REPAIR MANUAL MANUEL DE RÉPARATION REPARATURANLEITUNG MANUAL DE REPARACIÓN MANUALE RIPARAZIONE This document has been printed from my e doc
MANITOU BF
Head office: 430, Rue de l’Aubinière 44150 Ancenis - FRANCE Share capital: 39,548,949 euros 857 802 508 RCS Nantes Tel: +33 (0)2 40 09 10 11 www.manitou.com
La présente brochure n’est fournie qu’à titre consultatif, toute reproduction, copie, représentation, captation, cession, distribution, ou autre, partiellement ou en totalité, sous quelque format que ce soit est interdite. Les schémas, les dessins, les vues, les commentaires les indications, l’organisation même du document qui sont rapportés dans la présente documentation, sont la propriété intellectuelle de MANITOU BF. Toute infraction à ce qui précède est susceptible d’entraîner des condamnations civiles et pénales. Les logos ainsi que l’identité visuelle de l’entreprise sont la propriété de MANITOU BF et ne peuvent être utilisés sans autorisation exprès et formelle. Tous droits réservés.
This manual is for information purposes only. Any reproduction, copy, representation, recording, transfer, distribution, or other, in part or in whole, in any format is prohibited. The plans, designs, views, commentaries and instructions, even the document organization that are found in this document, are the intellectual property of MANITOU BF. Any violation of the aforementioned may lead to civil and criminal prosecution. The logos as well as the visual identity of the company are the property of MANITOU BF and may not be used without express and formal authorization. All rights are reserved.
Die vorliegende Broschüre dient allein zur Beratung. Nachdruck, Fotokopieren, Vervielfältigung, Darstellung, Erfassung, Überlassung, Verbreitung oder Sonstiges (ganz oder teilweise) in jeglicher Form sind verboten. Die Entwürfe, Zeichnungen, Bilder, Darstellungen, Ansichten, Kommentare, Hinweise und der Aufbau der Druckschrift selbst, die in der vorliegenden Dokumentation enthalten sind, sind geistiges Eigentum von MANITOU BF. Alle Verstöße gegen das Vorstehende können zu strafoder zivilrechtlicher Verfolgung führen. Die Logos und Markenzeichen sowie Unternehmens- und Produktbezeichnungen sind Eigentum von MANITOU BF und dürfen ohne ausdrückliche Genehmigung nicht verwendet werden. Alle Rechte vorbehalten.
Este folleto se ofrece a título meramente informativo y queda prohibida su reproducción, copia, representación, captación, cesión, distribución y demás, parcial o total, en el formato que sea. Los esquemas, dibujos, vistas, comentarios, indicaciones, la organización misma del documento aportado en esta documentación son propiedad intelectual de MANITOU BF. Cualquier infracción a lo antedicho puede acarrear condenas civiles y penales. Los logotipos y la identidad visual de la empresa son propiedad de MANITOU BF y no pueden utilizarse sin su autorización expresa y formaL. Reservados todos los derechos.
Il presente manuale è fornito esclusivamente a titolo di consultazione; è vietata qualsiasi riproduzione, copia, rappresentazione, acquisizione, cessione, distribuzione o altro, parziale o totale, e in qualsivoglia formato. Gli schemi, i disegni, le viste, i commenti, le indicazioni e l’organizzazione stessa del documento, riportati nella presente documentazione, sono proprietà intellettuale di MANITOU BF. Qualsiasi violazione a quanto riportato sopra è passibile di condanna civile e penale. I loghi e l’identità visiva dell’azienda sono di proprietà di MANITOU BF e non possono essere utilizzati senza previa autorizzazione espressa e formale. Tutti i diritti sono riservati.
GENERAL INSTRUCTIONS AND SAFETY NOTICE Groep 00 (Algemene informatie, kenmerken en veiligheid)
1-1
ENGINE Groep 10 (Motor)
2-1
OPTIONS - ACCESSORIES Groep 110 (Optional - Accessoires)
3-1
TRANSMISSION Groep 20 (Transmissie)
4-1
AXLE ASSEMBLY - AXLE Groep 30 (As)
5-1
BRAKE Groep 40 (Rem)
6-1
TELESCOPIC BOOM Groep 50 (Arm)
7-1
HYDRAULIC Groep 70 (Controle en afstelling van het hydraulische systeem)
8-1
ELECTRICITY Groep 80 (Elektriciteit)
9-1
DRIVER CAB Groep 85 (Bestuurdersplaats)
10-1
FRAME - BODY Groep 90 (Frame - Koetswerk)
11-1
- ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING
00
ALGEMENE INFORMATIE, KENMERKEN EN VEILIGHEID
00 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
pag. VOORWOORD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 POSITIE VOOR DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 REGELS VOOR HET ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
(05/07/2012)
00-M205NL
00
2
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOORWOORD In dit hoofdstuk worden de algemene aanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften voor de controle- en onderhoudswerkzaamheden weergegeven. Alle andere aanwijzingen of waarschuwingen zijn in de desbetreffende hoofdstukken vermeld. Om bijkomstige risico's te vermijden, het volgende in acht nemen: - De instructies in de handleiding voor de bediening en het onderhoud van de heftruck opvolgen. Bij iedere heftruck hoort een handleiding. - Houdt u aan de aanwijzingen die in de veiligheidshandleiding staan. - Gebruik voor alle werkzaamheden geschikt gereedschap. - Gebruik originele Manitou reserveonderdelen. Bij niet inachtneming van hetgeen weergegeven is, neemt het risico op ongelukken toe wat ernstig letsel en zelfs de dood ten gevolg kan hebben. Als de bediener de veiligheidsinstructies opvolgt en het onderhoud aan de machine op correcte wijze verricht, wordt er gegarandeerd voor een combinatie factoren van doeltreffendheid, betrouwbaarheid en rendement. Als u het volgende symbool ziet :
Betekent dit: Gevaar! Let op! Gevaar voor uw eigen veiligheid, de veiligheid van derden of de veiligheid van de heftruck. De fabrikant kan niet alle mogelijke gevaarlijke situaties voorzien. Daarom bestaat de mogelijkheid dat de in de veiligheidshandleiding vermelde veiligheidsinstructies niet alle mogelijke gevaarlijke situaties omvatten. Tijdens de reparaties, het onderhoud of de besturing van de heftruck moet de bediener altijd de eventuele risico's voor zijn eigen veiligheid, die van anderen en die voor de machine voorzien. Manitou kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het gebruik van andere dan de gespecificeerde hefinrichtingen, instrumenten of werkmethodes.
00-M205NL
(05/07/2012)
POSITIE VOOR DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
2
4
1
3
Voor wat voor reparatie dan ook uit te voeren : 1 - De machine op een genivelleerd oppervlak zetten en de wielen blokkeren. 2 - De motor afzetten en de sleutel uit het contactslot trekken. 3 - De machine laten afkoelen. 4 - De druk van alle betreffende circuits halen. (05/07/2012)
3
00
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
00-M205NL
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
00
4
REGELS VOOR HET ONDERHOUD
Niets aan de machine doen zonder passende opleiding genoten te hebben en de nodige kennis verworven te hebben. U moet alle plaatjes op de machine en in de handleiding gelezen hebben.
Als er iets aan de machine gedaan moet worden voordat deze de tijd heeft gehad om af te koelen, dan bestaat het gevaar van brandwonden in geval van aanraking van de huid met hete vloeistoffen of onderdelen.
1
2
ECU
Voor wat dan ook te doen aan de elektrische onderdelen, de accuschakelaar op OFF zetten. Als de machine niet over een accuschakelaar beschikt, de accustekkers los schakelen en dan weer aansluiten.
Voor eventuele laswerkzaamheden te verrichten, de computers losschakelen.
Een machine die in een verontreinigde omgeving werkt (giftig of schadelijk voor de gezondheid) moet daarvoor zijn uitgerust. De onderhoudswerkzaamheden en de reparaties op dergelijke machines moeten verder ook volgens de plaatselijke veiligheidsvoorschriften verricht worden.
00-M205NL
(05/07/2012)
5
00
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Niet op delen van de machine lopen die daar niet voor ontworpen zijn.
Nooit kleding, sieraden of voorwerpen dragen die verstrikt zouden kunnen raken tijdens de werkzaamheden en ongelukken zouden kunnen veroorzaken. Draag altijd een veiligheidsbril, beschermhandschoenen en veiligheidsschoenen alsmede alle andere beschermingen die nodig zijn voor de uit te voeren handeling.
Als er onderhoud wordt uitgevoerd in de buurt van een beweeglijk voorwerp, controleer dan of dit goed is vastgemaakt.
Tijdens het vervangen of ontluchten van olie of brandstof of andere werkzaamheden met vloeistoffen, vaste stoffen of gas die schadelijk zijn voor de omgeving, alle nodige voorzorgsmaatregelen treffen om milieuverontreiniging te voorkomen.
(05/07/2012)
00-M205NL
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
00
6
Bij het opheffen of ondersteunen van een machineonderdeel, controleren of de gebruikte werktuigen geschikt zijn voor de lading van het te ondersteunen onderdeel en of ze voldoen aan de nationale voorschriften voor hefmiddelen. Als u een krik gebruikt moet deze voldoende stevig zijn om de last te dragen, met voldoende hefvermogen en moet hij op correcte wijze onder de machine geplaatst worden op een genivelleerd en gelijkmatig oppervlak.
Controleer of er geen voorwerpen of gereedschap in de machine achterblijven die ongelukken kunnen veroorzaken.
Controleer nooit met uw handen of er lekken zijn.
max. min.
MAX
Nooit onderdelen boven het door de fabrikant aangegeven maximale vermogen afstellen.
MIN 00-M205NL
(05/07/2012)
00 ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING
pag. STANDAARD AANDRAAIMOMENTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(13/11/2012)
00-04-M205NL
2
ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING
00
STANDAARD AANDRAAIMOMENTEN Standaard aandraaimomenten die gebruikt moeten worden als ze niet vermeld worden in de procedures voor demontage en montage: - De volgende aandraaimomenten gelden voor schroeven en bouten met zeskantkop zonder basis en voor zeskante inbusschroeven met cilinderkop. - De aandraaimomenten zijn aangegeven voor een wrijvingscoëfficiënt van μ = 0.20 overeenkomstig met een droge montage van verzinkte schroeven en voor schroefgereedschap met een precisieklasse C ± 20 % van het aandraaimoment (overeenkomstig met pneumatische schroefmachines). Montage Schroef / Moer Norm NF E25-030-1 : Aandraaimoment in N.m (±20%) Ø x «Grove» spoed
Klasse 8,8
Klasse 10.9
Ø x «Fijne» spoed
Klasse 8,8
Klasse 10.9
M3 x 0,5
1
1,5
-
-
-
M4 x 0,7
2,4
3,5
-
-
-
M5 x 0,8
4,8
7,1
-
-
-
M6 x 1
8,2
12,1
-
-
-
M8 x 1,25
20
30
M10 x 1,5
40
59
M8 x 1
22
32
M10 x 1,25
43
63
M10 x 1
46
68
M12 x 1,5
74
108
M12 x 1,75
69
102
M12 x 1,25
78
115
M14 x 2
111
163
M14 x 1,5
123
181
M16 x 2
175
256
M16 x 1,5
190
279
M18 x 2,5
240
352
M18 x 1,5
279
410
M20 x 2,5
341
501
M20 x 1,5
391
574
M22 x 2,5
470
691
M22 x 1,5
531
780
M24 x 3
588
864
M24 x 2
659
967
M27 x 3
874
1284
M27 x 2
965
1418
M30 x 3,5
1181
1735
M30 x 2
1351
1984
M33 x 3,5
1614
2371
M33 x 2
1821
2674
M36 x 4
2068
3037
-
-
-
b b
00-04-M205NL
Voor de zeskant kruiskopschroeven met flens: Een aandraaimoment met precisie + 10%. toepassen (Norm NF E 25-030-1)
Als er ringetjes gebruikt worden, de volgende coëfficiënt toepassen (FD E 25-502): - Conisch glad (CL) : +5% - Veerring (of Grower) (W) : +10% - Conisch met interne tandjes (CDJ-JZC) : +15%
(13/11/2012)
10
MOTOR
- POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN - VERWIJDERING VAN DE MOTOR - MOTOR WEER MONTEREN
- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE MOTOR - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE MOTOR
l647370EN
(MOTOR OM 904 LA 120-150-175 CV EURO 3)
10 POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN
pag. MERCEDESMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(05/06/2012)
10-03-M205NL
2
POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN
10
MERCEDESMOTOR
Pomp voor het motorkoelwater
Oliefilter
Wisselstroomdynamo
Riem
10-03-M205NL
Brandstofpomp en -filter
(05/06/2012)
3
10
POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN
Oliefilter Turbocompressor
Wisselstroomdynamo
Startmotor
(05/06/2012)
10-03-M205NL
POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN
10
4
10-03-M205NL
(05/06/2012)
10 VERWIJDERING VAN DE MOTOR
pag. MOTORONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 MOTORONDERDELEN VERWIJDEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – A - VERWIJDERING VAN DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO. . . . . . . . . . . . . . 3 – B - VERWIJDERING VAN DE WISSELTROOMDYMANO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – C - VERWIJDERING VAN DE STARTMOTOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – D - VERWIJDERING VAN HET OLIEFILTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – E - VERWIJDERING VAN HET DIESEL FILTER EN DE DIESELPOMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 – F - VERWIJDERING VAN DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 – G - VERWIJDERING TURBOCOMPRESSOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 VERWIJDERING VAN DE MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 – DEMONTAGEVOLGORDE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 – VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 – VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
(25/06/2012)
10-06-M205NL
2
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
MOTORONDERDELEN
5
5 8 6
1
4
1
3
7 2
Legenda : 1 - Wisselstroomdynamo 2 - Startmotor 3 - Riem van de wisselstroomdynamo 4 - Brandstoffilter 5 - Oliefilter 6 - Pomp voor het motorkoelwater 7 - Brandstofpomp 8 - Turbocompressor
ALGEMENE INFORMATIE Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
b
Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Schakel de contactsleutel uit en koppel de negatieve pool van de accu los, wacht tot de motoronderdelen zijn afgekoeld. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische krik. 10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
3
10
MOTORONDERDELEN VERWIJDEREN
A - VERWIJDERING VAN DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO 1
Verwijder het beschermcarter (Ref. 1) door de twee schroeven (Ref. 2) los te draaien.
2 2
Steek een hefboom op de schroef (Ref. 3), klap de riemspanrol (Ref. 4) naar boven en verwijder de riem (Ref. 5). 5 4
3
(25/06/2012)
10-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
4
B - VERWIJDERING VAN DE WISSELTROOMDYMANO Verricht de handeling A. 1
2
1
Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).
1
1 1
1
Draai de twee moeren (Ref. 3) los waarmee de beugels (Ref. 4) bevestigd zijn die de luchtaanzuigleiding (Ref. 5) steunen, zodat u makkelijker bij de steun van de wisselstroomdynamo kunt komen.
4
5
3
Draai de vier schroeven (Ref. 6) los waarmee de steun van de wisselstroomdynamo (Ref. 7) vast zit.
6
7
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
5
Draai de twee schroeven (Ref. 8) los, draai de schroef (Ref. 9) losser en draai de steun van de luchtmof (Ref. 10) naar boven om de wisselstroomdynamo makkelijker te kunnen verwijderen.
9
10
8
8
10
Draai de twee schroeven (Ref. 11) los.
11
Koppel de elektrische verbindingskabels (Ref. 12 en 13) van de wisselstroomdynamo los.
12 13
Dan kan de wisselstroomdynamo (Ref. 14) verwijderd worden.
14
(25/06/2012)
10-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
6
C - VERWIJDERING VAN DE STARTMOTOR
1
Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).
2
1
1
1 1
1
3
Koppel de elektrische verbindingskabels (Ref. 3 en 4) van de startmotor los.
4
Draai de twee moeren (Ref. 5) los waarmee de beugels (Ref. 6) bevestigd zijn die de luchtaanzuigleiding (Ref. 7) steunen, zodat u makkelijker bij de startmotor kunt komen.
6
7
5
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
8
Draai de schroeven en ringetjes (Ref. 8 en 9) los en demonteer de afstandschakelaar (Ref. 10) van de startmotor (Ref. 11).
10
9
10
11
Draai de drie schroeven (Ref. 12) los en demonteer de startmotor (Ref. 11) van het motorcarter.
12
11
11
(25/06/2012)
7
Verwijder de startmotor (Ref. 11) door hem door de gleuf in de onderkant van het motorcarter te trekken.
10-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
8
D - VERWIJDERING VAN HET OLIEFILTER 4
Verricht de handeling B.
3
Draai de schroef (Ref. 1) los en verwijder de riemspanner (Ref. 2). Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugel (Ref. 4).
3 1
2
Maak de olietoevoer (Ref. 5) los. Bevestig de slang met een bandje aan de motor zodat hij niet in het onderste gedeelte van de motorbehuizing glijdt en er geen olie uit kan lopen.
5
8 9
Draai de schroef (Ref. 6) los om de wisselstroomdynamo (Ref. 7) los te maken en draai hem naar beneden. Draai de schroeven (Ref. 8) waarmee het oliefilter (Ref. 9) op de steunen van de motor bevestigd is los en verwijder het filter van de motor.
7
6
8
10-06-M205NL
(25/06/2012)
9
10
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
E - VERWIJDERING VAN HET DIESEL FILTER EN DE DIESELPOMP Verricht de handeling A. Maak de brandstofslangen (Ref. 1) van en naar het filter los, houd ze naar boven gericht om de tank niet te legen.
1
1
Maak de stekker (Ref. 2) los van het brandstoffilter (Ref. 3). 3
2
Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder het brandstoffilter (Ref. 3) van de motor.
3
Draai de schroeven (Ref. 5) los en verwijder de brandstofpomp (Ref. 6) van de motor. 4
5 5
5
(25/06/2012)
6
10-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
10
F - VERWIJDERING VAN DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER
1
2
b
1
Verricht alleen de handelingen aan het koelcircuit als de temperatuur van de koelvloeistof onder de 30 is;
1
Verricht de handeling A. 1 1
Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).
1
Maak de twee klembandjes (Ref. 3) op de onderste verbindingsmof (Ref. 4) los. 4
3
3
Zorg voor voldoende grote bakken voor de hoeveelheid op te vangen vloeistof en zet ze onder de motorruimte. Maak de onderste verbindingsmof (Ref. 4) los van de pomp, doe dit langzaam om de overdruk uit het circuit te laten lopen, laat dan alle vloeistof uit het koelcircuit lopen.
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
11
Maak de twee klembandjes (Ref. 5) op de bovenste verbindingsmof (Ref. 6) los en maak hem los van de pomp.
10
5
6 5
Draai de vier schroeven (Ref. 7) los en verwijder de riemschijf (Ref. 8). 8
7
Draai de schroef (Ref. 9) los en verwijder de riemspanner (Ref. 10).
9 10
11
Draai de schroeven (Ref. 11 en 12) los en verwijder de beugel (Ref. 13).
12 13 11
(25/06/2012)
10-06-M205NL
12
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Maak het klembandje (Ref. 14) los en haal de afvoerslang (Ref. 15) van de thermostatische klep.
15 14
Maak de temperatuursensor (Ref. 17) los van de thermostatische klep (Ref. 16). 16 17
Draai de schroeven (Ref. 18 en 19) los waarmee de thermostatische klep (Ref. 16) bevestigd is.
18 19 16
Draai de zeven schroeven (Ref. 20) los, verwijder de pomp (Ref. 21) en de thermostatische klep (Ref. 16) van de motor.
16
21 20
20
20
20
20 20
10-06-M205NL
20
(25/06/2012)
13
10
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
G - VERWIJDERING TURBOCOMPRESSOR
1
Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).
2
1
1
1 1
1
Draai de twee moeren (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de luchtaanzuigpijp (Ref. 5) bevestigd is.
4
5
3
Draai de schroeven (Ref. 6 en 7) los en verwijder de beugel (Ref. 8). 6
7 8
6
(25/06/2012)
10-06-M205NL
14
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Maak het klembandje (Ref. 9) los en verwijder de mof (Ref. 10).
10 9
Maak de twee klembandjes (Ref. 11) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 12) van de luchtradiateur. 12
11
11
Maak het klembandje (Ref. 13) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 14) van de turbocompressor (Ref. 15). 15
13
14
Draai de verbinding (Ref. 16) los en verwijder de smeermiddeltoevoer (Ref. 17) van de turbocompressor. 17
16
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
15
Draai de verbinding (Ref. 18) los en verwijder de smeermiddelaanzuigslang (Ref. 19).
10
19
18
Draai de vier schroeven (Ref. 20) los en verwijder de beschermplaat (Ref. 21) van het uitlaatspruitstuk. 21
20
Draai de schroeven (Ref. 22) waarmee de turbocompressor bevestigd is los.
22
Maak de twee klembandjes (Ref. 23) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 24) van de motor. 23 23
24
(25/06/2012)
10-06-M205NL
16
VERWIJDERING VAN DE MOTOR Draai de acht schroeven (Ref. 25) los en verwijder het uitlaatspruitstuk (Ref. 26).
10
25
25 25
26
Draai de moeren (Ref. 27) los en verwijder de turbocompressor (Ref. 15) van het uitlaatspruitstuk (Ref. 26).
15
27 27
26
27 27
26
15
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
17
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
DEMONTAGEVOLGORDE
Fase 1
VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR
Fase 2
VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR
Fase 3
VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR
(25/06/2012)
10-06-M205NL
18
VERWIJDERING VAN DE MOTOR VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR Draai de schroef (Ref. 1) los om de gasveer (Ref. 2) van de motorkap (Ref. 3) los te maken.
10
1
2 3
Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder de motorkap (Ref. 3) van de machine. 4
4
3
Maak het klembandje (Ref. 5) los en verwijder de slang (Ref. 6) van de radiateur.
5 6
8 7
10-06-M205NL
Maak de klembandjes (Ref. 7) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 8) van de radiateur.
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
19
10
Maak de klembandjes (Ref. 9) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 10) van de radiateur.
9 10
Draai de schroeven (Ref. 11) los en verwijder het carter (Ref. 12) van het motorchassis. 11
12
Maak de leidingen (Ref. 13) van de hydraulische motor van de radiateur los. 13 13
13
Plaats een hydraulische krik (Ref. 14) onder het motorframe.
14
(25/06/2012)
10-06-M205NL
20
VERWIJDERING VAN DE MOTOR Draai de schroeven (Ref. 15) waarmee het motorframe bevestigd is los.
10
15
Verwijder met behulp van de hydraulische krik het motorframe (Ref. 16) van de machine.
16
Maak het klembandje (Ref. 17) los en verwijder de onderste leiding (Ref. 18). van de radiateur. Draai de onderste schroeven (Ref. 19) van de radiateur los.
17 19
18
20
Maak het klembandje (Ref. 20) los en verwijder de bovenste leiding (Ref. 21) van de radiateur.
21
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
21
Draai de schroeven (Ref. 22) los om het radiateurframe (Ref. 23) los te maken van het motorframe (Ref. 24).
10
22
23 24
Draai de schroeven (Ref. 25) los en verwijder het rooster (Ref. 26). 25
26
Draai de moeren (Rif. 27) van de ventilator (Ref. 28) los.
28
27
Verwijder de naaf van de ventilator (Ref. 29).
29
(25/06/2012)
10-06-M205NL
22
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 16) los en verwijder de hydraulische motor (Ref. 30) van het rooster (Ref. 31). 26
30
31
VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR Verricht de handeling “Demontage radiateurmotor”. Draai de schroeven, de moeren en de ringetjes (Ref. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7) los en verwijder de waterradiateur (Ref. 8) Draai de schroeven en de ringetjes (Ref. 9, 10 en 11) los en verwijder de luchtradiateur (Ref. 12).
12
11 1 10 9 2 3
7
6 4
5
8
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
23
VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR Draai de schroef (Ref. 1) los om de gasveer (Ref. 2) van de motorkap (Ref. 3) los te maken.
10
1
2 3
Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder de motorkap (Ref. 3) van de machine. 4
4
3
Draai de schroeven (Ref. 5) los en verwijder het voorste beschermcarter (Ref. 6).
6 5
5
Draai de zes schroeven (Ref. 7) los en verwijder het onderste carter (Ref. 8).
7
8
7
7
7 7
(25/06/2012)
7
10-06-M205NL
24
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Zorg voor voldoende grote bakken voor de hoeveelheid op te vangen vloeistof en zet ze onder de motorruimte. Maak de klembandjes (Ref. 9) los, verwijder de pijpen (Ref. 10) en leeg de tank van de koelvloeistof. 9
10
Draai de dop (Rif. 11) los om het weglopen van de vloeistof uit de tank te vergemakkelijken. 11
Maak het klembandje (Ref. 12) los en verwijder de slang (Ref. 13) van de radiateur.
12 13
Maak de klembandjes (Ref. 14) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 15) van de radiateur.
15 14
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
25
10
Maak de klembandjes (Ref. 16) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 17) van de radiateur.
16 17
Maak het klembandje (Ref. 18) los om de leiding van de motor los te maken (Ref. 19).
18
19
Verwijder de bovenste slang (Ref. 20) van de waterpomp.
20
21
Maak de klembandjes (Ref. 21) los en maak de onderste pijp (Ref. 22) los van de waterpomp. 22
(25/06/2012)
10-06-M205NL
26
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Maak de slangen (Ref. 23) van het dieselfilter los.
23
23
Draai de schroeven (Ref. 24) los en verwijder het carter (Ref. 25) van de motor.
24
25
Trek de stekker (Ref. 26) uit de besturingseenheid (Ref. 27) van de motor.
27
26
Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 28) van de wisselstroomdynamo (Ref. 29) los. 28
28
10-06-M205NL
29
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
27
10
Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 30) van de startmotor (Ref. 31) los.
31 30
Maak de connectors (Ref. 32) van het dieselvoorfilter los.
32 32
Draai de schroeven (Ref. 33) los en verwijder het dieselvoorfilter (Ref. 34) van de machine. 33
34
35
(25/06/2012)
Maak de connector (Ref. 35) van de motorlijn naar die van de machine los.
10-06-M205NL
28
VERWIJDERING VAN DE MOTOR Maak het klembandje (Ref. 36) los en verwijder de leiding (Ref. 37) van de turbocompressor.
10
36 37
Draai de schroeven (Ref. 38) los en verwijder het zijbeschermcarter (Ref. 39) van de radiateur. 38
39
Maak de leidingen (Ref. 40) van de hydraulische motor van de radiateur los. 40 40
40
Plaats een hydraulische krik (Ref. 41) onder het motorframe.
41
10-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
29
Draai de schroeven (Ref. 42) waarmee het motorframe bevestigd is los.
10
42
Verwijder met behulp van de hydraulische krik het motorframe (Ref. 43) van de machine.
43
Draai de schroeven (Ref. 44) los en verwijder het carter (Ref. 45) van de turbocompressor.
44
45
Maak de bovenste leidingen (Ref. 46) van de hydraulische pomp op de motor los.
46
(25/06/2012)
10-06-M205NL
30
VERWIJDERING VAN DE MOTOR
10
Maak de onderste leidingen (Ref. 47) van de hydraulische pomp op de motor los.
47
Bevestig de motor aan een bovenloopkraan. Draai de schroeven (Ref. 48) van de silent blocks van de motorsteunen los. 48
Draai de schroeven (Ref. 49) ter bevestiging van de motor op de steunen van de hydraulische pomp los.
49
Verwijder met behulp van de bovenloopkraan de motor van de machine en zet hem op een pallet.
50
10-06-M205NL
(25/06/2012)
10 MOTOR WEER MONTEREN
pag. MOTORONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – MONTAGEVOLGORDE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – RADIATEUR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 MOTORONDERDELEN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 – A - TURBOCOMPRESSOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 – B - DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – C - HET DIESELFILTER EN DE DIESELPOMP WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 – D - HET OLIEFILTER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – E - DE STARTMOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 – F - WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 – G - DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . 31
(25/06/2012)
10-07-M205NL
2
MOTOR WEER MONTEREN
10
MOTORONDERDELEN
5
1
3
6
4
7 2
Legenda : 1 - Wisselstroomdynamo 2 - Startmotor 3 - Riem van de wisselstroomdynamo 4 - Brandstoffilter 5 - Oliefilter 6 - Pomp voor het motorkoelwater 7 - Brandstofpomp 8 - Turbocompressor
ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De contactsleutel uitschakelen en de negatieve pool van de accu losmaken. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische krik.
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
3
MOTOR WEER MONTEREN
Fase 1
THERMISCHE MOTOR WEER MONTEREN
Fase 2
RADIATEUR WEER MONTEREN
Fase 3
RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN
(25/06/2012)
10
MONTAGEVOLGORDE
10-07-M205NL
4
MOTOR WEER MONTEREN MOTOR WEER MONTEREN
10
Haak de motor (Ref. 1) aan een bovenloopkraan en plaats hem op de machine.
1
Draai de schroeven (Ref. 2) ter bevestiging van de motor op de steunen van de hydraulische pomp vast.
2
Monteer de silent blocks door de schroeven (Ref. 3) op de motorsupports vast te draaien. 3
Verbind de onderste leiding (Ref. 4) weer op de hydraulische pomp op de motor.
4
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
5
10
Verbind de bovenste leidingen (Ref. 5) weer op de hydraulische pomp.
5
Monteer het carter (Ref. 6) weer op de turbocompressor door de schroeven (Ref. 7) vast te draaien. 7
6
Plaats met behulp van een hydraulische krik het motorframe weer (Ref. 8) op de machine.
8
9
(25/06/2012)
Bevestig het motorframe op de machine door de schroeven (Ref. 9) vast te draaien.
10-07-M205NL
6
MOTOR WEER MONTEREN
10
Verwijder de hydraulische krik van onder het motorframe. Verbind de leidingen (Ref. 10) van de hydraulische motor van de radiateur. 10 10
10
Monteer het zijcarter (Ref. 11) ter bescherming van de radiateur weer door de schroeven (Ref. 12) vast te draaien.
12
11
Steek de leiding (Ref. 13) op de turbocompressor en bevestig hem door het klembandje (Ref. 14) vast te maken. 14 13
15
Verbind de connector (Ref. 15) van de motorlijn naar die van de machine weer.
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
7
Monteer het dieselvoorfilter (Ref. 16) weer op de machine door de schroeven (Ref. 17) vast te draaien.
10
17
16
Verbind de connectors (Ref. 18) weer met het dieselvoorfilter.
18 18
Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 19) met de startmotor (Ref. 20) weer.
20 19
Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 21) van de wisselstroomdynamo (Ref. 22) weer. 21
21
(25/06/2012)
22
10-07-M205NL
8
MOTOR WEER MONTEREN Verbind de stekker (Ref. 23) op de besturingseenheid (Ref. 24) van de motor.
10
24
23
Monteer het carter (Ref. 25) weer op de motor door de schroeven (Ref. 26) vast te draaien.
26
25
Verbind de slangen (Ref. 27) weer met het dieselfilter.
27
27
29
Verbind de onderste pijp (Rif. 28) weer met de waterpomp en bevestig hem door de klembandjes (Ref. 29) vast te maken. 28
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
9
10
Monteer de bovenste slang (Ref. 30) weer op de waterpomp door het speciale klembandje vast te maken.
30
Blokkeer de leiding (Ref. 31) op de motor door het klembandje (Ref. 32) vast te maken.
32
31
Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 33) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 34) vast. 34 33
Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 35) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 36) vast.
35 36
(25/06/2012)
10-07-M205NL
10
MOTOR WEER MONTEREN
10
Monteer de slang (Ref. 37) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 38) vast.
38 37
Monteer de leidingen (Ref. 39) en maak de klembandjes (Ref. 40) vast. Sluit de accukabels weer aan, verwijder de bakken van onder de machine, start de motor en laat hem ongeveer 1 minuut lang draaien.
41
Vul de tank van de koelvloeistof (Ref. 41) met speciale vloeistof, het niveau van de vloeistof moet tussen de twee strepen voor het minimum en maximum niveau staan (ongeveer 18 liter).
40 39
Monteer het onderste carter (Ref. 43) door de zes schroeven (Ref. 42) vast te draaien. 42
43
42
42
42 42
42
Monteer het voorste beschermcarter (Ref. 44) weer door de schroeven (Ref. 45) vast te draaien. 44 45
10-07-M205NL
45
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
11
Monteer de motorkap (Ref. 46) weer op de machine en bevestig hem met de schroeven (Ref. 47). 47
10
47
46
Bevestig de gasveer (Ref. 48) op de motorkap (Ref. 49) met de speciale schroef (Ref. 50). 50
48 49
(25/06/2012)
10-07-M205NL
12
MOTOR WEER MONTEREN
10
RADIATEUR WEER MONTEREN Monteer de waterradiateur (Ref. 1) weer op het frame door de schroeven, de moeren en de ringetjes (Rif. 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8) weer vast te draaien. Monteer de luchtradiateur (Ref. 9) weer op het frame door de schroeven en ringetjes Rif. 10, 11 en 12) vast te draaien.
9
12 2 11 10 3 4
8
7 5
6
1
RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN Plaats de hydraulische motor (Ref. 1) op het rooster (Ref. 2) door het met de schroeven vast te maken (Ref. 3). 2
1
3
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
13
10
Plaats de naaf van de ventilator (Ref. 4).
4
Draai de moeren (Ref. 5) vast voor de montage van de ventilator (Ref. 6) op de radiateur.
6
5
7 8
Monteer het rooster (Ref. 2) weer door het met de speciale schroeven (Ref. 8) vast te zetten. op de radiateur (Ref. 7).
2
8
Draai de schroeven (Ref. 8) vast om het radiateurframe (Ref. 9) op het motorframe (Ref. 10) vast te zetten.
9 10
(25/06/2012)
10-07-M205NL
14
MOTOR WEER MONTEREN
10
Monteer de bovenste leiding (Ref. 11) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 12) vast.
12
11
Draai de onderste schroeven (Ref. 13) vast om het radiateurframe aan het motorframe te bevestigen. Monteer de onderste slang (Ref. 14) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 15) vast. 15 13
14
Plaats met behulp van een hydraulische krik het motorframe (Ref. 16) weer op de machine.
16
17
10-07-M205NL
Bevestig het motorframe op de machine door de schroeven (Ref. 17) vast te draaien.
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
15
Verwijder de hydraulische krik van onder het motorframe. Verbind de leidingen (Ref. 18) weer met de hydraulische motor van de radiateur.
10
18 18
18
Monteer het zijcarter (Ref. 19) ter bescherming van de radiateur weer door de schroeven (Ref. 20) vast te draaien.
20
19
Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 21) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 22) vast. 22 21
Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 23) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 24) vast.
23 24
(25/06/2012)
10-07-M205NL
16
MOTOR WEER MONTEREN
10
Monteer de slang (Ref. 25) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 26) vast.
26 25
Monteer de motorkap (Ref. 27) weer op de machine en bevestig hem met de schroeven (Ref. 28). 28
28
27
Bevestig de gasveer (Ref. 29) op de motorkap (Ref. 30) met de speciale schroef (Ref. 31). 31
29 30
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
17
10
MOTORONDERDELEN WEER MONTEREN
A - TURBOCOMPRESSOR WEER MONTEREN
3 2
3
Monteer de turbocompressor (Ref. 1) weer op het uitlaatspruitstuk (Ref. 2) door de moeren (Ref. 3) vast te draaien; gebruik een aandraaimoment van 30 Nm.
1
1
3 3
2
Monteer het uitlaatspruitstuk (Ref. 2) op het motorcarter door de acht schroeven (Ref. 4) vast te draaien; gebruik een aandraaimoment van 30 Nm.
4
4 4
2
(25/06/2012)
10-07-M205NL
18
MOTOR WEER MONTEREN
10
Verbind de aanzuigmof (Ref. 5) met de motor en maak de twee klembandjes (Ref. 6) vast.
6 6
5
Draai de turbocompressor (Ref. 1) op de motor door middel van de schroeven (Ref. 7).
7
1
Monteer de beschermplaat (Ref. 8) weer op het uitlaatspruitstuk door de vier schroeven (Ref. 9) vast te draaien. 8
9
Monteer de smeermiddelaanzuiging (Ref. 10) weer op het waterfilter door de verbinding (Ref. 11) vast te draaien. 10
11
10-07-M205NL
(25/06/2012)
MOTOR WEER MONTEREN
19
Monteer de smeermiddeltoevoer (Ref. 12) weer op de turbocompressor door de verbinding (Ref. 13) vast te draaien.
10
12
13
Monteer de aanzuigmof (Ref. 14) op de turbocompressor (Ref. 1) door het klembandje (Ref. 15) vast te maken. 1
15
14
Monteer de aanzuigmof (Ref. 16) weer op de luchtradiateur door twee klembandjes (Ref. 17) vast te maken. 16
17
17
Monteer de mof (Ref. 18) weer door het klembandje (Rif. 19) vast te maken. 18 19
(25/06/2012)
10-07-M205NL
20
MOTOR WEER MONTEREN Monteer de beugel (Ref. 20) weer op de luchteenheid door de schroeven (Ref. 21 en 22) vast te draaien. 21
10
22 20
21
Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 23) weer en blokkeer hem met de beugels (Ref. 24) door de moeren (Ref. 25) vast te draaien. 24
23
25
Monteer het onderste carter (Ref. 26) door de zes schroeven (Ref. 27) vast te draaien. 27
26
27
27
27 27
10-07-M205NL
27
(25/06/2012)
21
10
MOTOR WEER MONTEREN
B - DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER WEER MONTEREN
2
Vervang de afdichtingen van de waterpomp door nieuwe, monteer de pomp (Ref. 1) en de thermostatische klep (Ref. 2) weer op de motor en draai de zeven schroeven (Ref. 3) vast, waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast; gebruik een aandraaimoment van 25 Nm.
1 3
3
3
3 3 3
3
Bevestig de thermostatische klep (Ref. 2) op de motor door de schroeven vast te draaien (Ref. 4 en 5), waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast; gebruik een aandraaimoment van 25 Nm.
4 5 2
Verbind de temperatuursensor (Ref. 6) weer op de thermostatische klep (Ref. 2) . 2 6
(25/06/2012)
10-07-M205NL
22
MOTOR WEER MONTEREN
10
Monteer de afvoerslang (Ref. 7) weer op de thermostatische klep en maak het klembandje (Ref. 8) vast.
7 8
10
Monteer de beugel (Ref. 9) weer op de luchteenheid en draai de schroeven (Ref. 10 en 11) vast.
11 9 10
12
Monteer de riemschijf (Ref. 12) weer en draai de schroeven (Ref. 13) vast waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast.
13
15
Monteer de riemspanner (Ref. 14) weer en draai de schroef (Ref. 15) vast, waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast, gebruik een aandraaimoment van 50 Nm.
14
10-07-M205NL
(25/06/2012)
Monteer de riem (Ref. 16) weer op alle riemschijven behalve op de riemspanrol. Til de riemspanrol (Ref. 14) op met een hefboom, breng de riem aan en breng dan de riemspanrol weer naar achteren. Verwijder de hefboom en controleer of de riem goed over de riemschijven loopt. 16 14
Draai de schroeven (Ref. 13) goed aan met een aandraaimoment van 25 Nm. 13
13
13
13
Monteer het beschermcarter (Ref. 17) weer door de twee schroeven (Ref. 18) vast te draaien. 17
18 18
Monteer het onderste carter (Ref. 19) door de zes schroeven (Ref. 20) vast te draaien. 20
19
20
20
20 20
(25/06/2012)
20
10-07-M205NL
23
10
MOTOR WEER MONTEREN
24
MOTOR WEER MONTEREN Verbind de bovenste mof (Ref. 21) weer met de pomp en draai de twee klembandjes (Ref. 22) weer vast.
10
22
21 22
Verbind de onderste mof (Ref. 23) weer met de pomp en draai de twee klembandjes (Ref. 24) weer vast. 23
24
24
Vul de tank van de koelvloeistof (Ref. 25) met speciale vloeistof, het niveau van de vloeistof moet tussen de twee strepen voor het minimum en maximum niveau staan (ongeveer 18 liter). 25
Verwijder de bakken van onder de motorruimte.
10-07-M205NL
(25/06/2012)
25
10
MOTOR WEER MONTEREN
C - HET DIESELFILTER EN DE DIESELPOMP WEER MONTEREN
3
Plaats de brandstofpomp (Ref. 1) weer op de motor door de schroeven (Ref. 2) vast te draaien.
4
2
Plaats het brandstoffilter (Ref. 3) weer op de motor door de schroeven (Ref. 4) vast te draaien.
2
2
1
Verbind de connector (Ref. 5) weer met het filter (Ref. 3).
3
5
Verbind de brandstoftoevoer- en afvoerslangen (Ref. 6) weer met het filter (Ref. 3).
3
6
6
(25/06/2012)
10-07-M205NL
MOTOR WEER MONTEREN
10
26
D - HET OLIEFILTER WEER MONTEREN 2 1
Plaats het oliefilter (Ref. 1) weer op de motorsteunen en draai de schroeven (Ref 2) vast. Breng de wisselstroomdynamo (Ref. 3) weer op de juiste plaats en draai de schroef (Ref. 4) aan om hem op het filter vast te zetten.
3
4
2
Maak de olietoevoerleiding (Ref 5) los van het bandje waarmee hij tijdens het demonteren aan de motor bevestigd was en monteer hem weer op het filter (Ref. 1). 1
5
Plaats de spanner (Ref. 6) weer en draai de schroef (Ref. 7) vast. Plaats de beugel (Ref. 8) weer en draai de schroeven (Ref. 9) vast. 8
9
9 7
6
10-07-M205NL
(25/06/2012)
27
10
MOTOR WEER MONTEREN
E - DE STARTMOTOR WEER MONTEREN 4
3
2
Demonteer de afstandschakelaar (Ref. 2) van de nieuwe startmotor (Ref. 1) door de schroeven en de ringetjes (Ref. 3 en 4) los te draaien, zo vergemakkelijkt u het aanbrengen van de startmotor door de gleuf in het motorcarter.
1
Plaats de startmotor (Ref. 1) door hem door de gleuf in de onderkant van het motorcarter te steken. 1
Monteer de startmotor (Ref. 1) op het motorcarter door de drie schroeven (Ref. 5) vast te draaien.
5
1
(25/06/2012)
10-07-M205NL
28
MOTOR WEER MONTEREN
10
4
3
Monteer de afstandschakelaar (Ref. 2) weer op de startmotor (Ref. 1) door de schroeven en de ringetjes (Ref. 3 en 4) weer vast te draaien.
2
1
Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 6) weer en blokkeer de twee beugels (Ref. 7) door de moeren (Ref. 8) vast te draaien.
7
6
8
Verbind de elektrische kabels (Ref. 9 en 10) weer met de startmotor (Ref. 1).
9
10 1
12
11
Monteer het onderste carter (Ref. 11) door de zes schroeven (Ref. 12) vast te draaien.
12
12
12 12
10-07-M205NL
12
(25/06/2012)
29
10
MOTOR WEER MONTEREN
F - WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN Plaats de wisselstroomdynamo (Ref. 1) weer op de motor.
1
Verbind de elektrische kabels (Ref. 2 en 3) weer met de wisselstroomdynamo (Ref. 1).
2 3
Bevestig de steun (Ref. 4) weer op de motor door de vier schroeven (Ref. 5) vast te draaien.
5
4
(25/06/2012)
10-07-M205NL
30
MOTOR WEER MONTEREN
10
Draai de twee schroeven (Ref. 6) vast om de wisselstroomdynamo vast te zetten.
6
Plaats de steun van de luchtmof (Ref. 7) weer, draai de twee schroeven (Ref. 8) vast, draai de schroef (Ref. 9) vast.
9 8
8
7
Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 10) weer en blokkeer de twee beugels (Ref. 11) door de moeren (Ref. 12) vast te draaien.
11
10
12
Monteer het onderste carter (Ref. 13) door de zes schroeven (Ref. 14) vast te draaien.
14
13
14
14
14 14
10-07-M205NL
14
(25/06/2012)
31
10
MOTOR WEER MONTEREN
G - DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN Monteer de riem (Ref. 1) weer op alle riemschijven behalve op de riemspanrol. Til de riemspanrol (Ref. 2) op met een hefboom die u op de schroef (Ref. 3) zet, breng de riem aan en breng dan de riemspanrol weer naar achteren. Verwijder de hefboom en controleer of de riem goed over de riemschijven loopt.
1 2
3
Monteer het beschermcarter (Ref. 4) weer door de twee schroeven (Ref. 5) vast te draaien. 4
5 5
(25/06/2012)
10-07-M205NL
MOTOR WEER MONTEREN
10
32
10-07-M205NL
(25/06/2012)
OPTIONAL - ACCESSOIRES
- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS ACCESSOIRES - SCHEMA’S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES - POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES - CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
- ONDERDELEN VAN DE OPTIONALS ACCESSOIRES WEER MONTEREN
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
pag. WERKINGSPRINCIPE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BESCHRIJVING VAN DE WERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 CIRCUIT VAN HET FLUIDUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
110
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
(19/12/2012)
110-01-M205NL
2
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
KLIMAATREGELAAR WERKINGSPRINCIPE
BUITENKANT VAN HET VOERTUIG (hoge druk circuit) Buitenlucht Het fluïdum wordt vloeibaar gemaakt
CONDENSOR
Hoge temperatuur
Warme buitenlucht FILTER Zuivert en absorbeert de vloeistof
COMPRESSOR COMP
REGELAAR
Aanzuiging en compressie
Buitenlucht of recirculatielucht
VERDAMPER Expansie van de vloeistof en temperatuurvermindering
De vloeistof verdampt
Afgekoelde en ontvochtigde e lucht
110
BINNENKANT VAN DE BESTUURDERSCABINE VAN HET VOERTUIG (lage druk circuit)
110-01-M205NL
(19/12/2012)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
3
BESCHRIJVING VAN DE WERKING Het klimatiseringssysteem verlaagt de omgevingstemperatuur in de bestuurderscabine van het voertuig door de warmte van binnen naar buiten te voeren. Deze warmtewisseling wordt mogelijk gemaakt door middel van een koelmiddel R134a, met de eigenschap erg lage temperaturen bij lage druk in expansie te verkrijgen en omgekeerd hoge temperaturen bij gemiddelde druk, door middel van een compressieproces. Het gebruik van de eigenschappen van het fluïdum vindt plaats volgens de cyclus in een gesloten circuit waarvan het principe als volgt is: Fase 1: Compressie Het fluïdum, in de vorm van gas bij lage druk en lage temperatuur, wordt aangezogen en samengeperst door de compressor (Ref. 1), deze stuurt het dan, onder hoge druk met hoge temperatuur, naar de condensor. Fase 2: Condensatie Het fluïdum loopt door de condensor (Ref. 2) om door middel van een ventilator zijn warmte buiten het voertuig te brengen. Bij de doorgang door de condensor wordt het fluïdum vloeibaar gemaakt met behoud van een hoge temperatuur en hoge druk. Dan wordt het door een waterscheider (droger) gefilterd (Ref. 3). Fase 3: Ontspanning Het fluïdum betreedt een expansieventiel (Ref. 4) waarin hij aan een hevige druk- en temperatuurvermindering wordt onderworpen met behoud van zijn vloeibare staat. Fase 4: Verdamping Het fluïdum loopt door de verdamper (Ref. 5) om warmte uit de lucht van de cabine te absorberen en verdampt met behoud van een lage druk en temperatuur. Zo koelt de lucht van de cabine, aangedreven door de motorventilator, af en verliest vocht in aanraking met de verdamper. De condens wordt dan afgevoerd naar de buitenkant van het voertuig.
110
Het hoge en lage drukcircuit worden geregeld door middel van een drukschakelaar HP en LP (Ref. 6) direct op het droogfilter gemonteerd. Zijn veiligheidsfuncties zijn de volgende: Totale stilstand van de klimaatregelaar als de druk onder de 2 bar daalt over boven de 27 bar stijgt.
(19/12/2012)
110-01-M205NL
4
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
CIRCUIT VAN HET FLUIDUM
2 6
3 5 4
1
110
– Fluïdum in gasvorm onder hoge druk en met hoge temperatuur. – Fluïdum in vloeibare vorm onder hoge druk en met hoge temperatuur. – Fluïdum in vloeibare vorm onder lage druk en met lage temperatuur.
110-01-M205NL
(19/12/2012)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
5
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN De compressor De compressor (Ref. 1) maakt het mogelijk: • het fluïdum door het aanzuigcircuit te laten lopen, in gasvorm, vanaf de verdamper met lage druk en lage temperatuur, • het fluïdum samen te persen en onder hoge druk en met hoge temperatuur naar de condensor te sturen. De condensor De condensor (Ref. 2) is een warmtewisselaar die de door de verdamper gewonnen warmte door de ventilator naar buiten stuurt en de condensatie van het fluïdum onder hoge druk veroorzaakt. Het droogfilter Het filter (Ref. 3) is de voornaamste bescherming van de installatie. Zijn functies zijn de volgende: • Het filteren van eventuele vaste deeltjes die door het fluïdum vervoerd worden en de compressor zouden kunnen beschadigen of de regelaar zouden kunnen blokkeren, bijvoorbeeld. • Ontvochtigen van de vloeibare olie en de circuitelementen beschermen tegen: bijtende middelen, bevriezen van vocht dat uit de regelaar komt om blokkering van de installatie te voorkomen. • Het fluïdum in vloeibare staat houden en zo een bufferreservoir vormen om eventuele drukvariaties te compenseren. Op deze manier helpt hij mee om alle drukvariaties op te vangen die door de compressor veroorzaakt worden. De "binaire" drukschakelaar (Ref. 6) Verbonden met het droogfilter, veiligheidselement van de installatie, is gevoelig voor drukvatiatie. Hij garandeert voor de veiligheid van de installatie zowel tegen te lage als te hoge drukwaarden door direct op de compressorkoppeling te werken: • Werking tegen lage druk (<2 bar) bijvoorbeeld veroorzaakt door gebrek aan koelmiddel, een lek of een blokkering van het erachterliggende circuit. • Werking tegen hoge druk (> 27 bar) veroorzaakt door een verkeerde koeling van de condensor, te veel koelmiddel of een blokkering van het voorliggende circuit. Het expansieventiel Het expansieventiel (Ref. 4) is verbonden met de ingang van de verdamper. • Met de expansie laat hij de druk en de temperatuur van het fluïdum vallen, zodat de lucht afkoelt die door de verdamper loopt. • De stroming wordt geregeld zodat de hoeveelheid fluïdum zodanig gekalibreerd wordt dat hij bij de uitgang van de verdamper volledig verdampt is.
De antivriesthermostaat De elektrische thermostaat is verbonden met een sonde tussen de twee vinnen van de verdamper. Alle variaties in temperatuur van de verdamper veroorzaken een variatie in de weerstand van de preset van de thermostaat, die dan op het koppelingsrelais van de compressor werkt. (19/12/2012)
110-01-M205NL
110
De verdamper De verdamper (Ref. 5) is een warmtewisselaar voorzien van een ventiel en een ventilator. De ventilator zuigt (koude) lucht aan door de verdamper, het vocht in de lucht condenseert op de vinnen van de verdamper en afgekoeld stuurt hij deze naar buiten. Door deze warmtewisseling kan het koelmiddel bij lage druk verdampen.
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
6
110-01-M205NL
(19/12/2012)
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
pag. ELEKTRISCHE SCHEMA’S AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 ELEKTRISCHE SCHEMA’S PER FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – 1 - ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
110
– 2 - ELEKTRISCHE BEDRADING AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
(18/12/2012)
110-02-M205NL
2
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
ELEKTRISCHE SCHEMA'S AIRCONDITIONING ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS COMPONENTEN Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
F1
Zekering derde snelheid cabineventilator (30A)
G13
F2
Zekering ventilator condensor 2 (20 A)
G12
F3
Zekering ventilator condensor 1 (20 A)
G11
F4
Zekering schakelaar cabineventilatorS (20A)
G10
Zekering elektromagneetklep compressor (7,5 A)
Q14
Relais derde snelheid cabineventilator (70 A)
Q8
R2
Relais ventilator condensor 2 (40 A)
O12
R3
Relais ventilator condensor 1 (40 A)
K9
R4
Relais onderbreking voeding cabineventilator (40 A)
K12
R5
Relais luchtklep (25 A)
I13
R6
Relais schakelaar cabineventilator (25 A)
I10
R7
Relais elektromagneetklep compressor (25 A)
I8
XA
Connector zekeringendoos
A10
110
F5 R1
110-02-M205NL
(18/12/2012)
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
3
19
XA
mm 400
A
C
F1 30A
F2 20A
F3 20A
F4 20A
E
G
I
R6
R7
R5
K
R3
R4
M
R2
F5 7.5A
O
R1
110
Q
S
(18/12/2012)
110-02-M205NL
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
4
110-02-M205NL
(18/12/2012)
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
5
POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA'S Component
Schema 1
Schema 2
A/C
√
EK1
√
EK2
√
EKC
√
F1
√
F2
√
F3
√
F4
√
F5
√
IV
√
PR
√
PRT
√
R1
√
R2
√
R3
√
R4
√
R5
√
R6
√
R7
√
RISC
√
V1/2
√
V3
√
XA
√ √
110
XB
√
(18/12/2012)
110-02-M205NL
6
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
ELEKTRISCHE SCHEMA'S PER FUNCTIE 1 - ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS COMPONENTEN Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
F1
Zekering derde snelheid cabineventilator (30A)
M8
F2
Zekering ventilator condensor 2 (20 A)
M8
F3
Zekering ventilator condensor 1 (20 A)
M7
F4
Zekering schakelaar cabineventilators (20A)
M6
Zekering elektromagneetklep compressor (7,5 A)
M5
Relais derde snelheid cabineventilator (70 A)
E16
R2
Relais ventilator condensor 2 (40 A)
G16
R3
Relais ventilator condensor 1 (40 A)
I16
R4
Relais onderbreking voeding cabineventilator (40 A)
O16
R5
Relais luchtklep (25 A)
M16
R6
Relais schakelaar cabineventilator (25 A)
K16
R7
Relais elektromagneetklep compressor (25 A)
Q16
XA
Connector zekeringendoos
A3
110
F5 R1
110-02-M205NL
(18/12/2012)
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
7
SCHEMA 1 2
3
A
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
F
G H2.5
L E
A2.5
K
D
V2.5
J
C
R2.5
I
B
R2.5
H
A
R2.5
19
R2.5
18
17
16
15
14
13
LR
10
12
9
S
11
8
6
CR
5
ZR
7
4 RH
LG1.5
Z
3 MN1.5
SG
2 GN1.5
N1.5
1
XA
L4
1
C
86
L4
RH
E
87a
30
MN1.5
N LG
G
86
87a
87
30
GN1.5
N LG 86
87a
87
30
V2.5
N LG 86
87a
87
K
ZR
Z
N SG
R4
30
86
87a
87
30A
R5 25 AMP.
30
H2.5
LR
N
85
SG
F1 L4nr1
20A
F2
20A
R2.5 M1.5
R2.5
F3 G1.5
20A
R2.5
F4 VN2.5
7.5A
R
F5
R6 25 AMP.
VN2.5
85
C
R3 40 AMP.
G1.5
85
M
R2 40 AMP.
M1.5
85
I
R1 70 AMP.
L4nr1
85
87
86
87a
87
R4
40 AMP.
O
30
S
C
A2.5
N
85
86
87a
87
R7
25 AMP.
110
Q
30
CR
N
85
S
(18/12/2012)
110-02-M205NL
8
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
2 - ELEKTRISCHE BEDRADING AIRCONDITIONING COMPONENTEN Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
A/C
Schakelaar airconditioning
I2
EK1
Elektrische ventilator 1
K2
EK2
Elektrische ventilator 2
M2
EKC
Elektromagneetklep compressor
A2
IV
Schakelaar ventilator
G2
PR
Drukschakelaar
C2
Luchtklep
C2
Signaal verwarmer
E2
V1/2
Tweede en derde snelheid cabineventilator
O4
V3
Derde snelheid cabineventilator
M4
XA
Connector zekeringendoos
S15
XB
Voedingsstekker
S8
110
PRT RISC
110-02-M205NL
(18/12/2012)
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
9
SCHEMA 2 1
A
2
3
4
EVC
2 1
N CR
PR
2 1
S SN
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
C
1
Z N ZR
1
SG
3
PRT
RISC
2
E
10 9 8 7 6 5 4 3 2
IV G
LR N A1.5 RG1.5 RV1.5 A1.5 RH
1
10
I
LR N
9 8 7 6 5 4 3 2
H2.5 LR1.5
EV1
2 1
N1.5 GN1.5
EV2
2 1
N1.5 MN1.5
A/C 1
V2.5 LG1.5
K
M
V3
O
L4 N4
A B
1 2 3
V1/2 4
LG RV1.5 RG1.5 SN
S
(18/12/2012)
XB
XA
110-02-M205NL
110
S CR SG Z ZR LG1.5 RH MN1.5 GN1.5 N1.5
LR1.5
L4
H2.5 A2.5 V2.5 R2.5 R2.5 R2.5 R2.5
K J I H G F E D C B A 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
L
N
1
M L K J H G F E D C B A 2
LR1.5 N N N N N N N R R R4 R4
Q
SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
10
110-02-M205NL
(18/12/2012)
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
pag. POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
110
– SCHEMA MET POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . 5
(19/12/2012)
110-03-M205NL
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
2
110-03-M205NL
(19/12/2012)
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
3
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN DE AIRCONDITIONING
90°
90°
Hydraulische pomp Condensorkit Compressor Maximumklep Verwarmer Verdamper
Pompreductor
110
Hydraulische pomp
(19/12/2012)
110-03-M205NL
4
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING COMPONENTEN Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
A/C
Schakelaar airconditioning
O7
EK1
Elektrische ventilator 1
E33
EK2
Elektrische ventilator 2
G36
EKC
Elektromagneetklep compressor
G25
Schakelaar ventilator
M7
Drukschakelaar
G37
PRT
Luchtklep
G7
RISC
Signaal verwarmer
Q7
V1/2
Tweede en derde snelheid cabineventilator
K4
V3
Derde snelheid cabineventilator
I4
XA
Connector zekeringendoos
M18
XB
Voedingsstekker
M25
110
IV PR
110-03-M205NL
(19/12/2012)
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
5
SCHEMA MET POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A
C
C
E
E
EV1
EV2 PRT
G
G EVC PR
V3
I
I
V1/2
K
K
IV
M
M XA
XB
O
O A/C
Q
Q
S
S
(19/12/2012)
110-03-M205NL
110
RISC
POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
110
6
110-03-M205NL
(19/12/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS ACCESSOIRES
pag. MONTAGE-INSTRUCTIES KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 KENMERKEN VAN HET KOELMIDDEL R134A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET HANTEREN VAN R134A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 KLIMAATREGELAAR MET KOELMIDDEL VULLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 VULMETHODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 CONTROLE VAN DE WERKING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
110
– AFSTELLING DRUKWAARDEN KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
(19/12/2012)
110-04-M205NL
2
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
KLIMAATREGELAAR MONTAGE-INSTRUCTIES KLIMAATREGELAAR Monteer de klimaatregelaar op een droge en stofvrije plaats. Gebruik olie PAG ISO 100 SP 20 COMPRESSOR om alle afdichtingen en afdichtoppervlakken voor de montage mee te smeren.
Beschrijving
Type
Aandraaimoment
Slang uitgang condensor - ingang filter
M6
16 N.m
Slang uitgang filter - ingang expansieventiel
M6
16 N.m
Slang uitgang compressor - ingang cabine
M8
25 N.m
Slang uitgang cabine - ingang condensor
M8
25 N.m
Slang uitgang expansieventiel - ingang cabine
M10
33 N.m
Slang uitgang cabine - ingang compressor
M10
33 N.m
Verbinding van de compressor: Legenda : 1 - Compressor 2 - Slang uitgang cabine/ingang compressor 3 - Slang uitgang compressor/ingang cabine
3
2
110
1
110-04-M205NL
(19/12/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
3
Verbinding met de mengklep: Legenda : 1 - Toevoerslang 2 - Mengklep 3 - Retourslang
6
4
5
110
5
(19/12/2012)
110-04-M205NL
4
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
KENMERKEN VAN HET KOELMIDDEL R134a Beschrijving
Hydrofluorkoolstof
Gebruik
Koelmiddel
Chemische eigenschappen
Tetrafluorethaan 134a
Chemische formule
CH2F-CF3
Fysische staat
Vloeibaar gemaakt gas
Kleur
Kleurloos
Geur
Iets etherachtig
Kookpunt (bij atmosferische druk)
- 26,5 °C
Smeltpunt
- 101 °C
Dichtheid bij 25°C
1,21 kg/l
Kritische druk
40,7 bar
Kritische temperatuur
+ 101
Gewicht in dampvorm
5 maal zo zwaar als de lucht
1 kg in vloeibare staat onder 1 bar
200 l in gasvorm
Oplosbaarheid van water in het product
0,097% in gewicht
Thermische ontleding
Vanaf 110 °C
Gevaarlijke ontledingsproducten
Waterstofhalogeniden en sporen carbonylhalogenide
Gevaarlijke reacties
Met alkalimetalen en aardalkalimetalen zouten in poedervorm (Al-Zn-Be …)
Vlampunt
Geen vlampunt (zeer stabiel)
Ontstekingstemperatuur
Boven de 75°C
Explosiegrens
Onder en boven geen
Ozonafbrekend vermogen
Geen, ODP=0
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET HANTEREN VAN R134a 1 - Persoonlijke bescherming: Intergale veiligheidsbril en rubber handschoenen 2 - Eerste hulp: In geval van inademing schone lucht inademen, zuurstof toepassen of een beademingstoestel naar gelang de ernst (geen geneesmiddelen toedienen). Een arts raadplegen. In geval van aanraking met de ogen overvloedig met schoon water spoelen gedurende 15 minuten en een arts raadplegen. In geval van aanraking met de huid overvloedig met schoon water wassen en de vuile kleding uittrekken. 3 - Opslag: De vloeistof R134a op een droge, koele en goed geventileerde plaats bewaren. 4 - Hantering: Alleen in goed geventileerde ruimtes.
110
5 - Maatregelen in geval van ongelukken: In geval van blootstelling aan vuur van de vloeistof R134a een beademingstoestel gebruiken.
110-04-M205NL
(19/12/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
5
KLIMAATREGELAAR MET KOELMIDDEL VULLEN Koelmiddel: Vultoestel: Hoeveelheid fluïdum : Olie PAG ISO 100 SP20 :
R134a Vulstation 1000 gr ± 50 gr Geen extra olie toevoegen. Controleer slechts of er 135 ml olie in de compressor aanwezig is.
VULMETHODE Voor welk vulstation dan ook te gebruiken de gebruiksaanwijzing specifiek voor dat systeem raadplegen. Eerste keer vullen van het circuit (duur 56 minuten) 1 - Verbinding van het station met het circuit (ongeveer 1 minuut). 2 - Vacumeren van het circuit van het fluïdum (minimum 45 minuten). • Bereik de vacuümdruk - 0.75 bar in maximum 10 minuten, • Behoud de vacuümdruk - 0,99 bar max ontvochtiging gedurende minstens 30 minuten, • Controle op lekken minstens 5 minuten. 3 - Vulprocedure (maximum 10 minuten). Vullen van het circuit na werkzaamheden (duur 90 minuten)
110
1 - Voorbereiding (ongeveer 15 minuten). • Het station met het circuit verbinden. • De motor van het voertuig laten draaien tussen 800 en 1200 RPM, • Tegelijkertijd de klimaatregelaar op zijn maximale snelheid aanzetten. • Het voertuig na 10 of 15 minuten uitzetten. 2 - Terugwinningsfase (ongeveer 15 minuten). Heeft het doel gas, olie en onzuiverheden in het circuit terug te winnen en recycleren. Terugwinningscyclus van het fluïdum uitvoeren vanaf het station. 3 - 3 tot 4 minuten wachten om het terugwinnen van bevroren olie en vocht. 4 - Teruggewonnen olie ontluchten (ongeveer 1 minuut). 5 - De fases 1, 2 en 3 kunnen herhaald worden als er tijdens de fases 2 en 3 druk gevormd wordt. 6 - Vacumeren van het circuit van het fluïdum (minimum 45 minuten). • Bereik de vacuümdruk -0,75 bar in 10 minuten of minder, • Behoud de vacuümdruk - 0,99 bar max ontvochtiging gedurende minstens 30 minuten, • Controle op lekken minstens 5 minuten. 7 - Vulprocedure (maximum 10 minuten).
(19/12/2012)
110-04-M205NL
6
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES Overtollige vloeistof (duur 15 minuten) met de motor van het voertuig in werking 1 - Voorbereiding (ongeveer 10 minuten). – Het station met het circuit verbinden. – De motor van het voertuig laten draaien tussen 800 en 1200 RPM, – Tegelijkertijd de klimaatregelaar op zijn maximale snelheid aanzetten. 2 - Fase voor extra vulling (ongeveer 5 minuten).
b
De vloeistof R134a is in de open lucht een kleurloos en geurloos gas zwaarder als de lucht, dat onder bepaalde omstandigheden een gevaar kan vormen voor de mens. Het koelmiddel altijd uit het vulstation terugwinnen.
CONTROLE VAN DE WERKING De volgende controles moeten met draaiende motor van het voertuig uitgevoerd worden. BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELAAR
b
Als de klimaatregelaar het niet goed doet laat hem dan door uw dealer nakijken (zie: 3 ONDERHOUD: F - OM DE 2000 WERKUREN). Probeer nooit zelf eventuele storingen te repareren.
110
b
De klimaatregelaar werkt alleen als de telescopische heftruck gestart is. Als de klimaatregelaar aan staat, uitsluitend met gesloten portieren en raampjes werken. In de winter: Voor een correcte werking en volledige efficiëntie van de klimaatregelaar moet de compressor één keer in de week aangezet worden, als is het maar kort, om het smeren van de interne afdichtingen mogelijk te maken. Bij lage temperaturen: Laat de motor warm worden voor de compressor aan te zetten om het koelmiddel in vloeibare vorm dat zich in het onderste gedeelte van het circuit van de compressor verzameld heeft de mogelijkheid te bieden gas te worden door de warmte van de motor; het koelmiddel in vloeibare vorm kan de compressor beschadigen.
110-04-M205NL
(19/12/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
7
A - Regeleenheid Legenda van de functies:
A
3 2
7
1
4
5
8
6
9
14
13
12
11
1 - Interne temperatuur omlaag 2 - Interne temperatuur omhoog 3 - Indicator ingestelde temperatuur 4 - Indicator 1ste snelheid van de ventilator 5 - Indicator 2de snelheid van de ventilator 6 - Indicator 3de snelheid van de ventilator 7 - Snelheid van de ventilator omhoog 8 - Snelheid van de ventilator omlaag 9 - Temperatuursensor binnenlucht 10 - Omzetting °C/°F en omgekeerd 11 - Buitentemperatuur aflezen 12 - Luchtcirculatie 13 - Uitsluiting compressor 14 - Herstel automatische functie
10
Om het systeem uit te zetten de toets «snelheid van de ventilator omlaag» (Ref. 8) indrukken tot de ventilator helemaal uitgeschakeld is, om het weer aan te zetten de toets «snelheid van de ventilator omhoog» (Ref. 7) indrukken. FOUTCODES In geval van een zodanige storing dat de automatische regeling niet meer werkt, toont de centrale een foutcode bestaande uit de letter E gevolgd door een nummer dat het soort afwijking aangeeft in overeenstemming met de volgende tabel: E 1 temperatuursensor buitenlucht (T.E.) onderbroken. E 2 temperatuursensor buitenlucht (T.E.) in kortsluiting. E 3 temperatuursensor binnenlucht (T.I.) onderbroken. E 4 temperatuursensor binnenlucht (T.I.) in kortsluiting. E 5 temperatuursensor gemengde lucht (T.M.) onderbroken. E 6 temperatuursensor gemengde lucht (T.M.) in kortsluiting. Daar een automatische regeling niet mogelijk is, worden de toetsen voor een hogere en lagere binnentemperatuur gebruikt om de positie van de menger te veranderen, terwijl de snelheid van de ventilator op de 2de snelheid is ingesteld.
110
Als de storing wordt opgelost hervat de centrale zijn normale werking pas weer na de + sleutel gereset te hebben.
(19/12/2012)
110-04-M205NL
8
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES KLIMAATREGELINGSINSTALLATIE - CONTROLE VAN DE WERKING Elektronische controle van de temperatuur (E.C.C.) Om de werking van de verwarmings- en koelinstallatie te controleren, de motor starten met gesloten kleppen, bij een omgevingstemperatuur tussen de +15°C en 30°C en het koelmiddel van de motor voldoende warm. Als de omgevingstemperatuur hoger of lager is dan deze waarden, dan regelt het systeem zichzelf automatisch in de staat van maximale koeling of maximale verwarming. 1 - Controle van de waterregelklep Door de knop voor het verhogen en verlagen van de interne cabinetemperatuur in te drukken, gaat de waterregelklep in de staat van maximale verwarming HI of maximale afkoeling LO staan. Verzeker u ervan dat de temperatuur van de gemengde lucht dienvolgens varieert. 2 - Controle van de temperatuursensor van de gemengde lucht Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E5 = Temperatuursensor gemengde lucht (TM) open. E6 = Temperatuursensor gemengde lucht (TM) in kortsluiting. 3 - Controle temperatuursensor cabinelucht Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E3 = Temperatuursensor binnenlucht (TI) open. E4 = Temperatuursensor binnenlucht (TI) in kortsluiting. 4 - Inschakeling compressor Door de knop ECON in te drukken gaat de bijbehorende LED afwisselend aan en uit en wordt de compressor respectievelijk in- en uitgeschakeld door middel van de elektromagnetische koppeling. 5 - Luchtcirculatie en ingang buitenlucht Door de knop voor de luchtcirculatie in te drukken gaat de bijbehorende LED branden ten teken dat de ventilatie met circulerende lucht plaatsvindt. Door de luchtcirculatieknop opnieuw in te drukken dooft de LED ten teken dat de ventilatie met invoer van buitenlucht plaatsvindt. 6 - Ventilatorsnelheid De ventilatie in de cabine kan op drie ventilatorsnelheden worden ingesteld: minimum, gemiddeld en maximum.
110
7 - Keuze °C en °F Als de bijbehorende LED uit is wordt de temperatuur aangegeven in °C, als de LED brandt wordt de temperatuur afgelezen in °F (Fahrenheit). De maximaal instelbare cabinetemperatuur is 37°C of 99°F. 8 - Controle buitentemperatuursensor Door de knop van de buitentemperatuur (Ref. 11) in te drukken, wordt op het display de buitentemperatuur weergegeven. Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E1 = Temperatuursensor buitenlucht (TE) open. E2 = Temperatuursensor buitenlucht (TE) in kortsluiting.
110-04-M205NL
(19/12/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES
9
AFSTELLING DRUKWAARDEN KLIMAATREGELAAR
3 1
Verwijder de doppen (Ref. 1 en 2) van de verbindingsstukken van de compressor (Ref. 3). Verbind de slangen van het vulstation van de hoge druk en van de lage druk met de compressor (Ref. 3).
2
• Zet de motor van het voertuig aan. • Zet de klimaatregelaar als volgt aan: – Selecteer de snelheid “I” van de luchtverspreiding met behulp van de knop van de ventilator. – De schakelaar van de airconditioning indrukken zodat de LED gaat branden. – Zet de knop voor het instellen van de temperatuur in de stand voor maximale afkoeling. – Zet alle luchtopeningen open. – Regel het toerental (ongeveer 800 RPM) – Wacht minstens 5 minuten zodat het circuit zich stabiliseert. – Controleer of de lage druk waarden LP en hoge drukwaarden HP van het circuit binnen de volgende grenzen liggen:
110
• 0,5 bar en 2 bar in lage druk LP, • 6 bar en 20 bar in hoge druk LP,
(19/12/2012)
110-04-M205NL
10
CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES Voorbeelden: LP=0,8 bar en HP=12,5 bar.
LP=1,4 bar en HP=15 bar.
110
N.B.: Deze waarden zijn indicatief, ze kunnen variëren naar gelang de omgevingstemperatuur en het type voertuig.
110-04-M205NL
(19/12/2012)
ONDERDELEN VAN DE OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
pag. MONTAGE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – ALGEMENE INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – MONTAGE VAN DE AIRCONDITIONING OP DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – MONTAGE VAN DE MOTORISERING VAN DE AIRCONDITIONING. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – MONTAGE VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONING . . . . 6
110
– CONTROLES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
(19/12/2012)
110-07-M205NL
2
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
MONTAGE AIRCONDITIONING
90°
90°
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.
110
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.)
