Eerste Hulp aan kinderen, 5de druk

Page 1

EERSTE HULP AAN KINDEREN BEGINT BIJ HET ORANJE KRUIS

Eersteaan Hulp kinderen

DE OFFICIELE HANDLEIDING VOOR EERSTE HULP AAN KINDEREN


EERSTE HULP AAN KINDEREN

SAMENSTELLING VAN HET COLLEGE VAN DESKUNDIGEN B. Alberga C. van Buul G. Franschman G. Innemee M. Kruyswijk S.E. Langerak K. ten Duis R.A.G. Sanches C. Turkenburg G. de Vries K.J.M. Zaszlos

6

Nederlandse Vereniging van Arts-Docenten in de Eerste Hulp Nederlandse Organisatie Docenten EHBO Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie Ambulancezorg Nederland Nederlands Huisartsen Genootschap Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging voor Traumatologie Ministerie van Defensie Beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg Medisch Directeur RAV Brabant Midden-West-Noord, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Spoedeisende Hulp-Artsen


INHOUD

Inhoud Inleiding 10

DEEL 1 1 1.1 1.2 1.3

Eerste hulp: de eerste schakel in de hulpverleningsketen 11 De eerste schakel 12 Zorgen voor professionele hulp 13 Emotionele reacties 14

DEEL 2 2 2.1 2.2 2.3 2.4

Voorkom (meer) slachtoffers 15 Let op gevaar 16 Verplaats een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie 16 • De Rautekgreep vanaf de grond 16 Kindermishandeling 17 Preventieve maatregelen 19

DEEL 3 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

3.6 3.7 3.8 3.8.1

Verleen verantwoorde eerste hulp 23 Braken bij rugligging 25 Hevig bloedverlies 25 Beoordelen van het bewustzijn 25 Beoordelen van de ademhaling 27 Bewusteloos en geen (normale) ademhaling 28 • Reanimatie 28 • Beademing 29 • Borstcompressies 31 • De AED 33 • Hoe gebruik je een AED? 33 • Verdrinking 35 Bewusteloos en normale ademhaling 37 • Hoe leg je een kind in de stabiele zijligging? 37 Mogelijk wervelletsel 38 Levensbedreigende letsels en ziekten 39 Letsels en ziekten met gevolgen voor de ademhaling 39 • Luchtwegbelemmering 39 • Verslikking zuigeling 40 • Verslikking kind 41 • Bewusteloos bij luchtwegbelemmering 42 • Inademen rook, gas of een chemische stof 42 • Borstletsel 42

7


EERSTE HULP AAN KINDEREN

3.8.2

3.8.3

3.9 3.9.1

3.9.2

3.9.3

3.9.4

8

• Ziekten met gevolgen voor de ademhaling 43 • Astma 43 Letsels met gevolgen voor de circulatie 43 • Shock 43 • Actief bloedverlies 45 • Hoe leg je een zwachtel aan? 46 Letsels en ziekten met gevolgen voor het bewustzijn 47 • Schedel- hersenletsel 47 • Elektriciteitsletsels 48 • Ongevallen door hoogspanning 48 • Ernstige onderkoeling 49 • Hitteberoerte 49 • Vergiftiging 50 • Epileptische aanval 51 • Koortsstuipen 52 • Hersenvliesontsteking 52 • Suikerziekte 53 • Te laag bloedssuikergehalte 53 • Te hoog bloedssuikergehalte 54 • Flauwte 54 Overige letsels en ziekten 55 Beschutting 55 • Lichte onderkoeling 55 • Oververhitting 56 Wonden 57 • Wonden 57 • Voorwerp in de huid 58 • Schaafwonden 59 • Snijwonden 60 • Bijt-, scheur- en krabwonden 61 • Brandwonden 62 • Gradaties in brandwonden 62 • Giftige stoffen op de huid 64 • Bevriezingswonden 65 • Gradaties in bevriezing 65 • Verbinden 66 • Hoe leg je een wondpleister aan? 66 • Hoe leg je een steriel kompres aan? 66 • Hoe leg je een snelverband aan? 66 • Hoe leg je hechtstrips aan? 67 Letsels van armen en benen 68 • Kneuzing en verstuiking 68 • Spierscheur 69 • Botbreuken 70 • Ontwrichtingen 70 Letsels aan oog, oor, neus en mond 72


