link Magazine 2020, #06

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS december 2020 | nummer 6 | jaargang 22

DE FINALE: PRIVA, MASÉVON TECHNOLOGY EN VERAA METAAL WINNAARS VAN DE CUSTOMER EN SUPPLIERS AWARDS

LEREN VAN EXTREEM KORT ONTWIKKELTRAJECT VOOR DEMCAIR BEADEMINGSSYSTEEM

THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

CEO CRIJN BOUMAN OVER ZIJN JONGSTE START-UP ROCSYS:

‘WIJ MOETEN ONSZELF OPNIEUW KEIHARD BEWIJZEN’


Nieuw design. Nieuwe toepassingen. Ontdek het nieuwe Festo.nl


#6/20 12 THEMA DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

49

28

ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU? Het thema Industrie 4.0, in Nederland bekend onder de noemer Smart Industry, bestaat nu zo’n 7 jaar. Vinden de programmamakers van het eerste uur dat er met digitalisering van onze industrie voldoende voortgang is geboekt? Welke inzichten zijn bevestigd, veranderd, bijgesteld of misschien wel een desillusie geworden? En zijn de fieldlabs een succes geworden?

58

DISCA’20 MASÉVON TECHNOLOGY, VERAA METAAL EN PRIVA WINNEN DISCA’20-AWARDS

‘ZONDER CORONA HADDEN WE HET GROOTS GEVIERD, WANT WE ZIJN ENORM TROTS’ De DISCA-winnaars kregen vanwege corona hun trofeeën dit keer uitgereikt in zeer persoonlijke meetings op hun werkvloer. Ze waren blij verrast. Goede samenwerking is van groot belang voor de kracht van de Nederlandse industrie en deze awards helpen daarbij.

ROBOTISERING CEO CRIJN BOUMAN VAN ROCSYS:

‘WE MOETEN ONSZELF OPNIEUW KEIHARD BEWIJZEN’ Crijn Bouman zat gebeiteld bij technologiegigant ABB, maar hij wilde weer echt ondernemen, nam ontslag en begon met twee compagnons het bedrijf ROCSYS. Deze start-up wil de wereldmarkt veroveren met een systeem voor het compleet automatisch opladen van elektrische voertuigen met een robot.

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over petflessenfabrikant Dumocom. Dat Almelose bedrijf gaat productie en voorraad plannen met het AI-systeem van start-up Samsa IT.

KETENPOSITIE

44

Systeemleveranciers zoeken de grens op tussen partneren en concurreren met de klant Opschuiven van B2S naar B2R. Maar omm’er…?

54

Priva en MTA vertalen visie van tomatentelers in concrete producten Samen werken in de keten aan robotisering in de tuinbouw

MEDISCHE TECHNOLOGIE LEREN VAN EXTREEM KORT ONTWIKKELTRAJECT VOOR DEMCAIR BEADEMINGSSYSTEEM

‘ALLES WAT RIEKTE NAAR OVERBODIG – NIET DOEN’ Onder druk wordt alles vloeibaar, blijkt maar weer in de coronacrisis. Zie het complete DemcAir beademingssysteem, dat technologieontwikkelaar en -producent Demcon in een luttele maand wist te realiseren. Hoe kreeg Demcon dat met hulp van tal van partners voor elkaar?

SERVITIZATION

64

Hyundai wil future proof worden met start-ups en next-generation producten ‘De overlevers beseffen dat de grote vooruitgang ligt in nieuwe services’

88

Grote machinebouwers bijeen over business halen uit installed base ‘Je komt pas verder als de klant zelf de noodzaak ervaart’

ZIE VERDER PAGINA 5

december 2020

3



EN VERDER: 6 27

UIT DE MARKT

38

CORONA EN STRATEGIE TalkING Industry in regio Noord-West over scenariodenken

41

PROCESVERBETERING Schneider Electric en Automation over remote management

42

PROCESVERBETERING Door standaardisatie kan Alara Lukragro vraag naar geluidsisolatie bijbenen

57

STRATEGIE Met vestiging Hilden (D) erbij groeit 247TailorSteel stevig

62

PROCESOPTIMALISERING Bosch Rexroth en Staco zetten stap richting digitalisering

66

PROCESOPTIMALISERING Mitsubishi Elevator verandert ‘van smederij in modern productiebedrijf’

70

CYBERSECURITY KPN Security: data zijn de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf

72 74 76 78 81

COLUMN Wiebe Nijdam over eerst optimaliseren, dan pas automatiseren

In de lofuitingen in deze uitgave over de DISCA’20-winnaars en -finalisten valt nogal eens het woord ‘transparant’. De klant deelt in alle openheid zijn businessplannen of de leverancier is heel open over zijn kostenopbouw. Logisch dat dit een zwaarwegende factor is voor de kwaliteit van de samenwerking in de toeleverketen. Zonder transparantie geen vertrouwen, hét fundament onder elke samenwerking. Maar dat dit zo zwaar weegt en zo nadrukkelijk benoemd wordt in de kwalificaties zegt ook dat transparantie geen vanzelfsprekend is. Dat leveranciers vaak níet vertellen wat ze nu precies aan een klus onder de streep overhouden en dat klanten hun supplier vaak in het ongewisse laten bij wie ze de vervolgseries weg gaan zetten. Op zich begrijpelijk, want openheid over dit soort zaken kan ertoe leiden dat de prijs naar beneden moet, of dat de toeleverancier minder hard gaat lopen. Uit deze redenering volgt dan dat er vooral transparantie is als er niks te verbergen valt, als uit de kostprijsopbouw blijkt dat de marge binnen de marge van het fatsoenlijke blijft en als die uitbesteder ook de vervolgseries bij zijn goed presterende toeleverancier neerlegt. Met andere woorden: het is makkelijk om transparant te zijn als je uitsluitend informatie kunt uitwisselen die prettig is voor de partner. Maar transparant zijn is pas echt een prestatie als je informatie verstrekt simpelweg omdat die in het belang van je partner is en je erop durft te vertrouwen dat die die informatie niet alleen in zijn eigen belang benut. Dat altruïsme is niet zo eenvoudig op te brengen.

Vandaar dat er een hoop flauwekul verkocht wordt. Mijn persoonlijke maatstaf daarvoor is het verschil tussen wat een gesprekspartner vertelt in een interview en PROCESVERBETERING SAS en newITera innovatief hoe hij het op papier gepubliceerd wil zien. Als een manager bijvoorbeeld met in de recyclingindustrie overtuiging poneert dat zijn omzet dit jaar met 30 procent groeit en hij stelt het na INNOVATIE TNO brengt kennis 3D-printen lezing van de uitwerking bij naar 20 procent, dan heeft hij óf tijdens het gesprek óf tijdens de voedsel en medicijnen naar de markt terugkoppeling flauwekul verkocht, of op beide momenten. Over het waarom is het fijn speculeren: in INNOVATIE Barendse Freesia kweekt zijn bloemen het interview wilde hij succes uitstralen omdat ook zijn altijd kritische moeder het artikel leest. Bij lezing bedacht hij zich dat het beter is de concurrent in het ongewisse te laten over hoeveel rek er in zijn niche nu in een gesloten drielagencel zit, of dat de klant misschien zou kunnen gaan twijfelen of hij die snelle ramp-up wel zou kunnen ORGANISATIEONTWIKKELING Digitalisering en bijbenen. Maar het kan ook zijn dat hij simpelweg niet goed op de hoogte was van de actuele financiële hogere eisen bieden Bavak groeimarkt stand van zaken, of dat tussen gesprek en uitwerking een grote order is doorgeschoven… DUURZAAMHEID EPLAN werkt binnen Cito aan CO2-reductie

82

INNOVATIE Plymovent en Protonic ontwikkelen portal voor filtratiesystemen

84

STRATEGIE Matas ligt op koers om de bol.com van de EMS-wereld te worden

86

CORONA EN STRATEGIE TalkING Industry in regio Noord-Oost over verder digitaliseren

95 107

MARTIN EEN VACCIN TEGEN FLAUWEKUL

Hoe het ook zij, er is op enig moment flauwekul verkocht. Nu heeft dat tegenover een industrieel journalist misschien niet altijd meteen ingrijpende gevolgen, maar binnen een toeleverrelatie kan het funest zijn voor het vertrouwen als je partner op het ene moment dit en het volgende moment iets anders verkondigt. Het vervelende nu van deze tijd, die nauwelijks ruimte laat voor echte, persoonlijke ontmoetingen, is dat er veel ruimte voor het verkopen van flauwekul is. Die virtuele communicatiekanalen zijn misschien wel heel veilig en efficiënt, maar die kleine aarzeling in de stem, die iets hogere toonhoogte, dat even wegkijken, het onrustige draaien op de stoel, het valt allemaal weg in de digitale ruis.

UIT DE MARKT (Vervolg)

Dus kom maar op met dat vaccin!

AGENDA

MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

JAARGANG 22, NUMMER 6, DECEMBER 2020

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML)

UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

AHOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Jan Broeks, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl CAAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hans van Eerden, Emo van Halsema, Wiebe Nijdam, André Ritsema. COVERFOTO Sam Rentmeester GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

ABONNEMENTEN u 73,75 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 12 februari 2021. Het thema van dit nummer is: ‘Zaken (blijven) doen in een protectionistische wereld’

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

december 2020

5


UIT DE MARKT INNOVATIECLUSTER NOORDOOSTPOLDER MIKT OP BEHEERSTE GROEI Vorig jaar november startte het Innovatiecluster Noordoostpolder (ICNOP) met negen bedrijven: Machine Constructies Marknesse (MCM), Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) in Marknesse, Van Hees Machinery in Ens, Tube Centre Marknesse en de Emmeloordse bedrijven Kamplacon, Kampstaal, Geesinknorba, Suplacon en Polder Staalproducties. Alle leden zijn als oem’er, leverancier of assemblagebedrijf actief in de maakindustrie, specifiek in de metaal. De directe aanleiding waren gesprekken met de Koninklijke Metaalunie over de subsidiemogelijkheden van procesinnovatie binnen de WBSO. ‘Een tegemoetkoming voor de uren die bedrijven besteden aan speur- en ontwikkelingswerk om technische problemen op te lossen. Voor kleine bedrijven beloopt die toch al snel 10.000 euro per jaar’, aldus Roy van Enkhuijzen, sinds februari dit jaar actief als programmamanager bij het ICNOP. Aanleiding voor oprichting van het cluster is het feit dat smart industry het werk verandert en grote impact heeft op medewerkers en leidinggevenden. Samen met het onderwijs wil het ICNOP jongeren interesseren voor techniek en het onderwijs meenemen in alle ontwikkelingen. Ook wordt gewerkt aan een goede leercultuur binnen de bedrijven om medewerkers toekomstbestendig te

maken. Zestien studenten HRM van hogeschool Windesheim doen hier onderzoek naar binnen lid-bedrijven. ‘Op deze vlakken zitten bedrijven niet in elkaars vaarwater en ontstaat veel energie. Op het terrein van innovatie ligt dat wat gevoeliger. Bedrijven vinden het nog moeilijk om dat samen op te pakken, omdat ze soms elkaars concurrent zijn’, stelt Van Enkhuijzen. ‘Door de innovatiekracht van lid-bedrijf NLR te Het Innovatiecluster Noordoostpolder wil beheerst groeien. Foto: ICNOP koppelen aan andere het Vakcollege in Emmeloord en In het eerste kwartaal van 2021 laten bedrijven, willen we samen leren en presenteren daar een opstelling van we het volgende bedrijf instromen innoveren stimuleren.’ een machine of machinelijn.’ Andere en pakken dan het ritme weer op. Inmiddels hebben zich twee nieuwe plannen betreffen shared facilities – Eind volgend jaar staat het ledenleden gemeld. Zuidberg in Ens, een aanschaf van een 3D-printer en/of aantal naar verwachting op dertien bedrijf met circa 350 fte dat onder laserrobot maar ook het gezamenlijk bedrijven.’ meer gespecialiseerd is in hefinrichinkopen van expertise voor procesKennisbijeenkomsten van het tingen en aftakassen voor agrarische optimalisatie, bijvoorbeeld rond en industriële machines, en Conrad- ICNOP richten zich tot nu toe naast handheld laserlassen, toepassing subsidie-inventarisatie op digital Stanen, producent van grondboorvan vision en interne logistiek. twinning (‘NLR maakt hiervoor een installaties in Emmeloord. Met het ‘Een goede eerste stap om samen te programma dat binnen vier bedrijvertrek van VHM staat de teller nu gaan innoveren.’ Vanaf 2023 ligt de ven toegepast gaat worden’). Daarop tien bedrijven. ‘We streven naar focus binnen het ICNOP op het naast staat voor het eerste kwartaal beheerste groei van één bedrijf per verder ontwikkelen van de supply het programma Techniek Tastbaar kwartaal. Dat is vanwege corona chain en daarmee de relatie tussen op de planning. ‘Hiermee willen we even on hold gezet, omdat we eerst oem’ers en toeleveranciers binnen 1.000 tot 2.000 leerlingen tussen de werken aan onderling vertrouwen het cluster. 10 en 16 jaar techniek laten ervaren en samenwerking, iets wat online www.icnop.nl op school. Bedrijven komen naar lastiger is dan in de fysieke wereld.

BORSTKANKER OPEREREN MET HULP VAN MAGNETEN Het gaat goed met 3T in Enschede, maker van klantspecifieke elektronica en embedded systemen. Het bedrijf verdubbelde de afgelopen twee jaar in omvang naar 80 mensen personeel, werd derde in de categorie Middelgroot Regio Oost bij de FD Gazellen Award 2020 van het Financieele Dagblad en behaalde de tweede ronde van de Best Knowledge Supplier Award in DISCA’20. Dat is allemaal aan de voorkant. Op de achtergrond maakt het bedrijf allerlei ‘mooie en nobele producten’, zegt ceo Richard Mijnheer. Bijvoorbeeld als medeontwikkelaar van het Sirius Pintuition System, een apparaat waarmee borstkankeroperaties op een cosmetisch betere manier verricht kunnen worden. Het appa-

6

december 2020

raat – waarvan in oktober de eerste positieve medische resultaten werden gemeld – is een idee van Sirius Medical, een spin-off van het Nederlands Kanker Instituut. ‘Wij zijn verantwoordelijk voor de complete elektronica’, aldus Mijnheer. Traditioneel wordt een tumor bij een borstkankeroperatie door de radioloog met een soort draadje gemarkeerd. De chirurg gebruikt de marker om de tumor weg te snijden. ‘Maar het is niet altijd zeker of de arts de juiste route naar de tumor neemt en dus ook niet of het op een cosmetisch goede manier wordt gedaan’, zegt Mijnheer. ‘Bij het Sirius Pintuition System wordt een minuscuul klein magnetisch zaadje (verpakt in titanium) met een naald in de tumor

aangebracht. Vervolgens wordt er een klein sneetje in de borst gemaakt, waar de chirurg een kleine staaf insteekt. Die detecteert het magnetisch veld en helpt de chirurg zo bij het opereren. Het resultaat: een cosmetisch betere operatie, waarbij er vaker borstbesparend kan worden geopereerd.’ De ceo van Sirius Medical kende 3T en kwam een paar jaar geleden voor het eerst met het idee in Enschede. Of ze de elektronica konden ontwikkelen. Dat kon 3T. In 2018 was er een eerste proof of concept. ‘Het was al met al nog behoorlijk moeilijk’, zegt Mijnheer. ‘Want hoe moet je het magnetisch veld detecteren en interpreteren? Uiteindelijk hebben we met behulp van een derde partij de

wiskundige algoritmes kunnen opstellen die nodig zijn voor de goede positiebepaling.’ Op het scherm van het apparaat is te zien hoeveel millimeter het staafje van het magnetisch zaadje verwijderd is. 3T kreeg de vrije hand bij het uitwerken van de elektronica, en dat is wel eens anders. ‘Sirius Medical wist wat het wilde en liet ons helemaal vrij om het zelf in te vullen.’ Het apparaat is nu beschikbaar. Maar de naam van 3T wordt er – publicitair gezien – niet aan verbonden. ‘Wij werken op de achtergrond. En dat is prima’, zegt Mijnheer. www.3t.nl www.sirius-medical.com


GENOMINEERD INTRAX GEEFT GRAAG DE RUIMTE

Hij wist van niets, dus was het een ‘behoorlijke verrassing’ dat Intrax door toeleverancier Refitech dit najaar werd genomineerd in de categorie Best Customer voor een DISCA’20-awards. ‘Altijd fijn om te horen dat je de beste klant bent, toch?’, zegt mede-eigenaar Donald Molenaar van het bedrijf in Oss. Het Brabantse Intrax Suspension Technology (18 werknemers) maakt – al meer dan veertig jaar – hoogwaardige schokbrekers, veringen en ondersteltechnieken. Dat doet het bedrijf voor Formule 1-auto’s, streetcars, voor ‘gewone’ auto’s en voor industriële doeleinden – eigenlijk voor alles wat een schokdemper kan gebruiken. Veruit het meeste wordt speciaal voor de klant gemaakt, zegt Molenaar. ‘We doen hier alles zelf in huis. Onze schokbrekers worden gezien als wereldklasse. We maken ze onder andere voor de zogeheten supercars van Donkervoort.’ Belangrijk voordeel van de werkwijze van Intrax, aldus Molenaar, is dat het bedrijf in amper vijf weken kan werken van een eerste klantidee tot en met het complete product. ‘Daar moet je bij de concurrentie nog wel eens vijf tot zes maanden op wachten.’ Eén van de partijen waarmee Intrax

samenwerkt, is dus Refitech in Waalwijk. Dat bedrijf is een composiet engineering- en productiebedrijf voor (industriële) toepassingen waarbij gewichtsreductie belangrijk is. Voor Intrax maakt Refitech carbon-onderdelen, lichter en handzamer dan aluminium of staal. De samenwerking tussen beide partijen noemt Molenaar ‘goed en volwassen’. ‘We trekken al jaren samen op. Ons idee als Intrax: we geven specialistische bedrijven alle ruimte om hun werk voor ons te doen. Wat Refitech kan, kunnen wij niet. We gaan ons er dus ook niet al te veel mee bemoeien. We weten wat we willen hebben, zetten dat in een tekening en sturen die naar de experts van Refitech. En zij komen na een tijdje met een eerste ontwerp. Dat is, na al die jaren, inmiddels al bijna altijd gelijk zo’n beetje de juiste oplossing. Natuurlijk moet er dan nog wel wat worden gefinetuned, maar in de basis is het goed.’ En omdat beide partijen elkaar goed kennen, zijn er ‘niet drie meetings en tig telefoontjes nodig’ om tot het eindproduct te komen. ‘Ze werken snel en goed en leveren prima producten. Wat wil je nog meer?’ www.intraxracing.nl/ www.refitech.nl/

TOEN...

...NU Ooit gingen we op pad met routekaart, fototoestel en die goede oude Nokia. Toen werden we smart. Nu maken we in de machinebouw hetzelfde mee. Murrelektronik introduceert de MVK Fusion. Hiermee kunnen voor het eerst standaard IO’s, op veiligheid gerichte toepassingen en IO-Link-apparaten in een module worden gecombineerd. Dat is uniek.

GET SMART 3 basisfuncties in 1 module Deze Profinet/Profisafe-module verenigt drie cruciale functies van de installatietechniek.

Mail naar getsmart@murrelektronik.nl voor een demo

De eigenaren van Intrax (van links naar rechts Marcel van Vliet, Donald Molenaar, Niek van Sambeek, Claudette Sommers) voor het oude pand. Inmiddels is nieuwbouw gerealiseerd. Foto: Intrax

december 2020

7


DO YOU HAVE AS MUCH PASSION AS WE DO?

VDL ETG HAS VACANCIES FOR:

Do you like technical challenges? Development and production on the edge of what is possible? Then VDL ETG is a perfect match for you!

SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

With almost 3,000 colleagues we work on complex and innovative mechatronic systems for high-tech production equipment for the further development of computer chips, breakthroughs in fighting diseases, study the universe and understanding the details in cells and molecules. Working at VDL ETG means a lot of freedom and diversity. Diversity in projects and customers, freedom through the amount of responsibility you will get within your job. The combination of engineering and high-tech production facilities is what makes VDL ETG a unique employer with lots of career opportunities at home and abroad.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven • The Netherlands T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


UIT DE MARKT SPGPRINTS EN MTA DRAGEN ‘STEENTJE BIJ’ IN DE STRIJD TEGEN CORONA SPGPrints (Boxmeer) en MTA Group (Helmond) ontwikkelden en bouwden dit jaar twee productielijnen voor het produceren van Covid-19 snelteststrips. SPGPrints is specialist op het gebied van rotatiezeefdruk, een procedé waarbij tijdens een continu proces een inkt, pasta of reagent op een ondergrond wordt aangebracht. Het van oorsprong Nederlandse bedrijf werkt bijvoorbeeld al een jaar of tien voor de farmaceutische industrie, omdat de techniek ideaal is voor de productie van biosensoren. Daarbij wordt een laagje aangebracht op een teststrip en kan er een test worden uitgevoerd met lichaamsvocht. De strip geeft zo goed als direct resultaat. Begin dit jaar kwam de samenwerking in een stroomversnelling toen een farmaceut (SPGPrints mag niet zeggen welke) aanklopte met de vraag of het mogelijk was een productiemachine te ontwikkelen voor Covid-19 teststrips. De farmaceut wilde apparatuur waarmee strips

konden worden gemaakt die met biosensoren een sneltest op corona mogelijk maken. De fabrikant leverde daarbij het materiaal voor de strips. ‘En dat konden we’, zegt Hank Guitjens van SPGPrints. ‘Dat wil zeggen: het drukproces snappen we, niet het maken van de machines zelf. En daarom klopten we aan bij MTA, waar we al jaren mee samenwerken.’ Met MTA Group, een machinebouwer die mechatronische systemen ontwikkelt en bouwt, werd keihard gewerkt aan de ontwikkeling van de machine. ‘Het voordeel is dat wij veel kennis van zaken hebben en dat we al lang voor SPGPrints werken’, zegt Patrick Geerts van MTA. ‘Maar we stonden voor heel wat uitdagingen. Het ging bijvoorbeeld niet om één, maar om vier rotatiezeefdrukunits, die synchroon in lijn geplaatst moesten worden. De folie wordt met hete lucht gedroogd, waardoor het proces gepaard gaat met grote temperatuurverschillen – terwijl de klant een eindproduct wil dat elke keer precies

hetzelfde is.’ Uiteindelijk lukte het SPGPrints en MTA om in drie tot vier maanden een machine te bouwen die voldoet aan de specificaties van de klant. ‘Inclusief het ontwikkelen, bouwen, testen en plaatsen hebben we voor de twee productielijnen het gehele traject afgelegd in elf maanden. Dat is ongekend snel’, zegt Guitjens. ‘Iets om trots op te zijn. Niet alleen het resultaat, maar ook de samenwerking: MTA is Foto: SPGPrints een perfecte partner. En we zijn er samen ook trots op dat we hiermee een kleine bijdrage leveren aan de bestrijding van corona. Je kunt met de teststrip binnen een kwartier zien

of je corona hebt. Dat biedt veel voordelen.’ www.spgprints.com www.mtagroup.nl

ARTIFICIAL INTELLIGENCE VERANDERT DE TOEKOMST Door de coronacrisis zijn organisaties afgelopen tijd nog afhankelijker geworden van data en IT-technologie. Veel bedrijven weten dat ze AI moeten inzetten om op korte en lange termijn te groeien, aldus BrainCreators, specialist in digitale inspectie op basis van AI-technologie. BrainCreators uit Amsterdam doet vijf AI-voorspellingen voor 2021. Wat zijn er voor trends? 1. Augmented Intelligence voor medewerkers: steeds vaker worden beslissingen genomen en acties uitgevoerd met beperkte menselijke

tussenkomst. Bedrijven blijven komend jaar investeren in op AIgebaseerde oplossingen die medewerkers ondersteunen in hun werk. Met name visuele inspectietaken worden geautomatiseerd voor meer effectiviteit. 2. Een overvloed aan data: AI gaat in 2021 rijkere datatypes, zoals pointclouds, laser, LiDAR en grote sensornetwerken gebruiken. Dit zorgt voor een meer ‘multimediaal’ landschap. Zo kunnen meer verbanden worden gelegd om gerichter te reageren op complexe gebeurtenissen.

3. De opkomst van intelligente automatisering: nu organisaties meer op afstand werken ziet het management dat de toegevoegde waarde van AI-technologie vooral zit in intelligente automatisering. Dat maakt het mogelijk om menselijke kennis over te nemen en taken te leren uitvoeren. Automatiseringstechnologieën ontwikkelen zich in een hoog tempo en hebben steeds meer impact. 4. Verklaarbare AI als belangrijk onderwerp: nu het overheidsbeleid op AI wordt aangescherpt en ethische omgang met data in opkomst is,

komt er nieuwe en aangepaste regelgeving. Er moet goed worden omgegaan met systemen waarvan het gedrag niet altijd letterlijk verklaard kan worden. 5. Verschuiving naar edge AI: in veel situaties worden AI-toepassingen lokaal op apparaten toegepast. Daarom komen er steeds meer hybride vormen van cloud en edge toepassingen. AI op edge devices is in opkomst vanwege privacy, beveiliging en latency overwegingen. www.braincreators.com

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

Benieuwd hoe tbp controle houdt over zaken? Kijk op de achterpagina

2

Maak het met Isah.

december 2020 30-11-2020 9 16:02


INTEGRATED MACHINE VISION More than embedded Complete portfolio: www.br-automation.com/vision

Expanding the field of vision

UV

IR


UIT DE MARKT WADCON HEEFT NU OOK EIGEN PRODUCTLIJN VOOR GEAUTOMATISEERDE MATERIAL HANDLING Stel, je bent producent van enorme industriële deuren, waarvoor zware veren nodig zijn. Heftrucks rijden heen en weer om die veren uit het magazijn te halen voor montage. Het kan ook anders: ‘Laat een hijsrobot ’s nachts een heel stel van die veren netjes naast elkaar in cassettes klaar zetten en die cassettes overdag stuk voor stuk naar de productielijn brengen’, zegt business developer Paul Schut van Wadcon. Het is een mogelijke toepassing van Liftit VLR, de verticale hijsrobot van het Groningse bedrijf. De meeste robots zijn industriële robots die ergens vast in de productielijn hun taken vervullen. ‘Bij ons systeem gaat het om een material handling robot, die over grote afstanden iets vervoert en vervolgens met precisie positioneert. Dat kan van het magazijn naar de productiehal zijn, of tussen machines onderling. Het gaat bijvoorbeeld om machine tending, het op maat aanvoeren van materialen voor de machines zodat die 24/7 automatisch en manloos kunnen doordraaien.’ Wadcon staat sinds dertig jaar

bekend in de markt als leverancier van geautomatiseerde productiesystemen, waaronder productie-, assemblage- en testmachines. ‘Naast die algemene machinerie waarbij we voor een klant bij wijze van spreken steeds weer bij nul beginnen met ontwerpen, willen we meer gaan focussen op eigen, gestandaardiseerde producten voor material handling en assemblage. Ons zusterbedrijf Habeload is expert in ergonomische tilhulpen en heeft een uitgebreid assortiment functionele, bewezen tooling die ook weer op de Liftit VLR past: er is veel meerwaarde door onze expertise te koppelen.’ Daarom ontwikkelt Wadcon drie eigen productlijnen: de verticale hijsrobot Liftit VR, handling robot IPR, en het datagestuurd en zelfprogrammerend transfersysteem Movit en Toolit gericht op uiteenlopende tooling voor material handling en positionering met industriële robots en cobots. Schut: ‘Het is allemaal bedoeld voor een zo optimaal mogelijke, geautomatiseerde horizontale en verticale verplaatsing van producten. Het voordeel

De material handling robot kan iets vervoeren en vervolgens met precisie positioneren. Foto: Wadcon

van een handlingrobot is dat hij iets goed en snel kan vervoeren en vervolgens ook heel precies kan plaatsen, met een interactieve besturing. We bieden een universeel platform.’ De verticale hijsrobot kent een groot bereik en een hoge stabiliteit en is eenvoudig te programmeren. De

klant kan een configuratie-op-maat samenstellen. De basisuitvoering bestaat uit een bovenloop rails die bewegingen in de lengte en breedte mogelijk maakt tot tientallen meters. Het systeem kan lasten dragen tot 1.000 kilo, afhankelijk van de specifieke samenstelling. www.wadcon.nl/innovaties

OUD-ASML’ER EN CDA-KAMERLID PLEIT VOOR STIMULERING VAN PROCÉSINNOVATIE Begin november hebben de Tweede Kamerleden Mustafa Amhaouch (CDA) en Eppo Bruins (ChristenUnie) een motie ingediend voor een regeling naast de WBSO, de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk, die niet alleen productmaar ook procesinnovatie adequaat ondersteunt. ‘Ja, de WBSO biedt industriële bedrijven ook de mogelijkheden subsidie aan te vragen voor het doen van onderzoekswerk naar procesinnovatie. Maar wil je die ondersteuning krijgen dan moet je wel aan allerlei eisen voldoen. Zo geldt als voorwaarde dat je de onderzoekers op de eigen loonlijst hebt staan. Maar mkb-bedrijven hebben hun engineers hard nodig voor hun prodúctinnovaties. Als ze hun processen willen innoveren, huren ze daar mensen voor in, maar juist die uren subsidieert de WBSO niet. Waarom dat zo geregeld is? Om te voorkomen dat er te veel subsidie versterkt moet worden. En door gebrek aan kennis over de industrie en hoe de ondernemers

daar te werk gaan.’ Aldus Amhaouch die zelf, na het voltooien van een technische studie en na technische en managementfuncties te hebben bekleed bij Philips Healthcare en ASML, in 2016 in politiek Den Haag is beland. Met dit cv is hij een grote uitzondering in de Tweede Kamer waar de banken overwegend bezet worden door oud-ambtenaren, -onderwijzers en -wethouders. ‘Ik ben de enige van de 150 die afkomstig is uit het industriële bedrijfsleven’, weet hij. Vandaar dat hij doordrongen is van de noodzaak in de industrie om voldoende te kunnen investeren, juist in procesinnovatie: ‘Onze industrie wordt geconfronteerd met aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en dus hoge lonen voor technici. Wil de industrie blijvend kunnen concurreren met lagelonenlanden dan moet de arbeidsproductiviteit omhoog. En dat vereist digitalisering van de maakprocessen.’ Maar Amhaouch kent inmiddels de

mores van de Haagse politiek en heeft zich gevoegd naar de langdurige besluitvormingsprocessen daar. In de – aangenomen – motie wordt het kabinet gevraagd ‘een procesinnovatie-stimuleringsinstrument buiten Mustafa Amhaouch. Foto: CDA de WBSO te verkennen, met als voorwaarde toegankelijkheid aanvragen kunnen worden ingevoor het brede mkb, en de Kamer diend is het dus 2022. ‘Ja, een eind hierover voor 1 juli 2021 te informeweg. Bedrijven willen nú investeren. ren’. Een bewust gekozen datum, zo De overheid zou veel wendbaarder licht hij toe, omdat dan waarschijnmoeten kunnen opereren.’ Zoals dit lijk een nieuw kabinet is aangetreden voorjaar wel bleek te kunnen bij het dat dan direct met uitkomsten van opzetten van de steunmaatregelen die verkenning door het ministerie NOW, Tozo en TOGS. van EZK aan de gang kan. Voordat er www.cda.nl/amhaouch

december 2020

11


EEN TUSSENTIJDSE EVALUATIE: GEEN DIGITALE INNOVATIE ZONDER SOCIALE INNOVATIE

‘MANAGERS ZIJN BANG DAT ZE HUN MENSEN NIET MEEKRIJGEN’

THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU? Industrie 4.0, in Nederland bekend onder de noemer Smart Industry, bestaat nu zo’n zeven

Zeven jaar geleden is het alweer dat FME, KvK, ELI en TNO de koppen bij elkaar staken om in navolging van het Duitse Industrie 4.0 een eigen initiatief voor ons land te lanceren onder de noemer Smart Industry. Begin volgend jaar verschijnt een uitgebreide evaluatie van het smart industry-beleid. Link Magazine nam alvast een voorschot en sprak met een aantal direct en indirect betrokkenen. ‘Met ontwikkeling op Nederlandse schaal ga je het verschil niet maken.’ DOOR HANS VAN EERDEN

‘S

mart industry wordt gedreven door de versnelling van de digitalisering van de industrie. Het gaat ook over een systeemverandering met vergaande gevolgen’, heet het in de jongste Smart Industryroadmap (uit 2018). ‘Gedreven door technische ontwikkelingen in de ICT als Internet of Things (IoT), 5G, blockchain, big data, kunstmatige intelligentie (AI: artificial intelligence) en straks kwantumcomputers, ontstaan er nieuwe economische mogelijkheden die uiteindelijk ook maatschappelijke gevolgen hebben.’ In 2015 ging een Smart Industry-programma van start als samenwerking van FME, KvK, ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (ELI, nu EZK) en TNO. Smart industry draait om het innoveren/digitaliseren van producten, processen en diensten/businessmodellen, uitgesplitst naar acht transformaties (zie illustratie). Als boegbeelden fungeren de fieldlabs; inmiddels zijn het er 46, onder de hoede van vijf regionale hubs. In deze praktijkomgevingen kunnen onderzoeks-

Egbert-Jan Sol (TNO): ‘Vier jaar, dan zou de hype wel over zijn, maar de evolutie duurt langer.’ Foto: TNO

12

december 2020

instellingen en bedrijven smart industry-oplossingen uitontwikkelen, testen en implementeren en leren mensen deze toepassen. Smart industry heeft zich steviger ontwikkeld dan Egbert-Jan Sol, een van de geestelijk vaders, voor ogen had. ‘Vier jaar, dan zou de hype wel over zijn, maar de evolutie duurt langer’, blikt de programmadirecteur smart industry bij TNO Industrie terug. ‘Onze eerste opgave was aansluiting bij Duitsland zoeken, waar Industrie 4.0 was ontstaan. Daaraan is goed voldaan. We zijn natuurlijk de kleine broer, maar bij initiatieven voor bijvoorbeeld industrial data space, smart factory en digital twinning zijn wij samen met de Duitsers betrokken. In Duitsland komen er wel veel meer financiële middelen van de overheid, wij hebben alleen een klein programmabureau. Het voordeel is dat hier de bedrijven en kennisinstellingen meer zelf moeten doen. De activiteiten komen vooral vanuit de fieldlabs. Dat geeft meer dynamiek dan alles van bovenaf gründlich organiseren.’ Niet alle verwachtingen van Sol zijn uitgekomen. ‘We hadden meer technologieontwikkeling willen doen, maar daarvoor bleken onze middelen te beperkt. Nationale subsidies – afgezien die van NWO – waren er niet; alleen via Europa en de regio’s hebben we veel geld gescoord, dat naar de fieldlabs is gegaan. Het heeft er mee te maken dat Nederland geen technologieleveranciers van het kaliber Siemens, Festo, Bosch en Trumpf heeft. We doen daarom niet mee in de standaardisatiediscussie (voor de koppeling van informatiesystemen en machines, red.), maar in de implementatie lopen we voorop. De Duitsers kijken jaloers naar het Smart Connected Supplier Network. Logisch dat dat fieldlab hier is ontstaan. In Duitsland heb je veel grotere bedrijven die alles zelf kunnen, Nederland kent vooral netwerken van bedrijven die meer en meer kleinere series van complexere producten moeten maken. Dan is het delen van data in het ecosysteem belangrijker.’

BEHOEFTE AAN FIELDLABS Een positieve verrassing voor Sol is de grote behoefte aan fieldlabs. ‘Bij de start kregen we in no time vijftig voorstellen, waarvan we er tien selecteerden. Nu zitten we al op 46. Vroeger werd

jaar. Vinden de programmamakers van het eerste uur dat er met de digitalisering van onze industrie voldoende voortgang is geboekt? Welke inzichten zijn bevestigd, veranderd, bijgesteld of misschien wel een desillusie geworden? Het fenomeen fieldlabs werd al snel gelanceerd. Zijn die een succes geworden, en welke niet en waarom? Succesvolle digitalisering vergt ook sociale innovatie. In hoeverre groeit de mens in de onderneming mee?

• ‘Onze eerste opgave was aansluiting bij Duitsland zoeken, waar Industrie 4.0 was ontstaan.’ • ‘Veel bedrijven kijken nog wat ze ermee aan moeten. Er is vooral sprake van cherry picking’ • ‘Met een digital twin moet je het ontwikkelproces in je organisatie veranderen.’ • ‘De fieldlabs zijn een uitgelezen omgeving gebleken voor het ontwikkelen van trainingsprogramma’s.’ • ‘De innovatiekracht zit in de regio’s met hun netwerken’

bij Philips, van zand tot klant, alle informatie gedeeld. Met al die kleine bedrijven is dat nu niet meer zo, dus gaan ze weer samenwerken onder de vlag van de fieldlabs. Die zijn dan de kapstok om samen vervolgprojecten te definiëren.’ Festo, leverancier van connected motion, doet mee in fieldlabs in Delft, zoals RoboHouse en SAM/XL, en op de Eindhovense Brainport Industries Campus (BIC). Jan Koudijzer, market & technology development manager en ambassadeur voor smart industry bij Festo, waardeert het fenomeen fieldlab. ‘Daar kunnen grote technologieleveranciers en mkb-maakbedrijven elkaar ontmoeten en vindt een laagdrempelige technologieoverdracht naar kleinere bedrijven plaats.’ Kanttekeningen zijn er ook, zoals van Patrick Fokke, ceo van Siemens Digital Industries Software Benelux. Zijn Siemens is in Nederland actief in diverse fieldlabs, zoals het Airborne Siemens Digital Factory FieldLab rond composieten en diverse fieldlabs op de BIC. ‘Soms heb ik het idee dat men er het wiel weer probeert uit te vinden, bijvoorbeeld software voor het aansturen van robots. Dan heb je het misschien geoptimaliseerd voor de Eindhovense regio, maar die heeft wel te maken met wereldspelers. Met ontwikkeling op


Nederlandse schaal ga je het verschil niet maken, al ontdekken de deelnemers wel de valkuilen.’

OPEN EN GENERIEKE OPLOSSINGEN Eric van den Broek, managing director van Lenze West (Benelux & UK), is zeker enthousiast over Industrie 4.0, maar minder over de fieldlabs. Lenze, leverancier van aandrijf- en besturingstechniek, doet daar niet in mee. ‘Er heerst te veel een bedrijfsgedreven mentaliteit. Smart industry gaat voor mij over open en eerlijk communiceren, maar ik zie te veel commerciële belangen, gericht op het verkopen van producten via een fieldlab. Zoals robotoplossingen in de vorm van een black box. Voor een specifieke toepassing werkt die misschien, maar je moet dingen veel meer opengooien. Lenze kiest daarom bewust voor een open systeem. Wij werken veelal één-op-één met klanten, altijd vanuit een klantgedreven vraag. Daarbij werken we wel samen met partijen die op specifieke punten sterk zijn, zoals logistieke software. Als je het goed bekijkt, is een machine eigenlijk een logistiek proces en onderdeel van een groter geheel; met die software kun je de toenemende complexiteit beter aan.’

NIET DE JUISTE BENADERING Roger Heugen, technisch directeur bij Van Doren Engineers, specialist in elektrotechniek, industriële automatisering en productie-ICT, is ook enthousiast over Industrie 4.0, maar ziet smart industry en de fieldlabs vooral als een ‘eerste stap’. ‘Het is nog gericht op de korte termijn, zonder de echte stip op de horizon. De fieldlabs zijn rond markten opgezet, in mijn ogen niet de juiste benadering. Het proces is bepalend voor de automatiseringsoplossing. Het maakt in principe niet uit of je wasknijpers maakt of een hightech product, het gaat erom of er sprake is van variatie en (snelle) productwisselingen. Als systeemintegrator leveren wij besturingen op MES-, SCADAen plc-vlak. Dankzij nieuwe technologieën is een kolomoplossing (een specifieke software-applicatie voor één sector, red.) bijna nooit meer nodig. Elke sector heeft andere machines, maar de bovenliggende MES-besturingen hebben veel met elkaar gemeen.’ Het gaat er volgens Heugen om de bedrijfsprocessen te objectiveren, door met een generieke ‘taal’ als ISA-95 de informatie-uitwisseling te beschrijven tussen de verschillende

Illustratie: Tom van Dun

Eén van de beloftes van smart industry: de digital twin. Illustatie: Tom van Dun

printen of robotlassen; daar werden ze op afgerekend. De nieuwste criteria (waaraan Sol heeft meegeschreven, red.) bieden meer ruimte, zodat een fieldlab bijvoorbeeld goed in een regio kan passen. Want, dat heb ik wel geleerd, de innovatiekracht zit in de regio’s met hun netwerken. Daar waar de communicatie en het vertrouwen goed zijn, zie je een snellere economische ont-

‘WE WILLEN SAMEN MET HET ONDERWIJS EEN DIGITALE MINDSET KWEKEN BIJ DE ENGINEERS VAN DE TOEKOMST’

processen op kantoor en in de fabriek. ‘Daarmee kun je de besturing als een abstracte laag over de processen heen leggen.’ Dan hoeft niet elke sector in een eigen fieldlab het automatiserings- en digitaliseringswiel uit te vinden, wil hij maar zeggen. De fieldlabs zijn bewust kolomsgewijs georganiseerd, reageert Sol. ‘Want ze moesten aan radicale technologische doorbraken werken, zoals 3D-

wikkeling, zeker als ook de scholen en overheden in die netwerken meedoen.’ De fieldlabs kunnen een kristallisatiepunt voor die netwerken zijn, vindt Sol. Waarbij het helpt dat grote bedrijven meedoen en als afnemers de mkb-leveranciers ‘dwingen’ om mee te gaan in de digitalisering (zie ook het artikel vanaf pagina 24 met nog meer meningen over de fieldlabs).

TE TRAAG De verwachtingen rond smart industry zijn nog niet uitgekomen, het gaat te traag, vindt Fokke van Siemens. Hij put daarvoor uit eigen saleservaring en benchmarkonderzoek, zoals recent de Nationale benchmark Smart Machine Industry 2020. ‘Er zijn koplopers, maar veel bedrijven kijken nog wat ze ermee aanmoeten. Er is vooral sprake van cherry picking. Een tijd lang was het VR/AR (virtual/augmented reality, red.), nu IoT. Daarmee gaan bedrijven dan experimenteren; dat is de enige manier om erachter te komen wat het kan betekenen voor eigen organisatie.’ Schaalgrootte doet ertoe, weet hij. ‘In Duitsland zien we bepaalde Industrie 4.0-producten wel aanslaan en in Nederland nog niet. Neem de vorm van virtual commissioning waarbij een ontwerp van een machine of lijn alvast wordt vrijgeven voor plc-programmeurs om hun code te ontwikkelen, terwijl dat ontwerp nog aan het rijpen is. Duitse bedrijven pakken dat al op, ons land heeft daar niet de grote machinebouwers voor.’ Koudijzer van Festo ziet ook dat het trager gaat dan zou kunnen. Hij schrijft dat onder meer toe aan de gebrekkige technische achtergrond van LEES VERDER OP PAGINA 14

december 2020

13


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

VERVOLG VAN PAGINA 13

veel managers en aan de bescheiden schaalgrootte van het industriële mkb in Nederland, waardoor er geen ruimte is voor mensen om zich helemaal op smart industry te werpen. Drijvende krachten zijn toch de grote (Duitse) automatiseringsleveranciers en techbedrijven als Amazon en Microsoft met hun cloud-diensten. Koudijzer noemt verder ASML. ‘Die zijn volop bezig met virtual commissioning (hier: op afstand inbedrijfstellen, red.) en remote service. Daar gebruiken ze bijvoorbeeld AR voor en dat geeft toch weer een push aan bedrijven die dat soort technieken vermarkten.’ Dat het nog niet zo snel gaat, onderschrijft Henk Volberda, hoogleraar strategisch management & innovatie aan de Amsterdam Business School. Hij doet veel onderzoek naar de digitale transformatie in diverse sectoren en presenteert jaarlijks de Nederlandse Innovatie Monitor. Zo heeft hij goed zicht op het innovatievermogen van de Nederlandse maakindustrie en de voortgang van smart industry. Niet voor niets is hij voorzitter van de begeleidingscommissie voor de Smart Industry-evaluatie. ‘De meeste bedrijven zijn wel bezig met big data, cloud computing en e-commerce, maar met AI, VR, 3D-printen en blockchain-technologie staan ze nog maar aan het begin. En voor robotisering, waarvan ik dacht dat Nederland er al vrij ver mee was, hebben veel bedrijven nog geen plannen.’

TE VEEL FOCUS OP HARDWARE Anderzijds wordt vaak te snel naar technologie gegrepen zonder een duidelijk idee – een ‘digitale rode draad’ – van wat men daarmee wil bereiken, aldus Fokke. ‘Dat bleek uit onze eerste benchmark in 2018: te veel focus op hardware, veel aandacht voor technologie en niet voor businessmodellen. Er is nog veel koudwatervrees om van producten op diensten over te schakelen en men is niet overtuigd van de impact. Er zijn te weinig mensen met een echt digitale mindset. Meestal gaat men meer de bestaande situatie digitaliseren dan dat men echt nieuwe mogelijkheden creëert. Dat is ook voor een grote organisatie als Siemens een uitdaging.’ Verder kijken dan je technologische neus lang is, luidt het motto bij Lenze. Van den Broek: ‘Men associeert ons nog vaak met de machinebouw, maar we praten met klanten ook over businessmodellen en verkoopgerelateerde processen. Die moeten eveneens gedigitaliseerd worden, bijvoorbeeld om snel informatie voor de klant te genereren of hem digital twins te presenteren.’ Daarover gesproken, een fenomeen als de digital twin, dat de hele lifecycle van een product – van ontwerp tot onderhoud – kan bestrijken, wordt volgens Van den Broek nog vooral als animatie gebruikt. ‘Men wil er wel meer mee, maar kan het niet omdat er geen businesscase voor is. Met een digital twin moet je het ontwikkelproces in je organisatie veranderen. Dat vergt andere competenties en een andere procesmethodiek, oftewel een forse investering.’

14

december 2020

DIGITALE SKILLS Over competenties gesproken, de grootste uitdaging van smart industry zijn volgens Sol de digitale vaardigheden. ‘Er is nu al schaarste aan mensen met digitale kennis en dat wordt nog erger door de vergrijzing en ontgroening. In het initieel onderwijs is het nu goed geregeld, maar de zittende werknemers hebben allemaal een verschillende achtergrond en nog nooit scholing in digitale skills gehad. De fieldlabs zijn een uitgelezen omgeving gebleken voor het ontwikkelen van De acht transformaties die het smart industry-beleid nastreeft voor de Nederlandse maakindustrie. Bron: Smart Industry programmabureau trainingsprogramma’s. In een fabrieksmatige op digitaal talent en willen we samen met het omgeving, maar niet concurrerend, zijn mensen onderwijs een digitale mindset kweken bij de relatief makkelijk op te leiden, vaak met kleine engineers van de toekomst, onder meer met de modules. Dat voldoet aan de behoefte van het minor ‘Factory of the future’ bij Avans Hogebedrijfsleven: mensen niet een half jaar in de klas, school.’ Tegelijk wordt de zittende generatie maar telkens in een paar middagen kennis laten onderschat, weet Fokke uit onderzoek van FME opdoen over een onderwerp. Tot mijn verrassing en Berenschot. ‘Managers zijn bang dat ze hun blijken we op dit punt in de fieldlabs precies het mensen niet meekrijgen, maar die medewerkers juiste doen.’ zeggen: “Geef ons gewoon die nieuwe technologie.”’ FACTOR MENS De huidige organisatievorm van veel bedrijven Voor Lenze, aandrijftechniekbedrijf van origine, is niet meer effectief en efficiënt, stelt Volberda. is investeren in digitale skills vanzelfsprekend, ‘In dat opzicht kunnen ze veel leren van de ICTmet name in data science, zegt Van den Broek. sector. De Nederlandse maakindustrie moet met Ook Siemens blijft daar vol op inzetten, meldt sociale innovatie aan de slag. Bijvoorbeeld met Fokke. ‘Wij hebben een visie op de digital enterholacracy (gestructureerde zelforganisatie, red.), prise en hebben eigen fabrieken daar al naar ingeagile en scrums gaan werken. De maakindustrie richt. Maar bij ons op kantoor werken we soms moet snel en wendbaar zijn.’ Wat Volberda betreft nog te traditioneel. Daarom zetten we zwaar in

DIGITAAL VERDUURZAMEN De maakindustrie loopt niet voorop in de digitalisering, zoals onderzoeker Henk Volberda signaleert, en kan dus wellicht leren van andere sectoren. Zeker als die de link leggen met CO2-emissiereductie, zoals EgbertJan Sol voorstaat. ‘Verduurzaming kan veel beter als je digitaal inzicht hebt’, stelt Ton Geurts. Hij is business director van het Brightlands Institute for Supply Chain Innovation (BISCI), dat als onderdeel van Universiteit Maastricht, en met TNO en Fontys Hogescholen als partners, in 2019 in Venlo startte. BISCI doet participerend onderzoek naar digitalisering en verduurzaming van supply chains in logistiek, medische technologie, chemie, agrofood en maakindustrie. Het onderbouwen van verduurzaming vereist onder meer (digitale) registratie van alle CO2-emissies door de benodigde transportbewegingen en andere activiteiten. Logistiek is BISCI’s logische eerste aangrijpingspunt,

aldus Geurts. ‘Wij zitten bijvoorbeeld in een denktank voor de inrichting van digitale control towers die de goederenstromen vanuit Rotterdam en Antwerpen richting Limburgse binnenhavens slim kunnen koppelen.’ Verder bouwt BISCI een kennisnetwerk onder de naam Supply Chain Valley, met bedrijven als DSM (dat zijn vitamineproducten via Venlo distribueert), Michael Kors (mode, Europese hub in Venlo), Moonen Packaging (hernieuwbare verpakkingen), Seacon Logistics en Arvato Supply Chain Solutions. ‘Zij willen niet als aparte bedrijven maar juist sterker in regionale waardeketens opereren en digitale transparantie kan daarbij helpen. Ook leren ze van BISCI hoe ze duurzaamheid met behulp van digitalisering kunnen verankeren.’

• www.bisci.nl


komt er een nieuw smart industry-actieplan vanuit de politiek. Punt van zorg vindt hij het gefragmenteerde karakter van de maakindustrie, met haar vele mkb-bedrijven. ‘Smart industry probeert hen te bereiken via de fieldlabs en regionale hubs en langs die weg ook sociale innovatie te stimuleren. Dat zou moeten worden aangevuld met communities of practice: koplopers komen in contact met ‘achterblijvers’.’

BELASTING OP EMISSIE Een andere maatschappelijke uitdaging is verduurzaming. Digitalisering biedt daar bijvoorbeeld in de vorm van servitization – dienstverlening op basis van (big) data – kansen voor. Voor Sol staat of valt dat met een belasting op CO2-emissie. ‘Als die er komt gaan bijvoorbeeld de materiaalprijzen stijgen en wordt hergebruik aantrekkelijker.’ Apparaten- en machinebouwers kunnen hun systemen dan in eigendom houden en als een dienst, bijvoorbeeld met afrekening op basis van pay per use, bij klanten plaatsen. Na afloop van het contract kunnen ze de spullen terughalen om er de materialen en componenten van waarde weer uit te halen voor hergebruik. Slimme monitoring en data-analyse van die systemen geeft daarvoor nuttige informatie. Zeer actueel is natuurlijk de pandemie. Die heeft een flinke boost gegeven aan de digitalisering en biedt in de nasleep nieuwe kansen voor de maakindustrie. Dat valt te lezen in ‘Flexibeler, robuuster en slimmer werken in de post-coronatijd’, de whitepaper die Sol c.s. dit voorjaar publiceerden. ‘De geschiedenis leert dat er, als een

ramp van deze omvang voorbij is, een bloeiperiode aankomt. Voor de maakindustrie betreft dat niet alleen een inhaalvraag, maar ook een zekere terugkeer van delen van de productie in de regio en Europa. Dit is het gevolg van de globalisering en de oplossingen om tot een klimaatneutrale economie en samenleving te komen.’

RICHTING PLUG & PLAY Als verduurzaming smart industry een nieuwe impuls kan geven, is dat goed nieuws. Want er is natuurlijk wel een soort wet van de remmende voorsprong, namelijk dat er al veel gemechaniseerd/geautomatiseerd is. Zo worden in de productieautomatisering volgens Roger Heugen van Van Doren Engineers – in ieder geval in Nederland – weinig greenfields meer gebouwd, met proceslijnen voorzien van de nieuwste automatiseringstechniek. ‘Een machinelijn gaat al gauw twintig jaar mee, dus er zijn vooral veel brownfields (met upgrades van bestaande installaties, red.). Een totaalconcept voor digitalisering wordt dus minder vaak geïmplementeerd. Daarom maken we de machines vaak adaptive, zodat ze op basis van de data die eruit komen hun operatie kunnen aanpassen.’ Interessant in de industriële automatisering vindt Heugen het vervagen van het onderscheid tussen de traditionele plc en de pc, waarvoor minder specialistische programmeerkennis vereist is. ‘Daardoor ontstaat een dynamisch spel en is het de vraag of de systeemintegrator op termijn nog wel zoveel nodig is, door de opkomst van plug & play automatisering. De machine zegt dan zelf: “Let op, deze sensor

Henk Volberda (Amsterdam Business School): ‘De Nederlandse maakindustrie moet met sociale innovatie aan de slag.’ Foto: Dirk Gillissen

vervuilt, ga die schoonmaken.” Daar is geen specialist meer voor nodig.’

• www.smartindustry.nl • www.abs.uva.nl • www.festo.nl • www.lenze.com • www.sw.siemens.com • www.tno.nl • www.vandoren.nl

december 2020

15


Watch and walk in at Sentech Make your own virtual tour and connect with us. We develop sensor solutions...

play me at www.sentech.nl/tour


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

B&R ZIET MACHINEBOUW NU PAS IN BEWEGING KOMEN

EERSTE STAPPEN IN DIGITALISERINGSGOLF Industrie 4.0 in Duitsland was er eerder dan smart industry in Nederland, met dank aan Duitse automatiseringsgiganten én bondskanselier Merkel. Omgekeerd lijkt Datenschutz digitalisering bij onze oosterburen juist te remmen. Zijn er (cultureel bepaalde) verschillen, zo is de vraag aan automatiseringsleverancier B&R Industrial Automation, met het hoofdkantoor in Oostenrijk en een sterke vestiging in Nederland. halen uit nieuwe (digitale) en bestaande, oudere (voornamelijk analoge) machines. ‘Bedrijven hebben soms terabytes aan data maar nog geen model om die zinvol te verwerken. Ze verzamelen data zonder koppeling naar bijvoorbeeld hun ERP-systeem dat waarde uit die data kan halen.’ Blaschke onderscheidt vier stappen in de digitalisering. De eerste is de overstap van analoge naar digitale instrumenten, zoals voor elektriciteit van de oude, analoge terugdraaimeter naar de slimme, digitale stroommeter. De tweede stap is de omgeving digitaal te laten aanhaken; denk aan een navigatiesysteem dat data uit de omgeving (van bijvoorbeeld de actuele verkeerssituatie of het weer) betrekt bij de routeplanning. De derde stap is digitale mogelijkheden benutten om complete processen in een keten te optimaliseren, de vierde om er nieuwe businessmodellen op te bouwen. René Blaschke: ‘Machinebouwers onderschatten het potentieel van bijvoorbeeld pay per use.’ Foto’s: B&R

DOOR HANS VAN EERDEN

H

et heeft alles te maken met de automobielindustrie, verklaart René Blaschke, productmanager voor industrieel IoT (Internet of Things) op het B&Rhoofdkantoor in Eggelsberg. ‘De digitale transformatie komt in golven en de eerste was in de automobielindustrie, die in Duitsland heel groot is. Heel lang hadden auto’s nog ouderwetse dashboards. Dat is nu veranderd onder druk van de eindklanten; de consumenten die de auto’s kopen en via hun smartphones en andere devices volop de digitalisering ervaren.’ Tesla, met zijn auto als ‘rijdende tablet’, liep voorop, maar de Duitse concurrentie kon niet achterblijven. En wat geldt voor het product, de auto, geldt ook voor de productie. Daar doet zich eveneens de invloed gelden van de consument, die bij bestelling een auto digitaal wil configureren.

TERABYTES DATA, GEEN ERP-KOPPELING In de machine- en apparatenbouw, de wereld waarin B&R actief is, ziet Blaschke nu pas een digitaliseringsgolf opkomen. Dat gebeurt nog heel voorzichtig, aldus Piet Tak, directeur van B&R Industriële Automatisering in Breda. B&R levert bijvoorbeeld de Orange Box, die data kan

VAN CAPEX NAAR OPEX Zeker die laatste stap komt in de machinebouw moeizaam op gang. Blaschke: ‘Machinebouwers zijn nog vooral capex- en niet opex-georiënteerd (op kapitaals-, niet op operationele uitgaven, red.). Ze onderschatten het potentieel van bijvoorbeeld pay per use. We praten vaak met klanten over het optimaliseren van hun machines, maar niet over modellen waarin ze hun machines niet verkopen maar in eigendom houden.’ Het zijn volgens Tak nog gescheiden werelden: die van het kantoor dat over de business gaat en van de techniek die over de processen gaat. ‘Het is nog steeds moeilijk om de IT en OT (operationele technologie, red.) digitaal aan elkaar te koppelen.’ Overigens zien ze ook bij B&R onder invloed van het thuiswerken en de reisbeperkingen de digitalisering in een stroomversnelling komen. Blaschke: ‘De aanvragen voor onze remoteoplossingen voor bijvoorbeeld foutanalyses, upgrades en onderhoud zijn significant gestegen.’ Tak: ‘Blijkbaar moeten bedrijven eerst uit hun comfortzone geraken, voordat ze meegaan in een transformatie zoals de digitale.’

(‘Liever de verbrandingsmotor van een Golf tot op drie cijfers achter de komma optimaliseren dan een elektrische auto ontwikkelen’) en de Nederlandse eerder voor disruptieve (‘Die stellen fundamentele vragen’). En de Duitse ‘obsessie’ met Datenschutz leidt er inderdaad soms toe dat procesdata niet mogen worden verzameld omdat die wellicht tot een werknemer zijn te herleiden. Tak: ‘Gelukkig beseffen vakbonden steeds meer dat het werk hier helemaal kan verdwijnen als we de digitale transformatie niet benutten.’ Blaschke: ‘Dus misschien moeten werkgevers zeggen: “Lieve medewerkers, wij houden jullie niet persoonlijk in de gaten, we willen alleen geen marktaandeel verliezen.”’

