Magazine
I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G
Magazine
april 2015 | nummer 2 | jaargang 17
BOON EDAM, POST EN DEKKER EN MMID ONTWIKKELEN ‘SMART’ BEVEILIGINGSPOORTJES ‘PORTIER 2.0’ RESULTAAT VAN OPEN SAMENWERKING BIJ ZWOLSE TRUCKBOUWER ROLT EERSTE LNG-TRUCK VAN DE BAND DAF ZWEERT BIJ DIESEL, SCANIA GAAT VOOR GAS
THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT
EGBERT-JAN SOL TNO/SMART INDUSTRY
WAARSCHUWT INDUSTRIEEL NEDERLAND
U wilt de laagste TCO. U wilt de TCO-waarde zichtbaar maken. Samen zorgen we voor die transparantie. WE ARE THE ENGINEERS OF PRODUCTIVITY.
Open Innovation TCO 2.0 Duurzaam innoveren begint met Festo. Met onze TCO inzichten en aantoonbare resultaten bieden wij u graag de mogelijkheid om uw kosten te verlagen en uw concurrentiekracht te vergroten. Transparantie is daarbij ons uitgangspunt.
Festo BV 015 2518759 www.festo.nl
Magazine
2/15
I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G
THEMA
16
26
30
INDUSTRIEBELEID EGBERT-JAN SOL (TNO/SMART INDUSTRY) WAARSCHUWT INDUSTRIEEL NEDERLAND
PARTNERS BOON EDAM, POST EN DEKKER EN MMID ONTWIKKELEN ‘SMART’ BEVEILIGINGSPOORTJES
‘UITGEKNEPEN’ TOELEVERANCIER MOET NÚ INVESTEREN
‘PORTIER 2.0’ RESULTAAT VAN OPEN SAMENWERKING
ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT Door de digitalisering verandert de industrie en daarmee de industriële arbeidsmarkt snel. Hoe relevant is een opleiding van gisteren, hoe houdbaar is tien jaar werkervaring nog? Hoe kan de industrie ervoor zorgen dat ze over de juiste mensen beschikt, op alle niveaus? Welke rol is in dat up-to-date houden van het human capital weggelegd voor het reguliere onderwijs? Is het niet in de eerste plaats aan bedrijven – met elkaar – te zorgen dat hun digitale wereld gaat matchen met hun mensen?
34
De Nederlandse industrie moet nú investeren in technologie, mensen en schaalvergroting. ‘Want de 55-jarige ondernemer die denkt dat hij zijn pensioen nog wel kan afwachten, heeft straks geen bedrijf meer om te verkopen’, waarschuwt Smart Industry-directeur Egbert-Jan Sol. Het jonge luchtvaartbedrijf Airborne geeft het goede voorbeeld en gaat samen met Siemens een digital factory opzetten.
Boon Edam lanceerde onlangs een nieuwe serie beveiligingspoortjes. Interactiviteit, intuïtiviteit en design stonden centraal in de ontwerpfase. Een modulaire productopbouw moest ervoor zorgen dat Boon Edam een grote variëteit aan klantwensen kan vervullen, tegen redelijke kosten en met korte levertijden. Het resultaat van een open samenwerking met Post en Dekker (engineering en smart customization) en MMID (design, user experience).
PARTNERS
STRATEGIE
40
36
DAF ZWEERT BIJ DIESEL, SCANIA GAAT VOOR GAS
Oost west, Nederland best Pogingen toeleverketen Raith naar Engeland en de VS te verplaatsen mislukten Fit to grow Energietrends nopen Itho Daalderop tot nieuwe groeistrategie ‘Nederlandse maakindustrie vraagt veel precisiewerk’ Hermle groeit in Nederland dankzij robotisering en automatisering
DAF mag de gasmotor hebben afgezworen, bij Scania in Zwolle rolt in juni de eerste lngvrachtauto van de band. De Zweedse truckbouwer claimt voor zijn gasmotoren minder verbruik, emissie en geluidsproductie dan voor diesels. DAF zegt met zijn diesels aan dezelfde Euro6-normen te voldoen. De twee concurrenten volgen graag hun eigen koers. Tegelijk dwingt de platooning-technologie, waaraan ze beide sleutelen, op termijn tot samenwerking.
ZIE VERDER PAGINA 5
56 CONCURRENTEN BIJ ZWOLSE TRUCKBOUWER ROLT EERSTE LNG-TRUCK VAN DE BAND
‘Ik ben niet zo’n clusterman’ ‘Smart’ op z’n Zuidbergs: breed en pragmatisch Multi-specialist in wording Biesheuvel Techniek bouwt met overname MCA aan matrixorganisatie
44 59
april 2015
3
Who will industrialise the Internet of Things?
You and NI will. From smart manufacturing to the smart grid, bridging the digital and physical worlds is one of the most significant engineering challenges we face today. NI, together with other visionary companies, is ensuring the superior design and performance of the increasingly complex systems that will fuel the Internet of Things and drive industrial adoption. Learn more at ni.com/internet-of-things Š2015 National Instruments. All rights reserved. National Instruments, NI, and ni.com are trademarks of National Instruments. Other product and company names listed are trademarks or trade names of their respective companies. National Instruments is a General member of the IntelŽ IoT Solutions Alliance. 20049
EN VERDER: 6 15
32
38
42
46
49
50
52 54
61
63 75
MARTIN
UIT DE MARKT COLUMN Toekomstbestendig onderwijs vereist het lef om keuzes te maken Universiteiten en hogescholen zoeken nog te weinig de samenwerking met grote bedrijven INDUSTRIEBELEID Nederlandse maakindustrie, zoek ’second love’ IndustrieTOP over Smart Industry zet ondernemers aan tot creativiteit PROCESVERBETERING Op naar (bijna) zero surprises Fieldlab Campione zet in op voorspelbaar condition-based onderhoud in procesindustrie PROCESINNOVATIE Ook business met metaalprinten Berenschot investeert in brede kennis over 3D-printen LAUNCHING CUSTOMER Creativiteit van klein, kracht van groot Multinational Merck geeft starter Peer+ nodige uithoudingsvermogen INNOVATIE Opschaling moet prijs concurrerend maken Teesing ondersteunt Delftse onderzoeker bij ontwikkeling kunstvleesmachine STW START-UPS ‘We kunnen moleculen filmen op hun tocht door een muis’ Succesvolle start-up MILabs: scantechnologie, the next level DUURZAAMHEID Duw voor circulaire economie BLUEVEYOR-project van Vanderlande en SEW-Eurodrive ‘goede, eerste stap’ PROCESVERBETERING Dikke buizen snijden, slimme software schrijven HGG en B&R geven 3D-profielsnijmachine snelle, flexibele besturing TECHNISCHE DIENSTVERLENING Standaardcomponenten als troef Weiss stelt integraal denken richting de klant centraal KORT AGENDA
COLOFON Magazine
COLOFON
Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.
JAARGANG 17, NUMMER 2, APRIL 2015 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Postbus 101, 2900 AC Capelle a/d IJssel (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) www.linkmagazine.nl
WAARSCHUWING
Tijdens het conferencedeel van het High-Tech Systems-event, eind maart, werd een mooi overzicht gegeven van de ontwikkelingen in de industriële toeleverketens. Met als aanbeveling aan suppliers om toe te bouwen naar de rol direct onder de oem’er, als ‘main supplier’. Toeleveranciers met vooral een eigen technology roadmap, die zelf wel bepalen welke modules ze in de markt zetten en welke niet. De oem’er moet zich daarin maar schikken en ook niet te moeilijk doen over prijs en levertijden. Op de vraag of dergelijke toeleveranciers bestaan kwam, na enig geaarzel, als antwoord: ‘ASML bijvoorbeeld, als toeleverancier van een TSMC.’ De beste positie voor een toeleverancier is dus die van een oem’er, helemaal aan het eind van de keten, waarvandaan dan wordt toegeleverd aan weer een andere keten. Toch is het niet zo dat de partijen helemaal aan het begin van hun keten, in feite de TSMC’s, de minst aantrekkelijk positie hebben. Integendeel: iedere ontwikkelaar en bouwer van elektronica weet dat de fabrikanten van het ‘kippenvoer’ multinationaal opereren en als het hen zo uitkomt maling hebben aan bijvoorbeeld hun klant op die Europese markt (want hooguit nog goed voor 15 procent van de omzet). Conclusie: waar je ook zit in de keten, het maakt niet uit. Je moet vooral groot zijn. Tot die slotsom is ook Smart Industry-directeur Egbert Jan Sol gekomen, die in deze uitgave de industriële mkb’er aanspoort zo spoedig mogelijk groter te groeien. Want de oem’ers zullen alleen maar steeds meer verantwoordelijkheid zonder voorfinanciering willen afschuiven, en dan moet je het uithoudingsvermogen hebben van een grote jongen. Als ook start-up Peer+ ondervond. Die zag, om de innovatiedoodsvallei te doorkruisen, geen andere mogelijkheid dan zich door zijn launching customer, multinational Merck, te laten overnemen. Een voorbeeld dat de waarde onderstreept van de tweede fase start-up financieringsinitiatieven, als van Sioux’ HTSM Venture Fund, BOM Capital, Brainport Development en Bright Move (veel meer hierover in de Engelstalige bijlage). Toch is het de vraag of groot, goed en klein ‘klote’ is. National Instruments onderstreept in zijn Trend Watch 2015 de snelle opkomst van de (online) makercommunities: gemeenschappen van individuen die, met alle ervaringen en kennis ter wereld binnen muisklikbereik, doen waar ze zin in hebben. En dat is: nieuwe dingen maken die – steeds vaker – innovatiever en succesvoller zijn dan die de gevestigde r&d-bureaucratieën ophoesten. Natuurlijk komt op enig moment in die groeicurve een grote jongen langs, om de handel over te nemen. Maar wie levert dat nu het meest op? In geldtermen groot, natuurlijk, maar – en dat is veel wezenlijker – in geluks-termen klein. Groot is immers niets meer (tien)duizenden geconsolideerde zielen, te zeer gevangen in een web van organisatieregels om zelf wat te kunnen verzinnen. Klein is een individu dat kan doen waar hij of zij zin in heeft, dat kan voldoen aan zijn scheppingsdrang. Dus laat ook ik een waarschuwing geven aan industrieel Nederland: groei niet!
MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine
REDACTIEADVIESRAAD J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. B. Draaijer (KLS Netherlands), ing. G. van der Endt (Trumpf Nederland), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA (Bosal), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst High-Tech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), ir. Th.J.O. Pehrson (Festo BV), dr.ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (Randstad), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden, redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Alfons Calders, Jos Cortenraad, Fred van Houten, Wilma Schreiber, Gerard Smit COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Ten Brink Offset, Meppel
martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl
ABONNEMENTEN u 63,50 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 19 juni 2015. Het thema van dit nummer is ‘Noordwest-Europa als basis’ ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
april 2015
5
UIT DE MARKT DEMCON BIEDT BROEDPLAATS VOOR START-UPS EN DOORGROEIERS
© 2014 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. Siemens and the Siemens logo are registered trademarks of Siemens AG. All other trademarks, registered trademarks or service marks belong to their respective holders.
High-end technologieleverancier DEMCON heeft een Incubate-programma opgezet voor starters en ondernemingen die willen doorgroeien. Concreet kan DEMCON, zelf in 1993 gestart als spin-off van de Universiteit Twente, ontwerpondersteuning, huisvesting en laben productiefaciliteiten verzorgen, aanvullende diensten (zoals HRM en ICT) bieden en desgewenst een financiële injectie geven in de vorm van een participatie. Op hun beurt bieden de deelnemers DEMCON nieuwe kennis en mogelijke ingangen op nieuwe markten. De eerste bedrijven hebben inmiddels hun intrek genomen in DEMCON’s hoofdkantoor in Enschede. DEMCON is in ruim twintig jaar gegroeid naar meerdere vestigingen en ruim 200 medewerkers. Als een
van de oprichters weet directeur Dennis Schipper aan welke ondersteuning starters en doorgroeiers behoefte hebben. ‘Wij gaan ze helpen met onze kennis en ervaring, onze faciliteiten en diensten en, als ze dat willen, ook met financiering doordat wij een minderheidsaandeel nemen. Er zit misschien een stuk idealisme in, maar ik zie vooral de synergie: wij kunnen ook van hen weer leren.’ Incubate-deelnemer van het eerste uur is Qmicro. Het microsysteembedrijf woont in bij DEMCON, dat ook een minderheidsaandeel heeft. Bijna een jaar geleden kwam FiftyTwoDegreesNorth daarbij. Het softwarebedrijf ontwikkelt mobiele toepassingen (responsive websites, apps) voor het verbeteren van bedrijfsprocessen bij klanten,
verklaart directeur Marcel Roorda. ‘Ook voor complexe mechatronische systemen zijn tegenwoordig snel en flexibel gebruikersinterfaces te ontwikkelen door smartphone en/of tablet te gebruiken. Daar zie ik synergie met DEMCON. Ook kunnen klanten van DEMCON met mobiele oplossingen meer en beter het gebruik van hun machines meten.’ Een eerste samenwerking heeft geresulteerd in een app die de besturing van een automatiseringssysteem gebruiksvriendelijk presenteert. Synergie ziet Roorda ook in de ‘inspirerende omgeving’ die DEMCON biedt. ‘Ook hun grote klantennetwerk is interessant voor ons. Omgekeerd zouden zij ons netwerk kunnen benutten.’ Onlangs nam de Incubate-partner TSST (Twente Solid State Technolo-
gy) bij DEMCON zijn intrek. De spin-off van de Universiteit Twente bouwt apparatuur voor atoomlaagdepositie voor universitaire onderzoekscentra wereldwijd. Technisch directeur Cas Damen: ‘Op zoek naar andere bedrijfsruimte werd al vrij snel duidelijk dat vestiging bij DEMCON de voorkeur had. Zij kunnen ons helpen bij het verbeteren van de mechanica van onze apparaten. Omgekeerd hebben wij veel kennis van hoogvacuüm en in engineering hebben we veel tijd besteed aan het oplossen van smeringsproblemen. Dat kan DEMCON benutten in vacuümtoepassingen voor zijn klanten. Bovendien is het prettig dat bijvoorbeeld een receptie en ontvangst van binnenkomende goederen al goed geregeld zijn.’ www.demcon.nl
Make a breakthrough in machinery engineering. Siemens PLM M Software: Software: . . Deliver Deliv er smarter smarter e machinery machiner y faster—with faster—with lless ess risk. risk. Machinery manufacturers Machinery manuffacturers face intense intense competition, competitio on, increasincreasing rregulatory egulatory pressure pres e sure and growing growing demand for for custom custom m achines. To To stand stand out, out, you you need need to to b reak through. through. You You machines. break n eed tto o develop develop smart smart “Mission-driven “Mission-driven Machines” Machines” that that can can need
customized easily, easily, assembled assembled conf idently and delivered delivered be customized confidently dependably. Machine dependably. Our Advanced Advanced Mac hine Engineering Engineering solution you ac hieve faster faster systems-driven systems-driven design, better better upuphelps you achieve front validation validation a nd streamlined streamlined m anufacturing. front and manufacturing. Learn more at
Answers An swers ffor or iindustry. ndustr y.
6
april 2015
‘OPEN COMMUNITIES BEDREIGEN CONCURRENTIEPOSITIE GROTE CONCERNS’ Van 6 tot 8 maart kwamen 20 teams van hackers bijeen voor de Toon Open Hackathon. Daar kregen ze toegang tot de (functionaliteit van de) Toon, de slimme thermostaat die Quby heeft ontwikkeld voor Eneco. Dit energiebedrijf organiseerde het weekend in de hoop dat er uit deze spontane en open samenwerking tussen allerlei slimme hobbyisten nieuwe toepassingen voor de Toon komen waar het bedrijf zelf nog niet aan gedacht heeft. In ruil daarvoor kregen de ‘hackers’ een uitdagend weekend en – voor het winnende idee – ook nog een leuke geldprijs. Volgens het recente rapport Trend Watch 2015 van National Instruments (NI) vormt het spontane ontstaan van communities van individuele ontwikkelaars en kleine startups één van de belangrijke trends in de wereld van softwareontwikkeling. Een trend die wel ‘ns disruptive effect zou kunnen hebben op de concurrentiepositie van grote
bedrijven, of in elk geval deze concerns zal nopen hun traditionele wijze van R&D los te laten. Technologie marketing engineer Erik van Hilten van NI verklaart het ontstaan van deze gemeenschappen uit de brede beschikbaarheid van betaalbare technologie. ‘Via open source wordt heel veel softwarecode gedeeld; zo is Linux ontstaan uit de wereldwijde samenwerking tussen duizenden mensen. Maar je kunt nu ook voor dertig euro een softwareplatform aanschaffen. Arduino is een klein printplaatje; voor een paar tientjes krijg je ook de toegang tot de software erop en kun je voor die hardware allerlei functies gaan ontwikkelen: van het aan- en uitzetten van de zonnepanelen tot en met het uitlezen van de parameters van je verwarmingsketel. Producten die je vervolgens zelf, met steun van andere in jouw community en met wellicht de hulp van een goedkope 3D-printer, kunt doorontwikkelen tot iets betrouwbaars dat je op de
Foto: Eneco
markt kunt brengen.’ Zo kunnen er dus uit het niets concurrenten ontstaan rond ideeën die de grote concerns niet bedacht hebben. Om dat fenomeen te kanaliseren is GE inmiddels zijn eigen community – first built makerspace – gestart, een fysieke ruimte waarin zelfstandige ontwikkelaars alle faciliteiten en vrijheid krijgen zelf en met andere iets te bedenken. En om die reden organiseert Eneco zijn Hackathon. Het onderwijs, stelt Van Hilten, zal ook mee moeten in deze ontwikkeling. ‘De Universiteit van Califor-
nië en ook het MIT bieden als vergelijkbare leeromgevingen waarbinnen je geen theorie en tentamens krijgt, maar vooral bezig bent met anderen aan oplossingen voor praktijkproblemen. Ook het Nederlandse onderwijs zal hierin stappen moeten maken’, aldus Erik van Hilten van NI wiens bedrijf daartoe inmiddels samenwerkt met de drie TU’s en ook met enkele hogescholen waaronder de Hogeschool Arnhem Nijmegen. www.ni.com/trend-watch www.quby.nl www.toonhackathon.nl
JUBILEREND ESPS BRENGT ROBOTISERING NAAR HOGER PLAN Robotisering is een sterk wapen voor de West-Europese maakindustrie in de concurrentieslag met lagelonenlanden. ESPS uit Almelo legt zich sinds de verzelfstandiging in 2005 toe op industriële automatisering met robot-integratie als speerpunt. Met succes: de klantenkring groeit en de vraag naar slimme oplossingen neemt toe. In juni viert ESPS met een symposium over robotisering het tienjarig bestaan. ‘We staan aan het begin van een nieuwe fase in automatisering en robotisering’, zegt salesengineer Björn van de Graaf. ‘Steeds meer maakbedrijven beseffen dat ze met robots efficiënter kunnen produceren. Waren het vroeger de automotive en metaalbedrijven die robots gebruikten, nu komen we ze tegen in vrijwel alle productiesectoren. Robotproducenten zien hun omzet sterk stijgen. Die trend is onomkeerbaar. Bij ESPS hebben we de kennis opgebouwd om robots op de beste manier te integreren in productielijnen. En we leveren er de software,
besturingen en support bij. Daar is net zo veel behoefte aan als aan de robots zelf.’ ESPS was tot 2005 onderdeel van Texas Instruments. Nu maakt het samen met IMS deel uit van de WWINN Group. ‘IMS levert productielijnen, wij deden aanvankelijk onderhoud en service en maakten testsystemen’, aldus Van de Graaf. ‘Al vrij snel zijn we daarnaast als systeem integrator gaan werken, onder meer in de assemblage en productieprocessen. We zagen meer vraag ontstaan naar slimme integratie van robots. Productiebedrijven willen slimme systemen waarmee ze snel kunnen omschakelen naar nieuwe producten. Zonder de complete lijn te moeten ombouwen. Dat kan, mits je vergaand automatiseert.’ ESPS geldt nu als specialist – integratiepartner van Bosch Rexroth – in automatisering en robotisering. Tot de klantenkring behoren Philips, Sensata; voor kartonfabrikant Smurfit Kappa ontwierp en onderhoudt ESPS een kwaliteitmeetsysteem voor
alle vestigingen wereldwijd. De komende jaren wordt verdere groei verwacht. ‘We zien de robot zijn intrede doen in cure & care. De samenwerking mens-robot krijgt gestalte. En dan is er nog Industrie 4.0. Productieprocessen op afstand gestuurd via het internet. De consument kan op termijn via een configurator zijn eigen product samen-
stellen en direct laten produceren. Dat vergt vergaand geautomatiseerde productieprocessen. En daar kunnen wij weer een rol in spelen.’ Meer informatie op www.esps-nl.com. ESPS is ook lid van Leorobotics, een platform in Oost-Nederland dat het mkb toegang wil geven tot robotisering. www.leorobotics.nl
Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25
T 040 2 504 504
5653 MA Eindhoven
F 040 2 504 599
Postbus 657
E mencke@govers.nl
5600 AR Eindhoven
I www.govers.nl
april 2015
7
Embedded in your future? De kick van TOPIC! Het beste uit jezelf halen en je ambities verwezenlijken. Dat is ook de drive van TOPIC. Wij zijn huisleverancier bij zowel grote als kleinere high-tech bedrijven en bieden je daarom uitdagende, grensverleggende en afwisselende projecten. Onze klanten zijn door de kennis van TOPIC in staat om betere en innovatieve producten sneller op de markt te brengen. Door onze ervaring en expertise maken wij de wereld elke dag een stukje beter, gezonder en slimmer.
het middelpunt van onze organisatie en we gaan dan ook tot het uiterste om jouw wensen en ambities te realiseren. We zullen je altijd blijven uitdagen.
Sinds 1996 hebben wij een sterke reputatie opgebouwd in embedded systeemontwikkeling en hebben sindsdien meegewerkt aan de totstandkoming van vele, vaak innovatieve en high-tech, systemen en producten. De TOPIC’ers zijn daarbij
TOPIC: sterk in Cure & Care, Imaging & Control, Mobility & Infrastructure, Transport & Logistics en Research.
Heb jij net als wij passie voor embedded systeemontwikkeling? Maak TOPIC dan ‘embedded in your future’. Wij zijn continue op zoek naar onder andere slimme embedded software en hardware engineers en -designers, mobile app developers en FPGA specialisten.
Kijk ook op www.topic.nl
UIT DE MARKT TARQA VOETBALPOMP OOK BIJ GROTE CLUBS IN TREK Wat is de overeenkomst tussen PEC Zwolle en Arsenal? Beide voetbalclubs maken gebruik van de volautomatische ballenpomp van Speq Innovations uit Hardenberg. Net als inmiddels tientallen amateurclubs in ons land. ‘Ook Southampton – waar Ronald Koeman coach is - gaat hem gebruiken’, vertelt Maurin Kieft. De ballenpomp is ontwikkeld door Rob Muller en Jarno Otter. Uit frustratie over die altijd te zachte, of juist te harde, ballen waar zij in het weekend bij hun clubje tegenaan trapten. Met hun technische achtergrond – ze werken fulltime bij high-tech system supplier Masévon Technology in Hardenberg – bedachten zij de RobOttpomp. Dat apparaat brengt
ballen simpel (slechts twee bedieningsknoppen; ‘onthoudfunctie’ voor het oppompen van meerdere ballen achter elkaar; een speciale naald wordt bijgeleverd) op exact de juiste spanning: ‘op 0,01 bar nauwkeurig’, claimt Maurin Kieft. ‘Een grote verbetering vergeleken met die compressors-met-drukmeter die door die zwiepende wijzer niet in de buurt komen van onze nauwkeurigheid.’ Hij en zijn vader, Henk Kieft (directeur van Masévon), staan de bedenkers sinds enige tijd terzijde om meer power te geven aan de vermarkting ervan. Met z’n vieren vormen zij de besloten vennootschap Speq Innovations (SPEQ staat voor Sports, Performances En Quality) en
gaven zij de RobOttpomp een nieuwe, ook over de grens aansprekende naam: TarQa. Naast het type voor wandbevestiging met separate compressor (TarQa 1000), is er nu ook de TarQa 2000, met ingebouwde, compacte compressor. Die laatste is overal inzetbaar waar een stopcontact in de buurt is. Op termijn wil de Speq Innovations ook andere producten dan de TarQa gaan ontwikkelen en vermarkten. Welke houdt Maurin Kieft nog even voor zich. ‘Wij willen de sportwereld verrassen met innovaties, die net voor het verschil kunnen zorgen. ‘Details beslissen de wedstrijd!’, dat is ons motto.’ www.speqinnovations.com
Foto: SPEQ
AZIATISCHE KLANT PLAATST RECORD-ORDER BIJ IMS-ALMELO tronische delen – zoals die in, zeg maar, smartphones en tablets worden toegepast’, legt ze uit. IMS, onderdeel van de WWINN Group, kreeg de order niet omwille van een lage prijs – ‘wij zijn geen prijsvechter’ –, maar dankzij aspecten als hoge kwaliteit, nauwkeurigheid, robuustheid en snelheid. ‘Onze systemen kunnen hoge aantallen aan; dat moet ook, want de klant zit in een markt waarin hoge volumes gevraagd worden.’ Büter zegt desgevraagd dat IMS ook wel voor Europese klanten werkt. ‘Maar de hoogvolume-fabricage van dit soort kleine, fijne producten voor smart devices vindt nog
‘COSTING SOFTWARE GAAT DE KETEN VERANDEREN’ De toenemende behoefte aan transparantie zal het gebruik van costengineeringsoftware doen toenemen. Om sneller in te kunnen schatten welke innovaties rendabel gaan worden en welke niet zullen programma’s als Perfect Costing en A Priori de komende jaren steeds populairder worden, aldus Huub Ehlhardt, manager supplier project engineering van Philips Innovation Services. Hij was één van de tientallen sprekers uit de industrie die tijdens het conference programma van High-
Tech Systems 2015 de vloer kregen over onderwerpen als high-level supply chain management, opto mechatronics en adaptive robots. Het tweedaagse event eind maart in de Brabanthallen in Den Bosch bestond voorts uit een beursvloer met stands van hightech bedrijven als DEMCON, Neways en Vanderlande en kennisinstituten als TNO en de TU/e. De organisatie was in handen van Techwatch. www.hightechsystems.eu
overwegend in Azië plaats.’ Overigens betreft het een vervolgorder: IMS, destijds ontstaan als interne mechanisatiegroep binnen Texas Instruments, werkt al zo’n tien jaar met de betreffende klant samen. De order van bijna 10 miljoen euro zal de omzetgroei van IMS een flinke impuls geven, verwacht Ilse Büter. ‘We mikken dit jaar op zo’n twintig procent groei. Los van deze order denken we met zo’n tien procent te groeien en hopen we ook wat extra mensen aan te kunnen nemen.’ Momenteel staan er bij de WWINN Group, waartoe ook ESPS (klantspecifieke oplossingen voor industriële automatisering en service)
www.biesheuveltechniek.nl
Machinefabrikant IMS (Integrated Mechanization Solutions) meldde onlangs de grootste order ooit in de wacht gesleept te hebben. Voor een Aziatische klant wordt de komende tijd in Almelo een serie volautomatische productiesystemen gebouwd. Totale waarde: bijna 10 miljoen euro. De naam van de klant wil marketing manager Ilse Büter ‘uit concurrentieoverwegingen’ niet kwijt; wel dat de lijnen in China worden geïnstalleerd. Het gaat om lijnen die met een hoge precisie en snelheid samengestelde componenten assembleren. ‘Daarbij moet je denken aan kleine, complexe productjes met mechanische en elek-
behoort, 85 mensen op de pay-roll. Marketing manager Büter verwacht dat de record-order ‘tot ergens in de zomer’ extra werk zal opleveren. Daarna worden de assemblagelijnen verscheept, geïnstalleerd en gebruiksklaar op-geleverd. ‘We doen binnen de groep zowel machine-ontwikkeling als bouw – en hebben een service- en onderhoudsclub die de machines bij de klant installeert en vrijgeeft. Daarna doen we ook het onderhoud.’ Een substantieel deel van de productielijnen wordt samen met Twentse bedrijven gerealiseerd. www.ims-nl.com www.wwinn-group.com
UW MULTI-SPECIALIST Mechatronica & Aandrijftechniek Elektrische & Mechanische Aandrijvingen Mechanical Seals Keuringen, Reparaties & Certificering Tools, Tooling & Meettechniek Safety
april 2015
9
krachtige beweging planetaire aandrijving, hydrauliek en lieren
scan de interactieve content
Brevini Group Benelux brengt u verder Wij bieden een compleet product- en kennisportfolio op het gebied van aandrijving en hydraulica. Door voortdurende innovatie garanderen wij duurzame en betrouwbare producten die voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen. Zo zorgt Brevini Group Benelux dat u krachtig in beweging blijft. benelux@brevini.com / +31 172 47 64 64 / www.brevini.nl
UIT DE MARKT E&A 2015-SEMINAR MATCHT INDUSTRIEEL ONTWERP EN ELEKTRONICAONTWIKKELING De werelden van industrieel ontwerp en elektronicaontwikkeling dichter bij elkaar brengen. Daar draait het vooral om in het seminar ‘Electronics & Productontwikkeling’, dat tijdens de vakbeurs Electronics & Automation (E&A) – op 2, 3 en 4 juni, in Jaarbeurs Utrecht – plaats vindt. Volgens Tim Middeldorp, projectmanager industriële elektronica bij FHI (de federatie van technologiebranches en organisator van de E&A), appelleert dit thema aan een snelgroeiende behoefte bij eindfabrikanten die tot voor kort niets en allengs steeds méér met elektronica
van doen hebben. ‘In steeds meer producten speelt elektronica een rol. Fietsen met een elektrische motor, landbouwvoertuigen met gps, wearable electronics; zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Om die producten te kunnen maken is kennis van zowel elektronicaontwikkeling als industrieel ontwerp noodzakelijk. En daar ontbreekt het vaak nog aan. In de traditionele mechanica verschillen de denkwijzen en methodieken om tot een product te komen sterk van die in de elektronicaontwikkeling – en in industrieel design dopen ze het nog weer anders. Dit
BOM INVESTEERT IN HELIOX BOM investeert in de Brabantse ontwikkelaar van een innovatief laadsysteem. De specialist in hightech vermogenselektronica Heliox ontvangt een financiering van de BOM. Aanleiding is een door Heliox ontwikkelt ultrasnel laadsysteem voor elektrische stadsbussen. Het in Best gevestigde bedrijf heeft er opnieuw een kansrijk, nieuw product mee in handen en de potentie om de komende jaren flink door te groeien. Inmiddels leverde het eveneens Brabantse VDL Bus & Coach in Zweden de eerste elektrische bus voorzien van deze innovatie. Directeur Mark Smidt van Heliox: ‘De investering van de BOM biedt ons de ruimte om grote stappen te zetten op de Europese markt.’ Heliox is al zes jaar succesvol actief op het gebied van vermogenselektronica in onder andere de automotive sector. Het snellaadsysteem maakt volautomatische ‘opportunity charging’ mogelijk, ofwel: laden op het moment dat de gelegenheid daarvoor zich voordoet. Even aansluiten op een oplaadpunt, bijvoorbeeld in de paar minuten wachttijd bij een eindhalte, maakt een bus de hele dag inzetbaar. Via een pantograaf op het dak laadt de bus in no time bij, zonder vertraging op te lopen. Een voordeel is bovendien dat het batterijpakket niet groot hoeft te zijn. Bij de ontwikkeling werkte Heliox samen met het Duitse Schunk, een expert als het gaat om pantografen voor hogesnelheidstreinen. ‘Samen met VDL rollen we het systeem uit in Nederland, Duitsland en Scandinavië’, vertelt Smidt. ‘Ondertussen
richten we ons ook al op andere toepassingen dan voor elektrische bussen. Bijvoorbeeld elektrische trucks en automatische transportwagentjes in containerhavens.’ Directeur BOM Capital Miriam Dragstra: ‘Het is veelbelovend, zoals Heliox weet te innoveren en interessante markten aanboort met techno➤ LEES VEDER OP PAGINA 13
seminar wil bijdragen om de match tussen die werelden te maken.’ In het seminar belichten zes sprekers de thematiek. Jeroen Verbrugge, van ontwerpbureau FLEX/the INNOVATIONLAB, zal een schets van de keten geven – waarbij hij antwoord geeft op vragen als ‘Met wie ga je zaken doen?’. Sjoerd Postma, teamleider bij DEMCON Advanced Mechatronics, legt uit hoe je van een goed idee naar een dito concept en uiteindelijk een kansrijk commercieel product gaat. Hij doet dat onder andere aan de hand van een concrete case: EVATM. Voor dat precisieapparaat voor oogchirurgie moest een pomp worden ontwikkeld die een steriele vloeistof gelijkmatig door het oog kan spuiten. Achter het interface-ontwerp voegde DEMCON, dat de EVATM in opdracht van DORC bouwt, veel functionaliteiten toe. Bas Berkhout, business director van GBO Projects (hij komt van industrieel ontwerpbureau Van Berlo), vertelt over de essentiële rol die slimme behuizingen kunnen spelen in de optimale gebruikservaring van elektronicaproducten – om er echte ’connected products’ van te maken.
Dat productontwikkeling voor connected products kennis van vele disciplines vergt, legt Gernot Kuenzel van We Are Perspective uit. Een goede bediening en gebruiksvriendelijke interface is een integraal onderdeel van het ontwerpproces. Niet het eerste waar aan gedacht wordt, dus vaak vergeten, maar van groot belang is de bescherming van je product tegen namaak, copy-cats. Sander Kool van Engineering Spirit gaat daar op in. En het duo Eric van der Laak (TOPIC Embedded Systems) en Thijs van Oorschot (van Nightbalance, dat de software- en elektronicaontwikkeling van zijn Sleep Position Trainer volledig heeft uitbesteed) belicht het onderwerp co-development: hoe ontwikkel je samen een goed product? ‘Er zijn al veel aanmeldingen, we verwachten een volle zaal’, vertelt Tim Middeldorp. Het seminar ‘Electronics & Productontwikkeling’ heeft plaats op woensdag 3 juni, de tweede dag van de E&A 2015. Aanvang 9.00 uur (half uur voor beursopening), afsluiting rond 12.30 uur. www.eabeurs.nl
LOET!
april 2015
11
VOORUIT KUNNEN DOOR FINANCIERINGSVORMEN TE KOPPELEN Een nieuwe kijk op financieren. Bedrijven willen weer groeien maar het vinden van voldoende krediet is lastig. Daarom financieren wij bijvoorbeeld een nieuw wagenpark door een garantie te koppelen aan een groeien innovatielening. Of een productiehal door krediet en lease te combineren. Zo koppelen we verschillende financieringsvormen om u te helpen uw groei te realiseren. Neem contact op met uw relatiemanager of ga naar abnamro.nl/financieren voor een nieuwe kijk op financieren.
SEW-EURODRIVE — Driving the world
UIT DE MARKT ‘SLIMME INDUSTRIE GAAT ZORGEN VOOR HONDERDDUIZENDEN NIEUWE BANEN’ De verdere opmars van digitalisering en nieuwe technologie zal de komende tien jaar de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Nederland bepalen. De combinatie van het internet met nieuwe technologie – 3D-printen, het Internet of Things, Big Data en robottechnologie – leidt in ons land tot een nieuwe innovatieve industrie: Smart Industry. Deze slimme industrie gaat zorgen voor honderdduizenden nieuwe banen in het mkb. Dat is een van de conclusies van de schrijvers Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink (voorzitter FME en voorzitter Team Smart Industry) en econoom Willem Vermeend (internetondernemer) in hun webboek ‘Smart Industry, Eat or be (B)eaten’. Zij willen met dit boek ondernemers inspireren om aan de slag te gaan met Smart Industry. Het boek met de ondertitel ‘De nieuwe groeimotor en banenmachine van Nederland’ is geen klassiek boek, maar een zogenoemd smart websiteboek dat gratis voor iedereen beschikbaar is. In deze interactieve publicatie wordt aangegeven dat in de komende jaren door nauwe samenwerking tussen de industrie en de ict-sector een nieuwe innovatieve industriële sector zal ontstaan. In het webboek wordt duidelijk gemaakt dat Nederland volop moet investeren in robots en in Europa voorop moet lopen. De opvatting dat door de inzet van robots werkgelegenheid verloren gaat, wordt door de auteurs tegengesproken. Vermeend en Dezentjé leggen aan de hand van praktijkvoorbeelden uit dat investeringen in
robots in ons land per saldo juist extra banen opleveren, mede doordat werk dat in het verleden naar lagelonenlanden is verplaatst door robottechnologie weer renderend in ons land kan plaatsvinden. Smart Industry zal, vooral in het mkb tot vele honderdduizenden nieuwe banen leiden. Om die banen te kunnen bezetten, moet volgens Dezentjé en Vermeend nu al op alle niveaus in ons onderwijs op deze ontwikkeling worden ingespeeld; in de lesprogramma’s is meer aandacht nodig voor ondernemerschap en voor nieuwe technologie. Steeds meer jongeren die hun studie hebben afgerond zullen werk vinden in de Smart Industry en dat geldt ook voor mensen die nu werkzaam zijn in krimpende bedrijfssectoren; door om- en bijscholing kunnen ze in een smart baan aan de slag. In opdracht van minister van Economische Zaken Henk Kamp stelde Ineke Dezentjé de Actieagenda Smart Industry op. ‘Dit boek past in die Actieagenda en bij het versterken van de goede uitgangspositie van Nederland met betrekking tot Smart Industry, zodat we internationaal onze kansen kunnen verzilveren’, aldus Dezentjé. Het webboek is een initiatief van FME in samenwerking met het Team Smart Industry. In dat team zijn naast FME de volgende organisaties vertegenwoordigd: het Ministerie van Economische Zaken, TNO, VNO-NCW, de Kamer van Koophandel en Nederland ICT. www.smartindustry.info
➤ VERVOLG VAN PAGINA 11
ontwerpen en de productie van vermogenselektronica-producten. Het bedrijf is actief op de markten voor audio Klasse D versterkers, voedingssystemen, vermogensoplossingen voor displays, medische systemen, omvormers voor zonneenergie en automotive laders. www.bom.nl www.heliox.nl
logie die bijdraagt aan duurzaamheid. Dat bovendien op het snijvlak van twee Brabantse topsectoren: High Tech en Logistiek. Alle reden voor de BOM om te investeren en verdere groei van Heliox te versnellen.’ Heliox is gespecialiseerd in het
Servomotoren Voor precisie en kracht in een krappe ruimte.
