het Duitse Ilmsens (sensortechnologie) en de Nederlandse ondernemingen Inventeers (elektronica en engineering) en Craftworks (apparaatontwerp). Klanten zijn – allicht – Lely, maar ook een grote, multinationale zuivelcoöperatie en biotechnologiebedrijf Corbion uit Gorinchem.

VALIDEREN OP DE COMPUTER Laatstgenoemde onderneming produceert onder andere antimicrobiële stoffen (melkzuur) voor het conserveren van bijvoorbeeld drankjes. Om na te gaan of zo’n stof de bacteriegroei afdoende


remt, worden laboratoriumtests gedaan: een product wordt onder uiteenlopende omstandigheden blootgesteld aan bacteriën, een antibacteriële stof wordt toegevoegd en vervolgens wordt gedocumenteerd in hoeverre de bacteriegroei geremd wordt. Een tijdrovend proces. Daarom heeft Van Halsema de (bio)chemische processen die in die proeven plaatsvinden wiskundig gemodelleerd. ‘Ik heb daarvoor algoritmes geschreven die aan de hand van allerlei parameters – dat kunnen er wel duizend zijn – de uitkomst van die proef voorspellen. Zo kun je labproefjes op de computer uitvoeren en valideren.’

COMBINATIE GEVANGEN Die combinatie van laboratoriumproeven en computermodellen heeft hij nu gevangen in zijn high throughput screening reactor. In de grootformaat reageerbuisjes komen het product van de klant (dranken, zuivel, sauzen), de bacteriën en een variant van een antibacteriële stof of ander additief. In de deksels op de buisjes een aantal sensoren. Van onderen filmt een camera de microbiële en chemische ontwikkelingen, bij verschillende temperaturen en temperatuurprofielen. Al die sensoren en visiontechnologie zijn gekoppeld in de cloud en voeden specifieke wiskundige modellen. Van Halsema heeft er duizenden uren en veel geld in gestoken en is overtuigd van het aanstaande succes: ‘Dé uitdaging waar de food voor staat is dierlijke producten te vervangen door plantaardige, maar dan wel met behoud van smaak, textuur en structuur.’ Ook voor

‘JE KUNT DUS NOOIT FLAUWEKUL VERKOPEN: LUKT HET NIET OF WORDT HET DUURDER OF LATER, MELD DAT’

onderzoek daarnaar kan zijn reactor goed van pas komen. Hij werkt daartoe samen met onder meer Peter Klosse, in de gastronomische wereld ook wel bekend als de ‘smaakprofessor’. ‘Samen zijn we bezig om smaak meetbaar te maken en te digitaliseren. Dit gaat echt een succes worden!’

NOOIT FLAUWEKUL Dit jaar moet de nul-serie van het reactorsysteem in productie gaan. Dan zal blijken of de erin samengebalde technische knowhow echt voorziet in een marktbehoefte. Of Van Halsema werkelijk kan jongleren met uiteenlopende technische disciplines en tegelijk in staat is te communiceren: of hij oor heeft gehad voor de echte problematiek van de klant en die kan overtuigen van zijn technische oplossing. ‘Ik hecht zeer aan het opbouwen van een persoonlijke relatie met de klant. Alleen zó kom je tot de vertrouwensbasis die nodig is wil hij je iets gunnen en alleen dan is hij

bereid te investeren in een ontwikkelrichting waarvan de uitkomsten nog onzeker zijn. Je kunt dus nooit flauwekul verkopen: lukt het niet of wordt het duurder of later, meld dat tijdig. Ik erger me soms aan al die start-ups die ‘fake it till you make it’ als motto lijken te hebben. Ik zou nooit iets kunnen verkopen waarvan ik zelf niet overtuigd ben. Ik help managers en onderzoekers bij Datamole en Lely, juist om ze duidelijk te maken wat de vraag is van de klant en wat de sterktes zijn in de gevonden technische oplossing of de tekortkomingen waaraan nog gewerkt moet worden.’

GRENZEN EN VALKUILEN Aldus Emo van Halsema, gezegend met een zeldzame combinatie van talenten, die toch ook zijn grenzen blijkt te hebben. Een valkuil, waar hij in de loop der jaren menig keer in is beland is zijn eigen ‘ontevredenheid’. ‘Ik heb geleerd dat ik niet enthousiast maar door moet blijven gaan over de vervolgstappen die ik allemaal zie als de klant laat blijken tevreden te zijn met het behaalde resultaat.’ En, als het succes van de reactor bewaarheid wordt, is hij er de man niet naar om er een commercieel apparaat omheen te bouwen. ‘Daar zet ik dan een nieuwe structuur voor op en laat het werk aan een ander. Businessontwikkeling, financiën, snel groeien, veel personeel, dat is niets voor mij, heb ik wel geleerd. Daar ben ik geloof ik toch weer te veel autist voor.’

• www.datamole.cz

247TAILORSTEEL.COM Op maat gesneden metalen platen, buizen en kantdelen online Topkwaliteit voor een eerlijke prijs

24/7 online bestellen via uw assistent: Sophia®

Betrouwbare levering binnen 48 uur

Flexibele aantallen vanaf 1 stuk

Registreer snel en bespaar kosten en tijd!

WWW.247TAILORSTEEL.COM

september 2020

21


Any challenge, any time.

Bij een recente klus sprak Mark Elbertse van onze klant Lagerwey over een “Masterclass inkrimpen”. Dit is Marcel, één van onze Krimpkoningen. Evenals zijn collega’s beheerst hij

iedere tijdsdruk en waar ook ter wereld, gegarandeerd naadloos verloopt.

de kunst van het krimpen van folie. Hiermee beschermen we uw product tijdens

Wij worden door onze klanten graag gezien als waardevolle projectpartner

transport. Dit kan bij Meilink of bij u op locatie. Zodat de aflevering, onder

en wij zijn pas tevreden als u dat bent. Dat noemen wij Securing Value!

Heeft u een verpakkingsuitdaging? Neem contact op met één van onze specialisten via meilink.eu/contact of bel 0545-253 525


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

INSPIRO HELPT KLANT VAN IDEE NAAR PRODUCT

‘WAT WIL HIJ NU PRECIES? WAT HEEFT HIJ ÉCHT NODIG?’ Wat wil de klant? Het is een vraag die – als het goed is – ondernemers zichzelf natuurlijk altijd stellen. En bij Inspiro is dat de vraag waar het altijd mee begint. ‘We maken wat de klant voor ogen heeft’, zegt directeur Frank van Eck. ‘Co-development is voor ons niet zomaar een modieus begrip. Het vormt ons DNA. Het begint met het meedenken over de specificaties.’ DOOR ANDRÉ RITSEMA

I

nspiro werd in augustus 2002 opgericht door Van Eck en compagnon Maarten Angenent. ‘Bij het bedrijf waar we werkten, misten we de bezieling en de passie. We wilden van meer toegevoegde waarde zijn voor de klant. Dat hadden we daar niet meer. En dus begonnen we voor onszelf.’ Nu, achttien jaar later, heeft het Arnhemse bedrijf zo’n veertig ingenieurs in dienst, die werken voor tal van hightech opdrachtgevers: van multinationals en mkb-bedrijven tot start-ups. ‘Die variatie heeft altijd mijn voorkeur gehad’, zegt Van Eck. ‘Zo kun je in de breedte tal van producten en systemen ontwikkelen en bouwen, je als bedrijf blijven ontwikkelen. En dat is ook prettig voor eventuele nieuwe medewerkers: je kunt ze een baan bieden met veel afwisseling. In die krappe markt is dit hopelijk een extra reden om voor ons te kiezen.’

COMPLETE PRODUCTEN Inspiro ontwikkelt embedded en IoT-oplossingen en toepassingen. Het bedrijf bouwt hardware- en

NIEUW ONDERKOMEN

softwaresystemen, complexe analoge en digitale elektronica. ‘Samen met de klant ontwerpen en bouwen we complete producten én halffabricaten’, zegt Van Eck. ‘Elektronica met bijbehorende software en programmeerbare systemen. Als de klant daar behoefte aan heeft inclusief aanvullende cloudservices en apps.’ Die producten zijn heel divers: slimme thermostaten, warmtepompen, laadpalen voor elektrische auto’s, toepassingen voor orderpickers. ‘En we hebben het Radboud Radio Lab geholpen met een ontvanger, die op de achterkant van de maan zoekt naar specifieke signalen vanuit de ruimte. Dat was ook mooi en bijzonder om mee te maken’, zegt Van Eck. Zoals gezegd begint het allemaal met het idee van de klant. ‘De klant heeft Inspiro-directeur Frank van Eck: ‘Of het nu gaat om gemak, comfort, veiligeen specifieke vraag: kunnen jullie dit maken? Daar gaan we dan samen heid of efficiëntie, we brengen de klant met onze kennis en kunde verder.’ eerst goed naar kijken. Wat wil hij nu Foto’s: Inspiro precies? Wat heeft hij echt nodig? nodig heeft. ‘Dat lijkt me op de lange termijn een Vervolgens gaan we dat samen met hem, als stuk lonender.’ Maar wil hij dan wel (onderdelen) co-developers, ontwerpen en maken. Dat vraagt van zo’n idee gebruiken voor andere klanten? om een intensieve samenwerking gedurende het Ook daarin is Van Eck stellig: ‘Nee, dat wil ik niet. gehele traject. Zo komen we met producten die Dat idee is uniek, en dus van die klant. Ik denk echt waarde toevoegen voor de klant. Of het nu niet dat hij het prettig zou vinden als hij het gaat om gemak, comfort, veiligheid of efficiëntie, we brengen de klant met onze kennis en kunde verder.’

GEEN GEDOE

Deze zomer opende Inspiro een nieuw onderkomen in Arnhem-Zuid. Met meer plek voor de medewerkers. Met een aparte testruimte, voorzien van klimaatkast, en een hardwarelab. ‘Het is een mooi bedrijfspand, waar we nog beter onze klanten kunnen ontvangen. En waar we kunnen groeien. We hebben per direct twee tot drie ingenieurs nodig. En verderop dit jaar kunnen we er nog wel meer gebruiken. Want het gaat ons goed, gelukkig.’

Het is een discussie die veel wordt gevoerd in de maakindustrie: van wie is het uiteindelijke product? Wie mag, zogezegd, ‘met de eer strijken’? Is het product van de klant, die het idee had en ervoor betaalde, of van het bedrijf dat het idee ‘vertaalde’ in het daadwerkelijke product of systeem? Van Eck is er even simpel als helder over: ‘Wij zijn een dienstverlener. Wij maken wat de klant voor ogen heeft. Het is zijn idee en dus is het ook zijn eigendom. Wij leveren het op en doen daarna graag het onderhoud, maar het industriële eigendom is van de klant. Daar wil ik absoluut geen gedoe over met de klant.’ Hij ziet het liever andersom: dat de klant tevreden is en terugkomt als hij nieuwe producten

‘WIJ ZIJN EEN DIENSTVERLENER. WIJ MAKEN WAT DE KLANT VOOR OGEN HEEFT’ ineens als product bij een andere klant van ons terugziet.’ Wat Inspiro wel doet, waar mogelijk, is eigen software inbrengen. Bijvoorbeeld een framework met operating system dat ervoor zorgt dat developers sneller kunnen ontwikkelen.

• www.inspiro.nl september 2020

23


THEMA FOCUS NIET OP OMZET, MAAR OP TOEGEVOEGDE WAARDE

INVESTEREN IN KENNIS LEIDT TOT INNIGER KLANTRELATIE

‘OOK JE KWETSBAARDER OPSTELLEN KAN LEIDEN TOT OPLOSSINGEN’ De traditionele benadering ‘doen wat de klant zegt en vraagt’ laat metaalbewerker Oreel in het Friese Hallum het liefst achter zich. In plaats daarvan streeft het bedrijf ernaar een niveau hoger met de klant te werken. Hiertoe wordt geïnvesteerd in nieuwe hightech machines en in extra productieruimte om ook andere bewerkingen in eigen huis uit te voeren, maar ook in het achterhalen wat de klant nu in detail wil. Daartoe nodigt Oreel r&d- en/of engineersafdelingen en soms hele bedrijven regelmatig uit voor een bezoek aan de productielocatie. ‘Mensen doen toch bepaalde aannames en gaan doorgaans met een heleboel eyeopeners weer naar huis.’

makkelijker te bewerken zijn dan met een kantbank. Daarnaast realiseerde het bedrijf vorig jaar nieuwbouw van 5.000 vierkante meter, waarvan een derde wordt ingezet als assemblageruimte. ‘Eerder waren de assemblagewerkzaamheden beperkt, nu houdt een complete afdeling zich daarmee bezig en assembleren we modules voor vijf grote klanten’, vertelt Oreel. ‘Dat past in onze strategie van compleet toeleveren: we willen een compleet pakket kunnen bieden. We organiseren het gehele proces en maken we het voor onze klanten nog simpeler en overzichtelijker. Een stuk plaatwerk waaraan gefreesd moet worden, hoeft niet eerst naar ons en dan naar de verspaner, we kunnen het nu allemaal in eigen huis. De doorlooptijd hoeft dan niet veel langer te zijn.’

INNIGER RELATIE Dergelijke investeringen doet Oreel zeker ook om zijn eigen positie als leverancier te versterken. ‘Wij willen alle delen leveren voor een bepaalde machine die onze klant levert, ook al zijn we op voorhand niet Sytse Oreel: ‘Als leverancier moet je niet alleen je eigen positie veiligstellen, maar ook zorgen dat je klanten concurrerend blijven op het mondiale speelveld.’ Foto: Oreel meteen specialist. Je investeert in kennis, betaalt leergeld. Als resultaat daarvan wordt de relatie met de klant inniger, dat is je winst. Want DOOR WILMA SCHREIBER gaan op basis van onze diversiteit aan bewerkinde marges worden niet beter, je investeert puur in gen en diensten, en door hightech bewerkingsmogelijkheden zoals laserlassen die niet iedereen de relatie’, zegt hij. ‘Die bereidwilligheid zorgt an het woord is Sytse Oreel, sinds 2005 heeft. Bij het ontwerp van machines kunnen we voor meer vertrouwen, je helpt elkaar op alle directeur-eigenaar van het 165-jarige meekijken of dit modulair kan gebeuren en of familiebedrijf dat momenteel 125 fronten, gunt elkaar iets en benadert elkaar niet robotisering haalbaar is. Zo worden het inkoopmedewerkers telt. Hij stelt dat openaltijd met het mes dwars in de bek, zoals we hier proces en het logistieke proces voor uitbestedenheid steeds meer de trend is. ‘Natuurlijk kun je zeggen. Daardoor wordt het aan de ene kant de partijen sterk vereenvoudigd.’ als inkoper of uitbestedingsverantwoordelijke zelf professioneler en neemt de menselijkheid in de heel veel moeite doen om alles op het juiste communicatielijnen toe. Het begrip is groter, moment en van goede kwaliteit bij elkaar te krijhet hoeft niet altijd om de laatste cent te gaan. COMPLEET TOELEVEREN gen. Bijvoorbeeld met een draaideel uit China, Je kwetsbaarder opstellen betekent ook dingen Oreel investeert regelmatig in nieuwe bewerhet frame uit Oost-Europa en plaatwerk dat je bij bespreekbaar maken en wellicht oplossen. En als kingsmogelijkheden, al dan niet naar wens van een stuk of drie Nederlandse bedrijven weghaalt. het logistieke proces binnen de klant-toeleverande klant. Zo werd een zwenkbuigmachine aanMaar dan krijg je wel een heel complexe keten’, geschaft, omdat hiermee voor een klant grote cierrelatie verbetert, verbetert ook de concurrenzegt hij. ‘Wij proberen partnerschappen aan te panelen tot wel vier meter vele malen sneller en tiepositie van de oem’er.’

A 24

september 2020


>

SOEPELER PROCESSEN Om klanten te informeren over ontwikkelingen binnen het bedrijf, nodigt Oreel r&d- en/of engineersafdelingen en soms complete bedrijven regelmatig uit voor een bezoek aan de productielocatie. ‘Sommige klanten zien ons toch als verlengstuk van hun eigen bedrijf, omdat we hier voor hen produceren. We laten zien wat er alle-

‘HET MOET IN ÉÉN KEER GOED EN ELK JAAR WEER BETER’

tact met de klant – van engineers, inkoop en verkoop tot directie en expeditie. Engineers sparren met engineers van de klant over kleine aanpassingen: een iets kleiner of groter gat kan al voor veel besparingen of versimpeling van het maakproces zorgen. Daarnaast zijn de kisten waarin de producten verpakt worden voorzien van barcodes. Zo weet de klant precies wat erin zit en de producten zijn tevens zo verpakt dat ze direct naar de assemblage gaan in plaats van eerst naar het magazijn. ‘Niet meer inboeken, door de handen, tellen, wegleggen, terugpakken, zoekraken – dat bespaart veel tijd. Dankzij dat contact kunnen mensen ook meer begrip voor elkaar opbrengen. Durven communiceren over verbetermogelijkheden geeft vaak al zo veel onverwachte oplossingen. Dan kunnen processen zo veel soepeler verlopen, zonder extra kosten.’

BESTAANSRECHT ZEKER STELLEN

maal mogelijk is aan speciale bewerkingen, zoals laserlassen. Zo doen ze nieuwe ideeën en inspiratie op’, stelt hij. ‘Mensen doen toch bepaalde aannames en gaan doorgaans met een heleboel eyeopeners weer naar huis, omdat er zoveel veranderd is ten opzichte van hun vorige bezoek. Denk aan robotisering, automatisering en allerlei nieuwe metaalbewerkingsmogelijkheden.’ Daarnaast onderhoudt Oreel op allerlei niveaus con-

Op een hoger abstractieniveau is wat de klant wil door de jaren heen niet veranderd, stelt Oreel. ‘Hoge kwaliteit en korte doorlooptijden, waardoor ze sneller custom-made machines of systemen kunnen leveren aan de andere kant van de wereld. Het moet in één keer goed en elk jaar weer beter. Daarbij onderscheidt de Nederlandse oem’er zich van die in lagelonenlanden door de technologische voorsprong in combinatie met efficiënte maakprocessen, zoals robotisering en hightech bewerkingsmogelijkheden’, zegt hij. ‘Als leverancier moet je niet alleen je eigen positie veiligstellen, maar ook zorgen dat je klanten

concurrerend blijven op het mondiale speelveld. Zodat je samen in partnerschap van de concurrentie blijft winnen en je bestaansrecht zekerstelt.’ En dus zoekt Oreel constant naar manieren om doorlooptijden te verkorten: diversiteit in bewerkingen, meer en efficiëntere machines, hightech bewerkingen en automatisering. Denk aan machines met een groter bereik voor plaatwerk tot twaalf meter, extra cellen voor laserlassen en de eerdergenoemde zwenkbuigmachine. Daarnaast werkt het bedrijf sinds vorig jaar volledig papierloos: op elke werkplek staan terminals die operators vertellen wat als eerste en als laatste moet. ‘Dat zorgt voor versnelling en minder fouten.’

ONGOING PROCES De precieze klantwensen achterhalen is een ongoing proces. ‘De samenwerking kan altijd beter, op elk niveau. Je bent ergens begonnen, daar wordt stap voor stap opener naar gekeken. Er komen steeds nieuwe mensen, met nieuwe blikken, percepties en interpretaties. Het is voor ons bedrijf cruciaal om op alle manieren open te staan voor nieuwe ideeën en ontwikkelingen en zaken waar onze klanten mee te maken krijgen: de wensen van hun klanten. Zeker nu steeds meer markten opengegooid worden die eerst gesloten of minder toegankelijk waren. Alleen gezamenlijk kunnen we de concurrentiestrijd blijven winnen.’

• www.oreel-hallum.nl

Development and Engineering of Mechatronic systems Would you enjoy developing ground-breaking new technologies in a multidisciplinary team? A great opportunity is waiting for you at DEMCON! We are a high-end technology supplier of products and systems in the areas of hightech systems, industrial

systems and medical devices. We support our clients along the entire system development chain, from proof of principle, prototyping and pre-production to series production. Join us at DEMCON and experience how your own capabilities grow in a team of technology professionals! www.demcon.nl

september 2020

25


EERSTE RONDE DISCA-AWARDS: 366 NOMINATIES

DE EINDOVERWINNING KOMT ZELDEN ZOMAAR UIT DE LUCHT VALLEN Voor de DISCA’20-awards zijn 335 verschillende bedrijven genomineerd. Een fors aantal, maar ook niet meer dan dat. Je zou verwachten dat leveranciers met het door de coronacrisis droogvallen van hun markt harder gaan lopen voor hun klant. Maar menig uitbesteder nomineerde niet omdat van ontzorgen juist

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

O

ok dit jaar is een flink aantal bedrijven in meerdere categorieën genomineerd. NTS-Group zelfs in alle drie! Vandaar dat er meer nominaties zijn dan genomineerde bedrijven, respectievelijk 366 en 335. Onder de 366 nominaties zitten 163 klantbedrijven die zijn genomineerd voor de Best Customer Award. Zo’n 75 toeleveranciers zijn genomineerd voor de Best Knowledge Supplier Award en 128 voor de Best Process & Parts Supplier Award.

AFSPRAKEN NAKOMEN ONDANKS CORONA Die laatste prijs voor Best Process & Parts Supplier is een nieuwe, speciaal voor suppliers ingestelde award, die in de vaak moeilijke omstandigheden van de afgelopen maanden toch op tijd, tegen de afgesproken prijs hebben weten te leveren. Die weten te presteren – ondanks corona, ondanks de handelsoorlog en ondanks de stijging van de transportkosten – door heel voorzienig tussenvoorraden aan te houden, door over toeleveranciers te beschikken op meerdere

26

september 2020

minder sprake was. Evengoed deden vele andere bedrijven dat wel en dus zijn nu in totaal 335 klantbedrijven en leveranciers in de race voor de eindoverwinning op 26 november. Een winst die veel business kan betekenen zo vertellen de winnaars van vorig jaar – en die ook nooit zomaar uit de lucht komt vallen.

continenten, door heel goed op de hoogte te zijn van douaneregels en door over IT-systemen te beschikken waarmee ze goederenstromen kunnen volgen. Deze nieuwe award zal dus toekomen aan die leverancier die zich onderscheidt met zowel betrouwbare productie en distributie van parts, als met het uitstekend op orde hebben van zijn bedrijfsprocessen.

tier supplier-niveau worden genomineerd, met eigen r&d/engineering die productie en/of ontwikkeling/engineering uitbesteden. In deze categorie vallen bedrijven die hun toeleveranciers door transparantie, heldere communicatie en het nakomen van afspraken in staat stellen zo veel mogelijk toegevoegde waarde te leveren en zo de waarde van het eindproduct te verhogen en/of de kosten ervan te verlagen.

BEST KNOWLEDGE EN CUSTOMER Voor de Best Knowledge Supplier Award konden toeleveranciers worden genomineerd met eigen r&d (inclusief engineering) in Nederland. In deze categorie vallen de bedrijven die – dankzij eigen ontwikkel- en engineeringsinspanningen – uitblinken in het toevoegen van waarde aan het eindproduct van de klant. Ook behoren hiertoe ingenieursbureaus en bedrijven die door reengineering zorgen dat de productiekosten lager worden. Kortom: knowledge suppliers dragen er door kennis toe te voegen substantieel aan bij dat met het eindproduct meer geld wordt verdiend en/of de kosten ervan lager worden (target movers). Voor de Best Customer Award konden Nederlandse industriële uitbesteders op oem- of first

ONTZORGEN IS MINDER GEWORDEN Onderscheidend aan de DISCA is dat bedrijven zich niet zelf kunnen voordragen, maar daarvoor afhankelijk zijn van hun klant of toeleverancier. Of deze die moeite neemt, hangt vanzelfsprekend af van de ervaringen met die partner het afgelopen jaar: heeft die supplier zich proactief opgesteld, zich ingezet om zijn product- en productietechnologie te verbeteren, is hij leverbetrouwbaarder of goedkoper geworden? Heeft die klant zijn toeleveranciers de ruimte gegeven om hun sterkten tot hun recht te laten komen, is die uit op een gelijkwaardige, langetermijnsamenwerking en bereid risico’s en opbrengsten open en eerlijk te delen? Zo’n wijze van samenwerken kan resulteren in een plek in de eerste


ronde en wie weet de eindoverwinning op 26 november. Maar daar is lang niet altijd sprake van, zo is gebleken tijdens het vergaren van de nominaties door Link Magazine. Veel gehoorde redenen voor uitbesteders om geen enkele leverancier voor te dragen, waren langere levertijden, matige respons op communicatie en niet leveren op de bevestigde datum. ‘Algehele conclusie is dan ook dat het ontzorgen een stuk minder is geworden’, zo laat een inkoper van een machinebouwer weten. ‘Afgelopen jaar sprong er geen enkele Nederlandse leverancier echt goed uit.’

2025. ‘We zijn daartoe eerst eens verder gaan kijken dan de dag van vandaag of morgen. Wat voor een bedrijf zouden we op de lange termijn willen zijn? Wat zou ons bedrijf toekomstbestendig maken? Met welke competenties zouden we ons op welke markten moeten richten?’ Om die existentiële vragen beantwoord te krijgen, zijn de mensen van Mevi te rade gegaan bij klanten, maar heeft het bedrijf ook naar binnen gekeken. Met als conclusie dat de Helmondse hightech toeleverancier een tweetal stromen moest gaan onderscheiden: Parts en Projects.

WINST NA STRATEGIEWIJZIGING Maar er waren veel bedrijven die wel redenen hadden ketenpartners te nomineren. En die zitten nu allemaal in de eerste ronde en maken kans op de eindoverwinning. Dat levert niet alleen een mooie prijs op die het goed doet in de ontvangstruimte en de aandacht zal trekken van bezoekende klanten. Vaak zorgt de publiciteit voor extra klandizie. Vorig jaar wonnen Mevi, MTA en Bronkhorst. De Link-redactie zocht ze op om te horen hoe het ze sindsdien vergaan is en vernam dat de winst in al deze gevallen is voorafgegaan door doordachte wijzigingen in de strategie.

MEVI: VERDER KIJKEN Koen In ’t Ven van Mevi ziet het winnen van de Best Logistics Suppliers Award vorig jaar als een direct resultaat van een nieuwe strategie, een jaar eerder ingezet en vastgelegd in Horizon

Expertise – Passion – Automation

Koen In ’t Ven (Mevi)

MEE IN DYNAMIEK KLANT ‘Die toekomstbestendigheid wilden we versterken door snel en doelgericht te zijn, maar ook proactief en flexibel. Met die kwaliteiten wilden we ons richten op klanten in de hightechmachinebouw, die in kleine series, innovatieve, complexe producten tot stand brengen, actief in ook andere, voor ons nieuwe markten. Wij wilden een leverancier zijn die meekan in die dynamiek. Die snel, kortcyclisch klantspecifieke parts kan

IN-PERSON EVENEMENT Link Magazine organiseert het evenement – talkshow en prijsuitreiking met diner – in samenwerking met ING en Isah. Dit vindt plaats op donderdag 26 november 2020 vanaf 15.00 uur in Boerderij Mereveld in Utrecht. Ook in dit vreemde jaar willen we er een mooi (netwerk)evenement van maken en gaan we ervoor zorgen dat zo veel mogelijk mensen het veilig in-person kunnen beleven. Vanzelfsprekend is het aantal plaatsen minder groot dan normaal en zullen we helaas niet voor iedereen plek hebben. Bedrijven die nominaties hebben ingestuurd, krijgen voorrang. Voor actuele informatie over en het bijwonen van de prijsuitreiking DISCA’20 op donderdag 26 november, zie www.linkmagazine.nl of stuur een mail naar disca@linkmagazine.nl.

uitleveren. Maar die ook volop mee kan draaien in langlopende projecten, om mee te engineeren, complexe modules te bouwen, te dealen met verschillende afnamemomenten en tal van tussentijdse wijzigingen en een omvangrijke eigen supply chain te regisseren. Dat juist IAI Industrial Systems een van de bedrijven was die ons vorig jaar voor de Best Logistics Supplier Award genomineerd heeft, bewijst dat we erin geslaagd zijn die dubbelrol op een goede wijze in te vullen.’ Vanzelfsprekend was daar veel meer voor nodig LEES VERDER OP PAGINA 30

Your Semiconductor Partner in all areas The semiconductor industry is one of SMC’s key markets. Production in this sector requires the highest purity. SMC has been working closely with leading semicon companies for many years. We carry everything, from thermo chillers, high quality components which meet strict requirements – such as nonleakage, clean specification and corrosion resistance – to high vacuum components. In Eindhoven the SMC Technology Center is close to its customers, offering customized subassemblies, also in ISO 6 validated cleanroom, and chiller services. As your partner we accept every challenge. Get the decisive edge with SMC.

www.smc.nl

september 2020

27


Accelerating your process

INTUITIVE AUTOMATION by Lenze.

From idea to production. Intelligent and connected – moving towards the smart factory. Discover digital engineering by Lenze. www.Lenze.com

28

september 2020


DE GENOMINEERDE BEDRIJVEN GENOMINEERDEN BEST CUSTOMER, RONDE 1 BEST LOGISTICS SUPPLIERS • AAE • Acecore Technologies • Additive Industries • Adimec • Admesy • Airios • Alfa Laval • Alfen • Amada Miyachi Europe • AME • ASML • AvL Motion • AWL • Bandall Productie • BD Kiestra • Belvac Decorating Systems • Bergh Hybrid Circuits • Bestronics • BMO Automation • Boon Edam • Brink Climate Systems • Bronkhorst High-Tech • Cerescon • Chemours Netherlands • CleanAir by Baker • Connecterra • Craftworks Production • Cremer Speciaalmachines • CSi Industries • CSW Machinery • De Groot Houtbewerkingsmachines • Delta Elektronika • Demcon • Dopper • Duotank Group • Dynobend • Ecotap • Edco Techniek • Elekta • Enerpac • eReM Elektrotechnici • E-Traction • EVBox • FG Robosys • FMI • Fokker Aerostructures • Foodmate • Frencken Europe • Frecken Mechatronics • Fuji Seal Europe • GEA Food Solutions • Greefa • Hatech • Heliox • Hembrug Machine Tools • Hittech Multin • Holiday Ice • Holmatro • Houdijk Holland • Huhtamaki Molded Fiber Technology • Hygear • IAI industrial systems

Helmond Oss Eindhoven Eindhoven Ittervoort Veldhoven Nijmegen Almere Helmond Eindhoven Veldhoven Westerbeek Harderwijk Heemskerk Drachten Dongen ’s-Heerenberg Veldhoven Nederweert Edam Staphorst Ruurlo Heeze Dordrecht Utrecht Amsterdam Nieuw-Vennep Lisse Raamsdonksveer Deventer Rosmalen Zierikzee Enschede Haarlem Waalre Haaksbergen Boxtel Sint-Michielsgestel Veenendaal Ede Zwijndrecht Apeldoorn Amsterdam Veenendaal Bergen op Zoom Papendrecht Numansdorp Eindhoven Eindhoven Deurne Bakel/Weert Tricht Wormerveer Best Haarlem Den Haag Sint Nicolaasga Raamsdonksveer Vlaardingen Franeker Arnhem Veldhoven

DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS & CUSTOMER AWARDS 2020 • IG Machinebouw • IHI Hauzer Techno Coating • IME Technologies • INNO Metaal & Assembly • Intrax Suspension Technology • Johnson Controls Systems & Services • Kanon Loading Equipment • Kipp & Zonen • KIWA Nederland • KMG Machinebouw • KMWE Precision Systems • Koninklijke Gazelle • Kulicke & Soffa Netherlands • KyotoCooling • Lantech.com • Lely Industries • Liad Electronics • Logiqs • Maas Internal LogistiX • Makso Assemblage • Malvern-PANalytical • Manders Automation • Marel Red Meat Slaughtering • Marel Stork Poultry Processing • Merlin Security Services • Mevi Fijnmechanische Industrie • Meyn Food Processing Technology • MGG Netherlands • Moba • Mokveld Valves • Movacolor • Mpac Langen • MSD • MTA • Muco Technologies • Multi Pilot Simulations • Nearfield Instruments • Nedap • Nedschroef • Nexperia • Nijdra Group • Niverplast • Nouryon Functional Chemicals • Nowi • NPK Europe • NTS-Group • NTS Norma • ODSecurity • Oerlikon Eldim (NL) • Optiwa • ORGA • Ottevanger Milling Engineers • Patient Lifting Solutions • Philips Healthcare • Pneutec • Priva • Prodrive Technologies • Protonic • Q-Fin Quality Finishing • Quadient Technologies Netherlands • Raith • Rimas • Robin Radar Systems • Rolan Robotics • SafanDarley • Sanovo Technology Netherlands

Gameren Venlo Waalre Eindhoven Oss Gorinchem Zeewolde Delft Apeldoorn Neede Eindhoven Dieren Eindhoven Amersfoort Cuijk Maassluis Breda Maasdijk Beneden-Leeuwen Veenendaal Eindhoven Venray Lichtenvoorde Boxmeer Maarssen Helmond Oostzaan Tegelen Barneveld Gouda Sneek Wijchen Oss Helmond Amsterdam Groenekan Rotterdam Groenlo Helmond Nijmegen Middenbeemster Rijssen Herkenbosch Delft Rotterdam Eindhoven Hengelo (Ov) Leeuwarden Lomm Reuver Schiedam Aalten Renswoude Best Hoofddorp De Lier Son Zwaag Bergeijk Drachten Best Beringe Den Haag Zwaag Lochem Aalten

• Semecs Netherlands • Sensys Gatso Netherlands • Sentech • Siemens Nederland • Simac Masic • Sirius Medical Systems • Small Processor Systems • Solar Nederland • Sormac • Stinis Holland • Taks Handling Systems • Tampo Techniek Nederland • Tata Steel Nederland • tbp electronics • Tegema • The Ocean Cleanup • Thermo Fisher Scientific • TSS4U • TWTG Group • Unitron Systems • Vanderlande • Varex Imaging Nederland • VDL ETG • VDL Steelweld • Vencomatic Group • Viscon Group • VMI Holland • Voortman Steel Machinery • Vostermans Ventilation • Watson-Marlow Bredel • Wemo • Willems Baling Equipment • Woltman Piling & Drilling Rigs • WSP Systems • Zehnder Groep Nederland • Zeton

Uden Haarlem Nieuwkuijk Den Haag Heerlen Eindhoven Nederweert Alkmaar Venlo Krimpen a/d Lek Etten-Leur Valkenswaard IJmuiden Dirksland Son Rotterdam Eindhoven Eindhoven Capelle a/d IJssel IJzendijke Veghel Dinxperlo Eindhoven/Almelo Breda Eersel ’s-Gravendeel Epe Rijssen Venlo Delden Den Bosch Hapert Giessenburg Overberg Zwolle Enschede

GENOMINEERDEN BEST KNOWLEDGE SUPPLIER, RONDE 1 • 3T • A. Bogaert Fijnmetaal • AAE • ABB • AIM • Allied Motion • AME • AWL • B & R Industriële Automatisering • Bosch Rexroth • Bureau WO • Cadmes • Chip Integration Technology Centre • CoMaTech Machinefabriek • Confed Systems • Connect Group • D&M Vacuümsystemen • De Koningh Advanced Technology • Demcon • Drabo Hardenberg • EPR Technopower • Eriks • Festo

Enschede Heeze Helmond Rotterdam Brunssum Dordrecht Eindhoven Harderwijk Breda Boxtel Eindhoven Den Bosch Nijmegen Cuijk Amersfoort Veldhoven Budel Arnhem Enschede Hardenberg Nijmegen Alkmaar Delft

september 2020

29


VERVOLG VAN PAGINA 27

dan het formuleren van een strategie, aldus de director sales & operations. ‘We zijn zorgvuldig gaan kijken of de competenties van onze mensen goed aansloten bij wat van hen gevraagd werd. Zo hebben we gezorgd dat de juiste persoon op de juiste plaats terechtkwam, bij Parts of juist bij Projects. We hebben de organisatie ook anders ingericht. Fysiek: Projects zit nu in een ander gebouw dan Parts. Maar de organisatie is ook transparanter geworden, met behoud van de platte structuur.’ Er staat nu een club mensen die In ’t Ven duidt als ‘betrokken en pragmatisch’. ‘Wij kunnen voor de klant de brug slaan tussen theorie en praktijk. Wij zorgen dat zijn ontwerp gemaakt kan worden binnen de planning en het budget.’

GEK JAAR, GOED DOORDRAAIEN Daarmee is Mevi zich dus gaan richten op een bredere set van markten waardoor ook IAI in beeld kwam. En de afgelopen maanden hebben het belang van die bredere opstelling onderstreept: ‘Net als voor ieder bedrijf is 2020 ook voor ons een gek jaar. Ook wij zullen minder groeien dan vooraf geprognotiseerd. Maar door die spreiding en doordat de semiconmarkt, waar we al langer in actief zijn, gewoon doordraait, kunnen ook wij goed doordraaien.’ Natuurlijk is Mevi niet af. Er is al veel geïnvesteerd in het optimaliseren van de indirecte processen, het uitbreiden van de supply chain en in CAD/CAM, om de programmering van de machines te automatiseren en zo de doorlooptijd verder te verkorten. En sinds maart – ‘eigenlijk vanaf het moment dat de coronacrisis uitbrak’ – loopt er een ERP-implementatietraject met Isah. ‘Corona maakt je bewust van het belang van het heel goed borgen en toegankelijk maken van informatie. Het is de bedoeling dat we eind dit jaar overgaan.’

antwoordelijkheid dat het productidee van de klant vertaald wordt in een goed product met de juiste performance en de juiste prijs, zodat het ook een succes wordt in de markt. Ik heb veel initiatieven in de fase naar de markt zien sneuvelen. Met onze strategie anticiperen we hierop. Zo dragen we bij aan het ontstaan van meer succesvolle producten en nieuwe oem’ers.’ De prijsuitreiking van vorig jaar. De winnaars van de awards van 2020 krijgen hun onderschei-

KOP-STAART-OEM’ERS

ding op 26 november, in aansluiting op de befaamde talkshow. Foto’s: Sam Rentmeester

Niet elke klant geeft leveranciers de ruimte plaats te nemen in hun (business)ontwikkelteam, ze willen liever op een meer traditionele, hiërarchische wijze samenwerken, duidt cto Richard van Lieshout, die ook voor het gesprek is aangeschoven. ‘Kop-staart oem’ers, die zich uitsluitend willen concentreren op de r&d van het product en het vermarkten ervan, passen het best bij onze manier van werken. En dat type klanten komen we de laatste jaren steeds meer tegen. Additive Industries (fabrikant van 3D-metaalprinters, red.) was een jaar of vijf geleden een van de eersten die ons de ruimte gaf de technologische 3D-print-innovaties mee te vertalen naar een gezonde businesscase, waardoor we relatief snel konden starten met seriematige productie.’

OPBOUW TEAM Dat MTA de competenties heeft om die brede, verantwoordelijke rol te spelen, heeft vanzelfsprekend een lange aanloop gehad. ‘Wij beschikken nu over een volwaardig systeemteam. Het opbouwen van dat team is een kwestie van jaren geweest en nog zeker niet klaar’, duidt Geerts. Een belangrijke tool die dat team gebruikt, is het V2-model. Van Lieshout: ‘Veel collega-systeemleveranciers hanteren het V-model en richten zich eerst op het functionele ontwerp, pas daar-

na op de industrialisatie. Wij doen die twee dingen tegelijk en geïntegreerd. Dat verkort de time-to-business substantieel.’

ERKENNING VOOR STRATEGIE Behalve Additive Industries is ook Cerescon (fabrikant van een robot voor het oogsten van asperges) een goed voorbeeld van een klant waarmee MTA in een heus partnership zijn competenties ten volle heeft kunnen inzetten. ‘En we werken nu op onze manier samen met een andere klant aan de ontwikkeling en industrialisatie van een agro-robot. Concreet kunnen we daar nu nog niet over worden, maar dat wordt ook zeker een project dat onze werkwijze bekrachtigt en waarmee we straks de voordelen ervan kunnen uitdragen’, aldus Geerts. Vanzelfsprekend heeft het winnen van de Best Knowledge Supplier Award eraan bijgedragen dat MTA nu alom erkenning krijgt voor de strategie. ‘Of het direct tot meer klandizie heeft geleid, is lastig te zeggen, maar onze bekendheid en erkenning als volwaardige kennispartner zijn door de winst zeker gegroeid’, stelt Geerts.

BRONKHORST: LEVERANCIERSBELEID 4.0 Bronkhorst High-Tech is in 2018 gestart met een aangepast leveranciersbeleid, onder de noemer

TALKSHOW: WAT WIL DE KLANT? Patrick Geerts (MTA)

MTA: STRATEGIE DIE LANDT MTA, vorig jaar winnaar van de Best Knowledge Supplier Award, haalde de jaren daarvoor vaker de eerste of de tweede ronde en stond zelfs twee keer in de finale. Dat het ditmaal wel de eindoverwinning behaalde, is het resultaat van een strategie die de laatste jaren bij steeds meer klanten landt, vertelt Patrick Geerts, co-founder en cco van het Helmondse bedrijf. ‘Wij zijn een ontwikkel- en productiepartner die – ook risicodragend – wil mee-ontwikkelen met de klant en daarbij de industrialisatie volledig voor zijn rekening wil nemen. Wij zien het als onze ver-

30

september 2020

Het belooft op 26 november weer een fantastisch event te worden. Een boeiende talkshow met zeer interessante ondernemers als Joop Roodenburg van de gerenommeerde mega-kranenbouwer Huisman (zie het interview met hem in de juni-uitgave van Link Magazine), serial entrepreneur Crijn Bouman van ROCSYS en de fascinerende duizendpoot Emo van Halsema (zie het artikel op pagina 20 van deze uitgave). Zij zullen geïnterviewd worden door de alerte en aimabele Carolien Meijer, manager strategic marketing bij Bronkhorst High-Tech in Ruurlo, en de doortastende Hans Streng, voormalig ceo van onder meer Luxexcel en Epyon en tegenwoordig toezichthouder bij Fastned en investment-adviseur bij Set Ventures. Het gesprekthema is: ‘Hoe maximaliseer je de toegevoegde waarde voor de klant?’ Natuurlijk, groei van omzet en winst zijn belangrijk, maar komt dat vanzelf

De talkshow van vorig jaar.

als je als ondernemer focust op waardemaximalisatie voor je klant? En zo ja, hoe doe je dat dan? Na de talkshow volgt, onder het genot van een heerlijk diner, de uitreiking van de awards voor de Best Knowledge Supplier, Best Process & Parts Supplier en Best Customer.


Leveranciersbeleid 4.0. Daarin staat de intensivering van de persoonlijke contacten met suppliers centraal. Dat heeft er zeker toe bijgedragen dat de Best Customer Award vorig jaar ging naar de fabrikant van hoognauwkeurige flowmeters, denkt managing director Henk Tappel. ‘Door vaker met elkaar in gesprek te gaan, worden toeleveranciers opener, geven ze gemakkelijker weerwoord. Zo kom je sneller tot wederzijdse kennisdeling.’ In het kader van dat beleid heeft Bronkhorst ook met ruim tien leveranciers raamcontracten afgesloten. ‘Dat verzekert hen van werk. Als je bijvoorbeeld in gesprek moet met je bank over een lening, is het prettig als je zo’n garantie kunt overleggen. Daarbij helpt het dat wij tevens aanzienlijk sneller betalen dan gemiddeld, ook nu we misschien zelf langer op betaling moeten wachten. Alles bij elkaar hebben onze persoonlijke omgang en het nakomen van gemaakte betalingsafspraken zeker bijgedragen aan het winnen van de prijs.’

LOCAL FOR LOCAL Voorts dankt Bronkhorst deze ‘Nederlandse’ prijs ongetwijfeld aan het feit dat het kiest voor leveranciers die vrijwel allemaal gevestigd zijn in de directe omgeving van het Achterhoekse Ruurlo waar de onderneming gevestigd is, ook al zijn ze niet de goedkoopste. ‘Dan zijn wij tenminste goed in staat dat persoonlijke contact te onderhouden. Daarnaast vloeit die keuze voort uit de filosofie van de oprichters van deze onderneming: die willen dat hun bedrijf van

Henk Tappel (Bronkhorst High-Tech)

award hoef ik niet, want dan denkt onze klant dat we te lief zijn voor onze leveranciers.” Ironisch bedoeld natuurlijk. Wij zijn blij met de winst, want het heeft onze uitstraling naar leveranciers verder versterkt. Wij zijn nu met twee, drie nieuwe partijen in gesprek om te bezien wat we voor elkaar kunnen betekenen. Ook niet meer, want een toeleverancier goed ‘ingeregeld’ krijgen is een proces van jaren.’

VERVOLG SELECTIEPROCEDURE betekenis is voor de regionale samenleving en de regionale economie versterkt.’ Met als bijkomend voordeel dit voorjaar dat Bronkhorst nauwelijks supply chain-problemen gehad heeft. Local for local wint in de industrie nu aan populariteit, maar in Ruurlo werken ze al jaren zo. ‘Ook kwam het mooi uit dat we eerder voor alle kritische componenten een toeleverplan B hebben opgesteld. Zo hebben we voor elektronicacomponenten, twee jaar geleden, toen daaraan tekorten waren op de wereldmarkt, afspraken gemaakt met een paar leveranciers: die houden nu voor ons voldoende voorraad aan. Voor andere componenten hebben we geregeld dat we bij een tweede leverancier terechtkunnen als de eerste niet kan leveren.’

Voor de editie DISCA’20 is de eerste ronde nu voltooid. Momenteel vindt er een nadere selectie plaats. Bedrijven die in een categorie door meerdere uitbesteders of toeleveranciers zijn genomineerd, gaan door naar de tweede ronde. Daarin wordt de mate waarin genomineerden zich onderscheiden als ‘best knowledge supplier’, ‘best process & parts supplier’ of als ‘best customer’ in kaart gebracht met een drietal meetinstrumenten, ontwikkeld door Berenschot, DBSC Consulting en Brainport Industries, samen met Link Magazine. De per categorie vijf best scorende toeleveranciers en klanten gaan door naar de finale. Daarin worden ze langs de meetlat gelegd door drie jury’s, voor elke categorie één. De jury’s zijn samengesteld uit klanten dan wel toeleveranciers van de finalisten.

FLEXIBELE LEVERANCIERS Business heeft het winnen van de award niet direct opgeleverd, maar daar is het ook de prijs niet naar, aldus Tappel. Met een lach: ‘In het Eindhovense wordt wel eens geroepen: “Die

• www.mevi.com • www.m-t-a.nl • www.bronkhorst.nl

september 2020

31



VERVOLG VAN PAGINA 29

DE GENOMINEERDE BEDRIJVEN (VERVOLG) GENOMINEERDEN BEST KNOWLEDGE SUPPLIER, RONDE 1 (VERVOLG) • Frencken Europe • Gain Automation Technology • Gouda Holland • GPM • H2 Consultancy • Inspiro • Kasteel Metaal • Kepser • KMWE Precision Systems • Limburgse Urethaan Chemie • Machinefabriek Tuinte • Masévon Technology • Matas Electronics • maxon benelux • MCA • Meilink Industriële Verpakkingen • Merrem Kunststoffen • Metagro • Mevi Fijnmechanische Industrie • Mevo Precision Technology • MTA • Nidec Netherlands • Nobleo Technology • NTS-Group • NTS Norma • PI Benelux • PM • PM - Aerotec • Post en Dekker • ProCleanroom • Prodrive Technologies • Promatrix • Protonic • Rockwell Automation • Ruvu • Sentech • Settels Savenije Group • Siemens Nederland • Sioux • SMC • Stemmer Imaging • Technobis Group • Technolution • Teesing • TMC • Trios Precision Engineering • VDL ETG • VHE Industrial automation • Viro • WEB Eindhoven • Wesemann • Willems Machinebouw

Eindhoven Gorinchem Moordrecht Den Bosch Hattem Arnhem Alphen a/d Rijn Cuijk Eindhoven Brunssum Hengevelde Hardenberg Best Enschede Varsseveld Borculo Dinxperlo Schelluinen Helmond Ruurlo Helmond Sliedrecht Eindhoven Eindhoven Hengelo (Ov) Sint-Oedenrode Dedemsvaart Hengelo (Ov) Amsterdam Valkenswaard Son Zegveld Zwaag Capelle a/d IJssel Best Nieuwkuijk Eindhoven Den Haag Eindhoven Amsterdam Zutphen Alkmaar Gouda Rijswijk Hardenberg Neede Eindhoven/Almelo Eindhoven Hengelo (Ov) Eindhoven Rotterdam Bladel

GENOMINEERDEN BEST PARTS & PROCESS SUPPLIER, RONDE 1

BEST LOGISTICS SUPPLIERS • 247TailorSteel • A. Bogaert Fijnmetaal • ABB • ABI

Varsseveld Heeze Rotterdam Haarlem

DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS & CUSTOMER AWARDS 2020

• ACAL BFI Nederland • Actemium • Adra • AIM • Alcom Electronics • Allied Motion • Ammertech • ARA • Arbèl • Avnet Silica • B & R Industriële Automatisering • Balluff • Batenburg Industriële Elektronica • Bax Metaal • Beelen Techniek • Bestronics • BKB Precision • BMI-Thegon • BMO Precision Parts • BOZ Group • Bruinekool Group • Bus Industrial Tools • Caldic • CoMaTech Machinefabriek • Connect Group • Cortexon • D&D Kunststofbewerking • Deltour • DHL Worldwide Express Logistics • DiBis Distribution • Dichtomatik • Dumaco • EBV Elektronik • Electro-Watt • Elincom Electronics • Eltrex Motion • EPG-Goldman • Eriks • Farnell • Festo • FLOS • FMI • GAB Metaal • GMO Nederland • GFM • Global Electronics • GPM • GS Metaal • Habasit Netherlands • Hartman Fijnmechanische Industrie • HG Industrial • Hittech Comac • Hittech Multin • Hoppenbrouwers Techniek • HQ Pack • ifm electronic • Innovar Cleaning Control • ITEQ Industries • itsme • Jeveka • Joppen Metal Solutions • Klein Klouwenberg • Kolin Metaalbewerking • Lenze • Linak

Eindhoven Veghel Westerhoven Brunssum Capelle a/d IJssel Dordrecht Helmond Aalten Valkenswaard Breda Breda Den Bosch Neede Bergeijk Cuijk Veldhoven Son Baak Nederweert Bergen op Zoom Nijkerkerveen Zwolle Rotterdam Cuijk Veldhoven Veghel Geldrop Amsterdam Schiphol Lelystad Zwolle Varsseveld Maarssenbroek Hilversum Capelle a/d IJssel Breda Schiedam Alkmaar Utrecht Delft Eindhoven Bergen op Zoom Bergeijlk Hapert Bergeijk Haaksbergen Den Bosch Vriezenveen Nijkerk Groenlo Hegelsom Deurne Delft Deurne Eindhoven Harderwijk Eindhoven Amersfoort Raamsdonksveer Almere Beringe Deventer Sint-Oedenrode Den Bosch Breda

• LM Systems • LVD • Machinefabriek Eijmers • Machinefabriek JMBA • Machinefabriek Van den Elsen • MAG 45 • Masévon Technology • MCB Nederland • Meilink Industriële Verpakkingen • Metach • Metafas • MetalNet • Mevo Precision Technology • MG Energy Systems • Mifa • Montakon • MSG • Munsters Metaal • Murrelektronik • Nijdra Group • Nossin FMI • NTS-Group • Nunner Logistics • Oostwegel Special Products • Outokumpu • Panasonic Electronic Works • Sales Western Europe • Parker Hannifin • PCB Connect • Phoenix Contact • PI Benelux • Q Plus • Ridder Drive Systems • Rommtech • Schaeffler Nederland • Schneider Electric • SEW-Eurodrive • Sick • Simco-Ion Europe • SMC • SNL Systems • Stäubli Benelux • Swagelok • Tayru Metaalbewerking • tbp electronics • Tieltjes Precision Parts • Timmerije • TOPA Verpakking • Trumpf Nederland • Unitron Systems • Vacutech • Van Egmond Elektrogroothandel • Van Schijndel Metaal • Variass • VDL Systems • Vedos Verspanende Techniek • Veraa metaal • Willems Machinebouw • Würth Elektronik • Zuidberg Staalservice

Veenendaal Wevelgem (B) Doetinchem Someren Bergeijk Eindhoven Hardenberg Valkenswaard Borculo Ulft Asten Valkenswaard Ruurlo Leeuwarden Venlo Den Bosch Den Bosch Helmond Breda Middenbeemster Beek en Donk Eindhoven Helmond Heerlen Helmond Best Oldenzaal Eindhoven Zevenaar Sint-Oedenrode Sliedrecht Harderwijk Halsteren Barneveld Hoofddorp Rotterdam Bilthoven Lochem Amsterdam Schijndel Kortrijk (B) Waddinxveen Alkmaar Dirksland Ulft Neede Voorhout Hengelo (Ov) IJzendijke Den Hoorn (ZH) Doetinchem Dongen Veendam Uden Venlo Bergeijk Bladel Den Bosch Ens

september 2020

33


PROCESVERBETERING

YELLAX HELPT MACHINEBOUWER SELMERS HET BESTURINGSONTWERP TE STANDAARDISEREN EN DE MARKT TE VERBREDEN

LIJNEN VOOR OLIE & GAS ÉN GROENTE Als je groot bent geworden met het bouwen van proceslijnen voor zware buizen, kun je dan ook een proceslijn bouwen voor kroppen sla? Met hulp van Yellax ontwikkelt Selmers zich van een klassieke machinebouwer binnen de olie, gas- en watertransportindustrie tot een mechatronische procesequipmentbouwer voor uiteenlopende markten. In de coronacrisis betaalt zich dat onder meer uit in ‘virtual commissioning’, met een hoofdrol voor game-technologie.

uiteenlopende applicaties past. Schouten: ‘Soms kunnen we wel 90 procent van de schema’s en software automatisch genereren. We hoeven dan nog maar weinig maatwerk te engineeren.’ Bovendien geeft het structuur aan het databeheer, van componentniveau tot compleet equipment en zelfs corporate level. Gebruikers kunnen de data eenvoudig ontsluiten voor optimalisatie, bijvoorbeeld gebaseerd op vergelijking van data tussen plants of locaties, of voor beheer & onderhoud of rapportage.

IKEA-HANDLEIDING

Van links naar rechts Rob Schouten, Theo Klaassen en Bart Appelman in de grote buis, die letterlijk en figuurlijk de introductie tot Selmers vormt. Foto’s: Menno Ebbes

DOOR HANS VAN EERDEN

S

elmers in Beverwijk (65 medewerkers) ontwikkelt machines en proceslijnen voor het stralen en coaten van buizen. Het bedrijf bouwt machines op uit modules, verscheept die naar klanten wereldwijd en stelt ze ter plekke samen tot complete lijnen. Mede onder druk van de lage olieprijs is Selmers andere markten gaan verkennen, vertelt algemeen directeur Bart Appelman. ‘Wij hebben alle disciplines in huis – mechanisch, elektrisch, industriële automatisering en software – om met een mechatronische aanpak in de geest van smart industry machines voor de procesindustrie te bouwen. We zijn nu bezig met toepassingen voor foodproductie.’ In de basis is de besturing van een proces altijd hetzelfde, verklaart operationeel manager Rob Schouten. ‘Technisch gaat er door middel van een mechatronisch systeem iets van a naar b. De afgelopen jaren hebben we de engineering van elektrotechniek en industriële automatisering aan elkaar gekoppeld, met in ons achterhoofd de vraag: kunnen we hiermee bijvoorbeeld ook een krokettenfabriek aansturen?’

34

september 2020

ARCHITECTUUR Voor ondersteuning bij de vertaalslag naar een efficiënte multidisciplinaire samenwerking werd Yellax ingeschakeld. ‘Onze consultants helpen klanten om vanuit hun ambitie en doelstellingen een architectuur neer te zetten die daar goed bij past en medewerkers mee te nemen in het traject’, vertelt Theo Klaassen, algemeen directeur bij Yellax (ruim 50 medewerkers). ‘Is eenmaal een standaard gedefinieerd, dan ondersteunt ons platform Typical Manager het genereren van projectdocumenten, onafhankelijk van de pakketten die klanten gebruiken. Selmers gebruikt Typical Manager nu om de elektrotechnische schema’s in EPLAN te genereren. Daarnaast worden de plc-software, de visualisatie en documenten gegenereerd.’ Bij Selmers begon het in 2016 met een kennisdelingssessie van Yellax. ‘Op basis van een succesvolle proof of concept zijn we samen het traject gestart.’ Selmers kwam uit op een architectuur met zeven lagen: corporate, locatie, plant, equipment, module, submodule, component. Die architectuur geeft houvast voor het ontwerp van een procesbesturing die modulair is opgezet en bij

De mechatronische structuur die vanuit de industriële-automatiseringsarchitectuur is opgelegd, biedt ook kansen voor virtual commissioning, een machine of lijn bij de klant in bedrijf stellen met behulp van online communicatie (inclusief virtual reality, VR). Sinds kort stopt Selmers de mechanische data, het CAD-model van een machine of lijn, in een game engine, waarmee normaliter games worden ontworpen. Door daar een fysieke plc met de besturingssoftware aan te koppelen, is in een game-omgeving het functioneren realistisch te simuleren. Schouten: ‘Onlangs hebben we zo lijnen in de VS en Brazilië in bedrijf gesteld. Eerst hier in de game engine alles virtueel opgebouwd en getest; daarvan een filmpje gemaakt en vervolgens alle equipment in containers verscheept met een ‘IKEA-handleiding’ erbij. De klant heeft de lijn zelf opgebouwd aan de hand van het filmpje en de schema’s, met onze remote assistance via VRbrillen. Daarna hebben we de besturing vanuit ons kantoor geüpload naar de locatie van de klant en kon die de productie starten. Voor een

‘DE KLANT HEEFT DE LIJN ZELF OPGEBOUWD AAN DE HAND VAN HET FILMPJE EN DE SCHEMA’S’ relatief eenvoudige uitbreiding kon de klant in de VS het helemaal zelf. In Brazilië gaven we vier weken support vanuit Nederland en waren we slechts twee weken on site. Normaal duurt zo’n implementatie acht tot twaalf weken.’ Appelman: ‘Vijf jaar geleden was dit nog onvoorstelbaar. Wel


moeten we, om volledig volgens het IKEA-model te kunnen werken, nog beter snappen hoe de klant zo’n handleiding interpreteert.’ Schouten: ‘Dit hadden we niet gered zonder die mechatronische structuur en het doortrekken daarvan naar onze IT-omgeving. Daardoor kunnen we nu makkelijk met VR verder ontwikkelen en snel reageren op marktveranderingen. We hebben de industriële automatisering veilig aan het kantoornetwerk gekoppeld met een uitbreiding op de structuur ontwikkeld in samenwerking met Yellax. Zo ontstaat ook cocreatie tussen kantoor en fabriek om continu bedrijfsprocessen te kunnen verbeteren.’

SCENARIO’S Simulatie helpt eveneens bij communicatie met de klant over hoe zijn nieuwe fabriek eruit gaat zien en bij training van diens operators. Verrassingen bij ingebruikstelling blijven nu beperkt tot de ontwerpfase, schetst Schouten. ‘Het moeilijkst is vaak de logistiek voor de transportkarren met buizen in een lijn. In een project zagen we een kar met de grootste buismaat erop ergens tegenaanlopen; het paste niet meer. Normaal hadden we dat pas in het veld ontdekt. Nu konden we vooraf alle scenario’s met de verschillende buismaten draaien op de engine. Zo halen we fouten uit het mechanisch ontwerp, maar ook uit de plcsoftware.’ Appelman: ‘We zien vooral kansen in complexe industriële omgevingen, waar heel veel interacties tussen producten en machines tegelijk optreden. Klanten willen storingsrisico’s bij het opstarten van een lijn beperken. Dat kunnen wij nu waarmaken.’

ARTIKELBEHEER Toch heeft Selmers nog voldoende uitdagingen. Zoals het artikelbeheer voor elektrocomponenten. Dat betreft technische data maar ook prijs, levertijd en beschikbaarheid. In de markt heerst brede onvrede over de kwaliteit en beschikbaarheid van goede artikeldata, weet Klaassen. Reden waarom Yellax samen met oem’ers en system integrators het Selmers werkt sinds kort met virtual reality voor ontwerp, inbedrijfstelling en training. initiatief heeft genomen voor BeeFinity. zoals draaiuren van een motor. Dan weet je ‘Met BeeFinity als centrale plaats voor artikelwanneer je een inspectie moet uitvoeren. En als gegevens binnen de organisatie beschikt de geje voor een Amerikaanse klant ontwikkelt, kun je bruiker over miljoenen producten vanuit online in BeeFinity eenvoudig UL-artikelen (UL is het dataplatform 2BA en kan de organisatie zelf Amerikaanse elektrokeurmerk, red.) selecteren.’ producten aanmaken. Door cocreatie worden de Over vijf jaar komt naar verwachting de helft van productdata 24/7 automatisch verder uitgebreid Selmers’ omzet uit nieuwe markten – onder en verbeterd.Op basis van de ETIM-classificatie invloed van de energietransitie en mede door de (Europees Technisch Informatie Model, red.) stappen die in het ontwerpproces zijn gezet. Met wordt een gemene deler met correcte gegevens dank aan Yellax. Appelman: ‘We staan open voor aan de gebruikers beschikbaar gesteld. Daaruit elkaars feedback en creëren daar verbeteringen kunnen ontwerpers artikelen rapen op basis van uit.’ Schouten: ‘Het is echt cocreatie, samen eigenschappen; ze hoeven niet meer te zoeken in ontwikkelen en kennis delen.’ een catalogus.’ Dat spreekt Schouten aan: ‘Nu moeten wij zelf nog te veel beheer doen en voor je het weet verslonst dat. Het is een voordeel dat www.selmers.com ook gebruiksgegevens worden meegenomen, www.yellax.com

• •

Whitepaper: Integraal grip op het machinebouwproces Welke strategische uitdagingen liggen ten grondslag aan de transitie naar een smart industry en op welke manier kunnen Nederlandse machinebouwers deze uitdagingen overwinnen? Lees de nieuwe whitepaper ‘Integraal grip op het machinebouwproces‘ en ontdek hoe uw organisatie efficiënter kan digitaliseren.

www.siemens.com/nl/machinebouwproces

september 2020

35


CYBERSECURITY

MARCEL VAN OIRSCHOT (KPN SECURITY) WIL CYBERSECURITY-BEWUSTZIJN VERHOGEN

‘BEDRIJVEN LEUNEN VOOR THUISWERKEN NOG STEEDS OP PROVISORISCHE MAATREGELEN’ De coronacrisis heeft in één klap het thuiswerken veel belangrijker gemaakt, in veel gevallen de digitalisering versneld en tegelijkertijd cybercriminelen aangezet tot verhoogde activiteit. Dat zou een wake-up call moeten zijn voor bedrijven om serieus werk te maken van hun cybersecurity. ‘We leven in een 24/7 digitale economie; daar zijn we volledig van afhankelijk.’ Marcel van Oirschot, executive vice president van KPN Security, ziet echter nog te veel bedrijven die voor het thuiswerken zijn blijven hangen in provisorische maatregelen. ‘Wij moeten zorgen dat organisaties de ‘basishygiëne’ voor cybersecurity op orde hebben en hen met de juiste uitleg en handvatten het belang van dit onderwerp laten inzien.’

• ‘We leven in een 24/7 digitale economie en zijn

daar volledig van afhankelijk.’ • ‘Thuiswerken is in korte tijd van ‘nice to have’ geëvolueerd tot ‘need to have’.’ • Na de spoedreparaties zijn in veel gevallen vervolgorders uitgebleven. • ‘De keten is zo sterk als de zwakste schakel in de digitale beveiliging.’

waren er klaar voor, binnen twee dagen hadden we iedereen van KPN Security, ja van heel KPN, aan het thuiswerken. Heel veel bedrijven waren er echter niet op voorbereid. Maar dit is misschien geen eerlijke vergelijking, want als bedrijf in de vitale infrastructuur moeten wij voldoen aan een aantal andere eisen en richtlijnen.’ De organisaties die wel werden ‘overvallen’, moesten vaak Vanuit het security operations center beveiligt en bewaakt KPN Security de ict-infrastructuur van KPN en zijn zakelijke klanten. Foto’s: KPN Security halsoverkop voorzieningen voor thuiswerken regelen. ‘Ik vergelijk het met het dak dat DOOR HANS VAN EERDEN echter allesbehalve vanzelfsprekend. ‘Wij zien nu tijdens een flinke bui gaat lekken. Dat ga je in de dat cybercriminelen volop targeten op alles wat regen meteen repareren, provisorisch, zodat het beweegt. Zij misbruiken Covid-19 en daarnaast arcel van Oirschot uit zijn bezorgdlekken ophoudt. De vraag is vervolgens of je het zijn er in Nederland op dit moment veel DDoSheid over wat hij op de dag van het dak daarna professioneel gaat, of laat, repareren.’ aanvallen aan de gang (distributed-denial-ofinterview met Link Magazine ’s morservice, bedoeld om een netwerk plat te leggen en De vraag naar ‘spoedreparaties’ kon KPN Securigens vroeg op de radio hoort. Volgens daarmee een organisatie online onbereikbaar te ty in de eerste weken goed aan, meldt Van Oironderzoek in opdracht van provider XS4ALL maken, red.). De afgelopen maanden zijn veel blijkt 88 procent van de Nederlanders zich niet of schot. ‘We hebben ook onze maatschappelijke digitale kwetsbaarheden aan het licht gekomen nauwelijks zorgen te maken over hun online veiverantwoordelijkheid genomen en met name in en daar wordt volop misbruik van gemaakt.’ Voor ligheid. Een jaar geleden was dat nog 61 procent. zorginstellingen en ziekenhuizen dingen kosteruim de helft van de respondenten uit het onder‘In dit geval is een hoger percentage een slecht loos gefaciliteerd. Zo hebben we snel een verzoek blijkt de coronacrisis echter nog niet of teken. Dit onderzoek laat zien hoe belangrijk hoogde dijkbewaking opgezet om te voorkomen nauwelijks van invloed op hun houding ten aandacht voor het onderwerp cybersecurity is. dat die instellingen werden gehackt.’ Na de opzichte van cybersecurity. ‘Met het gros van de Want vanaf 15 maart (de dag waarop premier spoedreparaties zijn in veel gevallen echter medewerkers thuis zie ik de risico’s toenemen.’ Rutte de ‘intelligente lockdown’ aankondigde, vervolgorders uitgebleven. ‘Mijn inschatting is red.) zijn wij met z’n allen thuis gaan werken. We dat veel bedrijven voor het thuiswerken nog leven in een 24/7 digitale economie en zijn daar steeds leunen op de provisorische maatregelen PROVISORISCHE MAATREGELEN volledig van afhankelijk. Nederland werkt meer van het begin. Daar zit een groot risico in, want KPN Security werd net als bijna iedereen overvaldigitaal dan ooit. Organisaties willen erop kunhet thuiswerken is in korte tijd van ‘nice to have’ len door het virus an sich. Maar niet door de ITnen vertrouwen dat dit veilig is.’ Dat laatste is geëvolueerd tot ‘need to have’.’ technische impact ervan, stelt Van Oirschot. ‘Wij

M

36

september 2020


MENSEN BLIJVEN ‘CREATIEF’

HOOFDPIJNDOSSIER

Mensen moeten dus veilig kunnen thuiswerken. ‘Daarom moeten bedrijven zich afvragen of hun IT-infrastructuur richting die medewerkers thuis wel klopt. Heb je de juiste vpn-verbindingen (virtual private network, voor afgeschermde communicatie, red.) beschikbaar en monitor je al het verkeer op je netwerk? Sommige applicaties zijn er niet op ingericht om vanaf thuis te benaderen, dus is het de vraag of jouw mensen bij alle applicaties kunnen die ze nodig hebben voor hun werk.’ Op kantoor is er meestal geen probleem, maar als het thuis niet op een makkelijke manier kan, gaat men zelf oplossingen bedenken en die zijn niet altijd veilig. ‘Mensen blijven immers creatief. Kunnen ze bijvoorbeeld automatisch vanaf hun werkplek thuis printen? Lukt dat niet goed,

Updates vormen een apart hoofdpijndossier. ‘Op kantoor worden software-updates meestal gepusht, daar hoef je als gebruiker niets aan te doen. Maar gebeurt dat ook richting de thuiswerkplekken? Of moeten de medewerkers zelf voor updates zorgen, met alle risico’s van dien als het niet gebeurt?’ De keten is zo sterk als de zwakste schakel in de digitale beveiliging, weten ze ook bij KPN Security. ‘Mensen zijn van hun à propos door de hele situatie, ze missen collega’s, stompen thuis misschien wat af. Tegelijk volgen ze het coronanieuws en klikken sneller op een schijnbaar coronagerelateerde phishingmail. Cybercriminelen slaan vooral toe als mensen even niet dan gaan ze bestanden op een privécomputer of Marcel van Oirschot, executive vice president van KPN Security: ‘De afgelopen maanden scherp zijn.’ een usb-stick zetten, of ze gebruiken hun privézijn veel digitale kwetsbaarheden aan het licht gekomen en daar wordt volop misbruik van Zeker bij die 88 mail, om alsnog te kunnen printen.’ Hetzelfde gemaakt. Met het gros van de medewerkers thuis zie ik de risico’s toenemen.’ procent die zich niet geldt voor grote databestanden. ‘Kunnen mensen lijkt te realiseren hoe thuis bijvoorbeeld een file van 500 MB bewerken ten overigens die aantonen dat niet alleen partibelangrijk cybersecurity is. Dat betreft dan wel en zo nodig naar een collega sturen? Kan dat via culieren maar ook veel organisaties laks zijn in een onderzoek onder consumenten, maar volgens een veilige server van het bedrijf? Zo niet, ga je het updaten van hun software en met name het Van Oirschot ligt het zakelijk niet anders. ‘Ik dan als bedrijf een tussenoplossing bedenken om dichten van beveiligingslekken daarin. ‘Neem het denk dat dit een behoorlijke afspiegeling van het te faciliteren? Gebeurt dat niet, dan krijg je Citrix-lek (in de software van Citrix-servers voor zakelijk Nederland is. Zie de recente berichten een wildgroei.’ Dan ontstaat schaduw-IT, een onder meer werken op afstand, red.) dat eind over kwetsbaarheden waaruit blijkt dat het lang omgeving waar de IT-verantwoordelijke van het vorig jaar bekend werd, of het nog oudere Pulse duurt voordat bedrijven daarop acteren.’ Berichbedrijf geen zicht of controle op heeft. Secure vpn-lek. Uit onderzoek van de afgelopen maanden is gebleken dat daar nog steeds bedrijven kwetsbaar op zijn. Ze vinden het misschien ‘ZAKELIJK NEDERLAND VEILIGER MAKEN’ best belangrijk, maar hebben ze genoeg capaciteit om het op te lossen?’

‘WIJ ZIEN NU DAT CYBERCRIMINELEN VOLOP TARGETEN OP ALLES WAT BEWEEGT’

Marcel van Oirschot is nu ruim een jaar executive vice president van KPN Security, onderdeel van KPN Zakelijke Markt. Voorheen werkte hij voor softwarebedrijven, de laatste jaren in de wereld van cybersecurity. Als opdracht kreeg hij mee om van KPN Security, de samenvoeging van een KPN-onderdeel en twee acquisities, één bedrijf te maken. ‘Met 400 medewerkers zijn wij de grootste managed security serviceprovider van ons land. KPN is het netwerk van zakelijk Nederland. Vanuit ons security operations center beveiligen en bewaken we de ICT-infrastructuur van KPN en onze zakelijke klanten. Onze missie is Nederland veiliger te maken.’ Dat doet KPN Security met een breed portfolio, van kant-en-klare securityoplossingen voor met name het mkb tot managed-securitydiensten en maatwerkoplossingen voor het grootbedrijf. Voorbeelden zijn

Managed Firewall (bescherming tegen hacken met malware, phishing, enzovoort), Cybersecurity Consultancy (bedrijven ondersteunen met kennis en bij het maken van een securityroadmap bijvoorbeeld) en Smart Access (beveiligde toegang tot online bedrijfsapplicaties voor leveranciers, klanten en medewerkers op afstand). Belangrijk onderdeel daarvan is het beschermen van de identiteit en privacy van klanten. Verder biedt KPN Security onder meer diensten voor monitoring van het netwerkverkeer en incident response in geval van een hack of cyberaanval. Die respons is gericht op het beperken van de impact van een incident en het waarborgen van de continuïteit van de organisatie van de klant.

• www.kpn.com/zakelijk/security.htm

BEGRIJPELIJKE TAAL Er liggen daarom, ook voor KPN Security, twee uitdagingen, stelt Van Oirschot. ‘Zorgen dat organisaties de ‘basishygiëne’ voor cybersecurity op orde hebben én hen laten inzien hoe belangrijk cybersecurity-awareness is. Hoe maken we het belang van cybersecurity duidelijk, niet alleen bij de IT’ers maar ook aan de businesskant van organisaties? Daarvoor moeten wij onze boodschap in begrijpelijke taal brengen. Ondernemers moeten zich realiseren dat ze voor 100 procent afhankelijk zijn van digitalisering. Ze hebben snel hun medewerkers en masse aan het thuiswerken gezet. Nu het wat rustiger is, moeten ze gaan kijken naar een duurzame oplossing, misschien met een hybride model, voor de toekomst.’

september 2020

37


KETENINTEGRATIE

PULSE WIL MET NIEUW INFORMATIEPLATFORM COMMUNICATIE TUSSEN KETENPARTNERS AUTOMATISEREN

‘IRP MAAKT TUSSENVOORRADEN OVERBODIG EN LOCAL FOR LOCAL MOGELIJK’ ‘Uitgedaagd door klanten’ is Pulse Business Solutions in 2018 begonnen met het ontwikkelen van het Industry Resource Platform (IRP). En nu is het moment daar om het in de Nederlandse markt van middenbedrijven te zetten. Deze markt is door de coronacrisis versneld gerijpt voor een platform dat ketenpartijen realtime inzicht geeft in de status van orders en de beschikbare capaciteit. Dure tussenvoorraden zijn dan niet langer nodig en er kan local for local worden uitbesteed. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

‘V

oorheen’, beargumenteert managing director Ton Hagens in de grote vergaderruimte in het Pulse-hoofdkantoor in Venlo, ‘besteedde industriële oem’ers gemiddeld zo’n 20 tot 40 procent van de omzet uit, de rest deden ze in eigen huis. Maar door de toegenomen complexiteit, steeds kleinere series en verkorting van de time-to-market is dit de laatste jaren aan het kantelen. Nu zijn er steeds meer bedrijven die 70 à 80 procent willen uitbesteden om zich helemaal te kunnen concentreren op het ontwikkelen van hun technologische core. De coronacrisis heeft die trend versneld.’

‘Als mensen de voordelen van deze manier van samenwerken met ketenpartners zien, zullen ze die snel omarmen’, is de overtuiging van John Wijnen. Rechts Ton Hagens. Foto: Com-magz

automatiseerd. Bijna de helft van de Pulse-klanten heeft Microsoft Dynamics 365, in de cloud met alle updatevoordelen van dien; de rest zit nog op de onprem-variant van Microsoft. De communicatie over orders, planningen, facturatie, verzendingen, wijzigingen et cetera is bínnen bedrijven dus vrijwel overal goed voor elkaar. Tússen bedrijven echter is dat nog helemaal niet het geval.’

KWETSBARE KETENS ‘Die crisis’, vervolgt development team leader John Wijnen, even verderop aan de grote, ovalen tafel, ‘heeft de kwetsbaarheid van globale toeleverketens zichtbaar gemaakt. Het businessmodel was in feite: inkopen in lagelonenlanden in Azië en daarmee in Nederland een voorraad aanleggen om voldoende snel te kunnen reageren op vragen van de klant. Uit de lage inkoopprijs konden dan de opslagkosten gefinancierd worden. Maar de crisis heeft duidelijk gemaakt dat je laten beleveren over lange afstanden grote problemen met zich kan brengen. Het IRP, het “next-level ERP”, biedt daar een oplossing voor.’

VOOR EN DOOR DE INDUSTRIE

‘IRP WORDT ECHT IETS VOOR EN DOOR DE INDUSTRIE’

COMMUNICATIEFOUTEN TÚSSEN BEDRIJVEN IRP moet als informatieplatform de brug slaan tussen de ERP-systemen van de verschillende ketenpartners, legt Hagens uit. ‘Vrijwel elk industrieel middenbedrijf – de doelgroep waar we ons nu op richten – heeft zijn ERP goed ge-

38

september 2020

een leverancier en zijn wijzigingen ook niet eenvoudig door te voeren. Dat zorgt voor vertraging en die maakt het aanhouden van dure tussenvoorraden noodzakelijk. IRP biedt het realtime inzicht en de versnelling waarmee tussenvoorraden overbodig worden. Dat maakt just-in-time uitleveren mogelijk zonder het aanhouden van buffers, gebruikmakend van Europese leveranciers. Local for local dus, met een kleinere carbon footprint.’

‘Tussen ketenpartners wordt nog heel veel over orders gebeld en gemaild en wordt informatie uit het ene ERP-systeem overgetypt in het andere’, vervolgt hij. ‘Zo ontstaan veel communicatiefouten en ontbreekt realtime inzicht in de status van een order of in de beschikbare capaciteit bij

Het idee is, pakt Wijnen weer over, met IRP in de cloud een webgebaseerd platform te bieden waarop een API (application programming interface) draait. Op open standaarden gebaseerde software faciliteert automatische uitwisseling van informatie over orders tussen bijvoorbeeld SAP of Oracle-ERP van toeleveranciers en Dynamics 365 van de uitbesteders. ‘Wij gaan de komende tijd de meest evidente 90 procent van die koppelingen programmeren en die samen met de middenbedrijven uitontwikkelen en aanvullen. IRP wordt echt iets voor en door de industrie.’ Als Pulse de komende maanden met IRP de boer op gaat, hebben ze dus al behoorlijk wat denken ontwikkelwerk achter de rug. Zo maakte de Microsoft-partner vorig jaar al een ronde langs VNO NCW, dat bij uitstek middenbedrijfoem’ers in zich verenigt. Hagens: ‘De kleine


ondernemingen hebben veelal de schaal niet, terwijl de grote oem’ers hun ketenpartners verplichten gebruik te maken van hun portals. IRP is het meest geschikt voor het automatiseren van de communicatie in de ketens van middelgrote oem’ers.’

MACHTSBALANS In het gesprek komt de vergelijking met Booking.com ter tafel. Dat legt in feite ook een schil over de digitale boekingstools van individuele hotels om zo een machtspositie te verwerven. Hagens benadrukt: ‘IRP moet een community worden, eigendom van iedereen die erin participeert. Pulse wil niet meer dan technisch faciliteren. Want wij zijn een purpose-driven onderneming die met IRP een oplossing wil creëren die ook op de lange termijn de support heeft in de industrie. Zou dit platform de macht doen concentreren bij één partij, dan zou het geen lang leven beschoren zijn. Als bedrijven te weinig marge overhouden om te innoveren en concurrerend te blijven, overleven wij ook niet. In onze industriële wereld moet je elkaar iets gunnen.’ Hagens kan zich in dat kader voorstellen dat een IRP-raad van toezicht de machtsbalans binnen de IRP-community bewaakt.

PROFIEL PULSE Pulse maakt sinds twee jaar deel uit van de Scandinavisch-Duitse Fellowmind Company waarin zeven IT-implementatiepartners zijn opgenomen, actief in Noordwest-Europa. Pulse legt zich toe op de implementatie van Microsoft Dynamics 365, zowel het backoffice- als frontofficedeel, en Modern Workplace, waar Office 365 onderdeel van is. Voorts bieden de IT-specialisten Power BI (voor het genereren van rapportages & dashboards) en het Power Platform, een low-code applicatie van Microsoft waarmee eenvoudig additionele functionaliteit gecreëerd kan worden naast het ERP-domein. Daarbij kan binnenkort, voor het opstellen van bijvoorbeeld market forecasts, ook

opperden het onder te brengen in een fieldlab voor ontwikkeling van de benodigde communicatiestandaarden’, schetst Hagens. Hij is bekend met het SCSN-format, ontwikkeld binnen het fieldlab Smart Connected Supplier Network, dat nu de basis vormt van het eind vorig jaar gelanceerde supplier-platform van Trivest Connect. ‘Wij zijn bewust niet aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een standaardformat, maar stellen de behoefte in de markt centraal en ontwikkelen aan de hand daarvan de standaard.’

BEHOEFTE CENTRAAL In die community zou ook de Smart Industryorganisatie een plek kunnen krijgen, een van de andere partijen die vorig jaar het IRP-concept is voorgelegd. ‘Die waren onder de indruk en

ORGANISATORISCHE VERANDERINGEN Hoe de markt IRP ontvangt, moet de komende maanden blijken. Zoals elk softwaresysteem zal ook IRP organisatorische veranderingen vergen.

gebruik worden gemaakt van de kunstmatige intelligentie die deel uitmaakt van Azure Machine Learning van Microsoft. Pulse levert alleen nog cloudgebaseerde software, voortvloeiend uit de cloudstrategie die Microsoft in 2016 heeft ingezet. De data van Nederlandse klanten staat op servers in datacenters in Nederland. Die zijn niet onderworpen aan de Amerikaanse CLOUD Act en daar beter beschermd tegen cybercriminaliteit dan achter bedrijfseigen firewalls, zo verzekeren de twee Pulse-managers.

• www.pulse.nl Moeten de Pulse-mensen dus rekening houden met enige weerstand? Wijnen: ‘ERP heeft ook andere manieren van werken gevraagd en die zijn er ook gekomen. Als mensen de voordelen van deze manier van samenwerken met ketenpartners zien, zullen ze die snel omarmen. Daarom komen er ook allerlei handige communicatietools in IRP: als een zending bijvoorbeeld beschadigd binnenkomt, is een foto van de schade in een handomdraai in het IRP te uploaden.’ IRP wordt nu eerst uitgerold binnen de Nederlandse industrie met haar grote aantal middenbedrijven. Wordt het een succes, dan gaan ook andere bedrijven in de Fellowmind Company, waarvan Pulse deel uitmaakt, het platform in hun werkgebied onder de aandacht brengen.

THE INTEGRATOR.

COMMITTED TO YOUR RESULT. De kunst van het simpel houden met de modernste technologie. ALS HET GAAT OM: Machine-automatisering

Procesautomatisering

Hygiënisch ontwerp

Service & onderhoud

Motion control

www.vse.nl

september 2020

39


PRODUCTIVITEIT

PLATFORM PRODUCTIVITEITSVERBETERING BESPREEKT BIJ VHE DILEMMA’S ROND DIGITALISERING

‘WAAROM IS ER GEEN GESCHIKTE IT-TOOL VOOR PROCESBESTURING?’ VHE Industrial Automation in Eindhoven is een typisch high-mix, low-volume bedrijf dat kwaliteit wil paren aan snelheid en ook nog eens de gehele productcyclus, van concept tot end-of-life, wil bestrijken. Dat stelt hoge eisen aan de procesbesturing en dus zet het bedrijf op eigen kracht vol in op digitalisering. Maar is zelf een besturingssysteem bouwen wel verstandig en efficiënt? En moet dat volledig ‘monkeyproof’ zijn of moet VHE juist vertrouwen op zijn medewerkers? Deze dilemma’s kwamen begin juli op tafel bij het bezoek van het Productiviteitsplatform van Link Magazine aan VHE. ‘Wij denken allemaal als techneuten: we weten het zelf beter en vinden ons eigen proces uniek.’

DOOR HANS VAN EERDEN

H

et platform Productiviteitsverbetering laat ondernemers en managers met elkaar praten over verbeteringen in hun productieprocessen, bij voorkeur tijdens een bedrijfsbezoek. Dit keer is dat bij VHE in Eindhoven, waar na een uitgebreide fabriekstour de discussie losbarst. Thema is de inrichting van de digitale werkplek en het meten en verbeteren van de productiviteit per medewerker. Gastheer VHE legt zich toe op industriële automatisering met de disciplines engineering, panelenbouw en kabelassemblage. Het bedrijf zet 40 miljoen euro om en telt zo’n 220 medewerkers op locaties in Eindhoven (engineering, prototyping en projectmatige productie), Veldhoven (lean productie) en Oost-Europa (low-cost toelevering). VHE wil klanten in sectoren als semicon, automotive, food, packaging, solar en e-mobility de beste automatiseringsoplossing bieden, van concept tot productie en end-of-life management. ‘Wij zitten in de markt voor high mix, low volume en gaan voor de laagste total cost of

PLATFORM PRODUCTIVITEIT Het platform Productiviteit, begin 2019 opgericht door Link Magazine, is bedoeld om ondernemers en managers op een ongedwongen manier met elkaar te laten praten over verbeteringen in hun productieprocessen en de supply chain. De leden knopen daar graag een bedrijfsbezoek aan vast. Dit keer treedt VHE op als gastheer. Vertegenwoordigers van FMI Instrumed, itsme, JAZO Zevenaar, Lely, Masévon Group, NTS, Prodrive Technologies en Vencomatic Group geven acte de présence. Ook Boers & Co, BOZ Group, Matas Electronics, Timmerije en Wila maken deel uit van het platform.

40

september 2020

• ‘We hebben het nu te snel gedaan en daardoor

weerstand opgeroepen.’ • ‘Eerst een jaar nadenken en dan een jaar gaan

bouwen, dat kan niet meer.’ • ‘Wijzigingen geven een extra variatie in

processen die lastig te beheersen is.’ • ‘Naarmate onze klanten innovatiever zijn,

passen ze beter bij ons.’

ownership in de kortste tijd’, verklaart managing director Joop Essing. ‘We zijn op kwaliteit en snelheid ingericht.’ Daarom zet VHE in op automatisering en digitalisering – onder meer met een intelligente knipstraat, die het aantal fouten bij het knippen van draad en kabel verder moet terugdringen – en op lean productie. ‘Wat we in Veldhoven leren over dingen die nog handiger kunnen in productie, passen we ook hier in Eindhoven toe’, vertelt accountmanager Rick Valkenburg tijdens de fabriekstour. Verder werkt VHE samen met TNO aan cobots voor het bedraden van panelen.

van kwaliteit en efficiency en de technische ondersteuning van medewerkers (met digitale werkinstructies). Maintain omvat track & trace, spares management en beheer van servicedata. Management tot slot bevat een soort cockpit voor de procesbesturing en beheert de leveranciers- en klantrelaties. De productieplanning vindt plaats op basis van leadtime en capaciteit. Uitdagingen daarbij zijn de variëteit aan producten, de sterke fluctuaties in orders en de geringe orderomvang, waardoor er per dag tot wel honderd orders de werkvloer opgaan en er gemakkelijk ‘files’ kunnen ontstaan.

UITEENLOPENDE DRIVERS

SLIMMER EN GEDETAILLEERDER

De digitalisering begon bij VHE in 2013, op de kabelafdeling. De eerste driver was de grote variatie: toen 11.000 en inmiddels 20.000 verschillende orders per jaar. Hoe houd je alles uit elkaar en hoe vind je alle onderdelen op de juiste locatie? Dat vereiste een goede database. In 2016 waren het de almaar verscherpende kwaliteitseisen. Het loggen van alle tussenstappen in het productieproces moest fouten er sneller uitfilteren en de first time right omhoogbrengen. In 2018 was snelheid de driver voor nieuwe digitaliseringsstappen: om de leadtime omlaag te brengen, werden voortaan automatisch interne productieopdrachten en bestellingen bij leveranciers gegenereerd als de klant een order had ingeschoten. Anno nu is bij klanten track & trace hot, dus moet bijvoorbeeld van alle componenten het serienummer worden ingescand en worden alle testdata digitaal bewaard.

Zerox is nog volop in ontwikkeling, benadrukt Essing. Zo wil VHE, met hulp van JADS (Jheronimus Academy of Data Science van de universiteiten van Eindhoven en Tilburg), meer met kunstmatige intelligentie (AI) gaan werken. AI

PLANNEN OP LEADTIME EN CAPACITEIT Voor digitale procesbesturing werkt VHE met een eigen systeem, Zerox geheten, dat vier modules omvat: Design, Build, Maintain en Management. In Design werkt VHE aan automatisering van het ontwerpproces. Bij Build gaat het onder meer om de productieplanning, de monitoring

Joop Essing: ‘Naarmate onze klanten innovatiever zijn, en dus met meer wijzigingen komen, passen ze beter bij ons.’


moet helpen om de planning nog slimmer en gedetailleerder te maken. Bijvoorbeeld door orders aan specifieke medewerkers toe te wijzen, afhankelijk van hun competenties en ervaring. Of door het systeem te laten adviseren welke medewerker – gebaseerd op diens werkhistorie – welke training zou moeten volgen. Of welke controles bij welke medewerker kunnen worden overgeslagen omdat daar (bijna) nooit fouten zijn geconstateerd. ‘In stappen willen we naar meer diepgang in de planning van orders’, vertelt operations director Marc van Happen. ‘We kijken nu naar beschikbaarheid van mensen, benodigde competenties, de tijd die ervoor staat en de geplande eindtijd. We willen nog meer naar processen gaan kijken, ook naar incidenten, om te zien of daar patronen in te herkennen zijn. Bijvoorbeeld als we denken dat een persoon vier uur nodig heeft om een kabel te maken en hij blijkt er zes uur over te doen. Dan moeten we dus zo slim zijn dat we kunnen bepalen of er sprake is van een calculatiefout, of dat we die persoon nog meer moeten trainen of dat we gewoon moeten vragen wat er aan de hand is.’ Vanaf 2013 heeft VHE zijn medewerkers in de Eindhovense vestiging meegenomen bij de invoering van Zerox. Essing: ‘Het is onderdeel van de bedrijfscultuur geworden, ze zien het niet als controleren.’ In de lean fabriek in Veldhoven is VHE pas recentelijk begonnen met de introductie van Zerox en daar loopt het minder soepel. ‘We hebben het nu te snel gedaan en daardoor weerstand opgeroepen. Voor medewerkers voelt het dan wel als controle.’

Begin juli kwam het platform Productiviteitsverbetering van Link Magazine bijeen bij VHE in Eindhoven. Staand rechts managing director Joop Essing. Foto’s: Bart van Overbeeke

ZELF BOUWEN Al met al is het besturingssysteem voor VHE een veelomvattend systeem en dat brengt Essing tot een verzuchting: ‘Waarom is er geen geschikte ITtool voor procesbesturing op de markt? En hoe zorgen we dat onze eigen tool onderhoudbaar is en we niet te afhankelijk zijn van de één, twee personen die deze bouwen?’ Hij roept er bij leden van het platform herkenning mee op en ook wel erkenning. ‘Zo’n systeem moet ook heel breed zijn, van statistische informatievoorziening over elke werkplek tot kwaliteitsborging en urenregistratie’, weet Gerlof van den Haak, operations director van Lely. Dat is natuurlijk bij elk bedrijf weer net even anders ingericht en dan doet zich

de aard van de productiemanager gelden. ‘Wij denken allemaal als techneuten: we weten het zelf beter en vinden ons eigen proces uniek. Maar moet je wel uniek willen zijn met je proces, het gaat toch om je product?’ Thomas Luiten, medeeigenaar van LeanTeam, pleit ervoor om een besturingssysteem gelaagd en modulair te bouwen. ‘Je kunt bijvoorbeeld met standaard-ERP van Exact werken plus bedrijfsspecifieke modules. De IT moet je wel bij jezelf houden, dat is toch de jus van je bedrijf.’ Daar kan Essing zich in vinden. ‘De IT-tool is key voor ons. Die willen we juist zelf bouwen omwille van de snelheid, want LEES VERDER OP PAGINA 43

Make complex easy Precisie & cleanliness Van idee tot realisatie: alles onder 1 dak.

Masévon Advanced Systems Systems engineering Large parts acclimatized milling Wet & Dry cleaning RGA-qualification ISO-5 CMM for large parts ISO-5 Cleanroom systems assembly, integration and qualification

masevon.com

september 2020

41


Wij zijn Nidec Netherlands Uw partner in aandrijven en besturen

SOFTSTARTERS FREQUENTIE REGELAARS GELIJKSTROOM REGELAARS

SERVOREGELAARS

GENERATOREN AC MOTOREN

MOTOR REDUCTOREN

PROJECTEN

Nidec Netherlands! Nidec is wereldleider in de productie van elektromotoren, generatoren en frequentieregelaars. Innovatie is ons dagelijks werk. Onze mensen brengen u verder met frisse, vernieuwende ideeën. Neem contact met ons op over uw aandrijfvraagstuk.

Nidec Netherlands B.V. I Kubus 155 | 3364 DG | Sliedrecht | Tel: 0184-420555 | E-mail: info.nl@mail.nidec.com | www.nidec-netherlands.nl


VERVOLG VAN PAGINA 41

eerst een jaar nadenken en dan een jaar gaan bouwen, dat kan niet meer. Tegen die tijd is het alweer achterhaald. Een generiek systeem gebruiken is lastig, want wij zijn inderdaad eigenwijs. Dus moeten we het altijd met eigen modules aanvullen.’

MONKEYPROOF MAKEN Belangrijk element is de digitale werkplek in productie. Bij de inrichting daarvan blijft de medewerker een cruciale factor en dus is het onderliggende mensbeeld van belang. Moet je de productiebesturing volledig monkeyproof maken om zeker te stellen dat je aan de kwaliteitsnorm van de klant voldoet? Of moet je juist vertrouwen op het vakmanschap van de medewerker en hem enige vrijheid geven bij z’n werk, zodat hij gemotiveerd en alert blijft? Het heeft ook alles met de actuele arbeidsmarktproblematiek te maken. Kun je gekwalificeerde mensen aantrekken en behouden, of ben je aangewezen op ‘zij-instromers’ die niet per se intrinsiek gemotiveerd en lang niet altijd honkvast zijn. ‘Voor werk waarin het draait om continu verbeteren zijn vakmensen nodig, voor het standaardwerk kun je beter anderen inzetten’, vindt Van den Haak. Daarmee triggert hij Essing. ‘Het productiesysteem helpt het werk makkelijk te maken voor de mensen, omgekeerd kan de vakman helpen de inrichting van het systeem te verbeteren. De vraag daarbij is hoe je mensen traint in het goed uitvoeren van hun taken. Daarmee sorteer je eigenlijk voor op de introductie van cobots, die je immers ook moet trainen.’

mensen hun eigen gang gaan en bij vragen altijd bij de productietrainer terecht.’ Bovendien hoeven medewerkers niet te blijven vastzitten in hun huidige werk. VHE biedt veel mogelijkheden voor doorstroming, met name van de kabelafdeling naar de paneelbouw, zegt Essing. ‘Aan onze monteurs die proto’s bouwen, geven we bijvoorbeeld heel veel verantwoordelijkheid. Wij pretenderen dat we alles van a tot z doen. Daar komen heel verschillende werkzaamheden bij kijken en daar zetten we dus heel veel verschillende mensen op.’ Hij blijft nog wel met een haast filosofische vraag zitten. ‘De mens leert van fouten, heet het. Maar hoe zit het dan bij 1 promille (één fout per duizend stuks toegestaan, red.). Waar zit dan nog het leren en de creativiteit?’

Frank van Seggelen, manager automatisering, demonstreert de digitale productiebesturing van de kabelassemblage bij VHE.

Accountmanager Rick Valkenburg leidt hier de rondleiding bij VHE. Per dag gaan tot wel honderd orders (de blauwe bakken op de voorgrond) de werkvloer op.

PRIKKELENDE VRAGEN

CREATIEF BOEKHOUDEN

Patrick Kilkens, supply chain manager bij NTS, gooit enkele prikkelende vragen in de groep. ‘Als je medewerkers voor hun werk criteria gaat opleggen, bijvoorbeeld vastgelegd in kpi’s (key performance indicators, red.), hoe voorkom je dan dat ze alleen daarop focussen en andere

Ook de tweede vraag van Kilkens gaat over de medewerker die graag wil voldoen aan de norm. ‘In de basis willen productiemedewerkers dat de nacalculatie voor hun werk overeenkomt met de voorcalculatie. Hoe voorkom je dan dat als ze bij productieorder A nog dertig minuten over hebben na afronding van de werkzaamheden en bij productieorder B nog dertig minuten tekortkomen, ze creatief gaan boekhouden, waardoor potentiële verbeteringen niet naar voren komen?’ Oftewel, wat is de psychologische impact van een voorcalculatie? Bij VHE denken ze daar zeker over na. ‘Wij rekenen mensen er niet op af als ze de voorcalculatie niet halen’, zegt Van Happen. ‘We denken er zelfs over na of we niet op het werkformulier bijvoorbeeld tachtig dan wel honderd uur moeten zetten, afhankelijk van de ervaring van de medewerker.’ Daar kan de AI van JADS zeker bij helpen, denkt Luiten.

VERANTWOORDELIJKHEID GEVEN Wat betreft de optimale aansturing van medewerkers, heb je te maken met verschillende karakters, weet Marc van Happen. ‘De één wil elke keer wat anders, de ander wil week in, week uit hetzelfde werk doen.’ Dat heeft ook invloed op de structurering van het werk. ‘Het aantal stappen waarin we een opdracht opknippen, kunnen we afhankelijk maken van de ervaring van de medewerker.’ Zo gaat het richting sturen op de verantwoordelijkheid die mensen willen en kunnen nemen en dat vinden sommige platformleden toch wel ver gaan. Niet dat medewerkers bij VHE constant op de vingers worden gekeken, tekent manager automatisering Frank van Seggelen aan. ‘De firstpiece check blijft natuurlijk altijd, daarna kunnen

Marc van Happen, operations director bij VHE (rechts): ‘Als één onderdeel mist voor een kabelbundel, stagneert de productie.’

‘DE IT IS DE JUS VAN JE BEDRIJF’

belangrijke zaken, zoals langetermijndoelen, uit het oog verliezen?’ Essing herkent de vraagstelling. ‘In mijn verhaal heb ik nu de nadruk gelegd op sturing. Maar vanuit ons dna willen we dat mensen blijven experimenteren en hun vinger opsteken als ze een idee hebben.’ Concreet wordt er nu gewerkt aan de inrichting van een VHE-wiki, waarin medewerkers hun ideeën kunnen voorleggen aan de productietrainer. Pascal Bos, manager engineering van JAZO Zevenaar, vertelt over Mijn Idee: de indiener van een serieus idee wordt bij JAZO de ‘ondernemer’. ‘Dat resulteerde het eerste jaar in 256 ideeën die ze zelf hebben uitgevoerd; het leverde hun een kleine beloning en vooral veel trots op.’

OMGAAN MET WIJZIGINGEN Voor Van den Haak is het allemaal toch te veel managen op getallen. ‘Als productiemanager zie ik op de werkvloer de problemen zelf wel; daarvoor hoef ik niet naar de getallen te kijken. De oorzaak zit ’m vaak in de vele wijzigingen vanuit engineering. Wijzigingen zijn essentieel voor innovatieve bedrijven, zeker om een korte timeto-market te realiseren. Anderzijds geven ze extra variatie in processen die lastig te beheersen is.’ Essing ziet hier uiteindelijk het bestaansrecht voor VHE en de maakindustrie in de regio, van groot-Eindhoven tot heel Nederland: het goed kunnen omgaan met wijzigingen. ‘Want naarmate onze klanten innovatiever zijn, en dus met meer wijzigingen komen, passen ze beter bij ons.’

• www.vhe.nl april 2010

43


ENERGIETRANSITIE

MET CEO MICHAEL COLIJN MAAKT LAADLEVERANCIER HELIOX DE STAP VAN START-UP NAAR SCALE-UP

‘LOKAAL SAMENWERKEN OM WERELDWIJD MEE TE DOEN’

Michael Colijn, sinds begin 2020 ceo bij Heliox in Best, streeft onder andere naar meer standaardisatie in de wereld van elektrisch vervoer. ‘We kunnen er veel mee besparen.’ Foto: Bart van Overbeeke

44

september 2020


DOOR JAN BROEKS

De komende tien jaar staan in het teken van de elektrificatie van vervoer. Reken dus maar dat Heliox met z’n laadoplossingen verder groeit, vertelt Michael Colijn, sinds begin 2020 ceo van het bedrijf in Best. Toch kan Heliox het niet alleen, weet Colijn. Want hoe krachtig het bedrijf ook acteert, het échte voordeel zit ’m vooral in het succes voor de gehele industrie. ‘Samenwerken als keten is nodig, ook hier in de Brainport-regio.’

Z

ijn functie biedt hem tot nu toe wat hij ervan verwachtte. Een dynamisch bedrijf, zo noemt hij Heliox, waar hij deel uitmaakt van een energiek team. Maar dan die coronamaatregelen. Ook Michael Colijn had ze begin dit jaar niet zien aankomen. Net twee maanden aan de slag als ceo, werkte hij net als z’n collega’s vanuit huis. ‘Dat was wennen. Maar we pakten het snel op: binnen een middag waren de 120 medewerkers van deze vestiging op afstand met elkaar verbonden.’ Inmiddels is Colijn weer geregeld op kantoor in Best, waar Heliox met innovatieve laadoplossingen bijdraagt aan de elektrificatie van vervoer. En dat in brede zin, benadrukt hij. ‘Onze projecten in het busvervoer zijn wellicht het bekendst, maar we doen meer. Denk bijvoorbeeld aan trucks en veerponten. Of aan port vehicles en mobiele laders voor garages. Onze focus is commercieel transport, niet zozeer personenauto’s.’ Vandaar dat de opgelegde coronamaatregelen – met daarbij de oproep van de overheid om zo weinig mogelijk gebruik te maken van het ov – relatief weinig impact hebben gehad. ‘Goed, ook wij hebben een pas op de plaats gemaakt. Maar voor 2020, 2021 verwachten we gewoon door te groeien.’

HET SUCCES VAN IEDEREEN Groeien is wat Heliox al vanaf de oprichting in 2009 doet. Bestond het bedrijf toen uit de vier oprichters – voormalige Philips-medewerkers – en hun negen collega’s, vandaag de dag telt het zo’n 160 personen. Driekwart van hen werkt in Best, de anderen werken bij het zusterbedrijf in Breda en voor vestigingen in Dortmund en de Verenigde Staten. Met projecten die reiken tot in Chili en Nieuw-Zeeland is Heliox inmiddels wereldwijd actief. Logisch ook, stelt Colijn; de elektrificatie van vervoer is overal een uitdaging voor iedereen. Zo ook in de eigen Brainportregio, waar hij graag ziet dat Heliox samen met andere bedrijven meer tot een keten komt. ‘Met het succes van één bedrijf kom je niet ver, dat beseffen we heel goed. Daarom zetten we nog meer in op lokale samenwerking, met toeleveranciers en fabrikanten dicht bij elkaar. Dat versterkt de industrie, alleen zo kun je wereldwijd meedoen.’ Want concurrentie vanuit China? Die is er ook in de markt van Heliox. Miljoenensubsidies aan Chinese busfabrikanten door de eigen overheid, de

‘ALS ZE ÉRGENS WETEN HOE KOSTENINNOVATIE TOE TE PASSEN, IS HET IN CHINA’

• ‘Met het succes van één bedrijf kom je niet ver, dat beseffen we heel goed.’ • ‘Inmiddels zijn we turn-key leverancier van volledige projecten.’ • ‘Laadoplossingen zijn nog lang niet uniform, terwijl we juist zo veel kunnen besparen en versnellen met een interoperabele aanpak.’ • ‘In de toekomst wordt vervoer duurzamer: deels elektrisch, deels waterstof.’

lage invoerrechten bij uitvoer naar de EU terwijl het andersom een stuk lastiger is; er was de afgelopen tijd veel over te doen. ‘Oneerlijke concurrentie is niet gewenst, dat lijkt me duidelijk’, zegt Colijn. ‘Toch kunnen we ook veel leren van China. Want als ze érgens weten hoe kosteninnovatie toe te passen, dan is het wel daar. Geef ze negen maanden in een markt en ze halen vrijwel alle overbodige kosten uit een product. En zelfs dán zijn er partijen die dat doen zonder in te leveren op kwaliteit.’

LEREN VAN CHINA Colijn weet waarover hij het heeft als het over China gaat. Hij woonde en werkte er voordat hij begin dit jaar naar Heliox kwam. Het pragmatisch leidinggeven zoals dat in China gebeurt, past naar eigen zeggen ook hem. ‘Ik neem dat graag mee binnen Heliox. Maar hier geen strakke hiërarchie, integendeel. Iedereen is belangrijk, iedereen is even benaderbaar.’ Dat alles in het kader van Heliox’ volgende fase: van start-up naar scale-up. Colijn wil het bedrijf laten doorgroeien. ‘De interne structuur is er inmiddels op ingericht, met teams per project. Dat houdt ons schaalbaar, gefocust en robuust. Elk team werkt met sprints van twee weken aan het eigen project. Daarnaast kijken we heel bewust naar segmentering per markt én regio. We zijn specialist en willen dat nog meer benadrukken.’

TURN-KEY LEVERANCIER Ook in de toekomst blijft Heliox het kopstaartbedrijf dat het al was, vertelt Colijn. ‘De basis blijft hetzelfde, met de nadruk steeds meer op kennis. Die neemt toe bij fabrikanten en klanten en het is aan ons om daarin mee te gaan. Richtten we ons vier, vijf jaar geleden alleen op de lader voor een voertuig, inmiddels zijn we turn-key leverancier van volledige projecten.’ Heliox’ aanbod is dus gegroeid. Alleen hardware leveren is allang niet meer het geval. Software en services spelen een minstens zo belangrijke rol. Want ga maar na, vertelt Colijn, uiteindelijk willen vervoerders bovenal dat hun voertuigen rijden. En dat zo efficiënt mogelijk, zonder gedoe. ‘Dus helpen wij ze daarbij. Bijvoorbeeld met onderhouds- en servicepakketten voor vijftien jaar. En door gegevens zoals verbruik en laadtijden inzichtelijk te maken. Die ondersteuning wordt steeds belangrijker. Dus is dát is waar we heen willen, daar ligt onze toegevoegde waarde.’

STREVEN NAAR STANDAARDISATIE Elektrificatie van vervoer neemt het komende decennium een hoge vlucht. Hoe de wereld er over tien jaar ook uitziet, één ding weet Colijn zeker: met

LEES VERDER OP PAGINA 46

september 2020

45


VERVOLG VAN PAGINA 45

het huidige elektriciteitsnet komen we er niet. ‘Daarom moeten we helpen het slim te ontlasten. Enerzijds door het moment van laden te spreiden, anderzijds door batterijen te ontladen via vehicle-to-grid-oplossingen. Veel voertuigen staan geruime tijd per dag stil; zet ze op die momenten in om het net te ondersteunen.’ De eerste stappen zijn er: laders van Heliox zijn al bidirectioneel in te zetten. Toch is er volgens Colijn nog een weg te gaan. ‘Dat zit ’m onder andere in het juridische aspect. Want wie is verantwoordelijk? Er ontbreekt nog veel

‘WE MOETEN HELPEN HET HUIDIGE ELEKTRICITEITSNET SLIM TE ONTLASTEN’

wetgeving, zoals die geldt voor elektrisch vervoer in meer algemene zin. Vandaar dat we deelnemen aan meerdere overlegorganen, zoals we dat ook doen voor meer standaardisatie van de producten in onze markt. Laadoplossingen zijn nog lang niet uniform, terwijl we juist zo veel kunnen besparen en versnellen met een interoperabele aanpak. Dat vergt intensieve samenwerking

tussen busfabrikanten, elektriciteitsbedrijven en wij als laderleverancier.’

HART VOOR MENSEN Nee, hij is geen familie van Hendrik Colijn, premier van vijf Nederlandse kabinetten in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Wel neemt Michael Colijn in zijn werk graag iets mee van z’n overgrootvader aan moeders kant. ‘Hij was een kolenboer op Walcheren. En verkocht toen al antracietkolen, waar weinig zwavel in zit. M’n grootmoeder vertelde eens dat haar vader ’s avonds vaak een rondje ging wandelen. Pas veel later bleek dat hij dat deed om mensen die er krap bij zaten van kolen te voorzien. Hart voor de medemens; ik vind het mooi om dat na te streven.’

STROOM ÉN WATERSTOF

In een markt die zo snel verandert en groeit, laat Heliox volgens Colijn ook de komende tijd van zich horen. ‘De vier grondleggers van Heliox gingen voor een duurzame wereld voor toekomstige generaties. Onze bijdrage aan de energietransitie betekent ook nieuwe en innovatieve ideeën. Ik verwacht dat we nog dit jaar een oplossing presenteren waarmee onze laders meer vermogen leveren zonder meer van het elektriciteitsnet te vragen. Ook zetten we verder in op datamanagement voor beter beheer. Denk aan inzicht voor optimale laadsessies. Maar ook aan kennis voor chauffeurs: wat betekent het voor de actieradius als je bij een stoplicht te snel optrekt?’ Bovendien kijkt Heliox naar de toepassing van waterstof, dat kan dienen als bron van elektriciteit én als opslagmedium. Colijn: ‘Zoals we met de techniek in onze laders stroom converteren, zo kunnen we dat toepassen voor waterstof. In de toekomst wordt vervoer duurzamer: deels elektrisch, deels waterstof. Wij bereiden ons erop voor om beide markten te bedienen.’

• www.heliox.nl

RADAN Software systemen voor plaatwerk • • • • •

Webshop voor plaatwerk 2D/3D CAD en ontvouwen CAM voor buigen, snijden en ponsen MRP en systeemintegratie Shopfloor control

Make it smarter | nl.radan.com

46

september 2020


CONNECTED PRODUCTS

SCHNEIDER ELECTRIC START REMOTE MANAGEMENT CAMPAGNE

‘DE TECHNIEK IS ER KLAAR VOOR EN WIJ OOK’ Op afstand computers, machines en apparaten beheren, monitoren en onderhouden. Handig voor bedrijven, helemaal in deze coronatijden. Schneider Electric biedt hiervoor een oplossing met hun open IoT-architectuur EcoStruxure. Met een campagne wil de onderneming laten zien wat er met haar remote management applicaties mogelijk is. ‘We merken dat relaties nog wat terughoudend zijn, maar wij zorgen voor een superveilige omgeving.’ DOOR ANDRÉ RITSEMA

S

chneider Electric is de specialist in digitale energiemanagement- en automatiseringsoplossingen voor industrie, datacentra en gebouwen. De van oorsprong Franse multinational heeft wereldwijd maar liefst 137.000 werknemers (van wie 550 in Nederland) en een jaarlijkse omzet van zo’n 27 miljard euro. ‘We zijn innovatief, leveren oplossingen voor het optimaliseren van efficiëntie en duurzaamheid van ondernemingen’, zegt John Coppens, marketingmanager industrie in Nederland. ‘En we vinden nog steeds dat te weinig mensen ons kennen.’

VOLLEDIG AFGESTEMD Maar dat gaat veranderen. Want Schneider Electric start, ook in Nederland, de zogeheten Remote Management Campagne. Daarmee wil het de voordelen laten zien van het op afstand installeren, monitoren en onderhouden van machines, apparaten en computers van bedrijven. ‘De overkoepelende term daarvoor is EcoStruxure’, aldus Coppens. ‘Daaronder hangt een aantal verschillende applicaties en toepassingen, waarmee we het leven van de machinebouwer een stuk gemakkelijker willen maken, al helemaal in deze coronatijden. De machinebouwer kan met onze producten en diensten op afstand al zijn connected products, zoals sensoren, schakelaars en drivers beheren. En met de software en apps in de cloud de machines en processen onderhouden en besturen. Op deze manier worden nuttige data verzameld. Alle componenten zijn op elkaar afgestemd. Zo kun je als onderneming zorgen voor nog meer aantoonbare output van je machinepark.’

FILOSOFIE VAN OPENHEID Schneider Electric gelooft in ‘openheid’, zoals Coppens het noemt. ‘In de ideale onderneming is alles met elkaar verbonden. Alle apparaten communiceren en praten met elkaar. Dat levert data van onschatbare waarde op, waar bedrijven op kunnen sturen. Maar dan moet de onderneming er wel voor zorgen dat hardware en soft-

ware naadloos op elkaar aansluiten.’ Daar komt die filosofie van openheid van Schneider Electric om de hoek kijken. Want, zegt Coppens: ‘We zijn groot, maar we hebben niet de illusie dat we het alleen kunnen of moeten doen. Relaties mogen gerust gebruikmaken van de hardware en software van anderen. Ze hoeven niet bij ons aan het zogenaamde infuus. Natuurlijk, we hebben het liefst dat ze onze producten gebruiken, maar als ze liever wat anders willen dan kan dat ook. Wij zullen er vervolgens voor zorgen dat het geheel vlekkeloos met elkaar samenwerkt.’

John Coppens: ‘De techniek is er klaar voor en wij ook. Nu moeten we onze relaties en prospects overtuigen van de grote voordelen van het op afstand beheren en beheersen van de bedrijfsprocessen.’ Foto: Schneider Electric

KOUDWATERVREES Coppens merkt, dat veel machinebouwers terughoudend zijn om hun hele onderneming ‘in de cloud te hangen’. Hij bespeurt, nog altijd, veel koudwatervrees. Ondernemingen vrezen dat hun machines en hun data niet veilig zijn, dat kwaadwillenden ermee aan de haal kunnen. Tegelijk zien ze allemaal wel de voordelen van de cloud. ‘We verzorgden eind vorig jaar een event voor machinebouwers in ons r&d-center in het Duitse Marktheidenfeld. Daar vroeg ik: wie wil zijn machines graag in de cloud hebben? Alle vingers omhoog. Daarna vroeg ik: wie heeft zijn machines momenteel in de cloud? Alle vingers omlaag.’

ECOSTRUXURE Terwijl er geen enkele reden is voor koudwatervrees, aldus de marketing manager. ‘We zorgen voor een superveilige omgeving. Met alle beno-

digde protocollen en veiligheidsvoorzieningen van dien. De techniek is er klaar voor en wij ook. Nu moeten we onze relaties en prospects overtuigen van de grote voordelen van het op afstand beheren en beheersen van de bedrijfsprocessen.’ Coppens kan daarvoor onder andere laten zien hoe de zogeheten EcoStruxure Augmented Operator Advisor werkt. Een mondvol Engels voor een applicatie die de gebruiker de mogelijkheid biedt met tablet en augmented reality te zien waar en waarom een machine hapert – en wat er gedaan moet worden om de machine weer aan de praat te krijgen. ‘De gebruiker houdt de tablet met app voor de machine en ziet direct wat er mis is. Hij kan een operator oproepen, maar ook een handleiding inzien om de problemen zelf op te lossen. Zo heb je geen downtime en houd je je machines draaiende. Dat wil toch elke machinebouwer?’

• www.se.com/nl/nl/ september 2020

47


Wij geven 20 exemplaren van FEDA’s ‘Askoppelingen’ cadeau. Iets voor jou? Lees dan even verder.

Op 1 juli 2020 bestaat KTR Benelux 20 jaar. Tegelijkertijd hebben we dit jaar met de FEDA samengewerkt aan de totstandkoming van de splinternieuwe Technische Leergang ‘Askoppelingen’. Vanwege onze 20 jarige verjaardag geven we 20 exemplaren cadeau aan de eerste 20 aanvragers. Wil je het boek gratis ontvangen? Mail ons dan je gegevens: e.braakhuis@ktr.com - dan komt de nieuwe leergang naar je toe.

Scan de QR-code om andere Technische leergangen te bestellen of ga naar feda.nl/product-categorie/technische-leergangen/

ktr.com/nl


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 51 Elektrische tractor gaat op waterstof rijden 53 Het koeientoilet op weg naar de boer 54 Start-up Avelution: zorgen voor slimme bouw

Guido Bergman van Matas (links) en Ruben Halmans van Rotaid. Bergman: ‘We hebben de supply chain zodanig ingericht dat we snel op en af kunnen schalen.’ Foto: Bart van Overbeeke

ROTAID ONTWIKKELT SAMEN MET MATAS EN PHACT AED-KAST MET CONNECTIVITEIT

SLIMME ‘REDDINGSBOEI’ BIJ HARTSTILSTAND De ontstaansgeschiedenis van Rotaid in Venray hangt van toevalligheden aan elkaar. Oprichter en ceo Ruben Halmans was voorheen mede-eigenaar van een narrowcastingbedrijf, maar raakte helemaal in de ban van AED’s waarmee snel ingegrepen kan worden bij een hartstilstand. Zijn bedrijf levert nu opvallende omkastingen voor deze defibrillators, vol slimme elektronica en software. Specialist in hightech elektronica Matas in Best levert complete modules ervoor. DOOR LUCY HOLL

R

otaid is al langer klant van Matas. Matas maakte de alarmsystemen voor de ‘gewone’ AED-omkastingen die Rotaid tot nu toe leverde. Maar sinds een paar maanden is er de Rotaid 24/7 met online en offline connectiviteit en daarmee veel complexere elektronica. Rotaid denkt er dit jaar tien- tot vijftienduizend van te verkopen. Matas ontwikkelde mee en produceert nu volop. ‘Rotaid

is ineens tot onze top-10 van grootste klanten doorgedrongen’, zegt Guido Bergman, algemeen directeur van Matas.

OPVALLENDE VORM De omkastingen die Rotaid levert, zijn er in felle kleuren. Ze vallen bovenal op door hun ronde vorm, zodat niemand de AED’s over het hoofd ziet. Dat komt zo. Ruben Halmans was lid van de Junior Kamer in Venray, een club ondernemers die allerlei maatschappelijke projecten opzet. Wie

nieuw is, stelt zich op liefst ludieke wijze voor. ‘Jaren geleden meldde een cardioloog zich als nieuw lid. Hij kondigde een quiz over Limburg aan. Hij ging van start, maar ineens kwam er een serveerster binnen. Ze viel met haar dienblad neer en bleef voor dood op de grond liggen. “Ga de AED halen”, riep hij, maar die was nergens te vinden. Iedereen in paniek. De ambulance kwam eraan en, nog grotere schrik, de serveerster stond ineens vrolijk weer op. Als LOTUS-vrijwilliger beeldt de vrouw slachtoffers uit. De cardioloog had zijn punt overduidelijk gemaakt. We hebben toen Stichting Hard voor Hart opgericht om vijftig AED’s (automatische externe defibrillators, red.) in Venray te realiseren.’ Sponsoren waren makkelijk te vinden, omdat het verhaal aansprak. Halmans ging op zoek naar een solide buitenkast, maar hij vond alleen vierkante exemplaren van 1.900 euro per stuk. Hij raakte in de ban van de AED’s. Op Google vond hij dat elke drie seconden iemand ergens op de wereld een hartstilstand krijgt; in Nederland zijn dat er ruim veertig per dag. Hij belde directeur Frank Nelissen van Nelipak, toonaangevend in thermoforming – of die een kast konden maken. Halmans: ‘In een haven zag ik toevallig een reddingsboei hangen. Ik zag meteen wat het was en dat had ik bij die bestaande kasten totaal niet. LEES VERDER OP PAGINA 50

september 2020

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

“Frank, de AED-kast wordt rond”, riep ik door de telefoon. “Je maakt het me wel ingewikkeld”, reageerde hij, maar hij maakte er een interne competitie van. Er kwam een eerste ontwerp.’

‘Sinds een jaar of zeven gaat het als een rollercoaster. Fabrikanten van AED’s melden zich dat ze onze kast om hun defibrillator willen.’ Rotaid liet zijn vele dealers op een gegeven moment een vragenlijst invullen. Wat wilden ze nog meer behalve een opvallende ronde kast? Dat leverde een waslijst aan nieuwe wensen op. Klanten moesten op afstand kunnen monitoren. Een oproepsysteem moest getrainde vrijwilligers in de buurt meteen waarschuwen. Nederland heeft een landelijk alert-systeem om mensen op te roepen, maar de meeste landen hebben dat niet. De kast moest verwarmd kunnen worden en led-verlich-

HARTVEILIG Maar Frank Nelissen verkocht in die tijd zijn bedrijf en vroeg wat hij met het ontwerp aan moest. Hier met die mal, zei Ruben Halmans. Hij maakte een filmpje over zijn idee voor een ronde opbergkast, want ja, ‘die vorm zat net zomin bij mensen tussen de oren als vierkante autobanden.’ Het filmpje sloeg aan: hij kreeg een wagonlading positieve reacties. En meteen ook veel vragen: of er een kijkvenster en een alarm in zat, of de kast vorstbestendig was. Toen snapte hij ineens ook waarom die andere kasten zo duur waren. De stichting ging verder in Venray, dat nu geldt als één van de meest hartveilige steden in ons land. Halmans richtte Rotaid op en verwierf het exclusieve wereldwijde verkooprecht, waarbij Nelipak de ronde polycarbonaat kasten in opdracht van Rotaid bleef maken. Rotaid ontwikkelde een complete productlijn, zette een wereldwijd dealernetwerk op, huurde een bedrijfsruimte en sloeg aan het assembleren.

‘HET IS UITDAGEND OM EEN COMPLEET PRODUCT TE PRODUCEREN DAT LEVENS GAAT REDDEN’

ting hebben. Het apparaat zou zichzelf continu moeten controleren en data oversturen. ‘Controle over levensreddende apparatuur is nu nog vaak handenarbeid. Je wilt niet meemaken dat je een AED nodig hebt en het apparaat niet werkt.’

UITGESPROKEN IOT-PRODUCT

Experienced IN HIGH TECH ELECTRONICS FOR MORE THAN 20 YEARS! • Design and engineering • Assembling electronics • Supply chain management

WWW.EPRPARTNER.COM

50

september 2020

• Box building • System integration • Testing and programming

Rotaid haalde Matas en ook Phact Software Development uit Venray erbij. Doel: de kast zó intelligent maken dat hij alles wat ongebruikelijk is, zou melden. Ze ontwikkelden samen de complete hard- en software, en wisten alle klanteisen te honoreren. Guido Bergman: ‘Phact was toevallig ook al een klant van ons. Dit is echt een Internet of Things-product natuurlijk. De backbone vol functionaliteit biedt veel toegevoegde waarde. We hebben veelvuldig onderling overleg gehad.’ Eurofins Material Science in Eindhoven testte het geheel uitgebreid op wateren stofdichtheid, vandalismebestendigheid, signal interference, et cetera. De Rotaid 24/7 was geboren.

De omkasting van Rotaid is uiterst opvallend.

Het was een complex vraagstuk. De Rotaid moest bijvoorbeeld ook een eigen, ingebouwde mobiele-internetverbinding hebben. Er moest een modem in dat werkt in zowel Mekka als Lissabon of Lima. Rotaid ontwikkelde een gebruikersportaal. Bij alles waakten Halmans en Bergman ervoor dat het niet te ingewikkeld zou worden. ‘Het moet toch een ‘lekenapparaat’ zijn. Een simpel product, je hangt hem aan de muur, maar je kunt wel levens redden. Pas geleden was er vrijdagmorgen ergens een AED opgehangen, ‘s avonds kwam er een seintje dat hij weg was. Hoe dat kon? Hij was al ingezet, er was al iemand mee geholpen.’ De Rotaid 24/7 houdt dag en nacht alles in de gaten. Het doet zelftests en checkt alle kritische componenten. Klopt er iets niet, dan komt er meteen een seintje.

ELK ONDERDEEL TRACEREN Matas was betrokken in de prototypefase en gaf ook advies over de maakbaarheid. Bergman: ‘De module die wij leveren bevat zo’n 200 verschillende componenten. We hebben de supply chain zodanig ingericht dat we snel op en af kunnen schalen. We communiceren via API’s (Application Programming Interface, red.), zodat zo veel mogelijk automatisch gaat. We zijn bezig met een digitale pakbon, met 100 procent traceability.’ Het kwaliteitssysteem is gebaseerd op de medische norm ISO 13485: wat is er getest, wie heeft eraan gewerkt, waar komen de componenten vandaan? ‘Het is uitdagend om een compleet product te produceren dat levens gaat redden. Kwaliteit is het allerbelangrijkste en dat kan Matas borgen.’

GEMAAKT IN BRABANT Rotaid krijgt de connectiviteitsmodules kant-enklaar aangeleverd van Matas. Nelipak maakt de buitenste kap, Alligator Plastics in Son levert de achterplaat. De AED’s van welke fabrikant dan ook, passen erin. Er hangen al 40.000 kasten van Rotaid verspreid over de wereld. De slimme module is retro-fittable en kan ook in bestaande modellen gezet worden. In Venray komen nu data van alle slimme kasten wereldwijd binnen: dat geeft veel informatie over gebruik en onderhoud, en waar AED’s het beste opgehangen kunnen worden. Ruben Halmans wil dat de opvallende ronde vorm het wereldwijde symbool van de AED’s wordt, dat is zijn ambitie. Hij heeft het model maximaal beschermd. Bang voor concurrenten is hij niet zozeer. ‘Onze kracht zit ’m vooral ook in strategische allianties, in steeds in gesprek blijven met die eindgebruikers en in optimaal beheer.’

• www.rotaid.com • www.matas.nl


H2TRAC VOORTREKKER VAN LANDBOUWINNOVATIE

ELEKTRISCHE TRACTOR GAAT OP WATERSTOF RIJDEN De trekker is tegenwoordig symbool van grimmig boerenprotest tegen het kabinetsbeleid voor natuurbescherming en verduurzaming (en verruiming van het ‘stikstofbudget’ voor de bouw). Maar het boerenwerktuig kan ook het positieve toonbeeld zijn van ecologisch verantwoorde innovatie. Die stap zet H2Trac met de ontwikkeling van een elektrische tractor die autonoom kan opereren, op waterstof moet gaan rijden en inspeelt op de nieuwste ontwikkelingen richting duurzame landbouw.

Peter-Jan (links) en Paul van Ham bij de nieuwe H2Trac in opbouw: ‘Die moet in oktober gaan rijden en begin volgend jaar testen in het veld doorlopen. Als mensen zien hoe die met een tablet wordt bestuurd, krijg je reuring. Dan gaan we kijken hoe we de verkoop gaan organiseren.’ Foto: John Voermans

DOOR HANS VAN EERDEN

L

andbouwkundig ingenieur Paul van Ham startte zeven jaar geleden met MTT Tractors de ontwikkeling van een elektrische tractor, de Multi Tool Trac. Hij trok op met akkerbouwers die geïnteresseerd waren in elektrische aandrijving en rijpadenteelt, waarbij een trekker dankzij nauwkeurige gps-sturing in het veld telkens dezelfde rijpaden kan volgen. Dat biedt verlichting voor een groot probleem, de verdichting van de grond onder invloed van zware werktuigen. Op verdichte grond groeit minder gewas en verslechtert de afwatering, waardoor het na een regenbui langer duurt voordat het land weer bewerkbaar is. Rijpadenteelt beperkt het probleem tot de vaste rijpaden en behoudt voor de rest van het veld een goede bodemkwaliteit. Onlangs onderstreepte de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het

belang hiervan in een advies aan minister Carola Schouten. Van Ham: ‘Ik ben in Wageningen afgestudeerd op grondbewerking en nu zie ik dat het onderwerp breder begint te leven.’ Bij vergroting van de spoorbreedte van een trekker tot drie meter wordt er (bij gelijkblijvende breedte van het rijpad) relatief nog minder grond verdicht. Boeren laten daarvoor bij de lokale smid de spoorbreedte van hun tractor vergroten, maar die is daar niet altijd op berekend. Met deze insteek, elektrische aandrijving én spoorbreedteaanpassing, ging Van Ham zijn trekker ontwikkelen, samen met Machinefabriek Boessenkool in Almelo. Een eerste versie bleek echter nog te zwaar en te duur voor de geïnteresseerde agrariërs. De samenwerking met Machinefabriek Boessenkool liep vervolgens stuk op meningsverschillen over de nieuwe ontwikkelrichting, aldus Van Ham. Zijn MTT Tractors ging failliet en hij maakte dit jaar een doorstart onder

de vlag van H2Trac, opgericht door zijn broer Peter-Jan van Ham. Die doorliep na een opleiding tot registeraccountant een gevarieerde loopbaan, met onder meer vijf jaar in sourcing en finance bij ASML. Nu regelt hij financiën en IT voor de realisatie van zijn broers droom.

AANDRIJVING De nieuwe versie moest dus compacter, lichter en goedkoper. Elektrische aandrijving blijft uiteraard de kern, vertelt Paul van Ham. ‘We hebben gerekend aan de benodigde batterijcapaciteit, omdat we een echt elektrische tractor wilden maken. De conclusie was dat we vier Tesla-accupakketten nodig hadden en die zouden na vier uur werken op het land al leeg zijn. Daar staan echter geen snelladers en bovendien zijn al die accu’s loodzwaar.’ Reden voor H2Trac om vast te houden aan een hybride concept, waarin een range extender een beperkt accupakket tijdens bedrijf bijvoedt. Dat is nu nog een dieselmotor, die wel 20 procent efficiënter is dan in een conventionele trekker. ‘De motor kan namelijk redelijk constant in zijn gunstige toerentalbereik draaien, omdat hij nooit hoeft te accelereren. Daar zorgt de elektrische aandrijving voor.’ De volgende stap zet H2Trac nu onder impuls van nieuwe investeerder Dirk Kuiken, mede-eigenaar van Hencon, machinebouwer voor mijn- en bosbouw in Ulft. In zijn visie zet Oost-Nederland vol in op waterstof als energiedrager. Bij de tractor van H2Trac moet dan een brandstofcel die op waterstof werkt als range extender gaan fungeren. Dat past volgens Peter-Jan van Ham bij de opkomst van ‘energieboeren’, met zonnepanelen op hun staldaken of in hun weilanden of wind-

‘WE WILLEN ALLES IN ONZE MACHINE KUNNEN MONITOREN’

turbines bij hun bedrijf. ‘Daar kunnen ze een electrolyzer bij plaatsen, waarmee ze zelf waterstof maken uit hun wind- of zonne-energie. Zo worden boeren zelfvoorzienend.’ LEES VERDER OP PAGINA 52

september 2020

51


VERVOLG VAN PAGINA 51

REGIONALE PARTNERS Inmiddels is in Arnhem een nieuwe machine in aanbouw. H2Trac doet zelf de ontwikkeling en assemblage en werkt zo veel mogelijk samen met regionale partners. Zo maakt Tosec in Zwolle alle framedelen. Werd bij Boessenkool het frame vooral in elkaar gelast, het nieuwe ontwerp gaat uit van boutverbindingen, wat een modulaire opbouw en assemblage vereenvoudigt. De hydrauliek, voor de bediening van de zware werktuigen die aan de tractor worden gekoppeld, komt van Fluiconnecto in Apeldoorn en Motrac in Baak. De accu’s betrekt H2Trac van Spike in Helmond, een spin-off van het Eindhovense studententeam dat een elektrische motorfiets ontwikkelde. De dieselgenerator en de cabine komen kant-en-klaar wel van grote buitenlandse leveranciers. H2Trac is in Arnhem gevestigd op Industriepark Kleefse Waard, dat veel duurzame en energiegerelateerde bedrijven huisvest. Daar voelt Paul van Ham zich thuis, zeker voor de aanstaande waterstofversie van de trekker. ‘Wij leren er van bedrijven als Nedstack en HyMove. Zij zijn nu bijvoorbeeld bezig met een brandstofcelstack die past in de beperkte ruimte onder een vrachtwagen. Dat is interessant voor onze tractor.’ Peter-Jan van Ham: ‘Wij kunnen als H2Trac (momenteel zes medewerkers, red.) niet alles zelf doen en moeten dus zulke bedrijven om ons heen verzamelen. De combinatie maakt ons sterk.’

AUTONOOM RIJDEN De ontwikkelfocus verschuift intussen naar soft-

Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control

ware. ‘We willen alles in onze machine kunnen monitoren en uiteindelijk diensten gaan aanbieden’, verklaart Peter-Jan van Ham. ‘Met gps weet je tot op twee centimeter nauwkeurig waar de tractor wat doet. Je kunt bijvoorbeeld een bodemscan maken om lokaal de verdichting te bepalen, te kijken waar het gewas goed groeit en hoeveel oogst eraf komt. Met behulp van die big data kun je trends ontdekken.’ Verder maakt de elektronische besturing het eenvoudig voor de boer om meerdere voertuigen te besturen vanaf zijn tractor. Want Artist impression van de nieuwe elektrische tractor, hier op de weg die kan bijvoorbeeld na vervanging van de en dus met verkleinde spoorbreedte. Illustratie: H2Trac cabine door een laadbak fungeren als een transportwagen. ‘One driver, double capacity’ noemt zoek naar de inzet van kleine, flexibele robots H2Trac dat. Ook autonoom rijden komt in beeld, voor oogsten en onkruid wieden, bijvoorbeeld in het veld misschien nog wel eerder dan op de voor een andere innovatie, de strokenteelt. De openbare weg, waar veiligheid meer speelt en huidige grootschalige landbouw kenmerkt zich snelheden hoger liggen. Paul van Ham: ‘Zeven door monocultuur, die extreem vatbaar is voor jaar geleden was autonoom rijden bij de boeren ziekte (en dus veel bestrijdingsmiddelen vergt) nog totaal geen issue, maar nu komt het toch en de biodiversiteit aantast. Strokenteelt, waarin dichterbij. De vraag is of de boer het aandurft.’ meerdere gewassen in afwisseling naast elkaar Schertsend: ‘Misschien moeten we hem een worden geteeld, biedt daarop een antwoord. De rustig kantoor op vier wielen geven door van de gebroeders Van Ham zien er geen bedreiging in tractorcabine een bureau-achtige omgeving te voor hun grote tractor. ‘Het bijt elkaar niet. maken. Daar kan hij bijvoorbeeld werken aan de Strokenteelt is juist koren op onze molen, want verkoop van zijn gewassen of nog even online onze tractor met zijn spoorbreedte van drie actievoeren, terwijl hij toch in de buurt is mocht meter is er uitstekend geschikt voor. Bovendien is er iets misgaan.’ voor de boer snelheid heel belangrijk. Als het even een paar dagen mooi weer is, zou je wel heel veel van die robots nodig hebben. Met onze tracSTROKENTEELT tor kan al het werk dan snel worden gedaan.’ Naast elektrificatie is robotisering een trend. De melkrobot is al gemeengoed en voor de akker- en tuinbouw doet onder meer Wageningen onderwww.h2trac.com

IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power

RF Semiconductors Sensors Test and Measurement

Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl

52

september 2020

www.acalbf i.com/nl


KORT REIS DOOR DE BUREAUCRATIE (2):

HET GAAT ZO TRAAG ALS DIKKE STRONT' Het CowToilet van Hanskamp in Doetinchem is een urinoir voor koeien dat voorkomt dat de urine zich mengt met de vaste mest en er ammoniak vrijkomt. Op de Dairy Campus in Friesland zijn begin dit jaar de eerste emissiemetingen uitgevoerd: in hoeverre dringt het CowToilet de emissie van ammoniak terug? Het laatste meetplan, geschreven door onderzoekers van Wageningen University, is in tussentijd ook ingediend bij een onafhankelijke commissie van de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het ministerie van EZK). Deze zogeheten RAV-aanvraag (Regeling Ammoniak en Veehouderij) van Hanskamp is – twintig weken later – afgewezen, vertelt een duidelijk gefrustreerde directeur Henk Hanskamp.

‘Vanwege een paar vormfouten. De kalibratie van de meetinstrumenten was niet afdoende beschreven, net als de methode om meetfouten te corrigeren en de werking van de stikstofconverter. Met de meetmethode zelf is niets mis! Op de Dairy Campus doen ze ook niets anders dan meten. Het gaat puur om aanpassingen in de tekst van de aanvraag. Met wel als gevolg dat we nu weer twintig weken moeten wachten op het oordeel over de aangepaste aanvraag.’ Wordt dit meetplan wel goedgekeurd, dan kan eindelijk het meetwerk zelf starten. Dat neemt ook nog eens anderhalf jaar in beslag. ‘We moeten minimaal een kalenderjaar lang achtereen meten wat op zich logisch is omdat seizoensinvloeden impact kunnen hebben op de emissie van ammoniak.’ Gelukkig, vervolgt

Hanskamp, hoeft dit niet te betekenen dat hij pas over twee jaar met het toilet de markt op kan. ‘Als het meetplan wordt goedgekeurd, kunnen we daarmee een ‘voorlopige emissiefactor’ aanvragen. Daarmee kunnen veeHenk Hanskamp. Foto: Ingrid Sweers houders die het CowToilet installewellicht ook ineens heel snel gaan: ren aantonen dat zij ermee voldoen ‘Deze maand komt het Nitraataan de reductienorm. Krijgen we die comité (dat de Europese Commissie voorlopige factor toegekend, dan adviseert, red.) weer bijeen. Daarin kunnen we binnen een jaar de boer zou urine erkend kunnen worden als op’, aldus Hanskamp, die inmiddels kunstmestvervanger. Maar ik reken viereneenhalf jaar bezig is, vooral nergens op. Het gaat over veel met het doorlopen van het bureauschijven in veel landen. Er kan extra cratisch traject. ‘Het gaat allemaal onderzoek nodig gevonden worden, zo traag als dikke stront de berg op of het onderwerp komt niet aan de duwen’, formuleert hij het toepasseorde in het overleg en dan zijn we lijk. weer drie maanden verder tot de Parallel daaraan wordt uitgezocht of volgende vergadering. Oorspronkede opgevangen urine een goede vervanger is van kunstmest. Dan kan op lijk zouden we de lancering doen op de EuroTier in november, maar die is de boerderij de kringloop gesloten vanwege corona verzet naar februari worden: er hoeft nauwelijks of geen volgend jaar. Wij hebben de lancemest te worden afgevoerd en geen ring daarom mee-verplaatst.’ kunstmest te worden aangevoerd. Ook dit onderzoek zou nog zomaar een jaar kunnen duren. Maar het kan www.hanskamp.nl

paneelbouw in Slowakije

• Productie in Nederland én Slowakije • Gecerti ceerd voor Amerikaanse en Canadese markt (UL508A) • Enkel stuks en seriematig • Lean georganiseerd en uiterst kostenef ciënt

T

0492 74 75 00

E

info@vandoren.nl www.vandoren.nl

september 2020

53


KORT START-UP AVELUTION: ZORGEN DAT DE BOUW SMART WORDT Gebouwinstallaties – voor klimaatbeheersing, licht, beveiliging, et cetera – doen hun werk vaak uitstekend, maar zijn niet verbonden met de andere gebouwsystemen. Gelukkig zijn er slimme oplossingen waarmee

Bram Schats. Foto: Avelution

die systemen onderling digitaal zijn te verbinden. Daarmee zijn gebouwen ‘smart’ te maken: gebouwen waarin slimme, innovatieve technieken zijn geïntegreerd die de werk- en leefomgeving verbeteren, gericht op gezondheid en welzijn van de gebruiker. Om die realiseren met behulp van de bestaande watervalmethode blijkt in de bouwkolom lastig, aldus systeemarchitect Bram Schats. Bij het hanteren van de watervalmethode wordt een aantal fasen doorlopen: definitiestudie/analyse, basisontwerp, technisch ontwerp/detailontwerp, bouw, testen, integratie en beheer en onderhoud. ‘Er kleven meerdere nadelen aan’, stelt Schats. ‘De methode is gericht op de goedkoopste oplossing, niet op de beste oplossing voor de klant en een zo lang mogelijke levensduur. Technologische ontwikkelingen gaan voor deze methode te snel. Ze komen

wel aan bod bij de start, maar de aannemer is alleen betrokken bij de realisatie, waardoor de innovaties niet in het eindresultaat belanden. De – steeds kritischer wordende – klant is dan teleurgesteld. Daar verandering in brengen vraagt om een integrale samenwerking tussen de bedrijven in de bouwkolom, tijdens de hele levenscyclus.’ Voor die integrale benadering kan Avelution zorgen, duidt Schats het bedrijf uit Schijndel dat hij per 1 september samen met een compagnon is gestart. ‘Wij geloven in een wereld waarin gebouwen volledig afgestemd zijn op het gebruik ervan en de gebruiker alleen betaalt voor wat hij gebruikt. Daarom helpen wij bij het ontwikkelen van toekomstbestendige gebouwen, voorzien van installaties die de gebruiker echt centraal stellen. Wij zorgen voor gebruikersgemak, kostenbesparingen, flexibiliteit en oplossingen die zelfs voldoen aan wensen waar we ons nu nog niet bewust van zijn.’ In de filosofie van Schats worden smart buildings niet opgeleverd: ‘We zorgen ervoor dat de prestaties van het slimme gebouw worden gewaarborgd en dat de werking in de gebruikersfase continu wordt geopti-

maliseerd aan de hand van de klantwensen. Wij zijn systeemarchitecten die orde scheppen in de wildgroei aan systemen en producten in gebouwen, en zorgen dat die onderling verbonden worden. Zo realiseren en beheren we smart solutions met de netwerkinfrastructuur als backbone. Wij koppelen techniek aan de gebruiker en niet andersom. Dat levert tegelijk duurzame, klimaatneutrale oplossingen.’ In dat businessmodel past het concept product-as-a-service. ‘De bouwwereld is conservatief en houdt graag vast aan het opleveren van een gebouw of een installatie. Het eigendom gaat over op de klant. Voor complete gebouwen-as-a-service is het nog te vroeg. Maar voor slimme, duurzame, circulaire oplossingen die desgewenst als een dienst worden geleverd, is de markt rijp. Wij brengen vanuit ons netwerk tevens de verschillende leveranciers van die technologieën bijeen en zorgen dat de installatie als een service aan de gebruiker ter beschikking kan worden gesteld. Ja, dat betekent dus ook dat we een oplossing aanreiken voor de financiering.’

• www.avelution.nl

Passion for Industrial automation

Engineering | Panelenbouw | Kabelassemblage

VHE is uw partner in industriële automatisering met de disciplines engineering, panelenbouw en kabelassemblage. Wij bedienen onze innovatieve klanten vanaf de allereerste engineering, via prototypen tot en met efficiënte repeterende productie. Deliver what we promise | Together | Fast & Flexible www.vhe.nl

54

september 2020


PROCESOPTIMALISATIE

EPLAN ZIET KANSEN VOOR ‘RESET’ RICHTING AUTOMATISERING EN DIGITALISERING

VAN REPETEREND NAAR INTELLIGENT WERK Wat voegt waarde toe voor de klant en in de eigen processen? Die vraag is door de coronacrisis voor veel bedrijven weer uiterst actueel – in allerlei opzichten, waaronder sourcing. Wat doen we zelf, wat laten we elders doen en hoe richten we onze processen daarop in? Bij EPLAN merken ze dat die laatste vraag bij klanten weer helemaal terug is. DOOR HANS VAN EERDEN

B

ij EPLAN, softwareaanbieder en adviseur voor elektrotechnische engineering, werken ze zo veel mogelijk thuis. Zo schrijft consultant Chris Brouwer aan de keukentafel in alle rust adviezen over hoe bedrijven hun processen, van r&d tot sales en van engineering tot werkvoorbereiding en productie, beter op elkaar kunnen laten aansluiten door automatisering en digitalisering. Online kan hij daarover prima sparren met klanten. Accountmanager Jan de Wit heeft het wel gehad op zijn zolderkamer; hij wil klanten bezoeken om de interactie aan te gaan over hun wensen en ideeën. Omgekeerd raken bedrijven in het ‘nieuwe normaal’ – soms hernieuwd – geïnteresseerd in de ideeën van EPLAN, zo vertellen de twee in een Teams-meeting.

matisering en digitalisering om processen efficiënt te kunnen inrichten en een goede informatieoverdracht te borgen, intern en met klanten en toeleveranciers. EPLAN biedt daarvoor naast zijn engineeringplatform ook advies en training.

Jan de Wit: ‘Just-in-time delivery, hoe kwetsbaar maakt dat jouw bedrijf? Het is goed om daarover na te denken.’ Foto’s: EPLAN

WERKPLEZIER

Eindgebruikers en oem’ers kennen vaak al een hoog automatiseringsniveau, signaleert Brouwer. ‘Veel system integrators en paneelbouwers hanteren echter nog een conventionele werkwijze. Bij hen zie ik nog wel koudwatervrees. Zij werken bij wijze van spreken in een bepaalde versnelling en kunnen bij een hoge werkdruk alleen maar het gaspedaal dieper intrappen. Maar ze moeten juist doorschakelen. Niet harder gaan werken maar IN EIGEN HUIS slimmer.’ De Wit: ‘In hun engineering bijvoor‘Er is een tijd geweest dat bedrijven vooral in hun beeld zit veel repeterend werk. Voor een nieuw portemonnee keken en productie en engineering project beginnen ze copy-paste met een oud in China of Roemenië lieten doen, want ondanks project en daar moeten ze steeds weer dezelfde de transportkosten was dat goedkoper’, verklaart fouten uithalen en dezelfde informatie voor De Wit. ‘Corona heeft bedrijven met de neus op opzoeken. Ze zouden eerst een goede basis de feiten gedrukt. Alleen uit Nederland konden moeten genereren, waarop ze in de afzonderlijke ze nog geleverd krijgen. Degenen die al eerder projecten kunnen voortbouwen. Daar hebben ze hebben ge-insourcet en alle productie in eigen echter geen tijd voor, denken ze.’ Brouwer: ‘Jarenhuis doen, hadden geen last.’ Het vereist wel autolang hebben wij vooral geroepen dat configuratie (ontwerpen opbouwen uit standaardcomponenten en modules in meerdere opties, red.) meerwaarde heeft voor de kwaliteit van het eindproduct en beheersing van de kosten. Maar er is ook nog zoiets als werkplezier. Want waar heb je als engineer dan op gesolliciteerd: repeterend werk of intelligent werk? Dat werkplezier vergeten bedrijven nog wel eens als ze kijken naar de return on Chris Brouwer: ‘Waar heb je als engineer dan op gesolliciteerd: repeterend werk of investment voor automatiintelligent werk? Dat werkplezier vergeten bedrijven nog wel eens.’ sering en digitalisering.’

TOEKOMSTBESTENDIG De Wit hoopt dat de huidige crisis voor een soort reset zorgt. ‘Wij kunnen klanten helpen hun eigen processen helder te krijgen en vervolgens te optimaliseren: wat doen ze, hoe doen ze het, waar kan het slimmer, waar kunnen ze er bottlenecks uithalen? We hebben nu opnieuw contact met bedrijven waar Chris in het verleden al eens processen in kaart heeft gebracht.’ Brouwer: ‘Bij één bedrijf ben ik in 2014 en 2016 al geweest, nu zeggen ze: “We redden het niet alleen.” Daar heb ik ook werkplezier genoemd; gelukkig begrepen ze dat.’ Het is niet de verantwoordelijkheid van engineering alleen, benadrukken de twee EPLAN-collega’s. ‘Die verwachting heeft het management vaak wel, maar het probleem is te complex voor alleen een technische oplossing. Het zit ’m in de complexiteit van projecten, de diversiteit aan technieken, de ketensamenwerking binnen en tussen bedrijven die veel strakker moet. Dat moet op de agenda van het management.’ De Wit: ‘Neem just-in-time delivery: hoe kwetsbaar maakt dat jouw bedrijf? Het is goed om daar weer eens over na te denken. Stel dat er nog een virus komt, of een andere calamiteit, hoe kun je daar dan minder last van hebben door het slimmer en efficiënter aan te pakken?’ Van Brouwer hoeft het niet per se een reset te zijn. ‘Om op dat gaspedaal door te gaan, misschien moeten bedrijven even in de neutraal. Iedereen had het wel over configureren en efficiënter werken, maar de afgelopen jaren was er in de waan van de dag te weinig tijd om daar goed over na te denken. Laten bedrijven nu kijken hoe ze toekomstbestendig kunnen worden.’

• www.eplan.nl september 2020

55


KETENINTEGRATIE

TRANSPORT NAAR DE KLANT CRUCIAAL EN COMPLEX ONDERDEEL VAN HET VOORTBRENGINGSPROCES

GEREDE MACHINES STAAN NIET MEER IN DE WEG Fabrikant van eierverwerkingsapparatuur Prinzen is de laatste jaren flink gegroeid en kwam in de productiehal in Aalten vloeroppervlak tekort. Om vierkante meters – en mensen – vrij te spelen, is de relatie met logistiek specialist Meilink geïntensiveerd: die verpakt de omvangrijke machines nu in eigen huis en neemt de complete expeditie voor zijn rekening. ‘Ervaring en een wereldwijd netwerk is in dit werk erg handig.’

600 à 700 kilo per lijnmodule en afmetingen waarmee ze precies passen op een pallet van 3,60 bij 1,15 meter. Dus is het transport naar de klant zonder meer een cruciaal en complex onderdeel van het voortbrengingsproces. Voorheen, vertelt de externe managing engineer Frans Faber, ook aan tafel in de ruime vergaderzaal, verpakten mensen van Prinzen zelf de machines en regelden zij zelf de expeditie. Specialist Meilink uit Borculo, in de persoon van accountmanager Walter Markink de derde gesprekspartner, leverde alleen hout en pallets en leende af en toe medewerkers uit om bij te springen bij het timmeren van de emballage. Tot het moment, nu een jaar geleden, dat de relatie tussen de twee bedrijven veranderde.

ROL MEILINK VERGROOT ‘De afgelopen vijf jaar’, duidt Arentsen, ‘zijn wij met 15 procent per jaar gegroeid. Op een gegeven moment kwamen we vloeroppervlak tekort.’ Veel ruimte werd benut voor de voorraad van onderdelen. Inmiddels staan er in de productiehal drie splinternieuwe opslag- en orderpicking-carrousels van Kardex. Met daar tegenover hoge stellingen waarin de omvangrijkere onderdelen zijn

Frans Faber (rechts), initiator van het uitbestedingstraject: ‘We wilden een partij die – voor plusminus vijfhonderd projecten per jaar – niet alleen het verpakken voor zijn rekening kon nemen, maar ook de complete expeditie.’ In het midden Walter Markink, links Stef Arentsen. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

e sorteersystemen van Prinzen weten 99,7 procent van de broedeieren met de punt naar beneden te kantelen alvorens ze in de tray te plaatsen, claimt Stef Arentsen van de onderneming uit het Achterhoekse Aalten, onderdeel van de Vencomatic Group. Van groot belang, want van de eieren die met de punt naar boven geplaatst worden, komt 2 procent niet uit. Dat lijkt misschien niet veel, maar in deze wereldwijde business gaat het om zeer grote aantallen. In het nabije Groenlo bijvoorbeeld staat een kuikenbroederij waar jaarlijks 100 miljoen vleeskuikens worden uitgebroed. Als de concurrent dan 97 procent met de punt naar beneden garandeert, kan de Nederlandse onderneming zich onderscheiden met een voordeel dat de klant veel geld oplevert, zo maakt de affairs & resources officer duidelijk.

56

september 2020

40.000 PER UUR Dat met de punt naar beneden kantelen van de eieren is één van de functies die Prinzen in lijn levert. Andere modules zorgen voor het ‘graden’ (wegen) van de eieren, het oppakken en in de tray plaatsen, het stapelen of juist ontstapelen van de trays en het – met licht – schouwen (controleren) op haarscheurtjes in de schil. En dat alles bij een snelheid die varieert van 15.000 tot 40.000 eieren per uur, afhankelijk van wat de klant wil. Want Prinzen werkt dan wel met min of meer gestandaardiseerde functionele modulen: het complete systeem dat geleverd wordt, is altijd klantspecifiek, schetst Arentsen.

RUIMTEBESLAG VOOR DE VOORRAAD IS NOG MAAR EEN FRACTIE VAN VROEGER

opgeslagen van de plusminus vijfhonderd die er in een module worden verwerkt. Daardoor is het ruimtebeslag voor de voorraad nog maar een fractie van wat die eerder was. Voorts waren er veel vierkante meters nodig voor het verpakken en het opslaan van verzendingen voordat ze daadwerkelijk de fabriek verlieten. Om die ruimte – en ook mensen – vrij te spelen, is de rol van Meilink flink vergroot.

TRANSPORT CRUCIAAL Die klanten zitten verspreid over de hele wereld: 80 procent van de sorteersystemen is bestemd voor de export. Het gaat hier om kostbare en kwetsbare systemen met een gewicht van al snel

VERPAKKEN ÉN EXPEDITIE Frans Faber, initiator van het uitbestedingstraject: ‘We wilden een partij die – voor plusminus vijfhonderd projecten per jaar – niet alleen het ver-


pakken voor zijn rekening kon nemen, maar ook de complete expeditie. En die in staat was in eigen huis het verpakwerk te doen van 1.200 tot 1.300 machines per jaar.’ De keuze voor Meilink lag voor de hand. Daarmee wordt al sinds 2005 samengewerkt, een forse onderneming met een flinke flexibele schil, met een vestiging in de buurt en een eigen, gespecialiseerde expeditieonderneming – Varekamp Project Services (VPS) – nabij de Rotterdamse haven. Wie nu in Aalten over de productievloer loopt, ziet geen verpakte machine meer staan. Wel ligt er een stapel grote, robuust uitgevoerde houten vlonders. ‘Op deze pendelpallets plaatsen we de te transporteren machine, zekeren ’m met banden en vervoeren ’m naar Borculo. Daar verpakken we de machine’, duidt Markink de gang van zaken.

ERVARING EN GROTE SCHAAL Ook het met deze kisten deskundig stuwen van containers of beladen van de vrachtauto’s (zodat onderweg niets kan verschuiven) plus het regelen van het zeevervoer en de douaneformaliteiten neemt Meilink voor zijn rekening. Dat laatste is het werk van dochteronderneming VPS. ‘Ervaring en een wereldwijd netwerk is in dat werk erg handig. Om een plek op een boot te regelen, te zorgen dat er een ander schip geregeld wordt als de klant toch een andere haven van aanlevering wil, of als de deadline voor aanlevering bij het schip niet gehaald wordt’, aldus Markink. ‘Aan het begin van de week denken we wel eens: “Hoe krijgen we dat allemaal goed geregeld?” Maar dan bewijst zich het voordeel van onze grote schaal: juist omdat we zo veel verzendingen verzorgen, voor tal van klanten, is er altijd wel een verzending die nog mee kan omdat een andere toch later komt.’

DIGITAAL COMMUNICEREN

Bij Meilink wordt een machine van Prinzen gereed gemaakt voor verzending. Foto: Juul Harmsen

De communicatie tussen Prinzen en Meilink over de talloze details van de vele verzendingen verloopt inmiddels niet meer per e-mail. ‘Dat is te foutgevoelig’, stelt Faber. Beide bedrijven communiceren nu via

INSTALLATIESTEUN VANUIT AALTEN Natuurlijk zijn ook Meilink en Prinzen geraakt door de coronacrisis: de omzet van beide bedrijven heeft een tikkie gekregen. Meilink kon in de maanden van lockdown minder verpakwerk verrichten bij klanten en moest dus meer in eigen huis doen. Vervolgens kon Prinzen lang niet alle gerede machines op transport laten zetten. ‘Het grootste knelpunt was dat onze installateurs niet konden reizen en dan heeft het ook geen zin machines te gaan verschepen’, legt Stef Arentsen uit. ‘Gelukkig beschikken we over een wereldwijd dealernetwerk en inmiddels doen hun mensen de inbedrijfstellingen, met steun vanuit hier.’ Tijdens een korte rondleiding wordt ook de Instructieruimte aangedaan, ingericht met alle modellen eierverwerkingsapparatuur. ‘Daarmee kunnen we problemen bij de klant nauwgezet simuleren, om zo de oorzaak te achterhalen.’

• www.prinzen.com • www.meilink.eu het platform Sharepoint van Microsoft Office 365. ‘Documenten hoeven niet meer heen en weer gestuurd te worden, maar zijn voor beide partijen online benaderbaar en te wijzigen.’ Toch blijft de factor mens en het persoonlijke contact heel belangrijk, zo blijkt. ‘We hebben hier één persoon die voor Meilink als projectbegeleider optreedt. Voor ons is er zo’n functionaris bij VPS.’ Plannen is nog altijd mensenwerk.

A matter of productivity When a technological innovation has reached the plateau of productivity, you want to make sure the entire production process runs smoothly. When working together with Kepser, you can increase the manufacturability of complex constructions, speed up work preparation through smart automation and ensure advantageous prices by o ering optimum logistics solutions. Want to learn more? www.kepser.nl

september 2020

57


D I D YO U K N O W ? ®

SAS HELPS VOLVO TRUCKS CUT DIAGNOSTIC TIME BY 70%.

Volvo Trucks uses streaming IoT data to diagnose issues and schedule predictive maintenance for its fleet in real time. Processing millions of data points each and every mile means that hundreds of thousands of trucks make their deliveries on time. sas.com/discover

SAS and all other SAS Institute Inc. product or service names are registered trademarks or trademarks of SAS Institute Inc. in the USA and other countries. ® indicates USA registration. Other brand and product names are trademarks of their respective companies. © 2020 SAS Institute Inc. All rights reserved. G114533w.0919


INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

‘ONZICHTBARE’ SPECIALISTEN

‘TROTS OP WAT WE DOEN, MAAR WE LOPEN ER NIET MEE TE KOOP’ De Connect Group is een subcontractor, die de credits voor de gemaakte producten met veel plezier aan de klant laat. Daarbij wil het bedrijf het liefst meedenken vanaf de ontwerpfase. ‘Veel ontwikkelaars onderschatten de complexiteit van de logistiek en productie van kabel- en printplaatassemblages.’

De Connect Group biedt assemblage van printplaten, assemblage van kabels, en module- en systeembouw. Foto: Connect Group

DOOR ANDRÉ RITSEMA

D

e Connect Group begon in 1987 in België als een specialist in kabelassemblage. Het bedrijf groeide door de jaren heen, autonoom en via overnames. Zo nam het in 2012 de Nederlandse elektronicabouwer Halin over. Op dit moment heeft de groep vestigingen in België (twee, waaronder het hoofdkantoor), Duitsland, Nederland, Roemenië en Tsjechië. De werkzaamheden (uitsluitend voor de industriële markt) zijn grofweg in drieën te verdelen: assemblage van printplaten, assemblage van kabels, en module- en systeembouw. De jaarlijkse omzet bedraagt zo’n 200 miljoen euro. De producten kunnen zowel in enkel stuks als in series geproduceerd worden. Kleine series of prototypes bijvoorbeeld in de vestigingen in Nederland en België, de grotere series in OostEuropa. De vestiging in het West-Roemeense Oradea beslaat een viertal hallen van in totaal 30.000 vierkante meter. Er werken veruit de meeste mensen van de groep: 1.600 van de in totaal 2.100.

KLANT IS PRODUCTEIGENAAR Anders dan sommige concurrenten houdt Connect zich uitsluitend bezig met productie en industrialisatie, zegt Ron van Gils, businessunitmanager Netherlands. ‘Wij ontwikkelen zelf niet.

‘WE ONTWIKKELEN ZELF NIET. DAT IS EEN BEWUSTE KEUS.’

Die keuze hebben we bewust gemaakt. Het intellectueel eigendom van een ontwikkeld product blijft bij de klant. Die kan ervoor kiezen om dat bij Connect Group te laten produceren.’ Dat is mede de reden, meent Van Gils, dat Connect geen grote naamsbekendheid heeft in Nederland. ‘We werken inderdaad enigszins achter de coulisse. De klant krijgt alle credits voor de mooie producten die we produceren en die hij op de markt zet. Het is tenslotte ook zijn idee. Natuurlijk zijn we trots op wat we produceren en doen dat met veel enthousiasme, kennis en kunde. Maar we hebben niet de behoefte ermee te koop te lopen.’ Daar komt nog bij dat de producten die Connect maakt, in allerlei verschillende apparaten en machines ‘verdwijnen’. ‘We maken onderdelen

voor zeer diverse eindproducten, van cv-ketels en verpakkingsmachines tot graafmachines en treinen. Die worden vervolgens ingebouwd, en zie je niet meer terug. Maar het is mooi om te merken dat onze klanten daarmee succesvol zijn in hun markt. Dat is vervolgens ook weer goed voor ons.’ Vanwege de werkwijze van Connect wordt het bedrijf niet vaak rechtstreeks benaderd door nieuwe klanten. Maar hoe vind je die dan? Van Gils: ‘Die komen bijvoorbeeld via ons netwerk en bestaande klanten. Verder gaan we natuurlijk naar beurzen en we kijken in de marktsegmenten waarin we succesvol zijn of daar meer bedrijven zijn waar we iets voor kunnen betekenen. Die benaderen we dan selectief. Daarbij komen we trouwens opvallend vaak interessante bedrijven tegen, waar we nog nooit van gehoord hebben.’

FLEXIBILITEIT Connect kent een grote mate van flexibiliteit. ‘We kunnen op elk moment het product opnieuw voor de klant maken. Of hij nu snel een eenmalig prototype wil of een terugkerende grote serie – wij zorgen ervoor dat we het op tijd en met een hoog kwaliteitsniveau voor hem kunnen produceren. De klant kan krijgen wat hij wil, op het moment dat hij het wil. Maar omdat hij zelf eigenaar is van het product, kan hij op zeker moment besluiten om het bij een ander verder te produceren. Hij heeft volledige vrijheid.’ Van Gils wil nog wel benadrukken dat Connect bij voorkeur al in het voortraject bij de klant aan tafel komt om mee te denken tijdens de ontwerpfase. ‘Veel ontwikkelaars onderschatten de complexiteit van de logistiek en productie van kabel- en printplaatassemblages. Dan wordt er een machine ontwikkeld, maar wordt er te laat nagedacht over de interne bekabeling. Dat kan tot problemen leiden. Want dan is er bijvoorbeeld te weinig ruimte voor de kabels. Of zijn er uiteindelijk kabels bedacht die niet efficiënt zijn te produceren en in de machine te monteren, met alle problemen van dien. Daarom zijn we graag vroegtijdig betrokken; dan kunnen we de prototypes bouwen en alvast rekening houden met industrialisatie van de producten voor grotere series. Daarmee kan de klant tijd en geld besparen.’

• www.connectgroup.com/nl september 2020

59


PROCESVERBETERING

ERIKS INDUSTRIËLE KUNSTSTOFFEN BETREKT NIEUWBOUW

EEN HECTARE AAN EXPERTISE EN GROEIAMBITIE De fysieke afstand is nog geen drie kilometer, maar de gevoelsafstand tussen het oude en het nieuwe bedrijfspand van ERIKS Industriële Kunststoffen in Ede is levensgroot. Van gedateerd en krap naar gloednieuw, ruim en state of the art. ‘Dit voelt zo’n beetje als het paradijs’, zegt businessunitmanager Fred Groot tijdens een rondleiding-met-ondertiteling over de kansen, mogelijkheden en ambities van de businessunit. ‘We gaan hier mooie jaren meemaken.

• ‘Hier kunnen we vol inzetten op automatisering

en robotisering.’ • ‘De machines voeren het zaag- en freesplan

geheel zelfstandig uit.’ • Het nieuwe onderkomen fungeert als Center of

Expertise voor andere vestigingen. • De laatste jaren richt Industriële Kunststoffen

zich steeds meer op advisering en co-engineering.

DOOR ANDRÉ RITSEMA

W

ie tot deze zomer op het hoofdkantoor van ERIKS Industriële Kunststoffen (zie kader) moest zijn, ging naar de Galvanistraat in Ede. Daar stond een grijs-wittig bedrijfspand, waar – in krap bemeten ruimtes – de medewerkers aan het werk waren. Sinds deze zomer vervoegt de bezoeker zich aan de Francis Baconstraat nr. 4 – in hetzelfde Ede. Daar, aan de rand van industrieterrein BTA12, staat een glanzend pand. Met een belangrijk verschil al direct voor de deur. ‘We hebben hier 120 parkeerplaatsen’, zegt Groot, alsof hij het zelf nog niet kan geloven. ‘120! Bij het oude pand was het steevast een crime om je auto fatsoenlijk kwijt te kunnen, zelfs voor de klanten. Hier parkeren ze ’m recht voor de deur; al dan niet op één van de plekken met elektrische oplaadpaal.’