BUSINESSCONSULTANT? Maakt B&R zelf ook een transformatie door? Blaschke: ‘B&R is met hardware voor automatisering groot geworden, maar klanten verwachten nu ook advies over de bezetting van hun machines. Zeker over businessmodellen zijn we echter terughoudend; we zijn geen businessconsultant.’ Tak: ‘Wij bedienen niet de eindklant, onze eerste gesprekspartner blijft de machinebouwer. Wel willen wij oplossingen bieden, niet alleen producten, en dus leveren we ook de software, want de waardetoevoeging is geleidelijk verschoven van de hardware naar de software. Klanten snappen dat wij die niet meer gratis met de hardware kunnen meeleveren.’ Blaschke, met een lach: ‘Als we elkaar over zeven jaar weer spreken, wie weet wil onze klant dan ook betalen voor een papier met daarop een voor hem nieuw businessmodel.’

• www.br-automation.com

PRIVACY Vergelijkbare observaties dus, uit het Duits- en Nederlandstalige kamp van B&R. Al zien ze wel cultureel bepaalde verschillen. Zo gaan Duitse ingenieurs meer voor incrementele innovatie

Piet Tak: ‘Bedrijven hebben soms terabytes aan data verzameld, maar nog geen model ontwikkeld om die zinvol te gebruiken of verwerken.’

december 2020

17


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

SENTECH VERKENT CONTINU INNOVATIEVE SENSORTECHNOLOGIE EN PROBEERT B2B-INDUSTRIE TE BETREKKEN

EEN SMART INDUSTRY VERGT OMDENKEN Toen Hermen Kobus, manager research, development & engineering, een jaar of vijf geleden bij sensorspecialist en sensor integrator Sentech in Nieuwkuijk kwam werken, waren de projecten vergeleken met nu verhoudingsgewijs eenvoudiger. De ene klant kwam voor een krachtsensor, een andere voor een druksensor voorzien van een geschikte kabel of connector, veelal voor stand-alone toepassingen. ‘Nu gaat het om de complete integratie van sensoren in systemen, waarbij de complexiteit van de klantvragen sterk toegenomen is. De sensoren worden kleiner en subtieler, terwijl sensoriek softwarematig steeds ingewikkelder wordt.’

DOOR LUCY HOLL

D

e experts van Sentech buigen zich over zeer uiteenlopende kwesties. Hoe pas je sensorfuncties optimaal toe, wat voor intelligentie verlangt een systeem, kun je wellicht iets doen met sensorfusie waarbij data van verschillende soorten sensoren gecombineerd worden? De output van sensoren is vanzelfsprekend ook steeds meer Hermen Kobus van Sentech: ‘Bij digitalisering draait het om het genereren van data uit bijvoorbeeld machines, sensoren en ook het ERPdigitaal: vroeger was een analoog en marketingsysteem. Dit levert onder meer belangrijke stuurinformatie op, wat bij elkaar komt in dashboards.’ Foto: Sentech outputsignaal voldoende, nu wordt een digitaal outputsignaal weergegeven op hypermoderne grafische gebruikersinterfaces. worden ingericht, en het productieproces van de URGENTIE MINDER GEVOELD Hermen Kobus: ‘We lopen in al die ontwikkelinoptimale klantoplossing kan beginnen. Smart industry en sensoriek zijn twee handen op gen voorop. Daarin zit de toegevoegde waarde Mooi voorbeeld van zo’n oplossing is dat voor één buik. Veel bedrijven benutten de mogelijkvan Sentech. We hebben graag klanten die ons een leverancier van led-schermen, zegt Kobus. heden van sensoriek in hun productieprocessen vroeg betrekken bij hun uitdagingen. Hoe eerder Het gaat om enorme schermen, zoals die bijvoorechter verre van volledig, ziet Kobus. ‘Iedereen we aansluiten, hoe meer waarde we kunnen beeld op de Ziggo Dome. ‘Door oververhitting heeft het over het Internet of Things (IoT). Maar creëren.’ vielen bij de klant de leds uit. De sensoriek was hoeveel bedrijven gebruiken nou echt de intelliKobus is verantwoordelijk voor het technisch niet juist afgestemd op de koelmotoren. We hebgentie die sensoriek ze kan leveren op cloudnireilen en zeilen van Sentech, zoals hij dat noemt. ben een kast ontwikkeld om onder meer de veau, om zo onder andere processen te verbete‘We verkennen continu nieuwe baanbrekende omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid ren en onderhoud efficiënter in te plannen?’ sensortechnologieën en kijken of we die kunnen te meten. Met die data wordt nu de controller De B2C-markt kent wat dat betreft al veel toepassen in één van de markten die we bedieaangestuurd die de ventilatoren bedient.’ meer toepassingen van IoT-technologie; neem nen. Zo verbinden we technologische innovaties Een relatief simpele oplossing heeft de bedrijfsbijvoorbeeld de coronamelder en een populair met concrete klantvragen.’ zekerheid verhoogd en zorgt voor een duurzamer tijdverdrijf als Pokémon GO. gebruik. ‘Onze klant kan nu bovendien allerlei De B2B-industrie lijkt de urgentie minder te data op afstand uitlezen: hoe vaak en hoe lang voelen. Kobus vertelt over een case om mobiele DUURZAAM INZETTEN hebben de motoren gelopen, is onderhoud toiletcabines uit te rusten met slimme sensoriek: Zit een klant met een bepaald vraagstuk, dan nodig? De data zijn beschikbaar in de cloud. Aan hoe vol is een toilet, stinkt het, ligt de cabine zoeken de accountteams van Sentech samen met veel led-schermen in de openbare ruimte is hem naar een optimale en kostenefficiënte opmisschien op zijn kant, is snelle actie nodig? Alles sowieso van alles te meten en te regelen. ‘Zet lossing. Terwijl de engineering-medewerkers is te monitoren op afstand. Stel, je bent verhuurbijvoorbeeld persoonsdetectie op zo’n scherm bekijken wat technisch kan, bedenken de producder van mobiele toiletten: waarom lever je ze niet en laat het alleen aangaan als er mensen langstion engineers hoe de juiste sensoroplossing in as-a-service? Dus met de belofte dat je zorgt komen. Dat maakt het systeem veel zuiniger.’ serie te maken is. Productie en supply chain voor voldoende schone toiletten die werken?

18

december 2020


Een vrijblijvende vraag van een leverancier triggerde Sentech om dat eens goed uit te zoeken. Er kwam een levensecht schaalmodel, met allerlei sensoren en verbonden met de cloud. ‘Tof dat dat kan’, was de reactie uit de markt, maar ach, gewoon een partij ouderwetse mobiele cabines verhuren is net zo makkelijk. ‘We maken zo’n toilet nu voor een paar tientjes. Moeten we daar vervolgens nog extra geld voor allerlei sensoren in steken?’, reageerde een fabrikant. ‘Oké, dit toilet-voorbeeld snap ik, maar hoe vertaal ik dat naar mijn B2B-markt? Wat moet ik met servitization?’, vroeg een derde zich af.

BLADERDEK

OMDENKEN MET DATA

Sentech levert slimme sensoroplossingen voor complexe meet- en regelvraagstukken in de hightech, automotive, health en agro-tech. ‘In de automotive bijvoorbeeld gaan de ontwikkelingen heel hard. Wat daar wordt toegepast aan sensortechnologie zie je vaak later pas in andere sectoren. Neem bijvoorbeeld radartechnologie: de auto grijpt in als een auto voor je ineens hard remt, dat zit al jaren in veel voertuigen. Diezelfde

Misschien vergt smart industry wel veel omdenken, stelt Kobus. Kijk eens met andere ogen naar (productie)processen: wat kan digitalisering opleveren, hoe kun je omdenken met data? ‘Toen de coronacrisis uitbrak, hebben we onze kennis van micro-lokalisatie gebruikt om in zeer korte tijd de Social Distancing Sensor op de markt te brengen, die mensen in allerlei situaties helpt om anderhalve meter afstand te houden. Daar had-

DREMPEL NOG HOOG

‘DE RADARTECHNOLOGIE UIT AUTO’S HEBBEN WE TOEGEPAST VOOR HET BESPUITEN VAN GEWASSEN’

Zo’n project voor het toilet toont volgens Kobus aan dat de drempel voor geavanceerde sensortoepassingen nog hoog is. ‘Toch groeit het besef dat het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden data processen substantieel kan verbeteren. Wat valt er in data te ontdekken wat we zelf niet zien als individu? Je kunt een geniale wiskundige laten berekenen hoeveel kleine balletjes in een aquarium zitten, of zeg 20.000 mensen laten gokken. Het gemiddelde van die duizenden gokkers zit dichter in de buurt van het werkelijke aantal dan die rekensom van de prof.’ Oftewel: we kunnen tegenwoordig ontzettend veel meten aan machines en processen, die combinatie van de enorme hoeveelheid meetgegevens houdt ons scherp. Het gaat erom dat we uit alle data de juiste informatie destilleren.

radartechnologie hebben we nu toegepast voor een klant die spuitbomen maakt om gewassen zo gericht mogelijk te bespuiten, de spuitboom moet er niet te hoog en niet te laag overheen gaan. Daarvoor werd ultrasoon sensoriek gebruikt. Maar geluid verwaait of kaatst terug. Met radar kun je door het bladerdek heenkijken en zie je zowel de grond als het bladerdek voor het bepalen van de juiste afstand.’

den we voorheen natuurlijk nooit aan gedacht. Het gaat primair om afstand houden van elkaar, maar stel dat we alle data opslaan – voor zover dat mag natuurlijk. Dat kan ons heel veel vertellen over het gedrag van mensen en wie langdurig met wie in contact is geweest. Zo dienen zich steeds nieuwe mogelijkheden aan.’

• www.sentech.nl

december 2020

19


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

LONNEKE APPELS, HR DIRECTOR FRENCKEN EUROPE & US:

‘ER IS NOG EEN BEHOORLIJKE GROEP BEPERKT ONLINE VAARDIG’ De circa 3.400 medewerkers van system supplier Frencken Group ontwikkelen en maken onderdelen en modules voor zeer verschillende industriële markten. Automatisering en digitalisering doen steeds verder hun intree op de werkvloer. Hoe zorg je ervoor dat iedereen meekomt met de ontwikkelingen? De manier van werken verandert, zeker in dit tijdperk van smart industry. ‘Sommige medewerkers voelen zich bedreigd door de verdergaande automatisering en de overvloed aan data.’

resource management (hrm) volgens Lonneke Appels sterk op zaken als talentmanagement, opleiding, branding en recruitment. Frencken wil als een aantrekkelijk werkgever te boek staan op de krappe arbeidsmarkt. Het bedrijf moet voldoende technische vakmensen op allerlei niveaus aan zich weten te binden. De duurzame inzetbaarheid van medewerkers is een belangrijk item. Bij talentmanagement gaat het erom de high potentials in de organisatie naar boven te halen, maar net zo goed om het up to date houden van kennis en motivatie van alle medewerkers, in welke functie dan ook. Iedereen moet uiteindelijk op een plek zitten waar hij het beste tot zijn recht komt. ‘We doen veel aan opleiden, op de werkvloer en daarbuiten. Er komt langzaam maar zeker ook steeds meer e-learning bij, mensen moeten meer tijd steken in zelfontwikkeling.’ Frencken staat te boek als een Zuid-Nederlands bedrijf waar een informele sfeer hangt: de lijnen zijn kort en mensen hebben veel eigen inbreng. Het profileert zich tegelijkertijd als een uitgesproken hightech organisatie, met een belangrijke positie in de wereldwijde supply chain.

INSTRUCTIES VIA HET SCHERM Lonneke Appels: ‘We dagen medewerkers continu uit om met verbeteringen te komen en verantwoordelijkheid te nemen.’ Foto: Bart van Overbeeke

ZELFONTWIKKELING

DOOR LUCY HOLL

I

n de vestigingen van Frencken Europe & US in Eindhoven en Reuver werken zo’n 450 mensen, in Washington ongeveer 50. Het hoofdkantoor van de groep zit in Singapore. Iedere locatie voert nu nog een grotendeels decentraal personeelsbeleid, maar een corporate hr-strategie is in ontwikkeling. ‘We zoeken naar harmonisatie en standaardisatie. Onze managers willen steeds meer inzicht en analyse op hr-vlak: hoe ontwikkelt de personeelsbehoefte zich, waar zitten de kosten, hoe pakken we de werving aan?’, vertelt hr director Lonneke Appels. ‘We willen één visie, één strategie. Dat is ook hoe Frencken zich wereldwijd qua business ontwikkelt: de groep presenteert zich steeds meer als één global supplier. Dat is wat klanten van ons vragen.’

20

december 2020

Frencken groeit stevig in omzet wereldwijd, de organisatie is ambitieus. ‘Natuurlijk heb ik me afgelopen maanden noodgedwongen veel beziggehouden met de gevolgen van de coronacrisis’, zegt Appels. ‘Voor mensen in kantoorfuncties werd thuiswerken noodzakelijk. Op de werkvloer hebben we zones ingericht, medewerkers hebben vaste eetplekken, ze moeten mondkapjes op als ze rondlopen door de fabriek. Het vraagt extra communicatie om medewerkers te informeren en gemotiveerd te houden. Ik zie dat mensen zich heel betrokken voelen bij hun werk en elkaar waar nodig vervangen bij ziekte en extra uren maken om toch de gevraagde resultaten te kunnen bereiken. Deze betrokkenheid bij onze organisatie is mooi om te ervaren.’ Op de langere termijn ligt de focus in het human

In de productiestraten in de fabrieken krijgen medewerkers meer en meer te maken met digitalisering en robotisering. Waar voorheen werkbriefjes klaar lagen, komen nu instructies en opdrachten via het scherm. Dashboards met de meest uiteenlopende informatie worden steeds normaler op de werkvloer. ‘Mensen voelen zich er niet door overvallen’, is de indruk van Lonneke Appels. ‘De manier van werken verandert niet abrupt, het gaat gestaag. De inhoud van functies verandert zeker. Handmatig, sterk routinematig werk kan verdwijnen, sommige medewerkers krijgen een meer aansturende rol, dat geeft meer uitdaging.’ Maar let wel: Frencken is een bedrijf met een relatief groot aandeel aan fijnmechanisch werk, waarbij nog altijd veel handmatig gebeurt. Dit vakmanschap in de organisatie blijft erg belangrijk en zal niet verdwijnen. De graad van automatisering en de inzet van robots of cobots verschillen sterk per locatie en afdeling.


Bij dat optimaliseren van de processen hoort ook de digitalisering van het hrm-systeem: medewerkers regelen vaker zaken zelf via het online selfservicesysteem, managers leggen personele zaken vast en kunnen rapportages op maat eruit halen.

vermijden en vinden e-learning lastig.’ Medewerkers steken in hun privéleven weliswaar ook veel tijd in allerlei devices en apps, de hele samenleving digitaliseert. ‘Er is echter nog altijd een behoorlijke groep met beperkte online vaardigheden. Daar moet je aandacht aan besteden.’

LAAGGELETTERDHEID Gevraagd naar belangrijke basiscompetenties van het productiepersoneel, noemt Lonneke Appels als eerste het goed kunnen lezen en informatie tot zich kunnen nemen. Vergis je niet in de mate van laaggeletterdheid in ons land, zegt ze. Daarnaast hecht de HR director veel belang aan vaardigheden als zelfstandig kunnen werken,

AANGESTUURD EN UITGEDAAGD De benodigde vakkennis bij Frencken verschilt sterk per team of afdeling. Het gaat vaak om complexe werkprocessen, dat maakt uitwisseling van medewerkers tussen afdelingen lastig. Zelfsturende teams waarbij mensen onderling het werk regelen en verdelen en ze eigen baas zijn, heeft Frencken niet. ‘Daar geloven we niet in. We hebben overal gewoon teamleiders en managers die verantwoordelijk zijn voor de aansturing. Uiteraard zijn er grote verschillen tussen afdelingen en soorten functies. Engineers worden op een andere manier aangestuurd dan medewerkers op de vloer. Al gaan ze vanzelfsprekend samen in gesprek over het werk en de doelstellingen. We dagen medewerkers continu uit om met verbeteringen te komen en verantwoordelijkheid te nemen.’

‘ZELFSTURENDE TEAMS? DAAR GELOVEN WE NIET IN’

opdrachten aan durven gaan en de wil om zich te blijven ontwikkelen en bij te scholen. Medewerkers hebben ook voldoende – en steeds meer – computervaardigheden nodig. ‘Er zijn medewerkers die zich bedreigd voelen door de verdergaande automatisering en de overvloed aan data. Ze proberen stelselmatig digitale handelingen te

SMART INDUSTRY OP DE WERKVLOER • Productieprocessen veranderen door snelle technologische veranderingen, automatisering en digitalisering. • Sommige organisaties gooien bovendien hun complete businessmodel op zijn kop en kiezen bijvoorbeeld voor veel meer smart customization of vergaande servitization. • Technische functies worden complexer, alleen al door meer mens-machinesamenwerking. • Werkprocessen veranderen door de komst van robots en cobots, waarmee samengewerkt moet worden, en ook door de inzet van bijvoorbeeld virtual reality en augmented reality. • Machines nemen routinematig werk over en er rijden automatisch geleide voertuigen (agv’s) op de werkvloer. • Medewerkers werken vaker samen in wisselende, afdelingsoverschrijdende teams, al dan niet met toeleveranciers en klanten erin. • Er wordt een flinke dosis flexibiliteit verwacht en soft skills zoals goed kunnen samenwerken worden belangrijker. • Medewerkers krijgen veel meer (digitale) informatie te verwerken. • Kennis veroudert sneller: bedrijven zetten in op een leven ontwikkelen en leren. Medewerkers moeten daarin mee.

• www.frenckengroup.com

Van concept tot eindproduct, wij regelen het voor u Confed ontwerpt, innoveert en ontzorgt. Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Vind ons

op www .confed. of bel 03 eu 3-454134 0

Seriematige assemblage

december 2020

21


FARMING TH THE FUTURE INNO INNOVATING TOGETHER WeWe know know what is going on in AGROFOOD ROBOTICS. MTA MTA hashas been an early entrant in this market and hashas been been delivering economically viable business solutions solutions, not just prototypes or proof of concepts. WeWe know know how to combine our knowledge and experienc experience of robotics with the needs of the agricultu agricultural markets. The The appli application of robotics makes a significant contribut contribution to the efficiency of handling and harvestin harvesting locally grown crops, thereby alleviatin alleviating the scarce availability of personne personnel in agriculture and and horti horticulture.

FIND FIND OUOUT MORE AT MTAGRO MTAGROUP.NL

WWE CONGRATULATE PRIVA ON ON WIN WINNING THIS YEAR’S DISCA BEST BEST CUS CUSTOMER AWARD 2020


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

INNOVATIE ALEWIJNSE HELPT ‘CONSERVATIEVE’ SCHEEPVAART TE DIGITALISEREN

VAN TWINTIG LOSSE PC’S NAAR ÉÉN CONNECTED SERVER Midden op zee willen kapiteins proven technology die hen nooit in de steek laat. Ze kiezen daarom graag voor traditionele oplossingen. Dus zijn schepen nog altijd uitgerust met tal van losse monitorings- en besturingssystemen, die allemaal afzonderlijk moeten worden bediend en onderhouden. AlViVi van Alewijnse integreert al die apparaten in één (vanaf de wal) toegankelijk systeem, redundant uitgevoerd – en daarmee net zo feilloos.

en beheer op afstand mogelijk. Een kapitein zal het misschien niet altijd prettig vinden dat er over zijn schouder wordt meegekeken, maar voor de rederij is het een uitkomst.’ Het stelt rederijen in staat personeel te verplaatsen van het schip naar het land. Als de scheepsbemanning inkrimpt, is het des te belangrijker de interfaces zo in te richten dat gebruikers gemakkelijker de functies waarvoor ze geautoriseerd zijn kunnen bedienen en in één oogopslag de belangrijkste parameters van een proces kunnen volgen. ‘Daarom hebben we voorafgaand aan de implementatie van AlViVi uitgebreid gesproken met gebruikers over hoe zij het beeldscherm het liefst hebben ingedeeld, welke applicaties ze op welke bedienpositie willen kunnen bedienen en welke gecombineerd op één groot scherm of juist gesplitst over meerdere schermen.’

TERUGVERDIENEN Johan van Rikxoort bij een testopstelling van AlViVi. Foto: Alewijnse

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

A

pplicaties op een schip draaien meestal op zelfstandige computers, gekoppeld aan eigen human machine interfaces (beeldscherm, toetsenbord, muis). Hiermee kunnen de kapitein en stuurlui navigeren, de dredge masters het baggerproces besturen en de engineers in de machinekamer de geïnstalleerde systemen monitoren, bijvoorbeeld om na te gaan wanneer bepaalde aandrijfcomponenten aan onderhoud toe zijn. Al die losse systemen vergen veel ruimte en moeten afzonderlijk onderhouden en geüpdatet worden. Daarnaast zijn het veelal standalone systemen die alleen op het schip zelf te bedienen of te monitoren zijn. Nog een ander minpunt is dat gebruikers tal van beeldschermen in de gaten moeten houden die functies en statussen steeds weer op een andere manier weergeven.

NIEUW PLATFORM In antwoord hierop heeft industrieel en maritiem systeemintegrator Alewijnse recentelijk het Alewijnse Virtualisatie & Visualisatie (AlViVi) ontwikkeld. Een nieuw platform dat alle scheepsprocessystemen centraliseert en integreert en de visualisatie naar alle schermen aan boord distribueert, verklaart Johan van Rikxoort, productmanager en tevens de bedenker van het systeem.

‘Op een baggerschip bijvoorbeeld draaien al snel vijftien à twintig applicaties, voor het navigeren van het schip, het in kaart brengen van het bodemprofiel, het volgen van de getijden, et cetera. Alle besturingssoftware van die applicaties komt met AlViVi op één server te staan. Compleet met back-up. Mocht het mastersysteem wegvallen, dan krijgt de gebruiker een foutmelding maar alle processen gaan zonder enige onderbreking en dataverlies door.’ Dat laatste heeft alles te maken met het feit dat systemen op zee feilloos moeten functioneren. Vandaar ook dat het centraal toegankelijk maken van computersystemen op het land – in kantoren en fabrieken – allang gerealiseerd is, maar op schepen nog nauwelijks. ‘Op kantoor werken mensen vrijwel niet meer met een eigen pc, maar draaien alle applicaties die ze nodig hebben op een centrale server. Kapiteins willen op zee echter bovenal proven technology waarvoor ze niet afhankelijk zijn van ondersteuning van de wal. Want die is niet altijd overal te geven. Momenteel zijn de meeste schepen nog niet voortdurend digitaal verbonden met de wal.’

MEEKIJKEN EN ONDERSTEUNING Nu lijkt er dus een inhaalslag op gang te komen. Van Rikxoort: ‘Dit systeem biedt de rederij veel gemakkelijker inzicht in hoe de processen op haar schepen verlopen en maakt onderhoud

Drempelverlagend voor de rederij is voorts dat AlViVi zich binnen afzienbare tijd terugverdient. ‘Bestaande schepen hebben reeds de ruimte voor alle verschillende pc’s en plc’s en alle kabels zijn al gelegd. In een gedecentraliseerd systeem moeten de hardware en software van alle afzonderlijke applicaties elke vijf jaar vervangen worden. De winst zit ’m in het feit dat bij AlViVi slechts eens per zeven à acht jaar het serversysteem vernieuwd wordt; de applicaties kunnen één op één worden hergebruikt.’ Op nieuwe schepen bespaart AlViVi veel meer kosten, omdat er zo’n 80 procent minder ruimte voor computers en toebehoren nodig is en er veel minder kabels hoeven te worden getrokken. ‘De doorlooptijd van nieuwbouwprojecten is echter dusdanig lang dat het platform in eerste instantie wordt toegepast op bestaande schepen.’ Zoals anderhalf jaar geleden op een schip van een grote Belgische baggeraar. ‘Door onze innovatieve werkwijze lopen we met onze dynamische ontwikkelingen op het gebied van digitalisering continu voorop in deze conservatieve markt’, aldus Van Rikxoort. Inmiddels zijn meer vaartuigen met de digitale technologie uitgerust en hebben Nederlandse en Amerikaanse branchegenoten ook belangstelling getoond. Overigens is AlViVi ook in geheel andere omgevingen dan de scheepvaart toe te passen. Zo heeft Alewijnse inmiddels contact met diverse bedrijven in de transport- en industriesector.

• www.alewijnse.com december 2020

23


THEMA ZEVEN JAAR DIGITALISERING – WAAR STAAN WE NU?

WEINIG ENTHOUSIASME OVER RESULTATEN SMART INDUSTRY-FIELDLABS

‘ZE ZIJN TE THEORETISCH, SLUITEN TE WEINIG AAN BIJ WERKELIJKE BEHOEFTE MKB’ Het innovatieprogramma Smart Industry startte december 2013. Een belangrijk instrument daarin werden de privaat-publiek gefinancierde fieldlabs: ‘Praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen doelgericht digitaliseringsoplossingen ontwikkelen, testen en implementeren.’ Het elan was groot en het aantal labs groeide rap, van 10 in 2014 naar 44 nu. Over de geboekte resultaten tot dusver is veel minder enthousiasme. TNO pleit voor ‘hubs’. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

M

aarten van Teeffelen, directeur van CNC-Consult & Automation, schat dat vijf à tien klanten in zijn bestand van zo’n 220 bedrijven hun fabriek de afgelopen jaren hebben weten te transformeren tot een smart factory. ‘Een fabriek waarin alle processen, van de offerte tot en met de uitlevering, dankzij de inzet van digitale middelen optimaal functioneren. Papierloze fabrieken waarin elke wijziging meteen wordt vertaald in een aanpassing van de tekening en de planning, en het bijbestellen van materialen.’ ‘Maar in veruit de meeste productiebedrijven’, vervolgt hij, ‘wordt die werkorder nog steeds uitgeprint. De operator gaat ermee aan de slag en werkt – bijna per definitie – met verouderde informatie. En dan moet later in het proces een nagekomen klantwijziging alsnog verwerkt worden, is er rework nodig. Met alle stress van dien.’ Digitalisering zou de werkvloer dus rust kunnen geven, maar de weerstand ertegen komt daar juist

vaak vandaan, constateert Van Teeffelen. ‘Er wordt op een bepaalde manier gewerkt, er zijn heilige huisjes waaraan niet getornd mag worden. Bedrijven tellen vaak gemakkelijk drie ton neer voor een bewerkingsmachine. Maar twee ton investeren in de benodigde software om de productielijn goed te integreren, vindt het management – geconfronteerd met al die weerstand – dan net even teveel. Dan is het: “Nu toch nog maar even niet.”’

TE THEORETISCH Innovatieprogramma Smart Industry beoogde die status quo te doorbreken, maar voor de opzet ervan – kennishouders en praktijk in allerlei fieldlabs bijeen brengen – kan Van Teeffelen maar weinig enthousiasme opbrengen. ‘De fieldlabs willen allerlei softwaretools ontwikkelen die er al zijn. Neem het fieldlab Smart Connected Supplier Network (SCSN, red.) dat in het leven is geroepen om software te ontwikkelen die ERPsystemen van bedrijven naadloos aan elkaar kop-

• ‘Er zijn heilige huisjes waaraan niet getornd

mag worden.’ • ‘Dankzij dit fieldlab is er een beter standaard

format ontstaan.’ • ‘Met de relatief bescheiden investering van

de Nederlandse overheid is verrassend veel resultaat behaald’ • ‘Nu er zoveel van die zwembadjes zijn ontstaan, leidt dat tot versnippering.’

pelt. Die software bestond al. Of neem de Digital Factory for Composites om met robots volautomatisch grote, composieten onderdelen te produceren. Leuk, maar wat heeft het gemiddelde Nederlandse industriële mkb-bedrijf daar nu aan?’ Die fieldlabs zijn volgens Van Teeffelen te theoretisch en sluiten te weinig aan bij de werkelijke behoeftes van het mkb. ‘Nu komt het subsidiegeld terecht bij bedrijven die graag een eigen format wilden ontwikkelen, bij grote ondernemingen die een project sowieso hadden gedaan en bij consultants die die fieldlabs managen.’

WAAR KAN IK HET ZIEN? Om dat mkb over de digitaliseringsdrempel heen te helpen, zijn geen specialistische deeloplossingen nodig, maar een smart factory waarin onder-

‘OOK ZONDER FIELDLABS WAREN DIGITALISERINGSTAPPEN GEZET’

Maarten van Teeffelen: ‘De fieldlabs willen allerlei softwaretools ontwikkelen die er al zijn.’ Foto: CNC-Consult & Automation

24

december 2020

Tegema participeert in twee fieldlabs: Chip Integration Technology Center en Flexibele Manufacturing. In dat eerstgenoemde zit de systeemintegrator nog te kort om al over zijn ervaringen te kunnen vertellen, aldus directeur Pierre van Lamsweerde. Maar in Flexible Manufacturing draait het Eindhovense bedrijf sinds eind 2018 mee. ‘Sindsdien zijn we onder meer aangehaakt bij TNO die lijn-controlesoftware ontwikkelt om de aansturing van handmatige assemblage te digitaliseren. Werkinstructies, foutmeldingen, alles wordt digitaal gegenereerd.’ Tegema wil die software aan zijn productengamma toevoegen, maar wellicht ook in de eigen processen toepassen: ‘Want we willen behalve een engineeringbureau ook een systeemintegrator zijn.’ Zonder de samenwerking was Tegema niet zover gekomen, is zijn overtuiging: ‘Het ontwikkelen van deze software was voor ons alleen een te grote opgaaf geweest. Dus waren we sowieso op zoek gegaan naar een geschikt samenwerkingsverband.’ De Cromvoirtse doet mee aan meerdere fieldlabs waaronder ook Flexible Manufacturing. Directeur Janwillem

Verschuuren stelt dat daardoor zijn netwerk is uitgebreid. ‘Met toeleveranciers en onderwijsinstellingen. Ook levert het ons publiciteit op.’ Wel loopt het project waarin zijn plaatwerkbedrijf deelneemt veel langzamer dan gehoopt. ‘Door redelijk wat bureaucratie en doordat er te weinig collega-bedrijven deelnemen die dezelfde weg willen volgen met dezelfde snelheid. Onze kantrobot werkt nu en de programmeertijd is fors teruggebracht, van enkele uren naar circa tien minuten. Maar we lopen nog wel aan tegen het probleem van een universele gripper. We hadden gehoopt meer synergie te vinden met andere bedrijven.’ Overigens, erkent hij, ontstaat de vertraging ook doordat zijn mensen het ‘erbij’ moeten doen. ‘We hebben er nu twee keer achter elkaar een goede afstudeerder op zitten: dat zorgt voor voortgang.’ Verschuuren weet dat hij deze digitaliseringsstappen ook zonder het fieldlab genomen had: ‘Sterker nog, we waren er al mee bezig.’

• www.tegema.nl • www.cromvoirtse.nl


nemers met eigen ogen kunnen aanschouwen hoe een goed gedigitaliseerd proces zich voltrekt, aldus Van Teeffelen. ‘Als ik presentaties over digitalisering geef, vragen ondernemers altijd: “Waar kan ik het zien?” Als ze zien hoe een vrijgegeven ontwerp automatisch in de productieplanning wordt opgenomen en de kleur oranje automatisch verandert in groen, zodra het werkstuk op de machine zit, dán gaan de voordelen leven.’ FutureTec is een verband van diverse leveranciers van digitale technologie en Summa Techniek (onderdeel van het Summa College). Samen bieden ze in Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven zo’n praktische smart factory-leer-

‘DE FIELDLABS WILLEN ALLERLEI SOFTWARETOOLS ONTWIKKELEN DIE ER AL ZIJN’ en ervaaromgeving. CNC-Consult is een van die leveranciers en Van Teeffelen heeft er hoge verwachtingen van. ‘Zodra we na de coronacrisis weer kunnen starten, zal FutureTec ook managers en medewerkers van de werkvloer laten ervaren hoe efficiënt, effectief en prettig er gewerkt kan worden in een digitale omgeving.’

‘SCSN IS EEN SUCCES’ John Blankendaal, directeur Brainport Industries en één van de initiatiefnemers van de BIC waar vijf fieldlabs hun onderkomen hebben, is wat positiever over de opbrengsten. ‘Fieldlab SCSN is een succes. NEVAT heeft de softwarestandaard die eruit is voortgekomen geadopteerd. De standaard geldt in Europa, binnen de International Data Spaces Association, als hét voorbeeld voor de wijze waarop bedrijven onderling veilig data kunnen delen. Het kan best zijn dat het SCSNformat gebaseerd is op een standaard van Supplydrive, een van de betrokken softwareleveranciers, maar een fieldlab is er niet om deze leveranciers van dienst te zijn. Het gaat om de participerende maakbedrijven, de KMWE’s en de AAE’s.’ De andere vier fieldlabs op de BIC zijn Advanced Manufacturing Logistics, Fieldlab Flexible Manufacturing, Fieldlab Multi Material 3D Printing en het High Tech Software Cluster. Die hebben nog niet voldoende resultaten geboekt, vindt Blankendaal. Maar dat heeft volgens hem veel te maken met het tot begin vorig jaar ontbreken van een fysiek onderkomen. ‘Nu op de BIC is dat er wel. Nu zijn er meetings en demonstraties, en bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen werken samen in projecten.’ ‘Wel is het zo’, vervolgt hij, ‘dat meer dan veertig fieldlabs te veel is. Zwemmen leer je niet op het droge. Daarvoor heb je een praktijkomgeving nodig zoals een fieldlab, maar dat er nu zoveel van die zwembadjes zijn ontstaan, leidt tot versnippering. Dan wordt het lastig een leeromgeving op te tuigen met faciliteiten van vol-

John Blankendaal: ‘Dankzij het fieldlab SCSN is er een beter standaard format ontstaan. Daar hebben de bedrijven baat bij.’ Foto: Bart van Overbeeke

doende niveau.’ Want daar is geld voor nodig, van de betrokken bedrijven, de provincies en uit de EFRO-pot. ‘Dat is voor mij wel een punt van zorg. De betrokken bedrijven financieren de helft, maar de andere helft moet van overheden komen. Mocht die geldstroom opdrogen, dan ben ik bang dat er niet veel meer van de fieldlabs overblijft.’ LEES VERDER OP PAGINA 26

Passion for Industrial automation

Engineering | Panelenbouw | Kabelassemblage

VHE is uw partner in industriële automatisering met de disciplines engineering, panelenbouw en kabelassemblage. Wij bedienen onze innovatieve klanten vanaf de allereerste engineering, via prototypen tot en met efficiënte repeterende productie. Deliver what we promise | Together | Fast & Flexible www.vhe.nl

december 2020

25


VERVOLG VAN PAGINA 25

Maar voor dit moment, na zeven jaar Industrie 4.0/smart industry, is hij niet ontevreden over de oogst. ‘In de hightech ketens in deze regio zijn er veel bedrijven mee bezig. Die hebben hun processen nog niet volledig gedigitaliseerd, maar Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd. De oogst is nu nog mager, maar ze boeken voortuitgang.’

DUITSLAND VERDER ‘Met de relatief bescheiden investering van de Nederlandse overheid in de digitalisering van de industrie is verrassend veel resultaat behaald’, vindt Arnaud de Jong, sinds eind vorig jaar managing director van TNO Industrie en binnen de stuurgroep van het programma Smart Industry de opvolger van Arnold Stokking. ‘Maar, de Duitse industrie is verder, mede dankzij meer sturing en ondersteuning van de centrale overheid. Multinationals zoeken nu meer dan voorheen naar local4local-oplossingen en schrijven tenders uit. Willen Nederlandse industriële mkbbedrijven een kans maken die te winnen, dan zullen ze de volgende digitaliseringsstap moeten zetten.’ Dat dat niet overal al gebeurd is, heeft volgens hem veel te maken met een drietal ‘uitdagingen’ waar de industriële mkb’er het antwoord nog niet op heeft gevonden. ‘Digitalisering zorgt wel dat er werk uit handen wordt genomen, maar er komt ander, specialistischer werk voor terug. Robot operators bijvoorbeeld zijn bijzonder moeilijk te

vinden.’ Voorts: wil een bedrijf flexibeler opereren, dan moet het niet alleen zélf digitaliseren, maar ook de supply chain waar het deel van uitmaakt. ‘In de ruimtevaartsector bijvoorbeeld’, duidt De Jong, die voor zijn aantreden bij TNO leiding gaf aan Airbus Defence and Space Netherlands, ‘kan een kleine wijziging van één onderdeel implicaties hebben voor een groot aantal andere onderdelen en voor de toeleveranciers daarvan. De gehele supply chain moet het wel aankunnen en daartoe naadloos online data kunnen uitwisselen. Bovendien: je kunt het vertrouwen van grote internationale klanten alleen winnen als je, aan de hand van digitale documentatie, je flexibiliteit kunt bewijzen.’

HONDERDEN MILJOENEN NODIG Het vergt meer dan fieldlabs om het mkb te ondersteunen, meent De Jong. ‘Met nog meer, hoofdzakelijk regionaal gefinancierde fieldlabs lossen we de problemen niet op.’ Of het er dan juist minder moeten worden, daarover wil hij zich niet uitlaten. ‘Beter is een beperkt aantal regionale hubs te creëren waarin de focus ligt op een klein aantal – zeg vijf of zes – strategische smart industry-thema’s. Thema’s die bedrijven in die regio’s mee bepalen. Vervolgens kan TNO daar zijn kennis op inzetten en de partijen bij elkaar brengen. Maar dat vergt wel veel meer nationaal budget voor die hubs: denk eerder in honderden miljoenen euro’s dan in tientallen. Nu kunnen wij, door een gebrek aan financiering, het mkb niet goed bedienen bij het zetten van de noodzakelijke stappen naar een gedigitaliseerde

Accelerating your process

INTUITIVE AUTOMATION by Lenze.

From idea to production. Intelligent and connected – moving towards the smart factory. Discover digital engineering by Lenze. www.Lenze.com

26

december 2020

Arnoud de Jong: ‘Je kunt het vertrouwen van grote internationale klanten alleen winnen als je, aan de hand van digitale documentatie, je flexibiliteit kunt bewijzen.’ Foto: TNO

productietechnologie. Nogmaals, uit de gelden die tot nog toe zijn geïnvesteerd, is veel gehaald. Maar willen we dat onze hightech industrie de economische motor blijft die het nu is, dan zal er ook geld vanuit Den Haag moeten worden geïnvesteerd. Generieke maatregelen als de Innovatiebox en de WBSO zijn dan niet voldoende.’

• www.cncconsult.nl • www.brainportindustriescampus.com • www.tno.nl/en/focus-areas/industry


WIEBE Wiebe Nijdam is partner bij Loods Business. Nijdam en zijn collega Stefan Kok zijn executive managementpartners voor allerlei strategische vraagstukken in organisaties. Loods Business doet veel opdrachten in de maakindustrie.

www.loodsbusiness.nl

EERST OPTIMALISEREN, DAN PAS AUTOMATISEREN Eén van de onderdelen van de langetermijnfilosofie van Toyota is: ‘Maak alleen gebruik van betrouwbare en grondig beproefde technologie.’ Betekent dit dat het bedrijf met ’s werelds beste productiesysteem dan niet aan automatisering doet? Niets is minder waar. Tijdens de reizen die mijn collega Stefan en ik naar Japan gemaakt hebben, konden we zelf vaststellen dat er werkelijk overal in het proces slimme en geautomatiseerde oplossingen zitten. Toch is het voor veel bedrijven waarmee wij spreken altijd nog lastig om de potentiële voordelen van automatisering volledig te benutten. Sterker nog, we kennen voorbeelden van bedrijfsprocessen die aanmerkelijk minder goed liepen nadat de desbetreffende organisatie aan de slag was gegaan met slimme planningsystemen, automatische voorraadbewaking, et cetera. Waardoor komt dit? Vaak hebben ze hoge verwachtingen van het oplossen van problemen door automatisering. Wat dikwijls vergeten wordt, is dat de mensen die in het proces werken deze problemen veelal ‘on the go’ oplossen. Doordat er voortaan volledig op het systeem vertrouwd wordt, stort de onderlinge communicatie binnen het bedrijf in elkaar. Kleine dagelijkse problemen worden plotseling grote problemen en zorgen ervoor dat het proces niet goed loopt. De klant moet worden teleurgesteld met opmerkingen als ‘Het systeem heeft niet bijbesteld’ of ‘De opdrachten voor uw

order zijn helaas niet doorgekomen’. Niet automatiseren dan maar? Nee, natuurlijk niet! De oplossingen die smart industry en automatisering ons kunnen bieden, zijn grandioos. Daardoor hoeven we ‘eenvoudige’ en niet-uitdagende werkzaamheden niet meer te doen. De medewerker kan aan de slag met dingen die er echt toe doen, terwijl sensoren het proces checken en zaken in de gaten houden die we zelf makkelijk vergeten: door het automatisch uit laten voeren van handelingen wordt de foutmarge kleiner. De sleutel tot het automatiseren van processen en machines is dat we eerst goed begrijpen hoe de klantvraag daadwerkelijk door onze organisatie ‘reist’. Met alle belangrijke spelers goed doorgronden waar die ene collega zit die alle problemen recht breit en ervoor zorgt dat het proces doorloopt en wat de hickups zijn. Pas als we deze hickups hebben aangepakt en ervoor gezorgd hebben dat die collega niet meer hoeft ‘recht te breien’, kijken we waar we slimme, geautomatiseerde oplossingen nodig hebben die ervoor zorgen dat onze mensen nóg effectiever kunnen zijn en we nog snellere en betere processen kunnen creëren. Dus: ‘Eerst optimaliseren, dan pas automatiseren.’ Niet voor niets zegt Toyota: ‘Good products come from good thinking.’

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology.

Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

december 2020

27


MASÉVON TECHNOLOGY, VERAA METAAL EN PRIVA WINNEN DISCA’20-AWARDS

‘ZONDER CORONA HADDEN WE HET GROOTS GEVIERD, WANT WE ZIJN ENORM TROTS’ Masévon Technology, Veraa Metaal en Priva hebben de DISCA’20-awards gewonnen. Dat maakte Link Magazine op 26 november bekend. Vanwege corona kregen de drie winnaars hun trofeeën uitgereikt in zeer persoonlijke meetings op hun werkvloer, waarvan behalve een Link-redacteur ook een Link-cameraploeg verslag deed. ‘Geweldig dat Link Magazine deze prijs organiseert. Goede samenwerking is van groot belang voor de kracht van de Nederlandse industrie en deze award helpt daarbij’, aldus een van de winnaars.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN, WILMA SCHREIBER EN LUCY HOLL

D

e Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2020 (DISCA’20), een initiatief van LINK Magazine in samenwerking met ING en Isah Business Software, werden voor de negentiende keer in successie uitgereikt. Ditmaal niet op een podium ten overstaan van een zaal vol collega’s en relaties, maar op de eigen werkvloer, in een heel persoonlijke setting.

KLANTEN EN LEVERANCIERS NOMINEREN Iedereen bij Masévon hoorde luid en duidelijk dat ze gewonnen hadden. Foto: Com-magz

28

december 2020

De prijs kregen de winnaars steeds uit handen van het jurylid annex

klant of leverancier dat hen had voorgedragen en in de finale had gepitched. Want uniek aan de drie awards is dat bedrijven zich niet zelf ervoor kunnen nomineren, maar dat hun klanten of toeleveranciers dat moeten doen. Ook dit jaar hadden weer honderden klanten hun suppliers genomineerd en evenzoveel toeleveranciers hun klanten. De bedrijven die meermalen waren genomineerd en in ronde 2 de gemiddeld hoogste scores kregen, gingen door naar de finale, met per categorie vijf finalisten. Daarin wees de jury voor de categorie Best Knowledge Supplier Masévon aan als winnaar, en die voor de categorie Best Parts & Process Supplier gaf de voorkeur aan Veraa Metaal. De jury voor de categorie Best Customer zette Priva op het hoogste ereschavot. De eerste twee jury’s stonden onder voorzitterschap van Joes Wigman, managing director digital & IT bij Berenschot. De customer-jury leidde Anita van Gils, associate professor in Entrepreneurship and Family Business Management aan Maastricht University.


BEST KNOWLEDGE SUPPLIER:

MASÉVON TECHNOLOGY HARDENBERG

‘Z

e spreken onze taal en dat is niet alleen omdat we beiden in dezelfde regio gevestigd zijn’, legde purchasing & supply chain manager Dennis Koetsier uit waarom zijn Tembo Group uit Kampen een van de bedrijven is geweest die Masévon uit Hardenberg nomineerde. ‘Ze acteren proactief, zonder hun opvatting op te dringen. Ze begrijpen heel goed waar wij als klant mee bezig zijn, voor welke markt. Heel belangrijk, want die eindklant staat natuurlijk wel voorop’, aldus Koetsier die deel uitmaakte van de jury van de Best Knowledge Supplier Award. ‘Ook telt hun grote flexibiliteit en dat zij in staat zijn het complete traject van engineering, productie en de ketenregie op zich te nemen en zo ons als klant te ontzorgen.’

STEUN VOOR INVESTERINGEN ‘Dat we de Best Knowlegde Supplier Award gewonnen hebben, steunt ons in de strategische stappen die we gezet hebben en nog zullen zetten’, reageerde een verheugde directeur Henk Kieft op de overwinning. Waarmee hij refereert aan de recente investeringen in een compleet nieuw gebouw – voorzien van onder meer een top-cleanroom en een extreem nauwkeurige 89 ton wegende Burkhardt+Weber-freesmachine – en aan de investering in mensen. ‘Het ontwikkelen van een onderneming met de kennis en kunde waaraan de markt behoefte heeft, is altijd de prestatie van iedereen in het bedrijf. Het vraagt een sterk managementteam en een sterke

organisatie waarin mensen op de juiste plek zitten gelet op hun competenties, want dan zet je ze in hun kracht. Daar zijn we klaarblijkelijk goed in geslaagd. Dat we deze prijs gewonnen hebben in competitie met de vele sterke hightech bedrijven die ons land rijk is, maakt me heel trots.’

PROACTIEF, MAAR NIET OPDRINGERIG Direct voorafgaand aan de overhandiging van de award las een heuse omroeper het juryrapport voor: ‘Masévon heeft de laatste jaren fors geïnvesteerd in high-end faciliteiten en versterkte ook zijn management. Het is in staat het complete traject van engineering, productie en ketenregie over een wereldwijde supply base op zich te nemen en zo de klant grotendeels te ontzorgen zodat die zich goed kan richten op het ontwikkelen van innovaties voor zijn markt’, aldus de jury, dit jaar digitaal bijeen om de vijf finalisten te bespreken. ‘Masévon begrijpt heel goed waar de klant mee bezig is, voor welke markt. Het bedrijf heeft meerdere vergelijkbare klanten, leert daarvan en zorgt dat ook de klanten van die ervaringen leren. Het is heel goed in staat het design van de klant te beoordelen op maakbaarheid en laat zien dat het bij het sourcen – al dan niet voor seriebouw – objectief kan beoordelen bij welke partij een bepaalde activiteit het best kan worden neergelegd, ook als Masévon dat niet zelf is. De Masévon-medewerkers hebben zelf veel kennis van metaal- en kunststofbewerking en vacuümtechnologie.’

OOG VOOR KOSTEN ‘Daarbij’, zo vervolgt de jury in haar rapport, ‘is er ook steeds een goed oog voor de kosten. Dat zorgt ervoor dat het product niet alleen beter maakbaar wordt in een kortere tijd, maar vaak ook nog tegen sub- Henk Kieft, directeur Masévon stantieel lagere Technology.Foto: Com-magz kosten. Masévon acteert proactief. Het detacheert desgewenst engineers bij de klant en levert de projectleider die zich steeds positief kritisch opstelt. Het bedrijf is goed in staat snel op en af te schalen.’

• www.masevon.com De overige vier finalisten in deze categorie zijn: AAE (Helmond), Festo (Delft), NTS Group (Eindhoven) en Prodrive (Eindhoven). Meer over deze topbedrijven op pagina 33. LEES VERDER OP PAGINA 31

december 2020

29


‘De samenwerkingscomponent, zowel de relatie tussen bedrijven als op de werkvloer, is een heel belangrijke succesfactor.’

Hartelijk dank aan al onze leveranciers! Goede samenwerking is van groot belang voor de kracht van de Nederlandse industrie. We zijn enorm trots dat we de DISCA Best Customer Award in ontvangst mochten nemen. Ronald Zeelen (manager innovation & research, Priva): “Mensen focussen vaak op het harde resultaat, terwijl we eigenlijk allemaal weten dat de samenwerkingscomponent, zowel de relatie tussen bedrijven als op de werkvloer, een heel belangrijke succesfactor is.”

foto © Sam Rentmeester

Openheid en gelijkwaardigheid zijn voor Priva belangrijke waarden. We kijken altijd hoe we samen meer kunnen bereiken. Het is fantastisch dat dit op deze manier gewaardeerd wordt.

www.priva.com


VERVOLG VAN PAGINA 29

BEST PARTS & PROCESS SUPPLIER

VERAA METAAL BERGEIJK

D

irecteur Roy Veraa was behoorlijk verrast dat zijn Veraa Metaal de Best Parts & Process Supplier Award gewonnen heeft. ‘We zijn gewoon aan het werk om de klant zo goed mogelijk te bedienen. Ja, wij schakelen heel snel. Als het nodig is, leveren we dezelfde dag nog uit. We proberen alles te doen om de klant te helpen. Dat we dan deze prijs winnen…, daar gaat heel veel waardering vanuit. Wij zijn met twintig man een kleine speler, maar blijkbaar wel een goede speler’, zo klonk het bescheiden vanaf de productievloer in Bergeijk.

snel schakelen om het probleem op te lossen, zodat we weer verder kunnen. Reactietijd is in onze wereld heel belangrijk.’ Dat het relatief onbekende bedrijf deze prijs nu gewonnen heeft, verklaart hij ook uit de investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan. ‘Ze beschikken over de equipment om de producten die wij vragen het goede uiterlijk en de hoge nauwkeurigheid te geven. En ze hebben daarvoor ook de nodige vakbekwame mensen in huis.’

VAKBEKWAME MENSEN

JURY-OORDEEL: SCHERPER GEPRIJSD

Een van de klanten die Veraa genomineerd heeft en dit bedrijf heeft verdedigd in het juryberaad, is technisch inkoper Harm Sanders van IBS Precision Engineering. ‘Natuurlijk gaat er ook bij ons wel eens iets mis. Met Veraa kunnen we dan heel

‘Veraa Metaal is een plaatwerker die uitstekend kan meedenken met de klant’, zo schrijft de jury van deze award in haar eindrapport. ‘De prijsstelling is zeker in orde: wat geoffreerd wordt, is nagenoeg altijd scherper dan dat van de directe concurrent. De kwaliteit is hoog: wat Veraa levert, voldoet in 99 procent van de gevallen exact aan de (hoognauwkeurige) specificaties van de klant. Het bedrijf is flexibel: als de klant last minute wijzigingen doorgeeft of een spoedorder heeft, wordt het desgewenst dezelfde dag nog of hooguit binnen enkele dagen uitgeleverd. In andere gevallen is levering een kwestie van twee of drie weken.’

Roy Veraa, directeur Veraa Metaal. Foto: Com-magz

HELDERE COMMUNICATIE De medewerkers van Veraa lieten zich de champagne – uit een koffiebekertje – goed smaken. Foto: Com-magz

De jury concludeert voorts dat deze winnaar zeer leverbetrouwbaar is en

altijd de gemaakte leverafspraken waarmaakt. ‘Veraa Metaal stelt zich waar nodig en waar mogelijk proactief op: als er tegenstellingen in de specificaties zitten, nemen zij daar zelf contact over op met de klant. Er kunnen ook exotische materialen verwerkt worden; de levertijd is dan langer, maar daarover communiceert Veraa helder’, aldus de jury bij monde van de omroeper op de werkvloer, waar na de uitreiking en de champagne het werk meteen doorging: er moesten afspraken nagekomen worden.

• www.veraametaal.com De overige finalisten in deze categorie waren: Connect Group (Veldhoven), IFM Electronic (Harderwijk), Itsme (Raamsdonksveer) en Jeveka (Almere). Meer over deze topbedrijven op pagina 35.

BEST CUSTOMER:

PRIVA DE LIER

‘D

e relatie die we hebben met deze klant is heel transparant. We delen businessplannen, toekomstbeelden, technische inhoud en informatie over de financiën. Dat kunnen we niet met elke klant, maar het zorgt er wel voor dat we heel efficiënt en effectief kunnen samenwerken, heel belangrijk juist in deze tijd’, stelde businessmanager Edgar Langen van MTA, een van de bedrijven die Priva genomineerd heeft voor de Best Customer Award en in de jury heeft gepitched. ‘Wat mij betreft zou dat veel meer moeten gebeuren. Door zo samen te werken vergroot je de kansen in de markt en daar is iedereen bij gebaat’, vult MTA-directeur Patrick Geerts aan. ‘Priva is een voorbeeld-opdrachtgever.’

INVESTEREN IN SAMENWERKING Manager innovation & research Ronald Zeelen van Priva is trots op de winst. ‘Temeer daar dit geen prijs is waarvoor je jezelf kunt nomineren. Dat moeten meerdere leveranciers doen. Het is een bekrachtiging van de investering die wij doen in onze relaties met suppliers. Heel goed ook dat

er deze prijs er is. Want het gaat niet alleen om de harde technologie. Minstens zo belangrijk voor succes in de markt is de kwaliteit van de samenwerking met je partners, in een gelijkwaardige relatie waarin je met elkaar omgaat als met directe collega’s.’ ‘In normale tijden hadden we er een groot feest van gemaakt, want we zijn enorm trots’, aldus een glunderende Links Ton Wallast, cfo van Priva, naast hem manager innovation & research Ton Wallast, cfo van Priva. Ronald Zeelen. Foto: Sam Rentmeester. ‘We zijn een familiebedrijf dat denkt in het aangaan van JURY: ‘BENUT SUPPLIERS OPTIMAAL’ langetermijnrelaties met strategische partners. Prachtig om te horen dat we daar klaarblijkelijk ‘Het bedrijf kent zijn markt als geen ander’, zo goed in slagen. En geweldig dat Link Magazine galmde de omroeper het juryrapport door de dit organiseert. Goede samenwerking is van groot prachtige binnentuin van de Priva-campus in belang voor de kracht van de Nederlandse industrie en deze award helpt daarbij.’ LEES VERDER OP PAGINA 32

december 2020

31


VERVOLG VAN PAGINA 31

De Lier. ‘Het weet welke toegevoegde waarde het zijn klanten moet bieden tegen welke prijs en dan gelden geen heilige huisjes. Priva benut zijn toe-

leveranciers optimaal. Bij het engineeren bepaalt Priva zich tot die zaken waarin het sterk is, het overige laat het over aan suppliers waarmee het in principe een langdurige, strategische relatie wil aangaan’, aldus de jury. ‘Als dat nodig is – om marktsucces te behalen – deelt Priva zijn roadmaps met toeleveranciers en gaat daarover uitgebreid en open de dialoog met hen aan. Een proactieve opstelling wordt op prijs gesteld.’

GELIJKWAARDIGE RELATIE

Ook champagne bij winnaar Priva. Met links uitgever Mireille van Ginkel. Foto: Sam Rentmeester

‘Als de markt erom vraagt en de toeleveranciers de capaciteit hebben’, zo vervolgt de jury, ‘acteert het bedrijf heel pragmatisch en haalt het ontwikkelingstrajecten en de

daarvoor benodigde investeringen naar voren. Afspraken worden nagekomen. De IP die gezamenlijk wordt ontwikkeld, wordt netjes met toeleveranciers gedeeld. Ook over de prijscalculatie en de marge is het bedrijf open en eerlijk, met oog voor de complete life cycle van het product in kwestie. Dat laatste hangt ook samen met de strategie om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Kortom, deze uitbesteder heeft de mindset om samen te werken met zijn toeleveranciers in een open en gelijkwaardige relatie.’

• www.priva.com De overige finalisten in deze categorie waren: Bestronics (Veldhoven), Kulicke & Soffa Netherlands (Veldhoven), Malvern PANalytical (Eindhoven), Viscon Group (’s Gravendeel). Meer over deze topbedrijven hieronder.

DE JURY’S OVER DE OVERIGE FINALISTEN VAN DE DRIE DISCA’20-AWARDS

OOK DE NIET-WINNAARS ZIJN WINNAARS Een bedrijf dat doordringt tot de finale maar daarin niet de DISCA-award wint die op het spel staat, is evengoed een winnaar. Want de race om de prijs begint met een groep van honderden bedrijven, allemaal preferred suppliers of customers van op zijn minst één klant of toeleverancier. Na twee selectierondes blijven louter ondernemingen over die echt wat in hun mars hebben. Die als klant oprecht willen partneren met hun toeleveranciers. En die als toeleverancier helemaal in de huid kruipen van hun klant, zodat ze die kunnen bedienen met relevante kennis of cruciale deadlines halen. Hieronder, aan de hand van de juryrapporten, portretten van twaalf topbedrijven.

suppliers optimaal en stelt een proactieve houding op prijs. Daarom ook is er vaak en intensief overleg.’ Kulicke & Soffa Netherlands luistert daarbij heel goed naar zijn toeleveranciers die het als gelijkwaardig behandelt, zo constateert de jury. ‘Gemaakte afspraken worden nagekomen. Als er iets in de planning verschuift, wordt dat meteen met de betrokken toeleveranciers gedeeld. Kulicke & Soffa Netherlands is ook open over de ontwikkelingen in de eindmarkt.’ www.kns.com

MALVERN PANALYTICAL EINDHOVEN

DE OVERIGE FINALISTEN BEST CUSTOMER 2020 BESTRONICS VELDHOVEN

‘BEHANDELT ZIJN LEVERANCIERS GELIJKWAARDIG’ Bestronics’, zo begint de jury haar rapport, ‘heeft produceren in Nederland hoog in het vaandel staan en het wil eraan bijdragen dat de productie van pcb’s niet compleet naar lagelonenlanden verdwijnt. Door nauwgezet te luisteren naar goed in de branche ingevoerde toeleveranciers heeft Bestronics zich een uitstekende positie verworven op de competitieve markt van EMS-bedrijven. Het benut de sterktes van leveranciers optimaal waardoor pcb’s beter produceerbaar worden, en hoger van kwaliteit zijn.’ Voorts stelt de jury dat Bestronics heel open is over zijn prijsopbouw: ‘Het geeft aan wat een onderdeel maximaal mag kosten om een opdracht binnen te halen en gaat dan vervolgens niet voor de laagste prijs. Belangrijker is dat de best beschikbare componenten in de markt

32

december 2020

worden gebruikt. Het bedrijf is helder over de planning en geeft goede forecasts af. Het komt gemaakte afspraken na en betaalt altijd en op tijd de afgesproken prijs. Bestronics is een uitbesteder die zijn leveranciers gelijkwaardig behandelt.’ www.bestronics.nl

KULICKE & SOFFA NETHERLANDS VELDHOVEN

‘BENUT KENNIS SUPPLIERS OPTIMAAL’ Het gaat hier om de Nederlandse vestiging van een groot, wereldwijd opererend concern, fabrikant van apparatuur voor het bestukken van printed circuit boards (pcb’s). ‘Kulicke & Soffa Netherlands’, aldus de jury, ‘stelt hoognauwkeurige eisen aan toeleveringen. Het betrekt leveranciers in een vroeg stadium bij de doorontwikkeling van machines, bijvoorbeeld om die lichter te maken. Het benut de (materiaal)kennis van zijn

‘WERKT MET ‘ADEMENDE’ CONTRACTEN’ Malvern PANalytical is een oem’er van onder andere apparatuur voor materiaalanalyse die het – behalve aan commerciële (mijnbouw)bedrijven – levert aan wetenschappelijke organisaties. ‘De mentaliteit binnen deze onderneming is in de loop der jaren veranderd, van sterk technology push-gedreven in market pull-georiënteerd’, zo constateert de jury. ‘Die cultuurverandering heeft ook met zich meegebracht dat de snelheid van innoveren verhoogd is en de time to market verkort, van jaren naar maanden.’ Malvern PANalytical werkt samen met eerstelijns leveranciers aan het standaardiseren van hun producten. Die producten moeten ook IoT-geschikt gemaakt worden om de servicegraad te verhogen. ‘Daarvoor wordt de inbreng van toeleveranciers benut vanaf een vroeg moment in de ontwikkeling, wat ze de ruimte geeft om hun sterktes (kennis) optimaal in te zetten. Het gaat de samenwerking aan voor de lange termijn en werkt daartoe met ‘ademende’ contracten die ruimte laten wederzijds afspraken te wijzigen als de omstandigheden veranderen.’ www.malvernpanalytical.com


VISCON GROUP ’S GRAVENDEEL

‘DEELT DE IP EERLIJK’ ‘Vragen stellen en zo elke dag weer leren, zit in het DNA van deze fabrikant van logistieke oplossingen voor de agro, food en retail.’ De jury was het daar helemaal over eens. Met de eerstelijns toeleveranciers organiseert Viscon – specialist in geautomatiseerde handlingsystemen voor de food en de agro – maandelijks meetings om ideeën voor de toekomstige business uit te wisselen. ‘Zo is het bedrijf bezig om het accent van

innovatie van hun systemen te verleggen van de hardware naar de software’, aldus de jury. ‘Dit wil het om het gemakkelijker te maken updates in de installed base door te voeren en tegelijk de doorlooptijd van innovaties te verkorten. Viscon vaart daarbij met alles wat het niet tot zijn core rekent sterk op enkele toeleveranciers en benut hun sterktes optimaal.’ En verder: ‘De communicatie met suppliers is heel direct, zonder hiërarchische verhoudingen. Het deelt IP eerlijk.’ www.viscongroup.eu

In de jury Best Customer Award hadden zitting: Edgar Langen van MTA BV, Marc Vissers van Lenze, Dennis van Dijk van Nijdra Group, Willem-Jan van Rooij van BKB Precision en Niels Braams van Würth Elektronik Nederland. Voorzitter was Anita van Gils, associate professor Entrepreneurship and Family Business Management aan Maastricht University.

