D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
Magazine Magazine
december 2019 | nummer 6 | jaargang 21
UITSLAG GRANDE FINALE MEVI, MTA EN BRONKHORST OP HET EREPODIUM
SEMICON CHIPFABRIKANTEN INVESTEREN MILJARDEN IN EUROPA
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF?
FRED HARBERS VAN HENCON ZET IN OP SERVITIZATION:
‘WIJ HEBBEN AL MACHINES OP ONZE BALANS GENOMEN’
Gemakkelijk aansluiten en compact inbouwen
Servo systeem De nieuwe serie servo-aandrijvingen CMMT-AS en servomotoren EMMT-AS zijn makkelijk in te zetten voor zowel dynamische bewegingen als nauwkeurige positionering. Aan te sturen via o.a. EtherCAT, ProďŹ net, Ethernet/IP en Modbus/TCP
Your motion pneumatic | electric | Our solution
www.festo.com/nl
Magazine
6/19
D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S
12 THEMA
42
22
9
WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF? Digitalisering zorgt ervoor dat iedereen in het maakbedrijf put uit dezelfde, actuele single source of truth. Mensen krijgen informatie voorgeschoteld die voor hún functie van wezenlijk belang is. Maar wat gaat de verkoper doen als de B2B-klant ook online al in detail kan uitzoeken wat hij nodig heeft? Hoe kan met digitale technologie de toegevoegde waarde van de productiemedewerker juist vergroot worden? En hoe doorbreekt een onderneming het angstgedreven silo-denken?
56
DISCA’19 MEVI, MTA EN BRONKHORST OP HET EREPODIUM
PRODUCTIESTRATEGIE CEO FRED HARBERS VAN HENCON:
‘SCHITTEREND DAT PRESTATIE VAN ONZE CLUB BEVESTIGD WORDT’
‘LEASEN WAS OOIT EEN VIES WOORD, NU STAAN KLANTEN ERVOOR OPEN’
Donderdag 21 november was het zo ver: het klapstuk van de 18de editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. Na het bekendmaken van de finalisten resteerden per categorie de twee best presterende bedrijven. Tijdens het diner in Hoeve Mereveld in Utrecht bracht het publiek zijn stem uit. Mevi Fijnmechanische Industrie en MTA kwamen als beste toeleverancier uit de bus, Bronkhorst High-Tech uit Ruurlo werd tot beste uitbesteder verkozen.
In de Gelderse gemeente Oude IJsselstreek bouwt Hencon Metal & Mining enorme machines. Die vinden hun weg naar metaalen mijnbouwbedrijven wereldwijd. Evenwel tekenen zich in de hogelonenlanden twee trends af: meer efficiency en duurzaamheid. Hencon speelt erop in door te elektrificeren, te digitaliseren en meer te focussen op dienstverlening.
DUURZAAM ONDERNEMEN
34
Kip van Oranje ontwikkelt met tal van ketenpartners circulaire concepten voor voedselproductie Drijvende hightech boerderijen, vlak bij de Euromast
76
PMC kiest Pulse als it-businesspartner voor nieuwe fabriek ‘Wij lossen een wereldwijd probleem op’
49 SEMICONDUCTOR-INDUSTRIE CHIPFABRIKANTEN DRIJVEN E-MOBILITY
INFINEON EN BOSCH STEKEN ELK RUIM 1 MILJARD IN NIEUWE FABRIEKEN IN EUROPA Infineon en Bosch investeren recordbedragen in nieuwe, verregaand geautomatiseerde chipfabrieken. Niet in Azië, maar in hun kennisbasis: Europa. Want daar hebben ze voet aan de grond bij de autofabrikanten, die de transitie naar elektrisch en autonoom rijden moeten maken – en snel. In die omslag speelt microelektronica een hoofdrol.
OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN
PRODUCTIESTRATEGIE Met onder meer een verhaal over de e-scooter Electric Dutchman van Specs E-Mobility. Het Eindhovense Phoenix 3D Metaal, specialist in rubberpersen, hielp bij de ontwikkeling van belangrijke plaatwerkdelen, en maakt die ook.
84
Matas zweert bij dashboards (en de klant kijkt onbeperkt mee) Platform Productiviteitsverbetering op bezoek in Best
94
KMWE ziet enorme voordelen van verhuizing naar de Brainport Industries Campus ‘Simpelweg die gang oversteken en spijkers met koppen slaan’
ZIE VERDER PAGINA 5
december 2019
3
FAULHABER toepassingen
Dynamiek en kracht. Een kwestie van technologie. Met FAULHABER aandrijfsystemen voor protheses verlegt u de grenzen voor mensen met een handicap. Ga voor meer informatie naar: faulhaber.com/p/bxt/nl
WE CREATE MOTION
EN VERDER:
MARTIN SILO-DENKEN
6 33
UIT DE MARKT
36
OUTSOURCING Outsourcen in India werkt, mits voor de lange termijn
38
MACHINEBOUW TalkING Industry van Link en ING: over lancering en digitalisering
45
COLUMN Nederland welvarend houden vergt ‘Dutch glue’ SMART INDUSTRY Programma ‘Fabriek van de Toekomst’ tilt open innovatie niveau hoger
47
STRATEGIE Metamorfose maakt Schaeffler toekomstbestendig
58
SERVITIZATION Platformdeelnemers hebben beter beeld van hoe servitization ready ze zijn
60
PROCESVERBETERING Nieuwe cleanroom ERIKS ‘grote stap voorwaarts’
64
AUTOMATISERING Naaijkens en Bosch Rexroth passen schroeftechniek toe in food & packaging
66
STRATEGIE Hijs- en hefspecialist BKL wordt onderdeel Anvil Industries onder vleugels VADO
69
AUTOMATISERING Onder vleugels ABB versterkt B&R positie in de fabriek
72
OVERNAME Trios blijft focussen op technologische vraagstukken, ook onder nieuw management
74
CYBERSECURITY Directeur NDIX Jeroen van de Lagemaat vindt huidig internet ongeschikt voor servitization
78
DIENSTVERLENING Mitutoyo wil stilstand voorkomen met proactieve, datagebaseerde service
81
DIENSTVERLENING Application Center HEIDENHAIN verstevigt band met de klant
82
INNOVATIE Nemag pakt prijzen met nieuwe grijper
88
SMART INDUSTRY Hemabo met CNC-Consult stapsgewijs naar papierloze fabriek
90
SMART CUSTOMIZATION Ridder Growing Solutions groeit door smart customization, begeleid door IPL
92
PRODUCTONTWIKKELING Innovatie Apex vergroot onderhoudbaarheid buigmachine Dynobend
97 107
UIT DE MARKT (vervolg) AGENDA
COLOFON Magazine
COLOFON
Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.
JAARGANG 21, NUMMER 6, DECEMBER 2019 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl
In het artikel in Link Magazine van november over de uitslag van de tweede ronde van de DISCA’19 stond dat de scores die leveranciers van hun klanten kregen gemiddeld met bijna een vol punt gedaald waren. Als verklaring van redactiewege werd gewezen op de werkdruk: je logistieke dienstverlening of je waardetoevoeging aan het eindproduct verder opschroeven wordt lastiger naarmate je barst van het werk. Met andere woorden: het lagere cijfer hebben de leveranciers niet aan hun luiheid, maar wel aan zichzelf te danken. Maar daar was niet iedereen het mee eens. Een directeur van een system supplier legde me uit dat die terugval evengoed aan de klant kan liggen. En hij had er een treffende – hieronder wat geabstraheerde, maar actuele – anekdote bij. Een moduleleverancier krijgt van afdeling A van een klant een order voor vijf modules A van product X. Nu maakt deze leverancier voor die klant ook altijd module B, maar die bestelt de klant niet. Het geeft die leverancier een wat ongemakkelijk gevoel: bestelt de klant die nu elders? Of is product X veranderd waardoor module B niet meer nodig is. Of heeft de klant er misschien nog een paar op voorraad….? Een week of wat later bestelt die klant nog eens vijf modules A. Dus belt die leverancier toch maar eens met afdeling A van de klant, met de vraag of module B niet ook nodig is. ‘Sales heeft doorgegeven dat er tien producten X moeten komen’, reageert de engineer daar. ‘Module B? Geen idee. Dat moet je aan afdeling B vragen.’ Dus belt de leverancier afdeling B: ‘Heeft afdeling A tien modules van product X bij jullie besteld?’, reageert de engineer van B. ‘Vreemd, nee wij hebben niets van Sales over een orders voor product X vernomen. Ik ga het checken.’ Even later belt de engineer van afdeling B terug: ‘Bij Sales beweren ze het aan ons doorgegeven te hebben, maar ik weet van niets. Ze zullen het door de drukte wel vergeten zijn. Hoe dan ook, jullie moet ook tien modules B maken. Graag tegelijk met module A aanleveren.’ Dat laatste lukt de moduleleverancier net niet: een week na de modules A worden de modules B uitgeleverd. Nog diezelfde week belt Link-uitgever John van Ginkel de inkoper van deze klant met het verzoek deze moduleleverancier voor de DISCA’19 te scoren, onder andere op leverbetrouwbaarheid. De inkoper kijkt in zijn data en de rest laat zich raden. Deze anekdote heb ik verteld tijdens de DISCA’19 eind november (zie verderop de verslagen ervan). Vervolgens heb ik de zaal gevraagd of ze zo’n situatie wel eens hadden meegemaakt, en of dat was in rol van klant of in die van leverancier. Ongeveer tweederde had die ervaring en dat waren hoofdzakelijk leveranciers. Wat logisch is, want – net als in de anekdote – zullen inkopers van uitbesteders zich er lang niet altijd van bewust zijn dat een lage leverbetrouwbaarheid van een leverancier veroorzaakt is door een collega twee deuren verderop. Silo-denken heet dit in goed Nederlands. Intussen ontvangt de redactie een stroom aan persinformatie over clouds, apps, platforms en andere it-tools die kunnen zorgen dat a. data informatie wordt en dat b. die vrijelijk kan stromen naar iedereen in het bedrijf en de keten die die informatie nodig heeft voor zijn oordeelsvorming. De tools zijn er, nu nog de mensen die ermee kunnen – en willen – werken. martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl
MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine
RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters, dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Hans van Eerden, André Ritsema, William Smit COVERFOTO John Voermans GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte ABONNEMENTEN u 71,95 exclusief BTW per jaar
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 14 februari 2020. Het thema van dit nummer is ‘Groeit de complexiteit ons boven het hoofd?’
ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
december 2019
5
UIT DE MARKT HIGH TECH CAMPUS EINDHOVEN GAAT DE STRIJD AAN MET GROTE TECH HUBS IN DE WERELD In 2030 wil de High Tech Campus Eindhoven (HTCE) één van de leidende tech hubs zijn in de wereld, net als Boston, Berlijn en San Francisco. Daarom verbreedt de campus haar focus met de nieuwste digitale technologieën. Ze wil zich richten op innovaties in de gezondheidszorg, het opwekken en opslaan van duurzame energie, het creëren van slimme omgevingen door middel van 5G en LiFi, en het inzetten van kunstmatige intelligentie. De HTCE ziet er over tien jaar uit als een soort set van een sciencefiction film met overal zelfrijdende, elektrische deelauto’s. Slimme sensoren houden de gezondheid van campusbewoners bij en geven voedings- en bewegingsadviezen. Artsen hebben een digitale kopie van het lichaam en kunnen in virtual reality diagnoses stellen en behandelingen testen. En de chips van de computerservers worden duurzaam gekoeld. Kortom,
de campus heeft een nieuwe strategie ontwikkeld, waarin de nadruk ligt op technologie die de wereld beter maakt. Tegelijk blijft de HTCE ‘een groene omgeving, waar schapen grazen en je zwanen op de vijver ziet’, aldus Hilde de Vocht, directeur marketing en communicatie. ‘De Strip aan het water blijft de plek waar iedereen elkaar ontmoet. Deze menselijke factor is juist ook de kracht van High Tech Campus Eindhoven.’ In 2025 al moet de HTCE de De High Tech Campus Eindhoven. Foto: HTCE duurzaamste campus van Europa zijn. De campusorganisatie wil ook veel meer dan alleen Allerlei innovatieve bedrijven krijgen de verhuurder van vierkante meters bij ons de mogelijkheid om nieuwe zijn, aldus Jan-Willem Neggers, technologieën te testen.’ Er komt een managing director. ‘We willen de speciale High Tech Academy, in spin in het web zijn die talent, samenwerking met onder andere de nieuwe technologieën en duurzame TU/e, JADS, Holland Innovative en initiatieven aan elkaar gaat knopen. Vlerick Business School. Het recent
opgerichte Female Tech Heroes-platform streeft ernaar meer vrouwen te inspireren om in de techwereld te gaan werken. De High Tech Campus telt nu meer dan 200 bedrijven en 12.000 werknemers. www.hightechcampus.nl
BEIJER INTRODUCEERT NIEUW INDUSTRIAL INTERNET OF THINGS-PLATFORM Beijer Electronics heeft een nieuwe cloud-oplossing voor de industrie gelanceerd: het acirro+ IIoT platform. Klanten kunnen waar ook ter wereld beschikken over hun data. Beijer integreert daarbij de data van alle mogelijke (besturings)systemen: welke leverancier of welk protocol er ook achter zit. Sander de Boer, salesmanager Benelux van Beijer Electronics: ‘Bedrijven kijken niet meer naar één geïsoleerde machine. Het draait om machine-to-machinecommunicatie, om factory-tofactory communicatie. Nieuwe technologieën bieden ongekende mogelijkheden om de productiviteit te vergroten, fouten te voorkomen, onderhoud preventief in te plannen, en bovenal alles met elkaar te verbinden. Bedrijven willen complete efficiëntie en effectiviteit in hun productieketen.’ Dan is het ook steeds vaker een logische stap om alle data niet lokaal op te slaan, maar vanuit de cloud te werken. Beijer Group (800 medewerkers wereldwijd) heeft het hoofdkantoor in Malmö, in het zuiden van Zweden. Het biedt wereldwijd oplossingen voor industriële automatisering en datacommunicatie. De groep telt
6
december 2019
drie onafhankelijke onderdelen: Beijer Electronics, Westermo en Korenix. Beijer Electronics richt zich op operator communicatie, automatisering en digitalisering. ‘Beijer Electronics telt 347 mensen. Zo’n 126 zijn continu bezig met r&d en productontwikkeling, dat gebeurt in Zweden en Duitsland, onze fabricage zit in Taiwan. De naam Beijer is misschien nog niet zo bekend, maar we brand labelen voor tal van leveranciers. Daardoor kunnen we inmiddels ook zo’n 75 drivers en 400 protocollen ondersteunen. Onze devices waaronder de X2 HMIs and BoX2, zijn erg goed in machine-tomachine communicatie. We ondersteunen klanten om hun data van wat voor systemen dan ook optimaal te verzamelen en te ontsluiten, lokaal in hun eigen ERP-systemen of in de cloud.’ Voor die cloudopslag is er nu het acirro+ IIoT platform, dat de data vervolgens waar ook ter wereld kan aanbieden via elke willekeurige hardware: tablet, smartphone of pc. ‘People and Technology. Connected’ is de pay-off van Beijer: het bedrijf focust op integratie van informatietechnologie (it) en operational tech-
Beijer Electronics biedt via het acirro+ IIoT platform een nieuwe cloud-oplossing voor de industrie. Foto: Beijer
nology (ot). Het nieuwe platform is gebaseerd op Microsoft Azure, een flexibel systeem voor cloudcomputing. De servers staan in NoordEuropa. ‘Ik proef nog steeds wel een soort angst bij bedrijven voor opslag in de cloud. Ze zijn bang dat ze de controle over hun eigen data niet meer compleet hebben. Maar je kunt je systemen zelf nooit zo goed beveiligen dan een partij als Microsoft.’ Privé zitten mensen continu in de cloud, werken vanuit die cloud dringt langzaam door in de indus-
trie. Juist die terughoudendheid van de industrie om het Industrial Internet of Things te omarmen, heeft leveranciers extra aangezet om de functionaliteit en veiligheid van cloudoplossingen te vergroten. Opslag op eigen servers biedt vaak schijnveiligheid. ‘Of je nu een machinebouwer bent of andere producten levert, je bedrijf kan alleen maar goed in die productieketen meedraaien, als het waar en wanneer dan ook beschikt over de juiste data.’ www.beijerelectronics.com/cloud
CRYOSOL EN DEMCON: SAMEN WERELD VAN LIFE SCIENCE ONDERZOEK VERANDEREN Met elektronenmicroscopen kunnen details tot op atomair niveau zichtbaar worden gemaakt. Probleem is echter het maken van goede preparaten. Voor onderzoek naar de oorzaak en behandeling van ziektes als kanker, Alzheimer, aids en TBC wordt veel studie gedaan naar de 3D-structuur van eiwitten. Om die eiwitten met cryo-elektronenmicroscopen goed te kunnen bekijken, worden ze razendsnel ingevroren (gevitrificeerd). De huidige cryotechnologie daarvoor – oorspronkelijk ontwikkeld aan de Universiteit Maastricht (UM) – is niet meer toereikend. Dus is die universiteit, onder leiding van nanobioloog Peter Peters, opnieuw gaan sleutelen en heeft die technologie drastisch verbeterd. Het product dat dat opgeleverd heeft – de VitroJet – wordt nu vermarkt door het Maastrichtse bedrijf CryoSol-World, met Emile Asselbergs sinds jongstleden augustus als chief operations officer. Op basis van de universitaire concepten engineert en produceert Demcon het apparaat en neemt het ook het supply chain management voor zijn
rekening. ‘Demcon is nu voor ons bezig de eerste VitroJets te engineeren en te bouwen; wij hebben orders voor negen stuks al binnen’, vertelt Asselbergs. De verwachtingen zijn hooggespannen: ‘Over drie jaar zullen er meer dan vijftig apparaten per jaar verkocht worden.’ Demcon heeft zijn eerste activiteiten voor CryoSol gefactureerd, maar het Enschedese bedrijf is inmiddels een van de investeerders en aandeelhouders in CryoSol. Naast Brightlands Life Sciences Ventures, het investeringsvehikel van de Universiteit van Maastricht, is het een van de private partijen die is ingestapt. ‘Uit onderzoek dat we gedaan hebben, kwam Demcon als beste maakpartner naar voren. Door Demcon ook te vragen risicodragend te investeren denken we een win-winsituatie te creëren’, schetst Asselbergs die eerder in zijn loopbaan als directeur van elektronenmicroscopenfabrikant PhenomWorld (inmiddels overgenomen door Thermo Fisher) leiding gaf aan een vergelijkbaar gefinancierd kop-staartbedrijf. Dat dat model is
De VitroJet. Foto: CryoSol
overgenomen is overigens de inbreng van Ben Bormans, eerder ook nauw betrokken bij Phenom en nu de ceo van CryoSol. Jemy Pauwels van Demcon Investment, verantwoordelijk voor alle investeringen binnen de Demcon Group, motiveert het instappen met de potentie van de technologie: ‘Het is een strategische investering in een technologie die de wereld van
het life science-onderzoek kan veranderen. We geloven in deze baanbrekende technologie en in het ondernemerschap en de kennis van technologie en markt van het managementteam van CryoSol. Dat wilden we tonen door ook risicodragend – skin in the game – mee te doen.’ www.cryosol-world.com www.demcon.nl
december 2019
7
UIT DE MARKT PIONIEREN MET INCLUSIEVE TECHNOLOGIE Afgelopen twee jaar voerde Senzer twee pilots uit met het Operator Support System (OSS) bij Dorel Juvenile in Helmond, dat gespecialiseerd is in kinderveiligheidsartikelen en onder meer het bekende MaxiCosi kinderzitje maakt. Senzer, eveneens gevestigd in Helmond, is al veertig jaar de assemblagepartner van Dorel. ‘Normaal gesproken splitsen we meervoudige handelingen voor onze medewerkers op in deeltaken. Daardoor komt er inefficiëntie in en wordt het werk ook eentoniger. Met het OSS dat de medewerker continu instructies geeft, hopen we het werk weer interessanter te maken en tevens taken te clusteren’, verklaart Paul Verbakel, directeur werk & participatie bij Senzer. ‘Dit biedt de klant extra efficiency. En medewerkers die moeite hebben werkinstructies te onthouden, kunnen hun taken dankzij het OSS nu wel uitvoeren. Hun inzetbaarheid wordt dus vergroot.’ Deze eerste pilot was een initiatief van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie, een samenwerkingsverband van onder meer Cedris (landelijke vereniging voor de inclusieve arbeidsmarkt), SBCM (subsidiefonds sector sociale werkvoorziening) en TNO. Doel is te
achterhalen wat goede technologische toepassingen zijn om de inzetbaarheid van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten. ‘De eerste pilot was meteen een succes. Door het werk te clusteren, werd meer efficiency bereikt. Daarnaast waren mensen die eerder het werk niet konden doen, dankzij de instructie van het OSS nu wel in staat die taken uit te voeren’, aldus Verbakel. ‘En bij degenen die het werk wel aankonden, maar nog fouten maakten, ging de kwaliteit van hun werk omhoog. Dat vergrootte hun zelfvertrouwen enorm, waardoor ze ook andere taken makkelijker oppakken en breder inzetbaar zijn.’ De eerste pilot bracht tevens een nadeel aan het licht: ervaren medewerkers ervoeren de continue instructie als overbodig. En dus ging in samenwerking met TNO en het Belgische Arkite (dat de technologie achter het OSS levert) plus een TKIsubsidie een tweede pilot van start om het systeem adaptief te maken. ‘Het OSS geeft namelijk niet alleen instructie, maar detecteert ook of iemand de handelingen goed uitvoert en of dit binnen de verwachte tijd gebeurt. Met die twee parameters kun je spelen en adaptiviteit in
Operator Support System bij de groepsdetachering van Senzer bij Dorel. Foto: Senzer
het systeem brengen door iemand net als bij gaming naar een volgend level te laten gaan als hij het goed doet’, zegt Verbakel. Het OSS kent vier levels, waarbij op level 4 nog maar minimale instructie nodig is. Eind september dit jaar werd de pilot afgerond en bleek het adaptieve systeem een succes. ‘Nu zijn we bezig Senzer-medewerkers te leren instructies in het systeem te programmeren. Dat traject is naar verwachting eind januari afgerond en dan willen we
het OSS gaan introduceren bij meerdere andere opdrachtgevers’, vertelt Verbakel, die nog één aandachtspunt signaleert. ‘Hoewel het OSS de inzetbaarheid en loonwaarde van medewerkers vergroot, staat er bij begeleiding door technologie geen vergoeding tegenover, in tegenstelling tot begeleiding door mensen. Dat zorgt voor spanning op de financiering. Het staat landelijke uitrol nog in de weg.’ www.senzer.nl
NIEUWE PRO.FILE NEXT IS DIGITALE RUGGEGRAAT ‘PRO.FILE next is veel méér dan alleen een nieuwe release’, zegt Hugo Botter, managing director van PLM Xpert in Bergambacht, over het nieuwe digitaliseringsplatform van PROCAD. Voorjaar 2020 komt het op de markt. ‘Het is een ‘next generation’-softwareplatform met de nieuwste technologie, dat de digitalisering van de levenscyclus van producten en documenten ondersteunt.’ Voorafgaand aan de ontwikkeling is heel goed naar de businessbehoefte van de PRO.FILEgebruikers en de ontwikkelingen binnen de maakindustrie en de ict gekeken, aldus Botter. ‘En bij het maken van de roadmap is samengewerkt met partijen als Microsoft, onder andere om PRO.FILE voor het Azure cloud-platform te optimaliseren en de database-performance met de MS-SQL database te maximaliseren.’
8
december 2019
Waar andere aanbieders in de PLMmarkt ervoor kiezen om op bestaande ict-technologie voort te borduren, ging PROCAD ervoor de softwarecode volledig te vernieuwen. Hugo Botter: ‘Doorgaan op bestaande code maakt het onderhouden en aanpassen van software complex en arbeidsintensief. Daarnaast maakt dat de schaalbaarheid en het aansluiten op nieuwe platformen lastig. Daarom heeft PROCAD bewust gekozen voor volledig vernieuwen.’ Waarbij, volgens de managing director, bestaande klanten een soepele overgang van de huidige technologie naar het nieuwe platform kunnen maken. ‘Zoals ze dat van een reguliere PRO.FILE releaseupgrade gewend zijn.’ De nieuwe generatie PRO.FILE PLM-software is, zegt hij, ‘de nieuwe standaard voor schaalbaarheid, openheid, configurabiliteit en per-
formance’. ‘De gebruiker heeft de keuzevrijheid om volledig cloud based te werken. Alle processen worden afgehandeld op de server of hybride cloud, On Premise of SaaS. En uitgebreide interfaces en API’s bieden externe toegang tot de data en functies op diverse devices en met apps. Voor succesvolle digitalisering van processen, digitaal impactmanagement, is gemakkelijk een eerste stap te zetten naar dit PLM-platform als digitale ruggengraat – een Product Data Backbone. PLM Xpert profileert zich als PRO.FILE Competence Center, met twintig jaar ervaring, als de specialist in datamanagement voor de maakindustrie in de Benelux. www.plmxpert.nl www.procad.de www.profile-plm.nl
Managing director Hugo Botter. Foto: PLM Xpert
FRAUNHOFER EN ADDITIVE INDUSTRIES GAAN SAMENWERKEN Door de samenwerking van het Fraunhofer Project Center aan de Universiteit Twente (FPC@UT) en het Fraunhofer Institute for Production Technology IPT met het Eindhovense Additive Industries, breidt Fraunhofer zijn activiteiten in de Benelux verder uit. Via het Fraunhofer Project Center krijgt de Nederlandse industrie toegang tot actueel onderzoek op het gebied van additive manufacturing (AM). De samenwerking moet de implementatie van de L-PBF-technologie (laserstraal poederbedfusie) voor de productie van industriële series versnellen. Met gecombineerde expertise en een holistische aanpak zijn de drie partners van plan om nieuwe materialen te kwalificeren,
ontwerprichtlijnen te verbeteren en de post-processing expertise te vergroten. Dit moet de integratie van L-PBF in industriële procesketens mogelijk maken – om zo industriële additieve manufacturing naar een volwassen niveau te tillen en de acceptatie van de technologie door de industrie te verbreden. Omdat het partnerschap tussen Additive Industries en de twee Fraunhofer-onderdelen erop gericht is state-of-the-art additieve processen over te dragen naar bestaande industriële productie, leggen de partners nadruk op een alomvattende kijk op de geïntegreerde procesketens. Daarom worden AM-technologieën niet alleen beschouwd als afzonderlijke verdere stappen in de
productieketen. In plaats daarvan nemen de deskundigen gezamenlijk alle voorgaande en volgende stappen mee in hun beslissingen over de vraag of en hoe additieve technologieën moeten worden geïmplementeerd. Fraunhofer IPT en FPC@UT hebben veel technologische en methodische ervaring op alle gebieden van productietechnologie. ‘We dekken alles af, van materiaalkunde, additieve processen en nabewerking tot integratie in bestaande processen. Omdat we weten dat het voor productiebedrijven bijzonder moeilijk is om dit allemaal zelf bij te houden’, legt Daan Kersten, oprichter en ceo van Additive Industries uit. ‘Onze samenwerking leidt tot nieuwe
oplossingen die de industrie helpen hun AM-activiteiten op het gebied van L-PBF snel te verbeteren’, voorspelt Kai Winands, hoofd van het competentieveld Additive Manufacturing bij de Fraunhofer IPT. Gelijktijdig met de start van de samenwerking levert Additive Industries ook een systeem voor onderzoek naar metallic 3D-printen aan de FPC@UT. ‘De MetalFab1 is de eerste metalen printer die van begin af is ontworpen met industriële productie in gedachten’, zegt Ian Gibson, wetenschappelijk directeur van FPC@UT. www.ipt.fraunhofer.de www.amcenter.eu www.additiveindustries.com
ICD KRIJGT MET FIELDLAB-STATUS LANDELIJKE ZICHTBAARHEID Dit najaar heeft het Innovatiecluster Drachten (ICD) de officiële status van Smart Industry Fieldlab gekregen. De erkenning kwam tegelijk met die voor een ander fieldlab (BouwLab R&Do). ‘Beide Fieldlabs presenteerden in hun voorstel een duidelijk doel en ambitieus plan voor minimaal drie jaar’, aldus de Smart Industry-stuurgroep. ‘Zij krijgen daarin steun van een consortium van partners.’ De stuurgroep erkent ICD als ‘een internationaal werkend ecosysteem van samenwerkende hightech bedrijven en kennisinstellingen in Noord-Nederland die vooroplopen met innovaties en concurrerend zijn in de wereldmarkt’. De aangesloten bedrijven werken samen aan oplossingen voor grote technologische uitdagingen van de toekomst, namelijk 3D-metal
printing, remote sensoring & big data, robotics, visual intelligence en allelectric propulsion, ook wel de big five van ICD genoemd. Een belangrijke reden om de fieldlab-status aan te vragen, was landelijke zichtbaarheid, verklaart Joost Krebbekx, de senior managing consultant van Berenschot die fungeert als programmamanager van ICD. ‘Na zes jaar willen we met ICD meer landelijk gaan opereren en deelnemen in landelijke smart industry roadmaps. Zo gaan we learning days organiseren voor onze big five, waarvoor we ook andere fieldlabs kunnen uitnodigen. Dit voorjaar bezochten we Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven en toen hebben we afgesproken samen een dag over ‘flexible machines’ te organiseren. ICD en BIC
hebben daar beide een project over en op die dag willen we ervaringen uitwisselen. Er zijn vast nog clubs die we daar ook bij kunnen uitnodigen.’ ICD is nu als vijfde fieldlab toegetreden tot de regionale smart industry hub Noord. Sinds begin 2018 vormen smart industry hubs een regionaal aanspreekpunt voor bedrijven en versterken ze de regionale samenwerking van de fieldlabs. In NoordNederland gaat het om RoSF (Region of Smart Factories), ACM3 (Fieldlab voor Automated Composites and Metal Manufacturing and Maintenance) in Marknesse, Technologies Added in Emmen, 5Groningen en sinds kort dus ook ICD. De viering van de fieldlab-erkenning is op 23 januari bij Dewulf in Winsum. Gelijktijdig wordt namelijk de toetreding van Dewulf als 21e
bedrijfslid tot het cluster officieel gemaakt. Dewulf, voorheen Miedema, is onderdeel van de Belgische Dewulf Group, die plant-, oogsten verwerkingsmachines voor aardappel- en wortelgewassen bouwt. ‘Weer een pareltje uit het noorden. Met 150 medewerkers ontwikkelen ze zeer geavanceerde machines. Zij hebben een relatie met alle vijf thema’s uit onze big five.’ Met het toetreden van Dewulf groeit het cluster naar een bedrijvenomvang van 4.000 medewerkers, onder wie 1.500 productontwikkelaars, meldt Krebbekx. ‘Dat is een cluster van formaat en gevoegd bij de mooie projecten die we doen, zal dat zeker hebben bijgedragen aan onze erkenning als fieldlab.’ www.icdrachten.nl www.dewulfgroup.com
Govers Accountants/Adviseurs
It all begins with a beating heart. We believe that every new life deserves the best start, driven by a reliable heart. That’s why we create the beating heart of electronics: PCBAs. Find your beating heart at:
+31(0)24 352 5666 | www.eprpartner.com
Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25
T 040 2 504 504
5653 MA Eindhoven
F 040 2 504 599
Postbus 657
E mencke@govers.nl
5600 AR Eindhoven
I www.govers.nl
december 2019
9
GECERTIFICEERDE HIGH-TEC
CLEANROOMS ONTWERP
REALISATIE
INSTALLATIE
UIT DE MARKT HELE WAARDEKETEN WERKT IN HITEX SAMEN AAN SLIM TEXTIEL Zelfvoorzienende tenten die automatisch de binnentemperatuur reguleren en hun eigen energie opwekken die direct omgezet wordt in stroom. De maatschappelijke waarde van textiel met geïntegreerde elektronica is groot, aldus Eliza Bottenberg. Zij is leider van het HiTex-project. Daarin werkt een consortium van veertien kennisinstellingen en textiel- en elektronicabedrijven samen aan het ontwikkelen van technologische toepassingen in outdoor-, interieuren technische textiel. Aan slimme kleding, voorzien van geïntegreerde elektronica (voor onder andere medische doeleinden), wordt in Nederland al langer gewerkt, HiTex focust juist op toepassing in zaken als tenten, overkappingen, gordijnen en zonneweringen, vertelt Bottenberg, werkzaam binnen het lectoraat Sustainable & Functional Textiles van Hogeschool Saxion. ‘Door ons daar op te richten, denk ik dat we sneller producten met een grotere meerwaarde kunnen realiseren. Het integreren van zaken als zonnecellen, sensoren en verlichtings- en verwarmingstechnologie in textiel lukt beter in grote oppervlakten dan in kledij die ook nog eens gewassen en gevouwen moet kunnen worden.’ In het consortium, dat begin november officieel gestart is, met 1 miljoen euro financiële ondersteu-
ning vanuit de regeling RAAK-PRO, is de hele waardeketen verzameld: partijen die samen de kennis en de technologie kunnen ontwikkelen of reeds voorhanden hebben om tot markrijpe producten te komen. Twee hogescholen, Saxion en Fontys, oem’ers als SPGPrints (digitale textielprintingmachines), technologiebedrijf Thales en ook ontwikkelaars en leveranciers van textiel (TenCate Outdoor Fabrics, Artex), chemie (Schmits International, Tanatex), elektronica (ItoM Medical) en IoT-software (Luminis Arnhem), doen mee. ‘Het ontwikkelen en produceren van smart functional materials vergt het bijeen brengen van verschillende werelden, veel kleine ondernemingen die normaal gesproken elkaar niet gauw tegenkomen. Maar je hebt al die partijen wel nodig. Mensen met kennis van textiel, van elektronica en ict, maar ook van de benodigde productietechnologie om die slimme materialen op een efficiënte en effectieve manier in serie te kunnen gaan produceren en tot eindproducten te verwerken.’ Die multidisciplinariteit komt ook tot uitdrukking in teams van Saxion die binnen het project gaan samenwerken: die bestaan uit studenten van onder meer Textieltechnologie, Mechatronica, Chemie en Elektrotechniek. ‘Ons lectoraat werkt ook samen in projecten op het gebied
Eliza Bottenberg. Foto: Saxion
van bijvoorbeeld fashion and textile technologies. Kennis en ervaringen van instellingen en ondernemingen, als By Wire van Marina Toeters die al langer bezig is met slimme kledij, nemen we mee in dit project. Nederland is te klein om niet te leren van elkaar.’ De looptijd van de financiering van het project is vier jaar. Het is de bedoeling dat er binnen die termijn drie demonstrators gerealiseerd worden. Drie uiteenlopende groteoppervlaktetoepassingen van smart functional materials. ‘Toepassingen die ondernemers tonen wat er met slimme textiel mogelijk is en hoe
producten geproduceerd kunnen worden. Ter inspiratie.’ Met als achterliggend doel die bedrijven op gang te helpen zich een plek op deze markt veroveren. Een nieuwe markt die volgens cijfers van Grand View Research de komende jaren zal groeien van 1 naar de 5,5 miljard dollar omzet. Hoe sterk de mondiale concurrentie is, heeft Bottenberg niet exact voor ogen. ‘Met name de VS en China publiceren veel onderzoeksresultaten, maar kant-en-klare toepassingen van slim textiel van grote oppervlakten ben ik nog niet tegengekomen.’ www.saxion.nl/sfm
STARTSEIN GEGEVEN VOOR VERSTERKEN EUROPESE SEMICONKETEN Vorige maand is het startsein gegeven voor het door de EU, vanuit Horizon 2020, gesubsidieerde project APPLAUSE, een acroniem voor ‘Advanced packaging for photonics, optics and electronics for low cost manufacturing in Europe’. Hoofddoel ervan is de Europese semicon competitief te houden, zodat de industrie in Europa een alternatieve toeleverketen heeft voor halfgeleiderproducten en daarvoor niet volledig afhankelijk is van ZuidoostAzië. Een Europese keten met partijen in dezelfde tijdszone, met een min of meer zelfde culturele achtergrond waarmee het gemakkelijk communiceren is. ‘En ook de IP speelt een rol. De participanten in dit project denken dat hun intellec-
tuele eigendommen in Europa, in de samenwerking met Europese partijen, beter zijn beschermd’, aldus Martin Sallenhag. Hij is ceo van het beursgenoteerde RoodMicrotec, honderd medewerkers sterk, dat zijn hoofdvestiging heeft in Deventer en twee nevenvestigingen in Zuid-Duitsland. Een bedrijf dat zich toelegt op de sourcing, het testen en kwalificeren van halfgeleiderproducten als wafers en microchips. En het is een van de 31 participanten in APPLAUSE dat zich specifiek richt op het ontwikkelen van technologie voor het packagen en assembleren van geavanceerde optische IC’s. Chips die onder meer toegepast moeten gaan worden in medische sensoren. ‘Er zijn zes
user cases gedefinieerd. En wij participeren in alle zes, om de erin ontwikkelde technologieën te testen en de kwalificeren’, duidt Sallenhag. Andere deelnemers zijn het Nederlandse Besi, de grote Duitse ondernemingen Würth en Disco en AMS uit Oostenrijk, naast de kennisinstellingen Imec en Fraunhofer en enkele universiteiten. Voor het driejarige project is een budget van 34 miljoen euro beschikbaar waarvan ruim de helft wordt ingebracht vanuit Horizon 2020. ‘Het streven is eind 2022 een aantal producten zover ontwikkeld te hebben dat ze gereed zijn voor productie.’ www.roodmicrotec.com www.applause-ecsel.eu Martin Sallenhag. Foto: RoodMicrotec
december 2019
11
HUMAN TOUCH IN HET DIGITALISERENDE PROCES VAN WAARDETOEVOEGING
TUSSEN CRM EN HRM In de maakindustrie transformeert de digitalisering naast de producten ook de (interne) processen. Of het nu om klantcontact of productie en assemblage gaat, de human touch blijft belangrijk. Ook in HRM, dat zelf volop digitaliseert en tegelijkertijd werkt aan job
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF? Digitalisering zorgt ervoor dat iedereen in het maakbedrijf put uit dezelfde, actuele single source of truth (digital twin) en daaruit die
design voor smart industry. Want die ‘jobless future’ komt er niet. Niet voor engineering,
informatie voorgeschoteld krijgt die voor zijn
inkoop en supply chain management, waar digitalisering bijdraagt aan model-based
functie van wezenlijk belang is. Maar wat
definition, modularisering, flexibele planning, enzovoort. En dus ook niet voor verkoop, productie en HRM, drie takken van sport die in dit artikel aan bod komen. DOOR HANS VAN EERDEN
ij Festo, de leverancier van automatiseringstechnologie – componenten zowel als systemen –, gaat het veel over het klantcontact. Dennis van Beers, directeur van Festo Nederland in Delft: ‘De impact van de digitalisering op de customer journey is groot. Het klantgedrag is sterk in beweging, zowel in presales als in de offertefase en de aftersales. Klassiek belde een klant met onze adviseur/salesengineer, nu heeft hij zelf al zijn keuze gemaakt dankzij onze online aanwezigheid. Mijn stelling: je kunt de klant al verloren hebben voor je hem kent.’
B
VERKOOP ‘In elke fase van de customer journey moeten we het juiste palet van digitale tools en mensen met de juiste competenties inzetten, van inquiry tot cash, maar zeker in die eerste fase van keuzes maken willen we goed aanwezig zijn. Denk aan optimalisering voor zoekmachines en aan chatfuncties. Er blijft echter altijd een human touch noodzakelijk, van installatievideo’s met monteurs op YouTube tot empathie met de klant die een deadline heeft. In alle fases van het klantcontact moet er een blending zijn van human touch en digitale snelheid.’ Wel zal ook het menselijk klantcontact efficiënter worden. ‘Klanten hebben geen tijd meer voor smalltalk. Onze mensen moeten snel kunnen
anticiperen op de behoeften van de klant. Jonge verkopers gaan wellicht makkelijker met digitale tools om, zij hebben vaak nog niet de vaardigheden en ervaring om het achterliggende probleem van de klant snel te doorgronden. Meer ervaren salesengineers zijn slimmer in het efficiënt gebruiken van hun tijd.’ Van Beers verwacht dat in het klantcontact het aantal touchpoints alleen maar toeneemt, fysiek en digitaal. ‘We zullen meer mensen nodig hebben om die touchpoints in te vullen en de klant centraal te laten staan. Op elk moment kiest die klant wat bij hem past. De kunst voor ons wordt dan om het CRM goed te managen, zodat je weet in welke fase van de samenwerking met ons de klant zich bevindt. Gaat het op een bepaald moment alleen om het onderhouden van de relatie of speelt er een gevoelige kwestie? Daarvoor moet je telkens het goede contact kiezen en je kunt daarbij de plank misslaan. De combinatie van digitaal en human touch voor de beste klantbeleving vraagt om goed management.’
SNELLE CULTUUROMSLAG NODIG
De Festo-voorman noemt flexibiliteit en snelheid als de trefwoorden voor de uitdagingen in de industrie. ‘Klanten hebben steeds minder tijd om te anticiperen op nieuwe producten, de architectuur van machines wordt steeds meer modulair opgebouwd, software en connectiviteit spelen een steeds grotere rol. Dus hebben wij meer mensen met kennis van software en mechatronica nodig. Om klanten te helpen, moeten we vooral zorgen voor een goede digitale bereikbaarheid van onze specialisten, die met hulp van digitale tools als team moeten kunnen opereren. Dat vraagt om een gedragsverandering richting team selling.’ Volgens Van Beers is er geen plaats meer voor de ‘lone ranger’, de verkoper die in zijn eentje met een deal wil Een werkplek met smart beamer en cobot van TNO in het fieldlab Flexible scoren. ‘Het team van Festo Manufacturing op Brainport Industries Campus in Eindhoven. Foto: Confed en de klant maken samen het succes, er is geen plek
12
december 2019
betekent dat voor die functies? Wat gaat de verkoper doen als de B2B-klant ook online in detail kan uitzoeken wat hij nodig heeft? Hoe kan met digitale technologie de toegevoegde waarde van de productiemedewerker juist vergroot worden? Wat moet en kan de manager met alle data over het goede of slechte functioneren van zijn mensen? Vergroot het omvangrijke data-aanbod zijn subjectiviteit alleen maar en is het evident dat een AI-systeem (binnenkort) beter is in het matchen van gevraagde functies en beschikbare competenties? En hoe doorbreekt een onderneming het angstgedreven silodenken waardoor mensen nu nog de informatie ontberen om optimaal te kunnen functioneren?
• Je kunt de klant al verloren hebben voor je hem kent.’ • ‘Digitalisering is voor onze mensen een welkome aanvulling en niet een bedreiging.’ • ‘Naar de competenties voor interdisciplinair samenwerken kijken bedrijven nog niet.’ • ‘Internet creëert voor elke baan die het laat verdwijnen 2,6 nieuwe banen.’
meer voor individualisme.’ Gevraagd of het in de industrie meevalt met het tempo van de digitalisering, waarschuwt Van Beers voor onderschatting. ‘Ik zie het consumentenkoopgedrag als ons voorland, waar je al volledig digitale kanalen hebt voor informatie, transactie en aftersales. Onze klanten zijn ook consumenten... Het is niet slechts een kwestie van digitale tools, maar juist ook van medewerkers die een cultuuromslag en gedragsverandering gaan doormaken. We moeten onze mensen daarin trainen en hun ondernemerschap geven. De toekomst is anders en de markt gaat ons niet meer de tijd geven om daar rustig naar toe te werken.’
VERKOPER WORDT SPECIALIST Bij technisch dienstverlener itsme in Raamsdonksveer van hetzelfde laken een pak. ‘Van Bol.com komt er een pakje thuis, geen vertegen-
woordiger.’ Met deze analogie wil itsme-directeur Henk Oude Brunink maar zeggen dat de digitalisering ook op zijn bedrijf en mensen grote impact heeft. Want om zijn logistieke en technische meerwaarde waar te maken, heeft itsme al volop geïnvesteerd in automatisering en digitalisering. Zo gebruikt het bedrijf software van SAP – bekend van de planning met ERP – ook voor alle klantcontact (CRM), marketing en e-commerce. ‘We zijn heel ver geautomatiseerd. Als bijvoorbeeld een klant op de verpakking een speciale QR-code wil, kunnen wij dat regelen. Door een volledige integratie van al onze systemen bieden we klanten nu echt een omni-channel-benadering en dat is nog redelijk uniek. Onder meer met een nieuwe webportal, een combinatie van site en shop, waar klanten niet alleen producten zoeken en in hun mandje gooien, maar wij ook speciale functionaliteit aanbieden. Die past bij onze long-tail service – denk aan uitgebreide ordermonitoring, het matchen van artikelgegevens, verdere vereenvoudiging van bestelmogelijkheden en abonnementen op informatie over speciale onderwerpen.’ Alle reden twee jaar geleden voor itsme om zich te bezinnen, verklaart Oude Brunink. ‘Als alles digitaler en inzichtelijker wordt, wat wordt dan onze rol als technische distributeur met meerwaarde? Als wij naar de klant gaan, heeft ie allang gezien welke producten wij bieden en of ze op voorraad liggen. Naarmate de digitalisering verdergaat, zullen bij klanten de verwachtingen van onze mensen toenemen. Door de automatisering van transacties kunnen zij meer tijd vrijmaken voor specifieke dingen die klanten, zowel machinebouwers als eindgebruikers, bezighouden. Wij willen de specialist zijn die hun alles kan vertellen over de nieuwe mogelijkheden van cloud-oplossingen of aandrijf-, besturings- en lichttechniek. We zijn nu onze medewerkers aan het ontwikkelen tot specialist industrie of machinebouw of tot specialist voor een productgroep.’
GELEIDELIJKHEID Dat alles gaat niet vanzelf; vandaar dat itsme is gestart met een programma over de digitale transformatie: Future Lab. ‘Daarbij komt ook klassiek change management kijken. Mensen moeten de urgentie voelen en een doel voor ogen hebben.’ Hier bewandelt itsme de weg van de geleidelijkheid, om de eigen medewerkers mee te krijgen én met het oog op zijn klantenbestand. ‘We zouden ons ernstig van onze 10.000 klanten vervreemden als we morgen alles anders zouden doen. Bij een klant hebben we gemiddeld tussen de vijf en vijftig contactpersonen, in verschillende afdelingen en functies. Het kan best zijn dat een plantmanager helemaal met ons meegaat in de digitalisering, maar de technische dienst nog niet. Ons nieuwe digitale platform houdt hier overigens rekening mee, want de self-service is optioneel en gebruikersafhankelijk. Wij willen nog meer dan vandaag thuis zijn bij industriële eindgebruikers en hun specifieke eisen, bijvoorbeeld wat betreft oee (operational equipment effectiveness, red.), veiligheid en predictive maintenance. En bij machinebouwers, die weer heel andere uit-
Er is geen plaats meer voor de ‘lone ranger’, de verkoper die in zijn eentje met een deal wil scoren. Illustratie: Josje van Koppen
dagingen kennen, zoals time-to-market, toenemende documentatieverplichtingen en virtualisering voor snellere prototyping. Die kennis van de eisen en uitdagingen vind je niet op een platform; daarvoor heb je mensen nodig.’
PRODUCTIE Digitalisering en human touch gaan – op een heel andere manier – samen bij Confed Group, dat sterke banden met de sociale werkvoorziening heeft. Confed, met vestigingen in Amersfoort, Dordrecht en Slowakije, is een electronic manufacturing services-specialist. ‘Voor die rol kunnen we een aantal processen digitaliseren en robotiseren’, zegt ceo Peter Hobbelen. ‘Als system integrator maken we vooral printplaten en bekabelingssystemen. Het samenstellen daarvan blijft mensenwerk. De seriegroottes zijn te beperkt en onze producten kennen te vaak wijzigingen om veel te automatiseren. Natuurlijk kan digitalisering helpen om het wijzigingsproces te versnellen. In r&d kunnen we meer simuleren dan we tot nu toe doen, om pas te beginnen met fysieke productie als het digitale product in de simulatie helemaal draait. Zo is digitalisering voor onze mensen een welkome aanvulling en niet een bedreiging.’
WERKINSTRUCTIE In de seriematige assemblage van complete producten blijkt digitalisering echt impact te hebben. Vanouds schakelt Confed daar al mensen voor in die, zoals dat heet, een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. ‘Met de sociale werkvoorziening
in Amersfoort hebben we onderzocht hoe we digitalisering kunnen inzetten bij het repeterende werk dat deze medewerkers bij uitstek goed kunnen uitvoeren. Via een smart beamer krijgen zij werkinstructies, waardoor zij hun taken sneller kunnen inleren. Dergelijke aanwijzingen blijken hun continu houvast te geven, meer dan een leidinggevende of collega dat zou kunnen. We gaan zo naar een bedrijfsschoolachtige setting voor deze medewerkers. Als de digitale kennisoverdracht goed doordacht is, kan die veel krachtiger zijn dan overdracht door mensen. Samen met klanten stroomlijnen we onze assemblageprocessen, onderdeel daarvan is het opstellen van digitale aanwijzingen voor de productiemedewerkers. Samen met TNO doen we onderzoek naar een effectieve overdracht. Het vraagt bijvoorbeeld andere vaardigheden van onze medewerkers op het bedrijfsbureau. Zij schreven de handleidingen, nu moeten ze de beamer ‘programmeren’ en dat vergt bijvoorbeeld een andere manier van instructies opstellen en foto’s gebruiken.’ Naast het sneller inleren door de assemblagemedewerkers noemt Hobbelen als voordeel de complexere processen die zij met deze werkwijze aankunnen. ‘En het tijdsbeslag voor de werkleiding wordt minder. Al met al voorzie ik hier veel toegevoegde waarde van de digitalisering in de toekomst. Verder denken we ook aan de inzet van cobots, robots die met mensen kunnen samenwerken, en smart glasses voor het geven van werkinstructies. Die nieuwe methodieken moeten we ontwikkelen om in de toekomst meer mensen die nu nog aan de zijkant staan te kunnen opnemen
december 2019
13
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF? in het arbeidsproces. Dat arbeidspotentieel hebben in de huidige gespannen arbeidsmarkt echt nodig; denk ook aan de vergrijzing en reshoring. In de pilot hebben we bijvoorbeeld geen verschillen tussen de generaties gezien. Ook de ervaringen van de ouderen zijn positief.’
HRM Heel interessant in de discussie over digitalisering is de positie van HRM. Enerzijds heeft dat verstand van de vaardigheden die medewerkers moeten bezitten en dus ook van de nieuwe digital skills, anderzijds digitaliseert het zelf ook (eHRM). Aan de Universiteit Twente doet professor Tanya Bondarouk met de vakgroep Human
Resource Management onderzoek naar beide facetten. ‘Mijn onderzoeksveld is ‘HRM en technologie’. Vroeger ging dat alleen over de inzet van it in hrm-processen, denk aan Oracle en SAP. Later kwamen social media, die een rol gingen spelen in bijvoorbeeld werving & selectie en employer branding. Nu kijken we ook naar AI (kunstmatige intelligentie, red.) en robots, bijvoorbeeld in hybride teams die hrm-taken uitvoeren (zie kader, red.).’ Bondarouk tekent aan dat inzet van deze hulpmiddelen slechts aan de orde is als het hrm-beleid inhoudelijk op orde is. ‘Wie zijn onze medewerkers, waar zitten onze talenten, wat verwachten we van onze mensen, welk gedrag willen we stimuleren? Hoe inclusief
is ons beleid en onderkennen onze recruiters de bias die ze onvermijdelijk hebben? Pas dan kun je technologie gaan inzetten en bepaalde hrm-processen online uitvoeren.’
IEDEREEN Door deze digitalisering verandert het hrm-vak ook inhoudelijk, vervolgt Bondarouk. ‘Het heeft helaas een raar imago en wordt vaak alleen geassocieerd met de betreffende afdeling. Hrm moet juist voor en door iedereen worden uitgevoerd. Naast de hr-professionals kunnen ook managers, teamleiders en medewerkers dankzij technologie worden betrokken bij hrm-processen. Medewerkers kunnen bijvoorbeeld zelf hun cursussen kie-
ROBOTS WORDEN EERDER VERTROUWD DAN MENSEN Hybride teams – denk aan monteurs met cobots in de automobielproductie of aan operators die bewerkingsmachines met robotbelading overzien – rukken ook in de hrm op. Daar bestaat zo’n team uit medewerkers en robots in de vorm van robot process automation (RPA) software, die vooral de repeterende administratieve taken kan overnemen, of chatbots, bijvoorbeeld voor sollicitatiegesprekken. Ewold Drent, consultant hr & employee experience bij Kirkman Company in Baarn, doet bij Bondarouk onderzoek naar hybride teams op hr-afdelingen. Uit zijn case blijkt dat medewerkers snel vertrouwen opbouwen in die robots, sneller dan met mensen, maar dat het vertrouwen ook weer sneller
weg is, als een robot een fout maakt. Interessante bevinding van Drent was dat de robotsoftware letterlijk de handelingen van medewerkers imiteert. ‘Die imitatie maakt de inzet van robots minder bedreigend, waardoor medewerkers er sneller mee zullen gaan samenwerken en de robot als een virtuele medewerker gaan zien, een lid van het team. Het vraagt nieuwe competenties, zoals het managen van zo’n hybride team en het programmeren van de robot. Daar moet je geen it’ers zonder domeinkennis bijhalen, maar teamleden in trainen die er een beetje affiniteit mee hebben.’ Drent verwacht dat robotisering grote impact gaat hebben op hr-afdelingen, voor administratieve controlepro-
Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control
IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power
cessen, zoals in zijn case, maar ook voor recruitment, dat voor een groot deel met robots en ai geautomatiseerd zal worden, en voor service, met chatbots die steeds slimmer worden. Hij heeft nog een waarschuwing die ook interessant is voor maakbedrijven die met hybride teams werken: ‘Je kunt met robotisering wel saai, repetitief werk wegnemen, maar wat blijft er over? Als dat alleen allerlei versnipperde taakjes zijn die een robot niet kan uitvoeren, houd je qua job design geen goede banen over. Je moet robots vooral inzetten voor ‘human augmentation’, om de kwaliteiten van mensen beter te kunnen inzetten, zodat zij nog complete, zinvolle jobs hebben.’