110-07-M205NL
(19/12/2012)
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
3
MONTAGE VAN DE AIRCONDITIONING OP DE CABINE Monteer de verwarmer (Ref. 1) op zijn steun (Ref. 2).
2
1
Monteer de 3-wegsleiding (Ref. 3) op de steun (Ref. 2) met de speciale schroeven (Ref. 4). Monteer de luchtpijp (Ref. 5) op de verwarmer en op de 3-wegspijp (Ref. 3) en blokkeer hem met de klembandjes (Ref. 6).
6
3 4 5
6 1
Monteer de verdampersteun (Ref. 7) op de cabine van de machine en bevestig hem met de schroeven en ringen (Ref. 8, 9 en 10). 9 10 8
7
11
12
110
Monteer op de steun (Ref. 7), de randbedekking (Ref. 11). Monteer de verdamper (Ref. 12) op de steun (Ref. 7) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 13 en 14) en de moer (Ref. 15).
7 15 13
(19/12/2012)
14
110-07-M205NL
4
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Monteer de luchtpijp (Ref. 16) op de verdamper (Ref. 12) en op de 3-wegspijp (Ref. 3) en blokkeer hem met de klembandjes (Ref. 17).
17
16 3
17
12
Monteer de hydraulische leiding (Ref. 18) op de pomp (Ref. 19). 19
18
27 26 25
Monteer het linker (Ref. 20) en rechter support (Ref. 21) op de condensorkit (Ref. 22) en draai de schroeven en ringen (Ref. 23 en 24) vast. Monteer de kit (Ref. 22) boven de cabine met de schroeven en ringen (Ref. 25, 26 en 27).
24 23 21
20 22
35
Monteer het onderste beschermrooster (Ref. 28) met de schroeven en ringen (Ref. 29 en 30), monteer de lampkappen links (Ref. 31) en rechts (Ref. 32) met de schroeven en ringen (Ref. 33 en 34). Monteer de bovenste kap (Ref. 35) met de schroeven en ringen (Ref. 36, 37 en 38).
31
36 37 38
29
30
33 34
110
32
28
110-07-M205NL
(19/12/2012)
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
43
5
Monteer het stopcontactensupport (Ref. 39) op de machine met de schroef (Ref. 40), de ring (Ref. 41) en de moer (Ref. 42). Monteer het zwaailicht (Ref. 43) en de noodlamp (Ref. 44), verbind de elektrische stopcontacten (Ref. 45).
44
39 40
45 42
41
Verbind de elektrische kabels (Ref. 46).
46
Monteer de goot (Ref. 47) op het support (Ref. 48) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 49 en 50).
49 48 50
47
1
MONTAGE VAN DE MOTORISERING VAN DE AIRCONDITIONING
3
(19/12/2012)
110
Monteer de reductor (Ref. 1) van de pomp van de compressor op de basisplaat door middel van de schroeven en de ringen (Ref. 2 en 3). 2
110-07-M205NL
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
6
Monteer op de reductor (Ref. 1) de compressor (Ref. 4) met de schroeven (Ref. 5) en de ringen (Ref. 6) en de hydraulische pomp (Ref. 7) met de schroeven (Ref. 8). 1 8
5
4
6
7
Bevestig de elektromagneetklep (Ref. 9) op de reductor (Ref. 1) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 10 en 11).
9 10
11
1
MONTAGE VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONING
1 2
3
5
Monteer op de afvoer (Ref. 1) de ring (Ref. 2) en het verloopstuk (Ref. 3), monteer daar de slangverbinding (Ref. 4) op, waarop de slang (Ref. 5) gemonteerd moet worden; bevestig de slang met het klembandje (Ref. 6).
4
6
8
9
110
7
Monteer op de basisplaat de randbedekking (Rif. 7), om de slijtage van de slang te voorkomen door de wrijving tegen de basisplaat. Bevestig de slang op de motor met het klembandje (Ref. 8) en de schroef (Ref. 9).
110-07-M205NL
(19/12/2012)
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Monteer op het afvoerventiel (Ref. 10) de verbindingsstukken (Ref. 11, 12, 13, 14 en 15). Blokkeer de leiding (Ref. 16) op de basis door middel van het klembandje (Ref. 17), de schroeven en de ringetjes (Ref. 18 en 19).
11
12
10
13
7
14 18
19
15
17 16
26
24
23
Monteer het afvoerventiel (Ref. 10) op het support (Ref. 23) en bevestig het met de schroeven en ringen (Ref. 20, 21 en 22). Monteer het support (Ref. 23) op de basis door middel van de schroeven en ringen (Ref. 24, 25 en 26).
25 20 21
10 22
Monteer het verbindingsstuk (Ref. 27) op de verzamelleiding (Ref. 28).
28 27
31
110
Monteer de verbindingsstukken (Ref. 29 en 30) op de hydraulische verzamelleiding. (Ref. 31).
29
30
(19/12/2012)
110-07-M205NL
8
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Verbind de slangen (Ref. 32) op de condensorkit en (Ref. 33) op het filter van de condensor. 33
32
Verbind de slangen (Ref. 34 en 35) op de verdamper.
35 34
Verbind alle hydraulische slangen (Ref. 36) op de hydraulische pomp en op de elektromagneetklep. 36
36
36
36
Verbind de slangen op de verbindingsstukken (Ref. 13) van de compressor. 37
110
37
110-07-M205NL
(19/12/2012)
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
9
CONTROLES Na de kit gemonteerd te hebben als volgt te werk gaan: 1. De installatie vullen en olie voor compressors toevoegen volgens de volgende anwijzingen: De hoeveelheid R134a gas die nodig is om de installatie te vullen is 1000 g. Samen met het vullen moet in het circuit van de installatie een hoeveelheid van 134 ml speciale olie voor de gemonteerde compressor SANDEN worden toegevoegd. Oliecode: PAG SP20 - aanvragen bij de DELPHY verkooppunten. 2. Controle van de druk in het hydraulische circuit en toerental van de compressor:
110
De druk van het hydraulische circuit, bij het maximale toerental van de thermische motor, moet 200 bar zijn (de druk kan geregeld worden met de VLP klep door een manometer met het drukmeetpunt te verbinden op het "T" stuk van de klep). Controleren of bij stationair lopen van de thermische motor het toerental van de compressor tussen 900 ÷ 1000 RPM ligt (het toerental controleren met een toerenteller). Een optimale werking van de airconditioning wordt verkregen bij een toerental van 3500 RPM van de compressor met de thermische motor op zijn maximale toerental, met de druk van het hydraulische circuit van 170 bar.
(19/12/2012)
110-07-M205NL
OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN
110
10
110-07-M205NL
(19/12/2012)
Transmissie
20
- Kenmerken en technische specificaties van de transmissie - Schema’s van de transmissie - Positie van de transmissie-onderdele - Controle en regeling van de transmissie - Verwijdering van de transmissie - Transmissie weer monteren - Opsporen van storingen in de transmissie - Speciaal gereedschap voor de transmissie
l647379
(Versnellingsbak DANA gearbox 357a10) - Kenmerken en technische specificaties van de transmissie - Controle en regeling van de transmissie - Doorsneden en schema’s van de transmissie
l647424EN
(Hydrostatische pomp sauer h1p078) l647069en
(Hydrostatische motor sauer h1b110)
pag. VOEDINGSPOMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BESTURINGSEENHEDEN POMP / MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 DRUKBEGRENZINGSKLEPPEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 SPOELKLEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 HYDRAULISCH CIRCUIT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 AUTOMOTIVE NFPE SYSTEEM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 ELEKTRISCHE PROPORTIONELE BESTURING NFPE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 POMPREGELKLEPPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 FILTER (TOTALE FILTRERING ONDER DRUK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 HYDRAULISCH CIRCUIT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 WISSELKLEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 VERBINDING HYDRAULISCHE AANSTURINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 AUTOMOTIVE KROMME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 SCHAKELAAR (VOORUIT / VRIJ / ACHTERUIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 INCH SENSOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 SWITCH MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 MOTORKROMME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 TOERENTALBEPERKING VAN DE CARDANAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 BEDRADINGSSCHEMA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
(11/02/2013)
20-01-M205NL
20
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
2
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
SAUER HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE
20
VOEDINGSPOMP Gewoonlijk ingebouwd in het pomphuis van de hoofdpomp, verhindert cavitatie van het systeem door de door lekken verloren vloeistof weer in het circuit te brengen. Zorgt tevens voor de nodige druk voor het systeem voor de variatie van de cilinderinhoud van de hoofdpomp.
BESTURINGSEENHEDEN POMP / MOTOR Dit zijn de organen die de variatie van de cilinderinhoud van beide componenten besturen.
DRUKBEGRENZINGSKLEPPEN Beperken de maximumdruk op beide transmissietakken.
SPOELKLEP Het doel van deze klep is de werkomstandigheden te optimaliseren, door de verwijdering van vuil uit het gesloten circuit te bevorderen, de thermische stabiliteit te verbeteren en snel de lucht die in het circuit aanwezig is te verwijderen.
20-01-M205NL
(11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
3
20
HYDRAULISCH CIRCUIT
(11/02/2013)
20-01-M205NL
4
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
AUTOMOTIVE NFPE SYSTEEM
FNR switch
20
Inch pedal
Drive/Creep/ Rocker pedal
+
Mode switch A
− Batt. 12/24 VDC
Mode switch B
NFPE Valve Pressure reducing valve reverse
Pressure reducing valve forward
PPU motor
Engine
PPU pump/engine
Motor displacement Vgmax
Brake pressure defeat
Brake light
Parking brake Reverse buzzer 20-01-M205NL
(11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
5
POMP SERIE H1 Electric displacement control
Servo piston
Auxiliary mounting pad “B” Valve plate
20
Swashplate feedback pin
Piston
Slipper
Shaf t seal
Shaf t
Swashplate
(11/02/2013)
Cylinder block
Charge pump
20-01-M205NL
6
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
ELEKTRISCHE PROPORTIONELE BESTURING NFPE
NFPE Proportional Actuation 100 %
= 30 Δp
Δp
=0
20
bar
0 ba r
NFPE control
Signal Current (mA(DC avg ))
Displacement
bar =0 Δp
Δp
= 30
0 ba r
0
100 %
NFPE / C1 and C2 Location NFPE Schematic M14 C2
C1
C1
20-01-M205NL
F00A
T
P
C2
F00B
(11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
7
POMPREGELKLEPPEN
Pressure Reducing Solenoid Valves & MOR
20
High Pressure Relief Valves (HPRV)
Pressure limiter valves (PL) Charge Pressure Relief Valve (CPRV)
(11/02/2013)
20-01-M205NL
8
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
FILTER (TOTALE FILTRERING ONDER DRUK)
Technical Data, Pressures
20
Bypass Valve
30 bar [435 psi] Δp 3.7 - 5.1 bar [54 - 74 psi] Δp 5.6 ± 0.9 bar [80 ± 13 psi]
Technical Data, Electric Max. Voltage Max. Power Switch open Switch closed Resistor Tolerance Temperature Range IP Rating (IEC 60 529) + DIN 40 050, part 9 with mating connector
48 V 0.6 W 510 Ω 122 Ω 1% -20 °C ÷ +100 °C [-4 °F ÷ +212 °C]
Connector Deutsch DTM04-2P
M6 Before Filter (upstream) 0.5625-18UNF-2B [9/16 -18UNF-2B]
Schematic M6
1
2 R1
R2
Maximum Charge Pressure Filter Bypass Sensor Switch Closure
IP 69K
Integral Filter Head with Filter Bypass Sensors Filter element in
out
Filter bypass sensor Bypass spool
20-01-M205NL
(11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
9
MOTOR SERIE H1 erential servo piston Loop flushing relief valve
Bearing plate Tapered roller bearing
Ramp spring
Loop flushing shuttle spool
Speed ring (optional ) Minimum displacement limiter Electric proportional co ntrol
(11/02/2013)
20-01-M205NL
20
Valve segment
10
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
HYDRAULISCH CIRCUIT
L2
N
MA
A n
20
Ports: A,B L1 , L2 MA , MB M4 , M5 N
max
min
= Main pressure lines = Drain lines = Gage port system pressure for A and B = Gage porto servo pressure = Speed sensor
C1 L1
B M4
M5
MB
WISSELKLEP L2
System loop A
System loop B
A
LOOP FLUSHING SHUTTLE SPOOL
B relief valve L2
A
LOOP FLUSHING RELIEF VALVE
B
Loop flushing relief valve
Low System Pressure minus Case Pressure bar [psi]
Loop Flushing Relief Valve Size 40 [580]
05
10
15
30 [435]
20 [290]
10 [145]
0
10 [1.3]
20 [5.3]
30 [8.0]
Loop Flushing Flow 20-01-M205NL
40 [10.6]
50 [13.3]
60 [15.9]
70 [18.6]
l/min [US gal/min] (11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
11
VERBINDING HYDRAULISCHE AANSTURINGEN
7.5 microns
M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar
C1
C2
EV (S22)
L1
MA
EV (S21)
ΔP 5,6 - 0,9 bar
A M3
1,3 mm
20
1,3 mm M5
350 bar
MA 6,5 bar
M4 A
110 cc 10 L/min
450 bar
L4
min. disp.
RW
FW
480 bar
0,6mm
C1
16 bar 6,5 bar
M
C5
34 bar
cw
0,6mm
L2
17 cc 78 cc
B
n
H1B Motor
480 bar MB
450 bar L3
M4
M5
MH
B
MB L2
L1
S
PH
3 bar
RAD
FA 250 microns
R
Bovenstaand schema toont de werking van het besturingssysteem van de hydrostatische transmissie bestaande uit de hydrostatische pomp (PH) met de elektronische besturingsinrichting (EDC) en de hydrostatische motor (MI). De draairichting van de hydrostatische motor (MI) wordt aangestuurd door twee elektromagneetkleppen (S21 en S22). De elektromagneetklep S22 bestuurt de draairichting in de richting van de klok (CW) van de hydrostatische motor (MI), en dus de rijrichting vooruit van de machine. De elektromagneetklep S2 bestuurt de draairichting tegen de richting van de klok in (CW) van de hydrostatische motor (MI), en dus de rijrichting achteruit van de machine. De elektronische inrichting (EDC) is op de hydrostatische pomp (PH) gemonteerd. M14
C1
C2
EV (S22)
EV (S21)
EDC FW (11/02/2013)
RW 20-01-M205NL
12
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
PLUS+1 TM MC024-021 AUTOMOTIVE SYSTEM De microprocessor beheert zowel de pomp als de motor door middel van de elektrische drukbegrenzers op de controles.
20
AUTOMOTIVE KROMME De twee verschillende krommen zijn samen met de klant bestudeerd, rekening houdend met de koppel van de dieselmotor en het vermogen dat nodig is voor de bijkomstige functies.
SCHAKELAAR (VOORUIT / VRIJ / ACHTERUIT) De rijrichting kan geselecteerd worden door middel van een elektrische driestandenschakelaar. De afrem- en optrektijden zijn ook afhankelijk van de stand van deze schakelaar ingesteld.
INCH SENSOR Het inch-rempedaal verbonden met de potentiometrische sensor verlaagt de stroom bij de proportionele kleppen van de pomp tot aan, indien nodig, volledige nulstelling. Met deze functie kan de bediener de snelheid van het voertuig verlagen tijdens bijzondere bewegingen waarvoor een hoog diesel toerental vereist is en kunnnen de handelingen dus doeltreffend verricht worden.
20-01-M205NL
(11/02/2013)
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
13
SWITCH MODE Twee onafhankelijke krommen (rijden/werk).
De kromme van de reductor van de motor komt voort uit een instelling die afhankelijk is van het diesel toerental.
TOERENTALBEPERKING VAN DE CARDANAS Om een te hoog toerental van de cardanas te vermijden verlaagt deze functie de stroom bij de elektromagneetklep van de proportionele drukbesturing.
(11/02/2013)
20-01-M205NL
20
MOTORKROMME
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE
14
BEDRADINGSSCHEMA DEUTSCH connector DTM/12 pin
CC1
20
Battery (-) Battery (+) Sensor (+) Sensor (-) Motor RPM Input (Frequency) Forward Input (Digital) Reverse Input (Digital) Sensor (+) Sensor (-) Drive Pedal Input (Analog-Nom) Drive Pedal Input (Analog-Red) Neutral Input (Digital)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
CC1p01 CC1p02 CC1p03
CC1p03
CC1p04
Motor RPM/Direction
CC1p04 CC1p05
CC1p08 CC1p09
Terminals Sensor (+)
CAN
DEUTSCH connector DTM/3 pin
CAN High CAN Low CAN Shield
PPC
Terminals Sensor (-) 1 2 3
CANp01
CAN Bus
CANp02 CANp03
Terminals Batt. (+)
DEUTSCH connector DTM/6 pin
3 CC3p01
Sensor A (+) Analog Input A Sensor A (-) Sensor B (-) Analog Input B Sensor B (+)
PSC
DEUTSCH connector DTM/6 pin
PWM C1 (+) PWM C2 (+) Digital Output A1 (+) Digital Output A2 (-) PWM C2 (-) PWM C1 (-)
Reverse Motion
1 2 3 4 5 6
CC3p02
CC3 1 2 3 4 5 6
DEUTSCH connector DT/2 pin
PSCp01 PSCp06
PSCp03
1
PSCp04
2
C1
PSCp02 PSCp05
C2
Electronic Displacement Control Pump
PPUp03
PPU
Sensor (+) Pump RPM Input (Frequency) Sensor (-)
Terminals Batt. (-)
Pump RPM
PPUp02
DEUTSCH connector DTM/3 pin
PPUp01
1 2 3
PPUp01 PPUp03
CC2p03 PROP
Electronic Displacement Control Motor
CC2p08
CC2
DEUTSCH connector DTM/12 pin
Inch Input (Analog-Red) Mode Switch B Input (Digital-Nom) Motor PROP/PCOR Driver Motor Direction Input (Analog) Sensor (+) Sensor (-) Inch Input (Analog-Nom) Motor BPD Driver Digital Output B2 (-) Digital Output B1 (+) Mode Switch A Input (Digital) Mode Switch B Input (Digital-Red)
BPD
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
CC2p01
1 S1 CC2p05 CC2p06
CC2p05
Inch Pedal
CC2p07 CC2p06
2 F1
Rv
Rv
+ Batt. 12/24V DC
CC2p10
CC2p09
Parking Brake
20-01-M205NL
(11/02/2013)
20
SCHEMA'S VAN DE TRANSMISSIE
pag. SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE VOORUITVERSNELLING . . . . . . . . . . . . . . . . .3 SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE ACHTERUITVERSNELLING . . . . . . . . . . . . . . .4
(07/01/2013)
20-02-M205NL
SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE
20
2
20-02-M205NL
(07/01/2013)
SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE
3
SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE VOORUITVERSNELLING
Legenda : Hoge druk Lage druk Stuurdruk Afvoerdruk Overdruk
20
Aanzuigdruk Terug naar afvoer Afkoeling § 70
Zie hoofdstuk «70 - hydraulica»
EK(S21) Elektromagneetklep vooruitversnelling EK(S22) Elektromagneetklep achteruitversnelling MH
Motor met variabele cilinderinhoud
PH
Hydrostatische pomp
R.
Olietank
RAD
Radiateur
VOORUIT versnelling: 7.5 microns
M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar
C1
C2 L1
MA
EV (S22)
EV (S21) 1,3 mm
M5
ΔP 5,6 - 0,9 bar
A
M3
1,3 mm 350 bar
MA
M4
6,5 bar
A
110 cc
10 L/min min. disp.
450 bar
L4
§ 70
RW
FW
480 bar flow out A
0,6mm 16 bar
6,5 bar
34 bar
cw 78 cc
C1
C5 0,6mm
L2
17 cc
n
B
480 bar 450 bar
L3
B
MB
M4
M5
MH H1B Motor
MB L1
L2
S
PH
ACHTER AS
VOOR AS FA 250 microns 3 bar
RAD R.
(07/01/2013)
20-02-M205NL
4
SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE
SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE ACHTERUITVERSNELLING
Legenda : Hoge druk Lage druk Stuurdruk Afvoerdruk
20
Overdruk Aanzuigdruk Terug naar afvoer Afkoeling § 70
Zie hoofdstuk «70 - hydraulica»
EK(S21) Elektromagneetklep vooruitversnelling EK(S22) Elektromagneetklep achteruitversnelling MH
Motor met variabele cilinderinhoud
PH
Hydrostatische pomp
R.
Olietank
RAD
Radiateur
ACHTERUIT versnelling: 7.5 microns
M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar
C1
C2
EV (S22)
EV (S21)
MA
1,3 mm
M5
ΔP 5,6 - 0,9 bar
L1
A
M3
1,3 mm
350 bar
MA 6,5 bar
M4
110 cc
A 10 L/min min. disp.
450 bar
L4
§ 70
RW
FW
480 bar flow out A
0,6mm 16 bar
6,5 bar
34 bar
cw 78 cc
C1
C5 0,6mm
L2
17 cc
n
B
480 bar 450 bar
L3
B
MB
M4
M5
MH H1B Motor
MB L2
L1
S
PH
ACHTER AS
VOOR AS FA 250 microns 3 bar
RAD R.
20-02-M205NL
(07/01/2013)
20
POSITIE VAN DE TRANSMISSIE-ONDERDELEN
pag. CIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 KOELCIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
(25/06/2012)
20-03-M205NL
POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN
20
2
20-03-M205NL
(25/06/2012)
POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN
3
CIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE
20
Hydrostatische pomp Hydrostatische motor Versnellingsbak
Achteras
Cardanas Servicepomp
Vooras
(25/06/2012)
20-03-M205NL
POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN
KOELCIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE
20
4
Luchtradiateur
Waterradiateur Olieradiateur
20-03-M205NL
(25/06/2012)
pag. DRUKCONTROLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – DRUKCONTROLEPUNTEN OP DE POMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – DRUKCONTROLEPUNTEN MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
(07/12/2012)
20-04-M205NL
20
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
2
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
SAUER TRANSMISSIE DRUKCONTROLE
20
DRUKCONTROLEPUNTEN OP DE POMP
Verbindingen
System A gage port “MA” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting
Drukcontrolepunten Elektrische aansluitingen
Mounting flange surface Flange 127 - 4 per ISO 3019-1 Paint free Servo gage port “M4” Port ISO 11926-1- 7/16-20 Ø21 max clearance dia for fitting
Case pressure port Port ISO 11926-1- 7/8-14 Ø42 max clearance dia for fitting
Spline data Number of teeth : 23 Pitch fractio : 16/32 Pressure angle : 30° Pitch-Ø : Ø36,513 Typ of fit : fillet root, side fit Per : ANSI B92.1-1996 Class 5
System port “B” Ø25,4 - 450bar split flange boss per ISO 6162 M12 x 1,75 20 min. full thread depth recommenden screw-in depth 1.5 x thread dia
Z
Charge inlet port “S” Port ISO 11926-1-1 5/16-12 Ø63 max clearance dia for fitting
Paint free Nameplate paint free
Other side screw head space System port “A” Ø25,4 - 450bar split flange boss per ISO 6162 M12 x 1,75 20 min. full thread depth recommenden screw-in depth 1.5 x thread dia
Coupling must not protrude beyond this surface
Case drain port “L4” Port ISO 11926-1-1 1/16-12 Ø48 max clearance dia for fitting
Port Description Port
Description
Sizes
A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S
System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port
Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12
20-04-M205NL
Control connector “CAN” Deutsch DTM04-3P Paint free For using the connector the plug may be removed
Control connector “CC2” Deutsch DTM04-12P- BPaint free
View
Z
Control connector “CC1” Deutsch DTM04-12P- APaint free
(07/12/2012)
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
3
Verbindingen Drukcontrolepunten Control connector “CC3” Deutsch DT06-2S Paint free
Elektrische aansluitingen
Plug removing can cause contamination issues
Case pressure port Port ISO 11926-1- 7/8-14 Ø42 max clearance dia for fitting
Charge pressure construction port Port ISO 11926-1- 5/16-24
Charge gage port “M3” Port ISO 11926-1- 9/16-18 after filtering
Thread : M12x1,75-6H THD Depth : 19.75 min. Recommended screw-in depth 1.5 x thread dia 4x
Approximate center of gravity Case drain port “L2” Port ISO 11926-1-1 1/16-12 Ø48 max clearance dia for fitting
Note : Bolt length greater than 19,75 mm could result in a leak or damage to thr unit
Approximate center of gravity
Control connector “CC2” Deutsch DTM04-12P-B Paint free
Control manual override“C2” Depressing the plunger mechanically moves the control spool. Actuation allows full stroke pump response as per coil and rotation dependent control logic. System B gage port “MB” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting
Port Description Port
Description
Sizes
A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S
System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port
Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12
(07/12/2012)
Control connector “CC3” Deutsch DT06-2S Paint free For using the connector the plug may be removed
Control connector “CAN” Deutsch DTM04-3P Paint free For using the connector the plug may be removed Control connector “CC1” Deutsch DTM04-12P-A Paint free
Control manual override“C1” Depressing the plunger mechanically moves the control spool. Actuation allows full stroke pump response as per coil and rotation dependent control logic.
Charge pressure construction port Port ISO 11926-1- 5/16-24
20-04-M205NL
20
Servo gage port “M5” Port ISO 11926-1- 7/16-20 Ø21 max clearance dia for fitting
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
20
4
Filter bypass sensor connector Deutsch DTM04-2P Paint free Charge gage port “M6” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting before filter
Verbindingen Port Description Drukcontrolepunten Port Description Elektrische aansluitingen
20-04-M205NL
A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S
System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port
Sizes Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12
(07/12/2012)
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
5
DRUKCONTROLEPUNTEN MOTOR Loop Flushing Valve
Servo Pressure Gauge Port “M4” + “M5” 0.5625-18UNF-2B 9/16 -18UNF-2B (M5 on reverse side)
System Pressure“A”+“B” Pressure “A”+“B” Gauge Port ”MA”+ “MB” 0.5625-18UNF-2B 9/16 -18UNF-2B
12.45 [0.49]
Y
175 [6.89]
200 [7.87]
Ø152.375 [6.00]
197 [7.76]
8x 80.8 [3.18]
200 [7.87
4x 20.6 [0.81]
Solenoid Connector: Deutsch DT04-2P
Min. Angle Stop Adjustment 316±2 [12.44±0.09]
Loop Flushing Shuttle Spool
50 [1.97]
Verbindingen Drukcontrolepunten Elektrische aansluitingen
89 [3.50]
89 [3.50]
X
Speed Sensor Connector: Deutsch DTM04-6P
50 [1.97]
Port Description Port
Description
A B L1 L2 MA MB M4 M5
System Port “A System Port “B Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Servo Gage Port Servo Gage Port
Sizes M12x1.75 M12x1.75 1 1/16 -12 1 1/16 -12 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18
Split Flange Boss “A”+”B” DN 25 Ty TTyp p I 40MPa Series per ISO 6162 Thread: M12x1.75 21.5 [0.85] full Thread Depth
View Y
(07/12/2012)
20-04-M205NL
20
View X
CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE
20
6
20-04-M205NL
(07/12/2012)
20
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
(25/06/2012)
20-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE
20
2
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal vlak, zet de stabilisators neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.) - Transpallet.
20-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE
3
VERWIJDERING HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE
20
1
Zorg voor bakken met geschikte afmetingen voor de hoeveelheid op te vangen olie en plaats ze onder de aftapdop (Ref. 1) van de hydraulische olietank. Verwijder de dop (Ref. 1) en laat de olie weglopen;
Om het legen van de tank sneller te laten verlopen de vuldop verwijderen (Ref. 2).
2
Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de cardanas (Ref. 5) op de vooras bevestigd is. 5 3
4
Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de cardanas (Ref. 5) op de achteras bevestigd is. Verwijder de cardanas (Ref. 5) van de machine. 3 5 4
(25/06/2012)
20-06-M205NL
4
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE Maak alle slangen los van de hydraulische installatie en van de aanzuiging, van de hydrostatische pomp (Ref. 6), van de servicepomp (Rif. 7) en van de hydraulische motor (Ref. 8), maak met een stift tekens op de slangen en verbindingen voor ze te demonteren zodat u ze bij het monteren weer op de juiste plaats kunt terugbrengen.
20
b
Maak alle hydraulische openingen van de hydrostatische motor en van de pompen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.
6
7
8
20-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE
5
Verwijder indien nodig het oliefilter van de transmissie (Ref. 9) van de hydrostatische pomp (Ref. 6) om bij de schroeven ter bevestiging van de pomp te kunnen komen en deze te demonteren.
6
7
20
9
Schakel alle elektrische stekkers (Ref. 10) los van de hydrostatische pomp.
10
10
10
Bevestig de pompen met riemen of kabels door het middelste gat van de zwenklager aan een bovenloopkraan Verwijder de schroeven (Ref. 11) waarmee de pomp (Rif. 6) op de motor bevestigd is.
11
Zet de pompen (Ref. 6 en 7) op een transpallet en breng ze buiten de machine. 6
6
Draai de schroeven (Ref. 12) los en verwijder de ringetjes (Ref. 13 en 14) om de hydrostatische pomp (Ref. 6) van de servicepomp (Ref. 7) te demonteren. 7
12
14 13
(25/06/2012)
20-06-M205NL
6
VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE Draai de schroeven (Ref. 15) waarmee de hydrostatische motor (Ref. 8) op de versnellingsbak bevestigd is los. Zet een wagen onder de motor (Ref. 8) en verwijder deze uit de reductor van de as totdat hij op de wagen rust. Verwijder hem van onder de machine.
15
20
8
20-06-M205NL
(25/06/2012)
20
TRANSMISSIE WEER MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(25/06/2012)
20-07-M205NL
TRANSMISSIE WEER MONTEREN
20
2
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal vlak, zet de stabilisators neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.) - Transpallet.
20-07-M205NL
(25/06/2012)
TRANSMISSIE WEER MONTEREN
3
Draai de schroeven (Ref. 2) waarmee de hydrostatische motor (Ref. 1) op de versnellingsbak bevestigd wordt vast. Gebruik op de schroeven (Ref. 2) Loctite schroefdraadafdichting 241, draai de schroeven aan met een aandraaimoment van 210 Nm.
2 1
4
5 3
Maak het oppervlak van de hydrostatische pomp (Ref. 4) met een doek zorgvuldig schoon en smeer er een laag "Motorseals" afdichting op (gedurende 15 minuten). Monteer de servicepompen (Ref. 3) weer op de hydrostatische pomp (Ref. 4) met de afdichting (Ref. 5) en draai de schroeven en ringetjes (Ref. 6 - 7 - 8) vast. Gebruik een aandraaimoment van 87 Nm.
6
8 7
Bevestig de pompen met riemen of kabels door het middelste gat van de zwenklager aan een bovenloopkraan. Til de pompeneenheid op en plaats hem op de motor, breng Loctite schroefdraadafdichting 577 aan op de schroeven (Ref. 9) om de hydrostatische pomp (Ref. 4) op de thermische motor te bevestigen. Gebruik een aandraaimoment van 50 Nm.
9
4
10
Verbind alle elektrische stekkers (Ref. 10) op de pomp.
10
10
(25/06/2012)
20-07-M205NL
20
Plaats de motor (Ref. 1), met behulp van een wagen, onder de machine. Monteer de motor (Ref. 1) op de reductor van de vooras.
4
TRANSMISSIE WEER MONTEREN Als het tijdens de demontage nodig was het oliefilter van de transmissie (Ref. 1) te verwijderen, monteer het dan nu weer op de hydrostatische pomp (Ref. 4). 4
20
11
Was alle slangen van de hydraulische installatie en van de aanzuiging zorgvuldig en laat ze goed opdrogen, monteer de slangen weer op de servicepomp (Ref. 3), op de hydrostatische pomp (Ref. 4) en op de hydraulische motor (Ref. 1), volgens de tekens die er tijdens de demontage met de stift op zijn aangebracht.
4
3
1
20-07-M205NL
(25/06/2012)
TRANSMISSIE WEER MONTEREN
5
Monteer de cardanas (Ref. 12) weer op de achteras door de beugels (Ref. 13) weer te plaatsen en de schroeven (Ref. 14) vast te draaien. Gebruik een aandraaimoment van 40 Nm. 14 12
20
13
Monteer de cardanas (Ref. 12) weer op de versnellingsbak door de beugels (Ref. 13) weer te plaatsen en de schroeven (Ref. 14) vast te draaien. Gebruik een aandraaimoment van 40 Nm.
12 14
13
Draai de dop (Ref. 15) weer op de tank van de hydraulische olie. 15
16
(25/06/2012)
Vul de tank met nieuwe hydraulische olie (zie handleiding “SMEERMIDDELEN” voor het soort en de hoeveelheid). Het oliepeil is juist als het zich tussen de bovenste en onderste verwijzing van de oliepeilmeter (Ref. 16) onder het trapje bevindt.
20-07-M205NL
6
TRANSMISSIE WEER MONTEREN Ontlucht de hydraulische installatie van de transmissie en draai de dop (Ref. 17) er weer op.
20
17 15
20-07-M205NL
(25/06/2012)
pag. SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – STORINGEN IN DE SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – FOUTCODES SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
(15/02/2013)
20-08-M205NL
20
OPSPOREN VAN STORINGEN IN DE TRANSMISSIE
2
OPSPOREN VAN STORINGEN IN DE TRANSMISSIE
SAUER TRANSMISSIE STORINGEN IN DE SAUER TRANSMISSIE Storing
Controle
20
Controleer de laaddruk in M3. Er komt geen druk op de pomp.
Oplossing
Filter vervangen of olie aan de tank toevoegen.
Controleer de koppeling tussen pomp en diesel. Pompas of mof vervangen indien versleten.
Controleer de stroom aan de twee Vervangen indien nodig. Er komt druk op de pomp, maar hij gaat reductors. niet in de twee rijrichtingen. Zie foutentabel. Controleer fouten op het dashboard. Controleer de druk in de punten M1 Proberen de maximumkleppen om te draaien M2 M3. of te vervangen. Controleren of de wisselklep op de motor De pomp heeft geen stuwkracht of draait De klep vervangen en controleren of er niet geblokkeerd is aan één kant. niet in één richting. geen interferentie is. Controleren of de delta van het filter in de punten M5 en M6 niet hoger is Het filter vervangen. dan 2,2 bar. Controleer de laaddruk van de pomp.
De toevoerklep op de pomp afstellen. De machine beweegt laat in de twee Controleer de verstopping van het filter Het filter vervangen. rijrichtingen. door controle in de punten M5 M6 op de pomp. Controleer de delta-P van de laaddruk Pomp vervangen. in M3 pomp, tussen de nulpositie en de bedrijfspositie. Te grote verhitting van de olie op de transmissie.
Het oliepeil in de tank nakijken.
Olie toevoegen.
Controleer het type gebruikte olie en Olie vervangen of de filters indien verstopt. de reiniging van de filters. Controleer de doeltreffendheid van de Radiateur reinigen. radiateur. Fout controleren.
De machine bereikt de maximumsnelheid niet.
Zie foutentabel.
Controleer of de bedrijfsdruk en de Pomp vervangen. laaddruk op de pomp juist zijn. Controleer de minimale cilinderinhoud Controleer de positie van de stop van de van de motor door te controleren of er cilinderinhoud van de motor, start-point, in punt M3 van de motor druk is en in regelklep en smoorkleppen. punt M4 niet meer.
FOUTCODES SAUER TRANSMISSIE De foutcodes van de Sauer transmissie worden op het bedieningspaneel 3B6 weergegeven: ( 80-04 - CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE)
20-08-M205NL
(15/02/2013)
pag. BASISKOFFER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(25/06/2012)
20-09-M205NL
20
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE
2
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE
BASISKOFFER 1
Standaard 7
7 4
6
4
2
5
6
9
Maniscopic 8
8
Kit hydromatik –Montage 2 - Pomp A 4 VG - DA / Motor A 6 VM - DA 49
49
49
51
51
51
51
51
52
8x100 14x150
12x150
54
53-1
53 50 50
50 50
53
58
55
30x200
14x150
50 50
16x150
Slang (By-pass ventiel TH7)
18x150
ø20 (S)
55
48
14x150
ø8 (L)
58
ø6 (L)
0
Nippel (Slangventiel TH7)
56
14 x1 5
20
3
7
7
14x150
57 14x150
50
x1
14
20-09-M205NL
(25/06/2012)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE
Nummer
Beschrijving
Aantal
1
549 671
Basiskoffer
1
2
549 882
Manometer 1/9 bar
1
3
549 883
Manometer 0/40 bar
1
4
549 884
Manometer 0/60 bar
2
5
549 885
Manometer 0/400 bar
1
6
549 886
Manometer 0/600 bar
2
7
549 887
Slang
4
8
549 888
Slang voor MANISCOPIC
2
9
549 889
Verbinding voor manometer
7
48
209 572
Kit HYDROMATIK
1
49
58 181
Verbinding voor manometer 8x100
3
50
58 197
O-ring ø 8
6
51
477 484
Verbinding voor manometer 12x150
5
52
58 189
Verbinding voor manometer 14x150
1
53
477 485
Verbinding voor manometer 16x150
2
53-1
199 175
Verbinding voor manometer 18x150
1
54
173 568
Verbindingsstuk ø 20
1
55
165 711
Aanpasstuk M/F - ø8L + M8x100
2
58
706 653
Aanpasstuk M/F - ø6L + M8x100
2
By-pass ventiel TH7 56
191 000
Slang
1
57
491 632
Verbindingsstuk (M14x150)
1
(25/06/2012)
20-09-M205NL
20
Ref.
3
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE
20
4
20-09-M205NL
(25/06/2012)
AS
- VERWIJDERING VAN DE AS
30
- AS WEER MONTEREN
- KENMERKEN EN SPECIFICATIES VAN DE AS - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE AS
l547983
(ASSEN DANA VOORAS 212-302 ACHTERAS 212-640)
30
VERWIJDERING VAN DE AS
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE VOORAS EN VAN DE HYDROSTATISCHE MOTOR . . . . . . . . . . . .3 VERWIJDERING VAN DE ACHTERAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
(25/06/2012)
30-06-M205NL
2
VERWIJDERING VAN DE AS
30
VERWIJDERING VAN DE VOOR- EN ACHTERAS
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
b
Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en nivelleer hem (frame parallel aan de vooras). Zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, breng hem op een zodanige hoogte dat de wielen verwijderd kunnen worden en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 30-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE VOORAS EN VAN DE HYDROSTATISCHE MOTOR Draai alle moeren (Ref. 1) los en verwijder de twee voorbanden (Ref. 2). 1
2
Draai de bevestigingsschroeven van de flens (Ref. 3) van de cardanas los en koppel de as los. Maak de slang (Ref. 4) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur los.
4
3
Maak de slang (Ref. 5) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur los. Maak de twee slangen (Ref. 6) los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) los.
7 6
5
6
(25/06/2012)
30-06-M205NL
3
30
VERWIJDERING VAN DE AS
4
VERWIJDERING VAN DE AS
8
Maak de twee slangen (Ref. 8 en 9) met betrekking tot de werking van de dienstrem en de parkeerrem los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 10) van de sensor voor de uitlijning van de wielen los.
10
9
30
Draai de schroeven (Ref. 11) ter verbinding van de flenzen (Ref. 12) los, die aan beide kanten van de hydrostatische motor geplaatst zijn en maak de slangen (Ref. 13 en 14) los. Maak de hydraulische slangen (Ref. 15 en 16) los.
11
13 12
15
17
Maak de slangen van het “T”-stuk (Ref. 17) los en maak de elektrische verbinding ervan los.
11
14 12
16
Bevestig de vooras en de hydrostatische motor aan een geschikte loopkraan of hefmiddel voor het te dragen gewicht. Draai de schroeven (Ref. 18) ter bevestiging van de as aan de linker cilinder voor de nivellering los.
18
30-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE AS
5
Draai de schroeven (Ref. 19) ter bevestiging van de as aan de rechter cilinder voor de nivellering los.
Draai de schroeven (Ref. 20) ter bevestiging van de vooras aan de voorkant van het frame los.
20
Draai de schroeven (Ref. 21) ter bevestiging van de vooras aan de achterkant van het frame los. Verwijder de vooras en de hydrostatische motor van de machine. 21
(25/06/2012)
30-06-M205NL
30
19
VERWIJDERING VAN DE AS
VERWIJDERING VAN DE ACHTERAS
30
6
Draai alle moeren (Ref. 1) los en verwijder de twee achterbanden (Ref. 2). 1
2
Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 3) van de flens (Ref. 4) van de cardanas los en koppel de as los. Maak de slang (Ref. 5) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur los. 5
4 3
Maak de slang (Ref. 6) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur los.
6
30-06-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE AS
7
Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) van de rembol los. Maak de slang (Ref. 8) met betrekking tot de werking van de dienstrem los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 9) van de sensor voor de uitlijning van de wielen los.
9
8
Bevestig de achteras aan een geschikte loopkraan of een hefmiddel voor het te dragen gewicht. Draai de bevestigingsschroeven van de achteras aan de voorkant van het frame los (Ref. 10), maak tekens op de beugel en het frame voor een latere correcte hermontage.
10
Draai de bevestigingsschroeven van de achteras aan de achterkant van het frame los (Ref. 11), maak tekens op de beugel en het frame voor een latere correcte hermontage. Verwijder de achteras van de machine.
11
(25/06/2012)
30-06-M205NL
30
7
VERWIJDERING VAN DE AS
30
8
30-06-M205NL
(25/06/2012)
30
AS WEER MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ACHTERAS WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORAS EN HYDROSTATISCHE MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
(25/06/2012)
30-07-M205NL
2
AS WEER MONTEREN
30
VOOR- EN ACHTERAS WEER MONTEREN
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en nivelleer hem (frame parallel aan de vooras). Zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, breng hem op een zodanige hoogte dat de wielen verwijderd kunnen worden en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.)
30-07-M205NL
(25/06/2012)
AS WEER MONTEREN
30
ACHTERAS WEER MONTEREN Breng de achteras op de plaats van zijn oorspronkelijke positie en houd hem stil. Verbind de as met de voorkant van het frame door middel van de schroeven (Ref. 1).
1
Verbind de as met de achterkant van het frame door middel van de schroeven (Ref. 2).
2
3
b
Voor de verbinding controleren of de verwijzing (Ref. 3) die bij het demonteren op het frame is aangebracht overeenkomt met de verwijzing (Ref. 4) van de beugel.
4
(25/06/2012)
3
30-07-M205NL
4
AS WEER MONTEREN Maak de elektrische verbinding (Ref. 5) van de rembol weer vast. Verbind de slang (Ref. 6) met betrekking tot de werking van de dienstrem weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) van de sensor voor de uitlijning van de wielen weer.
7
6
5
30
Verbind de slang (Ref. 8) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur weer.
8
Verbind de slang (Ref. 9) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Monteer de cardanas (Ref. 10) weer in zijn positie, gebruik loctite 270 voor de bevestiging van de schroeven.
9
10
Monteer de twee achterbanden (Ref. 11) weer, gebruik een aandraaimoment voor de moeren (Ref. 12) van 740 Nm.
12
11
30-07-M205NL
(25/06/2012)
VOORAS EN HYDROSTATISCHE MOTOR WEER MONTEREN Breng de vooras en de hydrostatische motor op de plaats van hun oorspronkelijke positie en houd ze stil. Verbind de as met het frame door middel van de schroeven (Ref. 1) voorkant.
1
Verbind de as met het frame door middel van de schroeven (Ref. 2) achterkant.
2
Verbind de rechter cilinder voor de nivellering van de as door middel van de schroeven (Ref. 3).
3
(25/06/2012)
30-07-M205NL
5
30
AS WEER MONTEREN
6
AS WEER MONTEREN Verbind de linker cilinder voor de nivellering van de as door middel van de schroeven (Ref. 4).
4
30
Monteer de flenzen (Ref. 5) aan de twee kanten van de hydrostatische motor weer door de schroeven (Ref. 6) vast te draaien en verbind de slangen (Ref. 7 en 8) weer. Verbind de hydraulische slangen (Ref. 9 en 10) weer.
6
7 5
9
11
Verbind de slangen weer op het “T”-stuk (Ref. 11) en maak de elektrische verbinding erop weer.
6
8 5
10
12
13
30-07-M205NL
14
Verbind de twee slangen (Ref. 12 en 13) met betrekking tot de werking van de dienstrem en de parkeerrem weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 14) van de sensor voor de uitlijning van de wielen weer.
(25/06/2012)
AS WEER MONTEREN
7
Verbind de slang (Ref. 15) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Verbind de twee slangen (Ref. 16) weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 17) weer.
15
17
Verbind de slang (Ref. 18) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Monteer de cardanas weer in zijn positie, gebruik loctite 270 voor de bevestiging van de schroeven van de flens (Ref. 19).
18
19
Monteer de twee voorbanden (Ref. 20) weer, gebruik een aandraaimoment voor de moeren (Ref. 21) van 740 Nm.
b 21
Voor de machine weer in bedrijf te stellen niet vergeten de efficiëntie van het remsysteem te controleren en indien nodig het circuit te ontluchten ( 40 - REM).
20
(25/06/2012)
30-07-M205NL
30
16
16
AS WEER MONTEREN
30
8
30-07-M205NL
(25/06/2012)
REM
- POSITIE VAN DE REMONDERDELEN - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
40
- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN
POSITIE VAN DE REMONDERDELEN
40
pag. REMONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(29/08/2012)
40-03-M205NL
2
POSITIE VAN DE REMONDERDELEN
REMONDERDELEN
Remolietank Rempomp
40
Rempedaal
Schijfremmen vooras
Schijfremmen achteras
40-03-M205NL
(29/08/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
40
pag. VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 REMONTLUCHTINGSPROCEDURE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 DE NEGATIEVE REM DEACTIVEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 VERSNELLING IN VRIJ ZETTEN (VOOR HET AANSLEPEN). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 SCHEMA REMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 MACHINEPARAMETERS EN INCHING INSTELLEN MRT EURO 3 PRIVILEGE SAUER DANFOSS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 – VOOR DE INSTELLING BENODIGD MATERIAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – AANWIJZINGEN VOOR DE INSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – AANWIJZINGEN VOOR HET IJKEN VAN HET INCHING PEDAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
(25/06/2012)
40-04-M205NL
2
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
40
ONTLUCHTEN VAN DE REMMEN EN INCHING AFSTELLEN
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Ontluchter.
40-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
3
REMONTLUCHTINGSPROCEDURE Maak de afvoerslang (Ref. 1) van het remoliereservoir los en plaats er een goed afgedichte dop op. Vul het remoliereservoir volledig.
1
Verbind de remontluchter (Ref. 2) met het reservoir S (zie “Schema remsysteem”), op het dashboard.
40
2
3
(25/06/2012)
Draai de twee ontluchtingsschroeven (Ref. 3) op de achteras los en plaats de doorzichtige slangen. Zet de remontluchter onder druk en wacht tot alle lucht uit de doorzichtige slangen verdwenen is. Draai de twee ontluchtingsschroeven (Ref. 3) van de achteras weer vast. Herhaal dezelfde procedure voor de vooras. Controleer tevens of de slag van de rempomp normaal is. Anders moeten de remmen voor beide assen afgesteld worden. ( 30-06 - VERWIJDERING VAN DE AS). – Na de procedure voor het ontluchten van de remmen beëindigd te hebben de hydraulische slang (Ref. 1) weer met het uitlaatspruitstuk verbinden.
40-04-M205NL
4
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
DE NEGATIEVE REM DEACTIVEREN Deactiveer de "negatieve" werking van de parkeerrem met behulp van een 19 mm zeskantsleutel: – Draai de moer (Ref. 1) los. – Draai de schroef (Ref. 2) zover mogelijk aan. Herhaal de procedure aan beide kanten van de vooras.
1 2
VERSNELLING IN VRIJ ZETTEN (VOOR HET AANSLEPEN)
1
40
1 2
40-04-M205NL
Als het nodig mocht zijn het voertuig aan te slepen moet de versnelling in zijn vrij gezet worden. Maak de slangen (Ref. 1) los van de versnelling, de pen (Ref. 2) eruit trekken of erin steken (naar gelang de ingeschakelde versnelling) en in de middelste stand zetten.
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
5
SCHEMA REMSYSTEEM Legenda remonderdelen :
S
REMONTLUCHTER
FDAR : Schijfremmen vooras FDAV : Schijfremmen vooras PF : Rempedaal MC : Rempomp S : Remolietank
R
L 200 bar
200 bar
Druk
Compressordruk
80 bar
33 / 35 bar
CST PF D (LS) CR
LS
ID
P
8
8
T
11
11
10
10
1
1 2
2
D (CF)
12
40
175 bar
MC
4
4
12
VFP PP
FDAR
B
P
T
FDAV
b
A
CFP
MV (A)
11.2cc b
E
PP CR (3)
51cc
B
A
P
T
VD
480 bar
VD
M3
VBP
B
A 1
2
bar
ΔP 5,6 - 0.9 bar
ΔP 3,7 - 5,1 bar
450
T
P
VCLR
450 bar
7.5 microns
PP
REMMEN ONTLUCHTEN OP DE ASSEN
VSLR
b
FDAV
2
1,3 mm
C2
VBPA
17 cc
34 bar
1
FDAR
480 bar
P
78 cc
1
2
CSC
FA
VBP
n
REMMEN ONTLUCHTEN OP DE ASSEN
R
flow out A
1,3 mm
VBPA
FR 25 microns
cw
250 microns
C1
PH M
(25/06/2012)
40-04-M205NL
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
40
6
40-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
7
MACHINEPARAMETERS EN INCHING INSTELLEN MRT EURO 3 PRIVILEGE SAUER DANFOSS VOOR DE INSTELLING BENODIGD MATERIAAL Verbindingskabel diagnosestopcontact regeleenheid. Verbindingskabel diagnosestopcontact regeleenheid/computer. Computer met het programma “PLUS+1 GUIDE Service Tool” geïnstalleerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTELLING 2
Open de zekeringendoos (Ref. 1) van de ADM regeleenheid in de cabine (achter de bestuurdersstoel), door de twee sluitingen aan te drukken (Rif. 2).
1
40
2
Verbind de stekker (Ref. 3) met het diagnosestopcontact op de regeleenheid.
4
3
Verbind het andere uiteinde van de kabel die met het diagnosestopcontact op de regeleenheid verbonden is (ref. 4), met de USB kabel bestemd voor de poort van de laptop (Ref. 5).
5
(25/06/2012)
40-04-M205NL
8
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN Zet de laptop aan en start het programma op door op het pictogram “PLUS+1 GUIDE Service Tool” (Ref. 6) te klikken.
6
Draai de contactsleutel (zonder de motor aan te zetten) van de heftruck in de stand “1” (Ref. 7).
40
7
Controleer of op het beeldscherm van het programma (onderin) de optie "Connect" verschijnt (Ref.8) (groen aangeduid). Wanneer het venster “Confirm” verschijnt moet u bevestigen met de knop “Yes” (Ref. 9).
9 8
Als de vorige handeling niet plaatsvindt (verbinding met de heftruck) dan moet u achtereenvolgens op “Communication”, “Settings”, “CG150” en dan op “Enable” (Ref. 10) drukken.
10
40-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
13
12
Klik daarna achtereenvolgens op “File”, “Open” en selecteer het bestand “101076602_S0168_D0001” (met extensie *.P1D) (Ref. 11). Bevestig de keuze door op “Openen” te drukken en wacht tot de gegevens geladen zijn.
Nadat de gegevens geladen zijn, “Allparameter V157) (Ref. 12) selecteren (in het linker venster). Klik dan achtereenvolgens op “Parameter” en “File Import”. Selecteer het bestand “10107602_S0168_P0001 FINAL TESTING CENACCHI 28 NOVEMBRE.xml” voor de modellen MRT Standaard, of het bestand “10107602_S0168_P0001 FINAL TESTING MACHINE FOR GERMANY.xml” voor de modellen MRT TUV (Ref. 13). Bevestig de keuze door op “Openen” te drukken en wacht tot de gegevens geladen zijn.
Klik dan achtereenvolgens op “Parameter” en “Download” (Ref. 14) om de parameters in de regeleenheid op te slaan.
14
AANWIJZINGEN VOOR HET IJKEN VAN HET INCHING PEDAAL
Selecteer in het menu achtereenvolgens “Parameter Function”, “Inputs”, “Inching”, “Set Defaults” (Ref. 15).
15
(25/06/2012)
40-04-M205NL
40
11
9
10
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN Controleer of het rempedaal (Ref. 16) helemaal omhoog staat.
40
16
18
17
Selecteer “1” in de optie “Calibrate Inch Potentiometer” (Ref. 17). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” (Ref. 18) te klikken en wacht tot de gegevens geladen worden. Selecteer “0” in de optie “Calibrate Inch Potentiometer” (Ref. 17). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” (Ref. 18) te klikken en wacht tot de gegevens geladen worden.
Selecteer in het menu achtereenvolgens “Log Function”, “Calibration”, “Pedal Data” (Ref. 19).
19
Selecteer de knop “Start Logging” (in het bovenste gedeelte van het programma), trap het rempedaal helemaal in (Ref. 16), en wacht ongeveer drie seconden voor het ijken (zichtbaar door de groene pictogrammen op het beeldscherm). Keer terug naar het beeldscherm “All Parameter V157” (Ref. 12). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” te klikken en wacht tot de parameters opgeslagen worden (Ref. 20).
20
16
40-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
11
Selecteer in het menu achtereenvolgens “Log Function”, “System”, “Electrical” (Ref. 21). Met volledig opgeheven rempedaal, controleren of de waarde die in het venster van het inching pedaal weergegeven wordt (Ref. 22) tussen de 450 en 550 mV ligt.
21
22
21
22
(25/06/2012)
b
Als de weergegeven waarden niet binnen de bovenvermelde grenzen liggen, overgaan op de mechanische afstelling van de inching potentiometer op het rempedaal. Als de weergegeven waarden bij werking op het rempedaal niet mochten veranderen dan moet de elektrische verbinding van de inching potentiometer nagekeken worden.
40-04-M205NL
40
Met volledig ingetrapt rempedaal, controleren of de waarde die in het venster van het inching pedaal weergegeven wordt (Ref. 22) tussen de 4400 en 4700 mV ligt.
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN
40
12
40-04-M205NL
(25/06/2012)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN
40
pag. ONTLUCHTINGSVENTIEL HYDRAULISCHE REM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(25/06/2012)
40-09-M205NL
2
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN
ONTLUCHTINGSVENTIEL HYDRAULISCHE REM
40
Ontluchtingsventiel compleet met de nodige onderdelen voor de ontluchting van de hydraulische remsystemen voor alle Manitou producten.
MANITOU verwijzing Ontluchtingsventiel hydraulische rem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 554019 Reserveonderdelen: Maximummanometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 719980 Minimummanometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 719981 Membraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .661913 Remslang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 661914
40-09-M205NL
(25/06/2012)
ARM
- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM - POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM - VERWIJDERING VAN DE ARM
50
- ARM WEER MONTEREN
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM
pag.
50
ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
(30/08/2012)
50-01-M205NL
2
KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM
ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN Bestaat uit vier elementen: - 1 VAST - 3 BEWEEGBARE (T1 - T2 - T3) Verdeling : Verdeling van de arm met drie gelijktijdig bediende uitschuifstukken. T1, T2 en T3 schuiven gelijktijdig uit. Machines voorzien van arm met drie uitschuifstukken: – MRT 1850 PLUS-E3 PRIVILEGE – MRT 2150 PLUS-E3 PRIVILEGE – MRT 2540 PLUS-E3 PRIVILEGE Gewicht van de arm:
50
Machine
Gewicht van de arm
MRT 1850
3187 Kg
MRT 2150
3514 Kg
MRT 2540
3910 Kg
T1
T2
T3
Vast element
50-01-M205NL
(30/08/2012)
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM
pag.
50
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE VIJFHOEKIGE ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN . . . .3
(30/08/2012)
50-03-M205NL
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM
50
2
50-03-M205NL
(30/08/2012)
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM
3
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE VIJFHOEKIGE ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN 3de uitschuifstuk van de telescopische arm
2de uitschuifstuk van de telescopische arm
1ste uitschuifstuk van de telescopische arm
50
Hoofddeel van de arm
Uitschuifcilinder Kantelcilinder
Hefcilinder
Compensatiecilinder
(30/08/2012)
50-03-M205NL
POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM
50
4
50-03-M205NL
(30/08/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
pag. VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . 3
50
– AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . 4 – AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . 5 AFSTELLING VAN DE KETTINGEN VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
(09/07/2012)
50-04-M205NL
2
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
50
AFSTELLING VAN DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid (zet de thermische motor niet uit). Als de arm gedemonteerd is een hydraulische regeleenheid gebruiken en twee slangen met de uitschuifcilinder verbinden. Trek de arm helemaal in tot aan de eindstand van de uitschuifcilinder.
50-04-M205NL
(09/07/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
3
AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant, tot de voorkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).
2
2 1
1
2
2
1 1
2
50
b
LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.
3
1
3
2
1
3 2
2 1
2
2
1
1
1
1 3
1
2
2 2
2
2
2 1
1
1
1 3
3
2 1
3
2 2
2
1
1
1
1
1
1
2 1
(09/07/2012)
2
2
1 2
3
2
50-04-M205NL
4
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant van de het 2de uitschuifstuk van de arm, tot de voorkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).
b
LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.
2 1
2
1 1 1
2
2
50
3
3
3
1
1
1
2
2
1 2
2
2 1
2
50-04-M205NL
2
1
1 2
2
1
1
2
2
1
1
2 1
3
(09/07/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
5
AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm, tot de voorkant van het 2de uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).
1
1 2
3
3
1
1
1
1
2
2
2
2
50
b
LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.
2 3
1 2
2
1
2
1
1
2 3
1
1
2
2 3
2 3
1
2
1
2 2
2
1 1
1
2 1
1
1
2 2
(09/07/2012)
2
2
1
3
50-04-M205NL
6
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
AFSTELLING VAN DE KETTINGEN VAN DE ARM De interne kettingen voorspannen door de moeren op de trekelementen aan te draaien. Volg de waarden in onderstaande tabel (de waarden kunnen 20-30 mm verschillen) : 90/95
mm
2 interne kettingen, 90/95 mm.
1 interne ketting, 70/75 mm.
50
70/75 mm
De externe kettingen voorspannen door de moeren op de trekelementen aan te draaien. Volg de waarden in onderstaande tabel (de waarden kunnen 20-30 mm verschillen) : 4 externe kettingen, 90/95 mm. 90/95 mm
2 externe kettingen, 70/75 mm. 70/75 mm
50-04-M205NL
(09/07/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
7
Arm 2de uitschuifstuk MimimumH2 ≥ 80 mm afstand MRT 1850-2150 MaximumafH2 ≤ 100 mm stand MimimumH2 ≥ 116 mm afstand MRT 2540 MaximumafH2 ≤ 136 mm stand
Arm 1ste uitschuifstuk MimimumH1 ≥ 80 mm afstand MRT 1850-2150 MaximumafH1 ≤ 100 mm stand MimimumH1 ≥ 59 mm afstand MRT 2540 MaximumafH1 ≤ 79 mm stand
H1 H2
(09/07/2012)
50-04-M205NL
50
Vervolgens: De telescopische arm helemaal uitschuiven in horizontale positie om de spanning van de externe kettingen te controleren en ze eventueel opnieuw te spannen. Controleer of de kettingen gespannen gebleven zijn (houd de hendel voor het uitschuiven van de arm enkele seconden lang ingedrukt). Meet de afstand tussen de onderkant van de ketting en de arm met behulp van een schuifmaat of een liniaal. Als de waarden lager zijn dan die in onderstaande tabellen vermeld zijn, de kettingen afstellen. Voor de juiste afstelling van de interne kettingen de uitschuifstukken van de arm helemaal intrekken en controleren of ze allemaal perfect tegen de mechanische aanslagen rusten.
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM
50
8
50-04-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE TELESCOPISCHE ARM VAN DE MACHINE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
50
VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM . . . . . . . . . . . . . . .7 – VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE EN ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – VERWIJDERING VAN HET 1STE, 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE BUITENARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – VERWIJDERING VAN HET 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK UIT HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . 19 – VERWIJDERING VAN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM UIT HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . 21
(09/07/2012)
50-06-M205NL
2
VERWIJDERING VAN DE ARM
50
VERWIJDERING VAN DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
b
Loos de druk uit het hydraulische circuit voor de slangen los te maken. Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid (zet de thermische motor niet uit). Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
3
VERWIJDERING VAN DE TELESCOPISCHE ARM VAN DE MACHINE Laat de arm met het bedieningselement stijgen tot boven de omtrek van de cabine (Ref. 1), zodat u makkelijk bij de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder kunt komen aan beide kanten.
1
Bevestig de arm aan een loopkraan of een hefmiddel door middel van de speciale ogen (Ref. 2) die zich aan de bovenkant van de arm bevinden. 2
2
50
Veranker de hefcilinder aan een steun.
Draai de borgschroef (Ref. 3) los en trek de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder eruit (Ref. 4). 3
4
Leg de hefcilinder op de zwenkkop op een houten balk (Ref. 5) en trek de cilinderstang weer in met behulp van het bedieningselement in de cabine. Laat de telescopische arm in nagenoeg horizontale positie zakken met behulp van de gebruikte loopkraan of hefmiddel. zet de thermische motor uit. 5
(09/07/2012)
50-06-M205NL
4
VERWIJDERING VAN DE ARM Zet de contactsleutel weer in stand “I” (sleutelcontactdashboard aan) en verricht alle mogelijke bewegingen met de bedieningselementen om de resterende druk uit het hydraulische circuit af te voeren. OK
OK
De contactsleutel uitschakelen en de klemmen van de accu losmaken. Verwijder alle bandjes (Ref. 6 en 7) van de hydraulische slangen en van de elektrische kabels aan de bovenachterkant van de arm. Aan het einde van deze handeling moeten ze allemaal los van elkaar zijn. Schakel de stekker voor de kabel van de veiligheidsmicroschakelaars van de kettingen (Ref. 8) los.
6 6
6
6
8
50
6
Gebruik de speciale ring om de elektrische bekabelingsstekker (Ref. 9) aan de achterkant van de arm los te schakelen, indien aanwezig. 7
7 9
7
7
7
7
Maak de hydraulische toevoerslangen van de arm (Ref. 10) los.
10
10
50-06-M205NL
10
10
10
10
10
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
11 11
11 11
11
11
11
12
Om lekken uit het hydraulische circuit te voorkomen, alle verbindingsstukken op de arm met goed afdichtende doppen (Ref. 11) afsluiten.
Demonteer de eindstandschakelaar voor het stijgen van de arm (Ref. 12) met zijn support (Ref. 13) aan de bovenkant van de zwenkkop, maar maak de elektrische verbinding ervan niet los.
50
13
5
Maak de connector “X2” (Ref. 14) van het veiligheidssysteem los. 14
16 15 17
(09/07/2012)
Laat de arm met behulp van de loopkraan of het hefmiddel heel langzaam (een paar graden) stijgen of zakken, tot u een evenwicht vindt tussen de kracht van de verankering van de arm aan de loopkraan en de reactie van de compensatiecilinder, zodat het gewicht van de arm niet volledig op de scharnierpen van de arm aan de zwenkkop rust. Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 15 en 16) los en trek de scharnierpen (Ref. 17) van de arm aan de zwenkkop eruit.
50-06-M205NL
6
VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de arm met behulp van de loopkraan of het hefmiddel heel langzaam en voorzichtig enkele centimeters naar de voorkant van de machine zodat de scharnierpen van de compensatiecilinder buiten de omtrek van de zwenkkop komt te staan. Let erop tijdens deze handeling de arm min of meer horizontaal te houden, geen plotselinge bewegingen te maken en niet met de arm (die slechts gedeeltelijk los gamaakt is) tegen andere onderdelen van de machine aan te stoten.
Demonteer de schroef en de borgmoer (Ref. 18 en 19) en trek de scharnierpen (Ref. 20) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.
18
20
50
19
Verwijder met behulp van de loopkraan of het hefmiddel de arm van de zwenkkop.
b
50-06-M205NL
Let op tijdens het optillen. Om te vermijden dat de arm uit evenwicht raakt en gaat draaien, moet dit door een bediener gevolgd worden.
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
7
VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM
1
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE EN ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE ARM
1
50
Na de telescopische arm op twee schragen horizontaal neergelegd te hebben, de hydraulische slangen (Ref. 1) van het klepblok op de kantelcilinder losmaken.
3
Maak de hydraulische slangen (Ref. 2) los van de snelkopellingen (Ref. 3) aan de linkerkant aan het uiteinde van de arm. Maak de slang los van de snelkoppeling aan de rechterkant van het uiteinde van de arm.
2
2
3
Maak de kabel van het oprolelement van de “M.S.S.” los van de ring (Ref. 4) op het 1ste uitschuifstuk van de arm.
4
(09/07/2012)
50-06-M205NL
8
VERWIJDERING VAN DE ARM Demonteer het oprolelement (Ref. 5) van de “M.S.S.” met zijn beugel (Ref. 6) aan de linker voorkant van de buitenarm. 5
6
9
7
9 9
8
Maak de waterdichte elektrische aansluitingen van de microschakelaars op de kettingbevestigingen los aan de voorkant bovenaan de arm en verwijder de bandjes (Ref. 7). Demonteer de beugels van de microschakelaars (Ref. 8) en hun aanslagen (Ref. 9), aan de voorkant bovenaan de arm.
8
50
7
Open de contactdoos voor het platform en schakel de elektrische kabels (Ref. 10) los van het stopcontact.
10
10
Trek de elektrische kabels uit de doos (Ref. 11) en haal ze los uit de bandjes (Ref. 12).
12
11 12
50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
9
Haal de elektrische kabels en de hydraulische slangen uit de beschermhulzen (Ref. 13) en trek de hydraulische slangen eruit door de bovenste opening van het uiteinde van de arm (Ref. 14).
14
13
15
15
15
50
15
15
In de overgangszones tussen kettingdraagprofielen en slangenkettingen, de elektrische kabels los maken uit de bandjes (Ref. 15).
Maak de hydraulische slangen los van het kettingdraagprofiel 3de uitschuifstuk (Ref. 16) door de houder (Ref. 17 - 18) te demonteren.
17 16
18
19 20
(09/07/2012)
Maak de derde slangenketting (Ref. 19) los aan de achterkant van het profiel (Ref. 20).
50-06-M205NL
10
VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de elektrische kabels (Ref. 21) voor het platform en de hydraulische slangen (Ref. 22) uit het kettingdraagprofiel (Ref. 23).
21 22
23
Demonteer het profiel (Ref. 24) van het 3de uitschuifstuk van de arm.
50
24
25
Demonteer de houders (Ref. 25) van de kniestukken (Ref. 26 en 27) van de bevestigingsplaat (Ref. 28) op het kettingdraagprofiel 2de uitschuifstuk.
28 26 27
29
30
30
Maak de ijzeren pijpen (Ref. 26 en 27) los van de hydraulische slangen (Ref. 29 en 30) in de derde slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 26 en 27) los van de hydraulische slangen (Ref. 31) in het kettingdraagprofiel 2de uitschuifstuk.
30 29
32 32
Trek de elektrische kabels (Ref. 32) uit de derde slangenketting naar de snelkoppeling.
31 31
31
31
50-06-M205NL
31
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
11
Demonteer de derde slangenketting (Ref. 33) van het kettingdraagprofiel (Ref. 34) door de speciale schroeven (Ref. 35) los te draaien.
33 35
34
Maak de tweede slangenketting (Ref. 36) los aan de achterkant van het kettingdraagprofiel (Ref. 37).
36
50
37
Trek de elektrische kabels en de hydraulische slangen uit het kettingdraagprofiel (Ref. 38).
38
Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 39) van het 2de uitschuifstuk van de arm. 39
(09/07/2012)
50-06-M205NL
12
VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de elektrische kabels (Ref. 40) uit de tweede slangenketting naar de snelkoppeling toe.
40
40
45 45
45 45
45
41
Demonteer de houders (Ref. 41) van de kniestukken (Ref. 42 en 43) van de bevestigingsplaat op het kettingdraagprofiel 1ste uitschuifstuk (Ref. 44). Maak de ijzeren pijpen (Ref. 42 en 43) los van de hydraulische slangen (Ref. 45 ) in de tweede slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 42 en 43) los van de hydraulische slangen (Ref. 46) in het kettingdraagprofiel 1ste uitschuifstuk.
44
50
46 42
43
Demonteer de tweede slangenketting (Ref. 47) van het kettingdraagprofiel (Ref. 48) door de speciale schroeven (Ref. 49) los te draaien. 47
49 48
50
50-06-M205NL
Maak de kabel (Ref. 50) voor de microschakelaar los van de bandjes op de enkele lastverspreider van de kettingbevestiging aan het 1ste uitschuifstuk van de arm.
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
13
Maak de eerste slangenketting (Ref. 51) los aan de achterkant van het kettingdraagprofiel (Ref. 52). 51
52
Trek de elektrische kabels, de kabel voor de microschakelaar van de kettingbevestiging op de enkele lastverspreider en de hydraulische slangen uit het kettingdraagprofiel (Ref. 53).
50
53
Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 54) van het 1ste uitschuifstuk van de arm. 54
56 57
55
(09/07/2012)
Trek de elektrische kabels (Ref. 55) uit de eerste slangenketting naar de snelkoppeling toe. Maak de kabels voor de microschakelaars van de kettingbevestigingen op de lastspreiders (Ref. 56 en 57) los van de kabelklemmen.
55
50-06-M205NL
14
VERWIJDERING VAN DE ARM
62 62 62
62
Demonteer de houders (Ref. 58) van de kniestukken (Ref. 59 en 60) van de bevestigingsplaat (Ref. 61) op het kettingdraagprofiel van de buitenarm. Maak de ijzeren pijpen (Ref. 59 en 60) los van de hydraulische slangen (Ref. 62 ) in de eerste slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 59 en 60) los van de hydraulische slangen (Ref. 63) in het kettingdraagprofiel van de buitenarm.
62 58
61 60
59
63
Demonteer de eerste slangenketting (Ref. 64) van het kettingdraagprofiel (Ref. 65) door de speciale schroeven (Ref. 66) los te draaien. 64 66 66
50
65
Maak de hydraulische slangen en de elektrische kabels los van de buitenarm door de beugels (Ref. 67) te verwijderen.
67
67
Trek de hydraulische slangen en de elektrische kabels uit het kettingdraagprofiel.
50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
15
Demonteer de meervoudige connector (Ref. 68) voor het platform van het plaatje (Ref. 68). 69
Demonteer het plaatje (Ref. 69) voor de elektrische connector in de rechter achterkant van de buitenarm. 68
Verwijder de houder (Ref. 70) en demonteer de hydraulische slangen ter verbinding met de uitschuifcilinder (Ref. 71 en 72).
70
72
50
71
Demonteer de hydraulische slangen in de volgorde (Ref. A - B - C - D - E - F - G) van de verbindingen. D
A
B
73
(09/07/2012)
E
G F
C
Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 73 ) op de rechterkant van de buitenarm.
50-06-M205NL
16
VERWIJDERING VAN DE ARM Verwijder de verbindingen uit de doorboorde vleugel in de achterkant van de buitenarm.
VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VAN DE ARM
50
Demonteer de kantelcilinder van het 3de uitschuifstuk van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).
Demonteer de uitschuifcilinder van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).
1
1
1
VERWIJDERING VAN HET 1STE, 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE BUITENARM
b
Let erop alle glijschoenen met bijbehorende verdikkingen die van de telescopische arm gedemonteerd worden van tekens te voorzien om ze weer correct te kunnen monteren.
Demonteer de achterste glijschoenen die aan het 1ste uitschuifstuk bevestigd zijn met hun bijbehorende verdikkingen (Ref. 1). 50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM Aan de voorkant bovenaan de arm, de zes kettingen voor het uitschuiven van de armen losmaken door de lastverspreiders (Ref. 2) van hun trekelementen (Ref 3) te demonteren.
2 2
17
3
3
2 3
Demonteer de katrol (Ref. 5) in de voorkant bovenaan het 2de uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 4) eruit te trekken. 5
50
4
Demonteer de katrollen (Ref. 6) in de voorkant bovenaan het 1ste uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 7) eruit te trekken. 6
6
7
9
9
Demonteer de glijschoen (Ref. 8) voor de uitschuifcilinder en maak de kammen (Ref. 9) ter bevestiging van de kettingen voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk (Ref. 10) los van het 2de uitschuifstuk van de arm.
8
(09/07/2012)
9
9
10
10
50-06-M205NL
18
VERWIJDERING VAN DE ARM Demonteer de katrol (Ref. 11) aan de achterkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm. Trek met behulp van de loopkraan of een hefmiddel het 1ste uitschuifstuk van de arm ongeveer 20÷30 cm uit de buitenarm.
