link Magazine 2021, #06

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS december 2021 | nummer 6 | jaargang 23

FINALE: ITSME, MI-PARTNERS EN VOORTMAN STEEL MACHINERY WINNAARS VAN DE CUSTOMER & SUPPLIERS AWARDS PRODUCTPASPOORT VERVUILER KAN ZICH NIET LANGER VERSCHUILEN

THEMA SOCIALE INNOVATIE BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN

COO HANS VAN WIJNGAARDEN (XYALL):

‘IK BEN NIET BANG DAT CHINA MET DE MACHINE AAN DE HAAL GAAT’


stro ke Y :

73,5 84

25.4 mm/s

48 V D

C

Elektrisch P 3.5 ba

r

F 01 : 35

.6 N

F ADD =

o

Pneumatisch

www.festo.nl


#6/21 12 THEMA

24

SOCIALE INNOVATIE:

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

49

BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN Innovatie is niet alleen technologische vooruitgang, maar bovenal mensenwerk. Met name voor mensen van wie creativiteit verwacht wordt, werkt het beter ze niet teveel (hiërarchische) inkadering te geven, maar lukt dat ook nu er alom gedigitaliseerd wordt? En hoe zit het met mensen die juist wel extra begeleiding nodig hebben?

68 MEDICAL COO HANS VAN WIJNGAARDEN

DISCA‘21 ITSME, VOORTMAN STEEL MACHINERY EN MI-PARTNERS OP HET EREPODIUM

‘ECHT EEN ERKENNING VAN JEWELSTE VOOR ONS TEAM!’ Op 24 november was de zinderende finale van de 20e editie van de Dutch Industrial Customer & Suppliers Awards. In het katern DISCA’21 een portret van de winnaars, runners-up, finalisten en juryleden. En ruim aandacht voor de boeiende talkshow.

‘IK BEN NIET BANG DAT CHINA ERMEE AAN DE HAAL GAAT’ Xyall uit Eindhoven verscheept binnenkort zijn eerste weefseldissectiesysteem naar de VS. Klant Exact Sciences ondertekende drie jaar geleden het koopcontract al, in de wetenschap dat de machine nog vrijwel helemaal ontwikkeld moest worden. Nu gaat de uitrol – gedoseerd – beginnen.

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over het Rotterdamse Fooditive dat een zoetstof levert die geen calorieën bevat en volledig gemaakt wordt van reststromen van fruitbedrijven.

DIGITALISERING

7 60

Digitalisering supplychain uitkomst voor klanten én ECI zelf

98

Fellowmind: vanwaar de kloof tussen digitale ambitie en implementatie?

CIRCULARITEIT PRODUCTPASPOORT VERGT VEEL DATA UIT KETEN

DE VERVUILER KAN ZICH NIET LANGER VERSCHUILEN Wie zich verdiept in het productpaspoort kan gemakkelijk ontmoedigd raken door de grote hoeveelheid data die nodig zijn om dat digitale document te vullen. Evengoed zijn diverse industriële ketens, bijgestaan door brancheorganisaties, inmiddels serieus ermee begonnen.

Bijna 75-jarig Lenze introduceert oem-portal

STRATEGIE

40

TalkING Industry: ‘Je bent zo goed als je laatste maand’

56

VDL TBP Electronics: soepele overdracht op ‘slechtst denkbare moment’

74

Chiptekorten nopen Control Techniques tot onorthodoxe oplossing

ZIE VERDER PAGINA 5

december 2021

3


DO YOU HAVE AS MUCH PASSION AS WE DO?

VDL ETG HAS VACANCIES FOR:

Do you like technical challenges? Development and production on the edge of what is possible? Then VDL ETG is a perfect match for you!

SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

With almost 3,000 colleagues we work on complex and innovative mechatronic systems for high-tech production equipment for the further development of computer chips, breakthroughs in fighting diseases, study the universe and understanding the details in cells and molecules. Working at VDL ETG means a lot of freedom and diversity. Diversity in projects and customers, freedom through the amount of responsibility you will get within your job. The combination of engineering and high-tech production facilities is what makes VDL ETG a unique employer with lots of career opportunities at home and abroad.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven • The Netherlands T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


EN VERDER: 6 37

UIT DE MARKT

38

SAMENWERKING LIDAR: schiphoogte-informatie tot op 15 centimeter nauwkeurig

45

SOURCING NTS zet alle zeilen bij om te kunnen blijven leveren

46

SEMICON Volledig lokaliseren van complete semiconketen is niet realistisch

55

DIGITALISERING MPDV ondersteunt bedrijven op weg naar een smart factory

58

PRODUCTIESTRATEGIE Addit implementeert breder businessmodel

63

AUTOMATISERING Solvisoft bouwt web portal voor Isah ERP-systeem

64

DGA PLATFORM Onderdompelen in de ongelooflijke wereld van RDW

71

AUTONOOM RIJDEN Sentech neemt klanten mee op ontdekkingsreis

72

CYBERSECURITY KPN Security: ‘Dat plan na een hack: tést het nou’

77

FABRICAGE NEVAT geeft visie op verspanende fabriek van de toekomst, ERIKS illustreert die

78

OPTIMALISERING Essity neemt kolossale productiemachine conform planning in gebruik

81 82

AUTOMATISERING We-Metal omarmt laserlassen

84

SERVITIZATION Platform bij VMI gaat de data-diepte in

89

PRODUCTIETECHNIEK Phoenix 3D Metaal realiseert high-end design

90 92

AUTOMATISERING Pilz biedt pakket voor agv’s

MARTIN AARDBOLNIVEAU

94

OVERNAME Bossard Group krijgt met Jeveka voet aan de grond in de Benelux

96

Op aardbolniveau geredeneerd is het beschermen van IP een slechte zaak voor de mensheid. Alom huren bedrijven steeds meer juristen in om steeds meer NDA’s – non-disclosure agreements – en andersoortige contracten op te stellen waarin de ondertekenaars zich verplichten hun mond te houden over wat ze (samen) aan nieuwigheden bedenken. We vinden dat niet gek, we krijgen het immers al met de paplepel ingegoten. Vroeger op de middelbare school bij proefwerken werden de bureaus 1,5 meter (wat een beladen afstand is dat tegenwoordig!) uiteen gezet, om spieken te voorkomen. Dat terwijl de rapportcijfers een stuk hoger hadden gelegen als we de vragen samen hadden kunnen beantwoorden. Nu was – en is – het proefwerk natuurlijk een instrument om het individuele niveau te meten. Als iemand iets nieuws ontwikkelt, is de maatstaf of er geld mee kan worden verdiend. Als dat het geval lijkt te zijn, worden er juridische muren omheen opgetrokken. Niet alleen om de kennis zelf, vaak ook om de leveranciers met wie dat nieuwe ontwikkeld is. De bouwers van die muren – meesters in de rechten – verdienen er een mooie boterham aan en het bedrijf in kwestie wellicht ook, maar verder schiet niemand er iets mee op. Integendeel. Als die innovatie werkelijk interessant is kan de consument die alleen bij dat bedrijf kopen en betaalt dus de hoofdprijs. En de concurrentie kan alleen maar haar best doen hetzelfde wiel, maar dan dus net anders, opnieuw uit te vinden. Dat lijkt allemaal misschien vanzelfsprekend, maar is het niet. Toen het eerste wiel werd uitgevonden zat daar geen IP op. Nu kon je met dat wiel pas echt iets nadat ook de as was ontdekt, maar vroeger deden we dus niet zo moeilijk. Het moeilijk doen begon toen iemand erachter kwam dat je er een strijdwagen op kon monteren waarmee je oorlogen kon winnen en macht kon vergaren. Nu is dat afschermen van kennis, vergaard met ingehuurde dure denkers, geen probleem zolang die met iets triviaals komen. Iets dat niet werkelijk het verschil maakt voor de mensheid. En dan doel ik niet alleen op de paperclip, de vacuvin of het rolgordijn. Maar ook op al die productiviteitsverhogende hard- en software die het mogelijk maken met hetzelfde aantal mensen weer net wat meer gokmachines, bladblazers of nagelschaartjes per uur te produceren. Dat de kennis daarvoor achter NDA-schuttingen verborgen blijft, daar is niets mis mee. Een beetje competitie maakt het leven wel zo aangenaam. Het wordt pas een probleem als die afgeschermde kennis bijvoorbeeld een vaccin betreft. Op fundamenteel niveau delen medicijnwetenschappers graag hun kennis, maar zodra het richting toepassing gaat – lees: er mensen mee genezen kunnen worden – gaan de deuren dicht en op slot, opdat er zoveel mogelijk geld mee kan worden verdiend. En het wordt een nog groter probleem als een van ons dé sleutel tot de oplossing van het klimaatprobleem ontdekt – kernfusie-in-zakformaat of iets dergelijks –, maar die van zijn of haar baas niet mag delen. Kranten houden op hun websites artikelen over Covid en klimaat niet achter een wachtwoord verborgen. Om aan te geven: wij vinden de mensheid belangrijker dan onze ROI.

INNOVATIE VHE Industrial automation ontwikkelt zelfvoorzienend energiesysteem

100

Ik wens u alvast een fijne kerst.

DUURZAAMHEID Timmerije verkleint ecologische footprint

103 103

COLUMN Hét antwoord op majeure uitdagingen

COLUMN Schrik niet. Er kan een verschil zijn tussen wie je bent en wilt zijn

STRATEGIE RVS Clean reinigt nu op strenger ASML grade 2-niveau

HUISVESTING Heembouw speelt in op schaarste aan grond en energie

UIT DE MARKT (Vervolg)

MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 23, NUMMER 6, DECEMBER 2021 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) AHOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Jan Broeks, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl CAAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Stephanie van Baggem, Gerard van Beurden, Michel van Buren, Hans van Eerden en Paula Vos. COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

ABONNEMENTEN u 77,00 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 11 februari 2022. Het thema van dit nummer is: ‘Supply security: hoe voorkomen we het volgende opzweepeffect?’

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

december 2021

5


UIT DE MARKT ISAH BLIJFT GROEIEN MET NIEUWE AANDEELHOUDER

Paul van Abeelen. Foto: Isah

Isah Software Group, toonaangevend specialist op het gebied van ERP-softwareoplossingen voor discrete productie, versterkt haar aandeelhoudersstructuur met steun van familie-investeringsbedrijf Bregal Unternehmerkapital. Oprichter Paul van Abeelen van Isah en het huidige managementteam blijven medeaandeelhouders van het bedrijf. Met de ondersteuning van Bregal als meerderheidspartner wil Isah haar netwerk uitbreiden en de groei in de Nederlandse thuismarkt versnellen. De softwareleverancier wil daarnaast ook groeien in Duitsland en nog verder daarbuiten. Isah heeft in Bregal een ervaren partner gevonden, die het bedrijf gaat helpen bij het uitvoeren van haar strategie. De

transactie wordt naar verwachting aan het begin van 2022 afgerond. Isah, opgericht in 1987 door Paul van Abeelen en Ludo Hessels, blijft haar softwareoplossingen op de markt brengen als een onafhankelijk bedrijf binnen Bregal. Dankzij een groot aantal enterprise-softwarepartnerships binnen het huidige investeringsportfolio is Bregal in staat om de groeiambities van Isah in de toekomst te ondersteunen door het bieden van strategisch advies, resources en toegang tot een netwerk van toonaangevende industrie-experts. Als langetermijninvesteerder in proAlpha, een leidende Duitse mid-market ERP-softwareleverancier, beschikt Bregal over significante expertise in ERP-oplossingen voor de discrete-productiesector. Oprichter en ceo Paul van Abeelen licht toe: ‘Met Bregal hebben we een ideale partner gevonden met gedetailleerde kennis van enterprise-software voor de productiesector. Ze staan volledig achter onze groeiplannen. Het partnership is een waarborg voor onze toekomstige ontwikkeling.’ Als onderdeel van de nieuwe partnerstructuur draagt Paul van Abeelen zijn rol van ceo over aan de huidige cco Frank Groot, die al sinds 1997 bij Isah werkt. Het volledige managementteam, bestaande uit Wim van Lemmen, Tim van Bergen, Arjen Verhoeff en Peter van Harten,

VGI-WILLEMS INVESTEERT VERDER IN CLEANROOMASSEMBLAGE VGI-Willems RVS Machinebouw is leverancier van uitsluitend roestvast stalen (en aluminium) systemen voor de machine- en apparatenbouw. Het bedrijf, dat ruim dertig jaar bestaat en circa honderd medewerkers telt, verhuisde twee jaar geleden naar een groter pand in Hapert. ‘We blijven constant groeien en dat geldt ook voor de assemblageactiviteiten van grote machinelijnen voor onze oem-klanten. Deze machinelijnen vragen veel ruimte en we brengen deze momenteel nog deels onder op de oude locatie in Bladel. Daarom willen we met 7.000 vierkante meter uitbreiden om alle assemblagewerkzaamheden naar Hapert te kunnen halen’, verklaart Marco van Geel, dga bij VGI-Willems. Daarnaast zetten de ontwikkelingen

6

december 2021

in assemblage ook door, met name wat betreft cleanroomassemblage, een nieuwe activiteit van VGIWillems. ‘Steeds meer klanten vragen dat van ons en daar geven we graag gehoor aan. Die activiteit past ons goed. Binnen ons huidige pakket hebben we al veel te bieden als het gaat om assemblage, maar dit ontbrak nog’, aldus Van Geel. In de nieuwbouw komt een aparte hal voor cleanroomassemblage, om in de toekomst ook roestvast stalen onderdelen voor de farma en semiconductor, waaronder ASML, te kunnen leveren. ‘Die sectoren stellen hoge eisen aan zuivere assemblage en ik verwacht dat die vraag verder zal toenemen. Om ook nieuwe klanten te kunnen bedienen, investeren we nu.’ www.vgiwillems.nl

blijft bij het bedrijf. Zij verhogen hun investeringen in Isah, samen met Paul van Abeelen en Bregal. Van Abeelen blijft het managementteam van Isah van dichtbij ondersteunen met een focus op strategie, productvisie en klanten. Isah heeft de afgelopen jaren al een gestage groei doorgemaakt. Het doel van het partnership met Bregal is onder meer om de toekomstige ontwikkeling van Isah te helpen ondersteunen door te investeren in het team en de technologie met kapitaal en expertise. Bregal zal ook sectorexpertise in aangrenzende

bedrijfssoftwaresegmenten inbrengen in het partnership. Toekomstig ceo Frank Groot voegt eraan toe: ‘Ook de klanten van Isah profiteren van het nieuwe partnership. De flexibiliteit die we verkrijgen door de financiële kracht van Bregal en de mogelijkheden om hun netwerk te benutten, zullen Isah extra kansen geven om krachtige, nieuwe producten verder te ontwikkelen en ons serviceaanbod voor klanten te verbeteren. Het Isah-team kijkt er erg naar uit om met Bregal samen te werken.’ www.isah.com www.bregal.de

NIEUWE LASERSNIJDER DRAAIT BIJ DE CROMVOIRTSE Metaalbewerker De Cromvoirtse heeft het eigen machinepark versterkt met meerdere investeringen. De eerste betreft een Bystroniclasersnijmachine, die onlangs in bedrijf ging. Daarmee is de onderneming in Oisterwijk de eerste gebruiker binnen de Benelux. Ook heeft De Cromvoirtse twee gerobotiseerde kantbanken van LVD aangeschaft. De Dyna-Cellbank is naar verwachting operationeel begin 2022, een paar maanden later moet dat ook gelden voor de UltiFormbank van LVD. Volgens Bart van Gisbergen, hoofd Foto: De Cromvoirtse verkoop bij De Cromvoirtse, passen de recente investeringen bij de door het bedrijf ingezette strategie voor meer automatisering. ‘Klanten maken sinds kort gebruik van ons geheel vernieuwde webportaal, waar ze 24/7 hun plaatmetaal kunnen bestellen. We willen hen niet alleen zo kort mogelijke levertijden bieden, maar ze diezelfde levertijden ook garanderen. Daar gaan naast de lasersnijder ook de twee LVD-banken bij helpen. Ze zijn bedoeld als capaciteitsuitbreiding en nemen ons veel manueel werk uit handen.’ Moeten beide banken dus de komende maanden in Oisterwijk gaan draaien, de Bystronic-laser-

snijder doet dat al. De ByStar Fiber, zoals de machine heet, gaat net als drie andere lasers deel uitmaken van het volautomatische plaathandelingssysteem binnen De Cromvoirtse, biedt een snijbereik van 4x2 meter en heeft een vermogen van 15 kW. Juist dat laatste is een sterke verbetering ten opzichte van de 6 kW CO2-lasersnijder die De

Cromvoirtse in 2012 aanschafte. ‘De ByStar gaat gemiddeld twee tot drie keer zo snel werken als z’n voorganger’, zegt Van Gisbergen. ‘Dat zorgt voor meer efficiency. En dat niet alleen, want terwijl hij veel meer output genereert, is daar met deze machine veel minder energie voor nodig. We besparen dus ook op ons stroomverbruik.’ Meer capaciteit, meer efficiency en meer besparingen: de recente investeringen gaan in Oisterwijk hun vruchten afwerpen, zo weet Van Gisbergen zeker. ‘Dit past precies bij wat we met onze automatisering en robotisering voor ogen hebben.’ www.decromvoirtse.nl


BIJNA 75-JARIG LENZE INTRODUCEERT OEM-PORTAL Welk component is geïnstalleerd? Is de documentatie up to date? Als het model en het type bekend zijn, wat is dan het serienummer? En om welke foutmelding gaat het precies? Ondanks alle inspanningen om processen zo efficiënt mogelijk te maken, kunnen veel producerende bedrijven dergelijke vragen over hun installed base niet systematisch beantwoorden. Waardoor de onderhoudsmonteur kostbare tijd verliest en stilstand langer duurt dan nodig. De digitale experts van Lenze hebben daarom een portal ontwikkeld dat direct gekoppeld is aan de machines van de oem’er. Als er een fout optreedt, kan de machine nu zelf automatisch een melding aanmaken en zo de servicemonteur vroegtijdig waarschuwen. In de melding wordt aangegeven om welk onderdeel het gaat en wat ermee aan de hand is. Het cloudbased platform is fabrikant-neutraal en maakt gebruik van open communicatiestandaarden zodat niet alleen Lenzeproducten worden gebruikt. Sensorfabrikant SICK is al aan boord, waardoor diens sensoren kunnen worden herkend en alle bestaande productinformatie beschikbaar kan worden gemaakt. Marc Vissers, marketing strategy manager EMEA West, heeft inmiddels wat klantervaringen met het platform opgevangen en constateert dat met name de grotere bedrijven ervan geporteerd zijn. ‘Het platform vergt dat er koppelingen gelegd worden met de machines en ook de ERP-systemen moeten online verbonden worden. Mkb’ers hebben hun beveiliging vaak wat minder goed op orde en zijn daarom wat terughoudender. En dat type bedrij-

ven geeft er nogal eens de voorkeur aan een component te laten zitten tot het echt stuk gaat. Wat leidt tot langere stilstand. Met name het mkb reageert nog wel eens wat sceptisch op digitalisering en het servitizationaanbod. Maar ook die bedrijven zullen die stappen moeten zetten. Het is een kwestie van lange adem.’ Waarbij hij meteen aantekent dat het Nederlandse mkb het in internationaal opzicht niet slecht doet: ‘Het loopt min of meer gelijk op met het Duitse, maar enkele jaren vóór op de Britse industrie.’ Die vergelijking kan de Lenze-man goed maken omdat de Duitse multinational vijftig jaar geleden gelijktijdig in de Benelux en het Verenigd Koninkrijk voet aan de grond heeft gekregen. ‘In april 1971 startte Peter König, Duitser van geboorte, in Rosmalen de eerste verkoopvestiging in de Benelux, onder de naam Simplana. Een uitstekend verkoper’, weet Vissers uit de overlevering. In het VK werd in die tijd Simplatroll opgericht. In de jaren tachtig kregen de landenvestigingen de naam Lenze. Inmiddels beschikt de EMEA-West regio (Benelux en het VK) over een personeelsbestand van ongeveer 100 mensen, van wie meer dan de helft in Den Bosch. Het 50-jarig jubileum kon door de corona-perikelen niet gevierd worden. Vissers hoopt van harte dat er in oktober volgend jaar wel een gelegenheid zal zijn om klanten, pers en andere relaties uit te nodigen voor festiviteiten in Hameln (bij Hannover) waar het hoofdkantoor van Lenze gevestigd is. Want dan bestaat Lenze SE 75 jaar. Het bedrijf is in 1947 opgericht door Hans Lenze, in een tijd waarin veel – succesvolle –

SOLUTION PROVIDER voor de maakindustrie Consultancy

Engineering Realisatie

www.sttproducts.nl

Mittelstand-bedrijven zijn gestart, vaak in kleinere steden omdat daar, zo kort na de oorlog, de infrastructuur nog in tact was. Vanzelfsprekend bestond het portfolio in de begintijd uit mechanische componenten, maar reeds in de jaren tachtig gingen ook de elektronische frequentieregelaars en servomotoren onderdeel uitmaken van het aanbod. Vissers: ‘De digitalisering is vijftien jaar geleden in een stroomversnelling geraakt met de Marc Vissers. Foto: Bart van Overbeeke overnames van de Duitse r&d-bedrijmet deze toolbox kan ook de eerder ven Encoway en Logicline. Veel huigenoemde oem-portal grotendeels dige digitale tools en verschillende automatisch worden geïmplemensoftwareblokken uit FAST (Feasibly teerd.’ Applicable Software Toolbox, red.) www.lenze.com zijn daar het resultaat van. Juist

MAZAK GAAT MACHINES VOORZIEN VAN AUTOMATISERING BMO De Benelux-divisie van machinebouwer Mazak slaat de handen ineen met BMO Automation, dat zich vanuit Nederweert richt op de ontwikkeling en productie van automatiseringsoplossingen voor het beladen van CNC draai- en freesmachines. Terwijl de samenwerking het voor BMO mogelijk maakt verder uit te breiden in Europa, kan Mazak

naar eigen zeggen beter inspringen op de toegenomen vraag naar CNCautomatisering. De alliantie betreft meer specifiek de VARIAXIS C600 en CV5-500 bewerkingscentra van Mazak, die vanaf nu direct worden geleverd met een oplossing van BMO Automation. www.bmoautomation.nl www.mazakeu.com

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

december 2021

7


UIT DE MARKT EXPERTISECENTRUM NEVAT-SAXION: VOOR UITDAGINGEN DIE BEDRIJF NIET ALLEEN AANKAN Branchevereniging NEVAT werkt samen met Saxion Hogeschool aan een expertisecentrum voor de metaalverwerkende industrie. Het initiatief komt van bedrijven uit de sector, die uitdagingen zien die het individueel belang overstijgen. Het kenniscentrum ontwikkelt pragmatische activiteiten, waarmee bedrijven én de sector een sterkere concurrentiepositie krijgen. De metaalverwerkende industrie heeft te maken met veel ontwikkelingen zoals technologische innovatie en een toenemend tekort aan vakmensen. Toch regeert vaak de waan van de dag en valt het niet mee om tijd te maken voor kennisvergaring of langetermijnplannen. Met name digitaliseringskennis is vaak onvoldoende actueel. ‘Dat zijn uitdagingen die je niet als individueel bedrijf alleen aankunt’, verklaart Edwin Dekker, branchemanager van NEVAT. ‘Daarom zijn wij er als NEVAT bij betrokken. Via Henri Kooiker van Halloy kwamen we in contact met Saxion Hogeschool. Het leidde tot een ambitieus plan om samen het Expertisecentrum

voor de Metal Processing Sector op te richten, met een focus op onderwerpen zoals Industry 4.0, automatisering, digitale transformatie en duurzaamheid.’ Saxion richt zich sterk op het verbinden van de wetenschap en het bedrijfsleven, via kennisprojecten en samenwerkingsverbanden. Het project met NEVAT is daar een goed voorbeeld van, vertelt hoofddocent Technische Bedrijfskunde Koos Slagter. ‘We ontwikkelen dit vanuit de behoefte van de bedrijven. Er blijkt ten eerste veel vraag naar gestructureerde, beschikbare kennis en aan een geschikte methodologie om langetermijnplannen goed vorm te geven. Daarnaast hebben wij bij de hogeschool studenten die graag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kennis. Op basis daarvan kwamen we tot een aantal concrete activiteiten, waaronder cursussen voor management op verschillende niveaus, onderzoekstrajecten met studenten op het gebied van technische innovatie en businessmodellen, en kennisevents voor de bedrijven. Ook zijn studenten beschikbaar

voor stage- en afstudeeropdrachten.’ Het expertisecentrum start in februari 2022 met een Masterclass technology roadmapping. Henri Kooiker: ‘Technology roadmapping is een gestructureerde manier om als bedrijf je toekomst in kaart te brengen. Je inventariseert je huidige situatie, Half november tekenden NEVAT en Saxion (coronaveilig, ieder voor zich) de intentieovereenkomst voor het expertisecentrum. Directeur Suzan bepaalt waar je Veldhuis tekende namens Saxion. Foto: Nevat naartoe wilt en identificeert de plan voor het eigen bedrijf. Maar ze gap. Dat doe je vanuit een technisch bouwen ook mee aan een technology startpunt, maar je betrekt er ook roadmap voor de sector. Dit versnelt onderwerpen bij zoals personeel, de sectortransformatie en het vermarkt en financiën.’ Koos Slagter sterkt de internationale concurrenbenadrukt dat de Masterclassdeelnetiepositie van de sector als geheel.’ mers dat niet alleen voor zichzelf www.nevat.nl doen: ‘In de eerste plaats maakt elke deelnemer een praktisch activiteiten- www.saxion.nl

COMPENSATIE MILIEU-IMPACT VAN EVENEMENT SCHNEIDER ELECTRIC Schneider Electric, een multinational op het gebied van de digitale transformatie van energiebeheer en automatisering, compenseert de koolstofemissies die gelinkt kunnen worden aan de Europese Partner Summit door 7.500 bomen in Europa te planten. Hoewel het evenement virtueel van opzet was, wilde Schneider zijn uitstoot volledig compenseren. Het bedrijf werkte hiervoor samen met de non-profitorganisatie Tree Nation. Door de summit virtueel te organiseren, was er geen uitstoot door reizen, accommodatie en het gebruik van fysieke middelen. Schneider Electric schatte het resterende stroomverbruik van de virtuele summit en compenseert op basis hiervan 1.100 ton CO2. Deze actie is onderdeel van het Schneider Sustainability Impact (SSI)-programma dat de duurzaamheidsvisie, doelen en aandachtspunten tot 2025 bevat, om uiteindelijk in 2030 een netto-nul resultaat te

8

december 2021

bereiken. Rob McKernan, senior vice president bij Schneider Electric: ‘Onze European Partner Summit is een voorbeeld van hoe digitale technologieën bedrijven in staat stellen zich aan te passen en de uitdagingen van de pandemie het hoofd te bieden. Hoewel een virtuele sessie minder impact heeft Schneider zet sterk in op duurzaamheid. Foto: Van Vangelis op duurzaamheid, nemen we toch onze verantwoordeslaan, tijdens zijn leven ongeveer lijkheid voor de CO2-impact. Ik 250 kg CO2-uitstoot compenseren. ben er trots op dat we iets kunnen In de SSI staan de zes langetermijnteruggeven aan de aarde door onze beloftes van Schneider, verdeeld in samenwerking met Tree Nation.’ elf programma’s. Het European PartHet planten van bomen is een van ner Summit-initiatief helpt het de meest directe manieren om tastbedrijf verder bij het behalen van de bare maatregelen te nemen tegen SSI-doelstellingen door steun van ontbossing. Volgens Tree Nation kan werknemers, partners en klanten te een enkele boom, door CO2 uit de mobiliseren. Het ondersteunt ook de atmosfeer te absorberen en op te doelstellingen van het Zero Carbon

Project van Schneider Electric, dat tot doel heeft de scope 3-emissies sterk te verminderen. Aan dit programma doen al meer dan 900 leveranciers van het bedrijf mee. Schneider Electric leidt deze leveranciers op en ondersteunt hen om hun CO2uitstoot in de komende 5 jaar met 50 procent te verminderen. www.tree-nation.com www.se.com


‘DE KOMENDE JAREN GEEN BEURZEN MEER IN DE WINTERMAANDEN’ De SPS in Nürnberg, de grote beurs over industriële digitalisering die voor eind november gepland stond, is vier dagen voor aanvang gecanceld. ‘Deze beslissing spijt ons zeer, maar met het oog op de snel verslechterende pandemie en de striktere gedragsregels die daarvan het gevolg zijn, zijn we gedwongen deze editie te schrappen’, aldus Martin Roschkowski, president van het organiserende Mesago Messe Frankfurt GmbH. De late beslissing leidt tot teleurstelling maar ook tot irritatie bij exposanten. ‘Er zijn reeds duizenden euro’s geïnvesteerd en mensen vrijgemaakt voor deze beurs en dat dit’, zo valt op te tekenen in de markt. Het zal om die reden zijn dat de LogiMAT-organisatie al eind november de knoop heeft doorge-

hakt voor de logistieke beurs die in de agenda stond voor 8 tot 10 maart in Stuttgart. ‘De huidige hoge besmettingscijfers verontrusten ook onze exposanten’, zegt Michael Ruchty, exhibition manager bij LogiMAT. ‘Dat is begrijpelijk en kan niet zomaar worden genegeerd. We moeten dus weer tijdig reageren op de huidige situatie. Onze exposanten hebben behoefte aan planningszekerheid’, aldus Ruchty. Op dezelfde dag verstuurde Industrialfairs de exposanten van het automatiseringsevent Indumation, die begin februari in Kortrijk gehouden zou worden, een brief waarin ze laten weten: ‘Om de exposanten en de markt duidelijkheid en zekerheid te kunnen bieden, moeten wij als organisator onze verantwoordelijkheid durven nemen en is besloten om

CARDS PLM SOLUTIONS ZET MET OVERNAME EERSTE STAP IN BUY-AND-BUILD cards PLM Solutions, product lifecycle management (PLM) solutions provider, zet de volgende stap in haar groei door de overname van Van links naar rechts: Wim Ottenhoff, John Settels en Erik Burghoorn Settels SaveFoto: cards PLM Solutions nije PLM Services. Door de overname, die door Holland Erik Burghoorn, ceo van cards: Capital mede mogelijk wordt ‘Het team van Settels Savenije PLM gemaakt, wordt het dienstenaanbod Services heeft al vele jaren zijn verder uitgebouwd. cards PLM meerwaarde in de markt bewezen. Solutions is een value added reseller De diepgaande kennis van Siemens en business partner van Siemens NX en Teamcenter-software comDigital Industries Software. PLMplementeert ons dienstenaanbod en oplossingen dragen bij aan het optistelt ons in staat klanten nog beter te maliseren van productontwikkeling ondersteunen bij digitaliseringsen het productieproces. Naast softvraagstukken.’ Wim Ottenhoff, ware levert het bedrijf consultancymanaging director Settels Savenije diensten en support. cards heeft in PLM Services: ‘PLM Services combi2017 haar dienstenaanbod uitgeneert gedegen kennis van de procesbreid met 3D-printing oplossingen sen in de maakindustrie met een van Ultimaker en Formlabs, een focus op PLM-dienstverlening op sterk opkomende complementaire het gebied van Siemens NX en markt. Klanten zijn onder meer Teamcenter. We hebben in cards een ASML, Thermo Fischer, Frencken, krachtige partner gevonden om NTS, AAE, KMWE en Procter & onze dienstverlening gezamenlijk Gamble. verder uit te bouwen en een breder Het samengaan van beide organisaklantenveld te kunnen bedienen.’ ties zorgt voor een synergie in www.cardsplmsolutions.com kennis en vergroot de capaciteit. www.sttls.nl/plm

Het beursseizoen lijkt steeds korter te worden.

Indumation.be uit te stellen naar de late lente.’ Daarmee wordt concreet bedoeld: 18-19-20 mei 2022. De LogiMAT schuift ook een eind door, naar 31 mei tot en met 2 juni. En dat zou wel eens een nieuwe trend in kunnen luiden voor de komende jaren: geen beurzen en andere grote events meer in de wintermaanden, totdat de pandemie echt achter de rug is. ‘Zoals het er nu naar uitziet blijft corona nog wel een paar jaar

onder ons. Exposanten willen duidelijkheid en dan kun je het niet maken steeds opnieuw beurzen in te plannen om ze vervolgens weer te cancellen of door te schuiven’, aldus een ingewijde. ‘Maar dat wordt dan dus wel een heel kort beurzenseizoen de komende jaren, van twee maanden voor de zomer en twee erna.’ www.mesago-messefrankfurt.com www.logimat-messe.de www.industrialfairs.com

Begeef jezelf op glad ijs… Schat risico’s in en benut kansen. Samen met ons!

www.wjadvocaten.nl

anders | durven | denken

december 2021

9


INTEGRATED MACHINE VISION More than embedded Complete portfolio: www.br-automation.com/vision

Expanding the field of vision

UV

IR


UIT DE MARKT

PHOTONFIRST HAALT 11 MILJOEN AAN GROEIFINANCIERING OP PhotonFirst International, een pionier in geïntegreerde fotonische meetsystemen voor geavanceerde toepassingen, heeft succesvol groeifinanciering aangetrokken. Gezamenlijk financieren grootaandeelhouder Active Capital Company en nieuwe investeerder PhotonDelta met 11 miljoen euro het 5-jarenplan van het bedrijf. Tegelijkertijd investeren de statutair bestuurders Ilko Bosman (cfo) en Daan Kersten (ceo). Ook zal het gehele PhotonFirst team kunnen participeren via een personeelsprogramma. Het grootste gedeelte van de financiering zal worden gebruikt voor het ontwikkelen van de volgende generatie technologie en producten, en het uitbreiden van de wereldwijde commerciële organisatie. PhotonFirst werkt hiermee toe naar een geplande beursgang in 2025 als innovatieleider in de wereld, gebaseerd op

haar 15-jarige historie in geïntegreerde fotonica. ‘We zijn dankbaar en trots dat zowel Active Capital Company als PhotonDelta ons ambitieuze 5-jarenplan heeft onderschreven en samen met ons optrekt om het uit te voeren en een succes te maken’, aldus Daan Kersten. ‘Met de steun van deze bewezen degelijke partners kunnen we focussen op het versnellen van onze commerciële inspanningen terwijl we door blijven bouwen aan onze technologie’, vult Ilko Bosman aan. ‘We geloven in de visie en strategie van PhotonFirst en zien groot potentieel in het verder schalen van de technologie. De directie heeft inmiddels bewezen snel tractie te hebben gekregen bij de uitvoering van haar plannen’, zo geeft Victor Schols, partner van Active Capital Company, aan. ‘PhotonFirst is een

Ceo Daan Kersten Foto: Kees Beekmans

globale koploper in geïntegreerde fotonica voor meetoplossingen. Dit bedrijf vertegenwoordigt perfect waar het in het ecosysteem van PhotonDelta om draait: onderzoek,

ontwikkeling en fabricage van producten van wereldklasse die het verschil maken’, zo concludeert Ewit Roos, ceo van PhotonDelta. www.photonfirst.com

VYDRAULICS GROUP ROLT PRO.FILE VERDER UIT Na een succesvolle implementatie van PRO.FILE twee jaar geleden bij Vremac Cylinders in Apeldoorn gaat Vydraulics Group PRO.FILE, als data backbone voor product lifecycle management (PLM) en document control, ook inzetten bij Vydraulics Group members Doedijns, Hydropack, GDM en Vapo. Het bedrijf, met hoofdvestiging in Moorslede (B), levert complete turn-key systemen in onder andere hydrauliek en motioncontrol toepassingen. Het implementatietraject wordt opnieuw gefaciliteerd door PLM Xpert in Bergambacht, dat als PRO.FILE Competence Center de maakindustrie in de Benelux ondersteunt bij het verhogen van de kwaliteit en efficiency in ontwikkeling en productie. Bij Vremac Cylinders is naast de invoering van PRO.FILE als PLM in het eerste halfjaar van 2020 tegelijkertijd ook een nieuw ERP-systeem geïmplementeerd. Ook zijn er in die periode nog verbeteringen doorgevoerd in de operationele omgeving. In de tussentijd heeft cto Stijn Schacht van de Vydraulics Group,

ook de behoefte bij de andere bedrijfsonderdelen in kaart gebracht. ‘Samen met onze mensen hebben we bottlenecks in de bedrijfsvoering blootgelegd en op basis daarvan prioritering gegeven aan het verbeterpotentieel. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een strategische roadmap voor digitalisatie waar, per bedrijf, de meest dringende behoeften via een milestone planning een plek hebben gekregen’, zegt hij. ‘PLM, document management en document control in de vaak omvangrijke projecten zijn de digitalisatiestappen die hoog op de agenda staan.’ Met PRO.FILE is dit uitstekend te organiseren, vindt hij. ‘Natuurlijk is het beheren van de lifecycle van productdata onderdeel van de oplossing, echter in markten als windenergie en offshore-industrie is maximale controle over inen uitgaande documenten nodig en digitalisering een must’, beaamt Hugo Botter, managing director van PLM Xpert. ‘Hoe omvangrijker en complexer de projecten, hoe belangrijker die digitalisering.’ Hij kijkt met bewondering naar het managementteam van de Vydraulics Group.

‘Een enthousiast en ambitieus team, dat volle kracht vooruit gaat. Daarbij kiezen ze voor één databackbone voor de hele organisatie en alle entiteiten, om deze maximaal te laten renderen en ook de onderlinge samenwerking te maximaliseren. Dat is precies waarvoor PRO.FILE is bedoeld.’ Op basis van de goede ervaringen met PLM Xpert en PRO.FILE is Vydraulics Group inmiddels gestart

met de implementatie van PRO.FILE bij Doedijns in Zoetermeer. Schacht: ‘We willen onze customer-journey zo eenvoudig en transparant als mogelijk maken, en PRO.FILE moet ons daar enorm mee helpen.’ www.plmxpert.nl www.vydraulics.com www.pro-file.com/nl

Met een nieuwe clouddienst vervult Isah de rol van SCSN Service Provider voor haar klanten. Kijk op de achterpagina

1

Maak het met Isah.

december 2021 25-11-2021 11 12:07


DIGITALISERING HEEFT OOK IMPACT OP DE SOCIALE VERHOUDINGEN

THEMA

NIEUW LEIDERSCHAP EN MEER AANDACHT VOOR DE WERKVLOER

SOCIALE INNOVATIE: BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN

Dankzij de voortschrijdende digitalisering hebben medewerkers toegang tot veel meer informatie. Zo kunnen ze beter functioneren en zelf bepalen wat ze moeten doen.

gang, maar vooral ook sociale ontwikkeling en

Innovatie is niet alleen technologische vooruit-

De rol van de manager verandert en dat vraagt om nieuw leiderschap en dus sociale innovatie. Maar bij veel bedrijven is er een spanningsveld tussen de (digitale) technologie van Industrie 4.0 en de organisatie die soms nog op niveau 2.0 zit. De vraag is dan waar te beginnen met interventies: in de top(structuur) of op de werkvloer?

dus mensenwerk. Met name voor mensen van wie creativiteit verwacht wordt, werkt het beter ze niet teveel (hiërarchische) inkadering te geven. Nu wordt er alom gedigitaliseerd: beperkt dat de ontplooiingsruimte omdat het medewerkers dwingt binnen voorgeprogrammeerde, strakke lijnen te kleuren, op de nek gezeten door data-doorvoed management? Of biedt het nog meer mogelijkheden om zelfstan-

DOOR HANS VAN EERDEN

D

igitalisering gaat over de processen, maar heeft ook veel impact op de mensen, stelt Frank Mulders, general manager van machinebouwer en system supplier AAE in Helmond. ‘Data worden omgezet in informatie. Veel medewerkers die voorheen deze informatie niet hadden, kunnen veel beter functioneren doordat ze die nu wel hebben. Ze hoeven er niet meer voor naar hun baas of een andere afdeling. Dat maakt hun werk leuk. Ze hoeven ook niet meer te registreren, want alles is connected, en kunnen daardoor bezig zijn met hun vak: de producten beter en beter krijgen, door de variantie uit het proces en product te halen. Het was eerst wel wennen in onze organisatie: “Huh, hoe kan die informatie ineens zo makkelijk beschikbaar zijn?”’ Vooral voor de managers, aldus Mulders. ‘Zij hadden vaak een reporting-functie, maar die is nu voor alle managementlagen overbodig. We zijn bezig hun functie zo te transformeren dat zij hun energie steken in productiviteitsverbetering in plaats van ‘dom’ rapporteren. De radical transparency dankzij de digitalisering leidt ertoe dat de vaste organisatiestructuur uit het verleden nu minder of niet meer werkt. De een vindt het heerlijk in een min of meer vaste structuur een productiestap uit te voeren, elke dag een beetje beter. Anderen willen juist grote verbeterstappen zetten; hen noemen we onze verbeterridders. En sommige mensen willen graag afwisselend beide rollen vervullen. Mensen mogen als verkenners ook af en toe buiten de eigen afdeling of zelfs buiten de organisatie op onderzoek uit.’

LEREN LEIDINGGEVEN De nieuwe werkelijkheid van big data en digitalisering vraagt om een andere organisatievorm en nieuw leiderschap, concludeert Mulders. ‘Vaste structuren bestaan niet meer, we passen ons aan waar nodig en daar moeten we onze leiderschapsstijl ook op aanpassen. We noemen het BARBAleiderschap (naar de bekende tekenfilmserie

12

december 2021

Barbapapa uit de jaren zeventig, met fantasiefiguren die flexibel van vorm zijn, red.).’ Organisatieverandering moet volgens Mulders per definitie bij leiderschap beginnen. ‘We hebben elke twee jaar een medewerkerstevredenheidsonderzoek. Als het ergens niet goed zit, ligt dat, als bij wet, altijd aan het leiderschap. We zijn daarom een ‘leiderschapsreis’ gestart met zestig mensen uit staf- en lijnmanagement, met leren leidinggeven als hoofdthema. Want leidinggeven wordt eigenlijk nooit geleerd. We zetten gewoon iemand ergens als teamleider neer: “Ga het maar leren.”’ De leiderschapsreis wordt goed ontvangen, zegt Mulders. ‘Sommige mensen vinden het eng, bijvoorbeeld omdat ze het over zichzelf moeten hebben. Iedere manager, ook ik, coacht meerdere mensen en daarbij stellen we enkele basisvragen, zoals: wat wil je bereiken? Die vinden ze moeilijk om te beantwoorden. “Heb jij weleens gewerkt voor een baas die niet wist wat-ie wilde?”, vraag ik dan. “Ja, en dat was vreselijk”, klinkt het dan. Dus moeten zij nu zelf ook weten wat ze willen bereiken. Leiderschap verplicht je tot iets. We moeten de voordelen én kosten benoemen. Het wordt vaak vergeten, maar als het echt spannend wordt, moet je er als leider staan.’ Van de managers wordt verwacht dat ze de vier cultuurwaarden van AAE uitdragen. Mulders: ‘Dat geven we weer met een infinity-teken, een acht op z’n kant. ACHT staat voor ambitious, can do, human, together. In die AAE-cultuur staat het belang van het team voorop en is er tegelijk ruimte voor individuele ontwikkeling. We verwachten ook wat van de individuele medewerker. Zelf nadenken over wat hij of zij kan bijdragen in plaats van doen wat de baas zegt. Dat is een grote verandering. Veel mensen vonden het o zo fijn als de baas ze vertelde wat ze moesten doen. Nu moeten ze zelf initiatief nemen en daarvoor moeten ze de vier intelligenties in balans hebben; naast IQ en EQ zijn dat SQ voor spiritualiteit/ zingeving en FQ om het lichaam fysiek op orde te houden. Dan kunnen ze als individu beter presteren.’

dig te werken? En waar trek je dan de grens? Zonder vertrouwen geen sociale innovatie, maar mag dit: ’s avonds op internetfora overdag opgedane ideeën uitwisselen, simpelweg omdat anderen helpen energie geeft? En hoe zit het met mensen die juist wel extra aandacht en begeleiding nodig hebben in hun werk?

• ‘Veel medewerkers kunnen veel beter functio-

neren doordat ze nu wel informatie hebben.’ • ‘Vaste structuren bestaan niet meer, daar

moeten we onze leiderschapsstijl op aanpassen.’ • ‘Natuurlijk moet je het management ook

meekrijgen.’ • ‘We moeten ons volledig heruitvinden en dat zal

door corona en Industrie 4.0 alleen nog maar versnellen.’

ENKELSTUKS EN KLEINE SERIES AAE telt ruim 400 medewerkers, van wie al zestig in een leiderschapsrol. Ook kleinere bedrijven kunnen mooie resultaten van sociale innovatie laten zien, zoals Metaalcenter Driessen (25 medewerkers), dat dit jaar de Smart Manufacturing Award van Koninklijke Metaalunie won. Bij het bedrijf uit Weert gaf de financiële crisis van 2008 de aanzet tot een omslag, vertelt directeur Antal Driessen. ‘We waren een gewoon productiebedrijf en maakten middelgrote series waaraan we door de grote concurrentie niets meer verdienden. We moesten het anders gaan doen, en de beste worden in enkelstuks en kleine series, met first time right en one-piece flow.’ Dat alles kon alleen als MC Driessen ook aan de voorkant zou automatiseren, het calculeren en offreren, en de benodigde tijd voor werkvoorbereiding drastisch omlaag zou gaan. Dus ging het bedrijf zelf software ontwikkelen, vertelt Driessen. ‘Nu zitten we op 45 seconden per orderregel


Illustratie: Josje van Koppen

en kunnen weinig mensen heel veel werk verzetten. Verder hebben we voor de flow, zo snel mogelijk van tekening tot eindproduct, gekeken naar de logistieke routing door de fabriek.’ Voor het zover was, moest Driessen vier jaar geleden wel een externe partij in de arm nemen om de toen nog ‘rammelende’ automatisering helemaal opnieuw op te bouwen. In een half jaar was dat gepiept en kon het bedrijf over op de nieuwe werkwijze.

GEVARIEERDER EN FLEXIBELER Dankzij de lange aanloop kon Driessen zijn mensen meenemen in de organisatievernieuwing. ‘Je stuit wel op weerstand en soms moet je mensen ook loslaten. Voor degenen die bleven was het alsof ze opnieuw naar school moesten. We zijn nu papierloos, iedereen werkt met schermen en computers. Voor sommigen was het heel moeilijk om afscheid te nemen van de papieren tekeningen. Die hebben drie maanden met hun ziel onder de arm gelopen, want ze waren hun overzicht kwijt, meenden ze. Nu wil niemand terug naar de oude situatie. We produceren veel gevarieerder en flexibeler. Voorheen deden mensen soms twee dagen hetzelfde productiewerk, nu doen ze na een kwartiertje alweer wat anders.’ Voor dit jaar verwacht Driessen 65 procent groei – winstgevend. ‘Wij doen niets aan de marge, maar alles voor de service en 100 procent leverbetrouwbaarheid.’ Het succes wordt door de buitenwacht erkend, getuige het juryrapport bij de award: ‘Metaalcenter Driessen is een voorbeeld van een metaalbedrijf dat organisatorisch innoveert. Een bevlogen eigenaar die vanuit een platte organisatie met een no-nonsense cultuur een bijzonder mooi bedrijf heeft opgebouwd. Smart zit volledig in het DNA.’

DUURZAAMHEID EN VEILIGHEID Verder maakt MC Driessen echt werk van duurzaamheid. ‘We proberen ook energiezuinig en circulair te werken. Metaal is een mooi product, want 100 procent recyclebaar. Ook gebruiken we gerecyclede kartonnen dozen en dekbladen, papieren tape en ledverlichting.’ Over veiligheid maakt Driessen zich eveneens druk. ‘Als je zorgt voor een schone werkomgeving, waar alles goed is geordend en opgeruimd, draagt dat niet alleen bij aan een goede flow maar ook aan meer veiligheid op de werkvloer. De arbeidsinspectie was onder de indruk en bij een werkbezoek van koning Willem-Alexander in de buurt mocht ik aanschuiven om te praten over veiligheid. Ik heb voorgesteld om van de boetes voor onveilige situaties die de arbeidsinspectie oplegt verplichte investeringen in veiligheidsmaatregelen te maken. Dat was eind 2019. Een jaar later is daadwerkelijk de eerste boete omgebogen naar een investering in veiligheid.’

VERBETERROUTINES Leiderschap en aandacht voor de medewerkers zijn belangrijke thema’s voor Wilfred Knol, onderzoeker in het lectoraat Lean/World Class Performance van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en verbonden aan het HAN Lean-QRM Centrum. Knol heeft gekeken naar de

BETER VERANKEREN

de mensen mee te krijgen en te trainen, en daar verbeterprojecten te doen. Terwijl bedrijven die het minder goed doen, meer een top-down benadering blijken te volgen. In tegenstelling tot wat goeroes als Womack & Jones (auteurs van het standaardwerk Lean Thinking, red.) voorschrijven, moet je niet beginnen met het neerzetten van een lean-structuur, maar juist met sociale innovatie: medewerkers aanspreken, betrekken en coachen. Dat duurt langer, maar leidt op termijn tot beter, meer en duurzamer resultaat.’ Knol heeft zijn bevindingen samengevat in een interventie. ‘Ga met medewerkers wel het gesprek aan over hoe een lean proces eruit kan zien, maar laat hen er zelf over nadenken en tot oplossingen komen. Leer hen hoe ze current en future state mapping kunnen uitvoeren, zodat ze gaan begrijpen hoe zij samenwerken en zich afvragen waarom ze het eigenlijk zo doen. Dan komen ze met oplossingen die beter zijn, omdat de medewerkers het beste bekend zijn met de lokale situatie. Bovendien is het beter verankerd, want zelf bedacht.’ Inmiddels heeft Knol de interventie bij een eerste bedrijf uitgevoerd. ‘Ze waren er enthousiast over, al ging het natuurlijk niet zo snel als ze wilden. Maar het landde wel beter en ideeën die tijdens

Knol baseert zich op de praktijk. ‘Succesvolle bedrijven leggen hun focus op de werkvloer, om

LEES VERDER OP PAGINA 14

succesfactoren en randvoorwaarden voor leanimplementaties bij mkb’ers in de maakindustrie. ‘De rol van het topmanagement wordt altijd eerst genoemd. Strategische, organisatiebrede voorwaarden zijn in dat perspectief het belangrijkst. Denk aan betrokkenheid van de directie, goed leiderschap en een verbetervisie. Uit mijn analyse van de randvoorwaarden blijkt echter dat als je een bescheiden lean-implementatie wilt doen, je nog best zonder deze strategische factoren kunt. Je moet bij lean-implementaties vooral focussen op de werkvloer, medewerkers trainen en ruim de tijd geven om verbeterprojecten te doen. Pas als de lean-implementatie zich uitstrekt over het hele bedrijf, worden die strategische factoren kritiek.’ Cruciaal zijn volgens Knol wat hij verbeterroutines noemt. ‘Lokale routines zijn altijd het belangrijkst, bijvoorbeeld hoe mensen samenwerken aan verbeteringen, ook over afdelingen heen.’ Als de implementatie zich verder ontwikkelt, gaat het proces van continu verbeteren draaien op de strategische verbeterroutines, zoals de invulling van leiderschap zelf.

december 2021

13


THEMA SOCIALE INNOVATIE: BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN VERVOLG VAN PAGINA 13

deze interventie zijn opgekomen, zie ik al op andere plekken in hun organisatie terug. Medewerkers zijn enthousiast geworden, vertellen anderen erover en die gaan ook aan de slag. Natuurlijk moet je het management ook meekrijgen, want anders stuit je op een glazen plafond. Het beste is als het management gedreven is, maar niet voor de troepen gaat uitlopen.’

HER- EN BIJSCHOLING De praktijkcases van AAE en Driessen laten vooral het belang zien van dienend leiderschap en investeren in medewerkers, aldus Henk Volberda. Die centrale positie voor medewerkers is niet vanzelfsprekend, weet de hoogleraar strategie & innovatie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation. Volberda voert jaarlijks de Nederlandse Innovatie Monitor uit en betrekt daar sociale innovatie bij. Ook in de huidige crisis – corona en het aanhoudende gebrek aan (technisch) geschoold personeel – is volgens hem de positie van medewerkers per saldo niet versterkt. ‘Er wordt voor innovatie wel meer geïnvesteerd in onder meer r&d en ICT, maar personeel komt vaak niet op de eerste plaats. Het is en blijft ‘customers first’. Bedrijven beginnen wel te beseffen dat ze meer in medewerkers moeten investeren, maar tijdens de coronacrisis is bijvoorbeeld een leven lang leren weer vergeten. In Nederland gaat de discussie veel over de arbeidsvoorwaarden. Ik zou willen dat er meer aandacht is voor her- en bijscholing. Want volgens internationaal onderzoek zal bijna de helft van alle productiewerk nog worden geautomatiseerd en moet de helft van de werkende bevolking nieuwe, digitale, vaardigheden verwerven. We moeten ons

volledig heruitvinden en dat zal door corona en Industrie 4.0 alleen nog maar versnellen.’ Volberda schreef er met twee co-auteurs een boek over, met als titel: ‘Innovatie Jij.nu – Niet de robots, maar wij zijn aan zet’. Dat gaat over ‘innovatie die vanuit de medewerker én de manager komt’, duidt de hoogleraar. Kortom, sociale innovatie moet hoger op de agenda. ‘Uit de innovatiemonitor blijkt dat de maakindustrie wel stappen zet in de digitale transformatie. Maar veel bedrijven zijn afwachtend, terwijl de transformatie pas gaat renderen als je er lang in hebt geïnvesteerd. Daarbij hebben ze nieuwe organisatievormen en modellen voor leiderschap minder in het vizier. We zien een spanningsveld tussen Industrie 4.0 en de organisatie, die vaak nog op niveau 2.0 functioneert. Dat leidt tot fricties als bedrijven technologie willen inzetten voor een hogere productiviteit.’

sis profiteren, en zij die moeilijk het hoofd boven water houden. Ik roep die bedrijven op om met bestuur en ondernemingsraad om tafel te gaan om een agenda voor sociale innovatie te maken en de tijdsoriëntatie te veranderen ten gunste van de lange termijn.’

GEWETENSVRAAG Een sector die in ieder geval niet vooroploopt met (sociale) innovatie is de logistiek. Dat blijkt uit het antwoord van Jack van der Veen, hoogleraar supplychain management aan Nyenrode Business Universiteit, op de ‘gewetensvraag’ of de logistieke wereld openstaat voor nieuwe ideeën. ‘Logistieke partijen zijn zo druk met de dagelijkse operatie, waarin kosten zo’n dominante factor

LANGETERMIJNPERSPECTIEF Uit Volberda’s monitor blijkt verder dat ondernemingen die zich met sociale innovatie bezighouden ook over de volle breedte innovatiever zijn. ‘Ze kijken wel naar winstgevendheid, maar meer op de lange termijn. In die tijdsoriëntatie zit een groot onderscheid. Bedrijven met een langetermijnperspectief die in de coronacrisis met vraagafname werden geconfronteerd, hebben goed nagedacht over wat dat voor ze betekende. Veel van hen zijn multimodaal geworden, hebben digitale kanalen toegevoegd aan hun business en zijn gaan experimenteren met online businessmodellen. Bedrijven die naar de korte termijn kijken, investeren minder in r&d en ICT, en bezuinigen eerder op medewerkers. Het paradoxale is dat hun focus op winstgevendheid op de korte termijn juist leidt tot minder winst op de lange termijn. We zien een tweedeling tussen bedrijven die versneld digitaliseren en van de cri-

‘ALS HET ERGENS NIET GOED ZIT, LIGT DAT ALTIJD AAN HET LEIDERSCHAP’

zijn, dat ze weinig tijd nemen voor strategisch nadenken.’ Sociale innovatie komt er dan ook nog te weinig van de grond. ‘Het creëren van nieuwe organisatievormen, inzetten op nieuw leiderschap en strategisch denken, het centraal stellen van klantwaarde en de lange termijn: dat alles vraagt een andere managementstijl. Maar als je blijft hollen van de ene naar de andere crisis, is het lastig om daarover na te denken. We zagen in

WORD EEN COMPLETE LEIDER: INTERVENTIES IN DE ONDERSTROOM Een bedrijf kan in de ‘bovenstroom’ prima draaien, maar als het in de ‘onderstroom’ niet goed zit, blijven de prestaties achter bij wat mogelijk zou zijn. In de bovenstroom gaat het over het optimaal inzetten van alle beschikbare middelen, in de onderstroom over het optimaal organiseren van de onderlinge verbindingen van alles wat bij een bedrijf hoort. Daar ligt steeds meer de bottleneck; onderstroommanagement helpt dan om blokkades weg te nemen. Organisatieadviseurs en ondernemers Jan ter Bogt en Siets Bakker schreven er een boek over: ‘Onderstroommanagement – Systemisch werken voor doeners en makers; Word een complete leider (ISBN 978-9083211-30-5, € 26,95). Is een directeur of manager minder succesvol dan hij of zij zou kunnen zijn? En presteert het bedrijf of team minder goed dan mogelijk is, ondanks alle inzet en talent? Grote kans dat het leiderschap incompleet is. Complete leiders hebben aandacht voor zowel de boven- als de onderstroom. De auteurs hebben hun kennis van onderstroom-

14

december 2021

management bij opdrachtgevers ingezet en verder ontwikkeld. ‘Soms hebben we ons erover verbaasd hoe weinig ervoor nodig is om fundamentele veranderingen door te voeren in organisaties. Als je weet waar je moet zijn in de onderstroom, gaat het eigenlijk vanzelf. Het moeilijkste is het zogeheten WYSIWYG-denken verlaten. In de onderstroom geldt namelijk what-you-don’t-see-is-what-youget.’ De auteurs willen directeuren en managers de weg wijzen in de onderstroom. Want de kennis over systemen, interactie en verbindingen is vaak nog nauwelijks ontwikkeld. Er wordt ook nog nauwelijks op gestuurd. ‘Een paar kleine interventies kunnen al een wereld aan verschil maken, met goede, blijvende resultaten tot gevolg.’ Nog een voorbeeld uit de adviespraktijk van de auteurs.

In een succesvol bedrijf bleef de directeur ondanks de groei extreem zuinig met noodzakelijke uitgaven en investeringen. Dat belemmerde de optimale ontwikkeling van het bedrijf en zorgde voor frustratie bij zijn medewerkers. De oorzaak bleek in de onderstroom te liggen, in de verbinding ‘oorsprong’. In zijn jeugd was het bedrijf van zijn ouders failliet gegaan. Die ervaring bepaalde de opstelling van de directeur: tot het uiterste moest hij voorkomen dat zijn eigen bedrijf failliet ging doordat er te veel werd uitgegeven. Toen dit eenmaal was opgehelderd, kon de directeur voortaan met een gerust hart toestemming geven voor noodzakelijke investeringen en kon het bedrijf verder floreren.

• www.onderstroommanagement.nl (bestellen)


het begin van de coronacrisis wel een andere manier van werken, in teams waaraan bijvoorbeeld ook toeleveranciers deelnamen. En dat met meer transparantie, terwijl contracten buiten de deur werden gehouden. Toch was alles al snel back to normal.’

