D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
Magazine Magazine
december 2017 | nummer 6 | jaargang 19
TOPIC HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN ‘EEN MAAKPARTIJ ALS DIRIGENT VAN HET KOOR IN PLAATS VAN EEN OEM’ER, DAT IS WENNEN’
AAE, VEDOS EN KULICKE & SOFFA PAKKEN DE WINST ‘BELONING VOOR DOEN WAT JE ZEGT EN BELOOFT’
THEMA PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK
RENÉ DE KEIJZER FMI
WIL BLIJVEN GROEIEN, MAAR HEEFT WEL EEN BOVENGRENS
U zoekt een draaibeweging voor uw machine? U wilt keuzevrijheid qua technologie? Wij bieden de juiste oplossing! WE ARE THE ENGINEERS OF PRODUCTIVITY.
Pneumatische of elektrische aandrijvingen hebben eigen voor- en nadelen. Afhankelijk van het bewegingspro el, inbouwmaat, snelheid en kracht kunt u een keuze maken voor een aandrijfmedium, maar ook energie- of aanschafkosten kunnen uw keuze bepalen. Door de complete range van draaiaandrijvingen (pneumatisch en elektrisch) geven wij u de maximale keuzevrijheid voor uw toepassing.
Your Motion Pneumatic | Electric | Our solution
Festo BV 015 2518759 www.festo.nl
Magazine
6/17
D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
22
12
32
THEMA
PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK
DISCA’17 AAE, VEDOS EN KULICKE & SOFFA PAKKEN DE WINST
‘BELONING VOOR DOEN WAT JE ZEGT EN BELOOFT’ Voor de zestiende keer op rij werden op 23 november de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA) uitgereikt. Opnieuw met Hoeve Mereveld in Utrecht als sfeervol decor voor een finale waarin het publiek uiteindelijk een beslissende stem had. Voor de drie awards werden in totaal ruim vijfhonderd bedrijven genomineerd. Slechts vijftien daarvan wisten de drie finales te behalen.
TOPIC
64
HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN
INTENSIEVERE KETENSAMENWERKING, RESEARCH EN SCHAALGROOTTE
SAMEN UIT, SAMEN THUIS: EEN HELE STRUGGLE Machines en machinemodules worden steeds slimmer en complexer. Om die ook straks nog succesvol te kunnen ontwikkelen, bouwen en mondiaal vermarkten, is intensievere ketensamenwerking een must. Meer verantwoordelijkheid voor modules vergt van toeleveranciers dat ook zij investeren in research en schaalgrootte organiseren.
Om in onze versnellende wereld succesvol te zijn en blijven, moeten bedrijven voortdurend en steeds meer investeren in (disruptieve) innovatie. Tegelijk mag de huidige – succesvolle – business daar niet onder lijden. Hoe voorkom je als ondernemer dat het één ten koste gaat van het ander? Welke organisatievorm en welk type leiderschap is gevraagd voor het combineren van de bestaande business met de exploratie van nieuwe gebieden? Is die combinatie onder één dak überhaupt wel mogelijk?
49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN
STRATEGIE AMBITIEUZE RENÉ DE KEIJZER (FMI)
WIL BLIJVEN GROEIEN, MAAR HEEFT WEL EEN BOVENGRENS Eén kans om zelfstandig ondernemer te worden was aan zijn neus voorbij gegaan, toen René de Keijzer in 2002 FMI in Bergen op Zoom overnam. Sindsdien breidde hij FMI uit met tien overnames, twee joint ventures en vijf nieuwe bedrijven. Het is zijn ambitie te blijven groeien, vanuit een persoonlijke motivatie en omdat de markt om schaalgrootte vraagt. ‘Maar een positie zo hoog mogelijk in de keten van de grote oem’ers, die streven we niet na.’
STRATEGIE PROCESVERBETERING
46
‘Betere oplossingen dan wat de klant in zijn hoofd heeft’ Sofon helpt Van Hout toegevoegde waarde bieden
60
Plussen met battery management DfM en DfT voorkomen lange ontwikkelfase
72
Stap voor stap praktisch engineeren EPLAN Experience event: kennisoverdracht en vip-tour door Bavaria-brouwerij
88
Slimme frequentieregelaars kunnen álle motoren aan Nidec bouwt compleet testveldsysteem voor Facta
42
‘Als je aan boord wil blijven, moet je slim meebewegen’ Fokker (GKN Aerospace) speelt met ketenmanagement in op booming vliegtuigmarkt
56
‘We schieten niet langer met hagel, maar met scherp’ Businesscoachingtraject vergroot bewustzijn voor Ter Hoek Vonkerosie
80
Zonder eenvoud geen Industrie 4.0 70-jarig Lenze neemt klanten bij de arm om te flexibiliseren en digitaliseren
90
‘Ketenregie vergt flexibiliteit en korte communicatielijnen’ MTA brengt alles onder één ruimer dak
ZIE VERDER PAGINA 5
december 2017
3
FAULHABER Precisietandwielkasten
Breid uw mogelijkheden uit
26/1R en 32/3R Series planetaire tandwielkasten
NIEUW
WE CREATE MOTION
Van robuuste RVS planetaire tandwielkasten voor het hoogste koppel, recht cylindrische tandwielkasten: waar anderen een tandje terugnemen, schakelen wij op. Een goed voorbeeld zijn onze nieuwe planetaire tandwielkasten van RVS, 26/1R en 32/3R, met ingangstoerentallen van 9.000 of 8.000 rpm, een continukoppel van 3.5 of 7 Nm en 13 reducties. Het standaard temperatuurbereik loopt van -10 °C tot +125 °C. Breid uw mogelijkheden uit naar nieuwe toepassingen, met varianten voor lage temperaturen.
Meer informatie op www.faulhaber.com FAULHABER Benelux B.V. · info@faulhaber.nl
EN VERDER: 7 11
MARTIN
UIT DE MARKT COLUMN De ideeënbus, symbool van afstand Kantoor moet eerst samenwerking met werkvloer serieus nemen
36
INNOVATIE ‘Blockchain is niet te stoppen’ Merino Services maakt de geesten rijp
39
INNOVATIE Democratische marktplaats voor de maakindustrie Blockchain gaat supply chain transformeren
44
HARD2SOFT Broeden op businessmodel Uiteindelijk naar afrekenen per kuiken
45
DIEDEREN Leveren van complexe oplossingen in de praktijk Servitization vergt energie van organisatie
59
MENS EN ORGANISATIE Hoe diverser, hoe beter TMC: jongere generatie vrouwen gaat ondervertegenwoordiging in industrie verminderen
63
KETENOPTIMALISATIE De impact van ASML Suppliers over de push van hun grote klant
71
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING Digital retrofit Andere mindset omtrent datagebruik nodig
74
PARTNERS Simpele schil op een complexe achterkant Plymovent ontwikkelt met Protonic besturing
76
KETENSAMENWERKING De cirkel rond in de productlifecycle Doorkijk naar de circulaire economie
82
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING Distributeur wordt system integrator Predictive maintenance pijler onder nieuwe businessmodel Eriks
85
PROCESINNOVATIE Koudwatervrees voor standaardiseren externe communicatie Discussie over digitalisering plaatwerkketen
93
UIT DE MARKT (vervolg)
99
AGENDA
COLOFON Magazine
COLOFON
Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.
JAARGANG 19, NUMMER 6, DECEMBER 2017 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl
VROUWENVIJVER
Een platform om de kracht van de Nederlandse industrie te tonen. Om die reden zijn we ooit – in 2002 – gestart met de Dutch Industrial Suppliers Awards. In die tijd leed de sector onder een laag zelfbeeld, want de Chinese industrie leek veel goedkoper en kwalitatief niet veel minder. Dus ontwikkelden we een podium waarop industriële klanten hun toeleveranciers gemotiveerd lof konden toezwaaien. Later hebben we de customer-award eraan toegevoegd. Samenwerken in de keten wordt immers alleen een succes als de opdrachtgever er even hard aan trekt. En doet die dat, dan verdient ook die een compliment. Goed voor het imago van de industrie – en voor de mensen in die klantorganisatie. De tijd is immers voorbij dat zij zich onderdeel voelen van een alwetende moloch die alleen wat kruimelwerk, waar hij zelf even niet aan toekomt, de jobbers in de buurt toewerpt. De medewerkers van de moderne hightech klant beseffen terdege wat zij allemaal niet weten en kunnen. Inkopers, supply chain managers, projectleiders en engineers zijn zich er meer en meer van bewust dat ze goeddeels afhankelijk zijn van hun toeleveranciers; zonder hen komt er niets van de complexiteit waar de markt om vraagt van grond. Dat besef geeft de klantmens een gevoel van kwetsbaarheid. Juist dan is het wel zo fijn af en toe eens een gemeend schouderklopje te krijgen. Daarom slaan medewerkers van klanten en toeleveranciers de Link-uitgaven met de uitslagen van de eerste en tweede ronde er met toenemende belangstelling op na. Staat de naam van hun bedrijf ertussen, dan stijgt dat gevoel van eigenwaarde. Want dat is wat een compliment met mensen doet, of ze nu voor een toeleverancier werken of voor een klant. En dat versterkt de band met de gever, motiveert de samenwerking en zal de kans op een succesvol resultaat vergroten. Nu zit het aantal complimenten via een DISCA-nominatie al jaren in de lift. Dit jaar werden er over de 500 bedrijven genomineerd, toeleveranciers én klanten. Sociaalpsychologen en businesscoaches vinden echter dat er veel te weinig complimenten worden uitgedeeld, een stelling niet op basis van eigen onderzoek, maar als nu-eenmaal-vaststaand feit. Dus was ik best wel verbaasd toen bij de uitreiking van de DISCA-awards eind november desgevraagd negentig procent van de zaal via z’n smartphone ‘ja’ antwoordde op de vraag of hij de afgelopen week een compliment had ontvangen van een zakelijke relatie. Negentig procent! Dat kan toch niet anders betekenen dan dat onze huidige industrie niet langer bevolkt wordt door in zichzelf gekeerde, norse nerds die zich verbaal hooguit in harde, kritische cijfers uitdrukken. Dat moet toch inhouden dat ook in onze sector de softe skills alom ontloken zijn, deze typisch feminiene eigenschappen alom post beginnen te vatten. Da’s dan mooi. Om twee redenen: 1. voor een innovatieve, flexibele industrie is creativiteit en de kwaliteit om samen te werken essentieel; 2. terwijl de arbeidsmarkt krapper is dan ooit, is de industrie er eindelijk klaar voor om met succes te gaan vissen in de vrouwenvijver. PS: Oh ja, mijn nieuwe foto hiernaast. Kom maar op met die complimenten! MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine
RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA, ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Raoul Diederen, Wouter Hoeffnagel, Lucy Holl, Thomas Luiten, André Ritsema, Wilma Schreiber COVERFOTO Kees Beekmans GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte
martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl
ABONNEMENTEN u 66,60 per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 9 februari 2018. Het thema van dit nummer is ‘Machine learning in snelle opmars?’.
ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
december 2017
5
VDL ETG HEEFT O.A. VACATURES VOOR: SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER
Houd jij van technische uitdagingen? Ontwikkelen en produceren op het randje van het maakbare? Dan past VDL ETG perfect bij jou. Met zo’n 2.000 collega’s werken we wereldwijd aan complexe en innovatieve mechatronische systemen voor hightech productieapparatuur voor de verdere ontwikkeling van computerchips, het bestrijden van ziekten, het onderzoeken van het heelal en het begrijpen van details in cellen en moleculen.
SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER PROGRAM MANAGER QUALITY ENGINEER
www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com
Werken bij VDL ETG betekent veel vrijheid en diversiteit. Diversiteit in projecten en klanten, vrijheid door de grote mate van verantwoordelijkheid die je krijgt binnen je functie. Je werkt met de nieuwste technieken binnen je vakgebied om producten en productieprocessen continue te verbeteren. De combinatie van engineering en hightech productiefaciliteiten onder één dak maakt VDL ETG een unieke werkgever met veel doorgroeimogelijkheden in binnen- en buitenland.
VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com
UIT DE MARKT ‘DOE EEN BEROEP OP HUN OUDERKWALITEITEN ALS JE WILT DIGITALISEREN’ ‘Goede ouders zijn de betere werknemers’, stelt Ralf Kriechbaum. Werkgevers zouden hun extra kwaliteiten beter moeten benutten, maar dat gebeurt vaak niet omdat het management er te weinig vertrouwen in heeft. Ten onrechte, zo stelt ondernemer en hoogleraar bedrijfseconomie aan de Hochschuhle Rosenheim (D). Immers, voor het opvoeden van hun kinderen hebben ouders veel kwaliteiten nodig. ‘Wil een kind zijn bord niet leegeten, dan moeten de ouders door te experimenteren een strategie bedenken die wel helpt. En ruzies tussen de kinderen moeten worden opgelost. Dat vergt allerlei kwaliteiten – luisteren, observeren, reflecteren –, geduld en volharding, maar ook je kwetsbaar kunnen opstellen. Als ouder of bijvoorbeeld vrijwilliger bij de sportclub ontwikkelen mensen allerlei kwaliteiten waarmee ze als werknemer hun bedrijf beter, efficiënter en effectiever kunnen laten functioneren. Zelfstandig, want thuis kunnen ze het ook zonder een manager boven zich.’ Psycholoog en opvoedkundige Joachim Lask verschafte Kriechbaum dit inzicht toen die ceo was van de Oostenrijkse vestiging van een Duitse afdichtingenfabrikant. Die scoorde slecht op veiligheid. ‘Elk jaar vielen er gewonden, soms zelfs doden. Externe consultants waren al met het personeel in de weer geweest, maar niets hielp; qua veiligheid stond die plant onderin de benchmark van alle vestigingen. Ik kreeg een jaar om dat te veranderen en heb toen de ideeën van Lask toegepast.’ Een werknemer kreeg een veiligheidstraining van een halve dag
en de rest van de week was hij de safety buddy – Sicherheitskumpel – van zes collega’s. ‘Hij moest ervoor zorgen dat die zes alle veiligheidsmaatregelen daadwerkelijk uitvoerden. Hoe de buddy dat overbracht, was helemaal aan hem. Misschien door ze in een meeting de ruimte te geven om met oplossingen te komen. Zoals thuis de kinderen met ideeën mogen komen. De week erop was een van de andere zes de buddy. Na een jaar was de vestiging de beste in de benchmark.’ Dezelfde werkwijze leent zich voor lean gaan werken, of als een bedrijf wil digitaliseren om te flexibiliseren. ‘Bij de implementatie van Industrie 4.0-technologie wordt vaak de fout gemaakt externe specialisten binnen te halen die dan bepalen welke processen hoe gedigitaliseerd moeten worden. Dat terwijl de werknemers digitalisering als een bedreiging zien
die hun baan op het spel kan zetten. Dus laat hen zelf bepalen wat het probleem is en hoe dat door te digitaliseren kan worden opgelost, uitvinden welke data ze nodig hebben om de kwaliteit te verhogen en de doorlooptijd te verkorten. Zij kennen het proces immers het beste en hebben privé alle competenties geleerd voor problemen oplossen. Zeventig procent van wat mensen in hun leven leren, leren zij in een informele Ralf Kriechbaum. Foto: Com-magz omgeving, niet van een docent of leidinggevende. Management moet mensen de ruim- de ouder – een bepalende rol kan krijgen in de transformatie naar te geven die competenties in te zetIndustrie 4.0, neergelegd in het boek ten, om te experimenteren en beslis‘Gute Eltern sind bessere Mitarbeisingen te nemen.’ Ralf Kriechbaum ter’ (Springer-Verlag, 2017). en Joachim Lask hebben hun ideeën www.fh-rosenheim.de over hoe de werknemer – in casu
INNOVATIEVE PILOT PULSVISSEN KAN DOOR De visserijcommissie van het Europees Parlement heeft eind november ingestemd met overleg over toelating van pulsvisserij zodra er wetenschappelijk bewijs is dat deze innovatieve techniek niet schadelijker is voor het zeebodemleven dan de traditionele boomkorvisserij. Pulsvissen is in principe verboden, maar 84 Nederlandse kotters beschikken over een tijdelijke ontheffing. Goed nieuws dus voor hen en voor de stichting Masterplan Duurzame Visserij (MDV), die in mei 2015 een pilot startte voor verduurzaming van de visserijvloot. Onder meer om te onderzoeken hoe het brandstof-
en energieverbruik verlaagd kon worden, om vissers meer grip te geven op hun verdienmodel. Ook werd samen met Nidec Industrial Automation in Sliedrecht een alternatieve vismethode met pulsen (twinrig-puls) ontwikkeld. Doordat bij pulsvissen geen sleepnetten worden gebruikt, wordt de zeebodem minder beroerd, wat beter zou zijn voor het milieu. ‘Uit evaluatie blijkt onder meer dat de doelstelling van zeventig procent minder brandstofverbruik is gerealiseerd, mede omdat netten niet over de bodem slepen, wat zorgt voor minder weerstand. Ook is de uitstoot van CO2
en stikstofoxiden gereduceerd’, zegt Philip ten Napel, vice-voorzitter MDV. Verder signaleert hij een toenemende bewustwording van het belang van economisch en ecologisch verantwoord vissen. ‘Vissers kijken bij nieuwbouw van schepen naar de door MDV toegepaste innovaties rond energieverbruikmonitoring, dieselelektrische aandrijving en het gebruik van accu’s, en ze hebben meer aandacht voor hergebruik van materialen.’ Wordt naar verwachting voorjaar 2018 vervolgd. www.masterplanduurzamevisserij.nl www.nidec.com
ONTWERP EN REALISATIE GECERTIFICEERDE CLEANROOMS SCAN DEZE QR-CODE VOOR MEER INFO
december 2017
7
PRODUCTPARTNERS USONO SCHAALT PRODUCTIE VAN ECHOGRAFIEOPLOSSING OP Usono ontving in augustus een CEcertificering voor de ProbeFix, waarmee het die op de Europese markt kan brengen. Het bedrijf heeft inmiddels veertig exemplaren uitgeleverd, heeft net een deal voor Australië getekend en is druk aan het verder opschalen, inclusief nieuwe productieprocessen voor 2018. Usono, opgericht door drie alumni van de TU Eindhoven (TU/e), wil het gebruik van echografiesystemen verlichten, verbeteren en vernieuwen. Deze systemen maken het mogelijk met behulp van geluidsgolven in het menselijk lichaam te kijken en onder meer organen of bewegende spieren in beeld te brengen. ‘ProbeFix maakt het mogelijk de kop langere tijd op een bepaalde plek te fixeren. Bijvoorbeeld het hart kan hierdoor langdurig in beeld worden gebracht, zonder dat een echografist de kop handmatig stil hoeft te houden. De oplossing is hierdoor niet alleen comfortabeler in gebruik,
8
december 2017
maar zorgt ook voor betrouwbaardere beelden’, legt coo Victor Donker uit. Usono werkt samen met toeleveranciers en andere partijen, waaronder de medisch gecertificeerde 3D-printspecialist Oceanz. ‘We werken in ons r&d-proces nauw met hen samen. Zij leveren binnen een week 3Dgeprinte prototypes van onze producten, wat ons ontwikkelproces versnelt. SKM Rapid Modelling produceert de ProbeFix met vacuümgieten van ABS in siliconenmallen. We stappen in 2018 over op een spuitgietproces, voor productie in grotere aantallen. Het Belgische Liebaert produceert het materiaal voor de banden die de ProbeFix aan het lichaam kunnen fixeren. Deze worden afgewerkt door Conpak in Beek en Donk.’ ‘Demcon heeft ons geholpen zeker te stellen dat de ProbeFix voldoet aan alle kwalitatieve eisen en regelgeving, ter ondersteuning bij het behalen
Foto: Usono
van de CE-markering’, meldt cto Jori Verbeek. Voor klinische validatie, onderzoek en r&d voor nieuwe producten werkt Usono nauw samen met zowel de TU/e-faculteiten Biomedische Technologie en Industrial Design als Fontys Hogescholen. Ceo Benjamin Tchang tot slot: ‘Met de ProbeFix richten wij ons in eerste instantie op cardiologie, waar echo-
grafie het onder meer mogelijk maakt de werking van de hartkleppen nauwkeurig in beeld te brengen. We werken daarnaast aan ProbeFix Dynamic, die langere tijd kan worden gefixeerd aan een bewegende sporter, om blessures beter te kunnen onderzoeken met als doel het revalidatieproces te versnellen.’ www.usono.com
UIT DE MARKT CLUSTER SMART SYSTEMS: MIS DE IOT-BOOT NIET Sinds een jaar wordt er in ZuidNederland gewerkt aan het opzetten van het Cluster Smart Systems. Dat wil – gericht op het internet of things (IoT) en de toepassing ervan in smart industry en smart health – tot nieuwe totaaloplossingen komen. ‘Voor IoT zijn allerlei bouwblokjes nodig, van sensoren, draadloze communicatie, apps en analysesoftware tot cloudoplossingen en een dashboard voor terugkoppeling aan de gebruiker’, verklaart directeur Peter Simkens. ‘De kans is klein dat je al deze bouwblokjes onder één dak vindt. Vandaar dat wij bedrijven en kennisinstellingen bijeenbrengen in een ecosysteem.’ Het cluster is onderdeel van DSP Valley, al twintig jaar clusterorganisatie vanuit Leuven (B) en Eindhoven. Het doel is breder: een ecosysteem voor het creëren van nieuwe, slimme, elektronische systemen voor smart health, smart industry, smart vehicles en smart cities. DSP Valley is vooral matchmaker voor innovatietrajecten via onder meer brainstorm- en pitchingsessies en technologieseminars. ‘Om competenties te achterhalen om voor klanten totaaloplossingen te creëren. We richten ons op de totale waardeketen, met name op de link tussen aanbieders van key enabling technologies – zoals micro-/nano-elektronica, embedded software en zelfs fotonica – en partijen die deze technologieën in hun producten gebruiken voor nieuwe functionaliteiten.’ Voor praktische organisatie, backoffice en financiering van nieuwe
samenwerkingsverbanden werkt DSP Valley nauw samen met Berenschot, dat helpt een ‘4V-programma’ (verbinden, versterken, verdiepen en versnellen) voor het cluster te implementeren. Bij het opzetten van het ecosysteem vervulde Berenschot al een initiërende rol. Het cluster mikt naast de aanbodzijde ook op system integrators en bedrijven die nieuw ontwikkelde totaaloplossingen gebruiken voor hun eigen nieuwe (digitale) producten voor onder meer healthcare en productieautomatisering. ‘Digitalisering is een globale tendens, IoT levert ontzettend veel data op. De kunst is die te vangen, te interpreteren en er de nuttige informatie in terug te vinden. Je kunt niet meer buiten IoT en moet zien dat je de boot niet mist.’ Tien bedrijven – waaronder ItoM, VTEC, Vincitech, Genexis, Philips Innovation Services, Info.nl en Wireless Value – hebben innovatiedeeltrajecten opgestart. Daarnaast is de Universiteit van Maastricht partner en hoopt het cluster ook TU Eindhoven, TNO, Holst Centre en Imec Nederland meer te betrekken. Peter Simkens: ‘Onze ambitie is om het ecosysteem verder open te trekken tot vijftig à honderd partijen. Vanwege de financiering vanuit OPZuid ligt de focus op ZuidNederland, maar voor verrijking van het cluster moeten we zeker ook over het muurtje heen kijken naar andere regio’s en België.’ www.smartsystemsproject.com www.dspvalley.com/en/interestgroups/smartsystems
PERSONALIA Remco Valk, directeur-eigenaar van
Valk Welding, is de nieuwe mkb-vertegenwoordiger in het topteam HTSM als opvolger van Marc Hendrikse. Pieter Nota treedt per 1 januari 2018
toe tot de raad van bestuur van BMW Group. Marnix van Ginneken is voorgedragen als zijn opvolger in de raad van bestuur van Philips en Egbert van Acht als topman van de divisie Personal Health en lid van het executive committee.
De kers op de taart van uw productieproces!
Snel, betrouwbaar en uiterste nauwkeurigheid De industriële robots van Mitsubishi Electric zijn ontworpen om snel, flexibel, functioneel en veilig te zijn in uw specifieke productie omgeving. MELFA robots bestrijken een breed portfolio van 4-assige SCARA, 6-assige verticale tot een innovatief ontworpen SCARA robot met plafondbevestigig. De MELFA robots kunnen worden geïntegreerd in een totaal oplossing, inclusief het plaatsen van de robotcontroller in de PLC en het aansturen van de robot via een HMI. Dit alles wordt geconfigureerd vanuit één programmeeromgeving. Ontdek wat Mitsubishi ook voor jou kan betekenen!
Theo Koster voormalig directeur van NEVATnovember en branchemanager FME, is Begin verhuist bij Capi Eurobureau voor strategisch advies Araneope, fabrikant van kunststofbloemMagna gestart. potten, naar een nieuw pand in Tilburg. Een investering van twintig miljoen euro, waarmee het1 januari aantal Pieter Dillingh verruilt per vierkante metersbij meer dan voor verdub2018 zijn mt-post Novel-T belt. Zo telt nieuwe magazijn de functie vanhet strategic business deve20.000 en achttien loper bijpalletplaatsen ontwikkelingsmaatschappij laaddocks. Oost NL. De sterke groei van Capi Europe, dat in ruim zestig landen verkoopt, verklaart directeur-eigenJo Pauwels is de onlangs gepensioaar Toine van Goos de Venopgevolgd met de opmerneerde Alfons als king dat van allesABB klopt aan het product. directeur Benelux. ‘Lichtgewicht, natuurlijke uitstraling,
Of voor meer informatie: Telefoon 0297 250 350 Website nl3a.mitsubishielectric.com
december 2017
9
MORE TOUCH. MORE PC. MORE POWER. www.br-automation.com/multitouch
< < < < < < < < <
Automation Panel | Panel PC | Automation PC Multi-touch | Single-touch Widescreen | 4:3 Landscape | Portrait Support arm | Cabinet | Stainless steel Any combination possible Smart Display Link 3 | 100 m Intel Core i3 | i5 | i7 | Xeon Intel Atom Bay Trail
LUITEN
DE IDEEËNBUS, SYMBOOL VAN AFSTAND TUSSEN KANTOOR EN WERKVLOER Frustratie over leverbetrouwbaarheid en levertijden heerst in productieorganisaties. De druk op de vloer is hoog, overwerk is aan de orde van de dag en verkoopafdelingen moeten zich in bochten wringen om klanten tevreden te stellen. De verkoopleider klaagt: ‘Wéér afwijking van de order, wéér te laat en we zijn al te duur. We jagen zo echt klanten weg. We moeten ze dát eens tussen de oren pompen, dat slappe gedoe op de vloer!’
Thomas Luiten, directeur QRM Management Center, publiceert in Link Magazine of op de website een serie columns over de kloof die er in veel bedrijven gaapt tussen de business (kantoor) en de werkvloer, en de gevolgen die dat heeft voor doorlooptijd en flexibiliteit. Hij zal dat steeds vanuit een andere invalshoek doen. www.qrm-managementcenter.nl
Gesprekken met productie- en expeditiemedewerkers tonen me een ander en vooral genuanceerder beeld. Ze vertellen me dat orders regelmatig verkeerd of incompleet zijn uitgewerkt. Dat tekeningen niet kloppen en dat belangrijke informatie pas ná start van de order bekend wordt of zelfs nog wijzigt en dat planningen simpelweg te vol zitten. ‘En wij maar overwerken om hun fouten op te lossen!’ Een heel aardige opmerking kreeg ik van een nog jonge medewerker uit de onderdelenmontage: ‘Bij fouten krijg ik nooit direct hulp vanuit de werkvoorbereiding, en dat snijdt in mijn productiviteit.’ En een oudere medewerker vertelde me fijntjes dat ik de zoveelste ben met ‘lean-ideeën’ en dat ze dat allang hebben uitgeprobeerd: ‘Dat werkt hier niet, er verandert toch niks...’ Natuurlijk is het mijn eerste reactie om deze mensen ervan te overtuigen dat het QRM-
denken enorm belangrijk is, maar tegelijkertijd hoor ik de onderliggende klacht. Een simpele fout bij een engineer resulteert vaak in flinke vertraging en onterechte druk op de werkvloer, logisch. Maar dat de engineer dan niet eens komt kijken?! Er heerst machteloosheid over die houding. Een houding die niet op de vloer begint, maar juist in de directiekamer, bij het management. En de gevolgen zijn overal waar te nemen. We negeren het echter veelal. Een machtsspel tussen productie, werkvoorbereiding en verkoop is het gevolg, waarbij het productiepersoneel inmiddels gewend is dat het kantoor bepalend is en weinig of traag gehoor geeft aan waardevolle opmerkingen, maar de maker ervan graag verwijst naar de ideeënbus. De ideeënbus, voor mij een vreselijk symbool van afstand. Waarom zo’n afstandelijke bedrijfscultuur? Waarom mensen dwingen hun gedachten op te schrijven in plaats van direct contact? Waar zijn we bang voor? Door afstand te houden, jaagt het management vertrouwen, veiligheid en daarmee het vakmanschap en creativiteit weg. Als een bedrijf aan de slag wil met smart industry, zal het kantoor eerst de samenwerking met de werkvloer serieus moeten gaan nemen.
december 2017
11
AAE, VEDOS EN KULICKE & SOFFA PAKKEN DE WINST
‘BELONING VOOR DOEN WAT JE ZEGT EN BELOOFT’
Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2017
Voor de zestiende keer op rij werden op 23 november de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA) uitgereikt. Opnieuw met Hoeve Mereveld in Utrecht als sfeervol decor voor een finale waarin het publiek uiteindelijk een beslissende stem had in de verkiezing van drie winnende bedrijven in evenzoveel categorieën. DOOR JOS CORTENRAAD
n de categorie best knowledge supplier, met zwaartepunt op kennis en eigen r&d van toeleveranciers, is de strijd dit jaar bijzonder spannend. De jury onder leiding van de Rotterdamse hoogleraar Henk Volberda, kon het niet eens worden over de derde afvaller in de finaleronde, zodat er van de vijf finalisten drie potentiele winnaars overbleven: Masévon, Trios en AAE. Alle drie scoorden ze voor de jury 33,3 procent. Masévon Group, eerder winnaar van de award in 2010, imponeerde de jury vanwege zijn ‘engineerende kwaliteiten die cruciaal zijn om het product van de klant beter produceerbaar met meer functionaliteiten snel op de markt te krijgen. Masévon kan goed meedenken in het traject van modularisatie van het product en gemakkelijk meegroeien met de snelgroeiende klant; een afwijking in de forecast van +50% is mogelijk.’
I
Trios Precision Engineering, vorig jaar winnaar, wordt veel kennis van miniaturisering, nanoen materiaaltechnologie toegedicht ‘om daarmee productietechnologie (tooling, apparatuur) te Harald IJpelaar van Frencken Europe houdt een gloedvol betoog ten faveure van Vedos. Op de achtergrond juryvoorzitter Henk Volberda. Foto’s: Sam Rentmeester ontwikkelen en bouwen waarmee zeer kleine producten of onderdelen betrouwbaar geprodusen en modulen en onderdelen daarvoor. AAE ceerd en geassembleerd kunnen worden. Trios levert hoognauwkeurige mechatronische systescoort hoog op value-added engineering, een men en heeft daarvoor alle benodigde kennis van kwaliteit die ze tot een topspeler op wereldniveau elektronica, werktuigbouw maar ook bijvoormaakt.’ beeld vloeistofleer in huis. De betrokkenheid bij de klant is groot en kan zo ver gaan dat ze hem door financieel lastige periodes heen helpen.’ ‘AAE HEEFT HET VERDIEND’ De spanning in de zaal loopt door de drie werAAE ten slotte, vorig jaar finalist, is volgens de vende pitches van nominerende toeleveranciers jury ‘een uitstekende partner voor de ontwikkehoog op, waarna Volberda uiteindelijk AAE als ling en productie van complete productieproces-
BEST CUSTOMER 2017 WINNAAR KULICKE & SOFFA (V/H ASSEMBLÉON) In 2015 kwam Assembléon in handen van de Singaporese producent van assemblagemachines voor halfgeleiders Kulicke & Soffa (K&S). Met name de kennis van het monteren van elektronische componenten op printplaten was voor K&S reden om Assembléon in te lijven. Sindsdien heeft het Eindhovense bedrijf een metamorfose doorgemaakt. Het pick & placeplatform van Assembléon is nu onderdeel van een veel breder portfolio, waarvan ook machines voor het inpakken van chips in een behuizing en het verbinden van de componenten deel uitmaken. www.kns.com
RUNNER-UP HELIOX Het in Best gevestigde Heliox ontwikkelt en produceert (snel)laders voor onder meer elektrische bussen. Het bedrijf werd in 2009 opge-
12
december 2017
richt als een doorstart van Philipsdochter Power Solutions. Vier oud-werknemers namen de boedel over en leverden aanvankelijk met een klein team voedingen en versterkers voor consumentenelektronica. Tegelijk werd de buslader ontwikkeld, momenteel het paradepaardje. Juryvoorzitter John Blankendaal (links) heeft de Best Customer Award 2017 overhandigd aan Miel Ramselaar van K&S: ‘Dit zal onze eigenaar in Azië ook plezier doen.’ Rechts Hans Moonen van Sioux, Heliox (nu ruim die voor K&S pitchte. vijftig mensen) levert aan grote Europese busfabrikanten en vervoerders, waarontenelektronica, zonne-energie en voedingen der VDL en Volvo. Daarnaast komt een derde van voor professionele apparaten. de omzet nog altijd uit de onderdelen consumenwww.heliox.nl
BEST LOGISTICS SUPPLIER 2017 WINNAAR VEDOS VERSPANENDE TECHNIEK Vedos Verspanende Techniek uit Venlo is gespecialiseerd in het cnc-draaien en -frezen van verschillende soorten metaal. Het in 1995 opgerichte bedrijf werkt voor de medische industrie, semicon, apparatenbouw en voedingsmiddelenindustrie en levert zowel kleine als grote series. Klanten bezorgden met hun nominaties tot nog toe Vedos vier finaleplaatsen in de verkiezing voor beste toeleverancier en vorig jaar leverde dat al een tweede plaats op. Bij Vedos werken twintig mensen. www.vedos.eu
RUNNER-UP VAN EGMOND GROEP Van Egmond belevert als elektrogroothandel al ruim tachtig jaar honderden bedrijven in de installatiebranche, industrie en machine- en panelenbouw. Met de tak industriële automatise-
winnaar mag uitroepen. ‘De prijs is een verdienste van alle medewerkers én van onze te vroeg overleden directeur William Pijnenburg’, aldus directeur Frank Mulders. ‘Hij heeft de lijnen uitgezet, wij hebben die doorgetrokken. Erg bijzon-
ring profileert Van Egmond zich in software-engineering en panelenbouw en de assemblage van energieverdeelsystemen. Voor klanten worden opleidingen en workshops verzorgd, onder meer over plc-software, waarmee Van Egmond zichzelf neerzet als kenniscentrum. Het bedrijf is sinds 2016 onderdeel van Sonépar en heeft vier vestigingen in Nederland. www.vanegmond.nl
Bedrijfsleider Jos Brouwer van Vedos Verspanende Techniek met de Best Logistics Supplier Award 2017: ‘Dit is een beloning voor continu alleen maar bezig zijn met het bedrijf, doen wat je zegt en belooft.’
der als je dan zo’n prijs wint.’ Nominerend en pitchend jurylid Saskia van Dun van Anteryon deelt in de feestvreugde. ‘AAE heeft het echt verdiend. Ze hebben het niet gemakkelijk gehad na het overlijden van William.’
OUDE BEKENDE EN NIEUWKOMER In de categorie best logistics supplier gaat de eindstrijd tussen een oude bekende en een complete LEES VERDER OP PAGINA 15
High Precision (Ultra Pure) Assemblies and Production Automation
The Ar t of Mechatronics
AAE, the Art of Mechatronics, is een hightech machinebouwer met internationale reputatie, gevestigd in Helmond. Met ruim 220 medewerkers vervaardigen wij producten onderverdeeld in 2 business lines: Production Automation & High Precision (Ultra Pure) Assemblies. Door kennis van techniek en puur vakmanschap te combineren met gepassioneerde mensen vinden wij oplossingen die naadloos op de wensen van onze klanten aansluiten.
www.aaebv.com www.grauel.com
Samen
ontwikkelen
is
samen
denken, durven, doen. Daar ligt onze kracht. Wij zijn dan ook heel trots op de titel ‘Best Knowledge Supplier’ van Nederland.
A AE The Ar t of Mechatronics
december 2017
13
BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2017 WINNAAR AAE AAE werd in 1976 opgericht als toeleverancier van DAF en heeft zich daarna door de samenwerking met de Duitse onderneming Grauel ontwikkeld tot een specialist op het gebied van machinebouw en mechatronica. Tot de core business horen precision parts, prototypes en kleine series machines en apparatuur voor
drukkerijen. Er werken ruim 200 mensen. Vorig jaar haalde AAE ook al de top-vijf in de verkiezing. www.aaebv.com
RUNNERS-UP TRIOS PRECISION ENGINEERING
Trios Precision Engineering uit Neede ontwikkelt en bouwt unieke machines en modules die moeten voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van nauwkeurigheid. Kennis van de fijnmechanica is de kern van Trios, voor design en elektronica wordt samengewerkt met diverse partners. Trios is actief in de transportsector, de medische sector, offshore, ruimtevaart en halfgeleiders. Er werken twintig mensen. Hylke Dijkstra, AAE won de Best Knowledge Supplier Award 2017. ‘De prijs is een verdienste van alle medewerkers én van onze te vroeg overleden directeur William Pijnenburg’, aldus directeur directeur: ‘Trios is Frank Mulders (midden). erg trots opnieuw
genomineerd te zijn voor een finaleplek. Het is de kroon op de werkwijze, kennis en inzet waarmee onze medewerkers de afgelopen jaren onze klanten hebben geholpen. Juist vanwege onze strategische samenwerking op r&d-gebied is vertrouwen en toevertrouwen essentieel.’ www.trios.nl
MASÉVON GROUP Masévon uit Hardenberg is een ervaren leverancier van engineering en mechatronica voor onder meer de chemische, procestechnische, semiconductor- en solarindustrie. Het bedrijf staat op vier stevige pijlers: machinebouw, constructie, vacuüm en mechatronica. In 2010 won Masévon de award. Sindsdien is het bedrijf verder gegroeid tot ruim 140 medewerkers en een breed netwerk van toeleveranciers in eigen land maar ook in Azië. Directeur Henk Kieft: ‘We zijn bijzonder trots op de nominatie. Het voelt als een enorm compliment vanuit onze klanten voor alle hightech projecten die we de afgelopen jaren hebben mogen leveren en het bevestigt dat we met onze technologische roadmap op koers liggen.’ www.masevon.com
On time On budget To specification In co-creation From start to finish
Make complex easy
O ur c u s t o m e r s a n d b u s in e s s p a r t n e r s c h o o s e to d o b u s in e s s w i t h u s , b e c a u s e w e e n a b l e t h e m t o f o c u s o n t h e ir c o r e a c t i v i t i e s , w hil e w e h e l p t h e m d e ve l o p a n d o p t i m iz e t h e ir m a n u f a c t u r i n g p r o c e s s e s a n d p r o d u c t s . M a s é vo n G r o u p
www.masevongroup.com www.masevongroup.com
14
december 2017
lives high te chnology and qualit y. Ever y day.
VERVOLG VAN PAGINA 13
nieuwkomer. Vedos Verspanende Techniek uit Venlo werd vorig jaar net de loef afgestoken door Meilink en was daarvoor ook al drie keer finalist. Van Egmond Groep met hoofdzetel in Doetinchem haalde voor het eerst de tweede ronde en drong uiteindelijk door tot de finale. Na de juryberaadslagingen en de pitches komt Van Egmond zelfs als tweede uit de bus. ‘Een uitstekende logistieke dienstverlener die de schakelfunctie tussen klant en (grote) fabrikant goed weet te vervullen’, aldus de jury. ‘Het bedrijf belevert de diverse vestigingen van de klant in binnen- en buitenland vrijwel foutloos, is zeer proactief en weet wanneer producten uitgefaseerd worden en komt dan zelf met geschikte alternatieven. De logistieke performance maakt de relatief hoge vraagprijs van deze toeleverancier meer dan goed.’
‘ZOETEMELK VAN DE MAAKINDUSTRIE’ Vedos imponeerde de jury andermaal met ‘het grote aantal hoogwaardige, nauwkeurige, zeer schone en ook goedgeautomatiseerde bewerkingstechnologieën. Vedos produceert met hoge kwaliteit vaak moeilijke, complexe producten, speelt flexibel in op wisselende kwaliteitseisen en zoekt proactief met de klant naar oplossingen voor kwaliteitsproblemen, resulterend in aanpassingen in product of productieproces. Het bedrijf kent de markt van de markt en kan heel goed met de sterk schommelende vraag meebewegen.’ Na
vroeg bij projecten betrokde live-pitches, met een ken. K&S durft hoogwaardige gloedvol betoog van Harald kennis te delen en projecten IJpelaar van Frencken Eurovan een groot strategisch pe ten faveure van Vedos, belang op dat hoge niveau uit geeft de stem van het publiek te besteden. Daarmee legt het de doorslag. Eindelijk gaat de bedrijf deels zijn lot in hanprijs naar de ‘Joop Zoetemelk den van die toeleveranciers. van de maakindustrie’. ‘Wel De stem van het publiek kan de doorslag geven. Ook is K&S bereid kennis en gehoopt, niet verwacht’, het eigen klantennetwerk te delen.’ aldus een emotionele oud-directeur Guido De loftuitingen voor Heliox waren er niet minder Donders, die de zaak vorig jaar overdroeg aan om. ‘Een jong bedrijf dat zijn toeleveranciers alle zijn schoonzoon. ‘We waren elk jaar wel genomiruimte geeft hun kwaliteiten ten volle in te zetten. neerd en enkele keren dicht bij de eerste plaats’, Zo zijn productieproces en wijze van bestellen vult bedrijfsleider Jos Brouwer aan. ‘Dit is een van onderdelen nauwkeurig op elkaar afgestemd. beloning voor continu alleen maar bezig zijn met Heliox geneert zich niet om toeleveranciers te het bedrijf, doen wat je zegt en belooft.’ betrekken bij het creëren van oplossingen. Het bedrijf is heel open, ook over de calculatie, en OPEN zorgt voor wederzijds vertrouwen. Daarom kan In de categorie best customer beoordelen toeleveer gewerkt worden met een gentlemen’s agreeranciers hun klanten op punten als openheid ment. Risico’s en opbrengsten worden eerlijk met over de kostprijsopbouw en forecast, communide toeleveranciers gedeeld.’ catie en ruimte voor het inzetten van het eigen specialisme. Dit jaar werden 243 uitbesteders genomineerd door één of meerdere toeleveranOPSTEKER ciers. Na een eerste schifting bleven 46 kandidaUiteindelijk geeft de live-pitch van Hans Moonen ten over, na de tweede ronde resteerden vijf finavan Sioux de doorslag en mag Miel Ramselaar, listen. Uiteindelijk koos de vakjury onder leiding director supply chain & operations van K&S, de van John Blankendaal van Brainport Industries award in ontvangst nemen. Hij is er blij mee. voor Kulicke & Soffa (K&S, voorheen Assemblé‘Zeker een opsteker, zo kort na de overname en on) en Heliox, met een lichte voorkeur voor K&S. naamsverandering. Het bewijs dat we samen‘Bij K&S kunnen leveranciers al hun kwaliteiten werken op een wijze die onze toeleveranciers kwijt’, aldus het juryoordeel. ‘Ze worden op een goed bevalt. Dat zal de eigenaar in Azië ook hoog niveau van uitbesteding ingezet en daarom plezier doen.’