11
11
Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan de buitenarm bevestigd zijn (Ref. 12) met hun bijbehorende verdikkingen. 12
50
12
Hef het 1ste uitschuifstuk van de arm op met behulp van een loopkraan of een hefmiddel en demonteer de glijschoenen aan de voorkant onderaan (Ref. 13) de buitenarm met hun bijbehorende verdikkingen.
13
13
Trek met behulp van een loopkraan of een hefmiddel de 1ste, 2de en 3de uitschuifstukken uit de buitenarm.
50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
19
Verwijder de twee splitpennen (Ref. 14) en draai de moeren en borgmoeren (Ref. 15) helemaal los, maak de kettingen voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm los aan de voorkant onderaan de buitenarm.
15 15 14 14
VERWIJDERING VAN HET 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK UIT HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM
1
50
Maak de ketting (Ref. 1) voor het inschuiven van het 3de uitschuifstuk van de arm aan de achterkant van de armen los.
2
Demonteer de kam (Ref. 2) van de ketting.
3 3
(09/07/2012)
3 3
Maak de nokken los van de glijschoenen achter aan de zijkanten (Ref. 3) met hun bijbehorende verdikkingen, aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd.
50-06-M205NL
20
VERWIJDERING VAN DE ARM
4
Demonteer de glijschoenen boven aan de achterkant (Ref. 4) van het 2de uitschuifstuk van de arm.
4
Trek de ketting van zijn plaats van de katrol (Ref. 5).
50
5
6
6
6
6
Demonteer het voorste bevestigingsblokje van de ketting voor het inschuiven van het 3de uitschuifstuk door middel van de speciale schoeven (Ref. 6) en verwijder de ketting door hem naar de snelkoppeling toe te trekken.
7 7
50-06-M205NL
Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan het 1ste uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 7) met hun bijbehorende verdikkingen.
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
21
Demonteer de glijschoenen aan de voorkant onderaan de zijkanten die aan het 1ste uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 8) met hun bijbehorende verdikkingen.
8
8
9
10
10 9
9
Laat de vier kettingen (Ref. 9) voor het uitschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm door de openingen in de voorkant bovenaan het eerste uitschuifstuk van de arm (Ref. 10) lopen en en strek ze helemaal uit over het 2de uitschuifstuk van de arm.
9
50
Bind de kettingen aan het 2de uitschuifstuk van de arm.
Trek met behulp van de loopkraan of het hefmiddel het 2de en 3de uitschuifstuk uit het 1ste uitschuifstuk van de arm met de kettingen op de bovenkant goed strak gespannen.
VERWIJDERING VAN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM UIT HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM 1
Demonteer de katrol (Ref. 1) aan de achterkant van het 2de uitschuifstuk van de arm.
(09/07/2012)
50-06-M205NL
22
VERWIJDERING VAN DE ARM
2
3
Laat het 3de uitschuifstuk van de arm 20÷30 cm uit het 2de uitschuifstuk van de arm komen en demonteer de glijschoenen aan de zijkanten (Ref. 2) met hun bijbehorende verdikkingen die aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn.
Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 3) met hun bijbehorende verdikkingen.
50
3
4
4
Hef het 3de uitschuifstuk van de arm op met behulp van een loopkraan of een hefmiddel om de glijschoenen aan de voorkant onderaan (Ref 4) met hun bijbehorende verdikkingen te demonteren die aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn.
Bind de kettingen (Ref. 5) aan het 3de uitschuifstuk van de arm. 5
50-06-M205NL
(09/07/2012)
VERWIJDERING VAN DE ARM
23
Trek met behulp van de loopkraan of het hefmiddel het 3de uitschuifstuk uit het 2de uitschuifstuk van de arm met de kettingen op de bovenkant goed strak gespannen. Deze zouden klem kunnen raken.
6
50
6
Demonteer de kammen voor de bevestiging aan de bovenkant vooraan de vier kettingen voor het uitschuiven (Ref. 6) van het 2de uitschuifstuk van de arm.
7
Demonteer de trekelementen (Ref. 7) voor de bevestiging van de kettingen voor het uitschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm, door ze uit de speciale openingen aan de achterkant van het 2de uitschuifstuk van de arm te trekken.
7
8
(09/07/2012)
Demonteer de trekelementen (Ref. 8) voor de bevestiging van de kettingen voor het uitschuiven van het 3de uitschuifstuk van de arm, door ze uit de speciale openingen aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm te trekken.
50-06-M205NL
24
VERWIJDERING VAN DE ARM Maak de twee bovenste bevestigingskammen van de kettingen (Ref. 9) onderling los van elkaar door het paar enkele lastverspreiders (Ref. 10) te demonteren.
9
9
50
10
50-06-M205NL
(09/07/2012)
ARM WEER MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORAFGAANDE HANDELINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
50
DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – VOORMONTAGE VAN DE BUITENARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – VOORMONTAGE 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM IN DE BUITENARM STEKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – VOORMONTAGE 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – HET 2DE UITSCHUIFSTUK IN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN . . . . 17 – VOORMONTAGE 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – HET 3DE UITSCHUIFSTUK IN HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN . . . . . 22 – SNELKOPPELING AAN HET UITEINDE VAN DE ARM MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 DE TELESCOPISCHE ARM WEER OP DE MACHINE MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
(25/06/2012)
50-07-M205NL
2
ARM WEER MONTEREN
50
DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN
ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
VOORAFGAANDE HANDELINGEN De constructie voorbereiden door de schroefdraadgaten te controleren; verwijder de bramen van de bussen voor de pennen, slijp eventuele lasbramen af op de plaatsen voor de glijschoenen.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
3
DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN VOORMONTAGE VAN DE BUITENARM Smeer de binnenwanden van de buitenarm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding Gebruik en Onderhoud).
50
Leg dan de kettingen (Ref. 1) erin voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm.
1
1
Monteer de trekelementen (Ref. 2) met hun bijbehorende kammen aan de voorkant van de kettingen (Rif. 3).
3
2
6
4
5
Steek de bevestigingstrekelementen (Ref. 4) in de speciale gaten, in de voorkant onderin de buitenarm; monteer voor ieder trekelement twee ringen, een cilindrische en een conische en draai de moer en borgmoer (Ref. 5) aan tot het aanbrengen van de splitpen (Ref. 6).
4
4
(25/06/2012)
50-07-M205NL
4
ARM WEER MONTEREN Monteer de kammen (Ref. 7) aan het achterste uiteinde van de kettingen (Ref. 8) en span deze naar de achterkant van de buitenarm. 8
8
7
Monteer 2 lastverspreiders voor de trekelementen van de externe kettingen (Ref. 9), op de bovenkant van de buitenarm.
50
9
Als u tegen de voorkant van de arm aankijkt, op de wanden aan de voorkant van de buitenarm, het volgende voormonteren: - rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 11 en 12) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen (Ref. 13); - linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) met borgmoeren (Ref. 12) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 11 en 13); - bovenkant, stelnokken glijschoenen met (Ref. 10) borgmoeren (Ref. 12); - onderkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 11 en 12). 10 12
10
12
12
12
12 13
13 10 10
11
11
12
10 11
11
10
11
11
13 12 10
11 12
13
11
13 12
12
11 10
10
11
10
11
11 10
11 10
50-07-M205NL
12
12
10 12
13
12
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
5
Monteer de verbindingen in de doorboorde vleugel in de achterkant van de buitenarm.
Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 14 ) op de rechterkant van de buitenarm.
50
14
15
15
15
b
Plaats in alle kettingdraagprofielen afdichtingen die de randen afdekken aan de achterkanten (Ref. 15) en voorkanten (Ref. 16) om te voorkomen dat de hydraulische slangen stuk gaan.
16 16
(25/06/2012)
50-07-M205NL
6
ARM WEER MONTEREN
23
A
B
22
21
20
D
E
19
18
F
G
Monteer de hydraulische slangen voor de aansturing van het kantelen (Ref. G en F) op de verbindingen (Ref. 17 en 18) in de vleugel. Monteer de hydraulische slangen voor het uitschuiven (Ref. E en D) op de verbindingen (Ref. 19 en 20) in de vleugel. Monteer de hydraulische slangen voor de optionals (Ref. C en B) op de verbindingen (Ref. 21 en 22) in de vleugel. Monteer de hydraulische slang voor de afvoer (Ref. A) op de verbinding (Ref. 23) in de vleugel Schrijf op de slangen de bijbehorende nummers.
17
C
Monteer het plaatje (Ref. 24) voor de connector in de rechter achterkant van de buitenarm. Bevestig de meervoudige elektrische connector (Ref. 25) van de kabel voor het platform aan het plaatje (Ref. 24).
24
50
25
26
Steek in het kettingdraagprofiel (Ref. 14): – de kabel voor de platformconnector (Ref. 26), houd hem aan de buitenkant in het profiel; – de bedrading voor de 3 microschakelaars voor afwijkingen aan de kettingen (Ref. 27) op de buitenarm.
27
G F
26
C B A
14
Steek de hydraulische slangen (Ref. G - F - C - B - A), die u tevoren op de verbindingen heeft aangesloten, in volgorde in het kettingdraagprofiel (Ref. 14).
14
A
B
F
G
C
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
7
Bevestig aan de buitenarm de hydraulische slangen (Ref. G - F C - B - A) en de elektrische kabels (Ref. 26 en 27) met de speciale beugels (Ref. 28). Bevestig de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slang. 28
28
30 30
Monteer de eerste slangenketting (Ref. 29) op het kettingdraagprofiel (Ref. 14) door de speciale schroeven (Ref. 30) vast te draaien.
29
50
14
31
Maak de elektrische kabel voor het paar microschakelaars direct met bandjes (Ref. 31) aan de wand van de arm vast. Steek de kabel (Ref. 32) voor de verbinding met de enkele microschakelaar in de slangenketting van de buitenarm.
32
29
(25/06/2012)
Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 29) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).
50-07-M205NL
8
ARM WEER MONTEREN
35
A
B
G
C
F 36
14 33 34
Verbind de kniestukken (Ref. 33) met de slangen (Ref. 34) in het profiel (Rif. 14) en vervolgens met de slangen (Ref. 35) in de ketting (Ref. 29) in de volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 36) tegen het kettingdraagprofiel (Ref. 14). In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten.
VOORMONTAGE 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Smeer de binnenwanden van het 1ste uitschuifdeel van de arm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud) en leg dan de ketting (Ref. 1) voor het intrekken van het 3de uitschuifdeel van de arm erin.
50
1
7 2
3 4
5
Monteer het trekelement van de ketting voor het intrekken van het 3de uitschuifstuk van de arm: monteer het trekelement met ingebouwde kam (Ref. 2) in de bevestiging voor het trekelement (Ref. 3); schroef een moer en borgmoer (Ref. 4 en 5) op het trekelement tot de splitpen (Ref. 6) aan te brengen.
6
1
7
50-07-M205NL
Monteer het voorgemonteerde trekelement (Ref. 7) op het voorste uiteinde van de interne ketting (Ref. 1), span deze naar de voorkant van de buitenarm.
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN Monteer de katrollen (Ref. 8) in de achterkant van het 1ste uitschuifdeel van de arm en blokkeer de pen (Ref. 9) met de speciale schroef en moer (Ref. 10 en 11).
11
Smeer de pen van de katrol (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).
9
8
9
10
Voorop de 1ste uitschuiving van de arm, het volgende op de buitenwanden voormonteren: – rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) en borgmoeren (Ref. 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13);
15 12
13
13
14 15
13
12
12
13
13
12
14 13
13 15
13
14 15
13
12
13
14
13
14
13 12
13
(25/06/2012)
12
14
12
13
50
15
14
14
12
13
12 14
14
13
13
12 14
14
13 12
15
50-07-M205NL
10
ARM WEER MONTEREN Achterop de 1ste uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13);
13 14
14 13
13
12
12 13
13 12
14
12
15
14
15
13
13
14 12
13 14
13
13
12 14
12 13
15 13
14
12
12 12
12
14
15 12
50
14 13
Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 16) op de 1ste uitschuiving van de arm door het aan de voorkant met de speciale schroeven (Ref. 17) te bevestigen.
17
16
Monteer de tweede slangenketting (Ref. 18) op het kettingdraagprofiel (Ref. 16) door de speciale schroeven (Ref. 19) vast te draaien. 19
18 16
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
11
Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 18) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).
18
22
A
B
C
E
G 23
16 20
50
21
Verbind de kniestukken (Ref. 20) met de slangen (Ref. 21) in het profiel (Rif. 16) en vervolgens met de slangen (Ref. 22) in de ketting (Ref. 18) in de volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 23) tegen het kettingdraagprofiel (Ref. 16). In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten.
De glijschoenen (Ref. 24) voormonteren en ze achteraan de onderkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm monteren.
24 24
Plak ze vast met papierplakband (Ref. 25) zodat ze niet van het profiel af vallen.
25
(25/06/2012)
50-07-M205NL
12
ARM WEER MONTEREN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM IN DE BUITENARM STEKEN
1
Til het 1ste uitschuifstuk van de arm (Ref. 1) op met een hefmiddel of een loopkraan en steek het in de buitenarm (Ref. 2) tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.
2
6
5 3
3
3
3
4
Plaats de glijschoenen (Ref. 3) op hun steunen (Ref. 4). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.
50
4
Monteer aan de voorkant tussen de buitenarm en het 1ste uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 5) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 7) op de buitenarm vast.
5 7 5 7
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
13
Monteer aan de voorkant tussen de buitenarm en het 1ste uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 6) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 7) op de buitenarm vast.
7
7
7
6
6 7
Steek het 1ste uitschuifstuk volledig in de buitenarm. Bereid de glijschoenen (Ref. 8) en de steunplaat voor de glijschoenen achter boven (Ref. 9) voor en dan de glijschoenen aan de zijkanten achter en hun steunen (Ref. 10 en 11). 12
8
8
13
50
11
10
9
Monteer op het 1ste uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 12). Draai de twee schroeven (Ref. 14) vast om de plaat (Ref. 9) vast te zetten. Monteer aan de achterkant op het 1ste uitschuifstuk van de arm, de voorgemonteerde glijschoenen en hun steunen aan de zijkant (Ref. 13) Draai de schroeven (Ref. 15) vast om de steunen (Ref. 11) vast te zetten. 12
12
12
14
14
14
15
15
13
15
15
13
14
Stel alle glijschoenen van het 1ste uitschuifstuk van de arm af. 50-04 Controle en afstelling van de arm
(25/06/2012)
50-07-M205NL
14
ARM WEER MONTEREN Na de verbindingen gemaakt te hebben, de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van de buitenarm in het profiel van het 1ste uitschuifstuk steken. Bevestig de slangenketting (Ref. 16) van de buitenarm op het profiel van het eerste uitschuifstuk met de speciale schroeven (Ref. 17) 17
16
VOORMONTAGE 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM
50
Smeer de binnenwanden van het 2de uitschuifstuk van de arm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding Gebruik en Onderhoud).
Voorop de 2de uitschuiving van de arm, het volgende op de buitenwanden voormonteren: – rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 2); – linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) en borgmoeren (Ref. 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 3); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 2);
3
3
2
3
1
2
4
2 1
2
1
1
3 2 4
2
3 4
2
1
2
2
1
2 2
3
3
1
3 1
2
2 2 2
50-07-M205NL
2
1
1 2 3
3
2
2 3
1
3
3
3
1
4
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
1
2
2 2 3 1
3 2
1
2
2 2
1
3
3
5
5 2
1
3 5
1
2
1
3
15
Achterop de 2de uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 5 en 2); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 5 en 2);
3
Leg buitenop het 2de uitschuifstuk van de arm de vier kettingen van het 1ste uitschuifstuk van de arm (Ref. 6). Monteer de kettingen met de kammen (Ref. 7) en bevestig ze dan aan de wand met de schroeven (Ref. 8), door ze van binnenuit aan te draaien. Plak dan de kettingen op de wand van het 2de uitschuifstuk.
6 6 7
50
7
8 8
8
8
9
(25/06/2012)
8
8
9
8
8
9 9
Monteer de bevestigingskammen (Ref. 9) voor op de uitschuifkettingen (Ref. 6).
50-07-M205NL
16
ARM WEER MONTEREN Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 10) op de 1ste uitschuiving van de arm door het aan de voorkant met de speciale schroeven (Ref. 11) te bevestigen.
11
10
Monteer de tweede slangenketting (Ref. 12) op het kettingdraagprofiel (Ref. 10) door de speciale schroeven (Ref. 13) vast te draaien. 13
12
50
10
Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 12) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).
12
16
A
B
C
E
G 17
14 15
50-07-M205NL
Verbind de kniestukken (Ref. 14) met de slangen (Ref. 15) in het profiel (Rif. 10) en vervolgens met de slangen (Ref. 16) in de ketting (Ref. 12) in volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 17) tegen het kettingdraagprofiel. In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten. (25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
17
De glijschoenen voormonteren en ze achter onder het 2de uitschuifstuk van de arm monteren, plak ze dan met papierplakband vast zodat ze niet van het profiel vallen.
HET 2DE UITSCHUIFSTUK IN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN Til het 2de uitschuifstuk van de arm (Ref. 1) op met een hefmiddel of loopkraan en steek het in het 1ste uitschuifstuk van de arm tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.
50
1
1
7
2 2
3
(25/06/2012)
5 2
Plaats de glijschoenen (Ref. 2) op hun steunen (Ref. 3). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.
2
3
50-07-M205NL
18
ARM WEER MONTEREN Trek aan de voorkant de vier kettingen (Ref. 4) uit het 2de uitschuifstuk van de arm op het 1ste uitschuifstuk van de arm.
4
4
4 4
4
Monteer aan de voorkant tussen het eerste uitschuifstuk van de arm het 2de uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 5) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 6) op de buitenarm vast.
50
6
5
6
5
Monteer aan de voorkant tussen het 1ste uitschuifstuk van de arm en het 2de uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 7) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 6) op de buitenarm vast. 6 6 6
7 7 6
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
10
8
19
Bereid de glijschoenen (Ref. 8) en de steunplaat voor de glijschoenen boven achter voor (Ref. 9).
8
9
10
10 10
12
Monteer op het 2de uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 10). Draai de schroef (Ref. 11) vast om de plaat te bevestigen. Draai de schroeven (Ref. 12) vast om de steunen van de glijschoenen achter aan de zijkant vast te zetten.
11
50
12
Stel alle glijschoenen van het 2de uitschuifstuk van de arm af. 50-04 Controle en afstelling van de arm
(25/06/2012)
50-07-M205NL
20
ARM WEER MONTEREN Na de slangen verbonden te hebben zoals tevoren getoond is, de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van het 1ste uitschuifstuk in het profiel van het 2de uitschuifstuk steken. Bevestig de slangenketting van het 1ste uitschuifstuk (Ref. 13) op het profiel van het 2de uitschuifstuk met de speciale schroeven.
50
13
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
4
VOORMONTAGE 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM
4 1
21
1
Leg buitenop het 3de uitschuifstuk van de arm de twee kettingen van het 2de uitschuifstuk van de arm (Ref. 1). Monteer de kettingen met de kammen (Ref. 2) en bevestig ze dan aan de wand met de schroeven door ze van binnenuit aan te draaien (Ref. 3). Plak dan de kettingen op de wand van het uitschuifstuk (Ref. 4).
2
3
Monteer de bevestigingskammen (Ref. 5) voor op de twee uitschuifkettingen (Ref. 1). Blokkeer de twee kammen (Ref. 5) aan hun lastverspreider (Ref. 6), met de speciale schroeven en moeren. Zet de lastverspreider vast op het uiteinde van de arm.
5
5
5
50
5
6
7
7
8 9
9
9
7 8 10
8
8
8
9
9
7
7
8
8
8 8 10
7 9
8
9
7
8
Achterop de 3de uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 7) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 8 en 9) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 10 en 8); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 7) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 8 en 9) en bevestigingsschroef van de glijschoenen met veerring (Ref. 10 en 8).
11
11 12
11
(25/06/2012)
De glijschoenen (Ref. 11) voormonteren en ze achteraan op de onderkant en zijkant van het 3de uitschuifstuk van de arm monteren. Plak ze vast met papierplakband (Ref. 12) zodat ze niet van het profiel af vallen.
11
50-07-M205NL
22
ARM WEER MONTEREN HET 3DE UITSCHUIFSTUK IN HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN Til het 3de uitschuifstuk van de arm (Ref. 13) op met een hefmiddel of loopkraan en steek het in het 2de uitschuifstuk van de arm tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.
13
18
16 14
14
Plaats de glijschoenen (Ref. 14) op hun steunen (Ref. 15). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.
14
14
15
50
15
Monteer aan de voorkant tussen het 2de uitschuifstuk van de arm het 3de uitschuifstuk de glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 16). Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 17) op de buitenarm vast. Monteer aan de voorkant tussen het 2de uitschuifstuk van de arm het 3de uitschuifstuk de glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 18). Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 17) op de buitenarm vast.
17
17 18 17
17
18
17
16
17
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
21 19
23
Bereid de glijschoenen (Ref. 19) en de steunplaat voor de glijschoenen boven achter voor (Ref. 20).
19
20
21
21
21
Monteer op het 2de uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 21). Draai de schroef (Ref. 22) vast om de plaat te bevestigen. Draai de schroeven (Ref. 23) vast om de steunen van de glijschoenen achter aan de zijkant vast te zetten. Stel alle glijschoenen van het 3de uitschuifstuk van de arm af.
22 23
50-04 Controle en afstelling van de arm
50
23
Sluit het 3de uitschuifstuk volledig.
(25/06/2012)
50-07-M205NL
24
ARM WEER MONTEREN Pak de katrol (Ref. 24) voor de interne enkele ketting (Ref. 25) met zijn pen (Ref. 26) en de twee halve manen (Ref. 27) ter blokkering van de pen.
24 27
27 24
26 28
27
27
25
31
50
30 29
29
29
29 27
27
35
35
34
34 25
32
32
33
33
32
50-07-M205NL
Monteer aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk de katrol (Ref. 24) met de pen (Ref. 26) op zijn plaats, met de afschuiningen (Ref. 28) van de pen naar boven gericht. Blokeer de pen (Ref. 26) met de twee halve manen (Ref. 27) met de speciale schroeven (Ref. 29). Gebruik loctite blauw 243 voor ze vast te draaien. Draai de schroeven (Ref. 29) aan met een aandraaimoment van 70 Nm. Laat de interne enkele ketting (Ref. 25) door de katrol (Ref. 24) lopen en bevestig zijn kam (Ref. 30) in de onderste wand van het 3de uitschuifstuk, op zijn plaats, met de speciale schroeven (Ref. 31).
Laat in het achterste deel van het 2de uitschuifstuk de twee interne kettingen (Ref. 32) door de katrollen (Ref. 33) van het 1ste uitschuifstuk lopen, plaats de kammen (Ref. 34) van de kettingen op de onderste wand van het 2de uitschuifstuk op hun plaats en bevestig ze met de speciale schroeven (Ref. 35).
32
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
25
Pak de vierkante glijschoen (Ref. 36). 36
36
39
34
38
38
38
38
34
50
39
Plaats de steun (Ref. 37) voor de vierkante glijschoen op de kammen (Ref. 34) en bevestig hem met de speciale schroeven (Ref. 38). Monteer nu de vierkante glijschoen (Ref. 36) op de steun met de speciale schroeven (Ref. 39).
37
40
(25/06/2012)
Steek de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van het 2de uitschuifstuk in het profiel van het 3de uitschuifstuk. Bevestig de slangenketting van het 2de uitschuifstuk op het profiel van het 3de uitschuifstuk met de speciale schroeven (Ref. 40).
50-07-M205NL
26
ARM WEER MONTEREN Plaats de kantelcilinder weer op het uiteinde van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).
Monteer de contactdoos (Ref. 41) voor het platform op de linkerkant van het uiteinde. Verbind de elektrische kabels in de meervoudige contactdoos van het platform (Ref. 42).
41
42
50
42
Klem (Ref. 43) de elektrische kabel op de linker zijkant van het uiteinde van het 3de uitschuifstuk van de arm.
43
41 43
Bescherm met een huls (Ref. 45) de elektrische kabels voor het stopcontact van het platform en de hydraulische slangen, plaats dan de hydraulische slangen op het kettingdraagprofiel met de speciale houder (Ref. 44) en laat ze los om te schuiven en te bewegen.
44
45
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
27
Steek de slangen in het uiteinde van de arm door het bovenste gat (Ref. 46).
46
Monteer de hydraulische hoekaansluitingen met de snelkoppelingen (mannetjes) (Ref. 47 en 48) op de linkerkant en (vrouwtje) (Ref. 49) op de rechterkant van het uiteinde van de arm. Monteer hun dophouders. Verbind de hydraulische slangen (Ref. E en G) met het klepblok (Ref. 50) op de kantelcilinder. Steek de slangen voor de optional (Ref. B en C) in het bovenste gat van het uiteinde van de arm en verbind ze met de snelkoppelingen (Ref. 47 en 48) op de linkerkant van het uiteinde van de arm. Steek de afvoerslang (Ref. A) in het bovenste gat van het uiteinde van de arm en verbind hem met de snelkoppeling op de rechterkant van het uiteinde van de arm (Ref. 49).
48 50
49
E
C
49 48 47 A
47 B
Bind de elektrische kabel vast aan de beschermhuls van de slangen voor het kantelen, de optional en de afvoer.
(25/06/2012)
50-07-M205NL
50
G
28
ARM WEER MONTEREN
53 51
Monteer de katrol (Ref. 51) in de voorkant bovenaan het 2de uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 52) te bevestigen met de speciale schroef (Ref. 53). Smeer de pen van de katrollen in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).
52
Monteer de katrollen (Ref. 54) in de voorkant bovenaan het 1ste uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 55) te bevestigen met de speciale schroef (Ref. 56). Smeer de pen van de katrollen in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).
54
54
50
55
56
Laat de zes kettingen voor het uitschuiven van de armen over de katrollen lopen. Bevestig de speciale lasverspreiders aan de kammen van de vier kettingen. (Ref. 57).
57
57
63 59
58
60
62
61 64
50-07-M205NL
Steek het enige trekelement van de twee kettingen door het speciale gat op het 1ste uitschuifstuk (Ref. 58) en bevestig het met zijn moer (Ref. 59) en borgmoer (Ref. 60). Bevestig het enige trekelement (Ref. 61) in de lastverspreider (Ref. 62) van de twee kettingen met de speciale bout en moer (Ref. 63 en 64).
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN Steek de twee trekelementen (Ref. 65) van de vier kettingen in de dubbele lastverspreider (Ref. 66) op de buitenarm en bevestig ze met hun verdikkingen (Ref. 67), moeren en borgmoeren (Ref. 68 en 69).
66 69 68
29
67
65
Bevestig de twee trekelementen in de lasrverspreiders van de vier kettingen met de speciale bouten en moeren (Ref. 70 e 71). Draai alle bouten van de lastverspreiders en trekstangen van de zes kettingen aan.
70
70
50
71
Monteer de halve manen (Ref. 72) voor het microschakelaarscontact. 72
72 72
73
73
Plaats de uitschuifcilinder weer in de arm: ( 70 - HYDRAULICA). Vanaf de verbindingssplaat van de buitenarm, de hydraulische slangen voor de uitschuiving (Ref. E en D) op de uitschuifcilinder monteren en bevestigen met de houders (Ref. 73 en 74).
D
E 74
(25/06/2012)
50-07-M205NL
30
ARM WEER MONTEREN SNELKOPPELING AAN HET UITEINDE VAN DE ARM MONTEREN Plaats met behulp van een loopkraan of een hefmiddel de snelkoppeling (Ref. 1) op het uiteinde van de arm. Steek de scharnierpen (Ref. 2) met het uiteinde van de arm erin en bevestig hem met de schroef (Ref. 3). Steek de scharnierpen (Ref. 2) met de stang van de kantelcilinder (Ref. 4) erin en bevestig hem met de ring (Ref. 5).
2
3
4
1
50
5
Monteer de drie microschakelaars voor afwijkingen aan de kettingen (Ref. 6) op de steunen (Ref. 7 en 8). 6
7
6
8
6
Bevestig de microschakelaars op de arm met de speciale schroeven (Ref. 9). 9 9
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
31
Stel de afstand tussen de microschakelaars en de halve manen af op ongeveer 1 mm.
50
Verbind de microschakelaars van de kettingen van het 2de en 3de uitschuifstuk en klem indien nodig de kabels vast.
10
11
Monteer het oprolelement van de “M.S.S.” (Ref. 10) links voorop de buitenarm. Maak de kabel van het oprolelement van de “M.S.S.” vast aan de ring (Ref. 11) op het 1ste uitschuifstuk van de arm.
b
Het veiligheidssysteem «M.S.S.» moet door bevoegd personeel van Manitou geijkt worden.
Trek de arm helemaal uit en smeer de buitenwanden in met vet (zie tabel Gebruik en Onderhoud).
(25/06/2012)
50-07-M205NL
32
ARM WEER MONTEREN
DE TELESCOPISCHE ARM WEER OP DE MACHINE MONTEREN
2
1
Bereid de zwenkkop van de machine voor met de hefcilinder (Ref. 1) en de compensatiecilinder (Ref. 2) in de aangegeven posities.
Haak de arm aan de speciale ogen aan een loopkraan of een hefmiddel en plaats hem op de machine in de zwenkkop. Let op tijdens het optillen. Om te vermijden dat de arm uit evenwicht raakt en gaat draaien, moet dit door een bediener gevolgd worden.
50
b
Centreer het oog van de stang van de compensatiecilinder met de overeenkomstige bus op de arm (Ref. 3). 3
3
Steek de scharnierpen (Ref. 4) van de compensatiecilinder in de arm en draai de borgschroef (Ref. 5) vast.
5 4
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
33
Centreer met behulp van de loopkraan of het hefmiddel de bussen van de zwenkkop met die van de arm voor de montage van de scharnierpen van de arm op de zwenkkop. Steek de scharnierpen (Ref. 6) van de arm op de zwenkkop na hem ingevet te hebben en draai de borgschroef (Ref. 7) vast. 7
6
Laat de telescopische arm zakken met de loopkraan of het hefmiddel voor de centrering van het oog van de hefcilinder met de speciale bussen in de onderkant van de arm (Ref. 8).
8
Steek de scharnierpen van de hefcilinder van de arm (Ref. 9) erin en monteer de borgschroef van de pen (Ref. 10).
9 10
Maak de verbinding “X2” (Ref. 11) van het veiligheidssysteem vast.
11
(25/06/2012)
50-07-M205NL
50
8
34
ARM WEER MONTEREN Monteer de eindstandschakelaar voor het stijgen van de arm (Ref. 12) weer met zijn support (Ref. 13) aan de bovenkant van de zwenkkop.
12
13
Klem de elektrische kabels aan de binnenkant van de zwenkkop weer vast.
Verbind de hydraulische slangen (Ref. 14) voor de toevoer naar de arm weer op de juiste plaatsen.
14
14
14
50
14
14
14
14
Gebruik de speciale ring om de elektrische bekabelingsstekker (Ref. 15) aan de achterkant van de arm te verbinden, indien aanwezig. 16 15
16
16 16 16
16
Verbind de stekker voor de kabel van de veiligheidsmicroschakelaars van de kettingen (Ref. 17). Klem de hydraulische slangen en de elektrische kabels aan de achterkant bovenaan de arm (Ref. 16 en 18) weer vast.
18 18 18 17
18
18
Verbind de accuklemmen weer. Controleer de werking van de eindschakelaar (ref. 12) voor het stijgen van de arm.
50-07-M205NL
(25/06/2012)
ARM WEER MONTEREN
b
35
Voor de machine te gebruiken, de glijschoenen van de telescopische arm als volgt invetten: - schuif de telescopische arm helemaal uit. - smeer met een kwast een laag vet (zie handleiding Gebruik en Onderhoud in de “VLOEISTOFFENTABEL”) op de vier kanten van de telescopische arm. - beweeg de telescopische arm meerdere malen om het vet gelijkmatig te verspreiden. - verwijder het overtollige vet.
GREAS E GREA S E
50
GREAS E
GREAS E GREAS E
(25/06/2012)
GREAS E
50-07-M205NL
ARM WEER MONTEREN
50
36
50-07-M205NL
(25/06/2012)
HYDRAULIEK
- HYDRAULISCHE SCHEMA’S - POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN - CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM - VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN - HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
70
- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
HYDRAULISCHE SCHEMA'S
pag. LEGENDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 SCHEMA 1 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 SCHEMA 2 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE STABILISATOREN-NIVELLERING-BLOKKERING ACHTERAS. . . . . 6 SCHEMA 3 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 SCHEMA 4 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN - OPTIE OPHANGING ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 SCHEMA 5 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
70
SCHEMA 6 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR - OPTIE AIRCONDITIONING. . . . . . . . . . . . . . . . . 10
(07/12/2012)
70-02-M205NL
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
70
2
70-02-M205NL
(07/12/2012)
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
3
LEGENDA Beschrijving
Positie schema 1
Positie schema 2
A
Tank
C1
Cilinder stabilisator rechts voor omhoog-omlaag
E3
C2
Uitschuifcilinder stabilisator links voor
G5
C3
Uitschuifcilinder stabilisator rechts voor
O5
C4
Cilinder stabilisator links voor omhoog-omlaag
Q3
C5
Cilinder stabilisator rechts achter omhoog-omlaag
C41
C6
Uitschuifcilinder stabilisator links achter
G38
C7
Uitschuifcilinder stabilisator rechts achter
O38
C8
Cilinder stabilisator links achter omhoog-omlaag
Q41
CA
Compressor optie airconditioning
CFP
Cilinder parkeerrem
CR
Hydraulische verzamelleiding voor draaien
CSC
Verzamelleiding afvoeren op de wagen
Positie schema 3
Positie schema 4
C21
C20 / C22
I37 C27
Positie schema 6
Kenmerken (Optional)
C37
OPTIONAL
K36
K26
G8
G8
C16
E16
O16
Q13
Q13
O26
O26
A37/C6/ G8/G35/ I7/M7/M8/ M35/S7/ S37
A20/A25/ A26
C25 / C27
C20
C20
K33
K33
I29
I29
CSP
Gestuurde veiligheidsklep
CST
Verzamelleiding afvoeren op de zwenkkop
G12
G12
D
Verdeler
K37
K37
E
Eelektromagneetklep keuze besturingstype
ECL
Elektromagneetklep nivellering
EK(S1)
Danfoss elektromagneetklep opheffen
I22 / K22
K22 / K23
EK(S2)
Danfoss elektromagneetklep uitschuiving
I25 / K25
K26
EK(S3)
Danfoss elektromagneetklep draaiing
I29 / K29
K30
EK(S4)
Danfoss elektromagneetklep kantelen
I32 / K32
K32
M11
EK(S5)
Danfoss elektromagneetklep optional
I35 / K35
K35
EK(S6)
Danfoss elektromagneetklep oliedrukverlaging
I19 / K19
K20
EK(S8)
Elektromagneetklep parkeerrem
EK(S11)
Elektromagneetklep balk rechts voor
G19
EK(S12)
Elektromagneetklep balk links voor
G22
EK(S13)
Elektromagneetklep balk links achter
G25
EK(S14)
Elektromagneetklep balk rechts achter
G25
EK(S15)
Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken / stijgen
G16
EK(S16)
Elektromagneetklep stabilisator rechts voor
G21 / G22
EK(S17)
Elektromagneetklep stabilisator links voor
G24 / G25
EK(S18)
Elektromagneetklep stabilisator links achter
G27 / G28
EK(S19)
Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.
G30 / G31
EK(S21)
Elektromagneetklep vooruitversnelling
E13
EK(S22)
Elektromagneetklep achteruitversnelling
E6
EK(S23)
Elektromagneetklep ontgrendeling achteras
(07/12/2012)
Positie schema 5
70
Ref.
I36
70-02-M205NL
4
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
70
Ref.
Beschrijving
Positie schema 1
Positie schema 2
Positie schema 3
Positie schema 4
Positie schema 5
Positie schema 6
EK(S24)
Elektromagneetklep krabbesturing
K34
K33
EK(S25)
Elektromagneetklep concentrische besturing
K30
K30
EK(S26)
Elektromagneetklep ontgrendeling achteras
EK(S27)
Elektromagneetklep snelle versnelling
M28
M28
EK(S28)
Elektromagneetklep langzame versnelling
M28
M28
EK(S35)
Elektromagneetklep nivellering rechterkant
EK(S36)
Elektromagneetklep nivellering linkerkant
Q32
Q32
K36
I11 M11
FA
Aanzuigfilter
FDAR
Schijfremmen op vooras
I6 / M6
I6 / M6
FDAV
Schijfremmen op achteras
I38 / M38
I37 / M37
Q14
S12
Q34
Q33
E8
E8
FM
Uitlaatfilter
I22
FR
Afvoerfilter
Q19
GES
Elektromagneetkleppen stabilisatoren
I31
ID
Hydrostatische besturing
M
Thermische motor
MA
Motor optie airconditioning
K5
S14
M9
S13
S14
M9
MC
Rempomp Motor met variabele cilinderinhoud
MRT
Motor draaiing zwenkkop
K33
M33
MV
Ventilatormotor
M17
O17
C31
K7
K7
P
Dubbele tandwielpomp Pomp optie airconditioning
PAAV
Snelkoppelingen voor accessoires op de arm
A33
A33
PE
Elektrische noodpomp platform
Q9
Q9
PF
Pedaal voor rempomp
PH
Pomp met variabele cilinderinhoud
PRF
Snelkoppeling retour naar tank op de arm
M10
M10
S22
S21
A20
A31/I12/ K12
I21/K22/ M8
I20/K21/ O8
C12
C12
S15
S16
Q36
Q34
O30
O30 A34
A30
S19 Q32
Q22
RF
Regelaar rotatieremtijd
S
Remolietank
VA
Elektromagneetklep optie airconditioning
VB
Blokkerings- en besturingsklep draaibeweging
VBP
Blokkeringsklep achteras
G37 / K37
VBPA
Blokkeringscilinder achteras
I40 / M40
VC
Compensatiecilinder
VCLR
Cilinder voor langzame-snelle versnelling
VD
Stuurcilinders
VFP
Cilinder parkeerrem
VI
Kantelcilinder
E39
VL
Hefcilinder
VL1
Cilinder nivellering links
M4 I4
VTI
Uitschuifcilinder
70-02-M205NL
O36
O36
A30
A30
A27
A27
A19
A17
A24
OPTIONAL
C22
A31/I11/ K11
Hydraulische olieradiateur
Keuzeklep langzaam-snel
K19
M20
Olietank
Cilinder nivellering rechts
K20
C24
R
VL2
OPTIONAL
E28
S19 / S20
RAD
VSLR
S18
K37
PA
Drukmeetpunt
S18 / S19
A34
MH
PP
Kenmerken (Optional)
M35
M33
K38 / M5
K37 / M5
I29
I29
M25
M25
OPTIONAL
A24 (07/12/2012)
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
5
SCHEMA 1 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A
VFP (P)
PP
b
SCHEMA 5 - 6
VBP (1) C
12
SCHEMA 2
7.5 microns
MC (P)
12
C
SCHEMA 5 - 6
CR
M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar
E
E C1
C2
EV (S22)
MA
EV (S21)
ΔP 5,6 - 0,9 bar
L1
A M3
1,3 mm
1,3 mm
M5 350 bar
MA
G
G 6,5 bar
M4
110 cc
A 10 L/min 450 bar 480 bar
min. disp.
flow out A
FW
0,6mm
M
6,5 bar
C5
34 bar
cw
I
C1
16 bar
RW
L4
0,6mm L2
17 cc
K
K
B
78 cc n
H1B Motor
480 bar MB
450 bar
M4
M5
B
L3
MH
MB
M
L2
L1
S
PH
M
VB (T) SCHEMA 3
O
O
3 bar
Q
Q
RAD
FA 250 microns
R S
S
(07/12/2012)
70-02-M205NL
70
I
6
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
SCHEMA 2 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE STABILISATOREN-NIVELLERING-BLOKKERING ACHTERAS 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A
CSP
C2
V2
CSP C
C5
E
T
V1
C1
P
A
X
B
A
B
A
B
A
C1
V1
V2
C2
C
B
E V1
C1
C1
P
T
EV EV (S16) (S12)
A
B
P
T
EV EV (S17) (S13)
A
B
P
T
EV EV (S18) (S14)
A
B
P
T
C6 C2
EV (S11)
B
EV (S19)
G
CSP
CSP
VBP EV (S23) 1
GES
2
C2
C2
EV (S15)
V2
G
A
V2
C1
V1
220 bar
I
I
EV (S35)
V1
C1
DX
FM
6 bar
V2
C2
A
VFP (T)
P
B
V1
C1
A
6
T
0.8 mm
VBPA
D (HPCO)
6
EV (S26)
SCHEMA 3 - 4
16 microns
K
CR
SCHEMA 5 - 6
K
VL1
EV (S36)
CSP
SX
VBPA
PH (M3)
V2
C2
VBP
M
SCHEMA 1 M
ECL
V2
V2
C2
C2
CSP
CSP
C7
C3
O
C1
V1
CSC
C2
V2
V1
C4
C1
C1
V1
O
FR Q
Q
25 microns
C8
V2
R
CSP S
70-02-M205NL
C1
V1
C2
70
B
2
CSP
1
VL2
CSP
S
(07/12/2012)
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
7
SCHEMA 3 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
VL
24
25
26
28
29
30
VI
VTI
A
27
31
32
33
CSP
V1
V2
315 bar
CSP
C2
C1
37
38
39
40
41
42
CSP C1
C2
V1
V2
A
N.°2 N.°1
PRF
SCHEMA 5 - 6
C
C2
36
PAAV
b C1
35
VC PP
S
34
MC (T)
35 bar 0.7L
SCHEMA 5 - 6
ID (LS)
PVED-CX-157B4960
V1
A
V2
PVED-CX-157B4960
350 bar
PVED-CX-157B4960
C
315 bar
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
SCHEMA 5 - 6
ID (P)
E
E
SCHEMA 5 - 6
CF
LS
157B5904
FM (A)
HPCO
A
11061372
157B6200
A
B
A
B
A
B
A
B
157B6130
157B6230
157B6130
B 157B6100
157B2000
280
CST
CR
SCHEMA 2 G
11108674
6
230 bar
280bar
280 bar
6
3
G
3
1
1
2
2 9
9 5
5 M
PP
I 157B7103
157B7101
157B7004
b
7 bar
157B7004
10 bar 157B7044
I
11.2cc
EV (S6)
275 bar LS
PP
P
T
K
100 L
EV (S1)
100 L
EV (S2)
25L-MRT2540 40L-MRT18-2150
EV (S3)
100 L
EV (S4)
65 L
EV (S5)
P
D
P MRT
A
PH
MV
175bar
K
R M
D.550-7-35°
M
M
12 CC B
L
A
B
M
500 CC A
C2
C1
VB 90 bar
O
RF
90 bar
O
B
4 bar T
V2
1,7cc
Q
(07/12/2012)
C3
V1
PE
Q
FA S
MH (L2)
SCHEMA 1
CSC
250 microns
FR 25 microns
S
R
70-02-M205NL
70
b
51cc
8
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
SCHEMA 4 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN - OPTIE OPHANGING ARM 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
20
21
22
23
24
25
26
27
PR 0.35 mm
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
VC PP
30 bar 1.5L
A
S
29
VI
VTI CSP
C2
C1
PAAV
b
CSP C1
N.°2 N.°1
C2
320-335bar
PRF
SCHEMA 5 - 6
28
OPTION CRC
VL A
19
C
C
MC (T) 35 bar 0.7L
SCHEMA 5 - 6 T
V2
V1
350 bar
V2
315 bar
V2
V1
ID (LS)
E
V1
A
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
PVED-CX-157B4960
E
SCHEMA 5 - 6
ID (P) SCHEMA 5 - 6
CF
LS
157B5904
FM (A) G
11108674
HPCO
A
11061372
157B6200
A
B
A
B
157B6130
230 bar
280bar
SCHEMA 2 6
A
B 157B6230
B 157B6100
157B2000
280
CST
CR
A
B 157B6130
280 bar
G
6
3
3
1
1
2
2 9
9 5
5
I
I M
157B7103
157B7101
157B7004
157B7044
b
7 bar
157B7004
10 bar
PP
b
70
11.2cc
51cc
PP
K
EV (S6)
275 bar LS
EV
100 L (S1)
100 L
EV (S2)
25L-MRT2540 40L-MRT18-2150
EV (S3)
100 L
EV (S4)
65 L
EV (S5) K
P
T
P
D
P MRT
A 175bar
PH
M
M
R D.550-7-35°
M 12 CC B
L
MV
A
B
M
500 CC A
O
C2
C1
O
VB 90 bar
RF
90 bar
B
4 bar T
CSC
Q
PE
250 microns
70-02-M205NL
SCHEMA 1 V2
1,7cc
FA
S
MH (L2)
FR 25 microns
C3
V1
Q
S
R (07/12/2012)
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
9
SCHEMA 5 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
A
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
S R
L 200 bar
200 bar
CST PF
C
C
CR D (LS)
MC 4
4
LS
E
ID
175 bar P
T
SCHEMA 3 - 4
8
8 11
11
10
10
1
1
E
2
2 12
12
D (CF) SCHEMA 3 - 4 G
G
VFP I
EV (S8)
PP
FDAR
B
P
T
I
FDAV
b
A
CFP
MV (A) b
SCHEMA 3 - 4
E
PP CR (3)
51cc
EV (S25)
SCHEMA 3 - 4
K
B
A
P
T
EV (S24)
VD
K
VBP (1)
480 bar
M3
VSLR
SCHEMA 2 bar
ΔP 5,6 - 0.9 bar
ΔP 3,7 - 5,1 bar
T
450
b
A 1
PP
P
M
2
VCLR
FDAV
O
1,3 mm
C2
O
17 cc
34 bar
450 bar
FDAR
7.5 microns
B
M
EV(S27) EV(S28)
VD
480 bar
P
78 cc
CSC
FA
Q
FR Q
R
cw
25 microns
n
flow out A
1,3 mm
250 microns
PH
C1
S
(07/12/2012)
S
M
70-02-M205NL
70
11.2cc
10
HYDRAULISCHE SCHEMA’S
SCHEMA 6 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR - OPTIE AIRCONDITIONING 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
A
39
40
OPTION A/C S
41
42
A
MA
R
L 200 bar
200 bar D
CST
C
CA C
C 11,2cc
PF
T 200 bar
CR
D (LS) LS
4
SCHEMA 3 - 4
E
ID
175 bar T
P
MC
4 8
8 11
11
10
10
1
1
2
E P
2
12
VA
12 7
7
D (CF) SCHEMA 3 - 4
G
G
VFP
I
PP
FDAR
b
GES
b
I A
B
P
T
FDAV CFP
SCHEMA 3 - 4
PP
51cc
E
CR (3) EV (S25)
SCHEMA 3 - 4
B
A
P
T
K
EV (S24)
VD
VBP (1)
480 bar
M3
VSLR
SCHEMA 2
A 1
ΔP 5,6 - 0.9 bar
T 450 bar
b
B ΔP 3,7 - 5,1 bar
M
450 bar
FDAR
P
M
2
EV(S27) EV(S28)
VD
480 bar
P
7.5 microns
VCLR
FDAV
17 cc
34 bar
PP
O
1,3 mm
C2
O
78 cc
CSC FA
Q cw
n
S
FR 25 microns
R
Q
flow out A
1,3 mm
250 microns
PH
C1
70
SCHEMA 2
MV (A)
11.2cc
K
EV (S8)
S
M 16cc
PA
OPTION A/C 70-02-M205NL
(07/12/2012)
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
pag. SCHEMA 1 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 SCHEMA 2 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 SCHEMA 3 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 SCHEMA 4 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 SCHEMA 5 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - BOVENKANT . . . . . . . 9
70
SCHEMA 6 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - ONDERKANT . . . . . . . 10
(15/10/2012)
70-03-M205NL
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
70
2
70-03-M205NL
(15/10/2012)
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
3
LEGENDA POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Beschrijving
Aanwezig op het schema nr.
A
Tank
3
C1
Cilinder stabilisator rechts voor omhoog-omlaag
1
C2
Uitschuifcilinder stabilisator links voor
1
C3
Uitschuifcilinder stabilisator rechts voor
1
C4
Cilinder stabilisator links voor omhoog-omlaag
1
C5
Cilinder stabilisator rechts achter omhoog-omlaag
1
C6
Uitschuifcilinder stabilisator links achter
1
C7
Uitschuifcilinder stabilisator rechts achter
1
C8
Cilinder stabilisator links achter omhoog-omlaag
1
CR
Hydraulische verzamelleiding
2
D
Danfoss verdeler
3
DF
Stromingsverdeler
4
EK(S1)
Danfoss elektromagneetklep opheffen schuif 100 l.
3
EK(S2)
Danfoss elektromagneetklep uitschuiven schuif 100 l.
3
EK(S3)
Danfoss elektromagneetklep draaien schuif 100 l.
3
EK(S4)
Danfoss elektromagneetklep kantelen schuif 100 l.
3
EK(S5)
Danfoss elektromagneetklep optional schuif 100 l.
3
EK(S8)
Elektromagneetklep parkeerrem
4
EK(S9)
Algemene elektromagneetklep stabilisatoren
4
EK(S10)
Elektromagneetklep nood uitsluiting hydraulische installatie
4
EK(S11)
Elektromagneetklep balk rechts voor
4
EK(S12)
Elektromagneetklep balk links voor
4
EK(S13)
Elektromagneetklep balk links achter
4
EK(S14)
Elektromagneetklep balk rechts achter
4
EK(S15)
Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen
4
EK(S16)
Elektromagneetklep stabilisator rechts voor
4
EK(S17)
Elektromagneetklep stabilisator links voor
4
EK(S18)
Elektromagneetklep stabilisator links achter
4
EK(S19)
Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.
4
EK(S21)
Elektromagneetklep vooruitversnelling
3
EK(S22)
Elektromagneetklep achteruitversnelling
3
EK(S23)
Elektromagneetklep ontgrendeling achteras
1
EK(S24)
Elektromagneetklep krabbesturing
4
EK(S25)
Elektromagneetklep concentrische besturing
4
EK(S26)
Elektromagneetklep ontgrendeling achteras
1
EK(S27)
Elektromagneetklep snelle versnelling
4
EK(S28)
Elektromagneetklep langzame versnelling
4
EK(S35)
Elektromagneetklep nivellering 1
4
EK(S36)
Elektromagneetklep nivellering 2
4
FA
Aanzuigfilter
2
FM
Uitlaatfilter
2
FR
Afvoerfilter
2
GES
Elektromagneetkleppen stabilisatoren
4
ID
Hydrostatische besturing
2
LP
Drukbegrenzingsklep
4
MC
Rempomp
2
MI
Motor met variabele cilinderinhoud
3
MRT
Motor draaiing zwenkkop
2
MV
Ventilatormotor
3
P
Tandwielpomp
(15/10/2012)
3 70-03-M205NL
70
Ref.
4
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
LEGENDA POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Ref. PE
Beschrijving
Aanwezig op het schema nr.
Elektrische pomp
2
PI
Hydrostatische pomp
3
R
Olietank
2
S
Olietank
2
VB
Blokkerings- en besturingsklep bewegingen
2
VBP
Blokkeringsklep achteras
1
VBPA
Blokkeringscilinder achteras
1
VC
Compensatiecilinder
1
VD
Stuurcilinders
3
Kantelcilinder
1
Hefcilinder
1
VL1
Cilinder nivellering rechts
1
VL2
Cilinder nivellering links
1
VSLR
Keuzeklep langzaam snel
4
VTI
Cilinder 1ste uitschuifstuk
1
70
VI VL
70-03-M205NL
(15/10/2012)
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
5
SCHEMA 1 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
VI
C2
VL2
VL C4
C1
VTI
EK(S23) VBP VBPA
70
C3
C8 C6 VL1 VC EK(S26) VBP VBPA C5
C7
(15/10/2012)
70-03-M205NL
6
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
SCHEMA 2 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
MC
S ID
FR R MRT PE
70
CR
VB FM FA
70-03-M205NL
(15/10/2012)
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
7
SCHEMA 3 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
VD MV
A
D
70
PI
VD P MI
VD VD
(15/10/2012)
70-03-M205NL
8
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
SCHEMA 4 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN GES EK(S27)
EK(S35) EK(S36)
EK(S8)
EK(S11) EK(S12) EK(S13) EK(S14)
EK(S28) EK(S15) EK(S16) EK(S17)
EK(S25)
EK(S18) EK(S24)
70
EK(S19)
GES
70-03-M205NL
(15/10/2012)
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
9
SCHEMA 5 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - BOVENKANT 12
3
Voorkant van de machine
4
10
7
2
1 Linker bus
1 - Naar verzamelleiding zwenkkop 2 - Naar verzamelleiding zwenkkop 3 - Uitlaat verdeler (P) 4 - Naar hydrostatische besturing (L) 5 - Naar verdeler rotatie onder 6 - Naar verdeler stabilisatoren (HPCO) 7 - Dop (Optional A/C) 8 - Naar hydrostatische besturing (R) 9 - Naar verdeler rotatie boven 10 - Rempomp tweede opening (Onder) 11 - Rempomp eerste opening (Boven) 12 - Naar rempomp (P)
70
Rechter bus
6
5
9
8
11
(15/10/2012)
70-03-M205NL
POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
10
SCHEMA 6 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - ONDERKANT
1 - Naar verzamelleiding afvoer frame 2 - Naar verzamelleiding afvoer frame 3 - Uitlaat van pomp bewegingen 4 - Stuur cilinder links voor 5 - Naar klep draaiing (V2) 6 - Naar verdeler stabilisatoren (P) 7 - Dop (Optional A/C) 8 - Naar elektromagneetklep stuur (P) 9 - Naar klep draaiing (V1) 10 - Bedrijfsrem voor 11 - Naar rem achter 12 - Drukvulling hydrostatische pomp (M3)
12 10
9
70
8
9 11
6
5
5 7
4 2 3
1
70-03-M205NL
(15/10/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 PLAATSEN VAN DE DRUKMEETPUNTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 DRUKCONTROLES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 – ARMBEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – BEWEGINGEN STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – BEWEGING COMPENSATIECILINDER AAN DE KANT VAN DE CILINDERBODEM . . . . 6
70
– VENTILATORMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VULDRUKPOMP OP DE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE (SAUER) . . . . . . . . . . . . . . . . 7 ALGEMENE REGELS OM DE CILINDERS TE DEMONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 – COMPLETE CILINDERSTANG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – ZUIGER EN SLUITRING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 – AFDICHTING VAN DE ZUIGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 – AFDICHTINGEN VAN DE SLUITRING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 – SCHROEFDRAADAFDICHTING AANBRENGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – HEFCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 – KANTELCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – COMPENSATIECILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 – CILINDER VOOR HELLEN STABILISATOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – CILINDER BLOKKERING ACHTERAS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 – NIVELLERINGSCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 AFSTELLING VAN DE REM VOOR HET DRAAIEN VAN DE ZWENKKOP . . . . . . . . . . . . . . . . .21 – MRT 1850 / 2150 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – MRT 2540 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
(25/06/2012)
70-04-M205NL
2
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
ALGEMENE INFORMATIE Om de drukwaarden te controleren moet u een geschikte manometer gebruiken, de olie moet op een temperatuur van ongeveer 60° zijn, de thermische motor moet op zijn maximale toerental draaien voor alle controles behalve voor de controle van de draaiing die bij het minimale toerental moet worden uitgevoerd.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en draai de zwenkkop over 180°.
70
Specifieke werktuigen: – Manometer (600 bar).
70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
3
70
PLAATSEN VAN DE DRUKMEETPUNTEN
(25/06/2012)
70-04-M205NL
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
70
4
70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
5
DRUKCONTROLES ARMBEWEGINGEN 1
Plaats een manometer op het drukmeetpunt (Ref. 1) van de verdeler en één op de servicepomp (Ref. 2).
Drukcontrole's
2
Waarde
Hydrostatische besturing
275 bar
Stijgen
275 bar
Dalen
275 bar
Uitschuiven
280 bar
Inschuiven
275 bar
Rechts draaien (bij minimaal motortoerental)
90 bar
Links draaien (bij minimaal motortoerental)
90 bar
Optional
275 bar
Compensatie (kant van de cilinderstang)
230 ÷ 280 bar
Kantelen (kant van de cilinderstang)
280 bar
Kantelen (kant van cilinderbodem)
280 bar
70
Danfoss verdeler met 6 elementen
OPTIONAL KANTELEN DRAAIEN UITSCHUIVEN OPHEFFEN OLIEDRUKVERMINDERING
(25/06/2012)
70-04-M205NL
6
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM BEWEGINGEN STABILISATOREN 2
Drukcontrole Stabilisatorencircuit
Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 2) op de servicepomp.
Waarde
Afstelling
220 bar
Ventiel op het elektromagneetventielblok van de stabilisatoren
Voor het afstellen van de druk van het stabilisatorencircuit het ventiel (Ref. 3) gebruiken dat zich op het elektromagneetventielblok van de stabilisatoren bevindt.
70
3
BEWEGING COMPENSATIECILINDER AAN DE KANT VAN DE CILINDERBODEM
4
Voor de controle van de compensatiedruk aan de kant van de cilinderbodem als volgt te werk gaan: - verbind de manometer (Rif. 4) op de getoonde plaats; - de arm helemaal opheffen; - de kantelcilinder helemaal uitschuiven; - de thermische motor op zijn maximale toerental brengen en de daalbeweging van de arm maken. Tijdens de daalbeweging moet de drukwaarde de 300 bar bereiken
70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
7
VENTILATORMOTOR Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 5) op de servicepomp.
5
Drukcontrole Koelventilator
Waarde
Afstelling
70 bar Snelheid koelventilator 2000 RPM.
De afstelling van de snelheid in functie van de druk is automatisch en wordt geregeld door een klep binnenin de motor - ventilator
70 bar Snelheid koelventilator 2100 RPM.
N.B.: Het toerental van de koelventilator moet opgemeten worden met een stroboscoop. De ventilator is van het aanzuigende type. VULDRUKPOMP OP DE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE (SAUER) Pomp P4: Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 1). 647039EN - Pomp SAUER H1 45/53
70
1
Drukcontroles
Waarde
Afstelling
34 bar
Op de vuldrukbegrenzer
Parkeerrem Rembekrachtiging Bediening versnelling (langzaam en snel) Achterasblokkering
(25/06/2012)
70-04-M205NL
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
8
ALGEMENE REGELS OM DE CILINDERS TE DEMONTEREN 1
2
COMPLETE CILINDERSTANG DEMONTAGE Plaats de cilinder in een klem voorzien van klembedekkingen, de cilinder met matige kracht vastzetten om hem niet te vervormen. Maak de sluitring (Rif. 1) los met een haaksleutel, als de ring niet makkelijk los gaat, de paragraaf “DEMONTEREN” in het hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen” raadplegen. Draai de sluitring (Ref. 1) helemaal los en trek de complete cilinderstang uit de behuizing van de cilinder. N.B.: VOOR ERG LANGE CILINDERS: Trek de cilinderstang er maximaal 200 mm uit, draai de sluitring (Ref. 1) een halve slag los (handeling die geleidelijk, zonder schokken moet plaatsvinden). Trek de cilinderstang er ongeveer 2500 mm uit, ondersteun de stang (Ref. 3) aan het uiteinde om de belasting op de sluitring te vermijden. Draai de sluitring verder los, als de benodigde kracht te groot is, de stang optillen en laten zakken om de wrijving te verminderen.
3
b
Nooit forceren voor het losdraaien: gevaar voor vastlopen.
CONTROLE
70
5
1
Verwijder het vet en maak de binnenkant van de cilinder schoon. Kijk na of de behuizing van de cilinder geen strepen, bramen, roest of iets dergelijks vertoont. WEER MONTEREN
4
4
6 Nm 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
M40
M50
70-04-M205NL
M60
M70
M80
M90
M100
M
Smeer met een kwast hydraulische olie op de afdichtingen van de zuiger, monteer de complete cilinderstang weer in de cilinderbehuizing (Ref. 2). Pas op de afdichtingen (Ref. 4) niet te beschadigen over de draadtappen van de cilinderbehuizing, smeer hydraulische olie op de externe afdichtingen van de sluitring. Smeer schroefdraadafdichting Loctite 222 (Zie hoofdstuk "Schroefdraadafdichting aanbrengen") op de sluitring (Ref. 5). Draai de ring vast, blokkeer hem met een haaksleutel en sleutel met regelbare koppel op het in de tabel (Ref. 6) aangegeven aandraaimoment, laat de stang een slag draaien om de afdichtingen te positioneren. N.B.:: Er wordt aangeraden de cilinder hydraulisch uit te proberen voor hem weer op de machine te monteren. Laat de cilinderstang enkele malen heen en weer bewegen.
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
9
ZUIGER EN SLUITRING DEMONTAGE 5
4
3 1
6
2
Zet de cilinderstang in een klem voorzien van klembedekkingen, vastzetten om te voorkomen dat hij gaat draaien. Maak de moer (Ref. 1) los en draai hem helemaal los met een ringsleutel of, maar gelang de versie, de naaldschroef (Ref. 2) verwijderen met behulp van een zeskantsleutel.
Demonteer de zuiger (Ref. 3) door er met de hand aan te trekken of, naar gelang de versie, door de zuiger (Ref. 4) los te draaien met behulp van een haaksleutel.
5
4 6
70
Demonteer de ring (Ref. 5) door hem over de stang te laten lopen.
5 6
CONTROLE 7
(25/06/2012)
Controleer met behulp van een rechtheidsmeter (Ref. 7) de rechtheid van de stang over zijn hele lengte. Controleer of de stang niet afgeschilferd, geroest of gegroefd is.
70-04-M205NL
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
10
WEER MONTEREN Monteer de ring (Ref. 5) weer op de stang (Ref. 6), monteer de zuiger (Ref. 3) weer op de stang. 5 6
8 Nm 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
M20
M30
M40
M50
M60
M
M70
1
70
1
Schroef de moer (Ref. 1) weer vast met een ringsleutel en een sleutel met regelbare koppel op het aandraaimoment dat in de tabel (Ref. 8) wordt weergegeven of, naar gelang de versie, de zuiger (Ref. 3) weer vastdraaien met een haaksleutel (zie aandraaimoment (Ref. 8)) en blokkeren met een naaldschroef (Ref. 2). N.B.: De naaldschroef moet gemonteerd worden met loctite 243, zie hoofdstuk "Schroefdraadafdichting aanbrengen". Aandraaimoment van de schroef = 20 Nm. Met een slag met een beitel het metaal op de schroef tevoorschijn halen.
AFDICHTING VAN DE ZUIGER N.B.: Gebruik in geen geval scherp gereedschap (schroevendraaiers, messen, enz) voor het monteren en demonteren van de afdichtingen. Er wordt aangeraden op schone werkbanken te werken, zonder spaanders.
4
DEMONTAGE Verwijder de afdichtingen (Ref. 1-2-3) van de zuiger (Ref. 4 of 5). Let op: beschadig de hoeken en de gleuven niet.
2
CONTROLE 3
Verwijder het vet en maak de zuiger schoon. Controleer of de gleuven en de oppervlakken glad zijn zonder strepen. De gleuven mogen geen vreemde voorwerpen bevatten. 5
2
70-04-M205NL
WEER MONTEREN Plaats de afdichtingen volgens de montage op de zuiger (Ref. 4 of 5). Voor de montage van de externe afdichtingen (Ref. 1 en 3) ze zo ver als nodig is openen, zodat u ze in de gleuven kunt aanbrengen zonder ze te beschadigen. De interne afdichting (Ref. 2) moet met de hand worden aangebracht. (25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
1
2
11
AFDICHTINGEN VAN DE SLUITRING
3
N.B.: Gebruik in geen geval scherp gereedschap (schroevendraaiers, messen, enz) voor het monteren en demonteren van de afdichtingen. Er wordt aangeraden op schone werkbanken te werken, zonder spaanders. 4 5
DEMONTAGE Verwijder de afdichtingen van de sluitring. Let op: beschadig de hoeken en de gleuven niet. CONTROLE
5
6
Verwijder het vet en maak de sluitring schoon. Controleer of de gleuven en de oppervlakken glad zijn zonder strepen. De gleuven mogen geen vreemde voorwerpen bevatten. Steek de ring op de cilinderstang door hem over zijn hele lengte te schuiven. De speling mag niet te groot zijn, maar de ring moet ook niet strak blokkeren.
7
5
6
(25/06/2012)
Plaats de afdichtingen volgens de montage (Ref. 1-2-3-4-5). De lippen van de afdichting moeten naar de drukzijde gericht zijn. Voor de montage van de afdichting van de stang (Ref. 5), hem in de gleuf steken terwijl u hem met de duim of een punt (Ref. 6) zonder scherpe hoeken vasthoudt. Druk de afdichting in de gleuf met de andere hand of met een gladde drevel (Ref. 7). Als de weerstand van de afdichting te groot is, kunt u deze verminderen door hem in hydraulische olie bij een temperatuur van 50°C te leggen. Plaats de olieschraper (Ref. 4) met behulp van een buffer en een hamer. Monteer met de hand de O-ringen (Ref. 2 en 3) en de afdichting tegen extrusie (Ref. 1).
70-04-M205NL
70
WEER MONTEREN
12
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM SCHROEFDRAADAFDICHTING AANBRENGEN KENMERKEN Lichte schroefdraadafdichting Loctite 222 Aanbrengen op het schroefdraad van de sluitring. Zonder Activator Bewerkingstijd 10 - 30 min. Tijd voor inbedrijfstelling 3 - 6 uur (Cilinder onder druk) Met Activator N Loctite Bewerkingstijd 10 - 20 min. Tijd voor inbedrijfstelling 2 - 4 uur (Cilinder onder druk) Snijweerstand 1,5 - 4 N/mm2
70
Gemiddelde schroefdraadafdichting Loctite 243 Toepassing op M8 schroeven voor blokkeren van zuigers. Zonder Activator Bewerkingstijd 10 - 20 min. Tijd voor inbedrijfstelling 3 - 6 uur (Cilinder onder druk) Met Activator N Loctite Bewerkingstijd 5 - 15 min. Tijd voor inbedrijfstelling 2 - 4 uur (Cilinder onder druk) Snijweerstand 5 - 7,5 N/mm2 DEMONTAGE Als de componenten die met schroefdraadafdichting gemonteerd zijn niet met standaard gereedschap los gaan, wordt er aangeraden het vastgeplakte deel te verhitten op een temperatuur van T = 250°C bij voorkeur met behulp van een warmeluchtpistool in plaats van een brander. N.B.: Als de temperatuur in de buurt van de 0°C is, wordt er aangeraden bij de montage een Loctite activator te gebruiken om de polymerisatietijd te beperken.
70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
13
HEFCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
10
4
11
6
9 7 9 8
5
3 14 15
14 16 12 13 1
2
70
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + cilinderkop (Ref. 1 en 3) + zuiger (Ref. 4). Demonteer de inbusschroef (Ref. 5) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 4) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 4) van de cilinder, de afstandbus (Ref. 6) en de cilinderkop (Ref. 1 en 3) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 7 en 8) en de geleideringen (Ref. 9) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12-13), de geleideringen (Ref. 14) en de afdichtingen (Ref. 15 en 16) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. (25/06/2012)
70-04-M205NL
14
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM KANTELCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
7 5 3 10 8
6
9 1 11
4
12 11 13
70
2
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12-13) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
15
COMPENSATIECILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
7 5 7 3
10
6 8 9 1
4 11 12 11 13
2
70
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12 en 13) van de cilinderkop. Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie.
(25/06/2012)
70-04-M205NL
16
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM UITSCHUIFCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
12 1 8 13
9
10
14
11
13 15
2
4
5
7 6
5
7
70
3
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtring (Ref. 8) en trek de afstandbus (Ref. 9) eraf. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12), de geleideringen (Ref. 13) en de afdichtingen (Ref. 14 en 15) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
17
TELESCOPISCHE CILINDER STABILISATOR Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
7 9
5 8
7 12
3
10 11
6
1 13 15 13
4
14
2
70
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtring (Ref. 8) en trek de afstandbus (Ref. 9) eraf. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12), de geleideringen (Ref. 13) en de afdichtingen (Ref. 14 en 15) van de cilinderkop. Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. (25/06/2012)
70-04-M205NL
18
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM CILINDER VOOR HELLEN STABILISATOR Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
10
9
3
8
4
1 7
11
5
2 13 7
6
11
70
12
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12 en 13) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
19
CILINDER BLOKKERING ACHTERAS
5
5
4 1 3 7 5
2
70
DEMONTAGE Trek de stang (Ref. 1) uit de cilindermantel. Demonteer de afdichting (Ref. 2), de afdichtingen tegen extrusie (Ref. 3 en 4) en de geleideringen (Ref. 5) van de cilinder (Ref. 7). Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie.
(25/06/2012)
70-04-M205NL
20
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM NIVELLERINGSCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm
3 4
5 6 2 4
12 10 11 10 1 9 7
70
8
DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Draai de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel, verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichting (Ref. 5) en de waterdichte afdichting (Ref. 6) van de zuiger, demonteer de afdichtingen (Ref. 7-8-9), de geleideringen (Ref. 10) en de afdichtingen (Ref. 11 en 12) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. Op het moment van montage van het geheel waterdichte afdichtingen (Ref. 6) "De sneden van de afdichtingen tegen extrusie niet overeen laten komen" (Over een derde van de omtrek verschuiven). 70-04-M205NL
(25/06/2012)
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
21
AFSTELLING VAN DE REM VOOR HET DRAAIEN VAN DE ZWENKKOP MRT 1850 / 2150 Draai de kraan van de klep (in de richting van de klok) tot de klep sluit (Foto 01). Draai dan de kraan voor een correcte afstelling 2 omwentelingen (tegen de richting van de klok in) en draai de nok vast (Foto 02). MRT 2540 Draai de kraan van de klep (in de richting van de klok) tot de klep sluit (Foto 01). Draai dan de kraan voor een correcte afstelling 1 en ¾ omwenteling (tegen de richting van de klok in) en draai de nok vast (Foto 02). FOTO 02
70
FOTO 01
(25/06/2012)
70-04-M205NL
CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
70
22
70-04-M205NL
(25/06/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK. . . . . . . .3 VERWIJDERING VERDELER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 VERWIJDERING VAN DE CILINDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 – VERWIJDERING CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN . . 9
– VERWIJDERING VAN DE COMPENSATIECILINDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 – VERWIJDERING VAN DE KANTELCILINDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – VERWIJDERING VAN DE CILINDER VOOR HET UITSCHUIVEN VAN DE ARM . . . . . . . . 16
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
– VERWIJDERING VAN DE HEFCILINDER VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
70
2
ALGEMENE INFORMATIE Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
b
Loos de druk uit het hydraulische circuit voor de slangen los te maken. Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Krik 70-06-M205NL
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
3
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK 1
Zorg voor bakken met geschikte afmetingen voor de hoeveelheid op te vangen olie en plaats ze onder de aftapdop (Ref. 1). Verwijder de dop (Ref. 1) en laat de olie weglopen;
70
Om het legen van de tank sneller te laten verlopen de vuldop (Ref. 2) van de tank verwijderen.
2
Demonteer het deksel (Ref. 3), demonteer de drie treden (Ref. 4) van het trapje, demonteer het voorste carter (Ref. 5). 3
4
4 5 4
(11/09/2012)
70-06-M205NL
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
4
10
11
8 7 9
6
12
Maak de aanzuig- en retourleidingen (Ref. 6) van de brandstof die op de brandstofmeter gemonteerd zijn los, maak de elektrische aansluiting (Ref. 7) van de brandstofmeter los. Draai het filter van de olieontluchting (Ref. 8) los en schroef een oog vast om de tank aan een loopkraan of een hefmiddel te bevestigen. Maak de elektrische stopcontacten (Ref. 9) en de steun (Ref. 10) op de tank los en schroef het bandje (Ref. 11) waarmee de elektrische kabels vastzitten los van het frame.
Draai de olieretourleiding (Ref. 12) die op het afvoerfilter (Ref. 13) gemonteerd is los, demonteer de relaisdoos door de schroeven (Ref. 14) los te draaien.
13
14 14
70
Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 15) van de verzamelleiding aan het frame los, demonteer de vacuümmeter (Ref. 16).
15
16
24
25
23
21
17 18 22
19 20
70-06-M205NL
Maak de aanzuigslangen van de hydraulische olie (Ref. 17, 18, 19, 20) die op de tank gemonteerd zijn los. N.B.: De slang (Ref. 20) is alleen op de versies met airconditioning aanwezig. Maak de hydraulische aanzuigslangen (Ref. 21) op het transmissieoliefilter (Ref. 22) los. Maak de hydraulische retourslang (Ref. 23) van de olie uit de radiateur los, maak de hydraulische slang voor de afvoer uit de rotatiemotor (Ref. 24) en de hydraulische retourslang (Ref. 25) van de olie uit de hydrostatische pomp los. (11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
5
Draai de schroeven (Ref. 26) op de voorzijde van de tank los.
