jaargang 3 | nummer 6 | Februari 2015
Tijdschrift voor Dunamare Onderwijsgroep
Dunamare Expertacademie Collega’s over hun cursus
Leerlingen inspireren voor techniek
In deze rubriek geven collega’s tips aan collega’s. Over verschillende aspecten van het werk. Laat je inspireren. Dit keer vijf tips van de docenten van de Daaf Gelukschool over de rol van de leraar, gebaseerd op het boek ‘De vijf rollen van de leraar’ (Martie Slooter) dat zij gebruiken.
Trainers Daaf Geluk ‘5 rollen van de leraar’ vlnr: Jan-Willem Kraaij, Judith-An Verschuuren, Annette Belhaj-Bos, Ruben van Zwet (zittend), Bert Hartman, Arwen Scholten, Stephan Cobbenhagen. Niet op de foto: Astrid Peters, Rob de Wit
TIP 1: Een leraar is een gastheer/vrouw
Heet je leerlingen welkom, en stel aan de start van je les een paar belangstellende vragen, zeker als je merkt dat de groep iets heeft meegenomen van een vorig uur.
TIP 2: Bedenk je welke (ongeschreven) regels jij hanteert – het zijn er vaak meer dan je denkt – en vraag je af of jouw leerlingen die ook (her)kennen: weten je leerlingen wat jij van ze verwacht?
TIP 3: Gebruik je bord op een vaste manier dag, datum, les en
lesdoel altijd op het linkerbord, aantekeningen in het midden en huiswerk rechts, bijvoorbeeld. Zo zien leerlingen in één oogopslag waar ze mee bezig zijn.
TIP 4: Let goed op dat je benoemt wat je wél wilt van een leerling die je regels overtreedt, in plaats van alleen aan te geven wat je niet wilt dat iemand doet. Vaak merk je meteen verschil in de respons die je krijgt.
TIP 5: Zorg voor een goede afsluiting Sluit je les af met een vast ritueel, een paar minuten voor de bel. Zo krijgt iedereen kans om huiswerk te noteren, de inhoud van de les nog even te overdenken en de overstap te maken naar de volgende les.
Heb jij ook 5 tips voor je collega’s? Laat het ons weten via klasse@dunamare.nl. 2 | Klasse!
In dit nummer
Voorwoord
Grenzeloos onderwijs
Aandacht
Internationalisering
4
8 Ken jij de GMR?
10
Hoe inspireer je leerlingen voor techniek?
Nu ik zo’n half jaar rector ben van het Coornhert Lyceum, is het bijvoeglijk naamwoord ‘nieuw’ niet meer echt van toepassing. Inmiddels heb ik het gevoel de school al aardig te kennen, in ieder geval de bijna 150 medewerkers. Ik heb met hen allen individuele kennismakingsgesprekken gevoerd. Hierdoor weet ik wat meer van hun achtergrond, hun specifieke interesses en hoe ze aankijken tegen ontwikkelingen binnen de school. Zelf vond ik het ook leuk om vragen over mijn achtergrond en onderwijsvisie te beantwoorden. Al met al heb ik zeker 75 uur in deze gesprekken geïnvesteerd, zeg maar twee volle werkweken. Maar ik heb er geen seconde spijt van gehad. Sterker nog, ik raad het iedere nieuwe leidinggevende van harte aan. Natuurlijk moet het geven van persoonlijke aandacht passen binnen de organisatiecultuur. Maar dat is juist waar wij continu naar streven op onze scholen!
13 Kort nieuws
- Goed werkgever- en werknemerschap - Wist je datjes
14 Dunamare Expertacademie Steeds meer aanmeldingen
16 De dag van...
Esther Willemse, mentor en stagebegeleider op praktijkschool Oost ter Hout
Dit is het zesde exemplaar van Klasse. Laat ons weten wat je ervan vindt op klasse@dunamare.nl. Ook als je een bijdrage wilt leveren, mail je naar dit adres.
Colofon:
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Jesseke van Buuren Dunamare Onderwijsgroep Diakenhuisweg 5, 2033 AP Haarlem 023-530 3600 klasse@dunamare.nl Aan dit nummer werkten mee: Eliza van den Anker, Annette Belhaj-Bos, Paul Blom, Jörn Boll, Renske Bootz, Lars van der Bruggen, Jesseke van Buuren, Stephan Cobbenhagen, Gijs Coffeng (Linea Recta, Amsterdam), Simone van der Eijnden, Evelien Eggink, Marianne Furstner, Tess de Haan, Bert Hartman, Martha Hustin, Robert Jonker, Marianne van Kampen, Jan-Willem Kraaij, Matthijs Kruijer, Paul Logman, Carla Neijts, Astrid Peters, Frans van Rumpt, Arwen Scholten, Serge Schoon, Teus Taekema, Judith-An Verschuuren, Mascha Walbeek, Esther Willemse, Rob de Wit, Ruben van Zwet.
Begrip en vertrouwen
Begin oktober stond tijdens een studiedag het motto ‘Geen prestatie zonder relatie’ centraal. Dit is van toepassing op de relatie tussen docenten en leerlingen. Het is niet echt een nieuw inzicht, maar de uitdaging is wel hoe je dat vandaag de dag nader invult als docent, mentor of onderwijsondersteuner. Lees hiertoe ook het interview in dit nummer met Paul Logman, docent natuurkunde op het Vellesan College, over hoe hij leerlingen weet te inspireren voor techniek. Naar mijn overtuiging geldt het principe ‘Geen prestatie zonder relatie’ ook in de relatie tussen schoolleiding en medewerkers. Door aandacht te schenken aan de medewerkers en een luisterend oor te bieden, ontstaat meer begrip over en weer en vertrouwen in elkaar. Openheid en transparantie zijn daarbij van belang. Pas dan kan er echt worden samengewerkt aan verbetering van de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs. Carla Neijts, Rector Coornhert Lyceum
Fotografie (gros): Marielle Lageveen-Coster, Heldere Blik, Amsterdam. Vormgeving en drukwerk: Henk Greuter, Nederlof, Cruquius.
Klasse! | 3
Hoofdartikel
Het tweetalig onderwijs (TTO) bestaat 25 jaar. Maar er zijn meer manieren om het reguliere onderwijs te verrijken met internationale elementen. Een rondje langs vier scholen die de grenzen letterlijk en figuurlijk verleggen.
4 | Klasse!
E-Twinning: Leerlingen op het Haarlemmermeer Lyceum hebben mailcontact met leerlingen in andere landen via E-Twinning. Zij voeren samen projecten uit. E-Twinning noemt zichzelf: de community voor scholen in Europa. Kijk op www.etwinning.net
Crowdfunding
Paul Blom
P
aul Blom is de trotse coördinator TTO van het Haarlemmermeer Lyceum. Op 14 januari ontving de school het certificaat senior TTO-school, een eretitel die 52 van de in totaal 150 TTO-scholen in Nederland mogen dragen. ‘Het HL heeft al sinds 2000 een richting tweetalig onderwijs’, vertelt hij. ‘Wat wij willen is dat onze leerlingen aan het eind van hun schoolcarrière verder kijken dan onze Nederlandse grenzen. Als we ze afleveren zitten ze net onder of op het native speaker niveau.’
Europees Platform
Op het Schoter zijn ze sinds 2008 gecertificeerd junior TTO-school. ‘TTO is uitdagend onderwijs’, zegt Renske Bootz, teamleider tweetalig-vwo. ‘Dit is echt vaardigheden ontwikkelen. Wij leiden kinderen op om een actieve rol te gaan spelen in een maatschappij die steeds internationaler wordt. En dat gaat echt niet alleen om taalvaardigheid. Het gaat om verantwoordelijkheid, samenwerking, initiatief. Geschiedenis-docent Frans van Rumpt is net terug van een reis naar een partnerschool in Los Angeles met zes leerlingen. Hij zegt: ‘Ze zijn zelf ambassadeur van zo’n project. Het geld voor die reis hebben ze grotendeels door crowdfunding en andere fondsenwerving bij elkaar gebracht. Eén meisje heeft via haar hockeyvereniging geld ingezameld.’ Renske: ‘We doen dat expres op die manier, omdat we niet willen dat TTO een elitair gebeuren wordt. Het moet voor elke leerling bereikbaar zijn.’
21th century skills
Internationaal onderwijs vraagt meer van de docenten op het gebied van organisatie, maar ook op het gebied van training en het aanpas-
Renske Bootz en Frans van Rumpt
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs mag dan enthousiast zijn over het tweetalig onderwijs, zijn ministerie geeft er geen cent aan uit. Het TTO is een initiatief van het Europees Platform dat de Engelse taal en internationalisering wil stimuleren. ‘Het Europees Platform heeft de standaard ontwikkeld waaraan scholen moeten voldoen’, zegt Paul. ‘Zij controleren dat door middel van visitaties, waarbij echt alles wordt gecheckt. Je organisatie, administratie, de lesinhoud, het niveau Engels van je docenten. Wij hebben hier acht native speaking Engelstalige docenten, het zijn vaak mensen die in het buitenland hebben gewoond of gewerkt. Meer dan vijftig procent van je lesuren moet in het Engels zijn. Alleen vakken als Nederlands krijg je natuurlijk niet in het Engels.’
