Het Oranje Kruis Werkboek

Page 1

HET ORANJE KRUIS WERKBOEK WERKBOEK BEHORENDE BIJ HET ORANJE KRUIS BOEKJE


HET ORANJE KRUIS WERKBOEK WERKBOEK BEHORENDE BIJ HET ORANJE KRUIS BOEKJE 26ste druk


II

Colofon uteur A Het Oranje Kruis, Den Haag Redactie Marijke van Ooijen, Utrecht Vormgeving Jean Klare, Deventer

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Onderwijs ISBN 978 90 06 92172 4 26e druk, eerste oplage, 2011 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Fotograaf Fotostudio Lighthouse, Breda

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.


III

Woord vooraf Voorgaande drukken van het Oranje Kruis Boekje zijn vergezeld van een werkboek. Hiermee kunnen cursisten thuis oefenen met de leerstof of na verloop van tijd nagaan of ze de stof nog beheersen. Ook de 26ste druk heeft een eigen werkboek. Dit werkboek is onder andere aangepast aan de nieuwe richtlijnen reanimatie 2011 van de Nederlandse Reanimatie Raad. De vragen in dit boek zijn per deel (I t/m IV) genummerd. In de daarop volgende casussen 1 t/m 18 komt de lesstof in willekeurige volgorde aan bod. De antwoorden staan achter in het boek. E.G. van Ankum Briggen, arts BD voorzitter

B.A.J. Jongejan, arts directeur


IV

Inhoud DEEL I

Algemeen 7 Introductie 8

1

Eerste Hulp verlenen: vijf belangrijke punten 9

2

Emotionele reacties 15

3

Eerste hulp verlenen en de kans op infectie 16

DEEL II Stoornissen in de vitale functies 17 Introductie 18 1

Stoornissen in het bewustzijn 19

2

Stoornissen in de ademhaling 22

3

Stoornissen in het bewustzijn ĂŠn de ademhaling 28

4

Actieve bloedingen 32

5

Shock 34

DEEL III Letsels 35 Introductie 36 1

Wonden 37

2

Elektriciteitsletsels 41

3

Kneuzing en verstuiking 42

4

Botbreuken en ontwrichtingen 43

5

Letsels van oog, neus en oor 46

6

Tandletsels en tand door de lip 48

7

Oververhitting 49

8

Onderkoeling 50


V

Bevriezing 52

10

Vergiftigingen 53

11

Steken en beten 54

DEEL IV Verband- en hulpmiddelen 55 1

Verbandmiddelen 56

2

Overige materialen 57

Casussen 59 Antwoorden 65 Deel I Algemeen 66 Deel II Stoornissen in de vitale functies 70 Deel III Letsels 78 Deel IV Verband- en hulpmiddelen 88 Casussen 90

9



DEEL 1 ALGEMEEN


8

Algemeen > Introductie

Introductie 1

De eerste hulpverlener is de eerste schakel in de hulpverleningsketen. Wat betekent dit voor uw handelen als eerstehulpverlener?


9

2

Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten Welke vijf belangrijke punten komen altijd aan de orde als u eerste hulp verleent? 1 2 3 4 5

3

Welke stelling(en) is/zijn juist? I Wanneer u eerste hulp verleent, komen de vijf belangrijke punten altijd aan de orde. Het punt ‘Let op gevaar’ komt voor het punt ‘Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit’. II Wanneer u eerste hulp verleent aan de hand van de belangrijke vijf punten, gaat u eerst na wat het slachtoffer mankeert. A B C D

4

Alleen stelling I is juist. Alleen stelling II is juist. Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist.

Noem drie maatregelen die u kunt nemen om een gevaarlijke situatie voor uzelf, omstanders of het slachtoffer veiliger te maken. 1 2 3

5

Bij een ongeval bent u snel geneigd direct in actie te komen om na te gaan wat iemand mankeert. Waarom is het belangrijk dat u dat pas doet, nadat u eerst punt 1 heeft gedaan van de vijf belangrijke punten?

6

Wat moet u doen als de politie inmiddels ter plaatse is en u het slachtoffer uit de gevarenzone wilt weghalen?

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

1


10

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

7

Op welke manieren kunt u nagaan wat er is gebeurd? Noem er twee. 1 2

8

Waarom gaat u eerst na wat er is gebeurd en daarna pas wat het slachtoffer mankeert?

9

Wat beoordeelt u altijd het eerst, als u wilt nagaan wat het slachtoffer mankeert? A B C D

De ademhaling. Het bewustzijn. De circulatie. De luchtweg.