DUBBELBESLUIT Zo meteen over het nieuwe pand en de mogelijkheden, eerst over het waarom van de nieuwbouw. De eerste interne gesprekken dateren van drie jaar geleden, vertelt Groot. ‘Kort en goed: het oude bedrijfspand aan de Galvanistraat werd echt te klein en was bovendien niet modern genoeg.

60

september 2020

We liepen tegen onze grenzen aan, merkten we; als businessunit konden we niet langer de groei bewerkstelligen die we ambiëren. En die groeimogelijkheden waren en zijn er wel degelijk, zowel in de markt als bij onze vaste klanten. Dus er moest wat gebeuren.’ Die eerste gesprekken leidden uiteindelijk tot een dubbelbesluit: er zou nieuwbouw komen in Ede, en de werkzaamheden van de drie andere vestigingen van Industriële Kunststoffen (Alkmaar, Almelo en Eindhoven) zouden ook in Ede ondergebracht worden. ‘We kozen voor centralisatie, omdat we op die manier al onze ambities kunnen waarmaken. Hier kunnen we nu vol inzetten op automatisering en robotisering. We hebben hier de faciliteiten om de klant volledig te kunnen ontzorgen.’

LAATSTE KAVEL ERIKS kon letterlijk het laatste vrije kavel op BTA12 vastleggen, pal aan de rand van het industrieterrein, tegenover de maïsvelden en een aantal fraaie villa’s. ‘En dat blijft zo, dus houden we dit prachtige uitzicht.’ In juni 2019 startte het eerste grondwerk, elf maanden later – op 15 mei – kreeg ERIKS officieel de sleutels van het pand, dat maar liefst 1 hectare vloeroppervlakte groot is (en inclusief buitenruimte 1,7 hectare).

Op de dag van de sleuteloverdracht startte de daadwerkelijke verhuizing. De productie heeft uiteindelijk maar een paar dagen stilgelegen: alleen de dagen rond Hemelvaart werd er niet geproduceerd; iedereen was bezig om de kantooren productiematerialen te verhuizen. Het waren dagen dat Groot een enorme eensgezindheid ervoer. ‘Letterlijk iedereen wilde meehelpen. Er ontstond een familiaire sfeer, waarbij collega’s elkaar hielpen en waarbij alles ongevraagd door de mensen zelf werd opgepakt. Sommigen draaiden uit puur enthousiasme bijna dubbele dagen. We moesten bij wijze van spreken collega’s gewoon naar huis sturen: ga nu maar even een beetje uitrusten. Mooi om te zien hoe iedereen de schouders eronder zette. Dat heeft me echt wel geraakt.’ De verhuizing zelf ging natuurlijk coronaproof. Er werd gewerkt met twee ploegen medewerkers. Voor de tweede ploeg het werk in de middag

PROFIEL ERIKS Industriële Kunststoffen is één van zeven businessunits van ERIKS, industrieel toeleverancier met het hoofdkantoor in Alkmaar. ERIKS richt zich op de inkoop, verbetering en verkoop van werktuigbouwkundige onderdelen aan zo goed als alle industriële sectoren. Het bedrijf telt wereldwijd 7.500 medewerkers (in 350 vestigingen, 18 landen) en levert 900.000 verschillende producten aan zo’n 90.000 klanten. Jaarlijks worden er maar liefst 5,5 miljoen producten verstuurd. Het bedrijf – een zelfstandig onderdeel van SHV Holdings – had vorig jaar een omzet van 1,9 miljard euro. De laatste jaren werkt ERIKS aan extra toegevoegde waarde, bijvoorbeeld door als co-engineer samen te werken met de klant. Maar ook met een supermoderne cleanroom, die eerder dit jaar in Alkmaar werd geopend.

• www.eriks.nl/nl/


overnam, werd in een pauze van een half uur alle gereedschap schoongemaakt. Bovendien droegen de mensen – waar nodig – handschoenen en gelaatschermen.

SAMEN VERGADEREN En dan is het tijd voor de rondleiding. Enthousiast en trots laat Groot het pand zien. Er werken in totaal zo’n honderd mensen. Het overgrote deel in twee ploegen van zes uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds in de productiehal. Op de begane grond, na de entree, bevindt zich een aantal vergader- en werkplekken. Allemaal op de glazen deur voorzien van de naam van één van de industrieën waarin ERIKS actief is – en op de wand van vloer tot plafond een mooie, bijbehorende foto. Die plekken, zegt Groot, zijn ook te gebruiken door ERIKS-medewerkers van andere vestigingen. ‘Ze kunnen hier lekker centraal met de klanten afspreken, vergaderen of gewoon een dagje komen Businessunitmanager Fred Groot in het nieuwe pand van ERIKS Industriële Kunststoffen in Ede: ‘We ondersteunen medewerkers met dagelijkse agile stand-ups, extra opleidingen en trainingen.’ Foto: John Voermans werken.’ Groot zelf zit op de eerste verdieping, zijn wij dé experts. Met specialistische vragen kan er nu materiaalgestuurd gewerkt worden. rechtsboven. Zijn kantoor – naam: Energy – zit komen collega’s bij ons. Wij kunnen alle moge‘Voorheen vroeg een klant een bepaald stuk aan het einde van het pand, na de werkplekken lijke bewerkingen uitvoeren, inclusief compleet gezaagd kunststof. Dat zaagden we en legden de van onder andere de verkopers, inkopers en bewerkte eindproducten volgens de specificatie rest van de plaat terug in de stelling. Nu kijken calculators. Hij wijst op de bureaus; allemaal van de klant.’ we wat er in de nabije toekomst nog meer uit met een simpele druk op de knop om te vormen Wat dan bijvoorbeeld? ‘Naast het leveren van die plaat nodig is. Dat zagen we ook alvast en tot ergonomisch verantwoorde stabureaus. ‘Mooi halffabricaten hebben we ons gespecialiseerd in leggen dat gelabeld klaar. Dat is natuurlijk veel toch?’ verspanende en thermische bewerkingen. Assemefficiënter.’ Een deur achter leidt naar de productiehal. Aan blage, buigen, koud zetten en warm vervormen. Groot bevestigt dat deze werkwijze ingewikkelder de linkerzijde, over een lengte van een kleine Polijsten, lassen, reinigen. En alles zowel serieis en meer vraagt van de medewerkers op de honderd meter, stellingen tot een hoogte van zo’n matig als via Quick Response Manufacturing. werkvloer. ‘Dat is voor de mensen een leerproces tien meter – vol met kunststof in alle soorten en Oftewel: van alle markten thuis.’ waar we ze graag bij helpen. Bijvoorbeeld met maten. Aan de rechterzijde: de machines voor het onze dagelijkse agile stand-ups, en maatwerk. En in het hart van de hal de trots van met extra opleidingen en traininGroot: een geautomatiseerd platenmagazijn gen. Zo kan wie dat wil er steeds annex productiecel. Voor en achter twee ‘robotnieuwe dingen bijleren. Dat maakt armen’ die kunststof platen van de vloer kunnen het werk volgens ons ook interespakken om ze op de frees- en zaagmachines te santer.’ leggen. Daar worden de platen in de gewenste vormen gefreesd of gezaagd en vervolgens op een pallet gelegd voor verzending naar de klant. ‘Dit OP DE GROEI kan 24 uur per dag, zeven dagen in de week’, zegt Het nieuwe pand is gebouwd op Groot. ‘We zetten de specificaties in de computer de groei, zegt Groot. ‘Er is een en de machines voeren het zaag- en freesplan groeimarkt en we zijn ambitieus. geheel zelfstandig uit.’ Dat kan ook als je kijkt naar onze Helemaal aan de rechterzijde, in afgesloten mensen en naar de mogelijkheden Maar het gaat niet alleen om de werkzaamheden gedeelten met klimaatvoorzieningen, onder hier. We kunnen bijvoorbeeld nog verder groeien in de productiehal. Want, net als de andere andere nog de thermische vervormruimte, de in de food-industrie. Speciaal voor die sector zijn businessunits van ERIKS, richt Industriële Kunstlijmruimte en de kwaliteitsruimte. En dan zijn we ISO 22000 gecertificeerd en kunnen leveren stoffen zich de laatste jaren meer en meer op er nog – ruime – plekken voor de werkvoorbeconform EC 1935/2004-wetgeving. Dat betekent advisering en co-engineering. ‘Ik denk dat daar reiders en de planners. dat we producten kunnen maken die in direct onze toegevoegde waarde ligt. Door vanaf het contact mogen komen met voedingsmiddelen. begin mee te denken kunnen we de time-toDat zal klanten verder ontzorgen.’ CENTER OF EXPERTISE market voor de klant zo kort mogelijk houden. En hoeveel zal Industriële Kunststoffen over een Terug naar Groots kantoor. Wat zijn eigenlijk de En dat is in zijn voordeel. Doordat we alle kennis jaar gegroeid zijn? Daar wil Groot geen absolute concrete gevolgen van de komst van het nieuwe en kunde gecentreerd hebben, zijn we in staat pand? ERIKS noemt het nieuwe onderkomen het uitspraken over doen. ‘Maar dát we groeien, is sneller en efficiënter voor de klant te werken.’ Center of Expertise Kunststoffen. Dat betekent een ding dat zeker is. We wilden een toononder andere dat het een kennisfunctie vervult aangevend bedrijf neerzetten, en dat is hiermee voor andere vestigingen – ook in het (Europese) wat mij betreft gelukt. Met alles wat we hier MATERIAALGESTUURD buitenland. En dat alle kunststofkennis, -voorkunnen maken, zetten we de juiste stap om onze De doorgevoerde automatisering heeft ook gevolraden en -productiemiddelen hier gebundeld klanten nog beter te bedienen. Daar ben ik van gen voor de werkwijze in de hal. Daar waar zijn. ‘Als het gaat om kunststoffen binnen ERIKS, ERIKS in het oude pand ordergestuurd werkte, overtuigd.’

‘ER IS EEN GROEIMARKT EN WE ZIJN AMBITIEUS’

september 2020

61


PRODUCTIESTRATEGIE

TOTAL SOLUTIONS PROVIDER SETTELS SAVENIJE: ONTWIKKEL- EN MAAKKENNIS ONDER ÉÉN DAK

HET ONMOGELIJKE MOGELIJK MAKEN, IN ÉÉN KEER Het onmogelijke mogelijk maken; dat is wat Settels Savenije group of companies drijft. Wat, naar hun overtuiging, (nog) beter lukt als alle activiteiten onder één dak zitten. Die klus is geklaard nu de machinefabriek – Precision Parts – is verkast van Ekkersrijt in Son naar TAQ, op complex Strijp T in Eindhoven. Van de ruime, lichte en transparante nieuwbouw profiteren alle groepsonderdelen. ‘Wij gaan ver om total solution provider te zijn.’

kundig ingenieursbureau. In 2006 ging het roer om en legde hij het fundament voor de huidige ‘group of companies’: niet meer alleen ontwerpen, maar de moeilijkste en meest kritische onderdelen zelf fabriceren – en op termijn ook modules en systemen in eigen huis assembleren. Daartoe werd in 2010 een aandeel – later een 100%-belang – genomen in de Sonse machinefabriek Bakker Fijnmetaal, een metaalbewerker die fijnmechanische precisiecomponenten en -producten produceert uit onder meer rvs, titanium en molybdeen. Twee jaar geleden werd de (handels)naam veranderd in Settels Savenije Precision Parts. Het zelf assembleren werd opgepakt nadat de geconditioneerde hal op Strijp T gereed was gekomen.

HEEL VEEL PROCESKENNIS

krijg je de kruisbestuiving die ervoor zorgt dat wat er bedacht wordt ook echt goed en efficiënt gemaakt kan worden.’

Het r&d-team van Settels Savenije is een grote klant van Precision Parts, maar niet de enige, zegt Dirk Dona. ‘We hebben ook veel ‘eigen’ klanten, met name in de medische sector.’ Aangezien die extreem hoge eisen stellen aan kwaliteit, nauwkeurigheid, cleanliness en reproduceerbaarheid, zet Settels Savenije zwaar in op materiaal- en proceskennis vergaren en borgen. ‘Voor de uitdagende dingen die wij graag voor onze klanten doen, is dat cruciaal’, zegt Dona. ‘Als het ons gelukt is een zeer lastig product helemaal perfect te maken, willen wij ook echt snappen hoe we dat voor elkaar gekregen hebben. Zodat wij dat ‘kunstje’ kunnen herhalen en misschien onze r&d-collega’s daar hun voordeel mee kunnen doen.’ De r&d-groep profiteert daar ook van, beaamt cto Pekelder: ‘Je kunt nog zulke mooie dingen ontwikkelen, als je die niet of alleen met een hoop gedoe kunt maken, heb je er niks aan. Dat fundamentele maakkennis van groot belang is om te kunnen voldoen aan de klantvraag naar nog betere, nauwkeurigere, complexere en schonere producten, wordt steeds breder gedragen.’ Wat zeker geldt voor organisaties als Settels Savenije, dat contract-r&d doet voor high level hightech maakbedrijven in de semiconductor-, de medische, analytische en micro-elektronicasector. ‘We gaan samen met de klant echt de diepte in.’

FUNDAMENT GELEGD

ALLEMAAL ‘OP TAQ’

Toen John Settels in 1987 begon, speelde dat nog helemaal niet bij zijn klassiek, werktuigbouw-

Settels Savenije telt nu circa 130 medewerkers. Ruwweg de ene helft werkt in de (serie)productie

Sven Pekelder (links) en Dirk Dona in een kantoorkamer met uitzicht op een deel van de productievloer van Precision Parts. Foto’s: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

S

ettels Savenije verbouwde het vroegere ‘pompgebouw’ van Philips ingrijpend met behoud van karakteristieke elementen, trok er in 2017 in en bouwde er een schone (cleanroom) assemblagehal aan vast – een nieuwe activiteit voor de groep, die Advanced Systems genoemd wordt. En daar was de kous niet mee af: meer nieuwbouw vergrootte de TAQ-locatie van 3.000 tot 8.500 vierkante meter vloeroppervlak, de binnentuin niet meegerekend. Precision Parts is één van de bewoners.

KRUISBESTUIVING De verhuizing was het sluitstuk van een meerjarenproject, dat ten doel had Settels Savenije nog beter neer te zetten als total solution provider en om alle bedrijfsactiviteiten onder één dak te brengen, aldus Sven Pekelder, cto, met r&d, strategie en business development in zijn portefeuille, en Dirk Dona, directeur van Precision Parts. Pekelder: ‘Als ontwikkelaar en fabrikant van zeer complexe hightech modules en systemen tikken wij de grens van het haalbare aan qua mechanica, mechatronica, fysica en cleanliness. Daar komt

62

september 2020

bij dat we permanent onder grote druk staan om die time to market te halen – én het in één keer goed moet. In onze filosofie betekent dit dat je de ontwerp- en maakkennis fysiek dicht bij elkaar moet hebben. Want daarmee creëer je een situatie waarin mensen als vanzelf kennis delen; dan

‘DOOR DE KRUISBESTUIVING KUNNEN WE SNELLERSCHAKELEN EN DE KLANT BETER BEDIENEN’


van precisieonderdelen en de assemblage van modules en systemen, de andere helft in r&d. Sinds kort allemaal op Strijp T oftewel ‘op TAQ’. In het ontwerp van de verbouwing was een slimme flow een prioriteit. Dona: ‘Aan de voorkant, waar het magazijn is gesitueerd en alle spullen binnenkomen ‘vuil’; schoon aan de achterkant waar geproduceerd wordt.’ Hij wijst op de onbelemmerde zichtlijn die het oude en nieuwe TAQ verbindt. En de vergrote meet- en testruimte is niet weggemoffeld, maar als een ‘aquarium’ centraal gesitueerd; idem dito de geconditioneerde kamer waar restgas-analyses gedaan gaan worden (zie kader). De cleanroom-assemblageruimte is nu nog leeg, maar zal eind dit jaar volop draaien. Het motief om dat allemaal te creëren, heeft niets met luxe te maken, zegt Sven Pekelder. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat mensen in een aangename, transparante werkomgeving met goede faciliteiten goed in hun vel zitten, elkaar opzoeken, van elkaar weten wie waar mee bezig is. Zonder dat je daar allerlei formele overleggen voor moet organiseren. Door die kruisbestuiving kunnen we sneller schakelen en de klant beter bedienen en samen met hem de nieuwe generatie producten ontwikkelen. Techniek is mensenwerk, zeker op het niveau waarop wij dat bedrijven. En dat doe je met zijn allen.’ Dirk Dona: ‘Wij kunnen moeilijke dingen doen door daar de juiste voedingsbodem voor te creëren.’

NIET ALLES ZELF DOEN Is Settels Savenije, als eind dit jaar alles up and running is, klaar voor de toekomst? ‘In de wereld

MET RESTGAS-ANALYSESYSTEEM EXTREEM CLEAN Settels Savenije is projecten misgelopen, omdat het niet over een restgas-analysesysteem beschikte. Zo’n vacuümopstelling gast gassen uit een metalen werkstuk, en uit de samenstelling van die gassen kan een sensor vaststellen hoe schoon dat werkstuk is. En voor veel klanten van Settels Savenije is aangetoonde, extreme cleanliness een eis. Dat moet afgelopen zijn, moeten ze in Eindhoven hebben gedacht. Dus werd samen met Masévon, specialist in de bouw van vacuümketels, een tiptop restgasDe vacuümkamer waarin straks de restgas-analyses gaan plaatsvinden. analysesysteem (RGA) ontwikkeld. Waar Settels Savenije hooggestemde verwachtingen van heeft, niet in de laatste plaats omdat die Restgas-analysesystemen worden met name ingezet grote werkstukken (2x2x1 meter) kan handlen. om prototypes en de eerste serieproducten te meten.

waarin wij zitten, volgen innovaties elkaar zo snel op dat je nooit klaar bent’, aldus Pekelder. Dona maakt dat concreet: ‘Sinds vorig jaar installeren we machines die wij ontwikkeld en gefabriceerd hebben bij de klant. Daar was vraag naar en dat gaat heel succesvol.’ Daarnaast is een serviceafdeling geformeerd die verder wordt uitgebouwd. Echt alles zelf doen is niet aan de orde. ‘De Brainport-regio bestaat bij de gratie van partnerships, weten wie iets beter kan dan jij’, zegt Pekelder. ‘Van de systemen die wij bouwen, maken we – laat me stoer doen – 10 procent van de onder-

delen zelf. De rest komt uit de supply chain. Door met onze toeleveranciers de diepte in te gaan, bereiken we dat ook zij moeilijke dingen kunnen maken.’ ‘Omdat we’, zegt Dona tot besluit, ‘de kennis in huis hebben. Als je niet weet waar je het over hebt, kun je zulke complexe projecten niet managen.’ De ‘onder-één-dak’-filosofie helpt daarbij. ‘Die kruisbestuiving zie je nu al plaatsvinden.’

• www.sttls.nl

Vlakbodem 10

3247 CP Dirksland

the Netherlands

+31 187 602 744

www.tbp.nl

info@tbp.nl

tbp also supplies the medical industry electronics manufacturing services

september 2020

63


Uw sector is ons vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie


AUTOMATISERING

WIE CONCURREREND WIL BLIJVEN, MOET VOORTDUREND MEE KUNNEN BEWEGEN

CTRLX AUTOMATION ZET GROTE STAP NAAR FABRIEK VAN DE TOEKOMST Het gonsde al een tijdje in de markt. Bosch Rexroth zou met een doorbraak komen: een automatiseringsplatform dat de traditionele grenzen tussen machinebesturingssystemen, IT en IoT zou opheffen. Inmiddels heeft het Boxtelse bedrijf ctrlX AUTOMATION gelanceerd. Daarmee komt de Fabriek van de Toekomst opeens een stuk dichterbij. DOOR JAAP JANSSEN STEENBERG

D

e productiewereld is in een hoog tempo aan het veranderen. Product life cycles worden korter en korter, terwijl de concurrentie toeneemt. En ondertussen volgen de technologische ontwikkelingen elkaar in zo’n rap tempo op, dat het steeds uitdagender wordt om met de markt mee te bewegen. Het is een situatie die Bosch Rexroth als geen ander kent. Het bedrijf is een van de wereldwijde marktleiders op het gebied van aandrijf- en besturingstechnologie en staat met zo’n 250 vestigingen in nauw contact met de markt. ‘Iedereen voelt wel aan dat we een nieuw tijdperk aan het betreden zijn’, vertelt Werner Knapen, specialist op dit gebied bij Bosch Rexroth. ‘Daarin maakt de traditionele fabriek met haar min of meer vaste indeling plaats voor wat wij de Fabriek van de Toekomst noemen. Dat is een fabriek waarin alleen de vloer, de wanden en het plafond altijd hetzelfde blijven; de rest is flexibel. Wil je als producent concurrerend blijven, dan moet je voortdurend mee kunnen bewegen.’

OPEN PLATFORM Daar is heel wat voor nodig. Een eigentijds machinepark natuurlijk, maar bovenal een open

ctrlX AUTOMATION doet de scheiding tussen machinebesturing, IT en IoT vervallen. Foto: Bosch Rexroth

automatiseringsplatform dat flexibel en schaalbaar is, en op alle niveaus en met alle interfaces kan werken. Dat is er nu, aldus Knapen: ‘Ik durf wel te zeggen dat ctrlX AUTOMATION het meest open automatiseringsplatform op de markt is. Het is een complete oplossing met alle elementen en systeemfuncties waar moderne productieautomatisering om vraagt. Bovendien vervallen de scheidingen tussen machinebesturing, IT en IoT: dankzij een realtime Linux-besturingssysteem, het consequent hanteren van open standaarden, programmeringstechnologie voor apps, webbased engineering en een uitgebreide IoTconnectie kan ctrlX AUTOMATION de kosten van componenten en engineering reduceren met 30 tot 50 procent.’ Knapen noemt nog meer harde cijfers: ‘Het aantal componenten kan met 50 procent naar beneden, de engineering kan 30 procent sneller en de productiviteit kan met 10 procent omhoog.’

VOORTMAN KIEST VOOR CTRLX AUTOMATION Voortman Steel Group uit Rijssen heeft de stap naar ctrlX AUTOMATION gezet. De wereldspeler in de staalverwerkende industrie past het automation-platform toe in een van de innovatieve machines die het aan het bouwen is. Lead engineer Frank Demmer verwacht veel van ctrlX AUTOMATION: ‘Vooral het feit dat de drives veel compacter zijn spreekt ons aan. Daardoor hebben we een kleinere elektrakast nodig, wat uiteraard tot een kleinere machine leidt. Daar zijn onze klanten blij mee, want in hun productiehallen telt elke vierkante meter. Bovendien hebben we met ctrlX AUTOMATION een verbeterde vermogensrange, die de klant nauwkeuriger op zijn behoefte kan afstemmen.’

Van de open standaarden, de app-programmeertechnologie en de IoT-toepassingen maakt Voortman nog geen gebruik. Senior electrical engineer Jeroen van den Poll: ‘We kunnen heel pragmatisch instappen, in de wetenschap dat ctrlX ons de komende jaren alle mogelijkheden biedt om verder te vernieuwen. Zo kun je in je eigen tempo inhaken op de ontwikkelingen in de markt.’ ‘En het oog wil ook wat’, besluit Demmer. ‘Wij maken kwalitatief hoogwaardige machines. Dan is het heel fijn als die kwaliteit wordt bevestigd wanneer je de deur van de elektrakast opent. Je ziet in één oogopslag dat ctrlX AUTOMATION veel zorg en aandacht heeft gekregen.’

MEEGROEIEN Design engineer Johs Heijmink: ‘We combineren een Linux realtime besturingssysteem met de nieuwste engineeringsoftware-technologieën en alle PLC- en Motion tasks, beschikbaar als ctrlX Drive, crtlX Core en ctrlX IPC. De apps kunnen met C++ en scripttalen worden geschreven, maar ook met nieuwe talen als Python, Node-Red, Java en Blockly. Bestaande programmeertalen als IEC 61131-standaard, PLC-Open en G-code worden natuurlijk ook ondersteund. Je bent niet meer afhankelijk van gepatenteerde systemen en kan de best beschikbare oplossing kiezen of ontwikkelen. Zie het als de smartphone van automatisering. Bovendien sluit dit alles aan bij de opleidingen van de nieuwe generatie softwareontwikkelaars.’ ctrlX AUTOMATION is direct in te passen in bestaande machines en te programmeren met traditionele talen. Het kan naadloos worden ingezet voor compleet nieuwe machineconcepten. Heijmink: ‘We zien dat de markt kiest voor geleidelijke implementatie. En dat kan ook, want je hoeft niet direct voor het gehele portfolio te kiezen. Ook de hardware is schaalbaar en naar wens in te vullen: van economische servodrive tot een geavanceerde servodrive met eigen intelligentie en een volledig open LINUX-besturingsplatform.’ ‘Dát we de weg naar de Fabriek van de Toekomst zouden inslaan, was al lange tijd duidelijk’, zegt Knapen. ‘Alleen wisten we – de markt – nog niet precies hoe en hoe snel. Het mooie van ctrlX AUTOMATION is dat je dat beide zelf bepaalt. Zo kun je optimaal blijven inspelen op wat de markt van je vraagt.’

• www.boschrexroth.com september 2020

65


CONTRACTEN

CONSTANT WIJZIGENDE SITUATIE KAN WEDERZIJDS VOORDEEL ONDERGRAVEN

LANGETERMIJNSAMENWERKING VERGT ‘MEEADEMENDE’ CONTRACTEN Een intensieve en langdurige samenwerking contractueel vastleggen, daar is veel voor te zeggen. Want die contracten hebben het principe good for you, good for me als fundament. Maar wat als de omstandigheden veranderen – en dat doén ze mettertijd – en wat goed is voor de één slecht uitpakt voor de ander? Meeademende contracten, waarin een ‘wederzijds voordeel clausule’ is opgenomen, kunnen dat voorkomen of vlot repareren, stellen de advocaten Marcel Westphal en Sven Johansen. ‘Door met meeademende contracten te werken, geven partijen elkaar lucht en, als het goed is, de wind in de zeilen.’

ONEVENREDIG PROFITEREN Beide advocaten zien in de praktijk vaak dat zakelijke partners, ondanks hun verbondenheid, niet in gelijke mate geraakt worden door de veranderingen. ‘Dat afspraken, bijvoorbeeld over prijzen en verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld service en onderhoud, op enig moment bij een partij beginnen te knellen. Meestal omdat ze gebaseerd zijn op bepaalde – niet meer realistische – aantallen producten. Het vasthouden aan die afspraken kan, bij veranderde omstandigheden, een van de partijen behoorlijk in de financiële problemen brengen. Tegelijk profiteert de andere partij dan vaak op onevenredige wijze van de bestaande afspraken. Een overeenkomst die aan het begin voor beide partijen voordelen bood, kan hierdoor in de loop der tijd voor een der partijen steeds slechter of zelfs onrendabel te worden. Van een evenwichtige samenwerking is dan geen sprake meer.’

NIET MEER WEDERZIJDS LUCRATIEF

Sven Johansen (links) en Marcel Westphal: ‘Samenwerken is een kwestie van geven en nemen; veranderende omstandigheden vragen om een verandering van het contract.’ Foto: WJ Advocaten

DOOR PIM CAMPMAN

V

oor de goede orde: dit artikel zoomt in op een intensieve en langdurige samenwerking tussen bedrijven in de (technische) maakindustrie. Een sector waarin dit in ons land usance is: een grootmacht als ASML besteedt zowat alles uit. Voor hun succes zijn de grote oem’ers sterk afhankelijk van first tiers in de toeleverketen – en die first tiers van second tiers enzovoort. Waarmee sluitende afspraken worden gemaakt over wat je levert in welke hoeveelheden, kwaliteit, levertijden en zo meer. En vaak ook over aspecten als service, onderhoud en aansprakelijkheid. Bij het maken van deze contracten wordt uiteraard zo veel mogelijk rekening gehouden met de op het moment van contractsluiting bekende omstandigheden. Ook worden daarin, vaak in overleg met juristen en advocaten, clau-

66

september 2020

sules opgenomen om de gevolgen van onder meer wanprestatie en overmacht te regelen.

WIJZIGINGEN ZIJN ZEKERHEID Met het sluiten van een stevig contract lijkt een succesvolle samenwerking, waar beide partijen blij mee zijn, verzekerd. Wat, volgens Westphal en Johansen, de meeste contracten echter niet regelen, is dat de omstandigheden waaronder het contract gesloten is, zich kunnen wijzigen. En dat dat in de loop van de tijd zal gebeuren, is toch een zekerheid. ‘De coronacrisis, stikstofcrisis, energietransitie, Brexit – noem maar op. De enige constante in het leven is constante verandering. Concurrentie wordt sterker, markten ontstaan of verdwijnen, maatschappelijk opvattingen en businessstrategieën veranderen en wetgeving wijzigt. Zo maar wat voorbeelden van veranderingen die direct of indirect invloed hebben op marktposities en inkoop- of verkoopmarges van een van de partijen.’

Is afspraak dan nog steeds afspraak? In principe wel. Sven Johansen: ‘Maar deze gang van zaken schuurt of is in strijd met de aanvankelijke doelstelling van partijen, te weten het bewerkstelligen van een voor beide partijen lucratieve deal. Deze verandering van omstandigheden zorgt er meestal voor dat de partij die in een nadelige positie is komen te verkeren er alles aan zal doen om de overeenkomst te beëindigen of, wellicht net zo erg, niet meer de juiste aandacht en zorg aan die overeenkomst zal besteden, met alle kwalitatieve verslechteringen voor de afnemer van dien. De aldus ontstane onbalans tussen de belangen van beide partijen leidt veelal tot onmin. Soms ook tot moeizame juridische procedures over de uitleg van een contract. Maar vrijwel altijd resulteert het in beëindiging van de overeenkomst en de samenwerking. Dat is echter niet nodig.’

KAARTEN TEGEN DE BORST Marcel Westphal: ‘Deze – onwenselijke – situatie ontstaat vaak doordat beide contractpartijen bij het aangaan van de overeenkomst de kaarten tegen de borst houden. Dat wil zeggen dat zij niet aan de andere partij kenbaar maken en in de overeenkomst vermelden wat hun reden is voor het aangaan ervan. Ook vermelden zij vaak niet wat hun commerciële en/of financiële belang c.q. gewin is bij de overeenkomst. Soms wordt het vergeten omdat het voor de partij zelf voldoende duidelijk is, maar voor de wederpartij niet. Naast onbedachtzaamheid en onoplettendheid kan ook onwil een reden zijn.’ Een beter alternatief: onderlinge onenigheid en voortijdige beëindiging van de overeenkomst voorkomen door in de


overeenkomst uitvoerig en eerlijk te vermelden waarom partijen de overeenkomst met elkaar aangaan en wat hun commerciële en financiële belang en/of profijt daarbij is. ‘Door daar open over te zijn, kunnen bedrijven namelijk met elkaars gerechtvaardigde belangen rekening houden.’

VAN TIJD TOT TIJD EVALUEREN Beide contractpartijen kunnen dan van tijd tot tijd, bijvoorbeeld van jaar tot jaar, evalueren of nog steeds aan hun beoogde doelstellingen voldaan wordt. ‘Indien de positie van een van beide partijen aanzienlijk verbetert of verslechtert – zeg

‘ONBALANS TUSSEN DE BELANGEN VAN BEIDE PARTIJEN LEIDT VEELAL TOT ONMIN’

met 10 procent of meer – kunnen partijen bezien of bijvoorbeeld een andere vergoeding of een andere verdeling van de rendementen en/of verantwoordelijkheden uitkomst biedt. Door zo’n aanpassing blijft de overeenkomst in evenwicht en kan ervoor gezorgd worden dat beide partijen

blijven profiteren van de samenwerking. Dan hoeft niemand ontevreden te zijn, of – erger – kopje onder te gaan en kan de keten in stand blijven.’

ELKAAR LUCHT GEVEN Sven Johansen: ‘Bedrijven die elkaars belangen daadwerkelijk respecteren en een evenwichtige langetermijnsamenwerking oprecht waarderen, zouden naar onze mening op andere wijze kunnen contracteren. Zij zouden niet alleen in de considerans (overwegingen, red.) van de overeenkomst uitdrukkelijk kunnen vermelden waarom en onder welke voorwaarden zij de overeenkomst aangaan en wat hun belangen daarbij zijn, maar ook een zogeheten Mutual Benefit Clause (wederzijds voordeel clausule, red.) kunnen opnemen.’ (zie het kader voor een voorzet van een dergelijke clausule) Marcel Westphal: ‘Door die op te nemen laten partijen, zoals in een goed zakelijk huwelijk, zien dat samenwerken een kwestie van geven en nemen is en dat veranderende omstandigheden vragen om een verandering van het contract. Hierdoor hoeven partijen hun samenwerking niet te beëindigen en zijn ze ook niet afhankelijk van de uitkomsten van juridische procedures over contracten. Partijen bepalen immers zelf hoe ze de overeenkomst opnieuw in balans brengen. Wij pleiten er dus voor dat zakelijke partners meer oog hebben voor elkaar en voor het doel van een afspraak en zich niet blindstaren op contractbepalingen. Door met meeademende contracten te werken, geven partijen elkaar lucht en, als het goed is, de wind in de zeilen.’

OPZET MUTUAL BENEFIT CLAUSE LID 1 Deze overeenkomst strekt ten voordele van beide partijen, een en ander zoals beschreven in de considerans onder X en/of in de overeenkomst in artikel Y.

LID 2 Op het moment dat de overeenkomst niet langer ten voordele van beide partijen strekt en een der partijen nadeel in plaats van voordeel bij deze overeenkomst heeft, bijvoorbeeld in het geval deze partij door de uitvoering van de overeenkomst verlies maakt, zullen partijen met elkaar in overleg treden.

LID 3 Dat overleg zal tot doel hebben om te bezien of de lusten en lasten van de overeenkomst zodanig kunnen worden herverdeeld en de rechten en verplichtingen zodanig kunnen worden vormgegeven dat er – wederom – sprake is van een wederzijds voordelige overeenkomst.

LID 4 Partijen verplichten zich ertoe te goeder trouw te onderhandelen en om zich in te spannen om een voor beide partijen gunstig onderhandelingsresultaat te bereiken dat – wederom – in overeenstemming is met het bepaalde in overweging X van de considerans en in artikel Y van de overeenkomst.

• www.wjadvocaten.nl

september 2020

67


CIRCULARITEIT

NIEUW, FLEXIBEL FLEET-CONCEPT VANDERLANDE IS GEBASEERD OP DUURZAAMHEID EN SERVITIZATION

‘CIRCULAIR DENKEN VERGT DE INZET VAN ALLE DISCIPLINES’ In Rotterdam en Dallas zijn pilots geweest. En op Lelystad Airport had het FLEETsysteem van Vanderlande uit Veghel, wereldmarktleider in efficiënte logistieke procesautomatisering, nu volop gedraaid als het vliegveld was opengegaan. FLEET is een compleet nieuw concept waarbij autonome-voertuigtechnologie wordt ingezet voor bagageafhandeling-op-maat. Vanderlande biedt het luchthavens aan als een as-a-service businessmodel. Het circulaire FLEET is ontwikkeld in een multidisciplinair team, los van de grote organisatie. Werkte dat? Was er genoeg sense of urgency? Wat had anders of sneller gekund? En wat nu, in coronatijd? ‘We zien in de markt een groeiende behoefte aan oplossingen die flexibel, schaalbaar en duurzaam zijn’, zegt Koen Evers, general manager afdeling n de tender van Lelystad Airport stond het FLEET. ‘Flexibeler dan de traditionele material ruim beschreven. De reizigers moeten snel handling-systemen: dat zijn grote transportsystevanaf het moment van aankomst in het vliegmen voor een dedicated oplossing op één bepaaltuig kunnen zitten en vliegtuigen moeten niet de locatie.’ In de eerste jaren zijn vaak al extra te veel omsteltijd nodig hebben. Kijk, dan kun je investeringen nodig omdat dingen in de praktijk met FLEET aan komen zetten en zo’n tender nog toch anders uitpakken dan gedacht. Ineens kunglansrijk winnen ook. Maar als een aanbesteding nen bijvoorbeeld de eisen voor screening van de bijvoorbeeld exact de lengte, kleur en dikte bagage aangescherpt worden. Fors uitbreiden na van de (vaste) bagagebanden voorschrijft, komt een aantal jaren is lastig, omdat het systeem dag een innovatief systeem nooit door de selectie. in, dag uit moet draaien. Dus schaft de klant een En de luchthavenwereld is wat dat betreft best systeem aan dat hij over zeg twintig jaar nodig conservatief. denkt te hebben. ‘Vaak zetten we dus iets weg dat nu nog forse overcapaciteit heeft. En de wereld FLEXIBILITEIT GEWENST verandert continu, dus wie zegt dat die capaciteit Het leveren van systemen met vaste transportin die vorm wel nodig zal zijn?’ banden legt Vanderlande al jarenlang geen windTegelijkertijd biedt de autonome-voertuigtechnoeieren. De bagagesystemen van het Veghelse logie steeds meer mogelijkheden. In distributiebedrijf draaien in zeshonderd luchthavens, waarcentra worden automated guided vehicles (agv’s) onder in de meeste van de twintig grootste luchtal veel langer gebruikt, vaak op lage snelheid en havens ter wereld. Het bedrijf telt meer dan 6.500 in niet zulke hoge aantallen. Maar de technologie medewerkers en zet ruim 1,6 miljard euro per is doorontwikkeld en agv’s kunnen nu in veel jaar om. Maar het wilde zijn portfolio verrijken grotere hoeveelheden (denk: elke koffer zijn kleimet een geheel ander systeem dat luchthavens ne, eigen agv) ook een alternatief bieden voor de meer flexibiliteit biedt. vaste infrastructuur op luchthavens. Agv’s zijn snel en flexibel. De klant schaalt op of af naar behoefte: wat is er vandaag, komend zomerseizoen, volgend jaar nodig? Hoe de agv’s bewegen en welke functies zij vervullen, is gedefinieerd in de software en dus snel aan te passen. Een gerichte, flexibele inzet zorgt voor minder energieFLEET is gebaseerd op autonome-voertuigtechnologie. Vanderlande heeft allerverbruik en minder materiaaleerst FLEET Bag geïntroduceerd: elk stuk bagage wordt op een eigen agv verbeslag. En zijn de agv’s niet meer voerd. De agv bepaalt zelf de optimale route door de luchthavenhal. Daarnaast nodig, dan kunnen ze makkelijk komen er ook nog FLEET Batch, voor een hele partij koffers, en FLEET Apron, voor platformoplossingen. FLEET is energiezuinig, flexibel en makkelijk op of af ergens anders aan het werk, al te schalen. Foto: Vanderlande dan niet gerefurbished.

• ‘Klanten zijn gewend hardware aan te schaffen

in plaats van een totale service.’ • Uitgangspunt is het zo lang mogelijk upgraden

en hergebruiken van de agv’s. • Vanderlande heeft deze technologie als

allereerste naar de vliegvelden gebracht. • ’Je hebt in zo’n ontwikkeltraject echt partners

nodig met hetzelfde DNA’

DOOR LUCY HOLL

I

68

september 2020

KORTE LIJNEN Vanderlande wilde luchthavens zo’n agv-oplossing gaan aanbieden, maar het concept wijkt dusdanig van de reguliere business af, dat een aparte afdeling werd ingericht, FLEET genaamd. Die bestond bij de start uit een stuk of vijftien mensen van zowel inkoop, technische ontwikkeling, projectuitvoering als sales en services. Een soort Vanderlande-in-het-klein, een ‘start-up’, die los van de grote organisatie snel kon gaan ontwikkelen, experimenteren, leren, proefdraaien en valideren. ‘We wilden een compact, multidisciplinair team met complete focus op FLEET, met veel interactie’, aldus Esther Kersten, strategy & sustainability manager. ‘Iemand van sales polst klanten voor een pilot, een engineer kijkt naar de technische mogelijkheden: je wilt zeer korte lijnen hebben’, vult solution manager Erik van Meijl aan. In 2017 begon het team, in 2018 draaide een eerste pilot met agv’s op Rotterdam The Hague Airport, en later ook op Dallas Fort Worth International Airport. Vanderlande is sinds 2017 onderdeel van Toyota Industries Corporation. Dat gaf FLEET een flinke boost, want Toyota heeft de benodigde agv-expertise en kan de voertuigen uiteindelijk ook in grote aantallen produceren.

VOLUME AFNEMEN Maar let wel: FLEET is veel meer dan het leveren van agv’s met slimme software: het verandert de manier van werken ingrijpend, het opent de weg naar een totaal ander businessmodel. Daan Stikkel, operations & service manager FLEET: ‘De hardware is onderdeel van een complete oplossing die Vanderlande levert. Ofwel: klanten nemen bij ons volume af om bagage te kunnen vervoeren. Waarom zou je als klant eigenaar moeten zijn van de benodigde agv’s? Het eigenaarschap bij de producent houden en daarmee de controle en verantwoordelijkheid voor het product, is een ideale opstap naar een circulaire


economie. Daar staan wij volledig achter.’ Vanderlande neemt het ontwerp, de bouw, de installatie, de financiering, het monitoren op afstand, het onderhoud en het upgraden van de software voor haar rekening. Dat vraagt een groter eigen kapitaalbeslag, maar dat is geen probleem: moeder Toyota biedt extra slagkracht. Servitization is een algemene trend, maar het is wel lastig. Luchthavens, vaak (semi-) overheidsbedrijven, Met de klok mee: Martijn Hamers, Erik van Meijl, Koen Evers, Esther Kersten en Daan Stikkel. Kersten: ‘We wilden een compact, multidisciplinair team vormen zoals gezegd een wat conservatieve met complete focus op FLEET.’ Foto: Bart van Overbeeke markt. Lelystad is een routines die normaal gevolgd worden als er versnellen. Het agv-platform zit sinds kort officiuitzondering, maar vaak ligt er veel vast in de klantorders binnenkomen, waren niet van toeeel in het portfolio. Luchthavens hebben zo nog tenders. Koen Evers: ‘Klanten willen de CAPEX, passing. Het FLEET-team had veel vrijheid om te meer te kiezen en kunnen desgewenst ook voor de aankoopprijs, weten, meer nog dan de total handelen en te leren. Tegelijkertijd maakte het een blended oplossing gaan. FLEET holt het cost of ownership. Ze zijn gewend hardware aan wel deel uit van de grote organisatie waar regureguliere businessmodel met zijn vaste bagagete schaffen in plaats van een totale service in te liere projecten en salestrajecten per definitie afhandelingssystemen niet uit. Daar is ook niekopen.’ Luchthavens hebben zeker interesse om prioriteit hadden. Dat werkte wel eens vertragend mand bang voor. Linksom of rechtsom: ‘Als deze over andere businessmodellen te praten, maar als er capaciteit of expertise van een andere afflexibele oplossing voordeel biedt aan onze klanzitten vaak vast in een traditionele manier van deling nodig was. werken. ‘De warehousingmarkt is flexibeler: “Als Koen Evers: ‘Wij op onze beurt hadden misschien oplossing X past bij wat wij nú nodig hebben en collega’s eerder en intensiever moeten betrekken ons voordeel oplevert, dan kiezen we daarvoor”.’ bij FLEET. We wilden eerst geïsoleerd zaken uitwerken en vervolgens terugstappen in het geheel, WIT PAPIER maar met die integratie hadden we wellicht wat Zo’n as-a-service model past bij circulair denken. eerder moeten beginnen.’ FLEET heeft in de eerNog niet elk onderdeel van de agv’s is compleet ste fase bewust gekozen voor suppliers met een circulair – daar wordt aan gewerkt – maar Vaninnovatieve mindset. Nu ligt de focus op opschaderlande garandeert wel volledige circulariteit ling en betrouwbaarheid, ook dat kost extra tijd. aan het eind van de rit. Uitgangspunt is het zo ‘Je hebt in zo’n ontwikkeltraject echt partners lang mogelijk upgraden en hergebruiken van nodig met hetzelfde DNA’, aldus Erik van Meijl. de agv’s, voordat de materialen uiteindelijk de recycling ingaan. Vanderlande werkt al een jaar of tien aan cradleZEKERHEID IN ONVOORSPELBARE WERELD to-cradle concepten. De BLUEVEYOR, een En dan is er de markt, waarin de urgentie om energiezuinige, circulaire transportband die op over te schakelen op flexibele, circulaire systemen Schiphol haar première beleefde, is daarvan een en andere businessmodellen nog niet breed ten, moeten we dit gaan bieden’, heeft ceo Remo voorbeeld. Esther Kersten: ‘We zijn er steeds meer wordt gevoeld. Of de coronacrisis daar iets aan Brunschwiler gezegd. Of Vanderlande wordt achter gekomen dat het niet gaat om enkel en veranderd heeft, moet nog blijken. Die coronakoploper in agv’s óf concurrenten gaan ermee alleen een goed, duurzaam product te ontwikkecrisis werkt enerzijds averechts, want luchthavens aan de haal en dat moet je niet willen als marktlen. We moeten kijken naar het totaal, inclusief hebben wel wat anders aan hun hoofd dan leider. Vanderlande heeft de autonome-voertuigsales, service, supply chain, noem maar op. investeren in duurzame systemen. Anderzijds laat technologie als allereerste naar de vliegvelden Circulair denken is niet optimaliseren vanuit de crisis zien hoe belangrijk flexibiliteit en schaalgebracht. Concurrenten nemen het idee hier en één enkele discipline, maar vanuit het geheel. baarheid is. ‘We zullen komende maanden ontdaar voorzichtig over. Met oog voor de complete levensduur. Bij FLEET dekken hoe klanten reageren’, zegt Koen Evers. ‘In hadden we de kans om vanaf een wit vel papier de eerste fase van de crisis stonden airports in een álles mee te nemen. Hoe halen we de optimale overlevingsmodus. Nu zijn ze wakker geschud BOCHTEN AFSNIJDEN performance uit de materialen, hoe verlagen we en gaan ze nadenken hoe ze zich beter kunnen Heeft dat Vanderlande-in-het-klein gunstig uithet energiegebruik, hoe standaardiseren en voorbereiden op de onvoorspelbaarheid van de gepakt? Ja, maar met de nodige uitdagingen. De modulariseren we?’ lijnen binnen het FLEET-team waren kort en er wereld en van hun business. Er is één zekerheid: kon relatief snel een pilot in Rotterdam worden de klimaatcrisis komt eraan en zal een vele malen gestart. ‘We hoefden niet eerst alles compleet uit grotere impact hebben op mens en economie BOUWBLOK ERBIJ te ontwikkelen, we hebben bochten afgesneden dan de huidige coronacrisis. Als iedereen zijn Het speciale FLEET-team is inmiddels weer meer om die eerste agv’s snel in de praktijk neer te verantwoordelijkheid neemt, kunnen we samen getransformeerd naar een ‘gewone’ afdeling kunnen zetten’, zegt Martijn Hamers, technology binnen Vanderlande. Dat is nodig: FLEET moet versnellen op weg naar circulariteit.’ development manager. Een minimal viable provan de bestaande structuren en sterktes gebruik duct volstond. Strakke, interne procedures en kunnen maken om vanaf nu op te schalen en te www.vanderlande.com

‘WAAROM ZOU JE ALS KLANT EIGENAAR MOETEN ZIJN VAN DE BENODIGDE AGV’S?’

september 2020

69


PRINTED ELECTRONICS

PE-KETEN IN ZUID-NEDERLAND WIL MEER EN SNELLERE MARKTINTRODUCTIES

DOORBRAAK VAN PRINTED ELECTRONICS NU ECHT AANSTAANDE Het missionariswerk in de printed electronics (PE) is achter de rug. Inmiddels zijn er al volop slimme PE-toepassingen in bijvoorbeeld de health, packaging en logistics. En als we er even voor gaan zitten, kunnen we zo nog een waslijst aan applicaties bedenken, klinkt het aan tafel in de Ginkelse Hoeve van de Link-uitgevers in Drunen. Negen partners uit het Printed Electronics-project in Zuid-Nederland zijn net voor de zomer in een buitentent aangeschoven: hoe staat PE ervoor en wat moet er gebeuren om dat drukken van elektronica op een flexibele ondergrond echt geaccepteerd te krijgen in de markt? Landelijk opschalen en nog meer samenwerken is geboden. Corné Rentrop (TNO): ‘De ultieme droom is dat dit heel gewoon wordt. Dat een ontwerper denkt van: “Oké, pak ik die pcb of doe ik het via PE?”’ MOMENTUM IS ER

DOOR LUCY HOLL

H

et is alweer een jaar of vijftien geleden dat de eerste grote conferentie over printed electronics in Nederland gehouden werd. ‘Jeetje mensen, gaan we wel snel genoeg? Hoe kan het rapper, waarop lopen we echt binnen in de PE-wereld? Is er een killer app?’, vraagt moderator van de avond Erik Teunissen, senior managing consultant bij Berenschot. Het is even stil aan tafel. Niks aan de hand, reageren de tafelgenoten, de acceptatie van zo’n nieuwe maaktechnologie duurt nu eenmaal lang. Kijk naar de fotonica, die heeft ook een paar decennia nodig gehad. Of 3D-printing, nog zo’n game changer: die had eerst een hoog gadgetgehalte en boort nu pas echt grote, serieuze markten aan.

PRINTED ELECTRONICS IN HET ZUIDEN Binnen OPZuid, een grootschalig Europees innovatieprogramma voor Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, loopt het project Printed Electronics. OPZuid richt zich vooral op het innovatieve mkb en wil meer samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Het vijfjarige Printed Electronicsproject eindigt halverwege volgend jaar en heeft een budget van ruim 3 miljoen euro (waarvan het bedrijfsleven 1,2 miljoen euro bijdraagt). Het PE-ecosysteem met onder meer het Holst Centre (met r&d-wereldfaam) moet beter benut worden. PE vormt in 2025 een volwassen markt met wereldwijd 200 miljard euro omzet, is de verwachting.

• www.stimulus.nl/opzuid 70

september 2020

Printed electronics breekt heus wel door. ‘Het gaat gebeuren, dat weet iedereen’, zegt directeur Valer Pop van de Eindhovense LifeSense Group. Hij heeft eerder die week een inspirerend gesprek gehad met Marcel Grooten, managing director van DoMicro in Eindhoven, ook aan tafel. DoMicro is expert in uiterst innovatieve productietechnologie voor flexibele hybride elektronica en micro devices. LifeSense Group ontstond vijf jaar geleden als spin-off van Holst Centre en levert nu haar producten al in 36 landen. Het begon met wearable healthcare product Carin voor vrouwen met urine-incontinentie: een combinatie van sexy ondergoed, slimme sensoren, een klein device dat data naar een smartphone stuurt, en een app met bekkenoefeningen-op-maat. Daar kwam Wil bij voor mannen met urine-incontinentie door prostaatkanker. En de Oopsie Heroes voor kinderen die bedplassen. Binnenkort volgt iets wat mensen met slaapapneu of overmatig snurken aan hun kleding kunnen vastmaken,

• ‘We willen alle producten nog kleiner, nog

flexibeler, nog energiezuiniger maken.’ - ‘Er zit altijd een aardige kloof tussen pure ontwikkeling en de uiteindelijke marktintroductie.’ - Het is heel belangrijk om voor meer goed opgeleide mensen te zorgen. - ‘Met PE produceer je in één keer de elektronica en hardware.’ - ‘Er zijn tig businesskansen, maar het moet duidelijk sneller.’

zodat ze tijdig een seintje krijgen dat ze zich moeten omdraaien in bed. Pop: ‘We willen alle producten nog kleiner, nog flexibeler, nog energiezuiniger maken. Dat kan uitstekend met printed electronics.’ Want, benadrukt hij: ‘Technologie is leuk, maar het gaat erom dat we er geld mee verdienen als regio.’ DoMicro heeft een berg aan kennis, LifeSense Group ziet overal ter wereld markten. Covid-19 heeft de digital healthcare aardig in beweging gezet. Verzekeraars willen ineens online behandelingen vergoeden, opa’s en oma’s mogen hun kleinkinderen niet zien en geven ze de Oopsie Heroes cadeau. Het momentum is er helemaal. LifeSense Group, DoMicro en andere partijen in printed electronics kunnen samen hele leuke dingen doen.

WEG VAN DE GROENE BORDJES Marcel Grooten: ‘PE draait om elektronica – en dus functionaliteit – integreren in oppervlakten, in producten. We willen loskomen van de starre

Fontys-lector Jan Bernards: ‘Afgelopen jaren hebben al meer dan vijftig studenten stage- en afstudeerprojecten gedaan in printed electronics.’


pcb’s. De smartphone bijvoorbeeld moet dunner en dunner: dat krijg je niet meer voor elkaar met die groene bordjes met chips erop.’ De klant wil technologie niet meer zien of voelen. ‘Wij zitten als DoMicro vooral aan de hardwarekant van PE: hoe zit het met de materialen, hoe krijg je alles daadwerkelijk geprint en verbonden? Dat intensieve voortraject met letterlijk veel aanklungelen en uitproberen wordt vaak schromelijk onderschat. Als er geen productieproces voor printed electronics is, valt er niks te maken. Zonder chefkok komt er niks op tafel. Die markt van bedplassers is er al eeuwen, maar wie nieuwe technologie daarvoor ontwikkelt, scoort. Samen komen we verder, dat is innovatie.’ Het Printed Electronics-project in Zuid-Nederland is er juist ook om alle partijen in de keten samen op te laten trekken (zie kader). Van bijvoorbeeld Holst Centre op de High Tech Campus Eindhoven (Holst is een onafhankelijk researchen innovatiecentrum, opgezet door imec en TNO), Universiteit Maastricht en Fontys Hogescholen aan de kennis- en ontwikkelkant, via DoMicro en Metafas die werken aan produceerbaarheid en aan verkoopbare toepassingen, tot bijvoorbeeld LifeSense Group en Signify (voorheen Philips Lighting) die de producten daadwerkelijk vermarkten. Hans van de Mortel is directeur-eigenaar van Metafas in Asten, specialist in mens-machineinterfaces en met zijn geavanceerde zeefdruktechnieken stevig bezig in de printed-electronics wereld. TNO heeft een apneuproduct ontwikkeld

Negen partners uit het Printed Electronics-project zaten op een mooie avond aan tafel in een buitentent achter de Ginkelse Hoeve in Drunen. Aan het hoofd: moderator Erik Teunissen van Berenschot. Helemaal links Corné Rentrop van TNO. Foto’s: Erik van der Burgt

waarvoor Metafas de verdere ontwikkeling deed om het in een betaalbare omgeving te kunnen produceren: een slimme sensormat die snurkers waarschuwt als ze te veel op hun rug liggen. Metafas neemt de mat nu in productie: ‘Er zit altijd een aardige kloof tussen pure ontwikkeling en de uiteindelijke marktintroductie. Dat vraagt om partijen die producten klaarstomen voor de markt. Dat hebben wij nu ook weer gedaan voor die apneumat. Technisch kan een product perfect zijn, vervolgens moet het ook nog te produceren zijn. Daarna is het worstelen met klinische trials, met wetten, regels en protocollen. De weg is lang, er zijn veel hick-ups om producten echt op de markt te krijgen.’ Marktintroductie kost simpelweg tijd, energie en geld, weten alle tafelgenoten. Zeker als het om healthcare gaat.