DE OVERIGE FINALISTEN BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2020 AAE HELMOND

‘TRANSPARANT OVER KOSTENOPBOUW’ AAE is een systeemleverancier die in staat is mee te gaan in de snelle groei van de machine bouwende klant, in snelle ramp-ups en -downs als de betreffende markt dat vraagt’, aldus het juryrapport. ‘Het bedrijf heeft de kwaliteit complete systemen uit te engineeren en te produceren. Het gaat op hoog niveau – op basis van een goed inzicht in de functionaliteit van de applicatie – het gesprek aan om de maakbaarheid en serviceability van een systeem te verbeteren en de kosten substantieel te verlagen. Het bedrijf is in staat en bereid tot omvangrijke voorfinanciering over de gehele looptijd van een project. Ook is het bereid om de consequenties van onverhoopte leveringsproblemen te dragen.’

AAE, zo vervolgt het rapport, communiceert intensief, adequaat en proactief: ‘Is er een issue dan wordt daar tijdig en open over gecommuniceerd, als het even kan voordat het écht een groot issue wordt. Het bedrijf is volledig transparant over de kostenopbouw. Het weet talent aan te trekken en te behouden, maar doet er ook niet moeilijk over als talent soms vertrekt naar de klant. AAE investeert veel in technologiefaciliteiten (zoals een cleanroom) en in automatisering.’ www.aaebv.com

FESTO DELFT

‘KOMT PROACTIEF MET VERBETERVOORSTELLEN’ Festo is een betrouwbaar leverancier van pneumatische en elektrische aandrijvingen van hoge kwaliteit, consta-

teert de jury unaniem. ‘Het heeft de knowhow om de klant te voorzien van klantspecifieke aandrijfsamenstellingen. Het is bereid en – dankzij een wereldwijde footprint – in staat het life cycle management van zijn componenten en modules op zich te nemen en een deel van het installed base management voor de klant te verzorgen.’ Voorts stelt de jury vast dat Festo graag zijn kennis deelt met de klant. ‘En komt – proactief – met relevante verbetervoorstellen die ertoe kunnen leiden dat de kosten omlaag gaan en de functionaliteit omhoog. Festo levert ook standaardcomponenten; de communicatie daarover kan geautomatiseerd verlopen via gekoppelde ERP-systemen.’ www.festo.com

LEES VERDER OP PAGINA 35

Keeping you and your products ahead of the technology curve Technology evolves quickly, often out of sync with the planned lifecycle of a product or solution. Connect Group is an Electronic Manufacturing Services provider, serving companies in the professional industry. Through its innovative 'Technology is a Service' (TiaS®) program, Connect Group provides lifecycle management, solutions monitoring, reliability and logistics support. Entrusting the management of your product to Connect Group, will keep you and your product ahead of the technology curve.

www.connectgroup.com

CONNECT GROUP INTEGRATED SUBCONTRACTORS

december 2020

33


WIJ ZIJN TROTS

We make complex easy. En dat doen we niet alleen. Dat doen we samen met al onze partners en afnemers. En met onze collega’s die elke dag volle bak aan het werk zijn met uw vraagstuk als uitdaging. Met geavanceerde techniek, met koppen vol kennis, maar bovenal met mensen die vol passie gaan voor de beste oplossingen. Nu, maar zeker ook voor de toekomst.

ENORM BEDANKT VOOR UW SUPPORT!

www.masevon.com

Winnaar Best Knowledge Supplier Award 2020


VERVOLG VAN PAGINA 33

NTS GROUP EINDHOVEN

PRODRIVE TECHNOLOGIES EINDHOVEN

‘ALLES DRAAIT OM OPDRACHT KLANT’

‘GEEFT ROADMAP KLANT MEDE VORM’

NTS Group is een conglomeraat van hightech bedrijven die tegenwoordig – door de focus op de klant en zijn vraag te leggen – veel meer als eenheid opereren, is een bevinding van de jury. ‘Het belang van een afzonderlijk NTS-bedrijf speelt niet of nauwelijks meer een rol, alles draait erom hoe de opdracht van de klant het beste kan worden uitgevoerd.’ ‘De NTS-medewerkers hebben veel kennis van design for manufacturing; daardoor kan de omvang van de bill of material substantieel verkleind worden. NTS Group heeft een technologisch brede productiecapaciteit om een complex product snel uit te ontwikkelen en te produceren. Het beschikt daartoe over een global footprint van eigen bedrijven en een eigen supply base. De groep betoont zich over de hele linie als een betrouwbare systeemleverancier waaraan de klant omvangrijke opdrachten zonder zorgen kan toevertrouwen.’ www.nts-group.nl

‘Prodrive onderscheidt zich door proactief aan technologieontwikkeling te doen’, stelt de jury vast over deze leverancier van software en mechatronica voor innovatieve hightech machines. ‘Het is een designpartner die de roadmap van de klant mede vorm geeft. Daarmee kan het de r&d van de klant ontlasten, zodat die klant zich beter op zijn kerntechnologie kan focussen. Prodrive neemt – op basis van het concept van de klant – desgewenst niet alleen het design voor zijn rekening, maar ook de detailengineering, de testability, de manufacturability, de certificering en het life cycle management.’ Prodrive heeft zich recent versterkt door de organisatie te concentreren rond een aantal productstromen/kennisgebieden, aldus de jury. ‘Het weet zijn innovatievermogen op hoog niveau te houden door talent te werven en aan zich te binden. Over de verdeling van de IP zijn goede, heldere afspraken te maken. Het bedrijf is bereid tot financiële participatie.’ www.prodrive-technologies.com

Een trotse Prodrive-ceo Pieter Janssen pakt de oorkonde uit die ditmaal per post naar de overige finalisten is gestuurd. Foto: Prodrive

In de jury Best Knowledge Supplier Award hadden zitting: Miel Ramselaar van Kulicke & Soffa Netherlands, Stefan Schellekens van WEMO International, Gijs Oude Elberink van Lumicks, Dennis Koetsier van Tembogroup en Cees Sluys van Thermo Fisher Scientific. Deze jury stond onder leiding van Joes Wigman, managing director bij Berenschot.

DE OVERIGE FINALISTEN BEST PARTS & PROCESS SUPPLIER 2020 CONNECT GROUP EINDHOVEN

‘ZEER LEVERBETROUWBAAR’ ‘Connect biedt de klant uiteenlopende wijzen van bestellen, op forecast, binnen raamcontracten maar ook order to order. Het snel op- en afschalen door de klant vangt het bedrijf makkelijk op’, zo stelt de jury in haar rapport. ‘Dat maakt deze onderneming tot zeer leverbetrouwbaar.’ ‘Connect levert klantspecifieke, compleet geteste elektronica, doet het life cycle management en gaat indien nodig op tijd op zoek naar geschikte alternatieven voor componenten die obsolete raken. Het bedrijf geeft relevante feedback op de produceerbaarheid van het ontwerp van de klant: dat zorgt er dikwijls voor dat de doorlooptijd korter wordt.’ Connect is een leverancier van technologie (samenbouw van totale systemen, pcb’s en kabelbomen) en levert technologieservices gedurende de gehele levenscyclus van de producten van de klant. www.connectgroup.com

ITSME RAAMSDONKSVEER

‘KAN SNEL SCHAKELEN EN SNEL LEVEREN’ ‘Itsme beschikt over een ruime voorraad. Het heeft een breed assortiment producten, afkomstig van een grote eigen supply base’, aldus de jury over deze industrieel toeleverancier. ‘Het bedrijf kan desgewenst snel schakelen en snel leveren. Is een component niet op voorraad, dan weet itsme het vaak snel te sourcen.’ ‘Het bedrijf houdt bij wanneer componenten hun end of

life bereiken en biedt proactief passende alternatieven. Door goede koppelingen kan de klant direct bestellen vanuit het ERP-systeem. Er wordt doorgaans tijdig gecommuniceerd als afgesproken levertijdstippen toch niet gehaald kunnen worden, ook in coronatijd. Itsme is bereid onderzoek te doen naar het uitbreiden van zijn footprint/aanwezigheid als de klant dat zinvol acht.’ www.itsme.eu

IFM ELECTRONIC HARDERWIJK

‘UITSTEKENDE PRIJSKWALITEITVERHOUDING’ ‘IFM is heel sterk in het aanleveren van exact de gevraagde hoeveelheden op de afgesproken tijd’, formuleert de jury over deze ontwikkelaar en producent van besturingscomponenten en systemen voor de industriële automatisering. ‘Levertijden zijn kort dankzij de ruime voorraden waarover deze leverancier beschikt. Het bedrijf stelt zich flexibel op: een last minute-wijziging van een order wordt soepel opgevangen.’ Voorts wordt gestel dat IFM veel informatie biedt over de status van een order: ‘Online is een levering nauwkeurig te volgen. Direct telefonisch contact is gemakkelijk te leggen. Documentatie zoals de orderbevestiging wordt altijd op tijd en foutloos toegestuurd. IFM levert standaardcomponenten maar ook specials die – vanzelfsprekend – een wat langere, maar wel betrouwbare levertijd hebben. Ze zijn niet de goedkoopste, maar de uitstekende prijskwaliteitverhouding maakt die wat hogere prijs meer dan goed.’ www.ifm.com

JEVEKA ALMERE

‘VASTE CONTACTPERSOON GOED INGEVOERD’ Jeveka, specialist in bevestigingsmaterialen, ‘gaat mee in de voorkeuren van de klant voor de wijze en de momenten van toelevering’, aldus het juryrapport. ‘Het bedrijf komt proactief met alternatieven als er leveringsproblemen zijn met gevraagde bevestigingsmaterialen of als er bij gelijkblijvende kwaliteit mogelijkheden zijn de kosten te verlagen. Jeveka levert zowel standaard materialen als specials, en is altijd goed en snel bereikbaar. De vaste contactpersoon is goed ingevoerd in de business van de klant; bij afwezigheid wordt gezorgd voor een goede vervanger. Het bedrijf heeft zelf een over het algemeen betrouwbare supply chain zodat er zich zelden leveringsproblemen voordoen.’ ‘Jeveka heeft nu ook Microsoft 365 live draaien om nog beter zijn processen te digitaliseren en te beheersen. De interne communicatie over orders, planningen, facturen, verzendingen, wijzigingen et cetera is goed voor elkaar.’ www.jeveka.com

In de jury Best Parts & Process Supplier Award hadden zitting: Jesper Ton van SELO, Peter Binnekade van Holmatro, Harm Sanders van IBS Precision Engineering, René Smulders van VDL ETG Precision en Martin Kattier van PBF Group. Deze jury stond onder leiding van Joes Wigman, managing director bij Berenschot.

december 2020

35


JURERING DISCA-AWARDS VIA TEAMS UITKOMST IN CORONATIJD

JE KIJKT ALTIJD OF ER BEKENDE NAMEN TUSSEN STAAN’ Half oktober kwamen de jury’s van de drie DISCA-awards bijeen om voor elke categorie – Best Parts & Process Supplier, Best Knowledge Supplier en Best Customer – de winnaar aan te wijzen. Enthousiaste pitches, waarin juryleden met veel flair hun kandidaat promootten. En ondertussen het nodige opstaken en zelf ook voor eyeopeners zorgden. Met een suggestie voor de DISCA-organisatie als kers op de taart.

D

ennis van Dijk, general manager Nijdra Group in Middenbeemster, toeleverancier van fijnmechanische onderdelen en mechatronische modules voor de hightech industrie, trad voor het eerst aan als jurylid en wel voor Best Customer. Een leerzame ervaring, zegt hij. ‘Elk bedrijf kreeg een kwartier om zijn kandidaat te pitchen en de keus toe te lichten. Je hoort eens van andere bedrijven hoe zij omgaan met hun klanten en met partnerschappen. De één richt zich bijvoorbeeld heel erg op één weliswaar complex product, de ander kiest voor een partnerschap waarbij ze ook het ontwerp en engineering mogen leveren.’ Daarnaast ontdekte Van Dijk dat een hightech concullega vol gaat inzetten op de agrifood. ‘Dat was wel een eyeopener. Je denkt bij hightech toch eerder aan de medische sector en de semiconindustrie en minder aan agrisector. Ik heb later meteen hun klant gegoogled en vooral gekeken wat er zoal gebeurt in die markt en waar het heengaat.’ Omgekeerd zijn de andere vier juryleden wellicht ook wijzer geworden van hoe Nijdra de inmiddels langjarige samenwerking met zijn kandidaat heeft vormgegeven. ‘Het bedrijf op zich is wellicht al een verrassing, een hoog technologisch bedrijf dat tot de top van de wereld behoort qua materiaalonderzoek. Dat loopt van het inspecteren van wafers voor de semicon tot het analyseren van gesteenten in mijnen. En vervolgens de transitie die het heeft doorgemaakt van voormalig Philips-bedrijf tot zelfstandige onderneming – en van een bedrijf dat alles zelf bedenkt tot veel meer luisteren naar de klant en echt een relatie

aangaan met toeleveranciers om te zien wat er technisch mogelijk is.’

PRO’S EN CONS Martin Kattier is divisiemanager Power Supply Solutions bij PBF Group BV in Almelo, dat gespecialiseerd is in power supply-oplossingen voor de analytische, semiconductor- en laserindustrie. Hij trad al eerder op als jurylid, nu voor Best Parts & Process Supplier. ‘Je kijkt altijd eerst of er bij de genomineerden bekende leveranciers tussen staan en welke nieuw voor je zijn. Een aantal is ook toeleverancier bij ons, daar kun je makkelijker een inschatting van maken. Voor de overige heb ik me vooraf ingelezen en hun website bezocht’, vertelt hij. ‘Interessant is te horen waar collega’s op letten, zoals automatisering, leverbetrouwbaarheid en of ze je helpen. Kortom, of het een partner is die je verder kan brengen. Dat probeer je in de gesprekken op te pikken en af te zetten tegen je eigen ervaringen met die partijen. En uiteraard maak je in je hoofd ook de afweging of ze interessant voor ons kunnen zijn in de toekomst.’ Meerdere juryleden bleken ervaring te hebben met de kandidaat van Kattier. Niet altijd dezelfde ervaring overigens. ‘Dat is toch afhankelijk van de relatie en wat je tot dan toe hebt opgebouwd samen. Soms denk je: dat loopt bij ons anders of beter. En dat deel ik dan ook, zowel de pro’s als de cons’, zegt hij. ‘Zo loopt het met een van de genomineerden voor ons perfect en is een ander jurylid juist aan het afbouwen. Daar ga ik binnenkort toch eens vragen naar hun verhaal achter de reden, want het is voor ons een belangrijke toeleverancier.’

Dennis van Dijk (Nijdra Group): ‘Je hoort eens van andere bedrijven hoe zij omgaan met hun klanten en met partnerschappen.’ Foto: Nijdra Group

alleen om knowledge maar vooral om de leverancier die een oem’er het beste helpt zijn doelen en ambities te bereiken: de beste businesspartner.’ Ook Ramselaar maakte kennis met nieuwe leveranciers en ontdekte in jurydiscussies dat andere bedrijven er soms een ander beeld bij hebben. ‘Dat is maar net waar je in de relatie met elkaar zit en welk aspect van de toeleverancier je gebruikt. Je hebt bedrijven die in de loop der jaren zijn opgeschoven naar meer ontwikkeling, andere zijn juist vanuit engineering meer opgeschoven naar de maakkant’, zegt hij. ‘Ik werd uitgedaagd door de andere juryleden of het bij mijn kandidaat ging om een competentie voor het ontwikkelen van producten of alleen een maakcompetentie. Dan kom ik weer bij mijn punt van die businesspartner. Als we een nieuwe camera met software willen, komen we bij andere partners terecht dan wanneer we een nieuw basisframe voor onze machines zoeken. Wie de beste partner is, hangt af van de competenties die je nodig hebt.’

SUPER ALTERNATIEF DIVERSE VORMEN

Miel Ramselaar (Kulicke & Soffa): ‘Deze awards helpen om de industrie te promoten en relaties in de schijnwerpers te plaatsen. Foto: Sam Rentmeester

36

december 2020

Miel Ramselaar, directeur supply chain & operations bij Kulicke & Soffa Netherlands in Eindhoven, leverancier van halfgeleider- en elektronische assemblageoplossingen voor de automotive, consumenten-, communicatie-, computer- en industriële markt, was jurylid voor Best Knowledge Supplier. In de discussies en pitches viel hem op dat de naam van de award wellicht te beperkt is. ‘Het betreft allerlei samenwerkingsvormen met diverse bedrijven. Dat gaat enerzijds over de technologie-as, maar het kan ook gaan om het delen van kennis, het leveren van extra mensen, flexibiliteit in de keten of over meeinvesteren. Dat zijn allemaal elementen die in een businessrelatie kunnen meetellen en het verschil kunnen maken’, betoogt hij. ‘Het gaat dus niet

Waar de juryleden elkaar normaal gesproken live ontmoeten voor hun beraadslagingen rond de DISCA-nominaties, gebeurde dat dit jaar via Teams. Goed te doen, oordeelt Dennis van Dijk. ‘Het was goed georganiseerd met duidelijke spelregels. Het jammere van zo’n dat beeldbellen is wel dat je live naderhand makkelijker nog wat kunt napraten met je medejuryleden. Normaal gesproken grijp ik die kans ook aan om te netwerken. Nu was het na de call meteen afgelopen.’ Martin Kattier onderschrijft dit. ‘Face-to-face contact is wel iets wat we in in- en verkoopland echt missen. Maar jureren vanachter je bureau via Teams is natuurlijk een super alternatief. Iedereen kon goed zijn verhaal doen en er was ruimte voor vragen. Uiteindelijk hadden we na één stemronde al helder wie de nummer 1 werd,


één kandidaat sprong er echt uit. Goede pitch dus’, lacht hij. Ook Miel Ramselaar heeft Teams niet als een beperking ervaren. ‘Iedereen was in beeld. Eigenlijk was er niet veel verschil met live, ook de non-verbale communicatie heb ik goed meegekregen.’ Maar volgend jaar mag zowel de jurering als de

uitreiking in Utrecht toch liever live, is de conclusie. ‘Het is een leuk evenement, met interessante interviews en de mogelijkheid om veel nieuwe mensen te ontmoeten’, aldus Van Dijk. Ramselaar vult aan: ‘Deze awards helpen om de industrie te promoten en relaties in de schijnwerpers te plaatsen. Goed voor het netwerk.’ Kattier kijkt nu

al uit naar het magazine met de uitslagen. ‘Benieuwd of we de winnaars kennen en of er nog klanten van ons bij zitten.’

• www.nijdra.eu • www.pbfgroup.nl • www.kns.com

ING EN ISAH OVER WAAROM ZE AL JAREN DE HOOFDSPONSORS ZIJN

DISCA MAAKT TOPPRESTATIES IN DE KETEN ZICHTBAAR ING en Isah Business Software zijn sinds jaar en dag samenwerkingspartner van Link Magazine als het om de DISCA gaat. Wat is het belang van die DISCA en waarin zit de kracht van de Nederlandse industrie?

S

ector banker industry Gert Jan Braam van ING somt moeiteloos een aantal succesfactoren van de Nederlandse industrie op: ‘Allereerst is dat de samenwerking in de keten: bedrijven zijn continu samen aan het verbeteren en houden elkaar scherp. Dat zorgt voor een enorme versnelling van innovaties. Verder zie ik een grote mate van flexibiliteit. De industrie loopt voorop als het gaat om de implementatie van nieuwe technologie om slimmer en sneller te produceren. En nog zo’n succesfactor is creativiteit. Nederlanders hebben lef, ze durven buiten de lijntjes te kleuren, nieuwe ideeën uit te proberen en werken samen met welke nationale of internationale partijen dan ook. Dat zorgt continu voor vernieuwing.’ Braam is allang bij de DISCA betrokken, in de beginjaren ervan was hij beursmanager maakindustrie van de ESEF, waar in 2002de eerste awarduitreiking plaatsvond. Nu werkt hij vanuit ING mee. Waarom ING al zo lang partner is? ‘Als je snel wilt gaan, ga je alleen. Als je ver wilt komen, ga je samen. Zo simpel is dat. Het verbinden van partijen zit zowel ING als Link Magazine in het bloed.’ Het DISCA-concept is goed en gevarieerd. Bij de talkshow van de DISCA – die dit keer dus niet door kon gaan – zitten altijd koplopers uit de industrie aan tafel om hun ervaringen te delen. Iedereen gaat met nieuwe ideeën en contacten

Frank Groot: ‘Er worden steeds meer stappen gezet richting supply chain integratie.’ Foto: Isah

naar huis. ‘De award-uitreikingen zorgen ervoor dat topprestaties van ketenpartijen zichtbaar worden en erkenning krijgen. Klanten beoordelen de toeleveranciers en andersom, dat is bijzonder natuurlijk. En resulteert in een high performing keten.’

Gert Jan Braam: ‘Eén vijfde van onze economie is direct gerelateerd aan de industriële activiteit.’ Foto: ING

SAMEN-GEVOEL De DISCA met zijn prestigieuze awarduitreikingen is een mooi voorbeeld van het ‘samen-gevoel’ van de Nederlandse industrie, stelt commercieel directeur Frank Groot van Isah Business Software. ‘Dat gezamenlijk optrekken van oem’ers en suppliers is cruciaal om succesvol te zijn in de wereld. Toeleveranciers kijken goed naar hun klanten, ze denken mee over oplossingen. Oem’ers doen dat andersom ook. Voortdurend is de vraag hoe ze samen hun doelen beter kunnen bereiken en innovatief kunnen zijn.’ Het DISCA-festijn legt daar nog eens extra de nadruk op. ‘Het speelt zich af middenin de markten waarin Isah actief is met zijn IT-oplossingen. Het is leuk om alle verhalen over de genomineerden te horen. De DISCA-juryleden vertellen uitgebreid hoe ze tegen de finalisten aankijken en waarom het zo prettig zaken doen is.’ Frank Groot proeft veel openheid en bereidheid om kennis te delen in de industrie. ‘Dat is typisch Nederlands misschien. We doen ook zaken in Duitsland en hebben het gevoel dat partijen zichzelf daar veel meer afschermen, er blijft meer binnen de eigen muren.’ De verdergaande digitalisering speelt een belangrijke rol in die transparantie: partijen zitten bij elkaar om tafel, maar delen ook steeds meer data en informatie door systemen te koppelen. ‘Isah krijgt veel vragen van klanten die portalen willen opzetten of die hun ketenpartijen toegang tot hun systemen willen geven. We zijn met andere ITpartners en enkele honderden maakbedrijven betrokken bij het Smart Connected Supplier Network: een data-

standaard faciliteert het uitwisselen van informatie in de toeleverketen. Er worden steeds meer stappen gezet richting supply chain integratie.’ De mate van digitalisering neemt rap toe, aldus Groot, al kan het altijd beter en sneller. ‘Ketenintegratie staat of valt met de data in eigen huis goed op orde hebben, en vervolgens delen. Dan gaan IT-systemen echt voor je werken.’

KABINET BEAAMT BELANG Gert Jan Braam benadrukt dat de industrie steeds meer aan belang wint in Nederland. De sector geeft ruim 800.000 mensen werk en maakt 12 procent van het bbp uit. Braam: ‘Eén vijfde van onze economie is direct gerelateerd aan de industriële activiteit. De verwevenheid tussen industrie en dienstensector bijvoorbeeld is groot, een concurrerende industrie heeft een sterke dienstensector nodig. De industrie is belangrijk als exporteur en als aanjager van innovaties. De sector biedt de oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van bijvoorbeeld klimaat, energietransitie, gezondheidszorg en voeding.’ De industrie positioneert zich steeds duidelijker richting overheid en onderwijs, in de regio’s ontstaan sterke ecosystemen. De overheid ziet dat ook in, aldus de ING-sector banker. Staatssecretaris Mona Keijzer stuurde de Tweede Kamer eind oktober een Kamerbrief waarin het kabinet zijn visie geeft op de industrie. ‘Daarin staat zwart-op-wit dat ons land de industrie ook in de toekomst hard nodig heeft.’

• www.isah.com • www.ing.nl/industrie december 2020

37


CORONA EN STRATEGIE

ONLINE TALKING INDUSTRY IN REGIO NOORD-WEST OVER OMGAAN MET DE CORONACRISIS

SCENARIODENKEN IS NOODZAAK Maak scenario’s. Zorg dat je je cashflow op orde hebt. Wed op meerdere paarden. Zet je digitale middelen maximaal in. Wie deelnam aan de tweede digitale TalkING Industry van ING, Berenschot en Link Magazine – met ondernemers uit de ING-regio Noord-West – had aan het eind een duidelijk to-do lijstje. Maakbedrijven vertelden elkaar over hun best learnings en best practices in coronatijd.

• ‘We maken vooral ook het effect op onze

liquiditeit zichtbaar.’ • ‘Niemand weet wat er gaat gebeuren en hoe

lang het duurt.’ • ‘Het aantal slecht betalende debiteuren valt

erg mee.’ DOOR LUCY HOLL

I

s de pandemie een tijdelijke verstoring en moet je als ondernemer even rustig afwachten? Of is stevig ingrijpen geboden om levensvatbaar te blijven? Met die vraag trapt Joes Wigman, managing director digital & IT bij Berenschot en deze middag moderator, de online discussie af. Dat eerste is geen optie, blijkt uit de reacties. Toen de coronacrisis uitbrak, zijn de meeste deelnemers meteen scenario’s gaan maken en dat doen ze nog steeds. Het is een belangrijke kerntaak geworden, aldus André van der Sterre, ceo van Kennemer Schagen Industries in Schagen. Zijn bedrijf produceert ventilatiekanalen en -hulpstukken die via de groothandel aan met name de bouwsector geleverd worden. Toen de coronacrisis uitbrak, besloot hij de voorraden en productiecapaciteit te verhogen om eventuele klappen op te kunnen vangen. ’We hebben uiteindelijk niet zo gek veel van de crisis gemerkt, er was nauwelijks een omzetdip. Maar toch stellen we sindsdien continu scenario’s op en maken vooral ook het effect op onze liquiditeit zichtbaar.’

meest noodzakelijke. Niemand weet wat er gaat gebeuren en hoe lang het duurt.’ Wim Korndorffer, ceo van DMN-Westinghouse uit Noordwijkerhout, producent van componenten voor de bulkindustrie, introduceerde rolling forecasts en stelde drie scenario’s op. ‘Het lastige is dat er voor elk scenario wel evenveel valt te zeggen. We hebben nog niet echt een antwoord op de pandemie. Dat zou tot een somber scenario kunnen leiden, maar kijkend naar de afgelopen maanden, kun je ook positiever denken. En als er een werkend vaccin is, ziet de wereld er ineens weer heel anders uit.’ In de eerste fase van de coronacrisis zag DMN-Westinghouse de orderstroom verbeteren, met opvallende pieken. ‘Klanten leken wel industrieel te hamsteren, hun

productieprocessen zijn erg afhankelijk van onze componenten. Dat bleek ook wel, want in juni was dat voorbij. Sindsdien is de verkoop vrij grillig, maar overall doen we het goed, de liquiditeit is prima. We hebben zelf ook wat extra voorraden

Vanaf linksboven met de klok mee: Peter Hobbelen (Confed Group), Joes Wigman (Berenschot), Leontien de Haan (ING) en Ronald Dekker (Demaco)

38

december 2020

digitaliseren.’ opgebouwd ter bescherming tegen de gevolgen van een toekomstige lockdown, waaronder gietijzeren behuizingen uit India. We bewaken onze liquiditeit en monitoren de klanten. Het aantal slecht betalende debiteuren valt erg mee.’

ONTHEFFINGEN Scenario’s voor drie maanden, voor zes maanden en voor langer. Bij Bavak Security Group in Noordwijk liggen ze klaar, zegt ceo Jasper Weijman. Zijn bedrijf levert beveiligingsoplossingen voor de vitale infrastructuur van overheden, bijvoorbeeld voor grote gevangenispoorten en meldkamers voor NAVOen UN-bases. In maart stelde Bavak Security Group onmiddellijk een crisismanagementteam samen, niet omdat de omzet daalde maar omdat het wereldwijd medewerkers heeft. ‘We hebben alles nauwgezet in kaart gebracht: waar zijn onze mensen, hoe zijn de omstandigheden in onder andere de VS, Mali en Afghanistan en hoe kunnen we ze indien nodig het beste repatriëren?’ De zorg voor medewerkers had de eerste prioriteit, daarna kwamen pas de cashflowpositie en de orderintake. Weijman: ‘Een klein stukje van onze business is geraakt, denk aan de levering van röntgenapparatuur voor luchthavens en cruiseterminals, maar

‘WE DOEN WEER ZAKEN ALS VANOUDS, IK MAAK ME MEER ZORGEN OVER KOMENDE KWARTALEN’

POSITIEF DENKEN Scenariodenken is belangrijker dan ooit, benadrukt Leontien de Haan, directeur building & industry Noordwest ING Grootzakelijk. ‘In het voorjaar zetten bedrijven plannen en investeringen acuut on hold uit onzekerheid. Nu zien we ze weer investeren en overnames doen. Maar collega-ondernemers doen nog steeds alleen het

• ‘We gebruiken deze tijd om verder te

Jasper Weijman (Bavak Security Group), Joes Wigman (Berenschot), Leo van Loen (Vanmac) en Wim Korndorffer (DMN-Westinghouse)


over het algemeen zijn we behoorlijk gegroeid. Overheden hebben onze activiteiten als vitaal bestempeld, waardoor onze mensen met de nodige ontheffingen toch voor een belangrijke taak naar het buitenland kunnen reizen, indien absoluut noodzakelijk. Stel, een IT-systeem op een UN-basis in Mali vertoont een storing en we kunnen die ondanks allerlei remote tools niet op afstand oplossen. Dan sturen we een engineer, maar die moet op iedere tussenlocatie van de reis in quarantaine, in totaal drie maal twee weken. Gelukkig is dit nog niet voorgekomen, maar we zijn er wel op voorbereid.’ Eigenaar-directeur Ronald Dekker van Demaco in Noord-Scharwoude zit met hetzelfde probleem: 90 procent van de omzet komt uit export van de systemen – op basis van cryotechnologie – voor vloeibaar gas als helium, stikstof en waterstof. Hij haalde alle monteurs terug uit het buitenland, bouwde de flexibele schil af, zette investeringen on hold en reduceerde de kosten al met al fors. Dat wierp zijn vruchten af. ’We doen nu eigenlijk weer zaken als vanouds, ik maak me meer zorgen over komende kwartalen.’ Met heel veel inspanning zijn bij ambassades wel de nodige ontheffingen verkregen om met het stempel ‘vitaal bedrijf ’ toch mensen naar het buitenland te kunnen sturen als dat nodig is. Verkopers, engineers, monteurs: Demaco laat medewerkers veelvuldig testen op corona.

‘We hadden altijd al in Ronald Dekker (Demaco), Joes Wigman (Berenschot), John van Ginkel (Link Magazine) ons hoofd dat we meer en André van der Sterre (Kennemer Schagen Industries) filmpjes zouden moeten maken van standaard inbedrijfstellingsprocedures. Hoe stel je machines af, hoe los je aanloopproblemen op? Nu is dat harde noodzaak. We ondersteunen onze dealers met filmpjes en maken ze meer zelfredzaam. Ook hebben we productconfigurators en digitale bestelmethoden ingericht. We digitaliseren service en verkoop. Dat was al in gang gezet, maar nu zie je snel te kunnen schakelen tussen markten.’ echt de voordelen.’ Voor veel bedrijven is ook Zien de deelnemers aan de TalkING Industry intern overleg en afstemming via beeldbellen een reshoring als grote kanshebber, wil Joes Wigman ontdekking, meldt Peter Hobbelen, ceo van Convan Berenschot weten. Zeker weten, reageert fed Group. Zijn EMS-bedrijf met vestigingen in Peter Hobbelen van Confed Group. ‘Bij mij Dordrecht, Amersfoort en Slowakije produceert kloppen duidelijk meer bedrijven aan die serieus elektronische componenten en assembleert eindhun productie uit Azië willen terughalen. Ik ben producten waaronder verkeersregelsystemen en al met de achtste aanvraag bezig in zes maanden kokend-waterkranen. ‘Ook na de coronacrisis van grote partijen die dichter bij huis produceren gaan we door met digitaal vergaderen. Van de willen onderzoeken. Ze zijn verbaasd dat het niet kantoormensen is nu weer de helft aanwezig, eens zoveel duurder is. Medewerkers bij ons de andere helft werkt thuis en dat wisselen we assembleren meer en meer met ondersteuning wekelijks af. Het lijkt soms of het bedrijf van cobots, waardoor de productiviteit daardoor beter draait.’ toeneemt.’

DIGITAAL IS EEN MUST Een andere belangrijke ontdekking: het loont om zaken digitaal goed voor elkaar te hebben. ‘We gebruiken deze tijd om verder te digitaliseren’, zegt Dekker. ‘Voortgangsbesprekingen deden we al online. Daar zijn nu reviews en ingebruikstellingen van systemen bijgekomen, tot begin dit jaar een no go. Verder hebben we een webinar gelanceerd, waarmee we heel gericht veel mensen over de hele wereld bereiken. Voorheen waren we dagenlang op reis naar een individuele klant.’ Ook bij DMN-Westinghouse hebben salesmedewerkers enorme stappen gezet om klanten via beeldbellen te benaderen. Korndorffer: ‘Vroeger zeiden klanten: “Kom liever langs.” Maar het gaat prima op afstand. We hebben een aantal nieuwe distributeurs, plus nieuwe klanten. Deze manier van sales blijft erin.’ André van der Sterre ziet niet ineens radicaal andere businessmodellen ontstaan. ‘We doen dingen anders. Zo hebben we de factory acceptance test van een nieuwe productielijn voor onze fabriek inmiddels ook een keer digitaal gedaan. En we hebben vrijgekomen tijd afgelopen maanden gebruikt om onze bibliotheek met productgegevens verder uit te breiden. Dat is voor eindklanten in de bouw steeds belangrijker.’

ZELFREDZAME DEALERS Leo van Loen, ceo van Vanmac in Amersfoort en Vietnam, producent van machines voor het bewerken van grond, zaaien, maaien en het opvegen van grasmaaisel, investeerde afgelopen jaren veel in marktontwikkeling om machines wereldwijd te verkopen. Dit jaar wilde hij oogsten, maar ineens konden de servicemonteurs niet meer op pad. Machines die al onderweg waren, konden niet afgeleverd worden. Van Loen:

RESHORING? Scenario’s helpen, digitalisering werkt en dat geldt ook voor diversificatie. Bij Vanmac met zijn groenmachines gingen de alarmbellen al vroeg af dit voorjaar: opdrachten voor onder meer luchthavens werden ineens gecanceld. De redding bestond onder meer in orders vanuit compleet andere markten, waaronder de graszodenindustrie. Van Loen: ‘We knappen ook oude machines op, daarvoor is steeds meer interesse. Het is gunstig om op meerdere paarden te wedden. Een andere les is nog meer modulair te denken om

Een TalkING Industry met bedrijven uit de INGregio Noord-Oost is te vinden op pagina 86.

• www.bavak.com • www.confed.eu • www.demaco.nl • www.dmnwestinghouse.com • www.airspiralo.com (Kennemer Schagen Industries) (Vanmac) • www.trilo.com • www.berenschot.nl • www.ing.nl/industrie

VOLGEND JAAR IS DE GROEI TERUG ING heeft berekend dat Nederland dit jaar op zo’n 5 procent krimp van het bbp uitkomt, volgend jaar zit de industrie waarschijnlijk op 2 misschien 3 procent groei. Met natuurlijk de nodige verschillen tussen de sectoren. ‘Al met al een rooskleuriger beeld dan een paar maanden geleden, getuige het herstel van de productievolumes en de groeiende orderintake’, aldus Gert Jan Braam, sector banker industry bij ING, die bij de TalkING Industry actuele cijfers presenteerde. ‘Het aanpassingsvermogen van de industrie blijkt groot. Belangrijk is dat Nederland nooit in een complete lockdown heeft gezeten.’ Door steunmaatregelen en andere regelingen van de overheid blijft veel werkgelegenheid vooralsnog overeind. ING heeft enorm veel contacten met klanten gelegd in deze coronacrisis, aldus Leontien de Haan, directeur building & industry Noordwest ING Grootzakelijk. ‘We hebben allerlei processen gedigitaliseerd en werkstromen zo ingericht dat we aanvragen voor kredieten

VOORUITZICHT INDUSTRIE: HERSTEL NA KRIMP IN 2020 Verwachte volumegroei per jaar Industrie totaal* Voedingsindustrie Chemie Technologische industrie* - Rubber- en kunststofindustrie - Metaalindustrie - Hightechindustrie - Automotive industrie

2019* -0,7% -1,3% -3,4% 0,5% -0,2% -1,7% 2,1% -5,5%

2020* -5,5% -3,5% -5,0% -7,0% -7,0% -9,0% 1,0% -30,0%

2021* 2,0% -2,0% 3,0% 4,0% 3,0% 1,0% 4,0% 10,0%

Bron: CBS, *raming/berekening ING Economisch Bureau, drie subsectoren goed voor 75% van de productiewaarde van de industrie. Technologische industrie bevat naast de vier genoemde branches ook basismetaal en overige transportmiddelenindustrie (hoofdzakelijk scheepsbouw).

of het opschorten van aflossingen snel konden oppakken. Bedrijven lijken sterker dan in de crisis van 2008 en zoeken elkaar ook meer op. Het overgrote deel van onze klanten is beperkt geraakt, maar op middellange termijn zijn de effecten wellicht groter.’

december 2020

39



PROCESVERBETERING

PARTNERS SCHNEIDER ELECTRIC EN AUTOMATION OPTIMISTISCH:

‘DE MARKT IS RIJP VOOR REMOTE MANAGEMENT’ De samenwerking beslaat inmiddels twee jaar. En vanaf 2021 moet dat veel nieuwe klanten opleveren. Dat is tenminste het doel van de remote management campagne, die bedrijven moet overtuigen van de voordelen van het op afstand installeren, monitoren en onderhouden van hun machinepark. DOOR ANDRÉ RITSEMA

D

e twee bedrijven, een multinational met een omzet van 27 miljard euro en een Belgische automatiseerder met 25 man personeel, werken nauw samen bij het aanbieden van remote management. Die multinational is Schneider Electric: specialist in digitale energiemanagement- en automatiseringsoplossingen voor industrie, datacentra en gebouwen. Dit jaar startte het van oorsprong Franse bedrijf (ook in Nederland) de remote management campagne, waarmee het de voordelen wil laten zien van het op afstand installeren, monitoren en onderhouden van het machinepark van bedrijven. Schneider Electric trekt hiervoor alweer twee jaar samen op met Automotion in Lievegem, dat machinebouwers en systeemintegratoren helpt bij de digitale ontwikkeling van hun machines. Automotion, zegt director sales Bart Van Quickelberghe, heeft zich ontwikkeld tot het competence center van Schneider. ‘Wij leveren de totale hardware- en softwareoplossing van Schneider bij de klant en zorgen voor toegevoegde waarde, onder andere met onze specifieke tools.’ De samenwerking van de twee bedrijven is uniek te noemen, zegt John Coppens, marketingmanager industry bij Schneider Electric Nederland. ‘Door onze omvang kennen wij als Schneider natuurlijk veel machinebouwers. Die laten we kennismaken met onze remote oplossingen. Gecombineerd met de expertise van Automotion kunnen we daadwerkelijk oplossingen ontwikkelen voor concrete uitdagingen bij machinebouwers.’

DRIE TOEPASSINGEN Maar wat doen Schneider en Automotion nu precies samen? Ze leveren, zoals gezegd, oplossingen voor remote management. In de optiek van beide partners gaat het daarbij om drie aspecten: remote access (oftewel: op afstand toegang tot de machine), remote monitoring (live kunnen meekijken op een machine in bedrijf) en remote troubleshooting (op afstand problemen kunnen oplossen). Deze drie elementen tezamen bieden machinebouwers de mogelijkheid om op afstand,

ondersteund door Schneider en Automotion, hun machinepark – al dan niet gerobotiseerd – optimaal te beheren en te onderhouden. Dat heeft allerlei voordelen, aldus Coppens: ‘De machines hebben zo min mogelijk stilstand, je kunt de omsteltijden zo kort mogelijk houden en je kunt op afstand een technicus laten meekijken of en zo ja waar welk onderdeel vervangen moet worden.’ Tijdens een webinar in oktober liet Van Quickelberghe met een live demo zien hoe dat in zijn werk gaat. Met de zogeheten Secure Connect Advisor ‘Dankzij de demo kunnen we bij nieuwe klanten laten zien dat onze oplossingen echt werken in een praktijksituatie’, stelt Bart Van Quickelberghe. Foto: Automotion van Schneider legde hij via de cloud contact met de gerobotiseerde machine. Op zijn laptop toonmoet vervangen.’ de hij vervolgens de door de machine gegenereerDe demo is om verschillende redenen belangrijk, de data. Op afstand werden via dezelfde verbinzegt Van Quickelberghe. ‘We kunnen bij nieuwe ding ook de videobeelden getoond van de drie klanten laten zien dat onze oplossingen echt camera’s rondom de machine, zodat te zien was werken in een praktijksituatie. Daarmee wordt de hoe de robot functioneerde. ‘Alle data van de plc toegevoegde waarde van remote management nu worden lokaal bewaard, gedurende een zelf te veel eenvoudiger en veel sneller duidelijk. We bepalen periode. Bovendien kun je fragmenten laten zien hoe relatief eenvoudig de oplossing is van de data en van de videobeelden uploaden en wat het voor de machinebouwer én voor diens naar de cloud. Zo is op het moment zelf inzichteklanten kan opleveren.’ lijk wat er wanneer gebeurt, maar kun je later Zowel Coppens als Van Quickelberghe is optiook terugkijken om te bepalen wat de problemen mistisch gestemd over de toekomst van remote waren en hoe je die kunt oplossen.’ management. ‘De markt is er rijp voor. Dat merken we aan onze klanten’, zegt Van Quickelberghe. ‘Voor zo’n online webinar melden zich ALTIJD BEREIKBAAR bijvoorbeeld gemakkelijk meer dan honderd De demo tijdens het webinar liet zien dat de machinebouwers aan. Dat zijn toch behoorlijke informatie van de machine op afstand altijd en voor iedereen bereikbaar is. Coppens: ‘En dat aantallen.’ En Coppens: ‘Voor Schneider is remote geldt dus voor alle machines en robots die een management voor 2021 en de jaren erna een machinebouwer aan het systeem toevoegt. Met speerpunt. Het thema speelt natuurlijk al langer, onze Machine Advisor wordt bovendien de staat maar klanten willen er nu echt iets mee gaan van de verschillende machines inzichtelijk. Je ziet doen.’ welke online en welke offline zijn, en wat de status ervan is. Het systeem laat ook weten dat je www.se.com/nl/nl/ bijvoorbeeld binnen honderd uur een onderdeel www.automotion.be

• •

december 2020

41


PROCESVERBETERING

DOOR STANDAARDISATIE KAN ALARA LUKRAGRO SNEL GROEIENDE VRAAG NAAR GELUIDSISOLATIE BIJBENEN

‘ENGINEERING KON MET ZO’N ROOSTER DRIE UUR BEZIG ZIJN, NU VIJF MINUTEN’ In een steeds lawaaiiger wereld wordt geluidsisolatie van levensbelang. Noise controlspecialist Alara Lukagro zit dan ook in een groeimarkt. Maar daarin meegaan vergde wel dat de geluidsisolerende deuren en wanden niet langer – tijdrovend – engineering to order konden worden geleverd. Begeleid door IPL Advies is inmiddels 85 procent ervan gestandaardiseerd. Met als resultaat: lagere kosten, een kortere doorlooptijd en een verviervoudigde omzet.

IPL Advies, om tot meer standaardisering te komen, van sales tot en met productie, via een proces van smart customization. Dat is een manier van organiseren waarbij het beheren en vastleggen van het eigen product, de verkoop, de operationele realisatieprocessen en de geautomatiseerde ondersteuning nauw op elkaar worden afgestemd. Tot op dat moment werd het complete productengamma van Alara Lukagro engineering-toorder (eto) gerealiseerd: elke geluidsisolerende deur, cabine of wand werd klantspecifiek ontworpen en geproduceerd. Met als grootste bottleneck de afdeling Engineering: ‘Want voor elke order moest alles compleet nieuw ontworpen worden. Natuurlijk grepen we terug op eerder ontworpen oplossingen. Maar een akoestische deur die ook brandwerend en inbraakveilig moet zijn én als vluchtdeur kan dienen, is een heel complex product waar hoe dan ook veel aan geëngineerd moest worden. En in het verwerkingsproces kon gemakkelijk iets mis gaan: als het ontwerp op onderdelen dan niet goed maakbaar bleek, moest het terug naar de tekentafel. Dan was je je winstmarge meteen kwijt.’

VAN TALLOZE VARIATIES NAAR VIER

‘In principe zal er voor elke nieuwe componentvariatie een andere het veld moeten ruimen’, zo stelt André Hameete, links op de foto. Verder van links naar rechts: Steven de Lange, Thijs Schepman en Paul Wijman. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

O

nze moderne samenleving produceert steeds meer geluid. Er komen bijvoorbeeld meer noodstroomvoorzieningen, maar ook snel op te starten gascentrales, die ons kunnen voorzien van elektriciteit als de duurzame bronnen wind en zon het laten afweten. Dat terwijl de vraag naar elektriciteit groeit, onder meer door het stijgend aantal datacenters, nodig voor het Netflixen en online vergaderen en die zelf ook een bron van geluid zijn. Tegelijkertijd accepteren we geluidsoverlast steeds minder. Het is immers lichamelijk en geestelijk belastend en kost jaarlijks 1,6 miljoen gezonde levensjaren in alleen al West-Europa (bron: WHO Regional Office for Europe).

aan oem’ers – machinebouwers – in NoordwestEuropa en heeft van die groeiende vraag volop geprofiteerd, aldus managing director André Hameete. Sinds 2012 is de omzet verviervoudigd en het afgelopen jaar zelfs verdubbeld naar nu zo’n 40 miljoen euro, met name door de groei van het aantal datacenters. Het personeelsbestand is veel minder toegenomen: van 80 naar nu ruim 100 medewerkers plus een flexibele schil van nog eens 20 man. ‘Deels komt dat doordat we meer zijn gaan uitbesteden’, verklaart Hameete. ‘Maar we hebben ook actie ondernomen om onze winstgevendheid te verbeteren, de doorlooptijd te verkorten en kosten en prijzen te verlagen. Want de concurrentie in de lagelonenlanden zit natuurlijk niet stil.’

VAN DRIE UUR NAAR VIJF MINUTEN ENGINEERING BOTTLENECK

MEE MET GROEIMARKT Vandaar dat de behoefte aan geluidsisolatieoplossingen groeit. Alara Lukagro levert die, met name

42

december 2020

Drie jaar geleden begon het bedrijf met het tellen van alle variaties van componenten en modules en hoe vaak die besteld werden. ‘Voorheen boden we bijvoorbeeld een oneindige variatie van deurklinken. Nu beperken we ons tot de meest gevraagde, één ronde en één rechthoekige van twee fabrikanten. Zo hebben we ook het aantal deurschildjes rond de deurkruk teruggebracht tot zes. Momenteel is 80 tot 85 procent van de geleverde oplossingen gestandaardiseerd en we passen ze configure to order (cto, red.) toe.’ Met dien verstande, nuanceert consultant Thijs Schepman van IPL Advies, dat het formaat van een deur altijd klantspecifiek is. Die moet immers op de millimeter nauwkeurig passen om haar geluidwerende werk te kunnen doen. ‘Zo beschouwd is elke deur een special, maar standaard qua product en productieproces. Dat is het eigene van de business hier: 80 tot 85 procent is inmiddels cto, maar dat wel op basis van 100 procent klantspecifieke maatvoering. Zolang een paneel maar niet groter is dan uit een standaard plaatmaat gesneden kan worden, is dat geen probleem. En anders is het een – duurdere – special.’

Dat begon drie jaar geleden, toen de specialist uit Groot-Ammers, gelegen aan de Lek pal tegenover Schoonhoven, in zee ging met het Eindhovense

Inmiddels is Engineering niet meer de bottleneck die het was. Tegenwoordig legt de afdeling zich niet meer urenlang toe op het engineeren van één eto-product, legt productmanager Paul Wijman


uit. ‘Neem dit luchtventilatierooster’, illustreert hij terwijl hij op een groot scherm een tekening tevoorschijn klikt. ‘De dikte van dit rooster en de

voor het hele bedrijfsproces. ‘Stel nu dat 20 procent van de klanten vraagt om een ander type popnagel. Dan is het dus relevant dat bevestigingsmateriaal te standaardiseren. Die optie moet een plek krijgen in de configurator waarmee onze salesengineers naar de klant gaan. Maar het moet ook worden vervat in een aangepast 3DCAD-model van het rooster en een plek krijgen in de BOM (Bill of Material, red.). En we moeten de juiste leverancier selecteren die dat type nagel over lange periode betrouwbaar kan leveren.’

jes, deurkrukken - zoveel mogelijk te beperken tot de huidige 75. Wat die zijn al goed voor 8 miljard (!) productvariaties, zo heeft Wijman uitgerekend. ‘In principe’, zo stelt Hameete, ‘zal er voor elke nieuwe componentvariatie een andere het veld moeten ruimen.’ Het ideaal is dat straks de keuzes die de salesengineers namens de klanten invoeren in de configurator volautomatisch worden vertaald naar 3D-CAD-modellen van de diverse modules en een gedetailleerde BOM. Wat dan – zonder verdere tussenkomst van Engineering – leidt tot het inkopen van de materialen en componenten en de productie van de deur, wand of cabine. Daarvoor is nog wel een behoorlijke automatiseringsslag noodzakelijk, maakt Hameete duidelijk. Wordt nu het hele bedrijfsproces nog vooral in Excel bijgehouden, voor volgend jaar staat de start van de implementatie van een volwaardig ERP- en PLM-systeem op de planning, begeleid door IPL.

‘ALS HET ONTWERP NIET GOED MAAKBAAR BLEEK, MOEST HET TERUG NAAR DE TEKENTAFEL’

breedte van de sleuven zijn gestandaardiseerd. Wat nog aangegeven moet worden, zijn de hoogte- en de breedtematen, afgeleid van de functionele eisen van de klant. Kon Engineering met het ontwerpen van zo’n rooster twee à drie uur bezig zijn, nu is het een kwestie van vijf minuten.’ Wat niet betekent dat deze afdeling veel tijd overhoudt. Het zwaartepunt van het werk ligt nu op het standaardiseren van nieuwe marktwensen,

BEPERKEN VARIATIES Werkzaamheden die raken aan alle afdelingen en dus de nodige afstemming vragen. Het is daarbij nadrukkelijk wel de bedoeling het aantal nieuwe module- en componentvariaties – rooster, schild-

• www.alara-lukagro.com • www.ipl.nl

DERTIEN STANDAARDISATIE-STRATEGIEËN EN DE BESTE VOLGORDE Op basis van deskresearch formuleerde Steven de Lange als student Operations and Supply Chain Management aan de Universiteit van Plymouth dertien product variety mitigation strategies. Dertien knoppen voor het standaardiseren van producten en processen om de interne processen eenvoudiger, beheersbaarder en efficiënter te maken. Vervolgens heeft De Lange circa honderd bedrijven – die engineering to order (eto) werken – gevraagd in hoeverre zij deze strategieën toepassen én in welke mate zij denken dat de strategieën efficiënt zijn. Hierbij is een strenge definitie van eto gehanteerd: ook al hebben ze delen van hun producten en processen configure to order ingericht, als er maar iets klantspecifieks ontwikkeld en ingebouwd wordt, valt het bedrijf in de eto-categorie. ‘In Nederland is vrijwel geen bedrijf compleet cto ingericht. Er wordt aan tafel bij de klant, tijdens het specificeren van de juiste oplossing, altijd maatwerk toegelaten’, verduidelijkt Thijs Schepman van IPL Advies die De Lange adviseerde bij zijn afstudeeronderzoek. Die dertien strategieën zijn: 1 Product modules to reduce complexity: het versimpelen van je product met productmodules. 2 Product platforms to reduce complexity: het versimpelen van je productfamilie(s) met productplatforms. 3 Interface standardisation to reduce complexity: het versimpelen van je product door modules aan elkaar te koppelen met gestandaardiseerde interfaces. 4 Product Lifecycle Management to reuse information: productinformatie moet gemakkelijk te vinden zijn en bruikbaar zijn binnen de verschillende levensfasen van een product. 5 Engineering Change Management to limit internal variety: voorkomen dat het aantal onderdelen ongebreideld groeit door bijvoorbeeld tijdig afscheid nemen van gedateerde onderdelen. 6 Engineering change management to limit process variety: wijzigingen van een product

7

8

9

10

11

12

13

nopen tot het wijziginVARIANT A VARIANT B Effective, when GAP We use gen van werkprocessen; Mean applied, Mean (B-A) zorg dat procesbeschrij1 Product modules to reduce complexity 5,43 5,90 0,47 vingen altijd actueel en 2 Product platforms to reduce complexity 4,96 5,50 0,54 accuraat zijn. 3 Interface standardisation to reduce complexity 4,93 5,62 0,69 Suppliers to reduce 4 Product Lifecycle Management to reuse information 4,47 5,38 0,90 internal variety: samen 5 Product modules to reduce complexity 4,10 5,41 1,31 met een strategische 6 Engineering change management to limit process variety 4,01 5,15 1,14 7 Suppliers to reduce internal variety 4,13 5,01 0,88 toeleveranciers op zoek 8 Suppliers to expand external variety 4,18 4,76 0,58 gaan naar mogelijkhe9 Operational flexibility to cope internal variety 5,27 5,01 -0,27 den om componentvari10 Process modularity to cope internal variety 4,75 5,53 0,78 aties met vergelijkbare 11 Option bundling to limit external variety 3,79 4,81 1,02 functies te schrappen. 12 Product configuration to navigate to the best solution 3,75 5,07 1,33 Suppliers to expand 13 Postponed assembly to cope product variety 3,81 4,23 0,41 external variety: samen Antwoorden op de vragen naar de toepassing en de effectiviteit van de dertien product variety mitigation strategies. Gebruikt is met leveranciers op de Likert-scale: van ‘helemaal oneens’ (1) tot ‘helemaal eens’ (7). Bron: ‘The relationship between engineering to order archetypes zoek gaan naar nieuwe and product variety mitigation strategies’, Steven de Lange, 2020. componentvariaties die voor de klant toegevoegde waarde hebben. Een deel van de uitkomsten van het onderzoek van Operational flexibility to cope internal variety: De Lange is te zien in de tabel. Hierbij concludeert hij een balans bepalen tussen batchgewijs produceren dat bedrijven de ene strategie meer toepassen dan de om omsteltijden te voorkomen en stuksgewijs andere en over het algemeen een ruim verbeteringsproduceren om de doorlooptijd te verkorten. potentieel zien. ‘Bedrijven hechten echter te veel belang Process modularity to cope internal variety: een aan operationele flexibiliteit en zien verbeteringsmogelijkreeks van samenhangende handelingen in één flow heden door het gebruik van onder meer engineering uitvoeren. Het proces zo inrichten dat procescompochange management en configuratiesoftware.’ Schepman nenten makkelijk kunnen worden geherconfigureerd, herkent de resultaten uit dit onderzoek, maar tekent erbij ontkoppeld en herschikt. aan dat bedrijven nu niet lukraak in software moeten Option bundling to limit external variety: opties investeren. ‘Eerst een salesconfigurator aanschaffen om in pakketvorm aanbieden zodat er minder procesduidelijk te krijgen welke modules je het beste kunt variatie voorkomt. standaardiseren, dat werkt niet. Je zult eerst je producten Product configuration to navigate to the best en processen moeten voorbereiden op standaardisatie. solution: het inzetten van een salesconfigurator Smart customization vergt een volgordelijke aanpak.’ gevuld met opties om daarna de meest gevraagde Steven de Lange is eind oktober afgestudeerd op zijn opties te standaardiseren. onderzoek. IPL Advies benut de uitkomsten om klanten Postponed assembly to cope product variety: de route naar en de voordelen van configure to order ten het assemblageproces zo lang mogelijk uitstellen opzichte van engineer to order duidelijk te maken. zodat wijzigingen tot het laatst mogelijke moment www.plymouth.ac.uk doorgevoerd kunnen worden.

december 2020

43


KETENPOSITIE

SYSTEEMLEVERANCIERS ZOEKEN DE GRENS OP TUSSEN PARTNEREN EN CONCURREREN MET DE KLANT

OPSCHUIVEN VAN B2S NAAR B2R. MAAR OMM’ER…? In de hightech circuleren verschillende termen om businessmodellen van systeemleveranciers te duiden. Feit is dat ze allemaal naar een positie streven waarin ze steeds vroeger instappen in een ontwikkeltraject met hun (oem-)klant, waarmee ze een steeds meer gelijkwaardige, transparantere relatie onderhouden, zo leert een rondvraag. Maar omm’er worden is voor velen toch een brug te ver. afvragen of de kennis, die wij met en voor hem ontwikkelen, niet ook terechtkomt bij zijn concurrent, wordt hij terecht terughoudend in het met ons delen van kennis en kunnen wij gezamenlijk niet het beste resultaat bereiken.’ Hetzelfde geldt met betrekking tot een lock-in die zou kunnen ontstaan als een leverancier innovatieve, kritische technologie voor de klant ontwikkelt. ‘Ook over het gebruik van dergelijke IP die in het project ontstaat, moeten goede afspraken worden gemaakt.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

O

em-whitebox en oem-blackbox zijn begrippen afkomstig uit de PCwereld. In het Eindhovense semiconecosysteem zijn ze wellicht wat in onbruik geraakt, maar hiermee worden respectievelijk systeemleveranciers bedoeld die hun IP in hun systemen open delen met de klant (whitebox) en suppliers die dat niet doen (blackbox). VDL ETG streefde een tijdlang voor enkele systemen naar een black-box-positie, maar de huidige ceo heeft die ambitie niet (meer).

