4 minute read
Rick de Koning (GVV ‘63
KAMPIOEN: BLC DEGRADANT: : TSVV MERLIJN
Rick de Koning (GVV’63): ‘Als ik hem erin had gekopt, was ik niet de schlemiel’
Advertisement
Al een leven lang speelt Rick de Koning bij GVV’63. En hoewel hij zelden tot basisdoelman van het eerste elftal wordt gerekend, levert hij ieder jaar weer zijn bijdrage.
Vele voetbalkenners uit de regio zijn het er volmondig over eens; Maikel van Tuyl is één van de - zo niet, dé - beste doelman van de Bommelerwaard. Ook GVV’63-trainer Denny van Geffen is altijd vol lof over de keeper die sinds jaar en dag het doel van de formatie uit Gameren verdedigt. “Ik vind Maikel fantastisch. Echt een baken van rust achterin.”
Sprongkracht In dat licht bezien zou men bijna vergeten dat er ook nog een andere keeper is die jaar in jaar uit zijn bijdrage levert in dienst van het eerste elftal, namelijk Rick de Koning. De 26-jarige goalie doorliep de gehele jeugd bij GVV’63, toonde zich te allen tijde een talentvolle doelman die zijn gebrek aan lengte compenseert met een jaloersmakende sprongkracht én is altijd de vaste stand-in geweest voor Van Tuyl. Dat was ook dit seizoen het geval. Van Tuyl startte het seizoen zoals gewoonlijk als basiskeeper van het eerste elftal, maar raakte al in de derde competitiewedstrijd geblesseerd, na een botsing met de tegenstander. En dus moest De Koning zich in allerijl voorbereiden om het eerste elftal van dienst te zijn. Het eerste elftal – voor het seizoen nog betiteld als titelkandidaat nummer 1 - dat destijds nog alles verloor, terwijl hij zelf bij het tweede elftal de overwinningen aan elkaar reeg. Hij stond dan ook niet te springen toen hij het bericht ontving dat hij de vaste vervanger voor Van Tuyl zou zijn.
Desalniettemin deed De Koning wat hem gevraagd werd en sloot zich zonder te morren aan bij het eerste elftal. De daaropvolgende vier wedstrijden leverden vier punten op, met de 4-4 tegen Zwaluwen als meest tekenende resultaat. Vooral de late tegentreffers zijn in de eerste periode een bron van enorme ergernis. “En als dat dan een paar keer is gebeurd en je staat voor, begin je de spanning weer te voelen. ‘Het zal toch niet weer, het zal toch niet weer’. En ja, dan gebeurt het juíst wel weer.”
Gekneusde hand Behalve Van Tuyl wist ook De Koning voor de winterstop niet blessurevrij te blijven. Maar waar Van Tuyl nog in aanraking kwam met een tegenstander, had De Koning het in het duel met NOAD’32 volledig aan zichzelf te wijten: “Ik was bij de 2-3 onder de bal door gesprongen. Daar baalde ik van, dus toen we in de laatste minuut een corner kregen ging ik mee naar voren. Ik spring de lucht in, kom voor mijn gevoel ongeveer drie meter boven iedereen uit en kop naast. Als ik hem erin had gekopt had ik m’n eigen fout goed gemaakt, dan was ik niet de schlemiel. Ik was teleurgesteld, dus ik sloeg een paar keer goed hard op de grond, met dezelfde hand. Toen ik terugliep naar het doel, begon het al een beetje pijn te doen.” De Koning had zichzelf een gekneusde hand geslagen, ontbrak drie wedstrijden en maakte pas in de laatste wedstrijd van 2019 zijn rentree.
RopaRun En nu is het weer ‘business as usual’ voor De Koning. Van Tuyl is weer terug als basisdoelman van het eerste elftal en De Koning schikt zich in zijn rol als keeper van het tweede elftal. Maar daar tegen in opstand komen? Daar gaat niet zijn volledige energie naartoe, omdat hij de deeltijdopleiding Bedrijfskunde volgt en daarbij werkt. En dan is er ook nog de RopaRun, waaraan hij in het Pinksterweekend samen met broer Eibert gaat deelnemen. Daar heeft hij zo zijn persoonlijke motivatie voor. En die strijd is ontelbare keren belangrijker dan de strijd om van het tweede elftal naar het eerste elftal te komen. ▪