Klasse! | 5
Simone van der Eijnden, Lars van der Bruggen en Tess de Haan
Op het Ichthus sluiten leerlingen van de talentstroom Internationalisering hun project af met een simulatiespel. Ze vertegenwoordigen allemaal een land van de EU en moeten met elkaar in debat over een actueel onderwerp: moet Griekenland uit de EU? Vooraf bespreken ze hun standpunten.
6 | Klasse!
sen en ontwikkelen van lessen. Op het Ichthus Lyceum in Driehuis kunnen de docenten van de talentstroom Internationalisering daar ook over meepraten. Lars van der Bruggen, docent Maatschappijwetenschappen, zegt: ‘Je maakt alles zelf. Het voordeel daarvan is dat er geen keurslijf is. Je ontwikkelt je lessen vanuit je eigen idealen, vanuit het idee dat de leerling straks een betrokken onderdeel is van de wereld.’ De talentstroom op het Ichthus heeft niets te maken met TTO, maar verrijkt de leerlingen wel met een internationale kijk op de wereld. Vaste onderdelen zijn versterkt Engels, wereldburgerschap, internationaal ondernemen en als het even kan uitwisseling. ‘We zijn een European Parliament Ambassadors School’, zegt coördinator Tess de Haan. ‘Dat is een hele mond vol, maar het betekent dat we een Europese component in onze lessen moeten hebben. Behalve de talentstroom in de tweede en derde doen we bijvoorbeeld ook een uitwisseling via Edukans in de bovenbouw.’ ‘Vorig jaar zijn onze
leerlingen met subsidie van de EU naar Turkije, Italië, Griekenland, Duitsland en Engeland geweest’, zegt docente Nederlands Simone van der Eijnden. ‘En vice versa, de leerlingen van die scholen kwamen bij ons. Dat hebben we allemaal zelf geregeld. De subsidie, de gastgezinnen, het vervoer vanaf Schiphol, het programma. Gelukkig was de schoolleiding heel ondersteunend.’ Lars: ‘Voor zover wij weten is het uniek om in je lessentabel structureel vijf uur per week hiermee bezig te zijn. En dat je niet alleen inhoudelijk een volstrekt nieuw programma ontwikkelt, maar misschien nog wel belangrijker: je doet dit vanuit een andere didactiek en met meer nadruk op de zogenaamde 21st century skills. Zo sluiten we dus ook veel beter aan bij de veranderende moderne wereld van onze leerlingen.’ ‘Als je ziet wat je leerlingen geeft, is die extra tijd helemaal niet erg’, zegt Frans van Rumpt. En ook Paul Blom is superenthousiast. ‘Er zit zo’n drive
achter. Het is geven en heel veel terug krijgen. Ik vind het geweldig om onze leerlingen dan te zien in activiteiten zoals uitwisselingen met scholen in het buitenland, in debatwedstrijden zoals Model United Nations conferenties, op het toneel. It’s magic!’
• Bij TTO in de onderbouw havo/vwo is minstens 50 procent van de lessen in de andere taal. In de onderbouw vmbo is dit 30 procent. • De docenten hebben een speciale TTO-opleiding gehad met daarin aandacht voor taalvaardigheid en TTO-didactiek. • Het onderwijs in de vreemde taal mag niet ten koste gaan van het Nederlands. • De school moet de leerlingen internationale activiteiten aanbieden. Bijvoorbeeld taalreizen, uitwisselingen of workshops. • Leerlingen van TTO-scholen doen in het Nederlands eindexamen. Van de site www.rijksoverheid.nl
Bijzondere vakken
Er zijn ook scholen waar internationalisering vanzelfsprekend hoort bij de opleiding. De Maritieme Academie in Harlingen bijvoorbeeld. Hier worden leerlingen opgeleid voor de binnenvaart, een internationaal vakgebied waarin Nederland niet alleen het grootste, maar ook het meest vooraanstaande land in Europa is. Jörn Boll vertegenwoordigt de Maritieme Academie in Edina (Education in Inland Navigation), een samenwerkingsverband van de Europese binnenvaart wat harmonisatie van de opleidingen nastreeft. ‘Nederland heeft een echte praktijkopleiding’, zegt hij. ‘In landen als Roemenië is de opleiding veel theoretischer.’ Die praktijk zie je vooral terug in de uitwisseling met Duitsland, waarbij de studenten uit Harlingen een week lang met het opleidingsschip de Prinses Maxima naar Keulen varen. ‘Je moet het schip zien als een leswagen’, zegt Jörn. ‘Twee roeren, de leerlingen leren werken met machines, aanmeren, afmeren. En ze zijn een tijd van huis weg. Ook daar moeten ze
Talentstroom Ichthus: in de tweede en derde klas kiezen leerlingen een van de drie talentstromen: Internationalisering, Kunst en Cultuur of Technasium. Doel van een talentstroom is dat leerlingen nieuwe talenten ontdekken en ontwikkelen.