DATA VERZAMELEN EN ACTEREN Maar heb je eenmaal het basisconcept van bijvoorbeeld een druksensor te pakken, dan is dat vervolgens toepasbaar in vele producten, zegt Corné Rentrop, projectmanager hybrid printed & flexible electronics van TNO bij Holst Centre. Dat is het mooie van printed electronics. ‘Maak die basis zo universeel mogelijk. Koppel daar op een gegeven moment marktspecifieke eisen aan en zet de stap van wetenschap naar markt via allerlei producten.’ Jos Aarts, programmaleider wearable healthcare bij Maastricht University, ziet de opmars van PEapplicaties helemaal voor zich: ‘We willen mensen steeds meer thuis monitoren, dus dat vraagt LEES VERDER OP PAGINA 73

september 2020

71


72

september 2020


VERVOLG VAN PAGINA 71

flexibele slimme sensoren in de kleding of het matras om temperatuur, beweging, spierkracht, ademhaling of wat dan ook te meten. Denk ook aan overdracht van data met antennes in flexibele varianten.’ En laten we vooral revolutionair denken, gooit Valer Pop er een schepje bovenop: ‘We moeten niet alleen monitoren, maar ook genezen en behandelen op een non-invasieve manier op afstand. Dan zijn de pain & gain nog groter.’ Meteen actie ondernemen, is interessant, zegt Marina Toeters, co-founder van de Fashion Tech Farm en initiator van by-wire.net, waar technologie en kleding hand in hand gaan. ‘Het is niet alleen data verzamelen, maar meteen acteren. Een sensor voelt vocht, meteen actie. Een matras voelt spanning, meteen een massage. Dan wordt technologie ook eerder omarmd.’

‘WE WILLEN LOSKOMEN VAN DE STARRE PCB’S’

De toepassingen liggen in allerlei sectoren voor het oprapen. Jan Bernards is lector thin films & functional materials bij Fontys Hogescholen: ‘Afgelopen jaren hebben al meer dan vijftig studenten stage- en afstudeerprojecten gedaan in printed electronics.’ Zo maakten ze allerlei demonstrators, waaronder geprinte batterijen samen met DoMicro, een geprinte luidspreker samen met Metafas en pizzadozen voorzien van stickers met een realtime temperatuurindicatie samen met SPGPrints. Fontys verzorgt ook een onderwijsmodule over het maken van oleds en het inkjetprinten van materialen. Het is heel belangrijk om voor meer goed opgeleide mensen te zorgen.

SLIM PLAFOND Flexibiliteit, functionaliteit, vormvrijheid, kostenefficiency, minder materiaalverbruik: dat zijn de grote pro’s van printed electronics. Ook ontwer-

Peter Bancken (in het midden): ‘Het NS-station in Eindhoven heeft een plafond met duizenden pcb’tjes. Maar wat als je een oneindig lange lichtbaan kunt maken via printed electronics?’ Rechts naast hem Marcel Grooten.

pers in de automotive kicken op toepassingen, weet Hans van de Mortel: ‘Hoe mooi is een dashboard zonder knopjes, dus een compleet capacitive touchscreen. Schakelaartjes en pcb’tjes kosten geld, materiaal en ruimte. Met PE produceer je in één Hans van de Mortel (rechts): ‘Hoe mooi keer de elektronica en is een dashboard zonder knopjes, dus hardware.’ De autoeen compleet capacitive touchscreen.’ koper moet die technologie accepteren en ervoor willen betalen, maar ‘het is echt een mogelijke gamechanger in een zeer grote markt’. Peter Bancken, technisch projectleider bij Signify, is nieuw binnen het PE-platform in de regio, en Jos Aarts (links): ‘We willen mensen vertelt hoe printed steeds meer thuis monitoren, dus dat electronics ingezet kan vraagt flexibele slimme sensoren in worden voor grote bijvoorbeeld de kleding.’ Rechts naast oppervlakten – wanhem Marina Toeters en Valer Pop. den, plafonds – in kantoren en huizen. ‘Vergelijk het met een met pay per use. Dat maakt de acceptatie bij de raam: dat verlicht je kamer, maar niemand ziet eindgebruikers meteen makkelijker.’ het als lichtbron. Het is heel homogeen, heel diffuus. Het NS-station in Eindhoven heeft een nieuw plafond met duizenden pcb’tjes. Maar wat OP DE FIETS als je een oneindig lange lichtbaan kunt maken Het mooie van het ecosysteem in Zuid-Nedervia printed electronics?’ Dat grote vlak kan dan land is dat de partijen dicht bij elkaar zitten (‘op ook nog meeveranderen met het licht buiten in fietsafstand’) en steeds weer kunnen sparren over de loop van de dag. ‘We willen geen disco-idee, hoe ze producten optimaal kunnen ontwikkelen maar het licht kan gaan van gelig naar wit, hard en aan de man brengen. Lastig is wel dat printed wit en dan avondlicht. Of juist meer blauwig licht electronics toch nog steeds geen volwassen vakvoor meer arbeidsproductiviteit. Dit gaat verder gebied is, met duidelijke IPC-normen, standan puur verlichting: illumination, functionadaarden, bewezen levensduur, helderheid over liteit en wellbeing komen samen.’ recycling et cetera. Dat zijn showstoppers op het De technologie is er, de markt voor grote verlichmoment. En de partijen werken nu intensief tende oppervlakten is er, maar de total cost of samen, maar het OPZuid-PE-project is zowat ownership moet nog wel omlaag, denkt Peter afgelopen. We moeten naar een nog groter, nog Bancken, om een breder segment (denk aan breder samengesteld ecosysteem, is de wens. Erik autoshowrooms of warenhuizen) te kunnen Teunissen ziet een landelijk PE-NL gloren. Dit is bedienen. Wat moet zo’n PE-wand dan kosten, iets wat de regio overstijgt. Zijn tafelgenoten: ‘Er klinkt de vraag. Tsja, zijn tig businesskansen, maar het moet duidelijk wat hebben klanten sneller.’ Er landen veel minder producten op de ervoor over? Misschien markt dan er kansrijke ideeën zijn. Dat vraagt is een leasemodel iets. nog hechtere samenwerking. Jos Aarts: ‘Misschien Of laat de klant betamoeten we toch een elektrische fiets aanschaffen len per lumen. ‘Gooi er om onze actieradius te vergroten...’ een kwartje bij en je hebt weer elektriciteit’, www.holstcentre.com grapt iemand. Net als www.metafas.nl vroeger. Valer Pop: www.domicro.nl ‘We moeten alle PEwww.lifesense-group.com hardware heel betaalwww.signify.com baar houden en vooral www.by-wire.net ook met service geld www.fashiontechfarm.com verdienen. Bijvoorwww.fontys.nl beeld met data-anawww.maastrichtuniversity.nl lyses, met trainingen, www.berenschot.nl

• • • • • • • • • •

september 2020

73


PRODUCTIESTRATEGIE

ENVIOLO VERRUILT CHINA VOOR ‘FIETSLAND NEDERLAND’

PRODUCTIE E-BIKE-INTERFACE SNELLER, TEGEN LAGERE KOSTEN EN MINDER GEDOE Uitbesteden in China leverde nogal wat issues op. Mede daarom koos Enviolo voor het Eindhovense AME. Om voor de oem’er uit Amsterdam de engineering en productie te doen van de interface van een automatische versnellingsnaaf voor e-bikes. Inmiddels heeft de mechatronicaspecialist de nieuwste versie helemaal herontworpen. De assemblagetijd is teruggebracht van 24 naar 6 minuten.

Billy van den Ende (links) en Ate Sens op de AME-werkvloer met ide nieuwe interface, die vier keer zo snel als de vorige te assembleren is. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

O

p elke moderne e-bike kun je op de rider control-display op het stuur aangeven of zuinig met de batterij wilt omspringen of juist snelheid wilt maken. In het eerste geval kies je voor de ecostand, in het tweede zet je ’m op ‘sportief ’. Zit er ook nog een automatische continue versnellingsnaaf (continu variabele planetaire transmissie, CVP) van Enviolo op, dan kun je ook nog het aantal trappen per minuut selecteren waar je je lekker bij voelt (zie kader). De CVP is niet nieuw, maakt Billy van den Ende, director of brand experience van Enviolo duidelijk. Deze is ooit in de VS voor Fallbrook Technologies ontwikkeld voor onder meer auto’s en windturbines. Voor fietsen bleek het systeem zwaarder dan de vertrouwde derailleur en dus niet gewild. Dat veranderde toen vijftien jaar geleden de elektrische fiets opkwam: ‘Ineens

74

september 2020

deed het gewicht er niet meer toe. Het comfort des te meer.’

COMMUNICATIEPROBLEMEN In 2008 werd de eerste, handgeschakelde versie, onder de naam NuVinci, uitontwikkeld en de productie van de naaf uitbesteed bij partijen in China. Toen in 2012 de automatisch schakelende versie op de markt moest worden gebracht, koos het bedrijf voor de productie van de puur mechanische naaf wederom voor de Chinese leverancier. Maar voor de mechatronische interface van de CVP, die de trapsnelheid vertaalt naar een bepaalde schakeling, zocht de fabrikant – in tweede instantie – naar een andere supplier en vond die in AME in Eindhoven. ‘Uitbesteden van de interface in China leverde nogal wat issues op’, herinnert Van den Ende zich. ‘Mede vanwege het algoritme dat bepaalt bij welke verandering in het trapritme hoeveel moet worden op- of teruggeschakeld. Ook het door-

voeren van wijzigingen leverde de nodige communicatieproblemen op en we hadden geen zicht op de kwaliteit van de toeleverketen van onze leverancier.’

ERVARING MET MECHATRONICA Omdat de grootste groeikansen bleken te liggen op de Europese markt, koos Fallbrook in 2012 voor Nederland voor de hoofdvestiging van de divisie NuVinci, het huidige Enviolo. Toen ontstond ook het eerste contact met AME. ‘Zij beschikken over een team van mechanical engineers, electrical engineers en softwaremensen, geleid door systeemarchitecten en projectmanagers met veel ervaring met de ontwikkeling en productie van de mechatronica die we nodig hadden. Zij hebben toen meteen wat wijzigingen doorgevoerd om de produceerbaarheid te verbeteren. En de communicatie tussen hun en ons team verliep direct een stuk soepeler. Problemen waren ineens veel gemakkelijker op te lossen.’ Het sprak dan ook vanzelf dat toen in 2016 de volgende versie van de interface ontwikkeld moest worden, de engineering en de productie ervan weer bij AME terechtkwamen. ‘Aan de hand van enkele globale specificaties als het vermogen en de maten van de behuizing en na een afspraak te hebben gemaakt over de targetprijs, zijn we aan de slag gegaan’, verhaalt AME-accountmanager Ate Sens. ‘Dat resulteerde in een veel slimmer ontwerp, dat sneller is te produceren bij een hogere kwaliteit en een lagere prijs.’

MINDER COMPONENTEN EN KOOPDELEN ‘Dit nieuwe ontwerp’, illustreert Sens door een exemplaar van de interface uiteen te nemen en de onderdelen op tafel uit te stallen, ‘bevat de helft minder componenten. Deels doordat we elektronicacomponenten en chips zijn gaan toepassen waarin verschillende functies zijn geïntegreerd. Sommige zaten reeds in ons eigen PDM, voor andere zijn we op zoek gegaan in de markt.’ Het percentage koopdelen is flink gedaald: ‘Voor dit ontwerp zijn bijvoorbeeld geen kabeltjes nodig, dus hoeven we die ook niet in te kopen. In de vorige versie zaten kunststoffen tandwieltjes en behuizingdelen die we bij verschillende leveranciers inkochten. Nu spuitgieten we die zelf, in zelfgefabriceerde mallen.’


Dat AME veel productieactiviteiten in eigen huis kan uitvoeren, ‘verticaal geïntegreerd is’, is een groot voordeel, onderstreept Sens. ‘Ook bijvoorbeeld het bestukken van de pcba’s doen we in huis. Zit er een fout in een batch, dan kunnen we die in eigen beheer veel gemakkelijker en sneller oplossen dan wanneer we er eerst toeleveranciers bij moeten betrekken.’

KWART VAN DE TIJD De nieuwe interface is vier keer zo snel als de vorige te assembleren. ‘Omdat deze minder onderdelen bevat en er geen kabelverbindingen

‘DE COMMUNICATIE TUSSEN HUN EN ONS TEAM VERLIEP DIRECT EEN STUK SOEPELER’

de rotor erop te drukken. En de behuizing schroeven we niet langer dicht, maar lassen we ultrasoon. Het waterdicht sluiten van de behuizing is nu een kwestie van seconden.’ De totale assemblagetijd is teruggebracht van 24 naar 6 minuten, aldus Sens.

GROTE SERIES Op de werkvloer in Eindhoven is de nieuwe interface inmiddels volop in productie, direct naast de plaats waar nog de laatste series van de oude editie in elkaar worden gezet en waarvan er sinds 2012 zo’n 30.000 per jaar van gemaakt zijn. Ook van het nieuwe model moeten er meteen al flinke aantallen geproduceerd worden, maakt Van den Ende duidelijk: ‘In de eerste drie jaar willen we er hier minimaal 120.000 laten fabriceren. Want we hebben inmiddels 34 klanten voor dit product. Fabrikanten van e-bikes met elk hun eigen marketingplanning. Sommige, zoals Koga, Urban Arrow en Winora, willen er snel mee de markt op. Andere nemen meer de tijd’, waarmee de Enviolo-directeur doelt op onder meer Harley Davidson. ‘Die willen nu ook een e-bike op de markt gaan brengen, maar dat blijkt complexer dan ze dachten.’

CONTINU VARIABELE PLANETAIRE TRANSMISSIE Enviolo’s transmissies bevatten de zogeheten continu variabele planetaire (CVP)-technologie: in het binnenste van de naaf draait een serie metalen ballen (planets) rond een open as (sun). Om die ballen zitten twee geleidende ringen, een input- en een outputring. Door de ballen te kantelen, kan het snelheidsverschil tussen de twee ringen traploos geregeld worden. De eerste versie van de CVP werd handmatig ingesteld. De interface die AME engineert en produceert, zorgt voor een volautomatische, traploze overbrenging die de fietser in staat stelt ongeacht de omstandigheden in hetzelfde tempo te blijven trappen. Daartoe communiceert de interface die op de naaf in de achteras zit draadloos met de trapas. Enviolo was een fietstechnologie-divisie van Fallbrook International. Inmiddels heet het complete bedrijf Enviolo en is fietstechnologie de hoofdbusiness. De hoofdvestiging van Enviolo zit in Amsterdam, in Zwolle staat het Europese distributiecentrum.

• www.enviolo.com

KWALITEITSSTEMPEL meer gelegd hoeven te worden. Voorheen was de elektromotor met een kabel aan de pcba verbonden, nu is het een brushless DC-motor waarvan de stator machinaal direct op de printplaat gemonteerd wordt. De operator hoeft alleen nog

Hoewel veel fietsenbouwers met hun productie in Azië zitten, is het onwaarschijnlijk dat Enviolo op enig moment, als de nieuwe interface compleet is uitontwikkeld, de productie ervan in oostelijke richting gaat verplaatsen. ‘Vanwege die communicatieproblemen en omwille van de kwaliteit.

De klant ziet dat ook zo. Als ik vertel dat onze interface in ‘hightech Eindhoven’ in ‘fietsland Nederland’ wordt geproduceerd, zijn dat wel kwaliteitsstempels.’

• www.ame.nu

CAD/CAMSOFTWARE Weten dat het slimmer kan.

Met hyperMILL CAD/CAM-software, gaat u de komende jaren geld besparen.

Titaniumlaan 86 - 5221 CK - ‘s-Hertogenbosch

cncconsult.nl

september 2020

75


ENERGIETRANSITIE

BATTERY COMPETENCE CENTER: KENNIS OPBOUWEN EN DELEN IS CRUCIAAL VOOR OPSCHALEN E-MOBILITY

DIVERSITEIT PROBLEMEN VERGT SAMENWERKEN AAN OPLOSSINGEN Bij personenauto’s raakt elektrisch rijden aardig ingeburgerd. Maar hoe zit het in de B2Bsector? Wat kunnen voer- en vaartuigontwikkelaars van zware transportmiddelen ermee? Inzetten op batterijtechnologie is broodnodig om de energietransitie te realiseren. Maar producenten en toeleveranciers zitten nog met véél, zeer uiteenlopende vragen, zo bleek tijdens de rondetafeldiscussie die Link Magazine en Brainport Development organiseerden bij Spierings Mobile Cranes in Oss. Die levert sinds kort de City Boy, de eerste hybride mobiele kraan, en die slaat aan in de markt. De bijeenkomst maakte duidelijk dat de oprichting van een Battery Competence Center welkom is. Brainport Development neemt het voortouw.

• ‘Samen leren is in de e-mobilitywereld cruciaal,

• • •

• DOOR LUCY HOLL

M

enno Kleingeld, managing director van VDL Enabling Transport Solutions in Valkenswaard, zegt het recht voor zijn raap: ‘Innoveren doet vaak pijn, kost geld, kost energie. Ik vergelijk het wel eens met hoe indrukwekkend het is om vader te worden: het is mooi, maar je maakt wel veel mee. Technologie blijft maar doorgaan: zodra een

AAN TAFEL Bij de bijeenkomst waren vooraanstaande marktpartijen uit de zware voer- en vaartuigenmarkt. Onder wie Gert van Hoef (Hoeflon International), Arjan Ester (Aebi Schmidt Nederland), Peter van Terwisga (Damen Shipyards), Rik van Bruggen (Agrifac Machinery), Johan van der Kamp (Tobroco-Giant), Koen van Haperen (Heliox), Jack Martens (DAF Trucks), Menno Kleingeld (VDL ETS), Camiel Both (Spierings Mobile Cranes), Gerard Koning (RAI Automotive Industry NL), Koos Spierings (Spierings Mobile Cranes), Jan Wouters (Wautomotive) en Rutger van Poppel (Brainport Development).

• www.spieringscranes.com • www.hoeflon.com • www.agrifac.com • www.vdlets.nl • www.aebi-schmidt.nl • www.tobroco.nl • www.heliox.nl • www.damen.com • www.daftrucks.com • www.wautomotive.nl • www.raivereniging.nl/automotiveindustrynl • www.brainportdevelopment.nl 76

september 2020

model uitontwikkeld is, komt een volgende generatie alweer in zicht. Soms lijkt het of we continu proto’s aan het bouwen zijn.’ VDL ETS is vijf jaar geleden opgericht binnen VDL Groep om duurzame, innovatieve hard- en softwareconcepten te ontwikkelen voor zware e-mobility: elektrische bussen, vrachtwagens en AGV’s bijvoorbeeld. Een jaar of tien geleden begon VDL intensief over de productie van elektrische voertuigen na te denken. Nog weer wat jaren daarvoor introduceerde Eindhoven de hybride Phileas voor hoogwaardig openbaar vervoer, waarin erg veel innovaties tegelijkertijd zat. Té veel wellicht: de bussen waren hun tijd ver vooruit en de technologie was nog niet altijd even volwassen. Kleingeld: ‘Sinds de start van VDL ETS zijn we 750 voertuigen voor uiteenlopende toepassingen verder. Daar hebben we heel veel van geleerd. We focussen nu sterk op modulariteit: hoe kun je elementen als LEGO-steentjes ontwerpen en integreren? Samen leren is in de e-mobilitywereld

zodat je niet allemaal dezelfde leercurve hoeft te doorlopen.’ ‘Elektrisch rijden is business wise niet altijd een voor de hand liggende oplossing.’ ‘Wat er nu in de B2B-markt geëlektrificeerd is, is een fractie.’ Strengere regelgeving of incentives kunnen de introductie en opschaling van duurzaam transport versnellen. Een landelijk Battery Competence Center zou zo gek nog niet zijn.

cruciaal, zodat je niet allemaal dezelfde leercurve hoeft te doorlopen. Het is nuttig om over ieders fouten en leermomenten te praten, want reken maar dat er veel gebeurd is.’

EXPERIMENTEREN Dat is ook de reden waarom de directeuren en managers van heel uiteenlopende bedrijven naar Oss gekomen zijn. Ze willen helder krijgen welke raakvlakken er zijn, of ze met dezelfde vragen zitten en of er een Battery Competence Center moet komen om het ecosysteem te verstevigen. Voeren vaartuigontwikkelaars moeten allemaal iets met duurzaam rijden en zero-emissie, dat is duidelijk. En in alle oplossingen om aan de strenge eisen en normen van de overheid te voldoen, zit ongetwijfeld een batterij. ‘Iedereen experimenteert en kent zijn eigen problematiek, de een is al

Koos Spierings: ‘We zijn wel eens gaan kijken bij een accuproducent. De complete fabriek lag stil, zo bleek. Moet je dan toch maar vertrouwen houden en met die accubouwer in zee gaan?’


verder dan de ander’, aldus moderator van de avond Jan Wouters, voorheen verbonden aan RAI Automotive Industry NL in Helmond en nu onderzoeker en presentator vanuit zijn eigen Wautomotive. Hoe komt de Nederlandse industrie tot schaalvergroting? Welke nieuwe competenties vraagt e-mobility? Waar haal je goede, betrouwbare batterijen vandaan? Welke levensduur kun je je klanten eigenlijk garanderen? En willen ze sowieso betalen voor e-varianten? Na een kort voorstelrondje liggen er al vele vragen op tafel. Volgens Gerard Koning, manager green mobility bij RAI Automotive Industry NL, kan Nederland uitgroeien tot een uitstekende nichemarkt voor de productie van heavy duty-voertuigen met batterijtechnologie. ‘Maar daarvoor moeten we samen innoveren. Er is veel onduidelijk over veiligheid, wet- en regelgeving, standaardisatie, aansluiting op het energienet…’ Wat hem betreft mag dat Battery Competence Center er snel komen.

‘HET BLIJFT LASTIG OM TE BEPALEN WAAR WE ALS OEM’ER ONZE PIJLEN OP MOETEN RICHTEN’

KLANTVRAAG GERING Maar wat is nou eigenlijk het allerlastigste aan die e-mobility in de B2B-sector? Jack Martens, projectmanager advanced technology & external contacts bij DAF Trucks in Eindhoven dat al sinds eind 2018 samen met Nederlandse en Duitse klanten een veldtest met DAF CF Electric trucks uitvoert, weet het wel: allereerst moet de markt zélf willen. ‘Vroeger kwam de melkboer langs in zijn elektrische karretje. Dat karretje deed het altijd. Ergens zijn we iets verloren. Waarom is het nu zo ingewikkeld? Het grootste probleem is dat we gedwongen worden tot elektrificeren, tot zero-emissie. Maar zakelijke klanten gaan nog niet massaal overstag.’ Bij OV-bussen zijn er speciale e-tenders en maken diesels geen kans. Bij tenders voor trucks doen diesels áltijd mee en kiezen klanten daar nog steeds voor. ‘Die techniek is extreem betrouwbaar en betaalbaar en heeft een hoge restwaarde. Moet de overheid incentives geven? Moet een tank diesel duurder worden? Ik weet het niet. Maar feit is dat de markt nog erg onderkoeld reageert op e-trucks en het voor ons een enorme klus is om ze aan de man te brengen. Vergeet niet dat de marges in het transport marginaal zijn en elektrisch rijden business wise niet altijd een voor de hand liggende optie is.’ Nieuwe concurrenten als Nikola Motor Company

Accupakketten hebben zich nog niet jaren in de praktijk kunnen bewijzen. Maar Spierings wil die pakketten zeker niet zelf gaan bouwen.

met zijn waterbrandstoftrucks en Tesla beginnen fris, zonder legacy. ‘Natuurlijk kiezen ze dan voor elektrisch. Maar ook zij stuiten op hetzelfde probleem: mooi, zo’n e-truck, maar niet voor die hogere prijs, zeggen de klanten.’ Desondanks blijft DAF Trucks doorgaan natuurlijk, want ‘we willen een aandeel hebben op die nog kleine, elektrische markt en van daaruit groeien.’ Rik van Bruggen, innovation manager bij Agrifac Machinery in Steenwijk, producent van spuitmachines en bietenrooiers voor de landbouw, herkent het probleem. Ook in zijn markt is de vraag van de klant er nauwelijks: ‘We staan aan het begin van het ontwerp van een volgende generatie machines. Wat doen we? Elektrisch? Hybride? We hebben nu wereldwijd veel diesels van 200-300 kW bij boeren rondrijden. In landen als Australië en Canada maken ze werkdagen van twaalf tot zestien uur, met korte

pitstops.’ Hoe krijg je dat elektrisch voor elkaar, zeker als er helemaal geen verplichting is om over te schakelen op duurzaam?

GEEN SILVER BULLET In de scheepvaart is die druk er veel meer. Hoewel scheepvaart per ton verplaatste lading de meest energie-efficiënte vorm van transport is, zorgen alle schepen ter wereld voor 2 à 3 procent van de CO2-uitstoot, net zoveel als het zesde land qua uitstoot ter wereld. Peter van Terwisga, directeur r&d van scheepsbouwconcern Damen Shipyards Group, met het hoofdkantoor in Gorinchem: ‘De uitdaging is om echt snel te verduurzamen. We hebben een breed portfolio aan schepen, met een laag of zeer hoog geïnstalleerd vermogen en een sterk variërende actieradius: er is bij ons daarom niet één single silver bullet die het probleem gaat oplossen. Elektrificering is één van de mogelijkheden.’ Damen werkt al lang aan hybride vaartuigen. In 2014 werd een eerste hybride sleepboot opgeleverd en nu is er een volledig elektrische sleepboot aan de Port of AuckLEES VERDER OP PAGINA 79

CITY BOY IN OPMARS Bij Spierings Mobile Cranes is de City Boy met een opmars bezig, vertelt ceo Koos Spierings vooraf tijdens de rondleiding door de fabriek. Het is de eerste hybride mobiele kraan, een combinatie van een – relatief kleine –dieselmotor, een elektromotor en een batterijpakket. Spierings: ‘Hij is ultracompact, heel licht en uitgeklapt dertig meter hoog, opgetopt 55 meter. De City Boy is onze meest innovatieve kraan ooit, hij kan twee tot vier uur hijsen, en in de gridmode onbeperkt.’ Spierings biedt al langer modellen met een elektrische lift. Het bedrijf heeft alles bij elkaar een installed base in de wereld van 1.200 mobiele kranen. In Nederland heeft Spierings 30 procent van de markt. Belangrijk uitgangspunt: sales follows service. Luister altijd heel goed naar de klant. Foto’s: Bart van Overbeeke.

september 2020

77


Transforming companies into industry leaders. Passionate, Together & Challenging

Betrouwbaar, deskundig, innovatief en persoonlijk Dat zeggen onze klanten. Pulse maakt productie-, handels- en servicebedrijven toekomstbestendig door bedrijfsprocessen te optimaliseren met het Microsoft Dynamics 365-platform. Daarmee stellen wij klanten in staat om toonaangevend te zijn in hun industrie. Daag ons uit!

Pulse heeft ruim 200 klanten in de volgende branches: Bouwtoelevering Machine- en apparatenbouw Groothandel en distributie Automotive Metaal Kunststof en chemie

www.pulse.nl Noorderpoort 21, NL 5916 PJ Venlo Hanzeweg 1a, NL 7418 AW Deventer

78

september 2020

+31 (0)88 – 424 28 28

info@pulse.nl

Control your future


VERVOLG VAN PAGINA 77

land verkocht. Voor Kopenhagen en Canada zijn kleine en grote elektrische ferry’s ontwikkeld. ‘Damen voorziet een behoorlijke groei in de e-markt, met dezelfde kanttekening als DAF. De aanschaf is veel duurder en klanten kennen het goedkopere alternatief.’ Strengere regelgeving of incentives kunnen de introductie en opschaling van duurzaam transport versnellen. Transport van goederen is overigens belachelijk goedkoop binnen de gehele kostprijs, zegt Van Terwisga erbij. ‘Verduurzaming is haalbaar, geef wat meer geld uit aan transport zonder dat de eindklant het echt gaat merken. Stel als overheid eisen, maak regelgeving. Dat is echt nodig.’

kunnen. Dat bestond nog niet. Iedereen vroeg zich af wat dat moest worden. In 2018 zijn we gestart met elektrisch, in 2019 hebben we zo’n hijskraan acht maanden lang getest bij een klant. Er waren zeker veel kinderziektes, maar die klant wilde na een paar maanden al geen diesel meer.’

Een landelijk Battery Competence Center op de Automotive Campus in Helmond zou welkom zijn, is één van de conclusies van de avond.

JONGE MARKT

Spierings levert sinds kort de Een van de productiehallen bij Spierings. City Boy, de eerste hybride Het bedrijf bouwt sinds mobiele kraan (zie kader) en de kort de City Boy, de klanten vinden het prachtig. Nu EMISSIELOOS VEGEN eerste hybride mobiele zijn al tientallen City Boys in Aebi Schmidt in Holten, producent van materieel kraan. bestelling. Cto Camiel Both: voor gladheidbestrijding en veegtechnieken, ‘Waar we wel mee worstelen, is krijgt 90 procent van zijn opdrachten in Nederhoe jong de accumarkt nog is. land direct van de overheid, waaronder gemeenPakketten hebben zich nog niet ten en Rijkswaterstaat. ‘Overheden willen overal jaren in de praktijk kunnen stil en emissieloos vegen. Dus de vraag naar elekbewijzen. We willen dat pakket trisch materiaal is er bij onze klanten zeker, al zeker niet zelf gaan bouwen.’ Ceo wordt aan de voorkant soms harder geroepen Koos Spierings: ‘We zijn wel eens dan aan de achterkant wordt waargemaakt’, zegt Maar als ik zie wat voor mooie maakindustrie gaan kijken bij een accuproducent die grote parceo Arjan Ester. Eén vijfde deel van de omzet van we in Nederland hebben, dan kunnen we samen tijen had geleverd aan een grote heftruckbouwer. Aebi Schmidt is nu elektrisch. In Nederland is het heel mooie stappen zetten.’ Honderd procent Maar die bouwer besloot het ineens zelf te gaan marktaandeel verdrievoudigd door elektrisch aan beschikbaarheid en betrouwbaarheid zijn daarbij doen. De complete fabriek lag stil. Daar sta je dan te bieden. Vorig jaar wilde Den Haag zes nieuwe de heikele punten. Als een stadsbus met een lege als kleine oem’er. Moet je dan toch maar vertrouveegmachines: een producent van dieselmachines accu aan de kant van de weg staat, komt dat in de wen houden en met die accubouwer in zee gaan?’ bood ze aan voor een fors lager bedrag dan Aebi krant, ook al was het de chauffeur die dacht dat Het zou heel verstandig zijn om met meerdere, Schmidt. ‘Wij wonnen glansrijk omdat de tender 0 op de teller niet helemaal nul was, net als bij kleine oem’ers samen op te trekken richting accugebaseerd was op elektrisch. Nu liggen er een dieseltank. producenten, klinkt het aan tafel. De groten der opdrachten voor compleet elektrische veegaarde bouwen niet voor niks zelf, stelt Menno wagens in Amsterdam en Rotterdam. In Zwolle Kleingeld van VDL ETS. ‘Ze willen niet afhankeen Groningen zijn die al geleverd. Daarnaast wil LIEF ZIJN VOOR JE ACCU lijk zijn, ze willen veel meer controle hebben. Een de gemeente Groningen juist waterstof. Dus Bij Hoeflon hebben ze na lang wikken en wegen accu is zo’n cruciaal onderdeel, gelet op betrouwleveren we een tweede elektrische machine aan besloten zelf lithium-ion accu’s te gaan bouwen. baarheid, levensduur en geluidsarm vervoer.’ Holthausen Clean Technology in Hoogezand: Maar echt keihard een levensduur van zeg acht, Koen van Haperen, chief commercial officer bij die is zo modulair dat Holthausen er heel snel negen jaar garanderen kunnen ze nog niet. Heliox in Best, leverancier van innovatieve een waterstofvariant van kan maken.’ Gert van Hoef: ‘We weten het niet, de jarenlange oplaadsystemen voor elektrische bussen (zie ook Gert van Hoef, eigenaar van Hoeflon Internatioervaring is er nog niet. Ik weet wel: lithium, daar het artikel op pagina 44), bestempelt de toekomst nal in Barneveld, producent van minihijskranen, moet je lief voor zijn.’ Ofwel, de levensduur hangt van e-mobility als rooskleurig, al liggen de uitstelt dat een bedrijf ook zelf vraag kan creëren. af van zorgvuldig gebruik, en ook het batterijmadagingen nog voor het oprapen. ‘Want wat er nu Hoeflon begon in 2006 met de bouw van mininagementsysteem is erg bepalend. ‘Moet je dan in de B2B-markt geëlektrificeerd is, is een fractie. hijskranen. ‘Zo klein dat ze onder een deur door maar bluffen?’, reageert iemand. ‘Als je concurrent zegt “vijf jaar garantie”, zeg jij dan “tien jaar”?’ En kun je de accu vervolgens vervangen of refurbishen? Neem je dat mee in je aanbieding? ERIC-JAN DEKKER: ‘INTEGRAAL ONTWERPEN IS CRUCIAAL’ Johan van der Kamp, manager r&d bij TobrocoGiant in Oisterwijk, producent van shovels en verreikers, vat samen wat alle deelnemers aan System developer Post en Dekker in Amsterdam ziet welke vermogens heb je het echt, wat is haalbaar, wat het gesprek ook voelen: ‘Het blijft lastig om te onder zijn klanten uit de maakindustrie steeds meer zijn de trends, hoe zit het met de wensen en verwachbepalen waar we als oem’er onze pijlen op moevragen over elektrificeren. Oem’ers willen toe naar een tingen in de markt? ‘Kortom’, benadrukt Dekker: ‘Dit ten richten. Wat gaat de markt doen, hoe werkt volgende (duurzame) generatie van hun producten of vraagt om een integrale aanpak. Het behelst veel meer het stikstofbesluit uit, wat wil de overheid?’ systemen, maar wat dan en hoe dan? Moeten ze iets dan de keuze voor een nieuwe technologie. Hier liggen Een landelijk Battery Competence Center op de met batterijen, met waterstof, iets hybride? De vraagook grote uitdagingen qua businessmodel en een Automotive Campus – in Helmond – zou daarstukken zijn anders dan voorheen, de aanpak van Post solide inrichting van de supply chain. Waar hecht de om zo gek nog niet zijn. Dat brengt uitdagingen en Dekker is vertrouwd en gedegen als altijd. ‘Een tijdje klant waarde aan, welke risico’s zijn er, hoe ga je om en knelpunten in beeld en zorgt dat er kennis geleden kwam een klant bij ons die een nieuw platform met toeleveranciers die wellicht nog niet zo volwassen verzameld en gedeeld wordt. Rutger van Poppel wilde voor zijn voertuigen voor een stedelijke omgeving’, en leverbetrouwbaar zijn als je gewend bent? Als wervan Brainport Development en Gerard Koning zegt mede-eigenaar en consultant Eric-Jan Dekker. kelijk alle aspecten bekeken zijn, kunnen verstandige van RAI AutomotiveNL gaan ermee aan de slag. ‘We zijn concept-studies gaan doen om de klant te keuzes gemaakt worden.’ Het moet een niet te grote, slagvaardige organiondersteunen in zijn keuzes.’ Daarbij komen vragen satie worden. Dan weet ‘Den Haag’ meteen naar voren als welke functionaliteit is gewenst, welke dat de industrie heel serieus inzet op batterijwww.postendekker.nl energiebron kun je inzetten voor welke functie, over technologie.

september 2020

79


KETENINTEGRATIE

RESEARCH INSTRUMENTS EN MASÉVON GROUP LOPEN GELIJK OP IN PRODUCTIETECHNOLOGIE

PARALLELLE ROADMAPS, INTENSIEVE KENNISOVERDRACHT Het Duitse Research Instruments GmbH (RI) is groot geworden met hoognauwkeurige componenten en systemen voor deeltjesversnellers. Het scala aan productietechnologieën zet RI nu ook in voor medische technologie en de industrie. De focus ligt op het ontwerpen en het maken van prototypes en soms ook kleine series. Serieproductie besteden ze het liefst uit aan partners zoals Masévon Group. De twee bedrijven hebben een bijzondere klik omdat ook Masévon een divers palet aan technologieën biedt, van vacuümtechnologie tot precisieverspaning. ‘We kunnen elkaar juist helpen, want we zullen allebei alle moeite moeten doen om onze klanten te bedienen.’

DOOR HANS VAN EERDEN

F

ysici begonnen in de jaren tachtig in Bergisch Gladbach (D) met de ontwikkeling van hoognauwkeurige modules voor versnellers. Daarvoor moesten ze het zeer zuivere, supergeleidende niobium lassen; om verontreiniging te voorkomen, gebeurde dat onder vacuüm met een elektronenbundel. Zo leerden ze meerdere geavanceerde productietechnieken beheersen. Voor marktverbreding keken ze naar medische toepassingen van versnellertechnologie. Zoals protontherapie voor tumorbestrijding, nauwkeuriger en dus effectiever en patiëntvriendelijker dan röntgenbestraling. Het bedrijf, toen ACCEL Instruments geheten, bouwde er synchrotrons voor, versnellers die de protonen voor kankertherapie leveren. Met enkele projecten werd aangetoond dat het werkt. ‘Daarmee stonden we voor de uitdaging onze systemen in grotere aantallen naar de markt te brengen’, vertelt Hanspeter Vogel, managing director van RI. ‘Onze marktbewerking was echter ingericht op researchtoepassingen: conferenties bezoeken en met wetenschappers praten. Wij hadden geen link met de medische markt.’ Een impasse dreigde en uiteindelijk nam in 2007 het medisch-technologisch bedrijf Varian de onderneming over. Twee jaar later werd de wetenschappelijke poot bewust verzelfstandigd tot Research Instruments (RI).

80

september 2020

Hanspeter Vogel (RI, links) en Elgar van der Bij (Masévon): ‘Onze roadmaps bewegen zich, met name voor de semiconindustrie, in dezelfde richting.’ Foto: VE Tekst

RICHTING SEMICON In ruim tien jaar is RI uitgegroeid tot een bedrijf met 250 medewerkers dat zich toelegt op het ontwerpen, produceren en testen van hoogwaardige componenten en systemen voor research, gezondheidszorg en industrie. Deeltjesversnelling is nog steeds een belangrijke toepassing en daar is kernfusie bij gekomen. RI ontwikkelt nu ook systemen voor de grote experimentele fusiereactor ITER die in Frankrijk wordt gebouwd. Verder levert het nog altijd componenten voor de protontherapiesystemen van Varian. Een nieuwe markt is de semicon-industrie, waar RI onder meer levert aan wereldwijde marktleiders op het gebied van halfgeleiderproductiemachines. Aan deze bedrijven levert RI euv-bronnen (voor extreme ultravioletstraling) – niet de hoogvermogenbronnen in het hart van de nieuwste lithografiemachines, maar laagvermogenbronnen die in research worden gebruikt. Via de machinebouwers kwam RI ook in contact met de supply chain voor ontwikkeling en productie van kritische mechanische componenten. ‘Klanten komen met een vraag en onze fysici en engineers bedenken daar, vanuit onze brede productieachtergrond, een oplossing voor’, vertelt Vogel. ‘Vervolgens produceren wij dan prototypes en one-off ’s, altijd op klantspecificatie, en soms

kleine series. Serieproductie en activiteiten die voor RI non-core zijn, besteden we uit bij gespecialiseerde bedrijven.’ In 2016 kwam RI via contacten in de semicon-industrie terecht bij Masévon Group, die vanuit de verschillende businessunits een belangrijk stuk van de behoefte van RI bleek te kunnen invullen.

INTENSIEVE KENNISOVERDRACHT ‘Wij werkten al voor diverse high-end klanten met gelijksoortige behoeftes en ook vanwege de richtingen waarin RI zich ontwikkelde, paste het bedrijf bij ons’, verklaart Elgar van der Bij, cco van Masévon Group (ruim 200 medewerkers). ‘Hun eerste verzoek was relatief eenvoudig, een vacuümkamer zoals wij die al veel vaker hadden gebouwd. Maar al tijdens de rondleiding langs hun faciliteiten realiseerden we ons dat we RI veel meer te bieden hadden. We begonnen bij de vacuümkamer en kwamen in het eerste gesprek al bij verschillende andere veeleisende producten uit. Bij elk volgend verzoek van RI was het telkens: kunnen jullie dit ook, hebben jullie dat ook? Vaak was ons antwoord dan ja.’ De groep bestrijkt met vijf productielocaties (Masévon Technology, Vernooy Vacuum Engineering, Tuin Mechanical Parts, Haarhuis Advanced Constructions en als nieuwste Masévon Advanced


Systems) een scala aan competenties, zoals hightech systems, vacuümtechniek en nauwkeurige verspaning en constructie.

IN DEZELFDE RICHTING ‘RI heeft behoefte aan specifieke kennis en competenties die wij al in huis hebben of die op onze roadmap staan. De roadmaps van de beide bedrijven gaan deels in dezelfde richting.’ Vogel en Van der Bij wijzen op de almaar stringentere eisen in de semicon en de farma aan de reinheid van producten en productieprocessen. Masévon bouwt er zelfs een nieuwe fabriek voor, waar Masévon Advanced Systems complexe systemen onder ultraschone condities kan produceren. Vogel: ‘Ik heb er vorig jaar nog met Henk Kieft (dga Masévon Group, red.) over gesproken. We bewegen ons in dezelfde richting naar klanten in de halfgeleider- en de farmaceutische industrie. We hebben veel overlap en dat zou zelfs tot concurrentie kunnen leiden, maar ik zie geen probleem. We kunnen elkaar juist helpen, want we zullen allebei alle moeite moeten doen om onze klanten te bedienen. Wat Masévon heeft gedaan met de bouw van die nieuwe fabriek, dat willen wij ook. In ongeveer een jaar moet hier (in Bergisch Gladbach, red.) een nieuwe faciliteit voor ultraschone productie staan.’ Van der Bij spreekt van intensieve kennisoverdracht, in beide richtingen. ‘En als we iets nog niet kunnen wat RI vraagt, dan willen we het gaan ontwikkelen. Want we hebben dan misschien geen ervaring met dat specifieke proces, maar wel met het telkens weer ontwikkelen van nieuwe processen.’

TITANIUM VACUÜMKAMER Vogel en Van der Bij illustreren hun betoog met de vacuümkamer annex drukkamer van titanium die Masévon voor RI moest gaan maken. Zoiets had Masévon nog niet eerder gedaan, aldus Van der Bij. ‘Een team van RI heeft ons geholpen om het proces daarvoor te ontwikkelen. Zij willen altijd zelf het productieproces begrijpen, maar als het zover is, dragen ze het over aan partners zoals

‘ALS WE IETS NOG NIET KUNNEN, WILLEN WE HET GAAN ONTWIKKELEN’

Masévon. Zo hebben ze bijvoorbeeld intensief overlegd met onze lassers en verspaners. Wij hebben speciale tools voor die titanium vacuümkamer ontwikkeld, zoals een glovebox waarin we gecontroleerd kunnen lassen, want dat mag niet in de open lucht. Deze investering hebben we puur voor RI gedaan en dat heeft zich al vertaald in meerdere orders. Maar wat we geleerd hebben

over titaniumlassen, kunnen we wellicht ook voor andere klanten gebruiken.’ Omgekeerd leert RI van Masévon, aldus Vogel. ‘Bijvoorbeeld over de details in productie, om ervoor te zorgen dat een ontwerp goed maakbaar is. Daarnaast delen we vaak informatie over de toeleverketen met elkaar. Zo kunnen wij ons eigen netwerk van specialistische toeleveranciers uitbreiden. Wij kunnen niet gewoon een request uitzenden naar tien bedrijven en dan de goedkoopste offerte selecteren. We moeten eerst checken of ze technisch kunnen wat wij vragen en of ze de juiste mindset hebben: zijn ze bereid met ons nieuwe wegen in te slaan en uitdagingen aan te gaan? Vaak komen we dan bij moedige kleine (familie)bedrijven terecht.’

HELE GROEP BENUTTEN Zoals leden van de Masévon Group, haakt Van der Bij in. ‘Vernooy, Tuin en Haarhuis tellen elk twintig tot zestig medewerkers en hebben daarmee de flexibiliteit van kleine bedrijven, terwijl de groep de stabiliteit en financiële slagkracht van een groter bedrijf heeft. Ernst-Christian Mackensen (hoofdinkoper van RI, red.) heeft half schertsend wel eens gezegd dat hij bij alle Masévon-bedrijven orders wil plaatsen. Hij wil de toegevoegde waarde van onze complete groep benutten.’

• www.research-instruments.de • www.masevon.com

Experts in Man and Machine Today, our robots work both for, and with, people. Together, we make production smarter even in the most sensitive environments.

People drive change. Robots accelerate the pace.

www.staubli.com

Stäubli Benelux N.V., Tel. +32 56 36 40 04, robot.be@staubli.com

september 2020

81


REISVERSLAG DEEL 3 (VAN 3)

AAE EN ISAH RONDEN ERP-IMPLEMENTATIE AF

VOORWAARDEN: WEDERZIJDS VERTROUWEN EN WEDERZIJDSE INSCHIKKELIJKHEID De problemen die social distancing-regels met zich meebrengen, waren het laatste extra zetje dat veel AAE-medewerkers nodig hadden om het nieuwe ERP-systeem voluit en op de juiste manier te gaan gebruiken. Maar zonder de coronacrisis was de implementatie uiteindelijk ook geslaagd, weet Paul van Abeelen van Isah Business Software. Het is nu eenmaal een zeer omvangrijk traject. Het derde en laatste deel van het verslag van een reis die begon in de zomer van 2017.

• ‘Onwennigheid raak je alleen kwijt door het

systeem helemaal goed te gaan gebruiken.’ • ‘Voortaan wordt steeds vooraf bepaald of het

een projectorder of een MRP-order wordt.’ • Het aanschaffen van een ERP-systeem vergt

een hechte samenwerking. • ‘We doen er alles aan om samen met de klant

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

‘J

ullie zijn het eerste externe bezoek dat ik sinds maart ontvang’, begint Frank Mulders, managing director van AAE. Dat bezoek neemt plaats aan een ronde tafel die met plexiglas schermen in vieren is gedeeld. Het is medio juli en bij machinebouwersysteemleverancier AAE worden de coronamaatregelen voorzichtig afgebouwd. Zo is het aantal compartimenten waarin de onderneming was opgedeeld teruggebracht van acht naar drie. ‘Nu pas weer heb ik fysieke meetings, tref ik collega’s die ik maandenlang alleen via Teams gezien heb.’

Mulders. Want in maart waren alle ERP-modules al lang en breed geïnstalleerd en kon iedereen ermee werken, conform de instructies gegeven tijdens de trainingen van Isah. Maar dat gebeurde niet. ‘Teveel mensen hadden nog onvoldoende besef van de samenhang van het systeem. Dat wanneer je bijvoorbeeld een verkooporder onvolledig inboekt, dit leidt tot inkooporders die niet helemaal kloppen, voorraden die niet correct in de Warehouse-module staan. Verder was nog niet goed ingedaald dat wanneer je na vier uur werken aan een productieorder niet in de Shop Floor Control-module meldt dat je klaar bent, er met minder capaciteit gepland wordt dan er beschikbaar is.’

ONVOLDOENDE BESEF SAMENHANG Ook Paul van Abeelen is aangeschoven voor het derde artikel over het ERP-implementatietraject dat Isah Business Software samen met het Helmondse AAE uitgevoerd heeft. Het vorige gesprek was eind 2018. Toen was de verwachting nog dat ‘implementatiefase 3’ medio 2019 zou worden afgerond. Dat is echter pas net gelukt. En dat direct na de zomervakanties gestart kan worden met fase 4, blijkt mede te danken aan de sociale beperkingen die de coronacrisis met zich meebracht. ‘In maart nog was ik niet tevreden over de voortgang, maar nu ben ik zeker positief ’, aldus

DREMPEL GESLECHT Dat was geen onwil, weet Mulders, maar onwennigheid: medewerkers moesten op een nieuwe manier gaan werken. ‘Onwennigheid die je alleen kwijt kunt raken door het systeem helemaal goed te gaan gebruiken. Want pas dan ervaar je het gemak en de tijdsbesparing en wil je al gauw niet anders meer.’ Uiteindelijk versnelde de coronacrisis het adoptieproces. ‘Ineens moesten medewerkers een manier verzinnen om snel en duidelijk te communiceren met collega’s in die andere compartimenten. En toen drong pas echt door dat daarvoor het ERP-systeem klaarstond.’

AAE MANAGEMENT INFORMATIE SYSTEEM Het complete informatiesysteem van AAE, AMIS (AAE Management Informatie Systeem) genaamd, bestaat naast het ERP van Isah en het PDM van Siemens nog uit een aantal andere systemen, van andere leveranciers. Een bewuste keuze om niet alle IT-systemen zo veel mogelijk geïntegreerd en van één leverancier als SAP af te nemen, vertelt Frank Mulders. ‘Het wordt dan een te complex geheel dat niemand meer goed

82

september 2020

doorgrondt. Wij kiezen bij elke hoofddiscipline, functie en proces voor de state-of-the-art software van de beste specialisten op hun terrein. Vervolgens presenteren we met Power BI van Microsoft de informatie uit de diverse systemen in dashboards. Zo kunnen we vlot inspelen op eventuele nieuwe ontwikkelingen, zonder de integraliteit uit het oog te verliezen.’

het maximale eruit te halen.’

ALS LEREN ZWEMMEN Het succes van een implementatietraject is overigens niet afhankelijk van de toevallige noodzaak tot social distancing, maakt Van Abeelen meteen duidelijk: ‘Het is als leren zwemmen: dat leer je ook pas echt in het water, niet als je op het droge uitgelegd krijgt hoe je je armen en benen moet bewegen. Dus hadden wij in februari een ervaren consultant van ons hier gedetacheerd die de gebruikers, door samen achter het toetsenbord te gaan zitten, gebruikservaring met ERP liet opdoen. Hij was hier net twee dagen toen de crisis uitbrak.’ Van Abeelen wil maar zeggen: de implementatie was hoe dan ook gelukt, maar vergt tijd want is nu eenmaal complex. ‘Bij de start was bijna alles nieuw, niets vanzelfsprekend. De afkorting ‘PO’ bijvoorbeeld staat bij AAE voor purchase order terwijl wij ‘productieorder’ veronderstelden. Dat soort misverstanden los je soms pas na enige tijd op.’ Daar kwamen voor AAE nog een paar uitdagingen bij. Het bedrijf is sinds de start van de implementatie in de zomer van 2017 zeer fors gegroeid, van 145 medewerkers toen naar 435 nu, van 61 desktopgebruikers toen naar 161 gebruikers nu, van 0 toen naar 10 Isah-Mobile gebruikers voor het warehouse nu en van 0 Shop Floor control- en Time Registration-gebruikers drie jaar geleden naar 435 op dit moment. ‘Het zittende personeel moest dus de nieuwkomers inwerken in hun functie én parallel daaraan trainen in het gebruik van het nieuwe ERP-systeem’, duidt Mulders.