RF Semiconductors Sensors Test and Measurement
Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl
14
december 2019
www.acalbf i.com/nl
zen of een loopbaangesprek met hun leidinggevende initiëren, lijnmanagers nemen meer hrmprocessen in handen, zoals loopbaanontTanya Bondarouk, UT-hoogleraar wikkeling. Dat is HRM en technologie: ‘Hrm moet voor allemaal mogelijk en door iedereen worden uitgevoerd. geworden met Met digitale platformen is dat mogelijk geworden.’ Foto: UT digitale platformen.’ Verder beïnvloedt de digitalisering de competenties die voor hrm worden gevraagd. ‘Er is meer behoefte aan analytisch denken, vanwege de ‘dataficering’ van het op basis van de competenties in hun eigen kenhrm-proces. Big data vergroten alleen maar de nisdomein en misschien ook nog op hun creatisubjectiviteit en bias in besluitvormingsprocesviteit. Naar de competenties voor interdisciplisen, want bij zoveel data moet de mens kiezen nair samenwerken kijken ze nog niet. Managers – welke data hij erbij betrekt.’ Niet dat men dan of coaches, als we richting zelfsturende teams maar moet wegblijven van die data, zeker niet, gaan – moeten goed uitkijken welke mensen ze stelt Bondarouk. ‘Hrm-beslissingen mogen echter bij zo’n team halen en waar ze welke competenniet beperkt blijven tot de data, maar moeten ties inzetten. Lastig, zeker voor technisch persogebaseerd zijn op consensus, confidence en conneel dat moeilijk te vinden is. Dus moeten ze bijtext. Context is superbelangrijk. De data over een voorbeeld voor superspecialistische competenties medewerker of team kunnen kloppen, maar als je die maar beperkte uren nodig zijn, talent durven de werkomstandigheden ziet of de historie kent, te delen met andere bedrijven. Voor hrm betekent kan de situatie toch anders liggen.’ de opkomst van interdisciplinaire teams dat ze niet alleen de individuele prestatie maar ook de teamprestatie als input voor loopbaanontwikkeJOB DESIGN ling moet meenemen. Dan wordt hrm echt een Wat betreft het tweede facet, hrm voor digitale harde wetenschap en komt het in een spagaat vaardigheden, kijkt Bondarouks groep onder terecht: hoe lever je een bijdrage aan de business meer naar job design voor smart industry. Zoals en zorg je tegelijk dat de medewerkers blij, het een onderzoeker betaamt, begint ze bij de gezond en gemotiveerd zijn?’ definitie. ‘We hebben het over de industrie die wordt gebouwd op de drie pilaren van digitalisering, automatisering en connectiviteit. Dus moeTOEKOMST VOOR WERK ten medewerkers bijvoorbeeld connectiviteitsBelangrijke conclusie uit Bondarouks onderzoek: vaardigheden ontwikkelen, om verbindingen te in de smart industry blijft de sociale dimensie kunnen leggen, met toeleveranciers en klanten, van het werk belangrijk. Cruciale vraag is of dat maar ook binnen hun eigen organisatie. Dat geldt werk er in de toekomst nog is, of we naar een ook voor de jonge generatie. Die is ‘digitaal gebo‘jobless future’ gaan. Binnen en buiten de wetenschap woedt daar al jaren een fel debat over. Als minister van Sociale Zaken waarschuwde Lodewijk Asscher nog voor de robotisering. Wat Bondarouk betreft is die discussie beslecht. ‘Uit internationaal onderzoek onder meer dan 4.800 bedrijven is al gebleken dat ren’, maar heeft in haar werk toch ook echt faceinternet voor elke baan die het laat verdwijnen to-face samenwerking nodig. Het gaat niet alleen 2,6 nieuwe banen creëert. En Sociale Zaken kijkt over de digitale instrumenten, maar ook over tegenwoordig meer naar de kansen dan de begrip en analytisch denken. In dat opzicht heeft bedreigingen van bijvoorbeeld kunstmatige de oudere generatie misschien wel een voorintelligentie. Wat mij betreft is er in dit opzicht sprong, want die kan meer contextkennis geen onderscheid tussen laag- en hoogopgeleiinbrengen.’ den. Het gaat meer om motivatie en kansen zien.’ Er is dus hoop. TALENT DURVEN DELEN Over connectiviteit gesproken: medewerkers moeten tegenwoordig in interdisciplinaire teams www.festo.com kunnen samenwerken en dus over de competenwww.itsme.eu ties daarvoor beschikken, vervolgt Bondarouk. www.confed.eu ‘Bedrijven nemen mensen echter nog steeds aan www.utwente.nl/nl/bms/hrm
‘Het is niet slechts een kwestie van digitale tools, maar juist ook van medewerkers die een cultuuromslag en gedragsverandering gaan doormaken’
THE SMART CONNECTION
Wij doen dit door het leveren van hoogwaardige producten, service als ook netwerk oplossingen. Waar u als producent nog niet aan heeft gedacht, heeft Balluff al voor u ontwikkeld. Dit om uw productie proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ons uitgebreide pakket bestaat onder andere uit: Sensors, RFID, Vision, Optical Identifi cation, Safety, Industrial Networking en Connectivity. Balluff is klaar voor de smart industry, u ook?
Balluff B.V. Europalaan 6a 5232 BC ’s-Hertogenbosch Nederland Tel. +31 73 6579702 Fax +31 73 6579786
december 2019 www.balluff.nl 15
DO YOU HAVE AS MUCH PASSION AS WE DO?
VDL ETG HAS VACANCIES FOR:
Do you like technical challenges? Development and production on the edge of what is possible? Then VDL ETG is a perfect match for you!
SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER QUALITY ENGINEER
www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com
With almost 3,000 colleagues we work on complex and innovative mechatronic systems for high-tech production equipment for the further development of computer chips, breakthroughs in fighting diseases, study the universe and understanding the details in cells and molecules. Working at VDL ETG means a lot of freedom and diversity. Diversity in projects and customers, freedom through the amount of responsibility you will get within your job. The combination of engineering and high-tech production facilities is what makes VDL ETG a unique employer with lots of career opportunities at home and abroad.
VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven • The Netherlands T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF?
DATA HELPEN MANAGERS OM TALENTEN VAN MEDEWERKERS GOED TOT HUN RECHT TE LATEN KOMEN
DIGITALE TIJDPERK VRAAGT BOVENAL MENSENMENSEN Digitalisering levert een heleboel data op die de leidinggevende kan benutten om zijn mensen werk te laten doen dat goed aansluit bij hun talenten. Maar met een goede analyse van de data kan de manager niet volstaan. Hij moet ook – meer dan ooit – een mensenmens zijn, aldus manager Menko Eisma van machinebouwer Trumpf.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
O
m te achterhalen waar een medewerker precies goed in is, en waarin minder, staan een leidinggevende vandaag de dag veel data ter beschikking. Informatie die afkomstig kan zijn van klanten, leveranciers en natuurlijk de eigen medewerkers, maar ook – in toenemende mate – van informatiesystemen en productiemachines. Die laatste bronnen genereren data, maar om daar bruikbare informatie van te maken vergt wel enig analytisch vermogen van de leidinggevende.
STORING? Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland: ‘Stel dat je in die data ziet dat productiemachine A veel vaker stilstaat dan gemiddeld. Dan is de vraag: “Was er sprake van een technische storing?” en vervolgens “Waardoor werd die veroorzaakt?”’ Is een bepaald onderdeel versleten of worden steeds dezelfde programmeerfouten gemaakt? Of was er geen storing, maar heeft de operator verhoudingsgewijs veel tijd nodig voor het omstellen? ‘In dat laatste geval kan het zijn dat de operator een extra training nodig heeft. Maar het kan ook zijn dat er in de werkvoorbereiding voor specifiek maakwerk dat altijd op die machine gedraaid wordt, steeds te weinig tijd gecalculeerd wordt.’
MENSENMENS Een goede analyse kunnen maken van de oorzaak van storingen is echter niet voldoende voor een moderne manager, vervolgt Eisma. ‘Tegelijk moet hij – ook meer dan ooit – een mensenmens zijn. Want een analyse kan nog zo goed gemaakt zijn, een manager moet wel zorgen dat de medewerker de uitkomst ervan accepteert, ermee aan de slag
Een goede data-analyse kunnen maken van de oorzaak van storingen is niet voldoende voor een moderne manager, stelt Menko Eisma van Trumpf. Foto: Com-magz
gaat en zichzelf verbetert. Dát is de ondersteuning die een manager moet geven. Niet gaan beslissen over allerlei details in het werk van de medewerker, maar zorgen dat die zelf betere beslissingen gaat nemen. Blijkt vervolgens dat diens werk toch niet verbetert, dan kun je samen op zoek gaan naar andere werkzaamheden die beter bij hem passen.’ Zo zorgt een manager ervoor dat de talenten van zijn mensen zo goed mogelijk tot hun recht komen.
PROMOTIE GEEN AUTOMATISME Dat betekent echter ook dat goede prestaties niet automatisch beloond worden met promotie. ‘Binnen veel bedrijven is het nog steeds gebruikelijk de beste verkoper te promoveren tot manager van de verkoopafdeling. En de beste operator tot voorman van een productielijn. Maar dan ga je voorbij aan de vraag of iemand die goed is in verkopen of het bedienen van een machine tevens een goed manager is. Iemand die veel lol heeft in het binnenhalen van leads, kan zich als manager heel gemakkelijk laten verleiden zijn medewerkers niet te ondersteunen, maar zelf die leads te gaan verwerven. Door aan de hand van een goede analyse van de beschikbare data zicht te krijgen op iemands kwaliteiten kun je als leidinggevende zorgen dat je nieuwe verkoopmanager iemand is die zijn medewerkers ondersteunt met gerichte adviezen, waardoor ze zelf beter gaan verkopen.’
BESPIONEERD? Door de digitalisering en de data die dat oplevert, heeft een leidinggevende extra informatie over het functioneren van zijn mensen. Loopt hij niet het risico dat zijn mensen zich bespioneerd voelen? Eisma: ‘Het is de toon die de muziek maakt. Als jij vaststelt dat iemand heel snel werkt, maar ook veel fouten maakt, dan kun je ’m natuurlijk alleen wijzen op de hoeveelheid rework die hij veroorzaakt. Beter is je analyse met hem te delen, te laten zien waar de oorzaak van al dat rework ligt, wat de gevolgen daarvan zijn en wat hij zelf kan doen om dat te voorkomen. Naar mijn overtuiging zijn mensen er van nature op uit zo productief mogelijk te zijn; dat motiveert. Nee, ik geloof niet dat mensen er veel moeite mee hebben dat ze in hun werk door digitale systemen gevolgd worden. Dat zou ook wat hypocriet zijn. Immers, privé accepteren we toch ook dat de bank alles van ons weet en webshops ons koopgedrag in detail bijhouden?’
OPEN ‘Maar’, tekent hij tot slot aan, ‘als je die openheid van je medewerkers vraagt, wees als manager dan ook open over je eigen functioneren. De jongste generaties verwachten van hun leidinggevende niet anders.’ www.trumpf.com/nl_NL
december 2019
17
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF?
SENTECH BLIJFT VERDER GROEIEN, MEDE DOOR STERKE DIGITALISERING
‘MENSEN ONTDEKKEN DAT ZE HUN COMPETENTIES OOK ANDERS KUNNEN INZETTEN’ Sentech, the sensor integrators in Nieuwkuijk (opgericht in 2000), is afgelopen jaren hard gegroeid. Het aantal medewerkers ligt nu op vijftig, de omzet op zo’n vijftien miljoen euro. Recentelijk is een compleet nieuw ERP-pakket geïmplementeerd, samen met veel meer andere ondersteunende businesssoftware. De digitalisering en automatisering, en ook die groei, gaan nog wel even door. Dat vraagt veel van de organisatie. Maar ‘er zit een energie in Sentech die haast voelbaar is als je binnenkomt’, zegt Marco Leeggangers, operations director. Sentech-medewerkers zijn zeer bereid om mee te bewegen met alle veranderingen.
licht Marco Leeggangers toe. ‘Impliciete kennis en ervaring blijft lastig te vangen in systemen. Het gaat bovendien om creatieve processen en creativiteit kun je niet automatiseren.’ Sentech ontwikkelt en levert sensoroplossingen voor onder meer de automotive, machinebouw, medische wereld en agrotech. Wil het bedrijf echt waarde toevoegen voor zijn klanten, dan moeten de medewerkers hun creatieve brein blijven ontwikkelen, benadrukt de operationeel directeur. ‘Klanten komen vaak met complexe vragen. Systemen kunnen die nooit volledig oplossen. Natuurlijk zorgt digitalisering voor steeds meer automatische doorloop, controles en beslissingen in de complete productieketen. Maar moet plotseling geschakeld worden in een project voor een klant om wat voor reden ook, dan zijn toch vooral de mensen weer aan zet.’
MEER DIFFERENTIATIE
Marco Leeggangers, operations director, en Floor Verhaaf, hr business partner. ‘Het is nu meetbaarder waar iets niet helemaal goed loopt en wat het oplevert als we het anders doen.’ Foto: Kees Beekmans
DOOR LUCY HOLL
m te laten weten hoe het is om bij een hightech bedrijf als Sentech te werken, vertellen senior projectengineers Johan van den Biggelaar en Ivo van Damme op de website uitgebreid over hun week. Ze hebben het over het overlegkwartiertje waarmee elke afdeling binnen Sentech in de regel de dag begint, en over de brede, korte, dagelijkse afstemming waarbij steeds één persoon van Purchasing, Sales, Production, Logistics, Quality, Planning en Engineering aanschuift. Van Damme: ‘Iedereen kan mogelijke belemmeringen delen, zoals een vertraging in de productie. We zoeken samen naar een oplossing om de invloed op het totale proces te
O 18
december 2019
beperken.’ Van den Biggelaar heeft die week toevallig ook weer een open-up meeting, zegt hij op de site. ‘Een accountmanager pitcht een nieuwe klantcase aan collega’s van diverse afdelingen. Zij kunnen reageren en kritische vragen stellen. Dat levert waardevolle input op.’ Kortom: digitale systemen ondersteunen het werk binnen Sentech steeds meer, maar persoonlijk overleg en directe afstemming – intern en extern – blijven minstens zo belangrijk.
CREATIEF BREIN ‘Nog niet zo lang geleden zijn we begonnen met dat multidisciplinair overleg, juist om alle kennis nog gerichter over te dragen en ons nog meer te verdiepen in elkaars processen en planningen’,
Sentech is deze zomer live gegaan met Microsoft Dynamics NAV. Het oude ERP-systeem kon de groei van het bedrijf niet bijhouden, het paste niet meer. Taken die voorheen in één persoon of één team verenigd waren, zijn uit elkaar getrokken. Sentech kent meer aparte disciplines, er is meer differentiatie. Het nieuwe pakket dekt de huidige bedrijfsprocessen veel vollediger af. De investering past bij het streven van Sentech om met minder resources de toenemende orderstromen door het bedrijf te leiden en aan te kunnen. Een kernteam met vertegenwoordigers uit alle afdelingen hield zich bezig met de implementatie. Tijdens het maandoverleg met alle Sentech-medewerkers lichtte het management steeds de gemaakte keuzes toe. Daarbij ging het ook over de invloed van de digitalisering op de organisatie en de manier van werken. Hr business partner Floor Verhaaf: ‘De markt verandert, klanten stellen andere eisen, de organisatie groeit sterk, de werkprocessen ontwikkelen mee. En dan komt er ook nog een nieuw ERP-systeem. Dat is veel. Maar digitalisering helpt tegelijkertijd om de veranderingen te ondersteunen en verhelderen. We willen één soepele werkstroom door het bedrijf, zonder stagnaties, waarbij tegelijkertijd duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is.’ Nu het ERP-systeem live is, wordt nogmaals uitgebreid bekeken of alle processen logisch in elkaar zitten en optimaal aansluiten.
MEETBAAR WAT LOOPT Verdergaande digitalisering betekent dat medewerkers allerlei standaardtaken met een gerust hart kunnen loslaten en meer ruimte krijgen voor ander werk met nog meer toegevoegde waarde. Marco Leeggangers: ‘Als it-systemen onze mensen beter faciliteren, is bijvoorbeeld een inkoper minder met bonnen en andere rompslomp bezig en heeft hij meer tijd om leveranciers aan te sturen en te begeleiden.’ Het systeem levert een overvloed aan data om gericht onderwerpen aan te kaarten als kwaliteit, voorraadhoogte of leverbetrouwbaarheid. Data maken ook meer dan voorheen duidelijk waar het binnenshuis beter kan. ‘We zijn proactiever, het is meetbaarder waar iets niet helemaal goed loopt en wat het oplevert als we het anders doen’, aldus Floor Verhaaf. Hoe meer informatie in het systeem, hoe meer sturing. Dat komt de klanten ten goede, want daar draait het ten slotte allemaal om. Bij Sentech werken veel ambitieuze mensen die het leuk vinden om zichzelf te ontwikkelen, en met twee benen in nieuwe projecten willen stappen, zien Leeggangers en Verhaaf. De medewerkers denken graag mee en zijn minder geïnteresseerd in herhalend operationeel werk. Dat zit in het DNA van het bedrijf. ‘Er zullen vast mensen zijn die dat nieuwe werken met veel digitale ondersteuning niks vinden en die bang zijn dat taken verdwijnen, maar daar merken we bij ons niet veel van.’ Veranderen is lastig, maar ook leuk, is het idee. ‘Bij een nieuw project zal bijna niemand zeggen van “Nee, daar heb ik geen zin in.”
Hoogstens van: “Kunnen we het er nog wel erbij hebben qua tijd, laten we eerst maar eens met elkaar brainstormen hoe we dat doen.”’
RUIMTE GEVEN Marco Leeggangers startte een jaar of vijftien geleden bij Sentech als operations manager toen het aantal medewerkers nog op twee handen te tellen was. De sterke groei van het bedrijf maakt dat hij inmiddels minder rechtstreeks ziet waar mensen mee bezig zijn. ‘Tegelijkertijd weet ik dankzij alle beschikbare data wel beter hoe het gaat. Ik geef niet compleet anders leiding, maar
Verhaaf kwam als hrm-manager in het managementteam en dat is bijzonder voor een bedrijf van deze omvang. De aandacht voor werving & selectie, ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van medewerkers werpt zijn vruchten af. Marco Leeggangers: ‘We groeien toe naar een smart factory. Dat is ingrijpend voor de organisatie en voor de mensen. Hoe beter je op die digitalisering en andere manieren van werken en samenwerken anticipeert, hoe kleiner het risico dat mensen afhaken. Medewerkers ontdekken dat ze hun competenties ook op andere manieren of misschien zelfs in geheel andere functies kunnen
‘We willen één soepele werkstroom door het bedrijf, zonder stagnaties’
laat wel meer ruimte. Medewerkers weten waar we als directie op meten en sturen.’ De tactische laag onder de directie kan zelf meer het heft in handen nemen. ‘Op de werkvloer weten mensen ook het beste wat er moet gebeuren. Wij als directie kunnen sterker focussen op visie en strategie.’ Zo’n twee jaar geleden bedacht Sentech dat er naast meer digitalisering ook meer aandacht moest komen voor strategisch hrm-beleid. Floor
inzetten. We dagen ze sterker dan voorheen uit om stappen vooruit te zetten en mee te denken over onze en hun eigen toekomst.’ Binnen nu en vijf jaar verwacht Sentech opnieuw de omzet te verdubbelen. Door de digitalisering betekent dat niet per se een verdubbeling van het aantal mensen. ‘Maar mensen blijven ons grootste goed, daar gaan we heel zorgvuldig mee om.’ www.sentech.nl
Promoting ideas. Building on experience. Remaining curious.
Industriële sensoren. Uw wensen zijn onze inspiratie. Uw processen verbeteren is onze doelstelling. Wij delen onze kennis en ervaring, en staan altijd open voor nieuwe ideeën. Samen denken we een stap vooruit en creëren we nieuwe mogelijkheden voor een succesvolle toekomst. Innovatie is onze passie – en daarmee uw concurrentievoordeel. Meer informatie: www.pepperl-fuchs.com
Your automation, our passion.
december 2019
19
THEMA WAT WORDT DE ROL VAN DE MENS IN HET DIGITALISERENDE BEDRIJF?
LEVERANCIER VAN ENGINEERINGSOFTWARE WORDT APP-ONTWIKKELAAR EN CONSULTANT
VERMENIGVULDIGEN IN DE CLOUD Als aanbieder van software voor elektrotechnische engineering zet EPLAN vol in op digitalisering, met een eigen engineeringplatform en inmiddels ook een aantal cloud-diensten. Door aanvullende apps te ontwikkelen wil EPLAN het aantal gebruikers verveelvoudigen. Niet zozeer bij engineering, als wel in de functies eromheen, zoals inkoop, werkvoorbereiding en productie. In de almaar verder digitaliserende omgeving evolueren hun rollen. Zoals ook EPLAN zelf veranderingen doormaakt. Bedrijven vragen niet meer om informatie over de software – die zoeken ze zelf wel op –, maar willen advies over hoe ze de digitale transformatie kunnen aanpakken.
DOOR HANS VAN EERDEN
p het EPLAN Engineering-platform bouwen gebruikers een digitaal dossier op van hun projecten en alle betrokkenen kunnen daar data toevoegen, bewerken en verrijken. Vanuit de cloud biedt het EPLAN ePulse-platform daarop intussen de nodige aanvullingen. Zoals het Data Portal, waarin fabrikanten actuele data van hun componenten beschikbaar stellen. En recent is EPLAN eView beschikbaar gekomen, voor het online bekijken, controleren en becommentariëren van elektrotechnische ontwerpen. ‘Besturingskasten kunnen alvast virtueel worden ingedeeld, de productie kan worden gepland, onderhoud en beheer krijgen online inzage in de benodigde documenten voor smart maintenance, enzovoort’, illustreert productmarketingmanager Ernest Kappers de omgeving voor de digitale transitie. ‘Er is een transparante doorstroming van informatie, van ontwerp tot operationele lifecycle.’
O
SILODENKEN Niet dat het vanzelf gaat, aldus Kappers. ‘Er is nog veel silodenken, in bedrijven en in de keten tussen bedrijven werken disciplines soms nog moeilijk samen. Het vergt veel communicatie, om angst bij mensen weg te nemen; je eigen gegevens
20
december 2019
Roger Scholtes (links) en Ernest Kappers: ‘Klanten zien EPLAN niet meer alleen als leverancier, maar ook als partner.’ Foto: Gerard Verschooten
loslaten en delen met anderen, dat doe je niet zomaar.’ Die terughoudendheid bij klanten signaleert ook de nieuwe directeur van EPLAN Nederland, Roger Scholtes. ‘Afdelingen moeten leren met elkaar te lezen en schrijven, bijvoorbeeld voor de stap van engineering naar productie. Het feit dat wij in onze EPLAN Pro Panelsoftware het ontwerp van een kast als digital twin aanbieden, kunnen ze als een kans aangrijpen. Het is handig om met die virtuele tweeling alvast de validatie van het complete ontwerp te doen. Daardoor kun je verderop in het proces een betere kwaliteit en kortere doorlooptijd realiseren.’
HYBRIDE PLATFORM Zoals binnen een bedrijf afdelingen nog beter kunnen samenwerken, kunnen bedrijven in de keten meer naar elkaar reiken, vervolgt Scholtes. ‘Machinebouwers willen en kunnen niet meer alles zelf doen en zoeken partners. Dan moeten ze wel standaardiseren op de tools waarmee ze werken. EPLAN zet daar sterk op in met zijn platform. Zowel componentenleveranciers als machinebouwers als eindgebruikers van de machines kunnen erop werken.’ Dat platform is nu (nog) hybride, geeft Scholtes aan, met deels
systemen die ‘on premise’ draaien en deels applicaties in de cloud, zoals hierboven genoemd. EPLAN legt de platformlat hoog, in de cloud. ‘Uiteindelijk is het de bedoeling om zo veel mogelijk data en functionaliteit in de cloud te brengen, om zo veel mogelijk mensen die te laten delen. Een van de hoofddoelstellingen van ons cloudteam is het aantal EPLAN-gebruikers te verveelvoudigen, niet eens zozeer nog meer engineers, maar inkopers, werkvoorbereiders en productiemensen bijvoorbeeld. Typisch de gebruikers die we in het verleden nauwelijks met onze producten adresseerden.’ De hierboven gesignaleerde terughoudendheid bij het delen van data ligt niet aan de cloud, heeft Scholtes inmiddels ervaren. ‘Iedereen doet het in z’n privé-omgeving met online bankieren of foto’s. Dus vragen bedrijven zich af of ze als werkgever dan nog zo terughoudend moeten zijn. Ze zien in dat het onveiliger is als ze met hun beperkte beveiligingskennis de data op hun eigen server opslaan en zeggen daarom: “Laten we het hebben over de benefits van de cloud.” Dit geldt met name voor mkb’ers. Grotere bedrijven hebben wel het it-specialisme in huis om de beveiliging zelf goed te regelen.’
VERANDERENDE ROLLEN Dankzij de bredere beschikbaarheid van data op het engineeringplatform veranderen de rollen van functionarissen. Inkopers bijvoorbeeld controleren niet meer achteraf stuklijsten, maar geven vooraf aan welke merken en series componenten engineers kunnen toepassen. Scholtes: ‘Wij investeren veel in de interfaces tussen de groothandelsdatabases en onze Data Portal. Zo is meteen te zien wie iets op voorraad heeft, wat het kost en wat de levertijd is.’
‘Een deel van hen zal naar r&d gaan, nieuwe standaarden bedenken en regels daarvoor vastleggen. Anderen zullen zich richten op het onderhouden van die standaarden en de onderliggende databases. Denk aan componenten die end-of-life gaan.’ De stap van engineering naar productie verandert ook, vervolgt Scholtes. ‘Vroeger, en ook nu nog, maakten engineers de schema’s en werden die door werkvoorbereiding of in productie vertaald in kasten. Nu heb je die kast als digital twin
‘Zo veel mogelijk data en functionaliteit in de cloud brengen, om zo veel mogelijk mensen die te laten delen’
Nu time-to-market kritisch is en technische resources – denk aan goedopgeleide engineers – steeds schaarser worden, helpt de digitalisering bij het stroomlijnen van de hele engineeringworkflow, schetst Kappers. Standaardisering is een van de trefwoorden, voor componenten, maar ook voor complete modules. Machinebouwers en system integrators stappen meer en meer over op configure-to-order. En daarmee veranderen de taken van engineers, aldus Scholtes:
beschikbaar en is het de vraag waar die onder valt. Engineers reageren in eerste instantie: “Ik heb nog nooit een kast in 3D getekend, waarom moet ik dat nu doen?” En productie zegt: “Wij hebben toch niks met engineeringtools te maken.” Klanten vragen ons: wat adviseren jullie? Moeten we engineers leren een kastlay-out te maken, of moeten we experts die lay-out laten maken en hun leren om daarvoor vanuit de schema-omgeving te werken?’
CONSULTANT Daarmee komt Scholtes op de veranderende rollen voor EPLAN zelf. ‘Onze mensen gingen naar de klant: “Hier is je EPLAN-licentie, waar en hoe wil je het geïnstalleerd hebben?” Nu zeggen klanten: “Jullie zijn toch de experts. Hoe richt ik het in, wat heb ik nodig voor standaardisatie, wie moet ik daarbij betrekken?” Bij grotere projecten zetten wij nu alle stakeholders aan tafel om hun wensen te inventariseren en daar één advies voor de klant van te maken. Het gaat verder dan alleen softwaretools leveren, we hebben nu echte consultants. En onze salesmensen bijvoorbeeld hoeven niet meer te vertellen wat onze programma’s kunnen; dat heeft de klant online al opgezocht. Ze moeten diens vraagstelling over de inrichting van zijn engineering begrijpen, met hem meedenken en intern bij ons terugkoppelen met de technisch specialisten. Dit soort processen vind ik hartstikke fijn, want klanten zien EPLAN nu niet meer alleen als leverancier, maar ook als partner.’ EPLAN vervult graag de rol van consultant, maar de kersverse directeur moedigt bedrijven aan om vooral ook met elkaar te gaan praten. ‘Bij onze events ben ik vaak positief verrast hoe open ze zijn over de valkuilen en over wat ze geleerd hebben over bijvoorbeeld de cloud, standaardisatie of paneelbouwautomatisering. Dat gesprek, ook bij referentiebezoeken aan klanten van ons, faciliteren wij graag.’
www.eplan.nl
Industry Benchmark voor Nederlandse machinebouwers Hoe ver zijn machinebouwers in hun digitale transitie, welke prioriteiten worden gesteld en zijn zij in staat om in te spelen op de steeds veranderende trends? Doe nu mee aan de nationale benchmark Smart Industry en ontdek uw positie ten opzichte van uw branchegenoten.
www.siemens.com/nl/benchmarkuzelf
december 2019
21
DISCA’19: MEVI, MTA EN BRONKHORST OP HET EREPODIUM
‘SCHITTEREND DAT PRESTATIE VAN DE CLUB BEVESTIGD WORDT’
9
Donderdag 21 november was het zo ver: het klapstuk van de 18de editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA’19), met de uitreiking van de drie bijbehorende awards. Na het bekendmaken van de finalisten resteerden per categorie de twee best presterende bedrijven. Tijdens het diner in Hoeve Mereveld in Utrecht bracht het publiek zijn stem uit. Twee Helmondse bedrijven – Mevi Fijnmechanische Industrie en MTA – kwamen als beste toeleverancier uit de bus, Bronkhorst High-Tech uit Ruurlo werd tot beste uitbesteder verkozen.
DOOR WILMA SCHREIBER, JOS CORTENRAAD EN MARTIN VAN ZAALEN • FOTO'S: SAM RENTMEESTER
BEST LOGISTICS: PUBLIEK VERKIEST MEVI
I
In de categorie Best Logistics Supplier haalden 25 uitblinkers in logistiek de tweede ronde. De resterende zes finalisten passeren onder toeziend oog van juryvoorzitter Joes Wigman, managing director bij Berenschot, in korte DISCA-filmpjes (let op de rode bal!) nog eenmaal de revue. Mevi Fijnmechanische Industrie uit Helmond en IFM Electronic uit Harderwijk haalden uiteindelijk elk vijftig procent van de jurystemmen. Mevi geldt als veelzijdig ontwikkelaar en producent van machines, apparaten, modules en precisieonderdelen. Het bedrijf, ook gevestigd in België en Tsjechië, telt 110 mensen en heeft alle disciplines in eigen huis, inclusief engineering, verspaning en testequipment. Er wordt geleverd aan klanten in de food, halfgeleider-, medische industrie en machinebouw. De jury prijst Mevi als ‘heel leverbetrouw-
Director sales & operations Koen in ’t Ven van Mevi met de Best Logistics-award: ‘We kijken constant waar verbetering mogelijk is.’
22
december 2019
baar’. ‘Het bedrijf beheert de supply chain op kundige wijze en wordt nooit verrast door obsolete koopdelen. Daarnaast wordt goed op de klantvraag geanticipeerd en desgevraagd meegedacht met de engineers van de klant. De kracht van dit bedrijf zit ‘m echt in de medewerkers die de onderneming lang trouw zijn.’
GRILLIG BESTELGEDRAG De andere finalist in het strijdperk is IFM Electronic, onderdeel van het Duitse IFM dat onlangs haar 50e verjaardag vierde. Een onderneming met ruim 7.000 medewerkers, gevestigd in 85 landen en met een jaaromzet van meer dan 900 miljoen euro. De Europese verkoop- en distributieorganisatie bevindt zich in Harderwijk. IFM, in 2016 ook al finalist, ontwikkelt en produceert duizenden sensoren voor de verpakkingsen levensmiddelenindustrie, automotive en maakindustrie. Ook voor IFM heeft de jury lovende woorden: ‘Een bedrijf dat ver boven andere leveranciers in dit segment uitsteekt. IFM kan goed uit de voeten met grillig bestelgedrag van de klant: versneld leveren is zelden een probleem, prijzen zijn marktconform. IFM is actief in het aandragen van innovaties en het uitnodigen van klanten om daar tests mee te draaien.’
20-25 PROCENT SNELLER Om de beslissing tot stand te brengen, pitchen twee juryleden gedurende één minuut hun favoriete bedrijf. Jeroen Notenboom van Marel Holding prijst het feit dat IFM meer dan tweehonderd onderdelen uit voorraad levert met een standaarddoorlooptijd van vier weken. ‘Snel leveren kan ook, je pakt de telefoon en het is geregeld. En IFM is proactief. Als wij een order sturen en de vraag matcht niet met de mogelijkheden, dan zorgen ze voor een oplossing’, zegt hij. ‘Verder denken ze goed mee over alternatieven. In de kritische omgeving van voedselverwerking kun je niet zomaar een andere sensor kiezen. Dat weten ze en dus opteren ze dan bijvoorbeeld voor een langere kabel.’ Roy Hendriks van IAI Industrial Systems neemt het op voor Mevi. ‘Wij ontwikkelen en verkopen machines en besteden de assemblage onder andere uit aan Mevi. Zij zijn toonaangevend en slagen erin 20 tot 25 procent eerder te leveren dan andere partijen’, vertelt hij. ‘En toen wij laatst een nieuw systeem introduceerden, had Mevi zijn aandeel eerder dan afgesproken klaar. Toen de machine bij ons kwam, zat de covering er al op.’ Dan is het aan de zaal: via de smartphone brengen de ruim 150 aanwezigen hun stem uit: Mevi wint de award voor Best Logistics Supplier. ‘Met het team kijken we naast het gewone werk constant waar verbetering mogelijk is. Schitterend dat de prestatie van de club om het maximale te doen voor de klant zo bevestigd wordt’, zegt een blije Koen in ’t Ven, director sales & operations bij Mevi.
www.mevi.com www.ifm.com
BEST CUSTOMER: DERDE KEER WEL RAAK VOOR BRONKHORST oor de uitverkiezing in de categorie beste uitbesteder betreedt juryvoorzitter Anita van Gils, lector Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, het podium. Liefst 48 Nederlandse uitbesteders haalden de tweede ronde. De vijf finalisten zijn oem’ers of system suppliers die eindproducten of complete modules ontwikkelen en produceren. De jury selecteerde allereerst Bronkhorst High-Tech uit Ruurlo, dat voor de derde keer de finale haalt. Het bedrijf ontwikkelt en fabriceert standaard- en klantspecifieke instrumenten voor het meten van gas- en vloeistofdoorstroming voor de medische wereld, chemie, olie en gas, halfgeleiders, voeding en farma. Bronkhorst is in Europa marktleider, met buiten Ruurlo negen vestigingen in Europa en distributeurs in dertig landen. Er werken in totaal 600 mensen, van wie ruim honderd op de r&dafdeling. ‘Een bedrijf dat zijn toeleveranciers in een vroeg stadium betrekt bij nieuwe ontwikkelingen en de roadmap met ze deelt. Dit klantbedrijf wordt gekenmerkt door doeners: ze blijven niet te lang denken over een ontwikkeling, maar laten die produceren en stellen waar nodig bij. Gemaakte afspraken worden altijd nagekomen, dit alles zorgt voor veel vertrouwen over en weer’, aldus de jury.
V
DOORDACHT Tegenstrever is Tembo uit Kampen, dat al eerder de tweede ronde haalde. Ruim honderd jaar geleden gestart als sigarenfabriekje, staat er nu een wereldwijd opererende groep van veertien bedrijven. Na de oorlogen legde het bedrijf zich ook toe op de renovatie en later op het zelf ontwikkelen en bouwen van machines. Momenteel werken er
ruim 1.100 mensen bij Tembo in Nederland, Polen en de Dominicaanse Republiek. De jury oordeelt: ‘Een bedrijf dat zich op de sigarettenmarkt in een endgame weet, nieuwe businessmodellen moet ontwikkelen en dat ook met volle overgave doet met nieuwe machines voor compleet nieuwe markten. Tembo weet dat het dat niet alleen kan en zet dan ook op doordachte wijze toeleveranciers in. Met hen wordt op dezelfde open en directe wijze gecommuniceerd als met de eigen mensen, ook over de prijscalculatie, de planning en de forecast.’
KRISKRAS COMMUNICATIE Anita van Gils nodigt Elgar van der Bij van Masévon Technology en Albert Bielderman van Mevo Fijnmechanica uit hun kandidaat te pitchen. ‘Tembo biedt ons ruimte voor ons specialisme en werkt op gevoel met ons samen. Ze delen hun roadmap met ons, ook de strategische roadmap. Het bedrijf kent geen politiek en geeft de boodschap recht voor zijn raap. Iedereen praat met iedereen, van dezelfde organisatielaag maar ook kriskras. Daardoor versterken we elkaar enorm’, betoogt Van der Bij. ‘We bepalen een gemeenschappelijk doel en gaan er samen voor.’ Dan is het de beurt aan Bielderman. ‘We hebben met Bronkhorst meer dan een klantleveranciersrelatie. Zij dagen ons uit om onze techniek te verbe-
Directeur Henk Tappel van Bronkhorst High-Tech met de Best Customer-award: ‘Ik ben enorm blij met de prijs.’
teren en drijven ons naar een hoger niveau. We kijken over en weer bij elkaar in de keuken, bereiden de maaltijd samen voor, eten deze gezamenlijk en zeggen: dit smaakt naar meer’, voert hij aan. ‘Ze kijken mee in onze processen en er wordt gezamenlijk gezocht naar de optimale productiemethodiek voor de op dat moment gestelde uitdagingen.’ Binnen de jury bestond een lichte voorkeur voor Bronkhorst, het publiek gaat daarin mee: de Best Customer award gaat naar Bronkhorst. ‘Ik ben enorm blij met de prijs. Het is leuk om met toeleveranciers te sparren. Dat komt niet altijd goed over, maar dient een goed doel: Bronkhorst succesvol te maken. Daar zijn we met z’n allen mee bezig, als wereldspeler nog steeds klein denkend in de Achterhoek’, aldus directeur Henk Tappel. www.bronkhorst.nl www.tembo.eu
december 2019
23
9
WINNER DISCA AWARD 2019
BEST KNOWLEDGE SUPPLIER
THANK YOU FOR YOUR SUPPORT!
www.m-t-a.nl
VERVOLG VAN PAGINA 23
DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AND CUSTOMER AWARDS 2019
BEST KNOWLEDGE: MTA VOELT ALS TEAM In deze DISCA-categorie eindigde machinebouwer MTA uit Helmond in de hoogste regionen. Dit bedrijf levert mechatronische systemen aan producenten in de agri- en foodindustrie, additive manufacturing, industrial printing, semicon back-end en packaging automation. Hiertoe werkt MTA samen met zowel lokale toeleveranciers als internationale partners vanuit een duurzame samenwerkingsrelatie. Ook ontwikkelde het bedrijf zelf een verwerkingsmachine voor gebruikt plastic en een industriële metaalprinter. Er werken nu ruim honderd mensen van wie een klein deel in de productielocatie in India. MTA, eerder in de finale, is volgens de jury ‘een system supplier die bereid is over een lange periode risicodragend te investeren in ontwikkeling van de klant. Het bedrijf is zeer goed op de hoogte van uiteenlopende technologische innovaties en wil graag vanaf de eerste schets met de klant meedenken. MTA is sterk in eerste prototypes en seriebouw.’
INTELLIGENTE OPLOSSINGEN MTA neemt het op tegen Technobis Group uit Alkmaar. Dit bedrijf ontwikkelt en maakt zeer nauwkeurige optische meet- en sensorsystemen voor bijvoorbeeld chipmachines, helikopters, drones en operatierobots, en geldt hierin als voorloper. Er werken 85 mensen, maar de verwachting is dat dit komend jaar oploopt naar 160. De jury stelt dat ‘Technobis heel goed kan mee-ontwikkelen met de klant en die voorzien van betere, eenvoudigere oplossingen, bestaande
uit minder onderdelen en – vaak – goedkoper. Intelligente oplossingen die cruciaal kunnen zijn voor het goed functioneren van het eindproduct van de klant. Het bedrijf is gefocust op het helpen van de klant, het vastleggen van de afspraken in contracten is secundair.’
Managing director Patrick Geerts van MTA met de Best Knowledge-award: ‘Dit is de fantastische kers op de taart.’
HOGER NIVEAU Joes Wigman keert terug op het podium en vraagt Piet Kaars van Raith en Thomas Paulen van VanBerlo te pitchen voor Technobis Group respectievelijk MTA. ‘We werken al vijftien jaar samen met MTA, hebben het bedrijf zien groeien. Samen hebben we projecten aangepakt en zij zijn als partner voor de resultaten van onze klanten gegaan. We hebben als team gewerkt en het voelt ook echt als team. Je vertelt elkaar waar je goed in bent en waarin niet, en lost problemen samen op’, meldt Paulen. Ook Kaars heeft zijn pitch klaar: ‘We zijn bezig een high level systeem te ontwikkelen. Met Technobis hebben we de produceerbaarheid, de serviceability en de betrouwbaarheid naar een hoger plan weten te tillen’, verklaart hij. ‘Omdat de afmetingen in de semiconductormarkt steeds kleiner worden, moeten ook de meetinstrumenten steeds kleiner.
Technobis helpt met de ontwikkeling van technologie om metingen beter uit te voeren op een hoger niveau: inmiddels zitten we in de subnanometer.’ Wederom pakken alle aanwezigen hun smartphone erbij en de winnaar van de Best Knowledge award is MTA. ‘Ik ben enorm trots en blij. Het is voor ons een uitdagend jaar geweest, waarin we flinke stappen gezet hebben. We zijn hard gegroeid, hebben een nieuw pand betrokken. Dan is dit de fantastische kers op de taart’, aldus Patrick Geerts, managing director en eigenaar van MTA. www.m-t-a.nl www.technobis.com
JURY’S: ALLE FINALISTEN ZIJN UITGESPROKEN TOPBEDRIJVEN Voor het beoordelen van de finalisten werden drie jury’s opgetuigd, één per DISCA-categorie. Deze bestonden uit vertegenwoordigers van de bedrijven die deze finalisten hadden genomineerd en gescoord in ronde 1 en 2. De twee jury’s voor de twee supplierscategorieën werden voorgezeten door Joes Wigman, managing director van organisatieadviesbureau Berenschot, de customerjury door Anita van Gils, lector Familiebedrijven aan hogeschool Windesheim. Om tot hun conclusies te komen, kwamen de drie jury’s elk een dagdeel bijeen: ze bediscussiëren alle finalisten en wezen zo een top-2 aan. Deze top 2bedrijven zijn op 21 november in antwoord op drie vragen van de juryvoorzitters gepitcht door de juryleden, verantwoordelijk voor de betreffende nominatie. De drie ‘afvallers’ echter zijn, zo benadrukken de jury’s in hun conclusies, ook allemaal uitgesproken topbedrijven.
Joes Wigman (links) deelde beide suppliers-awards uit.
Anita van Gils zat de customerjury voor.
december 2019
25
DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AND CUSTOMER AWARDS 2019
DE JURY’S OVER DE OVERIGE FINALISTEN
‘DISCIPLINES BINNEN DE ONDERNEMING WERKEN GOED SAMEN’
Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018
Er kan maar één bedrijf de winnaar zijn, en maar één de nummer twee. Maar ook de overige finalisten van de DISCA’19 waren niet zover gekomen als het geen topbedrijven waren die ook aandacht verdienen. Die krijgen ze hier.
Alle finalisten, juryleden en juryvoorzitters van DISCA’19.
OVERIGE FINALISTEN BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2019 FESTO: ‘PROACTIEVE AANDRIJFSPECIALIST’ Festo, specialist in pneumatische en elektrische aandrijvingen, heeft meerdere keren een DISCA-award gewonnen. In 2006, 2008 en 2009 sleepte de Nederlandse vestiging in Delft de hoofdprijs in de wacht. De laatste twee jaren haalde het finaleplaatsen, in 2018 in de categorie Best Logistics Supplier, het jaar ervoor in die van Best Knowledge Supplier. Net als dit jaar. Het laat zien dat de onderneming sterk is de snelle en correcte levering van standaardcomponenten, maar ook uitblinkt in het samen met de klant ontwikkelen van componenten en modules op maat. De jury omschrijft Festo als een ‘proactieve aandrijfspecialist’. ‘De ontwikkeling van de kerntechnologie vindt plaats in Duitsland, maar medewerkers in Nederland zijn altijd zeer goed op de hoogte van de laatste innovaties. Het zijn veelal sociaal competente medewerkers die goed in staat zijn hechte, langdurige klantrelaties te onderhouden. De medewerkers doen hun best zo vroeg mogelijk in ontwikkeltrajecten bij de klant aan tafel te komen, om – aan de hand van functionele specificaties – zo doeltreffend mogelijk oplossingen te kunnen engineeren. Bij het ontwikkelen van klantspecifieke oplossingen, staat Festo open voor het integreren van componenten van derden als dat de klant voordeel biedt.’ Eén kritische noot: ‘De
26
december 2019
doorlooptijd is goed, maar het bedrijf had wat leveringsproblemen.’ www.festo.com
behuizingen die goed tegen zware operationele omgevingen bestand zijn.’ www.br-automation.com
B&R: OOK START-UPS VAN DIENST
AMT: LAAT ‘KENNISCARROUSEL’ GOED DRAAIEN
B & R Industriële Automatisering werd in 2017 onderdeel van het beursgenoteerde ABB, maar blijft vooralsnog zelfstandig opereren. Het bedrijf levert niet alleen de technologie voor industriële automatisering: de medewerkers van de Nederlandse vestiging schuiven al vroeg aan in de ontwikkelingstrajecten bij meestvertrouwde oem-klanten. B&R haalde in 2015 ook al de finale, in dezelfde categorie. De jury beoordeelt het bedrijf als ‘pro-actief ’. ‘Het biedt de klant een zeer uitgebreid, pc-gebaseerd aandrijfplatform met heel veel gebruikersvriendelijke mogelijkheden om dat op maat te programmeren. Dat scheelt de klant veel software-ontwikkeluren en is daardoor relatief goedkoop, zeker gezien de tientallen jaren aan kennisopbouw die in deze technologie is toegepast. Mocht de klant vastlopen, dan bieden software-engineers van B&R goede service om de klant weer op weg te helpen – en die voelen zich zeker niet te goed voor de kleine start-ups. Het bedrijf biedt klanten ook goede opleidingen aan. En over inno-vaties wordt to-the-point geïnformeerd. B&R levert degelijke technologie in robuuste
AMT Group stond dit jaar voor het eerst in de finale. Dit moderne productiebedrijf voorziet opdrachtgevers in de industrie niet alleen van metaalcomponenten op maat, maar ontwikkelt en bouw ook complete machines. Ook ontwikkelt en bouwt het spoorwegmachines. De jury oordeelde dat AMT ‘goed in staat is de kenniscarrousel te laten draaien en klanten te laten profiteren van ervaringen en inzichten die bij het uitvoeren van eerdere opdrachten zijn vergaard’. ‘AMT is zeer goed op de hoogte van de mogelijkheden van de eigen productietechnologieën. De diverse disciplines binnen de onderneming werken goed met elkaar samen. Het is ook een sterk technologiegedreven leverancier, die graag aan de slag gaat voor de klant, hecht aan goede persoonlijke contacten, minder aan formaliseren van de samenwerking in contracten. Het bedrijf beschikt over betrokken medewerkers die trots zijn op hun bedrijf. De communicatie van deze mensen is goed en ze zijn bereid oplossingen te vinden om toch de planning te halen.’ www.amtgroup.nl
OVERIGE FINALISTEN BEST LOGISTICS SUPPLIER 2019 CIMAR: GEEFT PROACTIEF ADVIES
TTI: LEVERT ALTIJD HET GEVRAAGDE
SOLAR: RICHT ZICH NU OOK OP MACHINEBOUW
Cimar Electronics produceert en levert uit printplaten, besturingskasten en -panelen, schakelkasten en diverse elektronische en elektrotechnische apparaten. Het bedrijf uit Veenendaal, niet eerder voor een DISCA-award genomineerd, heeft die prestatie dit jaar wel neergezet, omdat het bedrijf er tussen andere elektronica-leveranciers echt uitspringt, aldus de jury. ‘Cimar is zeer leverbetrouwbaar. Het zorgt ervoor dat altijd de juist componenten gebruikt worden en dat die tijdig beschikbaar zijn. Dit gaat in 99 procent van de gevallen goed. Vanzelfsprekend worden er bij Cimar door de fabrikanten vaker foute componenten aangeleverd, maar de klant merkt daar niets van. Cimar geeft proactief advies over het verbeteren van het elektronicaontwerp, om daarin componenten die obsoleet dreigen te worden te vermijden en die te vervangen door geschikte componenten die beter beschikbaar zijn, om zo de leverzekerheid te vergroten. De medewerkers communiceren intensief over de actuele status van leveringen. Qua kostprijs zijn ze ietwat aan de dure kant, maar desgevraagd geeft Cimar suggesties voor goedkope alternatieven.’ www.cimar.nl
TTI Benelux in Eindhoven is een logistiek dienstverlener die uitblinkt in de hoogst mogelijke leverbetrouwbaarheid bieden, aldus de jury: honderd procent tegen 97 à 98 procent bij de concurrentie. ‘Ruim 98 procent is ook nog eens binnen op exact de vooraf afgesproken tijd. Dat ondanks het feit dat deze leverancier zelf met veel minder betrouwbare fabrikanten moet dealen. TTI legt op basis van de forecast van de klant, maar ook proactief, buffers aan met kritieke componenten en zorgt ook dat die buffers op niveau blijven. Mocht er ergens iets obsoleet dreigen te raken, dan geven de medewerkers early warnings af. Als de klant, in weerwil van de forecast, componenten niet afneemt is het geen probleem die afname door te schuiven naar het volgend jaar. De medewerkers van TTI communiceren intensief over de status van orders en zijn doortastend in het oplossen van problemen. Ze informeren de klant desgevraagd over de oorzaak van eventuele problemen’, aldus de jury. TTI heeft eerder eerste rondes gehaald. www.ttieurope.com
Solar Nederland heeft de laatste anderhalf jaar als elektrotechnisch logistiek dienstverlener ‘een flinke progressie geboekt door zich ook expliciet op de machinebouw te gaan richten’, zo constateert de jury over deze Alkmaarse onderneming. ‘Mocht er bij uitzondering toch een verkeerde levering gedaan worden, dan gaan ze zelf proactief op zoek naar de oorzaak en zorgen dat er een structurele oplossing komt. Tegelijk zijn de medewerkers creatief in het vinden van oplossingen voor acute problemen, bijvoorbeeld door geschikte, alternatieve componenten te bieden. Ze informeren proactief en bijtijds over mogelijke problemen, vragen de klant proactief naar hoe zij hun dienstverlening zouden kunnen verbeteren en komen zelf met oplossingen voor eventuele verbeterpunten. Ze zijn altijd to-thepoint in hun communicatie. De prijzen van Solar zijn marktconform.’ Voorts tekent de jury aan: ‘Het is wel mogelijk dat de progressie die Solar gemaakt heeft (sterk) afhankelijk is van de mensen die een account beheren.’ Solar heeft eerder eerste rondes gehaald. www.solarnederland.nl
BRONKHORST TOONAANGEVEND IN FLOWMETING EN -REGELING Bronkhorst High-Tech B.V. ontwikkelt en produceert innovatieve, duurzame en klantspecifieke oplossingen op het gebied van low flow fluidics handling vraagstukken.
Gas
Vloeistof
Damp
Bronkhorst High-Tech wint Best Customer Award 2019 www.bronkhorst.com
YOUR PARTNER IN ELECTRONICS DESIGN AND MANUFACTURING
Animated HMI’s Mobile connectivity Electronic controls www.psicontrol.com | info@psicontrol.com | T +32 57 409 696
december 2019
27
JAARLIJKSE EVENEMENT LINK VERBINDT, VERRAST EN INSPIREERT GASTEN
DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AND CUSTOMER AWARDS 2019
‘SOCIALE VEILIGHEID, DAAROVER MOETEN WE HET GAAN HEBBEN BINNEN ONS BEDRIJF’ Het is donderdag 21 november. Ruim 150 gasten hebben gehoor gegeven aan de uitnodiging voor de uitreiking van de DISCA’19 awards voor Best Customer, Best Logistics Supplier en Best Knowledge Supplier. De ontvangstzaal van Hoeve Mereveld in Utrecht stroomt langzaam vol, geanimeerde gesprekken bij het kopje koffie of thee zorgen voor geroezemoes en een verwachtingsvolle sfeer. DOOR WILMA SCHREIBER
oor Bart van Gisbergen, hoofd verkoop bij De Cromvoirtse in Oisterwijk, is het zijn eerste DISCA. Zelf heeft hij een aantal klanten genomineerd, maar die zijn het helaas niet geworden. ‘Ik ben benieuwd naar de talkshow. ‘Wat wil de klant?’ is voor mij een interessant en actueel thema, omdat ik zelf ook actief in de keten samenwerk. Binnenkort gaan we met de klant aan de slag tijdens een relatiedag’, vertelt hij. Ook Marty van de Ven, kennismakelaar bij The House of Technology in Eindhoven, is voor het eerst bij de DISCA. Hij hoopt op inspirerende verhalen. ‘Wat maakt de genomineerde toeleveranciers anders, in hoeverre is dat gemeengoed en wat kunnen wij ervan leren?’
V
IN HET ZONNETJE Aan de volgende tafel staan Mathijs Kox en Ramon Koevoets, respectievelijk sales director en operations manager bij Bax Metaal in Bergeijk, die zelf drie bedrijven genomineerd hebben voor de Best Customer award. Daarnaast zijn ze vooral aanwezig om andere ondernemers te spreken. ‘Je ontmoet hier veel verschillende bedrijven uit diverse sectoren, daar zit zo veel kennis. En als toeleverancier zijn wij ook alle dagen bezig met wat de klant wil.’ Weer een tafel verder bevindt zich Peter Hobbelen, ceo en eigenaar van Confed Systems met vestigingen in Amersfoort, Dordrecht en Slowakije. Een van zijn klanten is genomineerd en verder sprak het thema hem aan. ‘Wij willen een strategisch partnership aangaan en de klant helpen door te groeien. Daar moet dan wel een meerjarenperpectief bij de klant tegenover staan. En er moet sprake zijn van een open rela-
tie, om over en weer een vertrouwensband te ontwikkelen.’