aan wennen.’ Jörn Boll is voor het Maritiem bezig met grote projecten, zoals de aanschaf van een unieke binnenvaartsimulator. Hij zegt: ‘Dat is een complete stuurhut om mee te oefenen. Je hebt dat voor de zeevaart, voor de luchtvaart, maar voor de binnenvaart laten we die apart bouwen.’ Aan de Maritieme Academie wordt in het Nederlands les gegeven, maar op het programma staan ook bijzondere vakken, zoals Riverspeak, een verzameling nautische termen in eenvoudig Engels en een vak als Nautisch Duits. Jörn: ‘Tachtig procent van de Europese binnenvaart speelt zich af in het Rijngebied.’ ‘Leerlingen met internationale ervaring op school hebben straks meer kans op de arbeidsmarkt’, zegt Paul Blom. ‘TTO helpt je bij je toelating tot universiteiten en andere vervolgopleidingen.’ ‘Het liefste zou je elke leerling gedurende zijn of haar hele schoolperiode TTO willen aanbieden’, zegt Renske Bootz. t
Jörn Boll
Klasse! | 7
Ken jij de GMR?
In het trappenhuis ruikt het naar Aziatisch eten. Het is zeven uur, de schoonmaakster ruimt het service- en bestuursbureau op. Daar tussendoor verzamelt de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) zich om te vergaderen over de functiemix, het formatieplan en andere actuele onderwerpen die ‘een meerderheid van alle scholen aangaan.’
Marianne Furstner
8 | Klasse!
‘Z
o is het’, zegt voorzitter Marianne Furstner, docent Economie en Rekenen aan de Duin en Kruidberg Mavo. ‘Besluitvorming die van toepassing is op een meerderheid van onze scholen, moet eerst worden voorgelegd aan de GMR.’ Die GMR bestaat uit docenten, ouders en leerlingen. Teus Taekema, leerling van het Vellesan College, is het jongste lid. ‘Mijn moeder is journalist en zit in de MR, dus ik heb het wel een beetje van huis uit meegekregen.’
Vertrouwen
De GMR komt twaalf keer per schooljaar bijeen. Zes keer met de leden van het College van Bestuur (CvB), zes keer zonder. Daarnaast zijn er nog twaalf aparte bijeenkomsten met de commissie Personeel en de commissie Financieel. Marianne: ‘Ten tijde van de fusie was de medezeggenschap hectisch, weinig transparant. Er was sprake van zowel een voorlopige GMR, bestaande uit GMR-leden van de drie fusiepartners, als van de invoering van de WMS, de Wet medezeg-
De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) is op 1 januari 2007 in werking getreden. De wet vervangt de Wet medezeggenschap onderwijs, die teruggaat naar 1981. Onder die wet konden scholen op grond van uit levensbeschouwing voortkomende principiële bezwaren, ontheffing vragen voor een MR. De nieuwe wet stelt het inrichten van een MR verplicht. genschap op scholen. De communicatie en de relatie met het CvB waren in het begin moeizaam, het was heel erg wennen en zoeken. Vier jaar geleden zijn we een andere koers gaan varen. We hebben een studieweekend georganiseerd waarin we onze prioriteiten hebben benoemd en afspraken hebben gemaakt. Inzet was om aan vertrouwen tussen GMR en CvB te werken, de rol van medezeggenschap te versterken en om van de GMR een echt team te smeden. Als je geen team bent, wordt het niks. Dat is gelukt. De verstandhouding is nu veel beter. We worden al aan de voorkant van de besluitvorming meegenomen.’