26
26
Draai de schroeven (Ref. 27) op de achterzijde van de tank los.
27
Draai de schroef (Ref. 28) op de binnenkant van de tank aan het frame los. Verwijder de tank van de machine.
28
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
27
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
6
VERWIJDERING VERDELER 3 1
Maak alle elektrische aansluitingen (Ref. 1) en hydraulische slangen (Ref. 2) van de verdeler (Ref. 3) los.
2
70
Maak de slang (Ref. 4) van de tank (Ref. 5) los.
5
4
3 5 7
Verwijder de tank (Ref. 5) van de steunbeugel van de zwenkkop. Veranker de verdeler (Ref. 3) aan een loopkraan, draai de schroeven (Ref. 6) en de ringen (Ref. 7) waarmee hij aan de zwenkkop bevestigd is los en verwijder hem van de machine.
6
70-06-M205NL
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
7
VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VERWIJDERING CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN 1
2
Als u de arm niet uit kunt schuiven, de borgschroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4) losdraaien, de pen (Ref. 5) eruit trekken en de poot (Ref. 6) verwijderen.
3
4 5
6
Draai de schroeven (Ref. 7) en de ringen (Ref. 8) los en demonteer de beschermplaat van de klep (Ref. 9).
8 9 7
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
Laat de stabilisatoren zover zakken tot er aan de pennen (Ref. 1) gewerkt kan worden. Schuif de stabilisatorarm met de bedieningselementen zover uit dat u aan de pennen (Ref. 2) kunt werken.
8
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Indien nodig, de schroeven (Ref. 10) losdraaien, de klep (Ref. 11) demonteren op de cilinderbodem en de twee hydraulische toevoerslangen (Ref. 12) losmaken.
12 12
10 11
Draai de borgschroef (Ref. 13) en de moer (Ref. 14) los en trek de pen (Ref. 15) eruit. 13
14
70
15
Draai de borgschroef (Ref. 16) en de moer (Ref. 17) los en trek de pen (Ref. 18) eruit.
16 18
17
19 20
70-06-M205NL
Trek de cilinder voor het uitschuiven van de stabilisatoren (Ref. 19) er vanaf de kant van de cilinderbodem (Ref. 20) uit.
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
9
VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN
2
4
5 7 6
8
Veranker de cilinder aan een loopkraan of hefmiddel met een speciale riem. Draai de borgschroef (Ref. 5) en de moer (Ref. 6) los en trek de pen (Ref. 7) eruit.
Maak alle hydraulische slangen (Ref. 8) los van de blokkeringsklep van de cilinders.
8
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
Voor de cilinder voor het hellen links voor of rechts achter te demonteren moet het spatbord verwijderd worden om beschadiging te voorkomen. Haak de arm van de stabilisator aan de kant van de poot aan een loopkraan of een hefmiddel, draai de borgschroef (Ref. 1) en de moer (Ref. 2) los en trek de pen (Ref. 3) eruit. Leg de arm van de stabilisator aan de kant van de poot (Ref. 4) op de grond.
1 3
10
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Verwijder de cilinder (Ref. 9) van zijn plaats.
70
9
70-06-M205NL
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
11
VERWIJDERING VAN DE HEFCILINDER VAN DE ARM Laat de arm met het bedieningselement stijgen tot boven de omtrek van de cabine (Ref. 1), zodat u makkelijk bij de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder kunt komen aan beide kanten.
Bevestig de arm aan een loopkraan of een hefmiddel door middel van de speciale ogen (Ref. 2) die zich aan de bovenkant van de arm bevinden. 2
2
Veranker de hefcilinder aan een steun.
Draai de borgschroef (Ref. 3) los en trek de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder eruit (Ref. 4). 3
4
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
1
12
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Leg de hefcilinder op de zwenkkop op een houten balk (Ref. 5) en trek de cilinderstang weer in met behulp van het bedieningselement in de cabine.
5
Maak de hydraulische slangen (Ref. 6) los van de blokkeringsklep van de cilinder. 6
6
70
Draai de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8) los en verwijder de pen (Ref. 9) ter blokkering van de hefcilinder door de opening in de zwenkkop. 7
9
8
Verwijder de hefcilinder (Ref. 10) met behulp van kabels en een loopkraan van de machine. 10
70-06-M205NL
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
13
VERWIJDERING VAN DE COMPENSATIECILINDER
1
3
7
Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 4 en 5) los en trek de onderste scharnierpen (Ref. 6) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.
4
6
5
(11/09/2012)
Verwijder de compensatiecilinder (Ref. 7) met behulp van de loopkraan van de machine.
70-06-M205NL
70
2
Hef de arm zover op als nodig is om bij de bovenste blokkeerpen (Ref. 1) van de compensatiecilinder te kunnen komen. Veranker de compensatiecilinder aan de loopkraan. Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 2 en 3) los en trek de scharnierpen (Ref. 1) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.
14
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
VERWIJDERING VAN DE KANTELCILINDER Draai de ring (Ref. 1) los die de pen (Ref. 2) blokkeert.
2
1
70
4
Veranker de snelkoppeling (Ref. 3) aan een loopkraan. Trek de pen (Ref. 2) uit de snelkoppeling (Ref. 3) en uit de kantelcilinder (Ref. 4).
3 2
Maak de hydraulische slangen (Ref. 5) los van de blokkeringsklep van de cilinder. 5
5
70-06-M205NL
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
15
Veranker de cilinder aan een geschikte krik.
Draai de schroef (Ref. 6) en de moer (Ref. 7) los en trek de pen (Ref. 8) eruit om de kantelcilinder (Ref. 4) los te maken.
7 8
6
Verwijder de kantelcilinder (Ref. 4) met behulp van kabels, een loopkraan en een krik uit het uiteinde van de arm. 4
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
4
16
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
VERWIJDERING VAN DE CILINDER VOOR HET UITSCHUIVEN VAN DE ARM 1
2
70
2
Met ongeveer 25÷30 cm uitgeschoven arm, de borgmoeren en de moeren op de trekstangen voor de kettingen voor het uitschuiven van de armen (Ref. 1 en 2) losdraaien tot tegen de splitpennen.
De borgmoeren en de moeren (Ref. 3) van de trekelementen van de kettingen voor het intrekken van het 2de uitschuifstuk van de arm losdraaien tot tegen de splitpennen.
3 3
4
70-06-M205NL
De borgmoeren en de moer (Ref. 4) op het trekelement van de ketting voor het intrekken van het 3de uitschuifstuk van de arm losdraaien tot tegen de splitpennen.
(11/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
17
Verwijder de schroeven (Ref. 5) ter blokkering van de scharnierpennen van de uitschuifcilinder aan het 1ste uitschuifstuk van de arm.
5 5
Trek de scharnierpennen (Ref. 6) van de uitschuifcilindercilinder aan het eerste uitschuifstuk van de arm eruit met behulp van een uittrekwerktuig. 6
Verwijder de seegerringen (Ref. 7) en trek de scharnierpen (Ref. 8) tussen de uitschuifcilinder en de buitenarm eruit.
8
Verwijder de uitschuifcilinder (Ref. 9) uit de arm met behulp van een loopkraan of een hefmiddel.
9
(11/09/2012)
70-06-M205NL
70
7
VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN
70
18
70-06-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 CILINDERS WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – UITSCHUIFCILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – DE KANTELCILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – COMPENSATIECILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – HEFCILINDER VAN DE ARM WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 – CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 VERDELER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK WEER MONTEREN . . . . . . . . . .16
(11/09/2012)
70-07-M205NL
70
– CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
70
2
ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Krik
70-07-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
3
CILINDERS WEER MONTEREN UITSCHUIFCILINDER WEER MONTEREN Maak de bussen van de uitschuifcilinder van de arm schoon. Controleer of de rollen (Ref. 1) en de slede (Ref. 2) goed op de cilinder gemonteerd zijn.
2
1
70
3
Controleer of het klepblok (Ref. 3) goed op de uitschuifcilinder gemonteerd is.
Monteer op de uitschuifcilinder aan de kant van de cilinderstang, twee excentrische bussen (Ref. 4) (aan elke kant één), met hun montagegaten (Ref. 5) naar buiten gericht. 4 5
(11/09/2012)
70-07-M205NL
4
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Steek de uitschuifcilinder (Ref. 6) met behulp van een loopkraan of een hefmiddel in de arm met het kleppenblok (Ref. 3) naar beneden gericht.
6
3
Centreer de gaten van de bussen op het 1ste uitschuifstuk van de arm met de gaten voor de pennen op de mantel van de uitschuifcilinder.
70
Plaats de twee scharnierpennen (Ref. 7) tussen de uitschuifcilinder en het 1ste uitschuifstuk van de arm, houd daarbij de twee gaten op de pen (Ref. 8) loodrecht.
8
7
8
9 10
70-07-M205NL
9 10
Bevestig de pennen (Ref. 7) met de schroeven (Ref. 9) aan de cilinder. Steek de schroeven er van onder naar boven in en blokkeer ze met de moeren (Ref. 10).
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
5
Centreer de gaten op het 1ste uitschuifstuk van de arm met de gaten voor de pennen op de mantel van de uitschuifcilinder.
Draai twee nokken (Ref. 11) op de stang van de cilinder vast om de excentrische bussen te blokkeren. Plaats de scharnierpen (Ref. 12) tussen de uitschuifcilinder en de buitenarm en bevestig hem met de seegerringen (Ref. 13), aan beide kanten één.
11 12
70
11
N.B.: Indien nodig de uitschuifcilinder met behulp van een loopkraan of een hefmiddel optillen om het scharniergat met de buitenarm te centreren. Smeer de pen van de uitschuifcilinder in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).
13
(11/09/2012)
70-07-M205NL
6
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
DE KANTELCILINDER WEER MONTEREN 1
Til de kantelcilinder (Ref. 1) met behulp van kabels en een loopkraan op en plaats hem op een krik.
70
Plaats de kant van de cilinderbodem van de kantelcilinder (Ref. 1) op het uiteinde van de arm, in overeenstemming met het gat van de pen.
1
4 2
Steek de scharnierpen (Ref. 2) van de kantelcilinder in het gat van het 3de uitschuifstuk van de arm. Draai de schroef (Ref. 3) en de borgmoer (Ref. 4) vast.
3
1
70-07-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
7
Verbind de hydraulische slangen (Ref. 5) weer op de klep van de cilinder, volgens de poorten op de klep. 5
5
1
Plaats de pen (Ref. 6) voor het scharnieren van de stang van de kantelcilinder (Ref. 1) aan de snelkoppeling (Ref. 7).
7 6
70
Blokkeer de pen (Ref. 6) met de ring (Ref. 8).
6
8
(11/09/2012)
70-07-M205NL
8
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
COMPENSATIECILINDER WEER MONTEREN Plaats de compensatiecilinder (Ref. 1) met behulp van de loopkraan weer op de zwenkkop.
3
2
4
70
Trek de cilinder naar boven totdat de stang tegenover het speciale gat in de arm staat, steek de pen (Ref. 5) erin en blokkeer hem met de schroef (Ref. 6) en de moer (Ref. 7).
6
5
Steek de scharnierpen (Ref. 2) voor de cilinderbodem in het speciale gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4).
7
1
70-07-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
9
HEFCILINDER VAN DE ARM WEER MONTEREN Plaats met behulp van kabels en loopkraan de hefcilinder (Ref. 1) weer op de machine.
Steek de pen (Ref. 2) ter blokkering van de hefcilinder in het speciale gat van de zwenkkop en draai de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4) vast. 3
2
4
Verbind de hydraulische slangen (Ref. 5) weer op de blokkeringsklep van de cilinder. 5
5
(11/09/2012)
70-07-M205NL
70
1
10
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Trek de hefcilinder (Ref. 1) omhoog van de zwenkkop (Ref. 6) totdat de bevestiging van de stang in zijn plaats op de arm kan steken.
1
6
Steek de scharnierpen (Ref. 7) van de hefcilinder aan de kant stang-arm erin en draai de schroef (Ref. 8) vast. 8
7
70
Verwijder de loopkraan of het hefmiddel van de ogen (Ref. 8) aan de bovenkant van de arm zelf.
9
70-07-M205NL
9
Verwijder de steun van de hefcilinder.
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
11
CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN WEER MONTEREN
1
3 2 4
Steek de pen (Ref. 2) in het gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4). Monteer alle hydraulische slangen weer op de klep van de cilinder voor het hellen van de stabilisatoren.
Plaats de stabilisatorarm aan de kant van de poot (Ref. 5) weer met behulp van een loopkraan of een hefmiddel, steek de pen (Ref. 6) erin en blokkeer hem met de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8). Nu kunnen de spatborden weer gemonteerd worden bij de cilinders voor het hellen links voor en rachts achter.
7 6 8
5
(11/09/2012)
70-07-M205NL
70
Plaats de cilinder (Ref. 1) met behulp van een loopkraan of een hefmiddel met een speciale band weer op de stabilisatorarmen.
12
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Verbind de hydraulische slangen (Ref. 9) weer op de blokkeringsklep van de cilinder. 9
70
9
70-07-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
13
CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN WEER MONTEREN 1
Plaats de cilinder voor het uitschuiven van de stabilisatoren (Ref. 1) weer door hem vanaf de kant van de cilinderbodem weer in de poot (Ref. 2) te steken.
Steek de pen (Ref. 3) in het speciale gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 4) en de moer (Ref. 5).
4 3
5
Steek de pen (Ref. 6) erin blokkeer hem met de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8).
7
8 6
(11/09/2012)
70-07-M205NL
70
2
14
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Monteer de klep (Ref. 9) weer, als deze tevoren gedemonteerd was, op de bodem van de cilinder met de schroeven (Ref. 10) en verbind de twee hydraulische toevoerslangen (Ref. 11) weer op de juiste toevoeropeningen (Ref. 9).
11 11
10 9
Monteer de plaat (Ref. 12) ter bescherming van de klep weer met de schroeven (Ref. 13) en de ringen (Ref. 14).
14 12 13
70
Monteer de poot (Ref. 15) weer, als hij tevoren gedemonteerd was, door de pen (Ref. 16) erin te steken en draai dan de schroef (Ref. 17) en de moer (Ref. 18) vast.
17
18 16
70-07-M205NL
15
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
15
VERDELER WEER MONTEREN 1 4 2
Met behulp van de loopkraan de verdeler (Ref. 1) weer op de machine plaatsen. Bevestig hem aan het frame met de schroeven en ringen (Ref. 2 en 3). Monteer de tank (Ref. 4) weer op de steunbeugel van de zwenkkop.
Verbind alle elektrische aansluitingen (Ref. 5) en alle hydraulische slangen (Ref. 6) weer op de verdeler (Ref. 1).
1
70
3
5
6
Verbind de slang (Ref. 7) weer op de tank (Ref. 4).
4
7
(11/09/2012)
70-07-M205NL
16
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN
DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK WEER MONTEREN Plaats de tank weer op de machine met behulp van een loopkraan, draai de schroef (Ref. 1) aan de binnenkant van de tank weer vast aan het frame. 1
70
Draai de schroeven (Ref. 2) op de achterzijde van de tank vast.
2
2
Draai de schroeven (Ref. 3) op de voorzijde van de tank vast.
3
3
70-07-M205NL
(11/09/2012)
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Verbind de hydraulische retourslang (Ref. 4) van de olie uit de hydrostatische pomp, de hydraulische slang voor de afvoer uit de rotatiemotor (Ref. 5) en de hydraulische retourslang (Ref. 6) van de olie uit de radiateur weer. Verbind de hydraulische aanzuigslang (Ref. 7) op het transmissieoliefilter (Ref. 8) weer. Verbind de aanzuigslangen van de hydraulische olie (Ref. 9, 10, 11, 12) die op de tank gemonteerd zijn weer. N.B.: de slang (Ref. 12) is alleen op de versies met airconditioning aanwezig.
5
4
6
7
9 10 8
11
17
12
Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 13) van de verzamelleiding aan het frame vast, monteer de vacuümmeter (Ref. 14) weer.
13
17
16
Monteer de relaisdoos weer door de schroeven (Ref. 15) vast te draaien, draai de olieretourleiding (Ref. 16) weer vast op het afvoerfilter (Ref. 17).
15 15
22
23
20 19 21
18
(11/09/2012)
Verbind de aanzuig- en retourleidingen (Ref. 18) van de brandstof die op de brandstofmeter gemonteerd zijn weer, verbind de elektrische aansluiting (Ref. 19) van de brandstofmeter. Draai het filter van de olieontluchting (Ref. 20) vast en verwijder de loopkraan of het hefmiddel die u gebruikt heeft om de tank te verwijderen. Verbind de elektrische stopcontacten (Ref. 21) en de steun (Ref. 22) op de tank weer en schroef het bandje (Ref. 23) vvast waarmee de elektrische kabels op het frame bevestigd zijn. 70-07-M205NL
70
14
18
HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Monteer het voorste carter (Ref. 24) weer, monteer de drie treden (Ref. 25) weer. Monteer het deksel (Ref. 26) weer.
26
25
25 24 25
Monteer de aftapdop (Ref. 27) weer.
27
70
Vul de tank met 210 liter hydraulische olie.
70-07-M205NL
(11/09/2012)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
pag. BASISKOFFER MANOMETERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 KOFFER DIGITALE MANOMETER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
70
– FUNCTIES :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
(25/06/2012)
70-09-M205NL
2
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
BASISKOFFER MANOMETERS
De koffer bevat alle nodige componenten om de druk in alle Manitou producten op te meten.
2
3
3
4
5
5
6
70
1
8
7
Basiskoffer Manometers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .549671 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
70-09-M205NL
1 Manometer 1/9 bar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549882 1 Manometer 0/40 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549883 2 Manometers 0/60 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 549884 1 Manometer 0/400 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549885 2 Manometers 0/600 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549886 4 Standaard slangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549887 2 Slangen voor Maniscopic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . 549888 7 Manometeraansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549889
(25/06/2012)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
3
KOFFER DIGITALE MANOMETER FUNCTIES:
•
Functie Manometer : het display biedt de volgende opties:
•
Hold Functie : de gebruiker kan de weergave op ieder willekeurig moment in pauze zetten o aantekeningen te kunnen maken.
•
Unit Functie : de gebruiker kan op ieder willekeurig moment de maateenheid wijzigen (bar, PSI, kPa, mCe).
•
Tara Functie : voor de offset nul.
•
Lekkentest functie : om het drukverschil in een bepaalde tijd te meten.
•
Opslaan Functie : er kunnen tot een maximum van 16000 waarden opgeslagen worden. De bemonsteringstijd kan ingesteld worden.
•
Nul Functie : de nul op de twee sensoren.
Koffer met digitale manometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .662187 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4.
(25/06/2012)
1 Digitale manometer Mano dP HP 700 bar 1 Meetslang DN2 1215/1620, L = 1,5m, 630 bar 2 Meetslangen DN2 1620/1620, L = 1,5m, 630 bar 2 Aanpasstukken voor Manometer 1620
70-09-M205NL
70
- Temperatuur inlaatdruk op +/- 2°C - Inlaatdruk P1 minimum en maximum (700 bar in klasse 0.1) - Uitlaatdruk P2 minimum en maximum (700 bar in klasse 0.1) - Drukverschil dP=P1-P
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
70
4
70-09-M205NL
(25/06/2012)
ELEKTRICITEIT
- ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES - ELEKTRISCHE SCHEMA’S - POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN - ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
80
- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
pag. SOFTWARE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 SOFTWAREVERSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 WERKINGSLOGICA VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 MACHINE MET VORKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 – MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BIJ OMKANTELEN . . . . . 5 MACHINE OP STABILISATOREN MET PLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 MACHINE MET VAST PLATFORM / ORH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 – MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN. . . 9
– MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 MACHINE MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 – MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN . . . . . . . . . . . . . . . 14 – MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 – MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN. . . . . . . 17 – MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 MACHINE MET AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 – MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN. . . . 22 – MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 BEDRADING STEKKERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
(05/02/2013)
80-01-M205NL
80
– MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN . . . . . . . . . . . 11
2
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
SOFTWARE SOFTWAREVERSIE
80
De softwareversie die op de kaart MC2M van de machine geïnstalleerd is, is zichtbaar op het display in de cabine als u de sleutel in de contactstand zet.
MNT_XXX_YYY
De eerste 7 getoonde alfanumerieke lettertekens (MNT_XXX) geven het type machine aan, terwijl de resterende 4 het nummer van de softwareversie aangeven. Nadere details over de softwareversies die op de elektronische inrichtingen van de machine geïnstalleerd zijn, treft u aan op de geavanceerde diagnosepagina, te bereiken door middel van de toets F. Om ze te tonen, de toets F5 op het display indrukken en vervolgens de toets F10.
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
3
Het softwareprogramma dat in de regeleenheid MC2M is ingevoerd beperkt de bewegingen van de machine naar gelang van: – het gemonteerde accessoire; – de staat van de machine (op banden of stabilisatoren) – de stand van de arm; – de stand van de cabine; – het type besturing (vanuit de cabine of vanaf de afstandsbediening). Als volgt worden de werkingslogica's weergegeven die in de software van de machine geïmplementeerd zijn.
(05/02/2013)
80-01-M205NL
80
WERKINGSLOGICA VAN DE MACHINE
4
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
MACHINE MET VORKEN MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ZWENKKOP BINNEN +/-15°
ZWENKKOP BUITEN +/-15°
ARM BINNEN 55°
ARM BUITEN 55°
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√
√
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
NIVELLERING
AANTEKENINGEN
WERKT MET ARM FRONTAAL < 3M
BLOKKERING VAN DE AS
GEBLOKKEERD (LAMPJE KNIPPERT MET GEDRAAIDE ZWENKKOP OF ARM > 55°
LET OP: het model MRT 2540 beperkt de rotatie als de arm > 55°, rotatie alleen toegestaan binnen +/- 5°. LET OP: de stabilisatoren kunnen alleen opgeheven worden als de zwenkkop binnen de +/-5° geplaatst is, de arm is ingeschoven en binnen de 55° blijft.
80
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ZWENKKOP BINNEN +/-15°
ZWENKKOP BUITEN +/-15°
ARM BINNEN 55°
ARM BUITEN 55°
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
STABILISATOREN OMHOOG
√
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√
√
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
AANTEKENINGEN
LET OP: de sleutel voor de uitsluiting van het platform heeft geen enkele invloed op de bovenvermelde werking LET OP: de nivellering wordt nooit door de sleutel herwonnen. 80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
5
MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BIJ OMKANTELEN
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ZWENKKOP BINNEN +/-15°
ZWENKKOP BUITEN +/-15°
ARM BINNEN 55°
ARM BUITEN 55°
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
√
√
√
√
AANTEKENINGEN
STABILISATOREN OMHOOG
Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/-5° de positie afleest
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 NIVELLERING
WERKT ALLEEN MET HOEK VAN DE ARM < 20° OOK UITGESCHOVEN
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ZWENKKOP BUITEN +/-15°
ARM BINNEN 55°
ARM BUITEN 55°
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
STABILISATOREN OMHOOG
√
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√
√
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
NIVELLERING
AANTEKENINGEN
80
ZWENKKOP BINNEN +/-15°
WERKT ALLEEN MET HOEK VAN DE ARM < 20° OOK UITGESCHOVEN
LET OP: de sleutel voor de uitsluiting van het platform heeft geen enkele invloed op de bovenvermelde werking
(05/02/2013)
80-01-M205NL
6
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
MACHINE OP STABILISATOREN MET PLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
√
√
ARM OMHOOG
√
√
√
√
ARM OMLAAG
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
√
√
OPTION 1
√
√
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
AANTEKENINGEN
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE
ZWENKKOP DRAAIEN
ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
√
√
√
√
√
√
√
√
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
AANTEKENINGEN Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN
80
ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OVERBELASTING VAN HET PLATFORM ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
AANTEKENINGEN
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig. 80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
7
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE EN OVERBELASTING VAN HET PLATFORM ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
AANTEKENINGEN
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD MET HEKJE VAN HET PLATFORM OPEN ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
AANTEKENINGEN
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE EN HEKJE VAN HET PLATFORM OPEN ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
ARM INGESCHOVEN
ARM UITGESCHOVEN
AANTEKENINGEN
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
(05/02/2013)
80-01-M205NL
80
OPTION 2
8
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
MACHINE MET VAST PLATFORM / ORH MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG
Als de machine gestabiliseerd is werken alle bewegingen met snelheidsbeperking
√
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
80
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
√
√
ARM OMHOOG
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√
√
ARM OMLAAG
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
√
√
OPTION 1
√
√
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
80-01-M205NL
Met de sleutel voor de uitsluiting van het platform geactiveerd mis ik alle bedieningen vanaf het knoppenbord, maar als ik de knop voor de toestemming op het knoppenbord indruk overtref ik de reddingssleutel (de toestemming vanaf het knoppenbord heeft de overhand op de sleutel) en hervat ik de bediening vanaf het knoppenbord. Dit omdat de persoon op het platform een "gevaarlijke" beweging van de bestuurder in de cabine moet kunnen onderbreken
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
9
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG
√
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
80
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
(05/02/2013)
80-01-M205NL
10
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
Alleen om naar het midden terug te keren
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
√
√
√
√
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√
√
√
√
√
√
√
√
ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
80
ARM OMLAAG
√
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
11
MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
√
√
√
√
Alleen om naar het midden terug te keren
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
√
√
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
√
√
√
√
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
80
ARM OMLAAG
ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
(05/02/2013)
80-01-M205NL
12
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
80
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
13
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN √
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
80
STABILISATOREN OMHOOG
ARM UITSCHUIVEN
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
(05/02/2013)
80-01-M205NL
14
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
MACHINE MET PENDELPLATFORM MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
+/- 6° dan keert hij terug naar het midden
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN
√
√
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1
Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
OPTION 2
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
80
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
√
√
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
80-01-M205NL
Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
15
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
ARM UITSCHUIVEN OPTION 1
Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
Binnen +/- 5° √
√
√
√
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
OMLAAG KANTELEN
ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
(05/02/2013)
80-01-M205NL
80
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
16
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
Binnen +/- 5°
√
√
√
√
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
√
√
√
√
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
√ (inschuiving cilinders+rot.sx)
80
OMLAAG KANTELEN
ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
17
MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
√
√
√
√
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
ZWENKKOP DRAAIEN
OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
80
OMHOOG KANTELEN
ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
(05/02/2013)
80-01-M205NL
18
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig. MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
80
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
19
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
√
√
ARM OMHOOG
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√
√
ARM OMLAAG
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
√
√
OPTION 1
√
√
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG
80
ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
(05/02/2013)
80-01-M205NL
20
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
MACHINE MET AFSTANDSBEDIENING MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG
Omdat hij als platform beschouwd wordt
√
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
MACHINE OP BANDEN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
80
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
ARM OMHOOG
√ (alleen tot H=3m)
√ (alleen tot H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
OPTION 1
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
21
MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
√
√
ARM OMHOOG
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
√ (ook boven H=3m)
ARM OMLAAG
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
√
√
OPTION 1
√
√
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
√
ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG √
80
ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
(05/02/2013)
80-01-M205NL
22
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.
√
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
80
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
23
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG
√
STABILISATOREN OMLAAG
√
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
√
Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG
√
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
80
N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.
(05/02/2013)
80-01-M205NL
24
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF KNOPPENBORD AFSTANDSBEDIENING ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
OMHOOG KANTELEN
√
√
√
√
OMLAAG KANTELEN
√
√
√
√
ARM OMHOOG
√
√
√
√
ARM OMLAAG
√
√
√
√
ARM INSCHUIVEN
√
√
√
√
ARM UITSCHUIVEN
√
√
√
√
OPTION 1
√
√
√
√
OPTION 2
√
√
√
√
Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF KNOPPENBORD AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE ARM BINNEN H=3m
ARM BINNEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
ARM BUITEN H=3m
AANTEKENINGEN
ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN
ZWENKKOP DRAAIEN
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.
OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG
80
ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2
80-01-M205NL
Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
25
BEDRADING STEKKERS Bedrading stekkers Ref.
A1
A2
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Zwart
1
GND
Zwart-Donkerblauw
1
MC2M- CABIN/R16
Lichtblauw-Geel
1,5
X18-F/10
Lichtblauw-Geel
1
X13/2
Lichtblauw-Geel
1
X10/3(FPDX)
Afbeelding
1
1
Lichtblauw-Geel
1
X6/3(FPSX)
2
Zwart-Geel
1
CC3/2
1
Paars-Rood
1
I51/21
2
Zwart
1
GND
1
Rood
1
A27098/+
2
Zwart
1
A27098/-
1 2
A4-F
A4-M
I9/1 1
Roze-Grijs
1
2
Zwart
1
GND
1
Rood
1
A27102/+
2
Zwart
1
A27102/-
1
Bruin-Groen
1
CC2/8
80
X21-M/4
A6-F
A6-M
1
BPD 2
Zwart
1
1
Bruin
0,5
GND
2
MC2M CHASSIS/S7 X16-M/27 X501-F/2 MC2M CHASSIS/S26
CAN 2
Wit
0,5
X16-M/28 X501-F/1
3
(05/02/2013)
Afscherming
-
MC2M CHASSIS/S27
80-01-M205NL
26
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
CC1
Pin
Doorsnede
Bestemming
1
Zwart
1,5
GND
2
Rood-Wit
1,5
X18-F/13
3
Grijs-Rood
1
4 5
CC2
Kabelkleur
Afbeelding
I43/1 X19-M/S
Grijs-Zwart
1
I43/2
Grijs-Donkerblauw
1
X19-M/R
Grijs-Donkerblauw
1
I43/3
1
Wit-Donkerblauw
1
X16-M/14
3
Geel-Donkerblauw
1
X99/1
5
Zwart-Rood
1
X16-M/15
6
Zwart-Wit
1
X16-M/16
7
Wit-Geel
1
X16-M/13
8
Bruin-Groen
1
BPD/1
9
Zwart-Paars
1
X32-M/4
10
Bruin-Paars
1
X32-M/3
11
Geel-Zwart
1
MC2M CHASSIS/R21
1
Bruin-Grijs
1
X18-F/9
2
Zwart-Geel
1
A2/2
1(58)
Geel-Rood
1,5
X16-M/4
Donkerblauw
1
X21-F/28
Donkerblauw
1,5
X16-M/9
Donkerblauw-Zwart
1
X21-F/27
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
Roze-Rood
1
CC3 2
2(R)
3(L) 4(56a)
80
DL
DM
5(30)
Roze-Zwart
1
1
X21-F/21 DL/9(30/1) F44 R79/C
6(C)
Roze-Geel
1
7(56b)
Roze-Groen
1
X21-F/20
8(49)
Paars
1
X21-F/8
9(30/1)
Roze-Zwart
1
5
Lichtblauw-Oranje
1
X20-F/L
DL/5 F44 X37-F/4
7
Roze
1
F34
8
Roze-Bruin
1
X21-F/23
9
Roze-Donkerblauw
1
X21-F/24
IN
Donkerblauw
1
R4/87
OUT
Wit-Groen
1
X18-M/16
IN
Donkerblauw
1
R4/87
OUT
Grijs-Paars
1
X18-M/18
F1
F10
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
27
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Donkerblauw
1,5
R4/87
Oranje
1,5
R10/30
Oranje
1,5
R12/30
Donkerblauw
1,5
R4/87
Paars
1,5
R11/30
Paars
1,5
R13/30
IN
Donkerblauw
1,5
R4/87
OUT
Roze
1,5
Rood-Zwart
1,5
Afbeelding
F11 OUT
IN F12 OUT
F13
F14
IN
R7/30 R7/86 X18-M/17 X17-M/10
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
4
R3/87
OUT
Rood-Wit
1,5
X18-M/13
IN
Donkerblauw
4
R4/87
OUT
Lichtblauw-Rood
1,5
IN
Rood
4
X18-M/1/2/3/4
OUT
Bruin-Rood
4
X17-M/18
IN
Rood
4
X18-M/1/2/3/4
OUT
Rood
4
R3/30
IN
Rood
6
X18-M/1/2/3/4
OUT
Rood
6
R4/30
IN
Rood
2,5
X18-M/1/2/3/4
OUT
Groen
2,5
R1/30
IN
Donkerblauw
1
R4/87
OUT
Groen-Rood
1
X18-M/15
IN
Rood
2,5
X18-M/1/2/3/4
OUT
Groen-Zwart
2,5
R2/30
X17-M/8
F15 X18-M/25 X18-M/26
F16
80
F17
F18
F19
F2
F20
(05/02/2013)
80-01-M205NL
28
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Donkerblauw
1,5
R4/87
OUT
Lichtblauw
1,5
R6/30
IN
Rood-Zwart
1,5
R78/87
Afbeelding
F3
I20/10 I56/10 F33
I66/10 OUT
Rood-Groen3
1
I68/10 I7/10 X20-F/G X7D-F/P
IN
Bruin
1
R35/87
OUT
Roze
1
DM/7
IN
Bruin
2,5
R35/87
OUT
Geel-Zwart
2,5
IN
Rood
1
KEY/1
OUT
Oranje-Wit
1
X20-F/F
IN
Donkerblauw
1,5
R74/87
Donkerblauw-Geel
1
X21-F/10
Donkerblauw-Geel
1
X32-F/1
Donkerblauw-Geel
1
Donkerblauw-Geel
1
X42-F/5
IN
Wit-Rood
1,5
KEY/6
OUT
Grijs-Groen
1,5
X16-M/1
IN
Wit-Rood
1
KEY/1
OUT
Wit-Rood
1
IN
Geel-Rood
1,5
OUT
Geel-Zwart
1,5
IN
Rood
1,5
KEY/1
OUT
Oranje-Wit
1,5
X7D-F/D
F34
F35 R75/30 R83/30
F36
80
F37
OUT
X107-F/1 X107-F/10
F38
F39 MA-F/2 X22-F/25 X18-M/5
F4 X18-M/7 X22-F/25
F40
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
29
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Rood-Zwart
1
R78/87
OUT
Donkerblauw-Rood
1
IN
Donkerblauw
1,5
R74/87
OUT
Donkerblauw-Rood
1,5
XAC-F/K
IN
Bruin
2,5
R35/87
Bruin-Wit
1
Bruin-Wit
1,5
M8-F/6
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Roze-Zwart
1
IN
Donkerblauw
1,5
R74/87
OUT
Bruin-Paars
1,5
I68/3
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Rood-Groen
1
IN
Wit-Rood
1
KEY/6
OUT
Wit-Rood
1
I22/31
IN
Bruin
2,5
R35/87
Groen-Wit
1
X20-F/N
Groen-Wit
1
XS1-F/6
Rood
1,5
KEY/1
Afbeelding
F41 TV-F/1 X7D-F/T
F42
F43
OUT
I56/3 I56/4
F44 DL/5 DL/9
F45
F46 OBD2-F/1 XDM-F/2
F48
OUT
IN F49
80
F47
OUT
Rood
X20-F/C 1
Rood
X23-F/9 X37-F/1
IN
Geel-Rood
1,5
X18-M/5
OUT
Geel
1,5
X18-M/6
IN
Wit-Rood
1,5
KEY/6
OUT
Roze-Rood
1
F5
F50
(05/02/2013)
R76/30 X22-F/8
80-01-M205NL
30
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel-Zwart
1,5
X7D-F/A
IN
Rood-Zwart
1,5
R78/87
OUT
Rood-Groen
1,5
X22-F/21
IN
Wit-Rood
1,5
KEY/6
OUT
Geel-Zwart
1,5
X22-F/22
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel-Paars
1,5
X7D-F/B
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Paars-Zwart
1,5
X7D-F/E
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Paars-Zwart
1,5
X7D-F/F
IN
Rood-Zwart
1,5
R78/87
Afbeelding
F51
F52
F53
F54
F55
F56
I66/1 Oranje-Geel
80
F57
1,5
I66/3 I66/4 X20-F/E
OUT
I66/1 Oranje-Geel
1
I66/3 I66/4
Oranje-Geel
2,5
X20-F/E
IN
Wit-Rood
2,5
KEY/6
OUT
Grijs-Zwart
2,5
X23-F/6
IN
Wit-Rood
2,5
KEY/6
OUT
Grijs-Zwart
2,5
X23-F/6
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Wit-Groen
1,5
X21-F/11
F58
F58
F59
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
31
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Donkerblauw
1
R4/87
OUT
Donkerblauw
1
IN
Rood
1
KEY/1
OUT
Oranje-Rood
1
X21-F/9
IN
Rood
2,5
KEY/1
OUT
Oranje-Groen
1
Rood-Zwart
1
R78/87
Rood-Zwart
1,5
R78/87
Rood-Zwart
1
R78/87
Rood-Zwart
1
R78/87
OranjeDonkerblauw
1
X40/4
OranjeDonkerblauw
1,5
I7/1
OranjeDonkerblauw
1
I20/5
OranjeDonkerblauw
1
X22-F/10
Wit-Rood
2,5
KEY/6
Donkerblauw
1
X37-F/8
Donkerblauw
1
X20-F/A
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Roze
1,5
R77/87
IN
Donkerblauw
1,5
R74/87
OUT
Rood-Bruin
1,5
X22-F/23
IN
Bruin
2,5
R35/87
OUT
Donkerblauw
2,5
X7D-F/1
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel
1,5
X7D-F/N
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel-Rood
1,5
X7D-F/L
Afbeelding
F6 R8/30 R8/86
F60
F61
OBD2-F/16 XDM-F/3 XM4-F/1
IN
F62
OUT
IN F63 OUT
80
F64
F65
F66
F67
F68
(05/02/2013)
80-01-M205NL
32
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel-Rood
1,5
X7D-F/L
IN
Donkerblauw
1,5
R4/87
Rood-Groen
1
X19-F/A
Rood-Groen
1
X18-M/20
Rood
4
KEY/1
Groen
1
X107-F/11
Groen
4
X12-F/1
IN
Bruin
1,5
R35/87
OUT
Geel-Rood
1,5
X7D-F/L
IN
Bruin
6
R35/87
OUT
Donkerblauw
6
X40-F/2
IN
Rood
35
B1
Rood
16
X35-B-D-E
Rood
25
X1-1
IN
Donkerblauw
1
R4/87
OUT
Roze-Rood
1
R9/30
IN
Donkerblauw
1,5
R4/87
OUT
Oranje
1,5
X18-M/8
1
Grijs
1
X35-C
/
Rood
25
M1/F75
GND LIJN INSTALLATIE HEFTRUCK
/
Zwart
35
Zwart
GND LIJN DEEL MERCEDES MOTOR
/
Zwart
4
Zwart
/
Zwart
16
Zwart
/
Zwart
25
Zwart
Afbeelding
F69
F7 OUT
IN F70 OUT
F71
F72
F75 OUT
80
F8
F9
G1
GND DASHBOARD LIJN
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
33
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
GND ACHTERSTE LIJN ZWENKKOP
/
Zwart
35
GND
GND LIJN RECHTS ELEKTROMAGNEETKLEPPEN STABILISATOREN
/
Zwart
10
GND
GND LIJN LINKS ELEKTROMAGNEETKLEPPEN STABILISATOREN
/
Zwart
10
GND
2
Zwart-Donkerblauw
1
I1/9
5
Oranje-Geel
1
X20-M/E
I10
I15
I2
I20
6
Zwart
1
GND
7
Paars-Wit
1
STR3-F/14
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
11
Groen-Zwart
1
X21-M/18
14
Oranje-Geel
1
X20-M/E
21
Wit
1
I73/24
24
Bruin-Donkerblauw
1
1
OranjeDonkerblauw
1
2
Zwart
1
GND
3
Bruin-Zwart
1
MC2M-CABIN/L35
1
Lichtblauw-Wit
1
STR2/9
3
Oranje-Geel
1
X20-M/E
7
Lichtblauw
1
STR2/10
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Geel-Rood
1
X20-F/P
OranjeDonkerblauw
1,5
I7/1
OranjeDonkerblauw
1
F62
OranjeDonkerblauw
1
X22F/10
OranjeDonkerblauw
1
X40-F/4
Zwart
1
GND
5
9
I22
(05/02/2013)
X21-M/25 X70-F/2 I71/1 X22-M/10
10
Rood-Groen3
1
F33
11
Lichtblauw-Groen
1
X22-F/16
12
Lichtblauw
1
R76/87
31
Wit-Rood
1
F47
32
Bruin
1
X37-F/3
80
I1
Afbeelding
80-01-M205NL
34
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
2
Groen-Wit
1
STR2/1
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
2,5
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
2,5
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
2,5
X20-M/E
3
4 I24
6
Afbeelding
I24/4 I24/6 X20-M/E I24/3 I24/6 X20-M/E I24/3 I24/4
8
Groen-Grijs
1
STR2/2
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G I26/7 I28/1
1
DonkerblauwGroen
1
I29/1 I30/1 I31/1 L31/1
2
Bruin-Groen
1
3
Oranje-Geel
1
4
Oranje-Geel
1
8
Bruin-Rood
1
X21-M/2
1
Oranje-Geel
1
X20-M/E
2
Wit-Zwart
1
I26
X21-M/3 I26/4 X20-M/E I26/3 X20-M/E L30/1
X55-F/1
80
I27
L28-F/1 STR3-F/5
5
Wit
1
6
Rood-Groen3
1
X20-M/G
8
Wit-Donkerblauw
1
L29-F/1
X55-F/2
I26/1 I26/7 1
DonkerblauwGroen
1
I29/1 I30/1
I28
I31/1 5
Wit-Oranje
1
STR3-F/6
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G I26/1 I26/7
1
DonkerblauwGroen
1
I30/1
I29
80-01-M205NL
I28/1
I31/1 5
Wit-Grijs
1
STR3-F/7
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
35
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
I26/1 I26/7 1
DonkerblauwGroen
1
I28/1 I29/1
I30
I31/1 5
Wit-Donkerblauw
1
STR3-F/8
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G I26/1 I26/7
1
DonkerblauwGroen
1
I29/1
I31
I30/1 5
I35
I4
I28/1
Wit-Groen
1
STR3-F/9
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Paars-Rood
1
X21-M/16
3
Zwart
1
GND
7
Paars-Geel
1
X21-M/15
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Oranje-Geel
1
X20-M/E
5
Geel-Groen
1
STR2-F/5
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Wit-Rood
1
X9-M/T
2
Roze-Geel
1
X9-M/L
1
Grijs-Rood
1
Grijs-Zwart
1
CC1/4
Grijs-Donkerblauw
1
X19-M/R
I41 2
2 3
I51
I53
(05/02/2013)
CC1/3 X19-M/S
Grijs-Donkerblauw
1
CC1/5
11
Grijs-Zwart
1
X21-M/19
14
Oranje-Geel
1
X20-M/E
21
Paars-Rood
1
A4/1
24
Oranje-Geel
1
X20-M/E
1
Groen-Wit
1
X20-M/N
2
Geel-Rood
1
3
Oranje-Wit
1
4
Geel-Rood
1
5
Roze-Geel
1
X20-M/L
6
Donkerblauw-Zwart
1
X21-M/27
7
Donkerblauw
1
X21-M/28
80
I43
1
I53/4 X20-M/M X20-M/F I53/2 X20-M/M
80-01-M205NL
36
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
I54
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Wit-Groen
1,5
X21-M/11
5
Lichtblauw-Groen
1,5
X21-M/7
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Roze-Grijs
1
2
Wit-Geel
1
Bruin-Wit
1
Bruin-Wit
1,5
Bruin-Wit
1
Bruin-Wit
1,5
3
I56
4
I6
M8-F/6 F43 I56/3 M8-F/6 F43 I56/1
8
Roze-Wit
1
M8-F/3
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
F33
Groen-Rood
1
X18-F/15
Groen-Rood
1
X32-M/1
2
Zwart
1
GND
3
Roze-Wit
1
MC2M CHASSIS/L22
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
1,5
F57
Oranje-Geel
2,5
X20-F/E
Groen-Rood
1
X21-F/22
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
1,5
F57
Oranje-Geel
2,5
X20-F/E
Oranje-Geel
1
Oranje-Geel
1,5
Oranje-Geel
2,5
X20-F/E
Paars-Zwart
1
X21-F/6
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
F33
1
Bruin-Grijs
1,5
M10-F/A
3
Bruin-Paars
1,5
F45
5
Bruin-Groen
1,5
M10-F/B
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
F33
11
Bruin-Grijs
1
STR2-F/4
14
Oranje-Geel
1
X20-M/E
21
Bruin-Wit
1
STR2-F/3
24
Oranje-Geel
1
X20-M/E
3
80
I66
4
5
80-01-M205NL
I56/4
1
2
I69
X7D-F/R
Roze-Grijs
1
I68
I56/6 M8-F/5
6
1
Afbeelding
M8-F/5
I66/3 I66/4
I66/1 I66/4
I66/1 I66/3 F57
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
37
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
OranjeDonkerblauw
1
OranjeDonkerblauw
1
X22-F/10
OranjeDonkerblauw
1
X40-F/4
5
Grijs-Zwart
1,5
X22-F/11
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
1 I7
Bestemming F62 I20/5
F33 STR2-F/21
1
Paars-Geel
1
5
Oranje-Geel
1
X20-M/E
6
Paars-Wit
1
X20-M/V
I70
Afbeelding
X20-M/U
I73/21 8
Bruin
1
X21-M/26 X70-F/1
I71
I73
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
OranjeDonkerblauw
1
2
Zwart
1
GND
3
Bruin-Wit
1
MC2M-CABIN/L36
11
Rood-Zwart
1
X21-M/17
14
Oranje-Geel
1
X20-M/E
21
Bruin
1
X21-M/26
24
Wit
1
I10/21
1
Oranje-Geel
1
X20-M/E
5
Donkerblauw-Zwart
1
STR3/16
I15/1 X22-M/10
I70/8
I76
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Oranje-Geel
1
I77/4
2
Oranje-Paars
1
STR3-F/17
3
Oranje-Geel
1
80
X70-F/1
I77/3
X20-M/E
I77/1
I77
I77/4 X20-M/E I77/1
4
Oranje-Geel
1
I77/3 X20-M/E
I78
(05/02/2013)
5
Oranje-Groen
1
STR3-F/13
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Oranje-Geel
1
X20-M/E
5
Bruin-Roze
1
X21-M/5
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
80-01-M205NL
38
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
I79
I8
I9
ISR
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Oranje-Geel
1
X20-M/E
5
Grijs-Rood
1
X20-M/H
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
1
Groen-Rood
1
X32-F/1
2
Zwart
1
GND
3
Roze-Geel
1
X32-F/2
1
Roze-Grijs
1
5
Oranje-Geel
1
9
Zwart
1
GND
10
Rood-Groen3
1
X20-M/G
Rood-Bruin
1
1
1
Rood-Bruin
1,5
Rood-Geel
1
Bruin
0,5
Afbeelding
A6-F/1 X21-M/4 X20-M/E
XMS/2 X14-M/C X76-F/1 LSR/1 XSR/1 X21-M/12 1
J1939 2
Wit
0,5
2
X21-M/13 F36
Rood
1
F60 XAC/A XAC/B
1(30)
Rood
1,5
Rood
2,5
Rood
4
F40 F49 F61 R80/30
80
F70 XAC/1 XAC/2
KEY
R74/30
Rood
6
Rood
10
R35/30
Rood
25
X1-M/1
R78/30
6 7 8 9
5
10
F39 Wit-Rood
1
F47 R80/86 R81/87
6(15/54)
F38 Wit-Rood
1,5
F50 F53
Wit-Rood
7(50)
80-01-M205NL
2,5
F58 F63
Grijs-Paars
1
X22-F/17
Grijs-Paars
1,5
X16-M/3
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
39
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Wit-Zwart
1
I27/2
2
Zwart
1
GND
1
Wit-Donkerblauw
1
I27/8
2
Zwart
1
GND
Afbeelding
L28
L29
I26/8 L30
1
LSR
M1
M10-F
1
X21-M/2 X55-F/1
2
L31
Bruin-Rood
Zwart
1
1
Bruin-Groen
1
2
Zwart
1
Zwart
1
1
GND I26/2 X21-M/3 GND GND ISR/1
Rood-Geel
1
Rood
25
G1/F75
Grijs-Rood
1,5
X35-F
A
Bruin-Grijs
1,5
I68-1
B
Bruin-Groen
1,5
I68-5
C
Zwart
1,5
GND
1
Groen
1,5
X22-M/24
2
Zwart
1,5
GND
Zwart
1,5
GND
Bruin-Geel
1,5
X76-F/7
1
Zwart
1
GND
2
Geel-Zwart
1
3
Bruin
0,5
4
Wit
0,5
5
Afscherming
-
15
Wit-Groen
1
X14-M/K
16
Wit-Rood
1
X14-M/H
XSR/1
/
A C
B
M12
M3
(05/02/2013)
80
M11
1
M4/2 X14-M/B M4/3 X14-M/U M4/4 X14-M/V M4/5 X14-M/W
17
Wit
1
X14-M/F
18
Wit-Roze
1
X14-M/M
80-01-M205NL
40
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
M4
M8-F
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Zwart
1 1
3
Bruin
0,5
4
Wit
0,5
5
Afscherming
-
15
Wit-Donkerblauw
1
16
Wit-Geel
1
X14-M/J
17
Wit-Zwart
1
X14-M/G
18
Wit-Oranje
1
X14-M/N
2
Zwart
1,5
GND
3
Roze-Wit
1
I56/8
4
Roze
1
SV
5
Roze-Grijs
1
80
M3/3 X14-M/U M3/4 X14-M/V M3/5 X14-M/W X14-M/L
I56/1 I56/6
Bruin-Wit
1,5
F43
1
Bruin-Roze
1
X23-F/11
2
Wit-Rood
1
Donkerblauw
1,5
X30/2(FADX)
Donkerblauw
1
X10/4(FPDX)
Donkerblauw
1
X13/1
Bruin-Paars
1
X11-F/24
L10
Bruin-Rood
1
X22-M/26
L11
Bruin-Groen
1
X22-M/27
L12
Wit-Donkerblauw
1
X14-F/L
L13
Roze-Grijs
1
X23-M/4
L14
Wit-Roze
1
X14-F/M
L17
Oranje-Bruin
1
X22-M/9
L18
Groen-Zwart
1
X22-M/13
L19
Zwart-Donkerblauw
1
X10/13
L40
6 5 4
I56/3
1
1
2
3
I56/4
F39 X22-F/25
L2
Geel-Groen
1
X14-F/R
L20
Zwart-Paars
1
X10/11
L21
Oranje-Wit
1
XRD/K2
L22
Wit-Rood
1
X14-F/H
L23
Donkerblauw
1
X11-F/12
L24
Wit
1
X14-F/F
L25
Zwart-Groen
1
XRD/F2
L26
Rood-Zwart
1
X22-M/14
Bruin
1
X23-M/2
Bruin
1
XRD/J1
L28
80-01-M205NL
X14-M/B
Bruin-Wit
L1
MC2M-CABIN
GND
Geel-Zwart
MA-F
Afbeelding
M3/2
2
6
MC2M CHASSIS
Bestemming
L29
Roze-Geel
1
X9-F/L
L3
Grijs-Paars
1
X22-M/17
6 5 4 3
2
1
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
41
Bedrading stekkers
MC2M-CABIN
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
L30
Groen
1
X11-F/11
L31
Groen-Wit
1
X14-F/O
L32
Wit-Geel
1
X14-F/J
L33
Wit-Zwart
1
X14-F/G
L34
Wit-Groen
1
X14-F/K
L35
Bruin-Zwart
1
I15/3
L36
Bruin-Wit
1
I71/3
L37
Paars-Rood
1
XRD/G1
L4
Bruin-Roze
1
L5
Lichtblauw-Zwart
1
(05/02/2013)
X10-7 X23-M/11 X22-M/1 MDCP/33
L8
Grijs-Zwart
1
L9
Grijs-Rood
1
X23-M/3
R13
Donkerblauw-Zwart
1,5
X11-F/26
R14
Grijs-Rood
1
X22-M/2
R15
Rood-Geel
1
R16
Zwart-Donkerblauw
1
A1/1
R17
Oranje-Paars
1
X86-F/1
R19
Oranje-Zwart
1
X14-F/S
R20
Oranje-Groen
1
X14-F/T
R23
Wit-Oranje
1
X14-F/N
R24
Bruin-Zwart
1
X11-F/13
R26
Oranje-Groen
1
X11-F/17
R27
Zwart-Geel
1
X11-F/15
R28
Zwart-Wit
1
X11-F/16
R30
Bruin-Groen
1
X11-F/14
R38
Groen-Rood
1
X14-F/P
R39
Groen-Grijs
1
X14-F/Q
X22-M/12
XRD/H2 XRD/H3
R4
Grijs-Groen
1
X22-M/18
R40
Roze-Groen
1
X11-F/19
R5
Geel-Grijs
1
S1
Rood-Zwart
1
Rood-Zwart
1,5
Afbeelding
80
Ref.
X22-M/7 MDCP/13 MDCP/16 X23-M/10
S13
Zwart-Geel
1
X10-F/15
S14
Zwart-Wit
1
X10-F/17
S17
Lichtblauw-Rood
1
X14-F/X
S19
Roze-Wit
1
X22-M/28
S20
Roze-Geel
1
X22-M/29
S21
Zwart
1
GND
80-01-M205NL
42
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V X15-M/5 S23
Wit
0,5
X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 X14-F/W X15-M/6 X23-M/18
S24
Afscherming
-
X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U X15-M/4
MC2M-CABIN S25
Bruin
0,5
X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1
80
S26
MC2M CHASSIS
80-01-M205NL
Wit
0,5
S27
Afscherming
-
S28
Bruin
0,5
S29
Afscherming
-
MDCP/18 X23-M/14 MC2M-CABIN/S29 X23-M/15 X11-F/27 MC2M-CABIN/S27 X23-M/15
S3
Donkerblauw-Rood
1,5
X11-F/21
S30
Wit
0,5
X11-F/29
S4
Donkerblauw-Geel
1,5
X11-F/22
S5
DonkerblauwGroen
1,5
X11-F/25
S6
Grijs
1
X23-M/10
S7
Bruin
0,5
MDCP/17 X23-M/13
L1
Grijs-Rood
1
X27C/2
L10
Grijs-Wit
1
X27A/4
L11
Donkerblauw-Wit
1
X7A/4
L12
Paars-Wit
1
X5A/4
L13
Bruin-Rood
1
X29C/2
L14
Oranje-Rood
1
X12A/1
L19
Paars-Donkerblauw
1
X19-M/U
L2
Donkerblauw-Rood
1
X7C/2
L21
Roze-Geel
1
X32-M/2
L22
Roze-Wit
1
I6/3
L23
Roze
1
X22/2 (05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
43
Bedrading stekkers Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
L24 L3
Grijs-Donkerblauw
1
X35-M/S
Paars-Rood
1
X5C/2
L34
Lichtblauw-Oranje
1
L37
Geel-Rood
1,5
Donkerblauw-Zwart
1,5
X25/2(FASX)
Donkerblauw-Zwart
1
X6/4(FPSX)
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
Donkerblauw-Zwart
1
X13/4
L39
MC2M CHASSIS
X18-F/29 X16-M/4 X18-F/5
L4
Oranje
1
T1/2
Donkerblauw
1,5
X16-M/9
L6
Zwart-Rood
1
X28/C
L9
Bruin-Wit
1
X29A/4
R10
Roze-Grijs
1
X17-F/3
R13
Lichtblauw-Wit
1
X32-M/5
R14
Lichtblauw-Groen
1
X32-M/6
R15
Lichtblauw-Geel
1
X32-M/8
R16
Lichtblauw-Zwart
1
X32-M/7
R17
Oranje-Wit
1
X33-F/2
R18
Oranje-Groen
1
X33-F/3
R19
Oranje-Geel
1
X33-F/5
R20
Oranje-Zwart
1
X33-F/4
R21
Geel-Zwart
1
CC2/11
R22
Groen-Donkerblauw
1
XSC2-F/8
R23
Bruin-Groen
1
X29B/4
R24
Grijs-Groen
1
X27B/4
R25
Donkerblauw-Groen
1
X7B/4
R26
Paars-Groen
1
X5B/4
R28
Bruin-Geel
1
X29/2
R3
Grijs-Geel
1
X27/2
Grijs-Paars
1,5
X16-M/3
Grijs-Paars
1
X17-F/1
Wit-Donkerblauw
1
X11A/3
R34
Wit-Grijs
1
X4A/3
R38
Donkerblauw-Geel
1
X7A/2
R39
Paars-Geel
1
X5/2
R4
Wit-Donkerblauw
1
X32-M/9
R40
Zwart-Paars
1
X34/1
R5
Wit-Groen
1
X32-M/10
R33
R7
Lichtblauw
1
X33-F/1
R8
Oranje-Donkerblauw
1
X11B/1
R9
Oranje-Grijs
1
X4/1
Rood-Zwart
1
X18-F/28
Rood-Zwart
1,5
X16-M/5
Rood-Paars
1
S1
S13
(05/02/2013)
X16-M/19
L40
R29
S14
Rood-Groen
1
S15
Grijs-Geel
1
Afbeelding
80
Ref.
X33-F/8 X34/2 X33-F/9 X34/3 XSC-F/12 80-01-M205NL
44
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
S16
Grijs-Donkerblauw
1
XSC1-F/3
S17
Roze-Donkerblauw
1
X17-F/13
S18
Paars-Donkerblauw
1
X17-F/15
S19
Wit-Roze
1
X17-F/9
S2
Bruin-Groen
1
X28/B
S20
Wit-Zwart
1
X17-F/11
S21
Zwart
1
Afbeelding
GND X16-M/26
S23
Wit
0,5
X500-F/1 X71/C
S24
Afscherming
-
X16-M/21 X16-M/25
MC2M CHASSIS
S25
Bruin
0,5
X500-F/2 X71/D CAN/2
S26
Wit
0,5
X16-M/28
S27
Afscherming
-
CAN/3
S4
Rood-Grijs
1
X33-F/7
S5
Rood-Donkerblauw
1
X33-F/6
S6
Groen-Zwart
1
X33-F/10
X501-F/1
CAN/1 S7
Bruin
0,5
X16-M/27 X501-F/2
S8
Donkerblauw-Roze
1
X17-F/5
S9
Donkerblauw-Zwart
1
X17-F/7
Rood-Zwart
1,5
80
1
MC2M-1 CABIN
2
3
4
80-01-M205NL
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
6
Rood-Zwart
1,5
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
6
Rood-Zwart
1,5
MDCP/3 MC2M-1 CABIN/2 MC2M-1 CABIN/3 X23-M/1 MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1 MC2M-1 CABIN/3 X23-M/1 MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
6
X23-M/1
Zwart
2,5
GND
MC2M-1 CABIN/2
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
45
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood-Zwart
1,5
Bestemming
Afbeelding
X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/2
1
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
1,5
MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10 X17-F/8 X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1
MC2M-1 CHASSIS
2
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10 X17-F/8
Rood-Zwart
1,5
X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1
3
Rood-Zwart
2,5
4
Zwart
2,5
1
Zwart
1
MC2M-1 CHASSIS/2 X17-F/10 X17-F/8 GND GND MC2M-1 CABIN/1
4
13
14
16 MDCP 17
18
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CABIN/2 MC2M-1 CABIN/3
Rood-Zwart
6
X23-M/1
Lichtblauw-Geel
1
X22-M/15
Rood-Zwart
1
Rood-Zwart
1,5
X23-M/10
Rood-Geel
1
MDCP/14
Rood-Zwart
1
Rood-Zwart
1,5
Bruin
Wit
0,5
0,5
MC2M-CABIN/S1 MDCP/16
MC2M-CABIN/S1 MDCP/13 X23-M/10 MC2M-CABIN/S7 X23-M/13
80
3
MC2M-CABIN/S26 X23-M/14 MC2M-CABIN/S25 X11-F/18 X14-F/U X15-M/4
19
Bruin
0,5
X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1
(05/02/2013)
80-01-M205NL
46
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S23 X11-F/20 X14-F/V X15-M/5 20
Wit
0,5
X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2
MDCP
24
Grijs-Roze
1
X9-F/N
25
Grijs-Geel
1
X9-F/D
26
Grijs-Donkerblauw
1
X9-F/E
27
Oranje-Paars
1
X9-F/O
28
Oranje-Geel
1
X9-F/G
29
Bruin-Donkerblauw
1
X9-F/H
30
Bruin-Grijs
1
X9-F/J
31
Wit-Grijs
1
33
Grijs-Zwart
1
1
Rood-Groen
1
X9-F/K MC2M-CABIN/L8 X22-M/12 F46 XDM-F/2 X16-M/27 X21-F/12
3
Bruin
0,5
X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7
5
Zwart
1
GND STR4/7 X16-M/25
80
6
Bruin
0,5
OBD2-F
X21-/33 X23-F/16 X503-F/2
7
8
Bruin-Donkerblauw
Roze-Rood
1
1
XDM-F/14 XM1-F/2 X16-M/18 XDM-F/5 X16-M/28 X21-F/13
11
Wit
0,5
X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21
80-01-M205NL
12
Bruin
0,75
X20-F/K
13
Donkerblauw
0,75
X20-F/J
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
47
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
STR4/8 X16-M/26 14
Wit
0,5
X21-F/34 X23-F/17
OBD2-F
X503-F/1 F61 16
Oranje-Groen
1
XDM-F/3 XM4-F/1
R1
R10
R11
R12
R13
R14
R15
R16
R17
(05/02/2013)
Groen
2,5
F19 R2/85
85
Zwart-Geel
1
86
Roze-Donkerblauw
1
X17-M/13
87
Wit-Rood
2,5
X17-M/14
30
Oranje
1,5
F11
85
Zwart
1
GND
86
Donkerblauw-Roze
1
X17-M/5
87
Grijs
1,5
X17-M/6
30
Paars
1,5
F12
85
Zwart
1
GND
86
Donkerblauw-Zwart
1
X17-M/7
87
Groen
1,5
X17-M/17
30
Oranje
1,5
F11
85
Zwart
1
GND
86
Wit-Roze
1
X17-M/9
87
Grijs-Zwart
1,5
X18-M/22
30
Paars
1,5
F12
85
Zwart
1
GND
86
Wit-Zwart
1
X17-M/11
87
Groen-Zwart
1,5
X17-M/19
30
Rood
1,5
X18-M/1/2/3/4
85
Lichtblauw-Oranje
1
X18-29
86
Grijs-Paars
1
X17-M/1
87
Geel-Paars
1,5
X17-M/2
30
Lichtblauw
1,5
X19-F/D
85
Zwart-Wit
1
X19-F/B
86
Lichtblauw-Wit
1
X19-F/C
87
Lichtblauw-Rood
1,5
X19-F/F
87a
Lichtblauw-Grijs
1
X19-F/E
30
Wit
1
X19-F/J
85
Zwart-Geel
1
X19-F/G
86
Lichtblauw-Geel
1
X19-F/H
87
Wit-Rood
1
X19-F/L
87a
Wit-Grijs
1
X19-F/K
30
Oranje
1
X19-F/O
85
Zwart
1
X19-F/M
86
Lichtblauw
1
X19-F/N
87
Oranje-Rood
1
X19-F/Q
87a
Oranje-Grijs
1
X19-F/P
X18-M/14
80
30
80-01-M205NL
48
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
R2
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
30
Groen-Zwart
2,5
Bestemming F20 R1/85
85
Zwart-Geel
1
86
Paars-Donkerblauw
1
X17-M/15
87
Wit-Groen
2,5
X17-M/16
30
Rood
4
F17
85
Zwart
1
GND
86
Rood-Zwart
1
X18-M/28
Rood-Zwart
1,5
R3 87
X18-M/14
X18-M/17 X17-M/10
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
1,5
F14
30
Rood
10
KEY/1
85
Zwart
1
GND
Groen-Rood
1
R74/86
Groen-Rood
1
R81/30
Bruin
1
86
Afbeelding
X17-M/8
F34 F44 F46 F51 F54
Bruin
R35
1,5
F55 F56 F59
87
F64 F67 F68 F35 F43 Bruin
2,5
F48
80
F66 F69 Bruin
6
F72
Rood
6
F18
85
Zwart
1
GND
86
Grijs-Groen
1
X18-M/19
Donkerblauw
1
F1
Donkerblauw
1
F8
Donkerblauw
4
Donkerblauw
1
F15
Donkerblauw
1
F11
Donkerblauw
1
F12
Donkerblauw
1,5
F9
Donkerblauw
1,5
F2
Donkerblauw
1
F13
Donkerblauw
1
F7
Donkerblauw
1
F3
30
R4 87
80-01-M205NL
F10 F6
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
49
Bedrading stekkers
R5
R6
R7
Pin
Rood
1,5
X18-M/1/2/3/4
Zwart
1
GND
86
Rood-Geel
1
X18-M/27
87
Grijs-Rood
1,5
X18-M/21
30
Lichtblauw
1,5
F3
85
Zwart
1
GND
86
Bruin-Grijs
1
X18-M/9
87
Lichtblauw-Geel
1,5
X18-M/10
30
Roze
1,5
R7/30
85
Bruin-Zwart
1
X18-11
86
Roze
1
F13
87
Roze-Zwart
1,5
X18-M/12
30
Rood
6
KEY/1
85
Zwart
1
GND
Groen-Rood
1
R35/86
Groen-Rood
1
R81/30
Donkerblauw
1,5
F42
Donkerblauw
1,5
F37
Donkerblauw
1,5
F65
Donkerblauw
1,5
F45
Geel-Zwart
2,5
87
30
F35
Zwart
1
GND
86
Roze-Wit
1
X22-F/28
DonkerblauwGroen
1
X22-F/6
DonkerblauwGroen
1,5
X22-F/5
Roze-Rood
1
85
Zwart
1
GND
86
Lichtblauw-Geel
1
X22-F/15
30
F50 X22-F/8
87
Lichtblauw
1
I22/12
30
Roze-Zwart
1,5
X22-F/19
85
Zwart
1
GND
86
Grijs-Groen
1
X22-F/18
87
Roze
1,5
F64
30
Rood
6
KEY/1
85
86
R78
Afbeelding
R83/30
85
87
R77
Bestemming
30
R74
R76
Doorsnede
85
86
R75
Kabelkleur
Zwart
1
GND
Rood-Zwart
1,5
X23-F/10
Rood-Zwart
1,5
X21-F/14
Rood-Zwart
1
STR4/6
Rood-Zwart
1,5
X16-M/5
Rood-Zwart
2,5
R80/87
Rood-Zwart
1,5
80
Ref.
F57 F33
87
F41 Rood-Zwart
1,5
F52 F62 F71
(05/02/2013)
80-01-M205NL
50
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
R79
R8
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
31
Zwart
1
GND
+
Rood-Geel
1,5
X20-F/M
C
Roze-Geel
1
30
Donkerblauw
1
85
Roze-Bruin
1
86
Donkerblauw
1
87
Zwart-Donkerblauw
1
X18-M/23
30
Rood
2,5
KEY/1
85
Zwart
1
GND
86
Wit-Rood
1
KEY/6
Rood-Zwart
1,5
X23-F/10
Rood-Zwart
1,5
X21-F/14
Rood-Zwart
1
STR4/6
Rood-Zwart
1
R78/86
R80 87
80
R8/86 X18-M/24 F6 R8/30
X16-M/5
1
R74/86
Groen-Rood
1
R35/86
Zwart
1
GND
Bruin
1
XM4-F/2
Bruin
1
X21-F/26
Bruin
1
X23-F/2
Bruin
1
X16-M/6
87
Wit-Rood
1
KEY/6
30
Zwart
1
GND
85
Zwart
1
86
86
87
30 85 86
GND X21-F/1
Wit-Oranje
1
Lichtblauw-Oranje
1
XM2-F/1
Lichtblauw-Oranje
1
X16-M/19
Geel-Zwart
1
F35
Geel-Zwart
2,5
R75/30
Zwart
1
GND
X37-F/5
Roze-Geel
1
X22-F/29
Donkerblauw-Roze
1
X22-F/4
Donkerblauw-Roze
2,5
X22-F/3
Roze-Rood
1
F8
85
Zwart
1
GND
86
Roze-Grijs
1
X17-M/3
87
Roze-Groen
1
X17-M/4
1
Donkerblauw
0,75
X20-M/J
87 30 R9
F6
1,5
R81
R83
X20-F/L
Rood-Zwart
85
R82
DL/6(C)
Groen-Rood
30
1
RS232 2
80-01-M205NL
Afbeelding
Bruin
0,75
X20-M/K
2
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
51
Bedrading stekkers Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Lichtblauw-Wit
1
X32-F/5 1
S11 2
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw-Groen
1
X32-F/6
2
1
S12 2
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw-Zwart
1
X32-F/7
2
1
S13 2
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw-Geel
1
X32-F/8
2
1
S14 2
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw
1
X33-M/1
2
1
S15 2
Zwart
1
GND
1
Oranje-Wit
1
X33-M/2
2
1
S16 2
Zwart
1
GND
1
Oranje-Groen
1
X33-M/3
2
1
S17 2
Zwart
1
GND
1
Oranje-Zwart
1
X33-M/4
2
Zwart
1
GND
1
Oranje-Geel
1
X33-M/5
2
Zwart
1
GND
1
Wit-Donkerblauw
1
X32-F/9
2
Zwart
1
GND
1
Wit-Groen
1
X32-F/10
2
Zwart
1
GND
1
Rood-Donkerblauw
1
X33-M/6
2
Zwart
1
GND
2
1
S18
2
1
S19
2
1
S24
2
1
S25
2
1
S27
(05/02/2013)
Afbeelding
2
80-01-M205NL
80
Ref.
52
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Rood-Grijs
1
X33-M/7 1
S28 2
Zwart
1
GND
1
Rood-Paars
1
X33-M/8
2
Zwart
1
GND
1
Rood-Groen
1
X33-M/9
2
Zwart
1
GND
A
Groen-Zwart
1
X33-M/10
B
Grijs-Paars
1
X33-M/11
C
Zwart
1
GND
1
Bruin-Paars
1
X32-F/3
2
Zwart-Paars
1
X32-F/4
1
Groen-Wit
1
I24/2
2
Groen-Grijs
1
I24/8
80
2
1 2
1
S8
3
Bruin-Wit
1
I69/21
4
Bruin-Grijs
1
I69/11
5
Geel-Groen
1
2
I4/5 VIEW/6
6
Wit
0,5
8
Rood-Zwart
1,5
X21-M/14
X21-M/34
9
Lichtblauw-Wit
1
I2/1
10
Lichtblauw
1
I2/7
11
Roze-Groen
1
X21-M/20
12
Roze-Rood
1
X21-M/21
14
Bruin
0,5
16
Wit-Oranje
1
X21-M/1
17
Roze-Bruin
1
X21-M/23
18
Roze-Donkerblauw
1
X21-M/24
21
Paars-Geel
1
22
Paars
1
X21-M/8
Zwart
1
GND
Zwart
1
GND
23
80-01-M205NL
2
1
S36
STR2
2
1
S35
S6
Afbeelding
VIEW/5 X21-M/33
I70/1 X20-M/U
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
53
Bedrading stekkers Ref.