Uniek in Nederland: leverbaar in drie werkdagen.
010 – 44 63 700 www.sew-eurodrive.nl april 2015
13
Visit us at booth C110
STREAMLINE YOUR CABINET. UNLEASH THE SERVO. www.br-automation.com/ACOPOSmotor
< 1 cable for a modular machine design < Integrated safety technology CAT 4 / PL e / SIL 3 < STO, STO1, SBC, SOS, SS1, SS2, SLS, SDI, SLI, SMS, SLP, SMP, Safe Homing, Safe Robotics < Local I/O < 500 W up to 4 kW < CNC, robotics, motion control < reACTION Technology with 1 µs response time
COLUMN GERARD SMIT TOEKOMSTBESTENDIG ONDERWIJS VEREIST LEF OM KEUZES TE MAKEN Gerard Smit - Cto IBM Benelux et staat vast dat in deze eeuw de technologische ontwikkelingen in de industrie veel sneller zullen gaan dan in de vorige. De stappen die tussen 1900 en 2000 zijn gemaakt, worden nu – onder de noemer Industrie 4.0 / Smart Industry – in twintig jaar gezet. De vraag is hoe instellingen voor technisch hoger onderwijs daarmee moeten omgaan: hoe kunnen zij hun curricula toekomstbestendig maken? Uit onderzoek van onder meer McKinsey blijkt dat er de komende twee à drie jaar in Nederland tien- tot vijftienduizend banen zullen ontstaan op het gebied van big data, een van de vakgebieden waar IBM veel r&d-effort in steekt. Verder geldt dat de creatieve beroepen als van architecten en kunstenaars niet zo snel overgenomen zullen kunnen worden door de artificiële intelligentiesystemen waar wij met onze cognitieve computers als Watson aan werken. Echter, de winkel in zijn huidige vorm zal snel verdwijnen, omdat er allerlei (mobiele) systemen komen die het koopproces zullen vereenvoudigen. Tegelijk zal er behoefte blijven aan persoonlijk contact. De rol van de verkoper zal veel meer die van adviseur zijn. Ook in andere domeinen, als die van de medische specialismen en het juridisch vakgebied, zullen de technologische innovaties zorgen voor een snel veranderend beroepenveld. Hogescholen en universiteiten kunnen zich hierop voorbereiden door partnerships aan te gaan. IBM heeft bijvoorbeeld met de TU Delft het Big Data Science Lab opgericht. Dat levert een winwin-situatie op. De onderwijsinstelling en haar wetenschappelijke medewerkers en studenten kunnen met onze ondersteuning onder-
H
zoek doen naar de datatechnologie van morgen. Tegelijk kunnen er groepen studenten onderzoekswerk doen binnen ons Center For Advanced Studies en krijgen wij zo zicht op welke talenten het beste binnen onze onderneming zouden passen. IBM onderhoudt dergelijke samenwerkingsrelaties al jaren; wij maken er structureel mensen en middelen voor vrij. Ook andere grote ondernemingen doen dat of zijn daartoe bereid. Tegelijk stel ik vast dat universiteiten en hogescholen die samenwerking nog te weinig zoeken. Deels vanwege onbekendheid met de mogelijkheden. En deels terug te voeren op wet- en regelgeving die medefinanciering ervan door de overheid lastig maakt. Voor het oplossen van dat probleem zou een eerste grote stap zijn het in lijn brengen van het Nederlandse topsectorenbeleid met dat van het Europese Horizon 2020-programma, dat bij uitstek gericht is op het oplossen van de grote maatschappelijke vraagstukken als vergrijzing, klimaatverandering en duurzame energievoorziening. Dat zal betekenen dat een aantal van die negen Nederlandse topsectoren prioriteit krijgen. Ons land acht zich groot in watertechnologie, toch hebben we maar één procent van de wereldmarkt in handen. Dat aandeel vergroten naar vijf procent vereist keuzes maken. Dezelfde keuzes die ervoor zullen zorgen dat er publiek-private samenwerking van de grond komt tussen bedrijven en onderwijsinstellingen die juist de meest veelbelovende en economisch relevante beroepenvelden toekomstbestendig maakt. www.ibm.com
april 2015
15
BEDRIJVEN LEZEN ONDERWIJS DE LES
SLIM BRUGGEN SLAAN
THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT
De gebrekkige kwantitatieve aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt – haperende
Door de digitalisering verandert de industrie en
instroom van jongeren, toenemende uitstroom van ouderen – is al jarenlang een thema.
daarmee de industriële arbeidsmarkt snel. Hoe
Door de digitalisering van de industrie, onder impuls van Industrie 4.0, dreigt nu ook de
relevant is een opleiding van gisteren, hoe houdbaar is tien jaar werkervaring nog? Hoe
kwalitatieve aansluiting een toenemend probleem te worden. Lokaal en regionaal bloeien
kan de industrie ervoor zorgen dat ze over de
talloze initiatieven om die te verbeteren; landelijk heeft het thema z’n inbedding in het
juiste mensen beschikt, op de werkvloer – van
Techniekpact, de Human Capital-agenda’s van de topsectoren en de Actieagenda Smart
de afdelingen r&d, engineering én productie – en op de (management)niveaus erboven.
Industry. Dat blijft soms nog wat stroperig en abstract. Echt spijkers met koppen slaan
Welke rol is in dat up-to-date houden van het
toch de bedrijven zelf: sommige functies worden weggeautomatiseerd, terwijl voor
human capital weggelegd voor het reguliere
andere banen intensief (intern) wordt opgeleid.
onderwijs? Mag je van die instellingen eigenlijk nog wel verwachten dat ze meer bieden dan
DOOR HANS VAN EERDEN
H
et Techniekpact, waarin onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheden zich hebben verenigd om in de groeiende behoefte aan technisch geschoold personeel te voorzien, vat de inzet goed samen: kiezen voor de techniek (imagobevordering), leren in de techniek (leven lang leren) en werken in de techniek (mensen behouden voor de sector). De uitdaging is een evenwichtige arbeidsmarkt in stand te houden, die werk voor alle technische onderwijsniveaus biedt en gekwalificeerd is om complete maakketens te onderhouden en creëren. Want de keuze voor een kenniseconomie, waarin Nederland het slimme ontwikkelwerk doet en de productie (goedkoop) elders plaatsvindt, is inmiddels achterhaald.
ZELF IN ACTIE Tanja van Truijen, commercieel directeur van Protonic Holland in Hoorn, is een warm pleitbe-
zorger voor behoud van de maakindustrie en dus voor daarop afgestemd onderwijs. ‘Als je iets ontwikkelt, moet je weten of het überhaupt maakbaar is.’ Als zoveel bedrijven heeft Protonic, ontwikkelaar en producent van industriële elektronica, moeite om gekwalificeerd personeel te vinden. ‘En dan zitten wij hier nog goed, omdat we in Noord-Holland geen echte concurrentie hebben van grote bedrijven, zoals dat in Eindhoven speelt. Wij kunnen wel personeel krijgen, helaas niet met opleiding die wij nodig hebben.’ Van Truijen komt daarom zelf in actie. Zo is ze adviseur van de Techniekraad Noord-Holland, die regionaal het Techniekpact uitvoert. ‘Beleidsmatig is het thema sterk opgepakt; maar willen scholen en andere organisaties concreet iets doen, dan zijn de middelen niet altijd beschikbaar.’ Ze doet in het basis- en voortgezet onderwijs promotie voor techniek en heeft contact met opleidingen over hun inhoud. ‘Je moet jezelf wel opdringen om gehoord te worden. Op de mts is een chronisch tekort aan docenten voor de technische
FLEXIBEL LEREN Technische bedrijfstakscholen werken samen ‘aan een sterkere technische sector in Nederland’. De Techniek Academie bijvoorbeeld biedt een leerwerktraject aan waarbij studenten drie dagen per week bij een bedrijf in de regio Noordwest-Veluwe werken en twee dagen op de academie in Harderwijk doorbrengen. De Techniek Academie volgt de talentgerichte onderwijsmethode van gepersonaliseerd leren, waarbij leerlingen zelf ontdekken en ervaren waar ze goed in zijn. Dat verhoogt de motivatie en de leerlingen kunnen de opleiding in hun eigen tempo volgen. ‘De opleidingen zijn opgebouwd in modules’, vertelt Jacques de Groot van De Techniek Academie. ‘Wie veel voorkennis heeft van een bepaalde module, kan die sneller afronden. Heeft een student voor zijn werk bij het bedrijf bepaalde kennis nodig, dan kan een module naar voren worden gehaald. Zo sluit De Academie aan bij de behoeftes van de student én het bedrijfsleven.’
16
april 2015
Flexibel leren wordt ook aangeboden door het landelijke initiatief TechniekXL, dat tot doel heeft ‘een leven lang leren’ te bevorderen. TechniekXL biedt bedrijfsopleidingen op mbo-niveau aan in aanvulling op het reguliere onderwijs, dat zich steeds meer terugtrekt van het vakvolwassenonderwijs. De opleiders komen van bedrijven als Lenze, Festo, Pilz, Siemens, SKF en Bosch Rexroth en opleidingsinstituten als ROVC en Reed Business Opleidingen. TechniekXL wil ‘losse’ opleidingen, cursussen en trainingen meer waarde geven doordat zij gezamenlijk leiden naar een officieel, breed gedragen ‘branchepaspoort’.
www.detechniekacademie.nl www.technischebedrijfstakscholen.nl www.techniekxl.nl
mensen die in staat zijn het ‘onderwijs’ te consumeren dat de bedrijven hen bieden? Is het niet in de eerste plaats aan bedrijven – met elkaar – te zorgen dat hun digitale wereld gaat matchen met hun mensen?
• ‘Wij kunnen wel personeel krijgen, helaas niet met de opleiding die wij nodig hebben.’ • ‘Wat wij in het topsegment van de markt doen, kunnen we niet van scholen verwachten.’ • ‘Smart Industry leer je niet in de collegebanken; dat moet een bedrijf in de genen zitten.’ • ‘Juist door werkend te leren kom je verder, zeker in de huidige tijd.’
vakken, en de wel aanwezige docenten zijn techneuten en dus behoorlijk vakgericht bezig. Ze zouden beter naar de arbeidsmarkt kunnen kijken. In Noord-Holland is helemaal geen mboopleiding elektronica meer. Wel voor elektrotechniek, waar wij mensen van aannemen, maar dat is toch eigenlijk een heel ander vakgebied.’ Protonic (zeventig medewerkers), dat uiteraard intern aan opleiden doet, houdt bij de ontwikkeling van producten sterk rekening met het niveau van z’n personeel. ‘Je moet proberen eenvoudig en met zo weinig mogelijk handenarbeid te produceren, zodat lagergeschoold personeel de producten in elkaar kan zetten op een manier dat het niet fout kan (‘poka yoke’ in lean/six sigmajargon, red.). In samenspraak met industrieel ontwerpers proberen we slim, bijvoorbeeld met zo min mogelijk schroefjes en kabeltjes, toch een complete besturing te ontwerpen.’
TRAINING ON THE JOB Collega-elektronicaproducent Matas in Best heeft voor opleidingen zelf het heft in handen geno-
Illustratie: Josje van Koppen
men. Het bedrijf (een kleine vijftig medewerkers) is actief in een regio met wel moordende concurrentie op de arbeidsmarkt. Over het niveau van hbo en technische universiteit heeft directeur Guido Bergman geen klagen. ‘We hebben de afgelopen jaren veel geautomatiseerd en de software daarvoor hebben we in eigen beheer geschreven, onder meer met hulp van hbo- en tu-stagiairs.’ Het probleem ligt vooral op mbo-niveau. ‘De mts elektronica is al jaren geleden gestopt, vanwege te weinig interesse. We hebben hier nu bbl’ers mechatronica (bbl staat voor beroepsbegeleidende leerweg: vier dagen praktijk op de werkplek en één dag theorie op school, red.), maar de kwaliteit van de opleiding rent achteruit. Leerlingen die hier komen, moeten we echt een basiscursus elektronica geven. We hebben een eigen opleidingsprogramma dat hen naar vakmanschap leidt.’ Door de automatisering van eentonige taken, met een hoge foutkans, zijn de productiehandelingen bij Matas anders dan tien jaar geleden. Dankzij heldere procedures hebben de operators nu minder kennis nodig. ‘Medewerker krijgen op een scherm werkinstructies afgestemd op hun competenties. Door te rouleren trainen we hen ook voor andere competenties.’ Voor zijn smd-afdeling (productie van surface mount devices met pick & place-machines) werkt Matas samen met machineleverancier Mycronic. ‘Zij denken hetzelfde over trainen en certificeren. Zes, zeven jaar geleden zijn zij als service begonnen met het
geven van training on the job. Ze trainen onze medewerkers vanaf scratch, met nul kennis en ervaring, tot volledig smd-operator. Het voortraject, de basiskennis elektronica, nemen wij voor onze rekening en op de smd-afdeling begeleiden senior medewerkers de mensen in opleiding.’
VERDER IN TECHNIEK Het Doetinchemse KIM Komeetstaal, groothandel voor de verspanende industrie, ging nog een stap verder en verzorgt in eigen huis een opleiding voor de hele branche. Vanwege het dreigende tekort aan vakmensen in de metaal kwam directeur Peter Holtslag in actie, samen met uitzendbureau Match4U uit Lochem. ‘Voor ons is het een bedreiging. Als er geen mensen meer te vinden zijn, verkopen wij geen gereedschappen meer. En Match4U heeft dan ook geen werk meer.’ Samen namen ze een technisch en een onderwijskundig bureau in de arm om zelf die zo gewenste nieuwe mensen te gaan opleiden. Inmiddels is uitzendbureau Rovinij in Nijmegen aangehaakt. Vorig jaar startte onder de naam ‘Verder in Techniek’ bij KIM Komeetstaal een verspaner-opleiding. ‘Onze doelstelling was mensen binnen acht weken op te leiden tot goede cnc-frezers en -draaiers. Dat lijkt weinig, maar het is wel 320 uur. Het lukt door de intensiteit van onze opleiding, het vakmanschap van de docenten en de hoogwaardige materialen en moderne simulatieapparatuur waarmee we werken.’ Na afronding
ontvangen de deelnemers een certificaat en een detacheringscontract bij het uitzendbureau, dat hen onderbrengt bij verspanende bedrijven in de regio. ‘Er zitten ook mensen bij die statistisch gezien weinig kans lijken te maken. Wij werken vooral met zij-instromers (mensen met een nietafgeronde of een niet-technische opleiding, red.) en selecteren naast vooropleiding op affiniteit met de metaal, intelligentie, motivatie, nauwkeurigheid en leergierigheid.’
JONGE GASTEN System supplier ARA in Aalten zoekt het aangrijpingspunt voor de dreigende schaarste aan personeel vooral in de samenwerking met basis- en voortgezet onderwijs. ‘Bedrijven hebben’, stelt directeur René Versteeg, ‘zelf veel invloed op het wel of niet kunnen aantrekken van personeel, door jongeren zo vroeg mogelijk te laten zien wat techniek inhoudt en wat het beroepskeuzeperspectief is. Nieuwe mensen binnenhalen lukt ons wonderwel. Vijf jaar geleden hadden we veertig medewerkers, nu 55 plus maximaal 25 flexkrachten. Wij leiden kinderen van basisscholen rond, houden knutselmiddagen om te laten zien dat techniek een schone en uitdagende werkomgeving biedt en hebben ook moeders, én opa’s, over de vloer.’ Met het voortgezet onderwijs werkt ARA over de volle breedte samen. Leerlingen van de lokale vmbo-metaalafdeling komen voor het praktijkdeel naar ARA. ‘Een school kan qua kennis van
april 2015
17
THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT productiemethoden niet meekomen met de industrie; wat wij in het topsegment van de markt doen, kunnen we niet van scholen verwachten. Bovendien ervaren leerlingen hier ook de structuur van het werk. En van jonge gasten met frisse ideeën op de werkvloer leren mijn mensen ook weer.’ Voor het plaatselijke technasi-
um biedt ARA projecten aan die havo/vwo-leerlingen in groepjes uitvoeren. ‘Bijvoorbeeld een buitenspeeltoestel op zonne-energie, van marktonderzoek tot ontwikkeling. Zo laten wij de breedte van ARA zien, in het verleden waren we als bedrijf te verborgen.’ Overigens relativeert Versteeg het dreigende tekort aan technisch per-
soneel. ‘Ik verwacht een balans in vraag en aanbod. Door de media-aandacht komen er meer studenten techniek op universiteiten en hogescholen.’ De publiciteit rond Smart Industry zal de instroom wellicht ook een kontje geven. Niet dat je Smart Industry in de collegebanken leert, aldus Versteeg. ‘Dat moet een bedrijf in de genen zitten. Wij zijn geen componentenleverancier, maar willen altijd meeontwikkelen met de klant, in het topsegment van de markt actief zijn en slimmer zijn dan de massa door precies die machine te bieden die kan wat de klant nodig heeft. Dat kun je niet uit een theorieboekje leren, maar moet je binnen het bedrijf aan de nieuwe generatie overdragen.’
INNOVATIEHUBS
Tanja van Truijen (Protonic): ‘Je moet jezelf wel opdringen bij het onderwijs om gehoord te worden.’ Foto: Danny de Jong
ELEKTRONICA IN DE SCHAKELKAST
INTERFACE
K AANSLUITTECHNIEK
Op de weg naar die Smart Industry kan het onderwijs uiteraard wel een partner zijn. Het contact met hbo- en tu-opleidingen vindt René Versteeg echter lastig. ‘Onder meer door hun wijze van projecten uitvoeren; ze willen met onderzoek geld verdienen en hebben moeite met bedrijven mee te denken.’ In de Achterhoek, waar ARA huist, zijn echter ook positieve ervaringen te melden. Onder impuls van het Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT) zijn innovatiehubs van (samenwerkende) bedrijven ingericht op diverse plekken in de regio. Motorenfabrikant Rotor in Eibergen begon ermee, ACT-directeur Martin Stor pikte het concept op. ‘Officieel draai-
I/O SYSTEMEN
DE BASIS VOOR UW SUCCES Innovatieve oplossingen van Murrelektronik Murrelektronik BV | Meerpaal eerpaal 1 | 4904 SK Oosterhout (NB) | Tel: +31 162 492-411 | Fax: +31 162 62 492-415 | sales@murrelektronik. sales@murrelektronik.nl nl | www.murrelektronik.nl
18
april 2015
en er nu zeven en dat worden er zeker tien. Zo kunnen we jaarlijks 200 studenten door de Achterhoek laten ‘vloeien’. Die hubs lopen drie jaar en kunnen, onder leiding van een projectmanager, innovatievragen van bedrijven echt oplossen.’ Het HAN Kenniscentrum Achterhoek (van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) begeleidt bedrijven bij het opzetten van zo’n innovatiehub. Studenten leren de praktijk kennen, bedrijven worden geholpen bij innovatie en leren potentiële medewerkers kennen.
techniek, waarna de bedrijven ze overnemen als werknemer. Vakmensen uit de deelnemende bedrijven worden opgeleid tot praktijkdocent, in samenwerking met Fontys PTH, de opleiding tot technisch docent voor het (v)mbo-onderwijs. Het BI College gaat zich vestigen op de nieuwe Brainport Industries Campus en daar onderwijsfaciliteiten beheren, in samenwerking met het regionale mbo en het Eindhovense Teclab, een technische bedrijfstakvakschool (zie het kader).
FIELDLABS OOK ZIJ-INSTROMERS
Onderwijsinhoudelijk is Smart Industry vanzelfsprekend hot. De landelijke actieagenda (van Rode draad in veel initiatieven is dat bedrijven 2014) wijdde de nodige woorden aan skills, van het voortouw nemen. Dat geldt ook voor Brainnieuwkomers zowel als de zittende beroepsbevolport Industries College (BI College), dat ‘het vakking. Concreet is het echter nog niet geworden. manschap in de technologieregio Brainport naar Het programmabureau blijkt nog bezig met de een topniveau wil brengen samen met de mbouitwerking van de paragraaf over arbeidsmarkt instellingen Summa College en ROC Ter AA’. In en onderwijs. ‘Door de innovatie van het begrip 2013 namen bedrijven als DAF, VDL, KMWE en ‘werk’ zetten we in op duurzame inzetbaarheid AAE het initiatief, nu zijn er 65 leden. Het doel: van werknemers en behoud van technisch de (zij-)instroom en doorgroei van technisch talent stimuleren en daarbij werkzekerheid biegeschoolde werknemers voor de industrie’, aldus den. Het BI College, waarin het al ruim tien jaar de actieagenda. Met de regio als het toneel waaractieve SPOMM (Stichting Praktijkopleiding op het moet gebeuren. ‘Om een Smart Region te Metaal en Mechatronica) is opgegaan, wil fungekunnen realiseren, moeten we gebruik maken van ren als intermediair tussen de scholen en bedrijbestaande infrastructuren door relevante Centra ven. Het werft jaarlijks 75 leerlingen en 50 potentiële werknemers (zijinstromers) voor de leerwerkplaatsen en vacatures bij de aangesloten bedrijven en leidt hen op tot mbo+-niveau. Dat gebeurt via de bbl-route, ‘de beste’, volgens BI College-directeur Michiel de Ruyter. ‘Het is niet meer zoals vroeger, dat je begon met vegen in de Groothandel KIM Komeetstaal zette een vergaande stap en investeerde onder de naam ‘Verder in Techniek’ fabriek. Je wordt in een eigen ‘leslokaal’ voor een opleiding in de verspaningsbranche. Foto: KIM Komeetstaal nu meteen opgeleid aan moderne machines. Ouders en leerlingen voor Innovatief Vakmanschap en Centers of kiezen vaak voor studeren, maar juist door werExpertise te koppelen aan Smart Industry Fieldlabs. Zo bewerkstelligen we een versnelling van kend te leren kom je verder, zeker in de huidige de ontwikkeling van kennis en komt deze sneller tijd.’ Een belangrijke rol is weggelegd voor de zijinstromers. Zij moeten de afnemende reguliere beschikbaar voor overdracht in het reguliere instroom aanvullen en zijn aantrekkelijk voor onderwijs en modulair onderwijs voor werkenbedrijven vanwege hun levenservaring, motivatie den.’ Laat dat nou precies zijn wat tal van bedrijen loyaliteit. ven, elk op hun eigen schaal en in samenwerking De leerlingen worden door de bedrijven rechtmet relevante onderwijsinstellingen, al doen. streeks aangesteld als werknemer. De Ruyter: ‘Ze willen zich aan die jongeren binden en ze willen zelf invloed hebben op hoe snel die door de www.protonic.nl opleiding stromen.’ De zij-instromers worden www.matas.nl eerst in projectvorm aangenomen door het BI www.verderintechniek.nl College, om hen snel inzetbaar te maken, en www.ara-aalten.nl opgeleid in de basisvaardigheden voor mechatrowww.innovatiehub.com nica, metaalbewerking, precisietechnologie, www.brainportindustriescollege.nl fijnmechanische technieken en meet- en regelwww.smartindustry.nl
SENSOR SOLUTIONS AND SYSTEMS For all areas of the automation industry As a global player, we stand for comprehensive system expertise, continuous innovation, the highest quality, and the greatest reliability. Balluff means technological variety and first-class service. Our 2450 worldwide employees are working to ensure this.
Systems and Service
Industrial Networking and Connectivity
Industrial Identification
Object Detection
Linear Position Sensing and Measurement
Condition Monitioring and Fluid Sensors
Accessories
www.balluff.nl
Balluff B.V. Europalaan 6a, 5232 BC ‘s-Hertogenbosch Phone +31-73-6579702
1
6/24/2013 4:12
THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT
INDUSTRIE 4.0 VRAAGT BOVENAL EEN OPEN, LERENDE HOUDING
VEREIST: EEN GEBREK AAN ERVARING? In deze tijd van digitalisering, van Industrie 4.0 / Smart Industry, veranderen de competenties die bedrijven van hun mensen vragen snel. Computers hebben vakmatig handwerk veelal overgenomen. Die bedienen vraagt vooral kennis van de interfaces, en dan is een (stevige) cursus vaak voldoende. Jarenlange ervaring lijkt steeds minder van belang, soms zelfs een last. En het onderwijs? Dat moet vooral de houding en vaardigheden meegeven om te leren van ervaringen van anderen – vaak niet verder weg dan een muisklik. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
‘E
ric Borren van Prinzen, fabrikant van eierhandlingsystemen, weet dat hij de komende jaren moet investeren in robotica en visiontechnologie. Maar hij realiseert zich ook dat zijn mensen daarvoor de kennis en ervaring nog ontberen. Die sense of urgency probeert hij op hen over te brengen – door dagelijks individueel met ze te praten én maandelijks ‘op de zeepkist’ te gaan staan. ‘Dan spreek ik mijn mensen toe. Schets de resultaten van de afgelopen maand: orderinname, gerealiseerde marge, uitval, et cetera. Verder besteed ik veel aandacht aan waar we naartoe moeten, om die jaarlijkse omzetgroei van dertig procent te realiseren. Ik wijs op de noodzakelijke technologische stappen; vraag ze om na te denken over het toepassen van nieuwe technologieën, over modulaire standaardisatie, maar ook over een andere wijze van organiseren en produceren. Doe ik niet één keer, maar ik kom daar steeds op
terug, om het denken op gang te brengen.’ In algemene zin is hij nog niet content met de wil om te leren. ‘We hebben voor die toekomst nieuwe kennis en ervaring nodig; tegelijk beschikken we over kennis en ervaring die straks overbodig is. Een groep engineers denkt nog te veel in oude technologie en klantspecifieke, niet-gestandaardiseerde oplossingen die nu al, en straks zeker, niet meer volstaan. Die mensen aan het leren krijgen, is niet altijd eenvoudig. Een deel van hen kan die ontwikkelstap maken, anderen zal ik moeten proberen elders onder te brengen.’
BEPERKING Frank Jan Evers, tot voor kort plantmanager van landbouwmachinefabrikant Agrifac, ziet opgebouwde ervaring steeds meer als een beperking. ‘Je baseren op ervaring is in feite reageren op wat je al weet, al hebt meegemaakt. Terwijl deze tijd van digitalisering vraagt om proactief denken, openstaan voor nog niet bewandelde wegen.’ Hij illustreert: ‘Als je vastloopt bij het programmeren
MANAGEMENT: NOG GEEN TREK IN HET DELEN VAN INFORMATIE De digitalisering en beschikbaarheid van informatie maakt het succes van bedrijven steeds meer afhankelijk van de bereidheid van medewerkers om die informatie te vergaren en met collega’s en managers te delen. De praktijk is echter dat veel managers belangrijke beslissingen nog altijd in hun eigen, comfortabele isolement nemen. De democratisering is in veel bedrijven nog ver weg, zeker in het hiërarchische Duitsland, constateert Thomas Sattelberger, ceo van Human Resources Alliance en voormalig bestuurder van Deutsche Telekom. ‘Zeker bedrijven die bestaan van innovatie, moeten de talenten die ze in huis hebben optimaal benutten. Sociale innovatie en technologische innovatie gaan hand in hand.’ Uit onderzoek van de Technische Universität München en sociaalwetenschappelijk onderzoeks-
20
april 2015
instituut ISF München blijkt de grote meerderheid voorstander van democratisering. Het management, vooral van grote bedrijven, ziet er echter weinig heil in. Professor Isabell Welpe: ‘Zeker bij beslissingen over zaken waarover de standpunten sterk verschillen en het belangrijk is de kennis van een groot aantal mensen te gebruiken, werkt een democratische benadering goed.’ De beschikbaarheid van de digitale hulpmiddelen om open innovatiemodellen te ontwikkelen, leidt er niet toe dat bedrijven democratischer worden. Uit casestudies van ISF blijkt dat de beschikbaarheid van systemen om data te analyseren vooral de beslissingsmacht in de top vergroot. www.democraticorganization.com
• ‘In de ratrace van elke dag is er geen tijd meer om echt nieuwe kennis en ervaring op te doen.’ • ‘Jonge mensen zijn zich er niet van bewust dat heel veel al ergens op de plank ligt.’ • ‘De meeste docenten kunnen goed kennis overbrengen, maar geen ervaring.’
van software, zet je het probleem op de juiste blog en binnen een half uur is je probleem opgelost; een gespecialiseerd bureau erbij halen hoeft niet meer. Kennis en ook ervaring van anderen is in de open source-omgeving die het internet biedt zó vlot voorhanden, dat die in huis hebben steeds minder noodzakelijk is. Het gaat er steeds meer om dat je eigen kennis en ervaring erop gericht is kennis en ervaring van anderen in en toe te passen.’ Natuurlijk, nuanceert hij, heb je intern vakkennis nodig. ‘Maar je hebt vooral mensen nodig die wat ze weten en hebben ervaren, voortdurend in twijfel trekken. Die beseffen: ‘Ik denk dat ik de oplossing weet, maar het zou zomaar kunnen dat er twintig betere bestaan’ – en via internet daarnaar op zoek gaan.’
ZOEKENDE HOUDING Die zoekende, open houding vind je vanzelfsprekend bij de meeste afstudeerders. Zoals bij Roel Reijnen, Bart Houlleberghs en Leander Ross, voormalige studenten lucht- en ruimtevaarttechniek aan de TU Delft. Hun afstudeeropdracht deden ze bij Schiphol, in 2006. De mega-Airbus A380 was nog in ontwikkeling, maar vaststond dat die ook op Schiphol zou gaan landen. Juist daar, omdat de A380 is ontworpen om grote aantallen passagiers over grote afstanden van en naar grote vliegvelden (‘hubs’) te vervoeren, in kleinere vliegtuigen ingevlogen en/of ‘uitvliegend’. Dus moeten enorme hoeveelheden bagage van en naar die kleinere vliegtuigen vervoerd worden – liefst heel snel. Na analyse van grote hoeveelheden data bedachten ze een compleet nieuw, geautomatiseerd logistiek proces. Dit concept zijn ze binnen hun eigen – inmiddels succesvolle – onderneming, Type22, gaan uitwerken. Dat die studenten, zonder werkervaring, op dit idee kwamen, is geen toeval. Want juiste daardoor hadden ze, zeggen ze, geen last van allerlei vooronderstel-
INFORMEEL LEREN Onderzoek laat zien dat werkenden hun competenties vooral op peil houden door informeel leren op het werk. Van de totale tijd die zij in 2013 aan leeractiviteiten besteedden, had 96 procent betrekking op informeel leren tijdens het werk; slechts vier procent op cursussen en trainingen. Voor alle opleidingsniveaus is de tijd
die aan cursussen wordt besteed sinds 2004 flink afgenomen. De werktijd besteed aan informeel leren is na 2010 significant toegenomen. Mogelijk compenseren werknemers de terugloop van cursussen door meer informeel te leren. Bron: ROA, 2014
INFORMEEL LEREN (IN % VAN DE WERKTIJD)
31,2
2004
29,7
2008
28,0
2010
Studenten brengen geen wérkervaring, maar wel degelijk
35,0
2013
ervaring mee naar bedrijven, aldus assistent-professor Wouter Beelaerts van Blokland. Foto: TU Delft
0%
10%
20%
lende domeinen. Onlangs deed een groep TU Delft-studenten voor een luchtvaartonderneming analyses om fouten uit het supply chain-proces te halen; dat heeft enorm geholpen de ketenprocessen te verbeteren. Student en bedrijf maken zo een enorme leercurve door. Bij veel bedrijven zit de kast met studieboeken op slot. Heel vaak zie je dat mensen, eenmaal aan het werk, meegaan in de ratrace van elke dag en geen tijd meer hebben om echt nieuwe kennis en ervaring op te doen. Onze studenten brengen die wel mee.’ Daarmee, aldus Beelaerts, zijn zij in staat processen te analyseren, nieuwe kpi’s te ontwikkelen en processen
Co-founder Jaap Snip van IM-Aces over ‘zijn’ top-senioren: ‘Mensen met passie voor hun vak blijven, ongeacht hun leeftijd, gretig om te leren.’ Foto: Com-magz
de bezwaren en veel minder oog voor mogelijke hindernissen – en lag hun focus op de kansen en oplossingen.
ERVAREN AFSTUDEERDERS Volgens hun toenmalige begeleider, Wouter Beelaerts van Blokland, assistent-professor (leerstoel Transport Engineering & Logistics), brengen zijn studenten weliswaar geen wérkervaring, maar wel degelijk ervaring mee bij bedrijven waar ze afstuderen, promoveren of een loopbaan starten. ‘Want zij beschikken over de nieuwste kennis van en ervaring met data-analyse en onderzoeksmethodes. Kennis die voortdurend ververst wordt door onze onderzoeken bij bedrijven, in verschil-
30%
40%
DINGEN GEDAAN KRIJGEN IM-Aces ziet ervaring niet als een ballast, integendeel. Het bedrijf doet projecten voor klanten, maar ontwikkelt ook eigen producten. Zo werkt de Venlose onderneming aan een apparaat om amandelen te kraken, wat de teler meer toegevoegde waarde brengt. IM-Aces doet zulk ontwikkel- en projectenwerk met een bijzondere groep, een pool van bijna vijftig zestigplussers. Een bewuste keuze, zegt partner en co-founder Jaap Snip, want juist voor dat soort klussen is jarenlange ervaring nodig. ‘Natuurlijk kun je op zo’n project een jong iemand zetten, met veel
‘Nieuwe kennis en ervaring is nodig; tegelijk hebben we kennis en ervaring die straks overbodig is’
efficiënter en effectiever te maken. Hij beweert niet dat jarenlange werkervaring louter ‘dood gewicht’ is. ‘Vakmanschap, vaardigheid in bepaalde metaalbewerkingen bijvoorbeeld, is voor veel bedrijven nog steeds goud waard. En ook als beslist moet worden of een risicovolle innovatie ja of nee opgepakt zal worden, komt het op ervaring – intuïtie, ondernemerschap – aan. Ervaring in de zin van ‘politiek’ gevoel, gevoel voor verhoudingen, weten hoe je een executive manager bespeelt, mag echter geen factor zijn. Het is verkeerd te beslissen op basis van iemands blauwe ogen, dus zonder goede, cijfermatige onderbouwing.’
actuele kennis in het hoofd en in staat om in CAD te tekenen. Maar dat wil niet zeggen dat het apparaat amandelen kan kraken zonder die te beschadigen. Laat staan dat het goed in series geproduceerd kan worden.’ Jonge mensen, weet Snip, met 46 jaar een ‘broekie’ binnen zijn onderneming, zijn geneigd het wiel zelf weer uit te vinden. ‘Anders dan ervaren personen zijn die zich er niet van bewust dat heel veel al ergens op de plank ligt.’ Snip, net als veel van zijn zestigplussers afkomstig van Océ, heeft als jonge engineer ook moeizame LEES VERDER OP PAGINA 22
april 2015
21
VAN HOUTEN NIEUW VOOR OUD? nze oosterburen hebben Industrie 4.0 en wij hebben Smart Industry. Na de recessie willen we met z’n allen weer vooruit. We zijn inmiddels gewend aan de zegeningen en gevaren van het internet en kunnen niet meer zonder smartphone of tablet. De eerste vraag van de vakantieganger bij hotel of camping luidt: ‘Er is toch wel wifi?’ Op zonovergoten terrasjes in afgelegen Zuid-Europese dorpjes zit de ‘heads-down’ generatie – waartoe sinds kort ook oma’s en opa’s behoren – zich intensief met het mobieltje te bemoeien. Zowel het biertje als het gesprek slaat dood.
O Fred van Houten is hoogleraar ontwerp, productie en management aan de Universiteit Twente. Vanuit zijn expertise op het gebied van Industrie 4.0 en productietechnologie beschouwt hij met een kritische blik telkens een artikel in Link Magazine.
Dit zijn de verworvenheden van de moderne tijd. En nu gaan we ook nog onze fabrieken automatiseren en aan het internet hangen! Wat gaat dit betekenen voor de samenleving? Zitten we straks bijna allemaal zonder werk? Snappen we nog wel waar we mee bezig zijn? En wat doen we met diegenen die het niet snappen... De mensheid heeft al eeuwenlang angst voor techniek. Maar een leven zonder techniek kunnen de meesten van ons zich niet eens voorstellen. Sterker nog, we zouden niet met zoveel mensen kunnen overleven als we de hefboom van de techniek niet hadden. Natuurlijk zijn er grenzen aan de groei. Maar die grenzen rekken we steeds meer op zonder schadelijke gevolgen voor planeet en kleinkinderen. Dat doen we wederom met techniek. Daar is veel vernuft voor nodig. Dat woord drukt heel duidelijk de essentie van het ingenieursberoep uit. Mensen die problemen
oplossen zonder nieuwe te veroorzaken. Daarvan hebben we er steeds meer nodig, op alle niveaus, van vmbo tot universiteit en alles wat daartussen zit. Dat betekent dat het onderwijs moet anticiperen op de wensen en kansen van de toekomstige samenleving met een horizon die ruim de totale doorlooptijd van de opleiding omvat. Voorspellen is moeilijk, vooral als het de toekomst betreft. Het is dus zeker niet evident dat je voor de juiste kwalificatie opleidt. Gelukkig heeft de huidige generatie werknemers in de industrie veel ervaring. Ervaring is buitengewoon waardevol en met name belangrijk om te voorkomen dat er steeds weer dezelfde fouten worden gemaakt. Maar ervaring kan ook een rem op vernieuwing zijn. Dat is niet afhankelijk van de leeftijd, maar van de mentaliteit van de persoon. Ervaring kun je niet overdragen, verhalen over wat je hebt meegemaakt wel. En als het verhaal goed wordt verteld, luisteren de mensen aandachtig en doen er hun voordeel mee, ook in het onderwijs. De ervaring van mensen uit de industrie moet in het onderwijs veel meer worden gehoord. Dat kan als de praktijkmensen meer bereid zijn te praten en de onderwijsmensen meer genegen zijn te luisteren.
f.j.a.m.vanhouten@utwente.nl
VERVOLG VAN PAGINA 21
ontwikkelprocessen doorgemaakt. ‘Dan liep je vast. Vaak zat het probleem niet in een van de functiemodules zelf, maar in de interactie ertussen. Binnen Océ kon je dan een beroep doen op iemand die al dertig jaar in het vak zat. Die zag dan direct welke mensen en disciplines je erbij moest betrekken. En trok bij het hogere management aan de bel om dat gedaan te krijgen. Die had de autoriteit, de senioriteit, om voor elkaar te krijgen wat je zelf, met vier, vijf jaar ervaring, niet voor elkaar kreeg.’