STEEDS TRANSPARANTER Een trend die Savenije in dit verband signaleert, is dat de relatie met de klant steeds transparanter wordt. ‘Dat is wederzijds. Zij delen hun roadmap ook met ons, dus wij zijn goed op de hoogte van de techno-logie die de komende jaren nodig is. Het stelt ons in de gelegenheid op onderdelen al met ontwikkelen aan de slag te gaan voordat de klant met de vraag daarnaar bij ons aanklopt’, aldus de VDL ETG-ceo. Overigens, vervolgt hij, worden de termen oemwhitebox en oem-blackbox nauwelijks (nog) gebruikt. Gangbaarder vindt hij het om de businessmodellen van toeleveranciers te duiden met de aloude termen build-to-print (B2P) en buildto-specifi-cation (B2S), waar de laatste jaren build-to-roadmap (B2R) aan is toegevoegd. Die termen zijn ook vertrouwd bij een andere

GOEDE AFSPRAKEN ‘Een oem-blackbox leverancier worden is enkele jaren geleden misschien wel bekeken als strategische koers, maar VDL ETG richt zich toch echt volledig op de hoedanigheid van oem-whitebox. Al is het wel in verschillende gradaties’, duidt ceo Guustaaf Savenije. ‘De meest vergaande is volgens specificaties van de klant een module ontwikkelen en die direct aan de klant leveren en voor dat traject ook de volledige verantwoordelijkheid dragen. Bij een oem-whitebox relatie is het belangrijk dat wij zeer zorgvuldig omgaan met de specifiek samen met en voor de klant ontwikkelde kennis. Daar moeten goede afspraken over worden gemaakt. Als de klant zich zou moeten

SPECTRA BUSINESSMODELLEN MATE VAN MEEONTWIKKELEN MET DE KLANT

GEEN

PRODUCTIE

DESIGN FOR MANUFACTURABILITY

B2P OEM-WHITEBOX

GEEN

B2S

2E SERIE B2R

VERMARKTEN OMM’ER OEM-BLACKBOX

MATE WAARIN ONTWIKKELDE IP VAN LEVERANCIER IS

Illustratie: Link Magazine

44

B2P+(++)

R&D

VOLLEDIG

december 2020

VOLLEDIG

• ‘Bij de start van een project sturen wij er altijd

op aan dat de productíe-IP voor ons is en blijft.’ • ‘De klant zal alleen met ons in zee gaan als

de voordelen van deze manier van samenwerken duidelijk zijn.’ • ‘Over samen met en voor de klant ontwikkelde kennis moeten goede afspraken worden gemaakt’ • ‘Met de kennis die we hebben opgebouwd, kan de klant moeilijk om ons heen.’ • ‘Omm’er zijn kan betekenen dat je een concurrent van je klant wordt.’

systeemleverancier, MTA. Hoewel nu nog niet in de boekhouding terug te vinden, gaat Patrick Geerts, co-founder en cco, er wel van uit dat in 2021 het grootste deel van de omzet gegenereerd zal gaan worden met B2S- en B2R-activiteiten. Want die inzet is voor het Helmondse bedrijf veel aantrekkelijker dan de projectmatige B2P-activiteiten waaruit het nu nog het grootste deel van de omzet haalt. ‘Daarom sturen wij er bij de start van een project altijd op aan dat de productíe-IP voor ons is en blijft, en de prodúct-IP voor de klant. Zo zorgen wij voor een wederzijdse verbinding en voorkomen we dat de klant, als de eerste kleine series de markt op zijn, voor de grotere vervolgseries een leverancier in een lagelonenland gaat zoeken.’

KLANT OVERTUIGEN Maar, realiseert cto Richard van Lieshout zich: de klant zal alleen met MTA in zee gaan als in die startbesprekingen duidelijk wordt gemaakt wat voor hem de voordelen zijn van de manier van samenwerken. ‘Wij zullen de klant ervan moeten overtuigen dat de performance-prijsverhouding van zijn product beter is als hij met ons gedurende de hele levenscyclus zaken blijft doen. Dat zijn integrale kosten dan het laagst zullen zijn. Dat onze manier van werken – besloten in ons V2model, waarbij we met de klant tegelijk werken aan de ontwikkeling van het product én aan de industrialisatie – resulteert in een product met een hogere toegevoegde waarde, dat hem onder de streep meer oplevert. Een product met een kortere time to market en met dié functionaliteit, kwaliteit en onderhoudbaarheid waarvoor de eindklant meer wil betalen. We moeten hem ervan doordringen dat het voor zijn businesscase voordeliger is voor de vervolgseries zaken te doen


met ons in plaats van met een leverancier die niet in staat is tot dat systeemdenken en die bereidheid mee te ondernemen.’

TOEKOMSTGERICHT ENGINEEREN De twee MTA-managers hebben dus de ambitie verder op te schuiven naar de B2R-rol, de ketenpositie waarin ze geacht worden over veel kennis van de eindmarkt te beschikken. Geerts: ‘Naar bijvoorbeeld de agri, een speerpuntmarkt voor ons, doen wij zelf onderzoek. We praten met allerlei stakeholders, van zaadveredelaars tot en met hightech kassenbouwers, om zo een goed overzicht te krijgen van deze markt. Zo proberen we ons een beeld te vormen van hun roadmap. Met die kennis kunnen we dan, samen met onze klant, toekomstgericht gaan engineeren.’ Nóg een stap verder, naar omm’er (original module manufacturer) waarbij een bedrijf onder een eigen merknaam met een module de markt betreedt, zal MTA niet gaan. ‘Dat vraagt een andere aanpak en organisatie en we willen graag een partner van onze klant zijn en blijven, geen concullega.’

DEFENSIE-OMM’ER Nedinsco wil wel graag de rol van omm’er en acht dat ook mogelijk, althans in de defensiemarkt, vertelt directeur Arno Bouwmeester. Niet toevallig is dat een markt waarop het voormalig Duitse bedrijf 99 jaar ervaring heeft. Begin jaren 50 komt het Venlose bedrijf in Nederlandse handen en kreeg het ministerie van Defensie als belangrijke opdrachtgever. In de

decennia erna zijn onder andere de semicon, de medische en – recentelijk – de ruimtevaartindustrie er als markten bij gekomen. Maar de defensiemarkt is nog altijd goed voor de helft van de omzet. Het bedrijf levert tegenwoordig geen optische, maar opto-elektrische systemen, optronics. Doordat de ‘Als de klant zich zou moeten afvragen of de kennis, die wij met en voor hem ontwikkelen, onderneming al niet ook terechtkomt bij zijn concurrent, wordt hij terecht terughoudend in het delen van kennis’, zo lang voor defensie-klanten stelt Guustaaf Savenije van VDL ETG. Foto: Com-magz werkt, heeft het in die markt heel veel eigen IP opgebouwd. MINDER AFHANKELIJK ‘Tegenwoordig leveren we complexe cameraNedinsco wil dat om voor defensieopdrachten systemen met veel software en elektronica. minder afhankelijk te zijn van de internationale Geïnstalleerd op een tank kan daarmee bijvoor(geo)politiek. Die bepaalt in belangrijke mate beeld uit een vaag contour herleid worden wat welke leverancier van welke nationaliteit het werk voor voertuig het is en of het een vijand betreft. uitvoert. ‘Lever je echter unieke systemen die de Met de kennis die we daarin hebben opgebouwd, gebruiker voordelen biedt die niemand anders hebben we een sterke marktpositie: de klant kan kan bieden, dan kiezen ze wel voor jou. Wel moeilijk om ons heen. Die positie willen we de komende jaren verder verstevigen.’ LEES VERDER OP PAGINA 47

december 2020

45


Transforming companies into industry leaders. Passionate, Together & Challenging

Betrouwbaar, deskundig, innovatief en persoonlijk Dat zeggen onze klanten. Pulse maakt productie-, handels- en servicebedrijven toekomstbestendig door bedrijfsprocessen te optimaliseren met het Microsoft Dynamics 365-platform. Daarmee stellen wij klanten in staat om toonaangevend te zijn in hun industrie. Daag ons uit!

Pulse heeft ruim 200 klanten in de volgende branches: Bouwtoelevering Machine- en apparatenbouw Groothandel en distributie Automotive Metaal Kunststof en chemie

www.pulse.nl Noorderpoort 21, NL 5916 PJ Venlo Hanzeweg 1a, NL 7418 AW Deventer

+31 (0)88 – 424 28 28

info@pulse.nl

Control your future


VERVOLG VAN PAGINA 45

wordt er dan ter compensatie een ander onderdeel elders neergelegd.’ Daarom wil Nedinsco haar positie verder uitbouwen naar die van B2Rleverancier of dus zelfs die van omm’er. ‘Als wij kunnen aanschuiven bij de oem’er voordat er een ruw concept ligt, als de strategische koers wordt bepaald, kunnen wij veel beter alle kennis inzetten die we in de afgelopen eeuw hebben opgebouwd. Als omm’er kunnen wij de klant veel meer toegevoegde waarde leveren.’ Die rol heeft tevens als voordeel dat Nedinsco dan veel gemakkelijker contact kan onderhouden met de optronics-eindgebruikers. ‘Zeker de huidige, sterk gedigitaliseerde systemen bieden tal van mogelijkheden voor het leveren van updates en daarmee voor life cycle management.’ Maar, realiseert Bouwmeester zich ook, die positie vergt wel dat er zelfstandig gemarket wordt, wereldwijd. ‘Dat doen we al. We staan al op defensiebeurzen, hebben eigen promotiefilmpjes en leaflets en hebben al de nodige ingangen bij de eindklant. Maar er moeten ook nog stappen worden gezet. Het is een zelfversterkend proces: met meer naamsbekendheid kunnen wij de beste mensen aantrekken en onze kennispositie verder versterken.’

SEMICON Die omm-ambitie leeft sterk bij Nedinsco en is voor de raad van commissarissen een belangrijke reden geweest juist Arno Bouwmeester aan te stellen, met zijn verleden bij oem’ers als cd- en dvd-productiemachinebouwer Toolex/Odme en textieldrukmachinebouwer SPGPrints. Daar heeft hij veel ervaring opgedaan met het op- en uitbouwen van een eigen marktpositie. Een traject dat jaren in beslag zal nemen. In de defensiemarkt, maar zeker in de medische industrie en de

‘DOORGROEIEN NAAR B2R-LEVERANCIER IS EEN KWESTIE VAN EERST JARENLANG TOP PRESTEREN’

semicon waarin de uitgangspositie minder vooraanstaand is, weet Bouwmeester. ‘In de semicon hebben we al voor bepaalde klanten de positie van B2S-leverancier en is een deel van de IP van ons. Maar ook in deze markt geldt dat wij de oem’er meer toegevoegde waarde kunnen bieden als we eerder betrokken worden. Ook hier willen we doorgroeien naar een B2R-leverancier. Een kwestie van eerst jarenlang top presteren en zo vertrouwen opbouwen.’

NIET VOOR 100 PROCENT Sioux Technologies wil ‘meer richting het ommschap’. Maar modules in de markt zetten die

kant-en-klaar toepasbaar zijn, onder eigen merknaam, die stap zal de Eindhovense systeemleverancier niet zetten, vertelt director development & engineering Ron Willems. ‘Onder de noemer solutions beschikken wij inmiddels over een motionplatform en ook over innovatieve elektronische subsystemen die in aanleg reeds plusminus 70 procent van de klantvraag afdekken. Maar niet voor 100 procent en het is de vraag of we dat moeten willen bereiken. Het vergt wel dat je de markt min of meer naar je hand kunt zetten. We hebben van een klant wel eens de vraag gehad of we onze cameramodule niet onder eigen merknaam aan hen zouden willen leveren. Maar vervolgens moesten er toch wel veel klantspecifieke wijzigingen worden doorgevoerd. Voorts vergt het dat je voor die module voldoende voorraad aanhoudt, de marketing doet en goede service garandeert. Je krijgt wel een heel ander businessmodel dan dat van de technologieleverancier die wij willen zijn. En het kan ook betekenen dat je zo een concurrent van je klant wordt.’

‘We hebben van een klant wel eens de vraag gehad of we onze cameramodule niet onder eigen merknaam aan hen zouden willen leveren. Maar vervolgens moesten er toch wel veel klantspecifieke wijzigingen worden doorgevoerd’, vertelt Ron Willems van Sioux. Foto: Hugo de Jong

NÓG VERDER DAN B2S Sioux voelt zich meer senang bij de huidige rol, die de afgelopen jaren flink verbreed is. Ooit gestart als softwarehuis beschikt de onderneming tegenwoordig over een veelheid aan engineeringdisciplines waaronder software-engineering en toegepaste wiskunde. Met name daarmee wil Sioux zich onderscheiden in de markt. ‘Wij hebben meer dan 350 software-engineers en meer dan 50 wiskundigen. Die stellen ons in staat de klant computational physics te bieden: bijvoorbeeld om exact te bepalen wat het dynamische effect zal zijn van bepaalde trillingen of temperatuurschommelingen op de werking van een systeem. Voor sommige van onze klanten kan een afwijking van één Kelvin al voldoende zijn om de werking van hun productiesysteem te verstoren. In Europa kunnen niet veel leveranciers mee op dat niveau van nauwkeurigheid.’ Aan al die kennis is intussen ook assemblage toegevoegd, zodat Sioux nu alles in huis heeft om betrokken te zijn vanaf de eerste ontwikkeling tot en met eindassemblage, oplevering en life cycle management.

FOREGROUND IP Willems: ‘En voor sommige klanten stappen we nóg eerder in om als B2R-leverancier met hen samen te werken aan hun technologieroadmap.’ Daar waar mogelijk zal Sioux ook eigen IP inbrengen. ‘Dan hebben we het over de background IP – de kennis die we hebben opgebouwd door middel van eigen innovaties of door ont-

wikkelwerk uit eerdere projecten in verschillende sectoren. Over de foreground IP – de kennis die we specifiek voor en vaak samen met de klant ontwikkelen – maken wij afspraken. Hoe wij de effort die daarvoor nodig was terugverdienen, is afhankelijk van die afspraken. De ene keer laten we ons daarvoor per verkocht systeem betalen. En de andere keer spreken we af dat we de foreground IP ook voor andere klanten mogen inzetten, vanzelfsprekend mits het geen directe concurrenten zijn. Veel klanten hebben daar helemaal geen moeite mee, want die begrijpen dat wij daardoor uiteindelijk een sterkere partner worden, ook voor hen.’

ANDERS DAN VERWACHT Anders dan David Kemps en William Smit in 2008 hadden verwacht, hebben maar weinig toeleveranciers zich ontwikkeld tot omm’er, zo schrijven ze in hun vervolgonderzoek Raising the bars, again dat ABN AMRO eind vorig jaar publiceerde. ‘Zolang een module te zeer onderdeel is van de kerntechnologie van de oem’er, geeft die zijn supplier geen toestemming die onder eigen naam te gaan vermarkten. Alleen waar dat niet het geval is, konden toeleveranciers zich ontwikkelen tot omm’er.’ Ter illustratie noemt Kemps het Eindhovense Prodrive dat complete versterkers produceert voor veel oem’ers. Ceo Pieter Janssen wil zelf niets over zijn strategische keuzes kwijt: ‘De afspraken die we maken met klanten zijn vertrouwelijk.’

• www.vdletg.com • www.mtagroup.nl • www.nedinsco.com • www.sioux.eu • www.prodrive-technologies.com december 2020

47


Innovatief. Flexibel. Beproefd.

Productie IT voor de Smart Factory van de toekomst komt van MPDV Uw partner voor digitalisering en uw route naar de Smart Factory. CreĂŤer transparantie door middel van kengetallen en verhoog de kwaliteit van uw processen - met productie IT van MPDV. WE CREATE SMART FACTORIES. www.mpdv.com | info@mpdv.com


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 51 Startup NinjaLabs wil machtspositie certificeringsinstanties breken 52 Dumocom gaat productie en voorraad plannen met AI-systeem van Samsa

Van links naar rechts: Joost van der Weijde, Kanter van Deurzen, Crijn Bouman en Elwin Roetman. ‘We zijn een start-up met heel veel kennis en ervaring.’ Foto: Sam Rentmeester

ROCSYS LOOPT MET OPLAADROBOT VOOR BATTERY ELECTRIC VEHICLES (VER) OP DE MARKT VOORUIT

‘WE MOETEN ONSZELF OPNIEUW KEIHARD BEWIJZEN’ Crijn Bouman zat gebeiteld bij technologiegigant ABB, waar hij verantwoordelijk was voor de productlijnen van de explosief groeiende Global Product Group Electric Vehicle Charging. Die groep komt voort uit Epyon, het bedrijf dat Bouman in 2011 aan ABB had verkocht. Maar hij wilde weer echt ondernemen, nam ontslag en begon met twee compagnons vorig jaar opnieuw een bedrijf: ROCSYS. Deze start-up wil de wereldmarkt veroveren met een systeem voor het compleet automatisch opladen van elektrische voertuigen. DOOR LUCY HOLL

B

ouman en zijn inmiddels veertien ROCSYS-collega’s, onder wie twaalf r&d-engineers, werken vanuit een bedrijfsruimte in de RoboValley Building op de campus van de TU Delft. ‘Lekker basic. We willen als start-up met zo weinig mogelijk geld zo veel mogelijk zien te bereiken. Het is heel verfrissend om dat opnieuw mee te maken’,

zegt Crijn Bouman. ‘Binnen een grote corporate had wat wij aan het doen zijn vast een factor tien meer gekost en veel langer geduurd. Ik vind het heerlijk om weer snel te kunnen handelen en beslissen binnen een eigen onderneming.’ Hij ziet twee megatrends in de automotive: de elektrificatie van voertuigen en de komst van steeds meer automatische rijfuncties, met uiteindelijk volledig zelfrijdende auto’s. Op de openbare weg moet daarvoor de wetgeving nog aan-

gepast worden, maar op eigen terreinen en in bijvoorbeeld logistieke centra kan al veel meer. Als voertuigen automatisch gaan rijden en parkeren heb je ook een autonoom oplaadsysteem nodig, bedacht hij. ‘Die latente marktvraag is er.’

WAAR ZIT DIE MARKT? Bouman volgde de opleiding industrieel ontwerpen aan de TU Delft en studeerde af in schone energie en elektrische aandrijvingen. In 2005, nog tijdens zijn studie, startte hij Epyon, voor het vliegensvlug opladen van accu’s. Dat was destijds nog een nieuwe technologie zoekend naar een markt. Er waren nog geen elektrische personenauto’s, alleen wat e-voertuigen in de zakelijke markt. Mensen verklaarden de oprichters voor gek: waar zagen zij in hemelsnaam een markt? Maar toen kwamen die elektrische auto’s er wel in steeds grotere aantallen en ging het hard met LEES VERDER OP PAGINA 50

december 2020

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

Epyon. ‘We waren de eersten in Europa met snellaadsystemen, zoals je die nu ziet bij bijvoorbeeld Fastned en Shell Recharge. Nu staan ze overal langs snelwegen.’ In 2011 kocht ABB Epyon. Het is een zeer kapitaalintensieve business en overname door een grote partij was nodig voor verdere groei. Crijn Bouman werd binnen ABB verantwoordelijk voor het productportfolio van Electric Vehicle Charging. De groep groeide tegen de klippen op, hij stond aan de basis van de business in China en de VS. Snelladen was aanvankelijk extreem innovatief, maar werd meer en meer een opschalingsvraagstuk. Na zes jaar wilde Bouman iets anders. Hij liet een groep achter met vijfhonderd medewerkers in vijftig landen en ging eerst maar eens een tijdje niksdoen en wat start-ups coachen.

EERSTE SERIES In Delft kwam hij bij toeval Joost van der Weijde en Kanter van Deurzen tegen. Van der Weijde is gepromoveerd op soft robotics, Van Deurzen voormalig cto van een visionbedrijf. Ze raken aan de praat over automatisch opladen van voertuigen en dat daar een markt in moet zitten. Maar kan dat met robots? Jawel, bedachten ze. Ze huurden begin vorig jaar een kantoortje. ‘We begonnen met een datingperiode om te kijken of het onderling klikte. Ik verkende de markt en ging op zoek naar initiële klanten en hun precieze wensen. Joost en Kanter werkten aan een proof of principle. Later kwam Elwin Roetman nog in ons managementteam, met jarenlange saleservaring in professionele voertuigen. We zijn een start-up met heel veel kennis en ervaring.’ Investeerders bleken zeer geïnteresseerd: de oprichters staken er zelf geld in en er kwamen miljoenen van investeringsmaatschappijen UNIIQ uit Den Haag, Forward.one uit Amstelveen en Superangel uit Tallinn (Estland). ROCSYS heeft nog nauwelijks omzet – behalve uit wat pilots –, maar daar komt begin volgend

50

december 2020

jaar verandering in. Dan worden de eerste series van het robotic charging system geleverd aan klanten. Het gaat om staande kasten vol slimme technologie met elk een robotarm. Bij iedere snellaadpaal staat zo’n systeem met daarop een camera. De beelden worden geanalyseerd om te bepalen hoe een voertuig precies is geparkeerd, de robotarm manoeuvreert en steekt de oplaadstekker op exact de juiste manier erin. ‘We maken soft robots die verend en daarmee intrinsiek veilig zijn voor een publieke ruimte. De robot zit tenslotte niet in een afgesloten kooi zoals bij industriële toepassingen. We leveren de hardware en alle softwareservice die erbij hoort, waaronder bewaking op afstand, monitoring welke voertuigen zijn ingeplugd, koppeling met het fleet management systeem, et cetera.’

OEM’ERS ALS KLANT ROCSYS richt zich in eerste instantie op zakelijke elektrische voertuigen als e-bussen, e-trucks en agv’s. Chauffeurs parkeren hun voertuig en hoeven niet zelf aan inpluggen te denken: dat verhoogt de bedrijfszekerheid. Daarnaast kan bijvoorbeeld een agv in een havengebied niet zestien uur per dag zonder bijladen functioneren. Dan is opportunity charging handig: de robot staat opgesteld waar een agv sowieso tussendoor regelmatig moet wachten en laadt op hoog vermogen

werkt en of het degelijk en betrouwbaar is.’ De robot van ROCSYS kan automatisch stekkers insteken bij laadpalen van Heliox, VDL Enabling Transport Solutions, ABB, Alpitronic en noem maar op. Het merk maakt niet uit.

BRABANTSE PARTNER De eerste systemen heeft ROCSYS zelf gebouwd in Delft, nu is er een gerenommeerde productiepartner in Helmond (‘ik noem nog geen naam’) die de serieproductie oppakt. ‘Uiteindelijk gaan we seriegroottes van honderden tot duizenden systemen maken. We willen meedenkende, creatieve partners, deze markt is extreem dynamisch. Als we uiteindelijk de stap naar personenauto’s kunnen zetten, heb je het over tien- tot honderdduizenden units per jaar. Voor de mainstream automotive is het nu nog een gadget, maar zodra automatisch parkeren normaal wordt, wordt het een must have.’ ROCSYS is al wel samen met exploitanten van snellaadnetwerken voor personenauto’s aan het onderzoeken of ze meer omzet kunnen maken als een robot geparkeerde auto’s om beurten automatisch aanplugt. Nu zitten er best lange tijden tussen het inpluggen langs de snelweg: mensen zijn even bezig om uit te stappen, zoeken de kabel, moeten betalen, eten nog een hamburger in het restaurant verderop. ‘De waarde van tijd bij een snellaadstation is een euro per minuut. Daar is nog wel wat te optimaliseren.’

VERGELIJKBARE OBSTAKELS

‘WE BEGONNEN MET EEN DATINGPERIODE OM TE KIJKEN OF HET ONDERLING KLIKTE’

steeds een paar minuten lang op. Daarom zijn ook juist bus- en truck-oem’ers de primaire klanten van ROCSYS. ‘Natuurlijk spreken we ook met eindgebruikers, maar juist die fabrikanten willen hun eindklant een complete formule aanbieden. Wij leveren iets wat hun meerwaarde biedt. De eindklant koopt zeg vijftig bussen en een stel laadpalen en wil van de oem’er weten of ons robotsysteem daarmee goed samen-

Start-up ROCSYS heeft weer te maken met vergelijkbare obstakels als Epyon destijds. ‘Maar het voordeel is dat we nu veel meer first time right doen. Ik kwam bij ABB uit een gigantische, gesmeerd lopende machine, nu moeten we onszelf opnieuw goed neerzetten en onszelf keihard bewijzen. We lopen weer op de markt vooruit qua technologie, dus het kost een paar gesprekken voordat het kwartje valt bij een mogelijke klant.’ Wie weet staat over paar jaar de volgende multinational aan de poort voor overname. ‘Het zou zomaar kunnen, maar dat is zeker niet ons plan A. We hebben goede investeerders achter ons staan en vinden ondernemen veel te leuk. Op dat moment zal wel weer blijken wat het beste is.’

• www.rocsys.com


KORT START-UP NINJALABS WIL MACHTSPOSITIE GROTE CERTIFICERINGSINSTANTIES BREKEN Een paar jaar geleden bedacht Dick Klaassen, toen nog als specialist ground support equipment bij de Luchtmacht, dat het wel handig zou zijn allerlei mobiele apparaten als aggregaten, pompen en koelcontainers aan het internet te hangen. Om op afstand zaken als het brandstofniveau te kunnen checken of de oorzaak van een alarm na te gaan. Samen met hardware engineer Michaël Devid ontwikkelde hij de Series S, IoT-elektronica in een kastje voorzien van een zonnepaneeltje dat aan een bestaand mobiel apparaat gehangen kan worden. Vanuit hun start-up Xeelas gingen ze daarmee de markt op en wisten al snel Bredenoord te interesseren. Die aggregatenleverancier wilde de Series S op 2.400 van zijn aggregaten geïnstalleerd hebben. Maar dan moest Xeelas vanzelfsprekend de hardware nog wel certificeren. Wat volgde was een lange lijdensweg, verhaalt Devid. ‘Testlabs als DEKRA, Tüv en IMST testen IoT-elektronica of die niet uitzendt op de bandbreedte van de politie, of de batterij niet kan ontploffen, of er geen gevaarlijke materialen in verwerkt zijn. Kortom, of die voldoet aan alle EU-regels voor een CE-certificaat. Daartoe moet je eerst een offerte aanvragen. Voordat je daar een antwoord op krijgt ben je zo zes weken verder. Ben je akkoord met de 20.000 euro die zo’n test al gauw kost, dan wordt een plekje gereserveerd in het lab. Maar ze hebben het druk, dus kan het makkelijk twee maanden duren voordat je de resultaten krijgt. En zit er een fout in je elektronica, dan geven ze – tenzij je bereid bent daarvoor 230 euro per uur te betalen – geen enkele ondersteuning. Je moet zelf maar uitzoeken hoe je het probleem oplost. Daarna kun je het opnieuw insturen voor een test en ben je weer twee maanden en 20.000 euro verder.’ Omdat Xeelas dat geld niet had, is Devid met support van Bredenoord naar China getogen. Daar, in de regio rond Shenzhen, de ‘elektronicafabriek van de wereld’, zitten veel testlaboratoria bijeen. ‘Het leeuwendeel van de laptops, mobieltjes en

tv’s wordt daar geproduceerd en getest, ook voor de Europese markt. Je moet er alleen wel je weg leren vinden. Het kost jaren voordat je een goede relatie met een betrouwbaar laboratorium hebt opgebouwd.’ Maar Devid is daarin geslaagd, zo zegt hij. De Series S is in China getest en tegelijk ook door Dekra in Europa. ‘De uitkomsten waren identiek. Beide labs meten met zelfde apparatuur zaken als radiostraling en EMC en kwamen tot precies dezelfde resultaten, weergegeven in dezelfde grafiekjes waaruit blijkt in hoeverre je elektronica binnen de certificeringsmarges blijft. Dat is ook niet zo gek: Tüv zit zelf in China en besteedt een deel van haar testwerk uit aan precies dezelfde labs. Labs die zelf ook weer gecertificeerd worden door instanties als A2LA en de FCC die ook die Europese labs certificeren.’ De testkwaliteit is dus dezelfde, de kosten echter zijn de helft lager en de doorlooptijd is vele malen korten, aldus Klaassen en Devid. Dus leek het hen een goed idee die certificering als dienst aan elektronicaontwikkelaars in Europa te gaan aanbieden. Per medio oktober zijn ze een tweede bedrijf gestart, NinjaLabs: ‘Op onze site kun je online de specificaties invoeren van je elektronica. Binnen 24 uur krijg je een offerte en binnen twee weken het CE-certificaat of een afkeur, met uitleg hoe je het probleem kunt oplossen.’

V.l.n.r.: Michaël Devid en Dick Klaassen met hun lokale partner Joe Changcong Lin op werkbezoek in de Chinese testfaciliteiten. Foto: NinjaLabs

De certificeringsinstanties in Europa hebben een te grote machtspositie, concludeert Klaassen: ‘Als je als kleine partij één product hebt, is het ondoenlijk om daarmee zelf naar China te gaan. Dus laat je het certificeren maar over aan die dure en trage instanties hier. Zelf testen kan ook, voor een CE-certificaat volstaat dat. Maar wordt, als het product eenmaal op de markt is, door bijvoorbeeld de Agentschap Telecom vastgesteld dat jouw apparaat stoort op de politieband, dan moet je aantonen dat alle voor CE-certificering beno-

digde tests zijn gedaan. Kun je dat niet, dan moet je product van de markt. Bedrijven hebben geen trek in dat risico en melden zich dan maar bij partijen als DEKRA, Tüv en IMST. Daarbij speelt ook mee dat alles wat Chinees is met argwaan bekeken wordt. Maar daar is als het om certificeren gaat geen reden voor. Onze Series S is nu inmiddels onder meer op de aggregaten van Bredenoord geïnstalleerd. Het gaat Xeelas voor de wind.’

• www.ninjalabs.io

REACTIE VAN CERTIFICERINGSINSTANTIE ‘Wij juichen elke ontwikkeling toe, vooral wat IoT – één van onze speerpunten – betreft, en wensen elke ondernemer en start-up enorm veel succes toe. Echter kunnen wij ons niet herkennen in de statements over de “grote testlaboratoria”’, aldus een woordvoerder van een grote certificeringsinstantie die niet met naam genoemd wil worden. Voorts stelt ze dat ‘“IoT kastjes” onder strikte Europese richtlijnen vallen’. ‘Die zijn bedoeld om producten op veiligheid te beoordelen, maar ook op het gevaar dat het voor andere producten kan opleveren. De keuring beslaat daarom een veel-

heid aan testen en niet slechts “een test”. Het aantal testen en de kosten hangen af van het product, de configuratie en welke richtlijnen en normen van toepassing zijn.’ Ook geeft ze aan dat herkeuringen alleen die aspecten beslaan die door de verbeteringen aan het product alsnog getest moeten worden. ‘Het komt zo goed als nooit voor dat dit weer een volledige keuring beslaat.’ Ze erkent dat keuringsinstanties geen consultancy of oplossingen kunnen aanbieden: ‘Dat mag uiteraard niet vanwege accreditaties. Dit geldt voor alle keuringsinstanties en mocht een partij bemiddeling en/of advies aanbieden,

kan zij dus geen onafhankelijk testoordeel geven.’ De certificeringsinstantie laat in Nederland door een ‘onafhankelijk onderzoeksbureau’ klanttevredenheidsonderzoek uitvoeren, die een score van meer dan een 8 laten zien. ‘En de gemiddelde offertetijd is 3,5 werkdag.’ De instantie is allang ‘met hetzelfde kennis- en competentieniveau’ ook in China actief waar het, net als in Europa, haar diensten ‘competitief aanbiedt’. ‘Het is makkelijk contact te leggen, een offerte aan te vragen en uitermate betrouwbaar.’

december 2020

51


PETFLESSENFABRIKANT DUMOCOM GAAT PRODUCTIE EN VOORRAAD PLANNEN MET AI-SYSTEEM VAN SAMSA

‘OMDAT TOPSCHAKERS TE DURE MAGAZIJNMEDEWERKERS ZIJN’ Leuk hoor, al dat gepraat over artificial intelligence (AI), maar wat moet ik ermee als productiebedrijf? Dat dacht directeur André van der Loo van petflessenfabrikant Dumocom in Almelo lange tijd. Maar hij is helemaal om. Samen met cto en medeoprichter Reli Todea van start-up Samsa IT uit Eindhoven implementeert hij nu een systeem voor planning en logistiek dat gebaseerd is op AI. ‘We zijn nu een half jaar aan het schakelen, ik word er zo blij van. Ik hoor briljante dingen.’

METAMORFOSE

Todea studeerde computerwetenschappen in zijn vaderland, kwam naar Nederland voor een masterstudie en bleef hier. Hij werkte als systeemarchitect bij onder meer Imtech en Quintiq en begon met een paar anderen een eigen bedrijf. Zijn bedrijfsnaam Samsa komt uit Kafka’s boek Metamorfose. Zo’n Quintiq uit Den Bosch – nu onderdeel van Dassault Systèmes – is natuurlijk de Mercedes onder de planningsen optimalisatiesystemen, benadrukt hij. Maar wat kan een mkb’er daarmee? ‘Wat kunnen wij met Samsa voor toegevoegde waarde bieden aan kleinere bedrijven die willen digitaliseren, vroegen we ons af. Ik had een standaard platform voor ogen, geschikt voor uiteenlopende bedrijven met diverse businessmodellen. De grafische interface, de algoritmische berekeningen: dat bestond allemaal al. We hebben een toolkit gebouwd om snel een specifieke configuratie voor een klant te bouwen waarmee hij inkoop, verkoop, order- en productieplanning en logistiek kan optimaliseren.’ Voor zo’n Reli Todea (links) wijdde André van der Loo helemaal in de AI in. Van der Loo: ‘Ik wil dat mijn planningsysteem continu rekent en alles meeneemt wat bekend is.’ Foto: Dumocom kwart van de investering in een WMS implementeert Samsa IT makkelijk, ontdekte ik. We implementeren nu het systeem, zegt Todea. DOOR JAN BROEKS zijn Samsa-systeem op basis van artificiële intelligentie. Dat is voortdurend aan het rekenen, umocom kreeg dit voorjaar te maken VEEL LEGACY evalueren en plannen. Dat is wat ik nodig heb.’ met een vraagexplosie door de coronaDoe minder zelf en vertrouw meer op de techcrisis. Foodklanten, fabrikanten van niek, is Todea’s motto. We zitten tenslotte in het schoonmaakmiddelen: iedereen kwam tijdperk van digitalisering. ‘Bedrijfsprocessen zijn TOETERS EN BELLEN met enorme orders en dat is nooit meer opgevaak nog statisch. Managers dekken risico’s af Van der Loo noemt planning het meest essentiële houden (zie ook het TalkING Industry-artikel op onderdeel van een bedrijf. Daarin komt alles door bijvoorbeeld veel materialen in te kopen en pagina 86). Het bedrijf heeft versneld een nieuwe samen: de prestaties van de fabriek, de toezeggingrote eindvoorraden op de plank te hebben ligmachine neergezet – die aanschaf zat al in de gen aan klanten. Continu moet er afgestemd worgen. Medewerkers werken met Excelsheets en planning – maar wat Van der Loo een veel grotere den, een tijdrovende klus. ‘Je kunt dure WMS- of mails en als ze afwezig zijn, mist ineens cruciale uitdaging noemt zijn de planning, forecasting en ERP-systemen aanschaffen, maar eigenlijk zijn informatie. Er is veel legacy: zo doen we het al logistiek. ‘We produceren in een dag tijd een dat enorme molochs. Allerlei toeters en bellen jaren en zo werkt het. Maar het kan zoveel slimaardige hal vol petflessen bij elkaar en als dan gebruik je niet en als het erop aankomt, zijn ze mer, soepeler en dynamischer. Het voorspellen even iets in de afzet schort, is er meteen ruimteniet zo slim. Ze doen wat jij ze vertelt. Af en toe van de klantvraag bijvoorbeeld kan beter met AI. gebrek.’ druk je op de knop en zie je een momentopname. Robots verplaatsen dingen van A naar B, maar Toevallig kwam hij Reli Todea tegen. Todea, Een mens functioneert heel anders: die is steeds ze kunnen zoveel meer voor je doen. ProductieRoemeen van geboorte, richtte een jaar of vijf bezig om keuzes te maken en zich aan te passen orders moet je niet zo plannen dat machines geleden Samsa IT op. Van der Loo: ‘Hij praat over aan wat er op dat moment gebeurt. Ik wil dat om drie uur ‘s nachts ineens klaar zijn en op de logistiek alsof het de makkelijkste zaak van de mijn planningsysteem ook continu rekent en ochtendploeg staan te wachten. Zorg dat werkewereld is. Alles wat ik moeilijk vind, vindt hij alles meeneemt wat bekend is.’ lijk al je informatie in het IT-systeem zit.’

D

52

december 2020


Die legacy maakt het soms ook best lastig voor Todea om een systeem uit te rollen: bedrijven zijn enthousiast als ze zien dat processen in een pilot ineens efficiënter en beter verlopen dan voorheen, maar als ze vervolgens ‘ja’ zeggen tegen een complete implementatie, moeten ze wel hun manier van werken aanpassen.

SUGGESTIES VOOR DE PLANNER Dumocom staat open om het anders te gaan doen, om te beginnen bij de productieplanning. Todea: ‘Stel, ik ben fabrikant. Ik heb orders, machines, materialen en mensen. Als een order verandert, moet alles mee veranderen. Order 22 is te laat of machine B moet ineens in onderhoud, dus meteen herplannen maar. Het systeem kan dankzij alle mogelijke beslisregels zelf knopen doorhakken, maar zover gaat Dumocom nu nog niet.’ De planners gaan een decision support planner gebruiken: aan de hand van alle berekeningen krijgen ze suggesties om de juiste beslissingen te nemen. ‘Bovendien is er ook nog zoiets als soft knowledge. Een planner kent zijn klanten: hij weet dat klant A het niet erg vindt om een halve week later iets geleverd te krijgen als hij het tijdig weet. Natuurlijk kun je dat soort kenmerken van klanten inbouwen, maar dat is complex.’ Nog een voorbeeld uit de productie bij Dumocom, met nu op de werkvloer vijf drogers. Een droger kan telkens alleen met één soort materiaal geladen worden en heeft een bepaalde capaciteit. Dus moeten de orders matchen met de drogers om opstoppingen te voorkomen. Todea: ‘We kij-

ken een week vooruit. Wat komen er voor orders? Hoe kunnen die zo optimaal mogelijk door de fabriek geleid worden?’

SCHAKERS IN HET MAGAZIJN De bottlenecks in het magazijn zijn de precieze plaatsing en voldoende ruimte. Eigenlijk moet geen enkele pallet heel lang in het magazijn blijven. Maar wat gebeurt er: een pallet wordt neergezet en verspert alles wat erachter staat.

‘JE KUNT DURE WMSOF ERP-SYSTEMEN AANSCHAFFEN, MAAR EIGENLIJK ZIJN DAT ENORME MOLOCHS’ Petflessen worden liefst soort bij soort weggezet, want dat klinkt logisch terwijl het voor een bepaalde klantorder helemaal niet handig is. Of een partij wordt helemaal achterin het magazijn geplaatst, terwijl vijf minuten daarvoor net een bestelling voor die specifieke petflessen is binnengekomen. Van der Loo: ‘In ons magazijn zetten de heftruckschauffeurs naar eer en geweten pallets weg en halen ze die op. De beste heftruckchauffeurs zouden eigenlijk schakers van hoog niveau moeten zijn die zes zetten vooruit kunnen denken. Maar

topschakers zijn heel dure magazijnmedewerkers en bovendien ontbreekt het ook hen aan up-todate-informatie.’ In Samsa krijgt elke pallet, elke verpakking daarom een score, afhankelijk van de regels: wat staat er voor mij, wat staat er boven mij, hoe lang sta ik hier al, moet ik er snel uit kunnen? Die scores worden steeds herberekend. ‘Alles staat bij ons op de vloer, we hebben geen stellingen’, zegt Van der Loo. ‘Die lege vloer biedt flexibiliteit. Je kunt er een soort Tetris-denkwijze op loslaten. Ik kan op een middag weggaan waarbij er een pad links ligt en de volgende dag terugkomen en het pad loopt diagonaal omdat dat op dat moment beter is. Het is een andere manier van denken.’

HOLISTISCH DENKEN Het gaat ook niet om die ene order of die ene pallet. De totale stroom door de fabriek heen moet optimaal zijn. Todea: ‘Denk holistisch, met behulp van de juiste algoritmes.’ De implementatie bij Dumocom is gaande. Er moeten data gemigreerd worden, mensen worden getraind. Medewerkers in het magazijn krijgen bijvoorbeeld ieder een eigen mobile device, zodat ze altijd on spot zien wat er moet gebeuren. Van der Loo: ‘We pakken uiteindelijk alles aan: inkoop, verkoop, productie en uitgaande stromen. De blauwdruk ligt er. Die mogelijkheden van AI zijn een ware eye-opener voor mij.’

• www.samsasoftware.nl • www.dumocom.nl

december 2020

53


KETENPARTNERS

PRIVA EN MTA VERTALEN VISIE VAN TOMATENTELERS IN CONCRETE PRODUCTEN

SAMEN WERKEN AAN ROBOTISERING IN DE TUINBOUW Arbeid is al decennia een probleem in de tuinbouw. Weinig Nederlanders willen daar het laagbetaalde werk doen en arbeidsmigratie brengt problemen met zich mee. Dus klopten vooraanstaande tomatentelers al rond 2000 bij Priva aan voor robotisering. Samen met een technologiepartner kwamen ze tot een proof of concept voor een bladsnijrobot. Vervolgens benaderde Priva ontwikkel- en industrialisatiepartner MTA om samen dit concept te vertalen in een product dat in volume maakbaar is tegen de juiste kosten en kwaliteit.

DOOR HANS VAN EERDEN

P

riva in De Lier legt zich toe op klimaatbeheersing, energiebesparing en waterhergebruik in kassen, utiliteitsgebouwen en indoor growing. In de tuinbouw is naast energie en water ook arbeid een grote kostenpost. Niet vreemd dus, dat het hightechbedrijf zich ook op robotisering heeft geworpen. De telers wilden een platform voor verschillende gewashandelingen; voor een eerste toepassing viel de keuze op het bladsnijden in de tomatenteelt, verklaart Ronald Zeelen, manager innovation & research. ‘De tomatenplant groeit heel snel en wordt heel hoog. Blad aan de onderkant moet worden verwijderd om de rijping van trossen te bevorderen en rotten te voorkomen.’ Bovendien kan er bij het bladsnijden niet zoveel misgaan, was de gedachte van de telers. De tomaat, het eindproduct, hoeft immers niet te worden aangeraakt. Priva ging samen met de telers en een technologieontwikkelaar aan de slag en dat resulteerde in een succesvolle proof of concept: het bladsnijden kon worden gerobotiseerd. Daarna werd het belangrijk om te komen tot een industrieel produceerbaar systeem tegen een acceptabele prijs.

VERTROUWEN Dus ging Priva drie jaar geleden op zoek naar een industrialisatiepartner en kwam het bij MTA terecht. Dit bedrijf uit Helmond verzorgt de ontwikkeling en serieproductie van complexe mechatronische modules en systemen. Zeelen: ‘Ze hadden er de technologisch competenties en we kregen al snel het gevoel dat we dezelfde cultuur van een mensgericht bedrijf hebben, waar we bij elkaar blijven, ook als het in een

54

december 2020

Van links naar rechts Ronald Zeelen, Priva-cfo Ton Wallast, Edgar Langen en Patrick Geerts in de Priva Campus in De Lier. ‘We zien dit eerste project vooral als een investering in de markt voor robotisering van de tuinbouw.’ Foto: Sam Rentmeester

project soms lastig wordt.’ Patrick Geerts, cco en medeoprichter van MTA, herkent zich hierin. ‘Samen uit, samen thuis. We hadden het vertrouwen dat we konden leveren wat Priva vroeg en geloofden in deze businesscase. Wij hebben daar de kennis en competenties voor. De wereld van de tomaten was nieuw voor ons, maar we richtten ons al wel meer op de agriindustrie. Met onze kennis van mechatronica en produceerbaarheid kunnen we ook daar kwaliteit leveren. Voor Cerescon (ontwikkelaar van een aspergeoogstmachine, red.) hebben we al ervaring opgedaan.’

DUBBELE V VOOR VOLUME Bij zijn keuze waardeerde Priva met name MTA’s methodiek om te komen tot een product ‘dat in volume maakbaar is tegen de juiste kosten en kwaliteit’, zoals businessmanager Edgar Langen van MTA het omschrijft. Het bedrijf heeft er zijn V2-model voor ontwikkeld, gebaseerd op het bekende V-model voor productontwikkeling (van concept en specificatie via ontwerp tot realisatie en validatie). Geerts: ‘In de binnenste V doen we de ‘traditionele’ systeemontwikkeling, de buitenste V dekt de hele manufacturing-kant.’ Zo doet MTA gelijktijdig product- en productieontwikkeling om doorlooptijd, kosten en risico’s te verminderen. Zeelen: ‘Deze aanpak van systems engineering, waarbij je een integraal beeld hebt van het ontwerp en de produceerbaarheid

ervan, was voor ons een belangrijke voorwaarde. In de samenwerking brengen wij onze kennis in van twee werelden: de mechatronica en de tuinbouw met zijn eigen eisen. Daardoor kunnen wij makkelijk afstemmen met de MTA-engineers en samen tot creatieve en praktische oplossingen komen.’

SYSTEEMARCHITECTUUR EN STUKLIJST MTA’s aanpak begint al bij de systeemarchitectuur, legt Langen uit. ‘Daar willen wij over meedenken, om een product te kunnen uiteenrafelen in relatief kleine, testbare bouwblokken. Die gaan we parallel seriematig bouwen en testen, waardoor we veel eerder in het productieproces problemen zien en oplossen, nog voordat we deze functies gaan integreren. Dat bespaart in een later stadium veel kosten.’ Anderzijds liggen er ook kansen in de stuklijst, want productietechnisch is MTA onafhankelijk. ‘Wij proberen waar mogelijk bijvoorbeeld freesdelen te vervangen door goedkopere plaatwerkoplossingen. Waarbij we natuurlijk goed kijken of het past binnen de toleranties en aanvullende eisen. Een ander voorbeeld is de aandrijving: in de bladsnijrobot zit nu een direct-drive motor, zonder tandwielkast. Dat is nauwkeuriger, vergt minder componenten en is robuuster en goedkoper in uitvoering.’ Technische uitdagingen waren er natuurlijk voldoende, zoals de vision die de robot moet helpen zich een weg door het tomatenoerwoud te banen.


Dat is waar Priva zijn specifieke expertise heeft. Vanuit mechatronisch perspectief was het laatste segment van de robotarm wel de grootste uitdaging, vervolgt Zeelen. ‘Dat beweegt tussen het gewas door en moet daarom heel compact zijn, terwijl we er toch twee krachtige motoren in moesten opnemen voor het knipkunstje. Zo ontstond een oplossing die met recht een huzarenstukje van de mechatronici mag heten.’

PLATFORMGEDACHTE Vier prototypes worden nu in de kas beproefd. Zeelen verwacht in de eerste helft van 2021 het product commercieel te kunnen introduceren. ‘Gerekend naar het werk dat wereldwijd aan bladsnijden wordt besteed, kunnen wij honderden stuks per jaar verkopen. Voor deze specifieke taak hebben wij geen concurrentie. Intussen kijken we al naar andere handelingen, zoals tomatenplukken. En voor komkommers zien we een switch naar hogedraadteelt, die meer opbrengst geeft, maar ook meer bladsnijwerk vergt dat we kunnen robotiseren.’ Zo werken Priva en MTA samen de platformgedachte van de tomatentelers uit, met een basisarchitectuur voor een robot die kan worden voorzien van applicatiespecifieke software (vision) en hardware (grijpers, knippers, enzovoort). Langen: ‘Als in een kas meerdere robots, misschien ook van andere leveranciers, opereren, is het natuurlijk de uitdaging om die als het ware vreedzaam te laten samenwerken.’ Priva kiest voor een gefaseerde aanpak, verklaart Zeelen. ‘Eerst laten zien dat we met onze robot een handeling kunnen uitvoeren die waarde

voor de telers creëert.’ De huidige uitvoering is dan ook qua verplaatsing nog semi-autonoom. De robot kan worden geprogrammeerd om volledig zelfstandig de gewaspaden in de kas af te gaan

hebben gedaan, weten we dat we er niet rijk van worden. Maar daar doen we het ook niet primair voor. We zien dit vooral als een investering in de markt voor robotisering en als basis voor de automatisering van andere gewashandelingen.’ MTA heeft daar alle begrip voor en investeert daarom zelf ook, zegt Geerts. ‘We willen gezamenlijk een succes maken van de businesscase.’ Dit gezamenlijke ondernemerschap is slechts een van de succesfactoren. Zeelen: ‘Er zijn zeker spannende momenten geweest, maar we zijn elkaar niet kwijtgeraakt. Een discussie mag best pittig zijn, als je die maar met respect voert en iedereen zich veilig kan voelen.’ Geerts, tot slot: ‘Het draait om respect, wederkerigheid en vertrouwen. Als je transparant bent en dingen sneller uitspreekt, kun je ook sneller problemen oplossen en uiteindelijk samen succes vieren. Als meer bedrijven het zo doen, zou dat de bv Nederland een enorme boost geven.’

‘ALS JE TRANSPARANT BENT EN DINGEN SNELLER UITSPREEKT, KUN JE OOK SNELLER PROBLEMEN OPLOSSEN’ voor z’n taak. Zijn er echter ook mensen of andere robots aan het werk, dan moet iemand bij het wisselen van een pad nog een oogje in het zeil houden.

SAMEN INVESTEREN Priva gaat de robot als een dienst aanbieden, waarbij de teler robotwerk inkoopt en op termijn ook andere diensten, zoals oogstvoorspellingen op basis van de beelden die de robot maakt. Vanaf het begin van de ontwikkeling heeft de businesscase van de telers centraal gestaan, vervolgt Zeelen. ‘Bladsnijden is een laagwaardige handeling, die mensen ook nog eens heel snel kunnen uitvoeren. De robot kan dus niet te hoog geprijsd worden. Gezien de significante investering die Priva en in de beginfase ook de telers

MTA is één van de toeleveranciers die klant Priva nomineerde voor de Dutch Industrial Customer Award. En Priva won. Zie het DISCA-artikel op pagina 28.

• www.priva.com • www.mtagroup.nl

Waar zou dit brood zijn zonder Kepser?

Goed voedsel begint bij gedegen productieprocessen. Weten wat exact de bron of samenstelling van een product of productonderdeel is, wordt dan ook steeds belangrijker. Kepser werkt daarom altijd volgens protocollen die de voedselveiligheid binnen de foodsector garanderen. Wij hebben sanitair laswerk tot een kunst verheven, kennen alle ins-and-outs van food contact materials en leggen alles minutieus vast voor de traceability. Trek in meer? Lees het verhaal op kepser.nl

1

2

december 2020

09:51

55


Stel je eens voor… een fabriek waar alleen muren, een dak

Alle componenten van de fabriek delen draadloos relevante

en een vloer vaststaan. Alle machines en systemen kunnen

data met elkaar, van de sensor via afzonderlijke motoren en

razendsnel verplaatst worden om nieuwe productielijnen te

machines, direct naar informatiesystemen in de cloud.

creëren. Het hele productieproces vindt niet alleen ‘real-life’

The Factory of the Future is meer dan een visie. Ga met ons

maar ook virtueel plaats.

mee naar de toekomst. Now. Next. Beyond.

www.factory-of-the-future.rexroth


STRATEGIE

MET VESTIGING HILDEN (D) ERBIJ GROEIT 247TAILORSTEEL NAAR 36.000 VIERKANTE METER EN 500 MENSEN

NA DUITSLAND OOK BELGIË VEROVEREN Door de officiële opening ging vanwege corona een streep, maar de machines gingen natuurlijk wel gewoon volgens plan draaien: de nieuwe vestiging van 247TailorSteel in het Duitse Hilden is up and running. Er werken inmiddels 35 mensen; dat aantal groeit fors op termijn. Bovendien blijft het daar niet bij, vertelt coo Frank Gelen. ‘We willen en kunnen gestaag doorgroeien.’ werkwijze en ze een verdiepende opleiding gegeven aan onze eigen e afgelopen jaren groeide 247Tailor247TailorSteel Academy. Steel met gemiddeld 30 procent per Zo konden ze al in jaar. Dat was ook dit jaar de bedoeling, september vol aan de slag maar corona gooide zand in de motor. in Hilden.’ Toch klagen ze in Varsseveld op de hoofdvestiging Draaiden in november niet: ‘We zitten boven de omzet van 2019’, zegt vier lasermachines in de coo Frank Gelen. ‘We zien de omzet vooral groeinieuwe Duitse vestiging, en bij bedrijven die een snelle levering willen. in februari moeten dat En daar kunnen wij natuurlijk voor zorgen.’ ‘Sinds dit jaar hebben we ook verkopers speciaal voor de Belgische markt en zien we er zes zijn. Nu werken er 247TailorSteel begon in 2007 als hooggeautode omzet daar groeien’, vertelt coo Frank Gelen. Foto’s: 247TailorSteel 35 mensen; dat moet op matiseerde leverancier van lasergesneden plaattermijn groeien naar zo’n en buismateriaal. Klanten kunnen via de eigen 135 mensen. Met Hilden erbij stijgt de productiesoftware en het online portaal Sophia op maat bestelling snel geplaatst. Ook omdat we het oppervlakte van 247TailorSteel in totaal naar zo’n gesneden metalen platen, buizen en kantdelen bestellen zo eenvoudig hebben gemaakt.’ 36.000 vierkante meter. Het bedrijf heeft nu alles bestellen. Dat kan 24 uur per dag en 7 dagen per In de software heeft 247TailorSteel de zogeheten bij elkaar 37 lasersnijmachines en 20 kantbanken, week – vandaar de bedrijfsnaam. De klant kan Checker ingebouwd, die de klant direct duidelijk de personeelsomvang beslaat inmiddels meer dan ook precies aangeven wanneer hij de bestelling maakt of een ontwerp uitvoerbaar is. Gelen: ‘Dat 500 mensen. wil ontvangen. vinden we echt van toegevoegde waarde. Het lijkt In de afgelopen jaren groeide 247TailorSteel snel: alsof er een collega naast je staat, die even meein 2018 werd een vestiging geopend in het bij kijkt. De Checker geeft aan of iets kan, en biedt HETZELFDE ALS VARSSEVELD Bremen gelegen Oyten en in november zou de een alternatief als een ontwerp niet haalbaar is.’ De werkzaamheden in Hilden zijn hetzelfde als in officiële opening plaatsvinden van nieuwbouw in Varsseveld, zegt Gelen. De klanten – tot dusver Hilden, in het hart van het Ruhrgebied bij Düsvooral mkb’ers en kleinere bedrijven, maar ook BELGIË IS NIET LANGER VOOR ‘ERBIJ’ seldorf. Het linten knippen bleef vanwege corona grotere bedrijven die flexibiliteit zoeken – bevinEn dan de nabije toekomst. Er zijn concrete planhelaas achterwege, zegt Gelen. Hij is evenwel den zich volgens Gelen in de regio groot-Düsselnen voor nieuwbouw in Zuid-Duitsland. Daartevreden over de gang van zaken tot dusver (en dorf en alles ten zuiden van het Ruhrgebied. mee, zegt Gelen, wordt invulling gegeven aan de over de andere expansieplannen, waarover verMaar hoe weten ze van de nieuwe vestiging? Een strategische plannen. 247TailorSteel deed met derop meer). ‘We hebben een vliegende start deel wist al eerder via internet 247TailorSteel te behulp van een extern bureau onderzoek naar gemaakt. Al vanaf april hebben we achttien Duitvinden (en kreeg de bestelling vervolgens gewoon de kansen in Duitsland. Die liggen in een brede se werknemers in Varsseveld opgeleid. We hebben per vrachtwagen vanuit Nederland geleverd). band van linksboven naar rechtsonder in het ze wegwijs gemaakt met de machines en onze Voor nieuwe klanten spelen de verkopers van land. Met Oyten, Hilden en een fabriek in Zuid247TailorSteel in Duitsland Duitsland is die band afgedekt. De derde vestieen cruciale rol, met ging gaat naar verwachting eind 2022 open. inmiddels een team van acht Maar na Duitsland moet ook België veroverd mensen. ‘Klanten vinden het worden. De verkopers van 247TailorSteel in in eerste instantie spannend Nederland deden de zuiderburen eerder ‘erbij’. om online te bestellen. De ‘Sinds dit jaar hebben we ook verkopers speciaal verkopers zijn letterlijk ons voor de Belgische markt en zien we de omzet gezicht. Persoonlijk contact groeien’, zegt Gelen. ‘Dus ergens in het komende wekt ook vertrouwen. Als je anderhalf jaar gaan we plannen ontwikkelen voor elkaar kent, kun je gemakkeeen eerste vestiging in België. Zo kunnen we lijker verkopen. En het moet gestaag doorgroeien. Want die 30 procent per gezegd: zodra de klant weet jaar, dat willen we vanaf volgend jaar gewoon hoe het online werkt, en weer gaan doen. En dat kan ook.’ merkt dat we onze beloften In de nieuwe vestiging in het Duitse Hilden wil 247TailorSteel op termijn zo’n 135 mensen aan het werk hebben. nakomen, is een volgende www.247tailorsteel.com DOOR ANDRÉ RITSEMA

D

december 2020

57


PRODUCTONTWIKKELING

LEREN VAN EXTREEM KORT ONTWIKKELTRAJECT VOOR DEMCAIR BEADEMINGSSYSTEEM

‘BETER EEN FOUT BESLUIT WAAR JE OP TERUG KUNT KOMEN DAN GEEN BESLUIT’ Onder druk wordt alles vloeibaar, blijkt maar weer in de coronacrisis. Zie het complete DemcAir beademingssysteem voor de intensive care, dat technologieontwikkelaar en -producent Demcon in een luttele maand wist te realiseren. Hoe heeft Demcon dat met hulp van tal van partners in die ongekend korte tijd voor elkaar gekregen en wat is daarvan bruikbaar voor ‘normale’ ontwikkeltrajecten? Link Magazine organiseerde half november een Teams-sessie om te leren van de DemcAir. ‘Met meer parallel werken en goed vooruitkijken valt vaak nog winst te behalen.’