HORIZONTAAL MANAGEMENT Volgens Van der Veen moet zeker in sectoren die draaien op ketens, zoals de logistiek en ook de maakindustrie, sociale innovatie de hele keten bestrijken. ‘Een omgeving creëren waarin iedereen alles durft te zeggen en kan bijdragen aan het bepalen van de agenda, via early supplier involvement en early customer involvement.’ Van der Veen heeft samen met co-auteur Michel van Buren over keteninnovatie recent een boek gepubliceerd: ‘Regisseer de keten – Een managementmethode die leidt tot wendbaarheid en waarde voor organisaties, mensen en maatschappij’. De auteurs bepleiten horizontaal in plaats van verticaal management. ‘Minder top-down denken, meer in termen van wat je in de primaire processen met elkaar kunt bereiken. Daar hoort sociale innovatie bij en die moet vooral uit het horizontale ketenproces komen, bijvoorbeeld door langetermijnrelaties aan te knopen met klanten en toeleveranciers.’ Een ketenregisseur, of ‘regisseur van waarde’ zoals de auteurs die noemen, moet zorgen dat partijen, ook afdelingen binnen één bedrijf, vanuit hun eigen kracht samenwerken aan een gemeenschappelijk doel. Dan helpt het om ketens lokaler in te richten, zoals nu her en der wordt overwogen onder invloed van de actu-

ele verstoringen in mondiale toeleverketens. ‘Het voordeel van een lokale keten is transparantie, die een betere afstemming mogelijk maakt en ketens meer als een eenheid laat bewegen. Informatiedeling is dan het Frank Mulders: ‘In onze krachtige AAE-cultuur staat het belang van het team voorop en is er tegelijk ruimte voor individuele eerste vraagontwikkeling.’ Foto: Bart van Overbeeke stuk. In mondiale ketens ontbreekt daarvoor vaak het overzicht.’ hebben we maar enkele mensen die geen Nederlands spreken; zij kunnen allemaal een opleiding Nederlands volgen. Verschillen in lokale cultuur LOKALE CULTUUR moet je koesteren; ze zijn de lijm van je organisaDe globalisering staat dus ter discussie, maar tie. Als je dat allemaal wegpoetst met bijvoortegelijkertijd volgen in de hightech steeds meer beeld Engels als corporate language, ben je je middelgrote bedrijven, zoals system suppliers, lokale cultuur kwijt. Mensen willen juist horen hun multinationale klanten. Ook AAE gaat in die bij een cultuur die ze herkennen.’ trend mee, zegt Mulders. ‘We hebben al Grauel (bedrijf gespecialiseerd in hightech printing, red.) in Berlijn en de intentie is om meer bedrijwww.aaebv.com ven te kopen, zodat we dichter bij onze internawww.mcdriessen.nl tionale klanten kunnen zitten. Onze corporate specials.han.nl/sites/lean communicatie wordt Engelstalig, maar we blijven www.abs.uva.nl in de lokale taal met elkaar praten. In Helmond www.nyenrode.nl

• • • • •

december 2021

15


THEMA SOCIALE INNOVATIE: BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN

SPANNINGSVELD: MEDEWERKERS DELEN GRAAG OM NIET, WAAR BEDRIJVEN GELD MEE WILLEN VERDIENEN

OPEN KENNIS DELEN OF NIET – WAAR LIGT DE GRENS? Volgens Rutger Bregman, schrijver van het boek ‘De meeste mensen deugen’, helpen wij elkaar graag – niet voor geld, maar van nature. Dus delen wij graag onze kennis. Als je medewerkers ontplooiingsruimte wilt bieden, moet je ze daarin de vrije hand geven. Temeer daar open cocreëren tot meer innovaties leidt, innovaties die een antwoord kunnen zijn op de crisissen waarin de mensheid verkeert. Deze gedachtegang conflicteert echter met het winstoogmerk van bedrijven: IP moet worden terugverdiend. Link Magazine legde zijn oor te luisteren op de uitersten van het spectrum in de hightech industrie: waar ligt de grens?

• ‘Eerst bepaalt een IP-expert van ons of het

kritische informatie betreft of niet.’ • ‘Om goed te kunnen samenwerken, moeten

partners vertrouwen in elkaar hebben.’ • ‘Echt concurrentiegevoelige informatie zie ik

eigenlijk zelden of nooit voorbijkomen.’ • ‘Het delen van data scheelt de community

heel veel zoekwerk.’

betaalt hij boven op de kaartprijs een boete; komt dat nog een keer voor, dan betaalt hij een nog veel hogere boete.” Een goed lopend systeem heeft duidelijke regels. In de kern is dat ook de opzet van onze Knowledge Protection Policy.’

PIKETPAAL

‘Of iets top secret is veranderd met de tijd. Vijf jaar geleden mocht er bijvoorbeeld geen foto gepubliceerd worden van een EUV-machine zonder behuizingspanelen. Inmiddels wordt dat steeds vaker toegestaan, afhankelijk van het detailniveau dat de foto laat zien.’ Foto: ASML

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

é succesfactor van ASML is samenwerking. In plusminus vijftien jaar liet het semiconbedrijf zo het marktaandeel in de lithografiemarkt groeien van 25 procent in 1995 naar ruim 80 procent in 2011, ten koste van de belangrijkste concurrenten, Nikon en Canon. Dé reden daarvoor is dat ASML voor technologische vraagstukken nauw heeft samengewerkt met klanten, leveranciers en universiteiten (en dat nog steeds doet). Dat terwijl de Japanse tegenstrevers tot innovaties trachtten te komen zonder betrokkenheid van een grote supplychain.

16

december 2021

DUIDELIJKE REGELS Nu vergt samenwerking openheid, dat bedrijven alle betrokkenen de ruimte geven kennis te delen met anderen – een belangrijk kenmerk van sociale innovatie. Tegelijk wil een bedrijf als ASML vanzelfsprekend niet alles open met iedereen delen. Waar trekt het bedrijf uit Veldhoven dan precies de grenzen? Wat mag een leverancier, klant of medewerker delen met de buitenwereld en wat niet? Daarvoor trekt Aernout Reijmer, director of security, de vergelijking met de regel die hij onlangs las op een bordje in een Zwitserse trein. ‘Er stond: “De reiziger is zelf verantwoordelijk voor het kopen van een kaartje. Doet hij dat niet en wordt hij betrapt bij een controle, dan

Nu is bij het al dan niet kopen van een treinkaartje de grens gemakkelijk te trekken. Complexer wordt het bij het wel of niet mogen delen van kennis. Mag een medewerker die een aantal maanden met collega’s gewerkt heeft aan een technische oplossing bijvoorbeeld een klein onderdeel van die oplossing delen met derden? ‘Als het ons intellectueel eigendom betreft, is dat niet toegestaan’, zo slaat Reijmer meteen zijn piketpaal. ‘Want daar heeft ASML misschien wel miljoenen euro’s in gestoken. Vanzelfsprekend kan dat niet gedeeld worden met engineers van bedrijven die concurrenten zijn of kunnen zijn. Maar evenmin bijvoorbeeld ’s avonds via een internetforum met die medewerker van een machinebouwer in een heel andere markt dan de halfgeleiderindustrie. Wij zijn een commercieel bedrijf dat zijn kerncompetenties ontleent aan kennisontwikkeling. Die kennis kan dus niet zonder overleg en overeenstemming gedeeld worden met derden.’

TOP SECRET? Waarbij wel een nuance geldt, zo verklaart communicatiemanager Sander Hofman, ook bij het Teams-gesprek aanwezig. ‘Onze leveranciers


gebruiken voor hun marketing bijvoorbeeld graag ASML als referentie. Die doen in publicaties of tijdens een congresvoordracht graag uit de doeken wat ze precies voor ons gedaan hebben. Dat kan nooit zomaar. Daar moet altijd eerst een IP-expert van ons zijn oordeel over geven en bepalen of het kritische, state-of-the-art informatie betreft of niet. Of het top secret is of IP met een beperktere of geen geheimhoudingsplicht. Dat verandert wel met de tijd. Vijf jaar geleden mocht er bijvoorbeeld geen foto gepubliceerd worden van een EUV-machine zonder behuizingspanelen. Inmiddels wordt dat steeds vaker toegestaan, afhankelijk van het detailniveau dat de foto laat zien.’

geacht om verantwoordelijk met ASML’s intellectueel eigendom om te gaan. Doe je dat stelselmatig niet, zonder verbetering, dan kan dat uiteindelijk leiden tot ontslag voor een medewerker of het beëindigen van een partnerschap. Of erger.

‘EEN GOED LOPEND SYSTEEM HEEFT DUIDELIJKE REGELS’

board.’ Tegelijk, erkennen Hofman en Reijmer, moeten al die regels niet de open samenwerking frustreren die ASML groot heeft gemaakt. Zo was EUV niet zo’n marktsucces geworden zonder informatie-uitwisseling over het functioneren van de technologie op de productievloer met een early adopter als TSMC. ‘Mits’, duidt Reijmer, ‘die informatie maar binnen het systeem, binnen het partnerverband blijft. Eerst maken we duidelijke afspraken. Die leggen de basis onder het vertrouwen dat partners en hun medewerkers in elkaar moeten hebben om goed te kunnen samenwerken. Als dat er is, kunnen met elkaar informatie en ideeën worden uitgewisseld om tot die onderscheidende innovaties te komen.’

ONTSLAG OF ERGER

GEWOON LEUK

Om eigen medewerkers en die van leveranciers en klanten goed te doordringen van het belang van intellectueel eigendom voor ASML, vinden er geregeld masterclasses, workshops en andere sessies plaats om het risicobewustzijn te verhogen, best practices te delen en om te leren wat de verwachtingen van elkaar behoren te zijn. Externe partijen moeten een non-disclosure agreement (NDA) tekenen; bij medewerkers is het opgenomen in hun arbeidscontract. Overtredingen gebeuren niet per se bewust: daarom bevat die masterclass ook instructies over hoe een medewerker, leverancier of klant zichzelf en daarmee ASML beschermt tegen hackers, aldus Reijmer: ‘Een ongeluk zit in een klein hoekje en dus als je voor of met ons wilt werken, word je

Aan het andere eind van het hightechspectrum zit eenpitter Richard Rasker van het Enschedese Linetec, dat veel engineert voor innovatieve start-ups en het mkb. Voor technische problemen raadpleegt hij regelmatig commerciële en nietcommerciële internetfora. ‘Die worden bevolkt door mensen die het gewoon leuk vinden om anderen met goede raad te helpen. De fora van chipfabrikanten hebben natuurlijk wel een zeker winstoogmerk. Die stimuleren immers het gebruik van hun chips omdat gebruikersproblemen er vaak vlot worden opgelost. Dikwijls door andere gebruikers en niet door de fabrikant; dat scheelt hun ook nog eens personeel.’ De infor-

In geval van XTAL (het Amerikaanse bedrijf van een Chinese oud-ASML-medewerker, civielrechtelijk veroordeeld voor IP-diefstal, red.) hebben we er een rechtszaak van gemaakt. En de rechter gaf ons gelijk.’

GEOPOLITIEK ‘In de semicon gaat het niet langer alleen om bedrijfscommerciële belangen, maar ook om geopolitieke. Dat vraagt om een nog grotere voorzichtigheid. Dat geldt voor leveranciers, klanten en voor medewerkers, van de vloer tot de

LEES VERDER OP PAGINA 19

www.variass.nl

december 2021

17



VERVOLG VAN PAGINA 17

matie die hij er zelf deelt is vaak gebaseerd op wat zijn klanten gebruiken. ‘Maar dat is geen concurrentiegevoelige informatie. Immers, niemand weet om welke klanten en producten het gaat. Echt concurrentiegevoelige informatie zie ik eigenlijk zelden of nooit voorbijkomen. De vraagsteller laat dan weten dat hij de uiteindelijke functie van een product niet kan vertellen – en meestal is dat ook niet nodig om zijn technische vraag te beantwoorden.’

WINST VOOR IEDEREEN Rasker vindt dat het delen van technische kennis en informatie zich op de wat langere termijn ‘dubbel en dwars terugbetaalt’. ‘De nadelen zijn veel kleiner dan de voordelen, terwijl het ook nog eens mijn werkplezier vergroot. Er is een groot gebrek aan techneuten. Technische bedrijven hebben eerder te veel dan te weinig werk. Ik krijg regelmatig klussen toegeschoven van concullega’s omdat zij volgeboekt zitten. In ruil daarvoor voeren ze voor mij kosteloos werkzaamheden uit waar ik minder goed op ingericht ben, zoals RF-metingen. Momenteel leid ik een vers aangenomen elektronica-ingenieur bij zo’n concullegabedrijf verder op aan de hand van een project: die jongen leert in hoog tempo hoe je in de praktijk dingen ontwikkelt en krijgt al zijn kleine en grote vragen vlot beantwoord. Het bedrijf ziet zijn nieuwe werknemer snel groeien qua vaardig-

Richard Rasker vindt dat het delen van technische kennis zich op de wat langere termijn ‘dubbel en dwars terugbetaalt’. ‘De nadelen zijn veel kleiner dan de voordelen, terwijl het ook nog eens mijn werkplezier vergroot.’ Foto: Com-magz

heden en kennis zonder er veel voor te hoeven doen, ik krijg betaald zonder zelf de soldeerbout vast te hoeven houden. En de eindklant krijgt zijn product sneller. Winst voor iedereen dus.’

STRATEGISCHE BELANGEN ‘Natuurlijk wordt het een ander verhaal’, nuanceert de Linetec-man, ‘bij grote strategische belangen, wanneer er een miljoenenproduct in het spel is en een bedrijf door het vrijgeven van te

veel informatie een lucratieve opdracht aan zijn neus voorbij ziet gaan. Die situatie heb ik echter als – zeg maar – kleine knutselaar nog nooit van dichtbij gezien en juist de vele voordelen van open kennis delen wel. Open tot op zekere hoogte. Ook ik krijg vrij vaak NDA’s voorgeschoteld en die leef ik dan vanzelfsprekend strikt na.’

• www.asml.com • www.linetec.nl

‘SCHAARSTE IS MACHT, DELEN IS INNOVEREN’ De afgelopen weken hebben diverse Duitse industriële bedrijven contact gezocht met Yellax, een industriële kennisleverancier uit IJsselstein die openheid actief propageert en faciliteert. De Duitsers waren op internet Yellax’ BeeFinity tegengekomen, een open database waarin engineers hun data met elkaar kunnen delen. Data over gestandaardiseerde producten en over klantspecifieke ontwerpen die niet zijn terug te voeren op een bepaalde opdracht voor een bepaalde klant. Data die veelal reeds openbaar beschikbaar maar lastig te vinden zijn op internet. Een algoritme in BeeFinity checkt of data door meerdere partijen worden bevestigd en dus – naar alle waarschijnlijkheid – correct zijn, zo duidt Herbert van Donselaar. ‘De Duitsers waren jaloers op de Nederlandse openheid waarvan BeeFinity getuigt. “Die transparantie zien we hier niet eens terug binnen onze eigen organisatie, laat staan tussen bedrijven onderling”, zo was hun reactie’, verhaalt de productmanager van BeeFinity. BeeFinity, zo stelt hij ook, is geen droom van alleen Yellax. ‘Ook de brancheorganisatie Fedet (Federatie Elektrotechniek, red.) heeft eraan bijgedragen met het beschikbaar stellen van kennis en data. Het wordt gedragen door de markt. Na een jaar staan er nu plusminus 30.000 elektrotechnische gecontroleerde artikelen in het systeem, ingevoerd door de elektrotechnische community, door engineers van een veelheid van industriële bedrijven. Met als motivatie dat het delen van dit soort data die community heel veel zoekwerk scheelt. Nu gaat naar schatting 25 procent van de engineeringtijd op aan het zoeken naar specificaties die

reeds publiekelijk zijn, maar niet goed beschikbaar.’ Het betreft niet-concurrentiegevoelige data, benadrukt Van Donselaar: ‘Het gaat niet om de complete bouwtekening van die machine, maar om de afzonderlijk specificaties van de honderden onderdelen waaruit die is opgebouwd. Daarin zit niet je toegevoegde waarde. Die data kun je probleemloos delen zonder dat het je concurrentiepositie aantast.’ Hij realiseert zich goed dat de industrie in zijn algemeenheid daar heel anders over denkt. Vooral in het buitenland, maar ook in Nederland. ‘Openheid vergt vertrouwen, zodat wanneer je juiste en relevante data deelt, andere gebruikers de juiste, voor jou relevante data met jou delen.’ Dat vertrouwen ontstaat volgens hem alleen in een gelijkwaardige relatie. ‘Want hiërarchie leidt tot vervreemding. Hiërarchische bedrijven – vaak de grote multinationals – hebben de meeste moeite data open te delen. Binnen deze organisaties wordt leiding gegeven op basis van controle, gebaseerd op het gangbare beeld dat de mens niet te vertrouwen is’, zegt Van Donselaar. Een mensbeeld dat de Duitse, maar evengoed de Amerikaanse en de Chinese industrie hanteren. Daarom houden ze de luiken zo veel mogelijk gesloten.’ En dat vindt hij spijtig in een hightech industrie met een overdaad aan data. ‘Hoe mooi is het als er wél een vertrouwenscultuur ontstaat die zorgt voor technologische voorsprong en bijdraagt aan een betere wereld? Door data vrijelijk te delen zou die industrie veel beter in staat zijn díe technologieën te ontwikkelen die cruciaal zijn voor de mensheid. De oude economische school’, refereert hij aan het boek ‘Nooit af’, ‘stuurt aan op

Herbert van Donselaar van Yellax. Foto: Jaap Burggraaf Fotografie

het creëren van schaarste. Want schaarste is macht. Schaarse, waardevolle kennis niet delen geeft macht. Maar door wél te delen kunnen we veel sneller komen tot technologieën die bijvoorbeeld de klimaatcrisis kunnen helpen oplossen.’ Geïnspireerd door dit boek van Martijn Aslander en Erwin Witteveen deelde Yellax al voor BeeFinity een tekeningenstructuur waarmee collega-engineersbureaus onderling makkelijker data uit werktekeningen kunnen uitwisselen. ‘Niet om er zelf beter van te worden, maar om als ecosysteem efficiënter en effectiever zinvolle zaken te ontwikkelen en te ontwerpen. Zodat we samen de grote hoeveelheid urgent werk beter aankunnen.’

• www.yellax.com december 2021

19


THEMA SOCIALE INNOVATIE: BETER INNOVEREN, BETER PRODUCEREN

SOCIALE ONDERNEMINGEN GAAN VOORBIJ HET DENKEN IN CURRICULA VITAE

‘BEDRIJVEN INNOVEREN NIET MET 25 PINGUÏNS OP EEN RIJ DIE PRECIES HETZELFDE MARCHEREN’ Dit soort bedrijven zouden we in Nederland veel meer moeten hebben, zegt Henk Volberda, hoogleraar Strategic Management & Innovation aan de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft het over sociale ondernemingen, die maatschappelijke impact op de eerste plaats hebben staan. Op een vrijdagmiddag eind november gaat hij om tafel met Peter Hobbelen, directeur-eigenaar van EMSproducent Confed in Amersfoort, en Peter van Putten, techneut (zoals hij het zelf noemt) en mede-oprichter van InnAut. Dat is gevestigd in Den Bosch en begeleidt – samen met bedrijven – jongeren richting een volwaardige baan in de techniek. ‘Het is eigenlijk te eenvoudig voor woorden: we luisteren naar mensen en geven ze aandacht.’ DOOR LUCY HOLL

P

eter Hobbelen merkt het steeds weer: sociale ondernemingen als Confed en InnAut zitten in het hoekje van bedrijven met een hoge aaibaarheidsfactor. Alsof het toch net geen échte bedrijven zijn. ‘Hoe wil je het hebben? Confed heeft bijna 500 medewerkers en 26 miljoen euro omzet. We zitten in een disruptieve groeifase: we gaan dit jaar 20 procent en volgend jaar 35 procent in omzet omhoog, onder meer door steeds meer opdrachten uit reshoring. We hebben vestigingen in Amersfoort, Dordrecht en het Slowaakse Komárno en ik ben met nieuwe overnames bezig. En ja, 40 procent van onze medewerkers komt uit doelgroepen van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt, uit de Participatiewet, de Sociale Werkvoorziening en het UWV. Dus we zijn een sociale onderneming. En winstgevend. Sociaal ondernemerschap en een commerciële insteek gaan uitstekend samen.’ Peter van Putten richtte InnAut twee jaar geleden

20

december 2021

samen met zijn partner Hanna du Pré op. Ze begeleiden en coachen jongeren (met de focus op mensen met autistische kenmerken) die om allerlei redenen op een zijspoor terecht zijn gekomen. Inmiddels zijn de eerste jongeren uitgestroomd naar dolenthousiaste werkgevers als Arcadis, Kuijpers en Cadmes. InnAut kreeg onlangs de tweede prijs (50.000 euro) tijdens de IGNITE Award van het Anton Jurgens Fonds, IGNITE daagt sociale start-ups uit om verder te professionaliseren via onder meer business workshops. ‘De prijs is een prachtig tipping point voor ons’, zegt Van Putten. ‘Onze methodiek staat, de groep partnerbedrijven zijn we aan het uitbreiden en het allerbelangrijkste: eenmaal uitgestroomd ervaren de bedrijven de jongeren als volwaardige werknemers met een bovengemiddeld technisch talent. We gaan nu echt opschalen en willen vanaf 2023 tussen de 20 en 40 jongeren per jaar klaarstomen voor een baan in de techniek.’ Volberda: ‘Overal in de industrie hoor je werkgevers klagen over personeelstekort. Door anders te werken en te denken hebben jullie daar geen last van, zo te zien?’ Hobbelen: ‘Als ik een hoogopgeleide engineer nodig heb, moet ik ook goed zoeken. Maar technisch productiePeter Hobbelen is directeurpersoneel is geen eigenaar van Confed, dat probleem. We momenteel 26 miljoen euro hebben onze omzet draait. ‘Sociaal onderorganisatie niet nemerschap en een commerciële insteek gaan uitstekend samen.’ functie- maar Foto's: Michael Kamp taakgericht opgezet. We

• ‘Er wordt zo veel van mensen verwacht, we

stoppen ze zo snel in een hokje.’ • ‘Jongeren zitten barstensvol talent, dat spreken

we aan.’ • ‘Het leermeester-gezelsysteem moet weer

omarmd worden.’ • ‘Wij brengen de jongeren niet naar het

bedrijfsleven, het bedrijfsleven komt naar ons.’ • ‘Ergens is er een mismatch tussen vraag en

aanbod. Dan kun je met een sociale onderneming écht impact hebben.’

kunnen mensen met welke arbeidsbeperking dan ook heel gericht inzetten op bepaalde werkzaamheden, al dan niet ondersteund door technologie als cobots. Ik durf te beweren dat sommigen productiever zijn dan reguliere arbeidskrachten. Een klassiek voorbeeld zijn mensen met een autismespectrumstoornis: operators aan pick-and-place machines doen het beter dan wie ook. Hun oog voor detail bij de productie, hun concentratievermogen, zijn ongekend. Als je een gesprek wilt voeren, is het soms wat ingewikkelder. Mensen

‘EEN ARBEIDSBEPERKING IS IN WEZEN EEN TALENT’

hebben een gebruiksaanwijzing, maar dat maakt niet uit. Wij kijken naar wat ze kunnen en niet naar wat ze niet kunnen.’ Van Putten: ‘We zijn in de industrie heel erg gefocust op standaardfuncties en -profielen. Iedereen moet erin passen. Maar bedrijven innoveren niet met 25 pinguïns op een rij die precies hetzelfde marcheren. Baanbrekende ontdekkingen bij mijn vroegere werkgever ASML, bij welk industrieel bedrijf dan ook, worden niet gedaan door die eenheidspinguïns, maar vooral door mensen in de periferie. Autisten, ADHD’ers, nerds: hoe je ze ook noemt. Maar tegenwoordig wordt steeds sneller een label op iemand geplakt,


met helaas vaak een zijspoor tot gevolg. Terwijl anders denken, anders doen innovatie stuwt. Een arbeidsbeperking is in wezen een talent.’ Volberda: ‘Sommige mensen doen graag herhalende taken, ze doen nauwgezet één ding. Anderen zijn multi-inzetbaar.’ Hobbelen: ‘Ja, en wij hebben werk voor beiden. Sommige mensen willen dag in, dag uit het mengventiel voor de warmwaterkraan van onze klant Quooker in elkaar zetten. Die moet ik niet vragen om tien verschillende ventielen te assembleren, dat willen ze niet, dat trekken ze niet. Anderen willen wel job rotation. Prima. En als de aantallen toenemen en we beter kunnen automatiseren, dan doen we dat. Maar ook dan blijft er zonder twijfel handmatig werk over aan andere producten. Of een combinatie van cobot- en mensenwerk.’ Volberda: ‘Als ik het even scherp stel: bestaan jullie bedrijven eigenlijk omdat de arbeidsmarkt niet goed functioneert van school naar werk, van uitkering naar werk? Hebben we sociale bedrijven nodig om mensen alsnog te laten instromen en te zorgen dat ze tot hun recht komen?’ Hobbelen: ‘‘Het wervings- en selectiebeleid is vaak veel te traditioneel. Werkgevers werven op basis van strakke functieprofielen, opleidingsniveaus en ervaring. Alles moet in hokjes en blokjes passen. Maar het arbeidspotentieel is aardig aan het opdrogen. Bedrijven moeten echt buiten de kaders gaan denken. Het probleem is

verergerd, omdat Peter van Putten is mede-oprichter het onderwijs van InnAut, dat jongeren begeleidt en coacht naar een baan in de faalt om jongeren techniek. ‘Onze methodiek staat, op de juiste plek we gaan nu echt opschalen.’ te krijgen. In de kaartenbakken van gemeenten zitten namen van mensen die lange trajecten vol ellende achter zich hebben. Als een jongere uitvalt en op het verkeerde pad raakt, is er veelal iets compleet misgegaan in het reguliere onderwijs. Mensen hebben simpelweg aandacht en begeleiding nodig.’ Van Putten: ‘Wie op een zijspoor belandt, komt maar lastig weer op de hoofdweg. Veel jongeren die ik zie, hadden destijds mijn collega’s bij ASML kunnen zijn, qua competenties, qua persoonlijkheid. Hoe komt het dan dat zij thuis zitten en beperkt of zielig worden genoemd? Er wordt zo veel van mensen verwacht, we stoppen ze zo snel in een hokje. Bij InnAut zeggen we dat het ons niet interesseert wat je gedaan hebt, of waar het fout is gegaan: als je techniek leuk denkt te vinden ben je welkom. We gaan heel concreet aan de slag met 3Dtekenen, elektronica, frezen, robotica. De jonge-

ren zitten barstensvol talent, dat spreken we aan. Het eerste wat we horen is “Ja, maar dat kan ik niet”, “Ik ben een drop-out” of “Weet je dat ik een label heb…” Terwijl we jongeren zien waar in de kern niet veel mis mee is. Bij InnAut gaat er langzaam maar zeker een vonkje branden en vervolgens moeten we ze vaak eerder afremmen dan stimuleren in hun ontwikkeling.’ Volberda: ‘Vroeger hadden we de bedrijfsvakscholen. Die hebben we weer nodig en ze worden ook geherintroduceerd. Jullie werk toont extra aan dat die terugkeer nodig is.’ LEES VERDER OP PAGINA 23

Voor hoogvliegers in hightech! Gedreven en energiek, nuchter en perfectionistisch! Dat is Masévon. Met ons ijzersterke team bouwen we aan de meest geavanceerde engineeringsprojecten op hightechgebied. Van ontwerp tot bouwen. We make complex easy. Meer weten?

masevon.com/vacatures

december 2021

21


HIGHLY REGARDED SUPPLIER OF

Systems, modules and high-end parts

• High-Tech • Industry • Implants and Medical instruments We design, produce and assemble complete integrated systems, mechanical modules, mechatronical modules and high-end parts for a wide range of industries.

More added value Maximum involvement

www.fmi.nl www.werkenbijfmi.nl


VERVOLG VAN PAGINA 21

Hobbelen: ‘Het leermeester-gezelsysteem moet inderdaad weer omarmd worden. Ik merk dat vaklui heel graag andere mensen iets willen leren. Maar door de ratrace en inzet op continue productiviteitsverhoging in het bedrijfsleven is het allemaal verwaarloosd. Wij hebben het weer volop geïntroduceerd. Het is eigenlijk te eenvoudig voor woorden: we luisteren naar mensen en geven ze aandacht. Die aandacht is waar het onderwijs stevig in faalt. We vormen groepjes van zes, inclusief een tafelhoofd. Die is verantwoordelijk voor de mensen die hij onder zijn hoede heeft. Als iemand iets niet kan, zorgen we dat hij of zij het gaat leren, dat kan ook als collega’s onder elkaar. Daar maken we tijd voor vrij.’ Van Putten: ‘Wij brengen de jongeren niet naar het bedrijfsleven, het bedrijfsleven komt naar ons. Ik wil dat jongeren vanaf dag één het bedrijfsleven hier ervaren, ik wil de directeur van Heineken hier bij de koffieautomaat hebben. De beste wervers van een bedrijf zijn overigens de directe collega’s en teamleiders zelf. Ze komen gastlessen geven, ze laten bij ons projecten uitvoeren, nemen jongeren een dag mee in de praktijk. Er is allerlei interactie die ook kan leiden tot duurzame uitstroom naar een bedrijf.’ Volberda: ‘Tegelijkertijd leggen bedrijven veel nadruk op productiviteit, ze gooien managementniveaus eruit en werken met zelforganiserende teams. Ik ben voorstander van die zelfsturing. Maar het algemene idee is daarbij toch wel dat je jezelf moet zien te redden. Dan vallen er dus mensen buiten de boot.’ Van Putten: ‘Daarom coachen en begeleiden wij mensen totdat ze zelf gaan inzien dat ook zij ertoe doen. Dat doen we één, twee jaar en dan stromen ze uit naar technisch werkgevers in heel Nederland, te beginnen met een stageperiode om te kijken of er een match is. Wat is er vervolgens

‘BEDRIJVEN MOETEN ECHT BUITEN DE KADERS GAAN DENKEN’

nodig om van iemand een volwaardig medewerker te maken? Samen met het bedrijf maken we een meerjarenplan om duurzame uitstroom en de verdere ontwikkeling van de jongere te borgen. Vaak is een deeltijd-opleiding (mbo/hbo), BBL-leerwerktraject of bedrijfsinterne opleiding hier onderdeel van.’ Volberda: ‘Komen bedrijven dan eigenlijk bij jullie omdat ze zelf te weinig investeren in mensen?’ Van Putten: ‘Nee, wat er gebeurt is dat er bij ons een echte klik ontstaat. Een bedrijf met een vacature kan nog zo’n perfect vacatureprofiel opstellen: een sollicitant die exact aan alle eisen vol-

doet, is geen garantie voor succes. Het gaat om de persoonlijke relatie. Cadmes kwam bij ons een gastles SolidWorks geven, ik vroeg ze om geen trainer te sturen maar gewoon iemand van de werkvloer. Aan het eind van de dag zegt die man: “Er zit één jongen bij, hij zou zomaar mijn collega kunnen zijn.” Die jongen werkt inmiddels op de customer-service-afdeling van Cadmes, hij heeft allerlei trainingen gedaan en het team daar omarmt hem. Dus werkgevers willen wel investeren, maar het moet wel de juiste persoon zijn. Wij faciliteren ontmoetingen en begeleiden de jongeren en bedrijven intensief, dat maakt het zo succesvol.’ Volberda: ‘Een van de succesfactoren van sociale ondernemingen is dat het management de factor mens als doorslaggevend ziet. We hebben allemaal een vlekje, de meesten komen er goed mee weg, maar een bepaald percentage niet. Daar moet je je nek voor durven uitsteken. Veel bedrijven vinden dat te veel gedoe: ze willen liever geen high maintenance people aan wie je veel aandacht moet geven.’ Van Putten: ‘En steeds vaker zoeken ze het bewust op. InnAut werkt sinds kort samen met Over Morgen, adviesbureau voor een duurzame leefomgeving. Daar werken veel witte mannen tussen de dertig en veertig jaar oud. Ze willen juíst hun horizon verbreden. Medewerkers geven binnenkort een workshop geodata, jongeren mogen meelopen en mee naar klanten. Ze ervaren nu al dat het beeld dat ze hadden van deze jongeren niet klopt met de werkelijkheid. Dit is exact wat we willen bereiken: ga voorbij het cv-denken, en vaar veel meer op connecties die ontstaan.’ Volberda: ‘Bijna de helft van de Nederlandse bedrijven wil desondanks bovenal groeien en noemt winstgevendheid het belangrijkste criterium, blijkt uit de Nederlandse Innovatie Monitor waarvoor we jaarlijks duizenden managers ondervragen. Maar sociale innovatie is juist én winstgevendheid én een maatschappelijke bijdrage leveren.’ Hobbelen: ‘Wij laten zien dat het kan. Ik heb bedrijfsonderdelen uit de sociale werkvoorziening overgenomen en er een echt bedrijf van gemaakt, met alle basisvoorwaarden: financieel gezond, marktconform, professioneel, leverbetrouwbaar, oog voor kwalitatief. Het klopt allemaal. Mijn uitgangspunt is dienend leiderschap. Mijn voorganger bij Confed in Amersfoort zette precies de lijntjes uit, maar dat werkt niet meer. Dit bedrijf is complex en ik weet niet alles van alle disciplines. Ik heb heel creatieve mensen in

Henk Volberda, hoogleraar Strategic Management & Innovation, draagt sociale ondernemingen een warm hart toe. ‘We zouden veel meer van dit soort organisaties moeten hebben.’

mijn organisatie. Ik stuur wel, ik laat het niet te los, maar wil wel steeds meer verantwoordelijkheid bij de leidinggevenden lager in de organisatie leggen. Op de werkvloer gebeurt het. Die werkvloer moet ik maximaal faciliteren om onze klanten op een hoog niveau te kunnen bedienen. Met uiteindelijk in de productie het mixed people-concept, een mix van mensen met en zonder beperking.’ Volberda: ‘Heel kort samengevat gaat sociale innovatie voor mij over andere manieren van managen en organiseren. Oftewel, het zo inrichten van arbeid dat bedrijven optimaal presteren, talenten ontplooid worden en mensen plezier in hun werk hebben. Nederland heeft nog geen rechtsvorm voor sociale ondernemingen. Al komt de BVm, de maatschappelijke BV, eraan.’ Hobbelen: ‘Ja, dat is de juridische onderbouwing. Maar het gaat vooral om de andere mindset. Kunnen we arbeidsmarktproblemen op een andere manier benaderen? Er staat nog een miljoen mensen aan de kant, velen willen graag maar worden belemmerd. Instituties falen. Ergens is er een mismatch tussen vraag en aanbod. Dan kun je met een sociale onderneming écht impact hebben.’ Volberda: ‘Bedrijven die veel aandacht besteden aan hun medewerkers, hebben een betere reputatie. Klanten nemen liever iets af van een leverancier die bijdraagt aan sociaal-maatschappelijke doelstellingen. Mensen werken liever bij een bedrijf dat ze een gevoel van trots geeft. We zouden veel meer van dit soort organisaties moeten hebben.’ Van Putten: ‘Kun je jezelf in de spiegel aankijken als je helemaal niks doet aan ondernemerschap met een maatschappelijke impact? Werkgevers nemen onze jongens op een gegeven moment graag in dienst omdat ze hun talent zien.’ Hobbelen: ‘Confed heeft nu een schaalgrootte waarin we serieuzer genomen worden. Er wordt met nieuwsgierigheid naar ons gekeken. Drie locaties, bijna 500 man, hoogwaardige elektronica. “O, dan moet er toch wel iets van kloppen.”’

• www.confed.eu • www.innaut.nl • www.uva.nl december 2021

23


DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AND CUSTOMER AWARDS 2021

ITSME, VOORTMAN STEEL MACHINERY EN MI-PARTNERS OP HET EREPODIUM

‘ECHT EEN ERKENNING VAN JEWELSTE VOOR ONS TEAM!’ In Boerderij Mereveld in Utrecht was woensdag 24 november de zinderende finale van de 20e editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA’21). Voorafgaand aan de uitreiking werden steeds per categorie de vijf finalisten gepresenteerd, waarna de strijd tussen de overgebleven twee bedrijven losbarstte. De jury had gesproken, nu was het woord aan het publiek in de zaal en de online toeschouwers. Resultaat: itsme sprong eruit als

Best Parts & Process Supplier, Voortman Steel Machinery werd verkozen tot Best Customer en MI-Partners mag zich komend jaar Best Knowledge Supplier noemen. ‘Mooi om gewaardeerd te worden om hoe wij werken met onze toeleveranciers.’ In dit katern DISCA’21 een portret van de winnaars, runners-up, finalisten en juryleden. En ruim aandacht voor de boeiende talkshow over de intrigerende vraag: ‘De toekomst wordt geweldig!?’ DOOR WILMA SCHREIBER • FOTO’S: BART VAN OVERBEEKE

H DISCA'21 had alle ingrediënten weer in zich: talkshow, awardsuitreiking en volop netwerken.

24

december 2021

et betrof een jubileumeditie, want het was de twintigste uitreiking op rij van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards, een initiatief van Link Magazine in samenwerking met ING en ISAH Business Software. Traditiegetrouw weer in Boerderij Mereveld in Utrecht, hoewel vanwege de aangescherpte coronamaatregelen met een beperkter aantal gasten dan gebruikelijk. Zo’n honderd genodigden woonden het evenement live bij, anderen deden dat via de livestream.


BEST CUSTOMER:

VOORTMAN STEEL MACHINERY RIJSSEN

B

ij de strijd om de Best Customer Award neemt Martin van Zaalen, hoofdredacteur van Link Magazine, de honneurs waar, omdat juryvoorzitter Anita van Gils wegens ziekte helaas moest afzeggen. Het draait uit op een oostelijke derby: Voortman Steel Machinery uit Rijssen versus Bronkhorst High-Tech uit Ruurlo. Het laatste bedrijf, met ruim 600 mensen, ontwikkelt en fabriceert standaard en klantspecifieke instrumenten voor het meten van gas- en vloeistofdoorstroming voor de medische wereld, chemie, olie & gas, halfgeleiders, voeding en farma. De jury roemt de geminimaliseerde technologie. ‘Bronkhorst is daarin wereldmarktleider en benut zijn suppliers om die positie te behouden door ze inzage te geven in de roadmap en alle ruimte te bieden hun competenties (proactief) in te zetten. Het is een behoorlijk groot bedrijf, maar tegelijk toegankelijk en weinig hiërarchisch.’ Bronkhorst won in 2019 de Best Customer Award en was in 2017 een van de finalisten.

GRILLIG BESTELGEDRAG De andere finalist is Voortman Steel Machinery in Rijssen (ook finalist in 2018), bouwer van innovatieve machines en productielijnen voor de staalbouw en plaatverwerkende industrie wereldwijd. En onderdeel van Voortman Steel Group, dat zo’n 500 medewerkers in dienst heeft. De jury

prijst het feit dat Voortman zijn toeleveranciers inzet als strategische partners. ‘Leveranciers krijgen het vertrouwen en de gelegenheid mee te kijken in de keuken, zodat ze kunnen zien hoe de kok werkt en op die werkwijze goed kunnen inspelen. Als gedigitaliseerd bedrijf is Voortman goed in staat mee te ademen met de marktvraag en zorgt het voor een goede forecast waarop leveranciers ook goed kunnen inspelen.’

NAOBERSCHAP

De Best Customer-award is voor Voortman. Director operations

Frank Scherphof neemt hem in ontvangst. Vervolgens licht Fernando Gorkink, manager key accounts bij uitsluitend te leveren dankzij de heldere afspraEriks, zijn nominatie toe. ‘Bronkhorst High-Tech ken en de rolling forecast van Bronkhorst.’ daagt Eriks voortdurend uit op technologie, knowhow en supplychain. Nieuwe technische ontwikkelingen en vraagstukken krijgen een EERST MEERWAARDE vruchtbaar platform op een extreem hoog Eplan, softwareaanbieder en adviseur voor niveau, waarbij early involvement en co-engineeelektrotechnische engineering, heeft Voortman ring de basis vormen. Design Six Sigma hebben Steel Machinery genomineerd. ‘Om gedegen ze omarmd, waardoor wij elkaar nog beter advies te kunnen geven, moet je wel in de keuken vinden om ieders expertise optimaal in te zetten.’ van de klant kunnen kijken. Dat berust op wederHet partnership ervaart Gorking als naoberkerigheid. Zo zul je eerst serieus je meerwaarde schap: ‘Als bedrijf ervoor elkaar zijn, proactief voor zo’n klant moeten kunnen aantonen’, stelt communiceren, elkaar de bal toespelen en continu verbeteren. Logistieke prestaties van Eriks zijn LEES VERDER OP PAGINA 27

Onze innovaties vormen de toekomst In een wereld zonder raketten, had de mens nooit voet gezet op de maan. Zonder microscoop, hadden we van DNA nog nooit gehoord. Aan elke mijlpaal gaat een ontdekking vooraf. Maar complexe technieken ontstaan niet zomaar. Ze zijn het resultaat van een samenspel tussen kennis, techniek en creativiteit. Juist op dit snijvlak opereren wij. NTS is gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en assembleren van (opto)-mechatronische systemen, mechanische modules en kritische componenten. Onze expertises? Precisie en wendbaarheid. Waar kom je jouw werk straks tegen? In de modernste technologieën! Je smartphone opent met gezichtsherkenning, precies zo’n snufje waaraan jij hebt meegewerkt. Op je telefoon lees je over nieuwe innovaties in de gezondheidszorg, weer een veld waarin jij opereert. Werk jij mee aan de mijlpaal van morgen?

Onze (opto-)mechatronische systemen en mechanische modules dragen bij aan toekomstige technologieën

nts-group.nl/careers

december 2020

25


EEN GROTE EER

OM DEZE PRIJS TE MOGEN ONTVANGEN

Wij hechten veel waarde aan langdurige relaties met onze klanten, gebaseerd op wederzijds respect, eerlijkheid en goed vertrouwen. Wij streven altijd naar solide partnerschappen aan beide uiteinden van de keten en verbinden ons ertoe dezelfde waarden te hanteren ten aanzien van onze leveranciers. Het ontvangen van deze prijs is een positieve bevestiging van onze samenwerkingen en daarmee een grote eer.

ONZE LEVERANCIERS HEBBEN ONS ONDERSCHEIDEN MET DE DISCA ‘BEST CUSTOMER AWARD’!

Via deze weg willen wij al onze leveranciers hartelijk bedanken voor de erkenning en het vertrouwen in onze samenwerking. Onze medewerkers worden bedankt voor hun inzet en voor het actief uitdragen van de waarden die wij ondersteunen en omarmen. Wij verheugen ons erop onze samenwerkingen nog vele jaren voort te zetten! Bedankt! Voortman Steel Machinery

WWW.VOORTMAN.NET


VERVOLG VAN PAGINA 25

SAMEN OP REIS

Roger Scholtes, managing director van Eplan, die de samenwerking met Voortman niet ziet als een typische klant-leveranciersverhouding. ‘Het bedrijf communiceert dusdanig dat je je partner in het proces voelt en ieder zijn eigen bijdrage kan leveren. Verder denkt Voortman mee over oplossingen die bij ons nog op de tekentafel liggen. Zo kunnen we ook in de toekomst oplossingen bieden die Voortman en andere klanten voordeel opleveren.’

De smartphones komen weer tevoorschijn om te stemmen en er is een winnaar: Voortman Steel Machinery. Director operations Frank Scherphof neemt de award in ontvangst en spreekt over de reis van Voortman en Eplan. ‘Die reis heeft geleid tot een state-of-the-art paneelbouw en we zijn nog steeds op reis naar nieuwe ontwikkelingen. Het is mooi om gewaardeerd te worden om hoe wij werken met onze toeleveranciers, met onze partners. Dat geeft een ontzettend goed gevoel’, zegt hij. ‘Naoberschap staat bij ons hoog

in het vaandel: respecteer elkaar en zie om naar je partners. Daar word je met elkaar beter van.’

• www.voortman.net • www.bronkhorst.com Overige finalisten in deze categorie: Blueprint Automation (Woerden), Nedap (Groenlo), ASML (Veldhoven)

BEST PARTS & PROCESS SUPPLIER

ITSME RAAMSDONKSVEER

V

oor de uitverkiezing van Best Parts & Process Supplier betreedt juryvoorzitter Joes Wigman, managing director bij Berenschot, het podium. Na filmpjes over de vijf kandidaten maakt hij de twee finalisten bekend. Allereerst itsme uit Raamsdonksveer, toeleverancier van elektrotechnische en mechanische componenten en bijbehorende diensten aan machinebouwers, technisch installateurs en de leveranciers daarvan. Het bedrijf telt negen vestigingen en circa 320 medewerkers, sleepte in 2007 al eens een DISCA-award in de wacht en stond al eerder in de finale. Een betrouwbare partner, aldus de jury. ‘De klant die snel in omzet groeit, heeft in itsme een goed meedenkende partij die uitstekend kan inspelen op die groei. Ook de aftersales is goed voor elkaar. Evenzeer een leverbetrouwbare leverancier die altijd de juiste hoeveelheden aanlevert. Dit mede dankzij de goede digitalisering van hun processen die gedetailleerd inzicht biedt in de beschikbaarheid van artikelen.’

REDDER IN NOOD Tegenstrever is VDL ETG Precision uit Eindhoven, dat onderdeel is van VDL ETG en in 2012 de Best Knowledge Award won en ook al vaker in de finale stond. VDL ETG Precision levert wereldwijd hoogwaardige mechanische componenten, modules en complete systemen aan oem’ers van technisch hoogwaardige productieapparatuur en gebruikers van geavanceerde productielijnen. Het bedrijf heeft vijf productievestigingen: twee in Nederland en drie daarbuiten. De jury is vol lof: ‘Als de nood echt aan de man komt schuift VDL ETG ander werk opzij om die nood te helpen lenigen, ook als de vraag afkomstig is van een klant die tot dan geen grote klant is. Het bedrijf laat zien heel goed te kunnen meedenken en ook heel snel het ontwerp van de klant te kunnen ver-

talen in een maakbaar product. Het werkt daartoe met een goed gedigitaliseerd tekeningensysteem waarin alle product- en productie- informatie samenhangend is opgenomen.’

GEEN STILSTAND Vervolgens is het podium voor Martijn Coppens, manager operations en service bij Q-Fin, en zijn pitch. ‘itsme heeft ons tijdens ons itsme wint om zijn leverbetrouwbaarheid en meedenken. Director sales Taco Leeflang met de award. explosieve groeiproces goed geholpen. Wij wilden gewoon één goede de productie gestart en konden we honderd partner, zeker gezien de huidige materiaalschaarapparaten per week afleveren. Dat hadden we ste. Ons vaste aanspreekpunt bij itsme heeft nooit gered zonder VDL.’ ons tijdig geadviseerd, zodat wij bijtijds konden schakelen, waardoor wij geen stilstand hebben gehad afgelopen jaar.’ En drie jaar geleden, toen ENORME PRESTATIE Q-Fin veertien machinelijnen moest voorzien Bij de digitale stemming ziet juryvoorzitter van een touchscreen, bracht itsme opnieuw Wigman een duidelijke trend: de award voor uitkomst. ‘Via itsme kwam de juiste partij bij ons Best Parts & Process Supplier gaat naar itsme. aan tafel en spraken we met de juiste mensen, van Taco Leeflang, director sales bij itsme, noemt de waaruit wij makkelijk en snel konden installeren. award een enorme erkenning. ‘Je wordt genomiVerder heeft itsme ons het programmeren van de neerd door klanten en een klant neemt zelfs de software geleerd, we kunnen nu alles in eigen moeite om je hier te verdedigen. Daarnaast is er huis bewerken.’ een vakjury en zijn er maar liefst 354 bedrijven genomineerd. Dus dit is echt een erkenning van jewelste voor ons team’, zegt hij. ‘Helemaal in CRUCIALE PARTNER deze tijd, waarin we niet meer vanzelfsprekend Dan staat Willem Tielemans, groepsleider mechabij de klant langs konden en met alle schaarstenische engineering en inkoop bij Demcon, op problematiek. Dan is dit een enorme prestatie. voor VDL ETG Precision. ‘Aan het begin van Ik bedank al onze medewerkers, klanten en toede coronatijd vroeg de overheid ons om noodleveranciers die dit mogelijk maken.’ beademingsapparatuur. Daar zijn we qua ontwikkeling wel mee bekend, maar nu moesten we binnen drie weken met de productie up & runwww.itsmenederland.nl ning zijn, iets wat anders 18 tot 24 maanden kost. www.vdletg.com VDL was daarin een cruciale partner. Binnen 24 uur stond het eerste prototype bij ons op de Overige finalisten in deze categorie: IFM Electronic stoep, dat ook goed genoeg bleek voor validatie (Harderwijk), Oreel (Hallum), Nijdra Group in de ziekenhuizen. Na drie weken zijn we met (Middenbeemster)

• •

BEST KNOWLEDGE SUPPLIER

MI-PARTNERS EINDHOVEN

I

n deze categorie gaat het tussen twee Eindhovense bedrijven: mechatronica-expert MI-Partners en NTS-Group, die (opto)mechatronische systemen, modules en componenten produceert en ontwikkelt voor internationale

machinebouwers. MI-Partners gooit hoge ogen bij de jury: ‘Een ontwikkelpartij die beschikt over echte high-end mechatronicakennis en die weet te vertalen naar een functioneel goed en zeer maakbaar product. Wat MI ontwerpt blijkt ook

steeds volledig te kloppen als het product in serieproductie gaat en dat is in de markt verre van vanzelfsprekend.’ NTS-Group (won in 2006 LEES VERDER OP PAGINA 28

december 2021

27


conbedrijf ITEC, pitcht MI-Partners als ‘de technologieparel van Veldhoven’. ‘Dit bedrijf met ongeveer veertig medewerkers houdt het al ruim tien jaar vol en is dus in staat dezelfde hoge technologiegraad te halen als zijn grote broer.’ Ander belangrijk pluspunt: MI-Partners focust op de eigen core competences en is onderdeel van een ecosysteem. ‘Het bedrijf is zeer goed ingevoerd en zorgt op tijd De Best Knowledge Award is voor ‘technologieparel’ MI-Partners. Dga Leo Sanders met de award. voor het vereiste competentieniveau. Knowledge komt niet uit een one-stop shop waar je alles VERVOLG VAN PAGINA 27 kunt krijgen. MI-Partners levert precisie hightech, daar staan ze voor. Uiteindelijk worden met de Achievement Award en stond al vaker in de heel weinig papieren overhead de juiste vragen finale) krijgt eveneens goede punten: ‘Het is gesteld. MI-Partners luistert naar onze feedback, uitstekend ingericht voor het heel betrouwbaar en kwesties over voortgang of technologie komen maken van zeer complexe productie. Beschikt heel snel op tafel en dan wordt eraan gewerkt.’ over alle benodigde kennis van product-, productie- en materiaaltechnologie en heeft voor de realisatie een scala aan productiefaciliteiten in EXACT DE OPLOSSING huis, plus een goed ingerichte eigen supplychain.’ Lars Janssen, procurement manager bij Solmates, zet NTS-Group in het zonnetje. ‘Net als veel andere start-ups hadden wij een probleem dat HOGER NIVEAU conceptueel heel goed in de hoofden zat van onze Joep Stokkermans, directeur innovatie bij semi-

slimme medewerkers, maar tijd en resources ontbraken om dat om te zetten in een goed werkende oplossing. NTS heeft die lastige techniek – een snel draaiend soort filter dat vervuiling van onze processen tegengaat – helemaal kunnen verwezenlijken tot echt exact wat wij wilden hebben. Ze hebben ten diepste verstaan wat wij als klant wilden en dit ook binnen no-time gerealiseerd. Inmiddels staat de oplossing werkend in het veld.’

OPSTEKER Wederom stemmen alle toeschouwers, waarna MI-Partners als winnaar uit de bus komt. Leo Sanders, dga van MI-Partners, neemt samen met managing director Ronald Schneider de award in ontvangst, enigszins verlegen met de lovende woorden van Stokkermans. ‘Ik ben zeer vereerd en ook zeer verrast. Het is voor mij de eerste keer dat ik hier aanwezig ben en we nemen gelijk een prijs mee. Dat is een geweldige opsteker en dat gaan we morgen zeker vieren.’ Ook Schneider spreekt zijn dank uit: ‘Een heel mooie erkenning van onze mensen die met engineers van onze klanten samenwerken, mooi dat dat zo gewaardeerd wordt.’

• www.mi-partners.nl • www.nts-group.nl Overige finalisten in deze categorie: Frencken Europe (Eindhoven), Demcon (Enschede), Contour Covering Technology (Winterswijk)

Dutch Industrial Supplier 2021! Mogen we ons even voorstellen?

28

Wij zijn itsme, Dutch Industrial Supplier 2021 in de categorie Best Parts & Process, uitgekozen door een vakjury van vooraanstaande bedrijven uit de industrie. Als Nederlands familiebedrijf staan wij al meer dan 100 jaar voor innovatieve techniek en distributie met de wil om u succesvol te maken: Making You Succeed!

in deze ongekende tijden op ons kunt rekenen! Wij bedanken onze medewerkers, de jury, onze partners, maar bovenal natuurlijk onze klanten voor deze steun en grote waardering! Het toont ons dat wij op de goede weg zijn en het motiveert ons om voor al onze relaties nóg een stap extra te zetten!

Daarom zijn we blij met het juryrapport over ons: betrouwbaar, begrip van de klant, snel en alert, meedenken bij snelle groei, open, eerlijk, duidelijk en goede digitalisering. Als “vaste finalist” en winnaar in 2007 (toen nog Ehrbecker Schiefelbusch), zijn we extra blij met de erkenning dat je ook

Nieuwsgierig geworden? Scan dan deze code voor een nadere kennismaking!

december 2021

Graag tot snel!


HIGHLIGHTS UIT DE JURYRAPPORTEN VAN DE OVERIGE DISCA-FINALISTEN: OOK ALLEMAAL TOPBEDRIJVEN

‘ZE LATEN ECHTE BETROKKENHEID ZIEN BIJ DE PRODUCTEN VAN DE KLANT’ Eén lage score op de DISCA-meetinstrumenten of één slechte ervaring van een jurylid kan al voldoende zijn om een finalist niet door te laten dringen tot de top 2 en dus af te laten vallen voor de eindwinst. Evengoed zijn de overige finalisten van de drie DISCA-awards ook topbedrijven. Dat wordt duidelijk uit de juryrapporten over deze ondernemingen. Hieronder de highlights daaruit.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN Alle finalisten die in de race waren voor de Best Process & Parts Supplier. Met tweede van rechts juryvoorzitter Joes Wigman.

DE OVERIGE FINALISTEN BEST CUSTOMER 2021 BLUEPRINT AUTOMATION WOERDEN

NEDAP GROENLO

Producent van geautomatiseerde verpakkingslijnen

Fabrikant van hightech RFID-oplossingen

‘Een bedrijf dat goed luistert naar de argumenten van leveranciers, bijvoorbeeld om te investeren in de nieuwste technologie. Vervolgens trekt Blueprint wel regelmatig zijn eigen plan, maar kan dan altijd goed motiveren waarom dat plan zo in elkaar steekt. Blueprint laat zijn toeleveranciers op die manier in de keuken kijken, maar nog niet in de koelkast. En ook dat leggen ze goed uit. Met andere woorden: deze klant is open over de reden waarom hij soms gesloten is. De betreffende leveranciers leveren op een hoog niveau toe en zijn daardoor actief in de kerncompetenties van Blueprint. Die opstelling is dus logisch, temeer daar het bedrijf actief is in een markt – de verpakkingsmachinerie – waarin de concurrentie groot is.’ www.blueprintautomation.com

‘Nedap koopt niet zozeer op prijs in, maar primair op de toegevoegde waarde waaraan een van de vijf marktgroepen van Nedap precies behoefte heeft. Het besteedt op een steeds hoger niveau uit. Leveranciers die begonnen als build-to-print leverancier worden tegenwoordig geacht de maakbaarheid volledig voor hun rekening te nemen, en krijgen daarvoor de ruimte. Nedap heeft een transparante organisatiestructuur zodat altijd duidelijk is wie waarover moet worden aangesproken. Prijs is overigens niet onbelangrijk, maar over de kostprijsopbouw is Nedap volledig open. Kostenproblemen worden niet eenzijdig op de leveranciers afgewenteld, maar eerlijk gedeeld. Het betaalt altijd stipt op tijd het afgesproken bedrag.’ www.nedap.com

ASML VELDHOVEN Fabrikant van chipmachines ‘ASML zet leveranciers in hun kracht. Het geeft leveranciers de ruimte en de ondersteuning hun competenties optimaal in te zetten en zich voortdurend te verbeteren. Weet heel goed waar de sterktes van zijn suppliers liggen en benut die ten volle. Heeft een heel sterk supplychain management, maar weet ook op dat vlak heel goed waarin het door gespecialiseerde toeleveranciers bijgestaan moeten worden. Doet aan open costing en is wat dat betreft zeer transparant. Geeft ook heel adequaat informatie over de vraag die het heeft: de forecasts zijn betrouwbaar. Informatie wordt online en geautomatiseerd verstrekt en ontvangen en is dus altijd actueel. ASML is wel een grote organisatie met heel veel verschillende specialismen en afdelingen waardoor de verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden van buitenaf niet altijd duidelijk zijn. Het legt daarbij wel harde kostenreductietargets op.’ www.asml.com

DE OVERIGE FINALISTEN BEST PROCESS & PARTS SUPPLIER 2021 IFM ELECTRONIC HARDERWIJK Fabrikant en distributeur van aansluitkabels, connectoren, sensoren en besturingssystemen ‘IFM levert altijd op tijd. Reageert proactief op potentiële schaarste van artikelen die de klant in zijn forecast heeft zitten. Accepteert forecasts ook als ware het harde orders. Zet daartoe zelf harde orders uit, maar heeft er geen problemen mee als de klant afname wil uitstellen of daar zelfs helemaal van af wil zien. Juist door deze risicodragende opstelling heeft IFM nauwelijks problemen

OREEL HALLUM om de gevraagde artikelen op tijd bij de klant te krijgen. Is goed gedigitaliseerd en stelt de klant in de gelegenheid via een gebruiksvriendelijke portal zijn orders goed gespecificeerd in te voeren. Laat echte betrokkenheid zien bij de producten van de klant en is daarom in staat relevante alternatieven aan te dragen als daartoe noodzaak is. Is niet goedkoop, maar verhogen prijzen alleen marktconform.’ www.ifm.com

Hightech metaalbewerker, leverancier van samengestelde delen ‘Bedrijf dat een complete set aan metaalbewerking kan bieden: frezen, draaien, lassen, et cetera. En dat op hoog niveau. Kan de tekening van de klant uitstekend doorgronden en daarin de eventuele onvolkomenheden ontdekken en verhelpen opdat het geheel goed maakbaar

LEES VERDER OP PAGINA 30

december 2021

29


VERVOLG VAN PAGINA 29 wordt. Het productontwerp wordt dus beter door Oreel. Daar draagt ook aan bij dat deze leverancier dus alle processen in eigen huis heeft. Daardoor en op basis van de informatie van de klant over het grotere geheel van het eindproduct kan Oreel goed inspelen op de (eind)assemblageactiviteiten verderop in de keten. Komt alle afspraken punctueel na. De betrokkenheid van de medewerkers bij het product van de klant ademt de cultuur van het familiebedrijf dat Oreel is.’ www.oreel.nl

NIJDRA GROUP MIDDENBEEMSTER Toeleverancier van fijnmechanische onderdelen en mechatronische modules ‘Familiebedrijf met medewerkers die zich zeer betrokken tonen bij het product van de klant. Is met diepgaande kennis van productie- en materiaaltechnologie uitstekend in staat een ontwerp van een complex product te vertalen naar een maakbaar geheel. Sterker nog: Nijdra heeft de kwaliteiten om – proactief – de vinger te leggen op de

onvolkomenheden en onduidelijkheden in de tekeningen van de klant en kan die vertalen naar concrete vragen aan de klant om langs die weg en in goed overleg tot adequate oplossingen te komen. Communiceert op elk niveau via diverse contactpersonen, maar is ook goed in staat die informatie te integreren. Beschikt daartoe over goed projectmanagement dat de inzet die het project vergt goed weet door te zetten naar de andere onderdelen van het bedrijf.’ www.nijdra.eu

DE OVERIGE FINALISTEN BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2021 FRENCKEN EUROPE EINDHOVEN

CONTOUR COVERING TECHNOLOGY WINTERSWIJK

Mechatroninca system supplier ‘Frencken is een goede ontwikkel- en productiepartner. Is sterk in producttechnologie en productietechnologie. Komt proactief met significante maakbaarheidsverbeteringen die het product beter en/of goedkoper maken. Is ook sterk in het beheer van wijzigingen en kan daar daardoor goed en flexibel op inspelen. Kortom, een betrouwbare ontwikkelpartner van specifieke hightech modules. Ook kun je aan dit bedrijf goed de samenbouw van de hoofdsamenstelling overlaten. Bedrijf met weinig verloop in engineering en dus hebben met name vaste klanten maar weinig woorden nodig om hun behoeften duidelijk te maken. Wel verloop in de productie, wat impact heeft op de doorlooptijden. Frencken is open en duidelijk over levertijden en communiceert tijdig als het die niet haalt.’ www.frenckengroup.com

DEMCON ENSCHEDE Ontwikkelaar en producent van hightech systemen

Toeleverancier van plaatwerkonderdelen en -samenstellingen ‘Contour is heel goed in het engineeren en produceren van behuizingen die zowel functioneel als qua design top zijn. Kan snel werken: het complete proces van eerste tekeningen tot en met productie is slechts een kwestie van weken. Heeft daarbij voldoende aan schetsen om op door te vragen en tot een detailengineering te komen. Gaat flexibel om met tussentijdse wijzigingen. Productie levert werk dat exact aan de specificaties voldoet en is goed in staat dat repeterend te doen. Proactief in het daartoe nemen van de benodigde, kostbaardere maatregelen als de inzet van pasmallen. Contour is niet de goedkoopste, maar is wel heel open en transparant over hun kostprijs en de opbouw daarvan.’ www.contour.eu

‘Demcon heeft met productie is nog niet heel veel ervaring, toch zijn alle randvoorwaarden aanwezig om ook op dat terrein een sterke partij te worden. Zo heeft de fabriek een zeer leane inrichting gekregen. Demcon kan ermee omgaan als de klant pas wil engineeren en fabriceren als er verkocht is. Kan omgaan met de stress die deze werkwijze met zich meebrengt. Het is een bedrijf dat flexibel omgaat met wijzigingen en veranderingen. Geeft de klant échte aandacht waaruit spreekt dat ze goed doorgronden wat er komt kijken bij het realiseren en vermarkten van een compleet nieuw product. Demcon is bereid financieel de risico’s van een nieuw product mee te dragen. Accepteert als er – gemotiveerd – later wordt betaald dan eerder overeengekomen.’ www.demcon.com

BRONKHORST TOONAANGEVEND IN FLOWMETING EN -REGELING Bronkhorst High-Tech B.V. ontwikkelt en produceert innovatieve, duurzame en klantspecifieke oplossingen op het gebied van low flow fluidics handling vraagstukken.