INHOUD

3.9.5

3.9.6

• Oogletsel 72 • Hoe verwijder je een vuiltje uit het oog? 72 • Bijtende stof in het oog en verbranding van het oog 73 • Voorwerp in het oog 73 • Voorwerp in oor of neus 74 • Bloedneus 75 • Mondletsel 76 Steken en beten 77 • Insectensteken 77 • Tekenbeten 78 • Kwallensteken 79 • Slangenbeten 79 • De eikenprocessierups 80 Ziekteklachten en kinderziekten 81 • Ziekteklachten 81 • Kinderziekten 84 • Bacteriële kinderziekten 85 • Virale kinderziekten 85

Bijlage 1 Ontwikkeling van het kind 90 Bijlage 2 Verband- en hulpmiddelen 95 Register 101 • Aanvullende informatie 103

9


EERSTE HULP AAN KINDEREN

3

VERLEEN VERANTWOORDE EERSTE HULP Bij eerstehulpverlening wordt in een bepaalde volgorde gewerkt. Je gaat als eerste na of er levensbedreigende letsels zijn, die je moet behandelen. Pas daarna kun je aandacht besteden aan eventuele andere letsels. Belangrijke levensreddende handelingen, naast het bellen van 112: • iemand die op de rug ligt snel op de zij draaien bij braken • druk (laten) geven op een hevig bloedende wond • reanimeren Iemand die op de rug ligt kan stikken als hij moet braken of als hij veel bloed in de mond heeft (3.1). Iemand die veel bloed verliest kan in shock raken en daaraan overlijden. Bij hevig bloedverlies zorg je er daarom voor dat er direct druk op de wond gegeven wordt (3.2). Je moet ook zo snel mogelijk vaststellen of reanimatie nodig is. Je controleert het bewustzijn. Als iemand bewusteloos is, laat je 112 bellen en een AED halen. Een bewusteloos slachtoffer is in onmiddellijk levensgevaar (3.3). Vervolgens bepaal je of de ademhaling normaal is (3.4).

24

Is het slachtoffer bewusteloos én heeft hij geen normale ademhaling? Start dan met reanimeren! (3.5). Als het slachtoffer bewusteloos is en wel een normale ademhaling heeft, leg je hem op de zij en eventueel in de stabiele zijligging (3.6). Dat doe je niet als er sprake is van mogelijk wervelletsel. Na een ernstig ongeval zorg je er in principe voor dat het slachtoffer niet beweegt of bewogen wordt (3.7). Vervolgens richt je je op letsels en ziekten die bewustzijn, ademhaling of circulatie direct kunnen bedreigen (3.8). Meerdere slachtoffers In een situatie met (veel) meer slachtoffers dan hulpverleners heb je alleen tijd voor korte levensreddende handelingen als snel op de zij draaien en het zorgen dat druk op een hevig bloedende wond gegeven wordt. Je kunt dan mogelijk niet reanimeren als dat nodig is. Als je reanimeert ben je namelijk niet meer beschikbaar voor hulp aan andere slachtoffers.


VERLEEN VERANTWOORDE EERSTE HULP

3.1 BRAKEN BIJ RUGLIGGING Ligt het kind op de rug en moet hij braken, draai hem dan snel op de zij.

3.2 HEVIG BLOEDVERLIES Bij hevig bloedverlies is direct actie noodzakelijk om levensreddend te kunnen zijn.

DE E L 3

Kinderen hebben namelijk een veel kleiner bloedvolume dan een volwassene. Een kind van 10 kg heeft slechts 800 cc bloed en een verlies van 250 cc komt overeen met 30% van het volume. Druk dus onmiddellijk op hevige bloedende wonden en laat 112 bellen. Druk op de wond: • gebruik bij voorkeur handschoenen • leg zo mogelijk een steriel verband zoals kompres of snelverband op de wond Gebruik elk ander hulpmiddel als je geen verbandmateriaal hebt, zoals handdoek, theedoek, kleding of zelfs de blote hand). • leg zodra dat kan zo strak mogelijk een zwachtel aan Zie ook p. 45.

