Jeugd Eerste Hulp

Page 1

Jeugd Eerste Hulp

+



3

Letsels

Dit hoofdstuk gaat over Eerste Hulp bij beschadigingen aan de huid, botten, spieren en gewrichten en bij kleine ongelukjes.

De huid De huid is erg belangrijk. Hij zorgt namelijk voor verschillende dingen: • je huid beschermt je lichaam • je huid regelt je lichaamstemperatuur en zorgt dat je het niet te koud of te warm hebt • in je huid lopen zenuwen. Door die zenuwen kun je voelen. Je voelt dat iets pijn doet en of een voorwerp warm, koud, scherp, zacht of hard is • via openingen in de huid (de poriën) kunnen schadelijke stoffen je lichaam verlaten door zweten (of transpireren). Je moet er dus voor zorgen dat je huid goed schoon blijft.

Wist je dat: • je huid het grootste orgaan van je hele lichaam is (en dus niet je darmen of je longen). De huid en de slijmvliezen (bijvoorbeeld de binnenkant van je neus- , mond- en keelholte) vormen de bekleding van je lichaam • je huid ongeveer 1 mm dik is • je huid uit verschillende laagjes bestaat. De buitenste laag heet de opperhuid. Daaronder ligt de lederhuid. En daar weer onder bevindt zich het onderhuids bindweefsel • je huid aan de buitenkant slijt. Toch wordt de huid niet dunner omdat hij van binnenuit weer aangroeit. Wanneer de opperhuid erg dik wordt (in de handen en onder de voeten), noemen we dat eelt • vetkliertjes in de huid ervoor zorgen dat de huid soepel blijft

Vraag 6 Kruis aan, wat is waar/niet waar? waar

niet waar

De huid is 1 mm dik De darmen zijn het grootste orgaan in je lichaam De huid bestaat uit meerdere laagjes Als er geen zenuwen door je huid zouden lopen, voel je ook geen pijn De huid heeft altijd dezelfde kleur De huid regelt je lichaamstemperatuur

Letsels

23


3.1 Wonden Als je een wond hebt, is je huid kapot. Je hebt pijn en je ziet vaak bloed. Je hebt zelf vast wel eens een wond of wondje gehad.

Opdracht 8 Schrijf een stukje over een situatie die je hebt meegemaakt en waarbij iemand of jijzelf een wond had. Is die wond toen goed behandeld of zou je nu iets anders doen?

Het is niet belangrijk uit welk bloedvat het bloed stroomt. Het gaat vooral om de hoeveelheid bloedverlies. In dit hoofdstuk leer je welke eerste hulp je bij verschillende soorten wonden kunt geven. Bij alle wonden is het belangrijk dat: • de wond steriel wordt afgedekt • het verband of de pleister niet aan de wond blijft zitten. Gebruik daarom niet-verklevend verband • dat het verband goed vastzit. Het is goed om handschoenen te dragen als je een wond verbindt. Zo bescherm je niet alleen jezelf, maar vooral ook het slachtoffer tegen besmetting. Het slachtoffer heeft immers een open wond.

Let op! Kijk in hoofdstuk 4 voor de eerste hulp bij wonden waarbij het bloed uit de wond stroomt (actieve bloedingen).

Kleine wonden Op een kleine wond doe je een pleister. Officieel heet dit een wondpleister. Een wondpleister bestaat uit twee stukken: • een steriel gaasje met een wondkussentje • een pleister. Doe vaak een nieuwe pleister op het wondje. Een pleister is gauw vies en het wondje moet schoon blijven. Voor vingers bestaan er speciale vingerpleisters. Door de lange kleefpleister blijft deze pleister goed zitten.

24

Hoofdstuk 3


Je kunt een gaasje op een vinger ook goed met een vingerbob vastzetten.

Snijwonden Scherpe voorwerpen, zoals messen, scharen, naalden, spijkers, enzovoort, kunnen snijwonden veroorzaken. Maar je kunt je ook lelijk aan papier snijden. Een snijwond kan behoorlijk bloeden. Bij een grotere snijwond (meer dan 1 cm lang) kunnen de wondranden van elkaar wijken en is het bloeden minder gemakkelijk te stoppen. Gebruik dan hechtstrips of zwaluwstaartjes om de wond dicht te drukken en daardoor de bloeding te beperken. Ga bij grotere snijwonden en wanneer het bloeden niet stopt naar de huisarts of huisartsenpost.

Aanleggen hechtstrips Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Letsels

Plak de hechtstrip aan één zijde van de wond. Houd met een vinger of duim de strip daar op zijn plaats. Trek licht aan de strip, zodat de wondranden tegen elkaar aan komen. Plak de strip vast aan de andere zijde van de wond. Plak op dezelfde manier zo nodig meerdere strips. Laat tussen elke strip een ruimte van enkele millimeters.

Grote wond Bij grotere wonden heb je meer nodig, bijvoorbeeld steriel gaas. Je legt dit gaas vast met: • kleefpleister of • een elastische zwachtel of • een zelfklevende zwachtel. Soms heb je een paar gaasjes nodig om een wond helemaal af te dekken. Gebruik als het mogelijk is niet-verklevend gaas op een wond. Andere gazen kun je goed gebruiken om rondom de wond schoon te maken. Je kunt ook een wondsnelverband gebruiken. Dan heb je niet apart gazen en een zwachtel nodig. Laat het slachtoffer zo gaan liggen of zitten dat je gemakkelijk kunt verbinden. Laat het slachtoffer altijd liggen, wanneer hij zich niet zo lekker voelt. Dek grote en vuile wonden die door de (huis)arts behandeld moeten worden alleen steriel af. Deze mag je bijvoorbeeld niet schoon spoelen en er mag ook geen ontsmettingsmiddel ingedaan worden.