Photo by: Sam Rentmeester
december 2017
15
Elektrogroothandel IndustriĂŤle Automatisering Kenniscentrum
www.vanegmond.nl A Sonepar company
FOLLOW OUR LEAD. Als system supplier en EMS specialist ontwikkelt, industrialiseert en produceert Variass elektronische en mechatronische hightech oplossingen voor haar klanten. Variass draagt bij aan producten die er in onze wereld ĂŠcht toe doen. Voor de markt van morgen, op het gebied van Defensie & Security, Medisch en Industrie. +31 (0) 598 61 94 75 | contact@variass.nl | www.variass.nl
16
december 2017
DE OVERIGE FINALISTEN: LOUTER TOPLEVERANCIERS EN -UITBESTEDERS
Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2016 2017
‘PROACTIEF, OPEN EN BEREID RISICO’S TE NEMEN’ Voor de drie awards werden in totaal ruim vijfhonderd bedrijven genomineerd. Slechts vijftien daarvan wisten de drie finales te behalen. Daarin dus louter toptoeleveranciers en -uitbesteders. Hieronder aandacht voor de bedrijven die net de winst of de runner-upplek niet pakten, maar volgens hun klanten en toeleveranciers wel alle lof verdienen. DOOR JOS CORTENRAAD
BEST CUSTOMERS BRONKHORST HIGH-TECH Net als in 2016 is Bronkhorst High-Tech ook dit jaar doorgedrongen tot de finale. Het bedrijf, opgericht in 1981 en gevestigd in Ruurlo, ontwikkelt en produceert instrumenten voor het meten en regelen van gas- en vloeistofdoorstroming. Bronkhorst is in Europa marktleider en neemt wereldwijd de vijfde plek in. In Nederland werken ruim 320 mensen. Daarnaast zijn er eigen verkoopkantoren in onder meer GrootBrittannië, Japan, Taiwan, de VS, Japan en China. De jury noemt Bronkhorst een onderneming met ‘oog voor het behoud van de concurrentiekracht van de Nederlandse industrie. Ze besteden zo veel mogelijk uit in ons land en beogen nauwe samenwerking met hun toeleveranciers, die ze waar mogelijk beschouwen als volledig gelijkwaardig, als onderdeel van de eigen onderneming.’ www.bronkhorst.com
MOBA Moba ontwikkelt sorteer- en verpakkingsmachines voor eieren. Het bedrijf werd zeventig jaar geleden opgericht in Barneveld, waar nog steeds het hoofdkantoor zetelt. Moba is uitgegroeid tot een wereldwijde speler met meer dan 700 medewerkers, actief in negentig landen en met ruim 3,000 geleverde installaties op het track record. Dagelijks worden met de machines van Moba ruim één miljard eieren verwerkt. De jury typeert Moba als een open bedrijf dat stappen zet naar een hoger niveau van uitbesteden. ‘Moba staat
De winnaars en overige finalisten van de DISCA’17, met op de voorgrond de juryvoorzitters John Blankendaal (links) en Henk Volberda. Foto: Sam Rentmeester
open voor de toelevering van complete systemen. Ze betrekken toeleveranciers eerder bij het ontwikkelproces van nieuwe machines, zodat er ruimte is voor het toeleveren van de beste oplossingen. Een proactieve opstelling wordt op prijs gesteld.’ www.moba.net
DOREL JUVENILE GROUP EUROPE Dorel, bekend van onder meer merken als MaxiCosi en Bébé Confort, greep in 2015 net naast de Best Customer Award. Dit jaar zit de ontwikkelaar en producent van babyspullen opnieuw bij de beste vijf. De artikelen van Dorel worden verkocht in meer dan tachtig landen wereldwijd. Het bedrijf, opgericht in 1932, heeft vestigingen in dertien landen en er werken in totaal ruim 900 mensen. Een van de hoofdvestigingen is Helmond, waar nieuwe producten ontwikkeld en getest worden. Ook is Helmond centrum voor marketing en verkoop. Volgens de jury betrekt Dorel zijn leveranciers vroegtijdig bij het ontwikkelen of verbeteren van hun productietechnologie. ‘Dorel staat open voor voorstellen van hun suppliers. Afspraken worden nagekomen en relaties worden voor langere tijd aangegaan.’ europe.doreljuvenile.com
BEST KNOWLEDGE SUPPLIERS FESTO Drie keer won Festo Nederland een award in deze competitie en in vrijwel elk jaar wist de ontwikkelaar en producent van ruim 60.000 verschillende componenten voor besturingen door te dringen tot de tweede ronde. Dit jaar haalde Festo de top-vijf. De jury verklaart waarom: ‘Festo is een bedrijf dat de markt van de klant begrijpt en er met zijn kennis voor zorgt dat die klant zich op de markt kan onderscheiden. Er wordt goed meegedacht over modularisatie en duurzamere en energiezuinigere oplossingen.’ Festo Nederland is onderdeel van een in 1925 opgerichte multinational met wereldwijd 56 vestigingen, meer dan 250 agentschappen en 300.000 klanten in 176 landen. De moedermaatschappij zetelt in Duitsland. De totale omzet kwam vorig jaar uit op 2,4 miljard euro; er werken wereldwijd 18.800 mensen. Bij Festo Nederland in Delft werken 150 mensen. www.festo.nl LEES VERDER OP PAGINA 19
december 2017
17
Finalist best knowledge award
Partner in Strategische R&D Productontwikkeling Fijnmechanisch ontwerpen Procesontwikkeling Prototypebouw
www.trios.nl heeft de wil en het vermogen om problemen op te lossen
! m a a n e g n aa Dit jaar zijn ES Elektro en Hoogland-Mennens samen verder gegaan als itsme: Industrial Technology and Supply for Mechanical and Electrical. Een nieuwe naam voor industrieel advies en distributie. Daarom hebben we ons dit jaar opnieuw aan u voorgesteld onder het motto: itsme, aangenaam! We hebben het beste van twee werelden samengebracht zodat u beter, sneller en goedkoper kunt werken: Making You Succeed. itsme, aangenaam samen Succes is mensenwerk. Daarom investeren we in onze gezamenlijke toekomst. Als geïntegreerd technisch distributeur begrijpen we uw elektrotechnische en mechanische vragen en lossen die op. Dat doen we samen met u natuurlijk. De Technical Support en het Training Centre van itsme Industrial Automation zijn er voor aandrijven en besturen. Bij itsme Lighting Technology bent u in de beste handen voor 3D Design en project Support. Totaal bestelgemak én slimme mogelijkheden vindt u in één webcatalogus met 1,4 miljoen elektrotechnische en mechanische producten. Onze voorraad is samengebracht in één distributiecentrum van waaruit u in één levering elektrotechnische en mechanische producten geleverd krijgt, aangevuld met klantspecifieke logistieke diensten zoals Kitting en Stock Management in uw bedrijf. En we blijven als Nederlands familiebedrijf gewoon vertrouwd dichtbij elkaar in Nederland, Duitsland, België, Roemenië en Spanje. Wij vermenigvuldigen door samen te delen. Zo gaan we samen sterk de toekomst in. Nederland België Duitsland Roemenië Spanje
18
december 2017
itsme Breemes Schultz+Erbse ES Elektro Romania Elektres
www.nl.itsme.eu www.breemes.be www.schultzerbse.de www.eselektro.com www.elektres.es
www.nl.itsme.eu
VERVOLG VAN PAGINA 17
HEMABO Hemabo bewerkt en verwerkt verschillende technische kunststoffen tot eindproducten voor toepassingen in de medische en industriële sector. Meestal gaat het om complexe componenten waaraan hoge eisen worden gesteld op het gebied van maatvoering en toleranties. Hemabo werd bijna zestig jaar geleden opgericht in Hengelo (Ov) als bouwer van maquettes en meubels. Nu bewerken ze met vijftien medewerkers uitsluitend kunststoffen voor klanten uit binnen- en buitenland. Hemabo drong voor het eerst door tot de finale van de verkiezing tot beste toeleverancier. De jury: ‘Hemabo ondersteunt de klant proactief bij het kiezen van de beste optie, rekening houdend met de benodigde productieprocessen en producttoepassingen en de specifieke eisen van de eindklant. Door de logistieke service kan de klant veel flexibeler inspelen op de ontwikkelingen in zijn markt.’ www.hemabo.nl
BEST LOGISTICS SUPPLIERS KMWE KMWE uit Eindhoven is een van de vaste waarden in de verkiezingen, met verschillende keren een finaleplaats. Ook deze keer waren er
diverse nominaties en een positieve jury. ‘KMWE is veel meer dan een jobber. ‘Het bedrijf kan grote, snelle schommelingen in de forecast/vraag goed aan en is zeer leverbetrouwbaar. De transporttijden zijn kort en er is bereidheid om mee te denken in costdown-trajecten en risicodragende investeringen.’ KMWE is topsupplier in de hightech industrie, halfgeleiders, aerospace en medische systemen. Het in 1955 opgerichte bedrijf produceert gecompliceerde componenten en modules voor machines en apparaten. Naast Eindhoven heeft KMWE vestigingen in Maleisië en India en verkoopkantoren in verschillende Europese landen. In totaal werken er 550 mensen. www.kmwe.com
VARIASS Toeleverancier van elektronica Variass uit Veendam kan elk jaar rekenen of één of meer nominaties en won in 2007 de Achievement Award voor de constant hoge prestaties. Dit jaar is Variass na tien jaar weer finalist. Omdat, aldus de jury, het bedrijf goed in staat is een snel schommelende forecast te volgen. ‘Variass stelt zich proactief op bij het zoeken naar mogelijkheden om die leverbetrouwbaarheid verder te optimaliseren. Ook beschikt het bedrijf over een goede, betrouwbare supply chain die tevens zorgdraagt voor tussenvoorraden.’ Variass werd opgericht in 1989 als assemblagebedrijf voor elektronica en is inmiddels uitgegroeid tot een toeleverancier en partner van ondernemingen in de agro,
Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2017
defensie, energie en telecom. Er werken nu ruim 120 mensen in Veendam en Drachten. www.variass.nl
ERIKS Dienstverlener en leverancier van een breed assortiment producten zoals gereedschappen, afdichtingen, leidingsystemen en aandrijvingen Eriks haalde voor de tweede keer op rij de finale. Vorig jaar noemde de jury de geslaagde transformatie van handelsbedrijf naar ontwikkelpartner, deze keer was er veel waardsering voor de uitgebreide webshop. ‘Eriks weet welke afdichting of verlijming voor welke toepassing de beste is. Ook zorgen de specialisten voor het meest effectieve en efficiënte productieproces. Ze kunnen daartoe goed overweg met 3D-modellen van het eindproduct voor digitaal simuleren en testen.’ Eriks Nederland is onderdeel van een grote organisatie met 350 vestigingen in ruim twintig landen en meer dan 7.500 medewerkers. De industriële dienstverlener bediende vorig jaar 200.000 klanten en draaide een omzet van 1,9 miljard euro. In Nederland heeft Eriks achttien vestigingen en ongeveer 1.200 medewerkers. www.eriks.nl
Since 1947 our strong capacity for innovation has depended on people. For it is the needs of our customers and the ideas of our employees that drive us forward – and they are also setting Industrie 4.0 in motion.
december 2017
19
We are ready to create your future. Are you?
Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriĂŤntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen.
Partner in catalyzing high-tech innovations eprpartner.com
+31(0)24 352 5666
Beemdstraat 25
T 040 2 504 504
5653 MA Eindhoven
F 040 2 504 599
Postbus 657
E mencke@govers.nl
5600 AR Eindhoven
I www.govers.nl
UW PARTNER OP GEBIED VAN AANDRIJFTECHNIEK BESTURINGSTECHNIEK
GAS
VLOEISTOF
DAMP
VERBINDINGSTECHNIEK
Bronkhorst High-Tech B.V. ontwikkelt en produceert innovatieve, duurzame en klantspecifieke oplossingen op het gebied van low flow fluidics handling vraagstukken. B E ZO E K O N S O P G R O N E M A N . N L
20
december 2017
www.bronkhorst.nl
PITTIGE DISCUSSIES IN DE JURY Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2017
‘MOOI PLATFORM VOOR SAMENWERKING’ Discussies op het scherp van de snede. Zo kenmerkt Saskia van Dun, inkoopmanager bij Anteryon, de beraadslagingen. Als lid van de jury voor zowel best knowledge als best logistics oordeelde zij mee over de finalisten in twee categorieën van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2017.
DOOR JOS CORTENRAAD
D
e juryleden werden geacht in beide categorieën uit vijf finalisten uiteindelijk twee kandidaten voor de eindoverwinning te kiezen. In Best Logistics lukte dat, maar in Best Knowledge konden de vijf juryleden het niet eens worden over de derde afvaller. Wat voorzitter Henk Volberda ook probeerde, drie juryleden hielden vast aan de door hen voorgedragen kandidaat. ‘Ik begrijp dat wel’, zegt Saskia van Dun, die met haar eigen kandidaat zelf ook geen water bij de wijn wilde doen. ‘AAE, Masévon en Trios ontliepen elkaar echt niets. Natuurlijk waren er verschillen, maar waar de één wat slechter scoorde was hij op een ander punt beter. Na pittige discussies hebben we de knoop doorgehakt: laat de zaal maar beslissen. Dus zal veel afhangen van de pitch. Reken maar dat ik mijn best doe voor AAE. Ik ken het bedrijf al jaren. Eerst als toeleverancier bij mijn vorige werkgever en sinds enkele jaren als supplier van Anteryon. Ik ken weinig bedrijven die zo betrokken zijn. Geweldig ook hoe het team en de kinderen van de overleden directeur William Pijnenburg de draad hebben opgepakt.’
BEETJE EMOTIE Geeft dat blijk van emotionele betrokkenheid? ‘Ja, hoewel objectieve criteria uiteraard bepalend zijn. Deze verkiezing draagt bij aan een hoger niveau van de Nederlandse maakindustrie, aan betere toeleveranciers. Het is echter ook een spel, waarin je graag wilt dat jouw kandidaat wint. En dus ga je het debat aan, haal je alles uit de kast. Je probeert de anderen te overtuigen. Daar komt toch wel een beetje emotie aan te pas.’ Wordt er dan nog wel geluisterd naar de argumenten van de andere juryleden? ‘Zeer zeker. Over verschillende beoordelingscriteria had ik nog amper nagedacht. Als inkoopmanager ben je toch vooral bezig met wat goed is voor jóuw bedrijf. Het kan geen kwaad te horen waar andere inkoopmanagers naar kijken, wat zij belangrijk vinden. En ja, dan moet je ook openstaan en durven toegeven dat een andere kandidaat beter is. Lastig, maar volgens mij is dat goed gelukt. Bij Best Logistics hadden wij onder meer een distri-
buteur voorgedragen waar wij niet zo heel veel mee doen. Ik kon niet op elk onderdeel een complete beoordeling geven. Met de voorkeur voor twee anderen kon ik leven.’
HOGER NIVEAU Anteryon Optical Solutions ontstond in 2006, als spin-off van Philips. Het bedrijf ontwikkelt en produceert lenzen, lasermodules, spiegels, optischmechatronische modules en spectrometers voor machinebouwers wereldwijd. Bij ASML, bijvoorbeeld, is Anteryon firsttier supplier. Sinds vier jaar nomineert Van Dun kandidaten voor de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. ‘Omdat wij onze suppliers Saskia van Dun, inkoopmanager bij Anteryon en DISCA-jurylid: ‘Als NEVI-bestuurslid weet ik dat best een compliment willen geven en we ervan inkoopmanagers altijd de DISCA-kandidatenlijsten in Link Magazine bestuderen en zeker de overtuigd zijn dat compe- finalisten en winnaars scherp in het oog houden.’ Foto: Sam Rentmeester titie het niveau omhoog stuwt. De awards hebben in de loop der jaren aan managers de diepte in te gaan. Je kijkt mee in de status gewonnen. Als bestuurslid van NEVI keuken van collega’s die je in de dagelijkse prak(Nederlandse inkoopvereniging, red.) weet ik dat tijk niet snel tegenkomt. Verder maak ik kennis inkoopmanagers altijd de DISCA-kandidatenmet bedrijven waarvan ik nog amper gehoord lijsten in Link Magazine bestuderen en zeker de had. Er zitten nog zoveel onbekende pareltjes in finalisten scherp in het oog houden. Ook wij die Nederlandse maakindustrie. Concreet kwam houden onze ogen open. Voor nieuwe projecten ik één genomineerd bedrijf tegen waarmee we moet je soms op zoek naar een specialist. Dan is binnenkort een afspraak gaan maken.’ Wat haar het prettig om de lijsten erbij te nemen, omdat je betreft zijn de verkiezingen onderhand toe aan weet dat andere bedrijven tevreden zijn en de een bredere belangstelling. ‘Ik mis nog te veel finalisten aan de hand van strenge criteria zijn maakbedrijven in de lijsten. Oem’ers zouden beoordeeld. Dat maakt een eerste keuze meer mogen nomineren. De DISCA is een mooi makkelijker.’ platform voor samenwerking en ik denk dat we het daarvan moeten hebben in Nederland. Meer kennis uitwisselen, meer projecten samen opONBEKENDE PARELTJES pakken; alleen zo kunnen we blijven concurreren Van Dun liet zich graag overhalen om in de jury met andere landen, zoals China.’ plaats te nemen. ‘Je krijgt de kans om met andere
december 2017
21
HET BESTE – DUALE – BUSINESSMODEL IS HET MOEILIJKST TE MANAGEN
EERST KNIPPEN EN DAN SAMENVOEGEN, OF GEWOON JONG BLIJVEN?
THEMA PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK Om in onze versnellende wereld succesvol te zijn en te blijven, moet er voortdurend en steeds meer geïnvesteerd worden in (disruptieve) innovatie. Tegelijk mag de huidige – succesvolle – business daar natuurlijk niet onder lijden. Hoe zorg je als ondernemer ervoor dat het één niet ten koste gaat van het
Capaciteit vrijmaken om te innoveren of nieuwe markten en toepassingen te verkennen
ander? Welke organisatievorm en welk type leiderschap is gevraagd voor het combineren
en snel te reageren op de veranderingen van deze tijd, is een grote uitdaging. Voor de
van het exploiteren en optimaliseren van de
meeste organisaties te veel gevraagd. Dus wordt er een knip gezet, in de hoop later de
bestaande business met het faciliteren van de
dan ontplooide innovatieve tak naadloos te integreren in het moederbedrijf. Uitdagingen
exploratie van nieuwe gebieden? Is die combi-
die Philips het hoofd biedt met start-up-programma HealthWorks. Van deze problemen
natie onder één dak überhaupt wel mogelijk?
van het ‘duale businessmodel’ hebben start-ups als Heliox natuurlijk geen last. Maar die luxe is eindig. ‘De flexibiliteit en wendbaarheid die de markt vereist, moeten we koste wat kost vasthouden.’
DOOR HANS VAN EERDEN
e Rotterdamse hoogleraar Henk Volberda heeft op het thema ‘exploitatie versus exploratie’ veel onderzoek gedaan en gepubliceerd. Binnenkort verschijnt een nieuw boek: Volberda, Van den Bosch & Heij, ‘Reinventing Business Models: How firms cope with disruption’. Dat beschrijft de vier aangrijpingspunten voor businessmodelinnovatie: management, organisatiestructuur, technologie en co-creatie met externe partijen.
D
VALKUILEN ‘Bedrijven moeten ambidexter zijn, twee rechterhanden hebben om goed te kunnen exploiteren én exploreren. Maar dat zijn de uitzonderingen. De meesten hebben een voorkeur voor exploitatie: efficiënt meer van hetzelfde doen, het trucje waar je uniek in bent heel vaak herhalen. Veel oudere bedrijven wordt die kerncompetentie uiteindelijk een blok aan het been en ze belanden in de exploitatievalkuil: om te verbeteren luisteren zij alleen naar bestaande klanten, die meer van hetzelfde willen. Dat leidt tot het innovator’s dilemma: om echt te innoveren moet je daar dus niet naar luisteren, maar dat gaat wel ten koste van de bestaande business. Exploratie is niet gericht op die kortetermijn business as usual maar op langetermijn winstgevendheid. Dat vergt routines afleren en experimenteren, niet aanpassen aan bestaande klanten maar nieuwe markten creëren. Veel start-ups doen dat en komen dan in de exploratievalkuil terecht: veel nieuwe ideeën, ‘nee’ bestaat niet, maar de executie is vaak een probleem. Dan is hun geen lang leven beschoren.’
22
december 2017
VIER ‘SMAKEN’ Bedrijven zijn er in vier smaken, definieert Volberda. ‘De eerste is fixatie. Ze zitten in de ontkenningsfase, een op de drie houdt vast aan het bestaande businessmodel, zoals Kodak, dat nota bene de digitale fotografie ontwikkelde, maar er niks mee deed.’ De tweede ‘smaak’ is replicatie: het bestaande businessmodel perfectioneren. ‘Zij leren nog steeds, zoals Ikea, dat zijn businessmodel – levertijd is nul, klant is coproducent – blijft verbeteren. Maar als men te lang aan replicatie vasthoudt, verwordt het tot fixatie.’ De derde optie is transformatie, oftewel businessmodelvernieuwing, zoals bij DSM van kolen naar bulkchemie naar life & material sciences. De vierde categorie bedrijven combineert het beste van beide werelden in een duaal businessmodel, replicatie én vernieuwing. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat die strategie de hoogste performance oplevert.’ Met vernieuwing scoren bedrijven acht procent beter dan ‘gefixeerde’ bedrijven, met replicatie dertien procent en met ‘duaal’ achttien procent.
DUALE BUSINESSMODELLEN Volberda: ‘Duaal is mooi maar wel heel moeilijk. Het vraagt om leiders die de verschillende snelheden kunnen managen. Replicatie is de cashcow, waarvoor je moet sturen op prestaties, terwijl je voor een nieuw businessmodel meer moet sturen op marktpenetratie en investeren voordat er inkomsten zijn. Frustrerend voor medewerkers in beide lijnen. ‘Wij verdienen het geld en dat wordt geïnvesteerd in het nieuwe businessmodel, terwijl niet zeker is of dat aanslaat.’ En: ‘Wij zijn bezig met nieuwe dingen die belangrijk zijn voor de toekomst, maar de achterhoede ziet het niet.’
• ‘Exploratie is niet gericht op kortetermijn ‘business as usual’ maar op langetermijn winstgevendheid.’ • Duaal businessmodel, replicatie én vernieuwing, levert de hoogste performance op. • ‘Wendbaarheid behouden we alleen als wij zelf de driehoek ontwikkelingproductie-logistiek aansturen.’ • ‘Philips kan bij start-ups de risico’s er sneller uithalen.’
Grote ondernemingen ontmantelen dat spanningsveld vaak door vernieuwing buiten het bedrijf te plaatsen: samenwerken met start-ups en die laten opschalen via een accelerator. Heeft het potentie, dan kunnen ze het integreren in de grote onderneming. ‘Het klinkt mooi, maar vaak zie je afstotingsverschijnselen en draait het bestaande bedrijf, vanuit zijn eigen dna, de innovatie de nek om. Dat ‘internaliseren’ zal wel een keer moeten, want het bestaande businessmodel belandt onvermijdelijk in de exploitatievalkuil. Tegenwoordig voeren bedrijven vaak low-cost experiments uit met vernieuwing aan de rand van de eigen onderneming; bij succes schalen ze langzaam op. Zo zijn ze niet afhankelijk van het slagen van dat ene nieuwe businessmodel.’
HIGH-END ÓF LOW-COST In de huidige smart industry ziet Volberda veel duale businessmodellen opkomen. ‘Naast componenten of machines verkopen gaan bedrijven daar ook data uit verzamelen en aan klanten leveren in een abonnementsmodel. Of ze hanteren een freemium-model, met gratis product en betaling voor de gerelateerde services. Veel bedrijven hebben een offline en een digitaal businessmodel,
Illustratie: Josje van Koppen
maar daar zitten substitutie-effecten tussen. Daarom zijn ze traag met dat nieuwe businessmodel lanceren, want met het oude verdienen ze nog het meest.’ Volberda’s onderzoeksgroep biedt online een businessmodelscan aan, waarmee bedrijven aan de hand van hun strategie en klantfocus kunnen bepalen welke ‘smaak’ bij hen past. Volberda noemt Festo, van oudsher een componentenleverancier, dat zich opwerpt als leverancier van ‘integrated solutions’. Air France-KLM, ook een mooi voorbeeld. ‘Zij concurreren op kwaliteit en hebben het in de low-cost-markt geprobeerd met Buzz; dat is mislukt, maar nu zijn ze met Transavia aardig op weg. Aan de voorkant twee businessmodellen, die ze aan de achterkant wel moeten verknopen voor synergie.’ Ook voor mkb’ers ziet Volberda perspectief. ‘Grote bedrijven kunnen meer investeren, hebben echter moeite met uitrollen. Mkb’ers hebben minder middelen, zijn daarentegen wendbaarder om de omslag te maken naar high mix, low volume, high complexity.’ Want dat is de keuze: high-end óf low-cost. ‘Maar de Nederlandse maakindustrie moet geen prijsvechter willen zijn.’
SNEL EN WENDBAAR Bij Heliox in Best, in 2009 voortgekomen uit Philips Power Solutions, weten ze alles van exploitatie en exploratie. De eerste jaren bleven ze doen waar ze goed in waren, high-end powerconversiemodules voor de speakers van onder meer Loewe en B&O. ‘Na een paar jaar gingen we onze basis verbreden’, vertelt ceo Jaap Schuddemat. Dat werd na wat omwegen het opladen van elektrische ov-bussen. ‘Drie jaar geleden hebben we de eerste prototypes uitgeleverd, afgelopen jaar deden we al veel projecten in Nederland en daarbuiten, komend jaar volgt omgeving Schiphol
voor 100 bussen. In 2019 verwacht ik nog een versnelling, dan hebben alle grote bouwers een elektrische bus. Met hen werken wij altijd samen, want bus en lader moeten perfect op elkaar aansluiten. Wij zijn nu de voorloper in Europa, met twee derde van alle installaties, en de eerste met echt grote laadstations; de kleinere leveren onder meer ook ABB en Siemens.’ Omdat iedere installatie klantspecifiek is, heeft Heliox een voordeel ten opzichte van die groten: het is snel en wendbaar. Schuddemat: ‘Daarvoor werken we veel samen met partners.’
DRIEHOEK AANSTUREN De Heliox-ceo benoemt het dilemma van snel en wendbaar in ontwikkeling & engineering en strikt in productie. ‘Dat hebben wij opgelost door insourcen van productiecapaciteit.’ Niet outsourcen. ‘Wij willen niet engineeren en het dan over de muur gooien bij een productiefaciliteit. Nee, we werken intensief samen. Onze wendbaarheid behouden lukt alleen als wij zelf de driehoek ontwikkeling-productie-logistiek aansturen.’ Reden waarom Heliox de productie dicht bij huis insourcet, bij VHE Industrial Automation in Veldhoven, leverancier van complexe kabelbomen en aandrijf- en besturingsunits en expert in lean productie. Voor de componentenlogistiek is itsme uit Raamsdonksveer de partner. ‘Wij geven forecasts af zodat zij op tijd kunnen leveren en bij nieuwe ontwikkelingen kijken zij mee naar componentkeuze en verkrijgbaarheid. We moeten de driehoek goed uitbuiten om efficiënt, met zo weinig mogelijk materiaal op de vloer, snel producten te bouwen. Nu zijn we bezig met het selecteren en vrijgeven van andere panelenbouwers die subdelen van de laders in elkaar kunnen zetten, die VHE dan samenbouwt.’
PIONIER ZIJN EN BLIJVEN Heliox is zo groot geworden dat het z’n (nu vijftig) medewerkers in drie groepen indeelt: platformontwikkeling, klantorderengineering en elektronica-ontwikkeling. ‘We hanteren wel een roulatiesysteem, om mensen niet in hun eigen wereldje te laten zitten.’ Nu de projecten groter worden, staat Heliox voor weer nieuwe uitdagingen. ‘Daarvoor moeten andere, nog efficiëntere werkwijzes inslijten.’ Tegelijk blijft het exploreren, bijvoorbeeld met softwareontwikkeling voor besturing van het opkomende smart grid: ‘Onze laders zijn al voorbereid op het internet of things, voor lader aan/uitzetten, laadvermogen aanpassen en status monitoren.’ Daar kan lokale energieopslag bijkomen om pieken op te vangen. Heliox mikt ook op wind- en zonne-energie, want dat vraagt eveneens veel vermogensomzetting. Tevens lopen er al projecten voor andere laadtoepassingen, zoals agv’s op haventerreinen voor containervervoer of vuilniswagens. Zo is Heliox nog altijd een pionier en dat wil het zo lang mogelijk blijven, zegt Schuddemat. ‘Inspelen op wat de markt wil en koste wat kost de vereiste flexibiliteit en wendbaarheid vasthouden. Ik heb zelf lang bij het grote Philips gewerkt, waar meer werd gekeken hoe je alles onder controle kunt houden en vooral robuust opereert. Daardoor gaan snelheid en klantgerichtheid verloren en die willen wij behouden.’
INNOVATIE ‘DE-RISKEN’ Het grote Philips is zelf intussen ook veranderd. Het healthcare-concern werkt sinds vier jaar op
december 2017
23
THEMA PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK diensten dat de bedrijfsprestaties van radiologieafdelingen verbetert. Het is nu onderdeel van het Philips-portfolio. Of dat zonder de start-upaanpak ook was gelukt? Dat kan Prado niet beantwoorden, wel ziet hij dat Philips meer als een start-up is gaan denken en meer agile, open en ondernemend is geworden. ‘Nieuwe ideeën worden sneller gevalideerd door de gebruiker vroegtijdig te betrekken. Vragen over de technische haalbaarheid, de levensvatbaarheid van het businessmodel en de relevantie van de oplossing worden nu sneller beantwoord, in een lean-startup-aanpak. Zo kunnen wij de risico’s er sneller uit halen, de innovatie ‘de-risken’.’ Alberto Prado, hoofd van Philips HealthWorks: ‘Wij kunnen met een lean-agile start-up-aanpak innovatie sneller de-risken.’ Foto: Philips
z’n eigen manier met start-ups. Dat begon met interne, die door Philips HealthWorks werden begeleid. Sinds een jaar kent Philips HealthWorks ook een programma voor externe start-ups, genaamd Startup Program. ‘Met het interne programma probeerden we een meer ondernemende mindset en toolset in te brengen – en de agility die nodig is om tot doorbraakinnovaties te komen in co-creatie met gebruikers en patiënten’, vertelt Alberto Prado, hoofd van Philips HealthWorks. Een recent gecommercialiseerd resultaat is PerformanceBridge, een pakket software en
‘UITGEKLEED’ CONCEPT DEFINIËREN Beide partijen profiteren van elkaar, geeft Prado aan. ‘We geven het start-up-team autonomie en toegang tot alles wat Philips als global player in huis heeft.’ Zoals kennis, ervaring met regelgeving, geld, ecosystemen en netwerken met ziekenhuizen en universiteiten. Zo kunnen de start-ups leren van Philips, ook van de fouten bij innovatie in het verleden. ‘Omgekeerd leert Philips van de originele ideeën waarmee start-ups komen, outof-the-box, en van hun agile en ondernemende werkwijze.’ Juist de healthcare vergt intensieve samenwerking tussen start-up en gevestigd bedrijf, aldus Prado, vanwege de kennisintensiteit, de strikte regelgeving en het complexe navigeren in een sector die regionale verschillen
Wereldwijd marktleider
kent. Daarover kan Philips vanuit eigen ervaring adviseren. Zo is het die strikte regelgeving – noodzakelijk, maar door starters vooral als last ervaren – die het start-up-proces zo uitdagend maakt, aldus Prado. Reden waarom het verstandig kan zijn niet meteen de complete innovatie uit te werken, maar eerst een ‘uitgekleed’ concept te definiëren. Zonder bepaalde functionaliteit in het eerste prototype hoeft het product wellicht niet aan alle regelgeving te voldoen. ‘Daardoor win je innovatiesnelheid, kun je veel sneller en met minder kosten naar de markt en daar veel sneller valideren en leren, waarna je het product kunt verbeteren. Soms blijkt die extra, regelplichtige, functionaliteit die je hebt weggelaten, dan helemaal niet relevant.’ Zo kan ook een start-up in een strak gereguleerde sector agile zijn. Voor de eerste ronde van HealthWorks in Nederland selecteerde Philips vijf start-ups. ‘We kijken naar het team, het probleem dat ze willen oplossen, hun ondernemende karakter en de mate waarin ze coachbaar zijn en hun visie op innovatie bij de onze past. Ze zitten nog in een vroege fase, hun oplossingen zijn software-intensief, sommige zijn al goed gefinancierd en niet één gebruikt een bestaand Philips-platform.’ Om dat laatste gaat het Philips niet, benadrukt Prado. ‘We positioneren HealthWorks-deelname niet als een voorloper van een overname, maar willen vooral partnerships aangaan met start-ups die bij ons passen. Bij succes kan een overname volgen, maar
op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing
Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. parker.nl
24
december 2017
we kunnen ook afspraken maken over exclusieve toegang tot de ip. Het gaat ons niet om het eigenaarschap van de innovatie maar om de toegang daartoe.’ Die kan dus zowel onder hetzelfde dak, bij een interne start-up, als buiten de deur, bij die externe start-up, liggen.
VAN PIONIEREN NAAR PROFESSIONALISEREN Gestructureerd produceren à la Philips kan een bedrijf ook veel brengen. De stap ernaartoe wordt echter soms te laat gezet. Zoals door TSST, spin-off van de Universiteit Twente (UT) die sinds 1998 apparatuur bouwt voor atoomlaagdepositie. Het bleef lang hangen in een UTspin-off-verzamelgebouw. ‘Daarin vooral jonge bedrijfjes met een pioniersmentaliteit’, vertelt technisch directeur Cas Damen. ‘Maar als je gecontroleerd systemen wilt bouwen, heb je een professionelere, stabielere omgeving nodig. Dat had ik onderschat.’ In 2015 verkaste TSST (vijftien medewerkers) naar high-end toeleverancier Demcon, even verderop in Enschede, met z’n incubator voor hightech bedrijven. ‘Daarvoor kozen we vanwege de infrastructuur, met kantoren en productiefaciliteiten, en de verwantschap met hun technologieën. We zagen mogelijkheden voor samenwerking.’ De stap heeft zich uitbetaald, getuige het toegenomen projectvolume
(van 2-3 naar 8-10 per jaar) en de omzetstijging van 1,5 naar 4 miljoen euro. Damen verklaart: ‘We moesten voor onze groei de interne processen sowieso op orde krijgen en zijn daarom voor standaardisatie bij Demcon te rade gegaan. Voorheen ontwierpen we precies wat de klant vroeg, nu kiest die uit standaardcomponenten. Onze engineering hoeft ze voor een project alleen nog maar bijeen te klikken. Zo hebben we binnen een dag een voorstel bij de klant; eerder ging daar weken overheen.’
OMGEKEERDE BEWEGING Voor de elektronica wil TSST vanwege opschaling de omgekeerde beweging maken. ‘Voorheen kochten we elektronica standaard in, nu is het voor jaarlijks tien projecten wel zinvol dedicated elektronica te ontwerpen.’ Al met al is Damen tevreden met de overstap. Naast de hulp bij standaardisatie zit ’m dat ook in het werkklimaat. ‘De kennisuitwisseling door het (in)formele contact met Demcon-collega’s is waardevol. Onze mensen voelen zich prettig in deze professionele omgeving. Het nodigt hen als het ware uit om zelf ook een professionaliseringsslag te maken en aan kwaliteitsbeheersing te werken.’
Nu Heliox groeit moet het efficiënter gaan werken, maar tegelijk blijft het pionieren met andere laadtoepassingen, zoals agv’s voor containervervoer op haventerreinen. Foto: Heliox
Lees het complete artikel op www.linkmagazine.nl www.rsm.nl/ecbi www.reinventingbusinessmodels.com www.heliox.nl www.healthworks.philips.com www.tsstsystems.com
GESTRUCTUREERD PIONIEREN Alles onder één dak is een uitdaging, ook als de innovatie toegepast is, zo blijkt bij Bronkhorst High-Tech, dat in Ruurlo flowmeters, -regelaars en oplossingen voor vloeistoffen en gassen ontwikkelt en produceert. Voor de oplossingen is er sinds 2,5 jaar ’n aparte groep, Bronkhorst Solutions. ‘Daarin ontwikkelen we klantspecifieke oplossingen, waarvoor we bijvoorbeeld een speciaalcomponent, zoals een manifold, ontwerpen of bij de samenbouw componenten van derden betrekken’, vertelt manager Henk Wassink. ‘We deden dat altijd al wel, maar het kon meer. Daarom kwam er een eigen groep, met nu tien medewerkers.’ Bronkhorst’s medeoprichter Wybren Jouwsma noemt ze ‘kabouters’, de mensen die technische ondersteuning kunnen bieden en dingen uitzoeken zonder meteen de geëigende paden binnen Bronkhorst (nu bijna 390 man in Ruurlo)
te willen bewandelen; ze bewegen ‘onzichtbaar’ tussen de vaste structuren door. Wassink: ‘Wij maken vooral standaardproducten, die we steeds meer perfectioneren en lean samenbouwen. De regels voor bijvoorbeeld kwaliteitsbewaking hebben bij ons een steeds hogere vlucht genomen. Dat moet ook wel wanneer klanten als ASML je komen auditen. Voor grote aantallen producten met hoge kwaliteit moet je het zo organiseren. Toen wij in 1981 begonnen, was het normaal dat in de ontwikkelafdeling de engineer en de productieman samen pionierden én de eerste aantallen produceerden.’ Die losse aanpak is Bronkhorst kwijtgeraakt, constateert Wassink. ‘Dat ging mensen als Jouwsma aan het hart. Daarom heeft hij de kabouters, de eigenzinnige techneuten die kwamen bovendrijven, de ruimte gegeven. Zij moeten zelf wat kunnen tekenen en spullen kunnen
bestellen zonder dat iedereen er meteen iets van vindt.’ Klantspecifiek wil niet meer zeggen uniek, of enkelstuks, zegt Wassink tot slot. ‘We willen dingen aanpakken waarvan we verwachten dat er meer uitkomt. Voor enkelstuks moet je alleen kiezen als je verwacht ervan te leren.’ Dus brengt Bronkhorst toch ook hier weer structuur aan, voor het beoordelen van de klantspecifieke vragen. ‘We vormen Solutions om tot een grotere groep, Strategic Projects, waarin naast de techneuten ook productiemensen komen en mensen die opdrachten in het veld verzamelen. Allemaal onder één dak, met de juiste atmosfeer, waar men zich niet altijd aan de standaard-Bronkhorst-regelgeving hoeft te houden.’ Gestructureerd pionieren dus. www.bronkhorst.com
december 2017
25
MTA is dĂŠ hightech system supplier, gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van mechatronische systemen. Met ons team van experts zijn we in staat een totaaloplossing te bieden die u compleet ontzorgt.
THEMA PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2017
GASTEN DISCA’17-SEMINAR ZETTEN ZAAL AAN HET DENKEN
‘SYSTEMEN INNOVEREN NIET, MAAR MENSEN’ Vier (‘flut’)stellingen en vier mystieke foto’s structureren de talkshow, die voorafgaat aan de uitreiking van de DISCA’17-awards, door Link Magazine georganiseerd in samenwerking met ING en Isah. Een tafelgesprek met als thema ‘Produceren én pionieren onder één dak’ en gasten die aan het denken zetten. Bijvoorbeeld door bedrijven met families te vergelijken: generaties kunnen elkaar alleen versterken als er voldoende menselijke aandacht wordt gegeven. Met een pleidooi voor het uiteentrekken van productie en sales, ‘want die leiden elkaar alleen maar af’, en een waarschuwing voor
• ‘Nieuwe dingen genereren is uitsluitend iets van mensen, niet van systemen.’ • ‘Nauwe contacten met key accounts resulteren vaak in belangrijke machineinnovaties.’ • ‘Veel start-ups hebben een verkeerd beeld van de business en wat ze erin kunnen verdienen.’
‘tunnelvisie van starters op hun technologie’. Dit alles in een vrolijke setting, maar met een serieuze ondertoon. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
‘E
h, de as van een overledene’, gokt Eric Bongers bij het zien van een foto van een hoopje zwart poeder. Daar wordt het eerste gesprek mee afgetrapt. De ceo van de Cerebel Group zit aan tafel bij de talkshowhosts, de TU/ehoogleraren Arjan van Weele en Maarten Steinbuch. Eerste gesprekspartner Rudi Campagne, de Nederlandse president van het in Italië gevestigde topbandenmerk voor racefietsen Vittoria, stuurde de foto in. Hij brengt snel licht in de duisternis: het is grafeen, materiaal dat – in een drie nanometer dunne laag – is verwerkt in het rubbermengsel van zijn fietsbanden. ‘Wij sponsoren dertig professio- Om tafel voor de DISCA’17-talkshow, van links naar rechts: Rudie Campagne, Erik Bongers, Maarten Steinbuch (op de rug gezien), Arjan van Weele, Fried Cuijten en Hans Streng. Foto’s: Sam Rentmeester nele wielerteams die duizenden kilometers per jaar met hoge met heel veel kennis van rubber.’ En natuurlijk snelheid bergen afdalen, in races die live op tv te wer van machines waarmee onder meer brilleneen lagelonenland met een uurloon van één euro volgen zijn. Ik werd altijd angstig als ik dat zag. glazen geproduceerd kunnen worden, blijkt te in plaats van het Italiaanse uurtarief van 30 euro. Wat als jouw band het dan begeeft? Dan zijn de zijn van zijn vrouw, dochter en kleindochter, in Door zichzelf en de andere aandeelhouders de gevolgen, ook voor je fabriek, niet te overzien. liefdevol samenzijn. Net als in familieverband eerste jaren geen dividend uit te keren en tegelijk Door grafeen – 200 keer sterker dan staal – in hebben ook de bedrijven waaraan of waarbinnen de verkoopprijzen op niveau te houden, schreef mijn banden te verwerken, zijn die aantoonbaar hij in zijn leven leiding heeft gegeven het uiteenVittoria al snel zwarte cijfers en is het tegenwoorsneller, bieden ze meer grip en rijden ze minder lopende perspectief nodig van iedere generatie, dig goed voor een omzet van zeventig miljoen snel lek.’ De van huis uit jurist slaagde erin ‘met legt hij uit. Filosofisch: ‘Het onderhouden van het euro. Zijn innovatie zou ook wel eens een rol een zooitje heel competente engineers’ in vier jaar mechanisme van de ‘schuivende generaties’ is een kunnen gaan spelen in het oplossen van het fijndeze innovatie op de markt te brengen. ding van mensen, niet van systemen. Een bedrijf stofprobleem dat autobanden veroorzaken – en kan alleen innovaties voortbrengen als de mensen dat, zoals Steinbuch het duidt, ‘the next big thing’ aan de top een grootouderachtige liefde hebben LOSTREKKEN wordt zodra het probleem met diesels is opgelost. voor de volgende generaties – en vice versa, Nadat oud-Philips-man Campagne de Italiaanse Banden met grafeen zijn veel slijtvaster, claimt inclusief oppassen en luiers verschonen. Deze fabriek eind jaren tachtig had overgenomen, verCampagne. balans bestaat alleen daar waar de menselijke anderde hij ‘alles’ om de onderneming in rap tempo van verlieslatend weer winstgevend te maat en menselijke drive werken. Zonder dat maken. Belangrijk was de ingreep productie los te gaan de kinderen het huis uit zodra ze je geld niet GROOTOUDERACHTIGE LIEFDE trekken van sales – ‘die leiden elkaar alleen maar De foto die getoond wordt bij de start van het af ’ – en te verhuizen naar Thailand. ‘Een land gesprek met Hans Streng, ceo van Luxexcel, bouLEES VERDER OP PAGINA 29
december 2017
27
Any challenge, any time.
Voor een foto van tien miljard jaar geleden Ultragevoelige meetapparatuur op transport naar de Atacama woestijn in Chili
IPS-Technology
Varekamp Project Services
Wanneer je vanuit Nederland naar de Chileense Atacama woestijn een zeer
Op dit moment maakt de ASTE-telescoop ‘plaatjes’ van sterrenstelsels tot
kostbare, unieke en ultra-kwetsbare camera vervoert, kun je geen risico’s
wel tien miljard jaar terug dankzij de inzet van de Meilink Chain Solutions.
nemen! Hoe zorg je dat de apparatuur niet beschadigt of zoek raakt tijdens het transport? Met de hulp van IPS-Technology en Varekamp Project Services natuurlijk! TU Delft ontwikkelde de ver-infrarood 3D DESHIMA camera die succesvol is gemonteerd in de Japanse ASTE-telescoop in Chili.
kijk op meilink.eu
VERVOLG VAN PAGINA 27
meer nodig hebben of niet meer krijgen, en zie je ze nooit meer terug.’ ‘Vraag ik de zaal wie er kinderen heeft, dan steekt driekwart de hand omhoog. Zou ‘kinderen nemen’ louter van economische overwegingen afhangen, dan zou er geen enkele hand omhooggaan. Diezelfde gevoelsmatige drive is nodig om innovaties tot stand te brengen. Nieuwe dingen genereren is uitsluitend iets van mensen, niet van systemen, zoals het management van grote bedrijven nog wel eens wil doen geloven’, aldus Streng, die ook een Philips-verleden heeft. Over Luxexcel, voordat hij het overnam: dat had een uitstekende uitgangspositie, maar een slecht busi-
Hans Streng, filosofisch: ‘Een bedrijf kan alleen innovaties voortbrengen als de mensen aan de top een grootouderachtige liefde hebben voor de volgende generaties.’
nessmodel: ‘De dochter was zwanger, maar daarmee was er nog geen gezond opgroeiend kind’, gebruikt hij de foto andermaal als metafoor. De foto blijkt ook te illustreren hoe het leven kan lopen: serieuze plannen van Streng en zijn vrouw om naar Latijns-Amerika te verkassen, werden resoluut aan de kant geschoven toen hun dochter zwanger bleek. Zo kwam hij niet aan de andere kant van de wereld, maar bij Luxexcel terecht.
CO-DEVELOPMENT CRUCIAAL Uitgangspunt voor het gesprek met Fried Cuijten is de stelling ‘Last minute-wijzigingen in klantwensen leiden tot hogere kosten en operationele problemen, waardoor innovatie in de knel komt.’ Van Weele brengt in herinnering wat de directeur
van Nordson Dima (dat ‘hot bar’-systemen levert die met soldeertin of speciale lijm elektronicacomponenten verbinden) in de novemberuitgave van Link zei: ‘De extra kosten voor communicatie, engineering en het aanhouden van voorraad brengen wij bij last minute-wijzigingen over het algemeen niet in rekening.’ Cuijten legt uit: ‘De veeleisende klant is voor ons zeer belangrijk. Voor de omzet, maar Maarten Steinbuch (rechts) bewondert een fietsband van Vittoria waarin grafeen is bovenal voor zijn feedback. verwerkt. President Rudie Campagne (links) kijkt goedkeurend toe. Vooral de nauwe contacten met key accounts als BMW resulteren heel vaak in belangrijke innovaties aan nemen van de mensen van Fleetlogic (software onze machines. Deze vorm van co-development voor fleetmanagement, red.), toen we dat bedrijf met de klant is kenmerkend en cruciaal in de een paar jaar geleden verkochten aan TomTom.’ b2b-markt waarvoor wij werken. Net zo goed als Maar om de concurrent voor te blijven, was het de samenwerking met onze eigen leveranciers als op een gegeven moment beter het over te doen Weiss’, aldus Cuijten, met een gebaar naar de veraan een grotere onderneming met meer investetegenwoordiger van dat bedrijf in het publiek. ringscapaciteit, zo motiveert hij zijn stap. Een zaal die meevoelt met Cuijten: uit handopsteken blijken de aanwezigen in groten getale met TICKERTAPEPARADE last minute-wijzigingen geconfronteerd te worEen ander ‘boerenverstand’-criterium is de analyden en slechts 28 procent is het eens met de stelse van de markt. Menige starter heeft met zijn ling. Maar, dat blijkt ook, niet overal wordt met ‘tunnelvisie’ echter alleen maar oog voor de eigen elke wind meegewaaid: in de b2c worden extreme ‘unieke technologie’ en stelt zich niet de vraag of eisen ingewilligd, maar dan gaat de kostprijs toch zoiets er niet al is, noch of iemand ter wereld echt omhoog. erop zit te wachten. Ondanks de begeleiding die ze krijgen vanuit allerlei incubatorprogramma’s, constateert Bongers. Kritisch over de jongste COMPLEMENTAIRE MENSEN generatie: ‘Ze zijn ervan overtuigd dat gebraden De foto die Eric Bongers heeft ingestuurd, toont haantjes hen zo de mond invliegen, maar hebben een groep mannen geschaard om één man achter een totaal verkeerd beeld van de business en wat een beeldscherm. Het blijken mensen uit het ontze erin kunnen verdienen. Ze hebben veel enerwikkelteam van Vecos, leverancier van lockermanagementsystemen en een van de bedrijven in Bongers’ Cerebel Group. Samen met engineers van toeleverancier Sioux zijn ze bezig ‘het beste uit elkaar naar boven te halen’. Mensen die samen tot iets nieuws kunnen komen omdat ze ‘complementair’ zijn. Bij het beoordelen van de meer dan honderd bedrijven die hij als investeerder jaarlijks onder ogen krijgt, hanteert Bongers juist dat criterium. Niet of hij de start-ups op enig moment tegen een aardig bedrag weer van de hand kan doen. ‘Het was juist lastig afscheid te
‘EEN FLUTSTELLING!’ ‘Innoveren en produceren onder één dak gaat niet samen. Het één gaat altijd ten koste van het ander. Ondernemers moeten kiezen.’ Aldus de eerste van vier stellingen die gespreksleider Arjan van Weele het gezelschap aan tafel voorlegt. ‘Een flutstelling’, kwalificeert Hans Streng het provocerend, ‘vergelijkbaar met die van het Oekraïne-referendum. Elk deel ervan roept bij mij een andere reactie op. Natuurlijk gaat het één altijd ten koste van het ander en natuurlijk moet een ondernemer kiezen, maar dat wil niet zeggen dat innoveren en produceren niet onder één dak kunnen.’ Als Maarten Steinbuch zijn collega-host Arjan van Weele tijdens de afronding vraagt wat hem het meest is
Eric Bongers: ‘Ontwikkelaars en productiemensen hebben elkaars nabijheid en terugkoppeling nodig.’
bijgebleven van de sessie, reageert die, quasi-schuldbewust: ‘Dat mijn stellingen beter moeten worden.’ Overigens is Eric Bongers het ‘zwaar oneens’ met die eerste stelling: ‘Ontwikkelaars en productiemensen hebben elkaars nabijheid en terugkoppeling nodig. Zonder dat worden de engineers niet gestuurd om hun innovatie goedkoper produceerbaar te maken.’ ‘Innoveren is iets van mensen, produceren iets van systemen. Het is aan het management om die twee zaken goed met elkaar te verbinden’, voegt Streng toe. De zaal, die via de smartphone kan meestemmen, blijkt goeddeels dezelfde mening toegedaan: 85 procent is het oneens.
gie, maar worden vaak te vroeg, voordat ze zich bewezen hebben, alom bewonderd.’ Beter zou zijn, oppert Hans Streng, een gearriveerd topbedrijf als het Eindhovense Prodrive de waardering te geven die het verdient: ‘Geef ze een tickertapeparade! Stel zo’n bedrijf tot voorbeeld. Vier dat succes uitbundig.’ www.arjanvanweele.com steinbuch.wordpress.com www.cerebelgroup.com www.luxexcel.com www.nordson.com www.vittoria.com
december 2017
29
INSPIRING PEOPLE – GREAT SOLUTIONS
COMPONENTEN MET SYSTEEM Afgestemd, geïntegreerd, klaar voor montage: individuele portaalsystemen van WEISS WEISS is een van de leidinggevende producenten ter wereld van automatiseringscomponenten. Van indexeertafels en transportsystemen tot handlingmodules en klant specifieke oplossingen. Wij kunnen u een unieke range van componenten in aandrijftechnologie aanbieden. Gecombineerd met de ervaring van de WEISS engineers, produceren wij complete klant specifieke subsystemen met gestandaardiseerde applicatie software.