• ‘Ik kreeg het mandaat om voor het projectteam

• • •

DOOR HANS VAN EERDEN

H

et DemcAir beademingssysteem is gebaseerd op de beademingstechnologie die Demcon macawi respiratory systems (hierna: Macawi) heeft ontwikkeld. Demcon produceert de losse beademingsmodules al vele jaren en levert ze aan internationale producenten van beademingssystemen. Een compleet beademingssysteem had Macawi echter nog niet ontwikkeld en Demcon nog niet geproduceerd.

‘JA, DAT KUNNEN WE’ Half maart, op een maandag, meldde zich het ministerie van VWS, vertelt Patrick Kleuskens van Macawi. ‘Er dreigde een tekort aan beademingsapparaten, gezien de situatie die toen in

Noord-Italië al zeer dringend was. Of wij die konden leveren. “Ja, dat kunnen we”, besloot Dennis (Demcon-directeur Schipper, red.). Vrijdagmiddag hebben we een voorstel naar VWS gestuurd, zondagmiddag kregen we de order, maar zaterdag waren we alvast begonnen. We hadden natuurlijk al onze beademingsmodule, geschikt voor de intensive care, als hart van een compleet systeem. Daar moesten we nu zaken omheen ontwikkelen, zoals behuizing, display, voeding en bedieningssoftware. Onze normale doorlooptijd voor ontwikkeling is twee tot drie jaar, maar wij zagen wel mogelijkheden om het heel snel te doen. Bijvoorbeeld door alleen direct beschikbare componenten te kiezen, zoals een standaardlaptop met touchscreen in plaats van een apart geïntegreerd touchscreen.’

EEN MIJLPAAL PER WEEK

IN TEAMS • • • • • • •

Teun Arends, business area director medical DEKRA Ben van den Elshout, cto Demcon Macawi Patrick Kleuskens, managing director Demcon Macawi Carla Kloeze, klinisch fysicus Catharina Ziekenhuis Eindhoven Marcel Swinnen, consultant test & design for eXcellence tbp electronics Ton Lavrijsen, NPI engineer VDL ETG Precision Martin van Zaalen, hoofdredacteur Link Magazine (gespreksleider)

• www.demcon.com • www.macawi.com • www.catharinaziekenhuis.nl • www.dekra.nl • www.tbp.nl • www.vdletg.com 58

december 2020

‘Alles wat riekte naar overbodig – niet doen’, verklaart Ben van den Elshout, bij Macawi technisch trekker van het project. ‘Niets zelf ontwerpen om er een nog beter en mooier product van maken als het ook off-the-shelf beschikbaar was. We hadden op voorhand het vertrouwen dat zulke basiscomponenten met wat duwen en trekken wel verkrijgbaar zouden zijn.’ Beschikbaarheid van mensen was eveneens een issue. Kleuskens: ‘Ik kreeg het mandaat om voor het projectteam overal binnen Demcon (750 medewerkers, red.) mensen vandaan te halen. Dat heeft andere projecten wel pijn gedaan; we hebben klanten daarover gebeld en ontmoetten veel begrip.’ Het team telde uiteindelijk ruim zestig mensen, uit alle disciplines: software, elektrisch, mechanisch, industrieel ontwerp, productie en kwaliteit. Van den Elshout: ‘Op zaterdag maakte een kernteam eerste schetsen van de systeemarchitectuur en op maandag lag er een concept waar alle disciplines het over eens waren. Tijdens een grootschalige kick-off die ochtend hebben we de mijlpalen gedefinieerd: na week 1 een compleet functioneel prototype, na week 2 de eerste pre-

overal binnen Demcon mensen vandaan te halen.’ ‘Mensen kwamen in het weekeinde terug om de machines te beladen.’ ‘De contacten met leveranciers over levertijd verliepen met vallen en opstaan.’ ‘Heel veel zaken hebben we versneld kunnen oppakken door alles opzij te zetten’ ‘We hadden een extreme focus, met één kapitein en secondanten voor de verschillende disciplines.’

klinische testen, na week 3 testen op patiënten, na week 4 klaar voor productie. Al die mijlpalen hebben we gehaald en meteen de eerste vijftig stuks (van de in totaal vijfhonderd die VWS had besteld, red.) geproduceerd.’

MAANDAG GEMAILD, WOENSDAG GEMAAKT Met dank aan de in totaal ruim veertig partners, waaronder toeleveranciers van componenten en submodules; het complete systeem, inclusief de centrale module, bevat meer dan tweehonderd verschillende componenten. Zo ging Van den Elshout voor de mechanische delen meteen in conclaaf met VDL ETG Precision, dat hij nog kende uit de tijd dat hij er zelf werkte. Ton Lavrijsen, bij VDL ETG Precision verantwoordelijk voor new product introduction, verbaast zich nog steeds. ‘We hebben alleen gekeken of de gevraagde producten bij onze organisatie pasten qua maakbaarheid. Normaal is onze levertijd vier tot zes weken. Nu kreeg ik maandagmiddag om drie uur een mailtje en woensdagavond hebben we de delen voor de proto’s geleverd.’ Dat was mogelijk omdat meteen duidelijk was wat VDL ETG Precision precies moest leveren. Van den Elshout: ‘Ik heb één call opgezet voor onze mechanische engineers en Tons mensen, zodat we het hele verhaal in één keer konden doorpraten en besluiten konden nemen.’ Lavrijsen: ‘Het technisch productdossier was toen al voor 99 procent goed.’ Vervolgens moesten er in korte tijd vijfhonderd stuks komen, want de systemen werden alvast mechanisch opgebouwd voor het complete systeem was uitontwikkeld. ‘Mensen kwamen ’s avonds terug om verder te werken en in het weekeinde om de machines te beladen. We hadden natuurlijk niet voldoende materiaal op


voorraad en levering zou normaal vier tot zes dagen duren. Toen we leverancier MCB Direct uitlegden waarvoor het bestemd was, kwamen ze meteen twee keer op een dag langs. Het cleanen, heel belangrijk voor een medische toepassing, hebben we moeten uitbesteden.’

AMBASSADE INSCHAKELEN Voor de elektronica vertrouwde Demcon op vaste leverancier tbp electronics. Die is gewend in te zetten op early supplier involvement en right first time (in één keer het goede leveren), vertelt Marcel Swinnen. Grootste uitdaging voor tbp was de leverbaarheid van componenten. ‘In het ontwerp hebben wij rekening gehouden met een normale leadtime van twee weken, maar sommige componenten hebben wel tien weken levertijd. De contacten daarover met leveranciers verliepen met vallen en opstaan, zoals met First Sensor in Berlijn. Met hulp van VWS hebben we via de ambassade in Berlijn geprobeerd de productie te laten verhogen. Dat lukte eerst niet, maar later dankzij financiële beloftes gelukkig wel. Andere opdrachtgevers hebben we kunnen herplannen. Verder hebben we onze testcapaciteit verdubbeld en samen met Demcon goed gekeken hoe we de boards zo efficiënt mogelijk konden maken. Bij mijn weten zijn er geen teruggekomen.’ Tot de andere key leveranciers behoorden twee partijen voor de kabelboom, 2E Interconnection en 2Connect. Van den Elshout: ‘Van hen hebben we veel flexibiliteit gevraagd, want de kabelboom is altijd de sluitpost in een ontwerptraject. Tijdens het testen van een systeem wijzigt de routing regelmatig, terwijl het ook nog eens een arbeidsintensief product is.’

CRUCIALE COMPONENTEN De problemen zaten soms in een klein hoekje. Zoals een expiratieklepje, een plastic disposable met een levertijd van een halfjaar, vanuit Taiwan. Van den Elshout: ‘De leverancier was compleet overrompeld door de vraag vanuit de hele wereld. We konden via klanten van ons wel wat kopen en met een luchtbrug van KLM onder-

Patrick Kleuskens (links) en Ben van den Elshout demonstreren het in razend tempo ontwikkelde DemcAir beademingssysteem. Foto’s: Demcon

omdat wij het product van Macawi, de centrale module, al goed kenden, konden wij bepaalde aannames doen en op de technische expertise van Demcon vertrouwen.’

ZIEKENHUIZEN onze vaste leverancier niet leveren. Dus is VDL dat gaan maken, en niet eens duurder.’

CERTIFICERING Bijzonder, en belangrijk voor de snelheid, was dat DEKRA als certificerende instantie voor de CEmarkering al meteen werd betrokken. Vanwege de spoed werd gekozen voor een verkort, zogeheten CE-exemption-traject. Dat is door een Europese verordening mogelijk gemaakt: certificering voor beperkte tijd en voor een beperkte toepassing, in dit geval bij coronapatiënten op de IC. Maar wel veilig, benadrukt Van den Elshout. ‘Vanaf dag één heeft DEKRA zich heel flexibel opgesteld. Toen wij moesten switchen naar andere componenten, hebben we hun meteen gevraagd hoe zij daar tegenaan keken en of het nog paste in de CE-exemption. Dat was gelukkig zo. Vanaf het begin hebben zij in het ontwikkelproces meegekeken. De bochten daarin hebben we, samen met hen, wel sneller genomen maar nergens afgesneden.’ Teun Arends van DEKRA: ‘Normaal zitten we aan het eind van het traject, nu keken we bij Demcon namens VWS, onze opdrachtgever, al mee bij de ontwikkeling. Heel veel zaken hebben we versneld kunnen oppakken, door alles opzij te zetten en andere projecten stil te leggen. We hebben wel onze gebruikelijke risicogebaseerde aanpak gevolgd en

‘ALLES WAT RIEKTE NAAR OVERBODIG – NIET DOEN’

delen laten ophalen. Uiteindelijk was het niet voldoende, dus zijn we het klepje zelf gaan maken. Een spuitgietproduct, dus moesten we een matrijs laten maken, wat normaal ook weken duurt. En er moest nog een rubberflapje aan het klepje komen. Voor zo’n knullig onderdeel best wel een spannende exercitie, want cruciaal voor de performance van het apparaat. Een ander onderdeel, een simpel verbindingspijpje, kon

In het eerste weekend ging Demcon via informele contacten ook al op zoek naar testgebruikers. Zo kwamen het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, het Isala in Zwolle en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven in beeld. Van den Elshout: ‘Vanaf maandagochtend hebben we meetings met hen gehad over de beademingsfuncties die ze nodig hadden, hoe die precies moesten werken en wat ze gewend waren voor de user interface.’ In het Catharina Ziekenhuis had Carla Kloeze als klinisch fysicus al veel ervaring met het introduceren van nieuwe medische technologieën en het traject dat daaraan voorafgaat, onder meer preklinisch testen (technisch valideren) en klinisch testen (op patiënten) van medische apparatuur. ‘Het beademingssysteem moest druk- en volumegestuurd kunnen werken, afhankelijk van de situatie van de patiënt, bijvoorbeeld of die zelf nog kan meeademen. Zeker op de IC is het belangrijk dat de machine geen extra schade aan de patiënt toebrengt. Daarvoor moesten beveiligingen worden ingebouwd. Je moet een herstellende patiënt bijvoorbeeld ook veilig van de beademing kunnen halen.’ Tegelijk moest het apparaat simpel te bedienen zijn, want vanwege de overbelasting zou ook ander personeel dan de normale ICintensivisten en verpleegkundigen ingezet moeten worden. ‘Dus zo min mogelijk knoppen erop, wel duidelijk, en goed leesbare curves. Alarmen moesten makkelijk in te stellen zijn en goed hoorbaar. Op dat soort dingen waren we heel kritisch en tussen de testen door hebben de drie LEES VERDER OP PAGINA 61

december 2020

59


I want the whole package! Do you need a powerful, smart, and reliable drive system? One that comes with an electric motor, gearhead, controller, housing, connectors, software, and more? Then contact our specialists: systems.maxongroup.com

Precision Drive Systems


VERVOLG VAN PAGINA 59

ziekenhuizen daar overleg over gehad.’ Van den Elshout: ‘In de eerste week hebben we de user interface uitgetekend in PowerPoint: als je hierop klikt, krijg je dat scherm. Zo konden de IC-medewerkers al droogzwemmen.’ Ook keken de ziekenhuizen kritisch naar de installatie. Het systeem kwam als een soort bouwpakket, inclusief disposables zoals filters en een korte handleiding. Kloeze: ‘Een intensivist en een verpleegkundige hadden in vijf minuten alles aangesloten. Vervolgens is uitgebreid naar de user interface gekeken, bijvoorbeeld het makkelijk kunnen switchen tussen beademingsmodi en het instellen van alarmen. Dat leidde nog tot een aanpassing vanwege de prioritering: het belangrijkste alarm altijd bovenaan het scherm.’ Een majeure modificatie op aangeven van de ziekenhuizen betrof de stroomvoorziening. Bij een stroomstoring moet een batterij de functie direct kunnen overnemen. Van den Elshout: ‘Een extern battery pack hebben we nu in overleg met DEKRA beoordeeld als een acceptabel risico en daarom toegevoegd aan het systeem.’

SUCCESVOLLE TESTEN Voor de klinische testen droegen de drie ziekenhuizen elk een patiënt aan. Kloeze: ‘Omdat het systeem niet in een wetenschappelijk onderzoek

was, vindt Ben van den Elshout. ‘We hadden een heel ervaren topteam, waardoor het ‘right first time’-gehalte in ontwikkeling en productie heel hoog was.’ En er was een ontzettende focus en drive bij alle betrokkenen, vult Patrick Kleuskens aan. ‘Niet alleen in Marcel Swinnen (tbp electronics): ‘We hebben zelfs de ambassade ons eigen team. Als we veringeschakeld om componenten telden dat we aan een beadeuit Berlijn geleverd te krijgen.’ mingssysteem werkten, gingen Foto: tbp overal deuren open en werden we voorgelaten.’ Van Zaalen: ‘De doorlooptijd in dit project de software niet vooruitgaan; daar hebben we was dus sec de ontwerp- en maaktijd, er was geen meteen meer mensen op gezet.’ wachttijd. Is er een regulier proces mogelijk met minder wachttijd dan gebruikelijk?’ Kleuskens: ‘Dan heb je het over lean. Daar wordt natuurlijk GEEN COMPROMISSEN wel naar gezocht. Met meer parallel werken en De partners benoemen elk vanuit hun eigen goed vooruitkijken valt in de planning vaak nog invalshoek succesfactoren en lessen. In sommige wel winst te behalen. Al was dit wel een erg rechtgevallen zijn de ervaringen vooral een bevestiging lijnig ontwerpproces. Normaal sla je meer zijvan een reeds ingeslagen weg, zoals bij tbp. wegen in: is dit of dat misschien niet nog beter?’ Marcel Swinnen: ‘Wij hebben onze lessen al Van den Elshout: ‘Nu was er geen tijd om de eerder geleerd, in de componentencrisis (toen scope te laten schuiven, wat wel gebeurt in langewereldwijd schaarste dreigde, red.).’ Ton Lavrijsen re trajecten.’ De managementstijl speelde ook een heeft geleerd dat er in geval van nood meer rol. ‘We hadden een extreme focus, met één kapimogelijk is dan je denkt. ‘Onze machines staan tein en secondanten voor de verschillende disciniet stil, maar in nood, als alle pijlen dezelfde plines. Geen micromanagement maar een eigen kant op wijzen, kan de stilstand nog minder zijn.’ De klinisch gebruikers betrekken bij de ontwikkeling, voert Carla Kloeze aan. ‘Dan kunnen de ontwikkelaars meteen schakelen naar wat de gebruikers verwachten van het apparaat. We zijn gewend samen aan innovaties te werken met universiteiten en industrie, maar dit is de eerste keer dat we een klinische test hebben uitgevoerd zonder dat er een wetenschappelijk onderzoek aan voorafging.’ Wat betreft de certificering, blijkt het in een verkort traject niet nodig om compromandaat voor ieder van hen.’ Kleuskens: ‘Elke missen te sluiten. ‘We hebben die zoals gebruikeavond, als de kids thuis in bed lagen, hadden we lijk risicogebaseerd doorlopen’, zegt Teun Arends. een online meeting, waarin we ook besluiten Alleen niet-cruciale testen, zoals een ‘hellingnamen. In de eerste week bijvoorbeeld zagen we proef ’ (of het systeem niet wegrolt als het scheef staat opgesteld), werden overgeslagen. Het risico dat daarmee iets mis zou gaan, werd aanvaardbaar geacht, gezien de specifieke toepassing en de korte termijn. ‘Demcon had met zijn module al een solide basis; daardoor kostte het niet zoveel tijd. Voor een ontwikkeling from scratch (zoals veel andere initiatieven beoogden, red.) zou certificering veel langer duren. Wij kregen daar veel aanvragen voor, maar in deze korte tijd zou dat kansloos zijn.’

‘WE HEBBEN SAMEN BOCHTEN SNELLER GENOMEN, MAAR ZE NERGENS AFGESNEDEN’ was beproefd en niet normaal CE-gecertificeerd, hadden we goedkeuring van de raad van bestuur nodig. Daarvoor hebben we een eigen risicoinventarisatie moeten uitvoeren. Van de patiënt hadden we informed consent nodig; de eerste die we vroegen gaf meteen akkoord. Bij de test hebben we er een volledig opgebouwde beademingsmachine naast gezet voor het geval er iets fout zou gaan.’ Het ging niet fout, alle testen verliepen succesvol. In samenspraak tussen de drie ziekenhuizen, VWS, DEKRA en Demcon kwam er akkoord op het ontwerp. Dat werd bevroren en de productie van het complete systeem kon beginnen. Gelukkig hoefden de vijfhonderd stuks in de eerste coronagolf niet te worden ingezet. Vervolgens doorliep het systeem – ook in hoog tempo – het normale CE-certificeringstraject, wat resulteerde in een paar kleine aanpassingen. Het Catharina Ziekenhuis heeft momenteel de systemen als back-up staan om te gaan gebruiken bij een verdere uitbreiding van de IC-capaciteit.

GOEDE BESLUITVORMING

GEEN VERANDERINGEN, GEEN MICROMANAGEMENT Valt er terugkijkend op dit project iets mee te nemen naar reguliere ontwikkel- en productieprocessen, wil gespreksleider Martin van Zaalen in de Teams-sessie weten. Dat blijkt niet vanzelfsprekend, juist omdat het project zo bijzonder

Teun Arends (DEKRA): ‘We hebben onze gebruikelijke risicogebaseerde aanpak gevolgd.’ Foto: DEKRA

Bij Macawi heeft Ben van den Elshout vooral geleerd over het belang van parallel werken en goede besluitvorming: ‘Bij elke beslissing die discussie dreigde op te roepen, ben ik gestopt naar de verschillende partijen mails te sturen die mogelijk alleen maar verwarring en meer discussie zouden geven. In zo’n geval heb ik alle betrokkenen online bijeengeroepen om meteen een besluit te nemen.’ Patrick Kleuskens: ‘Zorg voor directe communicatie en duidelijkheid; beter een fout besluit waar je op terug kunt komen dan geen besluit.’ Zie het besluit waar alles mee begon: ‘Ja, dat kunnen we.’

december 2020

61


PROCESOPTIMALISERING

BOSCH REXROTH EN STACO ZETTEN STAP RICHTING DIGITALISERING

SLIM METEN IS PAS ECHT WETEN Stel, machines op de werkvloer zijn niet meer piepjong, maar je wilt er toch zoveel mogelijk productiedata uithalen en die visualiseren op dashboards? Dat is het geval bij Staco Roostertechnologie in Reuver. Staco is samen met Bosch Rexroth een pilot gestart

van Bosch Rexroth, wereldspeler op het gebied van hydraulische technologie, elektrische aandrijf- en besturingstechnologie en lineaire bewegings- en assemblagetechnologie. Peter van den Heuvel raakte met Frank Volleberg van Bosch om meer in de productielijn te meten en de overall equipment effectiveness van een Rexroth in gesprek over de mogelijkheden om aantal ponsmachines stevig te verbeteren. verder te digitaliseren op de werkvloer. Volleberg is accountmanager voor eindgebruikers in Zuidoost-Nederland: dat zijn klanten die machines hebben staan waar veel Bosch Rexroth-componenten in zitten, en waaraan wellicht zaken veranderd, verbeterd of geüpdatet kunnen worden. Hij nam collega Glenn Ignacio mee, verantwoordelijk voor digitalisering: wat zijn er voor slimme IoT-oplossingen te bedenken zodat een klant meer inzicht krijgt in zijn machinepark of optimaler of goedkoper kan produceren? Peter van den Heuvel: ‘In de gesprekken werd duidelijk dat het relevant voor ons is om veel helderder te krijgen wat onze machines presteren: wat is de uptime, hoe snel is een lijn bij welk product, wat is de exacte output?’ Als de Van links naar rechts: Glenn Ignacio en Frank Volleberg van Bosch Rexroth en Peter van den Heuvel van Staco. Staco wil inzicht in de overall operators bij Staco een equipment effectiveness van machines. Foto: Maartje van Berkel nieuwe klantorder ter hand nemen, scannen ze in op een IT-systeem en begint de tijd te lopen. Is DOOR LUCY HOLL omvat. Staco produceert hoogwaardige roosters het werk op een bepaalde machine gedaan, dan en traptreden in staal, aluminium en rvs, van boeken ze af. Maar dat wil niet zeggen dat de vloer- en balustraderoosters tot gevelbekledinij jonge machines is het geen punt: betrokken machine meteen kan beginnen: misgen. Het bedrijf leverde onder meer de roosterplc’s of andere controllers vergaren schien is er nog ombouw nodig. Ook is niet duivloeren voor het AFAS Circustheater in Schevedata en die zijn makkelijk eruit te delijk of er tussentijds stilstand is door storingen. ningen, lamellenroosters voor parkeergarages in halen en voor analyses te gebruiken. ‘De totaaltijd vertelt niet de waarheid. Wat is het de Bijlmer en zwaarlastroosters voor een hellingIn de ponsmachines van Staco zitten weliswaar effectieve machinegebruik? We willen absolute baan voor windpark Borssele. ‘De productie van ook plc’s. ‘Maar het blijkt een heel gepuzzel om onze vlakke roosters begint met het ponsen, het waarden eruit halen en bovendien kijken hoe de de juiste connecties te maken en de gewenste data slaan van inkepingen in het materiaal’, vertelt data samenhangen met het soort product dat te verkrijgen’, zegt Glenn Ignacio, business deveproductiemanager Peter van den Heuvel. ‘Die lopment manager digitalization & automation bij erop gedraaid wordt op een bepaald moment. We ponsmachines bepalen de flow. Als het daar Bosch Rexroth in Boxtel. ‘Een alternatief is senhebben referentiewaarden nodig.’ stagneert, stagneert het verderop ook.’ soren te plaatsen en zo informatie te verzamelen, maar we lijken toe te kunnen met de oude plc’s. HET BESTE ERUIT HALEN En wellicht combineren we het: het aantal ponsINZICHT IN DE UPTIME Kortom, het gaat Staco om de online visualisatie bewegingen bijvoorbeeld komt uit de plc, en een van allerlei productiegegevens. Frank Volleberg: Staco in Reuver telt 50 medewerkers en ook sensor neemt ongewenste trillingen waar.’ Polen heeft een productielocatie. Verder zijn er ‘Staco heeft dus te maken met een ouder machiDe drie ponsmachines staan aan het begin van verkoopkantoren in Nederland, België, Engeland, nepark, waarbij die machines nog prima werken. de productielijn bij Staco die tientallen machines Duitsland en Polen. Staco is al lange tijd klant Je probeert daar het beste uit te halen.’ Vervan-

B

62

december 2020


ging van de ponsmachines is wel overwogen. ‘Maar ook voordat je daartoe zou overgaan, is het goed om te weten wat de daadwerkelijke output is. Dan kun je onderbouwen waarom een investering nodig is. Er komen nu geen digitale gegevens uit, dus de mate van efficiëntie is onduidelijk’, zegt Glenn Ignacio.

KOM NIET METEEN MET EEN OPLOSSING AANZETTEN MAAR VRAAG DOOR ZODAT DE ECHTE PIJNPUNTEN HELDER WORDEN

Om een klant te laten zien wat zoal mogelijk is, plakt Volleberg vaak snel even een sensor op een willekeurige machine. Die meet zes basiselementen, waaronder temperatuur, druk, beweging en draaiing. De resultaten zijn meteen te zien op de smartphone. ‘Het laat ook zien dat een klant met kleine stapjes kan beginnen. We zoeken goed uit waar hij precies behoefte aan heeft en hoe we

Expertise – Passion – Automation

daar een technische oplossing voor kunnen inzetten.’ Ignacio noemt het consultative selling: kom niet meteen met een oplossing aanzetten maar vraag door zodat de echte pijnpunten helder worden. ‘Digitalisering is enorm breed, je kunt het zo complex maken als je wilt, maar zorg voor een goed startpunt. Vervolgens ontstaat wellicht digitalization magic: als je de basisparameters inzichtelijk hebt gemaakt, krijgt de klant het idee van: “Oké, als ik dit kan meten, wil ik ook dat kunnen zien.”’ Klanten moeten niet denken dat ze in no time naar een complete factory of the future hoeven op te stomen.

IEDER UUR EEN MINUUT Toen Frank Volleberg en Glenn Ignacio duidelijk hadden wat Staco wilde, zijn projectengineers van Bosch Rexroth erbij betrokken voor een concrete oplossing. De komende maanden is de implementatie. Peter van den Heuvel: ‘Het is prettig dat er vanuit verschillende disciplines van Bosch Rexroth met ons meegedacht wordt. Dit motiveert ons om een stap in de toekomst te zetten, we bouwen aan iets nieuws in de fabriek waar we veel aan hebben. Medewerkers realiseren zich nu de vele stilstand niet.’ Hij heeft de operators uitgelegd wat het plan is. ‘Dit meten doen we niet om hen op de vingers te kijken,

BOSCH REXROTH EN DIGITALISERING Bosch Rexroth is groot geworden met zijn aandrijf- en besturingsoplossingen, voor tractoren tot en met productiemachines, van hydraulisch tot elektrisch. Het biedt ook steeds meer digitale, geïntegreerde oplossingen: van consultancy tot de levering van de benodigde hard- en software, al dan niet in samenwerking met partners. Moederbedrijf Bosch heeft wereldwijd 270 fabrieken staan die merendeels ook verregaand gedigitaliseerd zijn. Klanten kunnen profiteren van die diepgaande kennis die binnenshuis is opgedaan.

maar om ervan te leren en effectiever te draaien. Iedereen ziet als een machine een uur stilstaat, maar je ziet niet als die machine ieder uur een minuut stilstaat. Die vele minuten zorgen opgeteld op jaarbasis ook voor een langdurige stilstand.’ Nog wel lastig is dat de software waarmee operators inklokken bij een nieuwe opdracht, niet gekoppeld is aan de machines. Om de machinedata goed te interpreteren, is wel nodig te weten aan welk product met welke eigenschappen precies gewerkt is. Dat moet nu nog handmatig ingegeven worden. De digitalisering van de ponsmachine is een pilot, wellicht volgt later uitbreiding naar andere machines.

• www.boschrexroth.nl • www.stacoroosters.nl

Uw kennispartner SMC is dé kennispartner voor veilige en duurzame technologie. Wij staan voor ruim 60 jaar continuïteit en wereldwijde klanttevredenheid. Onze experts hebben een passie voor industriële automatisering. Zij zijn dienstbaar en delen hun deskundigheid om u te helpen met uw uitdagingen. Ook komend jaar ondersteunen wij u met innovatieve en betrouwbare technologie. Wij wensen u een gezond en veilig 2021!

www.smc.nl

december 2020

63


SERVITIZATION

HYUNDAI WIL FUTURE PROOF WORDEN MET START-UPS EN NEXT-GENERATION PRODUCTEN

‘DE OVERLEVERS BESEFFEN DAT DE GROTE VOORUITGANG LIGT IN NIEUWE SERVICES’ Met de ontwikkeling van elektrische en waterstofauto’s werkt de Zuid-Koreaanse autofabrikant Hyundai vanuit diverse Cradle-vestigingen aan de innovatie van mobiliteit, energie en duurzaamheid. Partnerschappen spelen daarbij een cruciale rol, bedoeld om bestaande technologische uitdagingen op te lossen en de gehele waardeketen voor duurzame mobiliteit op orde te brengen. Om zelf future proof te blijven, transformeert Hyundai van autofabrikant naar mobiliteitsdienstverlener.

produceert, opslaat en transporteert. Maar ook hoe je de infrastructuur van waterstofvulstations en efficiency van brandstofcellen kunt verbeteren. Al die factoren bepalen uiteindelijk of je erin slaagt een goed werkend ecosysteem voor waterstof op te zetten. Onze bijdrage is om in Europa nieuwe technologieën te vinden om die noodzakelijke stappen te faciliteren.’ Hyundai heeft daarvoor zelf experts in huis, maar Eriksen vindt het noodzakelijk om ook te kijken naar start-ups en onderzoekers buiten de organisatie en daarin te investeren. ‘Zo willen we met open innovatie nieuwe technologieën en materialen inbrengen in onze toekomstige producten en de prestaties ervan verbeteren.’

NAAR EEN MOBILITEITSDIENSTVERLENER

Hyundai transformeert zich van autofabrikant pur sang naar veelzijdige mobiliteitsdienstverlener. Foto’s: Hyundai

DOOR WILMA SCHREIBER

O

m de Hyundai-organisatie toekomstbestendig te maken, onderzoekt de nieuwe bedrijfsdivisie Cradle innovaties, nieuwe technologieën en businessinnovaties voor de nabije toekomst. Daartoe heeft het hoofdkantoor vijf strategische gebieden aangewezen: smart mobility, smart cities, robotics, energy en artificial intelligence (AI). ‘Als Cradle onderzoeken we welke partnerschappen, partnertechnologieën, fondsen en businesskansen toegang bieden tot die vijf domeinen’, vertelt Edvin Eriksen, hoofd van Hyundai Cradle in Berlijn en verantwoordelijk voor partnerschappen en investeringen van de Europese tak. Naast Berlijn heeft Cradle ook vestigingen in Tel Aviv, Silicon Valley en Beijing, elk met een vergelijkbare rol: het signaleren van nieuwe technologieën en kansen op het eigen continent. ‘Elke vestiging heeft haar eigen focusgebied’, zegt Eriksen. ‘Zo is Tel Aviv heel sterk in AI en cybersecurity, gebieden die typisch zijn voor een militaire context. In Berlijn richten we ons op energie, duurzame mobiliteit en smart manufacturing; sectoren waar Europa weer heel sterk in is.’

64

december 2020

2030: 700.000 BRANDSTOFCELLEN Hyundai ziet zichzelf als pionier in elektrische auto’s, brandstofceltechnologie en brandstofcelauto’s. Zo introduceerde het bedrijf in 2018 al de tweede generatie NEXO-brandstofcelauto. ‘Een bijzondere auto,’ vertelt Eriksen, ‘die ons stimuleert om onze activiteiten op dat terrein verder uit te breiden. Naar verwachting produceren we in 2030 circa 700.000 brandstofcelsystemen, waarvan 500.000 voor personenauto’s. De overige 200.000 zijn voor de maritieme sector, de woningbouw en zwaar materieel. We steken onze energie dus niet alleen in het bouwen van personenauto’s als de NEXO, maar ook in brandstofcellen voor vrachtwagens.’

Door actiever te worden in de vijf genoemde gebieden, wil Hyundai transformeren van een autoproducent pur sang naar een mobiliteitsdienstverlener die goede auto’s bouwt en daarnaast talrijke services verleent om klanten op een veilige, comfortabele, duurzame, kostenefficiënte en uiteindelijk ook productieve manier te vervoeren. Eriksen: ‘Het biedt ons zoveel nieuwe mogelijkheden: altijd een auto in de buurt en op termijn, wanneer de autonome variant er is, een auto waarin je kunt studeren, werken, ontspannen of boodschappen doen.’ Hyundai’s doel heeft een duidelijke link met smart cities: hoe vergemakkelijk je het leven van stedelingen? ‘Denk aan voldoende parkeerplaatsen, voldoende dichte opvulinfrastructuur voor waterstof, garantie van veiligheid en betere com-

WATERSTOF-WAARDEKETEN De Europese Cradle-vestiging wil bestaande technologische uitdagingen oplossen, zoals het verlagen van de kosten van brandstofcelsystemen, en de hele waterstof-waardeketen op orde brengen. Eriksen: ‘Denk aan hoe je groene waterstof

In Zwitserland werkt Hyundai samen met Hydrogen Mobility aan een ecosysteem waarmee in 2025 1.600 vrachtwagens met een brandstofcel rijden.


municatie’, aldus Eriksen. ‘Maar denk ook aan het monitoren van de hygiëne in een deelauto, met geursensoren, intelligente camera’s en uv-licht om bacteriën te doden. Of aan een soort loket voor gevonden voorwerpen.’

INTERACTIE MET GEBRUIKER Wat is de reden van deze transformatie? ‘Als autoproducent kun je niet meer volstaan met het bouwen van auto’s, je moet jezelf blijven ontwikkelen. Dat kan met vliegende auto’s (urban air mobility, red.), maar vooral met nieuwe services, duurzaamheid en efficiëntere technologie’, betoogt Eriksen. ‘In dat opzicht kunnen we veel leren van de smartphone-industrie. De overlevers zijn degenen die beseften dat de hardware maar één onderdeel is en dat de grote vooruitgang ligt in nieuwe services en applicaties, en in interactie met de gebruikers.’ Daarom zoekt Hyundai naar manieren om de interactie met de berijder te vergroten. ‘Bijvoorbeeld door via de app Charge My Hyundai informatie te verstrekken over hoeveel kilometer iemand nog kan rijden en waar het volgende oplaadstation is’, zegt Eriksen. Ook hiervoor werkt Hyundai samen met partners. Zo kwam er in oktober dit jaar een joint venture met Ionity, een groot Europees netwerk van snellaadstations voor elektrische auto’s waarin Hyundai ook investeert.

WATERSTOFINFRASTRUCTUUR Tegelijkertijd werkt Hyundai aan het versterken van de waterstofinfrastructuur. Een kip-ei-situa-

HYZON MOTORS GAAT JOINT VENTURE AAN VOOR WATERSTOFTRUCKS In maart van dit jaar lanceerde de Chinese Horizon Fuel Cell Group het merk Hyzon Motors voor vrachtwagens op waterstof. Algemeen directeur Carl Holthausen licht toe hoe de joint venture van Hyzon Motors Inc. en Holthausen Clean Technology BV in Hoogezand tot stand kwam: ‘Ongeveer een jaar geleden kregen wij de vraag of wij de homologatie (tests voor goedkeuring van voertuigen om deze op de markt te kunnen brengen, red.) van een Chinese waterstoftruck voor de Europese markt konden verzorgen. Wij zijn gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van vrachtwagens op waterstof, hadden daarmee regelmatig de internationale vakpers gehaald en pasten al brandstofcellen toe. Zo kwamen we onder de aandacht.’ Zijn bedrijf kwam na het doorlichten van die Chinese truck met een eerlijk antwoord, vertelt Holthausen:

tie, stelt Eriksen. ‘Als je meer waterstofauto’s gaat bouwen, heb je een grotere infrastructuur nodig, maar die komt er alleen bij voldoende vraag. Ook hier zijn partners weer cruciaal.’ Hij doelt hier op het Zwitserse bedrijf Hyundai Hydrogen Mobility, dat werkt aan een ecosysteem waarmee in 2025 1.600 vrachtwagens met een brandstofcel rijden. Eén partner bouwt de infrastructuur, een ander levert de waterstof en logistieke bedrijven betalen per kilometer (pay per use). Dit jaar gingen de eerste vrachtwagens de weg op en het is de bedoeling de formule naar andere Europese lan-

‘We zeiden: “Dit is een prima product, maar in Europa maakt het geen kans om door de certificering te komen. Als je dat wilt, moet je met een truck komen waarvan je op componentniveau Europese keurrapporten kunt overleggen. En dat is alleen met Europese onderdelen haalbaar.” We vreesden dat de kous daarmee af zou zijn.’ Het tegendeel bleek waar: Holthausen, dat al een waterstoftruck op DAF-basis had gecertificeerd, kreeg de vraag een truck met Europese onderdelen te ontwikkelen. ‘We gaven aan dat we met die truck als uitgangspunt snel een Hyzon konden introduceren. Dat zorgde voor een enthousiaste reactie, met een joint venture als resultaat.’ Over enkele jaren moeten er jaarlijks duizenden trucks van de productieband in Groningen rollen.

• www.hyzonmotors.com den uit te breiden. Daarbij wordt gekeken of de bestaande infrastructuur voor de gasdistributie te gebruiken is voor waterstof, om zo de kosten te verlagen. Eriksen: ‘Een andere mogelijkheid daartoe is om de productie te verhogen. Daarom kijken we ook naar andere sectoren, zoals de maritieme en vliegtuigindustrie. Het einddoel is en blijft een goed werkende infrastructuur, goedkopere waterstof en steeds betere brandstofceltechnologie – en blije klanten.’

• www.hyundai.nl

247TAILORSTEEL.COM Op maat gesneden metalen platen, buizen en kantdelen online Topkwaliteit voor een eerlijke prijs

24/7 online bestellen via uw assistent: Sophia®

Betrouwbare levering binnen 48 uur

Flexibele aantallen vanaf 1 stuk

Registreer snel en bespaar kosten en tijd!

WWW.247TAILORSTEEL.COM

december 2020

65


PROCESVERBETERING (DEEL 1 VAN 2)

PARTNERSCHAP TRANSFORMEERT MITSUBISHI ELEVATOR EUROPE ‘VAN SMEDERIJ TOT MODERN PRODUCTIEBEDRIJF’

ACHTERBLIJVER WORDT KOPLOPER Mitsubishi Elevator Europe (MEE) in Veenendaal bouwde van oudsher klantspecifieke liften voor de Benelux, met een hoofdrol voor de papieren tekening in het ontwerp- en maakproces. Na de opdracht van ‘Japan’ om een nieuwe lift te ontwerpen, ging het bedrijf in 2016 aan de slag met professionalisering van ontwerp (van 2D naar 3D) en productdatamanagement. Toen MEE die lift vervolgens ook voor de hele Europese markt mocht gaan bouwen, stroomlijnde het de productie en moest er een volwaardig ERP-systeem komen. Dankzij een brede digitaliseringsslag is MEE, met hulp van tal van partners, uitgegroeid tot een slagvaardige, vernieuwende organisatie. DOOR HANS VAN EERDEN

H

et begon met de opdracht van Mitsubishi Electric aan MEE om voor de Europese markt een nieuwe lift, de MOVE, te ontwikkelen, vertelt Aart van Ginkel. ‘Tot die tijd werkten we eigenlijk alleen voor de Benelux.’ Alle reden om het ontwerpproces te moderniseren. Danny van Duijn, specialist in Autodesk-software (Inventor voor ontwerp en Vault voor productdatamanagement), ging daarmee aan de slag. Hij introduceerde het tekenen in 3D en het parametrisch ontwerpen (voor het vereenvoudigen van de klantspecifieke orderengineering). ‘Ook het datamanagement stond bij MEE nog in de kinderschoenen. Daarvoor was een transformatie nodig van document- naar objectgeoriënteerd denken. Men was gewend op de papieren tekening alle projectinformatie te zetten. Ik heb meteen gezegd: “Dat moet eraf.” Met datamanagement kun je informatie hergebruiken en hoef je niet

telkens alles weer te kopiëren. De stuklijst moest leidend worden.’ Een volgende prikkel was de vervanging van de kantbank, meldt Van Ginkel. ‘Ronald Potter van WiCAM, die voor de plaatwerksoftware al bij ons kwam, tipte ons voor de selectie over LVD. Hun presentatie over Industrie 4.0 triggerde ons. Wij wilden al meer gaan automatiseren en papierloos werken. Dat haakte aan op hun verhaal.’ LVD is niet de grootste speler in de markt voor plaatwerkmachines en kon daarom juist sneller schakelen naar Industrie 4.0, verklaart Kurt Debbaut, bij LVD verantwoordelijk voor de software die de integratie van de verschillende applicaties en machines regelt. ‘Onze systemen waren al langer gebaseerd op een centrale databank. MEE zocht een oplossing, een machine inclusief software voor integratie.’ Van Ginkel: ‘Met de CADMANsoftware van LVD en de software van WiCAM kregen we al een mini-ERP voor aansturing van de plaatwerkafdeling.’ Als klap op de vuurpijl kwam de vraag of MEE

• ‘De presentatie van LVD over Industrie 4.0

triggerde ons’ • ‘Plaatwerk konden we mooi geautomatiseerd

door de fabriek halen, waardoor er minder uren nodig waren’ • ‘We wisten wat we wilden, van klant tot kantbank digitaliseren, maar niet hoe het moest’ • Papierloos werken is intussen vanzelfsprekend. • ‘Alleen op deze manier blijven hogelonenlanden competitief en kunnen we een stuk maakindustrie voor Nederland behouden’

ook de productie van de MOVE kon gaan doen. ‘In eerste instantie was dat nog niet zeker; het had ook naar een lagelonenland kunnen gaan. Nu kwamen twee sporen bij elkaar. Plaatwerk konden we mooi geautomatiseerd door de fabriek halen, waardoor er minder uren nodig waren en we dus prima konden concurreren.’

LIFTGENOTEN •

• •

• • •

66

Aart van Ginkel, hoofd productie bij MEE, dat hoogwaardige liften ontwikkelt en bouwt en liftonderhoud en -renovatie verzorgt; MEE is onderdeel van het Japanse Mitsubishi Electric. Henk ten Voorde, strategisch projectmanager bij MEE. Arjen Verhoeff, manager sales & business development bij Isah Business Software, leverancier van ERP-software voor de klantordergestuurde maakindustrie. Marco Verberck, functioneel consultant bij Isah. Danny van Duijn, eigenaar vanDUIJN consultative engineering, specialist in implementatie en optimalisatie van Autodesk-software. Frank Pepping, consultant bouw en maakindustrie bij CAD & Company, dat bedrijven ondersteunt bij

december 2020

• •

implementatie-, innovatie- en digitaliseringstrajecten, op basis van onder meer Autodesk-software. Kurt Debbaut, productmanager CADMAN® software bij LVD, de Belgische leverancier van plaatbewerkingsmachines en integratiesoftware. Ronald Potter, businessmanager Benelux bij WiCAM, leverancier van high-end CAD/CAM- en nestingsoftware voor cnc-plaatbewerking.

• www.mitsubishi-liften.nl • www.cadcompany.nl • www.isah.com • www.lvdgroup.com • www.vanduijn-ce.nl • www.wicam.com

Aart van Ginkel (Mitsubishi Elevator Europe): ‘We wisten wat we wilden, van klant tot kantbank digitaliseren, met zero engineering, maar niet hoe het moest. Dat wisten onze partners wel.’ Foto: MEE


VAN ETO NAAR CTO ‘Ga het maar doen’, zei Mitsubishi Japan. Van 180 stuks per jaar zou MEE naar 650 en misschien wel 1.000 stuks per jaar gaan. Makkelijker gezegd dan gedaan, ontdekte Van Ginkel al snel. ‘Met de bestaande software gingen we het niet redden, we moesten echt ERP gaan gebruiken.’ Henk ten Voorde werd aangetrokken als projectleider voor het ‘grote veranderingsproces’, te beginnen met het selecteren van een ERP-systeem. De keuze viel op Isah, vanwege de oplossingen die het biedt voor digitalisering van de fabriek, met onder meer Shop Floor Control, aansluitend op wat LVD en WiCAM voor cnc-bewerkingen al te bieden hadden. Ten Voorde moest met alle beschikbare softwaresystemen een configure-to-order (cto) proces inrichten, waar tot dan toe gewerkt werd met engineer-to-order (eto). ‘Vanwege de veel grotere aantallen en de noodzaak van een aantrekkelijke kostprijs wilden we naar ‘zero engineering’. We moeten nu de configuratie van elke lift goed definiëren en nog een keer controleren, maar dan wordt ie ook zo gemaakt. We gingen een generiek ontwerp maken, dat parametrisch is opgezet, met uiteindelijk meer dan 300 variabelen. Op basis daarvan hebben we uitgezocht hoe we de Vault-inrichting konden uitbreiden voor de koppeling met Isah en hoe de stuklijst eruit moest zien.’ De ruim 300 variabelen dekken alle mogelijke opties af die de MOVE kent. Samen definiëren ze een specifieke liftsamenstelling, bestaande uit koopdelen, zoals motoren en kabels, en maakdelen, vooral het plaatwerk. De unieke componenten zijn vaak plaatdelen; afhankelijk van de specificaties is plaat net wat langer, korter of dikker. Dat dekt het parametrisch ontwerp af. Alleen voor niet-standaardwensen is nog engineering nodig. Deze onderdelen lopen verder op dezelfde manier door het geautomatiseerde proces als de geconfigureerde standaarddelen, alleen moet er in Isah handmatig nog informatie aan worden toegevoegd.

STUKLIJSTEN De grote uitdaging was natuurlijk de integratie van de verschillende softwaresystemen. CAD & Company werd ingeschakeld om hun standaardkoppeling tussen Vault en Isah ook bij MEE te leggen en de uitwisseling van configuratieinformatie te helpen organiseren. Ten Voorde: ‘In overleg met Frank Pepping van CAD & Company hebben we twee configuratoren gerealiseerd. Eén voor sales om een tekening te maken van de lift zoals die bij de klant wordt geplaatst. Onze verkoper laat de klant die tekening controleren. Bij akkoord maakt de tweede configurator dan het tekeningenpakket voor de fabriek.’ Dat zijn heel andere tekeningen, mede omdat de lift in Veenendaal niet compleet wordt opgebouwd maar in delen, die in aparte kisten naar de klant gaan. Daar volgt complete assemblage en installatie van de lift. ‘De engineeringstuklijst voor een complete lift in Vault moet daarvoor worden omgezet naar een productiestuklijst voor kisten gevuld met componenten’, licht Pepping toe. ‘Dat was wel een uitdaging om voor elkaar te krijgen.’ Het zorgde voor hoofdbrekens bij de inrichting van Isah, vertelt Marco Verberck van Isah. ‘MEE

tekende de lift altijd zoals die bij de klant kwam te staan. In overleg met Danny en Frank hebben we het nu zo geregeld dat een order wordt vertaald naar stuklijsten per kist.’

VAN ZES MAANDEN NAAR ACHT WEKEN Naast digitalisering van ontwerp en productiebesturing was stroomlijning van de processen op de werkvloer nodig. Dit om de doorlooptijd in productie te verkorten, van vier tot zes maanden naar uiteindelijk acht weken. Ten Voorde: ‘We hebben de vloer opnieuw ingericht, met twee fysiek gescheiden stromen, één voor eto-opdrachten, de specials die we blijven doen, en één voor de flowgeoriënteerde cto-productie.’ Van Ginkel: ‘Voor de MEE bouwt in Veenendaal liften niet compleet op maar in delen, die in aparte kisten naar de klant gaan. Shop Floor Control is daarop ingericht. Foto: MEE nieuwe lift hebben we een speciaal MEE nu dus cto werken. Ten Voorde: ‘We zijn nu engineeringteam gezet op het reduceren van nog zaken aan het optimaliseren.’ productietijden, onder meer door voor een lift telkens zoveel mogelijk hetzelfde plaatmateriaal te gebruiken en zo min mogelijk verschillende MAAKBAARHEIDSCHECK bevestigingsmaterialen.’ Voor verdere stroomEen belangrijke factor is maakbaarheid, schetst lijning is papierloos werken intussen vanzelfRonald Potter. ‘CAD kent onbeperkte mogelijksprekend. ‘We hebben alleen nog papieren heden, maar vervolgens moet nog wel gecontrostickers en soms, als een scherm niet groot leerd worden of een ontwerp kan worden genoeg is, gebruiken we nog een papieren tekegemaakt op het aanwezige machinepark en met de beschikbare gereedschappen. WiCAM en LVD hebben software om de machinebewerkingen te simuleren. Daar komt een één of een nul uit, wel of niet maakbaar, plus aanvullende informatie over aantallen zettingen, cyclustijden, enzovoort. Dat vormt de input die het ERPning.’ Inmiddels zit MEE al op tien weken doorsysteem gebruikt voor de planning om bewerlooptijd. Arjen Verhoeff van Isah is onder de kingstijden en materiaal-behoefte te bepalen. We indruk van deze ‘dramatische reductie’. Begin dit bouwen er een digital twin voor, die de engineer jaar is MEE gestart met de productie van de automatisch kan aanroepen. Daarmee kan hij zelf MOVE, eerst nog volgens het eto-proces. Per de maakbaarheidscheck runnen zonder dat hij de 1 juni dit jaar is Isah live gegaan, inclusief de koppelingen met de configuratoren, en zo kan LEES VERDER OP PAGINA 69

‘VANWEGE DE VEEL GROTERE AANTALLEN EN DE NOODZAAK VAN EEN AANTREKKELIJKE KOSTPRIJS WILDEN WE NAAR ‘ZERO ENGINEERING’’

december 2020

67


Uw sector is ons vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie


VERVOLG VAN PAGINA 67

maakbaarheidskennis heeft. Daar is wel wat werk aan voorafgegaan, onder leiding van Danny, om de informatie in de 3D-modellen te herstructureren en verrijken.’ Debbaut: ‘Het gaat erom dat alles wat uit engineering komt, ook maakbaar is en dat dat op voorhand al is gecheckt.’ Hier betaalt zich uit dat de nodige aandacht is besteed aan het generieke ontwerp, met een focus op maakbaarheid, waardoor veel issues voor eens en voor altijd zijn opgelost.

PLAATDEEL BESCHIKBAAR De menselijke factor blijft belangrijk, weet Marco Verberck. ‘Nadat we een tijdje live waren, kwamen er wat irritaties. Niet omdat de software niet goed werkte, maar omdat mensen niet deden wat het proces van hen vroeg. Isah Shop Floor Control toont welke materialen beschikbaar zijn, zodat men weet welke bewerkingen wel of niet kunnen worden gestart. Bij MEE is dit gekoppeld aan bepaalde scanregistraties. Concreet voorbeeld: als een plaatdeel gereed is, dient de gebruiker het bijbehorende etiket te scannen, waarna de scanner aangeeft op welke kar het plaatdeel mag worden geplaatst. De gebruiker dient dat vervolgens te bevestigen. Vergeet die persoon dat te registreren, dan weet Shop Floor Control niet dat het plaatdeel beschikbaar is voor de volgende bewerking en kan de productie dus niet verder.’ Maar al met al is Van Ginkel tevreden over de implementatie. ‘Mensen hoeven niet meer naar tekeningen te zoeken, de stuklijsten zijn altijd beschikbaar. In het verleden was het een drama om vanaf tekening alles bij elkaar te zoeken, binnenkort is het helemaal zover dat alles op de juiste tijd op de juiste plek aanwezig is. In het begin wilden we dingen nog wel eens anders doen dan Shop Floor Control voorschreef, daar kregen we dan later spijt van. Marco zei altijd: “Probeer eerst nu eens hoe het werkt, dan kun je altijd nog kijken of je het anders wilt.”’ Arjen Verhoeff spreekt van een ver doorgevoerde digitalisering. ‘Met gespecialiseerde software en Isah als backbone heeft dat tot een compleet IT-landschap geleid.’

UITNODIGING Zo heeft MEE zijn droom weten te realiseren, concludeert Van Ginkel. ‘We wisten wat we wil-

Arjen Verhoeff (Isah): ‘De eerste keer dat ik hier kwam, kregen we al de uitnodiging om mee te denken.’ Foto: Isah

den, van klant tot kantbank digitaliseren, met zero engineering, maar niet hoe het moest. Dat wisten onze partners wel.’ Verhoeff beaamt dat er geen sprake was van een klassieke klantleveranciersrelatie. ‘De eerste Ronald Potter (WiCAM): ‘De inzet van alle partijen heeft hier geleid tot een van de meest vergaand geautomatiseerde fabrieken in keer dat ik hier Nederland die ik ken.’ Foto: WiCAM kwam, kregen we al de uitnodiging om mee te inzet van alle partijen heeft hier geleid tot denken.’ Potter. ‘Ook voor ons was dit een inspieen van de meest vergaand geautomatiseerde rerend project. Naar Isah hadden we nog geen fabrieken in Nederland die ik ken.’ Danny van vaste interfacing; die is er dankzij dit project Duijn: ‘MEE was geen voorloper toen ik hier gekomen.’ Een succesfactor was ook dat MEE een vier jaar geleden kwam, maar die schade hebben speciale projectmanager voor het traject aanstelze wel ingehaald. Menig bedrijf kan hiervan de. Ten Voorde: ‘Dit was een multidisciplinair nu leren.’ Henk ten Voorde en Arjen Verhoef project met allemaal afdelingsoverstijgende sluiten eenstemmig af: ‘Alleen op deze manier zaken. Daarom was onafhankelijke regie nodig. blijven hogelonenlanden competitief en kunnen Bovendien waren er onderweg nog veel onbekenwe een stuk maakindustrie voor Nederland de factoren; we waren nog bezig met productbehouden.’ ontwikkeling terwijl we de productconfiguratoren al aan het bouwen waren. We schoten eigenlijk telkens op een bewegend doel. Dankzij onze agile aanpak is dat gelukt. We hebben pittige KETENAFSTEMMING VERKOOPdiscussies gehad met de leveranciers, maar wel FABRIEK-BOUWPLAATS veel gehad aan hun bijdragen.’

OPGEMERKT IN JAPAN Kurt Debbaut waardeert het als een klant openstaat voor de projectpartners. ‘Vooral in Nederland hebben we veel klanten zoals MEE, die ons vragen om te helpen en ook naar ons willen luisteren.’ Dat sluit aan op de boodschap van Verhoeff voor machinebouwers die eenzelfde slag willen maken als MEE. ‘Zoek bewust strategische partnerships met je leveranciers en stel je daarin kwetsbaar op.’ Van Ginkel onderschrijft: ‘Dankzij de inzet van alle partners zijn we van smederij tot modern productiebedrijf uitgegroeid.’ Dat bleef niet onopgemerkt in Japan, waar men niet alleen inhoudelijk meekeek naar het liftontwerp maar ook de veranderingen in het IT-landschap volgde. ‘De grote baas van Mitsubishi Electric kwam vorig jaar over uit Japan naar Europa en bezocht ook even ‘klein duimpje’ in Nederland. Hij was zo verbaasd dat hij zijn tweede man, de productiechef, deze kant opstuurde, want die moest weten wat we hier deden. Ook hij was onder de indruk.’ Logisch, aldus Potter: ‘De

De transitie naar een slagvaardige en vernieuwende onderneming maakt MEE op twee fronten: de serviceorganisatie en de fabriek. Dat stelt Theo Hoogendoorn, productmanager van Togetr, leverancier van smart manufacturing-platformen voor de maakindustrie. ‘De serviceorganisatie verzorgt de calculatie en integrale planning voor de fabriek. De omslag naar een taakgerichte organisatie en het combineren van gestructureerde calculatiegegevens met niet-gestructureerde informatie zoals taken en emaildocumenten geeft transparantie en inzicht.’ Om te vernieuwen en snel te kunnen reageren op marktvragen, heeft MEE een goede (keten)planning nodig. Hoogendoorn: ‘Een geaggregeerde afstemming van bouwplaats, engineering, werkvoorbereiding en fabriek is belangrijk voor een goede en tijdige uitvoering van de projecten. Het kritieke pad geeft inzicht in de doorlooptijden en de speling die er is. Een goede capaciteitsplanning van resources zowel op de montagelocatie als tijdens de assemblage en installatie van de lift zorgt voor een effectieve inzet van de monteurs. Ook voor MEE is de afstemming in de keten verkoop-fabriek-bouwplaats belangrijk.’ MEE heeft deze uitdaging opgepakt met een duale ICT-strategie, verklaart Hoogendoorn. ‘Standaard softwareoplossingen als PLM en ERP werken naadloos samen met specifieke MEE-oplossingen zoals geleverd door Togetr. Wij bieden de maakindustrie veel micro-services (functionele componenten) en zijn in staat om deze oplossingen snel aan te passen aan de wensen van de klant.’

• www.togetr.nl december 2020

69


CYBERSECURITY

ERNO DOORENSPLEET (KPN SECURITY): DATA ZIJN DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN BEDRIJVEN ZELF

‘DE BASISSECURITY MOET OP ORDE ZIJN’ Intensiever cloudgebruik, de komst van 5G: de technologische ontwikkelingen razen maar door. Dat biedt talloze kansen, zoveel is zeker. Maar behalve bedrijven profiteren ook hackers ervan. Sterker nog, met alle risico’s van nu geldt cybersecurity zo langzamerhand als een alomvattend thema, zo weten ze bij KPN Security maar al te goed. Vandaar dat cto Erno Doorenspleet het niet genoeg kan benadrukken: wie online een stap zet, heeft veel om goed over na te denken. ‘Dat een provider jouw data beveiligd afschermt, ontslaat je niet van je aansprakelijkheid.’

• ‘Migreren is uiteraard prima, maar sla geen

stappen over.’ • ‘Met 5G verdubbelt de encryptie naar 256 bits.’ • ‘Hoe meer verbindingen openstaan, hoe meer

een ander ermee kan doen.’ • ‘5G gaat zorgen voor veel nieuwe toepassingen’ • ‘Internet stopt niet bij de grens. En dat geldt

voor cybercrime net zo goed.’