ERVARING KUN JE NIET DELEN, MAAR MOET JE OPDOEN ‘We zeggen wel dat we onze ervaring doorgeven of overdragen op anderen, maar wat we daarmee bedoelen is dat we anderen vertellen over onze ervaring, en dat we hen helpen hun eigen ervaring te verwerven door hen te onderwijzen, trainen of coachen op basis van onze ervaring. Die ander zal nooit werkelijk in jouw ervaring delen. Iedereen moet zijn eigen ervaring verwerven, in een proces van jaren, door vallen en
opstaan, door fouten te maken en daarvan te leren, door in valkuilen te lopen en er weer uit te klimmen, door een vak daadwerkelijk uit te oefenen.’ Bron: Joost van de Griendt, ‘Doorgevlogen – de waarde van ervaring’ www.doorgevlogen.nl
TIJDLOZE ERVARING ‘Tijdloos’, noemt Snip zijn top-senioren, omdat hun ervaring niet veroudert. ‘Wij selecteren onze mensen op flexibiliteit. Mensen met passie voor hun vak blijven, ongeacht hun leeftijd, gretig om te leren. Als een jonger iemand met een betere oplossing komt, zien ze dat niet direct als een bedreiging. Hun ervaring veroudert niet, ook niet in dit Industrie 4.0-tijdperk. Veel technologie is niet wezenlijk veranderd. Neem de 3D-printer die nu zo’n hype is. De toepassingen zijn nieuw, net als de materialen die geprint worden. Maar de inkjettechnologie is dertig jaar oud. Buiten dat hebben ervaren mensen vaak ook meer gevoel voor business development en meer oog voor de marketingkant van een ontwikkeling, meer zicht op de haalbaarheid ervan.’ Senioren zijn, nuanceert hij, vooral in ontwikkelomgevingen goed inzetbaar. ‘Juist daar heb je de
22
april 2015
multidisciplinariteit en het conceptueel denken van een senior nodig om de interactieproblemen op te lossen waar ontwikkelingen op vastlopen. Maar ook in productieomgevingen kunnen senioren heel goed tot hun recht komen. Ook in een smart factory gaan dingen mis die de werkvoorbereiders en programmeurs niet konden voorzien. Dan is hands-on en brede ervaring nodig om de problemen op te lossen. Misschien zijn in het mbo-segment minder dan voorheen ervaren mensen nodig, maar zonder hen kun je voorlopig echt niet.’
ONDERWIJS Het onderwijs kan in het bijbrengen van ervaring slechts een beperkte rol spelen, vindt Snip. ‘De meeste docenten kennen alleen het onderwijs. Ze
kunnen goed kennis overbrengen, maar geen ervaring. Daartoe heeft het hbo expertisecentra opgericht. Maar omdat daar mensen uit het onderwijs en studenten het onderzoek doen, zijn dat geen centra van expertise. Wil je bereiken dat studenten daar tevens ervaring opdoen, plaats ze dan niet in een klaslokaal, maar zet ze tussen onderwijsinstelling en bedrijfsleven in. Dán worden het de beoogde ontmoetingsplaatsen van onderwijs en praktijk.’
www.vencomaticgroup.com www.agrifac.nl www.3me.tudelft.nl www.im-aces.com
Permanent magnet synchronous motor & drives solutions DyneoÂŽ Pure Power and energy for all applications - Very high performance and exceptional energy savings - High adaptability for easy integration into machines - Compact or standard IEC versions - Efficient and optimised motor-drive solution - Power 0.75 to 550 kW, speed up to 5500 min
Emerson Industrial Automation, +31 (0) 184-420555, info.nl@emersonindustrial.com, www.emersonindustrial.com
THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT
RONDETAFELDISCUSSIE OVER DE VOORTSTUWENDE KRACHT VAN OPLEIDEN
‘MENSEN VOEGEN DE MEESTE WAARDE TOE’ Het mag dan veel over informatisering, automatisering en robotisering gaan in Industrie 4.0/Smart Industry, de mens staat nog altijd centraal in de maakindustrie. Dat bleek vorige maand weer tijdens een rondetafeldiscussie bij Merford in Gorinchem. ‘Investeren in machines is gemakkelijk, investeren in medewerkers is het belangrijkst.’ DOOR HANS VAN EERDEN
e discussie vindt plaats op initiatief van ING, dat in z’n nieuwe ‘Think forward’strategie inzet op – naast bancaire dienstverlening – kennisoverdracht: relaties informatie verstrekken en benchmarks bieden, maar ook leren over hun strategieën en verdienmodellen, en hen uitdagen op dit gebied. Aan tafel in Gorinchem drie ING’ers en drie vertegenwoordigers van de Zuid-Hollandse maakindustrie.
D
ZUID-HOLLAND Merford (vijf businessunits, 180 medewerkers) levert cabines voor kranen en andere voertuigen, (geluidsisolerende) deuren, oplossingen voor geluidsoverlast en akoestische materialen; daarnaast is er een eigen plaatwerkbedrijf. ‘Onze mensen leveren de oplossingen’, zegt algemeen directeur Adrienne Vertooren. ‘Zij moeten zich bij ons dus prettig voelen. Dat willen we bereiken met openheid en intensief investeren in opleiding.’ Aandacht voor de factor mens staat ook centraal bij familiebedrijf Veth Propulsion in Papendrecht. Veth (150 medewerkers) maakt voortstuwingssystemen (roerpropellers, boegschroeven, dieselmotoren, generators en de
elektronische besturing). Twee jaar geleden werd uit eigen gelederen een praktijkopleider aangesteld voor roerpropellerbouw. De functie wordt nu stapsgewijs ook vormgegeven binnen de elektrotechnische afdeling, meldt hr-manager Remko Remmers. ‘Ons langetermijnbeleid voor opleiding kan nog beter en we intensiveren contacten met het onderwijs, om de instroom voor de toekomst veilig te stellen. Met onze bestaande medewerkers communiceren we veel over nieuwe ontwikkelingen en we geven ruimte aan hun ideeën; door de technologische ontwikkelingen zal de vraag naar gekwalificeerde vakmensen voor elektra/software alleen maar groeien. Ook onze medewerkers in assemblage zijn zeer betrokken en de lijnen zijn kort, waardoor er bijvoorbeeld gemakkelijk contact ontstaat tussen productie en engineering.’ Die mix van engineering en assemblage/montage kenmerkt eveneens Leemberg (86 medewerkers, 50 inleners) in Zwijndrecht, dat zich toelegt op aanleg van pijpleidingen en apparatenbouw voor offshore, industrie en scheepsbouw. Leemberg werkt nauw samen met het onderwijs en heeft altijd stagiairs over de vloer. Daarnaast probeert het z’n medewerkers betrokken te houden bij de ontwikkelingen, vertelt algemeen directeur Ronald Noppen. Een voorbeeld is 3D-scannen om snel tekeningen te kunnen gene-
• ‘Onderwijs moet vooral ondernemerschap en creativiteit meegeven.’ • ‘Ict-vaardigheden vragen steeds meer aandacht.’ • ‘Onderwijs soms nog te veel vast in bureaucratie.’ • ‘Je moet accepteren dat je ook opleidt voor de BV Nederland.’
reren van ruimtes, bijvoorbeeld aan boord van een schip, waar leidingsystemen worden aangelegd of vernieuwd. ‘Bij de groep van 55-, 60jarigen willen wij angst daarvoor wegnemen en juist nieuwsgierigheid wekken.’
LEUK/NIET LEUK Gespreksleider Arnold Koning, sectormanager Industrie bij ING, trapt af met resultaten van een poll onder 70.000 ING-relaties. Van hen vindt een kwart veranderen ‘niet leuk’ en een kwart staat er neutraal tegenover. Terwijl tegenwoordig de eerste zin van een functieprofiel toch zou moeten zijn: ‘Ik ben veranderingsgezind’, stelt Koning, daarin bijgevallen door Adrienne Vertooren. Ook een kwart (hetzelfde kwart?) staat negatief tegenover nieuwe technologie, en nog eens veertig procent is neutraal. Geen opwekkende cijfers, maar gelukkig is leren wat populairder: meer dan zestig procent vindt het leuk. Kwantitatief groeit de beroepsbevolking echter niet meer, ook niet als het langer doorwerken wordt meegerekend.
Ronald Noppen (Leemberg): ‘Wij zetten in op
Adrienne Vertooren (Merford): ‘Onze mensen
Remko Remmers (Veth Propulsion): ‘De uit-
Arnold Koning (ING, gespreksleider): ‘Cruciaal is
partnerships, om samen op te trekken en kennis
leveren de oplossingen. Zij moeten zich dus
daging is om met de huidige vakmensen nieuwe
de interactie tussen werkvloer en kantoor.’
te delen.’
prettig voelen.’
technologie op te pakken.’
24
april 2015
Wat die beroepsbevolking in de maakindustrie de komende tijd te wachten staat en wat er verlangd wordt, dat is de centrale vraag in de discussie.
COMPETENTIES? Welke competenties en vaardigheden moeten de mbo-, hbo- en wo-medewerkers van de toekomst hebben, wil Arnold Koning weten. Ronald Noppen van Leemberg heeft een aardig verlanglijstje: creativiteit (snel meebewegen, meedenken), ondernemerschap (de waarde van geld kennen ) en kwaliteitsbewustzijn. ‘Wij rekenen niet af op harde targets, maar proberen te toetsen in gesprekken met de medewerOp initiatief van ING praten vertegenwoordigers van de Zuid-Hollandse maakindustrie bij Merford in Gorinchem over de relatie tussen arbeidsmarkt kers.’ Merford zoekt ondernemers, sluit Adrienne Vertooren en onderwijs. Foto’s: Maarten Hartman aan. ‘Meedenken over het prokunnen nog niet altijd slagvaardig zijn, signaleert ces, of het efficiënter en beter kan, zelf verantERVARING LAST OF LUST? hij. ‘De mensen daar willen wel, maar zitten soms woordelijkheid nemen. Natuurlijk moeten menDoor de snelle technologische ontwikkelingen nog te veel vast in bureaucratie.’ Hij benadrukt sen ook gevoel voor ict hebben, bijvoorbeeld lijkt ervaren medewerkers hebben soms meer een het belang van een leven lang leren. 3D-tekenen, het werken met een productconfilast dan een lust. Maar zij blijken bepaald nog gurator, een kantbank programmeren of geluid niet afgeschreven. ‘We hebben ervaren mensen meten met een akoestische camera.’ De vaardignodig’, zegt Adrienne Vertooren. ‘Investeren in OOK KWALITATIEVE FLEX? heden in nieuwe ict vragen steeds meer aandacht, machines is gemakkelijk, investeren in onze menDe ontwikkelingen gaan snel, de gevraagde comweet ook Remko Remmers van Veth: ‘Het vraagt sen is het belangrijkst. Het personeelsmanagepetenties evolueren. Is dat met een leven lang omschakeling voor een deel van de medewerkers ment doe ik daarom zelf. We hebben geen persoleren bij te houden, of is het verstandiger om ook om daarin mee te gaan. Bijvoorbeeld in het neelsmensen in onze businessunits, de in kwalitatieve zin voor meer flexibiliteit te kieontwikkelen van en werken met software die leidinggevenden doen zelf de gesprekken met de zen? Immers, in de Industrie 4.0 moet je snel op systemen op een schip op afstand kan uitlezen. medewerkers. Ik loop altijd mijn rondje, steek kwantitatieve én kwalitatieve personeelsbehoeftes Veel zal worden gevraagd van hun flexibiliteit.’ mijn voelhorens uit op de werkvloer en kijk waar kunnen inspelen. Die kwalitatieve flex kennen de Cruciaal is de interactie tussen werkvloer en kaniemand wel of niet enthousiast van wordt.’ bedrijven aan tafel al, voor engineering, ict-geretoor, zegt Koning, tussen – generaliserend gesteld Remko Remmers: ‘Je kunt niet een streep zetten lateerde functies en specifieke taken als gecertifi– mbo’ers en hbo’ers. Vertooren ziet vooral dooren opeens met nieuwe mensen beginnen. De uitceerd lassen. Ze laten zich daarin niet beperken, groei: ‘Veel hbo’ers beginnen bij ons in de prakdaging is om met de huidige vakmensen nieuwe ook niet door het nieuwe arbeidsrecht, dat op het tijk.’ Remmers zet in op het creëren van betroktechnologie op te pakken. En als dat niet lukt, (flex)front zeker niet in alle opzichten eenvoudikenheid. ‘Is de persoonlijke communicatie goed, hen helpen inzien in welke rol ze met plezier ger is geworden, zoals Remko Remmers illustreert dan komt men er inhoudelijk ook wel uit.’ kunnen presteren. Wanneer je samen blijft denaan de hand van een 68-jarige lasser wiens jaarken in oplossingen, is er veel mogelijk.’ contract alleen via een juridische omweg nog verlengd kon worden. Leemberg werkt soms met KLOOF? engineers van toeleveranciers. ‘Zij kennen hun Bestaat de vermeende kloof tussen onderwijs en INVESTEREN IN MACHINES OF PERSONEEL? eigen componenten beter’, verklaart Ronald industrie echt: leidt het regulier onderwijs te Industrie 4.0 ja, maar robotisering is geen stanNoppen. ‘Wij zetten in op partnerships, om algemeen of juist te specifiek op? Adrienne Verdaardrecept, zo klinkt het aan tafel in Gorinsamen op te trekken en kennis te delen.’ Veth tooren relativeert: ‘Hbo’er zijn redelijk op niveau, chem. Ronald Noppen: ‘Wij werken bij Leemberg Propulsion heeft ervaring met het inhuren van die kunnen bij ons zo instromen. Mbo’ers moeprojectmatig en moeten dus goed kijken wat we zzp’ers voor engineering. Remmers: ‘Maar in de ten het specifieke las- en assemblagewerk nog wel en niet kunnen automatiseren. We hebben thrusterbouw zijn eigen medewerkers heilig: hier leren, maar dat moet ook onze rol zijn. Wij vinniet overal robots staan.’ Bij Merford kwam tien leer je het vak van onze vakmensen. Je moet bijden het belangrijk dat het onderwijs algemene jaar geleden een lasrobot, vertelt Adrienne Vervoorbeeld leren voelen hoe een lager goed loopt. competenties als ondernemerschap en creativiteit tooren, maar die bleek voornamelijk stof te verOm toch flexibeler te worden, moeten we meegeeft.’ Leemberg stelt samen met het Albeda garen. In de plaatbewerking is automatisering misschien onderscheid gaan maken tussen monCollege in Rotterdam de opleiding voor het speweer wel aan de orde. En ook bij Veth Propulsion teurs A, die alles beheersen, en monteurs B, die cifieke werk (bijvoorbeeld dunwandige pijpbeis het beeld gemengd, illustreert Remko Remmeer ondersteunend werken en dus flexibeler werking) samen en heeft daar goede ervaringen mers. ‘Meer geautomatiseerde processen zullen er kunnen worden ingezet.’ Het maken van een mee, meldt Ronald Noppen. ‘Het Albeda is een zeker komen, maar de assemblage blijft veel pool van bedrijven die medewerkers kunnen uitvooruitstrevende, commerciële school. Ik hoor handwerk, daar blijft vakmanschap en gevoel van wisselen, gaat veel bedrijven nog te ver, weet wel dat het elders minder goed gaat.’ Het vooruitgrote waarde. Wij investeren veel in mensen, want Remmers. ‘De investering in specifieke training kijken naar specifieke innovaties is niet zozeer de zij voegen de meeste waarde toe.’ met het risico dat je een medewerker niet voor taak van het onderwijs als wel van de bedrijven, het eigen bedrijf kunt behouden, weegt nog te vindt Noppen. ‘In gezamenlijke actie met de www.merford.com zwaar. Persoonlijk vind ik dat je moet accepteren scholen moeten we er dan opleidingen voor www.veth.net dat je ook aan het opleiden bent voor de maken.’ Remko Remmers ziet de contacten tuswww.leemberg.nl BV Nederland.’ sen onderwijs en bedrijven groeien, maar scholen www.ing.nl
april 2015
25
INDUSTRIEBELEID
SMART INDUSTRY-DIRECTEUR EGBERT-JAN SOL WAARSCHUWT INDUSTRIEEL NEDERLAND
‘UITGEKNEPEN’ TOELEVERANCIER MOET NÚ INVESTEREN De Nederlandse industrie moet nú investeren in technologie, mensen en schaalvergroting. ‘Want de 55-jarige ondernemer die denkt dat hij zijn pensioen nog wel kan afwachten, heeft straks geen bedrijf meer om te verkopen’, waarschuwt Smart Industrydirecteur Egbert-Jan Sol. Het jonge luchtvaartbedrijf Airborne geeft het goede voorbeeld en gaat samen met Siemens een digital factory opzetten. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
r staat de industrie een ingrijpende herstructurering te wachten. Eén die snel zal gaan en geen geduld zal hebben met toeleverende ondernemers die het ‘nog even aan willen zien’ voordat ze gaan investeren. In de keten gaan de oem’ers steeds meer de rol van ‘merkeigenaar’ op zich nemen. Hun core business wordt het vergaren van zoveel mogelijk kennis over de klant. Een klant die niet meer betaalt voor bezit, maar voor gebruik – ongeacht of dat nu van een auto, een lithografiemachine of een
E
3D-printer is. Dus krijgt die merkhouder zijn geld, beetje bij beetje, via meerjarige leaseconstructies binnen en niet meer in één bedrag bij verkoop. En gaat hij voor de financiering van het complete ontwikkelings- en productietraject een beroep doen op die toeleveranciers.
WAARSCHUWING Betoogt Egbert-Jan Sol, directeur van het programmabureau Smart Industry (het Nederlandse antwoord op Industrie 4.0), en het klinkt als een waarschuwing aan industrieel Nederland. ‘Die toeleveranciers zijn al langere tijd uitgeknepen
• “Investeren in flexibele productieautomatisering moet de toeleverancier maar in de serieproductie terugverdienen.” • ‘Onze bottom-up benadering met fieldlabs is nu in Brussel een voorbeeld van hoe het zou moeten.’ • ‘We zien Industrie 4.0 in Duitsland van puur ict veranderen in de bredere richting van Smart Industry.’
door hun oem’ers en hebben niet of nauwelijks reserves kunnen opbouwen. Toch moeten ze investeren in flexibele productieautomatisering, om steeds meer productvarianten foutloos steeds sneller te kunnen leveren. En die merkhouder zal hen daar niet voor willen betalen: ‘Dat moeten de toeleveranciers maar tijdens de serieproductie
INVLOED IN BRUSSEL Egbert-Jan Sol is niet alleen directeur van het programmabureau Smart Industry, waarin vertegenwoordigd organisaties als HTSM, Nederland ICT en VNO-NCW en de chemie en agri & food. Hij is ook vice-voorzitter van EFFRA (European Factories of the Future Research Association), de Brusselse public-private partnership die gaat over de verdeling van de 1,2 miljard euro uit het Horizon 2020-programma Factories of the Future. In die rol onderhoudt hij contacten met diverse Europese directoraten-generaal. Sol, ook nog een dag in de week bijzonder hoogleraar Research Strategy & Management aan de Radboud Universiteit (en dus weinig te vinden op zijn TNO-standplaats in Eindhoven, waar hij directeur High-tech Systems & Materials is), schat in dat de Nederlandse Smart Industry-invloed op het Brusselse industriebeleid groot is. ‘Onze industrie is toch een beetje de knuffel van de Europese Commissie. De wijze waarop wij er bottom-up, regionaal en decentraal invulling aan geven, spreekt ze veel meer aan dan de topdown benadering, met hoogdravende hoogleraren en grote, dwingende ict-bedrijven als SAP en Siemens, die in Duitsland is gehanteerd.’ www.tno.nl www.effra.eu
26
april 2015
-
zien terug te verdienen.’’ Deze ontwikkeling is, onder aanvoering van ASML, in onze industrie allang ingezet. Vandaar dat toeleveranciers als NTS en Frencken de afgelopen tien jaar flink hun best hebben gedaan te groeien. Want in groei zit wat Sol betreft het antwoord op deze ontwikkeling. Maar, vanaf nu zal die groeistap veel sneller gemaakt moeten worden.
ciers, dat hij in feite bepaalt wat er op hun machines wordt gedraaid. Aan een dergelijke ingreep in hun integriteit zijn deze bedrijven nog niet toe, wat alles te maken heeft met de top-down benadering in Duitsland. Onze bottom-up benadering met de fieldlabs is nu in Brussel een voorbeeld van hoe het zou moeten.’
DUURZAME INZETBAARHEID NIET RUSTIG AFWACHTEN
Om die samenwerking te ondersteunen, hebben Sol c.s. binnen de Actieagenda Smart Industry de fieldlabs geïntroduceerd: ‘Bedrijven gaan dan samen binnen de eigen omgeving – en in niet academische demonstratielaboratoria zoals in Duitsland – aan de slag om tot een toekomstbestendig businessmodel te komen. Zoals 247Tailorsteel dat binnen Smart Bending Factory gaat doen en zoals melkveehouders doen in Smart Dairy Farming: die worden op termijn niet alleen leveranciers van melk, maar ook van data waarmee andere melkveehouders, zuivelproducenten en veeartsen hun voordeel kunnen doen.’ Overheid en kennisinstellingen als TNO hebben in die samenwerking een ondersteunende rol, van aanjager, bedenker ontwikkelaar: ‘Zoals TNO voor Smart Dairy Farming de architectuur heeft ontwikkeld, maar de uitwerking aan een commercieel bedrijf heeft gelaten.’
Samenwerking en schaalvergroting zijn niet alleen nodig om te kunnen investeren in technologie incluis ict, maar ook in mensen. Want Smart Industry is behalve een technologische en businessinnovatie ook een sociale innovatie, formuleert Sol. Ook daar spelen de tien fieldlabs een centrale rol in. ‘Mensen op de werkvloer moeten bijvoorbeeld gaan samenwerken met robots. Dat roept weerstand op, totdat ze binnen een fieldlab aan den lijve hebben kunnen ervaren hoe het is om met een Baxter (tweearmige robot, red.) samen te werken.’ Grote uitdaging in deze sociale context is de vergrijzing, in casu het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van mensen. ‘Bij heel veel bedrijven gaat op hetzelfde moment een grote groep met pensioen. Dat vergt nu investeren in het opleiden van mensen, opdat ze met die nieuwe technologie kunnen omgaan. Functies worden daardoor complexer, maar je moet niet de mbofuncties van nu straks met hbo’ers gaan invullen. In de maritieme sector zijn de lassers veelal of rond de zestig of rond de dertig. Ook die zestigjarige zal je inzetbaar moeten houden. Nu worden daar steeds meer lasrobots ingezet voor het zware laswerk. Het aansturen van die robots is – natuurlijk – vooral iets wat die ‘playstationjeugd’ aanspreekt, terwijl de ouderen er juist niet veel trek in hebben. Toch zullen juist de ouderen die stap moeten maken, zodat de jongeren het fysiek zware laswerk op lastige bereikbare plekken kunnen doen.’
WEERSTAND MITTELSTAND
WEINIG GELD?
Nederland lijkt een goede uitgangspositie te hebben. Immers, onze industrie kan de vruchten plukken van het uitbesteden op hoog niveau, zoals door ASML geëntameerd. Sol erkent: ‘Die leerschool is internationaal zeker een voordeel. Anderzijds, in de Duitse industrie is het mkb, de Mittelstand, financieel veel sterker. Zij kunnen dus de investeringen gemakkelijker doen. Tegelijk heerst er behoorlijk wat weerstand onder die familiebedrijven tegen het fenomeen Industrie 4.0. Want op termijn is de opdrachtgever wel dusdanig digitaal verbonden met zijn toeleveran-
Egbert-Jan Sol uit zijn zorg en waarschuwt de Nederlandse industrie omdat die mee móet. ‘Want, al heeft het in elk land een andere titel, de hele wereld is met Smart Industry bezig. Omdat ze overal inzien dat je een maakindustrie moet behouden, omdat die veel werkgelegenheid biedt en om die klant van nabij snel en goed te kunnen bedienen.’ Een opluchting is voor hem de betrokken opstelling van de overheid, in Nederland verpersoonlijkt door EZ-minister Henk Kamp. Die is in landen als Duitsland en Groot-Brittannië niet anders, met dit verschil dat er daar ook de
Reden daarvoor is de digitalisering van de industrie, een fenomeen dat inmiddels per land een eigen duiding heeft gekregen (Industrie 4.0 in Duitsland, Made in Denemarken of Made Different in Vlaanderen). ‘Intel maakt chips ter grootte van een postzegel of vingernagel waarin wifi en bluetooth zijn geïntegreerd. Holst Centre werkt aan folie waarin ic’s incluis internetverbinding zijn opgenomen. Hoe deze technologie precies zal worden toegepast, kan ik niet zeggen. Vast staat dat straks echt alles met alles verbonden is – productiesystemen en producten – en de implicaties daarvan op de industrie zullen enorm zijn. Er zullen compleet andere verdienmodellen ontstaan en de industrie moet daarin mee. De 55jarige mkb-ondernemer die denkt dat hij rustig zijn pensioen kan afwachten vergist zich. Hij zal moeten investeren en zijn specialisme versterken. Maar bovenal zal hij zijn schaal moeten vergroten en daartoe de samenwerking moeten zoeken. Doet hij dat niet, dan heeft hij tegen de tijd dat hij met pensioen hoopt te gaan geen bedrijf meer om te verkopen.’
MELK EN DATA
Egbert-Jan Sol: ‘Al heeft het in elk land een andere titel, de hele wereld is met Smart Industry bezig.’ Foto: Bart van Overbeeke
benodigde gelden voor worden vrijgemaakt. Zo investeren de Britten in vijf jaar tijd ruim 1,1 miljard euro in hun High Value Manufacturing Catapult-programma. De Nederlandse industrie moet het doen met gerealloceerde EFRO-gelden, ‘omgebogen’ TKI-subsidies en de MIT-regeling die per mei in werking treedt; alles bijeen goed voor dertig tot veertig miljoen euro, schat Sol. ‘Weinig? Vergeet niet dat het allemaal heel snel is gegaan sinds we vlak voor de Kerst van 2013 begonnen zijn met ‘Industrie 4.0-NL’, het onderzoek onder bedrijven en de voorbereiding van de lancering ervan tijdens de Hannover Messe van vorig jaar. Voor het opzetten van een goede subsidieregeling is een jaar te kort. Vergeet voorts niet dat de Nederlandse industrie belastingmaatregelen als WBSO, RDA en Innovatiebox kan gebruiken.’
DUITSE HERLANCERING De hele wereld is met Smart Industry bezig, alleen heet het dus overal anders. Was het nu niet LEES VERDER OP PAGINA 29
april 2015
27
AIRBORNE GEEFT SAMEN MET SIEMENS HET GOEDE VOORBEELD Airborne, leverancier van composietonderdelen voor lucht- en ruimtevaart, maritiem en olie & gas, is volgens Egbert-Jan Sol een goed voorbeeld van hoe onze industrie met Smart Industry moet omgaan. Airborne gaat namelijk samen met Siemens een ‘digital factory’ neerzetten. Een zelfsturende plant waar de mens weliswaar de opdrachten geeft, maar computers de informatie genereren op basis waarvan de productie moet draaien, vertelt Frans van de Ven, dga van het vijftien jaar jonge bedrijf in Ypenburg. ‘Denk aan een proces waarbij een robot zich kan configureren om helemaal zelfstandig productfamilie A of B te produceren, met behulp van verschillende ‘end effectors – om bijvoorbeeld mee te grijpen, snijden of boren. Zo gaan we bijvoorbeeld voor een Duitse aerospace-klant een volledig geautomatiseerd, smart productieproces ontwikkelen voor composietdelen die zij nu nog in München volledig met de hand produceren.’ Hij denkt dat het initiatief met Siemens in de luchtvaartsector een nieuwe wind zal doen waaien. ‘Velen vinden dat ze al goed met Industrie 4.0 bezig zijn. Feit is dat er nog heel veel handenarbeid plaatsvindt. Dat kan niet meer. Want het is te duur en in lagelonenlanden als Mexico levert het niet de kwaliteit
VERVOLG VAN PAGINA 27
handiger geweest de titel van het Nederlandse beleid te laten aansluiten bij dat van onze belangrijkste handelspartner? Sol, eerlijk: ‘Persoonlijk
op die in de VS en Europa de standaard is. Terwijl juist flexibele automatisering vanzelf alle benodigde digitale procesinformatie oplevert waarvoor je bij handenarbeid een hele papierwinkel moet optuigen.’ De digital factory van Airborne en Siemens in Ypenburg moet rond de zomer gereed zijn. Het is een van de vijftig initiatieven voor de status van Smart Industry-fieldlab – ‘wij waren net te laat voor een plaatsje bij de tien waarmee nu is begonnen’ – en moet ‘vooral geen r&dclubje’ worden. ‘We willen er tot goede oplossingen voor de klant komen, want er moet business worden gemaakt, voor ons en de BV Nederland.’ En dat niet alleen in de luchtvaart, maar ook voor partijen in de energiesector. ‘Zo gaan we voor het Franse Alstom composieten bladen maken voor getijdenstroom turbines. Wij weten alles van composieten en alles van de verwerkingsprocessen. Er zijn niet zoveel partijen die dat spel goed beheersen. Voor dat park zullen op jaarbasis wel 300 bladen van zestien meter of langer geproduceerd moeten worden. Dat moet je goed automatiseren. In de digital factory gaan we dat fabricageproces uitontwikkelen, waarna we met die kennis in Normandië de fabriek bouwen.’
Siemens neemt de ontwikkeling en bouw van de digital factory ter hand vanuit de divisies Digital Factory en Process Industries & Drives, waarin opgenomen businesssegmenten als PLM, Factory Automation en Motion Control. Gert Bravenboer geeft er leiding aan in Nederland. Dat juist Siemens er veel effort in steekt mag geen verbazing wekken, omdat het industriële concern over alle software en – connected – hardwareoplossingen beschikt die nodig zijn voor zo’n slimme fabriek. ‘Er wordt wel veel gepraat over Smart Industry, maar de adoptiegraad is nog te laag. Om de BV Nederland echt vooruit te helpen, moeten we sneller, slimmer en beter gaan produceren. Dat is wat wij met de digital factory voor ogen hebben’, aldus Bravenboer. In zijn optiek moet de nieuwe plant klanten uit allerlei sectoren gaan inspireren. ‘Die zullen in Ypenburg allemaal van harte welkom zijn.’ De digital factory wordt hoofdzakelijk gefinancierd door Siemens en Airborne. ‘Maar we vragen natuurlijk ook de overheid een duit in het zakje te doen’, verzekert Bravenboer.
was ik daar eerst voorstander van. Alleen dacht de rest van de stuurgroep er anders over. Gelukkig maar, want Smart Industry is breder.’ En de Duitsers zijn daar ook achter: ‘We zien Industrie 4.0 in Duitsland van puur ict veranderen in de bre-
dere richting van Smart Industry.’ Op de Hannover Messe is Industrie 4.0 dan ook opnieuw – breder en meer bottom-up – gelanceerd.
www.airborne-international.com www.siemens.com
www.smartindustry.nl
ADVERTORIAL
INTERNET OF THINGS EN UW BUSINESS CASE HET ‘INTERNET OF THINGS’ Het ‘Internet of Things’ is een netwerk van fysische objecten dat ingebedde technologie bevat om te communiceren en te voelen of te interacteren met interne toestanden of externe omgeving (definitie volgens Gartner). Vervolgens gaat deze connectiviteit in 2020 minder dan $1 aan component kosten. Door de reeds ingezette prijsdaling en steeds krachtigere bouwstenen, dienen zich steeds meer interessante business cases aan.
SALLAND ELECTRONICS SallandElectronics kan u helpen om de juiste keuzes te maken en de technische informatie leveren om uw business case rond te maken. De afgelopen jaren hebben wij veel expertise opgebouwd op het gebied van: draadloze techniek, energiezuinige elektronica en het beheren op afstand (M2M). Een mooi voorbeeld is de SmartChair die naast ergonomische terugkoppeling naar de gebruiker draadloos connected is en te koppelen aan andere systemen of een cloud service.
MEER WETEN OVER IOT Op de beurs Electronics & Automation wordt op donderdag 4 juni een seminar georganiseerd rond het thema Internet Of Things. SallandElectronics zal daar vanuit haar expertise met praktijkvoorbeelden een lezing verzorgen.
SallandElectronics
T 038-4540864
Katwolderweg 15
F 038-4238160
8041AC Zwolle
www.sallandelectronics.nl
www.eabeurs.nl/internet-things/ www.eabeurs.nl /seminar-internet-of-things-salland-electronics/
april 2015
29
PARTNERS
BOON EDAM ONTWIKKELT SAMEN MET POST EN DEKKER EN MMID LIJN MODULAIRE BEVEILIGINGSPOORTJES
‘PORTIER 2.0’ RESULTAAT VAN OPENHEID IN SAMENWERKING Boon Edam, bekend van de draaideuren, lanceerde onlangs een nieuwe serie beveiligingspoortjes. Interactiviteit, intuïtiviteit en design stonden centraal in de ontwerpfase. Een modulaire productopbouw moest ervoor zorgen dat Boon Edam een grote variëteit aan klantwensen kan vervullen, tegen redelijke kosten en met korte levertijden. De Speedlane Lifeline-familie kwam tot stand in een open samenwerking met Post en Dekker (engineering en smart customization) en MMID (design, user experience). DOOR HANS VAN EERDEN
‘B
oon Edam (1.200 medewerkers, van wie een kleine 400 in Nederland) is een familiebedrijf dat ondernemerschap toont’, introduceert productmanager Daan van Beusekom. ‘Wij focussen op innovatie om ons te onderscheiden van de prijsvechters, doen veel marktonderzoek en investeren ook tijdens de crisis.’ Enter de Speedlane Lifeline. ‘De kantorenmarkt verandert. Het traditionele van-negen-totvijf werken op kantoor verschuift richting 24/7 flexwerken op allerlei devices en locaties. De beveiligingswereld, van zichzelf redelijk traditioneel, is niet mee veranderd. Wij zagen kans om daar een nieuw product voor te ontwikkelen, dat bezoekers een vriendelijk welkom biedt en hen gemakkelijk en veilig door een poortje leidt. Tegelijk moet het ongeautoriseerde personen met hulp van een geavanceerd sensorsysteem tegenhouden. Je kunt het de ‘portier 2.0’ noemen.’ Twee jaar geleden startte Boon Edam met de research en selectie van partners. Begin dit jaar werd de Speedlane Lifeline-productfamilie in Europa geïntroduceerd; Amerika en Azië volgen.
DESIGN Voor het design en de user experience was ontwerpbureau MMID uit Delft de aangewezen
partij. Boon Edam en MMID onderzochten samen de wensen van klanten en de wijze waarop gebruikers omgaan met de poortjes; welke standaardhandelingen ze bijvoorbeeld verrichten bij het aanbieden van hun pasje. Chris Weel, designer bij MMID: ‘Wij hebben naar usability en interactiepatronen gekeken. Op basis van de waarden die Boon Edam voor de security pedestrian lanes aangaf – een vriendelijk gebaar, interactie met de gebruiker en intuïtieve bediening –, hebben wij de totale productbeleving en het design bepaald en vastgelegd in een ‘design language’, waar toekomstige projecten op kunnen aansluiten.’ Van Beusekom is enthousiast. ‘MMID heeft ons product een fantastisch design gegeven, met bijna organische vormen. Gelijk kwamen we erachter dat design en maakbaarheid elkaar kunnen bijten, want met traditionele productiemethodes was dit eigenlijk niet te maken – of het zou veel duurder worden. We kwamen uit bij Phoenix 3D Metaal in Eindhoven, dat de beplating voor onze systemen kan rubberpersen.’
SMART CUSTOMIZATION Rubberpersen werkt echter met dure, productgebonden stempels. Dus kwam het goed uit dat Boon Edam koos voor een modulaire productopbouw, om de kosten in de hand te houden en korte levertijden te kunnen bieden. Door smart
30
april 2015
‘Ieder bracht z’n eigen expertise in en daarin hebben we elkaar gerespecteerd’
dan zestig assemble-to-order modules. Het was een puzzel om ze zo te ontwerpen dat je er zoveel mogelijk klantvariëteit in kunt onderbrengen en tegelijk de supply chain er goed mee overweg kan. Die filosofie in de productie- en logistieke structuur consequent vasthouden, is niet altijd eenvoudig.’ Uiteindelijk kwam men uit op 72 varianten, elk in elf kleuren. Voldoende, kan Van Beusekom melden. ‘Uit bijna alle landen waar we live zijn gegaan, hebben we al orders ontvangen. Het product sluit naadloos aan bij de verwachtingen van onze klanten; we zijn nog niet verrast door hun vragen.’
SALES BETREKKEN
DE SPEEDLANE LIFELINE-FAMILIE • Sensoren voor detectie van naderende persoon. • Slaapfunctie voor energiebesparing. • Pulserende loopverlichting begeleidt de gebruiker bij doorgang. • Bewezen intuïtieve symbolen voor een optimale gebruiksvriendelijkheid. • Ergonomisch design voor gebruikerscomfort. • Diverse designmogelijkheden voor aanpassing aan het interieur van de klant. • Materialen van premium kwaliteit.
customization wilde Boon Edam met een beperkt aantal varianten voor de diverse (sub)modules (frame, beplating, besturing, sensoren) een grote variatie in klantwensen kunnen vervullen. Van Beusekom: ‘Niet standaardiseren, maar klanten juist meer keuze bieden, zonder dat onze engineering- en productiekosten zouden oplopen.’ Boon Edam ging daarvoor in zee met Post en Dekker. Een kolfje naar de hand van het Amsterdamse ingenieursbureau, vertelt directeur EricJan Dekker. ‘Een modulaire productstructuur neerleggen die je slim en flexibel kunt configureren richting de eindklant, terwijl het achter de schermen kostentechnisch en qua doorlooptijd interessant blijft. Uiteindelijk ging het om meer
Alle modellen. Foto: Boon Edam
Essentieel in het hele traject was de integrale aanpak, inclusief het vroegtijdig betrekken van sales. ‘Je moet de keuzes voor de modules beargumenteren en sales daarin meenemen, want als zij toch variant nummer 73 willen, heb je weer engineering nodig. Het voelde voor de verkopers eerst als een keurslijf, maar hun gezonde tegenzin is omgeslagen in een enorm enthousiasme over het brede kader waarin ze nu kunnen bewegen.’ Dekker: ‘Sales wil eigenlijk alles kunnen aanbieden, maar met deze modulaire aanpak is het proces aan de achterkant goed ingericht: makkelijker, sneller en efficiënter dan voorheen. Daardoor kunnen ze de klant ook voorspelbaarheid bieden: ‘Als je dit kiest, kun je het op tijd krijgen en tegen
gemoeid. De klant vraagt niet om die vorm, maar om een bepaald beveiligingsniveau; daarin moet hij dus wel kunnen kiezen. En het product heeft een vaste hoogte, omdat die volgens onze kennis de beste is.’
PROFESSIONALISERING SUPPLY CHAIN Bij de start van het ontwikkeltraject bepaalde Boon Edam in overleg met Post en Dekker de eisen waaraan de supply chain zou moeten voldoen. Vanwege de modularisatie kon Boon Edam componenten in grotere aantallen gaan bestellen, wat het pad effende voor een professionaliseringsslag in de keten. ‘Global’ was een belangrijk criterium, meldt Daan van Beusekom. ‘De verschillende modules laten we van plekken komen waar ze qua prijs, kwaliteit en logistiek het beste kunnen worden gemaakt. En dicht bij de klant doen we de eindassemblage, om snel en adequaat in diens behoefte te kunnen voorzien. Gelukkig zijn er in Nederland veel goede partijen met vestigingen in het buitenland, zoals in Amerika of China.’ Phoenix 3D Metaal is daarop een uitzondering, erkent de productmanager. ‘Die keuze voor een specifieke vorm hebben we bewust gemaakt, ook om kopiëren te bemoeilijken. Mede dankzij het design zijn we in Azië succesvol, terwijl we tegelijkertijd zo efficiënt zijn dat we de concurrentiestrijd aandurven met China, waar we al veel Boon Edam-klonen hebben gezien.’ Meijer Plaatbewerking uit Sint Jacobiparochie en SMI uit Dokkum produceren de frames, het Eindhovense Prodrive maakt de besturingselektronica. Sogeti leverde het Boon Edam-specifieke softwareplatform voor de besturing en het glas voor het bovenblad komt uit Duitsland. Aan de hand van scherpe criteria is de supply chain voor Europa ingericht. De bedoeling is nu inkoop en logistiek proces te ‘kopiëren’ naar Amerika en Azië.
SUCCESFACTOR
De Speedlane Lifeline moet een vriendelijk welkom en een snelle doorstroming bieden. Van links naar rechts: Daan van Beusekom (Boon Edam), Eric-Jan Dekker (Post en Dekker) en Chris Weel (MMID). Foto: Danny de Jong
deze prijs.’’ Post en Dekker maakte daarom een productconfigurator. Van Beusekom: ‘In een paar simpele stappen configureren onze verkopers nu een product en in zeer korte tijd hebben ze een aanbieding bij de klant liggen, inclusief prijs en levertijd.’
DURVEN KIEZEN Modularisatie betekent keuzes maken: wat gaan we de klant aanbieden en wat niet meer? Een goed beargumenteerde keuze om iets niet meer te doen, betreft het bovenblad van de poortjes. Hoewel de verkopers ook een rvs-uitvoering wilden kunnen aanbieden, werd exclusief voor een bovenblad van donker gehard glas gekozen. Vanwege het design en de hygiëne, maar vooral met het oog op de functionaliteit. Want glas is transparant en dat maakt de communicatie van toegangspasjes met de pasjeslezer mogelijk (in jargon: glas biedt een groter proximity-veld dan rvs). Bovendien kan Boon Edam met alle security-
elementen achter glas meer functionaliteit bieden dan de concurrentie, zoals detectie van personen die ongeautoriseerd over het poortje klimmen. Post en Dekker onderbouwde de keuze voor het onderbrengen van componenten in bepaalde (sub)modules, vult Eric-Jan Dekker aan: ‘Op basis van functiescheiding. Er is niet alleen een module genaamd frame, maar er zijn ook subframes en je kunt functies en subfuncties, zoals sensoren of motoren voor de deurtjes, onderscheiden.’ De slimme modulaire productinrichting maakt het heel eenvoudig om een installatie te upgraden naar bijvoorbeeld een hoger beveiligingsniveau. Kwestie van deurmodule of bovenblad vervangen, of extra sensormodules inprikken. Alle keuzes zijn gemaakt op basis van marktonderzoek en Boon Edam’s jarenlange ervaring, benadrukt Van Beusekom. ‘Daardoor durven wij ons bijvoorbeeld te committeren aan de gekozen vorm, waarmee wel hoge investeringen zijn
De drie partners zijn het erover eens dat dé succesfactor in dit project de open samenwerking is. Daan van Beusekom (Boon Edam): ‘Voor ons een nieuwe aanpak; we waren bang dat design en constructie zouden botsen. De kracht in dit project was dat ieder z’n eigen expertise inbracht en we elkaar daarin hebben gerespecteerd.’ Chris Weel (MMID), instemmend: ‘Niet dat we met z’n drieën hetzelfde potlood vasthouden, maar wel dat we met respect en waardering voor elkaars kwaliteiten en kennis aan één project werken.’ Eric-Jan Dekker (Post en Dekker) tot slot: ‘Boon Edam is voor ons een bijzondere klant vanwege hun openheid in samenwerking en de manier waarop ze zich ontwikkelen. Hoe zij dit product intern en naar buiten hebben gelanceerd, heeft zeker bijgedragen aan het succes.’ Intussen is Boon al met de volgende innovatieslag begonnen en ziet het nieuwe uitdagingen in winkels (open entree), luchthavens (boarding lanes) en datacenters (high security). De wereld ligt open voor de Edammers.
www.boonedam.nl www.postendekker.nl www.mmid.nl
april 2015
31
INDUSTRIEBELEID
INDUSTRIETOP OVER SMART INDUSTRY ZET ONDERNEMERS AAN TOT CREATIVITEIT
‘NEDERLANDSE MAAKINDUSTRIE, ZOEK SECOND LOVE’ Bedenk een kop voor het FD van morgen. Die opdracht kregen begin maart in Apeldoorn de ruim tachtig deelnemers aan de IndustrieTOP over Smart Industry mee van de dynamische dagvoorzitter Rens de Jong, bekend van BNR Nieuwsradio. Ze bogen zich over vijf thema’s: internationalisering, big data, robotisering, ketensamenwerking en human capital. Met de oproep om in het buitenland een tweede liefde te zoeken werd onze ‘smart industry’ als exportartikel geprofileerd. DOOR HANS VAN EERDEN
B
egin maart organiseren VNO-NCW Midden en ING de IndustrieTOP over Smart Industry. Bijeenkomsten over dit thema zijn er in overvloed; het aardige van dit event is dat vooral de bedrijven zelf aan het woord komen. Zo’n tachtig directieleden van grotere industriële ondernemingen uit Gelderland, Overijssel, Utrecht en Flevoland gaan aan tien tafels, onder leiding van industriële koplopers en industrie-experts van ING, met elkaar in gesprek over de invulling van een regionale Smart Industry Beleidsagenda aan de hand van vijf thema’s (zie kader). Ter introductie wijst Jur Zandbergen van mede-initiatiefnemer VNO-NCW Midden op de revival van de industrie, nadat jarenlang de diensteneconomie
SMART INDUSTRY IN VIJF THEMA’S • Toekomstvisie industrie, internationalisering & export • Big data & internet of things • Robotisering & nieuwe technologieën • Ketensamenwerking • Human Capital
32
april 2015
Foto boven: De IndustrieTOP Smart Industry trok begin maart een volle zaal in Apeldoorn. Foto links: Bij Rollepaal gaat veertig procent van de exportorders gefinancierd en al de deur uit. Directeur Rob Spekreijse (links) in gesprek met dagvoorzitter Rens de Jong. Foto’s: Arjan Reef
de boventoon voerde. ‘Wij kunnen niet zonder Industrie 4.0 / Smart Industry. Onderschat daarbij het innoverend vermogen van het mkb niet.’ Nederland moet zorgen de voorsprong te behouden die het met Smart Industry heeft, vult INGregiodirecteur Gerrit Keen aan. ‘Daartoe moeten bedrijven al in de designfase van nieuwe producten samenwerken met partners.’ Ketendenken is de motor voor Smart Industry, zo onderschrijft Zandbergen.
MARKT Rond Smart Industry gaat het natuurlijk veel over machines (automatisering, robots, software), maar zeker zo belangrijk zijn markt en mens. Met name de weg naar de internationale markt kent nog altijd de nodige hobbels. Vanwege de taal en de cultuur werkt bijvoorbeeld Bronkhorst High-Tech
in Azië vooral met lokale medewerkers. De slimme medewerkers die een bedrijf als Demcon zoekt, moeten niet alleen snel kunnen schakelen maar ook hun talen kennen. Lastig, zeker bij de export naar wat meer exotische bestemmingen, is de financiering, c.q. kredietverzekering. Bij Rollepaal gaat veertig procent van de exportorders gefinancierd en al de deur uit. Overheid, verzekeraars en banken zouden hier nog een grotere rol kunnen spelen. Soms ligt het probleem echter in Nederland, voor AWL bijvoorbeeld. Alle installaties voor laserlassen die het Harderwijkse bedrijf bouwt gaan linea recta naar het buitenland. In eigen land zijn bedrijven nog zeer terughoudend om deze productietechnologie, ondanks voordelen voor kwaliteit en productiviteit, in te zetten.
MENS ‘Als de huidige crisis voorbij is, komt de volgende’, zo klinkt het in Apeldoorn, refererend aan de naderende vergrijzingsgolf. Het belang van goed onderwijs neemt daarom alleen maar toe. Des te
merkwaardiger dat bij het opstellen van de Actieagenda Smart Industry nauwelijks onderwijsinstellingen waren betrokken. Voor Dutch-Shape in Borne blijkt het lastig om goed opgeleide mensen te vinden, reden waarom de toeleverancier voor de aerospace inzet op training on the job. Senioren zijn bij veel bedrijven echter terughoudend met verdere scholing; zij kennen het vak nu wel en het zal hun tijd wel duren. Truckfabrikant Scania wil de vakbonden zien mee te krijgen om in de arbeidsvoorwaarden meer afspraken over een leven lang leren te maken. Bijkomende uitdaging is dat de jongere generatie niet meer voor lifetime employment bij een en dezelfde baas gaat werken. Een be-drijf als Croon Elektrotechniek kent vergelijkbare uitdagingen. Ze hebben veel ‘handjes’ in dienst, maar klanten gaan steeds meer over op (elektrotechnische) automatisering en vragen dus om andere (hoger-gekwalificeerde) dienstverlening. Niet alle medewerkers kunnen die stap maken.
MEER ALFA ÉN BÈTA Dus welke ‘smart’ competenties moeten de medewerkers van de toekomst hebben? Aan de Human Capital-tafel onder leiding van Eddy Vlijm van Hellebrekers Technieken worden onder meer communicatie, flexibiliteit en probleemoplossend vermogen genoemd. Alfa-competenties voor techneuten, zo luidt de conclusie. Tegelijk signaleert een bedrijf als Dutch-Shape een gebrek aan technische basiskennis bij de hbo’ers die instromen.
KNAPPE KOPPEN Bedenk een kop voor Het Financieele Dagblad van morgen. Met die opdracht gingen de ondernemers in Apeldoorn creatief aan de slag en dat leverde veelzeggende vondsten op. Bijgaand een selectie (bewerkt door Link’s koppenredacteur van dienst).
• ‘Smart Industry zoekt second love’ • ‘De industrie is al smart, nu nog een smart government’
• ‘Data delen is waarde vermenigvuldigen’ • ‘Heeft de machine nog privacy?’ • ‘Smart Industry is mensenwerk’ • ‘Technojuf komt eraan’ • ‘Smart, je kunt er maar beter jong aan beginnen’ • ‘Banengroei door automatisering’ • ‘Smart exporteren door smart produceren’ • ‘Past je machine in een online winkelwagentje?’
‘Ze hebben in hun opleiding veel projecten gedaan, maar de engineeringskant is verwaarloosd.’ Gelukkig is er de kans om dat nog bij te sturen, want de instroom in het techniekonderwijs neemt weer toe, mede onder invloed van imagobevorderende acties en de media. Op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bijvoorbeeld neemt het totale studentenaantal af, maar bij de techniekopleidingen is het met tien procent gestegen. ‘Die groei wordt mede gestuurd door de
Systeemdenken in de aandrijftechniek
Aan elke tafel gingen deelnemers met elkaar in discussie over de invulling van een regionale Smart Industry Beleidsagenda aan de hand van een van vijf thema’s.
ouders, die in de krant lezen over de kansen in techniek.’ Als dan ook het basisonderwijs, met bijna alleen maar juffen, nog meer techniek-minded wordt, kan het helemaal goed komen met onze smart industry en kan ons land z’n sterke hightech exportpositie verder uitbouwen.
www.vno-ncwmidden.nl www.ing.nl
Onze koppelingen koopt U niet alleen met een remschijf. Op uw verzoek projecteren en leveren we ook gelijk een passend remsysteem erbij - zowel in hydraulische - als ook electromechanische uitvoering. One stop shopping in Optima Forma !
april 2015
33
CONCURRENTEN
BIJ ZWOLSE TRUCKBOUWER ROLT EERSTE LNG-TRUCK VAN DE BAND
DAF ZWEERT BIJ DIESEL, SCANIA GAAT VOOR GAS DAF mag de gasmotor hebben afgezworen, bij Scania in Zwolle rolt in juni de eerste lng-vrachtauto van de band. De afgelopen jaren werden daar een aangepaste truck plus de straat om ‘m te produceren ontwikkeld. De Zweedse truckbouwer claimt voor zijn gasmotoren minder verbruik, emissie en geluidsproductie dan voor diesels. DAF zegt met zijn diesels aan dezelfde Euro6-normen te voldoen. De twee concurrenten volgen graag hun eigen koers. Tegelijk dwingt de platooning-technologie, waaraan ze beiden sleutelen, op termijn tot samenwerking.
Scania in Zwolle legt de laatste hand aan de assemblagelijn voor lng-trucks. ‘De handling van de ronde, zwaardere gastanks vergt een heel ander liftsysteem dan voor de vierkante dieseltanks’, weet productmanager Hans Binnendijk. Foto: Com-magz
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
e Scania-wagen op liquefied natural gas (lng) wordt aangedreven door een Ottomotor. Op zichzelf niets nieuws, het principe van deze motortechnologie is al anderhalve eeuw oud. En ook de lng-tank zelf is beproefde technologie, van tankbouwer Chart Industries. Het gaat hier om de opslag van aardgas. Om dat vloeibaar te krijgen, wordt het gekoeld tot –130 graden Celsius en bij tien bar druk opgeslagen in een tank die zonder actieve
D 34
april 2015
‘Anders dan sommige concurrenten maken wij geen ‘confectie’ om op voorraad te houden’
echter niet zomaar uitgewisseld worden met de dieseltank. ‘We hebben het een en ander aan de vrachtauto moeten veranderen, bijvoorbeeld om ruimte te maken voor een ronde in plaats van een hoekige tank en voor de beveiligingstechnologie, zodanig dat alles binnen het bestaande frame past. Voorts is er samen met toeleverancier Swagelok geïnvesteerd in de ontwikkeling van geschikte leidingen en koppelingen. De cabine, aandrijflijn, et cetera zijn precies hetzelfde en de oplegger kan op exact dezelfde wijze worden aangesloten als op een dieseltruck. Voor de acceptatie door vervoersbedrijven is dat erg belangrijk.’ Voor die acceptatie weegt ook de actieradius zwaar. Vrachtauto’s met een enkele lngtank kunnen 800 à 900 kilometer vooruit, met een dubbele tot 1.200 kilometer. ‘Vergelijkbaar met het bereik van een diesel op een gemiddelde distributieroute. Voorts telt voor veel klanten dat de wagen milieuvriendelijker is omdat ie minder CO2, NOx en roet uitstoot. Daarmee voldoet de motor aan de nieuwste Euro6normen.’ Natuurlijk hecht de klant er ook zeer aan dat hij zonder veel moeite een geschikt tankstation vindt. ‘Door onder meer Shell zijn in Nederland inmiddels negen lng-stations gebouwd en nog elf zijn in aanbouw. Ook in Frankrijk, Engeland en België ontstaat die infrastructuur geleidelijk. Zoals altijd bij innovaties, is het een kip-eiverhaal: die oliemaatschappijen investeren als er een markt voor is en die markt komt er als er op veel plaatsen kan worden getankt.’
DE MARKT OP koeling, ook na vijf dagen in de zon, die lage temperatuur houdt. Die tank, vertelt Hans Binnendijk, productmanager bij de vrachtwagenfabrikant, kon
Hoe dan ook, Scania ziet de vraag vanuit de retailbedrijven snel toenemen. ‘Ze zijn niet alleen zuiniger maar maken ook minder lawaai, waardoor ze uitstekend inzetbaar zijn om winkels in woongebieden ’s nachts te beleveren.’ Voor het vervoer
gemakkelijk LASERGESNEDEN BUIS & PLAAT ONLINE snijden is eenvoudig, Kwaliteit & betrouwbaarheid een kunst.
binnen de stad heeft Scania al eerder een andere gastechnologie op de markt gebracht: cng, compressed natural gas. Daarbij wordt de brandstof onder hoge druk in gasvorm opgeslagen. Dat levert een actieradius van 250 á 300 kilometer op, voldoende voor de milieuvriendelijke stadsbussen en vuilnisauto’s die veel gemeentes in het kader van hun milieudoelstellingen graag laten rondrijden. Die technologie wordt al langer commercieel op de markt gebracht; voor lng gaat dat nu gebeuren. Daartoe wordt momenteel in Zwolle, waar het Zweedse Scania zijn grootste productieplant heeft, de laatste hand gelegd aan de assemblagelijn. ‘Zo vergen’, duidt Binnendijk, ‘de ronde, zwaardere gastanks een heel ander liftsysteem dan de rechthoekige dieseltanks. Daarvoor zal het productieproces moeten worden aangepast. De eerste prototypes zijn inmiddels van de band gerold, maar binnenkort gaan we echt van start.’ In welke aantallen, dat kan hij niet zeggen. ‘Anders dan sommige concurrenten maken wij geen ‘confectie’ om op voorraad te houden. Alles wat we produceren is klantspecifiek, besteld en verkocht.’
ANTWOORD DAF DAF Eindhoven zag in februari zijn miljoenste vrachtwagen van de band rollen. Eentje met een dieselmotor. Alleen in zijn heel vroege geschiedenis heeft DAF door benzinemotoren aangedreven trucks geproduceerd. ‘Verder zo goed als alleen maar diesels. Wel hebben we in de jaren 1980-1990 veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van gasmoto-
PLATOONING NOOPT TRUCKBOUWERS TOT SAMENWERKING Van het NOS-Journaal en de New York Times tot en met media uit Polen en China, allemaal toonden ze veel belangstelling voor de ‘platooning-technologie’ die Scania begin februari demonstreerde. Daarbij worden via wifi radar- en gps-data uitgewisseld tussen de aandrijflijnen van meerdere dicht achter elkaar rijdende vrachtauto’s. Als de voorste accelereert of afremt, passen de trucks erachter zonder ingreep van de chauffeur hun snelheid aan. Dit vergroot de veiligheid, en het rijden in elkaars kielzog scheelt ook nog ’ns zo’n tien procent brandstof, vertelt woordvoerder Nico van der Klugt. ‘Daarmee hebben we fase 1 afgerond. In fase 2 gaan we ook de stuurinrichtingen aan elkaar koppelen, zodat de chauffeur ook geen omkijken meer heeft naar het op de weg houden van zijn wagen. We verwachten daar in 2018 de eerste tests op de weg mee te doen.’
ren, maar daar bleek zonder langlopende subsidieprogramma’s geen levensvatbare businesscase van te maken. Dat is volgens ons nog steeds zo’, reageert woordvoerder Rob Appels. ‘Te meer daar onze nieuwste Euro6-dieselmotoren zich met de NOx- en roetdeeltjesemissie bevinden op het lage niveau van gasmotoren en zich daar ook qua totale CO2-emissie aan kunnen meten. Daarnaast is een diesel heel betrouwbaar en kan de klant praktisch overal tanken.’ En ook op de lage geluidsproductie
Omdat het systeem pas echt goed tot zijn recht komt als elke vrachtauto ermee is uitgerust, zal Scania de technologie niet voor zichzelf houden maar delen met de concurrentie, als DAF, Mercedes en Volvo. ‘Daarvoor zijn we met die partijen in gesprek. Het zal nog wel even duren, maar er komt een moment dat je met je truck de snelweg oprijdt en direct kunt aanhaken bij het eerste, het beste konvooi van vrachtauto’s dat langskomt.’ Eind maart heeft DAF een vergelijkbare proef gedaan, samen met TNO. ‘Natuurlijk moeten we toe naar één, merkonafhankelijk systeem. Op termijn zullen wij daartoe met andere merken moeten gaan samenwerken of zullen overheden met overkoepelende infrastructuren moeten komen’, aldus woordvoerder Rob Appels.
van gasmotoren zegt DAF inmiddels een antwoord te hebben: ‘Onze nieuwste CF- en XF-trucks kunnen worden voorzien van de Silent-optie, waarmee met één druk op de knop het geluidsniveau kan worden verlaagd tot onder de 72 decibel – zodat ook buiten de venstertijden winkels kunnen worden beleverd.’ www.scania.nl www.daf.nl
april 2015
35
PARTNERS
POGINGEN TOELEVERKETEN RAITH NAAR ENGELAND EN DE VS TE VERPLAATSEN MISLUKTEN
OOST WEST, NEDERLAND BEST Toen de vestiging van Raith in Best nog in Britse en Amerikaanse handen was, hebben de eigenaren gepoogd behalve de eindassemblage ook de supply base in eigen land(en) onder te brengen. Dat werd, op z’n zachtst gezegd, geen succes, verhaalt Piet Kaars van Raith. ‘Er moest altijd nog het spreekwoordelijk schuurpapiertje langs.’ Intussen zit alles weer in Nederland, onder meer bij De Koningh. ‘Zeker als het gaat om complexe hightech in lage volumes, kun je het beste in deze regio uitbesteden.’
ontwikkeling in Best bleef, kwam de eindassemblage in het Britse Cambridge terecht. Later, in 1996, werd het bedrijf eigendom van een Brits pensioenfonds dat het tien jaar later verkocht aan het Amerikaanse Golden Gate Capital. Dat benutte een subsidieprogramma van de Amerikaanse overheid, die – omwille van de hoogwaardige werkgelegenheid – wel wat zag in de opbouw van een hightech industrie. Dus werd de assemblage van Engeland verplaatst naar Albany in de staat New York.
GEEN SUCCES
Samen met De Koningh en de andere key suppliers wil Raith naast de bestaande high-end lijn een low-end lijn ontwikkelen. ‘Nog steeds zeer hightech’, verzekert Piet Kaas van Raith (rechts). Links en midden respectievelijk Steven Bindels en Ivar Donker van De Koningh. Foto: Com-magz
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
e Electron Beam Pattern Generator (EPBG) van Raith in Best kan tekeningetjes maken door lijntjes te trekken met een breedte van niet meer dan 1,8 nanometer. Handig als het heel klein moet zijn, om de structuur van een chip uit te tekenen. Of als stap in de productie van een gevoelige laag van een lab-on-achip. Daarbij worden met de ‘tekenapparatuur’ van Raith met een elektronenstraal pixels op een fotogevoelige laag geschoten, waarna via een proces van opdampen en wegetsen van al dan niet geleidende lagen een driedimensionale, nano-
D 36
april 2015
metergrote structuur kan worden gecreëerd. Klanten zijn laboratoria van universiteiten en de industrie (onder meer de life science-sector).
BUITENLANDSE HANDEN Het bedrijf in Best behoort sinds 2013 tot Raith – een Duitse onderneming met de hoofdvestiging in Dortmund. Voordien is het in diverse, vooral buitenlandse handen geweest. De onderneming is in 1989 ontstaan uit Philips, dat in die tijd z’n waferstepper-, de SEM-elektronenmicroscoop- en deze e-beam-activiteiten buiten de deur zette. De eerste activiteit werd ASML, de tweede FEI en de derde kwam uiteindelijk in handen van Leica. Terwijl de
Sinds de losmaking van Philips was de onderneming, die een tijdlang onder de naam Vistec door het leven ging, gefocust op de ontwikkeling en de eindassemblage. De productie van de diverse modules lag bij een serie toeleveranciers. Lange tijd waren dat uitsluitend Nederlandse bedrijven. Tot eerst de Britten en later de Amerikanen op het idee kwamen om eindassemblage en supply base zoveel mogelijk in één regio onder te brengen, in en rond Cambridge, respectievelijk Albany. Die pogingen werden, op z’n zachtst gezegd, geen succes, verhaalt engineeringmanager Piet Kaars. ‘De Britten praten vooral veel, maar de toeleverancier die we daar op een gegeven moment inhuurden voor het produceren van de elektronenkolom – zeg maar de tekenpen van de machine – bleek niet in staat volgens onze specs te werken. Wij moesten er altijd met het spreekwoordelijke schuurpapier langs om het passend te krijgen. En later in de VS bezochten we suppliers die veel weg hadden van een museum. Hier in het Eindhovense stonden overal al de vijf-assige, volautomatische freesmachines, daar waren ze nog handmatig aan het frezen. Bedrijven daar zijn zo bang iets verkeerd te doen – want je kunt er zo een advocaat op je dak krijgen –, dat het allemaal zeer conservatieve ondernemingen zijn geworden. Ze investeren niet of nauwelijks in nieuwe apparatuur en hun mensen. Uiteindelijk hebben we dus alles gewoon
weer weggezet binnen onze Nederlandse supply base. Bedrijven die niet praten, maar doen en voortdurend innoveren.’
HET BESTE HIER De EPBG bestaat uit een aantal standaardmodules, die door een reeks van toeleveranciers worden geëngineerd en geproduceerd. Zo wordt de vacuümkamer met een handler al sinds jaar en dag door Frencken gemaakt. Het meetframe met waferstage wordt geproduceerd door PM-Bearings en de elektronenkolom door Norma in Hengelo (niet toevallig een bedrijf met een Philips-geschiedenis). En voor veel van de elektronica tekent Prodrive. Een vijfde trouwe speler in de toeleverbasis is het Arnhemse De Koningh (tegenwoordig De Koningh Advanced Technology (DKAT), zusterbedrijf van De Koningh Medical Systems), dat de houders maakt voor de wafers in de vacuümkamer. Kaars: ‘Natuurlijk is deze regio niet het goedkoopst. En we hebben ook nu te maken met een tekort aan hooggeschoolde instrumentmakers en analoge elektrotechnici. Maar zeker als het gaat om complexe hightech in lage volumes – wij produceren zes tot tien systemen op jaarbasis –, kun je het beste in deze regio uitbesteden.’ Dat uitbesteden gebeurt op hoog niveau, bijvoorbeeld dus bij De Koningh. Steven Bindels, business developer van de leverancier: ‘Wij krijgen van Raith de functionele vereisten, de requirements. Daar gaan onze engineers mee aan de slag en die zetten ze om in specificaties op basis waarvan wij
de houder produceren.’ Dat de samenwerking al zo lang – sinds de jaren negentig toen de onderneming nog in handen was van Leica – zo voorspoedig verloopt, heeft alles te maken met de open communicatie, denkt De Koningh-directeur Ivar Donker. ‘Samen hebben we een groot historisch besef. Als we in het projectteam samenwerken en
soorten en andere soorten lagering, wat vaker gekalibreerd moet worden. Voor een universiteit is dat vaak helemaal geen probleem, zeker niet als daardoor de aanschafprijs van twee miljoen euro daalt naar één miljoen.’ Sinds oktober wordt gewerkt aan het verbeteren van de produceerbaarheid, met als doel de omzet een forse impuls te
‘We hebben alles weer weggezet bij Nederlandse bedrijven, die niet praten, maar doen en voortdurend innoveren’
er moet een beslissing worden genomen, is er altijd wel iemand die weet hoe het eerder is opgelost. Zo leren wij veel van elkaar. En we sparren gemakkelijk, omdat we van beide zijden heel direct communiceren. Gaat er iets niet goed, dan weet ik het meteen.’
MEEGROEIEN Samen met De Koningh en de andere key suppliers heeft Raith zich de opdracht gesteld, naast de bestaande high-end lijn, een low-end lijn te ontwikkelen. ‘Nog steeds zeer hightech’, verzekert Piet Kaars, ‘maar tegelijk apparatuur die, onder meer door de keuze van goedkopere materiaal-
geven. ‘We hopen dan uit te komen op een afzet van twaalf tot twintig machines per jaar. Die stap zullen we zetten samen met onze huidige toeleverbasis’, meldt Kaars. ‘En wij groeien dan mee’, weet Donker. ‘Tot in 2013 het assemblagewerk werd teruggehaald uit de VS, had Raith hier in Best twintig man in dienst; inmiddels zijn dat er 42. Ook bij ons is daardoor de werkgelegenheid gestegen. Als Raith groeit, doen wij dat ook.’
www.raith.com www.dkat.nl
^ W / > & ^ d E Z^ & KZ s hhD E ,/ ', s hhD WW> / d / KE^ ů Ă ƌ Ő Ğ ƌ Ă Ŷ Ő Ğ Ž Ĩ Ĩ Ă Ɛ ƚ Ğ Ŷ Ğ ƌ Ɛ Ĩ Ž ƌ ǀ Ă Đ Ƶ Ƶ ŵ Ğ Ŷ ǀ ŝ ƌ Ž Ŷ ŵĞ Ŷ ƚ Ɛ Ă ƌ Ğ Ă ǀ Ă ŝ ů Ă ď ů Ğ ͘ Ž Ͳ Ğ Ŷ Ő ŝ Ŷ Ğ Ğ ƌ Ğ Ě Ĩ Ž ƌ ƚ Ś Ğ Ɛ Ğ ŵŝ Đ Ž Ŷ Ě Ƶ Đ ƚ Ž ƌ ŝ Ŷ Ě Ƶ Ɛ ƚ ƌ LJ ď LJ : Ğ ǀ Ğ Ŭ Ă ͕ ƚ Ś Ğ Ɛ Ğ Ĩ Ă Ɛ ƚ Ğ Ŷ Ğ ƌ Ɛ Đ Ă Ŷ ď Ğ Ƶ Ɛ Ğ Ě ŝ Ŷ Ă ǀ Ğ ƌ LJ ǁŝ Ě Ğ ƌ Ă Ŷ Ő Ğ Ž Ĩ Ă Ɖ Ɖ ů ŝ Đ Ă ƟŽ Ŷ Ɛ ͘
ǀ Ă ŝ ů Ă ďů Ğ Ɖƌ ŽĚƵĐ ƚ Ɛ ͗ ͻ ^ Ž Đ Ŭ Ğ ƚ Ś Ğ Ă Ě Đ Ă Ɖ Ɛ Đ ƌ Ğ ǁ ͻ s Ğ Ŷ ƚ Ğ Ě Ɛ Ž Đ Ŭ Ğ ƚ Ś Ğ Ă Ě Đ Ă Ɖ Ɛ Đ ƌ Ğ ǁ ͻ Ă Ɖ Ɵǀ Ğ ͻ s Ğ Ŷ ƚ Ğ Ě Đ Ă Ɖ Ɵǀ Ğ
ǀ Ă ŝ ů Ă ďů Ğ Ɛ Ƶƌ Ĩ Ă Đ Ğ ƚ ƌ Ğ Ă ƚ ŵĞ Ŷ ƚ Ɛ ͻ ů Ğ Đ ƚ ƌ Ž Ɖ Ž ů ŝ Ɛ Ś ŝ Ŷ Ő ͕ Ĩ Ž ƌ ƌ Ğ Ě Ƶ Đ ŝ Ŷ Ő Ĩ ƌ ŝ Đ ƟŽ Ŷ Ă Ŷ Ě Ɖ Ă ƌ ƟĐ ů Ğ Ɛ ͻ < Ž ů Ɛ ƚ Ğ ƌ ŝ Ɛ ŝ Ŷ Ő ͕ Ĩ Ž ƌ Ɖ ƌ Ğ ǀ Ğ Ŷ ƟŶ Ő Ő Ă ů ů ŝ Ŷ Ő ͻ ů Ğ Ă Ŷ ŝ Ŷ Ő ͕ Ĩ Ž ƌ ŵŝ Ŷ ŝ ŵŝ nj ŝ Ŷ Ő Ɖ Ă ƌ ƟĐ ů Ğ Ɛ
ǀ Ă ŝ ů Ă ďů Ğ ŵĂ ƚ Ğ ƌ ŝ Ă ů Ɛ ͗ ͻ / ^ / ϯ ϭ ϲ Ă Ŷ Ě ϰ ^ ƚ Ă ŝ Ŷ ů Ğ Ɛ Ɛ ^ ƚ Ğ Ğ ů ͻ d ŝ ƚ Ă Ŷ ŝ Ƶ ŵ d ŝ ů ϲ ǀ ϰ ; Ő ƌ Ă Ě Ğ ϱ Ϳ ƌ Ž ů ů Ğ Ě ƚ Ś ƌ Ğ Ă Ě ͕ Ɖ ƌ Ğ Ɛ Ɛ Ğ Ě Ś Ğ Ă Ě : Ğ ǀ Ğ Ŭ Ă ͮ > Ğ Ă Ě ŝ Ŷ Ő Ɛ Ɖ Ğ Đ ŝ Ă ů ŝ Ɛ ƚ ŝ Ŷ Ĩ Ă Ɛ ƚ Ğ ŶĞ ƌ Ɛ Ă ŶĚ ƚ ŽŽů Ɛ Ɛ ŝ Ŷ Đ Ğ ϭ ϵ ϯ ϳ W ů Ă ƟŶ Ă ǁĞ Ő ϰ ϭ ϯ ϲ Ϯ : > ů ŵĞ ƌ Ğ W Ž Ž ƌ ƚ W Ž Ɛ ƚ ď Ƶ Ɛ ϭ ϲ ϭ ϴ ϭ ϯ Ϭ Ϭ W ů ŵĞ ƌ Ğ
d н ϯ ϭ ; Ϭ Ϳ ϯ ϲ Ͳ ϯ Ϭ ϯ Ϯ Ϭ Ϭ Ϭ Ɛ Ă ů Ğ Ɛ Λũ Ğ ǀ Ğ Ŭ Ă ͘ Đ Ž ŵ / ǁǁǁ͘ ũ Ğ ǀ Ğ Ŭ Ă ͘ Đ Ž ŵ
april 2015
37
PROCESVERBETERING
FIELDLAB CAMPIONE ZET IN OP VOORSPELBAAR CONDITION-BASED ONDERHOUD IN PROCESINDUSTRIE
OP NAAR (BIJNA) ZERO SURPRISES Concrete stappen zetten om in onze procesindustrie voorspelbaar condition-based • ‘Gepland – vaak onnodig vroeg – onder houd is usance in de procesindustrie.’ • ‘Bedrijven in de sector hebben open samenwerking (nog) niet omarmd.’ • ‘Proactief actie ondernemen als er iets misgaat, dat staat allemaal nog in de kinderschoenen.’ • ‘Menselijke fouten zijn een majeure factor, dus nemen we ook neurologische innovaties mee.’
onderhoud op de rit te krijgen. Vanuit die ambitie wordt momenteel het fieldlab Campione op poten gezet. Vrijwel alle onderhoud in die sector gebeurt gepland, preventief. ‘Slechts drie tot vijf procent is toestandgestuurd’, zegt de Tilburgse hoogleraar Henk Akkermans. ‘Krijgen we dat op twintig procent, dan is dat al ontzettend veel winst.’ Waarbij de grootste uitdagingen niet op technisch, maar op organisatorisch en menselijk vlak liggen. DOOR PIM CAMPMAN
C
onditiegestuurd onderhoud is al langer een issue in de procesindustrie. In het Campi-project, ongeveer twee jaar geleden gestart, worden de mogelijkheden daarvan onderzocht. Bedrijven als Sitech (de onderhoudstak van DSM), Sabic, Tata Steel, Dow, Stork Technical Services en drie universiteiten (Eindhoven, Groningen en Tilburg) participeren erin. Henk Akkermans, hoogleraar supply network dynamics in Tilburg en wetenschappelijk directeur van DI-WCM, ziet Campione als ‘mooie vervolgstap’. ‘Daar gaan we, in een open netwerkomgeving, innovatieve concepten die in Campi zijn bedacht, omzetten in concrete toepassingen. Waar Campi stopt, begint Campione.’