STATEMENTS Om vier uur opent Mireille van Ginkel, uitgever Link Magazine, de middag met een welkomstwoord aan alle gasten en introduceert zij de presentatoren van de talkshow: Henk Volberda (hoogleraar UvA) en Carolien Meijer (Bronkhorst High-Tech). Zij gaan in gesprek met vier industriële ondernemers die hun sporen inmiddels ruimschoots verdiend hebben. Zie het artikel hierna over de talkshow. ‘Altijd interessant, verhalen van ondernemers en hun visie op zaken als klant centraal, samenwerken, focus en anders denken. Hun statements zetten je aan het denken en bieden inspiratie’, stellen Annemarie Lippers en Bart Dirkx, respectievelijk procurement manager en vicepresident strategic procurement & supply chain bij Dorel Juvenile in Helmond. Dirkx noemt als pluspunt van de DISCA dat de Nederlandse maakindustrie in het zonnetje wordt gezet. ‘Het is belangrijk om de maakindustrie in Nederland te houden. Veel leveranciers in Nederland leveren onderdelen voor de assemblage van onze kinderstoelen in Helmond. Wij hebben veel concurrentie uit het buitenland en dat zet ons huidige businessmodel en marge onder druk. Om concurrerend te blijven, moet Nederland anders gaan denken. Want als je blijft doen wat je doet, ga je het niet winnen.’
KWARTJE GEVALLEN De talkshow heeft meer aanwezigen aan het denken gezet en zelfs nieuwe inzichten opgeleverd. Saskia van Dun, strategisch inkoper bij FMI in
Uden en voorzitter van NEVI Kring Zuid-Nederland, vindt het belangrijk dat zo veel mogelijk inkopers hun leveranciers beoordelen, omdat zij een goed oordeel kunnen vellen. Haar is de eindconclusie van de eerste stelling (‘Employees first, customers second’) het meest bijgebleven. ‘Dan blijkt toch de mens het belangrijkst, daar ben ik het helemaal mee eens. Als je als medewerkers goed samenwerkt, krijg je het 1+1=3 effect.’ Marco Leeggangers, operations director bij Sentech in Nieuwkuijk, is geïnspireerd door de talkshow. ‘Het aantal medewerkers in ons bedrijf is verdubbeld, daardoor kwamen onze kernwaarden onder druk te staan. Hoe creëer je betrokkenheid bij die nieuwe collega’s? Daarnaast is er veel veranderd voor de medewerkers: andere functienamen, nieuw ERP-systeem. Die transitie zorgt voor onzekerheid’, vertelt hij. ‘Toen bij de talkshow het belang van sociale veiligheid aan de orde werd gesteld, viel bij mij het kwartje: daar moeten we het over gaan hebben binnen ons bedrijf!’
‘GESLAAGDE AVOND’ Het evenement eindigt met het diner en uiteraard de uitreiking van de DISCA-awards. Een van de gasten die nageniet met een toetje en een kop koffie, is Kristiaan Böhm, coo bij Solmates in Enschede. Hij was al een aantal keer te gast bij de DISCA en zat ook al eens in de jury voor Best Knowledge Supplier. ‘Een geslaagde avond voor netwerk en relatie, dit evenement zet ook Link Magazine heel goed op de kaart.’
OVERIGE FINALISTEN BEST LOGISTICS SUPPLIER 2019 (VERVOLG) ROBA: 100 PROCENT LEVERBETROUWBAAR Roba Metals is een internationaal opererende handelsfirma en semiproducent van staal, roestvaststaal en nonferro. De logistiek dienstverlener uit IJsselstein is ‘100 procent leverbetrouwbaar’, zo stelt de jury. ‘Gerekend over honderden leveringen, tientallen verschillende artikelen, meer-
28
december 2019
dere keren per week, werd er foutloos uitgeleverd. Ook de doorlooptijd is in 100 procent van de gevallen conform vooraf gemaakte afspraken. Roba Metals houdt voorraad aan voor de klant. Desgewenst kan de logistiek dienstverlener gecertificeerd metaal leveren, zonder stempel. De medewerkers bellen proactief als ze zien dat voorraden in de markt
onder een bepaald niveau dalen of als marktprijzen laag zijn, zodat de klant niet misgrijpt en een lage prijs betaalt. Roba is over het algemeen niet de goedkoopste, maar de prijzen zijn wel markconform. Het contact is persoonlijk en prettig’, aldus de jury over de communicatiekwaliteiten. www.robametals.com
OVERIGE FINALISTEN BEST CUSTOMER 2019 IMS BETREKT VROEG
VENCOMATIC INSPIREERT EN MOTIVEERT
HOLMATRO ONDERKENT KRACHT LEVERANCIERS
IMS uit Almelo is een ontwikkelaar en bouwer van complete hoognauwkeurige, snelle en flexibele productielijnen voor de internationale markt. Het bedrijf werkt graag over lange periode samen met strategische toeleveranciers, zo constateert de jury. ‘IMS wil door die partijen graag ontzorgd worden en biedt zijn toeleveranciers ook de ruimte dat optimaal te doen. Onder meer door die vroeg, al in de engineeringsfase, bij nieuwe ontwikkelingen te betrekken. Prijs is belangrijk voor deze uitbesteder, maar is niet de nummer 1-prioriteit. Dat is het, samen met de toeleveranciers, optimaal bedienen van de klant. Toeleveranciers worden daartoe als gelijkwaardig behandeld; aangereikte oplossingen worden gerespecteerd. De medewerkers van de Almelose onderneming communiceren ook goed. Ze zijn helder over specs, planning en forecast en kunnen vragen van toeleveranciers op doorgaans adequate wijze beantwoorden. Wie waarvoor verantwoordelijk is, is helder dankzij de transparante structuur van de organisatie van dit klantbedrijf ’, duidt de jury. IMS was vorig jaar de winnaar van de Best Customer Award. www.ims-nl.com
Vencomatic Group is een maatschappelijk verantwoord ondernemend bedrijf en zich zeer bewust van de milieu-impact van de sector waarin het actief is, zo vindt de jury van deze leverancier van systemen voor het inrichten van moderne pluimveebedrijven over de hele wereld. ‘En het is er voortdurend op uit met innovaties die effecten te minimaliseren. Het bedrijf uit Eersel heeft ook fors geïnvesteerd in duurzame, energieneutrale huisvesting, die tegelijk de medewerkers inspireert en motiveert. De onderneming beschikt ook over een eigen academie en heeft een scala aan technische disciplines in huis die in nauwe samenwerking, onderling en met toeleveranciers, tot bijzondere, baanbrekende innovaties komen. Dit klantbedrijf is zeer zich bewust van het feit dat toeleveranciers alleen van strategische waarde kunnen zijn als ze vroeg in de ontwikkeling van die innovaties betrokken worden en als ze (desgevraagd) diepgaand van informatie worden voorzien. De innovaties zijn vaak ook van digitale aard die de eindgebruikers alle relevante informatie bieden over het functioneren van de systemen.’ Vencomatic heeft eerder eerste rondes gehaald. www.vencomaticgroup.com
Holmatro Hydraulics uit Raamsdonksveer is een ontwikkelaar en bouwer van innovatieve hydraulische gereedschappen voor technische hulpverlening, industriële toepassingen en special tactics operaties. Deze oem’er heeft op tijd ingezien dat er een compleet nieuwe coretechnologie ontwikkeld moest worden om marktaandeel te behouden, zo constateert de jury. ‘Die ontwikkeling heeft in belangrijke mate buiten de deur plaatsgevonden, bij toeleveranciers. Deze uitbesteder onderkent de sterktes van die partijen en geeft de ruimte die krachten te ontplooien. Door goed onderbouwde argumenten van toeleveranciers laat ze zich overtuigen. Mede daardoor kan de ontwikkeltijd kort zijn. De IP die toeleveranciers zo ontwikkelen mogen ze, mits afgestemd, voor niet-concurrerende derden opnieuw inzetten. Deze onderneming heeft een transparante organisatiecultuur, waardoor het voor toeleveranciers evident is bij wie ze met welke vraag moeten zijn.’ Het bedrijf heeft eerder tweede rondes van de DISCA gehaald. www.holmatro.com
december 2019
29
TALKSHOW ACHTTIENDE EDITIE DISCA IN TEKEN VAN ‘WAT WIL DE KLANT?’
DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AND CUSTOMER AWARDS 2019
‘GA NAAR BEURZEN WAAR JE NIKS TE ZOEKEN HEBT’ Verras de klant, werk continu aan vertrouwen, neem af en toe afstand en houd vast aan je doel. En: bied medewerkers veiligheid en ruimte voor eigen inbreng, want dat creëert betrokkenheid waardoor ze gaan meedenken. Waardevolle tips van vier industriële top-ondernemers, ontlokt tijdens de talkshow voorafgaand aan de uitreiking van DISCA’19-awards, een evenement georganiseerd door Link Magazine en mede mogelijk gemaakt door ISAH en ING. DOOR WILMA SCHREIBER
oor presentator Carolien Meijer, manager strategic marketing bij Bronkhorst High-Tech in Ruurlo, is het haar dagelijks werk: klantgedrag bestuderen en macrotrends volgen in de industrieën die haar bedrijf bedient. Haar sidekick deze middag is Henk Volberda, hoogleraar strategic management & innovation aan de Amsterdam Business School (Universiteit van Amsterdam), Presentatoren Henk Volbarda (links) en Carolien Meijer vroegen Henk Hanskamp (Hanskamp), Robert van Dorst (Cremer Speciaaldie onderzoek doet naar open innovatie, machines), Carel van Sorgen (oprichter van 247TailorSteel) en Hans van Wijngaarden (Xyall) het hemd van het lijf in de talkshow met digitale transformatie, leiderschap en als thema ‘Wat wil de klant?’ ondernemerschap. Reagerend op de eerste stelling – ‘employees first and customers second’ – heeft hij alvast niks met klantgesneden platen, buizen en kantdelen. Het bedrijf tor 2019. Een van de dwarse innovaties van deze wensen. Al je energie richten op de klant, is in onderscheidt zich doordat klanten online via een boerenzoon is het koeientoilet, een innovatief zijn ogen dan ook geen goed idee. Je kunt beter portal 24 uur per dag, 7 dagen per week bestellinautomatisch urineersysteem voor koeien. ‘Ik kijk kijken hoe je klanten kunt krijgen die je nog niet gen kunnen plaatsen, in één minuut een offerte anders naar de markt. Ik werk niet samen met hebt. De zaal geeft hem vooralsnog gelijk: een ontvangen en hun product binnen 48 uur geleleveranciers, alleen met partners. En ik wil iets meerderheid stemt voor de stelling. verd krijgen. Afgelopen september stapte de unieks maken voor de sector.’ Aan tafel een aantal uitgesproken ondernemers, 69-jarige Van Sorgen op als directeur; wel heeft die hun sporen ruimschoots verdiend hebben. hij nog steeds 40 procent van de aandelen. VERTROUWEN ESSENTIEEL Allereerst Hans van Wijngaarden, een van de Gevraagd naar het geheim van zijn succes, noemt Vervolgens introduceren Volberda en Meijer oprichters van Philips Digital Pathology en nu hij betrokken medewerkers. ‘Mensen worden niet enkele thema’s, waarop de panelleden moeten bezig met zijn eigen start-up Xyall, die de workontslagen als er hobbels zijn of er een nieuwe, reageren – kernachtig, liefst in één woord. Daarna flow van pathologen wil digitaliseren en automasnellere machine te koop is. Het duurt jaren voor bepaalt het publiek via smartphone-stemming tiseren om zo de betrouwbaarheid van diagnostimensen geloven in die veiligheid, maar dan gaat het belangrijkste steekwoord. Het eerste thema is: sche testresultaten te vergroten. Volberda citeert iedereen meedenken.’ ken je klant. Hanskamp kiest voor ‘verrassen’ Henk Tappel (voormalig partner van Van WijnRobert van Dorst, managing director bij Cremer (‘geef de klant meer dan hij verwacht’), Van gaarden en nu ceo van Bronkhorst High-Tech), Speciaalmachines in Lisse, is de derde gast. Zijn Dorst voor ‘innovatie’ en Van Sorgen noemt die ooit stelde dat Van Wijngaarden als een van bedrijf is wereldwijd toonaangevend in stan‘weten wat je bij een klant verdient’ het allerbede weinigen de capabilities van toeleveranciers daard- en klantspecifieke tel- en verpakkingsoplangrijkste. ‘Als je dat niet weet, ken je de klant serieus neemt, dus kom maar door met de tips. lossingen voor de farma, food- en non-food en niet.’ Van Wijngaarden gaat voor ‘vertrouwen’: ‘Ik zoek partners om snel toegang tot technologie de agrarische industrie. Deze maand viert Cre‘De medische sector, de markt waarin wij ons te krijgen, anders kost wat wij willen bereiken te mer zijn 70-jarig bestaan. ‘Wat de klant wil, hebbewegen, is conservatief. Alleen door vertrouwen veel tijd. Inmiddels is er in het Eindhovense een ben we goed in beeld. Wat ons triggert, is: wat wil zijn zij bereid jouw oplossing te aanvaarden. Dus open cultuur, waarin inspireren en meedenken de klant van de klant?’ Tot slot schuift Henk moet je de voordelen duidelijk maken, een lang de innovatiesnelheid verhogen.’ Hanskamp van Hanskamp uit Doetinchem aan. proces waar we veel in investeren.’ Goed nieuws: Deze ontwikkelaar van technische oplossingen Xyall heeft zijn eerste grote contract binnen. voor de melkveehouderij won eerder dit jaar de De zaal kiest voor vertrouwen (55 procent); BETROKKENHEID Achterhoek Open Innovatieprijs en eindigde ook innoveren bungelt (tot quasi-ongenoegen van De tweede gast is Carel van Sorgen, oprichter van in de top-3 van de Nederlandse Innovatie MoniVolberda) met 9 procent onderaan. Ook Van 247TailorSteel in Varsseveld, specialist in op maat
V
30
december 2019
Dorst is verrast omdat Nederland in zijn ogen vooroploopt in innovatie, maar kan zich vinden in de publiekskeuze. ‘Je kunt wel net als wij zeventig jaar bestaan, maar je moet doorlopend, met de dynamiek van dag één, aan vertrouwen werken. Vertrouwen is een kernwaarde.’ Van Sorgen noemt vertrouwen een ‘knalhard begrip’. ‘Elk bedrijf heeft te maken met doorlooptijden; als je daarmee rotzooit, is het snel gebeurd. De klant met de grootste bek wordt vaak direct geholpen, maar een ontevreden klant zegt niks en verdwijnt.’ Volberda checkt in de zaal hoeveel ondernemers, net als Van Sorgen, weten wat ze aan een klant verdienen: ongeveer een vijfde steekt de hand op. Voor een van hen geldt: hoe meer omzet bij een klant, hoe meer aandacht. ‘Je moet hem geen enkele reden geven om weg te gaan.’
DISRUPTIE GEEN GARANTIE Bij het tweede thema, ‘disruptie’, gaat Van Wijngaarden voor ‘innovatie’. ‘De werkwijze binnen pathologie is nog steeds traditioneel. Ik wil klanten de voordelen van digitalisering schetsen en hen zo overtuigen’, zegt hij. ‘Start-ups zijn ook vaker disruptief dan grote spelers en je ziet dat grote spelers langzamerhand meer in nieuwe technologieën gaan investeren.’ Van Dorst: ‘Al decennialang onderzoeken we bestaande en nieuwe technologieën in eigen beheer. We ontwikkelen en innoveren toegepast, dicht bij de klant, daarnaast doen we fundamenteel onderzoek. Zo investeren we in ons onderscheidend vermogen.’ Voor Van Sorgen is disruptie synoniem met ‘anders denken’. ‘Handmatig een offerte maken kan niet meer. Bij ons krijgt de klant in één minuut een offerte voor een machine met achthonderd onderdelen. Daarvoor moet 140 MB aan data verwerkt worden. In het begin werd ik uitgelachen, inmiddels is duidelijk dat het werkt.’ Hij betoogt verder dat voor disruptief-zijn afstand nemen belangrijk is. ‘Ga naar beurzen waar je niks te zoeken hebt, als de bloemenbeurs, en ver-
tekens weet je in je hart wat je moet doen. Het is de kunst onderweg verleidingen te weerstaan en vast te houden aan je doel’, zegt hij. Het Hans van Wijngaarden (Xyall, rechts): bedrijf ging van één- naar vijf‘Chemie is essentieel om je te ploegendiensten, vervangt elke brengen waar je wilt komen.’ vier jaar de machines om producten nog sneller te kunnen maken en ging zelf het transport verzorgen. ‘Belangrijk is dat medewerkers weten waar het om draait: dat een product er goed uitkomt en goed ingeAan de zaal vol gasten pakt wordt. En onze chaufuit de industrie steeds feurs zijn inmiddels onze de keuze welk steekambassadeurs.’ Van Wijnwoord van de talkshowgaarden onderschrijft het deelnemers ze het mijden van verleidingen. belangrijkste vonden. ‘Onze ambitie is een belangrijke bijdrage te leveren aan de pathologie. Als je zo’n transitie wilt realiseren, kun je in legio gebieden instappen. Dus moet je continu je focus vasthouden en het domein kiezen waar je kennis over bezit of toegang tot kennis hebt.’ Hij krijgt met zijn keuze voor focus ruim de helft van de zaal (53 procent) mee. Hanskamp heeft een transitie doorgemaakt van taakgestuurCarel van Sorgen (247TailorSteel): de naar procesgestuurde orga‘Als je rotzooit met je doorlooptijden, nisatie. ‘Werktijden en vakanis het snel gebeurd.’ tiedagen hebben we afgeschaft: controle kost geld en vertrouwen is gratis. Verder neem ik geen salesmensen product en goede mensen komen de klanten vanen engineers meer aan, wel heb ik sinds kort een zelf.’ Van Dorst sluit zich hierbij aan: ‘We willen coach en automatiseerders in dienst. De coach een aantrekkelijke werkgever zijn en een cultuur maakt medewerkers blij, automatiseerders zorgen creëren waar mensen zich prettig voelen.’ Van dat alles vanzelf gaat’, aldus Hanskamp. ‘Het Wijngaarden zit nog in de start-upfase en let op belangrijkste is dat medewerde ‘kleurtjes’ van medewerkers bij de opbouw van kers hun ei kwijt kunnen en zijn team. ‘Hoe je mensen kunt motiveren, is inbreng hebben. Psychologiafhankelijk van hun achtergrond. De engineer sche veiligheid en communicewordt enthousiast van een uitdagend technisch ren helpen je als bedrijf te probleem, de salesman van de bonus. Die veraccelereren.’ Van Dorst noemt schillen moet je kennen en er deels in meegaan.’ transitie een continu proces. De zaal geeft, net als Van Sorgen, het binden van ‘Dit jaar maken we opnieuw mensen prioriteit (55 procent). een sterke groei door. Met een Ter afronding vragen Volberda en Meijer hun strategisch en operationeel panelleden wat ze de zaal mee willen geven. plan bewaken we onze koers. Om als maakbedrijf Hanskamp: ‘Neem mensen aan die slimmer zijn succesvol te zijn, moet je planmatig vooruitdan jezelf.’ Van Dorst: ‘Ken de hele keten, dus ook kijken, innovatief zijn en een gezonde dosis de klant van de klant. Dat levert nieuwe inzichten opportunisme aan de dag leggen.’ op.’ Van Sorgen benadrukt de juiste mindset. ‘Die is essentieel voor samenwerking, zeker als je bedrijf uitbreidt.’ Van Wijngaarden spoort de zaal KEN DE KETEN aan veel aandacht te besteden aan hun klantenVolberda brengt het laatste thema in: mens & kring en partners. ‘Chemie is essentieel om je te organisatie, met een citaat over 247TailorSteel als brengen waar je wilt komen.’ mensenfabriek. ‘Je haalt en houdt mensen binnen als je het verschil maakt. Dus is onze productieomgeving wit en schoon, staan er bomen en ligt www.hanskamp.nl er tapijt op de vloer. En iedereen krijgt een bonus www.247tailorsteel.com als het goed gaat: één voor allen en allen voor www.xyall.eu één.’ Ook Hanskamp wil het verschil maken. ‘Wij www.cremer.com zijn een open bedrijf, waar mensen zich veilig www.uva.nl voelen en kunnen groeien. Met een geweldig www.bronkhorst.nl
‘Controle kost geld, vertrouwen is gratis’
baas je over de logistiek achter een roos uit Afrika. Daar kun je vreselijk veel van leren.’ De meerderheid van de zaal (69 procent) is het met hem eens. Hanskamp tot slot kiest voor ‘slim ondernemen’, leuke dingen doen waar hij en zijn medewerkers blij van worden. ‘Dan komt alles goed.’
FOCUS VASTHOUDEN Tijd voor het derde thema: transformatie/transitie en de kwestie of oude en nieuwe verdienmodellen te combineren zijn. Meijer vraagt Van Sorgen hoe hij binnen 247TailorSteel de eerdergenoemde transformatie tot stand heeft gebracht. ‘Veel weet je niet van tevoren, achteraf ben je professor (daar moet zelfs Volberda even over nadenken…, red.). Maar ondanks alle vraag-
december 2019
31
Any challenge, any time.
Bij een recente klus sprak Mark Elbertse van onze klant Lagerwey over een “Masterclass inkrimpen”. Dit is Marcel, één van onze Krimpkoningen. Evenals zijn collega’s beheerst hij
iedere tijdsdruk en waar ook ter wereld, gegarandeerd naadloos verloopt.
de kunst van het krimpen van folie. Hiermee beschermen we uw product tijdens
Wij worden door onze klanten graag gezien als waardevolle projectpartner
transport. Dit kan bij Meilink of bij u op locatie. Zodat de aflevering, onder
en wij zijn pas tevreden als u dat bent. Dat noemen wij Securing Value!
Heeft u een verpakkingsuitdaging? Neem contact op met één van onze specialisten via meilink.eu/contact of bel 0545-253 525
KETENSAMENWERKING
METAMORFOSE MAAKT SCHAEFFLER TOEKOMSTBESTENDIG
VAN LAGERLEVERANCIER TOT LAGERPARTNER De afgelopen jaren voerde Schaeffler, de vooraanstaande Duitse producent van voornamelijk wentellagers, een groot aantal wijzigingen door, met ook consequenties voor de Nederlandse vestiging in Barneveld. Zo werd zes jaar geleden overgestapt van een decentrale naar een centrale aansturing en leidde de Europabrede invoering van SAP tot een hogere datakwaliteit en meer transparantie op voorraad- en productiegebied. En een aantal nieuwe digitale producten moet ervoor zorgen dat de voorsprong op de concurrentie behouden blijft. DOOR WILMA SCHREIBER
et besluit om een Europees logistiek- en distributienetwerk aan te leggen werd enige tijd geleden genomen. Dit heeft geresulteerd in drie warehouses, in Stockholm (2015), Carisio (Noord-Italië, 2016) en – met 100.000 vierkante meter opslag de grootste – in het Duitse Kitzingen (2017). ‘Dankzij het integrale SAP-systeem hebben we nu online inzicht in de voorraden overal ter wereld. Als we dringend iets nodig hebben, is het binnen enkele dagen hier. In het verleden kon dit ook, maar kostte het veel meer inspanningen’, betoogt Rob Peters, managing director Schaeffler Nederland. ‘Nu wordt alles wat we in Europa produceren vanuit Kitzingen direct op klantniveau geleverd in de Benelux. Kreeg een klant eerder voor één bestelling soms drie leveringen vanuit verschillende magazijnlocaties, nu komt alles in één levering. Dit is ook voor klanten een efficiencyslag.’
H
NIEUW PAND Twee jaar geleden werd het zogeheten ‘area concept’ doorgevoerd en werd de Belgische customer service organisatie geïntegreerd in de vestiging Barneveld. ‘In België werken accountmanagement en engineering vanuit een home office, daarnaast is er een flexibele werkplek in Gent’, verklaart Jan Caudron, area manager Benelux. In 2017 werd het QuickCenter in Barneveld, waar lineaire lagers en assen geconfectioneerd worden, geheel gemoderniseerd en gereedgemaakt voor de toekomst. Het huidige pand in Barneveld is verkocht en een project is opgestart om aangrenzend aan het QuickCenter een nieuw pand te realiseren. Dit wordt naar verwachting medio 2021 opgeleverd.
OPTIMAAL ONDERHOUD Ook qua productportfolio heeft Schaeffler niet stilgezeten. Voor het monitoren en onderhoud
van lagers werden enkele jaren geleden producten zoals de SmartCheck en de SmartQB ontwikkeld. Jan Caudron (links) en Rob Peters van Schaeffler: ‘Nu wordt alles wat we in Europa Caudron: ‘Deze condiproduceren vanuit Kitzingen direct op klantniveau geleverd in de Benelux.’ tion monitoring-producFoto: Hans Malestein ten zorgen ervoor dat er een waarschuwing afgeuitgeschakeld. Zo raakt de machine niet beschageven wordt wanneer er binnen korte tijd een digd. Vergelijk het met een snelheidsbegrenzer op probleem met het lager te verwachten is. Zo draeen auto’, verklaart Caudron. ‘Door de krachten gen ze bij aan een optimale onderhoudsplanning. op een systeem te meten, is achteraf aan te tonen Dit systeem voor lagerbewaking is gebaseerd op of de installatie wellicht te zwaar belast is. Dit kan onze specialistische kennis rond zaken als smevan pas komen bij garantieafhandelingen en ring, onbalans, temperatuur, belasting of stroomclaims.’ doorgang. Dankzij de SmartCheck kunnen we, anders dan andere aanbieders, het lagerprobleem niet alleen voorspellen, maar ook meteen de NIEUWE E-COMMERCE OMGEVING mogelijke oorzaak aangeven.’ Peter meldt dat afgelopen jaar Schaefflers nieuwe e-commerce omgeving live is gegaan. Daarin kunnen klanten zien of de benodigde lagers op INDUSTRIE 4.0-OPTIES voorraad zijn en direct inkooporders inladen. Momenteel loopt een project bij een Belgische ‘Alle condities staan erin, daar is geen overleg klant die de SmartCheck gebruikt om HVACmeer voor nodig. Om klanten nog beter van installaties (heating, ventilation en airconditiodienst te zijn, gaan we dit systeem verder ontwikning, red.) te monitoren. ‘Deze specialist in facilitair management is zo enthousiast dat ze het kelen’, zegt hij. ‘De klant kan in het portaal ook eigen gebouw als demo gebruiken voor hun klanons state-of-the-art berekeningsprogramma ten. Dankzij de SmartCheck kunnen we aan de BearinX gebruiken. Hiermee kan hij voor het slag in voor ons geheel nieuwe markten, zoals configureren van machines bijvoorbeeld uitrekegebouwenbeheer’, stelt Peters. Verder is de smenen welk lager nodig is, en eveneens de levensring geautomatiseerd: op basis van de uitkomsten duur en prestaties berekenen.’ van de SmartCheck worden smeersystemen met Terugkijkend stellen Peters en Caudron dat twee (Concept2) tot acht (Concept8) uitgangen Schaeffler de afgelopen jaren een metamorfose softwarematig aangestuurd met een elektrische heeft ondergaan, van traditionele lagerleverancier impuls voor een optimale smering. ‘Het voordeel tot een moderne partner op lagergebied met toevoor de klant is dat wij zowel de lager- als de gevoegde waarde. ‘We hebben onze organisatie, softwarekennis in huis hebben.’ Beide Industrie logistiek en producten doorontwikkeld, en onze 4.0-opties worden toegepast in het nieuwe medewerkers klaargestoomd voor de toekomst. distributiecentrum in Kitzingen. Er staat nu een leane organisatie, met medeDaarnaast heeft Schaeffler een torque-sensor werkers die ervoor zorgen dat klanten sneller en ontwikkeld, die de belasting op de as in de gaten adequaat bediend worden.’ houdt. ‘Door de kracht die in de transmissie door de as gaat te monitoren en zo nodig te beperken, kan het systeem bij een bepaalde kracht worden www.schaeffler.nl
december 2019
33
CIRCULAIR ONDERNEMEN
KIP VAN ORANJE ONTWIKKELT MET TAL VAN KETENPARTNERS CIRCULAIRE CONCEPTEN VOOR VOEDSELPRODUCTIE
DRIJVENDE HIGHTECH BOERDERIJEN, VLAK BIJ DE EUROMAST Floating Farms produceren voedsel waar het ook geconsumeerd wordt: in of bij de stad. Met die drijvende, sterk geautomatiseerde ondernemingen is een fairshare, circulair voedselsysteem mogelijk. Keteninnovatieplatform Kip van Oranje haalt partijen in de keten bij elkaar om nu ook een kippenfarm op het water te realiseren. ‘We werken samen aan vraagstukken die het eigen bedrijfsbelang ver overstijgen.’
• ‘In dit project komt alles samen wat we
belangrijk vinden.’ • ‘De farms worden ongetwijfeld een nieuw
exportproduct.’ • ‘Suppliers hebben onderling weinig contact of
vechten elkaar soms de tent uit.’ • ‘De markt is fundamenteel aan het veranderen.’ • ‘Boeren zijn meesters geworden in aanpassings-
vermogen.’
goed voor zo’n 6.500 eieren per dag. Fijnstof, ammoniak en geur in de stal worden direct afgevangen. De eieren worden op het middelste dek meteen verwerkt: ingepakt in doosjes of ter plekke gebroken en verwerkt tot halffabricaten, bijvoorbeeld voor eierburgers. Op dit dek worden straks ook reststromen uit de stad (‘schillenboer 2.0’) verwerkt tot kippenvoer en wordt de kippenmest hergebruikt als meststof of brandstof. Het concept Floating Egg Farm combineert productie van eieren met vertical vegetables farming. Noud Janssen (links) en Albert Hoekerswever van keteninnovatieplatform Kip van Oranje voor de Floating Farm vol koeien. Volgend jaar moet er eenzelfde drijflichaam vol kippen naast liggen. Foto’s: Sam Rentmeester
DOOR LUCY HOLL
O
p het bovenste open dek van de Floating Farm in de Rotterdamse Merwehaven, niet ver van de Euromast, kuieren zo’n 35 Maas-Rijn-IJsselkoeien sinds een half jaar ontspannen rond. Dit ras is rustig, aaibaar, sterk en zelfredzaam. De dieren hebben het prima naar hun zin in hun ruime, uiterst stabiele onderkomen. Vrijwel alles op de Floating Farm is geautomatiseerd. Twee fte’s kunnen hier het werk doen. De koeien krijgen ieder naar behoefte krachtvoer in het voerstation. Op een automatische voerband komt een mengsel van onder meer gras van het Feijenoordstadion, Natuurmonumenten en bierbostel van plaatselijke brouwerijen voorbij. De koeien laten zich melken door een melkrobot van Lely. En ze doen zo nodig een paar stappen opzij voor een mestrobot die continu alle uitwerpselen opzuigt en aflevert aan een scheidstation: de droge fractie wordt hergebruikt voor de koeien om op te liggen, de natte fractie gaat naar elders voor andere toepassingen. De dieren drinken gezuiverd regenwater, opgevangen op het dak. Naast de farm drijft een installatie met zonne-
34
december 2019
cellen in de vorm van een melkbus. Op de verdieping onder de koeien wordt de melk verwerkt: Rotterdammers kunnen er zuivelproducten kopen, en ook PicNic en de Spar nemen producten af. Vrijwilligers leiden groepen bezoekers, onder wie veel kinderen, rond om uit te leggen waar de melk écht vandaan komt.
7.000 LEGKIPPEN Peter van Wingerden, ceo van Floating Farm Holding, een ontwikkelingsmaatschappij voor duurzame drijvende objecten, is initiatiefnemer en ceo van de Floating Farm voor koeien in Rotterdam. Founder en matchmaker Albert Hoekerswever en business developer agrifood Noud Janssen van keteninnovatieplatform Kip van Oranje komen deze dagen ook regelmatig in de Merwehaven. Ze zijn zeer gecharmeerd van de innovatieve manier van voedsel produceren midden in de stad. Hoekerswever en Janssen wijzen naar het stuk water naast de Floating Farm. Daar moet volgend jaar hun Kip van Oranje-project gerealiseerd zijn. Het wordt eenzelfde drijflichaam, maar dan met de Floating Egg Farm. Op dit hightech pluimveeschip lopen straks 7.000 legkippen in een transparante, lichte stal rond,
TRANSFORMATIE Noud Janssen: ‘In dit project komt alles samen wat we belangrijk vinden. Samenwerken in korte ketens, circulair en duurzaam produceren met veel aandacht voor de boer en voor dierenwelzijn, samen innoveren...’ Kip van Oranje is een netwerk van partijen, waarin niemand alleen de touwtjes in handen heeft. De betrokken bedrijven en kennisorganisaties zien dat de agrarische markt transformeert en willen zich daarmee verbinden. De agrarische sector is tot nu toe sterk handel- en volumegedreven, de grote foodproducenten en retailers domineren, de marges voor de boer zijn klein. Hoekerswever en Janssen noemen de tijd rijp voor marktgeoriënteerde concepten, die de consumenten goed en veilig voedsel bieden en de boeren een fair inkomen door de keten te herorganiseren. Hoekerswever: ‘Als je als toeleverancier in projecten als de Floating Farm meedraait, ben je een onderdeel van de oplossing: jouw product of idee voegt wat toe. Door innovaties te combineren op ketenniveau kun je samenwerken aan vraagstukken die niet vanuit één schakel op te lossen zijn. Onze overbelaste aarde vraagt om andere manieren en een andere organisatie van voedselproductie.’
EXPORTPRODUCT Kip van Oranje wil nieuwe concepten en businessmodellen doorontwikkelen en de opgedane
kennis ook uitdragen. Hoekerswever en Janssen hebben een heel stel partijen om tafel gezet om nu eerst de Floating Egg Farm in Rotterdam voor elkaar te krijgen. Allemaal Nederlandse bedrijven, benadrukken ze. Zo tekent Vencomatic voor de inrichting van de stallen. Hotraco Agri is erbij voor regelsystemen, Stalmeesters voor de (emissie)metingen, MS Schippers voor biosecurity, Summit Water Systems voor de watervoorziening, en Smits Agro om de voerkeuken in te richten. Voergroep Zuid doet mee om te ontdekken wat de impact van voer uit reststromen op de eierproductie is. ‘We hebben bedrijven gekozen die innovatief zijn en een behoorlijke capaciteit kunnen leveren. De farms worden ongetwijfeld een nieuw exportproduct’, zegt Albert Hoekerswever. Kip van Oranje neemt in het voorjaar deel aan VIV Mea in Abu Dhabi (VIV staat voor Vakbeurs Intensieve Veehouderij, red.). Stel dat er een sjeik langskomt die tussen neus en lippen door twee farms bestelt, dan moet er wel geleverd kunnen worden. De partners betalen een fee om in de opbouwfase van de Floating Egg Farm mee te denken en mee te draaien. Ze zijn natuurlijk ook preferred suppliers, maar hoeveel omzet het op gaat leveren, weet niemand. De potentie is groot.
SPANNINGSVELD Albert Hoekerswever werkte lang als marketeer in de agrarische sector en zag de enorme schaalvergroting in de veehouderij. ‘Die boer krijgt zoveel op zich af, aan regelgeving, aan eisen van grote afnemers. Hij raakt zelf steeds meer op de achtergrond, maar krijgt vaak wel de kosten van al die maatschappelijke wensen op zijn bordje, zonder extra beloning. Dat is economisch gezien geen houdbaar model. Kunnen we hem niet faciliteren bij het ontwikkelen van ketenconcepten en met elkaar duurzame verdienmodellen ontwikkelen, was mijn gedachte. De boer krijgt weinig waardering, dat speelt nu ook in de heftige, landelijke discussies.’ Hoekerswever deed een paar jaar geleden onder meer een project met Nutreco, wereld-
nodig hebben om naar een hoger niveau te komen’, aldus Noud Janssen. ‘Daar zit een spanningsveld. Suppliers hebben onderling weinig contact of vechten elkaar soms de tent uit.’ Noud Janssen was in het verleden zelf pluimveehouder en weet hoe de keten in De Maas-Rijn-IJsselkoeien hebben het prima naar hun zin in hun uiterst stabiele, open onderkomen in de Rotterdamse Merwehaven. Een mestrobot ruimt continu hun elkaar zit. Hij zat ook uitwerpselen op. in het bestuur van onder meer LTONederland, met de mindblowing’, was zijn conclusie. Hoekerswever: portefeuille innovatie en was betrokken bij de ‘Hier in Nederland gebeurt van alles. Misschien topsector Food. ’We moeten veel meer de ondernog niet op de schaal die Tesco nodig heeft, maar nemers op dat boerenbedrijf centraal stellen en dat soort bedrijven wil inkopen bij partijen die van daaruit innoveren en doorontwikkelen’, de keten goed op orde hebben en zich willen benadrukken Janssen en Hoekerswever. onderscheiden in de markt.’
CAMPING IN DE JAARBEURS Kip van Oranje kreeg in 2018 op VIV Europe in de Jaarbeurs in Utrecht onverwacht de kans een hal in te richten. Dertig innovatieve partijen toonden in een campingachtige setting hun kipen eiconcepten en andere innovaties uit de productieketen aan de foodsector en retailers. Vijf veehouders deden dit jaar hetzelfde op VIV Asia in Bangkok onder het motto ‘The Dutch way of circular agriculture’. De Nederlandse koplopers trokken de aandacht van grootgrutters als Albert Heijn en Tesco en foodbedrijven als McDonald’s. Albert Hoekerswever: ‘Iemand van McDonald’s keek verwoed rond: “Wie heeft hier dat gaas ontwikkeld om vogelgriep tegen te houden? Werkt dat ook tegen vliegen?” Mensen uit de foodbedrijven kijken steeds meer naar de keten, ze zijn klaar met voedselschandalen, met gedoe. Hoe kunnen we de supply chain versterken, verrijken en borgen? Kip van Oranje laat zien dat Nederland niet enkel meer dat bulkland is dat tegen de laagste kostprijs zo veel mogelijk wil produceren, maar dat we nadenken over de maatschappij en de natuur, en circulair willen produceren. De markt is fundamenteel aan het veranderen, dat vraagt om een andere mindset.’
’We moeten veel meer vanuit de boeren innoveren’
MINDBLOWING
wijd marktleider in de productie en verkoop van diervoeding, en een stel andere partijen in de keten. Wat is er nodig om nauw samen te werken, hoe werkt dat? Eén ding werd duidelijk: wil je de gezamenlijke belangen in de keten faciliteren, dan vraagt dat een onafhankelijke positie. Vanuit een schakel kun je geen ketting duwen. Daarom startte in 2015 Kip van Oranje, om de wereld te vertellen over allerlei fantastische innovaties in de keten en deeloplossingen te combineren. ‘Veel suppliers rondom de boeren zijn daar nog niet echt mee bezig. Ze leveren graag hun producten, maar denken niet na over de vraag wat de boeren
Kip van Oranje heeft geen kant-en-klare oplossingen, maar faciliteert en inspireert via projecten, beurzen, seminars, en letterlijk door het organiseren van ketentafels met alle stakeholders. Janssen: ‘Boeren kunnen via ons hun verhaal vertellen: hoe nemen zij meer regie over hun bedrijfsvoering en welke duidelijke, praktische oplossingen zien zij?’ Het hoofd inkoop van kip- en eierproducten van Tesco raakte door de Utrechtse beurs en zijn bezoek aan het Oranjeplein in Bangkok zo gefascineerd, dat er een Toer de Boer voor hem werd opgezet in ons land om kennis te maken met duurzame boerderijconcepten, zoals de kringloopkip, de Windstreekstal met een extreem laag energieverbruik en de Floating Farm. En hij sprak ook met mensen van Wageningen Universiteit over dierenwelzijn. ‘This is
IDEEËN UIT DE STAD De Floating Farm vol koeien heeft met zijn opbrengsten uit zuivelproducten, educatie en innovatieprojecten al een sluitende businesscase. Voor de Floating Egg Farm wordt daaraan gerekend. ‘We willen laten zien dat het concept werkt en het eerst maar eens realiseren en verder verfijnen. Zo’n floating farm is ook niet zomaar elders ter wereld te kopiëren, je moet het aanpassen aan de lokale omstandigheden.’ Opschalen kan straks door meer modulaire drijflichamen naast elkaar te leggen. Samen met de betrokken bedrijven werkt Kip van Oranje concrete bouwplannen uit op basis van cocreatie. En met Aeres Hogeschool Dronten en Wageningen Universiteit wordt onder meer gekeken hoe voedsel- en restafvalkringlopen in de stad gesloten kunnen worden. Als de voedselproductie naar de mensen toe komt, komen als vanzelf ook allemaal ideeën uit die stad terug. ‘De burgers en ondernemers om ons heen vinden dit prachtig.’ Natuurlijk gaat het gesprek ook nog even over de massale protesttochten van de boeren. Hoekerswever noemt het een wake-up call: ‘Dit kan een kantelmoment zijn voor de manier waarop we problemen aanpakken. Den Haag zag het stikstofgevaar aankomen, maar neemt pas maatregelen als alle escapes op zijn. Het probleem is ook zo veelomvattend en lastig, dat daar geen makkelijke oplossingen voor zijn. De belangen in de agrarische sector zijn groot, wie steekt de vinger op van: zo kan het niet langer?’ Laat de politiek oude denkbeelden loslaten en ruimte bieden voor innovaties door doelvoorschriften te geven in plaats van op detailniveau te sturen. ‘Boeren zijn meesters geworden in aanpassingsvermogen, maak gebruik van die vernieuwingskracht. Zij zijn onze nieuwe Frau Antjes. We moeten niet alleen kaas verkopen, maar inzetten op vernieuwende ketenconcepten om samen maatschappelijke vraagstukken aan te pakken, met een duurzaam verdienmodel.’ www.floatingfarm.nl
december 2019
35
OUTSOURCING
OUTSOURCEN IN INDIA WERKT, MITS VOOR DE LANGE TERMIJN
‘WAAROM ZOUDEN WE MET DATA VAN DE KLANT AAN DE HAAL GAAN?’ Het uitbesteden van engineeringswerk naar landen als India kent veel vooroordelen. Maar dat is nergens voor nodig, zegt Nick van den Dungen van Exes Group in Eindhoven, die voor tal van bedrijven werk naar eigen locaties in India uitbesteedt. DOOR ANDRÉ RITSEMA
e vooroordelen over outsourcen naar India zijn legio: te grote cultuurverschillen, onvoldoende kwaliteit, niet veilig... Nick van den Dungen: ‘Bij veel bedrijven waar ik kom, zie ik werk dat heel goed uitbesteed kan worden. Maar dat doen ze dan toch niet, omdat ze bang zijn. En dat is jammer, want wij laten al tien jaar zien dat het prima kan.’ Exes Group heeft in twee steden in India eigen kantoren, met in totaal zo’n 1.300 hoogopgeleide engineers. Die werken voor tientallen bedrijven in Nederland. Meestal eenvoudige en repetitieve werkzaamheden, zoals productietekeningen maken, data converteren, varianten digitaal doorvoeren. ‘Werk dat redelijk makkelijk kan worden uitbesteed, zodat de opdrachtgevers zich kunnen focussen op innovatie en r&d.’
D
dat werkt niet. Dat levert onvoldoende meerwaarde op. Je moet voor de lange termijn bepalen wat je in huis wilt doen en wat je wilt uitbesteden. En daar moet je je bedrijf op inrichten.’
ELKAAR VERTROUWEN
Van links naar rechts Nick van den Dungen, Edwin Bolwerk en één van de Indiase engineers. Bolwerk: ‘Een rustige integratie vermindert risico’s en is veiliger.’ Foto: Exes
Vanuit India werken de engineers veelal via een gesloten, eigen VPN-verbinding in de computersystemen van de Nederlandse klanten. Is dat wel veilig? Ja, zegt Van den Dungen resoluut. ‘We kunnen alles inregelen. Dat het team in India bijvoorbeeld in een ruimte zit waar geen andere teams zitten. Dat het onmogelijk is om USB-sticks mee te nemen. En we tekenen altijd een non-disclosure overeenkomst.
ter plekke werd opgeleid. Het ging om relatief eenvoudige werkzaamheden, zoals productietekeningen maken. ‘Toen hij voldoende kennis en kunde had, is hij naar India teruggegaan; nu werkt hij van daaruit voor ons. Inmiddels hebben we ook een tweede en derde engineer in huis opgeleid.’
PILOTS DRAAIEN Ervoor zorgen dat de mensen in India de juiste kwaliteit leveren, kan op verschillende manieren, zegt Van den Dungen. Zoals door pilots te draaien om erachter te komen wat de klant precies wil en daarop te sturen. ‘Of door Indiërs naar Nederland te halen en bij de klant te laten werken. Zo doen ze de juiste kennis en ervaring op. Vervolgens gaat zo iemand terug naar India en kan daar een team aansturen.’ Volgens Van den Dungen werkt outsourcing alleen als een bedrijf de strategische keuze maakt om werkzaamheden langdurig uit te besteden. ‘Voor drie maanden een team in India inhuren,
Maar laten we wel zijn: waarom zouden we met data van de klant aan de haal gaan? Dan ben ik een klant kwijt én heb ik een slechte naam. Het is een kwestie van elkaar vertrouwen. Tot dusver is het op dit gebied nog nooit misgegaan.’
FLEXIBELE SCHIL
E-BOOK Om ervoor te zorgen dat de Indiase engineers snel effectief inzetbaar zijn, heeft Exes Group een e-book ontwikkeld. Hierin geeft het bedrijf zes tips om zo snel mogelijk profijt te hebben van de extra engineeringscapaciteit. Het boek is op de site van Exes te downloaden. www.exesengineering.nl/ebook
36
‘Voor drie maanden een team in India inhuren, dat werkt niet’
december 2019
Eén van de klanten van Exes is Nedcon in Doetinchem. Dat bedrijf maakt opslagsystemen, van magazijnstellingen tot volledig geautomatiseerde magazijninrichtingen. Exes kwam zo’n anderhalf jaar geleden in beeld, zegt ceo Edwin Bolwerk. ‘De vraag vanuit de markt fluctueert sterk. We wilden naar een flexibele schil van externe medewerkers, zodat we sneller met de markt konden meebewegen.’ Na een aantal oriënterende gesprekken detacheerde Exes een Indiase engineer bij Nedcon, die
Volgens Bolwerk had de aanwezigheid van de Indiërs toegevoegde waarde. ‘Ze leren het bedrijf en de bedrijfscultuur kennen. Je leert de cultuurverschillen zien en overbruggen. Doordat je elkaar van dichtbij meemaakt, kun je ervoor zorgen dat de kennis geborgd wordt en blijft.’ Nedcon heeft ervoor gekozen de Indiase engineers langzaam te integreren in het bedrijf. ‘Het is voor de lange termijn, dus in die zin hadden we geen haast. Een rustige integratie vermindert risico’s en is veiliger. En het zorgt ook voor een gevoel van saamhorigheid. Ze worden op de werkvloer, hier of in India, beschouwd als één van de collega’s. En dat werkt altijd beter.’
www.exesengineering.nl www.nedcon.com
Wij zijn Nidec Netherlands Uw partner in aandrijven en besturen SPECIALISTS INNOVATORS FULL PRODUCT RANGE WORLDWIDE Nidec Netherlands! Nidec is wereldleider in de productie van elektromotoren, generatoren en frequentieregelaars. Innovatie is ons dagelijks werk. Onze mensen brengen u verder met frisse, vernieuwende ideeĂŤn. U vaart hier wel bij. Neem contact met ons op over uw aandrijfvraagstuk.
Nidec Netherlands B.V. I Kubus 155 | 3364 DG | Sliedrecht | Tel: 0184-420555 | E-mail: info.nl@mail.nidec.com | www.nidec-netherlands.nl
MACHINEBOUW
TALKING INDUSTRY VAN LINK EN ING: MACHINEBOUW IN 2025
OVER LANCERING EN DIGITALISERING Machinebouwers moeten niet meer zelf het wiel uitvinden bij machineontwikkeling. Ze kunnen niet zonder launching customer. Maar is die eerste klant nu een ‘slachtoffer’ of juist een ‘kampioen’? Technology push is in ieder geval uit den boze. Punt is dan hoe machinebouwers hun kennis slim inzetten. Welke kansen biedt de voortschrijdende digitalisering? Die vragen stonden onlangs centraal bij Moba tijdens een TalkING Industry onder de noemer ‘Machinebouw in 2025 - Hoe blijf je aan de bal?’.
• ‘Wij zoeken koplopers, launching champions’ • ‘Wij kijken altijd of we kennis ook generiek
kunnen toepassen’ • ‘Vroeger wilden klanten nog risico lopen,
nu zijn ze minder flexibel’ • ‘Zelf zetten wij in op steeds slimmer
produceren’ • ‘We hebben de klant nodig om tot innovatie
DOOR HANS VAN EERDEN
‘O
ntwikkelen en doorontwikkelen van nieuwe machineconcepten kun je niet alleen, begin hier niet aan zonder launching victim.’ Met die stelling opent Martin van Zaalen, hoofdredacteur van Link Magazine, de discussie. ‘Moet die klant mee-lijden gedurende de lange reis naar marktrijpheid met de toeleverancier die iets voor hem bouwt’, zo vervolgt hij. ‘En vooral geduldig zijn en zelf ook geld in die ontwikkeling steken?’ Raymond Wentink, directeur van Singa, ‘industrial game changers’ te Varsseveld die oem’ers helpen bij de transitie naar smart industry, vindt het een ‘bijzondere stelling’. ‘Wij zoeken juist koplopers, launching champions. Hun offer in zo’n ontwikkeltraject is marginaal vergeleken met de waarde die het voor hen kan creëren. Natuurlijk moeten zij meedenken met de machinebouwer en het risico erkennen dat het kan misgaan, maar zij moeten niet meefinancieren.’ Lars de Groot, managing director van de vestiging Groningen van technologie-
PLUSSEN EN MINNEN Gert Jan Braam, sector banker industry bij ING, stelt in Barneveld tijdens een korte presentatie dat cijfers, zoals inkopersindices en producentenvertrouwen, wijzen op een afnemende industriële groei in 2019, onder invloed van de internationale ontwikkelingen. Net als bij eerdere TalkING Industry-bijeenkomsten melden enkele deelnemers echter dubbelcijferige groeipercentages of spreken zelfs van het beste jaar ooit. Braam: ‘De machinebouw springt er positief uit, wat het CBS onlangs nog eens bevestigde.’ De groei van de arbeidsproductiviteit neemt echter wel af. Bedroeg die voor de crisis jaarlijks in ons land gemiddeld nog zo’n 6 procent, tegenwoordig is dat nog maar de helft. Alarmerend vindt de ING-man dat de robotverkopen wereldwijd naar recordhoogte stijgen, terwijl ‘bedrijven hier liever op hun cash blijven zitten’; de Nederlandse industrie blijkt juist minder in robotisering te investeren. www.ing.nl/kennis
38
december 2019
ontwikkelaar en -producent Demcon, vindt het wel belangrijk dat de klant er ook financieel in zit. ‘Vanwege de urgentie die zo’n project nodig heeft, moeten beide partijen erin investeren en hun beste mensen erop zetten. Wij investeren niet als de klant dat niet doet, we moeten beiden risico nemen. Soms werken we voor de koplopers in een branche, als zij in beweging moeten komen om hun koppositie te behouden. Of voor starters, als zij ook andere partijen zoals financiers achter hun idee krijgen.’ TechNikkels, fabrikant en leverancier van innovatieve verpakkingsmachines voor complete afvullijnen in Holten, start ontwikkeling pas bij meer dan één klant, verklaart managing director Henk Nikkels. ‘Voor de problematiek in onze markt luisteren we vooral naar onze klanten en vragen we door over specifieke knelpunten. Dit toetsen we bij andere klanten, omdat we uiteindelijk altijd markt- en niet klantspecifiek willen ontwikkelen.’
KLANT EXTRA LATEN BETALEN? Is het moeilijk om de klant voor het eerste ontwikkeltraject te laten betalen, vraagt Van Zaalen. Bij Demcon moet de klant daar inderdaad voor betalen, meldt Lars de Groot. ‘Daarbij gaat het ip, zeker voor de onderscheidende modules, meestal naar de klant. Soms staat hij ons hergebruik toe, maar niet bij z’n directe concurrenten.’ Dat is ook het streven van de Variass Group, system supplier en specialist in electronic manufacturing services in Veendam, vertelt operations manager Nico van der Dussen. ‘Wij kijken altijd of we de kennis die we ontwikkelen ook generiek kunnen toepassen. Samenwerking met de klant verhoogt de snelheid van ontwikkeling. Maar in een duurzame relatie moet er voor beiden iets inzitten. Zo niet, dan zeggen we meestal nee tegen een klant.’ Klanten willen voor een eerste machine iets extra betalen, aldus Henk Dijk-
te komen’
man, managing director van Tema Process in Wapenveld, dat fluid-bed-systemen ontwikkelt voor industriële droogprocessen. ‘Maar dan moet de machine wel werken, anders moeten wij die terugnemen. Dus dan ben ik het victim, niet de klant. Vroeger wilden klanten nog risico lopen, nu zijn ze minder flexibel en leggen ze ons hardere contracten voor. We exporteren over de hele wereld en zien culturele verschillen. In Duitsland zijn ze vanaf het begin hard. Amerikanen zijn tot een bepaald punt flexibel, maar als het fout gaat, doen ze juridisch moeilijk. In Zuid-Amerika zijn klanten het soepelst.’ Dijkman illustreert dat met een project voor ’s werelds grootste sinaasappelsapproducent, een proces voor het reinigen van de schillen met alcohol om van afval weer een product te maken. ‘Daar zijn wij zelf bijna het slachtoffer van geworden. Na installatie hebben we er nog anderhalf jaar aan moeten sleutelen om het goed te krijgen. Gelukkig had die klant geduld en heeft hij extra betaald. Logisch ook, want in zes maand heeft hij het terugverdiend. In een ‘streng’ land had ik deze ontwikkeling, die nog nooit was gedaan, niet aangenomen. Sowieso doen we per jaar maximaal één zo’n risicovol project. Nu werken we aan een nieuwe ontwikkeling voor het drogen van lithium-ion materiaal
John Rijksen (Innius): ‘Launching customers zoeken we voor hun domeinkennis.’
voor een heel grote Zuid-Koreaanse batterijfabrikant. Daar vergt moed, je moet zelf het slachtoffer durven zijn.’