Gas

Vloeistof

Damp

System Supplier The Nijdra Group is a family owned company, full-service organisation (100 fte) specialised in co-engineering,

machining , grinding and

assembly of fine mechanical and mechatronic assembly’s for high-tech industries (high mix / low volume / high complexity / low costs). Precision is our profession, service is our passion! –

www.bronkhorst.com

30

december 2021

Bamestraweg 31 | 1462 VM Middenbeemster, The Netherlands T +31(0)299 689900 | info@nijdra.nl | www.nijdra.com


INFORMEEL MAAR VEILIG. ZO KON DISCA’21 DAN TOCH VAN START

‘OEM’ERS EN SUPPLIERS BIJEEN: HET KENMERKT DE NEDERLANDSE MAAKINDUSTRIE’ Niemand die weet wat de toekomst brengt. Optimisme is er zeker, maar tegelijkertijd laat juist de afgelopen tijd zien dat wat altijd zo zeker leek razendsnel kan veranderen. Met dat besef vond de twintigste uitreiking plaats van de DISCA-awards. Bijgewoond door zo’n honderd gasten, die elkaar weer eens in een informele setting konden spreken. Ongedwongen, maar uiteraard zoveel mogelijk lettend op die anderhalve meter afstand tot elkaar. DOOR JAN BROEKS

D

e talkshow is net ten einde, de strijd om de awards gaat zo dadelijk van start. Gasten spreken elkaar aan tafel, de eerste van een reeks kleine gerechten wordt geserveerd. En dan klinkt aan een van diezelfde tafels de opmerking dat het toch wel bijzonder is, al die toeleveranciers en oem’ers zo bij elkaar. ‘Kom daar in andere landen maar eens om, daar staan beide groepen veel verder van elkaar af. Hier niet. Met iedereen in zo’n setting bij elkaar: het kenmerkt de Nederlandse maakindustrie.’ Die opmerking, weliswaar wat terloops gemaakt: voor wie er wat langer bij stilstaat vat die dit samenzijn goed samen. Vrolijkheid overheerst, zoveel is zeker. En opluchting toch ook, nu DISCA’21 gezien alle coronaperikelen tóch door kan gaan. Niet in de laatste plaats doordat de organisatie vooraf alles in het werk heeft gesteld om te voldoen aan de geldende coronamaatregelen. Dus moeten alle gasten bij binnenkomst een geldige QR-code kunnen tonen, en krijgt iedereen een mondkapje. Ook dienen de gasten zoveel mogelijk aan tafel te blijven zitten. Zomaar door de zaal lopen is in elk geval niet de bedoeling. En

dat voelt voor sommigen ongetwijfeld als een gemis, zeker wanneer je wat verderop die ene relatie ziet die je zo graag weer eens wilde spreken.

TURBULENTE TIJDEN

Uitgever Mireille van Ginkel: ‘Turbulent is het nog altijd. Op macro- én microniveau.’

Maar toch, dit voelt wel anders dan vorig jaar, zo vertelt Mireille van Ginkel van Link Magazine de zaal tijdens haar inleiding. Ging een delegatie van dit blad eind 2020 nog langs bij elke winnaar afzonderlijk, nu zijn alle finalisten hier fysiek samen. En wat ook scheelt: er zijn veel meer positieve berichten over groei en omzet dan eind 2020, zo merkt de uitgever op, om daar meteen een kanttekening bij te maken. ‘Want turbulent is het nog altijd. Op macro- én microniveau. Binnen een organisatie, maar net zo goed erbuiten.’ Onder de gasten bevindt zich ook Arno Bouwmeester, directeur van Nedinsco, dat in Venlo optomechatronische oplossingen realiseert voor veelal buitenlandse klanten. Ooit was Bouwmeester zelf jurylid. ‘Maar dat is een kleine

twintig jaar geleden, het event was toen nog lang niet zo groot als nu. Minder professioneel ook; in dat opzicht is er veel veranderd.’ Wat Bouwmeester vooral opvalt, is de inbreng van de toeleveranciers. ‘Zij acteren inmiddels écht op een hoger niveau. Veel meer gelijkwaardig aan dat van de machinebouwer, zoals duidelijk bleek uit de pitches en jurybeoordelingen.’ Wat volgens Bouwmeester bovendien naar voren komt, zijn de vele kansen die de bedrijven voor elkaar creëren. ‘Ben je een kleinere technologiepartner, dan kun je via een toeleverancier al snel mee verder groeien. Dat is iets wat de Nederlandse maakindustrie zeker mag koesteren: de kleinere bedrijven van nu zijn immers de grote spelers van de toekomst.’

MOOIE OPZET

‘Met iedereen in zo’n setting bij elkaar: het kenmerkt de Nederlandse maakindustrie.’

Namens 3T, gespecialiseerd in klantspecifieke elektronica en embedded systems, is ceo Richard Mijnheer aanwezig bij DISCA’21. ‘Een event met een mooie opzet. Immers, je kunt zelf wel vertellen hoe goed je bent, maar hoeveel sterker is het wanneer leveranciers en klanten dat voor je doen?’ 3T, dat vestigingen heeft in Enschede en Eindhoven, was dit jaar twee keer genomineerd, waarbij het bedrijf voor de categorie Best Knowledge Supplier tot de tweede ronde kwam. Voor de uiteindelijke winnaars niets dan lof, vertelt Mijnheer. ‘Ik vind de top 5 sterk, voor elke categorie.’ En dat het netwerken dit jaar wat meer op de achtergrond staat? ‘Ach, dat is nu eenmaal zo. Ik vond het een verademing om in deze tijd een event bij te kunnen wonen, in een setting die veilig en informeel was.’

• www.nedinsco.com • www.3t.nl december 2021

31


“ Meedenkend partnerschap ” Wij zijn trots op deze mooie samenwerking en dat wij als partners een bijdrage mogen leveren in hun ontwerp- en maakproces. Van hun interne waardeketen tot hun ecosysteem. Voortman Steel Machinery gefeliciteerd met de DISCA’21 ‘Best Customer Award’!

Visuele rondleiding Bent u benieuwd naar de samenwerking tussen Voortman, Rittal en EPLAN en wilt u een kijkje achter de schermen? Scan dan de QR code of ga naarrwww.nextlevel4industry.nl/voortman en bekijk de digitale rondleiding!


JURYVOORZITTERS DISCA’21 PRIJZEN INZENDINGEN VOOR HET HOGE NIVEAU

‘EEN DISCA-AWARD KOOP JE NIET, DIE MOET JE VERDIENEN’ Joes Wigman en Anita van Gils verbonden zich ook dit jaar aan de DISCA-awards. Terwijl Wigman juryvoorzitter was voor de categorieën Best Process & Parts Supplier en Best Knowledge Supplier, had Van Gils diezelfde taak voor de categorie Best Customer. Het niveau van de inzendingen was hoog, zo blikken beiden terug. En met die hoge Joes Wigman, managing director bij Berenschot standaard was er ook uitvoerig beraad en één van de juryvoorzitters: ‘De awards zijn binnen de drie jury’s, waarbij het er volgens een erkenning door de hele industrie.’ de voorzitters kritisch maar vooral constructief aan toeging. DOOR JAN BROEKS

K

iezen is verliezen, vertelt Joes Wigman de honderd gasten van DISCA’21. Maar om zijn inleiding nou zo negatief in te steken, zo vlak voordat de pitches en uitreikingen van start gaan? Dat toch niet, zo stelt hij de zaal gerust. ‘Sterker, kiezen is deze avond wat mij betreft veel meer een kwestie van en-en in plaats van of-of. Wint de een, dan profiteert de ander mee.’ Oftewel, in een DISCA-award zit weliswaar de prestatie van de winnaar, maar net zo goed die van de partijen waarmee hij samenwerkt. En om het breder te trekken: uiteindelijk heeft de drive van één speler impact op het succes van de hele sector. ‘Juist dat maakt deze awards zo waardevol’, zo vertelt Wigman, managing director bij Berenschot, na afloop van het event. ‘Een DISCAaward koop je niet, die moet je verdíenen. De awards zijn een erkenning door de hele industrie, waardoor ze door alle winnaars écht worden gewaardeerd.’

EXTRA OVERLEGD Wigman was ook dit jaar juryvoorzitter, meer specifiek voor de categorieën Best Process & Parts Supplier en Best Knowledge Supplier. Aan de uitreikingen eind november gingen bijeenkomsten met de vijf juryleden voor elke categorie vooraf, waarbij volgens Wigman de keuze voor de twee eindfinalisten uit de vijf finalisten voor de Best Process & Parts Supplier een lastige bleek. ‘We hebben er nog een extra ronde voor moeten overleggen, waarbij vooral heeft meegewogen in hoeverre het beschreven resultaat daadwerkelijk is geboekt.’ Hoeveel tijd de jury er ook voor nodig had om itsme en VDL ETG aan te wijzen als eindfinalisten, tijdens het event waren de gasten duidelijk in hun keuze. Nadat ze hun stem via de smartphone hadden uitgebracht, bleek er een duidelijke voorkeur voor itsme. Ook toen even later bleek dat door technische strubbelingen mogelijk

niet alle stemmen waren meegenomen. Wigman: ‘Ik keek mee naar de telling. De uitslag was overduidelijk; daar hadden eventueel gemiste stem men geen invloed op gehad.’

HANDEN DE LUCHT IN Dat laatste gold even later ook voor de categorie Best Knowledge Supplier. Te veel ruis qua techniek noopte de organisatie ertoe de gasten te vragen hun hand op te steken bij het horen van hun favoriet. Het tempo waarin dat verliep liet aan duidelijkheid niets te wensen over: voor MI-Partners gingen duidelijk meer handen de lucht in dan voor NTS-Group. Wigman: ‘Dat kwam overeen met de keuze van de jury.’ Wigman las bij beide categorieën voor uit de juryrapporten, om daarna de juryleden die de twee laatst overgebleven bedrijven genomineerd hadden te vragen het podium op te komen voor hun pitches en een kort vraaggesprek. Dat alles gebeurde ook door Martin van Zaalen, hoofdredacteur van Link Magazine, voor de categorie Best Customer. Van Zaalen verving juryvoorzitter Anita van Gils, die afwezig was vanwege ziekte. ‘Helaas’, zo vertelt ze een paar dagen later. ‘Ik was er graag bij geweest, vooral omdat ik DISCA heb leren kennen als een event waarop mooie bedrijven goed in de schijnwerpers worden gezet. Er spreekt appreciatie uit.’

GOED AFGEWOGEN Tijdens jurybijeenkomst vooraf aan het event viel het Van Gils, die hoogleraar Familiebedrijven en Strategisch ondernemerschap is aan de Universiteit Maastricht, op hoe goed ieder jurylid zijn of haar beoordelingen van de klantrelatie kon onderbouwen. ‘Er werden kritische vragen gesteld over de samenwerkingsrelaties, maar het gesprek bleef wel constructief. Dat heeft gezorgd voor een goed afgewogen juryoordeel, waarbij voor ons de twee finalisten er duidelijk uitsprongen.’ Voortman Steel Machinery – de uiteindelijke winnaar – en Bronkhorst High-Tech hebben hun partners volop transparantie geboden, stelt Van Gils. ‘Dat aspect telde zeker mee, nu bij veel bedrijven de supplychain zwaar onder druk staat en partnerships belangrijker zijn dan ooit.’ Wat daarnaast voor Voortman pleitte is de wijze waarop het bedrijf jonge medewerkers bij het proces betrekt. ‘Dat is erg waardevol, zeker in deze tijd.’ Waar Bronkhorst nu tweede werd, won het in 2019 wel de Customer Award. Ook ASML, dat nu tot de vijf finalisten behoorde, sleepte dezelfde prijs al eens in de wacht. ‘Het zegt wat dat deze bedrijven er ook nu bij zaten’, aldus Van Gils. ‘Sommige bedrijven blijven het goed doen. En dat bleek ook uit de scores door de jury: die waren vrijwel allemaal erg hoog.’

december 2021

33


DISCA-TALKSHOW OVER KLAAR ZIJN VOOR DE TOEKOMST:

‘BIJ WIE IS MVO DOMINANTER DAN GELD VERDIENEN?’ NUL HANDEN OMHOOG De talkshow ‘De toekomst wordt geweldig!?’ tijdens de 20e DISCAuitreiking had een rijke oogst aan tegeltjeswijsheden. Maar dan wel heel bijzondere: ‘Geef ruimte aan the unreasonable man.’ ‘Groene multinationals bestaan niet.’ En nog één: ‘The path is the goal.’ Carolien Meijer (Bronkhorst High-Tech) en Hans Streng (SET Ventures) ondervroegen hun gasten over kansen en uitdagingen, dilemma’s en obstakels. ‘We wachten op de volgende tik en dan pas veranderen we ons gedrag.’ DOOR LUCY HOLL

O

ndernemer Emo van Halsema, directeur van Felan Innovations, gericht op datagedreven sensordesign, en medeoprichter van onder meer Datamole dat focust op big-dataoplossingen, gooit halverwege de talkshow de knuppel in het hoenderhok. Kijk, het is heel erg vreselijk met corona en het milieu en zo, maar hij krijgt af en toe de hik van alle discussies. ‘Eigenlijk komt het erop neer dat we met veel te veel mensen op deze aardbol zijn. Het is een taboe om het daarover te hebben, maar wat als we eens kijken of het wat minder kan? Schaf in ons land de kinderbijslag maar af na het tweede kind.’ Het is even stil in de zaal en dan gelach alom. Alsof we met corona niet op onze wenken bediend worden gezien alle oversterfte. Interviewer Hans Streng maakt er meteen een nieuwe substelling van: ‘Er zijn te veel mensen op de wereld. Eens? Oneens?’

INTERRRUPTIE Tot dan toe waren de stellingen vrij straight en nuchter: over post-Covid de draad weer oppakken, over dominante aandeelhouders en irritante lobbypraktijken, over de afhankelijkheid van de politiek van multinationals. Met een ethische, geitenwollensokken-stelling tot besluit, aldus Hans Streng, ‘want als we die sokken niet aan-

‘We verwachten geen nieuwe wereldwijde stagnaties’, was één van de stellingen. ‘Nee’, antwoorden veel gasten stellig.

34

december 2021

trekken gaat het ook Interviewers Carolien Meijer en Hans Streng zaten elk aan een de verkeerde kant op tafelhoofd. Links Crijn Bouman en Emo van Halsema (met bril). Rechts Peter Berting en Antoine Heideveld (met bril). met de wereld.’ Dus eerst maar eens die groeilijn: Covid was even een interruptie en nu gaan we weer vol aan gebeuren? Crijn Bouman, medeoprichter van de bak. De reacties uit de zaal zijn vrij unaniem: ROCSYS in Delft, een hightech scale-up gericht het is weer helemaal business as usual. De groeiop het geautomatiseerd opladen van complete lijn is nauwelijks onderbroken. Streng: ‘Iemand wagenparken van elektrische voertuigen door heeft de spits getackeld, maar we krijgen nu wel middel van robotica en softwareoplossingen: een vrije trap en zetten de aanval gewoon door. ‘Er is een sterk verband tussen Covid – toch een Dat gevoel?’ Maar doen we dingen nu wel anders? relatief kleine verstoring in de supplychain – en Of proberen we de keten weer soepel te krijgen de enorme stijging van de grondstofprijzen. Het en is dat het? Was dat de grootste verstoring? verbaast mij dat veel mensen dat soort verbanden niet zien. Klimaatverandering = overstroming = klimaatvluchtelingencrisis. Ik ben bang dat menGROTERE GOLVEN KOMEN NOG sen geestelijk niet goed de impact kunnen voelen Peter Berting, director global business developen ernaar handelen.’ Van Halsema: ‘We wachten ment bij familiebedrijf Huisman Equipment in op de volgende tik en dan pas veranderen we ons Schiedam, fabrikant van zware installaties waargedrag.’ Mensen zijn gewoontedieren, de compleonder kranen, boorinstallaties en lieren: ‘We zijn te keten in de maakindustrie is reactief, niet echt niet klaar. Als je ziet wat het tekort aan actief, op wat early adopters na, die bereid zijn grondstoffen nu teweegbrengt. Het zorgt voor om risico te nemen. bewustzijn dat we dingen anders moeten aanBerting: ‘Alleen innovatieve bedrijven met echte vliegen.’ ‘Online gaat een mooi plaatje met golven disruptie kunnen in één keer een technology rond’, zegt Antoine Heideveld, directeur van jump maken. Veranderingen komen in het algestichting Het Groene Brein, een netwerk van meen meer van spin-offs dan van de gevestigde ruim honderdvijftig wetenschappers die samen orde. Huisman helpt start-ups en scale-ups onder met het bedrijfsleven willen innoveren, op weg het eigen dak. Daarin zijn we uniek. De bereidnaar een circulaire, inclusieve economie. ‘Covid is daarin een klein, verstorend golfje, maar de vele heid om over grenzen en ontwikkelingen heen te malen grotere golven van kijken is beperkt. Beslommeringen van alledag het grondstoffentekort, hebben de hoogste prioriteit. We zagen Covid in de klimaatcrisis, de China opkomen en gingen in Nederland gewoon geopolitieke onrust door. Dat is hoe mensen reageren in heel extreme overspoelen ons.’ Zo’n situaties, tenzij je daar was op dat moment en het klimaatcrisis bijvooraan den lijve ondervond.’ beeld voelt ver weg. Komt wel, valt wel mee. JAPANSE DUIZENDKNOOP ‘Laat de overheid elke Darwin komt op tafel. Die had het over the surmaand maar eens een vival of the fittest. Of the surviving of the fitting. persconferentie houden Whatever. Van Halsema: ‘Een pandabeer eet over hoe erg het is.’ alleen maar bamboe. Wat als die bamboe op is? Hij is niet flexibel. Dat is een voorbeeld van hoe het niet moet.’ Houd niet vast aan hoe het is, stap VOLGENDE TIK uit je comfortzone. Daar moet het onderwijs ook Hoe zorg je dat mensen veel meer op hameren, vindt hij. ‘Dat je er niet de urgentie voelen zonvanuit kunt gaan dat alles hetzelfde blijft.’ Heideder dat rampen al echt


veld: ‘Succesvolle planten hebben verschillende genen in hun DNA waarmee ze zich gemakkelijk kunnen aanpassen.’ Dus wees geen panda maar een Japanse duizendknoop die het overal op de wereld goed doet. Hebben we van Covid alleen geleerd om te wachten en niet om daadwerkelijk te veranderen, is een volgende stelling. Iets als telewerken beklijft zeker, weet Bouman. ‘We hebben meer klanten dan ooit die we nog nooit fysiek gezien of gesproken hebben. Dat was voorheen ondenkbaar. Maar in negen van de tien dingen blijven we gewoontedieren.’ Hoewel, China zit al twee jaar dicht, daar dealen we wel mee. Covid heeft aangejaagd dat bedrijven het voortaan dichter bij huis zoeken. ‘Ver weg was ooit goedkoop en handig, maar nu ziet iedereen dat de risico’s gigantisch zijn.’

PERFECT MATCH Gaan groeien en veranderen wel samen onder één dak? Ja hoor, dat kan heel goed, reageert de zaal. Bouman: ‘Het is juist een perfect match. Je moet het misschien niet doen vanuit bestaande structuren: een tanker afbuigen kost veel kracht. Laat team Speedboten binnen je organisatie heel hard groeien.’ En ‘zorg vooral dat je de ideeën van de werkvloer oppikt, hoort en waardeert, daar zit veel potentieel in’, zegt Antoine Heideveld. Bouman citeert schrijver George Bernard Shaw: ‘“The reasonable man adapts himself to the world: the unreasonable one persists in trying to adapt the world to himself. Therefore all progress depends on the unreasonable man.” Geef ruimte aan die unreasonable man.’

Innoveren hangt veel meer af van mensen dan van structuren, beamen de gasten. Vernieuwing moet gedragen en gepusht worden door het hele bedrijf heen. Emo van Halsema: ‘Ik weet wel ongeveer waar ik heen wil, maar nooit hoe we er precies komen. Leer daarmee omgaan. Serendipiteit is belangrijk: je zoekt naar A en vindt B en dat is misschien nog beter. The path is the goal, zeggen de boeddhisten. Ik loop zelf graag door de Gamma en trek alle laden open, terwijl ik niks zoek. Vind en gij zult zoeken.’

WHAT’S NEXT? Peter Berting houdt zich bij Huisman onder meer bezig met nieuwe businessconcepten. ‘Van origine zijn we een olie- en gasbedrijf maar we kantelen naar duurzaamheid. Nu zijn we bijvoorbeeld heel druk met offshore wind maar what’s next? Het is heel belangrijk dat je met een clubje bevlogen mensen de ruimte krijgt om los van de druk van alledag je blik te verbreden. Mensen hebben de neiging om voort te borduren op het verleden, terwijl het startpunt destijds volledig anders was dan nu. Waar vind je – samen met andere bedrijven en de wetenschap – de nieuwe sweet spot?’ En denk dan niet meteen in producten maar in capabilities. ‘Wij hijsen gewichten naar boven: zie dat eens als energieopslag. Dat idee hebben we vertaald naar een zwaartekrachtbatterij. Het is een klein project, maar iedereen is enthousiast, omdat het dicht bij de corebusiness ligt. Het zorgt voor momentum om ook andere duurzame innovaties te ontwikkelen.’ Het is echter nog wel een verschil of een inno-

vatie dicht bij de corebusiness ligt of niet, reageert Bouman. ‘Dat eerste is al snel een succes. Als je zoals Shell je eigen corebusiness moet vernietigen, heb je wel even een ander soort uitdaging. Dat kun je nauwelijks in het eigen bedrijf voor elkaar krijgen. Je komt niet uit dat krachtenveld. Het gaat misschien een paar jaar goed, maar de organisatie smoort het, want alle incentives zijn er om het te laten falen.’ Zijn bedrijf ROCSYS wacht met smart op vergaande elektrificatie van voertuigen. In de tussentijd een beetje schoppen hier en daar, vindt hij heerlijk. ‘De complete gevestigde industrie moet switchen. Ik kan heel boos worden dat ze dat niet snel genoeg doen, maar eigenlijk is het heel logisch. Een groot bedrijf is een groot organisme. Alle factoren zijn geoptimaliseerd om dat bedrijfsmodel te laten slagen. Zelfs als de ceo op zijn kop gaat staan, kan het nog wel tien jaar duren voordat er iets gebeurt. Bij de wortels zit alles goed vast.’

VERNIEUWING IN HET DNA Het is voornamelijk psychologie. Technisch lukt het allemaal wel met innoveren. Dat dingen niet lopen, is bijna altijd terug te voeren op mensen. Het lastige zit ‘m in het aanvoelen van de behoeften van de klant, de samenwerking in de keten, het inschatten van de financiële risico’s…’, aldus LEES VERDER OP PAGINA 37

MI-Partners bedankt haar klanten en Link Magazine voor het winnen van de Best Knowledge Supplier Award 2021. Met deze mooie erkenning bouwen wij met veel energie verder aan onze mechatronica expertise!

december 2021

35


ifm 4 excellence

Digital Factory by ifm

36

december 2021

www.ifm.com/nl info.nl@ifm.com 0341 - 438 438


MICHEL Michel van Buren is directeur van BLMC. Dit bureau gebruikt supplychainmanagement om organisaties, of onderdelen daarvan zoals inkoop, productie, logistiek en planning, succesvol te laten groeien. Samen met Jack van der Veen, hoogleraar supplychainmanagement aan Nyenrode Business Universiteit, schreef hij het boek Regisseer de keten – Een managementmethode die leidt tot wendbaarheid en waarde voor organisaties, mensen en maatschappij.

www.blmc.nl www.regisseerdeketen.nl

SCHRIK NIET. ER KAN EEN VERSCHIL ZIJN TUSSEN WIE JE BENT EN WILT ZIJN Naar aanleiding van mijn vorige column ‘Supplychain management: als het niet in je zit, begin er dan niet aan’ (zie de november-uitgave van Link) kreeg ik de vraag of je dat niet-hiërarchische, horizontale leiderschap kunt leren. Een goede vraag, want deze vorm van leiderschap is steeds harder nodig. De wereld waarin organisaties acteren is extreem onrustig. Te beginnen met acute problemen: corona, grondstoftekorten, transportprijzen die de pan uit rijzen en een groeiend tekort aan professionals. Daar komen nog langetermijntrends bij zoals de toenemende noodzaak tot duurzaamheid en de verschuiving ‘van bezit naar gebruik’. Om op al die uitdagingen te kunnen inspelen, moet je wel samenwerken. Dat doen we in projectteams, over afdelingen heen, of met externe partijen zoals klanten en leveranciers. We smeden coalities om samen doelen te bereiken die we alleen nooit zouden kunnen behalen. In het ideale geval ligt daar een intrinsieke motivatie aan ten grondslag, een gezamenlijk doel dat de energie geeft waar die coalities door worden gedreven. Daar is ook regie bij nodig: niethiërarchisch en horizontaal, want niemand heeft formeel zeggenschap over alle partijen. Is dat te leren? Het korte antwoord is: nee. Als je wilt weten of jij een niet-hiërarchische leider kunt zijn, moet je als eerste in de spiegel kijken en genadeloos eerlijk tegenover jezelf zijn. Toets vervolgens je conclusies bij anderen. Bij voorkeur bij mensen die niet van jou

VERVOLG VAN PAGINA 35

Heideveld. ‘De meeste vragen van technologisch gedreven bedrijven die wij krijgen bij Het Groene Brein, zijn sociaal-economisch van aard.’ Interviewer Carolien Meijer: ‘Moet vernieuwing in het DNA zitten? Is dat niet een basisvoorwaarde?’ Berting: ‘We waren vroeger bijvoorbeeld vooral bezig met offshore pijplegsystemen voor de olie- en gasindustrie, nu is dat compleet anders. Je moet steeds de volgende stap blijven zetten. We kijken als familiebedrijf niet op de korte termijn.’ Zie zo’n bedrijf als Interface in Scherpenzeel, de eerste compleet CO2-neutrale tapijtfabrikant ter wereld, zegt Heideveld. ‘De ceo zei dat het helemaal anders moest en heeft dat vijfentwintig jaar volgehouden. Bij een bedrijf als Shell zit steeds een andere baas.’

NUL HANDEN De volgende stelling: maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is ondergeschikt aan de bedrijfsdoelstellingen. ‘Oké, handen in de lucht: bij wie speelt MVO een dominantere rol dan geld verdienen?’, vragen de gespreksleiders. Nul handen. Het zou misschien zo moeten zijn, maar het duurt nog wel even voordat het echt een leidende factor is. Dga Peter Rikken van Meilink in Borculo, marktleider in industriële verpakkingsoplossingen, roert zich vanuit de zaal: ‘We moeten onderscheid maken tussen multinationals en familiebedrijven als Huisman en het onze. Ik ben nog geen multinational tegengeko-

afhankelijk zijn. Zij zullen je eerlijk hun feedback geven, anderen waarschijnlijk niet. Schrik niet van de uitslag: er kan een verschil zijn tussen wie je bent, wie je denkt te zijn en wie je wilt zijn. Komt daaruit dat je vooral directief bent en veel behoefte hebt aan controle? Of is de conclusie dat je een laissez-faire leider bent, die zaken het liefst op hun beloop laat en gelooft dat mensen zichzelf wel redden? In beide gevallen heb je nog een lange weg te gaan als je mensen wilt aansturen op basis van horizontaal leiderschap. Er zal training, coaching en therapie voor nodig zijn en dan nog moet je je afvragen: wil je het echt? Leiders die vooral coachend, inspirerend en participatief leiderschap tonen, zijn juist uitermate geschikt voor deze rol. Je kunt die vaardigheden uiteraard wel trainen en uitbreiden. Daarom besteden we in het boek ‘Regisseer de keten’ veel aandacht aan de wijze waarop je dat kunt doen, zodat je je rol als ketenregisseur optimaal kunt invullen. Het bedrijfsleven heeft jarenlang vooral aandacht gehad voor directieve, vaak charismatische leiders. Dat is prima in een Angelsaksische bedrijfscultuur, maar voldoet steeds minder in de brede samenwerkingsverbanden die nu nodig zijn. Gelukkig zie ik in mijn omgeving steeds meer leiders opstaan die hun ego opzij zetten en als coachende, dienende leiders veel mensen weten te inspireren en meenemen in de veranderingen die hun bedrijven en de wereld nodig hebben.

men met een inherente motivatie om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het zijn altijd externe factoren waardoor ze wel moeten. Familiebedrijven hebben die eigen motivatie wel en accepteren een lagere winst. En die grote jongens staan dan in een of andere sustainability index. Groene multinationals bestaan niet.’ Duidelijk. Domineert de financiële agenda van aandeelhouders dan ook de managementbeslissingen? Crijn Bouman: ‘We hebben heel persoonlijke banden met onze investeerders. Hoe groter het bedrijf, hoe onpersoonlijker en hoe makkelijker om je anoniem, onzichtbaar en niet zo constructief op te stellen.’ Anonieme aandeelhouders zijn risicomijdend, familiebedrijven zoeken juist de grenzen op om daadwerkelijk stappen te maken. Berting: ‘Het gaat Huisman niet om de cijfers van één bepaald jaar, het wil nog vele decennia blijven bestaan. Dan heb je het over intuïtie, gezond verstand en altijd denken op lange termijn.’ Familiebedrijven, of mkb’ers in het algemeen, maken het verschil, bevestigt de zaal. Ze mogen wel eens meer ruimte en aandacht krijgen.

TE VEEL POLITICI

belangrijke rol in de wereld, ze zijn niet per definitie slecht, per saldo betalen ze belasting. Natuurlijk je moet waken voor te veel invloed, net zoals je ervoor moet waken dat ze te veel de universitaire onderzoeksagenda bepalen.’ Als er één sector goed is in foutief framen, is het de politiek wel, aldus Bouman. De stelling suggereert dat de politiek betere beslissingen neemt dan de multinationals, vindt hij. Politici als zogenaamde bewakers van de goede vrede. ‘Nou, soms zou ik een beslissing liever neerleggen bij het bedrijfsleven.’ In feite heb je dat aandeelhoudersidee ook in de politiek: het wisselt de hele tijd en is vluchtig en anoniem. Na mij de zondvloed, de Tweede Kamer telt te veel partijen. Er zijn te veel mensen. ‘Hé, we zijn terug bij de stelling van Emo’, zegt Streng. Hij wil nog even naar zijn ‘softe’ stelling: ethiek moet een veel dominantere rol gaan spelen op de werkvloer. Van Halsema: ‘Ik heb altijd een bullshit-filter aan, er wordt veel geouwehoerd, ik hoor aperte leugens en onzin. Ethiek is voor mij het eerlijke verhaal vertellen. Beetje aandikken is prima, maar blijf wel bij de feiten en wees eerlijk.’ Heideveld: ‘En laat je ook sturen door intuïtie.’ Bouman: ‘En blijf de oppositie zoeken.’

Dan nog even de politiek: die moet onafhankelijker worden van de multinationals, is de volgende stelling. Grote techbedrijven met hun enorme lobbycircussen beginnen ongelooflijk dominant te worden. Wie bepaalt nu eigenlijk de richting voor wie? Emo van Halsema vindt het lastig te beoordelen: ‘Multinationals hebben echt een

• www.hetgroenebrein.nl • www.huismanequipment.com • www.rocsys.com • www.datamole.ai • www.bronkhorst.com • www.setventures.com december 2021

37


SAMENWERKING

LIDAR-TECHNOLOGIE LEVERT SCHIPHOOGTE-INFORMATIE TOT OP 15 CENTIMETER NAUWKEURIG

BRUGGEN BOUWEN OP BASIS VAN DATA Hoe bepaal je de optimale hoogte van een brug om al het verkeer vlot en veilig te laten passeren? Het antwoord is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de hoogte en frequentie van voorbijkomende schepen en de inpassing in de omgeving. Om voor de nieuwe Gerrit Krolbrug in Groningen een weloverwogen besluit te nemen, deed Rijkswaterstaat een beroep op Beenen in Heerenveen. De sensoroplossing van dit bedrijf resulteert in veel nieuwe data en nieuwe inzichten.

• ‘Als je kijkt naar de Gerrit Krolbrug, moet zo’n

schip daar door een pijpenlaatje.’ • ‘We hebben zelf veel kennis, maar halen die ook

graag uit de markt.’ • ‘Toepassing van deze specifieke sensor in een

heel andere omgeving maakte het complex.’ • ‘Inmiddels heeft ook de gemeenteraad een

DOOR WILMA SCHREIBER

D

e Gerrit Krolbrug, een beweegbare brug met vaste verbinding voor voetgangers en fietsers, stond na bijna honderd jaar op de nominatie vervangen te worden. Daar kwam nog eens bij dat de brug in mei dit jaar zwaar beschadigd raakte door een aanvaring van een tankschip. Reinoud Hofsink is technisch manager IA/IV (industriële automatisering/informatievoorziening) bij Rijkswaterstaat, de eigenaar en beheerder van de brug: ‘De kans op storingen nam al toe en de onderhoudskosten waren reeds hoog. Daarnaast willen we de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl – die als derde vaarweg van Nederland Noord-Duitsland verbindt met de voor de beroepsvaart belangrijke havens Amsterdam en Rotterdam – opwaarderen. Deze is nu geschikt voor schepen van 110 meter lang en 11,40 meter breed. Als je kijkt naar de Gerrit Krolbrug, moet zo’n schip daar door een pijpenlaatje.’ In de nieuwe situatie moet de vaarweg 54 meter breed worden, zodat tegenliggers elkaar bij de brug tegelijk kunnen passeren. ‘Dat is veiliger omdat schepen niet op elkaar hoeven te wachten. En als de brug minder lang openstaat, beperkt dit de overlast voor het verkeer dat de brug over moet.’

INPASSING De nieuwe brug moet echter ook ingepast worden in het stedelijk gebied rond de brug. Hofsink: ‘De onderdoor-vaarhoogte voor vaste bruggen op de route Lemmer-Delfzijl is gesteld op 9 meter 20. Zo’n hoge brug is op de plek van de Gerrit Krolbrug geen optie, omdat de opgang dan het uitzicht van bewoners belemmert en deze ook een heel eind het centrum in zou gaan.’ Verder speelt volgens Hofsink het comfort van gebruikers een belangrijke rol: ‘Je wilt geen heel steile oploop richting de brug, waar ouderen niet of slechts met moeite tegenop komen. Bovendien is het zo dicht bij het centrum, op zo’n krappe plek, niet de bedoeling extra verkeer aan te trekken. Dus we kijken ook meteen hoe de brug, waar dagelijks zo’n 15.000 fietsers gebruik van maken, aansluit op de wegen en of de huidige situatie zo moet blijven of dat bijvoorbeeld in de toekomst de auto te gast is.’

VERSCHILLENDE AFWEGINGEN

Bij het bepalen van de hoogte van de brug spelen ook nog andere factoren. ‘Een hogere brug is gunstiger met het oog op de doortocht van de scheepvaart, de brug hoeft dan minder vaak open’, aldus Hofsink. ‘Daarnaast bekijken we of het een tafelbrug in het wegdek of een hefbrug wordt, met vier pylonen op het land, die altijd zichtbaar zijn. Vandaar dat onze voorkeur uitgaat naar een brug van 4,5 meter hoog.’ De scheepvaart Door een onzichtbare laserstraal over het water te sturen, ontstaat een puntenwolk met hoogte-informatie. wordt alleen Zo is tot op 15 centimeter nauwkeurig te bepalen hoe hoog maar drukker het schip is. Bron: Beenen vanwege al het containervervoer, ook wordt vervoer over water als Een heatmap in 2D: hoe roder het beeld, hoe dichter bij de sensor groener ervaren. oftewel hoe hoger het betreffende scheepsonderdeel. ‘In één 110-

38

december 2021

voorkeur uitgesproken voor een hoogte van 4,5 meter.’

meter-schip passen net zoveel containers als in één kilometer aan vrachtwagens, en dan draait er maar één motor’, zegt Hofsink.

GISSEN = MISSEN Voor het maken van een onderbouwde keuze voor de hoogte van de nieuwe brug geldt volgens Hofsink: meten is weten en gissen is missen. Vandaar dat Rijkswaterstaat aanklopte bij industrieel automatiseerder Beenen in Heerenveen. Hofsink: ‘Uiteraard hebben we zelf veel kennis in huis, maar we halen ook graag kennis uit de markt. In tegenstelling tot conventionele aannemers, die zich vooral richten op elektrotechniek, heeft Beenen zich daarnaast gespecialiseerd in industriële automatisering.’ Beenen bedient onder meer de food, machinebouw en water & infrastructuur. In 1986 werd het bedrijf overgenomen door Batenburg, dat zo’n 1.200 medewerkers telt. Met zelf 230 medewerkers is Beenen een van Batenburgs grotere werkmaatschappijen.

PUNTENWOLK Rijkswaterstaat gaf Beenen de opdracht hoogteinformatie van passerende schepen te verzamelen. ‘In eerste instantie hebben we nagedacht over een visuele toepassing, zoals een camera. Maar het gaat om een heel breed vaargebied, dat je lastig met camera’s kunt vangen’, zegt Albert Keizer, MES-engineer bij Beenen. ‘Daarom hebben we uiteindelijk LIDAR-technologie (Laser Imaging Detection And Ranging, red.) toegepast. Door een onzichtbare laserstraal over het water te sturen, maken wij een puntenwolk met hoogteinformatie. Zo is tot op 15 centimeter nauwkeurig te bepalen hoe hoog het schip is – wat overigens ook de eis van Rijkswaterstaat was.’ Het gebruik van deze technologie heeft volgens Keizer nog een voordeel boven een camera. ‘Bij een 3D-puntenwolk is een schip ondanks de gedetailleerde informatie relatief onherkenbaar en personen helemaal niet. Dat is belangrijk met het oog op de AVG.’


brug veel meer kleine schepen langskomen dan bij de brug bij Dorkwerd’, zegt Reinoud Hofsink. ‘En ook of een brug onterecht openstaat, wat energie kost, voor slijtage aan de brug zorgt en het verkeer ophoudt. Al die nieuwe inzichten nemen we mee in onze overwegingen. Zo hebben we aantoonbaar kunnen maken dat bij een hoogte van 4,5 meter de brug 28 keer per dag open moet bij het huidige aanbod van 50 schepen per dag.’

VARIANTENSTUDIE Rijkswaterstaat heeft samen met de gemeente en bewoners gewerkt aan een variantenstudie. ‘Inmiddels heeft ook de gemeenteraad een voorkeur uitgesproken voor een hoogte van 4,5 meter. Het is aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat om hierin een beslissing te nemen. Daarna wordt in samenwerking met de stakeVan links naar rechts: Reinoud Hofsink (RWS), Albert Keizer en Wiljan Vos (beiden van Beenen). Hofsink: ‘De nieuwe brug moet weer tachtig tot honderd jaar mee, dus je wilt een weloverwogen besluit nemen.’ Foto: Henk Veenstra holders het voorlopig ontwerp gemaakt. Naar verwachting gaat de nieuwe Gerrit Krolbrug in 2026 open voor verkeer’, stelt Hofsink. Tot die tijd HEATMAP opslaan. ‘Om schepen te kunnen scannen, hebblijft Beenen meten om de informatie actueel te ben we een detectiemodule geschreven, die ook De metingen bij de Gerrit Krolbrug startten houden, variatie uit te sluiten en effecten op bepaalt wanneer het systeem begint met scannen’, begin 2020 en gebeuren met een sensor. Om de langere termijn in kaart te brengen. ‘Welk type verklaart Keizer. ‘Daarnaast hebben we bij de informatie te dubbelchecken is ook een brug even schepen vaart er precies, welke draaiingen zijn scheepvaart te maken met een trager proces dan verderop naar het noorden in Dorkwerd voorzien vereist bij de bruggen, om hoeveel schepen per bij kwaliteitscontrole in een productieomgeving. van een sensor. Keizer: ‘Deze sensortechnologie brug gaat het? We zijn enorm te spreken over de Voor deze opdracht moesten we bijna realtime hadden we eerder toegepast op kleinere schaal in extra informatie, die ons verder helpt in het steeds tot conclusies komen.’ Vos, dataconsultant een industriële omgeving voor kwaliteitscontrole besluitvormingsproces. Ook de nieuwe brug bij Beenen: ‘Toepassing van deze specifieke sensor van producten. Ook daar ging het om hoogtemoet weer tachtig tot honderd jaar mee, dus je in een heel andere omgeving – zonder stroom en informatie, maar dan in termen van millimeters wilt een weloverwogen besluit nemen.’ internet en zonder mensen in de buurt – maakte in plaats van centimeters. Daarnaast is een het complex.’ industriële omgeving relatief clean, terwijl we bij een brug te maken hebben met vogels, golven en STIJGENDE BEHOEFTE weersomstandigheden, die je moet uitsluiten bij SPECIFIEKE ALGORITMES Daarnaast wil Rijkswaterstaat graag meer ervade analyse.’ De puntenwolk vormt daarbij de eerring opdoen met dit soort systemen. ‘Binnen De ruwe data uit de sensoren worden opgeslagen, ste (leesbare) vorm van data, die Beenen na een onze organisatie is dit een redelijk nieuwe ontwaarna Beenen er specifieke algoritmes op losaantal bewerkingen uit de sensor haalt. ‘Na nog wikkeling, zeker naar de combinatie van AIS-data laat. Vos: ‘Het opschonen kost veel tijd vanwege een aantal tussenstappen zetten we deze om in met de hoogte en draaiingen van beide bruggen’, alle ruis. Verder controleer ik de output op eveneen zogeheten heatmap in 2D, waarbij we ruis tuele onregelmatigheden aan de hand van staaldus Hofsink. ‘Je ziet ook een enorme groei aan tistieken. Als er bijvoordata vanwege een stijgende behoefte aan inforbeeld een veelvoud matie in de markt. Scheepvaart is als een busaan schepen van exact dienst: schippers varen allemaal op tijd en willen 6 meter 53 is langsgekoprecies weten wanneer een brug open is en wanmen, betekent dit dat neer ze moeten wachten. En dit is nog maar het we de algoritmes moebegin: in de toekomst kunnen we hier informatie ten aanpassen om de over verkeer, vrachtwagens en scheepsprofielen uitkomsten goed te krijaan toevoegen.’ Ook Wiljan Vos ziet nog ruimte gen.’ Inmiddels heeft voor andere toepassingen. ‘Naar aanleiding van van vogels beter kunnen elimineren en zo nauwBeenen vier rapportages opgeleverd en die samen dit project zijn we begonnen met voorspellend keuriger hoogte-informatie kunnen ophalen. met Rijkswaterstaat verder uitgewerkt. Bij de laatonderhoud voor een brug in de provincie Hoe roder het beeld, hoe dichter bij de sensor ste rapportage combineerde Beenen bovendien Overijssel. Daar hebben we sensoren op de oftewel hoe hoger het betreffende scheepsonderde hoogte-informatie met informatie uit het motoren van de brug geplaatst, waarbij deel.’ automatisch identificatiesysteem (AIS) van de Beenen live kan meekijken of de motoren goed schepen zelf, over bijvoorbeeld diepte, lengte en werken.’ breedte, naam en bestemming. AUTONOOM SYSTEEM Die toevoeging levert Rijkswaterstaat veel inforEen tweede doel was een zo autonoom mogelijk www.rijkswaterstaat.nl/hld matie op. ‘Bijvoorbeeld dat er bij de Gerrit Krolsysteem ontwikkelen en niet oneindig veel data www.beenen.nl

‘WE ZIJN ENORM TE SPREKEN OVER DE EXTRA INFORMATIE’

• •

december 2021

39


STRATEGIE

DEELNEMERS TALKING DELEN VISIE OP OPERATIONELE KWESTIES BINNEN HUN ONDERNEMING

DE INDUSTRIE ANNO 2021: ‘JE BENT ZO GOED ALS JE LAATSTE MAAND’ De grondstoffenschaarste stelde en stelt de supplychain voor enorme problemen. Zeker gezien een almaar doorstijgende orderintake, toenemende groei en gigantisch oplopende levertijden. Welke strategie is dan effectief, welke aanpak werkt? En hoe zet je de volgende stap als het gaat om een ander hot topic: circulariteit? Een tiental ondernemers boog zich over deze twee thema’s tijdens de TalkING Grondstoffen en Circulariteit van Link Magazine en ING.

• ‘Het blijft een dingetje om de prijs op tijd door

te berekenen.’ • ‘Ik ben geen casino, ik wil met elke order geld

verdienen.’ • ‘Als je voor 70, 80 procent voor één klant werkt,

ga je een keer met je hoofd op het hakblok.’ • ‘Gerecycled materiaal: je kunt er wel geld mee

DOOR WILMA SCHREIBER

B

ij binnenkomst bij PlastChem in Hardenberg is iedereen duidelijk onder de indruk van de imposante nieuwbouw, die niet alleen qua omvang maar ook qua inrichting helemaal af is. Na een welgemeend welkom – het is de eerste fysieke TalkING in anderhalf jaar tijd – schetst Michiel Scheenstra, directeur Industry bij ING Business Banking Noord-Oost, het huidige speelveld. ‘Corona heeft de productiecapaciteit vorig jaar enorm geraakt in het eerste kwartaal. In Q3 volgde herstel en in Q4 een verdere doorgroei tot het niveau van 2019. Daarna stonden alle seinen op groen om in 2021 door te groeien’, zegt hij. ‘Momenteel wordt die groei geremd door supplychain- en grondstofproblemen en capaciteits- en personeelstekorten. Grondstoffen zijn schaars, duur en in sommige gevallen slecht of niet leverbaar. Dat heeft impact op de productie binnen de sector en in het uiterste geval moeten ondernemingen zelfs de productie stopzetten.’ Circulariteit, door corona even van de agenda verdreven, keert nu terug in de gesprekken. Scheenstra: ‘Hoewel niet zo acuut als de grondstofproblematiek is circulariteit op langere termijn wel een belangrijke schakel voor de continuïteit van de onderneming.’

‘Klanten moeten wel het gevoel hebben dat je alleen doorberekent wat je moet doorberekenen’, aldus Onno-Pieter Sonnega (PlastChem, rechts). Naast hem El Mehdi Lasfar (Sanovo Technology).

40

december 2021

GEEN KORTETERMIJNPROBLEMATIEK René Kindervater is eigenaar van KSL Solutions in Huizen, dat industriële bedrijven begeleidt bij hun operationele strategie. Als voorzitter van deze TalkING gooit hij de eerste prikkelende stelling in de groep: corona en toeleveringsissues betreffen de korte termijn en vergen geen strategiewijziging. El Mehdi Lasfar, managing director van Sanovo Technology in Aalten, dat eiersorteeren verpakkingsmachines ontwikkelt en assembleert, haakt hier meteen op in: ‘Op dit moment verandert alles heel snel, dus je strategie moet adaptief zijn. Je hebt geen stip meer op de horizon, maar een streep om te kunnen anticiperen op allerléi veranderingen’, stelt hij. ‘Hoe je dat doet, is bij ons maandelijks onderwerp van bespreking. Daarvoor werken we met een top 10 aan activiteiten, waarbij we, afhankelijk van de actuele situatie, zaken met voorrang oppakken of juist parkeren.’

VOORUITKIJKEN Bob Soetekouw, algemeen directeur GB Steel Group in Emmeloord, herijkt elke drie jaar zijn strategie. Zijn bedrijf produceert onder meer staalconstructies en (zonne)daken en gevels voor gebouwen, kippers en containers voor de transportsector, bruggen en sluizen voor de infra en machines voor de recyclingindustrie. ‘Redelijk kort na corona hebben we besproken in hoeverre we onze doelen moesten aanpassen vanwege bijvoorbeeld de grondstoffenschaarste en oplopende inkoopprijzen. Zijn die doelen überhaupt nog haalbaar? Waar we eerder onze strategie voor drie jaar combineerden met financiële jaarplannen, hebben we die nu verlegd naar driejarige kasstroomprognoses.

verdienen.’ • ‘Smart manufacturing is voor mij ook gebruik-

maken van 3D-printen en cobots.’

Dan weet je hoe je balans eruitziet.’ Vanuit Veendam en Drachten ontwikkelt, industrialiseert en produceert Variass elektronische en mechatronische producten voor onder meer defensie & security, medical en industrie. Volgens ceo Henk Smid had het bedrijf eerder nooit direct last van economische crises. ‘95 procent van onze producten wordt indirect geëxporteerd en er is altijd wel ergens marktvraag in een werelddeel. In die dynamische markt kijken we steeds drie jaar vooruit en passen we jaarlijks

‘OVER TWEE MAANDEN HEB IK VEEL MINDER LEUKE GESPREKKEN’

waar nodig onze strategie aan. Corona heeft als wereldwijde pandemie echter verstrekkende gevolgen. Onze onderdelen komen voor 80 procent uit China. Dan zie je hoe afhankelijk we daarvan zijn. Iedereen betaalt nu morrend 10, 20 procent meer voor inkoop. Maar meer betalen om dichter bij huis te produceren, dát doen we blijkbaar liever niet.’

CORONA: KANSEN Volgens John Leonhardt, ceo van Merrem Kunststoffen, zijn door corona juist heel veel kansen ontstaan. Zijn bedrijf draait en freest producten voor met name de machinebouw, de voedingsmiddelenindustrie en medische toepassingen. Dit alles vanuit vestigingen in Dinxperlo, Estland,


Van links naar rechts Johannes Offringa (ING), Michiel Scheenstra (ING), Martijn Tuinte (Tuinte Smart Industrial Solutions), Bob Soetekouw (GB Steel Group), El Mehdi Lasfar (Sanovo Technology), Onno-Pieter Sonnega (PlastChem), Gertjan van Solkema (IJB Groep), Wilma Schreiber (Link Magazine), René Kindervater (KSL Solutions), John Leonhardt (Merrem Kunststoffen), Henk Smid (Variass), Heimen van Diest (Sylvaphane Group), Gert-Jan Braam (ING) en John van Ginkel (Link Magazine). Foto’s: Marvin Honsbeek

Letland en Duitsland. ‘We groeien behoorlijk hard en hebben veel geautomatiseerd en gerobotiseerd, omdat we niet aan mensen kunnen komen. Daardoor krijgen we ook grote orders en kunnen we de concurrentie uit het Oostblok en China aan. Zo’n modern machinepark trekt bovendien jongeren aan.’ Toch geldt ook voor Merrem Kunststoffen: je bent zo goed als je laatste maand. ‘Dus moet je continu schakelen qua strategie. Dankzij onze investeringen kunnen we net iets sneller en efficiënter produceren met hogere kwaliteit en betrouwbaarheid.’ Leonhardt bekent dat ook hij

een grote voorraad aangehouden heeft, uit angst niet te kunnen produceren. Ook maakt hij zich zorgen over de huidige prijsverhogingen. ‘Vanochtend kreeg ik een mailtje dat per direct de prijs van POM (polyacetaal, red.) met 35 procent omhooggaat. Het blijft een dingetje om de prijs op tijd door te berekenen. Dat vergt heel veel communicatie met klanten.’

OVERSPANNEN MARKT Martijn Tuinte is ceo van Tuinte Smart Industrial Solutions in Hengevelde, dat onder andere oplossingen ontwikkelt en bouwt op het gebied van

productieautomatisering voor de speciaalmachinebouw. Ook produceert het bedrijf hoogwaardige onderdelen en modules. Tuinte kan meepraten over prijsstijgingen. ‘Die gaan soms tot wel 60 procent. We proberen ze door te berekenen en gelukkig begrijpen onze klanten dat heel goed, want het fenomeen is over de gehele linie waarneembaar’, stelt hij. ‘Ook zien we dat de markt in de toelevering overspannen is. De focus van onze klanten ligt momenteel meer op het verkrijgen van de onderdelen, omdat ook zij het druk hebLEES VERDER OP PAGINA 42

december 2021

41


IJB Groep, stelt dat leegloop duurder is dan verliesgevende orders. ben.’ Een herkenbaar beeld voor Onno-Pieter Zijn bedrijf, dat totaalSonnega, gastheer en dga van PlastChem (zie concepten levert voor kader): ‘Eerst ben je heel voorzichtig om prijsfunderingen zoals stijgingen door te berekenen, uit angst uitgekotst balken en heipalen te worden. Maar nu zeggen klanten: “Vervelend, van beton vanuit maar ik krijg gelukkig wel de spullen.” Wél moevestigingen in Lelystad, ten ze dan het gevoel hebben dat je alleen doorKampen en Lemmer, berekent wat je moet doorberekenen. Energieheeft daar overigens toeslagen zijn bijvoorbeeld lastig te controleren, geen last van. ‘Mijn klanten ageren daar sterk tegen. Dat gaat echter Klanten van de IJB Groep stellen eveneens eisen rond enige probleem is dat ik wel komen, dus over twee maanden heb ik veel circulariteit. Gertjan van Solkema: ‘Bijvoorbeeld dat we niet aan de vraag kan minder leuke gesprekken.’ in opdrachten 20 procent betonpuingranulaat gebruiken. Leuk, maar dat betekent ook iets voor je constructie.’ voldoen.’ Daarbij loopt Van Solkema aan tegen KETEN GOED INRICHTEN een stroperige overheid. De leveringsproblemen vanwege de coronacrisis ‘Als bouw zijn we bezig met doorlooptijdverkormogelijk. ‘Wel recyclen we jaarlijks intern 600 tot zijn een logisch gevolg van jarenlange uitbesteting, bouwversnelling en industrieel bouwen. 700 ton van ons eigen in- en omstelafval, daar ding van productie naar lagelonenlanden. De Maar een vergunningstraject voor binnenstedemaken we onder meer kledinghoezen en andere productiecapaciteit dichter bij huis is grotendeels lijke bebouwing kost gemiddeld zeven jaar. Om verpakkingen van.’ Sonnega wijst erop dat in verdwenen, net als de kennis en ervaring om op stappen te zetten in woningbouw, moeten we sommige toepassingen de vraag naar gerecycled grote schaal bijvoorbeeld chips te produceren, zo zulke zaken sneller regelen.’ In reactie daarop materiaal hoger is dan eerste keus. ‘Bijvoorbeeld stellen enkele deelnemers. Michiel Scheenstra vertelt Onno-Pieter Sonnega waarom er op het omdat de eindklant dat eist. Dan komen klanten (ING) benadrukt dan ook het belang van samennieuwe pand (10.000 vierkante meter) geen bij ons voor zo’n milieuvriendelijke oplossing. Je werking in de keten en signaleert dat bedrijven zonnepanelen liggen. ‘Ons pand blijkt dan niet te kunt er dus wel geld mee verdienen. Wij werken heel erg bezig zijn de keten in controle te krijgen verzekeren. De overheid hoofdzakelijk met pvc, een van de weinige prozou niet alleen subsidies ducten die voor 90 procent hergebruikt kunnen aan de voorkant moeten worden.’ Soetekouw merkt op: ‘Je hoeft je proverstrekken, maar ook ducten toch ook niet altijd zelf terug te nemen? aan de achterkant zaken Je kunt ze ook elders in de keten onderbrengen moeten regelen. voor hergebruik. Andere partijen zijn daarin Bijvoorbeeld een waarwellicht ook beter dan jij.’ borgfonds voor het El Mehdi Lasfar (Sanovo) kijkt in het kader van geval er brand ontstaat circulariteit wel naar de tweedehandsmarkt voor en een verzekeraar niet machines. ‘We refurbishen ze via upgrades, zodat over de brug wil komen machines langer mee kunnen. Ook kunnen we omdat de kosten te klanten dan wat servitization bieden in de vorm hoog zijn.’ van predictive maintenance.’ Van Diest houdt zijn Martijn Tuinte (Tuinte Smart Industrial Solutions): machines op eenzelfde manier up-to-date. ‘We ‘De focus van onze klanten ligt momenteel meer houden het stalen frame, vervangen besturing, EISEN EINDKLANT op het verkrijgen van de onderdelen, omdat ook zij het druk hebben.’ motoren en de koelinstallatie en voegen diktereRené Kindervater gelingen toe. Sommige extruders gaan zo wel brengt het gesprek op twintig, dertig jaar mee. Maar we kopen ook veel de tweede stelling: nieuw bij.’ Pay-per-use is nog een brug te ver, en te houden. Henk Smid sluit zich bij hem aan: circulariteit is een modewoord. Voor de Sylvaaldus Lasfar. ‘De markt wil machines in eigen‘Wij hebben informatie van de klant nodig, we phane Group in Tolbert, dat hoofdzakelijk foliedom.’ moeten weten wat voor hem belangrijk is. Met verpakkingen voor levensmiddelen produceert, is die inzichten kunnen wij onze supplychain goed circulariteit ontzettend belangrijk, stelt directeur inrichten, waardoor wij nu ook minder probleHeimen van Diest. Echter, het gebruik van post TOTAALOPLOSSING men hebben dan een ander.’ Prijsdaling hoeft in consumer waste vanuit wetgeving én voedselKlanten van de IJB Groep stellen eveneens eisen zijn ogen niet alleen van de klant te komen. ‘Als veiligheid maakt circulariteit volgens hem niet rond circulariteit. Van Solkema: ‘Bijvoorbeeld dat wij slimmer kunnen inkopen door een product te redesignen, dan geef ik een lagere prijs. Want ook HOGE NIEUWBOUW PLASTCHEM MAAKT GEBRUIK VAN ZWAARTEKRACHT de klant wil, net als ik, grotere marges.’ VERVOLG VAN PAGINA 41

STROPERIGE OVERHEID Wat als klanten hogere prijzen niet accepteren? Daar is John Leonhardt snel klaar mee. ‘Ook al is het een grote klant, als ik niets kan doorberekenen, kopen ze maar niet. Ik ben geen casino, ik wil met elke order geld verdienen.’ Martijn Tuinte ziet risico’s bij te grote afhankelijkheid van een klant. ‘Als je voor 70, 80 procent voor één klant werkt, ga je een keer met je hoofd op het hakblok. Aan de andere kant dwingt een grote klant je ook scherp aan de wind te zeilen. Als je daardoor efficiënter gaat werken, ontstaat er meer ruimte en verdien je het elders wel terug.’ Gertjan van Solkema, operations manager bij de

42

december 2021

PlastChem vervaardigt sinds 1985 pvc-compounds voor spuitgieten en extrusie en is inmiddels wereldmarktleider in vinyl voor muziekdragers. Overige producten zijn bestemd voor vloeren, gevels, buizen, autodashboards en kabelgoten. Om de productie op te schalen en verder te professionaliseren, ontstonden in 2016 plannen voor een groter nieuwbouwpand. ‘Doordat we maar bleven groeien, werden de logistieke stromen steeds complexer’, aldus dga Onno-Pieter Sonnega. ‘We hadden op een gegeven moment meerdere hallen, meerdere locaties en waren alleen maar bezig spullen heen en weer te transporteren. Dat werd te inefficiënt.’