VAN PROJECT- NAAR MRP-GESTUURD Extra complicerend was ook dat AAE altijd een projectgestuurd bedrijf is geweest en het vorige ERP-systeem navenant was ingericht. ‘Dat betekende’, vertelt Mulders, ‘dat elke order, ook de


zoveelste repeat, telkens weer moest worden ingeboekt en iedere keer weer alle daarvoor benodigde materialen moesten worden besteld. Nu wordt 90 procent van de orders voorraadgestuurd verwerkt, en werken we met Materials Requirement Planning (MRP, red.). Dat betekent onder meer dat het systeem slim klantorders clustert, checkt welke onderdelen daarvoor nodig en op voorraad zijn en het ontbrekende via geclusterde orders inkoopt of via productieorders de onderdelen gaat aanmaken. Deze overgang had tijd nodig om te Een ERP-implementatietraject kan, zo heeft Frank Mulders (links) ervaren, alleen succesvol verlopen ‘als je samen een gemeenschappelijk doel nastreeft. beklijven. Daar komt bij dat je maandenlang En dan doel ik niet alleen op ons tweeën.’ Rechts Paul van Abeelen. Foto: Com-magz bezig bent projectgestuurde orders uit te faseren om ze als MRP‘als je samen een gemeenschappelijk doel PRODUCT- EN PRODUCTIEDEFINITIES gestuurd in te faseren. In het warehouse hadden nastreeft. En dan doel ik niet alleen op ons Inmiddels is bij AAE ook het PDM-systeem we onderdelen voor de MRP-gestuurde orders elk tweeën’, gebaart hij door het plexiglas naar Van Teamcenter van Siemens geïnstalleerd. Direct na in afzonderlijke bakjes zitten die met een handAbeelen. ‘Die overtuiging moet op elk niveau van de zomer start fase 4 met het in PDM zetten van scanner eenvoudig zijn te picken, met ernaast onze beide organisaties leven. Je moet ook altijd de specificaties van alle AAE-producten die vangrote bakken waarin al het materiaal voor één op de ander kunnen rekenen. Het betekent dat daag de dag gemaakt en/of geservicet worden. project werd verzameld. Gelukkig hebben we die je geregeld accepteert dat de ander het op zijn Vervolgens wordt die informatie gekoppeld aan fase nu vrijwel achter de rug.’ manier oplost, ook al is dat voor jou niet de de informatie over de onderdelen van die proMaar dus nog niet helemaal en dat is ook de handigste manier. Die ander moet dan wel zorgen ducten in het nieuwe ERP. ‘Oftewel, we gaan de bedoeling: projectsturing blijft voor een klein dat jij begrijpt waarom het bijvoorbeeld beter is prodúctdefinities in PDM koppelen aan de propercentage van de orders gelden. ‘Als een salesdat die functieknop niet links zit, maar rechts. ductíedefinities in ERP. De computer bevat dan medewerker van een nieuw artikel repeatDie inschikkelijkheid is ook nodig om een de hele waarheid’, stelt Mulders opgetogen. Een opdrachten verwacht, zal hij dat artikel als MRPstandaardsysteem als dit te kunnen inrichten digital twin van de realiteit wil hij het niet noeartikel aanmaken. Is het naar zijn overtuiging iets zonder duur maatwerk.’ men. ‘Er zullen altijd verschillen zijn tussen wat eenmaligs, dan wordt het ingeboekt als een proVoorts was van grote waarde, vult Van Abeelen in het systeem staat en wat in de praktijk gemaakt jectorder. De orderkarakteristieken hebben we in aan, dat AAE over een senior projectmanager wordt en hoe dat gebeurt. Dat op de werkvloer beschikte met de juiste blijkt dat wat ge-engineerd is niet exact zo gebedrijfskundige, ICT- en produceerd kan worden. Eventuele ontwerpsoft skills. ‘Hierdoor imperfecties worden via het ERP-systeem terugwerden in de stuurgroep gekoppeld aan engineering en leiden weer tot op tijd de juiste beslisaanpassingen van de productdefinities in PDM. singen genomen.’ De Dit is een voortdurende wisselwerking.’ kwaliteit van dat partVoor het Tilburgse Isah staat in Helmond de nerschap, vervolgt de komende maanden het ondersteunen van het Isah-directeur, weegt koppelen met PDM nog op de agenda. Daarna des te zwaarder omdat breekt de fase van onderhoud en optimalisatie het aanschaffen van een aan. Van Abeelen: ‘Wij brengen elk halfjaar een ERP-systeem een hechte nieuwe release uit van ons systeem. En net zoals samenwerking vergt, niet ERP is ook AAE niet statisch. We zullen AAE alleen tijdens de impleregelmatig ondersteunen bij het updaten van mentatie, maar voor de onderdelen die dan voor hen relevant zijn. Doe je lange termijn: ‘Voor standaard bouten en moeren dat niet, dan brokkelt de kwaliteit van je systeem een instructie vastgelegd. Nu wordt vooraf steeds kun je redelijk gemakkelijk van leverancier verop de juiste manier bepaald of het een projectgeleidelijk aan af. Elke procent die je zo kunt anderen. Maar als het gaat om een ERP-systeem, order of een MRP-order wordt.’ optimaliseren, betaalt zich terug in het rendetrouw je een beetje met elkaar. Wil je daarvoor ment van je business.’ van leverancier wisselen, dan ben je zo jaren PARTNERSCHAP verder. Als Isah beseffen we dat donders goed en Waarmee het einde van fase 3 van de implemendoen we er alles aan om samen met de klant het tatie is aangebroken. Een traject dat, zo heeft www.aaebv.com maximale uit het systeem te halen.’ Mulders ervaren, alleen succesvol kan verlopen www.isah.com

‘ALS HET GAAT OM EEN ERP-SYSTEEM, TROUW JE EEN BEETJE MET ELKAAR’

• •

september 2020

83


INDUSTRIEDEBAT

LINK MAGAZINE – INDUSTRIEDEBAT DRUNEN

UITDAGINGEN EN ZORGEN OP TAFEL Iedereen meekrijgen in de transitie naar een service- en/of digitale organisatie. De slag maken naar een schaalbaar familiebedrijf. De overdracht van het bedrijf aan de volgende generatie succesvol regelen. En in coronatijd intensief contact met klanten en prospects houden. Deze – en meer – uitdagingen kwamen voorbij in het Industriedebat op 2 september in Drunen. ‘Kwaliteit boven alles? Flauwekul. De Action doet het hartstikke goed.’ DOOR PIM CAMPMAN

H

et debat stond op de rol op ESEFTechnishow, maar moest wegens het Covid-19 virus worden geschrapt. In de Ginkelse Hoeven in Drunen, thuisbasis van H&J Uitgevers, de uitgever van Link Magazine, kan dat nu wel. In een tent, waarin de zes deelnemers aan het debat, gespreksleider Richard van Kray (directeur van D-Tail Consultants) en de vijf representanten van de initiators de anderhalve meter afstand prima kunnen naleven. Het debat bestaat half-half uit voorstellen (wie ben jij, wat doet je bedrijf?) en debat. Serieus en soms ook minder serieus – er wordt veel gelachen. ‘Ik ben vorige week nog positief getest.’ ‘O ja? Ik heb de corona-app gedownload.’ Het beoogde thema is ‘Blijf relevant. Digitaliseer’, maar daar wordt ver van afgedreven. Swah, wat zou het: onderhoudend en geanimeerd is het zeker. En er komen enkele breed gedragen uitdagingen c.q. zorgen boven tafel.

SCHWUNG WAS WEG Corona is daar één van. Lotte van de Ven, ceo van Vencomatic, kaart dat aan. Het familiebedrijf (500 medewerkers) ontwikkelt en produceert innovatieve huisvestingssystemen voor pluimvee en eier-inpakmachines en behaalt 95 procent van de omzet uit export. ‘Onze klanten en prospects willen onze systemen voelen en zien hoe de dieren zich in onze legnesten bewegen. Vóór corona

hadden we elke week ergens op de wereld wel een beurs, maar dat is compleet stilgevallen. En reizen is ook nog lastig. Hoe houden we contact met klanten? Teams, Skype, webinars… – we doen het allemaal. Maar dat haalt het niet bij fysiek contact.’ Guido Bergman, dga van Matas Electronics (dat elektronische componenten en samenstellingen produceert), meent dat dat een kwestie van tijd is: we krijgen het virus er wel onder. Buiten dat constateert hij dat de jonge generatie de sociale media heeft omarmd. Matas, dat al jaren stevig inzet op automatisering/digitalisering, heeft alles in place om medewerkers van onder meer Inkoop en ICT vanuit huis te laten werken. ‘Maar na acht weken heb ik gezegd: “Jongens, kom alsjeblieft weer terug.” De schwung was uit het bedrijf. Thuis werd net zo hard gewerkt en toch zagen we dat de tijd van orderintake tot productie fors oplopen.’

KLANTTEVREDENHEID OMHOOG David Kemps, sectorbanker industrie van ABN AMRO, heeft een andere, positieve ervaring. ‘In de retail, banking voor particulieren, is beeldbellen inmiddels usance. Maar bij corporate banking was dat uitgesloten, werd altijd gezegd: klanten moet je regelmatig bezoeken. Maar wat bleek toen dat niet meer kon? De klanttevredenheid ging met sprongen omhoog. En waarom? Afspraken worden niet meer uitgeschoven omdat je in de file staat en de gesprekken zijn korter, meer to-the-point.’

Werkt thuiswerken wel of niet? Alle onderzoek die daarnaar is gedaan wijst in één richting, zegt Bram Schildkamp, ceo van metaalgroothandel MCB: ‘De algemene consensus is dat thuiswerken prima gaat voor uitvoerende taken, maar voor creatieve en probleemoplossende taken absoluut niet.’ Menko Eisma, general manager van Trumpf Nederland, bevestigt dat: ‘ASML is nu bezig terug te schakelen naar volledige bezetting.’ En hij kan het weten, want zijn organisatie moet alle zeilen bijzetten om elke maand liefst twintig nieuwe mensen aan te nemen die Trumpf bij ASML kan inzetten in het EUV-project.

MENSELIJK CONTACT VERSTOORD Corona was voor Bronkhorst High-Tech aanleiding om een test te doen met shifts, vertelt algemeen directeur Henk Tappel. ‘Twee shifts van zes uur in plaats van de normale acht uur. Dus draaiden we op 75 procent. En toch... kwam er evenveel uit de fabriek.’ Harde conclusies wil Tappel daar niet uit trekken – anders dan dat ‘de factor menselijk contact verstoord is geraakt, sterker nog: zowat is verdwenen’. ‘Er werd niet meer geouwehoerd en rondgelopen, kortom: een heel ander gedrag. We weten nu dat Microsoft Teams een prima tool is om je accountmanagement efficiënter te doen. Maar ook zijn we erachter gekomen hoe onmisbaar het is om elkaar even te spreken bij de koffieautomaat.’ Melanie van Beek, operations manager van Broshuis Parts (en interim-manager logistiek van het moederbedrijf Broshuis), heeft de afgelopen maanden ook als lastig ervaren. ‘Dingen afronden, rapporten schrijven; dat gaat thuis goed – zelfs beter. Maar mensen een zetje geven om snel iets voor elkaar te krijgen, dat werkt niet per telefoon of mail.’ Tappel: ‘Voor een directeur is rondlopen, acteren op wat er gebeurt de helft van het werk.’ Van Beek: ‘Wij hebben een redelijk impo-

Richard van Kray, gespreksleider, geeft de deelnemers veel stof tot nadenken mee naar huis.

Het thema ‘Blijf relevant. Digitaliseer’ komt maar zijdelings aan bod, maar een geanimeerd gesprek is het zeker.

84

september 2020


sante fabriek, met imposante producten (trailers voor speciaaltransport, red.). Loopt een klant door het bedrijf dan krijgt ie dat Broshuisgevoel.’

ORGANISATIE OP WIELTJES Ook de problematiek waar familiebedrijven voor staan, is in Drunen een issue. Jellard Koers, dga van Suplacon (toeleverancier in plaatbewerking, negentig medewerkers), heeft daar mee van doen. Hij gaat het bedrijf overdragen aan de volgende generatie – zijn oudste zoon is kandidaat – en uiteraard wil hij dat succesvol doen. Door medewerkers volop te faciliteren om zich middels opleiding & training verder te ontwikkelen, desgewenst voor een job elders, heeft hij een sfeer van veranderingsgezindheid weten te creëren. Suplacon is, zegt hij, ‘een organisatie op wieltjes in plaats van op houten blokjes’. ‘Mensen staan open voor digitalisering. En het switchen van baan of functieomschrijving gaat bij ons soepel.’ Brinkhorst High-Tech (nu 100 miljoen euro omzet, 500 medewerkers) staat voor de uitdaging een schaalbaar familiebedrijf te worden, zoals Henk Tappel het uitdrukt. ‘Groei is geen doel op zich: we groeien omdat we kwaliteitsproducten maken en klanten, die zelf ook groeien, bij ons terugkomen om de volgende generatie producten af te nemen. En we groeien extra omdat nieuwe klanten zich melden die je ook wilt helpen.’

het niet met z’n tweeën doen.” En dat gaat ook best wel goed, moet ik zeggen. Naarmate hij meer vertrouwen heeft, kan hij beter loslaten.’ Jellard Koers had vijf jaar geleden niet gedacht dat hij vandaag nog actief zou zijn in het bedrijf dat hij 25 jaar geleden overnam. Maar hij zit nu wel in een andere rol. ‘We hebben een talentpool van zes jonge hbo’er gevormd die de meeste taken van mij hebben overgenomen. De tijd die ik daardoor overhoud, gaat zitten in innovatie, digitalisering, externe contacten, opleiding, onderwijs en vul het maar in.’

ONDERGRONDSE RIVIERTJES

OMSLAG IN SALES

Die groei veroorzaakt spanningen. ‘Niet iedereen kent iedereen meer, de mensen weten niet meer alles wat er gebeurt, wat bij oudere medewerkers soms heimweegevoelens van “Vroeger was alles beter” oproept. En nieuwelingen komen niet meer op het niveau dat ze alles leren, de directie kan niet alles meer overzien. Voor elk bedrijf dat

Toeleveranciers als Matas, MCB en Suplacon schuiven gaandeweg hoger in de keten op: ze zitten steeds vaker bij de klant aan tafel om mee te denken over de beste oplossingen. ‘Onze grootste uitdaging is de transitie te maken van een productgerichte naar een servicegerichte organisatie; wij noemen dat “experience”’, zegt Erik Spikmans, directeur verkoop van MCB Nederland. ‘Dat vereist andere kwaliteiten van onze salesmensen: om klanten te helpen hun business beter te doen moeten ze ‘klantbetekenaar’ worden.’ Bram Schildkamp vult aan: ‘Je kunt niet samenwerken zonder vertrouwen én je moet van elkaar snappen wat je wilt. Dat houdt in dat we in gesprek moeten met de directie of de eigenaar van het bedrijf. Die zitten anders in de wedstrijd dan de inkopers en gaan vaak voor de lange termijn, ze willen continu verbeteren, een relatie aangaan.’

Van rechts onder, tegen de klok in: Lotte van de Ven, Henk Tappel, Bram Schildkamp, Tim Leenders, David Kemps, John van Ginkel; dan, nauwelijks zichtbaar: Erik Spikmans, Menko Eisma, Pim Campman, Jellard Koers, Melanie van Beek en Guido Bergman. Foto’s: Bart van Overbeeke

‘WIE KOOPT ER WEL EENS IETS VAN RITUALS MET ZIJN GEURTJES DIE VLOT VIER KEER ZO DUUR ZIJN ALS DIE VAN XENOS?’

boven de 200 medewerkers is gegroeid, is dat een kritieke fase. Zeker voor familiebedrijven waarin de eigenaren soms nog actief zijn als aandeelhouder of commissaris. Ze hebben een ongelooflijke loyaliteit naar degenen die tig jaar geleden zijn aangenomen. En er lopen allemaal ondergrondse riviertjes naar hen toe, daardoor halen ze informatie boven tafel die voor de nieuwkomers verborgen blijft. Dus ja, af en toe is dat best lastig manoeuvreren.’ Lotte van de Ven van Vencomatic herkent dat. Vader Cor loopt er ook nog steeds rond. ‘Hij is een hartstikke goede ambassadeur en ik waardeer zijn adviezen. Maar ik heb wel gezegd: “We gaan

CHINESE KINDERTJES Gespreksleider Richard van Kray laat zich niet onbetuigd die avond. Zijn consultancybureau in Den Bosch geeft salestrainingen en Richard is schrijver van het boek ‘Sales vanuit je hart’. Vol enthousiasme brengt hij een trits aspecten in van hoe sales volgens hem duurzaam succesvol bedreven moet worden. Leuk en geanimeerd wordt het gesprek al bij zijn eerste stelling: Hoe liever mensen ergens bij willen horen, hoe minder belangrijk prijs en kwaliteit worden. Een greep daaruit:

‘Prijs klopt wel, kwaliteit niet – die staat altijd bovenaan (Guido)’; ‘Kwaliteit heeft 300 definities’ (Henk); ‘Kwaliteit boven alles? Flauwekul. De Action doet het hartstikke goed’ (Bram); ‘Zeeman heeft een heel goede prijs-/kwaliteitsverhouding, maar geen jongere wil in hun kleding gezien worden’ (Jellard); ‘Ik wil het kwalitatief beste staal, of dat bij leverancier A, B of C vandaan komt interesseert me niet’ (Melanie); ‘Jij wilt een heleboel méér: je wilt niet iets dat door Chinese kindertjes gemaakt is, dat radioactief is, enzovoort’ (Bram). ‘Wie koopt er wel eens iets van Rituals met zijn geurtjes die vlot vier keer zo duur zijn als die van Xenos?’, brengt Richard in. ‘Omdat het lekker spul is’ (Lotte). ‘Scheermesjes van ETOS vind ik beter dan die dure Gillette Venus met z’n giga-marketingapparaat’ (Melanie). ‘Een fles champagne bij YabYum heb je in goud, zilver en brons. Allemaal hetzelfde drankje en toch koopt bijna iedereen de gouden.’ (Guido). Kortom, het debat levert veel stof op om nog eens over na te denken.

• www.salesvanuitjehart.nl • www.matas.nl • www.broshuis.com • www.suplacon.com • www.vencomaticgroup.com • www.mcb.nl • www.bronkhorst.com • www.siemens.com • www.abnamro.nl • www.trumpf.com DEELNEMERS EN INITIATORS De deelnemers aan het debat: Melanie van Beek (Broshuis Parts in Kampen); Guido Bergman (Matas Electronics in Best); Jellard Koers (Suplacon in Emmeloord); Bram Schildkamp (MCB International in Valkenswaard); Henk Tappel (Bronkhorst High-Tech in Ruurlo) en Lotte van de Ven (Vencomatic Group in Eersel. Debatleider is Richard van Kray (D-Tail Consultants in Den Bosch). Initiators: ABN AMRO, Link Magazine, MCB, Siemens Digital Industries Software, Trumpf, Isah Business Software, FPT/VIMAG en Jaarbeurs Utrecht.

september 2020

85


CNC I’m a power load.

Uw partner voor de toekomst. In onze Hermle modulesystemen zit meer dan alleen absolute precisie. Naast digitale modules of automatisering bieden wij u altijd oplossingen aan voor meer kwaliteit en efficiĂŤntie - op maat gebracht voor uw bedrijf. Daarbij kunt u natuurlijk altijd vertrouwen op onze service.

www.hermle-nederland.nl Hermle Nederland B.V., info@hermle-nederland.nl


PRODUCTIETECHNOLOGIE

FRAUNHOFER IPT ONTWIKKELT GROOTSCHALIGE PRODUCTIETECHNOLOGIE VOOR WATERSTOFSYSTEMEN

FPC ZOEKT NEDERLANDSE PARTNERS De Green Deal van de EU zet vol in op waterstof. In de opkomende waterstofeconomie wil Duitsland een leidende rol spelen en verenigde Fraunhofer-onderzoeksinstituten gaan daaraan bijdragen met hun Wasserstoff-Roadmap. Een grote uitdaging is de industrialisering van de productie van de benodigde electrolyzers en brandstofcellen. Fraunhofer IPT doet daarvoor onderzoek naar meerdere productietechnieken en de koppeling van processen tot een complete productieketen. DOOR HANS VAN EERDEN

W

aterstof past uitstekend in een energievoorziening met zon en wind. Bij overschotten, als de wind hard waait of de zon fel schijnt, kan met de opgewekte elektriciteit waterstof worden geproduceerd in electrolyzers. Het waterstof kan, na transport, bijvoorbeeld worden getankt door brandstofcelauto’s. Brandstofcellen ‘verbranden’ waterstof met zuurstof en dat levert, naast elektrische energie, alleen water op – uiterst schoon dus. Cruciaal is nu opschaling, van de infrastructuur (zoals waterstoftankstations) en de productie van electrolyzers en brandstofcellen. Een brandstofcel voor een elektrische auto heeft bijvoorbeeld 400 cellen, die elk bestaan uit twee zogeheten bipolaire platen. Voor miljoenen brandstofcelauto’s moeten er dus miljarden platen worden gemaakt.

INNOVATIE VERSNELLEN Het Fraunhofer-Institut für Produktionstechnologie IPT in Aken voorzag vijf jaar geleden al dat productietechnologie cruciaal zou worden voor de energievoorziening van de toekomst, vertelt managing director Christoph Baum. ‘We zijn gaan kijken naar energieopslag en -gebruik en zijn onderzoek gestart op twee gebieden: lithiumionbatterijen en waterstof. In waterstofprojecten

‘WE MOETEN IN EUROPA BINNEN EEN PAAR JAAR TOT MASSAPRODUCTIE KOMEN’ doen we onderzoek naar de productie van componenten en systemen en ontwikkelen we concepten voor de gehele procesketen. Er zijn al veel prototypes, maar vaak is er nog geen grootschalige productie. Het is ook niet altijd duidelijk wat daarvoor de beste productieroute is. Wij doen daar onderzoek naar en om de innovatie te versnellen helpen we producenten van componenten met design for manufacturing.’

HOGESNELHEIDSAUTOMATISERING In het vorig jaar gestarte project FlyGo werkt Fraunhofer IPT samen met Duitse partners. Het is gericht op de productie van bipolaire platen, die goed zijn voor bijna de helft van de totale productiekosten van brandstofcellen. ‘Wij zoeken daarom naar low-cost, high-quality productie.’ Hoge kwaliteit moet vanwege de eisen aan de afwerking van de complex gevormde platen van titanium of rvs. Daarbij komen bewerkingen als vormen, lasersnijden, laserlassen en microfrezen (van de mallen voor het vormproces) kijken. In FlyGo onderzoekt Fraunhofer IPT bijvoorbeeld heat-assisted metal forming. De uitdaging daarbij is te voorkomen dat de dunne platen gaan scheuren. Voor electrolyzers bestudeert IPT onder meer nieuwe coatingprocessen. ‘Voor grootschalige productie zijn nieuwe low-cost coatingroutes nodig. Ook automatiseringsoplossingen voor de verschillende processtappen ontbreken nog. Met de huidige standaardequipment lukt het niet; er is gespecialiseerde hogesnelheidsautomatisering nodig.’

In het FlyGo-project doet Fraunhofer IPT onderzoek naar de productie van bipolaire platen (boven) voor brandstofcellen, met processen zoals microfrezen (van de vormmallen, midden) en lasersnijden (onder). Foto’s: Fraunhofer IPT

NEDERLANDSE DEELNAME Fraunhofer IPT werkt in projecten ook internationaal samen. Baum verwacht dat dat door de Europese Green Deal nog zal toenemen, met nieuwe projecten in het Horizon 2020-onderzoeksprogramma. Het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions (FPC) in Enschede, een initiatief van IPT en de Universiteit Twente (UT), is nog niet betrokken bij de waterstofactiviteiten van IPT. Wat Baum betreft gaat dat wel gebeuren. ‘We hebben al goede ervaringen met het FPC in projecten rond Industrie 4.0, additive manufacturing en productie van geavanceerde optiek.’ Samen met zijn partners, UT en IPT, wil het FPC ruimte bieden aan Nederlandse bedrijven voor deelname aan EU-programma’s en – belangrijker nog – het volgen van een eigen ontwikkelpad. Dat laatste kan via nationale en regionale programma’s zoals het Advanced Manufacturing Programme, meldt FPC-directeur Biba Visnjicki. ‘We bepalen nu samen met bedrijven, via bestaande initiatieven en rondetafelgesprekken, de onderwerpen voor nieuwe energiegerelateerde projecten. Ook overleggen we met het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) over gezamenlijke

projecten.’ Het (politieke) toeval wil dat een pilotfabriek van Fraunhofer IPT voor lithiumionbatterijproductie verrijst in Münster (D), net over de grens bij Enschede. Baum: ‘Ik zie daar kansen voor gezamenlijke initiatieven.’

ECONOMISCHE IMPACT Ook voor brandstofcellen en electrolyzers heeft Fraunhofer IPT al pilotfabrieken in de planning. Dat moet ook wel, aldus Baum, want Europa heeft op waterstofgebied nu nog een voorsprong op China en de VS. ‘Maar we weten dat China snel productiecapaciteit kan opschalen. Dus moeten we in Europa binnen een paar jaar tot massaproductie komen. Dan heeft het niet alleen een ecologische maar ook een economische impact. Alleen door de competenties voor systeemontwikkeling te verbinden met onze competenties voor de productie van componenten kunnen we op wereldschaal competitief blijven.’

• www.ipt.fraunhofer.de • www.utwente.nl/en/fraunhofer • www.amcenter.eu september 2020

87


INNOVATIE

SENSORTECHNOLOGIE BIEDT TRADITIERIJK BEDRIJF WERKMAN HOOFCARE NIEUW BUSINESSMODEL

GEHEIM VAN DE SMID ONTRAFELD Het Groninger familiebedrijf Werkman Hoofcare, dat zich al ruim een eeuw toelegt op de productie van hoefijzers, heeft een revolutionair nieuw concept ontwikkeld: Werkman Black meet als eerste ter wereld de gang van een paard met behulp van sensoren. Dit biedt een schat aan informatie aan hoefsmeden, dierenartsen en paardenbezitters, en helpt paarden gezond te houden en beter te laten presteren. De bètaversie is in een kleine testgroep uitontwikkeld op basis van de klantvraag. ‘Ze vertelden waar ze tegenaan liepen. Nu stáát de techniek en kunnen we de klant echt meerwaarde bieden’, aldus directeur Christel Werkman, die Variass in Veendam aanhaakte voor de productie van het innovatieve systeem.

• ‘Met Werkman Black maken we dingen

zichtbaar die voorheen niet zichtbaar waren.’ • ‘In plaats van op gevoel kan de hoefsmid nu op basis van feiten communiceren met de dierenarts of ruiter.’ • ‘Variass sprong eruit qua kwaliteit van het proces; elk detail is fantastisch op orde.’ • ‘Hoewel het voor sommige hoefsmeden wennen is, kan het echt iets toevoegen aan zijn vakmanschap.’

geven?’, verklaart Werkman. ‘Met Werkman Black maken we dingen zichtbaar die voorheen niet zichtbaar waren – see the unseen: de effecten van de gang van het paard op het hoefbeslag.’

ELKE MILLISECONDE

‘We speuren graag in andere sectoren naar nieuwe mogelijkheden, dit is toch het tijdperk van het Internet of Things’, aldus directeur Christel Werkman, de vierde generatie in het bedrijf. Foto’s: Werkman Hoofcare

DOOR WILMA SCHREIBER

O

vergrootvader Werkman begon 111 jaar geleden als hoefsmid en maakte de ijzers met de hand. De industriële revolutie greep hij aan om er een productiebedrijf van te maken, dat hoefijzers fabriceerde voor werkpaarden, boerenpaarden en legerpaarden van de infanterie. Een paardenhoef groeit, net als teennagels bij mensen, continu door en moet elke acht weken worden bekapt en opnieuw beslagen. Met de komst van tanks en tractoren verdween deze markt en richtte Werkman Hoofcare zich op sportpaarden. ‘Mijn opa ging letterlijk met hoefijzers achter in de auto de grens over om ze te exporteren, onder meer naar Duitsland en Denemarken. Mijn vader zorgde er op zijn beurt voor dat we in eigen land konden blijven produceren door het proces te automatiseren. Zo had elke generatie zijn eigen uitdaging.

88

september 2020

En we leven nog steeds van de export: slechts een klein deel van de hoefijzers verkopen we in eigen land’, vertelt Christel Werkman, de vierde generatie in dit Groninger familiebedrijf.

SEE THE UNSEEN Vorig jaar bracht zij een nieuw concept op de markt, Werkman Black, ontwikkeld in nauwe samenwerking met de Universiteit van Leipzig, waar Werkman al sinds 2012 nauw mee samenwerkt. De bètaversie werd getest in een kleine groep. ‘We speuren graag in andere sectoren naar nieuwe mogelijkheden, dit is toch het tijdperk van het Internet of Things. In andere sectoren worden sensoren al vaak ingezet; bij life sciences zagen we bijvoorbeeld podologen hiermee werken. Het meten en verzamelen van data blijkt effectief. Dus waarom zouden we dat niet kunnen toepassen in onze business? Wat als paardenhoeven vergelijkbare feedback zouden kunnen

Om die te kunnen meten koopt de klant – een hoefsmid, veterinair of de klant van de klant: professionele en recreatieve ruiters – een koffer met daarin twee sensoren, een afstandsbediening en een tablet met software. ‘Normaal gesproken laat een hoefsmid een paard lopen en beoordeelt hij de gang van het paard op het oog, op basis van zijn ervaring. Een mens kan echter slechts 25 tot 50 beelden per seconde verwerken en ziet dus niet alles: een paard loopt te snel’, vertelt Werkman. ‘Onze sensor meet 1.140 beelden per seconde, die je in slow motion kunt afspelen. In een animatie zie je echt elke milliseconde van het afrollen van de hoef en waar een paard precies op landt. In feite fungeert het als verlengstuk van het menselijk oog.’

GOUDEN LOGBOEK Doel van de metingen is het paard gezond te houden en te ondersteunen bij de gevraagde prestaties. Daarbij wordt onder andere gekeken naar het aantal stappen, de hoefhoek, de landing en het afrollen van de hoef. De informatie, die wordt opgeslagen in een logboek, is goud waard voor de smid. ‘Hij kan de prestaties van het paard volgen, hiervoor teruggrijpen op de historie, ziet het verloop en eventuele variatie in de parameters. En in plaats van op gevoel kan hij nu op basis van feiten communiceren met de dierenarts of ruiter. Stel er verandert iets in het landingspatroon, dan kan er iets aan de hand zijn. Je wilt zo weinig mogelijk variatie, zodat de pezen steeds eenzelfde druk ervaren. Op basis van je bevindingen kun je een hoef dan anders trimmen of een hoefijzer net anders plaatsen zodat het paard de hoef goed kan afrollen. Door vroegtijdig afwijkingen te detecteren, kan hij ook eerder een


dierenarts inschakelen en voorkomen dat een paard blessures oploopt. Eigenlijk doen we hetzelfde als bij het aanmeten van sportschoenen voor de topsporter’, aldus Werkman. Klanten schaffen de hardware aan en mogen dan twee jaar de software gebruiken; daarna is dit via een licentie te verlengen.

USER-CASE STUDIE Voor de testgroep werden in eerste instantie bestaande sensoren gebruikt, maar dat bleek geen succes. ‘Vanuit de kick-off met Variass hebben we een user-case studie gedaan om de functionele eisen te bepalen. Het gaat om een klein product dat aan een paardenvoorbeen wordt bevestigd. Dus moet het tegen schokken kunnen voor het geval een paard er tegenaan trapt. Hoefsmeden moesten de sensor opladen met een stekker en deden deze er dan verkeerd om in. Nu gaat het geheel draadloos via bluetooth en is de sensor ook waterdicht, want er ging er nog wel eens eentje kapot bij het afspuiten van een paard.’ Variass in Veendam werd geselecteerd voor het produceren van de elektronica voor de sensoren, de behuizing en de afstandsbediening. ‘Werkman

‘EIGENLIJK DOEN WE HETZELFDE ALS BIJ HET AANMETEN VAN SPORTSCHOENEN VOOR DE TOPSPORTER’

en wij bewegen ons in totaal verschillende markten, dus er was veel overleg nodig’, verklaart directeur Henk Smid. ‘Als noordelijke partijen hebben we de industrialisatie van het product, dat ver afstaat van hun corebusiness, gezamenlijk opgepakt. Daarbij hebben we de juiste partners bij elkaar gebracht en gekeken naar assembleer- en testbaarheid, en naar compliance en lifecycle management.’ Werkman:

‘Variass sprong eruit qua kwaliteit van het proces; ze hebben een gedegen systeem ingericht en elk detail fantastisch op orde.’ Smid op zijn beurt is onder de indruk van de stap die Werkman zet: ‘Die techniek zie je nog niet bij hoefijzerfabrikanten. Bijzonder dat Werkman na ruim honderd jaar kiest voor een ander businessmodel waarin de focus ligt op het verkopen van hoogwaardige technologie.’

De sensor op de paardenhoef meet 1.140 beelden per seconde, die je in slow motion kunt afspelen.

TE VER VOORUIT? Toch deed de innovativiteit van het product de huidige directeur ook wel eens twijfelen. ‘Dit is zo nieuw, zijn we niet té ver vooruit?’ De eerste reacties in de markt laten zien dat acceptatie inderdaad niet vanzelfsprekend is. ‘Sommigen zijn zonder meer enthousiast over de nieuwe technologie en de unieke data die deze oplevert. Een professioneel ruiter uit het Verenigd Koninkrijk was ons bijvoorbeeld dankbaar omdat hij zijn paard bijtijds op rust gezet heeft en er niets kapotgegaan is bij de uitoefening van zijn sport. Hoewel het voor sommige hoefsmeden wennen is, kan het echt iets toevoegen aan zijn vakmanschap – als hij ermee heeft leren werken. Want het goed interpreteren van de data vergt wel enige oefening, daar moet je je echt in verdiepen’, zegt Werkman, die met zichtbaar plezier een anekdote vertelt. ‘Eén hoefsmid had de app geprobeerd, concludeerde dat het niet klopte en wilde een nieuwe koffer. Na de derde koffer met exact dezelfde uitkomsten zei hij: “Ik denk al twintig jaar te weten hoe een paard landt, maar nu moet ik wellicht toch bij mijzelf te rade gaan”. Het is een verrijking, maar de feedback kan ook confronterend kan zijn. Het vergt wel een open mind.’ Werkman Hoofcare zet trainingen, webinars en online gebruikersbijeenkomsten in om het gebruikersgemak te vergroten.

Het goed interpreteren van de data vergt enige oefening, maar voegt echt iets toe aan het vakmanschap van de smid.

wereld voor hen opengaat nu ze continu feedback krijgen op hun werk en ze zichzelf kunnen corrigeren’, zegt Werkman. Via wifi gaan de data naar de server van Werkman Hoofcare. Zo kan het bedrijf ook op afstand inloggen en assisteren bij eventuele vragen of storingen. Het verzamelen van data gebeurt geanonimiseerd en dient tevens als back-up voor de klant (voor het geval de tablet crasht of kwijtraakt) en voor verder onderzoek en benchmarking van gangpatronen bij paarden in de toekomst. ‘Nu zijn er nog veel aannames, het is een markt van tradities en onderbuikgevoel. Wij willen steeds meer dingen duiden en ook zien hoe onze eigen hoefijzers het doen. De volgende uitdaging is dan ook om een link te leggen met onze productie en te onderzoeken of data ook daar kunnen bijdragen aan verdere ontwikkeling’, aldus Werkman, die stelt dat de disruptieve vinding van belang is voor de positionering van het bedrijf. ‘Dankzij Werkman Black kunnen we het vak van de smid veel meer inhoud geven en het welzijn en de prestaties van paarden bevorderen.’

NEXT STEP

ONDERBUIKGEVOEL

Als familiebedrijf denkt Werkman Hoofcare over generaties heen, in het streven fundamenten te leggen voor de langere termijn. Vernieuwing en het omarmen van verandering hoort daarbij. ’Als je stil blijft zitten, is het gauw afgelopen. Juist in tijden van crisis is innovatie, bezig zijn met de next step, van belang voor het ambacht. De kracht van een familiebedrijf is ook dat je kunt investeren zonder rekening te hoeven houden met aandeelhouders’, zegt Werkman. Nu de techniek werkt, gaat Werkman Hoofcare deze ook toepassen bij het analyseren van de gang van de achterbenen. ‘Hiervoor is een ander algoritme nodig. Dat zal onder meer inzicht geven in compensatie, dat een paard anders loopt om een pijnlijke hoef te ontzien. Daarnaast zullen we op basis van klantvragen het product verder gaan doorontwikkelen. Want uiteindelijk draait alles om de vraag: hoe vertaal je nieuwe techniek in meerwaarde voor je klant?’

Hoefsmeden kunnen met de app een meetrapport opstellen voor hun klant. ‘De meesten werken alleen en geven aan dat er een

• www.werkmanhoofcare.com • www.werkmanblack.com • www.variass.nl september 2020

89


STRATEGIE

BKB PRECISION ZET KUNSTSTOFBEWERKING ALS ALTERNATIEF VOOR METAALBEWERKING OP DE KAART

‘WE HEBBEN WEL WAT STRIJD MOETEN LEVEREN’ Kunststofbewerker BKB Precision komt tot nog toe goed door de coronacrisis. Sterker nog: ‘We hebben, denk ik, het beste halfjaar ooit gedraaid’, zegt directeur-eigenaar Mannes Westhuis. Hij wijst daar verschillende oorzaken voor aan. Zo beleeft de semiconmarkt een sterke periode. Maar een heel belangrijke: steeds meer oem’ers en system suppliers zijn ‘om’: ze beschouwen high performance plastics als een goed – zelfs beter – alternatief voor metalen componenten en (sub)assemblies. ‘We zijn nu een volwaardige partij die bij (potentiële) klanten echt welkom is.’

Mannes Westhuis, dga van BKB Precision: ‘Steeds meer ingenieurs komen met de vraag: “Zou het niet in kunststof kunnen?”’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

‘D

aar hebben we wel wat strijd voor moeten leveren’, vertelt Mannes Westhuis in zijn ruime, stijlvol ingerichte kantoor op Science Park Ekkersrijt. ‘Het gros van de ingenieurs – hij doelt op de productont-

wikkelaars bij klanten, red. – is metaalgeschoold. Logisch dat die oplossingen zoeken in metaal. Dat kunststof wel eens beter zou kunnen zijn, kwam niet bij ze op of vonden ze maar niks. Wij hebben heel wat moeten prediken om die houding te veranderen – en dat doen we nog steeds. Omdat het werkt: steeds meer ingenieurs komen

met de vraag: “Zou het niet in kunststof kunnen?” Zagen we destijds veel bedenkelijke gezichten, nu zijn dat steeds vaker vragende gezichten.’

KARAKTERISTIEKEN

Want ja, vaak kan het in kunststof, zegt Mannes Westhuis. ‘Het mooie van kunststof is, dat er heel veel soorten met specifieke karakteristieken van zijn.’ Niet alleen is het lichter in gewicht dan metaal, hoogwaardige soorten als PEEK, PEI, PSU en PTFE (teflon) zijn ook oersterk en duurzaam, wel of niet elektrisch geleidend, antistatisch, chemisch resistent, corroderen niet en/of houden bijvoorbeeld röntgenstralen tegen. Als bedrijf dat focust op het toepassen van zulke hoogwaardige kunststoffen in complexe, nauwkeurige componenten en (sub)assemblies, heeft BKB Precision materialenkennis hoog in het vaandel staan. In het verlengde daarvan zijn ‘maakkennis’ en de equipment die daarbij komt kijken de tweede en derde troef van het bedrijf. Westhuis: ‘Wij zijn een echt build-to-print bedrijf: we produceren op basis van de specs die klanten ons aanleveren. Maar voor steeds meer opdrachtgevers gaat het verder dan “u vraagt, wij draaien”. Wij kunnen advies geven over het type kunststof dat voor een toepassing het meest geschikt is – en over de maakbaarheid ervan: als je het zus of zo doet, dan kunnen we het sneller, met een constante kwaliteit maken – voor een redelijke prijs, wat uiteindelijk medebepalend is voor de prijs van je eindproduct.’

IN ROL VAN MEEDENKER Dankzij die strategie, door de jaren heen uitge-

PROFIEL BKB PRECISION BKB Precision is gespecialiseerd in het bewerken (frezen en draaien) van hoogwaardige componenten uit high performance en engineering plastics en (sub)assemblies voor oem’ers en system suppliers. Het bedrijf ontstond bijna veertig jaar geleden, toen Gerard van de Berg een failliete metaalfirma in Geldrop overnam, die hij omvormde tot een kunststofbewerkingsbedrijf. Een niche – en dankzij de koers die toentertijd werd ingeslagen, is het dat nu nog: Van de Berg Kunst-

90

september 2020

stofbewerking, zoals het bedrijf toen heette, legde zich gaandeweg toe op speciale, hoogwaardige kunststoffen. Dat liep zo goed dat 27 jaar geleden een nieuw en groter pand werd betrokken in de gemeente Son en Breugel, op wat nu Science Park Ekkersrijt heet. Eind 2018 werd Mannes Westhuis, na vier jaar algemeen directeur te zijn geweest, eigenaar van het bedrijf. De naam was toen al veranderd in BKB Precision; dat bekt beter voor klanten buiten Nederland. En dat werkte: vandaag komt zo’n 10

procent van de omzet uit landen als Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland en heeft BKB Precision footprints in Noord-Amerika en het Verre Oosten (met name China en Taiwan). Het bedrijf bedient klanten in diverse sectoren, met voorop de semiconductorsector. Daarnaast de medische industrie, defensie, aerospace, optische en chemische industrie, food en machinebouw. Grote opdrachtgevers zijn onder meer ASML, Philips en Thales. BKB Precision telt ongeveer zestig medewerkers.


rold, is BKB Precision geleidelijk aan steeds meer als een meedenker in de ontwikkelprocessen van klanten terechtgekomen. ‘Al geldt dat niet voor alle klanten’, zegt Mannes Westhuis eerlijk. ‘Als second tier supplier maken we ook producten waarvan we niet weten waarvoor ze bedoeld zijn.’ Maar de trend is onmiskenbaar: steeds meer klanten doen hun voordeel met de kennis die

taan), al dan niet gevoed door robots voor 24/7productie; draai-/freescombinaties; portaalfreesmachines voor grote formaten (onder andere 6.000x2.500x 300 millimeter); breedbandschuurmachines voor plaatmateriaal (tolerantie 0,025 millimeter); geavanceerde meet- en testapparaten die hard maken dat producten voldoen aan de specs van de klant qua nauwkeurigheid, dichtheid en oppervlakteruwheid. Aan het eind van de rit kan BKB Precision ook het in een cleanroom reinigen en verpakken van producten verzorgen.

‘IN DE SWITCH VAN METAAL NAAR KUNSTSTOF IS NOG EEN WERELD TE WINNEN’

BKB Precision in huis heeft en door de afdeling Business Development bij de tijd wordt gehouden. En met de equipment, waarin het bedrijf door de jaren heen veel geïnvesteerd heeft – en dat blijft doen. Het machinepark is state-of-the-art: cnc-freesmachines (drie-, vier- en vijfassig simul-

FORMAAT GEEN ISSUE MEER

Met dat machinepark is BKB Precision in staat klanten compleet te ontzorgen. Of, zoals ze het zelf zeggen: ‘Onze missie is het bijna onmogelijke met kunststof mogelijk te maken.’ Mannes Westhuis: ‘Vroeger waren precieze en complexe kunststof producten klein. “Dit is zó groot, dat kun je alleen in staal doen”, werd gezegd. Nu maken we manifolds van PEEK voor onder andere klanten in de semicon die best groot zijn. Dus het formaat is geen issue meer, mits je maar de juiste kunststof kiest en het juiste ontwerp maakt.’ Automatisering en digitalisering zijn wél een

issue, dus zet het bedrijf daar vol op in. Zoals op online bestellingen en – wat nu al gebeurt en vanwege de coronacrisis op grotere schaal – het op afstand monitoren van machines. Die steeds compacter en slimmer worden, stelt Westhuis vast, waardoor op de huidige stek op Science Park Ekkersrijt plaats vrijkomt voor verdere groei. ‘Het huisvesten van mensen is op termijn misschien wel een grotere uitdaging dan het bergen van meer machines.’

WERELD TE WINNEN BKB Precision voelt zich senang bij de keuze om te focussen op de bewerking van hoogwaardige kunststoffen, ook wel high performance plastics genoemd. Mannes Westhuis: ‘In dat gat zijn we gedoken en hebben we ons ontwikkeld. Al zijn we niet de enige, daar onderscheiden we ons wel in. Dat willen we blijven doen. Van het stamp-productiewerk blijven we een beetje weg; daar zijn we ook niet op ingericht en zouden we onszelf mee ontwrichten, zeg maar.’ Buiten dat is in de switch van metaal naar hoogwaardige kunststof en het ontzorgen van opdrachtgevers nog een wereld te winnen, zegt hij. ‘En er staan fantastische uitdagingen met allerlei nieuwe toepassingen op stapel: verdergaande digitalisering, de fotonica waarin we in deze regio vooroplopen, de energietransitie, waar gaat het naartoe met waterstofmotoren… Alle spelers in die ketens duwen elkaar voort naar de volgende stap. En daar gaan wij voluit in mee.’

• www.bkbprecision.com

september 2020

91


DATA-ANALYSE

EFFECTIEVE TOEPASSING VERGT DE ‘DEMOCRATISERING’ ERVAN

‘BIJNA NIEMAND KAN UITLEGGEN WAT DATA ANALYTICS TOEVOEGT’ Machine learning, artificial intelligence – het zijn buzzwoorden, ook in de maakindustrie. Toch is de volwassenheid van bedrijven in deze sector nog lang niet compleet als het gaat om data analytics, zonder welke AI en ML niet mogelijk zijn. Daarom ontwikkelde SAS een standaardaanpak waarmee organisaties binnen enkele weken kunnen achterhalen of data analytics waarde toevoegt of niet. Daarna is het zaak mensen te trainen en processen anders in te richten, want daar zit momenteel nog de grootste bottleneck.

DOOR WILMA SCHREIBER

A

wareness creëren van de toegevoegde waarde van data analytics – daar houdt Adriaan van Horenbeek zich alle dagen mee bezig. Hij is werkzaam binnen het customer advisory team van SAS, en richt zich op maakbedrijven in de Benelux en Frankrijk. ‘We identificeren een relevante ‘use case’ en voeren daarmee een pilot uit om te zien welke waarde data analytics kan opleveren voor het bedrijf en of implementatie niet te complex is. Doel is de klant betere beslissingen te laten nemen’, vertelt Van Horenbeek. ‘Vervolgens bekijken we of deze case repetitief bij de klant toe te passen is, zodat het niet bij die ene pilot blijft en data analytics duurzaam wordt ingezet in andere productie-installaties of afdelingen. Bijvoorbeeld op het vlak van maintenance, nieuwe businesscases, servicemodellen of customer intelligence.’

DEMOCRATISERING In de praktijk blijven klanten vaak steken in uiteenlopende proof of concepts: veel data, maar geen toegevoegde waarde. Want het gaat niet alleen om technologie maar ook om processen en mensen die daarmee moeten werken. ‘Planning en training zijn de grootste bottlenecks. Te weinig mensen hebben goed door wat data analytics betekent. Natuurlijk is er de hype van machine learning en AI, maar bijna niemand kan uitleggen wat dat in een businesscontext betekent’, stelt Van Horenbeek. ‘Daarom is democratisering van data analytics noodzakelijk. Eén, twee of tien datascientists in dienst nemen is absoluut niet de schaal om analytics bedrijfsbreed in te zetten. Een interdisciplinaire groep mensen, van IT’er tot ingenieur, operateur en datascientist, moet ermee kunnen werken. Zij moeten worden meegenomen in het verhaal en worden opgeleid.’

92

september 2020

SNEEUWBALEFFECT Om bedrijven te helpen die uitdaging aan te gaan, ontwikkelde SAS een platform waarmee op termijn honderdduizenden mensen kunnen werken. ‘Top-down en bottom-up medewerkers erbij betrekken, zodat iedereen de toegevoegde waarde van data analytics inziet en begrijpt waarom ze ermee aan de slag moeten. Anders is het per definitie een doodgeboren kind en valt data analytics na de pilot helemaal stil’, aldus Van Horen- ‘Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die focussen op één technologieplatform, sneller vooruitkomen beek. ‘Nu de busi- en meer resultaat bereiken’, stelt Adriaan van Horenbeek. Foto: SAS ness veel meer onder druk komt te staan vanwege de coronaELKE VIJF MINUTEN crisis, moet data analytics ook binnen een halfMaakbedrijven hebben met data analytics nog jaar tot een jaar succes opleveren. Dat vergt een een wereld te winnen om waarde te creëren voor programma dat gedragen wordt door het topde organisatie, stelt Van Horenbeek. Bijvoorbeeld management. Als je dan mensen op één platform als het gaat om kwaliteit van productie, operakunt laten samenwerken, ontstaat een sneeuwbaltions, de plant, betrouwbaarheid van machines, effect. Onafhankelijke studies van onder meer processen dan wel energiereductie. SAS onderMcKinsey laten zien dat bedrijven die focussen steunde bijvoorbeeld Solvay, de Belgische multiop één technologieplatform, sneller vooruitnational die gespecialiseerd is in chemicaliën en komen en meer resultaat bereiken.’ kunststoffen. ‘Zij verzamelden al jaren sensordata


over productie-installaties maar hadden die nog niet eerder geanalyseerd. Een gemiste kans om het rendement van installaties te verhogen. In ons advanced analytics-model worden sensordata elke vijf minuten opgehaald op basis waarvan de operator waar nodig de instellingen aanpast. Zo is er

‘IEDEREEN MOET DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DATA ANALYTICS INZIEN’

een continue verbeter-loop’, zegt Van Horenbeek. ‘Bij een one-time analyse, zoals bij Six Sigma, draait de installatie na zes maanden waarschijnlijk weer niet optimaal, bijvoorbeeld omdat de ruwe materialen zijn veranderd. Dan is het effectiever om frequenter te controleren en continu te verbeteren.’

SERVICE-BUSINESSMODEL Een tweede thema waar bedrijven mee aan de slag kunnen is servitization. Data analytics kan het businessmodel veranderen, doordat het

BRING BARE METAL TO LIFE

mogelijk wordt om – in plaats van producten – uptime of resultaat te verkopen. Reden voor SPG Dry Cooling in Brussel, producent van koelinstallaties voor energiecentrales, om SAS in de arm te nemen. ‘Ze verkochten wel installaties, maar kregen nooit feedback van klanten. Met data analytics zijn ze geswitcht naar een service-businessmodel. Ze verzamelen data, doen daar slimme dingen mee en bieden de resultaten aan de klant aan’, verklaart Van Horenbeek. ‘Bijvoorbeeld om predictive maintenance mogelijk te maken. Elke twintig minuten worden data over ventilatormotoren ververst en op basis daarvan geven ze aan hoe lang een motor nog meekan of welk probleem op korte termijn te verwachten is. Maar ook dat je, als je meer koelt door de ventilatoren 10 procent sneller te laten draaien, meer elektriciteit kunt produceren.’ Daarnaast gebruikt SPG de feedback ook om de eigen r&d te verbeteren.

FORECASTING Weer een andere klant, Daikin Europe in Oostende, dat onder andere airco’s produceert, zet data analytics in voor forecasting, op basis van historische data over vraag in de markt en markteconomische factoren. ‘Ook qua supply chain speelt data analytics een belangrijke rol in het huidige coronatijdperk. Je hebt nu een control tower

nodig voor effectief inzicht in je leveranciersnetwerk. Neem de automotive waar fabrieken stilliggen omdat onderdelen niet geleverd worden. Dan kan data analytics inzicht bieden in welke landen geraakt zijn door Covid-19, wanneer plants weer opengaan, hoe je het eigen bedrijf moet aansturen en wanneer je aan klanten kunt leveren. Zo wordt de supply chain minder één seriële keten en krijgt het meer een netwerkstructuur van meerdere toeleveranciers, wat je minder kwetsbaar maakt.’

ADEQUATER REAGEREN OP KLACHTEN Data analytics kan bedrijven ook ondersteunen bij prijsoptimalisatie en zo de customer experience verbeteren. Bijvoorbeeld door te bepalen vanuit welke van de tien productieplants wereldwijd een klant het beste bediend kan worden en zo de lead time zo kort mogelijk maken en transportkosten optimaliseren. ‘Of warranty analyses optimaliseren door claims en klachten snel te analyseren en erop in te spelen. Hiervoor gebruikt het model bijvoorbeeld ook posts op social media. Zo kan een bedrijf sneller zijn product aanpassen en worden minder klanten geraakt door bijvoorbeeld een verkeerd design’, stelt Van Horenbeek. Kortom, data analytics heeft zeker iets magisch, maar awareness, visie bij het management en bedrijfsbrede training zijn onontbeerlijk wil een bedrijf het ware potentieel aanboren en komen tot meer waardecreatie.

• www.sas.com/nl

AUTOMATISERINGSSYSTEMEN Verhoog de productiviteit en operationele opera efficiëntie van uw fiberlaser maximaal met LVD’s LV nieuwste MOVit-automatisering. Dankzij de systemen TAS (Tower Automation System) en e WAS (Warehouse Automation System) Syste is de materiaalstroom constant, verloopt verlo de onbemande productie vlekkeloo vlekkeloos en optimaal benut. wordt uw vloeroppervlakte optima

Ontdek deze en alle innovaties van LVD tijdens de INSIGHTS 2020 tech sessions en live tech days.

We help you bring bare metal to life: www.lvdgroup.com

LASER

PUNCH

BEND

INTEGRATE

september 2020

93


STRATEGIE

WE DELIVER SOLUTIONS BUNDELT PRODUCTIEKRACHT VAN BOZ GROUP EN KASTEEL METAAL

MAATWERK VOOR MAAKBAARHEID Om oem’ers te helpen bij productontwikkeling, met name op het gebied van maakbaarheid, hebben BOZ Group en Kasteel Metaal hun krachten gebundeld. De specialisten in plaatwerk en metaalbewerking willen met WDS (We Deliver Solutions) opdrachtgevers ondersteunen van idee tot realisatie. ‘Samen kunnen wij grotere klanten bedienen en elkaar aanvullen en ondersteunen. Bovendien kunnen we in geval van een calamiteit elkaars risico’s afdekken en de continuïteit aan onze klanten garanderen.’ DOOR HANS VAN EERDEN

B

OZ Group en Kasteel Metaal zijn een strategische samenwerking aangegaan om in te spelen op de trends in de industrie. Zo leeft er bij opdrachtgevers, zeker in deze roerige tijden, de behoefte aan meer zekerheid over de continuïteit van toelevering. ‘In geval van een calamiteit kunnen wij elkaars risico’s afdekken en de continuïteit aan onze klanten garanderen’, verklaren Corné van Opdorp, directeur van BOZ Group, en John Kasteel, algemeen directeur van Kasteel Metaal. ‘Samen kunnen we grotere klanten bedienen en elkaar aanvullen en ondersteunen.’

VERTRAGING VOORKOMEN Verder hebben veel oem’ers behoefte aan ondersteuning bij productontwikkeling. De nieuwste ontwikkelingen op het gebied van productietechnologie en -automatisering kunnen ze haast niet meer bijhouden. ‘Het komt nog te vaak voor dat maakbedrijven zoals wij pas in een laat stadium hun kennis van maakbaarheid, in technische en economische zin, kunnen inbrengen. Dat kan leiden tot redesigns en vertragingen. Daarom willen wij al in de voorfase aan tafel met de klant’, zegt Van Opdorp. ‘Door in het ontwikkeltraject constructief mee te denken over de maakbaarheid van ontwerpen, kunnen wij de time-to-market, van idee tot realisatie, verkorten. Dat doen we

door onze specialismen in te zetten en waar nodig derden in te schakelen, zoals universiteiten, TNO en engineeringbureaus.’

COMPLETE OPLOSSING Conclusie van de twee bedrijven: ‘We gaan een volgende industriële fase in en daarvoor moeten we disruptief durven denken om innovatieve oplossingen te kunnen ontwikkelen. Zowel binnen als buiten onze comfort zone van de metaal-industrie.’ Concreet hebben ze dit vertaald in het initiatief om WDS (We Deliver Solutions) op te richten met als doel oem’ers een complete oplossing te kunnen bieden. ‘WDS richt zich op de ontwikkelfase van een nieuw product, de r&d en de npi (new product introduction, red.)’, meldt John Kasteel. ‘In dat proces is het ook van belang dat we verder kijken dan onze bestaande productiemogelijk-heden. En waar nodig betrekken wij daar experts van buiten de metaalsector bij, op het gebied van bijvoorbeeld elektronica, pneumatiek of vormgeving. Naast de efficiëntie van het ontwikkeltraject bewaken we in een vroeg stadium de kostprijsdoelstellingen voor

PRODUCTIEPARTNERS

De WDS-partners BOZ Group en Kasteel Metaal zijn experts in metaalbewerking en lopen beiden voorop in procesoptimalisatie en automatisering. Ze vullen elkaar aan met eigen specialismen, waaronder het poedercoaten bij BOZ (links) en de grote robotlassamenstellingen van Kasteel. Foto’s: BOZ Group en Kasteel Metaal

De BOZ Group (120 medewerkers) in Bergen op Zoom is leverancier van precisieplaatwerk, en gespecialiseerd in ontwikkeling en engineering, plaatbewerking, poedercoaten, assem-blage, machinebehuizingen en laserlassen. Kasteel Metaal (110 medewerkers) in Alphen a/d Rijn is expert in metaalbewerking. Het bedrijf verzorgt engineering, produceert plaatwerk, constructies en lassamenstellingen en bouwt machines en apparaten.

