DOWNLOAD PDF : Manitou MRT 1850,MRT 2150, MRT 2540 Repair Manual_

Page 1

REPAIR MANUAL MANUEL DE RÉPARATION REPARATURANLEITUNG MANUAL DE REPARACIÓN MANUALE RIPARAZIONE This document has been printed from my e doc

MANITOU BF

Head office: 430, Rue de l’Aubinière 44150 Ancenis - FRANCE Share capital: 39,548,949 euros 857 802 508 RCS Nantes Tel: +33 (0)2 40 09 10 11 www.manitou.com


La présente brochure n’est fournie qu’à titre consultatif, toute reproduction, copie, représentation, captation, cession, distribution, ou autre, partiellement ou en totalité, sous quelque format que ce soit est interdite. Les schémas, les dessins, les vues, les commentaires les indications, l’organisation même du document qui sont rapportés dans la présente documentation, sont la propriété intellectuelle de MANITOU BF. Toute infraction à ce qui précède est susceptible d’entraîner des condamnations civiles et pénales. Les logos ainsi que l’identité visuelle de l’entreprise sont la propriété de MANITOU BF et ne peuvent être utilisés sans autorisation exprès et formelle. Tous droits réservés.

This manual is for information purposes only. Any reproduction, copy, representation, recording, transfer, distribution, or other, in part or in whole, in any format is prohibited. The plans, designs, views, commentaries and instructions, even the document organization that are found in this document, are the intellectual property of MANITOU BF. Any violation of the aforementioned may lead to civil and criminal prosecution. The logos as well as the visual identity of the company are the property of MANITOU BF and may not be used without express and formal authorization. All rights are reserved.

Die vorliegende Broschüre dient allein zur Beratung. Nachdruck, Fotokopieren, Vervielfältigung, Darstellung, Erfassung, Überlassung, Verbreitung oder Sonstiges (ganz oder teilweise) in jeglicher Form sind verboten. Die Entwürfe, Zeichnungen, Bilder, Darstellungen, Ansichten, Kommentare, Hinweise und der Aufbau der Druckschrift selbst, die in der vorliegenden Dokumentation enthalten sind, sind geistiges Eigentum von MANITOU BF. Alle Verstöße gegen das Vorstehende können zu strafoder zivilrechtlicher Verfolgung führen. Die Logos und Markenzeichen sowie Unternehmens- und Produktbezeichnungen sind Eigentum von MANITOU BF und dürfen ohne ausdrückliche Genehmigung nicht verwendet werden. Alle Rechte vorbehalten.

Este folleto se ofrece a título meramente informativo y queda prohibida su reproducción, copia, representación, captación, cesión, distribución y demás, parcial o total, en el formato que sea. Los esquemas, dibujos, vistas, comentarios, indicaciones, la organización misma del documento aportado en esta documentación son propiedad intelectual de MANITOU BF. Cualquier infracción a lo antedicho puede acarrear condenas civiles y penales. Los logotipos y la identidad visual de la empresa son propiedad de MANITOU BF y no pueden utilizarse sin su autorización expresa y formaL. Reservados todos los derechos.

Il presente manuale è fornito esclusivamente a titolo di consultazione; è vietata qualsiasi riproduzione, copia, rappresentazione, acquisizione, cessione, distribuzione o altro, parziale o totale, e in qualsivoglia formato. Gli schemi, i disegni, le viste, i commenti, le indicazioni e l’organizzazione stessa del documento, riportati nella presente documentazione, sono proprietà intellettuale di MANITOU BF. Qualsiasi violazione a quanto riportato sopra è passibile di condanna civile e penale. I loghi e l’identità visiva dell’azienda sono di proprietà di MANITOU BF e non possono essere utilizzati senza previa autorizzazione espressa e formale. Tutti i diritti sono riservati.


GENERAL INSTRUCTIONS AND SAFETY NOTICE Groep 00 (Algemene informatie, kenmerken en veiligheid)

1-1

ENGINE Groep 10 (Motor)

2-1

OPTIONS - ACCESSORIES Groep 110 (Optional - Accessoires)

3-1

TRANSMISSION Groep 20 (Transmissie)

4-1

AXLE ASSEMBLY - AXLE Groep 30 (As)

5-1

BRAKE Groep 40 (Rem)

6-1

TELESCOPIC BOOM Groep 50 (Arm)

7-1

HYDRAULIC Groep 70 (Controle en afstelling van het hydraulische systeem)

8-1

ELECTRICITY Groep 80 (Elektriciteit)

9-1

DRIVER CAB Groep 85 (Bestuurdersplaats)

10-1

FRAME - BODY Groep 90 (Frame - Koetswerk)

11-1


- ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING

00

ALGEMENE INFORMATIE, KENMERKEN EN VEILIGHEID



00 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

pag. VOORWOORD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 POSITIE VOOR DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 REGELS VOOR HET ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

(05/07/2012)

00-M205NL


00

2

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

VOORWOORD In dit hoofdstuk worden de algemene aanwijzingen en de veiligheidsvoorschriften voor de controle- en onderhoudswerkzaamheden weergegeven. Alle andere aanwijzingen of waarschuwingen zijn in de desbetreffende hoofdstukken vermeld. Om bijkomstige risico's te vermijden, het volgende in acht nemen: - De instructies in de handleiding voor de bediening en het onderhoud van de heftruck opvolgen. Bij iedere heftruck hoort een handleiding. - Houdt u aan de aanwijzingen die in de veiligheidshandleiding staan. - Gebruik voor alle werkzaamheden geschikt gereedschap. - Gebruik originele Manitou reserveonderdelen. Bij niet inachtneming van hetgeen weergegeven is, neemt het risico op ongelukken toe wat ernstig letsel en zelfs de dood ten gevolg kan hebben. Als de bediener de veiligheidsinstructies opvolgt en het onderhoud aan de machine op correcte wijze verricht, wordt er gegarandeerd voor een combinatie factoren van doeltreffendheid, betrouwbaarheid en rendement. Als u het volgende symbool ziet :

Betekent dit: Gevaar! Let op! Gevaar voor uw eigen veiligheid, de veiligheid van derden of de veiligheid van de heftruck. De fabrikant kan niet alle mogelijke gevaarlijke situaties voorzien. Daarom bestaat de mogelijkheid dat de in de veiligheidshandleiding vermelde veiligheidsinstructies niet alle mogelijke gevaarlijke situaties omvatten. Tijdens de reparaties, het onderhoud of de besturing van de heftruck moet de bediener altijd de eventuele risico's voor zijn eigen veiligheid, die van anderen en die voor de machine voorzien. Manitou kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het gebruik van andere dan de gespecificeerde hefinrichtingen, instrumenten of werkmethodes.

00-M205NL

(05/07/2012)


POSITIE VOOR DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

2

4

1

3

Voor wat voor reparatie dan ook uit te voeren : 1 - De machine op een genivelleerd oppervlak zetten en de wielen blokkeren. 2 - De motor afzetten en de sleutel uit het contactslot trekken. 3 - De machine laten afkoelen. 4 - De druk van alle betreffende circuits halen. (05/07/2012)

3

00

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

00-M205NL


ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

00

4

REGELS VOOR HET ONDERHOUD

Niets aan de machine doen zonder passende opleiding genoten te hebben en de nodige kennis verworven te hebben. U moet alle plaatjes op de machine en in de handleiding gelezen hebben.

Als er iets aan de machine gedaan moet worden voordat deze de tijd heeft gehad om af te koelen, dan bestaat het gevaar van brandwonden in geval van aanraking van de huid met hete vloeistoffen of onderdelen.

1

2

ECU

Voor wat dan ook te doen aan de elektrische onderdelen, de accuschakelaar op OFF zetten. Als de machine niet over een accuschakelaar beschikt, de accustekkers los schakelen en dan weer aansluiten.

Voor eventuele laswerkzaamheden te verrichten, de computers losschakelen.

Een machine die in een verontreinigde omgeving werkt (giftig of schadelijk voor de gezondheid) moet daarvoor zijn uitgerust. De onderhoudswerkzaamheden en de reparaties op dergelijke machines moeten verder ook volgens de plaatselijke veiligheidsvoorschriften verricht worden.

00-M205NL

(05/07/2012)


5

00

ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Niet op delen van de machine lopen die daar niet voor ontworpen zijn.

Nooit kleding, sieraden of voorwerpen dragen die verstrikt zouden kunnen raken tijdens de werkzaamheden en ongelukken zouden kunnen veroorzaken. Draag altijd een veiligheidsbril, beschermhandschoenen en veiligheidsschoenen alsmede alle andere beschermingen die nodig zijn voor de uit te voeren handeling.

Als er onderhoud wordt uitgevoerd in de buurt van een beweeglijk voorwerp, controleer dan of dit goed is vastgemaakt.

Tijdens het vervangen of ontluchten van olie of brandstof of andere werkzaamheden met vloeistoffen, vaste stoffen of gas die schadelijk zijn voor de omgeving, alle nodige voorzorgsmaatregelen treffen om milieuverontreiniging te voorkomen.

(05/07/2012)

00-M205NL


ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

00

6

Bij het opheffen of ondersteunen van een machineonderdeel, controleren of de gebruikte werktuigen geschikt zijn voor de lading van het te ondersteunen onderdeel en of ze voldoen aan de nationale voorschriften voor hefmiddelen. Als u een krik gebruikt moet deze voldoende stevig zijn om de last te dragen, met voldoende hefvermogen en moet hij op correcte wijze onder de machine geplaatst worden op een genivelleerd en gelijkmatig oppervlak.

Controleer of er geen voorwerpen of gereedschap in de machine achterblijven die ongelukken kunnen veroorzaken.

Controleer nooit met uw handen of er lekken zijn.

max. min.

MAX

Nooit onderdelen boven het door de fabrikant aangegeven maximale vermogen afstellen.

MIN 00-M205NL

(05/07/2012)


00 ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING

pag. STANDAARD AANDRAAIMOMENTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(13/11/2012)

00-04-M205NL


2

ALGEMENE CONTROLE EN AFSTELLING

00

STANDAARD AANDRAAIMOMENTEN Standaard aandraaimomenten die gebruikt moeten worden als ze niet vermeld worden in de procedures voor demontage en montage: - De volgende aandraaimomenten gelden voor schroeven en bouten met zeskantkop zonder basis en voor zeskante inbusschroeven met cilinderkop. - De aandraaimomenten zijn aangegeven voor een wrijvingscoëfficiënt van μ = 0.20 overeenkomstig met een droge montage van verzinkte schroeven en voor schroefgereedschap met een precisieklasse C ± 20 % van het aandraaimoment (overeenkomstig met pneumatische schroefmachines). Montage Schroef / Moer Norm NF E25-030-1 : Aandraaimoment in N.m (±20%) Ø x «Grove» spoed

Klasse 8,8

Klasse 10.9

Ø x «Fijne» spoed

Klasse 8,8

Klasse 10.9

M3 x 0,5

1

1,5

-

-

-

M4 x 0,7

2,4

3,5

-

-

-

M5 x 0,8

4,8

7,1

-

-

-

M6 x 1

8,2

12,1

-

-

-

M8 x 1,25

20

30

M10 x 1,5

40

59

M8 x 1

22

32

M10 x 1,25

43

63

M10 x 1

46

68

M12 x 1,5

74

108

M12 x 1,75

69

102

M12 x 1,25

78

115

M14 x 2

111

163

M14 x 1,5

123

181

M16 x 2

175

256

M16 x 1,5

190

279

M18 x 2,5

240

352

M18 x 1,5

279

410

M20 x 2,5

341

501

M20 x 1,5

391

574

M22 x 2,5

470

691

M22 x 1,5

531

780

M24 x 3

588

864

M24 x 2

659

967

M27 x 3

874

1284

M27 x 2

965

1418

M30 x 3,5

1181

1735

M30 x 2

1351

1984

M33 x 3,5

1614

2371

M33 x 2

1821

2674

M36 x 4

2068

3037

-

-

-

b b

00-04-M205NL

Voor de zeskant kruiskopschroeven met flens: Een aandraaimoment met precisie + 10%. toepassen (Norm NF E 25-030-1)

Als er ringetjes gebruikt worden, de volgende coëfficiënt toepassen (FD E 25-502): - Conisch glad (CL) : +5% - Veerring (of Grower) (W) : +10% - Conisch met interne tandjes (CDJ-JZC) : +15%

(13/11/2012)


10

MOTOR

- POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN - VERWIJDERING VAN DE MOTOR - MOTOR WEER MONTEREN

- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE MOTOR - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE MOTOR

l647370EN

(MOTOR OM 904 LA 120-150-175 CV EURO 3)



10 POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN

pag. MERCEDESMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(05/06/2012)

10-03-M205NL


2

POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN

10

MERCEDESMOTOR

Pomp voor het motorkoelwater

Oliefilter

Wisselstroomdynamo

Riem

10-03-M205NL

Brandstofpomp en -filter

(05/06/2012)


3

10

POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN

Oliefilter Turbocompressor

Wisselstroomdynamo

Startmotor

(05/06/2012)

10-03-M205NL


POSITIE VAN DE MOTORONDERDELEN

10

4

10-03-M205NL

(05/06/2012)


10 VERWIJDERING VAN DE MOTOR

pag. MOTORONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 MOTORONDERDELEN VERWIJDEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – A - VERWIJDERING VAN DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO. . . . . . . . . . . . . . 3 – B - VERWIJDERING VAN DE WISSELTROOMDYMANO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – C - VERWIJDERING VAN DE STARTMOTOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – D - VERWIJDERING VAN HET OLIEFILTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – E - VERWIJDERING VAN HET DIESEL FILTER EN DE DIESELPOMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 – F - VERWIJDERING VAN DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 – G - VERWIJDERING TURBOCOMPRESSOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 VERWIJDERING VAN DE MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 – DEMONTAGEVOLGORDE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 – VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 – VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

(25/06/2012)

10-06-M205NL


2

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

MOTORONDERDELEN

5

5 8 6

1

4

1

3

7 2

Legenda : 1 - Wisselstroomdynamo 2 - Startmotor 3 - Riem van de wisselstroomdynamo 4 - Brandstoffilter 5 - Oliefilter 6 - Pomp voor het motorkoelwater 7 - Brandstofpomp 8 - Turbocompressor

ALGEMENE INFORMATIE Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

b

Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Schakel de contactsleutel uit en koppel de negatieve pool van de accu los, wacht tot de motoronderdelen zijn afgekoeld. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische krik. 10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

3

10

MOTORONDERDELEN VERWIJDEREN

A - VERWIJDERING VAN DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO 1

Verwijder het beschermcarter (Ref. 1) door de twee schroeven (Ref. 2) los te draaien.

2 2

Steek een hefboom op de schroef (Ref. 3), klap de riemspanrol (Ref. 4) naar boven en verwijder de riem (Ref. 5). 5 4

3

(25/06/2012)

10-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

4

B - VERWIJDERING VAN DE WISSELTROOMDYMANO Verricht de handeling A. 1

2

1

Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).

1

1 1

1

Draai de twee moeren (Ref. 3) los waarmee de beugels (Ref. 4) bevestigd zijn die de luchtaanzuigleiding (Ref. 5) steunen, zodat u makkelijker bij de steun van de wisselstroomdynamo kunt komen.

4

5

3

Draai de vier schroeven (Ref. 6) los waarmee de steun van de wisselstroomdynamo (Ref. 7) vast zit.

6

7

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

5

Draai de twee schroeven (Ref. 8) los, draai de schroef (Ref. 9) losser en draai de steun van de luchtmof (Ref. 10) naar boven om de wisselstroomdynamo makkelijker te kunnen verwijderen.

9

10

8

8

10

Draai de twee schroeven (Ref. 11) los.

11

Koppel de elektrische verbindingskabels (Ref. 12 en 13) van de wisselstroomdynamo los.

12 13

Dan kan de wisselstroomdynamo (Ref. 14) verwijderd worden.

14

(25/06/2012)

10-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

6

C - VERWIJDERING VAN DE STARTMOTOR

1

Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).

2

1

1

1 1

1

3

Koppel de elektrische verbindingskabels (Ref. 3 en 4) van de startmotor los.

4

Draai de twee moeren (Ref. 5) los waarmee de beugels (Ref. 6) bevestigd zijn die de luchtaanzuigleiding (Ref. 7) steunen, zodat u makkelijker bij de startmotor kunt komen.

6

7

5

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

8

Draai de schroeven en ringetjes (Ref. 8 en 9) los en demonteer de afstandschakelaar (Ref. 10) van de startmotor (Ref. 11).

10

9

10

11

Draai de drie schroeven (Ref. 12) los en demonteer de startmotor (Ref. 11) van het motorcarter.

12

11

11

(25/06/2012)

7

Verwijder de startmotor (Ref. 11) door hem door de gleuf in de onderkant van het motorcarter te trekken.

10-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

8

D - VERWIJDERING VAN HET OLIEFILTER 4

Verricht de handeling B.

3

Draai de schroef (Ref. 1) los en verwijder de riemspanner (Ref. 2). Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugel (Ref. 4).

3 1

2

Maak de olietoevoer (Ref. 5) los. Bevestig de slang met een bandje aan de motor zodat hij niet in het onderste gedeelte van de motorbehuizing glijdt en er geen olie uit kan lopen.

5

8 9

Draai de schroef (Ref. 6) los om de wisselstroomdynamo (Ref. 7) los te maken en draai hem naar beneden. Draai de schroeven (Ref. 8) waarmee het oliefilter (Ref. 9) op de steunen van de motor bevestigd is los en verwijder het filter van de motor.

7

6

8

10-06-M205NL

(25/06/2012)


9

10

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

E - VERWIJDERING VAN HET DIESEL FILTER EN DE DIESELPOMP Verricht de handeling A. Maak de brandstofslangen (Ref. 1) van en naar het filter los, houd ze naar boven gericht om de tank niet te legen.

1

1

Maak de stekker (Ref. 2) los van het brandstoffilter (Ref. 3). 3

2

Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder het brandstoffilter (Ref. 3) van de motor.

3

Draai de schroeven (Ref. 5) los en verwijder de brandstofpomp (Ref. 6) van de motor. 4

5 5

5

(25/06/2012)

6

10-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

10

F - VERWIJDERING VAN DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER

1

2

b

1

Verricht alleen de handelingen aan het koelcircuit als de temperatuur van de koelvloeistof onder de 30 is;

1

Verricht de handeling A. 1 1

Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).

1

Maak de twee klembandjes (Ref. 3) op de onderste verbindingsmof (Ref. 4) los. 4

3

3

Zorg voor voldoende grote bakken voor de hoeveelheid op te vangen vloeistof en zet ze onder de motorruimte. Maak de onderste verbindingsmof (Ref. 4) los van de pomp, doe dit langzaam om de overdruk uit het circuit te laten lopen, laat dan alle vloeistof uit het koelcircuit lopen.

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

11

Maak de twee klembandjes (Ref. 5) op de bovenste verbindingsmof (Ref. 6) los en maak hem los van de pomp.

10

5

6 5

Draai de vier schroeven (Ref. 7) los en verwijder de riemschijf (Ref. 8). 8

7

Draai de schroef (Ref. 9) los en verwijder de riemspanner (Ref. 10).

9 10

11

Draai de schroeven (Ref. 11 en 12) los en verwijder de beugel (Ref. 13).

12 13 11

(25/06/2012)

10-06-M205NL


12

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Maak het klembandje (Ref. 14) los en haal de afvoerslang (Ref. 15) van de thermostatische klep.

15 14

Maak de temperatuursensor (Ref. 17) los van de thermostatische klep (Ref. 16). 16 17

Draai de schroeven (Ref. 18 en 19) los waarmee de thermostatische klep (Ref. 16) bevestigd is.

18 19 16

Draai de zeven schroeven (Ref. 20) los, verwijder de pomp (Ref. 21) en de thermostatische klep (Ref. 16) van de motor.

16

21 20

20

20

20

20 20

10-06-M205NL

20

(25/06/2012)


13

10

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

G - VERWIJDERING TURBOCOMPRESSOR

1

Draai de zes schroeven (Ref. 1) los en verwijder het onderste carter (Ref. 2).

2

1

1

1 1

1

Draai de twee moeren (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de luchtaanzuigpijp (Ref. 5) bevestigd is.

4

5

3

Draai de schroeven (Ref. 6 en 7) los en verwijder de beugel (Ref. 8). 6

7 8

6

(25/06/2012)

10-06-M205NL


14

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Maak het klembandje (Ref. 9) los en verwijder de mof (Ref. 10).

10 9

Maak de twee klembandjes (Ref. 11) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 12) van de luchtradiateur. 12

11

11

Maak het klembandje (Ref. 13) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 14) van de turbocompressor (Ref. 15). 15

13

14

Draai de verbinding (Ref. 16) los en verwijder de smeermiddeltoevoer (Ref. 17) van de turbocompressor. 17

16

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

15

Draai de verbinding (Ref. 18) los en verwijder de smeermiddelaanzuigslang (Ref. 19).

10

19

18

Draai de vier schroeven (Ref. 20) los en verwijder de beschermplaat (Ref. 21) van het uitlaatspruitstuk. 21

20

Draai de schroeven (Ref. 22) waarmee de turbocompressor bevestigd is los.

22

Maak de twee klembandjes (Ref. 23) los en verwijder de aanzuigmof (Ref. 24) van de motor. 23 23

24

(25/06/2012)

10-06-M205NL


16

VERWIJDERING VAN DE MOTOR Draai de acht schroeven (Ref. 25) los en verwijder het uitlaatspruitstuk (Ref. 26).

10

25

25 25

26

Draai de moeren (Ref. 27) los en verwijder de turbocompressor (Ref. 15) van het uitlaatspruitstuk (Ref. 26).

15

27 27

26

27 27

26

15

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

17

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

DEMONTAGEVOLGORDE

Fase 1

VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR

Fase 2

VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR

Fase 3

VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR

(25/06/2012)

10-06-M205NL


18

VERWIJDERING VAN DE MOTOR VERWIJDERING VAN DE RADIATEURMOTOR Draai de schroef (Ref. 1) los om de gasveer (Ref. 2) van de motorkap (Ref. 3) los te maken.

10

1

2 3

Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder de motorkap (Ref. 3) van de machine. 4

4

3

Maak het klembandje (Ref. 5) los en verwijder de slang (Ref. 6) van de radiateur.

5 6

8 7

10-06-M205NL

Maak de klembandjes (Ref. 7) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 8) van de radiateur.

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

19

10

Maak de klembandjes (Ref. 9) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 10) van de radiateur.

9 10

Draai de schroeven (Ref. 11) los en verwijder het carter (Ref. 12) van het motorchassis. 11

12

Maak de leidingen (Ref. 13) van de hydraulische motor van de radiateur los. 13 13

13

Plaats een hydraulische krik (Ref. 14) onder het motorframe.

14

(25/06/2012)

10-06-M205NL


20

VERWIJDERING VAN DE MOTOR Draai de schroeven (Ref. 15) waarmee het motorframe bevestigd is los.

10

15

Verwijder met behulp van de hydraulische krik het motorframe (Ref. 16) van de machine.

16

Maak het klembandje (Ref. 17) los en verwijder de onderste leiding (Ref. 18). van de radiateur. Draai de onderste schroeven (Ref. 19) van de radiateur los.

17 19

18

20

Maak het klembandje (Ref. 20) los en verwijder de bovenste leiding (Ref. 21) van de radiateur.

21

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

21

Draai de schroeven (Ref. 22) los om het radiateurframe (Ref. 23) los te maken van het motorframe (Ref. 24).

10

22

23 24

Draai de schroeven (Ref. 25) los en verwijder het rooster (Ref. 26). 25

26

Draai de moeren (Rif. 27) van de ventilator (Ref. 28) los.

28

27

Verwijder de naaf van de ventilator (Ref. 29).

29

(25/06/2012)

10-06-M205NL


22

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 16) los en verwijder de hydraulische motor (Ref. 30) van het rooster (Ref. 31). 26

30

31

VERWIJDERING VAN DE RADIATEUR Verricht de handeling “Demontage radiateurmotor”. Draai de schroeven, de moeren en de ringetjes (Ref. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7) los en verwijder de waterradiateur (Ref. 8) Draai de schroeven en de ringetjes (Ref. 9, 10 en 11) los en verwijder de luchtradiateur (Ref. 12).

12

11 1 10 9 2 3

7

6 4

5

8

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

23

VERWIJDERING VAN DE THERMISCHE MOTOR Draai de schroef (Ref. 1) los om de gasveer (Ref. 2) van de motorkap (Ref. 3) los te maken.

10

1

2 3

Draai de schroeven (Ref. 4) los en verwijder de motorkap (Ref. 3) van de machine. 4

4

3

Draai de schroeven (Ref. 5) los en verwijder het voorste beschermcarter (Ref. 6).

6 5

5

Draai de zes schroeven (Ref. 7) los en verwijder het onderste carter (Ref. 8).

7

8

7

7

7 7

(25/06/2012)

7

10-06-M205NL


24

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Zorg voor voldoende grote bakken voor de hoeveelheid op te vangen vloeistof en zet ze onder de motorruimte. Maak de klembandjes (Ref. 9) los, verwijder de pijpen (Ref. 10) en leeg de tank van de koelvloeistof. 9

10

Draai de dop (Rif. 11) los om het weglopen van de vloeistof uit de tank te vergemakkelijken. 11

Maak het klembandje (Ref. 12) los en verwijder de slang (Ref. 13) van de radiateur.

12 13

Maak de klembandjes (Ref. 14) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 15) van de radiateur.

15 14

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

25

10

Maak de klembandjes (Ref. 16) los en verwijder de gebogen rubberen pijp (Ref. 17) van de radiateur.

16 17

Maak het klembandje (Ref. 18) los om de leiding van de motor los te maken (Ref. 19).

18

19

Verwijder de bovenste slang (Ref. 20) van de waterpomp.

20

21

Maak de klembandjes (Ref. 21) los en maak de onderste pijp (Ref. 22) los van de waterpomp. 22

(25/06/2012)

10-06-M205NL


26

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Maak de slangen (Ref. 23) van het dieselfilter los.

23

23

Draai de schroeven (Ref. 24) los en verwijder het carter (Ref. 25) van de motor.

24

25

Trek de stekker (Ref. 26) uit de besturingseenheid (Ref. 27) van de motor.

27

26

Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 28) van de wisselstroomdynamo (Ref. 29) los. 28

28

10-06-M205NL

29

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

27

10

Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 30) van de startmotor (Ref. 31) los.

31 30

Maak de connectors (Ref. 32) van het dieselvoorfilter los.

32 32

Draai de schroeven (Ref. 33) los en verwijder het dieselvoorfilter (Ref. 34) van de machine. 33

34

35

(25/06/2012)

Maak de connector (Ref. 35) van de motorlijn naar die van de machine los.

10-06-M205NL


28

VERWIJDERING VAN DE MOTOR Maak het klembandje (Ref. 36) los en verwijder de leiding (Ref. 37) van de turbocompressor.

10

36 37

Draai de schroeven (Ref. 38) los en verwijder het zijbeschermcarter (Ref. 39) van de radiateur. 38

39

Maak de leidingen (Ref. 40) van de hydraulische motor van de radiateur los. 40 40

40

Plaats een hydraulische krik (Ref. 41) onder het motorframe.

41

10-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE MOTOR

29

Draai de schroeven (Ref. 42) waarmee het motorframe bevestigd is los.

10

42

Verwijder met behulp van de hydraulische krik het motorframe (Ref. 43) van de machine.

43

Draai de schroeven (Ref. 44) los en verwijder het carter (Ref. 45) van de turbocompressor.

44

45

Maak de bovenste leidingen (Ref. 46) van de hydraulische pomp op de motor los.

46

(25/06/2012)

10-06-M205NL


30

VERWIJDERING VAN DE MOTOR

10

Maak de onderste leidingen (Ref. 47) van de hydraulische pomp op de motor los.

47

Bevestig de motor aan een bovenloopkraan. Draai de schroeven (Ref. 48) van de silent blocks van de motorsteunen los. 48

Draai de schroeven (Ref. 49) ter bevestiging van de motor op de steunen van de hydraulische pomp los.

49

Verwijder met behulp van de bovenloopkraan de motor van de machine en zet hem op een pallet.

50

10-06-M205NL

(25/06/2012)


10 MOTOR WEER MONTEREN

pag. MOTORONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – MONTAGEVOLGORDE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – RADIATEUR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 MOTORONDERDELEN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 – A - TURBOCOMPRESSOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 – B - DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – C - HET DIESELFILTER EN DE DIESELPOMP WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 – D - HET OLIEFILTER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – E - DE STARTMOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 – F - WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 – G - DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . 31

(25/06/2012)

10-07-M205NL


2

MOTOR WEER MONTEREN

10

MOTORONDERDELEN

5

1

3

6

4

7 2

Legenda : 1 - Wisselstroomdynamo 2 - Startmotor 3 - Riem van de wisselstroomdynamo 4 - Brandstoffilter 5 - Oliefilter 6 - Pomp voor het motorkoelwater 7 - Brandstofpomp 8 - Turbocompressor

ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De contactsleutel uitschakelen en de negatieve pool van de accu losmaken. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische krik.

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

3

MOTOR WEER MONTEREN

Fase 1

THERMISCHE MOTOR WEER MONTEREN

Fase 2

RADIATEUR WEER MONTEREN

Fase 3

RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN

(25/06/2012)

10

MONTAGEVOLGORDE

10-07-M205NL


4

MOTOR WEER MONTEREN MOTOR WEER MONTEREN

10

Haak de motor (Ref. 1) aan een bovenloopkraan en plaats hem op de machine.

1

Draai de schroeven (Ref. 2) ter bevestiging van de motor op de steunen van de hydraulische pomp vast.

2

Monteer de silent blocks door de schroeven (Ref. 3) op de motorsupports vast te draaien. 3

Verbind de onderste leiding (Ref. 4) weer op de hydraulische pomp op de motor.

4

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

5

10

Verbind de bovenste leidingen (Ref. 5) weer op de hydraulische pomp.

5

Monteer het carter (Ref. 6) weer op de turbocompressor door de schroeven (Ref. 7) vast te draaien. 7

6

Plaats met behulp van een hydraulische krik het motorframe weer (Ref. 8) op de machine.

8

9

(25/06/2012)

Bevestig het motorframe op de machine door de schroeven (Ref. 9) vast te draaien.

10-07-M205NL


6

MOTOR WEER MONTEREN

10

Verwijder de hydraulische krik van onder het motorframe. Verbind de leidingen (Ref. 10) van de hydraulische motor van de radiateur. 10 10

10

Monteer het zijcarter (Ref. 11) ter bescherming van de radiateur weer door de schroeven (Ref. 12) vast te draaien.

12

11

Steek de leiding (Ref. 13) op de turbocompressor en bevestig hem door het klembandje (Ref. 14) vast te maken. 14 13

15

Verbind de connector (Ref. 15) van de motorlijn naar die van de machine weer.

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

7

Monteer het dieselvoorfilter (Ref. 16) weer op de machine door de schroeven (Ref. 17) vast te draaien.

10

17

16

Verbind de connectors (Ref. 18) weer met het dieselvoorfilter.

18 18

Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 19) met de startmotor (Ref. 20) weer.

20 19

Maak alle elektrische verbindingen (Ref. 21) van de wisselstroomdynamo (Ref. 22) weer. 21

21

(25/06/2012)

22

10-07-M205NL


8

MOTOR WEER MONTEREN Verbind de stekker (Ref. 23) op de besturingseenheid (Ref. 24) van de motor.

10

24

23

Monteer het carter (Ref. 25) weer op de motor door de schroeven (Ref. 26) vast te draaien.

26

25

Verbind de slangen (Ref. 27) weer met het dieselfilter.

27

27

29

Verbind de onderste pijp (Rif. 28) weer met de waterpomp en bevestig hem door de klembandjes (Ref. 29) vast te maken. 28

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

9

10

Monteer de bovenste slang (Ref. 30) weer op de waterpomp door het speciale klembandje vast te maken.

30

Blokkeer de leiding (Ref. 31) op de motor door het klembandje (Ref. 32) vast te maken.

32

31

Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 33) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 34) vast. 34 33

Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 35) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 36) vast.

35 36

(25/06/2012)

10-07-M205NL


10

MOTOR WEER MONTEREN

10

Monteer de slang (Ref. 37) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 38) vast.

38 37

Monteer de leidingen (Ref. 39) en maak de klembandjes (Ref. 40) vast. Sluit de accukabels weer aan, verwijder de bakken van onder de machine, start de motor en laat hem ongeveer 1 minuut lang draaien.

41

Vul de tank van de koelvloeistof (Ref. 41) met speciale vloeistof, het niveau van de vloeistof moet tussen de twee strepen voor het minimum en maximum niveau staan (ongeveer 18 liter).

40 39

Monteer het onderste carter (Ref. 43) door de zes schroeven (Ref. 42) vast te draaien. 42

43

42

42

42 42

42

Monteer het voorste beschermcarter (Ref. 44) weer door de schroeven (Ref. 45) vast te draaien. 44 45

10-07-M205NL

45

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

11

Monteer de motorkap (Ref. 46) weer op de machine en bevestig hem met de schroeven (Ref. 47). 47

10

47

46

Bevestig de gasveer (Ref. 48) op de motorkap (Ref. 49) met de speciale schroef (Ref. 50). 50

48 49

(25/06/2012)

10-07-M205NL


12

MOTOR WEER MONTEREN

10

RADIATEUR WEER MONTEREN Monteer de waterradiateur (Ref. 1) weer op het frame door de schroeven, de moeren en de ringetjes (Rif. 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8) weer vast te draaien. Monteer de luchtradiateur (Ref. 9) weer op het frame door de schroeven en ringetjes Rif. 10, 11 en 12) vast te draaien.

9

12 2 11 10 3 4

8

7 5

6

1

RADIATEURMOTOR WEER MONTEREN Plaats de hydraulische motor (Ref. 1) op het rooster (Ref. 2) door het met de schroeven vast te maken (Ref. 3). 2

1

3

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

13

10

Plaats de naaf van de ventilator (Ref. 4).

4

Draai de moeren (Ref. 5) vast voor de montage van de ventilator (Ref. 6) op de radiateur.

6

5

7 8

Monteer het rooster (Ref. 2) weer door het met de speciale schroeven (Ref. 8) vast te zetten. op de radiateur (Ref. 7).

2

8

Draai de schroeven (Ref. 8) vast om het radiateurframe (Ref. 9) op het motorframe (Ref. 10) vast te zetten.

9 10

(25/06/2012)

10-07-M205NL


14

MOTOR WEER MONTEREN

10

Monteer de bovenste leiding (Ref. 11) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 12) vast.

12

11

Draai de onderste schroeven (Ref. 13) vast om het radiateurframe aan het motorframe te bevestigen. Monteer de onderste slang (Ref. 14) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 15) vast. 15 13

14

Plaats met behulp van een hydraulische krik het motorframe (Ref. 16) weer op de machine.

16

17

10-07-M205NL

Bevestig het motorframe op de machine door de schroeven (Ref. 17) vast te draaien.

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

15

Verwijder de hydraulische krik van onder het motorframe. Verbind de leidingen (Ref. 18) weer met de hydraulische motor van de radiateur.

10

18 18

18

Monteer het zijcarter (Ref. 19) ter bescherming van de radiateur weer door de schroeven (Ref. 20) vast te draaien.

20

19

Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 21) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 22) vast. 22 21

Monteer de gebogen rubberen pijp (Ref. 23) weer op de radiateur en maak de klembandjes (Ref. 24) vast.

23 24

(25/06/2012)

10-07-M205NL


16

MOTOR WEER MONTEREN

10

Monteer de slang (Ref. 25) weer op de radiateur en maak het klembandje (Ref. 26) vast.

26 25

Monteer de motorkap (Ref. 27) weer op de machine en bevestig hem met de schroeven (Ref. 28). 28

28

27

Bevestig de gasveer (Ref. 29) op de motorkap (Ref. 30) met de speciale schroef (Ref. 31). 31

29 30

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

17

10

MOTORONDERDELEN WEER MONTEREN

A - TURBOCOMPRESSOR WEER MONTEREN

3 2

3

Monteer de turbocompressor (Ref. 1) weer op het uitlaatspruitstuk (Ref. 2) door de moeren (Ref. 3) vast te draaien; gebruik een aandraaimoment van 30 Nm.

1

1

3 3

2

Monteer het uitlaatspruitstuk (Ref. 2) op het motorcarter door de acht schroeven (Ref. 4) vast te draaien; gebruik een aandraaimoment van 30 Nm.

4

4 4

2

(25/06/2012)

10-07-M205NL


18

MOTOR WEER MONTEREN

10

Verbind de aanzuigmof (Ref. 5) met de motor en maak de twee klembandjes (Ref. 6) vast.

6 6

5

Draai de turbocompressor (Ref. 1) op de motor door middel van de schroeven (Ref. 7).

7

1

Monteer de beschermplaat (Ref. 8) weer op het uitlaatspruitstuk door de vier schroeven (Ref. 9) vast te draaien. 8

9

Monteer de smeermiddelaanzuiging (Ref. 10) weer op het waterfilter door de verbinding (Ref. 11) vast te draaien. 10

11

10-07-M205NL

(25/06/2012)


MOTOR WEER MONTEREN

19

Monteer de smeermiddeltoevoer (Ref. 12) weer op de turbocompressor door de verbinding (Ref. 13) vast te draaien.

10

12

13

Monteer de aanzuigmof (Ref. 14) op de turbocompressor (Ref. 1) door het klembandje (Ref. 15) vast te maken. 1

15

14

Monteer de aanzuigmof (Ref. 16) weer op de luchtradiateur door twee klembandjes (Ref. 17) vast te maken. 16

17

17

Monteer de mof (Ref. 18) weer door het klembandje (Rif. 19) vast te maken. 18 19

(25/06/2012)

10-07-M205NL


20

MOTOR WEER MONTEREN Monteer de beugel (Ref. 20) weer op de luchteenheid door de schroeven (Ref. 21 en 22) vast te draaien. 21

10

22 20

21

Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 23) weer en blokkeer hem met de beugels (Ref. 24) door de moeren (Ref. 25) vast te draaien. 24

23

25

Monteer het onderste carter (Ref. 26) door de zes schroeven (Ref. 27) vast te draaien. 27

26

27

27

27 27

10-07-M205NL

27

(25/06/2012)


21

10

MOTOR WEER MONTEREN

B - DE POMP VAN HET MOTORKOELWATER WEER MONTEREN

2

Vervang de afdichtingen van de waterpomp door nieuwe, monteer de pomp (Ref. 1) en de thermostatische klep (Ref. 2) weer op de motor en draai de zeven schroeven (Ref. 3) vast, waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast; gebruik een aandraaimoment van 25 Nm.

1 3

3

3

3 3 3

3

Bevestig de thermostatische klep (Ref. 2) op de motor door de schroeven vast te draaien (Ref. 4 en 5), waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast; gebruik een aandraaimoment van 25 Nm.

4 5 2

Verbind de temperatuursensor (Ref. 6) weer op de thermostatische klep (Ref. 2) . 2 6

(25/06/2012)

10-07-M205NL


22

MOTOR WEER MONTEREN

10

Monteer de afvoerslang (Ref. 7) weer op de thermostatische klep en maak het klembandje (Ref. 8) vast.

7 8

10

Monteer de beugel (Ref. 9) weer op de luchteenheid en draai de schroeven (Ref. 10 en 11) vast.

11 9 10

12

Monteer de riemschijf (Ref. 12) weer en draai de schroeven (Ref. 13) vast waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast.

13

15

Monteer de riemspanner (Ref. 14) weer en draai de schroef (Ref. 15) vast, waarop loctite schroefdraadafdichting moet worden toegepast, gebruik een aandraaimoment van 50 Nm.

14

10-07-M205NL

(25/06/2012)


Monteer de riem (Ref. 16) weer op alle riemschijven behalve op de riemspanrol. Til de riemspanrol (Ref. 14) op met een hefboom, breng de riem aan en breng dan de riemspanrol weer naar achteren. Verwijder de hefboom en controleer of de riem goed over de riemschijven loopt. 16 14

Draai de schroeven (Ref. 13) goed aan met een aandraaimoment van 25 Nm. 13

13

13

13

Monteer het beschermcarter (Ref. 17) weer door de twee schroeven (Ref. 18) vast te draaien. 17

18 18

Monteer het onderste carter (Ref. 19) door de zes schroeven (Ref. 20) vast te draaien. 20

19

20

20

20 20

(25/06/2012)

20

10-07-M205NL

23

10

MOTOR WEER MONTEREN


24

MOTOR WEER MONTEREN Verbind de bovenste mof (Ref. 21) weer met de pomp en draai de twee klembandjes (Ref. 22) weer vast.

10

22

21 22

Verbind de onderste mof (Ref. 23) weer met de pomp en draai de twee klembandjes (Ref. 24) weer vast. 23

24

24

Vul de tank van de koelvloeistof (Ref. 25) met speciale vloeistof, het niveau van de vloeistof moet tussen de twee strepen voor het minimum en maximum niveau staan (ongeveer 18 liter). 25

Verwijder de bakken van onder de motorruimte.

10-07-M205NL

(25/06/2012)


25

10

MOTOR WEER MONTEREN

C - HET DIESELFILTER EN DE DIESELPOMP WEER MONTEREN

3

Plaats de brandstofpomp (Ref. 1) weer op de motor door de schroeven (Ref. 2) vast te draaien.

4

2

Plaats het brandstoffilter (Ref. 3) weer op de motor door de schroeven (Ref. 4) vast te draaien.

2

2

1

Verbind de connector (Ref. 5) weer met het filter (Ref. 3).

3

5

Verbind de brandstoftoevoer- en afvoerslangen (Ref. 6) weer met het filter (Ref. 3).

3

6

6

(25/06/2012)

10-07-M205NL


MOTOR WEER MONTEREN

10

26

D - HET OLIEFILTER WEER MONTEREN 2 1

Plaats het oliefilter (Ref. 1) weer op de motorsteunen en draai de schroeven (Ref 2) vast. Breng de wisselstroomdynamo (Ref. 3) weer op de juiste plaats en draai de schroef (Ref. 4) aan om hem op het filter vast te zetten.

3

4

2

Maak de olietoevoerleiding (Ref 5) los van het bandje waarmee hij tijdens het demonteren aan de motor bevestigd was en monteer hem weer op het filter (Ref. 1). 1

5

Plaats de spanner (Ref. 6) weer en draai de schroef (Ref. 7) vast. Plaats de beugel (Ref. 8) weer en draai de schroeven (Ref. 9) vast. 8

9

9 7

6

10-07-M205NL

(25/06/2012)


27

10

MOTOR WEER MONTEREN

E - DE STARTMOTOR WEER MONTEREN 4

3

2

Demonteer de afstandschakelaar (Ref. 2) van de nieuwe startmotor (Ref. 1) door de schroeven en de ringetjes (Ref. 3 en 4) los te draaien, zo vergemakkelijkt u het aanbrengen van de startmotor door de gleuf in het motorcarter.

1

Plaats de startmotor (Ref. 1) door hem door de gleuf in de onderkant van het motorcarter te steken. 1

Monteer de startmotor (Ref. 1) op het motorcarter door de drie schroeven (Ref. 5) vast te draaien.

5

1

(25/06/2012)

10-07-M205NL


28

MOTOR WEER MONTEREN

10

4

3

Monteer de afstandschakelaar (Ref. 2) weer op de startmotor (Ref. 1) door de schroeven en de ringetjes (Ref. 3 en 4) weer vast te draaien.

2

1

Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 6) weer en blokkeer de twee beugels (Ref. 7) door de moeren (Ref. 8) vast te draaien.

7

6

8

Verbind de elektrische kabels (Ref. 9 en 10) weer met de startmotor (Ref. 1).

9

10 1

12

11

Monteer het onderste carter (Ref. 11) door de zes schroeven (Ref. 12) vast te draaien.

12

12

12 12

10-07-M205NL

12

(25/06/2012)


29

10

MOTOR WEER MONTEREN

F - WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN Plaats de wisselstroomdynamo (Ref. 1) weer op de motor.

1

Verbind de elektrische kabels (Ref. 2 en 3) weer met de wisselstroomdynamo (Ref. 1).

2 3

Bevestig de steun (Ref. 4) weer op de motor door de vier schroeven (Ref. 5) vast te draaien.

5

4

(25/06/2012)

10-07-M205NL


30

MOTOR WEER MONTEREN

10

Draai de twee schroeven (Ref. 6) vast om de wisselstroomdynamo vast te zetten.

6

Plaats de steun van de luchtmof (Ref. 7) weer, draai de twee schroeven (Ref. 8) vast, draai de schroef (Ref. 9) vast.

9 8

8

7

Monteer de luchtaanzuigleiding (Ref. 10) weer en blokkeer de twee beugels (Ref. 11) door de moeren (Ref. 12) vast te draaien.

11

10

12

Monteer het onderste carter (Ref. 13) door de zes schroeven (Ref. 14) vast te draaien.

14

13

14

14

14 14

10-07-M205NL

14

(25/06/2012)


31

10

MOTOR WEER MONTEREN

G - DE RIEM VAN DE WISSELSTROOMDYNAMO WEER MONTEREN Monteer de riem (Ref. 1) weer op alle riemschijven behalve op de riemspanrol. Til de riemspanrol (Ref. 2) op met een hefboom die u op de schroef (Ref. 3) zet, breng de riem aan en breng dan de riemspanrol weer naar achteren. Verwijder de hefboom en controleer of de riem goed over de riemschijven loopt.

1 2

3

Monteer het beschermcarter (Ref. 4) weer door de twee schroeven (Ref. 5) vast te draaien. 4

5 5

(25/06/2012)

10-07-M205NL


MOTOR WEER MONTEREN

10

32

10-07-M205NL

(25/06/2012)


OPTIONAL - ACCESSOIRES

- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS ACCESSOIRES - SCHEMA’S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES - POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES - CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

- ONDERDELEN VAN DE OPTIONALS ACCESSOIRES WEER MONTEREN



KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

pag. WERKINGSPRINCIPE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BESCHRIJVING VAN DE WERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 CIRCUIT VAN HET FLUIDUM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

110

BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5

(19/12/2012)

110-01-M205NL


2

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

KLIMAATREGELAAR WERKINGSPRINCIPE

BUITENKANT VAN HET VOERTUIG (hoge druk circuit) Buitenlucht Het fluïdum wordt vloeibaar gemaakt

CONDENSOR

Hoge temperatuur

Warme buitenlucht FILTER Zuivert en absorbeert de vloeistof

COMPRESSOR COMP

REGELAAR

Aanzuiging en compressie

Buitenlucht of recirculatielucht

VERDAMPER Expansie van de vloeistof en temperatuurvermindering

De vloeistof verdampt

Afgekoelde en ontvochtigde e lucht

110

BINNENKANT VAN DE BESTUURDERSCABINE VAN HET VOERTUIG (lage druk circuit)

110-01-M205NL

(19/12/2012)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

3

BESCHRIJVING VAN DE WERKING Het klimatiseringssysteem verlaagt de omgevingstemperatuur in de bestuurderscabine van het voertuig door de warmte van binnen naar buiten te voeren. Deze warmtewisseling wordt mogelijk gemaakt door middel van een koelmiddel R134a, met de eigenschap erg lage temperaturen bij lage druk in expansie te verkrijgen en omgekeerd hoge temperaturen bij gemiddelde druk, door middel van een compressieproces. Het gebruik van de eigenschappen van het fluïdum vindt plaats volgens de cyclus in een gesloten circuit waarvan het principe als volgt is: Fase 1: Compressie Het fluïdum, in de vorm van gas bij lage druk en lage temperatuur, wordt aangezogen en samengeperst door de compressor (Ref. 1), deze stuurt het dan, onder hoge druk met hoge temperatuur, naar de condensor. Fase 2: Condensatie Het fluïdum loopt door de condensor (Ref. 2) om door middel van een ventilator zijn warmte buiten het voertuig te brengen. Bij de doorgang door de condensor wordt het fluïdum vloeibaar gemaakt met behoud van een hoge temperatuur en hoge druk. Dan wordt het door een waterscheider (droger) gefilterd (Ref. 3). Fase 3: Ontspanning Het fluïdum betreedt een expansieventiel (Ref. 4) waarin hij aan een hevige druk- en temperatuurvermindering wordt onderworpen met behoud van zijn vloeibare staat. Fase 4: Verdamping Het fluïdum loopt door de verdamper (Ref. 5) om warmte uit de lucht van de cabine te absorberen en verdampt met behoud van een lage druk en temperatuur. Zo koelt de lucht van de cabine, aangedreven door de motorventilator, af en verliest vocht in aanraking met de verdamper. De condens wordt dan afgevoerd naar de buitenkant van het voertuig.

110

Het hoge en lage drukcircuit worden geregeld door middel van een drukschakelaar HP en LP (Ref. 6) direct op het droogfilter gemonteerd. Zijn veiligheidsfuncties zijn de volgende: Totale stilstand van de klimaatregelaar als de druk onder de 2 bar daalt over boven de 27 bar stijgt.

(19/12/2012)

110-01-M205NL


4

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

CIRCUIT VAN HET FLUIDUM

2 6

3 5 4

1

110

– Fluïdum in gasvorm onder hoge druk en met hoge temperatuur. – Fluïdum in vloeibare vorm onder hoge druk en met hoge temperatuur. – Fluïdum in vloeibare vorm onder lage druk en met lage temperatuur.

110-01-M205NL

(19/12/2012)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

5

BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN De compressor De compressor (Ref. 1) maakt het mogelijk: • het fluïdum door het aanzuigcircuit te laten lopen, in gasvorm, vanaf de verdamper met lage druk en lage temperatuur, • het fluïdum samen te persen en onder hoge druk en met hoge temperatuur naar de condensor te sturen. De condensor De condensor (Ref. 2) is een warmtewisselaar die de door de verdamper gewonnen warmte door de ventilator naar buiten stuurt en de condensatie van het fluïdum onder hoge druk veroorzaakt. Het droogfilter Het filter (Ref. 3) is de voornaamste bescherming van de installatie. Zijn functies zijn de volgende: • Het filteren van eventuele vaste deeltjes die door het fluïdum vervoerd worden en de compressor zouden kunnen beschadigen of de regelaar zouden kunnen blokkeren, bijvoorbeeld. • Ontvochtigen van de vloeibare olie en de circuitelementen beschermen tegen:  bijtende middelen,  bevriezen van vocht dat uit de regelaar komt om blokkering van de installatie te voorkomen. • Het fluïdum in vloeibare staat houden en zo een bufferreservoir vormen om eventuele drukvariaties te compenseren. Op deze manier helpt hij mee om alle drukvariaties op te vangen die door de compressor veroorzaakt worden. De "binaire" drukschakelaar (Ref. 6) Verbonden met het droogfilter, veiligheidselement van de installatie, is gevoelig voor drukvatiatie. Hij garandeert voor de veiligheid van de installatie zowel tegen te lage als te hoge drukwaarden door direct op de compressorkoppeling te werken: • Werking tegen lage druk (<2 bar) bijvoorbeeld veroorzaakt door gebrek aan koelmiddel, een lek of een blokkering van het erachterliggende circuit. • Werking tegen hoge druk (> 27 bar) veroorzaakt door een verkeerde koeling van de condensor, te veel koelmiddel of een blokkering van het voorliggende circuit. Het expansieventiel Het expansieventiel (Ref. 4) is verbonden met de ingang van de verdamper. • Met de expansie laat hij de druk en de temperatuur van het fluïdum vallen, zodat de lucht afkoelt die door de verdamper loopt. • De stroming wordt geregeld zodat de hoeveelheid fluïdum zodanig gekalibreerd wordt dat hij bij de uitgang van de verdamper volledig verdampt is.

De antivriesthermostaat De elektrische thermostaat is verbonden met een sonde tussen de twee vinnen van de verdamper. Alle variaties in temperatuur van de verdamper veroorzaken een variatie in de weerstand van de preset van de thermostaat, die dan op het koppelingsrelais van de compressor werkt. (19/12/2012)

110-01-M205NL

110

De verdamper De verdamper (Ref. 5) is een warmtewisselaar voorzien van een ventiel en een ventilator. De ventilator zuigt (koude) lucht aan door de verdamper, het vocht in de lucht condenseert op de vinnen van de verdamper en afgekoeld stuurt hij deze naar buiten. Door deze warmtewisseling kan het koelmiddel bij lage druk verdampen.


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

6

110-01-M205NL

(19/12/2012)


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

pag. ELEKTRISCHE SCHEMA’S AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 ELEKTRISCHE SCHEMA’S PER FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – 1 - ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

110

– 2 - ELEKTRISCHE BEDRADING AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

(18/12/2012)

110-02-M205NL


2

SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

ELEKTRISCHE SCHEMA'S AIRCONDITIONING ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS COMPONENTEN Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

F1

Zekering derde snelheid cabineventilator (30A)

G13

F2

Zekering ventilator condensor 2 (20 A)

G12

F3

Zekering ventilator condensor 1 (20 A)

G11

F4

Zekering schakelaar cabineventilatorS (20A)

G10

Zekering elektromagneetklep compressor (7,5 A)

Q14

Relais derde snelheid cabineventilator (70 A)

Q8

R2

Relais ventilator condensor 2 (40 A)

O12

R3

Relais ventilator condensor 1 (40 A)

K9

R4

Relais onderbreking voeding cabineventilator (40 A)

K12

R5

Relais luchtklep (25 A)

I13

R6

Relais schakelaar cabineventilator (25 A)

I10

R7

Relais elektromagneetklep compressor (25 A)

I8

XA

Connector zekeringendoos

A10

110

F5 R1

110-02-M205NL

(18/12/2012)


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

3

19

XA

mm 400

A

C

F1 30A

F2 20A

F3 20A

F4 20A

E

G

I

R6

R7

R5

K

R3

R4

M

R2

F5 7.5A

O

R1

110

Q

S

(18/12/2012)

110-02-M205NL


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

4

110-02-M205NL

(18/12/2012)


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

5

POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA'S Component

Schema 1

Schema 2

A/C

EK1

EK2

EKC

F1

F2

F3

F4

F5

IV

PR

PRT

R1

R2

R3

R4

R5

R6

R7

RISC

V1/2

V3

XA

√ √

110

XB

(18/12/2012)

110-02-M205NL


6

SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

ELEKTRISCHE SCHEMA'S PER FUNCTIE 1 - ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS COMPONENTEN Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

F1

Zekering derde snelheid cabineventilator (30A)

M8

F2

Zekering ventilator condensor 2 (20 A)

M8

F3

Zekering ventilator condensor 1 (20 A)

M7

F4

Zekering schakelaar cabineventilators (20A)

M6

Zekering elektromagneetklep compressor (7,5 A)

M5

Relais derde snelheid cabineventilator (70 A)

E16

R2

Relais ventilator condensor 2 (40 A)

G16

R3

Relais ventilator condensor 1 (40 A)

I16

R4

Relais onderbreking voeding cabineventilator (40 A)

O16

R5

Relais luchtklep (25 A)

M16

R6

Relais schakelaar cabineventilator (25 A)

K16

R7

Relais elektromagneetklep compressor (25 A)

Q16

XA

Connector zekeringendoos

A3

110

F5 R1

110-02-M205NL

(18/12/2012)


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

7

SCHEMA 1 2

3

A

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

F

G H2.5

L E

A2.5

K

D

V2.5

J

C

R2.5

I

B

R2.5

H

A

R2.5

19

R2.5

18

17

16

15

14

13

LR

10

12

9

S

11

8

6

CR

5

ZR

7

4 RH

LG1.5

Z

3 MN1.5

SG

2 GN1.5

N1.5

1

XA

L4

1

C

86

L4

RH

E

87a

30

MN1.5

N LG

G

86

87a

87

30

GN1.5

N LG 86

87a

87

30

V2.5

N LG 86

87a

87

K

ZR

Z

N SG

R4

30

86

87a

87

30A

R5 25 AMP.

30

H2.5

LR

N

85

SG

F1 L4nr1

20A

F2

20A

R2.5 M1.5

R2.5

F3 G1.5

20A

R2.5

F4 VN2.5

7.5A

R

F5

R6 25 AMP.

VN2.5

85

C

R3 40 AMP.

G1.5

85

M

R2 40 AMP.

M1.5

85

I

R1 70 AMP.

L4nr1

85

87

86

87a

87

R4

40 AMP.

O

30

S

C

A2.5

N

85

86

87a

87

R7

25 AMP.

110

Q

30

CR

N

85

S

(18/12/2012)

110-02-M205NL


8

SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

2 - ELEKTRISCHE BEDRADING AIRCONDITIONING COMPONENTEN Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

A/C

Schakelaar airconditioning

I2

EK1

Elektrische ventilator 1

K2

EK2

Elektrische ventilator 2

M2

EKC

Elektromagneetklep compressor

A2

IV

Schakelaar ventilator

G2

PR

Drukschakelaar

C2

Luchtklep

C2

Signaal verwarmer

E2

V1/2

Tweede en derde snelheid cabineventilator

O4

V3

Derde snelheid cabineventilator

M4

XA

Connector zekeringendoos

S15

XB

Voedingsstekker

S8

110

PRT RISC

110-02-M205NL

(18/12/2012)


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

9

SCHEMA 2 1

A

2

3

4

EVC

2 1

N CR

PR

2 1

S SN

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

C

1

Z N ZR

1

SG

3

PRT

RISC

2

E

10 9 8 7 6 5 4 3 2

IV G

LR N A1.5 RG1.5 RV1.5 A1.5 RH

1

10

I

LR N

9 8 7 6 5 4 3 2

H2.5 LR1.5

EV1

2 1

N1.5 GN1.5

EV2

2 1

N1.5 MN1.5

A/C 1

V2.5 LG1.5

K

M

V3

O

L4 N4

A B

1 2 3

V1/2 4

LG RV1.5 RG1.5 SN

S

(18/12/2012)

XB

XA

110-02-M205NL

110

S CR SG Z ZR LG1.5 RH MN1.5 GN1.5 N1.5

LR1.5

L4

H2.5 A2.5 V2.5 R2.5 R2.5 R2.5 R2.5

K J I H G F E D C B A 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

L

N

1

M L K J H G F E D C B A 2

LR1.5 N N N N N N N R R R4 R4

Q


SCHEMA'S VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

10

110-02-M205NL

(18/12/2012)


POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

pag. POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

110

– SCHEMA MET POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . 5

(19/12/2012)

110-03-M205NL


POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

2

110-03-M205NL

(19/12/2012)


POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

3

POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN DE AIRCONDITIONING

90°

90°

Hydraulische pomp Condensorkit Compressor Maximumklep Verwarmer Verdamper

Pompreductor

110

Hydraulische pomp

(19/12/2012)

110-03-M205NL


4

POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING COMPONENTEN Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

A/C

Schakelaar airconditioning

O7

EK1

Elektrische ventilator 1

E33

EK2

Elektrische ventilator 2

G36

EKC

Elektromagneetklep compressor

G25

Schakelaar ventilator

M7

Drukschakelaar

G37

PRT

Luchtklep

G7

RISC

Signaal verwarmer

Q7

V1/2

Tweede en derde snelheid cabineventilator

K4

V3

Derde snelheid cabineventilator

I4

XA

Connector zekeringendoos

M18

XB

Voedingsstekker

M25

110

IV PR

110-03-M205NL

(19/12/2012)


POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

5

SCHEMA MET POSITIES VAN DE CONNECTORS VAN DE AIRCONDITIONING 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A

C

C

E

E

EV1

EV2 PRT

G

G EVC PR

V3

I

I

V1/2

K

K

IV

M

M XA

XB

O

O A/C

Q

Q

S

S

(19/12/2012)

110-03-M205NL

110

RISC


POSITIES VAN DE COMPONENTEN VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

110

6

110-03-M205NL

(19/12/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS ACCESSOIRES

pag. MONTAGE-INSTRUCTIES KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 KENMERKEN VAN HET KOELMIDDEL R134A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET HANTEREN VAN R134A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 KLIMAATREGELAAR MET KOELMIDDEL VULLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 VULMETHODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 CONTROLE VAN DE WERKING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

110

– AFSTELLING DRUKWAARDEN KLIMAATREGELAAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

(19/12/2012)

110-04-M205NL


2

CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

KLIMAATREGELAAR MONTAGE-INSTRUCTIES KLIMAATREGELAAR Monteer de klimaatregelaar op een droge en stofvrije plaats. Gebruik olie PAG ISO 100 SP 20 COMPRESSOR om alle afdichtingen en afdichtoppervlakken voor de montage mee te smeren.

Beschrijving

Type

Aandraaimoment

Slang uitgang condensor - ingang filter

M6

16 N.m

Slang uitgang filter - ingang expansieventiel

M6

16 N.m

Slang uitgang compressor - ingang cabine

M8

25 N.m

Slang uitgang cabine - ingang condensor

M8

25 N.m

Slang uitgang expansieventiel - ingang cabine

M10

33 N.m

Slang uitgang cabine - ingang compressor

M10

33 N.m

Verbinding van de compressor: Legenda : 1 - Compressor 2 - Slang uitgang cabine/ingang compressor 3 - Slang uitgang compressor/ingang cabine

3

2

110

1

110-04-M205NL

(19/12/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

3

Verbinding met de mengklep: Legenda : 1 - Toevoerslang 2 - Mengklep 3 - Retourslang

6

4

5

110

5

(19/12/2012)

110-04-M205NL


4

CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

KENMERKEN VAN HET KOELMIDDEL R134a Beschrijving

Hydrofluorkoolstof

Gebruik

Koelmiddel

Chemische eigenschappen

Tetrafluorethaan 134a

Chemische formule

CH2F-CF3

Fysische staat

Vloeibaar gemaakt gas

Kleur

Kleurloos

Geur

Iets etherachtig

Kookpunt (bij atmosferische druk)

- 26,5 °C

Smeltpunt

- 101 °C

Dichtheid bij 25°C

1,21 kg/l

Kritische druk

40,7 bar

Kritische temperatuur

+ 101

Gewicht in dampvorm

5 maal zo zwaar als de lucht

1 kg in vloeibare staat onder 1 bar

200 l in gasvorm

Oplosbaarheid van water in het product

0,097% in gewicht

Thermische ontleding

Vanaf 110 °C

Gevaarlijke ontledingsproducten

Waterstofhalogeniden en sporen carbonylhalogenide

Gevaarlijke reacties

Met alkalimetalen en aardalkalimetalen zouten in poedervorm (Al-Zn-Be …)

Vlampunt

Geen vlampunt (zeer stabiel)

Ontstekingstemperatuur

Boven de 75°C

Explosiegrens

Onder en boven geen

Ozonafbrekend vermogen

Geen, ODP=0

VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET HANTEREN VAN R134a 1 - Persoonlijke bescherming: Intergale veiligheidsbril en rubber handschoenen 2 - Eerste hulp: In geval van inademing schone lucht inademen, zuurstof toepassen of een beademingstoestel naar gelang de ernst (geen geneesmiddelen toedienen). Een arts raadplegen. In geval van aanraking met de ogen overvloedig met schoon water spoelen gedurende 15 minuten en een arts raadplegen. In geval van aanraking met de huid overvloedig met schoon water wassen en de vuile kleding uittrekken. 3 - Opslag: De vloeistof R134a op een droge, koele en goed geventileerde plaats bewaren. 4 - Hantering: Alleen in goed geventileerde ruimtes.

110

5 - Maatregelen in geval van ongelukken: In geval van blootstelling aan vuur van de vloeistof R134a een beademingstoestel gebruiken.

110-04-M205NL

(19/12/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

5

KLIMAATREGELAAR MET KOELMIDDEL VULLEN Koelmiddel: Vultoestel: Hoeveelheid fluïdum : Olie PAG ISO 100 SP20 :

R134a Vulstation 1000 gr ± 50 gr Geen extra olie toevoegen. Controleer slechts of er 135 ml olie in de compressor aanwezig is.

VULMETHODE Voor welk vulstation dan ook te gebruiken de gebruiksaanwijzing specifiek voor dat systeem raadplegen. Eerste keer vullen van het circuit (duur 56 minuten) 1 - Verbinding van het station met het circuit (ongeveer 1 minuut). 2 - Vacumeren van het circuit van het fluïdum (minimum 45 minuten). • Bereik de vacuümdruk - 0.75 bar in maximum 10 minuten, • Behoud de vacuümdruk - 0,99 bar max ontvochtiging gedurende minstens 30 minuten, • Controle op lekken minstens 5 minuten. 3 - Vulprocedure (maximum 10 minuten). Vullen van het circuit na werkzaamheden (duur 90 minuten)

110

1 - Voorbereiding (ongeveer 15 minuten). • Het station met het circuit verbinden. • De motor van het voertuig laten draaien tussen 800 en 1200 RPM, • Tegelijkertijd de klimaatregelaar op zijn maximale snelheid aanzetten. • Het voertuig na 10 of 15 minuten uitzetten. 2 - Terugwinningsfase (ongeveer 15 minuten). Heeft het doel gas, olie en onzuiverheden in het circuit terug te winnen en recycleren. Terugwinningscyclus van het fluïdum uitvoeren vanaf het station. 3 - 3 tot 4 minuten wachten om het terugwinnen van bevroren olie en vocht. 4 - Teruggewonnen olie ontluchten (ongeveer 1 minuut). 5 - De fases 1, 2 en 3 kunnen herhaald worden als er tijdens de fases 2 en 3 druk gevormd wordt. 6 - Vacumeren van het circuit van het fluïdum (minimum 45 minuten). • Bereik de vacuümdruk -0,75 bar in 10 minuten of minder, • Behoud de vacuümdruk - 0,99 bar max ontvochtiging gedurende minstens 30 minuten, • Controle op lekken minstens 5 minuten. 7 - Vulprocedure (maximum 10 minuten).

(19/12/2012)

110-04-M205NL


6

CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES Overtollige vloeistof (duur 15 minuten) met de motor van het voertuig in werking 1 - Voorbereiding (ongeveer 10 minuten). – Het station met het circuit verbinden. – De motor van het voertuig laten draaien tussen 800 en 1200 RPM, – Tegelijkertijd de klimaatregelaar op zijn maximale snelheid aanzetten. 2 - Fase voor extra vulling (ongeveer 5 minuten).

b

De vloeistof R134a is in de open lucht een kleurloos en geurloos gas zwaarder als de lucht, dat onder bepaalde omstandigheden een gevaar kan vormen voor de mens. Het koelmiddel altijd uit het vulstation terugwinnen.

CONTROLE VAN DE WERKING De volgende controles moeten met draaiende motor van het voertuig uitgevoerd worden. BEDIENINGSELEMENTEN VAN DE KLIMAATREGELAAR

b

Als de klimaatregelaar het niet goed doet laat hem dan door uw dealer nakijken (zie: 3 ONDERHOUD: F - OM DE 2000 WERKUREN). Probeer nooit zelf eventuele storingen te repareren.

110

b

De klimaatregelaar werkt alleen als de telescopische heftruck gestart is. Als de klimaatregelaar aan staat, uitsluitend met gesloten portieren en raampjes werken. In de winter: Voor een correcte werking en volledige efficiëntie van de klimaatregelaar moet de compressor één keer in de week aangezet worden, als is het maar kort, om het smeren van de interne afdichtingen mogelijk te maken. Bij lage temperaturen: Laat de motor warm worden voor de compressor aan te zetten om het koelmiddel in vloeibare vorm dat zich in het onderste gedeelte van het circuit van de compressor verzameld heeft de mogelijkheid te bieden gas te worden door de warmte van de motor; het koelmiddel in vloeibare vorm kan de compressor beschadigen.

110-04-M205NL

(19/12/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

7

A - Regeleenheid Legenda van de functies:

A

3 2

7

1

4

5

8

6

9

14

13

12

11

1 - Interne temperatuur omlaag 2 - Interne temperatuur omhoog 3 - Indicator ingestelde temperatuur 4 - Indicator 1ste snelheid van de ventilator 5 - Indicator 2de snelheid van de ventilator 6 - Indicator 3de snelheid van de ventilator 7 - Snelheid van de ventilator omhoog 8 - Snelheid van de ventilator omlaag 9 - Temperatuursensor binnenlucht 10 - Omzetting °C/°F en omgekeerd 11 - Buitentemperatuur aflezen 12 - Luchtcirculatie 13 - Uitsluiting compressor 14 - Herstel automatische functie

10

Om het systeem uit te zetten de toets «snelheid van de ventilator omlaag» (Ref. 8) indrukken tot de ventilator helemaal uitgeschakeld is, om het weer aan te zetten de toets «snelheid van de ventilator omhoog» (Ref. 7) indrukken. FOUTCODES In geval van een zodanige storing dat de automatische regeling niet meer werkt, toont de centrale een foutcode bestaande uit de letter E gevolgd door een nummer dat het soort afwijking aangeeft in overeenstemming met de volgende tabel: E 1 temperatuursensor buitenlucht (T.E.) onderbroken. E 2 temperatuursensor buitenlucht (T.E.) in kortsluiting. E 3 temperatuursensor binnenlucht (T.I.) onderbroken. E 4 temperatuursensor binnenlucht (T.I.) in kortsluiting. E 5 temperatuursensor gemengde lucht (T.M.) onderbroken. E 6 temperatuursensor gemengde lucht (T.M.) in kortsluiting. Daar een automatische regeling niet mogelijk is, worden de toetsen voor een hogere en lagere binnentemperatuur gebruikt om de positie van de menger te veranderen, terwijl de snelheid van de ventilator op de 2de snelheid is ingesteld.

110

Als de storing wordt opgelost hervat de centrale zijn normale werking pas weer na de + sleutel gereset te hebben.

(19/12/2012)

110-04-M205NL


8

CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES KLIMAATREGELINGSINSTALLATIE - CONTROLE VAN DE WERKING Elektronische controle van de temperatuur (E.C.C.) Om de werking van de verwarmings- en koelinstallatie te controleren, de motor starten met gesloten kleppen, bij een omgevingstemperatuur tussen de +15°C en 30°C en het koelmiddel van de motor voldoende warm. Als de omgevingstemperatuur hoger of lager is dan deze waarden, dan regelt het systeem zichzelf automatisch in de staat van maximale koeling of maximale verwarming. 1 - Controle van de waterregelklep Door de knop voor het verhogen en verlagen van de interne cabinetemperatuur in te drukken, gaat de waterregelklep in de staat van maximale verwarming HI of maximale afkoeling LO staan. Verzeker u ervan dat de temperatuur van de gemengde lucht dienvolgens varieert. 2 - Controle van de temperatuursensor van de gemengde lucht Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E5 = Temperatuursensor gemengde lucht (TM) open. E6 = Temperatuursensor gemengde lucht (TM) in kortsluiting. 3 - Controle temperatuursensor cabinelucht Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E3 = Temperatuursensor binnenlucht (TI) open. E4 = Temperatuursensor binnenlucht (TI) in kortsluiting. 4 - Inschakeling compressor Door de knop ECON in te drukken gaat de bijbehorende LED afwisselend aan en uit en wordt de compressor respectievelijk in- en uitgeschakeld door middel van de elektromagnetische koppeling. 5 - Luchtcirculatie en ingang buitenlucht Door de knop voor de luchtcirculatie in te drukken gaat de bijbehorende LED branden ten teken dat de ventilatie met circulerende lucht plaatsvindt. Door de luchtcirculatieknop opnieuw in te drukken dooft de LED ten teken dat de ventilatie met invoer van buitenlucht plaatsvindt. 6 - Ventilatorsnelheid De ventilatie in de cabine kan op drie ventilatorsnelheden worden ingesteld: minimum, gemiddeld en maximum.

110

7 - Keuze °C en °F Als de bijbehorende LED uit is wordt de temperatuur aangegeven in °C, als de LED brandt wordt de temperatuur afgelezen in °F (Fahrenheit). De maximaal instelbare cabinetemperatuur is 37°C of 99°F. 8 - Controle buitentemperatuursensor Door de knop van de buitentemperatuur (Ref. 11) in te drukken, wordt op het display de buitentemperatuur weergegeven. Als de sensor defect is verschijnen op het display de volgende foutcodes: E1 = Temperatuursensor buitenlucht (TE) open. E2 = Temperatuursensor buitenlucht (TE) in kortsluiting.

110-04-M205NL

(19/12/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES

9

AFSTELLING DRUKWAARDEN KLIMAATREGELAAR

3 1

Verwijder de doppen (Ref. 1 en 2) van de verbindingsstukken van de compressor (Ref. 3). Verbind de slangen van het vulstation van de hoge druk en van de lage druk met de compressor (Ref. 3).

2

• Zet de motor van het voertuig aan. • Zet de klimaatregelaar als volgt aan: – Selecteer de snelheid “I” van de luchtverspreiding met behulp van de knop van de ventilator. – De schakelaar van de airconditioning indrukken zodat de LED gaat branden. – Zet de knop voor het instellen van de temperatuur in de stand voor maximale afkoeling. – Zet alle luchtopeningen open. – Regel het toerental (ongeveer 800 RPM) – Wacht minstens 5 minuten zodat het circuit zich stabiliseert. – Controleer of de lage druk waarden LP en hoge drukwaarden HP van het circuit binnen de volgende grenzen liggen:

110

• 0,5 bar en 2 bar in lage druk LP, • 6 bar en 20 bar in hoge druk LP,

(19/12/2012)

110-04-M205NL


10

CONTROLE EN AFSTELLING VAN OPTIONALS - ACCESSOIRES Voorbeelden: LP=0,8 bar en HP=12,5 bar.

LP=1,4 bar en HP=15 bar.

110

N.B.: Deze waarden zijn indicatief, ze kunnen variëren naar gelang de omgevingstemperatuur en het type voertuig.

110-04-M205NL

(19/12/2012)


ONDERDELEN VAN DE OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

pag. MONTAGE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – ALGEMENE INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – MONTAGE VAN DE AIRCONDITIONING OP DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – MONTAGE VAN DE MOTORISERING VAN DE AIRCONDITIONING. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – MONTAGE VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONING . . . . 6

110

– CONTROLES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

(19/12/2012)

110-07-M205NL


2

OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

MONTAGE AIRCONDITIONING

90°

90°

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.

110

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.)

110-07-M205NL

(19/12/2012)


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

3

MONTAGE VAN DE AIRCONDITIONING OP DE CABINE Monteer de verwarmer (Ref. 1) op zijn steun (Ref. 2).

2

1

Monteer de 3-wegsleiding (Ref. 3) op de steun (Ref. 2) met de speciale schroeven (Ref. 4). Monteer de luchtpijp (Ref. 5) op de verwarmer en op de 3-wegspijp (Ref. 3) en blokkeer hem met de klembandjes (Ref. 6).

6

3 4 5

6 1

Monteer de verdampersteun (Ref. 7) op de cabine van de machine en bevestig hem met de schroeven en ringen (Ref. 8, 9 en 10). 9 10 8

7

11

12

110

Monteer op de steun (Ref. 7), de randbedekking (Ref. 11). Monteer de verdamper (Ref. 12) op de steun (Ref. 7) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 13 en 14) en de moer (Ref. 15).

7 15 13

(19/12/2012)

14

110-07-M205NL


4

OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Monteer de luchtpijp (Ref. 16) op de verdamper (Ref. 12) en op de 3-wegspijp (Ref. 3) en blokkeer hem met de klembandjes (Ref. 17).

17

16 3

17

12

Monteer de hydraulische leiding (Ref. 18) op de pomp (Ref. 19). 19

18

27 26 25

Monteer het linker (Ref. 20) en rechter support (Ref. 21) op de condensorkit (Ref. 22) en draai de schroeven en ringen (Ref. 23 en 24) vast. Monteer de kit (Ref. 22) boven de cabine met de schroeven en ringen (Ref. 25, 26 en 27).

24 23 21

20 22

35

Monteer het onderste beschermrooster (Ref. 28) met de schroeven en ringen (Ref. 29 en 30), monteer de lampkappen links (Ref. 31) en rechts (Ref. 32) met de schroeven en ringen (Ref. 33 en 34). Monteer de bovenste kap (Ref. 35) met de schroeven en ringen (Ref. 36, 37 en 38).

31

36 37 38

29

30

33 34

110

32

28

110-07-M205NL

(19/12/2012)


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

43

5

Monteer het stopcontactensupport (Ref. 39) op de machine met de schroef (Ref. 40), de ring (Ref. 41) en de moer (Ref. 42). Monteer het zwaailicht (Ref. 43) en de noodlamp (Ref. 44), verbind de elektrische stopcontacten (Ref. 45).

44

39 40

45 42

41

Verbind de elektrische kabels (Ref. 46).

46

Monteer de goot (Ref. 47) op het support (Ref. 48) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 49 en 50).

49 48 50

47

1

MONTAGE VAN DE MOTORISERING VAN DE AIRCONDITIONING

3

(19/12/2012)

110

Monteer de reductor (Ref. 1) van de pomp van de compressor op de basisplaat door middel van de schroeven en de ringen (Ref. 2 en 3). 2

110-07-M205NL


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

6

Monteer op de reductor (Ref. 1) de compressor (Ref. 4) met de schroeven (Ref. 5) en de ringen (Ref. 6) en de hydraulische pomp (Ref. 7) met de schroeven (Ref. 8). 1 8

5

4

6

7

Bevestig de elektromagneetklep (Ref. 9) op de reductor (Ref. 1) door middel van de schroeven en ringen (Ref. 10 en 11).

9 10

11

1

MONTAGE VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE VAN DE AIRCONDITIONING

1 2

3

5

Monteer op de afvoer (Ref. 1) de ring (Ref. 2) en het verloopstuk (Ref. 3), monteer daar de slangverbinding (Ref. 4) op, waarop de slang (Ref. 5) gemonteerd moet worden; bevestig de slang met het klembandje (Ref. 6).

4

6

8

9

110

7

Monteer op de basisplaat de randbedekking (Rif. 7), om de slijtage van de slang te voorkomen door de wrijving tegen de basisplaat. Bevestig de slang op de motor met het klembandje (Ref. 8) en de schroef (Ref. 9).

110-07-M205NL

(19/12/2012)


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Monteer op het afvoerventiel (Ref. 10) de verbindingsstukken (Ref. 11, 12, 13, 14 en 15). Blokkeer de leiding (Ref. 16) op de basis door middel van het klembandje (Ref. 17), de schroeven en de ringetjes (Ref. 18 en 19).

11

12

10

13

7

14 18

19

15

17 16

26

24

23

Monteer het afvoerventiel (Ref. 10) op het support (Ref. 23) en bevestig het met de schroeven en ringen (Ref. 20, 21 en 22). Monteer het support (Ref. 23) op de basis door middel van de schroeven en ringen (Ref. 24, 25 en 26).

25 20 21

10 22

Monteer het verbindingsstuk (Ref. 27) op de verzamelleiding (Ref. 28).

28 27

31

110

Monteer de verbindingsstukken (Ref. 29 en 30) op de hydraulische verzamelleiding. (Ref. 31).

29

30

(19/12/2012)

110-07-M205NL


8

OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN Verbind de slangen (Ref. 32) op de condensorkit en (Ref. 33) op het filter van de condensor. 33

32

Verbind de slangen (Ref. 34 en 35) op de verdamper.

35 34

Verbind alle hydraulische slangen (Ref. 36) op de hydraulische pomp en op de elektromagneetklep. 36

36

36

36

Verbind de slangen op de verbindingsstukken (Ref. 13) van de compressor. 37

110

37

110-07-M205NL

(19/12/2012)


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

9

CONTROLES Na de kit gemonteerd te hebben als volgt te werk gaan: 1. De installatie vullen en olie voor compressors toevoegen volgens de volgende anwijzingen: De hoeveelheid R134a gas die nodig is om de installatie te vullen is 1000 g. Samen met het vullen moet in het circuit van de installatie een hoeveelheid van 134 ml speciale olie voor de gemonteerde compressor SANDEN worden toegevoegd. Oliecode: PAG SP20 - aanvragen bij de DELPHY verkooppunten. 2. Controle van de druk in het hydraulische circuit en toerental van de compressor:

110

De druk van het hydraulische circuit, bij het maximale toerental van de thermische motor, moet 200 bar zijn (de druk kan geregeld worden met de VLP klep door een manometer met het drukmeetpunt te verbinden op het "T" stuk van de klep). Controleren of bij stationair lopen van de thermische motor het toerental van de compressor tussen 900 ÷ 1000 RPM ligt (het toerental controleren met een toerenteller). Een optimale werking van de airconditioning wordt verkregen bij een toerental van 3500 RPM van de compressor met de thermische motor op zijn maximale toerental, met de druk van het hydraulische circuit van 170 bar.

(19/12/2012)

110-07-M205NL


OPTIONALS - ACCESSOIRES WEER MONTEREN

110

10

110-07-M205NL

(19/12/2012)


Transmissie

20

- Kenmerken en technische specificaties van de transmissie - Schema’s van de transmissie - Positie van de transmissie-onderdele - Controle en regeling van de transmissie - Verwijdering van de transmissie - Transmissie weer monteren - Opsporen van storingen in de transmissie - Speciaal gereedschap voor de transmissie

l647379

(Versnellingsbak DANA gearbox 357a10) - Kenmerken en technische specificaties van de transmissie - Controle en regeling van de transmissie - Doorsneden en schema’s van de transmissie

l647424EN

(Hydrostatische pomp sauer h1p078) l647069en

(Hydrostatische motor sauer h1b110)



pag. VOEDINGSPOMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 BESTURINGSEENHEDEN POMP / MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 DRUKBEGRENZINGSKLEPPEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 SPOELKLEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 HYDRAULISCH CIRCUIT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 AUTOMOTIVE NFPE SYSTEEM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 ELEKTRISCHE PROPORTIONELE BESTURING NFPE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 POMPREGELKLEPPEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 FILTER (TOTALE FILTRERING ONDER DRUK) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 HYDRAULISCH CIRCUIT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 WISSELKLEP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 VERBINDING HYDRAULISCHE AANSTURINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 AUTOMOTIVE KROMME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 SCHAKELAAR (VOORUIT / VRIJ / ACHTERUIT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 INCH SENSOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 SWITCH MODE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 MOTORKROMME . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 TOERENTALBEPERKING VAN DE CARDANAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 BEDRADINGSSCHEMA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14

(11/02/2013)

20-01-M205NL

20

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE


2

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

SAUER HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE

20

VOEDINGSPOMP Gewoonlijk ingebouwd in het pomphuis van de hoofdpomp, verhindert cavitatie van het systeem door de door lekken verloren vloeistof weer in het circuit te brengen. Zorgt tevens voor de nodige druk voor het systeem voor de variatie van de cilinderinhoud van de hoofdpomp.

BESTURINGSEENHEDEN POMP / MOTOR Dit zijn de organen die de variatie van de cilinderinhoud van beide componenten besturen.

DRUKBEGRENZINGSKLEPPEN Beperken de maximumdruk op beide transmissietakken.

SPOELKLEP Het doel van deze klep is de werkomstandigheden te optimaliseren, door de verwijdering van vuil uit het gesloten circuit te bevorderen, de thermische stabiliteit te verbeteren en snel de lucht die in het circuit aanwezig is te verwijderen.

20-01-M205NL

(11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

3

20

HYDRAULISCH CIRCUIT

(11/02/2013)

20-01-M205NL


4

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

AUTOMOTIVE NFPE SYSTEEM

FNR switch

20

Inch pedal

Drive/Creep/ Rocker pedal

+

Mode switch A

− Batt. 12/24 VDC

Mode switch B

NFPE Valve Pressure reducing valve reverse

Pressure reducing valve forward

PPU motor

Engine

PPU pump/engine

Motor displacement Vgmax

Brake pressure defeat

Brake light

Parking brake Reverse buzzer 20-01-M205NL

(11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

5

POMP SERIE H1 Electric displacement control

Servo piston

Auxiliary mounting pad “B” Valve plate

20

Swashplate feedback pin

Piston

Slipper

Shaf t seal

Shaf t

Swashplate

(11/02/2013)

Cylinder block

Charge pump

20-01-M205NL


6

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

ELEKTRISCHE PROPORTIONELE BESTURING NFPE

NFPE Proportional Actuation 100 %

= 30 Δp

Δp

=0

20

bar

0 ba r

NFPE control

Signal Current (mA(DC avg ))

Displacement

bar =0 Δp

Δp

= 30

0 ba r

0

100 %

NFPE / C1 and C2 Location NFPE Schematic M14 C2

C1

C1

20-01-M205NL

F00A

T

P

C2

F00B

(11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

7

POMPREGELKLEPPEN

Pressure Reducing Solenoid Valves & MOR

20

High Pressure Relief Valves (HPRV)

Pressure limiter valves (PL) Charge Pressure Relief Valve (CPRV)

(11/02/2013)

20-01-M205NL


8

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

FILTER (TOTALE FILTRERING ONDER DRUK)

Technical Data, Pressures

20

Bypass Valve

30 bar [435 psi] Δp 3.7 - 5.1 bar [54 - 74 psi] Δp 5.6 ± 0.9 bar [80 ± 13 psi]

Technical Data, Electric Max. Voltage Max. Power Switch open Switch closed Resistor Tolerance Temperature Range IP Rating (IEC 60 529) + DIN 40 050, part 9 with mating connector

48 V 0.6 W 510 Ω 122 Ω 1% -20 °C ÷ +100 °C [-4 °F ÷ +212 °C]

Connector Deutsch DTM04-2P

M6 Before Filter (upstream) 0.5625-18UNF-2B [9/16 -18UNF-2B]

Schematic M6

1

2 R1

R2

Maximum Charge Pressure Filter Bypass Sensor Switch Closure

IP 69K

Integral Filter Head with Filter Bypass Sensors Filter element in

out

Filter bypass sensor Bypass spool

20-01-M205NL

(11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

9

MOTOR SERIE H1 erential servo piston Loop flushing relief valve

Bearing plate Tapered roller bearing

Ramp spring

Loop flushing shuttle spool

Speed ring (optional ) Minimum displacement limiter Electric proportional co ntrol

(11/02/2013)

20-01-M205NL

20

Valve segment


10

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

HYDRAULISCH CIRCUIT

L2

N

MA

A n

20

Ports: A,B L1 , L2 MA , MB M4 , M5 N

max

min

= Main pressure lines = Drain lines = Gage port system pressure for A and B = Gage porto servo pressure = Speed sensor

C1 L1

B M4

M5

MB

WISSELKLEP L2

System loop A

System loop B

A

LOOP FLUSHING SHUTTLE SPOOL

B relief valve L2

A

LOOP FLUSHING RELIEF VALVE

B

Loop flushing relief valve

Low System Pressure minus Case Pressure bar [psi]

Loop Flushing Relief Valve Size 40 [580]

05

10

15

30 [435]

20 [290]

10 [145]

0

10 [1.3]

20 [5.3]

30 [8.0]

Loop Flushing Flow 20-01-M205NL

40 [10.6]

50 [13.3]

60 [15.9]

70 [18.6]

l/min [US gal/min] (11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

11

VERBINDING HYDRAULISCHE AANSTURINGEN

7.5 microns

M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar

C1

C2

EV (S22)

L1

MA

EV (S21)

ΔP 5,6 - 0,9 bar

A M3

1,3 mm

20

1,3 mm M5

350 bar

MA 6,5 bar

M4 A

110 cc 10 L/min

450 bar

L4

min. disp.

RW

FW

480 bar

0,6mm

C1

16 bar 6,5 bar

M

C5

34 bar

cw

0,6mm

L2

17 cc 78 cc

B

n

H1B Motor

480 bar MB

450 bar L3

M4

M5

MH

B

MB L2

L1

S

PH

3 bar

RAD

FA 250 microns

R

Bovenstaand schema toont de werking van het besturingssysteem van de hydrostatische transmissie bestaande uit de hydrostatische pomp (PH) met de elektronische besturingsinrichting (EDC) en de hydrostatische motor (MI). De draairichting van de hydrostatische motor (MI) wordt aangestuurd door twee elektromagneetkleppen (S21 en S22). De elektromagneetklep S22 bestuurt de draairichting in de richting van de klok (CW) van de hydrostatische motor (MI), en dus de rijrichting vooruit van de machine. De elektromagneetklep S2 bestuurt de draairichting tegen de richting van de klok in (CW) van de hydrostatische motor (MI), en dus de rijrichting achteruit van de machine. De elektronische inrichting (EDC) is op de hydrostatische pomp (PH) gemonteerd. M14

C1

C2

EV (S22)

EV (S21)

EDC FW (11/02/2013)

RW 20-01-M205NL


12

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

PLUS+1 TM MC024-021 AUTOMOTIVE SYSTEM De microprocessor beheert zowel de pomp als de motor door middel van de elektrische drukbegrenzers op de controles.

20

AUTOMOTIVE KROMME De twee verschillende krommen zijn samen met de klant bestudeerd, rekening houdend met de koppel van de dieselmotor en het vermogen dat nodig is voor de bijkomstige functies.

SCHAKELAAR (VOORUIT / VRIJ / ACHTERUIT) De rijrichting kan geselecteerd worden door middel van een elektrische driestandenschakelaar. De afrem- en optrektijden zijn ook afhankelijk van de stand van deze schakelaar ingesteld.

INCH SENSOR Het inch-rempedaal verbonden met de potentiometrische sensor verlaagt de stroom bij de proportionele kleppen van de pomp tot aan, indien nodig, volledige nulstelling. Met deze functie kan de bediener de snelheid van het voertuig verlagen tijdens bijzondere bewegingen waarvoor een hoog diesel toerental vereist is en kunnnen de handelingen dus doeltreffend verricht worden.

20-01-M205NL

(11/02/2013)


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

13

SWITCH MODE Twee onafhankelijke krommen (rijden/werk).

De kromme van de reductor van de motor komt voort uit een instelling die afhankelijk is van het diesel toerental.

TOERENTALBEPERKING VAN DE CARDANAS Om een te hoog toerental van de cardanas te vermijden verlaagt deze functie de stroom bij de elektromagneetklep van de proportionele drukbesturing.

(11/02/2013)

20-01-M205NL

20

MOTORKROMME


KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE TRANSMISSIE

14

BEDRADINGSSCHEMA DEUTSCH connector DTM/12 pin

CC1

20

Battery (-) Battery (+) Sensor (+) Sensor (-) Motor RPM Input (Frequency) Forward Input (Digital) Reverse Input (Digital) Sensor (+) Sensor (-) Drive Pedal Input (Analog-Nom) Drive Pedal Input (Analog-Red) Neutral Input (Digital)

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

CC1p01 CC1p02 CC1p03

CC1p03

CC1p04

Motor RPM/Direction

CC1p04 CC1p05

CC1p08 CC1p09

Terminals Sensor (+)

CAN

DEUTSCH connector DTM/3 pin

CAN High CAN Low CAN Shield

PPC

Terminals Sensor (-) 1 2 3

CANp01

CAN Bus

CANp02 CANp03

Terminals Batt. (+)

DEUTSCH connector DTM/6 pin

3 CC3p01

Sensor A (+) Analog Input A Sensor A (-) Sensor B (-) Analog Input B Sensor B (+)

PSC

DEUTSCH connector DTM/6 pin

PWM C1 (+) PWM C2 (+) Digital Output A1 (+) Digital Output A2 (-) PWM C2 (-) PWM C1 (-)

Reverse Motion

1 2 3 4 5 6

CC3p02

CC3 1 2 3 4 5 6

DEUTSCH connector DT/2 pin

PSCp01 PSCp06

PSCp03

1

PSCp04

2

C1

PSCp02 PSCp05

C2

Electronic Displacement Control Pump

PPUp03

PPU

Sensor (+) Pump RPM Input (Frequency) Sensor (-)

Terminals Batt. (-)

Pump RPM

PPUp02

DEUTSCH connector DTM/3 pin

PPUp01

1 2 3

PPUp01 PPUp03

CC2p03 PROP

Electronic Displacement Control Motor

CC2p08

CC2

DEUTSCH connector DTM/12 pin

Inch Input (Analog-Red) Mode Switch B Input (Digital-Nom) Motor PROP/PCOR Driver Motor Direction Input (Analog) Sensor (+) Sensor (-) Inch Input (Analog-Nom) Motor BPD Driver Digital Output B2 (-) Digital Output B1 (+) Mode Switch A Input (Digital) Mode Switch B Input (Digital-Red)

BPD

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

CC2p01

1 S1 CC2p05 CC2p06

CC2p05

Inch Pedal

CC2p07 CC2p06

2 F1

Rv

Rv

+ Batt. 12/24V DC

CC2p10

CC2p09

Parking Brake

20-01-M205NL

(11/02/2013)


20

SCHEMA'S VAN DE TRANSMISSIE

pag. SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE VOORUITVERSNELLING . . . . . . . . . . . . . . . . .3 SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE ACHTERUITVERSNELLING . . . . . . . . . . . . . . .4

(07/01/2013)

20-02-M205NL


SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE

20

2

20-02-M205NL

(07/01/2013)


SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE

3

SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE VOORUITVERSNELLING

Legenda : Hoge druk Lage druk Stuurdruk Afvoerdruk Overdruk

20

Aanzuigdruk Terug naar afvoer Afkoeling § 70

Zie hoofdstuk «70 - hydraulica»

EK(S21) Elektromagneetklep vooruitversnelling EK(S22) Elektromagneetklep achteruitversnelling MH

Motor met variabele cilinderinhoud

PH

Hydrostatische pomp

R.

Olietank

RAD

Radiateur

VOORUIT versnelling: 7.5 microns

M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar

C1

C2 L1

MA

EV (S22)

EV (S21) 1,3 mm

M5

ΔP 5,6 - 0,9 bar

A

M3

1,3 mm 350 bar

MA

M4

6,5 bar

A

110 cc

10 L/min min. disp.

450 bar

L4

§ 70

RW

FW

480 bar flow out A

0,6mm 16 bar

6,5 bar

34 bar

cw 78 cc

C1

C5 0,6mm

L2

17 cc

n

B

480 bar 450 bar

L3

B

MB

M4

M5

MH H1B Motor

MB L1

L2

S

PH

ACHTER AS

VOOR AS FA 250 microns 3 bar

RAD R.

(07/01/2013)

20-02-M205NL


4

SCHEMA’S VAN DE TRANSMISSIE

SCHEMA HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE ACHTERUITVERSNELLING

Legenda : Hoge druk Lage druk Stuurdruk Afvoerdruk

20

Overdruk Aanzuigdruk Terug naar afvoer Afkoeling § 70

Zie hoofdstuk «70 - hydraulica»

EK(S21) Elektromagneetklep vooruitversnelling EK(S22) Elektromagneetklep achteruitversnelling MH

Motor met variabele cilinderinhoud

PH

Hydrostatische pomp

R.

Olietank

RAD

Radiateur

ACHTERUIT versnelling: 7.5 microns

M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar

C1

C2

EV (S22)

EV (S21)

MA

1,3 mm

M5

ΔP 5,6 - 0,9 bar

L1

A

M3

1,3 mm

350 bar

MA 6,5 bar

M4

110 cc

A 10 L/min min. disp.

450 bar

L4

§ 70

RW

FW

480 bar flow out A

0,6mm 16 bar

6,5 bar

34 bar

cw 78 cc

C1

C5 0,6mm

L2

17 cc

n

B

480 bar 450 bar

L3

B

MB

M4

M5

MH H1B Motor

MB L2

L1

S

PH

ACHTER AS

VOOR AS FA 250 microns 3 bar

RAD R.

20-02-M205NL

(07/01/2013)


20

POSITIE VAN DE TRANSMISSIE-ONDERDELEN

pag. CIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 KOELCIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

(25/06/2012)

20-03-M205NL


POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN

20

2

20-03-M205NL

(25/06/2012)


POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN

3

CIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE

20

Hydrostatische pomp Hydrostatische motor Versnellingsbak

Achteras

Cardanas Servicepomp

Vooras

(25/06/2012)

20-03-M205NL


POSITIE VAN DE TRANSMISSIEONDERDELEN

KOELCIRCUIT HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE

20

4

Luchtradiateur

Waterradiateur Olieradiateur

20-03-M205NL

(25/06/2012)


pag. DRUKCONTROLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – DRUKCONTROLEPUNTEN OP DE POMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – DRUKCONTROLEPUNTEN MOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

(07/12/2012)

20-04-M205NL

20

CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE


2

CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE

SAUER TRANSMISSIE DRUKCONTROLE

20

DRUKCONTROLEPUNTEN OP DE POMP

Verbindingen

System A gage port “MA” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting

Drukcontrolepunten Elektrische aansluitingen

Mounting flange surface Flange 127 - 4 per ISO 3019-1 Paint free Servo gage port “M4” Port ISO 11926-1- 7/16-20 Ø21 max clearance dia for fitting

Case pressure port Port ISO 11926-1- 7/8-14 Ø42 max clearance dia for fitting

Spline data Number of teeth : 23 Pitch fractio : 16/32 Pressure angle : 30° Pitch-Ø : Ø36,513 Typ of fit : fillet root, side fit Per : ANSI B92.1-1996 Class 5

System port “B” Ø25,4 - 450bar split flange boss per ISO 6162 M12 x 1,75 20 min. full thread depth recommenden screw-in depth 1.5 x thread dia

Z

Charge inlet port “S” Port ISO 11926-1-1 5/16-12 Ø63 max clearance dia for fitting

Paint free Nameplate paint free

Other side screw head space System port “A” Ø25,4 - 450bar split flange boss per ISO 6162 M12 x 1,75 20 min. full thread depth recommenden screw-in depth 1.5 x thread dia

Coupling must not protrude beyond this surface

Case drain port “L4” Port ISO 11926-1-1 1/16-12 Ø48 max clearance dia for fitting

Port Description Port

Description

Sizes

A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S

System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port

Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12

20-04-M205NL

Control connector “CAN” Deutsch DTM04-3P Paint free For using the connector the plug may be removed

Control connector “CC2” Deutsch DTM04-12P- BPaint free

View

Z

Control connector “CC1” Deutsch DTM04-12P- APaint free

(07/12/2012)


CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE

3

Verbindingen Drukcontrolepunten Control connector “CC3” Deutsch DT06-2S Paint free

Elektrische aansluitingen

Plug removing can cause contamination issues

Case pressure port Port ISO 11926-1- 7/8-14 Ø42 max clearance dia for fitting

Charge pressure construction port Port ISO 11926-1- 5/16-24

Charge gage port “M3” Port ISO 11926-1- 9/16-18 after filtering

Thread : M12x1,75-6H THD Depth : 19.75 min. Recommended screw-in depth 1.5 x thread dia 4x

Approximate center of gravity Case drain port “L2” Port ISO 11926-1-1 1/16-12 Ø48 max clearance dia for fitting

Note : Bolt length greater than 19,75 mm could result in a leak or damage to thr unit

Approximate center of gravity

Control connector “CC2” Deutsch DTM04-12P-B Paint free

Control manual override“C2” Depressing the plunger mechanically moves the control spool. Actuation allows full stroke pump response as per coil and rotation dependent control logic. System B gage port “MB” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting

Port Description Port

Description

Sizes

A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S

System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port

Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12

(07/12/2012)

Control connector “CC3” Deutsch DT06-2S Paint free For using the connector the plug may be removed

Control connector “CAN” Deutsch DTM04-3P Paint free For using the connector the plug may be removed Control connector “CC1” Deutsch DTM04-12P-A Paint free

Control manual override“C1” Depressing the plunger mechanically moves the control spool. Actuation allows full stroke pump response as per coil and rotation dependent control logic.

Charge pressure construction port Port ISO 11926-1- 5/16-24

20-04-M205NL

20

Servo gage port “M5” Port ISO 11926-1- 7/16-20 Ø21 max clearance dia for fitting


CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE

20

4

Filter bypass sensor connector Deutsch DTM04-2P Paint free Charge gage port “M6” Port ISO 11926-1- 9/16-18 Ø28 max clearance dia for fitting before filter

Verbindingen Port Description Drukcontrolepunten Port Description Elektrische aansluitingen

20-04-M205NL

A B L2 L4 MA MB M3 M4 M5 M6 S

System Port “A ” System Port “B ” Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Charge Gage Port, after Filtering Servo Gage Port Servo Gage Port Charge Gage Port, before Filtering Charge Inlet Port

Sizes Ø 25.4 Ø 25.4 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18 9/16 -18 7/16 -20 7/16 -20 7/16 -20 1 5/16 -12

(07/12/2012)


CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE

5

DRUKCONTROLEPUNTEN MOTOR Loop Flushing Valve

Servo Pressure Gauge Port “M4” + “M5” 0.5625-18UNF-2B 9/16 -18UNF-2B (M5 on reverse side)

System Pressure“A”+“B” Pressure “A”+“B” Gauge Port ”MA”+ “MB” 0.5625-18UNF-2B 9/16 -18UNF-2B

12.45 [0.49]

Y

175 [6.89]

200 [7.87]

Ø152.375 [6.00]

197 [7.76]

8x 80.8 [3.18]

200 [7.87

4x 20.6 [0.81]

Solenoid Connector: Deutsch DT04-2P

Min. Angle Stop Adjustment 316±2 [12.44±0.09]

Loop Flushing Shuttle Spool

50 [1.97]

Verbindingen Drukcontrolepunten Elektrische aansluitingen

89 [3.50]

89 [3.50]

X

Speed Sensor Connector: Deutsch DTM04-6P

50 [1.97]

Port Description Port

Description

A B L1 L2 MA MB M4 M5

System Port “A System Port “B Case Drain Port Case Drain Port System “A” Gage Port System “B” Gage Port Servo Gage Port Servo Gage Port

Sizes M12x1.75 M12x1.75 1 1/16 -12 1 1/16 -12 1 1/16 -12 1 1/16 -12 9/16 -18 9/16 -18

Split Flange Boss “A”+”B” DN 25 Ty TTyp p I 40MPa Series per ISO 6162 Thread: M12x1.75 21.5 [0.85] full Thread Depth

View Y

(07/12/2012)

20-04-M205NL

20

View X


CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE

20

6

20-04-M205NL

(07/12/2012)


20

VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3

(25/06/2012)

20-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE

20

2

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal vlak, zet de stabilisators neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.) - Transpallet.

20-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE

3

VERWIJDERING HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE

20

1

Zorg voor bakken met geschikte afmetingen voor de hoeveelheid op te vangen olie en plaats ze onder de aftapdop (Ref. 1) van de hydraulische olietank. Verwijder de dop (Ref. 1) en laat de olie weglopen;

Om het legen van de tank sneller te laten verlopen de vuldop verwijderen (Ref. 2).

2

Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de cardanas (Ref. 5) op de vooras bevestigd is. 5 3

4

Draai de schroeven (Ref. 3) los en verwijder de beugels (Ref. 4) waarmee de cardanas (Ref. 5) op de achteras bevestigd is. Verwijder de cardanas (Ref. 5) van de machine. 3 5 4

(25/06/2012)

20-06-M205NL


4

VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE Maak alle slangen los van de hydraulische installatie en van de aanzuiging, van de hydrostatische pomp (Ref. 6), van de servicepomp (Rif. 7) en van de hydraulische motor (Ref. 8), maak met een stift tekens op de slangen en verbindingen voor ze te demonteren zodat u ze bij het monteren weer op de juiste plaats kunt terugbrengen.

20

b

Maak alle hydraulische openingen van de hydrostatische motor en van de pompen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.

6

7

8

20-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE

5

Verwijder indien nodig het oliefilter van de transmissie (Ref. 9) van de hydrostatische pomp (Ref. 6) om bij de schroeven ter bevestiging van de pomp te kunnen komen en deze te demonteren.

6

7

20

9

Schakel alle elektrische stekkers (Ref. 10) los van de hydrostatische pomp.

10

10

10

Bevestig de pompen met riemen of kabels door het middelste gat van de zwenklager aan een bovenloopkraan Verwijder de schroeven (Ref. 11) waarmee de pomp (Rif. 6) op de motor bevestigd is.

11

Zet de pompen (Ref. 6 en 7) op een transpallet en breng ze buiten de machine. 6

6

Draai de schroeven (Ref. 12) los en verwijder de ringetjes (Ref. 13 en 14) om de hydrostatische pomp (Ref. 6) van de servicepomp (Ref. 7) te demonteren. 7

12

14 13

(25/06/2012)

20-06-M205NL


6

VERWIJDERING VAN DE TRANSMISSIE Draai de schroeven (Ref. 15) waarmee de hydrostatische motor (Ref. 8) op de versnellingsbak bevestigd is los. Zet een wagen onder de motor (Ref. 8) en verwijder deze uit de reductor van de as totdat hij op de wagen rust. Verwijder hem van onder de machine.

15

20

8

20-06-M205NL

(25/06/2012)


20

TRANSMISSIE WEER MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(25/06/2012)

20-07-M205NL


TRANSMISSIE WEER MONTEREN

20

2

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal vlak, zet de stabilisators neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: - Hijskraan (minstens 5000 kg.) - Transpallet.

20-07-M205NL

(25/06/2012)


TRANSMISSIE WEER MONTEREN

3

Draai de schroeven (Ref. 2) waarmee de hydrostatische motor (Ref. 1) op de versnellingsbak bevestigd wordt vast. Gebruik op de schroeven (Ref. 2) Loctite schroefdraadafdichting 241, draai de schroeven aan met een aandraaimoment van 210 Nm.

2 1

4

5 3

Maak het oppervlak van de hydrostatische pomp (Ref. 4) met een doek zorgvuldig schoon en smeer er een laag "Motorseals" afdichting op (gedurende 15 minuten). Monteer de servicepompen (Ref. 3) weer op de hydrostatische pomp (Ref. 4) met de afdichting (Ref. 5) en draai de schroeven en ringetjes (Ref. 6 - 7 - 8) vast. Gebruik een aandraaimoment van 87 Nm.

6

8 7

Bevestig de pompen met riemen of kabels door het middelste gat van de zwenklager aan een bovenloopkraan. Til de pompeneenheid op en plaats hem op de motor, breng Loctite schroefdraadafdichting 577 aan op de schroeven (Ref. 9) om de hydrostatische pomp (Ref. 4) op de thermische motor te bevestigen. Gebruik een aandraaimoment van 50 Nm.

9

4

10

Verbind alle elektrische stekkers (Ref. 10) op de pomp.

10

10

(25/06/2012)

20-07-M205NL

20

Plaats de motor (Ref. 1), met behulp van een wagen, onder de machine. Monteer de motor (Ref. 1) op de reductor van de vooras.


4

TRANSMISSIE WEER MONTEREN Als het tijdens de demontage nodig was het oliefilter van de transmissie (Ref. 1) te verwijderen, monteer het dan nu weer op de hydrostatische pomp (Ref. 4). 4

20

11

Was alle slangen van de hydraulische installatie en van de aanzuiging zorgvuldig en laat ze goed opdrogen, monteer de slangen weer op de servicepomp (Ref. 3), op de hydrostatische pomp (Ref. 4) en op de hydraulische motor (Ref. 1), volgens de tekens die er tijdens de demontage met de stift op zijn aangebracht.

4

3

1

20-07-M205NL

(25/06/2012)


TRANSMISSIE WEER MONTEREN

5

Monteer de cardanas (Ref. 12) weer op de achteras door de beugels (Ref. 13) weer te plaatsen en de schroeven (Ref. 14) vast te draaien. Gebruik een aandraaimoment van 40 Nm. 14 12

20

13

Monteer de cardanas (Ref. 12) weer op de versnellingsbak door de beugels (Ref. 13) weer te plaatsen en de schroeven (Ref. 14) vast te draaien. Gebruik een aandraaimoment van 40 Nm.

12 14

13

Draai de dop (Ref. 15) weer op de tank van de hydraulische olie. 15

16

(25/06/2012)

Vul de tank met nieuwe hydraulische olie (zie handleiding “SMEERMIDDELEN” voor het soort en de hoeveelheid). Het oliepeil is juist als het zich tussen de bovenste en onderste verwijzing van de oliepeilmeter (Ref. 16) onder het trapje bevindt.

20-07-M205NL


6

TRANSMISSIE WEER MONTEREN Ontlucht de hydraulische installatie van de transmissie en draai de dop (Ref. 17) er weer op.

20

17 15

20-07-M205NL

(25/06/2012)


pag. SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – STORINGEN IN DE SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – FOUTCODES SAUER TRANSMISSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2

(15/02/2013)

20-08-M205NL

20

OPSPOREN VAN STORINGEN IN DE TRANSMISSIE


2

OPSPOREN VAN STORINGEN IN DE TRANSMISSIE

SAUER TRANSMISSIE STORINGEN IN DE SAUER TRANSMISSIE Storing

Controle

20

Controleer de laaddruk in M3. Er komt geen druk op de pomp.

Oplossing

Filter vervangen of olie aan de tank toevoegen.

Controleer de koppeling tussen pomp en diesel. Pompas of mof vervangen indien versleten.

Controleer de stroom aan de twee Vervangen indien nodig. Er komt druk op de pomp, maar hij gaat reductors. niet in de twee rijrichtingen. Zie foutentabel. Controleer fouten op het dashboard. Controleer de druk in de punten M1 Proberen de maximumkleppen om te draaien M2 M3. of te vervangen. Controleren of de wisselklep op de motor De pomp heeft geen stuwkracht of draait De klep vervangen en controleren of er niet geblokkeerd is aan één kant. niet in één richting. geen interferentie is. Controleren of de delta van het filter in de punten M5 en M6 niet hoger is Het filter vervangen. dan 2,2 bar. Controleer de laaddruk van de pomp.

De toevoerklep op de pomp afstellen. De machine beweegt laat in de twee Controleer de verstopping van het filter Het filter vervangen. rijrichtingen. door controle in de punten M5 M6 op de pomp. Controleer de delta-P van de laaddruk Pomp vervangen. in M3 pomp, tussen de nulpositie en de bedrijfspositie. Te grote verhitting van de olie op de transmissie.

Het oliepeil in de tank nakijken.

Olie toevoegen.

Controleer het type gebruikte olie en Olie vervangen of de filters indien verstopt. de reiniging van de filters. Controleer de doeltreffendheid van de Radiateur reinigen. radiateur. Fout controleren.

De machine bereikt de maximumsnelheid niet.

Zie foutentabel.

Controleer of de bedrijfsdruk en de Pomp vervangen. laaddruk op de pomp juist zijn. Controleer de minimale cilinderinhoud Controleer de positie van de stop van de van de motor door te controleren of er cilinderinhoud van de motor, start-point, in punt M3 van de motor druk is en in regelklep en smoorkleppen. punt M4 niet meer.

FOUTCODES SAUER TRANSMISSIE De foutcodes van de Sauer transmissie worden op het bedieningspaneel 3B6 weergegeven: ( 80-04 - CONTROLE EN REGELING VAN DE TRANSMISSIE)

20-08-M205NL

(15/02/2013)


pag. BASISKOFFER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(25/06/2012)

20-09-M205NL

20

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE


2

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE

BASISKOFFER 1

Standaard 7

7 4

6

4

2

5

6

9

Maniscopic 8

8

Kit hydromatik –Montage 2 - Pomp A 4 VG - DA / Motor A 6 VM - DA 49

49

49

51

51

51

51

51

52

8x100 14x150

12x150

54

53-1

53 50 50

50 50

53

58

55

30x200

14x150

50 50

16x150

Slang (By-pass ventiel TH7)

18x150

ø20 (S)

55

48

14x150

ø8 (L)

58

ø6 (L)

0

Nippel (Slangventiel TH7)

56

14 x1 5

20

3

7

7

14x150

57 14x150

50

x1

14

20-09-M205NL

(25/06/2012)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE

Nummer

Beschrijving

Aantal

1

549 671

Basiskoffer

1

2

549 882

Manometer 1/9 bar

1

3

549 883

Manometer 0/40 bar

1

4

549 884

Manometer 0/60 bar

2

5

549 885

Manometer 0/400 bar

1

6

549 886

Manometer 0/600 bar

2

7

549 887

Slang

4

8

549 888

Slang voor MANISCOPIC

2

9

549 889

Verbinding voor manometer

7

48

209 572

Kit HYDROMATIK

1

49

58 181

Verbinding voor manometer 8x100

3

50

58 197

O-ring ø 8

6

51

477 484

Verbinding voor manometer 12x150

5

52

58 189

Verbinding voor manometer 14x150

1

53

477 485

Verbinding voor manometer 16x150

2

53-1

199 175

Verbinding voor manometer 18x150

1

54

173 568

Verbindingsstuk ø 20

1

55

165 711

Aanpasstuk M/F - ø8L + M8x100

2

58

706 653

Aanpasstuk M/F - ø6L + M8x100

2

By-pass ventiel TH7 56

191 000

Slang

1

57

491 632

Verbindingsstuk (M14x150)

1

(25/06/2012)

20-09-M205NL

20

Ref.

3


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE TRANSMISSIE

20

4

20-09-M205NL

(25/06/2012)


AS

- VERWIJDERING VAN DE AS

30

- AS WEER MONTEREN

- KENMERKEN EN SPECIFICATIES VAN DE AS - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE AS

l547983

(ASSEN DANA VOORAS 212-302 ACHTERAS 212-640)



30

VERWIJDERING VAN DE AS

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE VOORAS EN VAN DE HYDROSTATISCHE MOTOR . . . . . . . . . . . .3 VERWIJDERING VAN DE ACHTERAS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6

(25/06/2012)

30-06-M205NL


2

VERWIJDERING VAN DE AS

30

VERWIJDERING VAN DE VOOR- EN ACHTERAS

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

b

Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en nivelleer hem (frame parallel aan de vooras). Zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, breng hem op een zodanige hoogte dat de wielen verwijderd kunnen worden en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 30-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE VOORAS EN VAN DE HYDROSTATISCHE MOTOR Draai alle moeren (Ref. 1) los en verwijder de twee voorbanden (Ref. 2). 1

2

Draai de bevestigingsschroeven van de flens (Ref. 3) van de cardanas los en koppel de as los. Maak de slang (Ref. 4) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur los.

4

3

Maak de slang (Ref. 5) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur los. Maak de twee slangen (Ref. 6) los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) los.

7 6

5

6

(25/06/2012)

30-06-M205NL

3

30

VERWIJDERING VAN DE AS


4

VERWIJDERING VAN DE AS

8

Maak de twee slangen (Ref. 8 en 9) met betrekking tot de werking van de dienstrem en de parkeerrem los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 10) van de sensor voor de uitlijning van de wielen los.

10

9

30

Draai de schroeven (Ref. 11) ter verbinding van de flenzen (Ref. 12) los, die aan beide kanten van de hydrostatische motor geplaatst zijn en maak de slangen (Ref. 13 en 14) los. Maak de hydraulische slangen (Ref. 15 en 16) los.

11

13 12

15

17

Maak de slangen van het “T”-stuk (Ref. 17) los en maak de elektrische verbinding ervan los.

11

14 12

16

Bevestig de vooras en de hydrostatische motor aan een geschikte loopkraan of hefmiddel voor het te dragen gewicht. Draai de schroeven (Ref. 18) ter bevestiging van de as aan de linker cilinder voor de nivellering los.

18

30-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE AS

5

Draai de schroeven (Ref. 19) ter bevestiging van de as aan de rechter cilinder voor de nivellering los.

Draai de schroeven (Ref. 20) ter bevestiging van de vooras aan de voorkant van het frame los.

20

Draai de schroeven (Ref. 21) ter bevestiging van de vooras aan de achterkant van het frame los. Verwijder de vooras en de hydrostatische motor van de machine. 21

(25/06/2012)

30-06-M205NL

30

19


VERWIJDERING VAN DE AS

VERWIJDERING VAN DE ACHTERAS

30

6

Draai alle moeren (Ref. 1) los en verwijder de twee achterbanden (Ref. 2). 1

2

Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 3) van de flens (Ref. 4) van de cardanas los en koppel de as los. Maak de slang (Ref. 5) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur los. 5

4 3

Maak de slang (Ref. 6) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur los.

6

30-06-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE AS

7

Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) van de rembol los. Maak de slang (Ref. 8) met betrekking tot de werking van de dienstrem los. Maak de elektrische verbinding (Ref. 9) van de sensor voor de uitlijning van de wielen los.

9

8

Bevestig de achteras aan een geschikte loopkraan of een hefmiddel voor het te dragen gewicht. Draai de bevestigingsschroeven van de achteras aan de voorkant van het frame los (Ref. 10), maak tekens op de beugel en het frame voor een latere correcte hermontage.

10

Draai de bevestigingsschroeven van de achteras aan de achterkant van het frame los (Ref. 11), maak tekens op de beugel en het frame voor een latere correcte hermontage. Verwijder de achteras van de machine.

11

(25/06/2012)

30-06-M205NL

30

7


VERWIJDERING VAN DE AS

30

8

30-06-M205NL

(25/06/2012)


30

AS WEER MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ACHTERAS WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 VOORAS EN HYDROSTATISCHE MOTOR WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5

(25/06/2012)

30-07-M205NL


2

AS WEER MONTEREN

30

VOOR- EN ACHTERAS WEER MONTEREN

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en nivelleer hem (frame parallel aan de vooras). Zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid, breng hem op een zodanige hoogte dat de wielen verwijderd kunnen worden en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.)

30-07-M205NL

(25/06/2012)


AS WEER MONTEREN

30

ACHTERAS WEER MONTEREN Breng de achteras op de plaats van zijn oorspronkelijke positie en houd hem stil. Verbind de as met de voorkant van het frame door middel van de schroeven (Ref. 1).

1

Verbind de as met de achterkant van het frame door middel van de schroeven (Ref. 2).

2

3

b

Voor de verbinding controleren of de verwijzing (Ref. 3) die bij het demonteren op het frame is aangebracht overeenkomt met de verwijzing (Ref. 4) van de beugel.

4

(25/06/2012)

3

30-07-M205NL


4

AS WEER MONTEREN Maak de elektrische verbinding (Ref. 5) van de rembol weer vast. Verbind de slang (Ref. 6) met betrekking tot de werking van de dienstrem weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 7) van de sensor voor de uitlijning van de wielen weer.

7

6

5

30

Verbind de slang (Ref. 8) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur weer.

8

Verbind de slang (Ref. 9) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Monteer de cardanas (Ref. 10) weer in zijn positie, gebruik loctite 270 voor de bevestiging van de schroeven.

9

10

Monteer de twee achterbanden (Ref. 11) weer, gebruik een aandraaimoment voor de moeren (Ref. 12) van 740 Nm.

12

11

30-07-M205NL

(25/06/2012)


VOORAS EN HYDROSTATISCHE MOTOR WEER MONTEREN Breng de vooras en de hydrostatische motor op de plaats van hun oorspronkelijke positie en houd ze stil. Verbind de as met het frame door middel van de schroeven (Ref. 1) voorkant.

1

Verbind de as met het frame door middel van de schroeven (Ref. 2) achterkant.

2

Verbind de rechter cilinder voor de nivellering van de as door middel van de schroeven (Ref. 3).

3

(25/06/2012)

30-07-M205NL

5

30

AS WEER MONTEREN


6

AS WEER MONTEREN Verbind de linker cilinder voor de nivellering van de as door middel van de schroeven (Ref. 4).

4

30

Monteer de flenzen (Ref. 5) aan de twee kanten van de hydrostatische motor weer door de schroeven (Ref. 6) vast te draaien en verbind de slangen (Ref. 7 en 8) weer. Verbind de hydraulische slangen (Ref. 9 en 10) weer.

6

7 5

9

11

Verbind de slangen weer op het “T”-stuk (Ref. 11) en maak de elektrische verbinding erop weer.

6

8 5

10

12

13

30-07-M205NL

14

Verbind de twee slangen (Ref. 12 en 13) met betrekking tot de werking van de dienstrem en de parkeerrem weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 14) van de sensor voor de uitlijning van de wielen weer.

(25/06/2012)


AS WEER MONTEREN

7

Verbind de slang (Ref. 15) (rechterkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Verbind de twee slangen (Ref. 16) weer. Maak de elektrische verbinding (Ref. 17) weer.

15

17

Verbind de slang (Ref. 18) (linkerkant van de as) voor de werking van het stuur weer. Monteer de cardanas weer in zijn positie, gebruik loctite 270 voor de bevestiging van de schroeven van de flens (Ref. 19).

18

19

Monteer de twee voorbanden (Ref. 20) weer, gebruik een aandraaimoment voor de moeren (Ref. 21) van 740 Nm.

b 21

Voor de machine weer in bedrijf te stellen niet vergeten de efficiëntie van het remsysteem te controleren en indien nodig het circuit te ontluchten ( 40 - REM).

20

(25/06/2012)

30-07-M205NL

30

16

16


AS WEER MONTEREN

30

8

30-07-M205NL

(25/06/2012)


REM

- POSITIE VAN DE REMONDERDELEN - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

40

- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN



POSITIE VAN DE REMONDERDELEN

40

pag. REMONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(29/08/2012)

40-03-M205NL


2

POSITIE VAN DE REMONDERDELEN

REMONDERDELEN

Remolietank Rempomp

40

Rempedaal

Schijfremmen vooras

Schijfremmen achteras

40-03-M205NL

(29/08/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

40

pag. VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 REMONTLUCHTINGSPROCEDURE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 DE NEGATIEVE REM DEACTIVEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 VERSNELLING IN VRIJ ZETTEN (VOOR HET AANSLEPEN). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 SCHEMA REMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 MACHINEPARAMETERS EN INCHING INSTELLEN MRT EURO 3 PRIVILEGE SAUER DANFOSS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 – VOOR DE INSTELLING BENODIGD MATERIAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – AANWIJZINGEN VOOR DE INSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – AANWIJZINGEN VOOR HET IJKEN VAN HET INCHING PEDAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

(25/06/2012)

40-04-M205NL


2

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

40

ONTLUCHTEN VAN DE REMMEN EN INCHING AFSTELLEN

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Ontluchter.

40-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

3

REMONTLUCHTINGSPROCEDURE Maak de afvoerslang (Ref. 1) van het remoliereservoir los en plaats er een goed afgedichte dop op. Vul het remoliereservoir volledig.

1

Verbind de remontluchter (Ref. 2) met het reservoir S (zie “Schema remsysteem”), op het dashboard.

40

2

3

(25/06/2012)

Draai de twee ontluchtingsschroeven (Ref. 3) op de achteras los en plaats de doorzichtige slangen. Zet de remontluchter onder druk en wacht tot alle lucht uit de doorzichtige slangen verdwenen is. Draai de twee ontluchtingsschroeven (Ref. 3) van de achteras weer vast. Herhaal dezelfde procedure voor de vooras. Controleer tevens of de slag van de rempomp normaal is. Anders moeten de remmen voor beide assen afgesteld worden. ( 30-06 - VERWIJDERING VAN DE AS). – Na de procedure voor het ontluchten van de remmen beëindigd te hebben de hydraulische slang (Ref. 1) weer met het uitlaatspruitstuk verbinden.

40-04-M205NL


4

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

DE NEGATIEVE REM DEACTIVEREN Deactiveer de "negatieve" werking van de parkeerrem met behulp van een 19 mm zeskantsleutel: – Draai de moer (Ref. 1) los. – Draai de schroef (Ref. 2) zover mogelijk aan. Herhaal de procedure aan beide kanten van de vooras.

1 2

VERSNELLING IN VRIJ ZETTEN (VOOR HET AANSLEPEN)

1

40

1 2

40-04-M205NL

Als het nodig mocht zijn het voertuig aan te slepen moet de versnelling in zijn vrij gezet worden. Maak de slangen (Ref. 1) los van de versnelling, de pen (Ref. 2) eruit trekken of erin steken (naar gelang de ingeschakelde versnelling) en in de middelste stand zetten.

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

5

SCHEMA REMSYSTEEM Legenda remonderdelen :

S

REMONTLUCHTER

FDAR : Schijfremmen vooras FDAV : Schijfremmen vooras PF : Rempedaal MC : Rempomp S : Remolietank

R

L 200 bar

200 bar

Druk

Compressordruk

80 bar

33 / 35 bar

CST PF D (LS) CR

LS

ID

P

8

8

T

11

11

10

10

1

1 2

2

D (CF)

12

40

175 bar

MC

4

4

12

VFP PP

FDAR

B

P

T

FDAV

b

A

CFP

MV (A)

11.2cc b

E

PP CR (3)

51cc

B

A

P

T

VD

480 bar

VD

M3

VBP

B

A 1

2

bar

ΔP 5,6 - 0.9 bar

ΔP 3,7 - 5,1 bar

450

T

P

VCLR

450 bar

7.5 microns

PP

REMMEN ONTLUCHTEN OP DE ASSEN

VSLR

b

FDAV

2

1,3 mm

C2

VBPA

17 cc

34 bar

1

FDAR

480 bar

P

78 cc

1

2

CSC

FA

VBP

n

REMMEN ONTLUCHTEN OP DE ASSEN

R

flow out A

1,3 mm

VBPA

FR 25 microns

cw

250 microns

C1

PH M

(25/06/2012)

40-04-M205NL


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

40

6

40-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

7

MACHINEPARAMETERS EN INCHING INSTELLEN MRT EURO 3 PRIVILEGE SAUER DANFOSS VOOR DE INSTELLING BENODIGD MATERIAAL Verbindingskabel diagnosestopcontact regeleenheid. Verbindingskabel diagnosestopcontact regeleenheid/computer. Computer met het programma “PLUS+1 GUIDE Service Tool” geïnstalleerd.

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTELLING 2

Open de zekeringendoos (Ref. 1) van de ADM regeleenheid in de cabine (achter de bestuurdersstoel), door de twee sluitingen aan te drukken (Rif. 2).

1

40

2

Verbind de stekker (Ref. 3) met het diagnosestopcontact op de regeleenheid.

4

3

Verbind het andere uiteinde van de kabel die met het diagnosestopcontact op de regeleenheid verbonden is (ref. 4), met de USB kabel bestemd voor de poort van de laptop (Ref. 5).

5

(25/06/2012)

40-04-M205NL


8

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN Zet de laptop aan en start het programma op door op het pictogram “PLUS+1 GUIDE Service Tool” (Ref. 6) te klikken.

6

Draai de contactsleutel (zonder de motor aan te zetten) van de heftruck in de stand “1” (Ref. 7).

40

7

Controleer of op het beeldscherm van het programma (onderin) de optie "Connect" verschijnt (Ref.8) (groen aangeduid). Wanneer het venster “Confirm” verschijnt moet u bevestigen met de knop “Yes” (Ref. 9).

9 8

Als de vorige handeling niet plaatsvindt (verbinding met de heftruck) dan moet u achtereenvolgens op “Communication”, “Settings”, “CG150” en dan op “Enable” (Ref. 10) drukken.

10

40-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

13

12

Klik daarna achtereenvolgens op “File”, “Open” en selecteer het bestand “101076602_S0168_D0001” (met extensie *.P1D) (Ref. 11). Bevestig de keuze door op “Openen” te drukken en wacht tot de gegevens geladen zijn.

Nadat de gegevens geladen zijn, “Allparameter V157) (Ref. 12) selecteren (in het linker venster). Klik dan achtereenvolgens op “Parameter” en “File Import”. Selecteer het bestand “10107602_S0168_P0001 FINAL TESTING CENACCHI 28 NOVEMBRE.xml” voor de modellen MRT Standaard, of het bestand “10107602_S0168_P0001 FINAL TESTING MACHINE FOR GERMANY.xml” voor de modellen MRT TUV (Ref. 13). Bevestig de keuze door op “Openen” te drukken en wacht tot de gegevens geladen zijn.

Klik dan achtereenvolgens op “Parameter” en “Download” (Ref. 14) om de parameters in de regeleenheid op te slaan.

14

AANWIJZINGEN VOOR HET IJKEN VAN HET INCHING PEDAAL

Selecteer in het menu achtereenvolgens “Parameter Function”, “Inputs”, “Inching”, “Set Defaults” (Ref. 15).

15

(25/06/2012)

40-04-M205NL

40

11

9


10

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN Controleer of het rempedaal (Ref. 16) helemaal omhoog staat.

40

16

18

17

Selecteer “1” in de optie “Calibrate Inch Potentiometer” (Ref. 17). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” (Ref. 18) te klikken en wacht tot de gegevens geladen worden. Selecteer “0” in de optie “Calibrate Inch Potentiometer” (Ref. 17). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” (Ref. 18) te klikken en wacht tot de gegevens geladen worden.

Selecteer in het menu achtereenvolgens “Log Function”, “Calibration”, “Pedal Data” (Ref. 19).

19

Selecteer de knop “Start Logging” (in het bovenste gedeelte van het programma), trap het rempedaal helemaal in (Ref. 16), en wacht ongeveer drie seconden voor het ijken (zichtbaar door de groene pictogrammen op het beeldscherm). Keer terug naar het beeldscherm “All Parameter V157” (Ref. 12). Bevestig de keuze door op “Download Parameters” te klikken en wacht tot de parameters opgeslagen worden (Ref. 20).

20

16

40-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

11

Selecteer in het menu achtereenvolgens “Log Function”, “System”, “Electrical” (Ref. 21). Met volledig opgeheven rempedaal, controleren of de waarde die in het venster van het inching pedaal weergegeven wordt (Ref. 22) tussen de 450 en 550 mV ligt.

21

22

21

22

(25/06/2012)

b

Als de weergegeven waarden niet binnen de bovenvermelde grenzen liggen, overgaan op de mechanische afstelling van de inching potentiometer op het rempedaal. Als de weergegeven waarden bij werking op het rempedaal niet mochten veranderen dan moet de elektrische verbinding van de inching potentiometer nagekeken worden.

40-04-M205NL

40

Met volledig ingetrapt rempedaal, controleren of de waarde die in het venster van het inching pedaal weergegeven wordt (Ref. 22) tussen de 4400 en 4700 mV ligt.


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMMEN

40

12

40-04-M205NL

(25/06/2012)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN

40

pag. ONTLUCHTINGSVENTIEL HYDRAULISCHE REM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(25/06/2012)

40-09-M205NL


2

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE REMMEN

ONTLUCHTINGSVENTIEL HYDRAULISCHE REM

40

Ontluchtingsventiel compleet met de nodige onderdelen voor de ontluchting van de hydraulische remsystemen voor alle Manitou producten.

MANITOU verwijzing Ontluchtingsventiel hydraulische rem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 554019 Reserveonderdelen: Maximummanometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 719980 Minimummanometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 719981 Membraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .661913 Remslang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 661914

40-09-M205NL

(25/06/2012)


ARM

- KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM - POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM - CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM - VERWIJDERING VAN DE ARM

50

- ARM WEER MONTEREN



KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM

pag.

50

ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

(30/08/2012)

50-01-M205NL


2

KENMERKEN EN TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN DE ARM

ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN Bestaat uit vier elementen: - 1 VAST - 3 BEWEEGBARE (T1 - T2 - T3) Verdeling : Verdeling van de arm met drie gelijktijdig bediende uitschuifstukken.  T1, T2 en T3 schuiven gelijktijdig uit. Machines voorzien van arm met drie uitschuifstukken: – MRT 1850 PLUS-E3 PRIVILEGE – MRT 2150 PLUS-E3 PRIVILEGE – MRT 2540 PLUS-E3 PRIVILEGE Gewicht van de arm:

50

Machine

Gewicht van de arm

MRT 1850

3187 Kg

MRT 2150

3514 Kg

MRT 2540

3910 Kg

T1

T2

T3

Vast element

50-01-M205NL

(30/08/2012)


POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM

pag.

50

POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE VIJFHOEKIGE ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN . . . .3

(30/08/2012)

50-03-M205NL


POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM

50

2

50-03-M205NL

(30/08/2012)


POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM

3

POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE VIJFHOEKIGE ARM MET DRIE UITSCHUIFSTUKKEN 3de uitschuifstuk van de telescopische arm

2de uitschuifstuk van de telescopische arm

1ste uitschuifstuk van de telescopische arm

50

Hoofddeel van de arm

Uitschuifcilinder Kantelcilinder

Hefcilinder

Compensatiecilinder

(30/08/2012)

50-03-M205NL


POSITIE VAN DE ONDERDELEN VAN DE ARM

50

4

50-03-M205NL

(30/08/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

pag. VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . 3

50

– AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . 4 – AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . 5 AFSTELLING VAN DE KETTINGEN VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6

(09/07/2012)

50-04-M205NL


2

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

50

AFSTELLING VAN DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid (zet de thermische motor niet uit). Als de arm gedemonteerd is een hydraulische regeleenheid gebruiken en twee slangen met de uitschuifcilinder verbinden. Trek de arm helemaal in tot aan de eindstand van de uitschuifcilinder.

50-04-M205NL

(09/07/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

3

AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant, tot de voorkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).

2

2 1

1

2

2

1 1

2

50

b

LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.

3

1

3

2

1

3 2

2 1

2

2

1

1

1

1 3

1

2

2 2

2

2

2 1

1

1

1 3

3

2 1

3

2 2

2

1

1

1

1

1

1

2 1

(09/07/2012)

2

2

1 2

3

2

50-04-M205NL


4

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant van de het 2de uitschuifstuk van de arm, tot de voorkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).

b

LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.

2 1

2

1 1 1

2

2

50

3

3

3

1

1

1

2

2

1 2

2

2 1

2

50-04-M205NL

2

1

1 2

2

1

1

2

2

1

1

2 1

3

(09/07/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

5

AFSTELLING VAN DE GLIJSCHOENEN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Van de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm, tot de voorkant van het 2de uitschuifstuk van de arm, de stelnokken (Ref. 1) tot in hun eindstand aandraaien en daarna ongeveer een halve slag losdraaien tegen de richting van de klok in voor de zijmoeren (Ref. 2) vast te draaien. Om de glijschoenen aan de beugels te bevestigen moeten de nokken (Ref. 1) aangedraaid worden (zonder ze helemaal vast te draaien). Draai de moeren (Ref. 2) aan (de nokken stil houden) en de schroeven (Ref. 3) waarmee aan de zijkant de glijschoenbeugels op de externe armen bevestigd zijn; gebruik een aandraaimoment van 100 Nm. Controleer de werking van de arm door hem in- en uit te schuiven. Als de arm schokkend beweegt alle nokken (Ref. 1) nog een halve slag losdraaien. Controleer of er in het gebied achter de arm geen olie lekt (klep uitschuifcilinder).

1

1 2

3

3

1

1

1

1

2

2

2

2

50

b

LET OP: de nokken zijn gevoelig voor alle kleinste bewegingen, dus niet verder aandraaien als de speling tussen de armen verdwenen is.

2 3

1 2

2

1

2

1

1

2 3

1

1

2

2 3

2 3

1

2

1

2 2

2

1 1

1

2 1

1

1

2 2

(09/07/2012)

2

2

1

3

50-04-M205NL


6

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

AFSTELLING VAN DE KETTINGEN VAN DE ARM De interne kettingen voorspannen door de moeren op de trekelementen aan te draaien. Volg de waarden in onderstaande tabel (de waarden kunnen 20-30 mm verschillen) : 90/95

mm

2 interne kettingen, 90/95 mm.

1 interne ketting, 70/75 mm.

50

70/75 mm

De externe kettingen voorspannen door de moeren op de trekelementen aan te draaien. Volg de waarden in onderstaande tabel (de waarden kunnen 20-30 mm verschillen) : 4 externe kettingen, 90/95 mm. 90/95 mm

2 externe kettingen, 70/75 mm. 70/75 mm

50-04-M205NL

(09/07/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

7

Arm 2de uitschuifstuk MimimumH2 ≥ 80 mm afstand MRT 1850-2150 MaximumafH2 ≤ 100 mm stand MimimumH2 ≥ 116 mm afstand MRT 2540 MaximumafH2 ≤ 136 mm stand

Arm 1ste uitschuifstuk MimimumH1 ≥ 80 mm afstand MRT 1850-2150 MaximumafH1 ≤ 100 mm stand MimimumH1 ≥ 59 mm afstand MRT 2540 MaximumafH1 ≤ 79 mm stand

H1 H2

(09/07/2012)

50-04-M205NL

50

Vervolgens: De telescopische arm helemaal uitschuiven in horizontale positie om de spanning van de externe kettingen te controleren en ze eventueel opnieuw te spannen. Controleer of de kettingen gespannen gebleven zijn (houd de hendel voor het uitschuiven van de arm enkele seconden lang ingedrukt). Meet de afstand tussen de onderkant van de ketting en de arm met behulp van een schuifmaat of een liniaal. Als de waarden lager zijn dan die in onderstaande tabellen vermeld zijn, de kettingen afstellen. Voor de juiste afstelling van de interne kettingen de uitschuifstukken van de arm helemaal intrekken en controleren of ze allemaal perfect tegen de mechanische aanslagen rusten.


CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE ARM

50

8

50-04-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE TELESCOPISCHE ARM VAN DE MACHINE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3

50

VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM . . . . . . . . . . . . . . .7 – VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE EN ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – VERWIJDERING VAN HET 1STE, 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE BUITENARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – VERWIJDERING VAN HET 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK UIT HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . 19 – VERWIJDERING VAN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM UIT HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . 21

(09/07/2012)

50-06-M205NL


2

VERWIJDERING VAN DE ARM

50

VERWIJDERING VAN DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

b

Loos de druk uit het hydraulische circuit voor de slangen los te maken. Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid (zet de thermische motor niet uit). Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

3

VERWIJDERING VAN DE TELESCOPISCHE ARM VAN DE MACHINE Laat de arm met het bedieningselement stijgen tot boven de omtrek van de cabine (Ref. 1), zodat u makkelijk bij de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder kunt komen aan beide kanten.

1

Bevestig de arm aan een loopkraan of een hefmiddel door middel van de speciale ogen (Ref. 2) die zich aan de bovenkant van de arm bevinden. 2

2

50

Veranker de hefcilinder aan een steun.

Draai de borgschroef (Ref. 3) los en trek de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder eruit (Ref. 4). 3

4

Leg de hefcilinder op de zwenkkop op een houten balk (Ref. 5) en trek de cilinderstang weer in met behulp van het bedieningselement in de cabine. Laat de telescopische arm in nagenoeg horizontale positie zakken met behulp van de gebruikte loopkraan of hefmiddel. zet de thermische motor uit. 5

(09/07/2012)

50-06-M205NL


4

VERWIJDERING VAN DE ARM Zet de contactsleutel weer in stand “I” (sleutelcontactdashboard aan) en verricht alle mogelijke bewegingen met de bedieningselementen om de resterende druk uit het hydraulische circuit af te voeren. OK

OK

De contactsleutel uitschakelen en de klemmen van de accu losmaken. Verwijder alle bandjes (Ref. 6 en 7) van de hydraulische slangen en van de elektrische kabels aan de bovenachterkant van de arm. Aan het einde van deze handeling moeten ze allemaal los van elkaar zijn. Schakel de stekker voor de kabel van de veiligheidsmicroschakelaars van de kettingen (Ref. 8) los.

6 6

6

6

8

50

6

Gebruik de speciale ring om de elektrische bekabelingsstekker (Ref. 9) aan de achterkant van de arm los te schakelen, indien aanwezig. 7

7 9

7

7

7

7

Maak de hydraulische toevoerslangen van de arm (Ref. 10) los.

10

10

50-06-M205NL

10

10

10

10

10

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

11 11

11 11

11

11

11

12

Om lekken uit het hydraulische circuit te voorkomen, alle verbindingsstukken op de arm met goed afdichtende doppen (Ref. 11) afsluiten.

Demonteer de eindstandschakelaar voor het stijgen van de arm (Ref. 12) met zijn support (Ref. 13) aan de bovenkant van de zwenkkop, maar maak de elektrische verbinding ervan niet los.

50

13

5

Maak de connector “X2” (Ref. 14) van het veiligheidssysteem los. 14

16 15 17

(09/07/2012)

Laat de arm met behulp van de loopkraan of het hefmiddel heel langzaam (een paar graden) stijgen of zakken, tot u een evenwicht vindt tussen de kracht van de verankering van de arm aan de loopkraan en de reactie van de compensatiecilinder, zodat het gewicht van de arm niet volledig op de scharnierpen van de arm aan de zwenkkop rust. Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 15 en 16) los en trek de scharnierpen (Ref. 17) van de arm aan de zwenkkop eruit.

50-06-M205NL


6

VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de arm met behulp van de loopkraan of het hefmiddel heel langzaam en voorzichtig enkele centimeters naar de voorkant van de machine zodat de scharnierpen van de compensatiecilinder buiten de omtrek van de zwenkkop komt te staan. Let erop tijdens deze handeling de arm min of meer horizontaal te houden, geen plotselinge bewegingen te maken en niet met de arm (die slechts gedeeltelijk los gamaakt is) tegen andere onderdelen van de machine aan te stoten.

Demonteer de schroef en de borgmoer (Ref. 18 en 19) en trek de scharnierpen (Ref. 20) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.

18

20

50

19

Verwijder met behulp van de loopkraan of het hefmiddel de arm van de zwenkkop.

b

50-06-M205NL

Let op tijdens het optillen. Om te vermijden dat de arm uit evenwicht raakt en gaat draaien, moet dit door een bediener gevolgd worden.

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

7

VERWIJDERING VAN DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM

1

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE EN ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE ARM

1

50

Na de telescopische arm op twee schragen horizontaal neergelegd te hebben, de hydraulische slangen (Ref. 1) van het klepblok op de kantelcilinder losmaken.

3

Maak de hydraulische slangen (Ref. 2) los van de snelkopellingen (Ref. 3) aan de linkerkant aan het uiteinde van de arm. Maak de slang los van de snelkoppeling aan de rechterkant van het uiteinde van de arm.

2

2

3

Maak de kabel van het oprolelement van de “M.S.S.” los van de ring (Ref. 4) op het 1ste uitschuifstuk van de arm.

4

(09/07/2012)

50-06-M205NL


8

VERWIJDERING VAN DE ARM Demonteer het oprolelement (Ref. 5) van de “M.S.S.” met zijn beugel (Ref. 6) aan de linker voorkant van de buitenarm. 5

6

9

7

9 9

8

Maak de waterdichte elektrische aansluitingen van de microschakelaars op de kettingbevestigingen los aan de voorkant bovenaan de arm en verwijder de bandjes (Ref. 7). Demonteer de beugels van de microschakelaars (Ref. 8) en hun aanslagen (Ref. 9), aan de voorkant bovenaan de arm.

8

50

7

Open de contactdoos voor het platform en schakel de elektrische kabels (Ref. 10) los van het stopcontact.

10

10

Trek de elektrische kabels uit de doos (Ref. 11) en haal ze los uit de bandjes (Ref. 12).

12

11 12

50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

9

Haal de elektrische kabels en de hydraulische slangen uit de beschermhulzen (Ref. 13) en trek de hydraulische slangen eruit door de bovenste opening van het uiteinde van de arm (Ref. 14).

14

13

15

15

15

50

15

15

In de overgangszones tussen kettingdraagprofielen en slangenkettingen, de elektrische kabels los maken uit de bandjes (Ref. 15).

Maak de hydraulische slangen los van het kettingdraagprofiel 3de uitschuifstuk (Ref. 16) door de houder (Ref. 17 - 18) te demonteren.

17 16

18

19 20

(09/07/2012)

Maak de derde slangenketting (Ref. 19) los aan de achterkant van het profiel (Ref. 20).

50-06-M205NL


10

VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de elektrische kabels (Ref. 21) voor het platform en de hydraulische slangen (Ref. 22) uit het kettingdraagprofiel (Ref. 23).

21 22

23

Demonteer het profiel (Ref. 24) van het 3de uitschuifstuk van de arm.

50

24

25

Demonteer de houders (Ref. 25) van de kniestukken (Ref. 26 en 27) van de bevestigingsplaat (Ref. 28) op het kettingdraagprofiel 2de uitschuifstuk.

28 26 27

29

30

30

Maak de ijzeren pijpen (Ref. 26 en 27) los van de hydraulische slangen (Ref. 29 en 30) in de derde slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 26 en 27) los van de hydraulische slangen (Ref. 31) in het kettingdraagprofiel 2de uitschuifstuk.

30 29

32 32

Trek de elektrische kabels (Ref. 32) uit de derde slangenketting naar de snelkoppeling.

31 31

31

31

50-06-M205NL

31

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

11

Demonteer de derde slangenketting (Ref. 33) van het kettingdraagprofiel (Ref. 34) door de speciale schroeven (Ref. 35) los te draaien.

33 35

34

Maak de tweede slangenketting (Ref. 36) los aan de achterkant van het kettingdraagprofiel (Ref. 37).

36

50

37

Trek de elektrische kabels en de hydraulische slangen uit het kettingdraagprofiel (Ref. 38).

38

Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 39) van het 2de uitschuifstuk van de arm. 39

(09/07/2012)

50-06-M205NL


12

VERWIJDERING VAN DE ARM Trek de elektrische kabels (Ref. 40) uit de tweede slangenketting naar de snelkoppeling toe.

40

40

45 45

45 45

45

41

Demonteer de houders (Ref. 41) van de kniestukken (Ref. 42 en 43) van de bevestigingsplaat op het kettingdraagprofiel 1ste uitschuifstuk (Ref. 44). Maak de ijzeren pijpen (Ref. 42 en 43) los van de hydraulische slangen (Ref. 45 ) in de tweede slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 42 en 43) los van de hydraulische slangen (Ref. 46) in het kettingdraagprofiel 1ste uitschuifstuk.

44

50

46 42

43

Demonteer de tweede slangenketting (Ref. 47) van het kettingdraagprofiel (Ref. 48) door de speciale schroeven (Ref. 49) los te draaien. 47

49 48

50

50-06-M205NL

Maak de kabel (Ref. 50) voor de microschakelaar los van de bandjes op de enkele lastverspreider van de kettingbevestiging aan het 1ste uitschuifstuk van de arm.

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

13

Maak de eerste slangenketting (Ref. 51) los aan de achterkant van het kettingdraagprofiel (Ref. 52). 51

52

Trek de elektrische kabels, de kabel voor de microschakelaar van de kettingbevestiging op de enkele lastverspreider en de hydraulische slangen uit het kettingdraagprofiel (Ref. 53).

50

53

Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 54) van het 1ste uitschuifstuk van de arm. 54

56 57

55

(09/07/2012)

Trek de elektrische kabels (Ref. 55) uit de eerste slangenketting naar de snelkoppeling toe. Maak de kabels voor de microschakelaars van de kettingbevestigingen op de lastspreiders (Ref. 56 en 57) los van de kabelklemmen.

55

50-06-M205NL


14

VERWIJDERING VAN DE ARM

62 62 62

62

Demonteer de houders (Ref. 58) van de kniestukken (Ref. 59 en 60) van de bevestigingsplaat (Ref. 61) op het kettingdraagprofiel van de buitenarm. Maak de ijzeren pijpen (Ref. 59 en 60) los van de hydraulische slangen (Ref. 62 ) in de eerste slangenketting; maak de ijzeren pijpen (Ref. 59 en 60) los van de hydraulische slangen (Ref. 63) in het kettingdraagprofiel van de buitenarm.

62 58

61 60

59

63

Demonteer de eerste slangenketting (Ref. 64) van het kettingdraagprofiel (Ref. 65) door de speciale schroeven (Ref. 66) los te draaien. 64 66 66

50

65

Maak de hydraulische slangen en de elektrische kabels los van de buitenarm door de beugels (Ref. 67) te verwijderen.

67

67

Trek de hydraulische slangen en de elektrische kabels uit het kettingdraagprofiel.

50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

15

Demonteer de meervoudige connector (Ref. 68) voor het platform van het plaatje (Ref. 68). 69

Demonteer het plaatje (Ref. 69) voor de elektrische connector in de rechter achterkant van de buitenarm. 68

Verwijder de houder (Ref. 70) en demonteer de hydraulische slangen ter verbinding met de uitschuifcilinder (Ref. 71 en 72).

70

72

50

71

Demonteer de hydraulische slangen in de volgorde (Ref. A - B - C - D - E - F - G) van de verbindingen. D

A

B

73

(09/07/2012)

E

G F

C

Demonteer het kettingdraagprofiel (Ref. 73 ) op de rechterkant van de buitenarm.

50-06-M205NL


16

VERWIJDERING VAN DE ARM Verwijder de verbindingen uit de doorboorde vleugel in de achterkant van de buitenarm.

VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VAN DE ARM

50

Demonteer de kantelcilinder van het 3de uitschuifstuk van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).

Demonteer de uitschuifcilinder van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).

1

1

1

VERWIJDERING VAN HET 1STE, 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE BUITENARM

b

Let erop alle glijschoenen met bijbehorende verdikkingen die van de telescopische arm gedemonteerd worden van tekens te voorzien om ze weer correct te kunnen monteren.

Demonteer de achterste glijschoenen die aan het 1ste uitschuifstuk bevestigd zijn met hun bijbehorende verdikkingen (Ref. 1). 50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM Aan de voorkant bovenaan de arm, de zes kettingen voor het uitschuiven van de armen losmaken door de lastverspreiders (Ref. 2) van hun trekelementen (Ref 3) te demonteren.

2 2

17

3

3

2 3

Demonteer de katrol (Ref. 5) in de voorkant bovenaan het 2de uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 4) eruit te trekken. 5

50

4

Demonteer de katrollen (Ref. 6) in de voorkant bovenaan het 1ste uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 7) eruit te trekken. 6

6

7

9

9

Demonteer de glijschoen (Ref. 8) voor de uitschuifcilinder en maak de kammen (Ref. 9) ter bevestiging van de kettingen voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk (Ref. 10) los van het 2de uitschuifstuk van de arm.

8

(09/07/2012)

9

9

10

10

50-06-M205NL


18

VERWIJDERING VAN DE ARM Demonteer de katrol (Ref. 11) aan de achterkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm. Trek met behulp van de loopkraan of een hefmiddel het 1ste uitschuifstuk van de arm ongeveer 20÷30 cm uit de buitenarm.

11

11

Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan de buitenarm bevestigd zijn (Ref. 12) met hun bijbehorende verdikkingen. 12

50

12

Hef het 1ste uitschuifstuk van de arm op met behulp van een loopkraan of een hefmiddel en demonteer de glijschoenen aan de voorkant onderaan (Ref. 13) de buitenarm met hun bijbehorende verdikkingen.

13

13

Trek met behulp van een loopkraan of een hefmiddel de 1ste, 2de en 3de uitschuifstukken uit de buitenarm.

50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

19

Verwijder de twee splitpennen (Ref. 14) en draai de moeren en borgmoeren (Ref. 15) helemaal los, maak de kettingen voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm los aan de voorkant onderaan de buitenarm.

15 15 14 14

VERWIJDERING VAN HET 2DE EN 3DE UITSCHUIFSTUK UIT HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM

1

50

Maak de ketting (Ref. 1) voor het inschuiven van het 3de uitschuifstuk van de arm aan de achterkant van de armen los.

2

Demonteer de kam (Ref. 2) van de ketting.

3 3

(09/07/2012)

3 3

Maak de nokken los van de glijschoenen achter aan de zijkanten (Ref. 3) met hun bijbehorende verdikkingen, aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd.

50-06-M205NL


20

VERWIJDERING VAN DE ARM

4

Demonteer de glijschoenen boven aan de achterkant (Ref. 4) van het 2de uitschuifstuk van de arm.

4

Trek de ketting van zijn plaats van de katrol (Ref. 5).

50

5

6

6

6

6

Demonteer het voorste bevestigingsblokje van de ketting voor het inschuiven van het 3de uitschuifstuk door middel van de speciale schoeven (Ref. 6) en verwijder de ketting door hem naar de snelkoppeling toe te trekken.

7 7

50-06-M205NL

Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan het 1ste uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 7) met hun bijbehorende verdikkingen.

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

21

Demonteer de glijschoenen aan de voorkant onderaan de zijkanten die aan het 1ste uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 8) met hun bijbehorende verdikkingen.

8

8

9

10

10 9

9

Laat de vier kettingen (Ref. 9) voor het uitschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm door de openingen in de voorkant bovenaan het eerste uitschuifstuk van de arm (Ref. 10) lopen en en strek ze helemaal uit over het 2de uitschuifstuk van de arm.

9

50

Bind de kettingen aan het 2de uitschuifstuk van de arm.

Trek met behulp van de loopkraan of het hefmiddel het 2de en 3de uitschuifstuk uit het 1ste uitschuifstuk van de arm met de kettingen op de bovenkant goed strak gespannen.

VERWIJDERING VAN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM UIT HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM 1

Demonteer de katrol (Ref. 1) aan de achterkant van het 2de uitschuifstuk van de arm.

(09/07/2012)

50-06-M205NL


22

VERWIJDERING VAN DE ARM

2

3

Laat het 3de uitschuifstuk van de arm 20÷30 cm uit het 2de uitschuifstuk van de arm komen en demonteer de glijschoenen aan de zijkanten (Ref. 2) met hun bijbehorende verdikkingen die aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn.

Demonteer de glijschoenen aan de voorkant bovenaan de zijkanten die aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn (Ref. 3) met hun bijbehorende verdikkingen.

50

3

4

4

Hef het 3de uitschuifstuk van de arm op met behulp van een loopkraan of een hefmiddel om de glijschoenen aan de voorkant onderaan (Ref 4) met hun bijbehorende verdikkingen te demonteren die aan het 2de uitschuifstuk van de arm bevestigd zijn.

Bind de kettingen (Ref. 5) aan het 3de uitschuifstuk van de arm. 5

50-06-M205NL

(09/07/2012)


VERWIJDERING VAN DE ARM

23

Trek met behulp van de loopkraan of het hefmiddel het 3de uitschuifstuk uit het 2de uitschuifstuk van de arm met de kettingen op de bovenkant goed strak gespannen. Deze zouden klem kunnen raken.

6

50

6

Demonteer de kammen voor de bevestiging aan de bovenkant vooraan de vier kettingen voor het uitschuiven (Ref. 6) van het 2de uitschuifstuk van de arm.

7

Demonteer de trekelementen (Ref. 7) voor de bevestiging van de kettingen voor het uitschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm, door ze uit de speciale openingen aan de achterkant van het 2de uitschuifstuk van de arm te trekken.

7

8

(09/07/2012)

Demonteer de trekelementen (Ref. 8) voor de bevestiging van de kettingen voor het uitschuiven van het 3de uitschuifstuk van de arm, door ze uit de speciale openingen aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk van de arm te trekken.

50-06-M205NL


24

VERWIJDERING VAN DE ARM Maak de twee bovenste bevestigingskammen van de kettingen (Ref. 9) onderling los van elkaar door het paar enkele lastverspreiders (Ref. 10) te demonteren.

9

9

50

10

50-06-M205NL

(09/07/2012)


ARM WEER MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORAFGAANDE HANDELINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

50

DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – VOORMONTAGE VAN DE BUITENARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – VOORMONTAGE 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM IN DE BUITENARM STEKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – VOORMONTAGE 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – HET 2DE UITSCHUIFSTUK IN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN . . . . 17 – VOORMONTAGE 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – HET 3DE UITSCHUIFSTUK IN HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN . . . . . 22 – SNELKOPPELING AAN HET UITEINDE VAN DE ARM MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 DE TELESCOPISCHE ARM WEER OP DE MACHINE MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32

(25/06/2012)

50-07-M205NL


2

ARM WEER MONTEREN

50

DE VIJFHOEKIGE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN

ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

VOORAFGAANDE HANDELINGEN De constructie voorbereiden door de schroefdraadgaten te controleren; verwijder de bramen van de bussen voor de pennen, slijp eventuele lasbramen af op de plaatsen voor de glijschoenen.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

3

DE ONDERDELEN VAN DE TELESCOPISCHE ARM WEER MONTEREN VOORMONTAGE VAN DE BUITENARM Smeer de binnenwanden van de buitenarm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding Gebruik en Onderhoud).

50

Leg dan de kettingen (Ref. 1) erin voor het inschuiven van het 2de uitschuifstuk van de arm.

1

1

Monteer de trekelementen (Ref. 2) met hun bijbehorende kammen aan de voorkant van de kettingen (Rif. 3).

3

2

6

4

5

Steek de bevestigingstrekelementen (Ref. 4) in de speciale gaten, in de voorkant onderin de buitenarm; monteer voor ieder trekelement twee ringen, een cilindrische en een conische en draai de moer en borgmoer (Ref. 5) aan tot het aanbrengen van de splitpen (Ref. 6).

4

4

(25/06/2012)

50-07-M205NL


4

ARM WEER MONTEREN Monteer de kammen (Ref. 7) aan het achterste uiteinde van de kettingen (Ref. 8) en span deze naar de achterkant van de buitenarm. 8

8

7

Monteer 2 lastverspreiders voor de trekelementen van de externe kettingen (Ref. 9), op de bovenkant van de buitenarm.

50

9

Als u tegen de voorkant van de arm aankijkt, op de wanden aan de voorkant van de buitenarm, het volgende voormonteren: - rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 11 en 12) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen (Ref. 13); - linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) met borgmoeren (Ref. 12) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 11 en 13); - bovenkant, stelnokken glijschoenen met (Ref. 10) borgmoeren (Ref. 12); - onderkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 10) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 11 en 12). 10 12

10

12

12

12

12 13

13 10 10

11

11

12

10 11

11

10

11

11

13 12 10

11 12

13

11

13 12

12

11 10

10

11

10

11

11 10

11 10

50-07-M205NL

12

12

10 12

13

12

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

5

Monteer de verbindingen in de doorboorde vleugel in de achterkant van de buitenarm.

Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 14 ) op de rechterkant van de buitenarm.

50

14

15

15

15

b

Plaats in alle kettingdraagprofielen afdichtingen die de randen afdekken aan de achterkanten (Ref. 15) en voorkanten (Ref. 16) om te voorkomen dat de hydraulische slangen stuk gaan.

16 16

(25/06/2012)

50-07-M205NL


6

ARM WEER MONTEREN

23

A

B

22

21

20

D

E

19

18

F

G

Monteer de hydraulische slangen voor de aansturing van het kantelen (Ref. G en F) op de verbindingen (Ref. 17 en 18) in de vleugel. Monteer de hydraulische slangen voor het uitschuiven (Ref. E en D) op de verbindingen (Ref. 19 en 20) in de vleugel. Monteer de hydraulische slangen voor de optionals (Ref. C en B) op de verbindingen (Ref. 21 en 22) in de vleugel. Monteer de hydraulische slang voor de afvoer (Ref. A) op de verbinding (Ref. 23) in de vleugel Schrijf op de slangen de bijbehorende nummers.

17

C

Monteer het plaatje (Ref. 24) voor de connector in de rechter achterkant van de buitenarm. Bevestig de meervoudige elektrische connector (Ref. 25) van de kabel voor het platform aan het plaatje (Ref. 24).

24

50

25

26

Steek in het kettingdraagprofiel (Ref. 14): – de kabel voor de platformconnector (Ref. 26), houd hem aan de buitenkant in het profiel; – de bedrading voor de 3 microschakelaars voor afwijkingen aan de kettingen (Ref. 27) op de buitenarm.

27

G F

26

C B A

14

Steek de hydraulische slangen (Ref. G - F - C - B - A), die u tevoren op de verbindingen heeft aangesloten, in volgorde in het kettingdraagprofiel (Ref. 14).

14

A

B

F

G

C

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

7

Bevestig aan de buitenarm de hydraulische slangen (Ref. G - F C - B - A) en de elektrische kabels (Ref. 26 en 27) met de speciale beugels (Ref. 28). Bevestig de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slang. 28

28

30 30

Monteer de eerste slangenketting (Ref. 29) op het kettingdraagprofiel (Ref. 14) door de speciale schroeven (Ref. 30) vast te draaien.

29

50

14

31

Maak de elektrische kabel voor het paar microschakelaars direct met bandjes (Ref. 31) aan de wand van de arm vast. Steek de kabel (Ref. 32) voor de verbinding met de enkele microschakelaar in de slangenketting van de buitenarm.

32

29

(25/06/2012)

Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 29) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).

50-07-M205NL


8

ARM WEER MONTEREN

35

A

B

G

C

F 36

14 33 34

Verbind de kniestukken (Ref. 33) met de slangen (Ref. 34) in het profiel (Rif. 14) en vervolgens met de slangen (Ref. 35) in de ketting (Ref. 29) in de volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 36) tegen het kettingdraagprofiel (Ref. 14). In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten.

VOORMONTAGE 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM Smeer de binnenwanden van het 1ste uitschuifdeel van de arm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud) en leg dan de ketting (Ref. 1) voor het intrekken van het 3de uitschuifdeel van de arm erin.

50

1

7 2

3 4

5

Monteer het trekelement van de ketting voor het intrekken van het 3de uitschuifstuk van de arm: monteer het trekelement met ingebouwde kam (Ref. 2) in de bevestiging voor het trekelement (Ref. 3); schroef een moer en borgmoer (Ref. 4 en 5) op het trekelement tot de splitpen (Ref. 6) aan te brengen.

6

1

7

50-07-M205NL

Monteer het voorgemonteerde trekelement (Ref. 7) op het voorste uiteinde van de interne ketting (Ref. 1), span deze naar de voorkant van de buitenarm.

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN Monteer de katrollen (Ref. 8) in de achterkant van het 1ste uitschuifdeel van de arm en blokkeer de pen (Ref. 9) met de speciale schroef en moer (Ref. 10 en 11).

11

Smeer de pen van de katrol (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).

9

8

9

10

Voorop de 1ste uitschuiving van de arm, het volgende op de buitenwanden voormonteren: – rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) en borgmoeren (Ref. 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13);

15 12

13

13

14 15

13

12

12

13

13

12

14 13

13 15

13

14 15

13

12

13

14

13

14

13 12

13

(25/06/2012)

12

14

12

13

50

15

14

14

12

13

12 14

14

13

13

12 14

14

13 12

15

50-07-M205NL


10

ARM WEER MONTEREN Achterop de 1ste uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 12) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 13 en 14) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 15 en 13);

13 14

14 13

13

12

12 13

13 12

14

12

15

14

15

13

13

14 12

13 14

13

13

12 14

12 13

15 13

14

12

12 12

12

14

15 12

50

14 13

Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 16) op de 1ste uitschuiving van de arm door het aan de voorkant met de speciale schroeven (Ref. 17) te bevestigen.

17

16

Monteer de tweede slangenketting (Ref. 18) op het kettingdraagprofiel (Ref. 16) door de speciale schroeven (Ref. 19) vast te draaien. 19

18 16

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

11

Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 18) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).

18

22

A

B

C

E

G 23

16 20

50

21

Verbind de kniestukken (Ref. 20) met de slangen (Ref. 21) in het profiel (Rif. 16) en vervolgens met de slangen (Ref. 22) in de ketting (Ref. 18) in de volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 23) tegen het kettingdraagprofiel (Ref. 16). In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten.

De glijschoenen (Ref. 24) voormonteren en ze achteraan de onderkant van het 1ste uitschuifstuk van de arm monteren.

24 24

Plak ze vast met papierplakband (Ref. 25) zodat ze niet van het profiel af vallen.

25

(25/06/2012)

50-07-M205NL


12

ARM WEER MONTEREN 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM IN DE BUITENARM STEKEN

1

Til het 1ste uitschuifstuk van de arm (Ref. 1) op met een hefmiddel of een loopkraan en steek het in de buitenarm (Ref. 2) tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.

2

6

5 3

3

3

3

4

Plaats de glijschoenen (Ref. 3) op hun steunen (Ref. 4). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.

50

4

Monteer aan de voorkant tussen de buitenarm en het 1ste uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 5) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 7) op de buitenarm vast.

5 7 5 7

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

13

Monteer aan de voorkant tussen de buitenarm en het 1ste uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 6) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 7) op de buitenarm vast.

7

7

7

6

6 7

Steek het 1ste uitschuifstuk volledig in de buitenarm. Bereid de glijschoenen (Ref. 8) en de steunplaat voor de glijschoenen achter boven (Ref. 9) voor en dan de glijschoenen aan de zijkanten achter en hun steunen (Ref. 10 en 11). 12

8

8

13

50

11

10

9

Monteer op het 1ste uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 12). Draai de twee schroeven (Ref. 14) vast om de plaat (Ref. 9) vast te zetten. Monteer aan de achterkant op het 1ste uitschuifstuk van de arm, de voorgemonteerde glijschoenen en hun steunen aan de zijkant (Ref. 13) Draai de schroeven (Ref. 15) vast om de steunen (Ref. 11) vast te zetten. 12

12

12

14

14

14

15

15

13

15

15

13

14

Stel alle glijschoenen van het 1ste uitschuifstuk van de arm af. 50-04 Controle en afstelling van de arm

(25/06/2012)

50-07-M205NL


14

ARM WEER MONTEREN Na de verbindingen gemaakt te hebben, de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van de buitenarm in het profiel van het 1ste uitschuifstuk steken. Bevestig de slangenketting (Ref. 16) van de buitenarm op het profiel van het eerste uitschuifstuk met de speciale schroeven (Ref. 17) 17

16

VOORMONTAGE 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM

50

Smeer de binnenwanden van het 2de uitschuifstuk van de arm in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding Gebruik en Onderhoud).

Voorop de 2de uitschuiving van de arm, het volgende op de buitenwanden voormonteren: – rechterkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 2); – linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) en borgmoeren (Ref. 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 3); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 4 en 2);

3

3

2

3

1

2

4

2 1

2

1

1

3 2 4

2

3 4

2

1

2

2

1

2 2

3

3

1

3 1

2

2 2 2

50-07-M205NL

2

1

1 2 3

3

2

2 3

1

3

3

3

1

4

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

1

2

2 2 3 1

3 2

1

2

2 2

1

3

3

5

5 2

1

3 5

1

2

1

3

15

Achterop de 2de uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 5 en 2); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 1) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 2 en 3) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 5 en 2);

3

Leg buitenop het 2de uitschuifstuk van de arm de vier kettingen van het 1ste uitschuifstuk van de arm (Ref. 6). Monteer de kettingen met de kammen (Ref. 7) en bevestig ze dan aan de wand met de schroeven (Ref. 8), door ze van binnenuit aan te draaien. Plak dan de kettingen op de wand van het 2de uitschuifstuk.

6 6 7

50

7

8 8

8

8

9

(25/06/2012)

8

8

9

8

8

9 9

Monteer de bevestigingskammen (Ref. 9) voor op de uitschuifkettingen (Ref. 6).

50-07-M205NL


16

ARM WEER MONTEREN Monteer het kettingdraagprofiel (Ref. 10) op de 1ste uitschuiving van de arm door het aan de voorkant met de speciale schroeven (Ref. 11) te bevestigen.

11

10

Monteer de tweede slangenketting (Ref. 12) op het kettingdraagprofiel (Ref. 10) door de speciale schroeven (Ref. 13) vast te draaien. 13

12

50

10

Steek de hydraulische slangen in de slangenketting (Ref. 12) en nummer ze aan de achterkant (E - G = kantelen; C - B = optional; A = afvoer).

12

16

A

B

C

E

G 17

14 15

50-07-M205NL

Verbind de kniestukken (Ref. 14) met de slangen (Ref. 15) in het profiel (Rif. 10) en vervolgens met de slangen (Ref. 16) in de ketting (Ref. 12) in volgorde van de binnenkant van de arm naar de buitenkant en de lange verbindingen afwisselen met de korte. Bevestig de verbindingstukken met de houders (Ref. 17) tegen het kettingdraagprofiel. In de ruimte tussen de kettingdraagprofielen en de slangenkettingen, de elektrische kabels met bandjes aan de hydraulische slangen vastzetten. (25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

17

De glijschoenen voormonteren en ze achter onder het 2de uitschuifstuk van de arm monteren, plak ze dan met papierplakband vast zodat ze niet van het profiel vallen.

HET 2DE UITSCHUIFSTUK IN HET 1STE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN Til het 2de uitschuifstuk van de arm (Ref. 1) op met een hefmiddel of loopkraan en steek het in het 1ste uitschuifstuk van de arm tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.

50

1

1

7

2 2

3

(25/06/2012)

5 2

Plaats de glijschoenen (Ref. 2) op hun steunen (Ref. 3). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.

2

3

50-07-M205NL


18

ARM WEER MONTEREN Trek aan de voorkant de vier kettingen (Ref. 4) uit het 2de uitschuifstuk van de arm op het 1ste uitschuifstuk van de arm.

4

4

4 4

4

Monteer aan de voorkant tussen het eerste uitschuifstuk van de arm het 2de uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 5) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 6) op de buitenarm vast.

50

6

5

6

5

Monteer aan de voorkant tussen het 1ste uitschuifstuk van de arm en het 2de uitschuifstuk de voorgemonteerde glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 7) Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 6) op de buitenarm vast. 6 6 6

7 7 6

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

10

8

19

Bereid de glijschoenen (Ref. 8) en de steunplaat voor de glijschoenen boven achter voor (Ref. 9).

8

9

10

10 10

12

Monteer op het 2de uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 10). Draai de schroef (Ref. 11) vast om de plaat te bevestigen. Draai de schroeven (Ref. 12) vast om de steunen van de glijschoenen achter aan de zijkant vast te zetten.

11

50

12

Stel alle glijschoenen van het 2de uitschuifstuk van de arm af. 50-04 Controle en afstelling van de arm

(25/06/2012)

50-07-M205NL


20

ARM WEER MONTEREN Na de slangen verbonden te hebben zoals tevoren getoond is, de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van het 1ste uitschuifstuk in het profiel van het 2de uitschuifstuk steken. Bevestig de slangenketting van het 1ste uitschuifstuk (Ref. 13) op het profiel van het 2de uitschuifstuk met de speciale schroeven.

50

13

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

4

VOORMONTAGE 3DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM

4 1

21

1

Leg buitenop het 3de uitschuifstuk van de arm de twee kettingen van het 2de uitschuifstuk van de arm (Ref. 1). Monteer de kettingen met de kammen (Ref. 2) en bevestig ze dan aan de wand met de schroeven door ze van binnenuit aan te draaien (Ref. 3). Plak dan de kettingen op de wand van het uitschuifstuk (Ref. 4).

2

3

Monteer de bevestigingskammen (Ref. 5) voor op de twee uitschuifkettingen (Ref. 1). Blokkeer de twee kammen (Ref. 5) aan hun lastverspreider (Ref. 6), met de speciale schroeven en moeren. Zet de lastverspreider vast op het uiteinde van de arm.

5

5

5

50

5

6

7

7

8 9

9

9

7 8 10

8

8

8

9

9

7

7

8

8

8 8 10

7 9

8

9

7

8

Achterop de 3de uitschuiving van de arm, het volgende op de binnenwanden voormonteren: – rechter- en linkerkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 7) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 8 en 9) en bevestigingsschroeven van de glijschoenen met veerring (Ref. 10 en 8); – bovenkant, stelnokken glijschoenen (Ref. 7) plus veerringen en borgmoeren (Ref. 8 en 9) en bevestigingsschroef van de glijschoenen met veerring (Ref. 10 en 8).

11

11 12

11

(25/06/2012)

De glijschoenen (Ref. 11) voormonteren en ze achteraan op de onderkant en zijkant van het 3de uitschuifstuk van de arm monteren. Plak ze vast met papierplakband (Ref. 12) zodat ze niet van het profiel af vallen.

11

50-07-M205NL


22

ARM WEER MONTEREN HET 3DE UITSCHUIFSTUK IN HET 2DE UITSCHUIFSTUK VAN DE ARM STEKEN Til het 3de uitschuifstuk van de arm (Ref. 13) op met een hefmiddel of loopkraan en steek het in het 2de uitschuifstuk van de arm tot hij er nog 30-40 cm buiten steekt.

13

18

16 14

14

Plaats de glijschoenen (Ref. 14) op hun steunen (Ref. 15). N.B.: de glijschoenen met de steunen hebben twee verschillende afmetingen. Als ze gemonteerd zijn moeten de kleinste op de bovenkant van de arm geplaatst worden en de grotere op de onderkant.

14

14

15

50

15

Monteer aan de voorkant tussen het 2de uitschuifstuk van de arm het 3de uitschuifstuk de glijschoenen onder en aan de zijkant (Ref. 16). Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 17) op de buitenarm vast. Monteer aan de voorkant tussen het 2de uitschuifstuk van de arm het 3de uitschuifstuk de glijschoenen boven en aan de zijkant (Ref. 18). Draai alleen de bevestigingsschroef van de glijschoensteun (Ref. 17) op de buitenarm vast.

17

17 18 17

17

18

17

16

17

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

21 19

23

Bereid de glijschoenen (Ref. 19) en de steunplaat voor de glijschoenen boven achter voor (Ref. 20).

19

20

21

21

21

Monteer op het 2de uitschuifstuk van de arm, aan de achterkant boven, de plaat met de voorgemonteerde glijschoenen (Ref. 21). Draai de schroef (Ref. 22) vast om de plaat te bevestigen. Draai de schroeven (Ref. 23) vast om de steunen van de glijschoenen achter aan de zijkant vast te zetten. Stel alle glijschoenen van het 3de uitschuifstuk van de arm af.

22 23

50-04 Controle en afstelling van de arm

50

23

Sluit het 3de uitschuifstuk volledig.

(25/06/2012)

50-07-M205NL


24

ARM WEER MONTEREN Pak de katrol (Ref. 24) voor de interne enkele ketting (Ref. 25) met zijn pen (Ref. 26) en de twee halve manen (Ref. 27) ter blokkering van de pen.

24 27

27 24

26 28

27

27

25

31

50

30 29

29

29

29 27

27

35

35

34

34 25

32

32

33

33

32

50-07-M205NL

Monteer aan de achterkant van het 3de uitschuifstuk de katrol (Ref. 24) met de pen (Ref. 26) op zijn plaats, met de afschuiningen (Ref. 28) van de pen naar boven gericht. Blokeer de pen (Ref. 26) met de twee halve manen (Ref. 27) met de speciale schroeven (Ref. 29). Gebruik loctite blauw 243 voor ze vast te draaien. Draai de schroeven (Ref. 29) aan met een aandraaimoment van 70 Nm. Laat de interne enkele ketting (Ref. 25) door de katrol (Ref. 24) lopen en bevestig zijn kam (Ref. 30) in de onderste wand van het 3de uitschuifstuk, op zijn plaats, met de speciale schroeven (Ref. 31).

Laat in het achterste deel van het 2de uitschuifstuk de twee interne kettingen (Ref. 32) door de katrollen (Ref. 33) van het 1ste uitschuifstuk lopen, plaats de kammen (Ref. 34) van de kettingen op de onderste wand van het 2de uitschuifstuk op hun plaats en bevestig ze met de speciale schroeven (Ref. 35).

32

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

25

Pak de vierkante glijschoen (Ref. 36). 36

36

39

34

38

38

38

38

34

50

39

Plaats de steun (Ref. 37) voor de vierkante glijschoen op de kammen (Ref. 34) en bevestig hem met de speciale schroeven (Ref. 38). Monteer nu de vierkante glijschoen (Ref. 36) op de steun met de speciale schroeven (Ref. 39).

37

40

(25/06/2012)

Steek de elektrische kabels en de hydraulische slangen van de slangenketting van het 2de uitschuifstuk in het profiel van het 3de uitschuifstuk. Bevestig de slangenketting van het 2de uitschuifstuk op het profiel van het 3de uitschuifstuk met de speciale schroeven (Ref. 40).

50-07-M205NL


26

ARM WEER MONTEREN Plaats de kantelcilinder weer op het uiteinde van de arm: ( 70 - HYDRAULICA).

Monteer de contactdoos (Ref. 41) voor het platform op de linkerkant van het uiteinde. Verbind de elektrische kabels in de meervoudige contactdoos van het platform (Ref. 42).

41

42

50

42

Klem (Ref. 43) de elektrische kabel op de linker zijkant van het uiteinde van het 3de uitschuifstuk van de arm.

43

41 43

Bescherm met een huls (Ref. 45) de elektrische kabels voor het stopcontact van het platform en de hydraulische slangen, plaats dan de hydraulische slangen op het kettingdraagprofiel met de speciale houder (Ref. 44) en laat ze los om te schuiven en te bewegen.

44

45

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

27

Steek de slangen in het uiteinde van de arm door het bovenste gat (Ref. 46).

46

Monteer de hydraulische hoekaansluitingen met de snelkoppelingen (mannetjes) (Ref. 47 en 48) op de linkerkant en (vrouwtje) (Ref. 49) op de rechterkant van het uiteinde van de arm. Monteer hun dophouders. Verbind de hydraulische slangen (Ref. E en G) met het klepblok (Ref. 50) op de kantelcilinder. Steek de slangen voor de optional (Ref. B en C) in het bovenste gat van het uiteinde van de arm en verbind ze met de snelkoppelingen (Ref. 47 en 48) op de linkerkant van het uiteinde van de arm. Steek de afvoerslang (Ref. A) in het bovenste gat van het uiteinde van de arm en verbind hem met de snelkoppeling op de rechterkant van het uiteinde van de arm (Ref. 49).

48 50

49

E

C

49 48 47 A

47 B

Bind de elektrische kabel vast aan de beschermhuls van de slangen voor het kantelen, de optional en de afvoer.

(25/06/2012)

50-07-M205NL

50

G


28

ARM WEER MONTEREN

53 51

Monteer de katrol (Ref. 51) in de voorkant bovenaan het 2de uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 52) te bevestigen met de speciale schroef (Ref. 53). Smeer de pen van de katrollen in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).

52

Monteer de katrollen (Ref. 54) in de voorkant bovenaan het 1ste uitschuifstuk van de arm door de pen (Ref. 55) te bevestigen met de speciale schroef (Ref. 56). Smeer de pen van de katrollen in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).

54

54

50

55

56

Laat de zes kettingen voor het uitschuiven van de armen over de katrollen lopen. Bevestig de speciale lasverspreiders aan de kammen van de vier kettingen. (Ref. 57).

57

57

63 59

58

60

62

61 64

50-07-M205NL

Steek het enige trekelement van de twee kettingen door het speciale gat op het 1ste uitschuifstuk (Ref. 58) en bevestig het met zijn moer (Ref. 59) en borgmoer (Ref. 60). Bevestig het enige trekelement (Ref. 61) in de lastverspreider (Ref. 62) van de twee kettingen met de speciale bout en moer (Ref. 63 en 64).

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN Steek de twee trekelementen (Ref. 65) van de vier kettingen in de dubbele lastverspreider (Ref. 66) op de buitenarm en bevestig ze met hun verdikkingen (Ref. 67), moeren en borgmoeren (Ref. 68 en 69).

66 69 68

29

67

65

Bevestig de twee trekelementen in de lasrverspreiders van de vier kettingen met de speciale bouten en moeren (Ref. 70 e 71). Draai alle bouten van de lastverspreiders en trekstangen van de zes kettingen aan.

70

70

50

71

Monteer de halve manen (Ref. 72) voor het microschakelaarscontact. 72

72 72

73

73

Plaats de uitschuifcilinder weer in de arm: ( 70 - HYDRAULICA). Vanaf de verbindingssplaat van de buitenarm, de hydraulische slangen voor de uitschuiving (Ref. E en D) op de uitschuifcilinder monteren en bevestigen met de houders (Ref. 73 en 74).

D

E 74

(25/06/2012)

50-07-M205NL


30

ARM WEER MONTEREN SNELKOPPELING AAN HET UITEINDE VAN DE ARM MONTEREN Plaats met behulp van een loopkraan of een hefmiddel de snelkoppeling (Ref. 1) op het uiteinde van de arm. Steek de scharnierpen (Ref. 2) met het uiteinde van de arm erin en bevestig hem met de schroef (Ref. 3). Steek de scharnierpen (Ref. 2) met de stang van de kantelcilinder (Ref. 4) erin en bevestig hem met de ring (Ref. 5).

2

3

4

1

50

5

Monteer de drie microschakelaars voor afwijkingen aan de kettingen (Ref. 6) op de steunen (Ref. 7 en 8). 6

7

6

8

6

Bevestig de microschakelaars op de arm met de speciale schroeven (Ref. 9). 9 9

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

31

Stel de afstand tussen de microschakelaars en de halve manen af op ongeveer 1 mm.

50

Verbind de microschakelaars van de kettingen van het 2de en 3de uitschuifstuk en klem indien nodig de kabels vast.

10

11

Monteer het oprolelement van de “M.S.S.” (Ref. 10) links voorop de buitenarm. Maak de kabel van het oprolelement van de “M.S.S.” vast aan de ring (Ref. 11) op het 1ste uitschuifstuk van de arm.

b

Het veiligheidssysteem «M.S.S.» moet door bevoegd personeel van Manitou geijkt worden.

Trek de arm helemaal uit en smeer de buitenwanden in met vet (zie tabel Gebruik en Onderhoud).

(25/06/2012)

50-07-M205NL


32

ARM WEER MONTEREN

DE TELESCOPISCHE ARM WEER OP DE MACHINE MONTEREN

2

1

Bereid de zwenkkop van de machine voor met de hefcilinder (Ref. 1) en de compensatiecilinder (Ref. 2) in de aangegeven posities.

Haak de arm aan de speciale ogen aan een loopkraan of een hefmiddel en plaats hem op de machine in de zwenkkop. Let op tijdens het optillen. Om te vermijden dat de arm uit evenwicht raakt en gaat draaien, moet dit door een bediener gevolgd worden.

50

b

Centreer het oog van de stang van de compensatiecilinder met de overeenkomstige bus op de arm (Ref. 3). 3

3

Steek de scharnierpen (Ref. 4) van de compensatiecilinder in de arm en draai de borgschroef (Ref. 5) vast.

5 4

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

33

Centreer met behulp van de loopkraan of het hefmiddel de bussen van de zwenkkop met die van de arm voor de montage van de scharnierpen van de arm op de zwenkkop. Steek de scharnierpen (Ref. 6) van de arm op de zwenkkop na hem ingevet te hebben en draai de borgschroef (Ref. 7) vast. 7

6

Laat de telescopische arm zakken met de loopkraan of het hefmiddel voor de centrering van het oog van de hefcilinder met de speciale bussen in de onderkant van de arm (Ref. 8).

8

Steek de scharnierpen van de hefcilinder van de arm (Ref. 9) erin en monteer de borgschroef van de pen (Ref. 10).

9 10

Maak de verbinding “X2” (Ref. 11) van het veiligheidssysteem vast.

11

(25/06/2012)

50-07-M205NL

50

8


34

ARM WEER MONTEREN Monteer de eindstandschakelaar voor het stijgen van de arm (Ref. 12) weer met zijn support (Ref. 13) aan de bovenkant van de zwenkkop.

12

13

Klem de elektrische kabels aan de binnenkant van de zwenkkop weer vast.

Verbind de hydraulische slangen (Ref. 14) voor de toevoer naar de arm weer op de juiste plaatsen.

14

14

14

50

14

14

14

14

Gebruik de speciale ring om de elektrische bekabelingsstekker (Ref. 15) aan de achterkant van de arm te verbinden, indien aanwezig. 16 15

16

16 16 16

16

Verbind de stekker voor de kabel van de veiligheidsmicroschakelaars van de kettingen (Ref. 17). Klem de hydraulische slangen en de elektrische kabels aan de achterkant bovenaan de arm (Ref. 16 en 18) weer vast.

18 18 18 17

18

18

Verbind de accuklemmen weer. Controleer de werking van de eindschakelaar (ref. 12) voor het stijgen van de arm.

50-07-M205NL

(25/06/2012)


ARM WEER MONTEREN

b

35

Voor de machine te gebruiken, de glijschoenen van de telescopische arm als volgt invetten: - schuif de telescopische arm helemaal uit. - smeer met een kwast een laag vet (zie handleiding Gebruik en Onderhoud in de “VLOEISTOFFENTABEL”) op de vier kanten van de telescopische arm. - beweeg de telescopische arm meerdere malen om het vet gelijkmatig te verspreiden. - verwijder het overtollige vet.

GREAS E GREA S E

50

GREAS E

GREAS E GREAS E

(25/06/2012)

GREAS E

50-07-M205NL


ARM WEER MONTEREN

50

36

50-07-M205NL

(25/06/2012)


HYDRAULIEK

- HYDRAULISCHE SCHEMA’S - POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN - CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM - VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN - HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

70

- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE



HYDRAULISCHE SCHEMA'S

pag. LEGENDA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 SCHEMA 1 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 SCHEMA 2 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE STABILISATOREN-NIVELLERING-BLOKKERING ACHTERAS. . . . . 6 SCHEMA 3 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 SCHEMA 4 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN - OPTIE OPHANGING ARM. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 SCHEMA 5 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

70

SCHEMA 6 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR - OPTIE AIRCONDITIONING. . . . . . . . . . . . . . . . . 10

(07/12/2012)

70-02-M205NL


HYDRAULISCHE SCHEMA’S

70

2

70-02-M205NL

(07/12/2012)


HYDRAULISCHE SCHEMA’S

3

LEGENDA Beschrijving

Positie schema 1

Positie schema 2

A

Tank

C1

Cilinder stabilisator rechts voor omhoog-omlaag

E3

C2

Uitschuifcilinder stabilisator links voor

G5

C3

Uitschuifcilinder stabilisator rechts voor

O5

C4

Cilinder stabilisator links voor omhoog-omlaag

Q3

C5

Cilinder stabilisator rechts achter omhoog-omlaag

C41

C6

Uitschuifcilinder stabilisator links achter

G38

C7

Uitschuifcilinder stabilisator rechts achter

O38

C8

Cilinder stabilisator links achter omhoog-omlaag

Q41

CA

Compressor optie airconditioning

CFP

Cilinder parkeerrem

CR

Hydraulische verzamelleiding voor draaien

CSC

Verzamelleiding afvoeren op de wagen

Positie schema 3

Positie schema 4

C21

C20 / C22

I37 C27

Positie schema 6

Kenmerken (Optional)

C37

OPTIONAL

K36

K26

G8

G8

C16

E16

O16

Q13

Q13

O26

O26

A37/C6/ G8/G35/ I7/M7/M8/ M35/S7/ S37

A20/A25/ A26

C25 / C27

C20

C20

K33

K33

I29

I29

CSP

Gestuurde veiligheidsklep

CST

Verzamelleiding afvoeren op de zwenkkop

G12

G12

D

Verdeler

K37

K37

E

Eelektromagneetklep keuze besturingstype

ECL

Elektromagneetklep nivellering

EK(S1)

Danfoss elektromagneetklep opheffen

I22 / K22

K22 / K23

EK(S2)

Danfoss elektromagneetklep uitschuiving

I25 / K25

K26

EK(S3)

Danfoss elektromagneetklep draaiing

I29 / K29

K30

EK(S4)

Danfoss elektromagneetklep kantelen

I32 / K32

K32

M11

EK(S5)

Danfoss elektromagneetklep optional

I35 / K35

K35

EK(S6)

Danfoss elektromagneetklep oliedrukverlaging

I19 / K19

K20

EK(S8)

Elektromagneetklep parkeerrem

EK(S11)

Elektromagneetklep balk rechts voor

G19

EK(S12)

Elektromagneetklep balk links voor

G22

EK(S13)

Elektromagneetklep balk links achter

G25

EK(S14)

Elektromagneetklep balk rechts achter

G25

EK(S15)

Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken / stijgen

G16

EK(S16)

Elektromagneetklep stabilisator rechts voor

G21 / G22

EK(S17)

Elektromagneetklep stabilisator links voor

G24 / G25

EK(S18)

Elektromagneetklep stabilisator links achter

G27 / G28

EK(S19)

Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.

G30 / G31

EK(S21)

Elektromagneetklep vooruitversnelling

E13

EK(S22)

Elektromagneetklep achteruitversnelling

E6

EK(S23)

Elektromagneetklep ontgrendeling achteras

(07/12/2012)

Positie schema 5

70

Ref.

I36

70-02-M205NL


4

HYDRAULISCHE SCHEMA’S

70

Ref.

Beschrijving

Positie schema 1

Positie schema 2

Positie schema 3

Positie schema 4

Positie schema 5

Positie schema 6

EK(S24)

Elektromagneetklep krabbesturing

K34

K33

EK(S25)

Elektromagneetklep concentrische besturing

K30

K30

EK(S26)

Elektromagneetklep ontgrendeling achteras

EK(S27)

Elektromagneetklep snelle versnelling

M28

M28

EK(S28)

Elektromagneetklep langzame versnelling

M28

M28

EK(S35)

Elektromagneetklep nivellering rechterkant

EK(S36)

Elektromagneetklep nivellering linkerkant

Q32

Q32

K36

I11 M11

FA

Aanzuigfilter

FDAR

Schijfremmen op vooras

I6 / M6

I6 / M6

FDAV

Schijfremmen op achteras

I38 / M38

I37 / M37

Q14

S12

Q34

Q33

E8

E8

FM

Uitlaatfilter

I22

FR

Afvoerfilter

Q19

GES

Elektromagneetkleppen stabilisatoren

I31

ID

Hydrostatische besturing

M

Thermische motor

MA

Motor optie airconditioning

K5

S14

M9

S13

S14

M9

MC

Rempomp Motor met variabele cilinderinhoud

MRT

Motor draaiing zwenkkop

K33

M33

MV

Ventilatormotor

M17

O17

C31

K7

K7

P

Dubbele tandwielpomp Pomp optie airconditioning

PAAV

Snelkoppelingen voor accessoires op de arm

A33

A33

PE

Elektrische noodpomp platform

Q9

Q9

PF

Pedaal voor rempomp

PH

Pomp met variabele cilinderinhoud

PRF

Snelkoppeling retour naar tank op de arm

M10

M10

S22

S21

A20

A31/I12/ K12

I21/K22/ M8

I20/K21/ O8

C12

C12

S15

S16

Q36

Q34

O30

O30 A34

A30

S19 Q32

Q22

RF

Regelaar rotatieremtijd

S

Remolietank

VA

Elektromagneetklep optie airconditioning

VB

Blokkerings- en besturingsklep draaibeweging

VBP

Blokkeringsklep achteras

G37 / K37

VBPA

Blokkeringscilinder achteras

I40 / M40

VC

Compensatiecilinder

VCLR

Cilinder voor langzame-snelle versnelling

VD

Stuurcilinders

VFP

Cilinder parkeerrem

VI

Kantelcilinder

E39

VL

Hefcilinder

VL1

Cilinder nivellering links

M4 I4

VTI

Uitschuifcilinder

70-02-M205NL

O36

O36

A30

A30

A27

A27

A19

A17

A24

OPTIONAL

C22

A31/I11/ K11

Hydraulische olieradiateur

Keuzeklep langzaam-snel

K19

M20

Olietank

Cilinder nivellering rechts

K20

C24

R

VL2

OPTIONAL

E28

S19 / S20

RAD

VSLR

S18

K37

PA

Drukmeetpunt

S18 / S19

A34

MH

PP

Kenmerken (Optional)

M35

M33

K38 / M5

K37 / M5

I29

I29

M25

M25

OPTIONAL

A24 (07/12/2012)


HYDRAULISCHE SCHEMA’S

5

SCHEMA 1 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A

VFP (P)

PP

b

SCHEMA 5 - 6

VBP (1) C

12

SCHEMA 2

7.5 microns

MC (P)

12

C

SCHEMA 5 - 6

CR

M14 M6 ΔP 3,7 - 5,1 bar

E

E C1

C2

EV (S22)

MA

EV (S21)

ΔP 5,6 - 0,9 bar

L1

A M3

1,3 mm

1,3 mm

M5 350 bar

MA

G

G 6,5 bar

M4

110 cc

A 10 L/min 450 bar 480 bar

min. disp.

flow out A

FW

0,6mm

M

6,5 bar

C5

34 bar

cw

I

C1

16 bar

RW

L4

0,6mm L2

17 cc

K

K

B

78 cc n

H1B Motor

480 bar MB

450 bar

M4

M5

B

L3

MH

MB

M

L2

L1

S

PH

M

VB (T) SCHEMA 3

O

O

3 bar

Q

Q

RAD

FA 250 microns

R S

S

(07/12/2012)

70-02-M205NL

70

I


6

HYDRAULISCHE SCHEMA’S

SCHEMA 2 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE STABILISATOREN-NIVELLERING-BLOKKERING ACHTERAS 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A

CSP

C2

V2

CSP C

C5

E

T

V1

C1

P

A

X

B

A

B

A

B

A

C1

V1

V2

C2

C

B

E V1

C1

C1

P

T

EV EV (S16) (S12)

A

B

P

T

EV EV (S17) (S13)

A

B

P

T

EV EV (S18) (S14)

A

B

P

T

C6 C2

EV (S11)

B

EV (S19)

G

CSP

CSP

VBP EV (S23) 1

GES

2

C2

C2

EV (S15)

V2

G

A

V2

C1

V1

220 bar

I

I

EV (S35)

V1

C1

DX

FM

6 bar

V2

C2

A

VFP (T)

P

B

V1

C1

A

6

T

0.8 mm

VBPA

D (HPCO)

6

EV (S26)

SCHEMA 3 - 4

16 microns

K

CR

SCHEMA 5 - 6

K

VL1

EV (S36)

CSP

SX

VBPA

PH (M3)

V2

C2

VBP

M

SCHEMA 1 M

ECL

V2

V2

C2

C2

CSP

CSP

C7

C3

O

C1

V1

CSC

C2

V2

V1

C4

C1

C1

V1

O

FR Q

Q

25 microns

C8

V2

R

CSP S

70-02-M205NL

C1

V1

C2

70

B

2

CSP

1

VL2

CSP

S

(07/12/2012)


HYDRAULISCHE SCHEMA’S

7

SCHEMA 3 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

VL

24

25

26

28

29

30

VI

VTI

A

27

31

32

33

CSP

V1

V2

315 bar

CSP

C2

C1

37

38

39

40

41

42

CSP C1

C2

V1

V2

A

N.°2 N.°1

PRF

SCHEMA 5 - 6

C

C2

36

PAAV

b C1

35

VC PP

S

34

MC (T)

35 bar 0.7L

SCHEMA 5 - 6

ID (LS)

PVED-CX-157B4960

V1

A

V2

PVED-CX-157B4960

350 bar

PVED-CX-157B4960

C

315 bar

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

SCHEMA 5 - 6

ID (P)

E

E

SCHEMA 5 - 6

CF

LS

157B5904

FM (A)

HPCO

A

11061372

157B6200

A

B

A

B

A

B

A

B

157B6130

157B6230

157B6130

B 157B6100

157B2000

280

CST

CR

SCHEMA 2 G

11108674

6

230 bar

280bar

280 bar

6

3

G

3

1

1

2

2 9

9 5

5 M

PP

I 157B7103

157B7101

157B7004

b

7 bar

157B7004

10 bar 157B7044

I

11.2cc

EV (S6)

275 bar LS

PP

P

T

K

100 L

EV (S1)

100 L

EV (S2)

25L-MRT2540 40L-MRT18-2150

EV (S3)

100 L

EV (S4)

65 L

EV (S5)

P

D

P MRT

A

PH

MV

175bar

K

R M

D.550-7-35°

M

M

12 CC B

L

A

B

M

500 CC A

C2

C1

VB 90 bar

O

RF

90 bar

O

B

4 bar T

V2

1,7cc

Q

(07/12/2012)

C3

V1

PE

Q

FA S

MH (L2)

SCHEMA 1

CSC

250 microns

FR 25 microns

S

R

70-02-M205NL

70

b

51cc


8

HYDRAULISCHE SCHEMA’S

SCHEMA 4 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE BEWEGINGEN - OPTIE OPHANGING ARM 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

20

21

22

23

24

25

26

27

PR 0.35 mm

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

VC PP

30 bar 1.5L

A

S

29

VI

VTI CSP

C2

C1

PAAV

b

CSP C1

N.°2 N.°1

C2

320-335bar

PRF

SCHEMA 5 - 6

28

OPTION CRC

VL A

19

C

C

MC (T) 35 bar 0.7L

SCHEMA 5 - 6 T

V2

V1

350 bar

V2

315 bar

V2

V1

ID (LS)

E

V1

A

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

PVED-CX-157B4960

E

SCHEMA 5 - 6

ID (P) SCHEMA 5 - 6

CF

LS

157B5904

FM (A) G

11108674

HPCO

A

11061372

157B6200

A

B

A

B

157B6130

230 bar

280bar

SCHEMA 2 6

A

B 157B6230

B 157B6100

157B2000

280

CST

CR

A

B 157B6130

280 bar

G

6

3

3

1

1

2

2 9

9 5

5

I

I M

157B7103

157B7101

157B7004

157B7044

b

7 bar

157B7004

10 bar

PP

b

70

11.2cc

51cc

PP

K

EV (S6)

275 bar LS

EV

100 L (S1)

100 L

EV (S2)

25L-MRT2540 40L-MRT18-2150

EV (S3)

100 L

EV (S4)

65 L

EV (S5) K

P

T

P

D

P MRT

A 175bar

PH

M

M

R D.550-7-35°

M 12 CC B

L

MV

A

B

M

500 CC A

O

C2

C1

O

VB 90 bar

RF

90 bar

B

4 bar T

CSC

Q

PE

250 microns

70-02-M205NL

SCHEMA 1 V2

1,7cc

FA

S

MH (L2)

FR 25 microns

C3

V1

Q

S

R (07/12/2012)


HYDRAULISCHE SCHEMA’S

9

SCHEMA 5 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

A

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

S R

L 200 bar

200 bar

CST PF

C

C

CR D (LS)

MC 4

4

LS

E

ID

175 bar P

T

SCHEMA 3 - 4

8

8 11

11

10

10

1

1

E

2

2 12

12

D (CF) SCHEMA 3 - 4 G

G

VFP I

EV (S8)

PP

FDAR

B

P

T

I

FDAV

b

A

CFP

MV (A) b

SCHEMA 3 - 4

E

PP CR (3)

51cc

EV (S25)

SCHEMA 3 - 4

K

B

A

P

T

EV (S24)

VD

K

VBP (1)

480 bar

M3

VSLR

SCHEMA 2 bar

ΔP 5,6 - 0.9 bar

ΔP 3,7 - 5,1 bar

T

450

b

A 1

PP

P

M

2

VCLR

FDAV

O

1,3 mm

C2

O

17 cc

34 bar

450 bar

FDAR

7.5 microns

B

M

EV(S27) EV(S28)

VD

480 bar

P

78 cc

CSC

FA

Q

FR Q

R

cw

25 microns

n

flow out A

1,3 mm

250 microns

PH

C1

S

(07/12/2012)

S

M

70-02-M205NL

70

11.2cc


10

HYDRAULISCHE SCHEMA’S

SCHEMA 6 - HYDRAULISCHE INSTALLATIE REMMEN - STUUR - OPTIE AIRCONDITIONING 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

A

39

40

OPTION A/C S

41

42

A

MA

R

L 200 bar

200 bar D

CST

C

CA C

C 11,2cc

PF

T 200 bar

CR

D (LS) LS

4

SCHEMA 3 - 4

E

ID

175 bar T

P

MC

4 8

8 11

11

10

10

1

1

2

E P

2

12

VA

12 7

7

D (CF) SCHEMA 3 - 4

G

G

VFP

I

PP

FDAR

b

GES

b

I A

B

P

T

FDAV CFP

SCHEMA 3 - 4

PP

51cc

E

CR (3) EV (S25)

SCHEMA 3 - 4

B

A

P

T

K

EV (S24)

VD

VBP (1)

480 bar

M3

VSLR

SCHEMA 2

A 1

ΔP 5,6 - 0.9 bar

T 450 bar

b

B ΔP 3,7 - 5,1 bar

M

450 bar

FDAR

P

M

2

EV(S27) EV(S28)

VD

480 bar

P

7.5 microns

VCLR

FDAV

17 cc

34 bar

PP

O

1,3 mm

C2

O

78 cc

CSC FA

Q cw

n

S

FR 25 microns

R

Q

flow out A

1,3 mm

250 microns

PH

C1

70

SCHEMA 2

MV (A)

11.2cc

K

EV (S8)

S

M 16cc

PA

OPTION A/C 70-02-M205NL

(07/12/2012)


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

pag. SCHEMA 1 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 SCHEMA 2 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 SCHEMA 3 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 SCHEMA 4 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 SCHEMA 5 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - BOVENKANT . . . . . . . 9

70

SCHEMA 6 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - ONDERKANT . . . . . . . 10

(15/10/2012)

70-03-M205NL


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

70

2

70-03-M205NL

(15/10/2012)


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

3

LEGENDA POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Beschrijving

Aanwezig op het schema nr.

A

Tank

3

C1

Cilinder stabilisator rechts voor omhoog-omlaag

1

C2

Uitschuifcilinder stabilisator links voor

1

C3

Uitschuifcilinder stabilisator rechts voor

1

C4

Cilinder stabilisator links voor omhoog-omlaag

1

C5

Cilinder stabilisator rechts achter omhoog-omlaag

1

C6

Uitschuifcilinder stabilisator links achter

1

C7

Uitschuifcilinder stabilisator rechts achter

1

C8

Cilinder stabilisator links achter omhoog-omlaag

1

CR

Hydraulische verzamelleiding

2

D

Danfoss verdeler

3

DF

Stromingsverdeler

4

EK(S1)

Danfoss elektromagneetklep opheffen schuif 100 l.

3

EK(S2)

Danfoss elektromagneetklep uitschuiven schuif 100 l.

3

EK(S3)

Danfoss elektromagneetklep draaien schuif 100 l.

3

EK(S4)

Danfoss elektromagneetklep kantelen schuif 100 l.

3

EK(S5)

Danfoss elektromagneetklep optional schuif 100 l.

3

EK(S8)

Elektromagneetklep parkeerrem

4

EK(S9)

Algemene elektromagneetklep stabilisatoren

4

EK(S10)

Elektromagneetklep nood uitsluiting hydraulische installatie

4

EK(S11)

Elektromagneetklep balk rechts voor

4

EK(S12)

Elektromagneetklep balk links voor

4

EK(S13)

Elektromagneetklep balk links achter

4

EK(S14)

Elektromagneetklep balk rechts achter

4

EK(S15)

Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen

4

EK(S16)

Elektromagneetklep stabilisator rechts voor

4

EK(S17)

Elektromagneetklep stabilisator links voor

4

EK(S18)

Elektromagneetklep stabilisator links achter

4

EK(S19)

Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.

4

EK(S21)

Elektromagneetklep vooruitversnelling

3

EK(S22)

Elektromagneetklep achteruitversnelling

3

EK(S23)

Elektromagneetklep ontgrendeling achteras

1

EK(S24)

Elektromagneetklep krabbesturing

4

EK(S25)

Elektromagneetklep concentrische besturing

4

EK(S26)

Elektromagneetklep ontgrendeling achteras

1

EK(S27)

Elektromagneetklep snelle versnelling

4

EK(S28)

Elektromagneetklep langzame versnelling

4

EK(S35)

Elektromagneetklep nivellering 1

4

EK(S36)

Elektromagneetklep nivellering 2

4

FA

Aanzuigfilter

2

FM

Uitlaatfilter

2

FR

Afvoerfilter

2

GES

Elektromagneetkleppen stabilisatoren

4

ID

Hydrostatische besturing

2

LP

Drukbegrenzingsklep

4

MC

Rempomp

2

MI

Motor met variabele cilinderinhoud

3

MRT

Motor draaiing zwenkkop

2

MV

Ventilatormotor

3

P

Tandwielpomp

(15/10/2012)

3 70-03-M205NL

70

Ref.


4

POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

LEGENDA POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Ref. PE

Beschrijving

Aanwezig op het schema nr.

Elektrische pomp

2

PI

Hydrostatische pomp

3

R

Olietank

2

S

Olietank

2

VB

Blokkerings- en besturingsklep bewegingen

2

VBP

Blokkeringsklep achteras

1

VBPA

Blokkeringscilinder achteras

1

VC

Compensatiecilinder

1

VD

Stuurcilinders

3

Kantelcilinder

1

Hefcilinder

1

VL1

Cilinder nivellering rechts

1

VL2

Cilinder nivellering links

1

VSLR

Keuzeklep langzaam snel

4

VTI

Cilinder 1ste uitschuifstuk

1

70

VI VL

70-03-M205NL

(15/10/2012)


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

5

SCHEMA 1 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

VI

C2

VL2

VL C4

C1

VTI

EK(S23) VBP VBPA

70

C3

C8 C6 VL1 VC EK(S26) VBP VBPA C5

C7

(15/10/2012)

70-03-M205NL


6

POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

SCHEMA 2 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

MC

S ID

FR R MRT PE

70

CR

VB FM FA

70-03-M205NL

(15/10/2012)


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

7

SCHEMA 3 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

VD MV

A

D

70

PI

VD P MI

VD VD

(15/10/2012)

70-03-M205NL


8

POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

SCHEMA 4 - POSITIE HYDRAULISCHE ONDERDELEN GES EK(S27)

EK(S35) EK(S36)

EK(S8)

EK(S11) EK(S12) EK(S13) EK(S14)

EK(S28) EK(S15) EK(S16) EK(S17)

EK(S25)

EK(S18) EK(S24)

70

EK(S19)

GES

70-03-M205NL

(15/10/2012)


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

9

SCHEMA 5 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - BOVENKANT 12

3

Voorkant van de machine

4

10

7

2

1 Linker bus

1 - Naar verzamelleiding zwenkkop 2 - Naar verzamelleiding zwenkkop 3 - Uitlaat verdeler (P) 4 - Naar hydrostatische besturing (L) 5 - Naar verdeler rotatie onder 6 - Naar verdeler stabilisatoren (HPCO) 7 - Dop (Optional A/C) 8 - Naar hydrostatische besturing (R) 9 - Naar verdeler rotatie boven 10 - Rempomp tweede opening (Onder) 11 - Rempomp eerste opening (Boven) 12 - Naar rempomp (P)

70

Rechter bus

6

5

9

8

11

(15/10/2012)

70-03-M205NL


POSITIE VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

10

SCHEMA 6 - VERBINDINGEN OP DE HYDRAULISCHE VERZAMELLEIDING - ONDERKANT

1 - Naar verzamelleiding afvoer frame 2 - Naar verzamelleiding afvoer frame 3 - Uitlaat van pomp bewegingen 4 - Stuur cilinder links voor 5 - Naar klep draaiing (V2) 6 - Naar verdeler stabilisatoren (P) 7 - Dop (Optional A/C) 8 - Naar elektromagneetklep stuur (P) 9 - Naar klep draaiing (V1) 10 - Bedrijfsrem voor 11 - Naar rem achter 12 - Drukvulling hydrostatische pomp (M3)

12 10

9

70

8

9 11

6

5

5 7

4 2 3

1

70-03-M205NL

(15/10/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 PLAATSEN VAN DE DRUKMEETPUNTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 DRUKCONTROLES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 – ARMBEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – BEWEGINGEN STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – BEWEGING COMPENSATIECILINDER AAN DE KANT VAN DE CILINDERBODEM . . . . 6

70

– VENTILATORMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VULDRUKPOMP OP DE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE (SAUER) . . . . . . . . . . . . . . . . 7 ALGEMENE REGELS OM DE CILINDERS TE DEMONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 – COMPLETE CILINDERSTANG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – ZUIGER EN SLUITRING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 – AFDICHTING VAN DE ZUIGER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 – AFDICHTINGEN VAN DE SLUITRING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 – SCHROEFDRAADAFDICHTING AANBRENGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – HEFCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 – KANTELCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – COMPENSATIECILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 – CILINDER VOOR HELLEN STABILISATOR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – CILINDER BLOKKERING ACHTERAS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 – NIVELLERINGSCILINDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 AFSTELLING VAN DE REM VOOR HET DRAAIEN VAN DE ZWENKKOP . . . . . . . . . . . . . . . . .21 – MRT 1850 / 2150 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 – MRT 2540 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

(25/06/2012)

70-04-M205NL


2

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

ALGEMENE INFORMATIE Om de drukwaarden te controleren moet u een geschikte manometer gebruiken, de olie moet op een temperatuur van ongeveer 60° zijn, de thermische motor moet op zijn maximale toerental draaien voor alle controles behalve voor de controle van de draaiing die bij het minimale toerental moet worden uitgevoerd.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein en draai de zwenkkop over 180°.

70

Specifieke werktuigen: – Manometer (600 bar).

70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

3

70

PLAATSEN VAN DE DRUKMEETPUNTEN

(25/06/2012)

70-04-M205NL


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

70

4

70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

5

DRUKCONTROLES ARMBEWEGINGEN 1

Plaats een manometer op het drukmeetpunt (Ref. 1) van de verdeler en één op de servicepomp (Ref. 2).

Drukcontrole's

2

Waarde

Hydrostatische besturing

275 bar

Stijgen

275 bar

Dalen

275 bar

Uitschuiven

280 bar

Inschuiven

275 bar

Rechts draaien (bij minimaal motortoerental)

90 bar

Links draaien (bij minimaal motortoerental)

90 bar

Optional

275 bar

Compensatie (kant van de cilinderstang)

230 ÷ 280 bar

Kantelen (kant van de cilinderstang)

280 bar

Kantelen (kant van cilinderbodem)

280 bar

70

Danfoss verdeler met 6 elementen

OPTIONAL KANTELEN DRAAIEN UITSCHUIVEN OPHEFFEN OLIEDRUKVERMINDERING

(25/06/2012)

70-04-M205NL


6

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM BEWEGINGEN STABILISATOREN 2

Drukcontrole Stabilisatorencircuit

Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 2) op de servicepomp.

Waarde

Afstelling

220 bar

Ventiel op het elektromagneetventielblok van de stabilisatoren

Voor het afstellen van de druk van het stabilisatorencircuit het ventiel (Ref. 3) gebruiken dat zich op het elektromagneetventielblok van de stabilisatoren bevindt.

70

3

BEWEGING COMPENSATIECILINDER AAN DE KANT VAN DE CILINDERBODEM

4

Voor de controle van de compensatiedruk aan de kant van de cilinderbodem als volgt te werk gaan: - verbind de manometer (Rif. 4) op de getoonde plaats; - de arm helemaal opheffen; - de kantelcilinder helemaal uitschuiven; - de thermische motor op zijn maximale toerental brengen en de daalbeweging van de arm maken. Tijdens de daalbeweging moet de drukwaarde de 300 bar bereiken

70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

7

VENTILATORMOTOR Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 5) op de servicepomp.

5

Drukcontrole Koelventilator

Waarde

Afstelling

70 bar Snelheid koelventilator 2000 RPM.

De afstelling van de snelheid in functie van de druk is automatisch en wordt geregeld door een klep binnenin de motor - ventilator

70 bar Snelheid koelventilator 2100 RPM.

N.B.: Het toerental van de koelventilator moet opgemeten worden met een stroboscoop. De ventilator is van het aanzuigende type. VULDRUKPOMP OP DE HYDROSTATISCHE TRANSMISSIE (SAUER) Pomp P4: Controleren door het drukmeetpunt (Ref. 1). 647039EN - Pomp SAUER H1 45/53

70

1

Drukcontroles

Waarde

Afstelling

34 bar

Op de vuldrukbegrenzer

Parkeerrem Rembekrachtiging Bediening versnelling (langzaam en snel) Achterasblokkering

(25/06/2012)

70-04-M205NL


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

8

ALGEMENE REGELS OM DE CILINDERS TE DEMONTEREN 1

2

COMPLETE CILINDERSTANG DEMONTAGE Plaats de cilinder in een klem voorzien van klembedekkingen, de cilinder met matige kracht vastzetten om hem niet te vervormen. Maak de sluitring (Rif. 1) los met een haaksleutel, als de ring niet makkelijk los gaat, de paragraaf “DEMONTEREN” in het hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen” raadplegen. Draai de sluitring (Ref. 1) helemaal los en trek de complete cilinderstang uit de behuizing van de cilinder. N.B.: VOOR ERG LANGE CILINDERS: Trek de cilinderstang er maximaal 200 mm uit, draai de sluitring (Ref. 1) een halve slag los (handeling die geleidelijk, zonder schokken moet plaatsvinden). Trek de cilinderstang er ongeveer 2500 mm uit, ondersteun de stang (Ref. 3) aan het uiteinde om de belasting op de sluitring te vermijden. Draai de sluitring verder los, als de benodigde kracht te groot is, de stang optillen en laten zakken om de wrijving te verminderen.

3

b

Nooit forceren voor het losdraaien: gevaar voor vastlopen.

CONTROLE

70

5

1

Verwijder het vet en maak de binnenkant van de cilinder schoon. Kijk na of de behuizing van de cilinder geen strepen, bramen, roest of iets dergelijks vertoont. WEER MONTEREN

4

4

6 Nm 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0

M40

M50

70-04-M205NL

M60

M70

M80

M90

M100

M

Smeer met een kwast hydraulische olie op de afdichtingen van de zuiger, monteer de complete cilinderstang weer in de cilinderbehuizing (Ref. 2). Pas op de afdichtingen (Ref. 4) niet te beschadigen over de draadtappen van de cilinderbehuizing, smeer hydraulische olie op de externe afdichtingen van de sluitring. Smeer schroefdraadafdichting Loctite 222 (Zie hoofdstuk "Schroefdraadafdichting aanbrengen") op de sluitring (Ref. 5). Draai de ring vast, blokkeer hem met een haaksleutel en sleutel met regelbare koppel op het in de tabel (Ref. 6) aangegeven aandraaimoment, laat de stang een slag draaien om de afdichtingen te positioneren. N.B.:: Er wordt aangeraden de cilinder hydraulisch uit te proberen voor hem weer op de machine te monteren. Laat de cilinderstang enkele malen heen en weer bewegen.

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

9

ZUIGER EN SLUITRING DEMONTAGE 5

4

3 1

6

2

Zet de cilinderstang in een klem voorzien van klembedekkingen, vastzetten om te voorkomen dat hij gaat draaien. Maak de moer (Ref. 1) los en draai hem helemaal los met een ringsleutel of, maar gelang de versie, de naaldschroef (Ref. 2) verwijderen met behulp van een zeskantsleutel.

Demonteer de zuiger (Ref. 3) door er met de hand aan te trekken of, naar gelang de versie, door de zuiger (Ref. 4) los te draaien met behulp van een haaksleutel.

5

4 6

70

Demonteer de ring (Ref. 5) door hem over de stang te laten lopen.

5 6

CONTROLE 7

(25/06/2012)

Controleer met behulp van een rechtheidsmeter (Ref. 7) de rechtheid van de stang over zijn hele lengte. Controleer of de stang niet afgeschilferd, geroest of gegroefd is.

70-04-M205NL


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

10

WEER MONTEREN Monteer de ring (Ref. 5) weer op de stang (Ref. 6), monteer de zuiger (Ref. 3) weer op de stang. 5 6

8 Nm 1400 1200 1000 800 600 400 200 0

M20

M30

M40

M50

M60

M

M70

1

70

1

Schroef de moer (Ref. 1) weer vast met een ringsleutel en een sleutel met regelbare koppel op het aandraaimoment dat in de tabel (Ref. 8) wordt weergegeven of, naar gelang de versie, de zuiger (Ref. 3) weer vastdraaien met een haaksleutel (zie aandraaimoment (Ref. 8)) en blokkeren met een naaldschroef (Ref. 2). N.B.: De naaldschroef moet gemonteerd worden met loctite 243, zie hoofdstuk "Schroefdraadafdichting aanbrengen". Aandraaimoment van de schroef = 20 Nm. Met een slag met een beitel het metaal op de schroef tevoorschijn halen.

AFDICHTING VAN DE ZUIGER N.B.: Gebruik in geen geval scherp gereedschap (schroevendraaiers, messen, enz) voor het monteren en demonteren van de afdichtingen. Er wordt aangeraden op schone werkbanken te werken, zonder spaanders.

4

DEMONTAGE Verwijder de afdichtingen (Ref. 1-2-3) van de zuiger (Ref. 4 of 5). Let op: beschadig de hoeken en de gleuven niet.

2

CONTROLE 3

Verwijder het vet en maak de zuiger schoon. Controleer of de gleuven en de oppervlakken glad zijn zonder strepen. De gleuven mogen geen vreemde voorwerpen bevatten. 5

2

70-04-M205NL

WEER MONTEREN Plaats de afdichtingen volgens de montage op de zuiger (Ref. 4 of 5). Voor de montage van de externe afdichtingen (Ref. 1 en 3) ze zo ver als nodig is openen, zodat u ze in de gleuven kunt aanbrengen zonder ze te beschadigen. De interne afdichting (Ref. 2) moet met de hand worden aangebracht. (25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

1

2

11

AFDICHTINGEN VAN DE SLUITRING

3

N.B.: Gebruik in geen geval scherp gereedschap (schroevendraaiers, messen, enz) voor het monteren en demonteren van de afdichtingen. Er wordt aangeraden op schone werkbanken te werken, zonder spaanders. 4 5

DEMONTAGE Verwijder de afdichtingen van de sluitring. Let op: beschadig de hoeken en de gleuven niet. CONTROLE

5

6

Verwijder het vet en maak de sluitring schoon. Controleer of de gleuven en de oppervlakken glad zijn zonder strepen. De gleuven mogen geen vreemde voorwerpen bevatten. Steek de ring op de cilinderstang door hem over zijn hele lengte te schuiven. De speling mag niet te groot zijn, maar de ring moet ook niet strak blokkeren.

7

5

6

(25/06/2012)

Plaats de afdichtingen volgens de montage (Ref. 1-2-3-4-5). De lippen van de afdichting moeten naar de drukzijde gericht zijn. Voor de montage van de afdichting van de stang (Ref. 5), hem in de gleuf steken terwijl u hem met de duim of een punt (Ref. 6) zonder scherpe hoeken vasthoudt. Druk de afdichting in de gleuf met de andere hand of met een gladde drevel (Ref. 7). Als de weerstand van de afdichting te groot is, kunt u deze verminderen door hem in hydraulische olie bij een temperatuur van 50°C te leggen. Plaats de olieschraper (Ref. 4) met behulp van een buffer en een hamer. Monteer met de hand de O-ringen (Ref. 2 en 3) en de afdichting tegen extrusie (Ref. 1).

70-04-M205NL

70

WEER MONTEREN


12

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM SCHROEFDRAADAFDICHTING AANBRENGEN KENMERKEN Lichte schroefdraadafdichting Loctite 222 Aanbrengen op het schroefdraad van de sluitring. Zonder Activator Bewerkingstijd 10 - 30 min. Tijd voor inbedrijfstelling 3 - 6 uur (Cilinder onder druk) Met Activator N Loctite Bewerkingstijd 10 - 20 min. Tijd voor inbedrijfstelling 2 - 4 uur (Cilinder onder druk) Snijweerstand 1,5 - 4 N/mm2

70

Gemiddelde schroefdraadafdichting Loctite 243 Toepassing op M8 schroeven voor blokkeren van zuigers. Zonder Activator Bewerkingstijd 10 - 20 min. Tijd voor inbedrijfstelling 3 - 6 uur (Cilinder onder druk) Met Activator N Loctite Bewerkingstijd 5 - 15 min. Tijd voor inbedrijfstelling 2 - 4 uur (Cilinder onder druk) Snijweerstand 5 - 7,5 N/mm2 DEMONTAGE Als de componenten die met schroefdraadafdichting gemonteerd zijn niet met standaard gereedschap los gaan, wordt er aangeraden het vastgeplakte deel te verhitten op een temperatuur van T = 250°C bij voorkeur met behulp van een warmeluchtpistool in plaats van een brander. N.B.: Als de temperatuur in de buurt van de 0°C is, wordt er aangeraden bij de montage een Loctite activator te gebruiken om de polymerisatietijd te beperken.

70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

13

HEFCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

10

4

11

6

9 7 9 8

5

3 14 15

14 16 12 13 1

2

70

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + cilinderkop (Ref. 1 en 3) + zuiger (Ref. 4). Demonteer de inbusschroef (Ref. 5) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 4) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 4) van de cilinder, de afstandbus (Ref. 6) en de cilinderkop (Ref. 1 en 3) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 7 en 8) en de geleideringen (Ref. 9) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12-13), de geleideringen (Ref. 14) en de afdichtingen (Ref. 15 en 16) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. (25/06/2012)

70-04-M205NL


14

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM KANTELCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

7 5 3 10 8

6

9 1 11

4

12 11 13

70

2

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12-13) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

15

COMPENSATIECILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

7 5 7 3

10

6 8 9 1

4 11 12 11 13

2

70

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12 en 13) van de cilinderkop. Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie.

(25/06/2012)

70-04-M205NL


16

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM UITSCHUIFCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

12 1 8 13

9

10

14

11

13 15

2

4

5

7 6

5

7

70

3

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtring (Ref. 8) en trek de afstandbus (Ref. 9) eraf. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12), de geleideringen (Ref. 13) en de afdichtingen (Ref. 14 en 15) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

17

TELESCOPISCHE CILINDER STABILISATOR Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

7 9

5 8

7 12

3

10 11

6

1 13 15 13

4

14

2

70

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtring (Ref. 8) en trek de afstandbus (Ref. 9) eraf. Demonteer de afdichtingen (Ref. 10-11-12), de geleideringen (Ref. 13) en de afdichtingen (Ref. 14 en 15) van de cilinderkop. Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. (25/06/2012)

70-04-M205NL


18

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM CILINDER VOOR HELLEN STABILISATOR Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

10

9

3

8

4

1 7

11

5

2 13 7

6

11

70

12

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Schroef de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel. Verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichtingen (Ref. 5 en 6) en de geleideringen (Ref. 7) van de zuiger. Demonteer de afdichtingen (Ref. 8-9-10), de geleideringen (Ref. 11) en de afdichtingen (Ref. 12 en 13) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. 70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

19

CILINDER BLOKKERING ACHTERAS

5

5

4 1 3 7 5

2

70

DEMONTAGE Trek de stang (Ref. 1) uit de cilindermantel. Demonteer de afdichting (Ref. 2), de afdichtingen tegen extrusie (Ref. 3 en 4) en de geleideringen (Ref. 5) van de cilinder (Ref. 7). Vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie.

(25/06/2012)

70-04-M205NL


20

CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM NIVELLERINGSCILINDER Benodigd gereedschap: - 1 haaksleutel (voor ringen) - 1 stiftsleutel van 4mm

3 4

5 6 2 4

12 10 11 10 1 9 7

70

8

DEMONTAGE Draai de cilinderkop (Ref. 1) los met behulp van de haaksleutel na de gefelsde rand van de cilindermantel bewerkt te hebben, vast in de cilinderkop. Trek uit de cilindermantel het geheel stang (Ref. 2) + zuiger (Ref. 3). Demonteer de inbusschroef (Ref. 4) (stiftsleutel van 4 mm) van de zuiger. Let op: schroef geblokkeerd met loctite (zie hoofdstuk “Schroefdraadafdichting aanbrengen”). Draai de zuiger (Ref. 3) van de cilinder los met behulp van een haaksleutel, verwijder de zuiger (Ref. 3) van de cilinder en de cilinderkop (Ref. 1) van de stang. Demonteer de afdichting (Ref. 5) en de waterdichte afdichting (Ref. 6) van de zuiger, demonteer de afdichtingen (Ref. 7-8-9), de geleideringen (Ref. 10) en de afdichtingen (Ref. 11 en 12) van de cilinderkop. Controleer de staat van de klep, van de klepzitting en van de veer, vervang indien nodig de afdichtingen en de onderdelen. Let op de montagevolgorde. WEER MONTEREN Handeling omgekeerd aan die van de demontage. N.B.: Vergeet niet dat de buitenrand van de cilindermantel weer in één van de klemplaatsen op de cilinderkop gefelsd moet worden De inbusschroef moet met loctite schroefdraadafdichting gemonteerd worden. Smeer de afdichtingen in met hydraulische olie. Op het moment van montage van het geheel waterdichte afdichtingen (Ref. 6) "De sneden van de afdichtingen tegen extrusie niet overeen laten komen" (Over een derde van de omtrek verschuiven). 70-04-M205NL

(25/06/2012)


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

21

AFSTELLING VAN DE REM VOOR HET DRAAIEN VAN DE ZWENKKOP MRT 1850 / 2150 Draai de kraan van de klep (in de richting van de klok) tot de klep sluit (Foto 01). Draai dan de kraan voor een correcte afstelling 2 omwentelingen (tegen de richting van de klok in) en draai de nok vast (Foto 02). MRT 2540 Draai de kraan van de klep (in de richting van de klok) tot de klep sluit (Foto 01). Draai dan de kraan voor een correcte afstelling 1 en ¾ omwenteling (tegen de richting van de klok in) en draai de nok vast (Foto 02). FOTO 02

70

FOTO 01

(25/06/2012)

70-04-M205NL


CONTROLE EN AFSTELLING VAN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM

70

22

70-04-M205NL

(25/06/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK. . . . . . . .3 VERWIJDERING VERDELER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 VERWIJDERING VAN DE CILINDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 – VERWIJDERING CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 – VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN . . 9

– VERWIJDERING VAN DE COMPENSATIECILINDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 – VERWIJDERING VAN DE KANTELCILINDER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – VERWIJDERING VAN DE CILINDER VOOR HET UITSCHUIVEN VAN DE ARM . . . . . . . . 16

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

– VERWIJDERING VAN DE HEFCILINDER VAN DE ARM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

70

2

ALGEMENE INFORMATIE Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

b

Loos de druk uit het hydraulische circuit voor de slangen los te maken. Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit terecht komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Krik 70-06-M205NL

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

3

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK 1

Zorg voor bakken met geschikte afmetingen voor de hoeveelheid op te vangen olie en plaats ze onder de aftapdop (Ref. 1). Verwijder de dop (Ref. 1) en laat de olie weglopen;

70

Om het legen van de tank sneller te laten verlopen de vuldop (Ref. 2) van de tank verwijderen.

2

Demonteer het deksel (Ref. 3), demonteer de drie treden (Ref. 4) van het trapje, demonteer het voorste carter (Ref. 5). 3

4

4 5 4

(11/09/2012)

70-06-M205NL


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

4

10

11

8 7 9

6

12

Maak de aanzuig- en retourleidingen (Ref. 6) van de brandstof die op de brandstofmeter gemonteerd zijn los, maak de elektrische aansluiting (Ref. 7) van de brandstofmeter los. Draai het filter van de olieontluchting (Ref. 8) los en schroef een oog vast om de tank aan een loopkraan of een hefmiddel te bevestigen. Maak de elektrische stopcontacten (Ref. 9) en de steun (Ref. 10) op de tank los en schroef het bandje (Ref. 11) waarmee de elektrische kabels vastzitten los van het frame.

Draai de olieretourleiding (Ref. 12) die op het afvoerfilter (Ref. 13) gemonteerd is los, demonteer de relaisdoos door de schroeven (Ref. 14) los te draaien.

13

14 14

70

Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 15) van de verzamelleiding aan het frame los, demonteer de vacuümmeter (Ref. 16).

15

16

24

25

23

21

17 18 22

19 20

70-06-M205NL

Maak de aanzuigslangen van de hydraulische olie (Ref. 17, 18, 19, 20) die op de tank gemonteerd zijn los. N.B.: De slang (Ref. 20) is alleen op de versies met airconditioning aanwezig. Maak de hydraulische aanzuigslangen (Ref. 21) op het transmissieoliefilter (Ref. 22) los. Maak de hydraulische retourslang (Ref. 23) van de olie uit de radiateur los, maak de hydraulische slang voor de afvoer uit de rotatiemotor (Ref. 24) en de hydraulische retourslang (Ref. 25) van de olie uit de hydrostatische pomp los. (11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

5

Draai de schroeven (Ref. 26) op de voorzijde van de tank los.

26

26

Draai de schroeven (Ref. 27) op de achterzijde van de tank los.

27

Draai de schroef (Ref. 28) op de binnenkant van de tank aan het frame los. Verwijder de tank van de machine.

28

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

27


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

6

VERWIJDERING VERDELER 3 1

Maak alle elektrische aansluitingen (Ref. 1) en hydraulische slangen (Ref. 2) van de verdeler (Ref. 3) los.

2

70

Maak de slang (Ref. 4) van de tank (Ref. 5) los.

5

4

3 5 7

Verwijder de tank (Ref. 5) van de steunbeugel van de zwenkkop. Veranker de verdeler (Ref. 3) aan een loopkraan, draai de schroeven (Ref. 6) en de ringen (Ref. 7) waarmee hij aan de zwenkkop bevestigd is los en verwijder hem van de machine.

6

70-06-M205NL

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

7

VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VERWIJDERING CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN 1

2

Als u de arm niet uit kunt schuiven, de borgschroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4) losdraaien, de pen (Ref. 5) eruit trekken en de poot (Ref. 6) verwijderen.

3

4 5

6

Draai de schroeven (Ref. 7) en de ringen (Ref. 8) los en demonteer de beschermplaat van de klep (Ref. 9).

8 9 7

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

Laat de stabilisatoren zover zakken tot er aan de pennen (Ref. 1) gewerkt kan worden. Schuif de stabilisatorarm met de bedieningselementen zover uit dat u aan de pennen (Ref. 2) kunt werken.


8

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Indien nodig, de schroeven (Ref. 10) losdraaien, de klep (Ref. 11) demonteren op de cilinderbodem en de twee hydraulische toevoerslangen (Ref. 12) losmaken.

12 12

10 11

Draai de borgschroef (Ref. 13) en de moer (Ref. 14) los en trek de pen (Ref. 15) eruit. 13

14

70

15

Draai de borgschroef (Ref. 16) en de moer (Ref. 17) los en trek de pen (Ref. 18) eruit.

16 18

17

19 20

70-06-M205NL

Trek de cilinder voor het uitschuiven van de stabilisatoren (Ref. 19) er vanaf de kant van de cilinderbodem (Ref. 20) uit.

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

9

VERWIJDERING VAN DE CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN

2

4

5 7 6

8

Veranker de cilinder aan een loopkraan of hefmiddel met een speciale riem. Draai de borgschroef (Ref. 5) en de moer (Ref. 6) los en trek de pen (Ref. 7) eruit.

Maak alle hydraulische slangen (Ref. 8) los van de blokkeringsklep van de cilinders.

8

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

Voor de cilinder voor het hellen links voor of rechts achter te demonteren moet het spatbord verwijderd worden om beschadiging te voorkomen. Haak de arm van de stabilisator aan de kant van de poot aan een loopkraan of een hefmiddel, draai de borgschroef (Ref. 1) en de moer (Ref. 2) los en trek de pen (Ref. 3) eruit. Leg de arm van de stabilisator aan de kant van de poot (Ref. 4) op de grond.

1 3


10

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Verwijder de cilinder (Ref. 9) van zijn plaats.

70

9

70-06-M205NL

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

11

VERWIJDERING VAN DE HEFCILINDER VAN DE ARM Laat de arm met het bedieningselement stijgen tot boven de omtrek van de cabine (Ref. 1), zodat u makkelijk bij de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder kunt komen aan beide kanten.

Bevestig de arm aan een loopkraan of een hefmiddel door middel van de speciale ogen (Ref. 2) die zich aan de bovenkant van de arm bevinden. 2

2

Veranker de hefcilinder aan een steun.

Draai de borgschroef (Ref. 3) los en trek de scharnierpen aan de kant cilinderstang-arm van de hefcilinder eruit (Ref. 4). 3

4

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

1


12

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN Leg de hefcilinder op de zwenkkop op een houten balk (Ref. 5) en trek de cilinderstang weer in met behulp van het bedieningselement in de cabine.

5

Maak de hydraulische slangen (Ref. 6) los van de blokkeringsklep van de cilinder. 6

6

70

Draai de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8) los en verwijder de pen (Ref. 9) ter blokkering van de hefcilinder door de opening in de zwenkkop. 7

9

8

Verwijder de hefcilinder (Ref. 10) met behulp van kabels en een loopkraan van de machine. 10

70-06-M205NL

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

13

VERWIJDERING VAN DE COMPENSATIECILINDER

1

3

7

Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 4 en 5) los en trek de onderste scharnierpen (Ref. 6) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.

4

6

5

(11/09/2012)

Verwijder de compensatiecilinder (Ref. 7) met behulp van de loopkraan van de machine.

70-06-M205NL

70

2

Hef de arm zover op als nodig is om bij de bovenste blokkeerpen (Ref. 1) van de compensatiecilinder te kunnen komen. Veranker de compensatiecilinder aan de loopkraan. Draai de schroef en de borgmoer (Ref. 2 en 3) los en trek de scharnierpen (Ref. 1) van de compensatiecilinder er eventueel met behulp van een uittrekwerktuig uit.


14

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

VERWIJDERING VAN DE KANTELCILINDER Draai de ring (Ref. 1) los die de pen (Ref. 2) blokkeert.

2

1

70

4

Veranker de snelkoppeling (Ref. 3) aan een loopkraan. Trek de pen (Ref. 2) uit de snelkoppeling (Ref. 3) en uit de kantelcilinder (Ref. 4).

3 2

Maak de hydraulische slangen (Ref. 5) los van de blokkeringsklep van de cilinder. 5

5

70-06-M205NL

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

15

Veranker de cilinder aan een geschikte krik.

Draai de schroef (Ref. 6) en de moer (Ref. 7) los en trek de pen (Ref. 8) eruit om de kantelcilinder (Ref. 4) los te maken.

7 8

6

Verwijder de kantelcilinder (Ref. 4) met behulp van kabels, een loopkraan en een krik uit het uiteinde van de arm. 4

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

4


16

VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

VERWIJDERING VAN DE CILINDER VOOR HET UITSCHUIVEN VAN DE ARM 1

2

70

2

Met ongeveer 25÷30 cm uitgeschoven arm, de borgmoeren en de moeren op de trekstangen voor de kettingen voor het uitschuiven van de armen (Ref. 1 en 2) losdraaien tot tegen de splitpennen.

De borgmoeren en de moeren (Ref. 3) van de trekelementen van de kettingen voor het intrekken van het 2de uitschuifstuk van de arm losdraaien tot tegen de splitpennen.

3 3

4

70-06-M205NL

De borgmoeren en de moer (Ref. 4) op het trekelement van de ketting voor het intrekken van het 3de uitschuifstuk van de arm losdraaien tot tegen de splitpennen.

(11/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

17

Verwijder de schroeven (Ref. 5) ter blokkering van de scharnierpennen van de uitschuifcilinder aan het 1ste uitschuifstuk van de arm.

5 5

Trek de scharnierpennen (Ref. 6) van de uitschuifcilindercilinder aan het eerste uitschuifstuk van de arm eruit met behulp van een uittrekwerktuig. 6

Verwijder de seegerringen (Ref. 7) en trek de scharnierpen (Ref. 8) tussen de uitschuifcilinder en de buitenarm eruit.

8

Verwijder de uitschuifcilinder (Ref. 9) uit de arm met behulp van een loopkraan of een hefmiddel.

9

(11/09/2012)

70-06-M205NL

70

7


VERWIJDERING VAN DE HYDRAULISCHE ONDERDELEN

70

18

70-06-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 CILINDERS WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – UITSCHUIFCILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – DE KANTELCILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – COMPENSATIECILINDER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – HEFCILINDER VAN DE ARM WEER MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 – CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 VERDELER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK WEER MONTEREN . . . . . . . . . .16

(11/09/2012)

70-07-M205NL

70

– CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

70

2

ALGEMENE INFORMATIE Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Zet de machine op een horizontaal terrein en zet de thermische motor uit. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Krik

70-07-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

3

CILINDERS WEER MONTEREN UITSCHUIFCILINDER WEER MONTEREN Maak de bussen van de uitschuifcilinder van de arm schoon. Controleer of de rollen (Ref. 1) en de slede (Ref. 2) goed op de cilinder gemonteerd zijn.

2

1

70

3

Controleer of het klepblok (Ref. 3) goed op de uitschuifcilinder gemonteerd is.

Monteer op de uitschuifcilinder aan de kant van de cilinderstang, twee excentrische bussen (Ref. 4) (aan elke kant één), met hun montagegaten (Ref. 5) naar buiten gericht. 4 5

(11/09/2012)

70-07-M205NL


4

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Steek de uitschuifcilinder (Ref. 6) met behulp van een loopkraan of een hefmiddel in de arm met het kleppenblok (Ref. 3) naar beneden gericht.

6

3

Centreer de gaten van de bussen op het 1ste uitschuifstuk van de arm met de gaten voor de pennen op de mantel van de uitschuifcilinder.

70

Plaats de twee scharnierpennen (Ref. 7) tussen de uitschuifcilinder en het 1ste uitschuifstuk van de arm, houd daarbij de twee gaten op de pen (Ref. 8) loodrecht.

8

7

8

9 10

70-07-M205NL

9 10

Bevestig de pennen (Ref. 7) met de schroeven (Ref. 9) aan de cilinder. Steek de schroeven er van onder naar boven in en blokkeer ze met de moeren (Ref. 10).

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

5

Centreer de gaten op het 1ste uitschuifstuk van de arm met de gaten voor de pennen op de mantel van de uitschuifcilinder.

Draai twee nokken (Ref. 11) op de stang van de cilinder vast om de excentrische bussen te blokkeren. Plaats de scharnierpen (Ref. 12) tussen de uitschuifcilinder en de buitenarm en bevestig hem met de seegerringen (Ref. 13), aan beide kanten één.

11 12

70

11

N.B.: Indien nodig de uitschuifcilinder met behulp van een loopkraan of een hefmiddel optillen om het scharniergat met de buitenarm te centreren. Smeer de pen van de uitschuifcilinder in met vet (zie tabel “Smeermiddelen” in de handleiding voor Gebruik en Onderhoud).

13

(11/09/2012)

70-07-M205NL


6

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

DE KANTELCILINDER WEER MONTEREN 1

Til de kantelcilinder (Ref. 1) met behulp van kabels en een loopkraan op en plaats hem op een krik.

70

Plaats de kant van de cilinderbodem van de kantelcilinder (Ref. 1) op het uiteinde van de arm, in overeenstemming met het gat van de pen.

1

4 2

Steek de scharnierpen (Ref. 2) van de kantelcilinder in het gat van het 3de uitschuifstuk van de arm. Draai de schroef (Ref. 3) en de borgmoer (Ref. 4) vast.

3

1

70-07-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

7

Verbind de hydraulische slangen (Ref. 5) weer op de klep van de cilinder, volgens de poorten op de klep. 5

5

1

Plaats de pen (Ref. 6) voor het scharnieren van de stang van de kantelcilinder (Ref. 1) aan de snelkoppeling (Ref. 7).

7 6

70

Blokkeer de pen (Ref. 6) met de ring (Ref. 8).

6

8

(11/09/2012)

70-07-M205NL


8

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

COMPENSATIECILINDER WEER MONTEREN Plaats de compensatiecilinder (Ref. 1) met behulp van de loopkraan weer op de zwenkkop.

3

2

4

70

Trek de cilinder naar boven totdat de stang tegenover het speciale gat in de arm staat, steek de pen (Ref. 5) erin en blokkeer hem met de schroef (Ref. 6) en de moer (Ref. 7).

6

5

Steek de scharnierpen (Ref. 2) voor de cilinderbodem in het speciale gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4).

7

1

70-07-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

9

HEFCILINDER VAN DE ARM WEER MONTEREN Plaats met behulp van kabels en loopkraan de hefcilinder (Ref. 1) weer op de machine.

Steek de pen (Ref. 2) ter blokkering van de hefcilinder in het speciale gat van de zwenkkop en draai de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4) vast. 3

2

4

Verbind de hydraulische slangen (Ref. 5) weer op de blokkeringsklep van de cilinder. 5

5

(11/09/2012)

70-07-M205NL

70

1


10

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Trek de hefcilinder (Ref. 1) omhoog van de zwenkkop (Ref. 6) totdat de bevestiging van de stang in zijn plaats op de arm kan steken.

1

6

Steek de scharnierpen (Ref. 7) van de hefcilinder aan de kant stang-arm erin en draai de schroef (Ref. 8) vast. 8

7

70

Verwijder de loopkraan of het hefmiddel van de ogen (Ref. 8) aan de bovenkant van de arm zelf.

9

70-07-M205NL

9

Verwijder de steun van de hefcilinder.

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

11

CILINDERS VOOR HET STIJGEN EN DALEN VAN DE STABILISATOREN WEER MONTEREN

1

3 2 4

Steek de pen (Ref. 2) in het gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 3) en de moer (Ref. 4). Monteer alle hydraulische slangen weer op de klep van de cilinder voor het hellen van de stabilisatoren.

Plaats de stabilisatorarm aan de kant van de poot (Ref. 5) weer met behulp van een loopkraan of een hefmiddel, steek de pen (Ref. 6) erin en blokkeer hem met de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8). Nu kunnen de spatborden weer gemonteerd worden bij de cilinders voor het hellen links voor en rachts achter.

7 6 8

5

(11/09/2012)

70-07-M205NL

70

Plaats de cilinder (Ref. 1) met behulp van een loopkraan of een hefmiddel met een speciale band weer op de stabilisatorarmen.


12

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Verbind de hydraulische slangen (Ref. 9) weer op de blokkeringsklep van de cilinder. 9

70

9

70-07-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

13

CILINDERS UITSCHUIVING STABILISATOREN WEER MONTEREN 1

Plaats de cilinder voor het uitschuiven van de stabilisatoren (Ref. 1) weer door hem vanaf de kant van de cilinderbodem weer in de poot (Ref. 2) te steken.

Steek de pen (Ref. 3) in het speciale gat en blokkeer hem met de schroef (Ref. 4) en de moer (Ref. 5).

4 3

5

Steek de pen (Ref. 6) erin blokkeer hem met de schroef (Ref. 7) en de moer (Ref. 8).

7

8 6

(11/09/2012)

70-07-M205NL

70

2


14

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Monteer de klep (Ref. 9) weer, als deze tevoren gedemonteerd was, op de bodem van de cilinder met de schroeven (Ref. 10) en verbind de twee hydraulische toevoerslangen (Ref. 11) weer op de juiste toevoeropeningen (Ref. 9).

11 11

10 9

Monteer de plaat (Ref. 12) ter bescherming van de klep weer met de schroeven (Ref. 13) en de ringen (Ref. 14).

14 12 13

70

Monteer de poot (Ref. 15) weer, als hij tevoren gedemonteerd was, door de pen (Ref. 16) erin te steken en draai dan de schroef (Ref. 17) en de moer (Ref. 18) vast.