Dus ging PlastChem bouwen. Weer in Hardenberg, een gemeente waar zich veel industrie bevindt en die meedenkt met ondernemers. ‘Dit gebouw is 28 meter hoog, omdat we ons productieproces dermate wilden automatiseren dat alles op basis van gravitatie getransporteerd kon worden. Hoewel de maximaal toegestane hoogte 15 meter bedroeg, kregen we toch toestemming.’ PlastChem nam het nieuwe pand in juli in gebruik. Vanwege de sterke groei nam het bedrijf de afgelopen vijf maanden vijftien nieuwe medewerkers aan; in totaal werken er nu circa zestig mensen.

• www.plastchem.nl


we in opdrachten 20 procent betonpuingranulaat gebruiken. Leuk, maar dat betekent ook iets voor je constructie. Dan merk je dat innovatie in de bouwwereld beperkt wordt door zowel bouwgerelateerde besluiten als ook kwaliteitsnormen die achterlopen bij de werkelijkheid. Daar komt bij dat de markt absoluut nog niet voor “groen” wil betalen.’ IJB Groep werkt sinds kort met een nieuw besturingssysteem op de betonmengers. ‘Dankzij allerlei data uit ons proces kunnen we de vereiste sterkteklasse beter voorspellen en hebben we minder cement nodig.’ Lasfar onderschrijft het belang van data. ‘We weten al heel veel van onze machines en ons proces, maar kunnen nog veel meer met data. Klanten vragen van ons ook meer oplossingen dan machines. Daarom zetten we ook stappen richting een totaaloplossing.’

SLIM INRICHTEN Voorzitter Kindervater grijpt deze opmerking aan als bruggetje naar de laatste stelling: smart manufacturing is vooralsnog gewoon software-plus. ‘Ik moet het eerste bedrijf nog tegenkomen waar het proces echt manonafhankelijk is én fatsoenlijk loopt.’ Heimen van Diest (Sylvaphane) ziet smart als een kringloop. ‘We proberen ons proces 24/7 slim in te richten. Dit door data te verzamelen en continu bij te sturen, waardoor machines steeds beter gaan lopen en minder onderhoud nodig is. Daarnaast denken we mee met de machinefabrikant om machines weer iets slimmer te maken en nog betere folie te produceren. Onlangs hebben we zo de dikte met 10 procent weten te reduce-

ren; daar win je klanten mee.’ Soetekouw betoogt dat smart manufacturing begint met sociale innovatie. ‘Software is pas het einde. Je moet mensen hebben die verder willen denken, en zorgen voor een cultuur waarin mensen zich continu willen verbeteren.’

VERBETERSLAG

daan, waar gaat het de retail in?’ Kindervater zou geen operationeel strateeg zijn als hij niet zou afronden met een advies: ‘Kijk in hoeverre je een nieuw verdienmodel kunt maken op basis van data die je kunt meeleveren met je product.’

• www.sylvaphane.com • www.sanovogroup.com • www.merrem-kunststoffen.nl • www.variass.nl • www.gbsteelgroup.com • www.ijbgroep.nl • www.tuinte.com • www.ksl-solutions.nl • www.ing.nl/industrie

Variass heeft volgens ceo Henk Smid al een verbeterslag gemaakt in het digitaliseren en automatiseren van processen, waarbij machines met elkaar kunnen communiceren. ‘Smart manufacturing is voor mij echter ook gebruikmaken van 3D-printen en cobots, waardoor je minder schaars technisch personeel nodig hebt. Of producten voortschrijdend ontwikkelen door gebruik te maken van digital-twintechnologie.’ Lasfar wil een stap verder gaan en de hele keten van de klant bekijken. ‘Bijvoorbeeld door strategische allianties aan te gaan met bepaalde bedrijven en zo het complete proces in kaart te hebben en hier een optimale oplos‘Iedereen betaalt nu morrend 10, 20 procent meer voor inkoop. sing voor aan te bieden. Maar meer betalen om dichter bij huis te produceren, dat doen Ook kun je zo traceabiwe blijkbaar liever niet’, stelt Henk Smid (Variass). lity realiseren: waar komt het product van-

december 2021

43



SOURCING

NTS ZET ALLE ZEILEN BIJ OM TE KUNNEN BLIJVEN LEVEREN – EN KIJKT 18 MAANDEN VOORUIT

‘IK VREES DAT WE OOK EEN ONGEKEND OPSLINGEREFFECT IN DE MAAK HEBBEN’ Nu grondstoffen steeds schaarser worden en het lastiger wordt om aan kritische onderdelen te komen, gaan bedrijven in toenemende mate op zoek naar manieren om de risico’s van stilstand in de productie te voorkomen. NTS-Group in Eindhoven – dat mechatronische systemen en mechanische modules voor de handling, transfer en positionering in machines ontwikkelt, maakt, assembleert en test – weet er alles van.

DOOR WILMA SCHREIBER

N

TS richt zich met circa 1.500 medewerkers op markten als de semiconductor, life sciences & analytical en health. Om meer slagkracht te realiseren in de keten bij het sourcen van kritische componenten, werd begin februari met klanten en een aantal leveranciers een crisisteam en werkwijze ingesteld om zo snel mogelijk beslissingen te kunnen nemen. ‘Denk aan het sourcen van een specifiek component uit een niet-reguliere supplychain met de daarbij behorende extra kosten. Om verlies van deze voorraad te voorkomen – iets wat je vandaag opvraagt, kan de volgende dag weg zijn – kunnen wij nu binnen vier uur na bekendmaking van de beschikbare voorraad deze na akkoord van onze eindklant afnemen’, vertelt Patrick Kilkens, business group manager Analytical bij NTS.

SNEL ACTEREN Ook de doorlooptijd van het goedkeuren van alternatieven is sterk gereduceerd. ‘Is een elektrocomponent bijvoorbeeld echt niet te krijgen, dan gaan we op zoek naar een vergelijkbare component met net een andere tolerantie die dezelfde functie kan vervullen. Ook daarbij moet je snel acteren, want iedereen kijkt naar alternatieven en komt op dezelfde opties uit’, stelt Kilkens. NTS heeft als voordeel dat het op drie continenten actief is. ‘Bij probleemcomponenten die niet meer via de lokale supplychain in Europa leverbaar zijn, kunnen we uitwijken naar alternatieve bronnen via onze collega’s in Azië of de VS.’ Alle NTS-onderdelen produceren overigens zo veel mogelijk local-for-local. Verder heeft NTS het commitment voor de forecast dat het bedrijf normaal gesproken heeft, in overleg met de klant waar nodig langer gemaakt. ‘Hierdoor kunnen we sneller en eerder “hard” commitment in de supplychain leggen.’

SCHERP ZIJN Mocht een component niet beschikbaar zijn, dan houdt NTS in de rest van de supplychain de vaart

erin. ‘We willen voorkomen dat als een ontbrekende component alsnog eerder binnenkomt we weer stilstaan op andere componenten. Ik ga ook niet een leverancier afremmen, want dan ben ik al mijn slots kwijt en kom ik later in de problemen. We moeten hier heel scherp op zijn vanwege de negatieve invloed van hogere voorraden op het werkkapitaal.’ Dat de materiaaltekorten samenvallen met een wereld‘Straks moeten we weer terug naar normale bestelmomenten, contracten en wijd stijgende vraag, maakt het allemaal nog lastiger. ‘Voor levertijden. Tot die tijd is het essentieel een end-to-end ketenfocus te hebben’, stelt Patrick Kilkens van NTS. Foto: NTS-Group het produceren van normale batches komen we al tekort, huidige niet eerder vertoonde tekorten, ook een die extra vraag komt er nog bovenop.’ ongekend opslingereffect in de maak hebben. NTS probeert daar zo goed mogelijk op in te STILSTAND VOORKOMEN spelen door de termijn van afroepcontracten te Ondanks al deze maatregelen miste ook NTS de verlengen, maar ook de supplychain uit te dagen afgelopen periode helaas een paar keer een comzijn uiterste best te doen het gezamenlijke finanponent. ‘Dan is het is zaak om met een projectciële risico zo klein mogelijk te maken.’ Daarnaast team zo snel mogelijk te bepalen hoe we het heeft NTS de afgelopen twee jaar veel tijd gestosysteem of de module zo efficiënt en compleet ken in een goed sales & operations-planningmogelijk kunnen afbouwen. Dan kunnen we proces. ‘Daar plukken we nu de vruchten van. zodra het component binnen is de backlog zo Door achttien maanden vooruit te kijken, signasnel mogelijk wegwerken zonder een al te grote leren we al vroeg afwijkende patronen en kunnen negatieve impact op de voorcalculaties en bijwe daarop acteren.’ behorende capaciteit.’ Zo stond op een gegeven moment een hele partij desktopmicroscopen te wachten op een PCBA. ‘In overleg met de klant END-TO-END KETENFOCUS hebben we toen leveringen stopgezet, en printEen ander aspect dat Kilkens continu bespreekt platen overgezet naar die microscopen, zodat we met klanten en leveranciers is: wat als de situatie konden doorbouwen en testen. Op het moment zich stabiliseert? ‘Nu is veel geoorloofd en is een dat de levering binnenkwam, hoefden we alleen aantal traditionele werkwijzen van inkoop en die printplaten nog in te bouwen. Met als belangsupplychain overboord gegooid. Straks moeten rijk voordeel dat de productie niet stilviel.’ we weer terug naar normale bestel- en facturatiemomenten, contracten en levertijden. Tot die tijd is het essentieel een end-to-end ketenfocus te OPSLINGEREFFECT hebben, alle partijen te betrekken en volledig De schaarste in de B2B-markt leidt tot eerder en meer bestellen, waardoor fabrieken ramvol zitten transparant te communiceren naar elkaar.’ en voorraden stijgen. Hoewel Kilkens nog geen signalen krijgt van een dalende vraag, is hij hier wel voor beducht. ‘Ik vrees dat we, net als de www.nts-group.nl

december 2021

45


SEMICONPRODUCTIEPROCES

VOLLEDIG LOKALISEREN VAN COMPLETE SEMICONKETEN IS NIET REALISTISCH In de Amerikaanse en Europese politiek is dit jaar veel te doen geweest over het ‘lokaliseren’ van de semiconductor supplychain, oftewel het in de VS en Europa opbouwen van een complete keten voor de fabricage van chips. Dit om de afhankelijkheid van de chipproductie in Azië – waar momenteel 70 procent van de fabricage plaatsvindt – terug te dringen. De Europese politiek wil het aandeel in de wereldmarkt opvoeren van de huidige 8 procent naar 20 procent. De VS wil dat ook. Daarom worden bedrijven als TSMC en Samsung momenteel verleid fabs in Europa en de VS neer te zetten. Het gaat productielijnen van (tientallen) miljarden euro’s die jaren vergen om op te bouwen. Maar daarmee is dan maar één schakel van de keten gelokaliseerd. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

RAW WAFERS

SEMICONDUCTOR CHIP MANUFACTURING

• Shin-Etsu Chemical – Japan • Sumitomo Corporation – Japan • Global Wafers – Taiwan

• TSMC – Taiwan • Samsung – Zuid-Korea

• Infineon – Duitsland • NXP – Nederland

• Hynix – Zuid-Korea • SMIC – China

WAFER PROCESSING WET CLEANS

PLASMA ASHING

ELECTROCHEMICAL DEPOSITION (ECD)

• Tokyo Electron – Japan • DNS – Japan

• Plasma Etch – VS • Trymax – Nederland

SURFACE PASSIVATION

THERMAL TREATMENTS

• Applied – VS • Lam Research – VS • Tokyo Electron – Japan

• Schott – Duitsland

• Tokyo Electron – Japan • Kokusai – Japan

PHOTOLITHOGRAPHY

• ASML – Nederland • Nikon – Japan • Canon – Japan

CHEMICAL VAPOR DEPOSITION (CVD)

ION IMPLANTATION

• Sentech – Duitsland • ASMI – Nederland

• AMAT – VS • Axcelis – VS ETCHING (MICROFABRICATION)

• Tokyo Electron – Japan • LAM Research – VS • Applied Materials – VS

46

december 2021

• Horiba – Japan ATOMIC LAYER DEPOSITION (ALD)

PHYSICAL VAPOR DEPOSITION (PVD)

• Lam Research – VS • Applied Materials – VS MOLECULAR BEAM EPITAXY (MBE)

• Riber – Frankrijk

CHEMICAL-MECHANICAL POLISHING (CMP)

• • • •

Applied Materials – VS EBARA – Japan 3M – VS Entegris – VS

WAFER TESTING

• JTAG Technologies – Nederland


Dit stroomschema toont de hoofdstappen van het chipfabricageproces met daarbij steeds de namen van een of meerdere fabrikanten (niet per se de belangrijkste) van de machines die daarvoor nodig zijn, plus het land waar het hoofdkantoor en belangrijke productieplants gevestigd zijn.

Halfgeleiderfabricage is een opeenvolging van fotolithografische en chemische bewerkingsstappen (zoals oppervlaktepassivering, thermische oxidatie, vlakdiffusie en junctie-isolatie). Zo worden miljarden schakelingen aangebracht op een wafer van halfgeleidend materiaal. Het volledige fabricageproces neemt zes tot acht weken in beslag.

Om dat proces uit te voeren zijn machines en apparaten nodig van hooggespecialiseerde machinebouwers. De meest bekende en meest dominante is vanzelfsprekend ASML zonder wiens EUV-apparatuur de meest geavanceerde chips niet geproduceerd kunnen worden. Maar de productielijn voor en achter de ASML-machine bestaat uit nog vele andere apparaten, ontwikkeld en geproduceerd door bedrijven die hun besluitvormende hoofdkantoren en hun r&d- en productievestigingen in tal van landen hebben.

DIE PREPARATION

IC PACKAGING

THROUGH-SILICON VIA MANUFACTURE

DIE ATTACHMENT

• Applied Materials – VS

• Advanced Packaging – VK • Palomar Technologies – VS

WAFER MOUNTING

• Semiconductor Equipment Corp. – VS WAFER BACKGRINDING AND POLISHING

• Syagrus Systems – VS WAFER BONDING AND STACKING (VOOR 3D-IC’S EN MEMS)

• Applied Materials – VS • BE Semiconductor Industries – NL, CH

Lokaliseren vergt dat die ondernemingen bereid moeten worden gevonden kopieën van hun productie-/assemblage-plants in Japan, Nederland, Duitsland, de VS, et cetera, incluis de lokale toeleverketens, op te gaan zetten op die continenten waar ze nog niet aanwezig zijn. Duidelijk mag zijn dat dat zeer grote investeringen vergt die niet zomaar zijn terugverdiend. En daarmee is dan de productie gelokaliseerd, maar nog niet de r&d. De afhankelijkheid van hoogwaardige kennis van elders blijft. Volledig lokaliseren is niet realistisch.

IC TESTING • KLA – VS, Singapore • Nearfield Instruments – Nederland

IC BONDING

• K&S Lithography – Singapore, Nederland IC ENCAPSULATION OR INTEGRATED HEAT SPREADER (IHS) INSTALLATION

• Bitspower – Taiwan

REDISTRIBUTION LAYER MANUFACTURE

• Cadence technology – VS, Ierland WAFER BUMPING

• Confovis – Duitsland DIE CUTTING OR WAFER DICING

• ASM PT – Nederland, Singapore

december 2021

47


Movers of the world A well-balanced drive system for mobility applications requires the smooth interaction of electric drives, motion controllers, master controllers, sensors, and battery management systems. Fortunately, we provide all of these. mobilitysolutions.maxongroup.nl

Precision Drive Systems


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 51 - Fonds van Comate Ventures speciaal voor hardware start-ups - Duurzame brug bouwen in Den Bosch 52 ‘Beweging’ Fooditive biedt voedingsindustrie alternatief voor suiker

Automatische weefseldissectie is de missing link in moleculaire pathologie. Daar komt de indrukwekkende machine van Xyall aan tegemoet. Foto’s: Xyall

XYALL LEVERT ZEER SNELLE OPLOSSING VOOR MISSING LINK IN LAB-ANALYSE

‘IK BEN NIET BANG DAT DE CHINEZEN ERMEE AAN DE HAAL GAAN’ Xyall uit Eindhoven verscheept begin volgend jaar zijn eerste hoogtechnologische weefseldissectiesysteem naar de VS. Klant Exact Sciences in Madison (Wisconsin) ondertekende drie jaar geleden het koopcontract al, in de wetenschap dat de machine nog vrijwel helemaal ontwikkeld moest worden. Sterker nog: het contract was er haast nog eerder dan dat Guido du Pree en Hans van Wijngaarden hun bedrijf Xyall oprichtten. De wereldwijde markt reageert enthousiast. De uitrol gaat – gedoseerd – beginnen. DOOR LUCY HOLL

H

alf november kon coo Hans van Wijngaarden eindelijk weer eens op rondreis door de VS. Hij bezocht moleculair-diagnostisch bedrijf Exact Sciences en ook de tweede klant, Caris Life Sciences in Phoenix (Arizona), plus een potentiële derde klant. ‘We hebben anderhalf jaar lang alleen online gecommuniceerd. Het is goed om elkaar weer eens echt in de ogen te kunnen kijken.’ Hij sprak met Exact Sciences over de laatste

veranderingen en verbeteringen aan de machine en over wat er de komende tijd gebeuren gaat. Binnenkort komen de Amerikanen op hun beurt naar Nederland voor wat testen. De volledige machine van drie meter breed, het Tissector High Throughput-systeem, staat opgebouwd in de werkplaats van Sioux Technologies in Eindhoven. Sioux geldt met zijn state-of-the-art kennis van optica, beeldanalyse-algoritmen, medische robotica en dataverwerking als een belangrijke ontwikkelpartner van Xyall en investeert bovendien al jaren ook flink mee.

DANKBAAR Exact Sciences toont zich een zeer geduldige launching customer. Daar is Van Wijngaarden de Amerikanen heel dankbaar voor. In de tijd dat hij mede de leiding had bij Philips Digital Pathology was het laboratorium al klant van Philips. Die had een voorloper van het huidige systeem voor weefseldissectie in ontwikkeling. Van Wijngaarden kwam destijds op het idee voor zo’n machine toen hij bij een Leidse hoogleraar op bezoek was. Er lagen wat microscoopglaasjes op tafel, waarop met een dikke viltstift rondjes getekend waren. ‘De hoogleraar vertelde dat één van de grootste struikelblokken bij het testen van weefsel was om de cellen goed te pakken te krijgen. Later hoorde ik van Exact Sciences dat ze op zeer grote schaal precies hetzelfde probleem hadden. De handmatige manier van werken is te traag, te duur en relatief onnauwkeurig, met LEES VERDER OP PAGINA 50

december 2021

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

daarbij aanzienlijk gevaar voor kruisbesmetting tussen de monsters.’ Philips verlegde echter zijn strategische focus, ging steeds nadrukkelijker de softwarekant op en besloot de ontwikkeling te stoppen. Exact Sciences wilde heel graag doorgaan met het project. Destijds was al veel werk uitbesteed aan Sioux Technologies. Het was logisch om met deze partijen verder te gaan. En ineens was Van Wijngaarden medeoprichter van Xyall, samen met Du Pree, ook al jaren actief in de life sciences. ‘Guido en ik kenden elkaar van Philips, waar wij medeoprichters waren van Philips Digital Pathology. Ik was al langer aan het kijken wat ik verder wilde. Ik ben echt een device-man, ik kijk graag naar een machine, met natuurlijk ook wel software erop. De kans deed zich voor om voor onszelf te beginnen, met een zeer enthousiaste Sioux en Exact Sciences aan onze zijde. Guido en ik vullen elkaar uitstekend aan: hij met zijn economische en juridische kennis, ik met mijn technische expertise.’

FLINTERDUN De nieuwe machine van Xyall is nu qua mogelijkheden een heel ander verhaal dan de nog relatief eenvoudige versie van Philips. Het uiterst snelle en nauwkeurige systeem is bedoeld om de workflow van pathologen en histologen te digitaliseren en te automatiseren. Veel van het diagnostisch testwerk, bijvoorbeeld bij kankerpatiënten, is al geautomatiseerd: een belangrijk eerste stuk, de tumordissectie, gebeurt echter nog vrijwel altijd handmatig. Waar gaat het om? Een patholoog geeft op een microscoopglaasje met flinterdun monster aan welk stukje cellen, de region of interest, hij precies geanalyseerd wil hebben. Maar hoe krijg je die cellen eruit en in een buisje? ‘Dat eerste glaasje heeft allerlei kleurstof en is niet

over ‘bulldozeren’ – bleek een enorme hersenbreker. Het weefseltissue zit meestal verpakt in sterk klevend paraffine. Dus wordt het nu via een heel speciaal filtertje in het buisje geleid waarna de cellen naar het moleculair lab gaan voor tumorkarakterisatie. Specialisten kunnen vervolgens hun behandeling veel specifieker op een patiënt afstemmen. ‘We hebben initieel wat proeven gedaan, het schrapen verliep allemaal fluitend. Daar hadden we waarschijnlijk mazzel mee. Gelukkig maar, anders hadden we ons misschien heel erg laten afschrikken.’

De automated tissue dissectionoplossing van Xyall is bedoeld voor grote laboratoria waar dagelijks flinke hoeveelheden monsters getest worden. Exact Sciences doet duizend casussen per dag, met elk vier glaasjes die geschraapt moeten worden. Een ervaren operator kan er tweehonderd per dag aan: het is heel intensief en behoorlijk eentonig werk. Medewerkers zijn sowieso heel lastig te vinden. Er worden bonussen van 20.000 dollar geboden aan wie wil komen werken. De machine verwerkt zestig glaasjes per uur, met heel weinig operatorinteractie. In een groot magazijn onder in de machine zit disposable filtermateriaal opgeslagen. En ook de monsters liggen daar te wachten tot ze aan de beurt zijn of tot echt duidelijk is wat de patholoog met een specifiek glaasje wil. Het apparaat kan urenlang zelfstandig doorgaan.

‘WE MOETEN HEEL GOED OPPASSEN WAT WE ER AAN ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE IN STOPPEN’

meer te gebruiken. We transfereren de informatie van het aangegeven gebied digitaal naar andere glaasjes met nog meer van exact hetzelfde monstermateriaal. Vervolgens schrapen we het weefsel er automatisch af en kan het buisje verder geanalyseerd worden.’ Juist dat schrapen – Van Wijngaarden heeft het

50

december 2021

Hans van Wijngaarden werkte een groot deel van zijn loopbaan bij Philips. Hij was research manager bij Research, project manager bij Optical Storage, operations manager bij Consumer Electronics en business manager bij Applied Technology. In 2007 werd hij senior director development & supply chain management bij het compleet nieuwe onderdeel Philips Digital Pathology Solutions, met op het laatst (in 2018) vierhonderd medewerkers. Na zijn vertrek bij Philips begon hij met Guido du Pree de eigen start-up Xyall. Foto: Bart van Overbeeke

DUIZENDEN CASUSSEN

TABLETOP

De VS is momenteel de belangrijkste markt voor Xyall. Zulke enorm grote labs als daar kent Europa echter niet. Van Wijngaarden schat dat er misschien tien, twintig organisaties in de wereld zijn die de grote machine kunnen handlen. Daarom is ook een kleinere versie van het systeem in ontwikkeling, met veel minder opslagcapaciteit en een tragere doorlooptijd, maar een identieke nauwkeurigheid. Die tabletop is geschikt voor ziekenhuizen met een eigen laboratorium voor moleculaire diagnostiek waar iets

van maximaal tachtig glaasjes per dag behandeld moeten worden. Het levert een markt op met potentieel enkele honderden klanten. Alle productie voor de Amerikaanse en Europese markt gebeurt bij partner Sioux. Oem’er Xyall is een typisch kop-staartbedrijf: ‘Wij doen het hele procesonderzoek zelf en specificeren het product. De ontwikkeling van de machine doen we samen. Euro-Techniek uit Veldhoven produceert de disposables – hoog-precisieonderdelen met mesje en filter. Klanten schaffen die vele disposables bij Xyall aan, dus dat blijft inkomsten genereren.’

ZEER GOEDE CONTACTEN Ook China biedt een enorme markt. Voor de productie en verkoop van het kleine model werkt Xyall samen met productiepartner Motic in Xiamen, aan de oostkust van China. Motic maakt optische componenten en heeft ook een grote pathologietak. Twee van de investeerders in Xyall (naast Sioux en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij) zijn de voormalige eigenaren van Motic. ‘Ze hebben zeer goede contacten met de Chinese overheid. Als Motic voor ons gaat produceren, krijgen zij de tekeningen. Ik ben niet bang dat ze daarmee aan de haal gaan. Ik werk al meer dan tien jaar uitermate goed met hen samen. Natuurlijk ken ik het wantrouwen ten aanzien van Chinese firma’s. Maar als we zelfstandig de Chinese markt opgaan, zijn we bij voorbaat kansloos.’


BREAD & BUTTER Xyall zit nu op vijf medewerkers en dat moeten er eind volgend jaar zo’n twintig zijn, met vooral ook extra sales- en after-salesmensen. De uitrol gebeurt in een behapbaar tempo. In april, mei krijgt tweede klant Caris Life Sciences zijn machine. ‘We willen eerst kijken hoe het systeem zich gedraagt bij Exact Sciences, er zijn vast nog wat kinderziektes. En we bouwen aan onze serviceorganisatie in de VS, samen met een partner. Van de kleine tabletop-versie, onze uiteindelijke bread & butter, willen we mei, juni volgend jaar een prototype hebben: er is veel interesse, we zouden er nu direct zes neer kunnen zetten in de VS en Europa. Alle laboratoria herkennen meteen het probleem dat wij oplossen. De pathologiewereld is klein, het praat zich snel rond.’ De grote variant kost bijna een miljoen euro. De tabletop

kan straks geleased worden, met minimale afname van een hoeveelheid disposables.

LASTIG NA TE BOOTSEN Gevraagd naar obstakels onderweg noemt Van Wijngaarden het componententekort. ‘Maar goed, dat is vooral vervelend. Het grootste probleem was toch dat schrapen van de heel dunne vliesjes: dat bleek aanzienlijk lastiger dan verwacht. We hebben veel onderzoek moeten doen om het proces onder controle te krijgen en daar gaan we natuurlijk nog mee verder. Het slechte nieuws was de vertraging, het goede nieuws is dat het voor een concurrent lastiger is na te bootsen.’ Deep learning ligt ook in het verschiet. ‘Hoewel we heel goed moeten oppassen wat we er aan artificiële intelligentie in stoppen zodat we niet

op de stoel van de patholoog gaan zitten.’ Het bedrijf voldoet natuurlijk aan de ISO 13485norm voor fabrikanten van medische hulpmiddelen, maar waakt voor onnodig strikte regels. Medische apparaten zijn te kwalificeren in groep 1 tot en met 3: van lab-equipment tot en met machines met Premarket Approval (PMA). Die PMA vergt zo tientallen miljoenen euro testkosten en vele jaren tijd voor goedkeuring. ‘Voor onze procescontrole hebben we zeer intelligente algoritmen, maar de applicatie is qua regelgeving relatief onschuldig.’

• www.xyall.com • www.sioux.eu

KORT FONDS VAN COMATE VENTURES SPECIAAL VOOR HARDWARE START-UPS Engineeringsbureau Comate heeft samen met investeerder Alychlo een pre-seed fonds opgericht: Comate Ventures. Het is specifiek gericht op hardware start-ups – dus bedrijven die te maken hebben met de ontwikkeling van fysiek mechanische of elektronische producten. ‘Want hier is behoefte aan. We zijn al meer dan tien jaar actief in hardware en hebben tientallen baanbrekende hardwareproducten op de markt gebracht. Met dit fonds willen we de briljante early-stage ideeën uitbouwen tot de next big thing, die de wereld zoals we die vandaag kennen zullen veranderen’, aldus een woordvoerder van Comate. ‘Ondernemers met fantastische ideeën worstelen vaak met het vinden van financiering voor de ontwikkeling ervan, wat het starten van een bedrijf vaak moeilijk maakt. Met Comate Ventures kunnen we hen een sprong voorwaarts bieden op basis van onze expertise: ze krijgen ondersteuning tijdens het traject van idee tot marktrijp product. Samen met ondernemer Marc Coucke en Alychlo willen we als Comate het succes van hoogtechnologische innovatie en hardwareondernemers in Europa stimuleren.’ Comete Ventures investeert in hardwarebedrijven in een vroeg stadium om hen te ondersteunen tijdens die fase van het ontwikkelingsproces. ‘Gedurende r&d-cycli is het belang-

rijk om de tijd te nemen om verschillende opties te onderzoeken en de juiste keuzes te maken. Comate Ventures biedt ondersteunend kapitaal dat kwaliteit boven snelheid stelt.’ Hardware start-ups die zich voor financiering melden bij Comete Ventures hoeven niet reeds over een

proof of concept of eerste prototype te Foto: Comate beschikken. ‘Maar een klein overzicht van marktonderzoek of een visie op een mogelijk businessmodel is wel aan te raden, zodat we

weten dat de start-up gecommitteerd is aan dit project.’ www.comateventures.com

DUURZAME BRUG BOUWEN IN DEN BOSCH De provincie Noord-Brabant, gemeente Den Bosch, Avans Hogeschool, Sparkling Plastic en SPARK Makers Zone slaan de handen ineen om nieuwe toepassingen te vinden voor gerecycled plastic. Via het produceren van een 3D-geprinte brug willen zij kennis en ervaring opdoen met het hergebruik van plastic voor hoogwaardige producten. Ze onderzoeken in dit project hoe er van laagwaardig materiaal als consumentenplastic een hoogwaardig infrastructurele toepassing kan worden gemaakt door middel van large scale 3D-printing. Jaarlijks wordt in Noord-Brabant circa 280 kton kunststof materiaal afgedankt. Slechts 13 procent van dit materiaal wordt gerecycled, de rest wordt verbrand. Door nieuwe hoogwaardige toepassingen te vinden voor gerecycled plastic willen de betrokken partijen dit percentage een stuk hoger krijgen. Gerecycled plastic zou dan een meer waardevolle grondstof

worden, waardoor er een stimulans ontstaat om meer afgedankte kunststoffen te recyclen. De betrokken partijen starten nu – met inbreng van ieders expertise – met onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van technologie en materiaal. Dit onderzoek vindt plaats in het zogeheten Innovatie Kwartier in de Bossche Spoorzone. Over ongeveer twee jaar hopen de betrokken partijen samen de brug te openen. Wethouder Duurzaamheid van Den Bosch, Mike van der Geld: ‘Dit onderzoeksproject past in een duurzame wereld. Heel mooi en belangrijk hierbij dat onderwijs en bedrijven samenwerken. Juist om innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te bedenken en uit te voeren. En belangrijk: we stimuleren zo samen talentontwikkeling en bewustwording.’ Gedeputeerde Anne-Marie Spierings (Milieu) vult aan: ‘Er zit enorm veel

potentie in het hergebruik van materialen, waaronder kunststof. In het project wordt ook gekeken naar hoe de brug zelf uiteindelijk weer gerecycled kan worden. Wij verwachten dan ook dat de resultaten veel breder toepasbaar zijn.’ In het Innovatie Kwartier zit één van de projectpartners, SPARK Makers Zone. Dat is een groot creatief technisch makerslab waar high-end techniek en old skool ambacht elkaar versterken. Mensen kunnen er experimenteren, ontwikkelen en prototypen bouwen. Cassandra Vugts, managing director van SPARK Campus, over de samenwerking: ‘Ik zie in nieuwe technologieën en innovaties een belangrijke versneller voor de duurzame wereld. Dit is een belangrijkere drijfveer voor de partners uit onderwijs en bedrijfsleven die samenwerken in het Innovatie Kwartier.’ www.sparkmakerszone.nl

december 2021

51


‘BEWEGING’ FOODITIVE BIEDT VOEDINGSINDUSTRIE ALTERNATIEF VOOR SUIKER

‘BIJZONDERE IDEEËN ZIJN NIET PER SE EENVOUDIG TE REALISEREN’ Veel levensmiddelen in de schappen van de supermarkten zitten bomvol suiker. Fabrikanten zijn op zoek naar alternatieven. Start-up Fooditive in Rotterdam, opgericht in 2018, speelt daarop in. Na een periode van veel trial and error levert het bedrijf een zoetstof die volledig uit fruit geproduceerd wordt, geen calorieën bevat en bovendien volledig gemaakt wordt van reststromen van andere bedrijven. Intussen is een heel stel producten beschikbaar. En binnenkort staat Go Peasy, melk uit erwten, in de schappen.

DOOR LUCY HOLL

D

e nu zeven medewerkers van Fooditive in Rotterdam dromen groot. Melissa van der Walt, business & communication manager, vroeg haar collega’s een tijdje geleden om voor een blog hun ultieme droom te delen: de een wil koffiedrinken met een buitenaards wezen, de ander wil zelf kunnen vliegen, een derde droomt van een fotografisch geheugen. ‘Het mag allemaal totaal onbereikbaar zijn, de dromen van Fooditive zijn eigenlijk net zo groot. We willen groeien, in de hele wereld, om te beginnen in Europa.’

OP NAAR IETS GROTERS Fooditive is niet zomaar een bedrijf, het is een beweging, die staat voor gezond voedsel, duurzaamheid en innovatie, aldus oprichter en ceo Moayad Abushokhedim. Hij studeerde Food Science in Jordanië, begon in zijn vaderland al aan de ontwikkeling van de zoetstof en kwam voor het opzetten van zijn droombedrijf naar Nederland, dat volgens hem vooroploopt in duurzaamheid en innovatie. Abushokhedim stond in 2020 in de Food100, een Nederlandse lijst van jonge koplopers die werken aan de transitie naar een systeem van duurzame voedingsmiddelen. Inmiddels gebruiken producenten als Hero, Nestlé, Côte d’Or en General Mills al ingrediënten van Fooditive. De omzet vorig jaar was 2,5 miljoen euro. Van der Walt: ‘We noemen het een beweging omdat we op weg zijn naar iets groters: een duurzame en plantgeoriënteerde toekomst. Omzet maken is natuurlijk belangrijk, maar winst is niet ons ultieme doel. We willen het grotere plaatje

52

december 2021

zien: de toekomst van de mensheid op onze aarde.’

BEWUSTZIJN De grote spelers in de voedingsmiddelenen drankenindustrie zijn allemaal op hun eigen manier bezig met verduurzamen. Denk bijvoorbeeld aan de eigen productieprocessen. Of aan de ingrediënten die Moayad Abushokhedim (links), Melissa van der Walt en Ben Hurenkamp. Van der Walt: ‘We ze gebruiken. streven naar gezonde, plantaardige en betaalbare voeding voor iedereen.’ Foto’s: Fooditive Fooditive komt al die energie, geld. En alle liefde. We willen het anders bedrijven tegemoet in het streven om minder aanpakken en geloven in onze kennis en vaardigsuiker toe te passen in hun producten. ‘Wij willen heden.’ niet de hele industrie op zijn kop zetten. Zoetstof blijft essentieel bij productie van levensmiddelen. We willen het bewustzijn dat het anders kan HOLY GRAIL vergroten. Producenten kunnen natuurlijke Het ontwikkelen van het perfecte recept voor de producten met soortgelijke eigenschappen geeerste zoetstof (op basis van appels en peren) met bruiken. Wij weten veel van bio-engineering van de juiste smaak, kleur en textuur kostte Abushozoetstoffen. Ze zien het potentieel van onze opkhedim jaren. Het fruit ondergaat een fermentalossingen, plant based wordt steeds populairder.’ tieproces. Dan volgen diverse bioraffinagemethoVan der Walt noemt de reacties overweldigend en den die ketofructose opleveren. De zoetstof heeft ‘crazy’, toen mensen hoorden van de start-up. vrijwel dezelfde smaak en functies als suiker. ‘Het spreekt iedereen meteen aan, maar ze hadBovendien ziet het lichaam deze calorievrije stof den het ook over de enorme risico’s in de levensals een vezel en is er geen invloed op de bloedmiddelenindustrie, het harde werken, de grote suikerspiegel, wat gunstig is voor bijvoorbeeld investeringen. En ze hebben gelijk: het is echt niet diabetici. Partners van Fooditive, waaronder een makkelijk. Als je bijzondere ideeën hebt, wil dat fruitbedrijf en sapproducent, leveren reststromen niet zeggen dat ze eenvoudig te realiseren zijn. die als input dienen voor de productie. We geven het bedrijf alles wat we hebben: tijd, Toen de sweetener – ‘ons holy grail product’, zoals


Van der Walt het noemt – er eenmaal was, ging het ontwikkelen van volgende producten sneller. Naast de zoetstof uit fruit levert Fooditive nu ook een verdikkingsmiddel uit banaan, een conserveermiddel van wortel, een emulgator uit aardappelreststromen, een vetvervanger uit avocado

‘WIJ LATEN ZIEN DAT RISICO’S NEMEN TOT MOOIE DINGEN KAN LEIDEN’

en een eiwitproduct uit erwten. En er volgen meer nieuwe producten. Tot nog toe focuste Fooditive zich vooral op de B2B-markt. Binnenkort lanceert het een product dat rechtstreeks naar de consument gaat: GoPeasy, een smaakvolle vegan melk uit erwten, vooral bedoeld voor de to go-markt.

LANGZAAM UITBOUWEN Fooditive heeft grote fermentatietanks in een eigen productieruimte bij een bestaande fabrikant en streeft naar forse opschaling en een eigen productielocatie. Melissa van der Walt: ‘We zijn

heel blij met waar we nu staan en bouwen langzaam uit. Als een klant nu al enorme hoeveelheden zou vragen, moet hij zich realiseren dat we nog steeds een start-up zijn.’ Het bedrijf wil dit jaar in totaal 6,5 miljoen euro ophalen om verder te groeien, waaronder 400.000 euro bij kleinere beleggers. Daarom startte het onlangs een FundedByMeFooditive maakt een biologische zoetstof uit appels en peren. Het fruit is afkomstig van reststromen. campagne, waarbij de benodigde 400.000 euro weken voor het einde al zeven keer was overschreden. In 2019 Onze oprichter komt uit Jordanië, hij kende de was er al een succesvolle eerste crowdfundingNederlandse taal niet, hij heeft geen Nederlandse campagne, waarbij tientallen kleine investeerders naam en had nauwelijks ondernemerservaring. aanhaakten. Bovendien zijn Rabobank en een Als ik zie hoe hard hij werkt… Ik deel zijn passie venture capitalist financiers van het eerste uur. en toewijding.’ Wie bij Fooditive voor een bepaal‘Zij zorgen voor kapitaal, en net zo belangrijk, ze de functies is aangenomen, wordt uitgenodigd leveren ons kennis en expertise op onder meer om ook bij meetings aan te schuiven over bijhet gebied van duurzaam ondernemen. We willen voorbeeld productiekwesties of de financiële dat meer mensen deelnemen in ons bedrijf. kant. ‘Er zijn zo veel mogelijkheden om te leren.’ Iedereen die onze waarden deelt, is welkom.’ Meer dan grote bedrijven kan Fooditive als Er heerst een sfeer van openheid en vertrouwen start-up risico’s nemen, benadrukt Van der Walt. in de extended family van Fooditive. ‘We willen ‘Wij mogen fouten maken, opnieuw beginnen. graag feedback van onze klanten, toeleveranciers Grote bedrijven kennen vaste structuren en en financiers, om steeds verder te verbeteren.’ procedures die vanzelfsprekend bijdragen aan hun succes, maar wij laten zien dat risico’s nemen tot mooie dingen kan leiden.’ TOEWIJDING Van der Walt kwam uit Zuid-Afrika naar Nederland voor haar studie, viel als een blok voor Rotterdam en bleef na een stage bij Fooditive www.fooditive.nl werken. ‘De bedrijfscultuur is heel bijzonder. www.fundedbyme.com

• •

december 2021

53


Wees zelf meer en makkelijker in controle over je voorraadbeheer. Bossard introduceert:

SmartBin Cloud Een nieuwe stap in de digitalisering van de logis ek en voorraadbeheer. Met het SmartLabel heb je 24/7 de volledige controle over je voorraadbeheer.

Volledig geautoma seerd

Industrial Cloud Connec on (IIoT)

Gewichtssensor geac veerd door beweging

LED lamp - pick-to-light

Visuele product en order informa e

ARIMS - Opera oneel dashboard

Neem nu vrijblijvend contact met ons op!

SmartBin is in samenwerking met Bossard en EXCLUSIEF verkrijgbaar bij Jeveka.

Als specialist in aandrijven en positioneren leveren wij hoogwaardige componenten, diensten en complete oplossingen voor de apparaat- en machinebouw in de Benelux. Uw applicatiewensen staan hierbij centraal.

SCAN ME


DIGITALISERING

MPDV ONDERSTEUNT BEDRIJVEN OP WEG NAAR EEN SMART FACTORY

STEEDS OPTIMALER PLANNEN EN HERPLANNEN ICT-dienstverlener MPDV (met het hoofdkantoor in het Duitse Mosbach en dertien kantoren wereldwijd) bestaat veertig jaar en lanceerde in de jaren 90 al de eerste versies van wat MES zou worden, manufacturing execution system. Die MES-software ging HYDRA heten, naar de veelkoppige slang uit de Griekse mythologie. Inmiddels zijn er allerlei mogelijkheden bij gekomen, waaronder geavanceerde planning met behulp van artificiële intelligentie. Klant VACOM noemt die AI-planning van MPDV ideaal. DOOR LUCY HOLL

T

egelproducent Koninklijke Mosa is klant van MPDV, net als spuitgietbedrijf Timmerije, transportbandenfabriek EA Broekema, verpakkingsbedrijf RPC Group en het Belgische staalbedrijf Vlassenroot. Accountmanager Charles van der Pluijm lepelt zo een mooi lijstje bedrijven in de Benelux op die HYDRA X, het MES-systeem van MPDV, voor het monitoren en aansturen van hun productieprocessen gebruiken. Hij werkt hard om MPDV net zo bekend te laten worden als bij de oosterburen en wil ook snel een eigen MPDV-locatie voor verkoop, projectmanagement, implementatie en support in ons land opzetten, waarschijnlijk ergens in het zuiden. Van der Pluijm: ‘We hebben nu twintig modules binnen ons MES die allemaal met elkaar geïntegreerd zijn. Een bedrijf kan daaruit kiezen wat het nodig heeft voor zijn productieplanning en -controle, kwaliteitscontrole en human resources.’ MPDV heeft 1.400 HYDRA-implementaties uitgevoerd. De modulen voor detailplanning en personeelsplanning worden ook als Advanced Planning and Scheduling System (APS) FEDRA op de markt gebracht. FEDRA staat voor

Fabrieksplanning, Eenvoudig, Dynamisch, Realistisch en Adaptief.

KLANTSPECIFIEKE PRODUCTIE

VACOM, koploper in vacuümtechnologie, is al jaren klant van MPDV. Foto: VACOM

VACOM Vakuum Komponenten & Messtechnik GmbH, koploper in vacuümtechnologie, is al jaren klant van MPDV. Het produceert op zijn site in het Duitse Großlöbichau (ten zuidwesten van Leipzig) onder zeer strikte procescondities voornamelijk klantspecifieke vacuümkamers en componenten. De productieprocessen vragen om een gedegen planning en analyse. In het verleden had VACOM een zelfontworpen systeem om data van de werkvloer te verzamelen, maar dat voldeed niet meer. VACOM wilde het vervangen door flexibele standaardsoftware en koos voor HYDRA van MPDV vanwege zijn veelomvattendheid en veelzijdigheid. Later kwam daar FEDRA bij. De software van MPDV is volledig geïntegreerd met het ERP-systeem van SAP en met viadat, de warehouse-managementsoftwareoplossing van viastore, MPDV’s WMS-partner. ‘Dankzij HYDRA zijn onze productie en organisatie transparanter geworden’, aldus Matthias

PLATFORM VOL MANUFACTURING APPS MPDV introduceerde een jaar of drie geleden het MIP oftewel het Manufacturing Integration Platform. De klant vindt online allerlei apps waarmee hij zelf helemaal op maat en afgestemd op de eigen activiteiten en de eigen gebruikers een smart factory kan configureren. Met software van MPDV of andere partijen. ‘Bedrijven kunnen hun MES- of APS-modulen van MPDV koppelen, maar ook bijvoorbeeld ERP of PLM van compleet andere leveranciers.’ Data worden ontsloten via mApps, manufacturing apps. Zo zijn smart factories op maat te bouwen. MPDV heeft de twintig modules van HYDRA

omgebouwd in mApps. Bovendien ontwikkelen vele partners binnen het MPDV-ecosysteem interessante productie-apps voor het MIP. Kleinere klanten zullen liefst kant-en-klare apps gebruiken, grotere klanten laten hun IT’ers eigen mApps samenstellen. ‘Alles is low code en we hebben een Software Developer’s Kit en trainingen.’ Iedere afdeling, iedere gebruiker in een productiebedrijf kan op deze manier die informatie krijgen die is toegesneden op zijn werk. Op zijn tablet, via een smart watch of een ander device.

Ring, technisch projectleider bij VACOM. ‘Iedere medewerker kan de geplande productiedoelen bekijken en onze doorlooptijden zijn aanzienlijk verkort. We kunnen ons potentieel beter benutten op basis van exacte evaluaties.’

DUIZEND PROCESSEN Sinds maart dit jaar zet VACOM bovendien in op AI-planning van MPDV. De sterk klantspecifieke productie en de vele one-offs maken AI des te belangrijker om tot de meest efficiënte productieplanning te komen en aan de leveringsafspraken te kunnen voldoen. ‘We hebben duizend orders die allemaal een ander proces doorlopen en waarbij de logistieke routes elkaar wel tig keer kruisen’, aldus productiemanager Michael Wetzel-Staar. ‘Sommige onderdelen gaan vijf tot tien keer heen en weer tussen de frees- en de laswerkplaats. We gebruiken AI om onze orders met hun vele bewerkingen op elk werkstation in te plannen. Voorheen moest al dat plannen en herplannen handmatig gebeuren. De diverse softwaresystemen synchroniseren nu continu met elkaar. AI biedt ons de vrijheid om alle bewerkingen steeds opnieuw te rangschikken en samen te voegen, zodat we de best mogelijke planning krijgen.’ Hightech bedrijf VACOM gebruikt al de modernste machines en automated guided vehicles in de intralogistiek. De implementatie van AI-planning was volgens WetzelStaar een logische vervolgstap richting digitale fabriek. ‘Weer een volgende stap is om ook optimale productieroutes mee te nemen in de berekeningen. Daar zijn we nu mee bezig.’

• www.mpdv.com/de/mpdv-in-nederland december 2021

55


STRATEGIE

NIEUWE, JONGE DIRECTEUR WIL (EN MOET) VDL TBP ELECTRONICS ‘SIGNIFICANT’ LATEN GROEIEN

SOEPELE OVERDRACHT OP ‘IN FEITE HET SLECHTST DENKBARE MOMENT’ Bij het binnenstappen van de centrale hal kijkt hij even oriënterend om zich heen en loopt dan naar de receptiebalie. ‘Goedemorgen. Ik ben Joost van Haperen. Ik kom hier voor mijn eerste werkdag’, meldt hij zich. ‘O, hallo, u bent de nieuwe directeur!’, is de reactie van de receptioniste. Ze belt Ton Plooy die even eerder het pand in Dirksland is binnengekomen. En die komt meteen naar beneden, om zijn opvolger persoonlijk te begroeten. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

O

ngeveer zo verloopt op 4 januari van dit jaar de eerste ontmoeting tussen Plooy (70) en Van Haperen (35). Plooy is op dat moment net dga-af nadat zijn tbp electronics, pal voor de kerst, is overgenomen door VDL Groep. ‘Wie de nieuwe directeur zou worden? Dat wist ik niet bij het tekenen van de contracten. Een paar dagen later heb ik nog wel Joost z’n bio gekregen. Net als een foto, die ik ’s middags tijdens een sessie aan onze medewerkers heb laten zien. Dus we wisten hoe hij eruitzag, maar veel meer ook niet. Ik was wel direct blij dat hij de helft van mijn leeftijd heeft. Want dit bedrijf had een frisse blik nodig, van een jong iemand, zonder vastgeroeste gewoontes.’

GEEN TWIJFEL, VEEL VRAGEN Van Haperen, tot dan manager project management & engineering bij VDL Steelweld, komt net wat beter beslagen ten ijs op zijn eerste werkdag. ‘In de weken voorafgaand ben ik gepolst: of ik interesse had in de functie van directeur van een

FAMILIEBEDRIJF Ton Plooy richtte 45 jaar geleden tbp electronics op. Het bedrijf is gevestigd in Dirksland (productielocatie) en op de Brainport Industries Campus in Eindhoven (test engineering). Al is het gedurende al die jaren actief voor mondiaal opererende, vaak beursgenoteerde klanten, tbp bleef altijd een familiebedrijf, met een sterke binding met de directe omgeving van GoereeOverflakkee. ‘Zonder de steun en betrokkenheid van de familie en met name het thuisfront had tbp nooit deze ontwikkeling kunnen doormaken’, benadrukte Plooy bij het 40-jarig jubileum. Zijn vrouw Ria verzorgde jarenlang, tot haar overlijden in 1985, de administratie. Zijn huidige partner Ineke Vis verlaat gelijktijdig met Plooy de onderneming waar zijzelf production coordinator was. Ook een broer, zussen, dochters, neven en nichten zetten zich in voor tbp. De familiaire cultuur is eveneens zichtbaar onder de andere medewerkers, met vaak een lange staat van dienst, van wie velen afkomstig zijn van het Zuid-Hollandse eiland.

56

december 2021

elektronicabedrijf dat waarschijnlijk overgenomen zou worden. Dat is een gebruikelijke procedure bij VDL: als er een overname beklonken wordt, willen we dat er een nieuwe directeur is. De middag van 22 december heb ik met Willem van der Leegte, (president-directeur VDL Groep, red.) een gesprek gehad. Nee, ik heb geen seconde getwijfeld. Rond de kerst heb ik natuurlijk veel informatie over tbp vergaard, interviews met Ton gelezen... Ik was blij dat tbp, net als VDL, ook een familiebedrijf is en had al een indruk van de kwaliteitgerichtheid. Maar verder had ik vooral heel veel vragen toen ik voor het eerst naar Dirksland reed.’

tbp WORDT TBP Die eerste werkdag staat voor een groot deel in het teken van een meeting met het managementteam van – zoals het vanaf dat moment heet – VDL TBP Electronics, in aanwezigheid van Rolf-Jan Zweep, adjunct-directielid VDL Groep en belast met overnames, en Edwin Willems, ook adjunct-directielid VDL Groep en supervisor van onder andere VDL TBP Electronics. Van Haperen: ‘Ik proefde meteen veel enthousiasme en nieuwsgierigheid. De mensen waren oprecht benieuwd naar mij en VDL Groep. Nee, van onrust, omdat er na zoveel jaar een nieuwe directeur was en het bedrijf onderdeel ging uitmaken van een bedrijvengroep, was geen sprake.’ Volgens Plooy wist iedereen ook heel goed dat dit nodig was. ‘Opdrachtgevers eisten dat de opvolging goed geregeld zou zijn, omdat wij voor veel klanten single EMS-supplier zijn. En in de elektronicamarkt móesten we groeien. Anders overleef je op de lange termijn niet. Dus iedereen besefte dat dit goed was voor de toekomst en dus de werkgelegenheid van TBP.’

OP ÉÉN KAMER Die eerste dag krijgt Van Haperen meteen de kantoorruimte van Plooy, met zijn nieuwe werkplek achter het grote bureau dat er staat. Zelf neemt Plooy genoegen met ‘een heel klein bureautje’, zo formuleert hij het, terwijl hij met zijn handen een werkelijk minuscule oppervlak duidt. ‘In dezelfde kamer, want dan kon ik hem het gemakkelijkst, een-op-een antwoord geven

• ‘Ik proefde meteen veel enthousiasme en

nieuwsgierigheid.’ • ‘Iedereen besefte dat dit goed was voor de

toekomst en dus de werkgelegenheid van TBP.’ • ‘We doen niet aan gedwongen winkelnering.’ • ‘Nu, binnen één groep, kunnen we samen-

werkingen intensiveren.’ • ‘De komende drie tot vijf jaar willen we

significant groeien.’

op de vragen die zich voortdurend aandienden. Ja, ook tijdens lockdowns, want zoiets lukt niet via Teams.’ Op dat moment ligt de beslissingsbevoegdheid wel meteen volledig bij Van Haperen. ‘Het overnamecontract liet geen ruimte voor een andere werkwijze. Maar ik had ook niet anders gewild’, aldus Plooy. ‘Dus als hij twijfelde over hoe bijvoorbeeld te reageren op een vraag van een klant, dan consulteerde hij mij. Zo niet dan hakte hij zelf de knoop door. Dat heeft goed gewerkt. Er is het afgelopen jaar niets fout gegaan. Soms, als er wrijving was met een opdrachtgever, ben ik daar zelf een kop koffie mee gaan drinken. Maar dat was het wel.’

DRIE GROTE UITDAGINGEN En dat is best opmerkelijk omdat het overdrachtsproces ‘in feite op het slechtst denkbare moment’ doorlopen moest worden. ‘We hadden het afgelopen jaar’, aldus Van Haperen, ‘drie grote uitdagingen: de overname, corona en de materiaaltekorten. Met als voordeel dat ik juist door die druk goed kon zien waar het piept en kraakt.’ En dat blijkt met name bij inkoop, dat te maken heeft met grote sourcingsproblemen. Plooy: ‘Normaal gesproken kochten we de long lead time elektronica-componenten pas in als een order definitief is. Of als een klant zich financieel garant heeft gesteld. Maar nu moest er vaak snel geschakeld worden.’ Van Haperen: ‘Momenteel heeft zowat elk onderdeel een langere levertijd en is het aanbod van een fabrikant niet meer dan 24 uur geldig. Dan kun je niet tijdrovend heen en weer mailen met collega’s en klanten, maar moet er ad hoc een beslissing genomen worden. We hebben gemerkt dat we daardoor vooral bij inkoop medewerkers competenties tekortkwamen.’

‘EERST ZIEN, DAN GELOVEN’ Om alle 140 medewerkers persoonlijk te ontmoeten organiseren Plooy en Van Haperen vier


Joost van Haperen (links) had al een goede indruk van VDL TBP Electronics, toen hij er begin dit jaar langsging voor een gesprek met Ton Plooy. ‘Ik was blij dat het, net als VDL, een familiebedrijf is.’ Foto: Bart van Overbeeke

sessies: drie in Dirksland en één op de nevenvestiging op de BIC in Eindhoven. Tijdens die gesprekken horen de medewerkers onder andere over de groeiplannen. Plooy: ‘De medewerkers hadden alle vertrouwen in de toekomst, maar wilden toch graag weten wat hun rol in die toekomst precies zou zijn. Eerst zien, dan geloven. En dan helpt het als je persoonlijk met ze kunt samenwerken. Als je samen aan projecten kunt werken, aan oplossingen voor problemen.’

MISSIE TE GAAN Inmiddels zijn de medewerkers overtuigd van de toekomstplannen en de wijze waarop Van Haperen die invult, onder de klanten is echter nog een missie te gaan. Het afgelopen jaar heeft Plooy nog een paar ‘koppen koffie’, al dan niet virtueel, met ‘ongeruste’ klanten gedronken. ‘Die wilden dan

‘DIT BEDRIJF HAD EEN FRISSE BLIK NODIG’

van mij nog eens de verzekering dat VDL TBP Electronics niet ineens al zijn focus op VDL gaat leggen. Dat zij nog steeds even belangrijk zijn. Natuurlijk voeren wij opdrachten uit voor onze VDL-zusterbedrijven, zoals we dat eerder ook al deden, maar we doen niet aan gedwongen winkelnering. Onze levertijden zijn toegenomen en onze prijzen wat gestegen, maar ik heb ze verzekerd dat dat toch echt alleen maar te maken heeft met de tekorten in de markt, en niet met de over-

name door VDL. Die onrust onder klanten hebben we weg kunnen nemen, maar niet helemaal. Daar zijn jaren voor nodig. Jaren waarin wij steeds weer bewijzen dat we onze afspraken nakomen, net als voorheen.’

ook nodig om onze state-of-the-art productiesystemen goed te laten renderen en om te kunnen voorzien in de steeds hogere kwaliteitseisen van onze klanten. De komende drie tot vijf jaar willen we significant groeien.’

