4 minute read

Dodenherdenking

LOPIK-DORP

Het oorlogsmonument is opgericht ter nagedachtenis aan vier medeburgers die zijn omgekomen. Arie de Groot (geb. 26-01-1919) sneuvelde op 10 mei 1940 bij de IJssellinie in Zutphen. Politieagent Hendrik van der Spoel en ambtenaar Oene Johannes Engelbertus Steenbeek werden op 24 oktober 1944 in Amsterdam door de bezetter gedood als represaille voor een aanslag op een lid van de Sicherheitsdienst. Marinier Bernardus Wilhelmus Johannes Beelen werd op 16 april 1945 in Cabauw gefusilleerd, omdat hij illegale lectuur verspreidde.

Advertisement

BENSCHOP

Op 13 februari 1945 werd door verraad een razzia op de boerderij van P. Klever (Benedeneind Zuidzijde 361) uitgevoerd. De zoon des huizes liet hierbij het leven. Ook een naburige boerderij werd onderzocht, waarbij de plaatselijke commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten omkwam. Twintig Benschoppers werden gearresteerd. Als represaille werden zeven van hen op 17 februari 1945 op het erf van de boerderij van Klever gefusilleerd. Op het monument staan de namen: Jan Aart van Ieperen, Theod. Adr. Klever, Hendrik Sattler, Jasper van Ieperen, Joh. Ger. v.d. Ende, Adr. Corn. Klever, Adr. Petr. van Vliet en Adr. Anth. Klever. Gevallen of gefusilleerd in Benschaop op 13 of 17 februari 1945.

OP MAANDAG 4 MEI VINDT DE JAARLIJKSE DODENHERDENKING PLAATS

Vanwege de coronamaatregelen is het helaas niet mogelijk om gezamenlijk te herdenken bij de oorlogsmonumenten in Lopik, Benschop en Jaarsveld. Wij vragen u om thuis stil te staan bij onze vrijheid en de gevallenen te herdenken.

JAARSVELD

Het oorlogsmonument naast de kerk herdenkt drie militairen die gevallen zijn in de Tweede Wereldoorlog: Pieter Arie Eikelenboom (gefusilleerd op 19 januari 1942 aan boord van een Japans Oorlogsschip), Arie de Groot (soldaat, gesneuveld op 10 mei 1040 te Zutphen) en Adrianus Manschot (omgekomen bij een crash tussen twee vliegtuigen). Het monument op de Lekdijk Oost gedenkt de crash van een Halifax-bommenwerker die in de nacht van 21 op 22 juni 1943 werd neergeschoten en brandend in de Lek stortte. Op het gedenkteken staan de namen van de vijf omgekomen bemanningsleden: Clifford Reichert, John Dockerill, Gordon McLean, Earl Monahan en Bill Searle.

In de tuin van het Dijkhuis herinnert de schuilkelder aan de Tweede Wereldoorlog. Deze verdiepte schuilkelder van plaatijzer werd gebouwd voor kameraar (technisch directeur) Geuze en zijn gezin, met een gronddekking van 0,70 meter. >

Het Dijkhuis en de

Lekdijk in oorlogstijd

Aan de Lekdijk in Jaarsveld staat het monumentale Dijkhuis. Dit was de zetel van het voormalig Hoogheemraadschap Lekdijk Benedendams en van de IJsseldam en van zijn rechtsopvolger Waterschap Lopikerwaard. De elkaar opvolgende waterschappen – en tegenwoordig Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden- werken sinds 1328 aan veilige dijken. Ook in oorlogstijd.

In 1939 trof het hoogheemraadschap voorzorgsmaatregelen. Er werd een rampenplan opgesteld en de voorraad zandzakken werd aangevuld met 1000 stuks. Eind september ’39 werd het Dijkhuiscomplex gevorderd; het Stafkwartier Groep Lek van de vesting Holland werd hier gevestigd en het complex werd op allerlei manieren beschermd en voorbereid. De zolder werd belegd met dubbel gewapende eternietplaten tegen inslag van brandbommen, er kwamen speciale telefoonleidingen en een extra voorraad brandstof (34.000 kg. cokes). In de moestuin werd een schuilkelder gebouwd voor kameraar (technisch directeur) Geuze en zijn gezin. De stal bij het dijkhuis werd een militaire keuken en een officier werd ingekwartierd. De vergaderingen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden gingen gewoon door. Omdat het dijkhuis bij de militairen in gebruik was werd er vergaderd in de huiskamer van de ambtswoning van de kameraar.

Oorlog Op 12 mei 1940 braken de Duitsers door de frontlinies van de Grebbeberg. Korte tijd was het Dijkhuis het hoofdkwartier van generaal Harberts, maar na de overgave trokken de Nederlandse militairen zich terug.

Dijkbeheer tijdens de oorlog De dijkgraaf en secretaris wisten er bij de bezetters de schrik voor de beschadiging van de waterkering goed in te houden. De Lekdijk is dan ook vrijwel niet aangetast. De bezetters maakten wel tankversperringen op de dijk. Het werk aan de dijk werd bemoeilijkt door allerlei formaliteiten, gebrek aan arbeidskrachten omdat vakmensen te werk werden gesteld in Duitsland en een tekort aan materialen. Zo namen de bezetters de hoogovenslakken voor de fundering van de dijkweg richting Schoonhoven halverwege het werk in beslag. De tweede helft van de weg werd daarna noodgedwongen gefundeerd met puin van het gebombardeerde Rotterdam.

In 1944 wilde de Duitse Wehrmacht de Lopikerwaard onder water zetten bij wijze van waterlinie. Met veel onderhandelingen heeft Provinciale Waterstaat dit weten te voorkomen. Er werd volstaan met het inunderen van een strook van 1,2 km tussen de Lekdijk en de IJsseldijk. De Lopikerwaard werd dus grotendeels gespaard, maar voor de bewoners van deze zone was het een ramp.

In oorlogs- en vredestijd een Sterke Lekdijk De Lekdijk beschermt een groot deel van Midden- en West-Nederland tegen overstromingen. Als de Lekdijk doorbreekt kan een groot deel van de Randstad overstromen, tot Amsterdam aan toe. Daarom wordt de dijk tussen Amerongen en Schoonhoven versterkt, over een totale lengte van 55 km. Met deze dijkversterking zorgen we ervoor dat de dijk ook in de toekomst voldoende veilig is en voldoet aan de normen die sinds 2017 gelden.

This article is from: