HELP, IK HEB GEREANIMEERD
Deze uitgave bevat niet alleen de verhalen en de tips van 16 hulpverleners die een reanimatie hebben uitgevoerd, maar ook een theoretische beschouwing over het verwerken van schokkende ervaringen. Hoewel het in de eerste plaats bedoeld is voor de hulpverlener is dit boek ook van belang voor instructeurs BLS/AED en instructeurs Eerste Hulp en voor professionele hulpverleners die in hun professionele handelen rekening willen houden met de burgerhulpverleners.
Help, ik heb gereanimeerd!
Richtlijnen De Nederlandse Reanimatieraad (NRR) stelt diverse reanimatierichtlijnen vast op basis van de Europese reanimatierichtlijnen van de ERC (European Resuscitation Council). Informatie over deze richtlijnen is te vinden op de website van de NRR: www.reanimatieraad.nl.
Jaarlijks worden in Nederland vele reanimaties uitgevoerd. Vaak zijn de hulpverleners gewone burgers die een reanimatie- of EHBO-opleiding hebben gevolgd. In dit boek staan deze hulpverleners centraal. Wat doet een reanimatie met hen en hoe kunnen zij hun ervaringen verwerken?
Help, ik heb gereanimeerd!
De verhalen in dit boek zijn informatief voor alle ge誰nteresseerden in de eerstehulpverlening, vooral ook degenen die overwegen een cursus reanimatie of eerste hulp te gaan volgen.
Wat het uitvoeren van een reanimatie met je kan doen. Ervaringen, nazorg en aanbevelingen.
REANIMATIE
omslag_Opmaak 1 01-04-14 15:16 Pagina 1
Laat 1-1-2 bellen of doe dit zelf: meld dat het om een reanimatie gaat.
Laat de AED halen.
Start met 30 borstcompressies.
Vervolg met 2 beademingen.
Wissel borstcompressies en beademing af (reanimatie), onderbreek de borstcompressies zo min mogelijk. Probeer de 2 beademingen in 5 seconden te geven.
Sluit de AED aan zodra deze aanwezig is. Ga tijdens het plakken zo mogelijk door met de reanimatie.
op initiatief van Emmy te Rietstap-Roelofs en Germa van der Wel-Apperloo
FLAP
Help, ik heb gereanimeerd! Wat het uitvoeren van een reanimatie met je kan doen. Ervaringen, nazorg en aanbevelingen. Aan dit boek hebben meegewerkt Annemieke Boom John Brown Lisette Dresseleers Conny Erbé Wilke Geefshuijsen Bart van Gorp Jan Klop Paul Kruijsdijk Michaël Kuiper Ciska Luif Greetje van den Os
Greet van den Pol Mirjam te Rietstap Jan te Rietstap Henny Roelofs Dennis van Slooten Marco Steinmann Gaby Wassink Kimberly van der Wel Ria Wubs Eddy Zwijnenberg
ISBN 978 90 77259 09 2 Eerste druk, eerste oplage 2014 Initiatief en interviews E. te Rietstap G. van der Wel Tekstredactie interviews Stoel & Swankhuisen, Amsterdam Tekst deel 3 B.A.J. Jongejan Omslagfoto R. Tuinte Overige foto’s Met dank aan ThiemeMeulenhoff voor de foto's op p. 8, 92 en achterzijde Ontwerp en opmaak VastinVorm, Delft Drukwerk Drukkerij De Bink, Leiden © Het Oranje Kruis, 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken “Het Oranje Kruis”.
Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Woord vooraf
Het Oranje Kruis stelt zich sinds de oprichting in 1909 tot doel ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen in staat zijn eerste hulp te verlenen. Het wegnemen van belemmeringen voor de eerstehulpverlener hoort daarbij. Denk bijvoorbeeld aan de aansprakelijkheidsverzekering voor de houders van een geldig Diploma Eerste Hulp en van het Certificaat Eerste Hulp aan Kinderen. Voor de hulpverlener kan het verlenen van eerste hulp een ingrijpende gebeurtenis zijn. Hij heeft niet alleen te maken met een slachtoffer, dat er ernstig aan toe kan zijn, maar ook met zijn eigen twijfels, machteloosheid en, soms, fouten. Om de hulpverleners ook op dit punt te kunnen adviseren is Het Oranje Kruis ge誰nteresseerd in de manier waarop dergelijke ervaringen zo goed mogelijk verwerkt kunnen worden. Alle reden om niet te aarzelen toen Germa van der Wel en Emmy te Rietstap contact zochten over het idee voor een publicatie over de ervaringen met reanimeren, een van de heftigste situaties die een eerstehulpverlener kan meemaken. Zij hadden daarvoor al met een aantal personen gesproken en deze interviews uitgewerkt. Voor u ligt het resultaat van dit initiatief. Het Oranje Kruis dankt, mede namens de initiatiefneemsters van dit boek, allen die aan deze uitgave hebben meegewerkt. Den Haag, maart 2014 B.A.J. Jongejan, arts directeur/bestuurder
3
Inhoud
Woord vooraf
3
Inhoudsopgave
4
Inleiding
4
DEEL 1
DE VERHALEN Verjaardag Begrafenis Hartveilig Wonen Kerstdiner Sporten Nieuwbouwwijk Winkelen Zwembad Thuiszorg Grote Vaart Hockeyveld Supermarkt Vakantiepark Provence Brandweer Politie
9 14 19 24 28 32 37 42 47 52 56 60 64 69 73 77
DEEL 2
DE ERVARINGEN Wat ervaren de hulpverleners tijdens en na het reanimeren? ... en wat voor gevoelens kunnen er later ontstaan? Wat hielp deze hulpverleners bij het verwerken?
84 86 88
DEEL 3
ACHTERGRONDEN EN ADVIEZEN
4
Achtergronden en adviezen
91
Inleiding
Het eerste deel van dit boek bestaat uit de verhalen van 16 hulpverleners die een of meer reanimaties hebben uitgevoerd. Hun emoties en tips staan centraal in het tweede deel. In het derde deel wordt ingegaan op de achtergronden van het omgaan met en het verwerken van schokkende ervaringen. In dit deel, waaraan is meegewerkt door J. van LammerenZijlstra, MSc, AMC en B. Alberga, lid van het College van Deskundigen van Het Oranje Kruis, vindt de lezer een aantal concrete adviezen. Deze uitgave is in de eerste plaats bedoeld voor de hulpverlener zelf. Met de verschafte informatie: • kan hij zich beter voorbereiden op de mogelijke emotionele gevolgen van het uitvoeren van een reanimatie en kan hij gevoelens die iemand in een dergelijke situatie parten kunnen spelen, beter herkennen, • krijgt hij inzicht in nut en noodzaak van nazorg, • leert hij hoe hij in voorkomende gevallen nazorg voor zichzelf of anderen kan organiseren. Voor opleiders, zoals instructeurs BLS/AED en instructeurs Eerste Hulp, is dit boek een hulpmiddel om het thema nazorg in hun lessen aan de orde stellen. Voor professionele hulpverleners die in hun professionele handelen rekening willen houden met de lekenhulpverlener bevat de uitgave eveneens interessante informatie. Dat geldt zowel voor ambulancepersoneel, brandweer, politie en huisartsen als voor medewerkers van de Spoedeisende Eerste Hulp in de ziekenhuizen. En ten slotte is dit boek bedoeld voor alle geïnteresseerden in de eerstehulpverlening, vooral ook degenen die overwegen een cursus reanimatie of eerste hulp te gaan volgen.
5
Deel 1: De verhalen
l
l
Om de privacy van de slachtoffers te waarborgen zijn de namen van de betrokkenen gefingeerd. Het gaat in deze verhalen om de ervaringen van de hulpverlener. De vraag of de reanimatie volgens de huidige richtlijnen is uitgevoerd, is in dit verband niet relevant. Bovendien hebben de gebeurtenissen zich vaak al enige, soms zelfs tientallen, jaren geleden afgespeeld.