XYZ(R) HOOGNAUWKEURIG PORTAALSYSTEEM OP GRANIET
XYZ(R) PORTAALSYSTEEM
WEISS NEDERLAND | www.weiss.nl | info@weiss.nl
THEMA PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK
RICHARD MIJNHEER (3T): ‘WIJ KUNNEN HET INNOVATIETRAJECT BIJ DE KLANT VERSNELLEN’
‘CO-DEVELOPMENT MAAKT KRUISBESTUIVINGEN MOGELIJK’ Om relevant te blijven moeten bedrijven continu pionieren. Het ontwikkelen van nieuwe innovaties is voor veel bedrijven echter een uitdaging en vereist vaak heel andere mensen dan het exploiteren van een bestaand product. Link Magazine sprak met Richard Mijnheer, ceo van 3T, over de uitdagingen die pionieren met zich meebrengt en de wijze waarop een bedrijf als het zijne dit proces niet alleen kan versnellen, maar ook voor kruisbestuivingen met andere sectoren kan zorgen.
DOOR WOUTER HOEFFNAGEL
echnologie ontwikkelt zich razendsnel. Wie enkele jaren niet pioniert, loopt dan ook al snel achter. Je kunt het je eigenlijk niet veroorloven stil te zitten’, verklaart ceo Mijnheer van 3T, ontwikkelaar van elektronica en embedded systems te Enschede. ‘Bedrijven die pionieren zijn in staat nieuwe kansen op de markt eerder te identificeren en sneller te schakelen. Hoe ontwikkelt een nieuwe technologie zich en welke kansen biedt dit voor jouw specifieke markt of product?’
T
ANDER SLAG MENSEN VEREIST ‘Pionieren vergt een heel ander slag mensen dan het exploiteren en doorontwikkelen van een bestaand product. Waar dat laatste vooral analytische mensen vereist die in staat zijn een product tot in detail door te ontwikkelen, vereisen innovatietrajecten creatieve mensen die de mogelijkheden van nieuwe technologieën in kaart kunnen brengen. Deze creatieven werken idealiter samen met analytische mensen, om zeker te stellen dat de innovatie die zij ontwikkelen ook daadwerkelijk als product op de markt gebracht kan worden’, aldus Mijnheer. ‘In de praktijk merken wij echter dat bedrijven vaak wel beschikken over analytische mensen, maar creatieve krachten in veel gevallen ontbreken. 3T kan bedrijven deze creativiteit leveren en hen helpen te pionieren.’ Het inschakelen van externe expertise zorgt er daarnaast voor dat vanuit een ander perspectief naar producten en ontwikkelingen op de markt wordt gekeken, wat vernieuwende inzichten kan opleveren. ‘We zien dat veel bedrijven in eigen huis innoveren, waarbij engineers de markt scannen op nieuwe relevante technologieën. Zij baseren zich hierbij op hun eigen ervaringen en kijken vanuit hun eigen perspectief naar een product of technologie. Het kan waardevol zijn bij het innovatietraject een externe partij te betrekken, wat wij ook wel co-development noemen.
Andere ogen dwingen je immers met een andere blik naar je product en ontwikkelingen op de markt te kijken.’
KRUISBESTUIVINGEN Zo kan co-development helpen te leren van ontwikkelingen in andere markten. ‘Wij zijn voor klanten in uiteenlopende sectoren – variërend van de machinebouw en de medische sector tot de 3T-ceo Richard Mijnheer: ‘Bedrijven beschikken vaak wel over analytische mensen, energiesector – continu maar creatieve krachten ontbreken in veel gevallen.’ Foto: Com-magz bezig met pionieren en het ontwikkelen van nieuwe producten. Wij zien hierdoor wat er op de ware of complete producten toeleveren. Hierbij markt gebeurt en zijn op de hoogte van de laatste werken wij samen met partners, die de producten ontwikkelingen. Niet alleen in de sector waarin voor ons produceren. 3T draagt de verantwooreen bedrijf actief is, maar ook daarbuiten’, legt delijkheid voor het product. Daarnaast kunnen Mijnheer uit. ‘Dit maakt kruisbestuivingen wij de klant ondersteunen bij het doorontwikkemogelijk. Technologieën die in een bepaalde len en leveren van support voor producten. We markt worden ingezet, bieden vaak ook in andere zien onder meer dat software in producten een sectoren interessante mogelijkheden. Dit kan het steeds dominantere rol speelt, terwijl niet alle innovatietraject versnellen.’ bedrijven de juiste kennis hebben om software‘Het liefst werken wij nauw samen met engineers problemen te verhelpen of software verder te van de klant, zodat wij gezamenlijk tot innovaties ontwikkelen’, aldus de ceo. ‘We kunnen klanten kunnen komen. Dit maakt het mogelijk inzichten gedurende de volledige levenscyclus van een en kennis van beide partijen te combineren. product ontzorgen en ondersteunen.’ 3T biedt Communicatie staat hierbij centraal. We probeeen quickscan aan, waarmee een innovatievraag ren in een zo vroeg mogelijk stadium te bepalen in enkele dagen wordt onderzocht. ‘De quickscan aan welke specificaties een product moet volbrengt niet alleen het probleem in kaart, maar doen, brengen vervolgens relevante technologiekijkt ook hoe dit probleem opgelost kan worden, en in kaart en kijken samen met engineers van de welke relevante technologieën hiervoor beschikklant welke mogelijkheden deze bieden voor het baar zijn en welke kosten hieraan verbonden zijn’, specifieke product dat de klant voor ogen heeft. legt Richard Mijnheer tot slot uit. ‘De quickscan Zo komen we samen tot een eindproduct.’ brengt dus in korte tijd in kaart wat de mogelijkheden zijn.’
ONTZORGEN Na het innovatietraject kan 3T de klant blijven ondersteunen. ‘Wij kunnen de elektronica, soft-
www.3t.nl
december 2017
31
STRATEGIE
AMBITIEUZE RENÉ DE KEIJZER (FMI) WIL BLIJVEN GROEIEN, MAAR HEEFT WEL EEN BOVENGRENS
‘WE ZIJN ALWEER IN GESPREK’
Bij een omzet van 100 miljoen euro ligt wel de bovengrens van de ambities van René de Keijzer en FMI: ‘Wij zullen nooit de omvang krijgen van VDL ETG of NTS. Tegelijk willen we geen slap aftreksel van die bedrijven worden. We zullen kennisintensief zijn, maar passend bij onze schaalgrootte. Met Irmato hebben we daarvoor nu de smart industry-kennis in huis.’ Foto: Kees Beekmans
32
december 2017
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
Eén kans om zelfstandig ondernemer te worden was aan zijn neus voorbij gegaan, toen René de Keijzer in 2002 metaalbedrijf Fijn Mechanische Industrie in Bergen op Zoom overnam, met een achtergestelde lening van de eigenaren. Sindsdien breidde hij FMI uit met tien overnames, twee joint ventures en vijf nieuwe bedrijven. Het is zijn ambitie te blijven groeien, vanuit een persoonlijke motivatie en omdat de markt om schaalgrootte vraagt. ‘Maar een positie zo hoog mogelijk in de keten van de grote oem’ers, die streven we niet na.’
moeten doorgroeien van de huidige zestig miljoen euro omzet naar die gewenste 100 miljoen schaalgrootte.’ Daar, geeft hij direct aan, ligt wel de bovengrens van de ambities van hemzelf en FMI. ‘Wij zullen nooit de omvang krijgen van VDL ETG of NTS. Tegelijk willen we geen slap aftreksel van die bedrijven worden. We zullen kennisintensief zijn, maar passend bij onze schaalgrootte. Wij blijven ons focussen op het bieden van klantspecifieke, geautomatiseerde, productietechnische modulen of zelfs complete systemen. Met Irmato hebben we daarvoor nu de smart industry-kennis in huis. Voorts investeren we veel in state-of-the-art productiefaciliteiten, zoals voor 3D-metaalprinten.’ Waarmee hij refereert aan de recente en aanstaande investeringen in 3D-printers voor de medische markt. Binnen drie jaar wil hij dat er vijftien draaien in de vestigingen in Tilburg en Schiedam. ‘Maar een positie zo hoog mogelijk in de keten van de grote oem’ers, die streven we niet na. Onze positie moet altijd passen bij onze omvang.’
VIER DIVISIES
O
nder de overnames een kleine machinefabriek in de regio, met amper tien man op de loonlijst, maar ook aanzienlijk grotere ondernemingen. Zoals de laatste twee: eind vorig jaar breidde de FMI-holding uit met 21 Groep in Roosendaal, gespecialiseerd in het aanleggen en onderhouden van elektrotechnische installaties. En in maart van dit jaar werd Irmato toegevoegd, een ingenieursbureau en producent van geavanceerde productielijnen en metrologiesystemen, met vestigingen in Drachten, Veghel en Veldhoven en klandizie in internationale markten als de voedselverwerking en automotive.
Om te voldoen aan de behoefte van oem’ers aan toeleveranciers met een kritische massa van tenminste 100 miljoen euro, is het bijeenharken van al dan niet kwakkelende metaal- en engineeringbedrijven natuurlijk niet voldoende. Juist het benutten van de synergie binnen de holding moet ervoor zorgen dat er een sterk, groot geheel ontstaat. Met die organigrampuzzel zijn De Keijzer c.s. nog niet helemaal klaar, zo maakt hij duidelijk. Tot nog toe was FMI sterk decentraal georganiseerd, met zoveel mogelijk verantwoordelijkheden bij het management van de vijftien bv’s. Maar intussen zijn vier divisies (‘focusgebieden’) geformeerd: naast de 21 Groep zijn dat FMI Medical,
PERSOONLIJKE DRIVE Het gesprek met ceo René de Keijzer, samen met cfo Jurgen Spies eigenaar van FMI Holding, trapt af met de vraag: waarom al die overnames? Het ontlokt De Keijzer in eerste instantie een persoonlijke motivatie: ‘Ik ben weliswaar geen ondernemer-vanaf-de-schoolbanken – ik ben pas op mijn veertigste voor mezelf begonnen, toen ik de nodige ervaring op zak had –, maar die drive heeft wel altijd in mij gezeten.’ Lachend: ‘Want ik heb wat moeite met autoriteiten. En ik ben risicobereid en denk graag in oplossingen en kansen. Als ondernemer kan ik zelf mijn keuzes maken. Mocht het eens fout gaan, dan hoef ik alleen mezelf de schuld te geven. Verder heb ik de ambitie als mens echt impact te hebben. Maar of daarvoor al die overnames nodig zijn... Dat vraag ik me eerlijk gezegd ook wel eens af. Want overnemen en vervolgens goed integreren zijn geen eenvoudige opdrachten. Te meer daar ik kies voor bedrijven met een ‘vlekje’: toen ik 21 Groep overnam was dat verlieslatend, en Irmato was failliet. Maar dat maakt die bedrijven voor ons wel betaalbaar. En ze hebben potentie: geïntegreerd in onze FMI-holding kunnen we ze weer succesvol maken’, aldus De Keijzer. Daar met nadruk aan toevoegend dat hij sterk leunt op de kwaliteit van medeaandeelhouder Spies: ‘Een echte expert in de recovery van bedrijven. Hij spreekt de curatortaal.’ Wat in het geval van Irmato extra goed uitkwam, want voor die overname hadden zich maar liefst twintig partijen bij de curator gemeld.
MEEGROEIEN De tweede reden voor de investeringen in overnames is een strikt zakelijke: de markt. ‘Om mee te groeien met de vraag van onze grote klanten, heb je een kritische massa van minstens 100 miljoen euro omzet nodig.’ In een context van klanten als ASML en Philips rijpte de afgelopen jaren de overtuiging dat ‘jobber blijven’ geen optie was – dat FMI een eerstelijnsleverancier moest worden, die complexe modules of zelfs complete, geautomatiseerde productiesystemen kan engineeren en produceren. De Keijzer: ‘Best een grote stap. Want we gaan naar een positie in de keten waarin engineers een belangrijke rol moeten aankunnen en we meer risico lopen. Tegelijk raken we een aantal grote eerstelijnstoeleveranciers als klant kwijt, terwijl we wel
‘Bij overnames kies ik voor bedrijven met een vlekje’
FMI Development en FMI Productie. Divisies, met eigen directeuren, die zich met engineering en assemblage van (precisie-)componenten en -systemen richten op de hightech oem’ers van industriële en medische machines en apparaten. Voorts zijn op holdingniveau nieuwe functies gecreëerd, op het gebied van hr, marketing & communicatie en strategische inkoop. Die laatste moet inkopen op een hoger niveau, bij een aantal strategische leveranciers, mogelijk maken. Samen • De synergie binnen de met de lopende implementatie van holding moet zorgen voor QRM (Quick Response Manufactueen sterk, groot geheel. ring) bij de productiebedrijven van • FMI moest een eerstelijnsFMI Productie, compleet met zelfleverancier worden; ‘jobber sturende teams, moet dat de capablijven’ was geen optie. citeit van FMI verder vergroten. In de 21 Groep, een van de vier • ‘Een kritische massa van divisies, zijn de nieuwbouw-, onderminstens 100 miljoen euro houd- en renovatieprojecten van omzet is nodig.’ elektrotechnische en telecominstalla• ‘Kennisintensief zijn, ties ondergebracht (in drie bestaande passend bij onze schaalbv’s), plus de industriële montage- en grootte; geen slap aftreksel detacheringsactiviteiten van FMI (in van VDL ETG of NTS.’
LEES VERDER OP PAGINA 35
december 2017
33
FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN
TOP 10 HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE
PRECISION COMPONENT MANUFACTURING
PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING
HIGH LEVEL ASSEMBLY
LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner. www.frencken.nl
Your career starts here...
leading at the edge of technology
VERVOLG VAN PAGINA 33
twee nieuwe bedrijven, MechCon 21 en Prostaf 21). Bedrijven die, naast de procesindustrie in de regio Rotterdam-Gent, de hightech industrie bedienen. Inmiddels draaien ze weer zwarte cijfers. Dankzij ‘goede financiële afspraken’, die De Keijzer heeft kunnen maken met de vorige eigenaren én met de rust die de FMI-omgeving het personeel biedt, zegt hij. ‘Lange tijd waren beslissingen meer op emotie dan op ratio gebaseerd. Kwestie van het probleem benoemen en oplossen’, duidt hij het kernachtig.
JOINT VENTURE De integratie van Irmato, met zijn maar liefst 135 werknemers, is vanzelfsprekend nog gaande. Het bedrijf is ondergebracht in de divisie FMI Development, geleid door Evert Rietdijk, oud-directeur van Segula, en Henny van Doorne, oud-directeur van Irmato en CCM. Met zijn marktpropositie om industriële processen ‘smart te maken’, heeft de voormalige Irmato-vestiging in Drachten – voorheen een engineersafdeling van Philips Domestic Appliances & Personal Care (DAP) – ‘de zaken al goed op de rit en is die weer winstgevend’, formuleert De Keijzer afgewogen. Dat geldt nog niet voor de Veghelse vestiging, maar lang kan dat niet meer duren, is zijn overtuiging: ‘Dit onderdeel was voornamelijk actief voor de foodindustrie (de voormalige Jentjens Machinefabriek, door Irmato overgenomen in 2013, red.). Per 1 januari aanstaande gaan we daarmee een joint venture aan met Foodlife in Zwolle, om samen de wereldmarkt met geavanceerde foodhandling- en verwerkingstechnologie te gaan bedienen.’ In Veghel werkte ook een aantal mensen aan ASML-projecten. Intussen zijn die, samen met de mensen van de Irmato-vestiging in Veldhoven – ‘we hebben alleen díe overgenomen, niet de verouderde machines’ –, aan de slag bij FMI-Best. ‘Om hen voor FMI te behouden, hebben we ons best moeten doen, want toen bekend werd dat Irmato failliet ging, barstten de emailboxen van deze engineers zowat uit elkaar van alle aanbiedingen. Met hen bedienen we nu hightech markten die zonder uitzondering booming zijn. Ook key accounts hebben we kunnen behouden.’ Hoe dan ook, erkent De
NIET BANG OM SAMEN TE WERKEN Guustaaf Savenije van VDL ETG riep in de septemberuitgave van Link Magazine andere ‘high mix, low volume, high complexity’-bedrijven op de samenwerking te zoeken; want alleen samen is de steeds complexere productietechnologische vraag van de grote oem’er te beantwoorden. FMI’s De Keijzer is bekend met die oproep en erkent de noodzaak van bedrijfsoverstijgende samenwerking. Vandaar de participatie van FMI Drachten in Innovatiecluster Drachten en, eerder, de deelname aan AddLab (gezamenlijk onderzoek naar 3D-metaalprinten). ‘Wij kijken naar nut en noodzaak van partnership op de lange termijn en laten ons daarbij leiden door de kansen die de Industrie 4.0-roadmap ons nog gaat bieden. Zolang de belangen parallel lopen, willen wij graag samenwerken. Dan zijn wij niet bang om af en toe eens wat omzet te delen met een partner.’
Keijzer, is het behoorlijk wat werk de Irmato-activiteiten goed te integreren, eerst juridisch en nu nog operationeel. ‘Vergeet niet dat Irmato voorafgaande aan het faillissement enig tijd heeft stilgelegen. Een flinke klus dus, maar wel wat ik graag doe: bedrijfseconomische processen leiden, mensen met elkaar in verbinding brengen. Ik ben weliswaar werktuigbouwkundig opgeleid, maar mijn ambitie heeft nooit strikt in de techniek gelegen.’
BLIJVEN DOORGROEIEN René de Keijzer tot slot, wat ambivalent: ‘Het is een jaar van verandering geweest; nu is het zaak te consolideren. Maar, we blijven overnemen. We zijn alweer in gesprek. Overnames op basis van strategie én opportunisme: kansen zien en pakken en daarbij hopen op de dosis geluk die je als ondernemer ook nodig hebt. Zo blijven we doorgroeien. Maar een bedrijf van pakweg 250 miljoen? Nee, dat is niet mijn ambitie.’ www.fmi.nl
Electro-Watt Electronica Assemblage
december 2017
35
INNOVATIE
MERINO SERVICES MAAKT DE GEESTEN RIJP VOOR NIEUWE TECHNOLOGIE
‘BLOCKCHAIN IS NIET TE STOPPEN’ Het is de bitcoin die de aandacht vestigt op de mogelijkheden van blockchain, maar ook de maakindustrie oriënteert zich nadrukkelijk op de technologie die volgens trendwatchers net zoveel impact zal hebben als de komst van internet. Consultancybedrijf Merino Services onderschrijft die stelling en onderzoekt met verschillende klanten de mogelijkheden en kansen. ‘Met enkele relaties zijn we nu bijna zover dat we een proefcase kunnen gaan draaien. Laten zien dat iets echt werkt is natuurlijk de allerbeste methode.’
De blockchain draait om vertrouwen. ‘Neem de autofabrikant als voorbeeld. Die geeft alleen gecertificeerde toeleveranciers die hij vertrouwt toegang tot de blockchain. En dat geldt ook voor de afnemers en de verschillende eigen afdelingen.’ Foto: Infor
DOOR JOS CORTENRAAD
rank Manders, directeur van de in Tilburg gevestigde Europese tak van Merino Services, is eerlijk. Eigenlijk had hij dit jaar al de doorbraak verwacht van blockchain in de maakindustrie. ‘Her en der zie je beweging, maar veel ondernemingen kijken de kat uit de boom. Ze geloven wel in de nieuwe technologie en tegelijk zijn ze huiverig om echte stappen te zetten. Waarom? Onder meer vanwege de negatieve sfeer die er rond de bitcoin en de vele andere virtuele munten hangt. Er gaan verhalen rond over witwassen, over geld dat verdwijnt, over hacken en risico’s. Dan is er de volatiliteit van de munten en er zijn zelfs landen die bepaalde cryptocurrency verbieden. Deze factoren worden direct gelinkt aan blockchain, terwijl dat nergens op slaat. Blockchain is niets meer of minder dan een technologisch platform waarop via internet alle mogelijke transacties snel, veilig en gevalideerd afgehandeld kunnen worden. Absoluut een revolutie die ook de complete maakindustrie zal veranderen. Daar zijn we vast van overtuigd.’
F
EMAIL VERLEDEN TIJD Dat geldt nog niet voor de klanten van Merino
36
december 2017
Services. Grote ondernemingen die wereldwijd opereren en de communicatie en complete bedrijfsadministratie afhandelen via de softwaresystemen van Infor, het bedrijf dat een aantal jaren geleden de activiteiten van softwarebedrijf Baan overnam. In de portefeuille multinationals als VW, Ferrari, Colt International, BEA Systems, Elbit en dichter bij huis Fokker, Boskalis, Krohne en Inalfa Roofsystems. ‘Ondernemingen met vaak tientallen tot honderden vestigingen wereldwijd’, weet Manders. ‘Zij willen werken op één platform en dienen hun toeleveranciers, vervoerders en klanten hierin te integreren. Daarbij willen zij bijvoorbeeld gekoppelde ERP-systemen vermijden. Op dat gebied zijn er wereldwijd maar enkele serieuze partijen die dit kunnen leveren, waaronder Infor LN. Juist deze multinationals behalen enorme voordelen als ze blockchain integreren met hun bestaande informatie-architectuur. Elke transactie wordt dan immers in de blockchain automatisch vastgelegd en gevalideerd. Controle wordt overbodig, een transactie in de blockchain klopt altijd omdat die goedgekeurd is door de betrokken partijen. Communicatie via traditionele kanalen als email en dure EDI-providers is verleden tijd. Betalingen gaan automatisch via de blockchain. Grote bedrijven zullen honderden
miljoenen euro’s besparen. En met blockchain worden landsgrenzen pas echt zonder enig probleem geslecht.’
HYPERLEDGER Met als gevolg het optimaliseren van administratieve stromen. Ook de rol van advocaten, accountants, notarissen en banken zal veranderen of miniem worden. Wellicht de reden voor enige weerstand? Gevestigde partijen voelen zich bedreigd in hun bestaan. ‘Jawel, we zien zeker dat de gevestigde orde zich verzet. Maar het is net als met robotisering. De maakindustrie komt op een hoger niveau en dat levert weer nieuwe banen op. Ik begrijp de houding van banken goed en ik denk ook dat de tegenlobby een snelle doorbraak afremt. Maar blockchain houd je niet meer tegen.’ De huiver is ook wel te verklaren door de onbekendheid en de gecompliceerdheid. Welk platform te kiezen bijvoorbeeld en welke partijen hebben toegang? ‘Er zijn verschillende platforms inderdaad’, legt Manders uit. ‘Ethereum, NXT en Hyperledger zijn het meest bekend. Voor de maakindustrie neigen wij naar Hyperledger. Een niet-openbaar platform met partijen als Linux Foundation, IBM en Intel op de achtergrond. Overigens wel open source, maar deelname in de blockchain is alleen mogelijk na goedkeuring van de betrokken partijen. Neem de autofabrikant als voorbeeld. Die geeft alleen gecertificeerde toeleveranciers die hij vertrouwt toegang tot de blockchain. En dat geldt ook voor de afnemers en de verschillende eigen afdelingen.’
GEVALIDEERD Een niet-openbare blockchain is voor honderd procent gebaseerd op vastgelegde afspraken. ‘Enkel gevalideerde partijen hebben toegang. Elke transactie is voor die partijen zichtbaar zodat externe controle overbodig wordt. In de huidige situatie gaat veel tijd verloren met controle en checks. Voorbeeld: de inkoper plaatst een order. Die wordt zichtbaar bij de andere deelnemers in de blockchain, de nodes. Na validatie door die nodes wordt die transactie, volgens een smart contract, vastgelegd in de blockchain en vervolgens is die niet meer te wissen of aan te passen. Wél te zien, zodat er nooit misverstanden kunnen ontstaan en er altijd een legale basis ligt waar
geen accountant, advocaat of bank aan te pas komt. Na validatie wordt alles automatisch geadministreerd, de toeleverancier komt in actie en zorgt voor levering door de transporteur die ook in de blockchain zit. Alles grijpt in elkaar, communicatie verloopt automatisch en er kunnen geen misverstanden ontstaan. Het complete proces is zichtbaar en ook kan elk besteld onderdeel tot de bron gevolgd worden, essentieel in de huidige maakindustrie. Hacken is onmogelijk. Blockchain is honderd procent veilig.’
SPECIALISTEN Klanten overtuigen is momenteel de grootste uitdaging van Merino Services, opgericht in India en met vestigingen in Azië, de VS en sinds 2013 ook in Europa. In Tilburg om precies te zijn, waar Frank Manders leiding geeft aan zo’n vijfenveertig consultants. ‘Specialisten uit alle delen van de wereld. Hier werken zowel ervaren mensen als trainees uit Azië, Europa en Amerika. Zij helpen onze klanten op locatie met automatiseringsvraagstukken en vooral internationalisering. Blockchain komt hierbij steeds nadrukkelijker op de agenda. We merken zeker dat er belangstelling is. Daarom organiseren we steeds vaker workshops en trainingen. Met enkele relaties zijn we nu bijna zover dat we een proefcase kunnen gaan draaien. Laten zien dat iets echt werkt is natuurlijk de allerbeste methode.’ Concrete voorbeelden zijn er overigens wel al. ‘Ik weet dat er een businesscase is met een bloemen-
kwekerij in Afrika die de producten naar Europa uitvoert. Het complete traject wordt via blockchain afgehandeld. Inkoop, verkoop, transport, douane-afhandeling, betaling, echt alles. Dat functioneert uitstekend, zo luiden de berichten van onder meer de hierbij betrokken rederij Maersk. Dit is best al een project op grote schaal. Op kleinere schaal zie je ook bewegingen.’
APPS Technisch is de overstap naar blockchain geen probleem, verzekert Frank Manders. ‘Internet is de basis. Elke gevaliFrank Manders, directeur van Merino Services Europa: ‘Blockchain begint aan zijn opmars, deerde deelnemer krijgt toegang tot de blockchain zeker weten.’ Foto: Merino Services via computer, laptop of mijn met Merino enkele ondernemingen over de ander device. De apps hiervoor zijn gereed, de streep te trekken met kleinere cases. Blockchain back-office, de software en de hardware ingericht. begint aan zijn opmars, zeker weten.’ Afgelopen jaar was dan niet het jaar van de doorbraak, in 2018 wordt dat anders. We zien grote en kleine bedrijven proefprojecten doen, onder meer in de voedingssector. Ik verwacht op korte terwww.merinoservices.com
Engineering & Projectmanagement De toekomst vormgeven. Dat zien we bij VIRO als de belangrijkste taak en uitdaging van de moderne technologie. Bijdragen aan de ontwikkeling van innovatieve producten, machines en processen, die beantwoorden aan de eisen van morgen. VIRO is een internationaal ingenieursbureau met vestigingen in Nederland, Duitsland en Oostenrijk en heeft opdrachtgevers en projecten over de hele wereld. De core business is engineering en projectmanagement. VIRO wil industriële organisaties helpen beter te presteren op de toepassingsgebieden Product Engineering, Machinebouw en Industriële Projecten.
VIRO I HAZENWEG 41 I 7556 BM I HENGELO | WWW.VIRO.NL
december 2017
37
Turning ideas iinto nto s olutio solutions Combining our engineers engineersâ&#x20AC;&#x2122;â&#x20AC;&#x2122; knowhow and ingenuity with the experien experience build up in more industry, than 50 years in application areas such as operating rooms, oms, semic semiconductor industry service robots and even outer space, we develop together her with our ou customers high
develop with maxon
#withmaxon
INNOVATIE
BLOCKCHAIN BELOOFT DE SUPPLY CHAIN TE TRANSFORMEREN
DEMOCRATISCHE MARKTPLAATS VOOR DE MAAKINDUSTRIE Naast de ‘gewone’ kantoor- en fabrieksautomatisering en de opkomende fenomenen big data en internet of things is blockchain de meest fascinerende en tegelijk meest ongrijpbare exponent van de voortschrijdende digitalisering in onze smart industry. Transacties en dataregistratie worden transparant en onweerlegbaar en dat gaat processen als toelevering en uitbesteding, kwaliteitsbewaking, logistiek en onderhoud radicaal veranderen. Link schetst het perspectief op industriële toepassingen vanuit verschillende blokken. DOOR HANS VAN EERDEN
B
lockchain is een encryptiemechanisme voor het volledig betrouwbaar en veilig delen van informatie (meer achtergrond in het voorgaande artikel) en is bekend van de bitcoin en andere cryptomunten. Vooral bij banken, verzekeraars en andere ‘administratiefabrieken’ (denk aan pensioenfondsen, telecomproviders en energiemaatschappijen) staat het hoog op de agenda. Niet voor niets zitten zij in de Nationale Blockchain Coalitie. Zij moeten immers draaien op de 3 t’s – transactie, transparantie en trust – die blockchain belooft: een soort publieke administratie, opengesteld voor ‘trusted’ partijen die digitaal hun ware identiteit kunnen aantonen en transparant hun transacties kunnen afhandelen en onweerlegbaar laten registreren.
DEHYPEN In de maakindustrie kan blockchain zeker zoveel impact hebben. Reden voor TNO om onderzoek naar de industriële toepassingsmogelijkheden van blockchain stevig op te pakken (zie volgende pagina). Egbert-Jan Sol, programmadirecteur Smart Industry, is daarbij de voortrekker die enthousiast vergezichten kan schetsen en tegelijkertijd op de rem gaat staan. ‘Onze taak is het
• ‘Laat anderen eventjes de kastanjes uit het vuur halen, maar doe wel mee aan experimenten.’ • ‘Overal waar een keten bij betrokken is, liggen mogelijkheden voor blockchain.’ • ‘Economy of scale’ maakt plaats voor de ‘economy of networking’.
ook om blockchain en bitcoin te dehypen. Het is geen haarlemmerolie voor welke sector dan ook, maar gaat op termijn wel veel betekenen. Banken en andere financiële instellingen investeren er al zwaar in, en daar hebben zij ook het geld voor. Voor industriële toepassingen zou ik bedrijven adviseren er nog niet te veel in te investeren. Laat anderen eventjes de kastanjes uit het vuur halen, maar doe wel mee aan experimenten en wacht niet af tot het echt staat te gebeuren. Het gaat langzamer dan de hype nu suggereert, maar over tien jaar zul je verrast zijn hoever het is. Zie de iPhone, die in 2007 werd geïntroduceerd.’
Het gedistribueerde en transparante karakter van blockchain verkleint de kans dat er in de maakindustrie een platformmonopolist à la Airbnb of Uber opkomt, aldus Egbert-Jan Sol, TNO-programmadirecteur Smart Industry. Foto: TNO
TRANSACTIEKOSTEN ELIMINEREN Dat gezegd hebbende, schetst Sol graag zijn visie op industriële toepassingen voor de blockchain: met ‘trusted data’ en ‘trusted partners’ werken en transactiekosten elimineren doordat in de supply chain alle transacties, van requests for quotation en orders tot ontvangstbevestigingen en facturen, volledig automatisch worden afgehandeld, zonder menselijke tussenkomst. Interessant voor de Nederlandse maakindustrie, die het van ‘high mix, low volume’ moet hebben, waarbij heel veel transacties komen kijken, en dus de kosten voor enkelstuks liefst de seriestuksprijs ziet benaderen; transactiekosten ‘nul’ helpt daarbij. Zo maakt volgens Sol de ‘economy of scale’ plaats voor de ‘economy of networking’ en kan er een digitale industriële marktplaats worden gecreëerd met blockchain als onderlegger. Die marktplaats zorgt voor transparantie, waardoor bedrijven minder op voorraad hoeven te leggen, doordat ze via de blockchain eenvoudig, snel en goedkoop opdrachten kunnen uitzetten. Iedere toeleverancier die capaciteit vrij heeft, kan reageren. Blockchain kan een rol spelen in de hele lifecycle van een product, door het vastleggen van de historie ten behoeve van kwaliteitsbewaking (certificering) en onderhoud. Sol verwijst naar start-up
SteelTrace uit Maastricht, die een toepassing ontwikkelt voor het volgen van staal, voorzien van een materiaalcertificaat, van productie tot eindproduct waarin het verwerkt is, zodat de eigenaar te allen tijde kan aantonen dat er staal van de juiste kwaliteit in is verwerkt.
GEEN AIRBNB OF UBER Het gedistribueerde en transparante karakter van blockchain verkleint in Sol’s ogen de kans dat er in de maakindustrie een platformmonopolist à la Airbnb of Uber opkomt, die geen eigen machines heeft maar wel al het werk binnenhaalt en vervolgens, met een grote marge voor zichzelf, verdeelt onder leveranciers. Een blockchain heeft immers niet één eigenaar, maar is voor alle deelnemers een soort democratische marktplaats. Uiteraard moeten bedrijven hun organisatie wel digitaal hebben ingericht om te kunnen meespelen. Bijkomend effect volgens Sol is dat leveranciers weer dicht bij hun klanten willen zitten, omdat de schaaleffecten zijn verdwenen ten gunste van snelheid en flexibiliteit. LEES VERDER OP PAGINA 40
december 2017
39
TNO: BLOCKCHAIN LABORATORY IN WORDING Deze zomer publiceerde TNO ter informatie en inspiratie een whitepaper, ‘Governance and business models of blockchain technologies and networks’. Daarnaast werkt TNO in concrete projecten met uiteenlopende partijen samen aan diverse concrete toepassingen. Een mooi voorbeeld is containertransport: de blockchain kan de fysieke en virtuele route volgen van containers die vergezeld van veel documenten de wereld overgaan. Dat is interessant voor de leveranciers en afnemers maar ook voor verladers, verzekeraars, douane en fiscus: een database waarin iedereen real time de status en locatie van een container kan inzien. In de Rotterdamse haven loopt een experiment waarin TNO samenwerkt met het TKI Dinalog Blockchain Consortium. Een agrifood-toepassing werkt TNO samen met Wageningen Universiteit & Research uit. De case betreft de import van druiven uit Zuid-Afrika: hoe kan blockchain helpen de naleving van voedselcertificaten te verbeteren? Op de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen werkt TNO samen met innovatie- en disruptie-
platform Techruption aan blockchaintoepassingen. Naast grote administratieve organisaties zijn daarbij start-ups betrokken; daarvoor is recent de Brightlands Innovation Factory gestart. Denk aan het faciliteren van de deeleconomie, door via de blockhain ‘peer-to-peer’ transacties te verwerken, of het internet of things, door de data-uitwisseling via het IoT onweerlegbaar vast te leggen. Met een Singaporese universiteit en Interpol werkt TNO aan de bestrijding van internetcriminaliteit en de beveiliging van blockchain; denk aan het voorkomen van misbruik van de bitcoin voor het witwassen van oneerlijk verkregen geld. Inmiddels is een TNO Blockchain Laboratory in wording. Dat gaat een infrastructuur voor experimenten en technologie-onderzoek bieden, alsmede training in het gebruik van de technologie en de economische en maatschappelijke evaluatie van blockchain-initiatieven.
www.blockchain.tno.nl
3D MAKERS ZONE: SPOTIFY VOOR DE INDUSTRIE Bij de opkomende productietechnologie van het 3Dprinten speelt de kwestie van kwaliteitsbewaking en certificering. Is de kwaliteit van een kunststof- of metaalprint hetzelfde als van een conventioneel vervaardigd product? Hoe wordt dat aangetoond? En is er (te veel) verschil tussen producten uit de ene of de andere printer van zelfde makelij? Daar kan blockchain een rol spelen en het fieldlab 3D Makers Zone in Haarlem heeft deze uitdaging opgepakt, vertelt oprichter Herman van Bolhuis. 3D Makers Zone ging een kleine twee jaar geleden van start en begin dit jaar werd het fieldlab officieel geopend. ‘We hebben nu twaalf medewerkers en elke maand komt er wel één bij. We zijn een expertisecentrum waar maakbedrijven hun innovatiestrategieen voor digitale productie kunnen uitwerken – en ook gewoon producten kunnen laten maken. In principe gecentreerd rond 3D-printen, met alle technologie die je eromheen nodig kunt hebben, zoals robotica,
40
december 2017
sensoring, internet of things, materiaaltechnologie en ook blockchain. Daar hebben we al vijf projecten op lopen, waaronder assetmanagement in de watersector.’ Aansprekend is vooral internationaal project MEAKIT, dat tot doel heeft een beveiligd online platform voor industrieel 3D-printen op te zetten. ‘We willen een ‘gold standard’ definiëren voor printfarms (‘fabrieken’ met 3Dprinters, red.), zodat je bijvoorbeeld spare parts waar ook ter wereld lokaal kunt laten printen. Dat bespaart tijd en geld voor transport. Voor particulieren heb je initiatieven als 3D Hubs, maar die gaan voor de industrie niet werken, want je moet weten of de 3D-prints aan de kwaliteitseisen voldoen. Er moeten nog allerlei normen en certificeringen worden vastgesteld, reden waarom – naast luchtvaartmaatschappijen en Duitse industriële Mittelstand-bedrijven – instanties als TüV en DNV bij MEAKIT zijn betrokken. Zij zien in de certificering van 3D-printers en geprinte producten een verdienmodel.’
Andere issues waar de blockchain een oplossing voor biedt, zijn onder meer beveiliging, (voor)financiering en ip. ‘We willen een ICO gaan doen, een initial coin offering, door Makecoins te introduceren, waarmee men productierechten op 3D-printers wereldwijd kan kopen en ook verhandelen.’ Voor ip-bescherming heeft Van Bolhuis eveneens een oplossing: ‘Dat is ‘streaming’; we sturen geen bestanden naar een lokale printer, maar streamen de print-informatie, zodat men ter plekke precies één product kan printen en niet twee of drie omdat men toch al bezig is. Zo worden we een soort Netflix of Spotify voor de industrie. We hopen begin 2018 een eerste ‘minimum viable product’ klaar te hebben. Omdat wij op het kwaliteitsissue van 3D-printen zijn gaan zitten, scoort dit project bij investeerders wereldwijd in de topdertig van blockchaininitiatieven voor de supply chain.’ www.3dmakerszone.com
IBM: ‘ALLE KETENS BIEDEN MOGELIJKHEDEN VOOR BLOCKCHAIN’ Nederland moet koploper in blockchaintechnologie worden, is de boodschap van Willem Vermeend en Louis de Bruin. Vermeend is oud-politicus, internetondernemer en fintech-gezant van de overheid, De Bruin is European blockchain leader bij IBM Global Services en samen hebben ze meerdere publicaties op hun naam. Ons land heeft een goede uitgangspositie en loopt voorop in de digitalisering. ‘Banken zijn uit het straatbeeld verdwenen en met de OV-chipkaart kunnen we in alle vormen van OV reizen. Met alle beperkingen die er nog aan kleven, zijn wij toch verder dan andere landen’, verklaart De Bruin, die ook wijst op de Nationale Blockchain Coalitie en het Techruption-platform. Er gebeurt hier van alles en hij merkt het in eigen huis. ‘Onze blockchain-resources draaien overuren. Blockchain is al vroeg omarmd door de IBM Academy of Technology en vervolgens door andere takken van IBM, zoals Cloud en Global Business Services.’ Het concern is voortrekker van industriebrede initiatieven, zoals het door de Linux Foundation gedragen Hyperledger Fabric. Dit open-sourceproject is gericht op het bouwen van zogeheten permissioned blockchainplatforms, die een aantal nadelen van publieke blockchains
(excessief energieverbruik, beperkte schaalbaarheid en het ontbreken van confidentialiteit) ondervangen. IBM investeert ook in de opleiding van blockchainprogrammeurs, onder meer in zijn Client Innovation Center in Groningen. Zo bouwt het mee aan de community en infrastructuur voor blockchain. De Bruin noemt uiteenlopende toepassingen en een gemene deler is vaak het internet of things (IoT). Met sensoren en tags, bijvoorbeeld rfid, kan de status of de route van objecten in de keten worden gevolgd en vastgelegd in een blockchain. Een concreet project is de BikeBlockchain, onlangs door lezers van Computable tot ‘meest innovatieve overheids-it-project’ uitgeroepen. Daarbij worden in een blockchain de eigenaar van fiets en bijbehorende slot vastgelegd en de status van dat slot (locatie, open/dicht) wordt geregistreerd. Dat kan bijvoorbeeld helpen diefstal van die fiets efficiënt af te handelen, als alle betrokken partijen – inclusief politie, verzekeraars en RDW – zich rond deze proof-of-concept blockchain hebben verenigd. Voor auto’s kan dit ook interessant zijn, zeker als in de blockchain ook de afzonderlijke onderdelen worden geregistreerd. Als een auto is gestolen, worden de onderdelen nu nog niet als
gestolen opgegeven, weet De Bruin, terwijl steeds vaker auto’s juist worden gestolen om ze vervolgens te strippen van gewilde onderdelen. Volgens De Bruin is het een uitdaging om de verwarring van blockchain met cryptocurrencies als Bitcoin uit de weg te ruimen. ‘Het is geen doodsimpel concept, maar ook geen rocket science. Blockchain is in de eerste plaats een manier om nieuwe, efficiënte businessmodellen te realiseren en dat gaat het management van organisaties aan. Pas in de tweede plaats is het een technisch verhaal. Overal waar een keten bij betrokken is, liggen mogelijkheden voor blockchain. Vergelijk het met mobiele telefonie en internet: het heeft kritische massa nodig en iedereen, dus ook je concurrent, moet het gebruiken, dan heb je een ecosysteem waarin het werkt. Wie er mee begint heeft een ‘first-mover advantage’, maar bovenal helpt het om bedrijfsprocessen van een hele keten binnen een ecosysteem van bedrijven op een hoger niveau te brengen en daarmee de samenleving als geheel een dienst te bewijzen.’ www.ibm.com/blockchain www.hyperledger.org
IFS: LUCHTVAART KAN VEEL WINNEN MET BLOCKCHAIN
Illustratie: The India Saga
Assetmanagement is typisch een functie die veel kan winnen bij blockchain, stelt Bas de Vos, directeur van IFS Labs, de denktank van de Zweedse softwaremultinational IFS. Hij wijst op de luchtvaartindustrie, een sterk gereguleerde sector met complexe supply chains. ‘Een vliegtuig telt tegenwoordig zo’n twee tot drie miljoen onderdelen, waarvan de herkomst bekend moet zijn – dat wil zeggen: originele producent, exacte model en versie – om zeker te stellen dat ze de juiste specificaties hebben en niet vals zijn. Bovendien zijn veel van deze onderdelen ‘tracked items’, waarvan de gehele onderhoudsgeschiedenis transparant moet zijn.’ De partijen in de lifecycle van een asset als een vliegtuig – zoals vliegtuigbouwers, onderdelenproducenten, distributeurs, luchtvaartmaatschappijen en onderhoudsbedrijven – hebben elk hun eigen, onderling verschillende systemen voor assetmanagement. De individuele systemen zijn vaak wel compleet voor hun stukje van de keten (soms nog op papier), maar de communicatie tussen ketenpartijen vormt het probleem, waardoor het totale overzicht vaak incompleet is. ‘Daarom is het moeilijk om tot één enkele versie van de ‘waarheid’ te komen. Dit gebrek aan standaardisatie beperkt de
traceability en kan tot hoge kosten voor compliance (aantonen dat aan regelgeving is voldaan) leiden. Al deze partijen zouden hun transacties met de asset of onderdelen daarvan kunnen vastleggen in een speciale blockchain waartoe alleen geautoriseerde partijen toegang hebben en waarin bijvoorbeeld ook het aantal vlieguren wordt bijgehouden.’ Voordelen liggen in de hogere kwaliteit van de data, die slechts eenmaal hoeven te worden vastgelegd, een complete en nauwkeurige onderhoudsgeschiedenis, minder compliance-kosten en uiteindelijk meer vlieguren vanwege de hogere betrouwbaarheid van de onderdelen en de hele asset. ‘Natuurlijk moeten alle betrokken partijen – inclusief blockchaintechnologie-providers, softwareleveranciers en toezichthouders – samenwerken om zo’n blockchain op te zetten en moeten zaken als data-eigenaarschap, privacy en beveiliging goed worden geregeld’, aldus De Vos. Is het zover, dan gaat blockchain ook in de luchtvaart opstijgen.
www.ifsworld.com/corp/solutions/ ifs-applications/ifs-labs
december 2017
41
STRATEGIE
FOKKER (GKN AEROSPACE) SPEELT MET KETENMANAGEMENT IN OP BOOMING VLIEGTUIGMARKT
‘ALS JE AAN BOORD WIL BLIJVEN, MOET JE SLIM MEEBEWEGEN’ De aerospace-markt is momenteel stevig in beweging. Grote vliegtuigbouwers als Airbus en Boeing zijn voorzichtig met geld steken in nieuwe ‘platforms’. Daar komt bij dat de vraag naar de bestaande modellen, met name vliegtuigen met één gangpad, momenteel enorm is. Dus is nu alles erop gericht die toestellen zo efficiënt en effectief mogelijk te produceren. Daartoe worden ook de huidige toeleveranciers tegen het licht gehouden. De innovaties en de supply chain management (scm)-kwaliteiten van Fokker komen moeder GKN Aerospace uitstekend van pas om aan boord van de supply base te blijven.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
p de dag van de afspraak met Steven Soederhuizen, vice president & managing director van Fokker, meldt de radio dat Airbus de grootste order in zijn geschiedenis gescoord heeft: 430 stuks A320 en A321, middelgrote toestellen voor de middenafstanden. Extra werk voor het Fokker Technologies-deel dat kabelbomen levert voor dit type vliegtuig. Maar ook andere onderdelen van de voormalige Nederlandse vliegtuigbouwer, inmiddels gekend leverancier van landingsgestellen, dragende delen voor staart en romp en dus kabelbomen, profiteren van een groeiende markt. Die goede positie heeft veel met de geschiedenis te maken. ‘Juist omdat we hier complete vliegtuigen hebben gebouwd (tot ’96, toen Fokker failliet ging, red.) weten we bij het ontwikkelen van onderdelen heel goed hoe die in het grotere geheel zijn in te passen. En we hebben veel verstand van lichtgewicht materialen, als het fibre metal laminate (voorheen geduid met Glare, red.) dat we met de TU Delft hebben ontwikkeld en dat nu op grote schaal in de A380 (momenteel het grootste verkeersvliegtuig, met een capaciteit van 550 passagiers, red.) wordt toegepast. En samen met TenCate, TU Delft en onze klanten hebben we veel kennis opgebouwd van het toepassen van thermoplasten, vezelversterkte kunststoffen die – anders dan de thermosetmaterialen die de concurrent gebruikt –, goed lasbaar en ook recyclebaar zijn.’ Kortom, Fokker heeft in de sector een naam opgebouwd als een zeer innovatieve toeleverancier, stelt Soederhuizen.