LICHTER EN STERKER Johan Delfsma, general manager van Machinefabriek DelwiGroenink in Enschede, hecht aan partnerships met grote klanten. Delwi bouwt afzetsystemen voor de transportsector, onder meer voor afvalverwerkers, die honderden containertransportsystemen gebruiken. ‘Zelf zetten wij in op steeds slimmer produceren, bijvoorbeeld met nieuwe laserlastechnieken, en samen met klanten doen wij de productontwikkeling. Zo hebben wij vaste partners voor de veldtesten, die tot wel een jaar kunnen duren. Daar krijgen wij veel reacties op.’ Een belangrijke marktwens is gewichtsbesparing voor minder materiaalverbruik en minder CO2-emissie bij transport. ‘Het moet lichter en sterker. Wij passen daar hogesterktestaal voor toe.’ Op innoveren van bestaande technologie focust ook DuyvisWiener, fabrikant van machines voor de cacaoverwerking in Koog a/d Zaan, vertelt coo Sander Brouwer. ‘Wij werken voor een traditionele markt. Om de smaak van hun producten te behouden, willen klanten hun dertig jaar oude machine vervangen door een nieuwe machine die precies hetzelfde maakt.’ Mede daarom reizen de voedseltechnologen van DuyvisWiener naar klanten, vooral in de landen rond de evenaar, om samen met hen nieuwe productielijnen te ontwikkelen. Een belangrijker driver is ook overheidsregulering. ‘In de VS is nu bijvoorbeeld het pasteuriseren van amandelen verplicht. Wij bieden daar als enige een oplossing voor. Dan is de klant wel bereid om in ontwikkeling risico te nemen. Veel testen gebeuren in ons eigen lab, maar we hebben de klant nodig om tot innovatie te komen.’
TECHNOLOGY PUSH? Volop samenwerking bij productontwikkeling, maar is dat de juiste insteek, vraagt Van Zaalen zich af met zijn volgende stelling: ‘Er wordt te veel gefocust op wat er allemaal ‘mogelijk is met technologie’ en te weinig op ‘welk probleem er nu voor wie wordt opgelost’.’ Lars de Groot van Demcon ontkent niet dat er soms sprake is van ‘een beetje technology push’. ‘De klant heeft dan niet de kennis van de nieuwste technologie. Wel kijken wij altijd samen met hem welk probleem hij heeft. We onderzoeken dus eerst de marktpotentie, maar met gevoel voor de technologieruimte.’ Hij noemt de glasprinter die Demcon bouwde voor QSIL in Winschoten. ‘Om daarmee de mogelijkheden te onderzoeken. Veel mensen zeggen: “Verrek, als dit kan, weet ik er een toepassing voor.” Nu zoekt QSIL een specifieke propositie voor een eindmarkt.’
VERANDERMANAGEMENT Ook Innius in Ede start vanuit de technologische mogelijkheden, vertelt managing director John Rijksen. Innius is ontwikkelaar van een softwareplatform voor smart industry en industrial internet of things waarmee machinebouwers en -gebruikers realtime data kunnen verzamelen en
analyseren om de productiviteit van hun machines Raymond Wentink te verbeteren. ‘Wij werken (Singa): ‘In de driehoek veel samen met researchers. van toeleverancier, Die kwamen een jaar of machinebouwer en vier geleden met hun gebruiker moet je op papers over predictive zoek naar de businessmaintenance. Wij zijn toen case.’ gaan nadenken hoe we daarvoor oplossingen konden bouwen om gebruikers te helpen. Launching customers zoeken we voor hun domeinkennis en om scherp te krijgen wat klanten willen.’ Vervolgens is change management op de werkvloer nodig, heeft Rijksen ervaren. ‘Monteurs moeten bijvoorbeeld leren om op hun app te kijken in plaats van langs de machines te lopen en ernaar te luisteren en erop te kloppen. Die verandering gaat niet vanzelf en daar kan het op stuklopen. Daarom nemen wij bij dergelijke projecten altijd de technische dienst mee en implementeren we het stap voor stap. Dat begint bij dat de monteur een signaal krijgt dat er iets mis dreigt te gaan, maar zelf de oorzaak nog moet achterhalen en hoe hij het probleem kan verhelpen. Als laatste stap vertelt het algoritme de monteur dat hij binnen 24 uur een specifiek onderdeel moet vervangen om stilstand te voorkomen.’
VERDIENMODEL Bij machinebouwers ziet Rijksen eveneens nog een uitdaging. ‘Ze moeten eerst een businesscase bouwen voor de nieuwe dienst die ze met ons
Lars de Groot (Demcon): ‘Wij investeren niet als de klant dat niet doet.’
platform kunnen bieden en die toetsen bij hun klant. Dat gebeurt niet altijd, omdat ze zelf soms nog zoekende zijn naar de toegevoegde waarde.’ Raymond Wentink van Singa bepleit transparantie over het verdienmodel. ‘Daarvoor moet je goed de driehoek van toeleverancier, machinebouwer en gebruiker neerzetten en samen op zoek naar de businesscase, met als stip op de horizon vaak pay-per-use. Iedereen moet er voordeel van hebben, zorg dus voor een eerlijke LEES VERDER OP PAGINA 41
GASTHEER MOBA Moba bouwt machines voor het sorteren, verwerken en verpakken van eieren. Voor eiersorteermachines heeft het bedrijf een wereldmarktaandeel van meer dan 70 procent. De snelste machine kan zeventig eieren per seconde ‘graden’ (beoordelen en uitsorteren op onder meer breuk, kleur en gewicht), oftewel 252.000 stuks per uur. Met 800 medewerkers en klanten in zo’n 100 landen behaalt Moba een jaarlijkse omzet van 200 miljoen euro. Productie vindt grotendeels plaats in Barneveld en daarnaast in de VS en Italië. Voorafgaand aan de discussie verzorgt supply chain manager Maarten Blokzijl een rondleiding door de fabriek, die vanwege interne verhuizing en nieuwbouw ‘in transitie’ is. Duidelijk wordt wel dat Moba over een moderne assemblageafdeling beschikt en daarnaast veel productie in eigen huis doet, aangevuld door een uitgebreid leveranciersbestand. Zo staan er voor het plaatwerk lasersnijders, kantbanken, lasinstallaties en een ontbraammachine. In een nieuwe hal draaien liefst zeventien spuitgietmachines 24/6 (zondag rustdag),
grotendeels onbemand. De toleranties van de talloze kunststofcomponenten voor het handlen van de eieren luisteren heel nauw, daarom kent het ontwerp veel iteratieslagen, verklaart Blokzijl. ‘Dan is het belangrijk dat de productie dichtbij zit. Voor engineers is de drempel toch hoger om met wijzigingen naar een externe toeleverancier te stappen.’ Om dezelfde reden houdt Moba ook de productie van de spuitgietmatrijzen in eigen hand. Tot slot toont Blokzijl het magazijn, waar 27.000 verschillende artikelen zijn opgeslagen, met name voor nalevering aan klanten. Die is gegarandeerd tot vijftien jaar, maar sommige machines in het veld zijn al veertig jaar oud. Moba onderhoudt nu vier machinegeneraties. ‘Afscheid nemen van een oude generatie was voor ons altijd moeilijk. We gaan nu naar één machineplatform voor alle mechanica en software.’ Voor de eigen productie houdt Moba de voorraden zo klein mogelijk. Zo produceert het de machineframes op aanvraag vanuit assemblage (‘pull’). ‘We gaan richting batch size one.’
december 2019
39
THE INTEGRATOR.
LINKING INDUSTRY AND INNOVATION. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM:
40
Motion control
Industriële automatisering
Hygiënisch ontwerp
Robot-integratie
Vision & Sound applicaties
Service & onderhoud
december 2019
www.vse.nl
Henk Dijkman (Tema Process, rechts): ‘Ik ben het victim, niet de klant.’
Johan Delfsma (DelwiGroenink): ‘Wat mij betreft ligt het klantorderontkoppelpunt op de laatste productiedag.’
verdeling van de koek.’ ING’er Jarno Luttikhuis signaleert bij veel machinebouwers een focus op het ‘kostprijs-plus’ rekenen: een (bescheiden) marge op hun kostprijs. ‘Ze moeten meer voor een ‘marktprijs-min’ benadering gaan.’ Dus de prijsvorming baseren op wat het de gebruiker oplevert, om zo een hogere marge te realiseren. Dat laat de klant nooit toe, werpt Henk Dijkman van Tema Process tegen. ‘Zoiets krijgen wij niet voor elkaar, ook al doen we het best goed. Bij elke aanbesteding kijk ik naar mijn concurrenten en vooral hun indirecte kosten, zodat ik weet hoever ik kan gaan in mijn aanbieding. Verder verdiep ik me echt in het probleem van de klant om te kunnen bedenken waarmee ik uniek kan zijn. Meestal is dat de energiezuinigheid van onze systemen, behalve in Amerika. Daar gaat het er alleen om hoe de klant meer profit kan maken. Daarom kijk ik altijd ook naar wat er voor en achter onze machine zit; daarover geef ik dan gratis verbeteradvies.’
OEE Ruimte voor verbetering is er altijd, weet Henk Nikkels. ‘Traditioneel tellen afvullijnen soms wel vijf machinemerken. Dit in combinatie met een tekort aan (gekwalificeerde) operators en technici resulteert bij onze klanten, die steeds vaker moeten omstellen naar andere producten, in een steeds lagere oee (overall equipment effectiveness, red.), soms niet meer dan 25-30 procent. Eenvoud en eenduidigheid in bediening, omstelgemak en componentgebruik in onze verpakkingsmachines leiden al direct tot substantiële verbetering van de oee. Remote ondersteuning en oee-monitoring verhogen dit verder.’ Soms blijkt het probleem uit het realtime uitlezen van de hmi (human-machine interface, red.),
vertelt John Rijksen van Innius. ‘Dan zien we bijvoorbeeld in de data dat operators de machine bedienen zonder dat ze precies weten wat ze doen. De machinebouwer kan dan z’n eigen r&d een herontwerp van de hmi laten maken óf de klant een operatortraining aanbieden.’ Met deze focus op de oee bij de machinegebruiker én de machinebouwer kan laatstgenoemde marginaal bezig zijn, waarschuwt Sander Brouwer van DuyvisWiener. ‘Want de echte discussie moet misschien over zijn supply chain management of zijn portfolio gaan. De grote winst kan in het portfoliomanagement zitten. Kijk naar Moba (zie kader, red.), dat vier machinegeneraties moet onderhouden; een grote belasting voor engineering en operatie.’
STANDAARDISATIE Over portfolio gesproken, hoe zit het met modularisatie en customization, wil Van Zaalen weten,
‘Uiteindelijk willen we altijd markt- en niet klantspecifiek willen ontwikkelen’
met een derde en laatste stelling: ‘Wij beschikken over een uitgewerkt stappenplan voor de implementatie van digitalisering; in dat kader zijn wij nu bezig met standaardisering van producten en processen.’ Voor de elektronica die de Variass Group levert, gaat de standaardisatie nog niet zo snel, meldt Nico van der Dussen. ‘Voor een ontwerp is nog altijd wisselwerking tussen de klant en ons nodig. Zo brengen wij onze design rules in bij de klant als hij zelf ontwikkelt, zodat hij bij zijn ontwerp alvast rekening kan houden met de optimale industrialisatie
DEELNEMERS Half november organiseerden ING en Link Magazine een TalkING Industry executive round-table bij Moba in Barneveld. Deelnemers: Maarten Blokzijl, supply chain manager Moba; Sander Brouwer, coo DuyvisWiener; Johan Delfsma, general manager DelwiGroenink; Henk Dijkman, managing director Tema Process; Nico van der Dussen, operations manager Variass Group; Lars de Groot, managing director Demcon Groningen; Jarno Luttikhuis, relatiemanager ING Grootzakelijk Noord Oost Nederland; Henk Nikkels, managing director TechNikkels; Kees Peelen, financieel bestuurder Nivora; John Rijksen, managing director Innius; Raymond Wentink, directeur Singa; Gert Jan Braam, sector banker industry ING; John van Ginkel, uitgever Link Magazine; Martin van Zaalen, hoofdredacteur Link Magazine (gespreksleider).
voor productie bij Variass.’ De afzetsystemen van Delwi zijn al modulair opgebouwd, vertelt Johan Delfsma. ‘Klanten wijzigen hun wensen nogal eens, dus wat mij betreft ligt het klantorderontkoppelpunt (waar een productieopdracht klantspecifiek wordt gemaakt, red.) op de laatste productiedag.’ Bij Demcon schuiven ze dat ontkoppelpunt op door standaardisering op functies. ‘Denk aan bewegen, doseren, wegen, meten, inputs en outputs. Met ons systeemdenken proberen we in de ontwerpfase dat abstractieniveau zo lang mogelijk vast te houden en die functies zo laat mogelijk klantspecifiek in te vullen. Een hmi kan bijvoorbeeld een scherm op de machine zijn, maar moet ook al klaar zijn voor tablet of smartphone. Dus moet je er geen machinespecificaties stoppen.’ www.delwi.nl www.demcon.nl www.duyviswiener.com www.innius.com www.moba.net www.nivora.nl www.singa-bv.nl www.tech-nikkels.nl www.temaprocess.com www.variass.nl www.ing.nl/industrie
Sander Brouwer (DuyvisWiener, rechts): ‘De echte discussie met de klant moet misschien wel over zijn supply chain management of zijn portfolio gaan.’
december 2018
41
PRODUCTIESTRATEGIE
OOK ALUMINIUMPRODUCTIE, MIJNBOUW EN BOSBOUW WILLEN DIGITALISEREN EN VERDUURZAMEN
ACHTERHOEKSE HENCON SPEELT MET SERVITIZATION IN OP WERELDTRENDS
Van links naar rechts: Fred Harbers, Dirk-Jan Winkelhorst en Rik van Dijken in de hal met de enorme, elektrisch aangedreven AGV’s, klaar voor transport naar een Amerikaanse smelterij van gerecycled aluminium. ‘Een van onze sterktes is dat wij de klant heel goed kunnen adviseren. Niet dat dat advies altijd wordt overgenomen; soms blijven ze vasthouden aan hoe ze het al tientallen jaren doen.’ Foto: John Voermans
42
december 2019
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
In een klein plaatsje in de Gelderse gemeente Oude IJsselstreek bouwt Hencon Metal & Mining enorme machines. Die vinden hun weg naar metaal- en mijnbouwbedrijven over de hele wereld, met elk hun eigen, specifieke vraag. Evenwel tekenen zich in de hogelonenlanden twee trends af: meer efficiency en duurzaamheid. Hencon speelt erop in door te elektrificeren, te digitaliseren en meer te focussen op dienstverlening. Dat geldt ook voor de tweede tak van sport, Hencon Forestry. e grote zilvergrijze hallen vallen direct op in het landschap met vooral kleinschalige bedrijvigheid en veel groene akkers. En als ceo Fred Harbers en cfo Rik van Dijken de journalist meetronen naar een van die ruimtes, blijken ze niet voor niets zo groot: ze herbergen vier enorme, elektrisch aangedreven voertuigen, bijna klaar voor transport naar de VS. Daar gaan deze AGV’s (Automated Guided Vehicles) bij een smelterij van gerecycled aluminium zorgen voor de aanvoer van het scrap-materiaal. De felgele voertuigen illustreren twee belangrijke trends in de wereld van de aluminiumsmelterijen waar Hencon nadrukkelijk op inspeelt: procesoptimalisatie en duurzaamheid. Ook DAMCO Aluminium Delfzijl (beter bekend als Aldel) zet in op die trends en stelt zich open voor de innovaties van Hencon. Innovaties die ervoor zorgen dat de voertuigen die het bedrijf deze enige Nederlandse klant levert, hun werk – het aftappen en afvoeren van vloeibaar aluminium en onderhoud – zo efficiënt en duurzaam mogelijk doen, schetsen de twee managers.
D
ENORME VARIATIE Het meest opvallende in het gesprek is misschien wel de enorme variatie in de klantvraag waarvoor in Ulft de transportmachines ontwikkeld en gebouwd worden. Niet dat er zo heel veel klanten zijn: het is een zeer kapitaalintensieve industrie en enkele tientallen grote spelers beheersen de wereldmarkt. En die willen allemaal dat de voertuigen perfect bestand zijn tegen de krachtige elektromagnetische velden in hun smelterijen. Maar daar waar de lonen laag zijn, spelen de genoemde trends veel minder en wordt bij Hencon graag de technologie aangeschaft waarvan een moderne aluminiumproducent als DAMCO al decennia geleden afscheid heeft genomen. Bovendien heeft elk van de plusminus tweehonderd smelterijen wereldwijd een uniek karakter, vertelt Van Dijken. ‘Daarom hebben wij, als wij ergens voor het eerst komen, heel veel aandacht voor de lay-out van de fabriek’, aldus de cfo, terwijl hij zijn laptop openklapt.
managementsysteem aan hangen dat zorgt dat de AGV’s én de bemande voertuigen langs de meest efficiënte weg en zonder elkaar te hinderen juist naar die oven rijden die klaar is om afgetapt te worden.’
• ‘Elk van de plusminus tweehonderd smelterijen wereldwijd heeft een uniek karakter.’ • ‘Wij willen een leverancier van oplossingen voor gespecialiseerd intern transport zijn.’ • ‘Onze voertuigen zijn weliswaar geen corebusiness voor de klant, maar wel cruciaal.’ • ‘Onze uitdaging is om banken en financiers een passende oplossing te bieden.’ • ‘Voorheen was leasen een vies woord, nu staan veel klanten ervoor open.’
NADRUK OP DIENSTVERLENING Die digitalisering van de smeltprocessen en het interne transport benut Hencon ook voor een businessmodel waarin de nadruk op dienstverlening ligt. ‘Wij willen niet zozeer een leverancier van voertuigen zijn, maar van oplossingen voor gespecialiseerd intern transport’, vervolgt Harbers. ‘De aandacht van de klant gaat vooral uit naar het goedkoop inkopen van de enorme hoeveelheid elektriciteit die hij nodig heeft, en naar de vereiste investeringen in grondstoffen en ovens. Onze voertuigen zijn wel cruciaal voor zijn 24/7-proces, dat absoluut nooit mag stilvallen. Als onze voertuigen niet rijden, kunnen ovens niet afgetapt worden en gaan ze kapot. De kosten van de voertuigen zijn voor de klant echter relatief gering, dus daar wil hij geen energie in steken maar door ons ontzorgd worden.’
ONDERHOUDSCONTRACTEN Hencon biedt al sinds jaren – ruim voordat ‘servitization’ en ‘circulariteit’ in het industriële jargon waren opgenomen – een scala aan onderhoudscontracten. Die variëren van per beurt afrekenen voor correctief onderhoud, tot preventief onderhoud tegen een vaste fee per maand bij een gegarandeerde uptime van tussen de 85 en 95 procent. ‘Onderhoud dat we ter plekke uitvoeren of in een van onze eigen werkplaatsen bij de klant om de hoek als het om groter onderhoud gaat. Maar we halen ook machines naar hier, voor refurbishment – het vervangen van alle versleten onderdelen – en voor LEES VERDER OP PAGINA 44
FUNCTIES COMBINEREN? ‘In een smelterij zijn de ovens altijd relatief klein, maar gaat het vaak wel om honderden stuks. Hier zie je een smelterij’, wijst hij op een foto, ‘waar ze dicht opeen staan, met weinig ruimte om tussendoor te rijden. Dat vraagt om een voertuig met een smalle wielbasis en vier meedraaiende wielen zodat die om zijn as kan draaien. In sommige smelterijen is het efficiënter als AGV’s voor de aan- en afvoer van het gesmolten aluminium zorgen, terwijl een bemánd voertuig het aftappen ervan voor zijn rekening neemt. In andere plants is het logistiek gezien weer praktischer de afvoer- en aftapfunctie te combineren in één voertuig. Een van onze sterktes is dat wij de klant daarin heel goed kunnen adviseren. Niet dat dat advies altijd wordt overgenomen; soms blijven ze vasthouden aan hoe ze het al tientallen jaren doen.’
FLEETMANAGEMENTSYSTEEM Ook DAMCO gebruikt nog oude technologie. Tegelijk heeft dit bedrijf in Nederland te maken met hoge lonen en een samenleving die veel waarde hecht aan duurzaamheid. ‘DAMCO wil een groene smelterij worden. Wij werken samen om die innovatieslag te maken. Vandaar dat we samen met DAMCO ontwikkelen aan een efficiënter verwerkings- en transportsysteem.’ Ovens werken niet allemaal hetzelfde, legt Harbers uit. ‘De één produceert sneller dan de ander. Steeds vaker worden ze voorzien van sensoren die de voortgang voortdurend monitoren en big data genereren die in ons fleetmanagementsysteem terechtkomen. Daar kunnen we weer ons traffic-
HENCON IN CIJFERS Hencon is in 1956 begonnen als Hendré, in 1983 doorgegaan als Hencon. Het is tegenwoordig eigendom van één Nederlandse en twee Duitse families. De omzet wereldwijd is circa 45 miljoen euro. In Ulft staat de hoofdvestiging van Hencon Metal & Mining, waar ook de ontwikkeling en engineering plaatsvindt van de voertuigen voor de aluminiumsmelterijen en mijnbouw die geproduceerd worden in de vestigingen in Rusland, Zuid-Afrika en Mozambique. Hencon Forestry, dat machines voor bosbouw en biomassaproductie ontwikkelt, bouwt, verkoopt en servicet, is elders in Ulft gevestigd. Bij de onderneming werken wereldwijd meer dan 300 mensen, van wie 110 in de Achterhoek. Vanwege de grote variatie in de klantvraag is er bij Hencon Metal & Mining nauwelijks sprake van seriebouw. ‘Hooguit tien stuks en die moeten dan ook nog eens over een periode van jaren worden uitgeleverd’, stelt Fred Harbers. ‘Wij zijn wel bezig een aantal standaarden te definiëren, voor zaken als cabines, pompen en assen, maar voor het overige is het allemaal heel klantspecifiek wat we hier ontwikkelen en bouwen.’ Daartoe beschikt het bedrijf voor de vestiging in Ulft over zo’n 1.100 leveranciers, waaronder plusminus 700 partijen die voertuigonderdelen leveren. www.hencon.com
december 2019
43
BOSBOUWPOOT
VERVOLG VAN PAGINA 43
remanufacturing – het toevoegen van compleet nieuwe functionaliteiten. Bijvoorbeeld om een bestaand voertuig uit te rusten met digitale systemen, zodat het ingepast kan worden in een fleetmanagementsysteem.’
OP AFSTAND UITLEESBAAR Belangrijk voor het efficiënt en effectief kunnen uitvoeren van het onderhoudswerk is dat de status van de voertuigen op afstand uitleesbaar is. Zo kunnen de technici in Ulft de oorzaak zien van een storing in een voertuig, waar ter wereld dat ook rondrijdt. ‘Zit het probleem in de software, dan kunnen we het vaak vanaf hier oplossen’, duidt Van Dijken. ‘Maar we kunnen ook op afstand zien hoeveel uren een machine gedraaid heeft. Als een klant met een onderhoudscontract het idee heeft dat zijn voertuig niet beschikbaar was, kunnen wij dus nagaan of die machine daadwerkelijk heeft stilgestaan. En er zit een G-krachtensensor op onze voertuigen: vindt er ergens in Saoedi-Arabië een botsing plaats, dan krijgen wij direct een melding. Verder kunnen we ook de voertuigbewegingen uitlezen en daarmee de klant adviseren over efficiëntere routes voor zijn machinisten door zijn plant.’
IN EIGENDOM HOUDEN? De logische volgende stap in het proces van servitization en circulair maken lijkt het in eigendom en dus op de balans houden van de machines. Daarover zijn Harbers en Van Dijken echter terughoudend, omdat klanten en banken dat ook zijn. ‘Onze voertuigen zijn weliswaar geen corebusiness voor de klant, maar wel cruciaal. Dus die vraagt zich af of hij die voertuigen, waar hij zo afhankelijk van is, wel in eigendom van Hencon wil hebben, een relatief kleine onderneming met een omzet van 45 miljoen euro. “Wat als die omvalt?”, denkt hij. Voorts staan niet alle banken te trappelen om een machine van gemiddeld een half miljoen euro te financieren als die vervolgens naar een niet-EU-land geëxporteerd wordt. Sommige banken biedt dat te weinig zekerheid. Onze uitdaging is om banken en financiers een passende oplossing te bieden. We hebben nu een aantal machines op onze balans staan die we tegen de economische waarde van onder meer een Zweedse klant hebben overgenomen.’
Al het voorgaande geldt evenzeer voor de transportmiddelen die Hencon Metal & Mining ontwikkelt en fabriceert voor de mijnbouw. De andere poot van de onderneming, Hencon Forestry, die is ondergebracht in een aparte entiteit, wil echter sneller servitization-stappen maken. Dit bedrijf is de enige importeur en dealer van bomenrooiers en wat dies meer zij van John Deere voor Nederland en – sinds kort – drie Duitse deelstaten. Voorts ontwikkelt en bouwt Hencon Forestry houtversnipperaars en vermarkt die onder de eigen merknaam Axsel. Daarnaast richt dit bedrijf zich nadrukkelijk en steeds meer op het verlenen van diensten, schetst directeur Dirk-Jan Winkelhorst. ‘Veel bomen worden momenteel aangetast door een heel klein kevertje, de letterzetter. Daardoor wordt er in Europa nu veel meer gerooid en is er veel vraag naar onze machines. Maar we verkopen ze heel bewust aan klanten die we goed kennen, omdat we veel meer een dienstverlenend bedrijf willen worden en ons geld verdienen met het ontzorgen van klanten door het leveren van service. Voorheen was leasen in onze sector een vies woord, nu staan veel klanten ervoor open. En omdat het klanten in EU-landen betreft, is de financiering veel minder een issue. Maar dan is het wel van belang dat we de klant goed kennen en zeker weten dat zijn machinisten goed met onze machines omgaan.’
GERICHT ADVIES In dat licht is het heel praktisch dat ook de John Deere’s – en binnenkort ook de Axsel’s - op afstand kunnen worden uitgelezen en – voor zover het de software betreft – op afstand kunnen worden onderhouden. ‘Voorheen moesten onze monteurs voor elke storing het bos in, nu kunnen ze de meeste problemen online oplossen. Ook kunnen we op afstand zien hoe de machine gebruikt wordt. Bij klachten over de werking van een nieuwe machine kunnen we nagaan of daar technische storingen aan ten grondslag liggen of dat de machinist er verkeerd mee omgaat.’ Overigens, vervolgt Winkelhorst, is privacy van de medewerker soms nog een reden voor de klant om deze toepassing niet te gebruiken. ‘Althans in Europa’, vult Van Dijken aan. ‘In de mijnbouw of de smelterijen in bijvoorbeeld Rusland is dat totaal geen issue. Daar wordt dus heel zorgvuldig met het materiaal omgesprongen.’
Keeping you and your products ahead of the technology curve Today, technology evolves quickly, often out of sync with the planned lifecycle of a product or solution. Connect Group is an Electronic Manufacturing Services provider, serving companies in the professional industry. Through its innovative 'Technology is a Service' (TiaS®) program, Connect Group provides lifecycle management, solutions monitoring, reliability and logistics support. Entrusting the management of your product to Connect Group, will keep you and your product ahead of the technology curve.
www.connectgroup.com
CONNECT GROUP INTEGRATED SUBCONTRACTORS
44
december 2019
WILLIAM William W.M. Smit is partner van DBSC Consulting. DBSC is een relatief klein strategieadviesbureau met de focus op technologische markten als de maakindustrie, (groot)handel en installatiewereld. DBSC is ook betrokken bij het ontwikkelen van marktmeters en benchmarks voor specifieke marktsegmenten, en trajecten als verkoop, overname, management buy-outs en het aantrekken van risicodragend vermogen.
www.dbsc.nl
NEDERLAND WELVAREND HOUDEN VERGT ‘DUTCH GLUE’ Een land dat welvarend wil blijven, moet meer exporteren dan het importeert. Veel exporteren heeft meer impact op de gemiddelde welvaart wanneer dat gepaard gaat met veel toegevoegde waarde in Nederland. Daarbij is onze export grotendeels business-to-business (B2B). In de B2B heeft Nederland veel maakbedrijven die een eigen product ontwikkelen, met prachtige marktposities in nichemarkten. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan bedrijven als Moba, Lely, VMI, Rademaker, AWL, Vanderlande, WP Haton, SPG, Meijn en Voortman. En natuurlijk ook bedrijven als ASML, Philips Medical en DAF. Vele daarvan doen mee aan de jaarlijkse OEM Benchmark voor Special Equipment Manufacturers. Enkele kernkengetallen daaruit: • De gemiddelde oem’er special equipment manufacturer realiseert tussen de 45 en 60 procent toegevoegde waarde (= het verschil tussen omzet en inkoop). • Van deze toegevoegde waarde wordt tussen de 45 en 55 procent besteed aan loonkosten (= werk!). • Dat betekent dat tussen de 45 en 55 procent wordt ingekocht bij veelal Nederlandse toeleveranciers. • Deze toeleveranciers realiseren doorgaans tussen de 40 en 50 procent toegevoegde waarde. • Daarvoor zijn zij doorgaans wat meer kwijt aan loonkosten: circa 50-60 procent van de toegevoegde waarde. Dit betekent dat van elke euro omzet door een special equipment manufacturer voor de Nederlandse economie 26,25 procent + 13,75 procent = 40 procent aan directe loonkosten wordt besteed. Een gemiddelde oem’er realiseert per r&d-/product-
engineer circa € 1,5 mln. omzet. Het stimuleren van meer ontwikkelkracht bij deze bedrijven levert Nederland dan ook meer welvaart op: iedere succesvolle extra ontwikkelaar bij een oem special equipment manufacturer levert circa € 0,6 mln. extra aan te besteden loonkosten op. Bij een gemiddeld salaris van € 50.000 betekent dit circa 11 nieuwe waardevolle banen per extra ontwikkelaar. Om succesvol te blijven, moeten special equipment manufacturers producten blijven ontwikkelen. Veel familiebedrijven worden bij gebrek aan opvolging onderdeel van buitenlandse bedrijven. Dat hoeft niet erg te zijn, mits de ontwikkelingsfunctie in Nederland blijft. Want dan blijven we hier kennis en toegevoegde waarde ontwikkelen en is de kans groter dat ook de productie hier blijft. Daarom moeten deze bedrijven niet alles zelfstandig willen ontwikkelen. Want dan wordt het lastiger hun r&d, inclusief de productie en assemblage, te verplaatsen naar het buitenland. De ontwikkelingsfunctie kan en zal hier blijven, wanneer deze grondig ‘verkleeft’ is met andere Nederlandse bedrijven. Om op langere termijn r&d en productontwikkeling in Nederland te houden, moeten bedrijven die veel gebruik maken van andere Nederlandse bedrijven extreem gestimuleerd worden. We ontwikkelen dan ‘Dutch glue’. Dit vergt geen miljarden euro’s. Extra stimuleringsmaatregelen van € 100 tot 150 mln per jaar leveren al snel jaarlijks € 500 tot 1.000 mln. aan loonkosten (= werk!) op: een uitermate goed renderende investering. Door het stimuleren van sterke, goed ‘verkleefde’ ecoystemen, creëren we banen en houden die vast!
I-MAKE Wij helpen maakbedrijven op het gebied van organisatie, processen en technologie Optimale productieplanning Juiste voor- en nacalculatie Configureren van producten Digitale productieorders Beheer van gereedschappen Integratie met CAD-software Traceerbaarheid en kwaliteit
Bekijk onze vernieuwde website i-make.nl >>
december 2019
45
Uw sector is ons vertrekpunt.
Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie
SMART INDUSTRY
PROGRAMMA ‘FABRIEK VAN DE TOEKOMST’ TILT OPEN INNOVATIE NIVEAU HOGER
‘ALLES IN STELLING OM HIGHTECH FRONTRUNNER TE BLIJVEN’ Het innovatieprogramma ‘Fabriek van de Toekomst’ van Brainport Industries maakt een vliegende start. In de vijf fieldlabs en twee strategische projecten spelen nu ruim zeventig bedrijven en vijf kennisinstellingen een actieve rol. Maar om in smart manufacturing, smart logistics en smart working mondiaal frontrunner te zijn én te blijven, moeten veel meer partijen gaan meedoen, benadrukt programmamanager Michel Weeda. DOOR PIM CAMPMAN
e lichten staan op groen om dat voor elkaar te krijgen. Te meer nu het programma een fysieke plek heeft: op Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven. En omdat de smart industry fieldlabs zich vullen met participanten die inzien dat ze door samen ontwikkelen en cocreatie, gebruikmakend van de vele state-of-the-art shared facilities op de BIC, aanzienlijk sneller concrete stappen kunnen zetten op het pad van digitalisering van het eigen bedrijf en, ultimo, de gehele hightech toeleverketen. Dat dit werkt staat buiten kijf, volgens Michel Weeda, mede-initiator van het innovatieprogramma. ‘We hebben hier continu geïnteresseerden over de vloer, variërend van het Kempisch Ondernemers Platform tot delegaties uit Duitsland, Scandinavië, Azië en de Verenigde Staten.’
D
HALEN EN BRENGEN De faciliteiten die het innovatieprogramma biedt, zijn niet alleen bedoeld voor bewoners van de BIC, maar ook voor bedrijven elders in en buiten ons land. De fieldlabs worden ingezet voor een mix van activiteiten: demo’s en experience, trai-
ACHTSTE PROJECT OP STAPEL Het innovatieprogramma ‘Fabriek van de Toekomst’ telt vijf smart industry fieldlabs: Flexible Manufacturing (robotisering en automatisering), The Smart Connected Supplier Network (slimme data-uitwisseling), Multimaterial 3D (3D-printing), High Tech Software Cluster (virtual prototyping & design, model-based software, data analytics & services), Advanced Manufacturing Logistics (multicompany productielogistiek). Daarnaast zijn er twee strategische projecten die (nog) niet de smart industry-status hebben: K3D-Addfab (3D metaalprinttechnologie) en FutureTec (innovatief technisch onderwijs). Op stapel staat een achtste project: de ontwikkeling van een blauwdruk en testomgeving voor de digitale fabriek en supply chain.
ning van studenten en klanten, proefproductie (op pay-per-use basis) en samen onderzoek doen, experimenteren en realiseren. Weeda: ‘We willen open innovatie, waar we in de Brainportregio heel goed in zijn, naar een hoger niveau tillen. Dat houdt in: halen en brengen. Deelnemers brengen tijd, menskracht, geld, middelen en ook ideeën in en wij voegen daar faciliteiten en een stuk cofinanciering (uit fondsen van de provincie Noord-Brabant, red.) aan toe. Zo zijn ze uiteindelijk in staat om hun bedrijfsproces slimmer in te richten en producten sneller te ontwikkelen, te produceren Programmamanager Michel Weeda: ‘Wij willen open innovatie, en de kwaliteit ervan te verhogen, terwijl waar we in de Brainportregio heel goed in zijn, naar een hoger de kostprijs en time-to-market gereduniveau tillen.’ Foto: Bram Saeys ceerd worden.’ Allemaal cruciaal voor de hightech maaksector in de BrainportMaar onze ambitie is zeker wel in de integraliteit regio, die sterk is in high mix, low volume, high voorop te lopen in het realiseren van een smart complexity – en dat wil blijven. industry-ecosysteem.’ Gebaseerd op de focus van Brainport Industries op technologie, markt en AWARENESS CREËREN mens zijn leven lang leren, opleiding en training De belangrijkste opdracht van Michel Weeda is integraal onderdeel van de projecten. meer hightech toeleveranciers ervan overtuigen Om bedrijven te helpen door middel van data dat hun continuïteit in het geding komt als ze meerwaarde te creëren en hun concurrentieniet het pad van smart industry opgaan. Regelinpositie te verbeteren, werd het Data Value Centergen vanuit de politiek, regionale ontwikkelingsSmart Industry (DVC-SI) opgericht. En omdat maatschappijen, brancheverenigingen en partijen al die data die op de BIC en in de supply chains met specifieke expertise steunen hem in die worden gegenereerd niet in handen mogen missie. Zo kent het Interreg-programma FOKUS komen van partijen die er verkeerde bedoelingen (acroniem van Fabriek van de toekomst Ontwikmee hebben, is er nu het CyberWeerbaarheidskelen uit KennisbUndeling en Samenwerking) centrum Brainport. Kortom: de BIC heeft vouchers toe aan bedrijven die iets willen ontinmiddels alles in huis om door te groeien als wikkelen samen met TNO of Sirris, het ‘Vlaamse basis van het ecosysteem voor de hightech toeTNO’. En binnen de Smart Industry Hub Zuid leveringssector. Of zoals Michel Weeda zegt: ‘Als spannen FME, Metaalunie, REWIN, Midpoint over twee jaar een flink aantal bedrijven buiten Brabant, LIOF, KvK, Brainport Development en de BIC zegt: “Het innovatieprogramma heeft mij TNO zich, gecoördineerd door de Brabantse geïnspireerd om concrete stappen te zetten om Ontwikkelingsmaatschappij, in om in hun hoger op de ladder van smart industry te komen”, achterbannen awareness te creëren voor thema’s dan heeft wat wij hebben ontwikkeld echt impact als digitalisering/software, robotisering en artigehad.’ ficial intelligence. Het innovatieprogramma adresseert een heel stel thema’s die cruciaal zijn richting de fabriek van www.brainportindustries.com de toekomst. Weeda: ‘Op al die thema’s frontwww.smartindustry.nl/dvc runner zijn, is misschien wat al te hoog gegrepen. www.brainportindustriescampus.com
december 2019
47
mapp View. WEB MEETS AUTOMATION. www.br-automation.com/mappView
FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?
IN FLINK: Rudy Daams (Phoenix 3D Metaal, links) en Gijs Manders bij de e-scooter Electric Dutchman. Foto: Bart van Overbeeke
51 Trillingvrij opereren 53 Start-ups pakken plastic vervuiling aan 54 - LifeSense Group vergroot portfolio - Miljoeneninjectie voor Hardt Hyperloop Stoer, robuust en minimalistisch: de e-scooter Electric Dutchman van Specs E-Mobility is een opvallende verschijning op de weg. Het Eindhovense Phoenix 3D Metaal, specialist in rubberpersen, hielp bij de ontwikkeling van belangrijke plaatwerkdelen, en maakt die ook. Groot voor-
PHOENIX 3D METAAL PARTNER IN ONTWIKKELING E-SCOOTER VAN SPECS E-MOBILITY
‘VLOEIENDE VORMEN, LAGERE KOSTEN’
deel van die technologie: ‘Je kunt uit één stuk metaal vloeiende vormen creëren, met een mooier en beter resultaat.’ Zoals veel ontwerpers waren ook die van Specs onbekend met de mogelijkheden van het rubberpersen. Nu niet meer: dankzij de samenwerking met Phoenix 3D Metaal kennen ze inmiddels de vormvrijheid en de lagere kosten van deze technologie. ‘Wij willen dat iedere engineer in Nederland weet wat hij met rubberpersen kan.’ DOOR PIM CAMPMAN
e Electric Dutchman is een spin-off van Specs Revalidatietechniek in Aarle-Rixtel, dat producten voor elektrische rolstoelen en scootmobielen, zoals arm- en rugleuningen en been- en neksteunen, ontwikkelt en assembleert. Managing director en motorliefheb-
D
ber Eelco Gielen bedacht dat e-scooters serieuze problemen als milieuvervuiling (CO2-uitstoot, herrie) en door gemotoriseerd (auto)verkeer dichtslibbende binnensteden kunnen helpen oplossen. Kort en goed: Specs zette pakweg vier jaar geleden, naast de bestaande business, Specs E-Mobility op. ‘Eelco is samen met Maurits Vermeulen,
onze creative director, met het ontwerp aan de slag gegaan, en later ben ik erbij gekomen’, zegt Gijs Manders, die met zijn werktuigbouwkundige achtergrond de engineering op zich nam. Vandaag legt het inmiddels vijftienkoppige (deels parttime) team het accent vooral op het doorontwikkelen en customizen van de Electric Dutchman.
HARDE UITGANGSPUNTEN In de ontwerpfase golden harde uitgangspunten. Technisch, in de zin van: robuust, lage onderhoudskosten en forse actieradius (afhankelijk van het gebruik ruim honderd kilometer met twee accupacks). En qua ontwerp: innovatief en miniLEES VERDER OP PAGINA 50
december 2019
49
VERVOLG VAN PAGINA 49
malistisch Dutch Design, en modulair van opbouw om verregaand te kunnen customizen wat betreft kleurstelling, bedrukking (logo’s, reclame) en accessoires (zoals een koelbox of gereedschapskist achterop, een hoger stuur voor lange mensen of windscherm, en zelfs bluetoothconnectiviteit voor navigatie, locatietracking). ‘We denken graag mee met klanten die behoefte hebben aan een bepaalde accessoire of functie’, aldus Gijs Manders. Vandaag is de e-scooter verkrijgbaar in vier versies: de Electric Dutchman One (1.500 watt Bosch-aandrijving) en de PRO (2.000 watt), waarbij de koper/leaser de keus heeft uit een 25- of 45-kilometervariant. Daarnaast valt te kiezen voor een actieradius van ruim 50 kilometer (een accupack) en ruim 100 kilometer (twee accupacks). In de versie met één accupack zit deze weggewerkt in de zogenoemde bottom housing, een compartiment onder de voeten van de berijder. Onder het zitvlak zit het tweede compartiment (top housing), dat voor het tweede accupack of bagage te gebruiken is.
ALLES IN ÉÉN PROCEDÉ Beide behuizingen zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met Phoenix 3D Metaal. Dat in rubberpersen gespecialiseerde bedrijf bracht al vroeg in het ontwerpproces zijn kennis van het
50
december 2019
ontwerpen en ontwikkelen van 3D-plaatwerk in, en maakt de behuizingen. Voor het produceren van zeer grote series plaatwerk legt rubberpersen het qua kosten af tegen het dieptrekprocedé, maar voor kleine en middelgrote series zeker niet, legt engineeringmanager Rudy Daams uit. ‘Het grote verschil met dieptrekken is dat je bij rubberpersen een eenzijdige tool nodig hebt: de undertooling, ofwel het matrijs, waar we een holte uit frezen. Dat wordt in de pers gelegd, er wordt een metalen plaat opgelegd – en een groot rubber blok duwt het materiaal in de gewenste vorm. Met als grote voordelen dat de gereedschapskosten beduidend lager zijn en je uit één stuk metaal vloeiende vormen kunt creëren met een mooier en beter resultaat – zonder dat je delen moet lassen en dus met minder werk. In de matrijs voor Specs E-Mobile hebben we bijvoorbeeld ribben gemaakt die zorgen voor extra stevigheid.’ Het eindresultaat is een vooruitstrevend product dat er mede door het 3Dplaatwerk ook echt vooruitstrevend uitziet.
SIMULATIE VAN HET RUBBERPERSPROCES Daar komt bij dat beide behuizingen met dezelfde matrijs worden gemaakt. Die zijn niet 100 procent gelijk, maar het basispatroon is hetzelfde – en het verschil wordt pas gemaakt in het 3Dsnijden, verklaart Daams. ‘Dat halveert de gereedschapskosten nog eens.’ Manders looft de steun die Phoenix 3D Metaal al vroeg in het ontwerp-
OP BRES VOOR ‘VERGETEN’ RUBBERPERSTECHNOLOGIE De rubberperstechnologie is in de engineeringwereld gaandeweg uit beeld geraakt; alleen in de luchtvaartindustrie is die altijd in zwang gebleven. Om daar verandering in te brengen, heeft Phoenix 3D Metaal zijn zichtbaarheid in de markt de afgelopen jaren sterk vergroot. Jan-Willem van Hooft, die samen met Bernard van der Poel de directie vormt: ‘Wij willen dat iedere engineer in Nederland die apparaten of machines construeert, onze rubberperstechnologie kent en weet wat ermee mogelijk is.’
proces heeft geboden en ziet meer voordelen van het rubberpersprocedé. ‘Zo hebben we de twee behuizingen kunnen ontwerpen in verschillende plaatdiktes. Dat is goed gegaan, uiteraard zijn daar de nodige simulaties aan voorafgegaan om de uitkomst van ontwerpkeuzes goed te kunnen voorspellen.’ Bijna honderd Electric Dutchman e-scooters zijn inmiddels aan de man gebracht. En de Europese typegoedkeuring is binnen, zodat ook de uitrol buiten Nederland kan beginnen. www.phoenix3dmetaal.com www.electricdutchman.com www.specs-em.com/nl
OOGCHIRURGIEROBOT MAAKT GELEIDELIJK AAN ZIJN ENTREE IN DE OK
TRILLINGVRIJ OPEREREN De Eindhovense start-up Preceyes kiest voor stapsgewijze introductie van zijn oogchirurgierobot in de operatiekamer. Daarbij blijft de chirurg steeds in control. Met toevoeging van een dieptesensor en 3D-beeldvorming kan de robot op termijn semiautomatisch worden en data leveren voor trainingsdoeleinden. ‘Daardoor bereiken oogchirurgen veel sneller het hoge handelingsniveau voor dit soort operaties.’
DOOR HANS VAN EERDEN
D
e digitalisering c.q. automatisering en robotisering laat zich ook gelden in de conservatieve medische wereld, waar chirurgen zo lang moeten trainen om goed te worden in hun vak dat ze nieuwe technologie als obstakel gaan zien. Zo zijn aan de TU Eindhoven in de onderzoeksgroep van Maarten Steinbuch, hoogleraar regeltechniek in het bijzonder voor automotive en robotica, al diverse medische robots ontwikkeld. Een mooi voorbeeld is de oogchirurgierobot die start-up Preceyes nu doorontwikkelt en vermarkt. Deze robot is bedoeld voor operaties aan het netvlies in het oog, vertelt ceo Gerrit Naus. Aandoeningen aan het netvlies zijn oorzaak nummer één van slechtziendheid en blindheid in de westerse wereld en niet voor elke aandoening is er al een behandeling. Naast chirurgische ingrepen aan het netvlies zijn er (tweemaandelijkse) injecties in het oog. Die zijn echter slechts symptoombestrijding, aldus Naus. ‘Onderzoekers werken aan nieuwe behandelingen; een veelbelovend voorbeeld is gentherapie.
Gerrit Naus, ceo van Preceyes: ‘Ons eerste concept is helemaal geënt op integratie in de huidige workflow van de chirurg.’ Foto: Heidi Wils
Hiervoor is behoefte aan heel nauwkeurige dosering gedurende één of twee minuten van een nu nog extreem duur medicijn in het netvlies van de De chirurg blijft in controle van de operatie en kan de robot van Preceyes gebruiken voor patiënt. Die nauwkeuondersteuning op de momenten dat het nodig is. Foto: Preceyes rige, trillingvrije toediening ligt buiten het bereik van 99,9 procent van de oogchirurgen. toevoegen. ‘Diepte zien en de diepte in bewegen Met onze robot, voorzien van trillingfiltering, is het moeilijkst voor een netvlieschirurg, die kan de chirurg het tien tot twintig keer nauwdoor een microscoop naar instrumentjes aan de keuriger doen.’ binnenkant van het oog kijkt. Wij bouwen nu een soort parkeersensor in, waarmee de robot een naald, scalpel of pincet heel nauwkeurig naar een ACCEPTATIE bepaalde positie kan bewegen, op commando De chirurg blijft in control. ‘Onze robot wordt van de chirurg. Zo wordt ons tweede systeem al aan de patiënttafel geïnstalleerd, zodat de chirurg semiautomatisch.’ die direct kan gebruiken als het nodig is. Dit is ons eerste concept, helemaal geënt op integratie in de huidige workflow van de chirurg, met het BENCHMARK oog op de acceptatie. Wij kiezen voor stapsgewijNog een stap verder is 3D-beeldvorming. ‘De ze introductie van onze technologie in de operaechte uitdaging ligt dan in de feedback naar de tiekamer. De robot is een middel om operaties robot; de chirurg heeft tijdens een operatie eigenbeter te kunnen uitvoeren en nieuwe behandelijk geen tijd om alle informatie snel genoeg te lingen mogelijk te maken.’ Met die acceptatie lijkt verwerken. Een robot zou dit wel kunnen, maar het wel goed te zitten, want er is al veel belanghiervoor moet de beeldverwerking een stuk stelling vanuit academische ziekenhuizen en de verder worden doorontwikkeld.’ De data uit de industrie (zoals fabrikanten van medicijnen en beeldvorming kunnen al wel gaan dienen voor operatiegereedschappen). ‘Ons eerste systeem is trainingsdoeleinden, aldus Naus. ‘Nu is er alleen een pilotproduct waar we sinds deze zomer achteraf de kwalitatieve evaluatie door de chirurg CE-markering voor hebben ontvangen. Het staat zelf en de vraag aan de patiënt: “Kunt u weer nu bij diverse universiteiten en bedrijven in beter zien?” Als je data van heel veel operaties Europa en binnenkort gaat er één naar New York. combineert, krijg je een soort benchmark. Die Commerciële installaties, want zoveel behoefte is kun je gebruiken als trainingsmateriaal voor chier. Ook verhuren we systemen voor enkele weken rurgen, waardoor ze veel sneller het hoge niveau of maanden, voor studies.’ voor dit soort operaties bereiken. Nu moeten ze jaren en jaren trainen en kunnen ze zich pas tussen hun 35e en 40e echt netvlieschirurg noemen. ‘PARKEERSENSOR’ Er zal een standaardisatie van procedures komen, De volgende stap is de ondersteuning van netmaar de chirurg blijft in de lead.’ vlieschirurgen in de algemene ziekenhuizen voor betere behandelingen en meer chirurgen die deze op het juiste niveau kunnen uitvoeren. Hiervoor gaat Preceyes een afstandssensor aan de robot www.preceyes.nl
december 2019
51
Soms moet u alle krachten bundelen om uw doel te bereiken. Dat is in de sport niet anders dan bij het maken van spanen op een freesmachine. Hier toont de TNC-besturing van HEIDENHAIN met Dynamic Efficiency, welk potentieel er in de machine zit: Bijvoorbeeld grotere verspaningsvolumes met de active chatter control ACC gecombineerd met de adaptive feed control AFC. Met Dynamic Efficiency bent u productiever, spaart u uw machine en haalt u langere standtijden voor de gereedschappen.
HEIDENHAIN NEDERLAND B.V. Hoekmeetsystemen
6716 BM Ede, Nederland
Lengtemeetsystemen
Contourbesturingen
Telefoon: 0318-581800 Digitale uitlezingen
www.heidenhain.nl
Meettasters
Impulsgevers
CORTEXON ONTWIKKELT EN BOUWT BEHUIZING VISION-SYSTEEM THE OCEAN CLEAN-UP
START-UPS PAKKEN PLASTIC VERVUILING AAN Dit najaar werden kort na elkaar twee nieuwe initiatieven gepresenteerd, die beide tot doel hebben het plastic afval in binnenwateren te verminderen. Allereerst de Interceptor, het tweede geesteskind van Boyan Slat, oprichter en ceo van de organisatie The Ocean Clean-up. Daarnaast werd begin november in het Westerdok in Amsterdam het startsein gegeven voor de eerste Bubble Barrier. Dit luchtbellenscherm haalt plastic uit de Amsterdamse grachten en voorkomt zo dat dit naar de Noordzee stroomt. Het afval uit de rivier komt via een lopende band in de Interceptor terecht.
doelstelling is om in vijf jaar Foto: The Ocean Cleanup tijd de 1.000 meest vervuilde rivieren ter wereld, debet aan he Ocean Clean-up staat bekend om zijn 80 procent van de plastichonderden meters lange, drijvende vervuiling in de oceaan, aan te pakken. Slat: ‘Om systeem dat oceanen ontdoet van plastic. MUUR VAN LUCHTBELLEN de oceanen echt van plastic te ontdoen, moeten Die missie krijgt nu een vervolg: een nieuHet initiatief Bubble Barrier wordt uitgevoerd we ook de ‘kraan’ dichtdraaien, voorkomen dat we technologie voor rivieren moet plastic onderdoor de Amsterdamse start-up The Great Bubble meer plastic de oceanen bereikt.’ scheppen vóór het de zee bereikt. De ambitieuze Barrier en Waternet, in opdracht van Waterschap De Interceptor van Slat kan 50.000 kilo afval per Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdag extraheren, onder optimale omstandigheden dam, en in samenwerking met Van den Herikzelfs 100.000 kilo. Twee Interceptors zijn Sliedrecht, STOP! Micro Waste, Canadianpond inmiddels operationeel in Jakarta (Indonesië) en de Plastic Soup Foundation. ‘Met onze Bubble en Klang (Maleisië) en volgend jaar krijgen ook Barriers willen we de bewustwording over het Vietnam en de Dominicaanse Republiek een plasticprobleem vergroten, de omvang van het systeem. De Interceptor werkt 24/7 geheel probleem in kaart brengen en het afgevangen autonoom op zonne-energie, met ingebouwde plastic op een duurzame manier terugbrengen in lithium-ionbatterijen. Het systeem gebruikt de de keten. Zo verminderen we de hoeveelheid natuurlijke stroming van de rivier om plastic plastic in rivieren structureel’, verklaart Francis op te vangen. Een boordcomputer bewaakt de Zoet, medeoprichter en chief technology officer systeemprestaties, het energieverbruik en de staat bij The Great Bubble Barrier. De Bubble Barrier in actie. Foto: The Great Bubble Barrier van de onderdelen. Door lucht te persen door een buis met kleine gaatjes op de bodem, ontstaat een muur van luchtbellen die zwevend en drijvend plastic naar het wateroppervlak brengt. De natuurlijke BEHUIZING: ZO ONOPVALLEND MOGELIJK stroming en diagonale plaatsing van het bellenscherm leiden plastic naar de opvangbak. Ook de Bubble Barrier werkt 24/7 en kan over de hele Om de hoeveelheid plastic afval in rivieren te kunnen vision-systeem moest beschermd worden tegen vocht breedte van rivieren of kanalen worden ingezet. detecteren, gaat The Ocean Clean-up gebruik maken en stof, en zowel in een koude als warme omgeving kunDe afgelopen jaren is het systeem uitvoerig getest, van een vision-unit, die aan bruggen en viaducten komt nen functioneren. Daarom hebben we een extra schil om onder meer in de IJssel bij Kampen. Eerdere te hangen. Een zonnepaneel voedt het systeem. In de de behuizing heen ontworpen. De warmte die de elektropilots toonden aan dat plastic vanaf 1 millimeter behuizing bevinden zich een camera- en LIDAR-module nica genereert, gaat via natuurlijke convectie door het uit stromende rivieren en kanalen kan worden (laser imaging detection and ranging) die het plastic plaatwerk naar buiten.’ Eind oktober werd de Interceptor opgevangen en 86 procent van het drijvend testscannen. De data worden automatisch verwerkt en via en het prototype van de behuizing gepresenteerd. Op materiaal onderschept werd. ‘Met deze eerste een 3G-module de wereld over gestuurd. Voor de termijn verzorgt Cortexon voor The Ocean Clean-up de Bubble Barrier is Amsterdam voorloper en een omkasting van dit systeem klopte de organisatie aan seriematige productie van de behuizing. ‘Fantastisch om voorbeeld voor de rest van de wereld’, aldus Zoet. bij Cortexon in Veghel, specialist in het ontwikkelen en een bijdrage te mogen leveren aan het reduceren van ‘Onze ambitie is uit te breiden, op locaties waar produceren van klantspecifieke elektronicabehuizingen. de ‘plastic soup’ in oceanen. Een mooie invulling van het plasticprobleem nog groter is. Hiervoor zijn De behuizing moest compact en zo onopvallend mogecorporate social responsibility, die bij ons hoog in het we met meerdere partijen nationaal en interlijk zijn. ‘Een dure uitstraling zou ze te diefstalgevoelig vaandel staat.’ Machinebouwer TME in Zwolle is betroknationaal serieus in gesprek.’ maken. Compact was best lastig omdat we ruimte ken bij de ontwikkeling en productie van de Interceptor.