DOOR JAN BROEKS

A

l die technologische mogelijkheden vandaag de dag: Erno Doorenspleet vindt ze prachtig. Of het nu gaat om artificial intelligence (AI) of een technologie als quantum computing: het wordt voor bedrijven alleen maar mooier, sneller en krachtiger. En dan komt in de nabije toekomst ook het 5G-netwerk eraan. Doorenspleet ziet

OOK DE KETEN MOET VEILIG ZIJN Eén muisklik in een mail van een afzender met kwade bedoelingen en de gevolgen zijn mogelijk niet te overzien. Is dat dan per definitie de fout van de desbetreffende medewerker? Zeker niet, vindt Erno Doorenspleet. ‘Je kunt nooit zomaar naar de medewerker wijzen. Want hoe komt het dat die persoon überhaupt de link kon aanklikken? Train je personeel. Zorg ervoor dat iedereen de basiskennis heeft én dat security op meerdere lagen in de organisatie is doorgevoerd. Je kunt een hack-aanval tussentijds ondervangen, ook nadat op die frauduleuze link is geklikt.’ De mens kan een zwakke schakel zijn, dat zeker. Maar vergis je niet, stelt Doorenspleet, het kan met de cloud ook misgaan wanneer je in de online portal van alles instelt, maar niet precies weet wat daar verder achter zit. Bovendien is er nog een derde risicofactor: de keten. ‘Stel dat een medewerker van de toeleverancier inlogt op het netwerk van de klant en zijn laptop bevat malware. Dan kan zo’n infectie zomaar door de hele organisatie gaan. Je kunt voor jezelf wel alles zo veilig mogelijk hebben afgedekt, maar als je de keten over het hoofd ziet, blijft het risico er net zo goed. Dat is zeker iets om in de gaten te houden.’

• www.kpn.com/zakelijk/security.htm 70

december 2020

ernaar uit. ‘Met 5G wordt het helemaal interessant, niet in de laatste plaats voor de maakindustrie.’ Over de kansen van 5G later meer. Want, zo stelt Doorenspleet, hoe mooi zo’n ontwikkeling ook is, laten we niet te hard van stapel lopen. State-ofthe-art technologie implementeren? Zeker doen als het je verder brengt, vindt hij. Maar zorg er wel voor dat het allemaal in een goed beveiligde omgeving gebeurt. Het is dan ook cybersecurity waarvoor Doorenspleet, als cto bij KPN Security, voortdurend aandacht heeft. Samen met een team van onder meer legal hackers en researchers onderzoekt en achterhaalt hij wat op cybervlak fout kan gaan bij een bedrijf. En geloof hem maar: dat is inmiddels een fikse lijst. Neem alleen al de cloud waarin veel bedrijven, ook in de maakindustrie, hun data online opslaan, delen en bewerken. Juist nu, in het jaar van corona, is het gebruik van de cloud stevig gegroeid. Meer thuiswerken, meer online verkeer: veel bedrijven die vorig jaar nog wat afwachtend waren, zetten nu de stap, zo merkt Doorenspleet. ‘Migreren is uiteraard prima, maar sla geen stappen over. Wie online een stap zet, heeft veel om goed over na te denken.’

BEWUST ZIJN VAN RISICO’S Praat met Doorenspleet over een toepassing zoals de cloud en het gaat niet eens zozeer over de techniek an sich. Natuurlijk, een datacenter is nodig, net als servers en harde schijven. Maar waar het voor hem vooral om draait, is dat gebruikers van diezelfde cloud zich goed bewust moeten zijn van de risico’s. ‘Het is geen kwestie van snel overstappen en klaar. Dat een provider jouw data beveiligd afschermt, ontslaat je niet van je aansprakelijkheid voor wat er met diezelfde data gebeurt.’ Het is dan ook aan bedrijven zelf om verantwoord om te gaan met de eigen data, benadrukt

Doorenspleet. Ongeacht of het nu gaat om de Europese General Data Protection Regulation (GDPR), waaraan alle bedrijven binnen de EU moeten voldoen, of om NAW-gegevens in een klantenbestand. ‘De cloud moet meer zijn dan alleen makkelijk. De basissecurity moet op orde zijn.’

VOLDOENDE TRANSPARANTIE Doorenspleet begrijpt dat bedrijven bij hun stap naar de cloud hun kostentechnische afwegingen maken. ‘Toch moet dat niet de doorslag geven om voor een clouddienst te kiezen. Want wat gebeurt er met jouw data wanneer die op een server staan waarvan je de locatie niet kent? Waar je niet kunt meekijken en waarvan onbekend is onder welke lokale regelgeving je valt? Zomaar een locatie zorgt qua compliancy voor risico’s. Zorg er daarom voor dat je zeker weet waar en in welk land je data komen te staan.’ Bovendien, zo stelt Doorenspleet, leidt voldoende transparantie door een provider tot controle. ‘De vraag is in hoeverre je zaken kunt monitoren als je naar de cloud gaat. Kunnen alle securitycomponenten voor databescherming communiceren met de cloudtoepassingen in je bedrijf? Je wilt simpelweg weten wie een document waar heeft neergezet en wie toegang tot dat document heeft. En je wilt kunnen zien of iemand zonder toestemming toegang probeert te krijgen. Kortom, je wilt controle over je data. Zulke voorwaarden moet elke provider kunnen geven.’ Zo bezien doet een bedrijf er verstandig aan oog te hebben voor het totaalpakket aan diensten, vindt Doorenspleet. ‘Dat is precies wat wij bij KPN Security bieden. We profileren ons met hét netwerk van Nederland, dat onder andere bestaat uit krachtige datacenters en een aansluiting op stabiel en snel internet. En dat alles in een land waar we de faciliteiten hebben om ons volledig


Erno Doorenspleet begeeft zich als cto bij KPN Security in een dynamisch werkveld, dat volgens hem constant onder druk staat. ‘Dus moeten we zelf creatief zijn, wat onder meer tot uiting komt in het vele onderzoek van onze researchers.’ Foto: KPN Security

toe te leggen op het bieden van continuïteit en veiligheid. Dat hele pakket, overzichtelijk en betrouwbaar, is voor ons erg belangrijk.’

omgeving ervan uitgaan dat een bepaald proces daadwerkelijk wordt aangestuurd door die ene component. En niet door een kwaadwillend persoon vanaf een geheel andere locatie.’

NETWORK SLICING Dan over dat 5G-netwerk. Velen kijken ernaar uit vanwege de hogere online snelheden, maar er ligt volgens Doorenspleet nog een ander voordeel in het verschiet. ‘Gaat het 4G-netwerk uit van een encryptie van 128 bits, met 5G verdubbelt dat naar 256 bits. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om data in aparte lagen te versturen over dezelfde verbinding, en sommige van die lagen extra te monitoren én te beveiligen.’ Doorenspleet ziet mede door dat zogeheten network slicing tal van nieuwe verbindingen ontstaan. ‘Denk aan drones in fabriekshallen, waarmee je via een stabiele realtime verbinding op afstand kunt zien of de leidingen nog in orde zijn. 5G gaat zorgen voor veel nieuwe toepassingen.’ Datzelfde netwerk geeft bovendien een impuls aan het ‘Identity of Things’, als een extra laag over het Internet of Things (IoT). ‘Juist in de maakindustrie versmelten de OT- en IT-omgeving meer en meer. Toch moeten maakbedrijven alert zijn op het maken van die online koppelingen; zomaar industriële componenten op het internet aansluiten is onverstandig als de gelaagdheid aan security niet op orde is. 5G draagt bij aan de veiligheid, met het toekennen van unieke identiteiten aan afzonderlijke apparaten. Daardoor kan bijvoorbeeld een operator in een productie-

ZWAKKE SCHAKELS Blijft de vraag of het dan alleen de techniek is waar we met z’n allen op moeten letten. Integendeel, stelt Doorenspleet. Er zijn meerdere zwakke schakels te benoemen (zie kader), en die vallen toch grotendeels toe te schrijven aan ons mense-

goed wordt geregeld, ook waar het gaat om de cloud? ‘Nogmaals’, benadrukt Doorenspleet, ‘de klant blijft zelf verantwoordelijk voor z’n data. Maar wil een klant volledig migreren naar de cloud, dan nemen wij hem bij de hand, vanaf de intake tot en met de uiteindelijke verhuizing.’ Bij KPN Security ontwikkelen ze hun kennis en kunde op cybervlak in elk geval voortdurend, vertelt Doorenspleet. ‘Bovendien delen we die kennis graag, zeker voor een kruisbestuiving tussen sectoren. Vandaar dat we ons heel speci-

‘JE WILT CONTROLE OVER JE DATA. VRAAG EEN PROVIDER ER DAN OOK NAAR’

lijk handelen. ‘Vraag je bijvoorbeeld af of die ene verbinding wel altijd aan moet staan. Hoe meer er openstaat, hoe meer een ander ermee kan doen.’ Basissecurity mag dan deels common sense zijn, maar is het uiteindelijk niet aan een provider als KPN om ervoor te zorgen dat voor een klant alles

fiek op die kennisdeling richten met onder meer ons event NLSecure[ID], dat in januari 2021 online plaatsvindt. En hoewel we dat vooral voor Nederlandse bedrijven doen, hebben we ook in Europees verband onze samenwerkingen. Internet stopt niet bij de grens. En dat geldt voor cybercrime net zo goed.’

december 2020

71


PROCESVERBETERING

SAS EN NEWITERA SLAAN HANDEN INEEN VOOR INNOVATIEF SUPPLY-CHAINPROCES RECYCLINGINDUSTRIE

DON’T WASTE YOUR DATA Dat zou het motto moeten zijn in de recyclingindustrie, in de hele keten. Elk bedrijf dat niets doet met data – van aantal kilo’s aangeleverde grondstof tot vervuilingsgraad, productiecapaciteit per dag en routeoptimalisatie – mist een kans. Dat is de stellige overtuiging van newITera in Beuningen, dat opdrachtgevers helpt hun business beter te besturen door het verzamelen, interpreteren en communiceren van data. Hiervoor gebruikt newITera het platform van SAS, marktleider in analytics, waarmee het bedrijf een partnerschap heeft.

DOOR WILMA SCHREIBER

J

asper Alkema, account executive bij SAS in Huizen, noemt dergelijke partnerschappen essentieel. ‘SAS heeft klanten op 70.000 locaties wereldwijd, dan is een krachtig ecosysteem onmisbaar. Daarbinnen combineren wij onze sterke analytische-softwarekennis met partners die beschikken over domeinkennis en dat helpt ons klanten een complete oplossing te bieden’, verklaart hij. ‘En die specifieke branchekennis is precies wat newITera inbrengt bij deze specifieke klant.’ Alkema verwijst hierbij naar een internationaal opererend bedrijf (de naam mag niet worden genoemd, red.), dat als doel heeft innovatieve oplossingen te bedenken om afval te verminderen en zich te positioneren als leverancier van grondstoffen. Bij newITera werken circa zeventig mensen. Het bedrijf beschikt over een brede branchekennis en treedt op als softwareleverancier, kennisdrager en implementatiepartner. De twaalf medewerkers van het onderdeel Analytics werken nauw samen met SAS. ‘We begrijpen de processen en uitdagingen waar deze organisaties voor staan en willen hen helpen hun operatie gereed te maken voor de digitale transformatie, waarmee we in dit geval duurzaamheid en circulaire economie faciliteren’, zegt Richard Heering, business development manager bij newITera. ‘SAS biedt een goed en flexibel platform voor onze procesgedreven activiteiten, gebaseerd op data. Hierbij staat optimalisatie centraal en daarmee ook de toegevoegde waarde.’

ENORME COMPLEXITEIT Heerings collega, business consultant Teddo van Mierle, beaamt dit. Performance management en

72

december 2020

V.l.n.r. Jasper Alkema (SAS), Richard Heering en Teddo van Mierle (beiden newITera). ‘We kunnen nu met 90 procent zekerheid zeggen wanneer een vrachtwagen arriveert.’ Foto: Bart van Overbeeke

procesoptimalisatie zitten in zijn bloed, hij begeleidde al meerdere bedrijven op dit vlak. ‘Aan de hand van data benchmarken we de prestatie van specifieke processen en leggen we, onderbouwd, verbeteropties voor. Dit leidt doorgaans tot besparing en/of EBIT-verbetering, zo heb je altijd een goed gesprek.’ Zo ook bij het eerdergenoemde recyclingbedrijf, waar newITera het supplychainproces onderzocht. ‘Dat proces was niet optimaal en bestond uit veel zich herhalende handmatige acties in Excel. Een inefficiënt supply-chainproces leidt tot irritatie, onvrede en klachten bij medewerkers en toeleveranciers. In het laatste geval doordat er geen sprake is van just-in-time delivery. De fabriek draait 24/7 terwijl het transport 8/5 rijdt. Daardoor kunnen voorraden op locatie oplopen of kan het gebeuren dat de fabriek onvoldoende voorraad heeft voor het proces. Daar wilden we met een datagedreven proces verandering in brengen en arti-

ficial intelligence inzetten om handmatige handelingen volledig te automatiseren.’ Geen makkelijke opgave, gezien de vele kritische stappen en onderlinge afhankelijkheden. De voorraad plastic afval bij de verwerkende bedrijven mag bijvoorbeeld niet te veel en ook niet te weinig zijn. Vrachtwagens moeten op tijd de juiste tonnages leveren en niet hoeven wachten bij het lossen. ‘De complexiteit is enorm en de uitdaging was om alles aan elkaar te hechten. Daarbij is het belangrijk om klein te beginnen. Dan is het behapbaar voor iedereen en zijn de kosten ook lager. En als blijkt dat het werkt, ontstaat draagvlak en is de volgende stap makkelijker te zetten’, zegt Heering.

EXCEL-CULTUUR Het supply-chainproces rond plastic afval aan granulaat producerende bedrijven werd tot dan toe bijgehouden in Excel-sheets. ‘Je ziet bij heel


veel bedrijven dat voor specifieke processen data uit ERP worden gedumpt in Excel. Daarin wordt van alles bijgehouden, miljoenen records in bestanden van wel 400 MB’, vertelt Van Mierle. ‘Een enorm risico. Stel dat Excel crasht, dan ben je je hele model kwijt. En als zo’n medewerker op vakantie gaat, is het de vraag of zijn vervanger uit diezelfde Excel-omgeving dezelfde waarden haalt.’ In dit geval betrof de datastroom ruim tweehonderd vrachtwagens die twaalf locaties bevoorraden met plastic dat moet worden opgeschoond. Sommige dagelijks, andere één keer per twee of drie dagen, of eens per week. ‘Bovendien kent de vervuiling van die grondstoffen verschillende gradaties’, vervolgt Van Mierle. ‘Een medewerker wil dus weten hoeveel materiaal elke dag op de weegbrug komt en hoeveel daarvan naar de granulaat producerende locatie gaat. Het verschil is de vervuiling, die terugberekend moet worden aan de leverancier. Daar was men dagenlang mee bezig.’ Een ander onderdeel van de toeleverketen dat geautomatiseerd werd, was het vrachtwagenverkeer naar de fabriek. ‘Een fabriek kan maar beperkt voorraad aan en heeft 24/7 een bepaalde behoefte qua tonnage. Wat de vrachtwagens vijf dagen per week brengen op de twaalf locaties, moet daarop zijn afgestemd. Dat lukt niet als 35 vrachtwagens vroeg aanrijden om de file voor te zijn en ze allemaal tegelijkertijd hun lading kwijt moeten’, zegt Van Mierle. ‘Om stankoverlast te voorkomen, wil je dat materiaal op het juiste moment wordt aangeleverd. Dan moet je weten wat je normaal nodig hebt op een locatie, een

forecast maken en zorgen voor een gelijkmatige verdeling van vrachtwagens op transport, zodat nergens overcapaciteit ontstaat.’

verschillende omstandigheden nabootsten om tot betrouwbare gemiddelden te komen. ‘Op basis daarvan kunnen we met 90 procent zekerheid zeggen wanneer een vrachtwagen arriveert.’

MODELOPTIMALISATIE Vanwege de grote variatie in aangeleverde tonnages en de wisselende aanleverfrequenties en momenten, zijn de standaard forecasting-modellen geoptimaliseerd. Van Mierle werkte hiervoor samen met Chip Wells (SAS Cary, NC), wat na twee dagen resulteerde in een optimaal model voor deze businesscase. ‘Dit forecasting-model

‘WE HEBBEN OP ALLE PUNTEN DE FOUTVARIANTIE WETEN TE VERKLEINEN’ kent een afwijking van maximaal 4 procent voor ruim tweehonderd toeleveranciers en veertien haal-/brenglocaties. Nu weten we hoeveel en wanneer er plastic binnenkomt inclusief het vervuilingspercentage. Voor het fabricageproces wordt tevens de productie per uur voorspeld.’ Hiervoor gebruikte newITera simulatiemodellen, die variabelen honderdduizenden keren onder

DATAGEDREVEN PROCES Een sluitend supply-chainproces biedt de opdrachtgever talloze voordelen. Materialen zijn op het juiste tijdstip met de juiste tonnages op de juiste locatie, waarmee hogere efficiëntie wordt bereikt, rekening houdend met wet- en regelgeving en de ideale capaciteit. Omdat alles is geautomatiseerd, heeft het bedrijf direct terugrapportage voor tweehonderd leveranciers, iets wat eerder handmatig achteraf gebeurde. Verder zijn de wachttijden die konden oplopen van twee tot drie uur bij de locatie verleden tijd, net als de daarmee gepaard gaande irritatie bij toeleveranciers, eigen medewerkers en omwonenden. ‘Alle bandbreedtes zijn berekend op basis van feiten. Het is een datagedreven proces, dat de computer afhandelt’, stelt Van Mierle. Vertraging van vrachtwagens, bijvoorbeeld door een verkeersongeluk, is niet te voorspellen; in dergelijke gevallen wijst de computer een andere locatie aan en neemt een andere vrachtwagen de levering over. ‘Zo hebben we voor de klant op alle punten de foutvariantie weten te verkleinen en de efficiëntie vergroot. Als ergens iets fout gaat, rekent de computer alles terug en wordt de prioritering aangepast.’

• www.sas.com/nl • www.newitera.nl

TAGLENS REAL-TIME ALL-IN-FOCUS IMAGES

www.mitutoyo.nl | www.measuringyourworld.nl www.mitutoyo.be | www.measuringyourworld.be

december 2020

73


INNOVATIE

TNO BRENGT KENNIS 3D-PRINTEN VOEDSEL EN MEDICIJNEN NAAR DE MARKT

‘IN NEDERLAND ZIJN HIERVOOR UITSTEKENDE ECOSYSTEMEN VOORHANDEN’ Tien jaar geleden, toen het 3D-printen van voedsel wereldwijd nog volkomen onontgonnen terrein was, stapte TNO in en richtte er een onderzoeksafdeling voor op. Later werd daar het onderzoek naar 3D-printen van medicijnen aan toegevoegd. Inmiddels is, samen met een waar ecosysteem van instellingen en bedrijven, veel kennis vergaard over het printen van exclusieve pasta, eiwitrijke vleesvervangers en gepersonaliseerde medicijnen. De eerste onderzoeksresultaten hebben de markt bereikt.

• 3D-printen kan voor food en farma behoorlijk

wat interessante businesscases opleveren. • ‘Door te printen kun je het tijdrovende, kostbare

ombouwen van productielijnen vermijden.’ • ‘Samen met partners komen we in een iteratief

proces tot resultaten.’ • ‘We hebben hier zeker een behoorlijke positie

Campus Eindhoven, samenwerkt. Voorts participeert een flink aantal commerciële partijen in het onderzoek naar het 3D-printen van voedsel en medicijnen. Want die productietechnologie kan voor dat soort doeleinden behoorlijk wat interessante businesscases opleveren, maakt Debrauwer duidelijk.

GEZONDE VOEDING De start in de food werd tien jaar geleden mede geïnitieerd door de Italiaanse pastafabrikant Barilla. ‘Die zocht naar een manier om pasta eigen vormen te geven, bijvoorbeeld het logo van het restaurant dat de pasta serveert.’ Na die form-for-fun-toepasPieter Debrauwer: ‘Wij onderzoeken hoe je met ingrediënten als insecten en 3D-printsingen dienden zich al technologie eiwitrijke vleesvervangers kunt produceren met dezelfde smaak, textuur en uitstraling als vlees.’ Foto: Com-magz snel nog twee thema’s aan, waaronder gepersonaliseerde gezonde voeding. ‘Bijvoorbeeld voor DOOR MARTIN VAN ZAALEN topsporters. De koks in een professionele wielerploeg als Jumbo-Visma zijn nu al voortdurend idden in de ruimte staat een airfryer. met weegschaaltjes in de weer om per wielrenner En verderop, langs de wand, twee nauwkeurig gehakt, pasta en groente af te meten. bakovens die in een high-end designOpdat de coureur exact de hoeveelheid calorieën, keuken niet zouden misstaan. Alleen mineralen en vitamines D binnenkrijgt die hij staan de huishoudelijke apparaten opgesteld in nodig heeft, rekening houdend met zijn fysiohet laboratorium van de TNO-afdeling 3D Food logie en het aantal fietskilometers op een dag en & Pharma Printing. ‘We hebben wel eens een de dag erna. Deze toepassing is ook relevant voor mooi rond koekje geprint, maar na het bakken soldaten die op missie voeding van precies die was het niet meer dan een rond plasje’, verklaart samenstelling moeten krijgen om zo fit mogelijk afdelingshoofd Pieter Debrauwer de aanwezigte blijven.’ heid ervan. ‘Samen met Wageningen hebben we Het andere food-thema is ‘alternatieve ingrediëndaar toen een oplossing voor gevonden.’ ‘Wageten’ en richt zich specifiek op het ontwikkelen ningen’ is Wageningen University & Research van 3D-printtechnologie voor de productie van (WUR), een van de vijf universiteiten waarmee smakelijk eiwitrijk voedsel dat als vleesvervanger de TNO-afdeling, gevestigd op de High Tech

M 74

december 2020

in het 3D-printen.’

kan dienen. ‘De hele wereldbevolking voeden conform ons dieet, dat gaat ’m niet worden. De eiwitten hebben we echter wel nodig. Die zitten bijvoorbeeld ook in algen en insecten, maar die zijn we niet gewend te eten. Dus onderzoeken wij hoe je met die ingrediënten en 3D-printtechnologie eiwitrijke vleesvervangers kunt produceren met dezelfde smaak, textuur en uitstraling als vlees. Dat kan grootschalig in een fabriek, maar ook kleinschalige oplossingen in restaurants zijn denkbaar.’

GEPERSONALISEERDE MEDICIJNEN Vier jaar geleden werd tevens gestart met onderzoek voor de farmaceutische industrie, mede vanwege vragen uit die sector, aldus Debrauwer die hierbij twee thema’s onderscheidt: ‘gepersonaliseerde medicijnen’ en ‘ontwikkeling van medicijnen’. ‘Sommige patiënten’, licht hij het eerste toe, ‘hebben een medicijn nodig met een weinig gevraagde combinatie van werkzame stoffen. De farmaceutische industrie kan die niet rendabel produceren. Hetzelfde geldt voor sommige medicijnen voor kinderen die kleinere doses nodig hebben. En ouderen hebben vaak moeite te onthouden wanneer ze welke medicijnen moeten innemen. ’s Morgens pil A, B en C en ’s avonds C, D en E. Het zou een uitkomst zijn als je van die combinaties twee pillen zou kunnen printen.’ Binnen het tweede thema dragen de TNO-onderzoekers bij aan het verkorten van de doorlooptijd van medicijnontwikkeling, waardoor de kosten lager worden en de terugverdientijd korter. ‘Afhankelijk van de fase van het ontwikkelingsproces zijn er kleine aantallen pillen nodig. Voor het testen van het oplossend vermogen van de buitenlaag zijn honderd pillen genoeg, voor de klinische trials zijn er een paar duizend nodig. Daarvoor moet de medicijnenfabrikant ze nu of met de hand (laten) maken, wat veel tijd kost, of zijn grootschalige productielijnen stilleggen, schoonmaken, de kleine testserie draaien en alles


opnieuw reinigen. Door te printen kun je dit tijdrovende, kostbare ombouwen vermijden. Tegelijk kun je makkelijker, desnoods per pil, variëren met de dosering van werkzame stof.’

DRIE 3D-PRINTTECHNOLOGIEËN In dit onderzoekswerk worden drie 3D-printtechnologieën gebruikt: selective laser sintering (SLS), powder bed printing (PBP) en extrusiegebaseerd printen. Bij SLS smelt een printkop uitgerust met een laser het poeder, zodat het daarna in de gewenste vorm kan uitharden. Bij PBP gebeurt dit met een printkop met een druppelaar die vocht toevoegt. ‘Afhankelijk van wat je wilt maken, kies je de ene of de andere technologie, of een combinatie. Voor een koekje met een droge textuur gebruik je SLS, voor een smeuïge cake PBP. Bij het extrusie-gebaseerd printen spuit een nozzle substraat op een stage, een plaat die zo beweegt dat de gewenste constructie ontstaat.’

PARTNERS Zoals aangegeven, werkt de TNO-afdeling nauw samen met kennisinstellingen en commerciële bedrijven. ‘Wageningen weet alles van ‘formuleringen’, van recepturen van voedingsstoffen die niet alleen een smakelijk en gezond eindproduct opleveren, maar tijdens het printen en erna ook het gewenste gedrag laten zien. Met WUR en de Technische Universiteit Eindhoven heeft TNO een formele samenwerking, genaamd Digital Food Processing Initiative (DFPI, red.). Een farma-

weet alles van pasta en hoe je, met zo veel mogelijk behoud van hun eeuwenoude receptuur, goed printbare pastapoeder kunt maken.’ Een andere partner, BSH (Bosch und Siemens Hausgeräte), is veel meer geïnteresseerd in de printtechnologie zelf. ‘Die oriënEen testopstelling waarin selective laser sintering (SLS) en powder bed printing (PBP) worden gecombineerd. Foto: Eric de Vries teert zich op het vermarkten van 3D-foodprinters voor thuisgebruik en de kleine samen, in een iteratief proces, tot resultaten. Ik cateraar. Wij weten alles van prototypebouw, zij hoop dat we volgend jaar daar de eerste, extrusiealles van hoe je die proto handzaam en fool proof gebaseerde printer kunnen installeren.’ kunt maken en in grote series tegen lage kosten kunt produceren.’ VERSTERKEN 3D-PRINTSECTOR Zo wil TNO bijdragen aan het versterken van de Nederlandse 3D-printsector, juist voor food- en RESULTATEN? farma-toepassingen. ‘We hebben hier, met prinTNO is intussen tien jaar actief in het 3D-foodterfabrikanten als Additive Industries en Ultiprinten. Heeft die investering al tot marktresultamaker, filamentenproducent DSM en kennisten geleid? ‘Een afstudeerder is met de kennis van clusters als Brightlands Materials Center en het 3D-printen die hij hier heeft opgedaan byFlow Fraunhofer Project Center, zeker een behoorlijke gestart. Die start-up ontwikkelt en vermarkt de positie in het 3D-printen. Landen als China legFocus 3D Food Printer, waarmee bijvoorbeeld gen zich toe op het ontwikkelen en produceren restaurants pasta, marsevan goedkope printers met specifieke functies pein, maar ook puree en voor het printen van kunststof of metaal. Bedrijchocola kunnen printen’, ven in de VS zijn sterk juist in het printen van duidt Debrauwer. ‘Onze polymeren en metalen. Tien jaar geleden lag het kennis zit ook in de printen van food nog helemaal open en konden printers die Magic Candy we ons juist daarin onderscheiden. Met de sterke Factory, onderdeel van Nederlandse foodsector hebben we daarvoor een partner Katjes, gebruikt om uitstekend ecosysteem voorhanden. Hetzelfde winegums te produceren.’ geldt voor het farmaceutisch onderzoek, met Dergelijke concrete vooruniversiteiten als Leiden, Radboud en Erasmus beelden in de farma onten bedrijven als DFE Pharma in Nijmegen en breken nog, maar voor die sector is Debrauwers MSD in Oss.’ afdeling ook pas vier jaar bezig. ‘Met het Erasmus MC werken we aan het 3D-printen van pillen voor kinderen. Het ziekenhuis brengt kennis in www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/industrie/ van de juiste doseringen en van hoe bepaalde expertisegroepen stoffen in de maag oplossen. Zo komen we www.digitalfoodprocessing.com

‘TIEN JAAR GELEDEN LAG HET PRINTEN VAN FOOD NOG HELEMAAL OPEN’

ceut als het Duitse Merck kan ons precies vertellen waar bijvoorbeeld de oppervlaktestructuur van een medicijn aan moet voldoen, zodat gedurende het verpakken en transport van fabriek naar apotheek niet meer dan de voorgeschreven hoeveelheid werkende stof afbrokkelt. En Barilla

• •

TNO EN ERASMUS LANCEREN OPLEIDING VOOR HET REGISSEREN VAN ECOSYSTEMEN Voor het realiseren van maatschappelijke en economische impact door middel van innovatie moeten publieke en private partijen goed samenwerken. Immers, innovaties kennen nieuwe technische afhankelijkheden, vergen grote investeringen of aanpassingen in regelgeving en vragen om nieuwe businessmodellen en vaardigheden. Daarom lanceren TNO en Erasmus Centre for Entrepreneurship samen het leerprogramma ‘Orchestrating Innovation in public-private ecosystems’. Bij maatschappelijke uitdagingen overschrijden innovatie en ondernemerschap de grenzen van individuele organisaties. Denk aan de digitalisering van de industrie, de energietransitie, mobiliteit, duurzaamheid, veiligheid en gezondheid. Grootschalige veranderingen

waarbij veel partijen zijn betrokken en die veel partijen raken zoals het mkb, grote bedrijven, start-ups, belangenverenigingen, kennisinstellingen, lokale, regionale en nationale overheden, maar ook burgers. ‘Het coördineren van de samenwerking met al deze partijen vereist de regie door een expert die met zowel overheden als burgers en bedrijfsleven kan schakelen’, aldus Frank Berkers, initiator Orchestrating Innovation en senior scientist bij TNO. TNO wil met dit leerprogramma deze kennis delen met professionals uit de markt en hen begeleiden bij hun eigen praktijk. Het vierdaagse programma is ontwikkeld samen met Erasmus Centre for Entrepreneurship en Rotterdam School of Management van Erasmus Universiteit.

Het bestaat uit interactieve masterclasses, persoonlijke trainingsmodules, lessen van gastsprekers, praktijkcases en het leren beheersen van de nieuwste tools en technieken om ecosystemen te stimuleren. Het boeken van succes op de eigen cases staat centraal in een individueel coachingstraject. De opleiding is ontwikkeld voor kwartiermakers, coalitiemanagers, innovatiemanagers en business developers die samenwerken met collega’s van andere organisaties aan ecosystemen, projecten, programma’s en centra voor innovatieinitiatieven.

• www.ece.nl • www.tno.nl december 2020

75


INNOVATIE

BARENDSE FREESIA KWEEKT ZIJN BLOEMEN NU IN EEN GESLOTEN DRIELAGENCEL

VOLDOEN AAN REGELGEVING, MINDER DURE HANDJES EN EEN HOGERE OPBRENGST Barendse Freesia wil de afhankelijkheid van handwerk verminderen en streeft naar meer opbrengst per vierkante meter. Daarom werkt het bedrijf met een gesloten drielagencel. Nu nog voor slechts een klein deel van zijn omzet, maar binnen tien jaar is de complete kwekerij zo georganiseerd. Een flinke investering, maar de kweker weet zeker die terug te verdienen. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

P

er vierkante meter teeltoppervlak in zijn kassen oogst Barendse Freesia zo’n 350 ‘takken’, oftewel fresia-bloemstelen. In de nieuwe, gesloten cel komt de bloemenkweker uit ’s-Gravenzande tot 500 stelen per vierkante meter teeltoppervlak. Gerekend per vierkante meter bedrijfsruimte komt het nog veel hoger uit: 2.000 stelen. Immers, de 400 vierkante meter grote cel bevat drie verdiepingen. Daarin worden de planten in tien weken opgekweekt, voor de helft van In eerste instantie, verhaalt Dennis van Dijk van Logiqs, was het idee de planten op hun plaats te laten en de ledlampen aan en uit de tijd badend in het felle, violette ledlicht waar ze het best op groeien, voor de andere te doen. ‘Maar lampen lijden het meest van het switchen. Dus is het systeem nu zo ingericht dat de rijen tafels om de paar uur uit het licht gaan of er weer in komen.’ Links Matthieu Barendse. Foto: Com-magz helft in het donker. Daarbij is de temperatuur een constante 15 graden Celsius bij van duur, niet altijd voldoende beschikbaar een vrij hoge luchtvochtigheid, wat het Hollandse STRENGERE REGELGEVING personeel. De coronacrisis heeft het bedrijf flink weer van februari-maart benadert, schetst De cel vergde een behoorlijke investering, maar wat omzet gekost, maar maakte ook duidelijk dat Matthieu Barendse. Barendse heeft daar dan ook zijn redenen voor. het werken met lange, kwetsbare toeleverketens Een belangrijke factor is de regelgeving die steeds en arbeidsmigranten erg veel onzekerheden verder aangescherpt wordt. ‘De overheid wil dat VERTICALE TEELT oplevert. kwekerijen hun directe omgeving zo min mogeHet bedrijf, dat Barendse samen met zijn broer Voorts telde dat Barendse een hogere opbrengst lijk belasten met de uitstoot van chemische stofLex runt, investeert niet in onnodig decorum. per vierkante meter voorzag, nadat hij al ervaring fen en CO2 en zo min mogelijk water verbruiken Het moderne kweekproces, waarmee de Nederhad opgedaan in een 40-voetscontainer waar hij landse tuinbouw zich wereldwijd met zijn hoge en vervuilen. Nee, telers gaan niet met trekkers een aantal jaren heeft beproefd onder exact welke kwaliteit en opbrengst onderscheidt, ziet er van naar Den Haag, al zijn de eisen voor het terugomstandigheden welk ras fresia het beste gedijt. zichzelf al adembenemend uit. De kassen en ook dringen van bepaalde beschermingsmiddelen zo Op basis daarvan kwamen de broers Barendse, in de gesloten cel bieden een indrukwekkend streng dat ze daardoor andere middelen intensiegesprek met adviesbureau Vyverberg en Logiqs, gezicht van helder verlicht, uitgestrekt groen. ver moeten gebruiken. Dan ben je natuurlijk avetot een aantal functionele specificaties: 400 vierTerwijl het gesprek plaatsvindt in het lunchrechts bezig. Daarom reageren wij daarop door te lokaal, biedt het glas zicht op een groep jonge kante meter; drie verdiepingen aan ‘tafels’ waarop investeren in innovaties, zoals deze gesloten cel.’ mensen (‘studenten en scholieren’) die donkerprecies een specifiek aantal kweekkratten past. En paarse fresia’s gereedmaken voor verzending. ook: opgesteld in rijen met de breedte en lengte MECHANISEREN ‘Ik dacht dat het rustig zou worden, maar er afgeleid van de maten van de kratten en afmetinIn de cel wordt het water zoveel mogelijk herkwamen wat spoedorders tussendoor’, verklaart gen van de bestaande kas, zodat latere uitbreiding gebruikt. Omdat alles dicht zit, is er geen aardgas Matthieu Barendse. Eveneens aanwezig bij het gemakkelijk kan. nodig voor verwarming. Bovendien krijgen gesprek is Dennis van Dijk, salesmanager van insecten en schimmels geen kans, zodat bescherLogiqs, dat logistieke systemen ontwikkelt, intemingsmiddelen niet nodig zijn. INNOVATIEVE COMBINATIE greert en installeert. Zo ook voor de ‘verticale Een andere reden om voor een gesloten systeem Vervolgens werd de Katwijkse klimaatbeheerteelt’, zoals in de gesloten meerlagencel die dit te kiezen was de mogelijkheid tot verdergaande singsspecialist Induct betrokken, waarna het jaar is opgeleverd voor Barendse Freesia. mechanisatie, om minder afhankelijk te worden samenspel tussen de vier ondernemingen leidde

76

december 2020


tot een gesloten cel waarin bestaande technologieën samen voor een innovatieve combinatie zorgen. Net als in de natuur hebben de planten een licht-donkerritme nodig. In eerste instantie, verhaalt Van Dijk, was het idee de planten op hun plaats te laten staan en de ledlampen aan en uit te doen. ‘Maar lampen lijden het meest door het switchen. Dus zorgt het systeem er nu voor dat de rijen tafels met fresia’s om de paar uur uit of weer in het licht komen. Onze logistieke systemen zijn ontwikkeld voor teelt die veel intensievere transportbewegingen vragen; de slijtage hier is dan ook nihil. Ook zijn er nu minder lampen nodig. De meer-investering in het interne transport is aanzienlijk lager.’ Ander groot voordeel van deze logistieke oplossing is dat de oogstrijpe fresia’s nu naar de oogsters gaan. Want het systeem kan niet alleen in horizontale richting rijen verplaatsen, ook heeft het liften die de planten van de eerste en tweede verdieping naar beneden brengen. Daarnaast is het bewateringssysteem nu zo gesitueerd dat de planten direct, voordat ze onder het licht komen, hun vocht krijgen. Barendse: ‘Gebruikelijk is de planten te bewateren als ze uit het licht komen. Maar dan staan ze vervolgens urenlang nat in het donker. Zo’n ontwikkeltraject maakt dat je gaat nadenken over vanzelfsprekendheden.’

ringsdoeleinden rusten in droge, schone lucht met een stabiele temperatuur. Daarvoor worden systemen gebruikt die uitstekend het klimaat kunnen conditioneren, maar niet gebouwd zijn om sterk wisselende omstandigheden te compenseren. In deze gesloten cel hebben we daarvan

'ZO’N ONTWIKKELTRAJECT MAAKT DAT JE GAAT NADENKEN OVER VANZELFSPREKENDHEDEN'

geen last. Daardoor konden we volstaan met een systeem dat veel minder kost dan de gebruikelijke systemen voor het beheersen van het klimaat in kassen. Die zijn uitgerust met krachtige heaters en koelsystemen; in de kas vliegt de temperatuur omhoog als de zon even doorbreekt.’

BASIC SYSTEEM Een andere noviteit die tot de verbeelding spreekt is het Induct-klimaatbeheersingssysteem dat oorspronkelijk ontwikkeld is voor bakkerijen. ‘Afbakbroodjes’, weet Barendse, ‘moeten voor conserve-

innovatief kan kweken. ‘Met sensoren worden tafelverplaatsingen geregistreerd gedurende het gehele kweekproces van tien weken, zonder barcodes of rfid-tags. Al die verplaatsingen worden bijgehouden in de database van ons softwareprogramma’, vertelt Van Dijk. ‘Je hoeft dus niet naar de derde verdieping om te checken welke batch waar staat.’ Met het systeem kan Barendse dan ook exact volgen hoe bepaalde rassen het doen. Bovendien, vervolgt Van Dijk, zorgt de interface ervoor dat samenhangende opdrachten allemaal onder één knop zitten. ‘Optimaal gebruikersgemak en foolproof.’

VOLGENDE STAP Zoals gezegd ging corona ook de deur van Barendse niet voorbij. De volgende stap zal daarom een jaar later dan gepland maar in elk geval gezet worden, stelt Matthieu Barendse. Binnen tien jaar wil hij zijn gehele kwekerij van 27.000 vierkante meter ondergebracht hebben in een gesloten cel. ‘Een grotere schaal maakt het ook kosteneffectief een ondergrondse warmte-koudeopslag (WKO) voor de koeling te gebruiken. Nu al voorzien we met zonnecollectoren op het dak in 40 procent van de elektriciteit die de cel vraagt. Straks zijn we bijna energieneutraal. Het is dus duurzamer, levert meer op en scheelt ook nog eens in handjes. Dit verdienen we wel terug.’

ELKE TAFEL VOLGEN Ook de door Logiqs geleverde software voor besturing en registratie is bestaande standaard, maar wel zo geprogrammeerd dat Barendse

• www.barendsefreesia.com • www.logiqs.nl

december 2020

77


ORGANISATIEONTWIKKELING

DIGITALISERING, TOENAME DATA- EN DISTRIBUTIECENTRA EN HOGERE EISEN BIEDEN BAVAK GROEIMARKT

‘OOK 2020 WAS VOOR ONS EEN HEEL DRUK JAAR’ Bavak Security Group legt zich al decennia toe op het ontwikkelen, integreren en installeren van beveiligingstechnologie. Daar kwam al langer de nodige software-engineering bij kijken. Maar de digitalisering zet zich verder door nu IoT-, AI- en blockchaintechnologie toepasbaar worden. Mede dankzij investeerder OxGreenfield heeft Bavak de middelen om ook deze technologieën verder te ontwikkelen en te vermarkten, wereldwijd.

identificatieapparatuur en röntgensystemen voor het checken van bagage. Het zijn niet allemaal zelf ontwikkelde technologieën. Bavak positioneert zich vooral als systeemintegrator die al die technologieën weet in te passen in het grotere geheel van systemen voor het beveiligen van met name de ‘vitale infrastructuur’.

RISICO’S BEHEERSEN

De opkomst van digitale beveiligingstechnologie draagt eraan bij dat Bavak zich in een groeimarkt bevindt, duidt Jasper Weijman: ‘Een algoritme wordt nooit moe en na tien miljoen tassen is het systeem beter dan de mens in het beoordelen van de röntgenbeelden.’ Foto: Martine Goulmy

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

e vestiging in Noordwijk aan Zee is niet alleen een werkplek voor de tachtig werknemers van Bavak Security Group, ze is ook een showcase. Direct bij aankomst wordt een bezoeker geconfronteerd met een robuust ogend hekwerk dat zich na aanmelding vlot naar binnen vouwt. Het is een speedgate, een belangrijk eigen product van de specialist in beveiligingstechnologie, waarvoor Kasteel Metaal het metaalwerk doet. Bij binnenkomst troont directeur Jasper Weijman zijn bezoek mee naar een echte showroom, alleen toegankelijk met een elektronisch uitleesbaar pasje. Daar staat alle equipment die nodig is om van een gebouw een haast onneembare vesting te

78

december 2020

maken. Weer de speedgate, met daarvoor een slagboom en erachter een roadblocker, een vervaarlijk, robuust stuk staalwerk dat uit de vloer omhoog draait. Daarnaast staat röntgenapparatuur uitgestald, bekend van de vliegvelden, plus een forse beveiligingsdrone, geflankeerd door een systeem voor het verstoren van de besturing van ongewenste drones.

SYSTEEMINTEGRATOR Weijman wijst zijn bezoek als eerste op de verticale tijdlijn aan de muur. Bavak, in de jaren 50 gestart als leverancier van personeelsuniformen, betrad in 1970 de beveiligingsmarkt met een voor die tijd zeer innovatief bewegingsdetectiesysteem. In de jaren daarna werden andere noviteiten in het assortiment opgenomen, zoals biometrische

Daartoe behoren, aldus Weijman, vooral overheidslocaties: van ministeries, ambassades en vliegvelden tot en met kazernes en gevangenissen. Het grootste deel van de omzet behaalt Bavak in dat segment, met werk voor de Nederlandse, Duitse, Belgische en Amerikaanse overheid alsook voor de NAVO en de VN. De rest verwerft Bavak onder meer met het ontwikkelen en bouwen van beveiligingssystemen voor de olie- en gasindustrie, datacenters en distributiecentra. ‘Systemen om het veiligheidsrisico beheersbaar te maken: om de kans op – of de impact van – een incident zo veel mogelijk te verkleinen.’ De eisen op dat vlak worden steeds hoger. Wat voorheen een acceptabel risico was, is dat nu niet meer. Die maatschappelijke trend, gevoegd bij de toenemende cyberdreigingen en de razendsnelle stijging van het aantal dataen distributiecentra, zorgt ervoor dat Bavak zich in een groeimarkt weet. ‘Ook 2020 was voor ons een heel druk jaar.’

DRIE GEBIEDEN Weijman onderscheidt drie gebieden van beveiliging, in basale vorm reeds ontstaan in de middeleeuwen, destijds om kastelen te beveiligen. Allereerst de harde buitenring met toegangsregulering met speedgates, bollards (inzinkbare palen, red.) en roadblockers. Daarna de binnenring met het te beveiligen object dat beschermd wordt met camerasystemen, toegangscontrole en geïntegreerde meldkamersystemen. En als derde gebied de detectiesystemen, zoals röntgensystemen, drone- en netwerkdetectiesystemen. Het zwaartepunt van de business van Bavak ligt in de integratie van al deze systemen tot één samenhangend beveiligingssysteem. Het bedrijf


beschikt dan ook over de nodige engineers, die de softwarematige koppelingen tussen al die subsystemen programmeren. ‘Onze technici gaan de hele wereld over. Binnenkort vertrekken er een paar naar de Bahama’s voor de beveiliging van

veilig – verbonden worden met elkaar. ‘Mobiele netwerktechnologie zoals 5G biedt uitstekende mogelijkheden om een groot aantal sensoren en actuatoren per vierkante kilometer te koppelen en bijvoorbeeld een cameradrone vanuit een meldkamer aan te sturen.’ Als tweede noemt Weijman AI en machine learning. ‘Bijvoorbeeld om in de grote hoeveelheden röntgenbeelden van bagage de anomalieën te detecteren. De beveiliger die uren achtereen naar twintig verschillende beeldschermen staart, is verleden tijd. Die kan zich nu richten op het beoordelen van de afwijkingen en beslissen of actie nodig is of niet. Een algoritme wordt nooit moe en na tien miljoen tassen en koffers is het systeem beter dan de mens in het beoordelen van de beelden.’

‘EERDER REALISEERDEN WE OOK GEAVANCEERDE SYSTEMEN VOOR DE NAVO IN AFGHANISTAN EN DE VN IN MALI’ een diplomatieke post. En eerder hebben we ook geavanceerde systemen gerealiseerd voor de NAVO in Afghanistan en de VN in Mali. Werk dat veel uitdagingen kent, maar ook veel voldoening geeft.’

DIGITALE TECHNOLOGIEËN Op alle genoemde terreinen neemt het werk toe en dat niet alleen door de toenemende behoefte aan veiligheid. Er is ook sprake van een zekere technology push: er komen steeds meer digitale technologieën op de markt die een vraag creëren en waarmee Bavak voorop wil lopen in de markt, aldus Weijman. Allereerst de IoT-technologie: de security IoT met sensoren en actuatoren die allemaal – cyber-

BLOCKCHAIN Deze twee technologieën hebben inmiddels hun weg naar de markt gevonden. De derde die Weijman noemt, is nog toekomstmuziek: distributed ledger technology, gebaseerd op blockchaintechnologie. ‘Als een vrachtauto arriveert bij een haven om daar een lading te lossen’, illustreert hij, ‘moeten de aard van de lading en de identiteit

van de chauffeur gecontroleerd worden alvorens die truck toegang krijgt. Deze technologie zorgt ervoor dat alle stakeholders, elk op hun eigen computers – gedeeld decentraal – alle informatie bijhouden die nodig is om die taken uit te voeren. De biometrische kenmerken van de bestuurder, de ID-kaart die hij bij zich heeft, kenteken en type van de vrachtauto, tijdstip van aankomst, bestemming van de lading, et cetera. Als de combinatie van al die gegevens klopt met de informatie in de verschillende computers, kan heel snel toegang gegeven worden. Of niet, als dat niet het geval is. Op termijn is het denkbaar dat de truck zelf deel uitmaakt van het gedecentraliseerde systeem en weigert verder te rijden als er iets niet klopt.’

FINANCIERING Bavak Security Group kan investeren in deze nieuwe technologieën mede dankzij de recente participatie van investeringsfonds OxGreenfield. De financiering zal onder andere benut worden om de cybercapaciteit te vergroten, organisch of door het doen van overnames. ‘Om zo daadwerkelijk de kansen te benutten die de groeimarkt van de beveiliging biedt en voor het verwezenlijken van onze ambities: sterk groeien in het digitale domein, internationale expansie en het uitbouwen van onze positie bij de NAVO en de VN.’

• www.bavak.nl • www.oxgreenfield.nl

paneelbouw in Slowakije

• Productie in Nederland én Slowakije • Gecerti ceerd voor Amerikaanse en Canadese markt (UL508A) • Enkel stuks en seriematig • Lean georganiseerd en uiterst kostenef ciënt

T

0492 74 75 00

E

info@vandoren.nl www.vandoren.nl

december 2020

79



DUURZAAMHEID

EPLAN WERKT BINNEN CITO AAN CO2-REDUCTIE

CORONA VERLAAGT/VERHOOGT DE UITSTOOT TOTALE CO2-UITSTOOT CITO BENELUX Bij een softwarebedrijf denk je niet meteen aan CO2-uitstoot. Toch hanteert EPLAN, software-aanbieder en adviseur voor elektrotechnische engineering, de CO2-Prestatieladder. Dat doet het onder de vlag van Cito Benelux, de facilitaire dienstverlener voor EPLAN en zusterbedrijven Rittal en Phoenix Contact. Dankzij investeringen in gebouwrevitalisering en led-verlichting, en ‘Hollandse wind’ is de CO2-uitstoot de afgelopen jaren flink gedaald. De huidige coronacrisis werpt nieuw licht op de mogelijkheden voor CO2-reductie. DOOR HANS VAN EERDEN

‘I

n 2009 begon Cito al te werken volgens de CO2-Prestatieladder. Niet omdat het moest, maar als onderdeel van ons mvo-beleid (voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, red.).’ Dat vertelt Eelke Kootstra, manager facilitaire zaken, arbo en milieu bij Cito Benelux in Zevenaar. ‘Onze bedrijven gebruiken het vooral als een interne managementtool, niet om er proactief mee naar de markt te gaan. We gaan nog niet verder dan trede 3.’ Voor EPLAN speelt het geen rol bij opdrachtgevers, vult directeur Roger Scholtes aan. ‘Zelfs multinationals vragen er niet naar.’ Bij zusterbedrijven Rittal en Phoenix Contact gebeurt dat wel, weet Kootstra. Die bedrijven werken meer met fysieke producten en bijbehorende logistiek. ‘Opdrachtgevers vragen soms naar ISO 9001 en 14001 (milieumanagementsysteem, red.). Dan gebruiken wij het certificaat van de CO2-Prestatieladder, want dat toont toch

MILIEUVRIENDELIJK MEER KANS BIJ AANBESTEDING De CO2-Prestatieladder is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van de CO2-uitstoot en kosten (energie, materiaal, reizen, enzovoort). In 2009 ontwikkelde ProRail de CO2-Prestatieladder, die sinds 2011 in beheer is bij Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO). SKAO verzorgt de certificering (en auditering) van organisaties. De ladder werkt als een CO2-managementsysteem met vijf treden/niveaus. Niveaus 1 tot en met drie 3 gaan over de eigen uitstoot, niveau 4 en 5 bestrijken de keten en de sector. Bij aanbestedingen kunnen opdrachtgevers voor gecertificeerde bedrijven een (fictieve) korting op hun inschrijfprijs berekenen – bij niveau 3 op de ladder al 4 procent. Daardoor kan een ‘ladderbedrijf’ de opdracht gegund krijgen ook als het niet de laagste inschrijver is.

• www.skao.nl

in tonnen

1500 1412 1250

1454

1315

1062

1000

997

veel aan.’ Scholtes waardeert het vooral als ‘een mooie handleiding om te monitoren hoe we het doen op het gebied van energieverbruik, mobiliteitsbeleid en vlieguren.’

750

LABEL A ÉN F

500

500-600

De afgelopen jaren heeft Cito de nadruk gelegd op maatregelen voor energiebesparing. Zo is al bijna 250 volledig overgeschakeld op ledverlichting en is een van de kantoren gerevitaliseerd, waardoor het energielabel A kreeg. Goed nieuws, want de bekende energie0 labeling wordt per 1-1-2023 verplicht voor kantoorgebouwen, met als eis minimaal label C. ‘Ons nieuwste gebouw heeft echter label F, vanwege het vele glas in de gevel. We onderzoeken volgend jaar de mogelijkheden voor zonnepanelen en eventuele vervanging van de cv-installatie. Maar dankzij dat werken met de CO2-Prestatieladder hebben we de basis voor de gebouwlabeling al op orde.’ Een andere gunstige maatregel van Cito is de overstap in de energie-inkoop naar CO2-neutrale ‘Hollandse wind’. Alles bij elkaar goed voor een emissiereductie in de afgelopen jaren van zo’n dertig procent.

PLUSSEN EN MINNEN Voor 2020 dient zich wederom een stevige uitstootdaling aan. ‘Maar dit jaar is natuurlijk niet representatief vanwege de coronacrisis’, tekent Kootstra aan. ‘Nu waren het hier al geen extreme vliegers, maar dat is vanaf maart helemaal stilgevallen. En door het thuiswerken daalt het energieverbruik op kantoor.’ Niet dat corona alleen maar tot energiebesparing leidt. Bij Rittal en Phoenix Contact is de logistiek in ploegen gaan werken om beter afstand te kunnen houden, waardoor de magazijnen nu van 6 tot 23 uur in plaats van 7 tot 18 uur moeten worden verlicht en verwarmd. En inmiddels draait de luchtbehandelingsinstallatie 24/7 door, meldt Kootstra. ‘Toch zullen wij de doelstelling voor 2020 (10 procent afname ten opzichte van 2019, red.) makkelijk halen. Ook al zijn we met de energie-investeringen vanwege de coronacrisis op de rem gaan staan.’

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Illustratie: Link Magazine

LERING TREKKEN Anderzijds valt er uit de ‘coronabeperkingen’ wel lering te trekken, aldus Scholtes. ‘We zullen niet in de huidige status blijven, maar ook niet volledig terugkeren naar de oude situatie. In maart zijn we overgestapt naar remote services en online trainingen. Hoewel we later in het jaar ook weer reguliere klassikale trainingen en on-site diensten zijn gaan uitvoeren, blijken veel klanten gecharmeerd van een service of training ‘op afstand’. Het aantal klantafspraken ligt dit jaar op 60 procent van dat in 2019, met ook nog eens een groter deel online. Omzettechnisch doet 2020 echter nauwelijks onder voor vorig jaar. Veel vergaderingen blijken prima online te kunnen.’ Een positief aspect is ook dat klanten makkelijk hun zusterbedrijf in Roemenië of het hoofdkantoor in Duitsland erbij betrekken. Die waren nooit naar Nederland gekomen voor een vergadering. ‘Het aantal afspraken is gedaald, maar de kwaliteit ervan is misschien wel gestegen. We zullen dus beter gaan kijken welke reizen goed te verantwoorden zijn en wat niet dringend noodzakelijk is.’ Met alle positieve impact van dien op de CO2-prestatie.

• www.citobenelux.nl • www.eplan.nl december 2020

81


INNOVATIE

PLYMOVENT EN PROTONIC VERVOLGEN SAMENWERKING MET PORTAL VOOR FILTRATIESYSTEMEN

SIMPLICITEIT, INZICHT EN CONNECTED Begin volgend jaar lanceert Plymovent het online platform MyPlymovent.com. Dat is in samenwerking met Protonic ontwikkeld voor centrale filterinstallaties die zijn uitgerust met het ControlPro-besturingssysteem. Het nieuwe portal toont de status van machines, bevat een supportfunctie voor hulp op afstand en biedt historisch inzicht in de prestaties van filterunits en eventuele trends. STV Las- en snijtechniek in Amsterdam, al jarenlang dealer van Plymovent, rust zijn nieuwe eXperience Center uit met de ControlPro om klanten de genoemde voordelen te laten ervaren.

DOOR WILMA SCHREIBER

S

TV, groothandel in totaaloplossingen voor las- en snijtechniek, verhuist half januari naar een nieuwe locatie aan de Radarweg 14, eveneens in Amsterdam. Het beoogde pand is inmiddels verbouwd en de eerste contouren van het nieuwe eXperience Center zijn zichtbaar. ‘Daar kunnen wij alle lasapparatuur testen en belangrijker, onze klanten ook. En als er nieuwe apparatuur is, wil ik die zo snel mogelijk hebben om aan klanten te laten zien’, aldus STV-dga Bart Stuurman, die de overstap van een winkel naar een eXperience Center een logische stap vooruit noemt. ‘Sinds 2010 groeien de verkopen op ons online platform en verschuift de klantvraag meer naar oplossingen en beleving.’ STV is al twintig jaar dealer van Plymovent, dat producten, systemen en diensten levert aan de

metaalverwerkende industrie voor de afzuiging en filtratie van las- en snijrook, slijpstof, olienevel en uitlaatgassen van auto’s. Dus was het een logische keuze Plymovent te betrekken bij de inrichting van het eXperience Center. Daar staan inmiddels zes werkstations voor uiteenlopende lasprocessen, van MIG- en TIG-lassen tot elektrodelassen, en verder een watertafel met een plasmasnijder en een box voor slijpdemonstraties van verschillende slijpschijven. Alle werkstations zijn aangesloten op één centrale lasrookafzuiginstallatie, hoog boven in de hal, die voorzien is van zes filterelementen en een geïntegreerde ventilator.

OPEN EN TRANSPARANT De aansturing van de lasrookafzuiginstallatie wordt geregeld door de ControlPro, een besturingssysteem dat Plymovent vier jaar geleden

PROTONIC OPTIMALISEERT BESTURING EIGEN MACHINELIJN Om producten zo modulair mogelijk te kunnen produceren, werkt Protonic sinds kort met een nieuw zelf ontwikkeld MES-systeem (manufacturing execution system) voor het eigen productiepark. ‘Ik wilde machines met elkaar kunnen laten communiceren en dat zelf aansturen, want dat is het allerbelangrijkste’, vertelt Michiel de Bruin. ‘Als je alles van één merk koopt, kunnen ze onderling praten, anders niet. Dus heb ik samen met techneuten van al onze toeleveranciers de mogelijkheden bekeken.’ Uiteindelijk koos Protonic voor vervanging van de hele SMD-lijn met onderdelen van verschillende merken die via het MES-systeem met elkaar kunnen praten. Dit tot de transportsystemen aan toe, die nog makkelijk tien jaar hadden mee gekund. ‘Nu scan ik iets in en alles wordt ingesteld, de machine weet welke software hij moet laden, hij vertelt de operator welke handeling hij moet uitvoeren. En dat kun je ook checken. Pas bij de juiste pasta, de juiste rateldruk en het juiste stencil geeft hij de machine vrij’,

82

december 2020

aldus De Bruin. ‘Ook kun je bij het wisselen van een reel componenten de AOI (Automatische Optische Inspectie, red.) extra laten uitvoeren op die betreffende component.’ Het nieuwe MES-systeem biedt Protonic meer flexibiliteit in het productieproces. ‘De vraag van twee verschillende klanten kan tot 50 of zelfs 90 procent van de productie hetzelfde zijn en dan pas gesplitst worden. Eerder zouden die orders apart worden opgepakt, nu komen de onderdelen gewoon aan en beslis ik pas op het laatste moment voor welke klant ik ze ga inzetten. Als de ene klant dan minder hard loopt dan de andere, kan ik sneller schakelen’, verklaart De Bruin. Niet onbelangrijk in een markt waar niemand meer voorraad wil hebben. ‘Just in time is heel leuk, maar werkt alleen als íemand voorraad heeft. Met ons nieuwe systeem kan ik dat op een andere manier oplossen, ook omdat we producten zelf ontwikkelen en die zo modulair mogelijk kunnen maken.’