O
HOGER UITBESTEDEN Behalve met innovatie moet Fokker echter ook steeds meer op prijs kunnen concurreren. Daar-
42
december 2017
toe heeft de onderneming de afgelopen jaren een flinke verandering ondergaan. ‘Met onze kennis van opera- Steven Soederhuizen, vp & managing director van Fokker: ‘We spelen nu ook beter in op de wens tional excellence en van van onze klanten om op hoger niveau – design build – te kunnen uitbesteden.’ Foto: Com-magz de scm-modellen, zoals ze in andere industriële sectoren in het EindhoAerospace, die het complete Fokker Technologies vense al werden toegepast, hebben we de kosten overnam. Per 1 januari worden GKN Aerospace omlaag en de marge omhoog kunnen brengen’, Europe en Fokker volledig geïntegreerd tot een aldus Soederhuizen, die zelf in het Eindhovense van de vier businessunits van GKN Aerospace ecosysteem werkzaam was. ‘We hebben het (totaal 18.000 personeelsleden), dat goeddeels bedrijf gezamenlijk weten om te bouwen van complementair is aan Fokker: het produceert 100 procent maakbedrijf naar innovatieve ketenandere vliegtuigonderdelen, gebaseerd op andere regisseur met een aantal heel heldere kerntechnokerntechnologieën en heeft zijn manufacturing logieën en – heel belangrijk in onze business – footprint – incluis lokale toeleverketen – juist een mondiaal netwerk van eigen fabrieken en daar zitten (onder meer in de VS en Duitsland) toeleveranciers. We hebben hierdoor niet alleen waar Fokker niet zit en omgekeerd. ‘Voorts heeft de winstgevendheid van het bedrijf sterk verGKN een wereldwijde supply chain, waar we ook beterd, waardoor we weer kunnen investeren in als Fokker gebruik van kunnen maken en die ons onze toekomst. We spelen nu ook beter in op de competitiever maakt.’ Zo is er een aerospacewens van onze klanten om op een hoger niveau – toeleverancier ontstaan die, aldus Soederhuizen, build-to-specification, in deze sector geduid als uitstekend kan inspelen op de actuele vraag van design build – te kunnen uitbesteden. Het gaat de snelgroeiende vliegtuigmarkt. dan om het toeleveren van complete subassemblies, zo goed mogelijk gebruikmakend van de VOORZICHTIGER kerntechnologieën van toeleveranciers en weten Voor de grotere commerciële toestellen wordt die hoe je wereldwijde toeleverketens managet. markt beheerst door Airbus en Boeing. Twee Dit concept bestond al langer in de vliegtuigreuzen die op dit moment vooral focussen op het bouw, maar door de enorme investeringen die dit bouwen van zoveel mogelijk vliegtuigen en niet vergde, was het enorm moeilijk dit renderend te op het ontwikkelen van nieuwe ‘platforms’, de doen. Met kennis van andere hightech industrieterm voor families van toestellen die allemaal en en nieuwe scm-modellen hebben we hier nu hetzelfde basisontwerp en productieproces keneen veel beter antwoord op.’ nen. Airbus heeft miljarden gestoken in de ontwikkeling van de A380, die vier motoren nodig heeft en alleen kan landen op grote, daarvoor COMPLEMENTAIR gekwalificeerde vliegvelden, hubs zoals Schiphol. Die kwaliteiten van innoveren, kostenbeheersing Dat geldt niet voor concurrerende toestellen als en ketenmanagement werden in 2015 gecombineerd met die van de Britse toelevergigant GKN de A350 en de 777, 787 van Boeing, waardoor die
types beter verkopen. Boeing heeft een compleet nieuw, innovatief platform, de 787, ontwikkeld, waarvoor op de nieuwe build-to-specificationwijze is samengewerkt met de keten. ‘Door die ervaringen zijn Airbus en Boeing voorzichtiger geworden. Daar komt bij dat de nieuwe grote klanten in China en India graag toestellen afnemen, maar die moeten dan wel in eigen land worden gebouwd en aangeboden tegen een zo laag mogelijke prijs. Dus blijven beide vliegtuigbouwers bestaande platforms jaren langer produceren en dan loont het te gaan shoppen en mondiale ketens te heroverwegen. Als je dan als toeleverancier aan boord wil blijven, moet je slim kunnen meebewegen met je klant om oplossingen te vinden die de prijs omlaag brengen.’
PAPIERLOZE FABRIEK De gecombineerde scm-kennis van Fokker en inkoopkwaliteiten van GKN zijn daarvoor een uitkomst. Maar nog niet voldoende. Vandaar de investeringen bij Fokker in operational excellence, met name door digitalisering (Industrie 4.0). Zo wordt in de vestiging in Hoogeveen, onder de noemer Fokker 4.0, samen met een aantal partners, met een allesomvattend en integraal informatiesysteem het productieproces zo efficiënt en effectief mogelijk heringericht. ‘Zo zorgen we nu met slimme planningssystemen dat we de capaciteit van de dure productiefaciliteiten veel beter benutten. Maar we gaan ook werken met rfid, om kostbare materialen beter door het proces te volgen, zodat er minder verspild wordt.’
Fokker 4.0 moet uitmonden in een compleet gedigitaliseerde fabriek waarin alle processen niet alleen zo effectief en efficiënt mogelijk worden uitgevoerd, maar ook automatisch tot in detail – papierloos – worden gedocumenteerd. ‘Vastleggen wat je wanneer met welke mensen en middelen als In de markt voor businessjets gaat het om de goedkoopste én de meest innovatieve oplossingen. voorgeschreven Fokker bouwt onder meer staartsecties voor Gulfstream. Foto: Fokker hebt geproduceerd en die data seringsagenda, aldus Soederhuizen. ‘Een zeer vervolgens dertig jaar bewaren, is een vereiste in belangrijke ontwikkeling in deze is het CADC. onze sector. Wij gaan naar een slimme fabriek Een samenwerking tussen de TU Delft, provincie waarin dat volledig automatisch gebeurt. De Zuid-Holland en een aantal mkb-bedrijven met eerste stappen hebben we inmiddels gezet en de als doel concrete automatiseringsoplossingen te komende jaren bouwen we verder aan deze ambiontwikkelen voor productie van grotere compotie, aan een fabriek waarin minder controleurs sietonderdelen. Fokker gelooft dat we dit soort nodig zijn om aan het eind van het proces de zaken alleen kunnen doen door slimme ‘ecosystekwaliteit van het geproduceerde te checken. Zij men’ te bouwen met kennisinstellingen, overheid zullen worden ingezet in de voorbereiding van de en bedrijfsleven.’ productie, om een foutloos proces neer te zetten’. Behalve in Hoogeveen wordt ook in Papendrecht hard gewerkt aan de digitaliserings- en automatiwww.gkn.com
december 2017
43
VAN BROEDMACHINES NAAR GEÏNTEGREERDE BROEDERIJOPLOSSINGEN NAAR AFREKENEN PER KUIKEN
HARD2SOFT
BROEDEN OP BUSINESSMODEL Pas Reform bouwt broedmachines voor eieren waar vleeskuikens uitkomen. De machinebouwer wordt steeds meer ook een softwarebedrijf en het verdienmodel verschuift richting services: onderhoud, data-analyse en advies. En samen met ketenpartners broedt het bedrijf al op de volgende stap: afrekenen per uitgebroed kuiken en uiteindelijk zelfs op basis van slachtrendement. Dat vergt ketenoptimalisatie. ‘We moeten over de grenzen van de broederij van onze klant heen kijken.’
Ceo Harm Langen bij een broedmachine van Pas Reform: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat de broederij kuikens aflevert die later het hoogste slachtrendement opleveren.’ Foto: Theo Kock
DOOR HANS VAN EERDEN
H
arm Langen deed de sales voor technische kunststoffen bij DSM, volgde zijn vader op als directeur van Lan Handling Systems (een machinebouwer voor de food) en kwam na de overname van Lan door Pas Reform terecht bij deze bouwer van broedmachines. Toen Bart Aangenendt van Pas Reform doorschoof naar de leiding van de holding, Hydratec, werd Langen 2,5 jaar geleden de nieuwe ceo. De cultuur van het familiebedrijf, dat uitgroeide tot wereldspeler in de nichemarkt voor broederijen, sprak hem aan. Pas Reform telt 125 medewerkers en heeft vestigingen in Zeddam (de bakermat),
44
december 2017
Doetinchem (hagelnieuw distributiecentrum), de VS en Brazilië. ‘We zijn nu een leverancier van totaaloplossingen voor de broederij. Naast broedmachines leveren we ook klimaatregeling en broederijautomatisering, voor het efficiënt verwerken van broedeieren en eendagskuikens. We produceren zelf nog maar beperkt en kopen veel in, vooral in Oost-Europa, waar we hebben geinvesteerd in onze relatie met vaste leveranciers. We worden meer en meer een integrator van deels eigen, deels toegeleverde producten, zoals eiersorteermachines van Prinzen (uit Aalten, onderdeel van Vencomatic Group, red.). De klant weet dan zeker dat alle onderdelen van diens broedlijn op elkaar zijn afgestemd.’
Niet langer draait het om het verkopen van een machine of
apparaat; in het toekomstige businessmodel staat dienstverlening centraal. Voor het realiseren van deze servitizationstrategie is software onmisbaar. In alle fasen van de waardetoevoeging, van de initiële productontwikkeling tot en met de seriebouw.
WERELDWIJD GROEIEN Pas Reform is in meer dan 100 landen aanwezig en doet het onder meer goed in de VS, Rusland, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten. ‘Er zijn vier grote broedmachinefabrikanten, die zeventig procent van de markt hebben; daarvan zijn wij de nummer twee, met een aandeel van een kwart.’ Alleen China is nog een moeilijke markt, meldt Langen. ‘Daar hebben we veel lokale concurrenten met lage prijzen. De rest van de wereld hebben we in de afgelopen vijftien jaar wel afgedekt.’ Hij wil nu groeien in marktaandeel. ‘Deze groeiambitie is gebaseerd op drie pijlers: geïntegreerde totaaloplossingen, service en innovatie. Niemand anders levert het complete pakket uit één hand, inclusief de automatisering. Pluimveebedrijven zetten steeds grotere broederijen neer, die niet meer zonder automatisering kunnen en ook niet meer uitsluitend kunnen leunen op de kennis van hun broedmeester. Ze worden nu gerund als datagestuurde bedrijven. Daarom is ook service een belangrijke pijler van onze groeistrategie: niemand is zo proactief bezig als wij om te zorgen dat de klanten beter draaien. Het thema servitization is in onze branche nog nieuw.’ Groeien door innovatie is de derde pijler. ‘Met nieuwe diensten en producten kunnen onze klanten betere broedresultaten behalen (zie het kader, red.).’
BENCHMARKEN Naast machinebouwer en dienstverlener wordt het innoverende Pas Reform steeds meer ook een softwarebedrijf. ‘De software voor besturing van de broederij en dataverwerking is een essentieel onderdeel van ons aanbod. We hebben een uitgebreid besturingssysteem, waarmee je vanaf tablet of pc de hele broederij ziet en kunt inzoomen op de verschillende parameters van elke machine. Er is track & trace op batchniveau: waar komen de eieren vandaan, hoeveel eieren in die batch zijn bevrucht, met welke parameters zijn ze uitgebroed, hoeveel zijn er uitgekomen, en waar gaan de kuikens naar toe?’ Met dank aan het internet of things, dat ook in de broederijwereld zijn intrede heeft gedaan. ‘Wij hebben connectivity met de broederijen; onze servicedesk kan wereldwijd machines monitoren en soms zien we eerder dan
DIEDEREN LEVEREN VAN COMPLEXE OPLOSSINGEN IN DE PRAKTIJK Twee jaar geleden heb ik als consultant met een team van Pas Reform de nieuwe bedrijfsstrategie vormgegeven met groei als doel. Nadat het bedrijf zo’n honderd jaar met het traditionele productiemodel actief is geweest, is de nieuwe strategie gebaseerd op servitization. In onze analysefase vonden we een white spot in de markt die het bedrijf als integrator goed zou kunnen vullen en waarmee substantiële organische groei gecreëerd kan worden.
Raoul Diederen is consultant bij Jaymera, dat product-georiënteerde industriële ondernemingen ondersteunt bij het realiseren van substantiële organische groei. Vanuit zijn expertise op het gebied van innovatieve strategieën en businessmodellen beschouwt hij met een kritische blik telkens een artikel in Link Magazine. raoul@jaymera.nl
Met servitization verschuift de focus richting oplossingen van product naar gebruik en vervolgens naar output en uitkomst. Hierbij kan de oplossing worden gezien als gestandaardiseerde combinatie van hardware, software en diensten om klantwaarde te genereren. Zo verschuift ook steeds meer de complexiteit van klant naar leverancier en worden naast de taal van productspecificaties ook die van software, intelligence en consulting gesproken. Dit betekent een verhoogde mate van organisatorische complexiteit en culturele diversiteit met een behoefte aan mensen met een totaal andere achtergrond dan de bestaande medewerkers. De uitdaging van servitization zit aldus grotendeels in het managen van die verhoogde mate van complexiteit en diversiteit. Dat begint bij het bewust opnemen en accepteren van medewerkers met aanvullende competenties. Voor een typisch productiebedrijf is dit een hele stap, die ongemakkelijk laat voelen. Het betekent niet dat de bestaande
de klant een storing. Als wij broederijen aanbieden hen te helpen, is toegang tot de data krijgen geen probleem. Nu zitten we middenin de volgende stap: informatie uit die data halen en in de vorm van waardevol advies teruggeven aan de klant. We kunnen de gegevens van broederijen vergelijken, wat benchmarking interessant maakt: hoe goed is de performance van een klant, waar zou hij nog kunnen verbeteren?’
KETENOPTIMALISATIE Zo verschuift het verdienmodel van machines naar service. ‘We sluiten steeds meer servicecontracten af: reserveonderdelen, preventief onderhoud, upgrades, data-analyse en broedadvies – onze broedexperts worden steeds meer consul-
(hardware)competenties niet meer nodig zijn, integendeel. De vraag rijst dan hoe deze competenties en culturen effectief kunnen coëxisteren in de praktijk. Niet ongebruikelijk is het om binnen de bestaande bedrijfsmuren een organisatie met kolommen in te richten met een drietal specialisaties: ontwikkeling, vermarkten en levering van de oplossingen. De meeste complexiteit is vaak te vinden in de solution delivery organisatie. Deze kolom kent specialisten in hardware, software en diensten, elk met hun eigen afdeling, competenties, toegevoegde waarde en subcultuur. Deze afdelingen hebben aldus een eigen identiteit met een eigen focus, competentieprofiel, proces, taal en type medewerkers. De juiste koppelingen – bijvoorbeeld in de vorm van overleg – tussen deze afdelingen bewaken het samenspel en de kracht van de oplossing voor de klant. Daarnaast kunnen kernwaarden die gelden voor alle medewerkers, zoals integriteit en samenwerking, zorgen voor sociale cohesie binnen de gehele onderneming. Uit eigen implementatie-ervaring – waaronder bij Pas Reform – weet ik dat servitization een uitdagend proces is dat veel energie van management en organisatie vraagt. Aangezien dit een lange weg is, zou het misverstand kunnen ontstaan dat een voltooide servitisation-implementatie het einddoel is...
kosten en de resultaten zijn: hoe zorg je dat er meer kuikens worden uitgebroed en minder uitval is? Je wordt meer onderdeel van de bedrijfsvoering van je klant: hoe zit het nu echt in de broederij, hoe hebben wij daar invloed op? En we moeten ook over grenzen van de broederij heen kijken. Zo heeft de kwaliteit van het transport van de eieren van stal naar broederij invloed op het broedresultaat. Om iets te kunnen zeggen over de prijs per kuiken, moeten we begrijpen wat er gebeurt, bijvoorbeeld ook hoe kuikens in de stal worden opgevangen en gevoerd. Daar moeten we advies over kunnen geven en misschien wel invloed op krijgen. Uiteindelijk gaat het erom dat de broederij kuikens aflevert die later aan de slachtlijn de hoogste uniformiteit en
‘Onze broedexperts worden steeds meer consultants’
tants.’ Pas Reform blijft ontwikkelen aan nieuwe broedmachines, maar het zwaartepunt ligt bij service. ‘De vernieuwing zit meer in het businessmodel, hoe we met onze klanten omgaan. Sommige willen wel praten over een servicecontract, maar dan liefst afrekenen op het aantal kuikens maal de onderhoudskosten per kuiken. Dan moeten wij goed weten wat die onderhouds-
het beste rendement opleveren. Dus willen wij weten aan welke knoppen je moet draaien om dat slachtrendement te beïnvloeden. Nu bestaat de keten nog uit allemaal losse stukjes die elk hun eigen deel optimaliseren. Echte ketenoptimalisatie is er nog niet. In een project proberen we dat in beeld te brengen door gegevens over heel de keten te verzamelen. We praten met Vencomatic,
INNOVATIEPARTNERS Als voorbeeld van innovatie bij Pas Reform noemt ceo Harm Langen SmartStart. Tot voor kort werden eendagskuikens direct na het uitkomen – voordat ze naar de stal gaan – niet gevoerd, want in een warme broedmachine vormen water en voer letterlijk een broedplaats voor bacteriën en andere besmettingen. Mede met het oog op dierenwelzijn gaat dat nu wel gebeuren en krijgen de kuikens een uitgekiende combinatie van water en voer die enkele dagen goed blijft. ‘Deze oplossing is revolutionair en komt begin volgend jaar op de markt.’ De formulering ontwikkelde Pas Reform, dat in zijn eigen Academy veel r&d doet aan het broedproces en daarnaast klanten traint, samen met voerproducent Twilmij uit Stroe en de Leidse biotech start-up In Ovo. De kuikens moeten dat voer in de voorheen donkere broedmachine natuurlijk wel weten te vinden, dus ontwikkelde Philips Animal Lighting op de kuikens afgestemde verlichting. Hydratec-zusterbedrijf Timmerije uit Neede, specialist in kunststofspuitgieten, maakt er speciale ‘uitkombakken’ voor.
Nutreco (voer, red.), Marel (slachtlijnen, red.) en Wageningen UR. Hoe kunnen we zo data verzamelen en delen dat we er allemaal profijt van hebben? Dat is best weerbarstig, maar we gaan vooruit.’ www.pasreform.com december 2017
45
PROCESVERBETERING
SOFON HELPT VAN HOUT ADVISEURS EN INSTALLATEURS TOEGEVOEGDE WAARDE TE BIEDEN
‘BETERE OPLOSSINGEN DAN WAT DE KLANT IN ZIJN HOOFD HEEFT’
veel mogelijk opties af te wegen. Het Veldhovense familiebedrijf bestaat ruim tachtig jaar en levert klanten in de profit- en de not-for-profit-sector alles wat met verwarming, koeling, ventilatie en luchtbehandeling te maken heeft, van complete binnenklimaatsystemen, hightech cleanrooms en zwembaden tot datacenters. De afgelopen jaren is de adviestak uitgebouwd, juist met die sterkere focus op de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Van Hout geldt als ‘ambassadeur van de duurzaamheid’.
via een cv-ketel, een warmtepomp, een biomassainstallatie of zonnepanelen? Dat alleen vraagt al om drie, vier offertes bij meerdere leveranciers. En daar komen dan ook nog de onderlinge afhankelijkheden bij: hoe werken de systemen op elkaar in? Een dikkere dakisolatie bijvoorbeeld beïnvloedt de verwarmingsinstallatie.’ Welke combinatie van mogelijkheden zorgt voor de duurzaamste oplossing met uiteindelijk de minste energiekosten? Al die variabelen en onderlinge afhankelijkheden maken calculatie, salesengineering en prijsvorming enorm complex en tijdrovend. ‘We merkten dat quotation daardoor veel langer duurde, we kregen minder offertes de deur uit.’ Van Hout ging een jaar of vijf geleden op zoek naar een ondersteunend softwaresysteem, maar de meeste systemen voor de bouw zijn daar niet op aangepast, merkte hij. Calculeren in zoiets als een groot spreadsheetprogramma, zoals voorheen, is volledig ontoereikend. Sommige systemen zijn juist té complex en té zwaar en gaan onvoldoende uit van de klantvraag. Van Hout stuitte op een gegeven moment op Sofon in Son bij Eindhoven, hoe weet hij niet eens meer. En die bood wel mogelijkheden. Ton van den Broek, bij Sofon salesconsultant voor de bouw: ‘Sofon gebruikt de ‘Guided Selling’-methode. De kennis van alle relevante afdelingen wordt in modellen in Sofon samengebracht.’ De verkopers van Van Hout achterhalen en trechteren via een vastgelegd vraag- en antwoordmodel in Sofon de specifieke behoeften van een klant. Die worden in de modellen automatisch vertaald naar de meest passende oplossing. Van den Broek: ‘Een klant zoekt geen producten, hij wil iets optimaal geregeld hebben. Om een metafoor te gebruiken, hij wil geen boor, hij wil een gat. Met Sofon kunnen onze klanten via een uitgekiende ‘customer journey’ voor hun klanten tot een slimme oplossing komen. Het gaat er bij ons niet om hoe een oplossing technisch in elkaar steekt, het gaat erom welke waarde het oplevert.’
INTEGRAAL AFWEGEN
ALLES IN ÉÉN MODEL
Jan van Hout: ‘Om tot verduurzaming en CO2reductie te komen, moet je allerlei factoren integraal beschouwen en tegen elkaar afwegen. Neem het verwarmen van een nieuw pand. Doe je dat
Van Hout bouwde met Sofon’s hulp aan een groot prijsinformatiemodel – en maakte medewerker Sander ter Mors vrij om alle mogelijke kennis en data bij collega’s op de diverse afdelin-
Van Hout adviseurs en installateurs in Veldhoven is vrijwel altijd goedkoper dan andere bedrijven. Die stelling durft directielid Jan van Hout wel aan. Niet omdat ze toevallig hun cv-ketels of warmtepompen zo gunstig geprijsd hebben, maar omdat Van Hout uitgaat van de total cost of ownership: het wil de duurzaamste oplossing met de minste energiekosten bieden. Daarom bouwde Van Hout met de softwareoplossing van Sofon een groot prijsinformatiemodel waarin allerlei combinaties en variabelen in no time nagerekend kunnen worden.
Van links naar rechts Jan van Hout en Sander ter Mors (beiden Van Hout adviseurs en installateurs) en Ton van den Broek (Sofon): ‘Een klant zoekt geen producten, hij wil iets optimaal geregeld hebben.’ Foto: Sofon
DOOR LUCY HOLL
oe gaat dat in de bouw nog meestal? De architect maakt een ontwerp voor nieuwbouw of renovatie, de aannemer kijkt wat welke partij moet doen en leveren, de bestektekeningen komen op tafel en het werk kan beginnen. Kortom, de bouwwereld is sinds jaar en dag vraaggestuurd en verkokerd georganiseerd. Ieder levert zijn eigen stukje, maar of het geheel optimaal uitpakt, valt te betwijfelen. Daarbij komt steeds strengere wetgeving. Oog voor duurzaam bouwen en CO2-reductie is noodzaak. Dat blijkt lastig vanuit die verkokerde manier van werken. Van Hout kijkt daarom breder. Het bedrijf wil zijn klanten robuuste oplossingen en toegevoegde waarde bieden door zo-
H 46
december 2017
gen op te halen om het model te voeden. ‘In het model engineeren we gebouwen met installaties, waaruit alles komt dat nodig is voor een offerte. Met Sofon maken we automatisch alle mogelijke berekeningen, die we vervolgens geparametriseerd hebben om er een prijs aan te kunnen hangen en te weten wat de bijbehorende arbeidskosten zijn.’ Ook knowhow van toeleveranciers en partners is verzameld en in het systeem verwerkt. Modelbouwer Ter Mors vult aan: ‘Met de vastgelegde knowhow kunnen we gebouwen definiëren en hergebruiken. We kunnen variëren – bijvoorbeeld meer zonwering of meer isolatie aanbrengen – en vervolgens bijbehorende transmissieberekeningen maken. Voorheen hadden we daarvoor meerdere programma’s nodig. Met Sofon bespaar je ontzettend veel handwerk, terwijl de consistentie van de berekeningen is gewaarborgd.’
NOOIT AF Het model is nooit klaar, benadrukken Van Hout en Ter Mors. De wereld verandert en verder optimaliseren is altijd mogelijk. Van Hout: ‘Software is een living thing. Ik vind dat kernprocessen in ERP moeten zitten en dat het ERP zó open is dat je daar systemen op aansluit met de flexibiliteit zoals Sofon die heeft.’ Van den Broek: ‘Traditioneel implementeren van software en dan jarenlang achteroverleunen, is allang verleden tijd. Met een pakket als Sofon heb je een flexibele schil om te blijven meebewegen met de ontwikkelingen in de wetgeving, markt, techniek en noem maar op.’
Sofon zorgt voor productiviteitsverbetering en draagt bij aan de omzetgroei, concludeert Van Hout. Offertes die eerst een week of twee werk vroegen, rollen er nu binnen zes minuten uit. De time-to-market wordt korter, de geboden oplos-
te denken, hebben we oplossingen die altijd beter zijn dan wat de klant in zijn hoofd heeft.’ Aan een klant die een bepaald investeringsbedrag voor ogen heeft, kan Van Hout voorrekenen dat hij beter af is door juist iets meer te investeren in
‘Leg veel linkjes in je hoofd en denk vrij: hoe ziet je toegevoegde waarde eruit voor de klant?’
singen zijn optimaler. ‘In de machinebouw zie je bedrijven die slagen maken, maar in de bouwwereld nog weinig.’ Van Hout schat dat er nu tachtig procent op de werkvoorbereidingstijd bespaard wordt.
SCHERP ANALYSEREN ‘Alles bij elkaar heeft het ons geen windeieren gelegd tijdens de bouwcrisis. Klanten zijn loyaal gebleven, we hebben niemand hoeven ontslaan en altijd zwarte cijfers geschreven en rendement behaald. En we hebben betere scoringskansen. Want doordat wij op basis van brede, onderbouwde informatie in staat zijn scherp te analyseren en op het niveau van total cost of ownership
bijvoorbeeld zonnepanelen of raamkozijnen. Omdat zijn energiekosten daardoor sterk omlaag gaan, de fiscale voordelen stijgen of de waarde van zijn vastgoed hoger wordt. Wat Jan van Hout andere bedrijven wil aanraden? ‘Leg veel linkjes in je hoofd en denk vrij: hoe ziet je toegevoegde waarde eruit voor de klant? En hoe ga je die vertalen? Ik denk dat Sofon daar onderdeel van is en dat het een krachtige tool is om zaken te structureren. Vooral de flexibiliteit, dat je kunt meebewegen met de markt in de tijd, is belangrijk.’ www.van-hout.com www.sofon.com/nl
Digitalization connects the world. How do you thrive in the age of disruption? With Siemens digital innovation solutions, you can digitalize your entire innovation process, from the idea through production to your customers. Get smarter. Go faster. Think bigger. Transform your business.
siemens.com/plm
december 2017
47
MAAK PRODUCTIE EN PLANNING
FUTURE-PROOF (ERP) Software
Cloudoplossingen
Branchekennis
Innovatieve ICT oplossingen op basis van Microsoft Dynamics AX:
HOOFDKANTOOR
KANTOOR DEVENTER
CONTACTGEGEVENS
Noorderpoort 21
Zutphenseweg 29 d3
+31 (0)88 - 424 28 28
5916 PJ Venlo
7418 AH Deventer
info@pulse.nl
www.pulse.nl
FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?
Het in de markt zetten van MicroSure’s motion stabilizer is een kwestie van lange adem, weet ceo Carmen van Vilsteren.
IN FLINK:
Foto: Com-magz
MOTION STABILIZER VAN MICROSURE GEEFT CHIRURGEN DE FIJNE MOTORIEK
52 Maxon motor draagt bij aan Kitepower’s vlieger voor elektriciteitsopwekking 54 KORT: - Dopple wil markt voor bluetoothheadsets opschudden - BitSensor Nederlandse start-up van het jaar - Groeikapitaal voor 3D-printerbouwer Ultimaker - OX investeert in verdere groei Rolan Robotics
MARKT VAN 500 MILJOEN WENKEND PERSPECTIEF ‘Nu kan ik nog kleine vaten hechten voor bijvoorbeeld reconstructie-operaties. Maar ik weet dat ik dat op een gegeven moment, naarmate ik ouder word, niet meer kan, omdat mijn handen dan niet meer stabiel genoeg zijn.’ Die opmerking van de Maastrichtse chirurg René van der Hulst (MUMC+) aan het adres van de Eindhovense hoogleraar robotica Maarten Steinbuch (TU/e) triggerde een promotietraject van Raimondo Cau. Die slaagde erin een ‘motion stabilizer’ te ontwikkelen. Deze technologie vormde de basis voor de start-up MicroSure, die twee jaar geleden werd
BOLT MOBILITY: CROWDFUNDING VOOR APPSCOOTER SUCCESVOL
opgericht door TU/e en MUMC+.
Bolt Mobility heeft in een crowdfundingcampagne bij meer dan 2.500 investeerders in totaal 3,1 miljoen euro opgehaald, twee keer zoveel als verwacht. Daarmee laat de in Amsterdam gevestigde spin-off van de TU Delft bij VDL zijn elektrische Appscooter bouwen. De eerste prototypes worden februari volgend jaar verwacht, maar het duurt nog tot begin 2019 voordat de scooter – een soort exoskelet met 65 liter holle ruimte voor de batterijen – op de openbare weg komt, zegt medeoprichter Bart Jacobsz Rosier in het Financieele Dagblad. De App-
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
D Foto: Bolt Mobility
scooter, die op een volle lading vierhonderd kilometer haalt, krijgt een cockpit waarop Android-apps draaien. Jacobz Rosier in het FD: ‘Na BMW, Mercedes en Audi zijn
wij het vierde bedrijf in de wereld dat met deze technologie werkt.’
e motion stabilisator is – ofschoon die uit de robotica-wetenschap voortkomt en MicroSure’s logo de tekst ‘robot assisted microsurgery’ voert – geen robot, maakt MicroSure-ceo Carmen van Vilsteren duidelijk. Het is veel meer een geavanceerd stuk gereedschap dat de chirurg helpt micro-operaties precieser en beter uit te voeren. Het in de markt zetten daarvan is een kwestie van lange adem, weet Van Vilsteren, die eerder voor Thermo Fischer Scientific en Philips Healthcare veel ervaring opdeed met het vermarkten van healthcareoplossingen.
www.boltmobility.com
LEES VERDER OP PAGINA 50
december 2017
49
VERVOLG VAN PAGINA 49
MOTION STABILIZER VAN MICROSURE GEEFT CHIRURGEN DE FIJNE MOTORIEK
MARKT VAN 500 MILJOEN WENKEND PERSPECTIEF ‘Neem de operatie die lymfe-oedeempatiënten moeten ondergaan’, illustreert MicroSure-ceo Carmen van Vilsteren. Bij deze mensen is een lymfeklier verwijderd, bijvoorbeeld tijdens een borstkankeroperatie. Lymfeklieren ontdoen het lichaam van afvalstoffen die ontstaan bij ontstekingen en worden afgevoerd via een vatenstelsel dat alle lymfeklieren met elkaar verbindt. Als er nu een klier verwijderd is, kan dat vocht (lymfe) zich ophopen in bijvoorbeeld de arm. Met een micro-operatie kan de chirurg een bypass aanleggen door het lymfevat aan te sluiten op het bloedvat, zodat het vocht via het bloed kan worden afgevoerd. ‘Maar een lymfevat is soms niet dikker dan 0,3 millimeter. De chirurg kan dankzij een microscoop uitstekend zien wat hij doet, maar z’n hand stabiel houden terwijl hij zulk precisiewerk verricht vraagt veel van de fijne motoriek en is heel inspannend.’ Operaties kosten daardoor veel tijd en fouten zijn gemakkelijk gemaakt, met mogelijk complicaties als gevolg. Als chirurgen wat ouder worden, moeten ze dit type van ingrepen al gauw aan hun jongere collega’s laten. MicroSure’s Motion Stabilizer stelt de chirurg in staat het hechtwerk te verrichten. Hij bedient daartoe een joystick; zijn bewegingen worden verkleind en gestabiliseerd door de robotarm.
GÉÉN ROBOT, NOG NIET Weerstand tegen innovaties komt bij mensen – behalve uit een ingebakken weerzin tegen veranderingen – vaak voort uit de vrees hun baan kwijt te raken. Zeker als er robots in het spel zijn, leeft dat sentiment. Maar, ook al ligt de oorsprong van de technologie in de leerstoel Control Systems Technology van roboticaprofessor Maarten Steinbuch, MicroSure’s Motion Stabilizer is géén robot, benadrukt ceo Carmen van Vilsteren. Althans nóg niet. ‘De chirurg is nog steeds keihard nodig, bijvoorbeeld om het juiste vat te herkennen en om die zo belangrijke eerste steek te plaatsen. Wel kan het zo zijn’, duidt ze een ontwikkelrichting van MicroSure voor de komende jaren, ‘dat onze stabilisator een lerend systeem wordt dat in staat is een door de chirurg uitgevoerd patroon te herkennen en na te bootsen. Dit betekent dat het systeem een deel van het hechtwerk kan overnemen. Maar dat is vervelend routinewerk dat de chirurgen graag aan een robot overlaten.’
50
december 2017
LANGE ADEM De technologie bestaat uit mechatronische hardware met softwarebesturing die in een bestaande OK gemakkelijk is in te passen, aldus Van Vilsteren, terwijl ze wijst op een foto van een labopstelling: ‘Hier komt de patiënt te liggen en dit is de optische microscoop die de chirurg gebruikt om zijn handelingen goed te kunnen volgen.’ Kortom, als een ziekenhuis de motion stabilizer wil aanschaffen, hoeft het alleen dáárin te investeren. Toch is het in de markt zetten van dit product een kwestie van lange adem, weet Van Vilsteren, die eerder voor Thermo Fischer Scientific (voorheen FEI) en Philips Healthcare veel ervaring opdeed met het vermarkten van healthcareoplossingen. ‘Recent hebben we de eerste twee klinische operaties verricht. Dat waren successen. De betrokken plastisch chirurg Chan Chan Qius Shao en wij hebben die resultaten inmiddels gepresenteerd op een wetenschappelijke conferentie in Close-up van de motion stabilizer van MicroSure: geen robot, wel een geavanceerd stuk gereedschap. Foto: Bart van Overbeeke Barcelona, het 26th World Congress of Lymphology.’ Er volgen nog meer van dergelijke proefoperaties. FASE TWEE-FINANCIERING Daarna wordt een zogeheten multi-centre trial Een lange adem betekent dat er niet alleen geduld experiment opgezet, waarbij een aantal Europese moet worden geoefend door Van Vilsteren c.s., ziekenhuizen de ingrepen met de stabilisator volmaar ook dat er veel geld nodig is. Met de eerste gens exact hetzelfde protocol uitvoert. ‘En er zulfase – voor het ontwikkelen van een businesslen nog vele voordrachten op congressen nodig plan, het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzijn. De medische wereld is nu eenmaal – zelfs zoek, het formeren van een ontwikkelteam, de met veel, langs wetenschappelijke weg vergaard engineering en bouw van een prototype en eerste bewijs – lastig te overtuigen. Chirurgen willen serie (door VDL ETG), het organiseren van klieerst zien dat het ook in hun OK werkt, bij hun nische experimentele operaties en het verkrijgen patiënten. Daarnaast hebben ze soms last van het van de CE-goedkeuring – is ‘een paar miljoen ‘not invented here’-syndroom en – net als elk euro’ gemoeid, opgebracht door de founders, met mens – nu eenmaal moeite met veranderingen. financiële steun van STW, Brightmove en verEn vergeet de verzekeraars niet. Ook die moeten schillende private investeerders. Voor fase twee – we ervan overtuigen dat de stabilisator veilig en waarin het multi-centre-trial experiment moet zeker werkt en tijd en geld kan besparen. worden uitgezet en uitgevoerd – is naar schatting
tien miljoen euro nodig, aldus Van Vilsteren, die momenteel druk is om die financiering op tijd rond te krijgen.
‘ZOEK JE INTERESSANTE GESPREKSPARTNERS? VRAAG HET AAN EEN VROUW’
EERSTE IN DE MARKT Dee markt is in eerste aanleg die van de reconstruerende plastische chirurgie: de ingrepen die nodig zijn zoals bij lymfe-oedeempatiënten, na het verwijderen van een borsttumor, maar ook wanneer door een ongeluk een hand of vingers verminkt zijn. Met de stabilisator kan de chirurg dan veel gemakkelijker tal van kleine bloedvaten aansluiten op het lichaamseigen weefsel dat voor dat herstelwerk tegenwoordig doorgaans wordt gebruikt. ‘Voor dat werk worden microscopen ingezet en daarvan worden er jaarlijks wereldwijd 5.000 verkocht. Uitgaande van dergelijke aantallen betekent dat voor ons een wereldmarkt van 500 miljoen euro. Als we daar later de markt van de neurochirurgie nog aan kunnen toevoegen, kan dat oplopen tot één miljard euro. Dat terwijl wij nog geen concurrentie hebben. Ja, de bekende Da Vinci operatierobot is ook een motion stabilizer, maar bij uitstek ontwikkeld en gebouwd voor het uitvoeren voor minimaal-invasieve ingrepen. Voor de toepassing die wij hebben gekozen, zijn we de eerste in de markt.’ www.microsure.nl www.tue.nl/cst www.mumc.nl
Deze zomer werd ‘Philips Best, van verborgen parel naar kroonjuweel’, van Bert Tip gepubliceerd. Een boek over de historie van de divisie Medical Systems, gevestigd in het Brabantse Best, die tegenwoordig het ‘kroonjuweel’ is van het concern. Daarin komen tal van mannen aan het woord. ‘Maar niet één vrouw’, constateert Carmen van Vilsteren: ‘De vrouwen daar blijven nog steeds verborgen, wat een gemiste kans!’ De ceo van de Eindhovense start-up MicroSure en director of strategic area Health van de TU/e, die zelf een tijdlang als development manager bij Philips Healthcare heeft gewerkt, is ervan overtuigd dat dat geen toeval is. ‘Natuurlijk werken daar meer mannen dan vrouwen. Maar dat er nu slechts mannen aan het woord komen, komt doordat mannelijke geïnterviewden geneigd zijn andere mannen voor vervolggesprekken aan te bevelen. Default noemt een man een andere man.’ Met als gevolg dat er weinig vrouwen uit de industrie aan het woord komen in de media, zoals in dit boek. ‘Ook in Link Magazine zie ik maar weinig vrouwen. Waardoor maar weinig vrouwen een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. En dat draagt er niet aan bij dat het aantal vrouwen in de industrie stijgt. Dus’, verzoekt ze de Link-redacteur met klem, ‘als je interessante gesprekspartners zoekt in de industrie, vraag het aan een vrouw.’
Carmen van Vilsteren, ceo van MicroSure en director of strategic area Health van de TU/e: ‘De vrouwen blijven nog steeds verborgen, wat een gemiste kans!’ Foto: Com-magz
december 2017
51
MAXON MOTOR DRAAGT BIJ AAN KITEPOWER’S VLIEGER VOOR ELEKTRICITEITSOPWEKKING
ROBUUSTE AANDRIJVINGEN NEMEN HOGE VLUCHT Windenergie gaat hogerop met een vlieger-aaneen-kabel die elektriciteit kan opwekken. Twee jaar geleden startte Kitepower als spin-off vanuit de TU Delft; met zijn ‘laddermolen’ legde voormalig astronaut Wubbo Ockels ooit de basis. Maxon motor levert robuuste aandrijvingen voor de control unit die de vlieger hoog in de lucht zijn kenmerkende ‘achten’ laat draaien. ‘Zij hebben geleerd van onze agile werkwijze als start-up, wij van hun manier om kwaliteit in het product en de productie te brengen.’ Kitepower en partners, met de kite control unit (inzet), op bezoek bij maxon motor. In het midden Roland Schmehl en
DOOR HANS VAN EERDEN
vierde van rechts Johannes Peschel. Foto: Ni Yan
D
e laddermolen van de te jong overleden Ockels bleek in de conceptstudie lastig op te laten en te besturen, reden om de vliegeenheid tot één kite terug te brengen. Het huidige concept omvat een vlieger, via een control unit met één lange kabel verbonden aan een grondstation. Daar is de kabel over een trommel gewonden van een lier die generator (dynamo) en motor in zich verenigt. Als de vlieger opstijgt naar grote hoogte, tot 500 meter, en z’n crosswind-patronen – de karakteristieke ‘achten’ – vliegt, trekt de kabel met grote kracht aan de lier, waardoor de dynamo elektriciteit opwekt. Heeft de kite zijn ‘plafond’ bereikt, dan moet ie opnieuw beginnen en gaat de generator als motor werken om hem in zweefvlucht naar beneden te trekken. Dat kost minder energie dan opgaand is opgewekt, dus netto levert het systeem energie op. ‘Windenergie naar de grond pompen’, noemde Ockels het. Hoog in de lucht stuurt de control unit, met meerdere korte kabels aan de kite verbonden, de bewegingen. Met meerdere voordelen ten opzichte van zelfs de grootste windmolen: op grotere hoogte is de wind meestal steviger en stabieler, met een relatief licht systeem kan veel energie worden opgewekt en er is minder geluidsoverlast en horizonvervuiling. Een systeem dat 20 kW opwekt (vergelijkbaar met tachtig zonnepanelen) is al operationeel als technologiedemonstrator. Een verder doorontwikkeld 100 kW-systeem is in aanbouw: met een trommel van twee meter lengte, één meter diameter op de lier en een vleugeloppervlak van de vlieger van veertig tot zeventig vierkante meter.
52
december 2017
ICONISCH Dit najaar neemt Kitepower deel aan het spraakmakende Afsluitdijk designinnovatieproject van Daan Roosegaarde en zijn studio, dat de iconische waarde van de dijk moet markeren. Met de Lichtpoort, die blijft, en enkele tijdelijke kunstwerken, waaronder Windvogel: kites voorzien van een lichtgevende lijn. De elektriciteitsopwekkende vlieger is daarmee letterlijk en figuurlijk een blikvanger geworden, die meelift op de intense media-aandacht voor het project. In Delft is de stemming bij de Kitepower-oprichters Johannes Peschel en Roland Schmehl dan ook licht euforisch. ‘We hebben wat problemen gehad met extreem hoge windsnelheden, maar na de intensieve voorbereiding werkt de kite behoorlijk goed’, zegt ceo Peschel. ‘Het is mooi dat we onze visie hebben kunnen waarmaken en laten zien dat windenergie mooi kan zijn – niet lelijk en luidruchtig.’ Maar niet alleen het kunstzinnige aspect telt, vervolgt Schmehl, universitair hoofddocent windenergie en hoofd van de Kitepower onderzoeksgroep van de Delftse faculteit Luchten Ruimtevaarttechniek. ‘Naast een artistieke mijlpaal was het ook een keiharde engineeringsopgave om samen met Studio Roosegaarde de
kabel die zware belastingen moet kunnen weerstaan te combineren met de lichtgevende lijn. Wij hebben dat nodig, omdat onze kabel vanuit het oogpunt van veiligheid zichtbaar moet zijn voor het vlieg- en droneverkeer.’ Voor commerciële toepassingen wordt onder meer gedacht aan de energievoorziening in afgelegen gebieden of voor tijdelijke gelegenheden, zoals bij een festival, natuurramp (aardbeving, storm of tsunami) of militaire missie. Met het grondstation aangevoerd in een container kan de kite snel ter plekke zijn.