ONE STOP SHOP

STRUCTURELE KRAPTE

Waarmee niet gezegd is dat de relatie met de VDL-zusterbedrijven precies zo blijft als die was. Tot nog toe leverde TBP min of meer build-toprint elektronica aan, de inzet is te groeien naar een one stop shop. Van Haperen: ‘Wij leveren al jaren aan bijvoorbeeld VDL ETG en VDL Industrial Modules (IM) en doet dat vaak voor systemen die per se niet mogen stilvallen. Nu, binnen één groep, kunnen we die samenwerkingen intensiveren; met VDL ETG of VDL IM werken we aan de verdere doorontwikkeling van de elektronica in die systemen. Samen kunnen we de klant complete modulen of eindproducten toeleveren.’

Knelpunt is wel de krapte op de arbeidsmarkt van projectleiders en engineers. ‘Corona is tijdelijk en ook van de materiaaltekorten zijn we volgend najaar wel een keer af ’, verwacht Plooy. ‘Maar de krappe arbeidsmarkt is structureel.’ Van Haperen: ‘Als elektronica eenmaal ontwikkeld is, de prototypes geëngineerd zijn en de 0en 1-series uitgeleverd, dan kunnen de series van 1.000 of 2.000 stuks goeddeels volautomatisch worden gedraaid. Het knelpunt zit dus niet bij productie, maar bij een new product introduction, waarvoor je projectmanagers en system engineers nodig hebt. Op wervingsacties die we nu doen volgt soms nauwelijks of zelfs totaal geen reactie.’

‘SIGNIFICANT GROEIEN’ Die stap, hoger de keten in, is onontkoombaar, benadrukken beide mannen. Net als schaalvergroting. Plooy: ‘Voor build-toprint-bedrijven met een omzet van onder de 8 of 9 miljoen euro is weinig toekomst. VDL TBP Electronics had begin dit jaar voor ongeveer 35 miljoen euro aan intake van orders van onder andere ASML, Honeywell en Fox IT. Met name de omvang van het werk voor ASML is gegroeid. Komend jaar gaan we naar 40 tot 50 miljoen.’ Schaalvergroting is nodig, zo licht Van Haperen nader toe, om voldoende groot te kunnen inkopen. ‘Momenteel weegt dat nog eens extra zwaar. Maar een grotere schaal is

AFSTAND NEMEN Ton Plooy zal zich dat nog zeker aantrekken, maar het niet meer als zijn probleem zien. Een besef dat het afgelopen jaar geleidelijk aan is ingedaald. ‘Ik was niet meer rechtstreeks betrokken bij projecten, schreef niet meer mee aan de offertes en was dus steeds minder op de hoogte van alle details.’ Het afstand nemen van VDL TBP Electronics zal in het nieuwe jaar versneld worden omdat Plooy per 1 januari de onderneming die hij in 1976 oprichtte definitief verlaat. ‘Conform de verkoopacte’, formuleert hij het met de hem zo kenmerkende nuchterheid, en ingehouden emotie. En dan? ‘Och, ik ben graag dj, investeer her en der. En ik kom vast nog geregeld op de zaak.’

• www.vdltbpelectronics.com december 2021

57


PRODUCTIESTRATEGIE

ADDIT IMPLEMENTEERT BREDER BUSINESSMODEL OM KLANT COMPLEET TE ONTZORGEN

‘WE ZIJN NU OOK EEN BUILD-TOSPECIFICATION LEVERANCIER’ De klant wil steeds meer ontzorgd worden en dat vraagt om een veelzijdiger businessmodel. Daartoe heeft Addit de afgelopen jaren veel stappen gezet: de organisatie is anders ingericht, net als de werkvloer. Ook is fors geïnvesteerd in automatisering, onder de noemer Smart Factory 4.0. En dat weerspiegelt de nieuwe naam: Addit Sheet Metal & Contract Manufacturing.

PARTNERSHIP POST EN DEKKER

Volledig ontzorgd worden betekent sinds het aangaan van het strategisch partnership met Post en Dekker Engineers & Consultants in Amsterdam deze zomer ook werkelijk volledig ontzorgd worden, tijdens het gehele voortbrengingsproces. ‘Wij waren altijd al sterk in het verbeteren van de maakbaarheid van het ontwerp van de klant – in design for manufacturing en design for assembly –, maar wel op basis van tekeningen en specificaties van opdrachtgevers. Door de samenwerking met Post en Dekker kunnen opdrachtgevers ook op ontwikkelniveau bij ons uitbesteden. Zo zijn we nu ook een build-to-specification leverancier geworden. Door samen met Post en Dekker al aan het begin van het ontwikkelproces in te stappen, kunnen we niet alleen de maakbaarheid verder verbeteren, maar ook creativiteit toevoegen om tot oplossingen te komen. We hoeven geen werktekeningen meer aan te passen om het product beter of beter produceerbaar te maken, want we Ook de inrichting van de werkvloer is het afgelopen jaar ingrijpend gewijzigd. Met als doel de workflow te verbeteren en zo de doorlooptijden maken in feite zelf de werkte verkorten, aldus Jeroen Meulendijks (links) en Erwin Streefland. Foto: Com-magz tekening. Post en Dekker fungeert als de r&d-afdeling die we tot nog toe niet hadden.’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN tijden verkort door invoering van QRM en een heel andere fabriekslay-out. DIGITALISERING irect geanimeerd pratend geleidt Erwin Omdat Addit niet alleen hoger in de keten wil Streefland zijn bezoek naar de kamer acteren, maar dat vooral wil doen voor de highSAMENVOEGING ENTITEITEN waar het interview gepland is. ‘Koffie?’, tech industrie – ‘we willen steeds meer focussen Eerst maar eens over de veranderingen in het vraagt hij. En weg is hij, met grote pasbusinessmodel en de organisatiestructuur. Voorop medical, defence, pharma en semicon’, duidt sen de gang in, om in no-time met het gevraagde heen bestond Addit uit vier verschillende bedrijStreefland – is ook geïnvesteerd in automatiterug te zijn. Het interview dat volgt, met hem – ven: Addmetal (plaatwerk), Addpro (design, sering, in de breedste zin van het woord. Want ceo van Addit Sheet Metal & Contract Manufacengineering en prototyping), Addware (elektrozeker die hightech klant wil kwalitatief hoogturing – en cto Jeroen Meulendijks, voltrekt zich nica, embedded software) en Addit System waardige producten uit een repeterend, goed in eenzelfde vlot tempo. De twee mannen stralen Supplier. Die vier entiteiten zijn samengevoegd controleerbaar productieproces. En dat vergt energie uit. En energiek moet het directieteam onder de huidige noemer: Addit Sheet Metal & digitalisering, in casu de aanschaf en implemenook wel zijn, gezien de ingrijpende wijzigingen Contract Manufacturing. ‘Dat is veel efficiënter. tatie van nieuwe, goed geïntegreerde software die de afgelopen paar jaar zijn doorgevoerd Ook biedt de nieuwe naam duidelijkheid aan en hardware. binnen de Venlose onderneming. Sinds 2020 is onze opdrachtgevers. Zij kunnen daarin direct het businessmodel en daartoe de organisatielezen wat onze kernactiviteiten zijn’, stelt MeulenÉÉN WAARHEID structuur gewijzigd, is in het kader van Smart dijks. ‘De klanten kunnen bij ons terecht voor Onder de noemer Smart Factory 4.0 zijn Factory 4.0 over het gehele voortbrengingsproces complexe, samengestelde precisieplaatwerkdelen. inmiddels PDM (PRO.FILE) en ERP (Ridder iQ) software geïmplementeerd en flink geïnvesteerd Tevens kunnen we ze volledig ontzorgen voor geïmplementeerd en geïntegreerd. Het implein geautomatiseerde systemen en bewerkingsde assemblage en het testen van complete (sub)mentatieproces van het calculatieprogramma machines. En op de werkvloer zijn de doorloopmodules of machines’, definieert Streefland. (Calculate) en de 3D CAD-software (Spaceclaim)

D

58

december 2021


is in volle gang, een klus die wordt geklaard met partner AESC. Al deze systemen zijn gekoppeld aan elkaar en aan de software voor het maken van de CNC-programma’s. Op de werkvloer staan twee nieuwe, nagenoeg volautomatische kantbanken (van LVD) die binnenkort gezelschap krijgen van een tweede, evenzeer geautomatiseerde ponslasermachine. Ook is geïnvesteerd in twee (TIG/MIG/MAG) lascobots voor het repeterende laswerk. ‘Op deze werkvloer zie je geen papier meer’, duidt Meulendijks tijdens de

‘WE VOEGEN NU OOK CREATIVITEIT TOE OM TOT OPLOSSINGEN TE KOMEN’

rondleiding. ‘Operators halen de werktekeningen, met de bijbehorende instructies, via een draadloos werkstation uit de centrale database. Moet er een wijziging worden doorgevoerd, omdat bijvoorbeeld iets toch niet goed maakbaar blijkt, dan gebeurt dat door de verantwoordelijke engineer. Door integratie van alle software hoeven data nog maar één keer te worden ingevoerd.

Zo zorgen we ook dat overal in het proces met één en dezelfde tekening gewerkt wordt. Er geldt nog maar één waarheid.’

FLEXIBELER INRICHTING De inrichting van die werkvloer is het afgelopen jaar ook ingrijpend gewijzigd, met als doel de workflow te verbeteren en zo de doorlooptijd te verkorten. Het team dat dedicated precisieplaatwerk produceert, doet dat in een eigen hal, net als het team voor Contract Manufacturing. In de Sheet Metal-hal worden uit plaatwerk complexe (sub)modules, frames en behuizingen geproduceerd. Er wordt gesneden, geponst, gekant en gelast. In deze hal zijn de machines in volgorde van bewerking gezet, wijst Meulendijks. ‘Maar de inrichting is ook flexibeler gemaakt. Al het uitgangsmateriaal en alle gemaakte producten staan nu op wielen. In de toekomst willen we ook gaan werken met agv’s en hierdoor zal die stap gemakkelijker te maken zijn.’ ‘Ook voor de operators is deze lay-out overzichtelijker’, aldus Streefland. ‘Kijk, hier staan alle werkstukken bestemd voor één opdracht bijeen.’ Als de frames/behuizingen klaar zijn, gaan ze door een grote deur naar de belendende – helder verlichte – hal van Contract Manufacturing, waar de elektromechanica wordt geïnstalleerd. Duidelijk zijn de QRM-cellen te herkennen, waar operators de (sub)modules en (eind)producten one-piece-flow-gewijs assembleren, volledig testen en verzendklaar maken. ‘Ook zij werken louter met digitale tekeningen en assemblage-instructies’, onderstreept Meulendijks.

ADDIT ACADEMY Dit jaar is ook de Addit Academy opgericht, waar medewerkers online uiteenlopende opleidingen kunnen volgen, van technische scholing op mbo-niveau tot en met corporate mba. En omdat het e-learning betreft, kunnen medewerkers zich scholen en trainen op de momenten die hun het best passen. ‘Op deze manier’, licht Erwin Streefland dit initiatief toe, ‘willen we zorg dragen voor de persoonlijke ontwikkeling van onze medewerkers en hun kennis, vaardigheden en vakmanschap vergroten. Met de Addit Academy zorgen wij dat zij optimaal kunnen functioneren binnen alle bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties.’ Met de Academy adresseert Addit tevens het tekort aan goedgeschoolde mensen op de arbeidsmarkt.

FLINKE INVESTERING Deze ingrijpende wijzigingen mogelijk maken, vergt niet alleen veel energie van de twee directieleden, maar ook financiering. Tot nog toe is er zo’n 3 miljoen euro geïnvesteerd, terwijl er nog 2,5 miljoen euro aan investeringen gepland staat. Geld dat Addit goeddeels uit het eigen vermogen kan opbrengen. In de Venlose vestiging werken momenteel zestig mensen. Meulendijks: ‘De afgelopen paar jaar zijn we met zo’n 20 procent gegroeid. De komende jaren willen we de huidige omzet verdubbelen, met hetzelfde aantal mensen.’

• www.addit.nl

De maakindustrie verandert. Verandert u mee? U vraagt zich misschien af, ‘waarom zou ik investeren in een modern ERP’? Het antwoord: ‘omdat de maakindustrie verandert’. Nieuwe businessmodellen, samenwerkingsverbanden, producten, (internationale) locaties en regelgeving moeten worden ondersteund, oudere technologie vormt dan vaak een belemmering. Trends als cloud, internet of things, smart customization en big data bieden kansen en voordelen. Maar alleen indien u moderne technologie toepast. Profiteer daarom van het beste van twee werelden: Infor Cloudsuite Industrial (Syteline) ERP in de multi tenant cloud en 20 jaar implementatie ervaring in de maakindustrie van Quartess; de Nederlandse Infor Gold Channel Partner voor de maakindustrie. Infor Cloudsuite Industrial (Syteline) ERP: Dé toekomst voor de maakindustrie.

Quartess | www.quartess.eu | 0488 470 165 | sales@quartess.eu

december 2021

59


DIGITALISERING

PLATFORM GATEWISE EEN VAN DE SNELSTE GROEIERS BINNEN PORTFOLIO SOFTWAREBEDRIJF

DIGITALISERING SUPPLYCHAIN UITKOMST VOOR KLANTEN ÉN ECI ZELF Bijna twee jaar zijn verstreken sinds de overname van de ERP-bedrijven Bemet International, Inventive, Proteus Systems, Ridder Data Systems, Trimergo en Wintheon door het Amerikaanse ECI Software Solutions. Vanuit het Europese hoofdkantoor in Leusden wordt hard gewerkt aan cloud-based softwareoplossingen voor maakbedrijven om die via procesautomatisering een efficiencyslag te laten maken. En ook ECI zélf wil daar komend jaar stappen in zetten.

DOOR WILMA SCHREIBER

H

et moederbedrijf van ECI in Fort Worth (Texas), dat al ruim dertig jaar bestaat, telt inmiddels zo’n veertig ERP-bedrijven. Een groot deel van de business bevindt zich in Noord-Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en in Europa (Verenigd Koninkrijk en Benelux), en het bedrijf wil uitbreiden naar andere regio’s. ‘Organisch groeien gaat heel goed, elk jaar komen er in de Benelux zo’n tweehonderd klanten bij’, vertelt Jasper de Vreugt, sales & marketing director bij ECI Software Solutions Europe. ‘De markt van mergers & acquisitions is momenteel hoog gespannen, wat resulteert in hoge prijzen voor bedrijven. En hoewel we graag bedrijven kopen, doen we dat niet tegen elke prijs.’ Voor ECI zijn met name de bedrijven die innovatieve software leveren aan de maakindustrie en hun toeleveranciers interessant, en dan vooral in targetregio’s als Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Polen en Scandinavië.

‘Door iets meer in specialismen te denken, kunnen we de implementaties efficiënter doen’, stelt Jasper de Vreugt, sales & marketing director bij ECI Software Solutions Europe. Foto: Saskia Bakker Fotografie

organiseren. Onderdeel zijn van een groot Amerikaans bedrijf biedt daarbij uitdagingen én kansen. ‘De uitdaging is om individuele medewerkers hun eigen toegevoegde waarde te laten zien in het grote geheel’, zegt De Vreugt. ‘Hen meenemen in onze visie, aangeven wat hun rol is binnen dat grote plaatje. We komen uit een situatie van vijf kleine bedrijven die nu samen ECI vormen. Met die verschillende culturen moeten we een soort gemene deler vinden. Belangrijk is dat mensen bereid zijn ownership te nemen voor hun eigen werk, dat ze onze klant écht een stapje verder willen brengen. Dat zat al in het DNA, omdat je als klein bedrijf vaak een heel persoonlijke relatie met de klant hebt. Die kern willen we bewaken en doorontwikkelen.’

‘OOK KLANTEN MOETEN WENNEN AAN EEN NIEUW PROCES’

‘We kijken heel specifiek naar discrete manufacturing, dus bedrijven die klantordergestuurd fabriceren. Rode draad is steeds: kunnen wij ze ondersteunen bij hun processen? Tot nu toe heeft dat echter nog niet geresulteerd in een daadwerkelijke acquisitie.’

SCREENING-LAAG GEMENE DELER De sterke groei betekent voor de Europese tak van ECI dat het de interne processen beter moet

60

december 2021

Een ander pluspunt is dat ECI veel kennis en technologie op het vlak van ondersteuning, marketing en sales uit de VS kan halen. ‘We hebben

bijvoorbeeld onze klantsupport gewijzigd’, illustreert De Vreugt, ‘en daar net als de Amerikanen een screening-laag tussen gezet. Die neemt meteen de telefoon op, classificeert het probleem en zorgt dat er wordt teruggebeld. Een nieuw systeem implementeren betekent wel dat medewerkers moeten wennen aan een andere werkwijze. Dan daalt in het begin de klanttevredenheid eerst iets, om daarna weer de goede kant op te gaan. Ook klanten moeten wennen aan een nieuw proces.’

VEEL VERSTORINGEN Kijkend naar de maakindustrie als geheel, constateert De Vreugt dat het momenteel ontzettend goed gaat, maar ook dat er veel problemen zijn. ‘Er is enorm veel vraag, maar daarnaast heb je te maken met de grondstoffenschaarste en veel verstoringen in de toeleveringsketen, onder andere door corona en bijvoorbeeld het incident met containerschip Ever Given in het Suezkanaal. Daar komt het tekort aan arbeidskrachten nog bij. ECI helpt bedrijven zaken efficiënter te organiseren.’ Hij doelt dan op digitalisering van de supplychain. ‘Kun je op tijd zien dat een levering of halffabricaat te laat komt? Wat betekent dat vervolgens voor je levertijd en je leverbetrouwbaarheid? Kun je bepaalde processen automati-


GATEWISE: DIGITAAL EFFICIËNTER INKOPEN seren, zodat je daarvoor minder mensen nodig hebt, omdat die simpelweg niet te vinden zijn?’

SNELLER EN BETER De personeelsschaarste speelt ook op de softwaremarkt. ‘Het ontbreekt ons aan voldoende consultancyuren om nieuwe klanten direct live te kunnen brengen. Op dit moment is er al een wachttijd voordat ze aan de slag kunnen met onze software’, schetst De Vreugt. ‘Dus leiden we nieuwe mensen op en staan we meer open voor samenwerking. Dat gaat ons helpen om dingen sneller en beter te doen.’ Zo werkt ECI voor de financiële aspecten van het ERP-pakket samen met Gevers IT en voor de implementatie van Gatewise (zie kader) met Ordina. ‘Door iets meer in specialismen te denken, kunnen we de implementaties efficiënter doen. Dat is winst voor onze klanten, want die kunnen dan sneller live.’

BEPROEFDE PRODUCTEN In de afgelopen twee jaar hebben de vijf bedrijven die nu ECI vormen twee dingen bereikt. De eerste is klanten toegang geven tot Amerikaanse producten waarmee al jarenlange ervaring is opgedaan. De Vreugt: ‘Knowledge Sync, te integreren in het ERP-systeem, helpt klanten bijvoorbeeld eventuele verstoringen in het proces, zoals een machinestoring of een late levering, vroegtijdig te signaleren. Je krijgt meteen een alert en op basis daarvan kun je actie ondernemen.’ Een tweede, belangrijk punt is de transitie naar de cloud. ‘Klanten hoeven niet langer zelf software te

Twee jaar geleden was daar de lancering van Gatewise: een platform dat communicatie rond orders tussen maakindustriële klanten en leveranciers automatiseert en zo efficiënter maakt. ‘Veel bedrijven worstelen met schaarste in de supplychain en hoe die op te lossen’, aldus Jasper De Vreugt van ECI Software Solutions Europe. ‘Als je digitaal wilt inkopen met vijftien suppliers, heb je ook vijftien koppelingen nodig, wat gegarandeerd een drama wordt. Gatewise digitaliseert die processen, waardoor het heen en weer sturen van allerlei pdf’s over orders, leverbevestiging, facturatie, et cetera tot het verleden behoort.’ In de Benelux telt Gatewise nu 208 afnemers en 32 leveranciers. ‘Ik ga ervan uit dat er komend jaar weer eenzelfde aantal bijkomt’, stelt

hosten en zich geen zorgen meer te maken over security. Wij bieden een professionele cloudomgeving, beheerd door Amerikaanse collega’s, waarbij de data in Frankfurt staan. Superveilig, en via een goede internetverbinding kun je er altijd bij. Dat is belangrijk, nu veel medewerkers vanuit huis werken. En ook waardevol voor de servicemedewerkers onderweg, die zoveel mogelijk mobiel bij de informatie moeten kunnen.’

TOEKOMSTPLANNEN In de nabije toekomst wil ECI volgens De Vreugt verder werken aan de cloudpropositie en gas geven op open API’s (application programming interfaces). ‘Als je een ERP-systeem levert, zijn er

De Vreugt, die ook het 2BA- (voor installatietechniek) en One Maritime Standard-platform wil koppelen aan Gatewise. ‘In de maritieme sector is het aanbod aan leveranciers vaak niet digitaal beschikbaar, waardoor componenten moeilijk te vinden zijn. Dat willen we verbeteren, zodat scheepswerven op een slimmere manier digitaal kunnen inkopen.’ Zelf werkt ECI inmiddels met circa tachtig softwarepartners. Komend jaar moet het voor klanten mogelijk zijn die via één koppeling in het ERP-pakket te benaderen. De Vreugt: ‘Een soort appstore dus, waar klanten kunnen zoeken naar een support solution voor een klein proces, bijvoorbeeld het digitaal scannen van facturen.’

altijd specifieke processen die niet binnen de standaard passen en die je met een stukje specifieke software moet oplossen. Bijvoorbeeld het fiatteren van declaraties. Andere bedrijven hebben daar een prachtige app voor, dan kun je beter die koppelen aan je ERP-systeem dan zelf zo’n app gaan bouwen.’ Verder wil het bedrijf nog veel meer met mobiele toepassingen, data en BI (business intelligence) doen. ‘De klant helpen data uit zijn ERP-pakket te visualiseren, te analyseren en te gebruiken om zijn bedrijf beter te laten presteren. Ook daar kunnen we nog stappen mee zetten.’

• www.ecisolutions.com

december 2021

61


Uw sector is ons vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie


AUTOMATISERING

SOLVISOFT BOUWT WEB PORTAL VOOR ISAH ERP-SYSTEEM

‘DIT MAAKT ONS AANBOD NOG COMPLETER’ Smart industry draait rond de automatische koppeling en ontsluiting van informatiesystemen. Isah, ontwikkelaar van ERP-software voor de klantordergestuurde maakindustrie, was daarom mede-initiatiefnemer van Smart Connected Supplier Network. SCSN stroomlijnt de communicatie tussen maakbedrijven en met name hun toeleveranciers. Nu heeft Isah door Solvisoft een web portal laten bouwen voor de klantkant. Deze portal ontsluit voor de (eind)klanten van bijvoorbeeld een machinebouwer de schat aan informatie in diens ERP-systeem. DOOR HANS VAN EERDEN

M

aakbedrijven communiceren intensief met hun klanten en toeleveranciers, vooral via mail en één-op-één EDI (electronic data interchange). Het ideaal van smart industry is dat al die communicatie tussen de informatiesystemen van de verschillende partijen zoveel mogelijk automatisch verloopt, bijvoorbeeld via koppelingen met een platform als SCSN. Voor een informatiesysteem als ERP lag de nadruk tot nu toe op de transacties: orders ‘inschieten’ bij toeleveranciers, die op hun beurt bevestigingen, orderstatussen en uiteindelijk facturen retourneren. Maar ook voor de klanten en dealers van bijvoorbeeld apparaten- en machinebouwers, gereedschapsmakers of meubelfabrikanten bevat de ERP-database een schat aan informatie. Communicatie daarover verloopt nog te veel ‘handmatig’.

vullen, met zo weinig mogelijk maatwerk. Dat maakt de oplossing houdbaar.’ Als specialist in e-commerce-oplossingen voor handels- en productiebedrijven bouwde Solvisoft – gebaseerd op zijn standaardoplossing E-OPS – een portal voor Isah. Deze biedt een real-time data-interface met het ERP-systeem van Isah, voor inzicht in offertes, orders en facturen, overzicht van servicemeldingen, download van bijbehorende documenten, mogelijkheden voor wijziging, en integratie met een sales- en productconfigurator. ‘Onze oplossing E-OPS brengt de werelden van e-commerce en operations bijeen en borgt de operationele processen binnen een portal’, verklaart operational manager e-commerce Tom Romein van Solvisoft. ‘Startpunt is de integratie met ERP. Het Isah Web Portal is een digitale brug tussen de klant van Isah en diens klanten. Processen die via mail en telefoon verliepen zijn nu geborgd door de portal, die voor digitalisering van deze processen zorgt.’

DIGITALE BRUG Isah zag de behoefte aan een portal voor ontsluiting van die communicatie, vertelt cco Frank Groot. ‘We konden zelf zo’n portal gaan ontwikkelen of een andere partij inschakelen. We hebben gekozen voor Solvisoft, omdat zij net als wij denken vanuit standaardoplossingen en proberen de generieke behoeften van klanten goed in te

Tom Romein (Solvisoft): ‘Wij spreken de taal van productiebedrijven.’ Foto: Solvisoft

MELDINGEN VOOR ACTIES De oplossing van Isah biedt meer dan een standaard-portal of -webshop, aldus Groot. ‘Het onderscheid zit onder meer in de functionaliteit voor serviceobjecten. Klanten van een machinebouwer kunnen niet alleen onderdelen bestellen, maar ook informatie opvragen die hen kan helpen bij het keuzeproces voor bijvoorbeeld spare parts. Die zijn gekoppeld aan de ‘as-built-’ of ‘as-maintained’-structuur van de machine die de klant ooit heeft gekocht. Het voorkomt veel zoekwerk, maar ook foute levering van componenten. Waar SCSN vooral een transactieportaal is, biedt deze nieuwe portal zoveel meer, vooral informatie en communicatie. Het haalt de communicatie weg uit de mailboxen en structureert die meteen in het systeem. Daarbij is het geen eenrichtingsverkeer, want klanten kunnen wijzigingsverzoeken indienen. Die verzoeken worden vertaald in meldingen voor acties in het ERP.’

Frank Groot (Isah): ‘Onze oplossing biedt meer dan een standaard-portal of -webshop.’ Foto: Isah

voor Solvisoft hebben gekozen. We merken dat klanten niet willen dat wij bij hen eens lekker samen met een andere partij het wiel gaan uitvinden. Samen met Solvisoft konden we een bewezen oplossing inzetten.’ Bij veel partijen leeft de wens om terug te keren naar standaardoplossingen, weet ook Romein. ‘In ons eerste gesprek bleek dat we 80 procent van de vraagstukken bij klanten van Isah met onze standaardfunctionaliteit konden afdekken. Voor de resterende 20 procent hebben we Isah-specifieke functionaliteit ontwikkeld. Dat is het unieke van deze samenwerking: zij hebben sturing gebracht in onze ontwikkeling.’ Het succes is volgens Romein ook toe te schrijven aan de marktkennis van Solvisoft. ‘We spreken de taal van productiebedrijven, weten hoe de productieprocessen lopen, zien waar we toegevoegde waarde kunnen bieden. Het concept dat we voor Isah hebben ontwikkeld, is niet zomaar een koppeling, maar een compleet pakket aan functionaliteit dat aansluit op de processen die Isah-klanten al kennen van het ERPsysteem. Daarmee bieden wij naadloze integratie tussen Isah en de portal. Naast de Isah-specifieke modules biedt Solvisoft binnen het platform E-OPS aanvullende B2B e-commerce-functionaliteiten. Deze kunnen modulair worden ingezet ter aanvulling van het Isah Web Portal.’

COMPLEET AANBOD Inmiddels verzorgt Isah de eerste portalimplementaties bij klanten, meldt Groot. ‘Nadat we eerder een financiële applicatie en SCSNconnectivity hadden toegevoegd, is dit weer een nieuw puzzelstukje dat bijdraagt aan de compleetheid van ons aanbod.’

NAADLOZE INTEGRATIE Met de nieuwe oplossing ontzorgt Isah zijn klanten, stelt Groot. ‘Dat is ook een reden waarom we

• www.isah.nl • www.solvisoft.com december 2021

63


DGA PLATFORM

LEDEN VAN HET DGA PLATFORM DOMPELEN ZICH ONDER IN DE ONGELOOFLIJKE WERELD VAN ROYAL DUYVIS WIENER

‘WIJ KUNNEN HET NIET AFMAKEN, ZEIDEN WE TEGEN DE KLANT’

Ceo Theo Pouw van het 136-jaar oude Royal Duyvis Wiener in Koog aan de Zaan heeft zijn medewerkers gevraagd om even wat langer door te werken die dag. Natuurlijk, geen probleem, reageren die. Pouw ontvangt eind oktober de leden van het DGA Platform van Link Magazine en wil dat alles in actie is op de werkvloer. Het lijkt business as usual bij de producent van machines voor de verwerking van cacao, chocolade, noten en zaden. Maar na de rondleiding krijgen de deelnemers een compleet andere blik achter de schermen. Dit bezoek zullen ze niet snel vergeten, melden ze na afloop.

• ‘Dat dit heel veel tijd kost, vinden de ongedul-

dige stakeholders soms moeilijk te snappen.’ • ‘RDW wilde zich heel graag bewijzen en

complete turn-key projecten realiseren.’ • ‘Kun je die tent niet gewoon laten klappen,

weer oprapen en compleet opnieuw beginnen?’ • ‘We hebben werkelijk alle opties de revue laten

passeren.’ • ‘Het managen van risico’s is gigantisch

complex.’

‘Wordt het niet eens tijd om dit karwei af te ronden?’ Nee, natuurlijk niet, weet Pouw: ‘We beginnen net. Dit proces kost jaren. We hebben het schip dat haast gezonken was – of zoals onze adviseurs van UNO zeiden: dat in staat van ontbinding was – weer rechtop gekregen. Maar overal waar je een luikje opendoet, komt alsnog een bak water binnen. Dat dit heel veel tijd kost, vinden de ongeduldige stakeholders soms moeilijk te snappen.’

ELLENDE

Illustratie: Tom van Dun

DOOR LUCY HOLL

‘I

k heb nog nooit zo’n onwaarschijnlijk verhaal zo sappig horen vertellen’, zegt één van de deelnemers aan het eind. ‘Hoe jullie het aanpakken en volhouden, is iets om respect voor te hebben’, reageert een ander. Theo Pouw kan de hele avond wel vullen met zijn verhalen, heeft hij meteen bij de start van het platformbezoek al gezegd. Wat heet. Hij kan er een boek over schrij-

64

december 2021

ven, een compleet feuilleton van maken. Pouw voelt zich soms net hoofdrolspeler Rudi Falkenhagen uit de populaire tv-serie ‘De Fabriek’ van vroeger. De geboren Amsterdammer, ‘zoon van een melkboer uit de Pijp’, neemt geen blad voor de mond als hij het heeft over de gebeurtenissen sinds hij eind 2018 aantrad als ceo en samen met cfo Mark van den Burg orde op zaken begon te stellen bij Royal Duyvis Wiener (RDW). ‘Je zit hier al drie jaar’, zei iemand laatst tegen hem.

Theo Pouw deed zijn verhaal in Link Magazine van juni dit jaar, maar hij vertelt het graag nog een keer voor de platformleden. En dan nog een tikje uitgebreider en met nog meer smeuïge details. Hij kan alles zonder problemen zeggen, benadrukt hij meerdere keren: het staat allemaal in openbare stukken. Pouw begon in 2013 na een carrière van 35 jaar bij ING (laatstelijk als directeur Business Banking in de regio Amsterdam) zijn eigen bureau Pavo, Persoonlijke Aandacht voor Ondernemers, en sprak ergens halverwege 2017 met Joop Saan, voormalig direc-


teur van Koninklijke Saan. ‘Ik heb me nu toch een commissariaat’, zei Saan. ‘Bij een koninklijk bedrijf met een dijk van een ceo, helemaal top.’ Het bleek om RDW te gaan. Eind 2018 sprak hij Joop weer en er bleek een groot probleem bij RDW te zijn. Pouw ging naar de Kamer van Koophandel en legde de jaarverslagen van 2014 tot en met 2017 naast elkaar. ‘Ik zag één en al ellende. Er waren liquiditeitsproblemen, de vorderingen bleken niet onder controle, de schulden groeiden, er waren veel kosten op immaterieel geboekt, et cetera. De voormalige ceo had ongelooflijke kwaliteiten: ze kon werkelijk elk verhaal verkopen, zo ook aan de bank, de accountant, het personeel, de OR. Maar het bedrijf stond voor miljoenen in de min.’ ING had net het bankkrediet van RDW van collega-bank Rabo overgenomen en zelf 37 miljoen euro geïnvesteerd. De bank ging volgens Pouw in polonaise door Zaandam, want dacht een mooie klant te hebben binnengehaald. En waarom ook niet: RDW stond al zeven jaar op rij in de lijst van Best Managed Companies volgens Deloitte. Maar er klopte iets totaal niet. ‘Een bedrijf als Royal Duyvis Wiener zou zo’n 90 klantprojecten per jaar moeten doen: projecten van één machine of een productielijn. Dat kunnen we aan. Maar toen Mark en ik hier kwamen, liepen er 285. En ze waren allemaal naar de filistijnen. Levertijden werden niet gehaald, werkachterstanden liepen op, we zaten met een scala aan claims en wanbetalingen. Alleen al in 2019 hadden we

Expertise – Passion – Automation

1 miljoen aan faalkosten.’ Gedegen herberekeningen maakten duidelijk dat het eigen vermogen in feite negatief was. Van de honderdvijftig medewerkers in Nederland hadden er tachtig een creditcard van het bedrijf. De bedrijfskosten rezen de pan uit, projectleiders waren financieel totaal niet verantwoordelijk. Ze deden geen enkele risicoanalyse bij de aanname van welk project dan ook. Verkopers liepen elk met hun eigen pc en eigen Excel-bestanden rond. Zij maakten ieder voor zich hun offertes en bepaalden zelf prijs en levertijd. Alles wat fout kon gaan, ging fout. ‘Met de verkoop van wat tafelzilver, dat wil zeggen onroerend goed, hebben we wat geld vrij kunnen maken en in 2020 toch nog een operationeel resultaat van ruim 2 miljoen euro geboekt, op 58 miljoen omzet.’

DGA PLATFORM Binnen het DGA Platform wil Link Magazine ondernemers, veelal directeur-grootaandeelhouders, uit de maakindustrie een podium bieden voor strategische reflectie en het uitwisselen van ervaringen, ideeën en oplossingen. Link doet er verslag van – zonder deelnemers expliciet te citeren, om hun vrijmoedig te laten praten over geslaagde en minder geslaagde projecten en initiatieven. Deelnemers komen onder meer van Boon Edam, Rademaker, Meilink, Van Doren Engineers, Niverplast, Voortman Steel Group, Houdijk Holland, Sanders Machinebouw, Van Dam, Tembo, Masévon en HGG. Dit keer was Royal Duyvis Wiener gastheer.

ONAFHANKELIJK ONDERZOEK Je kunt ook nooit één persoon de schuld geven van alle wantoestanden, benadrukt Pouw. Zo kon de vorige ceo jarenlang haar gang gaan omdat het toezicht tekortschoot. Pouw: ‘Stichting Ir P.M. Duyvis bezat alle aandelen en moest een paar dingen regelen: het benoemen van de raad van commissarissen die de directie in de gaten hield, het behoud van de werkgelegenheid in de regio en ervoor zorgen dat de Zaanse omgeving werd bedeeld dankzij de winsten van de onderneming.’ Er zaten Zaanse notabelen in het stichtingsbestuur met minder feeling voor ondernemen: wipkippen voor de speeltuin, materiaal voor de

voetbalclub, je kon het zo gek niet bedenken of ze konden de Zaanse gemeenschap gelukkig maken. ‘Maar ze letten niet altijd op de onderneming. En als het dan fout gaat, is het huilen.’ Pouw gaf de raad van commissarissen het advies om eens een onafhankelijk onderzoek in te stellen. ‘Daar kan ik weer honderd verhalen over vertellen. Zo had de voormalige ceo tijdens een handelsmissie naar Brazilië een fabriek gekocht die eigenlijk op dat moment helemaal niet nodig was. En nog erger: ze had ING binnengehaald LEES VERDER OP PAGINA 66

Een veilige machine en betere prestaties Een veilige machine ontwikkelen begint met inzicht in de risico’s. SMC is dé kennispartner voor veilige en duurzame technologie. Daarom kun je vertrouwen op ons advies over het veilig toepassen van pneumatiek in machines en productielijnen. Onze gecertificeerde componenten, zoals ventielen en sensoren, bieden veiligheid, hoge prestaties én besparen je geld. Meer weten? In onze trainingsruimte in Amsterdam verzorgen wij de hands-on workshop Machinerichtlijn en Pneumatiek. Neem contact op met marketing@smc.nl.

www.smc.nl

december 2021

65


VERVOLG VAN PAGINA 65

terwijl ze waarschijnlijk al wist dat een groot project in Canada zou tegenvallen.’ Eén dag voordat de directeur dan toch op non-actief zou worden gesteld, meldde ze zich ziek. Ontslag als werknemer wordt dan moeilijk. Op 27 december 2018 ging ze alsnog met een transitievergoeding van 250.000 euro de deur uit – haar eis van 1,5 miljoen wees de rechter af – en kwam Pouw aan het roer.

BEWIJZEN Die eerste tijd was het een grote warboel, aldus de nieuwe ceo. Hij steggelde met de stichting, met de raad van commissarissen, met de OR, de bank, met wie niet. En tot overmaat van ramp was er de nasleep van dat grote Canadese project voor het Italiaanse Ferrero. ‘RDW wilde zich heel graag bewijzen en complete turn-key projecten realiseren. Dat is misschien goed voor het aanzien, maar je moet het wel waarmaken als bedrijf.’ Ferrero (omzet 12 miljard euro), Cfo Mark van den Burg (links) en ceo Theo Pouw. Pouw voelt zich soms net hoofdrolspeler Rudi Falkenhagen uit de populaire tv-serie producent van onder meer Nutel- ‘De Fabriek’ van vroeger, zegt hij. Foto: Danny de Jong la, had RDW in 2016 de opdracht gegeven om een grote chocoladeeerder dit jaar beslag leggen op de eigendommen ‘Waarom zijn jullie akkoord gegaan? Waarom heb machinelijn op te zetten van de Zaanse fabrikant. ‘De arbitrage is een zeer je dit in hemelsnaam gedaan?’ Het was dit of de in Brantford, ten zuidwesten van Toronto. ‘De prijzige aangelegenheid maar ook daar moeten stekker er helemaal uit, reageert Mark van den uitvoering viel vies tegen en elke week ging er we doorheen. We hebben een goed verhaal en ik Burg: ‘We hebben werkelijk alle opties de revue 200.000 euro aan salarissen weg. We zouden denk dat we gaan winnen.’ laten passeren. Maar als we de onderneming hadde fabriek bouwen voor 28 miljoen euro, maar den laten instorten, hadden ze ons frauduleus kwamen erachter dat de fabriek geen 5 miljoen handelen kunnen verwijten. Het is A. niet fatwinst zou opleveren, maar minimaal WARRANT VAN DE BANK soenlijk, zorgt B. voor een spoor van vernieling 4 miljoen verlies. Iedereen werd heel nerveus.’ Intussen loopt alles in Koog aan de Zaan weer onder klanten en toeleveranciers, en er is C. heel Op een dag werd Pouw wakker en appte cfo wat normaler, de medewerkers zijn blijer en meer veel geld nodig voor een doorstart.’ Van den Burg: ‘We stoppen ermee in Canada.’ bij de les, de productie gaat gewoon door, projecLaat die claim van Ferrero dan lekker in dit Samen togen ze naar Alba vlak onder Turijn om ten draaien beter, in het research- en trainingsbedrijf zitten en ga elders verder, komt de het klant Ferrero te vertellen. ‘Jullie komen zeker center komen klanten machines bekijken en suggestie. Nee, ook dat mag niet en er zouden weer uitstel vragen’, was de reactie. ‘Nee, we stopuitproberen. Crediteuren worden niet meer nog jarenlang advocaten in je nek hijgen. Is er pen ermee. Jullie maken het zelf af of doen het binnen 120 dagen maar binnen 60 dagen betaald. dan geen SPAC die ING compleet wil uitkopen? met een andere partij. Of we gaan door en jullie Debiteuren die aanbetalingen overmaken, doen Nee ook niet, zeker niet zolang die Ferrero-zaak betalen ons de reële kosten.’ Na zes minuten stondat met meer vertrouwen. De stichting bezit nu speelt. ING is in feite economisch eigenaar en den de twee Nederlanders weer buiten. Ferrero 60 procent van de aandelen, Thema BV (van liet maandenlang niets meer horen en reageerde altijd hangt verkoop als een zwaard van DamoTheo en Mark) 40 procent. Pouw en Van den nergens op. cles boven het bedrijf. ‘Ach, ik sta op goede voet Burg telden daarvoor allebei 150.000 euro neer. Je met de bank, hoor’, zegt Pouw met een pokerface. zou denken dat de ceo en cfo een fors bedrag ontvangen als het bedrijf wordt verkocht. ‘Wel‘Die zorgt er mede voor dat we überhaupt nog KAARTJES VOOR HET VOETBAL nee, het verhaal is nog niet klaar’, gaat Pouw verbestaan.’ Pouw wilde toch met Ferrero in contact komen. der. ‘ING zette een warrant in: één minuut voor ‘Je kunt wel stoer blijven doen, maar dat is ook de toekomstige verkoop van RDW moeten de niet handig. Ik heb ze kaarten voor Ajax-Juventus ZET HET NETWERK IN aandeelhouders 70 procent van hun aandelen aangeboden, brieven gestuurd. Ik ontdekte dat er Jeetje mina, wat kunnen wij doen, vragen de voor 1 euro aan ING verkopen. Dus 70 procent 25 jaar geleden een enorme storm was in Alba. gasten zich af. ‘Er schiet van alles door mijn van de op-brengst gaat naar de ING.’ De fabriek van Ferrero stond compleet onder hoofd’, zegt een dga. ‘RDW is een fantastisch water, we hebben destijds meteen tien monteurs Nederlands maakbedrijf in een ultraniche. Als er erheen gestuurd die de machines in een maand een paar problemen opgelost worden, ben je al SPOOR VAN VERNIELING tijd weer aan de praat hadden. Dat maakt ons een heel eind. We hebben met zijn allen een De toehoorders van het DGA Platform van Link toch vrienden voor het leven, zou je denken.’ Magazine hebben tot dan toe ademloos zitten enorm netwerk: het netwerk van Link Magazine Ondanks verwoede pogingen om in gesprek te luisteren, maar beginnenzich te roeren. ‘Kun je is fenomenaal, het FBNed van Nederlandse komen, is RDW nu verwikkeld in een arbitragedie tent niet gewoon laten klappen, weer oprapen familiebedrijven ook geweldig. Bij FBNed zitten zaak. Ferrero claimt 34 miljoen euro en liet en compleet opnieuw beginnen?’, klinkt het. En: ondernemingen met zo veel geld dat ze van

66

december 2021


gekkigheid niet weten wat ze ermee moeten. Als die zien wat hier gaande is, weten ze misschien wel een oplossing.’ RDW is zich 100 procent bewust van de uniciteit van het bedrijf, aldus Pouw. ‘Daarom stoppen we er ook zoveel tijd en energie in. De problemen zijn echter navenant.’ Maar veel mensen zouden het geweldig vinden om hiermee aan de slag te gaan, weten de aanwezigen zeker. ‘Er zijn vast ook andere marktsegmenten waar jullie technologie toe te passen is.’

ALTIJD OP QUI-VIVE ‘We zijn maar heel klein’, reageert iemand anders. ‘We doen noodgedwongen ontzettend veel zelf, we moeten erg op ons qui-vive zijn. De grote jongens sturen je contracten waarvan je stapeldol wordt. Hoe pik je heikele punten eruit? In welk land ga je naar de rechtbank als er problemen zijn? Bij het afsluiten van een contract staat het succes van de opdracht voorop, maar ik hoor hier vandaag zaken die voor ons ondernemers veel belangrijker zijn om te regelen dan we denken. Tijdens een opdracht kun je zodanig in de problemen komen dat je eraan kapotgaat.’ De orde van advocaten dijt niet voor niets wereldwijd steeds verder uit. ‘Dat moeten we ons goed realiseren’, klinkt het. Een andere dga werkt voor de medische industrie en heeft eveneens te maken met vuistdikke contracten. ‘Het managen van risico’s is gigantisch complex. Ik ben niet juridisch onderlegd.

Ik kijk zo goed mogelijk en huur af en toe iemand in. Maar die heeft dan meestal weer geen verstand van onze producten.’ RDW werkt momenteel aan een grote order van 18 miljoen euro voor een klant in Ivoorkust.

deelden hun kennis niet. Het duurt jaren voordat die bedrijfscultuur verandert, is de ervaring van de platformleden. Onwetendheid, inflexibiliteit en dwarsigheid kunnen heel diep zitten bij mensen, klinkt het. Zomaar medewerkers eruit gooien, is niet altijd slim, dat is kortetermijndenken. Eén van de aanwezigen: ‘Je kunt wel stoer doen, maar als iemand waardevolle contacten of kennis heeft, snijd je jezelf enorm in de vingers.’ Hebben jullie het vertrouwen dat het goed komt, is de laatste vraag aan Pouw en Van den Burg. De ceo: ‘Ik maak me zorgen, maar als ik geen vertrouwen in de toekomst had, zou ik vandaag nog moeten stoppen. De organisatie staat nu goed, het personeel is beter gemotiveerd. Als de orderstroom doorgaat, als corona achter de rug is, als de bank ons blijft steunen, ja, dan gaan we het zeker redden.’ De cfo: ‘We zitten in een goede markt met een goed product. Alle basisvoorwaarden om succesvol te zijn, zijn aanwezig. Alleen moeten we deze zware tijd zien te overleven.’

‘WE HEBBEN HET SCHIP DAT HAAST GEZONKEN WAS, WEER RECHTOP GEKREGEN’

Pouw: ‘Als we niet scherp zijn, lopen we zo weer in hetzelfde mes. Zakendoen wordt steeds ingewikkelder. Hebben wij nou echt de klant in onze zak of heeft de klant ons in de zak, denk ik dan. Zij bepalen alle voorwaarden en wij gaan overstag, want we moeten wel de salarissen betalen.’

DWARSIGHEID Het gesprek komt op HR-zaken. In de begintijd hebben Pouw en Van den Burg veel gesprekken met RDW-medewerkers gehad, sommigen zijn van hun functie afgehaald of zelf gegaan. De mindset op geld verdienen was er niet, mensen

• www.duyviswiener.com

INNOVATION THAT IS MEASURABLE Experience MCOSMOS & Quick Vision in our Benelux showrooms

december 2021

67


CIRCULARITEIT

PRODUCTPASPOORT VERGT HEEL VEEL DATA VANUIT DE KETEN EN AFSPRAKEN TUSSEN OVERHEDEN

STRAKS KAN DE VERVUILER ZICH NIET LANGER VERSCHUILEN Wie zich verdiept in het fenomeen productpaspoort kan gemakkelijk ontmoedigd raken door de overweldigende hoeveelheid data die nodig zijn om dat digitale document adequaat te vullen. En, misschien nog wel meer, door de grote aantallen detailafspraken die overheden wereldwijd moeten maken. Evengoed zijn verschillende Nederlandse industriële ketens, bijgestaan door brancheorganisaties, inmiddels serieus begonnen met het ontwikkelen van een paspoortmodel en het testen ervan in de – weerbarstige – praktijk. Waar de rest van de industrie dan haar voordeel mee kan doen. materialen tot en met het assembleren van de componenten tot een goed werkend geheel en het onderhoud ervan.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

e Europese Unie wil, zo staat in het Circular Economic Action Plan (CEAP) dat deel uitmaakt van de Green Deal, in 2026 het systeem van digitale productpaspoorten volledig gereed hebben voor implementatie in de praktijk. Daar moeten dan ongetwijfeld nog de nodige kinderziektes uit, maar de basis van het systeem moet dan gereed zijn. Het beoogde resultaat: een goed beveiligde database in de cloud, waarin gedurende de hele levenscyclus van een product informatie wordt vastgelegd over de ecologische footprint die dat product in zijn leven achterlaat. Dit paspoort biedt dan de grondslag voor het heffen van een belasting op de CO2-uitstoot of op de aantasting van de biodiversiteit die – aantoonbaar – gepaard is gegaan met alle activiteiten die nodig zijn om dat product op de markt te brengen en te laten gebruiken. En dit van het vergaren van de grondstoffen en het bewerken ervan tot

Er is dus nog vijf jaar de tijd. Hans van der Steen maakt in zijn betoog met zoveel woorden duidelijk dat hij in de haalbaarheid daarvan niet echt gelooft. Het vraagt immers om het maken van afspraken tussen overheden van (nagenoeg) alle landen van de wereld, en het nakomen daarvan. Ook de laatste klimaattop in Glasgow heeft weer eens laten zien dat veel ‘blah blah blah’ zoals Greta Thunberg dat noemde, maar heel lastig is om te zetten in het daadwerkelijk verkleinen van ecologische footprints. Daar komt bij dat het productpaspoortensysteem een heel complex geheel is, dat het genereren van veel data vraagt die nu nog niet beschikbaar zijn. In een eerdere baan heeft Van der Steen dat persoonlijk ondervonden, toen zijn toenmalige klant hem vroeg hoeveel van het rvs in zijn machines gerecycled

! /&(-

5(%)1)6*7%)(2$ =>)68*'-(%$*&(-?

! 012%'-

5)6*7@*(;$ =612%'-?

! 3+%4%&-%& C64>$ =16*7>)68*'-?

0>;+,A-,&B$ =%+%4%&-?

H64>%&$ =%+%4%&-?

"%B;%+$ =16*7>)68*'-?

568%4$ =16*7>)68*'-?

! 9,-%)(,,+ ! :)6&8;-6<<%&

#(BB%+$ =A)6&8;-6<?

Paspoortsoorten, geïllustreerd aan de hand van een brouwerij. Bron: HDN

68

december 2021

J<K*++(2&%&$ =612%'-?

I(+-%)$=%+%4%&-?

CDE$=4,-%)(,,+?

$

gebruiken wordt nu niet belast.’ • ‘Productpaspoorten moeten daar een einde aan

maken.’ • ‘Zo’n paspoort bevat koppelingen met alle data

die gegenereerd zijn tijdens de complete productrealisatie.’ • ‘Het vormt straks de basis van nieuwe Europese wetgeving.’ • ‘Suppliers kunnen zich maar beter vroeg voorbereiden.’

VEEL AFSPRAKEN, VEEL DATA

(

! 56*78%+%&

• ‘De ecologische footprint van maken en

$

96+F18%%&$ =A)6&8;-6<?

G@)664$ =A)6&8;-6<?

/-(+(-%(-%&$ =612%'-?

was. ‘Dat bleek 50 procent te zijn. Maar dan weet je nog niet waar het staal dat daarin verwerkt is precies vandaan komt en wat de footprint daar dan exact is.’ Van der Steen stuitte uiteindelijk op onderzoek van een Amerikaanse universiteit waaruit bleek dat de verschillen groot zijn: de kostprijs van rvs uit China was weliswaar lager, al bleek de ecologische footprint het dubbele van het duurdere rvs uit Europa. ‘Als het paspoortsysteem eenmaal volledig geïmplementeerd is, vertaalt zich dat ook in een veel hogere eco-kostprijs voor dat Chinese rvs. Voor een – altijd prijsbewuste – inkoper wordt het dan evident voor dat Europese staal te kiezen.’

KETENGEWIJZE AANPAK Zijn eerdere ervaringen met circulariteit waren vorig jaar voor zijn werkgever, de Metaalunie, de reden hem en het Hygienic Design Network (HDN) in te zetten voor een ketenbreed onderzoek naar circulariteit. Van der Steen is business manager van het HDN, een stichting die door de brancheorganisatie is opgericht vanuit het besef dat sommige vraagstukken niet branchegewijs, maar ketengewijs moeten worden opgepakt. Het HDN is een netwerk van bedrijven die samen zorgen voor de productie van machines en installaties voor ketens die een bepaalde mate van hygiëne vereisen. Hierbij gaat het om de werelden van food, feed en farma, die vanwege de plicht om de herkomst van besmettingen te kunnen achterhalen, relatief veel ervaring hebben met het vergaren van informatie uit de supplychain. Het HDN is het ketenbrede onderzoek gestart in het kader van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie (UPCM). Een programma, geïnitieerd door de Metaalunie en FME, gefaciliteerd door het ministerie van EZK en gericht


op het ontwikkelen van een Circulair Product Paspoort (CPP) voor uiteenlopende maakindustrieketens. En dat met een drieledig doel: het terugdringen van het gebruik van schadelijke of schaarse grondstoffen, het verlagen van de ecologische footprint die met het verwerken van die grondstoffen gepaard gaat en het behouden van de waarde van een product dat gemaakt wordt.

MODEL VAN PASPOORT Van der Steen licht toe: ‘In onze huidige, nog hoofdzakelijk lineaire economie worden producten relatief kort gebruikt. Vervolgens worden ze weggegooid, waardoor de daarin gegenereerde waarde verdwijnt. Dat kan omdat de ecologische footprint van het maken en gebruiken niet belast wordt – of omdat de inspanning om die zo klein mogelijk te houden niet beloond wordt. Productpaspoorten moeten aan die praktijk een einde maken en zorgen voor een circulaire economie waarin producten en materialen worden hergebruikt.’ Als eerste stap heeft het UPCM een theoretisch model (‘leidraad 1.0’) van het circulair productpaspoort opgesteld. Vervolgens is het HDN gaan uitzoeken welke data hoe vergaard moeten worden om dat paspoort goed ingevuld te krijgen, zodat het ook daadwerkelijk als een afrekenmechanisme kan fungeren.

WELKE METAALMIJN? Dat uitzoekwerk is gedaan volgens de drie UPCM-doelstellingen, vertelt Van der Steen. ‘Als je het over bijvoorbeeld rvs hebt moet je onder meer achterhalen bij welke metaalmijn de diverse grondstoffen vandaan komen en wat de ecologische footprint van die mijn is. Haalt die het landschap volledig overhoop en tast die de biodiversiteit in de regio flink aan, of wordt er veel zorgvuldiger gewerkt? Als dat rvs eenmaal geproduceerd is dan zal het verwerkt worden in een bijvoorbeeld een machine. Dat vergt onder meer

digitaal, cloudgebaseerd paspoort, waarvoor waarschijnlijk blockchaintechnologie gebruikt wordt’, verwacht Van der Steen. ‘Want het gaat om data die onweerlegbaar juist moeten zijn. En het gaat, zeker voor complexere producten, om een enorme hoeveelheid gegevens. Een productpaspoort bevat koppelingen met alle data die gegenereerd zijn tijdens de complete productrealisatie, van het mijnen van de grondstoffen, tot het met het bewerken en assembleren van de materialen tot een gereed product.’

R-LADDER

Het volledig invullen van het productpaspoort vergt heel veel data uit de keten, aldus Hans van der Steen van het Hygienic Design Network. ‘Als je het over bijvoorbeeld rvs hebt, moet je onder meer achterhalen bij welke mijn de diverse grondstoffen vandaan komen en wat de ecologische footprint van die mijn is.’ Foto: Com-magz

De prijs die het product uiteindelijk krijgt, zal mede afhankelijk zijn van het zogeheten R-ladderlabel dat de producent er – voor een bepaalde termijn – aan mag hangen. Het hoogste niveau voor een nieuw te bouwen product is reuse: het product is geschikt om intensief te gebruiken en kan zonder aanpassingen een tweede leven ingaan (tweedehands). Het laagste is recover: het product is alleen nog geschikt om er energie uit te winnen (door het te verbranden). ‘Hoe hoger het R-ladder-niveau, hoe hoger de restwaarde is voor de gebruiker’, zegt Van der Steen. ‘Het hoogste niveau vergt wél dat dat paspoort ook een gevalideerd en gecertificeerd onderhoudsplan bevat, waarmee het product over de afgegeven termijn op reuseniveau blijft.’ Na overdracht van het eigendom van het product is de producent dan gevrijwaard van de verantwoordelijkheid ervoor. Dit ervan uitgaande dat die producent het product ook daadwerkelijk verkoopt. Circulariteit wordt immers gestimuleerd als de producent eigenaar van zijn producten is, er verantwoordelijk voor blijft en ze zó ontwerpt dat ze zo goed mogelijk onderhoudbaar zijn. Circulariteit maakt compleet andere, meer service-based businessmodellen opportuun.

‘NU ACCEPTEREN WE NOG DAT LEVERANCIERS ALLEEN HET AANTAL KILO’S WETEN’

las- en freeswerk. Ook die activiteiten hebben een footprint. Vervolgens wordt het product gebruikt en dan is de vraag hoelang hoeveel van de oorspronkelijke waarde ervan behouden blijft. Wordt het na een jaar weggegooid of kan het na tien jaar overgaan in andere handen waarin het dezelfde functie en waarde behoudt?’

ENORME HOEVEELHEID DATA Al die footprintdata moeten gedurende de levenscyclus van een product worden vergaard, gevalideerd, gestandaardiseerd en gecertificeerd, voordat ze in het productpaspoort komen. ‘Een

VALIDATIE IN DE PRAKTIJK Al dit data-inventarisatiewerk van Van der Steen en het HDN moet in het voorjaar van 2022 uitmonden in een ‘leidraad 2.0’, dat vervolgens als een soort paspoort-invulinstructie in de praktijk wordt gevalideerd. Daarvoor zijn afspraken gemaakt met onder andere het zogeheten productcluster van Swinkels Family Brewers. Dat

cluster bestaat uit de bierbrouwerij, plus de bedrijven betrokken bij de ontwikkeling, bouw en het onderhoud van de kapitaalgoederen die de brouwerij gebruikt. Dat juist deze brouwer (van onder andere Bavaria) is betrokken is geen toeval, zo maakt maintenance process engineer Jasper Lipsch duidelijk. ‘Het is ons doel ons familiebedrijf nóg mooier door te geven aan de volgende generaties. Daartoe hebben we een circulariteitsindex opgesteld. Daarvoor kijken we naar alle grondstoffen – glas, karton, maar natuurlijk ook gerst en hop – en het water en de energie die we verbruiken. In de index houden we bij hoeveel we daarvan verbruiken en hoeveel daarvan recyclebaar of herwinbaar is. Ieder bedrijf dat ons toelevert moet daarover informatie verstrekken.’

HOEVEEL KILO GERECYCLED? Voor het productpaspoort kijkt Swinkels strikt naar zijn kapitaalgoederen, de machines inclusief alle kabels en leidingen die voor het functioneren ervan nodig zijn. Lipsch: ‘Wij vragen aan elke leverancier: hoeveel kilo rvs, koper en koolstof is verwerkt in wat je toelevert? Vervolgens vragen we: hoeveel van dat materiaal is gerecycled? Ze weten vrijwel altijd exact aan te geven hoeveel koper of rvs er in hun producten verwerkt is. Maar ze weten zelden hoeveel daarvan gerecycled is. We hebben nu één leidingenleverancier die kan aantonen dat 90 procent van zijn rvs gerecycled is. Dat verbetert onze score op de circulariteitsindex fors. Als suppliers het niet weten dan moeten we uitgaan van slechts 30 procent, het gemiddelde op wereldschaal. Ze weten het niet omdat ze daarvoor hun keten moeten induiken. Nu accepteren we nog dat ze alleen het aantal kilo’s weten. Maar op termijn verbinden we daar mogelijk wel een bonus of malus aan. Dat is ook LEES VERDER OP PAGINA 70

december 2021

69


VERVOLG VAN PAGINA 69

in hun belang. Er komt immers Europese wetgeving aan die je verplicht die informatie mee te leveren. Daarop kun je je dan maar beter vroeg voorbereiden.’