• ‘We hebben een open, transparante en simpele

besturing gecreëerd.’ • ‘Het portal heeft nu een interface waarin je

een volledig machinepark aan afzuiginstallaties kunt beheren.’ • ‘Problemen worden gelogd om op afstand de oorzaak te achterhalen.’ • ‘Je krijgt daadwerkelijk een centrale bediening.’

ontwikkelde in samenwerking met Protonic in Zwaag, dat maatwerk elektronica voor de machine- en apparatenbouw ontwikkelt en produceert. ‘De besturing van een filterunit was tot dan toe heel erg complex, je had specialistische kennis nodig om er goed mee om te kunnen gaan. Met de ControlPro hebben we een open, transparante en simpele besturing gecreëerd, zodat iedereen onze installaties kan bedienen’, zegt Jeroen Crezee, manager research & development bij Plymovent. In 2017 werd het systeem geïntroduceerd en daarna door beide bedrijven doorontwikkeld. Crezee: ‘Al in een vroeg ontwikkelstadium van de ControlPro hebben we voorbereidingen getroffen om het systeem met internet te kunnen verbinden, omdat de koppeling naar een cloudplatform onderdeel van onze visie was.’ Inmiddels legt Plymovent de laatste hand aan het portal zelf, dat begin 2021 zal worden geïntroduceerd. Bij installaties met de huidige ControlPro, waarvan Plymovent er ruim achthonderd verkocht heeft, kan de portalfunctie worden aangezet via een software-update.

DRIE SPEERPUNTEN Bij de ontwikkeling van zowel de ControlPro als het portal stonden drie speerpunten centraal: simpliciteit, inzicht en connected, om zo data te ontsluiten op andere plekken dan bij de machine zelf. ‘De eerste versie werkte nog met een webinterface, waarbij je op je computer een mirror kunt openen van de interface van een ControlPro. Dat is niet heel praktisch als je vijf, tien of twintig machines hebt. Daarom heeft het portal nu een interface waarin je een volledig machinepark aan afzuiginstallaties kunt beheren’, verklaart Crezee. De uitdaging voor Protonic was om de data vanuit de ControlPro via de juiste protocollen richting de cloud te ontsluiten. ‘Ik kijk ook naar toekomstige ontwikkelingen, daar moet ik in de software al rekening mee houden’, aldus Michiel de Bruin, mededirecteur bij Protonic. ‘Soms wil


je bijvoorbeeld delen van de besturing kunnen overnemen. Zodat iemand via een Google-agenda kan bepalen dat van acht tot vijf iets aan moet en daarna uit. Daar hebben we protocollen voor ontwikkeld. Je moet ook goed nadenken over de langere termijn, zo is nu al geconfigureerd dat problemen gelogd worden Van links naar rechts Bart Stuurman (STV), Michiel de Bruin (Protonic) en Jeroen Crezee (Plymovent) in het nieuwe eXperience Center van STV. Links het bedieningspaneel van de ControlPro voor aansturing van de centrale filterinstallatie. Foto: Menno Ebbes om op afstand te kunnen achterwaarna een overzicht alle machines van zijn halen waar de oorzaak zit.’ Ook was Protonic PUNTEN SCOREN fabriek toont. ‘In één oogopslag zie je of ze alleeen belangrijke partner voor Plymovent bij het Stuurman wil in het eXperience Center van STV maal goed werken of je actie moet ondernemen opzetten van een structuur voor de back-end, klanten het gemak van het centrale afzuigsysteem omdat er met een machine iets aan de hand is’, die zowel robuust, veilig als toekomstbestendig van Plymovent demonstreren. ‘Zelf hebben we er vertelt Crezee. ‘Ook als je bepaalde instellingen moest worden. inmiddels de nodige laswerkzaamheden mee uitwilt veranderen, bijvoorbeeld omdat je maandag gevoerd, straks gaat het hier dagelijks draaien. een uur eerder wilt beginnen, kun je dat met één Mensen kennen de mobiele units wel, maar met EYEOPENERS aanpassing op al die machines doorvoeren. Je dit systeem heb je veel minder onderdelen dan De innovatie vergde veel overleg en samenwerkrijgt dus daadwerkelijk een centrale bediening.’ wanneer je allemaal losse armen ophangt.’ Een king. De Bruin: ‘Ik kan heel veel scenario’s schetVerder staat een supportfunctie de klant terzijde ander argument waarmee Stuurman klanten sen en use cases schrijven, maar je kunt nooit hoopt te overtuialles op je netvlies hebben. Dan is het plezierig gen, is het feit dat dat Plymovent als klant je confronteert met zaken de ControlPro realwaar wij niet aan gedacht hebben. Zaken die voor time inzicht biedt. diezelfde klant heel logisch, maar voor ons eye‘Als een arm openopeners zijn.’ Protonic op zijn beurt zorgt dat gaat, valt de druk het systeem robuust en qua cybersecurity goed voorbereid is. ‘Je kunt wel producten in de cloud weg in het systeem. hangen, maar als die gehackt worden en van Op het Controldaaruit het netwerk van je klant besmetten of Pro-scherm kun je tags uitvoeren vanaf jouw ControlPro, dan wordt dan zien naar welk je dat niet in dank afgenomen’, stelt De Bruin. setpoint het toe ‘Dus mag er alleen software op draaien die jij moet werken, hebt vrijgegeven. En gaan nieuwe berichten eerst hoeveel kW het in een soort blackbox om getekend te worden, voor het geval hij bij een alarm of waarschuwing verbruikt. En ook wat je bespaart aan stroom, voor ze naar de server gaan. Het functionele stuk niet weet wat hij moet doen. ‘Dan kan hij tijdelijk want de motor gebruikt nooit meer energie dan kunnen we binnen een dag regelen, maar het een dealer of technical supportafdeling laten nodig.’ En de service zou wel eens de doorslag configureren, veilig en robuust maken, daar komt meekijken met zijn systeem om het probleem op kunnen geven voor klanten. ‘Verkopen kan iederveel meer bij kijken.’ te lossen. En vervolgens deze remote sessie weer een, maar als je de juiste tools hebt om calamiafsluiten, daar heb je als klant dus alle controle teiten goed op te lossen voor de klant, dan scoor over.’ Een ander voordeel van de portalversie van je punten.’ WERKELIJK CENTRAAL ControlPro is dat deze de klant historisch inzicht Met de combinatie van de ControlPro en het biedt in de prestaties van de machine en evennieuwe portal kan de klant zijn machinepark – in tuele trends of patronen. ‘Denk aan de actuele één hal of verspreid over de wereld – via één www.plymovent.com druk van de filterelementen, het toerental van de interface bedienen en systemen monitoren. Hierwww.protonic.nl ventilator en het energieverbruik.’ toe gaat hij naar MyPlymovent.com en logt hij in, www.stvnet.nl

‘IN ÉÉN OOGOPSLAG ZIE JE OF ALLE MACHINES GOED WERKEN’

• • •

december 2020

83


STRATEGIE

MATAS IN BEST LIGT OP KOERS OM DE BOL.COM VAN DE EMS-WERELD TE WORDEN

‘HARDER WERKEN HOEFT HIER NIET, WE DOEN HET SLIMMER EN IN ÉÉN KEER GOED’ Elke printplaat die EMS-producent Matas in Best in elkaar zet, wordt behandeld als ware het product bedoeld voor een medische toepassing met alle strenge eisen van dien. Er is full traceability, tijdens de productie zijn er continu (automatische) kwaliteitscontroles en de klant kan alles digitaal volgen. Het bedrijf stoomt op richting ‘Matas 4.0’, waarin digitalisering en automatisering zo ver mogelijk doorgevoerd zijn. Directeur Guido Bergman: ‘Het is een must willen we onze ambitie verwezenlijken: verdubbeling van de omzet binnen een jaar of twee, drie.’

moet over een paar jaar al een heel eind richting het dubbele zitten. Matas kijkt altijd vier jaar vooruit in zijn strategische plannen en slaat telkens een piketpaaltje voor de doelstellingen in een bepaald jaar. Het heeft in ieder geval altijd met nog verdere automatisering en digitalisering te maken. ‘We willen meer uit onze machines halen, mensen hoeven niet krommer te lopen en harder te werken, we willen de dingen slimmer doen en in één keer goed’, zei Bergman vorig jaar al eens in Link Magazine. Alles, maar dan ook alles in de productie wordt gescand, gemeten, vastgelegd en inzichtelijk gemaakt op dashboards. Matas ontwikkelt continu zelf software, zodat die helemaal op de eigen eisen is afgesteld.

GOLDEN LIBRARY Klanten kunnen wanneer ze maar willen online meekijken hoe het met hun orders staat. Matas communiceert via API’s, application programming interfaces, met zijn twaalf belangrijkste toeleveranciers, zodat online en realtime te zien is wie wat op de wereld in voorraad heeft en wie het snelste kan leveren. Ook verlopen kwaliteitscontroles in het productieproces steeds meer geautomatiseerd. Zo werkt Matas aan wat het noemt een Golden Library: medewerkers met veel kennis en Ceo Guido Bergman (links) met cmo Toine van den Oetelaar. ‘Toine en ik hebben sinds dit voorjaar regelmatig gesprekken gehad en hij snapt ervaring bekijken scans van pcb’s wat Matas doet en welke kant we op willen. Nu hij echt begonnen is, concentreer ik me langzamerhand meer op de proceskant.’ en geven eventuele fouten aan. Foto: Bart van Overbeeke Al die fouten worden in het ITsysteem gezet, zodat ze voortaan automatisch gedetecteerd worden. DOOR LUCY HOLL de achterliggende supply chain van onze pcb’s. Of Daarnaast deed Matas een project met Procentec, het nu om een klant gaat die 100 printplaten in leverancier van de webbased tool Atlas, bedoeld 10 batches bestelt op jaarbasis, of om een klant e Coolblue of de bol.com van de EMSdie 100.000 stuks in honderden batches afneemt: om het Industrial Internet of Things te onderwereld: dat heeft Guido Bergman voor ze krijgen allemaal het beste van ons.’ Matas steunen. Door de integratie van allerlei machines ogen met zijn bedrijf. ‘Mensen keken in (72 medewerkers) plaatst nu maandelijks ruim de beginjaren van bol.com vreemd op en IT-systemen worden netwerken steeds com3 miljoen componenten op pcb’s, met een van het scala aan producten dat ze er bieden en plexer. Bergman: ‘Samen met Procentec hebben gemiddelde batchgrootte van 300 printplaten. de compleet nieuwe manier van zakendoen via we ons netwerk verder verbeterd en mogelijk hun platform. Maar kijk waar ze nu staan: ze zwakke punten eruit gehaald. De downtime kunnen werkelijk alles leveren en het is zeer wordt zo verminderd.’ PIKETPAALTJE transparant waar spullen vandaan komen en Sinds Bergman een jaar of acht geleden het waar eventuele bottlenecks in een bestelling zitbedrijf overnam zijn omzet en winst meer dan BEKENDER WORDEN ten.’ Die totale transparantie staat ook bij Matas verdubbeld. Dat moet opnieuw gaan gebeuren, Om opnieuw tot verdubbeling van de omzet te hoog in het vaandel. ‘We willen totale onderdoor autonome groei, want overnames geven komen, is echter actie op meer vlakken geboden, steuning op EMS-gebied bieden en daarbij ook alleen maar lastige cultuurkwesties. De omzet weet Bergman. Ook de verdere optimalisering de complete verantwoordelijkheid nemen voor komt in 2020 uit op zo’n 11,5 miljoen euro en van de supply chain en de uitbouw van marke-

D 84

december 2020


ting & sales vragen aandacht. Dat laatste heeft ertoe geleid dat Toine van den Oetelaar deze herfst is gestart als chief marketing officer. Van den Oetelaar heeft jarenlange ervaring in de zakelijke dienstverlening en vindt dat Matas geweldige dingen doet. ‘We moeten de juiste boodschap naar buiten brengen: ik wil de toe-

ook hier weer merkte dat wij anders werken. Een traditionele inkoper denkt: ja, ho eens, ik ben de poten onder mijn stoel aan het wegzagen door alles vergaand te automatiseren. Veel mensen zijn gewend om op een soort van bestelafdeling te werken. Maar ik wil geen afdeling die domweg bestelt, ik wil medewerkers die slim tactisch en

‘ALS IK ONS VERHAAL IN DE MARKT VERTEL, MOET IK ER VAN OP AANKUNNEN DAT DE WERKVLOER HIER HET OOK AANKAN’

gevoegde waarde van het bedrijf benadrukken. Met zijn sterke nadruk op automatisering en kwaliteit doet Matas het echt anders dan andere EMS-bedrijven. Dat moet nog veel bekender worden in de markt.’

SLIM INKOPEN Bergman heeft gezocht naar iemand om het supply chain management op zich te nemen, maar dat was volgens hem zoeken naar een speld in een hooiberg. ‘Als ik al iemand had kunnen vinden, was ik anderhalf, twee jaar bezig geweest om die persoon op te leiden. Het is zo lastig, omdat ik

strategisch inkopen. Just in time: niet te vroeg, want dan komen de rekeningen te snel binnen, en niet te laat, want dan staan mijn machines stil.’ Een supply chain manager moet de juiste vragen stellen aan de toeleveranciers en aan de klanten. En vervolgens de keten zo efficiënt mogelijk inrichten. Het gaat bij Matas om 85.000 verschillende componenten, waarvan er zo’n 35.000 actief op voorraad zijn. De hoeveelheden data zijn niet meer te bevatten, wat automatisering vereist. ‘Het systeem analyseert en geeft aan de hand van criteria aan wanneer we ons zorgen moeten

maken. Dan kunnen we ons vooral bezighouden met die kritieke paden.’

PROCESKANT IS CRUCIAAL Bergman neemt zelf dat supply chain management nu meer voor zijn rekening dan tot nog toe. Het was best lastig om daarvoor te kiezen, want de saleskant trekt hem vanaf het begin zeer. Maar hij kan niet alles zelf blijven doen, wil het bedrijf fors doorgroeien. ‘Toine en ik hebben sinds dit voorjaar regelmatig gesprekken gehad en hij snapt wat Matas doet en welke kant we op willen. Nu hij echt begonnen is, concentreer ik me langzamerhand meer op de proceskant. Dat is cruciaal: de complete keten van begin tot eind moet goed ingeregeld zijn en blijven.’ En veel communiceren met klanten en hun klanten blijft de ceo natuurlijk toch wel doen. Alles staat nu goed in de steigers, vertelt Van den Oetelaar. ‘Een stevig fundament is zo belangrijk: van verkoop, ketenbeheer, productie tot kwaliteitsmanagement. Als ik ons verhaal in de markt vertel, moet ik er van op aankunnen dat de werkvloer hier het ook aankan. We moeten kunnen leveren wat we beloven, met 100 procent kwaliteit.’ Bergman laat een afbeelding zien uit 1984, het jaar dat Matas werd opgericht. Flexibility made by measure, staat erop. Dat was toen de slogan en dat geldt nu nog steeds. ‘Of je nu 1 stuks bestelt of 100.000, in onze geautomatiseerde fabriek hebben we in feite een productiegrootte van 1.’

• www.matas.nl

december 2020

85


CORONA EN STRATEGIE

TALKING INDUSTRY MET ONDERNEMINGEN UIT REGIO NOORD-OOST

NU IS DÉ KANS OM VERDER TE DIGITALISEREN Bedrijven gebruiken de tijd goed in deze coronacrisis. Ze zijn versneld bezig met hun digitalisering, voor zover ze daar voor de crisis al niet mee waren begonnen. Dat geldt zeker voor de ondernemers die inlogden voor de derde online TalkING Industry van ING, Link Magazine en Berenschot. Bedrijven uit de maakindustrie deelden opnieuw hun best learnings en best practices uit de afgelopen maanden.

• ‘Die ervaren krachten zijn straks stuk voor stuk

weer hard nodig.’ • Juist ook als er een down is moet je je weten

te onderscheiden.’ • Je krijgt het altijd drukker op afdelingen waar

je de minste capaciteit hebt.’ • ‘We kijken erdoorheen, corona is een tijdelijke

VESTIGINGEN VERBINDEN

DOOR LUCY HOLL

B

ij Landes High End Machining in Emmen, het metaalbewerkingsbedrijf van algemeen directeur en eigenaar Herman Koning, kwam door de coronacrisis onverwacht tijd vrij. Landes levert complexe mechanische delen voor onder meer de aerospace, medische industrie, procesindustrie en semicon. Koning: ‘In april vertelde onze grote klant Airbus dat het aantal toestellen dat ze wilden bouwen van tien naar zes daalde. Vervolgens ging het van zes naar vier. Ze vertelden erbij dat ze dit jaar niks meer van ons nodig hadden, want er lag voldoende voorraad op de plank. Onze omzet viel ineens voor een kwart weg.’ Maar eindelijk was er plots wel veel meer tijd om de interne organisatie verder te optimaliseren en de productieprocessen nog meer aan elkaar te knopen. ‘We zijn verregaand gaan digitaliseren. Onze robots communiceren nu bijvoorbeeld met ons via het ERP-systeem.’ Het was schrikken, maar de crisis is te overzien, stelt Koning. Voor heel 2020 verwacht hij uiteindelijk 18 procent omzetverlies. ‘We hebben het geluk dat we ook opdrachten voor Defensie doen, onder meer voor de JSF en de NH-90 gevechtshelikopter. De markt gaat zich ongetwijfeld herstellen. We moesten tijdelijke krachten laten gaan, maar onze vaste medewerkers zijn vooralsnog allemaal gebleven. Die ervaren krachten zijn straks stuk voor stuk weer hard nodig.’

Bob Soetekouw is algemeen directeur bij GB Steel Group in Emmeloord, een staalverwerker die met name toelevert aan de bouw. ‘We hebben diverse vestigingen onder diverse namen, waar deels hetzelfde ERP-systeem draait. Het is een uitdaging om de informatie goed te ontsluiten zodat er geen drempels voor samenwerking tussen de vestigingen zijn. We hebben afgelopen tijd bovendien ons planningssysteem aangepakt. En op smartphones en tablets draait nu een speciale tool voor inspecties en kwaliteitsmanagement.’ Het bedrijf is meteen scenario’s door gaan rekenen aan het begin van de crisis. ‘Je zit er altijd naast, dat moet je accepteren, maar we hadden in ieder geval een aantal toekomstbeelden op papier’, stelt Soetekouw. ‘We zijn gewoon doorgegaan met een voorgenomen overname. De wereld kent altijd ups en downs. Juist ook als er een down is moet je je weten te onderscheiden en dat kan met een breder portfolio aan producten.’

86

december 2020

wereld. Die app testen we nu. Vanaf begin volgend jaar wordt hij in de praktijk gebruikt.’ GSE Dispensing bouwt machines voor het mengen van kleuren. Klanten zijn fabrikanten van bijvoorbeeld verpakkingen, coatings, textiel en behang. Hummelen: ‘Aan het begin van de coronacrisis hadden we een ongekend omzetverlies van 80 tot 90 procent. Binnenkort kan ik de tent wel sluiten, dacht ik. We hadden de NOW1-regeling hard nodig om de storm te doorstaan. Maar de maand mei was weer goed en NOW2 hebben we niet aangevraagd.’ Uiteindelijk eindigt GSE Dispensing het jaar toch in de zwarte cijfers, zo is de verwachting. ‘We hebben normaal gesproken geen grote forward load. Onze machines zijn sterk modulair opgebouwd, een machine van tussen de 50.000 en 100.000 euro bouwen we in een kleine drie weken. Maar we zitten nu al tot februari vol.’

ONGEKENDE DIP Ook GSE Dispensing in Brummen heeft afgelopen maanden grote stappen gezet in digitalisering. ‘We hebben het ERP-systeem van Isah geïmplementeerd en een productconfigurator ingericht’, vertelt marketingdirecteur en medeeigenaar Maarten Hummelen. ‘Daar was nu veel tijd voor. Ook zijn we begonnen met de introductie van een mobile field service app voor de eigen monteurs en voor servicepartners in de

ING: IMPACT TWEEDE GOLF IS WAARSCHIJNLIJK KLEINER ING heeft de eerste maanden van de coronacrisis erg veel overlegd met bedrijven, vooral in het mkb, vertelt Michiel Scheenstra, directeur industry ING Grootzakelijk regio Noord-Oost tijdens de TalkING Industry. ‘Waar kunnen we snel klanten helpen, was voor ons de centrale vraag. We zagen dat veel bedrijven er opvallend sterk voorstonden en de overheidsmaatregelen hielpen natuurlijk. Het herstel is er, al werd het in de herfst weer grilliger. We verwachten dat de impact van de tweede golf kleiner is.’ Wel vraagt hij zich af hoe het consumentenvertrouwen zich verder gaat ontwikkelen. Gert Jan Braam, sector banker industry bij ING, lichtte

moeilijkheid.’

actuele cijfers toe (zie ook het artikel op pagina 38). Opvallend is het sterke herstel vanaf het derde kwartaal, dat met de onlangs opnieuw ingestelde beperkingen wat afgeremd wordt. De effecten op de economie en industrie hangen – nog even los van nieuwe uitbraken en lockdowns met het sluiten van grenzen – af van een aantal factoren: ‘Komt er een oplossing in de vorm van goede sneltesten waarmee ondernemers al heel erg geholpen zijn? Wat is de impact van de tweede ronde, zeker nu het ontslaan van mensen in de NOWregelingen niet meer verboden is? Hoe lang blijft de ondersteuning en hoe gaat het met terugbetalen?’

INTELLIGENTE PRODUCTIE Ceo Wim van de Beld van Betech in Hoogeveen, producent van grote series draaiwerk, hoeft geen inhaalslag in digitalisering te doen. Zijn bedrijf draait al 24/7 dankzij volledig geautomatiseerde en vooral intelligente productietechnieken. ‘We zijn stevig aan het digitaliseren sinds een jaar of twee. Dat rollen we nu verder uit. Klanten reageren er heel positief op en doen enthousiast mee met pilots. Ze kunnen straks meekijken in ons productieproces, meetrapporten inzien, certificaten opvragen en zelfs orders inschieten.’ Bovendien is Betech het materiaalmagazijn compleet aan het automatiseren, zodat het bedrijf op termijn direct bestellingen bij toeleveranciers kan plaatsen. In het magazijn rijdt al een automatisch geleid voertuig (agv) rond, op de werkvloer staan productierobots. ‘Ik denk dat we redelijk vooraan lopen in de industrie. We hebben speciale software laten ontwikkelen om alles met alles te laten communiceren.’ Betech kreeg in het begin van de coronacrisis veel annuleringen, met name door de klanten in de automotive: die sector maakt 50 procent van de omzet uit. De orderintake herstelde zich aardig, maar Van de Beld rekent toch op een kleine 20 procent omzetverlies dit jaar. ‘Gelukkig waren we


Een aantal deelnemers aan de TalkING. Met de klok mee: Jellard Koers (Suplacon), Gert Jan Braam (ING), Herman Koning (Landes), André van der Loo (Dumocom), Lucy Holl (Link Magazine), Michiel Scheenstra (ING), Robert Liet (Trioliet). En in het midden moderator Joes Wigman (Berenschot). Screenshots: ING

behoorlijk op acquisitiepad geweest voor de crisis, zodat we klanten meer kunnen bieden. Ook geplande investeringen hebben we gewoon doorgezet. Ons machinepark is weer wat uitgebreid, want je krijgt het altijd drukker op afdelingen waar je de minste capaciteit hebt, leert de ervaring.’ De spuitgieterij van Betech in Steenwijk en de vestiging voor kunststof draai- en freesdelen in Hoogeveen hebben bovendien helemaal geen last van de coronacrisis.

LOGISTIEK IS NET ZO HEFTIG André van der Loo is directeur-eigenaar van Dumocom in Almelo, waar het bedrijf petflessen maakt voor met name consumentenartikelen. Samen met Samsa IT implementeert Van der Loo op dit moment een compleet planningssysteem op basis van artificiële intelligentie (AI). Hij is er lyrisch over (zie het aparte artikel hierover op pagina 52). Fabrikanten van onder meer schoonmaakartikelen en dranken overlaadden Dumocom met orders toen de coronacrisis losbarstte. ‘Bij de Mexicaanse griep van 2009 hebben we hetzelfde meegemaakt. Zo’n vraagexplosie in crisistijd klinkt mooi, maar achteraf gezien had-

nog geen productie draaien. Maar nu komt het goed.’ Nog heftiger dan die nieuwe lijn noemt hij de hele planning en logistiek eromheen en daarom is dat AI-systeem zo cruciaal.

SERVICE OP AFSTAND Trioliet uit Oldenzaal, marktleider in machines en systemen voor het voeren van rundvee op agrarische bedrijven, werkt al een tijdlang veelvuldig met remote control. Hierdoor kan Trioliet online inloggen op het grootste deel van de voerrobots en zelfrijdende voermengwagens bij melkveehouders, om zo data over onder meer het mengproces en de sensoren op de machine op te halen. Dat is ideaal om de service op een hoger niveau te brengen en klanten waar ook ter wereld te helpen met technische problemen, zegt managing director Robert Liet, zeker nu er minder gereisd kan worden. Aan het begin van de coronacrisis was het spannend of de Italiaanse toeleveranciers bijvoorbeeld de wielassen en tandwielkasten wel konden leveren. Maar verder zijn er geen gevolgen voor de bedrijfsvoering. De stikstofproblematiek en de afname van het aantal boeren in Nederland en Duitsland vragen momenteel meer aandacht.

‘DE CRISIS HEEFT ONS WAKKER GESCHUD: VERRASSINGEN KUNNEN UIT HEEL ONVERWACHTE HOEK KOMEN’ den we het liever niet gehad. Het toekomstscenario waarop we zaten, kon meteen de prullenbak in. We zouden volgens ons meerjarig investeringsplan in 2021 een extra productielijn bij gaan plaatsen, dat heb ik met stoom en kokend water naar voren kunnen halen. We zijn eruit gekomen, maar het is nog steeds worstelen, want als je een machine vandaag binnen hebt, kun je morgen

CORONACRISIS IS MARATHON

Opvallend aan de huidige gezondheidscrisis is dat alle ondernemers geraakt worden, stelt Jellard Koers, ceo van Suplacon in Emmeloord, toeleverancier van plaatwerk in kleine series. ‘Tijdens de crisis van 2008 werden wij zeer sterk getroffen, terwijl andere bedrijven gewoon doordraaiden. Destijds vond ik het lastiger. Nu zijn we met de nodige maatregelen full speed doorgegaan en ook fysiek aanwezig gebleven. Als onze kanters aanwezig zijn, geldt dat ook voor de mensen op het bedrijfsbureau.’

Het is een andere crisis, maar wel één waar echt niemand op voorbereid was, zegt Robert Liet. ‘Een pandemie leek iets uit een film, we zagen het totaal niet als iets realistisch. De crisis heeft ons wakker geschud: verrassingen kunnen uit heel onverwachte hoek komen.’ Hij communiceerde meteen naar zijn mensen dat de coronacrisis wel eens een marathon kon worden. ‘Heel belangrijk is dat we onze mensen blijven motiveren: de kantine is dicht, ze kunnen niet meer gezellig over FC Twente praten, er zijn geen personeelsfeesten. Daarom doen we kleine dingen om de stemming erin te houden. We delen saucijzenbroodjes of gehaktballen uit en hebben iedereen een barbecuepakket gegeven.’ Voor je het weet is het hard work & no play, weet ook André van der Loo: ‘Het is waken voor de motivatie van de medewerkers en jezelf.’ Jellard Koers kan zich leukere jaren voorstellen, ‘maar we kijken erdoorheen, corona is een tijdelijke moeilijkheid.’ ‘Het is een heftig jaar, maar ik hoor hier veel ondernemers die er een positieve draai aan geven’, besluit Joes Wigman, managing director digital & IT bij Berenschot en moderator van de online discussie. ‘Sommigen gaan tientallen procenten in omzet omlaag en doen alles om de schade te beperken. Anderen maken forse stappen in digitalisering. Ik houd aan deze middag een blij gevoel over.’ Een verslag van de TalkING Industry met bedrijven uit ING-regio Noord-West is te vinden op pagina 38. Daarbij werd meer ingegaan op het belang van scenario’s in crisistijd.

• www.betech.nl • www.dumocom.nl • www.gbsteelgroup.com • www.gsedispensing.com • www.landes.nl • www.suplacon.com • www.trioliet.nl • www.ing.nl/industrie • www.berenschot.nl december 2020

87


SERVITIZATION

GROTE MACHINEBOUWERS BIJEEN OVER BUSINESS HALEN UIT INSTALLED BASE

‘JE KOMT PAS VERDER ALS DE KLANT ZELF DE NOODZAAK ERVAART’ Acht machinebouwers kwamen eind november digitaal bijeen om te praten over servitization-verdienmodellen. Hoewel actief in uiteenlopende markten, zoals semicon, melkveehouderij, bandenproductie, life sciences en wegbeheer, was er veel wederzijdse herkenning. Ook leerden de deelnemers aan deze bijeenkomst van het platform Servitization veel van elkaars aanpak om business te halen uit data uit hun installed base. Tegelijk was de conclusie dat het opbouwen van die verdienmodellen in de ene sector gemakkelijker is dan in de andere.

DOOR WILMA SCHREIBER EN MARTIN VAN ZAALEN

W

elke waarde wil je voor je klant creëren? Die vraag goed beantwoorden vergt volgens Arjan Ester, ceo van Aebi Schmidt, ‘dat je de pains en gains van de klant goed begrijpt. Met data die we van onze zoutstrooimachines in het veld krijgen, kunnen we voor de klant bijvoorbeeld de meest optimale route bepalen. Met dit type toegevoegde waarde is een lock-in van de klant te realiseren. Die behoeftes achterhalen vergt wel dat je op verschillende niveaus bij de klant kunt binnenkomen, zodat je heel goed gaat begrijpen hoe hij je machine precies gebruikt.’

SERVITIZATION PLATFORM In het Servitization-platform participeren maakbedrijven en twee kennisinstellingen, waaronder de TU Eindhoven, initiator samen met Link Magazine. Het hogere doel van het initiatief is (veel) meer bedrijven in ons land ervan bewust te maken dat servitization een belangrijke enabler is voor toekomstige continuïteit en winstgevende groei. Hierbij gaat het om de transitie van producten verkopen naar product-servicesystemen (serviceoplossingen) leveren en onderhouden. Een platform van koplopers wakkert die bewustwording aan en versnelt de ontwikkeling van slimme services die nieuwe business gaan opleveren. Het platform is zo opgezet dat het bedrijven kan helpen hun organisatie door te lichten, een basisstrategie uit te zetten, concrete projecten te formuleren en dan concrete nieuwe services te ontwikkelen en uit te rollen. Door concrete projecten in het platform te bespreken kan de transitie van deze bedrijven naar servitization sneller verlopen. Voor meer informatie over het platform kunt u contact opnemen met: john.vanginkel@linkmagazine.nl

• www.tue.nl 88

december 2020

‘We benaderen de klant’, vult zijn manager group solution development Joost Sterenborg aan, ‘op operationeel, tactisch en strategisch niveau om zo tot de best passende service te komen. Op strategisch niveau kan het gaan om circulariteit en kostenefficiency, wat vraagt om een USP die zorgt dat machines minder zout en diesel verbruiken. Daar heb je data voor nodig, terwijl de chauffeur vooral hecht aan een goede stoel in de cabine.’ Ester: ‘Het is zaak alle stakeholders van de klant te betrekken bij de deal die je met hem wilt sluiten.’

SAMENWERKEN IN ECOSYSTEEM Freddie Ruijs, senior product manager farm management systems & data bij Lely, fabrikant van onder meer melk- en voerrobots: ‘Bij onze boeren draait het vooral om het percentage vet en proteïnen in melk, daarop worden ze afgerekend door de zuivelfabrikant. Dus moeten onze robots daarover informeren. Daartoe zoeken wij nu de samenwerking met andere leveranciers in het ecosysteem rond de veeboer, zoals de leverancier van het veevoer. Die heeft informatie over de exacte samenstelling van voeding. Daarmee kunnen onze robots dan meten welke koe wat binnenkrijgt en in hoeveel melk van welke kwaliteit dat resulteert. Een boer is wel bereid zijn data online af te geven als je kunt aantonen dat hij zijn processen meteen zo kan bijsturen, dat zijn koeien vandaag nog melk gaan produceren die hem een hogere marge oplevert.’ Ruijs’ ervaring is dat het helpt als deze service, waarvoor de boer maandelijks moet betalen, naast software gepaard gaat met hardware. ‘Een boer heeft graag iets fysieks in handen, een sensor bijvoorbeeld. Dat geeft meer vertrouwen dan alleen niet-tastbare software.’

BEWIJS LEVEREN ‘Het is’, vervolgt Ruijs, ‘een kwestie van lange adem. Creëer met data uit sensoren zoveel extra toegevoegde waarde dat de klant zich gaat realiseren dat dat product zonder die data voor hem

• ‘Het is zaak alle stakeholders van de klant te

betrekken bij de deal.’ • ‘Data over materialen zeggen heel veel over de

kwaliteit van de processen.’ • ‘Als je je alleen baseert op de operationele

kosten, heb je na vijf jaar maar een fractie van de nieuwprijs van de machineprijs gedekt.’ • ‘Je hebt écht een duidelijke roadmap en releasemanagement nodig.’

nauwelijks nog bruikbaar is.’ Vergelijk het met een Tesla-rijder, voor wie zijn auto veel minder waard is als hij geen actueel zicht heeft op oplaadpunten onderweg. ‘Dat betekent voor ons wel dat we zoveel mogelijk spelers in dat ecosysteem moeten betrekken, ook de zuivelfabrikant. Zodat je de boer kunt laten zien dat, als hij zelf met data kan controleren dat zijn koeien een bepaalde tijd in de wei hebben doorgebracht, zijn melk tegen een hogere prijs als ‘weidemelk’ gebrand kan worden.’

DATA AFSCHERMEN Joris ten Thije, program manager service innovation van Thermo Fisher Scientific, fabrikant van elektronenmicroscopen, vindt het lastig om deze manier van werken aan servitization-businessmodellen over te zetten naar zijn semiconwereld. ‘Onze life sciences-klant wil wel betalen voor data en advies, zeker als dat onderhoudshandelingen voorkomt en stilstand vermijdt. Onze semicon-klanten in Azië echter willen wel de data, maar hebben geen behoefte aan een bewerking ervan tot een advies, laat staan dat ze ervoor betalen. Hun specialisten kunnen heel goed zelf uit die data bruikbare informatie en waarde halen. Daarin investeren is voor ons riskant.’ Jeroen Slobbe, coo van bandenmachinefabrikant VMI heeft dezelfde ervaring: ‘Onze grote klanten kopen de monitoringfuncties en schermen de data daaruit af. Met andere partijen in het ecosysteem samenwerken kunnen we dus nog lang niet altijd.’ Sterenborg: ‘Sommige klanten van onze klanten maken geen gebruik van onze applicaties en achten zichzelf capabel genoeg om de machinedata naar informatie te vertalen. Wij stellen dan onze data onbewerkt ter beschikking. We hanteren daarom verschillende verdienmodellen rondom data, zodat we de klant op verschillende niveaus kunnen ondersteunen.’


ALLEEN LOKAAL DELEN Chris Sanders, service product manager bij ASML, bevestigt het verhaal van Ten Thije. ‘In onze wereld is het lastig data uit de chipfabriek te krijgen. Soms geldt ‘never waste a good crisis’. In deze coronatijd konden we ineens voor de installatie van nieuwe chipmachines bij de klant een camera mee de fabriek in krijgen, zodat onze engineers op afstand konden helpen bij de installatie. Van links naar rechts, bovenste rij: Chris Sanders (ASML), Joost Sterenborg (Aebi Schmidt), Oscar Moers (Lely); middelste rij: Arjan Ester (Aebi Schmidt), Joris ten Thije (Thermo Fisher Scientific), Néomie Raassens (TU/e, gespreksleider); onderste rij: Freddie Ruijs (Lely), Sander Schepens (ASML), Maar de on product Jeroen Slobbe (VMI). procesdata in Veldhoven krijgen is lastig, zeker gezien de klanten-IP in de data. Die data moeten MES-systeem van de klant, en deze kunnen ERTUSSEN BLIJVEN daar in de fabriek blijven. Die willen ze wel lokaal labelen en analyseren, dan gebruiken we die om ‘In dat soort situaties’, sluit Slobbe bij, ‘is het een met ons delen om samen gepland onderhoud onze machines te verbeteren en ontstaat er ruimvoordeel als je een leidende partij in de markt uit te voeren, maar verder gaat dat nog niet. te voor nieuwe service-businessmodellen. Als de bent, zoals wij met onze bandenproductiemachiIk denk dat je pas verder komt als de klant zelf de klant de toegevoegde waarde daarvan ziet, krijg je nes. Toch zijn ook onze klanten heel terughounoodzaak ervaart. Maar dan moet hij je wel de zijn data wel.’ ‘Maar je moet wel zorgen’, aldus dend in het delen van hun data. Data over mategelegenheid geven aan te tonen dat je er meer rialen zeggen heel veel over de kwaliteit van de mee kunt dan hijzelf, en goedkoper.’ processen. Als we die data kunnen halen uit het LEES VERDER OP PAGINA 90

december 2020

89


VERVOLG VAN PAGINA 89

Ten Thije, ‘dat je ertussen blijft zitten. Verkoop het als servicepakket met training, voeg er hardware-sensoren aan toe. Voorkom dat de klant het allemaal zelf kan verwerken tot voor hem zinvolle informatie.’ Wat Slobbe brengt bij een andere zorg: ‘Onze grote componentenleveranciers die verticaal willen integreren, ontwikkelen steeds meer technologie die voor servicedoeleinden data genereert. Naast dat de klant die data niet wil geven, kun je ook te maken krijgen met – vaak grote en machtige – leveranciers die zelf contact leggen met de klant, om service te bieden, over jou heen. Daar heeft de klant wel oren naar: die stelt zijn data het liefst alleen in een gecentraliseerd ecosysteem beschikbaar. We bekijken daarom of we meer eigen embedded-software kunnen ontwikkelen.’

‘Een boer is wel bereid zijn data online af te geven als je kunt aantonen dat hij zijn processen meteen zo kan bijsturen, dat zijn koeien vandaag nog melk gaan produceren die hem een hogere marge oplevert’, aldus Freddie Ruijs van melkrobotfabrikant Lely. Foto: Lely

bepaalde hoeveelheid good-wafers-out en/of predictable uptime tegen een bedrag dat gekoppeld is aan de verkoopprijs . Echter, het is lastig daar de juiste service-kpi’s aan te verbinden die voor ons en de klant aantrekkelijk zijn. Afrekenen per wafer kán, maar wellicht niet voor alle fabrieken. Onbeperkt onderdelen en servicetijd beschikbaar stellen, gekoppeld aan de opex (operationele kosten, red), is ook niet aantrekkelijk. Als je je alleen baseert op de operationele kosten, heb je na vijf jaar maar een fractie van de nieuwprijs van de machineprijs gedekt. Dus zul je ook de capex, de aankoopwaarde, erin moeten meenemen. Zover zijn we nog niet.’

De koppeling van product lifecycle management en service lifecycle management prijkt hoog op de verlanglijst, de implementatie ervan staat nog in de kinderschoenen, aldus Slobbe. ‘Onze engineering kijkt vooral vooruit en is niet noodzakelijkerwijs goed gekoppeld met de service lifecycle. Zo’n product lifecycle beslaat met gemak vijftien tot twintig jaar, waarin veel aanpassingen in proces- en productkwaliteit plaatsvinden. Als VMI besteden we meer en meer aandacht aan lifecycle management voor meer klantwaarde over de hele levensduur. Daarom hebben onze machines een vaste basis en modulaire opbouw, wat upgrades of reparatie vergemakkelijkt.’

ENORME DISCIPLINE

LIFETIME EXTENSION

ter servitization-verdienmodel.’ Lely-collega en senior project manager Oscar Moers: ‘De boer hoeft daardoor maar met één stuk software te werken om alle informatie te krijgen. Wel is het belangrijk dat de data altijd eigendom blijven van de boer.’

Sanders vraagt de andere deelnemers hoe om te gaan met continuous improvements bij klanten die het liefst alles op basis van de capex afrekenen. Ruijs: ‘We werken eraan om een deel van dat soort diensten om te zetten in abonnementen en die geleidelijk te verruimen. Klanten kunnen kiezen uit een laag en hoog serviceniveau, maar moeten in elk geval een basisniveau nemen, anders krijgen ze die software niet. We hopen dat we met meerwaarde die hogere niveaus kunnen waarmaken en op den duur kunnen uitbreiden. Ook gaan we sturen op het verhogen van dat opex-deel om zo de klant langzaam te laten inzien dat het normaal is die kosten te betalen. En dat niet alles meer zit in die eerste aanschafkosten.’

AFREKENEN PER WAFER?

ROADMAP

In zijn eigen semicon-business ziet Sanders wel toekomst in het verkopen van predictable uptime en/of good-wafers-out. ‘We brengen steeds meer meetapparatuur de fabriek in om de kwaliteit van de chipmachine te controleren. We verkopen dit als een feed-forward-mechanisme om in-line de waferkwaliteit te verbeteren. Het is dan zaak met het hoogste niveau van de klant meerjarige raamafspraken te maken, over het leveren van een

VMI kent dezelfde problematiek, stelt Slobbe. ‘Als innovation leader ben je geneigd de engineers te volgen, waarna service er altijd achteraan komt. Je hebt écht een duidelijke roadmap en releasemanagement nodig. Dat vergt een enorme discipline. Soms is het moeilijk om de product lifecycle te managen, omdat we releases ook moeten beheren in het servicedomein en niet alles backward compatible is.’

Bij ASML beslaat de product lifecycle zelfs dertig jaar. Sanders: ‘Het kostenniveau dat onze klanten acceptabel vinden, daalt met de jaren. Ook zijn er end-of-life issues, waardoor onderhoudskosten stijgen. Voor ASML is de koppeling met service nog vers, ons nieuwe lifecycle-beleid wordt nu uitgewerkt. We willen klanten tien jaar lang een bepaalde service bieden tegen een bepaalde prijs. Daarna kunnen ze een lifetime extension package kopen, afhankelijk van de machine. We willen voorkomen dat klanten machines door anderen laten repareren omdat wij die service niet meer bieden. Bij ASML willen we het totale ecosysteem in handen houden. Dus als het enigszins kan gaan we door met een product.’ Ten Thije: ‘Soms willen klanten veel betalen om systemen in leven te houden. Dat kan interessant zijn, tot het moment dat je r&d nodig hebt om vervangende onderdelen te maken.’ Daarom werkt Aebi-Schmidt met refurbishment-programma’s. Ester: ‘Klanten gebruiken de machine voor tien, twaalf jaar en kunnen gedurende de levensduur een upgrade of een re-manufacturing laten doen. Zo haal je business uit de machine lifetime en zelfs uit de periode na de originele end-of-life.’

PLATFORM VOOR HELE ECOSYSTEEM Kortom, de klant wil data verdelen en zelf heersen. Daarom is het zaak te werken aan een softwareplatform, aldus Ruijs, waar het hele ecosysteem zijn eigen toepassingen op kan draaien. ‘Dat vraagt dat andere partijen in het ecosysteem gaan inzien dat het erg kostbaar wordt om zelfstandig apps te ontwikkelen en te onderhouden en dat het lastig is de investering daarin zelfstandig terug te verdienen. We hopen een platform te creëren waarop elke speler zijn eigen domein heeft met zijn eigen data, die hij tegen een bepaald bedrag krijgt om zelf actueel advies te verstrekken. Een stap verder is dat je samen met die andere partijen hun datastromen combineert met die van jezelf en zo via de patronen tot nieuwe inzichten komt die je met alleen je eigen data niet krijgt. Elke partij in dat ecosysteem kan dan zijn stukje krijgen van een gro-

‘ALS DE KLANT DE TOEGEVOEGDE WAARDE ZIET, KRIJG JE ZIJN DATA WEL’

90

december 2020

• www.aebi-schmidt.nl • www.asml.com • www.lely.com • www.thermofisher.com • www.vmi-group.com


EMO Emo van Halsema is directeur van Felan Innovations. Daarin legt hij zich toe op data driven sensor design, een specialisme dat klanten in staat stelt tot data driven product design. Verder is hij oprichter van Datamole dat focust op big dataoplossingen en data science.

www.datamole.ai

TIENERSEKS Dit jaar was een vreemd jaar. Allerlei normale zaken zijn dat ineens niet meer: een disruptieve situatie. ‘It is not the strongest of the species that survives, it is the one that is the most adaptable to change.’ Darwin had daar gelijk in. En dat geldt niet alleen voor individuen, maar even hard voor bedrijven.

wat het is. Bij grotere bedrijven is het over het algemeen lastiger snel te anticiperen op veranderingen en nieuwe mogelijkheden. De structuren zijn er eenvoudigweg niet op ingericht, en te veel mensen (managers) denken er wel een mening over te moeten hebben, terwijl ze geen idee hebben waarover het gaat. Tienerseks dus.

Er is veel te zeggen over aanpassingsvermogen. We leven, ook zonder coronatoestanden, in een wereld die snel lijkt te veranderen. We worden bestookt met nieuwe technologieën en mogelijkheden en dat leidt bij veel mensen en ondernemingen tot onrust. Moeten we hier nu in meegaan als early adopter om zo een voorsprong te verkrijgen op de concurrentie, of moeten we afwachten? Vaak is dan de conclusie: ‘Laten we er een klein projectje mee doen.’ En dan krijgt een drukbezet medewerker de opdracht om er eens naar te kijken en verslag uit te brengen. Vervolgens wordt er dus niet goed naar gekeken en is de conclusie dat het ofwel niets is, met het risico dat het wel wat was, of dat het veelbelovend is, wat het niet was. Gevolg: het kost jarenlang onnodig aandacht en geld.

Om toch innovatief te blijven is het steeds gangbaarder om met start-ups in zee te gaan. Zelf heb ik hier veel mee te maken. Het idee is dat kleine teams, van buiten de organisatie met nieuwe ontwikkelingen komen en sneller en efficiënter kunnen werken. Het idee is goed, de praktijk vaak anders. Om echt een succes te maken van samenwerken met een start-up is het essentieel dat er een betrokken liaison of een team wordt aangewezen dat ontwikkelingen kritisch volgt en zorgt voor overdracht van kennis en kunde. Alleen dan vinden innovaties van start-ups een zinvolle weg in de organisatie. Er moet worden geïnvesteerd. Je kunt niet een beetje zwanger zijn.

Je kunnen aanpassen begint met begrip. Een jaar of tien geleden, toen zaken als cloud, machine learning en artificial intelligence nog betrekkelijk nieuwe begrippen waren en veel ondernemingen zich afvroegen of ze daar iets mee zouden moeten doen, deed een collega en goede vriend van mij een gevleugelde uitspraak. Hij vergeleek het met tienerseks, alle tieners praten erover, maar niemand weet

En blijf daarbij nuchter analyseren. Erg veel nieuws is er niet onder de zon. Echte doorbraken op basis van nieuwe inzichten zijn zeer zeldzaam. In verreweg de meeste gevallen presenteren start-ups in feite weinig nieuws, of zelfs aperte onmogelijkheden. Het is de kunst om dat enkele pareltje eruit te vissen. Overleven in een snel veranderende wereld vergt dat je je aanpast én dat je heel goed begrijpt hoe en waarom.

THE INTEGRATOR.

COMMITTED TO YOUR RESULT. De kunst van het simpel houden met de modernste technologie. ALS HET GAAT OM: Machine-automatisering

Procesautomatisering

Hygiënisch ontwerp

Service & onderhoud

Motion control

www.vse.nl

december 2020

91


ADVERTORIAL

VENTURA SYSTEMS BESPAART FLINK TIJD MET ECI GATEWISE

DEUR STAAT OPEN VOOR VERDERE KETENINTEGRATIE Maakbedrijven en toeleveranciers willen hun onderlinge inkoop en verkoop stroomlijnen. ECI Ridder iQ, dat ruim 1.000 maakbedrijven ondersteunt met ERP-software, helpt hen daarbij met ECI GatewiseTM. Dit ketenintegratieplatform automatiseert het gehele inkoop- en verkoopproces van afnemers en leveranciers. In het septembernummer van Link Magazine viel te lezen dat Metaal 2000, totaalpartner voor metaalbewerking, Gatewise aan de verkoopkant inzet richting klant Ventura Systems. Waar Metaal 2000 nu aanzienlijk minder tijd hoeft te besteden aan administratieve zaken, realiseert Ventura ook een flinke tijdsbesparing en tevens genereert het accuratere informatie met Gatewise.

Ventura Systems heeft ook in productie al gedigitaliseerd, onder meer met schermen die laten zien wat er geassembleerd moet worden.

In de goederenontvangst gaat Ventura pakbonnen automatisch scannen via Gatewise.

V

entura Systems in Bolsward ontwikkelt en bouwt innovatieve deursystemen voor bussen, trams en metro’s. In 25 jaar is het bedrijf uitgegroeid tot een gerenommeerde leverancier die wereldwijd leidende fabrikanten van OV-voertuigen bedient. Om bedrijfsprocessen nog efficiënter te maken, kent Ventura een sterke drang tot automatisering, onder meer van het inkoopproces.

KETENINTEGRATIEPLATFORM De inkooporder is bij Ventura Systems al gedigitaliseerd en met de komst van Gatewise (tot voor kort Trivest Connect geheten) is de verwerking alleen maar flexibeler geworden. Ketenintegratieplatform Gatewise verbindt maakbedrijven en hun IT-systemen om de administratieve processen over meerdere applicaties te automatiseren. Het platform faciliteert snelle en eenvoudige uitwisseling van orderinformatie tussen de ERP- en bestelsystemen van aangesloten bedrijven. Bij Ventura maakt Gatewise het nu bijvoorbeeld ook mogelijk om de orderbevestiging digitaal te ontvangen.

INKOOP SLIMMER AANPAKKEN ‘Door de inzet van Gatewise hebben we een flinke tijdsbesparing gerealiseerd’, vertelt Ivo van Aalzum, technical strategic buyer bij Ventura Systems. ‘We ontvangen accuratere informatie over het inkoopproces, waardoor de inkooporder na het versturen in één keer kan doorlopen. De order wordt automatisch in het systeem bij Metaal 2000 geladen en hun digitale orderbevestiging komt terug bij ons. Dat gebeurt automatisch als er geen afwijkingen zijn. In geval van afwijkingen op prijs of levertermijn rapporteert ons ERP-systeem de betreffende orderregels. Op deze wijze is onze afdeling operationele inkoop enkel bezig met de afwijkingen.’ Ventura groeit en daarmee neemt het aantal orderregels toe, verklaart Van Aalzum. ‘Dus moeten we de inkoop slimmer aanpakken. Onze wens is om het hele proces van order tot aan uitlevering en facturatie automatisch te laten verlopen. Met hetzelfde aantal mensen kunnen we dan meer werk verzetten.’

AUTOMATISCH SCANNEN Het orderproces met Gatewise bevalt Ventura Systems erg goed. Op dit moment worden de laatste puntjes op de i gezet. De order gaat er digitaal uit en de beves-

tiging volgt snel. Dit geldt ook voor de pakbon. In de goederenontvangst test Ventura nu het automatisch scannen via Gatewise, om gelijk de pakbon te kunnen boeken. Dit levert een tijdsbesparing op in het magazijn en bij de administratie, aldus Van Aalzum. ‘We behalen alleen al vijf uur aan tijdwinst per week met het scannen van de pakbonnen en drie uur tijdwinst op de orderbevestiging. Zodra de order binnenkomt, weten we binnen tien minuten of wij aan onze klanten kunnen leveren. Alleen als er iets afwijkt, bijvoorbeeld in de voorraad of de prijs, hoeft er geschakeld te worden. De rest is pure winst. Bij de ouderwetse inkooporder was het lang wachten op de bevestiging als de order eenmaal was verstuurd. De orders en de artikelen moesten worden gecontroleerd, onder meer op prijs, leverdatum en versie. Het verwerken hiervan kostte dus zeker drie uur. Met Gatewise is dit verleden tijd. Het handmatige werk is teruggedrongen en het hele proces is hiermee versneld.’

TOEKOMST De implementatie van Gatewise is succesvol verlopen, meldt Van Aalzum. ‘We kennen de jongens van ECI Ridder iQ goed, een afspraak was snel gemaakt en daarom was de stap ook gauw gezet. Ridder had alles al zoveel mogelijk ingericht, waardoor het vlot kon verlopen. Binnen twee maanden was alles rond.’ Natuurlijk blijft er nog wat te wensen over. ‘Metaal 2000 is voor ons een grote leverancier qua inkoopregels en omzet, dus we willen bij hen nog wat zaken automatiseren. Dit zal ook zeker via Gatewise gaan verlopen, want zoals gezegd zien we graag een volledig geautomatiseerd inkoopproces van order tot facturatie, waarbij we alleen hoeven te schakelen als er iets afwijkt. Vervolgens willen we meer toeleveranciers laten aanhaken op het platform.’ Niet verwonderlijk dus dat Van Aalzum tot besluit andere bedrijven het Gatewise platform aanraadt. ‘Het is makkelijk communiceren, processen verlopen sneller en er is een goede samenwerking met de mensen van Ridder, die kennis van zaken hebben.’

ECI Software Solutions

Per 24-12-2020:

088-63 63 900

Philipsstraat 9

www.ridder.nl

3833 LC Leusden


SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

METAAL

GELEVERD

AM Solutions investeert in testcentrum

PRECISIETECHNOLOGIE

Ventielboxen van Demaco voor CERN Demaco in Noord-Scharwoude, expert in systemen voor vloeibaar gas op basis van cryotechnologie, engineert, produceert, levert en installeert 38 ventielboxen en 90 vacuüm-geïsoleerde transferleidingen voor onderzoeksinstituut CERN. Het is uiteindelijk bedoeld voor onderzoek naar neutrino’s door middel van deeltjesversnellers. Dat onderzoek moet cruciale infor-

matie over het heelal opleveren. De grootste uitdaging voor Demaco is om de warmte-inlek en de thermische contractie van verschillende procesleidingen binnen de ventielboxen en de transferleidingen bij diverse temperaturen te minimaliseren, met name tijdens de afkoelingsfase, aldus het bedrijf. www.demaco.nl

de hard- en software voor engineering, 3D-printen en nabewerking heeft het centrum onder meer luchtinlaat- en ventilatiesystemen voor de controle en beheersing van temperatuur en vochtigheidsgraad. Ook heeft AM Solutions in het center een eigen lijn voor nabewerkingsapparatuur geïnstalleerd. www.solutions-for-am.com

3D-PRINTING

Additive Industries zet in op MetalFAB-600

GEÏNVESTEERD ROBOTISERING

Polet schaft derde Yaskawa-robot aan Het Belgische Polet-De Pypere, leverancier en producent van onder meer professioneel gereedschap voor de industrie, zet verder in op automatisering. Nadat de onderneming eerder een tweede Yaskawalasrobot aanschafte, volgde recent de investering in een spuitrobot van

Speciaal voor de nabewerking van 3D-geprinte componenten heeft AM Solutions, dochterbedrijf van Rösler Oberfläschentechnik, een nieuw technologie- en testcentrum geopend in het Duitse Untermerzbach. Het center omvat 400 vierkante meter, waarop AM Solutions alle fabricagestadia voor nabewerking kan demonstreren. Naast de benodigde technologie, waaronder

hetzelfde merk, bedoeld voor de afwerking van spades met natlak. Samen zorgen de drie robots voor een verdere optimalisatie. Het beladen en ontladen van een cel is nu bijvoorbeeld ook veel sneller gedaan. www.polet.be, www.yaskawa.eu.com

Een bouwkamer van 600 x 600 x 1.000 mm (XxYxZ), voorzien van tien lasers van elk 1 kW en daardoor een opbouwsnelheid van 1.000 cm3/uur. Het zijn de meest opvallende specificaties van de MetalFAB600 3D-metaalprinter van Additive Industries, dat 3D-metaalprinters ontwikkelt en produceert voor de industrie. De MetalFAB-600 komt naar verwachting eind 2021 op de markt en wordt qua volume vijf keer

zo groot als de MetalFAB1. Om het project in zo goed mogelijke banen te leiden pakt huidig waarnemend ceo Mark Vaes zijn functie als cto weer op en wordt medeoprichter Jonas Wintermans waarnemend ceo. Highlands Beheer, de investeringsmaatschappij van de familie Wintermans, heeft dit jaar in totaal 28 miljoen geïnvesteerd in Additive Industries. www.additiveindustries.com

De toekomst is dichterbij dan je denkt Je wilt vooroplopen als bedrijf, maar hoe? Daarvoor heb je specialisten nodig die meedenken op elk vlak. Creativiteit, toewijding en een heleboel knowhow: NTS helpt klanten aan de beste oplossing voor hun specifieke vraag. Wij zijn gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en assembleren van (opto)-mechatronische systemen, mechanische modules en kritische componenten. Onze expertises? Precisie en wendbaarheid. Van eerste ontwerp, naar prototype tot assemblage: onze veelzijdige ondersteuning helpt klanten om producten sneller te realiseren. NTS excelleert in het oplossen van complexe vraagstukken. Wij bedenken en realiseren precies die toepassing waar onze klant naar zoekt. Met onze veelzijdige kennis en ervaring versnellen we technologische innovaties. De technologie van de toekomst? NTS brengt je dichterbij.

Onze (opto-)mechatronische systemen en mechanische modules dragen bij aan toekomstige technologieën

nts-group.nl

december 2020

93


met elkaar Bedankt voor het vertrouwen dat u het afgelopen jaar in ons hebt gehad. Wij wensen u prettige feestdagen en alle goeds voor 2021!