PARTNERS De ondernemers van Kitepower leggen zich vooral toe op de software en besturing van hun systeem en de luchtvaartaspecten. De Delftse onderzoekers maken breder studie van airborne wind energy (zoals zeilen) en flight control (ook relevant voor drones en onbemande vliegtuigjes). Ze werken daarvoor met allerlei Europese partijen samen. Zo valt het onderzoek voor Kitepower onder het Horizon 2020-project REACH: Resource Efficient Automatic Conversion of High-Altitude Wind. De belangrijkste industriële ontwikkelpartners zijn het Franse Genetrix, dat kites voor kitesurfing maakt, lierenfabrikant Dromec uit Rhenen en maxon motor voor de control unit, inclusief aandrijvingen. Toen andere motoren niet bestand bleken tegen de hoge trekkrachten, kwam de Zwitserse fabrikant van precisie-aandrijvingen in beeld. Peschel: ‘De control unit is een geïntegreerd mechatronisch systeem
247TAILORSTEEL.COM 24 uur per dag en 7 dagen per week online tailor-made producten direct te bestellen Al vanaf één stuk maar ook seriematig. De vlakbedlasers, kantbanken en profiellasers staan voor u klaar.
Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com
dat lichtgewicht, waterproof en schok- en temperatuurbestendig moet zijn. Bij maxon konden we terecht voor betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige aandrijvingen. Die zaten bijvoorbeeld ook in rovers die op Mars rondreden.’ Dominik Frey, projectmanager voor Kitepower bij de maxon-vestiging in Sexau (D), noemt het een hele uitdaging om de verschillende componenten, zoals sensoren en overbrengingen, te integreren tot een robuuste aandrijving. ‘Vanwege de extreme krachten op de overbrenging moest de lagering verder worden versterkt. We hebben dezelfde motoren gebruikt als vaak toegepast in robotica, vanwege het hoge koppel dat ze kunnen leveren en het compacte ontwerp.’ Daarmee voldeed maxon volledig aan de eisen van Kitepower, meldt Peschel, die daaraan toevoegt dat de samenwerking met een bedrijf als maxon ook organisatorische uitdagingen kent. ‘Zaak is in de driehoek van start-up, onderzoeksgroep en
Een kite via control unit en mast verbonden met grondstation (niet zichtbaar). Foto: Kitepower
gevestigd bedrijf de interfaces goed te definiëren en de verschillende tijdlijnen op elkaar af te stemmen. Wij werken als start-up heel lean, in korte sprints; maxon meer volgens vaste procedures. Maar we hebben van elkaar geleerd: zij van onze agile werkwijze, Twee lichtgevende Kitepower-systemen bij de Afsluitdijk. Foto: Studio Roosegaarde wij van hun manier om kwaliteit in het product en de promaanden – typisch de levensduur van het zeil – ductie te brengen. We mikken nu op ISO 9001onafgebroken kan opereren. Intussen komen er al certificering.’ meer systemen in het veld te staan. Kitepower, dat eind dit jaar achttien medewerkers telt, zal daarom volgend jaar vooral in z’n operationele BETROUWBAARHEID team groeien. Ready for take-off. Kitepower wil zijn systeem nog gebruiksvriendelijker maken, zodat één persoon het kan bedienen. Het ultieme doel is een volledig autonoom systeem, dat de kite automatisch kan ‘lanceren’ en www.kitepower.nl laten landen. Maar een zeker zo belangrijke focus kitepower.tudelft.nl ligt op de betrouwbaarheid: aantonen dat het zes www.maxonmotor.com
december 2017
53
KORT
DOPPLE WIL MARKT VOOR BLUETOOTH-HEADSETS OPSCHUDDEN Tjapko Uildriks en compagnon Johan Schreuder begonnen 2017 een nieuwe onderneming, Dopple. De start-up heeft met bluetooth-headsets veel ervaring opgedaan bij onder meer Plantronics, Tonalite en Sony Ericsson. ‘Johan en ik hebben in 2009 Tonalite opgezet, dat in 2012 is overgenomen door Plantronics. Na afloop van het contract, eind 2016, zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe uitdaging. Dat werd Dopple’, vertelt Uildriks. ‘Onze tijd bij Plantronics was prettig, maar het heeft ons wel geleerd dat wij met Dopple de vrijheid willen houden zelf keuzes te maken.’ Maart dit jaar werden Uildriks en Schreuder ‘verrast’ door het sluiten van de Nederlandse vestiging van Plantronics in Emmen, waar veel ervaren mensen actief waren. Een deel is in dienst gekomen bij Dopple, dat intussen tien mensen telt. ‘Sinds de oprichting van Tonalite is de markt voor bluetooth-headsets sterk veranderd en is de vraag naar deze producten hard gegroeid. Gunstig
voor Dopple, dat zich richt op de ontwikkeling van onder meer chipsets voor dergelijke apparaten. We zijn flink op weg met Dopple. Zo hebben we relaties opgebouwd met toeleveranciers als NXP, Dialog, Cypress en Maxim.’ De kerncompetentie is miniaturisatie. Dopple kent twee divisies, Technologies en Product Factory. Dopple Technologies richt zich op het leveren van platformen aan partijen in de industrie. ‘Het gaat hierbij om bluetooth-chipsets met software. We merken dat er veel belangstelling is voor dergelijke platformen’, zegt ceo Uildriks. Hij hoopt vanaf 2018 de eerste platformen te kunnen leveren voor ‘Dopple Inside’ producten. Dopple Product Factory richt zich op de ontwikkeling van volledige producten. ‘Daarvoor zijn we de koers nog aan het bepalen. We denken onder meer aan toepassingen voor de maakindustrie, zoals bluetooth-headsets met geïntegreerde gehoorbescherming. Daarnaast kijken we ook naar toepassingen
GROEIKAPITAAL VOOR 3D-PRINTERBOUWER ULTIMAKER Private equity-bedrijf NPM Capital investeert voor een onbekend bedrag in Ultimaker in Geldermalsen. De succesvolle ontwikkelaar en bouwer van 3D-printers gebruikt dat geld om de productontwikkeling te versnellen en voor de verdere uitbouw van de verkoopactiviteiten in de wereld. Ultimaker groeit sinds de oprichting in 2011 in een razend tempo en is, mede dankzij het internationale verkoopkanaal (in honderd landen) marktleider in het hogere segment 3D-desktopprinters. www.ultimaker.com
54
december 2017
voor de medische sector.’ ‘Dopple is betrokken bij Region of Smart Factories, een Smart Industry fieldlab in het noorden van het land’, besluit Uildriks. Binnen deze samenwerking werken veertig partners uit Noord-Nederland samen aan de ‘fabriek van de toekomst’. Deze
fabriek kent intelligente, connected en customized productieprocessen voor het produceren van dito producten. www.dopple.nl
BITSENSOR NEDERLANDSE START-UP VAN HET JAAR BitSensor is tijdens de Computable Awards verkozen tot Nederlandse start-up van het jaar. Oprichters Ruben van Vreeland (ceo) en Alex Dings (coo) namen de prijs op 31 oktober in Utrecht in ontvangst. Ze zijn ethische hackers: ze sporen beveiligingsgaten in bijvoorbeeld software of it-systemen op en melden die bij de beheerder, zodat die het beveiligingsprobleem kan verhelpen. Van Vreeland en Dings hebben een oplossing ontwikkeld die kan worden geïntegreerd met een softwareapplicatie en deze applicatie continu monitort. BitSensor kan hierdoor signalen die duiden op een cyberaanval in een vroeg stadium opsporen, zodat tijdig actie kan worden ondernomen om de aanval af te slaan. Daarnaast kan de beveiligingsoplossing zelfstandig maatregelen nemen om aanvallers direct buiten te sluiten en schade of datadiefstal te voorkomen.
BitSensor, genomineerd in de categorie ‘Nederlandse start-up van het jaar’, ontving bijna veertig procent van alle stemmen. ‘Cybersecurity heeft een gigantisch groeipotentieel in een ontzettend grote markt. Veel bedrijven zijn nog niet goed beveiligd, zijn ‘lek’, terwijl ze steeds meer data verzamelen en gebruiken’, lichtte de jury toe. BitSensor viel niet voor het eerst in de prijzen. In 2016 won de start-up de NRC-Liveprijs voor ‘CyberSecurity Startup of the Year’ en de IBM-prijs voor meestbelovende Nederlandse start-up. Daarnaast stond BitSensor als finalist in de wereldwijde top-tien van het IBM SmartCamp-programma in Silicon Valley. Van Vreeland en Dings werden in juni door Sprout uitgeroepen tot beste jonge ondernemers van 2017. www.bitsensor.io
OX INVESTEERT IN VERDERE GROEI ROLAN ROBOTICS
De nieuwste uit Geldermalsen, de Ultimaker 3. Foto: Ultimaker
Investeringsmaatschappij OX heeft een meerderheidsbelang genomen in Rolan Robotics. Dat stelt de specialist in industriële robotsystemen in staat om de capaciteit verder uit te breiden en hard door te groeien. Op eigen kracht lukte dat ook al, blijkt uit de twee nominaties voor een FD Gazelle Award die het bedrijf uit Zwaag in de wacht sleepte. Met meer
dan 900 geleverde robotsystemen, zoals las- en handlingrobots in de metaalsector maar ook de food- en non-food-industrie, is Rolan Robotics een van de grootste spelers in de Benelux. Het leveringsprogramma bestaat uit lasrobots van OTC en handlingrobots van OTC, Stäubli en Fanuc. www.rolan-robotics.nl
STRATEGIE
BUSINESSCOACHINGTRAJECT VERGROOT BEWUSTZIJN VOOR TER HOEK VONKEROSIE
‘WE SCHIETEN NIET LANGER MET HAGEL, MAAR MET SCHERP’ Ter Hoek Vonkerosie is de afgelopen jaren een andere koers gaan varen. Niet alleen is het bedrijf zich verder gaan specialiseren en heeft het een aantal nevenactiviteiten afgestoten, ook is de organisatie zich meer gaan richten op haar medewerkers en stelt ze de mens centraal. Het businesscoachingtraject van NEVAT maakte Ter Hoek bewust van de noodzaak voor deze koerswijzigingen.
staat en helpen in kaart te brengen hoe de organisatie zich door de jaren heen heeft ontwikkeld. Zo kunnen cijfers van dit jaar worden vergeleken met voorgaande jaren, waardoor zichtbaar wordt of op bepaalde vlakken groei is gerealiseerd. Het businesscoachingtraject houdt ondernemers dus een spiegel voor en maakt hen bewust van zowel hun werkwijze als hun koers.’ ‘Zo zijn wij ons in de economische crisis bewust geworden van de noodzaak te snijden in de kosten, aangezien het aantal orders met dertig procent terugliep. Wij hebben ons daarom meer gespecialiseerd en nevenactiviteiten zoals frezen en slijpen uitbesteed’, vertelt Ter Hoek. ‘Wij willen niet langer op alle aanvragen die wij binnenkrijgen offertes uitbrengen, maar alleen voor die opdrachten waar wij echt goed in zijn. We schieten niet langer met hagel, maar juist met scherp. In de benchmark zien we terug dat hier nu bewustere keuzes in worden gemaakt.’
FOCUS OP WERKNEMERS
Willem Jan (links) en Gerrit ter Hoek: ‘Wij zitten vooral aan de technologiekant, maar zijn ook goed in het onderhouden van relaties met klanten.’ Foto: Arjan Reef
DOOR WOUTER HOEFFNAGEL
rganisaties worden tijdens het professionaliseringsprogramma van NEVAT door een businesscoach getoetst op 28 prestatie-indicatoren, waardoor ondernemers een spiegel voorgehouden krijgen. ‘Het gaat erom dat je je bewust wordt hoe je als bedrijf zaken doet, waarom je een bepaalde werkwijze hanteert en wat klanten van jouw organisatie vragen’, legt Gerrit ter Hoek, directeur van Ter Hoek Vonkerosie in Rijssen, uit. ‘Wij maken bijvoorbeeld onderdelen voor system suppliers, die leveren aan oem’ers. Als wij weten hoe deze oem’ers en system suppliers denken, kunnen wij veel beter inspelen op hun behoeften.’
O 56
december 2017
‘De spiegel die het coachingtraject je voorhoudt, dwingt je uit je comfortzone te stappen’
WAAR STAAT HET BEDRIJF? De prestatie-indicatoren zijn hierbij van grote waarde. ‘De cijfers laten zien waar je als bedrijf
Daarnaast heeft het professionaliseringsprogramma laten zien dat het bedrijf zich meer moet focussen op zijn werknemers. ‘Wij merken dat eindklanten steeds vaker rechtstreeks met ons willen praten en niet meer via een system supplier. Technologen moeten immers met technologen praten’, aldus Ter Hoek. Soft skills worden hierdoor steeds belangrijker. Om mensen te helpen op dit gebied en andere vlakken optimaal te presteren, is het bedrijf afgestapt van traditionele beoordelingsgesprekken en helpt het zijn medewerkers zichzelf te verder te ontwikkelen. ‘We kijken nu meer naar soft skills. Hoe presteert een medewerker bijvoorbeeld op het gebied van communicatie, hoe gaat hij om met stress en toont hij ondernemerschap? Op deze punten beoordelen wij onze mensen niet zozeer, maar proberen wij hen te coachen. Dit doen we door bewustwording te creëren indien bijvoorbeeld hun communicatieve vaardigheden achterblijven en hen vervolgens te helpen die te verbeteren’, legt operational manager Willem Jan ter Hoek uit. ‘Dit interne coachingstraject hebben we in belangrijke mate
gebaseerd op hoofdstukken uit de module Ondernemerschap van het businesscoachingtraject van NEVAT.’ Naar aanleiding van het traject wil Ter Hoek tevens meer inzetten op zelfsturing. ‘We zijn bezig de organisatie om te toveren tot een minder hiërarchisch bedrijf, waarbij meer verantwoordelijkheden bij de juiste mensen op de werkvloer worden neergelegd. Door hen beslissingen te laten nemen, werken we veel efficiënter en realiseren we een hoger rendement. Dit stelt ons in staat meer geld te investeren in nieuwe technologieën die onze klanten nodig hebben.’
RELATIELEIDER Het traject brengt daarnaast de waardepropositie van organisaties in kaart door hen te profileren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen ‘leiders’: relatieleiders die zich volledig wijden aan de klantrelatie, specifieke klantvragen en het leveren van maatwerk; technologieleiders die state-of-the-art producten leveren en zowel innovatie als creativiteit centraal stellen; kostenleiders die zich richten op maximale efficiëntie en volledig gebruik van de eigen capaciteit. ‘Wij zitten vooral aan de technologiekant en doen er alles aan om de klant te helpen zich technologisch te verbeteren’, verklaart Gerrit ter Hoek. ‘We zijn echter ook goed in het onderhouden van relaties met klanten en hen te ontzorgen, maar richten ons hierbij wel op onze specialismen: vonkerosie, verspanen en precision electro chemical machining. Binnen ons vakgebied willen wij een relatieleider
lubrication
NEVAT biedt sinds enkele jaren ook een benchmark light aan, een beknopte versie van de reguliere benchmark uit het businesscoachingtraject van de brancheorganisatie. De benchmark light is gericht op toeleveranciers voor wie niet alle prestatie-indicatoren uit de uitgebreide benchmark relevant zijn en die liever een beknoptere versie hanteren. ‘Voor de reguliere benchmark stellen wij een vijftigtal vragen aan bedrijven, die wij verwerken tot 28 prestatie-indicatoren. De benchmark light bevat minder prestatie-indicatoren en er hoeven minder data voor worden aangeleverd’, legt Alwin Pol, businesscoach bij NEVAT, uit. Ondernemers bepalen zelf hoe de benchmark light eruitziet. Zo kunnen zij er naar wens prestatie-indicatoren uit de reguliere benchmark in opnemen. ‘Veel leden hechten bijvoorbeeld groot belang aan de toegevoegde waarde die zij leveren. Prestatie-indicatoren die hierop betrekking hebben, kunnen dan ook worden opgenomen
zijn, waarbij we ons graag laten uitdagen op het gebied van technologische mogelijkheden.’
UIT DE COMFORTZONE ‘De spiegel die het coachingtraject je voorhoudt, dwingt je uit je comfortzone te stappen, je eigen organisatie vanuit een ander perspectief te bekijken en maakt je bewust van de koers die je als
services
■
www.vanmeeuwen.com
BENCHMARK LIGHT VOOR MEER MAATWERK
■
■
systems
info@vanmeeuwen.com
■
■
in de benchmark light.’ Het businesscoachingtraject wordt door NEVAT telkens doorontwikkeld en vernieuwd. ‘De markt is continu in beweging en blijft zich ontwikkelen. De benchmark light is onderdeel van deze continue vernieuwing. Hiermee kunnen we meer maatwerk leveren en beter inspelen op de wensen van onze leden’, aldus Pol. Daarnaast kan ook de rest van het traject naar wens worden vormgegeven. ‘Ondernemers kunnen niet alleen kiezen tussen benchmark regulier en light, maar ook zelf bepalen of zij met de modules Strategie en Ondernemerschap aan de slag willen.’ Het overgrote deel van de ondernemers kiest overigens voor het volledige businesscoachingtraject, inclusief de reguliere benchmark. In 2018 krijgen in overleg met de leden de reguliere benchmark en de modules Strategie en Ondernemerschap een update. www.nevat.nl
ondernemer vaart’, zegt Gerrit ter Hoek tot slot. ‘Het is waardevol dat de persoon die deze spiegel voorhoudt zicht heeft op zowel andere bedrijven als de volledige markt en hierdoor de juiste vragen kan stellen om ons tot nieuwe inzichten te laten komen.’ www.terhoek.com
chemicals
The Netherlands +31 (0)294 494 494
■
■
education
Belgium +32 (0)53 76 76 00
december 2017
57
KRACHTIGE BEWEGING Transmissions, hydraulics & winches
Dana Brevini brengt u verder Als totaalleverancier van custom-made transmissiesystemen, ontwerpt en produceert Dana Brevini Benelux een compleet assortiment van zowel mechanische transmissies als hydraulische en elektronische componenten. Door de integratie van de diverse technologieĂŤn, zorgen wij voor de krachtige beweging die u verder brengt. Dana Brevini Benelux | +31 172 42 80 80 | benelux@dana.com | www.brevini.nl
MENS EN ORGANISATIE
TMC: JONGERE GENERATIE VROUWEN GAAT ONDERVERTEGENWOORDIGING IN INDUSTRIE VERMINDEREN
HOE DIVERSER, HOE BETER Wil je een product dat niet alleen innovatieve functies heeft, maar ook goed maakbaar, servicebaar en verkoopbaar is, dan moet je behalve ontwerpers ook mensen van andere afdelingen in je ontwikkelteam opnemen. Maar dat is nog lang niet divers genoeg, stelt Noortje van Boxtel van TMC. Innoveren vergt het bijeenbrengen van zoveel mogelijk perspectieven op een probleem en dan moeten ook vrouwen, mensen van uiteenlopende generaties en culturen aanschuiven. Zij put uit de uitkomsten van de eerste twee TMC-pizzasessies ‘Why diversity works’, waar kennis over dit onderwerp gedeeld wordt. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
ls je een innovatief product wil ontwikkelen, moet je dat niet alleen met ontwerpers doen. Betrek je vroegtijdig in dit creatieve proces mensen van engineering, productie, verkoop en inkoop, dan is de kans op een ‘first time right’ succes een stuk groter. Daarom is een belangrijk onderdeel van de TMC Masterclass, die technisch detacheerder TMC voor zijn ‘werkondernemers’ organiseert, gewijd aan de waarde van een diverse samenstelling van ontwikkelteams, schetst Noortje van Boxtel, directeur manufacturing support. ‘Iedereen is het er wel over eens dat je voor een complex product mechanici, elektrotechnici en softwaremensen nodig hebt. Maar het is van belang om ook tijdig een serviceman of -vrouw te betrekken, anders kan er een product ontstaan dat weliswaar qua functie heel innovatief is en goed werkt, maar kostbaar is om te onderhouden. Betrek je in het ontwikkelproces bijvoorbeeld geen inkoper, dan loop je de kans dat het ontwerp onderdelen bevat die binnen de kortste keren obsoleet zijn. En zet je de kennis van manufacturing-engineers niet in, dan kan een nieuw product zo maar moeilijker in serie maakbaar en dus duurder worden.’
A
NOG MEER DIVERSITEIT Maar deze diversiteit aan technische disciplines en posities in de voortbrengingsketen is nog niet voldoende, zo is geconcludeerd tijdens de twee ‘pizzasessies’ ‘Why diversity works’, die TMC recent organiseerde, met als gastsprekers onder anderen Corine Riem Vis, director after sales van Ford Motor Company en Nicola Edwards, director palletising systems van CSi Palletising. Van Boxtel: ‘Er is ook sociale diversiteit nodig, naar gender, generatie en culturele achtergrond.’ De deelnemers aan de sessies – vrouwen én mannen – concludeerden dat vrouwen vaak beter in staat
zijn zich te verplaatsen in het standpunt van de ander. ‘Vrouwen zijn over het algemeen minder geneigd stevig vast te houden aan het standpunt dat ze hebben ingenomen. Terwijl voor het ontwikkelen van een nieuw product of een nieuwe dienst juist een diversiteit aan perspectieven op een probleem nodig is en niet het halsstarrig vasthouden aan de eigen mening.’ Noortje van Boxtel: ‘Veel industriële bedrijven huren graag een vrouw in, juist omdat ze begrij-
GRAAG EEN VROUW
pen dat ze een diverse samenstelling van hun personeel nodig hebben.’ Foto: Jorde Steenbeek
Het is dan ook jammer – alleen al voor het innovatievermogen – dat er nog zo weinig vrouwen in de industrie werkzaam zijn, aldus Van Boxtel. Tegelijk constateert ze dat de jongere generaties vrouwen die onbalans wel eens zouden kunnen verminderen. ‘Ze zijn natuurlijk niet helemaal representatief voor de jongeren van nu in het algemeen, maar ik zie onder onze werkondernemers heel veel zeer ambitieuze vrouwen die heel bewust hun carrière plannen en goed nadenken hoe ze straks hun loopbaan bijvoorbeeld gaan combineren met het opvoeden van kinderen.’ TMC detacheert inmiddels al veel jonge vrouwen naar bedrijven om daar deel te gaan uitmaken van een ontwikkelteam, of aan de slag te gaan in een productieafdeling. ‘Veel industriële bedrijven huren graag een vrouw in, juist omdat ze begrijpen dat ze een diverse samenstelling van hun personeel nodig hebben. Alleen in het management blijft het aantal vrouwen sterk achter. Deels komt dat doordat vrouwen niet per se geïnteresseerd zijn in een plek op de zogeheten apenrots. Deels doordat veel mannen liever samenwerken
met andere mannen en zo het old boys network in stand houden.’
GENERATIE Y Over de waarde van andere vormen van diversiteit, naar generatie, sector en cultuur, stelt Van Boxtel: ‘Iemand van een jaar of dertig, van de generatie Y, heeft die frisse blik, juist omdat hij nog niet zoveel werkervaring heeft. Maar de inbreng van een vijftiger, die in andere sectoren al vaker heeft ervaren hoe belangrijk het is ‘productie’ er vroeg bij te betrekken, is ook heel waardevol. Mensen met andere etnische achtergronden zoals bijvoorbeeld Aziatisch, Turks of Marokkaans kijken wellicht ook weer heel anders tegen problemen en de oplossingen ervoor aan.’ TMC organiseert in Q1 2018 de volgende kennisdelingssessie ‘Why diversity works’, om door te borduren op dit diverse onderwerp.
www.tmc-employeneurship.com
december 2017
59
PROCESVERBETERING
DFM (DESIGN FOR MANUFACTURING) EN DFT (DESIGN FOR TEST) VOORKOMEN LANGE ONTWIKKELFASE
PLUSSEN MET BATTERY MANAGEMENT Voor de ontwikkeling van een batterijmanagementsysteem vonden Cleantron en tbp electronics elkaar in hun streven naar kwaliteit. De vroege betrokkenheid van de elektronicaleverancier resulteerde in een tien procent hogere ‘first pass yield’ in de productie van de printplaten. ‘Het ontwerp is kwalitatief zeer competitief.’ VIRTUELE ANALYSES
Van links naar rechts Maurice van Giezen (Cleantron), Steven van Hout en Ton Plooy (beiden tbp): ‘Cleantron was bereid er net als wij vooraf tijd en geld in te steken, in het vertrouwen die investering achteraf terug te verdienen.’ Foto: Sam Rentmeester
DOOR WILMA SCHREIBER
n zijn fabriek in Nieuw-Vennep ontwikkelt en produceert Cleantron Li-ion batterypacks, die worden opgebouwd uit hoogwaardige lithium-ion-cellen. Belangrijk onderdeel van de packs is het batterijmanagementsysteem (BMS), een printplaat (printed circuit board assembly, pcba) die zich boven in het pack bevindt en alle herlaadbare cellen met elkaar verbindt, controleert en aanstuurt. ‘Het is een hoogwaardig compact product, met een hoge energieinhoud. Grofweg tien keer lichter dan lood en met een lange levensduur. De belangrijkste functie van het BMS is veiligheid. Als de thermosensoren bijvoorbeeld aangeven dat de tempera-
I
60
december 2017
tuur te hoog of te laag is, gaat er een schakelaar om’, verklaart Maurice van Giezen, managing director bij Cleantron. Met zijn batterypacks richt Cleantron zich op licht horizontaal vervoer in de industriële markt: schoonmaakmachines, agv’s (autonoom geleide voertuigen), robots in de agrarische industrie, hoogwaardige elektrische fietsen voor gehandicapten en sneeuwscooters. Op het gebied van batterypacks voor elektrische scooters is het bedrijf de grootste Europese producent, aldus Van Giezen. ‘Verder merken we dat het vervoer met elektrische voertuigen in steden toeneemt en daarmee ook de vraag naar hoogwaardige batterypacks, zowel in laag voltage (tot 48 V, red.) als hoog voltage (350 V, red.).’
Voor de ontwikkeling van het BMS deed Cleantron in een vroeg stadium een beroep op elektronicaleverancier tbp in Dirksland. ‘Als een klant een accupakket bestelt, voeren wij de opdracht uit vanaf ontwerp van de functionaliteit van de printplaat. Tbp onderzoekt of het op die manier te produceren is en of ons ontwerp geen fouten in de hand werkt. Daardoor voorkom je een onnodig lange ontwikkelfase’, stelt Van Giezen. Tbp bevestigt het belang van early supplier involvement. ‘Wij kijken onder meer of we alle componenten in het ontwerp kunnen plaatsen, of ze niet te dicht op elkaar zitten en of de footprints volgens de regels gemaakt zijn en geen kortsluiting veroorzaken. Doel is te komen tot een design dat goed maakbaar is en met een zo hoog mogelijke kwaliteit uit onze fabriek komt’, zegt Steven van Hout, senior test & DfT consultant bij tbp. Een dergelijke hoge first pass yield – lees: zo veel mogelijk goede pcba’s in één keer – betekent minder herstelwerk aan de boards en dus een hogere betrouwbaarheid. Daarnaast onderzoekt tbp op voorhand hoe goed een product te testen is om de kans op productiefouten te verkleinen. Van Hout: ‘Al die analyses gebeuren in de virtuele wereld; onze aanpassingen zijn dan ook makkelijk door te voeren op de computer, er is nog niets gemaakt. Dat bespaart tijd en geld. Bovendien is van tevoren al bekend wat de productiekwaliteit en de uitleverkwaliteit zullen zijn.’
REAL-TIME CONTROLE Alle componenten worden opgenomen in de testsequences en tbp controleert real time of die voor-
spelde kwaliteit ook daadwerkelijk in de productie behaald wordt. ‘Zo niet, dan verfijnen we aan de voorkant de analysemodellen of we stellen het productieproces bij. We verplichten ons om de met de opdrachtgever afgesproken first pass yield te halen’, stelt ceo Ton Plooy. ‘De meeste designers testen alleen de key components. Maar als je niet zoals wij een extended boundary scan test (EBST) uitvoert bij de accucellen, haal je nooit de vereiste kwaliteit. Bovendien is bij een EBST de testtijd veel korter en ook het foutzoeken kost minder tijd.’ Cleantron kan als gebruiker inloggen op de testdata en de eigen kwaliteit monitoren. De vroege betrokkenheid van tbp stuwt de kwa-
currentie uit China, maar de kwaliteitsperceptie is daar toch, anders dan in Europa, meer failuregezind. Onze batterypack vormt een essentieel onderdeel van de kwaliteit van de producten van onze klanten en het BMS is daar weer een cruciaal onderdeel van.’
ZELFDE DOELGERICHTHEID Een ander punt is dat in China de productie nog handmatig gecontroleerd wordt. Van Giezen: ‘Dat beïnvloedt de kwaliteit. Via het BMS worden alle cellen uit een pack in-line, automatisch gekeurd en gegroepeerd. Zo sluit je de menselijke factor uit. Want als je al dertig packs hebt afgekeurd,
‘We verplichten ons om de met de opdrachtgever afgesproken first pass yield te halen’
liteit omhoog. ‘De eerste DfM-analyse (Design for Manufacturing, red.) van ons ontwerp kwam uit op 85 procent first pass yield. Na het doorvoeren van de aanbevelingen van tbp lag die op 96 procent, toch ruim tien procent meer boards in één keer goed’, stelt Van Giezen. Voor Cleantron een belangrijke uitkomst. ‘We hebben veel con-
moet je heel sterk in je schoenen staan om ook die 31e nog af te keuren. Dat doen mensen nu eenmaal niet graag.’ Tbp hanteert bij de keuring de wereldstandaard. ‘Wij zorgen dat producten zo gemaakt worden dat ze aan de industriële ipcnorm 2 voldoen, zonder menselijke interferentie’, aldus Plooy.
Buiten de kwaliteit had Cleantron nog een aantal redenen om met tbp in zee te gaan. ‘Het is een Nederlandse leverancier, de proximity is prettig, je spreekt dezelfde taal en hebt dezelfde cultuur. Daarnaast heeft tbp net als wij dezelfde doelgerichtheid, de wil om het in één keer goed te doen. Dat zeggen wel meer leveranciers, maar niet iedereen doet het. Wij zijn er beiden van overtuigd dat kwaliteit heel goed kan renderen. En ook qua snelheid van handelen zitten we op één lijn’, aldus Van Giezen.
WINNEN VAN GROTE NAMEN Omgekeerd prijst tbp zijn opdrachtgever omdat deze open stond voor de aanbevelingen. ‘Niet iedereen doet daadwerkelijk iets met onze rapportages. Cleantron was bereid er net als wij vooraf tijd en geld in te steken, in het vertrouwen die investering achteraf terug te verdienen. Want je moet wel de lange termijn voor ogen hebben, je gaat je geld niet verdienen met prototypes’, zegt Plooy. ‘Wij staan voor kwaliteit, maar bieden ook een marktconforme prijs.’ Cleantron houdt er een kwaliteitsintensief BMS en batterypack aan over. Van Giezen: ‘Het ontwerp is kwalitatief zeer competitief. We winnen het van de grote namen als Samsung SDI en steken landen als Duitsland en Zwitserland naar de kroon.’
www.tbp.nl www.cleantron.nl
december 2017
61
Credit: Krones AG
VOOR AL UW EISEN, BIEDT BALLUFF EEN COMPLETE SYSTEEMOPLOSSING. Wij doen dit door het leveren van hoogwaardige producten, service als ook netwerk oplossingen. Waar u als producent nog niet aan heeft gedacht, heeft Balluff al voor u ontwikkeld. Dit om uw productie proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ons uitgebreide pakket bestaat onder andere uit: Sensors, RFID, Vision, Optical Identification, Safetey, Industrial Networking en Connectivity. Balluff is klaar voor de smart industry, u ook? Balluff B.V. · Europalaan 6a · 5232 BC ’s-Hertogenbosch · Nederland Tel. +31 73 6579702 · Fax +31 73 6579786
www.balluff.nl
KETENOPTIMALISATIE
SUPPLIERS OVER DE PUSH VAN HUN GROTE KLANT
DE IMPACT VAN ASML Over de impact van ASML op de technologieontwikkeling in de Nederlandse hightech maakindustrie ging het begin november tijdens een bijeenkomst van The House of Technology (THOT) bij NTS Norma in Hengelo (Ov). ASML schuift continu op in wat technisch mogelijk is, licht THOT-directeur Marty van de Ven toe. ‘Daarvoor hebben ze een toeleverketen nodig die ook steeds verder gaat in zijn technische kunnen. Alleen een toeleverancier die bijzondere dingen kan, is interessant voor hen.’ DOOR HANS VAN EERDEN
Z
oals Norma NTS, een hightech eerstelijnstoeleverancier van complete mechatronische systemen met als specialisme ultraprecisie. Directeur innovatie René Vlaskamp vertelt hoe Norma sinds 1999 steeds meer voor ASML is gaan doen (tot veertig miljoen omzet anno nu) en daardoor met zijn 400 medewerkers te klein werd, reden waarom het vorig jaar onderdeel werd van de NTS-Group.
EARLY SUPPLIER INVOLVEMENT Value engineering is een belangrijk ingrediënt van het succes. Vlaskamp verhaalt kleurrijk hoe hij voorafgaand aan de viering van Norma’s 60-jarig jubileum samen met ASML-cto Martin van den Brink volledig schoon ingepakt de cleanroom inging om de Yieldstar-metrologiemodule te bekijken die Norma al in 350 stuks heeft gebouwd. Die moest vijftig procent goedkoper, verordonneerde Van den Brink. Vlaskamp ging de uitdaging aan, organiseerde een supplierdag om al z’n toeleveranciers te laten meedenken en zit nu op 25 procent kostprijsreductie. ‘ASML bedenkt er natuurlijk altijd dingen bij waardoor het weer duurder wordt.’ Vlaskamp maakt zich vooral hard voor early supplier involvement. ‘Ik stel gewoon domme vragen. Kun je dat dure koper niet vervangen door aluminium? Kun je voor een stage de balansmassa’s van het dure wolfraam niet herontwerpen voor het goedkopere staal? Kunnen die drie meetsystemen er niet één worden? Waarom dat moeilijk te bewerken rvs 303 niet vervangen door rvs 304? Waarom staat op die tekening een tolerantie van 1/100? Als dat soort specificaties eenmaal op papier staat, is het heel lastig om ze er weer af te halen.’ De eisen die ASML telkens weer opschroeft met zijn QLTC-methodiek (Quality, Logistics, Technology, Cost) hebben Norma op een bepaald niveau gebracht, erkent Vlaskamp volmondig. ‘Maar QLTC zorgt wel voor steeds meer bijkomende kosten. Aan de steeds strengere eisen voor bijvoorbeeld cleanliness voldoen wordt
moeilijker. We moeten ook oppassen dat we niet voor andere klanten, die minder hoge eisen stellen, dezelfde kosten gaan maken.’
IP GEDEELD Norbert Beltman, mede-eigenaar van 3T uit het naburige Enschede, heeft een vergelijkbaar verhaal. 3T telt vijftig specialisten in analoge en digitale elektronica en software, en heeft al meer dan 100 complexe boards voor in de ASML-machines ontworpen. Productie vindt De eisen die ASML telkens weer opschroeft, hebben NTS Norma op een bepaald niveau bij andere partijen plaats, maar 3T adviseert wel over productie- gebracht, erkent directeur innovatie René Vlaskamp: ‘We moeten wel oppassen dat we niet voor andere klanten, die minder hoge eisen stellen, dezelfde kosten gaan maken.’ methoden en ondersteunt new Foto: Arjan Reef product introductions. Ook levert het testtools, waarvoor het sinds 2014 preferred supplier is. Mede onder invloed bij onze kwalificatie als partner van hen. En hun van ASML heeft 3T de specialismen sensor interbrede ontwikkelmethodiek heeft een push face electronics, actuator control en communicatie gegeven aan het kwaliteitsdenken bij 3T. Maar ontwikkeld. Samen hebben ze gewerkt aan het ook omgekeerd: documenten die wij daarvoor generieker maken van testtools door die moduhadden opgesteld, zijn intern bij ASML als goed lair te gaan opbouwen. Daaruit is als eerste de voorbeeld verspreid. Enkele jaren geleden hebben MINT voortgekomen: het Multi INTerface devewe een eerste project met model-based design lopment board met een groot aantal high-speed gedaan, voor een aansturingsunit van een waferinterfaces, dat in ontwikkeling en bij testen breed handler-robot. Die aanpak werkte goed: bij de inzetbaar is. Beltman: ‘Toen de 450 mm-projeceerste hardwaretest voldeed het systeem meteen ten stopten, hadden wij tijd over en zijn we dit op aan de eisen. Dit was voor ons een pilot, waarin eigen initiatief en risico gaan ontwikkelen voor we veel hebben geïnvesteerd, maar ook voor ASML als launching customer. Dat waardeerden ASML. Zo draagt 3T een steentje bij aan hún zij zeer; de ip hebben we gedeeld. We mogen het technologieontwikkeling.’ In de loop der jaren is ook voor andere klanten inzetten, zolang het 3T helemaal gewend geraakt aan het werken voor geen concurrenten van ASML zijn.’ ASML. Dat heeft ook een negatief aspect, zegt Beltman tot slot: ‘We moeten onszelf niet uit de markt prijzen en ook nog ‘kort door de bocht’PUSH projecten kunnen blijven doen.’ ASML pusht een toeleverancier als 3T om breed kennis op te bouwen, zegt Beltman; naast interface electronics onder meer ook voor fpga’s (field-programmable gate arrays). ‘In 1996 hadden www.norma-groep.nl wij daarvoor ‘toevallig’ dezelfde tooling gekozen www.3t.nl als ASML. Dat heeft een belangrijke rol gespeeld www.thehouseoftechnology.nl
december 2017
63
GEANIMEERD DEBAT OP PRECISIEBEURS OVER INTENSIEVERE KETENSAMENWERKING
SAMEN UIT, SAMEN THUIS: EEN HELE STRUGGLE Machines en machinemodules worden steeds slimmer en complexer. Om die ook straks nog succesvol te kunnen ontwikkelen, bouwen en mondiaal vermarkten, is intensievere ketensamenwerking een must. Maar... dat is makkelijker gezegd dan gedaan, kwam uit een geanimeerde paneldiscussie medio november op de Precisiebeurs in Veldhoven. Een partnership waarin de toeleverancier een stevige brok ontwikkelwerk op z’n bordje heeft, is ‘een hele struggle – voor hem én de oem’er.’ DOOR PIM CAMPMAN
‘Z
ijn we niet te veel alleen met onszelf en onze eigen kleine regio’s bezig’, vraagt discussieleider en Sioux-bestuurder Leon Giesen bij wijze van aftrap. Als dat al zo is, dan is dat niet slim, klinkt het eensluidend. Lex Molenaar van RR Mechatronics – de enige oemer in het panel – pleit voor een sterkere verbinding van al die hightech ‘sub-regiootjes’ in ons
land. ‘Regionale initiatieven zijn prima, maar om in innovatie en technologie stappen te maken moet je toch echt verder kijken.’ Henk Smid van Variass beaamt dat: ‘Brainport is dankzij de oem’er-dichtheid en dat grote toeleveranciersnetwerk natuurlijk erg sterk. Maar je kunt niet overal de beste in zijn. Nederland-breed intensiever samenwerken tussen de verschillende clusters maakt ieder afzonderlijk én de BV Nederland veel krachtiger.’
TOPIC HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN REGIONAAL VER-PLASSEN Voor Tijs Teepen van Masévon is regio-denken geen issue. ‘Per project zoeken we die kennis op die nodig is om er een succes voor de klant van te maken. Waar die kennis vandaan komt, maakt ons niets uit.’ Ook VDL houdt zich daar verre van, aldus Geert Jakobs. ‘Voor ons zijn regio’s de plekken waar de grote semicon-klanten zitten: Applied Materials, KLA Tencor (in Californië en Azië, red.) en noem ze maar op.’ Ondernemers denken niet in regio’s, zegt John Blankendaal (Brainport Industries). ‘Ja, Azië, Amerika, Europa. Wij hebben 105 leden uit het hele land. We komen elkaar overal tegen en werken samen in programma’s als Smart Industry. Dat maakt Nederland tot één regio, of beter: een regiobinnen-de-regio-West-Europa. Laat dat regionaal ver-plassen alsjeblieft ophouden. Niet navelstaren en de koek verdelen, maar samen de blik naar buiten richten om de koek groter te maken.’
VAKER IN CONTROLE-MODE
EVEN VOORSTELLEN: HET PANEL
Foto’s: Mikrocentrum
Tijdens het debat, door Mikrocentrum en Link Magazine op touw gezet, gaven zeven professionals uit de Nederlandse hightech maaksector hun visie op het thema ‘Extreme eisen dwingen tot intensievere ketensamenwerking’. Van links naar rechts op de foto: • Leon Giesen (discussieleider): bestuurder bij Sioux, systeemhuis voor oem’ers in de hightech maakindustrie. • Geert Jakobs: bij VDL ETG verantwoordelijk voor innovatie en business development voor het nieuwe werkveld ‘build-to-spec’. • Lex Molenaar: technisch directeur van RR Mechatronics in Zwaag, dat precisie-instrumenten voor hematologielabs wereldwijd ontwikkelt, bouwt en vermarkt. • Henk Smid: directeur/eigenaar van elektronica-
64
december 2017
•
•
•
bedrijf Variass (in Drachten en Veendam), bestuurslid van Innovatiecluster Drachten en voorzitter van de NEVAT, brancheorganisatie van hightech toeleveranciers. Tijs Teepen: technisch directeur van Masévon Group in Hardenberg, system integrator, vacuümspecialist en vooraanstaand bouwer van vacuümsystemen en precisie-machineframes. Patrick Geerts: medeoprichter/-eigenaar en directeur van MTA in Helmond, sterk groeiende system developer en system supplier voor complexe functionele systemen. John Blankendaal: directeur van Brainport Industries, coöperatie van hightech toeleveranciers die de innovatiekracht van ‘de BV Nederland’ wil versterken en promoten.