WEGGEGOOID GELD ‘In de procesindustrie hangt alles met alles samen’, schetst Akkermans. ‘Werkt één schakel, hoe klein ook, niet optimaal en de productie gaat omlaag. Om een schakel te vervangen, moet vaak de complete installatie worden stilgelegd. En door een lekkende afsluiter kan de hele zaak in de lucht vliegen – wat af en toe ook gebeurt.’ Om dat te voorkómen, is maintenance topprioriteit – hoofd-
zakelijk gepland (preventief) onderhoud, zegt Akkermans. Hij trekt een vergelijking. ‘Autofabrikanten adviseren om de 15.000 kilometer een onderhoudsbeurt. Terwijl dat voor misschien negentien van de twintig auto’s helemaal niet hoeft; die kunnen best nog een tijdje door. Dat controleren, vervangen en bijvullen is dus eigenlijk weggegooid geld. Omdat je geen informatie hebt over wat er precies met je auto aan de hand is, ga je dus te vroeg naar de garage. Begrijpelijk vanuit het verleden, maar niet te rijmen met het heden. Want technische oplossingen die je vertellen dat het met dit of dat onderdeel niet goed gaat, zijn er al lang.’
WEGENWACHT BELLEN Kortom: gepland, preventief onderhoud is onnodig duur. Correctief onderhoud, nog erger. ‘Krijg je een lekke band, dan moet je de wegenwacht bellen – of een taxi. In de procesindustrie betekent dit dat je asset stilstaat, je niet kunt produceren.’ Toch is gepland – vaak onnodig vroeg – onderhoud usance in die sector, zegt hij. ‘Drie tot vijf procent van alle onderhoud is toestandgestuurd, condition-based. Krijgen we dat naar twintig, vijftig of misschien zelfs 75 procent, dan hebben we ontzéttend veel gewonnen in Neder-
land.’ Waarmee hij de Campione-claim, ‘zero surprises’, ietwat relativeert. ‘Ach ja, da’s voor de bühne; waar het om gaat, is dat we serieus grote stappen willen gaan zetten.’ Daar komt heel wat bij kijken, volgens Akkermans vooral op organisatorisch en menselijk vlak. Want vooral daar moet het rigoureus anders. ‘Technisch kan er heel veel, en al lang. Begin jaren zeventig kon het NASA Control Center in Houston de actuele status van apparaten, en zelfs de hartslag van de astronauten, aan boord van de Apollo real time monitoren – op, zeg, 100.000 of 200.000 kilometer afstand. Dus zo spectaculair nieuw en innovatief is het principe van remote condition monitoring niet.’
PIKETPAALTJES SLAAN Dat condition-based maintenance in de procesindustrie nog niet veel voorstelt, komt vooral door de wijze waarop de bedrijven in die sector zijn georganiseerd, zegt Akkermans. ‘De verant-
AMBITIE: PARADIGMAVERSCHUIVING IN ONDERHOUD IN DE PROCESINDUSTRIE Erover praten is oké, de doelstellingen van Smart Industry in de praktijk brengen is beter. Smart Industry heeft als ambitie om door versnelling van de digitalisering van de industrie de concurrentiekracht van de Nederlandse industrie te vergroten, die cruciaal is voor toekomstige welvaart en welzijn in Nederland. Ict in combinatie met nieuwe productietechnologieën vormt een belangrijke driver voor productiviteitsgroei. De centrale ambitie in de Actieagenda Smart Industry is het creëren van ecosystemen rondom de kernprincipes van Smart Industry. Veel kennis en kunde zijn al aanwezig, maar wel versnipperd. Daarom is gekozen voor een aanpak met tien fieldlabs. Fieldlabs zijn praktijkomgevingen (zeg maar, proeftuinen) waarin bedrijven en kennis-
38
april 2015
instellingen doelgericht Smart Industry-oplossingen uitontwikkelen, testen en implementeren. Bovendien versterken ze verbindingen met onderzoek, onderwijs en beleid op een specifiek Smart Industry-thema. Link Magazine maakt een serie over de verschillende fieldlabs en hun belangrijkste uitdagingen. Eerder kwamen al aan bod Smart Dairy Farming 2.0 (met Friesland Campina, CRV, Agrifirm, Wageningen UR, TNO, Universiteit Utrecht en Hogeschool Van Hall Larenstein) en Smart Bending Factory (waarin 247TailorSteel het voortouw neemt). Deze keer het fieldlab Campione, met het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) als trekker. Campione heeft de ambitie de procesindustrie in ons land op het spoor te krijgen van
condition-based maintenance (CBM). Ten opzichte van wat in die sector gangbaar is – te weten gepland en correctief onderhoud – is dit een heuse paradigmaverschuiving. Via ontwikkeling, integratie en implementatie van een breed palet aan state-of-the-art CBM-gerelateerde technieken en methodieken moet de procesindustrie een enorme stap kunnen zetten richting ‘predictive maintenance’. Gezien de vele – en grote – partijen die in het fieldlab Campione participeren, is dit een missie met perspectief.
www.smartindustry.nl www.doorbraakmetmkb.nl
‘Drie tot vijf procent van alle onderhoud is toestandgestuurd, condition-based. Krijgen we dat naar twintig, vijftig of misschien zelfs 75 procent, dan hebben we ontzéttend veel gewonnen,’ stelt Henk Akkermans, hier bij een van de Campione-deelnemers, FujiFilm in Tilburg. Foto: Erik van der Burgt
woordelijkheden zijn zodanig belegd dat verschillende partijen stukjes van de puzzel hebben: de maker van het apparaat heeft data, de gebruiker heeft data, degene die het onderhoudt heeft data – en zo kan ik nog wel even doorgaan. Organisatorisch is het allemaal met piketpaaltjes afgezet; niemand overziet de hele puzzel en kan daarop acteren. Daar schort het met name aan. Om een vergelijking met de maakindustrie te maken: een ERP-systeem installeren is technologisch best lastig, maar de grootste uitdaging is alle afdelingen aan elkaar te koppelen en te zorgen dat ze ermee gaan werken.’ Daar komt bij dat bedrijven in de procesindustrie – anders dan in de hightech maakindustrie – het model van open samenwerking (nog) niet hebben omarmd. Wat daar speelt, blijft binnen de hekken. ‘Naar buiten brengen wat misschien niet helemaal goed is gegaan, dat is bij wijze van spreken reden voor ontslag op staande voet. Begrijpelijk in deze gevoelige en complexe sector, maar echte slagen in condition-based maintenance maak je toch vooral met mekaar – door data te delen, te analyseren en met wat daar dan uitkomt je voordeel te doen. In de praktijk van vandaag zijn er oplossingen om dat netjes te versleutelen, dus waarom niet?’
IN DE KINDERSCHOENEN Het fieldlab Campione krijgt zijn thuisbasis in Gilze Rijen, midden-Brabant. Op één locatie (Gate2), door de provincie Noord-Brabant van onder meer ict-faciliteiten voorzien, komen straks data van systemen bij consortiumpartners
binnen. Deze data gaan medewerkers van die partners, maar ook kleine experts in ‘big data’analyse en studenten, analyseren. Om samen de volgende slag te maken, zegt Henk Akkermans. ‘Kijk, monitoren of die pomp op volle of halve kracht functioneert, is technisch best wel te doen; daar is de uitdaging vooral om die open omge-
den veroorzaakt door menselijk gedrag. Dat weten bedrijven in deze sector maar al te goed – en ze doen daar ook van alles aan. De technologie biedt daarvoor nieuwe mogelijkheden. Bijvoorbeeld door te monitoren hoe het zit met de mentale gesteldheid van een operator – of ie wel geconcentreerd is en adequaat reageert in onver-
‘Grootste uitdagingen liggen niet op technisch, maar op organisatorisch en menselijk vlak’
ving te creëren. Maar erbovenop komt iets wat we eigenlijk nog niet kennen, het stuk voorspellen. Wanneer gaat er iets mis met die pomp waar nu nog niets mee aan de hand is? Om daar dan proactief actie op te ondernemen. Dat staat allemaal nog in de kinderschoenen. Een ‘big data’-uitdaging die je niet tackelt door alleen statistiek te doen; daarvoor moet je echt weten hoe die pomp werkt en aan welke verschillende relevante invloeden die onderhevig is. Daar de vinger achter krijgen is ook een uitdaging.’
wachte situaties. Philips Research heeft samen met neuropsychologen een koptelefoon ontwikkeld met een sensor die meet waar in je hoofd veel hersenactiviteit is. Bekend is welke plek duidt op concentratie. Bij weinig activiteit in dat gebied krijg je muziek in je oren die niet lekker klinkt. En naarmate je je beter concentreert klinkt het beter. Dat werkt dus. Omdat menselijke fouten in de procesindustrie een majeure factor zijn, nemen we ook zulke neurologische innovaties in ons project mee.’
HERSENACTIVITEIT METEN Ook anderszins blijft de mens niet buiten schot. Henk Akkermans: ‘Veel onveilige situaties wor-
www.worldclassmaintenance.com
april 2015
39
STRATEGIE
‘SMART’ OP Z’N ZUIDBERGS: BREED EN PRAGMATISCH
‘IK BEN NIET ZO’N CLUSTERMAN’ Specialisatie, ketensamenwerking, automatisering, voorraadreductie – zomaar enkele trefwoorden van ‘Smart Industry’. In de Noordoostpolder geeft Zuidberg, groot geworden met fronthefsystemen voor tractoren, er een eigenzinnige invulling aan. Want het bedrijf verbreedt zijn productportfolio, doet in eigen huis uiteenlopende bewerkingen, investeert in nieuwe technologie, zoals een fiberlaser, maar is tegelijk blij met z’n automatisch magazijn. ‘Ik ben niet te benauwd voor voorraad.’
DOOR HANS VAN EERDEN
uidberg (250 medewerkers) in Ens staat wereldwijd bekend om zijn fronthefsystemen. Jeroen Zuidberg nam de onderneming in 2004 over van zijn vader – en oprichter – Henk, die nog regelmatig is te vinden in de productie om processen te optimaliseren. De tandwielkasten uit de fronthefsystemen worden sinds 2011 onder de naam Zuidberg Transmissions doorontwikkeld. Met veel innovatie, onder meer voor hogere vermogens en energiebesparing. Na overname van een tracks-fabrikant levert Zuidberg Tracks ook rupsbandsystemen. Tracks verdichten de grond minder dan gewone tractorbanden, zodat ook incourantere, natte landbouwgrond kan worden bewerkt. In 2005 werd StaalService Lelystad overgenomen. Dat heet nu Zuidberg Staalservice en levert intern snijdelen toe, maar moet vooral externe klanten bedienen, ook voor andere markten. In eigen huis is het bedrijf eveneens breed georiënteerd, met een scala aan bewerkingen: snijden (laser, plasma, autogeen), kanten/zetten, verspanen en nabewerken (afbramen, lakken). ‘Wij willen klanten meer aan ons binden, zodat ze minder hoeven te shoppen’, verklaart de directeur. ‘Het dunnere snijwerk bijvoorbeeld moet bijna altijd ook worden gezet. Iedereen heeft het over samenwerken in ketens, of clusters, maar ik ben niet zo’n clusterman. Samenwerken is moeilijk. Als ik iets een toegevoegde waarde vind, koop ik er zelf de machines voor. Het beste is als je zelf ontwerpt, produceert en verkoopt.’ Zuidberg telt daarom liefst 25 medewerkers in engineering en nog eens zes voor de eigen productieautomatisering: opspanmallen, lifthulpen, kraanbanen, enzovoort. Een externe partner voor automatisering is Trumpf (zie het kader).
Z
GOEDE VOORBEREIDING Het brede werkpakket vraagt om een slimme organisatie, met lean manufacturing en automatisering. Zuidberg hanteert daarbij een pragmatisch
40
april 2015
Jeroen Zuidberg (links) en Teus Vonk (Trumpf) bij de fiberlaser. Op de achtergrond het STOPA-magazijn. Foto: Jeannette Klarenbeek
aanpak. ‘Sommige bedrijven gaan plannen, bestellen dan pas plaatmateriaal en willen de volgende dag snijden. Schieten ze daarin niet door?’ Met z’n snel wisselende, kleine series wil Zuidberg juist materiaal dicht bij de machines hebben om snel en flexibel te kunnen wisselen. ‘Wij hebben veel verschillend plaatmateriaal in ons automatisch magazijn liggen. Sommigen zeggen misschien: ‘Je bent knettergek met zo’n duur magazijn. Koop gewoon elke dag de plaat die je moet snijden.’’ Zuidberg bespeurt een soort allergie voor voorraad, die ten koste van alles omlaag moet. ‘Veel snijbedrijven willen dagelijkse leveringen, op specifieke wijze gestapeld en verpakt. Dat zou echt ketendenken zijn, maar je verplaatst de logistieke inspanningen naar je toeleverancier. Ik ben niet te benauwd voor voorraad; staal ligt een week langer op voorraad – tegen een lage rente – en wordt niet oud. Lean is ook smart, maar het blijft toch vooral een kwestie van gezond nadenken.’ Sommige bedrijven focus-
sen vooral op een korte doorlooptijd van productie of assemblage, ziet Zuidberg, terwijl ze een lange aanloop nodig hebben voor inkoop en werkvoorbereiding. ‘Juist in het voortraject moet je je werk smart doen. Een goede werkvoorbereiding is zo waardevol, daarmee kun je veel ellende voorkomen. Maar het schiet er vaak bij in, ook bij ons; je wordt slordig en dan komt er afkeur of herstel, waardoor je ‘spoedjes’ krijgt. Als je alles in één dag zou kunnen maken, heb je nooit spoedjes en hoef je nooit te herplannen. Maar dan moet je wel je processen onder controle hebben.’ Een goede controle vereist dat machines en informatiesystemen met elkaar kunnen communiceren en daar schort het nog aan, constateert Zuidberg. ‘Veel systemen zijn nog erg afgeschermd, vanwege verschillende belangen. Dat remt een smart industry.’ Bovendien hanteert elke klant weer een ander tekeningformaat; ook Zuidberg zelf werkt nog met verschillende systemen voor werkvoor-
bereiding en calculaties. ‘Gaat op zich allemaal wel goed, maar het is niet erg smart.’ De toekomst is aan open software, stelt salesmanager Menko Eisma van Trumpf Nederland. ‘Nu worden bijvoorbeeld de verschillende bewerkingen nog apart geprogrammeerd. Dat kan efficiënter. Als de software open is, kun je eenvoudig koppelingen leggen.’ Bij diverse klanten heeft Trumpf zijn machines al gekoppeld aan het ERP-systeem, voor directe besturing van de productie. En vorig jaar werd het TruTops Boost softwareplatform gelanceerd, dat alle processtappen voor plaatbewerking in één systeem onderbrengt.
PROEFTUIN NEDERLAND Voor Trumpf, de Duitse leverancier van onder meer lasertechniek en gereedschapsmachines, is ons land een interessante proeftuin. Ondernemers hier staan meer open voor nieuwe technologie dan hun Duitse collega’s en relativeren de risico’s; issues als databeveiliging spelen ginds meer. Daarom kent Trumpf hier de nodige ‘early adopters’, zoals BOZ Group, Contour, DAF en ook Zuidberg. Verkoopadviseur Teus Vonk van Trumpf Nederland: ‘Van stand-alone lasersnijmachines is Zuidberg naar de hoogste graad van automatisering gegaan, inclusief materiaalaanvoer en afvoer/uitsorteren van de gesneden producten.’ Drie Trumpf-lasersnijders zijn verbonden aan een groot STOPA-magazijn. ‘Wij zijn de enige die een dergelijk magazijn turnkey kan leveren.’ Alle automatisering rond het snijden uit één
NEDERLAND PRODUCTIELAND Al ver voor Smart Industry hield Zuidberg vast aan Nederland als productielocatie. Om het te kunnen winnen van lagelonenlanden zijn korte communicatielijnen erg belangrijk. ‘Vroeger hadden we één tandwielkast die voor elke tractor geschikt was. Nu zijn klanten veeleisender, dus maken we trekkerspecifieke tandwielkasten – in kleinere series waarmee je niet naar lagelonenlanden gaat. Om je hier te onderscheiden, moet je op tijd leveren, in setjes en in één keer goed. Nederlandse klanten verwachten dat de prototypes meteen goed zijn, met meetrapport en al. Wij maken bijvoorbeeld de proto’s al op de lasrobot en als je handig construeert past dat op een bestaande mal. Op dezelfde mal kunnen we meteen doorschakelen naar de serie, zodat we een korte timeto-market kunnen bieden. Je moet wel weten wat
een machine precies kan. De constructeur weet dat meestal veel te weinig en in het machineboekje staat ook niet alles. Sinds we hier in Ens snijden, spreken operators onze engineers veel vaker aan: ‘Dit heb je wel zo getekend, maar kom eens op de kantbank kijken?’ Die communicatie tussen werkvloer en tekenkamer hebben we ook met klanten.’ Communicatie is belangrijk, onderschrijft Menko Eisma van Trumpf. ‘Gaat het daar mis, dan is de levertijd of de kwaliteit niet goed. Verder moeten bedrijven natuurlijk de nieuwste technologie
Engineering
Productie
3-D ontwerp Sterkte analyse Vormgeving
2D tekeningen Materialen Inkoop
hand en de mogelijkheid om in één onbemande doorloop verschillende plaatdiktes te snijden, waren belangrijke redenen voor Zuidberg om Trumpf te kiezen. Naast twee CO2-lasers staat er een nieuwe fiberlaser in Ens. Daarmee speelt Zuidberg in op de trend van lichtgewicht construeren in dunner plaatmateriaal. Met succes: de fiberlaser is vol bezet, meldt directeur Jeroen Zuidberg: ‘Je verwacht kinderziektes bij deze nieuwe techniek, maar het liep vanaf het begin goed.’
www.nl.trumpf.com www.poweredbydutchtechnologymagazine.nl/ editie6/#industrie40
gebruiken. Dat hebben onze klanten wel uit de crisis geleerd: op tijd investeren. Zuidberg bewijst het met de fiberlaser: die zit stampvol, daar hebben ze gelijk voordeel van. Als leverancier kunnen wij nog meer een rol spelen in het bedrijven met technologie naar een hoger plan brengen, met service en productiebegeleiding.’ Jeroen Zuidberg: ‘Door anticyclisch te investeren kun je je onderscheiden. Ik zie nog voldoende uitdagingen.’ www.zuidberg.nl
Verkoop
Idee Business case Requirements
Research
Concept ontwerp Brainstormen Proof of concept Concept engineering
Prototype Functioneel model Validatie
Assemblage & Testing Assembleren Cleanroom ISO 13485
www.dkat.nl
april 2015
41
PROCESINNOVATIE
BERENSCHOT INVESTEERT IN BREDE KENNIS OVER 3D-PRINTEN
OOK BUSINESS MET METAALPRINTEN 3D-printen ontgroeit razendsnel de kinderschoenen. Reden voor adviesbureau Berenschot om er een team van zeven mensen op te zetten. Geleid door Onno Ponfoort, die
staan. De trein rijdt en maakt vaart. Ik durf me niet te wagen aan een exacte tussenbalans of toekomstvoorspelling.’
de hele wereld afstruint naar nieuwe ontwikkelingen. ‘3D-printen mag met recht een revolutie worden genoemd. Hier liggen grote kansen voor de Nederlandse maakindustrie, voor oem’ers en toeleveranciers.’
stoelen uit de grond. Nederland telt inmiddels al meer dan vijftig plekken waar particulieren en bedrijven terechtkunnen om kennis te maken met 3D-printen. Zoals fablabs, stadslabs en makerzones. Bedrijven schaffen printers aan en maken de eerste producten. Onderwijsinstellingen reageren op de toenemende vraag naar kennis en kunde. We zien samenwerkingsverbanden ont-
DOOR JOS CORTENRAAD
erenschot publiceerde eind 2014 een boekje met cijfers, toekomstverwachtingen en succesvolle businessmodellen voor 3Dprinting. ‘De ontwikkelingen gaan echt snel,’ zegt auteur en onderzoeker Onno Ponfoort. ‘Werkelijk overal schieten 3D-centers als padde-
B
3D-PRINTING IN NEDERLAND PRINTERS
PRODUCTEN
DIENSTEN
SERVICEPROVIDERS
GRONDSTOFFEN
1,5 0,5
20,0
1,0 14,0
7,0 0,5
200 MILJARD Toch maar wat cijfers, ook al zijn ze enkele maanden oud. Nu is de markt van verkochte printers met toebehoren ongeveer acht miljard euro groot, over tien jaar 200 à 400 miljard euro, aldus McKinsey. ‘En die cijfers zeggen ook niet alles’, zegt Ponfoort. ‘Het gaat erom dat 3D-printen de wereld verandert. Met Berenschot zijn we er al meer dan tien jaar bij betrokken. Vanzelfsprekend, we willen onze klanten kunnen adviseren. Samen met hen uitzoeken wat zij met de nieuwe techniek kunnen, hoe ze dat moeten aanpakken en hoe het hun bedrijfsvoering en strategie beïnvloedt.’ Voor het grote publiek is 3D-printen nu vooral een techniek waarmee je je eigen sieraad of koffiekopje kunt ontwerpen en produceren. Een printer is al voor een kleine 1.000 euro te koop en voor 3D-ontwerpen is veel software beschikbaar. ‘Minder bekend, maar ook sterk gegroeid, is de markt voor medische toepassingen. De meeste hoortoestellen komen uit een 3D-printer, tandartsen maken er implantaten en kronen mee, specialisten protheses. In de industrie zijn prototypes en kleine-serieproductie nu al werkelijkheid. Wij concentreren ons op dat soort industriële toepassingen en de businessmodellen voor de maakindustrie.’
METAALPRINTERS
0,5 PROFESSIONELE MARKT
THUISMARKT
De markt voor 3D-printing is in Nederland nog bescheiden, getuige de prognose van ABN AMRO voor 2015 (bedragen in miljoen euro). Bron: insights.abnamro.nl/3d-printing-nederland-een-groeimarkt-van-45-miljoen
LANDRÉ LEVERT PRINTERS Landré in Vianen, leverancier van cnc-machines voor de maakindustrie, levert sinds 2012 een compleet gamma aan 3D-printers: zowel ‘privé-printers’ als professionele printers en productiemachines voor onderdelen in kunststof of metaal. ‘Een nieuwe en interessante markt,’ zegt directeur Jan Floor van Egmond. ‘We leveren vooral aan researchafdelingen van grote ondernemingen. Die investeren vrijwel allemaal in 3D. De techniek is bruikbaar in het gehele productieproces; van ontwerp tot prototyping, testen en de fabricage van bijvoorbeeld reserve-onderdelen. Binnen een paar dagen vertaal je een idee in een concreet product.’ Een andere interessante afzetmarkt voor Landré is de
(semi-)overheid. ‘Onderzoeksinstituten, scholen en bijvoorbeeld de politie die met scans bepaalde bewijsstukken wil reconstrueren. Verder zien we nieuwe toepassingen in onder meer de bouw en de creatieve industrie.’ Landré verwacht de komende jaren een forse omzetstijging in de 3D-printmarkt. ‘Er zijn nog niet zo veel aanbieders. Wij bouwen kennis op en helpen de printerfabrikanten bij het verbeteren van de machines. Daarnaast leren we onze klanten met de machines omgaan en leveren we service.’ Bron: Berenschot, ‘Successful Business Models for 3D Printing’, 2014
En ook daar gaat het heel snel. ‘Twee jaar geleden werden er nog maar heel weinig metaalprinters verkocht. Begrijpelijk, een professionele 3D-printer die metaalstukken van vijftig bij vijftig centimeter aankan, kost al gauw tussen de vier en zes ton. Nu begint de vraag naar deze printers aan te trekken, ook in Nederland.’ Een 3D-metaalprinter is niet bedoeld voor de massaproductie, althans voorlopig niet. ‘Verspaning en freeswerk zullen nooit verdwijnen’, zegt Ponfoort stellig. ‘Veel componenten kunnen heel efficiënt met de bestaande technieken worden gemaakt, ook omdat die in de loop der jaren sterk zijn geëvolueerd. 3D-printing is een toevoeging, een nieuwe manier om ingewikkelde componenten te ontwerpen en produceren. De eerste fase hebben we min of meer achter ons. De 3D-printer heeft zich bewezen voor het snel prototypes maken. Normaal gesproken vergt prototyping minstens weken: ontwerp laten maken, er nog aan sleutelen, testen en dan is het misschien rijp voor productie. Met 3D-ontwerpen en -printen neemt dat proces veel minder tijd in beslag. Niet onbelangrijk nu time-to-market cruciaal is.’
BUSINESSCASES De maakindustrie is al een stap verder dan prototyping. De eerste succesvolle businesscases zijn
42
april 2015
beeld, rond RDM Makerspace in Rotterdam. â&#x20AC;&#x2DC;Bedrijven als Boskalis en IHC en onderwijsinstellingen willen deelnemen aan een proefproject om scheepsonderdelen te printen en testen. Onderwijs doet daar ook aan mee. We zien nu de eerste scholen die structureel aandacht besteden aan 3Dontwerpen en de techniek van de printers.â&#x20AC;&#x2122;
bekend. Niet-kritische onderdelen vinden hun weg naar interieurs van vliegtuigen in de vorm van bijvoorbeeld lichtere trolleys. GE heeft een onderdeel voor vliegtuigmotoren ontworpen en geprint dat langer meegaat en lichter is en dat in nieuwe motoren vanaf 2018 gebruikt gaat worden. â&#x20AC;&#x2DC;Ook hier weer: het onderdeel is niet meteen goedkoper. Maar wanneer het lichter is en minder brandstof en vervolgens minder onderhoud en vervanging nodig heeft, dan is de businesscase uiteindelijk toch positief.â&#x20AC;&#x2122; Of neem ASML, dat een verbeterd onderdeel wilde voor de koeling in zâ&#x20AC;&#x2122;n chipmachines. Met de traditionele frees- en lastechnieken was de grens bereikt. â&#x20AC;&#x2DC;Samen met de toeleverancier heeft ASML een ontwerp gemaakt en vervolgens geprint. Het nieuwe onderdeel verdeelt de koelvloeistof beter, waardoor de machine sneller kan draaien. Overigens is de component duurder dan het oorspronkelijke onderdeel, maar met een hogere productie wordt dat nadeel snel ingelopen.â&#x20AC;&#x2122;
RESERVE-ONDERDELEN
DREMPEL Het voorbeeld maakt duidelijk dat 3D-printen niet direct goedkoper is. â&#x20AC;&#x2DC;Je moet verder kijken dan de directe kostprijs. Die drempel durven de meeste ondernemers nog niet te nemen. KĂşnnen ze vaak ook niet, want geld is schaars na de crisis. Investeren in een nog niet bewezen techniek is dan niet gemakkelijk. Aan ons de uitdaging om samen met klanten een businessmodel te bouwen waarmee zij naar de bank ĂŠn de subsidiepotjes kunnen. We sturen daarbij als het even kan op samenwer-
Onno Ponfoort: â&#x20AC;&#x2DC;3D-printing is geen heilige graal voor alles. Maar het blijft een revolutie.â&#x20AC;&#x2122; Foto: Berenschot
king. Ondernemers kunnen 3D-printers delen. Zeker als die zijn ondergebracht bij kennisinstituten of andere platforms. Risicoâ&#x20AC;&#x2122;s worden zo gedeeld en onderling wordt kennis uitgewisseld. Maar ondernemers laten niet altijd graag in eigen keuken kijken. Gelukkig zien we veel initiatieven ontstaan.â&#x20AC;&#x2122; Ponfoort noemt een maritiem voor-
Berenschot ziet voor diverse sectoren kansen in 3D-printing, vooral in automotive, aerospace, machinebouw en medische apparatuur. Analisten zien ook veel in het printen van reserve-onderdelen: de fabrikant/leverancier hoeft niets op voorraad te houden. Ponfoort is daarin iets terughoudender. â&#x20AC;&#x2DC;Van heel veel onderdelen bestaan nog geen files waarmee je een 3D-printer kunt aansturen. Ik denk ook dat printen uiteindelijk duurder is dan in massa geproduceerde reserveonderdelen. Het wordt anders als een machine stilvalt door een kapot onderdeel. Productieverlies, dat wil geen enkele ondernemer. Als je dan het bewuste onderdeel kunt printen, wellicht zelfs alleen maar ter overbrugging tot het originele onderdeel is geleverd, dan is dat belangrijk voor de continuĂŻteit.â&#x20AC;&#x2122; Onno Ponfoort wil maar zeggen: 3D-printing is maatwerk, elke businesscase moet zorgvuldig worden opgebouwd. â&#x20AC;&#x2DC;Klopt. Het is geen heilige graal voor alles. Maar het blijft een revolutie, absoluut zeker.â&#x20AC;&#x2122; www.berenschot.nl/thema'/3d-printing
CREATING MACHINES TOGETHER
roduce a p d n a p lo e v e d We success rs e m to s u c r u o f part o MTA is een innovatieve, flexibele en hightech System Integrator gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van complete mechatronische machines en systemen. Onze afdeling New Business onderscheid zich als ontwikkelpartner op het gebied van mechatronica, kennis van nieuwe productietechnieken en kennis op het gebied van dunne films en substraten. Onze afdeling Regular Business onderscheid zich als realisatiepartner in het produceren, assembleren en functioneel testen van machines en systemen binnen een optimale organisatie van kwaliteit, flexibiliteit, innovatiekracht en kostenbeheersing.
Waterbeemd 8 Ĺ&#x201D; Industrieterrein 8949 Ĺ&#x201D; 5705 DN Helmond Ĺ&#x201D; U +31 (0)492 47 49 92 Ĺ&#x201D; G +31 (0)492 47 45 10 Ĺ&#x201D; JOGP!N U B OM Ĺ&#x201D; www.m-t-a.nl
april 2015
43
PARTNERS
ENERGIETRENDS NOPEN ITHO DAALDEROP TOT NIEUWE GROEISTRATEGIE
FIT TO GROW Van ‘grid to growth’ naar ‘fit to grow’. Zo vat cfo David Eddes het proces samen dat sinds 1 januari 2011 – toen Itho en Daalderop één bedrijf werden – stapsgewijs is doorlopen. De implementatie van het ERP-pakket Dynamics AX, samen met Pulse uit Venlo, was er één stap in. ‘Een lang traject, een ‘bumpy ride’, maar al met al toch best soepel verlopen.’
weinig energie in en volstaan systemen met een warmtepomp, die water dat je diep uit de grond ophaalt ‘op-genereert’ naar een lagetemperatuurverwarming. Prima voor vloerverwarming en douchewater in goed geïsoleerde huizen.’ Daar zijn ook goede ventilatieoplossingen vereist, onder meer tegen te hoge CO2concentraties. Ook daarvoor biedt Itho Daalderop slimme oplossingen. ‘Met een warmtewisselaar, die zorgt dat inkomende – koude – lucht door uitgaande lucht wordt verwarmd; zo blijft 95-98 procent van de warmte behouden. Ook in scholen passen we die systemen veel toe. We zijn ook bereid om de prestaties van de energieneutrale woning, samen met de bouwer, te garanderen.’
PARTNERSHIPS OPBOUWEN
David Eddes, cfo Itho Daalderop: ‘Met onze apparatuur kom je al een stap verder dan vandaag wettelijk is vereist. R&d is de kurk waarop wij drijven.’ Foto: Maarten Hartman
DOOR PIM CAMPMAN
O
nder het motto ‘Climate for life’ voert Itho Daalderop een compleet portfolio van producten en (maatwerk)oplossingen voor het binnenklimaat in woningen en scholen. De onderneming ontwikkelt, bouwt en verkoopt kwalitatief hoogwaardige verwarmings-, tapwater-, ventilatie- en regeltechniekoplossingen. ‘Onze r&d’, vertelt David Eddes, ‘is erop gericht de combinatie te maken van gezond, comfortabel, energiezuinig en ook nog eens betaalbaar. Daarin maken we het verschil.’ Itho (Schiedam, sinds 1919) en Daalderop (Tiel, 1880) kwamen eind 2009, begin 2010 in handen van Bencis, een investeringsmaatschappij met focus op middelgrote bedrijven in Nederland en België. Gezien de complementariteit binnen het
44
april 2015
werkveld ‘binnenklimaat’ werd op 1 januari 2011 tot samenvoeging overgegaan – met één strategie, één directie en één gezicht naar de markt. ‘Dat onder de naam Itho Daalderop, want die sterke merknamen wilden we behouden’, benadrukt Eddes. Productie en r&d werden geconcentreerd in Tiel (de Itho-fabriek in Etten-Leur verhuisde daarheen), de commercie in Schiedam. Verder is er een vestiging in Sint-Niklaas (B). Itho Daalderop heeft vandaag 250 medewerkers.
SLIMME OPLOSSINGEN De onderneming zet stevig in op duurzaamheid, meldt Eddes: ‘Met onze systemen kom je verder dan vandaag wettelijk is vereist. We hebben veel ervaring met ‘nul op de meter’-projecten en pilots (energieneutraal wonen, red.) Het begint altijd met een goed geïsoleerd huis. Dan hoeft er
Trends als duurzaamheid, energiebesparing en pluriformiteit (lees: geen wijken meer met identieke huizen) hebben het Umfeld voor bedrijven als Itho Daalderop danig veranderd. David Eddes: ‘Er wordt meer maatwerk van ons gevraagd – en meer rekenwerk om de EPC-norm (energieprestatiecoëfficiënt, red.) te halen. Daar worden onze mensen enorm op getraind. En dat maakt het ontzettend belangrijk dat je intensief samenwerkt met projectontwikkelaars, grote bouwers en installateurs; partnerships met hen opbouwt – en ze goed uitlegt hoe onze warmtepomp- en ventilatiesystemen werken, wat ze eraan hebben en welke bouwkundige eisen worden gesteld.’ Waarbij nog een andere trend om de hoek komt kijken, comfort: ‘Dat stelt ons voor de uitdaging een plus aan comfort en gezondheid te bieden en tegelijkertijd energie en kosten te besparen. Daar oplossingen voor bedenken is onze uitdaging. Daarom is r&d de kurk waarop wij drijven.’ Wat niet wil zeggen dat Itho Daalderop per se alles zelf doet. ‘Key-kennis houden we in eigen huis, maar wat daarbuiten valt kopen we deels in. Dat geldt ook voor product development. Door met bepaalde leveranciers co-development te doen, kunnen we sneller nieuwe, verbeterde producten lanceren. Buiten dat proberen we de kostprijs ook omlaag te brengen door anders, slimmer te engineeren.’
KLIK MET PULSE Dat er een overkoepelend ERP-systeem moest komen, was direct bij de samenvoeging helder. Eddes: ‘Itho werkte met vier versies van Dynamics Navision, Daalderop met MFG/PRO. Een versnipperd landschap, waar onze mensen ontzettend veel last van hadden. In één fabriek met twee pakketten werken, daar werden ze helemaal gek van.’ Aan de pakketkeuze ging een alignment-traject vooraf, ‘Grid for Growth’ genoemd. ‘We hebben gezegd: deze nieuwe onderneming gaat groeien, organisch en door acquisities. Daarvoor is een nieuwe setting nodig – met processen en een ERP-pakket die die groei faciliteren. Waarbij we nadrukkelijk het menselijk aspect meenamen. Vlieg je dit puur als
onze mensen was bekend met de structuur; wat natuurlijk prettig is. En dat ERP-pakket is goed ingericht op multi-site, multi-country – dus op onze groeiambitie.’ Ook de keuze voor Pulse, branchespecialist in Dynamics AX, kostte weinig kopzorgen. ‘Ze staan bekend om hun kennis van productieomgevingen. En, ook niet onbelangrijk, we hadden een goede klik.’
‘BUMPY RIDE’ Voor de beheersbaarheid werd de implementatie in tweeën gedeeld: eerst de productie, dan commercie & service. ‘In de productie was de nood het hoogst. En voor stap 2 heb je dan het voordeel dat veel mensen het pakket inmiddels goed kennen.’
‘Dit moet een project zijn van de hele organisatie, niet puur een finance- en it-project’
een finance- en it-project aan, dan weet je zeker dat het fout gaat. Dit moet een project zijn van de hele organisatie. Daar zijn we, meen ik, een half jaar mee bezig geweest.’ De keuze voor Dynamics AX van Microsoft werd vervolgens snel gemaakt. ‘De grote broer van Navision, dus een deel van
Om de vaart erin te houden, werden uiteraard deadlines gesteld. ‘We hebben gezegd: safety first – de klant mag er niets van merken; daarvan was iedereen goed doordrongen. Dat houdt in dat je, als je merkt dat de druk te hoog oploopt, die deadline moet opschuiven. Dat is een paar keer
gebeurd, zonder dat de klant daar ook maar iets van gemerkt heeft. Je praat over een zwaar traject, een ‘bumpy ride’, waar we twee jaar mee bezig zijn geweest, inclusief voorbereiding tweeënhalf tot drie jaar.’ Pulse en Itho Daalderop communiceerden geregeld op het scherp van de snede. Zo gaat dat in dit soort complexe projecten, relativeert Eddes. ‘Van beide kanten hebben we ons zeer professioneel opgesteld en zijn we er goed uitgekomen. Al met al is het best soepel verlopen.’ Met name in de commercie is het nog even wennen. ‘Daar zitten ze nu meer in een maatpak van standaardprocedures. Onvermijdelijk, want breng je maatwerk in, dan neemt de complexiteit en het managen daarvan exponentieel toe. Dus moet je soms zeggen: dit gaan we niet doen; al zit er evengoed best nog wat maatwerk in. Daar komt bij dat voor degenen die ermee gaan werken het ontzettend lastig is om gedurende het project te overzien waar het naartoe gaat en wat je precies wilt hebben. Je hebt te maken met een moving target.’ Cfo David Eddes tot slot: ‘Belangrijk in zo’n proces is dat je niet te zwaar leunt op je implementatiepartner. Je moet mensen in huis hebben die het leuk vinden en gedetailleerde kennis hebben om zo’n project te kunnen draaien. Wij waren gezegend met een team dat dat had. Dat is een belangrijke succesfactor geweest.’
www.ithodaalderop.nl www.pulse.nl
april 2015
45
LAUNCHING CUSTOMER
LAUNCHING CUSTOMER
MULTINATIONAL MERCK GEEFT STARTER PEER+ NODIGE UITHOUDINGSVERMOGEN
CREATIVITEIT VAN KLEIN, KRACHT VAN GROOT Technologische innovatietrajecten zijn vrijwel altijd langdurig en kostbaar. Ook ‘slimme ramen’-ontwikkelaar Peer+ ondervond dat. Uitkomst boden uiteindelijk launching customers, met als belangrijkste Merck – dat de Eindhovense start-up inmiddels heeft overgenomen.