CIRCULAIRE MACHINES Het komend jaar gaat Swinkels volgens Lipsch ‘een begin maken’ met het meten van de recyclebaarheid van de kapitaalgoederen. ‘Voor onze afvalstromen doen we dat al: er gaat hier geen plastic de deur uit zonder dat we zeker weten dat dat goed gescheiden verwerkt wordt. Maar in hoeverre onze machines circulair zijn? Dat meten we nog niet. Machinebouwers hebben nu nog geen baat bij circulariteit: als onderhoud nodig is vervangen ze graag een zo groot mogelijk onderdeel en verkopen ze het liefst een compleet nieuwe machine, want dan verdienen ze er nu nog het meest aan. Circulair ontworpen machines zullen nu ook duurder zijn, en we kunnen het ons niet veroorloven ons uit de markt te prijzen. Maar, dit is eindig. Het duurt nog wel even voordat productpaspoorten helemaal tot in alle details, met alle informatie diep uit de keten, kunnen worden ingevuld. Maar als die er zijn, dan vormt het paspoort de basis van nieuwe Europese wetgeving die niet-circulair juist duurder maakt. Wij gaan met dit onderwerp pragmatisch om, maar willen wel een voorloper zijn en proberen onze leveranciers bewust te maken van de noodzaak van circulair ondernemen en hen erin mee te nemen.’

ANDERE KETENS Als de ‘leidraad 2.0’ afdoende is gevalideerd moet het paspoortmodel worden ‘geautomatiseerd’. Voor die validatie wordt niet alleen gebruik gemaakt van de ervaringen van het Swinkelscluster, maar ook nog van andere maakindustriële ketens in Nederland. ‘Onder andere de keten van zonnepanelen en die van centrale-verwarmingssystemen’, weet Van der Steen. ‘In die ketens zit steeds een regisseur die circulariteit belangrijk vindt, een voorloper als Swinkels in onze keten.’ Behalve in Nederland Jasper Lipsch van circulariteit-voorloper Swinkels: ‘Machinebouwers lopen ook in veel andere hebben nu nog geen baat bij circulariteit: als onderhoud nodig is EU-landen tal van dergevervangen ze graag een zo groot mogelijk onderdeel en verkopen lijke inventarisatie- en ze het liefst een compleet nieuwe machine.’ Foto: Swinkels modelvalidatietrajecten. Het is de bedoeling dat al die ervaringen op enig moment gekoppeld worden en dan uitmonden in één samenhangend productpaspoortensysteem. Dat dus klaar moet zijn voor gebruik in de www.hdn4food.com industriële praktijk in 2026… www.swinkelsfamilybrewers.com

• •

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology.

Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

70

december 2021


AUTONOOM RIJDEN

SENSOR INTEGRATOR SENTECH NEEMT KLANTEN MEE OP ONTDEKKINGSREIS

LIDAR: NAUWKEURIGER, COMPACTER, DUURZAMER EN BETAALBAARDER De markt voor lidar-technologie is enorm gegroeid afgelopen jaren. Hoe meer (semi-)autonome voertuigen, des te meer toepassingen mogelijk zijn met deze techniek voor detectie en afstandsbepaling. Sensor integrator Sentech uit Nieuwkuijk is samen met oem’ers steeds op zoek naar optimale combinaties van hard- en software voor machines die ze bestuurderloos willen laten rijden. DOOR LUCY HOLL

S

ales director Marco Leeggangers is bij Sentech al een groot aantal jaren betrokken bij projecten met lidar, voluit LIght Detection And Ranging. Voorheen werd deze optische technologie vooral gebruikt voor onderzoek naar de atmosfeer en meteorologie, en toegepast in de lucht- en ruimtevaart. Maar lidar is steeds verfijnder en goedkoper geworden. Nu omarmen vele sectoren de technologie voor autonome bewegingstoepassingen: wat voor objecten zijn er in de omgeving, wat is de afstand tot die objecten, hoe snel bewegen ze, wat vraagt dat voor actie?

BACTERIËN DODEN Zo telt Sentech onder zijn klanten bijvoorbeeld een fabrikant van hygiënerobots. Die robots rijden uitgerust met uv-C-lampen rond in onder meer ziekenhuizen. Een lidar sensor maakt dat de robot autonoom kan rijden. Hij kijkt of er mensen in de buurt zijn en zo niet dan zet hij de lampen aan en beweegt door de ruimte om bacteriën in de lucht en op oppervlakten te doden. ‘Een mooie toepassing, zeker in deze tijden van corona’, zegt Leeggangers. Of neem lidars in de agrosector. Lidar-technologie wordt geïntegreerd in drones om de groei en opbrengst van gewassen in een bepaald gebied in kaart te brengen. Of in autonoom bewegende voertuigen die als plukrobots de akkers en kassen doorkruisen. Sentech krijgt van oem’ers steeds meer vragen over lidar-integratie. ‘Lidar is natuurlijk geen heilige graal, want wat gebeurt er op die akker met een robot als het mistig is? Je hebt vaak een combinatie nodig, bijvoorbeeld van lidar, radar en camera’s, plus software voor de integratie van die diverse technieken.’ Sensor fusion maakt toepassingen veilig, betrouwbaar en effectief.

SCHAKELEN Leeggangers: ‘Lidar heeft een relatief simpele onderliggende filosofie. Het was ooit niets anders

Sentech heeft een partnerschap met de Amerikaanse marktleider Velodyne Lidar. Die biedt steeds meer oplossingen in het verkeer. Bron: Velodyne Lidar

dan een ledje dat een lichtsignaal uitstuurt. Dat signaal ketst op een voorwerp en komt terug op een ontvanger. Met één ledje kun je natuurlijk niet zoveel. Je zou bij wijze van spreken mensenogen op zelfrijdende voertuigen en apparaten willen hebben: wij zien dingen, kunnen kleuren bepalen, afstanden inschatten, informatie verwerken en meteen schakelen.’ Lidar is echter ook steeds slimmer geworden. Stel dat een lidar 360 graden rond kijkt, met een hele trits leds op een verticale as, die steeds een graad opschuiven: zo’n scanning lidar op een voertuig levert dan net zo goed razendsnel en continu een berg data die vervolgens geïnterpreteerd moeten worden.

GEEN CATALOGUSPRODUCT Als een klant lidar wil integreren, werkt Sentech in vijf stappen. De sensorexperts brengen allereerst de gewenste toepassing uitgebreid in kaart. Vervolgens zoeken ze de juiste componentleveranciers. Ze kijken of lidar in het specifieke geval gecombineerd moet worden met andere technieken en integreren diverse hard- en software. Dan wordt bepaald hoe de data vertaald kunnen worden naar bruikbare informatie. En ten slotte volgt de integratie van de complete lidar-oplossing in het voertuig van de klant. Leeggangers: ‘Lidar is geen catalogusproduct, het vraagt veel kennis om te integreren in systemen.’

DOOLHOF Sentech werkt al langer samen met de Canadese producent Leddartech, die solid state-sensoroplossingen levert, zonder bewegende delen en dus duurzaam. Intussen is er ook een partnerschap met de Amerikaanse marktleider Velodyne Lidar. Velodyne zet sterk in op de nieuwe MEMS-technologie. MEMS staat voor microelectromechanical systems. Alle sensordelen – lichtbron, optiek en

verwerking – kunnen op chipniveau gefabriceerd worden. Leeggangers: ‘Een groot pluspunt is de steeds hogere resolutie. Lidar wordt steeds nauwkeuriger, compacter en duurzamer. En het wordt veel betaalbaarder omdat de volumes sterk toenemen.’ Sentech betrekt er ook andere partijen bij, zoals het Britse OxTS, specialist in survey & mapping: OxTS ontwikkelt hard- en software om ruwe lidardata te interpreteren en realtime output te leveren om een apparaat aan te sturen. ‘Er is een wildgroei aan bedrijven die lidar-sensoren ontwikkelen of die ondersteunende diensten leveren zoals het mappen of de interfacing’, ziet Marco Leeggangers. ‘We kennen de markt. Maar voor de klant kan het een doolhof zijn. Wij gaan samen met de engineers van de klant op ontdekkingsreis. Wat heb je nodig, hoe eenvoudig of juist high-end moet de oplossing zijn?’

NU AUTO’S NOG Lidar wordt nu nog voornamelijk toegepast in industriële applicaties die zich bewegen in gecontroleerde ruimtes of op afgesloten terreinen. De overduidelijk grootste uitdaging volgens Leeggangers is om voertuigen op de openbare weg echt autonoom te laten rijden. Dat zal volgens hem niet eerder worden dan rond 2030, er liggen nog te veel veiligheidsissues voordat het hoogste niveau level 5 is bereikt waarbij de voertuigen het compleet overnemen. ‘En dan nog zullen er wellicht sensorsystemen in het wegennet nodig zijn om ook van buitenaf te kunnen sturen: auto’s communiceren dan met de omgeving en andersom. Al wil je voertuigen natuurlijk liefst autonoom laten rijden zonder die hele infrastructuur eromheen.’

• www.sentech.nl december 2021

71


CYBERSECURITY

ERNO DOORENSPLEET (KPN SECURITY): ‘DAT PLAN NA EEN HACK: TÉST HET NOU’

OPEENS KOMT DE CYBERCRIMINEEL TÓCH BINNEN. WAT DAN? Tal van servers, allemaal up-to-date. Behalve die ene, die onverhoopt over het hoofd is gezien. Hoe goed de boel aan de voorkant ook is dichtgetimmerd, binnen komt een cybercrimineel altijd. Weet iedereen in het bedrijf dan wat er moet gebeuren? Erno Doorenspleet, cto bij KPN Security, pleit voor een op papier helder plan, dat vooral uitvoerbaar moet zijn. Zie het als een brandoefening: ga ermee aan de slag, ondervind wat werkt en wat beter moet. En neem een voorbeeld aan VDL. ‘Het bedrijf heeft meteen gecommuniceerd wat er aan de hand was. Die transparantie is krachtig.’

DOOR JAN BROEKS

D

ie ene vraag: ‘Wat houdt u ’s nachts wakker?’ Erno Doorenspleet kan er, in zijn rol als cyberspecialist, he-le-maal niets mee. ‘Want als het goed is, ken je het antwoord al. Je moet weten wat speelt bij een bedrijf, elkaars taal spreken.’ Liever dus geen hoog-over-termen van de cyberspecialist richting een bedrijf. ‘Welnee. Daar moeten we echt zo veel mogelijk van wegblijven – ja, ook wij als KPN Security. Cybersecurity gaat ons allemaal aan. Houd het daarom zo simpel mogelijk.’ De impact van cybercrime is groot, stelt de cto bij KPN Security. ‘Maar met paniek zaaien komt niemand verder. Cybercriminaliteit is een gegeven, ontwikkelt mee met de technologie en houdt ons ook in de toekomst bezig. Dan helpt juist een reële inschatting van risico’s en uitdagingen te maken. Weet wat je moet doen. Niet alleen om een hack te voorkomen, maar ook wanneer het dan tóch misgaat.’

MIKKEN OP HET BEDRIJFSPROCES Over die respons op wat te doen bij een incident later meer. Want eerst gaat Doorenspleet in op de trends van de afgelopen pakweg anderhalf jaar. De cybercrimineel gaat anders te werk, zo blijkt. ‘Voorheen werden vooral data gestolen. Erg vervelend voor het getroffen bedrijf, al was de scha-

DERDE EDITIE NLSECURE[ID] Kennisdeling over digitale weerbaarheid staat centraal tijdens de derde editie van NLSecure[ID]. Dit event van KPN Security vindt online plaats op 25, 26 en 27 januari 2022 en omvat sessies van meerdere sprekers uit de Nederlandse securitycommunity. Deelname is kosteloos, wie zich aanmeldt krijgt na afloop van het event het gratis magazine Cyber Security Perspectives toegestuurd. Inschrijven kan via de site van KPN Security.

72

december 2021

de relatief nog wel te overzien. Misschien kreeg het bedrijf een boete omdat het zelf onzorgvuldig was geweest, en vooruit, reputatieschade was er ook. Maar het bedrijfsproces kon gewoon doorgaan.’ Daarom werd er meestal niet betaald aan de cybercrimineel. ‘Dus moesten kwaadwillende hackers iets anders bedenken. En zie je dat ze nu, naast het stelen van data, gebruikmaken van ransomware voor het platleggen van een systeem. Twee modellen zijn bij elkaar gekomen, zeker nu de technologie daar meer mogelijkheden voor biedt. Platformen, AI-tools, dashboards: wij gebruiken ze, maar cybercriminelen net zo goed. De tijd dat ze met hagel schieten is voorbij. De

‘JE LEERT TOCH OOK NIET ZWEMMEN DOOR MAAR WAT FILMPJES TE BEKIJKEN?’

aanvallen zijn gerichter dan ooit, inclusief monitoring om de resultaten van een aanval in de gaten te houden.’

VEILIG IN DE CLOUD? Het is daarom wel typerend, stelt Doorenspleet: in aanloop naar de eeuwwisseling stonden de kranten vol met mogelijke doemscenario’s. ‘Betalingen zouden niet meer lukken, systemen zouden plat komen te liggen. Het viel gelukkig allemaal reuze mee. Maar opvallend was dat we met z’n allen scherp waren. Heel anders dan nu. Bedrijven hebben hun data in de cloud en denken dat het dan wel goed zit. Dat is écht een verkeerde aanname.’ Het begint met optimaal beveiligen, al beseft Doorenspleet maar al te goed hoe lastig dat is.

• ‘Met paniek zaaien komt niemand verder.’ • ‘De tijd dat cybercriminelen met hagel schieten

is voorbij.’ • ‘Iedereen moet weten wat te doen om een hack

te voorkomen.’ • ‘We moeten samen optrekken en zo veel

mogelijk van elkaar leren.’

‘Een grote bedrijvengroep heeft al snel tegen de duizend servers. Houd die maar eens allemaal voortdurend up-to-date.’ En neem daarnaast dat kleinere bedrijf, dat minder IT-expertise in huis heeft. Je zou denken dat er voor een cybercrimineel niet zoveel te halen valt. ‘Totdat je beseft dat datzelfde kleine bedrijf deel uitmaakt van de toeleverketen van een groot concern. Net als nog een paar honderd andere bedrijven, die allemaal een mogelijke ingang bieden.’

VISSEN IN EEN GROTERE VIJVER Tel daar het vele thuiswerken – en daarmee meer onbeveiligde verbindingen – bij op en Doorenspleet ziet dat het werkterrein voor de cybercrimineel groter is geworden. Hoe goed dichtgetimmerd ook, een hacker met kwade bedoelingen komt altijd binnen. ‘En juist daarom moeten we niet oordelen wanneer een bedrijf slachtoffer wordt. Wie weet wat er precies is gebeurd? In plaats daarvan kunnen we het bedrijf beter helpen.’ Gissen naar de oorzaken van de recente hack bij VDL zal Doorenspleet dan ook niet doen. ‘We kunnen er wél van leren. Want zoals VDL heeft gereageerd, ik vind het knap. Het bedrijf heeft direct gecommuniceerd wat er aan de hand was. Er zelf transparant mee naar buiten komen, is krachtig. Schaamte is nergens voor nodig. Ook het direct zo snel mogelijk uitzetten van alle systemen bleek in het geval van VDL een goede zet. De hackers konden niet verder.’

KAARTJE IN DE BINNENZAK Weten wat je bij een hack moet doen: het staat volgens Doorenspleet als het goed is allemaal in een plan, dat bovenal uitvoerbaar moet zijn. ‘Prima, zo’n bellijst bij een hack. Maar wat als die lijst alleen op de server staat en diezelfde server vol zit met ransomware? En mailen ook niet meer


de vraag of nou echt álles geconnecteerd moet zijn. Voor een gloednieuwe omgeving is dat prima; nieuwe componenten worden veelal veilig geleverd. Maar hoe zit het met die twintig jaar oude machine? We willen alles maar aan het internet knopen; maar is dat telkens nodig? Alleen al die afweging is onmisbaar voor wie goed wil omgaan met cybersecurity. Heus, iedereen kan zich op de juiste manieren beschermen tegen een aanval, zolang maar duidelijk is wat er moet gebeuren. En nogmaals, wanneer cyberspecialisten en bedrijven dezelfde taal spreken.’ Doorenspleet kan wel over cybersecurity blíjven praten. ‘Ik voel me gewoon betrokken bij het onderwerp. Vandaar dat ik naast mijn werk bij KPN Security lid ben van twee appgroepen met daarin cyberspecialisten uit allerlei hoeken. We schieten elkaar te hulp als dat nodig is, op welk moment ook. En brengen bedrijven, klant of niet, ervan op de hoogte wanneer ze risico lopen. Praten over contracten en wat allemaal nog meer is dan niet aan de orde. Waar het ons om gaat, is allereerst erger voorkomen. Acteren met zo’n community is onmisbaar geworden. We moeten samen optrekken en zo veel mogelijk van elkaar leren. Daarom is het ook zo waardevol om de point of entry te achterhalen: waar is de cybercrimineel binnengekomen? Hoe kan het bedrijf maatregelen treffen en wat kunnen anderen ervan leren? Zulke kennis is goud waard.’

Erno Doorenspleet van KPN Security vraagt bedrijven in de maakindustrie geregeld: moet alles online worden geconnecteerd? ‘Je moet je afvragen of dat telkens nodig is.’ Foto: KPN

kan? Ik sprak laatst de voorman van een technische dienst en vroeg hem naar het plan van het bedrijf. Waarna hij uit de binnenzak van z’n jas een kaartje pakte en me alle benodigde nummers liet zien. Super vond ik dat.’ Speel een hack eens na, zo stelt Doorenspleet bedrijven voor. Ervaar wat werkt, ontdek wat ontbreekt. Het zal voor heel wat bedrijven nieuw zijn, verwacht hij. ‘De helft van de bedrijven heeft niet eens een plan. En maar de helft van de bedrijven wel een plan hebben, test het ook. Dat snap ik niet: zwemmen leer je toch ook niet door maar wat filmpjes te bekijken? Tést het nou.’

CENTRAAL OF NIET? Om toch de preventie nog eens te belichten: zouden juist de grotere bedrijven er niet goed aan doen hun IT-infrastructuur zo veel mogelijk te decentraliseren? En zo risico’s te spreiden? Doorenspleet is er voorstander van, mits het op de juiste manier gebeurt. ‘Weet welk proces in welk netwerk draait. En stel jezelf telkens de

vraag hoe je dat specifieke onderdeel moet beveiligen. Daarnaast heb je nog altijd te maken met de verbindingen tussen systemen en segmenten. Net als met de overview voor de gehele structuur, waardoor uiteindelijk ook een gedecentraliseerde aanpak complex blijft.’ Veel, zo niet alles valt of staat met de juiste mindset, stelt Doorenspleet. ‘In dat opzicht heeft de maakindustrie die al: veiligheid op de werkvloer staat bij veel bedrijven hoog op de agenda, iedereen handelt ernaar. Zo zou dat ook moeten zijn voor cybersecurity: het is niet iets voor alleen de IT-afdeling, maar net zo goed voor HR, de juristen en de afdeling communicatie. Iedereen moet weten wat te doen om een hack te voorkomen. En ook wat er van hem of haar wordt verwacht wanneer het tóch misgaat.’

ALLES VERBONDEN? Security omvat hoe dan ook het hele bedrijf, zegt Doorenspleet, geen onderdeel mag onderbelicht blijven. ‘Daarom stel ik maakbedrijven weleens

• www.kpn.com/zakelijk/security VDL NA DE HACK Nadat VDL Groep de cyberaanval begin oktober zelf bekendmaakte, liet het bedrijf een maand later weten dat alle 105 werkmaatschappijen weer volledig in bedrijf zijn. Het bedrijf heeft de schade beperkt tot maximaal één dag verlies aan data, zo valt te lezen in een persbericht, waarin VDL’s president-directeur Willem van der Leegte vertelt over de aanpak: ‘Direct na de aanval is op het hoogste niveau een crisisteam geformeerd en is onze eigen IT-afdeling opgeschaald met erkende specialisten op het gebied van cybercrime. We hebben adequaat contact gelegd met autoriteiten op dit gebied en in een vroeg stadium én preventief aangifte gedaan bij de politie en een melding gemaakt bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Vanuit veiligheidsoverwegingen zijn direct offline decentrale systemen opgebouwd en hebben we een start gemaakt met het opnieuw opbouwen van onze ITomgeving. Vervolgens zijn data uit onze eigen, ‘schone’ én tijdig veiliggestelde back-ups teruggeplaatst.’

december 2021

73


STRATEGIE

CHIPTEKORTEN NOPEN CONTROL TECHNIQUES TOT ONORTHODOXE OPLOSSING

‘WE HEBBEN DE MOTOR VERVANGEN TIJDENS DE RACE’

Door de mondiale tekorten aan met name microprocessoren liepen ook de levertijden van Control Techniques op, naar 10 tot 12 weken. Niet dat de fabrikant van frequentieen servoregelaars iets te verwijten viel. Het had alles te maken met de 70 tot 90 weken die chipfabrikanten opgaven als levertijd. Niet acceptabel, vond Control Techniques. Dus is het – proactief – gaan werken aan een onorthodoxe oplossing: omdat de grote chipfabrikanten inmiddels wél capaciteit hebben opgebouwd voor de nieuwste microprocessoren, heeft Control Techniques de ontwikkeling van een nieuwe chip naar voren gehaald. En drastisch versneld, waardoor de levertijden nu ‘weer bijna als normaal’ zijn. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

C

hips zijn een essentieel onderdeel in de frequentieregelaars die Control Techniques (onderdeel van Nidec) op de markt brengt. ‘Je kunt ze vergelijken met de motor in een F1-auto. Zonder die chips hebben onze producten geen toegevoegde waarde’, duidt Patrik Masson, global product manager van Control Techniques vanuit het hoofdkantoor van het bedrijf in Wales. Daarom was het voor de medewerkers van de aandrijfspecialist heel hinderlijk dat er aan allerlei typen chips een groot tekort is – ook die zij nodig hadden.

LANGE LEVERTIJDEN

CHIP-ONTWIKKELING NAAR VOREN

‘Er zijn eveneens tekorten aan uiteenlopende metalen, plastics en eenvoudige componenten als weerstanden en condensatoren, maar het meest knellend was het tekort aan chips. Daardoor liepen de levertijden van componenten van toeleveranciers op naar 70 tot 90 weken. Dan ga je samen met klanten zoeken naar een oplossing: als klanten een forecast kunnen geven of alvast een bestelling plaatsen kun je levertijden in de toekomst waarborgen. Als je je klanten dat goed uitlegt, hebben ze daar begrip voor. Vooral omdat ze natuurlijk in de gaten hebben dat het hier om een wereldwijd probleem gaat. Wij leveren aan machinebouwers die tal van leveranciers hebben en die hebben allemaal te maken met tekorten en lange levertijden.’ Die worden veroorzaakt door een combinatie van een tekort aan materialen en een schaarste aan vervoerscapaciteit. Het leidt tot stijgende prijzen, onder andere door de veel duurdere logistiek. ‘Je krijgt je producten alleen nog op een boot als je de hoogste prijs betaalt.’

Toch vond Control Techniques de eigen levertijden niet acceptabel. Dus ging het bedrijf op zoek naar andere oplossingen en vond het er een die het afgelopen jaar veel van de eigen organisatie gevraagd heeft. Om in de metafoor van de F1auto te blijven: ‘We hebben de motor vervangen tijdens de race’, duidt Streefkerk. ‘Nee, daar slaagt Mercedes zelfs niet in’, erkent hij met een lach. Het verhaal erachter is echter serieus: Control Techniques heeft het afgelopen jaar een compleet nieuwe microprocessor voor zijn frequentierege-

BREXIT-BUFFER

Bastiaan Streefkerk: ‘Wij kunnen onze general purpose producten nu binnen zes tot acht weken leveren, dus bijna weer als normaal.’

74

december 2021

gens kleiner was dan dat waar menig concurrent mee geconfronteerd werd, weet Bastiaan Streefkerk, director Benelux van Control Techniques. ‘Onze productieplant voor het Europese continent staat in Wales. Vanwege de onzekerheid die de Brexit met zich meebracht hebben wij in 2019 een buffer opgebouwd.’ Vanzelfsprekend was dat om bedrijfseconomische redenen een lastige beslissing, vult Masson aan. ‘Maar nu heeft die buffer de schaarsteproblematiek voor ons en onze klanten minder groot gemaakt.’

Maar met het goed uitleggen en kweken van begrip was het probleem van de klanten van Control Techniques natuurlijk niet opgelost. Een probleem dat overi-

‘DIT WAREN WE EIGENLIJK AL VEEL LANGER VAN PLAN’

laars geëngineerd. Een processor die twee keer sneller is en veel meer geheugen heeft dan de voorganger, waarmee de functionaliteit van de motoren en regelaars nu op een veel hoger niveau staat. Die stap is gezet, aldus Masson, omdat de grote fabrikanten van microprocessors lieten weten hun miljarden dollars alleen nog te investeren in lijnen voor de productie van de nieuwste, meest geavanceerde chips. ‘Dus hebben we de ontwikkeling ervan naar voren gehaald.’

IN ZES MAANDEN En dat heeft nogal wat voeten in de aarde gehad, zo maakt Masson duidelijk. ‘Normaal gesproken


die activiteiten niet achtereenvolgens, maar parallel aan elkaar gaan doen. In multidisciplinaire teams zijn engineers van r&d, testing en manufacturing nauw samen gaan werken om de ontwikkelproblemen direct vanuit de verschillende disciplines aan te pakken en tot oplossingen te komen.’

BIJNA WEER NORMAAL Omdat de semicon-industrie voor deze geavanceerde chips wél voldoende capaciteit heeft, is de levertijd ervan vele malen korter. Streefkerk: ‘Wij kunnen onze general purpose producten nu binnen zes tot acht weken leveren, Patrik Masson: ‘Aan deze manier van werken houden we vast, ook als de tekorten over dus bijna weer als noréén of twee jaar zijn opgelost.' Foto’s: Control Techniques maal. Daarmee onderscheiden we ons sterk van onze concurrentie.’ Masson: ‘Aan deze manier vraagt het ontwikkelen van een compleet nieuwe van werken houden we vast, ook als de tekorten productlijn voorzien van nieuwe chips een meerover één of twee jaar zijn opgelost. Dit waren we jarig traject. Nu hebben we dat gepresteerd in eigenlijk al veel langer van plan. Maar soms is er zes maanden. Gebruikelijk was dat voor nieuwe een crisis nodig om dergelijke ingrijpende strateproducten eerst r&d aan de slag gaat, daarna gische stappen te zetten. Onder druk wordt alles onze testengineers en vervolgens productie, om vloeibaar.’ de maakbaarheid te optimaliseren. Nu zijn we al

CONTROL TECHNIQUES EN NIDEC Control Techniques heeft zijn hoofdkantoor in Wales waar ook de ontwikkeling en een grote productieplant gevestigd is. Control Techniques is specialist in elektrische aandrijftechniek, met een rijke geschiedenis. Het bedrijf maakt onderdeel uit van de Japanse Nidec Corporation, een wereldleider in de ontwikkeling en productie van elektromotoren, generatoren en regelaars. Wereldwijd zijn er meer dan zes miljard Nidecelektromotoren in gebruik voor zeer uiteenlopende toepassingen: van diskdrives, autospiegels en wasmachines tot en met motoren met megawatt-vermogen voor processen in de olie & gas, staalindustrie en hybride-voortstuwing van schepen, in de vermogensrange van 3 watt tot 75 Megawatt. Een complexe verpakkingsmachine van gemiddelde omvang kan gemakkelijk honderd Nidec-producten omvatten. Nidec telt meer dan 110.000 medewerkers, verdeeld over 300 bedrijven in 40 landen. In Nederland heeft het in Sliedrecht een vestiging voor verkoop, service, assemblage en logistiek. Die locatie deelt de onderneming met onder andere Leroy-Somer; samen maken de bedrijven deel uit van Nidec Netherlands. Deze bv bestaat uit verkoopgroepen per productgroep: Control Techniques voor de frequentieregelaars, Leroy-Somer voor motoren, motorreductoren en generatoren – en ISA, de ‘solutiontak’, voor grote klantspecifieke systemen.

• www.nidec-netherlands.nl • www.controltechniques.com

december 2021

75


Watch and walk in at Sentech Make your own virtual tour and connect with us. We develop sensor solutions...

play me at www.sentech.nl/tour


FABRIEK VAN DE TOEKOMST

NEVAT GEEFT VISIE OP VERSPANENDE FABRIEK VAN DE TOEKOMST, ERIKS ILLUSTREERT DIE

‘TWEE DERDE MKB HEEFT PROCESSEN OP ORDE, MAAR ONDERSCHEIDT ZICH NIET’ De fabriek van de toekomst draait op automatisering en digitalisering. Voor de verspanende industrie ontwikkelde NEVAT (Netwerk van Ambitieuze Toeleveranciers) een visie op procesinnovatie en presenteerde die vorige maand op de Precisiebeurs. Productinnovatie, gedreven door veeleisende klanten als ASML, blijft een zeker zo grote opgave. Industrieel dienstverlener ERIKS gaf op de beurs een ‘klein’ voorbeeld.

5% DISRUPTIVE Smart industry

30% ONDERSCHEIDEND

DOOR HANS VAN EERDEN

O

p de eerste dag van de Precisiebeurs in Den Bosch verzorgt Jelm Franse een ‘uitverkochte’ presentatie. De senior director mechanical development van ASML geeft een uitputtend overzicht van precisietechnologische uitdagingen. Want het moet in de lithografiemachines van ASML nog nauwkeuriger, sneller, stabieler en schoner, ten dienste van de voortgaande miniaturisering in de semicon. Soms zit het in heel kleine dingen die al heel veel innovatiekracht en samenwerking vergen, illustreert ERIKS Sealing & Polymer op de tweede beursdag. Application engineer Arjen Maaskant en salesmanager Koen Scheppers vertellen over de ontwikkeling van een flex-tip voor een zogeheten e-pin. Drie van deze vacuümpinnen worden in een ASML-machine gebruikt om een wafer op te tillen. Tussen een metalen vacuümcupje en een pin moet een rubberdeel de flexibiliteit leveren voor een goed aansluitend contact met de wafer.

MET DE SPECIALISTEN OM TAFEL De rubber-metaalverbindingen zorgden voor uitdagingen. ‘Als specialisten in het vulkaniseren van rubber moesten wij zorgen voor een goede hechting van metaal en rubber. Het rubber moest schoon zijn en nauwkeurig worden gemaakt.’ Om de vereiste tolerantie te kunnen meten, was een betrouwbaar meetsysteem nodig, terwijl de gangbare meettaster bij het vervormbare rubber niet werkte. Samen met metrologiebedrijf Mitutoyo ontwikkelde ERIKS een optisch meetsysteem. ‘Daarmee konden we zien dat het product aan de specificaties voldeed.’ Toch meldde NTS Norma, dat de onderdelen inbouwt in waferhandlersystemen, lekkage waardoor het benodigde vacuüm niet werd bereikt. De oorzaak bleek te liggen in krassen en imperfecties op de metalen delen. Dus ging ERIKS praten met de producent van deze metalen delen, verspanend bedrijf Rokem, en de bedrijven die de nabehandeling verzorgen. Dat

waren Bodycote voor het Lean kolsteriseren (koud verhogen van de oppervlaktehardheid) van het pinnetje, en Hegin voor het BESTAANSRECHT Processen op orde thermisch harden van het cupje. ‘Het gaat slechts om een paar honderd stuks per jaar, dus zij had- De piramide voor verspanende bedrijven. Illustratie: NEVAT den makkelijk kunnen zeggen dat het niet intekosten lager worden en de levertijden korter. Alle ressant was. Maar samen hebben we het hele proreden om de samenhang tussen mens, proces en ces kunnen doorwerken en zijn we gekomen tot machine opnieuw te organiseren en vol in te aanpassingen in ontwerp en proces. Onze filosozetten op automatisering en digitalisering.’ fie is dat je bij dit soort innovatie moet samenLenselink schetst, naar analogie met Maslows werken, kennis delen en met de billen bloot durpiramide voor ordening van de menselijke ven gaan. Early supplier involvement betekent behoeftes, een piramide voor verspanende bedrijeerder met de specialisten om tafel voor een snelven. Op het laagste niveau zijn ze vooral bezig ler én beter eindresultaat.’ met het vergroten van de betrouwbaarheid van hun productie, door te investeren in kwaliteit, MASLOWS PIRAMIDE VOOR PROCESINNOVATIE organisatieontwikkeling en planning. Een niveau Het voorbeeld van ERIKS was ingebed in een hoger werken ze aan procesoptimalisatie, het presentatie van NEVAT over de fabriek van de elimineren van verspilling, door in te zetten op toekomst. Branchemanager Edwin Dekker licht automatisering, standaardisatie en verkorting van toe: ‘Wij hebben samen met experts een visie doorlooptijden. In de top van de piramide staat ontwikkeld over het tillen van de verspanende digitalisering centraal: door data op te werken tot industrie naar een hoger niveau. Te vaak blijven informatie en informatiesystemen te integreren, bedrijven hangen in de waan van de dag: de klant kunnen bedrijven een digitale fabriek inrichten belt, een toeleverancier kan materialen niet en komen ze zover dat ze marktspelregels kunnen leveren, enzovoort. Daar moeten ze zien uit te herzien. Lenselink noemt 247TailorSteel, dat het komen, om naar de toekomst te kunnen kijken. orderproces voor plaatwerkdelen volledig heeft Daarvoor hebben we een roadmap ontwikkeld, gedigitaliseerd en daarmee veel sneller en foutsamen met MCB als kennisleverancier en bedrijlozer op de klantvraag kan reageren. Nog maar ven die vooroplopen: Dormac, Cadmes, Cellro, 5 procent van de bedrijven zit op dit disruptieve KSM, Macroscoop, Vosteq, KeyTec, Boers & Co, niveau, van smart industry, schat hij. ‘Twee derde Ter Hoek Vonkerosie en Iteq.’ heeft net zijn processen op orde gebracht en Willem Lenselink, veranderexpert smart manudaarmee zijn bestaansrecht verzekerd, maar nog facturing en mede-eigenaar van adviesbureau geen onderscheidend vermogen ontwikkeld.’ Vosteq, begeleidde de visieontwikkeling. ‘Wat er aan de hand is in de maakindustrie? Een tekort aan vakmensen, kleinere productseries, een toenemende complexiteit en een kleinere repeatwww.nevat.nl factor. Daardoor groeit de beheerslast en daalt www.eriks.nl/seals4oem de productiviteit, terwijl klanten juist eisen dat de www.vosteq.nl

65%

• • •

december 2021

77


PRODUCTIEOPTIMALISERING

ESSITY NEEMT KOLOSSALE PRODUCTIEMACHINE CONFORM PLANNING IN GEBRUIK, ONDANKS CORONA

ENGINEEREN MET REMOTE ONDERSTEUNING EN EEN SMART GLASS OP DE NEUS Sinds dit voorjaar draait in de fabriek van Essity in het Noord-Limburgse Heijen bij Gennep een kolossale machine. Die produceert – extreem snel – incontinentiebroekjes. De installatie en ingebruikname moesten zich voltrekken in een periode van lockdowns. Veel operators zagen de lijn voor het eerst toen die in Heijen werd opgebouwd. ‘Toch is alles vlot verlopen.’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN

M

et wat moeite wringt hij de trouwring van zijn vinger, want sieraden moeten af. Het blauwe petje moet op (‘voorheen was dat een helm’), vilten stofjas aan, feloranje hesje eroverheen, veiligheidsschoenen aan en oordopjes in. Mee in de zak gaat een beeper die afgaat zodra de afstand tot de ander minder is dan twee meter. En tot slot, vanzelfsprekend, het mondkapje weer op. Maar dan is de journalist van Link Magazine klaar om met site manager Bas den Uijl de productievloer van Essity op te gaan. De hygiene and health-multinational heeft het hoofdkantoor in Zweden, waar veiligheid een groot goed is en dat is te merken aan de grondige maatregelen.

KOLOSSAAL Op die productievloer staat het onderwerp van gesprek: de nieuwste productielijn voor de fabricage van incontinentiebroekjes, die afgelopen voorjaar de oude lijn vervangen heeft. In het hart ervan een werkelijk kolossale machine, alles bijeen zo’n veertig meter lang, tot twintig meter breed en tien meter hoog. Met ervoor en erachter nog de nodige apparaten om de gigant te voorzien van rollen uitgangsmateriaal – folie, elastiek, pulp – en om het gereed product eerst in strakke ‘tasjes’ en die weer in kartonnen dozen te verpakken. De machine – de merknaam mag niet genoemd worden, ‘om de concurrentie niet wijzer te maken’ – is helemaal ingepakt in een behuizing van metalen profielen en dubbelglazen deuren. Zelfs mét die omkasting zijn de oordoppen geen overbodige luxe. De productielijn is daardoor weliswaar niet direct benaderbaar, maar dat is geen probleem: het apparaat werkt volautomatisch, legt Den Uijl uit. De technisch operator van dienst is in feite een opzichter, die via een uitge-

78

december 2021

Bas den Uijl, site manager bij Essity in Heijen, was nauw betrokken bij de realisatie van de nieuwe productielijn voor incontinentiebroekjes. ‘We moesten het met veel minder persoonlijke ondersteuning stellen dan vooraf aangenomen.’ Foto: Com-magz

breid dashboard op een hele batterij aan beeldschermen volgt of alles op rolletjes verloopt. Die machinedelen waar hij geen direct zicht op heeft houdt hij in de gaten met camerabeelden. Een veeleisende functie die dan ook mbo-niveau 3 Techniek vereist. ‘Minimaal! Plus een interne opleiding voor specifieke machinekennis’, zegt Den Uijl. ‘Daarnaast staan er process en resource operators aan de lijn voor wie eveneens een mbo-eis, aangevuld met interne opleidingen, geldt. Het is mede dankzij die gedegen scholing van de medewerkers die de productielijn moeten bedienen dat de installatie en ingebruikname eind vorig en begin dit jaar, ondanks corona, vlot zijn verlopen.’

‘HEEL KNAP’ ‘Het lastigste van die hele operatie was dat we het met veel minder persoonlijke ondersteuning moesten stellen dan vooraf aangenomen. Sommigen van onze operators konden nog nét naar een andere Essity-vestiging in Europa, met een min of meer vergelijkbare machine om met eigen ogen te zien hoe de lijn bediend moet worden. Maar anderen zagen die voor het eerst toen die in Heijen werd opgebouwd. Gelukkig hebben we van operators van andere Essity-vestigingen wel begeleiding op afstand gekregen.’ Toch moesten de operators voor heel veel zaken, zoals het invoeren van de rollen elastiek of pulp, hun skills op niveau brengen met de handleiding van die

andere vestigingen. ‘Dat het nu allemaal zo goed draait, vind ik heel knap van ze’, complimenteert Den Uijl.

FINETUNEN Niet dat de sitemanager nu helemaal content is, maar dat heeft andere oorzaken. ‘Er zitten nog wat kinderziektes in. Zaken als druk en temperatuur moeten binnen een vooraf bepaalde bandbreedte blijven. Komen de parameters daarbuiten, dan gaan er rode lampen branden of komt de machine zelfs tot stilstand. Dat heeft alles te maken met het uitgangsmateriaal. De machinebouwer in de VS heeft dat natuurlijk van ons gekregen, om testen te draaien, maar wat we hier gebruiken is nooit helemaal exact hetzelfde.’ Dus vergt dat nog enige finetuning. Ook moet er nog een specifieke module aan het apparaat worden toegevoegd om die nog flexibeler te maken dan nu al het geval is. ‘We kunnen hier nu al diverse typen broekjes mee draaien, voor mannen en vrouwen, met elk net een andere pasvorm en kleur, maar alleen in large. Met de toevoeging kunnen we ook andere maten produceren. Nu draaien we nog niet in het weekend, maar dan gaan we echt 24/7 aan de slag.’

LOGISTIEKE VOORDELEN Het gehele traject, van besluitvorming tot en met vol-operationeel draaien, heeft dan ruim twee jaar in beslag genomen. Het startsein voor de


investering van ‘tientallen miljoenen’ is gegeven vanuit het Zweedse hoofdkantoor. Daar werd de locatie in het noorden van Limburg beoordeeld als de meest kostenefficiënte. En dat woog zwaar, want de marges in deze business zijn klein. ‘We zitten door de vergrijzing wel in een groeimarkt, maar het is ook een zeer competitieve markt (met concurrenten als Hartmann, Ontex en Procter & Gamble, red.). Natuurlijk zijn de lonen en daarmee de operationele kosten hier wat hoger dan in Oost-Europa. Maar daar staan

‘DOOR CORONA KON NIEMAND NAAR DE LEVERANCIER’

logistieke voordelen tegenover.’ Veel van de grondstoffen – folie, elastiek, pulp – wordt via de haven van Rotterdam van over de hele wereld aangevoerd. Vervolgens gaat het per vrachtauto naar Heijen, of per binnenvaartschip tot aan Nijmegen. ‘Als de gemeente instemt met het uitbreiden van de haven hier, kan de aanvoer helemaal over water. En ook aan de voorkant zitten we in Heijen logistiek heel goed, middenin de belangrijke Noord-Europese markt.’

ONDERSTEUNING VIA GOOGLE GLASS Nadat de board de knoop in het voordeel van de vestiging Gennep had doorgehakt, is een stuk aan het fabriekspand aangebouwd – extra hoog om ruimte bieden aan de filterinstallatie – en konden de bouw en installatie van de machine van start. ‘Door corona kon niemand naar de leverancier. De FAT (factory acceptance test, red.) hebben we moeten volgen via live-camerabeelden. Met moeite hebben we van de Nederlandse overheid toestemming gekregen om voor de kritische fasen van het installatiewerk specialisten van de machinebouwer over te laten komen. Maar voor veel detailwerk hebben onze engineers het moeten stellen met ondersteuning op afstand, met een smart glass op hun neus.’ Parallel daaraan is de nodige randapparatuur aangeschaft en geïnstalleerd, zoals een verpakkingsmachine van het Duitse Optima en dozenopzetters – uitgerust met twee ABB-robots – van het eveneens Duitse Transnova. Agv’s van AGVR en Wewo uit Nederland zorgen voor de aanvoer van rollen uitgangsmateriaal. Ten slotte is alles aan het ERP-systeem SAP en het eigen MESsysteem Plain gehangen, om zo de inkoop- en verkooporders ook daadwerkelijk volautomatisch om te zetten in netjes verpakte incontinentiebroekjes in uiteenlopende maten en kwaliteiten.

RAZENDSNEL Tijdens de rondleiding om de nieuwe lijn heen is van een groot deel van de processtappen niet veel te zien. Door de productiesnelheid van vele honderden broekjes per minuut (het precieze getal

ESSITY Essity is een beursgenoteerde (Nasdaq), multinationale hygiene and health company. Het bedrijf heeft verkoopkantoren in zo’n 150 landen. Het verkoopt zijn producten – als incontinentiebroekjes, babyluiers, tissues, handdoeken, toiletpapier, servetten en handzeep – onder merknamen als TENA, Tork, Edet, Leukoplast, Libero, Libresse, Tempo, Vinda en Zewa. Essity heeft ongeveer 46.000 mensen op de loonlijst en behaalde over 2020 een omzet van 11,6 miljard euro. Het hoofdkantoor staat in Stockholm.

• www.essity.nl mag Den Uijl niet prijsgeven) bieden de glazen deuren vooral zicht op talloze razendsnel ronddraaiende assen, waartussen het product als een brede band voorbijflitst. Zo wordt de absorberende laag geproduceerd en met lijm aangebracht en het elastiek ingebonden, alvorens de broekjes op maat worden gesneden en als losse producten op een band belanden. Het proces erna, van clusteren, verpakken en omverpakken is wel goed te volgen, fascinerend volautomatisch uitgevoerd door een samenstel van hevels, transportbanden en robots. Op verzoek, voor de foto, pakt Bas den Uijl een pak broekjes van de band. Maar niet nadat hij de operator daarvan op de hoogte heeft gesteld. Immers, alles voor controle.

Waar zou deze stadsjungle zijn zonder Kepser?

The Urban Jungle Project streeft ernaar om steden groener te maken. Zij doen dit door bomen te laten groeien op plekken waar dit normaal niet kan. Hoe? Met boomveren. The Urban Jungle Project en Kepser hebben een levende klimaatconstructie ontworpen, waar bomen met behulp van boomveren geen vaste grond meer nodig hebben om te groeien. Het systeem is licht van gewicht en compact in omvang. Hierdoor kunnen de bomen juist op die plekken in steden geplaatst worden, die voorheen als onmogelijk werden gezien. Ook het onmogelijke mogelijk maken? Lees het verhaal op kepser.nl

december 2021

79


Confed groeit en dus investeren wij in onze klanten en in onze toekomst. Door forse uitbreiding van onze SMT-capaciteit in 2022 kunnen wij aan de sterk stijgende vraag op EMS-gebied blijven voldoen. Efficiënter, meer capaciteit en traceable tot op componentniveau. Dit is waar onze one stop service ook Vind ons op www.con in de toekomst voor staat. fed.eu of bel 033-4541340 Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Seriematige assemblage


AUTOMATISERING

EIS VAN SNELLER EN BETROUWBAARDER PLUS ARBEIDSMARKTKRAPTE VERHOGEN NOODZAAK TOT AUTOMATISERING

WE-METAL OMARMT LASERLASSEN Een groeiend aantal klanten en opdrachten, gecombineerd met de huidige personeelsschaarste, deed We-Metal besluiten verdere stappen te zetten in automatisering van het laswerk. Het bedrijf in Renswoude koos voor de TruLaser Weld 5000 van Trumpf. Deze laserlasinstallatie stelt We-Metal in staat efficiënter en sneller zowel grote als kleine seriematige werkstukken af te leveren. ‘En dankzij de kortere doorlooptijd kunnen we het werk beter inplannen en zo onze leverbetrouwbaarheid verhogen.’

DOOR WILMA SCHREIBER

S

ysteem supplier We-Metal begon ooit als loonlasersnijder en voegde daarna steeds meer bewerkingen aan zijn portfolio toe. Vijf jaar geleden werd gestart met het traditioneel lassen en sinds oktober dit jaar is daar het laserlassen als nieuwe techniek aan toegevoegd. Daarvoor schafte het bedrijf de TruLaser Weld 5000 van Trumpf aan. ‘Laserlassen biedt ons de mogelijkheid om veel sneller en efficiënter producten van veel hogere kwaliteit te lassen’, verklaart Johan Rigters, managing director van We-Metal. ‘We keken al twee jaar naar die optie, maar je moet ook wel de vulling ervoor hebben. Dankzij een snelle groei in aantal klanten en grote opdrachten, werd de machine in één keer interessant voor ons.’

CONFIGURATIEVRIJHEID Waar andere machines van Trumpf ook 3D-snijden als optie hebben, is de TruLaser Weld 5000 een zuivere lasinstallatie. ‘Dankzij de configuratievrijheid is de installatie flexibel in te richten. Dat maakt de machine geschikt voor zowel heel grote en lange als kleine seriematige werkstukken’, aldus Gert van Wakeren, sales engineer lasertechnologie bij Trumpf Nederland in Hengelo. We-Metal is al ruim twintig jaar klant van deze Duitse high-end machinebouwer, innovatief en technisch marktleider in lasertechniek en werktuigmachines. ‘Daarnaast hebben we voor We-Metal ook een flink laservermogen toegevoegd – 6 kW in plaats van de gebruikelijke 3 tot 4 kW – zodat ze ook dik staal en rvs kunnen laserlassen.’ Bijkomend voordeel is dat bij laserlassen veel nabewerkingen als het slijpen en reinigen van oppervlakten achterwege kunnen blijven. Ook heeft laserlassen een lagere warmteinbreng dan conventioneel lassen.

MANLOZE TOEKOMST De machine is uitgerust Door zo veel mogelijk te automatiseren wil We-Metal met minder mensen dezelfde output kunnen met het realiseren. Foto: We-Metal draadaanvoersysteem seren’, aldus Rigters. ‘En dankzij de kortere doorFusionLine. Met deze technologie kan lasergelast looptijd kunnen we het werk beter inplannen en worden met toevoegmateriaal, waarbij naden met zo onze leverbetrouwbaarheid verhogen.’ Van een maximale breedte van 1 millimeter alsnog Wakeren wijst op een ander pluspunt. ‘Doordat je worden overbrugd. Er zijn hogere penetraties te de werkzaamheden automatiseert, krijg je ook halen en er kunnen hoge sterkten staalsoorten een hogere repeteernauwkeurigheid. Daarmee gelast worden. ‘Bij We-Metal praat je dan over wordt je kwaliteit constanter.’ plaatdiktes tot en met 6 millimeter, maar zelfs plaatdiktes tot en met 10 millimeter zouden mogelijk moeten zijn’, stelt Van Wakeren. ‘Las50 PROCENT GROEI send Nederland werkt veel in deze dikte, maar De vaste klantenbasis om de machine rendabel te alleen op conventionele wijze.’ Tot slot bevat de maken, is voorhanden bij We-Metal. ‘Daarnaast TruLaser nog een beeldverwerkend technologiehebben we nu capaciteit voor uitbreiding van pakket, waarmee lasnaden en laskanten kunnen opdrachten bij bestaande en nieuwe klanten. worden gedetecteerd en zo een stuk automatiseEnkele van onze huidige klanten hebben hun ring wordt ingebracht in de lasprogrammering. interesse al uitgesproken’, zegt Rigters. ‘Onze ‘Last but not least zijn de programma’s geheel ambitie is om de komende drie jaar 50 procent offline voor te bereiden, zodat je volledig geautote groeien met hetzelfde aantal medewerkers. matiseerd werkstukken kunt aflopen. Daarmee Daarvoor staat verdere automatisering op het sorteren we voor op een mensarme c.q. mensloze programma en zullen we wellicht ook onze lasermanier van werken in de toekomst.’ lascapaciteit verder uitbreiden.’ Een interessante optie, zo blijkt, is het laserlassen van staal. ‘Dat gebeurt nog niet zoveel en klanten GEEN HANDLASSERS BESCHIKBAAR blijken behoefte te hebben aan die techniek. Met de aanschaf van de machine voorziet WeDit zal altijd een combinatie zijn met mig/magMetal diverse voordelen. ‘Doordat zij zo veel sneller is, kunnen we ook veel meer producten lassen, maar automatisering stelt ons in staat verwerken. Als we volgens de traditionele methomeer opdrachten uit te voeren.’ Trumpf merkt de zouden blijven lassen, hadden we heel veel dan ook dat de vraag naar laserlassen in de markt extra handlassers in dienst moeten nemen. Geen toeneemt. ‘De keten moet vaak ook sneller en optie, gezien de flinke schaarste op de arbeidsbetrouwbaarder leveren, dat verhoogt de noodmarkt. Mensen programmeren ook liever een zaak tot automatisering.’ robot dan dat ze de hele dag aan het slijpen zijn. Daarom willen we zo veel mogelijk automatisewww.we-metal.com ren en met minder mensen dezelfde output realiwww.trumpf.com

• •

december 2021

81


STRATEGIE

RVS CLEAN REINIGT NU OP STRENGER ASML GRADE 2-NIVEAU

‘DE BESTE IN REINIGEN? DAN MOET JE DAT WEL LATEN ZIEN’ Voor RVS Finish in Bergeijk gaat de behandeling van metaal verder dan slijpen en stralen alleen. Schoon is wat het moet zijn, met onderdelen waarvan er heel wat direct naar ASML of een van haar toeleveranciers gaan. Vandaar dat RVS Finish vorig jaar startte met RVS Clean, om zo de focus op cleanliness extra kracht bij te zetten. En vandaar ook dat werd geïnvesteerd in een EcoCcore-dampontvetter, die reinigt tot op het niveau van ASML grade 2. En ach, dat ze bij RVS Clean nu nog wat krap zitten? Dat is een kwestie van tijd, met de aanstaande verhuizing naar een hal van 900 vierkante meter.

neel manager Rick van de Ven. Ze schakelden er een extern bureau voor in, spraken veel met elkaar en de eigen medewerkers en hoorden woorden als ‘teamverband’ en ‘gemoedelijk’. Net als de term ‘de beste willen zijn’. Vergeet ook de humor niet, merkt Van de Ven op. En, voor RVS Finish in elk geval onmisbaar: een directe aanpak. Brouwers: ‘Dat moet ook wel, we zijn nu eenmaal een snelheidsfabriek.’

100 PROCENT CONTROLE Die snelheid heeft hier binnen RVS Finish alle aandacht, vertelt Brouwers. Ook als het gaat om cleaning, waar het bedrijf zich al langer op richt. ‘We doen dat erg goed, voldoen ruim aan de eisen, al geldt uiteindelijk ook: schoon is schoon.’ Dus moest er nog meer bij, zo wil hij maar zeggen, in de vorm van zo kort mogelijke levertijden. Hoe je die realiseert? Door allereerst goed te blijven kijken naar wat de trends zijn en daarop in te spelen, wat volgens Brouwers voor cleaning de hoogste tijd werd. ‘Het gaat erom dat je je processen 100 procent onder Rick van de Ven is sinds een jaar of vier operationeel manager bij RVS Finish. Driek Brouwers, directeur bij RVS Finish, zag hoe de eisen voor cleanliness Zijn takenpakket is breed: ‘We doen het liefst zo veel mogelijk zelf.’ strenger werden. ‘Van ASML grade 4 naar grade 2: daar moesten we iets mee.’ controle hebt. Foto’s: RVS Finish Reinigen voor ASML grade 4 was niet langer de groeimarkt waar we voor gingen; steeds Maar die korte levertijden, dat maken we net zo meer bedrijven deden dat in eigen huis.’ goed waar. En zo niet? Dan zijn we daar eerlijk en DOOR JAN BROEKS Tegelijkertijd steeg bij bedrijven de behoefte aan transparant over.’ cleaning op het niveau van het ‘strengere’ ASML Brouwers pakt er een eigentijds opgemaakt boekriek Brouwers herinnert zich het je bij, vol foto’s van het eigen personeel en grade 2. ‘Dus moesten we daar iets mee.’ gesprek nog goed. Zelf net bedrijfsleibedoeld als profiel van RVS Finish. Goed, het der bij RVS Finish bracht hij er de bedrijf is gespecialiseerd in de oppervlaktebehanlevertijden ter sprake. ‘Vijf dagen was DAMPONTVETTEN ZONDER WATER deling van roestvast staal en aluminium, en heeft de standaard, zo werd me verteld. Maar waarom Het resultaat volgde medio 2020, met de start daarvoor de benodigde disciplines in huis. Maar zo lang? Dat wist niemand, het ging altijd al zo. van RVS Clean. Een nieuw bedrijfsonderdeel waar staat RVS Finish voor? Waarmee onderDus ben ik naar 24 uur gegaan. Al snel bleek dat binnen RVS Finish met die benodigde focus op scheidt het zich? En, niet onbelangrijk: hoe zien we dat ook konden.’ Nu, vijftien jaar later, ondergrade 2. Ook werd geïnvesteerd in een EcoCcoremedewerkers het bedrijf? Brouwers wilde het scheidt RVS Finish zich nog altijd het meest met dampontvetter. Die reinigt zonder dat er water maar wát graag weten, en met hem ook operatiosnelheid volgens Brouwers. ‘De basis is kwaliteit. aan te pas komt, voldoet mede daardoor aan de

D 82

december 2021


eisen voor grade 2 en automatiseert veel van wat eerst handmatig gebeurde. ‘We besparen er veel manuren mee’, zegt Van de Ven. ‘Voorheen moesten onze mensen met een product langs diverse reinigingsbaden voor een proces van telkens enkele minuten, gevolgd door langdurig drogen in een heteluchtdroger. Dat alles is nu geautomatiseerd, met bovendien minder risico op fouten.’ Eenmaal gereinigd gaan de producten direct vanuit de EcoCcore door een tunnel richting de klasse 5-cleanroom voor een eventuele bake-out, waarna een medewerker ze controleert en ‘cleanroom’ verpakt. Vervolgens zorgt RVS Clean ervoor dat de producten naar de klanten worden gebracht. Van de Ven: ‘We doen het liefst zo veel mogelijk zelf. Ook het transport, zodat we grip houden op ons proces.’

JUISTE MINDSET Acht van de bijna dertig medewerkers van RVS Finish werken bij RVS Clean. Net als hun collega’s krijgen ook zij hun interne en externe trainingen, vertelt Van de Ven. ‘Wat mag wel bij cleaning, wat niet? Wat reinig je waarmee? En hoe weet je wanneer je wat moet doen? Die kennis is onmisbaar en laten we het liefst zo breed mogelijk landen binnen het bedrijf. Daardoor kunnen onze mensen bij Finish én Clean aan de slag en gaan we flexibel om met onze orderstromen.’ Overigens, zo benadrukt Brouwers, vraagt écht clean ook om de juiste mindset bij de klant. ‘Olie en vingerafdrukken: we krijgen ze er voor grade 2 niet uit. Vandaar onze ingangscontrole wanneer

producten hier binnenkomen. En vandaar dat we klanten geregeld aangeven dat voor het gewenste resultaat ook hun bijdrage nodig is.’

DRIE HALLEN ERBIJ RVS Clean bevindt zich met een kleinere hal recht tegenover RVS Finish. Wat krapper behuisd dan aan de overkant, al komt daar binnenkort verandering in. Immers, met de verhuizing van

‘DE OMZET VOOR GRADE 4 GROEIT NU ZELFS EVEN HARD ALS DIE VOOR GRADE 2’

zusterbedrijf Bax Metaal zijn er voor RVS Finish drie hallen en daarmee zo’n 2.800 vierkante meter bijgekomen. Eén ervan is in gebruik genomen voor het Sublimotion-straalproces van RVS, in een tweede komt binnenkort RVS Clean. En in de overige 900 vierkante meter? De kans is groot dat cleaning ook daar nog een plek krijgt, stelt Brouwers. ‘De mogelijkheden groeien, bedrijven weten dat ze ook voor de cleaning van hun com-

plexe modules hier terechtkunnen. Bovendien besteden klanten hun opdrachten voor grade 4 hier alsnog uit. Ze rijden immers toch hierheen, en vaak kunnen wij het sneller en goedkoper dan zijzelf.’ De omzet voor grade 4 groeit nu zelfs even hard als die voor grade 2, zegt Brouwers, wat volgens hem flink optelt bij de totale omzet voor RVS Finish. ‘Ik verwacht dat we dit jaar richting 3 miljoen euro gaan, een derde meer dan vorig jaar.’ Toch is groei niet het doel, zo benadrukt hij. ‘Zie het eerder als een gevolg van de wil om gewoon de beste te zijn. En dat ook te laten zien.’

BLIK VAN BUITENAF Voordat Brouwers bij RVS Finish aan de slag ging, werkte hij zo’n twintig jaar in de bouw. Een andere wereld? ‘Nauwelijks, hoe gek dat ook klinkt. Ook in de bouw moet het kloppen, ook daar moet het product op tijd af zijn. Vertrouwen, eerlijkheid, het goede gevoel bij de klant: het komt allemaal op hetzelfde neer.’ Van de Ven hoort Brouwers’ woorden instemmend aan. ‘Voor mijn tijd in de maakindustrie werkte ik bij een drukkerij. Een andere omgeving, maar dezelfde structuren. Dat werkt verfrissend: juist voor de benodigde veranderingen is een blik van buitenaf waardevol. Je kijkt anders, ziet zaken breder. Hier heeft dat in elk geval goed uitgepakt.’