Giesen: ‘Onze hightech maaksector heeft de wind in de rug. Mooi natuurlijk, maar zit daar niet ook een minder positieve kant aan? Zijn we door al die drukte en de druk van die alsmaar kortere time-to-market niet te veel alleen met onszelf bezig en niet met die ketensamenwerking, waar we het steeds meer van moeten hebben? Waarom nog maar zo weinig fantastische initiatieven als Phenom-World (Sioux, NTS, FEI) en, recenter, Liteq (ASML, Sioux)?’ Waar MTA’er Patrick Geerts Additive Industries aan toevoegt. ‘Hun ambitie is binnen vijf jaar tot de top-drie van industriële 3D-metaalprinterbouwers wereldwijd te behoren. Zij zullen het volgende voorbeeld zijn van hoe het wel kan.’ Over ketensamenwerking: ‘Dat is al heel lang een issue. Maar dat goed voor mekaar krijgen is nog een lange weg. Technologisch kunnen we in Brainport bijna alles maken. Maar mensen van verschillende bedrijven en disciplines in een hok stoppen om ze samen een project te laten draaien – volledig open naar elkaar toe, elkaar vertrouwend, respecterend en de voordelen én de risico’s samen delend – ‘samen uit, samen thuis’? Succesvolle voorbeelden ken ik weinig. Samenwerken is een echt vak apart – een vak dat we wél moeten leren, want er staan ons heel grote uitdagingen te wachten.’ Giesen ziet een omgekeerde trend: oem’ers die hun first tiers het werk ‘met 6.000 specs’ dicteren en ook bij de second en third tiers een vinger in de pap opeisen. Teepen: ‘Is alles ‘dicht-gespect’, dan heb je het over een klassieke klant-leverancierrelatie. Wel een samenwerking, maar geen partnership waarin het – meer nog dan om kosten en efficiency – om de businesscase gaat: wat wil ik,
Denk het niet; daarmee halen we ons een hele buigers, een megastap. hoop problemen op de hals. Waar haal je de menDe eerste fysicus aansen vandaan?’ Giesen pleit voor én meer grote nemen zagen we als dé oem’ers – ‘200 miljoen omzet en meer’ – én meer mijlpaal. Een veel grotenetwerkorganisaties. ‘Met zoiets als fotonica komt re mijlpaal diende zich een enorme dimensie op ons af. Daar hebben we later aan: data-analisten in Eindhoven een prachtinstituut voor (Photonbinnenhalen, die de Delta, red.). Maar wie doet er iets mee?’ werking van onze machines in het veld analyseren om de upBUSINESSMODEL VERANDEREN time te optimaliseren Smart industry biedt onze high-tech machineen input te geven voor bouw geweldige kansen, vervolgt Giesen. Maar productontwikkeling. zijn we er klaar voor die slimme, in netwerken Maar het allerlastigste is (de cloud) met elkaar pratende, zelflerende Geert Jakobs (rechts): ‘VDL ETG is nu een kennis-/ontwikkelpartner. Niet meer alleen in partnerships de tramachines te bouwen? Masévon is daar nog niet engineeren om de fabrieken te vullen, maar innoveren.’ ditionele, transactionele echt mee bezig, zegt Teepen. ‘Het modulariseren manier van aansturen te en standaardiseren van ons build-to-spec proces is doorbreken. Dat is een hele struggle – voor de nu onze belangrijkste uitdaging.’ Molenaar denkt oem’er, en hoe kun jij, supplier, mij daarbij helhele keten.’ En tevens voor andere betrokkenen, dat vooral kennisinstituten en universiteiten het pen? Samen de wereld veroveren. Moet je het zoals ingenieursbureaus. ‘Een maakpartij als voortouw moeten nemen in fenomenen als big doen met een lange lijst met eisen, wat is je dirigent van het koor in plaats van een oem’er; data analytics. ‘Concreet maken we onze instrudesignruimte en je toegevoegde waarde dan nog? dat is wennen.’ menten natuurlijk klaar voor IoT-connectie Nul. Dan kun je hooguit op details nog iets bete(internet of things, red.).’ Hij ziet vérstrekkende kenen.’ Hoe hoger de druk op de time-to-market, gevolgen: ‘Met big data analyse krijg je invloed op hoe meer de oem’ers in de ‘controle-mode’ schieONDERNEMEND SAMENWERKEN de processen van de klant en kun je zijn businessten. Smid nuanceert: ‘Dat bepaalde specs en toeKetensamenwerking vergt dus een andere mentamodel veranderen.’ Volgens Geerts zullen onder leveranciers – te weten die met bewezen kwalifiliteit en andere vaardigheden. Geerts: ‘Traditioinvloed van smart industry heel veel technologiecaties – hard zijn vastgesteld, kan ik me neel aansturen en afrekenen op kpi’s (key perforen, waaronder software, in machines geïntegreerd voorstellen. Vanwege die steeds kortere time-tomance indicators, red.) gaat niet werken.’ worden. ‘Ik denk dat over zeg tien jaar de commarket en omdat de oem’er niet alle kennis in Schouder-aan-schouder staan wel’, zegt Teepen. plexiteit zo hoog en de time-to-market weer zo huis kan hebben, staat dat samenwerking niet in Blankendaal spreekt van ‘de transitie van klassiek veel korter is, dat je het als oem’er niet meer de weg. Heel duidelijke afspraken over de kaders, uitbesteden naar ondernemend samenwerken’. alleen kunt, dus dat je de specialisten in de markt zeg maar de ‘buitenkant’, en aan de ‘binnenkant’ ‘Om te prikkelen zeg ik wel: een oem’er kan z’n moet opzoeken. Die challenge moeten we oppakveel vrijheid voor de toeleveranciers; dat is ook omzet verdubbelen en z’n kosten halveren als ie ken en invullen.’ Blankendaal vult aan: ‘Ik denk partnership. Vanzelfsprekend werkt dat alleen als in de keten slim samenwerkt. Neem ASML, dat dat je sowieso alle technische competenties om er wederzijds honderd procent vertrouwen is.’ 85 procent van z’n omzet sourcet in de keten; machines te maken aan boord moet hebben. Phenom-World en Additive Industries, ook grote Alles wat bedacht wordt, moet nog steeds uitbesteders. En ja, dat werkt alleen als je elkaar VEEL GROTERE MIJLPAAL gemaakt kunnen worden. Maar er komen volledig vertrouwt. Mijn definitie van vertrouwen Samenwerken is een spel dat je moet leren spelen, vaardigheden bovenop. Zoals multidisciplinair is: handelen ondanks de angst om belazerd te weet Molenaar vanuit zijn oem’er-rol. ‘Tot enkele worden of je kwetsbaar jaren terug maakten we al onze producten op te stellen.’ Molenaar volledig in-house. Door onze transitie naar kopbuigt de discussie om staartbedrijf verandert dat. We praten met vernaar vertrouwen géven schillende value adding contract manufacturers, – aan de medewerkers. zoals Variass, om de fabricage van een van onze ‘We hebben projecten nieuwe instrumenten over te dragen. Voor een binnen de tijd kunnen specifiek stukje engineering hebben we een PhD afronden, omdat we aangenomen en doen wij dus geen beroep op een begonnen met de toeleverancier. Maar qua produceerbaarheid kan fantastische teams die er zeker nog een mooie stap overheen maken.’ vertrouwen te geven.’ Smid voelt zich senang bij zo’n inbreng, ook al Meer creativiteit en ontpopt Variass zich steeds meer als een kennisondernemerschap, ook partner. ‘Wij zijn zover dat we klanten naast het dat is nodig, stelt pure maakwerk toegevoegde waarde kunnen bieJakobs: ‘Dat is deels den. Als NEVAT-voorzitter zie ik ook leden die cultuurbepaald. In alleen aan de maakkant blijven. Dat kan, maar Silicon Valley is eens of dan is het businessmodel vooral gericht op kostPatrick Geerts (links): ‘Ketensamenwerking is al heel lang een issue.’ vaker failliet gaan geen prijs-plus. Variass gaat een stap verder. Waarbij schande, integendeel. we heel open zijn over wat we heel goed én niet Fail early en je vindt ook voor je volgende projeczo goed kunnen. In het laatste geval halen we een kunnen samenwerken: de technoloog moet de ten weer funding. Om een nieuwe, grote oem’er partner erbij die het wel goed kan. Onze klanten dialoog kunnen aangaan met mensen uit andere op te laten staan, moeten we dat klimaat ook hier waarderen die openheid enorm.’ beroepsgroepen – en met de klant. En verder creëren.’ Instekend op dat laatste zegt Molenaar: VDL ETG ís zo’n kennis-/ontwikkelpartner. Vier moet ie veel meer opportunity-driven kunnen ‘Heel grote oem’ers is misschien wel een ouderjaar terug werd de bouw en doorontwikkeling denken: welke kansen zie ik in de markt, hoe vind wetse gedachte. Juist die netwerken van sterke, van een module (waferhandler) in ASML’s chipik partners, hoe organiseer ik m’n samenwerhoogtechnologische, middelgrote bedrijven, zoals fabricagemachines overgenomen. Jakobs: ‘Niet kingsmodel?’ Veel betere communicatievaardigRR Mechatronics, passen bij deze tijd en ze innomeer alleen engineeren om de fabrieken te vullen heden, daar is volgens alle panelleden grote veren sneller.’ Teepen valt hem bij: ‘Nog drie (werkvoorbereiding, red.), maar innoveren. Voor behoefte aan. ASML’s erbij en de BV Nederland is succesvol? ons, van oudsher machinebankwerkers en plaat-
december 2017
65
VDL ETG DOET OPROEP AAN ANDERE SYSTEEMLEVERANCIERS VOORBEELD TE VOLGEN
‘IK BEMERK EMOTIONELE BLOKKADES OM MET ONS PROJECTEN AAN TE GAAN’
TOPIC HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN
De Eindhovense regio ontwikkelt de meest nauwkeurige en complexe apparaten ter wereld. Toeleverancier VDL ETG krijgt daarin gestaag meer verantwoordelijkheid, waarvoor het steeds meer moet investeren in research. Intern, maar ook in academisch onderzoek aan de TU/e. De toeleverancier roept nu andere systeemleveranciers op dat voorbeeld te volgen, om zo de regio aantrekkelijk te houden voor het broodnodige talent, en pleit voor meer onderlinge samenwerking. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
o’n vier jaar geleden zette VDL ETG definitief de stap van build-to-print (b2p) naar build-to-specification (b2s). Van het precies volgen van de klanttekening naar zelf ontwikkelen op basis van functionele specificaties. Nog niet voor elke klant en in elk project, maar het omzetaandeel van dit type werk is de laatste jaren wel toegenomen. Dit op instigatie van grote oem’ers als ASML, Thermo Fisher Scientific en Philips, die zich graag strikt tot hun nauwgedefinieerde kerntechnologie willen beperken. Daarbij legt de Eindhovense toeleverancier zich toe op drie specifieke competenties die bij uitstek van belang zijn voor de nanometernauwkeurige machines en apparaten: motion control, contamination control en thermal management. Om toe te passen in applicaties als waferhandler, vacuümkamer en complexe frames.
Z
GROTE STAP Die stap – van vooral-maakbedrijf naar vooralontwikkelbedrijf – is een grote, verklaren bedrijfsdirecteur VDL ETG T&D Geert Jakobs en manager systems engineering Ton Peijnenburg. ‘Uit de roadmap van ASML bleek bijvoorbeeld dat de performance-eisen naar een overlay onder 10 nanometer gingen en dat een betere conditionering en beheersing van de temperatuur in de
waferhandler de overlay-performance aanzienlijk zou verbeteren. Het was toen aan ons, als leverancier van die module, een technologie te ontwikkelen voor het beter op temperatuur conditioneren van de wafer in de handler, met behoud van snelheid, zodat de machineproductiviteit omhoog kon. Samen met Demcon en Sioux CCM – en met ASML als drijvende kracht – is ons dat gelukt’, verhaalt Jakobs. Het leverde onder meer een geavanceerd meetapparaat op, voorzien van Geert Jakobs: ‘Toeleveranciers in deze regio moeten elkaar niet zien als concurrenten, maar bovenal als partners.’ Foto: VDL ETG 64 sensoren die heel nauwkeurig (in milli-Kelvin) de temperatuur meten. Nu kan bij VDL ETG al worden getest of de Deze technologie en benodigde kennis voor therhandler naar behoren werkt én – zo niet – wormal management zet VDL ETG ook in bij andere den voorkomen dat een probleem pas bij inteklanten, met min of meer vergelijkbare uitdagingratie in de machine bij ASML opduikt, wanneer gen. Hetzelfde geldt voor twee andere kerncomveel moeilijker de oorzaak kan worden achterpetenties, motion en contamination control. Ook haald. Zo kan de module ‘functioneel gekwalidaar ontwikkelt de toeleverancier door om aan ficeerd’ worden. ‘Voorheen, als maakbedrijf, de hoogste performance-eisen voor de meest konden we volstaan met ‘indirecte’ kwalificatie, hoognauwkeurige machines en apparaten van de door aan te tonen dat de maatvoering goed was meest veeleisende klanten ter wereld te kunnen en flow en druk van koelwater binnen bepaalde voldoen. ‘Voor toepassingen in een elektronengrenzen lagen. Dat was een veel onnauwkeurigere microscoop of een bijzondere inspectiemachine. kwalificatie, waarbij een aantal mogelijke fouten Voorheen was de dynamica de kritische factor, nu niet kon worden vastgesteld. Nu gaan we voor de is temperatuurbeheersing een belangrijk aspect klant dus een stap verder’, aldus Peijnenburg. en ik verwacht dat het onder controle krijgen van de door legacy uitdijende besturingssysteemsoftware de volgende technologische uitdaging wordt’, aldus Peijnenburg.
MULTIDISCIPLINAIR ONDERZOEK AAN TU/E
BREDERE SAMENWERKING In de waferhandler-module van ASML, waarvoor VDL ETG de volledige verantwoordelijk draagt, vormen robots belangrijke onderdelen – bepalend voor snelheid van overdracht van de wafers, maar ook voor kosten en betrouwbaarheid (uptime) van de module. Reinheid van de robots is met name belangrijk om in de EUV-chipproductiesystemen de contaminatie onder controle te houden. Voor verbeteringen op al die aspecten moeten de robots fundamenteel verbeterd worden. Hiertoe ondersteunt VDL ETG momenteel promovendi aan de
66
december 2017
TU/e die multidisciplinair samenwerken. Bij Werktuigbouwkunde werkt er een aan het fundamenteel verbeteren van het mechaniek van een robot voor gebruik in vacuüm. Een ander onderzoekt bij Natuurkunde contaminatie door kleine deeltjes bij lage omgevingsdruk en werkt aan beheersing daarvan met hulp van plasmatechnieken.
www.tue.nl
Voor dat verder vermarkten van die technologie gaat VDL ETG ook de wereld in. ‘Naar klanten die hun hoofdkantoor vaak in de VS hebben en productie in Azië. Klanten in andere segmenten, vaak met kortere ontwikkeltijden en daardoor meer risicobereidheid, wat weer extra uitdagingen met zich meebrengt’, duidt Jakobs. Het structureel op gang brengen en houden van de sequentie ‘ontwikkelen voor grote oem’ers – wereldwijd vermarkten’ kan VDL ETG echter niet alleen, maakt hij duidelijk. Natuurlijk, voor de
initiële ontwikkeling zijn er partners als Sioux en Demcon, maar om goed de hefboom op de ontwikkelde kennis en technologie te kunnen zetten, moet die samenwerking breder worden uitgerold, zo stellen de VDL-mannen. Peijnenburg, concreet: ‘Voor dit ontwikkelwerk is het kunnen aantrekken van talent cruciaal. Op de universiteiten moeten we daarvoor de concurrentie aan met de grote oem’ers. Diezelfde oem’ers die van ons vragen op een hoger niveau te gaan ontwikkelen, kapen het talent dat we daarvoor nodig hebben voor onze neus weg – door te investeren, in opleidingen, onderzoek en promotietrajecten. Zo houden ze zicht op en contact met de beste mensen. Inmiddels doen wij dat zelf ook, betalen we promoties en PDEng-trajecten en financieren via STW onderzoek. Multidisciplinair onderzoek met een meer toegepast karakter, verricht door ontwerpers, anders dan en aanvullend op het meer diepgaande, fundamentele onderzoek waarin de oem’ers investeren. Maar – samen met bijvoorbeeld Prodrive – zijn wij een van de weinige toeleveranciers die dergelijke investeringen doen.’ Om te zorgen dat in de Eindhovense regio meer gespecialiseerde ontwerpers kunnen worden opgeleid en meer multidisciplinair toegepast onderzoek wordt gedaan waar b2s-toeleveranciers als VDL ETG behoefte aan hebben, zullen ook collega’s die investering moeten doen, luidt de stelling van Jakobs en Peijnenburg. ‘Zo maken we ons als regio aantrekkelijker voor talent, wat moet leiden tot een grotere, meer
diverse instroom’, aldus Peijnenburg, die ook als fellow is verbonden aan het High Tech Systems Center (HTSC) van de TU/e, waarin de universiteit wetenschappelijke disciplines bijeenbrengt om de brug te slaan naar het bedrijfsleven.
Ton Peijnenburg: ‘Wij zijn een van de weinige toeleveranciers die al investeren in multidisciplinair toegepast onderzoek.’ Foto: Com-magz
BLOKKADES Inmiddels wordt er al gepraat met andere toeleveranciers over intensievere samenwerking, bijvoorbeeld in de Werkgroep Mechatronica onder leiding van ASML’s Wouter Aangenent. En onlangs bezocht een groep NEVAT-leden ter oriëntatie TUe/HTSC. Jakobs proeft echter nog koudwatervrees: ‘Investeren in universitaire opleidingen en onderzoek is geen tweede natuur van toeleveranciers. En ik bemerk soms ook wat emotionele blokkades om met ons projecten aan te gaan. Dat kan te maken hebben met de verandering van onze positie in de keten, van puur tweedelijnsmaakbedrijf naar eerstelijnsontwik-
kelbedrijf met meer dan tweehonderd engineers aan boord. Het is voor sommige ontwikkelende bedrijven nog even wennen dat wij nu steeds vaker de b2s-verantwoordelijkheid pakken. ‘Maar’, bepleit hij, ‘toeleveranciers hier moeten elkaar niet zien als concurrenten, maar bovenal als partners. Partners die alleen samen de concurrentie met andere regio’s in de wereld aankunnen, daartoe samen moeten ontwikkelen aan complexe productietechnologie én investeren in talent.’ www.vdletg.com
D Developing eveloping and manufacturing manufacturing ttomorrow’s omorrow’s products. products.
P Power ower C Conversion onversion | IInternet nternet of TThings hings | SSensing ensing
w www.ame.nu ww.ame.nu
december 2017
67
AALBERTS BRENGT BEDRIJVEN SAMEN OM OMM-ROL GOED TE KUNNEN VERVULLEN
DOORGROEIEN NAAR HOOGSTE NIVEAU VAN TOELEVERING
TOPIC HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN
Als het om uitbesteden gaat, loopt de semicon voorop. Vanwege de enorme, snel toenemende complexiteit van de technologie willen de oemers in die sector op het hoogste niveau kunnen uitbesteden. Als toeleverancier daarin meegaan, vraagt om schaalgrootte: 200 miljoen euro omzet of meer. Een trend die Aalberts Industries kansen biedt, reden waarom Aalberts Advanced Mechatronics is gevormd.
De omm-strategie moet ervoor zorgen dat Aalberts doorgroeit naar dat hoogste niveau van toelevering. Naar high-level qualified buy, duidt Eric Slakhorst. ‘De tijd is rijp voor die stap, omdat de semicon veel minder volatiel is dan een jaar of vijf, zes geleden.’ Foto: Com-magz
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
I
n de markt, met name – maar niet alleen – de halfgeleidermarkt, is uitbesteden op een steeds hoger niveau al jaren een trend. Die wordt wel aangeduid in ‘ASML-termen’ als build-to-print-plus, build-to-spec of oem-whitebox. Daarvan is sprake als de eerstelijnstoeleverancier in staat is om volledig zelfstandig modules te bouwen, daar de sourcing voor te doen én
zelf de technology roadmap bij te houden. Zodat voor de oem’er/opdrachtgever het assembleren van die module een kwestie van plug & play wordt. Duidelijk moge zijn dat die rol van first tier veel vergt: naast heel veel technologische kennis ook het financiële uithoudingsvermogen om over langere tijd grote bedragen te (voor)investeren in mensen (kennis) en middelen om die modules tot stand te brengen. Daarbij gaan oem’ers ervan-
ALLE VERANTWOORDELIJKHEID ÉN DE IP Original module manufacturer (omm), dat is de rol die Aalberts Advanced Mechatronics wil vervullen: alle verantwoordelijk op zich nemen voor ontwikkeling en bouw van complete modules, verklaart Eric Slakhorst. ‘Want juist daar is veel behoefte aan, bij ASML en ook bij andere partijen. Die willen zich focussen op het, binnen hun technology roadmap, ontwikkelen en engineeren van de steeds complexer wordende kerntechnologie en besteden de rest zo volledig mogelijk
68
december 2017
uit. Daarbij kunnen de intellectuele eigendomsrechten (ip) voor de oem-klant zijn, maar ook bij ons blijven. Wij zullen dan ook blijven investeren in product development en de industrialisatie daarvan. Met IDE (Integrated Dynamics Engineering, fabrikant van systemen die de minuscule trillingen in de waferstage voorzien en voorkomen, red.) hebben we hiervoor al veel competenties in eigen huis.’
uit dat deze toeleveranciers de competenties die zij in hun opdracht opbouwen, in opdrachten voor andere (semicon)klanten te gelde kunnen maken. Nu nemen ze die voorinvestering nog voor hun rekening. Maar de toekomst is aan toeleveranciers die zonder deze geldelijke steun kunnen.
MINDER VOLATIEL Toeleveranciers als Lamers, Mogema, Pneutec en het Duitse IDE zijn in hun eentje te klein zijn om een klant als ASML goed te kunnen blijven bedienen. Alle vier zijn het bedrijven die deel uitmaken van Aalberts Industries (AI), een industrieel concern met een omzet (in 2016) van ruim 2,45 miljard euro. Om interessant te blijven voor de semicon – en ook voor andere sectoren – zijn deze bedrijven nu samengebracht onder de noemer Aalberts Advanced Mechatronics. Met deze strategie wil Aalberts doorgroeien naar dat hoogste niveau van toelevering. Naar highlevel qualified buy, duidt coo Eric Slakhorst. ‘De tijd is rijp voor die stap, omdat de semicon veel minder volatiel is dan een jaar of vijf, zes geleden. Toen was die nog grotendeels afhankelijk van het succes van de smartphone, nu profiteert die
sector ook volop van de digitalisering van de auto en de opkomst van het internet of things. Daardoor zijn dalen in de omzet en winst de laatste jaren minder frequent en minder diep; dankzij die veel bredere onderstroom is de semicon een veel stabielere en dus interessantere markt geworden. Met onze technologie, ervaring en
bewijzen de twee grote orders die Aalberts eerder dit jaar bij ASML scoorde. Onder meer voor de bouw, sourcing, kwalificatie en – aan de hand van een eigen roadmap – doorontwikkeling van de external interface module, de console die de machines van ASML volledig bestuurt. De investeringen die Aalberts daarvoor heeft gedaan
‘De komende tijd zal het aantal engineers significant worden uitgebreid’
Zoals het frezen en het cleanen van zeer grote oppervlakken, zoals voor de frames, die over een afstand van anderhalve meter slechts een verloop in het mu-bereik mogen hebben. En het lassen met e-beam-technologie, waarmee sterkere lassen – dus met minder warmteopbouw en vervorming – gemaakt kunnen worden. Aalberts doet dat door mensen aan te trekken die dat kunnen ontwikkelen, en soms ook – omdat dat sneller gaat – door complete bedrijven over te nemen. De acquisitie van Pneutec, in juli dit jaar, moet in dat licht worden gezien. ‘De komende tijd zal het aantal engineers significant worden uitgebreid, door werving en/of overnames’, aldus Slakhorst.
EÉN MANAGEMENT, ÉÉN IT-SYSTEEM
financiële slagkracht denken wij als een van de weinige bedrijven ter wereld de toegevoegde waarde te kunnen bieden waar deze markt om vraagt.’ Aalberts past deze strategie overigens in veel meer eindmarkten toe, zoals beverage dispense, aerospace, automotive en de bouwsector.
NU INVESTEREN Voor de goede orde: de stap naar dat hoogste niveau van toelevering wordt niet pas gezet nadat het samenbrengen van de vier bedrijven in Aalberts Advanced Mechatronics voltooid is. Dat
en op korte termijn nog zal doen, belopen een totaalbedrag van zo’n zeven miljoen euro. Zo wordt er bij Mogema in ’t Harde, sinds jaar en dag leverancier van de frames waarop de waferstages bevestigd worden, geïnvesteerd in een cleanroom van de hoogste cleaning grade, die geschikt is voor producten voor de euv-chipfabricagemachine van ASML. En ook bij Lamers in Nijmegen, leverancier van gasdistributiesystemen voor de semicon, komt een extra hoogwaardige cleanroom. Behalve in faciliteiten wordt er ook geld gestoken in het in huis halen van ‘kritische competenties’.
Thomas Breser, de huidige directeur van IDE (hoofdvestiging in Raunheim, D), wordt als chief commercial officer verantwoordelijk voor het verder uitbouwen van de semiconmarkt voor Aalberts Advanced Mechatronics. ‘Speerpunt voor de komende jaren is om de klantenbasis verder te verbreden door genoemde kritische competenties geïntegreerd aan te bieden’, aldus Slakhorst, die zelf de rol van chief operations officer op zich op zich neemt. Alles met als doel: Aalberts Advanced Mechatronics neerzetten als een high-level qualified buy-bedrijf voor de semicon én aanverwante markten.
www.aalberts.com
december 2017
69
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING
ANDERE MINDSET OMTRENT DATAGEBRUIK MOET ZIJN BESLAG NOG KRIJGEN
DIGITAL RETROFIT GEEFT MACHINES TWEEDE LEVEN Zo’n zestig procent van alle productiebedrijven heeft machines staan die al vele jaren naar volle tevredenheid draaien. Vervanging is niet nodig, aan de andere kant passen ze niet in de Industrie 4.0gedachte. HARTING brengt deze machines bij de tijd met MICA, een modulair platform dat geschikt is voor alle systemen en toegankelijk voor end-users. DOOR WILMA SCHREIBER
oewel veel bedrijven de noodzaak tot vervanging niet zien, heeft het digitaal retrofitten wel degelijk voordelen. ‘Met dit platform kunnen bedrijven digitale mogelijkheden toevoegen aan oudere machines en zo data op het vlak van productie en onderhoud monitoren en analyseren, net als bij de modernere machines. Dit verbetert zowel de efficiency als de betrouwbaarheid’, verklaart Cor van der Graaf, managing director Harting Benelux in Den Bosch. ‘Met MICA is het bestaande machinepark eenvoudig geschikt te maken voor IoT (internet of things, red.).’ Bijkomend voordeel is dat er geen productieverlies optreedt omdat de machines niet hoeven te worden vervangen.
H
COMPLETE INFRASTRUCTUUR Het MICA (Modular Industrial Computing Architecture)-platform is gebaseerd op Linux en betreft een open hardware- en softwaresysteem. Elk bedrijf kan zijn eigen ontwikkelomgeving en programmeertaal kiezen en in zogeheten containers zijn eigen software schrijven. Licenties zijn niet nodig. ‘MICA biedt een complete infrastructuur voor de integratie van intelligente bestaande productiesystemen’, aldus Van der Graaf. ‘Daarnaast is het geschikt voor kleine en grote Industrie 4.0-projecten, ook voor de kleine machinebouwers. Door een MICA-kastje ertussen te plaatsen, kunnen ze de levensduur van hun machines verlengen.’ De koppeling maken met de cloud vergt wel kennis van software, een service die Harting via systeemintegratoren aanbiedt. Zelf doet het bedrijf uitsluitend grote (internationale) projecten. Binnenkort komt er een configurator op de site waarmee bedrijven hun eigen MICA op maat kunnen samenstellen. Retrofitten is ook een veel goedkopere oplossing dan de aanschaf van nieuwe machines. Van der Graaf: ‘Doorgaans hebben oudere machines toch een plc en sensoren aan boord. Punt is alleen dat engineers nu met een usb-stick in de weer moeten om die data eruit te halen en op een
computer over te zetten om ze te kunnen analyseren. Dat is best leuk als het om twee machines gaat, maar als er een paar honderd machines staan, kost het heel veel geld.’ MICA fungeert zodoende als hub tussen de machine en de cloud, waar alle data worden opgeslagen. Bedrijven kunnen vervolgens vanaf elke gewenste locatie ter wereld data inzien over omstandigheden, productie, onderhoud, energiebeheer en beveiliging van gegevens. Dankzij de compacte afmetingen (13 x 8 x 3,5 centimeter) kan MICA worden geïnstalleerd in de directe omgeving van Cor van der Graaf, managing director HARTING Benelux: ‘We praten in Nederland veel over machines en past het systeem ook direct op een Industrie 4.0, maar doen er weinig mee; dit geldt met name voor de kleinere productiebedrijven.’ Foto: Bart van Overbeeke DIN-rail en in een schakelkast. Harting ontwikkelde MICA speciaal voor zware omgevingen in ons om zowel de engineers als de grootaandeelde industrie (stof-/water-/oliedicht). houders en ceo’s te overtuigen om hierin te investeren. Het belangrijkste is dat zij gaan inzien dat je data niet alleen moet opslaan, maar er ook INHAALSLAG iets mee moet gaan doen, wil je return on investVolgens Van der Graaf hebben Nederlandse bedrijven nog wel een inhaalslag te maken als het ment realiseren. Die verandering in mindset moet gaat om Industrie 4.0. ‘We praten er veel over, in Nederland en België nog haar beslag krijgen.’ maar doen er weinig mee; dit geldt met name Aan Harting zal het niet liggen; volgend jaar voor de kleinere productiebedrijven. Ze willen introduceert het bedrijf nieuwe modellen van het wel graag veel informatie, maar doen vervolgens kastje, geschikt voor uiteenlopende connecties, weinig met die data’, stelt hij. ‘In onze eigen van M12-connectoren tot usb-poort. Werk fabriek hebben we 280.000 euro geïnvesteerd en genoeg aan de winkel, systeemintegratoren kundat in één jaar terugverdiend. Alleen al omdat nen zich per ommegaande melden in medewerkers minder hoefden te lopen en omdat Den Bosch... er minder onderhoud nodig was.’ Circa zestig procent van alle productiemachines kan technisch gesproken met MICA worden www.hartingbv.nl omgebouwd, schat Van der Graaf. ‘Het is nu aan www.pushingperformance.eu
december 2017
71
PROCESVERBETERING
EPLAN EXPERIENCE EVENT: KENNISOVERDRACHT EN VIP-TOUR DOOR BAVARIA-BROUWERIJ
STAP VOOR STAP PRAKTISCH ENGINEEREN Hoe kan ik mijn ontwerpproces stap voor stap optimaliseren en efficiënter maken? Het antwoord op die vraag vormde de rode draad tijdens het EPLAN Experience event dat begin november in het Bavaria Brouwerijcafé in Lieshout plaatsvond. De circa tachtig bezoekers kregen veel tips & tricks aangereikt, niet in de laatste plaats over het nieuwe, eenvoudig te gebruiken engineeringpakket EPLAN Cogineer. ‘Cogineer kan het repeterende werk overnemen, zodat er meer tijd is voor het echte engineering-to-order werk.’ DOOR PIM CAMPMAN
Het recept van de EPLAN Experience events: serieuze kwesties aan de orde stellen in een laagdrempelige, informele setting. Foto’s: EPLAN
erieuze kwesties aan de orde stellen in een laagdrempelige, informele setting; daar staan de EPLAN Experience events om bekend. Voor de jongste editie viel de keus op het stijlvolle Bavaria Brouwerijcafé in het Brabantse Lieshout. Als intermezzo was er een vip-tour in de vlakbij gelegen brouwerij, waar zeven miljoen hectoliter bier per jaar wordt gebrouwen. ‘In een industrieel proces, met een hoge mate van automatisering’, aldus Harold van Waardenburg, algemeen directeur van EPLAN
S
Call, een hardware-engineer met twintig jaar ervaring die al ruim vijftien jaar met de EPLANsoftware werkt, schotelde de aanwezigen een voorbeeldproject voor. Hij liet zien hoe je omgaat met die handige ontwerpbouwstenen (macro’s, varianten en waardensets), die de engineer kan ophalen uit de EPLAN Data Portal of zelf kan samenstellen. Macro’s zijn zogezegd de ‘puzzelstukjes’, waarmee je eenvoudig en snel de basis van een project (schema, tekening) samenstelt.
EPLAN Fluid. Je kunt projecten genereren zonder programmeervaardigheden. Het biedt elke gebruiker – beginnend en gevorderd, in grote en kleine bedrijven – toegevoegde waarde. Vorige week was ik bij een klant die maar één schema heeft en er toch de voordelen van ziet. Voor klanten met een complete machinelijn geldt dat in nog sterkere mate. Je kunt heel simpel beginnen, bijvoorbeeld met een motorconfigurator: je vinkt de macro’s aan, drukt op de knop ‘genereren’ en je hebt je eerste schema te pakken.’
MEER CTO, MINDER ETO
‘De tijdwinst die cto oplevert, kun je besteden aan het engineeren van uitzonderingen, het leuke werk’
Nederland, in zijn inleidende praatje. ‘Dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar stap voor stap gegaan en nog steeds wordt er verder geautomatiseerd.’ Waar hij aan toevoegde dat de productielijnen grotendeels met EPLAN zijn geengineerd. ‘Veel toeleveranciers en ook Bavaria’s technische dienst werken met onze oplossingen.’ Voor laatstgenoemde is dat EPLAN Electric P8.
STANDAARDISEREN Stap voor stap praktisch engineeren, oftewel: hoe kun je het dagelijkse werkproces met behulp van EPLAN optimaliseren? Benno Jansen van All
72
december 2017
Jansen gaf praktische tips over hoe je met simpele aanpassingen kunt standaardiseren, wat de kans op fouten vermindert en fikse tijdsbesparing en kostenreducties oplevert. ‘Om van manueel schema’s tekenen naar automatiseren te gaan, zijn die macro’s een belangrijke basis’, vulde Van Waardenburg aan. Ook EPLAN Cogineer maakt gebruik van macro’s, vertelde EPLAN-consultant Peter Rouwenhorst. Hij sprak van ‘een snelle en gemakkelijke automatisering op basis van configuratie, zonder programmeren’. ‘EPLAN Cogineer is naadloos geïntegreerd in EPLAN Electric P8 en
Vervolgens kun je stap voor stap steeds een niveau hoger gaan, liet Rouwenhorst in een demo zien. Naast macro’s (één of meer objecten) komen daar macro-typicals (die uit meerdere macro’s bestaan) en typical groups (meerdere macro-typicals) bij om de hoek kijken. ‘In de Cogineer Designer kun je combi’s maken van macro-typicals en macro-groups in één configurator. Selecteer dan in de Cogineer Project Builder een aantal waardes, druk op de knop en de schema’s komen er automatisch uit. Zo simpel is het. Obstakels om te starten zijn er eigenlijk niet. Ja, je moet een macro-project hebben, dat is de basis waar EPLAN Cogineer op draait. Heb je die en heb je die op orde, dan kun je verder. Als je de macro’s goed hebt gemaakt en één keer goed hebt getest, weet je dat je steeds als je die waardes hergebruikt, een perfecte kwaliteit hebt. Dat gaat een hoop tijd en geld besparen. Gebruik je Cogineer, dan zul je zien dat het stuk engineering-to-order (eto) kleiner wordt en het stuk configure-to-order
(cto) groter. Je herhaalt geen acties meer, hergebruikt technische objecten, hoeft een schema maar één keer op te zetten en je hebt altijd de laatste versie en een perfecte kwaliteit. De tijdwinst die dat oplevert, kun je besteden aan het engineeren van uitzonderingen, het leuke werk.’
VAN GRAAN NAAR KRAAN Na deze voordrachten toog het gezelschap in kleine toeristentreintjes, zoals je die op attractieparken wel ziet, naar de Bavaria-brouwerij. Een kort ritje, want het 53 hectare metende complex ligt tegen het Bavaria Brouwerijcafé in het dorpshart aan. Professionele gidsen en video-animaties gaven uitleg over de bijna 300-jarige historie van de brouwerij, in 1719 gesticht als ‘De Kerkdijk’ en in 1924 omgedoopt in Bavaria. En zij verklaarden uit welke ingrediënten bier bestaat (gerst, water, hop en gist) en hoe in het Lieshoutse familiebedrijf (de zevende generatie Swinkels is aan het roer) bier wordt gemaakt. De vip-tour leidde onder meer door de oude en nieuwe mouterij, waar gerst stap voor stap in vijf dagen vermout wordt. In Lieshout en op de Bavaria-site in de Eemshaven wordt jaarlijks liefst 260 miljoen ton gerst vermout; tachtig procent wordt verkocht aan brouwers over de hele wereld. Ook de hal waar het water wordt gewonnen zat in de tour. Dat mineraalwater komt uit dertien eigen bronnen die, leuk detail, in verbinding staan met de Eiffel. Wie dacht dat de bierketels nog altijd van koper zijn, zag dat hij of zij het mis
had: een aantal koperen ketels staat er nog wel in Lieshout, maar ze worden niet meer gebruikt. In plaats daarvan zijn enorme rvs-ketels gekomen, die niet oxideren en waarin de bierbereiding – wederom stap voor stap – plaatsvindt. In Tijdens de vip-tour door de Bavaria-brouwerij kregen de deelnemers praktisch tips van EPLAN Support. acht weken van graan naar kraan. In enorme hoeveelheden: jaarlijks wordt worden aan hun helpdesk. Hierdoor kregen de in Lieshout 700 miljoen liter ondergistend bier gasten praktische tips die ze direct in de praktijk gebrouwen, of beter gezegd pils. ‘Sinds 1907 kunnen toepassen. ‘Weet je wat ik miste? Ik heb brouwen we bier met een schuimkraag’, zei gids in de hele brouwerij geen druppel bier gezien’, liet Gerrie. Dat pils vindt zijn weg naar maar liefst een deelnemer zich ontvallen. Terug in het Bava123 landen. Daaronder ook veel alcoholvrij bier, ria Brouwerijcafé, waar een mooi diner voor de Bavaria 0.0, waarmee de Lieshoutse brouwer deelnemers aan het EPLAN Experience event wereldmarktleider is. klaarstond, werd dat ruimschoots goedgemaakt; daar stroomden de biertaps volop.
SUPPORT Jennifer Reep en Hans Koehorst van EPLAN Support presenteerden tijdens iedere stap in het brouwproces een paar vragen die veel gesteld
www.eplan.nl www.eplanexperience.nl nl.bavaria.com
Your Global Automation Partner
Industry 4.0 Automation Solutions
Hoe zorgt u voor een (verdere) voorsprong op uw concurrentie? Als ambassadeur van Smart Industry helpen wij de Nederlandse machinebouw met het toepassen van de nieuwste digitale technologieën. Door onze automatiseringsoplossingen kunt u sneller op de eisen van uw klanten inspelen en daarbij de kosten reduceren!
www.turck.com/i40
december 2017
73
PARTNERS
PLYMOVENT ONTWIKKELT MET PROTONIC EIGEN BESTURING VOOR FILTERSYSTEMEN
SIMPELE SCHIL OP EEN COMPLEXE ACHTERKANT Plymovent, leverancier van systemen voor het afzuigen van vervuilde lucht, bundelde de krachten met elektronicaspecialist Protonic voor het ontwikkelen van een eigen toekomstbestendig, Linux-gebaseerd besturingssysteem voor centrale filtersystemen. Dag plc, welkom ControlPro.
DOOR WILMA SCHREIBER
C
ore business van Plymovent in Alkmaar is ‘clean air at work’; het bedrijf levert producten, systemen en diensten voor de afzuiging en filtratie van vervuilde binnenlucht in industriële omgevingen. Met de afzuigsystemen voor las- en snijrook en olienevel richt Plymovent zich met name op de metaalbewerkingsindustrie. Dankzij de modulaire opbouw zijn de centrale lasrookafzuigsystemen geschikt voor zowel kleine als grote luchthoeveelheden. ‘Daar moet de besturing in mee kunnen groeien. De ventilator moet bijvoorbeeld voldoende druk in het systeem inbrengen om de rook te verwijderen. En het filter, waarin de drukval toeneemt gedurende het filtratieproces, moet altijd bijtijds gereinigd worden’, verklaart Jeroen Crezee, manager R&D bij Plymovent. Tot een jaar of drie geleden werkte Plymovent net als veel andere bedrijven met plc’s voor de aansturing van installaties. ‘Een degelijke maar kostbare oplossing, waarbij je afhankelijk bent van derden. De ene keer bevat het te weinig, de andere keer net te veel techniek. Voor seriematige productie niet ideaal, daarom wilden we een eigen besturingssysteem ontwikkelen, precies op maat voor ons filtersysteem’, aldus Crezee. Na een selectieronde viel de keus op Protonic uit Zwaag. ‘Zij hadden al soortgelijke besturingssystemen ontwikkeld en hoefden dus niet opnieuw het wiel uit te vinden. Zo voorkom je een te lang of te duur traject.’
KEUZES IDENTIFICEREN In 2014 startte de inhoudelijke ontwikkeling en het vastleggen van de specificaties. Hierbij had de samenwerking belangrijke meerwaarde. ‘Wij hadden wel een idee over hoe het zou moeten werken, maar konden niet overzien hoe functionaliteiten die wij bedacht hadden ingrepen op de overige onderdelen. Wij leerden van de expertise van Protonic op het vlak van elektronica, zij leerden meer over filtratietechniek. Zo konden we steeds beter met elkaar sparren’, zegt Crezee. Over en weer de verwachtingen helder krijgen is essentieel, beaamt Michiel de Bruin, algemeen direc-
74
december 2017
teur van Protonic. ‘Voor Plymovent was het de eerste keer dat ze een eigen embedded besturingssysteem van deze omvang gingen ontwikkelen. Je begint met de specificaties maar die krijg je nooit rond, want het is onmogelijk om alles wat je wilt te specificeren. Dus ontstaat discussie of het niet anders of beter kan.’ De aanpak van Protonic is dan: zo snel mogelijk starten met het implementeren van hard- en software. ‘Dat helpt je het kaf van het koren te scheiden en belangrijke keuzes te identificeren. De software kun je Jeroen Crezee van Plymovent (links) en Michiel de Bruin (Protonic): Tijdens het project hebben we veel achteraf altijd geleerd van Plymovent. Je probeert je in te leven in de monteurs en gebruikers die het systeem en de user aanpassen en interface installeren, c.q. bedienen.’ Foto: Danny de Jong blijft in ontwikkeling, onder meer vanwege gebruikerservaringen. Qua hardware ben je miner een grotere installed base, wat voordelen biedt der flexibel; zodra die gedefinieerd is, kun je niet bij het optimaliseren en tevens de doorontwikkemeer terug. Maar je moet beslissingen nemen, ling mogelijk maakt teneinde het geheel futureanders kun je niet verder met het product’, aldus proof te houden. Het klantspecifieke gedeelte De Bruin. ‘ControlPro bestaat voor 95 procent uit omvat eigenlijk alleen nog de user interface en software. Het kost veel tijd om bug-free een stanhet regelgedeelte.’ daard te ontwikkelen die algemeen toepasbaar is voor machinefabrieken en waarbij alle te ver‘BULLSHIT, DAT GAAT NIET WERKEN!’ wachten functionaliteiten erin zitten. Doordat De ControlPro bevat bijvoorbeeld cloud-functiodeze standaard algemeen toepasbaar is, ontstaat naliteit, een custom gebruikersinterface, state-of-
the-art communicatietechnologie, remote functionaliteit op portable en wired devices, automatische updates van software en data-acquisitie. ‘We hebben dit gebouwd op basis van een nieuw framework, dat als basis kan dienen voor oplossingen voor andere klanten. Dat is noodzakelijk, anders krijg je voor al die verschillende klanten evenzovele specifieke ontwikkeltrajecten. Tijdens het project hebben we veel geleerd van Plymovent. Je probeert je in te leven in de monteurs en gebruikers die het systeem en de user interface installeren, c.q. bedienen. Tegelijkertijd wil je de functionaliteiten zo veel mogelijk tot de kern richten – een filter aan- en uitzetten, hoe simpel is dat? – om het niet onnodig ingewikkeld te maken, en de gebruikersinterface zo bouwen dat het niet fout kan gaan. Maar zij weten precies waar hun klanten behoefte aan hebben, kunnen allerlei scenario’s rond het gebruik van filters doordenken en komen dan met relevante aanvullingen.’ Omgekeerd voorzag Protonic op basis van ervaring Plymovent op sommige momenten van een reality check. ‘Wij wilden allerlei draadloze communicatie in de ControlPro integreren. Het commentaar van Michiel was glashelder: bullshit, dat gaat niet werken!’, lacht Crezee. ‘Dat waardeer ik in Protonic, dat ze niet iets maken omdat wij het graag willen, maar ons behoeden voor iets dat niet betrouwbaar genoeg is.’ In een parallel traject haakte Plymovent tevens npk design in Leiden aan voor het ontwerp van het touchdisplay en de behuizing ervan. ‘De user
interface moest er mooi uitzien en makkelijk te bedienen zijn, makkelijker dan de vaak te technische plc’s. Je wilt weten of de machine goed werkt, dus dat moest op de interface goed zichtbaar en eenvoudig te begrijpen zijn’, vertelt Crezee. ‘Daarnaast diende de behuizing bestand te zijn tegen fabrieksomstandigheden en dus stof-
deren. En via de software is veel uitbreiding mogelijk’, aldus De Bruin. ControlPro is toekomstbestendig opgezet. Crezee: ‘Een van de opties is besturing en monitoring vanuit de cloud, zodat je vanuit één punt meerdere machines kunt beheren. Dat is voor ons de finishing touch.’
‘Protonic behoedt ons voor iets dat niet betrouwbaar genoeg is’
dicht, want je wilt geen storingen. Verder zorgde de hardware wel voor wat spanning tussen het design en de elektronica, bijvoorbeeld hoe kabels moesten lopen. Protonic heeft het interfaceontwerp vertaald in functionaliteiten met als uiteindelijk resultaat een vanzelfsprekende, simpele schil op een complexe achterkant.’
FINISHING TOUCH Zowel Plymovent als Protonic is tevreden met het eindresultaat. ‘Wat de hardware betreft, is er een goede basis die geschikt is voor allerlei typen machinefabrieken. Dankzij de tijdsinvestering vooraf kunnen we nu een robuust systeem garan-
PUSHING NEW IDEAS
Augustus dit jaar is Plymovent gestart met de verkoop van ControlPro; inmiddels zijn er vijftig installaties met het nieuwe platform geleverd. Crezee: ‘We hebben een aantal demo’s voor distributeurs over de hele wereld gedaan en een live demo hier in huis met een opengewerkte installatie. We hebben al vele positieve reacties mogen ontvangen, dus de interface is intuïtief te gebruiken en het systeem werkt goed. Dat zijn voor ons signalen dat we met ControlPro de goede keus hebben gemaakt.’ www.plymovent.com www.protonic.nl
DIGITAL RETROFIT?
HARTING MICA: maak uw productiemachines klaar voor Industrie 4.0 Digital retrofitting van machines en productiefaciliteiten Moeiteloos gegevens uitwisselen tussen bestaande machines en IT systemen Modulair en open source platform voor maximale flexibiliteit Extreem robuust en onderhoudsvrij, IP67 en EN 50155 Cloud computing, infrastructuur en bekabeling geïntegreerd in één apparaat HARTING Nederland | Larenweg 44 | 5234 KA ’s-Hertogenbosch | T + 31 (0)73 641 04 04 | E nl@HARTING.com
www.HARTINGbv.nl
december 2017
75
KETENSAMENWERKING
PLM INNOVATION FORUM 2017 BIEDT DOORKIJK NAAR DE CIRCULAIRE ECONOMIE
DE CIRKEL ROND IN DE PRODUCTLIFECYCLE PLM, productlifecyclemanagement, ontpopt zich als de digitale ruggengraat van de maakindustrie. Het lifecycledenken past bij de opkomende circulaire economie, maar van oudsher is de productlifecycle, met bijbehorende informatiestroom, lineair ingericht: van idee naar ontwerp naar productie naar gebruik naar end-of-life. Circulariteit gaat juist over afgedankte producten die teruggaan naar de (her)ontwerpfase, gebruikers die feedback geven aan ontwerpers, of fabrikanten die big data vanuit klanten omzetten in waarde voor diezelfde klanten. ‘Kan PLM een circulair businessmodel ondersteunen?’ DOOR HANS VAN EERDEN
H
et PLM Innovation Forum is een tweejaarlijks event van TechniaTranscat. Uiteraard passeren ook dit keer, half oktober in Stockholm, de toenemende mogelijkheden van PLM de revue, evenals praktijkcases van PLM-implementatie en -gebruik. Maar het programma reikt verder, met inspirerende verhalen over de grote trends in maatschappij en industrie,
Expertise – Passion – Automation
zoals digitalisering, platformdenken, servitization, elektrische en autonome voertuigen, en de circulaire economie. ‘Disruptie’ zoemt rond in de Zweedse hoofdstad.