DOOR MARTIN VAN ZAALEN
amen met studiegenoot en medeoprichter Teun Wagenaar, en geïnspireerd door collega-onderzoeker Michel Debije, startte Casper van Oosten in 2007 Peer+. Hun doel: een systeem uit ontwikkelen en vermarkten waarmee je ruiten, met een draai aan de knop, kunt schakelen tussen een lichte en donkere stand. Voor dit Liquid Crystal Window (LCW) wordt een van lcd’s afgeleide displaytechnologie gebruikt. Sinds de start is Peer+ vooral mee bezig geweest de technologie robuuster te maken. Je praat over een micrometer dunne ‘schakelende laag’ van vloeibaar kristal. ‘Wij zetten onze kennis in voor een ruit die als zonwering kan dienen zonder dat het zicht belemmerd wordt. Maar we moeten de ruit wel in grote aantallen en in sterk uiteenlopende maten
S
Teun Wagenaar (links) en Casper van Oosten. Foto: Bart van Overbeeke
kunnen produceren. En die moet ook 25 jaar meegaan, ondanks blootstelling aan temperaturen uiteenlopend van -20 tot boven 60 graden Celsius
en bestand zijn tegen hoe er in de bouw mee wordt omgegaan.’
TIJD NODIG
LAUNCHING CUSTOMER BIEDT STARTER NOODZAKELIJKE VRIJHEID Peer+ is gekomen tot waar het nu is dankzij launching customers, zoals Schiphol en – tot de overname medio vorig jaar – Merck. Taco Huizinga, jurist van The Law Factor heeft Casper van Oosten c.s. begeleid de afspraken met die klanten te maken. ‘Bij een gewone klantleverancier relatie worden de afspraken vastgelegd in vaak rigide contracten, waarin precies staat wanneer wat met welke functionaliteit moet worden opgeleverd en wat de consequenties zijn voor de leverancier als hij daar niet aan voldoet. Bij afspraken met launching customers leg je een evenredige verdeling van risico’s en revenuen vast. Zo’n contract verplicht de leverancier niet tot een specifiek resultaat. Het verplicht beide partijen een bepaalde inspanning te leveren, tot samenwerken aan iets wat nog niet eerder gedaan is en waarvan de uitkomsten dus onzeker zijn. Natuurlijk, de leverancier moet een deel van de IP-rechten prijsgeven, waar een gewone klant niet meer dan gebruik in licentie zou
46
april 2015
hebben gekregen. Maar het biedt ‘m veel meer de vrijheid en flexibiliteit die hij nodig heeft om snel de ontwikkelstappen te kunnen maken.’ Launching customer Merck – binnenkort wordt 120 vierkante meter Liquid Crystal Window-ramen geleverd voor een nieuw demonstratiecentrum bij het hoofdkantoor in Darmstadt – heeft Peer+ intussen overgenomen. De stap naar eigenaarschap heeft het Duitse bedrijf bewust niet in één keer gezet. In eerste instantie werd een aanzienlijk belang genomen zonder de start-up te consolideren. Zodat de onderneming nog niet hoefde te voldoen aan de corporate governance-regels van de multinational. ‘Een verstandige stap, want de ervaring leert dat die vrijheid ten goede komt aan de creativiteit waarmee die starter aan technologische innovaties werkt’, aldus Huizinga.
Al in 2008 wist Peer+ launching customer Schiphol voor hun ruiten te interesseren; wat in 2012 uiteindelijk leidde tot installatie van achttien ruiten (acht vierkante meter oppervlak), voor de beglazing van een gebouw van een beveiligingsafdeling. Toch verwacht managing director/cto Van Oosten dat het nog tot minstens 2017 duurt voordat de eerste commerciële ruiten op de markt gebracht gaan worden. ‘Die Schiphol-pilot was mooi om nieuwe klanten te interesseren. Maar daarmee heb je nog niet bewezen dat je de ruit in uiteenlopende maten en van hoge kwaliteit kunt produceren. Een architect neemt natuurlijk niet het risico een heel gebouw te voorzien van onze ruiten waarvan er dan een of twee niet werken. En vanwege die levensduur van 25 jaar moet je duurproeven doen. Die kun je versnellen, maar toch heb je een aantal jaar nodig voordat je genoeg indicatie hebt dat je aan die eis voldoet.’
UITHOUDINGSVERMOGEN www.thelawfactor.nl
Peer+ zit in een business waarin een groot (financieel) uithoudingsvermogen nodig is. Die vonden
ze, dankzij het netwerk van Andy Cumming (de huidige algemeen directeur), vooral bij de Duitse farmacie- en fijnchemie-multinational Merck. Om precies te zijn bij de divisietak Performance Materials, wereldmarktleider in het ontwikkelen en produceren van vloeibare kristallen voor de displays van televisies en smartphones. Het bedrijf had ervaring met het met liquid crystal ondoorzichtig maken van inpandige ruiten – en dus zocht Peer+ in 2011 de samenwerking. Casper van Oosten: ‘Dankzij hun enorme kennis op dat gebied hebben we sindsdien een flinke stap gemaakt in de product- en proceskwaliteit. En we hebben dankzij hen natuurlijk veel financiële slagkracht gekregen.’ Nog een à twee jaar moeten overbrugd worden voordat de eerste commerciële inkomsten gegenereerd kunnen worden. Voor alle duidelijkheid: niet uit de verkoop van ruiten, maar van de materialen en de kennis van de productie ervan. ‘Wij ondersteunen onze klanten, ramenfabrikanten, om hiermee hun product te ontwikkelen en massafabricage op te bouwen. Wij schatten in dat zij hier nog een à twee jaar voor nodig hebben.’
GROTE MARKT Als ze eenmaal zover zijn, kunnen die fabrikanten daarmee een grote markt gaan bedienen, weet Van Oosten. ‘Wereldwijd is er een markt van vele miljoenen vierkante meters glas. Wij mikken uiteindelijk op kantoorgebouwen met gevels die grotendeels uit glas bestaan – in met name gematigde
klimaatzones, waar de zon lang niet altijd schijnt en vaak laag aan de horizon staat. Als de prijskwaliteitverhouding eenmaal goed is, zal de vraag ernaar groot zijn. Het is niet alleen een veel prettigere, maar ook effectievere zonwering dan schermen of de screens – en de aircokosten zullen veel
eigen klanten.’ Toch sluit hij niet uit dat de nodige productieactiviteiten in de regio Eindhoven zullen landen. ‘De productiestraat, die hier, in het OTBgebouw bij Eindhoven Airport, voor ontwikkel- en demonstratiedoeleinden staat, hebben leveranciers uit deze regio goeddeels ontwikkeld en gebouwd.
‘Die Schiphol-pilot was mooi om nieuwe klanten te interesseren’
lager zijn. Van de Europese duurzaamheidsregelgeving die over een aantal jaren verplicht stellen dat nieuwbouw energieneutraal is, zal zeker een versnelling uitgaan.’
PRODUCTIE IN EINDHOVEN? Het voormalige Peer+, tien man sterk en onderdeel van Merck’s r&d-bedrijfstak, is en blijft een kennisleverancier, maakt Van Oosten duidelijk. De voormalige start-up van de TU Eindhoven heeft niet de ambitie zelf te gaan produceren. ‘Ook Merck zal dat niet willen: die wil bij zijn corebusiness healthcare, life sciences en performance materials blijven en geen concurrent worden van
Als een klant de eerste commerciële productiestraat gaat bouwen, is het natuurlijk handig als dat hier in de buurt gebeurt, zodat wij de engineering en de bouw zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Dan ligt het voor de hand dat daar ook onze leveranciers bij betrokken worden. Maar, ruiten zijn zwaar en kwetsbaar en het vervoer is dus kostbaar. Op termijn zal de productie dus vooral local for local zijn.’
www.merck-performance-materials.com
april 2015
47
Meistermacher. Made in Germany.
:ĞŶƐ >ĞŚŵĂŶŶ͕ ĚĞƵƚƐĐŚĞ dŽƌǁĂƌƚůĞŐĞŶĚĞ͕ ƐĞŝƚ ϮϬϭϮ ^ ,hE<ͲDĂƌŬĞŶďŽƚƐĐŚĂĨƚĞƌ Ĩƺƌ ƉƌćnjŝƐĞƐ 'ƌĞŝĨĞŶ ƵŶĚ ƐŝĐŚĞƌĞƐ ,ĂůƚĞŶ͘
ĞƵƚƐĐŚĞƌ DĞŝƐƚĞƌ ŵŝƚ ŽƌƵƐƐŝĂ ŽƌƚŵƵŶĚ ϮϬϬϮ ŶŐůŝƐĐŚĞƌ DĞŝƐƚĞƌ ŵŝƚ ƌƐĞŶĂů >ŽŶĚŽŶ ϮϬϬϰ
>ĂƌŝƐƐĂ 'ƺŶƚŚĞƌ͕ DĞŝƐƚĞƌŝŶ ĞƌĞŝĐŚ 'ƌĞŝĨƐLJƐƚĞŵŬŽŵƉŽŶĞŶ ƚĞŶ
ǁǁǁ͘ĚĞ͘ƐĐŚƵŶŬ͘ĐŽŵͬŬƵŶĚĞŶƐƉĞnjŝĨŝƐĐŚĞͺŐƌĞŝĨƐLJƐƚĞŵĞ
^ ,hE< ŬůĂŶƚ ƐƉĞĐŝĨŝĞŬĞ ŐƌŝũƉƐLJƐƚĞŵĞŶ DĠĠƌ ĚĂŶ ϭϬ͘ϬϬϬ ƌĞĂůŝƐĞĞƌďĂƌĞ ŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶ
sĞůŐͲŚĂŶĚůŝŶŐ ĚŽŽƌ ĞĞŶ ^ ,hE< ŐƌŝũƉĞƌ ŵĞƚ ĞĞŶ ŐƌŽŽƚ ƐůĂŐ͘
DŽƚŽƌďůŽŬ ŚĂŶĚůŝŶŐ ƌĞĂůŝƐĞĞƌďĂĂƌ ŵĞƚ ^ ,hE< ƐƚĂŶĚĂĂƌĚ ĐŽŵƉŽŶĞŶƚĞŶ͘
ƵŝŐĞƌƐƚĂŶŐͲŚĂŶĚůŝŶŐ ŵĞƚ ĞĞŶ ŬůĂŶƚ ƐƉĞĐŝĨŝĞŬĞ ^ ,hE< ŐƌŝũƉĞƌ͘
ŶĚͲŽĨͲ ƌŵ ŽƉůŽƐƐŝŶŐ͘ Ğ ŚĂŶĚůŝŶŐ ǀĂŶ ŐŝĞƚĚĞůĞŶ ŵĞƚ ^ ,hE< ƐƚĂŶĚĂĂƌĚ ĐŽŵƉŽŶĞŶƚĞŶ͘
© 201ϱ SCHUNK GmbH & Co. KG
^ ,hE< ĐŽŵƉĞƚĞŶƚŝĞ ŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶ͘ h ŬĂŶ ǀĞƌƚƌŽƵǁĞŶ ŽƉ ŵĞĞƌ ĚĂŶ ϯϬ ũĂĂƌ ĞƌǀĂƌŝŶŐ ďŝũ ^ ,hE< ďĞƚƌĞĨĨĞŶĚĞ ŬůĂŶƚ ƐƉĞĐŝĨŝĞŬĞ ŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶ ĞŶ ŵĂĂƚǁĞƌŬ͘ Ğ ĐŽŵďŝŶĂƚŝĞ ǀĂŶ ƐƚĂŶĚĂĂƌĚ ĞŶ ŬůĂŶƚ ƐƉĞĐŝĨŝĞŬĞ ĐŽŵƉŽŶĞŶƚĞŶ͘ tŝũ ůĞǀĞƌĞŶ ĚĞ ŵĞĞƐƚĞ ĞĨĨŝĐŝģŶƚĞ ŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶ ǀŽŽƌ Ƶǁ ǁĞƌŬƐƚƵŬ͕ ǀŽŽƌ Ƶǁ ŚĂŶĚůŝŶŐ ĞŶ ǀŽŽƌ Ƶǁ ďƌĂŶĐŚĞ͘
INNOVATIE
TEESING ONDERSTEUNT DELFTSE ONDERZOEKER BIJ ONTWIKKELING KUNSTVLEESMACHINE
OPSCHALING MOET PRIJS CONCURREREND MAKEN Een machine waarmee per dag honderden kilo’s of zelfs tonnen kunstvlees te produceren zijn. Dat is de ambitie van George Krintiras, onderzoeker aan de faculteit Mechanical, Maritime and Materials Engineering (3mE) van de TU Delft. Hij beschikt reeds over een werkend apparaat dat in een half uur van een mix van eiwitpoeder, water en een enkele toevoeging – als paprikapoeder, voor de rode kleur – een substantie kan produceren die dezelfde textuur, smaak en kleur heeft als echte biefstuk. Of desgewenst die van kalkoen of kip, claimt hij. DOOR MARTIN VAN ZAALEN
M
et een prototype van de productiemachine wist Krintiras, in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit Wageningen en De Vegetarische Slager, een aantal jaren geleden kunstvlees te produceren. Het volume aan kunstvlees was in eerste instantie slechts 140 milliliter; inmiddels is hij erin geslaagd dat zodanig te vergroten dat er in één run zeven kilo kunstvlees kan worden geproduceerd.
AFSLUITER Daarvoor moest wel een probleem worden opgelost: het plaatsen van de mixture in de machine ging ten koste van de druk en de hoge temperatuur. Daarvoor klopte Krintiras aan bij Teesing Engineering, waarmee de TU Delft al vaker engineeringsprojecten had uitgevoerd. Simone ten Cate, de betrokken engineer van Teesing, over de oplossing: ‘We hebben een afsluiter ontwikkeld die bestand is tegen een hoge temperatuur, 150-200 °C, en die het mogelijk maakt de mixture veilig door te voeren naar de machine. Bij het dichtdraaien van de klep wordt de mixture in de machine geduwd en op druk gezet. Verder is er bij de ontwikkeling rekening gehouden met de voedseltoepassing; het ontwerp kent zo min mogelijk naden en randen waar productresten kunnen achterblijven. Ook is de afsluiter compleet demontabel, zodat een uitgebreide reiniging mogelijk is. Zo wordt verontreiniging van het proces voorkomen.’ De volgende ontwikkelingsstap is het volume van zeven kilo nog eens te verdubbelen of zelfs te verdrievoudigen. Krintiras: ‘Door verder op te schalen kunnen we een product maken tegen een prijs die kan concurreren met echt vlees. In dat ontwikkelproces willen we ook de produceerbaar-
heid en robuustheid van het apparaat verbeteren en het goedkoper maken.’ Teesing speelt daarin weer een rol. Ten Cate: ‘Het onderdeel van het apparaat dat zorgt voor de toevoer van de mixture, de feeder, is nu van kunststof en dat blijkt niet voldoende bestand tegen de hoge druk en temperatuur. Wij gaan nu aan de slag met een herontwerp in metaal.’
Marktpotentie heeft zijn kunstvleesmachine genoeg, is de overtuiging van George Krintiras: ‘Wereldwijd zijn er nu ongeveer één miljard mensen die bereid zijn op z’n minst een deel van hun dieet van echt vlees in te ruilen voor een van kunstvlees.’ Foto: TU Delft
NAAR DE MARKT Krintiras hoopt over twee jaar de stap naar de markt te kunnen zetten. Of dat lukt is niet alleen afhankelijk van de mate waarin de technologische problemen kunnen worden opgelost. ‘Ik ben een wetenschapper die alles van de technologie weet. Voor de business development heb ik mijn businesspartner De Vegetarische Slager en voor de textuur de wetenschappers van Wageningen Universiteit. In hoeverre we er in slagen de komende tijd investeerders te vinden – mogelijk via crowdfunding – zal bepalend zijn voor het tempo waarin we naar de markt kunnen.’ Potentie is er in elk geval genoeg, is zijn overtuiging. ‘Wereldwijd zijn nu ongeveer één miljard mensen bereid op z’n minst een deel van hun dieet van echt vlees in te ruilen voor een van kunstvlees. Omdat het net zo
lekker is – en ook nog ’ns gezonder, want het bevat bijvoorbeeld geen dierlijke vetten. Voorts omdat de productie van kunstvlees veel duurzamer is: een kilo echt vlees produceren kost bijvoorbeeld honderd keer meer water.’
VOEDSELPROBLEEM Het kunnen bijdragen aan een duurzame oplossing van het wereldwijde voedselprobleem is een extra motivatie voor Teesing om Krintiras te ondersteunen. ‘Daarnaast zou het natuurlijk mooi zijn als dit apparaat een succes wordt en wij daar ook zakelijk van kunnen profiteren’, aldus Simone ten Cate tot slot. www.3me.tudelft.nl www.teesing.com
april 2015
49
STW START-UPS SUCCESVOLLE START-UP MILABS: SCANTECHNOLOGIE, THE NEXT LEVEL
‘WE KUNNEN MOLECULEN FILMEN OP HUN TOCHT DOOR EEN MUIS’ De scanners van uitvinder, hoogleraar en ondernemer Freek Beekman staan inmiddels
Voor ontwikkeling van innovatieve bedrijvigheid kunnen ondernemers en onderzoekers een beroep doen op financiële constructies binnen Technologiestichting STW. De afgelopen tien jaar resulteerde dit in zestig succesvolle start-ups.
in ziekenhuizen en universiteiten over de hele wereld. Zijn bedrijf MILabs combineert de beeldvormingstechnieken SPECT, PET en CT in één scanner, terwijl aan een optische component wordt gewerkt. Resultaat: spectaculaire beelden die onderzoekers nieuwe inzichten opleveren. DOOR WILMA SCHREIBER
D
e beelden van een muis die de eerste USPECT-scanner maakte – de U verwijst naar ultra fast, ultra sensitive en ultra high resolution – werden door de American Society of Nuclear Medicine in 2004 meteen uitgeroepen tot ‘animal image of the year’. Freek Beekman ontwikkelde de technologie voor het doorlichten van muizen eigenhandig verder, eerst in het UMC Utrecht, later bij de TU Delft. En wist de handen op elkaar te krijgen bij subsidieverstrekkers als Universiteit Utrecht, BioPartner en NWO (Vidi, STW). Een eerste subsidie van STW van 25.000 euro betrof een haalbaarheidsonderzoek, om voor STW en ondernemer in spe te achterhalen of er perspectief in het idee zat. Daar rolde een rapport uit. Vervolgens verscheen de ondernemer voor fase 2 opnieuw voor de commissie, om zijn businessplan en aanpak toe te lichten. ‘In die fase gaat hij tevens op zoek naar klanten en financiers’, verklaart Wouter Segeth, program officer bij Technologiestichting STW, dat excellent technisch-wetenschappelijk onderzoek financiert met diverse subsidies. ‘Verder moeten onderzoeksprojecten van maatschappelijk belang zijn.’ Perspectief genoeg en dus ontving Beekman 200.000 euro van STW om een prototype te bouwen. Zijn idee om een eigen bedrijf te starten werd in 2007 concreet met de oprichting van MILabs (Molecular Imaging Labs). ‘De U-SPECT-2 kwam al dicht bij een echt product en dankzij de hoge resolutie van de beelden was er ook markt voor. Toen ging MILabs al snel vliegen’, vertelt Beekman. Het UMC Groningen en de Universiteit van Gent waren de eerste afnemers. ‘De subsidie van STW was essentieel, anders was MILabs er nooit gekomen. Omdat ze je vragen een prototype te bouwen voor een launching customer, moet je echt al iets in handen hebben.’
DOORBRAAK Een van de pluspunten van SPECT is dat onderzoekers meerdere tracers tegelijk kunnen toepassen en nog steeds kunnen waarnemen welk stukje van het beeld afkomstig is van welk type molecuul. Door de jaren heen heeft Freek Beekman
50
april 2015
Uitvinder, hoogleraar en ondernemer Freek Beekman. Foto’s: MILabs
veel patenten ontwikkeld. Dit resulteerde onder meer in het VECTor-systeem, dat SPECT- en PET-scanner combineert. ‘Beide maken gebruik van moleculen die worden ingespoten. SPECT werkt met radioactieve tracers die naar specifieke cellen gaan, zodat deze door middel van straling buiten het lichaam te detecteren zijn. PET doet hetzelfde, zij het met een ander detectieprincipe’, verklaart Beekman. ‘Het mooie van het VECTorsysteem is dat het de tracerportfolio’s van beide scanners combineert. De ene tracer laat bijvoorbeeld zien hoe een medicijn naar de tumor gaat, de andere registreert hoe snel de tumor kapot gaat.’ Dankzij software van MILabs kunnen onderzoekers heel precies kwantificeren hoeveel moleculen zich op een bepaalde plek bevinden. ‘Bij een nieuw therapeutisch stofje wil je exact
weten hoeveel ervan op de tumor terechtkomt, om de benodigde dosis te kunnen bepalen. Die extra kennis die je opdoet bij muizen, kan vervolgens worden vertaald naar de mens.’ Daarnaast is de resolutie van de U-SPECT door de jaren heen steeds hoger geworden. ‘De USPECT-4 heeft een beeldscherpte van 0,25 millimeter. Ook de snelheid van scannen is toegenomen. We zijn in staat moleculen te filmen op hun tocht door een muis, omdat het ons maar 15 seconden kost om beeld te genereren.’ Een ander voordeel is de lage radioactieve dosis die nodig is bij het scannen. Maar de belangrijkste recente verbetering betreft de CT-unit. ‘Nadat onze Belgische leverancier was overgenomen door de concurrent, hebben we zelf een CT gebouwd. Eentje met een 25 keer lagere stralingsdosis en een veel
hogere resolutie, zonder dat we het product veel duurder moesten maken. Echt een doorbraak.’
TIENTALLEN PROCENTEN GROEI Terugkijkend stelt de hoogleraar-ondernemer dat het zeer moeilijk was om een bedrijf in een vechtmarkt midden in de crisis te laten doorgroeien. ‘Maar het is gelukt: MILabs realiseerde in 2014 weer tientallen procenten groei, naar circa vier miljoen euro omzet. Geen geringe prestatie, want je moet continu investeren. De kracht van MILabs zit in het team, dat kennis van software, mechanica en elektrotechniek combineert en qua productie en service staat als een huis. Als uitvinder maak ik een grove schets, vervolgens komt er nog een hoop lastige fysica en ingewikkeld programmeerwerk aan te pas voor iets ook echt werkt.’ De scanners staan inmiddels opgesteld in de beste ziekenhuizen ter wereld, zoals Erasmus MC, Duke, Mayo Clinics, Johns Hopkins, University of British Columbia, Kyoto University en het Nederlands Kanker Instituut. Freek Beekman ontving diverse prijzen, waaronder de New Product Innovation Award van het Amerikaanse onderzoeks- en adviesbureau Frost & Sullivan, de Delft Entrepreneurial Scientist Award en de FOM Valorisatie Prijs. Tot nu toe produceert MILabs scanners voor de laboratoriummarkt (onderzoek op proefdieren); de assemblage gebeurt in eigen huis. De komende jaren verwacht het bedrijf scanners voor klinische doeleinden op de markt te brengen. Omdat de series dan veel groter worden, zal de omzet fors gaan stijgen.
SAMENWERKING MET HARVARD Wouter Segeth van STW is enthousiast: ‘U-SPECT is een opzienbarende technologie, die er zonder het onderzoek van Beekman nooit was gekomen. Nu is hoge resolutie 3D niets bijzonders meer, Simultaan opgenomen beeld van één PET- en drie SPECT-tracers plus CT-scan met behulp van de VECTor/CT. maar tien jaar geleden was hij een van de voorlopers en dat is hij nog steeds. in tumoren en verloop van ziektebeelden.’ Verder De producten zien er erg goed uit, dat vind ik wel werkt Beekman met zijn team aan scanners voor bijzonder voor een onderzoeker. En uiteindelijk hersenen en borsttumoren. MILabs levert hem en heeft hij toch de bedrijvigheid van de grond de TU Delft, waar hij een deeltijdaanstelling weten te krijgen.’ Inmiddels telt MILabs 21 heeft, samenwerking op met zo’n vijftien univermedewerkers. siteiten in binnen- en buitenland. Zo wordt Freek Beekman is ondertussen al bezig met de samen met Johns Hopkins University gekeken of volgende innovatie: integratie van de SPECT, het mogelijk is om wakkere muizen te scannen, PET en CT met optische imaging, samen met om de verstorende werking van anesthesie uit te TU Delft, Harvard University en UMC Leiden. sluiten. En met het Erasmus MC wordt gewerkt ‘Het voordeel van samenwerking met academici aan tracers die gelijk ook de tumor doden, ‘lokale is dat je op hetzelfde niveau met elkaar praat, je radiotherapie’. MILabs vliegt en zal in de toeweet wat gebruikers het liefste willen qua scankomst ongetwijfeld nog veel meer spectaculaire ner.’ Inmiddels is een succesvol prototype ontbeelden opleveren. wikkeld, uitgerust met een low-light camera, die heel geringe hoeveelheden licht kan zien van www.milabs.com bioluminescentie en fluorescentie. ‘De toevoeging www.nwo.nl van optische tracers biedt ons nog meer inzicht www.stw.nl
april 2015
51
DUURZAAMHEID
BLUEVEYOR-PROJECT VAN VANDERLANDE EN SEW-EURODRIVE ‘GOEDE, EERSTE STAP’
DUW VOOR CIRCULAIRE ECONOMIE
Ze zijn nog dun gezaaid: industriële producten die volgens de principes van de circulaire economie zijn ontworpen en gemaakt. Vanderlande heeft een mooi voorbeeld: de duurzame, energiezuinige transportbandmodule BLUEVEYOR. De frequentieregelaar MOVI4R-U van SEWEurodrive, ontwikkeld volgens dezelfde principes, complementeert die. De twee bedrijven spreken van een goede, maar eerste stap. ‘Want die circulaire economie komt er alleen als alle partijen in de keten gaan samenwerken – met commitment, één visie en één strategie.’ Niels Maat (SEW-Eurodrive) en Esther Kersten (Vanderlande): ‘We willen beiden toe naar die circulaire economie en maken daar stappen in. Dat praat wel zo makkelijk en geeft een gezamenlijke drive die het project heeft versneld.’ Foto: Bart van Overbeeke
DOOR PIM CAMPMAN
I
n het Innovation Centre van Vanderlande in Veghel staan enkele BLUEVEYOR-modules. Ze zijn inderdaad blauw. Maar het echte verschil met de gangbare transportbandmodules is essentiëler. Dat zegt Esther Kersten, projectmanager sustainability bij de wereldmarktleider in bagagesystemen op luchthavens en sorteersystemen voor pakket- en postdiensten met tevens een sterke positie in magazijnautomatisering. ‘In de ontwikkeling – conform het lean designconcept – zijn de principes van de circulaire economie toegepast. Het productontwerp en de materiaalkeuze zijn
zodanig dat de conveyor simpel en snel te demonteren is en alle materialen end-of-life hergebruikt kunnen worden – niet als bermpaaltjes, maar op gelijkwaardig hoog niveau. Wat daarbij helpt, is dat de conveyor uit minder onderdelen bestaat dan gangbare producten. Dat resulteert in een significante reductie van het materiaalgebruik en een zestig procent lager energieverbruik in de gebruiksfase.’
LIFECYCLE-PRINCIPES De samenwerking tussen Vanderlande en SEW dateert al van voor de BLUEVEYOR, vertelt Niels
VIDEOANIMATIE: INSPIRATIE VOOR KETENPARTNERS In het animatiefilmpje ‘Circular Economy – the cooperation between Vanderlande Industries and SEW-EURODRIVE’ wordt in vier minuten haarfijn uitgelegd hoe de circulaire economie werkt, waarom de maakindustrie die kant op moet en wat erbij komt kijken om die op poten te krijgen. Ook de samenwerking tussen Vanderlande en SEW in het BLUEVEYOR-project komt voorbij; als voorbeeld – en eerste stap – van wat je met focus en drive nu al samen voor elkaar kunt krijgen. De videoanimatie
52
april 2015
staat op YouTube. Niels Maat: ‘Vanderlande en wij gaan het filmpje – een coproductie – tevens inzetten om zoveel mogelijk spelers in de keten – oem’ers, suppliers, (first tiers en dieper de supply chain in, red.) en gebruikers – te inspireren om de circulaire economie te omarmen.’
youtu.be/gilzrIlom7U
Maat, manager drive solutions & drive services bij SEW-Eurodrive, marktleider in aandrijftechnologie. ‘Wij leveren al sinds mensenheugenis motorreductoren en frequentieregelaars aan Vanderlande. In de loop der jaren zijn we de rol van sec leverancier ontgroeid. We denken mee over oplossingsrichtingen en andersom doen zij dat naar ons toe ook. We spreken elkaar aan, wisselen ideeën uit, laten dingen zien. Dus dat klassieke klantleveranciersverhaal gaat al lang niet meer op; we zijn partners die met elkaar mooie producten tot stand brengen.’ De BLUEVEYOR is zo’n mooi product. SEW ontwikkelde tegelijkertijd de frequentieregelaar MOVI4R-U. ‘Eveneens’, aldus Maat, ‘geheel conform de circulaire lifecycle-principes. Daardoor bestaat het product uit minder onderdelen dan vergelijkbare frequentieregelaars en is het ontwikkeld volgens het 4R-principe: ReTurn, ReUse, ReFit en als dat allemaal niet meer lukt, ReCycle.’
UIT COMFORTZONE In ontwikkelingen zoals de BLUEVEYOR trekken engineers van Vanderlande en SEW samen op. ’Omdat we dezelfde visie op het gebied van circulaire economie hebben, loopt dat soepel en vlot’, aldus Niels Maat. ‘We spreken zogezegd dezelfde
taal.’ Esther Kersten legt uit: ‘Producten zoals die van ons ontwikkel en fabriceer je natuurlijk niet alleen; daar hangt een lange supply chain aan vast. In de circulaire economie is nauwe samenwerking tussen alle partijen in die keten een keiharde noodzaak. Ketensamenwerking op basis van dezelfde visie en strategie, met commitment en
zijn we gespitst op hoe we morgen en overmorgen nog weer duurzamer kunnen zijn. Maar daarnaast hebben we ook oog voor wat we op de langere termijn zien gebeuren. Dan doel ik op de almaar toenemende grondstoffenschaarste, de verspilling, de afvalproblematiek. Dat raakt ook ons, nu al en straks nog meer. Daarom willen we niet achterover
‘Alle partijen moeten uit hun comfortzone; alleen zo krijg je die circulaire economie van de grond’
drive; alleen dan krijg je resultaat en vaart, snelheid. Dat is meteen ook de bottleneck, want al die partijen moeten dan wel mee. En daarvoor moeten ze uit hun comfortzone komen. Best moeilijk, zeker, maar alleen zo krijg je die circulaire economie van de grond.’
PEOPLE-PLANET-PROFIT Waarom Vanderlande daar zo aan trekt? ‘Duurzaamheid’, zegt Kersten, ‘is een van onze core values en onderdeel van onze visie en strategie. Daar gaan we proactief mee om. Vanzelfsprekend
leunen. Wij vinden dat we het aan onze stand verplicht zijn om ons steentje eraan bij te dragen dat de circulaire economie er komt. Wij geloven echt dat je people-planet-profit met elkaar in balans kunt brengen.’ Het beleid bij Vanderlande – en bij SEW idem dito, bevestigt Niels Maat – is erop gericht duurzaamheid bij alle medewerkers tussen de oren te krijgen. ‘Iedereen heeft er uiteindelijk een rol in, dus moet het in de dagelijkse activiteiten van de hele populatie zitten.’ Trainingen helpen daarin vooruitgang te boeken. ‘En ook’, zegt Kersten, ‘procedures veranderen.
Bijvoorbeeld door alleen innovaties die aan bepaalde duurzaamheidscriteria voldoen, door te laten gaan. Zo brengen we ons ambitieniveau stap voor stap omhoog.’
ZAADJES PLANTEN Om te versnellen op het gebied van duurzaamheid, zoals de BLUEVEYOR, is Vanderlande continu op zoek naar partners. Kersten memoreert twee partnerdagen, waarop Vanderlande zijn visie op duurzame innovatie deelde met de in groten getale aanwezige leveranciers. ‘Om de dialoog aan te gaan, zaadjes te planten en om uit te dragen: zonder jullie kunnen we wel stappen maken, maar niet met de snelheid en impact die we zouden willen.’ In SEW-Eurodrive werd een partner gevonden die de handschoen oppakte. ‘Zij staan op dezelfde manier in duurzaamheid als wij. En ook zij willen toe naar die circulaire economie en maken daar stappen in. Dat praat wel zo makkelijk en geeft een gezamenlijke drive die het project heeft versneld.’ Met één kanttekening van Niels Maat: een majeur aspect dat nog meer aandacht behoeft is reverse logistics. ‘Mijn Duitse collega’s zijn al een eind op weg om het traject daarvoor in te richten.’ En ook Vanderlande werkt aan pilots op dat gebied.
www.vanderlande.com www.sew-eurodrive.nl
april 2015
53
PROCESVERBETERING
HGG EN B&R GEVEN 3D-PROFIELSNIJMACHINE SNELLE, FLEXIBELE BESTURING
DIKKE BUIZEN SNIJDEN, SLIMME SOFTWARE SCHRIJVEN De 3D-profielsnijmachines van HGG Profiling Equipment zijn uitgerust met een tien-assige robot die de snijkop nauwkeurig positioneert. Dankzij de samenwerking met B&R Industriële Automatisering kan HGG de tien assen via slimme software met één controller besturen. ‘Zij bieden ons een platform om op het allerlaagste niveau met besturingstechniek bezig te zijn; daar kun je de slimmigheden uithalen.’
en mede-eigenaar Jack Kistemaker. ‘Voor de grap zeg ik wel eens dat we al twintig jaar aan Industrie 4.0 doen, sinds we alle productie eruit hebben gegooid en op zoek gingen naar partners.’ Hij spreekt van ‘mental manufacturing’: ‘Wij bedenken het, kopen staal in en brengen dat tot leven. Wij maken zelf de software, maar die kun je bijna niet verkopen. Bouw je een machine van een half miljoen, dan mag de software wel wat kosten – als de machine maar rendabel is voor de klant.’ Partners vindt HGG bijvoorbeeld in Nederland voor het nauwkeurig draaien en frezen van de hightech snijkop (HGGpatent). ‘Bijna alle ‘domme’ staal halen we uit Oost-Europa; de kwaliteit en technologie is daar langzamerhand superieur aan wat wij in Nederland kunnen en tegen de lage lonen kunnen we niet op.’
VANAF SCRATCH
Wico Reineman (B&R, links) en Jack Kistemaker (HGG) in het loonsnijbedrijf van HGG: ‘Doordat wij de software vanaf scratch opbouwen, kunnen we alles in het snijproces onder controle houden.’ Foto: Danny de Jong
DOOR HANS VAN EERDEN
H
GG Profiling Equipment in Wieringerwerf ontwikkelt en bouwt cnc-snijmachines en robotprofileerlijnen voor buizen, balken, kokers en andere 3D-profielen. Specialisme is het autogeensnijden van dikke buizen (wanddik-
te 8-200 millimeter, diameter tot acht meter), voor onder meer scheepsbouw, offshore, kraanbouw en staalbouw. HGG (130 medewerkers) groeit snel en doet veel aan technologie-ontwikkeling. In eigen huis vindt alleen assemblage en testen plaats, al het staalwerk wordt extern geproduceerd. ‘Ik geloof niet in eigen productie’, zegt technisch directeur
CONCURRENTIE EN SYNERGIE Naast de machinebouw biedt HGG loonsnijdiensten aan vanuit de hoofdvestiging en de servicecentra in Duitsland en Engeland. Voor sommige klanten, de dienstverleners, een vorm van concurrentie, erkent Jack Kistemaker, maar het levert HGG vooral synergie op. ‘Als een klant groeit met z’n snijwerk, dan wil ie na een tijdje zelf een
54
april 2015
machine. Daarvoor komt hij dan weer bij ons.’ Ook voor de innovatie is het snijbedrijf belangrijk, want dat neemt als eerste een prototype in gebruik, zodat de lijnen kort zijn. ‘De bediener van die nieuwe machine zit in onze kantine naast de softwareman, die zelf in de werkplaats komt kijken en snel problemen kan verhelpen.’
HGG is uitgegroeid tot wereldmarktleider voor buizensnijmachines, wat een speciaal gevoel geeft, zegt Kistemaker. ‘Tegenwoordig zaagt iedereen aan onze stoelpoten. Zagen aan andermans poten is toch leuker.’ Hij verbaast zich erover hoeveel handmatig werk nog in de VS wordt verricht en maakt zich niet druk over de Aziatische kopieën van HGG-machines. ‘In de machinebouw kan iedere Chinees kopiëren, maar dat is alleen de verpakking. De slimheid zit ’m in de software.’ Kistemaker duidt op de besturingssoftware voor de robot die de snijkop manipuleert. ‘We gooien de software van de robotleverancier weg en schrijven zelf onze software. Daarom zijn we onlangs met B&R in zee gegaan: zij bieden ons een platform om op het allerlaagste niveau met besturingstechniek bezig te zijn; daar kun je slimmigheden uithalen. Van alle machinebouwers gebruikt 98 procent alleen de standaardbesturing van een robot. Doordat wij de software vanaf scratch opbouwen, kunnen we alles in het snijproces onder controle houden; dat geeft ons een voorsprong op de concurrentie.’ Zoals rekening houden met het dynamisch gedrag van het materiaal om een nette snede te verkrijgen. Of het snijpad corrigeren door met laservision verkregen meetdata te vergelijken met het CAD-model. Kistemaker is trots op het door HGG ontwikkelde snijprofiel voor speciale laskanten. ‘Wij hebben veel kennis opgebouwd van slim verlassen. Met ons profiel, dat binnenkort in de Amerikaanse welding standards wordt opgenomen, kunnen klanten snel een stevige las leggen, die bestand is tegen trillingen en temperatuurwisselingen.’