• www.rvsfinish.nl • www.rvs-clean.nl

december 2021

83


SERVITIZATION

BIJEENKOMST SERVITIZATION PLATFORM BIJ VMI GAAT DE DATA-DIEPTE IN

‘ZIT DE SLIMMIGHEID IN DE CLOUD, DAN VINDEN KLANTEN DAT ENG’ Predictive servitization – slimme diensten aanbieden op basis van big data – geldt als een grote belofte. Het Servitization Platform, een initiatief van het European Supply Chain Forum en Link Magazine, wil het thema voor de maakindustrie aanzwengelen. In november was de eerste live-bijeenkomst in twee jaar, bij machinebouwer VMI in Epe. Services zijn daar een groeiend onderdeel van het portfolio, maar big data geven nog wel uitdagingen. ‘Als er een slimmigheid in de machine zit om die beter te laten presteren, dan vinden klanten dat prachtig. Zit die gizmo erbuiten, dan vinden ze dat eng.’ DOOR HANS VAN EERDEN

E

rik Lapré, vice president global services van VMI, trapt af met een korte presentatie over het bedrijf (zie kader). Dat wil marktleider zijn en streeft daarvoor naar de optimale oplossing voor het productieproces van klanten. ‘Aan de voorkant van de techniek loop je echter het risico dat er een groeiende kloof met je klanten komt. De acceptatie door de markt komt dan in gevaar.’ Arjan Ester van Aebi Schmidt herkent dat. ‘Wij hebben onze missie veranderd en de focus verschoven van technologie naar gebruik door de klant.’ Het bedrijf, bekend van zijn zoutstrooiers en straatveegmachines, wil nu de prestaties van klanten verbeteren – en zet daarvoor veel services in; Aebi Schmidt behaalt al bijna de helft van zijn omzet uit dienstverlening, meldt Esters collega Joost Sterenborg. De missie van VMI ligt nu in hetzelfde straatje, aldus Lapré. ‘Wij willen onze klanten succesvol maken met innovatieve technologie en ook excellente service leveren.’

BUSINESSMODEL VOOR SERVICES Inmiddels heeft VMI een uitgebreid serviceportfolio opgebouwd, zoals voor training. ‘Dat wordt

steeds belangrijker’, zegt Lapré. ‘Het tekort aan technisch geschoolde mensen neemt almaar toe, terwijl de technische vooruitgang doorgaat. Dus moeten we intern en bij klanten steeds meer training verzorgen.’ Die voortschrijdende techniek drijft ook de interesse in de service Upgrades & Retrofits. ‘Een machine compleet vervangen door een nieuwere is voor onze klanten vaak geen rendabele optie.’ Tot slot biedt VMI diverse diensten rond beheer en onderhoud, waaronder contracten en adviezen over groot onderhoud en revisie. Deze diensten passen in de voorzichtige stappen die VMI nu richting predictive servitization gaat zetten. Lapré: ‘Als je met meer data de performance van de klant kunt verbeteren, is dat natuurlijk schitterend. Als dat voor de klant zin heeft, heeft het ook zin voor ons als machinebouwer. De eeuwige discussie is wel of de klant het zelf wil doen, bijvoorbeeld zelf alle data analytics uitvoeren, of dat hij dat allemaal aan ons gaat uitbesteden. Meestal ligt het ergens in het midden: wij verrijken de data die onze machines bij de klant genereren, de klant komt zelf op basis van de analyse in actie.’ Deze discussie speelt ook bij fabrikant van eierverwerkingsmachines Moba, zegt Mike Burgers. ‘Wij denken na over ons businessmodel voor dergelijke services. Er is onderscheid in klanten: ze doen het zelf, willen het met ons doen of worden ontzorgd. Maar wat verkoop je dan: de analysemogelijkheid of de uitkomst van de analyse als een service? Wanneer voeg je het meeste waarde toe en verdien je er zelf ook nog aan?’

OPERATOR IN SIMULATOR Erik Lapré (VMI): ‘Onze service Remote Guidance heeft vorig jaar z’n waarde bewezen.’

84

december 2021

Lapré is optimistisch over de klantvraag naar services. ‘Met de nieuwe technologische ontwik-

• ‘Wat verkoop je: de analysemogelijkheid of de

uitkomst van de analyse als een service?’ • ‘Met de nieuwe technologische ontwikkelingen

komt de klant op een punt dat hij het zelf niet meer kan.’ • ‘Als de klant data afstaat, krijgt hij van ons korting op support en remote ondersteuning.’ • ‘Het begint met het bepalen wat van waarde is.’

kelingen komt de klant op een punt dat hij het zelf niet meer kan. Bijvoorbeeld omdat ook bij alle mechanica voor machines tegenwoordig software hoort. Er zijn refreshers nodig en dan is er ook nog altijd verloop in bedrijven, waardoor nieuwe mensen hun certificering moeten halen.’ Over nieuwe ontwikkelingen gesproken: het afgelopen anderhalf jaar heeft VMI vanwege Covid19 veel machine-installaties op afstand moeten uitvoeren, meldt Lapré. ‘Wij bieden daarvoor de service Remote Guidance. Onze mensen ondersteunen op afstand de medewerkers van de klant, die soms met smart brillen zijn uitgerust. Dat

‘JE MOET DE DATA OMZETTEN NAAR WAARDE VOOR DE KLANT’

heeft vorig jaar z’n waarde bewezen. De klant zag wat er allemaal mogelijk was en dat helpt ons nu in de onderhandelingen over dit soort digitale services.’ Een ander gevolg van technologische ontwikkeling, zoals automatisering, is dat steeds meer op de automatische piloot gebeurt. Een piloot van vlees en bloed doet het grootste deel van zijn werktijd niks, wacht tot hij moet ingrijpen en heeft dus geen on-the-job-training. Daarom moet hij offline, in een vluchtsimulator, trainen. Het geldt volgens Lapré tegenwoordig ook voor een machine-operator, die bij de vol-automatische machines van VMI meer een procesmanager is geworden. Dus ziet Lapré aanknopingspunten voor nieuwe servicemogelijkheden, zoals training in een ‘simulator’ van


VMI. Rob Steens van achtbaanbouwer Vekoma herkent het fenomeen en vult aan: ‘Hoogopgeleide mensen, wachtend tot er iets fout gaat, vervelen zich snel.’ Dus vertrekken ze en komen er snel nieuwe mensen op hun post, wil hij maar zeggen, en die moeten ook weer worden getraind.

IMPOSANTE MACHINES Vervolgens is begin november in Epe van verveling geen sprake bij de rondleiding door de fabriek van VMI. De De discussie bij VMI. Foto’s: Gonny van Duinen manager van de projectenafdeling, Martijn Jalving, geeft bij de imposante MAXX- en MILEXX-machines dataplatform, reageert Janszen. ‘Vier jaar geleden enthousiast uitleg. Beide machinetypes zijn volleek een eigen MES voor ons interessant, nu automatisch; ze werken zoveel mogelijk volgens vraagt de klant vooral of ons dataplatform het ‘hands off, eyes off’-principe. Procesbewaking integreert met zijn bestaande MES.’ gebeurt met tal van sensoren, waaronder de nodige camera’s voor vision, terwijl met barcodes OPENER MET DATA DELEN of rfid-chips tracking & tracing van ingangsOm data-uitwisseling mogelijk te maken, heeft materiaal en eindproduct mogelijk is. Vekoma ervoor gekozen om zelf een assetmanaTerug op ‘kantoor’ opent Kees Janszen de discusgementsysteem te ontwikkelen; de beheerder van sie met een presentatie over VMI’s ‘reis’ naar een attractiepark kan daaraan de achtbanen van predictive servitization. In Industrie 4.0 is een Vekoma en systemen van andere leveranciers belangrijke rol weggelegd voor de productiebekoppelen. Rob Steens: ‘Het gaat om voorspelbaarsturing met MES (manufacturing execution heid in de operatie van zo’n park en een mooie system), dat met steeds meer data werkt. Wil een uptime van de attracties, om uiteindelijk de machinebouwer meer datagebaseerde services mensen plezier te laten beleven aan ons product. bieden, dan zou hij misschien zelf een MES-sysDat lukt je alleen als je kunt communiceren en teem moeten ontwikkelen, oppert Janszen. ‘We data kunt delen. Onze klanten zijn daar al opener kunnen wel een MES-systeem gaan maken, maar in geworden.’ Voor Vekoma rest dan één vraag, kunnen wij dat ook verkopen en supporten? aldus Kaj de Vries: ‘Welke data houden we voor Het speelveld van Industrie 4.0 ligt buiten onze onszelf en welke stellen we beschikbaar voor het comfortzone. Is dat voor jullie herkenbaar?’ assetmanagementsysteem van de klant?’ Moba heeft een dataplatform in de cloud, meldt Mike Burgers. ‘Het was wat zoeken, maar we OPEN VERBINDING ENG hebben een weg gevonden. Doorontwikkeling en Het koppelen en integreren van systemen is uitbreiding van features gaan we in de komende overigens nog geen vanzelfsprekendheid, zeker jaren realiseren.’ Ook VMI gaat nu voor zo’n niet wanneer een online verbinding continu

‘openstaat’. Janszen: ‘Als er een slimmigheid, een gizmo, in de machine zit om die beter te laten presteren, dan vinden klanten dat prachtig. Zit die gizmo erbuiten (in de cloud bijvoorbeeld, red.), dan vinden ze dat eng.’ En niet alleen de klant vindt die continue verbinding eng, vult René Smits van Vekoma aan. ‘Ook onze softwareafdeling is er huiverig voor, want als er onverhoopt een ongeluk gebeurt, kan dat dan aan die verbinding liggen? Het kan moeilijk zijn om aan te tonen dat het niet zo is. Oftewel, wie is er schuldig? We testen nu een oplossing die deze onduidelijkheid moet voorkomen.’ En anders is privacy wel een issue, zoals bij RR Mechatronics. ‘Onze instrumenten staan bijvoorbeeld in ziekenhuizen’, zegt Verena Blokker. ‘Wij zijn al blij als we data krijgen, bijvoorbeeld error logs. Ze zijn daar heel streng op de privacy van de patiënt.’ VMI heeft nog geen doorlopende online verbinding met zijn machines bij de klant, meldt Lapré. ‘We moeten nu inbellen bij een incident. Maar als de performance van onze machines afhangt van de machines die in de lijn ervoor en erna komen, dan moeten die machines met elkaar kunnen communiceren, bijvoorbeeld op MES-niveau.’

WAARDE UIT DATA

BANDENPRODUCTIEMACHINES EN MEER VMI, van 1945, is uitgegroeid tot een internationale machinebouwer voor uiteenlopende markten. Het bedrijf telt momenteel 1.600 medewerkers, van wie 900 op het hoofdkantoor in Epe. Er zijn negen vestigingen op vier continenten. VMI bouwt machines voor het produceren van banden voor personenauto’s en vrachtwagens, het verpakken van pillen, het wassen van blikjes en het maken van (katoenen) verzorgingsproducten. Voor bandenproductiemachines is VMI de wereldmarktleider, met productiesites en servicecentra in Nederland, Duitsland, Polen, de VS, Brazilië, China, Maleisië, Thailand en Rusland. Het bedrijf legt zich toe op innovatie (5 procent van de omzet naar r&d) en Industrie 4.0, om machines te bouwen die de hoogste kwaliteit

en productiviteit leveren. De toppers in het portfolio zijn de MAXX (voor personenautobanden; elke 33 seconden één, ruim 2.000 per dag) en de MILEXX (voor vrachtwagenbanden; bijna 700 per dag). In een lange procesketen met veel voorbewerking van de verschillende materialen maken de VMI-machines een basisproduct. Vervolgens bewerkt een pers dat tot een herkenbare band met profiel. Een moderne, grote bandenfabriek is een gigantisch complex, dat een investering van honderden miljoenen euro’s vergt: in zo’n complex staan typisch vier tot zes VMI-machines van elk enkele miljoenen euro’s.

• www.vmi-group.com

Voor menig machinebouwer is de vraag dus nog hoe hij klanten kan verleiden om hem toegang te geven tot de data in de machine. Voortman Steel Machinery vindt dat het klanten iets moet teruggeven voor het afstaan van data. ‘Wij zitten in een digitale transformatie en hebben servitization opgenomen in onze roadmap’, meldt Frank Scherphof. Daar hebben wij data voor nodig. Als de klant die afstaat, krijgt hij korting op support en remote ondersteuning.’ Moba biedt een benchmark aan, zegt Mike Burgers. ‘Klanten kunnen hun performance en kpi’s benchmarken aan anonieme data van de collega’s die met hun machines – 250 in totaal nu – ook op ons iMoba-platform zitten.’ Maar het blijft lastig, aldus VMI’s Jeroen Slobbe. ‘Wij zitten in een conservatieve markt, waar de LEES VERDER OP PAGINA 87

december 2021

85


ALLES WAT JE NODIG HEBT OP ÉÉN ADRES. Grote producten reinigen van 1500 kg? Enorme volumes slijpen & stralen in korte tijd? Cleanroom reinigen tot Grade 2? Of op zoek naar een EHEDG gecerti ceerd straalproces zoals Sublimotion? Geen probleem voor de grootste totaalleverancier voor oppervlaktebehandeling. Op onze werkvloer van 8.000 m2 behandelen en reinigen we de grootste uitdagingen. Inclusief volledige automatische slijp- en straalprocessen. De beste behandeling vind je bij RVS Finish en RVS Clean.

RVSFINISH.NL

86

december 2021

RVS-CLEAN.NL


VERVOLG VAN PAGINA 85

macht bij andere partijen ligt en niet bij ons. De complexiteit is dat we met dilemma’s zitten bij de ontwikkeling van een businessmodel, naast de technische uitdagingen rond het verzamelen van data en daar waarde van maken.’ Ook daar ligt nog een grote uitdaging voor de machinebouwer, weet Hans Jacobs van waterkwaliteitspecialist Spirotech. ‘Je moet de data omzetten naar waarde voor de klant.’ Sterenborg van Aebi Schmidt: ‘Op basis van de technische data uit bijvoorbeeld de zoutstrooier kunnen wij betere service leveren, maar uiteindelijk willen we de klant strooibeslissingen adviseren op basis van de performancedata.’ Bij Moba beginnen ze nu ook met technische data verzamelen, vertelt Burgers, bijvoorbeeld over standtijden en bewegingen in hun installatie, om op basis daarvan predictive maintenance

te kunnen uitvoeren. Maar interessanter is het natuurlijk de klant te informeren over zijn performance en trends die zich daarin aandienen, zoals over een ziekte die zijn kippen hebben. ‘Wij leveren al producten die gebruik maken van artificial intelligence en camerabeelden. Dat levert veel data op, maar het begint met het bepalen wat van waarde is. Wat wil je precies weten?’ Met een plaatje is dit nog te doen, maar met meerdere één- of tweedimensionale data wordt dit al lastiger. Een beeld zegt meer dan duizend woorden. De uitdaging om met AI of machine learning waarde te halen uit deze data, is dan nog wat groter. ‘AI met beelden werkt goed’, beaamt Néomie Raassens van het ESCF. Maar waarom vanuit die bak data werken, vraagt ze zich af. ‘Je weet toch wat belangrijk is?’ Bovendien, is het wel haalbaar om zoveel data in de cloud op te slaan, tekent Frank Scherphof aan. ‘Opslag, beheer en toegankelijkheid van data zijn ook niet gratis.’

DATA-GOUD DELVEN

Mike Burgers (Moba): ‘Wat verkoop je: de analysemogelijkheid of de uitkomst van de analyse als een service?’

De technische data uit een complexe machine zijn niet alleen big maar ook zeer divers. Het brengt Kees Janszen tot de vraag: ‘Hoe als systeemintegrator om te gaan met al die modules waarvoor de betreffende leverancier zijn eigen smart services aanbiedt? Veel leveranciers hebben een eigen oplossing voor bijvoorbeeld zero downtime.’ Klanten en machinebouwers willen een integrale oplossing, aldus Mike Burgers. ‘De informatie moet worden geconsolideerd door de machinebouwer.’ Er valt veel data-goud te delven, concludeert Janszen. ‘Het verzamelen en analyseren van informatie uit complexe assemblagemachines is betrekkelijk nieuw. Het levert direct informatie op die je kunt gebruiken voor verbeteringen in

Kees Janszen (VMI): ‘Er valt veel data-goud te delven.’

het ontwerp. Er zijn grote verwachtingen over het gebruik van machine learning, maar een model moet wel worden getraind, onderhouden en gevalideerd, wat nieuwe expertise vereist van systeemintegrator en eindklant.’ De vraag blijft of al die data nodig zijn, zegt Burgers. ‘Je moet eerst een criticaliteitsanalyse doen.’ Die benadering volgt VMI ook, vertelt Lapré tot slot. ‘We gaan niet zomaar bottom-up een data lake, of ocean, vullen met data uit de machine. Op basis van criticaliteit starten we nu met drie verbeterprojecten, waarin we met advanced diagnostics meetbaar de performance van machines willen verbeteren. Daarvoor hebben we top-down een analyse van de alarmlogs gedaan. In de top-vijf van machineproblemen zit de pijn voor de klant. Dat geeft richting voor verbetering en daar kan voor ons de business case zitten. Volgend jaar doen we een pilot met een machine in Epe, daarna gaan we on-site bij klanten aan de slag.’

BETROKKEN BEDRIJVEN Het Servitization Platform is in 2019 opgericht door Link Magazine en het European Supply Chain Forum (ESCF) van de TU Eindhoven (TU/e). De huidige leden zijn Tembo Group, Voortman Steel Group, Lely, ASML, Vekoma, Moba, Spirotech, VMI, AB InBev en Shell. Als kennisinstelling participeert, naast de TU/e, JADS (Jheronimus Academy of Data Science) in Den Bosch. Bij het ESCF ligt de coördinatie van het platform in handen van onderzoeksdirecteur servitization Néomie Raassens (universitair hoofddocent servitization & innovation sourcing aan de TU/e) en network orchestrator servitization John van Ginkel (uitgever Link Magazine). Met het platform moet bewustwording ontstaan over de potentie van servitization als enabler voor continuïteit en winstgevende groei. Servitization is de transitie van producten verkopen naar product-servicesystemen (serviceoplossingen) leveren en onderhouden. Het open platform biedt koplopers de gelegenheid om kennis te delen en tot concrete actieplannen te komen. Een hulpmiddel daarbij is een servitization readiness scan. Die is ontwikkeld door JADS en maakt inzichtelijk wat bedrijven met voorrang moeten oppakken om de stappen in servitization te zetten die passen bij hun proces, product en markt.

Aan de bijeenkomst bij VMI deden mee: VMI, Epe: - Kees Janszen, programmamanager smart manufacturing - Erik Lapré, vice president global services - Jeroen Slobbe, coo Aebi Schmidt, Holten, leverancier van intelligente oplossingen voor het behandelen en beheren van bedrijfskritische infrastructurele en agrarische gebieden: - Arjan Ester, voorzitter raad van bestuur en voormalig ceo, daarnaast mede-initiatiefnemer van spin-off Spearteq, dat oem’ers een laagdrempelig digitaal platform voor servitization wil bieden - Joost Sterenborg, hoofd groep solution development Moba, Barneveld, fabrikant van machines voor het sorteren, verwerken en verpakken van eieren: - Mike Burgers, hoofd customer care & service digitization RR Mechatronics, Zwaag, ontwikkelaar en producent van nauwkeurige IVD medische analyse-instrumenten voor hematologie: - Verena Blokker, supportmanager

Spirotech, Helmond, ontwikkelaar en producent van oplossingen voor waterkwaliteit in industriële en klimaatsystemen: - Hans Jacobs, coo Vekoma, Vlodrop, ontwikkelaar en fabrikant van achtbanen en andere attracties: - René Smits, unitmanager field services - Rob Steens, divisiemanager parts & services - Kaj de Vries, unitmanager engineering vestiging Breda Voortman Steel Machinery, Rijssen, ontwikkelaar en producent van CNC-gestuurde bewerkingsmachines voor staalbouw en maakindustrie: - Frank Scherphof, directeur operations

(informatieplatform) • j.n.v.ginkel@tue.nl www.escf.nl • www.aebi-schmidt.com • www.moba.net • www.rrmechatronics.com • www.spirotech.com • www.vekoma.com • • www.voortman.net

december 2021

87


REMMERS BOUWGROEP ONTWIKKELT VERDER! Wij ontwikkelen uw bouwplannen tot in het kleinste detail. Nog geen grond gevonden? Wij helpen u aan een geschikte loca e!

Verder praten? T • 013 572 93 00 www.remmersbouwgroep.nl

T

O K E

P O


PRODUCTIETECHNIEK

PHOENIX 3D METAAL REALISEERT HIGH-END DESIGN EN VERLAAGT DE TOTAL COST OF OWNERSCHIP

MACHINE- EN APPARATENBOUWERS OMARMEN RUBBERPERSTECHNIEK In Brainport-regio vormt een scala aan metaalbedrijven het fundament van de metaalsector in Nederland. Ieder bedrijf heeft zijn specifieke expertise in huis. De gemeenschappelijke deler is meestal plaatbewerking. Phoenix 3D Metaal voelt zich daar prima op zijn plek. De specialist in plaatwerk pakt het net iets anders aan dan collega-bedrijven: met rubberpersen. DOOR LUCY HOLL

P

hoenix 3D werkt voor zeer uiteenlopende sectoren en heeft klanten als Boon Edam, Kubota, HR Solar, Hyster Yale, RIONED, Sensys Gatso Group en VDL Groep. Het bedrijf is steeds op zoek naar vernieuwing. Dat leidde jaren geleden al tot het rubberpersen, een techniek die het Eindhovense bedrijf steeds verder heeft geperfectioneerd. Rubberpersen vindt zijn oorsprong in de luchtvaartindustrie en bestaat sinds 1935. Phoenix 3D Metaal optimaliseerde de techniek afgelopen decennia. Bij rubberpersen wordt letterlijk een rubberkussen gebruikt om metaal te vormen. Phoenix 3D heeft twee rubberpersen van 3.500 ton en één rubberpers van 8.000 ton staan.

STABIEL ‘Wat destijds helemaal nieuw was, is voor ons nu vanzelfsprekend. Processen zijn stabiel en goed te voorspellen met simulatiesoftware’, aldus Bernard van der Poel, directeur en mede-eigenaar van

RUIM ZESTIG JAAR OUD Phoenix 3D in Eindhoven is sinds 1960 specialist in plaatwerk en verandert sinds 1998 metalen platen in 3D-eindproducten met een high-end uitstraling. Sinds 2017 vormen Jan-Willem van Hooft en Bernard van der Poel het management van Phoenix 3D Metaal. Ze willen samen met hun medewerkers de wereld kennis laten maken met de grote mogelijkheden van rubberpersen. Phoenix 3D heeft veel geïnvesteerd afgelopen jaar. Zo werd bijna het complete machinepark vernieuwd. Van der Poel in een eerder interview in Link Magazine: ‘We willen onze klanten zo goed mogelijk bedienen. Juist onze investeringen houden de productprijs zo laag mogelijk. Dat kan alleen met up-to-date technologie, waarmee we de klant laten zien dat we elke opdracht aankunnen.’

• www.phoenix3dmetaal.com

Phoenix 3D Metaal. Hij noemt rubberpersen ‘goud’. ‘De rubberperstechniek levert enorme voordelen op voor machine- en apparatenbouwers bij series van pakweg 200 tot 3.000 machines per jaar. De voordelen zijn groot. Denk aan de kleine series, de lage gereedschapskosten, het high-end design en de total cost of ownership van het (half)fabricaat dat we uiteindelijk opleveren.’

NIET IN OPLEIDINGEN De techniek is niet onbekend, maar tegelijkertijd verre van bekend. Rubberpersen is simpelweg niet de standaard binnen de plaatbewerkingsindustrie. Die relatieve onbekendheid kan Jan-Willem van Hooft, eveneens directeur en mede-eigenaar, wel verklaren. ‘Het begint bij de technische opleidingen. De techniek komt simpelweg niet aan bod in het lesprogramma, behalve in luchtvaartgeoriënteerde studies. Sluimerend wordt nog steeds gedacht dat rubberpersen beperkt toepasbaar is. Maar dat klopt echt niet.’

Producten gemaakt met de rubberperstechniek. Foto’s: Phoenix 3D

UITSTRALING

GAT OPVULLEN

Van Hooft: ‘Met breed toepasbaar doelen we op een onlosmakelijk met elkaar verbonden drieeenheid binnen de rubberperstechniek: design, functionaliteit en kosten. Een engineer handelt vaak kostengedreven, terwijl een salesmanager het product graag een high-end uitstraling mee wil geven vanwege het gewenste onderscheidend vermogen. Met rubberpersen maken we een beter verkoopbaar en waardevoller product, vaak als onderdeel van een machine of apparaat, door op alle aspecten te letten.’ Ofwel: ‘Tegen gelijke of lagere kosten heb je dankzij rubberpersen een product dat voldoet aan alle gewenste functionaliteiten maar veel beter smoelt. Of je hebt een product met de gewenste high-end uitstraling tegen gelijke of lagere kosten met ook nog eens meer functionaliteit.’

De expertise binnen Phoenix 3D Metaal reikt verder dan enkel het vervormen van metaal door gebruik te maken van de rubberperstechniek. Er is ook veel kennis en kunde in huis op het gebied van productontwerp, maakbaarheid, functionaliteit en kostenoptimalisatie. ‘Met de rubberperstechniek vult Phoenix 3D het gat op tussen de ‘recht-toe-recht-aan’, conventionele technieken en de dieptrektechniek met hardtoolings’, aldus Van der Poel en Van Hooft. Die laatste techniek biedt veel voordelen, maar is alleen geschikt wanneer het gaat om grote series. Bij conventioneel dieptrekken geldt: zeer hoge gereedschapskosten, maar lagere variabele kosten. Bij rubberpersen zijn die variabele kosten hoger omdat de procestijden langer zijn. ‘De initiële investering in gereedschap is echter extreem laag.’

december 2021

89


AUTOMATISERING

PILZ BIEDT SERVICEPAKKET VOOR TOENEMEND AANTAL BEDRIJVEN MET BESTUURDERLOZE TRANSPORTVOERTUIGEN

MOBIELE ROBOT OP DE WERKVLOER VRAAGT AANDACHT VOOR VEILIGHEID Op steeds meer productielocaties rijden ze rond: automatic guided vehicles (agv’s). Ze maken logistieke processen compleet anders. Medewerkers op de werkvloer moeten eraan wennen, ook moeten de agv’s 100 procent veilig zijn. Pilz, wereldwijd technologieleider in veilige automatiseringstechniek, helpt productiebedrijven daarom bij de aanschaf en ingebruikname van alle mogelijke soorten automatische voertuigen voor intralogistiek. ‘Het zijn toch robots die je in huis haalt.’

NIEUWE NORM Vanzelfsprekend zijn er allerlei regels en normen. Wie autonome bestuurderloze transportvoertuigen of complete systemen (met meerdere voertuigen) ontwerpt en bouwt, moet de ISO 3691-4richtlijnen naleven. Die ISO-norm definieert de veiligheidseisen en bepaalt hoe de validatie van geautomatiseerde functies van de voertuigen moet verlopen. Ook beschrijft de norm de vereiste prestaties voor onder meer de diverse bedrijfsmodi en rembesturing. De nieuwe ISO-norm was hard nodig door de snelle technologische ontwikkelingen, bovendien is de bestaande EN 1525:1997 alweer 24 jaar oud. De nieuwe norm is uitgebreider en specifieker, vooral ook als het op de integratie met de werkvloer aankomt. Daarnaast bevat de nieuwe norm eisen voor de onderneming die agv’s in haar processen inzet. Dan gaat het bijvoorbeeld om een goede zone-indeling op de werkvloer. In Europa vult de norm EN 1175:2020 de ISO-norm voor agv’s aan. Die Europese norm gaat vooral dieper in op elektrische aspecten.

INTERESSANTE MARKT

Mens en machine moeten probleemloos en zonder gevaren in dezelfde omgeving kunnen functioneren. Foto: Pilz

DOOR LUCY HOLL

B

edrijven die investeren in een agv-systeem overzien niet altijd de vele consequenties voor de werkvloer en wat er zoal nodig is. Ze geven hun leverancier bijvoorbeeld een plattegrond van de productielocatie, waarna er een tijd overheen gaat voordat het systeem geleverd wordt en het daardoor allemaal niet meer matcht. Of ze verwachten dat minder heftrucks met chauffeurs op de werkvloer vanzelf tot minder (grote of kleine) ongelukken leiden. Waarna er een agv rijdt die misschien veel te abrupt stopt, zodat de hele lading eraf vliegt. Het kan ook zijn dat robots automatisch naar

90

december 2021

oplaadpunten rijden en argeloze medewerkers enorm laten schrikken. Kortom, er kan van alles misgaan, zegt Maurice Rijnders, safety consultant bij Pilz in Vianen. ‘Een agv kan op centimeters nauwkeurig rijden. Dus kunnen mensen denken dat zo’n voertuig ook niet veel ruimte nodig heeft. Maar het is wél een heftruck die uitgebreid moet kunnen manoeuvreren. Sommige agv’s vervoeren dozen kunststof spuitgietdelen, andere twintig ton aan vracht. Als een agv die wil afzetten of doorgeven, of moet samenwerken met een mens, vraagt dat veel qua veiligheid.’ Stel dat ergens op de werkvloer een pallet vol onderdelen wordt vervoerd, hoe voorkom je dan dat iemand ingesloten wordt?

Er komen intussen steeds meer agv-leveranciers. Sommige zijn inmiddels zeer ervaren en leveren goede machines. Maar er zitten ook beginners tussen die een interessante markt ruiken, aldus Rijnders. De materie is complex en daarom heeft Pilz een servicepakket ontwikkeld voor industriële bedrijven. Experts kijken mee, vanaf het moment van het ontwerp en de koop van agv’s tot en met het regelmatig opnieuw controleren als de robots rondrijden op de werkvloer. Rijnders: ‘De aanschaf, bouw en introductie is vaak een samenwerking tussen meerdere partijen. De agvleverancier ontwerpt en assembleert een systeem, de klant heeft bepaalde eisen, er is andere IT in het spel: systemen moeten met elkaar kunnen praten en de juiste informatie opleveren.’ Het servicepakket van Pilz voor het veilig gebruik van automatische transportsystemen omvat een


aantal onderdelen. Zo is er om te beginnen het design risk assessment. ‘We doen een risicobeoordeling aan de hand van de ontwerptekeningen van de agv-leverancier. Er is dan nog niets gebouwd voor een klant. We kijken naar de constructiekenmerken en controleren het ontwerp op de naleving van wettelijke normen en voorschriften. Wat zijn aandachtspunten? Zijn mogelijke risico’s afgedekt? Remt de agv op tijd, en remt hij niet te snel? Bij zowel nieuwkomers op de markt als ervaren leveranciers kunnen we op tekortkomingen stuiten, omdat er altijd klantspecifieke zaken aan zo’n agv zitten. Ik ben ook wel eens een leverancier tegengekomen die een stuk goedkoper dan de concurrentie leverde, maar waarbij het veiligheidssysteem van de machines niet voldoende betrouwbaar bleek.’ De klant ontvangt van Pilz een reviewrapport en ziet meteen wat noodzakelijk of aan te bevelen is om de veiligheid van een agv te verhogen of de toekomstige productiviteit op de werkvloer te verbeteren.

CULTUUR OP DE WERKVLOER Vervolgens is er de factory acceptance test (FAT), een gedetailleerde analyse van de belangrijkste veiligheidsfuncties van een kant-en-klare agv. Rijnders: ‘Dan hebben we het over uitgebreid testen op de productievloer of in het magazijn. De agv komt daadwerkelijk in actie bij de klant. Het is vaak een mobiele machine van behoorlijke omvang die het werk heel anders maakt dan voorheen. We zien soms rare dingen. Zo heb ik wel eens meegemaakt dat medewerkers afname-

testen saboteerden: wellicht waren ze tegen die automatische voertuigen. Anderen rommelen met scanners, of snijden de agv de pas af met een heftruck. Dat kan best gevaarlijk zijn. Zo’n afnametest maakt duidelijk wat wel en niet aan de robot ligt in bepaalde lokale omstandigheden.’ Bij sommige bedrijven rijden al meer dan twintig

‘HET IS VAAK OOK EEN KWESTIE VAN CULTUURVERANDERING’

test hem’, zegt Rijnders. ‘Maar dan gaat de robot naar de klant, die wil dat de machine toch alsnog net wat sneller rijdt of bijvoorbeeld zijn vork alvast omhoog doet tijdens het rijden. Alle aangebrachte wijzigingen moeten heel goed bijgehouden worden in het veiligheidssysteem. Het uiteindelijke gebruik bij de klant kan alsnog de veiligheidsgraad verlagen. Vaak is het een discussie over prestatie versus veiligheid: niet zelden is er echter een gulden middenweg.’ Pilz kijkt objectief: voldoet alles aan de normen, is de veiligheid gegarandeerd bij een bepaalde toepassing in een bepaalde productieomgeving? ‘Als een klant ons om een review heeft gevraagd en er ontstaat een conflict over details tussen klant en toeleverancier, zal die laatste niet blij met ons zijn. Maar het kan ook zijn dat we de leverancier gelijk geven.’

RUBBEREN BANDEN jaar agv’s rond, daar zijn mensen het gewend. Maar als het helemaal nieuw is, hoe reageren medewerkers dan, hoe werken ze ermee? ‘Je kunt niet alle risico’s afdekken of op de robot afschuiven. Het is vaak ook een kwestie van cultuurverandering. Willen mensen ermee werken?’ Pilz geeft bij de FAT weer allerlei noodzakelijke en aanbevolen maatregelen aan.

GULDEN MIDDENWEG Snelheid is ook een belangrijke factor, de lading van een agv heeft invloed op de remweg en andersom. ‘Een leverancier bouwt een model en

Pilz doet desgewenst ook site acceptance tests: risicobeoordelingen en controles van agv’s en complete systemen die al in gebruik zijn. Waar worden ze toegepast, is de omgeving ervoor ingericht, is er iets veranderd, kloppen de veiligheidsvoorzieningen nog? Bovendien zijn er trainingen voor medewerkers op de werkvloer: waar moeten ze rekening mee houden nu er robots voor de intralogistiek in gebruik zijn? Rijnders: ‘Schroef geen meterkast aan de muur of zet geen schoonmaakkarretjes op een route waar agv’s rijden. Het gaat vaak om heel praktische maar essentiële zaken.’

• www.pilz.com/nl-NL

CHANGING THE GAME OF MECHATRONICS INNOVATING TOGETHER Wij werken volgens ons unieke V² model waarbij product- én productieontwerp synchroon lopen en tijdens het ontwikkelproces continu op elkaar worden afgestemd. Zo ontwikkelen wij mechatronische producten die seriematig reproduceerbaar en betaalbaar zijn én snel in de markt kunnen worden gezet.

FIND OUT MORE AT MTAGROUP.NL

december 2021

91


BEDRIJFSHUISVESTING

HEEMBOUW SPEELT MET INTEGRALE AANPAK IN OP SCHAARSTE AAN GROND EN ENERGIE

‘OVER TWEE JAAR BOUWEN? DAN IS HET NU TIJD VOOR ACTIE!’ Grond is schaars in Nederland. Ook voor bedrijven. Bovendien, als er al ergens plek is om te gaan bouwen, dan is het de volgende vraag hoe het ervoor staat met de lokaal benodigde energiecapaciteit. Een goede voorbereiding is dan ook een must, zo stelt Heembouw, dat ontwerpen en bouwen bundelt in één organisatie en met die integrale aanpak de klant zo vroeg mogelijk in het proces ondersteunt. Meerdere databronnen helpen daarbij, met name voor klanten in de maakindustrie. Want zo vaak verhuizen die niet. Dus is het eenmaal zover, dan moet het mede met het benodigde maatwerk van Heembouw wel kloppen. DOOR JAN BROEKS

H

et uitzicht reikt ver, vanaf de eerste verdieping in het eigen, door Heembouw zelf circulair ontworpen en nieuw gebouwde pand in Berkel en Rodenrijs. Molen De Valk pronkt als rijksmonument in het Zuid-Hollandse polderlandschap, met verderop aan de horizon de bebouwing van Delft. Kijkend in die richting zou je haast vergeten hoe rap het hier, op bedrijventerrein Oudeland aan de zuidwestrand van gemeente Lansingerland, de afgelopen tijd is gegaan. Heembouw realiseerde er drie jaar geleden een distributiecentrum, wat toen nog maar het tweede project was op Oudeland. Inmiddels staat het bedrijventerrein nagenoeg vol en was Heembouw bij nog zo’n zes projecten betrokken. En dat alles nadat de gemeente te veel gronden bezat en die moest afschrijven omdat niemand ze wilde, vertelt Marc Hilgersom, commercieel manager bij Heembouw. ‘Grondschaarste? Dat kun je wel stellen; de ontwikkeling heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen.’

meer dan ooit op het hart: over twee jaar bouwen? Onderneem dan nu actie! Overdreven is dat niet, zegt Jordy de Jong, senior ontwerpmanager bij Heembouw Architecten, het inhouse architectenbureau van Heembouw. Neem de verhuizing van die ene klant, in het oosten van het land. Het bedrijf is gespecialiseerd in lassen, wat de nodige impact heeft op het lokale elektriciteitsverbruik. ‘Toen duidelijk was naar welke locatie de klant wilde, zijn we direct gaan praten met de nutsbe-

december 2021

wanneer de vergunningen rond zijn.’ • ‘Een goede voorbereiding verdient zich terug.’ • ‘Oudere bedrijventerreinen zijn niet voor niets

ooit op die locaties ontwikkeld.’ • ‘Wij combineren wensen van bedrijven met

aspecten als milieu, energievoorziening en bereikbaarheid.’

wettelijk gezien ook de termijn is voor een vergunningstraject. Sneller lukt niet meer, wat alles te maken heeft met een tekort aan personeel.’

LEVERTIJDEN MONITOREN Tijdig anticiperen laat volgens De Jong en Hilgersom zien waar ze bij Heembouw voor staan. De ontwerpende bouwer, zo noemt het bedrijf zich, wat betekent dat het de rol van ontwikkelaar,

‘ALS MAAKBEDRIJVEN VERHUIZEN, MOET HET OP DE NIEUWE LOCATIE KLOPPEN’

drijven. Daarmee waren we niets te vroeg: de definitieve aansluiting was er uiteindelijk na twee jaar, een paar maanden nadat de nieuwbouw was opgeleverd.’ Een trend, volgens Hilgersom: ook al is er een locatie, dan nog kan er niet worden PRATEN MET NUTSBEDRIJVEN gebouwd vanwege energieschaarste. ‘EnergieTe weinig grond. Zoeken naar energieaansluitinbedrijven gaan met aansluitingen pas aan de slag gen. Om die redenen drukt Heembouw klanten wanneer er vraag is, terwijl de bouwwereld wacht totdat er voldoende energiecapaciteit is. Zo ontstaat een spanningsveld waar niemand baat bij heeft.’ Bovendien is schaarste op nog een ander vlak van toepassing, zegt De Jong. Een week of vijf en dan was een vergunningsaanvraag doorgaans wel behandeld. ‘Dat is veranderd. We merken dat gemeenten veel vaker uitkomen op acht weken, wat Een goede voorbereiding is meer dan ooit een must. Foto: Heembouw

92

• ‘Materialen komen pas naar de bouwplaats

architect en bouwer op zich neemt en daarmee heel bewust kiest voor een integrale aanpak. ‘Dat onderscheidt ons’, stelt De Jong. ‘We zijn er vanaf de keuze voor de locatie tot en met het monitoren van de processen in een pand en het optimaliseren van onderhoudstermijnen.’ Hilgersom: ‘Heembouw is dus meer dan alleen een aannemer. We starten elk nieuw traject met het inzichtelijk maken van de klantwensen en analyse. Waarna we – in het geval van een gewenste verhuizing – op zoek gaan naar de beste locatie. Hebben we die gevonden, dan volgt de engineeringsfase, met daarbij een kavelstudie en het aanvragen van vergunningen. En terwijl dat loopt, monitoren we onder meer de levertijden van benodigde materialen, die pas naar de bouwplaats komen wanneer de vergunningen rond zijn.’

VOORBEREIDING VERDIENT ZICH TERUG Is dat hele voortraject rond, pas dan wordt er gebouwd. En dat kan relatief snel gaan, zegt Hilgersom. ‘Soms al binnen vijf tot zes maanden. Een andere keer duurt het wat langer, afhankelijk van de omvang en functie van het pand.’ De Jong:


‘Een goede voorbereiding verdient zich in elk geval terug – en daar helpen wij bij. We willen dat de bouw soepel en snel verloopt. En dat de klant daardoor zo weinig mogelijk kosten heeft en in de nieuwe omgeving weer jaren vooruit kan.’ Zo’n doordachte voorbereiding is volgens Hilgersom bij uitstek van toepassing op bedrijven in de maakindustrie. ‘Zo vaak verhuizen die niet. Dus áls ze het doen, moet het op de nieuwe locatie kloppen. Toegespitst op hun specifieke proces, waarbij Marc Hilgersom (links) en Jordy de Jong van Heembouw, met op de achtergrond het circulair gebouwde pand van Heembouw in Berkel we meedenken over de toeen Rodenrijs. Het pand heeft een GPR-score van 8,8 en energielabel A+++. Foto: Sam Rentmeester passing van bijvoorbeeld lucht, water en gas in dat proces. En combineren die met eigen data. Denk aan onze wat te denken over de factoren buiten het pand? duurzaamheid niet meer voldoen aan de eisen online Gronddatabank: de site wordt rijker en Denk aan verkeersstromen, maar ook aan de van deze tijd.’ rijker, gevuld met steeds nieuwe gegevens. impact van het bedrijf op de omgeving. Waar Toch is er wel degelijk een verschuiving richting Klanten geven aan waar ze zich willen vestigen nodig gaan we met omwonenden in overleg.’ brownfields, vertelt De Jong. ‘Pakweg acht jaar en met wat voor bedrijf, waarna wij die wensen Keer op keer maatwerk dus, zo vult Hilgersom geleden kwamen die projecten nauwelijks voor, combineren met aspecten als milieu, energiez’n collega aan. ‘En dat in nauw overleg met de de laatste tijd steeds vaker. Dat is ook niet zo gek: voorziening en bereikbaarheid voor die locatie. eigenaar of dga, want we beseffen hoe betrokken oudere bedrijventerreinen zijn niet voor niets Uiteraard kunnen bedrijven vervolgens via de site die zich voelt bij het project.’ ooit op die locaties ontwikkeld. De ligging is guncontact met ons opnemen om de mogelijkheden stig, gemeenten gaan vaker voor herontwikkeling. te bespreken.’ Van de andere kant: we komen met de brownGREENFIELD OF BROWNFIELD? Toch benadert Heembouw niet zelden zelf een fields wel vaker dichter bij de gebouwde omgeBij bouwen over twee jaar doelen Hilgersom en bedrijf. ‘Bijvoorbeeld omdat we op basis van data ving. En hoe dichterbij, hoe groter de kans dat De Jong vooral op zogenaamde greenfields, dus weten dat het bedrijf de afgelopen jaren is je in gesprek moet met omwonenden over evenop locaties waar nu nog geen pand staat. Hoe zit gegroeid’, zegt Hilgersom. ‘En dat het bedrijf dat tuele bezwaren.’ het met zogeheten brownfields oftewel bebouwde de komende jaren ook zal doen, waardoor de locaties? Met onder meer al gerealiseerde aansluihuidige locatie krap wordt.’ Of bedrijven zich dan tingen zou je denken dat het hele traject dan VULLEN MET DATA niet overvallen voelen? ‘Nee hoor, mits je het sneller kan verlopen. ‘Toch is dat niet zo’, zegt Moet een bedrijf dat op zoek is naar een nieuwe verhaal duidelijk en transparant brengt. Sterker Hilgersom. ‘Een brownfield-project zorgt al snel locatie kiezen voor een greenfield of een brownnog, vaak leidt de inzet van data al snel tot voor meer dynamiek. Bijvoorbeeld omdat het field? Deze vraag beantwoorden ze bij Heeminteresse; het is een goed gespreksonderwerp.’ nog wordt gebruikt door een bedrijf dat ook naar bouw mede aan de hand van data. ‘Die zijn voor Voor de interpretatie van al die gegevens heeft een andere locatie moet. Of omdat er sprake is ons onmisbaar’, zo benadrukt Hilgersom. ‘We Heembouw twee fulltime data-analisten in van herinrichting van kavels. Bovendien gaat het kopen datapakketten aan, zoals die van de KvK, dienst, vertelt De Jong. ‘Ook hebben we vijf al snel om panden uit de jaren 70 of 80, die qua maken gebruik van vrij verkrijgbare data en medewerkers die op data gebaseerde ontwerpen optimaliseren, wat onder andere zorgt voor meerdere ontwerpvisies.’ BEDENKEN, ONTWERPEN EN REALISEREN Juist in een tijd van schaarste leiden data tot meer inzicht en een afgewogen keuze, stelt Hilgersom. ‘We zetten hoog in op klanttevredenheid. En Heembouw heeft naast het circulaire pand van Heemernaar, stelt Jordy de Jong. ‘Denk allereerst aan het tijdkijken bovendien naar gebruikerstevredenheid, bouw Kantoren in Berkel en Rodenrijs nog twee vestipad: terwijl we bij Heembouw Architecten nog in de die we meten nadat een pand is opgeleverd. gingen, één in Roelofarendsveen en één in Breda. Op ontwerpfase zitten met de klant, denken onze collega’s Uiteindelijk is een klant die naar alle tevredenbeide laatstgenoemde locaties huist de afdeling van de bouw alvast mee. We werken als één team heid gebruikmaakt van een pand het beste Bedrijfsruimten, met op de locatie Roelofarendsveen samen en toetsen de haalbaarheid van een project al visitekaartje dat je je kunt wensen.’ bovendien de afdeling Wonen. Bedenken, ontwerpen in een vroeg stadium. Dit zorgt soms voor wrijving, en realiseren: Heembouw brengt alle aspecten bijeen en profileert zich op basis daarvan als ‘de ontwerpende bouwer’. Alles bij één partij: de voordelen zijn

maar zonder wrijving geen glans. Deze manier van samenwerken zorgt voor een hoge kwaliteit, een soepel proces en een optimale prijs-kwaliteitverhouding.’

• www.heembouw.nl • www.gronddatabank.nl december 2021

93


OVERNAME

MET JEVEKA ERBIJ KRIJGT DE BOSSARD GROUP VOET AAN DE GROND IN DE BENELUX

‘INTERNATIONALE KLANTEN WORDEN STRAKS WERELDWIJD BELEVERD’ Eind oktober werd bekend dat de Bossard Group, leverancier van productoplossingen en diensten in de industriële bevestigings- en montagetechnologie, Jeveka heeft overgenomen. De familie Veltkamp verlaat hiermee na bijna 85 jaar de technische groothandel in bevestigingsartikelen, gevestigd in Almere Poort. ‘Het is niet het afscheid van Jeveka, het is de volgende stap in de toekomst,’ aldus Stephanie en Adriaan Veltkamp, directeuren en eigenaren van het familiebedrijf.

Adriaan en Stephanie Veltkamp voor het bedrijfspand van Jeveka in Almere Poort. ‘Als wij een idee hadden, dan voerden we dat uit.’ Foto: Jeffrey Posthuma

DOOR STEPHANIE VAN BAGGEM

D

rie jaar geleden benaderde de Bossard Group Jeveka al met de vraag of het bedrijf te koop was. ‘Toen hebben we nee gezegd’, stelt Adriaan Veltkamp, ‘het voelde nog niet goed. Pas later hebben we wel actief de samenwerking opgezocht, omdat de kansen wederzijds te groot waren.’ Na een periode van ongeveer een jaar was de koop financieel helemaal rond. ‘Alles is doorgespit’, vertelt Stephanie. ‘Op 25 oktober is de overname alleen financieel rondgemaakt, daarna is de daadwerkelijke integratie ingezet. Eerder kon dat niet omdat de overname geheim moest blijven binnen zowel Bossard als Jeveka.’

CULTUUROMSLAG De overname van Jeveka door een ander bedrijf was dus niet iets wat de familie in eerste instantie in gedachten had. In 2011 namen Stephanie en Adriaan Veltkamp het bedrijf over van hun vader Hans. Beiden werkten op dat moment al enkele

94

december 2021

jaren bij Jeveka, waar toen nog een top-downcultuur heerste. ‘Waar ik heel erg aan heb moeten wennen, is dat mensen gewend waren om bij de directie te komen en te vragen: “Ik heb dit probleem, wat moet ik nu doen?”’, zo vertelt Stephanie. ‘Ik vroeg dan juist wat ze zélf zouden doen. Dat was voor sommigen best confronterend, maar het werd ook wel gewaardeerd.’ De nieuwe werkwijze van Stephanie en Adriaan zorgde voor een cultuuromslag binnen het bedrijf. Iedereen binnen de organisatie kreeg voortaan een bepaalde verantwoordelijkheid. Adriaan: ‘Dat heeft ervoor gezorgd dat we konden groeien, zowel qua medewerkers als omzet.’

VANUIT KLANTBEHOEFTE Om die groei de ruimte te geven werd in 2014 besloten het bedrijf te verhuizen van Amsterdam naar Almere Poort. Ook is de organisatie anders ingericht en is gewerkt aan de klantgerichtheid. Er zijn nieuwe afdelingen opgezet en het aanbod voor de klant is groter geworden. Stephanie: ‘De denkwijze van verschillende teams werd anders.

Van denken vanuit “Waar zit de klant?” gingen we naar “Wat is de behoefte van de klant?”.’

DIGITALISERINGSLAG Dat laatste was noodzakelijk, want de markt stond niet stil. ‘We hebben veel grotere klanten die ook veeleisender zijn geworden. Je moet als bedrijf meer voldoen aan kwaliteitseisen en er zit meer druk achter. Om met de ontwikkelingen mee te gaan was een digitaliseringsslag noodzakelijk,’ vertelt Stephanie verder. Vorig jaar is Jeveka daarom overgestapt op Microsoft Dynamics 365. ‘Dat hebben we gedaan met het oog op de toekomst. Zo kunnen we meer automatiseren met externe bedrijven. Het afgelopen jaar is dat doel af en toe buiten beeld geweest, maar het is wel de volgende fase waar we naartoe willen,’ vult Adriaan aan. Tijdens de digitalisering zijn de kernwaarden van Jeveka niet uit het oog verloren. Kwaliteit, duidelijkheid en vertrouwen zijn bewuste pijlers voor het bedrijf. ‘Jeveka is altijd bekend geweest om de eigen catalogus, en daarnaast ook om de kwaliteit


die we leveren. De visie is altijd geweest om de kwaliteit van het bedrijf echt te behouden,’ vertelt Stephanie. ‘De twee merken, Jextar en Jeclin, die we zelf op de markt heeft gebracht, in samenwerking met de hightech industrie, zijn daar sprekende voorbeelden van.’

En onze internationale klanten worden op den duur wereldwijd beleverd.’ Stephanie vult aan: ‘Als je het strategisch bekijkt is de overname een logische stap.’

STERKER STAAN Naast de wens om het bedrijf te laten groeien, wilden Stephanie en Adriaan Veltkamp het bedrijf ook beter positioneren in de markt. ‘We hadden als doel om grote partijen zoals ASML een niet te groot deel van de omzet te laten uitmaken,’ aldus Adriaan. ‘Een aantal jaar geleden hebben we daarom in een strategisch overleg gesproken over de vraag: hoe kunnen we als bedrijf sterker staan, ook voor onze klanten? We hebben toen even gedacht om zelf een bedrijf over te nemen. Toch bleek het idee om samenwerking met Bossard op te zoeken beter. Op die manier zouden we meer kunnen bieden aan de klant én meer kunnen groeien. Het paste als een handschoen. Jeveka en Bossard hebben dezelfde marktbenadering en cultuur en zijn beide een familiebedrijf.’

en Adriaan over te nemen. ‘Toen wij het bedrijf overnamen in 2011 werd er gezegd: “O mooi, dan is het bedrijf weer gewaarborgd tot aan jullie pensioen.” Maar zo hebben wij er nooit ingestaan. Ik denk dat dat ook de verkeerde insteek is, want je moet jezelf blijven ontwikkelen. Als je dat namelijk niet doet, is dat ook niet goed voor het bedrijf ’, aldus Stephanie. Adriaan vult aan: ‘Jeveka is nu 100 procent overgenomen door Bossard. Wij zijn natuurlijk altijd directeur én eigenaar geweest. Als wij een idee hadden, dan voerden we dat uit. Straks kan dat niet meer. Jeveka is nu gekoppeld aan Bossard en daarom is het ook goed dat wij het loslaten, daar ben ik van overtuigd.’

‘ALS JE HET STRATEGISCH BEKIJKT IS DE OVERNAME EEN LOGISCHE STAP’

De meest waardevolle les die Stephanie en Adriaan in de samenwerking met Bossard hebben geleerd? ‘Je kunt als schroevenleverancier nog zo goed zijn: de klant zal zijn strategie niet aanpassen aan jou, maar jij kunt wel je strategie aan de klant aanpassen.’

LOGISCHE STAP

NIEUWE GENERAL MANAGER

‘Het is natuurlijk gek’, vervolgt hij, ‘dat Jeveka niet meer van de familie Veltkamp is, maar wij zien het wel als een goede stap in de toekomst van Jeveka. We waren al exclusief distributeur van de SmartBin van Bossard, straks kunnen onze klanten binnen Nederland gebruikmaken van het volledige dienstenpalet van Bossard.

Met de overname van Bossard is ook het vertrek van Stephanie en Adriaan Veltkamp aangekondigd. Na een overgangsperiode van een aantal maanden vertrekken ze in de eerste helft van 2022, vanaf 1 januari 2022 is Tobias Berchtold de nieuwe general manager. Hij komt dan permanent naar Nederland om het stokje van Stephanie

VOLGENDE STAP? Wat Stephanie en Adriaan Veltkamp gaan doen als ze de deur van Jeveka voor het laatst achter zich dichttrekken? ‘Ik zit meer naar de non-profit te kijken,’ vertelt Stephanie, ‘maar eerst even een tijdje rust en dan verder kijken.’ Adriaan heeft een ander idee: ‘Ik wil me bezighouden met investeren en begeleiden van start-ups en scale-ups van duurzame technologie of voedselproductie.’

• www.jeveka.com • www.bossard.com

Proud to be part of next level life science

december 2021

95


INNOVATIE

VHE INDUSTRIAL AUTOMATION ONTWIKKELT EN BOUWT MEE AAN ZELFVOORZIENEND ENERGIESYSTEEM

INNOVAHUB: SMART ENERGY-SCHAKEL TUSSEN WINDPARKEN EN WOONWIJKEN VHE Industrial automation blijft zich richten op klanten in de semicon- en hightechsector, maar ruimte voor nieuwe wegen is er altijd. Dus is er voor het bedrijf, dat zich vanuit Eindhoven en Veldhoven toelegt op de ontwikkeling en bouw van besturingskasten, een wereld bijgekomen: smart energy. Een wereld waarin nog veel te doen is, nu de energietransitie van start gaat. Daarbij verbindt VHE zich steeds vaker aan een project. Zoals dat voor de InnovaHub, een zelfvoorzienend energiesysteem voor zeventien nieuwbouwwoningen op het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee.

• De hub moet straks gaan dienen als

multifunctioneel energiestation. • ‘Een veilige installatie is meer dan een hek

eromheen zetten.’ • ‘De hub is flexibel opgezet en ontwikkelt mee

met de laatste innovaties.’ • ‘Deze omgeving is nieuw, met een andere

toepassing dan we gewend zijn.’ • ‘Ons softwareplatform werkt als een facilitator

DOOR JAN BROEKS

T

oeleverancier voor klanten die zich richten op de energietransitie: zo terugkijkend op de afgelopen jaren zijn ze er bij VHE Industrial automation ingerold, vertelt ceo Joop Essing. ‘Eerst met complexe laadoplossingen voor elektrische voertuigen, inmiddels met industriële automatisering op breder vlak.’ Wat volgens Essing in elk geval hetzelfde blijft: dat zoeken naar partnerships. Zodat VHE en de partners hun toegevoegde waarde vol kunnen inzetten, benadrukt hij. ‘Het woord “samen” is niet voor niets een van onze kernwaarden. Is er wederzijds vertrouwen? Delen we elkaars DNA? Die basis is onmisbaar.’ Het moet goed voelen, wil Essing maar zeggen. En dat gevoel was er al snel toen hij en z’n compagnon Marc van Happen eind vorig jaar via technologieconcern ABB in contact kwamen met Hylife Innovations. Dat is gevestigd in Middelharnis op Goeree-Overflakkee, zet in op nieuwe oplossingen voor de opwek en het verbruik van hernieuwbare energie en heeft er op het ZuidHollandse eiland letterlijk de ruimte voor. ‘Er is een overproductie van wind en zon’, zegt JeanPaul Scheurleer, projectontwikkelaar en oprichter van Hylife Innovations. ‘Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland ons aangewezen als proeftuin voor de energietransitie en is op het eiland het eerste waterstofconvenant van Nederland getekend. We brengen er alle benodigde partijen bij elkaar om samen tot nieuwe oplossingen te komen.’

TOEGEPAST IN DE PRAKTIJK Zo’n zelfde groep kwam op initiatief van Hylife Innovations in 2019 al tot een waterstofoplossing, gerealiseerd voor een nieuwbouwwoning op Goeree-Overflakkee. ‘Toen het huis de oplossing eenmaal had, concludeerden we dat dit een toepassing is zoals het níet moet’, zegt Scheurleer. ‘Energie via waterstoftechnieken en batterijen lokaal opslaan, dus voor één woning, is simpelweg te duur en een nichemarkt.’

96

december 2021

Dat bij het eerste project voor één woning werd gekozen, was dan ook om kosten en risico’s te beperken. En kennis op te doen voor de InnovaHub, zoals het nieuwe project van Hylife Innovations heet. Die hub moet straks gaan dienen als multifunctioneel energiestation, waarin duurzame elektriciteit, warmte en koeling samenkomen. Zie de hub als schakel tussen grote winden zonneparken en woonwijken, vertelt Scheurleer, als een unit die hernieuwbare energie opslaat en verdeelt en zo de door weersomstandigheden veroorzaakte schommelingen opvangt.

INTEGRALE AANPAK Bij de InnovaHub draait het om een betere afstemming van vraag en aanbod. En dat vanuit een integrale benadering: gericht op het individu, als oplossing die het collectief versterkt. Scheurleer: ‘In de meest ideale situatie verbruikt een huishouden de energie die het op dat moment opwekt. Is er een overschot, dan start de hub met opslag van de energie. Die hij later weer verdeelt wanneer er sprake is van een tekort.’ Voor het opslaan van de energie gebruikt de InnovaHub onder andere waterstof. Die ontstaat door via groene stroom watermoleculen te splitsen, met regenwater als bron voor de elektrolyse. Datzelfde proces zorgt bovendien voor warmte, die net als de energie wordt opgeslagen en weer vrijkomt op het moment dat daar in de wintermaanden behoefte aan is. Omgekeerd geldt hetzelfde voor koeling, zodat alles bij elkaar een zelfvoorzienend en volgens Scheurleer uniek systeem ontstaat. ‘Er is geen enkele uitstoot van CO2 en stikstof. Verder heeft het systeem een modulaire opzet, waarin bestaande technieken samenkomen zoals dat nog nergens gebeurt.’