17

18 16

70-07-M205NL

15

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

15

VERDELER WEER MONTEREN 1 4 2

Met behulp van de loopkraan de verdeler (Ref. 1) weer op de machine plaatsen. Bevestig hem aan het frame met de schroeven en ringen (Ref. 2 en 3). Monteer de tank (Ref. 4) weer op de steunbeugel van de zwenkkop.

Verbind alle elektrische aansluitingen (Ref. 5) en alle hydraulische slangen (Ref. 6) weer op de verdeler (Ref. 1).

1

70

3

5

6

Verbind de slang (Ref. 7) weer op de tank (Ref. 4).

4

7

(11/09/2012)

70-07-M205NL


16

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN

DE HYDRAULISCHE OLIETANK EN DE BRANDSTOFTANK WEER MONTEREN Plaats de tank weer op de machine met behulp van een loopkraan, draai de schroef (Ref. 1) aan de binnenkant van de tank weer vast aan het frame. 1

70

Draai de schroeven (Ref. 2) op de achterzijde van de tank vast.

2

2

Draai de schroeven (Ref. 3) op de voorzijde van de tank vast.

3

3

70-07-M205NL

(11/09/2012)


HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Verbind de hydraulische retourslang (Ref. 4) van de olie uit de hydrostatische pomp, de hydraulische slang voor de afvoer uit de rotatiemotor (Ref. 5) en de hydraulische retourslang (Ref. 6) van de olie uit de radiateur weer. Verbind de hydraulische aanzuigslang (Ref. 7) op het transmissieoliefilter (Ref. 8) weer. Verbind de aanzuigslangen van de hydraulische olie (Ref. 9, 10, 11, 12) die op de tank gemonteerd zijn weer. N.B.: de slang (Ref. 12) is alleen op de versies met airconditioning aanwezig.

5

4

6

7

9 10 8

11

17

12

Draai de bevestigingsschroeven (Ref. 13) van de verzamelleiding aan het frame vast, monteer de vacuümmeter (Ref. 14) weer.

13

17

16

Monteer de relaisdoos weer door de schroeven (Ref. 15) vast te draaien, draai de olieretourleiding (Ref. 16) weer vast op het afvoerfilter (Ref. 17).

15 15

22

23

20 19 21

18

(11/09/2012)

Verbind de aanzuig- en retourleidingen (Ref. 18) van de brandstof die op de brandstofmeter gemonteerd zijn weer, verbind de elektrische aansluiting (Ref. 19) van de brandstofmeter. Draai het filter van de olieontluchting (Ref. 20) vast en verwijder de loopkraan of het hefmiddel die u gebruikt heeft om de tank te verwijderen. Verbind de elektrische stopcontacten (Ref. 21) en de steun (Ref. 22) op de tank weer en schroef het bandje (Ref. 23) vvast waarmee de elektrische kabels op het frame bevestigd zijn. 70-07-M205NL

70

14


18

HYDRAULISCHE ONDERDELEN WEER MONTEREN Monteer het voorste carter (Ref. 24) weer, monteer de drie treden (Ref. 25) weer. Monteer het deksel (Ref. 26) weer.

26

25

25 24 25

Monteer de aftapdop (Ref. 27) weer.

27

70

Vul de tank met 210 liter hydraulische olie.

70-07-M205NL

(11/09/2012)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE

pag. BASISKOFFER MANOMETERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 KOFFER DIGITALE MANOMETER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3

70

– FUNCTIES :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

(25/06/2012)

70-09-M205NL


2

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE

BASISKOFFER MANOMETERS

De koffer bevat alle nodige componenten om de druk in alle Manitou producten op te meten.

2

3

3

4

5

5

6

70

1

8

7

Basiskoffer Manometers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .549671 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

70-09-M205NL

1 Manometer 1/9 bar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549882 1 Manometer 0/40 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549883 2 Manometers 0/60 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . 549884 1 Manometer 0/400 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549885 2 Manometers 0/600 bar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549886 4 Standaard slangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549887 2 Slangen voor Maniscopic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . 549888 7 Manometeraansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 549889

(25/06/2012)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE

3

KOFFER DIGITALE MANOMETER FUNCTIES:

Functie Manometer : het display biedt de volgende opties:

Hold Functie : de gebruiker kan de weergave op ieder willekeurig moment in pauze zetten o aantekeningen te kunnen maken.

Unit Functie : de gebruiker kan op ieder willekeurig moment de maateenheid wijzigen (bar, PSI, kPa, mCe).

Tara Functie : voor de offset nul.

Lekkentest functie : om het drukverschil in een bepaalde tijd te meten.

Opslaan Functie : er kunnen tot een maximum van 16000 waarden opgeslagen worden. De bemonsteringstijd kan ingesteld worden.

Nul Functie : de nul op de twee sensoren.

Koffer met digitale manometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .662187 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4.

(25/06/2012)

1 Digitale manometer Mano dP HP 700 bar 1 Meetslang DN2 1215/1620, L = 1,5m, 630 bar 2 Meetslangen DN2 1620/1620, L = 1,5m, 630 bar 2 Aanpasstukken voor Manometer 1620

70-09-M205NL

70

- Temperatuur inlaatdruk op +/- 2°C - Inlaatdruk P1 minimum en maximum (700 bar in klasse 0.1) - Uitlaatdruk P2 minimum en maximum (700 bar in klasse 0.1) - Drukverschil dP=P1-P


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE

70

4

70-09-M205NL

(25/06/2012)


ELEKTRICITEIT

- ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES - ELEKTRISCHE SCHEMA’S - POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN - ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

80

- SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE



ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

pag. SOFTWARE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 SOFTWAREVERSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 WERKINGSLOGICA VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 MACHINE MET VORKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 – MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 – MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BIJ OMKANTELEN . . . . . 5 MACHINE OP STABILISATOREN MET PLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 MACHINE MET VAST PLATFORM / ORH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 – MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN. . . 9

– MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 MACHINE MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 – MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN . . . . . . . . . . . . . . . 14 – MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 – MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN. . . . . . . 17 – MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 MACHINE MET AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 – MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN. . . . 22 – MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 BEDRADING STEKKERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25

(05/02/2013)

80-01-M205NL

80

– MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN . . . . . . . . . . . 11


2

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

SOFTWARE SOFTWAREVERSIE

80

De softwareversie die op de kaart MC2M van de machine geïnstalleerd is, is zichtbaar op het display in de cabine als u de sleutel in de contactstand zet.

MNT_XXX_YYY

De eerste 7 getoonde alfanumerieke lettertekens (MNT_XXX) geven het type machine aan, terwijl de resterende 4 het nummer van de softwareversie aangeven. Nadere details over de softwareversies die op de elektronische inrichtingen van de machine geïnstalleerd zijn, treft u aan op de geavanceerde diagnosepagina, te bereiken door middel van de toets F. Om ze te tonen, de toets F5 op het display indrukken en vervolgens de toets F10.

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

3

Het softwareprogramma dat in de regeleenheid MC2M is ingevoerd beperkt de bewegingen van de machine naar gelang van: – het gemonteerde accessoire; – de staat van de machine (op banden of stabilisatoren) – de stand van de arm; – de stand van de cabine; – het type besturing (vanuit de cabine of vanaf de afstandsbediening). Als volgt worden de werkingslogica's weergegeven die in de software van de machine geïmplementeerd zijn.

(05/02/2013)

80-01-M205NL

80

WERKINGSLOGICA VAN DE MACHINE


4

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

MACHINE MET VORKEN MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ZWENKKOP BINNEN +/-15°

ZWENKKOP BUITEN +/-15°

ARM BINNEN 55°

ARM BUITEN 55°

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

NIVELLERING

AANTEKENINGEN

WERKT MET ARM FRONTAAL < 3M

BLOKKERING VAN DE AS

GEBLOKKEERD (LAMPJE KNIPPERT MET GEDRAAIDE ZWENKKOP OF ARM > 55°

LET OP: het model MRT 2540 beperkt de rotatie als de arm > 55°, rotatie alleen toegestaan binnen +/- 5°. LET OP: de stabilisatoren kunnen alleen opgeheven worden als de zwenkkop binnen de +/-5° geplaatst is, de arm is ingeschoven en binnen de 55° blijft.

80

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ZWENKKOP BINNEN +/-15°

ZWENKKOP BUITEN +/-15°

ARM BINNEN 55°

ARM BUITEN 55°

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

AANTEKENINGEN

LET OP: de sleutel voor de uitsluiting van het platform heeft geen enkele invloed op de bovenvermelde werking LET OP: de nivellering wordt nooit door de sleutel herwonnen. 80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

5

MACHINE MET VORKEN OP BANDEN OF STABILISATOREN BIJ OMKANTELEN

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ZWENKKOP BINNEN +/-15°

ZWENKKOP BUITEN +/-15°

ARM BINNEN 55°

ARM BUITEN 55°

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

AANTEKENINGEN

STABILISATOREN OMHOOG

Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/-5° de positie afleest

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 NIVELLERING

WERKT ALLEEN MET HOEK VAN DE ARM < 20° OOK UITGESCHOVEN

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ZWENKKOP BUITEN +/-15°

ARM BINNEN 55°

ARM BUITEN 55°

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

NIVELLERING

AANTEKENINGEN

80

ZWENKKOP BINNEN +/-15°

WERKT ALLEEN MET HOEK VAN DE ARM < 20° OOK UITGESCHOVEN

LET OP: de sleutel voor de uitsluiting van het platform heeft geen enkele invloed op de bovenvermelde werking

(05/02/2013)

80-01-M205NL


6

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

MACHINE OP STABILISATOREN MET PLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

AANTEKENINGEN

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE

ZWENKKOP DRAAIEN

ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

AANTEKENINGEN Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN

80

ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OVERBELASTING VAN HET PLATFORM ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

AANTEKENINGEN

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig. 80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

7

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE EN OVERBELASTING VAN HET PLATFORM ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

AANTEKENINGEN

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD MET HEKJE VAN HET PLATFORM OPEN ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

AANTEKENINGEN

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF HET KNOPPENBORD BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE EN HEKJE VAN HET PLATFORM OPEN ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

ARM INGESCHOVEN

ARM UITGESCHOVEN

AANTEKENINGEN

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

(05/02/2013)

80-01-M205NL

80

OPTION 2


8

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

MACHINE MET VAST PLATFORM / ORH MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG

Als de machine gestabiliseerd is werken alle bewegingen met snelheidsbeperking

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

80

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

80-01-M205NL

Met de sleutel voor de uitsluiting van het platform geactiveerd mis ik alle bedieningen vanaf het knoppenbord, maar als ik de knop voor de toestemming op het knoppenbord indruk overtref ik de reddingssleutel (de toestemming vanaf het knoppenbord heeft de overhand op de sleutel) en hervat ik de bediening vanaf het knoppenbord. Dit omdat de persoon op het platform een "gevaarlijke" beweging van de bestuurder in de cabine moet kunnen onderbreken

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

9

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

MACHINE OP STABILISATOREN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

80

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

(05/02/2013)

80-01-M205NL


10

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

Alleen om naar het midden terug te keren

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

80

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

11

MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

Alleen om naar het midden terug te keren

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

ARM INSCHUIVEN

80

ARM OMLAAG

ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

(05/02/2013)

80-01-M205NL


12

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

ARM UITSCHUIVEN

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

MACHINE OP BANDEN MET VAST PLATFORM / ORH BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

80

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

ARM UITSCHUIVEN

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

13

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

ARM UITSCHUIVEN

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN √

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

80

STABILISATOREN OMHOOG

ARM UITSCHUIVEN

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

(05/02/2013)

80-01-M205NL


14

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

MACHINE MET PENDELPLATFORM MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

+/- 6° dan keert hij terug naar het midden

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1

Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

OPTION 2

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

80

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

80-01-M205NL

Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

15

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen

STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OMLAAG KANTELEN

ARM UITSCHUIVEN OPTION 1

Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

MACHINE OP BANDEN MET PENDELPLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

Binnen +/- 5° √

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

OMLAAG KANTELEN

ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

(05/02/2013)

80-01-M205NL

80

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen


16

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen

Binnen +/- 5°

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

√ (inschuiving cilinders+rot.sx)

80

OMLAAG KANTELEN

ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

17

MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen

ZWENKKOP DRAAIEN

OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

80

OMHOOG KANTELEN

ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

(05/02/2013)

80-01-M205NL


18

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig. MACHINE OP STABILISATOREN MET PENDELPLATFORM BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

80

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

19

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

Alleen als de proximities op de slinger de positie aflezen √

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG

80

ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

(05/02/2013)

80-01-M205NL


20

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

MACHINE MET AFSTANDSBEDIENING MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG

Omdat hij als platform beschouwd wordt

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

MACHINE OP BANDEN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

80

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (alleen tot H=3m)

√ (alleen tot H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

ARM UITSCHUIVEN

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

21

MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

√ (ook boven H=3m)

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

MACHINE OP STABILISATOREN: BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG √

80

ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

(05/02/2013)

80-01-M205NL


22

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2 BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING PLATFORM GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

80

ZWENKKOP DRAAIEN

Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

23

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANUIT DE CABINE MET DE SLEUTEL VOOR UITSLUITING KANTELBEVEILIGING GEACTIVEERD ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN STABILISATOREN OMHOOG

STABILISATOREN OMLAAG

ZWENKKOP DRAAIEN

Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

80

N.B. de gegevens in bovenstaande tabellen zijn in alle standen van de zwenkkop geldig.

(05/02/2013)

80-01-M205NL


24

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES MACHINE OP STABILISATOREN MET AFSTANDSBEDIENING BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF KNOPPENBORD AFSTANDSBEDIENING ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ZWENKKOP DRAAIEN

OMHOOG KANTELEN

OMLAAG KANTELEN

ARM OMHOOG

ARM OMLAAG

ARM INSCHUIVEN

ARM UITSCHUIVEN

OPTION 1

OPTION 2

Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

BEWEGINGEN TOEGESTAAN VANAF KNOPPENBORD AFSTANDSBEDIENING BIJ OMKANTELEN VAN DE MACHINE ARM BINNEN H=3m

ARM BINNEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

ARM BUITEN H=3m

AANTEKENINGEN

ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN ARM INGESCHOVEN ARM UITGESCHOVEN

ZWENKKOP DRAAIEN

Het is alleen toegestaan de zwenkkop weer in de middelste stand te brengen, als 1 van de 2 proximities +/5° de positie afleest.

OMHOOG KANTELEN OMLAAG KANTELEN ARM OMHOOG ARM OMLAAG

80

ARM INSCHUIVEN ARM UITSCHUIVEN OPTION 1 OPTION 2

80-01-M205NL

Gecontroleerd door het kantelbeveiligingssysteem

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

25

BEDRADING STEKKERS Bedrading stekkers Ref.

A1

A2

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Zwart

1

GND

Zwart-Donkerblauw

1

MC2M- CABIN/R16

Lichtblauw-Geel

1,5

X18-F/10

Lichtblauw-Geel

1

X13/2

Lichtblauw-Geel

1

X10/3(FPDX)

Afbeelding

1

1

Lichtblauw-Geel

1

X6/3(FPSX)

2

Zwart-Geel

1

CC3/2

1

Paars-Rood

1

I51/21

2

Zwart

1

GND

1

Rood

1

A27098/+

2

Zwart

1

A27098/-

1 2

A4-F

A4-M

I9/1 1

Roze-Grijs

1

2

Zwart

1

GND

1

Rood

1

A27102/+

2

Zwart

1

A27102/-

1

Bruin-Groen

1

CC2/8

80

X21-M/4

A6-F

A6-M

1

BPD 2

Zwart

1

1

Bruin

0,5

GND

2

MC2M CHASSIS/S7 X16-M/27 X501-F/2 MC2M CHASSIS/S26

CAN 2

Wit

0,5

X16-M/28 X501-F/1

3

(05/02/2013)

Afscherming

-

MC2M CHASSIS/S27

80-01-M205NL


26

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

CC1

Pin

Doorsnede

Bestemming

1

Zwart

1,5

GND

2

Rood-Wit

1,5

X18-F/13

3

Grijs-Rood

1

4 5

CC2

Kabelkleur

Afbeelding

I43/1 X19-M/S

Grijs-Zwart

1

I43/2

Grijs-Donkerblauw

1

X19-M/R

Grijs-Donkerblauw

1

I43/3

1

Wit-Donkerblauw

1

X16-M/14

3

Geel-Donkerblauw

1

X99/1

5

Zwart-Rood

1

X16-M/15

6

Zwart-Wit

1

X16-M/16

7

Wit-Geel

1

X16-M/13

8

Bruin-Groen

1

BPD/1

9

Zwart-Paars

1

X32-M/4

10

Bruin-Paars

1

X32-M/3

11

Geel-Zwart

1

MC2M CHASSIS/R21

1

Bruin-Grijs

1

X18-F/9

2

Zwart-Geel

1

A2/2

1(58)

Geel-Rood

1,5

X16-M/4

Donkerblauw

1

X21-F/28

Donkerblauw

1,5

X16-M/9

Donkerblauw-Zwart

1

X21-F/27

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

Roze-Rood

1

CC3 2

2(R)

3(L) 4(56a)

80

DL

DM

5(30)

Roze-Zwart

1

1

X21-F/21 DL/9(30/1) F44 R79/C

6(C)

Roze-Geel

1

7(56b)

Roze-Groen

1

X21-F/20

8(49)

Paars

1

X21-F/8

9(30/1)

Roze-Zwart

1

5

Lichtblauw-Oranje

1

X20-F/L

DL/5 F44 X37-F/4

7

Roze

1

F34

8

Roze-Bruin

1

X21-F/23

9

Roze-Donkerblauw

1

X21-F/24

IN

Donkerblauw

1

R4/87

OUT

Wit-Groen

1

X18-M/16

IN

Donkerblauw

1

R4/87

OUT

Grijs-Paars

1

X18-M/18

F1

F10

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

27

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Donkerblauw

1,5

R4/87

Oranje

1,5

R10/30

Oranje

1,5

R12/30

Donkerblauw

1,5

R4/87

Paars

1,5

R11/30

Paars

1,5

R13/30

IN

Donkerblauw

1,5

R4/87

OUT

Roze

1,5

Rood-Zwart

1,5

Afbeelding

F11 OUT

IN F12 OUT

F13

F14

IN

R7/30 R7/86 X18-M/17 X17-M/10

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

4

R3/87

OUT

Rood-Wit

1,5

X18-M/13

IN

Donkerblauw

4

R4/87

OUT

Lichtblauw-Rood

1,5

IN

Rood

4

X18-M/1/2/3/4

OUT

Bruin-Rood

4

X17-M/18

IN

Rood

4

X18-M/1/2/3/4

OUT

Rood

4

R3/30

IN

Rood

6

X18-M/1/2/3/4

OUT

Rood

6

R4/30

IN

Rood

2,5

X18-M/1/2/3/4

OUT

Groen

2,5

R1/30

IN

Donkerblauw

1

R4/87

OUT

Groen-Rood

1

X18-M/15

IN

Rood

2,5

X18-M/1/2/3/4

OUT

Groen-Zwart

2,5

R2/30

X17-M/8

F15 X18-M/25 X18-M/26

F16

80

F17

F18

F19

F2

F20

(05/02/2013)

80-01-M205NL


28

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Donkerblauw

1,5

R4/87

OUT

Lichtblauw

1,5

R6/30

IN

Rood-Zwart

1,5

R78/87

Afbeelding

F3

I20/10 I56/10 F33

I66/10 OUT

Rood-Groen3

1

I68/10 I7/10 X20-F/G X7D-F/P

IN

Bruin

1

R35/87

OUT

Roze

1

DM/7

IN

Bruin

2,5

R35/87

OUT

Geel-Zwart

2,5

IN

Rood

1

KEY/1

OUT

Oranje-Wit

1

X20-F/F

IN

Donkerblauw

1,5

R74/87

Donkerblauw-Geel

1

X21-F/10

Donkerblauw-Geel

1

X32-F/1

Donkerblauw-Geel

1

Donkerblauw-Geel

1

X42-F/5

IN

Wit-Rood

1,5

KEY/6

OUT

Grijs-Groen

1,5

X16-M/1

IN

Wit-Rood

1

KEY/1

OUT

Wit-Rood

1

IN

Geel-Rood

1,5

OUT

Geel-Zwart

1,5

IN

Rood

1,5

KEY/1

OUT

Oranje-Wit

1,5

X7D-F/D

F34

F35 R75/30 R83/30

F36

80

F37

OUT

X107-F/1 X107-F/10

F38

F39 MA-F/2 X22-F/25 X18-M/5

F4 X18-M/7 X22-F/25

F40

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

29

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Rood-Zwart

1

R78/87

OUT

Donkerblauw-Rood

1

IN

Donkerblauw

1,5

R74/87

OUT

Donkerblauw-Rood

1,5

XAC-F/K

IN

Bruin

2,5

R35/87

Bruin-Wit

1

Bruin-Wit

1,5

M8-F/6

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Roze-Zwart

1

IN

Donkerblauw

1,5

R74/87

OUT

Bruin-Paars

1,5

I68/3

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Rood-Groen

1

IN

Wit-Rood

1

KEY/6

OUT

Wit-Rood

1

I22/31

IN

Bruin

2,5

R35/87

Groen-Wit

1

X20-F/N

Groen-Wit

1

XS1-F/6

Rood

1,5

KEY/1

Afbeelding

F41 TV-F/1 X7D-F/T

F42

F43

OUT

I56/3 I56/4

F44 DL/5 DL/9

F45

F46 OBD2-F/1 XDM-F/2

F48

OUT

IN F49

80

F47

OUT

Rood

X20-F/C 1

Rood

X23-F/9 X37-F/1

IN

Geel-Rood

1,5

X18-M/5

OUT

Geel

1,5

X18-M/6

IN

Wit-Rood

1,5

KEY/6

OUT

Roze-Rood

1

F5

F50

(05/02/2013)

R76/30 X22-F/8

80-01-M205NL


30

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel-Zwart

1,5

X7D-F/A

IN

Rood-Zwart

1,5

R78/87

OUT

Rood-Groen

1,5

X22-F/21

IN

Wit-Rood

1,5

KEY/6

OUT

Geel-Zwart

1,5

X22-F/22

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel-Paars

1,5

X7D-F/B

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Paars-Zwart

1,5

X7D-F/E

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Paars-Zwart

1,5

X7D-F/F

IN

Rood-Zwart

1,5

R78/87

Afbeelding

F51

F52

F53

F54

F55

F56

I66/1 Oranje-Geel

80

F57

1,5

I66/3 I66/4 X20-F/E

OUT

I66/1 Oranje-Geel

1

I66/3 I66/4

Oranje-Geel

2,5

X20-F/E

IN

Wit-Rood

2,5

KEY/6

OUT

Grijs-Zwart

2,5

X23-F/6

IN

Wit-Rood

2,5

KEY/6

OUT

Grijs-Zwart

2,5

X23-F/6

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Wit-Groen

1,5

X21-F/11

F58

F58

F59

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

31

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Donkerblauw

1

R4/87

OUT

Donkerblauw

1

IN

Rood

1

KEY/1

OUT

Oranje-Rood

1

X21-F/9

IN

Rood

2,5

KEY/1

OUT

Oranje-Groen

1

Rood-Zwart

1

R78/87

Rood-Zwart

1,5

R78/87

Rood-Zwart

1

R78/87

Rood-Zwart

1

R78/87

OranjeDonkerblauw

1

X40/4

OranjeDonkerblauw

1,5

I7/1

OranjeDonkerblauw

1

I20/5

OranjeDonkerblauw

1

X22-F/10

Wit-Rood

2,5

KEY/6

Donkerblauw

1

X37-F/8

Donkerblauw

1

X20-F/A

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Roze

1,5

R77/87

IN

Donkerblauw

1,5

R74/87

OUT

Rood-Bruin

1,5

X22-F/23

IN

Bruin

2,5

R35/87

OUT

Donkerblauw

2,5

X7D-F/1

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel

1,5

X7D-F/N

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel-Rood

1,5

X7D-F/L

Afbeelding

F6 R8/30 R8/86

F60

F61

OBD2-F/16 XDM-F/3 XM4-F/1

IN

F62

OUT

IN F63 OUT

80

F64

F65

F66

F67

F68

(05/02/2013)

80-01-M205NL


32

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel-Rood

1,5

X7D-F/L

IN

Donkerblauw

1,5

R4/87

Rood-Groen

1

X19-F/A

Rood-Groen

1

X18-M/20

Rood

4

KEY/1

Groen

1

X107-F/11

Groen

4

X12-F/1

IN

Bruin

1,5

R35/87

OUT

Geel-Rood

1,5

X7D-F/L

IN

Bruin

6

R35/87

OUT

Donkerblauw

6

X40-F/2

IN

Rood

35

B1

Rood

16

X35-B-D-E

Rood

25

X1-1

IN

Donkerblauw

1

R4/87

OUT

Roze-Rood

1

R9/30

IN

Donkerblauw

1,5

R4/87

OUT

Oranje

1,5

X18-M/8

1

Grijs

1

X35-C

/

Rood

25

M1/F75

GND LIJN INSTALLATIE HEFTRUCK

/

Zwart

35

Zwart

GND LIJN DEEL MERCEDES MOTOR

/

Zwart

4

Zwart

/

Zwart

16

Zwart

/

Zwart

25

Zwart

Afbeelding

F69

F7 OUT

IN F70 OUT

F71

F72

F75 OUT

80

F8

F9

G1

GND DASHBOARD LIJN

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

33

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

GND ACHTERSTE LIJN ZWENKKOP

/

Zwart

35

GND

GND LIJN RECHTS ELEKTROMAGNEETKLEPPEN STABILISATOREN

/

Zwart

10

GND

GND LIJN LINKS ELEKTROMAGNEETKLEPPEN STABILISATOREN

/

Zwart

10

GND

2

Zwart-Donkerblauw

1

I1/9

5

Oranje-Geel

1

X20-M/E

I10

I15

I2

I20

6

Zwart

1

GND

7

Paars-Wit

1

STR3-F/14

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

11

Groen-Zwart

1

X21-M/18

14

Oranje-Geel

1

X20-M/E

21

Wit

1

I73/24

24

Bruin-Donkerblauw

1

1

OranjeDonkerblauw

1

2

Zwart

1

GND

3

Bruin-Zwart

1

MC2M-CABIN/L35

1

Lichtblauw-Wit

1

STR2/9

3

Oranje-Geel

1

X20-M/E

7

Lichtblauw

1

STR2/10

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Geel-Rood

1

X20-F/P

OranjeDonkerblauw

1,5

I7/1

OranjeDonkerblauw

1

F62

OranjeDonkerblauw

1

X22F/10

OranjeDonkerblauw

1

X40-F/4

Zwart

1

GND

5

9

I22

(05/02/2013)

X21-M/25 X70-F/2 I71/1 X22-M/10

10

Rood-Groen3

1

F33

11

Lichtblauw-Groen

1

X22-F/16

12

Lichtblauw

1

R76/87

31

Wit-Rood

1

F47

32

Bruin

1

X37-F/3

80

I1

Afbeelding

80-01-M205NL


34

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

2

Groen-Wit

1

STR2/1

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

2,5

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

2,5

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

2,5

X20-M/E

3

4 I24

6

Afbeelding

I24/4 I24/6 X20-M/E I24/3 I24/6 X20-M/E I24/3 I24/4

8

Groen-Grijs

1

STR2/2

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G I26/7 I28/1

1

DonkerblauwGroen

1

I29/1 I30/1 I31/1 L31/1

2

Bruin-Groen

1

3

Oranje-Geel

1

4

Oranje-Geel

1

8

Bruin-Rood

1

X21-M/2

1

Oranje-Geel

1

X20-M/E

2

Wit-Zwart

1

I26

X21-M/3 I26/4 X20-M/E I26/3 X20-M/E L30/1

X55-F/1

80

I27

L28-F/1 STR3-F/5

5

Wit

1

6

Rood-Groen3

1

X20-M/G

8

Wit-Donkerblauw

1

L29-F/1

X55-F/2

I26/1 I26/7 1

DonkerblauwGroen

1

I29/1 I30/1

I28

I31/1 5

Wit-Oranje

1

STR3-F/6

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G I26/1 I26/7

1

DonkerblauwGroen

1

I30/1

I29

80-01-M205NL

I28/1

I31/1 5

Wit-Grijs

1

STR3-F/7

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

35

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

I26/1 I26/7 1

DonkerblauwGroen

1

I28/1 I29/1

I30

I31/1 5

Wit-Donkerblauw

1

STR3-F/8

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G I26/1 I26/7

1

DonkerblauwGroen

1

I29/1

I31

I30/1 5

I35

I4

I28/1

Wit-Groen

1

STR3-F/9

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Paars-Rood

1

X21-M/16

3

Zwart

1

GND

7

Paars-Geel

1

X21-M/15

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Oranje-Geel

1

X20-M/E

5

Geel-Groen

1

STR2-F/5

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Wit-Rood

1

X9-M/T

2

Roze-Geel

1

X9-M/L

1

Grijs-Rood

1

Grijs-Zwart

1

CC1/4

Grijs-Donkerblauw

1

X19-M/R

I41 2

2 3

I51

I53

(05/02/2013)

CC1/3 X19-M/S

Grijs-Donkerblauw

1

CC1/5

11

Grijs-Zwart

1

X21-M/19

14

Oranje-Geel

1

X20-M/E

21

Paars-Rood

1

A4/1

24

Oranje-Geel

1

X20-M/E

1

Groen-Wit

1

X20-M/N

2

Geel-Rood

1

3

Oranje-Wit

1

4

Geel-Rood

1

5

Roze-Geel

1

X20-M/L

6

Donkerblauw-Zwart

1

X21-M/27

7

Donkerblauw

1

X21-M/28

80

I43

1

I53/4 X20-M/M X20-M/F I53/2 X20-M/M

80-01-M205NL


36

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

I54

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Wit-Groen

1,5

X21-M/11

5

Lichtblauw-Groen

1,5

X21-M/7

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Roze-Grijs

1

2

Wit-Geel

1

Bruin-Wit

1

Bruin-Wit

1,5

Bruin-Wit

1

Bruin-Wit

1,5

3

I56

4

I6

M8-F/6 F43 I56/3 M8-F/6 F43 I56/1

8

Roze-Wit

1

M8-F/3

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

F33

Groen-Rood

1

X18-F/15

Groen-Rood

1

X32-M/1

2

Zwart

1

GND

3

Roze-Wit

1

MC2M CHASSIS/L22

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

1,5

F57

Oranje-Geel

2,5

X20-F/E

Groen-Rood

1

X21-F/22

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

1,5

F57

Oranje-Geel

2,5

X20-F/E

Oranje-Geel

1

Oranje-Geel

1,5

Oranje-Geel

2,5

X20-F/E

Paars-Zwart

1

X21-F/6

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

F33

1

Bruin-Grijs

1,5

M10-F/A

3

Bruin-Paars

1,5

F45

5

Bruin-Groen

1,5

M10-F/B

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

F33

11

Bruin-Grijs

1

STR2-F/4

14

Oranje-Geel

1

X20-M/E

21

Bruin-Wit

1

STR2-F/3

24

Oranje-Geel

1

X20-M/E

3

80

I66

4

5

80-01-M205NL

I56/4

1

2

I69

X7D-F/R

Roze-Grijs

1

I68

I56/6 M8-F/5

6

1

Afbeelding

M8-F/5

I66/3 I66/4

I66/1 I66/4

I66/1 I66/3 F57

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

37

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

OranjeDonkerblauw

1

OranjeDonkerblauw

1

X22-F/10

OranjeDonkerblauw

1

X40-F/4

5

Grijs-Zwart

1,5

X22-F/11

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

1 I7

Bestemming F62 I20/5

F33 STR2-F/21

1

Paars-Geel

1

5

Oranje-Geel

1

X20-M/E

6

Paars-Wit

1

X20-M/V

I70

Afbeelding

X20-M/U

I73/21 8

Bruin

1

X21-M/26 X70-F/1

I71

I73

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

OranjeDonkerblauw

1

2

Zwart

1

GND

3

Bruin-Wit

1

MC2M-CABIN/L36

11

Rood-Zwart

1

X21-M/17

14

Oranje-Geel

1

X20-M/E

21

Bruin

1

X21-M/26

24

Wit

1

I10/21

1

Oranje-Geel

1

X20-M/E

5

Donkerblauw-Zwart

1

STR3/16

I15/1 X22-M/10

I70/8

I76

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Oranje-Geel

1

I77/4

2

Oranje-Paars

1

STR3-F/17

3

Oranje-Geel

1

80

X70-F/1

I77/3

X20-M/E

I77/1

I77

I77/4 X20-M/E I77/1

4

Oranje-Geel

1

I77/3 X20-M/E

I78

(05/02/2013)

5

Oranje-Groen

1

STR3-F/13

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Oranje-Geel

1

X20-M/E

5

Bruin-Roze

1

X21-M/5

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

80-01-M205NL


38

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

I79

I8

I9

ISR

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Oranje-Geel

1

X20-M/E

5

Grijs-Rood

1

X20-M/H

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

1

Groen-Rood

1

X32-F/1

2

Zwart

1

GND

3

Roze-Geel

1

X32-F/2

1

Roze-Grijs

1

5

Oranje-Geel

1

9

Zwart

1

GND

10

Rood-Groen3

1

X20-M/G

Rood-Bruin

1

1

1

Rood-Bruin

1,5

Rood-Geel

1

Bruin

0,5

Afbeelding

A6-F/1 X21-M/4 X20-M/E

XMS/2 X14-M/C X76-F/1 LSR/1 XSR/1 X21-M/12 1

J1939 2

Wit

0,5

2

X21-M/13 F36

Rood

1

F60 XAC/A XAC/B

1(30)

Rood

1,5

Rood

2,5

Rood

4

F40 F49 F61 R80/30

80

F70 XAC/1 XAC/2

KEY

R74/30

Rood

6

Rood

10

R35/30

Rood

25

X1-M/1

R78/30

6 7 8 9

5

10

F39 Wit-Rood

1

F47 R80/86 R81/87

6(15/54)

F38 Wit-Rood

1,5

F50 F53

Wit-Rood

7(50)

80-01-M205NL

2,5

F58 F63

Grijs-Paars

1

X22-F/17

Grijs-Paars

1,5

X16-M/3

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

39

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Wit-Zwart

1

I27/2

2

Zwart

1

GND

1

Wit-Donkerblauw

1

I27/8

2

Zwart

1

GND

Afbeelding

L28

L29

I26/8 L30

1

LSR

M1

M10-F

1

X21-M/2 X55-F/1

2

L31

Bruin-Rood

Zwart

1

1

Bruin-Groen

1

2

Zwart

1

Zwart

1

1

GND I26/2 X21-M/3 GND GND ISR/1

Rood-Geel

1

Rood

25

G1/F75

Grijs-Rood

1,5

X35-F

A

Bruin-Grijs

1,5

I68-1

B

Bruin-Groen

1,5

I68-5

C

Zwart

1,5

GND

1

Groen

1,5

X22-M/24

2

Zwart

1,5

GND

Zwart

1,5

GND

Bruin-Geel

1,5

X76-F/7

1

Zwart

1

GND

2

Geel-Zwart

1

3

Bruin

0,5

4

Wit

0,5

5

Afscherming

-

15

Wit-Groen

1

X14-M/K

16

Wit-Rood

1

X14-M/H

XSR/1

/

A C

B

M12

M3

(05/02/2013)

80

M11

1

M4/2 X14-M/B M4/3 X14-M/U M4/4 X14-M/V M4/5 X14-M/W

17

Wit

1

X14-M/F

18

Wit-Roze

1

X14-M/M

80-01-M205NL


40

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

M4

M8-F

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Zwart

1 1

3

Bruin

0,5

4

Wit

0,5

5

Afscherming

-

15

Wit-Donkerblauw

1

16

Wit-Geel

1

X14-M/J

17

Wit-Zwart

1

X14-M/G

18

Wit-Oranje

1

X14-M/N

2

Zwart

1,5

GND

3

Roze-Wit

1

I56/8

4

Roze

1

SV

5

Roze-Grijs

1

80

M3/3 X14-M/U M3/4 X14-M/V M3/5 X14-M/W X14-M/L

I56/1 I56/6

Bruin-Wit

1,5

F43

1

Bruin-Roze

1

X23-F/11

2

Wit-Rood

1

Donkerblauw

1,5

X30/2(FADX)

Donkerblauw

1

X10/4(FPDX)

Donkerblauw

1

X13/1

Bruin-Paars

1

X11-F/24

L10

Bruin-Rood

1

X22-M/26

L11

Bruin-Groen

1

X22-M/27

L12

Wit-Donkerblauw

1

X14-F/L

L13

Roze-Grijs

1

X23-M/4

L14

Wit-Roze

1

X14-F/M

L17

Oranje-Bruin

1

X22-M/9

L18

Groen-Zwart

1

X22-M/13

L19

Zwart-Donkerblauw

1

X10/13

L40

6 5 4

I56/3

1

1

2

3

I56/4

F39 X22-F/25

L2

Geel-Groen

1

X14-F/R

L20

Zwart-Paars

1

X10/11

L21

Oranje-Wit

1

XRD/K2

L22

Wit-Rood

1

X14-F/H

L23

Donkerblauw

1

X11-F/12

L24

Wit

1

X14-F/F

L25

Zwart-Groen

1

XRD/F2

L26

Rood-Zwart

1

X22-M/14

Bruin

1

X23-M/2

Bruin

1

XRD/J1

L28

80-01-M205NL

X14-M/B

Bruin-Wit

L1

MC2M-CABIN

GND

Geel-Zwart

MA-F

Afbeelding

M3/2

2

6

MC2M CHASSIS

Bestemming

L29

Roze-Geel

1

X9-F/L

L3

Grijs-Paars

1

X22-M/17

6 5 4 3

2

1

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

41

Bedrading stekkers

MC2M-CABIN

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

L30

Groen

1

X11-F/11

L31

Groen-Wit

1

X14-F/O

L32

Wit-Geel

1

X14-F/J

L33

Wit-Zwart

1

X14-F/G

L34

Wit-Groen

1

X14-F/K

L35

Bruin-Zwart

1

I15/3

L36

Bruin-Wit

1

I71/3

L37

Paars-Rood

1

XRD/G1

L4

Bruin-Roze

1

L5

Lichtblauw-Zwart

1

(05/02/2013)

X10-7 X23-M/11 X22-M/1 MDCP/33

L8

Grijs-Zwart

1

L9

Grijs-Rood

1

X23-M/3

R13

Donkerblauw-Zwart

1,5

X11-F/26

R14

Grijs-Rood

1

X22-M/2

R15

Rood-Geel

1

R16

Zwart-Donkerblauw

1

A1/1

R17

Oranje-Paars

1

X86-F/1

R19

Oranje-Zwart

1

X14-F/S

R20

Oranje-Groen

1

X14-F/T

R23

Wit-Oranje

1

X14-F/N

R24

Bruin-Zwart

1

X11-F/13

R26

Oranje-Groen

1

X11-F/17

R27

Zwart-Geel

1

X11-F/15

R28

Zwart-Wit

1

X11-F/16

R30

Bruin-Groen

1

X11-F/14

R38

Groen-Rood

1

X14-F/P

R39

Groen-Grijs

1

X14-F/Q

X22-M/12

XRD/H2 XRD/H3

R4

Grijs-Groen

1

X22-M/18

R40

Roze-Groen

1

X11-F/19

R5

Geel-Grijs

1

S1

Rood-Zwart

1

Rood-Zwart

1,5

Afbeelding

80

Ref.

X22-M/7 MDCP/13 MDCP/16 X23-M/10

S13

Zwart-Geel

1

X10-F/15

S14

Zwart-Wit

1

X10-F/17

S17

Lichtblauw-Rood

1

X14-F/X

S19

Roze-Wit

1

X22-M/28

S20

Roze-Geel

1

X22-M/29

S21

Zwart

1

GND

80-01-M205NL


42

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V X15-M/5 S23

Wit

0,5

X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 X14-F/W X15-M/6 X23-M/18

S24

Afscherming

-

X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U X15-M/4

MC2M-CABIN S25

Bruin

0,5

X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1

80

S26

MC2M CHASSIS

80-01-M205NL

Wit

0,5

S27

Afscherming

-

S28

Bruin

0,5

S29

Afscherming

-

MDCP/18 X23-M/14 MC2M-CABIN/S29 X23-M/15 X11-F/27 MC2M-CABIN/S27 X23-M/15

S3

Donkerblauw-Rood

1,5

X11-F/21

S30

Wit

0,5

X11-F/29

S4

Donkerblauw-Geel

1,5

X11-F/22

S5

DonkerblauwGroen

1,5

X11-F/25

S6

Grijs

1

X23-M/10

S7

Bruin

0,5

MDCP/17 X23-M/13

L1

Grijs-Rood

1

X27C/2

L10

Grijs-Wit

1

X27A/4

L11

Donkerblauw-Wit

1

X7A/4

L12

Paars-Wit

1

X5A/4

L13

Bruin-Rood

1

X29C/2

L14

Oranje-Rood

1

X12A/1

L19

Paars-Donkerblauw

1

X19-M/U

L2

Donkerblauw-Rood

1

X7C/2

L21

Roze-Geel

1

X32-M/2

L22

Roze-Wit

1

I6/3

L23

Roze

1

X22/2 (05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

43

Bedrading stekkers Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

L24 L3

Grijs-Donkerblauw

1

X35-M/S

Paars-Rood

1

X5C/2

L34

Lichtblauw-Oranje

1

L37

Geel-Rood

1,5

Donkerblauw-Zwart

1,5

X25/2(FASX)

Donkerblauw-Zwart

1

X6/4(FPSX)

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

Donkerblauw-Zwart

1

X13/4

L39

MC2M CHASSIS

X18-F/29 X16-M/4 X18-F/5

L4

Oranje

1

T1/2

Donkerblauw

1,5

X16-M/9

L6

Zwart-Rood

1

X28/C

L9

Bruin-Wit

1

X29A/4

R10

Roze-Grijs

1

X17-F/3

R13

Lichtblauw-Wit

1

X32-M/5

R14

Lichtblauw-Groen

1

X32-M/6

R15

Lichtblauw-Geel

1

X32-M/8

R16

Lichtblauw-Zwart

1

X32-M/7

R17

Oranje-Wit

1

X33-F/2

R18

Oranje-Groen

1

X33-F/3

R19

Oranje-Geel

1

X33-F/5

R20

Oranje-Zwart

1

X33-F/4

R21

Geel-Zwart

1

CC2/11

R22

Groen-Donkerblauw

1

XSC2-F/8

R23

Bruin-Groen

1

X29B/4

R24

Grijs-Groen

1

X27B/4

R25

Donkerblauw-Groen

1

X7B/4

R26

Paars-Groen

1

X5B/4

R28

Bruin-Geel

1

X29/2

R3

Grijs-Geel

1

X27/2

Grijs-Paars

1,5

X16-M/3

Grijs-Paars

1

X17-F/1

Wit-Donkerblauw

1

X11A/3

R34

Wit-Grijs

1

X4A/3

R38

Donkerblauw-Geel

1

X7A/2

R39

Paars-Geel

1

X5/2

R4

Wit-Donkerblauw

1

X32-M/9

R40

Zwart-Paars

1

X34/1

R5

Wit-Groen

1

X32-M/10

R33

R7

Lichtblauw

1

X33-F/1

R8

Oranje-Donkerblauw

1

X11B/1

R9

Oranje-Grijs

1

X4/1

Rood-Zwart

1

X18-F/28

Rood-Zwart

1,5

X16-M/5

Rood-Paars

1

S1

S13

(05/02/2013)

X16-M/19

L40

R29

S14

Rood-Groen

1

S15

Grijs-Geel

1

Afbeelding

80

Ref.

X33-F/8 X34/2 X33-F/9 X34/3 XSC-F/12 80-01-M205NL


44

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

S16

Grijs-Donkerblauw

1

XSC1-F/3

S17

Roze-Donkerblauw

1

X17-F/13

S18

Paars-Donkerblauw

1

X17-F/15

S19

Wit-Roze

1

X17-F/9

S2

Bruin-Groen

1

X28/B

S20

Wit-Zwart

1

X17-F/11

S21

Zwart

1

Afbeelding

GND X16-M/26

S23

Wit

0,5

X500-F/1 X71/C

S24

Afscherming

-

X16-M/21 X16-M/25

MC2M CHASSIS

S25

Bruin

0,5

X500-F/2 X71/D CAN/2

S26

Wit

0,5

X16-M/28

S27

Afscherming

-

CAN/3

S4

Rood-Grijs

1

X33-F/7

S5

Rood-Donkerblauw

1

X33-F/6

S6

Groen-Zwart

1

X33-F/10

X501-F/1

CAN/1 S7

Bruin

0,5

X16-M/27 X501-F/2

S8

Donkerblauw-Roze

1

X17-F/5

S9

Donkerblauw-Zwart

1

X17-F/7

Rood-Zwart

1,5

80

1

MC2M-1 CABIN

2

3

4

80-01-M205NL

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

6

Rood-Zwart

1,5

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

6

Rood-Zwart

1,5

MDCP/3 MC2M-1 CABIN/2 MC2M-1 CABIN/3 X23-M/1 MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1 MC2M-1 CABIN/3 X23-M/1 MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

6

X23-M/1

Zwart

2,5

GND

MC2M-1 CABIN/2

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

45

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood-Zwart

1,5

Bestemming

Afbeelding

X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/2

1

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

1,5

MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10 X17-F/8 X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1

MC2M-1 CHASSIS

2

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10 X17-F/8

Rood-Zwart

1,5

X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1

3

Rood-Zwart

2,5

4

Zwart

2,5

1

Zwart

1

MC2M-1 CHASSIS/2 X17-F/10 X17-F/8 GND GND MC2M-1 CABIN/1

4

13

14

16 MDCP 17

18

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CABIN/2 MC2M-1 CABIN/3

Rood-Zwart

6

X23-M/1

Lichtblauw-Geel

1

X22-M/15

Rood-Zwart

1

Rood-Zwart

1,5

X23-M/10

Rood-Geel

1

MDCP/14

Rood-Zwart

1

Rood-Zwart

1,5

Bruin

Wit

0,5

0,5

MC2M-CABIN/S1 MDCP/16

MC2M-CABIN/S1 MDCP/13 X23-M/10 MC2M-CABIN/S7 X23-M/13

80

3

MC2M-CABIN/S26 X23-M/14 MC2M-CABIN/S25 X11-F/18 X14-F/U X15-M/4

19

Bruin

0,5

X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1

(05/02/2013)

80-01-M205NL


46

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S23 X11-F/20 X14-F/V X15-M/5 20

Wit

0,5

X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2

MDCP

24

Grijs-Roze

1

X9-F/N

25

Grijs-Geel

1

X9-F/D

26

Grijs-Donkerblauw

1

X9-F/E

27

Oranje-Paars

1

X9-F/O

28

Oranje-Geel

1

X9-F/G

29

Bruin-Donkerblauw

1

X9-F/H

30

Bruin-Grijs

1

X9-F/J

31

Wit-Grijs

1

33

Grijs-Zwart

1

1

Rood-Groen

1

X9-F/K MC2M-CABIN/L8 X22-M/12 F46 XDM-F/2 X16-M/27 X21-F/12

3

Bruin

0,5

X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7

5

Zwart

1

GND STR4/7 X16-M/25

80

6

Bruin

0,5

OBD2-F

X21-/33 X23-F/16 X503-F/2

7

8

Bruin-Donkerblauw

Roze-Rood

1

1

XDM-F/14 XM1-F/2 X16-M/18 XDM-F/5 X16-M/28 X21-F/13

11

Wit

0,5

X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21

80-01-M205NL

12

Bruin

0,75

X20-F/K

13

Donkerblauw

0,75

X20-F/J

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

47

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

STR4/8 X16-M/26 14

Wit

0,5

X21-F/34 X23-F/17

OBD2-F

X503-F/1 F61 16

Oranje-Groen

1

XDM-F/3 XM4-F/1

R1

R10

R11

R12

R13

R14

R15

R16

R17

(05/02/2013)

Groen

2,5

F19 R2/85

85

Zwart-Geel

1

86

Roze-Donkerblauw

1

X17-M/13

87

Wit-Rood

2,5

X17-M/14

30

Oranje

1,5

F11

85

Zwart

1

GND

86

Donkerblauw-Roze

1

X17-M/5

87

Grijs

1,5

X17-M/6

30

Paars

1,5

F12

85

Zwart

1

GND

86

Donkerblauw-Zwart

1

X17-M/7

87

Groen

1,5

X17-M/17

30

Oranje

1,5

F11

85

Zwart

1

GND

86

Wit-Roze

1

X17-M/9

87

Grijs-Zwart

1,5

X18-M/22

30

Paars

1,5

F12

85

Zwart

1

GND

86

Wit-Zwart

1

X17-M/11

87

Groen-Zwart

1,5

X17-M/19

30

Rood

1,5

X18-M/1/2/3/4

85

Lichtblauw-Oranje

1

X18-29

86

Grijs-Paars

1

X17-M/1

87

Geel-Paars

1,5

X17-M/2

30

Lichtblauw

1,5

X19-F/D

85

Zwart-Wit

1

X19-F/B

86

Lichtblauw-Wit

1

X19-F/C

87

Lichtblauw-Rood

1,5

X19-F/F

87a

Lichtblauw-Grijs

1

X19-F/E

30

Wit

1

X19-F/J

85

Zwart-Geel

1

X19-F/G

86

Lichtblauw-Geel

1

X19-F/H

87

Wit-Rood

1

X19-F/L

87a

Wit-Grijs

1

X19-F/K

30

Oranje

1

X19-F/O

85

Zwart

1

X19-F/M

86

Lichtblauw

1

X19-F/N

87

Oranje-Rood

1

X19-F/Q

87a

Oranje-Grijs

1

X19-F/P

X18-M/14

80

30

80-01-M205NL


48

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

R2

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

30

Groen-Zwart

2,5

Bestemming F20 R1/85

85

Zwart-Geel

1

86

Paars-Donkerblauw

1

X17-M/15

87

Wit-Groen

2,5

X17-M/16

30

Rood

4

F17

85

Zwart

1

GND

86

Rood-Zwart

1

X18-M/28

Rood-Zwart

1,5

R3 87

X18-M/14

X18-M/17 X17-M/10

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

1,5

F14

30

Rood

10

KEY/1

85

Zwart

1

GND

Groen-Rood

1

R74/86

Groen-Rood

1

R81/30

Bruin

1

86

Afbeelding

X17-M/8

F34 F44 F46 F51 F54

Bruin

R35

1,5

F55 F56 F59

87

F64 F67 F68 F35 F43 Bruin

2,5

F48

80

F66 F69 Bruin

6

F72

Rood

6

F18

85

Zwart

1

GND

86

Grijs-Groen

1

X18-M/19

Donkerblauw

1

F1

Donkerblauw

1

F8

Donkerblauw

4

Donkerblauw

1

F15

Donkerblauw

1

F11

Donkerblauw

1

F12

Donkerblauw

1,5

F9

Donkerblauw

1,5

F2

Donkerblauw

1

F13

Donkerblauw

1

F7

Donkerblauw

1

F3

30

R4 87

80-01-M205NL

F10 F6

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

49

Bedrading stekkers

R5

R6

R7

Pin

Rood

1,5

X18-M/1/2/3/4

Zwart

1

GND

86

Rood-Geel

1

X18-M/27

87

Grijs-Rood

1,5

X18-M/21

30

Lichtblauw

1,5

F3

85

Zwart

1

GND

86

Bruin-Grijs

1

X18-M/9

87

Lichtblauw-Geel

1,5

X18-M/10

30

Roze

1,5

R7/30

85

Bruin-Zwart

1

X18-11

86

Roze

1

F13

87

Roze-Zwart

1,5

X18-M/12

30

Rood

6

KEY/1

85

Zwart

1

GND

Groen-Rood

1

R35/86

Groen-Rood

1

R81/30

Donkerblauw

1,5

F42

Donkerblauw

1,5

F37

Donkerblauw

1,5

F65

Donkerblauw

1,5

F45

Geel-Zwart

2,5

87

30

F35

Zwart

1

GND

86

Roze-Wit

1

X22-F/28

DonkerblauwGroen

1

X22-F/6

DonkerblauwGroen

1,5

X22-F/5

Roze-Rood

1

85

Zwart

1

GND

86

Lichtblauw-Geel

1

X22-F/15

30

F50 X22-F/8

87

Lichtblauw

1

I22/12

30

Roze-Zwart

1,5

X22-F/19

85

Zwart

1

GND

86

Grijs-Groen

1

X22-F/18

87

Roze

1,5

F64

30

Rood

6

KEY/1

85

86

R78

Afbeelding

R83/30

85

87

R77

Bestemming

30

R74

R76

Doorsnede

85

86

R75

Kabelkleur

Zwart

1

GND

Rood-Zwart

1,5

X23-F/10

Rood-Zwart

1,5

X21-F/14

Rood-Zwart

1

STR4/6

Rood-Zwart

1,5

X16-M/5

Rood-Zwart

2,5

R80/87

Rood-Zwart

1,5

80

Ref.

F57 F33

87

F41 Rood-Zwart

1,5

F52 F62 F71

(05/02/2013)

80-01-M205NL


50

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

R79

R8

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

31

Zwart

1

GND

+

Rood-Geel

1,5

X20-F/M

C

Roze-Geel

1

30

Donkerblauw

1

85

Roze-Bruin

1

86

Donkerblauw

1

87

Zwart-Donkerblauw

1

X18-M/23

30

Rood

2,5

KEY/1

85

Zwart

1

GND

86

Wit-Rood

1

KEY/6

Rood-Zwart

1,5

X23-F/10

Rood-Zwart

1,5

X21-F/14

Rood-Zwart

1

STR4/6

Rood-Zwart

1

R78/86

R80 87

80

R8/86 X18-M/24 F6 R8/30

X16-M/5

1

R74/86

Groen-Rood

1

R35/86

Zwart

1

GND

Bruin

1

XM4-F/2

Bruin

1

X21-F/26

Bruin

1

X23-F/2

Bruin

1

X16-M/6

87

Wit-Rood

1

KEY/6

30

Zwart

1

GND

85

Zwart

1

86

86

87

30 85 86

GND X21-F/1

Wit-Oranje

1

Lichtblauw-Oranje

1

XM2-F/1

Lichtblauw-Oranje

1

X16-M/19

Geel-Zwart

1

F35

Geel-Zwart

2,5

R75/30

Zwart

1

GND

X37-F/5

Roze-Geel

1

X22-F/29

Donkerblauw-Roze

1

X22-F/4

Donkerblauw-Roze

2,5

X22-F/3

Roze-Rood

1

F8

85

Zwart

1

GND

86

Roze-Grijs

1

X17-M/3

87

Roze-Groen

1

X17-M/4

1

Donkerblauw

0,75

X20-M/J

87 30 R9

F6

1,5

R81

R83

X20-F/L

Rood-Zwart

85

R82

DL/6(C)

Groen-Rood

30

1

RS232 2

80-01-M205NL

Afbeelding

Bruin

0,75

X20-M/K

2

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

51

Bedrading stekkers Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Lichtblauw-Wit

1

X32-F/5 1

S11 2

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw-Groen

1

X32-F/6

2

1

S12 2

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw-Zwart

1

X32-F/7

2

1

S13 2

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw-Geel

1

X32-F/8

2

1

S14 2

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw

1

X33-M/1

2

1

S15 2

Zwart

1

GND

1

Oranje-Wit

1

X33-M/2

2

1

S16 2

Zwart

1

GND

1

Oranje-Groen

1

X33-M/3

2

1

S17 2

Zwart

1

GND

1

Oranje-Zwart

1

X33-M/4

2

Zwart

1

GND

1

Oranje-Geel

1

X33-M/5

2

Zwart

1

GND

1

Wit-Donkerblauw

1

X32-F/9

2

Zwart

1

GND

1

Wit-Groen

1

X32-F/10

2

Zwart

1

GND

1

Rood-Donkerblauw

1

X33-M/6

2

Zwart

1

GND

2

1

S18

2

1

S19

2

1

S24

2

1

S25

2

1

S27

(05/02/2013)

Afbeelding

2

80-01-M205NL

80

Ref.


52

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Rood-Grijs

1

X33-M/7 1

S28 2

Zwart

1

GND

1

Rood-Paars

1

X33-M/8

2

Zwart

1

GND

1

Rood-Groen

1

X33-M/9

2

Zwart

1

GND

A

Groen-Zwart

1

X33-M/10

B

Grijs-Paars

1

X33-M/11

C

Zwart

1

GND

1

Bruin-Paars

1

X32-F/3

2

Zwart-Paars

1

X32-F/4

1

Groen-Wit

1

I24/2

2

Groen-Grijs

1

I24/8

80

2

1 2

1

S8

3

Bruin-Wit

1

I69/21

4

Bruin-Grijs

1

I69/11

5

Geel-Groen

1

2

I4/5 VIEW/6

6

Wit

0,5

8

Rood-Zwart

1,5

X21-M/14

X21-M/34

9

Lichtblauw-Wit

1

I2/1

10

Lichtblauw

1

I2/7

11

Roze-Groen

1

X21-M/20

12

Roze-Rood

1

X21-M/21

14

Bruin

0,5

16

Wit-Oranje

1

X21-M/1

17

Roze-Bruin

1

X21-M/23

18

Roze-Donkerblauw

1

X21-M/24

21

Paars-Geel

1

22

Paars

1

X21-M/8

Zwart

1

GND

Zwart

1

GND

23

80-01-M205NL

2

1

S36

STR2

2

1

S35

S6

Afbeelding

VIEW/5 X21-M/33

I70/1 X20-M/U

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

53

Bedrading stekkers Ref.

STR3

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

3

Paars-Zwart

1

X21-M/6

4

Groen-Rood

1

X21-M/22

5

Wit

1

6

Wit-Oranje

1

I28/5

7

Wit-Grijs

1

I29/5

8

Wit-Donkerblauw

1

I30/5

9

Wit-Groen

1

I31/5

13

Oranje-Groen

1

I77/5

14

Paars-Wit

1

I1/7

15

Geel-Rood

1

X20-M/P

16

Donkerblauw-Zwart

1

I76/5

17

Oranje-Paars

1

I77/2

1

Groen-Bruin

1

X16-/11

2

Groen-Grijs

1

X16-M/10

3

Groen-Zwart

1

X16-M/17

4

Groen-Geel

1

X16-M/20

5

Zwart

1

GND

Rood-Zwart

1

Rood-Zwart

1,5

6

Bestemming

I27/5 X55-F/2

R78/86 R80/87 X16-M/5 X21-F/14 X23-F/10

STR4

OBD2/6 X16-F/25 7

Afbeelding

Bruin

0,5

1 2 3 4

8 7 6 5

X21-F/33 X23-F/16 X503-F/2 OBD2/14 X16-M/26

Wit

0,5

X21-F/34

80

8

X23-F/17 X503-F/1

SV-F

1

Roze

1

M8/4

2

Oranje

1

MC2M CHASSIS/L4

3

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw-Rood

2,5

X35-H/J

2

Zwart

2,5

GND

1

Donkerblauw-Rood

1

T1

1 2

T41

TV-F 2

(05/02/2013)

Zwart

1

1 2

F41 X7D-F/T GND

1 2

80-01-M205NL


54

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

VIEW

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Donkerblauw

1,5

X20-M/A

4

Afscherming

-

X21-M/35

5

Bruin

0,5

6

Wit

0,5

STR2/14 X21-M/33 STR2/6 X21-M/34

7

Zwart

1

GND

13

Rood

1

X20-M/C

24

Zwart

1,5

GND X10-2

DonkerblauwGroen

1

DonkerblauwGroen

1,5

X22-M/5

DonkerblauwGroen

1

X22-M/6

DonkerblauwGroen

1,5

Donkerblauw-Roze

1

Donkerblauw-Roze

1,5

X22-M/3

Donkerblauw-Roze

1

X22-M/4

Donkerblauw-Roze

1,5

5

Grijs

1,5

X22-M/11

6

Wit-Rood

1

X22-M/25

1

2

3

4

Afbeelding

X22-M/6

X10-1 X22-M/5 X10-4 X22-M/4

X10-3 X22-M/3

X11-F/23

X9-F/T 7 X10

80

8

9

10

MC2M-CABIN/L4

Bruin-Roze

1

Donkerblauw

1

Donkerblauw

2,5

X10/10

Donkerblauw

6

X23-M/8

Donkerblauw

2,5

Donkerblauw

6

X23-M/8

Donkerblauw

1

X10/9

Donkerblauw

2,5

X10/8

Donkerblauw

6

X23-M/8

X23-M/11 X10/9

X10/10 X10/8

11

Zwart-Paars

1

MC2M-CABIN/L20

12

Zwart

2,5

GND

13

Zwart-Donkerblauw

1

MC2M-CABIN/L19

14

Zwart

2,5

GND

15

Zwart-Geel

1

MC2M-CABIN/S13

16

Zwart

2,5

GND

17

Zwart-Wit

1

MC2M-CABIN/S14

18

Wit

2,5

X23-M/7

19

Rood

1

X15-M/2 X23-M/9 X46/B

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

55

Bedrading stekkers Ref.