DIGITALISERING BIJ SCANIA Het forum trapt af met een aansprekend verhaal uit de ‘oude economie’, verteld door een – in zijn eigen woorden – ‘old guy’. Leif Östling was bijna twintig jaar lang, tot 2012, ceo van de Zweedse
• ‘PLM-systemen zijn nog niet ingericht op meervoudig gebruik van producten.’ • Autodelen is misschien wel een end-of-lifecycle voor de traditionele automobielindustrie. • Integratie van de Higg Materials Sustainability Index in een PLM-systeem is een eerste stap richting hergebruik.
truckfabrikant Scania (een gewaardeerde klant van TechniaTranscat). Onder zijn bewind maakte Scania, mede dankzij de digitalisering, een flinke transformatie door. Nu vertelt hij uit eigen ervaring. ‘Gisteren verkocht Scania ‘staal’, vandaag zijn het services en morgen wordt het uptime. Twee derde van de winst komt nu uit services, inclusief financiering en consultancy. Het meest winstgevende product is Ecolution.’ Dat is
Innovatie is nog maar het begin Innoveren betekent voor SMC aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. U vertrouwt op de kwaliteit van onze automatiseringssystemen. U wilt machines of productielijnen bouwen die energiezuinig zijn, een veilige werkomgeving bieden en ook minder CO2 uitstoot opleveren. Maar wat u nog meer bezighoudt, is hoe onze producten en technische kennis bijdragen aan uw voorsprong in de markt. Daarom voelen wij ons niet alleen verantwoordelijk voor innovatieve producten en oplossingen, waarvan wij er jaarlijks zo’n vijftig introduceren. Wij begrijpen vooral uw uitdagingen om het nog beter te doen. Dus helpt SMC u om de beste in uw markt te worden. www.smcpneumatics.nl
76
december 2017
TECHNIATRANSCAT
Voormalig Scania-ceo Leif Östling: ‘Gisteren verkocht Scania ‘staal’, vandaag zijn het services en morgen wordt het uptime. Twee derde van de winst komt nu uit services, inclusief financiering en consultancy.’ Foto: Niklas Hildén
Scania’s oplossing voor verbetering van het brandstofverbruik. Door de trucks vol te hangen met sensoren, vergaart Scania big data die inzicht verschaffen voor optimalisatie van het gebruik. Met als resultaat een lager brandstofverbruik, tot tien procent besparing, en lagere CO2-emissie. Maar ook chauffeurs ondersteunen, bijvoorbeeld met online training, en een uitgebreid onder-
houdsprogramma horen bij de services rond de moderne ‘connected’ truck (270.000 zijn het er al bij Scania). Uiteindelijk doel is de klant meer flexibiliteit en uptime te bieden. Reden waarom Scania zich ook verdiept in de klant van de klant en leert van bij-
Softwaredienstverlener TechniaTranscat ontstond in 2015 uit de fusie van het Zweedse Technia en het Duitse Transcat, resellers van de software van Dassault Systèmes voor PLM, respectievelijk 3D CAD en simulatie. Samen ondersteunen zij Dassault’s nieuwe, bedrijfsbrede softwareplatform 3DEXPERIENCE voor marketing, productmanagement, sales, engineering, manufacturing en service. Daarnaast vermarkt TechniaTranscat eigen producten, toegesneden op de sectoren die het bedient. De focus ligt op het verminderen van de administratieve last voor de ‘eindgebruiker’, maar ook op het integreren van PLM in andere (enterprise-)softwaresystemen. TechniaTranscat wil ‘productcreatie eenvoudiger maken’. De onderneming heeft zich ontwikkeld tot een global player (540 medewerkers) in Europa, Noord-Amerika en Azië. Begin dit jaar werd het Nederlandse infostrait ingelijfd, dat nu als TechniaTranscat Benelux de markt met aanzienlijk meer slagkracht kan bedienen. Naast de maakindustrie in ons land wil het bedrijf ook in de life sciences sector gaan opereren en in België de markt gaan bewerken, meldt directeur Jaap Holweg. Omgekeerd is de nieuwe eigenaar gebaat bij de eigen BIM-software (Bouwwerk Informatie Management) die infostrait inbracht. In de notoir conservatieve bouwsector valt voor PLM en aanverwante software nog een wereld te winnen. www.techniatranscat.com
LEES VERDER OP PAGINA 78
Engineering en productie Monodelen, modules en behuizingen
iso 9001 iso 14001 iso 3834-2 en 15085-2 ITEQ is gespecialiseerd in design, engineering, productie en assemblage van fijnmechanische plaatwerk monodelen, modules en behuizingen. Daarmee biedt ITEQ haar klanten een compleet dienstenpakket van concept tot eindproduct in onder meer de rail-,
WWW.ITEQ.NL Beeldschermweg 7 3821 AH Amersfoort Tel. 033 4554444 info@iteq.nl
elektronica-, halfgeleider-, medische, agro- en food sector. Naast de productie in Amersfoort beschikt ITEQ over een eigen productievestiging in Vietnam. Benieuwd wat ITEQ voor u kan betekenen? Neem contact op met onze verkoopafdeling op 033-455 44 44.
design - engineering - prototyping - productie - assemblage
december 2017
77
Isa Nordeld (links) en Linn Lindfred onderzochten hoe PLM in de textiel- en modewereld een circulair businessmodel kan ondersteunen. Nu willen ze hergebruik in de bouwsector bevorderen met de digitale marktplaats waste2value, die voor restanten bouwmaterialen bemiddelt tussen vraag en aanbod. Foto: Hans van Eerden
productlifecycle en diens informatie terugvoeren naar de start van een nieuw product. Door de voortschrijdende digitalisering zullen de nieuwe businessmodellen in de truckindustrie zich almaar sneller doorontwikkelen, verwacht Östling. En voor de personenauto-industrie zijn de trends nog veel disruptiever. De oud-Scania-topman bekent ‘schrik’ te hebben voor het opkomende autodelen. ‘Personenauto’s worden maar voor 5-6 procent van de tijd benut. Met delen – bij uitstek een voorbeeld van circulair denken – kan dat 20-25 procent worden. Nu worden er wereldwijd 80 miljoen auto’s per jaar gebouwd; dat zullen er dan flink minder zijn, zeg 20 miljoen.’ Hij spreekt van een ‘killer’. Dit gevoegd bij de doorbraak van elektrische auto’s betekent misschien wel een end-of-lifecycle voor de traditionele automobielindustrie.
VERVOLG VAN PAGINA 77
VLUCHTIGE MARKTEN voorbeeld de Franse supermarktketen Carrefour. De trigger voor deze aanpak vormden Östling’s gesprekken met Eji Toyoda, de oud-topman van Toyota, dat Scania opvoedde in lean manufacturing. ‘Toen hij rond 2000 sprak over ‘customer first’, was dat nieuw voor ons. Niet afgaan op wat onze verkoper vertelt, maar leren van de klant zelf en meten wat hij doet met de trucks.’ Oftewel, beginnen bij de eindgebruiker verderop in de
Diametraal tegenover de kapitaalintensieve automotive, een voorloper in het gebruik van PLMsoftware, staat de vluchtige wereld van textiel en mode, die aan bod komt in een parallelsessie tijdens het forum. Ook daar doet PLM zijn intrede, meldt Mattias Norin, director business area Consumer & Retail van TechniaTranscat. De drivers zijn herkenbaar: sneller naar de markt, meer marge en hogere kwaliteit, van zowel het product
ERVARINGEN MET PLM Natuurlijk gaat het tijdens het PLM Innovation Forum 2017 ook over de praktijk van PLM. Scania, dat al vele jaren met TechniaTranscat als softwarepartner werkt, koos onlangs na een zorgvuldige selectie voor het 3DEXPERIENCE Platform van Dassault Systèmes, waarvan PLM een essentieel ingrediënt is. Honeywell Transportation Systems, dat jaarlijks meer dan tien miljoen turbo’s voor (auto)motoren produceert, vertelt over een moeizame invoering van PLM; die werd pas een succes toen het bedrijf van implementatiepartner wisselde naar TechniaTranscat en een andere aanpak ging hanteren. Het project werd ‘agile’ uitgevoerd in sprints van telkens een maand, waarbij de nadruk lag op de gebruikerservaring. Dat begon met eerst maar eens rustig observeren wat (toekomstige) PLM-
78
december 2017
gebruikers nu eigenlijk dagelijks doen en noteren wat ze van een nieuw PLM-systeem verwachten. Aan de hand van een tiental essentiële taken, zoals een document of een onderdeel zoeken in de database, werd telkens de impact van de lopende PLM-implementatie bepaald door te meten hoeveel tijd op die taken werd bespaard. De sterk groeiende Zwitserse treinenfabrikant Stadler Rail laat zien hoe het met hulp van PLM controle wil houden over het beheer van de ontwerp-data en bijbehorende documentatie voor alle klantspecifieke treinen die het aflevert. Want naast circulariteit zijn toch vooral de enorme klantspecificiteit van producten en de steeds strengere regelgeving met bijkomend ‘papierwerk’ belangrijke drivers voor de opmars van PLM.
als de betreffende documentatie. In die consumentenwereld met zijn elkaar steeds sneller opvolgende modellen en modes is bij wijze van tegenbeweging de circulaire economie in opkomst. Twee voorbeelden, al of niet toevallig van Nederlandse origine, passeren de revue. Fairphone ontwierp een smartphone die eenvoudig kan worden geüpgradet door modules te vervangen, mede omdat alles aan elkaar wordt geschroefd en niet – zoals gebruikelijk – gelijmd. Modulaire productopbouw is typisch iets om te beheren in PLM. Bij MUD Jeans kunnen klanten hun afgedankte broek inleveren en een nieuwe leasen. Een geprint label, dat het bekende leren label vervangt, vergemakkelijkt dit hergebruik. TechniaTranscat onderkende de trend, vroeg zich af of PLM een enabler voor de circulaire economie kan zijn en zocht voor antwoorden samenwerking met Chalmers University of Technology.
HERGEBRUIK VAN KLEDING Chalmers-studenten Linn Lindfred en Isa Nordeld deden onderzoek met als centrale vraag: ‘Hoe kan PLM een circulair businessmodel ondersteunen?’ Ze concludeerden dat er nog de nodige barrières, it-technisch maar ook psychologisch, te overwinnen zijn. Een belangrijk hulpmiddel is er al wel, de Higg Materials Sustainability Index. Die helpt de kleding- en schoenenindustrie om de milieu- en sociale impact te beoordelen van materiaalkeuzes in de keten. Integratie van de Higg Index in een PLMsysteem is dus een eerste stap, maar verder moet er nog wel PLM-functionaliteit worden aangepast op hergebruik, zo bleek. Consumenten zouden hun afgedankte kleding kunnen inleveren in de winkel, waarna die retour gaat naar een atelier. Daar wordt het dan hersteld of vermaakt tot een nieuw kledingstuk, schetst onderzoeker Jonas Larsson van Borås University. ‘PLM-systemen zijn echter nog niet ingericht op dit meervoudige gebruik van producten.’ Voor het internet of things is hier ook een rol weggelegd: als kledingstukken zijn voorzien van een tag met sensor, kan het gebruik (zoals het wassen) worden gemonitord en die informatie kan helpen het optimale hergebruik te bepalen. Omgekeerd kan de tag de consument toegang geven tot informatie over diens kledingstuk, zoals de duurzaamheid van de gebruikte materialen, of de wasvoorschriften. Al die informatie kan met PLM worden beheerd.
CONSERVATIEVE BOUW Door hun onderzoek kregen Lindfred en Nordeld de smaak te pakken en besloten ze een digitale marktplaats voor hergebruik op te zetten. Niet voor de toch altijd nog wat ongrijpbare textielen modewereld, maar voor de bouwsector. Met waste2value willen ze bemiddelen tussen aanbieders van restanten bouwmaterialen en partijen die deze nog nuttig kunnen gebruiken. ‘De bouw is qua afval misschien wel de grootste sector, en de requirements van aanbieders en vragers matchen is er nu moeilijk. Bij de restanten gaat het meestal om nieuwe, dus in principe goed herbruikbare, producten.’ Ze hebben geleerd van vergelijkbare initiatieven die de afgelopen twee jaar
NEDERLANDSE VISIE OP PRODUCT- EN DATACIRCULARITEIT Ons land was sterk vertegenwoordigd in Stockholm, onder meer met Vanderlande. De specialist in luchthavenbagagesystemen en pakketen postsorteersystemen staat aan de vooravond van het ‘live’ gaan van zijn nieuwe 3DEXPERIENCE PLMsysteem, dat is geïmplementeerd met TechniaTranscat Benelux als partner. Vanderlande beschouwt PLM als de backbone voor alles wat met z’n producten te maken heeft, van productontwikkeling tot projectengineering tot service. Circulariteit komt daar in verschillende gedaanten naar voren, zo meldt Vanderlande desgevraagd. ‘We zijn met duurzaamheid gestart Vanderlande’s visie op de circulaire economie. Illustratie: Vanderlande bij productontwikkeling. Onze BLUEVEYOR is ontworpen naar de cradle-to-cradle®-principes en de trays van ACP (autoschoenen, zegt Richard van Dongen, die ook aan het mated case picking, red.) zijn bijvoorbeeld grotendeels PLM Innovation Forum deelnam. Hij is directeur van gemaakt van post-consumer plastic. We proberen de OXplus, dat zich toelegt op businessconsultancy, ictcirculaire economie een stapje dichterbij te brengen. Zo implementaties en internet of things (IoT)-toepassingen hebben we in samenwerking met Eindhoven Airport voor assetmanagement in sectoren als rail, luchtvaart, onderdelen van hun bagageafhandelingssysteem hermaakindustrie en energie. ‘Assetmanagement draait om gebruikt na de levenscyclus op dat vliegveld. Bij FLEET de instandhouding en optimale inzet van assets. Er zijn – een flexibele logistieke oplossing gebaseerd op agvtwee grote processen: engineering en configuratiematechnologie (automatisch geleide voertuigen, red.), in nagement. Van daaruit vindt meestal maar weinig terugoktober geïntroduceerd – zetten we al deze ervaringen voer van informatie naar de PLM-wereld plaats. Vaak zijn in om sustainability een integraal onderdeel te maken het nog gescheiden werelden, de oem’er van de assets van alle disciplines. PLM is essentieel om de stevige en de partij die het onderhoud verzorgt. De feedback duurzaamheidsagenda te realiseren.’ vanuit onderhoud in een sluitend proces terugvoeren Circulair gebruik van data is bij Vanderlande ook al naar design en manufacturing is dan nog moeilijk. praktijk, illustreert cio René van Sandijk. ‘Onze serviceDe oem’er moet vaak wel z’n goedkeuring geven voor engineers en ook servicedesks gebruiken IBM Maximo configuratiewijzigingen die de onderhoudspartij wil om incidenten te registreren. Dat bevat de installed doorvoeren, maar er is geen automatische ‘loopback’ base-informatie geïnterfacet vanuit de PLM-backbone. zodat de oem’er die wijzigingen in zijn nieuwe types Herkent de serviceorganisatie terugkerende incidenten doorvoert. Daarover worden bij de aanschaf geen voor een bepaald product in de installed base, dan afspraken gemaakt en er is weinig integratie van provolgt een probleemanalyse, wat kan leiden tot een cessen en systemen. Onder meer omdat oem’ers hun change request voor het product. Daarover beslist een data willen beschermen en het delen van bijvoorbeeld multidisciplinair productmanagementteam. Indien goedtekeningen niet in contracten wordt geregeld.’ gekeurd, voert r&d de productverbetering door in de OXplus doet al wel projecten om die circulaire data-uitproductdefinitie in de PLM-backbone – voor toepassing wisseling beter te regelen en gescheiden werelden bij in nieuwe projecten –, maar deze kan ook met terugelkaar te brengen. ‘Opdrachtgevers vragen dan om een werkende kracht in de installed base worden doorge‘digital twin’ van hun asset. Daarin is naast het ontwerp voerd waarbij de wijzigingen vanuit de PLM-backbone ook de conditie van de asset – onder meer gebaseerd weer aan IBM Maximo worden doorgegeven.’ op meldingen van sensoren – opgenomen, inclusief de Industriebreed staat deze werkwijze nog in de kinderbeschikbaarheid van spare parts, de planning van
in onder meer de VS van de grond kwamen en werken nu hun businessmodel uit. Ze willen een fee vragen voor elke transactie en daarnaast geld verdienen met het leveren van data, bijvoorbeeld aan de gebruikers van hun platform die daarmee kunnen aantonen dat ze duurzaam bezig zijn. Lindfred en Nordeld ontmoeten veel enthousiasme voor hun initiatief, maar beseffen dat het conservatisme in de sector doorbreken een hele toer is. Ook spreker Lars Albinsson wil die uitdaging
aangaan. Hij noemt zichzelf een ‘transformer’ en werkte voor bedrijven als Volvo, IKEA en Microsoft. Nu leidt hij een consortium voor de digitalisering van de bouw, genaamd Bygg 4.0 (Bouw 4.0). Grootste bottleneck is de arbeidsproductiviteit die over tientallen jaren niet is toegenomen en misschien zelfs gedaald, als gevolg van hoge arbeidskosten, toenemende regelgeving en achterblijvende inzet van ict. Bouwen aan de hand van een 3D-model in plaats van de traditionele tekening leverde in een test al zestig procent
onderhoud en mensen, enzovoort. Zo krijg je in een nauwe samenwerking tussen design en onderhoud een holistische visie op de conditie van de asset, op basis waarvan je de inzet kunt optimaliseren.’ Hiervoor werkt Oxplus nauw samen met een TechniaTranscat-dochter, OptimData. ‘Een soort van IoT-onderneming die zich vooral richt op ‘connected assets’ om uit de juiste data, verzameld middels sensoren, trends af te leiden en daarvoor algoritmes te bouwen voor predictive analytics. Als OptimData conditie en onderhoudsbehoefte van een asset kan voorspellen/bepalen en hierdoor onderhoud effectiever kan maken en tevens designers en bouwers kan sturen om betere ontwerpen en updated versies van assets te maken, dan is de cirkel rond. Samen kunnen wij beide werelden beter bedienen en een ‘closed loop’ maken.’ Bij veel bedrijven moet nog wel de nodige bewustwording op gang komen, zegt Van Dongen tot besluit. ‘Als je iets ontwerpt, maakt en met een dienst erbij verkoopt aan de klant, is er daarna nog wel een grijs gebied. Wat betekent het dat die asset 30-40 jaar in operatie is, wat moet er gebeuren om dat optimaal te laten verlopen? Een asset ontwerpen om die beter te onderhouden, en dus langer operationeel te houden, kan alleen als je de juiste feedback krijgt uit de operatie.’ Over duurzaamheid gesproken. www.vanderlande.com www.oxplus.com www.optimdata.eu
tijdswinst op. De bouw kan nog verdere stappen zetten, aldus Albinsson. Met de inzet van ‘trending’ technieken als 3D-printen en robotica, bijvoorbeeld voor het metselen, dient zich nieuw leven voor de sector aan. www.plminnovationforum.com www.techniatranscat.com/innovationforum2017 www.scania.com www.waste2value.net www.bygg40.se
december 2017
79
STRATEGIE
70-JARIG LENZE NEEMT KLANTEN BIJ DE ARM OM TE FLEXIBILISEREN EN DIGITALISEREN
ZONDER EENVOUD GEEN INDUSTRIE 4.0 ‘Als oplossingen- en innovatiepartner praten we tegenwoordig met onze klanten vaker over machineprocessen dan over onze eigen producten.’ Aldus Christian Wendler, ceo van Lenze, duidend op de transitie die de Duitse machine-automatiseerder heeft doorgemaakt van productenleverancier naar een system supplier die zijn klanten bij de arm neemt om hen de weg te laten vinden in de aanstaande – deels al begonnen – digitale revolutie.
DOOR PIM CAMPMAN
alf oktober, tijdens de viering van het platina jubileum, werd op het hoofdkwartier in Groß Berkel (bij Hameln, in Nedersaksen) stilgestaan bij de ontwikkeling die Lenze sinds de oprichting door Hans Lenze, in 1947, heeft doorgemaakt. Keynote sprekers hadden zinnige dingen te melden over het motto, ‘Future Day of Machine Manufacturing’. Industrie 4.0 kwam met fenomenen als digitalisering, flexibilisering (‘lot size one’), robotica, industrial internet of things (IIoT) en big data analytics helemaal aan bod. Evenals vraagstukken zoals borging van de veiligheid van data in de cloud en de stuwende rol die start-ups kunnen spelen in de paradigmawisseling waarmee de gevestigde hightech machinebouwers moeten zien te dealen.
H
40 MILJOEN IN LEARNING FACTORY Over vier, vijf jaar verwacht het familiebedrijf Lenze een omzet van één miljard euro te schrijven, bijna vijftig procent (!) meer dan in het jongste, eind april afgesloten boekjaar (678 miljoen euro, een record). Richtsnoer voor die ambitieuze groeispurt, zo vertelden ceo Christian Wendler en cfo York Schmidt, is het strategische programma Lenze 2020+. Dat focusseert op verdere versterking van de werkvelden mechatronische producten & packages, motion controlsystemen en (digitale) services. Met als klap op de vuurpijl de ombouw van de site in Extertal (Noordrijn-Westfalen) tot Lenze Mechatronics Competence Campus. Waar productontwikkeling, assemblage, logistiek en andere disciplines in een open space en met de modernste hulpmiddelen innig samenwerken, schilderde Wendler. ‘Onze factory of the future, een heuse learning factory.’ De veertig miljoen euro die de samen met Fraunhofer uit Stuttgart ontwikkelde campus gaat kosten, maakt deel uit van de 100 miljoen aan extra investeringen die Lenze de komende paar jaar uit eigen middelen bekostigt.
NIET ‘MANLOOS’ Een deel van die extra investering, de grootste ooit in Lenze’s historie, is geoormerkt voor verdere versterking van de internationale marketing &
80
december 2017
sales. Met name in de Amerika’s (omzet 78 miljoen euro) en Azië (84 miljoen) ziet de automatiseerder van de machinebouwsector mooie groeikansen. Daarnaast wordt er een tandje bijgeschakeld op het vlak van om- en bijscholing van medewerkers. Want die moeten mee in de digitale transformatie, die nieuwe vaardigheden en een andere wijze van (samen)werken vereist. Lenze, benadrukte Wendler, gelooft niet in ‘manloze’ fabrieken; daarvan getuigt de personeelsaanwas met 160 personen in het afgelopen boekjaar – tot 3.457 wereldwijd, van wie iets meer dan de helft in Duitsland. ‘Dit jaar zullen dat er ongeveer Lenze-ceo Christian Wendler: ‘Op grond van ruim duizend applicaties in het evenveel (nieuwe medewerkers, afgelopen jaar staat onomstotelijk vast dat Lenze FAST een besparing op de red.) zijn.’ engineeringstijd en -kosten oplevert van dertig tot vijftig procent.’ Foto’s: Lenze Om zich bij de ook in Duitsland schaarse technische talenten in de kijker te spelen, werkt Lenze in eigen land – maar kunnen maken. Om dat voor mekaar te krijgen, ook elders in Europa, in de VS en in China – zet Lenze zwaar in op verticale en horizontale nauw samen met technische hogescholen en uniintegratie – op machine- en machinelijnniveau versiteiten. ‘Het aantal stagiairs en werkstudenten en ook in de supply chain. Daartoe is Lenze verdubbelen we komend jaar. En in het nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan met onder Lenze Automation Camp spijkeren we jonge meer ei3 (in New York), dat een cloud-oplossing ingenieurs bij in de technologie waarvan wij het bedacht voor de remote service-functionaliteit in nu en in de toekomst moeten hebben en ze Lenze’s machineplatform. Voorts worden overdraaien op onze sites mee in projecten.’ names gedaan. Al in 2000 werd het Bremense De Nederlandse vestiging in Den Bosch heeft Encoway ingelijfd. Met inmiddels 200 medewerhierin een belangrijke rol en biedt voor deze kers voorziet dat klanten van gestandaardiseerde talenten kansen. en klantspecifieke, digitale oplossingen. ‘Onze zeventien jaar jonge start-up’, gniffelde Wendler. Maart dit jaar werd een meerderheidsbelang CO-CREATIE genomen in de start-up Logicline (Sindelfingen, Co-creatie is niet iets waar alleen het Nederlandse in Baden-Württemberg), ontwikkelaar van slimhightech ecosysteem in uitblinkt, zo bleek. Ook een Lenze richt daar haar pijlen op. Wendler me software voor de digitalisering van processen duidde op het fenomeen dat in Duitsland Verin sales, marketing & services en het IIoT. Met netzung wordt genoemd: machines van verschilconculega’s, universiteiten en researchinstituten lende leveranciers worden in netwerken (steeds werkt Lenze intensief samen in het technologievaker in de cloud) verbonden – ze communiceren netwerk ‘it’s OWL’ (voluit: Intelligent Technical met en leren van elkaar. Waardoor processen Systems OstWestfalenLippe). Dit cluster, met beter (sneller, foutloos) verlopen en zó flexibel 180 deelnemende organisaties, spant zich in om dat ze in flow kleine series (ultiem: seriegrootte de innovatieve sprong van mechatronica naar één, ‘lot size one’) geïndividualiseerde spullen intelligente systemen te maken.
EI VAN COLUMBUS Ook in de eigen r&d zet Lenze zijn kaarten op de focusgebieden van Industrie 4.0: digitalisering, flexibilisering en modularisering. Eind november, op de vakbeurs SPS IPC Drives in Neurenberg (D), lanceerde de automatiseringsspecialist een machineplatform dat de drempels wegneemt om centrale, controller-based automatisering (door plc-intelligentie) en decentrale, drive-based automatisering (ook wel cyber-physical systems genoemd) te combineren. Volgens Lenze-cto Frank Maier de ideale oplossing voor modularisering, omdat die machinebouwers veel meer flexibiliteit biedt en in engineering veel tijd bespaart. Het ei van Columbus: Lenze’s nieuwe, compacte en energiezuinige servo-inverter (omvormer) i950, die controller-based automatisering integreert in de controller. ‘Of de klant een centrale of decentrale automatiseringstopologie wil, dan wel een slimme mix; dat speelt geen rol meer. En voor software-engineers maakt het niet meer uit of ze de i950 integreren in hun machinetopologie als een simpele actuator, een parametriseerbare as of een vrij-programmeerbare as.’
HARDER LOPEN De klant toegevoegde waarde bieden met oplossingen die efficiënter engineeren mogelijk maken; oplossingen die één familie vormen – lees: gecombineerd toepasbaar zijn – en zich onderscheiden door eenvoud/gemak voor de
Met Lenze’s uniforme automatiseringsplatform zijn machines en volledige productielijnen uit één hand te automatiseren: van controllers en i/o-systemen tot de modulaire softwarebibliotheek Lenze FAST en, daar bovenop, connectiviteit tot in de cloud.
klant/engineer en toekomst-proof zijn. Op die weg, die Lenze tot groei en bloei heeft gebracht, gaat de ontwikkelaar en leverancier van ‘de hersenen van machines’ voort. Harder lopend dan het al deed en met meer nadruk op software-skills, om klanten te helpen de kansen die Industrie 4.0 hun biedt te grijpen. Vijf jaar geleden werd daartoe Lenze FAST bedacht: de Feasible Application Software Toolbox. Dat moest een bibliotheek worden waarin klanten tachtig procent van de
standaardfunctionaliteiten voor motion control konden terugvinden en toepassen. Ceo Christian Wendler: ‘Op grond van ruim duizend applicaties in het afgelopen jaar staat onomstotelijk vast dat Lenze FAST een besparing op de engineeringstijd en -kosten oplevert van dertig tot vijftig procent.’ Mooie basis om die miljard omzet over een paar jaar in de pocket te krijgen. www.lenze.com
www.murrelektronik.nl
december 2017
81
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING
PREDICTIVE MAINTENANCE PIJLER ONDER NIEUWE BUSINESSMODEL ERIKS
DISTRIBUTEUR WORDT SYSTEM INTEGRATOR ERIKS Aandrijftechniek, onderdeel van de industriële dienstverlener ERIKS, wil zich verder ontwikkelen in zijn dienstverlening en daartoe uitgroeien tot een system integrator. Predictive maintenance – onderhoud op basis van beschikbare data, al dan niet verzameld met sensoren – speelt daarbij een belangrijke rol. Volgens Frank Stasse, directeur Aandrijftechniek van ERIKS Nederland, is dit ‘de toekomst’. DOOR ANDRÉ RITSEMA
redictive maintenance en condition monitoring zijn de pijlers onder ons businessmodel van de nabije toekomst’, trapt Stasse het vraaggesprek af. ‘Klanten zijn, naast onze producten, steeds meer geïnteresseerd in een adequate oplossing voor als de bedrijfsvoering hapert. Met predictive maintenance kunnen we, op basis van historische data, veel accurater inschatten wanneer onderdelen vervangen moeten worden. Daarmee kunnen we onnodige stilstand in het productieproces van de klant voorkomen. Dat levert hem winst op.’
‘P
ASSETMANAGEMENT ‘Waar heeft de klant het meest behoefte aan, denken jullie?’ Stasse: ‘Het machinepark van een klant wordt in de meeste gevallen draaiende gehouden met producten en onderdelen van verschillende leveranciers. Tijdens het productieproces leveren deze producten informatie over zaken als levensduur en efficiency – en wanneer vervanging nodig is. We zien dat de klant steeds meer behoefte heeft aan goede analyse van die data. Hij wil iemand die zegt: ‘Geef ons alle data en wij zullen helpen het machinepark efficiënter te beheren.’ ERIKS wil die rol graag op zich nemen. Van een leverancier van producten zullen we steeds meer een partner worden van oplossingen met toegevoegde waarde – een system integrator.’ ‘Hoe maak je predictive maintenance tot een meetbaar succes?’ ‘We zijn een kleine anderhalf jaar geleden begonnen met een nieuw bedrijfsonderdeel, Asset Management. In de kern werkt het zo: machines en machineonderdelen worden steeds minder gecontroleerd door mensen, maar in de gaten gehouden met sensoren. De sensor geeft een signaal als het onderdeel niet optimaal functioneert, of anders dan gepland. Dat signaal wordt verstuurd naar een ‘dashboard’, waar een medewerker kan zien of en welke actie er moet worden ondernomen. We hebben inmiddels klanten in
82
december 2017
Nederland, België en Engeland bij wie we het proces op deze manier monitoren.’
IN DE KINDERSCHOENEN ‘Wat houdt meetbaar in? Zelf meer winst? Of betere resultaten bij de klant?’ ‘Wij moeten anticiperen op de ontwikkelingen bij de klant en waar nodig ons businessmodel aanpassen, zodat dat beter aansluit bij de wensen van de klant. Predictive maintenance en condition monitoring zijn er goede voorbeelden van. Zij geven ons de mogelijkheid tijdig producten Frank Stasse, directeur Aandrijftechniek van ERIKS Nederland: ‘Predictive maintenance en condition monitoring geven ons de mogelijkheid tijdig producten te vervangen, te vervangen, processen te optiprocessen te optimaliseren en onnodige stilstand te voorkomen.’ Foto’s: Eriks maliseren en onnodige stilstand te voorkomen. Wij leveren onze producten, diensten en expertise. Samen met de een dergelijke werkwijze kunnen laten inrichten. klant zorgen we voor een structurele verlaging Met een aantal zijn we ook al echt bezig. Daar van de kosten door op een slimmere manier lezen we op afstand de data van de sensoren uit onderdelen te vervangen of het rendement van en doen op basis daarvan het onderhoud. Het de aandrijving te verbeteren. Klant tevreden staat natuurlijk nog in de kinderschoenen, maar betekent: wij tevreden.’ het zal de komende jaren zeker een verdere vlucht nemen.’ ‘Hoe kijkt de klant eigenlijk aan tegen deze ontwikkelingen?’ WEDERZIJDS VERTROUWEN ‘Een jaar terug was er nog redelijk wat terug‘Is de klant bereid inzage te geven in zijn proceshoudendheid; de klanten keken de kat uit de sen voor predictive maintenance?’ boom. Inmiddels zien ze de voordelen en zien ze ‘Dat is inderdaad een cruciaal onderdeel van het in dat dit de toekomst is. Ze zijn geïnteresseerd geheel. Klanten hebben te maken met meer leveen willen weten hoe ze hun eigen processen met ranciers, dus krijgen van verschillende kanten
ELK JAAR 5,5 MILJOEN ONDERDELEN DE DEUR UIT Met 450 vestigingen in 21 landen, 600.000 producten en 200.000 klanten is ERIKS een internationale industriële dienstverlener. Het bedrijf werd in 1940 opgericht in Alkmaar en richt zich – nog altijd – op de inkoop, verbetering en verkoop van werktuigbouwkundige onderdelen aan alle industriële sectoren.
Elk jaar worden er meer dan 5,5 miljoen onderdelen naar de klanten verstuurd. ERIKS is een zelfstandig onderdeel van het SHV-concern.
www.eriks.nl
data terug. Wie is daar verantwoordelijk voor? En wie gaat ermee aan de slag? We zien dat klanten bereid zijn inzicht te geven in de bedrijfsprocessen als het hun duidelijke voordelen biedt. Daarmee verandert onze rol natuurlijk ook. We worden meer een partner, we werken meer op basis van een wederzijds vertrouwen. Want we moeten de data van de klant natuurlijk niet gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. Daar zul je overigens ook onderling afspraken over moeten maken: welke data gebruik je wel en welke niet – en hoe dan als je die wel gebruikt?’ ‘Hoe veranderen deze ontwikkelingen ERIKS Aandrijftechniek? Nog meer accent op de dienstverlening?’ ‘De ouderwetse distributie van rechttoe-rechtaan producten is niet meer voldoende. Dat zien we nu al gebeuren. We worden steeds meer een dienstverlener. We kijken bijvoorbeeld – heel breed – ook naar de it-infrastructuur bij de klant en logistieke systemen om zijn processen te optimaliseren. We zorgen voor oplossingen, op maat gemaakt voor de klant. En dat betekent dat we met de klant moeten meedenken. Ja, het zijn zeer zeker boeiende tijden. Ik ben heel blij dat we met het bedrijf ook deze kant opgaan.’
UITDAGING BIEDEN ‘Een veranderende bedrijfsvoering vraagt om andere mensen. Hoe komt ERIKS daaraan?’
‘We kunnen niet zonder nieuwe mensen, dat is zeker. Als ERIKS Aandrijftechniek hebben we drie expertisecentra – in Roermond, Groningen en Rotterdam – waar we vakmensen opleiden. Daarnaast werken we op regionaal niveau veel samen met scholen en ROVC-vestigingen. En tenslotte participeren we in technische initiatieven van hogescholen en universiteiten. Ik schat dat we de komende jaren tientallen mensen nodig hebben. Aandrijfspecialisten, data-analisten en andere experts. Of het ons lukt om genoeg goedgekwalificeerd personeel te krijgen? We doen er alles aan om voorop te lopen en een werkomgeving te Machines en machineonderdelen worden steeds minder gecontroleerd door mensen, maar in de gaten gehouden met sensoren. creëren die genoeg uitdaging biedt voor de nieuwe generaheeft echter zo’n 600.000 standaardartikelen in tie die geïnteresseerd is in techniek.’ zijn webshop en uitgebreide EDI-connecties (voor electronic data interchange, red.) met ‘Welke impact heeft een bedrijf als Amazon op bedrijven. Maar in essentie willen wij aanwijsbare de markt?’ toegevoegde waarde voor de klant realiseren. ‘Het is duidelijk dat Amazon goed is in het snel Wij gaan voor de totale oplossing, met maatwerk en adequaat distribueren van producten en goewaar nodig; daar hebben we de kennis en de deren. Amazon en vergelijkbare bedrijven zullen producten voor.’ zeker een deel van de markt afromen. ERIKS
december 2017
83
ADVERTO RIAL
TIPPS BACK-END FOUNDRY TEST, EVALUATE & PACKAGING Technobis Fibre Technologies started developing interrogators for FBG sensing in 2006. Following a successful development and launch of our Deminsys system, we started developing the most sensitive FBG interrogator in the world for ASML. This forced us to use integrated photonics to achieve stability in the sub-femtometer (10-15 m). Using Multi-Project Wafer (MPW) runs in several foundries, we developed the chips for ASML and at the same time our own Gator interrogator products. Now, after 24 MPW runs and eight dedicated full-wafer runs, 64 designs, and more than 3,600 chips produced, launching serial production of the Gator, MultiGator, AeroGator, SwitchedGator, SwitchedRefGator, and Chiroptera, we can rightfully claim to be the first company in the world that is able to develop and supply sensor systems based on integrated photonics. This platform brings the most accurate interrogators, solid state, high speed, high sensor count, and low power systems, combined with unmatched system pricing. This is recognized worldwide and brings us a large number of new customers in the areas we choose: Aerospace, Medical, High-tech systems, and Energy. This also means that companies are diving into this new technology in an attempt to copy what we have, or to use the technology for other sensing applications. We as Technobis are convinced that the market for sensing is too large for Technobis alone. At the same time, we need to ramp up the ecosystem in the Netherlands to enable the technology to mature to the desired level. We believe that there is only one way to do that: by cooperating with this entire ecosystem and helping to grow the number of applications for sensing and data/telecom. Therefore, Technobis started to offer the knowledge of designing and packaging PIC-based sensor systems to partners and (potential) competitors. This will mean more designs, more design simulation, more MPW runs, more tests and analysis of the chips, more packaging, faster development of test equipment, tools, machines for assembly, etc. Technobis strongly supports the ecosystem initiatives such as Photon Delta, the Institute for Photonic Integration, and the Photonic
Integration Technology Centre. Technobis will support this ecosystem with its testing, validation, and packaging foundry in Alkmaar.
Generic & Custom Packaging Support for InP, SOI an TriPleX PICs and modules Semi- & Fully-automated packaging equipment Dedicated and extremely experienced team
The first two partnerships started over the past months with team-ups with companies that could have been competitors in the future: one on a different kind of FBG sensing for applications in a very specific field of applications, and the other company on interferometric sensor systems. We are convinced that Technobis can help these companies reduce the number of chip design iterations significantly, evaluate the chips, and package the chips in such a way that the functions of the chip remain intact.
Technobis can shorten the development trajectory by years, helping us all to ramp up the PIC ecosystem in Holland in the coming years.
Technobis Group BV Pyrietstraat 2
T +31 (0)72 3020040
1812 SC Alkmaar
E info@technobis.com
The Netherlands
I www.technobis.com
PROCESINNOVATIE
RONDETAFELDISCUSSIE OVER DIGITALISERING VAN DE PLAATWERKKETEN
KOUDWATERVREES VOOR STANDAARDISEREN EXTERNE COMMUNICATIE Veel bedrijven zijn al trots als ze orders met een pdf via de mail kunnen verwerken, voorlopers in de digitalisering van de plaatwerkketen hebben portals opgetuigd. Maar naast snijden en zetten is er ook voor verspanen, lassen en andere processtappen behoefte aan automatisering. Zover is het echter nog niet. Link Magazine zette de plaatwerkketen om tafel in Drunen voor een ‘statusbericht’ en het ‘ideaalplaatje’.
• ‘Bij oem’ers is er nu veel bewustwording, toeleveranciers ijlen nog na.’ • ‘Komt de digitalisering eenmaal op gang, dan kan een domino-effect optreden.’ • ‘In de externe communicatie van product manufacturing information is veel winst te behalen.’
PRATEN OVER PLAATWERK DOOR HANS VAN EERDEN
en van de aanleidingen voor de rondetafeldiscussie is het onderzoek dat hogeschool Saxion uitvoert in de Nederlandse plaatwerkindustrie. ‘Om studenten inzicht te geven in waar ze terechtkomen en om de impact van smart industry op arbeid en organisatie te onderzoeken’, licht Ton Plender toe. ‘En hoe het staat met die smart industry.’ Daarbij gaat het onder meer over nut en noodzaak van portals: zijn metaalbedrijven en klanten ermee bezig en tegen welke barrières lopen ze aan? Worden tekeningen überhaupt al digitaal aangeleverd en zo ja, bevatten ze dan alle noodzakelijke informatie, waardoor metaalbedrijven uit hun gedigitaliseerde proces ook echt de voorgespiegelde efficiency en effectiviteit kunnen halen?
E Impressie van de ‘rondetafel’ over digitalisering van de plaatwerkketen in Drunen. Foto’s: Bart van Overbeeke
Voor de rondetafeldiscussie schuiven half november in Drunen aan: • Arnoud Buddingh, supply chain manager bij Rademaker, producent van bakkerijmachines, met onder meer eigen plaatwerkproductie in Culemborg en Slowakije. • Ton Derksen, directeur van Vero Software in Ede, bekend van onder meer Radan, dat CAD/CAM en andere automatiseringsoplossingen voor plaatwerk levert. • Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland in Hengelo (Ov), leverancier van machines voor onder meer plaatbewerking en van procesautomatisering. Rob Geilleit (gespreksleider), partner van IPL Advies • in Eindhoven, dat klanten adviseert over procesverbetering en informatievoorziening. • Frank Groot, cco van Isah in Tilburg, leverancier van ERP-software voor de klantordergestuurde maakindustrie en voortrekker in het fieldlab Smart Connected Supplier Network.
•
• •
Peter Nales, coo van 247TailorSteel in Varsseveld, tien jaar geleden de eerste met een plaatwerkportal (Sophia, Sophisticated Intelligent Analyzer), eerst alleen voor vlakke plaat, nu ook voor gesneden buis en zetwerk. Yvo Otten, commercieel directeur van Suplacon in Emmeloord, plaatwerktoeleverancier met eigen portal, Plaatwerk365. Ton Plender, hoofddocent/praktijkonderzoeker aan hogeschool Saxion Deventer/Enschede en lid van het onderzoeksteam van lectoraat Smart Industry & Human Capital. www.247tailorsteel.com www.ipl.nl www.isah.nl www.radan.nl www.rademaker.com www.saxion.nl/site/index/smartindustry www.suplacon.com www.plaatwerk365.nl www.trumpf.com
TOP-20% Gespreksleider Rob Geilleit van IPL Advies trapt af vanuit eigen ervaring: ‘Wanneer wij adviseren over ERP-selectie en procesoptimalisatie, blijkt in de communicatie met externe partijen meestal nog veel te verbeteren. Vaak zijn wij degenen die dat ter sprake brengen. ‘Heb je hier wel eens met klanten over gesproken?’’ Zijn stelling: ‘Het topmanagement heeft geen geld over voor optimalisatie van de informatiestroom door de keten’. Ton Derksen van softwareleverancier Radan ziet dat veel bedrijven nog niet zover zijn. ‘Ze zeggen wel dat ze aan digitalisering van de keten doen – ‘Wij sturen toch de order met een pdf per mail’ –, maar hun focus ligt op de interne workflow.’ Arnoud Buddingh: ‘Wij hebben binnen Rademaker het management voldoende uitgelegd dat er veel winst valt te behalen in de externe communicatie van product manufacturing information. Bij ons, als trekker, staat dat hoog op de agenda, maar veel leveranciers zijn er nog niet klaar voor.’ Menko Eisma van Trumpf schat dat de top-twintig procent van de 1.200 plaatwerkbedrijven in
december 2017
85
Nederland ermee bezig is. ‘Dat had ik twee jaar geleden nog niet durven beweren. Bij oem’ers is er nu veel bewustwording, toeleveranciers ijlen nog na.’ Yvo Otten’s Suplacon hoort bij die toptwintig. ‘Onze automatische orderverwerking is voor oem’ers een belangrijke factor om voor ons te kiezen, ervaar ik.’ Frank Groot van Isah ziet in het fieldlab Smart Connected Supplier Network dat digitalisering bij toeleveranciers gaat spelen omdat de grote oem’ers dat willen afdwingen. ‘Bij kleinere oem’ers speelt dat minder, daar zijn het juist de grote toeleveranciers, zoals MCB en Technische Unie, die het gaan vragen of opleggen. Er moet een dominante partij zijn.’ Komt de digitalisering eenmaal op gang, dan kan een domino-effect optreden, signaleert Otten: ‘Als je met een portal snel omzetgroei haalt, komt het inzicht: ‘Goh, dit is een kans om bedrijfsbreed meer processen te automatiseren.’ Dan raakt de rest van de organisatie besmet.’
Arnoud Buddingh (Rademaker): ‘Intern hebben wij de digitalisering goed voor elkaar, extern zien we nog drempels voor toeleveranciers.’
past. De toeleveranciers die bekend met ons zijn, lossen zelf de eventuele problemen in een tekening wel op.’ Derksen schetst de uitersten: ‘Een leverancier met portal, zoals 247Tailorsteel, zegt heel strikt: ‘Dit kunnen wij.’ Terwijl oem-klanten als Rademaker bepaalde wensen hebben met bijvoorbeeld specifieke toleranties, die extra uitleg en informatie vergen.’ Nales ziet die posities naar elkaar toegroeien. ‘Tien jaar geleden begonnen we met vlakke plaat. Om daarna de veel complexere stap naar buizen en gebogen plaat te zetten. De nog moeilijker draai- en freesdelen en lasbewerkingen toevoegen is een kwestie van tijd.’ Daar zit Rademaker op te wachten, reageert Buddingh. ‘Verbazend dat 247TailorSteel zoveel klanten heeft: het biedt slechts halffabrikaat, terwijl wij ook nabewerkingen willen uit één hand.’ Nales: ‘Best mogelijk dat toeleveranciers van Rademaker wel bij ons bestellen en dan zelf die nabewerkingen doen.’
turing information nodig is. Dan kunnen wij aan onze design rules toetsen of wij het product op tekening kunnen snijden of zetten. ASML heeft er erg achteraan gejaagd een standaard te definiëren met onder meer een set toleranties voor plaatwerk.’ Buddingh vindt het opmerkelijk dat de VEILIG EN GESTANDAARDISEERD hierbij betrokken brancheorganisatie FDP op Over besmetting gesproken, zijn bedrijven nog deze manier vanuit Nederland een standaard bang om data uit te wisselen, vraagt Ton Plender nastreeft. ‘Dat moet wereldwijd, ik wacht daar van Saxion zich af. ‘Wij hebben 4.000 bestellende nog wel even op.’ Ton Derksen wijst op de rol van klanten, dus blijkbaar niet’, reageert Peter Nales FORECASTING OVERBODIG? het Amerikaanse ministerie van defensie, dat al van 247TailorSteel. ‘Wel hebben wij vorig jaar Digitalisering van de keten biedt de mogelijkheid eerder standaarden (zoals STEP en ook automatisch over forecasts te communiceren. application protocols) neerzette. ‘Het Geilleit poneert de stelling dat dat nog niet voorvoorstel van ASML wordt niet de komt. Groot van Isah komt echter situaties tegen wereldstandaard.’ Otten ziet het prowaarin dat structureel wel gebeurt.’ Maar Nales Menko Eisma (Trumpf): bleem niet: ‘Later kunnen we die wel ziet dat klanten zich niet willen vastleggen op Ons land is toch vooral omruilen voor de definitieve stanforecasts voor repeat-orders en maximaal flexibel een grote toeleverancier daard. Wij willen ons bedrijf nu aanwillen blijven met orders op directe afroep. ‘Veel van Duitsland, reden te passen op het werken met een stantoeleveranciers willen die forecast wel, omdat ze meer om de standaardidaard, ook al is dat een voorlopige.’ zich hebben ingericht op repeat, dat makkelijk is satie van communicatie Standaardisering is des te belangte automatiseren. Wij kunnen flexibiliteit bieden internationaal op te pakken.’ rijker nu engineers, gezien de omdat wij met zeventien lasersnijders ‘oneindige’ voortschrijdende uitbesteding van capaciteit hebben. Klanten kunnen hun repeatplaatwerk en digitalisering van de orders via EDI (electronic data interchange, red.) communicatie erover, verder van aanleveren, wij plannen ze gewoon in als nieuwe productie komen af te staan. ‘Een orders.’ Ook Suplacon heeft het ‘EDI-naast-porportal als het onze is eigenlijk de tal’ georganiseerd. Nog geen ideale situatie, zegt automatisering van de werkvoorbereiding. Alles Groot: ‘Eigenlijk van de zotte dat je nog allemaal ISO 27001 voor informatiebeveiliging behaald; wat nu in de hoofden van onze werkvoorbereispecifieke lijntjes moet leggen.’ Uiteindelijk moet we zijn daarvoor een traject ingegaan voor ders zit, moet in design rules en bijbehorende alle communicatie vanuit ERP worden geïnitibewustwording bij onze medewerkers over hoe procesparameters worden vastgelegd.’ eerd. Het fieldlab Smart Connected Supplier veilig met digitale data om te gaan en hebben Network moet ervoor zorgen dat de verschillende onze systemen hierop aangepast.’ Ton Derksen ERP-systemen met elkaar kunnen praten. Voor ziet in de ons omringende landen die angst nog OOK NABEWERKINGEN de berichten voor orders, planning en facturatie wel: ‘Waar zijn onze data nu, zijn ze wel veilig in Bij 247TailorSteel ligt het eenvoudig. Nales: ‘Wij de cloud?’ Veiliger dan lokaal bij een bedrijf zelf, en voor de uitwisseling van documenten zijn hebben ons bedrijf vanaf scratch opgebouwd en dunkt mij.’ Menko Eisma: ‘Bij consumenten is dat inmiddels standaarden gedefinieerd, meldt hij. het hele proces tot en met de factuur smart geauvertrouwen in digitaal er al en dat komt in de tomatiseerd. We werken alleen met b2b ook. Wij hebben daarom geïnvesteerd in de onze portal, accepteren geen orders beveiliging van data-uitwisseling.’ per mail. Een tekening die niet goed Yvo Otten (Suplacon): Maar het heeft alleen zin als bij data-uitwisseling is, gaan wij niet aanpassen. Wij heb‘Wij willen ons bedrijf via bijvoorbeeld een portal alle benodigde inforben onze eigen design rules met nu aanpassen op matie meekomt. Bij Rademaker is dat nog niet bepaalde toleranties. Wel helpt onze het werken met een het geval, meldt Arnoud Buddingh. ‘Met compoit-afdeling klanten om structurele standaard, ook al is nentenleveranciers communiceren we via portals, problemen in hun tekeningen op te dat een voorlopige.’ met maakbedrijven is het nog moeilijk. Orders lossen.’ Een volwassen portal moet de voor plaatwerk en verspaande delen gaan nog via maakbaarheid van de aangeboden e-mail.’ Onder meer vanwege de stand van de orders toetsen, vat Otten samen. techniek in CAD-land, verklaart Yvo Otten. ‘Veel ‘Daarom komt een Rademaker nog STEP-files uit CAD bevatten alleen geometrische niet los van de mail.’ Buddingh informatie; geen gegevens over materialen, beaamt dat: ‘Vanuit onze historie toleranties, enzovoort. CAD-leveranciers moeten kunnen we niet alles overtekenen zich ervan bewust zijn dat die product manufaczodat het bij de eisen van een portal
86
december 2017
hoopt juist op meer concurrerende portals. ‘Wij zijn blij dat bijvoorbeeld Suplacon ook een portal heeft. Zo komt er uiteindelijk een aantal grote plaatwerkaanbieders en gaan potentiële klanten hun eigen lasersnijders (die zij meestal niet efficiënt benutten, red.) afstoten. De toegevoegde kosten in de keten gaan dan omlaag.’ Zover is Rademaker nog niet. ‘Flexibiliteit is voor ons de belangrijkste reden voor eigen plaatwerkproductie. Soms hebben wij compleet nabewerkte componenten dezelfde of de volgende dag al nodig.’