DOOR WILMA SCHREIBER
T
nodig hadden voor de pc, antenne, camera en LIDAR’, vertelt businessunitmanager Marcel van de Sande. ‘Het
www.cortexon.com
www.theoceancleanup.com www.thegreatbubblebarrier.com
december 2019
53
KORT LIFESENSE GROUP VERGROOT PORTFOLIO EN AFZETGEBIED Oopsie Heroes, een nieuw product van de LifeSense Group in Eindhoven, moet kinderen binnen zes tot twaalf weken van het bedplassen afhelpen. Het product, dat samen met honderd kinderen werd ontwikkeld, werkt met een kleine sensor die aangebracht wordt op het ondergoed of de pyjamabroek. De sensor detecteert eventueel urineverlies en stuurt vervolgens een audiosignaal naar de app, die het kind wakker maakt zodat het naar het toilet kan gaan. ‘Op den duur herkennen de hersenen van het kind de signalen van de blaas en gaat het zelf tijdig naar het toilet’, verklaart cco Paul Swinckels. De nieuwe vinding is het derde product in het portfolio van de LifeSense Group, die zich richt op medische hulpmiddelen. Enkele jaren geleden introduceerde het Eindhovense bedrijf ‘Carin’, een oplossing voor inspanningsincontinentie die bij jonge vrouwen veel voorkomt na een zwangerschap. Een sensor in het ondergoed signaleert welke bekken-
bodemspieren niet goed functioneren, waarna een app helpt met oefeningen en motivatie voor het trainen van die spieren. Inmiddels zijn er ruim 10.000 stuks verkocht. Later volgde ‘Wil’, een oplossing voor mannen met incontinentie. ‘Beide oplossingen hebben grote voordelen ten aanzien van bestaande alternatieven als een operatie, fysiotherapie en wegwerpmaterialen: lagere kosten, minder risicovol en minder belastend voor mens en milieu. Verder is er geen wachttijd en zijn de producten zeer discreet in het gebruik’, aldus Swinckels. LifeSense Group telt inmiddels 25 medewerkers, van wie 12 op de High Tech Campus in Eindhoven. Daarnaast is er een vestiging in Japan en een marketingcollega in de VS. Matas Electronics in Best fabriceert de producten. Twee jaar geleden werden investeringen ter waarde van drie miljoen euro binnengehaald, die vooral zijn gebruikt voor verdere internationalisering van de verkoop.
Get insights from the cloud with acirro + Move your machine data to the cloud with our fully IIoT ready X2 HMIs and BoX2 devices, and gain insights to streamline operations. If you are a Maker of Things, your business runs on data. Data that can tell when machines are running efficiently and indicate maintenance or other measures. Our X2 HMIs and BoX2 devices are IIoT ready by standard and enable you to move your machine data to the cloud using our acirro+ IIoT platform. Viewing machine data in visual dashboards gives you a great overview and provides insights to streamline operation. ACCELERATE TO DIGITAL NOW!
Read more at: www.beijerelectronics.com/cloud
54
december 2019
Oopsie Heroes is het derde product waarvoor de LifeSense Group haar sensortechnologie inzet. Foto: LifeSense Group
Intussen heeft LifeSense Group distributieovereenkomsten afgesloten in 28 landen in Europa, Azië en Oceanië, meest recentelijk in oktober dit jaar in India tijdens de handelsmissie van EZ, waarbij ook het koninklijk echtpaar acte de présence gaf. ‘Over heel 2019 komen we voor het eerst uit op break-even en vanaf 2020 denken we winst te gaan maken.’
Nieuwe ambities vergen nieuwe investeringen, daarom wil de LifeSense Group komende tijd 11,5 miljoen euro binnenhalen om de technische, marketing- & verkoopteams te versterken. Doel: de verkoop van producten en daarmee de omzetgroei over de hele wereld te versnellen, en uiteindelijk de nummer 1 positie in draagbare incontinentie
MILJOENENINJECTIE VOOR HARDT HYPERLOOP wearables te bereiken. Daarnaast staat uitbreiding van het productportfolio op het programma. ‘We kijken naar de mogelijkheden van metingen in medische pleisters. Bijvoorbeeld om het helingsproces van een wond te volgen zonder dat je de pleister hoeft te verwijderen. En wellicht ook om de suikerspiegel in het bloed van diabetici te meten’, vertelt Swinckels. ‘Ook willen we onze sensortechnologie gebruiken voor andere toepassingen. Denk aan het registreren van metingen en bewegingen in de sport, zoals de rotatiesnelheid van pitchers bij honkbal. Of aan het voorkomen van doorliggen, waarbij de sensor verpleegkundige, patiënt of beiden een seintje geeft om van positie te veranderen.’ Alle toekomstige ontwikkelingen zijn gebaseerd op de vraag uit de markt en borduren voort op het succes van de sensortechnologie in de producten ‘Carin’ en ‘Wil’. Momenteel werkt de r&d-afdeling van LifeSense Group aan een platform waar alle apps van de uiteenlopende producten kunnen worden ondergebracht. www.lifesense-group.com www.oopsieheroes.com
SLiM
Een consortium onder leiding van het groene energieconglomeraat Koolen Industries heeft ruim tien miljoen euro geïnvesteerd in Hardt Hyperloop. Dat bedrijf is begin 2017 opgericht en zette Europa’s eerste, volledig werkende en emissieloze hyperloop-testfaciliteit op. Het concept maakt het mogelijk dat mensen en goederen reizen door buizen waarin de druk zo laag is dat er bijna geen weerstand is en snelheden van meer dan 1.000 km/u haalbaar zijn. Omdat de voertuigen magnetisch zweven, is er geen sprake van slijtage en zijn de operationele kosten minimaal. Het Duitse fonds Freigeist Capital, enkele Nederlandse en Belgische – nieuwe en bestaande – investeerders en een van de eerste ingenieurs van Uber ondersteunen deze investeringsronde. ‘De revolutionaire hyperloop-baanwisseltechnologie van Hardt Hyperloop zal de manier waarop we reizen veranderen, net zoals Uber dat deed voor persoonlijke mobiliteit in steden’, zegt Kees Koolen, ceo van Koolen Industries (voorheen ceo van Booking.com en een vroege Uber-belegger). ‘Omdat de hyperloop veel meer is dan een
Foto: Hardt Hyperloop
idee, kan het nu al een betaalbaar en duurzaam alternatief bieden voor de vervuilende luchtvaartindustrie.’ Met de vervolginvestering maakt Hardt Hyperloop zich op voor de volgende stap: de realisatie van het European Hyperloop Centre, een faciliteit van drie kilometer lang waarin hyperlooptechnologieën bij snelheden van meer dan 700 kilometer per uur getest en bewezen kunnen worden. Een Europees hyperloopnetwerk zou op termijn alle grote steden in minder dan twee uur kunnen verbinden, tegen ticketprijzen die concurrerend zijn met de huidige vervoersvormen.
Een studie uit 2018 toonde aan dat de reistijd van Amsterdam naar Frankfurt kan worden teruggebracht tot minder dan vijftig minuten, vergeleken met de vier uur die het momenteel kost. Hardt Hyperloop is opgericht door Mars Geuze (cco), Sascha Lamme (cto), Marinus van der Meijs (coo) en Tim Houter (ceo), na het winnen van de eerste editie van de hyperloopcompetitie van Elon Musk. Partners zijn onder meer EIT InnoEnergy, de Nederlandse en Duitse nationale spoorwegen, Tata Steel, Royal IHC en Royal BAM Group. www.hardt.global
automa seren in plaatbewerking
WiCAM levert machine-ona ankelijk so ware voor het .SLiM aansturen van plaatbewerkende produc eprocessen dankzij: • 2D & 3D CAD georiënteerde so ware • Logis ek gestuurde auto nes ng • Gebaseerd op een papierloos concept • Geïntegreerd binnen de systemen van uw bedrijf WiCAM biedt maximale gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en output binnen de moderne wereld van CAD/CAM voor plaatwerk. .SLiM | Sheetmetal Language for intelligent Machines
Uw partner in technische automa sering
WiCAM Benelux B.V. T +31 (0)88 021 55 00 E benelux@wicam.com I www.wicam.com
december 2019
55
SEMICONDUCTOR-INDUSTRIE
INFINEON EN BOSCH STEKEN ELK RUIM 1 MILJARD IN NIEUWE FABRIEKEN IN EUROPA
CHIPFABRIKANTEN DRIJVEN E-MOBILITY Infineon en Bosch investeren recordbedragen in nieuwe, verregaand geautomatiseerde chipfabrieken. Niet in Azië, maar in hun kennisbasis: Europa. Want daar hebben ze voet aan de grond bij de autofabrikanten, die de transitie naar elektrisch en autonoom rijden moeten maken – en snel. In die omslag speelt micro-elektronica een hoofdrol. ‘In 80 procent van de innovaties in de automotive draait het om halfgeleiders.’
DOOR PIM CAMPMAN
e auto’s die vandaag van de band rollen, zijn in feite computers. Ze hebben minstens vijftig chips aan boord – in de aandrijflijn, het dashboard, de infotainment-, rijhulp- en Het complex van Infineon in Villach, met linksboven de nieuwe chipfabriek ingetekend. veiligheidssystemen et cetera. Chips en software maken auto’s minder vervuilend (vanaf 2030 moet elke GROOTSTE INVESTERING OOIT nieuwe auto die in ons land verkocht wordt elekOok in nieuwe, slimme en verregaand geautomatrisch, lees: zero emission, zijn), comfortabeler en tiseerde processen pompen de semiconbedrijven veiliger. Ook al omdat al die ingebouwde systeenorme sommen geld. Infineon, de voormalige men samenwerken – met elkaar én met systemen semiconductortak van Siemens, laat momenteel in andere auto’s en langs de weg. in het Oostenrijkse Villach een compleet nieuwe fabriek bouwen. Vanaf begin 2021 worden daar wafers geproduceerd op basis van 300-millimeENORME IMPULS tertechnologie. Kosten, uitgesmeerd over zes jaar: Dus is de automotive een groeimarkt voor de meer dan 1,6 miljard euro, plus zo’n 50 miljoen semiconductorsector. Net als het internet of voor een nieuw kantoorgebouw. Al met al is dat things (IoT), dat het mogelijk maakt om apparade grootste private investering ooit in Oostenrijk. ten en machines met de gebruiker en met elkaar De wafer fab, die op termijn aan zo’n vierhonte verbinden. Wat een enorme impuls geeft aan derd mensen werk gaat verschaffen, wordt begin ontwikkelingen als artificial intelligence (AI, 2021 opgestart en zal, verwacht Infineon, na kunstmatige intelligentie), machine learning, verloop van tijd 1,8 miljard euro omzet per jaar augmented & virtual reality en big data mining en genereren. analysis. Los daarvan krijgt ook Infineons ontwikkelingsGrote Europese chipfabrikanten, zoals Infineon, centrum in Graz, ook Oostenrijk, er 4.500 Bosch, NXP Semiconductors en STMicroelectrovierkante meter lab- en kantoorruimte bij. Het nics, zetten zwaar in op groei in die markten. Alle nieuwe pand, het vijfde op het Metahofpark in drie investeren ze fors in nieuwe technologieën. Graz, wordt zomer 2020 in gebruik genomen. Onder meer in silicium-carbide integrated circuits (SiC’s), die een betere elektrische geleiding hebben dan ‘gewone’ silicium-chips. Omdat minder CAPACITEITSPLAFOND energie in de vorm van warmte verloren gaat, De fabriek in Villach moet de bestaande Infilevert dat in elektrische auto’s circa 6 procent neon-fabriek in het Duitse Dresden gaan ontmeer actieradius op. lasten. Die hikt aan tegen zijn capaciteitsplafond.
D
56
december 2019
De vraag die elke multinational zich in dat geval stelt, is: waar in de wereld gaan we de benodigde capaciteitsuitbreiding alloceren? ‘Azië was een serieuze optie, maar uiteindelijk is voor Europa gekozen’, meldt een woordvoerder van Infineon desgevraagd. Waarom Villach als winnaar uit de bus kwam? ‘Wij zijn binnen het wereldwijde Infineon-netwerk het competence centre voor 300-millimetertechnologie: hier zitten de r&d, een stuk productie en de mondiale aansturing. En Villach (waar ook en al lang het hoofdkantoor van Infineon Technologies Austria is gevestigd, red.) voldoet aan alle randvoorwaarden: werknemers met veel knowhow en een uitstekende werkmentaliteit, prima faciliteiten en een aantrekkelijke omgeving voor professionals, stabiel land met een overheid die economische groei stimuleert en ondersteunt.’
10 MILJARD MEMS Bouwt Infineon haar nieuwe wafer fab op een bestaand complex, voor Bosch ligt dat anders. Die sterk gediversificeerde onderneming zette eind jaren 60 in Reutlingen in de deelstaat Baden-Württemberg een fabriek op voor de productie van micro-elektromechanische systemen (mems). Vandaag staat de teller daar op
247TAILORSTEEL.COM Op maat gesneden metalen platen, buizen en kantdelen online Offerte binnen 1 minuut
Levering binnen 48 uur
24/7 online beschikbaar
100% eigen machinepark
Registreer nu en bespaar kosten en inspanning!
Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com
ruim 10 miljard geproduceerde mems-sensoren, en elke dag komen er miljoenen bij. Bosch laat weten dat iedere nieuw geleverde auto ten minste negen Bosch-chips aan boord heeft, waaronder een vijftal mems. En de helft van alle smartphones bevat er ook minimaal één. Een bloeiende business, die door de eerder geschetste digitale ontwikkelingen de komende jaren hard zal groeien, verwacht Bosch.
DIGITALE IOT HUB Daarom heeft Bosch besloten een eigen wafer fab te bouwen – net als Infineon niet in Azië, maar in Dresden. Volgens Peter De Troch, woordvoerder van Bosch in de Benelux, stonden alle opties open. En kwam uiteindelijk de Dresden-regio, met haar mondiaal sterke semiconductor-ecosysteem, als meest gunstige uit de bus. Het Mikro-
48.000 werknemers) die samen de hele waardeketen afdekken en vorig jaar 8,7 miljard euro omzet scoorden. ‘Elke tweede chip die in Europa gefabriceerd wordt, komt uit Dresden’, claimt dat cluster. Daarnaast wordt in de Dresdenregio, onder aanvoering van het Bundesministerium für Wirtschaft und Energie, een digitale hub opgezet die tot een ecosysteem voor het IoT moet leiden.
BESTE VAN TWEE WERELDEN Kortom: vruchtbare grond voor een Impressie van de nieuwe wafer fab van Bosch in Dresden. state-of-the-art fabriek die eveneens op basis van 300-millimetertechnoAutomotive Electronics: ‘Halfgeleiders zijn een logie chips gaat produceren, concludeerde Bosch. sleuteltechnologie voor de genetwerkte wereld. De kosten? De onderWij zijn de enige toeleverancier die halfgeleiders neming investeert ruim zelf in eigen producten toepast. Omdat wij het 1 miljard euro in de nieubeste van twee werelden verenigen, is onze positie we faciliteit (72.000 viersterk. Door in de regio Dresden nauw met andere kante meter bebouwd), die semiconductorbedrijven, de universiteit en uiteindelijk aan iets van technische hogeschool samen te werken, kunnen 700 mensen werk zal biewe niet alleen als Bosch groeien, maar ook den. De grootste investeDuitsland en Europa versterken in de mondiale ring in één project in het concurrentieslag.’ 130-jarig bestaan van De bouw is vergevorderd; eind 2021 moet de Bosch, dat ook IoT, AI, fabriek gaan draaien – CO2-neutraal. cybersecurity, edge computing, connected factories en slimme steden en woningen (domotica) als marktsegmenten met sterke groei oormerkt. www.bosch.com Jens Fabrowsky, directielid van de Bosch-divisie www.infineon.com
‘Azië was een serieuze optie, maar uiteindelijk is voor Europa gekozen’
elektronik/IKT Cluster aldaar (IKT staat voor Informations und Kommunikations Technologie, inclusief software) omvat technische opleidingsinstituten en zo’n 1.500 ondernemingen (ruim
december 2019
57
SERVITIZATION
PLATFORMDEELNEMERS HEBBEN BETER BEELD VAN HOE SERVITIZATION READY ZE ZIJN
‘ALS WE NIET DOORZETTEN, VERSLECHTERT ONZE CONCURRENTIEPOSITIE’ Het initiatief om een servitization-platform op te richten, sorteert al enig effect: een paar deelnemers van eerdere rondetafels willen concreet verder met serviceoplossingen of gaan die samen optimaliseren. TU/e-hoogleraar en mede-initiator Ed Nijssen juicht dat toe. ‘Door concrete projecten in het platform te delen en te bespreken, kan de transitie van deze bedrijven naar servitization sneller verlopen.’ DOOR PIM CAMPMAN
ind oktober kwamen de deelnemers aan het beoogde servitization-platform (zie kader) voor de tweede keer bijeen. Néomie Raassens, universitair docent marketing aan de TU/e, praatte hen bij over de missie en visie van het platform. En samen met Ed Nijssen, hoogleraar technology marketing, vertelde zij wat er sinds de eerste meeting eind juni ondernomen is. De ontwikkeling van een concreet actieplan zit nog in het vat, en ligt op menig directietafel. Het hogere doel van het initiatief is (veel) meer bedrijven in ons land ervan bewust te maken dat servitization een belangrijke enabler is voor toekomstige continuïteit en winstgevende groei. Hierbij gaat het om de transitie van producten verkopen naar product-servicesystemen (serviceoplossingen) leveren en onderhouden. Een platform van koplopers wakkert die bewustwording aan en versnelt de ontwikkeling van slimme services die nieuwe business gaan opleveren. In het platform staat kennis vergaren en delen
E
SERVITIZATION-PLATFORM In het servitization-platform trekken tien maakbedrijven, twee kennisinstellingen en mede-initiator Link Magazine samen op. Het gaat om Aebi Schmidt Nederland, IAI Industrial Systems, ITM Group, Lely, Royal IHC, Thermo Fisher Scientific, Vencomatic Group, VMI Group, Voortman Steel Machinery en WEMO International. En bij de kennisinstellingen om de TU/e (vakgroep Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing, ITEM) en JADS (Jheronimus Academy of Data Science in den Bosch).
58
december 2019
‘De gehele organisatie moet bij servitization op één lijn zitten, en dat vergt commitment van en aansturing door het hoogste management’, betoogt Néomie Raassens, universitair docent marketing aan de TU/e. Foto: Bart van Overbeeke
centraal. ‘Praten over het brede onderwerp servitization is best makkelijk, het wordt ook veel gedaan’, zei Raassens. ‘Maar tot een concreet actieplan komen is lastig. Welke richting je ook kiest – een pay-per-use businessmodel, een service die je core-producten ondersteunt of wat dan ook – als het op implementeren aankomt, heeft elke richting z’n problemen.’
DOORZETTEN Ook tijdens de diverse bedrijfsbezoeken die Nijssen, Raassens en collega Alex Alblas de afgelopen maanden aflegden, werd dat klip en klaar. ‘Alle deelnemende bedrijven lopen tegen een muur; het is niet alleen een technische uitdaging, maar zeker ook een organisatie(cultuur)probleem,’ stelde Raassens vast. ‘Logisch dat je je dan gaat afvragen: “Als we niks doen, verandert onze situatie dan echt zo veel?” Wij verwachten van wel. Want aan de andere kant van de muur is veel competitief voordeel te behalen, mede omdat je meer klanteninzichten hebt. Daar komt bij dat de concurrentie natuurlijk niet stilzit. Wat veel bedrijven onderkennen en later in het gesprek ook aangaven, is: “Als we niet doorzetten, gaat onze concurrentiepositie verslechteren. Dus ja, we willen op de een of andere manier zeker die muur over en kansen grijpen om onze koppositie niet te verliezen.”’
READINESS SCAN De ambitie van het platform is die figuurlijke muur te slechten. Om dat doelgericht en effectief
te kunnen doen, moet per bedrijf geturfd worden hoe hoog (of laag) dat scoort op alle voor servitization relevante aspecten. De zogenoemde servitization readiness scan die daarvoor werd ontwikkeld, is ondertussen in alle bedrijven uitgevoerd. De bedrijven beantwoordden liefst 68 vragen en stellingen, op basis waarvan JADSonderzoeker Wim Coreynen een model ontwikkelde dat inzichtelijk maakt hoe een bedrijf op al die vlakken scoort. Het was aan de bedrijven zelf om te bepalen of ze dat invullen overlieten aan één of meer personen. Thermo Fisher Eindhoven pakte het bedrijfsbreed op door er veel afdelingen en disciplines bij te betrekken. Raassens: ‘Meer werk uiteraard, maar daardoor reflecteren de antwoorden wel heel goed de werkelijke – huidige en gewenste – situatie. IHC laat de scan ook door diverse afdelingen invullen om daarna een breed gedragen ontwikkelpad af te spreken.’
DRIETRAPSRAKET De scans waren trap 1 van een drietrapsraket die is ontwikkeld om inzichtelijk te maken wat bedrijven met voorrang zouden moeten oppakken om die stappen in servitization te zetten die bij hun proces, producten en markt passen. De scans werden besproken tijdens de bedrijfsbezoeken (trap 2), waarin het vooral ging om probleemidentificatie en prioritering in de te ondernemen acties. Trap 3 is: concreet keuzes maken, het actieplan afmaken en (financiële) middelen zekerstellen. Eind oktober bleek het nog even te vroeg om ook die laatste stap te zetten.
CRUCIALE THEMA’S Uit de scans en bedrijfsbezoeken kwamen drie thema’s naar voren waarop gefocust moet worden voor een succesvolle transitie. Allereerst: datagedreven besluitvorming. Nieuwe digitale technologieën als sensoring, digital twins, internet of things en virtual reality maken services en businessmodellen mogelijk die tot voor kort ondenkbaar waren. Kennis van die technologieën is dus een vereiste. Thema 2 is meer klantinzicht verkrijgen. Zodat een bedrijf weet hoe de klant omgaat met de machine die het geleverd heeft, qua belasting en onderhoud, en het ecosysteem
‘Aan de andere kant van de muur is veel competitief voordeel te behalen’
van de klant verder ontwikkeld kan worden om adoptie beter mogelijk te maken. Raassens: ‘Met predictive maintenance zijn services beter te customizen en kosten verder te verlagen. Voor de klant zit de winst van concepten als leasen en pay-per-use in het feit dat hij voor een vaste prijs verzekerd is van maximale uptime. En leveran-
ciers leveren zulke businessmodellen meer omzet en marge op – en meer customer intimacy, waaruit langetermijnklantrelaties kunnen ontstaan en het risico dat concurrenten hun positie overnemen, verkleind wordt.’
IEDEREEN MOET MEE Thema 3 is dat in die transitie de gehele organisatie meegenomen moet worden. Belangrijk is dat het topmanagement erachter staat of liever nog: de voortrekkersrol neemt. Raassens: ‘In veel bedrijven zien we dat één discipline of enkele personen heel vooruitstrevend zijn om het servitization-pad op te gaan, maar dat andere disciplines daar niet in meegaan. Omdat die zeggen: “Waarom? Zoals het nu gaat, gaat het toch hartstikke goed?”. Of misschien willen ze andere richtingen voor servicegericht werken inslaan. De complete organisatie moet op één lijn zitten, en dat vergt commitment van en aansturing door het hoogste management.’ Nijssen beklemtoonde dat ook: ‘Je moet digitaliseren, leren samenwerken, mensen trainen, nieuwe services met een verdienmodel ontwikkelen. Al die dingen moeten samen gebeuren en vragen dus interne samenwerking en coördinatie.
Eerst het laaghangende fruit plukken is slim. Maar tegelijkertijd is het belangrijk om je te realiseren dat servitization op de management- en strategische agenda moet staan. Door langetermijnaandacht voor het creëren van extra digitale services en product-servicesystemen voorkom je dat je blijft steken in losse projecten.’
HEEL KLEIN BEGINNEN Het servitization-platform is zodanig opgezet dat het bedrijven kan helpen hun organisatie door te lichten, een basisstrategie uit te zetten, concrete projecten te formuleren en dan concreet nieuwe services te ontwikkelen en uit te rollen. Enkele deelnemers hebben dat laatste inmiddels gedaan, al is dat nog wel op kleine schaal en voorzichtig. Aebi Schmidt en Lely zijn daar goede voorbeelden van; zie de website van Link Magazine (www.linkmagazine.nl). Ook Voortman Steel Machinery in Rijssen is via het platform in beweging gekomen, vertelde director operations Frank Scherphof eind oktober. ‘Wij zijn bezig om een team te creëren, dat dedicated met het ontwikkelen van nieuwe services aan de slag gaat. We gaan daar iemand voor aannemen, waarschijnlijk een PhD, en staan op het punt de eerste opdrachten te formuleren. Met als uitgangspunt dat we niets nieuws gaan doen of creëren. Eerst kijken wat we méér kunnen doen met bijvoorbeeld machinedata die we al hebben. Groot denken, maar klein beginnen.’ www.tue.nl
A matter of resolutions
Bij Kepser geloven we in de kracht van onze medewerkers. De toegevoegde waarde die iedereen vanuit zijn of haar expertise inbrengt, is onmisbaar. Leren, ontwikkelen en uitdagen zijn daarom belangrijke thema’s op onze werkvloer. Nu de jaarwisseling voor deur staat, delen we dan ook graag ons goede voornemen voor 2020: ervoor zorgen dat iedereen bij Kepser duurzaam inzetbaar is én blijft. www.kepser.nl
december 2019
59
PROCESVERBETERING
VRAAG NAAR SCHONE PRODUCTIE NEEMT IN STEEDS MEER INDUSTRIEËN TOE
NIEUWE CLEANROOM ERIKS ‘GROTE STAP VOORWAARTS’ Na een bouwperiode van een jaar is de Clean Manufacturing Facility (CMF) van industrieel dienstverlener ERIKS in Alkmaar op 21 november officieel geopend. Met klanten uit de semiconductor-, voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie en sprekers van Heineken, ASML en ERIKS werd de visie op en het belang van schoon produceren en een goede ketensamenwerking uitvoerig besproken. Sander Splinter, algemeen directeur bij ERIKS: ‘Hiermee kunnen we onze klanten nog meer maatwerk en toegevoegde waarde bieden.’
• ERIKS ontwikkelde zich de afgelopen jaren van
leverancier naar probleemoplosser. • ‘Onze oplossingen moeten leiden tot minder
kosten voor de klant.’ • De CMF beslaat twee verdiepingen en omvat in
totaal meer dan 1.000 vierkante meter. • ‘De vraag naar schoon geproduceerde en schoon
verpakte artikelen en producten neemt toe’ • ‘Als het niet lekker loopt, moet je eerst naar
DOOR ANDRÉ RITSEMA
e Clean Manufacturing Facility, waar producten onder beschermende omstandigheden worden geassembleerd en verpakt – waarover straks meer –, is, zoals Splinter het tijdens de opening verwoordde, ‘een grote stap voorwaarts’ voor ERIKS. Het Alkmaarse bedrijf is van oorsprong een industrieel toeleverancier. ERIKS levert nog altijd, al dan niet uit eigen voorraad, zo’n 900.000 verschillende producten aan de ruim 90.000 klanten wereldwijd. Maar de afgelopen jaren heeft het bedrijf zich volgens Splinter ontwikkeld van leverancier naar probleemoplosser. De trefwoorden daarbij, zo zei de directeur vorig jaar in Link Magazine, zijn maatwerk en co-engineering: ‘Door vroegtijdig mee te denken, kunnen we de focus leggen op het verlagen van de total cost of ownership, de tco. Onze oplossingen moeten leiden tot minder kosten voor de klant. Ik ben ervan overtuigd dat daar een deel van onze meerwaarde zit. We hebben veel kennis van en ervaring in de industrie, en we weten hoe we de klant met de juiste producten en toepassingen kunnen ontzorgen.’
D
CAPACITEITSUITBREIDING Omdat die klanten steeds vaker vroegen (en vragen) om schone producten en schoon verpakte producten, past de komst van de schone productiefaciliteit in de strategie van ERIKS, aldus Splinter. Of eigenlijk een nieuwe CMF, want er was al jaren een cleanroom in het pand in Alkmaar. Die werd te klein, waarna er een jaar of drie geleden besloten werd tot de bouw van een nieuwe faciliteit. Een deel van de productielocatie is daarvoor uitgeruimd en vrijgemaakt. Daar werd het afgelopen jaar een strak en glimmend pand opgebouwd. De
60
december 2019
eerste paal werd op 26 november vorig jaar geboord. De CMF – met name bedoeld voor de klanten uit de food, farma en de semicon – beslaat twee verdiepingen en omvat in totaal meer dan 1.000 vierkante meter. Op de begane grond is de zogeheten schone productie gehuisvest en op de eerste verdieping de feitelijke cleanroom van zo’n 320 vierkante meter. ‘Een knap staaltje werk’, meent directeur Splinter. ‘Ga maar na: we moesten de ruimte herinrichten en de faciliteit bouwen, terwijl alle bestaande productie en logistiek gewoon door moest draaien. En dat is goed gelukt.’
SCHONE PRODUCTIE EN CLEANROOMS De CMF is, zo blijkt tijdens de uitgebreide rondleiding, met zijn 1.000 vierkante meter echt groot: een aantal zeer ruime vertrekken, met veel licht, veel apparatuur en medewerkers in beschermende kleding die druk aan het werk zijn. In alle ruimtes wordt er overdruk gecreëerd, zodat er
jezelf kijken’
PAKKINGEN PLOTTEN De begane grond is, zoals gezegd, ingeruimd voor de schone productie. Zo is er een ruimte voor de productie van rvs-slangen, voorzien van een lasrobot en meerdere orbitaal lasmachines om volgens de laatste ISO-normen te kunnen lassen. En er is een ruimte voor de assemblage van PTFE- en rubber slangen, maar ook een ruimte waar voedselveilige pakkingen worden geplot. Voor de semicon-, farma- en voedingsmiddelenindustrie worden – in weer een aparte ruimte – uiterst gevoelige afdichtingen en rubber- of metaalcomponenten geproduceerd. Op de eerste verdieping bevinden zich de echte cleanrooms. Hier worden producten (al dan niet beneden geproduceerd) 100 procent schoonge-
‘De relatie tussen de machinebouwers en hun toeleveranciers wordt steeds belangrijker’
nooit vervuilde lucht van buiten naar binnen kan komen. En er zijn sluizen die als ‘tussenstop’ dienen voor de medewerkers. Op de begane grond wordt de lucht tien keer per uur helemaal ververst, op de eerste verdieping maar liefst veertig keer. De gehele CMF is ISO-klasse 6 gecertificeerd.
maakt en verpakt. Dit kan op twee manieren: via de natte cleanroom worden slangen volledig schoongespoeld in verschillende ultrasoon baden (tot maximaal ISO-klasse 2), in ovens gedroogd om vervolgens naar de droge cleanroom te gaan. Of producten, zoals rubber en rubber- of metaalcomponenten, gaan rechtstreeks naar de droge
De Clean Manufacturing Facility – met veel glas en ERIKS-blauw – in het magazijn telt twee verdiepingen.
cleanroom. Alle producten worden verpakt in speciale transparante of roze plastic cleane zakken, voorzien van stickers met klantspecifieke productinformatie. Zo zijn ze klaar voor verzending naar de klant en daar direct inzetbaar.
OPENING MET RELATIES EN SPREKERS Tijdens de officiële opening op 21 november zijn er verschillende speeches van zowel klanten als van experts van ERIKS zelf. Om te beginnen algemeen directeur Sander Splinter, die een toelichting geeft op de ontwikkeling van ERIKS tot multi-productspecialist. ‘We leveren al jaren
werktuigbouwkundige producten aan de industrie. Voor een deel zijn en blijven dat natuurlijk standaardproducten, maar wij zijn ook in staat zelf producten te engineeren, hier in huis te produceren – en we kunnen zelfs samen met onze klanten nieuwe producten ontwikkelen en maken.’ ERIKS gebruikt volgens Splinter zijn kennis en ervaring ook om de kosten van de klant te verlagen. ‘Bijvoorbeeld door de juiste producten te gebruiken, met een langere levensduur, met een beduidend lager energieverbruik en minder ongeplande uitval.’
ELIMINEREN VAN VERSPILLING Sjoerd Houtman, sales director bij ERIKS, heeft het tijdens het lezingenprogramma over een nieuwe kijk op schone productie onder de titel ‘Lean in Clean’. Dat zijn niet zomaar buzzwords, meent Houtman. ‘Lean heeft te maken met het creëren van waarde en het elimineren van verspilling. Clean heeft betrekking op de reinheid van producten, zowel wat betreft voedselveiligheid als wat betreft zaken als fijnstof.’ Het zijn aspecten die steeds meer klanten van LEES VERDER OP PAGINA 63
JOINT IMPROVEMENT PROGRAM Eén van de nieuwe diensten die ERIKS sinds dit jaar aanbiedt, en waar tijdens deze officiële opening ook aandacht aan werd besteed, is het zogeheten Joint Improvement Program (JIP). Dat betekent: in vijf dagen tijd met een team van ERIKS-medewerkers bij een klant een aantal productieprocessen onderzoeken en op basis daarvan concrete verbetervoorstellen doen. Bijvoorbeeld waar het gaat om ongeplande stilstand, lekkages en veiligheidsissues door falende componenten. De eerste pilot werd bij Royal Bel Leerdammer gedaan, een tweede pilot vond plaats bij Heineken. Peter Oosterveld van Heineken is naar Alkmaar gekomen om te vertellen over het programma. Het is goed
bevallen, aldus de manager innovations & investments van de brouwerij in Den Bosch. ‘Je laat een aantal specialisten van een externe partij in de keuken kijken en met mogelijk nieuwe oplossingen komen. Dat was natuurlijk een uitdaging, want onze productieprocessen zijn omvangrijk en vaak ingewikkeld. Maar de sfeer was goed en ik kijk er heel positief op terug.’ Was het niet confronterend om te horen dat er allerlei dingen beter konden? Nee, oordeelt Oosterveld. En dat lag volgens hem ook aan de ‘respectvolle manier’ waarop het ERIKS-team de verbeteringen voorstelde. Belangrijk is wel, aldus Oosterveld, dat een klant intern zijn eigen techneuten goed moet meenemen in het hele proces.
Die moeten zich niet voor het blok gezet voelen. ‘Je moet je kwetsbaar opstellen. Over je eigen schaduw heenstappen. Je mensen duidelijk maken dat ERIKS aanwezig is om ons te helpen de processen te verbeteren. En dat is in ons geval gelukkig goed gelukt.’ Oosterveld was, zo zegt hij, in ieder geval onder de indruk van de kennis van het team van ERIKS-specialisten. ‘Ze waren toch in staat om in vijf dagen alle benodigde informatie boven tafel te krijgen, deze op een goede manier te analyseren en met verbetervoorstellen te komen. Dat zegt toch wel iets over de kwaliteit van de mensen.’
december 2019
61
I want the whole package! Do you need a powerful, smart, and reliable drive system? One that comes with an electric motor, gearhead, controller, housing, connectors, software, and more? Then contact our specialists: systems.maxongroup.com
Precision Drive Systems
keling, productintroductie en serieproductie’ wil Boeijer – zo zegt hij – graag een fase toevoegen: de continue verbetering. Dat betekent in zijn ogen dat een product of ontwerp telkens aangepast en verbeterd wordt – onder andere met technologieën als rapid prototyping, additive manufacturing en 3D-printing. ‘Dat is in onze optiek de enige manier om goede producten te kunnen blijven leveren. Het vraagt wel om een andere organisatiecultuur, zowel bij ERIKS als bij de klant. Je moet willen blijven leren, je moet snel kunnen omschakelen en de lijnen zo kort mogelijk houden.’
PARTNERSHIP BELANGRIJK Directeur Sander Splinter tijdens de officiële opening: ‘Met de CMF kunnen we de toegevoegde waarde voor onze klanten verder uitbouwen.’ Foto’s: ERIKS
VERVOLG VAN PAGINA 61
ERIKS aangaan, merkt Houtman. ‘In steeds meer industrieën neemt de vraag naar schoon geproduceerde en schoon verpakte artikelen en producten toe. De komst van onze nieuwe faciliteit zorgt ervoor dat we aan die vraag kunnen voldoen. We nemen onze klanten de complete schone productie uit handen, maken hun processen efficiënter en proberen hen volledig te ontzorgen.’
een thema aan dat één van de rode draden van de dag is. Zonder samenwerking geen succes, klinkt het in bijna elke presentatie en toespraak. Boeijer daarover: ‘We zien dat de relatie tussen de machi-
En dan is het podium voor Wim Waeghe, vice president strategic sourcing bij ASML, één van de klanten van ERIKS. Hij reageert op een aantal vragen van dagvoorzitter Pauline de Wilde en op vragen uit de zaal. En ook die vragen gaan voor een groot deel over het belang van een goede samenwerking. ASML heeft op het moment zo’n 25.000 werknemers – en dat zijn er maar liefst 10.000 (!) meer dan een jaar of vijf geleden. Zo’n groei trekt ook een zware wissel op de relatie met de toeleverancier, zegt Waeghe. ‘Het is en blijft voor ons de uitdaging de best mogelijke machine
‘Continue verbetering vraagt om een andere organisatiecultuur’
CONTINUE PRODUCTVERBETERINGEN Dennis Boeijer, businessunitmanager sealing & polymer technology bij ERIKS, benadrukt in zijn speech de voordelen van technische ontwikkelingen als co-engineering en additive manufacturing. Voor elke klant is er maatwerk nodig voor de juiste oplossing, zo zegt hij. En dat maatwerk komt het beste tot stand als ERIKS en de klant vanaf het begin samenwerken – en als er vervolgens ook snel kan worden geschakeld. Daarmee, met dat samenwerken, snijdt Boeijer
nebouwers en hun toeleveranciers in de keten, zoals ERIKS, steeds belangrijker wordt. Een goede samenwerking is cruciaal, en daarvoor moeten we de processen in de keten zo optimaal mogelijk op elkaar afstemmen.’ Aan het ‘traditionele drietrapstraject van ontwik-
te ontwikkelen en tegelijkertijd steeds te blijven voldoen aan de verwachtingen van de klant. Toeleveranciers als ERIKS moeten ons helpen die kwaliteit te borgen.’ De leverancier moet kunnen inspelen op de verandering bij ASML, aldus Waeghe. ‘Hoe kan hij bijdragen aan onze betrouwbaarheid? Daar zit voor mij de toegevoegde waarde van de toeleverancier. Wij beoordelen de toeleverancier op zijn performance. Hij moet de doelstelling hebben ons snel te helpen en onze kwaliteit te waarborgen. En daarvoor geldt eigenlijk altijd: je moet het verdienen. En als het niet lekker loopt, moet je eerst naar jezelf kijken – niet naar de ander. Het partnership tussen ASML en de toeleverancier is het resultaat van een goede samenwerking.’
TROTS
Tijdens een rondleiding worden de bezoekers per ruimte bijgepraat over de mogelijkheden van de CMF.
Aan het eind van de openingsactiviteiten toont directeur Splinter zich trots en zeer tevreden. ‘Het is precies geworden wat we er van tevoren van verwachtten. Met de CMF kunnen we onze toegevoegde waarde voor onze klanten verder uitbouwen. Bezoekers zijn zonder uitzondering onder de indruk van de nieuwe productiefaciliteiten die ze hebben gezien.’
www.eriks.nl
december 2019
63
AUTOMATISERING
NAAIJKENS EN BOSCH REXROTH PASSEN SCHROEFTECHNIEK UIT AUTOMOTIVE TOE IN FOOD & PACKAGING
‘ONS BESTAANSRECHT IS INNOVATIEVE CONCEPTEN ONTWIKKELEN’ Middenin de hal van Naaijkens in BerkelEnschot staat een machine op het punt van vertrek. De machine, bestemd voor klant SodaStream, kan koolzuurcilinders uiterst snel van een ventiel voorzien. SodaStream groeit gigantisch en dat vraagt om verdere automatisering. Oké, de ontwikkeling van de machine heeft iets langer geduurd dan gedacht, zegt directeur Jorrit Naaijkens met gevoel voor understatement. Maar dan heb je ook wat. Bosch Rexroth levert het schroefsysteem, zodat dat het verschroeven accuraat en gecontroleerd verloopt.
DOOR LUCY HOLL
e hebben enkele maanden nodig voor de bouw van de machine’, hadden Jorrit en zijn broer Bart Naaijkens tegen SodaStream gezegd toen die met de vraag voor geautomatiseerd schroeven aanklopte. Het werd zo’n twee jaar. ‘Maar in deze machine zit nu ook echt alle techniek en knowhow die we in huis hebben’, zegt Jorrit, directeur van Naaijkens Innovative Design, leverancier van embedded oplossingen voor de industrie. ‘Dit is ons paradepaardje’, voegt Bart, directeur van Naaijkens Engineering, gespecialiseerd in totaaloplossingen voor de machinebouw, eraan toe. Er lopen nu probleemloos 1.800 aluminium cilinders per uur door de machine heen. Die worden elk in de spindels van Rexroth voorzien van een messing ventiel dat exact volgens de specificaties van SodaStream wordt aangedraaid.
‘W
BUBBELS SodaStream is een booming Israëlisch bedrijf dat in bijna vijftig landen aan consumenten een systeem levert om thuis van kraanwater vers bruiswater te maken en zo een hoop plastic flessen uit te sparen. De koolzuurcilinder zorgt voor licht tot intens bruisende bubbels. Elke koolzuurcilinder wordt na een aantal jaren van steeds weer hervullen gekeurd en vervolgens gereviseerd of afgevoerd. Frisdranken- en snackfabrikant PepsiCo nam het bedrijf vorig jaar over voor een
64
december 2019
Het centrale deel van de machine voor klant SodaStream. De machine voorziet koolzuurcilinders uiterst snel van een ventiel. Naaijkens in Berkel-Enschot ontwierp en bouwde de machine van begin tot eind, Bosch Rexroth leverde het schroefsysteem. Foto: Bosch Rexroth
slordige 3,2 miljard dollar. In het Brabantse Rijen zit een SodaStream-vestiging, meteen ook het grootste Europese (na)vulstation. Wie iets doet met CO2, wordt in veel landen aangemerkt als chemische fabriek; hier in Nederland is dat niet zo, al zijn vanzelfsprekend wel allerlei vergunningen nodig. SodaStream uit Rijen schakelde Naaijkens jaren geleden in om mee te denken over efficiënte, veilige CO2-aanvoer en ook over het labelen van de flessen. De productie van nieuwe koolzuurcilinders is arbeidsintensief: de ventielen op de cilinders werden in Rijen tot nog toe handmatig aangebracht. De Nederlandse vestiging vroeg de broers Naaijkens of ze ideeën hadden voor automatisch verschroeven. Jorrit Naaijkens: ‘Ik had ergens anders een schroefsysteem van Rexroth gezien en dacht toen meteen dat we daarmee iets zouden kunnen bedenken voor deze toepassing.’
STAAND OF LIGGEND ‘Het lijkt op zich niet zo’n ingewikkelde handeling om te automatiseren’, zegt hij. ‘Een van de bottlenecks bleek de manier van aanvoeren van de koolzuurcilinders. We kregen ze eerst in kartonnen dozen aangeleverd, maar een robot
kan daar niets mee, dus moesten ze in grote kratten. En zouden we de flessen liggend of staand de machine in moeten voeren? Hoe wisten we dat de flessen precies goed stonden en niet gingen wankelen?’ Alle problemen zijn opgelost. Nu voedt een Yaskawa-robot vier sporen met cilinders, zo nodig uit te breiden tot zes. Die sporen leiden de rechtopstaande flessen naar de schroefmachines. Met een 3D-vision systeem worden de pallets gecontroleerd op aantallen en positie van de cilinders. Zo pakt de gripper de cilinders op dezelfde manier. Een tweede robot zorgt voor de aanvoer van de ventielen die verschroefd moeten worden. Er dient altijd een rubberen afdichting te zitten tussen de fles en het ventiel. Of deze afdichting aanwezig is, wordt gecontroleerd door het Rexroth-schroefsysteem op basis van de schroefcurve die wordt gemonitord in het systeem. Het schroefsysteem controleert ook de hoek en het koppel en kan op deze manier garanderen dat het messing ventiel in de aluminium fles is gemonteerd. Tot slot volgt een eindcontrole met een tweede visionsysteem, zodat de defecte of ongeschroefde cilinders makkelijk uitgestoten kunnen worden. De schroefspindels weten nu de
genoemde 1.800 flessen per uur te halen. Bart Naaijkens: ‘Wij zijn voorzichtig begonnen met 100 flessen per uur, toen 200, toen 500. Ik doe alle mechanica tot aan de PLC, en dan pakt Jorrit het over. Het complete concept van idee tot aan de installatie ter plaatse, is onze kracht.’ Het werkt boven verwachting, concluderen de heren.
ventielen per uur. Wij hebben gerekend aan de specificaties van SodaStream om te kijken of het zou lukken. De aantallen zijn een uitdaging, je moet de warmte in die spindels kwijt kunnen. Maar het kan.’ De besturing van het schroefsysteem van Rexroth is standaard ingericht om de kwaliteit van het verschroeven te meten. De ope-
Nu tonen data op batchniveau aan of er juist verschroefd is. In de toekomst worden productiedata op flesniveau verzameld. Maar een fles heeft nu nog geen unieke identificatiecode. ‘Dat gebeurt al wel in de automotive: daar wordt alles per identificatienummer vastgelegd’, zegt Erik de Git.
NEK UITSTEKEN
‘Alles communiceert met alles, die flexibiliteit is een absolute eis in een smart industry’
‘We besteden veel uit, het plaatwerk bijvoorbeeld komt van toeleveranciers uit de regio. Voor die spindels dachten we meteen aan Rexroth. Natuurlijk zijn er meer aanbieders, maar hun schroefsysteem voldoet aan de specificaties. Een korte cyclustijd is hier cruciaal, we moeten kwaliteit garanderen en een hoge snelheid halen.’
UITDAGING Erik de Git, branchemanager factory automation bij Rexroth, koploper op het gebied van aandrijfen besturingstechniek: ‘Er was geen kant-en-klare oplossing voor deze machine in de standaard machinebouw. Ons schroefsysteem wordt veel toegepast in bijvoorbeeld de automotive, maar een wiel aandraaien is wat anders dan honderden
rator ziet op zijn scherm precies of het goed gaat. ‘De schroefmachine zorgt voor het accuraat inschroeven van de ventielen. De operator kan zich zo vooral focussen op de logistiek rondom de machine.’
ONDERLING COMMUNICEREN Op het dashboard is ook meteen alles van de machine te zien en te regelen, inclusief de twee robots. De machine bevat onderdelen en modules van Naaijkens zelf en van meerdere toeleveranciers. ‘Dat moesten we allemaal op elkaar afstemmen. De software hebben we 100 procent zelf ontwikkeld. Alles communiceert met elkaar, die flexibiliteit is een absolute eis in een smart industry’, aldus Jorrit Naaijkens.
SodaStream gaf de gewenste specificaties en liet Naaijkens vervolgens vrij in het bedenken van een oplossing. Jorrit Naaijkens: ‘We willen liefst zo weinig mogelijk input van de klant hóe we het moeten doen. Als we de specificaties hebben en we denken dat we het kunnen, gaan we aan de slag. Dit is zo’n specialistisch werk.’ Door deze aanpak heeft Naaijkens een extra specialisme opgebouwd waardoor er in de toekomst nog meer en betere machines gebouwd kunnen worden. ‘We hebben onze nek uitgestoken om deze schroeftechniek in de machinebouw toe te passen. Dat leverde best een paar keer stress op: gaan we de aantallen halen, kloppen alle berekeningen? We hebben gigantisch veel uren in deze machine gestoken, ondersteund door Rexroth. Met alles wat we geleerd hebben, kunnen we misschien ook andere gezamenlijke klanten zoeken. Ons bestaansrecht is innovatieve concepten ontwikkelen. Dit geeft ons een unieke positie in de markt.’ www.naaijkens.nu www.naaijkensbv.nl www.boschrexroth.nl
vanegmond.nl Elektrogroothandel Industriële Automatisering Kenniscentrum
Van Egmond Groep en Omron zijn uw kennispartner voor slimme roboticaoplossingen!
december 2019
65
STRATEGIE
HIJS- EN HEFSPECIALIST BKL WORDT ONDERDEEL ANVIL INDUSTRIES ONDER VLEUGELS VADO
‘1+1=3’ De Eindhovense investeringsmaatschappij VADO Beheer, van DAF-familie Van Doorne, nam deze zomer BKL uit Nuenen over van de familie Van Bakel. De hijs- en hefspecialist voor hightech industrieën als de semicon en optica is nu onderdeel van Anvil Industries, dat ook onder VADO-vlag vaart en al vier verspaningsbedrijven telt. Anvil krijgt zo toegang tot engineeringen projectleidingscapaciteit, BKL tot tweehonderd frezers en draaiers. ‘We hebben nu de kritische massa om nog meer seriematig te gaan produceren.’
DOOR HANS VAN EERDEN
e vier metaalbewerkende bedrijven binnen Anvil Industries – Rols Machineonderdelen in Geldrop, VDB Machinefabriek Jan Adams, ceo Anvil Industries (links), en John de Smit, managing director BKL, op de engineeringafdeling van BKL. Beiden willen in Bergeijk en de Valkenswaardse doorgroeien naar een kleine honderd medewerkers, onder meer nodig voor het opbouwen van eigen competenties in elektronica en bedrijven Jansen Machining Technolosoftware. ‘Dat willen we niet meer zoveel uitbesteden.’ Foto: Bart van Overbeeke gy en Job Precision – leggen zich toe op verspanen, lassen en assemblage voor markten als semicon, medical, pharma ontbrak ons ook aan projectleiding voor overvooraf met klanten over in gesprek te gaan. en analytical; daarvoor beschikken ze over cleankoepelende projecten die engineering en de comAdams: ‘Ik vind het belangrijk dat BKL en onze rooms en cleaningfaciliteiten. Hun klanten zijn petenties van meerdere van onze fabrieken vermensen 200 procent achter dit samengaan staan, de ‘grote drie’ uit de Brainport-regio, ASML, gen. BKL heeft dat wel en is gewend om projectmaar klanten moeten het ook steunen.’ Dat zit Philips Healthcare en Thermo Fisher (FEI), en de leiders en ook engineers te managen. Dit speelde wel goed, aldus De Smit: ‘Onze grootste klanten bekende system suppliers. ‘Wij zijn een allemansal jaren en binnen de bestaande klant-leveranhebben dit enthousiast ontvangen.’ Intussen vriend en werken als tier 1 en tier 2’, verklaart ceo cierssituatie zijn we stiekem bij BKL gaan kijken draagt BKL al bij aan projecten, meldt Adams: Jan Adams van Anvil Industries. ‘Tier 1.5 noemen of zij een geschikte partij voor ons zouden zijn. ‘Dat zijn projecten waarin meerdere fabrieken we dat. Wij maken componenten en mechanische Ze bleken goed bij ons aan te sluiten wat betreft van Anvil samenwerken en BKL de projectleiding samenstellingen. Daardoor zijn we geen concurklantenkring en cultuur, maar er was geen ambiverzorgt, tussen de fabrieken onderling en renten van onze tier-1 klanten, maar vullen we tie om BKL te verkopen.’ Later bleek die er toch richting de klant.’ Met zijn engineers (25 nu) wil hen naadloos aan.’ Na de overname door VADO te zijn, vervolgt managing director John de Smit. De Smit een rondje langs de Anvil-bedrijven gaan Beheer is BKL onderdeel van Anvil geworden. Als ‘Voor de aandeelhouders stond de continuïteit maken. ‘Wij hebben in de loop der jaren ons spespecialist in hijs- en hefapparatuur voor de highvoor BKL voorop en gezamenlijk is in 2018 cialisme in hijs- en hefwerktooling opgebouwd in tech industrie concentreert BKL zich met vijftig besloten op zoek te gaan naar een nieuwe de periferie van de machine van onze klanten, medewerkers op productontwikkeling, engineeinvesteerder. De cultuur en het feit dat VADO ons maar zijn weggedreven van de technologie ín de ring en assemblage; componenten betrekt het van niet na vijf of tien jaar weer zou verkopen, gaven machine. Door onze samenwerking met Anvil maakbedrijven, waaronder ook Anvil-bedrijven. de doorslag’, zegt hij. ‘Nu we bij VADO onderdeel kunnen we daarnaar terugkeren. Onze mensen zijn geworden van Anvil, is het echt 1+1=3. Naast worden er blij van om meer mechanische samenengineering en montage hebben we nu tweestellingen die in de machine zitten te engineeren. WEDERZIJDSE AANVULLING honderd frezers en draaiers achter ons staan. Met En zelf kunnen we nog meer seriematig gaan Anvil miste de engineering- en projectleidingsdie maakbedrijven in de groep kunnen we beter produceren voor sommige klanten.’ capaciteit om klanten op een hoger niveau te onze toegevoegde waarde aantonen.’ kunnen bedienen, verklaart Adams. ‘Grote oem’ers willen een stap eerder in een project RUIMTE VOOR INVESTERINGEN samen met ons engineeren. We moeten meer aan ‘ENTHOUSIAST ONTVANGEN’ BKL heeft nu nieuw toekomstperspectief. De value engineering en design for manufacturing Smit: ‘We waren al een tijd op zoek naar een Met BKL kwam wel de mechatronica bij Anvil doen, dus is BKL een schitterende aanvulling. Het binnen, reden voor Adams en De Smit om daar nieuwe freesmachine voor onze prototyping. Die
D
66
december 2019
investering leverde veel discussie op, maar nu VADO de continuïteit heeft zeker gesteld, is er meer ruimte voor. We hadden al een aantal merken freesmachines op ons lijstje staan. Rols bleek veel kennis van Haas te hebben, zij hebben ons wat handreikingen gedaan.’ De nieuwe machine komt wel bij BKL te staan en niet bij Rols, meldt Adams. ‘Bij Rols doen we alleen repeatwerk. Even een proto maken voor BKL zou alleen maar verstopping geven. BKL moet zelf snel een proto kunnen maken of een nieuw product als er een afkeur binnenkomt. Het is eerder de vraag of er bij BKL niet nog meer machines voor prototyping moeten komen. Die strategische discussie gaan we nog opstarten. Want BKL moet er wel z’n eigen broek mee kunnen ophouden. Ze worden geen cost centre binnen Anvil, bedrijven gaan elkaar niet subsidiëren.’ Verdere investeringen bij BKL betreffen vooral de medewerkers. De Smit: ‘Zij zijn onze belangrijkste asset. We zitten nu op 50 medewerkers en 14 miljoen euro omzet, we willen doorgroeien naar een kleine 100 medewerkers en 20 miljoen omzet.’