Pin 1

2

3 X10(FPDX)

4

5

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Zwart

1

GND

Geel-Zwart

1

X10A/1

Geel-Zwart

1

X13/7

Geel-Zwart

1,5

X25/3(FASX)

Geel-Zwart

1,5

X18-F/7

Lichtblauw-Geel

1,5

X18-F/10

Lichtblauw-Geel

1

A2/1

Lichtblauw-Geel

1

X13/2

Lichtblauw-Geel

1

X6/3(FPSX)

Donkerblauw

1

X10/4(FPDX)

Donkerblauw

1

X13/1

Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/L40

Donkerblauw

1,5

X16-M/9

Roze-Zwart

1,5

X18-F/12

Roze-Zwart

1

X6/5 (FPSX)

Roze-Zwart

1

X13/6

Afbeelding

X107-F/2 X101-F

1

Geel

1

X12-F/4 X32-F/2

X102-F

1

Zwart-Wit

1

2

Zwart-Rood

1

3

Wit-Geel

1

4

Zwart-Wit

1

5

Zwart-Rood

1

6

Wit-Donkerblauw

1

1

Grijs-Rood

1

X102-F/4 X16-M/16 X102-F/5 X16-M/15 X16-M/13 X102-F/1

6 5 4

X16-M/16

3

2

1

X102-F/2 X16-M/15 X16-M/14

80

X107-F/6 X12-F/7 X32-F/4 X107-F/9

X103-F

X12-F/6 2

Bruin-Wit

1

X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2 X106/1

X105

(05/02/2013)

1

Roze-Zwart

1

X107A/1

2

Zwart

1

GND

3

Bruin

0,5

X9-M/P

4

Wit

0,5

X9-M/Q

X9-M/B

A C

B

80-01-M205NL


56

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Grijs-Rood

1

Bestemming

Afbeelding

X107-F/6 X12-F/7 X32-F/4 X107-F/9

X103-F

X12-F/6 2

Bruin-Wit

1

X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2 X106/1

X105

1

Roze-Zwart

1

X107A/1

2

Zwart

1

GND

3

Bruin

0,5

X9-M/P

4

Wit

0,5

X9-M/Q

1

Roze-Zwart

1

X107A/1

2

Zwart

1

GND

3

Oranje-Paars

1

X9-M/O

4

Bruin-Grijs

1

X9-M/J

1

Roze-Zwart

1

2

Zwart

1

3

Grijs-Donkerblauw

1

X9-M/E

4

Wit-Grijs

1

X9-M/K

Donkerblauw-Geel

1

X21-F/10

Donkerblauw-Geel

1

X42-F/5

Donkerblauw-Geel

1

X32-F/1

Donkerblauw-Geel

1

Geel

1

X101-F/1

Geel

1

X12-F/4

Geel

1

X32-F/2

X9-M/B

A C

B

X105/1

X106

X9-M/B

X105/1

X107A

X9-M/B

1

80

X106/1

2

4 X107-F 6

8

GND

F37 X107-F/10

Zwart

1

GND

Grijs-Rood

1

X103-F/1

Grijs-Rood

1

X12-F/7

Grijs-Rood

1

X32-F/4

Donkerblauw-Wit

1

X12-F/8 X42-F/3 X103-F/2 X12-F/6

9

Bruin-Wit

1

X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

57

Bedrading stekkers Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Donkerblauw-Geel

1

X21-F/10

Donkerblauw-Geel

1

X42-F/5

Donkerblauw-Geel

1

X32-F/1

Donkerblauw-Geel

1

11

Groen

1

12

Zwart

1

1

Roze-Zwart

1

2

Zwart

1

GND

3

Grijs-Geel

1

X9-M/D

4

Oranje-Geel

1

X9-M/G

1

Roze-Zwart

1

2

Zwart

1

GND

3

Grijs-Roze

1

X9-M/N

4

Bruin-Donkerblauw

1

X9-M/H

Geel-Zwart

1,5

X25/3(FASX)

Geel-Zwart

1,5

X18-F/7

Geel-Zwart

1

X10/2(FPDX)

Geel-Zwart

1

X13/7

Zwart

1

GND

Wit-Groen

1

X18-F/16

10 X107-F

X108

X109

X10A

1

2 1 X11A

F37 X107-F/1 F70 X12-F/1 GND X109/1 X9-A

X108/1 X9-M/A

Wit-Groen

1

X4A/1

2

Zwart

1

GND

3

Wit-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/R33

1

OranjeDonkerblauw

1

MC2M CHASSIS/R8

(05/02/2013)

1 2

1 2

1

X11B

X11-F

Afbeelding

2

Zwart

1

GND

1

Grijs-Zwart

2,5

X23-M/6

2

Zwart

2,5

GND

3

Paars-Geel

1

X22-M/31

4

Paars-Wit

1

X22-M/30

5

Groen-Bruin

1

XRD-C3

6

Groen-Grijs

1

XRD/D1

7

Groen-Geel

1

XRD/D2

8

Groen-Wit

1

XRD/D3

9

Grijs-Rood

1

XRD/E2

10

Grijs-Zwart

1

XRD/E3

11

Groen

1

MC2M-CABIN/L30

12

Donkerblauw

1

MC2M-CABIN/L23

13

Bruin-Zwart

1

MC2M-CABIN/R24

14

Bruin-Groen

1

MC2M-CABIN/R30

15

Zwart-Geel

1

MC2M-CABIN/R27

16

Zwart-Wit

1

MC2M-CABIN/R28

17

Oranje-Groen

1

MC2M-CABIN/R26

2

80

Ref.

80-01-M205NL


58

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X14-F/U X15-M/4 18

Bruin

0,5

X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1

19

Roze-Groen

1

MC2M-CABIN/R40 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X14-F/V X15-M/5

20

Wit

0,5

X23-M/17 X88-M/4

X11-F

X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 21

Donkerblauw-Rood

1,5

MC2M-CABIN/S3

22

Donkerblauw-Geel

1,5

MC2M-CABIN/S4 X10-F/6

23

Wit-Rood

1

X22-M/25

80

X9-F/T

X12A

24

Bruin-Paars

1

MC2M-CABIN/L1

25

DonkerblauwGroen

1,5

MC2M-CABIN/S5

26

Donkerblauw-Zwart

1,5

MC2M-CABIN/R13

27

Bruin

0,5

MC2M-CABIN/S28

28

Bruin-Donkerblauw

1

29

Wit

0,5

MC2M-CABIN/S30

Zwart

1

GND

Oranje-Rood

1

MC2M CHASSIS/L14

Groen

1

X107-F/11

Groen

4

F70

X22-M/20 XRD/K1

1

1

Geel

1

X101-F/1

4

Geel

1

X32-F/2

Geel

1

X107-F/2

5

Groen

1,5

X22-F/24 X103-F/2

X12-F

X107-F/9 6

Bruin-Wit

1

X32-F/3 X32-F/5 X33-M/2

7

80-01-M205NL

Grijs-Rood

1

X103-F/1

Grijs-Rood

1

X32-F/4

Grijs-Rood

1

X107-F/6

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

59

Bedrading stekkers

X12-F

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

8

Donkerblauw-Wit

1

10

Zwart

4

GND

12

Grijs

1

X33-M/1

Donkerblauw

1

X30/2(FADX)

Donkerblauw

1

X10/4(FPDX)

Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/L40

Donkerblauw

1,5

X16-M/9

Lichtblauw-Geel

1,5

X18-F/10

Lichtblauw-Geel

1

A2/1

Lichtblauw-Geel

1

X10/3(FPDX)

Lichtblauw-Geel

1

X6/3(FPSX)

1

2

3

4 X13

5

6

(05/02/2013)

X42-F/3

Zwart

1

GND

Donkerblauw-Zwart

1,5

X25/2(FASX)

Donkerblauw-Zwart

1

X6/4(FPSX)

Donkerblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/L39

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

Geel

1

X6A/1

Geel

1

X30/3(FADX)

Geel

1,5

X18-F/6

Geel

1

X6(FPSX)

Roze-Zwart

1,5

X18-F/12

Roze-Zwart

1

X10/5(FPDX)

Roze-Zwart

1

X6/5 (FPSX)

1

X10A/1

Geel-Zwart

1,5

X25/3(FASX)

Geel-Zwart

1,5

X18-F/7

Geel-Zwart

1

X10/2(FPDX)

Rood-Groen

1,5

X22-M/21

Rood-Groen

1

B

Geel-Zwart

1,5

C

Rood-Bruin

1,5

D

Zwart

1,5

GND

E

Zwart

1,5

GND

A

Afbeelding

X107-F/8

Geel-Zwart 7

X14-F

Bestemming

1 2 3 4

8 7 6 5

XRD/F1 XRD/H1

80

Ref.

X22-M/22 X22-M/23 X46-A

F

Wit

1

MC2M-CABIN/L24

G

Wit-Zwart

1

MC2M-CABIN/L33

H

Wit-Rood

1

MC2M-CABIN/L22

J

Wit-Geel

1

MC2M-CABIN/L32

K

Wit-Groen

1

MC2M-CABIN/L34

L

Wit-Donkerblauw

1

MC2M-CABIN/L12

M

Wit-Roze

1

MC2M-CABIN/L14

N

Wit-Oranje

1

MC2M-CABIN/R23

O

Groen-Wit

1

MC2M-CABIN/L31

P

Groen-Rood

1

MC2M-CABIN/R38

Q

Groen-Grijs

1

MC2M-CABIN/R39

R

Geel-Groen

1

MC2M-CABIN/L2

S

Oranje-Zwart

1

MC2M-CABIN/R19

T

Oranje-Groen

1

MC2M-CABIN/R20 80-01-M205NL


60

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X15-M/4 U

Bruin

0,5

X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20

X14-F

X15-M/5 V

Wit

0,5

X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X15-M/6 X23-M/18

W

Afscherming

-

X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1

X

Lichtblauw-Rood

1

MC2M-CABIN/S17 X51/2

A

Rood-Groen

1

X51/5 X53/1 X53/3

80

B

C

X14-M

80-01-M205NL

Geel-Zwart

1

Rood-Bruin

1

M3/2 M4/2 ISR/1 XMS/2

Rood-Bruin

1,5

X76-F/1

D

Zwart

1,5

GND

E

Zwart

1,5

GND

F

Wit

1

M3/17

G

Wit-Zwart

1

M4/17

H

Wit-Rood

1

M3/16

J

Wit-Geel

1

M4/16

K

Wit-Groen

1

M3/15

L

Wit-Donkerblauw

1

M4/15

M

Wit-Roze

1

M3/18

N

Wit-Oranje

1

M4/18

O

Groen-Wit

1

X53/2

P

Groen-Rood

1

X51/3

Q

Groen-Grijs

1

X51/4

R

Geel-Groen

1

XMS/1

S

Oranje-Zwart

1

X75-4 (05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

61

Bedrading stekkers Ref.

X14-M

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

T

Oranje-Groen

1

X75/2

U

Bruin

0,5

V

Wit

0,5

W

Afscherming

-

X

Lichtblauw-Rood

1

XSP/1

1

Bruin-Zwart

1

X18-F/11

Afbeelding

M3/3 M4/3 M3/4 M4/4 M3/5 M4/5

1

X15A 2

Zwart

1

GND

1

Lichtblauw-Groen

1

X22-M/16

2

X10-19 2

Rood

1

X23-M/9 X46-B

3

Zwart

1

GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

4

Bruin

0,5

X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23

X15-M

MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V Wit

0,5

X23-M/17

80

5

X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X23-M/18 6

Afscherming

-

X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1

(05/02/2013)

80-01-M205NL


62

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Grijs-Groen

1

Grijs-Groen

1,5

F38

Zwart

1

GND

Zwart

1,5

GND

Grijs-Paars

1

X17-F/1

Grijs-Paars

1,5

Grijs-Paars

1

MC2M CHASSIS/R3

Geel-Rood

1

MC2M CHASSIS/L37

Geel-Rood

1,5

Rood-Zwart

1,5

Rood-Zwart

1,5

Afbeelding

X18-F/19 1

2

3

4

X26/C X71/A

KEY X22-F/17

DL/1 X18-F/5 X23-F/10 X21-F/14 MC2M CHASSIS/S1

Rood-Zwart

1

STR4/6 X18-F/28

5

MC2M CHASSIS/S1 Rood-Zwart

1

R78-86 R80-87 X18-F/28

Rood-Zwart

2,5

R80-87

Bruin

1

XM4/2

Bruin

1

X21-F/26

Bruin

1

X23-F/2

Bruin

1

Roze-Bruin

1

Donkerblauw-Zwart

1,5

X25/2(FASX)

Donkerblauw-Zwart

1

X6/4(FPSX)

Donkerblauw-Zwart

1

X13/4

Donkerblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/L39

Donkerblauw-Zwart

1

X21-F/27

Donkerblauw-Zwart

1,5

DL/3

Donkerblauw

1

X10/4(FPDX)

Donkerblauw

1

X13/1

Donkerblauw

1

Donkerblauw

1,5

10

Groen-Grijs

1

11

Groen-Bruin

1

Geel-Paars

1

Geel-Paars

1,5

X16-M 6

80

7

8

9

12

80-01-M205NL

R81-86 X35-M/K X18-F/24 XM2-F/9

MC2M CHASSIS/L40 X21-F/28 DL/2 X30/2(FADX) STR4/2 XSC-F/3 STR4/1 XSC-F/4 XM1-F/1 X17-F/2 X35-M/L

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

63

Bedrading stekkers Ref.

Pin 13

14

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Wit-Geel

1

CC2/7

Wit-Geel

1

X102-F/3

Wit-Donkerblauw

1

X102-F/6

Wit-Donkerblauw

1

CC2/1

Zwart-Rood

1

X102-F/2

Afbeelding

CC2/5 15

X102-F/5 CC2/6 16

Zwart-Wit

1

X102-F/1 X102-F/4

17

Groen-Zwart

1

18

Roze-Rood

1

STR4/-3 XSC-F/5 OBD2-F/8 X35-M/R XDM-F/5

Lichtblauw-Oranje

1

19

20

Lichtblauw-Oranje

1

Groen-Geel

1

X18-F/29 XM2-F/1 MC2M CHASSIS/L34 R82-87 STR/4 XSC-F/6 MC2M CHASSIS/S24

21

Afscherming

-

X21-F/35 X23-F/18 X35-M/X

X16-M 22

Bruin

0,34

XDM-F/8 XM2-F/14 X35-M/V

23

Geel

0,34

XDM-F/6 XM2-F/13

Wit

0,34

80

X35-M/W 24

XDM-F/7 XM2-F/15 MC2M CHASSIS/S25 OBD2-F/6 STR4/7

25

Bruin

0,5

X21-F/33 X23-F/16 X500-F/2 X503-F/2 X71/D MC2M CHASSIS/S23 OBD2-F/14 STR4/8

26

Wit

0,5

X21-F/34 X23-F/17 X500-F/1 X503-F/1 X71/C

(05/02/2013)

80-01-M205NL


64

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

OBD2-F/3 X21-F/12 27

Bruin

0,5

X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7

X16-M

OBD2-F/11 X21-F/13 28

Wit

0,5

X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8

Grijs-Paars

1,5

X16-M/3

Grijs-Paars

1

MC2M CHASSIS/R3

Geel-Paars

1,5

X16-M/12

Geel-Paars

1,5

X35-M/L

3

Roze-Grijs

1

MC2M CHASSIS/R10

4

Roze-Groen

1

X9/1(E35)

5

Donkerblauw-Roze

1

MC2M CHASSIS/S8

6

Grijs

1,5

X30/5(FADX)

7

Donkerblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/S9

Rood-Zwart

1,5

X18-F/17

1

2

MC2M-1 CHASSIS/1 8

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CHASSIS/2 MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/10

X17-F

9

Wit-Roze

1

MC2M CHASSIS/S19

Rood-Zwart

1,5

X18-F/17 MC2M-1 CHASSIS/1

80

10

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CHASSIS/2 MC2M-1 CHASSIS/3 X17-F/8

80-01-M205NL

11

Wit-Zwart

1

MC2M CHASSIS/S20

12

Zwart

4

GND

13

Roze-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/S17

14

Wit-Rood

2,5

X23/A

15

Paars-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/S18

16

Wit-Groen

2,5

X24/A

17

Groen

1,5

X30/4(FADX)

18

Bruin-Rood

4

X35-M/G

19

Groen-Zwart

1,5

X25/4(FASX)

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

65

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Grijs-Paars

1

R14/86

2

Geel-Paars

1,5

R14/87

3

Roze-Grijs

1

R9/86

4

Roze-Groen

1

R9/87

5

Donkerblauw-Roze

1

R10/86

6

Grijs

1,5

R10/87

7

Donkerblauw-Zwart

1

8

9 X17-M 10

Afbeelding

R11/86 X17-M/10

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

4

Rood-Zwart

1,5

F14

Wit-Roze

1

R12/86

Rood-Zwart

2,5

X18-M/7 R3/87

X17-M/8 X18-M/17

Rood-Zwart

4

R3/87

Rood-Zwart

1,5

F14

11

Wit-Zwart

1

R13/86

12

Zwart

4

GND

13

Roze-Donkerblauw

1

R1/86

14

Wit-Rood

2,5

R1/87

15

Paars-Donkerblauw

1

R2/86

16

Wit-Groen

2,5

R2/87

17

Groen

1,5

R11/87

18

Bruin-Rood

4

F16

19

Groen-Zwart

1,5

R13/87

Rood

1

X26/B X18-F/2

1

Rood

4

X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B

6

Rood

1

X35-M/D

80

Rood

X35-M/E X26/B X18-F/1

X18-F

2

Rood

4

X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B

Rood

6

Rood

1

X35-M/D X35-M/E X26/B X18-F/1

3

Rood

4

X18-F/2 X18-F/4 X35-M/B

Rood

(05/02/2013)

6

X35-M/D X35-M/E

80-01-M205NL


66

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood

1

Bestemming

Afbeelding

X26/B X18-F/1

4

Rood

4

X18-F/2 X18-F/3 X35-M/B

5

6

7

X35-M/D

Rood

6

Geel-Rood

1

MC2M CHASSIS/L37

Geel-Rood

1,5

X16-M/4

Geel

1

X6A/1

X35-M/E

Geel

1

X13/5

Geel

1,5

X30/3(FADX)

Geel

1

X6(FPSX)

Geel-Zwart

1

X10A/1

Geel-Zwart

1

X13/7

Geel-Zwart

1,5

X25/3(FASX)

Geel-Zwart

1

X10/2(FPDX) X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3

X18-F

8

Oranje

1

X29C/1 X5/1 X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7/1

80

X7A/3 X7B/3 X7C/1 9

10

11

12

13 14

15

16

80-01-M205NL

Bruin-Grijs

1

CC3/1

Lichtblauw-Geel

1

A2/1

Lichtblauw-Geel

1

X13/2

Lichtblauw-Geel

1

X10/3(FPDX)

Lichtblauw-Geel

1

X6/3(FPSX)

Bruin-Zwart

1

X15A/1

Roze-Zwart

1

X10/5(FPDX)

Roze-Zwart

1

X6/5 (FPSX)

Roze-Zwart

1

X13/6

Rood-Wit

1,5

CC1/2 X20-F/1

Zwart-Geel

1

Groen-Rood

1

I6/1

Groen-Rood

1

X32-M/1

Wit-Groen

1

X35-M/T

X11A/1 X4A/1

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

67

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood-Zwart

1,5

Bestemming

Afbeelding

MC2M-1 CHASSI/S3 MC2M-1 CHASSIS/1

17

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CHASSIS/2 X17-F/10 X17-F/8

18

Grijs-Paars

1

X32-M/11 X33-F/11 X16-M/1

19

Grijs-Groen

1

X26/C X71/A

X18-F

20

Rood-Groen

1

X22/1

21

Grijs-Rood

1,5

X35-M/F

22

Grijs-Zwart

1,5

X25/5(FASX)

23

Zwart-Donkerblauw

1

X35-M/U

24

Roze-Bruin

1

X16-M/7 X18-F/26

25

Lichtblauw-Rood

1,5

X35-M/H X35-M/J X18-F/25

26

Lichtblauw-Rood

1,5

X35-M/H

27

Rood-Geel

1

X35-M/A

28

Rood-Zwart

1

MC2M-1 CHASSI/S1

X35-M/J

MC2M CHASSIS/S1

X16-M/5 Lichtblauw-Oranje

1

Rood

1,5

Rood

2,5

X16-M/19 R14/30 R5/30 F19 F20

80

29

MC2M CHASSI/L34

F16

1

F17 Rood

4

X18-M/2 X18-M/3 X18-M/4

Rood

X18-M

6

Rood

1,5

Rood

2,5

F18 R14/30 R5/30 F19 F20 F16

2

F17 Rood

4

X18-M/1 X18-M/3 X18-M/4

Rood

(05/02/2013)

6

F18

80-01-M205NL


68

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood

1,5

Rood

2,5

Bestemming

Afbeelding

R14/30 R5/30 F19 F20 F16

3

F17 Rood

4

X18-M/1 X18-M/2 X18-M/4

Rood

6

Rood

1,5

Rood

2,5

F18 R14/30 R5/30 F19 F20 F16

4

F17 Rood

4

X18-M/1 X18-M/2 X18-M/3

80

X18-M

Rood

6

F18

5

Geel-Rood

1,5

F4/F5

6

Geel

1,5

F5

7

Geel-Zwart

1,5

F4

8

Oranje

1,5

F9

9

Bruin-Grijs

1

R6/86

10

Lichtblauw-Geel

1,5

R6/87

11

Bruin-Zwart

1

R7/85

12

Roze-Zwart

1,5

R7/87

13

Rood-Wit

1,5

14

Zwart-Geel

1

15

Groen-Rood

1

16

17

18 19 20

R2/85 F2

Wit-Groen

1

F1

Rood-Zwart

1,5

R3/87

Rood-Zwart

2,5

Rood-Zwart

1,5

F14

Grijs-Paars

1

F10

X17-M/10 X17-M/8

Grijs-Groen

1

R4/86

Rood-Groen

1

X19-F/A

Rood-Groen

1

F7

Grijs-Rood

1,5

R5/87

22

Grijs-Zwart

1,5

R12/87

23

Zwart-Donkerblauw

1

R8/87

21

80-01-M205NL

F14 R1/85

24

Roze-Bruin

1

R8/85

25

Lichtblauw-Rood

1,5

F15

26

Lichtblauw-Rood

1,5

F15

27

Rood-Geel

1

R5/86

28

Rood-Zwart

1

R3/86

29

Lichtblauw-Oranje

1

R14/85 (05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

69

Bedrading stekkers Ref.

X19-F

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

A

Rood-Groen

1

B

Zwart-Wit

1

R15/85

C

Lichtblauw-Wit

1

R15/86

D

Lichtblauw

1,5

R15/30

E

Lichtblauw-Grijs

1

R15/87a

Afbeelding

F7 X18-M/20

F

Lichtblauw-Rood

1,5

R15/87

G

Zwart-Geel

1

R16/85

H

Lichtblauw-Geel

1

R16/86

J

Wit

1

R16/30

K

Wit-Grijs

1

R16/87a

L

Wit-Rood

1

R16/87

M

Zwart

1

R17/85

N

Lichtblauw

1

R17/86

O

Oranje

1

R17/30

P

Oranje-Grijs

1

R17/87a

Q

Oranje-Rood

1

R17/87

R

Grijs-Donkerblauw

1

XRS-1

S

Grijs-Rood

1

XRS-2

T

Grijs

1

XD+-1

U

Paars-Donkerblauw

1

XD+-2 XSC1-F/1

A

Rood-Groen

1

XSC2-F/1

X19-M

B

Zwart-Wit

1

XSC-F/7

C

Lichtblauw-Wit

1

XSC-F/8

D

Lichtblauw

1,5

XSC-F/9

E

Lichtblauw-Grijs

1

XSC-F/10

F

Lichtblauw-Rood

1,5

XSC-F/11

G

Zwart-Geel

1

XSC2-F/3

H

Lichtblauw-Geel

1

XSC2-F/4

J

Wit

1

XSC2-F/5

K

Wit-Grijs

1

XSC2-F/6

L

Wit-Rood

1

XSC2-F/7

M

Zwart-Donkerblauw

1

XSC1-F/8

N

Lichtblauw

1

XSC1-F/7

O

Oranje

1

XSC1-F/6

P

Oranje-Grijs

1

XSC1-F/5

Q

Oranje-Rood

1

XSC1-F/5

Grijs-Donkerblauw

1

I43/3

Grijs-Donkerblauw

1

CC1/5

S

Grijs-Rood

1

T

Grijs

1

X35-M/C

U

Paars-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/L19

1

Rood

25

KEY/1

R

X1-M

(05/02/2013)

80

XSC-F/2

CC1/3 I43/1

80-01-M205NL


70

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Zwart-Geel

1

2

Zwart

1

Donkerblauw

1

Donkerblauw

1,5

F63

Wit

2,5

F69

A

B

Bestemming

Afbeelding

X18-F/14 X35-M/T GND F63 X37-F/8

F49 C

Rood

1

X23-F/9 X37-F/1

D

Zwart

4

GND I66/1

E

X20-F

1

I66/3 I66/4

Oranje-Geel

1,5

F57

F

Oranje-Wit

1

F36

G

Rood-Groen3

1

F33

H

Grijs-Rood

1

X23-F/3

J

Donkerblauw

0,75

OBD2-F/13

K

Bruin

0,75

OBD2-F/12

L

Roze-Geel

1

M

Geel-Rood

1

R79/+

Groen-Wit

1

F48

N

1 2

DL/6(C) R79/C

Groen-Wit

1

XS1-F/6

Geel-Rood

1

I20/1

R

Oranje-Paars

1

XS1-F/1

S

Oranje-Zwart

1

XS1-F/2

T

OranjeDonkerblauw

1

XS1-F/3

U

Paars-Geel

1

X22-F/31

V

Paars-Wit

1

X22-F/30

W

Zwart

1

GND

X

Zwart

1

GND

P

80

Oranje-Geel

1

Wit

1

X20-M/2

2

Wit

1

X20-M/1

A

Donkerblauw

1,5

VIEW/1

B

Wit

2,5

XAS/2

C

Rood

1

VIEW/13

D

Zwart

4

GND

Oranje-Geel

1

I24/3

X20-M

I24/4 I24/6 I10/14

Oranje-Geel

1

E

I70/5

2 1

I73/14 I1/5 I2/3 Oranje-Geel

1,5

I26/3 I26/4 I27/1

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

71

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

I4/1 I51/14 I51/24 I69/14 I69/24 E

Oranje-Geel

1,5

I76/1 I77/1 I77/3 I77/4 I78/1 I79/1 I9/5

F

Oranje-Wit

1

I53/3 I1/10 I2/10 I24/10 I27/6 I28/10 I29/10 I30/10 I31/10

G

Rood-Groen3

1

I35/10 I4/10 I54/10

X20-M

I70/10 I76/10

2 1

I77/10 I78/10 I79/10 I9/10

(05/02/2013)

Grijs-Rood

1

I79/5

J

Donkerblauw

0,75

RS232/1

K

Bruin

0,75

RS232/2

L

Roze-Geel

1

I53/5

M

Geel-Rood

1

N

Groen-Wit

1

I53/1

80

XAS/1 H

I53/2 I53/4

P

Geel-Rood

1

STR3/15

R

Oranje-Paars

1

X98/A

S

Oranje-Zwart

1

X98/B

T

OranjeDonkerblauw

1

X98/C

U

Paars-Geel

1

V

Paars-Wit

1

I70/6

W

Zwart

1

GND

X

Zwart

1

GND

I701 STR2/21

80-01-M205NL


72

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

27

Bruin

0,5

MC2M CHASSIS/S7

Afbeelding

CAN/1

X501-F/2

X216-M

CAN/2 28

Wit

0,5

MC2M CHASSIS/S26 X501-F/1

1

Wit-Oranje

1

R82/86 X37-F/5

2

Bruin-Rood

1

X22-F/26

3

Bruin-Groen

1

X22-F/27

4

Roze-Grijs

1

X23-F/4

5

Bruin-Roze

1

X22-F/9

6

Paars-Zwart

1

I66/5

7

Lichtblauw

1,5

X7D-F/C

8

Paars

1

DL/8

9

Oranje-Rood

1

F60

Donkerblauw-Geel

1

F37

Donkerblauw-Geel

1

X32-F/1

Donkerblauw-Geel

1

10

11

X107-F/1 X107-F/10

Donkerblauw-Geel

1

X42-F/5

Wit-Groen

1,5

F59 OBD2-F/3 X16-M/27

12

Bruin

0,5

X23-F/13 X504-F/2 XM4-F/19

X21-F

XS1-F/7 OBD2-F/11 X16-M/28

80

13

Wit

0,5

X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8

14

1

X23-F/10

Rood-Zwart

1

STR4/6

Rood-Zwart

1

R78/86

Rood-Zwart

1,5

X16-M/5

Rood-Zwart

2,5

R80/87

Paars-Geel

1

XM3-F/4

16

Paars-Rood

1

XM3-F/5

17

Rood-Zwart

1

X22-F/14

18

Groen-Zwart

1

X22-F/13

19

Grijs-Zwart

1

X22-F/12

20

Roze-Groen

1

DL/7

21

Roze-Rood

1

DL/4

22

Groen-Rood

1

I66/2

23

Roze-Bruin

1

DM/8

24

Roze-Donkerblauw

1

DM/9

15

80-01-M205NL

Rood-Zwart

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

73

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

25

Bruin-Donkerblauw

1

Bruin

1

XM4-F/2

Bruin

1

X23-F/2

Bruin

1

26

Afbeelding

X22-F/20 X37-F/6

R81/86 X16-M/6

Donkerblauw-Zwart

1

DL/3

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

28

Donkerblauw

1,5

29

Zwart-Geel

1

X7D-F/K

30

Rood-Grijs

1

X7D-F/J

31

Zwart-Wit

1

X7D-F/H

32

Rood-Wit

1

X7D-F/G

27

X21-F

Bestemming

DL/2 X16-M/9

OBD2-F/6 STR4/7 33

Bruin

0,5

X16-M/25 X23-F/16 X503-F/2 OBD2/14 STR4/8

34

Wit

0,5

X16-M/26 X23-F/17 X503-F/1

Afscherming

-

8

Paars

1

STR2/22

1

Wit-Oranje

1

STR2/16

X23-F/18

80

X21M

X16-M/21

35

I26/8 2

Bruin-Rood

1

L30/1 X55-F/1

X21-M

(05/02/2013)

I26/2

3

Bruin-Groen

1

4

Roze-Grijs

1

5

Bruin-Roze

1

I78/5

6

Paars-Zwart

1

STR3/3

7

Lichtblauw-Groen

1,5

L31/1 A6-F/1 I9/1

I54/5 X38/7

9

Oranje-Rood

1

10

Donkerblauw-Geel

1

11

Wit-Groen

1,5

12

Bruin

0,5

J1939/1

13

Wit

0,5

J1939/2

14

Rood-Zwart

1,5

STR2/8

15

Paars-Geel

1

I35/7

XCD/4 X38/4 XCD/7 I54/1

80-01-M205NL


74

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

16

Paars-Rood

1

I35/1

17

Rood-Zwart

1

I73/11

18

Groen-Zwart

1

I10/11

19

Grijs-Zwart

1

I51/11

20

Roze-Groen

1

STR2/11

21

Roze-Rood

1

STR2/12

22

Groen-Rood

1

STR3/4

23

Roze-Bruin

1

STR2/17

24

Roze-Donkerblauw

1

STR2/18

25

Bruin-Donkerblauw

1

Afbeelding

I10/24 X70/F/2 I70/8

X21-M

26

Bruin

1

I73/21 X70-F/1

27

Donkerblauw-Zwart

1

I53/6

28

Donkerblauw

1

I53/7

29

Zwart-Geel

1

X39A/6

30

Rood-Grijs

1

X39A/5

31

Zwart-Wit

1

X39A/4

32

Rood-Wit

1

X39A/3

33

Bruin

0,5

34

Wit

0,5

35

Afscherming

-

VIEW/4

1

Rood-Groen

1

X18-F/20

STR2/14 VIEW/5 STR2/6 VIEW/6

1

X22 2

Roze

1

MC2M CHASSIS/L23

1

Lichtblauw-Zwart

1

X7-F/S

Grijs-Rood

1

XS1-F/4

Donkerblauw-Roze

2,5

R83-87

Donkerblauw-Roze

1

X22-F/4

Donkerblauw-Roze

2,5

R83/87

Donkerblauw-Roze

1

X22-F/3

Donkerblauw-Groen

2,5

R75/87

Donkerblauw-Groen

1

X22-F/6

Donkerblauw-Groen

2,5

R75/87

80

2 3

4

5

6 X22-F

Donkerblauw-Groen

1

X22-F/5

7

Geel-Grijs

1

X7D-F/M

8

Roze-Rood

1

9

10

11

80-01-M205NL

2

F50 R76/30

Bruin-Roze

1

X21-F/5

Oranje-Donkerblauw

1,5

I7/1

Oranje-Donkerblauw

1

I20/5

Oranje-Donkerblauw

1

F62

Oranje-Donkerblauw

1

X40-F/4

Grijs

1,5

I7/5

12

Grijs-Zwart

1

X21-F/19

13

Groen-Zwart

1

X21-F/18 (05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

75

Bedrading stekkers Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

14

Rood-Zwart

1

X21-F/17

15

Lichtblauw-Geel

1

R76/86

16

Lichtblauw-Groen

1

I22/11

Grijs-Paars

1,5

X16-M/3

17

X22-F

Grijs-Paars

2,5

KEY/7

18

Grijs-Groen

1

R77/86

19

Roze-Zwart

1,5

20

Bruin-Donkerblauw

1

21

Rood-Groen

1,5

F52

Geel-Zwart

1,5

F53

Rood-Bruin

1,5

F65

24

Groen

1,5

X12-F/5

25

Wit-Rood

1

26

Bruin-Rood

1

X21-F/2

27

Bruin-Groen

1

X21-F/3

28

Roze-Wit

1

R75/86

29

Roze-Geel

1

R83/86

30

Paars-Wit

1

X20-F/V

F39 MA-F/2

31

Paars-Geel

1

X20-F/U

1

Lichtblauw-Zwart

1

MC2M-CABIN/L5

2

Grijs-Rood

1

MC2M-CABIN/R14

Donkerblauw-Roze

1

Donkerblauw-Roze

1,5

Donkerblauw-Roze

1

5

6

(05/02/2013)

X37-F/6

23

4

X22-M

R77/30 X21-F/25

22

3

Afbeelding

X10/4 X22-M/4 X10-/3 X10/4 X10-/3

Donkerblauw-Roze

1,5

Donkerblauw-Groen

1

Donkerblauw-Groen

1,5

X10-1

Donkerblauw-Groen

1

X22-M/6

X22-M/3 X10-2

Donkerblauw-Groen

1

X10-2

Donkerblauw-Groen

1,5

X10-1

Donkerblauw-Groen

1,5

X22-M/5

7

Geel-Grijs

1

MC2M-CABIN/R5

8

Roze-Rood

1

9

Oranje-Bruin

1

10

Oranje-Donkerblauw

1

11

Grijs

1,5

12

Grijs-Zwart

1

13

Groen-Zwart

1

MC2M-CABIN/L18

14

Rood-Zwart

1

MC2M-CABIN/L26

15

Lichtblauw-Geel

1

MDCP/4

16

Lichtblauw-Groen

1

X15-M/1

17

Grijs-Paars

1

MC2M-CABIN/L3

18

Grijs-Groen

1

MC2M-CABIN/R4

80

Ref.

X88-M/1 X88-M/6 MC2M-CABIN/L17 I15/1 I71/1 X10-5 MC2M-CABIN/L8 MDCP/33

80-01-M205NL


76

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

19

Roze-Zwart

1,5

20

Bruin-Donkerblauw

1

21

Rood-Groen

1,5

22

Geel-Zwart

1,5

23

Rood-Bruin

1,5

24

Groen

1,5

Bestemming

Afbeelding

X9-F/A X9-F/B X11-F/28 XRD/K1 X14-F/A XRD/F1 XRD/H1

X22-M

X14-F/B X14-F/C X46/A M11/1 X10/6

25

Wit-Rood

1

X11-F/23 X9-F/T

26

Bruin-Rood

1

MC2M-CABIN/L10

27

Bruin-Groen

1

MC2M-CABIN/L11

28

Roze-Wit

1

MC2M-CABIN/S19

29

Roze-Geel

1

MC2M-CABIN/S20

30

Paars-Wit

1

X11-F/4

31

Paars-Geel

1

X11-F/3

A

Wit-Rood

2,5

X17-F/14

B

Zwart

2,5

GND

1

Rood-Zwart

6

F71

Bruin

1

XM4-F/2

Bruin

1

X21-F/26

Bruin

1

3

Grijs-Rood

1

X20-F/H

4

Roze-Grijs

1

X21-F/4

5

Grijs

1

XS1-F/5

6

Grijs-Zwart

2,5

F58

7

Wit

2,5

X7D-F/2

8

Donkerblauw

6

X40-F/1

X23

80

2

R81/86 X16-M/6

F49 9

Rood

1

X20-F/C X37-F/1

X23-F

10

Rood-Zwart

1

STR4/6

Rood-Zwart

1,5

X21-F/14

Rood-Zwart

1

R78/86

Rood-Zwart

1,5

X16-M/5

Rood-Zwart

2,5

R80/87

11

Bruin-Roze

1

MA-F/1

12

Zwart

1

GND OBD2-F/3 X16-M/27

13

Bruin

0,5

X21-F/12 X504-F/2 XM4-F/19 XS1-F/7

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

77

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

OBD2-F/11 X16-M/28 14

Wit

0,5

X21-F/13 X504-F/1 XM4-F/21 XS1-F/8

15

Afscherming

-

XM4-F/20 OBD2-F/6 STR4/7

X23-F 16

Bruin

0,5

X16-M/25 X21-F/33 X503-F/2 OBD2-F/14 STR4/8

17

Wit

0,5

X16-M/26 X21-F/34 X503-F/1 X16-M/21

X23-F/18

18

1

Afscherming

-

Rood-Zwart

1,5

X21-F/35

MDCP/3 MC2M-1 CABIN/1

Rood-Zwart

2,5

MC2M-1 CABIN/2

Bruin

1

MC2M-CABIN/L28

Bruin

1

XRD/J1

3

Grijs-Rood

1

MC2M-CABIN/L9

4

Roze-Grijs

1

MC2M-CABIN/L13

2

5

Grijs

1

MC2M-CABIN/S6

6

Grijs-Zwart

2,5

X11-F/1

7

8 X23-M

Wit

2,5

X10/18

Donkerblauw

1

X10/9

Donkerblauw

2,5

Rood

1

80

MC2M-1 CABIN/3

X10/10 X10/8 X10/19

9

X15-M/2 X46/B MC2M-CABIN/S1

10

Rood-Zwart

1

MDCP/13 MDCP/16

11

Bruin-Roze

1

12

Zwart

1

13

14

(05/02/2013)

Bruin

Wit

0,5

0,5

MC2M-CABIN/L4 X10/7 GND MC2M-CABIN/S7 MDCP/17 MC2M-CABIN/S26 MDCP/18

80-01-M205NL


78

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

15

Afscherming

-

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S27 MC2M-CABIN/S29 MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

16

Bruin

0,5

X15-M/4 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 "MC2M-CABIN/S23" MDCP/20 X11-F/20

X23-M

X14-F/V 17

Wit

0,5

X15-M/5 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/P XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6

18

Afscherming

-

X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1

A

Wit-Groen

2,5

X17-F/16

B

Zwart

2,5

GND

Donkerblauw-Zwart

1

X13/4

Donkerblauw-Zwart

1

X6/4(FPSX)

Donkerblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/L39

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

Geel-Zwart

1

X10A/1

Geel-Zwart

1

X13/7

Geel-Zwart

1,5

X18-F/7

80

X24

2

X25(FASX)

80-01-M205NL

3

Geel-Zwart

1

X10/2(FPDX)

4

Groen-Zwart

1,5

X17-F/19

5

Grijs-Zwart

1,5

X18-F/22

6

Zwart

1,5

GND

6 5 4 3

2

1

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

79

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

A

Zwart

1

Bestemming

Afbeelding

GND X18-F/1 X18-F/2

Rood

4

B

X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B

X26 Rood

6

Grijs-Groen

1

X35-M/D

A C

X35-M/E

B

X16-M/1 C

X18-F/19 X71/A X18-F/8 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3

X27

1

Oranje

1

X29C/1 X5/1 X5A/3

A C

X5B/3

B

X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2

Grijs-Geel

1

MC2M CHASSIS/R29 X18-F/8 X27/1

80

X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3

X27A

3

Oranje

1

X29C/1 X5/1 X5A/3 X5B/3

A C

B

X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4

(05/02/2013)

Grijs-Wit

1

MC2M CHASSIS/L10

80-01-M205NL


80

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3

X27B

3

Oranje

1

X29C/1 X5/1 X5A/3

A C

X5B/3

B

X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4

Grijs-Groen

1

MC2M CHASSIS/R24 X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X29/1 X29A/3 X29B/3

X27C

1

Oranje

1

X29C/1 X5/1 X5A/3

A C

X5B/3

B

X5C/1 X7/1

80

X7A/3 X7B/3 X7C/1

X28

2

Grijs-Rood

1

MC2M CHASSIS/L1

A

Zwart

1

GND

B

Bruin-Groen

1

MC2M CHASSIS/S2

C

Zwart-Rood

1

MC2M CHASSIS/L6

A C

80-01-M205NL

B

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

81

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29A/3 X29B/3 X29C/1

X29

1

Oranje

1

X5/1 X5A/3 X5B/3

A C

X5C/1

B

X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1

2

Oranje

1,5

X18-F/7

Bruin-Geel

1

MC2M CHASSIS/R28 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29B/3 X29C/1

X29A

3

Oranje

1

X5/1 X5A/3 X5B/3 X5C/1

A C

B

X7/1 X7A/3

80

X7B/3 X7C/1

4

(05/02/2013)

Oranje

1,5

X18-F/7

Bruin-Wit

1

MC2M CHASSIS/L9

80-01-M205NL


82

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29C/1

X29B

3

Oranje

1

X5/1 X5A/3 X5B/3

A C

B

X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1

4

Oranje

1,5

X18-F/7

Bruin-Groen

1

MC2M CHASSIS/R23 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 X29B/3

X29C

1

Oranje

1

X5/1 X5A/3 X5B/3

A C

B

X5C/1 X7/1 X7A/3

80

X7B/3 X7C/1 Oranje

1,5

X18-F/7

Bruin-Rood

1

MC2M CHASSIS/L13

Donkerblauw

1

X10/4(FPDX)

Donkerblauw

1

X13/1

Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/L40

Donkerblauw

1,5

X16-M/9

Geel

1

X6A/1

Geel

1

X13/5

Geel

1,5

X18-F/6

Geel

1

X6(FPSX)

4

Groen

1,5

X17-F/17

5

Grijs

1,5

X17-F/6

6

Zwart

1,5

GND

2

2

X30(FADX)

80-01-M205NL

3

6 5 4 3

2

1

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

83

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Groen-Rood

1

I8/1

Afbeelding

F37 1

X107-F/1 Donkerblauw-Geel

1

X107-F/10 X21-F/10 X42-F/5 X101-F/1

2

X32-F

Geel

1

Roze-Geel

1

Bruin-Paars

1

X107-F/2 X12-F/4 I8/3 S8/1 X103-F/2

3

X107-F/9 Bruin-Wit

1

X12-F/6 X32-F/5 X33-M/2 X103-F/1

4

Grijs-Rood

1

Zwart-Paars

1

Lichtblauw-Wit

1

X107-F/6 X12-F/7 S8/2 S11/1 X103-F/2

5

X107-F/9 Bruin-Wit

1

X12-F/6 X32-F/3

X32-F

6

Lichtblauw-Groen

1

S12/1

7

Lichtblauw-Zwart

11

S13/1

8

Lichtblauw-Geel

1

S14/1

9

Wit-Donkerblauw

1

S24/1

10

Wit-Groen

1

S25/1

11

Grijs-Paars

1

X81/1

12

Zwart

1,5

GND

Groen-Rood

1

I6/1

Groen-Rood

1

X18-F/15

Roze-Geel

1

MC2M CHASSIS/L21

3

Bruin-Paars

1

CC2/10

4

Zwart-Paars

1

CC2/9

5

Lichtblauw-Wit

1

MC2M CHASSIS/R13

6

Lichtblauw-Groen

1

MC2M CHASSIS/R14

7

Lichtblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/R16

8

Lichtblauw-Geel

1

MC2M CHASSIS/R15

1 2

X32-M

(05/02/2013)

9

Wit-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/R4

10

Wit-Groen

1

MC2M CHASSIS/R5

11

Grijs-Paars

1

12

Zwart

1,5

80

X33-M/2

X18-F/18 X33-F/11 GND

80-01-M205NL


84

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

X33-F

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Lichtblauw

1

MC2M CHASSIS/R7

2

Oranje-Wit

1

MC2M CHASSIS/R17

3

Oranje-Groen

1

MC2M CHASSIS/R18

4

Oranje-Zwart

1

MC2M CHASSIS/R20

5

Oranje-Geel

1

MC2M CHASSIS/R19

6

Rood-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/S5

7

Rood-Grijs

1

8

Rood-Paars

1

Bestemming

MC2M CHASSIS/S4 MC2M CHASSIS/S13 X34/2 MC2M CHASSIS/S14

9

Rood-Groen

1

10

Groen-Zwart

1

11

Grijs-Paars

1

Zwart

1,5

GND

Lichtblauw

1

S15/1

Grijs

1

X12-F/12

Oranje-Wit

1

S16/1

12 1

Afbeelding

X34/3 MC2M CHASSIS/S6 X18-F/18 X32-M/11

X103-F/2 2

X107-F/9 Bruin-Wit

1

X12-F/6 X32-F/3 X32-F/5

80

X33-M

3

Oranje-Groen

1

S17/1

4

Oranje-Zwart

1

S18/1

5

Oranje-Geel

1

S19/1

6

Rood-Donkerblauw

1

S27/1

7

Rood-Grijs

1

S28/1

8

Rood-Paars

1

S35/1

9

Rood-Groen

1

S36/1

10

Groen-Zwart

1

S6/A

11

Grijs-Paars

1

S6/B

12

Zwart

1,5

GND

1

Zwart-Paars

1

MC2M CHASSIS/R40

2

Rood-Paars

1

X34

80-01-M205NL

3

Rood-Groen

1

4

Zwart

1

1 2

MC2M CHASSIS/S13 X33-F/8 MC2M CHASSIS/S14 X33-F/9

A C

B

GND

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

85

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

A

B

C

D

E

X35-F

F

Bestemming

Rood-Geel

1

X36-12

Rood

4

F75

Rood

6

Afbeelding

X35-F/D X35-F/E

Grijs

1

G1

Rood

4

X35-F/B

Rood

6

Rood

4

Rood

6

Grijs-Rood

1,5

M1

F75 X35-F/E X35-F/B F75 X35-F/D

G

Bruin-Rood

4

X36-5/6

H

Lichtblauw-Rood

1,5

T41-1

J

Lichtblauw-Rood

1,5

T41-1

Bruin

1,5

X37-1

K

Bruin

1,5

X36-15

L

Geel-Paars

1,5

X36-8

M

Zwart

1,5

X36-9/11

N

Zwart

1,5

X36-9/11

P

Zwart

1

X36-9/11

R

Roze-Rood

1

X36-13

S

Grijs-Donkerblauw

1

P39-1

T

Zwart-Geel

1

P39-2

U

Zwart-Donkerblauw

1

X38-1

V

Geel

0,34

X36-1

W

Lichtblauw

0,34

X36-2

X

Bruin

0,34

X36-3/4

80

X35-F

Doorsnede

(05/02/2013)

80-01-M205NL


86

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

A

Rood-Geel

1

X18-F/27

Rood

1

X26/B

Afbeelding

X18-F/1

B

Rood

4

X18-F/2 X18-F/3 X18-F/4

Rood C

6

X35-M/D X35-M/E

Grijs

1

X19-M/T

Rood

1

X26/B X18-F/1 X18-F/2

D

Rood

4

X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B

Rood

6

Rood

1

X35-M/E X26/B X18-F/1 X18-F/2

E

Rood

4

X18-F/3 X18-F/4 X35-M/B

Rood

6

X35-M/D

F

Grijs-Rood

1,5

X18-F/21

G

Bruin-Rood

4

X35-M

X17-F/18 X18-F/25

H

Lichtblauw-Rood

1,5

X18-F/26 X35-M/J X18-F/25

J

Lichtblauw-Rood

1,5

K

Bruin

1,5

L

Geel-Paars

1,5

X18-F/26

80

X35-M/H

80-01-M205NL

X16-M/6 X16-M/12 X17-F/2

M

Zwart

1,5

GND

N

Zwart

1,5

GND

P

Zwart

1

GND

R

Roze-Rood

1

X16-M/18

S

Grijs-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/L24

T

Zwart-Geel

1

U

Zwart-Donkerblauw

1

X18-F/23

X18-F/14 X20-F/1

V

Geel

0,34

X16-M/23

W

Wit

0,34

X16-M/24

X

Bruin

0,34

X16-M/22

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

87

Bedrading stekkers

X36

X37

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Geel

1

X35-V

2

Lichtblauw

1

X35-W

3

Bruin-Rood

1

X35-X

4

Bruin-Grijs

1

X35-X

5

Bruin-Rood

1,5

X35-G

6

Bruin-Rood

1,5

X35-G

8

Geel-Paars

1,5

X35-L

9

Zwart

1,5

X35-M/N/P

11

Zwart

1,5

X35-M/N/P

12

Rood-Geel

1

X35-A

13

Roze-Rood

1

X35-R

15

Bruin

1,5

X35-K

1

Bruin

1,5

X36-15

Rood

1

X20-F/C

1

X37-F

Rood

1

F49

Rood

1,5

X23-F/9

2

Zwart

1

GND

3

Bruin

1

I22/32

4

Lichtblauw-Oranje

1

DM/5

5

Wit-Oranje

1

6

Bruin-Donkerblauw

1

Donkerblauw

1,5

X20-F/A

Donkerblauw

1

F63

3

Wit

1,5

X37-M/6

4

Wit

1

X37-M/5

5

Wit

1

X37-M/4

6

Wit

1,5

X37-M/3

7

Wit

1

X37-M/8

8

Wit

1

X37-M/7

1

Zwart-Donkerblauw

1

X35-U

2

Zwart

1

8

X37-M

X38

Bestemming

R82/86 X21-F/1

Afbeelding

1 2 3 4

8 7 6 5

X21-F/25 X22-F/20

1 2 3 4

80

Ref.

8 7 6 5

GND X21-M/10

4

Donkerblauw-Geel

1

7

Oranje-Rood

1

8

Zwart

1

GND

1

Zwart-Geel

1

X35-T

2

Grijs-Donkerblauw

1

X35-S

3

Rood-Wit

1

X21-M/32

4

Zwart-Wit

1

X21-M/31

5

Rood-Grijs

1

X21-M/30

6

Zwart-Geel

1

X21-M/29

XCD/7 X21-M/9

1 2

XCD/4

X39

X39A

(05/02/2013)

80-01-M205NL


88

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Oranje-Grijs

1

"MC2M CHASSIS/R9"

Afbeelding

1

X4 2

Zwart

1

GND

1

Donkerblauw

6

X23-F/8

2

Donkerblauw

6

F72

3

Zwart

1

GND

OranjeDonkerblauw

1

F62

OranjeDonkerblauw

1,5

I7/1

OranjeDonkerblauw

1

I20/5

OranjeDonkerblauw

1

X22-F/10

1

Wit

6

X40-M/2

2

Wit

6

X40-M/1

1

Zwart

1

GND

3

Donkerblauw-Wit

1

X40-F 4

2

2 4

1

3

X40-M

X42-F 5

Donkerblauw-Geel

1

X107-F/8 X12-F/8

2

F37

3

X107-F/1

6 5

X107-F/10

1

4

X21-F/10 X32-F/1 A

X46

Rood-Bruin

1,5

X14-F/C X22-M/23 X10/19

B

Rood

1

X15-M/2

A C

B

80

X23-M/9 C

Zwart

1

GND

1

Wit-Rood

1

X11-M/23 1

X47

X4A

80-01-M205NL

2

2

Bruin-Paars

1

X11-M/24

1

Wit-Groen

1

X18-F/16

A

2

Zwart

1

GND

C

3

Wit-Grijs

1

MC2M CHASSIS/R34

X11A/1

B

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

89

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X5

1

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5A/3

A C

B

X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2

Paars-Geel

1

MC2M CHASSIS/R39 MC2M CHASSIS/S23

1

Wit

0,5

X16-M/26 X71/C

X500-F

1

MC2M CHASSIS/S25 2

Bruin

0,5

2

X16-M/25 X71/D CAN/2

1

Wit

0,5

MC2M CHASSIS/S26 X16-M/28

X501-F

1

CAN/1 2

Bruin

0,5

2

MC2M CHASSIS/S7 X16-M/27 OBD2-F/14

Wit

0,4

80

STR4-F/8 1

X16-M/26 X21-F/34 X23-F/17

X503-F

OBD2-F/6 STR4-F/7 2

Bruin

0,4

1 2

X16-M/25 X21-F/33 X23-F/16

(05/02/2013)

80-01-M205NL


90

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

OBD2-F/11 X16-M/28 1

Wit

0,4

X21-F/13 X23-F/14 XM4-F/21 XS1-F/8

X504-F

1

OBD2-F/3

2

X16-M/27 2

Bruin

0,4

X21-F/12 X23-F/12 XM4-F/19 XS1-F/7

1

Zwart

1

GND X51/5

2

X51

Rood-Groen

1

X53/1 X53/3

Rood-Groen

1,5

X14-M/A

3

Groen-Rood

1

X14-M/P

4

Groen-Grijs

1

X14-M/Q

6 5 4 3

X51/2 5

Rood-Groen

1

2

1

X53/1 X53/3

Rood-Groen

1,5

X14-M/A X51/2

1

X53

2

1

X51/5 X53/3

Rood-Groen

1,5

X14-M/A

Groen-Wit

1

X14-M/O X51/2

3

80

Rood-Groen

4

Rood-Groen

1

X51/5

Rood-Groen

1,5

X14-M/A

Zwart

1

A C

B

X53/1

GND I26/8

1

Bruin-Rood

1

X55-F 2

80-01-M205NL

L30/1 X21-M/2

Wit

1

I27/5

1 2

STR3/5

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

91

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X5A

3

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1

A C

X5B/3

B

X5C/1 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 4

Paars-Wit

1

MC2M CHASSIS/L12 X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X5B

3

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1 X5A/3

A C

B

X5C/1 X7/1

80

X7A/3 X7B/3 X7C/1 4

(05/02/2013)

Paars-Groen

1

MC2M CHASSIS/R26

80-01-M205NL


92

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X5C

1

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1

A C

B

X5A/3 X5B/3 X7/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2

Paars-Rood

1

MC2M CHASSIS/L3

1

Zwart

1

GND

Geel

1

X6A/1

Geel

1

X13/5

Geel

1

X30/3(FADX)

Geel

1,5

X18-F/6

Lichtblauw-Geel

1

A2/1

Lichtblauw-Geel

1

X10/3(FPDX)

Lichtblauw-Geel

1

X13/2

Lichtblauw-Geel

1

X18-F/10

Donkerblauw-Zwart

1,5

X25/2(FASX)

Donkerblauw-Zwart

1,5

X16-M/8

Donkerblauw-Zwart

1

MC2M CHASSIS/L39

Donkerblauw-Zwart

1

X13/4

Roze-Zwart

1,5

X18-F/12

Roze-Zwart

1

X10/5(FPDX)

Roze-Zwart

1

X13/6

Geel

1

X13/5

Geel

1,5

X30/3(FADX)

Geel

1,5

X18-F/6

Geel

1

X6(FPSX)

Zwart

1

GND

2

3 X6(FPSX)

80

4

5

X6A

1

2

80-01-M205NL

1 2

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

93

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X7

1

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1

A C

B

X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7A/3 X7B/3 X7C/1 2

Donkerblauw-Geel

1

MC2M CHASSIS/R38 I70/8

1

Bruin

1

X70-F

I73/21 1

X21-M/26

2

I10/24

2

Bruin-Donkerblauw

1

1

Wit

1

X70-M/2

2

Wit

1

X70-M/1

A

Grijs-Groen

1

X18-F/19

B

Zwart

1

C

Wit

0,5

X21-M/25

X70-M 2 1

X16-M/1

X26/C

MC2M CHASSIS/S23

80

X71

GND

X16-M/26 X500-F/1 MC2M CHASSIS/S25

D

Bruin

0,5

X16-M/25 X500-F/2

X75

(05/02/2013)

1

Donkerblauw-Geel

1

X76-F/3

2

Oranje-Groen

1

X14-M/T

3

Donkerblauw-Wit

1

X76-F/4

4

Oranje-Zwart

1

X14-M/S

5

DonkerblauwGroen

1

X76-F/6

6

Donkerblauw-Roze

1

X76-F/5

6 5 4 3

2

1

80-01-M205NL


94

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood-Bruin

1

Afbeelding

ISR/1 XMS/2

1

X76-F

Bestemming

Rood-Bruin

1,5

X14-M/C

2

Zwart

1

GND

3

Donkerblauw-Geel

1

X75/1

4

Donkerblauw-Wit

1

X75/3

5

Donkerblauw-Roze

1

X75/6

6

DonkerblauwGroen

1

X75/5

7

Bruin-Geel

1,5

M12/1

1

Wit

1,5

X76-M/7

7

Wit

1,5

X76-M/1

X76-M

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X7A

3

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1

A C

X5A/3

B

X5B/3 X5C/1 X7/1 X7B/3 X7C/1 4

Donkerblauw-Wit

1

MC2M CHASSIS/L11

80

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3 3

Oranje

1

X7B

X29B/3 X29C/1 X5/1 X5A/3

A C

B

X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3 X7C/1 4

80-01-M205NL

DonkerblauwGroen

1

MC2M CHASSIS/R25

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

95

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

X18-F/8 X27/1 X27A/3 X27B/3 X27C/1 X29/1 X29A/3

X7C

1

Oranje

1

X29B/3 X29C/1 X5/1

A C

B

X5A/3 X5B/3 X5C/1 X7/1 X7A/3

X7D-F

2

Donkerblauw-Rood

1

MC2M CHASSIS/L2

1

Donkerblauw

2,5

F66

2

Wit

2,5

X23-F/7

A

Geel-Zwart

1,5

F51

B

Geel-Paars

1,5

F54

C

Lichtblauw

1,5

X21-F/7

D

Oranje-Wit

1,5

F40

E

Paars-Zwart

1,5

F55

F

Paars

1,5

F56

G

Rood-Wit

1

X21-F/32

H

Zwart-Wit

1

X21-F/31

J

Rood-Grijs

1

X21-F/30

K

Zwart-Geel

1

X21-F/29

L

Geel-Rood

1,5

F68

M

Geel-Grijs

1

X22-F/7

N

Geel

1,5

F67

P

Rood-Groen3

1

F33

R

Wit-Geel

1

I56/2

S

Lichtblauw-Zwart

1

X22-F/1

Donkerblauw-Rood

1

TV-F/1

Donkerblauw-Rood

1

F41

1

Grijs-Paars

1

X32-F/11

2

Zwart

1

GND

1

Oranje-Paars

1

MC2M-CABIN/R17

2

Zwart

1

GND

T

1

X81

2

1

X86-F

(05/02/2013)

80

X7B/3

2

80-01-M205NL


96

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Roze-Rood

1

2

Zwart

1

Bestemming

Afbeelding

X22-M/8 X88-M/6 GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

3

Bruin

0,5

X15-M/4 X23-M/16 X88-M/8 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/19 X14-F/V

4

Wit

0,5

X15-M/5 X23-M/17 X88-M/9 X9-F/Q XRD/C2 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6

X88-M

5

Afscherming

-

X23-M/18 X88-M/10 X9-F/R XRD/B1

Roze-Rood

1

7

Zwart

1

80

6

X22-M/8 X88-M/1 GND MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

8

Bruin

0,5

X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X9-F/P XRD/C1 MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/19 X14-F/V

9

Wit

0,5

X15-M/5 X23-M/17 X88-M/4 X9-F/Q XRD/C2

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

97

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6 X88-M

10

Afscherming

-

X23-M/18 X88-M/5 X9-F/R XRD/B1

1

GND

Roze-Groen

1

X17-F/4

Rood-Geel

1

X9-M/M

1

1

1

X90

X98

2

Zwart

1

GND

A

Oranje-Paars

1

X20-M/R

B

Oranje-Zwart

1

X20-M/S

C

OranjeDonkerblauw

1

X20-M/T

1

Geel-Donkerblauw

1

CC2/3

2

Zwart

1

GND

Roze-Zwart

1

X9-F/B

Roze-Zwart

1,5

X22-M/19

Roze-Zwart

1

X9-F/B

Roze-Zwart

1,5

X22-M/19

Zwart

1,5

GND

D

Grijs-Geel

1

MDCP/25

E

Grijs-Donkerblauw

1

MDCP/26

A C

B

1

X99

A

B C

X9-F

2

F

Zwart

1,5

GND

G

Oranje-Geel

1

MDCP/28

H

Bruin-Donkerblauw

1

MDCP/29

J

Bruin-Grijs

1

MDCP/30

K

Wit-Grijs

1

MDCP/31

L

Roze-Geel

1

MC2M-CABIN/L29

M

Rood-Geel

1

MDCP/14

N

Grijs-Roze

1

MDCP/24

O

Oranje-Paars

1

2

80

X9(E35)

Zwart

MDCP/27 MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

P

Bruin

0,5

X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 XRD/C1

(05/02/2013)

80-01-M205NL


98

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

Afbeelding

MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20 X14-F/V Q

Wit

0,5

X15-M/5 X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 XRD/C2 MC2M-CABIN/S24

X9-F

X14-F/W X15-M/6 R

Afscherming

-

X23-M/18 X88-M/10 X88-M/5 XRD/B1

S

Zwart

1

GND X10-F/6

T

Wit-Rood

1

X11-F/23 X22-M/25 X108/1

A

Roze-Zwart

1

B

Roze-Zwart

1

C

Zwart

1,5

D

Grijs-Geel

1

X108/3

E

Grijs-Donkerblauw

1

X107A-3

X109/1 X105/1 X106/1

80

X107A/1

X9-M

80-01-M205NL

GND

F

Zwart

1,5

GND

G

Oranje-Geel

1

X108/4

H

Bruin-Donkerblauw

1

X109/4

J

Bruin-Grijs

1

X106/4

K

Wit-Grijs

1

X107A-4

L

Roze-Geel

1

I41/2

M

Rood-Geel

1

X90/1

N

Grijs-Roze

1

X109/3

O

Oranje-Paars

1

X106/3

P

Bruin

0,5

X105/3

Q

Wit

0,5

X105/4

R

Afscherming

-

„Afscherming kabel Lijn CAN-OPEN“

S

Zwart

1

GND

T

Wit-Rood

1

I41/1

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

99

Bedrading stekkers Ref.