94

september 2020

Beide ondernemingen lopen binnen Europa voorop met eigen engineering, volledig geautomatiseerde productie en slimme logistiek. Ze bedienen een scala aan sectoren, van hightech, elektrotechniek en energie tot food, medisch en agro. Naast veel vergelijkbare competenties kennen ze elk hun specialismen, zoals het (precisie)laserlassen en poedercoaten bij BOZ en de grote robotlassamenstellingen en ribbenbuisproductie bij Kasteel.

Het zijn familiebedrijven, met nu de tweede generatie bij BOZ Group aan het roer en bij Kasteel Metaal al de vierde. Ze hebben de kenmerkende cultuur van langetermijndenken, zorg voor het personeel en duurzame relaties met klanten. Logisch dat ze een klik hebben, aldus de beide directeuren, Corné van Opdorp (BOZ Group) en John Kasteel: ‘We kennen elkaar, spreken technisch dezelfde taal, vertrouwen elkaar en werken ook al samen, waarbij BOZ toelevert aan Kasteel.’

• www.bozgroup.nl • www.kasteelmetaal.nl


serieproductie. Het proces moet uiteindelijk tot een tastbaar product leiden, dus zal WDS tot de validatie betrokken blijven. Daarna kan BOZ en/of Kasteel de serieproductie verzorgen of begeleidt WDS desgewenst productie elders.’

PARTIJEN BIJ ELKAAR BRENGEN Vorige maand is Raoul Oomen aangesteld als business development manager voor WDS. Hij heeft een technisch-bedrijfskundige achtergrond en is vele jaren actief geweest in engineering en commercie voor diverse procesindustrieën. ‘De

klantspecifiek maatwerk gaan leveren, met engineering en productie, waarbij we de beschikbare kennis en productiecapaciteit binnen de twee bedrijven, BOZ Group en Kasteel Metaal, optimaal inzetten. Waar nodig kan ik ook andere bedrijven inschakelen, zoals John Kasteel al aangeeft. Als een klant een bepaalde oplossing nodig heeft, waarin bijvoorbeeld kunststof of sensoriek zit, dan doen we dat samen met partners. Dat kan ook in het voortraject van engineering, als we bijvoorbeeld augmented reality nodig hebben om ontwerpen in hun omgeving te simuleren. Dan schakelen we partners in die daar kennis van hebben.’

‘WE MOETEN DISRUPTIEF DURVEN DENKEN OM INNOVATIEVE OPLOSSINGEN TE KUNNEN ONTWIKKELEN’

laatste jaren heb ik dat gedaan als zelfstandig consultant, met als inzet partijen bij elkaar te brengen om klanten naar een hoger niveau te tillen.’ Een vergelijkbare opdracht heeft hij voor WDS meegekregen. ‘Met WDS moeten we

MEER DAN PORTAL OF ENGINEERINGBUREAU

WDS is meer dan alleen een portal voor de samenwerkende bedrijven BOZ en Kasteel, benadrukt Oomen. ‘De komende jaren willen we met WDS uitgroeien tot een organisatie met een eigen identiteit. Daartoe mikken we op twintig tot dertig medewerkers, onder wie ontwikkelaars, engineers en medewerkers voor sales en financiën. Wij garanderen een efficiënter ontwikkeltraject met een kortere time-to-market en een gevalideerde maakbaarheid. Verder besteden

Raoul Oomen, business development manager bij WDS: ‘We willen met WDS uitgroeien tot een organisatie met een eigen identiteit.’ Foto: WDS

we veel aandacht aan optimalisatie van de kostprijs en blijven we sterk betrokken bij de klant en diens product, ook na realisatie.’ Klanten hebben enthousiast gereageerd op het initiatief voor WDS, melden Van Opdorp en Kasteel tot slot. ‘Wij hebben meer te bieden dan een traditioneel engineeringbureau en vanwege onze schaalgrootte zijn we voor grote klanten zeer interessant.’

• www.wedeliversolutions.nl

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology.

Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

september 2020

95


PROCESVERBETERING

SPECIALIST MPDV HELPT TIMMERIJE BINNEN EEN JAAR AAN EEN LIVE MES

VIJFTIG SPUITGIETMACHINES IN ÉÉN SYSTEEM Een jaar na de kick-off is bij spuitgietbedrijf Timmerije het MES-systeem Hydra live gegaan. Met ‘typisch Duitse’ support van de ‘zeer gestructureerd’ werkende leverancier MPDV kunnen nu de spuitgietprocessen nauwgezet gemonitord en aangestuurd worden. Daarbij is in detail te volgen welke machines bezet zijn, welke orders daarop geproduceerd worden en wanneer ze gereed zijn. Gekoppeld aan het ERP-systeem biedt het Timmerije de tools om de kwaliteit en leverbetrouwbaarheid verder te verhogen en te leveren tegen de juiste prijs.

• ‘De variatie in merken en leeftijden vroeg om

verschillende interfaces’ • ‘Door trial en error hebben we veel machine-

koppelingsproblemen kunnen oplossen.’ • ‘Bij een storing wordt direct gevisualiseerd

hoeveel de productietijd uitloopt.’ • ‘Met het systeem kunnen we heel nauwkeurig

voor- en nacalculeren.’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

e aantallen goed- en afgekeurde geproduceerde producten, de overall equipment effectiveness (oee) en de hoeveelheid grondstof die tijdens het productieproces wordt verbruikt. Het uit de spuitgietmachines halen van deze drie gegevens, daar draaide het om in fase 1 van de implementatie van een nieuw MES-systeem (manufacturing execution system). Dat lijkt oppervlakkig beschouwd misschien eenvoudig, maar was dat niet, maakt Emile van Wijk meteen duidelijk.

ANALOOG NAAR DIGITAAL Hij is projectengineer bij kunststofverwerkend bedrijf Timmerije. Daar staan ruim vijftig spuitgietmachines opgesteld, van merken als Arburg, Krauss Maffei, Engel en Demag (tegenwoordig onderdeel van Siemens) en verschillend in leef-

MES-SPECIALIST MPDV heeft zich in de veertig jaar dat de softwareonderneming bestaat helemaal toegelegd op het ontwikkelen en implementeren van MES. De hoofdvestiging is in het Zuid-Duitse Mosbach nabij Stuttgart. Het bedrijf heeft een omzet van ongeveer 70 miljoen euro en een personeelsbestand van plusminus 500 mensen, verspreid over de 13 vestigingen weldwijd. MPDV heeft klanten op elk continent, actief in de automotive, elektronica, food & beverage, farmaceutische industrie, metaalverwerking, kunststofverwerking, machinebouw en verpakkingsindustrie. De r&d van MPDV werkt samen met instituten als Fraunhofer, Technische Universiteit Darmstadt, RWTH Aachen en andere Duitse universiteiten en hogescholen, Tongji University en Singapore Polytechnic. Voorts werkt het bedrijf voor de ontwikkeling van zijn software samen met machinebouwers, ERP-leveranciers als SAP en de klanten.

• www.mpdv.com 96

september 2020

tijd. ‘Elke machine stuurt op eigen wijze haar data uit. De meeste zijn van een recent bouwjaar, maar sommige zijn meer dan twintig jaar oud en communiceren nog op analoge wijze. Die variatie in merken en leeftijden vroeg om verschillende interfaces als Euromap en OPC-UA.’ De oplossing kwam van MPDV, de Duitse leverancier van het MES-systeem Hydra. ‘Wij hebben daarvoor onze IIoT-Connector ingezet. Daarmee kunnen analoge en digitale signalen van de shop floor worden omgezet naar een standaard format’, vertelt Charles van der Pluijm, accountmanager van de MES-specialist. Het zorgde ervoor dat Timmerije voor het ontsluiten van de machinedata niet afhankelijk was van de bereidwilligheid van de verschillende spuitgietmachinefabrikanten. ‘In de praktijk zien die dat soort problemen vaak niet direct als hun probleem, dus heel fijn dat MPDV dat heeft opgepakt’, stelt Pim Peeters, manager IT en Control van Timmerije en de derde gesprekspartner aan de grote tafel in de vergaderzaal in Neede.

ÉÉN KEER TELLEN Temeer daar zich nog tal van andere grotere en kleinere problemen aandienden. ‘We merkten bijvoorbeeld’, illustreert Van Wijk, ‘dat op één machine met een heel specifiek product het aantal geproduceerde producten in Hydra niet goed werd geteld. De grootste uitdaging zit ’m dan in het achterhalen van de oorzaak. Gelukkig was er een operator scherp genoeg om te ontdekken dat als de deur van de spuitgietmachine een paar seconden te vroeg wordt opengetrokken de productie niet geteld wordt.’ Een andere uitdaging deed zich voor met de zogeheten 2Kspuitgietmachines die in één gang twee verschillende polymeren inspuiten, eerst door horizontaal te spuiten, dan door dat verticaal te doen. ‘Ook in deze gevallen moet het systeem Illustratie: MPDV elk product één keer tellen. Dat

gebeurde in eerste instantie niet. Uiteindelijk hebben we zelf een hardware-schakeling gebouwd waarmee het probleem verleden tijd was’, aldus Van Wijk. ‘Zo hebben we door trial and error de oorzaak van heel veel verschillende machinekoppelingsproblemen kunnen achterhalen en oplossen.’

HIGH MIX FLEXIBLE VOLUME Dat het vergaren van die drie datastromen zo complex was, heeft ook veel te maken met de aard van Timmerije, denkt Peeters. ‘Sommige concullega’s hebben allemaal dezelfde machine staan waar heel grote series eenvoudige producten op worden gedraaid. Wij hebben hier niet alleen machines staan van verschillende merken en leeftijden, maar ook van uiteenlopende tonnages. Die diversiteit hebben we nodig omdat we hier per jaar meer dan 1.500 verschillende, vaak complexe producten in variërende series fabriceren. Dit is een echt high mix flexible volume-bedrijf.’

GOED VOORBEREID Wat het Achterhoekse bedrijf goed voor elkaar had, was de data-infrastructuur: alle machines waren reeds met het IT-systeem verbonden via glasvezel, met als groot voordeel dat data in optische vorm niet gevoelig zijn voor elektro-


magnetische velden en de interferentie die die kunnen veroorzaken. En de onderneming had reeds ervaring met een oud MESsysteem, Mattec, dus het personeel was al vertrouwd met het werken met machinedata. Ten slotte was een ‘voordeel’ dat Timmerije in de twee jaar voordat MPDV aan boord kwam tevergeefs doende was geweest met een andere implementatiepartner en andere MES-software.

LIVE GEGAAN De kick-off met MPDV was eind 2018 en een jaar later, in november vorig jaar, kon live worden gegaan. Toen waren de drie datastromen vanuit de machines helemaal betrouwbaar, waren ook de dataverbindingen met de werkplekken Op de werkvloer is MES-Hydra zichtbaar en toegankelijk via zeventien ‘Timmerije-groene’ consoles, elk gekoppeld aan meerdere van de vijftig op de shop floor voor elkaar en had een derde partij de koppeling spuitgietmachines. Van links naar rechts: Charles van der Pluijm, Pim Peeters en Emile van Wijk. Foto: Com-magz gemaakt tussen Hydra en het ERPeenvoudig: sommige automotive-opdrachten systeem TTM van Timmerije. Voorts waren vier krijgt tegen de juiste prijs en binnen de afgespromoeten per se op een bepaalde vrijgegeven van de twintig Hydra-modules geïnstalleerd: ken termijn. ‘Het kan nu voorkomen dat een machine worden uitgevoerd’, duidt Peeters. Machine Data, Shop Floor Data, Material and bepaalde repeat-job wordt ingepland, terwijl de Production Logistics en Tracking & Tracing, en betreffende matrijs voor reparatie bij een leveranwas het personeel getraind in de omgang ermee. cier ligt. Door de koppeling met ERP is straks TWEEDE FASE Van Wijk was een van de key users die op de direct zichtbaar dat die klus niet ingepland kan In de tweede fase die inmiddels loopt, wordt een hoofdvestiging van MPDV in Mosbach in Zuidworden: dat scheelt veel tijd en frustratie. Voorts vijfde Hydra-module geïmplementeerd: PersonDuitsland een grondige opleiding heeft gekregen krijgen we veel meer inzicht in hoeveel machinenel Scheduling. ‘Nu wordt dat nog gedaan door en zelf weer de anderen trainde. tijd en manuren met een klus gemoeid zijn en de operators en instellers een bepaalde klus op kunnen we steeds de beste medewerker op een een bepaalde machine toe te wijzen en dat vast te klus zetten. Zo stelt het systeem ons in staat de leggen op een magneetplanbord. Welke klus is EXACT VASTLEGGEN klant meer kwaliteit te leveren, leverbetrouwafhankelijk van hun skills. De één mag alleen een Met het live gaan van de koppeling tussen de OT baarder te zijn en kunnen we heel nauwkeurig job uitvoeren, de ander mag een bepaalde machien de IT ligt nu exact vast welk product (met voor- en nacalculeren zodat we onszelf noch de ne ook instellen en weer een ander is bevoegd alle werktekening en al) voor welke klant gemaakt klant tekortdoen’, aldus Pim Peeters. merken machines in te stellen, ook voor de commoet worden, gemaakt wordt of gemaakt is en plexe producten’, formuleert Peeters. ‘We willen hoe dat productieproces moet verlopen, verloopt ernaartoe dat een medewerker bij het inklokken of is verlopen. Nu is bij een klacht van een klant ‘TYPISCH DUITS’ direct op het scherm wordt geïnformeerd over de bijvoorbeeld eenvoudiger te achterhalen welke Fase 2 is idealiter eind dit jaar afgerond. Maar machine waarop hij wordt het pas begin volgend jaar, dan is dat ook of zij is ingepland.’ geen probleem, maakt Peeters duidelijk. ‘NatuurVoorts wordt de lijk moet het geen tien jaar duren. Daarom stellen komende maanden we onszelf en MPDV wel deadlines.’ Waarop hij de Process Dataterugblikt op het implementatieproces tot dusver: module geïmple‘MPDV is een typisch Duits bedrijf. Ik bedoel menteerd. Detaildaarmee’, terwijl hij zich richt tot Van der Pluijm informatie uit de tegenover zich, ‘dat jullie zeer gestructureerd te plc’s van de spuitwerk gaan. Het traject wordt vooraf heel duidegietmachines verlijk uiteengezet en zo wordt het ook uitgevoerd. taalt deze module in En zijn er issues, dan is de documentatie heel informatie op basis duidelijk over wat te doen – en anders weten de waarvan operators mensen van MPDV er feilloos de weg in om het of instellers kunnen probleem op te lossen. Het helpt ook dat zij veel besluiten een machine stop te zetten en in – prebatch het betreft, door welke machine, ploeg en ervaring hebben met de processen in onderventief – onderhoud te nemen. ‘Als bijvoorbeeld zelfs welke operator, en welke partij kunststofnemingen als Timmerije. Dat heeft er zeker aan de temperatuur van een machine geleidelijk aan granulaat gebruikt is. Maar ook is te volgen welke bijgedragen dat de acceptatie van het nieuwe oploopt tot boven een bepaalde waarde, dan machines op enig moment bezet zijn, welke systeem door het personeel tot nog toe geen constateert Hydra dat. Relevante medewerkers orders daarop geproduceerd worden en wanneer enkel probleem is geweest.’ ‘Wij bedienen veel krijgen een bericht en kunnen maatregelen’, ze gereed zijn. ‘Is er een storing dan wordt direct bedrijven in discrete productie. Daaronder zo’n illustreert Peeters. gevisualiseerd dat de productietijd van die order tweehonderd kunststofverwerkende bedrijven, uitloopt. Duurt het te lang, dan kan de planner wereldwijd’, aldus Charles van der Pluijm. gemakkelijk vaststellen op welke machine die job HOOGSTE KWALITEIT, JUISTE PRIJS afgemaakt kan worden. Verplaatsen is in dit high Het geïmplementeerde MES moet er in essentie mix flexible volume-bedrijf overigens niet altijd voor zorgen dat de klant de hoogste kwaliteit www.timmerije.nl

‘ACCEPTATIE VAN HET SYSTEEM DOOR HET PERSONEEL IS GEEN ENKEL PROBLEEM GEWEEST’

september 2020

97


PRODUCTONTWIKKELING

NIJKERKSE ISOLATOREN ONMISBAAR IN STRIJD TEGEN CORONA

HITTEBESTENDIG EN VOLLEDIG LEKDICHT

Erasmus MC speelt een vooraanstaande rol in de strijd tegen corona. Onder andere vanwege het onderzoek dat wordt gedaan in de laboratoria van dit universitair medisch centrum in Rotterdam. Onderzoekers bestuderen het virus, hoe het wordt overgedragen en hoe het ziek maakt. Maar ook welke medicijnen tegen het virus kunnen werken. Dat gebeurt in zogeheten isolatoren, speciale onderzoekskasten. De kasten worden gebouwd in nauwe samenwerking met de ITEQ Group uit Nijkerk. De isolatoren bij Erasmus MC. ‘Per soort kast verschilt de plek van de armingangen en het aantal leidingen met vloeistoffen en lucht’, aldus facilitymanager Edo Schraa. Foto en copyright: Erasmus MC

DOOR ANDRÉ RITSEMA

I

solatoren zijn kasten waarin laboratoriummedewerkers onder beschermende omstandigheden onderzoek kunnen doen. Ze gaan voor de kast staan en steken hun handen door de twee armingangen met handschoenen en lange mouwen eraan. Zo kunnen ze een proefopstelling plaatsen (en gebruiken) in een afgesloten, geïsoleerde ruimte met gefilterde lucht en in onderdruk. Isolatoren worden specifiek ontworpen voor een bepaald gebruik, met aangepaste afmetingen en poorten waar andere toestellen aan gekoppeld kunnen worden, bijvoorbeeld voor het veilig in- en uitvoeren van materiaal. ‘Per soort kast verschilt de plek van de armingangen en het aantal leidingen met vloeistoffen en lucht’, zegt Edo Schraa, facilitymanager van de dierexperimentele voorzieningen van het Erasmus MC.

STRENGSTE CRITERIA Erasmus MC maakt al jaren gebruik van isolatoren, maar wilde voor het nieuwe biologisch veiligheidslab ook innoveren. Het was met name de bedoeling om de kasten na ieder gebruik met

98

september 2020

hitte (autoclaaf) te steriliseren. Verder werden regelgeving en industrienormen strenger. Dergelijke isolatoren koop je niet uit de catalogus, maar moet je ontwikkelen en laten maken. Het heeft veel moeite gekost om bedrijven te vinden die dat zouden kunnen. ‘We weten precies wat we nodig hebben, maar we weten natuurlijk niet hoe we ze moeten maken’, zegt Martje Fentener, hoofd van het Dieronderzoekscentrum van Erasmus MC – en één van de mensen die (met Schraa) betrokken was bij de productie van de nieuwe isolatoren. Het Nijkerkse ITEQ kwam in beeld op een beurs. Daar vond het eerste gesprek plaats met medewerkers van Erasmus MC die op zoek waren naar bedrijven die nieuwe isolatoren konden bouwen. Dat leidde uiteindelijk tot een nauwe samenwerking, die de afgelopen jaren in totaal 25 kasten voor Erasmus MC opleverde – de laatste reeks pal voor de uitbraak van het coronavirus.

INDUSTRIEEL ONTWERP Hoe ging die samenwerking? Het begon ermee dat Schraa, Fentener en collega’s vaststelden wat

voor kasten er nodig waren. ‘Toen we dat scherp hadden, hebben we een bedrijf ingeschakeld dat de eerste ontwerpen maakte’, zegt Schraa. ‘Maar dat bedrijf kon de isolatoren niet bouwen; dat ging ITEQ doen.’

HOE SNEL EEN VACCIN? Met de isolatoren wordt op dit moment ook onderzoek gedaan naar het coronavirus. Daarom toch even de vraag of Schraa en Fentener, als deskundigen, kunnen zeggen hoe snel er een vaccin zal zijn. Wereldwijd doen honderden instellingen en medische centra onderzoek, zo zegt Fentener. ‘Maar ik denk dat je in alle redelijkheid mag zeggen dat het nog wel een tijd gaat duren voor er een vaccin is ontwikkeld dat werkt en veilig is – én dat in voldoende mate geproduceerd kan worden. Je hebt tenslotte letterlijk miljarden doses nodig om iedereen het vaccin te kunnen geven. Ik ga ervan uit dat dat wel twee jaar in beslag kan gaan nemen.’


Het werd een klus waarbij er inderdaad zeer nauw werd samengewerkt, zegt Willy Janssen, senior accountmanager bij ITEQ. ‘Het conceptidee was er en van daaruit hebben we continu nieuwe stappen gezet.’

‘ZO’N KAST IS ELKE KEER WEER MAATWERK’

Dát er nauw werd samengewerkt, is niet zo raar, zegt Schraa. ‘Het is elke keer weer maatwerk. We moesten elke isolator vanaf de eerste 3D-tekeningen ontwikkelen en bouwen. Gelukkig hebben ze bij ITEQ de kennis en kunde om onze wensen en eisen te vertalen in werkzame onderdelen van de kasten.’

NOGAL WAT UITDAGINGEN Het bouwen leverde de nodige uitdagingen op. Zo moeten de kasten van binnen te verwarmen

zijn tot boven de 121 graden Celsius, om alle ziektekiemen te doden. Maar niet alle materialen van de kast reageren hetzelfde op verhitting. Daarnaast moeten de kasten absoluut lekdicht functioneren. Het 100 procent lekdicht krijgen, kostte nogal wat hoofdbrekens en een aantal prototypes. ‘We moeten volgens de norm kunnen werken met een onderdruk van -600 Pascal. En dat kan alleen als er dus nergens lucht weglekt’, zegt Fentener. ‘Uiteindelijk is het gelukt.’ En dan was er nog een issue. Want het was niet voldoende dat de kasten in de productiehal bij ITEQ volledig lekdicht bleken te zijn. ‘Als ze op locatie bij ons werden afgeleverd en geïnstalleerd, moesten ze toch opnieuw helemaal bekeken worden’, aldus Schraa. ‘Als een kast wordt getransporteerd, is het toch altijd de vraag of hij in dezelfde conditie aankomt als dat hij bij vertrek is ingepakt. Dus is de afspraak dat de isolatoren in Rotterdam opnieuw getest worden. Dat was geen probleem. ITEQ deed zowel de Factory Acceptance Test als de Site Acceptance Test.’

ITEQ EN ERASMUS MC De ITEQ Group in Nijkerk bestaat uit drie bedrijfsonderdelen: ITEQ Engineering, ITEQ Industries en ITEQ Vietnam, waar in totaal 140 mensen werken. Het bedrijf is binnen de metaalindustrie gespecialiseerd in fijnmechanische plaat- en buisbewerking. Het ondersteunt de klant met engineering voor machineapparatenbouw, hightech productiesystemen en hoogwaardige assemblagemogelijkheden. ITEQ kan volautomatisch en 24/7 produceren, ook periodiek en in (kleine) repeterende series. Erasmus MC is als universitair medisch centrum verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Er werken meer dan 11.000 medewerkers onder wie 730 medisch specialisten. Het centrum werd tijdens de coronacrisis aangewezen als locatie voor het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding rond de beddencapaciteit van de intensieve zorg. Met het RIVM vormt het één van de twee expertiselaboratoria.

FEEDBACK Schraa en Fentener zijn tevreden over de samenwerking. ‘ITEQ heeft er werk van gemaakt om het samen tot een goed einde te brengen. Ze luisterden elke keer goed. En het belangrijkste: als ze met nieuwe ideeën kwamen, werden die niet bij ons over de schutting gegooid, maar gingen ze de dialoog met ons aan. Om zo samen tot de beste oplossing te komen.’ Ook Willy Janssen is tevreden. Sterker nog, hij is ‘hartstikke trots’ dat

• www.iteq.nl • www.erasmusmc.nl ITEQ op deze manier heeft mogen samenwerken met Erasmus MC. ‘Ik ben heel erg blij met wat er nu in Rotterdam staat. Het zijn gewoon mooie apparaten.’

Bezoek ons tijdens de

meldt u nu aan

Wilgenakker 8 | 5571 SJ Bergeijk | Nederland | t. +31(0)497 - 58 10 18 | info@q-fin.nl | www.q-fin.nl

september 2020

99


PROCESAUTOMATISERING

SAM|XL, JONGE SPIL IN ONDERZOEK NAAR GEAUTOMATISEERD PRODUCEREN VAN LICHTGEWICHT VORMEN

SLEUTELEN AAN ROBOTS DIE ZELF HUN WERK CONTROLEREN, EN FOUTEN HERSTELLEN Robots volledig zelfstandig vliegtuigrompen of turbinebladen laten produceren. Dat is één van de uitdagingen die SAM|XL zich gesteld heeft – die alleen haalbaar zijn met een multidisciplinaire en toepassingsgerichte aanpak. Vandaar dat het in het nog jonge onderzoekscentrum op de Delftse universiteitscampus normaal gesproken een drukke bedoening is. Zonder covid-19 zouden daar nu fundamenteel researchers en studenten van de TUD nauw samenwerken met ontwerpers en engineers van tal van commerciële bedrijven aan het automatiseren van de productie van grote, lichtgewicht structuren. DOOR MARIN VAN ZAALEN

D

e aerospace produceert vliegtuigonderdelen vanzelfsprekend graag zo efficiënt mogelijk. Met mensen, vanwege hun flexibele inzetbaarheid, en met machines, want die zijn krachtig en kunnen heel nauwkeurig en repeterend werken. Ook kunnen ze over elke handeling die ze verrichten data genereren, zodat achteraf precies is na te gaan of het onderdeel exact volgens de specificatie is gemaakt. Nog beter is het als ze die check al tijdens de productie doen. Neem vliegtuigrompen: die zijn groot en klantspecifiek en worden als one offs of hooguit in kleine series geproduceerd. Dat maakt ze kostbaar, al helemaal als haarscheurtjes of een zwakke verbinding pas aan het einde van het proces – of erger: nóg later – geconstateerd worden. Dus doen ze bij SAM|XL (Smart Advanced Manufacturing) onderzoek aan gerobotiseerd, ultrasonisch non destructive testing (NDT) tijdens het productieproces.

VEEL UITDAGINGEN Nee, met geluid in lagen kijken en zo testen is niets nieuws, erkent Kjelt van Rijswijk. Maar dat gerobotiseerd doen om de kwaliteit van het werk gaande het proces te checken, is dat wel. Van Rijswijk is ceo van het onderzoekscentrum op de campus van de TU Delft, dat zich focust op het ontwikkelen van slimme, geautomatiseerde productiemethoden van lichtgewicht structuren voor vooral de vliegtuig- en scheepsbouw. ‘Zou het een plat vlak betreffen, dan kun je daar met een XY-scanner vrij gemakkelijk overheen gaan. Maar vliegtuigonderdelen hebben aerodynamische, ronde vormen die nooit helemaal exact op een vooraf gedefinieerde plaats liggen. De robot moet dus in staat zijn het te controleren object zelfstandig te traceren en vervolgens te controleren. Daarbij moet het systeem het onderscheid kunnen maken tussen ‘goed’, ‘twijfelachtig’ en ‘fout’. Nog mooier is het als hij de plaatsen waar fouten zitten of kunnen zitten, kan koppelen aan

100

september 2020

de CAD-file. Want dan kan hij, voor een second opinion, alleen díe plekken nogmaals controleren en daar gedetailleerde hoge-resolutie opnames van maken. Nóg optimaler zou zijn als hij fouten kan typeren als ‘niet acceptabel’ en een andere robot opdracht kan geven deze meteen te herstellen, voordat hij verdergaat met de productie.’

TYPISCH MULTIDISCIPLINAIR Duidelijk is dat het veelzijdige probleem dat Van Rijswijk schetst van het multidisciplinaire type is. Ultrasonic NDT is dan ook een werkveld waarin SAM|XL niet alleen zit. Zelf brengt het expertise van robotica in, TNO van de benodigde sensoriek en de TUD-faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek biedt praktische inzichten in het beoordelen van de inspectiedata, om een onderscheid te kunnen maken tussen ‘goed’ en ‘fout’. ‘Gezamenlijk bouwen deze kennisinstellingen een toolbox op, die betrokken bedrijven kunnen toepassen om specifieke inspectie-uitdagingen op te lossen.’ Voorts participeren de RoboAcademy en TiaT Europe, instellingen die binnen SAM|XL trainingen gaan organiseren voor ingenieurs en inspecteurs die de gerobotiseerde inspectietech-

• In het NDT-project (Non Destructive Testing) werken publieke en private partijen samen. • ‘Wij staan klaar voor álle bedrijven die producten maken in lage volumes en hoge variaties.’ • ‘De software, algoritmes en IP die wij ontwikkelen, zijn voor de betrokken partners en partijen.’ • ‘Wij zoeken naar manieren waarop die robot zichzelf kan programmeren.’ • ‘Steeds meer mensen zien in dat gewichtsbesparing cruciaal is in de energietransitie’

nologie gaan implementeren. ‘Want uiteindelijk zullen het nooit de NDT-robots zijn die beslissen over goed of fout, dat gebeurt door stevig opgeleide en gecertificeerde mensen van vlees en bloed’, duidt Van Rijswijk. In het NDT-project werken dus publieke en private partijen samen, en dat geldt voor alle projecten die SAM|XL draait. Soms hebben ze een meer fundamenteel karakter, bijvoorbeeld als TU-faculteiten onderzoek doen en commerciële partners zich beperken tot het inbrengen van de vaardigheid in het bedienen van robots. Vaker is de doelstelling meer toegepast, bijvoorbeeld om voor en samen met bedrijven als Airbus of GKN Aerospace (voorheen Fokker) een automatiseringsvraagstuk op te lossen.

VOORAL SOFTWARE Automatisering die in deze high mix low volumesector typisch plaatsvindt met robots. De werk-

SAM|XL: GOED VERNETWERKT EN GEOUTILLEERD SAM|XL is in februari 2018 als stichting opgericht door de TU Delft, met GKN-Fokker Aerostructures (het huidige GKN Aerospace), Airbus Defence and Space Netherlands, TNO, KVE Composites, GTM Advanced Structures, Suzlon en Airborne als initiërende partners. Het is één van de Zuid-Hollandse fieldlabs binnen Smart Manufacturing Industriële Toepassing ZuidHolland (SMITZH) en is onderdeel van het landelijke Smart Industry-programma. SAM|XL heeft negen mensen op de loonlijst. In het bestuur zijn zowel de TU Delft als het bedrijfsleven vertegenwoordigd. De initiële financiering komt van de TU Delft, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Den Haag en het Europese

Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Voorts is er per project financiering van de betrokken partners. Het centrum beschikt over automatiseringscellen voor lay-up, maakprocessen met mobiele robots als composietwikkelen, composiet tape-layen, schuren en coaten van oppervlakken, composietlassen, boren, non-destructieve inspectie en het doen van meetwerk. De faciliteiten staan opgesteld in een pand van 2.000 vierkante meter op de campus van de TUD en staan ter beschikking voor onderwijs -en onderzoekactiviteiten aan alle partijen die zich als partner aansluiten.

• www.samxl.com


vloer van SAM|XL staat er dan ook vol mee. Van zowat elk denkbaar merk, van ABB en Kuka tot en met Fanuc, technology partners van SAM|XL. ‘In ons onderzoekscentrum ontwikkelen we vooral software voor bovenop de besturingssoftware van hun robots. Wij bouwen vaak een eigen intelligente laag, zodat we met de robot die dingen kunnen laten doen die voor het onderzoek van belang zijn. Een robot is af-fabriek vrijwel altijd geprogrammeerd om te picken en placen. Terwijl het ons juist gaat om de route die de robotarm aflegt om een vezel juist in een mal te plaatsen of een las te maken.’ De software, de algoritmes en de daarin besloten IP die gedurende het onderzoek ontwikkeld Kjelt van Rijswijk bij een opstelling waar een robot een koolstof composietplaat test. Foto: Com-magz worden, zijn voor de betrokken bijvoorbeeld, wil je het liefst zo lang mogelijk partners en partijen. ‘Onze software is open voor ALLES WAT BEWEEGT maken en tegelijk zó licht dat de bevestiging aan onze partners. Wij zijn er niet om met licenties Zoals gesteld: SAM|XL stelt zich breed op, al zijn de naaf hem kan dragen. Daarbij zijn de toleranons geld te verdienen. Wij genereren inkomsten de aerospace en maritieme sector kernmarkten. tie-eisen hoog: sub-millimeter in de aerospace, via een pay-per-use verhuurmodel voor onze Twee sectoren die bij uitstek geraakt zijn door sub-centimeter in de scheepsbouw. Die ondermachines en experts. Voorafgaand aan elk project de coronacrisis. ‘Aan ‘nice to have’-onderzoek is delen kunnen robots produceren en controleren, maken we duidelijke afspraken over wie welk IP door corona een einde gekomen. Alleen die maar omdat het vrijwel steeds om zeer kleine inbrengt en wie de gegenereerde IP mag gebruiprojecten die de bedrijven helpen om zich uit de aantallen gaat wil je die niet handmatig programken voor commerciële doeleinden. Wij zijn er om crisis te innoveren, gaan door. Maar wel in een meren. Dus zoeken wij naar manieren waarop die hoogwaardige kennis van geavanceerde, geautohogere versnelling. Het aantal actieve projecten robot zichzelf kan programmeren, zodanig dat matiseerde productiesystemen te genereren en is dan wat achteruitgegaan, de relevantie en die zelf het CAD-model in een besturingsfile kan toepasbaar te maken in de Europese maakinsnelheid van de lopende projecten is juist toevertalen. Of door een augmented reality-applidustrie, om zo de concurrentiepositie van die genomen, voor en met bedrijven in steeds meer catie te ontwikkelen zodat de sectoren. Bij steeds meer mensen valt het kwartje: operator kan volstaan met het ze zien in dat gewichtsbesparing cruciaal is in de bepalen van de volgorde van energietransitie. Minder gewicht betekent voor de activiteiten, waarna de alles wat beweegt een lager energieverbruik en robot zelf het werk scant en dus ook minder emissies. Daar dragen we hier herkent en aan de slag gaat aan bij.’ met het plaatsen van een vezel Van Rijswijk geeft een korte rondleiding over de of een las.’ En, nog mooier, werkvloer vol ‘gekooide’ robots. ‘Wij zijn ruim waarna die robot zelf de foutweeënhalf jaar geleden gestart, maar nog maar ten die hij maakt met NDT anderhalf jaar terug werd het huidige onderherkent en actie onderneemt. komen betrokken en pas een jaar geleden zijn de eerste robots afgeleverd. Door corona konden de laatste installatiewerkzaamheden pas deze zomer BINNEN ÉN BUITEN DE TUD gedaan worden, onder meer van een grote gan‘Voor dit soort onderzoekstry-robot voor het assembleren van rompdelen. werk heb je dus niet genoeg Het softwareteam kan nu echt aan de slag.’ aan kennis van robotica; ook kennis van automatisering, sector te versterken. En dan heb ik het niet alleen control- en besturingstechnologie en materiaalover de aerospace. Wij staan klaar voor álle kunde is vereist. En je kunt niet volstaan met EVENTS BIJ SAM|XL bedrijven die producten maken in lage volumes fundamentele inzichten, maar hebt ook de en hoge variaties. Juist die hebben we hier veel. technische kennis nodig vanuit de praktijk, van Een deel van onze activiteiten richt zich dan ook de commerciële randvoorwaarden die de markt • Van 10-12 november 2020 organiseren Roboop gerobotiseerd schuren, boren, schroeven en stelt en de behoeften die er leven. Vandaar dat Academy en TiaT Europe de cursus Robotics & lijmen voor het mkb.’ SAM|XL gelieerd is aan de TUD, maar als zelfNDT op SAM|XL. standige stichting wel de vrijheid heeft om haar • Op 17 maart 2021 organiseert de Netherlands eigen strategie te bepalen, los van de langjarige MULTIDISCIPLINAIR ÉN TOEPASSINGSGERICHT Aerospace Group (NAG) de Dutch Aviation NDT onderwijs- en onderzoekstrategie van het Het onderzoeksterrein van SAM|XL is dus multiDay op SAM|XL. universiteitsbestuur. Is aan de universiteit het disciplinair én toepassingsgericht. ‘Het gaat ontwikkelen van roboticakennis een doel op zich, vrijwel steeds om de productieautomatisering www.roboacademy.nl bij ons is het een krachtig middel om een prakvan klantspecifieke, grote producten die in lage www.tiat.nl tisch doel te bereiken. Kan het zonder robots, dan volumes gemaakt worden en zo licht mogelijk www.nag.aero doen we het zonder.’ van gewicht moeten zijn. Een windturbineblad,

‘NOG MOOIER IS HET ALS DE ROBOT DE PLAATSEN WAAR FOUTEN ZITTEN OF KUNNEN ZITTEN, KAN KOPPELEN AAN DE CAD-FILE’

• • •

september 2020

101


UIT DE MARKT 4INNOVATORSDAYS VAN Q-FIN: ‘MENSEN ÉCHT ONTMOETEN’ De nieuwe machines van Q-Fin zouden in maart op de Technishow worden gepresenteerd. Maar ja, corona. Nu is het eind september geworden – in het eigen Experience Center in Bergeijk. Het is een volgende stap in de weg omhoog, die Q-Fin in juni en juli weer heeft gevonden. Q-Fin, voluit Quality Finishing Machines, ontwikkelt, bouwt en verkoopt innovatieve machines voor het ontbramen, slijpen en afronden van metalen plaatdelen. Het bedrijf had de eerste maanden behoorlijk last van de coronacrisis. ‘Op zeker moment ging heel Europa op slot. Daardoor konden onze verkopers niet meer naar de klanten toe. En die kwamen ook niet meer naar ons Experience Center. En veel investeringen in nieuwe machines werden on hold gezet’, zegt Joost Kouwenbergh, business officer bij Q-Fin. Maar ze zaten in Bergeijk niet bij de pakken neer. Het gebruik van videopresentaties en online demo’s van de

machines werden zo doorontwikkeld, dat klanten de gewenste machines konden zien en – digitaal – beleven. ‘Dat werd als positief ervaren’, aldus Kouwenbergh. Maar, voegt hij eraan toe, ‘een online demo haalt het natuurlijk niet bij een echte demonstratie, waarbij de klant de machine en het bewerkte product zelf kan zien en voelen.’ Dus toen de regels werden verruimd, zette Q-Fin alles op alles voor goed ondernemen in ‘het nieuwe normaal’: de klanten konden met de nodige maatregelen weer terecht in de fraaie showroom in Bergeijk. En de verkopers waren mondjesmaat weer welkom bij de klant. Vanaf begin juni leek voor Q-Fin het dieptepunt te zijn gepasseerd, zegt Kouwenbergh. ‘De verkoop en plaatsing van machines startte weer op. Ook doordat de klanten weer wat meer vertrouwen kregen. We merken dat veel mensen letterlijk weer naar buiten gingen en het beu waren om alleen maar achter een

Het Q-Fin-pand in Bergeijk.

scherm te zitten.’ De volgende stap vooruit is de organisatie van de zogeheten 4InnovatorsDays van 23 tot 25 september. Daar presenteren Q-Fin en drie andere bedrijven (Kumatech, LVD en Valk Welding) hun nieuwste producten. Dit alles in het pand van Q-Fin in Bergeijk, die onder andere de F600 SP4 Planetair laat zien. De demodagen worden volgens de RIVMrichtlijnen uitgevoerd, zegt Kouwen-

bergh. ‘Het Experience Center is ruim opgezet. Met registratie vooraf en tijdslots van twee uur kunnen we maximaal honderd bezoekers per tijdslot ontvangen.’ Kouwenbergh heeft goede hoop: klanten reageren positief en de inschrijvingen beginnen te lopen. ‘En mensen écht ontmoeten vinden wij en onze klanten toch een stuk fijner dan alleen online contact.’ www.q-fin.nl

Hoogwaardige elektronica producten voor intelligente machines en apparaten Protonic ontwikkelt en produceert industriële elektronica voor OEM’ers en heeft hiervoor alle kennis in huis. • Research • Engineering • Productie info@protonic.nl | www.protonic.nl

102

september 2020


ROVC: VLIEGTUIGMONTEURS SNEL BIJSCHOLEN VOOR DE INDUSTRIE Voordat de coronacrisis losbarstte, waren er volgens cijfers van het UWV 71.600 technische functies vacant. Dat aantal is dit voorjaar wat gezakt, maar niet veel, naar 54.600. En John Huizing, directeur van technisch opleider ROVC, heeft redenen genoeg om aan te nemen dat het tekort weer snel op pre-coronaniveau zal zijn. ‘Woningen zijn schaars; er moet gebouwd worden en dus zal de vraag naar vaklui en installateurs snel aantrekken. Momenteel staat luchtbehandeling binnen scholen en bedrijven volop in de belangstelling: dat vraagt om technici die verstand hebben van klimaatsystemen. Voorts gaan we in Nederland over van gasverwarming naar warmtepompen en ook het installeren daarvan vraagt om technisch opgeleiden.’ En, tenzij er een V tweede lock-down komt of de overheid haar stimuleringsmaatregelen te snel afbouwt, ook de vraag naar technici vanuit de hightech industrie zal weer snel aantrekken. ‘Sterker nog, bij sommige hightech bedrijven is die tot dusver überhaupt nauwelijks gedaald.’

Daar staat tegenover dat ondernemers in een sectoren als de luchtvaart, de horeca, het toerisme en het transport veel medewerkers hebben moeten ontslaan en het wel even kan duren voordat hun markten zich volledig hersteld hebben en die mensen weer nodig zijn. Van deze nood kan echter heel goed een deugd worden gemaakt, zo stelt Huizing. ‘Mensen die werken in bijvoorbeeld het onderhoud van vliegtuigen of treinen, maar ook mensen die werken als licht- of geluidstechnicus in de evenementenbranche kunnen snel worden bij- of omgeschoold. Afhankelijk van het niveau dat gevraagd wordt en de meegebrachte bagage kunnen mensen al binnen enkele weken tot een aantal maanden volledig klaargestoomd worden voor een nieuwe functie’, aldus de directeur van ROVC dat technische, praktijkgerichte cursussen en trainingen op mbo-niveau verzorgt. Sectoren als de horeca en het toerisme echter moeten ook een flink aantal mensen zonder technische achtergrond laten gaan. ‘Maar ook

die kunnen we helpen. Mits zij affiniteit hebben met techniek, thuis graag klussen en dingen maken. Het mooiste is als zij eerst een werkgever ervan weten te overtuigen hen aan te nemen voor een technische functie, want dan betaalt die werkgever de opleiding. Maar lukt dat niet en moet iemand vanuit een uitkerings-

situatie solliciteren dan blijkt het UWV vaak bereid op zijn minst een deel van de kosten op zich te nemen.’ www.rovc.nl www.techniekpactmonitor.nl/ ontwikkelingen-arbeidsmarktvraagtechniekict

FESTO ONTWIKKELT PIËZO-TECHNOLOGIE-TOEPASSING VOOR DE SEMICON Festo is de laatste jaren is veranderd van een bedrijf dat producten van staal en aluminium levert in een onderneming die eenvoudig te bedienen producten biedt. Producten waarin silicium, software en data een belangrijke rol spelen. Zo is Festo tegenwoordig ook actief op de snelgroeiende elektronica- en semiconmarkt: voor een Chinese fabrikant van chips ontwikkelde Festo bijvoorbeeld een transportbox. In die box worden de wafers beschermd vervoerd op weg van de ene productiestap naar de andere

(van de plusminus 500 productiestappen die genomen worden). De boxen zijn gevuld met stikstof waarvan de kwaliteit en druk nauwkeurig beheerst worden met piëzo-kleppen, gecontroleerd met de vorig jaar gelanceerde Motion Terminal. De piëzo-technologie is ontwikkeld in nauwe afstemming met klanten in de semicon, maar ook met die in de medische technologie en de food & beverage industrie. Daar wordt het reeds succesvol toegepast, aldus een Festo-woordvoerder. www.festo.com

Van concept tot eindproduct, wij regelen het voor u Confed ontwerpt, innoveert en ontzorgt. Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Vind ons

op www .confed. of bel 03 eu 3-454134 0

Seriematige assemblage

september 2020

103


MVK Fusion Revolutionair: 3 modules in 1 IO-Link ventieleilanden

IO-Link drukknopsystemen

Noodstop

Veilige dubbelventielen

Sleutel en keuze schakelaars

Veilige ventielen

Smart IO-Link sensoren

IO-Link analoge converters

Voetschakelaars

Veiligheids|vergrendelingen

DC motoren

IO-Link grippers

IO-Link temperatuur sensoren

Safety deur systemen

Deurschakelaars

IO-Link hubs

IO-Link inductieve sensoren Veiligheidsvergrendelingen

Ventielen IO-Link inductieve couplers

IO-Link afstandssensor Tweehand bedieningsapparatuur

IO-Link druksensoren

Lichtschermen

IO-Link transponder systemen

Digitale sensoren

Laserscanners

02 Safety

IO-Link

03 01

Standaard IO

Drie basisfuncties in één module 01/ digitale standaard sensoren en -actoren 02/ digitale Safety sensoren en-actoren 03/ IO-Link De PROFINET/PROFIsafe MVK Fusion standaardiseert drie functies en maakt een één-module strategie mogelijk.

www.murrelektronik.nl


UIT DE MARKT VOORUITZIENDE BLIK ZET 247TAILORSTEEL OP VOORSPRONG IN CORONATIJD Door de coronacrisis werd digitaal werken ineens hot voor bedrijven – iets waar 247TailorSteel in Varsseveld zo’n zeven jaar geleden al mee startte. Toen werd het digitale platform 247TailorSteel client, de voorloper van het huidige Sophia®, ontwikkeld om het conventionele proces van het delen van documentatie over producten – op maat gesneden, gebogen of gekante metaaldelen –, en de communicatie over maakbaarheid, prijs en levertijd met één druk op de knop te laten plaatsvinden. Dat alles zonder tussenkomst van werkvoorbereider of inkoper. ‘Dit proces verloopt bijzonder vlot en zonder misverstanden. Klanten bestellen regelmatig ook buiten kantooruren, 24/7 dus. Ze zijn niet afhankelijk van openingstijden of locatie; dit kan ook vanuit een thuiswerkplek of hotelkamer, zolang je maar een laptop en netwerk hebt’, zegt coo Frank Gelen. Omdat 247TailorSteel al ingericht was op contactloos zakendoen, vormden veel opgelegde fysieke beperkingen vanwege Covid-19 geen extra belemmering voor de interactie met klanten. ‘Doordat we deze processen al jaren voeren, ver-

anderde de werkwijze niet en bleef alles soepel verlopen.’ Veel processen binnen de muren van 247TailorSteel gaan eveneens digitaal. Zo is een zeer groot deel van de werkvoorbereiding volledig geparametriseerd, waardoor minder mensen en minder interactie tussen afdelingen nodig zijn dan in een traditionele setting. ‘Daarnaast is door de hoge digitalisering thuiswerken of gespreid werken voor veel afdelingen eenvoudig te realiseren. Dat vermindert de kans op verspreiding van Covid-19. Verder hebben we de interactie tussen productieafdelingen beperkt door agv’s in te zetten voor het aanleveren en afvoeren van materialen.’ Hoewel digitalisering dus al jaren een feit is, is het voor nieuwe klanten van 247TailorSteel wel wennen. ‘Na twee of drie bestellingen zien ze het nut ervan in en krijgen ze vertrouwen. Nu iedereen ook zijn boodschappen, boeken of andere zaken digitaal bestelt, is de stap naar 247TailorSteel voor professionele activiteiten kleiner. Daarnaast gaan de jongere medewerkers bij onze klanten er juist erg gemakkelijk mee om, die denken zelfs mee in oplos-

singen of nieuwe stappen vooruit’, aldus Gelen. ‘En bij vragen hebben we nog altijd onze Customer Servicecollega’s en verkopers die de klant 247TailorSteel ervaart alleen maar voordelen van de digitale werkwijze. met plezier mondeling te Foto: 247TailorSteel woord staan.’ daardiseerde processen passen Zelf ervaart 247TailorSteel alleen maar voordelen van de digitale werk- bovendien goed bij de trend van bedrijven die steeds meer werken wijze. ‘Onze processen worden digimet vaste modules en gestandaarditaal gestuurd en gevuld met zuivere data. Er zijn dus geen grijze gebieden seerde werkwijzen.’ Al met al heeft de vooruitziende blik van oprichter door persoonlijke interpretatie of Carel van Sorgen het bedrijf op communicatie. Dit geeft voorspelvoorsprong gezet. ‘In crisistijd stellen baarheid in de keten en weinig klanten investeringsbesluiten zo lang ruimte voor misverstanden. De mogelijk uit. Ook in coronatijd is manier van werken is hierdoor erg gestandaardiseerd, bij oneindige pro- daardoor steeds meer vraag naar kortere levertijden; onze 48-uursleductvariatie’, stelt Gelen. ‘De hoge vering wordt steeds vaker geselecmate van digitalisering biedt verder teerd. Zonder onze digitalisering goed inzicht vanuit betrouwbare hadden we deze dienst niet kunnen rapportages. Dat biedt ons de mogeaanbieden.’ lijkheid om waar nodig bij te sturen. www.247tailorsteel.com Die vaste procesafloop en gestan-

SCHOLING EN BEHOUD VAN MEDEWERKERS STAAN IN DE SPOTLIGHTS De Worldcom Confidence Index (WCI) is een structureel onderzoek van de Worldcom Public Relations Group onder zakelijk leiders naar de mate van vertrouwen in en de bezorgdheid over 23 onderwerpen. Het onderzoek, waarover Worldcom-partner Wisse Kommunikatie maandelijks rapporteert, wordt met behulp van kunstmatige intelligentie uitgevoerd onder 54.000 ceo’s en cmo’s in dertig landen. Sinds juni wordt ook structureel onderzoek uitgevoerd in Nederland. De coronacrisis drukte ook in juli nog steeds een enorm stempel op het wereldwijde vertrouwen. Ondanks dat het vertrouwen van de Nederlandse zakelijk leiders met 23 procent is gestegen ten opzichte van de maand ervoor, ligt Nederland maar net boven het wereldwijde gemiddelde. ‘Dat zou te maken kunnen hebben met onze nuchtere volksaard, die we combineren met de wetenschap dat we een capabele

regering hebben, een goed zorgstelsel en een redelijk financieel vangnet’, aldus Serge Beckers van Wisse Kommunikatie. ‘Ook wij merken bij onze klanten dat het vertrouwen langzamerhand weer terugkeert. En vooral dat men zich zomaar neerlegt bij de situatie en weer aan de slag wil.’ Een onderwerp dat de Nederlandse managers sterk bezighoudt, is bijen omscholen van medewerkers. De achterliggende gedachte is dat de veranderende economie bedrijven en organisaties dwingt na te denken over een efficiëntere inzet van het personeel. Het behoud van werknemers heeft wereldwijd veel aandacht, maar het haalt de hoogste Confidence Index-score in Nederland (ruim 21 procent). Dat betekent dat ‘retaining talent’ een belangrijk onderwerp is. Het onderzoeksbureau Advanced Symbolics Inc. heeft met zijn kunstmatige intelligentie-tool een

gepatenteerde methode ontwikkeld om een steekproef van zo’n 54.000 zakelijk leiders structureel te monitoren. De antwoorden van respondenten worden geëvalueerd op basis van openbaar beschikbare informatie op de sociale media. De tool meet

door middel van een analyse van de gebruikte taal of de betrokkenheid van de respondenten duidt op vertrouwen in het onderwerp of bezorgdheid erover. www.worldcomgroup.com

Bronkhorst High-Tech werkt al ruim 20 jaar slagvaardig én innovatief met Isah. Meer weten? Kijk op de achterpagina

2

Maak het met Isah.

september 2020 24-08-2020 105 15:40


ADVERTORIAL

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN BEDRIJVEN IN DE MAAKINDUSTRIE

QLTC EN UW ACCOUNTANT EN BELASTINGADVISEUR U bent actief in een industriële en hightech omgeving en stelt hoge eisen aan uw leveranciers van goederen en diensten. U verwacht van uw toeleveranciers goederen en diensten van uitstekende kwaliteit en een hoge leverbetrouwbaarheid. U wilt dat ze hun knowhow up to date houden, en state-of-the-art oplossingen bieden. En dat alles tegen een redelijke prijs. Het is onze ervaring dat dit evengoed geldt voor de diensten van accountants en belastingadviseurs.

e zijn een middelgroot kantoor – met een historie van meer dan 90 jaar – in het hart van de Brainport-regio. We hebben een sterke focus ontwikkeld op ondernemingen in de toeleverketens van semicon, automotive, energy & infrastructure, industrial, food processing en medical. We ondersteunen oem’ers, 1st en 2nd/3rd-tier suppliers, start-ups en scale-ups in hun groeiambities. Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daarnaartoe. Dat doen we door een grote kennis van hun bedrijfsactiviteiten en van de supply chains waarin ze actief zijn. Door accountancy en belastingadvies in te bedden in de strategische context van onze klanten. Door een actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen, gebruik makend van fiscale faciliteiten. Door een continue focus op productiviteit en performanceverbetering. Uitgangspunten zijn het leveren van een hoge toegevoegde waarde en het realiseren van een aantrekkelijk rendement.

W

Wij helpen ondernemersdromen realiseren. Benieuwd wat we voor u kunnen doen? Neem contact op met: • Paul Mencke via + 31 (0) 6 10 92 37 30 of mail via mencke@govers.nl • Harm Kolen via +31 (0) 6 51 46 72 51 of mail via kolen@govers.nl

COVID-19 Wij willen klanten in de specifieke fase waarin ze zich bevinden bijstaan met concrete adviezen. Door het coronavirus is uw blik waarschijnlijk tijdelijk meer gericht op de korte termijn dan op de lange termijn. En meer op voorraad- en cashmanagement dan op uitbreidingsinvesteringen. We kijken met u vooruit naar de ontwikkelingen in de keten, begeleiden u bij knelpunten en de daarbij komende uitdagingen.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Tel. +31 40 2 504 504 www.govers.nl


SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

AEROSPACE

AUTOMATISERING

KMWE levert eerste onderdeel voor F135

Enschede derde stek van Beckhoff Nederland

KMWE Aero Engine heeft het eerste onderdeel voor de nozzle (motoruitlaatmondstuk) van de F135 geleverd aan vliegtuigmotorenfabrikant Pratt & Whitney. De komende vijf jaar zal KMWE minimaal 5.000 van deze onderdelen fabriceren. Daarnaast werkt KMWE hard aan de introductie van nog eens vijf uitlaatdelen voor de F135 Lightning II. De componenten voor

de nozzle zijn complexe plaatwerkdelen die een groot aantal bewerkingsstappen moeten ondergaan. KMWE Aero Engine vervaardigt sinds 1976 complexe constructies voor de straalpijp van de F16 Fighting Falcon. In 2018 gunde Pratt & Whitney het Eindhovense bedrijf een nieuw contract. www.kmwe.com

gen. De locatie bestaat uit kantoren, een trainingsruimte voor klantenseminars en een demonstratie- en conferentieruimte. Beckhoff Nederland denkt via deze derde locatie hooggekwalificeerde nieuwe medewerkers uit Oost-Nederland makkelijker aan zich te kunnen binden. www.beckhoff.nl

MEDISCHE TECHNOLOGIE

Kapitaalinjectie voor ‘oncologiepionier’ Sirius

DATAMANAGEMENT

Variopool kiest voor volledige PRO.FILE-portfolio Variopool, marktleider in beweegbare bodems en keerwanden voor zwembaden, gaat het volledige PRO.FILE-portfolio implementeren als databackbone (DMS/PDM/PLM) voor alle data rondom producten en projecten, de modules PRO.CEED voor procesmanagement en PROOM als cloud collaboratie platform met subcontractors en

Met de ingebruikname van een kantoor in Enschede beschikt Beckhoff over drie verkooplocaties in Nederland. Een aanzienlijk deel van de Nederlandse klanten heeft het oosten van het land als thuisbasis; de keuze voor Enschede is dan ook niet meer dan logisch, aldus de specialist in ‘open’ automatiseringsoplossin-

opdrachtgevers. Verder biedt het partnerschap van implementatiepartner PLM Xpert met ERPpartner Trimergo en de integratie met Trimergo een belangrijke meerwaarde. PRO.FILE levert daarmee de missing link tussen het 3D CAD-systeem SolidWorks en ERPsysteem Trimergo. www.plmexpert.nl, www.variopool.nl

Het Eindhovense Sirius Medical Systems heeft 4,4 miljoen euro opgehaald voor de commerciële introductie van Sirius Pintuition en het ontwikkelen van aanvullende producten. Het Sirius Pintuitionsysteem stelt chirurgen in staat om de tumorlocatie nauwkeurig te bepalen tijdens de operatie en de ziekenhuisworkflow te verbeteren.

Een slim ‘zaadje’ dat tot 180 dagen vóór de operatie kan worden geplaatst om een doelwit te markeren, geeft tijdens de operatie zeer nauwkeurige, realtime feedback en directionele geleiding naar het gemarkeerde weefsel. Het systeem is CE-gemarkeerd en wacht op FDAgoedkeuring. www.sirius-medical.com

HIGH PERFORMANCE MACHINING EQUIPMENT

We manufacture high-tech components, modules and systems, with the highest precision.

We operate with the deepest conviction to make things better. Every Day.

Want to know what we can do for you? Discover more at KMWE.COM

september 2020

107


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

Koolen Industries investeert in GreenBattery

OVERNAMES MACHINEBOUW

Scherer Feinbau over naar Emag Group De Duitse Chiron Group heeft dochterbedrijf Scherer Feinbau verkocht aan de Zuid-Duitse machinebouwer Emag Group. Scherer Feinbau ontwikkelt en bouwt productie-, handling- en automatiseringsoplossingen voor klanten in onder andere de automobielindustrie, lucht- en ruimtevaart en machinebouw. Het bedrijf uit Alzenau, nabij Frankfurt, richt zich met

name op verticale cnc-draaibanken en asdraaimachines en heeft een sterke positie als leverancier van flexibele platforms voor serieproductie van remschijven. De overname geeft Scherer toegang tot het grote, internationale netwerk van Emag Group in de automobielsector. www.schererfeinbau.de, www.emag.com

CHIPTECHNOLOGIE

ASML neemt Berliner Glas over ASML neemt Berliner Glas Group, een fabrikant van keramische en optische modules, over. Naar verluidt beschikt dat bedrijf over technische expertise die past in de vervolgplannen van ASML met zijn euv- en duv-producten. Met de overname wijkt ASML af van de

ENERGIEOPSLAGSYSTEMEN

strategie om waar mogelijk uit te besteden. Incidenteel deed de Veldhovense chipfabricagemachinefabrikant dat eerder ook al, onder meer in het geval van het Amerikaanse Cymer, HMI en het relatief kleine Oirschotse bedrijf Wijdeven. www.asml.com

Koolen Industries heeft een meerderheidsaandeel genomen in GreenBattery. Dat bedrijf verhuurt mobiele energieopslagsystemen die in veel gevallen een beter – want emissieloos en stil – alternatief zijn voor dieselgeneratoren in de bouw en de industrie, op evenementen en in stedelijke gebieden. GreenBattery levert de systemen volledig met

duurzame energie opgeladen en ze kunnen worden bijgeladen met vrijwel elke energiebron, zoals zonnepanelen, brandstofcellen of een kleine netaansluiting. De investering van Koolen Industries wordt gebruikt om de groei van het bedrijf te versnellen. www.koolenindustries.com, www.green-battery.nl

ALLIANTIES ROBOTTECHNOLOGIE

UT ontwikkelt mee aan nieuwe generatie ergonomische robots Universiteit Twente is één van de partners in het onderzoeksproject Sophia, waarin de komende vier jaar een nieuwe generatie ergonomische robots wordt ontwikkeld. In Europa hebben zo’n 40 miljoen werknemers serieuze klachten als gevolg van fysiek zwaar werk. De helft van het verzuim is terug te voeren op spier-, gewrichts- en

zenuwstelselaandoeningen. Robots, cobots en exoskeletten moeten daar paal en perk aan stellen. De Europese Unie ondersteunt het project met 6,5 miljoen euro subsidie. Andere partners zijn onder meer de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit van Montpellier en testspecialist Hankamp Gears. www.project-sophia.eu

Toegang alleen voor bevoegden!

In elk bedrijf zijn er zones die moeten worden beveiligd tegen ongewenste toegang. Zelfs de beste hekbeveiliging of toegangscontrole is nutteloos wanneer onbevoegden zich via het IT-systeem toegang tot uw machine verschaffen. Hier is een totaal veiligheidsconcept vereist, waarin zowel de machineveiligheid (Safety) als de Industrial Security zijn opgenomen. Pilz biedt een totaaloplossing!

Be safe and secure with Pilz! Meer informatie over onze veiligheidsconcepten vind u op www.pilz.nl

108

september 2020


UIT DE MARKT MURRELEKTRONIK BEWIJST ZIJN KLANTWAARDE, OOK ONLINE Normaal gesproken zit Murrelektronik, een Duits familiebedrijf gespecialiseerd in automatiseringstechniek, aan tafel met klanten uit bijvoorbeeld de machinebouw, automotive industrie en food & beverage om projecten rond elektrische en elektronische installatieconcepten door te spreken. Daar maakte de coronacrisis, net als overal in de industrie, een eind aan. Om toch goed contact te houden met doelgroepen en klanten, werden de nodige online meetings georganiseerd, waarbij via ‘scherm delen’ toch de gewenste toepassingen getoond konden worden en de werking van software kon worden toegelicht. ‘Door een extra camera te gebruiken, is het toch goed mogelijk om nieuwe producten te presenteren en klanten gerichte oplossingen voor hun business aan te reiken’, aldus Lisette Verkooijen, coördinator marketing & communicatie bij de Nederlandse vestiging van Murrelektronik in Breda. Daarnaast organiseerde Murrelektronik in juni een webinarserie, de online ‘vertaling’

van een aantal workshops die dit voorjaar gepland stonden. De onderwerpen varieerden van ‘decentrale automatiseringsoplossingen’ en ‘welke oplossingen zijn er om het besturingssysteem naar het veld te brengen’ tot ‘het verschil tussen passieve en actieve safety in de machinebouw’ en de beste keuze hierin. Verder stond ook ‘IO-Link’ op het menu. ‘Daarbij demonstreerden we hoe IO-Link-componenten fysiek worden aangesloten in de besturing, compleet met live demo van het instellen en uitlezen van diagnostische data. De belangstelling was verrassend groot: per webinar sloten zo’n tachtig belangstellenden aan.’ Dit najaar staat nog een viertal sessies op het programma. Dan betreft het digitale beurzen. De sporen van de coronacrisis zijn ook bij Murrelektronik merkbaar. De voor dit jaar begrootte omzetgroei wordt niet gehaald, maar het bedrijf weet tot nog toe wel het niveau van 2019 vast te houden. ‘Onze toegevoegde waarde zit in het feit dat we geen prodúcten offreren,

maar een totaaloplossing. Daarbij nemen we meerdere installatieconcepten mee zodat klanten een concept kunnen kiezen dat niet alleen aan de technische eisen voldoet, maar ook aansluit bij de bedrijfseconomische accenten die

voor hen belangrijk zijn. En, we helpen ze tijdens het gehele traject. Dat levert blij verraste reacties op.’ www.murrelektronik.nl

BATTERY COMPETENCE CENTER OM TRANSITIE TE VERSNELLEN Brainport Development en RAI AutomotiveNL onderzoeken de kansen en mogelijkheden van een Battery Competence Center. Voeren vaartuigontwikkelaars van zware transportmiddelen zien daar brood in, zo bleek tijdens een rondetafeldiscussie net voor de zomer bij Spierings Mobile Cranes in Oss (zie het artikel op pagina 76 en verder in dit nummer). Kennis opbouwen en delen is cruciaal voor het opschalen van e-mobility. Oem’ers zien een duidelijke opdracht voor het Battery Competence Center. Het moet: - De batterijketen in Nederland

organiseren om de energietransitie te versnellen. - Uitdagingen en knelpunten in beeld brengen. - Onderzoeken hoe zo veel mogelijk modulair ontworpen kan worden. - Publiek-private samenwerking stimuleren. - Duidelijkheid creëren over veiligheid, wet- en regelgeving, standaardisatie en aansluiting op het energienet. - Gezamenlijk optrekken richting toeleveranciers van batterijcellen. www.raivereniging.nl/ automotiveindustrynl www.brainportdevelopment.nl

ITEQ ENGINEERING

ITEQ INDUSTRIES

ITEQ VIETNAM

Creating your ideas into a product prototype

High-mix, low-volume sheetmetal products

The extension point of your production

THE IDEA

Rijnerf 12, 3861 PV Nijkerk

THE PRODUCT

info@iteq.nl

HIGH VOLUME

+31 (0)33-455 44 44

september 2020

109


ADVERTORIAL

MAINTENANCE 4.0 De komst van Industry 4.0 zorgt voor meer innovatie en vooruitgang, maar ook voor meer druk op het productieproces. De kosten van ongeplande stilstandtijd in de productie-industrie kunnen hoog oplopen. Om ervoor te zorgen dat machines en onderdelen operationeel blijven moet een juiste onderhoudsstrategie gekozen worden. Beenen BV zorgt bij klanten voor een verschuiving van correctief onderhoud naar preventief en voorspellend onderhoud.

D

e correctieve onderhoudsstrategie die bij de meeste klanten van Beenen nog gehanteerd wordt zorgt ervoor dat assets maximaal benut worden en er geen preventieve onderhoudskosten zijn. Wanneer er plotseling rook uit de machine komt is het duidelijk dat de maximale levensduur bereikt is. Echter, de totale kosten van een reparatie blijken vaak hoger dan van een geplande onderhoudsbeurt. Ongeplande stilstand zorgt ervoor dat productiepersoneel naar huis wordt gestuurd, monteurs moeten overwerken en klanten worden teleurgesteld.

VOORSPELLEND ONDERHOUD BIEDT OPLOSSING Voorspellend onderhoud is meestal gebaseerd op de actuele conditie van machines, ook wel Condition-Based Maintenance (CBM) genoemd. Het voordeel ten opzichte van een Time-Based Maintenance (TBM) strategie is dat over-maintaining niet nodig is. Wanneer de levensduur van machines een grote variantie heeft zullen veel machines te vroeg onderhouden worden. Een klant van Beenen met meer dan 250 robotarmen geeft hierin een goed voorbeeld. ‘Elke robotarm maakt een unieke beweging met een unieke grijper wat resulteert in een grote variantie in levensduur’ zegt Wiljan Vos, Data Consultant voor Beenen. ‘Robots na 5 jaar vervangen terwijl ze nog 5 jaar kunnen produceren is natuurlijk weggegooid geld en daarom is overgestapt naar de CBM strategie.’ Hoe eenvoudige voorspellend onderhoud ook klinkt op papier – en hoe aanlokkelijk de voordelen ook zijn – er komt nogal wat kijken bij het goed implementeren van de verschillende tools en methodieken. Voordat voorspellend onderhoud een oplossing kan bieden is het noodzakelijk over geschikte data te beschikken. Sensor data van machines worden gecombineerd met Event Logs, SCADA data en onderhoudshistorie om de conditie van een machine te bepalen. Door intensief samen te werken met software-en maintenance engineers weten analisten hoe ze de data moeten interpreteren. Vos: ‘Met alleen data scientists of alleen maintenance engineers ga je er niet komen, een samenwerking is noodzakelijk.’ Door de intensieve samenwerking met klanten en de uitgebreide analyses van machines en data wordt er veel nieuwe kennis vergaard. Kennis die weer wordt gebruikt om het huidige productieproces te kunnen verbeteren. Dit blijkt uiteindelijk zeer nuttige bijvangst van een CBM project. Vos: ‘We hebben geholpen

het reparatieproces te verbeteren en ook hebben we meer inzicht gekregen in de werking van robotarmen en zijn we nu in staat hier optimalisaties uit te voeren.’

MACHINE LEARNING Het detecteren en identificeren van fouten in robotarmen wordt in eerste instantie door analisten gedaan. Machine Learning zorgt er daarna voor dat afwijkingen automatisch gesignaleerd kunnen worden. Dit kan het overschrijden van een simpele threshold zijn maar ook uitkomsten van complexe of statistische berekeningen. Naar verloop van tijd zal het systeem meer afwijkingen kunnen ontdekken en nog waardevoller zijn. ‘Je moet niet denken dat na implementatie elke fout ruim van tevoren geïdentificeerd kan worden. Om het proces van voorspellend onderhoud te verbeteren is nu eenmaal veel data en tijd nodig’ zegt Vos. Monteurs raken langzamerhand vertrouwd met het nieuwe systeem die voor een cultuur omslag zorgt. De overgang van correctief naar preventief werken vereist een andere mindset bij monteurs, maintenance engineers en productiepersoneel. Hier tegenover staat uiteindelijk een hogere machine beschikbaarheid tegen lagere onderhoudskosten.

Meer weten: www.beenen.nl


UIT DE MARKT SMART PALLET MOVER VAN INTERROLL: NEXT STEP IN PALLET HANDLING Begin 2021 introduceert het Zwitserse Interroll een naar eigen zeggen disruptieve innovatie, die de interface gaat vormen tussen productie en interne logistiek. Hiermee wil het bedrijf ook het laatste segment in de interne logistiek, rond bijvoorbeeld buigmachines en lasersnijmachines, automatiseren. ‘Doorgaans worden pallets afgestapeld en op een pompwagen afgevoerd en ergens neergezet. In het beste geval worden hier palletbanen of agv’s voor gebruikt. De Smart Pallet Mover is een innovatieve oplossing om de palletflow rondom dit soort machines veel efficiënter te laten verlopen’, stelt Martijn Smit, sinds 1 september solutions sales director voor de EMEA-landen. Hij werkt vanuit het hoofdkantoor in Wermelskirchen (D) van het beursgenoteerde bedrijf. Interroll levert oplossingen die bestaan uit transportrollen, roller drives en besturingen, conveyers en sorters en pallet handling systemen voor de maakindustrie, post-, koe-

riers-, pakket- en e-commercebedrijven, luchthavens, auto-industrie en vele andere verwerkende industrieën. Wereldwijd telt het bedrijf 34 vestigingen, waaronder 19 fabrieken, en 2.400 werknemers, met een omzet van circa 559,7 miljoen CHF (2019). Smit is al sinds 2002 actief in deze branche en was voorheen werkzaam bij Qimarox, fabrikant van componenten voor material handling systemen in Harderwijk. Als managing director voerde hij al diverse projecten uit in nauwe samenwerking met zijn huidige werkgever. ‘Interroll was onze leverancier van de rollen en drives die werden geïntegreerd in de liften van Qimarox. Beide bedrijven hebben een complementair portfolio en een groot groeipotentieel’, vertelt hij. Als sterk punt van Interroll noemt Smit het feit dat alle producten gebaseerd zijn op een platformstrategie, wereldwijd verkrijgbaar en dankzij ruim zestig jaar ervaring volledig gestandaardiseerd.

De Smart Pallet Mover is een innovatieve oplossing voor een efficiëntere palletflow. Foto: Interroll

En dat platform wordt nu dus uitgebreid met de Smart Pallet Mover, een must in deze VUCA-wereld (VUCA staat voor volatility, uncertainty, complexity, ambiguity). ‘De markt verandert snel, er zijn veel onzekerheden, waardoor er bij een mix aan producten behoefte is aan kleinere voorraden en buffers. Met al die batches loont het om de flow rondom

MOTRAC INDUSTRIES KEERT MET NIEUW PAND TERUG IN ZUTPHEN mere en efficiëntere machines en processen alleen maar toe. Met onze nieuwe toepassingen helpen we klanten energieverspilling terug te brengen, brandstofverbruik en CO2uitstoot te verminderen en het aantal vervoerbewegingen te beperken.’ Januari 2021 verhuist Motrac Industries naar het nieuwe pand. www.motracindustries.com

pallets te optimaliseren’, aldus Smit. Want de ROI is duidelijk: met deze plug & play-oplossing gebeurt het werk sneller en ergonomischer: medewerkers hoeven niet meer te tillen, handmatig producten uit te nemen of te wachten bij machines. Interroll schat dat terugverdientijden van minder dan een jaar mogelijk zijn. In een volledig geautomatiseerde omgeving krijgt de agv of de heftruck automatisch een seintje als de pallet vol is. ‘De installatie is binnen een dag gebeurd en de communicatie verloopt via wifi, geheel passend bij smart industry. Dit kan de uptime van de machine met wel 30 procent verhogen. In sommige gevallen is de machine dan binnen een halfjaar terugverdiend’, verklaart Smit. En in de nabije toekomst kunnen klanten binnen een beveiligde omgeving hun eigen lay-out en simulatie maken. www.interroll.com

Het nieuwe pand van Motrac in Zutphen. Foto: Motrac

De afgelopen jaren verbreedde Motrac Industries, onderdeel van Royal Reesink, haar portfolio van hydraulische aandrijvingen met elektrische aandrijvingen en componenten. Daarom was uitbreiding gewenst, maar niet mogelijk op de huidige locatie in Baak. Dus verhuist Motrac Industries na 25 jaar terug naar Zutphen. Als hydraulisch en elektrisch aandrijfspecialist ontwikkelt, engineert, bouwt en repareert het bedrijf klantspecifieke hydraulische en elektrische systemen voor de industrie, de landbouw, de automotive en maritieme industrie, en de sectoren mijnbouw en grondverzet wereldwijd. Motrac bestaat al

meer dan 65 jaar en telt ruim honderd medewerkers in Nederland en Duitsland. Begin juni werd de eerste paal geboord voor een circulair gebouwd pand op bedrijventerrein Revelhorst 4. De keus voor ecologische én economische meerwaarde sluit aan bij het portfolio van Motrac Industries. ‘Samen met drie zusterbedrijven hebben we diverse, elektrisch aangedreven toepassingen ontwikkeld, waarmee onze klanten kunnen besparen op brandstof en onderhoud’, verklaart Maarten Vinkesteijn, managing director Motrac Industries. ‘In de markt neemt de vraag naar steeds schonere, slim-

DENKEN. september 2020

111


ADVERTORIAL

METAAL 2000 WERKT MET TRIVEST CONNECT

MINDER ADMINISTRATIE, MEER WAARDE Metaal 2000, totaalpartner voor metaalbewerking, bedient sectoren als automotive, industrie en machinebouw. Het bedrijf profileert zich met korte levertijden door een geoptimaliseerd proces, administratieve automatisering van offerte tot factuur en logistieke integratie tot aan de start van het productieproces bij de klant. Daartoe gebruikt Metaal 2000 het Trivest Connect ketenintegratieplatform. Het werkt hierbij samen met Ridder Data Systems, dat ruim 1.000 maakbedrijven ondersteunt met ERP-software. Metaal 2000 bespaart zo veel tijd op administratieve taken en benut die tijd om waarde aan de producten toe te voegen.

Binnenkort kunnen klanten van Metaal 2000 de QR-code op een pakbon scannen om de ontvangst van een order digitaal in te voeren.

‘We zien graag dat meer van onze klanten en leveranciers zich aansluiten op het SCSN-netwerk om gezamenlijk de voordelen te benutten’, zegt Berto Haven (links), IT-manager van Metaal 2000. Naast hem zijn collega’s van het MT, van links naar rechts Sjouke Kuindersma, Marcel Rienstra en Renee Dijkstra.

E

ind vorig jaar heeft Trivest Software Group, waarvan Ridder sinds 2018 onderdeel is, het ketenintegratieplatform Trivest Connect gelanceerd. Trivest Connect verbindt maakbedrijven en hun IT-systemen om de administratieve processen over meerdere applicaties te automatiseren. Het platform faciliteert snelle en eenvoudige uitwisseling van orderinformatie tussen de ERP- en bestelsystemen van aangesloten bedrijven. Informatie-uitwisseling via Trivest Connect gebeurt in het SCSN-formaat (Smart Connected Supplier Network), dat is ontwikkeld in het kader van een Smart Industryinitiatief.

ZOVEEL MOGELIJK AUTOMATISEREN Metaal 2000 (Bolsward, veertig medewerkers) werkt met een relatief klein team van vijf mensen op het bedrijfsbureau en wil de administratieve taken zoveel mogelijk automatiseren. Het streven is om de vrijgekomen tijd te besteden aan activiteiten die echt waarde toevoegen aan de producten. Het bedrijf werkt met de Ridder iQ ERP-software en zet Trivest Connect aan de verkoopkant onder meer in bij Ventura Systems, dat busdeuren levert aan grote bussenbouwers over de hele wereld. In 2019 ontving Metaal 2000 van deze klant 7.000 orders met in totaal 100.000 verkoopregels.

100.000 VERKOOPREGELS ‘Je moet er niet aan denken om deze verkoopregels allemaal handmatig te moeten invoeren in Ridder iQ’, verklaart Berto Haven, IT-manager bij Metaal 2000. ‘Eerder werkten we al met een zelfgebouwde XML-koppeling voor automatische verzending van de verkooporder. Met Trivest Connect kunnen we nu ook het genereren en versturen van de pakbon en de factuur automatiseren. Een verder is dat we het SCSN-platform ook voor de communicatie met andere klanten kunnen gebruiken.’ Momenteel test Metaal 2000 het scannen van de QR-code op een pakbon om klanten de ontvangst van een order digitaal te laten invoeren. De logistieke integratie met Ventura Systems gaat echter nog verder, meldt Haven: ‘Zo ontvangen we een pickinstructie via Trivest Connect. Daarmee kunnen we een levering snel en efficiënt samenstellen, zodat deze direct gereed is voor het assemblageproces van de klant.’

TRACEABILITY BIJ INKOOP Aan de inkoopzijde heeft Metaal 2000 via Trivest Connect een koppeling opgezet met zusterbedrijf Poedercoatservice, dat onderdeel is van de totale productieketen van lasersnijden tot montage. Wanneer na plaatbewerking en lassen het product toe is aan poedercoaten, wordt tijdens het transport een inkooporder verstuurd die automatisch wordt ingeladen in de administratie van Poedercoatservice. Haven: ‘Voor de traceability van onze producten sturen wij in de XML een ID mee voor het identificeren van de onderdelen. Na het poedercoaten worden de onderdelen namelijk voorzien van een sticker, op de juiste manier verpakt en retour gezonden aan Metaal 2000. Terwijl het transport nog onderweg is, ontvangen wij de pakbon digitaal via Trivest Connect en kunnen we in Ridder iQ zien welke ontvangsten we kunnen verwachten.’ Voor de koppeling met Poedercoatservice heeft Metaal 2000 alles tot en met de factuur ingericht. Nu zet het de puntjes op de i om het administratieve proces optimaal te laten verlopen.

NIET MEER ZOEKEN Metaal 2000 heeft inmiddels ervaren dat het aanzienlijk minder tijd hoeft te besteden aan de administratieve taken. Zo worden bijvoorbeeld de regels die afwijken en aandacht behoeven automatisch uit de orderbevestigingen, pakbonnen en facturen gefilterd. Medewerkers hoeven dus niet meer te zoeken naar de verschillen. Dit alles tot tevredenheid van Haven: ‘We zien graag dat meer van onze klanten en leveranciers zich aansluiten op het SCSN-netwerk om gezamenlijk de voordelen te benutten.’

Ridder Data Systems +31 (0)341 41 29 84 Lorentzstraat 36-38 3846 AX Harderwijk info@ridder.nl www.ridder.nl


UIT DE MARKT VANMAC: ‘FIJN ALS BEDRIJVEN ELKAAR WAT GUNNEN’ In 2009 voorzag Vanmac een leverancier van werk die toen zonder opdrachten zat. Dit voorjaar was het plots andersom en kon Vanmac laswerk doen voor deze leverancier. En dat kwam heel goed uit, des temeer omdat het bedrijf vorig jaar net 2,5 ton had geïnvesteerd in een nieuwe lasrobot van RobWelding, vertelt directeur Leo van Loen. ‘Ja, het is fijn als bedrijven elkaar wat gunnen. Wij konden dat werk goed gebruiken: door de coronacrisis is een belangrijke groeimarkt van ons goeddeels drooggevallen.’ Vanmac ontwikkelt en bouwt onder de merknaam Trilo machines voor het bewerken van grond, voor het zaaien, maaien en opvegen van grasmaaisel en graszodenstekers. De laatste jaren waren luchthavens een snel groeiende klantengroep. ‘Dat ging hartstikke goed. We hebben in die markt een mooi netwerk opgebouwd. We hadden een grote order ontvangen van een luchthaven in India, met zicht op de nodige vervolgorders. Ook in andere landen

deden we zaken. Maar door corona is dat nu even helemaal anders. We hadden voor dit jaar een groei voorzien van 20 procent en daarom behalve in automatisering ook in extra mensen geïnvesteerd. Maar ik hou nu rekening met een teruggang van 15 procent.’ Om de kosten laag te houden, is Vanmac daarom wat laswerk gaan terughalen. ‘Het lassen van de containerbakken doen we nu even zelf.’ Een krimp van 15 procent is weliswaar fors, maar nog te overzien en dat dankt Vanmac aan het feit dat het ook actief is in een markt die juist boomt. ‘Wij leveren onze machines aan de graszodenkwekers die hun producten aan tuincentra leveren en die hebben veel meer klandizie: veel mensen zijn aan de slag gegaan met hun tuin.’ Vooruitblikkend stelt Van Loen dat het allemaal nog ‘spannend en onzeker is’, al ziet hij ook tekenen van herstel: ‘De eerste informatievragen uit Azië komen alweer binnen.’ www.trilo.com

‘LIGHTYEAR ACCELEREERT UIT CORONACRISIS’ Lightyear, ontwikkelaar en bouwer van zonneauto’s met een actieradius van 725 kilometer – de Lightyear One – krijgt (meer) financiële steun van twee investeerders: BOM Brabant Ventures en Sioux Technologies. Het motief van de investeerders: ‘De uitdagers van de gevestigde auto-orde hebben een stuk minder te lijden onder de coronacrisis. Onze verwachting is dan ook dat duurzaam vervoer razendsnel uit de crisis zal accelereren.’ Bovendien draagt de

investering bij aan de Brabantse economie en werkgelegenheid, aan de ontwikkeling van nieuwe kennis én aan grote maatschappelijke opgaven als energietransitie en slimme mobiliteit. Sioux was een van de eerste investeerders in Lightyear en tevens partner in de ontwikkeling. De lancering van de Lightyear One staat voor eind 2021 gepland. www.lightyear.one www.bom.nl www.sioux.eu

PERSONALIA

Peter Wennink, ceo van ASML, is

benoemd tot voorzitter van de raad van toezicht van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij volgt Baptiest Coopmans op, die aan het einde zat van zijn tweede termijn als voorzitter. Louise Gunning is toegetreden als lid van de raad van toezicht. Bart Steukers is Marc Lambotte

opgevolgd als ceo van Agoria, de aanjager van innovatie en verandering op technologiegebied in België.

Tom Veldkamp volgt vertrekkend rector Thom Plastra op 27 november

(Dies Natalis) op als rector magnificus

van de Technische Universiteit Twente. Veldkamp is bijna tien jaar decaan geweest van de UT-faculteit Geo-information Science and Earth Observation. Onder zijn leiding transformeerde het voormalige Internationaal Onderwijs Instituut ITC tot faculteit. Palstra is sinds 2016 rector magnificus en zijn termijn loopt dit jaar af. Elphi Nelissen is Tijs Breuking

opgevolgd als lid van het college van bestuur bij Fontys Hogescholen. Sinds 2009 is ze verbonden aan de TU/e, laatstelijk als hoogleraar Building Sustainability en voorzitter van de leerstoelgroep Building Performance. Daarnaast is Nelissen eigenaar (en oprichter) van ingenieursbureau Nelissen. Verder is ze onder meer bestuurslid van Stichting Brainport Smart District. TU/e-professor Dick Broer heeft als eerste Nederlandse wetenschapper een ACS Award gewonnen. Hij is hoogleraar bij de faculteit Chemical Engineering and Chemistry. Hij ontvangt de prijs, in de categorie Applied Polymer Science, voor baanbrekende ontdekkingen op het gebied van vloeibare kristallijne materialen, met name reactieve, slimme materialen voor optische en beeldschermtoepassingen.

KAPITAALINJECTIE VOOR EFFECT PHOTONICS Effect Photonics kan de marktintroductie van zijn fotonische chips voor 5G-communicatie versnellen. Een consortium van investeerders, onder leiding van Innovation Industries, geeft het Eindhovense bedrijf

een kapitaalinjectie van 8 miljoen euro. Het consortium bestaat verder uit Beek Capital, btov partners, Innovatiefonds Brabant, Optiverder en Photon-Delta. www.effectphotonics.com

DAMEN LEVERT SLEEPBOTEN VOOR HAVEN ZEEBRUGGE Boluda Towage Europe heeft twee ultramoderne sleepboten besteld bij Damen Shipyards. Sterke punten van deze ASD Tugs 2813 zijn hun wendbaarheid, milieuvriendelijkheid – ze voldoen aan de meest recente emissienorm IMO Tier III – en operationele flexibiliteit. Ze kunnen worden ingezet voor haven- en terminal-aanlandingsoperaties, escortering, brandbestrijding en

kust- en offshore-sleepoperaties. Beide tugs zullen worden ingezet in de haven van Zeebrugge. De vloot van Boluda Towage Europe omvat 81 sleepboten voor operaties in België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Damen bouwt de boten op zijn Song Cam Shipyard in Vietnam en levert ze in december op. www.damen.com

KUNNEN. september 2020

113


ADVERTORIAL

ITSME LEVERT KENNIS EN APPLICATIES OP HOGER SYSTEEMNIVEAU

KANSEN MET COBOTS Flexibiliteit is hoogste prioriteit voor veel machinebouwers en industriële eindgebruikers. Ze moeten steeds sneller kunnen reageren op de wisselende voorkeuren van, uiteindelijk, consumenten en op fluctuaties in de economische conjunctuur. Dat geldt des te meer in de huidige onzekere coronatijden. Een bijzondere vorm van flexibiliteit bieden tegenwoordig cobots, ‘collaborative robots’ die in productie kunnen samenwerken met operators. Technisch dienstverlener itsme speelt daarop in door samen met system integrators specifieke cobot-applicaties te ontwikkelen en die, inclusief kennis en support, aan klanten te leveren. Per 1 september is itsme officieel distributeur van cobotapplicatieleverancier Oviso Robotics. Klaas de Vos, manager industrial automation bij itsme: ‘Het leveren van producten is tegenwoordig ondergeschikt aan het realiseren van een complete oplossing.’

itsme is distributeur voor Oviso Robotics, leverancier van cobot-applicaties.

PARAMETRISEREN EN KALIBREREN

ndustriële automatisering is voor itsme een belangrijke en groeiende markt. Voor veel eindgebruikers, en dus ook voor hun machineleveranciers, heeft het vergroten van de flexibiliteit in productie hoge prioriteit. ‘Wij verzorgen heel veel support op dat gebied’, zegt Klaas de Vos, manager industrial automation. ‘Met trainingen, technische support en ook engineeringsupport.’

I

CONFIGURATIE EN SENSORIEK Klanten vragen itsme bijvoorbeeld om hulp bij het configureren en parametriseren van hun ontwerp. ‘De verschillende configuratoren die wij daarvoor aanbieden, worden wel steeds beter, maar als klanten zoiets maar één keer per jaar doen is onze hulp toch welkom. Bijvoorbeeld voor het aantal assen dat ze moeten aansturen, de plc-configuratie of de connectiviteit tussen verschillende componenten en machines.’ Er komen ook meer vragen over sensoriek: welke sensoren en hoe die het beste te gebruiken? ‘Dan komen vanzelf vragen aan de orde over predictive maintenance, waar die sensoren een belangrijke rol bij spelen. Klanten zijn nog onzeker over de return on investment, maar wij kunnen wel meedenken over nieuwe mogelijkheden.’

SAMENWERKEN ROND COBOTS Flexibiliteit betekent bijvoorbeeld dynamischer met productwissels omgaan door sneller omstellen. Het is reden voor machinebouwers om meer motion-techniek toe te passen en itsme biedt daarvoor een steeds uitgebreidere dienstverlening. ‘Wij leveren niet alleen losse motion-producten, zoals frequentieregelaars, maar ook complete motion-systemen. Een interessante ontwikkeling in de industriële automatisering is de opkomst van cobots. Dat zijn robots die met mensen kunnen samenwerken in productie en zo veel flexibiliteit bieden. Daarom zijn wij per 1 september distributeur voor Oviso Robotics, een vooraanstaande leverancier van cobot-applicaties. Dit om onze klanten nog meer toegevoegde waarde te kunnen bieden. Oviso is een UR+ partner die we hebben leren kennen als system integrator in de twee jaar dat we succesvol zijn met cobots in Roemenië.’

Binnen Europa is itsme actief in Nederland, België, Duitsland, Spanje en Roemenië. Voor twee landen, Roemenië en Spanje, is itsme nu officieel distributeur voor cobots van Universal Robots (UR). Oviso Robotics heeft ready-to-run cobot-applicaties ontwikkeld waar klanten meteen mee aan de slag kunnen. Het grote voordeel zit in de zelf ontworpen, unieke tooling van Oviso, Point Zero Calibration en Magic Connector. Daarmee kan het de tijd om een cobot opnieuw te parametriseren en kalibreren voor een nieuwe applicatie op een nieuwe locatie verkorten tot vijf minuten. Gewoon door de productiemedewerker, zonder hulp van een specialistische operator, integrator of engineer. Deze tooling en applicaties biedt itsme in alle vijf landen aan, dus ook in Nederland en België. De Vos heeft er hoge verwachtingen van. ‘Het is een toolingapplicatie waar klanten meteen mee aan de slag kunnen. Zo kunnen eindgebruikers er snel een oplossing voor hun verschillende applicaties mee opzetten.’

ENGINEERINGSUPPORT In de komende jaren wil itsme ook voor andere applicaties in productie een cobot-oplossing gaan aanbieden. Daarvoor zoekt het in de verschillende landen samenwerking met system integrators die elk weer hun eigen expertise hebben. ‘Zo willen wij ons aanbod als technisch dienstverlener verder verdiepen en verbreden. In onze engineeringsupport bijvoorbeeld kunnen wij klanten helpen bij het opzetten van een digital twin van hun machine of productielijn (virtueel model voor ontwerp, besturing en onderhoud, red.) of het definiëren van een netwerkarchitectuur. In die digital twin of dat netwerk kunnen wij uiteraard onze cobot-applicaties integreren.’

HOGER SYSTEEMNIVEAU De technische knowhow van de eerste applicaties zit nu vooral in Roemenië, maar in alle landen kunnen de consultants van itsme klanten daarvoor adviseren en ondersteunen. ‘Zij communiceren op een steeds hoger niveau met klanten over hun uitdagingen in productie en machinebouw.’

itsme Nederland Steurweg 2 4941 VR Raamsdonksveer T +31 (0)162 48 42 00 E info@itsme.eu I www.itsmenederland.nl


UIT DE MARKT MEERDERHEID HEEFT POSITIEVE ERVARINGEN MET THUISWERKEN IN CORONATIJD Tussen de 55 en 70 procent van de thuiswerkers heeft positieve ervaringen met thuiswerken tijdens de coronacrisis. Dit aandeel was tussen maart en juli stabiel. Ongeveer 40 tot 60 procent van hen verwacht vaker te blijven thuiswerken als de crisis voorbij is. De voorkeur gaat uit naar 1 tot 3 dagen per week thuiswerken. Dit blijkt uit de publicatie ‘Thuiswerken en de coronacrisis’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) na analyse van diverse studies naar thuiswerken in coronatijd. Kennis over de mate, de beleving en toekomstverwachting van thuiswerken in coronatijd is belangrijk nu het kabinet adviseert voorlopig zo veel mogelijk te blijven thuiswer-

ken. Het KiM maakte daarom een overzicht van inzichten uit empirische studies naar thuiswerken in coronatijd en onderzocht daarbij overeenkomsten en verschillen. De inzichten zijn aangevuld met analyses op basis van de door KiM zelf verzamelde data. Vóór de coronacrisis werkte ongeveer 1 op de 3 werkenden wel eens thuis. Ongeveer 6 procent van hen deed dit (bijna) volledig. Aan het begin van de coronacrisis is dit gestegen tot ongeveer 45 tot 56 procent van de werkenden en een groot deel van hen (zo’n 70 procent) deed dit (bijna) volledig. Het aandeel thuiswerkers nam in de afgelopen maanden (mei-half juli) iets af, vooral het aandeel fulltime thuis-

werkers. Tijdens de coronacrisis nam het thuiswerken het sterkst toe onder hoogopgeleiden, OV-forenzen en mensen die vinden dat zij een baan hebben die zich leent voor thuiswerken. Met name jongere werknemers en werknemers in het onderwijs zijn aan het begin van de zomer weer vaker op de werklocatie gaan werken in vergelijking met het begin van de coronacrisis. De meeste thuiswerkers ervaren thuiswerken niet alleen positief, maar zij voelen zich ook voldoende productief. Ook zijn ze vaak positief over de thuiswerkfaciliteiten (60-70 procent) en over de ondersteuning van de werkgever (50-60 procent). Het missen van collega’s heeft juist een significant negatieve invloed. Bij

een advies tot thuiswerken is daarom aandacht van de werkgever voor de specifieke thuiswerksituatie en behoeften van werkenden van belang. Ook hulp en tips voor degenen met minder thuiswerkervaring en mogelijkheden om collega’s, naast virtueel, ook (hetzij zo nu en dan) fysiek te treffen zijn daarbij aandachtspunten. Op basis van de studies blijkt dat maximaal 10 procent van de thuiswerkers in juli verwacht na de coronacrisis (bijna) volledig thuis te blijven werken. De meeste werkenden zouden dus het liefst het thuiswerken afwisselen met werken op de werklocatie. www.kimnet.nl

IAI INSTALLEERT EN ONDERHOUDT OP AFSTAND EN BLIJFT DAT DOEN De zaken lopen bij IAI industrial systems, bouwer van personalisatiemachines voor paspoorten en IDkaarten, ook in coronatijd redelijk door. De assemblage van machines draait in Veldhoven min of meer normaal, evenals de toelevering van modules door system suppliers. Dat meldt managing director Bart Crols: ‘Vorig jaar was een topjaar, dit jaar draaien we ook goed en voor 2021 hebben we positieve verwachtingen. Onze orderportefeuille is goed gevuld.’ Aangezien IAI zijn machines wereldwijd levert, werd het bedrijf wel overvallen door de ingestelde restricties op het reizen. Intussen zijn die gelukkig voor veel landen weer wat afgezwakt. Daarbij heeft IAI nog als voordeel dat veel klanten overheden zijn, of daaraan nauw verbonden zijn. ‘Zo konden wij in sommige gevallen relatief snel het papierwerk geregeld krijgen om bijvoorbeeld onderhoud te kunnen uitvoeren.’

Toch ging ook IAI creatief aan de slag om waar mogelijk de noodzaak van reizen te verminderen. ‘Voordat wij een machine verzonden, kwam de klant altijd bij ons op bezoek voor de factory acceptance test (FAT, red.). Die zijn we digitaal gaan uitvoeren, waarbij we alle activiteiten voor de FAT laten filmen. De video’s en alle resultaten van de FAT sturen we naar de klant en bespreken we online. Zo kan de klant toch bij ons de acceptatie doen.’ Voor installatie bij de klant en afsluitende site acceptance test (SAT) is een volledig digitale aanpak echter een brug te ver. ‘Voor de installatie ondersteunen we zo goed mogelijk de klant of onze lokale partner. Vanaf het moment dat de stekker in het stopcontact gaat, zijn wel onze mensen ter plekke, voor het finetunen van de machine.’ Al met al zijn vertragingen tot enkele weken beperkt gebleven. Het aantal servicebezoeken is teruggebracht, door remote support via

LEYDENJAR HAALT 70 PROCENT MEER ENERGIE UIT BATTERIJ LeydenJar Technologies, spin-out van TNO, heeft een nieuwe anode voor lithium-ion batterijen ontwikkeld die de batterijindustrie drastisch kan veranderen. Deze eerste anode van zuiver silicium maakt batterijen met een 70 procent hogere energiedichtheid (1350 Wh/L)

en 62 procent minder CO2-uitstoot mogelijk. Daar komt bij dat de nieuwe technologie de productiekosten niet opdrijft en een ‘plug-in’oplossing is voor bestaande batterijproducenten. www.leyden-jar.com

telefoon, mail en online contact te gaan bieden. Bij voorkeur houdt IAI service en onderhoud in eigen hand. Dit vanwege de eigen specialistische kennis en het behoud van customer intimacy. Crols: ‘We willen zoveel mogelijk vanuit Nederland service verlenen, met eigen mensen. De grootste vraag is: wat komt er nu? We willen onze mensen natuurlijk niet naar landen sturen waar het risico te hoog is. Dat kan uiteindelijk consequenties hebben voor levering, maar voorlopig zien we niet dat we onze commitments niet kunnen houden.’ Crols verwacht dat een aantal aanpassingen blijvend zal zijn. Zo wil IAI vasthouden aan de virtuele FAT en gaat het de mogelijkheden onderzoeken om online support bij onder-

houd uit te breiden met virtual en augmented reality. Complicatie is wel dat bij klanten de ruimte waar de machines van IAI komen te staan strikt geheim is. Monteurs van IAI mogen er al geen laptop of smartphone mee naar binnen nemen, laat staan dat ze in die ruimte verbinding met het internet mogen leggen. ‘We moeten eerst bij klanten checken wat überhaupt de mogelijkheden zijn.’ Inspiratie kan hier van collegabedrijven komen, zoals IAI daar ook op andere terreinen voor openstaat. ‘Zo bestuderen we nieuwe businessmodellen en kijken daarvoor bijvoorbeeld naar personalization-as-aservice, als alternatief voor het verkopen van machines.’ www.iai.nl

DOEN. september 2020

115


UIT DE MARKT VDL EN DSM INVESTEREN MILJOENEN IN PRODUCTIE MONDMASKERS VDL Groep en Koninklijke DSM starten een joint venture die kwalitatief hoogwaardige medische mondmaskers gaat maken en voor het eerst filtermateriaal gaat produceren in Nederland. De nieuwe gemeenschappelijke onderneming, Dutch PPE Solutions, biedt bij de start werkgelegenheid aan enkele tientallen medewerkers in Helmond en Geleen. Beide bedrijven investeren meerdere miljoenen in de aanschaf van machines en het bouwen van een productielocatie voor meltblown polypropyleen, de kritische filterlaag in medische gezichtsmaskers die virussen filtert, en in de productie van gezichtsmaskers. De joint venture start in oktober 2020 in Helmond met de productie van medische maskers, type FFP2. De meltblown polypropyleenfabriek in Geleen is naar verwachting operationeel vanaf april 2021. De gemeenschappelijke onderneming helpt in het voorzien in de urgente behoefte om de wereldwijde, grootschalige productie en

leveringsketens van persoonlijke beschermingsmiddelen te diversificeren en de afhankelijkheid van een beperkt aantal producenten te verminderen. Het verwezenlijken van de eerste permanente productiefaciliteit voor kritisch filtermateriaal in Nederland zal zorgen voor meer veerkracht wanneer de vraag naar gezichtsmaskers en de materialen die daar voor nodig zijn in de toekomst mogelijk toeneemt. Dutch PPE (Personal Protective Equipment) Solutions is een onderneming die DSM’s specialistische expertise van materialen combineert met de kennis van productie en processen van VDL. De samenwerking voorziet in de voortdurende en urgente vraag naar gezichtsmaskers en filtermateriaal. De prioriteit ligt in eerste instantie bij de gezondheidszorg en de productie wordt stapsgewijs uitgebreid met gezichtsmaskers voor professionals in andere sectoren zoals het openbaar vervoer, scholen en onderwijsinstituten en bedrijven in heel Europa. De joint venture heeft betrouwbaar-

Maak een sprong in het diepe… Samen met ons!

www.wjadvocaten.nl

116

september 2020

anders | durven | denken

heid, beschikbaarheid, kwaliteit en een maatschappelijk verantwoorde prijsstelling als uitgangspunten. Hoewel de eerste prioriteit ligt bij snel, betrouwbaar en stabiel produceren van de hoognodige medische gezichtsmaskers, kijken DSM en VDL tegelijkertijd naar innovatieve en duurzame manieren om de groeiende afvalberg van gebruikte gezichtsmaskers terug te dringen, bijvoorbeeld door gedurende de productontwikkeling te onderzoeken in hoeverre circulair afbreekbare materialen kunnen worden gebruikt. President-directeur Willem van der Leegte van VDL Groep: ‘De coronacrisis heeft de voorbije maanden aangetoond dat een pandemie zich

niet laat sturen en dat het belangrijk is dat werelddelen gaan voorzien in de eigen behoeften. Daardoor zijn we het aan onszelf verplicht om dicht bij huis zekerheden te creëren. Dat geldt zeker voor persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers in de zorg die de afgelopen maanden zo hard hebben gewerkt aan onze gezondheid, en natuurlijk ook voor andere beroepsgroepen. Ik ben er trots op dat VDL en DSM, twee krachtige Nederlandse bedrijven, elkaar hebben gevonden en de handen ineen hebben geslagen om gezamenlijk meltblown en gezichtsmaskers te gaan produceren.’ www.vdlgroep.com www.dsm.com

EEN BOEK OVER WERKELIJK ALLE PHILIPS-VESTIGINGEN Koninklijke Philips N.V. is een fascinerend bedrijf, dat van een ‘gloeilampenfabriek in het zuiden des lands’ uitgroeide tot een wereldwijd concern, dat zich tegenwoordig voornamelijk richt op gezondheidstechnologie. Een bedrijf dat door middel van betekenisvolle innovatie overal ter wereld een verschil maakt. Toen en nu. Na zijn boek ’Philips Best – van verborgen parel tot kroonjuweel’ beschrijft Philips-manager Bert Tip dit keer de ontwikkeling van de industriële voetafdruk van Philips in Nederland. Aan de hand van uniek fotomateriaal, waaronder vele niet eerder gepubliceerde luchtfoto’s, komen vrijwel alle vestigingen aan bod. Van de kleinste montageateliers in gehuurde dorpsfeestzalen tot grote fabriekscomplexen, waar duizenden medewerkers werkzaam waren. Heden en verleden worden verbonden met een speurtocht die bijna 130 jaar omvat en kriskras door heel Nederland voert. Van Delfzijl tot Maastricht en van Winterswijk tot Terneuzen. Ook relatief onbekende vestigingen passeren de revue. Wat bijvoorbeeld te denken van Philips Staphorst, de vitaminefabriek van Philips-Van Houten of de mosselpellerij van Philips in Arnemuiden?

Philips heeft door héél Nederland locaties gehad. Foto: Philips

Naast uitleg en foto’s van de toenmalige en de huidige situatie bevat het boek ook interviews met voormalige (bedrijfs-)directeuren. Ook worden vragen beantwoord zoals ‘Wat was de reden voor de geografische spreiding van Philips in Nederland? Wat waren de overwegingen om zich in een bepaalde gemeente te vestigen en waarom is de industriële voetafdruk van Philips in Nederland zo ingrijpend veranderd?’ Saillant detail : de uitgever van uitgeverij Kimabo woont in Zaltbommel in het huis waar Gerard en Anton Philips zijn opgegroeid en waar in de 19e eeuw Karl Marx regelmatig op bezoek kwam. Het boek Philips in Nederland is te koop in de betere boekhandel, in de shop van het Philips Museum en via Bol.com. www.philipsinnederland.nl


ABI. INNOVATIE IN UITVOERING. De kracht van het idee blijkt uit de realisatie. Als specialist op het gebied van aandrijvingen, motion control en robotics weten we waar we het over hebben. Of het nu om standaard oplossingen of specialistisch maatwerk gaat: alles begint met DENKEN. In een zo vroeg mogelijk stadium. Wat is de werkelijke vraag? Welke oplossing sluit hier perfect op aan? En dat dan tot in de puntjes uitvoeren. Dat is wat we het best KUNNEN, als familiebedrijf met bijna 100 jaar ervaring. De dienstverlening van ABI gaat van advisering tot realisatie. Inclusief naadloos aansluitende begeleiding en professionele trainingen. En altijd vanuit bevlogen vakmanschap. Dat is waar we het voor DOEN.

AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL - ROBOTICS

www.abi.nl februari 2020

81



AGENDA 20 OKTOBER 2020 Let op! Onderstaande is onder voorbehoud van aanscherping van de coronamaatregelen. Het aantal bezoekers/deelnemers is veelal ook gemaximeerd. Check de genoemde websites.

TOT EN MET 29 OKTOBER 2020 THE 2020 TECHMED EVENT – ONLINE Het Technisch Medisch Centrum van de Universiteit Twente biedt in samenwerking met het World Trade Center Twente meer dan 60 verschillende online kennis- en matchmakingsevenementen aan. Zie: www.techmedevent.nl

23 SEPTEMBER 2020 MACHINE LEARNING CONFERENCE – DEN BOSCH Tweede editie van event dat industriële en wetenschappelijke specialisten samenbrengt die machine-learningtechnieken toepassen in hightech-domeinen. Het programma richt zich op het delen van ML-ervaringen in bijvoorbeeld automotive, energie, gezondheid en semicon. Zie: www.mlcon.nl

24 SEPTEMBER 2020 BITS & CHIPS SYSTEM ARCHITECTING CONFERENCE – DEN BOSCH Derde editie van event over succesvolle en mislukte ontwikkelcases. De beslis-

singen van de systeemarchitect kunnen een product maken of breken. Het event is ook via een livestream te volgen. Zie: www.sysarch.nl

VISION, ROBOTICS & MOTION (NETWERKEVENT) – VELDHOVEN Event focust op het flexibel, betrouwbaar, veilig en snel produceren dankzij automatisering, robotica, machine vision/sensoriek en motion control. Deze eerste editie zet de robot als flexibele collega en efficiënte automatisering op kleine series centraal. Zie: www.mikrocentrum.nl

29 SEPTEMBER 2020 THE NEXT PRODUCT (THEMABIJEENKOMST) – VELDHOVEN Bij productinnovatie zijn 1001 keuzes te maken. Waarop zijn keuzes gebaseerd? Hoe hebben anderen dat aangepakt? Met diverse sprekers onder wie Rens Joosten (product marketing director Car Seats Dorel Juvenile), Twan Verdonck (creative director Brabantia) en Arnoud de Geus (director new business Sioux). Zie: www.mikrocentrum.nl

6-8 OKTOBER 2020 METAVAK – GORINCHEM Vakevent voor metaalbewerkers, deze keer in combinatie met de Welding Week, waardoor een compleet aanbod op het gebied van de nieuwste industriële productie- en verbindingstechnieken wordt geboden. Zie: www.metavak.nl

29 OKTOBER 2020

26 NOVEMBER 2020

TECHNOLOGY FOR AUTOMOTIVE (VAKBEURS + CONGRES) – VELDHOVEN Event voor de innovatieve automotive industrie van Nederland. Combinatie van het Automotive Congres (RAI Automotive Industry NL) en de AutomotiveNL Supplier Day (Mikrocentrum). Focus ligt op de turbulente ontwikkelingen in automotive (zoals green en smart mobility, manufacturing & logistics en materials & design) en samenwerking. Zie: www.technologyforautomotive.com

TALKSHOW EN AWARDS – UTRECHT Industriële topondernemers schuiven weer aan voor interviews op het scherp van de snede tijdens de talkshow van de 19e editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards van Link Magazine. Aansluitend is de uitreiking van de awards. Link Magazine organiseert het evenement in samenwerking met ING en ISAH. Het evenement is op donderdag 26 november 2020 vanaf 15.00 uur in Boerderij Mereveld in Utrecht. Zie: www.linkmagazine.nl

10 NOVEMBER 2020 SMART MAINTENANCE CONGRES – VELDHOVEN Hoe zijn met behulp van smart maintenance een maximale uptime en kostenbesparingen te realiseren? Tijdens het

congres delen succesvolle organisaties de ins & outs. Zie: www.mikrocentrum.nl

september 2020

119


isah.com

Bijna 40 jaar ervaring in massadoorstroming en druk Wereldwijde organisatie met hoofdkantoor in Ruurlo Focus op innovatie & klantgerichtheid

INNOVATIESNELHEID VERHOGEN? BRONKHORST HIGH-TECH MAAKT HET MET ISAH Al ruim 20 jaar werkt Bronkhorst High-Tech voor de ontwikkeling van haar flowmeters met de Business Software van Isah. Directeur Henk Tappel: “De samenwerking met Isah is een goede keuze gebleken voor onze groei. Het familiebedrijf biedt de continuïteit en toekomstvisie die bij ons past. We worden actief betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe features en je stem als klant wordt écht gehoord. Door zo veel mogelijk gebruik te maken van standaard Isah-functionaliteit blijven wij slagvaardig en kunnen we onze innovatiesnelheid verhogen!”

Lees het verhaal van Bronkhorst High-Tech op blog.isah.com/bronkhorst

Henk Tappel Directeur bij Bronkhorst High-Tech

Maak het met Isah.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.