Scholing via de Dunamare Expertacademie ‘Dit jaar hebben we een eigen jaarplan opgesteld, waarin professionalisering een belangrijk onderwerp is. Willen wij een serieuze gesprekspartner van het CvB zijn en een goede vertegenwoordiger van onze collega’s dan moeten we op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen en een bijdrage leveren aan de kennis die binnen Dunamare beschikbaar is over het werk van de medezeggenschap. We organiseren scholing via de Expertacademie voor leden van MR’en. We zijn nu op het punt om veel meer naar buiten te treden, onze achterban op te zoeken.’ Teus: ‘Bij mij in de klas weten leerlingen soms niet eens dat er een medezeggenschapsraad bestaat.’ Teus Taekema
Drie geledingen
De GMR bereidt stukken voor in commissies. Tijdens de vergadering worden de opmerkingen van de commissie behandeld en bepaalt de GMR haar standpunt. En in vergaderingen met het CvB worden de stukken goedgekeurd of eventueel teruggetrokken om er nog wijzigingen in aan te brengen. ‘Het is goed dat we met drie geledingen in de raad zitten’, zegt Marianne. ‘Er zijn onderwerpen die specifiek gaan over personeelsbe-
‘We worden al aan de voorkant van de besluitvorming meegenomen’
leid, en dus alleen docenten aangaan, zoals de functiemix en het formatieplan, terwijl zaken als de kwaliteit van het onderwijs, ziekteverzuim en vervanging alle geledingen interesseren.’ De geledingen vullen elkaar mooi aan wat betreft invalshoeken en specifieke interesses. Teus: ‘Ik zit hier nu nog vooral om te wennen. Maar waar ik me op school nog wel eens druk om maak zijn alle roostervrije dagen. Dat zou best een onderwerp kunnen zijn voor de medezeggenschap.’
Klasse! | 9
Paul Logman, docent natuurkunde, Vellesan College:
‘Techniek moet je vooral ervaren’
10 | Klasse!
Paul Logman prom
oveerde zijn onderzoek ‘Leerlingen heront dekken de Algemene wet van Energiebehoud’. Bijzonder, want ee n promovendus voor de klas in he t voortgezet onderwijs is tamelijk uniek. Het doel van zijn onderzoek is om leerlingen te leren waar om wetten en formules bestaan , niet alleen hoe ze toe te passen. Hij ontwikkelde een nieuwe leerm ethode die leerlingen natuur kunde beter laat begrijpen waar ze mee bezig zijn. afgelopen jaar op
Met grote namen als Shell, Philips, de Rotterdamse haven en Tata Steel heeft Nederland een naam hoog te houden op technologisch gebied. Maar het aantal mensen dat in de techniek werkt, neemt af. De uitstroom is groter dan de instroom. En daarom zouden meer leerlingen moeten kiezen voor een technisch vak. Paul Logman, docent natuurkunde aan het Vellesan College heeft zo zijn eigen kijk op hoe je dat voor elkaar kan krijgen. Het Vellesan College is een brede school, met vmbo-, havo- en vwo-onderwijs. Hoe promoten jullie de techniekkant? ‘Als school willen we dat leerlingen op een goede plek terechtkomen. Het is dus niet zo dat we per se inzetten op techniekonderwijs. Maar we willen wel dat leerlingen de mogelijkheden zien en een bewuste keuze maken. Als je ouders niet in de techniek werken, kies je er zelf ook niet voor. Zo werkt het. De moeder is de belangrijkste schakel in die keuze. En moeders zitten sowieso weinig in de technische beroepen. Maar ook dingen als: heb je veel met Lego of K’nex gespeeld, beïnvloeden die keuze.’ Waar moet ik aan denken bij technische beroepen? ‘Vroeger leerde je op de technische school een ambacht. Timmerman of loodgieter. Maar wij gebruiken een breed beeld van techniek, zoals de wetenschap techniek ook in de volle breedte
Klasse! | 11