XAC

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Rood

4

KEY/1

2

Rood

4

KEY/1

A

Rood

1

KEY/1

B

Rood

1

KEY/1

C

Zwart

1

GND

D

Zwart

1

GND

E

Zwart

1

GND

F

Zwart

1

GND

G

Zwart

1

GND

H

Zwart

1

GND

J

Zwart

1

GND

K

Donkerblauw-Rood

1,5

F42

Zwart

2,5

GND

Rood-Groen3

1

X20-M/G

2

Wit

2,5

X20-M/B

4

Oranje-Rood

1

7

Donkerblauw-Geel

1

8

Zwart

1

GND

1

Grijs

1

X19-F/T

1 XAS

XCD

Afbeelding

X21-M/9 X38/7 X21-M/10 X21-M10 X38/4

1

XD+ 2

Paars-Donkerblauw

1

X19-F/U

1

Zwart

1

GND

2

Rood-Groen

1

2

F46 OBD2-F/1 F61

Oranje-Groen

1

OBD2-F/16

80

3

XM4/1 5

Roze-Rood

1

6

Geel

0,34

7

Wit

0,34

8

Bruin

0,34

14

Bruin-Donkerblauw

1

1

Geel-Paars

1

2

Bruin-Donkerblauw

1

XDM-F

OBD2-F/8 X16-M/18 X16-M/23 XM2-F/13 X16-M/24 XM2-F/15 X16-M/22 XM2-F/14 OBD2-F/7 XM1-F/2 X16-M/12

XM1-F

(05/02/2013)

OBD2-F/7 XDM/14

80-01-M205NL


100

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

XM2-F

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Lichtblauw-Oranje

1

5

Groen

1

9

Roze-Bruin

1

13

14

XM3-F

Geel

Bruin

0,34

0,34

Bestemming R82/87 X16-M/19 XPA-M/5 XPA-M/6 X16-M/7 X16-M/23 XDM-F/6 X16-M/22 XDM-F/8 X16-M/24

15

Wit

0,34

4

Paars-Geel

1

X21-F/15

5

Paars-Rood

1

X21-F/16

6

Zwart

1

GND

Oranje-Groen

1

Oranje-Groen

1

Bruin

1

X23-F/2

Bruin

1

X21-F/26

Bruin

1

1

2

XDM-F/7

OBD2-F/16 XDM/3 F61

R81-86 X16-M/6

3

Zwart

1

GND

12

Groen-Zwart

1

XPA-M/2

13

Groen-Bruin

1

14

Groen-Wit

1

Afbeelding

XPA-M/4 XPA-M/1 XPA-M/3 OBD2-F/3

XM4-F

X16-M/27 0,5

X23-F/13 X504-F/2

80

19

Bruin

XS1-F/7

20

Bruin

0,5

X21-F/12

Afscherming

-

X23-F/15 OBD2-F/11 X16-M/28

21

Wit

0,5

X21-F/13 X23-F/14 X504-F/1 XS1-F/8

1 XMS

80-01-M205NL

2

Geel-Groen

1

Rood-Bruin

1

Rood-Bruin

1,5

X14-M/R ISR/1 X14-M/C X76-F/1

1 2

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

101

Bedrading stekkers Ref.

XPA-M

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

1

Groen-Wit

1

2

Groen-Zwart

1

3

Groen-Wit

1

4

Groen-Bruin

1

5

Groen

1

6

Groen

1

Bestemming

Afbeelding

XM4-F/14 XPA-M/3 XM4-F/12 XM4-F/14 XPA-M/1 XM4-F/13 XM2-F/5 XPA-M/6 XM2-F/5 XPA-M/6 MC2M-CABIN/S24 X14-F/W X15-M/6

B1

Afscherming

-

X23-M/18 X88-M/10 X88-M/5 X9-F/R MC2M-CABIN/S25 MDCP/19 X11-F/18 X14-F/U

C1

Bruin

0,5

X15-M/4 X23-M/16 X88-M/3 X88-M/8 X9-F/P MC2M-CABIN/S23 MDCP/20 X11-F/20

XRD

X14-F/V Wit

0,5

X15-M/5

80

C2

X23-M/17 X88-M/4 X88-M/9 X9-F/Q C3

Groen-Bruin

1

X11-F/5

D1

Groen-Grijs

1

X11-F/6

D2

Groen-Geel

1

X11-F/7

D3

Groen-Wit

1

X11-F/8

E2

Grijs-Rood

1

X11-F/9

E3

F1

(05/02/2013)

Grijs-Zwart

1

X11-F/10

Rood-Groen

1

XRD-H1

Rood-Groen

1,5

X14-F/A X22-M/21

F2

Zwart-Groen

1

MC2M-CABIN/L25

G1

Paars-Rood

1

MC2M-CABIN/L37

G2

Zwart

1

GND

G3

Zwart

1

GND

80-01-M205NL


102

ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Rood-Groen

1

Rood-Groen

1,5

H2

Rood-Geel

1

H3

Rood-Geel

1

J1

Bruin

1

J2

Zwart

1

GND

J3

Zwart

1

GND

K1

Bruin-Donkerblauw

1

K2

Oranje-Wit

1

MC2M-CABIN/L21

1

Grijs-Donkerblauw

1

X19-F/R

H1

XRD

Bestemming

Afbeelding

XRD-F1 XRD-H1 X14-F/A X22-M/21 MC2M-CABIN/R15 XRD/H3 MC2M-CABIN/R15 XRD/H2 MC2M-CABIN/L28 X23-M/2

X11-F/28 X22-M/20

1

XRS 2

Grijs-Rood

1

X19-F/S

1

Oranje-Paars

1

X20-F/R

2

Oranje-Zwart

1

X20-F/S

3

OranjeDonkerblauw

1

X20-F/T

4

Grijs-Rood

1

X22-F/2

5

Grijs

1

X23-F/5

6

Groen-Wit

1

2

F48 X20-F/N OBD2-F/3 X16-M/27

XS1-F 7

Bruin

0,4

X21-F/12 X23-F/13

1 2 3 4

80

X504-F/2 XM4-F/19

8 7 6 5

OBD2-F/11 X16-M/28 8

Wit

0,4

X21-F/13 X23-F/14 X504-F/1 XM4-F/21 X19-M/A

1

Rood-Groen

1

XSC2-F/1 XSC-F/2

XSC1-F

80-01-M205NL

2

Zwart

1

GND

3

Grijs-Donkerblauw

1

MC2M CHASSIS/S16

4

Oranje-Rood

1

X19-M/Q

5

Oranje-Grijs

1

X19-M/P

6

Oranje

1

X19-M/O

7

Lichtblauw

1

X19-M/N

8

Zwart-Donkerblauw

1

X19-M/M

1 2 3 4

8 7 6 5

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

103

Bedrading stekkers Ref.

Pin

Kabelkleur

Doorsnede

Bestemming

1

Rood-Groen

1

XSC1-F/1

2

Zwart

1

GND

3

Zwart-Geel

1

X19-M/G

4

Lichtblauw-Geel

1

X19-M/H

5

Wit

1

X19-M/J

6

Wit-Grijs

1

X19-M/K

7

Wit-Rood

1

X19-M/L

8

GroenDonkerblauw

1

MC2M CHASSIS/R22

1

Zwart

1

GND

2

Rood-Groen

1

XSC1-F/1

3

Groen-Grijs

1

X16-M/10

4

Groen-Bruin

1

X16-M/11

5

Groen-Zwart

1

X16-M/17

6

Groen-Geel

1

X16-M/20

7

Zwart-Wit

1

X19-M/B

8

Lichtblauw-Wit

1

X19-M/C

9

Lichtblauw-Wit

1,5

X19-M/D

Afbeelding

X19-M/A

XSC-F/2

XSC2-F

1 2 3 4

8 7 6 5

X19-M/A

XSC2-F/1

10

Lichtblauw-Grijs

1

X19-M/E

11

Lichtblauw-Rood

1,5

X19-M/F

12

Grijs-Geel

1

MC2M CHASSIS/S15

1

Lichtblauw-Rood

1

X14-M/X 1

XSP 2

XSR

1 2

(05/02/2013)

Zwart

1

GND

Rood-Geel

1

ISR/1

Zwart

1

2

LSR/1 GND

80

XSC-F

80-01-M205NL


ELEKTRISCHE KENMERKEN EN SPECIFICATIES

80

104

80-01-M205NL

(05/02/2013)


ELEKTRISCHE SCHEMA'S

pag. ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS IN DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS OP DE TRUCK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 CIRCUIT CAN-BUS LIJN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7

POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 ELEKTRISCHE SCHEMA’S PER FUNCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 – 1 – MOTOR STARTEN - STOPPEN / SCHAKELAAR VERSNELLINGEN / BESTURINGEN . 12 – 2 – HYDRAULISCHE BEWEGINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 – 3 – TRANSMISSIE EN VERDELER BEWEGINGEN DANFOSS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – 4 – CABINE - ADM2 - MR2 - AUTORADIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

CONNECTORS TER VOORUITRUSTING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 – 6 – LICHTEN / SENSORS / PROXIMITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 – 7 – VERWARMING EN AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 – 8/1 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – 8/2 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

(25/06/2012)

80-02-M205NL

80

– 5 – OPTIONAL ARM - SENSOREN EN TRANSDUCTORS 3B6 -


2

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS IN DE CABINE

80

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes (7,5A)

C6

F34

Zekering voeding versnellingsschakelaar (7,5A)

C7

F35

Zekering relais derde uitgang uiteinde arm (7,5A)

C8

F36

Zekering plus vanaf accu voor 4 richtingaanwijzers (7,5A)

C9

F37

Zekering “15” voeding autoradio / verwarming (7,5A)

C10

F38

Zekering nevenvoeding startpaneel (7,5A)

C11

F39

Zekering eindschakelaar arm (7,5A)

C11

F40

Zekering plafondlampje (7,5A)

C12

F41

Zekering eindschakelaar cabineportier (7,5A)

C13

F42

Zekering airconditioning (7,5A)

C14

F43

Zekering ruitensproeierpomp (10A)

E6

F44

Zekering voeding lichtenschakelaar en claxon (10A)

E7

F45

Zekering voeding verwarmingsventilator (10A)

E8

F46

Zekering voeding diagnose (10A)

E9

F47

Zekering noodknop motorstop (10A)

E10

F48

Zekering plus vanaf sleutel voor 4 richtingaanwijzers (10A)

E11

F49

Zekering plus “30”/Danfoss/3B6 (10A)

E11

F50

Zekering plus “15” Danfoss verdeler (10A)

E12

F51

Zekering werklamp voor (10A)

E13

F52

Zekering interne voeding bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening (10A)

E14

F53

Zekering plus “15” joystick (10A)

G6

F54

Zekering werklamp achter (10A)

G7

F55

Zekering “15” ruitenwisser boven (10A)

G8

F56

Zekering “15” ruitenwisser achter (10A)

G9

F57

Zekering plus “15” schakelaars (15A)

G10

F58

Zekering voeding platformfuncties (15A)

G6

F59

Zekering zwaailicht (15A)

G7

F60

Zekering voeding autoradio (15A)

G8

F61

Zekering voeding diagnose (15A)

G9

F62

Zekering voeding proximity uitlijning zwenkkop / kleine mengbak (15A)

G10

F63

Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument (15A)

I6

F64

Zekering transductors 3B6 (15A)

I7

F65

Zekering pneumatische bestuurdersstoel (15A)

I8

F66

Zekering werklampen uiteinde arm (15A)

I9

F67

Zekering “15” elektrische ruitbediening (15A)

I10

F68

Zekering thermische ruit (20A)

K6

F69

Zekering “30” sigarettenaansteker (20A)

K7

F70

Zekering voeding verwarming (20A)

K8

F71

Zekering voeding MC2M cabinegedeelte (25A)

K9

F72

Zekering grote mengbak (25A)

K10

R74

Relais radio en verwarming

G13

R75

Relais tweede uitgang uiteinde arm

M8

R76

Relais activering Danfoss verdeler

Q8

R77

Relais voeding transductors 3B6

Q11

R78

Relais plus vermogen centrales 3B6

I13

R79

Relais knipperen richtingaanwijzers

M12

R80

Relais plus elektronica centrales 3B6

Q14

R81

Relais onderbreking voeding vanaf noodknop

O8

R82

Relais negatief signaal neutral position

O11

R83

Relais derde uitgang uiteinde arm

O14

80-02-M205NL

(25/06/2012)


M

Q

(25/06/2012) F62

F67 15A

15A

15A

15A

15A

F37 F38 7.5A

F39 7.5A

F40 7.5A

F41

F45 F46 F47 F48 F49 F50 F51

F55 F56 F57 15A

10A

10A

R75

G 10A

7.5A

F42

13

F52

7.5A

12

10A

7.5A

7.5A

F36

7.5A

F35

11

10A

10A

10A

10A

10A

10A

10

R79

80

25A

F61

F66

15A

9

F72

25A

F60

F65

7.5A

F34

8

F71

20A

10A

F44

10A

F54

7.5A

F33 7

F70

15A

F59

10A

F43

10A

F53

6

15A

F64

15A

5

20A

I 4

F58

E 3

15A

2

F63

1

F69

20A

F68

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

14

R81

R82

R83

R76

R77

R80

15 16 17 18

O

S

80-02-M205NL

3

19

A

C

R74

R78

K


4

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

ZEKERINGEN- EN RELAISDOOS OP DE TRUCK

80

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

F1

Zekering blokkering achteras (7,5A)

I5

F2

Zekering sensoren asuitlijning (7,5A)

I5

F3

Zekering achteruitrijlichten (7,5A)

I5

F4

Zekering stadslichten linkerkant (7,5A)

I5

F5

Zekering stadslichten rechterkant (7,5A)

I5

F6

Zekering voeding bougies (7,5A)

I6

F7

Zekering micro versnelling (10A)

I6

F8

Zekering voeding relais noodpomp (10A)

I6

F9

Zekering voeding micro (10A)

I6

F10

Zekering ter vooruitrusting (10A)

I6

F11

Zekering dimlichten (15A)

O5

F12

Zekering groot licht (15A)

O6

F13

Zekering remlichten (15A)

F14

Zekering Danfoss centrale (15A)

O7 O7 / O8

F15

Zekering verwarming dieselfilter (20A)

O8

F16

Zekering voeding Mercedes centrale (25A)

O9

F17

Zekering voeding MC2M truckgedeelte (25A)

O10

F18

Zekering relais hoofdvoedingen truck (30A)

O10 / O11

F19

Zekering oliekoelventilator (25A)

G15

F20

Zekering oliekoelventilator (25A)

O15

R1

Relais ventilator 1 oliekoeling

K5

R2

Relais ventilator 2 oliekoeling

K8

R3

Relais voeding MC2M truckgedeelte

I8

R4

Relais hoofdvoedingen heftruck

K10

R5

Relais start

I10

R6

Relais achteruitrijlichten

K12

R7

Relais remlichten

K12

R8

Relais voorverwarming bougies

I12

R9

Relais activering noodpomp

R10

Relais rechter dimlicht

K13 / K14

R11

Relais rechter groot licht

I13 / I14

R12

Relais linker dimlicht

K15

R13

Relais linker groot licht

K15

R14

Relais controle start vanaf ADM-2

I15

R15

Relais ter vooruitrusting

K16

R16

Relais ter vooruitrusting

K16

R17

Relais ter vooruitrusting

I16

80-02-M205NL

K13

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

5

19

A

C

E

F19 25A

G

K

F6 7.5A

F2 7.5A

F7 10A

F3 7.5A

F8 10A

F4 7.5A

F9 10A

F5 7.5A

F1010A

R3

R1

R8

R11

R14

R17

R7

R10

R13

R16

R6

R9

R12

R15

R5

R2

R4

80

I

F1 7.5A

F12

F13

F14

F15

F16

F17

F18

15

15

15

15

20

25

25

30

15

15

15

20

25

25

30

O

F11

15

M

F20 25A

Q

S

(25/06/2012)

80-02-M205NL


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

80

6

80-02-M205NL

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

7

CIRCUIT CAN-BUS LIJN 1

2

3

4

5

6

A

CHAINS BROKEN SWITCH

7

8

9

10

CABIN SWITCH WORK LAMPS WIPER ROTARY LAMPS

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

32

33

34

35

36

37

38

40

41

42

SAUER DANFOSS LEFT JOYSTICK

SAUER DANFOSS RIGHT JOYSTICK

3B6 BOOM EXTENSOMETER

SAUER DANFOSS DISTRIBUTOR

AUTEC RADIO CONTROL RECEIVER

E

3B6 CORE VIEW

THROTTLE FOOT PEDAL

E

MERCEDES ADM2 UNIT BOX 3B6 BOOM PRESSURE TRANSDUCER

A

C

3B6 MC2M

AIR CONDITIONING GROUP

39

CAN BUS OPEN CAN BUS OPEN-1 CAN BUS J1939 ISO K-LINE STANDARD WIRES

BASKET PREDISPOSITION

C

G

31

3B6 MIDAC-PLUS UNIT BOX

G

INCHING PEDAL ATTACHMENT BOOM RECOGNITION

I

I

ENCODER

K

K

M

M

BLINKERS INDICATOR PETROL LEVELING SENSOR

O

HEADLIGHTS LIGHTS

AUTOMATIC LEVELING BULL

3B6 MC2M

Q

HYDRAULIC OIL FAN

S

(25/06/2012)

BRAKES SYSTEM VALVE & BULB

LEVELING SYSTEMS

STEERING SYSTEMS

ENGINE SENSORS

AXLES BLOCK SYSTEMS

SPEED SENSORS

OUTRIGGERS SYSTEMS

SAUER DANFOSS H1 AXIAL PISTON PUMP

MERCEDES ENGINE MR2 UNIT BOX

O

ENABLE BACKWARD & FORWARD GEAR POSITION

Q

FAST & SLOW GEAR SELECTION

S

80-02-M205NL

80

ROTARY COLLETTOR WITH ENCODER


8

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

POSITIE VAN DE ONDERDELEN IN DE SCHEMA'S Onderdeel

Schema 1

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

A1 √

Schema 7

Schema 8/1

Schema 8/2

A4

A6

C2

CAN

CC1

CC2

CC3

F47

F1

F2

√ √

F4

F5

F6

F7

F8

F9

√ √

F11

F12

F13

F14

F15

√ √

√ √

F20

√ √

F35

F36

F56

F57

F58

F38

F39

√ √ √

F59

F60

F61

√ √

F64

F65

F66

F67

F68

F69

√ √

F72

√ √

FADX

FASX

FPDX

FPSX

√ √

I2

√ √

F55

G

F37

F75

√ √

F71

F19

80-02-M205NL

F70

F17

F40

F54

F63

F10

F62

I4

√ √

I6 I7 I8

Schema 8/2

F53

Schema 8/1

F50

F52

F3

F49

Schema 7

F51

F34

F48

Schema 6

F46

F33

Schema 5

F45

C1

F18

F40

Schema 4

F44

F16

Schema 3

F43

E35

Schema 2

F42

BDP

DM

Schema 1

F41

DL

80

Schema 6 √

A2

B1

Onderdeel

√ √ √ (25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

Schema 1

I9 I10

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

Schema 7

Schema 8/1

Schema 8/2

I24

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

R2

R3

R4

R5

I27

R6

I28

R7

I29

R8

I30

R9

I31

R10

R11

R12

R13

I41

I43

√ √

I51

R14

I53

√ √

√ √ √

R15

I54

R16

I56

R17

I68 I69 I70

R75

R76

R78

√ √

I78

R79

I79

R80

R81

R82

J1939

L28

R83

L29

RS232

L30

S6

L31

S8

M1

√ √

S11

M11

S13

M3

S14

M4

S15

S16

S17

S18

S19

√ √

MC2M CABIN

MC2M CHASSIS

MDCP

√ √ √

MIDAC PLUS

S24

MP

S25

(25/06/2012)

S27

S12

MA

√ √

M10

OBD2

R77

I77

KEY

R74

I71 I73

R35

Schema 8/2

Schema 8/1

I26

I35

Schema 7

R1

I15 √

Schema 1

PSC

I22

Onderdeel

80

Onderdeel

9

√ 80-02-M205NL


10

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

Componente

Schema 1

Schema 2

S28

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

Schema 7

Schema 8/2

Onderdeel

Schema 1

X29C

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

Schema 7

X32

S36

X33

SQ

X34

STR3

STR4

X36

X37

T1

X39

T41

X39A

TERA-7 VIEW

√ √ √

X40

X41

X2

X42

X4

X47

X4A

X55

√ √ √ √

X5

X70

X5A

X71

X5B

X76

X5C

X81

X6A

X99

X7A

X101

X7B

X102

X7C

X103 √

X10

X10A X11

X7D

X88

X7

√ √ √

X105

X106

X107

√ √

X107A

X11A

X108

X11B

X109

X12

X500

X12A

X501

X13

X503

X504

X15

X15A

XAC

X20

XAS

X23

XCD

X24

XD+

X27

XDM

X27A

XM1

X27B

X27C

Schema 8/2

X38

Schema 8/1

S35

STR2

80

Schema 8/1

√ √

XM2

XM3

X29

XM4

X29A

XPA

X29B

XRD

80-02-M205NL

√ √

√ (25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

Componente XRS

Schema 1

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

Schema 7

Schema 8/1

11

Schema 8/2

√ √

XSC1

XSC2

80

XSC

(25/06/2012)

80-02-M205NL


12

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

ELEKTRISCHE SCHEMA'S PER FUNCTIE 1 – MOTOR STARTEN - STOPPEN / SCHAKELAAR VERSNELLINGEN / BESTURINGEN

Connectors Type bekabeling

Zekeringen en relais Positie in het schema

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

X11

Connector interface arm/platform functies

S24

F16

Zekering voeding Mercedes centrale

K36

X36

Centrale MR2 mercedesmotor

K39

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

M13

X37

Connector diefstalbeveiliging

G35

F34

Zekering voeding versnellingschakelaar

E10

X70

By-pass schakelaar afstandsbediening

Q20

F47

Zekering noodknop motorstop

E7

F49

Zekering plus “30”/Danfoss/3B6

G30

F52

Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening

K34

F57

Zekering plus “15” schakelaars

K7

F58

Zekering voeding platformfuncties

O24

F63

Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument

I36

F75

Algemene zekering

E3

R5

Relais start

G20

R14

Relais controle start vanaf ADM-2

G11

R35

Afstandschakelaar voedingen cabinegedeelte

G24

R78

Relais plus vermogen centrales 3B6

I5

R80

Relais plus elektronica centrales 3B6

K5

R81

Relais onderbreking voeding vanaf noodknop

G28

R82

Relais negatief signaal neutral position

G16

XD+

By-pass signaal "d+" wisselstroomdynamo

Q22

XM1

Connector ADM2

A40

XM4

Connector ADM2

A34

XRD

Connector centrale afstandsbediening

S31

Onderdelen Ref.

Positie in het schema

B1

Accu 12 Vdc

E4

DM

Vooruitrusting versnellingschakelaar

E35

G

Wisselstroomdynamo

Q7

I10

Sleutel uitsluiting platform

O15

I22

Noodknop

G7

I24

Schakelaar keuze besturingen

K19

I70

Schakelaar afstandsbediening

O10

I73

Toestemming start met I10 geactiveerd

O18

KEY

Contactslot

A4

M1

Startmotor

MC2M CABIN

80

Beschrijving

MC2M CHASSIS

Beschrijving

Positie in het schema

O5

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

A16 / A27

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

E39

S24

Elektromagneetklep krabbesturing

I28

S25

Elektromagneetklep concentrische besturing

I29

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

O39

80-02-M205NL

Hydraulische overeenstemming

Ref.

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

13

SCHEMA 1 4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

MC2M-CABIN

26

27

8

3

7

4

2

33

34

35

36

37

38

39

X35-B-D-E

40

41

42

XM4

A

XM1 MERCEDES ADM2 GZ

R6

1

M

C

X16-3

3

6

32

MERCEDES ADM2

ZL

5

31

L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 D+ Alternator signal L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 Gear lever neutral position input L35 L36 L37 L38 L39 L40

10

30

INPUT/OUTPUT SIGNALS

L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 Emergency pusch button L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40

KEY SWITCH

X16-3

HZ2.5

BR4

KEY P 0 1 2 3

29

MC2M-CABIN

INPUT/OUTPUT SIGNALS

A

28

1 2 Emergency pusch button 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

3

M

2

AC

1

1 Starting engine 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

C

X18-1-2-3-4

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

10A

F47

HZ BL BV

F34 X23-2

BR

10A

F49 87 87a

4 5 6 7 8

B B

9 9

X37

ANTITHEFT

B1.5 B B B1.5

EMERGENCY SWITCH CUTS FEEDING RELAY

STEERING MODE SWITCH

2

6

1

5

9

2 3

4 5 6 7 88 4 5 6 7

CONCENTRIC STEERING VALVE

R2.5

F57

R80

85

X36 MERCEDES MR2

87 87a

X22-21 X21-25

7,5A

X22-31

X21-23

X21-24 RV

X22-20 ML N N M

X20-U X20-V

ML

B B

RV N N

X22-30

15A

M1.5

X11

K3 K2 Eergency push button K1 GND J3 GND J2 Eergency push button J1 H3 H2 Radio control power supply H1 GND G3 GND G2 G1 F3 F2 Radio control power supply F1 E3 E2 E1 D3 D2 D1 C3 C2 C1 B3 B2 B1 A3 A2 A1

19 18 17 16 15 14 13 12 11 10

1 2 3 4 5 6 7 8 Key starting engine input 9 10 11 12 Starting engine output 13 14 15 Stop engine

M

STR2 I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT

ZB ZG N HN

1 1

X22-6

2 2

1

X19-T

2

1

X35-K

VB VH

9 8 7 6 5 Radio control switch 4 Radio control switch 3 GND 2 Power supply basket 1

N25

N70

XD+

BASKET INTERFACE CONNECTOR

(25/06/2012)

X16-6

X16-17 17

R25 R25 ' BR4 RN 6 M1 0

B B

X70 BY-PASS RADIO SWITCH

X35-C X16-17

S

M

BASKET EXCLUSION KEY

N

9

29 28 27 26 25 24 23 22 21 20

H

8

Eergency push button

50

2

ZG

R25

HR1.5

7

1 RADIO SWITCH

M

G

ALTERNATOR

2

0

30

Q

F58

X19-U START BUTTON AVAILABLE TOI10

H ZL

I73

ML M

I10

B

X21-26 10

ML

1

6

MR1.5 MR1.5

RG

B

M1 STARTING ENGINE

N70

X35-F

5

X35-G

GZ1.5

6

RV Nr°13

ZB

I70

CG

X18-21

O

X17-18

X16-6

X20-G

F33

X20-E

M

RN2.5

KEY POWER SUPPLY

I

25A

N

G

K

15A 30

F16

86

F52

BR

10A

K

E

R32 R33 R34 R35 R36 R37 R38 R39 R40

15A

CRAB STEERING VALVE

S25

F63

S24

R N M AC BC ML H L

10

N

7

BV

2 3

CG 3

N

I24

X16-12

8

BL

4 0

N

1

VH

CG 2

1 1

X32-10

12

RN6

87 87a

2 3

4 5 6 7 8

85

87 87a CABIN MAIN AUXILIARY FEEDING TELERUPTOR

S SL SM

2 3

X32-9

X16-12

85 KEY POWER SUPPLY

AC

30

86

VR

AC1.5

GZ1.5

X16-19 X35-L

N

M

N

85

87 87a KEY STARTING ENGINE RELAY

19

I

N

85

CG

X16-19

N

VB

30

86

30

86

X17-2

X18-29

R6

R78 RN

87 87a NEUTRAL POSITION

R81

M10

85

87 87a KEY STARTING ENGINE RELAY

VR

30

86

HR1.5

N

85

R35

X18-27

M

G AC

RG

30

86

R10

R5

X35-A

BC

30

86

R1.5

R82

N1.5

X21-1

R14 HZ

EMERGENCY BUTTON

DM

GEAR LEVER PREDISPOSITION 1 1

R1.5

I22

BR1.5

12V BATTERY

X17-1

7,5A

B1

R1 R2 R3 Key starting engine R4 Crab steering valve R5 Concentric steering valve R6 R7 R8 R9 R10 R11 R12 R13 R14 R15 R16 R17 R18 R19 R20 R21 R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31

BC SM SL ZG

1 Crab steering mode 2 Concentric steering mode 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Gear lever neutral position output 17 Gear lever forward 18 Gear lever backward 19 20 21 Radio control switch input 22 23

O

Q

S

XRD AUTEC RADIO CONTROL

80-02-M205NL

80

E

125A

F75

X1-1


14

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

2 – HYDRAULISCHE BEWEGINGEN

Connectors Type bekabeling

Ref.

Onderdelen Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

X5

1ste Micro stabilisator op de grond links achter

A4

MC2M CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

S26

X5A

2de Micro stabilisator op de grond links achter

M20

MC2M CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

S9/ S17 / S35

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

G3 / G4

X5B

1ste Micro balk links achter

A5 / A6

MIDAC PLUS

X5C

2de Micro balk links achter

M22

MP

Noodpomp

I11

X7

1ste Micro stabilisator op de grond rechts achter

A7

S11

Elektromagneetklep balk rechts voor

M16

X7A

2de Micro stabilisator op de grond rechts achter

M23

S12

Elektromagneetklep balk links voor

M17

X7B

1ste Micro balk rechts achter

A9

S13

Elektromagneetklep balk links achter

M17 / M18

X7C

2de Micro balk rechts achter

M24 / M25

S14

Elektromagneetklep balk rechts achter

M18

X15

Connector Danfoss verdeler

M3

S15

Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen

M8

X27

1ste Micro stabilisator op de grond links voor

C4

S16

Elektromagneetklep stabilisator rechts voor

M9

X27A

2de Micro stabilisator op de grond links voor

M26

S17

Elektromagneetklep stabilisator links voor

M10

X27B

1ste Micro balk links voor

C5 / C6

S18

Elektromagneetklep stabilisator links achter

M11

X27C

2de Micro balk links voor

M27

S19

Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.

M12

X29

1ste Micro stabilisator op de grond rechts voor

C7

S35

Elektromagneetklep nivellering rechterkant

M13

X29A

2de Micro stabilisator op de grond rechts voor

M28 / M29

S36

Elektromagneetklep nivellering linkerkant

M15

X29B

1ste Micro balk rechts voor

C9

SQ

Eindschakelaar cabineportier

I17

X29C

2de Micro balk rechts voor

M30

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

K40 / K41

X34

Optionele kit stabilisatorenblokkering

C41

STR3

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

O40 / O41

X55

Configuratie schaarstabilisatoren

C40

VIEW

Voeding hoofdinstrument 3B6

E40 / E41

Onderdelen

80

Ref.

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Positie in het schema

Zekeringen en relais Positie in het schema

A4

Zoemer uitsluiting kantelbeveiliging

I21

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

F8

Zekering voeding relais noodpomp

E14

I8 / I9

F9

Zekering voeding micro

E14

I9

F18

Zekering relais hoofdvoedingen truck

E6

A6

Zoemer noodpomp actief

E35

Spoel afstandschakelaar noodpomp

I4

Schakelaar reset versnelling

I21

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

G33

I9

Schakelaar noodpomp

I13

F38

Nevenvoeding startblokje

E17

I22

Noodknop

M31

F39

Zekering eindschakelaar arm

G18

I26

Schakelaar balken binnen/buiten of stabilisatoren hoog/laag

C26

F41

Zekering eindschakelaar cabineportier

G17

I27

Schakelaar keuze balken en stabilisatoren

C36

F49

Zekering plus “30”/Danfoss/3B6

G28

I28

Schakelaar balk/stabilisator rechts voor

C18

F50

Zekering plus “15” Danfoss verdeler

G31

I29

Schakelaar balk/stabilisator links voor

C20

F57

Zekering plus “15” schakelaars

G32

I30

Schakelaar balk/stabilisator rechts achter

C23

F63

Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument

E35

I31

Schakelaar balk/stabilisator links achter

C29 / C30

R4

Relais hoofdvoedingen heftruck

I15

I41

Eindschakelaar maximale stijging arm

I19

R9

Relais activering noodpomp

G12

I51

Sleutel uitsluiting kantelbeveiliging

I15

R76

Relais activering Danfoss verdeler

I31

I69

Joystick nivellering

A14

R80

Relais plus elektronica centrales 3B6

K26

I78

Schakelaar by-pass verplaatsing

I24

I79

Schakelaar automatische nivellering

C11

L28

Lampje geselecteerde balken

C38

L29

Lampje geselecteerde stabilisatoren

C39

L30

Lampje uitschuiving balken/daling poten stabilisatoren

C33

L31

Lampje inschuiving balken/stijging poten stabilisatoren

C31

80-02-M205NL

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

15

SCHEMA 2 2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

42

41

BR 4 RN 6 R2 5 R2 5’

1

A

10

1

10

1

1

1

0

2

8

10

6

9

7

1

1

2

2

N RV RZ NZ

1

BL

1

0

CG

RV nr°13

LV 4

BN

3

1 0 2

MR B

10

CG

CG

RV nr°13 1

0

5

L30 BEAMS EXTENSION PILOT/OUTRIG. RISING

RETRACTION PILOT/OUTRIG. RISING

I27 OUTRIGGER/BEAM

CONFIGURATION

SELECTION SWITCH

1

4

1

L28 L29 X55 COMPASS OUTRIGGERS N

L31 BEAMS

X34 BLOCK

C

OUTRIGGERS CONNECTOR

N2 5

OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH

N

N

I31 REAR LEFT

B

I26

2

2

9

RETR./EXT. BEAM LOW/RISE OUTRIGGER

OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH

OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH

5

9

N

MR

LV

8

BV

2

7

1

I30 REAR RIGHT

MV

9

LV

I29 FRONT LEFT

N

2 OUTRIGGER/BEAM SELECTION SWITCH

X29B

5

9

N

I28 FRONT RIGHT

BL

BC

HR

5

9

N

5 LEVELING

BH

9

N

5

2

1

MR

10

MV

1

0

3

1

LV

RV nr°13

LV

RV nr°13

CG

CG

LV

10

RV nr°13

X29

C

C

C

C

X27B

1

0

MB

I79

AUTOMATIC LEVELING

MH

1ST REAR RIGHT BEAM SWITCH

C

X27

1

N

1ST REAR LEFT BEAM SWITCH

I69

10

BL

1ST REAR RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

1

0

BN

1 1ST REAR LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

RV nr°13

X7B

CG

X7

LV

X5B

LG

X5

ZV

ZG

A

I/O CORE POWER SUPPLY

F9

C1.5

E

SCH* M* B* N

L1.5

10A

7,5A

Battery power supply 2 GND 3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line 5 Can-open GND line 6

F57

R

SR 30

86

AG

86

N

85

N1.5 30

N

85

A

X23-3

X22-27

SAFETY SYSTEM EXCLUSION BUZZER

R76

ZR

35

SG

3B6 BOX UNIT ELECTRONIC SUPPLY

X20-C

R80

STR2

X22-26 X16-26

MB MH GV B*

X21-2

X16-26 5

A N

N

S13

S14

C

N

S12

C

N

S11

C

N

S36

C

N

S35

C

N

S19

C

N

S18

C

N

C

N

AV R N M* B* SCH*

LR

X7C

2ND FRONT RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

X27A

X27C

X29A

AV

2ND FRONT RIGHT BEAM SWITCH

X29C

X22-16

X7A

2ND FRONT LEFT BEAM SWITCH

MR

X5C

2ND FRONT LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

MB

X5A

2ND REAR RIGHT BEAM SWITCH

HR

2ND REAR RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

HB

2ND REAR LEFT BEAM SWITCH

LB

2ND REAR LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

ZR

AG X32-8

REAR LEFT BEAM VALVE

ZB

AN

REAR RIGHT BEAM VALVE

X32-7

FRONT LEFT BEAM VALVE

AV

FRONT RIGHT BEAM VALVE

X32-6

AB

LEVELING LEFT SIDE VALVE

X32-5

RV

LEVELING RIGHT SIDE VALVE

X33-9

RZ

REAR RIGHT OUTRIGGER VALVE

X33-8

REAR LEFT OUTRIGGER VALVE

X33-5

CN

FRONT LEFT OUTRIGGER VALVE

X33-4

CV

FRONT RIGHT OUTRIGGER VALVE

CG

M*

X33-3

N A X33-1

OUTRIGGERS RETRACTION /RISING VALVE

S17

X16-25

I22 EMERGENCY BUTTON

N

X16-25 21

X16-26

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

INPUT/OUTPUT SIGNALS

L37 L38 L39 L40

L32 L33 L34 L35 L36

L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31

L3 L4 L5 L6 L7 L8 Front right second outrigger switch L9 Front left second outrigger switch L10 Rear right second outrigger switch L11 Rear left second outrigger switch L12 Front right second beam switch L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20

MB HB LB ZB MR

X21-5

Rear left second beam switch

Rear right second beam switch

L1 L2

HR LR ZR

MC2M-CABIN

Front left second beam switch

L37 L38 L39 L40

L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 Maximum rising switch L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36

SG

CM L18 L19 L20

By-pass translation switch L17

SH

HN HR MR MV

AN

L2 L3 L4 Door switch L5 L6 L7 Safety system exclusion key L8 Automatic leveling L9 Beams extens./outrig. lower L10 Beams retract/outrig. rising L11 L12 Emergency pump switch L13 L14 L15 L16

RN L1

RV RZ

N*

M* SCH* B*

S40 S39 S38 S37 S36 S35 S34 S33 S32 S31 S30 S29 S28 S27 S26 Can-open HIGH line S25 Can-open GND line S24 Can-open LOW line S23 S22 GND direct to battery S21 S20 S19 S18 S17 S16 S15 Leveling left side valve S14 Leveling right side valve S13 S12 S11 S10 S9 S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 Electronic power supply S1

1ST rear right earth outriggers micro

R37 R38 1ST rear left earth outriggers micro R39 Optional block leveling R40

LG ZG NZ

MG HG

MV HV LV ZV

AB AV AG AN CB CV CG CN

SH

A

R1 R2 R3 R4 R5 R6 Outrig. retraction & rising valve R7 R8 R9 Emergency pump pilot relay R10 R11 R12 Front right beam valve R13 Front left beam valve R14 Rear right beam valve R15 Rear left beam valve R16 Front right outrigger valve R17 Front left outrigger valve R18 Rear right outrigger valve R19 Rear left outrigger valve R20 R21 R22 1ST Front right earth outrig. micro R23 1ST Front left beam micro R24 1ST rear right beam micro R25 1ST rear left beam micro R26 R27 1ST Front right earth outrig. micro R28 1ST front left earth outriggers micro R29 R30 R31 R32 R33 R34 R35 R36

BR 4 RN 6 R2 5 R2 5’

21 22 23 GND

STR3

B BC BH BL BV

X22-9

(25/06/2012)

M

I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT

X16-26 26

SAUER-DANFOSS HYDRAULIC DISTRIBUTOR

S

K

X16-21

8

Q

1 2 3 Leveling switch right side 4 Leveling switch left side 5 Reset gear 6 Can-open LOW line 7 8 9 10 11 12 13 14 Can-open HIGH line 15 16 17 18 19 20

25

X16-21

7

O

I

I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT

X23-9

S16

G

21 22 23 24 GND

29 30 31 32 33 34

CONSENT HYDRAULIC DISTRIBUTOR

X22-1

S15

E

87 87a

X23-10

HN

VIEW

25 26 27 28

87 87a

A4

1 2 3 4 Can-open GND line 5 Can-open HIGH line 6 Can-open LOW line 7 GND 8 9 10 11 12 13 Battery power supply 14 15 16 17 18 19

Key switch power supply

20

X20-H

X21-3

CM

GV

9

R2.5

BR

10A

F50

10A

7,5A

F39 X22-25

5

BY-PASS TRANSLATION

I41

MAXIMUM RISING SWITCH

AN

X21-19

X22-15

I78

9

X9-T

X7-T X22-12

X23-18

10

X9-L

X23-17

1

0

BR

9

8

X7-S

2

EMERGENCY PUMP SWITCH

DOOR SWITCH

HN

SH

N25

EMERGENCY PUMP

5

RESET GEAR

N

N

7

1

EMERGENCY PUMP BUZZER

X23-16

M* B*

LR

SAFETY SYSTEM EXCLUSION KEY

N

RN

SQ

CG

I51

I4

10

0

1

RN2.5

6

CG

RV nr°13

5

1

10

F49

BR

RN 7,5A

L6

SV

I9

CG

MP

N

A6 SH

X15 Key switch power supply 1

R25

REMOTE CONTROL

RN

34 35

M

SV

E35 EMERGENCY PUMP

1

0

87a

87

R4 X16-1 X16-1 1

CB

32

85

87 87a

28 29 30 31 Safety system exclusion key 33

N

85

F41

N

X17-4

21 22 23 24 25 26 27

K

2

X16-2 AG

X33-2

I

N*

X21-4

2 3 Midac plus power sup. consent 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Electronic power supply 13 14 15 Electronic power supply 16 17 18 Can-open HIGH line 19 Can-open LOW line 20

X23-4

GND direct to battery 1

1

X16-2

X23-12

CG

30

86

MIDAC-PLUS INPUT/OUTPUT SIGNALS

RV nr°13

HV

30

N

CHASSIS MAIN AUXILIARY FEEDING

SR

R9

86

CG

SH

R6

EMERGENCY PUMP PILOT RELAY

X17-3

RV nr°13

30A

15A

X20-E

F18

7,5A

F38

F33

F8

X20-G

10A

G

L1.5

15A

X18-8

MG

HV

HG

X20-A

F63

1ST FRONT RIGHT BEAM SWITCH

1 2 3 4 5 Outriggers & beams selection sw. 6 Front right outrigger & beam sel.sw. 7 Front left outrigger & beam sel.sw. 8 Rear right outrigger & beam sel.sw. 9 Rear left outrigger & beam sel.sw. 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

O

Q

21 22 23

S

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

80-02-M205NL

80

1ST FRONT RIGHT EARTH OUTRIGGERS SWITCH

1ST FRONT LEFT BEAM SWITCH

MV

1ST FRONT LEFT EARTH OUTRIGGERS SWITCH


16

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

3 – TRANSMISSIE EN VERDELER BEWEGINGEN DANFOSS

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Positie in het schema

Connector Danfoss verdeler

A29

F3

Zekering achteruitrijlichten

E31

X88

Connector encoder-collector

A5

F14

Zekering Danfoss centrale

G6

X99

Cilinderinhoud motor

O17

F17

Zekering voeding MC2M truckgedeelte

I36

X102

Rempedaal

S5

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

G3

XRS

Weerstand pull-up sensor cardan

M17

F50

Zekering plus “15” Danfoss verdeler

G5

F53

Zekering plus “15” joystick

G4

F57

Zekering plus “15” schakelaars

G4

F71

Zekering voeding MC2M cabinegedeelte

I37

R3

Relais voeding MC2M truckgedeelte

G38

R6

Relais achteruitrijlichten

G29

R76

Relais activering Danfoss verdeler

G34

Ref.

80

Beschrijving

X15

Onderdelen Beschrijving

A2

Zoemer achteruitrijversnelling

BDP

BDP Sauer Danfoss

C1

Elektromagneetklep vooruitversnelling

Positie in het schema G7

Hydraulische overeenstemming

S9 / S10 K5

C2

Elektromagneetklep achteruitversnelling

CAN

Can lijn

S8 / S9

CC1

Danfoss centrale controle transmissie

S14

CC2

Danfoss centrale controle transmissie

S11

CC3

Danfoss centrale controle transmissie

S7 / S8

I2

Schakelaar langzame-snelle versnelling

G20

I22

Noodknop

G9

I43

Sensor Danfoss centrale

S6 / S7

K4

I77

Schakelaar modaliteit Sauer Danfoss

J1939

Can bus lijn J1939

M3

Joystick linkerkant bestuurdersstoel

S16

M4

Joystick rechterkant bestuurdersstoel

S21

G16 S25 / S26

MC2M CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

A22 / O37 / S34

MC2M CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

A10 / A16 / O33

MDCP

Connector Midak-plus

A32

PSC

Danfoss connector

S4

S8

Elektromagneetklep parkeerrem

K10

S27

Elektromagneetklep snelle versnelling

K6

S28

Elektromagneetklep langzame versnelling

K7

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

S31

STR3

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

S27

80-02-M205NL

Ref.

(25/06/2012)


5 RN 6

S

(25/06/2012)

PSC

DANFOSS CONNECTOR

X102 INCHING PEDAL I43 CC3 CAN BDP RPM SENSOR DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT

CC2

DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT

CC1 X99 MOTOR DISPLACEMENT

M3 LEFT ARM REST LEVER M4 RIGHT ARM REST LEVER J1939 CAN LINE J1939

1

2

X14-H X14-K

X14-F

STR3 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW

X14-N

STR2 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW

MC2M-CHASSIS POWER SUPPLY MC2M CHASSIS

RN 86

N 85

87a MC2M CHASSIS RELAY

RN4

R3 R4

X23-13

X23-14

X22-8

RN M* B* M* B*

RN

AG

1

8

87

34

33

32

35

38

31

30

29

28

27

26

25

24

23

22

21

20 Can-open LOW line

19 Can-open HIGH line

18 Can-J1939 LOW line

17 Can-J1939 HIGH line

16 Positive to control box relay

15

14

13 Positive to control box relay

12

11

10

8 9

7

6

5

4 Midac plus power supply consent

3

2

7

6 Can-open GND line

5 Can-open LOW line

4 Can-open HIGH line

3 GND

2 Battery power supply

1 Key switch power supply

L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 Rising boom signal L13 L14 Spare analog input L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 Rotation boom signal L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 Luffing boom signal L33 Spare analog input L34 Telescoping boom signal L35 L36 L37 L38 L39 L40 R23 Spare analog input

R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11 R12 R13 R14 R15 R16 R17 R18 R19 R20 R21 "OUT32"Predisposition R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31 R32 R33 R34 R35 R36 R37 R38 R39 R40

S1 Positive to control box relay S2 S3 S4 Slow gear valve S5 Fast gear valve S6 S7 Can-J1939 HIGH line S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 Can-open LOW line S24 Can-open GND line S25 Can-open HIGH line S26 Can-J1939 LOW line S27 Can-J1939 GND line S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

39 40 41

MDCP MIDAK-PLUS CONNECTOR

K

M M

3,3KOHM

X14-G

16

MC2M-CABIN POWER SUPPLY MC2M CABIN O

X14-M

Q

SAUER DANFOSS ELECTRONIC TRANSMISSION BOX

MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX S

80-02-M205NL

80

X14-B

37

4

87

36

25A

CONSENT DANFOSS DISTRIBUTOR RELAY

RN2.5 RN2.5 RN2.5 N2.5

30

F71

87a

25A

R76 SR

X22-15

7,5A

F3

GND

2

35

3

2

X14-J

X23-1

I F17

85

A

87

N

X17-10

REVERSE GEAR LIGHTS RELAY

86

X17-8

9

34

1

X14-L

RN2.5 RN2.5 RN2.5 N2.5

G

85

AG

3

2

SAUER DANFOSS MODE SWITCH

N

30

4

1

X18-17

2 86

A1.5

R6

X21-34

10

MH

AG1.5

AV R N M* B* SCH*

BC

BN BV

BG

B

BR

BS

BL

Can-open HIGH line

3

X15

33

RN

X16-14

SAUER DANFOSS DISTRIBUTOR

32

S40 S39 S38 S37 S36 S35 S34 S33 S32 S31 S30 S29 S28 S27 S26 S25 S24 S23 S22 S21 S20 S19 S18 S17 S16 S15 S14 S13 S12 S11 S10 S9 S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 Positive to control box relay S1

14

X21-14

X20-E X18-10

26

X23-9

X16-26

X22-16

X16-25

31

B*

X16-15

RVnr.13

25

30

A AB RN

15

X21-33

N

MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX

29

M*

X16-16

28

GND 23 22 21 20 19 18 17 16 15 Can-open HIGH line 14 13 12 11 Fast gear switch 10 Slow gear switch 9 Positive to control box relay 8 7 Can-open LOW line 6 5 4 3 2 1

X32-4

27

N

XRS PULL-UP SENSOR RESISTANCE CARDAN

26

CV

X16-13 8

CZ

13

2

25

23 22 21 20 19 18 Sauer Danfoss mode switch 17 16 15 14 Sauer Danfoss mode switch 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

2 2

7

24

M*

HR

4

X14-V

1

N

CG

GN

Can-open LOW line

4

MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

23

Can-J1939 HIGH line 1

X19-S 1 1

3

22

B*

X32-3 HL

A

9

21

Can-J1939 LOW line 2

X19-R

0 SLOW/FAST GEAR SWITCH

B* M* GN N

PARKING BRAKE VALVE X14-U

X23-10

I2

14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 Can-open LOW line 4 Can-open HIGH line 3 Key switch power supply 2 GND 1

X16-5

1

20

Rising boom signal 15

5

I77

BC BN BG BL

27

X21-12

19

Spare analog input 17

X16-5 X16-27

18

Luffing boom signal 16

X16-28

17

Spare analog input 18

X16-27

5

AB

1

10

B* M* GN N

6 7

14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 Can-open LOW line 4 Can-open HIGH line 3 Key switch power supply 2 GND 1

X16-28 3

16

Telescoping boom signal 15

0

BS B BR BV

Can-open GND line

5

MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

Roller optional signal 17

8

15

Rotation boom signal 16

REVERSE

RVnr.13

B* SCH* M* B* SCH*

“15” Positive ENDCODER

6

14

N

4

CV

CG

CG

M*

RH RL

RN

GND

7

13

Spare analog input 18

X16-14

HL HN HR RB1.5 N1.5

X16-15

CG

2

11 10 9 8 7 6 Signal sensor cardan 5 Negative sensor cardan 4 Positive sensor cardan 3 Positive control box 2 GND 1

X16-16

12

12

CZ

1

BL

X16-13 1

GL

X16-26

2

X16-25

Signal sensor Inching-2 1

O X16-21

4

X18-9

11

Signal motor displac. 3

EMERGENCY BUTTON

Signal BPD 8

2

Inching GND 6 Inching supply 5

X23-17

Signal sensor Inching-1 7

X23-16

Parking brake valve 10

X23-18

Mode switch "A" CC2 11

DANFOSS connection provided

10

Parking brake negative valve 9

2

GN MZ NZ MV BG NB NR

SLOW GEAR VALVE

9

12

1

BDP Signal 1

X22-22

AV

A2 GEAR I22 BUZZER

A

E

MV

FAST GEAR VALVE

1 “15” Positive ENDCODER

Can-open HIGH line

8

X88 ENCODER COLLECTOR CONNECTOR

N

FORWARD GEAR VALVE SR

N

Can-open LOW line

9

10 Can-open GND line

8

GND 2

REVERSE GEAR VALVE

Can-J1939 LOW line 2

S28

Can-J1939 HIGH line 1

S27

SCH* B* M*

NG

M*

B*

SCH*

SR

N

M*

B*

SCH*

12

7

Can-J1939 GND line 3

C1

NG

C2

Rear lights and buzzer 2

MH

X33-7

30A

F14

10A

F50

11

6

Negative signal buzzer 1

Positive sensor 1

Negative sensor 2

X33-6

10A

C

HL HN HR

NR BG NB NR BL NB

5

Signal sensor 3

Q 3 1 5 6

4

4 4

2 2

15A

F53

A

NR BG 3 NB 1 NR 5 BL 6 NB

Forward gear 1

7,5A

F57

3

Reversa gear 2

Digital output A1 3

F33

G

Negative C2 5

Negative C1 6

2

Digital output A2 4

R2 5 RN 6

R2 5’ BR 4

1

R2

5’ BR 4

R2

SCHEMA 3 17

42

A

C

21

X16-21

E

30

87a

X20-G

I

28

X21-13

X18-13 X18-28

S8 K


18

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

4 – CABINE - ADM2 - MR2 - AUTORADIO

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Connector XRS232

K39

F6

Zekering voeding bougies

G28

Connector cabine

A6

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

G10

X36

Centrale MR2 Mercedesmotor

I33

F37

"15" Voeding autoradio/verwarming

G14

X38

Connector voorverwarming motorlucht (Optional)

E39

F40

Zekering plafondlampje

G5

X38A

Connector voeding autoradio

S6

F41

Zekering eindschakelaar cabineportier

G11

X39A

Connector luidsprekers autoradio

S8

F43

Zekering ruitensproeierpompje

G16

XAS

Connector sigarettenaansteker

E26

F46

Zekering voeding diagnose

G18

XCD

Connector voeding autoradio met CD

S4

F51

Zekering werklamp voor

G4

XDM

Connector diagnose

A18

F52

Connector ADM

S27

Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening

G15

XM1 XM2

Connector ADM

S22

F54

Zekering werklamp achter

G4

XM3

Connector ADM

S17

F55

"15" Ruitenwisser boven

G5

F56

"15" Ruitenwisser achter

G8

F59

Zekering zwaailicht

G12

F60

Zekering voeding autoradio

G17

F61

Zekering voeding diagnose

G18

F66

Zekering werklampen uiteinde arm

G12

F67

"15" Elektrische ruitbediening

G8

F68

Zekering thermische ruit

G6

F69

Zekering "30" sigarettenaansteker

G19

R8

Relais voorverwarming bougies

E31

XM4

Connector ADM

S10

XPA

Gaspedaal

S36

80

Beschrijving

Positie in het schema

I10

Sleutel uitsluiting platform

I35

Schakelaar RPM

I28

I54

Schakelaar zwaailicht

K11

I56

Schakelaar ruitensproeierpomp

K16

J1939

Can lijn J1939

M4

80-02-M205NL

Positie in het schema

X7D

Ref.

OBD2

Beschrijving

RS232

Onderdelen

MC2M CABIN

Ref.