WATERSTOF GEEN MUST Terwijl accu’s in de hub zorgen voor de korte opslag van energie, doet de waterstofcel dat voor de langere termijn – en daarmee over de seizoenen heen. ‘Maar’, benadrukt Scheurleer, ‘zo werkt het systeem nú. De toepassing van waterstof is geen must, zie de hub veel meer als een bunde-

van allerlei energiestromen.’

ling van de best beschikbare technieken, waarin ook waterstof een plek heeft. Een multimodale, modulaire energiehub dus. Mocht zich in de toekomst een andere techniek aandienen, dan is daar ruimte voor. De hub is flexibel opgezet en ontwikkelt mee met de laatste innovaties.’ De ontwikkeling van de InnovaHub bevindt zich momenteel in de engineeringsfase. Naar verwachting is het prototype in de zomer van 2022 klaar voor een plek in de beoogde nieuwbouwwijk, eveneens op Goeree-Overflakkee. Waarna tegen het eind van hetzelfde jaar de bewoners ermee aan de slag moeten gaan, na een volgens Scheurleer uitgebreide informatiefase. ‘Veiligheid en maatschappelijke acceptatie zijn o zo belangrijk voor dit project. Waterstoftechniek is nou eenmaal nieuw, en onbekend maakt onbemind. We hebben de bewoners uitgelegd hoe het systeem straks voor hen rendeert. En ze ook verteld hoe de hub werkt en hoe de risico’s worden afgedekt.’

VEILIG MOET HET ZIJN Veiligheid is ook een thema voor VHE Industrial automation, dat zorgt voor de besturingstechniek van de hub. ‘Een veilige installatie is meer dan

BESTAANDE TECHNIEKEN GEBUNDELD Naast het ECS van VHE Industrial automation omvat de InnovaHub onder andere een brandstofcel, een katalytische waterstofcel en een electrolyzer, die de groene stroom omzet in waterstof. Waterstofcilinders slaan de groene waterstof op, zoals buffervaten de warmte opslaan die vrijkomt bij het omzetten van de waterstof. Ook omvat de hub accu’s, die tijdelijk groene stroom opslaan – waarvoor overigens ook de elektrische auto’s in de wijk worden gebruikt.


Volgens de partners zit de kracht van de InnovaHub niet in één single solution, maar juist in de bundeling van technieken. Van links naar rechts: Aissam Mabtoul (VHE), Marc van Happen (VHE), Stefan Lodeweyckx (i.LECO), Jean-Paul Scheurleer (Hylife Innovations) en Joop Essing (VHE). Foto: Bart van Overbeeke

een hek eromheen zetten’, vertelt Marc van Happen, cto bij VHE Industrial automation. ‘Elke aansturing, elke schakeling moet beveiligd verlopen. Zéker in het geval van de InnovaHub: waterstof is licht ontvlambaar, waardoor je er dicht in de buurt niet zomaar elk systeem kunt uitschakelen.’ Onderdelen zoals de brandstofcel, de electrolyzer en waterstofcilinders worden net als de andere componenten (zie kader) aangestuurd door een en hetzelfde energiecontrolesysteem (ECS), dat wordt ontwikkeld en gebouwd door VHE. Uitdagend is dat in elk geval, stelt Aissam Mabtoul, accountmanager smart energy bij VHE. ‘Naast alle deelsystemen heeft ook het ECS eigen besturingssoftware. Engineeren, prototypen, industrialiseren: daarin is ons bedrijf wel thuis. Maar een omgeving zoals deze is nieuw, met een andere toepassing dan we gewend zijn.’ Vandaar ook dat de werkwijze van sommige partners anders is dan die bij VHE, merkt Van Happen op. ‘Niet iedereen is gewend aan het werken met sprints, terwijl de onderdelen van engineering op veel vlakken wel parallel aan elkaar moeten lopen. Dat vraagt om een goede afstemming, al is de modus er inmiddels wel. We komen elke maand met het hele team een dag samen en spreken elkaar wekelijks voor tussentijds overleg.’

moet doen. ‘Vergelijk het met de wissel van treinrails’, zegt Mabtoul. ‘Terwijl ons systeem de wissel reguleert, zorgt het EMS voor het spoorboekje. Het EMS monitort en voorspelt vanuit de cloud, waarna het ECS er in de hub voor zorgt dat de systemen, die alle autonoom werken, onderling samenwerken en de energie op de juiste manier opslaan en verdelen.’ Dat verdelen gaat richting de huizen, tot op het

‘ELKE AANSTURING, ELKE SCHAKELING MOET BEVEILIGD VERLOPEN’

microniveau van de wasmachine en vaatwasser. Hoe zit het dan met de data van bewoners en de eisen rond privacy? ‘In principe kan de hub standalone draaien’, antwoordt Stefan Lodeweyckx, ceo van i.LECO. ‘Maar bij de online koppeling moeten we inderdaad voldoen aan de regelgeving. Die is terecht streng en door ons afgekaderd, zo laten we ons geregeld benaderen door ethische hackers.’

INTERACTIE ECS EN EMS Terwijl het ECS zorgt voor de besturing van alle deelsystemen, interacteert het systeem ook met het bovenliggende energiemanagementsysteem (EMS). Dat wordt ontwikkeld door de Vlaamse softwareontwikkelaar i.LECO, krijgt vanuit het ECS meetsignalen aangeleverd en koppelt op basis daarvan terug aan het ECS wat dat systeem

je uitkomt bij een multimodaal systeem zoals de InnovaHub, dat gericht is op energy communities. Zo’n oplossing heeft de toekomst, daarom werkt i.LECO er graag aan mee.’ En zo ook VHE, stelt Essing. ‘In de hub komt alles samen in een container. Dat lijkt anders dan wij gewend zijn, maar zie ’m als een machine en er wordt veel mogelijk. We passen er onze manier van denken voor de industrie op toe, en denken

STREVEN NAAR ENERGY COMMUNITIES Optimaliseer de transactie van energie en je komt volgens Lodeweyckx echt verder. ‘Vandaar dat ons softwareplatform horizontaal werkt, als een facilitator van allerlei energiestromen. De oplossing zit ’m niet in één techniek, maar veel meer in heel goed kijken naar wat er nú mogelijk is. Waardoor

mee over hoe je de hub kunt industrialiseren. Gemodulariseerd dus, zodat hij straks als een plug&play oplossing dient.’ Van prototype en configure-to-order naar uiteindelijk een serie: zie daar het gewenste toekomstbeeld, zegt Van Happen. ‘Samen komen we tot een schaalbaar in te zetten toepassing.’ En dat heel nadrukkelijk als een oplossing waarin VHE’s industriële wereld nauw optrekt met die van utiliteit en woningbouw. Kennisdeling over en weer: voor de InnovaHub pakt het goed uit, stelt Mabtoul. ‘Er is volop interactie. Die zorgt ervoor dat we elkaar blijven versterken.’

• www.hylifeinnovations.nl • www.ileco.energy • www.vhe.nl december 2021

97


STRATEGIE

GESPREK MET ERNST-JAN STIGTER, REGIONAL DIRECTOR FELLOWMIND NEDERLAND OVER DE VRAAG:

VANWAAR DE KLOOF TUSSEN DIGITALE AMBITIE EN IMPLEMENTATIE? Terwijl steeds meer bedrijven fors investeren in digitale transformatie, stuit de praktische implementatie van technologie vaak op problemen, constateert Ernst-Jan Stigter, regional director van Europees Microsoft-partner Fellowmind. ‘Gebruikers begrijpen de tools niet of zien de voordelen niet. Bedrijven moeten interne stakeholders, vooral de werknemers die de tools gaan gebruiken, meekrijgen in de bedrijfsvisie, de digitaliseringsstrategie en use-cases. Dat is niet altijd eenvoudig.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

igitale transformatie in bedrijven is de afgelopen tijd aangestuurd door drie C’s: de cfo, de cio én Covid-19, constateert Stigter: ‘De pandemie heeft veel bedrijven ertoe aangezet met digitale hulpmiddelen veilig te gaan communiceren en thuis te gaan werken. Maar het niveau van digitale transformatie verschilt sterk van bedrijf tot bedrijf. Terwijl sommige bedrijven nog maar net op weg zijn naar cloudmigratie of multicloudadoptie, wijzigen anderen hun businessmodel, waarin ze volop gebruik maken van data-analyse en geavanceerde modellen voor artificiële intelligentie.’

‘STAKEHOLDERS DIE GEAVANCEERDE TOOLS DAGELIJKS GEBRUIKEN, ZIJN DE BESTE PLEITBEZORGERS’

Ook per sector zijn de verschillen groot. Sectoren die het meest investeren in digitalisering zijn Energy en Finance, aldus Stigter, verwijzend naar de uitkomsten van een eigen onderzoek, verwoord in het Fellowmind People & Technology

98

december 2021

Report 2022. ‘Interessant is dat ook bedrijven in Energy en Finance vinden dat veel digitale tools vaak te moeilijk te gebruiken zijn: respectievelijk 42 en 41 procent van de respondenten uit die sectoren geeft dit aan.’ Ongeacht de bedrijfstak worden vergelijkbare resultaten gerapporteerd: de complexiteit van tooling wordt gemeld als de belangrijkste uitdaging binnen 42 procent van de bedrijven met 501-1000 werknemers. ‘Deze cijfers tonen aan dat er een kloof bestaat tussen de digitale ambities van bedrijven en de praktische implementatie van technologie.’

DE VOORDELEN ZIEN

‘Het probleem is er ook een van peer incentives: in sectoren waar de adoptie achterblijft, is de druk vanuit de concurrentie om deze technologieën in te voeren laag’, verklaart Ernst-Jan Stigter de achterblijvende digitale transformatie in sommige sectoren. Foto: Fellowmind

De oorzaak zou kunnen liggen in onderwijs en opleiding. Hoewel meer dan de helft van de grote bedrijven (1000+ werknemers) investeert in e-learning en andere vormen van online training, zijn ofwel de trainingsinspanningen ontoereikend of is de tooling eigenlijk te complex voor de gemiddelde gebruiker. ‘Hoe dan ook, het blijft een uitdaging voor IT-afdelingen om het probleem bij de wortel aan te pakken en de training of de tooling gebruiksvriendelijker te maken.’ Belangrijk voor het slagen van de digitale transformatie is de betrokkenheid van specifieke belanghebbenden, meent Stigter. ‘Met name van

degenen die nauw betrokken zijn bij de primaire business. Financiën zijn een belangrijke drijvende kracht achter bedrijfsveranderingen. Zowel adviesbureau Deloitte als chipmachinebouwer ASML geeft aan dat de overstap naar gerobotiseerde procesautomatisering (RPA) is gemaakt op aandringen van hun financiële afdeling.’ Het gebruik van AI en machine learning (ML) is geïnitieerd door afdelingen die dagelijks gebruik maken van RPA-agents. Zo helpt RPA financiële medewerkers van ASML om klanten sneller te informeren over de status van hun facturatie: in plaats van ongeveer vier


weken duurt dat proces nu nog maar een dag. Bij Deloitte verbeterde RPA een repetitief proces binnen het declaratiesysteem: met geavanceerde machine learning wordt nu tekst in bonnetjes herkend en worden fouten eruit gehaald. ‘Door AI/ML-mogelijkheden aan deze agents toe te voegen, veranderen dergelijke tools van eenvoudige softwareprogramma’s in geavanceerde tools die over systemen heen data kunnen analyseren. Stakeholders die deze tools dagelijks gebruiken en zien hoe ze in de loop der tijd verbeteren, zijn de beste pleitbezorgers.’

GEMISTE KANS Een uitschieter naar beneden is de agrarische sector, zo laat het rapport zien. Investeren in CRMoplossingen staat hier laag op de agenda. Stigter: ‘Deskundigen betreuren de achterstand van de sector bij de invoering van CRM. Want dergelijke systemen besparen bedrijven tijd en middelen, en dragen bij aan een grotere klanttevredenheid. CRM lijkt een relatief eenvoudige en uiterst nuttige oplossing voor de agro, toch blijft de adoptie ver achter in vergelijking met andere industrieën.’ En dat geldt niet alleen voor CRM; ook andere digitale hulpmiddelen worden in de agro maar traag opgepakt. ‘De terughoudendheid komt deels voort uit eerdere mislukte implementaties. Bedrijven die wel de sprong wagen en CRM invoeren, worden geconfronteerd met medewerkers die de voordelen niet zien, de software te moeilijk vinden om te gebruiken en al gauw een hekel krijgen aan het nieuwe systeem. Maar het

PULSE WORDT FELLOWMIND: ANDERE NAAM, ZELFDE BETROKKENHEID Medio november veranderde Pulse haar naam in Fellowmind. Het bedrijf maakte al sinds 2019 deel uit van de gelijknamige groep, waartoe ook elf andere Europese Microsoft-partners met expertise op het vlak van ERP, CRM, cloud en data-analytics behoren. Ton Hagens, managing director: ‘We leven in een tijd waar verandering aan de orde van de dag is. Dat brengt onzekerheid en complexiteit met zich mee, maar ook kansen. Om die te pakken, is nauwe samenwerking essentieel. Bij Pulse realiseerden we ons dit terdege. We haalden al veel voordeel uit de samenwerking binnen Fellowmind en met de naamswijziging hebben we een volgende, logische stap gezet in onze ontwikkeling. Waar we ruim

probleem is er ook een van peer incentives: in sectoren waar de adoptie achterblijft, is de druk vanuit de concurrentie om deze technologieën in te voeren laag. De belangrijke drijfveer om tot veranderingen te komen ontbreekt.’

DISRUPTIE DREIGT Dit verklaart hoogstwaarschijnlijk ook waarom de digitale transformatie per bedrijfstak verschilt, meent Stigter: ‘Als de kritische massa voor adoptie er niet is, ontbreekt de stimulans voor branchegenoten om technologieën te adopteren om concurrerend te zijn. Dit brengt het risico met zich mee dat de bedrijven in deze sectoren worden overvallen door disruptieve digital native concurrenten. Die zullen een enorme voorsprong

25 jaar geleden begonnen als ERP-specialist, kunnen we als Fellowmind nu het complete Microsoft-platform vertalen naar innovatieve oplossingen die aansluiten bij de uitdagingen van de markt. Dit helpt ons om de beste klantbeleving te bieden en een bredere, kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Hoewel onze naam is gewijzigd, kunnen onze klanten en partners vertrouwen op dezelfde betrokkenheid, expertise en inzet als voorheen. Bovendien is onze cultuur niet veranderd: die vormt het fundament dat ons in staat stelt om bedrijven leidend in hun markt te maken.’

• www.fellowmind.nl krijgen, iets wat de financiële, bank- en transportsector reeds hebben ondervonden.’ Hoe kan deze stagnatie worden doorbroken, zodat digitalisering de dynamiek in ecoystemen kan vergroten? Stigter: ‘Bedrijven moeten stakeholders aan boord zien te krijgen, dan behalen ze met hun digitale transformatie-inspanningen de beste resultaten. Met name medewerkers van wie wordt verwacht dat ze de tools gebruiken, moeten intrinsiek gemotiveerd zijn om dat ook daadwerkelijk te doen. Het werven van digital natives kan eveneens helpen om het veranderproces te stimuleren. Uiteindelijk is adequate training van het grootste belang.’

• bit.ly/fellowmind-onderzoek

Servomotoren als Smart Data Sensors Data is de sleutel tot waardevolle informatie Yaskawa servomotoren bevatten een schat aan data. Die gebruiken we in combinatie met regelalgoritmes om de motoren optimaal aan te sturen. Met Sigma 7 High Performance servosystemen kunt u rekenen op ongeëvenaarde prestaties in motion control toepassingen. Met meer dan 20 miljoen geïnstalleerde servosystemen heeft Yaskawa veel toepassingskennis in huis. Data uit servomotoren kunnen we ook ontsluiten om bovenliggende systemen te voeden. Denk bijvoorbeeld aan preventief onderhoud, het vroegtijdig detecteren van mechanische afwijkingen zoals systeem resonantie of onverwacht hogere temperaturen.

Yaskawa Benelux BV · Brainport Industries Campus 1 · 5657 BX Eindhoven · +31 40 289 5500 · info.nl@yaskawa.eu.com · www.yaskawa.nl

december 2021

99


DUURZAAMHEID

KUNSTSTOFBEDRIJF TIMMERIJE ZET AL JAREN IN OP VERKLEINEN VAN ECOLOGISCHE FOOTPRINT

‘VEEL RECYCLAAT-KENNIS OPGEBOUWD, GEWOON DOOR TE DOEN’ Steeds meer klanten van Timmerije willen hun producten circulair ontwerpen, om de ecologische footprint ervan te verkleinen. Dan zijn ze bij deze kunststofverwerker aan het goede adres. Timmerije houdt zich al vijftien jaar bezig met het verminderen van de eigen milieu-impact. ‘Wij willen op dit terrein een voorloper zijn, vooruitlopen op de regelgeving die er hoe dan ook komt.’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN

‘H

et imago van plastic is niet goed. Het wordt geassocieerd met het verpakkingsafval op straat. Maar dat zegt vooral iets over het gedrag van de consument en veel minder over de eigenschappen van plastic. Dat is een relatief licht materiaal dat grote vormvrijheid biedt, dat duurzaam is –

het gaat lang mee – en aan het eind van de levenscyclus goed kan worden hergebruikt’, aldus Frank Bruins van kunststofspuitgieter Timmerije. Waarbij hij refereert aan een recent rapport van CE Delft ‘CO2-reductie met circulaire kunststoffen in Nederland’, opgesteld in opdracht van de brancheorganisatie NRK en PlasticsEurope Nederland.

HALVERING CO2-EMISSIES Hét probleem van plastic is vooralsnog wel, erkent de sales & marketing manager, dat retourstromen minder gemakkelijk zuiver gehouden kunnen worden door de grote aantallen verschillende polymeren die op de markt zijn. Maar zuiverheid is geboden wil je het materiaal op hetzelfde niveau kunnen hergebruiken en zo de waarde ervan behouden en CO2-emissies voorkomen. ‘Uit het rapport blijkt ook dat het gebruiken van meer gerecycled en biobased materiaal (conform de Geüpdatete Transitieagenda Kunststoffen 2030, red.) zorgt voor bijna een halvering van de CO2-emissies die gepaard gaan met de productie uit virgin granulaat.’

EIGEN INITIATIEF Om dat doel te bereiken is het volgens CE Delft ‘essentieel’ dat de Europese overheid een percentage recyclaat en het inzamelen van afgedankte kunststoffen verplicht stelt. De kunststofverwerker uit Neede is al zo’n vijftien jaar bezig met het actief verkleinen van de ecologische footprint van de kunststof onderdelen die het maakt voor klanten in onder meer food, automotive, meubelindustrie en bouw. Niet omdat een overheid dat oplegt, maar op eigen initiatief, in samenspraak met de klant. ‘Wij willen op dit terrein een voorloper zijn in de markt, vooruitlopen op de regelgeving die er hoe dan ook komt om de Europese klimaatdoelstellingen – CO2-neutraal in 2050 – te halen.’

‘GEWOON DOEN’ Als er vijftien jaar geleden gekozen werd voor recyclaat, was dat primair omdat het goedkoper was, weet Bruins. ‘Maar door daar ervaring mee op te doen, hebben we ook ontdekt dat recyclaat niet per definitie duurzamer is. Het kan bijvoorbeeld minder homogeen zijn dan virgin materi-

TOTALE KLIMAATIMPACT VAN HET NEDERLANDSE GEBRUIK VAN KUNSTSTOF (productie, omzetting tot eindproducten, en afdanking) voor 2018 en 2030, in Megaton CO2-equivalent per jaar

6,1 - 6,4

100

december 2021

6

Omzetting tot eindproducten

5,0 - 5,5

Stort

5 3,3 - 4,6

Energieterugwinning (AEC) Biobased

4 Chemische recycling (pyrolyse/vergassing)

Geüpdatete Transitieagenda

3 Autonome ontwikkeling

• Voor 2018 komt de klimaatimpact van het Nederlandse gebruik van kunststof uit op ca. 6,1 tot 6,4 Megaton (Mton) CO2-eq. per jaar. Als uitgegaan wordt van het scenario Autonome Ontwikkeling wordt ongeveer dubbel zoveel recyclaat uit mechanische recycling ingezet als in 2018 (332 kton), en wordt zo’n 100 kton aan chemisch gerecycled materiaal gebruikt. Er is minder virgin materiaal nodig, en er moet ook meer afvalmateriaal op zo’n manier worden ingezameld dat het kan worden ingezet voor recycling. Het effect van deze ontwikkelingen is dat de geschatte klimaatimpact op ca. 5,0 tot 5,5 Mton CO2-eq. per jaar uitkomt. Deze daling (van ongeveer 14 tot 17 procent) vindt plaats ondanks een toename in het totale gebruik van kunststoffen met zo’n 8 procent. • In het scenario Geüpdatete Transitieagenda is de inzet van gerecycled materiaal in 2030 nog eens ongeveer twee keer zo groot als in het scenario Autonome Ontwikkeling. Hierdoor halveert het gebruik van virgin plastics ten opzichte van 2018, en belanden er nog nauwelijks kunststoffen in de afvalenergiecentrales. Daarnaast wordt ook 15 procent van de behoefte aan nieuw kunststof vervuld met biobased materiaal. De klimaatimpact van het Nederlands gebruik daalt hiermee tot zo’n 3,4 tot 4,5 Mton CO2-eq. per jaar, een reductie van 30 tot 44

2 1 0 2018

Chemische recycling (depolymerisatie/oplossing) Mechanische recycling Virgin Totaal

2030

procent. In het scenario Geüpdatete Transitieagenda wordt voor de inzet van gerecycled en biobased materiaal aangesloten bij de Transitieagenda (ministeries I&W/EZK, 2018). Concreet houdt dit in dat de inzet van mechanisch en chemisch gerecycled materiaal ongeveer verdubbelt ten opzichte van het scenario Autonome Ontwikkeling en dat er meer biobased kunststof wordt toegepast. Hiervoor zullen meer en betere inzamel- en recyclingsystemen moeten worden

opgezet, bijvoorbeeld voor afgedankte kozijnen, autobumpers en consumentenproducten. Daarnaast is steviger overheidsbeleid nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een verplicht aandeel recyclaat in producten en het faciliteren en verplichten van de inzameling en recycling van afgedankte kunststoffen. Bron: ‘CO2-reductie met circulaire kunststoffen in Nederland’, oktober 2021, CE Delft


aal, waardoor je bij het spuitgieten veel meer uitval – en dus afval – produceert. Zo hebben we, gewoon door het te doen, heel veel materiaalkennis opgebouwd. Kennis waarmee we de klant zo goed mogelijk kunnen adviseren.’ Voor adviseren geeft de klant de engineers van Timmerije vaak de ruimte. Timmerije komt met de klant in gesprek vroeg in het ontwikkeltraject van het product, op een moment dat de materiaalkeuze nog gemaakt moet worden.

MISSIE

SCHAALGROOTTEVOORDEEL

Een voorloper zijn in het verlagen van de ecologische footprint van klanten, leveranciers en het eigen bedrijf gaat niet vanzelf. Natuurlijk heeft het management hierin altijd een belangrijke rol gespeeld. Al meer dan vijf jaar verbouwt Timmerije olifantsgras dat gebruikt wordt voor het versterken van 100 procent biologisch afbreekbaar biopolymeer. Het bedrijf heeft duurzaamheid expliciet opgenomen in de missie van de onder-

Kennis die de engineers van deze afdeling nog altijd al werkende weg opdoen, maar tegenwoordig eveneens door deel te nemen aan de CIRCOworkshops, georganiseerd met ondersteuning van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Die sessies geven handvatten voor het ontwikkelen van circulaire businessmodellen en bieden inzicht in circulair ontwerpen. Dat Timmerije hier mensen voor kan vrijmaken, heeft zeker te

CIRCULAIR ONTWERPEN Geleidelijk aan hebben er in die vijftien jaar steeds meer klanten aangeklopt die circulariteit in hun roadmap hebben staan, verhaalt Bruins: ‘De laatste jaren komen we steeds vaker klanten tegen die willen dat de nieuwste uitvoering van hun producten circulair ontworpen worden – design for circularity dus.’ Zo heeft Timmerije meeontwikkeld aan een nieuwe lichttunnel, om inpandige ruimtes van daglicht te voorzien. Daarbij wordt een kleine koepel in het dak via een lichtbuis verbonden met een plafonnière. Die bestaat uit transparante kunststof delen die dat licht optimaal verspreiden. ‘Bestonden eerdere uitvoeringen uit één geheel van verschillende polymeren, het nieuwste product kan volledig per polymeer uiteen worden genomen. De materiaalgegevens van de lichttunnel kunnen ook worden opgenomen in gebouwpaspoorten, zodat de kunststoffen aan het eind van de levenscyclus gemakkelijk kunnen worden getraceerd en hergebruikt.’

‘KLANTEN WILLEN STEEDS VAKER EEN CIRCULAIR ONTWERP VOOR DE NIEUWSTE UITVOERING VAN HUN PRODUCTEN’

neming en het management grijpt gelegenheden als de feestdagen aan om het personeel te belonen met een cadeau dat verwijst naar ‘Timmerije Groen’. ‘Maar ik zie die ecologisch verantwoorde manier van denken en doen ook terug bij operators die zich inzetten om bij het spuitgieten zo min mogelijk afval te produceren en energie te verbruiken. En de ontwikkelafdeling heeft dus circulair denken ook al langer hoog in het vaandel staan.’

maken met het feit dat het in de kunststofsector met honderdvijftig mensen op de loonlijst een relatief grote onderneming is. ‘Circulariteit vergt specialisten, met diepgaande kennis van de eigenschappen en footprint van materialen. Onze schaalgrootte maakt het makkelijker dat specialisme op te bouwen en ons daarmee te onderscheiden.’

• www.timmerije.nl

THE INTEGRATOR

COMMITTED TO YOUR RESULT Linking industry and innovation SPECIALISTEN IN OPLOSSINGEN VOOR: Machine automatisering

Proces automatisering

Service & onderhoud

Motion control

Renewable energy

Elektrificeren machines

www.vse.nl

december 2021

101


PERFECTIE IN PROCES De RV serie afsluitkleppen van Metalwork

KOGELAFSLUITER MET RVS FLENSPLAAT

2-WEG KOGELAFSLUITER

3-WEG KOGELAFSLUITER

Metal Work Nederland B.V. Voltastraat 9 6716 AJ EDE Tel. + 31 (0)318-665 111 www.metalwork.nl Metal Work België - Belgique Mechelsesteenweg 277 B-1800 VILVOORDE Tel. + 32 (0) 2-751 6120 www.metalworkpneumatic.be


GERARD Gerard van Beurden, senior presales consultant Manufacturing Industry bij IFS. IFS ontwikkelt en levert wereldwijd enterprise software voor klanten die goederen produceren en distribueren, assets onderhouden en servicegerichte activiteiten beheren.

www.ifs.com/nl/

DIGITALISERING: HÉT ANTWOORD OP VIER MAJEURE UITDAGINGEN De wereld om ons heen is sterk aan het veranderen. Hetzelfde geldt voor de maakindustrie. Daar heeft in de voorbije twee jaar namelijk een sterke voortzetting én versnelling van digitalisering plaatsgevonden. Enerzijds gedreven door nieuwe (circulaire/servicegerichte) businessmodellen en veranderende klantvraag, anderzijds zijn die digitaliseringsslagen versneld vanwege een toenemend tekort aan vakmensen, de globalisering van de supplychain, de Covid19-pandemie en klimaatverandering. De krapte op de arbeidsmarkt leidt er simpel gezegd toe dat bedrijven genoodzaakt zijn om dezelfde hoeveelheid werk met minder mensen uit te voeren. Als oplossing daarvoor automatiseren ze. Op de productievloer zien we steeds meer robots die herhalende processen secuur en 24 uur per dag uitvoeren. Op kantoor zien we voorbeelden terug in de vorm van Robotic Proces Automation, waarbij bedrijfsprocessen worden geautomatiseerd met software als ERP, CRM of PLM. Hiermee kunnen zowel de medewerkers op kantoor en op de productievloer op de meest productieve wijze ingezet worden. Tegelijk lost het internet of things (IoT) zijn grote belofte ieder jaar meer en meer in. Ter illustratie: het machinepark wordt uitgerust met sensoren die worden uitgelezen op afstand, bijvoorbeeld om de productiviteit van het apparaat na te gaan, ’m te optimaliseren en beter te onderhouden. De toegevoegde waarde is groot: minder ongeplande downtime, waar dan ook geen dure TD’ers voor achter de hand gehouden hoeven te worden.

Vóór de pandemie nam de globalisering van organisaties en hun de supplychains in rap tempo toe. Een schaalvergroting die niet zonder digitalisering kan. Hoe houd je immers controle over toeleveringen en de inzet van mensen binnen het totale ecosysteem? Daar is digitale communicatie voor nodig. Ik durf te stellen dat globalisering verder is versneld door de pandemie. Het werken vanuit huis werd verplicht. De werkplek veranderde, maar de behoefte aan inzicht en controle over productie of supplychain niet. Zo werden veel systemen plotseling versneld ingericht op het thuiswerken. Een relatief conservatieve wereld heeft zo kunnen inzien dat remote werken en inzicht-op-afstand niet leiden tot verminderde productiviteit. Integendeel zelfs. Hoe we onze impact op het milieu kunnen controleren en verkleinen is een groot vraagstuk. Veel productiebedrijven moeten hierin – of ze willen of niet – een rol gaan spelen. Ook hier speelt digitalisering een sleutelrol. Door ondersteunende software in te zetten, kan de impact van de volledige keten in kaart worden gebracht. Zo wordt het mogelijk om certificeringen of scores aan te vragen. Zo bouwt het digitale fundament mee aan de invulling van de circulaire economie. Samengevat: de wereld verandert, gedreven door innovatieve mogelijkheden of door externe factoren buiten onze macht. Digitalisering is een van de prominente pijlers die die veranderingen ondersteunen.

UIT DE MARKT TNO START PILOTLIJN VOOR SOLAR TNO start een pilotlijn voor pvhalffabrikaten op Brainport Industries Campus (BIC). Met behulp van deze halffabrikaten ontwikkelt en produceert TNO diverse zonneproducten in samenwerking met het bedrijfsleven. De pilotlijn levert rollen of sheets met fotovoltaisch materiaal, die een fabrikant vervolgens kan verwerken in bijvoorbeeld geveldelen of dakpannen. Volgens Peter Toonssen, business developer bij TNO, krijgt zijn team op de BIC de ruimte en de voorzieningen die passen bij de mechanische productielijn die nodig is voor de doorontwikkeling van de zonneproducten. ‘We kunnen hier zowel de ontwikkeling en pilotproductie laten plaatsvinden, als bezoekers ontvangen. Ideaal voor het stadium waarin onze groep zich momenteel bevindt.’ TNO richt zich op onder meer op zonne-energie in de breedste zin van het woord. Er zijn twee vestigingen die hier onderzoek naar doen, in Petten en Eindhoven. Een deel van

het Eindhovense team, dat werkt vanuit Solliance op de High Tech Campus, zal in 2022 werkzaam zijn op BIC. Toonssen: ‘TNO ontwikkelt samen met partners innovaties. Zodra deze marktrijp zijn, kunnen wij bestaande bedrijven helpen bij de uitvoering van de eerste fase van hun productieproces. Daarnaast ontstaan er vanuit TNO-activiteiten geregeld spin-offs die zelfstandig verder gaan.’ Beide opties zijn voor de nieuwe productielijn in beeld. ‘Het mooie voor externe bedrijven is dat ze in een moeilijke ontwikkelfase geen grote investeringen hoeven te doen in apparatuur. Wij lossen dat voor ze op, inclusief een eerste serie producten van enkele duizenden exemplaren. En daarbij zijn we heel flexibel: zowel op de rol als in sheets, in alle maten en vermogens en met de gewenste opbouw, wij kunnen het allemaal leveren.’ Uiteindelijk maakt dat het eindproduct ook goedkoper: waar nu customized oplossingen arbeidsintensief en duur zijn, kunnen er straks door

TNO start op de BIC. Foto: Bram Saeys

volledig geautomatiseerde productie in elke gewenste maatvoering producten in de markt gezet worden die ook op prijs concurrerend zijn. Toonssen verwacht bij de vervolgstappen veel van het ecosysteem rond de BIC. Ook voor Ferdinand Gremmen, directeur SDK Vastgoed (VolkerWessels), is dat een perspectief waar hij naar uitkijkt. ‘De komst van zo’n toonaangevend kennisinstituut als TNO is vanzelfsprekend een belangrijke toevoeging aan ons eco-

systeem. Zij gaan ongetwijfeld een rol spelen in onze verdere ontwikkeling. Maar ook voor TNO zelf zijn de voordelen duidelijk: niet alleen kunnen we de voorzieningen leveren waar ze naar op zoek zijn, maar ook zijn ze direct onderdeel van ons sterke netwerk. De kennis en ervaring van alle hier aanwezige bedrijven en onderwijsinstellingen vormen een factor die iedereen sterker maakt.’ www.tno.nl www.brainportindustriescampus.com

december 2021

103


ADVERTORIAL

EFFICIENCY EN PRODUCTIVITEIT VERHOGEN MET EEN VIRTUAL TWIN EXPERIENCE Analisten van onder andere Forbes en IDC voorspellen al enkele jaren dat met virtual-twintechnologie in de maakindustrie een productiviteitsverhoging van 25 tot 30 procent te realiseren is. Door de verdere ontwikkeling van de technologie komen deze voorspellingen nu in de praktijk uit.

D

IGITALE KOPIE

Een virtual twin is een actuele, virtuele, 3Drepresentatie van een fysiek object, inclusief het gedrag, de omgevingsinteracties en veranderingen die het tijdens de levenscyclus ondergaat. Dat object kan van alles zijn: een gebouw, een fabriek, een auto, in theorie iedere willekeurige entiteit. Een virtual twin experience bevat zowel een al bestaand product of systeem, maar ook informatie over hoe het is ontworpen, getest en gefabriceerd, en hoe het in de toekomst kan worden gebruikt en onderhouden.

Wat is het onderscheidende van deze technologie? Fysieke objecten worden voorzien van sensoren die realtime data verzamelen. Dankzij het Internet of Things gaat die data linea recta naar speciale software. Deze software projecteert alle data vervolgens op een virtueel, driedimensionaal model van het object. Wat de virtuele kopie een nauwkeurige, realtime representatie van de werkelijkheid maakt.

door een nieuwer exemplaar, of een productielijn bijplaatst? De gevolgen van dergelijke beslissingen zijn in een virtual twin experience zowel te visualiseren als virtueel te finetunen. Nog voordat de echte fabriek wordt aangepast. De potentiële productiviteitsverbeteringen worden zelfs nog groter als niet alleen de fabriek, maar ook het eindproduct een virtual twin experience krijgt. Productontwikkeling en procesoptimalisering gaan dan meer hand-in-hand. Fabrikanten kunnen bovendien de invloeden van veranderingen in het productieproces op het product nauwkeurig simuleren. En andersom: wat zijn de consequenties van productverbeteringen voor het proces?

SNELLER EN DUURZAMER INNOVEREN Virtual twin experiences transformeren onder andere de maakindustrie, die zich momenteel in een ‘industry renaissance’-periode bevindt. Het toevoegen van sensoren aan machines, gereedschappen en producten maakt het voor fabrikanten mogelijk om productieprocessen te optimaliseren en omsteltijden te verkorten. Met de komst van complete virtual twin experiences van fabrieken krijgt deze revolutie een nieuwe dimensie. Dat helpt bedrijven sneller te innoveren en op een duurzame wijze producten en diensten te ontwikkelen.

IN DE PRAKTIJK Twee voorbeelden van innovatieve bedrijven die met virtual-twintechnologie de efficiency en productiviteit verhogen zijn Damen Shipyards en Lightyear. Lees meer in de whitepaper ‘Virtual Twin Experiences’: https://virtual-twin-experience-whitepaper.3ds.com/

Het 3DEXPERIENCE-platform van Dassault Systèmes en daarop beschikbare ‘industry solutions’ stelt bedrijven in staat om virtual twin experiences voor elf verticale markten te creëren. Daarmee is ook de menselijke interactie met machines te simuleren, bijvoorbeeld bij het laden van producten of gereedschap. Zo is het optimale evenwicht tussen mensenwerk en automatisering te analyseren, wat van pas komt bij de besluitvorming over toekomstige investeringen.

PRODUCTIVITEITSVERHOGING Door de vrijwel realtime interactie tussen een fysieke fabriek en z’n virtual twin experience wordt efficiënter beheer en (preventief) onderhoud mogelijk. Daarnaast biedt het ook realistische simulaties van optimalisaties aan het productieproces. Welk effect heeft het investeren in meer operators of robots op het eindresultaat? Wat gebeurt er als je een lopende band versnelt, een machine vervangt

Dassault Systèmes Utopialaan 25 5232 CD ’s-Hertogenbosch T: 073 691 0739


UIT DE MARKT ‘BEDRIJVEN IN LINK ZIJN TOPJE VAN DE IJSBERG’ Gerard Ekhart verkeert al veertig jaar in wetenschap en industrie. Samen met de overheid/ politiek vormen die de befaamde triple helix die de sociaal-economische ontwikkeling moet bevorderen. De drie leven echter elk in hun eigen bubbel, aldus Ekhart. ‘Op dit moment werk ik bijvoorbeeld binnen de industrie aan de energietransitie. Daarvoor zijn gemeentelijke en provinciale overheden nodig, maar het lukt haast niet om daar contact mee te leggen. Verder had ik intensief contact met TNO, over een andere aanpak van smart industry, om de samenwerking met het mkb te verbeteren. Daar stonden ze voor open, maar toen puntje bij paaltje kwam ging de deur dicht, want ze moesten rekening houden met het ministerie van EZK. Prima dat Fraunhofer (de Duitse ‘grotere broer’ van TNO, red.) zich op de campus van Universiteit Twente heeft gevestigd, maar

Het Vitalitywheel

het zegt iets over het succes van TNO. Daar hebben ze aandacht voor een beperkt aantal topsectoren en dat is gestuurd door de politiek, niet de industrie.’ De industrie, en de maakindustrie in het bijzonder, ligt Ekhart na aan het hart. Daarvan getuigt ook zijn recente boek ‘Onze maakindustrie crasht’ (ISBN 9789403626215, €14.95). De ondertitel, ‘Revitaliseer je onderneming’, laat zien dat hij die betrokkenheid wil vertalen in een concreet recept voor de broodnodige revitalisering. ‘Als je ASML en Philips wegstreept, investeert de Nederlandse maakindustrie gemiddeld één procent van de omzet in innovatie. Alle pogingen van bedrijven en overheden om dat te veranderen zie ik mislukken. De meeste

bedrijven hebben nog een overmatige focus op laagste kosten en efficiëntie. Daar gaat de industrie in Europa niet mee overleven. Ze moeten focussen op meer waarde genereren. Industrie en politiek schuiven dat echter te veel voor zich uit. In Link Magazine lees ik wel over bedrijven die begrijpen dat het anders moet en die met elkaar in gesprek gaan om oplossingen te zoeken, maar dat is het topje van de ijsberg. Ik zou willen dat de Link-olievlek groter is.’ Bedrijven hebben zelf ook nog wel organisatorische stappen te zetten. ‘Ze werken veelal nog volgens het vertrouwde model van Treacy & Wiersema (technology, customer en cost leadership, red.), geïnstitutionaliseerd in de afdelingen R&D, Sales en Operations. Het eerste dat ik doe als ik bij een bedrijf binnenkom, is muren doorbreken, intern tussen afdelingen en in de keten. Bedrijven moeten juist goed samenwerken met klanten en toeleveranciers, om samen waarde te creëren. Velen belijden dat wel in woord maar niet in daad. Als ik vraag met hoeveel klanten ze samen ontwikkelen; dan blijkt dat tot een pilot beperkt te zijn gebleven. Er zijn maar bar weinig succesvolle ketens.’ Zijn boek is de neerslag van onderzoek waarop Ekhart onlangs promoveerde aan de universiteit van Sheffield (Verenigd Koninkrijk). Nu dat voor elkaar is, komt weer de drang om praktisch bezig te zijn. Vandaar dat hij met zijn boek tools wil aanreiken om te revitaliseren. Daarvoor introduceert hij het Vitalitywheel. Dat draait om ambitie, die volgens Ekhart inspirerend, houdbaar en uitvoerbaar moet zijn. Daarmee verwijst hij niet alleen naar de voortgaande technologische ontwikkeling, maar ook naar de noodzaak van verduurzaming. ‘Een industrie die wil overleven, moet daarin stappen zetten en niet wachten tot de overheid subsidie geeft voor die verduurzaming.’ Heeft een bedrijf zijn ambitie geformuleerd, dan kan het vervolgens – uitgaande van zijn bestaande portfolio – bepalen hoe het waarde kan creëren in de vorm van klantoplossingen: producten en

diensten die met een maatschappelijk verantwoorde footprint worden voortgebracht. Met dat laatste verwijst Ekhart naast milieu ook naar mensenrechten. ‘In Zwitserland heeft een Responsible Business Initiative het in een referendum net niet gehaald, maar het duurt niet lang voordat dit ook bij ons gaat spelen. Bedrijven als Apple en Shell Gerard Ekhart: ‘Het eerste dat ik doe als ik bij een bedrijf binnenworden er nu al op kom, is muren doorbreken, intern tussen afdelingen en in de keten.’ aangesproken.’ Foto: Kim Balster Tot slot zijn voor waardecreatie twee Wat ze juist nodig hebben, is nieuw enablers nodig, talent en innovatie. talent met nieuwe ideeën over ‘Mensen worden gezien als resource klantoplossingen en waardeketen. die geld kost, terwijl ze juist het Medewerkers als bron van vernieuonderscheidend vermogen vormen. wing in plaats van kostenpost.’ In bedrijven zijn nog schrijnend veel www.revitalize.nu niet-waardetoevoegende functies.

december 2021

105


UIT DE MARKT OVERNAME DOOR H2 MOET GROEI ACAL BFI ALS VALUE-ADDED LEVERANCIER VERSNELLEN Pieter-Jan Rovers, managing director van Acal BFi in Eindhoven, gaf het eerder dit jaar in Link Magazine al aan: van distributeur van componenten wordt het bedrijf steeds meer een partner in designoplossingen en maatwerkproducten. Het is diezelfde ontwikkeling die volgens hem een boost krijgt, nu alle Euro-

pese vestigingen van Acal BFi door de DiscoverIE Group zijn verkocht aan het deels Nederlandse H2 Equity Partners. ‘Met de investering door H2 Equity Partners kan Acal BFi de eigen activiteiten uitbreiden met extra middelen voor ontwerpengineering. En dat ondersteund door het potentieel voor acquisities via

INTENTIEVERKLARING VOOR INVESTERINGEN NTC NIJMEGEN De Novio Tech Campus (NTC) in Nijmegen huisvest weliswaar al zo’n zeventig bedrijven die vooral actief zijn in de health en hightech. Toch blijft vanuit beide sectoren de vraag naar geschikte ruimtes – denk aan laboratoria en cleanrooms – groot. Dus zijn er investeringen nodig in de gebieds- en gebouwontwikkeling van de campus, zo vinden ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en NTC. Vandaar dat beide partijen onlangs een intentieverklaring hebben

ondertekend. Bedoeld voor verdere groei van de campus en met name gericht op de mogelijkheden vanuit het Perspectieffonds Gelderland (PFG), dat namens de provincie Gelderland onder meer een revolverend fonds van 200 miljoen euro omvat. Oost NL is programmamanager voor het fonds en voert ook het beheer ervan uit. www.noviotechcampus.com www.oostnl.nl

een buy & build-strategie.’ Waar dat plan in de praktijk toe leidt, is volgens Rovers nu nog lastig te zeggen. ‘Maar de verkoop aan H2 omvat ook onze technology centers. De ondersteuning die we van daaruit geven krijgt in de toekomst in elk geval verder vorm.’ Volgens berichtgeving op de site van DiscoverIE, dat het hoofdkantoor heeft in Engeland, omvat de overname een bedrag van een kleine 60 miljoen euro. Een bedrag waarmee DiscoverIE verder werk kan maken van de eigen focus, vertelt Rovers. ‘Hoewel we met Acal BFi ooit een van de eerste bedrijven binnen de groep waren, legt DiscoverIE steeds meer nadruk op productiebedrijven. Daardoor waren wij minder geschikt voor de toekomstige strategie en is de groep daarom proactief op zoek gegaan naar een investeerder.’ Toch is het niet zo dat de banden met de DiscoverIE-zusterbedrijven, zoals Myrra, Noratel en Variohm, worden verbroken, vertelt Rovers.

Pieter-Jan Rovers. Foto: Bart van Overbeeke

‘We worden geleid door separate financiers, maar van een scheiding is geen sprake. We blijven samenwerken, de klant gaat van onze overname niets merken. Behalve dan die groeiversnelling die we als valueadded leverancier gaan maken.’ www.acalbfi.com www.discoverieplc.com www.h2ep.nl

© De helm is geprogrammeerd en geproduceerd door DAISHIN

Op zoek naar een CAM-oplossing? ®

Ontdek de voordelen van hyperMILL en schakel over op de beste CAM-software voor al uw 2.5D-, 3D-, 5-assige, frees-draai-, HSC- en HPC-bewerkingen.

www.openmind-tech.com

106

december 2021


SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

GELEVERD ELEKTRIFICERING

Eerste VDL MTT bij Aviko Bij aardappelverwerker Aviko in het Gelderse Steenderen rijdt sinds kort de eerste VDL Mixed Traffic Transporter (MTT) over het terrein. Het autonoom rijdende voertuig is ontwikkeld door VDL Automated Vehicles en voorzien van de VDL E-Power-technologie, die logistieke processen duurzamer en slimmer moet maken. Nieuw aan dit voertuig – dat oogt als een bakwagen zonder cabine – is het MTT-platform, waarin VDL’s eigen veiligheids- en

navigatiesysteem is geïntegreerd. Dit zorgt ervoor dat het voertuig via de sensoren gegenereerde data niet alleen over de beoogde route wordt geleid, maar ook anticipeert op medeweggebruikers. Daarnaast zorgen de door VDL ontwikkelde apps voor analyses van de af te leggen routes, monitoren dezelfde apps de prestaties van het voertuig en verhelpen ze op afstand storingen. www.vdlautomatedvehicles.com, www.aviko.nl

BEVERAGE

Ondergrondse warmte naar Grolsch Afvalverwerker Twence kan vanaf komend jaar duurzame warmte gaan leveren aan bierbrouwer Grolsch, via een nog aan te leggen ondergrondse leiding. Nu de vergunningen hiervoor onlangs zijn afgegeven, moet de duurzame warmtelevering ertoe bijdragen dat Grolsch de eigen CO2-emissie jaarlijks reduceert met 72 procent. Dit komt neer op 5.500 ton, ofwel de jaarlijkse gezamenlijke CO2-uitstoot

van zo’n 1.800 huishoudens. Met de uit restafval opgewekte warmte van Twence in het vooruitzicht kan Grolsch verder werken aan de ambitie om in 2025 volledig CO2neutraal te zijn. Eenmaal geleverd aan de brouwerij, dient de warmte er voor de verwarming van gebouwen en het opwarmen van pasteurs en spoelmachines. www.twence.nl, www.grolsch.nl

GEÏNVESTEERD

staat de verdere ontwikkeling van plasmatechnologie – die uitgaat van elektrificatie – centraal, bedoeld als bijdrage aan de verduurzaming van industriële toepassingen binnen de chemische industrie. Het plasmalab is een initiatief van kenniscentrum Brightsite, Universiteit Maastricht en

Brightlands Chemelot Campus en moet gaan dienen als plek waar kennis- en onderzoeksinstellingen, studenten en het bedrijfsleven samen verder werken aan een groene chemische industrie. www.brightlands.com, www.maastrichtuniversity.nl

FOOD

Zuivelproducent FAGE wil aan de slag vanuit Hoogeveen Productielocaties in Griekenland en de Verenigde Staten had FAGE al. En daar komt in de nabije toekomst die in het Drentse Hoogeveen bij, als het aan de internationaal opererende zuivelproducent ligt. Met de beoogde investering is een bedrag gemoeid van ruim 150 miljoen euro, waarna de nieuwe vestiging werk moet opleveren voor zo’n 250

fulltime banen. Nu het optiecontract met de gemeente Hoogeveen voor een kavel van 15 hectare is getekend, ziet het er in elk geval naar uit dat het nieuwe bedrijventerrein Riegmeer met de komst van FAGE zijn eerste grote productielocatie krijgt. https://nl.fage

FOOD

Marel Boxmeer gaat flink op de schop Het gaat Marel, dat machines voor de voedselverwerkende industrie produceert, voor de wind. Zo blijkt onder andere uit de plannen om de vestiging in Boxmeer uit te breiden en volledig aan te passen naar de laatste standaarden. Dat laatste zit ’m onder meer in maatwerk per afdeling, waarbij Marel ernaar streeft voor elke medewerker een inspirerende omgeving te creëren.

Meest in het oog springend is echter het nieuwe magazijn van 12.000 vierkante meter, dat in de loop van komend jaar wordt gebouwd. Is dat eenmaal gereed, dan wordt de mechanische productie gemoderniseerd. En wordt bovendien het DemoCenter verplaatst, naast een upgrade van de assemblageafdeling. www.marel.com

CHEMIE

Brightsite plasmalab draagt bij aan vergroening Geen aardgas, maar elektrificatie als energiebron voor chemische processen. Die daardoor veel duurzamer tot stand komen, doordat tijdens de productie minder of zelfs geen CO2

vrijkomt. Het is in een notendop de gedachte achter het Brightsite Plasmalab, dat vorige maand is geopend op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. In het lab

It all begins with a beating heart. We believe that every new life deserves the best start, driven by a reliable heart. That’s why we create the beating heart of electronics: PCBAs. Find your beating heart at:

Isah treedt toe tot SCSN als Service Provider. Kijk op de achterpagina

Maak het met Isah.

+31(0)24 352 5666 | www.eprpartner.com

2

december 2021 25-11-2021 107 12:08


no,

PLM is not a oneɽǫ˖ơ࢛˪ ʋɽ࢛Ŕȍȍ ljȶɭ ʠɽ

Is digitalization of product creation processes on your agenda? If so, then you are probably looking for the most suitable software. Before presenting a tailor-made demo, we conduct our lifecycle scan to clarify the exact problem you are facing.

Start from the core A thorough intake process does ȥȶʋ ȟơŔȥ ʋǠŔʋ ȶȥơ࢛ɽǫ˖ơ࢛˪ ʋɽ࢛Ŕȍȍࡸ ȶʠɭ specialists take the time to really get to know your organization. Because, sometimes what you ask for might not be what is actually needed.

Do you want our help to work out a tangible PLM vision? Feel free to contact us.

cardsplmsolutions.com

Solution Partner Smart Expert

Digital Industries Software


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES METAAL

Metaal 2000 wordt onderdeel Ventura Systems Nadat Metaal 2000 BV al jarenlang staal en aluminium onderdelen leverde aan Ventura Systems CV, komt het bedrijf nu in handen van diezelfde klant. Ventura Systems is producent en leverancier van busdeursystemen en neemt Metaal 2000 vanaf 1 januari komend jaar over. Daarmee worden de ruim 40 medewerkers van Metaal 2000 collega’s van de 200 medewerkers van Ventura Systems, dat net als z’n huidige toeleverancier is gevestigd

in Bolsward. Metaal 2000 heeft zich gespecialiseerd in lasersnijden, plaatbewerking, robotlassen en poedercoaten en speelt met het eigen proces al volop in op de behoeften van Ventura Systems. Zo verzorgt het metaalbedrijf bijvoorbeeld ook de montage van halffabricaten voor de busdeursystemen. www.metaal2000.nl, www.venturasystems.com

AUTOMATISERING

Van Dorp groeit verder met HG Industrial erbij Technisch dienstverlener Van Dorp breidt uit met de overname van HG Industrial, dat tot voor kort deel uitmaakte van systeemautomatiseerder Hotraco. HG Industrial is system integrator en toeleverancier voor productiebedrijven, oem’ers, E-installateurs en groothandels en heeft net als Van Dorp een landelijke dekking. Dat alles bij elkaar zorgt ervoor dat de bedrijfsactiviteiten van HG Industrial een

welkome aanvulling vormen op het specialisme industriële automatisering, zo staat op de site van Van Dorp. Bij HG Industrial, dat een jaarlijkse omzet van 4 miljoen euro realiseert, werken momenteel achttien mensen. Zij verhuizen later, samen met de medewerkers van Van Dorp Venlo, naar een nieuw pand in Venlo. www.vandorp.eu, www.hotraco-group.com

KUNSTSTOFFEN

En dat is vier: ook Insigne komt bij HPI Group HPI Group deed dit jaar al drie overnames om de eigen rol als specialist in kunststof producten en verpakkingen te versterken. Daar komt nog een vierde bedrijf bij, nu ook Insigne is overgenomen. Met de overname voegt HPI Group PVC en medische producten toe aan het

eigen aanbod. Insigne is gevestigd in Bleskensgraaf en omvat als spuitgietbedrijf voor kunststoffen naast een eigen ontwerp- en ontwikkelingsafdeling ook een matrijzenmakerij. Ook heeft Insigne – waar veertig mensen werkzaam zijn – faciliteiten voor cleanroom-

productie, waardoor volgens HPI Group nog beter kan worden ingespeeld op de hoge eisen van de medische wereld. De overname van Insigne past binnen de strategische buy & build-strategie van HPI

Group, dat eerder in 2021 PET Innovations, Geku Plastic en KunststofPlus overnam. www.hpi-group.com, www.insigne.nl

ALLIANTIES PROCESTECHNOLOGIE

Dinnissen en Ottevanger versterken elkaars positie Dinnissen Process Technology en Ottevanger Milling Engineers gaan een strategische alliantie aan. Die moet leiden tot een gezamenlijke realisatie van klantwaarde, synergie en focus, zo laten beide bedrijven in een persbericht weten. Met de samenwerking wil Dinnissen, dat is gevestigd in Sevenum, zich nog meer kunnen richten op de eigen high-end processing-oplossingen voor de sectoren food, dairy, chemie, petfood en pharma. Ottevanger heeft vestigingen in

Aalten, Heteren en Moerkapelle, is gespecialiseerd in apparatuur en installaties voor de graanverwerkende en mengvoederindustrie en hoopt met de alliantie de eigen positie op de feedmarkt te versterken. De samenwerking tussen beide bedrijven komt tot stand via een deelname in Dinnissen door Bolster Investment Partners en Triott Group, de holding waartoe Ottevanger behoort. www.dinnissen.nl, www.ottevanger.com

ENERGIETRANSITIE

Cargill en Vattenfall werken samen via Windpark Hanze Een jaarlijkse reductie van zo’n 350.000 ton aan CO2, wat neerkomt op de jaarlijkse uitstoot van zo’n 95.000 huishoudens. Het is waar de vijftien windturbines van Windpark Hanze in Flevoland voor moeten gaan zorgen, mede door de samenwerking met energieproducent Vattenfall en agroindustrieel concern Cargill. Terwijl Vattenfall via een 15-jarig Power Purchase Agreement (PPA) de output van 78 megawatt van het park gaat afnemen, neemt Cargill op zijn beurt via een 10-jarig Corporate Power Purchase Agree-

ment (CPPA) 2,9 terawattuur van Vattenfall af. Met deze constructie kan Cargill in Nederland ruim 90 procent van het eigen stroomverbruik van duurzame elektriciteit voorzien. Nu de civiele werken er al zijn gestart, is het de verwachting dat Windpark Hanze in 2023 volledig gereed is voor commercieel gebruik. www.cargill.nl, www.vattenfall.nl

december 2021

109



UIT DE MARKT AWARDS

PERSONALIA

Nick Habraken, alumnus aan de

Eindhovens hoogleraar Maarten Steinbuch

treedt toe tot de raad van advies van WorldEmp, dat is gespecialiseerd in virtual insourcing. Steinbuch wil bijdragen aan oplossingen voor het tekort aan technisch personeel en fungeert als klankbord voor de directie. WorldEmp is in Nederland actief vanuit VelsenZuid en laat specialisten uit India voor een lange periode bij Nederlandse bedrijven werken. De Topsector Energie heeft vanaf 1 januari 2022 een nieuw boegbeeld, zo liet het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EKZ) onlangs weten.

Na de nevenfunctie negen jaar te hebben vervuld, draagt Manon Janssen het stokje over aan Peter Molengraaf. Na functies bij Shell, Nuon en Alliander is Molengraaf nu toezichthouder bij onder andere Invest-NL, Kadaster en Holland Solar. In de Topsector Energie werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen aan de transitie naar een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem. Peter Paul Weeda verruilt zijn func-

tie als coo bij GroenLeven voor die van ceo. Daarmee wordt hij de opvolger van Roland Pechtold. GroenLeven is de afgelopen jaren van start-up uitgegroeid tot een van de grootste Nederlandse aanbieders van zonne-energie. De volgende stap van het bedrijf is een bredere focus, gericht op ook wind, waterstof en energieopslag.

TU/e, is winnaar van de Wim van der Hoek Award 2021. De constructeursprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan degene met het beste werktuigbouwkundige afstudeerproject aan een Nederlandse of Belgische universiteit. Habraken kreeg de award tijdens de recente editie van de Precisiebeurs vanwege zijn herontwerp van een robot voor microchirurgie, ontwikkeld door Microsure in Son.

Marloes Kepser won onlangs de

25e editie van de Ondernemersprijs Land van Cuijk & Noord-Limburg. De jury roemt haar persoonlijke benadering en sociale vaardigheden. ‘Die maken haar – in combinatie met haar leiderschapscompetenties – op een bijzondere manier toegankelijk en krachtig.’ Kepser, sinds 2017 directeur van het gelijknamige metaalbedrijf in Cuijk, werd ook door het publiek uitgeroepen tot favoriet.

Ook Kees Verbaan kreeg tijdens de laatste editie van de Precisiebeurs een award uitgereikt. Verbaan is systeemarchitect bij NTS Development & Engineering Eindhoven en ontving de Ir. A. Davidson Award voor zijn bijdragen aan meerdere NTS-projecten en zijn inzet voor kennisdeling en ontwikkeling van zijn vakgebied. Na zijn studie Werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Utrecht en TU/e promoveerde Verbaan op een onderzoek naar de impact van demping bij systeembesturingen.

december 2021

111


isah.com

DIGITALE COMMUNICATIE IN DE KETEN MAAK HET MET ISAH

Isah treedt toe tot SCSN als Service Provider Met een nieuwe clouddienst vervult Isah de rol van SCSN Service Provider voor haar klanten. Zo blijven we dicht bij onze klanten staan en helpen we hen om hun koppositie te behouden dankzij meer digitale communicatie in de keten!

Smart Connected Supplier Network (SCSN): Slim en efficiënt samenwerken met klanten en toeleveranciers Eenmalig aanmelden bij een SCSN Service Provider Eenvoudig en efficiënt data uitwisselen met aangesloten bedrijven

Lees meer op isah.com/scsn

Maak het met Isah.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.