7
DEEL 1 DE VERHALEN
Verjaardag Naam: Lonneke van de Heuvel Beroep: instructeur Eerste Hulp Reanimeerde wie: een onbekende dame Reanimeerde waar: in het gebouw waar EHBO- examens werden afgenomen
Op de avond van mijn tweeënveertigste verjaardag zouden de cursisten van mijn EHBO-opleidingsgroep examen doen. Ik ben instructeur Eerste Hulp en het was die avond mijn taak om de zenuwachtige cursisten op hun gemak te stellen. De examens waren al even aan de gang, toen de beheerder van het kerkgebouw waar wij onze lessen verzorgen, naar mij toe kwam met de vraag of ik even met hem mee wilde lopen. We liepen naar een kleine zaal waar een groep mensen aan een vergadertafel zat en daar zag ik een mevrouw zitten waar het zichtbaar niet goed mee ging. Haar mond hing aan de rechterkant naar beneden en ik zag de paniek in haar ogen. Achterin de zaal was een man 112 aan het bellen. Ik liep meteen naar de vrouw en haalde haar met hulp van de man die naast haar zat uit de stoel. Samen hebben we haar op de grond gezet met haar rug tegen de muur en ik ging op mijn knieën naast haar zitten. Met haar linkerhand greep zij naar haar hoofd en ik zag dat zij pijn had. Op mijn vragen wat er aan de hand was en hoe lang ze dit al had, antwoordde ze telkens met het woord ‘hotel’. In haar ogen las ik dat ze me van alles wilde vertellen, maar ze kon niet uit haar woorden komen. De beheerder liep naar de man achterin de zaal, die contact had met de meldkamer van de ambulance en gaf de telefoon aan mij. Er zou met spoed een ambulance komen. Dat gaf mij een gerust gevoel: de professionele hulp was onderweg. De vrouw keek me intussen met grote ogen aan. Ik vertelde haar dat ik bij haar zou blijven en dat de ambulance onderweg was. Haar vriendin was tegenover mij gaan zitten en van haar hoorde ik dat ze aan het vergaderen waren. De vrouw was ineens onwel geworden. Ik had al geconcludeerd dat zij een CVA had, en wist hoe ik verder moest handelen. Daarom bleef ik rustig, in afwachting van de ambulance. De beheerder
9
HELP, IK HEB GEREANIMEERD
schoof de tafels aan de kant en legde onopvallend een AED achter mij neer. Mijn eerste reactie op de AED was: ‘Die hebben we gelukkig niet nodig’. Mijn collega-instructeur Daan kwam binnen. Hij had mij zien vertrekken en had de beheerder even later met een AED zien lopen. Voor hem reden om te kijken of hij mij kon helpen. Hij deed wat wij altijd aan onze cursisten meegeven: ‘Zorg dat je in dit soort situaties, als het enigszins kan, niet alleen bent’. In het kort legde ik de situatie uit en vertelde dat de ambulance onderweg was. Plotseling veranderde de toestand van de vrouw. Ineens was het contact weg. Haar ogen draaiden weg en er kwam een luid snurkend geluid uit haar keel. Haar lichaam vertoonde spastische trekkingen en haar gezicht kreeg een vreemde kleur. Dit had ik al zo vaak op filmpjes gezien en uitgelegd in de les, dit was een teken van een hartstilstand. De adrenaline schoot door mijn lichaam. Ik riep naar Daan: ‘Dit is helemaal fout!’ We trokken samen de vrouw plat op de grond. ‘Ik ga beginnen’, riep ik tegen Daan, ‘bel 112 voor een nieuwe melding!’ Ik voelde in mijn hele lichaam: nu hangt het van mij af, nu moet ik aan de bak. Daan liep naar de gang en ik plaatste mijn handen op het borstbeen van de vrouw en dacht: nu moet het! Met veel kracht drukte ik het borstbeen in en voelde haar ribben onder mijn handen breken. Het leek of ik door het veilige huis van de vrouw heen brak. Het was een afschuwelijk gevoel, het ging via mijn handen en mijn armen door mijn hele lichaam. In de les zeg ik altijd: ‘Dan breek je misschien ribben maar dan moet je doorgaan’. Nu moet je dus doorgaan Lonneke, zei ik tegen mezelf. De echtgenoot van de vrouw was binnengekomen. Hij kwam dichtbij staan en volgde de reanimatie. Ik merkte dat de borstcompressies gemakkelijker gingen naarmate ik langer reanimeerde en in het ritme zat. Daan kwam weer binnen en pakte de AED. Normaal gesproken gaat degene met de AED tegenover degene die reanimeert zitten. In dit geval zat de vriendin van