ASML De nieuwe mensen zijn onder meer nodig voor het opbouwen van eigen competenties in elektronica en software. ‘Dat willen we niet meer zoveel uitbesteden. Op mechatronisch gebied gaan we het bedrijf juist verder uitbouwen en onder meer een eigen softwareplatform ontwikkelen’, stelt De Smit. Verder wil BKL meer inzetten op eigen producten. ‘Wie weet liggen er over een aantal jaren
wel BKL-producten zoals kranen, hijsjukken, interfaces en krikjes. We zien kansen om eigen tools aan te leveren voor de reinheidsklasse die de industrie tegenwoordig vraagt.’ Verder loopt er een onderzoek in de VS. ‘Daar willen we voet aan de grond krijgen met onze hijs- en hefmiddelen voor de semicon. Met de ASML-vestiging in Wilton hebben we al een goede relatie, maar we willen het breder uitbouwen.’ Overigens heeft
2020 moet in Valkenswaard nieuwbouw gereed zijn en dan zal ook de nieuwe strategie uitgekristalliseerd zijn. Met betrekking tot BKL geeft hij alvast een voorzet. ‘De engineeringbijdrage aan de andere Anvil-bedrijven kan doorgroeien en er moeten technisch-commerciële projectleiders komen die ook het accountmanagement gaan doen. BKL is er goed in die te vinden en te managen. Ook kunnen we bij BKL nog meer
‘Met die maakbedrijven kunnen we beter onze toegevoegde waarde aantonen’
BKL ook een hechte relatie met Zeiss. ‘Die dateert al van voor ons samengaan met Anvil. We zijn door ASML voorgedragen om bij te dragen aan de nieuwe fabriek van Zeiss in Duitsland, waar ze de ‘lenzen van de toekomst’ voor de ASMLmachines gaan maken. We werkten daar al onder regie van twee ingenieursbureaus aan tooling voor die fabriek, maar zijn nu ook toegevoegd aan Zeiss’ bestand van directe leveranciers.’
mechanische assemblage gaan doen voor producten van de andere bedrijven. Hier in Nuenen (waar het BKL-pand recentelijk is uitgebreid, red.) is daar de ruimte voor.’ Intussen werken Adams en De Smit verder aan de integratie van BKL in Anvil Industries. De Smit: ‘We hebben elkaar als partners gevonden en daarom verloopt de samenwerking en integratie heel natuurlijk.’
NATUURLIJKE INTEGRATIE Over de ambities van Anvil Industries wil Jan Adams volgend jaar graag verder praten. Zomer
www.bkl.nl www.anvil-industries.nl
HIGH PERFORMANCE MACHINING EQUIPMENT
We manufacture high-tech components, modules and systems, with the highest precision.
We operate with the deepest conviction to make things better. Every Day.
Want to know what we can do for you? Discover more at KMWE.COM
december 2019
67
Transforming companies into industry leaders. Passionate, Together & Challenging
Betrouwbaar, deskundig, innovatief en persoonlijk Dat zeggen onze klanten. Pulse maakt productie-, handels- en servicebedrijven toekomstbestendig door bedrijfsprocessen te optimaliseren met het Microsoft Dynamics 365-platform. Daarmee stellen wij klanten in staat om toonaangevend te zijn in hun industrie. Daag ons uit!
Pulse heeft ruim 200 klanten in de volgende branches: Bouwtoelevering Machine- en apparatenbouw Groothandel en distributie Automotive Metaal Kunststof en chemie
www.pulse.nl Noorderpoort 21, NL 5916 PJ Venlo Hanzeweg 1a, NL 7418 AW Deventer
+31 (0)88 – 424 28 28
info@pulse.nl
Control your future
AUTOMATISERING
ONDER VLEUGELS ABB VERSTERKT B&R POSITIE IN DE FABRIEK
‘NAADLOZE INTEGRATIE’ ROBOT IN MACHINE EN PRODUCTIELIJN Voorafgaand aan de toonaangevende beurs SPS in het Duitse Neurenberg organiseert B&R Industrial Automation jaarlijks een persconferentie. Sinds B&R in 2017 onderdeel werd van het beursgenoteerde ABB, is de zakelijke berichtgeving zeer beperkt. Technologisch viel er dit jaar echter weer voldoende te beleven, met dank onder meer aan ABB’s divisie Robotics. B&R lanceerde de ‘naadloze integratie’ van ABB-robots in zijn eigen besturing voor machines en productielijnen. Dat maakt, aldus B&R, de complete automatisering eenvoudiger en verbetert de synchronisatie tussen robot en machine of productielijn. En dat is vooral bij snelle en nauwkeurige processen van belang. DOOR HANS VAN EERDEN
H
ighlight van de persconferentie, en vrucht van de overname van B&R door ABB, is de aankondiging van B&R’s oplossing voor geïntegreerde robotica. Een robot kan in de fabriek twee posities innemen, verklaart productmanager Sebastian Brandstetter. De
robot staat centraal, zoals in de automotive met zijn verregaand gerobotiseerde assemblagelijnen, en dan is ABB de aangewezen leverancier van robot plus besturing. Of de robot is onderdeel van een groter productieproces en staat daarin ten dienste van een machine of lijn. Aangezien B&R de complete industriële automatisering verzorgt, is het volgens Brandstetter logisch dat
• Automatiseringsaanbod is uitgebreid met
geïntegreerde robotica. • Het gros van de automatiseringsaanbieders heeft netwerkprotocol OPC UA over TSN definitief als standaard geaccepteerd. • Bij een hack kan meteen het complete bedrijf stil liggen, dus cybersecurity is geboden. • Ook in de mobiele automatisering schrijdt elektrificatie voort.
het dan ook de integratie van de robot – van ABB of van een ander merk als de klant dat wenst – in die productieomgeving verzorgt. Tot nu toe was er echter sprake van twee gescheiden werelden, aldus de productmanager: die van de automatisering en van de robotisering. LEES VERDER OP PAGINA 71
B&R-TOPMAN WIMMER: LAGERE GROEI, GROTER MARKTAANDEEL Naast de Hannover Messe is de SPS in Neurenberg een van de belangrijkste internationale beurzen voor de industriële automatisering. De beurs, voorheen bekend als SPS IPC Drives en sinds dit jaar SPS (Smart Production Solutions) geheten, is altijd eind november. Te laat voor de decembereditie van Link Magazine, dus komt het goed uit dat exposanten zoals B&R Industrial Automation voorafgaand alvast een persconferentie organiseren. Die vond deze keer eind oktober plaats in Neurenberg. Sinds B&R twee jaar geleden onderdeel werd van de industriële gigant ABB, valt er weinig zakelijk nieuws meer te halen. ABB is beursgenoteerd en dus is de financieel-economische communicatie aan strenge regels gebonden.
B&R valt nu onder ABB Robotics, maar blijft vooralsnog zelfstandig opereren. Organisatorische integratie heeft geen prioriteit, wil B&R-ceo Hans Wimmer kwijt. Technologisch is het wel samenwerking wat de klok slaat, in het aanbod voor klanten alsook in de eigen operatie. Zo werkt B&R in zijn hooggeautomatiseerde en geflexibiliseerde productie met robots van ABB. Omgekeerd gaat ABB Robotics in zijn nieuwe fabriek in Shanghai (China) produceren met inzet van de eigen robots én de automatisering van B&R. Nu de investeringen in de industrie enigszins stagneren, is dubbelcijferige groei voor B&R even niet haalbaar, laat Wimmer doorschemeren. Door nieuwe klanten binnen te halen, onder meer in voor B&R nieuwe markten als mobiele automatisering, wint het bedrijf wel aan marktaandeel, aldus de topman. Portfolioverbreding is hier het toverwoord, in hardware maar vooral ook software en netwerktechnologie. Geografisch blijft het concern eveneens groeien, meldt Wimmer. Zo opende B&R recent een vestiging in Vietnam, want ook daar begint de machinebouw op te komen. Technologie is in Neurenberg echter de hoofdmoot. B&R schaakt op veel borden tegelijk. Het heeft tal van innovaties die nog in de pilotfase verkeren Impressie van SPS IPC Drives 2018. Foto: Mathias Kutt, Mesago
Industriële investeringen stagneren, maar B&R blijft groeien door portfolioverbreding en geografische expansie, meldt ceo Hans Wimmer. Foto’s (tenzij anders vermeld): B&R
– klanten zijn helaas nog net niet ver genoeg om er al over te kunnen praten – inmiddels op de SPS 2019 gepresenteerd; in het nieuwe jaar komen die voor de markt beschikbaar. In deze laatste Link van het ‘oude’ jaar alvast een voorproefje. sps.mesago.com www.br-automation.com
december 2019
69
alleen wat hardware vervangen. B&R introduceert er nieuwe producten voor, zoals de TSN machine switch. Die is, in een zeer compacte uitvoering, bedoeld voor het opzetten van OPC UA over TSN-compatibele netwerkinfrastructuren tussen besturingen en machines.
Integratie van ABB-robot met B&R-automatisering.
VERVOLG VAN PAGINA 69
AUTOMATISCHE CONFIGURATIE Daarom heeft B&R een eigen robotbesturing ontwikkeld, die uiteraard de mogelijkheden van de ABB-robot benut en tegelijkertijd naadloos past in de complete B&R-besturingsomgeving. ‘Onze nieuwe robotbesturing zorgt zoveel mogelijk voor automatische configuratie van de robot in de complete lijn.’ In samenwerking met ABB zal B&R de besturing ook geschikt maken voor ABB’s Yumi-cobots, de robots die met menselijke operators kunnen samenwerken. Zo heeft B&R zijn automatiseringsaanbod uitgebreid met geïntegreerde robotica, waarmee het nog beter wil inspelen op de overheersende trend van flexibilisering en afnemende seriegrootte. In het bijzonder is die geïntegreerde besturing belangrijk voor de synchronisatie van de robot met machine of lijn in het geval van snelle en nauwkeurige processen, verklaart Brandstetter. ‘Machinebouwers staan nog maar aan het begin van de integratie van robots met hun machines.’
EÉN TAAL Synchronisatie vergt snelle, real-time communicatie tussen besturing, robot en machine/lijn. Wat dat betreft kan B&R met enige opluchting melden dat het gros van de automatiseringsaanbieders het nieuwe netwerkprotocol OPC UA over TSN definitief als standaard heeft geaccepteerd. OPC UA (Open Platform Communications - Unified Architecture) is een standaard voor gegevensuitwisseling tussen industriële automatiseringssystemen, TSN staat voor Time-Sensitive Networking. OPC UA zorgt ervoor dat systemen van verschillende fabrikanten één taal hebben om met elkaar te kunnen communiceren, TSN maakt daar een variant van voor real-time datatransmissie over ethernet. Cruciaal daarbij is dat OPC UA over TSN zo’n achttien keer sneller is dan de snelste van de andere ethernetgebaseerde protocollen, zoals B&R’s eigen Powerlinkprotocol, dat het overigens blijft ondersteunen. Volgend jaar kunnen gebruikers overstappen naar de nieuwe standaard. In hun besturingssoftware hoeven ze er niets voor aan te passen, verklaart productmanager Stefan Bina; ze moeten
CYBERSECURITY GEBODEN
voorbeeld om de mobiele automatisering voor landbouw, logistiek of grondverzet. Dat past in de portfolioverbreding waarover ceo Hans Wimmer sprak. Ook die sectoren stellen tegenwoordig hoge eisen aan de besturing, heeft B&R gesignaleerd, onder meer vanwege de toenemende datahonger en de voortschrijdende elektrificatie, waarbij hydrauliek wordt vervangen door elektrische aandrijving. Voor die mobiele toepassingen heeft B&R een industriële pc ontwikkeld die echt zeer robuust is, aldus Wimmer: schok- en trillingsbestendig, voor temperaturen tot –40 en +85 graden Celsius en met de hoogste afschermingsklasse, IP69K (stofvrij en vochtdicht). Ook is de pc bestand tegen de soms ‘ruige’ stroomvoorziening van grofstoffelijke outdoormachines. Hij bezit voldoende rekencapaciteit voor autonome besturing en dataverwerking aan boord. Dat past dan weer in de brede beweging richting de ‘rand’, oftewel edge computing.
Het nieuwe protocol is uiteraard geschikt voor 5G en draadloze communicatie, meldt Bina. Als bijkomend voordeel presenteert hij de inteDECENTRAAL EN COMPACT gratie tussen de it (informatietechnologie) en de En daar blijft het niet bij in de ‘edge’. B&R introot (operationele technologie). Die faciliteert de duceert nieuwe compacte aandrijvingen met steeds nauwere samenwerking tussen de kantoorgeïntegreerde versterker en besturing voor decenen fabrieksautomatisering in smart industry – trale inzet. Decentrale aandrijftechniek heeft verdenk aan de rechtstreekse productieaansturing schillende voordelen, aldus Wimmer. ‘Het zorgt vanuit ERP via MES (manufacturing execution ervoor dat centrale besturingskasten niet te groot system) en aan de big data die met het internet of worden en past in de voortschrijdende modularithings (IoT) in de fabriek worden verzameld en sering van machines en productielijnen. Die wormeteen op kantoor kunnen worden geanalyseerd. den meer en meer opgebouwd uit standaardZo ontstaat er één bedrijfsbreed netwerk met modules die elk hun eigen intelligentie al aan OPC UA over TSN als communicatieprotocol. boord hebben, zodat de centrale besturingsKeerzijde is wel dat een hack meteen het compleopbouw en benodigde bekabeling bij assemblage te bedrijf kan stilleggen, dus cybersecurity is beperkt blijven.’ Bovendien kan decentrale datageboden. OPC UA voorziet daarin met uit de it verwerking besparen op de datacommunicatie bekende beveiligingen zoals gebruikersauthenmet en de dataopslag in de cloud, die bij big data ticatie en -autorisatie, encryptie en certificaatflink in de papieren kunnen lopen. De voortafhandeling. schrijdende elektrificatie, in dit geval ten koste Gestandaardiseerde communicatie via OPC UA over TSN is natuurlijk ideaal voor het IoT. Dat koppelt immers ‘dingen’ met uiteenlopende tongval aan elkaar, van computers en machines tot sensoren en actuatoren. De data die het IoT genereert, kunnen gebruikers verzamelen en verwerken met B&R’s Asset Performance Monitor, vertelt Industrie 4.0 slaat ook toe in de mobiele automatisering voor bijvoorbeeld de landbouw. B&R heeft een robuuste pc ontwikkeld voor besturing en data-acquisitie in het veld. René Blaschke, productmanager voor industrieel IoT. ‘Dankzij OPC UA kunnen zij die data nu eenvoudig van de ‘energie-inefficiënte en procesverstorende delen met hun klanten. Dat opent mogelijkheden pneumatiek’, speelt ook mee. Elektrische drives voor nieuwe, datagebaseerde businessmodellen.’ kunnen eenvoudig decentraal worden aangeB&R’s Asset Performance Monitor draait op het stuurd, verklaart Wimmer, vandaar de nieuwe IoT-platform van ABB, Ability geheten. geïntegreerde producten. In compacte uitvoering is er altijd wel plek voor. Het automatiseringswerkveld van B&R wordt MOBIELE AUTOMATISERING steeds breder, de producten blijven waar mogelijk Zo versterkt de samenwerking met ABB de posicompact. tie van B&R in de fabriek, terwijl het daarbuiten eveneens zijn vleugels uitslaat. Daar gaat het bij-
december 2019
71
OVERNAME
TRIOS BLIJFT FOCUSSEN OP TECHNOLOGISCHE VRAAGSTUKKEN, OOK ONDER NIEUW MANAGEMENT
EIGENZINNIG ÉN BESCHEIDEN Dé aanleiding voor het gesprek met de drie Achterhoekse ondernemers is dat twee van hen – Erik van Gaasbeek en Marc Ottenschot – het management van Trios van de derde – Hielke Dijkstra – hebben overgenomen. Tot grote veranderingen zal dat niet leiden. Trios – en zijn microdieptrek-spin-off Mubion – zijn niet gericht op groei, maar op het aangaan van stevige technologische uitdagingen.
TERUG NAAR HET MANAGEMENT De ideale klant komt met alleen de functionele specificaties, vult Hielke Dijkstra aan. ‘Die heeft een idee voor een product en een markt. Daarmee gaan we het gesprek aan om uiteindelijk te komen tot technische specificaties.’ In dat proces worden soms nieuwe functies zichtbaar. ‘Het komt nog wel eens voor’, duidt Erik van Gaasbeek, de derde persoon aan tafel, ‘dat het management van de klant zijn strategische keuzes bijstelt voordat we daadwerkelijk aan het project beginnen.’ Trios zoekt naar de vraag achter de vraag omdat klanten vaak niet de complete achterliggende functionele specificaties noemen. ‘Daar moet het antwoord van Trios wel bij passen. Een project kan technisch uitdagend zijn, maar als wij de overtuiging hebben dat het hele plaatje niet goed past, gaan we dat eerst oplossen of we beginnen er niet aan’, aldus Dijkstra zelfbewust.
STRATEGISCHE ONTWIKKELTRAJECTEN Deze bedrijfsfilosofie, al sinds de oprichting van Trios door Dijkstra in 1995 de leidraad, heeft de laatste vier, vijf jaar nog meer gewicht gekregen, vertelt Van Gaasbeek. De engineers van het veertien personen sterke bedrijf willen bij uitstek instappen in Trios investeerde in een nieuwe VHX optische microscoop. Een topproduct van Japanse makelij, toch konden de Trios-engineers strategische ontwikkeltrajecten van het niet laten. ‘We hebben de sampletafel uiteengehaald en aangepast; nu werkt die nauwkeuriger dan het origineel’, aldus Erik van de klant om in nauw contact met het Gaasbeek (midden). Links Marc Ottenschot, rechts Hielke Dijkstra. Foto: Com-magz management tot een uitgewerkt product en productieproces te komen. Datzelfde geldt voor de bv Mubion, waar sinds een paar jaar met microdieptrekken DOOR MARTIN VAN ZAALEN tie. ‘Op zich jammer’, aldus Hielke Dijkstra. minuscule behuizingen voor dito producten wor‘Anderzijds, wij hebben het niet nodig. Via het netwerk weten klanten ons toch wel te vinden.’ den gemaakt. Met dat in eigen huis ontwikkelde et hoofdgebouw heeft bewust een huiseproductieproces kunnen (half)geautomatiseerd lijke uitstraling, om de medewerkers een thuisgevoel te geven. Op aaneenpiepkleine onderdelen gemaakt worden voor NOG NIET BINNEN geschoven tafels op de grote ‘zolder’ ervan bijvoorbeeld medische implantaten en sensoren Als die het pand in het Achterhoekse Neede voor staan honderden verschillende huishoudelijke voor de automotive. het eerst bezoeken, zullen ze wel goede ogen apparaten, met allemaal exact dezelfde functie. moeten hebben vanwege het bescheiden naamHier zijn de mensen van Trios Precision bordje. En eenmaal aan tafel bij Dijkstra c.s. zijn NÍET KLAAR Engineering maandenlang bezig geweest om ze nog niet werkelijk binnen bij het bedrijf. Want ‘Mubion krijgt gemiddeld elke week wel één à een usable te ontwikkelen en produceerbaar te Trios is als onderneming nooit gericht geweest op twee aanvragen, maar de meeste wijzen we af ’, maken die in al die apparaten goed werkt, snelle groei; uitdaging in een project is belangzegt Dijkstra. ‘Als een klant een serie van meer zonder inbreuk te maken op patenten van rijker dan omzet. ‘Een klant met een vraag krijgt dan 100.000 stuks wil, weten we al meteen dat derden. van ons al gauw tien vragen terug’, vertelt Marc hij dat product en de productiemethode ervan Concreter mag deze journalist het niet opschrijOttenschot. ‘Omdat we de vraag achter de vraag helemaal heeft uitontwikkeld. Dan gaat het hem ven vanwege afspraken met de klant. Een bekend willen achterhalen, om vast te stellen of het vooral om de prijs. Voor de productie van onderconsumentenmerk en dus een prachtige referenproject past bij onze ambities.’ delen van bijvoorbeeld kleine stekkertjes voor
H 72
december 2019
series van miljoenen zijn wij niet in de markt. Wij zijn er voor de producten die nog niet klaar zijn. Dan gaan we hier testen of en zo ja hoe we dat kunnen maken. Voor dit trechtertje’, wijst hij op een piepklein stukje metaal, ‘bleken uiteindelijk achttien dieptrekstappen nodig. Het betreft een onderdeel van een oogchirurgisch instrument dat we hooguit in series van enkele tienduizenden produceren. Daarvoor staat hier inmiddels een volautomatische lijn.’
GEHEIM Zo schetsen Dijkstra, Van Gaasbeek en Ottenschot de strategie en de cultuur van Trios en Mubion, met aan het roer mensen die precies weten wat ze voor de klant willen doen – en wat niet. ‘Wij zijn geen ontwerpbureau dat projecten met naam en toenaam uitvent op zijn website. Bij ons is het geheim van de klant in goede handen. Misschien is het Achterhoekse bescheidenheid, in elk geval is het part of the deal met de klant’, stelt Dijkstra. ‘Dat is onderdeel van onze strategie: het gaat ons niet om groei, maar om de klant met onze technologische intelligentie verder te helpen.’ Daartoe is er de laatste tijd wel extra geïnvesteerd, onder meer in een aantal nieuwe ruimtes waar klanten samen met de engineers van Trios kunnen werken aan disruptieve projecten. In een paar van de cabines zijn projecten gaande, maar er is ook nog ruimte vrij. Een paar deuren verder staat een nieuwe VHX optische microscoop opgesteld, onder meer om de resultaten van elke
SAMEN ONTWIKKELEN EN BOUWEN Trios Precision Engineering uit Neede ontwikkelt en bouwt in nauwe samenwerking met de klant unieke machines en modules die moeten voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van nauwkeurigheid. Kennis van de fijnmechanica is de kern van Trios, voor design en elektronica wordt samengewerkt met diverse partners. Om nieuwe technologie te bewijzen, maakt het bedrijf ook de eerste series producten. De ontwikkelde technologie is voor de klant, twee keer uitzonderingen daargelaten. De eerste keer was toen Trios een revolutionair sluitingssysteem voor kunststof
stap van het microdieptrekproces te kunnen bestuderen. Een topproduct van Japanse makelij, toch konden de Trios-engineers het niet laten. ‘We hebben de sampletafel uiteengehaald en aangepast; daarmee meten we nu nauwkeuriger dan het originele apparaat’, verklaart Van Gaasbeek.
ROER OVERGENOMEN Achter in de grote productiehal staat een opvallende knalrode camper. ‘Daar ben ik vorige week nog mee naar Engeland geweest’, verklapt Dijkstra. Hij zou de komende tijd weleens meer tochten kunnen gaan maken. Want de aanleiding voor het gesprek is het feit dat Ottenschot en Van Gaasbeek het roer van Trios helemaal van Dijkstra (57) hebben overgenomen. Een overdrachts-
containers uitvond en dat in 2001 onderbracht in Fawic Packaging Systems, gespecialiseerd in herbruikbare, modulair opgebouwde containersystemen voor kwetsbare zendingen. En in 2016 werd voor het vermarkten van het microdieptrekken, een ontwikkelde nieuwe productietechniek, de spin-off Mubion opgericht. In datzelfde jaar werd Trios uitgeroepen tot winnaar in de categorie Best Knowledge Supplier van de DISCA’16. www.trios.nl
proces dat drie jaar geleden van start ging. ‘Het eerste jaar ben ik achter het stuur gebleven, daarna heb ik een tijdlang op de achterbank meegereden en nu geef ik alleen nog desgevraagd adviezen. Verder houd ik me parttime bezig met Mubion, samen met een commerciële man die we hebben aangetrokken. Wat ik verder ga doen, weet ik nog niet. Het ‘Trios-boek’ heb ik nu bijna uit en ik wil dat eerst even laten bezinken voordat ik het volgende boek pak’, aldus Dijkstra die 24 jaar geleden als docent Autotechniek de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) verliet om ondernemer te worden. ‘Misschien ga ik wel weer lesgeven aan de HAN voor één of twee dagen in de week. Nu mét praktijkervaring.’
Persoonlijk en digitaal: uw succes staat bij ons centraal! De wereld om ons heen digitaliseert en wij zien het als een uitdaging om industriële eindgebruikers en machinebouwers fit te houden voor de toekomst. Dat doen wij door productiemiddelen en systemen aan te passen door slim gebruik te maken van nieuwe technologieën. Zo helpen wij onze klanten om vooruit te blijven kijken. En dankzij de toegenomen digitalisering kunnen onze mensen meer tijd vrij maken voor specifieke zaken die onze klanten bezighouden. Zo ontwikkelen onze mensen zich tot specialisten die alles kunnen vertellen over de specifieke nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen in aandrijf-, besturings- of lichttechniek. Onze mensen zijn ùw specialisten.
itsme | Making You Succeed
www.nl.itsme.eu
december 2019
73
CYBERSECURITY
DIRECTEUR NDIX JEROEN VAN DE LAGEMAAT VINDT HUIDIG INTERNET ONGESCHIKT VOOR SERVITIZATION
‘WEB IS NIET TE BEVEILIGEN, EIGEN NETWERK WEL’ Voor Industrie 4.0 is het huidige worldwide web eigenlijk ongeschikt omdat de data die bedrijven daaroverheen versturen niet goed te beveiligen zijn: niet tegen Russische hackers en al evenmin tegen Amerikaanse ‘vrienden’. Alternatief is een eigen netwerk te creëren, los van het internet, al dan niet samen met ketenpartijen. Een optie die veel mkb-bedrijven nog onbekend is, aldus NDIX-directeur Jeroen van de Lagemaat. Intussen wordt internationaal gewerkt aan een Europees internet.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
B
edrijven als Dynobend, AWL en Malvern Panalytical beschikken natuurlijk allemaal over mooie websites en hun medewerkers mailen volop met klanten en toeleveranciers. Gebruikmakend van het internet. Maar de werkelijk belangrijke data – zoals strategiedocumenten, werktekeningen met IP en klantenbestanden – gaan over een eigen, privaat netwerk. Een snel glasvezelnetwerk dat fysiek losstaat van het internet en deze bedrijven geleverd wordt door NDIX. ‘Dat scheelt heel veel investering in internetbeveiliging, die ook nog ’ns nooit waterdicht is. Beveiligd data versturen over het internet is als met een gepantserde wagen over de openbare snelweg rijden. Bij ons is dure bepantsering niet nodig, want je rijdt over een eigen weg’, aldus NDIX-directeur Jeroen van de Lagemaat. Heel veel mkb-bedrijven doen tegenwoordig hun zaken in de cloud, in bijvoorbeeld de internetomgevingen van Microsoft of Google. Of ze wisselen hun data tussen de diverse vestigingen en met strategische partners uit via internetverbindingen (VPN) die zo goed mogelijk beveiligd zijn door cybersecurity-ondernemingen als Fox-IT. ‘Microsoft en Fox-IT doen ongetwijfeld hun werk zo goed mogelijk, maar werkelijk veilig zijn je data nooit. Als je op het internet zit, kun je hoe dan ook gehackt worden.’
EIGEN NETWERK Voor het eigen netwerk maakt NDIX gebruik van de glasvezelkabels die volop in de Nederlandse
74
december 2019
Jeroen van de Lagemaat: ‘De stap naar een eigen netwerk wordt vaak niet gezet omdat ondernemers denken dat het erg duur is.’ Foto: Com-magz
grond liggen (VLAN- of WDM-verbindingen) en geen deel uitmaken van het internet. Bedrijven en instanties benutten ze voor het versturen van hun data, van vestiging A naar vestiging B, of van en naar die strategische partner. ‘Grote ondernemingen werken er al veel langer mee. Veel kleine bedrijven hebben echter nog geen weet van deze mogelijkheid. Terwijl de hoeveelheid data die het mkb verstuurt ook elke acht maanden verdubbelt. Want een kantbank is tegenwoordig
‘Klanten vinden ons protocol soms wat streng’
in feite een computer met een stuk hardware eraan om metaal te buigen. In veel bedrijven hangt die aan het internet om vanuit een andere vestiging gevoed te kunnen worden met een CAD-tekening, of om de machineleverancier op afstand onderhoud te laten plegen.’ Met alle risico’s van dien, ondanks investeringen
in firewalls en andere internetbeveiligingssoftware. ‘De stap naar een eigen netwerk wordt vaak niet gezet omdat ondernemers denken dat het erg duur is. Of hun it-managers willen er niet van weten. Want dan moeten ze aan hun baas gaan uitleggen dat al die investeringen in internetsecurity eigenlijk voor niets zijn geweest.’
WEL INFLEXIBEL Hét nadeel van een eigen netwerk, erkent Lagemaat, is de inflexibiliteit ervan. Even een nieuwe partij eraan hangen, wat over het internet zo geregeld is, vergt de nodige afstemming. ‘Als je op een privaat netwerk zit, kun je niet zomaar een leverancier toegang geven tot je ERP-systeem of je portal. Dan heb je eerst toestemming nodig van alle andere aangesloten partijen. Als een bevoegde persoon binnen een bedrijf vertrekt, kan dat bedrijf alleen aangesloten blijven als alle andere partijen akkoord zijn met diens opvolger. Klanten vinden ons protocol soms wat streng, maar een eigen netwerk kan alleen veilig blijven als uitsluitend trusted parties daar toegang toe hebben.’ Een eigen netwerk is bovendien niet geschikt voor mailen of de website. ‘Bedrijven kunnen er dan voor kiezen dat eigen netwerk te koppelen aan het internet. Maar cruciaal is dat er dan wel een hele goede firewall tussen geplaatst wordt.
Daarom zie je ook veel ondernemingen die bepaalde functies op een apart netwerk uitvoeren, helemaal los van het internet, om hoe dan ook te voorkomen dat een hacker zich daar toegang toe verwerft.’
INTERNET ONGESCHIKT Uit het verhaal van Van de Lagemaat dringt zich het beeld op dat voor die digitale – smart industry – toekomst het internet eigenlijk te onveilig is en daarmee ongeschikt. ‘Het geld gaat steeds meer verdiend worden met dienstverlening, met servitization. Maar een bedrijf dat geen kantbanken meer wil verkopen maar gebogen metaaldelen op maat, moet voor de specificaties die zijn klanten hem sturen niet afhankelijk zijn van het internet. En de medisch specialist die met de telehealth-producten van Philips Healthcare op afstand patiënten wil onderzoeken, moet die data niet op een Microsoft-server ergens in de VS hebben staan. Inmiddels is duidelijk dat we naast de Chinezen en de Russen, ook de Amerikanen niet kunnen vertrouwen. En niet alleen de hackers in die landen, maar ook de gevestigde partijen.’ Volgens Van de Lagemaat dringt langzaam het besef door dat het beheer van dataverbindingen eigenlijk door nutsbedrijven moet worden uitgevoerd. ‘En niet door een Google die van overheidswege verplicht is al zijn data beschikbaar te stellen aan bevriende partijen die misschien onze vrienden wel helemaal niet zijn. De privatisering van de telecom blijkt niet de juiste weg geweest. Ik ben ervan overtuigd dat KPN nooit meer in
NDIX: ONAFHANKELIJK BREEDBANDNETWERK NDIX is een open en onafhankelijk breedbandnetwerk in Nederland en Duitsland, met als kernactiviteit een (grensoverschrijdende) digitale marktplaats voor alle ict-diensten. Deze marktplaats koppelt, in een hecht samenwerkingsverband met circa 50 glasvezelleveranciers, zo’n 130 ict-aanbieders met de klanten van NDIX, circa 3.500 bedrijven en instellingen. NDIX heeft de participatiemaatschappij Oost Nederland (Oost NV), Holding Technopolis Twente (Universiteit Twente) en Stadtwerke Münster GmbH als aandeelhouders. Het is een niet-commerciële organisatie die, onafhankelijk van glasvezelbedrijven, datacenters of ict-bedrijven, haar diensten aanbiedt. Maar het wijst bedrijven wel op de mogelijkheden die die partijen
buitenlandse handen terecht zal komen; dat zal de overheid hoe dan ook tegenhouden.’
GEEN CONTROLE Om diezelfde reden wordt er op dit moment gewerkt aan een Europees (mobiel) internet. ‘Netwerkbedrijven als Relined (een joint venture van ProRail en TenneT, red.) en Alliander beschikken samen over het complete glasvezelnetwerk langs het spoor, de snelwegen en de hoog- en middenspanningsnetwerken. Dat kan de fysieke basis worden voor het Nederlandse 5G-netwerk. In het Europese onderzoekspro-
aanbieden. ‘Bijvoorbeeld om hen erop te wijzen dat je natuurlijk met je data in de cloud van Microsoft kan zitten, maar ook in de private, mijn inziens veiligere cloud van een provider hier in Nederland’, aldus directeur Jeroen van de Lagemaat. Naast het aanbieden van veilige verbindingen en het geven voor voorlichting zet NDIX zich in om it’ers in Twente te houden. ‘Er zijn in deze regio momenteel 1.600 it-vacatures. Wij koppelen studenten aan de bij ons aangesloten bedrijven, voor stages, vakopdrachten of afstuderen.’
www.ndix.net
gramma dat nu ontwikkeld wordt voor 20212026, wordt veel geld vrijgemaakt voor onderzoek om zo’n Europees netwerk van de grond te krijgen.’ Dat zal de komende vijf tot tien jaar opgebouwd worden met uitsluitend Europese technologiepartners. Niet met Huawei, maar evenmin met het Amerikaanse Cisco. En het zal beheerd gaan worden door de overheid, niet door commerciële organisaties. ‘Ja, dan komen al je data in handen van de Nederlandse of Europese overheid. Maar nu is die in handen van de grote Amerikaanse technologiebedrijven en hebben we er helemaal geen controle over.’
De beste chef-kok staat nooit alleen in de keuken Complexe (opto)mechatronische systemen en mechanische
Zo kunnen zij focussen op hun kernprocessen én in een kortere
modules ontwikkelen, maken, assembleren en testen is als
doorlooptijd machines leveren, tegen lagere kosten. Onze
koken in een sterrenrestaurant. Alles draait niet alleen om
receptuur is flexibel en ambitieus, het resultaat blijft op
timing en dosering, maar ook om precisie en wendbaarheid.
smaak, de gehele life-cycle. Ons team van professionals gaat
NTS weet dat als geen ander. We hebben veel kennis en know-
voor topkwaliteit. Zodat onze opdrachtgevers kunnen accele-
how opgebouwd van systemen en modules voor de handling,
reren in hun business. Gaat u ook voor verfijnde resultaten
transfer en positionering in machines. Onze kennis en compe-
met NTS? Wij nemen graag een kijkje in uw keuken.
tenties passen we vanuit diverse disciplines wereldwijd toe op de unieke producten van onze opdrachtgevers: hightech
www.nts-group.nl
machinebouwers (OEM’s).
Accelerating your business
december 2019
75
DUURZAAM ONDERNEMEN
PMC KIEST PULSE ALS IT-BUSINESSPARTNER VOOR NIEUWE FABRIEK
‘WIJ LOSSEN EEN WERELDWIJD PROBLEEM OP’ Halverwege 2020 opent Purified Metal Company (PMC) zijn deuren in Farmsum, gemeente Delfzijl. De nieuwe fabriek moet een showcase worden voor circulariteit: vervuild staalschroot wordt gereinigd en omgezet in hoogwaardige, nieuwe grondstof met bekende chemische samenstelling. Het geheel geautomatiseerde en voor mens en milieu veilige proces is gebaseerd op bewezen technologieën uit diverse industrieën en voor een groot aantal landen gepatenteerd. Na een jarenlange ontdekkingstocht zijn de drie oprichters nu in de operationele fase beland.
DOOR WILMA SCHREIBER
et idee stamt uit 2011, toen ceo Jan Henk Wijma, directeur Bert Bult en commercieel manager Nathalie van de Poel bij een vorige werkgever vervuild schroot kregen aangeboden dat anders gestort zou worden. Al snel werd duidelijk dat met asbest, chroom-6, kwik en andere toxische stoffen vervuild staal – afkomstig uit industriële installaties (zoals flenzen, buizen) tot kassenbouw, hoogspanningsmasten, schepen, bruggen en treinen – overal in de maatschappij voorkomt. ‘We zagen een marktkans, maar er zit zeker ook idealisme bij’, stelt Bult. ‘Want in de praktijk blijft circulariteit een
H
CONSORTIUM ROND PMC PMC werkt voor de financiering, bouw en exploitatie van de nieuwe fabriek samen met een groot aantal gerenommeerde partners. Qua financiering zijn dat NIBC Bank, de NOM (investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland), Samenwerkingsverband Noord-Nederland, BNG Bank, Groningen Seaports, Rabobank Utrecht e.o. en EY. Het Duitse ingenieursbureau Küttner, Visser & Smit Bouw (VolkerWessels) en Royal HaskoningDHV zorgen voor de bouw. Renewi doet de inzameling en het transport van het met asbest vervuilde staalschroot. Ook bestaan er nauwe banden met de Universiteit van Aken en het Europese kennisinstuut EIT RawMaterials.
76
december 2019
Van links naar rechts Menno Maassen (Pulse), Nathalie van de Poel (PMC), Bert Bult (PMC) en Bart Alaerds (Pulse), op de bouwlocatie in Farmsum. Maart dit jaar ging de eerste paal van de fabriek de grond in. Foto: Antoinette Borchert
issue: het kost veel geld, bedrijven zien geen verdienmodel. Ons plan is echter ook economisch verantwoord, er is een goede businesscase.’
GESLOTEN SYSTEEM Eén partij die er vanaf het begin in geloofde, was Jansen Recyling Group. Dit bedrijf trad in 2014 aan als vierde aandeelhouder, wat PMC in staat stelde de businesscase verder uit te werken naar een niveau waarop investeerders zouden willen instappen. Bult: ‘Een hele ontdekkingsreis, maar we hebben een consortium bij elkaar (zie kader, red.). Juli 2018 hebben we de bouwopdracht verstrekt en maart dit jaar is de eerste paal de grond ingegaan. We liggen volledig op schema.’ Van de veertien bezochte locaties, bleek die in Farmsum verreweg de beste optie. ‘Kijk naar het afzetgebied: het Ruhrgebied op 250 kilometer afstand en dicht bij Noord-Duitsland met een groot aanbod van vervuild staal. Ook een schot in de roos qua draagvlak en bereidheid tot samenwerking tussen overheden, Groningen Seaports, ontwikkelingsmaatschappijen, milieuorganisaties en bevolking. Iedereen is heel positief en terecht: deze pilot voor een project dat wereldwijde toepassing gaat krijgen, zit toch maar mooi in Groningen.’ PMC ziet de fabriek nadrukkelijk als showcase, wil er méér in Europa neerzetten. ‘Wij lossen een wereldwijd, snelgroeiend probleem op. Om het
milieu en de gezondheid van mensen steeds beter te beschermen, worden wet- en regelgeving steeds strikter. Zo was chroom-6 in Nederland tot 2017 geen groot issue, maar werd dat wel op grond van striktere normering. En ook onder burgers groeit het milieubewustzijn’, zegt Bult. Het proces van PMC is volledig gebaseerd op circulariteit: in een gesloten systeem wordt verontreinigd staal ontdaan van toxische stoffen en omgezet in zogeheten PMB’s (purified metal blocks), hoogwaardige grondstof. Inmiddels heeft PMC patent op het proces in Australië, Europa, de VS en Japan; aan een patent voor Canada en Brazilië wordt gewerkt.
BEWEZEN TECHNIEKEN In de fabriek zal gewerkt worden met een combinatie van bestaande technologieën uit staalindustrie, asbestsanering, afvalverwerking en schrootrecycling. ‘Bewezen technieken, waar partijen vertrouwen in hebben,’ aldus Nathalie van de Poel. Containers met vervuild staal gaan via de ingangsluis de fabriek in. In de opslagruimte heerst onderdruk, zodat lucht alleen van buiten naar binnen kan. De containers worden geleegd in een bunker, gaan terug de sluis in en worden afgespoeld met water om eventuele asbestvezels te verwijderen. Vervolgens wordt de container droog geblazen en weer afgevoerd. Het staalschroot wordt in stukken geknipt door
een schaar en gaat via een lopende band naar de opslagruimte. Vervolgens wordt het bij 1.500 graden Celsius gesmolten, waarbij asbest wordt omgezet in een glasachtig residu en opgenomen wordt in de staalslak. Toxische stoffen zoals kwiksulfide en pcb’s worden gescheiden en onschadelijk gemaakt, gevaarlijke gassen worden afgevangen en alleen gefilterde schone lucht gaat naar buiten. Het schone staal gaat via een apart kanaal naar de gietmachine, waar het wordt verwerkt tot PMB’s, in batches van 20 ton. ‘Zuivere grondstof met een exact bekende samenstelling, die op transport kan naar staalfabrikanten’, zegt Van de Poel, die verwacht dat PMC jaarlijks zo’n 150.000 ton staalschroot zal verwerken, waarvan 80.000 uit Nederland. ‘In samenwerking met Jansen Recyling Group en Renewi zijn we al begonnen met vervuild staal inzamelen. Partijen, zoals ProRail en de gemeente Amsterdam (onderzeeboot Foxtrot, red.), leveren materiaal aan.’
wel bij, schroot wordt veilig verwerkt met een 50 procent lagere CO2-uitstoot, we werken samen met lokale onderwijsinstellingen en bedrijven, en leveren een bijdrage aan de directe en indirecte werkgelegenheid in een krimpregio. Kortom, alles wat je je voorstelt bij een duurzame bedrijfsvoering’, stelt Bult.
GREENFIELD VOOR ERP In juli 2020 moet de nieuwe fabriek operationeel zijn. Voor die tijd moet nog van alles georganiseerd worden: personeel, kantoorautomatisering, verkoop en ERP-systeem. Voor de inrichting van het ERP-systeem viel de keus op Pulse en Microsoft Dynamics 365. ‘Bij de selectie hebben we
Europese ambities, en weten hun consultants waar ze het over hebben. Er is wederzijds vertrouwen dat we het voor elkaar krijgen.’ De komende tijd gaan beide partijen aan de slag met de inrichting van het ERP-systeem. ‘We hebben te maken met een greenfield, waarin we samen met PMC goede keuzes willen maken voor een zo simpel mogelijke, werkbare oplossing’, verklaart Menno Maassen, managing consultant bij Pulse, die samen met collega Bart Alaerds, marketing & business development manager, bij het project betrokken is.. ‘Uiteraard zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Microsoft Dynamics 365 past prima bij bedrijven als PMC: het bevat de nodige standaardmodules en is
‘Het proces is robuust, gesloten en volledig geautomatiseerd’
DUURZAME BEDRIJFSVOERING Voor de veiligheid kent de fabriek een aantal ‘zwarte’ (= voor de mens potentieel gevaarlijke) ruimten, zoals goederenontvangst en smeltruimte Daar worden de installaties op afstand bediend. ‘Het proces is robuust, gesloten en volledig geautomatiseerd. Dankzij een slim ontwerp zijn aandrijvende installaties makkelijk bereikbaar, zonder dat je de fabriek in hoeft’, aldus Van de Poel. De voordelen van de productiewijze zijn legio. ‘Staalschroot wordt niet meer gestort maar tegen lagere kosten gerecycled, het milieu vaart er
gekeken naar de ervaring van it-leveranciers: welke klanten van hen passen goed bij ons? Want we gaan van een paar mensen naar een complete fabriek met zeventig medewerkers en hebben een schaalbaar systeem nodig’, verklaart Bult. ‘Pulse bleek als grote partij bereid een brug te slaan en staat onze relatief kleine onderneming met een pragmatische aanpak terzijde. Daarnaast zijn zij een internationale speler, een pre gezien onze
schaalbaar in de toekomst. Daarnaast brengen onze consultants kennis en ervaring met de staalbranche en logistiek management in. PMC is een mooi bedrijf, waar we een goed project willen neerzetten.’
www.purifiedmetal.com www.pulse.nl
nieuw EB80-BOXI klein & krachtig
de kracht van pressie Metal Work Nederland B.V. Postbus 90, 6710 BB EDE Voltastraat 9, 6716 AJ EDE Tel. + 31 (0)318-665 111 www.metalwork.nl
Metal Work België - Belgique Mechelsesteenweg 277, B-1800 VILVOORDE Tel. + 32 (0) 2-751 6120 www.metalworkpneumatic.be
december 2019
77
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING
MITUTOYO WIL STILSTAND VOORKOMEN MET PROACTIEVE, DATAGEBASEERDE SERVICE
‘METEN IS WETEN, MAAR DAN MOET JE WETEN WAT JE MEET’ Door de digitalisering van de industrie wordt het accuraat uitvoeren van metingen steeds belangrijker. Zonder geaccrediteerd meetwerk – en het digitaal documenteren ervan – kan er simpelweg niet geproduceerd worden. Dat toenemende belang van precisiemeetapparatuur voor de industrie heeft Mitutoyo ertoe gebracht klanten een nieuw, uitgebreider servicepakket te bieden. Service die gefinetuned wordt met (big) data en proactiever wordt aangeboden.
voorheen alleen gold voor de aerospace en later de automotive, geldt nu voor vrijwel elke machine- en apparatenbouwsector. Als de juistheid niet gemeten en vastgelegd kan worden in de digitale documentatie van het productieproces, komt dat proces tot stilstand. Want de klant accepteert producten alleen nog maar als gemeten is of die exact voldoen aan zijn specificaties en als die meetgegevens goed zijn gedocumenteerd.’
SERVICEPAKKET De problemen schuilen dus in het meten in 2D of 3D. Vandaar dat Mitutoyo recentelijk hiervoor een specifiek servicepakket op de markt heeft gebracht. ‘1Dtechniek kunnen wij probleemloos via dealers leveren. Maar die voor 2D- en 3D-metingen leveren we alleen zelf. Om de service daaromheen te optimaliseren, hebben we nu een nieuw pakket samengesteld’, schetst service director Xander Killaars. Naast professioneel advies bij het zoeken of kopen van de geschikte meetoplossing en meetmachines bestaat dat uitgebreide servicepakket uit een lokaal serviceteam, een helpdesk voor snelle service, training en opleiding, kalibratie met accreditatie en een onderhouds- en meetdienst.
VAN REACTIEF NAAR PROACTIEF ‘Binnenskamers noem ik het pakket ook wel Service 4.0, omdat de relevantie ervan zozeer samenhangt met de Xander Killaars (links) en Frans-Peter d’Hooghe van Mitutoyo voor de deur van Brainport Industries Campus, waar het bedrijf opkomst van Industrie 4.0, met de digideelneemt in FutureTec dat onder meer als doel heeft het techniekonderwijs te vernieuwen: ‘Constructies doorgrond je toch echt talisering van de industrie, en omdat we het beste als je ze zelf mag maken en meten. Maar het onderwijs biedt daarvoor relatief weinig ruimte.’ Foto: Com-magz bij de service gebruikmaken van de data die de digitale industrie genereert. Daarom is het accent in onze service verschoven van DOOR MARTIN VAN ZAALEN controleren, heb je genoeg aan schuifmaten, schroefmaten en hoogtemeters.’ Bij veel producreactief naar proactief, op basis van de data die ten draait het echter om 2D- of 3D-maatvoering. we vergaren.’ Voor het vastleggen van die klante engineers spreken niet meer de taal van Om die te kunnen checken, moeten er zogeheten de constructeur, en andersom. Waardoor data heeft de Benelux-organisatie van het Japanse vorm- en plaatstoleranties op de tekening wortekeningen vaak fouten bevatten, niet bedrijf geïnvesteerd in een CRM-pakket van den aangegeven, anders wordt het bijna onmogeeenduidig zijn en het getekende object Salesforce. ‘Alle feedback van klanten krijgt daarlijk om van verschillende toeleveranciers hetniet maakbaar is. ‘Ik denk dat dat mede komt in een plek. Bijvoorbeeld feedback in de vorm zelfde product te krijgen. ‘Dat resulteert in door het sterk theoretische karakter van het van persoonlijk commentaar van de klant die onderdelen die niet functioneren, terwijl de hoger technisch onderwijs, terwijl je constructies onze monteurs direct invoeren in hun tablets. tekening de eigenlijke oorzaak is.’ toch echt het beste doorgrondt als je ze zelf mag Maar ook de data die onze meetinstrumenten maken en meten’, schat Frans-Peter d’Hooghe in. genereren, waarmee we kunnen achterhalen of er ‘Maar het hoger onderwijs biedt daarvoor relatief storingen op komst zijn. Waar nodig plegen we GEEN METING, GEEN PRODUCTIE weinig ruimte. Dus moeten steeds meer tekenin– proactief – onderhoud. Ook kunnen we zien of Het leidt ertoe, vervolgt de projectengineer van gen terug naar de ontwerper, om ze te corrigeren de klant zijn meetinstrument wel goed gebruikt. de Benelux-organisatie van Mitutoyo, fabrikant of aan te vullen met ontbrekende data. Bij maatIndien nodig kunnen we ondersteunen bij het van precisiemeetapparatuur, dat gemaakte werkvoering in 1D (1 dimensie, red.) kun je als constukken ten onrechte worden goed- of afgekeurd, programmeren of hem adviseren over de juiste structeur prima volstaan met coördinatenmaten, of dat het complete productieproces tot stilstand taster. Het komt nogal eens voor dat de klant een maten met een plusminus tolerantie. Om die te komt. Met alle tijdverlies en kosten van dien. ‘Wat te lange taster gebruikt, waardoor de meetresulta-
D
78
december 2019
ten fouten vertonen en er ten onrechte afkeur ontstaat’, aldus Killaars. Hij noemt in dit verband FutureTec, het samenwerkingsverband op Brainport Industries Campus waarin Mitutoyo participeert en dat onder andere tot doel heeft deelnemers een compleet gedigitaliseerd smart factory-proces te bieden.
KLANTWENS De klant stelt die proactieve houding op prijs, vervolgt Killaars. ‘Nee, hij vindt niet dat we ons nu te zeer bemoeien met zijn productieproces. Want ook de klant beseft terdege dat niet correct kunnen meten kan leiden tot stilstand. Daarom wil hij het maximale uit zijn meetinstrumenten halen en daarbij ontzorgd worden.’
‘Ook de klant beseft dat niet correct kunnen meten kan leiden tot stilstand’
MITUTOYO IN DE BENELUX De meetinstrumenten – van eenvoudige schroef- en schuifmaten tot en met geavanceerde coördinatenmeetmachines en oppervlaktemeetsystemen – van het Japanse Mitutoyo worden voor zeer uiteenlopende metingen ingezet. In medische labs voor het meten van bloedwaarden, in de food voor de controle op gevaarlijke bacteriën en in de machine- en apparatenbouw om tot op de micrometer nauwkeurig geproduceerd werk te checken. Behalve instumenten en service biedt Mitutoyo een nieuwe generatie CMM-software, MICAT, waarmee de klant uniforme meetstrategieën kan programmeren. Mitutoyo Benelux, aangestuurd vanuit de hoofdvestiging in Veenendaal, beschikt in de hele regio over verkoop- en servicevestigingen en een researchcenter in het Brabantse Best. In Enschede, op de Demconcampus die daar momen-
willen, tegen welke prijs en in hoeverre ze proactief ontzorgd willen worden. Afhankelijk van het gekozen onderhoudscontract vervangen we proactief onderdelen, maar altijd alleen na goedkeuring van de klant.’