STR3
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
3
Paars-Zwart
1
X21-M/6
4
Groen-Rood
1
X21-M/22
5
Wit
1
6
Wit-Oranje
1
I28/5
7
Wit-Grijs
1
I29/5
8
Wit-Donkerblauw
1
I30/5
9
Wit-Groen
1
I31/5
13
Oranje-Groen
1
I77/5
14
Paars-Wit
1
I1/7
15
Geel-Rood
1
X20-M/P
16
Donkerblauw-Zwart
1
I76/5
17
Oranje-Paars
1
I77/2
1
Groen-Bruin
1
X16-/11
2
Groen-Grijs
1
X16-M/10
3
Groen-Zwart
1
X16-M/17
4
Groen-Geel
1
X16-M/20
5
Zwart
1
GND
Rood-Zwart
1
Rood-Zwart
1,5
6
Bestemming
I27/5 X55-F/2
R78/86 R80/87 X16-M/5 X21-F/14 X23-F/10
STR4
OBD2/6 X16-F/25 7
Afbeelding
Bruin
0,5
1 2 3 4
8 7 6 5
X21-F/33 X23-F/16 X503-F/2 OBD2/14 X16-M/26
Wit
0,5
X21-F/34
80
8
X23-F/17 X503-F/1
SV-F
1
Roze
1
M8/4
2
Oranje
1
MC2M CHASSIS/L4
3
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw-Rood
2,5
X35-H/J
2
Zwart
2,5
GND
1
Donkerblauw-Rood
1
T1
1 2
T41
TV-F 2
(05/02/2013)
Zwart
1
1 2
F41 X7D-F/T GND
1 2
80-01-M205NL
54
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
VIEW
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Donkerblauw
1,5
X20-M/A
4
Afscherming
-
X21-M/35
5
Bruin
0,5
6
Wit
0,5
STR2/14 X21-M/33 STR2/6 X21-M/34
7
Zwart
1
GND
13
Rood
1
X20-M/C
24
Zwart
1,5
GND X10-2
DonkerblauwGroen
1
DonkerblauwGroen
1,5
X22-M/5
DonkerblauwGroen
1
X22-M/6
DonkerblauwGroen
1,5
Donkerblauw-Roze
1
Donkerblauw-Roze
1,5
X22-M/3
Donkerblauw-Roze
1
X22-M/4
Donkerblauw-Roze
1,5
5
Grijs
1,5
X22-M/11
6
Wit-Rood
1
X22-M/25
1
2
3
4
Afbeelding
X22-M/6
X10-1 X22-M/5 X10-4 X22-M/4
X10-3 X22-M/3
X11-F/23
X9-F/T 7 X10
80
8
9
10
MC2M-CABIN/L4
Bruin-Roze
1
Donkerblauw
1
Donkerblauw
2,5
X10/10
Donkerblauw
6
X23-M/8
Donkerblauw
2,5
Donkerblauw
6
X23-M/8
Donkerblauw
1
X10/9
Donkerblauw
2,5
X10/8
Donkerblauw
6
X23-M/8
X23-M/11 X10/9
X10/10 X10/8
11
Zwart-Paars
1
MC2M-CABIN/L20
12
Zwart
2,5
GND
13
Zwart-Donkerblauw
1
MC2M-CABIN/L19
14
Zwart
2,5
GND
15
Zwart-Geel
1
MC2M-CABIN/S13
16
Zwart
2,5
GND
17
Zwart-Wit
1
MC2M-CABIN/S14
18
Wit
2,5
X23-M/7
19
Rood
1
X15-M/2 X23-M/9 X46/B
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
55
Bedrading stekkers Ref.
Pin 1
2
3 X10(FPDX)
4
5
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Zwart
1
GND
Geel-Zwart
1
X10A/1
Geel-Zwart
1
X13/7
Geel-Zwart
1,5
X25/3(FASX)
Geel-Zwart
1,5
X18-F/7
Lichtblauw-Geel
1,5
X18-F/10
Lichtblauw-Geel
1
A2/1
Lichtblauw-Geel
1
X13/2
Lichtblauw-Geel
1
X6/3(FPSX)
Donkerblauw
1
X10/4(FPDX)
Donkerblauw
1
X13/1
Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/L40
Donkerblauw
1,5
X16-M/9
Roze-Zwart
1,5
X18-F/12
Roze-Zwart
1
X6/5 (FPSX)
Roze-Zwart
1
X13/6
Afbeelding
X107-F/2 X101-F
1
Geel
1
X12-F/4 X32-F/2
X102-F
1
Zwart-Wit
1
2
Zwart-Rood
1
3
Wit-Geel
1
4
Zwart-Wit
1
5
Zwart-Rood
1
6
Wit-Donkerblauw
1
1
Grijs-Rood
1
X102-F/4 X16-M/16 X102-F/5 X16-M/15 X16-M/13 X102-F/1
6 5 4
X16-M/16
3
2
1
X102-F/2 X16-M/15 X16-M/14
80
X107-F/6 X12-F/7 X32-F/4 X107-F/9
X103-F
X12-F/6 2
Bruin-Wit
1
X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2 X106/1
X105
(05/02/2013)
1
Roze-Zwart
1
X107A/1
2
Zwart
1
GND
3
Bruin
0,5
X9-M/P
4
Wit
0,5
X9-M/Q
X9-M/B
A C
B
80-01-M205NL
56
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Grijs-Rood
1
Bestemming
Afbeelding
X107-F/6 X12-F/7 X32-F/4 X107-F/9
X103-F
X12-F/6 2
Bruin-Wit
1
X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2 X106/1
X105
1
Roze-Zwart
1
X107A/1
2
Zwart
1
GND
3
Bruin
0,5
X9-M/P
4
Wit
0,5
X9-M/Q
1
Roze-Zwart
1
X107A/1
2
Zwart
1
GND
3
Oranje-Paars
1
X9-M/O
4
Bruin-Grijs
1
X9-M/J
1
Roze-Zwart
1
2
Zwart
1
3
Grijs-Donkerblauw
1
X9-M/E
4
Wit-Grijs
1
X9-M/K
Donkerblauw-Geel
1
X21-F/10
Donkerblauw-Geel
1
X42-F/5
Donkerblauw-Geel
1
X32-F/1
Donkerblauw-Geel
1
Geel
1
X101-F/1
Geel
1
X12-F/4
Geel
1
X32-F/2
X9-M/B
A C
B
X105/1
X106
X9-M/B
X105/1
X107A
X9-M/B
1
80
X106/1
2
4 X107-F 6
8
GND
F37 X107-F/10
Zwart
1
GND
Grijs-Rood
1
X103-F/1
Grijs-Rood
1
X12-F/7
Grijs-Rood
1
X32-F/4
Donkerblauw-Wit
1
X12-F/8 X42-F/3 X103-F/2 X12-F/6
9
Bruin-Wit
1
X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
57
Bedrading stekkers Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Donkerblauw-Geel
1
X21-F/10
Donkerblauw-Geel
1
X42-F/5
Donkerblauw-Geel
1
X32-F/1
Donkerblauw-Geel
1
11
Groen
1
12
Zwart
1
1
Roze-Zwart
1
2
Zwart
1
GND
3
Grijs-Geel
1
X9-M/D
4
Oranje-Geel
1
X9-M/G
1
Roze-Zwart
1
2
Zwart
1
GND
3
Grijs-Roze
1
X9-M/N
4
Bruin-Donkerblauw
1
X9-M/H
Geel-Zwart
1,5
X25/3(FASX)
Geel-Zwart
1,5
X18-F/7
Geel-Zwart
1
X10/2(FPDX)
Geel-Zwart
1
X13/7
Zwart
1
GND
Wit-Groen
1
X18-F/16
10 X107-F
X108
X109
X10A
1
2 1 X11A
F37 X107-F/1 F70 X12-F/1 GND X109/1 X9-A
X108/1 X9-M/A
Wit-Groen
1
X4A/1
2
Zwart
1
GND
3
Wit-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/R33
1
OranjeDonkerblauw
1
MC2M CHASSIS/R8
(05/02/2013)
1 2
1 2
1
X11B
X11-F
Afbeelding
2
Zwart
1
GND
1
Grijs-Zwart
2,5
X23-M/6
2
Zwart
2,5
GND
3
Paars-Geel
1
X22-M/31
4
Paars-Wit
1
X22-M/30
5
Groen-Bruin
1
XRD-C3
6
Groen-Grijs
1
XRD/D1
7
Groen-Geel
1
XRD/D2
8
Groen-Wit
1
XRD/D3
9
Grijs-Rood
1
XRD/E2
10
Grijs-Zwart
1
XRD/E3
11
Groen
1
MC2M-CABIN/L30
12
Donkerblauw
1
MC2M-CABIN/L23
13
Bruin-Zwart
1
MC2M-CABIN/R24
14
Bruin-Groen
1
MC2M-CABIN/R30
15
Zwart-Geel
1
MC2M-CABIN/R27
16
Zwart-Wit
1
MC2M-CABIN/R28
17
Oranje-Groen
1
MC2M-CABIN/R26
2
80
Ref.
80-01-M205NL
58
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X14-F/U X15-M/4 18
Bruin
0,5
X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1
19
Roze-Groen
1
MC2M-CABIN/R40 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X14-F/V X15-M/5
20
Wit
0,5
X23-M/17 X88-M/4
X11-F
X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 21
Donkerblauw-Rood
1,5
MC2M-CABIN/S3
22
Donkerblauw-Geel
1,5
MC2M-CABIN/S4 X10-F/6
23
Wit-Rood
1
X22-M/25
80
X9-F/T
X12A
24
Bruin-Paars
1
MC2M-CABIN/L1
25
DonkerblauwGroen
1,5
MC2M-CABIN/S5
26
Donkerblauw-Zwart
1,5
MC2M-CABIN/R13
27
Bruin
0,5
MC2M-CABIN/S28
28
Bruin-Donkerblauw
1
29
Wit
0,5
MC2M-CABIN/S30
Zwart
1
GND
Oranje-Rood
1
MC2M CHASSIS/L14
Groen
1
X107-F/11
Groen
4
F70
X22-M/20 XRD/K1
1
1
Geel
1
X101-F/1
4
Geel
1
X32-F/2
Geel
1
X107-F/2
5
Groen
1,5
X22-F/24 X103-F/2
X12-F
X107-F/9 6
Bruin-Wit
1
X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2
7
80-01-M205NL
Grijs-Rood
1
X103-F/1
Grijs-Rood
1
X32-F/4
Grijs-Rood
1
X107-F/6
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
59
Bedrading stekkers
X12-F
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
8
Donkerblauw-Wit
1
10
Zwart
4
GND
12
Grijs
1
X33-M/1
Donkerblauw
1
X30/2(FADX)
Donkerblauw
1
X10/4(FPDX)
Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/L40
Donkerblauw
1,5
X16-M/9
Lichtblauw-Geel
1,5
X18-F/10
Lichtblauw-Geel
1
A2/1
Lichtblauw-Geel
1
X10/3(FPDX)
Lichtblauw-Geel
1
X6/3(FPSX)
1
2
3
4 X13
5
6
(05/02/2013)
X42-F/3
Zwart
1
GND
Donkerblauw-Zwart
1,5
X25/2(FASX)
Donkerblauw-Zwart
1
X6/4(FPSX)
Donkerblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/L39
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
Geel
1
X6A/1
Geel
1
X30/3(FADX)
Geel
1,5
X18-F/6
Geel
1
X6(FPSX)
Roze-Zwart
1,5
X18-F/12
Roze-Zwart
1
X10/5(FPDX)
Roze-Zwart
1
X6/5 (FPSX)
1
X10A/1
Geel-Zwart
1,5
X25/3(FASX)
Geel-Zwart
1,5
X18-F/7
Geel-Zwart
1
X10/2(FPDX)
Rood-Groen
1,5
X22-M/21
Rood-Groen
1
B
Geel-Zwart
1,5
C
Rood-Bruin
1,5
D
Zwart
1,5
GND
E
Zwart
1,5
GND
A
Afbeelding
X107-F/8
Geel-Zwart 7
X14-F
Bestemming
1 2 3 4
8 7 6 5
XRD/F1 XRD/H1
80
Ref.
X22-M/22 X22-M/23 X46-A
F
Wit
1
MC2M-CABIN/L24
G
Wit-Zwart
1
MC2M-CABIN/L33
H
Wit-Rood
1
MC2M-CABIN/L22
J
Wit-Geel
1
MC2M-CABIN/L32
K
Wit-Groen
1
MC2M-CABIN/L34
L
Wit-Donkerblauw
1
MC2M-CABIN/L12
M
Wit-Roze
1
MC2M-CABIN/L14
N
Wit-Oranje
1
MC2M-CABIN/R23
O
Groen-Wit
1
MC2M-CABIN/L31
P
Groen-Rood
1
MC2M-CABIN/R38
Q
Groen-Grijs
1
MC2M-CABIN/R39
R
Geel-Groen
1
MC2M-CABIN/L2
S
Oranje-Zwart
1
MC2M-CABIN/R19
T
Oranje-Groen
1
MC2M-CABIN/R20 80-01-M205NL
60
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X15-M/4 U
Bruin
0,5
X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20
X14-F
X15-M/5 V
Wit
0,5
X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X15-M/6 X23-M/18
W
Afscherming
-
X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1
X
Lichtblauw-Rood
1
MC2M-CABIN/S17 X51/2
A
Rood-Groen
1
X51/5 X53/1 X53/3
80
B
C
X14-M
80-01-M205NL
Geel-Zwart
1
Rood-Bruin
1
M3/2 M4/2 ISR/1 XMS/2
Rood-Bruin
1,5
X76-F/1
D
Zwart
1,5
GND
E
Zwart
1,5
GND
F
Wit
1
M3/17
G
Wit-Zwart
1
M4/17
H
Wit-Rood
1
M3/16
J
Wit-Geel
1
M4/16
K
Wit-Groen
1
M3/15
L
Wit-Donkerblauw
1
M4/15
M
Wit-Roze
1
M3/18
N
Wit-Oranje
1
M4/18
O
Groen-Wit
1
X53/2
P
Groen-Rood
1
X51/3
Q
Groen-Grijs
1
X51/4
R
Geel-Groen
1
XMS/1
S
Oranje-Zwart
1
X75-4 (05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
61
Bedrading stekkers Ref.
X14-M
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
T
Oranje-Groen
1
X75/2
U
Bruin
0,5
V
Wit
0,5
W
Afscherming
-
X
Lichtblauw-Rood
1
XSP/1
1
Bruin-Zwart
1
X18-F/11
Afbeelding
M3/3 M4/3 M3/4 M4/4 M3/5 M4/5
1
X15A 2
Zwart
1
GND
1
Lichtblauw-Groen
1
X22-M/16
2
X10-19 2
Rood
1
X23-M/9 X46-B
3
Zwart
1
GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
4
Bruin
0,5
X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23
X15-M
MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V Wit
0,5
X23-M/17
80
5
X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X23-M/18 6
Afscherming
-
X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1
(05/02/2013)
80-01-M205NL
62
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Grijs-Groen
1
Grijs-Groen
1,5
F38
Zwart
1
GND
Zwart
1,5
GND
Grijs-Paars
1
X17-F/1
Grijs-Paars
1,5
Grijs-Paars
1
MC2M CHASSIS/R3
Geel-Rood
1
MC2M CHASSIS/L37
Geel-Rood
1,5
Rood-Zwart
1,5
Rood-Zwart
1,5
Afbeelding
X18-F/19 1
2
3
4
X26/C X71/A
KEY X22-F/17
DL/1 X18-F/5 X23-F/10 X21-F/14 MC2M CHASSIS/S1
Rood-Zwart
1
STR4/6 X18-F/28
5
MC2M CHASSIS/S1 Rood-Zwart
1
R78-86 R80-87 X18-F/28
Rood-Zwart
2,5
R80-87
Bruin
1
XM4/2
Bruin
1
X21-F/26
Bruin
1
X23-F/2
Bruin
1
Roze-Bruin
1
Donkerblauw-Zwart
1,5
X25/2(FASX)
Donkerblauw-Zwart
1
X6/4(FPSX)
Donkerblauw-Zwart
1
X13/4
Donkerblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/L39
Donkerblauw-Zwart
1
X21-F/27
Donkerblauw-Zwart
1,5
DL/3
Donkerblauw
1
X10/4(FPDX)
Donkerblauw
1
X13/1
Donkerblauw
1
Donkerblauw
1,5
10
Groen-Grijs
1
11
Groen-Bruin
1
Geel-Paars
1
Geel-Paars
1,5
X16-M 6
80
7
8
9
12
80-01-M205NL
R81-86 X35-M/K X18-F/24 XM2-F/9
MC2M CHASSIS/L40 X21-F/28 DL/2 X30/2(FADX) STR4/2 XSC-F/3 STR4/1 XSC-F/4 XM1-F/1 X17-F/2 X35-M/L
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
63
Bedrading stekkers Ref.
Pin 13
14
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Wit-Geel
1
CC2/7
Wit-Geel
1
X102-F/3
Wit-Donkerblauw
1
X102-F/6
Wit-Donkerblauw
1
CC2/1
Zwart-Rood
1
X102-F/2
Afbeelding
CC2/5 15
X102-F/5 CC2/6 16
Zwart-Wit
1
X102-F/1 X102-F/4
17
Groen-Zwart
1
18
Roze-Rood
1
STR4/-3 XSC-F/5 OBD2-F/8 X35-M/R XDM-F/5
Lichtblauw-Oranje
1
19
20
Lichtblauw-Oranje
1
Groen-Geel
1
X18-F/29 XM2-F/1 MC2M CHASSIS/L34 R82-87 STR/4 XSC-F/6 MC2M CHASSIS/S24
21
Afscherming
-
X21-F/35 X23-F/18 X35-M/X
X16-M 22
Bruin
0,34
XDM-F/8 XM2-F/14 X35-M/V
23
Geel
0,34
XDM-F/6 XM2-F/13
Wit
0,34
80
X35-M/W 24
XDM-F/7 XM2-F/15 MC2M CHASSIS/S25 OBD2-F/6 STR4/7
25
Bruin
0,5
X21-F/33 X23-F/16 X500-F/2 X503-F/2 X71/D MC2M CHASSIS/S23 OBD2-F/14 STR4/8
26
Wit
0,5
X21-F/34 X23-F/17 X500-F/1 X503-F/1 X71/C
(05/02/2013)
80-01-M205NL
64
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
OBD2-F/3 X21-F/12 27
Bruin
0,5
X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7
X16-M
OBD2-F/11 X21-F/13 28
Wit
0,5
X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8
Grijs-Paars
1,5
X16-M/3
Grijs-Paars
1
MC2M CHASSIS/R3
Geel-Paars
1,5
X16-M/12
Geel-Paars
1,5
X35-M/L
3
Roze-Grijs
1
MC2M CHASSIS/R10
4
Roze-Groen
1
X9/1(E35)
5
Donkerblauw-Roze
1
MC2M CHASSIS/S8
6
Grijs
1,5
X30/5(FADX)
7
Donkerblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/S9
Rood-Zwart
1,5
X18-F/17
1
2
MC2M-1 CHASSIS/1 8
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CHASSIS/2 MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10
X17-F
9
Wit-Roze
1
MC2M CHASSIS/S19
Rood-Zwart
1,5
X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1
80
10
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CHASSIS/2 MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/8
80-01-M205NL
11
Wit-Zwart
1
MC2M CHASSIS/S20
12
Zwart
4
GND
13
Roze-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/S17
14
Wit-Rood
2,5
X23/A
15
Paars-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/S18
16
Wit-Groen
2,5
X24/A
17
Groen
1,5
X30/4(FADX)
18
Bruin-Rood
4
X35-M/G
19
Groen-Zwart
1,5
X25/4(FASX)
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
65
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Grijs-Paars
1
R14/86
2
Geel-Paars
1,5
R14/87
3
Roze-Grijs
1
R9/86
4
Roze-Groen
1
R9/87
5
Donkerblauw-Roze
1
R10/86
6
Grijs
1,5
R10/87
7
Donkerblauw-Zwart
1
8
9 X17-M 10
Afbeelding
R11/86 X17-M/10
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
4
Rood-Zwart
1,5
F14
Wit-Roze
1
R12/86
Rood-Zwart
2,5
X18-M/7 R3/87
X17-M/8 X18-M/17
Rood-Zwart
4
R3/87
Rood-Zwart
1,5
F14
11
Wit-Zwart
1
R13/86
12
Zwart
4
GND
13
Roze-Donkerblauw
1
R1/86
14
Wit-Rood
2,5
R1/87
15
Paars-Donkerblauw
1
R2/86
16
Wit-Groen
2,5
R2/87
17
Groen
1,5
R11/87
18
Bruin-Rood
4
F16
19
Groen-Zwart
1,5
R13/87
Rood
1
X26/B X18-F/2
1
Rood
4
X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B
6
Rood
1
X35-M/D
80
Rood
X35-M/E X26/B X18-F/1
X18-F
2
Rood
4
X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B
Rood
6
Rood
1
X35-M/D X35-M/E X26/B X18-F/1
3
Rood
4
X18-F/2 X18-F/4 X35-M/B
Rood
(05/02/2013)
6
X35-M/D X35-M/E
80-01-M205NL
66
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood
1
Bestemming
Afbeelding
X26/B X18-F/1
4
Rood
4
X18-F/2 X18-F/3 X35-M/B
5
6
7
X35-M/D
Rood
6
Geel-Rood
1
MC2M CHASSIS/L37
Geel-Rood
1,5
X16-M/4
Geel
1
X6A/1
X35-M/E
Geel
1
X13/5
Geel
1,5
X30/3(FADX)
Geel
1
X6(FPSX)
Geel-Zwart
1
X10A/1
Geel-Zwart
1
X13/7
Geel-Zwart
1,5
X25/3(FASX)
Geel-Zwart
1
X10/2(FPDX) X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3
X18-F
8
Oranje
1
X29C/1 X5/1 X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7/1
80
X7A/3 X7B/3 X7C/1 9
10
11
12
13 14
15
16
80-01-M205NL
Bruin-Grijs
1
CC3/1
Lichtblauw-Geel
1
A2/1
Lichtblauw-Geel
1
X13/2
Lichtblauw-Geel
1
X10/3(FPDX)
Lichtblauw-Geel
1
X6/3(FPSX)
Bruin-Zwart
1
X15A/1
Roze-Zwart
1
X10/5(FPDX)
Roze-Zwart
1
X6/5 (FPSX)
Roze-Zwart
1
X13/6
Rood-Wit
1,5
CC1/2 X20-F/1
Zwart-Geel
1
Groen-Rood
1
I6/1
Groen-Rood
1
X32-M/1
Wit-Groen
1
X35-M/T
X11A/1 X4A/1
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
67
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood-Zwart
1,5
Bestemming
Afbeelding
MC2M-1 CHASSI/S3 MC2M-1 CHASSIS/1
17
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CHASSIS/2 X17-F/10 X17-F/8
18
Grijs-Paars
1
X32-M/11 X33-F/11 X16-M/1
19
Grijs-Groen
1
X26/C X71/A
X18-F
20
Rood-Groen
1
X22/1
21
Grijs-Rood
1,5
X35-M/F
22
Grijs-Zwart
1,5
X25/5(FASX)
23
Zwart-Donkerblauw
1
X35-M/U
24
Roze-Bruin
1
X16-M/7 X18-F/26
25
Lichtblauw-Rood
1,5
X35-M/H X35-M/J X18-F/25
26
Lichtblauw-Rood
1,5
X35-M/H
27
Rood-Geel
1
X35-M/A
28
Rood-Zwart
1
MC2M-1 CHASSI/S1
X35-M/J
MC2M CHASSIS/S1
X16-M/5 Lichtblauw-Oranje
1
Rood
1,5
Rood
2,5
X16-M/19 R14/30 R5/30 F19 F20
80
29
MC2M CHASSI/L34
F16
1
F17 Rood
4
X18-M/2 X18-M/3 X18-M/4
Rood
X18-M
6
Rood
1,5
Rood
2,5
F18 R14/30 R5/30 F19 F20 F16
2
F17 Rood
4
X18-M/1 X18-M/3 X18-M/4
Rood
(05/02/2013)
6
F18
80-01-M205NL
68
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood
1,5
Rood
2,5
Bestemming
Afbeelding
R14/30 R5/30 F19 F20 F16
3
F17 Rood
4
X18-M/1 X18-M/2 X18-M/4
Rood
6
Rood
1,5
Rood
2,5
F18 R14/30 R5/30 F19 F20 F16
4
F17 Rood
4
X18-M/1 X18-M/2 X18-M/3
80
X18-M
Rood
6
F18
5
Geel-Rood
1,5
F4/F5
6
Geel
1,5
F5
7
Geel-Zwart
1,5
F4
8
Oranje
1,5
F9
9
Bruin-Grijs
1
R6/86
10
Lichtblauw-Geel
1,5
R6/87
11
Bruin-Zwart
1
R7/85
12
Roze-Zwart
1,5
R7/87
13
Rood-Wit
1,5
14
Zwart-Geel
1
15
Groen-Rood
1
16
17
18 19 20
R2/85 F2
Wit-Groen
1
F1
Rood-Zwart
1,5
R3/87
Rood-Zwart
2,5
Rood-Zwart
1,5
F14
Grijs-Paars
1
F10
X17-M/10 X17-M/8
Grijs-Groen
1
R4/86
Rood-Groen
1
X19-F/A
Rood-Groen
1
F7
Grijs-Rood
1,5
R5/87
22
Grijs-Zwart
1,5
R12/87
23
Zwart-Donkerblauw
1
R8/87
21
80-01-M205NL
F14 R1/85
24
Roze-Bruin
1
R8/85
25
Lichtblauw-Rood
1,5
F15
26
Lichtblauw-Rood
1,5
F15
27
Rood-Geel
1
R5/86
28
Rood-Zwart
1
R3/86
29
Lichtblauw-Oranje
1
R14/85 (05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
69
Bedrading stekkers Ref.
X19-F
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
A
Rood-Groen
1
B
Zwart-Wit
1
R15/85
C
Lichtblauw-Wit
1
R15/86
D
Lichtblauw
1,5
R15/30
E
Lichtblauw-Grijs
1
R15/87a
Afbeelding
F7 X18-M/20
F
Lichtblauw-Rood
1,5
R15/87
G
Zwart-Geel
1
R16/85
H
Lichtblauw-Geel
1
R16/86
J
Wit
1
R16/30
K
Wit-Grijs
1
R16/87a
L
Wit-Rood
1
R16/87
M
Zwart
1
R17/85
N
Lichtblauw
1
R17/86
O
Oranje
1
R17/30
P
Oranje-Grijs
1
R17/87a
Q
Oranje-Rood
1
R17/87
R
Grijs-Donkerblauw
1
XRS-1
S
Grijs-Rood
1
XRS-2
T
Grijs
1
XD+-1
U
Paars-Donkerblauw
1
XD+-2 XSC1-F/1
A
Rood-Groen
1
XSC2-F/1
X19-M
B
Zwart-Wit
1
XSC-F/7
C
Lichtblauw-Wit
1
XSC-F/8
D
Lichtblauw
1,5
XSC-F/9
E
Lichtblauw-Grijs
1
XSC-F/10
F
Lichtblauw-Rood
1,5
XSC-F/11
G
Zwart-Geel
1
XSC2-F/3
H
Lichtblauw-Geel
1
XSC2-F/4
J
Wit
1
XSC2-F/5
K
Wit-Grijs
1
XSC2-F/6
L
Wit-Rood
1
XSC2-F/7
M
Zwart-Donkerblauw
1
XSC1-F/8
N
Lichtblauw
1
XSC1-F/7
O
Oranje
1
XSC1-F/6
P
Oranje-Grijs
1
XSC1-F/5
Q
Oranje-Rood
1
XSC1-F/5
Grijs-Donkerblauw
1
I43/3
Grijs-Donkerblauw
1
CC1/5
S
Grijs-Rood
1
T
Grijs
1
X35-M/C
U
Paars-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/L19
1
Rood
25
KEY/1
R
X1-M
(05/02/2013)
80
XSC-F/2
CC1/3 I43/1
80-01-M205NL
70
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Zwart-Geel
1
2
Zwart
1
Donkerblauw
1
Donkerblauw
1,5
F63
Wit
2,5
F69
A
B
Bestemming
Afbeelding
X18-F/14 X35-M/T GND F63 X37-F/8
F49 C
Rood
1
X23-F/9 X37-F/1
D
Zwart
4
GND I66/1
E
X20-F
1
I66/3 I66/4
Oranje-Geel
1,5
F57
F
Oranje-Wit
1
F36
G
Rood-Groen3
1
F33
H
Grijs-Rood
1
X23-F/3
J
Donkerblauw
0,75
OBD2-F/13
K
Bruin
0,75
OBD2-F/12
L
Roze-Geel
1
M
Geel-Rood
1
R79/+
Groen-Wit
1
F48
N
1 2
DL/6(C) R79/C
Groen-Wit
1
XS1-F/6
Geel-Rood
1
I20/1
R
Oranje-Paars
1
XS1-F/1
S
Oranje-Zwart
1
XS1-F/2
T
OranjeDonkerblauw
1
XS1-F/3
U
Paars-Geel
1
X22-F/31
V
Paars-Wit
1
X22-F/30
W
Zwart
1
GND
X
Zwart
1
GND
P
80
Oranje-Geel
1
Wit
1
X20-M/2
2
Wit
1
X20-M/1
A
Donkerblauw
1,5
VIEW/1
B
Wit
2,5
XAS/2
C
Rood
1
VIEW/13
D
Zwart
4
GND
Oranje-Geel
1
I24/3
X20-M
I24/4 I24/6 I10/14
Oranje-Geel
1
E
I70/5
2 1
I73/14 I1/5 I2/3 Oranje-Geel
1,5
I26/3 I26/4 I27/1
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
71
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
I4/1 I51/14 I51/24 I69/14 I69/24 E
Oranje-Geel
1,5
I76/1 I77/1 I77/3 I77/4 I78/1 I79/1 I9/5
F
Oranje-Wit
1
I53/3 I1/10 I2/10 I24/10 I27/6 I28/10 I29/10 I30/10 I31/10
G
Rood-Groen3
1
I35/10 I4/10 I54/10
X20-M
I70/10 I76/10
2 1
I77/10 I78/10 I79/10 I9/10
(05/02/2013)
Grijs-Rood
1
I79/5
J
Donkerblauw
0,75
RS232/1
K
Bruin
0,75
RS232/2
L
Roze-Geel
1
I53/5
M
Geel-Rood
1
N
Groen-Wit
1
I53/1
80
XAS/1 H
I53/2 I53/4
P
Geel-Rood
1
STR3/15
R
Oranje-Paars
1
X98/A
S
Oranje-Zwart
1
X98/B
T
OranjeDonkerblauw
1
X98/C
U
Paars-Geel
1
V
Paars-Wit
1
I70/6
W
Zwart
1
GND
X
Zwart
1
GND
I701 STR2/21
80-01-M205NL
72
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
27
Bruin
0,5
MC2M CHASSIS/S7
Afbeelding
CAN/1
X501-F/2
X216-M
CAN/2 28
Wit
0,5
MC2M CHASSIS/S26 X501-F/1
1
Wit-Oranje
1
R82/86 X37-F/5
2
Bruin-Rood
1
X22-F/26
3
Bruin-Groen
1
X22-F/27
4
Roze-Grijs
1
X23-F/4
5
Bruin-Roze
1
X22-F/9
6
Paars-Zwart
1
I66/5
7
Lichtblauw
1,5
X7D-F/C
8
Paars
1
DL/8
9
Oranje-Rood
1
F60
Donkerblauw-Geel
1
F37
Donkerblauw-Geel
1
X32-F/1
Donkerblauw-Geel
1
10
11
X107-F/1 X107-F/10
Donkerblauw-Geel
1
X42-F/5
Wit-Groen
1,5
F59 OBD2-F/3 X16-M/27
12
Bruin
0,5
X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19
X21-F
XS1-F/7 OBD2-F/11 X16-M/28
80
13
Wit
0,5
X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8
14
1
X23-F/10
Rood-Zwart
1
STR4/6
Rood-Zwart
1
R78/86
Rood-Zwart
1,5
X16-M/5
Rood-Zwart
2,5
R80/87
Paars-Geel
1
XM3-F/4
16
Paars-Rood
1
XM3-F/5
17
Rood-Zwart
1
X22-F/14
18
Groen-Zwart
1
X22-F/13
19
Grijs-Zwart
1
X22-F/12
20
Roze-Groen
1
DL/7
21
Roze-Rood
1
DL/4
22
Groen-Rood
1
I66/2
23
Roze-Bruin
1
DM/8
24
Roze-Donkerblauw
1
DM/9
15
80-01-M205NL
Rood-Zwart
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
73
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
25
Bruin-Donkerblauw
1
Bruin
1
XM4-F/2
Bruin
1
X23-F/2
Bruin
1
26
Afbeelding
X22-F/20 X37-F/6
R81/86 X16-M/6
Donkerblauw-Zwart
1
DL/3
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
28
Donkerblauw
1,5
29
Zwart-Geel
1
X7D-F/K
30
Rood-Grijs
1
X7D-F/J
31
Zwart-Wit
1
X7D-F/H
32
Rood-Wit
1
X7D-F/G
27
X21-F
Bestemming
DL/2 X16-M/9
OBD2-F/6 STR4/7 33
Bruin
0,5
X16-M/25 X23-F/16 X503-F/2 OBD2/14 STR4/8
34
Wit
0,5
X16-M/26 X23-F/17 X503-F/1
Afscherming
-
8
Paars
1
STR2/22
1
Wit-Oranje
1
STR2/16
X23-F/18
80
X21M
X16-M/21
35
I26/8 2
Bruin-Rood
1
L30/1 X55-F/1
X21-M
(05/02/2013)
I26/2
3
Bruin-Groen
1
4
Roze-Grijs
1
5
Bruin-Roze
1
I78/5
6
Paars-Zwart
1
STR3/3
7
Lichtblauw-Groen
1,5
L31/1 A6-F/1 I9/1
I54/5 X38/7
9
Oranje-Rood
1
10
Donkerblauw-Geel
1
11
Wit-Groen
1,5
12
Bruin
0,5
J1939/1
13
Wit
0,5
J1939/2
14
Rood-Zwart
1,5
STR2/8
15
Paars-Geel
1
I35/7
XCD/4 X38/4 XCD/7 I54/1
80-01-M205NL
74
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
16
Paars-Rood
1
I35/1
17
Rood-Zwart
1
I73/11
18
Groen-Zwart
1
I10/11
19
Grijs-Zwart
1
I51/11
20
Roze-Groen
1
STR2/11
21
Roze-Rood
1
STR2/12
22
Groen-Rood
1
STR3/4
23
Roze-Bruin
1
STR2/17
24
Roze-Donkerblauw
1
STR2/18
25
Bruin-Donkerblauw
1
Afbeelding
I10/24 X70/F/2 I70/8
X21-M
26
Bruin
1
I73/21 X70-F/1
27
Donkerblauw-Zwart
1
I53/6
28
Donkerblauw
1
I53/7
29
Zwart-Geel
1
X39A/6
30
Rood-Grijs
1
X39A/5
31
Zwart-Wit
1
X39A/4
32
Rood-Wit
1
X39A/3
33
Bruin
0,5
34
Wit
0,5
35
Afscherming
-
VIEW/4
1
Rood-Groen
1
X18-F/20
STR2/14 VIEW/5 STR2/6 VIEW/6
1
X22 2
Roze
1
MC2M CHASSIS/L23
1
Lichtblauw-Zwart
1
X7-F/S
Grijs-Rood
1
XS1-F/4
Donkerblauw-Roze
2,5
R83-87
Donkerblauw-Roze
1
X22-F/4
Donkerblauw-Roze
2,5
R83/87
Donkerblauw-Roze
1
X22-F/3
Donkerblauw-Groen
2,5
R75/87
Donkerblauw-Groen
1
X22-F/6
Donkerblauw-Groen
2,5
R75/87
80
2 3
4
5
6 X22-F
Donkerblauw-Groen
1
X22-F/5
7
Geel-Grijs
1
X7D-F/M
8
Roze-Rood
1
9
10
11
80-01-M205NL
2
F50 R76/30
Bruin-Roze
1
X21-F/5
Oranje-Donkerblauw
1,5
I7/1
Oranje-Donkerblauw
1
I20/5
Oranje-Donkerblauw
1
F62
Oranje-Donkerblauw
1
X40-F/4
Grijs
1,5
I7/5
12
Grijs-Zwart
1
X21-F/19
13
Groen-Zwart
1
X21-F/18 (05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
75
Bedrading stekkers Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
14
Rood-Zwart
1
X21-F/17
15
Lichtblauw-Geel
1
R76/86
16
Lichtblauw-Groen
1
I22/11
Grijs-Paars
1,5
X16-M/3
17
X22-F
Grijs-Paars
2,5
KEY/7
18
Grijs-Groen
1
R77/86
19
Roze-Zwart
1,5
20
Bruin-Donkerblauw
1
21
Rood-Groen
1,5
F52
Geel-Zwart
1,5
F53
Rood-Bruin
1,5
F65
24
Groen
1,5
X12-F/5
25
Wit-Rood
1
26
Bruin-Rood
1
X21-F/2
27
Bruin-Groen
1
X21-F/3
28
Roze-Wit
1
R75/86
29
Roze-Geel
1
R83/86
30
Paars-Wit
1
X20-F/V
F39 MA-F/2
31
Paars-Geel
1
X20-F/U
1
Lichtblauw-Zwart
1
MC2M-CABIN/L5
2
Grijs-Rood
1
MC2M-CABIN/R14
Donkerblauw-Roze
1
Donkerblauw-Roze
1,5
Donkerblauw-Roze
1
5
6
(05/02/2013)
X37-F/6
23
4
X22-M
R77/30 X21-F/25
22
3
Afbeelding
X10/4 X22-M/4 X10-/3 X10/4 X10-/3
Donkerblauw-Roze
1,5
Donkerblauw-Groen
1
Donkerblauw-Groen
1,5
X10-1
Donkerblauw-Groen
1
X22-M/6
X22-M/3 X10-2
Donkerblauw-Groen
1
X10-2
Donkerblauw-Groen
1,5
X10-1
Donkerblauw-Groen
1,5
X22-M/5
7
Geel-Grijs
1
MC2M-CABIN/R5
8
Roze-Rood
1
9
Oranje-Bruin
1
10
Oranje-Donkerblauw
1
11
Grijs
1,5
12
Grijs-Zwart
1
13
Groen-Zwart
1
MC2M-CABIN/L18
14
Rood-Zwart
1
MC2M-CABIN/L26
15
Lichtblauw-Geel
1
MDCP/4
16
Lichtblauw-Groen
1
X15-M/1
17
Grijs-Paars
1
MC2M-CABIN/L3
18
Grijs-Groen
1
MC2M-CABIN/R4
80
Ref.
X88-M/1 X88-M/6 MC2M-CABIN/L17 I15/1 I71/1 X10-5 MC2M-CABIN/L8 MDCP/33
80-01-M205NL
76
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
19
Roze-Zwart
1,5
20
Bruin-Donkerblauw
1
21
Rood-Groen
1,5
22
Geel-Zwart
1,5
23
Rood-Bruin
1,5
24
Groen
1,5
Bestemming
Afbeelding
X9-F/A X9-F/B X11-F/28 XRD/K1 X14-F/A XRD/F1 XRD/H1
X22-M
X14-F/B X14-F/C X46/A M11/1 X10/6
25
Wit-Rood
1
X11-F/23 X9-F/T
26
Bruin-Rood
1
MC2M-CABIN/L10
27
Bruin-Groen
1
MC2M-CABIN/L11
28
Roze-Wit
1
MC2M-CABIN/S19
29
Roze-Geel
1
MC2M-CABIN/S20
30
Paars-Wit
1
X11-F/4
31
Paars-Geel
1
X11-F/3
A
Wit-Rood
2,5
X17-F/14
B
Zwart
2,5
GND
1
Rood-Zwart
6
F71
Bruin
1
XM4-F/2
Bruin
1
X21-F/26
Bruin
1
3
Grijs-Rood
1
X20-F/H
4
Roze-Grijs
1
X21-F/4
5
Grijs
1
XS1-F/5
6
Grijs-Zwart
2,5
F58
7
Wit
2,5
X7D-F/2
8
Donkerblauw
6
X40-F/1
X23
80
2
R81/86 X16-M/6
F49 9
Rood
1
X20-F/C X37-F/1
X23-F
10
Rood-Zwart
1
STR4/6
Rood-Zwart
1,5
X21-F/14
Rood-Zwart
1
R78/86
Rood-Zwart
1,5
X16-M/5
Rood-Zwart
2,5
R80/87
11
Bruin-Roze
1
MA-F/1
12
Zwart
1
GND OBD2-F/3 X16-M/27
13
Bruin
0,5
X21-F/12 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
77
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
OBD2-F/11 X16-M/28 14
Wit
0,5
X21-F/13 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8
15
Afscherming
-
XM4-F/20 OBD2-F/6 STR4/7
X23-F 16
Bruin
0,5
X16-M/25 X21-F/33 X503-F/2 OBD2-F/14 STR4/8
17
Wit
0,5
X16-M/26 X21-F/34 X503-F/1 X16-M/21
X23-F/18
18
1
Afscherming
-
Rood-Zwart
1,5
X21-F/35
MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1
Rood-Zwart
2,5
MC2M-1 CABIN/2
Bruin
1
MC2M-CABIN/L28
Bruin
1
XRD/J1
3
Grijs-Rood
1
MC2M-CABIN/L9
4
Roze-Grijs
1
MC2M-CABIN/L13
2
5
Grijs
1
MC2M-CABIN/S6
6
Grijs-Zwart
2,5
X11-F/1
7
8 X23-M
Wit
2,5
X10/18
Donkerblauw
1
X10/9
Donkerblauw
2,5
Rood
1
80
MC2M-1 CABIN/3
X10/10 X10/8 X10/19
9
X15-M/2 X46/B MC2M-CABIN/S1
10
Rood-Zwart
1
MDCP/13 MDCP/16
11
Bruin-Roze
1
12
Zwart
1
13
14
(05/02/2013)
Bruin
Wit
0,5
0,5
MC2M-CABIN/L4 X10/7 GND MC2M-CABIN/S7 MDCP/17 MC2M-CABIN/S26 MDCP/18
80-01-M205NL
78
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
15
Afscherming
-
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S27 MC2M-CABIN/S29 MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
16
Bruin
0,5
X15-M/4 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 "MC2M-CABIN/S23" MDCP/20 X11-F/20
X23-M
X14-F/V 17
Wit
0,5
X15-M/5 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/P XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6
18
Afscherming
-
X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1
A
Wit-Groen
2,5
X17-F/16
B
Zwart
2,5
GND
Donkerblauw-Zwart
1
X13/4
Donkerblauw-Zwart
1
X6/4(FPSX)
Donkerblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/L39
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
Geel-Zwart
1
X10A/1
Geel-Zwart
1
X13/7
Geel-Zwart
1,5
X18-F/7
80
X24
2
X25(FASX)
80-01-M205NL
3
Geel-Zwart
1
X10/2(FPDX)
4
Groen-Zwart
1,5
X17-F/19
5
Grijs-Zwart
1,5
X18-F/22
6
Zwart
1,5
GND
6 5 4 3
2
1
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
79
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
A
Zwart
1
Bestemming
Afbeelding
GND X18-F/1 X18-F/2
Rood
4
B
X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B
X26 Rood
6
Grijs-Groen
1
X35-M/D
A C
X35-M/E
B
X16-M/1 C
X18-F/19 X71/A X18-F/8 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3
X27
1
Oranje
1
X29C/1 X5/1 X5A/3
A C
X5B/3
B
X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2
Grijs-Geel
1
MC2M CHASSIS/R29 X18-F/8 X27/1
80
X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3
X27A
3
Oranje
1
X29C/1 X5/1 X5A/3 X5B/3
A C
B
X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4
(05/02/2013)
Grijs-Wit
1
MC2M CHASSIS/L10
80-01-M205NL
80
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3
X27B
3
Oranje
1
X29C/1 X5/1 X5A/3
A C
X5B/3
B
X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4
Grijs-Groen
1
MC2M CHASSIS/R24 X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X29/1 X29A/3 X29B/3
X27C
1
Oranje
1
X29C/1 X5/1 X5A/3
A C
X5B/3
B
X5C/1 X7/1
80
X7A/3 X7B/3 X7C/1
X28
2
Grijs-Rood
1
MC2M CHASSIS/L1
A
Zwart
1
GND
B
Bruin-Groen
1
MC2M CHASSIS/S2
C
Zwart-Rood
1
MC2M CHASSIS/L6
A C
80-01-M205NL
B
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
81
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29A/3 X29B/3 X29C/1
X29
1
Oranje
1
X5/1 X5A/3 X5B/3
A C
X5C/1
B
X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1
2
Oranje
1,5
X18-F/7
Bruin-Geel
1
MC2M CHASSIS/R28 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29B/3 X29C/1
X29A
3
Oranje
1
X5/1 X5A/3 X5B/3 X5C/1
A C
B
X7/1 X7A/3
80
X7B/3 X7C/1
4
(05/02/2013)
Oranje
1,5
X18-F/7
Bruin-Wit
1
MC2M CHASSIS/L9
80-01-M205NL
82
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29C/1
X29B
3
Oranje
1
X5/1 X5A/3 X5B/3
A C
B
X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1
4
Oranje
1,5
X18-F/7
Bruin-Groen
1
MC2M CHASSIS/R23 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3
X29C
1
Oranje
1
X5/1 X5A/3 X5B/3
A C
B
X5C/1 X7/1 X7A/3
80
X7B/3 X7C/1 Oranje
1,5
X18-F/7
Bruin-Rood
1
MC2M CHASSIS/L13
Donkerblauw
1
X10/4(FPDX)
Donkerblauw
1
X13/1
Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/L40
Donkerblauw
1,5
X16-M/9
Geel
1
X6A/1
Geel
1
X13/5
Geel
1,5
X18-F/6
Geel
1
X6(FPSX)
4
Groen
1,5
X17-F/17
5
Grijs
1,5
X17-F/6
6
Zwart
1,5
GND
2
2
X30(FADX)
80-01-M205NL
3
6 5 4 3
2
1
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
83
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Groen-Rood
1
I8/1
Afbeelding
F37 1
X107-F/1 Donkerblauw-Geel
1
X107-F/10 X21-F/10 X42-F/5 X101-F/1
2
X32-F
Geel
1
Roze-Geel
1
Bruin-Paars
1
X107-F/2 X12-F/4 I8/3 S8/1 X103-F/2
3
X107-F/9 Bruin-Wit
1
X12-F/6 X32-F/5 X33-M/2 X103-F/1
4
Grijs-Rood
1
Zwart-Paars
1
Lichtblauw-Wit
1
X107-F/6 X12-F/7 S8/2 S11/1 X103-F/2
5
X107-F/9 Bruin-Wit
1
X12-F/6 X32-F/3
X32-F
6
Lichtblauw-Groen
1
S12/1
7
Lichtblauw-Zwart
11
S13/1
8
Lichtblauw-Geel
1
S14/1
9
Wit-Donkerblauw
1
S24/1
10
Wit-Groen
1
S25/1
11
Grijs-Paars
1
X81/1
12
Zwart
1,5
GND
Groen-Rood
1
I6/1
Groen-Rood
1
X18-F/15
Roze-Geel
1
MC2M CHASSIS/L21
3
Bruin-Paars
1
CC2/10
4
Zwart-Paars
1
CC2/9
5
Lichtblauw-Wit
1
MC2M CHASSIS/R13
6
Lichtblauw-Groen
1
MC2M CHASSIS/R14
7
Lichtblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/R16
8
Lichtblauw-Geel
1
MC2M CHASSIS/R15
1 2
X32-M
(05/02/2013)
9
Wit-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/R4
10
Wit-Groen
1
MC2M CHASSIS/R5
11
Grijs-Paars
1
12
Zwart
1,5
80
X33-M/2
X18-F/18 X33-F/11 GND
80-01-M205NL
84
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
X33-F
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Lichtblauw
1
MC2M CHASSIS/R7
2
Oranje-Wit
1
MC2M CHASSIS/R17
3
Oranje-Groen
1
MC2M CHASSIS/R18
4
Oranje-Zwart
1
MC2M CHASSIS/R20
5
Oranje-Geel
1
MC2M CHASSIS/R19
6
Rood-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/S5
7
Rood-Grijs
1
8
Rood-Paars
1
Bestemming
MC2M CHASSIS/S4 MC2M CHASSIS/S13 X34/2 MC2M CHASSIS/S14
9
Rood-Groen
1
10
Groen-Zwart
1
11
Grijs-Paars
1
Zwart
1,5
GND
Lichtblauw
1
S15/1
Grijs
1
X12-F/12
Oranje-Wit
1
S16/1
12 1
Afbeelding
X34/3 MC2M CHASSIS/S6 X18-F/18 X32-M/11
X103-F/2 2
X107-F/9 Bruin-Wit
1
X12-F/6 X32-F/3 X32-F/5
80
X33-M
3
Oranje-Groen
1
S17/1
4
Oranje-Zwart
1
S18/1
5
Oranje-Geel
1
S19/1
6
Rood-Donkerblauw
1
S27/1
7
Rood-Grijs
1
S28/1
8
Rood-Paars
1
S35/1
9
Rood-Groen
1
S36/1
10
Groen-Zwart
1
S6/A
11
Grijs-Paars
1
S6/B
12
Zwart
1,5
GND
1
Zwart-Paars
1
MC2M CHASSIS/R40
2
Rood-Paars
1
X34
80-01-M205NL
3
Rood-Groen
1
4
Zwart
1
1 2
MC2M CHASSIS/S13 X33-F/8 MC2M CHASSIS/S14 X33-F/9
A C
B
GND
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
85
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
A
B
C
D
E
X35-F
F
Bestemming
Rood-Geel
1
X36-12
Rood
4
F75
Rood
6
Afbeelding
X35-F/D X35-F/E
Grijs
1
G1
Rood
4
X35-F/B
Rood
6
Rood
4
Rood
6
Grijs-Rood
1,5
M1
F75 X35-F/E X35-F/B F75 X35-F/D
G
Bruin-Rood
4
X36-5/6
H
Lichtblauw-Rood
1,5
T41-1
J
Lichtblauw-Rood
1,5
T41-1
Bruin
1,5
X37-1
K
Bruin
1,5
X36-15
L
Geel-Paars
1,5
X36-8
M
Zwart
1,5
X36-9/11
N
Zwart
1,5
X36-9/11
P
Zwart
1
X36-9/11
R
Roze-Rood
1
X36-13
S
Grijs-Donkerblauw
1
P39-1
T
Zwart-Geel
1
P39-2
U
Zwart-Donkerblauw
1
X38-1
V
Geel
0,34
X36-1
W
Lichtblauw
0,34
X36-2
X
Bruin
0,34
X36-3/4
80
X35-F
Doorsnede
(05/02/2013)
80-01-M205NL
86
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
A
Rood-Geel
1
X18-F/27
Rood
1
X26/B
Afbeelding
X18-F/1
B
Rood
4
X18-F/2 X18-F/3 X18-F/4
Rood C
6
X35-M/D X35-M/E
Grijs
1
X19-M/T
Rood
1
X26/B X18-F/1 X18-F/2
D
Rood
4
X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B
Rood
6
Rood
1
X35-M/E X26/B X18-F/1 X18-F/2
E
Rood
4
X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B
Rood
6
X35-M/D
F
Grijs-Rood
1,5
X18-F/21
G
Bruin-Rood
4
X35-M
X17-F/18 X18-F/25
H
Lichtblauw-Rood
1,5
X18-F/26 X35-M/J X18-F/25
J
Lichtblauw-Rood
1,5
K
Bruin
1,5
L
Geel-Paars
1,5
X18-F/26
80
X35-M/H
80-01-M205NL
X16-M/6 X16-M/12 X17-F/2
M
Zwart
1,5
GND
N
Zwart
1,5
GND
P
Zwart
1
GND
R
Roze-Rood
1
X16-M/18
S
Grijs-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/L24
T
Zwart-Geel
1
U
Zwart-Donkerblauw
1
X18-F/23
X18-F/14 X20-F/1
V
Geel
0,34
X16-M/23
W
Wit
0,34
X16-M/24
X
Bruin
0,34
X16-M/22
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
87
Bedrading stekkers
X36
X37
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Geel
1
X35-V
2
Lichtblauw
1
X35-W
3
Bruin-Rood
1
X35-X
4
Bruin-Grijs
1
X35-X
5
Bruin-Rood
1,5
X35-G
6
Bruin-Rood
1,5
X35-G
8
Geel-Paars
1,5
X35-L
9
Zwart
1,5
X35-M/N/P
11
Zwart
1,5
X35-M/N/P
12
Rood-Geel
1
X35-A
13
Roze-Rood
1
X35-R
15
Bruin
1,5
X35-K
1
Bruin
1,5
X36-15
Rood
1
X20-F/C
1
X37-F
Rood
1
F49
Rood
1,5
X23-F/9
2
Zwart
1
GND
3
Bruin
1
I22/32
4
Lichtblauw-Oranje
1
DM/5
5
Wit-Oranje
1
6
Bruin-Donkerblauw
1
Donkerblauw
1,5
X20-F/A
Donkerblauw
1
F63
3
Wit
1,5
X37-M/6
4
Wit
1
X37-M/5
5
Wit
1
X37-M/4
6
Wit
1,5
X37-M/3
7
Wit
1
X37-M/8
8
Wit
1
X37-M/7
1
Zwart-Donkerblauw
1
X35-U
2
Zwart
1
8
X37-M
X38
Bestemming
R82/86 X21-F/1
Afbeelding
1 2 3 4
8 7 6 5
X21-F/25 X22-F/20
1 2 3 4
80
Ref.
8 7 6 5
GND X21-M/10
4
Donkerblauw-Geel
1
7
Oranje-Rood
1
8
Zwart
1
GND
1
Zwart-Geel
1
X35-T
2
Grijs-Donkerblauw
1
X35-S
3
Rood-Wit
1
X21-M/32
4
Zwart-Wit
1
X21-M/31
5
Rood-Grijs
1
X21-M/30
6
Zwart-Geel
1
X21-M/29
XCD/7 X21-M/9
1 2
XCD/4
X39
X39A
(05/02/2013)
80-01-M205NL
88
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Oranje-Grijs
1
"MC2M CHASSIS/R9"
Afbeelding
1
X4 2
Zwart
1
GND
1
Donkerblauw
6
X23-F/8
2
Donkerblauw
6
F72
3
Zwart
1
GND
OranjeDonkerblauw
1
F62
OranjeDonkerblauw
1,5
I7/1
OranjeDonkerblauw
1
I20/5
OranjeDonkerblauw
1
X22-F/10
1
Wit
6
X40-M/2
2
Wit
6
X40-M/1
1
Zwart
1
GND
3
Donkerblauw-Wit
1
X40-F 4
2
2 4
1
3
X40-M
X42-F 5
Donkerblauw-Geel
1
X107-F/8 X12-F/8
2
F37
3
X107-F/1
6 5
X107-F/10
1
4
X21-F/10 X32-F/1 A
X46
Rood-Bruin
1,5
X14-F/C X22-M/23 X10/19
B
Rood
1
X15-M/2
A C
B
80
X23-M/9 C
Zwart
1
GND
1
Wit-Rood
1
X11-M/23 1
X47
X4A
80-01-M205NL
2
2
Bruin-Paars
1
X11-M/24
1
Wit-Groen
1
X18-F/16
A
2
Zwart
1
GND
C
3
Wit-Grijs
1
MC2M CHASSIS/R34
X11A/1
B
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
89
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X5
1
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5A/3
A C
B
X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2
Paars-Geel
1
MC2M CHASSIS/R39 MC2M CHASSIS/S23
1
Wit
0,5
X16-M/26 X71/C
X500-F
1
MC2M CHASSIS/S25 2
Bruin
0,5
2
X16-M/25 X71/D CAN/2
1
Wit
0,5
MC2M CHASSIS/S26 X16-M/28
X501-F
1
CAN/1 2
Bruin
0,5
2
MC2M CHASSIS/S7 X16-M/27 OBD2-F/14
Wit
0,4
80
STR4-F/8 1
X16-M/26 X21-F/34 X23-F/17
X503-F
OBD2-F/6 STR4-F/7 2
Bruin
0,4
1 2
X16-M/25 X21-F/33 X23-F/16
(05/02/2013)
80-01-M205NL
90
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
OBD2-F/11 X16-M/28 1
Wit
0,4
X21-F/13 X23-F/14 XM4-F/21 XS1-F/8
X504-F
1
OBD2-F/3
2
X16-M/27 2
Bruin
0,4
X21-F/12 X23-F/12 XM4-F/19 XS1-F/7
1
Zwart
1
GND X51/5
2
X51
Rood-Groen
1
X53/1 X53/3
Rood-Groen
1,5
X14-M/A
3
Groen-Rood
1
X14-M/P
4
Groen-Grijs
1
X14-M/Q
6 5 4 3
X51/2 5
Rood-Groen
1
2
1
X53/1 X53/3
Rood-Groen
1,5
X14-M/A X51/2
1
X53
2
1
X51/5 X53/3
Rood-Groen
1,5
X14-M/A
Groen-Wit
1
X14-M/O X51/2
3
80
Rood-Groen
4
Rood-Groen
1
X51/5
Rood-Groen
1,5
X14-M/A
Zwart
1
A C
B
X53/1
GND I26/8
1
Bruin-Rood
1
X55-F 2
80-01-M205NL
L30/1 X21-M/2
Wit
1
I27/5
1 2
STR3/5
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
91
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X5A
3
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1
A C
X5B/3
B
X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4
Paars-Wit
1
MC2M CHASSIS/L12 X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X5B
3
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1 X5A/3
A C
B
X5C/1 X7/1
80
X7A/3 X7B/3 X7C/1 4
(05/02/2013)
Paars-Groen
1
MC2M CHASSIS/R26
80-01-M205NL
92
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X5C
1
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1
A C
B
X5A/3 X5B/3 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2
Paars-Rood
1
MC2M CHASSIS/L3
1
Zwart
1
GND
Geel
1
X6A/1
Geel
1
X13/5
Geel
1
X30/3(FADX)
Geel
1,5
X18-F/6
Lichtblauw-Geel
1
A2/1
Lichtblauw-Geel
1
X10/3(FPDX)
Lichtblauw-Geel
1
X13/2
Lichtblauw-Geel
1
X18-F/10
Donkerblauw-Zwart
1,5
X25/2(FASX)
Donkerblauw-Zwart
1,5
X16-M/8
Donkerblauw-Zwart
1
MC2M CHASSIS/L39
Donkerblauw-Zwart
1
X13/4
Roze-Zwart
1,5
X18-F/12
Roze-Zwart
1
X10/5(FPDX)
Roze-Zwart
1
X13/6
Geel
1
X13/5
Geel
1,5
X30/3(FADX)
Geel
1,5
X18-F/6
Geel
1
X6(FPSX)
Zwart
1
GND
2
3 X6(FPSX)
80
4
5
X6A
1
2
80-01-M205NL
1 2
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
93
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X7
1
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1
A C
B
X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2
Donkerblauw-Geel
1
MC2M CHASSIS/R38 I70/8
1
Bruin
1
X70-F
I73/21 1
X21-M/26
2
I10/24
2
Bruin-Donkerblauw
1
1
Wit
1
X70-M/2
2
Wit
1
X70-M/1
A
Grijs-Groen
1
X18-F/19
B
Zwart
1
C
Wit
0,5
X21-M/25
X70-M 2 1
X16-M/1
X26/C
MC2M CHASSIS/S23
80
X71
GND
X16-M/26 X500-F/1 MC2M CHASSIS/S25
D
Bruin
0,5
X16-M/25 X500-F/2
X75
(05/02/2013)
1
Donkerblauw-Geel
1
X76-F/3
2
Oranje-Groen
1
X14-M/T
3
Donkerblauw-Wit
1
X76-F/4
4
Oranje-Zwart
1
X14-M/S
5
DonkerblauwGroen
1
X76-F/6
6
Donkerblauw-Roze
1
X76-F/5
6 5 4 3
2
1
80-01-M205NL
94
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood-Bruin
1
Afbeelding
ISR/1 XMS/2
1
X76-F
Bestemming
Rood-Bruin
1,5
X14-M/C
2
Zwart
1
GND
3
Donkerblauw-Geel
1
X75/1
4
Donkerblauw-Wit
1
X75/3
5
Donkerblauw-Roze
1
X75/6
6
DonkerblauwGroen
1
X75/5
7
Bruin-Geel
1,5
M12/1
1
Wit
1,5
X76-M/7
7
Wit
1,5
X76-M/1
X76-M
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X7A
3
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1
A C
X5A/3
B
X5B/3 X5C/1 X7/1 X7B/3 X7C/1 4
Donkerblauw-Wit
1
MC2M CHASSIS/L11
80
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 3
Oranje
1
X7B
X29B/3 X29C/1 X5/1 X5A/3
A C
B
X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3 X7C/1 4
80-01-M205NL
DonkerblauwGroen
1
MC2M CHASSIS/R25
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
95
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3
X7C
1
Oranje
1
X29B/3 X29C/1 X5/1
A C
B
X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3
X7D-F
2
Donkerblauw-Rood
1
MC2M CHASSIS/L2
1
Donkerblauw
2,5
F66
2
Wit
2,5
X23-F/7
A
Geel-Zwart
1,5
F51
B
Geel-Paars
1,5
F54
C
Lichtblauw
1,5
X21-F/7
D
Oranje-Wit
1,5
F40
E
Paars-Zwart
1,5
F55
F
Paars
1,5
F56
G
Rood-Wit
1
X21-F/32
H
Zwart-Wit
1
X21-F/31
J
Rood-Grijs
1
X21-F/30
K
Zwart-Geel
1
X21-F/29
L
Geel-Rood
1,5
F68
M
Geel-Grijs
1
X22-F/7
N
Geel
1,5
F67
P
Rood-Groen3
1
F33
R
Wit-Geel
1
I56/2
S
Lichtblauw-Zwart
1
X22-F/1
Donkerblauw-Rood
1
TV-F/1
Donkerblauw-Rood
1
F41
1
Grijs-Paars
1
X32-F/11
2
Zwart
1
GND
1
Oranje-Paars
1
MC2M-CABIN/R17
2
Zwart
1
GND
T
1
X81
2
1
X86-F
(05/02/2013)
80
X7B/3
2
80-01-M205NL
96
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Roze-Rood
1
2
Zwart
1
Bestemming
Afbeelding
X22-M/8 X88-M/6 GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
3
Bruin
0,5
X15-M/4 X23-M/16 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/19 X14-F/V
4
Wit
0,5
X15-M/5 X23-M/17 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6
X88-M
5
Afscherming
-
X23-M/18 X88-M/10 X9-F/R XRD/B1
Roze-Rood
1
7
Zwart
1
80
6
X22-M/8 X88-M/1 GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
8
Bruin
0,5
X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/19 X14-F/V
9
Wit
0,5
X15-M/5 X23-M/17 X88-M/4 X9-F/Q XRD/C2
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
97
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6 X88-M
10
Afscherming
-
X23-M/18 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1
1
GND
Roze-Groen
1
X17-F/4
Rood-Geel
1
X9-M/M
1
1
1
X90
X98
2
Zwart
1
GND
A
Oranje-Paars
1
X20-M/R
B
Oranje-Zwart
1
X20-M/S
C
OranjeDonkerblauw
1
X20-M/T
1
Geel-Donkerblauw
1
CC2/3
2
Zwart
1
GND
Roze-Zwart
1
X9-F/B
Roze-Zwart
1,5
X22-M/19
Roze-Zwart
1
X9-F/B
Roze-Zwart
1,5
X22-M/19
Zwart
1,5
GND
D
Grijs-Geel
1
MDCP/25
E
Grijs-Donkerblauw
1
MDCP/26
A C
B
1
X99
A
B C
X9-F
2
F
Zwart
1,5
GND
G
Oranje-Geel
1
MDCP/28
H
Bruin-Donkerblauw
1
MDCP/29
J
Bruin-Grijs
1
MDCP/30
K
Wit-Grijs
1
MDCP/31
L
Roze-Geel
1
MC2M-CABIN/L29
M
Rood-Geel
1
MDCP/14
N
Grijs-Roze
1
MDCP/24
O
Oranje-Paars
1
2
80
X9(E35)
Zwart
MDCP/27 MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
P
Bruin
0,5
X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 XRD/C1
(05/02/2013)
80-01-M205NL
98
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
Afbeelding
MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V Q
Wit
0,5
X15-M/5 X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 XRD/C2 MC2M-CABIN/S24
X9-F
X14-F/W X15-M/6 R
Afscherming
-
X23-M/18 X88-M/10 X88-M/5 XRD/B1
S
Zwart
1
GND X10-F/6
T
Wit-Rood
1
X11-F/23 X22-M/25 X108/1
A
Roze-Zwart
1
B
Roze-Zwart
1
C
Zwart
1,5
D
Grijs-Geel
1
X108/3
E
Grijs-Donkerblauw
1
X107A-3
X109/1 X105/1 X106/1
80
X107A/1
X9-M
80-01-M205NL
GND
F
Zwart
1,5
GND
G
Oranje-Geel
1
X108/4
H
Bruin-Donkerblauw
1
X109/4
J
Bruin-Grijs
1
X106/4
K
Wit-Grijs
1
X107A-4
L
Roze-Geel
1
I41/2
M
Rood-Geel
1
X90/1
N
Grijs-Roze
1
X109/3
O
Oranje-Paars
1
X106/3
P
Bruin
0,5
X105/3
Q
Wit
0,5
X105/4
R
Afscherming
-
„Afscherming kabel Lijn CAN-OPEN“
S
Zwart
1
GND
T
Wit-Rood
1
I41/1
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
99
Bedrading stekkers Ref.
XAC
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Rood
4
KEY/1
2
Rood
4
KEY/1
A
Rood
1
KEY/1
B
Rood
1
KEY/1
C
Zwart
1
GND
D
Zwart
1
GND
E
Zwart
1
GND
F
Zwart
1
GND
G
Zwart
1
GND
H
Zwart
1
GND
J
Zwart
1
GND
K
Donkerblauw-Rood
1,5
F42
Zwart
2,5
GND
Rood-Groen3
1
X20-M/G
2
Wit
2,5
X20-M/B
4
Oranje-Rood
1
7
Donkerblauw-Geel
1
8
Zwart
1
GND
1
Grijs
1
X19-F/T
1 XAS
XCD
Afbeelding
X21-M/9 X38/7 X21-M/10 X21-M10 X38/4
1
XD+ 2
Paars-Donkerblauw
1
X19-F/U
1
Zwart
1
GND
2
Rood-Groen
1
2
F46 OBD2-F/1 F61
Oranje-Groen
1
OBD2-F/16
80
3
XM4/1 5
Roze-Rood
1
6
Geel
0,34
7
Wit
0,34
8
Bruin
0,34
14
Bruin-Donkerblauw
1
1
Geel-Paars
1
2
Bruin-Donkerblauw
1
XDM-F
OBD2-F/8 X16-M/18 X16-M/23 XM2-F/13 X16-M/24 XM2-F/15 X16-M/22 XM2-F/14 OBD2-F/7 XM1-F/2 X16-M/12
XM1-F
(05/02/2013)
OBD2-F/7 XDM/14
80-01-M205NL
100
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
XM2-F
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Lichtblauw-Oranje
1
5
Groen
1
9
Roze-Bruin
1
13
14
XM3-F
Geel
Bruin
0,34
0,34
Bestemming R82/87 X16-M/19 XPA-M/5 XPA-M/6 X16-M/7 X16-M/23 XDM-F/6 X16-M/22 XDM-F/8 X16-M/24
15
Wit
0,34
4
Paars-Geel
1
X21-F/15
5
Paars-Rood
1
X21-F/16
6
Zwart
1
GND
Oranje-Groen
1
Oranje-Groen
1
Bruin
1
X23-F/2
Bruin
1
X21-F/26
Bruin
1
1
2
XDM-F/7
OBD2-F/16 XDM/3 F61
R81-86 X16-M/6
3
Zwart
1
GND
12
Groen-Zwart
1
XPA-M/2
13
Groen-Bruin
1
14
Groen-Wit
1
Afbeelding
XPA-M/4 XPA-M/1 XPA-M/3 OBD2-F/3
XM4-F
X16-M/27 0,5
X23-F/13 X504-F/2
80
19
Bruin
XS1-F/7
20
Bruin
0,5
X21-F/12
Afscherming
-
X23-F/15 OBD2-F/11 X16-M/28
21
Wit
0,5
X21-F/13 X23-F/14 X504-F/1 XS1-F/8
1 XMS
80-01-M205NL
2
Geel-Groen
1
Rood-Bruin
1
Rood-Bruin
1,5
X14-M/R ISR/1 X14-M/C X76-F/1
1 2
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
101
Bedrading stekkers Ref.
XPA-M
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
1
Groen-Wit
1
2
Groen-Zwart
1
3
Groen-Wit
1
4
Groen-Bruin
1
5
Groen
1
6
Groen
1
Bestemming
Afbeelding
XM4-F/14 XPA-M/3 XM4-F/12 XM4-F/14 XPA-M/1 XM4-F/13 XM2-F/5 XPA-M/6 XM2-F/5 XPA-M/6 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6
B1
Afscherming
-
X23-M/18 X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U
C1
Bruin
0,5
X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20
XRD
X14-F/V Wit
0,5
X15-M/5
80
C2
X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q C3
Groen-Bruin
1
X11-F/5
D1
Groen-Grijs
1
X11-F/6
D2
Groen-Geel
1
X11-F/7
D3
Groen-Wit
1
X11-F/8
E2
Grijs-Rood
1
X11-F/9
E3
F1
(05/02/2013)
Grijs-Zwart
1
X11-F/10
Rood-Groen
1
XRD-H1
Rood-Groen
1,5
X14-F/A X22-M/21
F2
Zwart-Groen
1
MC2M-CABIN/L25
G1
Paars-Rood
1
MC2M-CABIN/L37
G2
Zwart
1
GND
G3
Zwart
1
GND
80-01-M205NL
102
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Rood-Groen
1
Rood-Groen
1,5
H2
Rood-Geel
1
H3
Rood-Geel
1
J1
Bruin
1
J2
Zwart
1
GND
J3
Zwart
1
GND
K1
Bruin-Donkerblauw
1
K2
Oranje-Wit
1
MC2M-CABIN/L21
1
Grijs-Donkerblauw
1
X19-F/R
H1
XRD
Bestemming
Afbeelding
XRD-F1 XRD-H1 X14-F/A X22-M/21 MC2M-CABIN/R15 XRD/H3 MC2M-CABIN/R15 XRD/H2 MC2M-CABIN/L28 X23-M/2
X11-F/28 X22-M/20
1
XRS 2
Grijs-Rood
1
X19-F/S
1
Oranje-Paars
1
X20-F/R
2
Oranje-Zwart
1
X20-F/S
3
OranjeDonkerblauw
1
X20-F/T
4
Grijs-Rood
1
X22-F/2
5
Grijs
1
X23-F/5
6
Groen-Wit
1
2
F48 X20-F/N OBD2-F/3 X16-M/27
XS1-F 7
Bruin
0,4
X21-F/12 X23-F/13
1 2 3 4
80
X504-F/2 XM4-F/19
8 7 6 5
OBD2-F/11 X16-M/28 8
Wit
0,4
X21-F/13 X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 X19-M/A
1
Rood-Groen
1
XSC2-F/1 XSC-F/2
XSC1-F
80-01-M205NL
2
Zwart
1
GND
3
Grijs-Donkerblauw
1
MC2M CHASSIS/S16
4
Oranje-Rood
1
X19-M/Q
5
Oranje-Grijs
1
X19-M/P
6
Oranje
1
X19-M/O
7
Lichtblauw
1
X19-M/N
8
Zwart-Donkerblauw
1
X19-M/M
1 2 3 4
8 7 6 5
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
103
Bedrading stekkers Ref.