benadert. Dan heb je het over beroepen als werktuigbouwkundige, procestechnoloog of technisch inkoper, maar ook mensen die zich bezighouden met DNA-onderzoek.’ Hoe nijpend is de situatie? ‘Er ontstaat echt een tekort aan dit soort beroepen, terwijl in Nederland dringend behoefte is aan nieuwe instroom. Wij lopen voorop. Een groot bedrijf als Tata Steel maakt staal over de hele wereld, maar het kwaliteitsstaal wordt hier in Velsen gemaakt. Daar hebben ze goede, jonge mensen voor nodig. Anders verdwijnt zo’n industrie naar andere landen.’ Wat doet de overheid? ‘De overheid heeft techniek sinds een paar jaar verplicht gesteld in het primaire onderwijs. Er is een ‘Techniekpact’. Daarin staan concrete afspraken tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. Het doel is om de aansluiting tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs te verbeteren.’ Hoe inspireer je leerlingen voor techniekonderwijs? ‘Ik geloof niet in de traditionele manier van lesgeven. In de onderbouw, akkoord. Daar leer je de basis van natuurkunde, maar vanaf de derde klas geef ik veel vrije opdrachten. De praktijk maakt dat je zelf gaat onderzoeken wat je leuk vindt, waar je talenten liggen. Het sluit aan bij wat je kan
en niet bij wat de docent voorschrijft, een beetje zoals de science-projecten in de Amerikaanse high schoolfilms. Daarnaast heb je in 4 en 5 havo vier keuzemodules voor natuurkunde. Aarde en klimaat, Het menselijk lichaam, Optica en Technisch automatiseren. Als je dat als docent gaat sturen, omdat je zelf een voorliefde hebt voor bijvoorbeeld het menselijk lichaam, ga je voorbij aan waar leerlingen zelf warm voor lopen. Ik laat die keuze vrij. En daar komen de mooiste resultaten uit. Techniek moet je vooral ervaren.’ Zijn er meer scholen waar men dit zo doet? ‘Niet veel. In en rond Amsterdam praten we onder de noemer bèta-partners met zo’n dertig scholen over hoe we als geheel het techniekonderwijs kunnen stimuleren. Een initiatief van de UvA, de HvA en de VU. Daar komen dit soort dingen ook ter sprake. Ik neem er wel eens een collega mee naar toe, bijvoorbeeld van aardrijkskunde of biologie. Er zijn zoveel raakvlakken tussen onze vakken, we zouden veel meer samen kunnen doen, ook binnen de school.’ Zijn er contacten met het bedrijfsleven? ‘Jazeker. Hier in de regio IJmond hebben we contact met grote en kleine techniekbedrijven zoals Nuon en Tata Steel. Bijvoorbeeld voor het verkrijgen van stageplekken voor 3 havo, het jaar dat je je profiel moet kiezen. Hier doen we ook wetenschappelijk onderzoek naar en gebruiken dit soort contacten niet zozeer om leerlingen te verleiden, maar om ze een overwogen keuze te laten maken.’
12 | Klasse!
Wat versta jij onder goed werkgever- en werknemerschap? Het best mogelijke onderwijs kunnen leveren aan alle leerlingen staat binnen Dunamare bovenaan op de prioriteitenlijst. Alle leerlingen krijgen de mogelijkheid om hun talenten in de volle breedte te (blijven) ontwikkelen. Dit geldt uiteraard ook voor alle medewerkers. Wat heb jij nodig van je werkgever om deze talentontwikkeling te stimuleren? In het kader hiervan is binnen Dunamare een breed samengestelde kwaliteitsgroep gestart met als doel te achterhalen wat verstaan wordt onder goed werkgeveren werknemerschap. Zodat iedereen zo optimaal mogelijk kan bijdragen aan de brede talentontwikkeling van iedere leerling. Dit proces gaat zich de komende maanden afspelen met een grote betrokkenheid van alle scholen. Met als uiteindelijk doel een breed gedragen (strategisch) personeelsbeleid van Dunamare.
Wist je dat… - Er inmiddels meer dan 1.360 aanmeldingen zijn voor de verschillende cursussen van de Dunamare Expertacademie? - Meerdere succesvolle cursussen dit schooljaar voor een tweede maal worden aangeboden? - De cursus ‘Stemgebruik optimaliseren’ voor docenten hier een voorbeeld van is? - Dit cursusjaar nog meer collega’s uit onze organisatie trainingen verzorgen voor andere collega’s? Daar zijn we trots op, zo wordt kennis binnen de organisatie gedeeld. - Dit cursusjaar op de website van de Expertacademie een ‘Mijn account’ voor iedereen wordt aangemaakt? - Je hierin onder andere terugvindt voor welke
-
-
-
-
cursussen je je hebt aangemeld en welke cursussen je succesvol hebt afgerond? Iedereen voor de voorjaarsvakantie, via de eigen school, de in dit schooljaar behaalde certificaten ontvangt? De Expertacademie-avonden op de Paulus Mavo worden verzorgd door Peter Bakker, Jasper van Ravensberg en Quincy van den Heuvel? Het cursusaanbod nog steeds wordt aangevuld en dat we tot eind april nog op vele cursisten blijven rekenen? Het op prijs wordt gesteld als je ideeën, voorstellen, et cetera doorgeeft aan Mascha Walbeek of Matthijs Kruijer via expertacademie@dunamare.nl?