TIEN ASSEN, ÉÉN CONTROLLER
www.smcpneumatics.nl
B&R Industriële Automatisering uit Breda, dat al bijna twintig jaar bedieningspanelen had geleverd aan HGG, kwam twee jaar geleden in beeld voor de volgende automatiseringsstap. HGG werkte namelijk met zes-assige robots van het Zwitserse Staubli en voegde in zijn machine-ontwerp nog vier assen toe, voor meer bewegingsvrijheid bij het positioneren van de kop ten opzichte van het te snijden materiaal. Voor de besturing van de zes assen gebruikte HGG de controller van Staubli en voor de andere vier assen een extra controller. Daarboven moest een platform alles synchroon laten verlopen; dat werkte omslachtig en was niet geschikt voor hoge snelheden. Nadat Staubli z’n besturing had opengesteld, ontwikkelde B&R een interface om de zes assen als afzonderlijke motoren te kunnen aansturen. Die mogelijkheid sprak HGG aan en het wilde dat combineren met de besturing van de overige vier assen. Zo kwam het tot een pilot-project van HGG met B&R, vertelt B&R-salesengineer Wico Reineman. ‘Wij hebben samen met Staubli de interface ontwikkeld die HGG nu gebruikt om rechtstreeks met de robot te communiceren. Drie partijen waren met hetzelfde bezig en nu valt het hier op z’n plek. Voor zover ik weet, zijn wij de enige motion-partij die met een dergelijke open interface werkt. De afspraak was dat wij zouden zorgen voor alle hardware, zoals pc, plc en servo-controllers, en dat hun softwarejongens de eigen software zouden klaarmaken om op onze real-time hardware te
FILIPIJNEN EN INDIA Last van Aziatische ‘copycats’ heeft HGG niet – sterker nog, het kopieert zelf en wel richting Azië. ‘Op de Filipijnen staat een kopie van ons bedrijf hier. Daar wordt onze kleinste machine gebouwd en we maken er componenten en subassemblies, zoals besturingskasten en bedrading, voor onze machines hier.’ Op de Filipijnen spreekt bijna iedereen Engels en er is een goede ingenieursopleiding, verklaart Jack Kistemaker. ‘Velen hebben werkervaring opgedaan in andere Aziatische landen en spreken de talen. En de loyaliteit is enorm hoog.’ HGG doet er ook engineering, zoals ontwikkeling van
draaien. De testmachines staan nu in het veld.’ Staubli is erg geïnteresseerd in wat HGG met zijn robots doet, weet Kistemaker. ‘Door onze manier van aansturen is de synchronisatie van de assen eenvoudiger te regelen. De B&R-controller ziet gewoon tien assen, ongeacht hoe de machine kinematisch is gebouwd.’
MARKTPERSPECTIEF Het pilot-project loopt tot medio 2015. Bij succes worden niet meteen alle andere bestaande machines omgebouwd naar het nieuwe platform. ‘Bestaande producten wijzigen we liefst niet, daar willen we gewoon de markt mee bedienen. Ik zie deze ontwikkeling vooral als een nieuw platform
3D-simulatoren voor het compleet testen van machines. Verder betrekt HGG software uit Armenië. Uiteraard heeft Kistemaker daarvoor in India gekeken, maar hij had er geen klik mee. Terwijl hij er wel goed zaken kan doen, met hulp van zijn Indiase verkopers. Een staalfabriek die speciaal voor de bouw van de grootste raffinaderij ter wereld werd opgetrokken, was zelfs een ‘mega-project’ voor HGG. ‘Een aantal medewerkers – ze wilden allemaal wel naar India – heeft samen met enkele van onze Filipijnse ingenieurs dat project in een noodgang uitgevoerd. De klant, Reliance, was ‘flabbergasted’.’
voor robottechniek.’ Maar nieuwe kansen dienen zich voor B&R zeker aan. ‘In de toekomst hebben we bijvoorbeeld voor lasersnijtechniek hogere kloksnelheden in de besturing nodig; daarvoor gaan we weer met hen in zee.’ En voor zijn eigen HGG ziet Kistemaker ook voldoende perspectief. ‘De gemiddelde leeftijd van een pijpfitter is in de VS al 61 jaar. Of neem slijpen, dat werk wil niemand meer doen. In de staalbouw en scheepsbouw, ook de Chinese, ligt nog een markt voor automatisering.’
www.hgg-group.com/nl www.br-automation.com
European Central Warehouse (ECW) Antwerpen
Met ruim 33.000 verschillende producten op voorraad, voorzien wij 80% van de vraag van onze Europese klanten. Per maand worden bijna 150.000 artikelen binnen 48 uur on-time geleverd. Dankzij de ergonomische indeling van het ECW en de Japanse handling methodes, worden fouten tot een minimum beperkt, wat bijdraagt aan de klanttevredenheid.
Worldwide leading experts in pneumatics
april 2015
55
STRATEGIE
BIESHEUVEL TECHNIEK BOUWT MET OVERNAME MCA AAN MATRIXORGANISATIE
MULTI-SPECIALIST IN WORDING Shell, Vlisco, Unilever, Heineken, Canon/Océ. Voor dat kaliber bedrijven was MCA altijd een maatje te klein. Sinds de overname door Biesheuvel Techniek, juni vorig jaar, niet meer. ‘Het grote Biesheuvel-netwerk opent deuren die eerder voor ons gesloten bleven’, zegt MCA-oprichter Eg Waaijman. Andersom kan Biesheuvel Techniek met MCA erbij klanten een nog completer product- en servicesportfolio bieden. Ceo Meino Noordenbos: ‘Dit jaar gaan we ons multi-specialisme uitdragen en mechatronica past daarbij ’
over, en meewerkt aan, het verbeteren van technische processen – en ondersteunt met engineering, assemblage, installatie, approbaties en onderhoud. Of dat niet genoeg is, verkent Biesheuvel Techniek ook nieuwe terreinen. Bijvoorbeeld door, naast mro-spullen, ook mechatronische onderdelen en modules te leveren. De overname van MCA past perfect in dat plaatje. MCA levert elektrische aandrijfcomponenten en ontwikkelt/installeert klantspecifieke besturingssystemen. Een wereld waar Biesheuvel Techniek zich tot voor kort verre van hield. Maar dat gaat veranderen, meldt Noordenbos. Verwijzend naar de VS: ‘Daar is motion een integraal onderdeel van de technische distributie. En met ons vergelijkbare distributeurs hebben daar een veel sterkere greep op de markt: negentig procent gaat via hen, de Amerkleveranciers doen tien procent direct. Een onderzoek van ons onder dik 190 klanten laat zien dat ook hier de behoefte toeneemt om voor mechanica én mechatronica één distributeur te hebben. Dat geeft ons de bevestiging dat we ook in Europa die kant op moeten.’
JONG TALENT WERVEN
Eg Waaijman (MCA, links) en Meino Noordenbos (Biesheuvel Techniek) voor het hoofdkantoor van Biesheuvel op Science Park Eindhoven. Op de led-krant boven hen worden talenten opgeroepen om te solliciteren. Op andere momenten worden A-merken en de BT-webshop (btshop.nl), een nieuwe service van Biesheuvel Techniek, gepromoot. Foto: Vincent Knoops
DOOR PIM CAMPMAN
icht bij de klanten zitten, 640.000+ A-merkartikelen, merkonafhankelijk advies en een waaier van uptime services. Daarmee is Biesheuvel Techniek stapje voor stapje de één na grootste distributeur van technische en mro-spullen (voor maintenance, repair & operations) in ons land geworden. Biesheuvel zit inmiddels op een 25-tal plekken verspreid over het land, al dan niet onder de naam van de overgenomen partij. Vorig jaar waren de 300 man/vrouw goed voor 95 miljoen euro omzet,
D 56
april 2015
een groei van ruim tien procent. ‘Dit jaar’, zegt ceo Meino Noordenbos, ‘gaan we door de 100 miljoen.’
IN MECHATRONICA Hij schrijft de groei toe aan verschillende factoren. Biesheuvel acquireert jaarlijks twee, drie lokale distributeurs. En het klantenbestand dijt gestaag uit, mede dankzij de vele specials en de overname van complete magazijnen van klanten. Verder schuift het bedrijf gestaag op in de waardeketen; de sec groothandel van weleer is tegenwoordig tevens een partner die meedenkt
Biesheuvel Techniek is bezig een matrixorganisatie in te richten, vervolgt Noordenbos. ‘Met aan de ene kant onze generalisten die dicht bij de klant alle mro-zaken snel leveren en de dagelijkse advisering doen. Aan de andere kant zijn we specialismen aan het opbouwen, onder meer door jong talent te werven en onze mensen te trainen. De afgelopen vijftien, zestien maanden hebben we dertig talenten binnengehaald.’ Die specialisten zitten niet op één plek bij elkaar. ‘Ze werken vanuit een van onze vestigingen in het land. De een, zeg maar, vanuit Spijkenisse, de tweede vanuit Enschede en de derde vanuit Amersfoort of Harderwijk. Op die manier dragen we die specialismen in de regio uit.’ Het specialisme tooling is als eerste goed neergezet, meldt Noordenbos. ‘In elke schakel van de keten – op- en inspannen, nabewerking, meettechniek en meer – hebben we onze zaakjes nu goed voor elkaar, met voor elke schakel minstens
drie A-merkproducten. En door de overnames van VIBA’s portfolio voor tools en meten (Gouda) en van Den Heuker (Delden, onlangs verhuisd naar Enschede) hebben we ons TCB Tooling Center Benelux als specialist versterkt. Voor andere specialismen doen we hetzelfde, zoals voor Safe & Sure (veiligheid en persoonlijke bescherming). Dit wordt het jaar dat we gaan uitstralen dat we multi-specialist zijn.’
Noord-Nederland. Deze overname zette me aan het denken; ik wilde wel eens koffie met ‘meneer Biesheuvel’ drinken...’ Maar de hoofdreden was het ontbreken van een opvolger. ‘Dat speelde niet acuut – ik ben 55 en wil nog wat jaren door – maar op een gegeven moment moet je iets. Daar kwam bij dat ik dat enorme klantennetwerk en
over vijf jaar is, weet ik niet; dat weet niemand.’ Dat gaf wel iets van rust. En ja, kom je als klein clubje in een grote organisatie, dan wordt het allemaal wat strakker. Maar daar krijg je veel voor terug, zoals meer mogelijkheden om te groeien en meer zekerheid – de continuïteit is nu gewaarborgd.’ Dat is al wel gebleken, vertelt Eg Waaij-
GEEN GEPLANDE ACTIE Het specialisme mechatronica is nieuw in het portfolio. MCA in Varsseveld is de spil daarvan, met onder meer zijn engineeringafdeling. MCA stuurt een andere recente overname aan, Molenberg Aandrijftechniek in Hoogeveen. Noordenbos: ‘We willen hiermee straks op de belangrijkste plekken in het land zitten. Met vestigingen op de as Eindhoven-Roermond en in West-Nederland zijn we bezig.’ MCA werd 21 jaar geleden opgericht door Eg Waaijman: ‘Als dealer van het Japanse Yaskawa leverden we frequentieregelaars en servomotoren aan industriële klanten. Dat doen we nog steeds, maar daarnaast gingen we al snel ook projecten doen – eerst kleine en gaandeweg ook grotere. Het ontwikkelen van klantspecifieke, elektrische besturingssystemen, software schrijven, positioneren; dat is echt ons ding.’ De overname was geen geplande actie, zegt Waaijman. ‘Ik werd getriggerd door de overname van Molenberg Aandrijftechniek door Biesheuvel. Toen ik begon, was dat eigenlijk mijn dealer voor
‘Vanuit andere kanalen dan voorheen zien we werk op ons afkomen’
die grote salesforce van Biesheuvel zag. In commerciële zin begon ik de laatste jaren toch een beetje vast te lopen. Technisch is het allemaal geen probleem, maar nieuwe klanten vinden was toch wel een beetje ons manco. Die groeikansen en meer zekerheid over de continuïteit van mijn bedrijf hebben de doorslag gegeven.’
MEER GROEIKANSEN De overname is relatief soepel gegaan, ook voor de twintig MCA-medewerkers. ‘Vanaf het begin heb ik ze voorgehouden dat er voor hen in principe niets verandert. Het allereerste dat ik zei, was: ‘Jullie hoeven niet naar Eindhoven te verhuizen, we blijven in Varsseveld.’ Zelfs de naam MCA blijft. Ik heb er wel bij gezegd: ‘Hoe het
man, die het specialisme mechatronicatechniek trekt. ‘Vanuit andere kanalen dan voorheen zien we werk op ons afkomen. Ik ben bij Shell geweest, bij Unilever en Canon/Océ – en Heineken staat op de rol. Daar hoefde ik niet aan te kloppen, geen kans. Maar nu, binnen Biesheuvel Techniek, krijgen we die kans wel. Natuurlijk heb ik daar niet morgen omzet, maar ik ben wel binnen.’ Meino Noordenbos tot slot: ‘Op ons Parijse hoofkantoor – thuisbasis van IPH, moeder van Biesheuvel, red. – wordt de integratie van MCA, met Eg als aanvoerder, als een toekomstig pareltje beschouwd.’ www.biesheuveltechniek.nl www.mca.nl
april 2015
57
Samen kunnen we iedere markt versterken met een compleet programma in aandrijving en besturing Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieĂŤn, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieĂŤn: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units.
www.parker.nl
follow us :
PARTNERS
HERMLE GROEIT IN NEDERLAND DANKZIJ ROBOTISERING EN AUTOMATISERING
‘NEDERLANDSE MAAKINDUSTRIE VRAAGT VEEL PRECISIEWERK’ Hermle AG opende in 2001 een zelfstandige vestiging in Nederland. Sinds vorig jaar fungeert deze als springplank voor uitbreiding naar België en Luxemburg. ‘De Nederlandse maakindustrie stelt hoge eisen en vraagt veel precisiewerk’, zegt directeur Geert Cox. ‘Daar speelt Hermle goed op in. Zelfs in de crisisjaren zijn we gestaag doorgegroeid.’ DOOR JOS CORTENRAAD
V
Jan Kusters (links) en Geert Cox bij een freesmachine van Hermle. Foto: Hermle
AUTOMATISERING
KUSTERS PRECISION PARTS
Vanaf dag één in 2001 schrijft Hermle Nederland zwarte cijfers en zit de groei er goed in. ‘Door de crisis is veelal de keus gemaakt voor automatisering en robotisering. De machines zijn efficiënter en sneller geworden: meer productie met minder mensen. Daarnaast is de vraag naar ingewikkelde componenten met heel strenge toleranties gestegen. Onder druk van de hightech industrie zoals ASML en Philips. Hermle ontwikkelde als één van de eerste machinefabrieken een vijf-assige freesmachine. Daarmee kunnen meer bewerkingen worden uitgevoerd zonder telkens de machine te moeten omstellen. Geschikt voor zowel de grote metaalbedrijven als het mkb.’ Dat terwijl Duitse machinebouwers achterop zouden lopen in automatisering. ‘Daar zit wel een kern van waarheid in. In Duitsland zijn altijd voldoende arbeidskrachten geweest. De noodzaak tot robotisering en automatisering was niet zo groot als hier. Hermle mag je best een uitzondering noemen. De engineers in Gosheim hebben snel ingespeeld op de vraag uit onder meer
Hermle Nederland levert aan kleine metaalbedrijven en aan grote verspaners, zoals Kusters Precision Parts in Oss. ‘Volgens mij zijn we in de Benelux de grootste afnemer’, zegt directeur Jan Kusters. ‘We werken al sinds de jaren negentig met machines van Hermle. Eerst een tweedehands exemplaar, snel daarna de nieuwste drieasser en later de eerste vijf-asser. Nu hebben we er zo’n twintig staan. Hun machines zijn heel solide. Zelfs na vijf jaar doen ze nog de helft van de nieuwwaarde, tamelijk uniek. Daarnaast is de service goed, zeker sinds het bedrijf in Nederland is gevestigd.’ Nu is het Kusters niet te doen om de handel in occasions. ‘Nee, uiteraard niet. Kwaliteit is leidend. We leveren toe aan de hightech industrie. Daar ligt de lat hoog. De componenten worden steeds ingewikkelder, de toleranties strenger. Hermle investeert voortdurend in innovatie. Ik ken geen machinefabriek die zo modern en goed georganiseerd is. Dat vind je terug in de freesmachines, waarvan regelmatig nieuwe modellen op de markt komen. Met robotisering
orig jaar verhuisde Hermle Nederland (achttien medewerkers) naar Horst, waar ruimte is voor cursussen en trainingen in een eigen leslokaal en voor demonstraties en testopstellingen in de bedrijfshal. ‘Dat was nodig’, aldus Cox. ‘Hermle Nederland is uitgegroeid tot een volwassen vestiging. Ondernemers die onze machines kopen, willen die eerst kunnen testen, zich in de praktijk overtuigen van de mogelijkheden en opties. We zijn meer dan een wederverkoper, onderhouden nu ook nauwe relaties met de engineers (bij het moederbedrijf, red.) in Gosheim (D). We bespreken de wensen van klanten en denken mee over modificaties en specificaties. We voelen ons meer collega’s dan verkopers.’
Nederland naar een hoger niveau van automatisering. De freesmachines zijn uitgerust met specifieke software, ze worden bediend vanaf de computer. Met snelle omsteltijden als resultaat, waardoor prototyping minder tijd vergt en ook kleinere series interessant worden. Later zijn de robots en palletiseerinstallaties toegevoegd. De freesmachines kunnen 24 uur per dag draaien, zelfstandig. De koppeling met robots en logistiek zorgt voor nog meer productietijd, tijdwinst en minder manuren. Juist in crisistijd belangrijk om te overleven.’
en automatisering zodat we efficiënt kunnen werken.’ Kusters Precision Parts is gespecialiseerd in prototyping en kleinere series complexe en hoogwaardige componenten. Ongeveer zeventig procent van de omzet wordt in Nederland behaald, de rest in Zwitserland en Duitsland. Groeikansen ziet Jan Kusters de komende jaren met name in Duitsland. ‘Vooral omdat we alles in huis hebben. We frezen, draaien, lassen, slijpen en hebben specialisten in draad- en zinkvonken. We kunnen complexe opdrachten helemaal zelf aan. Dat maakt ons interessant voor veel maakbedrijven in onder meer de automotive en de medische sector.’
GEBRUIKT Zoals Jan Kusters al aangeeft, zijn het niet enkel gloednieuwe freesmachines die via Horst hun weg naar de klanten vinden. ‘Hermle staat voor de traditionele Duitse degelijkheid’, stelt Geert Cox. ‘Er is veel vraag naar gebruikte machines. Een startend bedrijf kan zich niet altijd een nieuwe veroorloven. En dat geldt ook voor de mkb’er die wil uitbreiden. Klop maar eens aan bij de bank voor een krediet. Een gebruikte Hermle geldt als goed alternatief. Wij ruilen daarom machines ook in, renoveren waar nodig en verkopen ze door. Sommige exemplaren zijn al bijna twintig jaar oud en frezen als de beste. Misschien is dat voor onze directe omzet niet zo goed, maar later komen klanten wel terug voor een nieuwe.’ www.hermle-nederland.nl www.kustersexperts.nl
april 2015
59
denken
Om
Wat kunnen normen en standaarden voor documentatie betekenen? Waarom zou men voor de constructie moeten vertrouwen op bibliotheekmodules?
CODES & STANDARDS
Veilige richtlijnen
»“Gedurende een project zijn er altijd wijzigingen, dus er valt niet aan te ontkomen om dingen opnieuw te doen.”«
»Elke opdracht is anders.«
»Standaardisering zorgt alleen maar voor beperkingen«
EPLAN Experience
EPLAN Experience is volledig geïntegreerd in het bestaande EPLAN Platform. Het uiterst modulaire programma bestaat uit acht actievelden – specifieke werkgebieden die een bedrijf wil optimaliseren en efficiënter wil maken. Een van de belangrijkste prioriteiten bij engineeringbedrijven is de implementatie van de nieuwe standaard IEC 81346 in hun engineeringomgeving. IEC 81346 vormt de basis voor het structureren van producten, machines en installaties – voor zo veel mogelijk disciplines en met consistente terminologie. Om die reden ligt in eerste instantie de focus op Codes & Standards en Design Methods.
www.eplanexperience.nl
sales@eplan.nl 0316-591770
Ja, maar het voldoen aan normen en standaarden is vaak een eerste vereiste voor de toekenning van contracten en het accepteren van producten. Daarom is het belangrijk en handig als documentatie en fabricagespecificaties gestandaardiseerd zijn. Duidelijke definities zorgen voor gemoedsrust. Iemand die stamgegevens, artikelgegevens en apparaatinstellingen definieert, kan met één muisklik interdisciplinair plannen – in het gewenste bedrijfsmodel en in meerdere talen.
DESIGN METHODS
De kracht van de bibliotheek
EPLAN Experience is een nieuw kennisgedreven internationaal programma dat gericht is op het optimaliseren van de engineeringsefficiëntie. Efficiëntere engineeringsmethoden leiden tot specifiek en duidelijk concurrentievoordeel: • Strategisch innovatiemanagement dankzij een hoogwaardige IT-omgeving • Kortere time-to-market • Optimale inzet van middelen • Betere internationale concurrentiepositie
Dat klopt. Daarom is het zelfs nog belangrijker om de kwaliteit van de documentatie te verzekeren, vooral bij de allerlaatste aanpassingen.
»Afhankelijk van de medewerker en het tijdstip wordt hetzelfde werk anders gedaan«
»Fouten worden gekopieerd en niet methodisch opgelost«
»Nieuwe projecten zijn gebaseerd op oude«
»Er is geen bibliotheek omdat het opzetten ervan veel tijd kost«
»De engineeringkennis is aanwezig bij elke medewerker afzonderlijk, die zit niet in een bibliotheek«
Als je naar schema‘s kunt kijken en weet of ze door Meyer, Mulder of Smit zijn gemaakt, dan kan dat niet goed zijn: individuele variaties kunnen tot problemen leiden, bijvoorbeeld bij de service.
In een bibliotheeksysteem is dat niet aan de orde. Een fout moet slechts op één locatie worden opgelost. Als iedereen de bibliotheek gebruikt, dan wordt altijd de meest recente versie gebruikt. Het is een misvatting om te denken dat er tijd wordt bespaard wanneer je voortborduurt op een eerder project. Uiteindelijk wordt bijna alles aangepast. Kopiëren heeft als extra risico dat er fouten in het systeem of verouderde elementen worden meegenomen Veel gebruikers zullen al snel merken dat een bibliotheek hen behoorlijk ontlast. Bovendien hoeft er vaak minder tijd in te worden gestoken dan men zou verwachten. Niet alle planken van de bibliotheek moeten tegelijkertijd worden gevuld.
Doordat men de meest efficiënte ontwerpmethoden kan kiezen, wordt de bestaande engineeringkennis vastgelegd en komt deze beschikbaar voor het hele team. Dit bespaart tijd, zorgt voor constante resultaten – en maakt het mogelijk constructeurs exact daar in te zetten waar ze goed in zijn.
TECHNISCHE DIENSTVERLENING
WEISS STELT INTEGRAAL DENKEN RICHTING DE KLANT CENTRAAL
STANDAARDCOMPONENTEN ALS TROEF De indexeertafels waarmee het Duitse Weiss in 1967 startte, zijn inmiddels geïntegreerd in een bredere aanpak van softwarematige besturing en engineering support. ‘We streven naar vooraf geïnstalleerde klantspecifieke oplossingen met een zo laag mogelijke total cost of ownership’, verklaart technisch adviseur Marcel Klieverik van Weiss Nederland.
DOOR WILMA SCHREIBER
I
ndexeertafels zijn draaitafels waarop producten nauwkeurig gepositioneerd en automatisch geassembleerd kunnen worden. Naast de standaard-indexeertafels biedt Weiss inmiddels onder meer ring-indexeertafels, een sneltaktend lineair systeem in modulaire opbouw en direct-drive indexeertafels. Met de combinatie van elektromechanische basiscomponenten, besturingssoftware en ondersteuning voor engineering richt Weiss zich op diverse sectoren, van machinebouw en medische technologie tot foodtechnologie en verpakkingsindustrie. De Nederlandse vestiging in Oldenzaal is sinds 2007 actief. ‘De betekenis van de Nederlandse markt neemt toe. Nu we dichter bij onze klanten zitten, kunnen we hen nog beter voorzien van advies en begeleiding ter plekke’, verklaart Klieverik. De drang naar innovatie zit in de genen van het bedrijf. ‘De eerste indexeertafels waren niet alleen praktisch onverwoestbaar, ze waren ook qua design hun tijd ver vooruit. Die robuustheid kunnen we nog steeds garanderen, dankzij het feit dat we de productie in eigen hand hebben. Alleen wat we echt niet zelf kunnen, laten we toeleveren, zoals gietijzeren behuizingen. Maar die bewerken we vervolgens wel weer helemaal zelf.’
ÉÉN AANSPREEKPUNT Om de klant nog meer toegevoegde waarde te bieden, beperkt Weiss zich niet tot mechanische innovatie, maar is het ook de besturingssoftware
Met een zwaarlast-indexeertafel van Weiss zijn grote massa’s snel en nauwkeurig te positioneren.
– Weiss Application Software – zelf gaan ontwikkelen. ‘We weten precies welke bewegingen onze tafels moeten kunnen maken.’ Weiss stelt gebruiksvriendelijkheid en integraal denken centraal. ‘De klant heeft maar één aanspreekpunt voor alle componenten: onderstel, draaitafel met draaiplateaus en handlingmodules. Bij een bestelling van een complete basismachine kunnen alle componenten van tevoren met de klant worden doorgesproken en gespecificeerd. Vanwege de uitvoering met standaardcomponenten is de aanschafprijs vaak zeer aantrekkelijk. En de variatie is enorm: de klant kan kiezen uit ruim duizend verschillende componenten.’ Overigens levert Weiss geen processen. ‘Alles tot aan de grijper, daar houdt het op. Wij willen een toegevoegde waarde zijn voor onze klanten, geen concurrent.’
INDIVIDUELE OPLOSSINGEN Klanten hebben te maken met steeds complexere eisen en moeten tevens in steeds kortere tijd nieuwe ontwikkelingen kunnen doorvoeren. Daarom biedt Weiss ook individuele automatiseringsoplossingen aan. ‘Deze zijn snel en makkelijk te integreren en besparen klanten veel werk en tijd in engineering.’ Niet alleen de doorlooptijden van de projecten moeten steeds korter, ook de cyclustijden van de machines. Weiss speelde hier al op in met de ontwikkeling van een aantal zeer snelle en nauwkeurige indexeertafels en handlingmodules. Dat moet de klant tijd besparen in engineering en montage, maar ook in werkvoorbereiding en inkoop. ‘Prettig in een project dat sterk onder tijdsdruk staat.’ Belangrijk is ook dat de klant achteraf niet voor verrassingen komt te staan, aldus Klieverik. ‘De basismachine, voorzien van de door de klant gewenste componenten, wordt volledig in de fabriek geassembleerd en werkend getest. Desgewenst kan de klant langskomen voor de eindafname. Uiteraard is een meetprotocol een standaardonderdeel van de levering.’
Marcel Klieverik: ‘Weiss wil een toegevoegde waarde zijn voor klanten, geen concurrent.’ Foto’s: Weiss
De optimale, klantspecifieke oplossingen zorgen voor een lagere total cost of ownership, stelt Klieverik. ‘De klant bepaalt zelf of onze producten geleverd worden met een bijbehorend besturingssysteem en/of softwarepakket. De lagere kosten zijn mede te danken aan de eenvoudige en intuïtieve bediening. Bovendien kunnen gebruikers zelf de modules installeren en is snelle inbedrijfname mogelijk.’
TRENDSETTER Weiss is trendsetter, geen volger, stelt Marcel Klieverik tot slot. ‘Wij brengen als eerste nieuwe producten op de markt, die vervolgens al snel door de concurrentie worden overgenomen. Zoals de ring- en de pick & place direct-drive indexeertafels.’ Er staan twee nieuwe innovaties met directdrive op stapel, systemen met een herhaalnauwkeurigheid van 1-2 micrometer. ‘De nauwkeurige assen zijn al wel los in de markt verkrijgbaar, maar de klant moet ze dan zelf in elkaar zetten en er een besturingsprogramma voor schrijven. Weiss biedt de volledige module aan in de gewenste nauwkeurigheid. Wij leveren een compleet samengebouwd product, indien gewenst inclusief besturing.’ De genoemde herhaalnauwkeurigheid wordt inmiddels toegepast in onder meer de vrij programmeerbare X,Y-kruistafel en bij het X,Y,Zportaalsysteem. ‘Een modulair systeem, waarbij de klant zelf lengte, breedte en hoogtebereik kan bepalen. Maakt de klant een serieproduct waarin een dergelijk systeem moet worden toegepast, dan kunnen we de specificaties aanpassen conform de wens van de klant.’ www.weiss.nl
april 2015
61
Technisch hoogstaande oplossingen die besparingen realiseren Door na nauwe auwe internationale cont contacten acten met afnemers en gere gerenommeerde enommeerde fabrikanten fabrikante en in alle sectoren van de industrie is ERIKS too onaangevend op h et toonaangevend het gebied van Aandrijftechniek Aandrijftechniek,, Stromingstechniek S Stromingstechniek,, Afdichtingstechniek, Afdicht tingstechniek, Industr IndustriĂŤle riĂŤle kunststoffen kunststoffen,, Gereedschappen Gereed dschappen en Onderhou Onderhoudsproducten. udsproducten.
Onze Application Engineers O eers bieden u technisch ch h oogstaande oplossingen.. Hierbij zijn standtijdver standtijdveerr-hoogstaande standtijdverle lenging, enging, emissiereductie, veiligheid, duurzaamhe duurzaamheid eid een n kostenbesparing bij ERIKS de uitgangspunten. en. Q Quick supply supply,, vestigingen door heel Nederland, m maataatw en onze kennis make werk maken n het verschil. www www.eriks.nl .erik ks.n s..nl
KORT TECHNOLOGIE EN MENSEN BEPALEND VOOR INNOVATIEKRACHT Ruim een derde van de bijna vijftig captains of industry (van onder meer ASML, Lely, MPS en Thales) die onlangs deelnamen aan de Strategie Summit Industrie over ‘smart entrepreneurship’, geeft aan dat de komende jaren in innovatie de meeste kansen liggen. Uit de interviews die organisator Jaarbeurs Utrecht hield blijkt dat zij ook veel mogelijkheden zien in de export (18 procent) en robotisering en digitalisering van hun processen (15 procent). Om die
ceerd personeel vinden (14 procent) en de samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven (11 procent). Om kansen te grijpen en uitdagingen aan te kunnen gaan is het zaak zowel de harde als zachte kant van de organisatie op orde te hebben, weten de geïnterviewden. Verder zegt 44 procent dat automatisering & hardware de belangrijkste interne investeringspost wordt de komende vijf jaar, zet 86 procent in op sensortechnologie, is 79 procent actief
Bron: Strategie Summit Industrie 2015
kansen te pakken zien de geïnterviewde uiteraard de nodige uitdagingen. Het meest genoemde is ‘komen tot ketenoptimalisatie’ (17 procent), gevolgd door voldoende, gekwalifi-
bezig met big data en is 64 procent de kansen van 3D-printing aan het ontdekken. Dat ook medewerkers van doorslaggevend belang zijn voor het succes van organisaties blijkt
ook: 36 procent zegt meer te gaan investeren in kennis en personeel, 54 procent maakt zich zorgen over de kwaliteit van hun medewerkers ten opzichte van de behoeften in 2020. Leemtes worden verwacht in het vermogen ICT en techniek te combine-
ren tot nieuwe oplossingen en op het gebied van ‘outsider-in denken’. Echter, 35 procent geeft ook aan dat de kwaliteit van het personeel in 2020 prima zal aansluiten bij de behoeften. www.strategiesummits.nl
‘SLIMSTE REGIO MOET SLIMST OMGAAN MET MENSEN’ Lars van der Hoorn, ondernemer in de Brainport regio, wil de komende jaren zo’n honderdtachtig mensen met een erkende afstand tot de arbeidsmarkt aan werk helpen. Zijn nieuwe bedrijf BRAINPORT ASSEMBLY gaat in een werkplaats, whiteroom- en/of cleanroomomgeving onderdelen monteren en assembleren voor de maakindustrie in de Brainport regio. De bedrijven die nu in Nederland hun montage en assemblage werk laten uitvoeren doen dat vaak met te dure hoog opgeleide krachten. Daarnaast laten bedrijven in de Brainport-regio hun
producten assembleren in het buitenland. Dat kost tijd en geld. Dit werk kan ook met minimaal dezelfde kwaliteit duurzaam en kostenefficiënt dicht bij huis worden gedaan. Bijzonder is dat het werk wordt gedaan door mensen met beperkingen. BRAINPORT ASSEMBLY wil de werkzaamheden zó organiseren dat haar klanten voldoen aan de verplichting in de Participatiewet. ‘Het is niet slim dat we vanuit onze regio het werk verplaatsen naar het buitenland terwijl we dat zelf ook kunnen doen’, zegt Van der Hoorn. www.bpass.nl
spel of duel ? Zet je schrap. Want wat je voelt is wrijving. Weerstand. Hoogvliegers willen dat. Heel veel. De aantrekkingskracht, één punt in de verte, totale controle. Jij hebt de lijntjes in handen! Wat er om je heen gebeurt doet er nu niet toe. Jij hebt de wind in je rug, anders niets. Daar zorgen wij voor.
Gewoon anders.
www.wjadvocaten.nl
april 2015
63
Twente, de meest ondernemende hightech regio van Nederland. Miljoeneninvestering voor UT-spin-off Een robot die de vlucht van een slechtvalk levensecht kan nabootsen. Het Cottonwood Euro Technology Fund voorziet een marktleiderspositie op het gebied van vogelregulering en investeerde 1,6 miljoen in UT spin-off Clear Flight Solutions. De Universiteit Twente pioniert in innovatie en ondernemerschap”, aldus UT-collegevoorzitter Victor van der Chijs. “Deze eerste investering door Cottonwood in een van onze spin-off bedrijven is het bewijs van onze leidende positie en kwaliteit.” Kees Eijkel, CEO van Kennispark Twente, voegt toe: “Hiermee wordt aangetoond dat Twente en Kennispark vooroplopen in het Europese ecosysteem voor technologische start-ups.”
De hightech helikopter van Ten Cate Met een glazen cockpit, ‘digital night vision’ en een extreem sterke Honeywell motor is de SKYe SH09 een innovatie op luchtvaartgebied. TenCate ontwikkelde uit composietmaterialen een ijzersterke lichtgewichtkabine, een techniek die ook gebruikt wordt bij F1 racewagens en die leidt tot een hogere ‘crash résistance’. Deze ‘helikopter van de toekomst’ is naast de lichtgewicht cockpit uitgerust met een staart propellor, wat zorgt voor minder geluidoverlast, weinig onderhoud en een betere veiligheid. Marenco Swisshelicopter uit Zwitserland betrok TenCate bij het project vanwege hun leidende positie op het gebied van systemen voor de lucht- en ruimtevaart.
Twente zoekt jou! 500+ vacatures HBO en WO Op zoek naar een baan, stage- of afstudeer opdracht? Twente.com biedt ook een
Twente in het teken van Smart Industry De afgelopen tijd is de term Smart Industry al vaak voorbijgekomen in de media. Deze maand staat twente.com in het teken van Smart Industry. Er wordt al gesproken over een vierde industriele revolutie en landelijk en regionaal worden er voorstellen geschreven en plannen opgenomen in het toekomstig beleid. Dat gebeurde ook in Twente met ‘Boost;
vacaturebank voor hoogopgeleiden met
Actieagenda Smart Industry Oost-Nederland, een rapport dat bedrijfsleven en overheid
meer dan 500 vacatures!
bewust moet maken van de grote kansen die Smart Industry biedt voor toekomstige economische groei en werkgelegenheid.
twente.com/vacatures
Kijk op de home van twente.com voor de 20 verhalen over Smart Industry.