3.3 BEOORDELEN VAN HET BEWUSTZIJN Een kind kan voor korte of langere tijd het bewustzijn verliezen. Een stoornis in het bewustzijn kan erop duiden dat de hersencellen te weinig zuurstof krijgen. Bewustzijnsverlies kan geleidelijk ontstaan. Het kind

maakt toenemend een suffe indruk, kan kreunen, jammeren of onsamenhangend praten. Hij kijkt ook niet gericht.

25


EERSTE HULP AAN KINDEREN

Infectie Een wond kan soms rood en dik worden en (meer) pijn gaan doen. Dat betekent dat ziektekiemen zich vermenigvuldigd hebben. Het afweersysteem van het lichaam reageert op deze infectie door extra witte bloedlichaampjes aan te maken die de ziektekiemen proberen te vernietigen. Het kind kan daardoor verhoging/koorts krijgen. Geef bij een open, geïnfecteerde wond twee dagen een nat verband of week de wond 2 tot 3 keer per dag 15 minuten in water. Spoel ook bij het verwisselen van het verband de wond met schoon water. Als de verschijnselen niet snel verdwijnen of er een ‘rode streep’ ontstaat, ga dan naar de huisarts of huisartsenpost. Tetanus Veel kinderen zijn op jonge leeftijd al ingeënt (DKTP). Na volledige inenting biedt deze vaccinatie 10 jaar bescherming. Wanneer de vaccinatie langer dan 10 jaar is geleden adviseer dan de ouders om bij wonden contact op te nemen met de huisarts.

VOORWERP IN DE HUID Haal alleen oppervlakkig zittende voorwerpen, zoals autoglas of splinters uit de huid.

VOORWERP IN DE HUID

WAT DOE JE? • haal een splinter alleen uit de huid als er een grijpbare punt uitsteekt • pak de splinter altijd zo dicht mogelijk bij de huid met een pincet vast en verwijder hem in de lengterichting • ontsmet de huid na verwijdering van de splinter • als de splinter niet gemakkelijk verwijderd kan worden, ga dan naar de huisarts of huisartsenpost Dit geldt ook als een kind een vishaak in de huid of een velletje tussen de rits heeft gekregen. • met een pincet kun je ook oppervlakkig vuil, zoals grind verwijderen

58


VERLEEN VERANTWOORDE EERSTE HULP

SCHAAFWONDEN Als een kind valt, kan hij gemakkelijk schaafwonden krijgen. Schaafwonden zijn vaak verontreinigd met zand, aarde of grind.

DE E L 3

SCHAAFWOND Het kind heeft pijn. De bovenste laag van zijn huid is beschadigd. De wond vertoont puntvormige bloedingen door kapotte haarvaatjes en is meestal vuil.

WAT DOE JE? • spoel de wond schoon met lauw leidingwater • dep of wrijf de schaafwond zo nodig met een zacht washandje schoon • schaafwonden hoef je niet te verbinden behalve als er steeds kleding tegenaan komt, gebruik dan niet-verklevend verband • ga bij grote schaafwonden naar de huisarts of huisartsenpost

59


EERSTE HULP AAN KINDEREN

Steriel kompres Steriel kompres (gaas) is kiemvrij en zodanig verpakt dat het in een donkere en droge omgeving vier tot vijf jaar steriel blijft. Gebruik bij voorkeur niet-verklevend kompres

Het kompres kan ook met een vingerbob worden vastgezet.

96

(bijvoorbeeld metalline kompres) op een wond. Met gewone kompressen kun je de omgeving van een wond goed schoon maken of droogdeppen.


VERBAND- EN HULPMIDDELEN

Kleefpleister Kleefpleister wordt gebruikt om verband vast te plakken.

Snelverband Een (gerold) snelverband bestaat uit een wondkussen van diverse formaten (6 x 8 cm, 8 x 10 cm en 10 x 12 cm) met aan ĂŠĂŠn kant een korte en aan de andere kant van het wondkussen een lange zwachtel.

B IJ L A GE 2

97


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.