Klasse! | 13
Dunamare Expertacademie Aanmeldingen Dunamare Expertacademie groeien
‘Je bent gek als je er geen gebruik van maakt’ Dit schooljaar alleen zijn er al meer dan 1.360 aanmeldingen bij de Dunamare Expertacademie binnengekomen. En dat aantal blijft maar groeien. Sommige cursussen of workshops worden vanwege het grote succes zelfs voor een tweede keer aangeboden. Klasse! vroeg een aantal collega’s naar hun ervaringen. Welke cursus volgden ze en wat hebben ze eraan gehad?
Evelien Eggink, docent NT2, verzuimcoördinator en roostermaker op het Hoofdvaart College
‘Je krijgt de kans om te groeien als personeelslid, maar ook als mens’ ‘Ik maak regelmatig gebruik van het cursusaanbod van de Dunamare Expertacademie. Ik vind het prettig om mezelf te kunnen ontwikkelen. Je hoeft er geen vrij voor te nemen, het kost je niks en je krijgt zelfs nog een maaltijd erbij. Je bent gek als je er geen gebruik van maakt, denk ik dan maar. Zo neem ik via de Expertacademie ook deel aan de werkoverleggen voor roostermakers van de verschillende scholen binnen Dunamare. Op cursusdagen kom je vaak collega’s tegen die precies hetzelfde werk doen, maar op een totaal andere wijze. Dit vind ik interessant, welke manier is beter of welke past mij beter? Daarnaast hebben wij een aantal grote veranderingen doorgevoerd bij ons op school rondom het rooster. Dat wilde ik graag delen met anderen. Je kunt zoveel leren van elkaar en het werk kan
zoveel makkelijker en sneller als je niet zelf het wiel uitvindt, maar van elkaars kwaliteiten gebruikmaakt. Ik heb veel van deze werkoverleggen opgestoken. Bijvoorbeeld hoe andere scholen omgaan met roosterwensen, het gebruik van software. Het is prettig om elkaar zo nu en dan te spreken en bij te praten. En er is nog steeds contact met collega’s onderling. De lijntjes zijn korter geworden, omdat je elkaar hebt gezien en gesproken. Ik volg binnenkort de cursus ‘Stevig in je schoenen staan’, ‘Magister-Management informatie’ en ‘Omzeilen van je Amygdala’. Heel verschillende onderwerpen, maar dat vind ik mooi aan het aanbod. Je krijgt de kans om te groeien als personeelslid, maar ook als mens.’
De Dunamare Expertacademie organiseert verschillende vaksectiebijeenkomsten en werkoverleggen, onder andere voor de vakken Duits, wiskunde, Nederlands, biologie en economie, handel & administratie. Daarnaast zijn er werkoverleggen voor roostermakers, maar bijvoorbeeld ook voor administratief medewerkers en Magister-beheerders. Wil jij voor jouw vak of functie ook graag met collega’s bij elkaar komen, maar staat jouw vak/functie hier niet vermeld? Geef dit dan door aan Mascha Walbeek via expertacademie@dunamare.nl. 14 | Klasse!
Het cursusjaar loopt tot en met eind april. Aanmelden voor de laatste cursussen kan nog steeds. Kijk op Expertacademie.dunamare.nl voor het volledige cursusaanbod en meld je snel aan, want vol=vol.
Serge Schoon, ICT-medewerker en roostermaker op de Paulus Mavo
Robert Jonker, docent Nederlands, remedial teacher en mentor bij het Tender College
‘Ik heb geleerd hoe je rustiger en zelfbewuster kunt worden’
‘Ik vind de opbouw van mijn lessen nu beter doordacht’
‘Eerder heb ik al via de Dunamare Expertacademie deelgenomen aan onder andere de workshops ‘Oplossingsgericht werken voor OOP’ en ‘Spanningsvolle situaties met leerlingen of ouders’. Beide workshops vond ik zeer interessant en leerzaam. Cursussen die gericht zijn op het vergroten van het bewustzijn vind ik altijd heel interessant. Om die reden wilde ik graag ook de cursus ‘Mindfulness’ volgen. Tijdens die cursus heb ik geleerd hoe je rustiger en zelfbewuster kan worden. In het hier en nu leven en je volle aandacht richten op wat je doet, voelt en ervaart. Wat ik in ieder geval meeneem is dat ik niet voortdurend moet vechten tegen wat ik niet wil, maar er juist van een afstand naar kijken zonder te oordelen. Dit zorgt er voor dat ik minder stress ervaar. De workshop was voor mij een eerste stap in de wereld van ‘Mindfulness’ en ik zou het fantastisch vinden als er een vervolgcursus komt. Binnenkort ga ik via de Expertacademie een cursus EHBO doen. Het is toch wel handig om te weten hoe je op de juiste wijze moet handelen bij een ongeval.’