Schaafwond aan de knie Je vriend is onderuit gegleden met fietsen en ja hoor: een schaafwond op zijn knie. Gelukkig heb je Eerste Hulp gehad en weet je wat je moet doen. Je hebt nodig: • schoon water • 2 steriele gaasjes • elastische of zelfklevende zwachtel • kleefpleister • eerstehulpschaar • eventueel Betadine.

Reinig de huid en dek de wond ten slotte met steriel verband af.

25


Aanleggen gaas met kleefpleister of een elastische/zelfklevende zwachtel Stap 1

Knip van tevoren 4 strookjes kleefpleister als je voor het vastzetten van het gaas kleefpleister gebruikt. Knip er 2 als je met een elastische zwachtel het gaas vast gaat zetten. Knip de kleefpleister voordat je eventueel handschoenen aandoet. Bij een zelfklevende zwachtel hoef je geen kleefpleister te gebruiken.

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 8

Stap 9

Stap 10

26

Houd een verpakt steriel gaasje aan ĂŠĂŠn kant vast en scheur de andere helft van de verpakking er af.

Spoel kleine wonden, schaafwonden en de huid om de wond schoon met water. In een schaafwond zit vaak vuil. Dep de wond en de huid eromheen droog met een steriel gaasje. Dan plakt de kleefpleister beter. Je kunt bij kleine wonden een beetje Betadine op de wond druppelen, wanneer er geen schoon water is. De huid rondom een wond kun je met Betadine of ander ontsmettingsvloeistof schoon maken.

Stap 6

Stap 7

Houd het gaasje vlak boven de wond. Druk met een vinger het gaasje naast de wond tegen de huid.

Haal de rest van de verpakking eraf, het gaasje valt dan over de wond. Nu kun je aan alle 4 kanten het gaas vastleggen met kleefpleister. Als je het gaas met een zwachtel vastzet: pak de zwachtel en houd hem zo vast dat je in de rol kunt kijken. Dan wikkelt de zwachtel makkelijker af. Laat bij het zwachtelen van een knie of elleboog deze iets gebogen houden. Leg met de eerste slag het steriele gaasje aan de onderkant vast.

Hoofdstuk 3


Stap 11

Stap 12

Zwachtel richting de romp verder. Zorg ervoor dat elke slag die je doet voor tweederde over de vorige slag gaat. Maak de bocht van knie of elleboog door aan de strekzijde iets minder, en aan de buigzijde iets meer dan voor tweederde te overlappen. Ga door tot een stuk boven het gaas en maak zo nodig het einde van de zwachtel vast met een stukje kleefpleister.

Opdracht 9 Oefen met een klasgenoot het verbinden van een schaafwond aan de knie.

Wondsnelverband Je vader is over je skateboard gestruikeld en heeft een wond op zijn onderarm. Die wond is niet echt groot, maar wel te groot voor een pleister. Wat nu? Dan is een wondsnelverband erg handig. Weet je nog waarom? Je hoeft niet eerst allerlei losse spulletjes bij elkaar te zoeken in je verbanddoos. Je bent in ĂŠĂŠn keer klaar.

Aanleggen (wond)snelverband Een (wond)snelverband heeft een steriel wondkussentje en een korte en een lange zwachtel. Bij het wondsnelverband zitten al aan de zwachtels stukjes kleefpleister om het verband vast te maken. Bij een snelverband moet je zelf eerst 2 strookjes knippen.

Letsels

27


Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Zorg er voor dat het slachtoffer geen sieraden aan het gewonde lichaamsdeel heeft. Maak de verpakking aan ĂŠĂŠn kant open en haal het verband eruit zonder het open te vouwen. Knip voor het aanleggen van een (gerold) snelverband eerst 2 strookjes kleefpleister. Haal het beschermstripje van het stukje kleefpleister aan het uiteinde van de korte zwachtel van het wondsnelverband. Leg het wondkussentje op de wond, meteen op de goede plaats (het mag niet meer verschuiven). Plak het stukje kleefpleister op de huid. Rol de zwachtel om de arm, zodat het wondkussentje aan alle kanten is afgesloten. Zwachtel richting de romp. Maak het uiteinde van de lange zwachtel met de stukjes kleefpleister vast. Bij het wondsnelverband zitten deze stukjes daar al. Bij het snelverband gebruik je de strookjes die je aan het begin hebt geknipt.

Wonddrukverband Zie je dan nog bloed door het gaas of snelverband heen komen? Leg dan een wonddrukverband aan. Je legt watten over het verband en zet die vast met een stevige zwachtel (ideaalzwachtel). Laat de watten aan beide kanten iets uitsteken.

28

Hoofdstuk 3


Opdracht 10 Bekijk de plaatjes goed. Wat zou jij op de wonden doen? Schrijf het eronder. Kies uit: wondpleister, wondsnelverband, snelverband, hechtstrip, kleefpleister, gaaskompres.

Vraag 7 Kruis aan, wat is waar/niet waar? waar Een wondsnelverband: • kun je voor elke wond gebruiken • is goed te gebruiken bij kleinere wonden op de onderarm • kun je gemakkelijk bij je dragen. Het is plat en blijft schoon • kun je, als het moet, bij jezelf aanleggen. Je kunt het met één hand doen • kun je best twee keer gebruiken

Letsels

niet waar

29


Er gebeuren heel wat ongelukken: thuis, op school of tijdens het spelen. Weet jij wat je moet doen als iemand zijn arm breekt of brandwonden oploopt? En wat als je vriendje zich verslikt of bewusteloos raakt? Goed helpen kan dan heel belangrijk zijn. Hoe je dat moet doen staat in dit boek! Als je dit allemaal leert en ook kan uitvoeren kan je het diploma Jeugd Eerste Hulp A behalen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.