10

De ABC-methodiek geeft aan in welke volgorde u de situatie van het slachtoffer moet beoordelen. Waarvoor staan de A, B en C?

11

Waarom is het belangrijk om bij een slachtoffer eerst de vitale functies te beoordelen en daarna pas overige letsels?

12

Voor welke slachtoffers zorgt u het eerst bij een ongeval met meerdere slachtoffers?

13

Welke stelling(en) is/zijn juist? I De informatie op een SOS-ketting is belangrijk voor de eerstehulpverlener. II De informatie op een SOS-ketting is belangrijk voor de professionele hulpverleners. A B C D

Alleen stelling I is juist. Alleen stelling II is juist. Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist.


11

Welke stelling(en) is/zijn juist? I Omdat een slachtoffer na een ongeval vaak geschrokken of angstig is, soms ook geprikkeld of agressief, dient u als eerstehulpverlener kalm, zorgzaam en respectvol over te komen. II Als een slachtoffer op de grond ligt, gaat u op uw knieĂŤn zo naast hem zitten dat hij u kan zien. A B C D

15

Alleen stelling I is juist. Alleen stelling II is juist. Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist.

Stel u treft een slachtoffer van een auto-ongeval aan. Op welke manieren kunt u hem geruststellen? Noem er drie. 1 2 3

16

Noem drie kenmerken van juist eerstehulpverlenersgedrag. 1 2 3

17

Welke twee gevaren bedreigen het slachtoffer wanneer hij niet genoeg beschut is?

1 2 18

Hoe zorgt u ervoor dat er in onderstaande situaties professionele hulp wordt gewaarschuwd? a Als er een ernstig of verkeersbelemmerend ongeval heeft plaatsgevonden.

b Bij minder spoedeisende situaties.

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

14


12

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

19

Wat moet u bij een melding aan de meldkamer ambulancedienst doorgeven?

20

In het Oranje Kruis Boekje staat dat u een slachtoffer slechts alleen mag laten om hulp te gaan halen, als dat niet anders kan. Kunt u een voorbeeld noemen van een situatie waarin dit het geval zou kunnen zijn?

21

U laat iemand professionele hulp waarschuwen. Waarom is het voor u belangrijk dat deze persoon na de melding nog even terugkomt?

22

Vul de ontbrekende woorden in. Wanneer u 1-1-2 belt, krijgt u contact met een U (of de melder) moet dan duidelijk om een

23

vragen.

Hoe kunt u – naast het geven van een duidelijke melding – eraan bijdragen dat de gewaarschuwde professionele hulpverleners het slachtoffer zo snel mogelijk bereiken?


13

Welke aanvullende informatie geeft u in uw overdracht aan het ambulancepersoneel? Noem 4 punten. 1 2 3 4

25

Waarom kunt u het beste een slachtoffer eerste hulp verlenen op de plaats waar hij ligt of zit?

26

Wat doet u als het slachtoffer wil opstaan?

27

In welke gevallen moet u het slachtoffer toch verplaatsen?

28

Hoe verplaatst u een slachtoffer dat niet meer kan lopen bij voorkeur?

29

Wat doet u als verplaatsen op de bij vraag 28 genoemde vervoersmethode niet mogelijk is?

30

Wanneer mag u een slachtoffer van een ernstig auto-ongeval uit de auto halen?

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

24


14

Algemeen > Eerste hulp verlenen: vijf belangrijke punten

31

Hoe kunt u een slachtoffer, dat nog op ĂŠĂŠn been kan steunen, verplaatsen?

32

De handeling op de foto hieronder wordt niet goed uitgevoerd. a Wat is er niet goed?

b Hoe moet het wel?

33

De handeling op de foto hieronder wordt niet goed uitgevoerd. a Wat is er niet goed?

b Hoe moet het wel?


15

Emotionele reacties

34

Wat moet u doen wanneer u na weken nog steeds terug moet denken aan dat ernstige ongeval?

35

Noem drie emotionele reacties die kunnen optreden bij slachtoffers van of omstanders bij een ongeval. 1 2 3

36

Hoe kunt u meestal voorkomen dat reacties van omstanders u bij de hulpverlening storen?

37

Mensen in een groep zijn minder geneigd te helpen. Hoe kunt u dit proberen te doorbreken?

Algemeen > Emotionele reacties

2


HET ORANJE KRUIS WERKBOEK Het Oranje Kruis Werkboek bij de 26e druk

Met dit werkboek kunt u toetsen of u de lesstof voor het Diploma Eerste Hulp van Het Oranje Kruis beheerst.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.