Pin
Kabelkleur
Doorsnede
Bestemming
1
Rood-Groen
1
XSC1-F/1
2
Zwart
1
GND
3
Zwart-Geel
1
X19-M/G
4
Lichtblauw-Geel
1
X19-M/H
5
Wit
1
X19-M/J
6
Wit-Grijs
1
X19-M/K
7
Wit-Rood
1
X19-M/L
8
GroenDonkerblauw
1
MC2M CHASSIS/R22
1
Zwart
1
GND
2
Rood-Groen
1
XSC1-F/1
3
Groen-Grijs
1
X16-M/10
4
Groen-Bruin
1
X16-M/11
5
Groen-Zwart
1
X16-M/17
6
Groen-Geel
1
X16-M/20
7
Zwart-Wit
1
X19-M/B
8
Lichtblauw-Wit
1
X19-M/C
9
Lichtblauw-Wit
1,5
X19-M/D
Afbeelding
X19-M/A
XSC-F/2
XSC2-F
1 2 3 4
8 7 6 5
X19-M/A
XSC2-F/1
10
Lichtblauw-Grijs
1
X19-M/E
11
Lichtblauw-Rood
1,5
X19-M/F
12
Grijs-Geel
1
MC2M CHASSIS/S15
1
Lichtblauw-Rood
1
X14-M/X 1
XSP 2
XSR
1 2
(05/02/2013)
Zwart
1
GND
Rood-Geel
1
ISR/1
Zwart
1
2
LSR/1 GND
80
XSC-F
80-01-M205NL
ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES
80
104
80-01-M205NL
(05/02/2013)
ELEKTRISCHE SCHEMA'S
pag. ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS IN DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS OP DE TRUCK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 CIRCUIT CAN-BUS LIJN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 ELEKTRISCHE SCHEMA’S PER FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 – 1 – MOTOR STARTEN - STOPPEN / SCHAKELAAR VERSNELLINGEN / BESTURINGEN . 12 – 2 – HYDRAULISCHE BEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – 3 – TRANSMISSIE EN VERDELER BEWEGINGEN DANFOSS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – 4 – CABINE - ADM2 - MR2 - AUTORADIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
CONNECTORS TER VOORUITRUSTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 – 6 – LICHTEN / SENSORS / PROXIMITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 – 7 – VERWARMING EN AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 – 8/1 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – 8/2 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
(25/06/2012)
80-02-M205NL
80
– 5 – OPTIONAL ARM - SENSOREN EN TRANSDUCTORS 3B6 -
2
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS IN DE CABINE
80
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes (7,5A)
C6
F34
Zekering voeding versnellingsschakelaar (7,5A)
C7
F35
Zekering relais derde uitgang uiteinde arm (7,5A)
C8
F36
Zekering plus vanaf accu voor 4 richtingaanwijzers (7,5A)
C9
F37
Zekering “15” voeding autoradio / verwarming (7,5A)
C10
F38
Zekering nevenvoeding startpaneel (7,5A)
C11
F39
Zekering eindschakelaar arm (7,5A)
C11
F40
Zekering plafondlampje (7,5A)
C12
F41
Zekering eindschakelaar cabineportier (7,5A)
C13
F42
Zekering airconditioning (7,5A)
C14
F43
Zekering ruitensproeierpomp (10A)
E6
F44
Zekering voeding lichtenschakelaar en claxon (10A)
E7
F45
Zekering voeding verwarmingsventilator (10A)
E8
F46
Zekering voeding diagnose (10A)
E9
F47
Zekering noodknop motorstop (10A)
E10
F48
Zekering plus vanaf sleutel voor 4 richtingaanwijzers (10A)
E11
F49
Zekering plus “30”/Danfoss/3B6 (10A)
E11
F50
Zekering plus “15” Danfoss verdeler (10A)
E12
F51
Zekering werklamp voor (10A)
E13
F52
Zekering interne voeding bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening (10A)
E14
F53
Zekering plus “15” joystick (10A)
G6
F54
Zekering werklamp achter (10A)
G7
F55
Zekering “15” ruitenwisser boven (10A)
G8
F56
Zekering “15” ruitenwisser achter (10A)
G9
F57
Zekering plus “15” schakelaars (15A)
G10
F58
Zekering voeding platformfuncties (15A)
G6
F59
Zekering zwaailicht (15A)
G7
F60
Zekering voeding autoradio (15A)
G8
F61
Zekering voeding diagnose (15A)
G9
F62
Zekering voeding proximity uitlijning zwenkkop / kleine mengbak (15A)
G10
F63
Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument (15A)
I6
F64
Zekering transductors 3B6 (15A)
I7
F65
Zekering pneumatische bestuurdersstoel (15A)
I8
F66
Zekering werklampen uiteinde arm (15A)
I9
F67
Zekering “15” elektrische ruitbediening (15A)
I10
F68
Zekering thermische ruit (20A)
K6
F69
Zekering “30” sigarettenaansteker (20A)
K7
F70
Zekering voeding verwarming (20A)
K8
F71
Zekering voeding MC2M cabinegedeelte (25A)
K9
F72
Zekering grote mengbak (25A)
K10
R74
Relais radio en verwarming
G13
R75
Relais tweede uitgang uiteinde arm
M8
R76
Relais activering Danfoss verdeler
Q8
R77
Relais voeding transductors 3B6
Q11
R78
Relais plus vermogen centrales 3B6
I13
R79
Relais knipperen richtingaanwijzers
M12
R80
Relais plus elektronica centrales 3B6
Q14
R81
Relais onderbreking voeding vanaf noodknop
O8
R82
Relais negatief signaal neutral position
O11
R83
Relais derde uitgang uiteinde arm
O14
80-02-M205NL
(25/06/2012)
M
Q
(25/06/2012) F62
F67 15A
15A
15A
15A
15A
F37 F38 7.5A
F39 7.5A
F40 7.5A
F41
F45 F46 F47 F48 F49 F50 F51
F55 F56 F57 15A
10A
10A
R75
G 10A
7.5A
F42
13
F52
7.5A
12
10A
7.5A
7.5A
F36
7.5A
F35
11
10A
10A
10A
10A
10A
10A
10
R79
80
25A
F61
F66
15A
9
F72
25A
F60
F65
7.5A
F34
8
F71
20A
10A
F44
10A
F54
7.5A
F33 7
F70
15A
F59
10A
F43
10A
F53
6
15A
F64
15A
5
20A
I 4
F58
E 3
15A
2
F63
1
F69
20A
F68
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
14
R81
R82
R83
R76
R77
R80
15 16 17 18
O
S
80-02-M205NL
3
19
A
C
R74
R78
K
4
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS OP DE TRUCK
80
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
F1
Zekering blokkering achteras (7,5A)
I5
F2
Zekering sensoren asuitlijning (7,5A)
I5
F3
Zekering achteruitrijlichten (7,5A)
I5
F4
Zekering stadslichten linkerkant (7,5A)
I5
F5
Zekering stadslichten rechterkant (7,5A)
I5
F6
Zekering voeding bougies (7,5A)
I6
F7
Zekering micro versnelling (10A)
I6
F8
Zekering voeding relais noodpomp (10A)
I6
F9
Zekering voeding micro (10A)
I6
F10
Zekering ter vooruitrusting (10A)
I6
F11
Zekering dimlichten (15A)
O5
F12
Zekering groot licht (15A)
O6
F13
Zekering remlichten (15A)
F14
Zekering Danfoss centrale (15A)
O7 O7 / O8
F15
Zekering verwarming dieselfilter (20A)
O8
F16
Zekering voeding Mercedes centrale (25A)
O9
F17
Zekering voeding MC2M truckgedeelte (25A)
O10
F18
Zekering relais hoofdvoedingen truck (30A)
O10 / O11
F19
Zekering oliekoelventilator (25A)
G15
F20
Zekering oliekoelventilator (25A)
O15
R1
Relais ventilator 1 oliekoeling
K5
R2
Relais ventilator 2 oliekoeling
K8
R3
Relais voeding MC2M truckgedeelte
I8
R4
Relais hoofdvoedingen heftruck
K10
R5
Relais start
I10
R6
Relais achteruitrijlichten
K12
R7
Relais remlichten
K12
R8
Relais voorverwarming bougies
I12
R9
Relais activering noodpomp
R10
Relais rechter dimlicht
K13 / K14
R11
Relais rechter groot licht
I13 / I14
R12
Relais linker dimlicht
K15
R13
Relais linker groot licht
K15
R14
Relais controle start vanaf ADM-2
I15
R15
Relais ter vooruitrusting
K16
R16
Relais ter vooruitrusting
K16
R17
Relais ter vooruitrusting
I16
80-02-M205NL
K13
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
5
19
A
C
E
F19 25A
G
K
F6 7.5A
F2 7.5A
F7 10A
F3 7.5A
F8 10A
F4 7.5A
F9 10A
F5 7.5A
F1010A
R3
R1
R8
R11
R14
R17
R7
R10
R13
R16
R6
R9
R12
R15
R5
R2
R4
80
I
F1 7.5A
F12
F13
F14
F15
F16
F17
F18
15
15
15
15
20
25
25
30
15
15
15
20
25
25
30
O
F11
15
M
F20 25A
Q
S
(25/06/2012)
80-02-M205NL
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
80
6
80-02-M205NL
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
7
CIRCUIT CAN-BUS LIJN 1
2
3
4
5
6
A
CHAINS BROKEN SWITCH
7
8
9
10
CABIN SWITCH WORK LAMPS WIPER ROTARY LAMPS
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
32
33
34
35
36
37
38
40
41
42
SAUER DANFOSS LEFT JOYSTICK
SAUER DANFOSS RIGHT JOYSTICK
3B6 BOOM EXTENSOMETER
SAUER DANFOSS DISTRIBUTOR
AUTEC RADIO CONTROL RECEIVER
E
3B6 CORE VIEW
THROTTLE FOOT PEDAL
E
MERCEDES ADM2 UNIT BOX 3B6 BOOM PRESSURE TRANSDUCER
A
C
3B6 MC2M
AIR CONDITIONING GROUP
39
CAN BUS OPEN CAN BUS OPEN-1 CAN BUS J1939 ISO K-LINE STANDARD WIRES
BASKET PREDISPOSITION
C
G
31
3B6 MIDAC-PLUS UNIT BOX
G
INCHING PEDAL ATTACHMENT BOOM RECOGNITION
I
I
ENCODER
K
K
M
M
BLINKERS INDICATOR PETROL LEVELING SENSOR
O
HEADLIGHTS LIGHTS
AUTOMATIC LEVELING BULL
3B6 MC2M
Q
HYDRAULIC OIL FAN
S
(25/06/2012)
BRAKES SYSTEM VALVE & BULB
LEVELING SYSTEMS
STEERING SYSTEMS
ENGINE SENSORS
AXLES BLOCK SYSTEMS
SPEED SENSORS
OUTRIGGERS SYSTEMS
SAUER DANFOSS H1 AXIAL PISTON PUMP
MERCEDES ENGINE MR2 UNIT BOX
O
ENABLE BACKWARD & FORWARD GEAR POSITION
Q
FAST & SLOW GEAR SELECTION
S
80-02-M205NL
80
ROTARY COLLETTOR WITH ENCODER
8
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA'S Onderdeel
Schema 1
Schema 2
Schema 3
Schema 4
Schema 5
A1 √
Schema 7
Schema 8/1
Schema 8/2
A4
√
A6
√
C2
√
CAN
√
√
CC1
√
√
CC2
√
CC3
√
F47
F1
√
F2
√ √
F4
√
F5
√
F6
√
F7
√
F8
√
F9
√ √
F11
√
F12
√
F13
√
F14
√
√
F15
√
√ √
√
√ √
√
√
√
√
F20
√ √
√
F35
√
√
√
√
F36
√
F56
√
F57
√
F58
√
√
F38
√
F39
√
√ √ √
√
√
√
F59
√
F60
√
F61
√
√ √
√
√
√
√
F64
√
F65
√
F66
√
F67
√
F68
√
F69
√ √
√
√
F72
√ √
√
FADX
√
FASX
√
FPDX
√
FPSX
√ √
I2
√ √
√
√
F55
G
√
F37
√
√
F75
√ √
√
√
√
F71
√
F19
80-02-M205NL
√
F70
√
F17
F40
√
F54
F63
F10
√
√
F62
√
I4
√ √
I6 I7 I8
Schema 8/2
√
F53
√
Schema 8/1
√
F50
F52
√
√
F3
F49
Schema 7
√
F51
√
F34
√
F48
√
√
Schema 6
√
F46
√
F33
Schema 5
F45
C1
F18
F40
Schema 4
F44
√
F16
Schema 3
F43
√
E35
Schema 2
F42
BDP
DM
Schema 1
F41
√
DL
80
Schema 6 √
A2
B1
Onderdeel
√ √ √ (25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
Schema 1
I9 I10
Schema 2
Schema 3
Schema 4
Schema 5
Schema 6
Schema 7
Schema 8/1
Schema 8/2
√
I24
√
√
Schema 2
√
Schema 3
Schema 4
Schema 5
Schema 6
√
√
R2
√
√
R3
√
R4
√
√
R5
I27
√
R6
I28
√
R7
I29
√
R8
I30
√
R9
I31
√
R10
√
R11
√
R12
√
R13
√
I41
√
I43
√ √
I51
R14
√
I53
√
√ √
√ √ √
√
√
R15
√
I54
√
R16
√
I56
√
R17
√
I68 I69 I70
√
√
R75
√
√
R76
√
√
R78
√
√ √
I78
√
R79
I79
√
R80
√
R81
√
R82
√
J1939
√
√
√
√
L28
√
R83
L29
√
RS232
L30
√
S6
L31
√
S8
M1
√
√ √
√
S11
√
M11
√
S13
√
M3
√
√
S14
√
M4
√
√
S15
√
S16
√
S17
√
S18
√
S19
√
√
√ √
MC2M CABIN
√
√
√
MC2M CHASSIS
√
√
√
√
√
√
MDCP
√
√ √ √
MIDAC PLUS
√
S24
√
MP
√
S25
√
(25/06/2012)
√
√
S27
√
√
√
√
√
√
S12
√
√
√
√
MA
√ √
M10
OBD2
√
R77
√
I77
KEY
√
R74
√
I71 I73
R35
√
Schema 8/2
√
√
√
Schema 8/1
√
I26
I35
Schema 7
√
R1
√
I15 √
Schema 1
PSC
√
I22
Onderdeel
80
Onderdeel
9
√ 80-02-M205NL
10
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
Componente
Schema 1
Schema 2
S28
Schema 3
Schema 4
Schema 5
Schema 6
Schema 7
Schema 8/2
Onderdeel
Schema 1
X29C
√
Schema 2
Schema 3
Schema 4
Schema 5
Schema 6
Schema 7
√
X32
√
S36
√
X33
√
SQ
√
X34
√
STR3
√
√
√
√
√
STR4
√
X36
√
X37
√
T1
√
X39
T41
√
X39A
TERA-7 VIEW
√
√
√ √ √
X40
√
√
X41
√
X2
√
X42
X4
√
X47
X4A
√
X55
√ √ √ √
X5
√
X70
X5A
√
X71
X5B
√
X76
√
X5C
√
X81
√
X6A
√
√
X99
X7A
√
X101
X7B
√
X102
X7C
√
X103 √
X10
√
X10A X11
√
√
√
X7D
√
X88
X7
√
√ √ √
X105
√
X106
√
X107
√ √
√
√
X107A
√
X11A
√
X108
√
X11B
√
X109
√
X12
X500
√
√
X12A
√
X501
X13
√
X503
√
X504
√
X15
√
√
√
√
X15A
√
XAC
X20
√
XAS
√
X23
√
XCD
√
X24
√
XD+
X27
√
XDM
X27A
√
XM1
X27B
√
X27C
Schema 8/2
√
X38
√
Schema 8/1
√
S35
STR2
80
Schema 8/1
√
√ √
√
√
√
XM2
√
√
√
XM3
√
√
X29
√
XM4
√
√
X29A
√
XPA
X29B
√
XRD
80-02-M205NL
√
√
√ √
√ (25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
Componente XRS
Schema 1
Schema 2
Schema 3
Schema 4
Schema 5
Schema 6
Schema 7
Schema 8/1
11
Schema 8/2
√ √
XSC1
√
XSC2
√
80
XSC
(25/06/2012)
80-02-M205NL
12
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
ELEKTRISCHE SCHEMA'S PER FUNCTIE 1 – MOTOR STARTEN - STOPPEN / SCHAKELAAR VERSNELLINGEN / BESTURINGEN
Connectors Type bekabeling
Zekeringen en relais Positie in het schema
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
X11
Connector interface arm/platform functies
S24
F16
Zekering voeding Mercedes centrale
K36
X36
Centrale MR2 mercedesmotor
K39
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
M13
X37
Connector diefstalbeveiliging
G35
F34
Zekering voeding versnellingschakelaar
E10
X70
By-pass schakelaar afstandsbediening
Q20
F47
Zekering noodknop motorstop
E7
F49
Zekering plus “30”/Danfoss/3B6
G30
F52
Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening
K34
F57
Zekering plus “15” schakelaars
K7
F58
Zekering voeding platformfuncties
O24
F63
Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument
I36
F75
Algemene zekering
E3
R5
Relais start
G20
R14
Relais controle start vanaf ADM-2
G11
R35
Afstandschakelaar voedingen cabinegedeelte
G24
R78
Relais plus vermogen centrales 3B6
I5
R80
Relais plus elektronica centrales 3B6
K5
R81
Relais onderbreking voeding vanaf noodknop
G28
R82
Relais negatief signaal neutral position
G16
XD+
By-pass signaal "d+" wisselstroomdynamo
Q22
XM1
Connector ADM2
A40
XM4
Connector ADM2
A34
XRD
Connector centrale afstandsbediening
S31
Onderdelen Ref.
Positie in het schema
B1
Accu 12 Vdc
E4
DM
Vooruitrusting versnellingschakelaar
E35
G
Wisselstroomdynamo
Q7
I10
Sleutel uitsluiting platform
O15
I22
Noodknop
G7
I24
Schakelaar keuze besturingen
K19
I70
Schakelaar afstandsbediening
O10
I73
Toestemming start met I10 geactiveerd
O18
KEY
Contactslot
A4
M1
Startmotor
MC2M CABIN
80
Beschrijving
MC2M CHASSIS
Beschrijving
Positie in het schema
O5
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
A16 / A27
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
E39
S24
Elektromagneetklep krabbesturing
I28
S25
Elektromagneetklep concentrische besturing
I29
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
O39
80-02-M205NL
Hydraulische overeenstemming
Ref.
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
13
SCHEMA 1 4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
MC2M-CABIN
26
27
8
3
7
4
2
33
34
35
36
37
38
39
X35-B-D-E
40
41
42
XM4
A
XM1 MERCEDES ADM2 GZ
R6
1
M
C
X16-3
3
6
32
MERCEDES ADM2
ZL
5
31
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 D+ Alternator signal L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 Gear lever neutral position input L35 L36 L37 L38 L39 L40
10
30
INPUT/OUTPUT SIGNALS
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 Emergency pusch button L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40
KEY SWITCH
X16-3
HZ2.5
BR4
KEY P 0 1 2 3
29
MC2M-CABIN
INPUT/OUTPUT SIGNALS
A
28
1 2 Emergency pusch button 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
3
M
2
AC
1
1 Starting engine 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
C
X18-1-2-3-4
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
10A
F47
HZ BL BV
F34 X23-2
BR
10A
F49 87 87a
4 5 6 7 8
B B
9 9
X37
ANTITHEFT
B1.5 B B B1.5
EMERGENCY SWITCH CUTS FEEDING RELAY
STEERING MODE SWITCH
2
6
1
5
9
2 3
4 5 6 7 88 4 5 6 7
CONCENTRIC STEERING VALVE
R2.5
F57
R80
85
X36 MERCEDES MR2
87 87a
X22-21 X21-25
7,5A
X22-31
X21-23
X21-24 RV
X22-20 ML N N M
X20-U X20-V
ML
B B
RV N N
X22-30
15A
M1.5
X11
K3 K2 Eergency push button K1 GND J3 GND J2 Eergency push button J1 H3 H2 Radio control power supply H1 GND G3 GND G2 G1 F3 F2 Radio control power supply F1 E3 E2 E1 D3 D2 D1 C3 C2 C1 B3 B2 B1 A3 A2 A1
19 18 17 16 15 14 13 12 11 10
1 2 3 4 5 6 7 8 Key starting engine input 9 10 11 12 Starting engine output 13 14 15 Stop engine
M
STR2 I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT
ZB ZG N HN
1 1
X22-6
2 2
1
X19-T
2
1
X35-K
VB VH
9 8 7 6 5 Radio control switch 4 Radio control switch 3 GND 2 Power supply basket 1
N25
N70
XD+
BASKET INTERFACE CONNECTOR
(25/06/2012)
X16-6
X16-17 17
R25 R25 ' BR4 RN 6 M1 0
B B
X70 BY-PASS RADIO SWITCH
X35-C X16-17
S
M
BASKET EXCLUSION KEY
N
9
29 28 27 26 25 24 23 22 21 20
H
8
Eergency push button
50
2
ZG
R25
HR1.5
7
1 RADIO SWITCH
M
G
ALTERNATOR
2
0
30
Q
F58
X19-U START BUTTON AVAILABLE TOI10
H ZL
I73
ML M
I10
B
X21-26 10
ML
1
6
MR1.5 MR1.5
RG
B
M1 STARTING ENGINE
N70
X35-F
5
X35-G
GZ1.5
6
RV Nr°13
ZB
I70
CG
X18-21
O
X17-18
X16-6
X20-G
F33
X20-E
M
RN2.5
KEY POWER SUPPLY
I
25A
N
G
K
15A 30
F16
86
F52
BR
10A
K
E
R32 R33 R34 R35 R36 R37 R38 R39 R40
15A
CRAB STEERING VALVE
S25
F63
S24
R N M AC BC ML H L
10
N
7
BV
2 3
CG 3
N
I24
X16-12
8
BL
4 0
N
1
VH
CG 2
1 1
X32-10
12
RN6
87 87a
2 3
4 5 6 7 8
85
87 87a CABIN MAIN AUXILIARY FEEDING TELERUPTOR
S SL SM
2 3
X32-9
X16-12
85 KEY POWER SUPPLY
AC
30
86
VR
AC1.5
GZ1.5
X16-19 X35-L
N
M
N
85
87 87a KEY STARTING ENGINE RELAY
19
I
N
85
CG
X16-19
N
VB
30
86
30
86
X17-2
X18-29
R6
R78 RN
87 87a NEUTRAL POSITION
R81
M10
85
87 87a KEY STARTING ENGINE RELAY
VR
30
86
HR1.5
N
85
R35
X18-27
M
G AC
RG
30
86
R10
R5
X35-A
BC
30
86
R1.5
R82
N1.5
X21-1
R14 HZ
EMERGENCY BUTTON
DM
GEAR LEVER PREDISPOSITION 1 1
R1.5
I22
BR1.5
12V BATTERY
X17-1
7,5A
B1
R1 R2 R3 Key starting engine R4 Crab steering valve R5 Concentric steering valve R6 R7 R8 R9 R10 R11 R12 R13 R14 R15 R16 R17 R18 R19 R20 R21 R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31
BC SM SL ZG
1 Crab steering mode 2 Concentric steering mode 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Gear lever neutral position output 17 Gear lever forward 18 Gear lever backward 19 20 21 Radio control switch input 22 23
O
Q
S
XRD AUTEC RADIO CONTROL
80-02-M205NL
80
E
125A
F75
X1-1
14
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
2 – HYDRAULISCHE BEWEGINGEN
Connectors Type bekabeling
Ref.
Onderdelen Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
X5
1ste Micro stabilisator op de grond links achter
A4
MC2M CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
S26
X5A
2de Micro stabilisator op de grond links achter
M20
MC2M CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
S9/ S17 / S35
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
G3 / G4
X5B
1ste Micro balk links achter
A5 / A6
MIDAC PLUS
X5C
2de Micro balk links achter
M22
MP
Noodpomp
I11
X7
1ste Micro stabilisator op de grond rechts achter
A7
S11
Elektromagneetklep balk rechts voor
M16
X7A
2de Micro stabilisator op de grond rechts achter
M23
S12
Elektromagneetklep balk links voor
M17
X7B
1ste Micro balk rechts achter
A9
S13
Elektromagneetklep balk links achter
M17 / M18
X7C
2de Micro balk rechts achter
M24 / M25
S14
Elektromagneetklep balk rechts achter
M18
X15
Connector Danfoss verdeler
M3
S15
Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen
M8
X27
1ste Micro stabilisator op de grond links voor
C4
S16
Elektromagneetklep stabilisator rechts voor
M9
X27A
2de Micro stabilisator op de grond links voor
M26
S17
Elektromagneetklep stabilisator links voor
M10
X27B
1ste Micro balk links voor
C5 / C6
S18
Elektromagneetklep stabilisator links achter
M11
X27C
2de Micro balk links voor
M27
S19
Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.
M12
X29
1ste Micro stabilisator op de grond rechts voor
C7
S35
Elektromagneetklep nivellering rechterkant
M13
X29A
2de Micro stabilisator op de grond rechts voor
M28 / M29
S36
Elektromagneetklep nivellering linkerkant
M15
X29B
1ste Micro balk rechts voor
C9
SQ
Eindschakelaar cabineportier
I17
X29C
2de Micro balk rechts voor
M30
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
K40 / K41
X34
Optionele kit stabilisatorenblokkering
C41
STR3
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
O40 / O41
X55
Configuratie schaarstabilisatoren
C40
VIEW
Voeding hoofdinstrument 3B6
E40 / E41
Onderdelen
80
Ref.
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Positie in het schema
Zekeringen en relais Positie in het schema
A4
Zoemer uitsluiting kantelbeveiliging
I21
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
F8
Zekering voeding relais noodpomp
E14
I8 / I9
F9
Zekering voeding micro
E14
I9
F18
Zekering relais hoofdvoedingen truck
E6
A6
Zoemer noodpomp actief
E35
Spoel afstandschakelaar noodpomp
I4
Schakelaar reset versnelling
I21
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
G33
I9
Schakelaar noodpomp
I13
F38
Nevenvoeding startblokje
E17
I22
Noodknop
M31
F39
Zekering eindschakelaar arm
G18
I26
Schakelaar balken binnen/buiten of stabilisatoren hoog/laag
C26
F41
Zekering eindschakelaar cabineportier
G17
I27
Schakelaar keuze balken en stabilisatoren
C36
F49
Zekering plus “30”/Danfoss/3B6
G28
I28
Schakelaar balk/stabilisator rechts voor
C18
F50
Zekering plus “15” Danfoss verdeler
G31
I29
Schakelaar balk/stabilisator links voor
C20
F57
Zekering plus “15” schakelaars
G32
I30
Schakelaar balk/stabilisator rechts achter
C23
F63
Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument
E35
I31
Schakelaar balk/stabilisator links achter
C29 / C30
R4
Relais hoofdvoedingen heftruck
I15
I41
Eindschakelaar maximale stijging arm
I19
R9
Relais activering noodpomp
G12
I51
Sleutel uitsluiting kantelbeveiliging
I15
R76
Relais activering Danfoss verdeler
I31
I69
Joystick nivellering
A14
R80
Relais plus elektronica centrales 3B6
K26
I78
Schakelaar by-pass verplaatsing
I24
I79
Schakelaar automatische nivellering
C11
L28
Lampje geselecteerde balken
C38
L29
Lampje geselecteerde stabilisatoren
C39
L30
Lampje uitschuiving balken/daling poten stabilisatoren
C33
L31
Lampje inschuiving balken/stijging poten stabilisatoren
C31
80-02-M205NL
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
15
SCHEMA 2 2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
42
41
BR 4 RN 6 R2 5 R2 5’
1
A
10
1
10
1
1
1
0
2
8
10
6
9
7
1
1
2
2
N RV RZ NZ
1
BL
1
0
CG
RV nr°13
LV 4
BN
3
1 0 2
MR B
10
CG
CG
RV nr°13 1
0
5
L30 BEAMS EXTENSION PILOT/OUTRIG. RISING
RETRACTION PILOT/OUTRIG. RISING
I27 OUTRIGGER/BEAM
CONFIGURATION
SELECTION SWITCH
1
4
1
L28 L29 X55 COMPASS OUTRIGGERS N
L31 BEAMS
X34 BLOCK
C
OUTRIGGERS CONNECTOR
N2 5
OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH
N
N
I31 REAR LEFT
B
I26
2
2
9
RETR./EXT. BEAM LOW/RISE OUTRIGGER
OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH
OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH
5
9
N
MR
LV
8
BV
2
7
1
I30 REAR RIGHT
MV
9
LV
I29 FRONT LEFT
N
2 OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH
X29B
5
9
N
I28 FRONT RIGHT
BL
BC
HR
5
9
N
5 LEVELING
BH
9
N
5
2
1
MR
10
MV
1
0
3
1
LV
RV nr°13
LV
RV nr°13
CG
CG
LV
10
RV nr°13
X29
C
C
C
C
X27B
1
0
MB
I79
AUTOMATIC LEVELING
MH
1ST REAR RIGHT BEAM SWITCH
C
X27
1
N
1ST REAR LEFT BEAM SWITCH
I69
10
BL
1ST REAR RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
1
0
BN
1 1ST REAR LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
RV nr°13
X7B
CG
X7
LV
X5B
LG
X5
ZV
ZG
A
I/O CORE POWER SUPPLY
F9
C1.5
E
SCH* M* B* N
L1.5
10A
7,5A
Battery power supply 2 GND 3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line 5 Can-open GND line 6
F57
R
SR 30
86
AG
86
N
85
N1.5 30
N
85
A
X23-3
X22-27
SAFETY SYSTEM EXCLUSION BUZZER
R76
ZR
35
SG
3B6 BOX UNIT ELECTRONIC SUPPLY
X20-C
R80
STR2
X22-26 X16-26
MB MH GV B*
X21-2
X16-26 5
A N
N
S13
S14
C
N
S12
C
N
S11
C
N
S36
C
N
S35
C
N
S19
C
N
S18
C
N
C
N
AV R N M* B* SCH*
LR
X7C
2ND FRONT RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
X27A
X27C
X29A
AV
2ND FRONT RIGHT BEAM SWITCH
X29C
X22-16
X7A
2ND FRONT LEFT BEAM SWITCH
MR
X5C
2ND FRONT LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
MB
X5A
2ND REAR RIGHT BEAM SWITCH
HR
2ND REAR RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
HB
2ND REAR LEFT BEAM SWITCH
LB
2ND REAR LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
ZR
AG X32-8
REAR LEFT BEAM VALVE
ZB
AN
REAR RIGHT BEAM VALVE
X32-7
FRONT LEFT BEAM VALVE
AV
FRONT RIGHT BEAM VALVE
X32-6
AB
LEVELING LEFT SIDE VALVE
X32-5
RV
LEVELING RIGHT SIDE VALVE
X33-9
RZ
REAR RIGHT OUTRIGGER VALVE
X33-8
REAR LEFT OUTRIGGER VALVE
X33-5
CN
FRONT LEFT OUTRIGGER VALVE
X33-4
CV
FRONT RIGHT OUTRIGGER VALVE
CG
M*
X33-3
N A X33-1
OUTRIGGERS RETRACTION /RISING VALVE
S17
X16-25
I22 EMERGENCY BUTTON
N
X16-25 21
X16-26
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
INPUT/OUTPUT SIGNALS
L37 L38 L39 L40
L32 L33 L34 L35 L36
L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31
L3 L4 L5 L6 L7 L8 Front right second outrigger switch L9 Front left second outrigger switch L10 Rear right second outrigger switch L11 Rear left second outrigger switch L12 Front right second beam switch L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20
MB HB LB ZB MR
X21-5
Rear left second beam switch
Rear right second beam switch
L1 L2
HR LR ZR
MC2M-CABIN
Front left second beam switch
L37 L38 L39 L40
L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 Maximum rising switch L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36
SG
CM L18 L19 L20
By-pass translation switch L17
SH
HN HR MR MV
AN
L2 L3 L4 Door switch L5 L6 L7 Safety system exclusion key L8 Automatic leveling L9 Beams extens./outrig. lower L10 Beams retract/outrig. rising L11 L12 Emergency pump switch L13 L14 L15 L16
RN L1
RV RZ
N*
M* SCH* B*
S40 S39 S38 S37 S36 S35 S34 S33 S32 S31 S30 S29 S28 S27 S26 Can-open HIGH line S25 Can-open GND line S24 Can-open LOW line S23 S22 GND direct to battery S21 S20 S19 S18 S17 S16 S15 Leveling left side valve S14 Leveling right side valve S13 S12 S11 S10 S9 S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 Electronic power supply S1
1ST rear right earth outriggers micro
R37 R38 1ST rear left earth outriggers micro R39 Optional block leveling R40
LG ZG NZ
MG HG
MV HV LV ZV
AB AV AG AN CB CV CG CN
SH
A
R1 R2 R3 R4 R5 R6 Outrig. retraction & rising valve R7 R8 R9 Emergency pump pilot relay R10 R11 R12 Front right beam valve R13 Front left beam valve R14 Rear right beam valve R15 Rear left beam valve R16 Front right outrigger valve R17 Front left outrigger valve R18 Rear right outrigger valve R19 Rear left outrigger valve R20 R21 R22 1ST Front right earth outrig. micro R23 1ST Front left beam micro R24 1ST rear right beam micro R25 1ST rear left beam micro R26 R27 1ST Front right earth outrig. micro R28 1ST front left earth outriggers micro R29 R30 R31 R32 R33 R34 R35 R36
BR 4 RN 6 R2 5 R2 5’
21 22 23 GND
STR3
B BC BH BL BV
X22-9
(25/06/2012)
M
I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT
X16-26 26
SAUER-DANFOSS HYDRAULIC DISTRIBUTOR
S
K
X16-21
8
Q
1 2 3 Leveling switch right side 4 Leveling switch left side 5 Reset gear 6 Can-open LOW line 7 8 9 10 11 12 13 14 Can-open HIGH line 15 16 17 18 19 20
25
X16-21
7
O
I
I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT
X23-9
S16
G
21 22 23 24 GND
29 30 31 32 33 34
CONSENT HYDRAULIC DISTRIBUTOR
X22-1
S15
E
87 87a
X23-10
HN
VIEW
25 26 27 28
87 87a
A4
1 2 3 4 Can-open GND line 5 Can-open HIGH line 6 Can-open LOW line 7 GND 8 9 10 11 12 13 Battery power supply 14 15 16 17 18 19
Key switch power supply
20
X20-H
X21-3
CM
GV
9
R2.5
BR
10A
F50
10A
7,5A
F39 X22-25
5
BY-PASS TRANSLATION
I41
MAXIMUM RISING SWITCH
AN
X21-19
X22-15
I78
9
X9-T
X7-T X22-12
X23-18
10
X9-L
X23-17
1
0
BR
9
8
X7-S
2
EMERGENCY PUMP SWITCH
DOOR SWITCH
HN
SH
N25
EMERGENCY PUMP
5
RESET GEAR
N
N
7
1
EMERGENCY PUMP BUZZER
X23-16
M* B*
LR
SAFETY SYSTEM EXCLUSION KEY
N
RN
SQ
CG
I51
I4
10
0
1
RN2.5
6
CG
RV nr°13
5
1
10
F49
BR
RN 7,5A
L6
SV
I9
CG
MP
N
A6 SH
X15 Key switch power supply 1
R25
REMOTE CONTROL
RN
34 35
M
SV
E35 EMERGENCY PUMP
1
0
87a
87
R4 X16-1 X16-1 1
CB
32
85
87 87a
28 29 30 31 Safety system exclusion key 33
N
85
F41
N
X17-4
21 22 23 24 25 26 27
K
2
X16-2 AG
X33-2
I
N*
X21-4
2 3 Midac plus power sup. consent 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Electronic power supply 13 14 15 Electronic power supply 16 17 18 Can-open HIGH line 19 Can-open LOW line 20
X23-4
GND direct to battery 1
1
X16-2
X23-12
CG
30
86
MIDAC-PLUS INPUT/OUTPUT SIGNALS
RV nr°13
HV
30
N
CHASSIS MAIN AUXILIARY FEEDING
SR
R9
86
CG
SH
R6
EMERGENCY PUMP PILOT RELAY
X17-3
RV nr°13
30A
15A
X20-E
F18
7,5A
F38
F33
F8
X20-G
10A
G
L1.5
15A
X18-8
MG
HV
HG
X20-A
F63
1ST FRONT RIGHT BEAM SWITCH
1 2 3 4 5 Outriggers & beams selection sw. 6 Front right outrigger & beam sel.sw. 7 Front left outrigger & beam sel.sw. 8 Rear right outrigger & beam sel.sw. 9 Rear left outrigger & beam sel.sw. 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
O
Q
21 22 23
S
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
80-02-M205NL
80
1ST FRONT RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
1ST FRONT LEFT BEAM SWITCH
MV
1ST FRONT LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH
16
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
3 – TRANSMISSIE EN VERDELER BEWEGINGEN DANFOSS
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Positie in het schema
Connector Danfoss verdeler
A29
F3
Zekering achteruitrijlichten
E31
X88
Connector encoder-collector
A5
F14
Zekering Danfoss centrale
G6
X99
Cilinderinhoud motor
O17
F17
Zekering voeding MC2M truckgedeelte
I36
X102
Rempedaal
S5
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
G3
XRS
Weerstand pull-up sensor cardan
M17
F50
Zekering plus “15” Danfoss verdeler
G5
F53
Zekering plus “15” joystick
G4
F57
Zekering plus “15” schakelaars
G4
F71
Zekering voeding MC2M cabinegedeelte
I37
R3
Relais voeding MC2M truckgedeelte
G38
R6
Relais achteruitrijlichten
G29
R76
Relais activering Danfoss verdeler
G34
Ref.
80
Beschrijving
X15
Onderdelen Beschrijving
A2
Zoemer achteruitrijversnelling
BDP
BDP Sauer Danfoss
C1
Elektromagneetklep vooruitversnelling
Positie in het schema G7
Hydraulische overeenstemming
S9 / S10 K5
C2
Elektromagneetklep achteruitversnelling
CAN
Can lijn
S8 / S9
CC1
Danfoss centrale controle transmissie
S14
CC2
Danfoss centrale controle transmissie
S11
CC3
Danfoss centrale controle transmissie
S7 / S8
I2
Schakelaar langzame-snelle versnelling
G20
I22
Noodknop
G9
I43
Sensor Danfoss centrale
S6 / S7
K4
I77
Schakelaar modaliteit Sauer Danfoss
J1939
Can bus lijn J1939
M3
Joystick linkerkant bestuurdersstoel
S16
M4
Joystick rechterkant bestuurdersstoel
S21
G16 S25 / S26
MC2M CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
A22 / O37 / S34
MC2M CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
A10 / A16 / O33
MDCP
Connector Midak-plus
A32
PSC
Danfoss connector
S4
S8
Elektromagneetklep parkeerrem
K10
S27
Elektromagneetklep snelle versnelling
K6
S28
Elektromagneetklep langzame versnelling
K7
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
S31
STR3
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
S27
80-02-M205NL
Ref.
(25/06/2012)
5 RN 6
S
(25/06/2012)
PSC
DANFOSS CONNECTOR
X102 INCHING PEDAL I43 CC3 CAN BDP RPM SENSOR DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT
CC2
DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT
CC1 X99 MOTOR DISPLACEMENT
M3 LEFT ARM REST LEVER M4 RIGHT ARM REST LEVER J1939 CAN LINE J1939
1
2
X14-H X14-K
X14-F
STR3 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW
X14-N
STR2 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW
MC2M-CHASSIS POWER SUPPLY MC2M CHASSIS
RN 86
N 85
87a MC2M CHASSIS RELAY
RN4
R3 R4
X23-13
X23-14
X22-8
RN M* B* M* B*
RN
AG
1
8
87
34
33
32
35
38
31
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
20 Can-open LOW line
19 Can-open HIGH line
18 Can-J1939 LOW line
17 Can-J1939 HIGH line
16 Positive to control box relay
15
14
13 Positive to control box relay
12
11
10
8 9
7
6
5
4 Midac plus power supply consent
3
2
7
6 Can-open GND line
5 Can-open LOW line
4 Can-open HIGH line
3 GND
2 Battery power supply
1 Key switch power supply
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 Rising boom signal L13 L14 Spare analog input L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 Rotation boom signal L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 Luffing boom signal L33 Spare analog input L34 Telescoping boom signal L35 L36 L37 L38 L39 L40 R23 Spare analog input
R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11 R12 R13 R14 R15 R16 R17 R18 R19 R20 R21 "OUT32"Predisposition R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31 R32 R33 R34 R35 R36 R37 R38 R39 R40
S1 Positive to control box relay S2 S3 S4 Slow gear valve S5 Fast gear valve S6 S7 Can-J1939 HIGH line S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 Can-open LOW line S24 Can-open GND line S25 Can-open HIGH line S26 Can-J1939 LOW line S27 Can-J1939 GND line S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
39 40 41
MDCP MIDAK-PLUS CONNECTOR
K
M M
3,3KOHM
X14-G
16
MC2M-CABIN POWER SUPPLY MC2M CABIN O
X14-M
Q
SAUER DANFOSS ELECTRONIC TRANSMISSION BOX
MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX S
80-02-M205NL
80
X14-B
37
4
87
36
25A
CONSENT DANFOSS DISTRIBUTOR RELAY
RN2.5 RN2.5 RN2.5 N2.5
30
F71
87a
25A
R76 SR
X22-15
7,5A
F3
GND
2
35
3
2
X14-J
X23-1
I F17
85
A
87
N
X17-10
REVERSE GEAR LIGHTS RELAY
86
X17-8
9
34
1
X14-L
RN2.5 RN2.5 RN2.5 N2.5
G
85
AG
3
2
SAUER DANFOSS MODE SWITCH
N
30
4
1
X18-17
2 86
A1.5
R6
X21-34
10
MH
AG1.5
AV R N M* B* SCH*
BC
BN BV
BG
B
BR
BS
BL
Can-open HIGH line
3
X15
33
RN
X16-14
SAUER DANFOSS DISTRIBUTOR
32
S40 S39 S38 S37 S36 S35 S34 S33 S32 S31 S30 S29 S28 S27 S26 S25 S24 S23 S22 S21 S20 S19 S18 S17 S16 S15 S14 S13 S12 S11 S10 S9 S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 Positive to control box relay S1
14
X21-14
X20-E X18-10
26
X23-9
X16-26
X22-16
X16-25
31
B*
X16-15
RVnr.13
25
30
A AB RN
15
X21-33
N
MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX
29
M*
X16-16
28
GND 23 22 21 20 19 18 17 16 15 Can-open HIGH line 14 13 12 11 Fast gear switch 10 Slow gear switch 9 Positive to control box relay 8 7 Can-open LOW line 6 5 4 3 2 1
X32-4
27
N
XRS PULL-UP SENSOR RESISTANCE CARDAN
26
CV
X16-13 8
CZ
13
2
25
23 22 21 20 19 18 Sauer Danfoss mode switch 17 16 15 14 Sauer Danfoss mode switch 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
2 2
7
24
M*
HR
4
X14-V
1
N
CG
GN
Can-open LOW line
4
MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
23
Can-J1939 HIGH line 1
X19-S 1 1
3
22
B*
X32-3 HL
A
9
21
Can-J1939 LOW line 2
X19-R
0 SLOW/FAST GEAR SWITCH
B* M* GN N
PARKING BRAKE VALVE X14-U
X23-10
I2
14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 Can-open LOW line 4 Can-open HIGH line 3 Key switch power supply 2 GND 1
X16-5
1
20
Rising boom signal 15
5
I77
BC BN BG BL
27
X21-12
19
Spare analog input 17
X16-5 X16-27
18
Luffing boom signal 16
X16-28
17
Spare analog input 18
X16-27
5
AB
1
10
B* M* GN N
6 7
14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 Can-open LOW line 4 Can-open HIGH line 3 Key switch power supply 2 GND 1
X16-28 3
16
Telescoping boom signal 15
0
BS B BR BV
Can-open GND line
5
MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
Roller optional signal 17
8
15
Rotation boom signal 16
REVERSE
RVnr.13
B* SCH* M* B* SCH*
“15” Positive ENDCODER
6
14
N
4
CV
CG
CG
M*
RH RL
RN
GND
7
13
Spare analog input 18
X16-14
HL HN HR RB1.5 N1.5
X16-15
CG
2
11 10 9 8 7 6 Signal sensor cardan 5 Negative sensor cardan 4 Positive sensor cardan 3 Positive control box 2 GND 1
X16-16
12
12
CZ
1
BL
X16-13 1
GL
X16-26
2
X16-25
Signal sensor Inching-2 1
O X16-21
4
X18-9
11
Signal motor displac. 3
EMERGENCY BUTTON
Signal BPD 8
2
Inching GND 6 Inching supply 5
X23-17
Signal sensor Inching-1 7
X23-16
Parking brake valve 10
X23-18
Mode switch "A" CC2 11
DANFOSS connection provided
10
Parking brake negative valve 9
2
GN MZ NZ MV BG NB NR
SLOW GEAR VALVE
9
12
1
BDP Signal 1
X22-22
AV
A2 GEAR I22 BUZZER
A
E
MV
FAST GEAR VALVE
1 “15” Positive ENDCODER
Can-open HIGH line
8
X88 ENCODER COLLECTOR CONNECTOR
N
FORWARD GEAR VALVE SR
N
Can-open LOW line
9
10 Can-open GND line
8
GND 2
REVERSE GEAR VALVE
Can-J1939 LOW line 2
S28
Can-J1939 HIGH line 1
S27
SCH* B* M*
NG
M*
B*
SCH*
SR
N
M*
B*
SCH*
12
7
Can-J1939 GND line 3
C1
NG
C2
Rear lights and buzzer 2
MH
X33-7
30A
F14
10A
F50
11
6
Negative signal buzzer 1
Positive sensor 1
Negative sensor 2
X33-6
10A
C
HL HN HR
NR BG NB NR BL NB
5
Signal sensor 3
Q 3 1 5 6
4
4 4
2 2
15A
F53
A
NR BG 3 NB 1 NR 5 BL 6 NB
Forward gear 1
7,5A
F57
3
Reversa gear 2
Digital output A1 3
F33
G
Negative C2 5
Negative C1 6
2
Digital output A2 4
R2 5 RN 6
R2 5’ BR 4
1
R2
5’ BR 4
R2
SCHEMA 3 17
42
A
C
21
X16-21
E
30
87a
X20-G
I
28
X21-13
X18-13 X18-28
S8 K
18
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
4 – CABINE - ADM2 - MR2 - AUTORADIO
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Connector XRS232
K39
F6
Zekering voeding bougies
G28
Connector cabine
A6
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
G10
X36
Centrale MR2 Mercedesmotor
I33
F37
"15" Voeding autoradio/verwarming
G14
X38
Connector voorverwarming motorlucht (Optional)
E39
F40
Zekering plafondlampje
G5
X38A
Connector voeding autoradio
S6
F41
Zekering eindschakelaar cabineportier
G11
X39A
Connector luidsprekers autoradio
S8
F43
Zekering ruitensproeierpompje
G16
XAS
Connector sigarettenaansteker
E26
F46
Zekering voeding diagnose
G18
XCD
Connector voeding autoradio met CD
S4
F51
Zekering werklamp voor
G4
XDM
Connector diagnose
A18
F52
Connector ADM
S27
Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening
G15
XM1 XM2
Connector ADM
S22
F54
Zekering werklamp achter
G4
XM3
Connector ADM
S17
F55
"15" Ruitenwisser boven
G5
F56
"15" Ruitenwisser achter
G8
F59
Zekering zwaailicht
G12
F60
Zekering voeding autoradio
G17
F61
Zekering voeding diagnose
G18
F66
Zekering werklampen uiteinde arm
G12
F67
"15" Elektrische ruitbediening
G8
F68
Zekering thermische ruit
G6
F69
Zekering "30" sigarettenaansteker
G19
R8
Relais voorverwarming bougies
E31
XM4
Connector ADM
S10
XPA
Gaspedaal
S36
80
Beschrijving
Positie in het schema
I10
Sleutel uitsluiting platform
I35
Schakelaar RPM
I28
I54
Schakelaar zwaailicht
K11
I56
Schakelaar ruitensproeierpomp
K16
J1939
Can lijn J1939
M4
80-02-M205NL
Positie in het schema
X7D
Ref.
OBD2
Beschrijving
RS232
Onderdelen
MC2M CABIN
Ref.
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte Connector diagnose
K5
Hydraulische overeenstemming
A24 / A31 S30
(25/06/2012)
GND 8
S
(25/06/2012)
Q
5 4 6 0 R2 BR RN M1 L6
XCD CAR RADIO CD X38A CAR RADIO TAPE X39A CAR RADIO SPEAKERS 4 3
Front right speaker negative Front right speaker positive
XM4 ADM2/21 CONNECTOR 12
Throttle pedal by ADM2
XM3 ADM2/18 CONNECTOR XM2 ADM2/15 CONNECTOR 6
XM1 ADM2/12 CONNECTOR OBD2 DIAGNOSTIC CONNECTOR
5 4 3 2
Throttle pedal by ADM2
Throttle pedal by ADM2
Throttle pedal by ADM2
Throttle pedal by ADM2
2
N
NL
2
1
X21-25 X11-28
X22-20
K3
K2 Safety radio signal negative
K1 Emergency button signal
J3 GND
J2 GND
J1 Emergency button pushed
H3 Radio control activation
H2 Radio control activation
A N2 5
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
39 40 41
OPTIONAL
X35-U
M* 18
X21-12
M
X21-15
12
X35-L
O O
Q
XPA THROTTLE PEDAL BY ADM2 S
80-02-M205NL
80
M*
X20-K
1
87a
VB
L*
X20-J
15
X23-2
H1 Positive safety radio control
G3
G2
G1 MC2M Emergency button signal
F3
F2 Safety radio control signal positive
F1 Positive safety radio control
E3 PWR - radio control signal
E2 PWR + radio control signal
E1
D3 GND communication data
38
VN
VB
VM
14
30
V
V
ZR N N RV RG RG M N N ML CB
HR HN RV NV
37
Throttle pedal by ADM2 1
6
Key starting signal
13 Diagnostic MR2 unit box
12
11
10
9
8
7
X11-10
X11-9
D2 B485 communication data
D1 A485 communication data
C3 Wired remote control signal
C2 Can-open LOW line
C1 Can-open HIGH line
36
Throttle pedal by ADM2
SR
GZ1.5
6
5
Can-K GND line
4
X11-8
VM VH VG VB
B3
B2
35
7
8
RV
Can-K GND line
3
X11-7
X11-5
A1
B1 GND can-open line
A3
A2
34
9
“15” Diagnostic supply 1
MH*
Can-K LOW line
2
X11-6
L
AN
ZR
M
NV
CB
RG
33
2
X16-12
M*
X16-12
Can-J1939 HIGH line 3
9
MR*
0
A*
10
4
X21-16
NL
7.5A
F6
2
1
XAS
N
2 1 Can-K HIGH line
X18-23
B2.5
1
LIGHTER
GND 5
X35-R
8
G*
4
32
6
X35-X
X16-22
RVnr.13
87
ML
X16-22
R8
Diagnostic ADM2 unit box 7
X21-13 X35-W
85
SR
22
X16-22
N
X18-24
ACTIVATION REMOTE SWITCH GLOW RELAY
Diagnostic engine control box MR2 8
24
X16-24
31
9
X16-22
SM
B*
X16-24
X35-V
86
10
23
X16-23
2
L
Can-J1939 LOW line 11
X16-23
N
X20-B
M*
First speed windscreen wiper
7
L*
RPM SWITCH
30
TX RS232 12
J1939 N2.5
RVnr.13
MC2M-CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX
RX RS232 13
9
29
14
1
15
3
ZG
X16-7
I35
CV
M8-5 0
ZR
1
28
“30” Diagnostic supply 16
ML GZ
10
27
5 4 3 Diagnostic ADM2 unit box 2 “50” Starting 1
7
26
9 8 7 6
11 10
X16-7
25
12
2
1
1
3
V
L1 L2 L3 L4 R5 Red rotating lamp L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 R15 Radio control activation L16 L17 L18 L19 L20 L21 Safety radio signal negative L22 L23 L24 L25 Safety radio control signal positive L26 L27 L28 Emergency button pushed L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 MC2M Emergency button signal L38 L39 L40 L5 Door micro
16
24
4
OPTIONAL
Throttle pedal by ADM2 5
GH
15
23
7
SM
RVnr.13
14 Diagnostic ADM2 unit box
13
12
11
10
XDM DIAGNOSTIC CONNECTOR
8
6
10
N
8 Can-K GND line
MR*
22
Activation glow plug relay 9
G*
8
11
12
7 Can-K LOW line
A*
ML
6 Can-K HIGH line
G*
9
5 Diagnostic MR2 unit box
SR
4
3 “30” Diagnostic supply
1 GND 2 “15” Diagnostic supply
CV
N RV
21
Can-K HIGH line 13
2
M*
B*
4
Can-K GND line 14
7
SB
MB
20A
F69
F61 15A
F46 10A
4
Working lights head arm
“15” Positive working lights head arm
20
Can-K LOW line 15
5
SH
BG
1
19
5 Signal switch to reduce RPM 4 3 2 1
N ZR ZG
3
7
WIPER SWITCH PUMP
15A
F60
2 3
1
B2.5
hh
L2.5
X7D CABIN CONNECTOR
GND 6
MB
I56
18
9 8
SH
7.5A
F43
X23-7
17
12 11 10
CV
M
X10-18 OPTIONAL
16
17 16 15 14 13
18
2
1
“30” Diagnostic supply 1
9
10A
F52
gg
ff
ee
dd
cc
bb
aa
W
V
15
Emergency button pushed
N
2
GND 3
X22-21
7.5A
F37
10A
E
4
Return windscreen wiper
X20-G
T Door micro positive
LR
14
5
K
6
10 M8-3
0
7
RVnr.13
F66
25A
S Door micro
AN
U
R Front windscreen wiper pump
BG
P Power indicator switchs fuse
N Electric window positive
13
8
5
9
N
1
10
VN
ROTATING LAMP SWITCH PREDISPOSITION
VM
AV1.5
X22-1
RVnr.13
G1.5
M Red rotating lamp
L “15” Rear window heating
GH
GR1.5
H Front right speaker negative J Left front speaker positive
G Front right speaker positive
K Left front speaker negative
F “15” Rear windscreen wiper
NB NG
E “15” Upper windscreen wiper
RB RH
D Positive lamp
Z1.5
12
11
13
Throttle pedal by ADM2
VB
BASKET EXLUSION KEY
14
BV1.5
I54
F59
10A
F41
7.5A
X22-7
X21-30
C Rotating lamp
CB1.5 ZN1.5
11
15
X21-11
I
16
17
M*
1
18
19
F33
X21-29
X21-31
X21-32
A Positive front working light B Positive rear working light
A1.5
GZ1.5
GN1.5
10
Throttle pedal by ADM2
Can-J1939 HIGH line
20
B*
20A
20A
X21-7
9
Can-J1939 GND line 21
2
5
Left front speaker positive
NG RH NB RB
F56
G F67
15A
8
1
6
7
15A
F68
7
Left front speaker negative
8
2
3
LG
7.5A
F55
6
1
5
B*
4
10A
F40
C
“15” Radio TAPE positive
ML
I10
6
1
7
2
Can-J1939 HIGH line
X21-9
Can-J1939 LOW line
GND 8
N CR
X21-10
5
“30” Radio TAPE positive
2
CR
15A
4
1
3
“30” Radio CD positive 4
M F54
3
5
F51
2
6
N LG
1
“15” Radio CD positive 7
R2 5 BR 4 RN 6 M 10 L6
SCHEMA 4 19
42
MC2M-CABIN REMOTE CONTROL SISTEM CONNECTOR A
C
E
X38
GLOW PLUGS
G
X36 I
MERCEDES MOTOR CONNECTOR
RS232 CONNECTOR
RS232 K
OPTIONAL
20
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
5 – OPTIONAL ARM - SENSOREN EN TRANSDUCTORS 3B6 - CONNECTORS TER VOORUITRUSTING
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Connector optional
S5
F7
Zekering micro versnelling
E5
Connector grote mengbak
S21
F10
Zekering ter vooruitrusting
I7
X76
Connector ter vooruitrusting pneumatische bestuurdersstoel
G39
F17
Zekering voeding MC2M truckgedeelte
G7
X81
Connector ter vooruitrusting
G12
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
C6
X105
Oprolelement 3B6
S19
F35
Zekering relais derde uitgang uiteinde arm
C5
X106
Bodem-compensatie
S22 / S23
F39
Zekering eindschakelaar arm
C4
X107A
Stang-compensatie
S24 / S25
F62
Zekering voeding Proxy uitlijning zwenkkop/kleine mengbak
C5
X108
Bodem-opheffen
S26
F64
Zekering transductors 3B6
C6
X109
Stang-opheffen
S28
F65
Zekering pneumatische bestuurdersstoel
C7
XSC
Connector ter vooruitrusting
A37
F72
Zekering grote mengbak
C4
XSC1
Connector ter vooruitrusting
A34
R3
Relais voeding MC2M truckgedeelte
G21
XSC2
Connector ter vooruitrusting
A40
R15
Relais ter vooruitrusting
G26
R16
Relais ter vooruitrusting
G30
R17
Relais ter vooruitrusting
G34
R75
Relais tweede uitgang uiteinde arm
A12
R77
Relais voeding transductors 3B6
A9
R80
Relais voeding +VE centrales 3B6
G16
R83
Relais derde uitgang uiteinde arm
A16
Beschrijving
Positie in het schema
I7
Schakelaar kleine mengbak
A19
MA
Schakelaar micro lier
M13
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
A22 / S13 / S39
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
A28/ E39 / S36
Connector Midak-plus
S30
S6
Connector ter vooruitrusting
G13
STR4
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
S16
Hydraulische overeenstemming
80
MDCP
Positie in het schema
X40
Ref.
MC2M CHASSIS
Beschrijving
X10
Onderdelen
MC2M CABIN
Ref.
80-02-M205NL
(25/06/2012)
R2 5 BR ’ 4 M 10 RN 6 L6 R2 5
(25/06/2012)
Q
X10 BOOM OPTIONALS N2.5 NL N2.5
15 14 13 12
Spare digital I/O GND Spare digital I/O GND
L2.5 MS
8 7
Big bucket Winch switch
CONTROL BOX
MC2M-CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW
STR4
BOOM EXTENSOMETER
X105
BIG BUCKET CONNECTOR
X40
BOTTOM-COMPENSATION
X106
X107A X108 STEM-COMPENSATION RAISING-BOTTOM LIFTING STEM CYLINDER
X109 MDCP MIDAK-PLUS CONNECTOR
R2
X16-20 20
X16-20
X16-10
Predisposition R7 Pin:86
Predisposition R7 Pin:30
8 Predisposition R7 Pin:85
X18-17 X17-10 X17-8
O RN2.5 RN2.5
RN2.5 N2.5
MR1.5 N
85
X33-10
X23-16 MS
X23-10
NL NZ
2 3 4 1 1 2 3 4
5 6 7 5 6 7
7
BR VL
6
8 Spare digital I/O
Predisposition
Predisposition
Predisposition
Predisposition
Predisposition
GND
1 Positive
N2 5
39
B BH
3 4 5
2
XSC PREDISPOSITION
NG AG
38
RV N
10 Predisposition 11 Predisposition 12 Spare digital I/O
AR1.5 HG
8 Predisposition 9 Predisposition
7 Predisposition
6 Predisposition
1 GND 2 Positive 12 Vdc 3 Predisposition 4 Predisposition 5 Predisposition
7
6
AB A1.5 AH
VM VN VG NB
RV VH
N
A NL
CR CH C
1 Positive 12 Vdc 2 GND 3 Spare digital I/O 4 Predisposition R7 Pin:87 5 Predisposition R7 Pin:87a
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
40 41
X22-29
POWER SUPPLY CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
B1.5
K
L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 Spare digital I/O L20 Spare digital I/O L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40
S
80-02-M205NL
M
O
Q
MC2M CHASSIS MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX
CONTROL BOX
S
80
17
X16-17
X16-11
30
R1
VL
11
10
X19-P
X19-O
RV N HL
37
R3
87 87a
R22
SPARE RELAY
Spare digital I/O
87 87a
X16-10
G
X16-17
NL
86
X16-11
85
X19-Q
X19-N
XSC1 PREDISPOSITION-1
R23
X23-17 X14-C
R17
36
R24
X22-23
A C
X19-L X19-M
9
R39
SPARE RELAY
X19-K
X19-J
MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
35
R40
30
34
CH
NG
33
CR
87 87a
32
RN
85
86
RN
R16 B
F17
31
B* M*
AG
30
BH
HG HL
VN
S1 S2 S3 S4 S5 S6 Spare digital I/O S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 Spare digital I/O S16 Spare digital I/O S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40
29
BR
30
BH MH ML CG CZ HL HG HS
X19-H
X19-G
X19-F
28
35 34 33 32 Stand compensation cylinder-2 31 Base compensation cylinder-2 30 Stand lifting cylinder-2 29 Base lifting cylinder-2 28 Base compensation cylinder-1 27 Stand compensation cylinder-1 26 Base lifting cylinder-1 25 Stand lifting cylinder-1 24 23 22 21 Can-open LOW line 20 Can-open HIGH line 19 18 17 Positive 12 Vdc 16 15 14 Positive 12 Vdc 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
Positive stem sensor 1
SN
N
X19-E
MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
2
X9-H
X19-D
27
GND
X9-N
A1.5
R15
HS
ML
86
AH
AR1.5
26
Stem lifting cylinder-1 3
X9-A
SPARE RELAY
Stem lifting cylinder-2 4
N
87 87a
SN
2
NB
GND
X9-G
MC2M RELAY
Positive bottom sensor 1
X9-D
AB
HG
M*
B*
SB SG
25
Bottom lifting cylinder-1 3
X19-C
X19-B
NG NB
24
Bottom lifting cylinder-2 4
X9-K
85
SN
N
X9-E
30
Positive stem sensor 1
2
HL
R4
25A
GND
BH
Stem compensn.cylin.-2 4
BR
23
Stem compensation cylinder-1 3
X22-19
87 87a
SN
22
Positive bottom sensor 1
RN4
86
X9-B
R3
N
X9-J
87 87a
GND 2
X9-O
85
S1 Positive 12 Vdc S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 Spare digital I/O S14 Spare digital I/O S15 S16 S17 S18 S19 Abilitation relay 2 output boom head S20 Abilitation relay 3 output boom head S21 S22 S23 Can-open LOW line S24 S25 Can-open HIGH line S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40
10
CZ
MH
RN
0
Bottom compensation cylinder-1 3
N
L6
L6
21
Bottom compens.cylin.-2 4
1 1
85
RN
B6
MA WINCH MICROSWITCH
X18-28
N
X16-26
2
5
3
RVnr.13
20
2
5
4 4
CL1.5
I7
3
1
B6
N
H1.5
19
CL1.5
SN
N
2
OPTIONAL
GND
X33-11 X16-26
Pos. extensometer sensor 1
R2 1Kohm X9-Q
30
X9-P
86
B*
LITTLE BUCKET SWITCH
M*
30
3
1
4
+VE POWER RELAY 3B6 UNIT BOX
18
Can-open HIGH line
GN2.5
17
Can-open LOW line
R80 R2.5
LS2.5
86
VM
VH
Predisposition 2
R1 1Kohm
16
Predisposition 1
N
Predisposition 3
SPARE SUPPLY
RN2.5
BR
VG
S6
VN
BOOM HEAD THIRD EXIT RELAY
N
GN2.5
R83
Predisposition 4
N
RN
87 87a
GND 5
85
Positive 12 Vdc 6
B*
SGnr.1
M*
SPARE SUPPLY
15
Can-open HIGH line 7
MS
14
Can-open LOW line 8
30
R2
BOOM HEAD SECOND EXIT RELAY
LV2.5
86
R1
X81
C
13
R3
HV
10A A
R75
Enable relay for 3B6 transducer R4
B
87 87a
N
F7 10A
VN
N
HZ
SB
R5
X18-18 2
1
85
N
HZ
12
R6
X32-11
30
R7
X22-5-6
11
R40
LV1.5
86
LV
SN1.5
R77
Second head boom signal output logic 1
S1.5
10
Second head boom signal output logic 2
LS1.5
Third head boom signal output logic 3
F10
X22-11
ENABLE TRANSDUCERS 3B6 RELAY
LS
9
Third head boom signal output logic 4
X22-25
N
H1.5
C
Little bucket signal 5
X23-11
X23-8
HV
BR
L
9
Big bucket
8
Positive winch microswitch 6
L2.5
7
Big bucket 10
I 15A
F65
15A
F33
15A
7.5A
F64
6
NZ
NG
F35
25A
15A
F62
5
Predisposition input 11
N2.5
16
GND
NB
X7-2
E
Predisposition output 17
X23-7
X23-9
M
B2.5
R
4
Head boom working lights 18
Positive 12 Vdc direct to battery 19
L6 R2 5 L6 ’
3
F72
A 2
7.5A
F39
1
R2 5 BR ’ 4 M 10 RN 6
SCHEMA 5 21
42
XSC2 PREDISPOSITION-2 A
C
X22-28 X19-A
X22-3-4
E
X22-18
MC2M CHASSIS 1 Positive 12 Vdc 2 Positive 12 Vdc 3 Positive 12 Vdc 1 GND
G
X76 B1.5
8 8 9 9 10 10 11 11
I
PNEUMATIC SEAT PREDISPOSITION CONNECTOR
K
L1 L2 L3 L4 Winch switch L5 L6
22
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
6 – LICHTEN / SENSORS / PROXIMITIES
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Beschrijving
Positie in het schema
X2
Eindschakelaar ingeschakelde versnelling
K14
F1
Zekering blokkering achteras
M25
X4
Elektromagneetklep vergrendeling achteras links
O35
F2
Zekering sensoren asuitlijning
M16
X4A
Micro vergrendeling achteras links
S34
F3
Zekering achteruitrijlichten
M28
X6A
Lichten zijkant links achter
Q35
F4
Zekering stadslichten linkerkant
M23
X10A
Lichten zijkant rechts achter
Q34 / Q35
F5
Zekering stadslichten rechterkant
M19
X11A
Micro vergrendeling achteras rechts
S33
F7
Zekering micro versnelling
K7
X11B
Elektromagneetklep vergrendeling achteras rechts
O33
F11
Zekering dimlicht
E22
X12A
Drukschakelaar luchtfilter
G12
F12
Zekering groot licht
E30
X13
Lichten aanhangwagen
S36
F13
Zekering remlichten
E19
X15A
Drukschakelaar remlichten
G18
F15
Zekering verwarming dieselfilter
C8
X20
Bol temperatuur hydraulische olie
I14
F18
Zekering relais hoofdvoedingen truck
E6
X23
Ventilator-1 oliekoeling
S5
F19
Zekering oliekoelventilator
K11
X24
Ventilator-2 oliekoeling
S8
F20
Zekering oliekoelventilator
K15
X39
Drukschakelaar oliefilter
I12
F36
Zekering plus vanaf accu voor 4 richtingaanwijzers
G27
X41
Micro lier op arm
M4
F38
Nevenvoeding startblokje
C8
X47
Eindschakelaar kettingen arm kapot
O5
F39
Zekering eindschakelaar arm
O6
F44
Zekering voeding lichtenschakelaar en claxon
E16
F47
Zekering noodknop motorstop
E5
F48
Zekering plus vanaf sleutel voor 4 richtingaanwijzers
E27
F62
Zekering voeding Proxy uitlijning zwenkkop/kleine mengbak
M18
Onderdelen Ref.
80
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
Hydraulische overeenstemming
R1
Relais ventilator -1 oliekoeling
M10
S31 / S32
R2
Relais ventilator -2 oliekoeling
M13
Zoemer achteruitrijversnelling
O31
R4
Relais hoofdvoedingen heftruck
G5
CC3
Danfoss centrale controle transmissie
C39
R6
Relais achteruitrijlichten
M27
DL
Lichtenschakelaar
I21
R7
Relais remlichten
I23
FADX
Koplampset rechterkant
S20
R10
Relais rechter dimlicht
G21
FASX
Koplampset linkerkant
S23 / S24
R11
Relais rechter groot licht
G29
FPDX
Achterlampenset rechterkant
S27
R12
Relais linker dimlicht
G25
FPSX
Achterlampenset linkerkant
S30 / S31
R13
Relais linker groot licht
G33
I6
Proximity uitlijning achteras
S10
R35
Afstandschakelaar voedingen cabinegedeelte
I5
I8
Proximity uitlijning vooras
S12
R79
Knippering richtingaanwijzers
K33
I15
Proximity uitlijning zwenkkop
S14
R81
Relais onderbreking voeding vanaf noodknop
K5
I22
Noodknop
E6
I41
Eindschakelaar maximale stijging arm
I11
I53
Schakelaar paniekverlichting
K27
I71
Proximity cabine geblokkeerd
S16
MA
Schakelaar micro lier
O7
A1
Claxon
A2
MC2M CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
A20
MC2M CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
A29 / E38 / K38
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
A15
T1
Sensor brandstofniveau
G10
T41
Verwarming dieselfilter
A13
80-02-M205NL
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
23
SCHEMA 6 12
13
14
15
A
16
17
18
19
20
STR2 R2 5 BR 4 R2 5’ RN 6 M 10
T41
7,5A
27
28
29
30
31
32
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
MZ
SV SR
26
33
34
35
36
37
38
39
15A
F12
10A
F48
15A
F11
15A
10A
F13
F44
X20-F
CB
LN
3
6
VN1.5
V1.5
+
X20-L
SN1.5
SG
LIGHT SWITCH
X21-27
87a
SG L
87 STOP LIGHT RELAY
BL BH
R C
5 7
2
4
GR
I53 WARNING
85
GR
MN
31
R79 FLASHING TURN LIGHT
X20-M
X11B
CH
X4
REAR RIGHT AXLE BLOCK VALVE
N
REVERSE GEAR BUZZER
CL
NG
A2
AG
85
7,5A
A1.5
7,5A
F1
7,5A
F4
REAR LEFT AXLE BLOCK VALVE
SL ZL BS BN
REVERSE GEAR LIGHT RELAY
87a
X18-10
AG1.5
87
N
X18-16
X18-12
X18-7
X16-8
X17-19
X18-6
X18-22
9
X16-9
X17-17
N
30
8
X16-9
X22-10 X17-6
X18-15
X17-16
86
X16-8
F5
7,5A
15A
F3
F62
F2
87a
R6 MH
X17-14
7,5A
87a
BV2.5
85 87
LS LN
X18-5
VN2.5 87
NG
7,5A
85
BR2.5
OPTIONAL
NG
30
OIL COOLING FAN-2 RELAY
WINCH MICROSWITCH
OIL COOLING FAN-1 RELAY
F39
86
V2.5
X17-13
X23-11
MS
X10-7
MS BR
ZL
30
86
MA
BR
R2 1Kohm
R1 1Kohm
X11-23
R1 SL
X22-25
X47
(25/06/2012)
I6
I8
I71
LOCKED CABIN PROXIMITY
LIGHTS SYSTEM
LIGHTS SYSTEM
LIGHTS SYSTEM
N G
GN SN G LN N AG L
X11A X4A RIGHT REAR AXLE LEFT REAR AXLE BLOCK SWITCH
E
G
I
K
M
O
Q
2
3
S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 Low beam right relay S9 High beam right relay S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 1° Hydraulic cooling fan S18 2° Hydraulic cooling fan S19 Low beam left relay S20 High beam left relay S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40
1
5
4
6
7
1
SIDE LIGHT
8
SIDE LIGHT
N
A1 HORN
N
N
N
LIGHTS SYSTEM
2
2
X10A X6A RIGHT REAR LEFT REAR
POSITION
FPSX REAR LEFT
1
BV
BH
BV
BL
NL G
LN TURN LIGHT
N
STOP
N
FPDX REAR RIGHT
REVERSE
N
POSITION
N
LEFT REAR LIGHT
TURN LIGHT
N
STOP
N
N
FASX FRONT LEFT
REVERSE
SN
AG
GN
L
SN
AG
GN
RIGHT REAR LIGHT
POSITION
N
TURN LIGHT
N
HIGH BEAM
N
FADX FRONT RIGHT
LOW BEAM
N
N
LEFT FRONT LIGHT
POSITION
N
TURN LIGHT
LN
N GN
I15
TURRET ALIGNMENT PROXIMITY
N
FRONT AXLE ALIGNMENT PROXIMITY
N
REAR AXLE ALIGNMENT PROXIMITY
N
COOLING X24 OIL FAN-2
N
N ’ RN 6 M1 0
R25
S
R25 BR4
COOLING X23 OIL FAN-1
HIGH BEAM
N
RIGHT FRONT LIGHT
LOW BEAM
VN1.5
HN1.5
G
L
V1.5
H1.5
CL
MB
CL
VR
MN
X32-1
SG
SB
VR
N2.5
BV2.5
N2.5
BR2.5
X11-24
X32-2
MZ
BOOM CHAINS SWITCH
Q
R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 Right rear axle block valve R9 Left rear axle block valve R10 R11 R12 R13 R14 R15 Horn R16 R17 R18 R19 R20 R21 R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31 R32 R33 Right rear axle block switch R34 Left rear axle block switch R35 R36 R37 R38 R39 R40
X13 TRAILER SYSTEM LIGHTS
BLOCK SWITCH
S
80-02-M205NL
80
X18-9
25A
F20
F19 VR
R2
X17-15
BR
87a
1
X18-14
M
O
Z1.5
X17-11
87
RG
X20-N
VB
S1.5
1
85 LEFT HIGH BEAM LIGHT RELAY
87 87a
BOOM BACK HOIST SWITCH
1 Reverse gear buzzer 2 Reverse gear light
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
85 EMERGENCY SWITCH CUTS FEEDING RELAY
X41
30
87a
N
4
BR
0
86
N 87
RIGHT HIGH BEAM LIGHT RELAY
30
X16-4
X21-20
86
Z1.5
X17-7
F36
DL LIGHTS
Z
49
R13 BN
85
87a
SWITCH
X16-4
X21-21
X21-8
30
30
7,5A
C1.5
X17-9
N 87
LEFT LOW BEAM LIGHT RELAY
HN1.5
1
RV
58
SN1.5
L
LN
56b
GR1.5
SG
56a
SV
L
SR
R
86
NL
85
87a
H1.5
2
1
N C
R11 LN
30
30
86
N
87
S SWITCH
25A
M
C1.5
MN
NG N X35-S
HL
X2 GEAR X18-20
R81
86
N
85 RIGHT LOW BEAM LIGHT RELAY
S
NG
I41 MAXIMUM
R12 BS
R7
M10
87 87a
K
N
X15A STOP CIRCUIT PRESSURE SWITCH
B B
X9-L
SG BR
85 CABIN MAIN AUXILIARY FEEDING TELERUPTOR
30
TEMPERATURE SWITCH
RISING SWITCH
10A
F7
X9-T
N
86
PRESSURE SWITCH
30
86
R10 LS
X20 HYDRAULIC OIL
X39 OIL FILTER
R10
R35 VR
X35-T
L6 X16-1
1
I
2
N
N
PRESSURE SWITCH
87 87a
X16-1
X12A AIR FILTER
X17-5
X18-11
C R6
T1 FUEL TANK SENSOR
85 CHASSIS MAIN AUXILIARY FEEDING RELAY
CL CH
CR
M
G N
C
MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS
30
86
42
CC3
BUTTON
R4
41
DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT
NG MH
I22 EMERGENCY
HV
40
A
30A
F18
X35-H-J
25
BR
E
10A
F47
X18-26-25
24
INPUT/OUTPUT SIGNALS
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Low beam switched on 12 High beam switched on 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Horn 23
20A
F38
N1.5+N1.5
AR1.5+AR1.5
F15
23
MC2M-CABIN
HEATING OIL FILTER
C
22
L1 Boom chains switch L2 L3 L4 Boom back hoist sw. L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 Maximum rising switch L30 L31 L32 L33 L34 L35 Turret alignament proxim. L36 Loked cabin proximity L37 L38 L39
I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT
21
N2 5
11
GR
10
SG SB S HL
9
CR
8
C
7
L1 L2 L3 L4 Fuel level gauge L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 Air filter pressure switch L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 Front axel alignament L22 Rear axel alignament L23 Gear switch L24 Oil filter pressure switch L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 Position ligths switched on L38 L39 L40
6
L40
5
MN MB
4
SG
3
MS
2
Z
1
24
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
7 – VERWARMING EN AIRCONDITIONING
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
X12
Verwarming
O17
F33
Zekering verlichting schakelaarlampjes
E23
X32
Thermostaat
C25
F37
"15" Voeding autoradio/verwarming
E20
X33
Omgevingsthermostaat
G24
F42
Zekering airconditioning
E22
X42
Heater diagnostic connector
G18
F45
Zekering voeding verwarmingsventilator
E19
X101
Vooruitrusting airconditioning
O11
F70
Zekering voeding verwarming
E21
X103
Switch heating fan predisposition
O13
R74
Relais radio en verwarming
G9
X107
Vooruitrusting timer verwarming
O23
R81
Relais onderbreking voeding vanaf noodknop
I6
XAC
Vooruitrusting airconditioning
S30
Onderdelen Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
Schakelaar verwarmingsventilator
C9
M10
Verwarmingsventilator
I15
M11
Verwarmingspomp
O8
80
I68
Hydraulische overeenstemming
80-02-M205NL
(25/06/2012)
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
25
SCHEMA 7 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A R2 5 RN 6 L6
13 M BR4 nr. 6 N RV
10
X32 7.5A
1
3
1
E
9
MV1.5
FAN HEATER SWITCH
G
5 N
6 MH1.5
2
LG
MB
E
2
5
7.5A
F33
20A
F42
7.5A
F70
10A
F37
F45
THERMOSTAT
G
7
MB
3
8
0
4
4 1
HR
MZ1.5
I68
C
RVnr.13
C
G
X33
AMBIENT THERMOSTAT
MV1.5
MH1.5
X42
N 85 87 87a
HEATER DIAGNOSTIC
M10
1
N
2
L6
I
H
R6 30
MB
R74 RADIO AND HEATER RELAY VR 86
3
LB
I
4 5
VR
R81 86
HEATER FAN
85 87 87a
EMERGENCY SWITCH CUTS SUPPLY RELAY
K
BR
K
M
LG
G 2
3
O
1
LR1.5
N
N
N
N
N
N
N
R
R
SWITCH HEATING FAN PREDISPOSITION
R4
R4
3
2 LG
G
N
HR
4
8 LB
5
9 MB
6
10 LG
7
11
1
4
N 5
LB 8
HR
MB 9
6
LG 10
7
V
N 12 12
V
4 G
N
5 V1.5
V4
6 MB
3
7 HR
X107 TIMER HEATING SYSTEM PREDISPOSITION
2
8 LB
9
11
10 N4
11
V4
G 4
1
V1.5 5
3
MB 6
2
HR
LB
7
8
HEATING SYSTEM 1
12 H SWITCH A/C FAN PREDISPOSITION
9
10
N4
12
11
HR 1
H
MB 1 1
M N1.5
DIESEL HEATER PUMP
X12
1
G
X103
1
X101
1
M11
O
V1.5
X22-24
M
Q
(25/06/2012)
M
3
N
L
K
J
M
TIMER HEATING SYSTEM PREDISPOSITION
S
H
G
F
E
D
C
B
A
HEATING SYSTEM
XAC
BR 4 RV nr. 1
’ L6
R2 5 RN 6 L6
1
2
Q
AIR CONDITIONING GROUP PREDISPOSITION
S
80-02-M205NL
80
N
LG
6
30 N1.5
M
26
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
8/1 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
X71
Vlakheidssensor (elektronische waterpas)
A32
F17
Zekering voeding MC2M truckgedeelte
G14
X88
Connector encoder-collector
A26
F49
Zekering plus «30»/Danfoss/3B6
K6
X500
Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)
Q31
F52
Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening
G14
F63
Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument
K10
F71
Zekering voeding MC2M cabinegedeelte
K12
R80
Relais plus elektronica centrales 3B6
E26
X503
A37
X504
Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)
A34
XRD
Connector centrale afstandsbediening
A14
Onderdelen Ref. J1939 MC2M-CABIN
Beschrijving Can bus lijn J1939 Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
Positie in het schema
Hydraulische overeenstemming
Q33 Q11 / Q14
MDCP
Connector Midak-plus
E35
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
A5
TERA-7
Inputs/outputs display Tera-7
80
Q4 / Q5
80-02-M205NL
(25/06/2012)
(25/06/2012) Can
5 4 3 2
Can-open HIGH line GND can-open line Can-open HIGH line Can-open LOW line
3
Main power supply
I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
MC2M-CABIN
MC2M-CABIN
I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX S25 S24 S23
Can-open HIGH line GND can-open line Can-J1939 LOW line
1 Can-open LOW line
X500
1
M*
30
K
M 35 36
X504
N*
85
RN1.5
87a
F17 25A
RN
I RN M* B*
M* B*
3
2 Can-open HIGH line
1 Can-open LOW line
X71
B*
34
M*
LEVELING SENSOR 2 Can J1939 HIGH line
1 Can J1939 LOW line
37 38
X503
40 41
B* M * N2 5
39
B* M * SC H
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
C
MDCP
6
7
14
21
26
27
28
29
M
30
31
33
32
34 35
O
J1939 Q
S S
80-02-M205NL
80
B*
33
M*
D Can-open HIGH line
C Can-open LOW line
ENCODER POSITION ROTATION
32
Can-J1939 HIGH line
B*
A
12
X88
M*
B
11
10 GND can-open line
9 Can-open LOW line
8 Can-open HIGH line
7
6
5 GND can-open line
31
B*
B*
M*
SCH*
B*
M*
SCH*
3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line
30
Can-J1939 LOW line 2
2
R2.5
B*
M*
29
Can-open HIGH line
RN
10A
S2
87
S1
N
28
+VE power supply
86
S3
BR
27
S4
F52 RN2.5
+VE UNIT BOX
R80
S5
M*
E
S6
1
26
S7
2
K3
AUTEC RADIO-CONTROL UNIT BOX
S8
K2
K1
J3 GND
XRD
S9
J1 J2 GND
25
S10
S11
N
N
H3
H2
H1 Main power supply
G3 GND
24
S12
S13
N RV
23
S14
S15
S16
S17
S18
S19
N
G2 GND
G1
F3
F2
F1 Main power supply
E3
22
Can-J1939 HIGH line
S21
N
RV
21
S20
B*
SCH*
M*
B*
SCH*
20
GND
S26
Can-open LOW line
19
S22
S27
GND can-J1939 line
E2
E1
D3
18
S28
S29
D2
D1
C3
C2 Can-open LOW line
C1 Can-open HIGH line
B3
17
S30
S31
S32
B*
M*
16
S33
S34
S35
B2
B1 GND can-open line
A1
23 GND
15
S36
S37
G A3
A2
22
STR2
SCH*
N
21
20
19
INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW TERA-7
14
S38
25A
F71
18
17
16
15
14 Can-open HIGH line
13
13
S39
N2.5
RN2.5
RN2.5
RN2.5
15A
F63
M*
12
11
+VE power supply
Can-open LOW line
12
S40
GND 4
2
1
L
SCH*
M*
10
9
8
7
6
5
11
Main power supply
Main power supply
N B*
RN
B*
10
line IGH line ope Can n li -op ne en LOW Can line -op en HIG H li ne
6
10A
F49
9
+VE power supply 1
7
GND Can-open LOW line
8
9
10
R
8
an-
CORE VIEW CONTROL BOX
7
9H
14
3 4
6
GN Dc
TERA-7 Main power supply 13
N
1
5
9L OW
J19 3
Q 15
2
4
GND 24
25
O 35
R2 5’
3
J19 3
5
5’
R2 R2
BR 4 RN 6 R2 5
2
Can
4
A
6
BR
1
RN
SCHEMA 8/1 27
42
A
C
INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
E
2 1 GND
4
+VE power supply
5
8
G
10
9
11
12
13 +VE power supply
15
I
16 +VE power supply 17 Can-J1939 HIGH line
19 Can-open HIGH line
18 Can-J1939 LOW line
20 Can-open LOW line
22
K
23
24
25
28
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
8/2 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT
Connectors Type bekabeling
Ref.
Zekeringen en relais Positie in het schema
Beschrijving
Hydraulische overeenstemming
Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
X15
Connector Danfoss verdeler
A17
F14
Zekering Danfoss centrale
I7
X36
Centrale MR2 mercedesmotor
E3
F17
Zekering voeding MC2M truckgedeelte
I19
X105
Oprolelement 3B6
A14
F61
Zekering voeding diagnose
I34
X501
Vooruitrusting CAN_BUS
A5
R3
Relais voeding MC2M truckgedeelte
I17
XDM
Connector diagnose
O3
R80
Relais plus elektronica centrales 3B6
I11
XM1
Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje
E36
XM2
Connector ADM2
I36
XM3
Connector ADM2
M36
XM4
Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje
S27
Onderdelen Ref.
Beschrijving
Positie in het schema
CAN
Can lijn
CC1
Danfoss centrale controle transmissie
A7
M3
Joystick linkerkant bestuurdersstoel
A20
M4
Joystick rechterkant bestuurdersstoel
A27
MC2M-CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte Connector diagnose
A12 / A13
S7 / S10 A35
80
OBD2
Hydraulische overeenstemming
80-02-M205NL
(25/06/2012)
4
BR
Q 1
MC2M-CHASSIS MC2M-CHASSIS
I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX
E
11
10
B*
G*
N
XDM DIAGNOSTIC CONNECTOR 14 15
13
12
11
5
85 87a
G*
16 15 9
14
13 10
12
G*
M*
9 B*
5
4 3
3 4
2 N
6
15
5
6 GND
13
11 Can-J1939 LOW line
XM1 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 1
8
1
8
M* 16
14 Can-open LOW line 15
OBD2 N2 5
38
13
12
37
B*
9 10
36
8
7
6 Can-open HIGH line
5
4
3 Can-J1939 HIGH line
1
35
B*
M*
M*
2
34 39 40 41
2 3
14 GND can-K line Can-K LOW line
M
O
8
7
9
10 11
12
14
Q
16
15
17
XM4 18
S S
(25/06/2012) 80-02-M205NL
80
30 15A
18
DANFOSS JS7000 LEFT AND RIGHT HANDLE
CV
F61
17
16
M4
+VE power supply 1
N
14 15
33
2
3
4
5
6
13
32
GND
8
11 12
31
7
9 10
30
9
10
11
7 8
29
12
13
14
5 GND can-open line
SCH*
6
3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line
B*
1
M*
2
28
15
16
M*
SCH*
27
17
18
19
DANFOSS JS7000 LEFT AND RIGHT HANDLE
20
18
M3
Can-J1939 LOW line
17
16
15
14
13
26
Can-J1939 HIGH line
B*
11 12
25
Can-J1939 LOW line 21
RN
9 10
24
S2
S3
S4
S5
S6
M*
7 8
23
S1
S8 S7
SCH*
22
+VE power supply
Can-J1939 HIGH line
5 GND can-open line
B*
6
3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line
M*
1
8
21
S9
S10
S11
87
20
S12
86
S13
87a
2
7
19
S14
MC2M RELAY
25A
F17
5 Can-open LOW line 6 GND can-open line
B* SCH
X15
S15
R3 R4
4 Can-open HIGH line
1
Can-open LOW line
ELECTROHYDRAULIC ACTUATOR PVED-CX
S16
N
18
S17
RN4
10
S18
RN
S19
N*
85
M*
3
2
4
17
S20
30
S21
1
3 GND can J1939 line
Can-J1939 LOW line
1 Can-J1939 HIGH line
3 Can-open HIGH line
2
2
12
Main power supply
3B6 BOOM EXTENSOMETER
B*
B*
M*
SCH*
B*
M*
11
10
9
8
7
6
5
4
3
1 GND
X105
GND
S23
Can-open LOW line
M* SCH*
2
16
S22
S25 S24
GND can-open line
B*
N1.5
15
Can-open HIGH line
S26
87
Can-J1939 LOW line
SCH*
86
S28
N R2.5
+VE POWER RELAY 3B6 UNIT BOX
S27
B* RN2.5
R80
14
Can-J1939 LOW line
1
CAN
DANFOSS CAN BUS
S29
GND
M*
13
S30
6
DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT
S31
Can-K HIGH line
CC1
S33
7 M*
12
S32
Can-K LOW line
RB1.5
A
S34
8
11
S35
GND can-K line
BR
S36
2
10
S37
7
S38
Can-K LOW line
9
S39
Can-K HIGH line 1
8
S40
3
N2.5
4
GND can-K line
4
O GND can-K line
7
GND
I
RN2.5
8
3
9
30A
C
F14
G
X501
RN2.5
RN2.5
M CAN J1939
6
Main power supply
2
K 5
Main power supply
Main power supply
CAN OPEN
4
2 Can-J1939 HIGH line
3
1 Can-J1939 LOW line
2
B*
BR 4
1
M*
SC H B* M * R2 5 R2 5 B* ’ M *
SCHEMA 8/2 ELEKTRISCHE SCHEMA’S 29
42
A
DIAGNOSTIC CONNECTOR
C
E
X
X
X36 MR2 MERCEDES ENGINE UNIT BOX
16 6
7
9
G
10 11 12
XM2 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 2
I
4
3
5
6
7
K
11
12
13 Can-K HIGH line
XM3 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 2 1
X
ELEKTRISCHE SCHEMA’S
80
30
80-02-M205NL
(25/06/2012)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
pag. POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A2
– POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN TOT AAN DE MACHINE 22725 - 758856 – CONNECTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A5 – MASSA'S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A8 – – POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN VANAF DE MACHINE 22756 - 758886 – CONNECTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A11
80
– MASSA'S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A14
(25/01/2013)
80-03-M205NL
2
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN Ref.
Beschrijving
Positie in het schema Rechterkant machine
MC2M-1 CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
E31
MC2M-2 CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
E31 / E32
MC2M-3 CABIN
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
E33
MC2M-1 CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
G12
MC2M-2 CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
G13
MC2M-3 CHASSIS
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
E15
OBD2
Connector diagnose
E15
X1
C28
X2
Eindschakelaar ingeschakelde versnelling
X7
Connector cabine
C28 C23 / C24
X9
C39
X10
Connector optional
X11
Connector interface arm/platform functies
C36 E39
X14 X15
C24 Connector Danfoss verdeler
X16
E36 I14
C27 / C21
X17
Q25
X18
Q26
X19
Q24 / Q25
X22
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
X23
Ventilator-1 oliekoeling
X35
C26 C25 I36
X36
Centrale MR2 mercedesmotor
X88
Connector encoder-collector
C26 / C27
M26 / M27
Vooruitrusting airconditioning
E27 / E28
XA XA/C
I8
XB
80
Linkerkant machine
K8
XDM
Connector diagnose
XM1
Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje
A21
XM2
Connector ADM
A22
XM3
Connector ADM2
A23
XM4
Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje
A24
XSC
Connector ter vooruitrusting
80-03-M205NL
C15
E21
(25/01/2013)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
3
POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN RECHTERKANT MACHINE 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A
XM4 XM1
XM2
XM3
C
C
XDM
ADM2 CENTRAL BOX UNDER THE MAIN DASHBOARD IN THE CABIN
OBD2 E
E
G
G MAIN DASHBOARD
X35
I
I
K
K
M
M
X36
O
O
PLD CENTRAL BOX ON THE TOP OF THE ENGINE
Q
Q
S
S
(25/01/2013)
80-03-M205NL
80
X16
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
4
POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN LINKERKANT MACHINE 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
A
A
X7
C
X14 X23 X22 X16
X16 X88
C
X1 X2 MC2M-3
XA/C XSC E
MC2M-2 MC2M-1
MC2M-3
X10
X9
X15
X11
E
MC2M-2 MC2M-1 G
G
I
I
Xa
80
Xb
K
K
M
M
O
O
Q
Q
X19 X17 X18
S
S
80-03-M205NL
(25/01/2013)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
5
POSITIE CONNECTORS Beschrijving
Positie in de schema's
Type bekabeling
Ref.
Achterkant zwenkkop
A1
Claxon
Hoofdbedrading truck
A2
Zoemer achteruitrijversnelling
K6
Achterkant zwenkkop
A4
Zoemer uitsluiting kantelbeveiliging
I12
Dashboard
A6
Zoemer noodpomp actief
Hoofdbedrading truck
B-
Accu 12 Vdc
K5
Schema 1
Schema 2
I18
O35
Hoofdbedrading truck
BDP
BDP Sauer Danfoss
K21
Hoofdbedrading truck
CAN
Can lijn
K18
Hoofdbedrading truck
CC1
Danfoss centrale controle transmissie
K18
Hoofdbedrading truck
CC2
Danfoss centrale controle transmissie
K19
Hoofdbedrading truck
CC3
Danfoss centrale controle transmissie
K19
Dashboard
DL
Lichtenschakelaar
Dashboard
DM
Vooruitrusting versnellingschakelaar
Motor
F40
Zekering plafondlampje
M20
Wisselstroomdynamo
M17
G15 G17
Motor
G
Dashboard
I1
Dashboard
I2
Schakelaar langzame-snelle versnelling
G30
Dashboard
I4
Schakelaar reset versnelling
G30
OPTIONAL
G29
I6
Proximity uitlijning achteras
Dashboard
I7
Schakelaar kleine mengbak
Elektromagneetkleppen
I8
Proximity uitlijning vooras
Dashboard
I9
Schakelaar noodpomp
K8 G5
OPTIONAL
K24 E28
Dashboard
I10
Sleutel uitsluiting platform
Achterkant zwenkkop
I15
Proximity uitlijning zwenkkop
K31
Dashboard
I20
G7
Dashboard
I21
G8
Dashboard
I22
Noodknop
G4
Dashboard
I24
Schakelaar keuze besturingen
I30
Dashboard
I26
Schakelaar balken binnen/buiten of stabilisatoren hoog/laag
G33
Dashboard
I27
Schakelaar keuze balken en stabilisatoren
I33
Dashboard
I28
Schakelaar balk/stabilisator rechts voor
G32
Dashboard
I29
Schakelaar balk/stabilisator links voor
G31
Dashboard
I30
Schakelaar balk/stabilisator rechts achter
I32
Dashboard
I31
Schakelaar balk/stabilisator links achter
I31
Dashboard
I35
Schakelaar RPM
Veiligheidsinrichting
I41
Eindschakelaar maximale stijging arm
I4 K22
I14
E30
Hoofdbedrading truck
I43
Sensor Danfoss centrale
Dashboard
I51
Sleutel uitsluiting kantelbeveiliging
K29
Dashboard
I53
Schakelaar paniekverlichting
C26
Dashboard
I54
Schakelaar zwaailicht
I29
Dashboard
I56
Schakelaar ruitensproeierpomp
Dashboard
I66
Dashboard
I68
Dashboard
I69
OPTIONAL OPTIONAL
80
Hoofdbedrading truck
OPTIONAL
OPTIONAL
E6 G6
OPTIONAL
Schakelaar verwarmingsventilator
E9
OPTIONAL
Joystick nivellering
G33
Dashboard
I70
Schakelaar afstandsbediening
Achterkant zwenkkop
I71
Proximity cabine geblokkeerd
Dashboard
I73
Toestemming start met I10 geactiveerd
Dashboard
I76
Dashboard
I77
(25/01/2013)
Aantekeningen
E29 I15 K32 E32
Schakelaar modaliteit Sauer Danfoss
OPTIONAL
E30 80-03-M205NL
80
6
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
Type bekabeling
Ref.
Beschrijving
Dashboard
I78
Schakelaar by-pass verplaatsing Schakelaar automatische nivellering
Positie in de schema's Schema 1
Schema 2 I30
Dashboard
I79
Bestuurdersplaats
ISR
E31
Dashboard
J1939
Can bus lijn J1939
E30
Dashboard
KEY
Contactslot
C33
Dashboard
L28
Lampje geselecteerde balken
I34
Dashboard
L29
Lampje geselecteerde stabilisatoren
I34
Dashboard
L30
Lampje uitschuiving balken/daling poten stabilisatoren
G34
Dashboard
L31
Lampje inschuiving balken/stijging poten stabilisatoren
G34
Bestuurdersplaats
LSR
Motor
M1
Startmotor
M16
Bestuurdersplaats
M3
Joystick linkerkant bestuurdersstoel
G20
Bestuurdersplaats
M4
Joystick rechterkant bestuurdersstoel
G19
G20
M8
Dashboard
M10
Verwarmingsventilator
Achterkant zwenkkop
M11
Verwarmingspomp
Bestuurdersplaats
M12
OPTIONAL
OPTIONAL
Q39 O37
OPTIONAL
I12 G19
Schakelaar micro lier
OPTIONAL
Dashboard
MA
Achterkant zwenkkop
MC2M-1
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
G12
Achterkant zwenkkop
MC2M-2
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
G12
Achterkant zwenkkop
MC2M-3
Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte
G12
Hoofdbedrading truck
MC2M-1
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
G17
Hoofdbedrading truck
MC2M-2
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
G17
Hoofdbedrading truck
MC2M-3
Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte
G17
Achterkant zwenkkop
MDCP
Connector Midak-plus
G12
Dashboard
OBD2
Connector diagnose
O35
Dashboard
R35
Spoel afstandschakelaar noodpomp
Q38
Dashboard
RS232
Elektromagneetkleppen
S6
Connector ter vooruitrusting
Elektromagneetkleppen
S8
Elektromagneetklep parkeerrem
I22
Elektromagneetkleppen
S11
Elektromagneetklep balk rechts voor
K22
Elektromagneetkleppen
S12
Elektromagneetklep balk links voor
K22
Elektromagneetkleppen
S13
Elektromagneetklep balk links achter
K23
Elektromagneetkleppen
S14
Elektromagneetklep balk rechts achter
K24
Elektromagneetkleppen
S15
Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen
K25
Elektromagneetkleppen
S16
Elektromagneetklep stabilisator rechts voor
K26
Elektromagneetkleppen
S17
Elektromagneetklep stabilisator links voor
K26
Elektromagneetkleppen
S18
Elektromagneetklep stabilisator links achter
K26
Elektromagneetkleppen
S19
Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.
I26
Elektromagneetkleppen
S24
Elektromagneetklep krabbesturing
K22
Elektromagneetkleppen
S25
Elektromagneetklep concentrische besturing
K23
Elektromagneetkleppen
S27
Elektromagneetklep snelle versnelling
K26
Elektromagneetkleppen
S28
Elektromagneetklep langzame versnelling
K26
Elektromagneetkleppen
S35
Elektromagneetklep nivellering rechterkant
K26
Elektromagneetkleppen
S36
Elektromagneetklep nivellering linkerkant
K26
Dashboard
STR2
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
E28 / E29
Dashboard
STR3
Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6
E29
Q38
Connector XRS232
C27 K25
Dashboard
SV
Hoofdbedrading truck
T1
Sensor brandstofniveau
E16
Motor
T41
Verwarming dieselfilter
M19
80-03-M205NL
OPTIONAL
OPTIONAL
G20
Dashboard
Aantekeningen
OPTIONAL
E6
(25/01/2013)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
Ref.
Dashboard
TLM
Dashboard
VIEW
Dashboard
X1
Beschrijving
Positie in de schema's Schema 1
Voeding hoofdinstrument 3B6
E27 / E28 O27
Dashboard
X2
Eindschakelaar ingeschakelde versnelling
X4
Elektromagneetklep vergrendeling achteras links
I7
Hoofdbedrading truck
X4A
Micro vergrendeling achteras links
G7
Hoofdbedrading truck
X5
1ste Micro stabilisator op de grond links achter
E3
Hoofdbedrading truck
X5A
2de Micro stabilisator op de grond links achter
G3
Hoofdbedrading truck
X5B
1ste Micro balk links achter
G3
Hoofdbedrading truck
X5C
2de Micro balk links achter
G3
Hoofdbedrading truck
X6
Hoofdbedrading truck
X6A
Lichten zijkant links achter
E5
Hoofdbedrading truck
X7
1ste Micro stabilisator op de grond rechts achter
M4
Hoofdbedrading truck
X7A
2de Micro stabilisator op de grond rechts achter
M4
Hoofdbedrading truck
X7B
1ste Micro balk rechts achter
M4
O27
E4
Hoofdbedrading truck
X7C
2de Micro balk rechts achter
M4
Hoofdbedrading truck/ Dashboard
X7D
Connector cabine
E13
Hoofdbedrading truck/ Achterkant zwenkkop/ Veiligheidsinrichting
X9
Achterkant zwenkkop
X10
Connector optional
Hoofdbedrading truck
X10A
Lichten zijkant rechts achter
O5
Achterkant zwenkkop
X11
Connector interface arm/platform functies
I11
Hoofdbedrading truck
X11A
Micro vergrendeling achteras rechts
M7
Hoofdbedrading truck
X11B
Elektromagneetklep vergrendeling achteras rechts
K7
Dashboard
X12
Verwarming
X12A
Drukschakelaar luchtfilter
Hoofdbedrading truck
X13
Lichten aanhangwagen
Achterkant zwenkkop
X14
O4 / I10
Q39 K11 I4
Achterkant zwenkkop
X15
Connector Danfoss verdeler
I11
X15A
Drukschakelaar remlichten
K7
Hoofdbedrading truck/ Dashboard
X16
G16
Hoofdbedrading truck
X17
E19
Hoofdbedrading truck
X18
E18
X19
Dashboard
X21
Achterkant zwenkkop/ Dashboard
X22
OPTIONAL
G14
Hoofdbedrading truck
X20
O27
I6 / I10
Hoofdbedrading truck
Hoofdbedrading truck
Aantekeningen
E27
Hoofdbedrading truck
Hoofdbedrading truck/ Dashboard
Schema 2
80
Type bekabeling
O27
E20 Bol temperatuur hydraulische olie
K18
O38 O38
K22
O27
Hoofdbedrading truck
X22
G13
Achterkant zwenkkop/ Dashboard
X23
G13
Hoofdbedrading truck
X23
Ventilator-1 oliekoeling
Hoofdbedrading truck
X24
Ventilator-2 oliekoeling
Hoofdbedrading truck
X25
E28
Hoofdbedrading truck
X25A
E27
Hoofdbedrading truck
X26
I28
OPTIONAL
Hoofdbedrading truck
X28
I28
OPTIONAL
Hoofdbedrading truck
X27
1ste Micro stabilisator op de grond links voor
G28
Hoofdbedrading truck
X27A
2de Micro stabilisator op de grond links voor
G28
(25/01/2013)
7
O27
I27 I27
80-03-M205NL
80
8
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
Beschrijving
Positie in de schema's
Type bekabeling
Ref.
Hoofdbedrading truck
X27B
1ste Micro balk links voor
Hoofdbedrading truck
X27C
2de Micro balk links voor
G28
Hoofdbedrading truck
X29
1ste Micro stabilisator op de grond rechts voor
M29
Hoofdbedrading truck
X29A
2de Micro stabilisator op de grond rechts voor
M29
Hoofdbedrading truck
X29B
1ste Micro balk rechts voor
M29
Hoofdbedrading truck
X29C
2de Micro balk rechts voor
Hoofdbedrading truck
X30
M28 M27
Schema 1
Schema 2
G28
M29
Hoofdbedrading truck
X30A
Elektromagneetkleppen/ Hoofdbedrading truck/ Dashboard
X32
Thermostaat
I24
E15
Elektromagneetkleppen/ Hoofdbedrading truck/ Dashboard
X33
Omgevingsthermostaat
I25
E16
Optionele kit stabilisatorenblokkering
Hoofdbedrading truck
X34
Motor/Hoofdbedrading truck
X35
Motor
X36
Aantekeningen
I22 M19
Centrale MR2 mercedesmotor
M18
Motor/Dashboard
X37
Connector diefstalbeveiliging
M18
Motor
X38
Connector voorverwarming motorlucht
M18
O37
Dashboard
X38A
Connector voeding autoradio
Motor
X39
Drukschakelaar oliefilter
Dashboard
X39A
Connector luidsprekers autoradio
I32
Dashboard
X40
Connector grote mengbak
O38
Heater diagnostic connector
OPTIONAL I31
M17
Dashboard
X42
Achterkant zwenkkop
X46
I11
Bestuurdersplaats
X51
G19
Bestuurdersplaats
X53
G19
Dashboard
X55
Configuratie schaarstabilisatoren
O38
Dashboard
X70
By-pass schakelaar afstandsbediening
E27
Hoofdbedrading truck
X71
Vlakheidssensor (elektronische waterpas)
Bestuurdersplaats
X75
OPTIONAL
O36 OPTIONAL
OPTIONAL
I21 G19
OPTIONAL
Bestuurdersplaats
X76
Connector ter vooruitrusting pneumatische bestuurdersstoel
G19
OPTIONAL
Elektromagneetkleppen
X81
Connector ter vooruitrusting
K24
OPTIONAL
I10
OPTIONAL
Connector encoder-collector
G14
K21
Veiligheidsinrichting
X86
Achterkant zwenkkop
X88
Veiligheidsinrichting
X90
Hoofdbedrading truck
X99
Cilinderinhoud motor
I5
Dashboard
X101
Vooruitrusting airconditioning
E16
Dashboard
X102
Rempedaal
O36
Dashboard
X103
Switch heating fan predisposition
Veiligheidsinrichting
X105
Oprolelement 3B6
K9 K10
X106
Bodem-compensatie
Dashboard
X107
Vooruitrusting timer verwarming
Veiligheidsinrichting
X107A
Stang-compensatie
K10
Veiligheidsinrichting
X108
Bodem-opheffen
I10
E15
Veiligheidsinrichting
X109
Stang-opheffen
I10
Hoofdbedrading truck
X500
Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)
G17
Hoofdbedrading truck
X501
Vooruitrusting CAN-BUS
G16
Dashboard
X503
Dashboard
X504 X505
80-03-M205NL
OPTIONAL
E15
Veiligheidsinrichting
Achterkant zwenkkop
OPTIONAL
Q37 Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)
OPTIONAL
Q37 G12 (25/01/2013)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
Beschrijving
Positie in de schema's
Type bekabeling
Ref.
Dashboard
XAC
Vooruitrusting airconditioning
Q27
Dashboard
XAS
Connector sigarettenaansteker
C25
Dashboard
XCD
Connector voeding autoradio met CD
I29
Dashboard
XDM
Connector diagnose
Dashboard
XDK
Dashboard
XM1
Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje
Q35
Dashboard
XM2
Connector ADM
Q36
Dashboard
XM3
Connector ADM2
Q36
Dashboard
XM4
Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje
Q34
Bestuurdersplaats
XMS
Dashboard
XPA
Achterkant zwenkkop
XRD
Connector centrale afstandsbediening
G12
Hoofdbedrading truck
XSC
Connector ter vooruitrusting
G16
Schema 1
Schema 2
9
Aantekeningen OPTIONAL
O35 O35
G20 / G21 Gaspedaal
I17
OPTIONAL
Dashboard
XS1
Bestuurdersplaats
XSP
G19
Q38
Bestuurdersplaats
XSR
G20 / G21
Dashboard
XTV
Q38
Dashboard
XVR
E30
OPTIONAL OPTIONAL
80
OPTIONAL
(25/01/2013)
80-03-M205NL
10
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
MASSA's Ref.
Elektromagneetkleppen
Ground
Massa
Hoofdbedrading truck
Ground
Massa frame
I25
Acht. zwenkkop
Ground
Massa frame
I13
Motor
Ground
Massa motor
M17
Dashboard
Ground
Massa dashboard
Schema 1
Schema 2
Aantekeningen
I23 / i25
Q37
80
Beschrijving
Positie in de schema's
Type bekabeling
80-03-M205NL
(25/01/2013)
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
11
SCHEMA 1 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Legenda :
A
A
Bedrading voor Bedrading achter Bedrading achter zwenkkop
C
C
Bedrading motor Bedrading bestuurdersplaats Bedrading platform Verbinding tussen bedradingen
E
MDCP
X5 X5A X5B X5C
X4A X4 X9
X10
X11
MC2M-2 MC2M-3 X505
XRD
X19
FUSE AND RELAY BOX CHASSIS
X7D
T1
X53
X14 X23
MC2M-1
X22
MC2M-2 MC2M-3
XSC
X88
X501
X25A
XSR XMS
X75
X27A X27B
X76
XSP
M4
LSR
I15
X500
I71
A1 X34
I
X9
A4
X32
X71
X109 X106 A2
X15A
I6 X105
K
ELECTRIC MANIFOLD
X107A
X20
CAN
X12A
CC1
CC2
CC3
BPD
X99
X28
I
S19
S11
S18
S12
S13
S14
S15
S16
S17
S24
S25
X81
S6
S27
S28
K
S35 I43
S36 I8
Ground
X11A
X7C
X26
X24
Ground
S8
X22 X11B
X23
X33
Ground
I41 B-
Ground
M11
X108
X90
G
X27C
ISR
Ground
X15
X46
X25 X27
M12
X51
X16
M3
X13 X86
E
X38
X35
F40
X7B
M
X37
M1
X7A
X29C
T41
M
X29B
X7
X36
X10A
G
X39
X29A X30A
X30
X29
X10
O
O
Q
Q
S
S
(25/01/2013)
80-03-M205NL
80
X6A
MC2M CHASSIS
MC2M CABIN
MC2M-1
A/C INSTRUM. BOARD-FUSE AND RELAY BOX
X6
G
X17
X18
POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN
12
1
2
3
4
5
6
SCHEMA 2 7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
Legenda :
A
40
41
42
A
Bedrading cabine
I53
C
C
KEY XAS RS232 VIEW
SV
STR2
I68
STR3
I56
J1939 X32
E
TLM
X107
X33
X103
X101
E
XVR
X70 I9 I7
I66
I20
I70
I35
I77
I79
I76
I21
STOP
I69
Mode
I22
DL
DM
G
I1
P
I4
I29
I2
I28
I26
G
L30 L31
RESET
XPA I54
I24
I31
I78
I30
I27
L28 L29
I
I
XCD
X38A
I51
I10
K
I73
M
M
X1
XDK
XDM
X23
OBD2 X102
X16 XA/C
XM4
ELECTRIC MANIFOLD
80-03-M205NL
M10
X42
X22
Q
S
X37
FUSE BOX
O
A6
X7D
CLUSTER
MC2M CABIN
X2
A/C INSTRUM. BOARD-FUSE AND RELAY BOX
80
K
X39A
XM1
XM3
XM2
X40
X21 X20
XTV XS1
X503
MA
X504
R35
Ground
O
X55
M8
Q
X12
S
(25/01/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
pag. OVERZICHT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 LAY-OUT VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 BEDIENERSPANEEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 DIAGNOSE EN OPSPOREN VAN STORINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 ALARMLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 BESCHRIJVING ALARMEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 DIAGNOSEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 STATUS PAGINA’S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 KALIBRATIEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
LMI KALIBRATIE PROCEDURE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
(15/02/2013)
80-04-M205NL
80
KALIBRATIE TRANSDUCTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
2
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
OVERZICHT Het MNT_007 systeem is een globale besturing van de machine gebaseerd op de Can Bus technologie, ontwikkeld voor de MANITOU MRT PREMIUM & EASY Voornaamste kenmerken:
80
1 - Volledig elektronische besturing met MULTIPLEX TECHNOLOGIE gebaseerd op CAN BUS 2 - Besturing van de arm vanuit de cabine 3 - Besturing van de arm vanaf het platform 4 - Besturing van de arm vanaf de afstandsbediening 5 - Redundante LMI in overeenstemming met ISO13000 en EN280 6 - Automatische keuze van het werktuig 7 - Black box beheer met maximaal 500 gebeurtenissen
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
3
LAY-OUT VAN DE MACHINE
Cobo/3b6 die het volgende voedt: Beschrijving
1
MC2M T
Beheer van machine en beweging
2
Midac Plus
LMI beheer
3
Druktransductors
4
Acq
Kabelspoel met redundante lengte en hoeksensor (hoofdarm)
5
TERA7
In cabine display Tera 7 met extentie loCore eenheid
6
MC2M C
Chassis beheer
7
ASACBO
Sensor chassishoek
(15/02/2013)
Cobo code
80
Ref.
4 redundante druktransductors
80-04-M205NL
4
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES MC2M T (zwenkkop) Dit is de mastereenheid die de bewegingen van de machine bestuurt. De voornaamste functies zijn: Input aflezen en output controleren; • Signalen van andere eenheden van de machine opnemen en behandelen; • De joysticks en bedieningsbewegingen waarnemen; • De motorgegevens van de can bus opnemen; • Interface met de transmissie; • Interface met de verdeler; • Interface met de werktuigenherkenning; • Interface met het TERA7 display.
MC2M C (chassis) Dit is een slave-eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Met andere eenheden van de machine communiceren; • Interface met het TERA7 display. IO-CORE (TERA 7)
80
Dit is een slave eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Met andere eenheden van de machine communiceren; • Interface met het TERA7 display.
MIDAC PLUS (LMI) Dit is een slave eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Signalen van andere eenheden van de machine opnemen en behandelen; • Interface met het TERA7 display. • Interface met de verdeler; • LMI functie
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
5
BEDIENERSPANEEL Het bedienerspaneel wordt op de volgende afbeelding getoond:
1
2
3
Ref.
Beschrijving
Functie
(15/02/2013)
1
Functietoets
2
Functietoets
3
Pijltoetsen en ENTER
80
Druk op de toetsen F1, F2, F3, ...F5 om de volgende grafische interfaces te activeren: F1: pagina "Rijden" F2: pagina Belastingbegrenzer F3: pagina Begrenzer werkruimte (ISAAC) F4: pagina Stop F5: pagina Alarm
Deze toetsen worden gebruikt om door het menu te lopen en de keuzes te bevestigen.
80-04-M205NL
6
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING PAGINA OVER DE WEG (MODALITEIT RIJDEN)
3
2
7 5
7
1
6
80
4
1 - Watertermometer 2 - Brandstofmeter 3 - Motortoerental 4 - Urenteller en tijd 5 - Kilometerteller 6 - Huidige versnelling en rijrichting 7 - Functielampjes over de weg (links en rechts)
Op deze pagina, kunt u met de toets Home
80-04-M205NL
, de gedeeltelijke werkuren resetten.
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
7
PAGINA BELASTINGBEGRENZING
1
5
2 2
2 2
2
2
2
3
6
4
Ref.
Beschrijving
Functie
1
Percentagebalk.
Groen: veiligheidszone. Geel: alarmzone (opgeheven lading boven de 90% van de maximaal toegestane lading). Rood: cuttoffzone (opgeheven lading boven de 100% van de maximaal toegestane lading).
2
LMI informatie
Volgens de pictogrammen op het display: – Hoogte – Armhoek – Armlengte – Straal – Huidige lading – Maximaal toegestane lading in de huidige positie – Hoek zwenkkop (indien aanwezig)
3
Stabiliteitsgebied
Zie paragraaf Stabiliteit
4
Meldingengebied
Algemeen tekstgebied gebruikt voor de diagnose en tijdens de kalibratie.
5
Algemene controlelampjes in modaliteit "hijskraan"
6
Kraanconfiguratie
(15/02/2013)
Volgens de pictogrammen op het display: – Stabilisator uit – Stabilisator op de grond – Zwenkkop gecentreerd – Zwenkkop geblokkeerd – Verticale controle – Horizontale controle Toont een pictogram met het geselecteerde werktuig en de code van de werkmodus zoals in de machinehandleiding.
80-04-M205NL
80
LCD balk die de opgeheven lading toont als percentage van de maximaal toegestane lading onder die werkomstandigheden.
8
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ISAAC PAGINA (WERKRUIMTEBEGRENZER)
1
6
2
3
4
5
80
De velden van 1 t.e.m. 5 tonen de waarde van de geprogrammeerde limiet. Als het pictogram verlicht is, dan is de limiet overschreden en zijn de desbetreffende bewegingen geblokkeerd. Er verschijnt “---,--“ als de limiet niet geprogrammeerd is. 1 - Hoogtelimiet 2 - Limiet links 3 - Limiet rechts 4 - Limiet in de richting van de klok 5 - Limiet tegen de richting van de klok in 6 - Huidige waarden
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
9
STOPPAGINA Met behulp van de rechter toetsen en joystick kunt u 4 stoppen voor iedere beweging instellen.
Beschrijving
Functie Druk op de toets F6, F7, ..F10 om het type stop (snelheid) te selecteren:
80
Functietoets
F6: stop 1 F7: stop 2 F8: stop 3 F9: stop 4 F10: max. snelheid
Procedure voor het instellen van de bewegingstop:
b
Voor het instellen van de stop, de arm noch de zwenkkop van de machine bewegen.
1 - Druk op de rode knop op de rechter joystick: 2 - Beweeg de joystick (joystick en richting van de gewenste beweging) en laat de rode knop los; De beweging uitgevoerd in de fase 3 is nu in het geheugen van het systeem opgeslagen. Om een stop te wissen, de juiste regel selecteren en de rode knop 10 seconden lang ingedrukt houden.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
10
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING DIAGNOSEPAGINA
1
6
2
7
3
4
5
11
14
12
15
8
9 13 10 16
80
De brandende lampjes geven storingen of fouten aan een onderdeel of eenheid aan. 1 - Display Tera 7 2 - Mc2m Zwenkkop 3 - Midac Plus 4 - Sensor rotatie zwenkkop 5 - Linker joystick 6 - Identificatie werktuig 7 - Mc2m Chassis 8 - Kabelspoel op hoofdarm 9 - Afstandsbediening 10 - Rechter joystick 11 - Motor 12 - Hydraulische installatie 13 - Onderhoud 14 - Drukschakelaar transductors 15 - Transmissie 16 - Gebied alarmweergave
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
11
Op de Diagnosepagina kunt u, met de toets F6 de Sauer pagina weergeven, nuttig voor het onderhoud aan de Sauer onderdelen, terwijl u met de toets F7 de pagina van de Black Box kunt weergeven. (Deze pagina's zijn beschermd door een wachtwoord) Bewegingscontrole
80
De controle van de beweging wordt uitgevoerd door middel van twee onafhankelijke kanalen. • Het systeem bemonstert en berekent de elektrische signalen, CAN BUS of ANALOOG, afkomstig van de joystick en bestuurt de beweging in verhouding daarmee rekening houdend met alle veiligheidslogica. • Voor de werking van het systeem is de aanwezigheid van de bestuurder nodig. Dit betekent dat, in geval van een storing aan een onderdeel, het systeem iedere beweging stopzet.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
12
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING SAUER PAGINA Deze pagina is nuttig voor het onderhoud aan de Sauer inrichtingen. Er zijn 3 functies:
80
– Instelling Module ID – Instelling Module Neighbour; – Servicefunctie.
Beschrijving
Functie Druk op de toets F6, F7, ..F10 om de desbetreffende functie te activeren:
Functietoets
F6: F7: functie voor instelling Sauer knoop ID F8: functie voor instelling Sauer neighbor F9: Servicefunctie. F10:
Enter: om de mogelijkheid om de module te selecteren te deblokkeren : om te bewegen en de module te selecteren Pijltoetsen en ENTER : om te bewegen en de module te selecteren Esc: Om terug te keren naar de Stoppagina Na de module geselecteerd te hebben, één van deze opties indrukken.
Onderaan de pagina is een beschrijving van de staat van het proces weergegeven 80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
13
BLACK BOX PAGINA De Black box pagina dient om de in het geheugen opgeslagen gebeurtenissen te lezen.
Beschrijving
Functie Druk op de toets F6, F7, ..F9 om gebeurtenissen of pagina's door te lopen:
(15/02/2013)
80
Functietoets
F6: gebeurtenissen naar boven schuiven F7: gebeurtenissen naar beneden schuiven F8: pagina's overslaan F9: pagina's overslaan F10:
80-04-M205NL
14
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ELEKTRONISCHE BESTURING De figuur toont het schema van de elektronische besturing. Cabinebesturing. De Bewegingsbedieningen vanuit de cabine zijn mogelijk met 2 can bus joysticks. Het hoofdkanaal wordt gelezen door de can bus, terwijl het redundante kanaal gelezen wordt door een analoog signaal 0 - 5 V. De MC2M eenheid leest beide signalen, normaliseert ze in een schaal van -1000 tot +1000 en controleert dan de congruentie, er is een storing als het verschil in waarde 10% is. Iedere joystick heeft een dodemansignaal dat de beweging mogelijk maakt. Vervolgens wordt de besturing bekrachtigd en naar het logicablok gestuurd dat de beweging moegelijk maakt. Platformbesturing De besturingen naar het platform worden door middel van radiomodule verzonden, om veiligheidsredenen verbonden met een kabel. De MC2M leest de besturingssignalen vanaf de can, normaliseert ze en regelt ze.
80
Radiobesturing Vanaf de radiozender kunnen er bewegingen bestuurd worden zoals de besturingen naar het platform.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
15
SNELHEIDSCONTROLE VANUIT DE CABINE De snelheid van iedere beweging kan afgesteld worden binnen een percentage van 0-100%. De waarde 100% betekent de maximale besturing naar de klep. Lagere waarden beperken de snelheid in verhouding. N.B.: De waarde van de snelheid is evenredig met de slag van de spoel en niet met de snelheid van de bestuurde arm, want deze is afhankelijk van de delen, van de lading en van de beschikbare opbrengst van de pomp. Om de snelheden vanuit de cabine te regelen moeten de parameters in onderstaande tabel gewijzigd worden. Om de snelheid te kalibreren hoeft u slechts de vereiste waarde in te stellen. De rechter kolom toont voorbeelden van de op een prototype machine geregistreerde waarden.
Beweging
Bijbehorende parameter
Arm omhoog
P100
Arm omlaag
P101
Naar rechts draaien
P102
Naar links draaien
P103
Vorken omhoog
P104
Vorken omlaag
P105
NA
P106
NA
P107
Telescopische arm uit
P108
Telescopische arm in
P109
Werktuig 1
P110 P111 P112
Lier omlaag
P113
80
Werktuig 2 Lier omhoog
Default waarde
(15/02/2013)
80-04-M205NL
16
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING SNELHEIDSCONTROLE VANAF HET PLATFORM Als de controle vanaf het platform beschikbaar is, wordt iedere beweging gedefineerd door de langzame/ snelle snelheid geselecteerd door de afstandsbediening. N.B.: 1000 = 100%
Bewegingen vanaf het platform
Hoge snelheid
Lage snelheid
Huidige snelheid (live)
Arm omhoog
P141
P143
P140
Arm omlaag
P142
P144
P140
Telescopische arm uit
P146
P148
P145
Telescopische arm in
P147
P149
P145
Naar rechts draaien
P151
P153
P150
Naar links draaien
P152
P154
P150
Vorken omhoog
P156
P158
P155
Vorken omlaag
P157
P159
P155
Werktuig 1
P161
P163
P160
P162
P164
P160
P166
P168
P165
Lier omlaag
P167
P169
P166
80
Werktuig 2 Lier omhoog
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
17
SNELHEIDSCONTROLE VANAF DE AFSTANDSBEDIENING Als de afstandsbediening beschikbaar is, wordt iedere beweging gedefineerd door de langzame/snelle snelheid geselecteerd door de schakelaar van de afstandsbediening. N.B.: 1000 = 100%
Bewegingen vanaf het platform
Hoge snelheid
Lage snelheid
Huidige snelheid (live)
Arm omhoog
P201
P203
P200
Arm omlaag
P202
P204
P200
Telescopische arm uit
P206
P208
P205
Telescopische arm in
P207
P209
P205
Naar rechts draaien
P211
P213
P210
Naar links draaien
P212
P214
P210
Vorken omhoog
P216
P218
P215
Vorken omlaag
P217
P219
P215
Werktuig 1
P221
P223
P220
P222
P224
P220
P226
P228
P225
Lier omlaag
P227
P229
P225
80
Werktuig 2 Lier omhoog
(15/02/2013)
80-04-M205NL
18
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING BEWEGINGSCONTROLE De bedieningen van de beweging worden uitgevoerd door de zwenkkopeenheid MC2M. Joystick De joysticks van de cabine zijn redundant: de kanalen A zijn can bus en de kanalen B zijn analoog. De mastereenheid leest en regelt beiden en stelt de juiste waarden in voor de bediening van de beweging. Rechter joystick
80
Linker joystick
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
19
Joystick waarden vanaf de afstandsbediening
80
De radio joysticks zijn enkelkanaal met richtingsafhankelijke schakelaar De interface met radio-ontvanger is can bus.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
20
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING TRAPPEN
80
Iedere beweging kan geoptimaliseerd worden door middel van versnellingstrappen (start) en vertragingstrappen (stop).
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
21
Deze waarde regelt de versnelling om de vereiste snelheid te verkrijgen. Zoveel te hoger deze waarde is, zoveel te groter de versnelling is (en zoveel te korter de tijd om de vereiste snelheid te bereiken). De "versnellingstijd" is berekent als T=1000 / Trap (tiende seconde). Het bereik is 0 - 1000; gewoonlijk worden er geen waarden onder de 100 (1 seconde) gebruikt.
(15/02/2013)
Versnellingstijd (sec)
Aantekeningen
1000
0,1
Trap gedeactiveerd
500
0,2
333
0,3
250
0,4
200
0,5
167
0,6
142
0,7
125
0,8
111
0,9
100
1
90
1,1
83
1,2
76
1,3
71
1,4
66
1,5
50
2
40
2,5
33
3
80
Waarde
Trap 1 seconde
Trap 2 seconden
80-04-M205NL
22
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Bijbehorende parameter: Beweging
Output
Input
Pos. versn.
Pos. vertr.
Neg. versn.
Neg. vertr.
Arm omhoog/Arm omlaag
P706
P707
P708
P709
P710
P711
Telescopische arm
P726
P727
P728
P729
P730
P731
Kantelen
P766
P767
P768
P769
P770
P771
Opties
P786
P787
P788
P789
P790
P791
Lier
P806
P807
P808
P809
P810
P811
Vorken
De waarden van de trappen zijn afhankelijk van de plaats van bediening (cabine/radio of platform). Als er een besturing vanuit de cabine is, worden de trapwaarden uit de Cabine tabel gehaald. (Zie onderstaande tabel) De Winscope pagina's van de trappenparameters staan op de bewegingspagina van iedere beweging. De trappen van cabine en platform zijn in twee blokken verdeeld: Trappen cabine of radio: Beweging
Pos. versn.
Pos. vertr.
Neg. versn.
Neg. vertr.
Arm omhoog/Arm omlaag
P1500
P1501
P1502
P1503
Telescopische arm
P1505
P1506
P1507
P1508
Kantelen
P1515
P1516
P1517
P1518
Opties
P1520
P1521
P1522
P1523
Vorken
80
Trappen platform: Beweging
Pos. versn.
Pos. vertr.
Neg. versn.
Neg. vertr.
Arm omhoog/Arm omlaag
P1530
P1531
P1532
P1533
Telescopische arm
P1535
P1536
P1537
P1538
Kantelen
P1545
P1546
P1547
P1548
Opties
P1550
P1551
P1552
P1553
Vorken
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
23
KLEPPENCONTROLE
80
Het hydraulische klepregelblok past het joysticksignaal en de veiligheidscontrole aan in het juiste signaal om de proportioneelklep te activeren.
Input
Joystick signaal geregeld door de vorige besturingen (bereik -1000/+1000)
Output
Signaal dat naar de A/D converter gestuurd moet worden op de ARM eenheid (bereik 0 - 255)
Bias
Bepaalt de waarde om de proportioneelklep te centreren.
0
Dode zone A
Compensatie dode zone
400
Dode zone B
Compensatie dode zone
400
Max A
Stelt de maximumwaarde in voor het besturen van de klep in positie PA-BT Gewoonlijk 75%
1600
Max B
Stelt de maximumwaarde in voor het besturen van de klep in positie PB-AT Gewoonlijk 25%
1600
(15/02/2013)
80-04-M205NL
24
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING De volgende tabel toont de parameters index voor iedere beweging Beweging
Output
Input
Bias
Max A
Max B
Dode zone A
Dode zone B
Arm omhoog/omlaag
P712
P713
P714
P715
P716
P717
P718
Kantelen
P732
P733
P734
P735
P736
P737
P738
Vorken
P752
P753
P754
P755
P756
P757
P758
Uitschuiving arm
P772
P773
P774
P775
P776
P777
P778
Accessoire
P792
P793
P794
P795
P796
P797
P798
Lier
P812
P813
P814
P815
P816
P817
P818
De Winscope pagina's van de trappenparameters staan op de bewegingspagina van iedere beweging. Voorbeeld van winscope pagina voor hefbeweging van de arm
80
SAMENVATTING VAN DE BEWEGINGSWAARDE De volgende winscope pagina toont een samenvatting van de bewegingswaarde van alle bewegingen.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
25
LANGZAME BEWEGINGEN Sommige posities in de buurt van het einde van de beweging van de machine worden alleen met langzame bewegingen bereikt om een veilige en gelijkmatige reactie van de bedieningen te verkrijgen.
X - Verwijzingswaarde, afhankelijk van de geselecteerde beweging. Bijvoorbeeld, armhoek of armlengte. Y - Effectieve snelheid joystick. Bijvoorbeeld, 50% betekent dat de door het systeem aangestuurde snelheid slechts de helft is van de joystick. 1 - Gebied waar de langzame beweging nog uit is. De maximumsnelheid is toegestaan. 2 - Waarde (hoek of lengte) waar de langzame beweging begint. 3 - Gebied waarin de langzame bewging actief is. Bij dezelfde positie van de joystick verlaagt de snelheid bij het naderen van het einde van de beweging. 4 - Elektronisch geprogrammeerd einde van de langzame beweging. Als dit punt overschreden wordt, is de maximaal toegestane snelheid gelijk aan de waarde van punt 5. 5 - Maximumsnelheid toegestaan aan het einde het langzame snelheid gebied. Op nul instellen om de beweging stop te zetten. Een waarde boven die van de dode zone instellen voor de minimumsnelheid.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
80
In het volgende diagram wordt de staat van langzame beweging getoond:
26
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Langzame beweging afhankelijk van de positie van de arm. Vanaf cabine of radio: Rotatie tegen de Rotatie in de richting richting van de klok van de klok in
Arm omhoog
Arm omlaag
Uitschuiving arm
Effectieve vertragingswaarde (live)
P920
P925
P930
P940
P945
Percentage bij einde langzame beweging (5)
P921
P926
P931
P941
P946
Armlengte bij begin langzame beweging (2)
P922
P927
P932
P942
P947
Armlengte bij einde langzame beweging (4)
P923
P928
P933
P943
P948
Effectieve lengte arm (live)
P924
P929
P934
P944
P949
80
Beweging
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
27
Vanaf het platform: Rotatie tegen de Rotatie in de richting richting van de klok van de klok in
Arm omhoog
Arm omlaag
Uitschuiving arm
Effectieve vertragingswaarde (live)
P960
P965
P970
P980
P985
Percentage bij einde langzame beweging (5)
P961
P966
P971
P981
P986
Armlengte bij begin langzame beweging (2)
P962
P967
P972
P982
P987
Armlengte bij einde langzame beweging (4)
P963
P968
P973
P983
P988
Effectieve lengte arm (live)
P964
P969
P974
P984
P989
80
Beweging
(15/02/2013)
80-04-M205NL
28
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
DIAGNOSE EN OPSPOREN VAN STORINGEN
80
Een zelfdiagnosesysteem spoort storingen aan transductors en eenheden, gebroken kabels en verschillende machinefouten op. Bij het lokaliseren van de fout of de storing brengt het systeem zichzelf in staat van veiligheid door alle gevaarlijk bedieningen te deactiveren en toont het een melding op het display. Met de alarmcode kunt u de storing lokaliseren. De codes zijn beschreven in de paragraaf "Alarmcodes" met de mogelijke oorzaken en raadgevingen om de correcte werking weer te herstellen (storingen opsporen).
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
29
WAARSCHUWINGENLIJST
De waarschuwingscode dient om te informeren waarom een besturing niet uitgevoerd kan worden. Beschrijving
IDS_WARNING1
Machine niet gestopt
IDS_WARNING2
Niet gebruikt
IDS_WARNING3
Hardware storing of machine alarm
IDS_WARNING4
Dodemansknop nodig
IDS_WARNING5
Cutoff van LMI
IDS_WARNING6
Overbelasting platform
IDS_WARNING7
Hoek groter dan 55 graden
IDS_WARNING8
W8
IDS_WARNING9
W9
IDS_WARNING10
Niet toegestaan (algemene omstandigheden)
IDS_WARNING11
Einde vertraging
IDS_WARNING12
LMI vertraging
IDS_WARNING13
Zwenkkop gedeblokkeerd
IDS_WARNING14
Stabilisator op de grond
IDS_WARNING15
Hoek groter dan 10 graden
IDS_WARNING16
Vertikale opheffing gestopt door max lengte
IDS_WARNING17
Vertikale opheffing gestopt door min lengte
IDS_WARNING18
Machine op de weg
IDS_WARNING19
Op het platform
IDS_WARNING20
Zwenkkop niet gedeblokkeerd
IDS_WARNING21
Horizontale beweging gestopt door max. lengte
IDS_WARNING22
Horizontale beweging gestopt door min. lengte
IDS_WARNING23
Zwenkkop niet in frontale positie
IDS_WARNING24
Hoogte groter dan 3 meter
IDS_WARNING25
Machine niet op wielen
IDS_WARNING26
Stop door max hoek
IDS_WARNING27
Stop door niet gesloten arm
IDS_WARNING28
Zwenkkop niet in frontale positie (+/- 15 gradi)
IDS_WARNING29
Stop vanaf ISAC (gebiedbeheer)
IDS_WARNING30
Geen stoelschakelaar
IDS_WARNING31
Fout in decoder platform
IDS_WARNING32
Platformhekje open
IDS_WARNING33
Optie uitgesloten
IDS_WARNING34
Cabineportier open
IDS_WARNING35
Fout op decoder platform
IDS_WARNING36
Platform verbonden maar niet geselecteerd
IDS_WARNING38
A2B lier bovenste limiet
IDS_WARNING39
Overbelasting kabel
IDS_WARNING40
Niet gebruikt
IDS_WARNING41
Arm niet gesloten in areal jib
IDS_WARNING42
Limiet op kantelen achter
IDS_WARNING43
Stabilisator niet gesloten
IDS_WARNING44
Geen rempedaal
IDS_WARNING45
Niet in vrij
IDS_WARNING46
Arm niet onder 3 m
IDS_WARNING47
Geen activering parkeerrem
(15/02/2013)
80
Code
80-04-M205NL
30
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
Code
Beschrijving Geen algemene activering
IDS_WARNING49
Accessoire niet bevestigd
IDS_WARNING50
Accessoire niet geblokkeerd
IDS_WARNING51
Radio met niet gestabiliseerde machine
IDS_WARNING52
Arm niet onder 3 m
IDS_WARNING53
Versnelling niet ingeschakeld
IDS_WARNING54
Rechter limiet
IDS_WARNING55
Linker limiet
IDS_WARNING56
Hoge snelheid
IDS_WARNING57
TCU beperkte staat
IDS_WARNING58
TCU veilige staat
IDS_WARNING59
Tag niet aanwezig in laaddiagrammen
80
IDS_WARNING48
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
31
ALARMLIJST Beschrijving
IDS_ALARM1
MCT: E2Prom alarm
IDS_ALARM2
MCT: Crc fout in programma Flash
IDS_ALARM10
MCT: can bus timeout van radio [1]
IDS_ALARM11
MCT: timeout can bus van radio [2]
IDS_ALARM19
MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [1]
IDS_ALARM20
MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [2]
IDS_ALARM21
MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [3]
IDS_ALARM22
MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [4]
IDS_ALARM23
MCT: can bus timeout linker joystick cabine [1]
IDS_ALARM24
MCT: can bus timeout linker joystick cabine [2]
IDS_ALARM25
MCT: can bus timeout linker joystick cabine [3]
IDS_ALARM26
MCT: can bus timeout linker joystick cabine [4]
IDS_ALARM28
MCT: can bus timeout MC2M chassis [1]
IDS_ALARM29
MCT: can bus timeout MC2M chassis [2]
IDS_ALARM32
MCT: defect gevonden in Tera7/IoCore
IDS_ALARM33
MCT: can bus timeout van Tera7/IoCore [1]
IDS_ALARM34
MCT: can bus timeout van Tera7/IoCore [2]
IDS_ALARM37
MCT: can bus timeout van LMI [1]
IDS_ALARM38
MCT: can bus timeout van LMI [2]
IDS_ALARM39
MCT: can bus timeout van LMI [3]
IDS_ALARM40
MCT: can bus timeout van LMI [4]
IDS_ALARM41
MCT: can bus timeout van LMI [5]
IDS_ALARM46
can bus timeout van Herkenning accessoires
IDS_ALARM55
can bus timeout transductor nivelleringshoek
IDS_ALARM64
MCT: storing op LMI bypass sleutel
IDS_ALARM65
MCT: storing op knop bypass rijden
IDS_ALARM66
MCT: storing op platform bypass sleutel
IDS_ALARM67
MCT: storing op naderingsschakelaar voor
IDS_ALARM68
MCT: storing op nood
IDS_ALARM69
MCT: storing op radio nood
IDS_ALARM73
MCT: congruentie [radio beveiliging]
IDS_ALARM74
MCT: congruentie [platform aangesloten]
IDS_ALARM75
MCT: congruentie [schakelaar overbelasting platform]
IDS_ALARM76
MCT: congruentie [schakelaar blokkering platform]
IDS_ALARM82
Storing [MCT Pin R4: vermogentranductors]
IDS_ALARM83
Storing [MCT Pin R5: rode lamp cabine]
IDS_ALARM84
Storing [MCT Pin R6: externe zoemer]
IDS_ALARM85
Storing [MCT Pin R13: pendelactiveringskleppen]
IDS_ALARM86
Storing [MCT Pin R15: Voeding naar radio eenheid]
IDS_ALARM87
Storing [MCT Pin R16: Claxon]
IDS_ALARM88
Storing [MCT Pin R17: EK armvering]
IDS_ALARM91
Storing [MCT Pin R19: EK stoel naar voren]
IDS_ALARM92
Storing [MCT Pin R20: EK stoel naar achteren]
IDS_ALARM93
Storing [MCT Pin S3: EK draaien platform 3D]
IDS_ALARM94
Storing [MCT Pin S4: EK opheffen platform 3D]
IDS_ALARM95
Storing [MCT Pin S5: EK hellen platform 3D]
IDS_ALARM96
Storing [MCT Pin S19: EK1 optional]
IDS_ALARM97
Storing [MCT Pin S20: EK2 optional]
IDS_ALARM100
MCT: storing van verdeler [Pvsk]
IDS_ALARM101
MCT: storing van verdeler [opheffen arm]
(15/02/2013)
80
Code
80-04-M205NL
32
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
80
Code
Beschrijving
IDS_ALARM102
MCT: storing van verdeler [uitschuiven arm]
IDS_ALARM103
MCT: storing van verdeler [Rotatie]
IDS_ALARM104
MCT: storing van verdeler [Vork]
IDS_ALARM105
MCT: storing van verdeler [Optie]
IDS_ALARM107
MCT: staat van storing Transmissie eenheid
IDS_ALARM109
Storing van Joystick cabine [opheffen arm A]
IDS_ALARM110
Storing van Joystick cabine [opheffen arm B]
IDS_ALARM111
Storing van Joystick cabine [Vorken A]
IDS_ALARM112
Storing van Joystick cabine [Vorken B]
IDS_ALARM113
Storing van Joystick cabine [Rotatie A]
IDS_ALARM114
Storing van Joystick cabine [Rotatie B]
IDS_ALARM115
Storing van Joystick cabine [Uitschuiven arm A]
IDS_ALARM116
Storing van Joystick cabine [Uitschuiven arm B]
IDS_ALARM118
Staat van storing van Joystick cabine [Optional A]
IDS_ALARM119
Staat van storing van Joystick cabine [Optional B]
IDS_ALARM121
Congruentie Joystick cabine [Arm opheffen]
IDS_ALARM122
Congruentie Joystick cabine [Vork]
IDS_ALARM123
Congruentie Joystick cabine [Rotatie]
IDS_ALARM124
Congruentie Joystick cabine [Arm uitschuiven]
IDS_ALARM125
Congruentie Joystick cabine [Optional]
IDS_ALARM127
Congruentie [Gedeblokkeerde klep achteras rechts]
IDS_ALARM128
Congruentie [Gedeblokkeerde klep achteras links]
IDS_ALARM136
Can bus Timeout [Pvsk module]
IDS_ALARM137
Can bus Timeout [Module arm opheffen]
IDS_ALARM138
Can bus Timeout [Module vorken]
IDS_ALARM139
Can bus Timeout [Module arm uitschuiven]
IDS_ALARM140
Can bus Timeout [Module arm draaien]
IDS_ALARM141
Can bus Timeout [Module arm optional]
IDS_ALARM145
Fout op feedback van Pvsk klep
IDS_ALARM146
Fout op feedback van klep Arm opheffen
IDS_ALARM147
Fout op feedback van klep Vorken
IDS_ALARM148
Fout op feedback van klep Arm uitschuiven
IDS_ALARM149
Fout op feedback van klep Rotatie
IDS_ALARM150
Fout op feedback van klep Optional
IDS_ALARM163
Tcu_fout: Watchdog
IDS_ALARM164
Tcu_fout: DSP verwijzingsspanning
IDS_ALARM165
Tcu_fout: Inspuitkanaal
IDS_ALARM166
Tcu_fout: Accuspanning
IDS_ALARM167
Tcu_fout: Sensorspanning
IDS_ALARM172
Tcu_fout: FNR schakelaar
IDS_ALARM173
Tcu_fout: Sensor inching
IDS_ALARM174
Tcu_fout: Rijsensor
IDS_ALARM175
Tcu_fout: Pomp RPM status
IDS_ALARM176
Tcu_fout: Sensor pomphoek
IDS_ALARM177
Tcu_fout: Schakelaar2 mode
IDS_ALARM178
Tcu_fout: Motortoerentalsensor
IDS_ALARM179
Tcu_fout: Motorrichtingsensor
IDS_ALARM181
Tcu_fout: Pompklep VOORUIT
IDS_ALARM182
Tcu_fout: Pompklep ACHTERUIT
IDS_ALARM183
Tcu_fout: Motor prop klep
IDS_ALARM184
Tcu_fout: COR klep
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
Beschrijving
IDS_ALARM185
Tcu_fout: BB klep
IDS_ALARM186
Tcu_fout: BDP klep
IDS_ALARM201
E2Prom alarm [MC2M chassis]
IDS_ALARM202
Crc fout in Flash programma [MC2M chassis]
IDS_ALARM210
Storing [MCC Pin R3: Startmotor]
IDS_ALARM211
Storing [MCC Pin R4: Ek krab]
IDS_ALARM212
Storing [MCC Pin R5: Ek concentrisch]
IDS_ALARM213
Storing [MCC Pin R7: EK Stang omhoog / Stabilisator In]
IDS_ALARM214
Storing [MCC Pin R8: EK Deblokkering achteras rechts]
IDS_ALARM215
Storing [MCC Pin R9: EK Deblokkering achteras links]
IDS_ALARM216
Storing [MCC Pin R10: Noodpomp]
IDS_ALARM219
Storing [MCC Pin R13: Stabilisator rechts voor]
IDS_ALARM220
Storing [MCC Pin R14: Stabilisator links voor]
IDS_ALARM221
Storing [MCC Pin R15: Stabilisator achter]
IDS_ALARM222
Storing [MCC Pin R16: Stabilisator links achter]
IDS_ALARM223
Storing [MCC Pin R17: Stabilisator rechts voor]
IDS_ALARM224
Storing [MCC Pin R18: Stabilisator links voor]
IDS_ALARM225
Storing [MCC Pin R19: Stabilisator rechts achter]
IDS_ALARM226
Storing [MCC Pin R20: Stabilisator links achter]
IDS_ALARM229
Storing [MCC Pin S2: Hydraulische rem]
IDS_ALARM230
Storing [MCC Pin S3: Parkeerrem]
IDS_ALARM231
Storing [MCC Pin S4: Langzame versnelling]
IDS_ALARM232
Storing [MCC Pin S5: Snelle versnelling]
IDS_ALARM233
Storing [MCC Pin S13: Ek nivellering rechts]
IDS_ALARM234
Storing [MCC Pin S14: Ek nivellering links]
IDS_ALARM237
Storing [MCC Pin S17: EK1 radiateur]
IDS_ALARM238
Storing [MCC Pin S18: EK2 radiateur]
IDS_ALARM240
Storing [MCC Pin S8: Rechter dimlicht]
IDS_ALARM241
Storing [MCC Pin S9: Rechter grootlicht]
IDS_ALARM242
Storing [MCC Pin S19: Linker dimlicht]
IDS_ALARM243
Storing [MCC Pin S20: Linker grootlicht]
IDS_ALARM244
Storing [MCC Pin S10: Reset parkeerrem]
IDS_ALARM401
Alarm E2Prom [LMI]
IDS_ALARM402
Crc fout in Flash programma [LMI]
IDS_ALARM403
Crc fout in Flash laaddiagram [LMI]
IDS_ALARM410
Storing op externe inrichting [Acq1A E2prom Alarm]
IDS_ALARM411
Storing op externe inrichting [Acq1A Versnellingsmeter 1]
IDS_ALARM412
Storing op externe inrichting [Acq1A Versnellingsmeter 2]
IDS_ALARM413
Storing op externe inrichting [Wdo ]
IDS_ALARM414
Can bus Timeout van externe inrichting [Acq1A ]
IDS_ALARM419
Storing op inrichting [Acq1B E2prom Alarm]
IDS_ALARM420
Storing op externe inrichting [Acq1B Versnellingsmeter 1]
IDS_ALARM421
Storing op externe inrichting [Acq1B Versnellingsmeter 2]
IDS_ALARM422
Storing op externe inrichting [Wdo ]
IDS_ALARM423
Can bus Timeout van inrichting [Acq1B]
IDS_ALARM428
Can bus Timeout van sensor [Zwenkkophoek A]
IDS_ALARM429
Can bus Timeout van sensor [Zwenkkophoek B]
IDS_ALARM430
Congruentiefout vormsensor [Zwenkkophoek]
IDS_ALARM431
Kruispuntfout vormsensor [Zwenkkophoek]
IDS_ALARM437
Can bus Timeout van inrichting [MCC_Stang A]
IDS_ALARM438
Can bus Timeout van inrichting [MCC_Stang B]
(15/02/2013)
80
Code
33
80-04-M205NL
34
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
80
Code
Beschrijving
IDS_ALARM439
Can bus Timeout van inrichting [MCT]
IDS_ALARM446
Arm hoek A: Min waarde
IDS_ALARM447
Arm hoek A: Max waarde
IDS_ALARM448
Arm hoek B: Min waarde
IDS_ALARM449
Arm hoek B: Max waarde
IDS_ALARM450
Armhoek: Congruentie A-B
IDS_ALARM455
Arm lengte A: Min ruwe waarde
IDS_ALARM456
Arm lengte A: Max ruwe waarde
IDS_ALARM457
Arm lengte A: Min waarde
IDS_ALARM458
Arm lengte A: Max waarde
IDS_ALARM459
Arm lengte B: Min ruwe waarde
IDS_ALARM460
Arm lengte B: Max ruwe waarde
IDS_ALARM461
Arm lengte B: Min waarde
IDS_ALARM462
Arm lengte B: Max waarde
IDS_ALARM464
Armlengte: Congruentie A-B
IDS_ALARM473
Lage druk kamer hoofdcilinder A: Min
IDS_ALARM474
Lage druk kamer hoofdcilinder A: Max
IDS_ALARM475
Lage druk kamer hoofdcilinder B: Min
IDS_ALARM476
Lage druk kamer hoofdcilinder B: Max
IDS_ALARM477
Lage druk kamer hoofdcilinder: Congruentie A-B
IDS_ALARM482
Hoge druk kamer hoofdcilinder A: Min
IDS_ALARM483
Hoge druk kamer hoofdcilinder A: Max
IDS_ALARM484
Hoge druk kamer hoofdcilinder B: Min
IDS_ALARM485
Hoge druk kamer hoofdcilinder B: Max
IDS_ALARM486
Hoge druk kamer hoofdcilinder: Congruentie A-B
IDS_ALARM491
Lage druk compensatiekamer A: Min
IDS_ALARM492
Lage druk compensatiekamer A: Max
IDS_ALARM493
Lage druk compensatiekamer B: Min
IDS_ALARM494
Lage druk compensatiekamer B: Max
IDS_ALARM495
Lage druk compensatiekamer: Congruentie A-B
IDS_ALARM500
Hoge druk compensatiekamer A: Min
IDS_ALARM501
Hoge druk compensatiekamer A: Max
IDS_ALARM502
Hoge druk compensatiekamer B: Min
IDS_ALARM503
Hoge druk compensatiekamer B: Max
IDS_ALARM504
Hoge druk compensatiekamer: Congruentie A-B
IDS_ALARM518
Fout schakelaar Stabilisator rechts voor: Congruentie
IDS_ALARM519
Fout schakelaar Stabilisator links voor: Congruentie
IDS_ALARM520
Fout schakelaar Stabilisator rechts achter: Congruentie
IDS_ALARM521
Fout schakelaar Stabilisator links achter: Congruentie
IDS_ALARM522
Fout schakelaar Stabilisator rechts voor: Congruentie
IDS_ALARM523
Fout schakelaar Stabilisator links voor: Congruentie
IDS_ALARM524
Fout schakelaar Stabilisator rechts achter: Congruentie
IDS_ALARM525
Fout schakelaar Stabilisator links achter: Congruentie
IDS_ALARM527
Staat van overbelasting 1
IDS_ALARM528
Staat van overbelasting 1
IDS_ALARM529
Staat van overbelasting 1
IDS_ALARM530
Staat van storing output Pin [Pin - Extra Cutoff]
IDS_ALARM531
Extra CutOff van LMI
IDS_ALARM536
Can bus timeout van Herkenning accessoires
IDS_ALARM537
Storing van Herkenning werktuigen: Blk
IDS_ALARM538
Storing van Herkenning werktuigen: Foutcode
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
35
BESCHRIJVING ALARMEN ALARM MC2M Dit alarm detecteert verkeerde gegevens op de MC2M kaart De mogelijke redenen zijn: • Systeem nog niet geprogrammeerd • De machine heeft getracht te starten met lege accu • Werktuig geactiveerd maar niet geprogrammeerd. Wat te doen: • Het systeem opnieuw opstarten • Als het alarm zich voordoet na de activering van het nieuwe werktuig, eenvoudigweg de lading kalibreren en opslaan • De oorspronkelijke kalibratie opnieuw laden of de machine opnieuw kalibreren Dit alarm deactiveert (watchdog) WDO omdat een verkeerde parameter een potentieel gevaar veroorzaakt. ALARM DRUKTRANSDUCTORS De in het systeem gebruikte druktransductors sturen een signaal tussen 4 en 20 mA. Het systeem controleert of het signaal binnen deze limieten ligt. Gewoonlijk zijn er 2 alarmen mogelijk • Waarde lager dan minimum (3,5 mA) • Waarde hoger dan maximum (22 mA) Voor de hefcilinder is alleen het alarm van de minimumwaarde beschikbaar omdat de druk in geval van zeer grote belasting van de vorken de nominale waarde kan overschrijden. Het veiligheidssysteem werkt toch correct.
80
Mogelijke redenen van deze storing: • Kabelsnede • Kortsluiting op de kabel • Druktransductor beschadigd • Hoofdeenheid beschadigd Wat te doen: • Als het alarm zich tijdens de beweging van de arm voordoet, de kabel in de buurt van geledingen en uitschuivingen controleren • Controleren of de verbindingsstekker niet verroest is. • Controleer de voeding van de sensor en de staat van de verbinding. • Controleer of de kabelafscherming volledig geïsoleerd is van de andere geleiders. • Eventueel de druktransductor vervangen • Een stroring in de hoofdeenheid is zeldzaam. Voor de hoofdeenheid te vervangen, de werking ervan controleren door de transductors om te wisselen.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
36
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ALARMEN VAN DE POTENTIOMETRISCHE TRANSDUCTOR De potentiometrische transductor stuurt een geldig signaal tussen 0,25 en 4,75 V. Het programma zet de inputspanning om en, door middel van speciale procedures, toont het de volgende gegevens: • Centimeters voor de lengte • Tiende graden voor de hoeken • Kg * 10 voor de weegfunctie Voor iedere sensor zijn er 4 alarmniveaus beschikbaar: 1 - Niet omgezet signaal lager dan 0,25 V 2 - Niet omgezet signaal hoger dan 4,75 V 3 - Omgezette waarde lager dan het vooringestelde minimum 4 - Omgezette waarde hoger dan het vooringestelde maximum Met de alarmen 1 en 2 kan de kalibratie van de mechanische sensoren geïdentificeerd worden. voorbeeld: een machine heeft een minimale uitschuiving van 5 meter en een maximum van 15. Het alarm 3 vindt plaats als de gemeten lengte korter is dan 4,7 meter Het alarm 4 vindt plaats als de gemeten lengte 15,3 meter is De tolerantie voor deze alarmen is 0,3 meter voor de meting van de lengte en 5° voor de hoek Ieder alarm heeft 1 seconde vertraging
80
N.B.: naar gelang de toepassingen kunnen bij enkele transductors de spanningsdrempels voor de alarmen 1 en 2 verschillen van bovengenoemde waarden.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
37
In de volgende figuren wordt het activeringspunt van het alarm voor de lengtetranductors getoond.
LEGENDA:
80
X - A/D bemonstering (bit) Y - Transductorwaarde na omzetting 1 - Ingestelde mimimumwaarde 0,25 V (50 bit) (alarm 1 ON) 2 - Lengte overeenkomstig alarm 3 3 - Lengte in kalibratiepunt 1 (minimumlengte) 4 - Aflezing van de converter in kalibratiepunt 1 (minimumlengte) 5 - Aflezing van de converter in kalibratiepunt 1 (maximumlengte) 6 - Lengte in kalibratiepunt 2 (maximumlengte) 7 - Lengte overeenkomstig alarm 4 8 - Aflezing van de converter overeenkomstig met 4,75 V (alarm 2) 9 - Converter einde schaalverdeling 10 - Zone ingreep alarm 1 11 - Zone ingreep alarm 3 12 - Werkgebied 13 - Zone waar de transductors buiten bereik zijn maar nog niet in alarm 14 - Zone ingreep alarm 4 15 - Zone ingreep alarm 2 P1 - kalibratiepunt 1 (min) P2 - kalibratiepunt 2 (max) Redenen:
Alarm 1
Geen elektrische voeding Schuif niet verbonden Kortsluiting tussen kabelafscherming en schuif Transductor beschadigd
Alarm 2
Geen aarding Transductor beschadigd
Alarm 3
Geen kalibratie Transductor met mechanische offset Transductor niet gekalibreerd Transductor beschadigd
Alarm 4
Geen kalibratie Transductor met mechanische offset Transductor niet gekalibreerd Transductor beschadigd
(15/02/2013)
80-04-M205NL
38
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ALARM CONGRUENTIE DIGITAAL SIGNAAL Om veiligheidsredenen worden enkele "belangrijke" signalen bemonsterd door middel van 2 gescheiden digitale inputs. Indien mogelijk wordt het signaal van twee verschillende eenheden bemonsterd om "common mode" fouten te voorkomen. Als de door de twee inputs afgelezen waarden discordant zijn wordt er een alarm veroorzaakt.
De volgende signalen worden afgelezen door twee inputs van het systeem: • Uitschuiving van de stabilisator • Uitlijning zwenkkop/support • Stabiliseren op de grond Er wordt een alarm veroorzaakt als 2 signalen minstens een seconde verschillen. Redenen: • De redundantie van de sensoren wordt gebruikt om de functie van het inputkanaal te controleren; in geval van een storing zijn de mogelijke oorzaken de hoofdeenheid of de bekabeling. Wat te doen: • Controleer de sensor en dan de bedrading tussen de sensor en de eenheid.
CONGRUENTIE ALARMEN VAN DE INDICATOR VAN HET LAADMOMENT Om veiligheidsredenen worden de sensoren van de lengte en de hoek door een paar sensoren afgelezen. De waarden van dit paar sensoren worden dan vergeleken om er de congruentie van te controleren. Er wordt een alarm veroorzaakt als het verschil tussen de waarden groter is dan: • 0,3 meter voor de lengte • 5° voor de hoeken
80
Er wordt een alarm veroorzaakt als 2 signalen minstens een seconde verschillen. Redenen: • Transductor defect • Bedrading defect • Verkeerde uitlijning van de transductors (mechanische positie) Wat te doen: • Net als bij de potentiometrische sensoren. • Kalibreer eventueel nogmaals de sensoren ALARMEN OP OUTPUT FEEDBACK Om veiligheidsredenen worden enkele "belangrijke" outputs naar de hoofdeenheid gefeedbackt om de congruentie tussen commando en output te controleren. Naar gelang het veiligheidsbelang kan de controle worden uitgevoerd in de modus POST (Power On STartup) of in de cyclische modus, om de 0,1 seconde. Er wordt een alarm veroorzaakt als de input niet overeenkomt met de gecontroleerde output. Er is een seconde vertraging inbegrepen voor de activering van het alarm. 80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
39
ALARM INTEGRITEIT GEGEVENS CRC LAADSCHEMA'S De laadschema's wordt opgeslagen in een speciaal gebied van het FLASH geheugen samen met de controlevelden, gebruikt om er de integriteit van te controleren. Tijdens de voorbereidingsfase van het laadschema, wordt de CRC berekend en opgeslagen in het speciale veld van het FLASH geheugen. Tijdens de normale werking verricht het programma de omgekeerde berekening, d.w.z. dat hij de CRC opnieuw berekent en deze met die in het FLASH geheugen vergelijkt. Als de twee waarden verschillend zijn, wordt het alarm geactiveerd. De laadschema's van de werktuigen worden op verschillende pagina's opgeslagen. Het geverifieerde laadschema is alleen het schema dat in gebruik is. Daar de berekening lang is, kan het alarm ook geactiveerd worden na verscheidene minuten dat het werktuig geselecteerd is. Redenen: • Als dit alarm na de knipperende download komt, dan is het bronbestand verkeerd of heeft een verkeerde CRC. • De gegevens in het geheugen zijn verkeerd. In beide gevallen moet het bestand opnieuw geladen worden of moet de FLASH EPROM vervangen worden. ALARM CRC PROGRAMMA Net als voor de CRC laadschema's. In dit geval worden alle pagina's van het programma tegelijk gecontroleerd. Daarom veroorzaakt één enkele fout op een pagina de onderbreking van de werking van de machine. ALARMEN CAN BUS INRICHTINGEN
Timeout alarm. De eenheid ontvangt langer dan een bepaalde tijd geen meldingen van de afstandinrichting. De mogelijke redenen zijn: • Bedrading • Inrichting beschadigd of zonder voeding Als alle op dezelfde lijn verbonden inrichtingen hetzelfde alarm tonen, de elektrische aansluitingen controleren. Als het alarm slecht één inrichting betreft, neem dan alleen deze inrichting in beschouwing, bedrading inbegrepen. Inriching in staat van alarm De afstandinrichting heeft een alarm gedetecteerd en stuurt dit naar de hoofdeenheid. De handelingen zijn afhankelijk van het soort alarm. De typische redenen zijn: • Fout in het gegevensgeheugen van de inrichting • Inrichting niet gekalibreerd • Storing in de inrichting In al deze gevallen moet de inrichting vervangen worden. (15/02/2013)
80-04-M205NL
80
Het systeem kan 2 verschillende alarmen detecteren voor iedere verbonden inrichting.
40
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING F.A.Q. HET DISPLAY IS VERLICHT MAAR TOONT GEEN ENKELE AANWIJZING (LEEG) De aansturingen voor de weergave op het display worden door middel van een seriële lijn door de hoofdeenheid (HEAD) verzonden Als er geen aanwijzingen op het display staan, kunnen er geen eventuele foutcode's afgelezen worden. Er wordt aangeraden als volgt te werk te gaan: • Schakel de eenheid met de naam ARM op de ARM ZIJDE connector los: op deze manier zijn alleen de hoofdeenheid en het display met de CAN BUS lijn verbonden • Verbind de hoofdeenheid (HEAD) met de PROEFBANK • Controleer de elektrische voeding +VE. (Pin 49,50 (+Vb) met 51) • Controleer +5V vanaf pin 4 • Controleer +15V vanaf pin 43 • Controleer de output voeding +VP ( Pin 53,54,55,56 = Vb) • Controleer RS232 • Controleer de CAN BUS lijn • Controleer de bedrading tussen het display en de hoofdeenheid
80
HOE DE SERIELE LIJN TE CONTROLEREN TUSSEN HET IDR TYPE DISPLAY EN DE HEAD TYPE HOOFDEENHEID Gebruik de multimeter ingesteld op VOLTS: • Controleer de spanning op de TX van de HEAD eenheid (pin 46). • Moet binnen het bereik -4 en -8 volt zijn. • In geval van transmissie neemt de spanning iedere seconde geleidelijk af. • Als dit gedrag niet waargenomen wordt, dan verzendt de HEAD eenheid geen meldingen, of de RX TX kabels zijn omgedraaid of het IDR display is stuk. • Schakel het IDR display los en herhaal de test. • Controleer de spanning op de pin 45 van de hoofdeenheid RX: • Moet binnen het bereik -4 en -8 volt zijn. • 0 volt betekent dat het TX signaal vanaf het IDR display niet overgezonden wordt. • Controleer de verbinding. Bij indrukken van een knop moet er een lichte spanningsvermindering optreden.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
41
HOE DE CAN BUS LIJN TE CONTROLEREN Gebruik de multimeter ingesteld op OHM of VOLTS: • Zet het hele systeem uit. • Controleer de weerstand tussen de pinnen 48 (CAN H) en 47 (CAN L) van de hoofdeenheid (HEAD). • De correcte waarde is 60 ohm. Het systeem kan ook met waarden tussen 40 en 150 Ohm werken. • Als de weerstand ∞ is, kan het systeem niet functioneren. • Zet het systeem aan. • Controleer de spanningen tussen CANH en GND. • De correcte waarde moet tussen 2,5 - 2,6 volt zijn. • Als de waarden tussen 3,5 en -4 Vdc zijn, dan zou de staat van “Heavy Bus” mogelijk zijn: de bedrading is niet correct of de weerstand van de can bus ontbreekt. • Als de waarde lager is dan 2,4 Vdc, dan kunnen CANH en CANL omgekeerd zijn in een ander randapparaat, zoals een sensor of andere met de BUS verbonden inrichtingen. Als de spanning als volgt is: • < 1 Vdc mogelijke kortsluiting op de BUS • > 5 Vdc, mogelijke fouten op de BUS. • Y11 IPEH-2021 CAN DONGLE storingen opsporen • De CAN DONGLE is een instrument waarmee een normale PC met WINDOWS® de CAN BUS lijn kan analyseren. Hij bestaat uit een programma dat op een PC draait en een USB dongle, te verbinden met de CAN BUS lijn. De volgende figuur toont het PCAN Explorer programma verbonden met de hoofdeenheid:
80
•
(15/02/2013)
80-04-M205NL
42
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
De aanwezigheid van verschillende meldingen betekent dat de CAN LIJN ok is
80
Als de CAN LIJN niet werkzaam is: • Alle eenheden en inrichtingen van de BUS losschakelen. • Controleer zorgvuldig alle CAN BUS bedradingen en vooral of de CANH en CANL lijnen elkaar nergens kruisen. • Controleer de aanwezigheid van de "EINDE LIJN WEERSTANDEN". • Verbind één inrichting tegelijk op de BUS en controleer de werking ervan met de PCAN Explorer software. • Houd er rekening mee dat de werking van een eenheid ook niet goed kan zijn ook al is hij vanuit het hardware oogpunt OK.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
43
BIJLAGE A DIAGNOSEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST DIAGNOSEPAGINA'S De diagnosepagina's zijn altijd zonder wachtwoord beschikbaar. Vanuit het LMI hoofddisplay ENTER indrukken om naar de diagnosemodus te gaan. Gebruik dan de pijltoetsen om de gewenste pagina te selecteren. Om het opzoeken te vergemakkelijken verschijnen het nummer van de pagina en de identificatietekst enkele seconden bij het verwisselen van pagina. In de volgende tabel staan in de eerste kolom de meldingen die in veld [4] “Meldingengebied” getoond worden. P01 : Alarmen Alarm AAAA BBBB Waarschuwing CCCC DDDD
AAAA: Alarm of storing van LMI BBBB: Alarm of storing van de machine CCCC: Waarschuwing van LMI DDDD: Waarschuwing van de machine
P02 : LMI P = drukverschil in de hefcilinder W = lading ( t) M = Max. toegestane lading in de huidige positie A = Hoek van de arm L = Lengte van de arm R = Straal vanaf het midden van de zwenkkop
P100 W 4.1xM5.0 A 45oL 8.5 R6.0
x = Type gebruikte max lading volgens de volgende lijst: - s = van laadschema - r = van statische stabiliteit - d = van dynamische stabiliteit - m = van nominale max. lading - z = snede van minimale lading
80
o = indicatie armlengte e = effectieve uitschuiving r = effectieve inschuiving v = onbelaste correcties gecentreerd c = belaste correctie gecentreerd x = onbelaste en belaste correcties gecentreerd
P03: drukwaarden
P100 L:xxx H:xxx P 40 l:xxx h:xxxx
(15/02/2013)
Bovenste rij hoofdcilinder P = drukverschil L: druk zuigerkant H: druk stangzijde Onderste rij: Compensatiecilinder p = drukverschil l: druk zuigerkant h: druk stangzijde
80-04-M205NL
44
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
P04: Arm Armhoeken en -lengtes van LMI en machine-eenheid
a AA.A BB.B CC.C l DD.D EE.E FF.F
Bovenste rij AA.A: hoek van LMI BB.B: hoek van machine CC.C: hoekverschil tussen LMI en machine Onderste rij: DD.D lengte van LMI EE.E lengte van machine FF.F: lengteverschil tussen LMI en machine
P05: stabilisatoren percentages stabilisatoren Stb
AAA BBB CCC DDD
AAA: vooruit links BBB: vooruit rechts CCC: achteruit links DDD: achteruit rechts
P06: Rotax
Rot AAAA BBBB CCCC DDDD EEEE
AAAA: zwenkkophoek BBBB: foutcode van rotax CCCC: hoek 1 van rotax DDDD: hoek 2 van rotax EEEE: hoekverschil van rotax (hoek 1 - hoek 2)
P07: Nivellering Inclinatie chassis Niv T:XXXX SXX E:XX L:XXXX
T: in de breedte L: in de lengte S : staat E: fout
80
P09: N/U
Niet gebruikt
P10: Arm omhoog
hefbeweging hoofdarm
So 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
P11: telescopisch
beweging telescopische arm
Sf 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
P12: Vorken
beweging vork
Fo 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
P13: Kantelen
kantelbeweging
Ro 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
P14: Opties
beweging optie
Au 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
P15: Lier
lierbeweging
Ar 111 222 333
111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)
P16: Druktransductors
Druktransductors
45
Analoge kanalen 0-3 van Weergave 0 B111 2 B222 1 B333 3 xxxx
0: druktranductor zuigerzuide 1: druktransductor stangzijde 2: compensatiecilinder druktransductor zuigerzijde 3: compensatiecilinder druktransductor zuigerzijde
P17; LMI status * M IIII: VVVV
LMI status (zie onder)
P18: machinestatus * M IIII: VVVV
machinestatus (zie onder)
P19:
P20: Act1A
kabelspoel hoofdarm ACT 1A
ACT1A A:aaaa ccc Eee L:ssss
kabelspoel hoofdarm: linker transductor zie ook kalibratie hoek
P21: Act1B
kabelspoel hoofdarm ACT 1B
ACT1B A:aaaa ccc Eee L:ssss
rechter transductor zie ook kalibratie hoek
P22: Rotax
aflezing zwenkkophoek
Rotax A:aaaa ccc Eee B:ssss
A hoek 1 van rotax B hoek 2 van rotax E foutcode van Rotax CCC teller binnenkomende meldingen
P23: CCT Stb FR
transductor lengte stabilisator rechts voor CCT
CctFR A:aaaa ccc Eee B:ssss
A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen
P24: CCT Stb FL
transductor lengte stabilisator links voor CCT
CctFL A:aaaa ccc Eee B:ssss
A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen
P25: CCT Stb BR
transductor lengte stabilisator rechts achter CCT
CctBR A:aaaa ccc Eee B:ssss
A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen
(15/02/2013)
80
Niet gebruikt
80-04-M205NL
46
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
P26: CCT Sbt BL
transductor lengte stabilisator links achter CCT
CctBL A:aaaa ccc Eee B:ssss
A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen
P27: AsaC
sensoren nivellering chassis
AsaC X:aaaa ccc Eee Y:ssss
X: truck slingerhoek Y: truck stamphoek Ccc : meldingenteller Eee: fout vlakheidsensor
STATUS PAGINA'S Vanaf het display in de cabine kunnen de status en de omstandigheden van alle eenheden van de machine (zonder wachtwoord) nagekeken worden. Door een wachtwoord van het juiste niveau in te voeren kunnen met hetzelfde model alle parameters gewijzigd worden. Dit is nuttig voor de diagnose, kalibratie en in het algemeen voor de setup van de machine. De pagina's zijn de volgende: P09: LMI status * M IIII: VVVV
LMI status
P10: machinestatus machinestatus
80
* M IIII: VVVV
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
47
VARIABELEN, PARAMETERS EN STATEN Het programma beheert het volgende type gegevens: I: digitale inputs Vertegenwoordigt signalen als knoppen, schakelaars, proximities van de machine. De staten zijn ON (“1” contact gesloten) of OFF (“0” contact open) O: digitale outputs Vertegenwoordigt het outputsignaal van de eenheid, gewoonlijk naar kleppen, lampen, relais. Staten: OFF (“0”) = output niet geactiveerd ON (“1”) = output geactiveerd M: intern geheugen of flags Zijn het beeld van de door het programma gebruikte interne geheugens en net als hiervoor zijn er twee staten: waar en onwaar. Te gebruiken voor een algemeen beeld van de staten of anders. Q: Variabele Zijn de numerieke variabelen die door het programma gebruikt worden. Het bereik is van -30000 tot +30000 S : Systeemvariabelen. Dit zijn andere variabelen die in het bijzonder gebruikt worden voor het systeembeheer. P: Parameters Dit zijn gegevens die in het E2PROM geheugen ingesteld en opgeslagen kunnen worden. Worden gewoonlijk gebruikt voor kalibratie en configuratie. De betekenis van alle variabelen is afhankelijk van het programma. HOE DE WAARDEN VAN DE GEGEVENS TE LEZEN
80
Het volgende voorbeeld verklaart de procedure. Het voorbeeld beschrijft hoe de variabelen 10 van de LMI eenheid weer te geven. P09: LMI status
Vanuit het hoofdmenu deze pagina weergeven.
* M 0: OFF
Na 1-2 seconden toont het display het cijfer met de waarde van de eerste variabele vermijdbaar. Het voorbeeld toont FLAG 0.
* M 0: OFF
Zet met de ESC toets de cursor op "M"
* Q 0: 0
Verander met de pijltoets de waarde tot er "Q" (variabelen) weergegeven wordt.
* Q 10: 123
Zet met de ESC toets de cursor op het index veld. Verander met de pijltoets de waarde tot 10. In dit geval geeft het nummer rechts (123) de waarde van de variabele 10 aan. Druk op ENTER om de Instellingsmodus te verlaten of gebruik de pijltoets om een ander gegeven te selecteren.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
48
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Ander voorbeeld: Stel de parameter 100 van de machine in op de waarde 95.
P10: machinestatus
Het juiste wachtwoord invoeren met ingeschakelde voeding. Vanuit het hoofdmenu deze pagina weergeven.
* M 0: OFF
Na 1-2 seconden toont het display het cijfer met de waarde van de eerste variabele vermijdbaar. Het voorbeeld toont FLAG 0.
* M 0: OFF
Zet met de ESC toets de cursor op "M"
* P 0: 0
Verander met de pijltoets de waarde tot er "P" (variabelen) weergegeven wordt.
* P 100: 123
Zet met de ESC toets de cursor op het index veld. Verander met de pijltoets de waarde tot 100. In dit geval geeft het nummer rechts (123) de waarde van de variabele 10 aan.
* P 100: 95
Zet met de ESC toets de cursor op het waarden veld. Verander met de pijltoets de waarde tot er 95 (of een andere waarde) weergegeven wordt. Druk op ENTER om de Instellingsmodus te verlaten of gebruik de pijltoets om een ander gegeven te selecteren.
80
Natuurlijk moet de wijziging opgeslagen worden (met "01 Opslaan) voor af te sluiten.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
49
BIJLAGE B KALIBRATIEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST MENU KALIBRATIE
*** WW.W MM.M RR.R OM
Hoofdpagina Voer het wachtwoord in en druk op "+" om toegang te verkrijgen tot de programmeringsmodus.
CONFIGURATIE 32 Config
Machineconfiguratie. De volgende parameters zijn beschikbaar: • taal • eenheden (metriek of imperiaal) • wachtwoord 1 • wachtwoord 2
CONFIGURATIE 33 Instrumenten
Accessoires Druk op "Pagina" om de beschikbare accessoires te activeren of deactiveren.
Axx Lxx.x Wxx.x 12 Trasd Min
Kalibratie lengte hoofdarm en hoek in de positie "helemaal gesloten".
Axx Lxx.x Wxx.x 13 Trasd Max
Kalibratie lengte hoofdarm in de positie "helemaal open".
Axx Lxx.x Wxx.x 01 Opslaan
Kalibraties opslaan
STABILITEIT 55 Stabilisator in
Kalibratie Stabilisator in
STABILITEIT 56 Stabilisator uit
Kalibratie Stabilisator uit
STABILITEIT 57 Rotax
Kalibratie rotatie zwenkkop (Rotax)
STABILITEIT 58 Nivellering
Nivellering zwenkkop
STABILITEIT 01 Opslaan
Instellingen opslaan
VERING 35 Vering omlaag
Kalibratie vering omlaag
VERING 36 Vering omhoog
Kalibratie vering omhoog
STABILITEIT 01 Opslaan
Instellingen opslaan
Axx Lxx.x Wxx.x 20 Onbelast
Kalibratie LMI onbelast
Axx Lxx.x Wxx.x 21 LadenAct xx.x
Instelling van het bekende gewicht gebruikt voor de kalibratie van de machine
Axx Lxx.x Wxx.x 22 Belast
Belast kalibratie
Axx Lxx.x Wxx.x 23 Onbelast dynamisch
Belaste kalibratie dynamisch op nul (kalibratie van "last nul" in beweging)
Axx Lxx.x Wxx.x 24 Dynamisch belast
Kalibratie dynamisch belast (kalibratie van de last met gebruik van de bekende waarde in beweging)
Axx Lxx.x Wxx.x 25 Opslaan op alles
Kopieert de lading van de vorken in alle andere accessoires
Axx Lxx.x Wxx.x 26 Begin wegen
Begint het wegen van het geselecteerde accessoire
(15/02/2013)
80
De kalibraties zijn alleen mogelijk als het juiste niveau wachtwoord is ingevoerd. Gebruik "+" vanuit de hoofdpagina om de kalibratie modus te betreden. Loop door de pagina's tot aan de gewenste pagina.
80-04-M205NL
50
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
Axx Lxx.x Wxx.x 01 Opslaan
Kalibraties opslaan
LMI 30 Parameters
Weergave of kalibratie van alle LMI parameters Zie "Parameterlijst" voor details
MACHINE 40 Parameters
Weergave of kalibratie van alle parameters van de machine (logica en bewegingen) Zie "Parameterlijst" voor details
OPTIES 31 Onbelast moment
Kalibratie van het onbelaste moment schema
OPTIES 10 Initialiseren
Initialisering systeem
OPTIES 50 BlackBox
Beheer black box
OPTIES 51 Init BlackBox
Initialisering black box
OPTIES 52 Tijdinstelling
Instelling datum en tijd
MACHINECONFIGURATIE
CONFIGURATIE 32 Config
Machineconfiguratie. De volgende opties zijn beschikbaar: • taal • eenheden (metriek of imperiaal) • wachtwoord 1 • wachtwoord 2
CONFIGURATIE Taal 0
De taal van de meldingen instellen. Er zijn 4 talen beschikbaar.
CONFIGURATIE Eng.Unit 0
Instellen van de werkeenheid. 0 = Metriek 1 = Imperiaal
CONFIGURATIE PW1 xxx
Instellen van het wachtwoord van eerste niveau Alleen actief als er een wachtwoord van het tweede of hoger niveau actief is.
CONFIGURATIE PW2 xxx
Instellen van het wachtwoord van tweede niveau Alleen actief als er een wachtwoord van het derde of hoger niveau actief is.
80
OPENEN ACCESSOIRES (ACTIVERING VAN EEN ACCESSOIRE) CONFIGURATIE 33 Instrumenten
Het wachtwoord van tweede niveau instellen, dan “+” en “-” gebruiken om de pagina Instrumenten te selecteren.
INSTRUMENTEN Vorken 1
ENTER indrukken om het eerste werktuig van de lijst weer te geven. Het eerste werktuig is altijd Vorken en is altijd actief. Op “+” en “-“ drukken om andere werktuigen te selecteren. 0 = Accessoire OFF 1 = Accessoire ON
INSTRUMENTEN LIER 3T 0
Op ENTER drukken om te activeren
* LIER 3T 0
Er verschijnt een sterretje boven het te wijzigen cijfer.
* LIER 3T 0
Druk op INDEX om het sterretje boven het eerste cijfer rechts te verplaatsen zoals getoond.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
51
KALIBRATIE TRANSDUCTORS De machine wordt regelrecht op het display van de machine gekalibreerd. De kalibratieprocedure is alleen toegankelijk als het wachtwoord van het juiste niveau wordt ingevoerd. Dit is niet in de beschrijving aangegeven, maar in de algemene en repetitieve handelingen ergens in een ander deel van de handleiding. De procedure om alle componenten na te kijken is in het hoofdstuk "Bedienerspaneel" weergegeven.
KALIBRATIE STABILISATOREN Iedere stabilisator heeft een CAN BUS lengtetransductor die in gesloten en open stand gekalibreerd moet worden. De figuur toont de pagina's van de "Lijst met kalibratiemenu's" met bijbehorende bedieningen. STABILITEIT 55 Stabilisator in
Kalibratie met geheel gesloten stabilisator
STABILITEIT 56 Stabilisator uit
Kalibratie met geheel open stabilisator
Om de geheel gesloten stand te verkrijgen: • De stabilisatoren volledig sluiten. • De pagina 55 weergeven • Op ENTER drukken om de gesloten positie van de stabilisatoren op te slaan.
Om de geheel open stand te verkrijgen: • De stabilisatoren volledig openen. • De pagina 56 weergeven • Op ENTER drukken om de open positie van de stabilisatoren op te slaan.
De taak van de Rotax is de hoekrotatie van de zwenkkop te meten. Dit vergt geen kalibratie, maar alleen het nulstellen van de posities. STABILITEIT 57 Rotax
Om de nulpositie te verkrijgen: • De pagina 57 weergeven. • De zwenkkop uitlijnen en de pen aanbrengen. • Op ENTER drukken om de nulpositie te verkrijgen
(15/02/2013)
80-04-M205NL
80
KALIBRATIE ENCODER
52
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING KALIBRATIE CHASSIS NIVELLERINGSSENSOR De taak van de nivelleringssensors (ASA-CBO) is de inclinatie van het chassis in de lengte en in de breedte te meten. Ze worden reeds gekalibreerd geleverd en voor de montage op de machine moeten ze alleen op nul gesteld worden. STABILITEIT 58 Nivellering
Om de nulpositie te verkrijgen: • De pagina 58 weergeven. • Het chassis zowel in de breedte als in de lengte bewegen. • Op ENTER drukken om de nulpositie te verkrijgen KALIBRATIE HOEK EN LENGTE Op de arm bevindt zich een kabelspoel met dubbele CAN BUS kaart om de hoek en de lengte van de arm te lezen. De hoek vergt slechts een reset. De lengte daarentegen vergt de kalibratie in de geheel open en geheel gesloten posities. TRANDSDUCTOR 12 Trasd Min
Kalibratie lengte en hoek van de arm met gesloten machine.
TRANDSDUCTOR 13 Trasd Max
Kalibratie armlengte met open machine
80
Om de gesloten stand van de machine in te stellen: • De arm sluiten en helemaal omlaag brengen. • De pagina 12 weergeven. • Op ENTER drukken om de kalibrering van de gesloten positie te verkrijgen. Om de open stand van de machine in te stellen: • Open de arm en zet hem helemaal omhoog tot aan de einde van de slag van de cilinder. • De pagina 13 weergeven. • Op ENTER drukken om de kalibrering van de open positie te verkrijgen.
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
53
LMI KALIBRATIE PROCEDURE Dit hoofdstuk beschrijft de LMI kalibratieprocedure van een machine die nodig zou kunnen zijn als er een grotere precisie vereist is of als er een voorgeprogrammeerde accessoire laadtabel geactiveerd moet worden. De machine wordt regelrecht op het display van de machine gekalibreerd. De kalibratiefases zijn in volgorde: • Instelling klantconfiguratie (taal en meetsysteem) • Activering accessoires • Kalibratie transductors. • Initialisering van kalibratie van de lading • Gewicht correcties "geen lading toegepast" • Gewicht correcties "belast" MECHANISCHE UITLIJNING VAN DE HOEK- EN UITSCHUIFSENSOREN We veronderstellen dat de mechanische uitlijning gedurende de kalibratie van de beweging reeds verricht is. Anders zou de machine niet kunnen bewegen. De hoek- en lengtetransductors kunnen op de volgende pagina's gecontroleerd worden: kabelspoel hoofdarm: linker transductor P15: Act1A
Hoofddeel van de arm: ACT 1A
ACT1A A:aaaa ccc Eee L:ssss
kabelspoel hoofdarm: linker transductor A : hoektrandsuctor L: lengtetransductor E: foutcode van ACT1A
P16: Act1B
Hoofddeel van de arm: ACT 1B
ACT1B A:aaaa ccc Eee L:ssss
kabelspoel hoofdarm: linker transductor A : hoektrandsuctor L: lengtetransductor E: foutcode van ACT1B
(15/02/2013)
80
kabelspoel hoofdarm: rechter transductor
80-04-M205NL
54
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Als volgt een lijst met waarden van de hoek en de lengte op enkele controlepunten. Armhoeken
ACT 1A
ACT1B
Arm gesloten 0°
1800
1800
ACT 1A
ACT1B
Arm open 80°
Armlengte Arm gesloten Arm open
Armhoek
ACT 2A
Arm gesloten 0° Arm open 80°
Armlengte
ACT 2A
Arm gesloten Arm open
KALIBRATIE UITSCHUIVING EN HOEK Deze handeling bestaat uit het automatisch kalibreren van de hoek- en uitschuifsensors van de arm in de statussen IN/UIT en HOOG/LAAG. AUTOMATISCHE KALIBRATIE SENSORS BIJ GESLOTEN MACHINE
A00 S 6.8 W.0 12 Trasd. Min
Plaats de machine met geheel ingetrokken armen. Zoek met de toetsen “+” en “-” de hier aangegeven pagina. Druk op ENTER en INDEX om de kalibratie te bevestigen bij "gesloten machine". Controleren of de weergegeven waarden van hoek en uitschuiving correct zijn. Voer dan de automatische kalibratie uit van de sensoren in de status "machine open".
80
AUTOMATISCHE KALIBRATIE SENSORS BIJ OPEN MACHINE A00 S 6.8 W.0 13 Trasd. Max
Schuif de armen helemaal uit en controleer of de twee cilinders voor het heffen en uitschuiven in hun eindstand staan. In deze toestand kunnen de aflezingen van de hoek en de uitschuiving overeenkomen met de opgeslagen waarden. Met de toetsen “+” en “-” de hier aangegeven pagina zoeken. Druk op ENTER en INDEX om de kalibratie te bevestigen bij "machine open".
INITIALISERING VAN DE KALIBRATIEPROCEDURE Volgens de laadtabel voor de activering van het te gebruiken werktuig, eerst een controle verrichten van de overeenkomst tussen de waarde van het gewicht van de lading op het display en enkele opgeheven ladingen met een bekend gewicht. Als de waarde de tolerantie van 10% overschrijdt, wordt er aangeraden de kalibratie te verfijnen te beginnen met deze "Initialisering". A00 S 6.8 W.0 26 INIT GEWICHT
Loop met de toetsen “+” en “-” door het hier aangegeven menu. Druk op ENTER om de configuratie accessoires te betreden
A00 S 6.8 W.0 Index voor bevestiging
Druk op INDEX om de Initialisering te bevestigen = wissen van de vorige kalibratie
80-04-M205NL
(15/02/2013)
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING
55
KALIBRATIE GEWICHT ZONDER LADING (onbelaste modus) Er wordt aanbevolen de meting van het gewicht van de lading te controleren en het weer te geven zonder toegepaste lading en, indien buiten de maximale tolerantie, een "geraffineerde kalibratie" uit te voeren. Vorken Stab. Frontaal
Installeer het werktuig met stabilisatoren op de grond en gecentreerde zwenkkop. Selecteer de bijbehorende laadtabel uit de hoofdpagina. Bevestigen met ENTER
Kalibratie met arm gesloten / in het midden / open A00 S 6.8 W.0 20 Onbelast P100 W 5.0 M 5.0 Ac 00 L20.3 R15.1
Toon het commando "20 Onbelast statisch" en activeer de procedure met ENTER Voor iedere positie van de armlengte: plaats de arm helemaal omlaag en zoek de juiste kalibratiepositie van de hoek aangegeven door "Ac" op het display. Druk op ENTER om de kalibratie te verrichten. De getoonde aanwijzingen zijn: W: huidige lading. A : hoek. L: Armlengte. Z: correctie onbelast. S : Correctie belast.
Lft W .0 z XX A-5 L 6.8 s 0
• • • • •
P100 W 5.0 M 5.0 Ac 15 L20.3 R15.1
Breng de arm naar het volgende correctiepunt (d.w.z. Ac 15, 30 graden enz.) . Druk voor ieder punt op ENTER en verricht de kalibratie.
KALIBRATIE GEWICHT MET TOEGEPASTE LADING Nu kan het belaste gewicht gekalibreerd worden. Er zijn minstens 2 monstergewichten voor nodig, één in de buurt van de maximale waarde (bijv. 4 t) en één die met de bijna geheel uitgeschoven arm opgeheven kan worden (bijv. 1 t). Instelling van de bekende lading Toon het commando "21 huidige lading" en stel de waarde van de bekende lading in
* 21 Huidige Lading 4.00
Om de waarde als normaal in te stellen, ENTER indrukken om het sterretje te tonen, dan met INDEX positioneren op
80
A00 S 6.8 W 3.8 21 Huidige Lading 4.00
Kalibratie met arm gesloten / in het midden / open A00 S 6.8 W 3.8 22 Belast P100 W 4,0 M 5.0 Ac 00 L 6.8 R15.1
Toon het commando "22 Belast statisch" en activeer de procedure met ENTER Voor iedere positie van de armlengte: plaats de arm helemaal omlaag en zoek de juiste kalibratiepositie van de hoek aangegeven door "Ac" op het display. Druk op ENTER om de kalibratie te verrichten.
Lft W .0 z 00 A-5 L 6.8 s XX
De getoonde aanwijzingen zijn: • W: huidige lading. • A : hoek. • L: Armlengte. • Z: correctie onbelast. • S : Correctie belast.
P100 W 4,0 M 5.0 Ac 15 L 6.8 R15.1
Breng de arm naar het volgende correctiepunt (d.w.z. Ac 15, 30 graden enz.) . Druk voor ieder punt op ENTER en verricht de kalibratie.
(15/02/2013)
80-04-M205NL
56
ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING DYNAMISCHE CORRECTIES ZONDER TOEGEPASTE LADING De lading wordt gecorrigeerd tijdens de omhoog en omlaag beweging om de toename of de afname van het gewicht in de respectievelijke dynamische toestanden te compenseren. A 0 L 6.8 W0.0 23 Onbelast dynamisch
Toon deze pagina en druk op ENTER
A XX W XX.X Opheffen XXX
Voor de correctie de pagina van de figuur selecteren en de correctie activeren met ENTER
AuXX WXX.X * Opheffen XXX
W = huidig gewicht A = huidige hoek “u” = (Omhoog) beweging omhoog bezig “d” = (Omlaag) beweging omlaag bezig “c“ = (Gecentreerd) vaste hoekpunten (*) XXX = huidige correctie * = te wijzigen cijfer De waarde experimenteel omhoog of omlaag wijzigen tot u een goed compromis bereikt, dan bevestigen met ENTER Druk op ENTER om het gegeven op te slaan.
A XX W XX.X Dalen XXX
De correctie omlaag (“+” en “-“ toetsen) uitvoeren. Toon de pagina van de figuur en druk op ENTER
A XX WXX.X * Dalen XXX
W = huidig gewicht A = huidige hoek “u” = (Omhoog) beweging omhoog bezig “d” = (Omlaag) beweging omlaag bezig “c“ = (Gecentreerd) vaste hoekpunten (*) XXX = huidige correctie * = te wijzigen cijfer De waarde experimenteel omhoog of omlaag wijzigen tot u een goed compromis bereikt, dan bevestigen met ENTER Druk op ENTER om het gegeven op te slaan.
DYNAMISCHE CORRECTIES MET TOEGEPASTE LADING Met gesloten arm, een bekend gewicht optillen en de volgende procedure volgen, gelijk aan de vorige (zonder toegepaste lading). Toon deze pagina en druk op ENTER ga te werk als bij de dynamische onbelaste procedure om de correcties te maken.
80
A 0 L 6.8 W0.0 24 Dynamisch belast
80-04-M205NL
(15/02/2013)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
pag. DIAGNOSEKOFFER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
80
WERKPLAATSKAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
(25/06/2012)
80-09-M205NL
2
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
80
DIAGNOSEKOFFER
80-09-M205NL
(25/06/2012)
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
3
12 11
10 5 9 13
6
1 3
8
7
4
80
2
Diagnosekoffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .746120 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. (25/06/2012)
1 Voedingskabel met stekker voor sigarettenaansteker . . . . . . . . . . . . . 745240 1 Kabel voor rode accuklem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745241 1 Kabel voor zwarte accuklem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745242 1 Voedingskabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745243 1 Kabel voor draagbare VCI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745244 1 Kabel Diag OBD Manitou. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745245 1 Kabel Diag RC2 / RC4 Manitou. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745246 1 Netbabel volgens de norm CE L : 3m . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745247 1 Lader Diag 3G 60W . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745251 1 Batterij LI-ION 7,4V / 9,6AH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745367 1 PAD (PC set voor industrieel gebruik + koffer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745438 1 VCI (Voertuig Communicatie Interface / PAD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745439 Pennen (set van 3). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745368 80-09-M205NL
4
SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Docking station
Docking station (oplader) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .745236
80
WERKPLAATSKAR
Werkplaatskar (set kar + station). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .745235
80-09-M205NL
(25/06/2012)
BESTUURDERSPLAATS
- VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS - BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
85
- STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – VERWIJDERING CABINECARTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE LOSSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – VERWIJDERING VAN HET DISPLAY VAN HET DASHBOARD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE LOSMAKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – VERWIJDERING VAN DE CABINE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
85
AIRCONDITIONING VAN DE CABINE LOSMAKEN (OPTIONAL). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
(03/09/2012)
85-06-M205NL
2
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
VERWIJDERING VAN DE CABINE
85
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
b
Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 85-06-M205NL
(03/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
3
VERWIJDERING VAN DE CABINE
4 5 5
VERWIJDERING CABINECARTER
1 2
3
Open de kap (Ref. 1) achter de cabine, draai de schroef (Ref. 2) en de moer (Ref. 3) los om de trekelementen (Ref. 4) los te maken. Draai de schroeven los waarmee de kap (Ref. 1) aan de scharnieren (Ref. 5) bevestigd is en verwijder de kap (Ref. 1) van de machine.
Verwijder de voorwerpen die de toegang tot het beschermcarter (Ref. 6) belemmeren, trapje, doos en afstandsbediening.
6
Verwijder het carter (Ref. 6) van de machine na de bevestigingsschoeven (Ref. 7) en de knop (Ref. 8) losgedraaid te hebben. 6
8
7
7
85
7
(03/09/2012)
85-06-M205NL
4
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS Verwijder het carter van de ruimte onder de cabine (Ref. 9), het beschermcarter (Ref. 10) van de hydrostatische besturing en het frontale carter (Ref. 11).
11 9
10
12
85
13
Schakel het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 12 en 13) los van de cabine.
85-06-M205NL
(03/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
5
ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE LOSSCHAKELEN Alle stekkers van de MC2M regeleenheid losschakelen.
De elektrische stekkers onder de cabine los schakelen en de massakabel (Ref. 14). losmaken. Maak de stekkers van de logische eenheid los.
14
85
Schakel de elektrische stekkers ter verbinding aan de framelijn los.
Verwijder alle bandjes (Ref. 15) waarmee de kabels en slangen van de elektrische en hydraulische installatie van de cabine bevestigd zijn.
15
15
(03/09/2012)
85-06-M205NL
6
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS VERWIJDERING VAN HET DISPLAY VAN HET DASHBOARD Demonteer het display (Ref. 16) van het dasboard van de machine door de speciale schroeven los te draaien.
16
Maak alle stekkers (Ref. 17) van de achterkant van het display los.
17
HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE LOSMAKEN Maak de hydraulische slangen (Ref. 18) van de hydrostatische besturing los.
85
18
Maak de hydraulische slangen (Ref. 19) van de rempomp los.
19 19
19
19
85-06-M205NL
(03/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
7
Maak de hydraulische slang (Ref. 20) en de spoelen (Ref. 21) van de elektromagneetklep langzame/snelle versnelling los. 21 21
20
Trek de kabels van de rempomp door de opening in het carter van de hydrostatische besturing en laat ze er onder de cabine uitkomen.
VERWIJDERING VAN DE CABINE 22
85
Monteer de oogbouten (Ref. 22) op de cabine en bevestig hem aan een loopkraan door middel van kabels en kettingen.
24
Maak het kabeltje (Ref. 23) van de hendel van de pen ter blokkering van de rotatie (Ref. 24) los vanuit de cabine. 23
(03/09/2012)
85-06-M205NL
8
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
25
26
Verwijder het plastic carter (Ref. 25) achter de bestuurdersstoel om bij de moeren te kunnen komen waarmee de achterste cabinesteunen bevestigd zijn en verwijder het matje (Ref. 26) om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun links voor bevestigd is. Het zou nodig kunnen zijn de pijp (Ref. 27) van de brander of zijn beugel te verplaatsen of te verwijderen om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun rechts voor bevestigd is. 27
Draai de moeren (Ref. 28) los en verwijder de trillingsdempers (Ref. 29) 28
28
29
85
29
Draai de moeren (Ref. 30) los en verwijder de trillingsdempers (Ref. 31)
31 30
85-06-M205NL
(03/09/2012)
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS
9
Maak de dieselleiding (Ref. 32) van de verwarming los vanaf de achterkant van de steunplaat.
32
Til de cabine met behulp van de loopkraan iets op en controleer of er geen kabels of slangen meer verbonden zijn, maak ze los indien dit wel het geval is, verwijder dan de cabine van de machine en zet hem op een horizontaal oppervlak of op veilige steunen geschikt voor het gewicht van de cabine.
1 2
AIRCONDITIONING VAN DE CABINE LOSMAKEN (OPTIONAL)
3
Als er airconditioning op de machine aanwezig is, dan moet u deze verwijderen voor de cabine te demonteren. Demonteer het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 1 en 2), demonteer het carter (Ref. 3) van de radiateurs van de airconditioning en de goot rechts achter (Ref. 4).
85
4
Verbind met de aansluitingen (Ref. 5) een station om het gas uit de airconditioning te verwijderen. 5
(03/09/2012)
5
85-06-M205NL
10
VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS Maak de slangen (Ref. 6 en 7) los van de radiateureneenheid van de airconditioning. 6
7
Verwijder het airconditioningsysteem (Ref. 8). Nu kan de cabine verwijderd worden.
85
8
85-06-M205NL
(03/09/2012)
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 CABINE WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – CABINE WEER PLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE WEER AANSLUITEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE WEER VERBINDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – CABINECARTER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
85
AIRCONDITIONING OP DE CABINE AANSLUITEN (OPTIONAL). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
(04/09/2012)
85-07-M205NL
2
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
CABINE WEER MONTEREN
ALGEMENE INFORMATIE
85
Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.)
85-07-M205NL
(04/09/2012)
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
3
CABINE WEER MONTEREN
CABINE WEER PLAATSEN Plaats de cabine met behulp van kabels en een loopkraan weer op de machine.
Verbind de dieselleiding (Ref. 1) van de verwarmer weer aan de achterkant van de steunplaat in de voorkant aan de buitenkant van de cabine.
85
1
Monteer de trillingsdempers (Ref. 2) weer door de schroeven (Rif. 3) vast te draaien.
2 3
(04/09/2012)
85-07-M205NL
4
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Monteer de trillingsdempers (Ref. 4) weer door de moeren (Rif. 5) vast te draaien.
5
5
4
4
Monteer de leiding (Ref. 6) van de brander weer, of zijn beugel, als ze bij de montage verplaatst zijn om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun rechts voor bevestigd is. Plaats het plastic carter (Ref. 7) en het matje (Ref. 8) weer.
6
85
7
8
10
Verbind het kabeltje (Ref. 9) weer op de hendel van de pen ter blokkering van de rotatie (Ref. 10) in de cabine.
9
85-07-M205NL
(04/09/2012)
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
5
Verwijder de oogbouten (Ref. 11) van de cabine.
11
HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE WEER AANSLUITEN Steek de kabels van de hydraulische reminstallatie van onder de cabine door de opening in het carter van de hydrostatische besturing en laat ze op de voorkant van de cabine naar buiten komen bij de rempomp.
Verbind de hydraulische leiding (Ref. 12) en de spoelen (Ref. 13) weer op de elektromagneetklep langzame/snelle versnelling.
13 13
85
12
Verbind de hydraulische slangen (Ref. 14) weer op de rempomp. Ontlucht de remmen: 14 14
14
(
40 - REMMEN)
14
(04/09/2012)
85-07-M205NL
6
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Verbind de hydraulische slangen (Ref. 15) weer met de hydrostatische besturing.
15
ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE WEER VERBINDEN Verbind alle stekkers (Ref. 16) op de achterkant van het display (Ref. 17).
16
Monteer het display (Ref. 17) op het dashboard van de machine.
85
17
Verbind de elektrische stekkers ter verbinding met de framelijn weer.
85-07-M205NL
(04/09/2012)
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
7
De elektrische stekkers onder de cabine verbinden en de massakabel (Ref. 18) weer verbinden.
18
Alle stekkers van de MC2M regeleenheid weer verbinden.
Bind de elektrische kabels en de hydraulische slangen in groepen vast met bandjes (Ref. 19) om te voorkomen dat ze de rotatie van de zwenkkop belemmeren of tijdens de bewegingen beschadigen.
19
85
19
20 21
CABINECARTER WEER MONTEREN Verbind het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 20 en 21) weer op de cabine.
(04/09/2012)
85-07-M205NL
8
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Monteer het carter van de ruimte onder de cabine (Ref. 22), het beschermcarter (Ref. 23) van de hydrostatische besturing en het frontale carter (Ref. 24) weer.
22
24
23
Monteer het beschermcarter (Ref. 25) weer met de speciale schroeven (Ref. 26) en met de knop (Ref. 27).
25
27
26
26
26
85
Plaats het trapje, de doos en de afstandsbediening weer in de ruimte achterin de cabine.
85-07-M205NL
(04/09/2012)
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN
30 29
29 28
9
Plaats de kap (Ref. 28) weer op de machine en bevestig hem met de speciale schroeven aan de scharnieren (Ref. 29). Blokkeer de trekelementen (Ref. 30) op de kap door middel van de schroef (Ref. 31) en de moer (Ref. 32).
31
32
AIRCONDITIONING OP DE CABINE AANSLUITEN (OPTIONAL) Na de cabine met behulp van de loopkraan op de machine gemonteerd te hebben, de airconditioning (Ref. 1) weer op de cabine plaatsen.
1
Verbind de slangen (Ref. 2 en 3) op de radiateureneenheid van de airconditioning. 2
85
3
6 7
4
Monteer het carter (Ref. 4) van de radiateurs van de airconditioning weer en de goot rechts achter (Ref. 5), monteer het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 6 en 7).
5
(04/09/2012)
85-07-M205NL
10
BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Verbind een station voor het vullen van de airconditioning met de speciale aansluitingen (Ref. 8) en vul de installatie met het speciale gas: 8
(
110 - OPTIONAL - ACCESSOIRES)
85
8
85-07-M205NL
(04/09/2012)
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
pag. VERWARMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – GEBRUIKSAANWIJZING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – UNIVERSELE VERBINDING AAN DE DIAGNOGETESTER VOOR ALLE VERWARMINGEN EBERSPÄCHER UITVOERINGEN „C“-„C COMPACT“ - AIRTRONIC EN HYDRONIC . . . . 4
85
– STORINGSCODES LUCHTVERWARMERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
(04/09/2012)
85-08-M205NL
2
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
VERWARMING GEBRUIKSAANWIJZING Bestelnummer: Manitou code 711231 Het diagnose-apparaat voor storingen kan voor alle modellen verwarmingen Eberspächer AIRTRONIC en HYDRONIC gebruikt worden, waaronder ook de oudere uitvoeringen "C", "C compact" en "P".
1 - Opgeslagen storingen wissen 2 - Opgeslagen storingen wissen 3 - Verzoek om diagnose 4 - Achteruit, storingen F5 – F1, huidige (AF) 5 - Vooruit, huidige storing (AF), F1 - F5 6 - Display
6
1
2
3
4
5
Weergave op het display, na de verbinding
= knipperend signaal
Na de toets “D” ingedrukt te hebben toont het display
85
= knipperend signaal, en na ongeveer 8 seconden
= geen storingen aanwezig, of
= huidige storing (voorbeeld: onderbreking vlamsensor), of
= diagnose niet mogelijk (verkeerde verbinding of verwarming niet aan)
85-08-M205NL
(04/09/2012)
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
•
•
•
STORINGEN OPSLAAN De centrale kan tot en met 5 storingen in het geheugen opslaan. Deze worden door het diagnoseapparaat afgelezen en dan weergegeven. De huidige storing wordt opgeslagen in de ruimte F1 van het geheugen. De tevoren opgeslagen storingen schuiven in de richting van F5. Als alle geheugenruimtes vol zijn, dan wordt de ruimte F5 van het geheugen overgeschreven. OVERVERHITTING Als er 3 maal achter elkaar oververhitting optreedt - storing 12/13 - dan toont het display AF 15; dit betekent dat de centrale geblokkeerd is. TE VEEL STARTPOGINGEN Als de verwarming 10 maal achter elkaar probeert te starten - storing 52 - dan toont het display AF 50; dit betekent dat de centrale geblokkeerd is. HET STORINGENGEHEUGEN WISSEN EN DE CENTRALE DEBLOKKEREN Druk tegelijk op de 2 toetsen “L” “ L “ totdat op het display verschijnt:
De centrale deblokkeert en de opgeslagen storingen van F1 tot F5 worden gewist. N.B. De automatische blokkering is niet in alle centrales aanwezig.
85
•
3
(04/09/2012)
85-08-M205NL
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
4
UNIVERSELE VERBINDING AAN DE DIAGNOGETESTER VOOR ALLE VERWARMINGEN EBERSPÄCHER UITVOERINGEN „C“-„C COMPACT“ - AIRTRONIC EN HYDRONIC Verbind 3 kabels met de 6-polige stekker van het diagnose-apparaat (zie figuur): a) contact 1 (bruine draad) b) contact 5 (rode draad) c) contact 3 (blauw/witte draad)
- met min - met plus - met de vrije blauw-witte draad van de kabelbundel
(*) In de uitvoeringen waar de blauw/witte draad met de besturingsinrichting is verbonden, deze draad van de besturing losmaken en met het contact 3 verbinden. N.B. Er is geen weergave van de storingscode als de draad zowel met de besturingsinrichting als met het contact 3 van het diagnose-apparaat verbonden is. •
VERWARMER AANZETTEN Na de toets "D" ingedrukt te hebben wordt op het display van de diagnosetester de huidige storing weergegeven, bestaande uit 2 cijfers.
Blauw-wit (diagnose) Rood Bruin (min)
5 Donkerblauw-wit 3
1
Bruin
85
Rood + (plus)
85-08-M205NL
(04/09/2012)
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
5
STORINGSCODES LUCHTVERWARMERS 000
Beschrijving van de storing
Oorzaken/oplossingen
Werking zonder storingen.
.....................
001
Overspanning.
Waarschuwing overspanningsproblemen, regelaar nakijken.
002
Onderspanning
Waarschuwing onderspanningsproblemen, accu laden.
004
Kortsluiting output frisse lucht signaal.
Kortsluiting/overbelasting opheffen.
005
Kortsluiting output diefstalbeveiliging.
Kortsluiting/overbelasting opheffen.
009
ADR uit d.m.v. D+ of aftakas.
ADR verbindingskabels controleren.
010
Uitschakeling door overspanning.
Regelaar nakijken. Wisselstroomdynamo nakijken.
011
Uitschakeling door onderspanning.
Regelaar en accu nakijken. Wisselstroomdynamo nakijken.
012 013 014
Oververhitting - onderbreking bij de doseerpomp. Te hoge temperatuur op de warmtewisselaar.
Eventuele verstopping in de aanzuiging van frisse lucht en de uitgang van warme lucht nakijken. Voeding naar de doseerpomp en oververhittingssensor/schakelaar nakijken.
015
Blokkering van de werking.
Te veel oververhittingen. De oorzaak opheffen en de centrale deblokkeren m.b.v. het diagnose-apparaat.
017
Oververhitting (2de detectiegrens).
Oververhittingssensor nakijken.
020
Onderbreking bougie.
Bougie en/of bougieweerstand controleren en eventueel vervangen, verbindingskabels en contacten nakijken, verbinding met het relais van de bougie nakijken. Controleren, eventueel bougie vervangen.
021
Overbelasting of kortsluiting output bougie.
022
Relais van de bougie defect. Kortsluiting op relais van de bougie.
Controleren, eventueel relais van de bougie vervangen.
023 024
Spanningsregelaar: onderbreking op verbinding spoel. Spanningsregelaar: kortsluiting bij verbinding spoel.
Verbindingskabels en contacten controleren, verbinding met de bougie controleren en eventueel spanningsregelaar vervangen.
025
Output diagnose-systeem in kortsluiting.
Verbinding output diagnosesysteem nakijken.
029/030 031/032 033
Elektrische motor draait niet. Relais voor variatie toerental werkt niet. Onregelmatigheid in motortoerental (buiten tolerantie).
Motortoerental contorleren, eventueel vervangen. Het relais voor de variatie van het toerental en de gedrukte schakeling controleren. Verbindingen met de elektrische motor controleren.
035 036
Relais voor verlaagd vermogen, onderbreking bij de spoel. Relais voor verlaagd vermogen, spoel in kortsluiting.
Relais controleren / vervangen. Kabels en contacten controleren.
038 039
Onderbreking relais besturing voertuigventilator. Kortsluiting relais besturing voertuigventilator.
Kabels en contacten controleren, het relais controleren en eventueel vervangen.
043
Kortsluiting output externe componenten/doseerpomp.
Kortsluiting/overbelasting opheffen.
047 048
Doseerpomp in kortsluiting. Onderbreking doseerpomp.
Doseerpomp controleren en/of vervangen; doseerpomp en elektrische voeding controleren.
050
Blokkering van de werking.
Het aantal mogelijke startpogingen is overschreden. Brandstoftoevoer, afvoer- en aanzuigleiding controleren. Bougie controleren en eventueel vervangen. De centrale deblokkeren met behulp van het diagnoseapparaat.
051
Herkenning vlam defect gelijk bij aanzetten. Vlamsensor defect.
Vlamsensor controleren, eventueel vervangen.
052
Start niet. Veiligheidstijd overschreden.
Brandstoftoevoer, aanzuig- en uitlaatgasleidingen controleren; bougie controleren en eventueel vervangen.
053 054 055 056
Vlamonderbreking: bij aanzetten ("power") bij "maximaal" vermogen bij "gemiddeld" vermogen bij "minimaal" vermogen
De verwarmer is aan (herkenning vlam) en signaleert vlamonderbreking in één van de fases. Hoeveelheid/toevoer brandstof en motortoerental controleren. Als de verbranding ok is, de vlamsensor controleren en/of vervangen.
057
Vlamsensor in kortsluiting of verbinding omgedraaid.
De kabel en het contact van de vlamsensor controleren.
058
Vlam tijdens de reiniging.
Vlamsensor controleren.
060 061
Onderbreking temperatuursensor. Kortsluiting temperatuursensor.
De connector van de temperatuursensor controleren, de temperatuursensor op de gedrukte schakeling of op de centrale en eventueel de extra temperatuursensor controleren.
062 063
Onderbreking bij de besturing. Kortsluiting bij de besturing.
Kabel en contacten bij de besturing controleren, eventueel vervangen.
(04/09/2012)
85-08-M205NL
85
Storing
6
STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS
Storing
Beschrijving van de storing
Oorzaken/oplossingen
064 065
Onderbreking vlamsensor. Vlamsensor in kortsluiting.
De connector op de bedrading van de vlamsensor controleren. De vlamsensor controleren, eventueel vervangen.
071 072
Onderbreking bij de oververhittingssensor. Oververhittingssensor in kortsluiting.
Oververhittingssensor controleren, eventueel vervangen. Verbindingskabels controleren.
090 091
Occasionele interne storing. Externe voedingsstoringen.
Centrale vervangen. Oorzaak opheffen.
Centrale defect.
Centrale vervangen.
096
Besturingscentrale (interne temperatuursensor defect).
Centrale vervangen of extra temperatuursensor gebruiken.
255
Storingengeheugen gewist.
...................
85
092/093 094/097
85-08-M205NL
(04/09/2012)
FRAME - KOETSWERK
- VERWIJDERING VAN HET FRAME
90
- WEER OP HET FRAME MONTEREN
VERWIJDERING VAN HET FRAME
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ZWENKKOP VERWIJDEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP LOSMAKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – ZWENKKOPSENSOREN DEMONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – VERWIJDERING VAN DE ZWENKKOP VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
90
VERWIJDERING VAN HET DRAAISTEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
(04/09/2012)
90-06-M205NL
2
VERWIJDERING VAN HET FRAME
VERWIJDERING ZWENKKOP EN DRAAISTEL
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.
90
b
Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische centrale. 90-06-M205NL
(04/09/2012)
VERWIJDERING VAN HET FRAME
3
ZWENKKOP VERWIJDEREN
Demonteer de arm van de machine: (
50 - ARM).
Demonteer de hefcilinder en de compensatiecilinder van de zwenkkop: ( 70 - HYDRAULICA). Demonteer de cabine van de machine: ( BESTUURDERSPLAATS).
2
85 -
HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP LOSMAKEN
1
Maak de dieselslang (Ref. 1) los of verwijder, als u het nodig acht, de tank (Ref. 2) van zijn beugel. Draai de schroeven en moeren (Ref. 3 en 4) los en verwijder de plaat (Ref. 5) waarmee de slangenbundel (Ref. 6) vast zit.
4 3 6 5
3
4
90
Draai de schroeven (Ref. 7) los en verwijder de klemmen (Ref. 8).
7
7
8 8
(04/09/2012)
90-06-M205NL
4
VERWIJDERING VAN HET FRAME Demonteer de verbindingen (Ref. 9) van de cilinder. 9
Maak de slangen (Ref. 10 en 11) los. 10 10
11
Maak alle slangen los van de verdeler, zet er met een stift tekens op voor ze los te maken om ze makkelijker weer te kunnen monteren.
90
Trek de slangen uit de opening in de zwenkkop.
90-06-M205NL
(04/09/2012)
VERWIJDERING VAN HET FRAME
5
ZWENKKOPSENSOREN DEMONTEREN Draai de schroef en de moer (Ref. 12 en 13) los en verwijder de beugel (Ref. 14) waar de sensor voor het centreren van het draaistel (Ref. 15) op vast zit.
12
13 15 14
Verwijder de micro (Ref. 16) voor de aanwezigheid van de pen ter blokkering van het draaistel.
16
17
Draai de schroef (Ref. 17) los en verwijder de claxon (Ref. 18).
18
19
(04/09/2012)
Verwijder de steun (Ref. 19) en de micro (Ref. 20) maximale opheffing arm.
90-06-M205NL
90
20
6
VERWIJDERING VAN HET FRAME VERWIJDERING VAN DE ZWENKKOP VAN DE MACHINE Bevestig de zwenkkop aan een bovenloopkraan. Draai de schroeven (Ref. 21) aan beide kanten van de as los en verwijder de cardanas (Ref. 22) onder de machine vandaan. 21
22
Verwijder de beugel (Ref. 23) om de uitlaat (Ref. 24) los te maken. 23
24
Verwijder de uitlaat (Ref. 24) van de machine.
24
90
Draai de borgmoeren (Ref. 25) en de moeren (Ref. 26) los.
25
26
90-06-M205NL
(04/09/2012)
VERWIJDERING VAN HET FRAME
27
7
Gebruik een hydraulische centrale om olie in het circuit te laten vloeien, waardoor de draaiing van de naaf van de reductor en dus de draaiing van het draaistel mogelijk is. Door de speciale opening (Ref. 27) in het frame kunt u de schroeven (Ref. 28) waarmee het frame aan het draaistel bevestigd is losdraaien, draai met behulp van de centrale het frame zover als nodig is om de schroeven één voor één te verwijderen.
28
Verwijder met behulp van de bovenloopkraan de zwenkkop (Ref. 29) van de machine, zet hem op een horizontaal vlak of op veilige steunen geschikt voor het gewicht ervan.
90
29
(04/09/2012)
90-06-M205NL
8
VERWIJDERING VAN HET FRAME
VERWIJDERING VAN HET DRAAISTEL 1
Draai de schroeven (Ref. 1) waarmee het draaistel (Ref. 2) op het frame van de machine bevestigd is los.
2
Plaats op twee gaten van het draaistel (Ref. 2), ongeveer uitgelijnd op 180°, twee oogbouten (Ref. 3).
3 2
90
Til het draaistel (Ref. 2) op met behulp van de loopkraan en verwijder het van het frame.
2
90-06-M205NL
(04/09/2012)
WEER OP HET FRAME MONTEREN
pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 DRAAISTEL WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 ZWENKKOP WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – ZWENKKOP WEER OP DE MACHINE MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – ZWENKKOPSENSOREN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
90
– HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP WEER VERBINDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
(04/09/2012)
90-07-M205NL
2
WEER OP HET FRAME MONTEREN
ZWENKKOP EN DRAAISTEL WEER MONTEREN
ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.
90
VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische centrale.
90-07-M205NL
(04/09/2012)
WEER OP HET FRAME MONTEREN
3
DRAAISTEL WEER MONTEREN Maak de plaats op de machine waar het nieuwe draaistel gemonteerd moet worden zorgvuldig schoon.
Ga met een schroefdraadtapper (Ref. 1) door het schroefdraad van de gaten voor de bevestigingsschroeven van het draaistel. 1
90
Controleer of de onderkant van het nieuwe draaistel (Ref. 2) schoon is en plaats het draaistel met behulp van een loopkraan op de machine.
2
(04/09/2012)
90-07-M205NL
4
WEER OP HET FRAME MONTEREN Bij het plaatsen van het draaistel op de machine opletten de zijkanten van het draaistel waar de smeernippels (Ref. 3) gemonteerd zijn, naar de rechter- en linkerkant van de basis te richten, om de smeernippels op makkelijk te bereiken plaatsen te laten.
3
3
Het tandwiel van het draaistel (Ref. 2) heeft drie gekleurde verwijzingstanden (Ref. 4), met een grotere tolerantie en deze moeten tegenover het rondsel (Ref. 5) van de rotatiereductor geplaatst worden.
2 4
5
6 2
Verwijder de oogbouten (Ref. 6) van het draaistel.
90
Gebruik op de schroeven (Ref. 7) Loctite schroefdraadafdichting en draai de schroeven aan met een aandraaimoment van 346 Nm.
7
90-07-M205NL
(04/09/2012)
WEER OP HET FRAME MONTEREN
5
90
De volgorde van aandraaiing van de schroeven is kruiselings ten opzichte van het midden van het draaistel, dit betekent dat er een schroef vastgedraaid moet worden en vervolgens de schroef diametraal ertegenover, zodat het draaistel gelijkmatig op de basis geschroefd wordt.
(04/09/2012)
90-07-M205NL
6
WEER OP HET FRAME MONTEREN
ZWENKKOP WEER MONTEREN
ZWENKKOP WEER OP DE MACHINE MONTEREN Met behulp van kabels en loopkraan de zwenkkop (Ref. 1) weer op de machine plaatsen.
1
Monteer de schroeven (Ref. 2) weer door de opening onder het frame. Draai met behulp van een hydraulische centrale het frame over de nodige graden om één voor één door de opening bij alle schroeven te kunnen komen.
2
90
Draai de moeren (Ref. 3) en de borgmoeren (Ref. 4) vast om de schroeven (Ref. 2) te bevestigen.
4
3
90-07-M205NL
(04/09/2012)
WEER OP HET FRAME MONTEREN
7
Plaats de uitlaat (Ref. 5) weer op de machine.
5
Monteer de beugel (Ref. 6) weer om de uitlaat (Ref. 5) vast te zetten. 6
5
Verwijder de kabels en maak de zwenkkop los van de loopkraan. Monteer de cardanas (Ref. 7) weer onder de machine door de schroeven (Ref. 8) aan beide kanten vast te draaien. 8
90
7
(04/09/2012)
90-07-M205NL
8
WEER OP HET FRAME MONTEREN ZWENKKOPSENSOREN WEER MONTEREN 10
Monteer de steun (Ref. 9) en de micro (Ref. 10) maximale opheffing arm weer. 9
Monteer de claxon (Ref. 11) weer door de schroef (Ref. 12) vast te draaien.
12
11
Monteer de sensor “I71” (Ref. 13) voor de aanwezigheid van de pen ter blokkering van het draaistel weer.
13
90
Monteer de sensor “I15” (Ref. 14), centrering draaistel, op de beugel (Ref. 15) en blokkeer deze laatste op de machine.
14 15
90-07-M205NL
(04/09/2012)
WEER OP HET FRAME MONTEREN
9
HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP WEER VERBINDEN
Steek de hydraulische slangen door de opening in de zwenkkop.
Verbind alle hydraulische slangen weer met de verdeler, volgens de tekens die tijdens de demontage zijn aangebracht.
Verbind de slangen (Ref. 16 en 17) weer. 16
16
17
Monteer de verbindingen (Ref. 18) weer.
90
18
(04/09/2012)
90-07-M205NL
10
WEER OP HET FRAME MONTEREN Monteer de klemmen (Ref. 19) weer en draai de schroeven (Ref. 20) vast.
20
20
19
19
Blokkeer de slangenbundel (Ref. 21) met de plaat (Ref. 22) door de schroeven en de moeren (Ref. 23 en 24) aan te draaien.
24
23 21 22
23 24
Verbind de dieselslang (Ref. 25) weer op de tank (Ref. 26) of, als de tank verwijderd moest worden, hem weer op de beugel monteren. 26
De cabine weer op de machine monteren: ( BESTUURDERSPLAATS).
25
85 -
Monteer de hefcilinder en de compensatiecilinder weer op de zwenkkop: ( 70 - HYDRAULICA). 50 - ARM).
90
Monteer de arm weer op de machine: (
90-07-M205NL
(04/09/2012)