de vrouw tegenover mij en kon Daan daar niet zitten. Het kwam in geen van ons beiden op om haar weg te sturen. Daan zat aan mijn linkerkant en hij straalde rust uit. De adrenaline had mij in zijn greep. Op het moment dat Daan aankwam met de AED, kon ik alleen denken: OK, blote huid! Ik pakte haar blouse en scheurde die in één ruk van haar lichaam, ook haar BH ging in tweeën! Daan legde de AED tussen ons in en reikte mij de elektroden aan. Het lukte me niet om de elektroden uit het hoesje te halen. Mijn handen trilden en mijn hoofd wilde niet meewerken. Daan zag het. Hij pakte direct de elektroden weer van me af en gaf ze me uitgepakt één voor één aan zodat ik ze op de borstkas kon bevestigen. Terwijl ik de eerste plakte, dacht ik: waar is de afstandsbediening van de AED? Alle oefen-AED’s hebben een afstandsbediening waarmee je een scenario kunt aangeven,
10
HELP, IK HEB GEREANIMEERD
Zwembad Naam: Hester van Brakel Beroep: zweminstructrice Reanimeerde wie: een zwemmer Reanimeerde waar: in het zwembad
Ik werk in een zwembad als All-Round zweminstructrice. Eerste hulp is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Je moet goed weten hoe je moet reageren, als er iets in het zwembad niet goed gaat. Wij houden onze kennis goed bij. Elke drie maanden volgen de zweminstructeurs een dagdeel EHBO en eenmaal per jaar BHV. Zes jaar geleden moest ik deze kennis toepassen. Op een woensdagavond zou ik twee lessen geven: hydrospinning en aquarobic. De groep voor hydrospinning bestond uit ongeveer vijftien personen. Die avond ging het goed fout met een van de deelnemers aan deze groep. In de groep zat een forse man van een jaar of vijftig met een grote snor. Tijdens het zwemmen was hij altijd aan het puffen. Dat vond ik grappig, maar hij had een andere gewoonte waar ik meer moeite mee had. Hij vond het heerlijk om voorover in het water te drijven, met zijn gezicht in het water. Dit kon hij lang volhouden. Als zweminstructrice sta je op de kant en kun je soms moeilijk inschatten of er iets ergs aan de hand is. Ik had al een paar keer tegen hem gezegd dat ik elke keer schrok van zijn manier van zwemmen. De les was al even aan de gang, toen de man weer voorover lag met zijn gezicht in het water. In eerste instantie raakte ik ge誰rriteerd. Maar de man bleef nu wel erg lang zo in het water drijven. Ik kreeg ineens het gevoel dat er iets niet klopte. Ik sprong zonder na te denken in het water en schreeuwde om hulp naar mijn collega die aan de andere kant van het zwembad stond. De man lag nog steeds met zijn gezicht naar beneden in het water, ik draaide hem zo snel mogelijk om. Zijn ogen waren dicht en hij was zo onna-
42
DEEL 1 DE VERHALEN
tuurlijk stil, zo stil. Hij moet uit het water! Mijn gevoel was compleet uitgeschakeld, ik moest handelen en ik wist wat me te doen stond. Actie! De man had een behoorlijk postuur, in mijn eentje zou ik hem nooit uit het water hebben gekregen. Inmiddels was mijn collega het water in gesprongen. Gelukkig bevonden we ons in het ondiepe gedeelte van het zwembad, waar we konden staan. Met vereende krachten haalden wij de man uit het water. Tijdens de verplichte ‘LifeGuard’ lessen leer je hoe je iemand goed uit het water moet halen, maar zo mooi als tijdens deze lessen gaat het in het echt niet. Iemand met dit postuur en helemaal verslapt op de kant leggen, dat was geen gemakkelijke klus. Ik handelde nog steeds automatisch en startte direct de reanimatie. Ik plaatste mijn handen op zijn borstkas en ik begon. Mijn collega zat klaar voor de beademingen, ze wilde net de eerste beademing geven toen ik een soort groentesoep uit de mond van de man zag lopen. ‘Stop, stop!’, riep ik. In een reflex draaide ik de man op zijn zij, zodat de inhoud van zijn mond eruit kon lopen, zonder dat dit in zijn luchtpijp terecht kwam. Mijn collega hervatte de beademingen en ik de borstcompressies. Omdat er telkens wat soep omhoog kwam, wisselden de beademingen, de borstcompressies en het kantelen van de man zich af. Tijdens de reanimatie waren de andere cursisten uit het water gekomen en stonden er inmiddels heel veel mensen om ons heen. Ze duwden en trokken aan mij en ze schreeuwden: ‘Wat doe je toch, je doet het niet goed, hij gaat dood, kunnen ze in dit zwembad dan helemaal niets!’ Het geschreeuw raakte me in mijn ziel. Ik voelde me gekwetst, ik deed alles wat ik kon. Ik probeerde deze man te helpen! Ik had dit al zo vaak geoefend en ik wist zeker dat ik het goed deed. Om mij heen bleven ze maar schreeuwen. Ik dacht: we moeten hier weg, hij moet naar de badpost! Er was een trainer uit de voetbalzaal naast het zwembad gehaald die ons hielp de man in de badpost te leggen, een meter verderop. Mijn collega liet me even alleen om de AED te gaan halen en de receptie te vragen een ambulance te waarschuwen. Ik ging verder met de borstcompressies; de beademing heb ik niet voortgezet, want ik was bang dat de groentesoep in zijn longen terecht zou komen. Ik moet er voor zorgen dat de bloedsomloop in stand blijft. Ik was helemaal gefocust op de man, veel dingen die om me heen gebeurden ontgingen me. Mijn collega kwam terug met de AED en haar armen vol met handdoeken. Ze had, toen ze langs de douches was gekomen, in één haal alle handdoeken van de zwemmers gepakt. Ze kwam weer bij mij zitten en maakte met de handdoeken de man zo goed mogelijk droog, zodat we de elektroden op de borstkas konden plakken. Water en een AED gaan niet samen. ‘Analyse hartritme, raak de patiënt niet aan… Schok geadviseerd, bezig met opladen. Druk op de rode schokknop’. Ik zag de schok door het lichaam gaan, wat een vreselijk gezicht was.
43
Deel 2: Ervaringen en tips
De informatie in dit hoofdstuk is afkomstig uit de verhalen van deel 1. Het zijn niet altijd letterlijke citaten. De ge誰nterviewden beschrijven vergelijkbare ervaringen vaak in verschillende bewoordingen.
83
HELP, IK HEB GEREANIMEERD
Wat ervaren de hulpverleners Als de ernst van de situatie doordringt
Ik besefte: nu hangt het van mij af. l Ik werd helder in mijn hoofd en zag alles duidelijk. l Ik handelde op de automatische piloot. l Ik focuste op het slachtoffer, raakte het besef van tijd en plaats kwijt. l Normaal treed ik niet op de voorgrond, nu ging het vanzelf. l Bel 1-1-2! ik kon niet meer normaal praten, moest schreeuwen. l Mijn gevoel werd uitgeschakeld,. l
Tijdens het reanimeren
De borstcompressies waren zwaar maar op een gegeven moment kwam ik in het ritme. l Ik moest me over mijn gevoel van weerzin heen zetten (bij beademing). l Het was een afschuwelijk gevoel, het ging via mijn handen door mijn hele lichaam (over de brekende ribben van het slachtoffer). l Ik wist niet dat je je zo machteloos en ongelukkig kon voelen. l Wat zag het gezicht er eng uit! l
84
DEEL 2 ERVARINGEN EN TIPS
tijdens en na het reanimeren? De AED Direct na afloop
Waarom adviseert de AED geen schok? l Doe ik het wel goed? l Deze AED was anders dan die op de les. l De schok werd toegediend en dat was geen prettig gezicht.
l
Mijn gevoel komt terug en ik word me weer bewust van de wereld om me heen. l Er overviel me een gevoel van leegte, tegelijkertijd zat ik vol adrenaline en voelde ik een vleug je trots. l Ik was uitgeput. l
Na overdracht aan ambulance
Ik ben blij dat ik mag stoppen. l Van keihard werken en onmisbaar zijn, ben ik ineens niet meer nodig. l Ik hoor er niet meer bij. l Ze realiseerden zich niet hoe ingrijpend het voor mij was geweest. l De vragen van de professionele hulpverlener helpen om de gebeurtenissen in chronologische volgorde te zetten en ontbrekende stukken aan te vullen. l
85
Deel 3: Achtergronden en adviezen
Geraadpleegde literatuur: Eerste Hulp bij emoties. Guy Winch. 2013 Maven Publishing BV, Amsterdam Modelplan Nafase. Impact. Websites zoals in de tekst genoemd
91
92
DEEL 3 ACHTERGRONDEN EN ADVIEZEN