UIT DE MARKT SCHAEFFLER MAAKT DE GEESTEN RIJP VOOR CONDITION MONITORING Industrie 4.0 is een revolutie in meerdere opzichten, zo ervaren ze ook bij Schaeffler. Naast leverancier van componenten en tegenwoordig ook systemen (complete mechatronische producten zoals draaimomentlagers en lineaire motoren) ontpopt Schaeffler zich steeds meer als een dienstverlener. Dat betreft typische Industrie 4.0-diensten als condition monitoring. Om die beter onder de aandacht van klanten te brengen en de eigen medewerkers bewust te maken van het revolutionaire potentieel, heeft Schaeffler Benelux een paar jaar geleden twee coördinatoren aangesteld. Dat zijn salesmanager Eric Delvaux voor België en Luxemburg en accountmanager Dennis Fischer voor Nederland. ‘Onze taak als coördinatoren is om Industrie 4.0 breder bij klanten uit te rollen.’ Delvaux: ‘Wij komen uit de mechanische wereld van de lagers en merken dat het voor sommige klanten nog nieuw is dat we die lagers nu met elektronica en computers verbinden. Onze uitdaging is om in die bedrijven de mensen te vinden die hiermee al bezig zijn of

aan de slag willen gaan.’ Fischer: ‘Schaeffler is sterk in sectoren als metaal, papier, pulp, cement en energie, die allemaal met volcontinuproductie werken. Als je daar problemen in de installatie weken of zelfs maanden van tevoren kunt zien aankomen, kun je veel technische en financiële schade voorkomen. Daar zien we wel dat steeds meer bedrijven een aparte afdeling voor condition monitoring opzetten.’ Schaeffler maakt deze revolutie op onderhoudsgebied mede mogelijk met zijn nieuwe producten en diensten. Voorbeelden zijn de SmartCheck, een compact, modulair online meetsysteem voor continue monitoring van machines en processen, en de ProLink, speciaal voor trillingsmetingen in lagers en andere machinecomponenten. De nieuwste stap is Optime, een compleet, eenvoudig te installeren systeem dat naast monitoring ook data-analyse verzorgt en op basis daarvan voorspellingen doet over het benodigde onderhoud. Hiervoor ontving Schaeffler recent de Industrie 4.0 Innovation Award 2020 van VDE Verlag (VDE is de Verein Deutsche

ROADMAP NAAR RIJKERE GEDACHTEN In onze maatschappij leven we niet echt bewust. We zitten veel in ons hoofd, praten vaak negatief en we gedragen onszelf reactief. Ook in het bedrijfsleven. ‘Je kunt je voorstellen dat een dergelijke instelling niet leidt tot de werkomgeving waarvan je altijd al droomde. Toch gedraagt een groot gedeelte van de werknemers en ondernemers zich hiernaar. Tot voor kort deed ik dat ook’, erkent Judith Steinmeier. Vijf jaar geleden werd zij tijdens een bewustzijnscursus wakker geschud en besefte dat het ook anders kan. Ze kreeg een enorme honger om zichzelf te ontwikkelen tot een bewuste professional. Onbewust gedrag is volgens haar af te vangen door te werken aan drie pijlers: je gedachten, woorden en daden. In haar boek ‘De wakkere professional’ neemt Steinmeier de lezer mee aan de hand van deze drie pijlers. Het is een praktische roadmap en het leidt volgens de auteur tot ‘een professional wiens gedachten rijker zijn, woorden zekerder en acties

Optime van Schaeffler verzorgt naast monitoring ook data-analyse en doet op basis daarvan voorspellingen over het benodigde onderhoud. Illustratie: Schaeffler

Elektriker). Fischer: ‘Optime is de doorontwikkeling van ons monitoringaanbod tot een complete condition analyzer. Onze grote toegevoegde waarde ligt in de software. Andere partijen kunnen ook wel sensoren leveren en data verzamelen. Maar het analyseren en interpreteren kunnen zij vaak niet. Wij weten wat er fout kan gaan in bijvoorbeeld lagers en analyseren op basis van die kennis de data met onze software. Vervolgens koppelen wij op een begrijpelijke manier naar de klant terug welke consequenties de uitkomsten hebben voor bijvoorbeeld zijn motor of tandwielkast. Met die software lopen wij voorop.’ Cruciaal is de manier waarop de resultaten worden gepresenteerd, zegt Delvaux: ‘Optime is heel laagdrempelig. Gebruikers hebben via hun smartphone of tablet toegang tot onze analyses, zodat ze er ook echt iets mee kunnen doen. Niet alleen de experts, aan wie wij heel

veel data leveren, maar ook de eindgebruikers die geen kennis hebben van condition monitoring.’ De analyse gebeurt in de cloud, maar de data blijven eigendom van de klant, benadrukken Delvaux en Fischer. Wel is er sprake van ‘kruisbestuiving’. ‘Wij hebben een grote database met geanonimiseerde data die wij gebruiken om onze software nog beter te maken. Daardoor kunnen we nog gedetailleerder en sneller reageren op installatieproblemen bij individuele klanten.’ Inmiddels werkt Schaeffler al aan de ontwikkeling van intelligente lagers die sensoren in het lagermateriaal hebben ‘ingebakken’ en draadloos kunnen communiceren met de besturing. Als er geen aparte sensoren meer geplaatst hoeven te worden en bedrading voor de communicatie overbodig is, gaat de hardware voor Industrie 4.0 alvast richting plug & play. www.schaeffler.nl

VANDERLANDE INSTALLEERT AIRTRAX POCKET BIJ DE BIJENKORF

gerichter. Je wordt er ook een leuker mens van, maar vooral die positieve, zekere, succesvolle en energieke professional die langzaam maar zeker wakker wordt.’ Judith Steinmeier is gespecialiseerd in marketing en content en stelt nu ‘alles in werking’ om het bedrijfsleven dit bewustzijn bij te brengen. Ze schrijft en spreekt regelmatig over dit onderwerp. www.marketwrite.nl

B2C-bestellingen, B2B-winkelbestellingen met ‘fast movers’ en e-commerce-retouren: ze worden nu in het centrale magazijn van warenhuisketen de Bijenkorf in Tilburg allemaal ondersteund door de AIRTRAX Pocket van Vanderlande. De installatie van de omni-channeloplossing zorgt ervoor dat voor het eerst een soortgelijk systeem ergens operationeel is. Met de AIRTRAX Pocket biedt logistiek procesautomatiseerder Vanderlande de Bijenkorf een veelzijdige oplossing voor

het transporteren, rangschikken en opslaan van goederen. Terwijl binnen het Tilburgse systeem zo’n 48.000 zakken zijn, biedt de AIRTRAX Pocket een laadcapaciteit van 8.000 zakken per uur. Hierdoor kan de Bijenkorf ongeveer 95 procent van haar 210.000 productcodes afhandelen. Namens de Bijenkorf gaat Ingram Micro Commerce & Lifecycle Services het systeem beheren. www.vanderlande.com www.debijenkorf.nl https://nl.ingrammicro.eu

december 2020

95



SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES

ALLIANTIES

AUTOMATISERING

3D-PRINTING

Overname ProLeiT versterkt Schneider

AMcubator brengt alles samen voor 3D-printen

Industrieel automatiseerder ProLeiT AG is met zijn tien wereldwijde vestigingen overgenomen door Schneider Electric. Daarmee verbetert Schneider Electric, dat geldt als marktleider in digitale transformatie binnen energiebeheer en automatisering, het aanbod aan oplossingen voor de markt van

consumer packaged goods. Het is immers datzelfde segment waarin ProLeiT de afgelopen dertig jaar marktkennis en -expertise van process control systems heeft opgebouwd, gecombineerd met geïntegreerde manufacturing execution system (MES)-functionaliteiten. www.se.com, www.proleit.nl

AANDRIJFTECHNOLOGIE

Rubix Benelux neemt Geeve Hydraulics over ‘Een sterk hydraulische aanbod van Rubix in de gehele Benelux.’ Dat is wat volgens de persinformatie van Rubix Benelux ontstaat met de overname van Geeve Hydraulics in Rotterdam. Geeve is onder meer één van de key distributeurs van Parker in Nederland. Terwijl Henk Geeve, oprichter van het bedrijf,

de overname gebruikt om met pensioen te gaan, blijven zijn zonen en de rest van het management aan bij het bedrijf. Binnen Rubix wordt Geeve Hydraulics het nieuwe competence center Hydrauliek. www.rubix-group.com www.geeve.com

CHEMISCHE INDUSTRIE

FoamPartner is Recticels grootste overname ooit De Belgische chemiegroep Recticel betaalde dit najaar zo’n 250 miljoen euro voor de overname van het Zwitserse FoamPartner, dat technisch schuim en schuimrubber voor allerlei toepassingen produceert. De overname is voor Recticel de grootste ooit, sinds de groep in 1998 voortkwam uit de Generale Maatschappij. Recticel neemt

FoamPartner over van het Zwitserse conglomeraat Conzzeta en versterkt daarmee de eigen divisie Engineered Foams, dat de schuimen onder meer toepast voor geluidsisolatie in de automobielsector en industrie. www.recticel.com www.foampartner.com

Een plek waar alles op het vlak van 3D-printen samenkomt, zodat concrete en schaalbare 3D-print producten ontstaan. Dat is de doelstelling van AMcubator, als resultaat van de samenwerking tussen Additive Center en Marketiger. AMcubator omvat een centrum van 1.100 vierkante meter op Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven en biedt daar de ruimte voor

technologieontwikkeling en de installatie van machines. Volgens de initiators gaat AMcubator een faciliterende rol spelen, als een onestop-shop voor wie 3D-printen als productietechnologie wil inzetten. Naast Addditive Center en Marketiger zijn ook AM-flow, AM solutions, Hexagon en Royal DSM als launching partners betrokken bij het initiatief. www.amcubator.com

AUTOMATISERING

PTC en Rockwell breiden portfolio uit Met een verlenging van hun strategische samenwerking breiden PTC en Rockwell Automation ook hun gezamenlijke aanbod uit. Hielpen beide bedrijven eerder bijna 250 nieuwe klanten bij het bereiken van hun doelstellingen voor digitale transformatie, nu worden ook oplossingen van PTC voor product lifecycle management en software-

as-a-service (SaaS) betrokken bij de samenwerking. En terwijl het commerciële beleid van de twee bedrijven op elkaar wordt afgestemd, gaat PTC bovendien de virtuele machinesimulatie- en testsoftware van Rockwell Automation aanbieden. www.ptc.com www.rockwellautomation.com

Begeef jezelf op glad ijs… Schat risico’s in en benut kansen.

ELEKTROTECHNIEK

Digit hoort nu bij Batenburg Techniek Met de overname van Digit Elektrotechniek uit het Noord-Hollandse Zwaag versterkt Batenburg Techniek de eigen afdeling Industriële Automatisering. Tot die afdeling behoren inmiddels ook de bedrijven Beenen, Bellt, JB Systems, IAS en Hoogendoorn Growth Manage-

ment. Bij Digit werken zo’n 75 personen, Batenburg heeft er ruim duizend. In 2019 behaalde Batenburg een omzet van circa 230 miljoen euro, de winst over datzelfde jaar bedroeg 11 miljoen euro. www.batenburg.nl www.digitelektrotechniek.nl

Samen met ons!

PROCESINDUSTRIE

Culgi sluit zich aan bij Siemens Met de overname van het Leidse Culgi breidt Siemens het eigen Xcelerator-portfolio voor kwantumen moleculaire chemiemodellen uit. Culgi is een softwarebedrijf voor computerchemie met een focus op multiscale simulaties in de procesindustrie en sluit zich aan bij Sie-

mens Digital Industries Software. De overname moet de engineeringworkflow bij bedrijven versterken en daarmee kostenbesparingen realiseren, zodat volgens Siemens het potentieel voor product- en procestransformaties toeneemt. www.siemens.com, www.culgi.com

www.wjadvocaten.nl

anders | durven | denken

december 2020

97


ADVERTORIAL

ITSME HELPT MACHINEBOUWERS BIJ EERSTE STAPPEN IN DIGITALISERING

NUCHTERE KIJK OP INDUSTRIE 4.0 De beloften van Industrie 4.0, of Smart Industry, zijn groot. Alles met alles verbinden, overal big data verzamelen, complete productielijnen optimaliseren en uiteindelijk zelfs nieuwe businessmodellen ontwikkelen. De grote automatiseringsleveranciers hebben er elk een allesomvattende oplossing voor, maar invoering daarvan is voor veel machinebouw-mkb’ers een veel te grote stap. Technisch dienstverlener itsme helpt bedrijven juist om eerste, kleine stappen te zetten in de digitalisering, op basis van concrete behoeftes en beperkte investeringen. De klant brengt zijn proceskennis in, itsme deelt zijn kennis van digitalisering en industriële automatisering.

Klaas de Vos, manager industrial automation bij itsme: ‘Er zijn in Industrie 4.0 geen standaardoplossingen, het is juist heel klantspecifiek. Samen met de klant bepalen we wat urgent is.’

KLEINE EN GROTERE PUZZELSTUKKEN iteraard houdt itsme Industrial Automation zich volop bezig met Industrie 4.0. Of zoals we het in Nederland noemen, Smart Industry, de ontwikkeling van digitalisering en Industrial Internet of Things (IIoT) om onze industrie slimmer te maken en innovatiever in producten, processen en businessmodellen. Ook veel kleinere machinebouwers hebben het gevoel dat ze ‘iets’ met Industrie 4.0 moeten doen, signaleert Klaas de Vos, manager industrial automation bij technisch dienstverlener itsme. ‘Ze zien Industrie 4.0 als een groot ‘monster’ op hen afkomen, waar ze niet aan kunnen ontkomen, denken ze. Hun machines moeten de cloud in, connectivity hebben voor data-acquisitie en besturing.’

Natuurlijk kan itsme ook ondersteunen bij het invullen van grotere stukken, zoals het opzetten van een digital twin van een machine of productielijn: een virtueel model voor ontwerp, besturing en onderhoud. ‘Maar dat is niet het eerste waarmee wij bij een klant binnenstappen. Met digitalisering aan de slag gaan, zeker met zoiets groots als een digital twin, dat is een ingrijpende verandering en in het begin meer een kwestie van change management dan van techniek.’ De Vos ziet het bij het fenomeen ‘virtual commissioning’, het met hulp van een digital twin op afstand in gebruik stellen van een machine of lijn. ‘Door de coronacrisis kwam dat hoog op de agenda bij veel managers. Intussen hebben ze echter ontdekt dat dat wel een erg grote investering vergt, niet alleen financieel, maar ook in verandering van werkwijzen, bijvoorbeeld.’

EERST ADVISEREN, DAN DIGITALISEREN

DICHT BIJ HUIS BEGINNEN

Industrie 4.0 is echter geen concreet product dat meteen geleverd kan worden. ‘Er zijn geen standaardoplossingen, het is juist heel klantspecifiek. Iedere klant – of het nu de bouwer of de gebruiker van machines is – zoekt iets anders in het grote verhaal en daar kunnen wij over adviseren. Dat doen we door samen te bepalen wat urgent is. Soms is de klant al geholpen met een sensor, waardoor hij ‘feeling’ met een machine kan houden. Een volgende stap kan zijn hem te helpen met het loggen van data. Daarover gaan we dan om tafel. De klant brengt zijn specifieke proceskennis in, wij delen onze kennis van digitalisering en industriële automatisering.’

Er komt nog bij dat veel bedrijven huiverig zijn om naar de cloud te gaan met hun machines en data. De Vos juicht daarom toe dat grote automatiseringsleveranciers nu ook sterk inzetten op ‘edge computing’: geen cloud computing maar digitalisering, datalogging en data-analyse aan de ‘rand’ van het grote IIoT. ‘Met edge computing houd je het in eigen huis en hoef je het niet meteen zo groot te maken.’ Als onafhankelijke technisch dienstverlener met veel ervaring in automatisering en digitalisering en veel kennis van alle grote merken, kan itsme als geen ander klanten daarover adviseren. Waarbij De Vos als laatste raad meegeeft: ‘Besef goed waar je mee bezig bent en waar je heen wilt en blijf met beide benen op de grond staan.’

U

BUSINESSMODELLEN Uitdaging daarbij voor itsme is om gelijk voor rekening van de klant advies te kunnen uitbrengen. ‘Dat is hij nog niet zo gewend, maar het is wel nodig om hem te helpen die eerste concrete stappen met Industrie 4.0 te gaan zetten. Uiteindelijk kunnen voor klanten de businessmodellen op de schop gaan en dat geldt ook voor ons. Industrie 4.0 past in onze al eerder ingezette transformatie van dozenschuiver naar technisch (en commercieel) adviseur. Meteen betalen voor advies voelt soms echter nog vreemd. De klant wil graag investeren, maar het moet hem niet te veel kosten.’ Vandaar de kleine stappen. ‘We gaan met z’n allen op weg naar een gedigitaliseerde wereld waarin bedrijven processen optimaal kunnen laten draaien. Dat zijn grote woorden, het gaat om een grote puzzel; wij kunnen helpen bij het leggen van eerste stukjes.’

itsme Nederland Steurweg 2 4941 VR Raamsdonksveer T +31 (0)162 48 42 00 E info@itsme.eu I www.itsmenederland.nl


UIT DE MARKT CORONA VERSNELT AR- EN VR-TOEPASSINGEN De coronacrisis levert de maakindustrie hoofdbrekens op, maar kan ook zorgen voor een versnelling van innovatieve ontwikkelingen. Bijvoorbeeld waar het gaat om remote: onderhoud en installatie op afstand met augmented en virtual reality. Een greep uit het nieuws van de afgelopen maanden: van slimme brillen tot updates op afstand. Neem de Smart Glasses van Moba Group, fabrikant van machines voor het sorteren, verpakken en verwerken van eieren. Met de Smart Glasses, zo zegt het bedrijf uit Barneveld, heeft de klant de mogelijkheid om op afstand contact te leggen met een expert van Moba. De monteur van de klant draagt de bril (met camera) en de technicus kan op deze manier zien wat de klant ziet. ‘Met deze technologie is het mogelijk machineproblemen op te lossen en onderhoud te doen zonder dat de expert

naar de klant toe hoeft te komen’, aldus Moba. ‘Met het systeem kan het team elke klant die de Smart Glasses draagt, begeleiden en assisteren. De klant kan de problemen aanwijzen en hij kan vervolgens van de Moba-expert tekeningen, foto’s of instructievideo’s krijgen. Alle sessies kunnen worden opgeslagen om later terug te kijken.’ B&R, met het Nederlandse hoofdkantoor in Breda, heeft de zogeheten Secure Remote Maintenance gelanceerd Daarmee kunnen machinebouwers op afstand systemen bekijken, onderhoud doen en updates installeren. De SiteManager van B&R wordt op de pc van de klant geïnstalleerd, en biedt zo de technici van B&R de gelegenheid in het systeem van de klant te kijken wat er aan scheelt en hoe dat moet worden opgelost. ‘De technicus kan een veilige verbinding tot stand brengen en

BEENEN NIEUWSTE LID VAN INNOVATIECLUSTER DRACHTEN In een speciale coronaproof bijeenkomst is hightechbedrijf Beenen uit Heerenveen eind november officieel toegetreden tot Innovatiecluster Drachten. Hier- De officiële toetreding van Beenen gebeurde online. Foto: ICD mee groeit het ken slimme technieken om onze bedrijvencluster naar 23 leden. Met klanten verder te brengen. Bijvoorklanten als Suikerunie, Frieslandbeeld door een connectie te maken Campina, Avebe, JDE, Huhtamaki, tussen besturingssystemen, robots Philips en BASF misstaat Beenen en sensoren waardoor bestaande niet in het rijtje bijzondere bedrijfabrieken slimmer worden, met ven van het Innovatiecluster. Algeminder storingen en ze dus beter meen directeur Alex van Dalen is produceren.’ ‘zeer vereerd’: ‘We willen onze kenWethouder Robin Hartogh Heys nis delen met de andere bedrijven van gemeente Smallingerland en zo samen Noord-Nederland op noemde het ICD in zijn online de kaart zetten.’ De ontwikkelingen toespraak ‘de meest innovatieve club in de techniek gaan volgens hem zo van het Noorden’. ‘Dat er nu snel, dat die als solospeler haast niet opnieuw een bedrijf van buiten bij te houden zijn. Drachten deelneemt, past goed bij Beenen is onderdeel van het veel de doelstelling dat we uitdagingen grotere Batenburg. Beenen is autovoor de toekomst het best kunnen riteit op gebied van industriële autoaanpakken door samen te werken. matisering en ontwerpt en realiseert Als we het noorden goed voor het complete besturingsinstallaties voor voetlicht willen krijgen, moeten we de sectoren industrie, infra en elkaar niet beconcurreren maar watertechnologie, zowel regionaal, samenwerken en elkaar versterken.’ nationaal als internationaal. Het www.beenen.nl heeft locaties in Heerenveen, Zwolle www.icdrachten.nl en Nijkerk. Van Dalen: ‘Wij gebrui-

vervolgens diagnoses uitvoeren, parameters aanpassen en eventuele fouten oplossen alsof ze naast de klant staan’, zegt B&R. De SiteManager kan zowel op nieuwe machines worden geïnstalleerd als op bestaande. Het bespaart tijd en geld en is coronaproof. ASML doet het weer op een andere manier. Op LinkedIn meldde de hightechreus uit Veldhoven dat hun remote service-oplossing met Hololens was opgepikt door het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven, zo’n beetje de buren van ASML. ‘Ze gebruiken nu onze Hololens om coronaprotocollen te trainen in augmented reality.’ In het Eindhovens Dagblad werd uitgelegd hoe dat werkt. Verpleegkundigen krijgen een bril op en zien in AR een levensechte patiënt voor zich met zware coronaklachten. Door de glazen zien de verpleegkundigen een patiënt op het bed, met daarbij alle relevante medische waarden. Er is een opleidingsadviseur bij het project betrokken, die zeer te spreken is over de Hololens. Hoe dichter bij de realiteit, hoe

beter het beklijft bij de verpleegkundigen. ‘Artsen kunnen straks via de 3D-bril ook van een afstand meekijken. Bijvoorbeeld ’s nachts vanuit huis. Deze techniek heeft echt de toekomst’, aldus het ziekenhuis. En ten slotte Benchmark, ontwikkelaar en producent voor de industrial, medical en avionics markt. Het bedrijf maakt veel gebruik van AR en VR. Christian Suurmeijer van de Almelose vestiging zei eerder dit jaar tegen Link Magazine dat beide technieken nog tijd nodig hebben om volwassen te worden. Dat vindt hij na maanden van corona nog steeds, zo laat hij weten, al versnelt corona de ontwikkelingen wel. ‘Je kunt al een online event organiseren alsof je op er echt rondloopt. Bedrijven zien nu wel meer de waarde van AR en VR. Maar op het vlak van op afstand communiceren en interactie hebben, voldoen de huidige tools als Teams en Zoom de komende tijd.’ www.moba.net www.br-automation.com/nl www.asml.com www.bench.com

Experienced IN HIGH TECH ELECTRONICS FOR MORE THAN 20 YEARS! • Design and engineering • Assembling electronics • Supply chain management

• Box building • System integration • Testing and programming

WWW.EPRPARTNER.COM

december 2020

99


Hoe ik machines leer spreken

OPTIME Stelt mij in staat om meer dan 100 machines binnen enkele uren te monitoren – dat maakt OPTIME een eenvoudige en economische oplossing voor conditiebewaking. www.schaeffler.nl/optime


UIT DE MARKT DANKZIJ VSL-KALIBRATIESTATION WEET LNG-KLANT PRECIES HOEVEEL HIJ TANKT Vloeibaar aardgas, ofwel Liquefied Natural Gas (LNG), speelt een cruciale rol bij de energietransitie. LNG biedt een schoner alternatief, met name voor notoire vervuilers in de transportsector zoals vrachtwagens, binnenvaart- en zeevaartschepen. Voordat LNG wijdverspreid kan worden ingezet, moet het wel exact en consistent kunnen worden gemeten. En dat is niet zo eenvoudig. Aardgas wordt pas vloeibaar bij een temperatuur van -162°C. Het is een grote technische uitdaging om meetapparatuur bij die extreme temperatuur correct te laten werken. Toch is de nauwkeurige werking ervan cruciaal. Gezien de volumes en massa waarin LNG wordt getransporteerd, kan zelfs een kleine meetfout honderdduizenden euro’s kosten. Als oplossing voor dit meetprobleem heeft VSL, ook bekend als het Nationaal Metrologisch Instituut van Nederland, een installatie ont-

wikkeld waarmee LNG-flowmeters kunnen worden gekalibreerd. De installatie is ontwikkeld samen met Yokogawa, Endress+Hauser, Krohne, Emerson, Enagas, EffecTech, het Nationaal LNG Platform, Oil & Gas Systems, TTAC, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en andere partners. Hierdoor kunnen deze meters tot op de druppel nauwkeurig meten hoeveel LNG werkelijk wordt afgenomen. Dit schept meer vertrouwen in het gekochte product en stimuleert de wereldwijde handel. Fabienne van Booma, managing director VSL: ‘Voor het gebruik van LNG als brandstof, is vertrouwen in het product en in de af te rekenen hoeveelheid cruciaal. Zowel consumenten als de industrie hebben standaarden nodig, waardoor ze erop kunnen vertrouwen dat ‘een kg of kubieke meter LNG’ overal ter wereld exact hetzelfde betekent. Ik ben er trots op dat VSL als eerste

GROEIVERTRAGING: FMI INSTRUMED RICHT ZICH OOK OP ANDERE MARKTEN Het jaar 2020 wordt voor FMI Instrumed – net als voor veel bedrijven – geen topjaar. De onderneming in Schiedam, onderdeel van FMI Holding, is gespecialiseerd in het 3D-printen en nabehandelen van titanium implantaten bestemd voor de medische industrie. En die tak van sport lag in het voorjaar nagenoeg stil, vertelt managing director Henk Jansen. ‘Onze implantaten worden onder meer toegepast in rug- en oogoperaties en die werden in die maanden nauwelijks uitgevoerd. We hebben veel klanten in Frankrijk en Groot-Brittannië die een tijdlang volledig gesloten zijn geweest.’ Daar tegenover staat wel dat dit jaar een aantal klantbedrijven de investeringen in het ontwikkelen van nieuwe implantaten naar voren heeft gehaald om die op de markt te kunnen brengen voordat de Medical Devices Regulation eind volgend jaar van kracht wordt. ‘Nu is dat nog een richtlijn, maar als het eenmaal een wet is krijgen de fabrikanten met veel langere certificeringstrajecten te maken. Een aantal wil die voor zijn en dat heeft ons juist weer extra werk opgeleverd.’

Evengoed groeien de 3D-printactiviteiten ook bij FMI Instrumed langzamer dan eerder verwacht, aldus Jansen. Daarom worden de eerste stappen gezet om de additive manufacturing-competenties ook voor andere markten dan de medische wereld in te gaan zetten. Daarvoor wordt ook de joint venture benut die de holding per oktober van dit jaar is aangegaan met de ImProvia Group. ‘We gaan met een roadshow – vooralsnog digitaal – langs de FMI-vestigingen in Best en Drachten om de engineers daar, werkzaam voor diverse industriële sectoren, in masterclasses vertrouwd te maken met de mogelijkheden van 3Dmetaalprinten. En ook de mensen van ImProvia willen we de voordelen ervan laten zien. Bijvoorbeeld die van het ImProvia-bedrijf ExRobotics dat robots voor veeleisende omgevingen ontwikkelt en bouwt; delen van die robot zijn wellicht heel goed te 3D-printen.’ Voorts wil FMI Instrumed het 3D-printen van kunststof als technologie gaan aanbieden door daarvoor de samenwerking aan te gaan met partners. www.fmi-international.com

De hoeveelheden LNG moeten exact en consistent kunnen worden gemeten. Foto: VSL

metrologisch instituut ter wereld deze standaard heeft ontwikkeld.’ De LNG-consument gaat vanzelfsprekend niet tanken bij de VSL-faciliteit gevestigd op de Maasvlakte, maar kan er toch dankzij dit station van op aan dat hij precies die hoeveelheid krijgt waarvoor hij betaalt. In de wereld van de meeteenheden zijn internationale afspraken gemaakt over de definitie van die eenheden. Alle meetinstrumenten moeten dus steeds worden gekalibreerd. VSL doet de zogeheten eerste vergelijking, kalibratielaboratoria elders in de land de tweede. Daartussen en – in dit geval – het LNG-tankstation kunnen nog wel drie of vier stappen zitten. ‘Deze herleidbaarheidsketen moet altijd kunnen worden gevolgd, zonder onderbreking, tot aan de primaire standaard van een land. In de nieuwe faciliteit is het dus voor het eerst ter wereld mogelijk om van LNG-meetinstrumenten – bijvoorbeeld een flowmeter waar-

mee een LNG-dispenser van een tankstation wordt gekalibreerd – zeer nauwkeurig vast te stellen of die de juiste hoeveelheden aangeeft. Zo weet de consument dat wat hij aan LNG ontvangt klopt met de eenheidsafspraken en wat hij dus moet afrekenen’, aldus Erik Smits, manager liquid flow metrology van VSL. Blijf staan de vraag: als tot nog toe zuiver meten niet mogelijk was, is er dan altijd te weinig of teveel geleverd en betaald? En over welke hoeveelheden hebben we het precies? Smits: ‘Foutmarges zijn afhankelijk van de meetsystemen, de fabrikant en het type flowmeter dat gebruikt wordt. Het is dus moeilijk om er een getal aan te hangen, maar we weten dat er in de markt behoorlijke variaties zijn tussen meetsystemen in volume en/of massa van een paar tienden van procenten tot procenten.’ De nieuwe faciliteit maakt aan deze onzuiverheden nu een einde. www.vsl.nl

Al 20 jaar voelt tbp zich erg thuis bij Isah. Meer weten? Kijk op de achterpagina

1

Maak het met Isah.

december 2020 30-11-2020 101 16:01


UIT DE MARKT POST & DEKKER BENUT ‘SLOWERE’ MAANDEN OM SNELLER TOT BETERE CONCEPTEN TE KOMEN

IMPROVE YOUR INDUSTRIAL PERFORMANCE

Onze focus verleggen van alleen kosten verlagen naar waarde creëren en ons concurren evoordeel versterken, wordt ondersteund door Togetr Planning-tools. De hoogst mogelijke ‘throughput’ met de laagst mogelijke voorraad; tegelijker jd hoge kwaliteit en leveringspresta es waarborgen. Voor ons van cruciaal belang.

Hendrik van ‘t Hul CFO Mitsubishi Elevator Europe B.V. - SCM

Togetr biedt integrale bedrijfsoplossingen die maakbedrijven in staat stellen de fabrieken te digitaliseren, exibel en slim te produceren, de fabrieken en ketens beter te plannen en de producten als slimme diensten aan te bieden.

www.togetr.nl

102

december 2020

Inmiddels heeft Post & Dekker zich voorgenomen de werving van nieuw personeel weer op te pakken, want het komend jaar ziet er vooralsnog goed uit, aldus Eric Jan Dekker, directeur van het engineeringsbureau uit Amsterdam. Maar de afgelopen maanden hielden hij en zijn collega’s tijd over. Dat voorzagen ze reeds in maart, bij het uitbreken van de coronacrisis. En die uren wilden ze graag goed besteden, om hun dienstverlening verder te optimaliseren en dat op te nemen in hun strategisch verbeterprogramma. Dus werd een aantal ideeën ontwikkeld en voorgelegd aan klanten. Drie van die ideeën bleken het waard in pilots nader te onderzoeken en te finetunen. Een daarvan duidt Dekker met ‘concept in a month’. ‘Het ontwikkelen van een concept-product of -module deden we normaal gesproken in zes sprints van elk twee weken. Dat lijkt misschien niet lang, maar gedurende zo’n periode kan bij de klant het momentum van enthousiasme voor dat idee makkelijk wegebben.’ Dus hebben Dekker cs. een studie gemaakt van de Design Sprint Methodiek, een bij Google ontwikkeld proces om in een zeer korte tijd software te ontwikkelen. Die is vertaald naar het ontwikkelen van producten of modules. ‘Google hanteert een periode van een week, wij nemen een maand. Cruciaal daarin is het bepalen en overwinnen van de grootste drempels. Dat kan bepaalde functionele technologie zijn, maar ook de maakbaarheid. Dat proces start met een ‘set the stage’-gesprek waarin je vaststelt wat je over vier weken bereikt wilt hebben. En daarin zit ook meteen het grootste leerpunt van de pilot. We hebben de methodiek eenmaal intern en twee keer met een klant toegepast. Daaruit kwam naar voren dat het heel lastig – maar ook heel belangrijk – is aan het begin van het traject te benoemen wat je nog niet weet maar wel moet zien te achterhalen. Want dan kun je voorkomen dat aan het eind blijkt dat je bepaalde inzichten gemist hebt doordat bijvoorbeeld de manager operations niet is betrokken.’

De tweede pilot is ‘data drive design’: ‘Een ontwerper is erbij gebaat in een zo vroeg mogelijk stadium over zoveel mogelijk relevante informatie te beschikken. Een deel kan gehaald worden uit de data van de installed base van de klant. Die data kunnen omgezet worden in informatie over de oorzaak van bijvoorbeeld bepaalde storingen en hoe die in het nieuwe ontwerp voorkomen kunnen worden. Dikwijls heeft de klant die data wel beschikbaar, maar doet hij er nauwelijks wat mee omdat hij niet weet hoe hij er zinvolle informatie uithaalt. Wij hebben daar veel ervaring mee omdat wij modulair ontwerpen met behulp van een configurator waarin gedurende de life cycle heel veel data worden verzameld. Zo kunnen we tot betere ontwerpen komen’, aldus Dekker. Deze pilot wordt momenteel met klanten Ravo en Boon Edam gedraaid. De derde pilot heet ‘specs oogsten’. ‘Het is vaak onduidelijk of de functionele specificaties een goede ‘vertaling’ zijn van de user specificaties. Veel ondernemers hebben hun klant niet echt goed begrepen. Ze denken die eerste stap – het ontwikkelen van een productidee – op een goede manier gezet te hebben, maar zijn toch te snel in de oplossing gaan zitten. En dat kan tot oplossingen leiden die volstrekt niet beantwoorden aan de behoefte van de klant.’ Vandaar dat in deze pilot de CAFCR-methode wordt ingezet waarin met storytelling getracht wordt die gebruikersvraag te belichten vanuit verschillende perspectieven. Vanuit de perspectieven van de verschillende domeinen bij de klant, maar ook vanuit dat van de eindgebruiker, tijdens de gebruiksperiode maar ook op het end-oflife-moment. ‘Alleen als je op die manier de user specificaties in beeld brengt kun je deze op systeemniveau valideren. Regelmatig ervaren we dat nog tijdens het testen nieuwe inzichten ontstaan in de wensen van de markt. Een goede set aan user specificaties kan dat voorkomen.’ www.postendekker.nl


STT BIEDT HULP BIJ TOEKOMSTBESTENDIG PRODUCEREN Een quick scan, waarmee bedrijven kunnen zien wat ze moeten doen om klaar te zijn voor de toekomst. Handig? Zeker. En een gevalletje win-win voor de bedenkers ervan, STT Products. Want met de tool worden niet alleen bedrijven verder geholpen, het zorgt ook voor wat extra werk voor STT Products in deze coronatijden. STT Products in het Groningse Tolbert ontwikkelt en bouwt speciaalmachines, industriële robotica, testapparatuur en meetsystemen. Volgens directeur Menno Kooistra is de ‘Quick Scan Productie Optimalisatie’ een logisch (en creatief) uitvloeisel van de koers die STT Products een aantal jaren geleden heeft ingezet. ‘We zijn de afgelopen tien jaar in omvang verdubbeld, hebben het portfolio voor de maakindustrie verbreed en proberen in toenemende mate onze klanten te ondersteunen bij het moderniseren van hun fabrieken. Met de quick scan kunnen we bedrijven helpen nu alvast te kijken naar toekomstbestendig produceren. Voor als de economie weer aantrekt.’ Bij de Quick Scan Productie Optimalisatie komen medewerkers van

STT Products één dagdeel langs bij de klant, analyseren grondig het complete proces en komen – na verschillende trajecten – met voorstellen voor verbeteringen op het gebied van digitalisering en productie. ‘We kijken waar de klant kan besparen, waar het sneller en waar het efficiënter kan. Uiteindelijk krijgt de klant in rapportvorm een aantal aanbevelingen en concrete technische vernieuwingen en oplossingen.’ De Nederlandse maakindustrie móet richting smart factory, wil ze kunnen blijven concurreren, zegt Kooistra. Want hij weet zeker: alleen

bedrijven die echt aan de slag gaan met vergaande digitalisering, overleven. ‘Soms kom ik bij ondernemingen waar ik echt schrik: alsof de tijd heeft stilgestaan. Die gaan het niet redden.’ Of er industriebreed voldoende stappen worden gezet, kan Kooistra niet helemaal overzien. ‘Er zijn bedrijven die flink investeren en er zijn er die achterblijven. Je ziet in ieder geval dat de bedrijven die nadenken en investeren in smart industry, duidelijk minder kwetsbaar zijn. De maakindustrie móet meer stappen zetten om te overleven.’ Tien jaar terug was het de werkvloer

die weerstand had tegen technologische vernieuwingen, zegt Kooistra. ‘Bang voor verlies van werkgelegenheid. Dat is de afgelopen jaren wel veranderd. Het personeel ziet de voordelen. En bedrijven kunnen nu ook niet anders: er is een tekort aan medewerkers, dus automatisering is noodzaak. Gaat het hard genoeg? Het kan sneller en het kan beter, denk ik. Het is een kwestie van de financiële middelen inzetten en durf hebben. Het moet gewoon. Als je niets doet, word je voorbijgestreefd.’ www.sttproducts.nl

ALLES GOED OPGEBORGEN MET PRO.FILE NEXT Met productdatamanagement (PDM) en documentmanagement (DMS) kunnen bedrijven hun productgegevens en documenten op een overzichtelijke manier opslaan en beheren tijdens de levenscyclus van een product. Het Duitse Procad biedt onder de naam Pro.file al dertig jaar dergelijke systemen. Volgens het bedrijf was het – mede vanwege IoT en Industrie 4.0 – tijd voor een nieuwe versie: Pro.file Next. Die is dit najaar gelanceerd.

Procad heeft zes vestigingen in Duitsland en is internationaal vertegenwoordigd in negen landen, waaronder Nederland. Er werken in totaal 140 mensen. Volgens Procad worden productontwikkelingsprocessen steeds korter (en vaak ingewikkelder). Om als bedrijf overzicht te houden, is het daarom belangrijk dat de gegevens van alle producten zo worden opgeslagen, dat ze snel uit de verschillende IT-systemen en -toepassingen kunnen worden

gehaald om te kunnen gebruiken. Pro.file is een documentbeheersysteem, met een databackbone als centrale opslag voor alle gegevens en documenten van alle specifieke producten van een onderneming. Alle informatie wordt zo in het systeem bewaard dat de benodigde gegevens – ook van derde partijen – snel en eenvoudig toegankelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor alle CAD> LEES VERDER OP PAGINA 104

www.variass.nl

december 2020

103


UIT DE MARKT MET IVO KOLMAN AAN HET ROER BOUWT ECI HET EIGEN MERK UIT

Ivo Kolman. Foto: ECI

> VERVOLG VAN PAGINA 103

gegevens, maar ook voor productgerelateerde documenten. ‘Met één druk op de knop heeft een bedrijf toegang tot alle documenten en tot de wijzigingsgeschiedenis van de producten’, aldus Procad. ‘De oplossingen ondersteunen de digitalisering van processen voor productontwikkeling en productbeheer in technische bedrijven.’ Dit najaar kwam er dus een nieuwe versie van het systeem: Pro.file Next.

De rol van ECI Software Solutions als ICT-leverancier voor de Nederlandse maakindustrie verder uitbouwen. Dat is het streven van Ivo Kolman, sinds 1 oktober country director voor Nederland. Eerder was Kolman managing director bij Ridder Data Systems, dat een ECIdochter was en opgaat in ECI Software Solutions. Zo ook vijf andere Nederlandse ERP-leveranciers (Bemet, Inventive, Proteus, Winthe-

on en Trimergo) waarvan voormalig leidinggevenden net als Kolman toetreden tot ECI’s nieuwe managementteam in Nederland. Kolman: ‘Ons team bundelt meteen meerdere expertises. En ook belangrijk: onze productnamen blijven. Daarop bouwen we verder, met één gezamenlijke marktbenadering. Dat werkt erg prettig.’ Tel de oplossingen van de zes voormalige ECI-bedrijven bij elkaar op en de klant heeft heel wat te

Het is volgens Procad zijn ‘belangrijkste technologische doorbraak van de afgelopen twintig jaar’. ‘Met Pro.file Next kunnen bedrijven hun digitale bedrijfsprocessen modelleren met behulp van een modern platform in de cloud. Het geeft ze de mogelijkheid een systeem te gebruiken, dat hun dagelijkse zakelijke behoeften ondersteunt.’ Pro.file Next wordt door Procad omschreven als een platform dat meegroeit met de behoeftes van de klant en dat kan worden geïnte-

greerd met diens overige systemen. Bovendien is de nieuwe versie volgens Procad beter in staat maatwerk te leveren, door de configuratie van het systeem aan te passen aan specifieke eisen. Procad is naar eigen zeggen met de nieuwe versie ook beter in staat zich te positioneren als ‘digitale transformatiepartner’. ‘Technische bedrijven kunnen zich concentreren op hun eigen werk en op het beheren van de impact van hun producten’, aldus Procad. www.pro-file.com/nl/

kiezen, stelt Kolman. ‘Ons aanbod wordt de komende tijd alleen maar groter, toegespitst op de functie voor specifieke segmenten. Die verticale onderverdeling naar business lines zorgt ervoor dat we met onze klanten meteen de diepte in kunnen.’ Bovendien biedt ECI het volgens Kolman onderscheidende GatewiseTM-platform, dat alle ECI ERP-systemen digitaal aansluit op uiteenlopende leveranciers in de maakindustrie. ‘Uiteindelijk komt alles neer op de Connected Value Chain; dát is waar wij waarde toevoegen.’ En dat laatste met een volgens Kolman bijzondere combinatie: ‘We hebben de basis van een internationaal concern, met veel kennis van de Nederlandse markt. Die lokale focus is onze kracht.’ Met een nieuw hoofdkantoor in Leusden laat ECI zich letterlijk zien, als startpunt voor meer naamsbekendheid. Kolman: ‘We zetten de komende tijd in op branding. En bouwen ons merk uit, nog meer dan voorheen.’ www.ecisolutions.com

Onze krachten gaan hand-in-hand Galgenberg 7 | 5571 SP Bergeijk | T +31 (0)497 55 53 93 | info@baxmetaal.nl | www.baxmetaal.nl

104

december 2020


PERSONALIA de functie over van Rob Hommersen die met pensioen gaat en het bedrijf na 42 jaar verlaat. Ze werkt al ruim twintig jaar bij Endress+Hauser, waar ze meerdere managementfuncties had. Ron van het Hof, ceo van kredietverChimwemwe de Gaay Fortman is

sinds 1 december businessunitmanager Capital bij ontwikkelingsmaatschappij Oost NL. Ze volgt Koos Fuykschot op, die de investeringstak van Oost NL de afgelopen jaren leidde.

zekeraar Euler Hermes, is benoemd tot voorzitter van de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK) in Den Haag. Zijn voorzitterschap duurt drie jaar, daarna volgt in principe weer een Duitse voorzitter. Toine van den Oetelaar is bij pcb-

Mark van der Boom is de nieuwe

manager finance bij EMS-dienstverlener tbp electronics in Dirksland. Van der Boom werkte eerder al jarenB2C-bestellingen, B2B-winkelbestellang voor is de opvolger van lingen mettbp ‘fastenmovers’ en e-commerce-retouren: ze worden nu30injaar het Wiljo van Okkenburg , die na centrale tbp heeftmagazijn verlaten. van warenhuisketen de Bijenkorf in Tilburg allemaal ondersteund door de AIRTRAX Pocket van Vanderlande. De installatie van de omni-channel-oplossing zorgt ervoor dat voor het eerst een soortgelijk systeem ergens operatio-

Helga Linnartz wordt vanaf 1 januari

directeur bij de Nederlandse vestiging van Endress+Hauser, marktleider in meettechnologie voor de proces- en laboratoriumindustrie. Linnartz neemt

leverancier Matas aangesteld als chief marketing officer. Daarmee is hij verantwoordelijk voor de volledige neel is. Metendesalesstrategie AIRTRAX van Pocket marketinghet biedt procesautomatiseerbedrijflogistiek (zie het artikel op pagina 84). der Vanderlande de Bijenkorf een veelzijdige oplossing voor tot het transFrank Bosveld is benoemd porteren, rangschikken programmammanager vanen de opslaan Smart van goederen. Terwijl binnenwas het TilIndustry Hub Noord. Hiervoor burgse 48.000 Bosveld systeem jarenlangzo’n directeur vanzakken zijn, biedt de AIRTRAX Pocket een Neopost Technologies in Drachten, laadcapaciteit van 8.000 van zakken één van de paradepaardjes de per uur. Hierdoor kan de Bijenkorf noordelijke maakindustrie. ongeveer 95 procent van haar 210.000 productcodes afhandelen. Anne Jaap Deinum volgt per Namens de Bijenkorf Ingram 1 januari Coen van de gaat Sande op als Micro Commerce branchemanager van&deLifecycle Nederlandse Services het systeem beheren. Verwarmingsindustrie. Deinum was www.vanderlande.com, al branchemanager van NEVAT, de www.debijenkorf.nl, branchevereniging voor toeleveranciers https://nl.ingrammicro.eu in de Nederlandse maakindustrie.

SOLUTIO S SO SOLUTION SOLUTI SOLUT SOLU OL PR PRO PROVIDE PROVIDER PROVI PROV PROVID voor d voo voor de maakindustrie m ma maakindu maak maaki maakin maakind maakindus maakindust maakindustr maakindustri maa vo Consultancy Engineering Realisatie Sinds 1986 bouwen wij mee aan de fabriek van de toekomst, met als doel e ciënt, ciën ci c cië ciënt e exi exib exibe exibel ex en e foutlo fo foutl fou ffoutloos fout foutloo produ pr produceren. producere produceren produce produc producer prod pro Veel van onze klanten m medi medisc medis medische medisch e en komen uit de med h hightec hight high hig highte hightech i maak ma maaki maakindustr maakindust maakindustri maakindustrie. maa maakindu maakin maakind maakindus maakindustrie m Van inventarisatie tot installatie, alles doen wij in-huis met ons team van 40 experts.

FEDRA GEEFT MEER ZEKERHEID IN PRODUCTIEPLANNING Een productieplanning kent vele uitdagingen. Denk aan te lange doorlooptijden, productiecapaciteit die deels onbenut blijft en lange omsteltijden. Bovendien, hoe stem je diezelfde productieplanning zo efficiënt mogelijk af op de machineen personeelsplanning? Als het aan IT-bedrijf MPDV ligt, behoren al die vraagstukken tot het verleden met de advanced planningssoftware (APS) FEDRA. Het systeem maakt de planning van werkprocessen en productieorders snel en flexibel, zo stelt MPDV. Ook kan de platformgebaseerde software worden voorzien van artificial intelligence, wat reinforcement learning door machines mogelijk maakt. Productiebedrijven kunnen APS FEDRA stand-alone gebruiken of toepassen in combinatie met HYDRA, het MES (Manufacturing Execution System) van MPDV.

Doordat de communicatie van FEDRA via een interface zowel in het ERP-systeem als op de werkvloer plaatsvindt, wordt het voor bedrijven eenvoudig om extra middelen te plannen. Dit garandeert – naast de primaire middelen zoals een machine of werkstation – de beschikbaarheid van bijvoorbeeld gereedschappen of gepland personeel. Wie aan de slag gaat met FEDRA profiteert, aldus MPDV, van vooraf gesimuleerde scenario’s, waarbij rekening wordt gehouden met alle beïnvloedende factoren. Denk hierbij aan machines, gereedschappen, materialen en beschikbare middelen, maar evengoed aan personele capaciteit. Bovendien geeft elke simulatie de planning van complexe productieorders op meerdere niveaus overzichtelijk weer. www.mpdv.com

www.sttproducts.nl Leuringslaan 39 9356 VG Tolbert +31 594 729 700 info@sttproducts.nl

december 2020

105


ADVERTORIAL

BOZ ROBOTISEERT EN DIGITALISEERT HET LASSEN

3 MERKEN, 4 PROCESSEN, 1 TWIN Met minder mensen meer produceren. Voor die uitdaging staat ook BOZ Group, tier-1 toeleverancier van precisieplaatwerk, vanwege het gebrek aan technisch geschoold personeel en de demografische ontwikkeling. Robotisering en digitalisering is een van de oplossingen voor de hele procesketen, dus ook voor lassen. Zo investeert BOZ in het efficiënt offline programmeren van lasrobots en de opleiding van programmeurs – samen met fieldlab Smart Welding Factory en LAC. ‘Bij BOZ laten we zeven robotlasinstallaties van drie merken, die vier verschillende processen uitvoeren, dansen binnen één digital twin-omgeving.’ De verschillende robotlasinstallaties van BOZ opgesteld in één digital twin, voor uniforme en dus efficiëntere programmering.

B

OZ Group (130 medewerkers) is gespecialiseerd in ontwikkeling & engineering, plaatbewerking, poedercoaten en assemblage. Het bedrijf levert plaatdelen, lichte constructies, modules en compleet geassembleerde machines en apparaten aan onder meer de voedingsmiddelen-, agro-, elektrotechnische, medische en farmaceutische industrie en de machine- en apparatenbouw. BOZ Group groeit en bouwt gestaag aan haar ‘smart factory’, door te investeren in digitalisering, nieuwe machines, slimmere logistieke processen en goed opgeleide medewerkers.

NAAR OFFLINE PROGRAMMEREN Zo staan er in Bergen op Zoom inmiddels negen robotlasinstallaties, van drie merken, vertelt directeur Corné van Opdorp. Daarmee kan BOZ liefst vier verschillende lasprocessen uitvoeren; naast het geavanceerde laserlassen ook MIG, MAG en CMT (cold metal transfer). Maar efficiënt was het tot voor kort allemaal nog niet. ‘Het offline programmeren kwam nog niet van de grond. Onze operators moesten aan de machine programmeren en dan stond de robot dus stil. Ik had het gevoel dat we er meer konden uithalen en heb daarom contact opgenomen met Ard Hofmeijer.’ De directeur van kennisinstituut LAC (verbonden aan de vakgroep MS3 van de Universiteit Twente) is mede-initiatiefnemer van fieldlab Smart Welding Factory. ‘Ruim vier jaar geleden zijn we met twintig bedrijven uit Twente en Achterhoek het fieldlab gestart. Ons doel is enkelstuksproductie zonder afkeur en een belangrijke factor daarin is het offline programmeren. Dat hebben we doorontwikkeld tot digital twinning.’ KOPLOPER IN EUROPA Voortbouwend op de fieldlab-ervaringen heeft het LAC voor BOZ Group een digital twin-omgeving ingericht. Daarin kan al het laswerk voor de verschillende lasrobotinstallaties op een uniforme manier worden geprogrammeerd met de software van het Finse Delfoi. Hofmeijer: ‘Die werkt merkonafhankelijk. Wij hebben de vertaling vanuit de digital twin naar de verschillende robotbesturingen en lasprocessen verzorgd. We laten nu zeven robotlasinstallaties van drie verschillende merken, die vier verschillende processen uitvoeren, dansen binnen één digital twin-omgeving. Daarmee is BOZ uniek; bij mijn weten zijn ze met hun robotlascapaciteit en digitaliseringsslag koploper in Europa.’

Laserlassen is een van de processen die BOZ Group al verregaand heeft gerobotiseerd en gedigitaliseerd.

WINST Het brengt BOZ op allerlei manieren voordeel. De programmeurs kunnen sneller werken omdat ze maar één taal hoeven te beheersen. Doordat inmiddels zeven installaties zijn gevirtualiseerd, kan de productie worden geoptimaliseerd en is ook voor complexe lassamenstellingen snel te controleren of ze maakbaar zijn. Van Opdorp: ‘We kunnen nu vanuit engineering met een schatting van de lastijd snel een calculatie maken, verbeteringen in het design aanbrengen en de opdrachten snel in productie nemen.’ Hofmeijer: ‘We hebben voor BOZ een mooie case gedaan waarin we voor een vrij eenvoudig product de doorlooptijd van het robotlassen met dertig procent konden verkorten.’ Verder wordt de planning flexibeler, want elk lasprogramma past op elke robot. ‘Zo kan BOZ eenvoudig zijn lascapaciteit maximaal benutten. Bij veel bedrijven gebeurt het offline programmeren nog op machineniveau; dan krijg je suboptimalisatie.’ OPLEIDING OP BROMFIETSAFSTAND Alle investeringen in hardware en software hebben alleen zin als BOZ ook de mensen heeft om er slim en efficiënt mee aan de slag te gaan. Met name is er behoefte aan lasrobotprogrammeurs. Reden voor Corné van Opdorp en collegaondernemers om samen met de Smart Welding Factory en het LAC bij de Stichting Vakopleidingen Metaal West-Brabant in Etten-Leur een skillslab voor robotlassen in te richten. Vorige maand is de eerste opleiding gestart, met ook een aantal medewerkers van BOZ. Hofmeijer: ‘Het is al het zesde regionale skillslab in Nederland. Dit soort opleidingen op mbo+-niveau moet op bromfietsafstand beschikbaar zijn. Wij hebben die merkonafhankelijke opleiding tot lasrobotprogrammeur ontwikkeld, volgens de richtlijnen van de European Welding Foundation. Nu leiden we in de regio de docenten ervoor op. Het LAC is in Europa de eerste kennisinstelling die hiervoor is geautoriseerd. Zo houden wij de kennisloop gesloten en kan het regionale onderwijs beter aansluiten bij Smart Industry.’

BOZ Group Bongaertsweg 8 4612 PL Bergen op Zoom T +31 (0)164 24 09 10 F +31 (0)164 25 29 65 E boz@bozgroup.eu I www.bozgroup.eu


AGENDA Let op! Onderstaande is onder voorbehoud van aanscherping van de coronamaatregelen. Het aantal bezoekers/deelnemers is veelal ook gemaximeerd. Check de genoemde websites.

20 JANUARI 2021 NEDERLAND MAAKT ONLINE (INTERACTIEVE SESSIE) – ONLINE NEVAT, branchevereniging voor toeleveranciers in de maakindustrie, hoopt in juni een editie op locatie te verzorgen. In aanloop daarnaartoe zijn er twee online prequels, waarbij sprekers tijdens deze eerste ‘warmmaker’ op woensdag 20 januari tussen 15.30 en 17.00 uur ingaan op de rol van digitalisering binnen de supply chain, gerelateerd aan de coronacrisis. Zie: www.nevat.nl/ event/nederland-maakt-online/

21 JANUARI 2021 IT-CONTRACTEN: EEN MIJNENVELD! (WORKSHOP FME) – ONLINE Waar moet je aan denken als je een ITsysteem aanschaft? Wat moet je contractueel regelen? Welke rechten heb je als koper, en welke juridische procedures zijn er als het misgaat? De antwoorden komen aan bod tijdens deze workshop, die donderdag 21 januari online plaatsvindt vanaf 13.00 tot 16.30 uur.

Deelname is alleen voor FME-leden. Zie: www.fme.nl/agenda/it-contracteneen-mijnenveld-online

24-26 MAART 2021

-verwerkende industrie komt ook reiniging in de automotive-sector, medische technologie en luchtvaart aan bod. Bezoekers zien de laatste ontwikkelingen, producten en processen voor reinheid van industriële onderdelen en oppervlakten. Zie: www.mikrocentrum.nl/nl/precisietechnologie-en-werktuigbouwkunde/ cleanliness/clean-event

26-28 JANUARI 2021 NLSECURE[ID] (EVENT KPN SECURITY) – ONLINE Cybercrime is een risico voor elk bedrijf, ook in de maak- en procesindustrie. Tijdens deze tweede editie van NLSecure[ID], dat dit jaar verspreid over drie dagen online plaatsvindt, leren deelnemers van sprekers en tijdens sessies wat ze kunnen doen om Nederland samen veiliger te maken. NLSecure[ID] is een initiatief van KPN Security, deelname aan het event is gratis. Zie ook het artikel over KPN Security op pagina 70. Zie: www.kpn.com/zakelijk/thedigitaldutch/evenementen

2 FEBRUARI 2021 CLEAN EVENT – VELDHOVEN Reinigen van onderdelen binnen productieprocessen staat centraal, in brede zin: naast de metaalverwerkende of

23-26 MAART 2021 METAV 2020 (VAKBEURS) – DÜSSELDORF (D) 21e editie van internationale beurs, waarin nagenoeg alle metaalbewerkingstechnologieën de revue passeren. Het event zou in maart 2020 plaatsvinden, maar werd toen uitgesteld wegens de coronacrisis. Zie: www.metav.com

24-25 MAART 2021 MAIN INDUSTRY 2020 (VAKBEURS) – GRONINGEN Platform waarop de maakindustrie in Noord-Nederland elkaar ontmoet, kennis uitwisselt en sector-gerelateerde ontwikkelingen en innovaties deelt, op de beursvloer en ook tijdens een kennisprogramma. Zie: www.mainindustry.nl

MACHINEERING 2021 (VAKBEURS) – BRUSSEL (B) Tweede editie die inzoomt op het slim, competitief en duurzaam ontwikkelen en produceren van producten. Tien routes leiden de bezoekers langs 150 exposanten die machines, componenten en gereedschappen ontwikkelen en produceren. Voor maakbedrijven, machinebouwers en toeleveringsbedrijven van producten/materialen van metaal, kunststof, composiet of hybride materialen. Zie: www.machineering.eu

19-20 MEI 2021 ADVANCED ENGINEERING (VAKBEURS) – ANTWERPEN (B) Internationale beurs waar de laatste ontwikkelingen, trends en oplossingen op het vlak van productontwikkeling te zien zijn en toegelicht worden. Advanced Engineering is dé plek om up-to-date te blijven en te netwerken tussen de ‘beau monde’ van de innovatieve productontwikkeling, aldus de organisatie. Zie: www.ae-expo.be/nl/

L LOODS LOOD LOO O Bu Business Busines Busine Busin Busi Bus Loods Business BV noemt zichzelf een managementadviesorganisatie. We passen ook prima in dat hokje, maar we doen eigenlijk meer. Loods Business BV laat organisaties beter presteren en dat doen we bij MKBbedrijven en uitvoerende overheidsorganisaties. Onze kracht is onze ervaring. Bij Loods Business BV werken professionals die daadwerkelijk aan het roer hebben gestaan en de compliciteit van lastige management vraagstukken kennen. Onze professionals hebben ervaring van Sales tot en met Service, maar ook vanaf allereerste idee tot en met levering aan klant. Wij communiceren met alle lagen van organisaties en zijn daadkrachtig in het advies en de uitvoering. Wij noemen ons dan ook:

lean | operations interim | leadership

your executive management partner www.loodsbusiness.nl

|

info@loodsbusiness.nl

december 2020

107


isah.com

Staat voor ‘the business of perfection’ Assembleert al meer dan 40 jaar pcba’s

CONTROLE OVER ZAKEN?

Wil hoogwaardige producten leveren die zich in positieve zin onderscheiden

TBP MAAKT HET MET ISAH 20 jaar geleden is tbp voor het assembleren van haar pcba’s gestart met de ERP-software van Isah. CEO & oprichter Ton Plooy: “Dankzij Isah hebben wij controle over zaken die we zonder tussenkomst van software nooit zouden kunnen overzien. Isah helpt ons om snel te kunnen schakelen, doordat alles precies wordt vastgelegd. Ze anticiperen bovendien goed op wat er in de markt gevraagd wordt; ze staan open voor wat klanten willen en doen daar ook écht iets mee. Die invloed heb je als maakbedrijf niet altijd bij andere softwareaanbieders. Je wordt gehoord en daarom voelen wij ons erg thuis bij Isah!”

Lees het verhaal van tbp op blog.isah.com/tbp

Ton Plooy CEO & oprichter tbp

Maak het met Isah.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.