VERTROUWEN
Om zeker te stellen dat het servicepakket en de klantwens goed matchen, is Mitutoyo niet over één nacht ijs gegaan. ‘We hebben meer dan honderd klanten gevraagd welke serviceactiviteiten ze
Onder service verstaat Mitutoyo onderhoud én kalibratie conform de ISO-norm 17025. ‘Daartoe worden onze mensen en gereedschappen op locatie bij de klant en ons eigen meetlaboratorium in Best met regelmaat ge-audit door de RvA (Raad voor Accreditatie, red.). Onze service is dus geaccrediteerd, maar daarvoor rekenen wij niet langer
teel in aanbouw is, krijgt het bedrijf volgend jaar 250 vierkante meter aan eigen ruimtes voor demonstratie van instrumentatie, voor trainingen, voor het verrichten van ‘loonmetingen’ (het namens de klant verrichten van meetwerk aan geproduceerde artikelen), voor het programmeren van instrumentatie zodat de klant dat meetwerk zelf kan doen, en voor het verstrekken van advies over bijvoorbeeld het opstellen van een meetstrategie voor in ontwikkeling zijnde producten. Voorts wil Mitutoyo op Brainport Industries Campus in Eindhoven, waar het reeds deelneemt in consortium FutureTec, samen met de andere FutureTec-leden een partnerpaviljoen openen. www.mitutoyo.nl www.futuretec.nl
een meerprijs. Immers, wij staan altijd voor maximale kwaliteit en de klant moet daarop kunnen vertrouwen’, verklaart D’Hooghe. Een team van negentien mensen, onder leiding van Killaars, doet het servicewerk. Onder hen een aantal productspecialisten, mensen met veel kennis van een specifiek instrument, en een aantal zogeheten fieldservice engineers, werkzaam vanuit locaties verspreid over de Benelux, zodat de aanrijtijd altijd kort is. ‘Want we hechten er veel waarde aan dat onze klant steeds snel geholpen kan worden’, aldus Killaars. ‘De productieprocessen bij veel van onze klanten lopen immers ook door, het klokje rond, zeven dagen in de week.’
december 2019
79
INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING
APPLICATION CENTER HEIDENHAIN VERSTEVIGT BAND MET DE KLANT
TNC-TRAINING MET ECHTE MACHINE Het nieuwe Application Center van HEIDENHAIN in Ede heeft na de officiële opening in maart dit jaar tot dusver naar schatting tussen de vier- en vijfhonderd klanten getrokken. Het maakt duidelijk dat de locatie zeker in een behoefte voorziet, zegt accountmanager Paul Venema van het bedrijf. Het is tevens het thuis van de TNC Club: ‘Ik wil graag premiumlid worden; hopelijk kan ik mijn baas overtuigen. DOOR ANDRÉ RITSEMA
et Duitse HEIDENHAIN is leverancier van besturingssystemen voor frees- en draaimachines. In het Nederlandse kantoor in Ede werd eerder dit jaar een zogeheten Application Center geopend. Het idee: in een aparte, aangepaste ruimte in het kantoor een frees- of draaimachine neerzetten, zodat de klanten alle mogelijkheden van het TNC-besturingssysteem van HEIDENHAIN kunnen ervaren. ‘Je geeft je klanten uitgebreid de kans om meer te weten te komen over TNC. Zo proberen we de band met onze klanten te verstevigen’, zegt Venema. ‘En het biedt onze monteurs ook de mogelijkheid nog meer kennis op te doen over de machines van de leverancier. De klant leert en wij leren, zo snijdt het mes aan twee kanten.’
H
VEEL ONBENUT Normaal gesproken koopt een klant een machine, met daarop het TNC-besturingssysteem geïnstalleerd. Venema: ‘Hij geeft veel geld uit aan de machine, maar vervolgens – zo merken wij elke keer – investeert hij weinig in training en opleiding om goed met het systeem om te kunnen gaan en het maximale uit de machine te halen. Daardoor blijven veel te veel mogelijkheden onbenut.’ En dus ontwikkelde HEIDENHAIN het Application Center. Het gaat ‘hartstikke goed’, vat Venema de ervaringen van de afgelopen maanden samen. ‘Op de officiële opening, tijdens de jaarlijkse Demoweek in maart, kwamen er al honderden mensen. En in de maanden erna hebben we onder andere workshops gegeven aan onze klanten en heeft een leverancier van CAD-CAM-systemen bij ons zijn open dag gehouden. Wat we van de klanten terughoren, is dat ze tevreden en positief zijn.’
Het Application Center laat de klanten alle mogelijkheden van het TNC-besturingssysteem ervaren. Foto: HEIDENHAIN
Op dit moment staat er een vijfassige freesmachine van leverancier Promas uit Maasbree. ‘Daar hebben de klanten reguliere trainingen mee gekregen. Toen we nog geen Application Center hadden, deden we dat in ons theorielokaal, nu kon het dus met een echte machine. Het gaat meer leven – en biedt volgens de klanten zeker toegevoegde waarde.’ In 2020 zullen er verschillende workshops volgen, zegt Venema. ‘We willen graag veel klanten over de vloer om ze meer kennis te geven.’ Eind volgend jaar, zo is de planning, komt er een andere machine. ‘Zo kunnen we elke keer iets anders laten zien en kunnen we de contacten met onze fabrikanten en leveranciers onderhouden. Elke anderhalf jaar een nieuwe machine, dat is nu het streven.’
TNC CLUB Tijdens de Demoweek werd ook de Nederlandse TNC Club gelanceerd, de club voor gebruikers van de besturingssystemen. Dergelijke clubs zijn er al in landen als Italië en Duitsland. Eind november had de club zo’n vijftig basisleden (gratis) en een stuk of zeven (betalende) premiumleden. Die aantallen noemt Venema ‘heel redelijk’. Met de komst van de club wil HEIDENHAIN de band met de klant versterken – en wil het bedrijf de kennis van de besturingssystemen verder met de klant delen in toegepaste workshops. Daarbij staat elke keer een ander onderdeel van het besturingssysteem centraal.
HEMD VAN HET LIJF Basisleden worden op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen, premiumleden krijgen onder andere korting op de trainingen van HEIDENHAIN en één dag gratis ondersteuning in de eigen fabriek. ‘Dat laatste was voor de premiumleden ook de belangrijkste reden om lid te worden: de hele dag een deskundige over de vloer die je het hemd van het lijf kunt vragen.’ Eén van de nieuwe basisleden is Gábor Lipcsei van FMI Manufacturing in Uden, dat kleine machineonderdelen maakt. ‘Het is interessant en handig om de tips en trucs van het besturingssysteem te kennen. Ik gebruik de software elke dag, en hoe meer ik weet, hoe beter. Want dan kan ik sneller en beter mijn werk doen. Ik wil graag premiumlid worden; hopelijk kan ik mijn baas overtuigen van de toegevoegde waarde.’ Eind volgend jaar, zo hoopt Venema, heeft de TNC Club zo’n honderdvijftig basisleden en vijftig premiumleden. ‘Dat lijkt me een mooie uitdaging. We gaan het bestaan van de club actief promoten bij leden en niet-leden, en op de verschillende beurzen waar we komend jaar staan.’
www.heidenhain.nl www.klartext-portal.com/nl/tnc-club
december 2019
81
INNOVATIE
FAMILIEBEDRIJF INVESTEERT IN PRODUCTINNOVATIE EN DIGITALISERING PROCES
NEMAG PAKT PRIJZEN MET NIEUWE GRIJPER Al bijna een eeuw ontwikkelt en produceert Nemag grijpers voor kranen die in zeehavens ertsen, kolen en graan uit scheepsruimen scheppen. Het familiebedrijf is wereldwijd niet de grootste producent, maar wel een zeer innovatieve. Voor de nieuwe generatie grijpers ontving het de prestigieuze IBJ-innovatie-award, een plek in de KvK-top 20 van meest innovatieve mkb-bedrijven in Nederland én een Red Dot voor het design. ‘Wij besparen verladers veel geld.’
Gemaakt voor zogenoemde brugkranen, lemniscaat-kranen en mobiele havenkranen. Grijpers die nog lang niet uitgefaseerd zijn, maar de toekomst verandert wel. En dus is het tijd voor een nieuwe generatie. Trots loodst de general manager zijn bezoeker naar de nieuwste grijper: nemaX gedoopt en wereldwijd gepatenteerd. ‘Met deze grijper zijn we dus in de prijzen gevallen. Tien jaar hebben we gestoken in de ontwikkeling, veel geld en mankracht geïnvesteerd. Maar het is het waard.’ De nemaX is uitgebreid getest bij een aantal klanten en potentiële klanten en het oordeel is unaniem: deze is veel beter dan voorgaande generaties. Hij is lichter en kan toch meer bulk scheppen, er kan veel sneller mee gewerkt worden, de kraan vergt minder onderhoud én gaat langer mee. ‘Te mooi om waar te zijn? Ha, dat dachten onze afnemers ook. Daarom hebben we een prototype de hele wereld over gestuurd om onze klanten en geïnteresseerden te overtuigen. Nu komen de orders binnen. Belangrijk, want dit betekent voor Nemag continuïteit op de langere termijn. Precies wat je als familiebedrijf nastreeft.’
GROTE DRUK
Michel Corbeau bij een indrukwekkende grijper in de constructiewerkplaats van Nemag. Foto: Dick van der Veer
DOOR JOS CORTENRAAD
WERELDWIJD GEPATENTEERD
et is deze maandag the day after in de kantine van Nemag in Zierikzee. De flipperkast verlengt de middagpauze voor de vijftig medewerkers met een paar minuutjes; een verhuisbedrijf voert net de bar en de jukebox af. ‘Feestje gehad inderdaad’, zegt general manager Michel Corbeau. ‘We bestaan 95 jaar en dat hebben we in het weekend gevierd met alle medewerkers en gepensioneerde oudmedewerkers mét hun gezinnen. Supergezellig, de kantine was verbouwd tot bruin café met flipperkast. Nemag is nog zo’n echt familiebedrijf met elk jaar wel een jubilaris. Eén medewerker werkt hier al meer dan vijftig jaar. Dat zegt wel iets.’
Feestje of niet, er moet weer gewerkt worden. Want de orderportefeuille zit vol. In de montagehal worden alle zeilen bijgezet om de deadlines te halen. Met man en macht wordt gekant, gelast en gesleuteld aan de enorme stalen grijpers die later hun weg moeten vinden naar zeehavens ergens ter wereld. Meer dan 80 procent van de grijpers wordt geëxporteerd. Naar de Antwerpse haven op een steenworp afstand tot en met die in Noorden Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Azië en natuurlijk Europa. Aantallen wil Michel Corbeau niet geven en ook de prijs van een grijper is niet publicabel. Voorlopig ontwikkelt en verkoopt Nemag nog vooral de verschillende traditionele grijpers. Geschikt om droge bulk uit schepen te scheppen.
H 82
december 2019
Het is de tweede innovatie in vijftig jaar die Nemag op zijn naam schrijft. ‘Dat lijkt niet zo indrukwekkend’, beaamt Michel Corbeau, terwijl hij aan de hand van schaalmodellen uitlegt hoe zo’n kraan met grijper functioneert. ‘In de overslagbranche wordt weinig geïnnoveerd. Iedereen wil bewezen technologie hebben, omdat de afbreukrisico’s hoog zijn. Vijftig jaar geleden hebben we samen met Tata Steel in IJmuiden, toen Hoogovens, een grijper ontwikkeld waarmee efficiënter ijzererts uit de schepen gelost kan worden. Dat is later voor bedrijven met intensieve overslag de standaard geworden.’ Tijd voor wat nieuws dus. Grijpers moesten lichter worden, met meer capaciteit om schepen sneller leeg te halen. ‘Vergis je niet, er staat grote druk op de overslag. Bedrijven moeten tegen steeds lagere tarieven schepen lossen. Duurt het lossen langer dan de vooraf afgesproken tijd, dan moeten ze hoge boetes betalen, zogenoemde demurrage’, verklaart Corbeau. ‘Er meren hier in Rotterdam enorme
schepen aan met 400.000 ton ijzererts uit Brazilië, Australië of een ander mijnbouwland. Die schepen hebben een diepgang van 21 meter en kunnen alleen met vloed naar binnen varen. Dan is het zaak om ze in recordtempo te lossen, anders lopen ze bij eb vast. Dat speelt in elke zeehaven, dus snelheid is een belangrijke factor.’
de juiste instellingen te vinden en uiteindelijk zijn er bij Tata Steel testen gedaan met bestaande grote grijpers in een schip om te kijken of het model klopte. ‘Een intensief proces, zeker in het begin. Elke simulatie van één greep met een
EERST VIRTUEEL BOUWEN
kraankoppelingen en andere specificaties. ‘Daar hadden we vroeger één tot twee weken voor nodig. Wij maken geen series, elke grijper is klantspecifiek en maatwerk. Uiteraard is het proces in een ERP-systeem gegoten en hebben we volledig grip op inkoop en voortgang in de productiehal.’
OOSTERSCHELDE
Lichter en sneller en dus meer capaciteit; dat was de opdracht die Nemag zichzelf stelde. ‘En het scheepsruim moest eenvoudiger worden opgeklaard. De huidige grijpers hebben de neiging om kuilen te graven en komen slecht onder de randen van het ruim. Dat veroorzaakt instortingen van de lading, vertraging en schade. Er blijft veel erts achter dat in het scheepsruim met shovels bij elkaar wordt gereden. Arbeidsintensief, gevaarlijk en kostbaar. Door de vorm aan te passen, zou de grijper overal bij moeten kunnen.’ Een mooi streven, maar niet eenvoudig. In de loop der jaren bracht Nemag al modificaties en verbeteringen aan in het productengamma. Echter, dat was in kleine stapjes en empirisch, die vervolgens bij de klant getest zijn. Omslachtig en niet altijd succesvol. Reden om in zee te gaan met de TU Delft. ‘Met een promovendus van de TU zijn we voor het eerst simulatiesoftware gaan gebruiken. Hierbij is in software ijzererts gemodelleerd waarbij de virtuele ertsdeeltjes zich onderling precies hetzelfde moeten gedragen als bulkmateriaal in de praktijk’, vertelt Corbeau. Eerst zijn testen in het laboratorium gedaan om
‘ ‘Snelheid is een belangrijke factor’
virtuele grijper kostte wel één tot twee weken. Toen het model werkte en de simulatie met de werkelijkheid overeenkwam, konden we met onze ideeën aan de slag.’
PRODUCTIE VERNIEUWD In 2017 was het eerste prototype gereed, dit jaar volgt de productie met orders uit binnen- en buitenland. ‘We hebben de afgelopen jaren ook het complete productieproces op de schop genomen’, vervolgt Michel Corbeau. ‘Hiervoor is nieuwe apparatuur aangeschaft, waaronder een 1.000tons kantpers en een onderpoederlasrobot. Daarnaast hebben we een productconfigurator geïntroduceerd.’ Die stelt Nemag in staat binnen een dagdeel een complete offerte te maken met exacte gegevens over gewicht, capaciteit, de benodigde
Nemag begon als constructiebedrijf in 1924 in Katendrecht en specialiseerde zich al snel in grijpers. In de jaren zeventig moest het bedrijf plaats maken voor woningen en werd Zierikzee de thuishaven. ‘Hier kon Nemag deze leegstaande fabriek kopen. Een ideale locatie met directe waterverbinding naar de Oosterschelde en toegang tot de havens van Rotterdam en Antwerpen. Meer dan 80 procent van onze grijpers wordt geëxporteerd. De laatste jaren hebben we ook in het pand zelf het nodige geïnvesteerd. Ledverlichting, een luchtzuivering systeem en duurzame koeling.’ Moet de markt nu weer vijftig jaar wachten op de volgende innovatie van Nemag? Michel Corbeau lacht. ‘Nee hoor. Sterker, we hebben weer een promovendus van de TU Delft die bezig is met iets heel moois. Daarvoor doen we ook een beroep op innovatiegelden, waaronder de Europese subsidie OP Zuid. Met onze grijpers wordt overslag efficiënter en goedkoper. Nederlandse innovatie waar we trots op mogen zijn.’ www.nemag.com
Zestig jaar SMC
DIENSTBAARHEID
RESPECT
DESKUNDIGHEID
SMC Corporation bestaat zestig jaar. In die periode is SMC succesvol gegroeid tot wereldwijd marktleider in pneumatische systemen en erkend specialist in industriële automatisering. In zestig jaar is er veel veranderd, behalve de bedrijfscultuur van SMC. Die is nog steeds gebaseerd op zes Japanse kernwaarden: dienstbaarheid, respect, deskundigheid, aandacht, continuïteit en eergevoel.
AANDACHT
CONTINUÏTEIT
EERGEVOEL
U kunt op ons blijven rekenen. Of het nu gaat om deskundig productadvies, een veilige machine, een energie-efficiënte productielijn, het ontwerp van een besturingskast of een praktijkgerichte training. SMC is u graag van dienst.
www.smc.nl
december 2019
83
PRODUCTIVITEIT
PLATFORM PRODUCTIVITEITSVERBETERING
MATAS ZWEERT BIJ DASHBOARDS (EN DE KLANT KIJKT ONBEPERKT MEE) Bij elektronicaproducent Matas in Best wordt regelmatig Augurks gepraat. Dat is de geheel eigen taal van de it. Augurks gaat over véél data verzamelen en analyseren, over
• Klanten kunnen 24/7 meekijken hoe het met
meten is weten, verklaart algemeen directeur Guido Bergman. Matas is alles tot in detail
hun orders staat. • ‘Mensen hoeven niet krommer te lopen, we willen de dingen slimmer doen en in één keer goed.’ • Alles, maar dan ook alles in de productie wordt gescand, gemeten en vastgelegd. • ‘Smart industry is connectivity, smart industry is de toekomst.’
aan het digitaliseren en optimaliseren. Begin november was het bedrijf aan de beurt voor een bezoek van het platform Productiviteitsverbetering van Link Magazine. Bergman: ‘Toen ik Matas een jaar of zeven geleden overnam, werd maar één derde van de productiecapaciteit effectief ingezet. Mooi toch, dat betekende dat we stevig konden groeien met hetzelfde aantal mensen.’ DOOR LUCY HOLL
M
atas Electronics is een open boek voor zijn klanten. Die kunnen 24/7 online meekijken hoe het met hun orders staat en waar het onderhanden werk zich exact bevindt in de productielijn. En dat doen ze ook, weet Guido Bergman. Het extranet is enorm druk bezet. Zijn gasten die avond reageren vol verbazing en ontzag. ‘Maar blijf je dan wel baas in eigen huis?’, vraagt Henk Jansen, managing director FMI Instrumed in Schiedam, contract manufacturer van dedicated producten voor de medische sector, zich af. ‘Iedere klant vindt zijn order het belangrijkst. Gaan ze niet op jouw stoel zitten? Gaan ze zich niet ermee bemoeien en voor jou denken?’ Daar is Bergman niet bang voor, reageert hij. En
PLATFORM PRODUCTIVITEIT Het platform Productiviteit, begin 2019 opgericht door Link Magazine, is bedoeld om ondernemers en managers op een ongedwongen manier met elkaar te laten praten over verbeteringen in hun productieprocessen. De leden knopen daar graag een bedrijfsbezoek aan vast. Dit keer treedt Guido Bergman van Matas op als gastheer. www.matas.nl www.wila.nl www.jazo.nl www.boers.nl www.itsme.eu www.fmi-international.com www.knapen-trailers.nl www.timmerije.nl www.lely.com www.vencomaticgroup.com www.bozgroup.nl
84
december 2019
dat heeft hij nog niet meegemaakt. ‘Wij zijn een van de weinige bedrijven die opdrachtgevers zo in detail laten meekijken. Ze zijn blij dat ze weten hoe het ervoor staat. Onze leverbetrouwbaarheid is hoog. We doen wat we afspreken en ze kunnen het checken als ze willen.’ Als alles zo inzichtelijk is, voelen klanten zich echt onderdeel van een gesmeerde supply chain. ‘Hé, Guido, ik zie dat vijftig van de tweehonderd boards afgetest zijn, stuur die maar vast op’, hoort hij wel eens.
SCHERM-OP-MAAT Bergman begint het bedrijfsbezoek met een uitgebreide rondleiding. Alles, maar dan ook alles in de productie wordt gescand, gemeten, vastgelegd en inzichtelijk gemaakt op de dashboards die de medewerkers overal kunnen raadplegen. De dashboards combineren informatie uit diverse it-systemen, waaronder het ERP van Isah. Matas investeert veel in ict. De drie vaste ict’ers (op 56 medewerkers) en een heel stel mbo- en hbo-stagiairs zijn continu eigen software aan het ontwikkelen, die 100 procent voldoet aan de eigen wensen. Het ERP-systeem dient vooral als database. Bergman: ‘We willen meer uit onze machines halen, mensen hoeven niet krommer te lopen en harder te werken, we willen de dingen slimmer doen en in één keer goed.’ De managers en medewerkers van Matas, de klanten, de toeleveranciers: ze krijgen allemaal Per maand worden nu ruim een scherm-op-maat twee miljoen componenten voorgeschoteld. Van op pcb’s geplaatst bij Matas, elk van de medewerhoren de gasten tijdens de rondleiding. kers is precies te zien of hij er is, waarmee hij aan het werk is en
hoe het ervoor staat. Waar zit een enorme werkdruk, waar is ruimte in de productie, welke capaciteit op welke machine is op korte termijn nog te vergeven aan klanten?
SNELSTE IN DE BENELUX Bergman laat één van de schermen zien, waarop exact de productiehal met zijn magazijnen staat uitgetekend, met doorkliks naar meer informatie. Nu staan er bij Matas nog drie SMT-lijnen, surface mounting technology om printplaten in alle soorten en maten te bestukken. Dat worden er binnenkort twee, als de nieuwe High Speed NSA 1.5-machine arriveert en Matas de eerste in de Benelux is met zo’n supersnelle machine. Dat vraagt ook wat veranderingen in de magazijnen om de aanvoer van componenten te garanderen en de machine snel te kunnen omstellen, want anders heeft zo’n supersnelle lijn geen zin. ‘Wacht eens even. Hoe zit het hier met de flow? Is de hele gang van het werk logisch voor de medewerkers?’, vraagt Thomas Luiten, directeur operations bij Knapen Trailers in Deurne, fabrikant van schuifvloertrailers. Geen twijfel mogelijk, aldus Guido
Bergman. ‘We hebben wel eens out-of-the-box bedacht hoe we de productie zouden inrichten als we naar een lege hal zouden verhuizen. Nou, precies hetzelfde. We werken echt volgens de kortste routes.’ Matas gaat voor high mix, mid volume en high reliability. ‘Toen ik het bedrijf overnam, hadden we een productiecapaciteit van 750.000 componenten per week, de output was 250.000. Nu zitten we op 50 à 60 procent benutting. Het einddoel is natuurlijk 100 procent.’ Per maand Guido Bergman (Matas Electronics, staand) legt uit hoe het bedrijf de komende vier jaar de omzet wil gaan verdubbelen. Verder op de foto met de worden nu ruim twee milklok mee: Thomas Luiten (Knapen Trailers), Taco Leeflang (itsme), Titian Bogaerts (Matas Electronics), Harm Michels (Vencomatic Group), Henk Jansen (FMI Instrumed) en Ronald Koot (Boers & Co). Ook Frank Rouweler (Wila), Pascal Bos (JAZO), Marino Sonnemans (Timmerije), Gerlof van joen componenten op pcb’s den Haak (Lely) en Corné van Opdorp (BOZ Group), maken deel uit van het platform. Zij waren deze keer verhinderd. Foto’s: Bart van Overbeeke geplaatst. Op elk van de productielijnen wisselt de productie zo’n twee keer per dag. De gemiddelde Matas heeft ‘API’s’ met een stuk of tien belangrijgen we prijzen opvragen bij toeleveranciers. We batchgrootte is 300 printplaten. ke toeleveranciers (van de ongeveer veertig die deden de klant na een paar weken een aanbieding wekelijks beleveren). API staat voor application en voordat de order akkoord was, was de voorprogramming interfacecommunication. ‘We zien raad er soms al niet meer bij die toeleverancier. BESCHIKBAARHEID IS CRUCIAAL continu online en real time wie wat in voorraad Dan loop je continu achter de feiten aan.’ Matas Een paar jaar geleden is een 360-gradenproject heeft en wie het snelste kan leveren’, zegt Titian zit in een snelle markt, de klanten verlangen opgestart om op te stomen naar een veel hogere Bogaerts, manager operations bij Matas. ‘Die steeds rapper een offerte, anders gaan ze naar een productiviteit. Er viel vooral veel te winnen in de snelheid en beschikbaarheid zijn cruciaal. Als er concurrent. logistiek. Geen wonder, want in de databases van ook maar één onderdeel van de bill of materials Matas zitten 80.000 verschillende componenten, mist, kunnen we niet produceren. Voorheen ginwaarvan er 25.000 continu op voorraad zijn. LEES VERDER OP PAGINA 87
december 2019
85
Watch and walk in at Sentech Make your own virtual tour and connect with us. We develop sensor solutions...
play me at www.sentech.nl/tour
Henk Jansen (FMI Instrumed): ‘Ik kom er niet
VERVOLG VAN PAGINA 85
Geven die toeleveranciers hun prijzen aan, wil Ronald Koot, ceo van Boers & Co in Schiedam, leverancier van fijnmechanische onderdelen, behuizingen en assemblages, weten. Matas rekent met de gemiddelde inkoopprijs op basis van historische bestellingen, aldus Bogaerts. De leveranciers rekenen vaak dagprijzen en die kunnen fluctueren. Bij Vencomatic, wereldwijd leverancier van systemen voor de pluimveehouderij, gaat het er heel anders aan toe, reageert operations manager en directielid Harm Michels. ‘Wij zijn andere verhoudingen gewend met onze leveranciers. Bij een serieus aantal van hen behoren we tot hun grootste klanten.’ Het aantal toeleveranciers is nog tot daar aan toe, het lastigste is als een bepaald component helemaal niet meer geleverd kan worden, zegt Bogaerts. Dan moet gezocht worden naar een alternatief dat voldoet aan de specs. Vooral bij medische toepassingen kan dat voor probleem zorgen. Toeleveranciers moeten wennen aan die API, het is toch een conservatieve markt, maar langzamerhand zien ze de voordelen. Ze zullen ook wel moeten, want Matas let in de beoordeling en keuze van zijn leveranciers op de mate van automatisering. Bovendien scheelt digitale communicatie veel geld. Guido Bergman: ‘Aan elke ouderwetse orderregel bij inkoop zit al snel tien euro kosten vast, voor ons en voor de toeleverancier. Dat is veel. Een leverancier hoeft niet de laagste prijs te vragen om toch de goedkoopste te zijn. We kijken naar de total cost of ownership: die wordt met digitale communicatie snel lager.’
GOLDEN LIBRARY Bij binnenkomst in het magazijn wordt alles ingescand. Aan de hand van unieke nummers en barcodes bereiden medewerkers de productie voor. De kale printplaten gaan vervolgens met alle componenten die er nodig zijn naar de SMTmachines. Matas heeft ook fors geïnvesteerd in 3D-inspectie van de boards. Na elke stap in het productieproces volgt automatische controle. Het systeem wijst fouten aan: is te veel of te weinig pasta op de boards aangebracht, kloppen alle componenten met wat de klant wil, wat moet er gecorrigeerd of wellicht helemaal afgekeurd worden? En uiteindelijk is er ook nog een visuele inspectie door zeer kundige medewerkers. Fouten worden geanalyseerd zodat ze voortaan vermeden kunnen worden.
Guido Bergman: ‘Ik wil uiteindelijk mijn klanten informeren over alles. Beste klant, we hebben nu al zestien miljoen keer dit component geplaatst en er is maar één ppm uitgevallen.’
mee weg bij mijn klanten om de productie Taco Leeflang, director sales van ineens anders te doen. Wij hebben de uittechnisch dienstverlener itsme in voering tot op machineniveau vastliggen.’ Raamsdonkveer, vindt het nogal wat: ‘Productie, test, productie, test, productie, test. En dan ook nog de handmatige eindcontrole.’ Ronald Koot: ‘En kun je ook echt wat met al die data? Hebben jullie niet allemaal unieke producties voor klanten?’ We kunnen er zeker wat mee, zegt Guido Bergman. Matas heeft weliswaar alleen maar unieke producties, maar kijkt naar de componentgegevens in plaats van de eindproducten en die kunnen over meerdere promensen? Opleiden, herplaatsen, heel ander werk ducten en klanten gebruikt worden. ‘We bouwen laten doen? Dat vind ik wel een dingetje.’ aan een Golden Library. Medewerkers met veel Bogaerts: ‘De taken en rollen evalueren en de kennis en ervaring geven fouten op de scans aan. medewerkers groeien daarin mee of worden op Zo willen we fouten automatisch gaan detecteren, een andere plek in de organisatie in hun kracht op weerstandniveau, op condensatorniveau, op gezet. Voor ons is het van groot belang om kennis spoelniveau.’ binnen de organisatie te behouden. Onderin het productieproces kunnen we mensen bijschuiven die met weinig productiekennis beginnen en het DESNOODS MET DE HAND werk op de vloer leren.’ Harm Michels herkent Snelle machines, slimme inspectie, een optimale dat bij Vencomatic: ‘Het werk wordt of eenvoudiforecast en planning, just-in-time inkoop, een ger of moeilijker.’ goede codering en traceability; noem het maar Maar hoe leid je je mensen op nu die techniek op en Matas investeert erin. De komende vier jaar toch steeds complexer wordt, willen de gasten verdubbelt het bedrijf in omzet (nu 11 miljoen weten. Guido Bergman: ‘We proberen de comeuro per jaar), met een gelijk blijvend aantal plexiteit echt in processen te leggen, dat vraagt medewerkers, voorspelt Bergman, en de operatiminder skills van de operators dan vijf, tien jaar onele winst zal aanzienlijk stijgen. geleden. Welke skills iemand precies moet hebMaar wordt het daarmee niet veel kwetsbaarder ben, daar praten we over in de POP-gesprekken, en kritischer, vragen de platformleden zich af. de persoonlijke ontwikkelingsplannen.’ Sommige functies worden ook opgesplitst, in een gedeelte waarvoor vakkennis nodig is en een gedeelte dat iedereen kan uitvoeren. Sommige medewerkers vinden het heerlijk om de hele dag te testen en niet te repareren. Of juist omgekeerd.
‘We doen wat we afspreken en klanten kunnen het online checken als ze willen’
Binnenkort staan er twee in plaats van drie lijnen en moet alles wel heel strak op elkaar gebeuren. Nee hoor, er zit genoeg flexibiliteit in de productie, zeggen Bergman en Bogaerts. Als echt de nood aan de man komt, kunnen medewerkers desnoods een order ouderwets met de hand en de soldeerbout uitvoeren. Matas garandeert full traceability, maar hoe een board precies in elkaar gezet wordt maakt minder uit: als het juiste component maar op de juiste plek ligt. ‘Meen je dat? Zelfs als je gevalideerde processen hebt voor de medische sector?’, reageert Henk Jansen. ‘Daar kom ik niet mee weg bij mijn klanten. Wij hebben de uitvoering tot op machineniveau vastliggen.’
WAAR BLIJFT DE LOL? Ronald Koot noemt het heel uitdagend dat Matas probeert alle complexiteit eruit te halen. ‘Maar waar blijft de lol als je alles automatiseert. Wat doe je met je
PUUR AUGURKS Thomas Luiten: ‘Maar wie overziet het geheel? Bij Knapen Trailers zit het productieproces minder complex in elkaar. Wij willen juist de kennis naar beneden brengen en verantwoordelijkheden laag in de organisatie leggen. We willen snel kunnen schakelen met zijn allen en iedereen overzicht geven. Hoe krijg je dit complexe proces bij Matas weer inzichtelijk?’ Dan zijn het toch weer de dashboards waarin véél informatie te halen is. De productieleider ziet precies wat er gebeurt en wie of wat wellicht aandacht nodig heeft. ‘Let wel’, zegt Guido Bergman. ‘Smart industry is connectivity, smart industry is echt de toekomst. Nu kiest de productieleider nog over welke van de SMT-lijnen een bepaalde order loopt, maar ook die keuze maakt het systeem straks zelf.’ Digitalisering zorgt voor steeds verdere optimalisering bij Matas. Dat maakt ook dat de klanten blijven komen in deze business met zijn zware concurrentie uit alle hoeken van de wereld. ‘Ik wil uiteindelijk mijn klanten informeren over alles wat we meten en weten. Beste klant, we hebben nu al zestien miljoen keer dit component geplaatst op een printplaat, en er is maar één ppm uitgevallen. Wat zegt u daarvan?’ Thomas Luiten: ‘Kijk, dát is de Augurkse benadering.’
december 2019
87
SMART INDUSTRY
HEMABO MET CNC-CONSULT STAPSGEWIJS NAAR PAPIERLOZE FABRIEK
‘ALS ERP ZICH IN DE WERKPLAATS BEGEEFT, ZITTEN ER NOGAL WAT HAKEN EN OGEN AAN’ Hemabo Precisie Kunststoftechniek wil toe naar een 24/7productieomgeving met volledig inzicht in de processen, een sterke nadruk op digitalisering en een nog beter rendement. Om op dat hogere werkplaatsniveau te komen, heeft het Hengelose bedrijf het Bossche CNC-Consult erbij gehaald. De beoogde smart factory komt langzaam maar zeker dichterbij. DOOR LUCY HOLL
emabo Precisie Kunststoftechniek bestaat volgend jaar zestig jaar. Het levert complexe vormen en samenstellingen volgens de hoogste standaarden en staat aan de top in Europa als het gaat om het mechanisch bewerken van kunststoffen uit halffabricaat. Directeur Edwin Meijnen: ‘De Europese markt voor technische maakdelen beweegt zich steeds meer naar relatief lagere volumes met een zeer grote diversiteit aan componenten. Hemabo heeft een state-of-the-art machinepark. Klanten kunnen bij ons terecht voor kleine, repeterende series, maar ook voor grote volumes. Wij beschikken over een indrukwekkende machinelijst.’ En, tekent hij aan: ‘Onze vakmensen zijn uiteindelijk ons belangrijkste kapitaal.’
H
NIET OVER ÉÉN NACHT IJS Om het vele werk aan te kunnen, investeert Hemabo fors in digitalisering en automatisering. Zo werkt het al langer samen met CNC-Consult. Die implementeerde bijvoorbeeld de CAD/CAMsoftware hyperMILL van softwareleverancier OpenMind. Niet het goedkoopste pakket, weet
HEMABO Hemabo in Hengelo (bijna dertig medewerkers) bewerkt en verwerkt technische kunststoffen tot eindproducten voor toepassingen in de medische en industriële sector. Het gaat veelal om complexe componenten waaraan hoge eisen worden gesteld qua maatvoering en toleranties. Hemabo drong door tot de finale van de verkiezing tot Best Knowledge Supplier van Link Magazine in 2017. De jury destijds: ‘Hemabo ondersteunt de klant proactief bij het kiezen van de beste optie, rekening houdend met de benodigde productieprocessen en producttoepassingen en de specifieke eisen van de eindklant. Door de logistieke service kan de klant veel flexibeler inspelen op de ontwikkelingen in zijn markt.’ www.hemabo.nl
88
december 2019
Meijnen, maar het is wel zeer betrouwbaar gebleken. ‘Je kunt je geld maar één keer uitgeven, Hemabo Precisie Kunststoftechniek investeert fors in digitalisering en automatisering om het dus dan ga je niet vele werk aan te kunnen. Foto’s: Hemabo over één nacht ijs. Bij CNC-Consult loos mogelijk en zonder veel tussenkomst van werken zeer ervaren, betrokken en behulpzame een operator zou moeten verlopen. De gebruikers mensen.’ bij Hemabo werden daarom bijgeschoold in Hemabo werkt ook al enige tijd via een andere de software. Tegelijkertijd werd de zogeheten partner met ERP-pakket Plan-de-CAMpagne. featuretechnologie geïntroduceerd om automaHet Hengelose bedrijf was aanvankelijk van plan tisch vormelementen in 3D-modellen te herkenom daar een aantal oplossingen en uitbreidingen nen, zoals gaten, kamers en vlakken. Daaraan aan te hangen en zo richting die smart factory op worden nu macro’s gekoppeld, kleine bewerte stomen. Overal op de werkvloer verschenen kingsplannen voor hoe de vormelementen geiPads. Op het oog zag het er goed uit, maar die produceerd moeten worden. In combinatie met ERP-plus-variant bood onvoldoende. ‘Zodra ERP de juiste keuze voor de gereedschappen ontstaat zich in de werkplaats begeeft, zitten daar nogal een optimaal computergestuurd programma. wat haken en ogen aan’, aldus Maarten van Teeffelen, directeur CNC-Consult. ‘Je loopt onvermijdelijk tegen beperkingen aan. Je krijgt dan toch SLIM GEREEDSCHAPBEHEER net niet alle data die je wilt hebben over je bezetBij de volgende stap kwam compleet nieuwe tingsgraden, storingen en al het andere op de software de productievloer op: ToolDIRECTOR werkvloer.’ ERP is prima voor orderverwerking, van Proxia Software AG. Die is volledig gericht resource planning en financiële administratie, op gereedschapbeheer. De medewerkers vulden maar vanaf de machines is het een ander verhaal. het systeem met informatie over alle mogelijke middelen en materialen die Hemabo gebruikt. Verder werden standaard gereedschapkettingen GEËIGENDE PAKKETTEN GEBRUIKEN voor de productiemachines bepaald. Dat is alleOp een gegeven moment vroeg Hemabo aan de consultants van CNC-Consult om hun visie op maal zo goed als rond. Inmiddels wordt ook nog de smart factory te geven. Met het ERP-systeem is een fysiek gereedschapinstelcentrum ingericht, niks mis, benadrukten die. Maar hang er vervolwaarvoor een Hänel-kast wordt neergezet. Edwin gens wel andere, goede, bestaande pakketten aan Meijnen: ‘Het invoeren van alle gereedschappen die helemaal toegerust zijn op wat ze moeten in het systeem kost de nodige tijd, maar uiteindedoen in de productieomgeving. Er werd een lijk besparen we daarmee in de toekomst veel plan opgesteld met een stuk of zes stappen dat werk en dus geld.’ Hemabo en CNC-Consult nu in anderhalf jaar Vervolgens was het de beurt aan nog een ander tijd in de praktijk brengen. Proxia-pakket, FactoryDIRECTOR, voor Allereerst gingen ze samen nog eens goed kijken Productie Data Management. Dat PDM-systeem naar verdere optimalisatie van de CAD/CAMis volledig geïntegreerd met het ERP-systeem van processen. Hemabo heeft zes werkplekken met de Hemabo. Bij vrijgave voor productie worden genoemde hyperMILL-software, inclusief Solid de artikelstamdata, inclusief de benodigde documodeling en 5-assig simultaan verspanen. Hemamenten, automatisch overgedragen aan het bo wilde dat er voortaan nog sneller geprogramPDM-systeem. Allerlei aanvullende informatie meerd kon worden, waarna de productie zo foutvoor de productie, zoals de benodigde gereed-
schapketting, de opspanning en het NC-programma worden automatisch toegevoegd. Nog een belangrijke stap is nu de implementatie van MES-software, waarvoor het Manufacturing Execution System van Proxia is gekozen. Dat combineert machine- en productieordermonitoring met flexibele planning. ‘Als je wilt dat je processen kloppen, moet je die ook voortdurend monitoren’, aldus Meijnen.
CONTACT IN DE KETEN Hemabo wil tijdens de hele ommezwaai ook steeds rechtstreeks contact kunnen onderhouden met softwareleveranciers OpenMind en Proxia, als extra bevestiging dat het op de goede weg zit en ook om informatie direct bij de bron te kunnen halen. CNC-Consult vindt dat prima, het versterkt elkaar alleen maar. Edwin Meijnen noemt zowel CNC-Consult als de softwareleveranciers gedreven en professioneel. ‘Ze denken
CNC-CONSULT & AUTOMATION CNC-Consult & Automation in Den Bosch levert software-oplossingen voor CAD, CAM, CAI, Gereedschapbeheer, PDM, Planning en MES. Ervaren consultants zorgen voor ondersteuning en advies. Alles is gericht op optimalisering van de productieprocessen. www.cncconsult.nl
met ons mee, we kunnen vertrouwen op hun adviezen. De mensen van CNC-Consult benoemen ook tekortkomingen van de software en doen geen valse beloften. Hierdoor weten we als klant waar we aan toe zijn, zodat we hierop kunnen anticiperen. Ze denken in oplossingen.’
De werkvloer in Hengelo. Maarten van Teeffelen van CNC-Consult: ‘Wat we doen, grijpt in op het complete bedrijfsproces. We willen de mensen steeds goed informeren en draagvlak creëren.’
STEEDS EERST EEN PILOT Maarten van Teeffelen: ‘Het mooie aan dit project is dat we alles nu samen in goed vertrouwen uitrollen. Bij het invoeren en integreren van een groot aantal oplossingen, kun je niet alles bij de start tot in detail bespreken en vastleggen. We doen nu steeds eerst een pilot: we installeren nieuwe software, testen het en passen zaken aan.’ Bevalt het, dan wordt voor die fase een contract opgesteld en volgt de financiële afhandeling. Dat houdt het risico voor de klant laag. Telkens weer kan Hemabo beslissen of ze de volgende stap zet of toch maar niet. Er is veel tijd uitgetrokken voor het totale proces: de medewerkers van Hemabo moeten de ruimte
hebben om elke stap te verwerken, opleidingen te volgen en de systemen te vullen. Van Teeffelen: ‘Wat we doen, grijpt in op het complete bedrijfsproces. We willen de mensen steeds goed informeren en draagvlak creëren. Het is belangrijk om naar de ideeën op de werkvloer te luisteren.’ Als alle seinen op groen staan, rijdt de trein weer verder. De smart factory bij Hemabo is daadwerkelijk een feit als er papierloos vanuit het ERP-systeem een opdracht naar de productieomgeving gaat, waarbij vervolgens alle productiemiddelen optimaal benut worden, de kwaliteit bewaakt wordt en er real time teruggekoppeld wordt wat er op de werkvloer gebeurt, aldus Van Teeffelen. ‘Dan kunnen we spreken van een volledig gedigitaliseerd, optimaal productieproces.’
Make complex easy Terwijl u zich concentreert op uw kernactiviteiten, ontwikkelen en optimaliseren wij uw productieprocessen en producten
Masévon Group is gestart met de bouw van haar nieuwste productiefaciliteit: Masévon Advanced Systems Geklimatiseerde verspaningsafdeling Reiningsafdeling incl. RGA kwalificatie om te kunnen leveren volgens de strengste zuiverheidsklassen die bekend zijn in de hightech industrie Kwaliteitscontroles op een in de cleanroom opgestelde meetmachine Cleanroom assemblage
Lees meer op masevon.com
december 2019
89
SMART CUSTOMIZATION
RIDDER GROWING SOLUTIONS KAN GROEIEN DANKZIJ SMART CUSTOMIZATION-TRAJECT, BEGELEID DOOR IPL
‘AL JE MENSEN MEENEMEN IS DE GROOTSTE UITDAGING’ Ridder Growing Solutions in Maasdijk brengt onder meer systemen op de markt waarmee gewassen in kassen van water worden voorzien en die water verrijken met meststoffen en ontsmetten voor hergebruik. Al deze systemen worden nu voor meer dan 60 procent configure to order geproduceerd. Daartoe is de afgelopen drie jaar, onder begeleiding van IPL Advies, veel tijd en energie gestoken in een smart customization-traject: in nieuwe informatiesystemen en – bovenal – in het ‘meenemen’ van de medewerkers.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
S
jaak Bakker viel, toen hij in maart 2017 bij Ridder Growing Solutions begon, met ‘zijn neus in de boter’. Bij zijn vorige werkgever had hij het proces van engineering to order (eto) naar configure to order (cto) compleet doorlopen en bij de Westlandse onderneming kon de kersverse managing director meteen aan de slag met eenzelfde veranderingstraject. Want Ridder voorzag, mede door de groei van de wereldwijde agrotechmarkt, een omzetgroei van 15-20 procent per jaar. Die groei was niet te realiseren met uitsluitend specials maken. Om die transitie in goede banen te leiden, kwam de ervaring van Bakker natuurlijk goed van pas. Om het proces te sturen, werd IPL Advies uit Eindhoven ingehuurd, in de persoon van smart customization-specialist Frank van der Heyden. Gekozen werd voor een pilot met de Ridder FertiMix, een systeem dat meststoffen toevoegt aan water. Om altijd exact te voldoen aan de specifieke wensen van de klant, werden die machines veelal als specials geëngineerd. Een eerste inventarisatie maakte duidelijk dat alleen daarvoor al meer dan duizend verschillende pompen en dertig verschillende frames konden worden toegepast. Wat een forse voorraad noodzakelijk maakte. Nu, bijna drie jaar later, wordt ruim 60 procent van de watersystemen cto geproduceerd, is de voorraad met driekwart gereduceerd (het
90
december 2019
Ruim 60 procent van alle FertiMix-uitvoeringen wordt tegenwoordig cto geproduceerd, aldus Sjaak Bakker van Ridder, links op de foto. Op de achtergrond Frank van der Heyden van IPL. Foto: Com-magz
aantal pompen met 85 procent) en de doorlooptijd teruggebracht van tien naar vijf à zes weken. Terwijl de capaciteit van de systemen de range van vijf tot negentig kubieke meter per uur bleef bestrijken.
‘GANGBAAR’ DEFINIËREN De overall doelstelling bij de start was met 20 procent van de gangbare systeemvarianten te voorzien in 80 procent van de klantvragen. Alleen bij uitzondering zouden nog specials gebouwd worden. De eerste stap in de pilot was: uitzoeken welke functies in de markt werden gezet en welke gangbaar en minder gangbaar zijn. Bakker: ‘Vervolgens hebben we categorieën met een bepaalde bandbreedte gedefinieerd. Voorheen werd van elke component de optimale variant gekozen op basis van de capaciteitsbehoefte van de klant. Hierdoor ontstonden bijna oneindig veel combinaties van componentvarianten. Door categorieën met een bepaalde bandbreedte – capaciteitsrange – te definiëren, en binnen die bandbreedte altijd dezelfde combinatie van componentvarianten te gebruiken, is het aantal varianten op systeemniveau enorm verlaagd. Om die reden bieden we elektronica geschikt voor heel exotische voltages, van toepassing in slechts een enkel land, niet cto aan. De klant kan die nog wel
toegeleverd krijgen, maar als special, dus duurder en met een langere doorlooptijd.’
AUTOMATISCH VAN FUNCTIES NAAR BOM Zodra alle meest gangbare functies gedefinieerd waren, werden die vertaald in de technische specificaties van standaardmodules, vervolgt Van der Heyden. ‘En die zijn opgenomen in een sales configurator. Als voor een bepaalde configuratie is gekozen, resulteert dat in een technisch en commercieel veilige offerte en in een technische ontwerpspecificatie. Met de elektrotechnische en mechanische tekeningen en BOM’s (bills of materials, red.) die daaruit gegenereerd worden, wordt het ERP-systeem gevoed. Alles volautomatisch: er komt geen handwerk meer aan te pas. De engineer houdt zich nu bezig met het (door)ontwikkelen van bestaande en nieuwe modules, omdat klantvraag daartoe aanleiding geeft of bepaalde componenten obsolete dreigen te raken en er een alternatief ingepast moet worden.’
MEENEMEN MENSEN Inmiddels wordt dus ruim 60 procent van alle FertiMix-uitvoeringen cto geproduceerd, en dat geldt ook voor alle andere watersystemen die Ridder op de markt brengt. Vanzelfsprekend kwam daar méér bij kijken dan simpelweg
investeren in allerhande software en die installeren. ‘Bij de implementatie van smart customization gaat het zowel om de product-marktcombinaties en de bedrijfsprocessen als om de ict, waarbij de ict volgt uit de eerste twee’, duidt Van der Heyden. ‘De grootste uitdaging in dit proces is al je mensen in de denkwijze mee te nemen’, stelt Bakker. ‘Ga vooral niet te snel. Soms denk je dat iedereen volgt. Maar kijk je achterom dan zie je er toch een aantal achterblijven. En dat er weerstanden leven tegen alle veranderingen. Mensen moeten vertrouwd raken met alle nieuwe software. Sommige salesmensen zijn er in eerste
voorbeelden konden schetsen dat configuraties juist goedkoper worden en wél vrijwel steeds in de vraag van die klant voorzien kan worden. Bovendien geeft deze manier van werken veel meer rust. Standaardiseren leidt ook tot minder misverstanden, minder rework en voor veel mensen tot minder stress. Terwijl het aantal geproduceerde machines stijgt en we groei realiseren.’
ER BOVENOP ZITTEN ‘Om een project als dit tot een succes te maken’, vult Van der Heyden aan, ‘is het van belang een team samen te stellen waarin alle disciplines ver-
‘Standaardiseren leidt tot minder misverstanden en rework, en voor veel mensen tot minder stress’
aanleg van overtuigd dat met de beschikbare standaardconfiguraties nooit in alle specifieke klantvragen voorzien kan worden. Of dat de iets overgedimensioneerde configuraties veel te duur worden. En sommige engineers vinden het jammer dat ze afscheid moeten nemen van het engineeren van specials.’ ‘Dan helpt het’, vervolgt hij, ‘dat Frank en ik ervaring hadden met dit traject. Dat we met tal van
tegenwoordigd zijn. En maak er een strategisch project van waaraan het topmanagement direct leiding geeft. Ik heb elders trajecten zien vastlopen doordat de directie het overliet aan de operatie. Sjaak echter zat er bovenop’, complimenteert hij. Die betrokkenheid is nodig, illustreert Bakker, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat sales daadwerkelijk de mogelijkheden van de configurator gaat benutten. ‘En zich niet
GROEIEN IN HET BUITENLAND Naast systemen voor water treatment brengt Ridder Growing Solutions systemen op de markt voor klimaatregeling en voor het managen en registreren van werk(nemers), eveneens specifiek voor de tuinbouw ontwikkeld. Deze technologie, goeddeels bestaande uit software, wordt vandaag ook via de salesconfigurator aangeboden. Het bedrijf maakt deel uit van de Ridder Group, die voor de tuinbouw tevens aandrijftechniek en klimaatschermsystemen ontwikkelt en produceert; uitsluitend standaardproducten die via een catalogus vermarkt worden. Het bedrijf levert zijn producten aan dealers die Ridder-technologie over de hele wereld verkopen. Door de relatief hoge arbeids- en energiekosten in Nederland is de binnenlandse tuinbouwmarkt voor Ridder ‘stabiel’. Groeien doet de onderneming in het buitenland: plusminus 75 procent van de systemen gaat de grens over.
steeds laat verleiden tot specials, om toch maar te voorzien in die specifieke vraag van die klant. Inmiddels hebben we hier een cultuur waarin iedereen zich eigenlijk een beetje schuldig voelt als er toch een special gemaakt moet worden.’ Hij besluit met een tip: ‘Vier het met je mensen als er resultaten zijn geboekt. Vier je feestjes.’ www.ridder.com www.ipl.nl
made in Slovakia • paneelbouw voor al uw machines • nederlands management • UL 508A gecerti ceerd • enkelstuks en seriematig • lean georganiseerd • uiterst kostenef ciënt
slovakia
T
+421 37 286 2040
E
of cevdesk@vandoren.nl www.vandoren.nl
december 2019
91
PRODUCTONTWIKKELING
INNOVATIE VAN APEX VERGROOT ONDERHOUDBAARHEID NIEUWE BUIGMACHINE DYNOBEND
CURVIC PLATE VOORKOMT VERVANGING COMPLETE TANDWIELKAST Een mailtje met zeven ontwerpspecificaties. Dat vormde in feite de start van de samenwerking tussen Dynobend en Apex Dynamics aan de ‘125 Powerboost’ van Dynobend. De specificaties betroffen de grote krachten die gegenereerd zouden worden in deze nieuwe, volautomatische buigmachine. De aandrijfmechanica moest die krachten effectief kunnen overbrengen én voor weinig onderhoud zorgen. In nauwe samenspraak werden oplossingen gevonden.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
e nieuwe machine is helemaal klantspecifiek, maar wel opgebouwd uit een aantal ‘ideeën’ die de kans hebben later hergebruikt te worden in andere machines, voor andere klanten. Aldus Mark Luttikhuis, global sales & marketing director van de machinebouwer uit Haaksbergen. Een machine ook die, met een buigmoment van 105 kNm (kiloNewton meter, een eenheid voor koppel) en een walsopdrukkracht van 200 kN, voor een elektrisch aangedreven machine zeer grote krachten genereert. Om daar de juiste tandwielkast, rondsel (een bepaald type tandwiel) en heugel (een getande staaf) voor te bepalen, zochten de engineers van Dynobend contact met hun collega’s van Apex Dynamics in Helmond.
D
De vraag waarmee de samenwerking van Dynobend met Apex Dynamics aan de 125 Powerboost startte, was vervat in een korte mail met de ontwerpspecificaties. Thom van Oss van Apex had het bewuste A4’tje naar het interview meegenomen. Links op de foto Mark Luttikhuis van Dynobend. Foto: Com-magz
VIJF VRIJHEIDSGRADEN Het ontwikkeltraject van de machine was eerder gestart met een vraag van een klant uit de automotive, verhaalt Luttikhuis. Deze partij zocht een oplossing voor het geautomatiseerd produceren van een bepaald type asymmetrische profielen. Profielen die tot nog toe veel handwerk vroegen en veel uitval opleverden. Specifieker dan dat mag hij niet zijn vanwege de NDA die deze klant Dynobend heeft laten tekenen. Om dat werk
STANDAARD IS NOOIT STANDAARD Standaard is nooit standaard, stelt Mark Luttikhuis. Het komt zelden voor dat twee exact dezelfde buig-/walsmachines de fabriek in Haaksbergen verlaten. Op zijn minst zit er verschil in de tooling die erop zit. ‘Onze standaardmachines zijn voor ongeveer 80 procent opgebouwd uit delen en modulen die we vaker toepassen, voor 20 procent uit klantspecifieke delen. Deze machines zijn standalone en onderscheiden zich door hun flexibiliteit. Ze zijn makkelijk omstelbaar en geschikt voor enkelstuks of kleine series’, promoot hij. Daarnaast ontwikkelt en bouwt de Twentse fabrikant maatwerk: volledig geautomatiseerde machines die, geïntegreerd in een complete productielijn van bijvoorbeeld een automobielbedrijf, volautomatisch het buig-
92
december 2019
en walswerk verrichten. ‘Die bestaan meestal voor niet meer dan 60 procent uit standaardonderdelen.’ Deze twee machinetypen worden ontwikkeld en compleet opgebouwd in Haaksbergen, waar ook de tools worden geproduceerd. Dynobend werkt daartoe met een groot aantal toeleveranciers. Een ervan is Apex Dynamics. Deze Taiwanese fabrikant van tandwielkasten, tandheugels en rondsels beschikt wereldwijd over eigen vestigingen met verkopers en engineers.
effectief en efficiënt te kunnen doen, was er een machine nodig die buigen en walsen combineert met vijf vrijheidsgraden van de walsrol. De machine is bedoeld voor het – de automobielsector eigen – 24/7 produceren van grote series en moet dus volkomen zelfstandig kunnen draaien. Dus dienden ook geautomatiseerde en geïntegreerde systemen voor aan- en afvoer en de reiniging te worden meegeleverd. Een machine ook die zich laat programmeren aan de hand van de 3D-CAD-tekeningen van het te produceren product. ‘Onze software genereert uit die tekening volledig automatisch alle besturingssoftware. Dat geldt voor onze machines in het algemeen: daarmee willen wij de werkvoorbereiding van de klant zo gemakkelijk mogelijk maken. Desgewenst met autocorrectie: kwestie van één product produceren, en dat digitaal scannen in onze meetkast. Vervolgens wordt gecontroleerd in hoeverre het scanresultaat afwijkt van de CAD-file en aan de hand daarvan past het systeem volledig automatisch de besturing aan, zodat het tweede product wel perfect is.’
