4 minute read
Amsterdam Museum
from UIT Magazine #48
by herkes media
AMSTERAM bier IS EEN STAD Wie de zomerhitte wil ontlopen, kan momenteel in het Amsterdam Museum terecht voor een uitgebreide tentoonstelling over bier.
Advertisement
Amsterdam mag tegenwoordig gerust een bierstad worden genoemd. Niet alleen omdat Heineken hier is begonnen, maar omdat de hoofdstad met 45 brouwers de meeste biermakers van het land telt. De biertentoonstelling begint in de jaren tachtig van de vorige eeuw, als de kiem wordt gelegd voor ambachtelijk gemaakt bier. Veel kleine bierondernemers, of ze bier nu brouwen of in een winkel of café verkopen, vinden elkaar in het streven om bier met smaak te willen brouwen.
Met de opbrengsten van de Drukwerk-hit ‘Je loog tegen mij’ zet Kaspar Peterson in 1985 Brouwerij ’t IJ op, de eerste onafhankelijke brouwerij van 20e eeuws Amsterdam. De brouwerij legt zich toe op Belgisch bier als tripel, dubbel en witbier. Dat sluit aardig aan bij het assortiment van Gollem, dat in 1974 in de Raamsteeg opent als één van de eerste biercafés van het land. Bij de Bierkoning, in de nabijgelegen Paleisstraat, kun je nu biertjes uit de hele wereld aantreffen.
Pieperbier Aan hoe bier wordt gemaakt is een aparte zaal gewijd. Bier wordt gemaakt van water, graan, hop en gist. Daar kun je desgewenst andere ingrediënten aan toevoegen, waarbij je het net zo bont kunt maken als je zelf wilt. Zo doet Brouwerij de Prael regenwater in zijn bier en maakt biologische brouwerij Troost van aardappelen Pieperbier. Maar het kan nog gekker, want er zijn hedendaagse brouwers die koriander, sinaasappelschillen, zeewier en pruimen in hun bier stoppen.
Pils Maar wat je ook in je bier gooit, om bier te maken moet je altijd koken, mengen, filteren en afkoelen. Dat proces neemt ongeveer acht uur in beslag, waarna het bier nog dagen tot weken moet rusten voordat het drinkbaar is, zo wordt in deze uitgebreide, en aantrekkelijk ingerichte tentoonstelling uitgelegd.
Pils wordt eind negentiende eeuw geïntroduceerd en is dan al een enorme verbetering vergeleken met het bier dat daarvoor wordt gedronken. Voor die tijd werd donkerder en zwaarder bier gedronken. Gastconservator Edo Dijksterhuis legt uit: “Toen pils werd geïntroduceerd was het een sensatie, omdat het zo sprankelend was, maar later, toen het fabrieksmatig werd gemaakt, vlakte de smaak wat af.”
Bier in blik Is het bier eenmaal gebrouwen, dan wordt het in flessen of in blik ‘afgevuld.’ Cadmiumkratten zoals we die nu kennen, zijn er anno 1920 nog niet, dus worden bierflessen in die tijd nog beschermd door rieten omhulsels, zodat ze veilig in houten kratten kunnen worden vervoerd.
Via schepen, paard en water en later via vrachtwagens wordt het bier naar de afnemers gebracht, maar in de achttiende eeuw worden daar nog biersleeën voor gebruikt. Op de tentoonstelling is daar een exemplaar van te zien, afkomstig uit de Heinekencollectie. Zo’n bierslee wordt niet alleen bij sneeuw, maar het hele jaar door ingezet en geeft veel herrie op de keien. De koetsier had ook altijd een smeerlap bij zich om doorlopend de ijzers in te vetten.
Heineken Uiteraard kun je bij een biertentoonstelling niet om Heineken heen. In 1864 gebruikt de dan 23-jarige Gerard Adriaan Heineken zijn erfenis om brouwerij De Hooiberg over te nemen. Die brouwerij heeft zich in 1592 aan de Nieuwezijds Voorburgwal gevestigd en is lange tijd ’s lands grootste brouwerij.
In 1867 bouwt Heineken een nieuwe brouwerij aan de Stadhouderskade, waar toeristen en andere bezoekers inmiddels een rondleiding kunnen krijgen, om zich tot slot aan gratis bier te kunnen laven. Gerards kleinzoon Freddy zal het bedrijf uiteindelijk laten uitgroeien tot de op een na grootste brouwerij ter wereld.
Ach, Vader! Niet meer!, Johannes Walter (graveur) en Johan Coenraad Braakensiek (tekenaar), 1875-1899
Vrouwen en bier In de ‘beeldzaal’ wordt een selectie van commercials getoond, die laten zien hoe het imago van bier in de loop van de tijd is veranderd is. Dat loopt van vrouwen die bijna opkijken tegen mannen die een biertje drinken tot vrouwen die geen mannen nodig hebben om van een biertje te genieten.
In de laatste tentoonstellingszaal, tot slot, kunnen we een oude tapkast bewonderen, die uit de eigen collectie van het Amsterdam Museum komt. Want als er één mooie gelegenheid is om in het museum een tapkast te tonen, dan is het bij een tentoonstelling over bier.
De tentoonstelling ‘Bier. Amsterdam, stad van bier en brouwers’ is tot en met 1 november in het Amsterdam Museum te zien. In verband met de coronamaatregelen moet je wel reserveren. Wie van de expositie dorst heeft gekregen, kan in het museumcafé terecht voor een blik Amsterdam Museumbier.
AMSTERDAM MUSEUM KALVERSTRAAT 92 AMSTERDAM
Bierkan uit 1557