Meer weten over ondernemend hightech Twente?
twente.com
/
GELEVERD GEINVESTEERD GEBOUWTECHNOLOGIE
Link Magazine bericht over de toegevoegde waarde van leveranties en investeringen in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Imtech bouwt mee aan VW-fabriek Polen Imtech verzorgt de gebouwgebonden technologie voor de nieuwe Volkswagen-fabriek in Polen. Het betreft de ventilatie/klimaatbeheersing, perslucht en de brandkranen. In Wrzesnia produceren vanaf 2016 3.000 medewerkers de VW Crafter, een nieuwe bestelwagen. Volks-
wagen Groep, de grootste autofabrikant van Europa, is een van Imtech’s belangrijkste klanten in de Duitse auto-industrie. Imtech moderniseerde ook de motorenproductie van Volkswagen in het Poolse Polkowice. www.imtech.com
Hartinfarct-test FABPulous dichterbij de markt Het Maastrichtse FABPulous voert, nu bij investeerders 1,8 miljoen euro is opgehaald, de productie en commercialisering van zijn H-FABP True Rapid Test® op. Met de gepatenteerde en CE-gemarkeerde test voor eenmalig gebruik kunnen huisartsen een acuut hartinfarct eenvoudig – zonder bijko-
mende apparatuur – binnen vijf minuten uitsluiten. Dat voorkomt onnodige ziekenhuisopname, patiëntstress en hoge kosten. De ‘ronde B’-injectie komt van bestaande en nieuwe – niet bij naam genoemde – investeerders. www.fabpulous.com
SCHEEPSBOUW
Eerste lng-binnenvaarttanker van Damen Damen Shipyards Group heeft op zijn Roemeense werf de eerste lngaangedreven Damen EcoLinerbinnenvaarttanker gepresenteerd. Elk onderdeel van het schip is gericht op brandstofbesparing. Met zijn gas-elektrische voorstuwing is de EcoLiner tot 25 procent
zuiniger en minder vervuilend dan gangbare binnenvaarttankers. De Europese Unie co-financierde de ontwikkeling in het kader van het TEN-T-programma (TransEuropean Transport Network) met ruim 1,1 miljoen euro. www.damen.com
AANDRIJFTECHNIEK
Aventics Nederland in nieuw pand Aventics, voorheen Rexroth Pneumatics en nu één jaar los van de Bosch-groep, heeft in Boxtel een totaal gerenoveerd en ‘Aventicsproof ’ onderkomen betrokken. Met kantoren, magazijn, een demoruimte en een productieomgeving met de ruimte en alle faciliteiten om
meer pneumatische en elektropneumatische kasten te bouwen. Aventics ziet de vraag naar totaaloplossingen – van engineering en montage tot installatie en service – groeien. www.aventics.com
AANDRIJFTECHNIEK
Volt Electric Motors breidt uit in Turkije Volt Electric Motors, met Europees hoofdkantoor in Wijchen, heeft de productiefaciliteiten in Izmir, Turkije, fors uitgebreid. De uitbreiding en herinrichting van de fabriek aldaar (nu 30.000 m2) maakt deel uit van een meerjarig investerings-
plan. Daarmee wil Volt zich een plaats verwerven aan de top van de Europese markt voor elektromotoren. Er werd tevens geïnvesteerd in re-engineering, r&d en administratie. www.voltmotors.nl
ROBOTICA
Eerste investering Cottonwood Euro Technology Fund Cottonwood Euro Technology Fund heeft zijn eerste Europese investering gedaan: 1,6 miljoen euro in Clear Flight Solutions. Deze spin-off van de Universiteit Twente ontwikkelt robotvogels, die de vlucht van de slechtvalk zo levensecht nabootsen dat vogels effectief – zonder gewenning – verjaagd worden. Vorig jaar opende
het Amerikaanse vroege-faseinvesteringsfonds Cottonwood in Enschede zijn Europese hoofdkantoor. Partners zijn Thales Nederland, Universiteit Twente, de regio Twente, The Source en Job Elders (Nanotech Ventures). cottonwoodtechnologyfund.com clearflightsolutions.com
De provincie Limburg investeert 25,5 miljoen euro in de oprichting van twee top-onderzoeksinstituten op de Brightlands Maastricht Health Campus. M4I (Maastricht MultiModal Molecular Imaging Institute) werkt aan nieuwe manieren om met speciale microscopen nauwkeuriger
diagnoses te kunnen stellen. En het instituut MERLN ontwikkelt ‘slimme’ biomaterialen die weefsels, en in de toekomst wellicht complete organen, kunnen aanzetten tot zelfherstel (regeneratieve geneeskunde). www.limburg.nl
METAALBEWERKING
Van Halteren Metaal breidt machinepark verder uit Van Halteren Metaal in Bunschoten heeft zijn machinepark uitgebreid met een Soraluce FS10000 floor type kotterbank (X-Y-Z 10 - 3,2 2,4 meter). Twee cnc-gestuurde, synchroon te gebruiken tafels ver-
groten de verspanende capaciteit. De Van Halteren Groep, waartoe het bedrijf behoort, is actief in de olie & gas-industrie, energiemarkt, defensie, semiconductor en tooling-bouw. www.vanhalteren.com
Recordorder Vanderlande voor Changi Airport
TMC verder Europa in land en Scandinavië zijn nog iets verder weg. Medio 2014 startte TMC in Zaventem, België. Daar zijn inmiddels 23 werkondernemers bij elf bedrijven aan de slag. www.tmcporch.com
Vanderlande vernieuwt het totale bagageafhandelingssysteem van Terminal 1 van Singapore Changi Airport, een van de grootste ‘hubs’ in het Verre Oosten. Het is de grootste order ooit die het Veghelse
bedrijf voor dit type systemen in Azië heeft binnengehaald. Het volautomatische systeem (2.600 aandrijvingen, controlekamer) wordt in 2016 in bedrijf gesteld. www.vanderlande.com
APPARATENBOUW
Europese subsidie voor Quality Slicer
SOFTWARE
TTF investeert in PhoeniX Software Het Twente Technology Fund (TTF) investeert in PhoeniX Software, ontwikkelaar van oplossingen (tools voor ontwerpsupport) voor microen macrotechnologieën. De kapi-
Limburg investeert in topinstituten
HANDLINGSYSTEMEN
DETACHERING
TMC, detacheerder van ‘werkondernemers’, gaat verder Europa in. De opening van vestigingen in Luxemburg en Frankrijk is aanstaande, Zwitserland zal spoedig volgen. Dochterondernemingen in Duits-
LIFE SCIENCES
taalinjectie helpt het bedrijf zijn groeistrategie te versnellen, met name in geïntegreerde fotonica. www.phoenixbv.com www.ppmoost.nl
Een consortium van Braakhuis Borne Machine- en Apparatenbouw en ingenieursbureau TCPM Oost ontvangt in totaal bijna vijf ton subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het rijk en de provincie Overijssel.
Daarmee wordt een volautomatische vleessnijmachine, de Quality Slicer, verder ontwikkeld zodat deze in een winkelomgeving kan worden getest. www.braakhuis.com www.tcpm.nl
april 2015
65
ADVERTORIAL
DE V-LOCK VAN METAL WORK: KOPPELEN MET EEN HANDOMDRAAI
TIJDWINST EN VRIJHEID Als in het debat rond de digitalisering van de industrie (Industrie 4.0 / Smart Industry) iets heel duidelijk wordt is het wel dat er een grote behoefte is aan gestandaardiseerde oplossingen die merkonafhankelijk configureren mogelijk maken. Metal Work speelt in op die behoefte aan engineeringsvrijheid met haar V-Lock-verbindingssysteem dat bovendien veel tijdswinst oplevert. De V-Lock is een modulair product dat wordt geleverd geïntegreerd in de bestaande cilinderranges van Metal Work, maar dat ook los verkrijgbaar is. Met het systeem zijn bijvoorbeeld cilinders met veel gemak te koppelen aan een gripper of aan aluminium profielen. ‘Stel’, illustreert Freek van der Waardt, salesmanager bij Metal Work Nederland, ‘dat je een applicatie wilt bouwen die in staat is een product op te pakken en op een lopende band te deponeren. Dat vergt dat je twee cilinders, eentje voor de horizontale beweging en een voor de verticale, en een gripper moet koppelen. Tot nog toe moest je, alleen al voor één koppelplaat, gaten boren, frezen, geschikte schroeven zoeken, et cetera. Met ons V-Lock systeem ben je zo klaar. Een schroevendraaier is voldoende. Dat kan je voor de bouw van een complete applicatie gemakkelijk een dag schelen.’
ALLE V-LOCK VOORDELEN OP EEN RIJ: • • • • • • •
Alle componenten zijn eenvoudig te koppelen; grippers, draaicilinders, geleidunits en zelfs elk merk aluminium profiel! Ook de standaard ISO15552 en 6432 cilinders of zuigerstangloze cilinders zijn te voorzien van het V-Lock systeem. V-Lock kan in elke willekeurige positie geplaatst worden. V-Lock maakt koppelen en ontkoppelen van componenten eenvoudig en snel. V-Lock is goed bereikbaar vanuit elke positie. Adapterplaten tussen de componenten zijn niet meer nodig. Ook zelf verbindingsplaten maken is overbodig met V-Lock. De V-Lock koppeling is extreem robuust en precies. V-lock is tevens geschikt voor hergebruik. Elk component uit de V-Lock serie heeft een zwaluwstaartprofiel van 40mm over de gehele lengte. Daarin zijn gaten (6H7) aangebracht om de koppeling tot stand te brengen.
Alle V-Lock componenten zijn te vinden op onze website (www.metalwork.nl). Ook beschikbaar in AutoCAD. Meer uitleg over de voordelen van V-Lock op: youtu.be/luieD9-6xaU
VRIJHEID Het systeem biedt de vrijheid ook componenten van andere merken te gebruiken. ‘Natuurlijk zou het universele van ons systeem kunnen betekenen dat de klant geen Metal Work-pneumatiek gaat gebruiken. Vanzelfsprekend zouden we dat jammer vinden, maar belangrijker is dat de klant de ruimte heeft om dat component, dat hij toch al heeft liggen, zonder problemen toe te passen.’ Overigens is het V-Lock-systeem niet alleen geschikt voor het koppelen van pneumatiek; ook camerasystemen bijvoorbeeld kunnen er gemakkelijk mee verbonden worden, aldus Van der Waardt. Die tot slot meldt dat Metal Work binnen afzienbare tijd haar gehele cilinderrange met geïntegreerde V-Lock op de markt brengt.
Metal Work Nederland Postbus 90
T 0318 66 51 11
6710 BB Ede
F 0318 66 51 15
Voltastraat 9
metalwork@metalwork.nl
6716 AJ Ede
www.metalwork.nl
KORT BÈTASERIE SUPER E-BIKE IN PRODUCTIE KMWE werkt aan een ‘pre-order’ voor twintig bètaversies van de Trefecta, een super e-bike die tot het trappen tot wel 70 kilometer per uur elektrisch ondersteunt. Het idee voor de fiets, waarvoor KMWE de aandrijving en het frame bouwt, komt van Trefecta Mobility-oprichter, investeerder en fervent mountainbiker Haiko Visser. Jaren woonachtig in Zwitserland merkte hij dat de actieradius van elektrische mountainbikes laag was en de kwaliteit en degelijkheid veel te wensen overlieten. Dus vergaarde hij een internationaal team van ontwerpers uit onder meer de luchtvaart, automotive en de wereld van het downhill-fietsen om zich heen. Om een fiets te ontwikkelen die niet alleen voor de particuliere gebruiker, maar voor de veeleisende defensie-industrie interessant is. Dat leverde een e-bike op met een elektrisch vermogen van 4Kw, plus – gemiddeld – 100 watt van de fietser.
En met een actieradius van minstens 100 kilometer, zelfs zonder trappen. Met een hol frame, waarin alle onderdelen als elektromotor en versnellingsbak zijn opgenomen. ‘Bij een gewone fiets zijn alle onderdelen aan het frame opgehangen, bij de Trefecta zijn ze erin opgenomen, net als bij een vliegtuig – en daardoor veel beter beschermd.’ Visser benadrukt het ontwerp van de vering. Anders dan bij gewone mtb’s zijn de schokbrekers zo ontworpen dat ze opgenomen zijn in het geveerde deel van de fiets. ‘Dat maakt de fiets veel beter belastbaar, geschikt voor grote sprongen, ook door een volbepakte militair van 160 kilo.’ German A heeft de schokbrekers ontworpen. Met KMWE behoort die Duitse fabrikant tot een supply base van zo’n veertig toeleveranciers die Trefecta heeft ingehuurd voor de fiets, die in Hillegom wordt geassembleerd. Visser heeft inmiddels de eerste tachtig
Foto: Trefecta
‘voorbestellingen’ binnen voor de Trefecta, die 22.500 euro ex btw kost. Allemaal van particulieren, van Japan tot Canada, maar hoofdzakelijk uit Europa – met een groot aantal uit Nederland. Orders van defensie heeft hij nog niet. ‘In die sector staan kwaliteitseisen centraal.
Energie-efficiency is erg belangrijk om de fiets in oorlogsgebied te kunnen inzetten, waar de literprijs van diesel wel kan oplopen tot 400-500 euro. Voor die markt zijn we nog aan het uitontwikkelen.’ www.trefectamobility.com
LINK MAGAZINE EN EASYFAIRS ORGANISEREN OP MOCON DEBAT ‘SLIMME INDUSTRIE’ Op woensdag 22 april 2015 organiseert Link Magazine in samenwerking met EasyFairs tijdens de beurs MOCON 2015 in ‘s-Hertogenbosch een debat over de ‘slimme organisatie’. Het gesprek wordt geleid door Gu van Rhijn van TNO Sustainable Productivity. Voorts nemen deel: Frank de Klein (Houdijk Holland), Jeroen Thuis (Boon Edam), Ruud Keulen (Thomas Regout International), Guido Bergman (Matas Electronics) en Thomas Luiten (Interfocos). In de juniuitgave van Link Magazine volgt een verslag van dit debat. Het debat, onder de noemer ‘1 Stuks, 0 waste – slimme organisatie legt verbinding tussen mens, machine, methode en markt’ vindt plaats op de beursvloer van MOCON 2015 (Brabanthallen te ’s Hertogenbosch) in het Seminartheater en is vrij toegankelijk voor bezoekers aan de beurs. Het debat is gewijd aan de vraag wat de
Nederlandse maakindustrie nodig heeft om in de mondiale concurrentiestrijd voorop te blijven lopen. Innovatieve producten en geavanceerde machines zijn daarvoor niet meer toereikend. Steeds meer moeten bedrijven het onderscheid maken met een slimme organisatie. Om de klant flexibel en snel de gewenste producten en diensten te kunnen leveren tegen de juiste prijs en in de juiste kwaliteit. Op zich niets nieuws, maar in combinatie met de toenemende mogelijkheden van ict en automatisering is er momenteel sprake van een (r)evolutie, aangeduid met Industrie 4.0 of Smart Industry. Hoe moeten maakbedrijven die slimme organisatie precies vormgeven en welke stappen moeten er nog gezet worden? Deze vragen staan centraal tijdens de het debat. Aanmelden als toehoorder van het debat: uitgever@linkmagazine.nl
Expice Hoorn. Schakelen zonder weerstand
Wij zijn experts in elektronica. Maar ons belangrijkste product is rust. De rust van een ervaren partner die uitvoert wat u in uw hoofd heeft. Die meedenkt,
Kom naar de E & A Beurs 2 / 3 / 4 juni 2015 Standnr. 8C066 eabeurs.nl
die zekerheid biedt. Met wie je schakelt zonder weerstand.
sales@expice.nl 0229 284 700 W expice.nl M T
april 2015
67
Innovaties beginnen op E&A Registreer nu voor een gratis beursbezoek
WWW.EABEURS.NL
DESKUNDIGHEID OM DE HOEK
COMPLETE ELEKTRONICAKETEN VERENIGD
WWW.EABEURS.NL
KORT CONGRES OVER DE EFFECTIVITEIT VAN INDUSTRIËLE BRANDING Is het voor consumentenbedrijven van cruciaal belang, de meeste industriële bedrijven hebben het zelfs nog nooit overwogen. Branding, het voeren en onderhouden van een merknaam, behoort voor de Coca Cola’s en de Unilevers tot hun corebusiness. In de industriële business-to-business wereld (B2B) daarentegen is het nauwelijks tot geen issue. Of dat terecht is, is een van de vragen die centraal staat tijdens het congres ‘Hoe merkwaardig is B2B? – over de rol en effectiviteit van branding in technisch/industriële markten’. Maakt het uit of mensen in of rond de decision making unit (DMU), waar de koopbeslissingen worden genomen, bekend zijn met – en een gevoel hebben bij – de merknaam van een leverancier van een productiemachine, een chip of een chemische toevoeging? Voorbeelden van B2B-bedrijven die – met succes – wél aan branding gedaan hebben zijn er. Het bekendst is Intel dat met ‘Intel inside’ een
campagne voerde gericht op de eindconsument, om die te verleiden PC’s en laptops te kopen met Intel’s chip in het binnenste. Minder bekend is het merk Safetan van Smit & Zoon. Een leverancier van chemicaliën voor de leerlooierijsector dat het duurzame van zijn product – zonder het kankerverwekkende formaldehyde – met een merkcampagne ging uitventen onder zijn klanten. Met succes, juist omdat schoenenfabrikant Nike staat op het kunnen leveren van een duurzaam product. Willem de Vries, managing director van het organiserende STEM Industrial Marketing Centre: ‘Bij de meeste technische en industriële bedrijven staan producten, kwaliteit, research en ontwikkeling hoog in het vaandel. Een goed merk kan dit in één keer communiceren en versterken. Toch lukt het de technische industrie nog te weinig om branding effectief toe te passen op hun producten en dat is merkwaardig.’ Hoe dat komt is het onderwerp van
Uw partner op gebied van AANDRIJFTECHNIEK
BESTURINGSTECHNIEK
het onderzoek dat promovendus Tom Dolkens van de Nijenrode Business Universiteit heeft uitgevoerd. Hij is een van de sprekers tijdens het congres. Key note spreker is prof. Paul Matthyssens van de Antwerp Management School & Industrial Marketing. Hij gaat in op de trends in industriële marketing en de rol van branding daarin. Het congres vindt plaats op de middag van 4 juni in het Conference Center The Strip op de High Tech
Campus Eindhoven. Het programma maakt onderdeel uit van de Dutch Technology Week die van 31 mei tot 6 juni in Brainport Eindhoven plaatsvindt. Lezers van Link Magazine kunnen met een korting het congres bezoeken door zich aan te melden via www.stemcongres.nl/LINK
NIEUWE CIRCULAIRE POLYMERENFABRIEK IN LIMBURG QCP (Quality Circular Polymers) is gestart met de bouw van een fabriek op Brightlands Chemelot Industrial Park in Sittard-Geleen. Daar wordt vanaf eind dit jaar plastic consumentenafval omgezet in circulaire polymeren. De nieuwste technologieën staan borg voor een constante hoge
kwaliteit. Volledig in bedrijf bedraagt de productiecapaciteit 100.000 ton per jaar, met werk voor honderd mensen – plus 200-300 indirecte arbeidsplaatsen. De totale investering bedraagt 75 miljoen euro. www.qcpolymers.com
CONTINU BETER PRESTEREN SLIMME ROBOT INTEGRATIE
VERBINDINGSTECHNIEK
Veiligheidskoppelingen Askoppelingen Elektro magnetische koppelingen Veiligheids remmen Hefschroef spindels Actuatoren Cardanassen Kogel- en kruiskoppelingen Lineaire servomotoren Servomotoren Positioneersystemen Nanometer aandrijvingen Besturingen Tandwielkasten Zelftappende draadbusssen Schroefdraadborging Lijmen Afdichtingspasta s Gietharsen Stiften
10 YEARS
www.esps.nl
www.groneman.nl 074 - 255 11 55
april 2015
69
Het belangrijkste ingrediënt als het aankomt op het maken van high-techproducten: Passie.
Sinds 1953 opereert TRUMPF Nederland B.V. als onderdeel van het wereldwijde concern TRUMPF GmbH+Co KG. TRUMPF Nederland B.V. is met name actief in markten en segmenten op het gebied van werktuigmachines, industriële lasers en gereedschappen. TRUMPF GmbH+Co KG is in 1923 opgericht in de buurt van Stuttgart en is wereldwijd actief met meer dan 11.000 medewerkers en een omzet van meer dan € 2.6 miljard. TRUMPF staat bekend om haar innovatie, kwaliteit en betrouwbare service.
TRUMPF hecht veel waarde aan het aangaan van een langdurige samenwerking, daarom blijven wij investeren in partnerschap. Niet alleen de verkoop van machines staat centraal, maar ook het bieden van een totaaloplossing. Klanten maken zelf een keuze hoe ze met TRUMPF Nederland B.V. willen samenwerken. Strategisch samenwerken in combinatie met TRUMPF die innovatie garandeert leidt tot meerwaarde voor al onze klanten. Wij ontwikkelen continu nieuwe technologieën en productiesystemen, die onze klanten een concurrentievoordeel verschaffen. Wij geloven erin dat goed nog beter kan. Hiermee bedoelen wij niet alleen onze producten, maar ook onze bedrijfscultuur. We stimuleren en bevorderen het innovatievermogen van iedere medewerker. TRUMPF Nederland B.V. John Maynard Keynesstraat 301 7559 SV Hengelo Telefoon: +31 (0)88 4002 400 Fax: +31 (0)88 4002 444 www.nl.trumpf.com
SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl
OVERNAMES
GROOTHANDEL
ENGINEERING
Elektrotechnische groothandel Sonepar Nederland, met merken als Technische Unie, Routeco en Ubel, neemt Van Egmond Groep in Doetinchem over. Die laatste levert goederen en diensten op het gebied
Sonepar Nederland acquireert Van Egmond Groep
Alten neemt EclipseIT over Alten heeft met de overname van ict-dienstverlener EclipseIT zijn activiteiten in Nederland uitgebreid. EclipseIT is gespecialiseerd in softwaretesten en business intelli-
gence. Voor EclipseIT betekent dit een uitbreiding van het dienstenpakket met onder meer near- en offshore services. www.alten.nl
FTNON grootste eigenaar robotpionier Lacquey fruit kunnen oppakken zonder drukplekken (underactuation-technologie) en kunnen omgaan met productvariatie, twee essentiële factoren in de voedingsindustrie. www.ftnon.com www.lacquey.nl
METAALBEWERKING
Overname GL Precision door VDL Groep definitief De overname van GL Precision door VDL Groep is definitief. Het bedrijf gaat met alle 150 medewerkers verder onder de naam VDL GL Precision. Zijn hoogwaardige bewerkingstechnologieën (waaronder microlaserlassen) sluiten goed
ENGINEERING
Nspyre in handen van Altran
MACHINEBOUW
Food Technology Noord-Oost Nederland (FTNON), producent van machines voor de voedingsindustrie, heeft een meerderheidsbelang gekocht in Lacquey. Deze spin-out van de TU Delft ontwikkelt robotgrijpers die groenten en
van elektrotechniek en industriële automatisering. Binnen Sonepar Nederland blijft Van Egmond Groep een zelfstandige eenheid. www.sonepar.com
aan bij de bestaande activiteiten van VDL Groep. Klanten zitten in de semiconductor-, lucht- en ruimtevaart- en optische industrie. In 2014 bedroeg de omzet 37 miljoen euro. www.vdlgroep.com
Altran (23.000 medewerkers in twintig landen) neemt Nspyre over. Nspyre ontstond uit de verzelfstandiging in 2008 van de technische automatiseringsgroep van Ordina en de latere acquisitie van Atos Origin TA. Met 680 medewerkers,
gespecialiseerd in softwareontwikkeling en mechanical engineering, is Nspyre een grote Nederlandse dienstverlener voor hightech, traffic & infra, automotive en energy & utilities. www.altran.com, www.nspyre.nl
ALLIANTIES NANOTECHNOLOGIE
Nanomaterialen voor duurzame zonnebrandstoffen AMOLF en DIFFER bundelen hun expertises in nanofotonica- en energieonderzoek in een nieuw strategisch FOM-programma om de volgende generatie materialen voor duurzame zonnebrandstofcellen te maken. Zonnebrandstoffen,
waaronder waterstof en methaan, worden gemaakt in fotoelektrochemische cellen door omzettingen onder invloed van zonne-energie. www.amolf.nl www.differ.nl
APPARATENBOUW
NieuweWeme neemt Infra Heat Techniek over Infra Heat Techniek in Almelo, gespecialiseerd in elektrische en gasgestookte infraroodtechnologie, is overgenomen door de NieuweWeme Groep uit Oldenzaal. Oprichter Bert de Winter gaat met
pensioen en heeft geen opvolger. De medewerkers, het machinepark en het complete productenpalet verhuizen mee naar het bedrijvencomplex van de NieuweWeme Groep. www.nieuweweme.nl
MARITIEM
Koninklijke IHC lanceert IHC IQIP Koninklijke IHC integreert vier van zijn businessunits in één organisatie, IHC IQIP. Het betreft de IHCunits Hydrohammer, Handling Systems, Sea Steel en FUNDEX Equipment. Door deze bundeling
zet IHC een volgende stap in het aanbieden van volledig geïntegreerde oplossingen voor klanten in de olie & gas, offshore-wind en civiele markten. www.ihcmerwede.com
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Twentse Medimate maakt doorstart Het in november failliet verklaarde Medimate maakt een doorstart. Investeerder Gerard Sanderink, topman van ict-dienstverlener Centric, ziet bredere kansen voor de technologie van de spin-off van de Universiteit Twente. Medimate ontwikkelde een thuistester waarmee manisch-depressieve patiënten
het gehalte lithium, dat stemmingswisselingen tegengaat, in hun bloed kunnen meten. Nu gaat Medimate zich ook richten op toepassingen voor onder meer de voedingsmiddelensector en voor het monitoren van nierproblemen via urinemeting. www.medimate.com
ROBOTICA
Internationaal partnerschap ontwikkelt paprika-oogstrobot SWEEPER, een internationaal onderzoeksprogramma voor de ontwikkeling van een first-generation oogstrobot voor paprika’s, is van start gegaan. Wageningen UR coördineert het netwerk met partners uit Zweden, Israël, België en Nederland. Het onderzoek wordt
financieel ondersteund door het Horizon 2020-programma van de EU. Naar verwachting kan de kennis en technologie uit het SWEEPER-programma later ook eenvoudig op andere kasgewassen worden toegepast. www.wageningenur.nl
ENGINEERING
METAALBEWERKING
One of A Kind Technologies neemt VIMEC over
Mannen van Staal breidt uit met Bucon Industries
Het Eindhovense hightech bedrijf One of A Kind Technologies neemt VIMEC Applied Vision Technology over. Die laatste is gespecialiseerd in automatische visuele metingen en inspecties middels geavanceerde
optische systemen. De bedoeling is een groep technologiebedrijven met een onderlinge samenhang en een sterk autonoom profiel te creëren. www.oneofakindtechnologies.nl
Staalbedrijf Mannen van Staal uit Leeuwarden zal dankzij een samenwerkingsverband met Bucon Industries de productie gaan verdubbelen. Mannen van Staal zal voor het bedrijf uit Lage Zwaluwe, dat een
kleine vestiging heeft op de Watercampus in Leeuwarden, vooral opslagtanks voor water en gier gaan produceren. www.mannenvanstaal.nl www.bucon-industries.nl
april 2015
71
DeVekonVisie. Vekon bundelt haar unieke kennis en ervaring als toeleverancier voor (elektro)technische assemblages tot een compleet pakket voor de apparaten- en machinebouw. Samen met onze klanten werken we aan verbetering van kwaliteit, flexibiliteit, betrouwbaarheid en rendabiliteit van de productie omgeving. Samenwerking is de kracht van Vekon. Onze medewerkers staan voor betrokkenheid en vakmanschap. Hiermee leveren zij een belangrijke bijdrage aan uw en ons succes.
Vekon Technische Assemblage Postbus 213 4920 AE Made Brieltjenspolder 14a 4921 PJ Made
Vekonsult
Telefoon: +31 162 67 11 65 Telefax: +31 162 68 49 52 www.vekon.nl
Partner in productie.
72
april 2015
Vekonstruct
Vekontrol
Kostenbesparing door procesoptimalisatie.
Technische productie services.
Ketenregisseur voor de maakindustrie.
In elk productieproces zijn verbeteringen aan te brengen die leiden tot meer effectiviteit en efficiëntie. Minder uitval of oponthoud leiden al snel tot doorlooptijdverkorting en kostprijsreductie. Waar zijn verbeteringsmogelijkheden en wat kan uitbesteden van productie bijdragen aan het bereiken van uw bedrijfsdoelen? Vekonsult adviseert u graag over de mogelijkheden binnen uw productieproces.
Vekonstruct levert alle tactische en operationele diensten op het vlak van inkoop, productie en voorraadbeheer, om zo de werkzaamheden voor de apparaten- en machinebouwer op de meest efficiënte manier te kunnen leveren. We werken voortdurend, zowel serie- als projectmatig, aan de optimale inrichting van onze organisatie voor het samenstellen van kabelassemblages, besturingssystemen en gerelateerde modules.
Vekontrol richt zich op alles wat met planning en aansturing van de goederenstroom te maken heeft. Vekontrol kiest voor een integrale benadering van de toeleveringsketen, met oog voor de belangen van alle partijen en maximale toegevoegde waarde als doelstelling. Wederzijdse betrokkenheid door langdurige raamcontracten, korte communicatielijnen, snelle support en pro-activiteit in de samenwerking is de basis voor het succes van alle betrokken organisaties.
KORT PERSONALIA
SIEVECORP GAAT VOOR LANGE HOUDBAARHEID SieveCorp heeft een financiering gekregen van de NOM. Het bedrijf uit Leek ontwikkelt en vermarkt een innovatieve filtratietechnologie (koude sterilisatie), die vloeistoffen als melk en vruchtensappen van (sporen van) bacteriën ontdoet, waarbij belangrijke voedingsstoffen behouden blijven en de houdbaar-
heid wordt verlengd (verse melk ruim drie weken). SieveCorp biedt het filtratiesysteem wereldwijd in licentie aan, maar blijft zelf eigenaar. De NOM-financiering wordt gebruikt voor de doorontwikkeling en de productie van de filterunits. www.sievecorp.com www.nom.nl
VOOR DE AGENDA: 25 NOVEMBER, DISA OVER ‘KETENAANSPRAKELIJKHEID’ De prestigieuze Dutch Industrial Suppliers Awards (DISA) beleven dit jaar hun veertiende editie, op woensdag 25 november, wederom in Boerderij Mereveld te Utrecht. Met prijzen voor de best knowledge supplier en best logistics supplier en de uitreiking van de Best Customer Award. Die worden tijdens een feestelijk diner uitgereikt. Onderscheidend is dat bedrijven zich niet zelf kunnen nomineren, maar dat hun klanten c.q. toeleveranciers hen moeten voordragen. Voorafgaand aan de prijsuitreiking is er een swingende talkshow, met ditmaal als gesprekthema ‘Ketenaansprakelijkheid – samen verantwoordelijkheid’. Een actueel thema omdat ketenaansprakelijkheid steeds belangrijker wordt in het uit-
bestedingsproces terwijl door de digitalisering de grenzen van verantwoordelijkheid steeds lastiger zijn te trekken. Twee humoristische maar ook kritische hosts zullen topondernemers ondervragen over
Christiaan van Terheijden is aan-
gesteld als ceo van Minkels, leverancier van datacenter-oplossingen en onderdeel van Legrand.
Melanie Peters is Jan Staman
opgevolgd als directeur van het Rathenau Instituut.
Emile Aarts volgt Philip Eijlander
op als rector magnificus van de Universiteit van Tilburg. Jürgen Peter von Hollen is Jack Overkamp opgevolgd als ceo van
multidisciplinair advies- en ingenieursbureau Tebodin, onderdeel van Bilfinger. 5
Carsten Thygesen, voormalig ceo
hoe zij met dit vraagstuk omgaan. De organisatie van de DISA is in handen van Link Magazine, met medewerking van ING, ISAH en NLO. Voor actuele feiten, volg de website: www.linkmagazine.nl
Insead-hoogleraar Annet Aris, die de overleden Het bedrijf Score lIeke van ontwikkelt den Burg en produceert ergonomische ‘zitoplossinopvolgt, en oud-cfo van DSM gen’ voor deSchwalb bedrijfsomgeving. Rolf-Dieter , die de stoelIn het segment bedrijfsstoelen is Score van Fritz Fröhlich inneemt. marktleider in Nederland. Het is ook op de Duitse markt actief. Maar, Michel Goderie is benoemd tot om het potentieel dieBuilding enorme markt directeur van devan divisie Technologies bij Siemens Nederland. Zijn voorganger, Koen Bogers, is nu divisiedirecteur van Siemens Building Technologies in de Verenigde Arabische Emiraten.
van Grene (in 2013 gefuseerd met Kramp), is toegetreden tot de executive board van Kramp Groep. De board bestaat nu uit: Eddie Perdok (ceo), Hans Scholten (cfo), Mario Babic (sales), Carsten Thygesen (productmanagement) en Tom Wolterinck (operations).
Jan Willem Houtman is als senior
consultant toegevoegd aan het team van Van de Groep & Olsthoorn Executive Search & Interim Management. Sander Timmerman is benoemd tot
manager van de businessunit Mechatronics binnen Alten. Hij volgt Mark Menting op, die zijn loopbaan buiten Alten voortzet als zelfstandig ondernemer. Werner De Ridder is benoemd tot
general manager van Mitutoyo Nederland. Hij blijft daarnaast de Belgische organisatie leiden. Henk Slotboom, general manager Mitutoyo Europe, is nu tevens vice president voor Mitutoyo in België en Nederland.
Frans van Leijden is sinds 1 maart
RECTIFICATIE In het hoofdredactioneel in de februariuitgave is een vervelende fout geslopen. In de tekst wordt geconcludeerd dat ook subsidieadviseur Jasper Munier ervoor pleit innovatiesubsidies vooral ‘achteraf te verstrekken, op basis van veroorzaakte werkgelegenheid en behaalde winst’. Die uitspraak is echter ten onrechte ook aan hem toegedicht. Wel heeft hij in de betreffende ronde
tafel over ‘fair finance’ bepleit innovatiesubsidies af te schaffen, maar er vervolgens ook voor gepleit die gelden te investeren in fundamenteel onderzoek aan de universiteiten waarbij, voor de valorisatie, bedrijven betrokken zouden kunnen worden: ‘Steun als overheid alleen fundamenteel onderzoek en zorg dat de kennis daaruit de bedrijven bereikt.’
kwartiermaker van de Brightlands Campus Greenport Venlo. Hij blíjft tevens directeur van HAS Hogeschool in Venlo.
Frank Jan Evers is benoemd tot
Rob Boogaard is aangesteld als ceo &
Marcel Schabos (eerder ceo Inalfa Roof Systems Group) is Rindert Wolters opgevolgd als interim-
president van tapijttegelfabrikant Interface EMEA (Europa, Midden-Oosten en Afrika). De raad van commissarissen van ASML krijgt drie nieuwe leden: Gerard Kleisterlee (oud-ceo van Philips en toezichthouder bij Shell en Vodafone),
supply chain manager van BluePrint Automation. Hij werkte eerder voor Agrifac.
directeur van Brabant Alucast. Ceo Luc Switten heeft per 3 april Connect Group verlaten. Coo Flor Pelsman is aangesteld als Ceo ad interim.
april 2015
73
...koud kunstje... ... containeroplossingen...
AGENDA 21-23 APRIL 2015 MAINTENANCE NEXT (VAKBEURS + CONGRES) - ROTTERDAM Technologie- en onderhoudsexpo over de onderhoudsindustrie van vandaag én morgen; met de thema’s arbeid, innovatie en waardecreatie. Zie: www.maintenancenext.nl
23 APRIL 2015 EUROPEAN CONFERENCE ON THE FUTURE OF BUSINESS EDUCATION IN PACKAGING ENSCHEDE Congres dat de industrie met opleidings- en trainingsinstituten verbindt. Focus: kundige werknemers behouden en scholieren interesseren voor het vak verpakken. Zie: www.nvc.nl
23 APRIL 2015 22-23 APRIL 2015 MOCON 2015 (VAKBEURS) ’S-HERTOGENBOSCH Innovaties op gebied van industrial motion control en drive technologies. Met onder het motto ‘Andere kijk op techniek’ knipoog naar sectoren als voeding, verpakkingen, agri, logistiek en zorg. Zie: www.easyfairs.com/mocon-nl
22-23 APRIL 2015 MATERIALS 2015 (VAKBEURS + CONGRES) VELDHOVEN Trefpunt voor professionals betrokken bij de keuze, het toepassen en (na)bewerken van materialen. Met focus op de driehoek properties – applications – solutions. Zie: www.materialenbeurs.nl
IP CONGRES 2015 - KAATSHEUVEL Congres georganiseerd door Arnold + Siedsma, met als thema ‘De waarde van IP’. Diverse sprekers en workshops. Zie: www.arnold-siedsma.nl
31 MEI – 6 JUNI 20015 DUTCH TECHNOLOGY WEEK - EINDHOVEN Vierde editie van week met evenementen, presentaties en ontdekkingsroutes in de slimste regio van de wereld voor scholieren, studenten, technologieliefhebbers en professionals. De organisatie is in handen van Brainport Development. Zie: www.dutchtechnologyweek.nl
2-4 JUNI 2015 ELECTRONICS & AUTOMATION (VAKBEURS + SEMINARS) - UTRECHT Platform voor laatste ontwikkelingen en
innovaties in testtechnologie, elektronicacomponenten en -productie, design & engineering. Lees ook elders in deze Link. Zie: www.eabeurs.nl
3-4 JUNI 2015 PHOTONICS EVENT 2014 (VAKBEURS + CONGRES) - VELDHOVEN Inclusief PhotonicsNL conferentie. Gelijktijdig met Vision Robotics & Mechatronics 2015. Zie: www.photonics-event.nl
6-8 OKTOBER 2015 ENERGIE / ECOMOBIEL (VAKBEURZEN) ’S-HERTOGENBOSCH Bundeling van voorheen gescheiden vakbeurzen op het gebied van (energie)besparing en energietransitie in gebouwen, industriële processen en mobiliteit. Parallel vinden plaats het Passief Bouwen Event, het Wind Congres en het Stoomplatform. Zie: www.ecomobiel.nl, www.energievakbeurs.nl
13-14 OKTOBER 2015 3-4 JUNI 2015 VISION ROBOTICS & MECHATRONICS 2015 (VAKBEURS + CONGRES) - VELDHOVEN Inclusief RoboNED conferentie. Gelijktijdig met Photonics Event 2015. Zie: www.vision-robotics.nl, www.roboned.nl
OFFSHORE ENERGY 15 (BEURS + CONFERENTIE) - AMSTERDAM Beurs en conferentie voor de wereldwijde offshore- en energiebranche. Netherlands Maritime Technology presenteert zich in een Holland Paviljoen. Zie: offshore-energy.biz
4 JUNI 2015
25 NOVEMBER 2015
STEM-CONGRES - EINDHOVEN Middagcongres, valt samen met Dutch Technology Week. Sprekers belichten vanuit verschillende invalshoeken nut, noodzaak en toepassing van branding in een technische/industriële omgeving. Zie: www.stemsite.nl/nl/congres
DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AWARDS 2015 (EVENT) - UTRECHT Veertiende editie, met een swingende talkshow en prijzen voor de best knowledge supplier en best logistics supplier, en de Best Customer Award. Lees ook elders in deze Link. Zie: www.linkmagazine.nl
april 2015
75
Maakbedrijven renderen met Isah Business So ware Isah Business Software vormt de spil van alle bedrijfsprocessen en biedt volledig inzicht en overzicht. De so ware is toegespitst op de maakindustrie en wordt wereldwijd in vele branches toegepast. Wij investeren continu in Research & Development om vandaag, maar ook over 10 jaar te voldoen aan de wensen en eisen van het maakbedrijf. Daarbij hebben we een duidelijk
Kennismaken? Kijk op isah.nl of bel 088 4724 000
doel voor ogen: het maakbedrijf beter laten renderen. Dat is de inzet van onze mensen, organisatie en business so ware.
DE NUMMER
SOFTWARE VOOR DE MAAKINDUSTRIE.