DETAILENGINEERING www.dynobend.com www.apexdyna.nl
De 125 Powerboost moest eveneens elektrisch aangedreven worden. Hydraulisch zijn grotere krachten te genereren, maar een elektrische aandrijving met servomotoren is veel nauwkeuriger
te controleren en af te stellen. ‘Elektrisch is in onze business daarom de trend. In het eerste concept was dan ook al direct servo-aandrijving en een planetaire tandwielkast opgenomen.’ Maar hoe en waarmee de krachten exact moesten worden overgebracht, van servomotor op het buigwerk, dat kwam aan bod in de fase van de detailengineering. Na enig zoeken in het aanbod aan tandwielkasten van verschillende leveranciers werd Apex Dynamics betrokken, een leverancier waarmee Dynobend eerder zaken had gedaan, aldus Luttikhuis.
UITDAGING Die eerste vraag was vervat in een korte mail met de ontwerpspecificaties. Thom van Oss, general manager van de Benelux-vestiging van Apex in Helmond, heeft het bewuste A4’tje naar het interview in Haaksbergen meegenomen. Met dat als startpunt is in een samenwerkingsproces van weken een configuratie ontwikkeld van een bepaald type, relatief kleine servomotor en een forse, speling-arme tandwielkast. ‘Zo’n kleine motor aan een grote tandwielkast – eigenlijk ziet dat er niet uit’, aldus Van Oss. ‘Maar deze combinatie kan die krachten en koppels wel aan. Een flinke uitdaging zat ’m in de klanteis van onderhoudbaarheid. Vanwege die grote krachten treedt hoe dan ook slijtage op aan de tandkrans, een soort ronde heugel. Na miljoenen cycli dient die vernieuwd te worden. Voorkomen moest worden dat dan ook de hele tandwielkast van plusminus 170 kilo vervangen zou moeten worden. Want dat
is een kostbare en tijdrovende klus.’ De oplossing werd gevonden doordat Apex bereid bleek ‘een klantspecifiek rondsel op basis van de curvic plate’ te ontwikkelen en te produceren.
CURVIC PLATE In een buigmachine moet van een roterende beweging een lineaire gemaakt worden. Dat wordt gedaan door het rondsel over de tandkrans te laten draaien. Het rondsel wordt gemonteerd op de uitgaande as van de tandwielkast en in die verbinding zat het op te lossen probleem. Van Oss: ‘Mechanische slijtage voorkom je door speling te elimineren. Dus wordt het rondsel doorgaans vastgelast op de uitgaande as. Maar op enig
ronde plaat is voorzien. De plaat zelf wordt met high strength bouten op de uitgaande as van de tandwielkast gemonteerd, legt Van Oss uit. ‘Bij het vervangen van het rondsel is ook die curvic plate zo vervangen. In een fractie van de tijd en kosten die nodig zijn voor het vervangen van een complete tandwielkast.’
ONDERHOUDBAAR ‘De onderhoudbaarheid’, vult Luttikhuis aan, ‘is een van de sterke punten van onze buigmachine en is iets waar de klant grote waarde aan hecht. Al in de eerste ontwerpfase houden we rekening met de toegankelijkheid van de slijtdelen, zorgen we dat monteurs daar met een kraan gemakkelijk bij
‘Elektrisch is in onze business de trend’
moment moet je het rondsel hoe dan ook vervangen. Is die vastgelast, dan moet je de hele tandwielkast vervangen. Daarom hebben wij de curvic plate ontwikkeld.’ In de nieuwe machine is het rondsel op deze curvic plate gemonteerd. Spelingvrij dankzij de convex- en concaafvormige nokken waarvan deze
kunnen. En dat ze vervolgens snel de slijtdelen kunnen uitwisselen. Samen met Apex zijn we erin geslaagd ook deze nieuwe machine zeer onderhoudsvriendelijk te maken.’ Apex Dynamics levert naast deze tandwielkast ook de aandrijfmechanica voor de aan- en afvoersystemen van de 125 Powerboost.
december 2019
93
PRODUCTIESTRATEGIE
KMWE ZIET ENORME VOORDELEN VAN VERHUIZING NAAR DE BRAINPORT INDUSTRIES CAMPUS
‘SIMPELWEG DIE GANG OVERSTEKEN EN SPIJKERS MET KOPPEN SLAAN’ Te krap, te versnipperd, niet meer up-to-date. In die situatie heeft de hoofdvestiging van KMWE in Eindhoven heel wat jaren gezeten. Hoe anders is dat op de nieuwe locatie, op Brainport Industries Campus. ‘Slim samenwerken’, vertelt ceo Edward Voncken, ‘is op de BIC geen theoretisch, papieren verhaal – hier dóen we het!’ Terwijl de fieldlabs en verschillende andere samenwerkingsverbanden nog maar kort uit de startblokken zijn.
DOOR PIM CAMPMAN
D
e vergaderkamer waarin het interview plaatsvindt, grenst aan een breed gangpad. Aan de overzijde de ‘Eat & Meet’, die gaandeweg meer en meer klanten trekt – de middagpauze is begonnen. En een unit die door roboticaspecialist Yaskawa is afgehuurd. Edward Voncken kan zich zomaar voorstellen dat een KMWE-engineer daar binnenwandelt voor advies over automatisering. Om dan het voorstel te krijgen: ‘Hier heb je een robot, probeer die een maand uit en lijkt het je iets, dan gaan we jouw probleem samen oplossen.’ Voncken: ‘Geen ellenlang overleg over wat precies de businesscase moet zijn, niet ergens ver weg testen doen. Simpelweg die gang oversteken en zonder een hoop gedoe spijkers met koppen slaan.’
PROFITEREN VAN SAMEN DELEN Kennis en faciliteiten delen – en met elkaar nieuwe, innovatieve werkwijzen en businessmodellen ontwikkelen. Daarvoor biedt het ecosysteem dat de BIC faciliteert excellente mogelijkheden, meent Voncken. ‘Hier zitten straks sterke partijen bij elkaar die alle disciplines afdekken van het toeleveren aan eindklanten in de hightech maakindustrie.’ Met de pet op van voorzitter van de coöperatie Brainport Industries wijst hij op de zeven fieldlabs die hun thuis hebben op de BIC en waarin nu al zeventig leden van de cooperatie, waaronder in veel gevallen ook KMWE, samen optrekken (op pagina 47 meer over de fieldlabs, red.). En op FutureTec, waarin gerenommeerde machinebouwers, toolingleveranciers en system integrators samenwerken om techniekstudenten (van Summa College, sinds ruim een jaar ook gevestigd op de BIC) te leren omgaan met de allermodernste machines en processen. Voncken: ‘Siemens PLM Solutions komt met 150 medewerkers hier naartoe. Niet voor niets natuurlijk: wat zij ontwikkelen, kunnen ze op de BIC meteen in de praktijk
94
december 2019
toepassen en indien nodig finetunen.’
BIC IN STROOMVERSNELLING KMWE voelt zich op de BIC als een vis in het water. Vooral omdat dankzij de verhuizing een punt gezet kon worden achter een situatie die niet langer houdbaar was, aldus de ceo: ‘We groeiden, maar vraag niet hoe. Bij ruimtetekort huurden we er weer een halletje bij. Was dat naast de deur niet beschikbaar, dan maar honderd meter verderop. Dat belemmerde ons om door te groeien: we dreigden te blijven steken in dat middengeKMWE-ceo Edward Voncken: ‘Dat sturen op human capital, daarvoor moeten we als bied van te groot voor Brainport-regio met elkaar meer verantwoordelijkheid nemen.’ Foto: Bart van Overbeeke de kleine eindklanten en te klein voor de grote.’ In 2014 nam KMWE Dutch Aero – nu KMWE forceerden dat de campus er kwam. Toen kwam Aero Engine – over. Een voormalig PhilipsSDK Vastgoed aan boord, dat van alle mooie bedrijf, gehuisvest in een verouderd Philips-pand plannen iets concreets maakte, en raakte het alle(TX) op een voormalig Philips-complex in Eindmaal redelijk in een stroomversnelling.’ hoven. De plannen om een Brainport Industries Campus te bouwen bestonden toen al, maar die VOLOP DOORDRAAIEN concreet maken – daar zat geen schot in. Dat ver‘Redelijk’, omdat vervolgens de hele rimram van anderde toen bekend werd dat KMWE serieuze vergunningen krijgen, voorbereidingen treffen en plannen had om TX te gaan renoveren. Voncken: wat dies meer zij doorgeworsteld moest worden. ‘Mannen als Rob van Gijzel (toenmalig burgeLang verhaal kort: juli 2017 ging de eerste schop meester van Eindhoven) en Bert Pauli (Brabants de grond in, en augustus 2018 werd Anteryon de gedeputeerde met Economie in de portefeuille) eerste bewoner van Brainport Industries Camkwamen in het geweer: “Gaan jullie dat doen, dan pus. Edward Voncken: ‘Omdat het pand nog is die campus einde verhaal.” Waarmee we in feite onvoldoende klaar was, konden we niet als eerste
verhuizen. Simpelweg omdat we ons geen stagnatie in productie konden permitteren. Sterker nog: we moesten volop doordraaien, de hele maakindustrie maakte overuren.’ Kortom: spannend, uitdagend. KMWE loste dat op verschillende manieren op. Allereerst door in de aanloop van de verhuizing voor specifieke producten extra voorraden aan te leggen. En vervolgens door investeringen in bepaalde nieuwe machines naar voren te halen. Die nieuwe machines werden geïnstalleerd op de nieuwe locatie en
vrachtwagens nodig; in totaal ging het om een tachtigtal machines.
PUNTJES OP DE I De verhuizing begon in februari van dit jaar. De kantoorfuncties kwamen als eerste aan de beurt, de productie volgde kort erna. Te beginnen met de montage, daarna de machining. Begin november was de laatste machine over. Een prestatie van formaat, vindt Edward Voncken. ‘Zo’n grote verhuizing, dat is niet iets wat je ieder jaar moet
de hoofdvestiging op Croy werkten over naar de BIC; hetzelfde geldt voor een klein deel van de medewerkers van KMWE Aero Engine. Wanneer de anderen op Strijp T naar de BIC verhuizen, staat nog niet vast. Voncken: ‘We gaan nu eerst de puntjes op de i zetten. Ergens volgend jaar bekijken we hoe we de ruimte hier op de BIC verder gaan vullen. Die is berekend op 500 mensen, dus er kunnen er nog wat bij.’ Of dat medewerkers van Strijp T betreft of medewerkers in Oirschot (bij het in juni overgenomen ATM Oirschot/ATM Mould Cleaning, red.)? Dat is nog geen uitgemaakte zaak.
STUREN OP HUMAN CAPITAL
Voor het transport van de grootste machines waren twaalf vrachtwagens nodig
aan het draaien gebracht. Daardoor was er op de bestaande locatie minder capaciteit nodig en kon daar een machine worden uitgeschakeld, gedemonteerd en – na klein onderhoud – verpakt en getransporteerd worden naar de BIC. Om daar weer gemonteerd en ingeregeld te worden – waarna de eerste producten die erop gemaakt werden ook nog eens door de klant worden goedgekeurd. Voorwaar, geen sinecure. Voor het transport van de grootste machines waren twaalf
doen. Een dergelijke operatie uitvoeren terwijl de winkel open moet blijven, heeft natuurlijk een enorme impact. En ja, er gaat soms iets mis of dingen raken kwijt. Maar al met al is het soepeler gegaan dan we ingeschat hadden. Dankzij strak managen, maar vooral dankzij de flexibiliteit van onze medewerkers. Die hebben extra stappen moeten zetten, na werktijd of in het weekend. Daar verdienen ze een groot compliment voor.’ Sinds enige tijd zijn alle 350 medewerkers die op
Wél een uitgemaakte zaak is dat KMWE op de BIC veel meer kansen ziet om door te groeien. ‘We zijn veel zichtbaarder dan op de oude locatie. Dat betaalt zich nu al uit: we krijgen aanzienlijk meer aanvragen van jonge talenten die bij ons willen werken of stage willen lopen.’ Maar helemaal zonder zorgen is Edward Voncken niet. ‘Met de jeugd interesseren in techniek en nieuwe technologieën zijn we op de goede weg. Maar dat is minder het geval met hoe we de bestaande bezetting mee krijgen in wat er allemaal op hen afkomt in het kader van smart industry – digitalisering, robotisering, enzovoort. Dat sturen op human capital moet echt beter. Daarvoor moeten we als Brainport-regio met elkaar meer verantwoordelijkheid nemen.’ www.kmwe.com
High-end multisensor meetmachine ook voor micro-vormen www.mitutoyo.nl
december 2019
95
Stel je eens voor… een fabriek waar alleen muren, een dak
Alle componenten van de fabriek delen draadloos relevante
en een vloer vaststaan. Alle machines en systemen kunnen
data met elkaar, van de sensor via afzonderlijke motoren en
razendsnel verplaatst worden om nieuwe productielijnen te
machines, direct naar informatiesystemen in de cloud.
creëren. Het hele productieproces vindt niet alleen ‘real-life’
The Factory of the Future is meer dan een visie. Ga met ons
maar ook virtueel plaats.
mee naar de toekomst. Now. Next. Beyond.
www.factory-of-the-future.rexroth
UIT DE MARKT (vervolg) NIJL AIRCRAFT DOCKING MIKT OP NIEUWE MARKTEN NIJL Aircraft Docking ontstond in 1966, als nieuwe branche van NIJL (Nederlandse IJzerconstructiewerkplaatsen te Lemelerveld) Staalbouw. Aanleiding was de vraag van KLM aan de markt om een onderhoudsplatform voor de nieuwe Boeing 747 te ontwikkelen. NIJL sleepte de order binnen en al snel volgden opdrachten van andere grote luchtvaartmaatschappijen, zoals Lufthansa en British Airways. Tegenwoordig is het bedrijf met 25 medewerkers gevestigd in Zwolle, waar alle onderhoudsplatforms en -trappen worden ontworpen. De fabricage wordt uitbesteed aan partners in Nederland en Oost-Europa. Twee jaar geleden pakten zich nog donkere wolken samen boven NIJL Aircraft Docking toen in januari 2017 het faillissement werd uitgesproken. ‘Te grote projecten met te veel risico’s. Een nieuw ontwerp gekoppeld aan een korte doorlooptijd, lokaal uitbesteed, te late levering, niet goed begroot. Dat deed het bedrijf de das om’, vat de huidige ceo Norbert Pieterse samen. ‘Daar hebben we als nieuwe eigenaar veel van geleerd. Dat soort excessen willen we niet weer.’ De nieuwe eigenaar is DockPoint, een groep gedreven en succesvolle ondernemers in Zwolle, die bedrijven in nood met kennis, ervaring en kapitaal weer op
weg helpt. En dat ging rap. ‘We zijn tegenover onze grootste klanten transparant geweest over onze aanpak en risico’s. Dat werd gewaardeerd. Twee weken na het faillissement zaten we bij KLM en Lufthansa aan tafel om contracten te tekenen’, vertelt Pieterse. In april dit jaar volgde een flinke opsteker: NIJL Aircraft Docking won de Europese aanbesteding van het ministerie van Defensie voor vier onderhoudsplatforms voor de F135motoren van de Joint Strike Fighter (JSF). ‘Het ministerie dacht aan een statisch onderhoudsplatform waarbij de motor verplaatst kon worden, zoals gebruikelijk bij bijvoorbeeld Lockheed Martin. Wij hebben het omgedraaid: de motor staat stil en het platform voor de monteurs is in hoogte verstelbaar. Daarbij passen we de contouren van het platform rond de motor telkens aan’, verklaart Pieterse. ‘Een uniek concept, gebaseerd op onze knowhow van veilig werken op hoogte. En omdat de motor niet verplaatst hoeft te worden, is de kans op beschadiging ook kleiner. Verder woog voor het ministerie mee dat de fabricage en opbouw van het platform in Nederland konden worden uitgevoerd.’ De nieuwe platforms worden naar verwachting eind december in gebruik genomen.
NIJL levert ook de tail dock voor onderhoud aan de Airbus A380. Foto: NIJL Aircraft Docking
De militaire markt is niet nieuw voor NIJL Aircraft Docking. Eerder leverde het bedrijf al trappen en bordessen voor grote transportvliegtuigen van Airbus en Boeing. Pieterse hoopt verder op orders uit andere NAVOlanden, zoals Noorwegen, Denemarken en België, die ook onderhoud gaan verrichten aan JSF-motoren. ‘Niet elk land is al zo ver als Nederland, daar kan wel een paar jaar overheen gaan. Dat geduld moet je hebben’, zegt Pieterse. ‘Het mooie is dat we ook een onderhoudscontract hebben afgesloten met het ministe-
rie. Zo blijven we betrokken in de loop en kunnen we andere landen laten zien dat het platform naar behoren functioneert.’ De komende tijd gaat Pieterse voor geleidelijke en beheersbare groei. Daarvoor denkt hij ook aan andere markten. ‘Ons platform – op vaste of flexibele hoogte – is ook geschikt voor bijvoorbeeld de industrie, automotive, scheepvaart en treinassemblage. En we kunnen snel schakelen en turnkey leveren, van engineering tot oplevering.’ www.aircraftdocking.com
VOORRAAD BIJ JEVEKA, GRIJPVOORRAAD BIJ DE KLANT Technische groothandel Jeveka brengt sinds vorig jaar exclusief in Nederland het logistieke voorraadsysteem SmartBin op de markt. In dat systeem wordt de grijpvoorraad van de bakken schroeven, moeren en bouten op basis van gewicht in de gaten gehouden. Zodra de voorraad in (één van) de bakken onder een afgesproken gewicht komt, geeft het systeem via de computer een signaal af en wordt de bak bijgevuld. Zo is er bij de klant aanzienlijk minder voorraad nodig en zijn er bovendien minder vierkante meters stelling nodig dan bij een 2Bin-systeem. Dat computersignaal bij de klant, aldus directeur Adriaan Veltkamp, gaat rechtstreeks naar het ERP-systeem van Jeveka. ‘Het systeem van de klant is dus niet gekoppeld aan
ons ERP-systeem. Dat hoeft ook niet; we willen de klant zo veel mogelijk ontzorgen. Als hij maar tijdig zijn nieuwe grijpvoorraad krijgt.’ Daartoe houdt Jeveka voorraad voor de klant. ‘Wij zijn een groothandel in bevestigingsmaterialen en gereedschappen. Bij ons zijn voorraden corebusiness. We hebben continu meer dan 100.000 artikelen beschikbaar voor onze klanten. Wij hebben altijd een compleet en exact inzicht in wat we aan voorraden in onze magazijnen hebben liggen. Aan de hand van gescande barcodes weet ons computersysteem namelijk precies wat er in een bakje komt en wat eruit gaat. En we weten ook wat onze klanten nodig hebben. Zo weten we wat onze inkoopbehoefte is. We houden altijd voldoende voorraad.’
Jeveka heeft zijn ERP-systeem ook niet gekoppeld aan de systemen van de eigen leveranciers. Dat is volgens Veltkamp geen doen. ‘We hebben meer dan 400 leveranciers. Dat is veel te veel om te kunnen koppelen. We kijken altijd naar de behoefte van de klant. Veel materialen kunnen we bij meerdere leveranciers bestellen. Dat maakt het gemakkelijker om te kunnen schakelen voor de klant.’ En hoe doet Jeveka dat met materialen die – om wat voor reden dan ook – moeilijk beschikbaar zijn? ‘We doen aan forecasting op basis van het regulier gebruik. We weten dus wanneer we wat moeten bestellen. En we hebben goed inzicht in de producten en materialen waarvan er maar weinig op de markt komen. We zorgen ervoor dat we daarvan altijd ruim op voorraad hebben – van sommige
producten hebben we voor meer dan een jaar voorraad in het magazijn liggen.’ www.jeveka.nl
KORT Kooiman Marine Group bouwt voor de haven van Antwerpen twee aluminium patrouilleschepen. Met de bestelling onderstreept de haven haar duurzaamheids- en veiligheidsambities. De schepen worden uitgerust met een batterijpakket waarmee ze op elektrische stroom 2,5 uur met 9 km/u kunnen varen. De innovatieve hybride schepen zijn ontwikkeld door Kooiman Engineering en worden gebouwd door Scheepswerf Gebr. Kooiman, beide uit Zwijndrecht. Levering is gepland voor het najaar van 2020. www.kooimanmarinegroup.nl
december 2019
97
SMARTGELEVERD GEINVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
ROBOTICA
KANTPERSGEREEDSCHAP
Yaskawa-lasrobots verdubbelen capaciteit BOZ Group
WILA bouwt tweede fabriek in Lochem
Plaatwerkspecialist BOZ Group in Bergen op Zoom heeft met de ingebruikname van twee Yaskawarobotcellen de lascapaciteit verdubbeld. De Yaskawa Motoman MA 2010 lasrobots zijn voorzien van cold metal transfer (TPS 320i CMT van Fronius), een lastoorts met interne toortsreiniger en lasdraadafknipper. Een touch sensor detecteert de exacte locatie van de
lasnaad. De twee werkstations met roterende as hebben een opspanruimte tussen de schijven van twee meter. Dat alles zorgt voor meer snelheid en flexibiliteit. Zo kan een operator achter een scherm de lasdelen in de lasmal opbouwen, terwijl de robot aan de andere kant een andere samenstelling aflast. www.bozgroup.nl
investering omdat er door de gestage groei ruimtegebrek is ontstaan en WILA klaar wil zijn voor de toekomst. Het hoofdkantoor blijft op de bestaande locatie en de fabriek aldaar wordt heringedeeld om optimaal gereedschapshouders te kunnen produceren. www.wila.nl
MAAKINDUSTRIE
G.S.M. B.V. heeft primeur met Yasda freesbewerkingscentrum
DUURZAAMHEID
LeydenJar opent proeffabriek voor superbatterijen De Leids-Eindhovense start-up LeydenJar opent een proeffabriek voor de productie van een nieuwe generatie ‘superbatterijen’ met 50 procent meer energieopslag. De spin-off van ECN en zijn ontwikkelpartners willen aantonen dat de batterijen geproduceerd kunnen worden tegen dezelfde kosten als traditionele lithium-ion batterijen, en zonder ingrijpende aanpassingen in het productieproces. De
WILA krijgt een tweede productielocatie in Lochem. De bouw van de nieuwe fabriek, waar het vooral zal draaien om de productie van kantpersgereedschappen, start begin volgend jaar. De ontwikkelaar en producent van high-end klemsystemen en gereedschappen voor kantpersbouwers en -gebruikers doet deze
spectaculaire toename van energieopslag is te danken aan een door LeydenJar, in samenwerking met TNO ontwikkelde, gepatenteerde poreuze silicium-anode techniek. De Europese Unie, BOM Brabant Ventures, DOEN Participatie en informele beleggers steken samen zo’n vier miljoen in het project. De proeffabriek opent medio 2020. www.leyden-jar.com
G.S.M. uit Haaksbergen heeft een Yasda PX301 5-assig freesbewerkingscentrum in gebruik genomen. De machine (XYZ 680x400x500 mm) haalt nauwkeurigheden tot in het μm-bereik en is geautomatiseerd met een 33-voudig palletwisselsysteem en 314-voudig gereedschapsmagazijn. Samen met
gereedschapsbreukdetectie en veel softwarefuncties maakt dit de machine uitermate geschikt voor 24/7 onbemande productie. G.S.M. is toeleverancier voor onder meer de medische, gereedschappen- en halfgeleiderindustrie. www.gsm-bv.nl
MAAKINDUSTRIE
NTS Norma bouwt nieuwe cleanroom NTS Norma in Hengelo heeft Interflow opdracht gegeven een nieuwe, 1.600 vierkante meter grote cleanroom te bouwen. De cleanroom krijgt secties die voldoen aan reinheidsklasse ISO 7 en 6, en zal voorbereid worden voor ISO 5. Zo kunnen mechanische componenten met een nauwkeurigheid van (minder
dan) één duizendste millimeter gegarandeerd worden. De investering past in het programma om de productieprocessen zo in te richten dat de producten altijd aan de hoogste reinheidseisen voldoen. Begin 2020 is de oplevering. www.nts-norma.nl
MOBILITEIT
VDL Bus en Coach bouwt zero emission fabriek in België VDL Bus & Coach bouwt in het Belgische Roeselare een nieuwe CO2-neutrale fabriek voor de bouw van elektrische, groene bussen. Daarmee zet de bussenbouwer en Europese frontrunner in e-mobiliteit een volgende stap in zijn zero emission-ambities. De Belgische verkoop- en serviceafdeling verhuizen mee naar de nieuwe locatie. VDL Translift in Dronten leverde onlangs de eerste elektrische voer-
tuigen voor afvalinzameling op. Die worden door de afvalinzamelaars Cure, HVC, Rova en gemeente Rotterdam ingezet in een ‘proeftuinproject’ waar ook TNO nauw bij betrokken is. Blijkt volledige verduurzaming van de afvalstoffeninzameling mogelijk, dan zal VDL Translift seriematige productie opstarten. www.vdlbuscoach.com www.vdltranslift.nl
december 2019
99
Heembouw op weg naar volledig virtueel proces www.heembouw.nl
www.gronddatabank.nl
“BIM en Virtueel bieden optimale klantbeleving” Afgelopen jaar ontving Heembouw de Piet Heyn award voor de wijze waarop Heembouw innovatie en toegevoegde waarde gebaseerd op datatoepassingen inzet in het klantproces. Zo is Virtual Reality niet meer weg te denken uit het klantproces en worden alle stappen, van ontwerp tot en met de daadwerkelijke oplevering in BIM, in 3D uitgewerkt. En ook in de toepassing van data ontwikkelt Heembouw zich steeds verder. Commercieel directeur Heembouw Rinus Verhey: “De toepassing van data in ons advies aan klanten, ontwikkelt zich steeds verder. We kunnen door het gebruik van de actuele kadastrale gegevens real time de meest actuele situatie ten aanzien van huisvestingslocaties bekijken. Zo kan je klanten direct laten zien welke randvoorwaarden aan de keuze voor een kavel zitten, zoals milieu-eisen, toegestane bouwhoogte maar ook de actuele stand van zaken van het bestemmingsplan. Nu green field locaties “opgedroogd” raken en bestemmingsplannen nogal eens op procedurele bezwaren stuiten, is het cruciaal om klanten een goed en actueel beeld te kunnen geven van de beschikbare locaties.” Virtueel bezoeken van locaties Virtual Reality speelt hierbij een belangrijke rol. Verhey: “Wij passen in steeds meer fasen van ons proces VR toe. Zo kunnen we potentiële vestigingslocaties virtueel bezoeken. En alle stappen die we samen met ons architectenbureau nemen om tot het
uiteindelijke ontwerp van het gebouw te komen, werken we 3D, in BIM, uit. We starten met het helder krijgen van het programma van eisen: wat gaat een klant in zijn nieuwe gebouw doen; hoe loopt het logistieke proces, in- en outbound? Wat is er wenselijk op gebied van automatisering, mechanisering en robotisering? Aspecten die van invloed zijn op de inrichting van je gebouw. Is het PVE eenmaal helder, dan is dit het vertrekpunt voor het ontwerp.” Een ontwerp komt in stappen tot stand. Verhey: “Dat begint met een kavelstudie; hoe past het gebouw met het vereiste buitenterrein optimaal op het kavel? En hoe passen de logistieke bewegingen op, van en naar het terrein hierop? Vervolgens komen we met voorstellen over de optimale lay-out van het pand, en de verdere vormgeving van het pand. Onze interieurarchitect is vanaf het begin af aan bij het ontwerp betrokken, zodat de buiten- en binnenkant van het gebouw goed op elkaar aansluiten en echt in harmonie met elkaar zijn. Al deze stappen worden ook in BIM uitgewerkt en komen met Virtual Reality echt tot leven voor onze klant.”
Op industrieterrein Tradepark 58 in Tilburg is deze zomer het nieuwe bedrijfspand voor Textaafoam opgeleverd. De realisatie voor deze toonaangevende industriële groothandel voor meubelstoffen in Europa, is in samenwerking met Heembouw Architecten, Quadrant4 en interieurarchitect H-Kwadraat architectuur uitgevoerd.
Heembouw realiseerde een nieuw distributiecentrum met regiofunctie voor Plieger. Heembouw Architecten maakte het ontwerp voor de duurzame nieuwbouw voor deze landelijke groothandel in sanitair, verwarming, elektra en installatiemateriaal.
Virtueel opleveren vóór de bouw van start gaat, zorgt ervoor dat tijdig alle aandachtspunten besproken en opgelost worden, zodat de bouw geruisloos verloopt.
Virtuele oplevering voor start realisatie Inmiddels wordt ook de oplevering eerst virtueel gedaan. Verhey: “Hoe verder je in het proces komt, hoe meer details we visueel in kaart kunnen brengen met VR. We leveren een gebouw nu eerst virtueel op, terwijl de bouw nog moet starten. Dat brengt alle aandachtspunten naar boven, die je kan oplossen voor de realisatie van start gaat. Dat zijn vaak kleine punten, zoals het veranderen van de draairichting van een deur of het aanbrengen van extra stopcontacten voor bijvoorbeeld buitenverlichting. Allemaal veranderingen die we vóór de realisatie al hebben opgelost.”
Het commercieel team van Heembouw Bedrijfsruimten. V.l.n.r: Rinus Verhey, Job Kuijpers, Dennis Manting, Suzan Buter, Djoerd van Velzen, Rolf Verdel, Toni Collens en Steven Bellen.
UIT DE MARKT BIJ NEARFIELD GAAT PERSONEEL VAN CLEANROOM STOFVRIJ LEREN BEWEGEN Omdat het toch wel ‘een mijlpaal’ is, werd de nieuwe cleanroom van Nearfield Instruments in Rotterdam op 19 november officieel geopend. ‘We wilden wel even vieren dat we nu echt met de productie zijn begonnen’, zegt Roland van Vliet van de hightech onderneming. Nearfield is een spin-off van TNO. Het bedrijf ontwikkelt en assembleert – sinds 2016 zelfstandig – meetapparatuur voor de halfgeleiderindustrie. De apparaten kunnen op nanoniveau 3D-scans maken van het chipproductieproces en zo vaststellen of de gemaakte chips aan alle eisen voldoet. Het bedrijf verhuisde eerder dit jaar naar een locatie aan de Vareseweg in Rotterdam. In het pand werd – in krap een half jaar tijd – een state-of-the-art cleanroom gebouwd. Van Vliet: ‘De machines die we in de cleanroom assembleren, moeten extreem schoon worden opgeleverd. Daarom hebben we ervoor gekozen een cleanroom met ISO 5-specificaties te laten bouwen. Daarmee kunnen we onze klanten garanderen dat de machines ook echt schoon worden opgeleverd.’ Zoals het er nu naar uitziet, zal Nearfield Instruments de eerste machine begin volgend jaar kunnen leveren. ‘Het gaat om een grote
chipmaker in het buitenland. Later dat jaar zal een tweede machine gereed zijn.’ De cleanroom in Rotterdam is gebouwd door Highcare in Tilburg, een onderneming gespecialiseerd in het bouwen van cleanrooms. ‘We bouwen gemiddeld tussen de vier en acht cleanrooms per jaar’, aldus Bas de Bruijn van het bedrijf. Maar, zo zegt hij, het wordt zelden zo’n ISO 5-cleanroom. ‘Die zijn vanwege de eisen een stuk duurder dan een cleanroom ISO 6, 7 of 8. Bij ISO 5 heb je het over een ruimte die extreem schoon moet worden gehouden. Honderd stofdeeltjes per volume-eenheid in plaats van de tien miljoen stofdeeltjes normaal gesproken. Het personeel heeft niet alleen beschermende kleding aan, maar krijgt bijvoorbeeld ook nog een training over hoe ze zich moeten bewegen.’ De cleanroom in Rotterdam is elf bij twaalf meter en drie meter hoog. Het is in feite een ‘doos’, die helemaal in het pand is aangelegd. De Bruijn: ‘Via een volledige wand wordt zogenoemde Hepa-gefilterde lucht de ruimte ingeblazen en aan de andere kant weer afgevangen, in totaal 40.000 kubieke meter lucht per uur. Het geheel is zo aangelegd,
KICKSTART AI IMPULS VOOR ARTIFICIAL INTELLIGENCE Ahold Delhaize, ING, KLM, NS en Philips gaan onder de naam ‘Kickstart AI’ het AI-ecosysteem (artificial intelligence of kunstmatige intelligentie) in ons land een impuls geven. Ze willen de ontwikkeling van AI-technologie bevorderen en versnellen en AI-talentontwikkeling stimuleren. Volgens de initiatiefnemers is dat hard nodig om de achterstand op China en de VS in te halen. Daartoe moet de onderwijscapaciteit vergroot, de ontwikkeling van de AI-gemeenschap bevorderd en Nederland als mondiale kennishub voor AI op de kaart gezet worden. De initiatiefnemers maken zich er sterk voor dat er meer lokale kennis en lokaal talent komt dat de AIontwikkeling gaat versnellen en op ethische en sociale wijze gaat implementeren. Concrete initiatieven zijn onder meer een competitie (‘AI
Superchallenges’) die AI-talent mobiliseert om maatschappelijke uitdagingen op het gebied van onder meer gezondheid en mobiliteit aan te pakken; de benoeming door elk van de vijf kartrekkers van hoogleraren en universitair (hoofd)docenten bij Nederlandse universiteiten en het organiseren van een Nationale AICursus met een streefaantal van 170.000 aanmeldingen in ons land per eind 2020. Andere, recent gelanceerde initiatieven, waaronder het FME-platform ‘AI for Industry’ en het EAISI-instituut van de TU Eindhoven, hebben net als Kickstart als doel om meer vaart te zetten achter kennis- en talentontwikkeling op AI-gebied om zo de groei en het concurrentievermogen van de Nederlandse economie in stand te houden. www.kickstartai.nl
Highcare uit Tilburg bouwde de cleanroom voor Nearfield Instruments in Rotterdam. Foto: Nearfield
dat de operators niets ervan merken. Met apparatuur en machines houden we de luchtvochtigheid en de temperatuur in de ruimte ook continu op
vaste waarden. Zo kunnen we de juiste kwaliteit garanderen.’ www.highcarecleanrooms.nl www.nearfieldinstruments.com
NIEUWE DIRECTEUR EPLAN NEDERLAND Harold van Waardenburg nam onlangs afscheid als algemeen directeur van EPLAN Nederland, om director cloud business op het Duitse hoofdkantoor van EPLAN te worden. Per 1 oktober is Roger Scholtes zijn opvolger. Scholtes studeerde in Aken (D) bouwkunde en werkte in Duitsland in de CAD-wereld, rond Autodesk. Toen EPLAN zijn eigen mechanische CAD-pakket, Logocad (‘ja, veel mensen weten niet dat EPLAN dat had; het was vrij succesvol in de Duitstalige markt’), ging overzetten naar Autodesk Inventor, werd Scholtes gevraagd dat te begeleiden. Vervolgens werd hij directeur bij EPLAN-zusterbedrijf Cideon (engineeringsoftware voor treinen). Vier jaar geleden kwam hij naar Nederland om bij EPLAN strategic accountmanager te worden. En nu is Scholtes de nieuwe directeur. ‘Ik mag hier een enthousiast team van
KORT Koolen Industries investeerde recent 4 miljoen euro in het Schiedamse ProtonVentures. Dat bedrijf ontwerpt en bouwt gekoelde en drukopslagfaciliteiten voor ammoniak en ammoniafabrieken op kleine schaal (zogenoemde NFUELunits). Met Protons gepatenteerde technologieën kan ammoniak
De nieuwe algemeen directeur van EPLAN Nederland, Roger Scholtes. Foto: Gerard Verschooten
zo’n veertig mensen leiden en mijn ambitie is om het marktaandeel in Nederland, dat met 60 procent al heel hoog is, verder uit te bouwen.’ www.eplan.nl
gemaakt worden uit schone energiebronnen. Ammoniak is een perfecte energieopslagoplossing voor zonnepaneel- en windmolenparken, omdat het grote hoeveelheden energie kan opslaan en transporteren op een efficiënte manier. www.protonventures.com www.koolenindustries.com
december 2019
101
36
april 2010
SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
FUSIES MEDISCHE TECHNOLOGIE
GTX medical fuseert met Amerikaanse dwarslaesieonderzoeker Het Eindhovense GTX medical en het Amerikaanse NeuroRecovery Technologies fuseren. Hun oplossingen voor ruggenmergstimulatie die dwarslaesiepatiënten een stuk mobiliteit teruggeven, vullen elkaar goed aan. GTX richt zich op patiënten die niet meer kunnen lopen (lage dwarslaesie), NRT op patiënten die hun armen en handen niet meer kunnen bewegen (hoge dwarslaesie). De gefuseerde organi-
satie gaat GTX medical heten, Sjaak Deckers blijft de ceo. Nu werken er 55 mensen op de High Tech Campus Eindhoven (hoofdvestiging), tien in Zwitserland en vijftien in Californië. Daarnaast zit een nieuwe vestiging in Massachusetts (VS) in de pen. In 2021 wil GTX medical de fase van klinische studies (praktijktesten) ingaan. www.gtxmedical.com www.neurorecoverytechnologies.com
OVERNAMES FILTRATIE
EFC Filtration wordt competence center binnen Rubix Benelux Rubix Benelux heeft EFC Filtration overgenomen. De Alkmaarse distributeur van merkonafhankelijke producten wordt het compentence center voor filtratie van Rubix. Alle medewerkers gaan mee over en Alkmaar blijft de locatie. EFC Filtration is specialist op gebied van lucht-, gas- en vloeistoffiltratie en
van milieutechniek voor industriële eindgebruikers. Het bedrijf denkt onder de paraplu van Rubix, Europa’s grootste leverancier van industriële onderhouds-, reparatieen revisieproducten en -services, sterk te kunnen groeien. www.rubix-group.nl www.efcfiltration.com
MACHINEBOUW
Hydratec neemt SPM en Rollepaal over Hydratec Industries neemt een meerderheidsbelang in Stork Plastic Machinery (SPM) in Hengelo en machinefabriek Rollepaal in Dedemsvaart. SPM (125 medewerkers) bouwt al meer dan vijftig jaar spuitgietmachines en kwam in 1999 in handen van investeringsmaatschappij Wadinko. Die blijft voor
25 procent deelnemen in beide bedrijven. Technologiebedrijf Hydratec (1.500 medewerkers) produceert industriële systemen en componenten voor vooral de food, mobility en health. Eerder nam het bedrijf kunststofspuitgieter Timmerije in Neede van Wadinko over. www.hydratec.nl
Toonaangevend MRO supplier, én volwaardig technisch expert In samenwerking met onze industriële klanten en kernleveranciers verzorgen wij de beste Up-Time services, duurzaamheid, gegarandeerde besparingen en optimale beschikbaarheid programma’s voor industrial supplies & services.
OPTISCHE TECHNOLOGIE
TKH Group lijft twee vision-bedrijven in TKH Group heeft het Finse FocalSpec Oy overgenomen. Dat optisch-metrologische bedrijf (50 medewerkers, omzet 6,5 miljoen euro) ontwerpt en produceert een gepatenteerde technologie: Line Confocal Imaging-technologie. Die wordt gebruikt om door middel van snelle, hoge-resolutie 2D- en 3D-scanning de variatie in oppervlaktehoogte te meten van zowel ondoorzichtige materialen als
glas. De technologie wordt toegepast in onder meer consumentenelektronica, farmacie, semiconductors en medische sector. De Haaksbergense TKH Group nam recent ook al een vision-technologiebedrijf over: het Duitse SVS-Vistek (60 medewerkers), leverancier van innovatieve highend technologieën voor imaging systems. www.tkhgroup.com
www.rubix-group.nl
december 2019
103
UIT DE MARKT ERVARING MET DATABEVEILIGING ASML-KETEN MOET VAART GEVEN AAN EUROPESE CLOUDDIENST Duitsland wil een Europese clouddienst van de grond krijgen. Het platform, GAIA-X genaamd, vernoemd naar de godin van de natuur en de aarde, moet tegenwicht bieden aan cloudreuzen als Amazon, Microsoft, Google en Alibaba. Grote Duitse bedrijven zoals Bosch, SAP, Deutsche Telekom, Deutsche Bank en Siemens zullen bij de ontwikkeling worden betrokken, evenals andere Europese partners, in eerste instantie vooral uit Frankrijk. Het project moet uitmonden in een ‘veilige data-infrastructuur’. Data zijn de belangrijkste grondstoffen van de toekomst. Daarom heeft Europa een data-infrastructuur nodig die soevereiniteit waarborgt en het mogelijk maakt om data meer te delen, op een veilige manier, aldus de Duitse overheid die de plannen eind oktober lanceerde op de Digital-Gipfel 2019 in Dortmund. Eind volgend jaar al moeten de eerste aanbieders en gebruikers van de data-infrastructuur gebruik kunnen gaan
104
december 2019
maken, zo is de ambitie. Peter van Harten, namens de Smart Industry-organisatie bij de top aanwezig, vindt het wel jammer dat GAIA-X vooralsnog vooral een Duits feestje is. Hij zet zich ervoor in om Nederland aangehaakt te krijgen, ook om te zorgen dat het project ‘concreter’ wordt. ‘Het is nu nog allemaal behoorlijk theoretisch. Hoe deze dienst gerealiseerd moet worden, bleef op de top onduidelijk. Wel is er een opzet bepaald met een referentiearchitectuur, incluis communicatiestandaarden, een juridische basis – een echt legal framework is er nog niet – en de inzet van een clearing house dat er, met de technologie van de International Data Spaces Association, voor moet zorgen dat de communicatie over dit platform volkomen veilig is. Maar hoe industriële bedrijven hier gebruik van zouden kunnen gaan maken, is nog niet helder.’ Daarom heeft Smart Industry, samen met de innovatieattaché van
de Nederlandse ambassade in Berlijn en consultancy Innopay, op 15 januari een workshop gepland in de Duitse hoofdstad. Daar wordt een aantal praktijkcases gepresenteerd. ‘Als het gaat om het volledig veilig verzenden van data hebben wij in Nederland binnen het fieldlab Smart Connected Supplier Network, in de ASML-toeleverketen, al behoorlijk wat ervaring opgedaan. Hetzelfde geldt voor iSHARE, een informatieplatform voor logistieke partijen zoals Schiphol en de haven van Rotterdam. Dergelijke cases willen we daar, samen met betrokken bedrijven, presenteren en bediscussiëren, om bij te dragen aan een verdere concretisering van GAIA-X. De uitwerking willen we graag, samen met de Duitsers, presenteren als in juni volgend jaar koning Willem-Alexander Duitsland aandoet voor een staatsbezoek. Zo hopen we er voldoende vaart in te krijgen.’ Voor het feit dat grote partijen als Amazon en Microsoft, sterk aanwe-
zig in Duitsland, niet betrokken zijn bij GAIA-X kan Van Harten begrip opbrengen. ‘Op zich jammer, want dit zijn partijen met heel veel ervaring met het opzetten van een grootschalige clouddienst, in tegenstelling tot bijvoorbeeld T-Mobile die wel betrokken is. Maar dat het relevant is om de Europese industrie een cloud te bieden die draait op servers die niet in Amerikaanse handen zijn en dus niet toegankelijk voor de Amerikaanse overheid, dat begrijp ik wel.’ Om dezelfde reden waarom er een Europees navigatiesysteem – Galileo – wordt gebouwd en er gewerkt wordt aan een Europees 5G-netwerk zonder of met weinig inzet van Chinese partijen. GAIA-X zou de opmaat kunnen zijn naar een geheel nieuw, Europees internet. ‘Het bestaande internet is eigenlijk niet veilig genoeg voor het industriële B2B-dataverkeer’, erkent Van Harten. www.smartindustry.nl www.bmwi.de www.innopay.com www.ishareworks.org www.internationaldataspaces.org
TOM RODENBERG AREA SALES MANAGER BIJ WEMO WEMO, leverancier van geautomatiseerde lijnen voor plaatbewerking, wil zijn aanwezigheid in focusregio’s vergroten. Daarom is Tom Rodenberg per 1 november gestart als area sales manager. Hij heeft veel ervaring in de metaalindustrie en werkte hiervoor onder meer bij Overeem, Area sales manager Tom Rodenburg van WEMO. Foto: WEMO fabrikant van gerolvormde metaalprofielen. Rodenberg en op termijn op Italië, Frankrijk en spreekt zes talen en heeft vele andere Spanje. In deze markten is veel competenties om buitenlandse behoefe aan de hoge mate van automarkten te verkennen. Hij gaat zich matisering die WEMO biedt. eerst focussen op de Duitse markt www.wemomachines.com
ONECIRCLE INTRODUCEERT CONTAINER VAN MERENDEELS GERECYCLED MATERIAAL OneCircle, voorheen Lightweight Containers, heeft een versie van zijn KeyKeg-bierfust van dertig liter geproduceerd met zo’n 60 procent gerecycled materiaal. OneCircle focust sterk op circulariteit en wil toe naar 100 procent gerecycled materiaal. De KeyKeg-vaten zijn innovatief, veilig en duurzaam en zorgen voor een revolutie in de distributie. De dubbelwandige technologie zorgt voor maximale veiligheid tijdens het transport en de binnenzak in de highhtech PETvaten beschermt de smaak en houdbaarheid van dranken beter dan enkelwandige vaten. In het nieuwe vat bevat de buitenste container 62,5 procent recycled PET-materiaal en de dragende binnenste container 40 procent recycled PET-materiaal. De beschikbaarheid van gerecyclede
materialen op de markt is momenteel beperkt. Daarom zet OneCircle alles op alles om te zorgen voor voldoende aanbod van circulair materiaal voor hergebruik in nieuwe vaten. Gebruikte KeyKeg-vaten worden verzameld via hubs in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Zwitserland, Ierland en België. De EU-wetgeving vereist dat alle verpakkingen ten minste 25 procent gerecycleerde materialen bevatten in 2025 en 30 procent in 2030. Dat haalt OneCircle al jaren eerder. De onderneming is ook toegetreden tot de Plastic Alliance en heeft een verklaring ondertekend dat de producten voldoen aan de milieucriteria van de Europese Unie, zodat er geen extra belasting op de producten hoeft te worden geheven.
PERSONALIA Hans Folge
productiepartner voor high-end IoToplossingen. Als verantwoordelijke voor de sales- en marketingstrategie zal hij zich vooral richten op klantrelaties en de ontwikkeling en groei het bedrijf.
werkt sinds september als manager business consultancy bij Isah. Eerder deed hij pre-sales en managementervaring op bij onder meer Oracle en Exact. Folge focust zich bij Isah op de verdere groei en professionalisering van de samenwerking met klanten.
Michiel Kuijs heeft de verantwoorde-
Fred van Roosmalen treedt eind dit
Jos Keurentjes is benoemd tot pro-
jaar terug als algemeen directeur van Holland High Tech. Leo Warmerdam, de huidige programmadirecteur, volgt hem op. Van Roosmalen, vanaf het begin betrokken bij het innovatiebeleid voor de topsectoren, blijft als strategisch adviseur verbonden.
grammadirecteur energie Innovatie, een nieuwe functie binnen de Universiteit Twente. Hij zal zich binnen het strategic business development-programma van de universiteit focussen op energietransitie. Keurentjes komt van TNO, waar hij chief scientific officer en lid van de raad van bestuur was.
Eric Stodel volgt op 1 januari Huub van der Vrande op als ceo van
Neways. In de zestien jaar dat Van der Vrande die post bekleedde, is Neways een internationale onderneming met een omzet van ruim 500 miljoen euro en 3.000 medewerkers geworden. Hij blijft als senior vicepresident en adviseur aan Neways verbonden. Stodel werkte eerder als manager bij Flextronics en Collins Aerospace en als ceo van Marinoffs. Frank den Ridder is aangesteld als
business development director bij Meuleman Electronics, ontwikkel- en
De KeyKeg (keg is Engels voor fust) is het resultaat van jarenlange ontwikkeling en praktijkonderzoek. Om minimaal dezelfde eigenschappen van een stalen bierfust te krijgen, bestaat de KeyKeg uit een flexibele, gelamineerde kunststofzak in een
lijkheid gekregen over DAF Trucks in de Benelux en Scandinavië. Hij werkte twintig jaar in marketing & sales bij het Eindhovense bedrijf en werd in 2018 directeur van DAF Nederland.
Durk-Jan Nederlof, voormalig direc-
teur shiprepair & conversion van Damen Shipyards Group, is aangetreden als senior vicepresident bij Bosch Rexroth. Binnen de businessunit Large Projects is hij verantwoordelijk voor sales. Ron van den Oetelaar is binnen die unit tot vicepresident technical benoemd. Mark Visser is Steef Staal opgevolgd
als managing director van Damen Marine Components in HardinxveldGiessendam. Hij komt van Damens businessunit High Speed Craft.
bol van PET. Tussen bol en zak wordt met perslucht druk opgebouwd voor het tappen. De KeyKeg is bestand tegen hoge temperaturen, hoge druk en ruw gebruik. www.lightweight-containers.com
december 2019
105
AGENDA 20 JANUARI 2020
4-5 MAART 2020
‘WERKEN IN DUITSLAND’ – NIEUWEGEIN Event van Koninklijke Metaalunie en Stichting Nederlands Duitse Bouwexport (Nedubex) met als thema ‘Uw (montage)project in Duitsland’. Aan de hand van voorbeeldcases wordt inzicht gegeven in wat er allemaal komt kijken bij het aangaan van projecten in dat land. Zie: www.metaalunie.nl
RAPIDPRO 2020 (VAKBEURS + EXPOSITIE) – VELDHOVEN Tiende editie van event dat de complete workflow van het digitale productieecosysteem omvat: Define. Design. Produce. Alles over 3D-modelling, 3D-simulatie, 3D/CAD-gestuurde productie, additive manufacturing, CNC-substrate manufacturing, robotics & hardware en nabehandeling & logistieke processen. Zie: www.rapidpro.nl
21 JANUARI 2010 (en andere data) VINGER AAN DE POLS BIJ ZIEKE WERKNEMERS – DIVERSE LOCATIES De workshop wordt op diverse data en diverse locaties gehouden. Focus ligt op de verzuimproblematiek vanuit werkgeversperspectief. Nieuw in deze workshop is de aanpak vanuit actiemomenten voor de werkgever waarop deze moet handelen om verzuimkosten te verminderen. Zie: www.fme.nl
28 JANUARI 2020 PPA EVENT (MET LEZINGENPROGRAMMA) – DEN BOSCH Event rondom Productie Proces Automatisering (PPA). Over technologische vernieuwingen en ketensamenwerking op actuele thema’s als big data, cyber security, machine learning, the cloud, predictive maintenance, netwerken en protocollen. Het event richt zich op de productie- en procesindustrie, machinebouwers, oem’ers en system integrators. Zie: www.fhi.nl/productieprocesautomatisering
28 JANUARI 2020 CLEAN 2020 (CONFERENTIE + EXPOSITIE) – VELDHOVEN De laatste ontwikkelingen, producten en innovatieve processen voor een optimale reinheid van industriële onderdelen en oppervlakken staan centraal. Sprekers uit de industrie en wetenschap presenteren nieuwe ontwikkelingen op vlakken als proces- en kostenoptimalisatie en kwaliteitscontrole. Ze delen best practices. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen
3 MAART 2020 QRM EXPERIENCE – VELDHOVEN QRM; Quick Response Manufacturing betekent sneller, flexibeler, beter en goedkoper produceren. Dat is het streven. De deelnemers aan de 10e editie van de QRM Experience ontdekken hoe ze QRM goed inzetten. De focus ligt tijdens deze dag op de praktijk: niet alleen luisteren naar lezingen, maar zelf ervaren middels een simulatiespel. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen
17-20 MAART 2020 TECHNISHOW EN ESEF MAAKINDUSTRIE (VAKBEURS) - UTRECHT De vakbeurs op het gebied van industriële productietechnieken, verwerking en bewerking van metalen, kunststoffen, toebehoren en hulpmiddelen (TechniShow) en de vakbeurs op het gebied van toeleveren, uitbesteden, productontwikkeling en engineering (ESEF) onder één dak. Zie: www.technishow.nl, www.maakindustrie.nl
Onze klanten installeren elk jaar meer dan 1,8 miljoen I/O modules
18-20 MAART 2020 ASIA PACIFIC MARITIME (APM) – SINGAPORE Zestiende editie van event waaraan afgelopen keer meer dan 1.500 bedrijven uit zestig landen deelnamen. Naast de vaste thema’s scheepsbouw & marine, werkschepen & offshore en olie- & gastransport en –opslag krijgen digitalisering en innovatie veel aandacht. Nederlandse inbreng is er op het Holland Paviljoen van Netherlands Maritime Technology (NMT). Zie: www.apmaritime.com/en-gb.html
24 MAART 2020 SMART SENSORS & DATA ANALYSIS – VELDHOVEN Partijen uit de diverse branches gaan samen met sensortechnologie- en dataexperts op zoek naar technologische oplossingen, mogelijkheden en toepassingen. Bezoekers, exposanten en technologiezoekers wisselen in een open setting hun kennis en kunde uit, wat leidt tot nieuwe inzichten, oplossingen en toepassingen. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen
3-4 JUNI 2020 MATERIALS+EUROFINISH+SURFACE 2020 – VELDHOVEN Kennis- en netwerkevent voor de Benelux, waarin de vakbeurzen Materials en Eurofinish, door de samenwerking met Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (ION), gezelschap krijgen van de vakbeurs Surface. Zie: www.materials-eurofinishsurface.com
Decentrale automatiseringsoplossingen by Murrelektronik
Wij zijn dé specialist als het gaat om decentrale automatisering. Onze application engineers helpen graag om jouw machine of installatie future-proof te maken. Met flexibele oplossingen die rendement geven, om sensoren en actuatoren aan te sluiten op de besturing of de cloud.
www.murrelektronik.nl
december 2019
107
isah.com
Isah feliciteert de winnaars van DISCA ‘19
BEST KNOWLEDGE SUPPLIER
BEST CUSTOMER
De Dutch Industrial Suppliers & Customer Award kent 3 categorieën. Klanten en toeleveranciers nomineren de bedrijven. De winnaars zijn allen klanten van Isah. En daar zijn we best wel trots op.
BEST LOGISTICS SUPPLIER
Maak het met Isah.