Achtergronden en Adviezen. In het eerste deel las u zestien waar gebeurde verhalen rond reanimaties. In deel 2 van dit boek werd de kern van deze ervaringen samengevat door citaten over hun ervaringen, gevoelens en wat hen geholpen heeft. In deel drie vindt u iets meer over de achtergronden daarvan. Hierin ook aandacht voor informatie over het slachtoffer en overdracht aan de professionele hulpverlener. Beide aspecten blijken van invloed te zijn geweest op het verwerkingsproces van de geïnterviewden. Zoals uit de verhalen blijkt, is het toepassen van reanimatie voor de meeste mensen geen alledaagse kost. Een medemens reanimeren kan met recht een dramatische gebeurtenis worden genoemd. Dit geldt voor iedere succesvolle reanimatie. En meer in het bijzonder, wanneer het slachtoffer het, ondanks alle inzet, niet overleeft. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de kans daarop reëel is. Het is ook een feit dat wie nu buiten het ziekenhuis een hartstilstand krijgt, veel meer kans heeft te overleven dan zo’n vijftien jaar geleden. Dat is het gevolg van grotere beschikbaarheid van AED’s en een toenemend aantal burgers dat heeft leren reanimeren. De boodschap blijft dus: hoe sneller omstanders starten met reanimeren, des te groter de overlevingskans. De eerste zes minuten zijn doorslaggevend. Zwaar werk De lekenhulpverlener handelt in de meeste gevallen zeer gericht, zoals uit de verhalen in dit boek ook is op te maken. Het (vijf tot zeven centimeter) indrukken van de borstkas (borstcompressie) is zwaar werk. De combinatie van emotie en forse lichamelijke inspanning kost veel energie. Bij de ene hulpverlener blijft het adrenalineniveau na het reanimeren nog een tijdje hoog, waardoor hij geen moeheid voelt. De ander is direct na de reanimatie als het ware volledig leeg. Na afloop slaat soms de twijfel toe en dat is helemaal niet vreemd. Omstanders willen vervolgens ook nog wel eens commentaar leveren, of steun zoeken bij de heldhaftig optredende hulpverlener. Al met al een heftige situatie. En soms is dat voor de omstanders merkbaar aan de hulpverlener. Het kan zijn dat iemand na afloop staat te trillen van opwinding, terwijl een ander na het reanimeren een spontane huilbui krijgt. Weer anderen blijven nuchter staan napraten en storten soms later min of meer in. In geen van die gevallen is er iets vreemds aan de hand, maar is er sprake van een eigen unieke wijze van reageren op een ingrijpende gebeurtenis.
93
HELP, IK HEB GEREANIMEERD
Deze uitgave bevat niet alleen de verhalen en de tips van 16 hulpverleners die een reanimatie hebben uitgevoerd, maar ook een theoretische beschouwing over het verwerken van schokkende ervaringen. Hoewel het in de eerste plaats bedoeld is voor de hulpverlener is dit boek ook van belang voor instructeurs BLS/AED en instructeurs Eerste Hulp en voor professionele hulpverleners die in hun professionele handelen rekening willen houden met de burgerhulpverleners.
Help, ik heb gereanimeerd!
Richtlijnen De Nederlandse Reanimatieraad (NRR) stelt diverse reanimatierichtlijnen vast op basis van de Europese reanimatierichtlijnen van de ERC (European Resuscitation Council). Informatie over deze richtlijnen is te vinden op de website van de NRR: www.reanimatieraad.nl.
Jaarlijks worden in Nederland vele reanimaties uitgevoerd. Vaak zijn de hulpverleners gewone burgers die een reanimatie- of EHBO-opleiding hebben gevolgd. In dit boek staan deze hulpverleners centraal. Wat doet een reanimatie met hen en hoe kunnen zij hun ervaringen verwerken?
Help, ik heb gereanimeerd!
De verhalen in dit boek zijn informatief voor alle ge誰nteresseerden in de eerstehulpverlening, vooral ook degenen die overwegen een cursus reanimatie of eerste hulp te gaan volgen.
Wat het uitvoeren van een reanimatie met je kan doen. Ervaringen, nazorg en aanbevelingen.
REANIMATIE
omslag_Opmaak 1 01-04-14 15:16 Pagina 1
Laat 1-1-2 bellen of doe dit zelf: meld dat het om een reanimatie gaat.
Laat de AED halen.
Start met 30 borstcompressies.
Vervolg met 2 beademingen.
Wissel borstcompressies en beademing af (reanimatie), onderbreek de borstcompressies zo min mogelijk. Probeer de 2 beademingen in 5 seconden te geven.
Sluit de AED aan zodra deze aanwezig is. Ga tijdens het plakken zo mogelijk door met de reanimatie.
op initiatief van Emmy te Rietstap-Roelofs en Germa van der Wel-Apperloo
FLAP