Peter Nales (247TailorSteel): ‘Wij zijn blij dat bijvoorbeeld Suplacon ook een portal heeft.’
‘Op deze manier is ook klantordergestuurd produceren te standaardiseren.’ Dit najaar zijn de eerste testen in ‘ketentjes’ gestart. Otten: ‘Het wordt nu serieus, daarom zijn wij samen met onze ERP-leverancier Ridder aangehaakt.’ Die informatie-uitwisseling betreft dus ook forecasts. 247TailorSteel hoeft ze niet van zijn klanten, maar nu door grote drukte de levertijden oplopen, blijkt voor andere leveranciers forecasting toch belangrijk. Ook voor oem’er Rademaker. ‘Wij willen niet forecasten, maar doen het wel, uit eigen belang, want we merken dat het drukker wordt.’ Ligt daar niet een kans voor een ‘marktplaats’, een ‘makelaar’ die plaatwerkorders verdeelt in de keten, met prijs, leverbetrouwbaarheid, kwaliteit en flexibiliteit als criteria? Nales
hebben, kan in Nederland worden gevoerd. Dat is ook nodig, want wij moeten hier samenwerken om te kunnen concurreren met de wereld.’ Tegelijk moet ons land zich niet te veel op de borst kloppen, tekent Menko Eisma aan, die via Duitse moeder Trumpf goed zicht heeft op onze oosterburen. ‘Kijk hoe hard de 247TailorSteel-vestiging in Bremen groeit. In Duitsland slaat smart industry ook aan en komt de globalisering op gang. Ik ga niet roepen dat we in deze wereld vooroplopen. Ons land is toch vooral een grote toeleverancier van Duitsland, reden te meer om de standaardisatie van communicatie internationaal op te pakken.’
GEEN BORSTKLOPPERIJ Discussieleider Rob Geilleit benoemt verdere samenwerking en openheid als de succesfactoren van smart industry. ‘Connectiviteit tussen ketenpartijen zonder belemmeringen.’ Dat geldt zeker voor Rademaker, zegt Arnoud Buddingh: ‘Intern hebben wij de digitalisering goed voor elkaar, extern zien we nog drempels voor toeleveranciers. Dat moet veranderen, want zelf specialist in alles willen zijn is niet meer houdbaar.’ Iedereen moet de grenzen aangeven van wat hij kan aanbieden, vult Ton Derksen aan. ‘De discussie daarover zoals we die hier nu
Gespreksleider Rob Geilleit (IPL Advies) benoemt verdere samenwerking en openheid als de succesfactoren van smart industry.
Elektronica-oplossingen voor uiteenlopende toepassingen Protonic ontwikkelt cruciale onderdelen voor de besturing van intelligente machines en apparaten voor uiteenlopende toepassingen. Research, engineering en productie: Protonic heeft hiervoor alles in huis. In co-creatie met u onderzoeken, simuleren, ontwikkelen en testen wij maatwerkoplossingen. Met als resultaat dat u nieuwe producten volgens een beter ontwerp in kortere tijd ATO-gear en tegen lagere kostenFoto: op de markt kunt brengen.
info@protonic.nl | www.protonic.nl
december 2017
87
PROCESVERBETERING
NIDEC BOUWT COMPLEET TESTVELDSYSTEEM VOOR FACTA
SLIMME FREQUENTIEREGELAARS KUNNEN ÁLLE MOTOREN AAN een ‘paperless office’. Leverancier van technische aandrijvingen Nidec ontwierp en bouw-
op papier. Elders worden de gegevens weer overgeschreven of uiteindelijk ingetypt. Er wordt veel geregistreerd, maar vaak op een omslachtige manier.
de daarom een specifiek testveldsysteem, geschikt voor alle mogelijke soorten motoren.
EIGEN SERVICESYSTEEM
De opbouw en installatie bij Facta is zo goed als klaar.
Facta begon enkele jaren geleden PEAS, een plannings- en administratiesysteem, te ontwikkelen. ‘We konden geen servicesysteem vinden dat voldeed aan onze wensen, dus zijn onze ict’ers het zelf gaan bouwen. We startten met de registratie van de gewerkte uren, met in ons achterhoofd dat op den duur al onze processen erin vast te leggen moesten zijn.’ Dat werkt efficiënter, zorgt voor meer – automatische – controlemomenten en voorkomt fouten. Alles over de motoren van klanten komt nu in PEAS te staan, inclusief bijvoorbeeld foto’s. ‘Klanten vragen ook steeds vaker om digitale rapportages. Verzekeringsmaatschappijen en auditerende instanties verwachten
De vakmensen in de werkplaats van Facta testen sinds jaar en dag motoren, maar ze moesten daarbij nog veel te veel handmatig doen. Facta zet sterk in op automatisering en
DOOR LUCY HOLL
acta (Latijns voor ‘feitelijk, het gebeurt’) begon bijna zestig jaar geleden in een garagebox in Driehuis met het seriematig wikkelen van spoelen voor wasmachines. Nu zit het in Uitgeest en Spijkenisse en is met 180 medewerkers specialist in pomp-, aandrijfen besturingstechnieken. De klanten komen uit de voedingsmiddelenindustrie, on- en offshore, watermanagement, scheepvaart en lift- en rol-
F
trapfabricage. ‘Wij zijn een full-service dienstverlener voor, simpel gezegd, alles wat ronddraait’, zegt bedrijfsleider Jeffrey Schoordijk. ‘We voeren onderhoud, reparaties en revisies uit aan elektromotoren, generatoren, ventilatoren, tandwielkasten en pompen. Zowel op locatie als in onze werkplaatsen. Voor het testen van ingaande en uitgaande reparaties hebben we een proefinstallatie.’ Die voldoet op zich nog prima en de monteurs hebben een berg vakkennis. Maar ze lezen alle testgegevens veelal nog zelf af en noteren die
COMPONENTS
SYSTEMS
SERVICE & RENTAL
Voor meer informatie kijk op www.hydac.nl Of neem contact op met onze vestigingen in: Helmond - Drachten - Dordrecht - Enschede - Apeldoorn - IJmuiden
88
december 2017
bij onze klanten dat de historie van een machine en motor compleet wordt gedocumenteerd.’
GOED SCHAKELEN SAMEN Alle digitale registratie vroeg ook om een sterk geautomatiseerd systeem voor de testwerkzaamheden in de werkplaats. Dat vanzelfsprekend gekoppeld moest worden aan PEAS. Facta was al klant van Nidec, producent/leverancier van elektrische aandrijvingen, motoren, motorreductoren en generatoren, toen dat nog Control Techniques heette. Schoordijk: ‘We wisten dat Nidec voor zichzelf een installatie had gebouwd met motoren om frequentieregelaars te testen. Wij wilden het omgekeerde: frequentieregelaars om motoren te
‘Klanten betalen straks voor draaiuren, niet meer voor een enkele reparatie’
testen. Dat lag mooi in elkaars verlengde. Dan is het goed schakelen samen.’ Nidec-accountmanager Teun van der Heiden: ‘Onze opdracht werd uiteindelijk om een zo flexibel testveldsysteem te leveren dat alle denkbare configuraties te testen zijn. Het moest geschikt zijn voor draaistroom- , gelijkstroom- en servomotoren, voor synchrone en asynchrone motoren, voor alle varianten encoders en resolvers, noem maar op. Toerentalterugkoppelingen in alle soorten en maten moesten mogelijk zijn. De toegepaste Unidrive M universele frequentieregelaar kan alles aan.’ Motoren, maar ook liftaandrijvingen en generatoren kunnen op het ontwikkelde testveldsysteem worden getest. Een ingebouwde unit van SKF kan lagermetingen uitvoeren.
OPTIMAAL BENUTTEN De gerealiseerde kast (met glazen deuren, het mag allemaal gezien worden) bevat één gelijk-
stroomregelaar en drie frequentieregelaars die een scala aan motoren zelfstandig kunnen onderzoeken. De slimme regelaars ‘zien’ zelf meteen welke motor tegenover hen staat. De monteurs sluiten een motor aan in een bepaald vermogensbereik. Het testveld start met een compleet geautomatiseerd testprotocol en genereert een rapportage. De data Het testveldsysteem dat Nidec heeft gebouwd voor Facta. Foto: Nidec worden meteen ook weggeschreven in PEAS. ‘We kunnen nu heel SMART MAINTENANCE eenvoudig een testrapport meesturen met de Facta heeft gekregen wat het vroeg en nog net factuur. We kunnen belast beproeven tot 100-110 wat meer: er is veel intelligentie in de Unidrive M kW’, zegt Schoordijk. ‘We hebben intern een jaar frequentieregelaars voorhanden. Van der Heiden: of twee nodig gehad om te bepalen wat we wil‘Het testveldsysteem is een mooi voorbeeld van den van de toeleverancier. Vervolgens is Nidec een combinatie van alle mogelijke technologieën.’ een maand of negen bezig geweest. Een intensieFacta investeerde ruim 100.000 euro in het ve samenwerking, vooral ook om het testveldsysteem, dat nu opgebouwd wordt op een promisysteem met PEAS te laten communiceren.’ nente plek in de werkplaats. ‘We stomen steeds Tijdens de uitgebreide fabriekstest bij Nidec in verder op richting smart industry’, zegt Jeffrey Sliedrecht was hij meteen onder de indruk van Schoordijk tot slot. ‘Dit testsysteem is nog vrij de mogelijkheden. hardcore techniek; we repareren motoren en Van der Heiden: ‘De uitdaging voor Nidec was willen weten wat er aan de hand is en vervolgens om binnen de gemaakte prijsafspraken alle aantonen dat een motor weer feilloos functiomogelijke knowhow in te bouwen en de Unidrive neert. Maar het is weer een stapje op weg naar M frequentieregelaars zo in te zetten dat bij tests smart maintenance. We willen in de toekomst geen additionele apparatuur nodig is. Het data als olietemperatuur, toerental en vermogen systeem moet alle ingebouwde slimme onderdevan de machines van onze klanten geautomatilen optimaal benutten voor een maximaal rendeseerd binnenhalen en hun machines continu ment.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘Het systeem kent monitoren en analyseren. We kunnen dan ver van de mogelijkheid om met gelijkstroom te werken. te voren onderhoud inplannen. Klanten betalen Nog maar weinig bedrijven investeren daarin, straks voor draaiuren en niet meer voor een maar indien nodig moet het toch kunnen. Die enkele reparatie. Daar willen we heen.’ gelijkstroomaandrijving gebruiken we meteen ook bij het belast testen. De Mentor MP gelijkstroomregelaar is dan niet enkel een testregelaar, www.facta.nl maar heeft er een andere handige functie bij.’ www.nidecindustrialautomation.nl
De tijd dat innovatie vooral binnen de muren van het bedrijf plaatsvond is voorbij. Veel innovaties zijn het product van samenwerking tussen meerdere partijen. Samenwerken klinkt echter makkelijker dan het is. Vaak gaat het mis, bijvoorbeeld omdat een helder businessmodel ontbreekt waar álle partijen van SURÀWHUHQ 2I RPGDW SDUWLMHQ KHW QLHW HHQV ZRUGHQ RYHU GH XLW GH samenwerking voortkomende intellectuele eigendomsrechten. Het loont daarom om in een vroegtijdig stadium een jurist te betrekken bij de opzet van strategische samenwerking. Iemand PHW HHQ VFKHUS RRJ YRRU GH EDODQV WXVVHQ KRRIG]DNHQ HQ details. Benieuwd wat The Law Factor voor u kan betekenen?
Kijk op www.thelawIDFWRU QO YRRU PHHU LQIRUPDWLH
december 2017
89
STRATEGIE
SYSTEM SUPPLIER MTA BRENGT AL ZIJN ACTIVITEITEN ONDER ÉÉN RUIMER DAK
‘KETENREGIE VERGT FLEXIBILITEIT EN KORTE COMMUNICATIELIJNEN’ Meer vierkante meters, optimale flexibiliteit en korte communicatielijnen. De Helmondse hightech system supplier MTA heeft diverse argumenten om al zijn activiteiten onder één dak te brengen. In maart gaat de eerste schop de grond in, de verhuizing staat eind 2018 op stapel. ‘De uitgangspunten flexibiliteit, openheid en transparantie én de factor mens ga je in ons nieuwe MTA-huis terugzien.’ DOOR PIM CAMPMAN
ind oktober werden de bijna tachtig MTA’ers bijgepraat over de stand van zaken – en werd een beroep op hen gedaan om actief bij te dragen aan de ‘duizend-en-een’ afwegingen en keuzes die de komende tijd nog gemaakt moeten worden. Aansluitend togen ze naar de greenfield, nu nog een maïsveld, op krap twee kilometer van de huidige locaties. De Helmondse wethouder Jos van Bree (economische zaken) en de beide MTAoprichters/directeuren, Patrick Geerts en Robert Manders, onthulden er het projectbord met daarop een ruwe impressie van de nieuwbouw.
E
PERFECTE TIMING ‘Kijkend naar onze groeiambities is één ding zeker: met de huidige vierkante meters gaan we het niet redden’, zegt Manders. Hij spreekt van een perfect getimede, grote volgende stap. Momenteel zit MTA in drie panden, dicht bij elkaar in dezelfde straat. ‘Daar een vierde vestiging optuigen zou het ruimtetekort oplossen. Maar, gezien de steeds grotere dynamiek en uitdagingen in onze markt en de alsmaar kortere levertijden die klanten van ons verlangen, doen we dat niet. Voor ons, als ketenregisseur, zijn informatieoverdracht en korte communicatielijnen cruciaal. Daarom brengen we alle opvolgende processtappen onder één dak, in een open setting, zodat het hele proces heel open, transparant, flexibel en efficiënt in flow verloopt.’ De nieuwbouw voorziet daarin, vertelt Daniek Reijnders van Pauwert Architectuur te Eindhoven. De kantoren en ondersteunende afdelingen ‘omarmen’ de montagehal, en door het vele glas en de ‘straat’ die door het hele pand loopt, staat alles en iedereen in open verbinding met elkaar. Waarbij
90
december 2017
Van links naar rechts onthullen Patrick Geerts (MTA), Jos van Bree (Helmonds wethouder) en Robert Manders (MTA) het projectbord op de greenfield aan de – hoe toepasselijk – Maïsdijk, waarop komend jaar het ‘MTA-huis’ wordt gebouwd. Van Bree is blij dat MTA ervoor heeft gekozen in Helmond te blijven. Foto’s: Bart van Overbeeke
Manders wel aantekent: ‘Voor de ontwikkeling en prototypebouw zijn we aan strikte geheimhouding gehouden. Dat deel blijft dus in elk geval uit het zicht van en niet toegankelijk voor onbevoegden. In subgroepjes werken we de komende maanden stapje voor stapje naar het eindplaatje toe.’
VERDUBBELING De ontwikkelaar en bouwer van mechatronische machines en systemen voor oem-klanten heeft straks 7.500 vierkante meter ter beschikking, een verdubbeling vergeleken met de huidige locaties. ‘Volop ruimte dus voor expansie. En mocht dit in de toekomst toch onvoldoende blijken, dan komt fase 2 in beeld: een aanbouw van nog eens 2.000 vierkante meter.’ Extra ruimte die de lucht geeft waarnaar met name het werkveld logistiek al een tijdlang snakt, exemplarisch voor de gestage groei die MTA in zijn vijftienjarig bestaan heeft doorgemaakt. ‘In 2002 begonnen we met z’n drieën, aanvankelijk als medebewoner en sinds 2005 als enige bewoner van ons huidige hoofdgebouw. In 2012 kwam daar een tweede pand bij (nu zitten daar ontwikkeling en protobouw, red.) en in 2014 het derde pand (logistiek, cnc-verspaning/ QRM, meetkamer en human resources, red.).’ Nu is MTA in de gelukkige omstandigheid dat
het alles onder één dak kan brengen en het nieuwe ‘MTA-huis’ kan inrichten naar eigen goeddunken. Manders: ‘Optimaal flexibel, open en transparant en met veel aandacht voor de factor mens. Waaronder een grote, mooie multifunctionele lounge als ontmoetingsruimte, veel ruimtes voor overleg en interactie, belplekken, plekken waar je in alle rust gefocust kunt werken en bijvoorbeeld ook een sportfaciliteit en zonneterras. Dat past allemaal heel goed bij de fase waarin MTA nu zit.’
MTA-PANNENKOEK Omzet- en personele groei houden gelijke tred, een trend die de twee oprichters de komende jaren denken te kunnen doortrekken. ‘Een verdubbeling ten opzichte van het afgelopen jaar achten we een realistisch toekomstscenario’, verklaart Manders. ‘Het succes van MTA is zeker ook te danken aan hoe wij georganiseerd zijn: heel plat, met weinig lagen – de ‘MTA-pannenkoek’ – en veel autonomie in alle speelvelden. Willen we dat vasthouden, dan is de groei niet ongelimiteerd. Mede omdat wij als ketenregisseur buitengewoon intensief met onze klanten samenwerken, veel knowhow van de klant opbouwen en heel dicht tegen zijn huid aankruipen. Met dit type organisatie op dit niveau honderd klanten
bedienen, lijkt mij ondenkbaar. Ergens ligt dus een grens. Waar precies? Niemand heeft een glazen bol. Maar dat we nog een behoorlijke groeipotentie hebben, staat buiten kijf.’
ALTIJD IN CONTROL Qua technologieniveau heeft MTA de afgelopen jaren ‘echt grote slagen gemaakt’. ‘Begonnen als puur mechanisch bedrijf, ontwikkelen, bouwen en testen we vandaag heel complexe mechatronische systemen, inclusief de software. Maar de uniciteit van MTA zit hem vooral in hoe we georganiseerd zijn: altijd in control zijn, maximale flexibiliteit bewerkstelligen – kort op de bal spelen, accelereren op een technologisch hoogwaardig niveau –, de beste total cost of ownership voor de klant realiseren. Daarin onderscheiden we ons: de klant is hier geen nummertje, maar staat echt centraal. We zijn klant- en ketengeorganiseerd en -gestuurd, iets wat onze klanten (oem’ers in verscheidene marktsegmenten, red.) waarderen.’ Vijftien jaar na oprichting is MTA als onderneming en partner van oem’ers volwassen, en een serieuze speler als system developer/ supplier, vertelt Manders. Wat ook blijkt uit de inspanningen om klanten en relaties vooruit te helpen op het pad van configure-to-order. ‘We kijken echt naar waar de markt naartoe gaat, waar de behoeftes liggen en hoe we daarop in onze dienstverlening maximaal kunnen inspelen.’
‘BIC GEEN OPTIE’ Verhuizen naar de Brainport Industries Campus (BIC) was geen optie, zegt directeur Robert Manders. ‘Om de doodeenvoudige reden dat onze medewerkers hét kapitaal van MTA zijn. Ze wonen in alle windrichtingen binnen een straal van zo’n dertig à veertig kilometer om Helmond. Twintig kilometer westwaarts gaan zou vergaande consequenties voor het woonwerkverkeer van veel medewerkers hebben. Daarbij kunnen we aan de oostkant van Helmond uit een arsenaal mensen MTA-medewerkers toasten op de nieuwbouw. Directeur Robert Manders: ‘We zijn oprecht putten voor wie de reisafstand een mensenorganisatie: de factor mens staat altijd centraal.’ naar het Eindhovense minder aantrekkelijk is. Dat, samen met is heel erg hoog. Dat zegt iets over de sfeer en cultuur het uitstekende vestigingsklimaat hier, maakt het voor binnen MTA. We zijn oprecht een mensenorganisatie: ons interessanter om in Helmond te blijven zitten.’ de factor mens staat altijd centraal. Niet voor niets is MTA slaagt erin tien tot vijftien nieuwe medewerkers per onze slogan ‘Creating machines together’. Veel andere jaar te werven. Manders: ‘Ik zou liegen als ik zeg dat dat bedrijven claimen misschien iets soortgelijks, maar MTA geen moeite kost. Maar ik denk dat het ons relatief nog ademt dat ook echt uit. Dat proef je elke dag – aan de erg goed lukt. Mede dankzij ons volwaardige hr-team goede sfeer en de cultuur met veel individuele aanmet eigen recruitment – van externe bureaus maken we dacht, veel ruimte voor ontwikkeling en ontplooiing en nagenoeg geen gebruik. Met name in het benutten van veel begeleiding daarin. Het arbeidsklimaat is hier de netwerken van onze medewerkers zijn we succesvol: bijzonder prettig, getuige ook het heel lage verloop.’ het percentage nieuwe medewerkers dat daar uitkomt,
www.m-t-a.nl
MRO Supplies Multi-Specialist European Leader
Investing Industrial Supplier
HELiOS PDM/PLM-OPLOSSING
HELiOS is de krachtige en efficiënte PDM-oplossing voor al uw artikel-, document- en tekeningbeheer. Multi-CAD interface: HiCAD, SolidWorks, Inventor, AutoCAD, EPLAN Compatibel met Microsoft Office bestandsformaten.
Toonaangevend MRO supplier én volwaardig technisch expert
ISD Benelux BV Het Zuiderkruis 33 | 5215 MV ‘s Hertogenbosch Tel. +31 73 6153 888 | E-mail: info@isdgroup.nl
www.biesheuveltechniek.nl
december 2017
91
SAMENONDERNEMEN
Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
OVERNAMES INFRASTRUCTUUR
Nedmobiel wordt 100% dochter van ICT Group ICT Group is voornemens alle aandelen van het Bredase Nedmobiel over te nemen. Dat adviesbureau (27 medewerkers) legt zich toe op tunnelveiligheid en asset- en projectmanagement voor complexe
infrastructurele werken. Deze expertise is complementair aan die van de businessunit Engineering Contractors van ICT. www.ict.eu www.nedmobiel.com
ALLIANTIES SOFTWARE
HTSC naar BIC Het High Tech Software Cluster (HTSC) vestigt zich op de Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven. Het cluster brengt hightech softwareontwikkelaars bij elkaar en helpt met zijn innovaties regionale hightech bedrijven om
zich wereldwijd te onderscheiden. Dat profiel sluit naadloos aan op de productiecampus in aanbouw, waar hightech maakbedrijven onder één dak gaan samenwerken en innoveren. www.brainport.nl/ hightechsoftwarecluster
MATERIALS HANDLING
Vanderlande investeert in Smart Robotics Vanderlande in Veghel neemt een minderheidsbelang in Smart Robo-
tics in Best. De spin-off van de TU Eindhoven (2015) ontwikkelt, ver-
koopt en verhuurt modulaire collaborative robots (cobots), die het kan configureren voor specifieke taken, zoals order picking & placing, (de)pallettiseren, kitten en verpakken. Het bedrijf heeft circa vijftig systemen bij klanten uitstaan. In
gezamenlijke r&d wordt robottechnologie voor logistieke doeleinden ontwikkeld. Verder gaat Vanderlande Smart Robotics helpen om internationaal op te schalen. www.smart-robotics.nl www.vanderlande.com
OPLEIDINGEN
Itsme haalt Procentec binnen voor trainingen Procentec uit Wateringen, kennispartner voor Profibus- en Profinettechnologie, is een samenwerking aangegaan met bedrijvengroep itsme. Die behelst trainingen op verschillende (van de dertien) itsme-locaties in Nederland, onder meer gratis producttrainingen,
troubleshooting & maintenanceopleidingen en gecertificeerde engineer- en installer-cursussen. Itsme ziet de erkende Procentec-cursussen als een verrijking van het eigen opleidingsaanbod voor industriële automatisering. www.procentec.nl, www.itsme.eu
METAALBEWERKING
Van Hoof Groep participeert in LTJ Het Brabantse familiebedrijf Van Hoof Groep, al dertig jaar toeleverancier in de metaal, is aandeelhouder geworden van Laser Technology Janssen (LTJ) in Wijchen, dat hightech componenten maakt en geavanceerde (micro)lasertechnieken gebruikt. LTJ’s kennis en kunde sluiten prima aan bij de activiteiten
van de andere dochters van de Van Hoof Groep: NIMA Speciaalwerk, plaatbewerkingsspecialist HMF Nederland en Van Eijk Transmissie. LTJ beschouwt de groep als ideale technologische sparringpartner. www.lasertechnologyjanssen.nl www.vanhoofgroep.nl
december 2017
93
SMARTGELEVERD GEINVESTEERD G
MACHINEBOUW
AWL stut groei met nieuwbouw in Harderwijk Machinebouwer AWL breidt fors uit op zijn thuisbasis Harderwijk, met een nieuwe assemblagefabriek en kantoren. Het customer experienceen opleidingscentrum, waar nieuwe innovaties getest en getoond worden, krijgt ook een prominente
plaats in de nieuwbouw. AWL groeide de afgelopen jaren door continu te investeren in innovaties, medewerkers en internationale productiefaciliteiten – in Tsjechië, China, Mexico en onlangs in de VS. www.awl.nl
SEMICON
NXP met ontwikkelcentrum in hart Chinese autoindustrie NXP Semiconductors vestigt een applicatieontwikkelcentrum voor auto-elektronica in Chongqing, Midden-China. Met veertien autofabrikanten vormt deze megastad het hart van de expansief groeiende Chinese automobielindustrie. Het NXP China Applications Development Center for Auto Electronics gaat die bedrijven met
kennis en expertise helpen bij het maken van elektronische control units (ecu’s). De samenwerkingsovereenkomst met de instanties in Chongqing heeft een looptijd van ten minste vijftien jaar en omvat afspraken over forse investeringen en de werving van circa honderd medewerkers. www.nxp.com
Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
krijgt er zeven voor zijn site in Ludwigshafen (D). Aan Katoen Natie werd onlangs de eerste chauffeurloze truck geleverd. Daarvoor deed VDL in Nederland het voorbereidende werk en de afmontage gebeurde in de VDL-vestiging in Singapore. Momenteel wordt die autonome
truck slimmer gemaakt, zodat hij bijvoorbeeld op meer laad- en losplaatsen kan worden ingezet. Vanaf volgend jaar levert VDL Automated Vehicles nog eens elf trucks aan Katoen Natie, alle voor gebruik in Zuidoost-Azië. www.vdlautomatedvehicles.com
SMART INDUSTRY
Festo Experience Centre zet onderwijs en maakindustrie op het spoor Festo brengt in zijn nieuwe Experience Centre in Delft de nieuwste producten en innovaties voor industriële automatisering samen. Bedoeld voor technisch onderwijs en hightech maakbedrijven om de eerste stappen naar digitalisering (smart industry) te zetten. Zo kunnen ze in het Future Learning Lab kennismaken met de ‘fabriek van de toekomst’ (CP Factory), een volledig
geautomatiseerde en flexibele assemblagelijn. Samen met de Haagse Hogeschool, InnovationQuarter, TNO, Exact en TU Delft participeert Festo in smart industry fieldlab RoboHouse. Dat faciliteert de introductie van robotica bij bedrijven door concepten voor prototypes te ontwikkelen die de maakindustrie verder helpen. De CP Factory is er een voorbeeld van. www.festo.nl
AUTOMOTIVE
TOEGEPAST ONDERZOEK
VDL scoort miljoenenorders voor chauffeurloze trucks
Meer TNO op High Tech Campus Eindhoven (HTCE)
Chemiereus BASF en de Antwerpse logistieke dienstverlener Katoen Natie hebben bij VDL Automated
TNO versterkt zijn aanwezigheid op de HTCE. Medio december verhuizen de afdelingen MaS (Material
Vehicles vervolgorders geplaatst voor de levering van autonoom rijdende transportvoertuigen. BASF
Solutions) en ESI (Embedded Systems Innovation) van de TU/e Campus naar de Smart Industry Hub op
VSE INDUSTRIAL AUTOMATION UW BS-FILTER VOOR HOOGCOMPLEXE PROJECTEN VSE HOUDT HET OVERZICHT EN HOUDT HET SIMPEL. VOOR U. ALS HET GAAT OM: • MOTION CONTROL • INDUSTRIËLE AUTOMATISERING • HYGIËNISCH ONTWERP • ROBOT-INTEGRATIE • SERVICE & ONDERHOUD
VSE Industrial Automation is een nieuwsgierige club specialisten. ‘Waarom’ is voor ons - en wij denken ook voor u - de vraag waar alles mee begint.
94
december 2017
de HTCE. Dat nieuwe gebouw – met 12.000 m2 aan kantoren, onderzoeksruimten en bedrijfshallen – biedt multifunctionele huisvesting aan innovatieve bedrijven; een schakel die daar nog ontbrak. De circa
honderd TNO’ers komen nu dichter bij hun collega’s van Holst Centre en Solliance te zitten. www.hightechcampus.com, www.tno.nl
MACHINEBOUW
Artech Solutions levert Boschman volautomatische productiecel Boschman Technologies in Duiven, ontwikkelaar en leverancier van transfermolding- en sintering-systemen voor de semicon en automotive, vervangt zijn bestaande Digma grafietfreesmachine en twee vonkmachines door een volautomatische productiecel van het Duitse Exeron. De cel wordt ingezet om matrijzen te maken en bestaat uit een highspeed-frees- en zinkvonkmachine
van Exeron, een Erowa robot Multi met chipherkenning (om elektrodes en werkstukken automatisch te wisselen) en een 3D-meetmachine. De order is geplaatst bij Artech Solutions, vertegenwoordiger Benelux van Exeron, dat is voortgekomen uit het vroegere Deckel (zinkvonkmachines) en Digma (hogesnelheidsfreesmachines). www.boschman.nl
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING
Best kanshebber voor competence centre Panasonic Panasonic Electric Works Sales wil zijn vestiging in Best uitbouwen tot een Europees competence centre. Van hieruit worden dan de ingewikkelder systemen ontworpen en alle turnkey-projecten aangestuurd. Volgens Willy Bauer, ceo Zwitserland en interim-directeur in Best, is een organisatieverandering onontkoombaar. ‘Nu bedienen we onze klanten lokaal vanuit verschillende Europese vestigingen. Voor de standaardcomponenten de beste werkwijze, maar voor de meer samengestelde systemen ligt dat anders. Onze klanten verwachten steeds meer van ons. We worden in een vroeg stadium ingeschakeld, al tijdens de ontwerpfase. Die dienst willen we nu gaan concentreren in
één Europees competence centre’ De concentratie moet kosten besparen. ‘Maar het gaat niet alleen om de prijs. Onze opdrachtgevers willen een supply chain met zo weinig mogelijk partijen, één aanspreekpunt. Die rol willen we graag nemen, maar dan zonder in elke vestiging een competence centre in te richten.’ Het Zwitserse kantoor opteert voor Best, omdat daar al een competence centre zit voor de Benelux, Frankrijk en Noord-Europa. ‘Hier is al veel kennis en kunde voorhanden. We gaan in Best ook investeren in 3D-printers, waarmee we snel gecompliceerde componenten kunnen maken en demonstreren.’ www.panasonic-electric-works.com
PLAATWERKTOELEVERING
Meer meters, meer machines, meer mensen 247TailorSteel, specialist in op maat gesneden platen, buizen en kantdelen, te bestellen via de online portal Sophia, blijft groeien. Reden voor nieuwe investeringen in nieuwbouw en machines, lasersnijders zowel als kantbanken; het exacte aantal en de verdeling over de vestigingen Varsseveld, Winterswijk en Bremen (D) is nog niet bepaald. In Bremen gaat
het bedrijf komend voorjaar verhuizen naar een nieuw pand van 6.000 m2, waar het aantal machines meer dan verdubbelt en ook het personeelsbestand sterk stijgt. In Varsseveld liggen er plannen voor uitbreiding van de hoofdvestiging met een nieuw pand van een kleine 5.000 m2. www.247tailorsteel.com
UIT DE MARKT MET B&R ‘OP DE SNELWEG NAAR MASS CUSTOMIZATION’ Sixpacks afvullen met drankjes in drie smaken, random en net zo snel als zes flessen of blikjes in één smaak. Slimme ‘zijsporen’ in een productieproces creëren, zodat trage bewerkingsstappen de doorlooptijd niet verlengen, defecte producten ‘onderweg’ al uit de flow kunnen worden verwijderd of een haperend ventiel wordt omzeild. Transportsysteem ACOPOStrak, dat B&R onlangs op de beurs SPS IPC Drives in Neurenberg (D) lanceerde, maakt het allemaal mogelijk. Volgens B&R blinkt het nieuwe platform uit in flexibiliteit, adaptiviteit, efficiëntie, ontwerpvrijheid – en daarmee timeto-market –, schaalbaarheid en return on investment. Robert Kickin-
ger, mechatronic technologies manager: ‘Steeds meer consumenten zijn bereid voor gepersonaliseerde producten extra te betalen. Dat maakt mass customization zeer aanlokkelijk. Maar dan moet niet elke verbetering van de flexibiliteit van een proces tot een vermindering van de overall equipment effectiveness leiden.’ Die oee wordt door drie factoren bepaald: beschikbaarheid (uptime), performance en kwaliteit. ACOPOStrak doet op geen van die factoren water bij de wijn, claimt Kickinger. ‘Hiermee zit de industrie op de snelweg naar echte mass customization.’ Volledig elektromagnetische diverters kunnen in het B&Rplatform product-flows splitsen en
BALLUFF INTEGREERT SOFTWAREONTWIKKELAAR EN VISIONBEDRIJF Sensor- en automatiseringsspecialist Balluff breidt zijn digitaliseringskennis uit met de overname van Innovative Software Services (ISS) en Matrix Vision. De twee Duitse bedrijven (samen 160 medewerkers) versterken de kerncompetenties van Balluff in softwareontwikkeling en machine vision, zegt directeur Florian Hermle: ‘Door het koppelen van onze netwerktechnologie met hun software-expertise verbeteren we onze capaciteit voor geïntegreerde automatiseringsoplossingen. Met hun knowhow profiteren wij van de enorme groeimogelijkheden in de digitalisering, terwijl we tegelijkertijd onze portefeuille uitbreiden op hardware- en softwaregebied.’ ISS is gespecialiseerd in tools, testsystemen, processen en standaardisatie in softwareontwikkeling. Binnen de Balluff Group wordt ISS, zeer ervaren in embedded systemen voor de automobielindustrie, de softwarespecialist. ‘We hebben al 25 softwareontwikkelaars in ons team, maar voor een consistente uitbreiding van
onze digitaliseringsexpertise hebben we meer gekwalificeerd personeel nodig. Wij streven ernaar om de open softwareplatforms te ontwikkelen die steeds vaker nodig zijn om onze klanten geïntegreerde automatiseringsoplossingen te kunnen bieden.’ Matrix Vision en zijn productportfolio versterken de Balluff Group op een gebied dat tot nu toe een relatief kleine rol heeft gespeeld: cameragebaseerde sensorsystemen, oftewel machine vision. Het bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling en marketing van frame-grabbers, industriële standaardcamera’s, videosensoren, embedded systemen en software voor industriële beeldverwerking. Huub Vaessen, directeur Balluff Nederland, is blij met de overnames: ‘Om onze positie als de IO link company te versterken en de noodzakelijke digitalisering te kunnen doorvoeren voor en bij onze relaties, zijn beide bedrijven ingelijfd.’ www.balluff.com
AWARDS
Cleantech bedrijf Asperitas heeft de TNO Piet de Jong innovatie prijs gewonnen.
KMWE is de winnaar van de William
KOTUG heeft met een innovatieve
Pijnenburg Award 2017, de prijs die staat voor aandacht voor en investering in vakmensen.
methode van warmteopslag en -hergebruik de Maritime Innovation Award 2017 gewonnen.
verderop weer samenvoegen – full speed: tot meer dan vier meter per seconde, bij een acceleratie van 5 g, en een afstand tussen de producten tot vijftig Foto: B&R millimeter. Precies wat Industrie 4.0 beoogt: veel productvarianten net zo snel, en even goed, opbouwen als allemaal eendere. Het modulaire concept en de softwarekit van B&R maken uitbreiden of veranderen van de route die de ‘werkstukken’ afleggen simpel en schaalbaar – zonder meer productieruimte in beslag te nemen. Engineers
profiteren tevens van procesgeoriënteerde programmering. Kickinger: ‘Zij kunnen simpelweg de regels voor de product-flow invoeren. En autonome ‘verkeersregeling’ – geïntegreerde intelligentie om ‘botsingen’ te vermijden – neemt hun nog meer werk uit handen.’ www.br-automation.com
FLEXIBILITEIT DÉ TOEKOMSTIGE SUCCESFACTOR Flexibiliteit vinden machinebouwers en hun eindgebruikers de belangrijkste factor om over tien jaar nog succesvol te zijn. Belangrijker dan het leveren van kwaliteit of de timeto-market. ‘Het stak er met kop en schouders bovenuit’, verhaalt directeur Henk Oude Brunink over de klantendag die itsme dit najaar organiseerde in de Efteling, Kaatsheuvel. Daar vroeg hij oem-klanten (machinebouwers) en eindgebruikers zoals foodbedrijven naar succesfactoren in 2027. De factor flexibiliteit bleek voor de eindgebruikers nog wat zwaarder te wegen dan voor de oem’ers. ‘Zij zitten natuurlijk nog wat dichter bij die volatiele eindconsument en hebben te maken met grote, machtige afnemers als CocaCola en AH die van hun leveranciers een grote mate van flexibiliteit eisen.’ Het vertaalt zich overigens nog niet in een verdergaande automatisering van de logistiek. ‘Wij zijn zelf goed geïntegreerd met onze grootste leveranciers via SAP, maar met onze klanten is dat helaas nog niet altijd het geval.’ Wellicht vanwege gebrek aan kennis hierover of de behoefte van de klant niet te afhankelijk te worden van een industriële distributeur als itsme. Evenmin leeft de wens zelf een start-up op te richten, een
jonge wendbare onderneming vol frisse engineers voor wie geldt ‘the sky is the limit’: ‘Er bleek nul belangstelling voor.’ Wel in lijn met de flexibiliteitsbehoefte was het belang dat men hechtte aan ‘het kunnen beschikken over de juiste partner voor non-coreactiviteiten’. Vooral de onderhoudsmensen van de eindgebruikers zien de waarde daarvan in. Zij zien ook een belangrijk succesfactor in de mate waarin die partner er in slaagt ‘geïntegreerd technisch maatwerk’ te leveren. ‘Technische diensten worden natuurlijk steeds kleiner, dus die groep wil graag kant-en-klare oplossingen’, interpreteert Oude Brunink. ‘Geen plc of frequentieregelaar, maar een zo volledig mogelijke ondersteuning bij het up-and-running houden en optimaliseren van hun fabriek.’ Eventueel op afstand. Immers, de bezoekers aan de itsmeklantendag zien IoT (het verbinden van intelligente componenten) als de belangrijkste technologische gamechanger voor de komende jaren, meer dan de cloud, big data of robots. Itsme gebruikt de input nu in gesprekken met klanten om meer detailinzicht in hun behoeften te krijgen. www.itsme.eu
december 2017
97
AGENDA 23 JANUARI 2018
onder het motto ‘Verspaner: Stel uw vraag aan ASML!’ Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen/themabijeenkomsten/roadshow-verspanen/
mechatronica; met als thema’s industrial internet of things, cobotics en design for additive manufacturing. Zie: www.hightechsystems.nl
7-8 MAART 2018
10-12 APRIL 2018
RAPIDPRO (BEURS + LEZINGEN) VELDHOVEN Achtste editie van event voor aanbieders, dienstverleners en gebruikers van prototyping- en additive manufacturingtechnieken. Zie: www.rapidpro.nl
PACKING INNOVATIONS (BEURS + CONFERENTIE) - UTRECHT Event in een nieuw jasje over marketing, design, innovaties en trends in de wereld van packaging en displays. Zie: www.packaging-innovations.nl
15 MAART 2018
17-19 APRIL 2018
HEALTH VALLEY EVENT - NIJMEGEN Ontmoetingsplaats voor health-innovaties, met deze tiende keer weer alles over de nieuwste trends en ontwikkelingen in life sciences & health en de mensen daarachter. Met sprekers, workshops, een investorslounge, een beursvloer en natuurlijk volop mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Zie: www.health-valley.nl
MAINTENANCE GORINCHEM 2018 (VAKBEURS) - GORINCHEM Nieuwe vakbeurs waarop diverse partijen hun oplossingen en technologieën op het gebied van industrieel onderhoud, digitalisering, inspectie, productieveiligheid, meet- en regeltechniek, hydrauliek en aandrijving tonen. Zie: www.easyfairs.com/nl/maintenancegorinchem/maintenance-gorinchem2018
9 FEBRUARI 2018
16 MAART 2018
23-27 APRIL 2018
ROADSHOW VERSPANEN - VELDHOVEN Knowledge Sharing Centre en Mikrocentrum dagen ASML uit zijn kennis over productievraagstukken te delen,
HIGH-TECH SYSTEMS 2018 (CONFERENTIE) EINDHOVEN Zesde editie van conferentie over highend systeemontwikkeling en disruptieve
HANNOVER MESSE (VAKBEURZEN) HANNOVER (D) ’s Werelds grootste industriële beursevenement, met vijf vakbeurzen: Industrial
3D PRINTING ELECTRONICS CONFERENCE EINDHOVEN Vijfde editie van event, waarin internationale sprekers diverse aspecten van 3D-geprinte elektronica (combineren functionele elementen in een 3Dgeprint product) toelichten. Zie: www.3dprintingelectronicsconference.com
30-31 JANUARI 2018 HEALTH TECH EVENT & 3D MEDICAL CONFERENCE - MAASTRICHT Event met conferenties over 3D Bioprinting / 3D Biomaterials, 3D Dental Printing, 3D Medtech Printing, 3D Printing Pharmaceuticals. In het nieuwe Health Tech Event staan robotica, e-health en medische zorg en het internet of things centraal. Zie: www.3dmedicalconference.com, www.3dmedicalexpo.com, www.healthtechevent.com
Supply; Integrated Automation, Motion & Drives; Digital Factory; Energy; en Research & Technology. Thema is ‘Integrated Industry’ en Mexico is het partnerland. Zie: www.hannovermesse.de
30-31 MEI 2018 MATERIALS 2018 (VAKBEURS + CONGRES) VELDHOVEN Trefpunt voor (niet-)materiaalkundigen, met focus op (nieuwe) materialen, materiaalanalyse, oppervlaktetechnieken en verbindingstechnieken. Zie: www.materials.nl
14-15 JUNI 2018 VISION, ROBOTICS & MOTION 2018 (VAKBEURS + CONGRES) - VELDHOVEN Vakbeurs met alles om betrouwbaarder, veiliger en sneller te produceren. Zie: www.vision-robotics.nl
27-28 JUNI 2018 AGRO FOOD INNOVATION EVENT - VENLO Vier conferenties in één event, over alles wat speelt en gaat spelen in 3D-foodprinting en smart farming (27 juni), healthy nutrition en vertical farming (28 juni). Zie: www.3dfoodprintingconference.com
december 2017
99
isah.com
HOGERE LEVERBETROUWBAARHEID? JE MAAKT HET MET ISAH
Dankzij Isah Shop Floor Control realiseert u een hogere productiesnelheid, waardoor u een snellere levertijd kunt waarmaken. Via een touchscreen op de productievloer weten medewerkers exact welke werkzaamheden zij aan een order moeten uitvoeren. Orderspecificaties zijn actueel, registratie van uren en werkzaamheden gebeurt realtime en de foutkans is aanzienlijk lager. Zo neemt u een belangrijke voorsprong op de concurrentie. Maak het met Isah.