‘Ik schrijf mij regelmatig in voor cursussen die gaan over thema’s als klassenmanagement, communicatie, zorg en resultaatgericht werken. Ik volg graag cursussen die tegemoetkomen aan het altijd knagende gevoel dat mijn lessen zowel inhoudelijk als qua organisatie beter kunnen en moeten.
Zo heb ik van de cursus ‘Een hoger rendement van je les door kennis uit hersenonderzoek’ van Karel Boonstra opgestoken dat je de leeropbrengst van je lessen kunt vergroten door rekening te houden met de manier(en) waarop onze hersenen informatie verwerken en vasthouden. Emoties, uitdaging, verrassing, afwisseling, afstemming en complimenten spelen hierbij een belangrijke rol. Ik vind de opbouw van mijn lessen nu beter doordacht dan voorheen. Mijn lesdoelen benoem ik explicieter en aan het eind van de les evalueer ik die ook daadwerkelijk. Sinds eind januari volg ik via de Expertacademie de docentencursus ‘Minder stress door meer regie over mijn eigen leven’.’
Klasse! | 15
e,
m
en to r en
Stagecoördinatorenoverleg
‘Samen met collega Ronald Fenger begeleid ik zo’n 110 stageleerlingen. We hebben ieder onze eigen stageleerlingen, maar sparren vaak met elkaar. We hebben een netwerk van zo’n 300 à 400 stagebedrijven waar leerlingen stage kunnen lopen. Maar we proberen onze leerlingen, vooral na de eerste stage, zoveel mogelijk te stimuleren om ook zelfstandig een stage te bedenken en heel soms zelf contact te leggen, ook al vinden ze dat soms eng.’
Leerling bezoeken op stageplek
‘Op bezoek bij de Dekatuin, waar een leerling stage loopt. Ook een oud-leerling van ons werkt hier al twee jaar via de Wajong-regeling. Vaak stap ik op de fiets en rijd ik langs veel stagebedrijven in de buurt. Mocht een leerling niet toe zijn aan een individuele stage, dan is er ook een groepsstage, waarbij ook een begeleider aanwezig is. Een aanwinst voor onze school, omdat de wat zwakkere leerlingen zo eerder aan een individuele stage kunnen beginnen.’
Leerlingengesprekken
‘Gesprek met een leerling over hoe het op de stage gaat. We maken voor elke stage-leerling een uitgebreid dossier. Daar zijn we veel tijd aan kwijt, maar het is belangrijk om een goed dossier te hebben van iedere leerling. Soms wordt hier door het UWV drie, vier jaar na vertrek van de leerling nog om gevraagd.’ 16 | Klasse!
,p ra rH kti e tt jksch s o ool O
Esther Willem s
Esther Willemse werkt sinds vijf jaar op praktijkschool Oost ter Hout. ‘Ik wil graag van betekenis zijn voor leerlingen die het moeilijk hebben’, aldus Esther. ‘Helpen om de dromen van leerlingen werkelijkheid te maken.’ We volgden Esther een dag op de Oost ter Hout, hoewel ze zelf aangeeft dat geen dag in haar werk hetzelfde is.
o u t
De dag van...
r e d ei l e stagebeg Mentor
‘Naast stagebegeleider ben ik ook mentor van zes leerlingen. Als mentor houd ik onder andere rapportgesprekken en overleg ik met ouders. Sinds kort houdt iedere mentor ook stageboekjes bij in plaats van losse stagebriefjes, waardoor we meer structuur hebben gekregen. Vanuit mijn rol als stagebegeleider heb ik ook nauw contact met de andere mentoren.’
Overleg
‘We overleggen vaak met leerlingen en ouders, maar ook met andere partijen. Denk aan de gemeente, reïntegratiebedrijven, hulpverleningsinstanties, vervolgonderwijs. Ook is er regelmatig overleg met stagecoördinatoren van andere praktijkscholen. We hebben het dan bijvoorbeeld over hoe zij de stages regelen, maar ook over actuele zaken, zoals de invulling van de Participatiewet, waarmee de overheid meer mensen met een beperking aan de slag wil helpen.’