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte Connector diagnose

K5

Hydraulische overeenstemming

A24 / A31 S30

(25/06/2012)


GND 8

S

(25/06/2012)

Q

5 4 6 0 R2 BR RN M1 L6

XCD CAR RADIO CD X38A CAR RADIO TAPE X39A CAR RADIO SPEAKERS 4 3

Front right speaker negative Front right speaker positive

XM4 ADM2/21 CONNECTOR 12

Throttle pedal by ADM2

XM3 ADM2/18 CONNECTOR XM2 ADM2/15 CONNECTOR 6

XM1 ADM2/12 CONNECTOR OBD2 DIAGNOSTIC CONNECTOR

5 4 3 2

Throttle pedal by ADM2

Throttle pedal by ADM2

Throttle pedal by ADM2

Throttle pedal by ADM2

2

N

NL

2

1

X21-25 X11-28

X22-20

K3

K2 Safety radio signal negative

K1 Emergency button signal

J3 GND

J2 GND

J1 Emergency button pushed

H3 Radio control activation

H2 Radio control activation

A N2 5

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

39 40 41

OPTIONAL

X35-U

M* 18

X21-12

M

X21-15

12

X35-L

O O

Q

XPA THROTTLE PEDAL BY ADM2 S

80-02-M205NL

80

M*

X20-K

1

87a

VB

L*

X20-J

15

X23-2

H1 Positive safety radio control

G3

G2

G1 MC2M Emergency button signal

F3

F2 Safety radio control signal positive

F1 Positive safety radio control

E3 PWR - radio control signal

E2 PWR + radio control signal

E1

D3 GND communication data

38

VN

VB

VM

14

30

V

V

ZR N N RV RG RG M N N ML CB

HR HN RV NV

37

Throttle pedal by ADM2 1

6

Key starting signal

13 Diagnostic MR2 unit box

12

11

10

9

8

7

X11-10

X11-9

D2 B485 communication data

D1 A485 communication data

C3 Wired remote control signal

C2 Can-open LOW line

C1 Can-open HIGH line

36

Throttle pedal by ADM2

SR

GZ1.5

6

5

Can-K GND line

4

X11-8

VM VH VG VB

B3

B2

35

7

8

RV

Can-K GND line

3

X11-7

X11-5

A1

B1 GND can-open line

A3

A2

34

9

“15” Diagnostic supply 1

MH*

Can-K LOW line

2

X11-6

L

AN

ZR

M

NV

CB

RG

33

2

X16-12

M*

X16-12

Can-J1939 HIGH line 3

9

MR*

0

A*

10

4

X21-16

NL

7.5A

F6

2

1

XAS

N

2 1 Can-K HIGH line

X18-23

B2.5

1

LIGHTER

GND 5

X35-R

8

G*

4

32

6

X35-X

X16-22

RVnr.13

87

ML

X16-22

R8

Diagnostic ADM2 unit box 7

X21-13 X35-W

85

SR

22

X16-22

N

X18-24

ACTIVATION REMOTE SWITCH GLOW RELAY

Diagnostic engine control box MR2 8

24

X16-24

31

9

X16-22

SM

B*

X16-24

X35-V

86

10

23

X16-23

2

L

Can-J1939 LOW line 11

X16-23

N

X20-B

M*

First speed windscreen wiper

7

L*

RPM SWITCH

30

TX RS232 12

J1939 N2.5

RVnr.13

MC2M-CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX

RX RS232 13

9

29

14

1

15

3

ZG

X16-7

I35

CV

M8-5 0

ZR

1

28

“30” Diagnostic supply 16

ML GZ

10

27

5 4 3 Diagnostic ADM2 unit box 2 “50” Starting 1

7

26

9 8 7 6

11 10

X16-7

25

12

2

1

1

3

V

L1 L2 L3 L4 R5 Red rotating lamp L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 R15 Radio control activation L16 L17 L18 L19 L20 L21 Safety radio signal negative L22 L23 L24 L25 Safety radio control signal positive L26 L27 L28 Emergency button pushed L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 MC2M Emergency button signal L38 L39 L40 L5 Door micro

16

24

4

OPTIONAL

Throttle pedal by ADM2 5

GH

15

23

7

SM

RVnr.13

14 Diagnostic ADM2 unit box

13

12

11

10

XDM DIAGNOSTIC CONNECTOR

8

6

10

N

8 Can-K GND line

MR*

22

Activation glow plug relay 9

G*

8

11

12

7 Can-K LOW line

A*

ML

6 Can-K HIGH line

G*

9

5 Diagnostic MR2 unit box

SR

4

3 “30” Diagnostic supply

1 GND 2 “15” Diagnostic supply

CV

N RV

21

Can-K HIGH line 13

2

M*

B*

4

Can-K GND line 14

7

SB

MB

20A

F69

F61 15A

F46 10A

4

Working lights head arm

“15” Positive working lights head arm

20

Can-K LOW line 15

5

SH

BG

1

19

5 Signal switch to reduce RPM 4 3 2 1

N ZR ZG

3

7

WIPER SWITCH PUMP

15A

F60

2 3

1

B2.5

hh

L2.5

X7D CABIN CONNECTOR

GND 6

MB

I56

18

9 8

SH

7.5A

F43

X23-7

17

12 11 10

CV

M

X10-18 OPTIONAL

16

17 16 15 14 13

18

2

1

“30” Diagnostic supply 1

9

10A

F52

gg

ff

ee

dd

cc

bb

aa

W

V

15

Emergency button pushed

N

2

GND 3

X22-21

7.5A

F37

10A

E

4

Return windscreen wiper

X20-G

T Door micro positive

LR

14

5

K

6

10 M8-3

0

7

RVnr.13

F66

25A

S Door micro

AN

U

R Front windscreen wiper pump

BG

P Power indicator switchs fuse

N Electric window positive

13

8

5

9

N

1

10

VN

ROTATING LAMP SWITCH PREDISPOSITION

VM

AV1.5

X22-1

RVnr.13

G1.5

M Red rotating lamp

L “15” Rear window heating

GH

GR1.5

H Front right speaker negative J Left front speaker positive

G Front right speaker positive

K Left front speaker negative

F “15” Rear windscreen wiper

NB NG

E “15” Upper windscreen wiper

RB RH

D Positive lamp

Z1.5

12

11

13

Throttle pedal by ADM2

VB

BASKET EXLUSION KEY

14

BV1.5

I54

F59

10A

F41

7.5A

X22-7

X21-30

C Rotating lamp

CB1.5 ZN1.5

11

15

X21-11

I

16

17

M*

1

18

19

F33

X21-29

X21-31

X21-32

A Positive front working light B Positive rear working light

A1.5

GZ1.5

GN1.5

10

Throttle pedal by ADM2

Can-J1939 HIGH line

20

B*

20A

20A

X21-7

9

Can-J1939 GND line 21

2

5

Left front speaker positive

NG RH NB RB

F56

G F67

15A

8

1

6

7

15A

F68

7

Left front speaker negative

8

2

3

LG

7.5A

F55

6

1

5

B*

4

10A

F40

C

“15” Radio TAPE positive

ML

I10

6

1

7

2

Can-J1939 HIGH line

X21-9

Can-J1939 LOW line

GND 8

N CR

X21-10

5

“30” Radio TAPE positive

2

CR

15A

4

1

3

“30” Radio CD positive 4

M F54

3

5

F51

2

6

N LG

1

“15” Radio CD positive 7

R2 5 BR 4 RN 6 M 10 L6

SCHEMA 4 19

42

MC2M-CABIN REMOTE CONTROL SISTEM CONNECTOR A

C

E

X38

GLOW PLUGS

G

X36 I

MERCEDES MOTOR CONNECTOR

RS232 CONNECTOR

RS232 K

OPTIONAL


20

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

5 – OPTIONAL ARM - SENSOREN EN TRANSDUCTORS 3B6 - CONNECTORS TER VOORUITRUSTING

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Connector optional

S5

F7

Zekering micro versnelling

E5

Connector grote mengbak

S21

F10

Zekering ter vooruitrusting

I7

X76

Connector ter vooruitrusting pneumatische bestuurdersstoel

G39

F17

Zekering voeding MC2M truckgedeelte

G7

X81

Connector ter vooruitrusting

G12

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

C6

X105

Oprolelement 3B6

S19

F35

Zekering relais derde uitgang uiteinde arm

C5

X106

Bodem-compensatie

S22 / S23

F39

Zekering eindschakelaar arm

C4

X107A

Stang-compensatie

S24 / S25

F62

Zekering voeding Proxy uitlijning zwenkkop/kleine mengbak

C5

X108

Bodem-opheffen

S26

F64

Zekering transductors 3B6

C6

X109

Stang-opheffen

S28

F65

Zekering pneumatische bestuurdersstoel

C7

XSC

Connector ter vooruitrusting

A37

F72

Zekering grote mengbak

C4

XSC1

Connector ter vooruitrusting

A34

R3

Relais voeding MC2M truckgedeelte

G21

XSC2

Connector ter vooruitrusting

A40

R15

Relais ter vooruitrusting

G26

R16

Relais ter vooruitrusting

G30

R17

Relais ter vooruitrusting

G34

R75

Relais tweede uitgang uiteinde arm

A12

R77

Relais voeding transductors 3B6

A9

R80

Relais voeding +VE centrales 3B6

G16

R83

Relais derde uitgang uiteinde arm

A16

Beschrijving

Positie in het schema

I7

Schakelaar kleine mengbak

A19

MA

Schakelaar micro lier

M13

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

A22 / S13 / S39

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

A28/ E39 / S36

Connector Midak-plus

S30

S6

Connector ter vooruitrusting

G13

STR4

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

S16

Hydraulische overeenstemming

80

MDCP

Positie in het schema

X40

Ref.

MC2M CHASSIS

Beschrijving

X10

Onderdelen

MC2M CABIN

Ref.

80-02-M205NL

(25/06/2012)


R2 5 BR ’ 4 M 10 RN 6 L6 R2 5

(25/06/2012)

Q

X10 BOOM OPTIONALS N2.5 NL N2.5

15 14 13 12

Spare digital I/O GND Spare digital I/O GND

L2.5 MS

8 7

Big bucket Winch switch

CONTROL BOX

MC2M-CABIN INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW

STR4

BOOM EXTENSOMETER

X105

BIG BUCKET CONNECTOR

X40

BOTTOM-COMPENSATION

X106

X107A X108 STEM-COMPENSATION RAISING-BOTTOM LIFTING STEM CYLINDER

X109 MDCP MIDAK-PLUS CONNECTOR

R2

X16-20 20

X16-20

X16-10

Predisposition R7 Pin:86

Predisposition R7 Pin:30

8 Predisposition R7 Pin:85

X18-17 X17-10 X17-8

O RN2.5 RN2.5

RN2.5 N2.5

MR1.5 N

85

X33-10

X23-16 MS

X23-10

NL NZ

2 3 4 1 1 2 3 4

5 6 7 5 6 7

7

BR VL

6

8 Spare digital I/O

Predisposition

Predisposition

Predisposition

Predisposition

Predisposition

GND

1 Positive

N2 5

39

B BH

3 4 5

2

XSC PREDISPOSITION

NG AG

38

RV N

10 Predisposition 11 Predisposition 12 Spare digital I/O

AR1.5 HG

8 Predisposition 9 Predisposition

7 Predisposition

6 Predisposition

1 GND 2 Positive 12 Vdc 3 Predisposition 4 Predisposition 5 Predisposition

7

6

AB A1.5 AH

VM VN VG NB

RV VH

N

A NL

CR CH C

1 Positive 12 Vdc 2 GND 3 Spare digital I/O 4 Predisposition R7 Pin:87 5 Predisposition R7 Pin:87a

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

40 41

X22-29

POWER SUPPLY CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

B1.5

K

L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 Spare digital I/O L20 Spare digital I/O L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40

S

80-02-M205NL

M

O

Q

MC2M CHASSIS MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CONTROL BOX

CONTROL BOX

S

80

17

X16-17

X16-11

30

R1

VL

11

10

X19-P

X19-O

RV N HL

37

R3

87 87a

R22

SPARE RELAY

Spare digital I/O

87 87a

X16-10

G

X16-17

NL

86

X16-11

85

X19-Q

X19-N

XSC1 PREDISPOSITION-1

R23

X23-17 X14-C

R17

36

R24

X22-23

A C

X19-L X19-M

9

R39

SPARE RELAY

X19-K

X19-J

MC2M CHASSIS INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

35

R40

30

34

CH

NG

33

CR

87 87a

32

RN

85

86

RN

R16 B

F17

31

B* M*

AG

30

BH

HG HL

VN

S1 S2 S3 S4 S5 S6 Spare digital I/O S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 S14 S15 Spare digital I/O S16 Spare digital I/O S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40

29

BR

30

BH MH ML CG CZ HL HG HS

X19-H

X19-G

X19-F

28

35 34 33 32 Stand compensation cylinder-2 31 Base compensation cylinder-2 30 Stand lifting cylinder-2 29 Base lifting cylinder-2 28 Base compensation cylinder-1 27 Stand compensation cylinder-1 26 Base lifting cylinder-1 25 Stand lifting cylinder-1 24 23 22 21 Can-open LOW line 20 Can-open HIGH line 19 18 17 Positive 12 Vdc 16 15 14 Positive 12 Vdc 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

Positive stem sensor 1

SN

N

X19-E

MC2M CABIN INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

2

X9-H

X19-D

27

GND

X9-N

A1.5

R15

HS

ML

86

AH

AR1.5

26

Stem lifting cylinder-1 3

X9-A

SPARE RELAY

Stem lifting cylinder-2 4

N

87 87a

SN

2

NB

GND

X9-G

MC2M RELAY

Positive bottom sensor 1

X9-D

AB

HG

M*

B*

SB SG

25

Bottom lifting cylinder-1 3

X19-C

X19-B

NG NB

24

Bottom lifting cylinder-2 4

X9-K

85

SN

N

X9-E

30

Positive stem sensor 1

2

HL

R4

25A

GND

BH

Stem compensn.cylin.-2 4

BR

23

Stem compensation cylinder-1 3

X22-19

87 87a

SN

22

Positive bottom sensor 1

RN4

86

X9-B

R3

N

X9-J

87 87a

GND 2

X9-O

85

S1 Positive 12 Vdc S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10 S11 S12 S13 Spare digital I/O S14 Spare digital I/O S15 S16 S17 S18 S19 Abilitation relay 2 output boom head S20 Abilitation relay 3 output boom head S21 S22 S23 Can-open LOW line S24 S25 Can-open HIGH line S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40

10

CZ

MH

RN

0

Bottom compensation cylinder-1 3

N

L6

L6

21

Bottom compens.cylin.-2 4

1 1

85

RN

B6

MA WINCH MICROSWITCH

X18-28

N

X16-26

2

5

3

RVnr.13

20

2

5

4 4

CL1.5

I7

3

1

B6

N

H1.5

19

CL1.5

SN

N

2

OPTIONAL

GND

X33-11 X16-26

Pos. extensometer sensor 1

R2 1Kohm X9-Q

30

X9-P

86

B*

LITTLE BUCKET SWITCH

M*

30

3

1

4

+VE POWER RELAY 3B6 UNIT BOX

18

Can-open HIGH line

GN2.5

17

Can-open LOW line

R80 R2.5

LS2.5

86

VM

VH

Predisposition 2

R1 1Kohm

16

Predisposition 1

N

Predisposition 3

SPARE SUPPLY

RN2.5

BR

VG

S6

VN

BOOM HEAD THIRD EXIT RELAY

N

GN2.5

R83

Predisposition 4

N

RN

87 87a

GND 5

85

Positive 12 Vdc 6

B*

SGnr.1

M*

SPARE SUPPLY

15

Can-open HIGH line 7

MS

14

Can-open LOW line 8

30

R2

BOOM HEAD SECOND EXIT RELAY

LV2.5

86

R1

X81

C

13

R3

HV

10A A

R75

Enable relay for 3B6 transducer R4

B

87 87a

N

F7 10A

VN

N

HZ

SB

R5

X18-18 2

1

85

N

HZ

12

R6

X32-11

30

R7

X22-5-6

11

R40

LV1.5

86

LV

SN1.5

R77

Second head boom signal output logic 1

S1.5

10

Second head boom signal output logic 2

LS1.5

Third head boom signal output logic 3

F10

X22-11

ENABLE TRANSDUCERS 3B6 RELAY

LS

9

Third head boom signal output logic 4

X22-25

N

H1.5

C

Little bucket signal 5

X23-11

X23-8

HV

BR

L

9

Big bucket

8

Positive winch microswitch 6

L2.5

7

Big bucket 10

I 15A

F65

15A

F33

15A

7.5A

F64

6

NZ

NG

F35

25A

15A

F62

5

Predisposition input 11

N2.5

16

GND

NB

X7-2

E

Predisposition output 17

X23-7

X23-9

M

B2.5

R

4

Head boom working lights 18

Positive 12 Vdc direct to battery 19

L6 R2 5 L6 ’

3

F72

A 2

7.5A

F39

1

R2 5 BR ’ 4 M 10 RN 6

SCHEMA 5 21

42

XSC2 PREDISPOSITION-2 A

C

X22-28 X19-A

X22-3-4

E

X22-18

MC2M CHASSIS 1 Positive 12 Vdc 2 Positive 12 Vdc 3 Positive 12 Vdc 1 GND

G

X76 B1.5

8 8 9 9 10 10 11 11

I

PNEUMATIC SEAT PREDISPOSITION CONNECTOR

K

L1 L2 L3 L4 Winch switch L5 L6


22

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

6 – LICHTEN / SENSORS / PROXIMITIES

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Beschrijving

Positie in het schema

X2

Eindschakelaar ingeschakelde versnelling

K14

F1

Zekering blokkering achteras

M25

X4

Elektromagneetklep vergrendeling achteras links

O35

F2

Zekering sensoren asuitlijning

M16

X4A

Micro vergrendeling achteras links

S34

F3

Zekering achteruitrijlichten

M28

X6A

Lichten zijkant links achter

Q35

F4

Zekering stadslichten linkerkant

M23

X10A

Lichten zijkant rechts achter

Q34 / Q35

F5

Zekering stadslichten rechterkant

M19

X11A

Micro vergrendeling achteras rechts

S33

F7

Zekering micro versnelling

K7

X11B

Elektromagneetklep vergrendeling achteras rechts

O33

F11

Zekering dimlicht

E22

X12A

Drukschakelaar luchtfilter

G12

F12

Zekering groot licht

E30

X13

Lichten aanhangwagen

S36

F13

Zekering remlichten

E19

X15A

Drukschakelaar remlichten

G18

F15

Zekering verwarming dieselfilter

C8

X20

Bol temperatuur hydraulische olie

I14

F18

Zekering relais hoofdvoedingen truck

E6

X23

Ventilator-1 oliekoeling

S5

F19

Zekering oliekoelventilator

K11

X24

Ventilator-2 oliekoeling

S8

F20

Zekering oliekoelventilator

K15

X39

Drukschakelaar oliefilter

I12

F36

Zekering plus vanaf accu voor 4 richtingaanwijzers

G27

X41

Micro lier op arm

M4

F38

Nevenvoeding startblokje

C8

X47

Eindschakelaar kettingen arm kapot

O5

F39

Zekering eindschakelaar arm

O6

F44

Zekering voeding lichtenschakelaar en claxon

E16

F47

Zekering noodknop motorstop

E5

F48

Zekering plus vanaf sleutel voor 4 richtingaanwijzers

E27

F62

Zekering voeding Proxy uitlijning zwenkkop/kleine mengbak

M18

Onderdelen Ref.

80

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

Hydraulische overeenstemming

R1

Relais ventilator -1 oliekoeling

M10

S31 / S32

R2

Relais ventilator -2 oliekoeling

M13

Zoemer achteruitrijversnelling

O31

R4

Relais hoofdvoedingen heftruck

G5

CC3

Danfoss centrale controle transmissie

C39

R6

Relais achteruitrijlichten

M27

DL

Lichtenschakelaar

I21

R7

Relais remlichten

I23

FADX

Koplampset rechterkant

S20

R10

Relais rechter dimlicht

G21

FASX

Koplampset linkerkant

S23 / S24

R11

Relais rechter groot licht

G29

FPDX

Achterlampenset rechterkant

S27

R12

Relais linker dimlicht

G25

FPSX

Achterlampenset linkerkant

S30 / S31

R13

Relais linker groot licht

G33

I6

Proximity uitlijning achteras

S10

R35

Afstandschakelaar voedingen cabinegedeelte

I5

I8

Proximity uitlijning vooras

S12

R79

Knippering richtingaanwijzers

K33

I15

Proximity uitlijning zwenkkop

S14

R81

Relais onderbreking voeding vanaf noodknop

K5

I22

Noodknop

E6

I41

Eindschakelaar maximale stijging arm

I11

I53

Schakelaar paniekverlichting

K27

I71

Proximity cabine geblokkeerd

S16

MA

Schakelaar micro lier

O7

A1

Claxon

A2

MC2M CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

A20

MC2M CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

A29 / E38 / K38

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

A15

T1

Sensor brandstofniveau

G10

T41

Verwarming dieselfilter

A13

80-02-M205NL

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

23

SCHEMA 6 12

13

14

15

A

16

17

18

19

20

STR2 R2 5 BR 4 R2 5’ RN 6 M 10

T41

7,5A

27

28

29

30

31

32

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

MZ

SV SR

26

33

34

35

36

37

38

39

15A

F12

10A

F48

15A

F11

15A

10A

F13

F44

X20-F

CB

LN

3

6

VN1.5

V1.5

+

X20-L

SN1.5

SG

LIGHT SWITCH

X21-27

87a

SG L

87 STOP LIGHT RELAY

BL BH

R C

5 7

2

4

GR

I53 WARNING

85

GR

MN

31

R79 FLASHING TURN LIGHT

X20-M

X11B

CH

X4

REAR RIGHT AXLE BLOCK VALVE

N

REVERSE GEAR BUZZER

CL

NG

A2

AG

85

7,5A

A1.5

7,5A

F1

7,5A

F4

REAR LEFT AXLE BLOCK VALVE

SL ZL BS BN

REVERSE GEAR LIGHT RELAY

87a

X18-10

AG1.5

87

N

X18-16

X18-12

X18-7

X16-8

X17-19

X18-6

X18-22

9

X16-9

X17-17

N

30

8

X16-9

X22-10 X17-6

X18-15

X17-16

86

X16-8

F5

7,5A

15A

F3

F62

F2

87a

R6 MH

X17-14

7,5A

87a

BV2.5

85 87

LS LN

X18-5

VN2.5 87

NG

7,5A

85

BR2.5

OPTIONAL

NG

30

OIL COOLING FAN-2 RELAY

WINCH MICROSWITCH

OIL COOLING FAN-1 RELAY

F39

86

V2.5

X17-13

X23-11

MS

X10-7

MS BR

ZL

30

86

MA

BR

R2 1Kohm

R1 1Kohm

X11-23

R1 SL

X22-25

X47

(25/06/2012)

I6

I8

I71

LOCKED CABIN PROXIMITY

LIGHTS SYSTEM

LIGHTS SYSTEM

LIGHTS SYSTEM

N G

GN SN G LN N AG L

X11A X4A RIGHT REAR AXLE LEFT REAR AXLE BLOCK SWITCH

E

G

I

K

M

O

Q

2

3

S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 Low beam right relay S9 High beam right relay S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 1° Hydraulic cooling fan S18 2° Hydraulic cooling fan S19 Low beam left relay S20 High beam left relay S21 S22 S23 S24 S25 S26 S27 S28 S29 S30 S31 S32 S33 S34 S35 S36 S37 S38 S39 S40

1

5

4

6

7

1

SIDE LIGHT

8

SIDE LIGHT

N

A1 HORN

N

N

N

LIGHTS SYSTEM

2

2

X10A X6A RIGHT REAR LEFT REAR

POSITION

FPSX REAR LEFT

1

BV

BH

BV

BL

NL G

LN TURN LIGHT

N

STOP

N

FPDX REAR RIGHT

REVERSE

N

POSITION

N

LEFT REAR LIGHT

TURN LIGHT

N

STOP

N

N

FASX FRONT LEFT

REVERSE

SN

AG

GN

L

SN

AG

GN

RIGHT REAR LIGHT

POSITION

N

TURN LIGHT

N

HIGH BEAM

N

FADX FRONT RIGHT

LOW BEAM

N

N

LEFT FRONT LIGHT

POSITION

N

TURN LIGHT

LN

N GN

I15

TURRET ALIGNMENT PROXIMITY

N

FRONT AXLE ALIGNMENT PROXIMITY

N

REAR AXLE ALIGNMENT PROXIMITY

N

COOLING X24 OIL FAN-2

N

N ’ RN 6 M1 0

R25

S

R25 BR4

COOLING X23 OIL FAN-1

HIGH BEAM

N

RIGHT FRONT LIGHT

LOW BEAM

VN1.5

HN1.5

G

L

V1.5

H1.5

CL

MB

CL

VR

MN

X32-1

SG

SB

VR

N2.5

BV2.5

N2.5

BR2.5

X11-24

X32-2

MZ

BOOM CHAINS SWITCH

Q

R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 Right rear axle block valve R9 Left rear axle block valve R10 R11 R12 R13 R14 R15 Horn R16 R17 R18 R19 R20 R21 R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R30 R31 R32 R33 Right rear axle block switch R34 Left rear axle block switch R35 R36 R37 R38 R39 R40

X13 TRAILER SYSTEM LIGHTS

BLOCK SWITCH

S

80-02-M205NL

80

X18-9

25A

F20

F19 VR

R2

X17-15

BR

87a

1

X18-14

M

O

Z1.5

X17-11

87

RG

X20-N

VB

S1.5

1

85 LEFT HIGH BEAM LIGHT RELAY

87 87a

BOOM BACK HOIST SWITCH

1 Reverse gear buzzer 2 Reverse gear light

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

85 EMERGENCY SWITCH CUTS FEEDING RELAY

X41

30

87a

N

4

BR

0

86

N 87

RIGHT HIGH BEAM LIGHT RELAY

30

X16-4

X21-20

86

Z1.5

X17-7

F36

DL LIGHTS

Z

49

R13 BN

85

87a

SWITCH

X16-4

X21-21

X21-8

30

30

7,5A

C1.5

X17-9

N 87

LEFT LOW BEAM LIGHT RELAY

HN1.5

1

RV

58

SN1.5

L

LN

56b

GR1.5

SG

56a

SV

L

SR

R

86

NL

85

87a

H1.5

2

1

N C

R11 LN

30

30

86

N

87

S SWITCH

25A

M

C1.5

MN

NG N X35-S

HL

X2 GEAR X18-20

R81

86

N

85 RIGHT LOW BEAM LIGHT RELAY

S

NG

I41 MAXIMUM

R12 BS

R7

M10

87 87a

K

N

X15A STOP CIRCUIT PRESSURE SWITCH

B B

X9-L

SG BR

85 CABIN MAIN AUXILIARY FEEDING TELERUPTOR

30

TEMPERATURE SWITCH

RISING SWITCH

10A

F7

X9-T

N

86

PRESSURE SWITCH

30

86

R10 LS

X20 HYDRAULIC OIL

X39 OIL FILTER

R10

R35 VR

X35-T

L6 X16-1

1

I

2

N

N

PRESSURE SWITCH

87 87a

X16-1

X12A AIR FILTER

X17-5

X18-11

C R6

T1 FUEL TANK SENSOR

85 CHASSIS MAIN AUXILIARY FEEDING RELAY

CL CH

CR

M

G N

C

MC2M-CHASSIS INPUT/OUTPUT SIGNALS

30

86

42

CC3

BUTTON

R4

41

DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT

NG MH

I22 EMERGENCY

HV

40

A

30A

F18

X35-H-J

25

BR

E

10A

F47

X18-26-25

24

INPUT/OUTPUT SIGNALS

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Low beam switched on 12 High beam switched on 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 Horn 23

20A

F38

N1.5+N1.5

AR1.5+AR1.5

F15

23

MC2M-CABIN

HEATING OIL FILTER

C

22

L1 Boom chains switch L2 L3 L4 Boom back hoist sw. L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 Maximum rising switch L30 L31 L32 L33 L34 L35 Turret alignament proxim. L36 Loked cabin proximity L37 L38 L39

I/O CORE DIGITAL INPUT/OUTPUT

21

N2 5

11

GR

10

SG SB S HL

9

CR

8

C

7

L1 L2 L3 L4 Fuel level gauge L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 Air filter pressure switch L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 Front axel alignament L22 Rear axel alignament L23 Gear switch L24 Oil filter pressure switch L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 Position ligths switched on L38 L39 L40

6

L40

5

MN MB

4

SG

3

MS

2

Z

1


24

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

7 – VERWARMING EN AIRCONDITIONING

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

X12

Verwarming

O17

F33

Zekering verlichting schakelaarlampjes

E23

X32

Thermostaat

C25

F37

"15" Voeding autoradio/verwarming

E20

X33

Omgevingsthermostaat

G24

F42

Zekering airconditioning

E22

X42

Heater diagnostic connector

G18

F45

Zekering voeding verwarmingsventilator

E19

X101

Vooruitrusting airconditioning

O11

F70

Zekering voeding verwarming

E21

X103

Switch heating fan predisposition

O13

R74

Relais radio en verwarming

G9

X107

Vooruitrusting timer verwarming

O23

R81

Relais onderbreking voeding vanaf noodknop

I6

XAC

Vooruitrusting airconditioning

S30

Onderdelen Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

Schakelaar verwarmingsventilator

C9

M10

Verwarmingsventilator

I15

M11

Verwarmingspomp

O8

80

I68

Hydraulische overeenstemming

80-02-M205NL

(25/06/2012)


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

25

SCHEMA 7 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A R2 5 RN 6 L6

13 M BR4 nr. 6 N RV

10

X32 7.5A

1

3

1

E

9

MV1.5

FAN HEATER SWITCH

G

5 N

6 MH1.5

2

LG

MB

E

2

5

7.5A

F33

20A

F42

7.5A

F70

10A

F37

F45

THERMOSTAT

G

7

MB

3

8

0

4

4 1

HR

MZ1.5

I68

C

RVnr.13

C

G

X33

AMBIENT THERMOSTAT

MV1.5

MH1.5

X42

N 85 87 87a

HEATER DIAGNOSTIC

M10

1

N

2

L6

I

H

R6 30

MB

R74 RADIO AND HEATER RELAY VR 86

3

LB

I

4 5

VR

R81 86

HEATER FAN

85 87 87a

EMERGENCY SWITCH CUTS SUPPLY RELAY

K

BR

K

M

LG

G 2

3

O

1

LR1.5

N

N

N

N

N

N

N

R

R

SWITCH HEATING FAN PREDISPOSITION

R4

R4

3

2 LG

G

N

HR

4

8 LB

5

9 MB

6

10 LG

7

11

1

4

N 5

LB 8

HR

MB 9

6

LG 10

7

V

N 12 12

V

4 G

N

5 V1.5

V4

6 MB

3

7 HR

X107 TIMER HEATING SYSTEM PREDISPOSITION

2

8 LB

9

11

10 N4

11

V4

G 4

1

V1.5 5

3

MB 6

2

HR

LB

7

8

HEATING SYSTEM 1

12 H SWITCH A/C FAN PREDISPOSITION

9

10

N4

12

11

HR 1

H

MB 1 1

M N1.5

DIESEL HEATER PUMP

X12

1

G

X103

1

X101

1

M11

O

V1.5

X22-24

M

Q

(25/06/2012)

M

3

N

L

K

J

M

TIMER HEATING SYSTEM PREDISPOSITION

S

H

G

F

E

D

C

B

A

HEATING SYSTEM

XAC

BR 4 RV nr. 1

’ L6

R2 5 RN 6 L6

1

2

Q

AIR CONDITIONING GROUP PREDISPOSITION

S

80-02-M205NL

80

N

LG

6

30 N1.5

M


26

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

8/1 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

X71

Vlakheidssensor (elektronische waterpas)

A32

F17

Zekering voeding MC2M truckgedeelte

G14

X88

Connector encoder-collector

A26

F49

Zekering plus «30»/Danfoss/3B6

K6

X500

Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)

Q31

F52

Zekering voeding schakelaars bestuurdersplaats / regeleenheid afstandsbediening

G14

F63

Zekering voeding diefstalbeveiliging/instrument

K10

F71

Zekering voeding MC2M cabinegedeelte

K12

R80

Relais plus elektronica centrales 3B6

E26

X503

A37

X504

Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)

A34

XRD

Connector centrale afstandsbediening

A14

Onderdelen Ref. J1939 MC2M-CABIN

Beschrijving Can bus lijn J1939 Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

Positie in het schema

Hydraulische overeenstemming

Q33 Q11 / Q14

MDCP

Connector Midak-plus

E35

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

A5

TERA-7

Inputs/outputs display Tera-7

80

Q4 / Q5

80-02-M205NL

(25/06/2012)


(25/06/2012) Can

5 4 3 2

Can-open HIGH line GND can-open line Can-open HIGH line Can-open LOW line

3

Main power supply

I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

MC2M-CABIN

MC2M-CABIN

I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX S25 S24 S23

Can-open HIGH line GND can-open line Can-J1939 LOW line

1 Can-open LOW line

X500

1

M*

30

K

M 35 36

X504

N*

85

RN1.5

87a

F17 25A

RN

I RN M* B*

M* B*

3

2 Can-open HIGH line

1 Can-open LOW line

X71

B*

34

M*

LEVELING SENSOR 2 Can J1939 HIGH line

1 Can J1939 LOW line

37 38

X503

40 41

B* M * N2 5

39

B* M * SC H

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

C

MDCP

6

7

14

21

26

27

28

29

M

30

31

33

32

34 35

O

J1939 Q

S S

80-02-M205NL

80

B*

33

M*

D Can-open HIGH line

C Can-open LOW line

ENCODER POSITION ROTATION

32

Can-J1939 HIGH line

B*

A

12

X88

M*

B

11

10 GND can-open line

9 Can-open LOW line

8 Can-open HIGH line

7

6

5 GND can-open line

31

B*

B*

M*

SCH*

B*

M*

SCH*

3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line

30

Can-J1939 LOW line 2

2

R2.5

B*

M*

29

Can-open HIGH line

RN

10A

S2

87

S1

N

28

+VE power supply

86

S3

BR

27

S4

F52 RN2.5

+VE UNIT BOX

R80

S5

M*

E

S6

1

26

S7

2

K3

AUTEC RADIO-CONTROL UNIT BOX

S8

K2

K1

J3 GND

XRD

S9

J1 J2 GND

25

S10

S11

N

N

H3

H2

H1 Main power supply

G3 GND

24

S12

S13

N RV

23

S14

S15

S16

S17

S18

S19

N

G2 GND

G1

F3

F2

F1 Main power supply

E3

22

Can-J1939 HIGH line

S21

N

RV

21

S20

B*

SCH*

M*

B*

SCH*

20

GND

S26

Can-open LOW line

19

S22

S27

GND can-J1939 line

E2

E1

D3

18

S28

S29

D2

D1

C3

C2 Can-open LOW line

C1 Can-open HIGH line

B3

17

S30

S31

S32

B*

M*

16

S33

S34

S35

B2

B1 GND can-open line

A1

23 GND

15

S36

S37

G A3

A2

22

STR2

SCH*

N

21

20

19

INPUTS/OUTPUTS CABIN 3B6 CORE VIEW TERA-7

14

S38

25A

F71

18

17

16

15

14 Can-open HIGH line

13

13

S39

N2.5

RN2.5

RN2.5

RN2.5

15A

F63

M*

12

11

+VE power supply

Can-open LOW line

12

S40

GND 4

2

1

L

SCH*

M*

10

9

8

7

6

5

11

Main power supply

Main power supply

N B*

RN

B*

10

line IGH line ope Can n li -op ne en LOW Can line -op en HIG H li ne

6

10A

F49

9

+VE power supply 1

7

GND Can-open LOW line

8

9

10

R

8

an-

CORE VIEW CONTROL BOX

7

9H

14

3 4

6

GN Dc

TERA-7 Main power supply 13

N

1

5

9L OW

J19 3

Q 15

2

4

GND 24

25

O 35

R2 5’

3

J19 3

5

5’

R2 R2

BR 4 RN 6 R2 5

2

Can

4

A

6

BR

1

RN

SCHEMA 8/1 27

42

A

C

INPUTS/OUTPUTS CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

E

2 1 GND

4

+VE power supply

5

8

G

10

9

11

12

13 +VE power supply

15

I

16 +VE power supply 17 Can-J1939 HIGH line

19 Can-open HIGH line

18 Can-J1939 LOW line

20 Can-open LOW line

22

K

23

24

25


28

ELEKTRISCHE SCHEMA’S

8/2 – VOEDINGEN CENTRALES EN CAN-BUS CIRCUIT

Connectors Type bekabeling

Ref.

Zekeringen en relais Positie in het schema

Beschrijving

Hydraulische overeenstemming

Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

X15

Connector Danfoss verdeler

A17

F14

Zekering Danfoss centrale

I7

X36

Centrale MR2 mercedesmotor

E3

F17

Zekering voeding MC2M truckgedeelte

I19

X105

Oprolelement 3B6

A14

F61

Zekering voeding diagnose

I34

X501

Vooruitrusting CAN_BUS

A5

R3

Relais voeding MC2M truckgedeelte

I17

XDM

Connector diagnose

O3

R80

Relais plus elektronica centrales 3B6

I11

XM1

Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje

E36

XM2

Connector ADM2

I36

XM3

Connector ADM2

M36

XM4

Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje

S27

Onderdelen Ref.

Beschrijving

Positie in het schema

CAN

Can lijn

CC1

Danfoss centrale controle transmissie

A7

M3

Joystick linkerkant bestuurdersstoel

A20

M4

Joystick rechterkant bestuurdersstoel

A27

MC2M-CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte Connector diagnose

A12 / A13

S7 / S10 A35

80

OBD2

Hydraulische overeenstemming

80-02-M205NL

(25/06/2012)


4

BR

Q 1

MC2M-CHASSIS MC2M-CHASSIS

I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX I/O CHASSIS 3B6 CONTROL BOX

E

11

10

B*

G*

N

XDM DIAGNOSTIC CONNECTOR 14 15

13

12

11

5

85 87a

G*

16 15 9

14

13 10

12

G*

M*

9 B*

5

4 3

3 4

2 N

6

15

5

6 GND

13

11 Can-J1939 LOW line

XM1 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 1

8

1

8

M* 16

14 Can-open LOW line 15

OBD2 N2 5

38

13

12

37

B*

9 10

36

8

7

6 Can-open HIGH line

5

4

3 Can-J1939 HIGH line

1

35

B*

M*

M*

2

34 39 40 41

2 3

14 GND can-K line Can-K LOW line

M

O

8

7

9

10 11

12

14

Q

16

15

17

XM4 18

S S

(25/06/2012) 80-02-M205NL

80

30 15A

18

DANFOSS JS7000 LEFT AND RIGHT HANDLE

CV

F61

17

16

M4

+VE power supply 1

N

14 15

33

2

3

4

5

6

13

32

GND

8

11 12

31

7

9 10

30

9

10

11

7 8

29

12

13

14

5 GND can-open line

SCH*

6

3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line

B*

1

M*

2

28

15

16

M*

SCH*

27

17

18

19

DANFOSS JS7000 LEFT AND RIGHT HANDLE

20

18

M3

Can-J1939 LOW line

17

16

15

14

13

26

Can-J1939 HIGH line

B*

11 12

25

Can-J1939 LOW line 21

RN

9 10

24

S2

S3

S4

S5

S6

M*

7 8

23

S1

S8 S7

SCH*

22

+VE power supply

Can-J1939 HIGH line

5 GND can-open line

B*

6

3 Can-open HIGH line 4 Can-open LOW line

M*

1

8

21

S9

S10

S11

87

20

S12

86

S13

87a

2

7

19

S14

MC2M RELAY

25A

F17

5 Can-open LOW line 6 GND can-open line

B* SCH

X15

S15

R3 R4

4 Can-open HIGH line

1

Can-open LOW line

ELECTROHYDRAULIC ACTUATOR PVED-CX

S16

N

18

S17

RN4

10

S18

RN

S19

N*

85

M*

3

2

4

17

S20

30

S21

1

3 GND can J1939 line

Can-J1939 LOW line

1 Can-J1939 HIGH line

3 Can-open HIGH line

2

2

12

Main power supply

3B6 BOOM EXTENSOMETER

B*

B*

M*

SCH*

B*

M*

11

10

9

8

7

6

5

4

3

1 GND

X105

GND

S23

Can-open LOW line

M* SCH*

2

16

S22

S25 S24

GND can-open line

B*

N1.5

15

Can-open HIGH line

S26

87

Can-J1939 LOW line

SCH*

86

S28

N R2.5

+VE POWER RELAY 3B6 UNIT BOX

S27

B* RN2.5

R80

14

Can-J1939 LOW line

1

CAN

DANFOSS CAN BUS

S29

GND

M*

13

S30

6

DANFOSS TRANSMISSION BOX UNIT

S31

Can-K HIGH line

CC1

S33

7 M*

12

S32

Can-K LOW line

RB1.5

A

S34

8

11

S35

GND can-K line

BR

S36

2

10

S37

7

S38

Can-K LOW line

9

S39

Can-K HIGH line 1

8

S40

3

N2.5

4

GND can-K line

4

O GND can-K line

7

GND

I

RN2.5

8

3

9

30A

C

F14

G

X501

RN2.5

RN2.5

M CAN J1939

6

Main power supply

2

K 5

Main power supply

Main power supply

CAN OPEN

4

2 Can-J1939 HIGH line

3

1 Can-J1939 LOW line

2

B*

BR 4

1

M*

SC H B* M * R2 5 R2 5 B* ’ M *

SCHEMA 8/2 ELEKTRISCHE SCHEMA’S 29

42

A

DIAGNOSTIC CONNECTOR

C

E

X

X

X36 MR2 MERCEDES ENGINE UNIT BOX

16 6

7

9

G

10 11 12

XM2 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 2

I

4

3

5

6

7

K

11

12

13 Can-K HIGH line

XM3 MERCEDES ADM2 UNIT BOX 2 1

X


ELEKTRISCHE SCHEMA’S

80

30

80-02-M205NL

(25/06/2012)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

pag. POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A2

– POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN TOT AAN DE MACHINE 22725 - 758856 – CONNECTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A5 – MASSA'S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A8 – – POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN VANAF DE MACHINE 22756 - 758886 – CONNECTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A11

80

– MASSA'S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A14

(25/01/2013)

80-03-M205NL


2

POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN Ref.

Beschrijving

Positie in het schema Rechterkant machine

MC2M-1 CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

E31

MC2M-2 CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

E31 / E32

MC2M-3 CABIN

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

E33

MC2M-1 CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

G12

MC2M-2 CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

G13

MC2M-3 CHASSIS

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

E15

OBD2

Connector diagnose

E15

X1

C28

X2

Eindschakelaar ingeschakelde versnelling

X7

Connector cabine

C28 C23 / C24

X9

C39

X10

Connector optional

X11

Connector interface arm/platform functies

C36 E39

X14 X15

C24 Connector Danfoss verdeler

X16

E36 I14

C27 / C21

X17

Q25

X18

Q26

X19

Q24 / Q25

X22

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

X23

Ventilator-1 oliekoeling

X35

C26 C25 I36

X36

Centrale MR2 mercedesmotor

X88

Connector encoder-collector

C26 / C27

M26 / M27

Vooruitrusting airconditioning

E27 / E28

XA XA/C

I8

XB

80

Linkerkant machine

K8

XDM

Connector diagnose

XM1

Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje

A21

XM2

Connector ADM

A22

XM3

Connector ADM2

A23

XM4

Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje

A24

XSC

Connector ter vooruitrusting

80-03-M205NL

C15

E21

(25/01/2013)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

3

POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN RECHTERKANT MACHINE 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A

XM4 XM1

XM2

XM3

C

C

XDM

ADM2 CENTRAL BOX UNDER THE MAIN DASHBOARD IN THE CABIN

OBD2 E

E

G

G MAIN DASHBOARD

X35

I

I

K

K

M

M

X36

O

O

PLD CENTRAL BOX ON THE TOP OF THE ENGINE

Q

Q

S

S

(25/01/2013)

80-03-M205NL

80

X16


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

4

POSITIE ELEKTRISCHE ONDERDELEN LINKERKANT MACHINE 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

A

A

X7

C

X14 X23 X22 X16

X16 X88

C

X1 X2 MC2M-3

XA/C XSC E

MC2M-2 MC2M-1

MC2M-3

X10

X9

X15

X11

E

MC2M-2 MC2M-1 G

G

I

I

Xa

80

Xb

K

K

M

M

O

O

Q

Q

X19 X17 X18

S

S

80-03-M205NL

(25/01/2013)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

5

POSITIE CONNECTORS Beschrijving

Positie in de schema's

Type bekabeling

Ref.

Achterkant zwenkkop

A1

Claxon

Hoofdbedrading truck

A2

Zoemer achteruitrijversnelling

K6

Achterkant zwenkkop

A4

Zoemer uitsluiting kantelbeveiliging

I12

Dashboard

A6

Zoemer noodpomp actief

Hoofdbedrading truck

B-

Accu 12 Vdc

K5

Schema 1

Schema 2

I18

O35

Hoofdbedrading truck

BDP

BDP Sauer Danfoss

K21

Hoofdbedrading truck

CAN

Can lijn

K18

Hoofdbedrading truck

CC1

Danfoss centrale controle transmissie

K18

Hoofdbedrading truck

CC2

Danfoss centrale controle transmissie

K19

Hoofdbedrading truck

CC3

Danfoss centrale controle transmissie

K19

Dashboard

DL

Lichtenschakelaar

Dashboard

DM

Vooruitrusting versnellingschakelaar

Motor

F40

Zekering plafondlampje

M20

Wisselstroomdynamo

M17

G15 G17

Motor

G

Dashboard

I1

Dashboard

I2

Schakelaar langzame-snelle versnelling

G30

Dashboard

I4

Schakelaar reset versnelling

G30

OPTIONAL

G29

I6

Proximity uitlijning achteras

Dashboard

I7

Schakelaar kleine mengbak

Elektromagneetkleppen

I8

Proximity uitlijning vooras

Dashboard

I9

Schakelaar noodpomp

K8 G5

OPTIONAL

K24 E28

Dashboard

I10

Sleutel uitsluiting platform

Achterkant zwenkkop

I15

Proximity uitlijning zwenkkop

K31

Dashboard

I20

G7

Dashboard

I21

G8

Dashboard

I22

Noodknop

G4

Dashboard

I24

Schakelaar keuze besturingen

I30

Dashboard

I26

Schakelaar balken binnen/buiten of stabilisatoren hoog/laag

G33

Dashboard

I27

Schakelaar keuze balken en stabilisatoren

I33

Dashboard

I28

Schakelaar balk/stabilisator rechts voor

G32

Dashboard

I29

Schakelaar balk/stabilisator links voor

G31

Dashboard

I30

Schakelaar balk/stabilisator rechts achter

I32

Dashboard

I31

Schakelaar balk/stabilisator links achter

I31

Dashboard

I35

Schakelaar RPM

Veiligheidsinrichting

I41

Eindschakelaar maximale stijging arm

I4 K22

I14

E30

Hoofdbedrading truck

I43

Sensor Danfoss centrale

Dashboard

I51

Sleutel uitsluiting kantelbeveiliging

K29

Dashboard

I53

Schakelaar paniekverlichting

C26

Dashboard

I54

Schakelaar zwaailicht

I29

Dashboard

I56

Schakelaar ruitensproeierpomp

Dashboard

I66

Dashboard

I68

Dashboard

I69

OPTIONAL OPTIONAL

80

Hoofdbedrading truck

OPTIONAL

OPTIONAL

E6 G6

OPTIONAL

Schakelaar verwarmingsventilator

E9

OPTIONAL

Joystick nivellering

G33

Dashboard

I70

Schakelaar afstandsbediening

Achterkant zwenkkop

I71

Proximity cabine geblokkeerd

Dashboard

I73

Toestemming start met I10 geactiveerd

Dashboard

I76

Dashboard

I77

(25/01/2013)

Aantekeningen

E29 I15 K32 E32

Schakelaar modaliteit Sauer Danfoss

OPTIONAL

E30 80-03-M205NL


80

6

POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

Type bekabeling

Ref.

Beschrijving

Dashboard

I78

Schakelaar by-pass verplaatsing Schakelaar automatische nivellering

Positie in de schema's Schema 1

Schema 2 I30

Dashboard

I79

Bestuurdersplaats

ISR

E31

Dashboard

J1939

Can bus lijn J1939

E30

Dashboard

KEY

Contactslot

C33

Dashboard

L28

Lampje geselecteerde balken

I34

Dashboard

L29

Lampje geselecteerde stabilisatoren

I34

Dashboard

L30

Lampje uitschuiving balken/daling poten stabilisatoren

G34

Dashboard

L31

Lampje inschuiving balken/stijging poten stabilisatoren

G34

Bestuurdersplaats

LSR

Motor

M1

Startmotor

M16

Bestuurdersplaats

M3

Joystick linkerkant bestuurdersstoel

G20

Bestuurdersplaats

M4

Joystick rechterkant bestuurdersstoel

G19

G20

M8

Dashboard

M10

Verwarmingsventilator

Achterkant zwenkkop

M11

Verwarmingspomp

Bestuurdersplaats

M12

OPTIONAL

OPTIONAL

Q39 O37

OPTIONAL

I12 G19

Schakelaar micro lier

OPTIONAL

Dashboard

MA

Achterkant zwenkkop

MC2M-1

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

G12

Achterkant zwenkkop

MC2M-2

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

G12

Achterkant zwenkkop

MC2M-3

Centrale 3B6 inputs/outputs cabinegedeelte

G12

Hoofdbedrading truck

MC2M-1

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

G17

Hoofdbedrading truck

MC2M-2

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

G17

Hoofdbedrading truck

MC2M-3

Centrale 3B6 inputs/outputs truckgedeelte

G17

Achterkant zwenkkop

MDCP

Connector Midak-plus

G12

Dashboard

OBD2

Connector diagnose

O35

Dashboard

R35

Spoel afstandschakelaar noodpomp

Q38

Dashboard

RS232

Elektromagneetkleppen

S6

Connector ter vooruitrusting

Elektromagneetkleppen

S8

Elektromagneetklep parkeerrem

I22

Elektromagneetkleppen

S11

Elektromagneetklep balk rechts voor

K22

Elektromagneetkleppen

S12

Elektromagneetklep balk links voor

K22

Elektromagneetkleppen

S13

Elektromagneetklep balk links achter

K23

Elektromagneetkleppen

S14

Elektromagneetklep balk rechts achter

K24

Elektromagneetkleppen

S15

Elektromagneetklep stabilisatoren intrekken/stijgen

K25

Elektromagneetkleppen

S16

Elektromagneetklep stabilisator rechts voor

K26

Elektromagneetkleppen

S17

Elektromagneetklep stabilisator links voor

K26

Elektromagneetkleppen

S18

Elektromagneetklep stabilisator links achter

K26

Elektromagneetkleppen

S19

Elektromagneetklep stabilisator rechts achter.

I26

Elektromagneetkleppen

S24

Elektromagneetklep krabbesturing

K22

Elektromagneetkleppen

S25

Elektromagneetklep concentrische besturing

K23

Elektromagneetkleppen

S27

Elektromagneetklep snelle versnelling

K26

Elektromagneetkleppen

S28

Elektromagneetklep langzame versnelling

K26

Elektromagneetkleppen

S35

Elektromagneetklep nivellering rechterkant

K26

Elektromagneetkleppen

S36

Elektromagneetklep nivellering linkerkant

K26

Dashboard

STR2

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

E28 / E29

Dashboard

STR3

Inputs/outputs hoofdinstrument 3B6

E29

Q38

Connector XRS232

C27 K25

Dashboard

SV

Hoofdbedrading truck

T1

Sensor brandstofniveau

E16

Motor

T41

Verwarming dieselfilter

M19

80-03-M205NL

OPTIONAL

OPTIONAL

G20

Dashboard

Aantekeningen

OPTIONAL

E6

(25/01/2013)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

Ref.

Dashboard

TLM

Dashboard

VIEW

Dashboard

X1

Beschrijving

Positie in de schema's Schema 1

Voeding hoofdinstrument 3B6

E27 / E28 O27

Dashboard

X2

Eindschakelaar ingeschakelde versnelling

X4

Elektromagneetklep vergrendeling achteras links

I7

Hoofdbedrading truck

X4A

Micro vergrendeling achteras links

G7

Hoofdbedrading truck

X5

1ste Micro stabilisator op de grond links achter

E3

Hoofdbedrading truck

X5A

2de Micro stabilisator op de grond links achter

G3

Hoofdbedrading truck

X5B

1ste Micro balk links achter

G3

Hoofdbedrading truck

X5C

2de Micro balk links achter

G3

Hoofdbedrading truck

X6

Hoofdbedrading truck

X6A

Lichten zijkant links achter

E5

Hoofdbedrading truck

X7

1ste Micro stabilisator op de grond rechts achter

M4

Hoofdbedrading truck

X7A

2de Micro stabilisator op de grond rechts achter

M4

Hoofdbedrading truck

X7B

1ste Micro balk rechts achter

M4

O27

E4

Hoofdbedrading truck

X7C

2de Micro balk rechts achter

M4

Hoofdbedrading truck/ Dashboard

X7D

Connector cabine

E13

Hoofdbedrading truck/ Achterkant zwenkkop/ Veiligheidsinrichting

X9

Achterkant zwenkkop

X10

Connector optional

Hoofdbedrading truck

X10A

Lichten zijkant rechts achter

O5

Achterkant zwenkkop

X11

Connector interface arm/platform functies

I11

Hoofdbedrading truck

X11A

Micro vergrendeling achteras rechts

M7

Hoofdbedrading truck

X11B

Elektromagneetklep vergrendeling achteras rechts

K7

Dashboard

X12

Verwarming

X12A

Drukschakelaar luchtfilter

Hoofdbedrading truck

X13

Lichten aanhangwagen

Achterkant zwenkkop

X14

O4 / I10

Q39 K11 I4

Achterkant zwenkkop

X15

Connector Danfoss verdeler

I11

X15A

Drukschakelaar remlichten

K7

Hoofdbedrading truck/ Dashboard

X16

G16

Hoofdbedrading truck

X17

E19

Hoofdbedrading truck

X18

E18

X19

Dashboard

X21

Achterkant zwenkkop/ Dashboard

X22

OPTIONAL

G14

Hoofdbedrading truck

X20

O27

I6 / I10

Hoofdbedrading truck

Hoofdbedrading truck

Aantekeningen

E27

Hoofdbedrading truck

Hoofdbedrading truck/ Dashboard

Schema 2

80

Type bekabeling

O27

E20 Bol temperatuur hydraulische olie

K18

O38 O38

K22

O27

Hoofdbedrading truck

X22

G13

Achterkant zwenkkop/ Dashboard

X23

G13

Hoofdbedrading truck

X23

Ventilator-1 oliekoeling

Hoofdbedrading truck

X24

Ventilator-2 oliekoeling

Hoofdbedrading truck

X25

E28

Hoofdbedrading truck

X25A

E27

Hoofdbedrading truck

X26

I28

OPTIONAL

Hoofdbedrading truck

X28

I28

OPTIONAL

Hoofdbedrading truck

X27

1ste Micro stabilisator op de grond links voor

G28

Hoofdbedrading truck

X27A

2de Micro stabilisator op de grond links voor

G28

(25/01/2013)

7

O27

I27 I27

80-03-M205NL


80

8

POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

Beschrijving

Positie in de schema's

Type bekabeling

Ref.

Hoofdbedrading truck

X27B

1ste Micro balk links voor

Hoofdbedrading truck

X27C

2de Micro balk links voor

G28

Hoofdbedrading truck

X29

1ste Micro stabilisator op de grond rechts voor

M29

Hoofdbedrading truck

X29A

2de Micro stabilisator op de grond rechts voor

M29

Hoofdbedrading truck

X29B

1ste Micro balk rechts voor

M29

Hoofdbedrading truck

X29C

2de Micro balk rechts voor

Hoofdbedrading truck

X30

M28 M27

Schema 1

Schema 2

G28

M29

Hoofdbedrading truck

X30A

Elektromagneetkleppen/ Hoofdbedrading truck/ Dashboard

X32

Thermostaat

I24

E15

Elektromagneetkleppen/ Hoofdbedrading truck/ Dashboard

X33

Omgevingsthermostaat

I25

E16

Optionele kit stabilisatorenblokkering

Hoofdbedrading truck

X34

Motor/Hoofdbedrading truck

X35

Motor

X36

Aantekeningen

I22 M19

Centrale MR2 mercedesmotor

M18

Motor/Dashboard

X37

Connector diefstalbeveiliging

M18

Motor

X38

Connector voorverwarming motorlucht

M18

O37

Dashboard

X38A

Connector voeding autoradio

Motor

X39

Drukschakelaar oliefilter

Dashboard

X39A

Connector luidsprekers autoradio

I32

Dashboard

X40

Connector grote mengbak

O38

Heater diagnostic connector

OPTIONAL I31

M17

Dashboard

X42

Achterkant zwenkkop

X46

I11

Bestuurdersplaats

X51

G19

Bestuurdersplaats

X53

G19

Dashboard

X55

Configuratie schaarstabilisatoren

O38

Dashboard

X70

By-pass schakelaar afstandsbediening

E27

Hoofdbedrading truck

X71

Vlakheidssensor (elektronische waterpas)

Bestuurdersplaats

X75

OPTIONAL

O36 OPTIONAL

OPTIONAL

I21 G19

OPTIONAL

Bestuurdersplaats

X76

Connector ter vooruitrusting pneumatische bestuurdersstoel

G19

OPTIONAL

Elektromagneetkleppen

X81

Connector ter vooruitrusting

K24

OPTIONAL

I10

OPTIONAL

Connector encoder-collector

G14

K21

Veiligheidsinrichting

X86

Achterkant zwenkkop

X88

Veiligheidsinrichting

X90

Hoofdbedrading truck

X99

Cilinderinhoud motor

I5

Dashboard

X101

Vooruitrusting airconditioning

E16

Dashboard

X102

Rempedaal

O36

Dashboard

X103

Switch heating fan predisposition

Veiligheidsinrichting

X105

Oprolelement 3B6

K9 K10

X106

Bodem-compensatie

Dashboard

X107

Vooruitrusting timer verwarming

Veiligheidsinrichting

X107A

Stang-compensatie

K10

Veiligheidsinrichting

X108

Bodem-opheffen

I10

E15

Veiligheidsinrichting

X109

Stang-opheffen

I10

Hoofdbedrading truck

X500

Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)

G17

Hoofdbedrading truck

X501

Vooruitrusting CAN-BUS

G16

Dashboard

X503

Dashboard

X504 X505

80-03-M205NL

OPTIONAL

E15

Veiligheidsinrichting

Achterkant zwenkkop

OPTIONAL

Q37 Afsluiting met weerstand 120 Ohm (CAN-BUS)

OPTIONAL

Q37 G12 (25/01/2013)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

Beschrijving

Positie in de schema's

Type bekabeling

Ref.

Dashboard

XAC

Vooruitrusting airconditioning

Q27

Dashboard

XAS

Connector sigarettenaansteker

C25

Dashboard

XCD

Connector voeding autoradio met CD

I29

Dashboard

XDM

Connector diagnose

Dashboard

XDK

Dashboard

XM1

Connector ADM2 mercedes 12 polig vrouwtje

Q35

Dashboard

XM2

Connector ADM

Q36

Dashboard

XM3

Connector ADM2

Q36

Dashboard

XM4

Connector ADM2 mercedes 21 polig vrouwtje

Q34

Bestuurdersplaats

XMS

Dashboard

XPA

Achterkant zwenkkop

XRD

Connector centrale afstandsbediening

G12

Hoofdbedrading truck

XSC

Connector ter vooruitrusting

G16

Schema 1

Schema 2

9

Aantekeningen OPTIONAL

O35 O35

G20 / G21 Gaspedaal

I17

OPTIONAL

Dashboard

XS1

Bestuurdersplaats

XSP

G19

Q38

Bestuurdersplaats

XSR

G20 / G21

Dashboard

XTV

Q38

Dashboard

XVR

E30

OPTIONAL OPTIONAL

80

OPTIONAL

(25/01/2013)

80-03-M205NL


10

POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

MASSA's Ref.

Elektromagneetkleppen

Ground

Massa

Hoofdbedrading truck

Ground

Massa frame

I25

Acht. zwenkkop

Ground

Massa frame

I13

Motor

Ground

Massa motor

M17

Dashboard

Ground

Massa dashboard

Schema 1

Schema 2

Aantekeningen

I23 / i25

Q37

80

Beschrijving

Positie in de schema's

Type bekabeling

80-03-M205NL

(25/01/2013)


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

11

SCHEMA 1 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

Legenda :

A

A

Bedrading voor Bedrading achter Bedrading achter zwenkkop

C

C

Bedrading motor Bedrading bestuurdersplaats Bedrading platform Verbinding tussen bedradingen

E

MDCP

X5 X5A X5B X5C

X4A X4 X9

X10

X11

MC2M-2 MC2M-3 X505

XRD

X19

FUSE AND RELAY BOX CHASSIS

X7D

T1

X53

X14 X23

MC2M-1

X22

MC2M-2 MC2M-3

XSC

X88

X501

X25A

XSR XMS

X75

X27A X27B

X76

XSP

M4

LSR

I15

X500

I71

A1 X34

I

X9

A4

X32

X71

X109 X106 A2

X15A

I6 X105

K

ELECTRIC MANIFOLD

X107A

X20

CAN

X12A

CC1

CC2

CC3

BPD

X99

X28

I

S19

S11

S18

S12

S13

S14

S15

S16

S17

S24

S25

X81

S6

S27

S28

K

S35 I43

S36 I8

Ground

X11A

X7C

X26

X24

Ground

S8

X22 X11B

X23

X33

Ground

I41 B-

Ground

M11

X108

X90

G

X27C

ISR

Ground

X15

X46

X25 X27

M12

X51

X16

M3

X13 X86

E

X38

X35

F40

X7B

M

X37

M1

X7A

X29C

T41

M

X29B

X7

X36

X10A

G

X39

X29A X30A

X30

X29

X10

O

O

Q

Q

S

S

(25/01/2013)

80-03-M205NL

80

X6A

MC2M CHASSIS

MC2M CABIN

MC2M-1

A/C INSTRUM. BOARD-FUSE AND RELAY BOX

X6

G

X17

X18


POSITIE VAN DE ELEKTRISCHE ONDERDELEN

12

1

2

3

4

5

6

SCHEMA 2 7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

Legenda :

A

40

41

42

A

Bedrading cabine

I53

C

C

KEY XAS RS232 VIEW

SV

STR2

I68

STR3

I56

J1939 X32

E

TLM

X107

X33

X103

X101

E

XVR

X70 I9 I7

I66

I20

I70

I35

I77

I79

I76

I21

STOP

I69

Mode

I22

DL

DM

G

I1

P

I4

I29

I2

I28

I26

G

L30 L31

RESET

XPA I54

I24

I31

I78

I30

I27

L28 L29

I

I

XCD

X38A

I51

I10

K

I73

M

M

X1

XDK

XDM

X23

OBD2 X102

X16 XA/C

XM4

ELECTRIC MANIFOLD

80-03-M205NL

M10

X42

X22

Q

S

X37

FUSE BOX

O

A6

X7D

CLUSTER

MC2M CABIN

X2

A/C INSTRUM. BOARD-FUSE AND RELAY BOX

80

K

X39A

XM1

XM3

XM2

X40

X21 X20

XTV XS1

X503

MA

X504

R35

Ground

O

X55

M8

Q

X12

S

(25/01/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

pag. OVERZICHT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 LAY-OUT VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 BEDIENERSPANEEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 DIAGNOSE EN OPSPOREN VAN STORINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 ALARMLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 BESCHRIJVING ALARMEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 DIAGNOSEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 STATUS PAGINA’S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 KALIBRATIEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49

LMI KALIBRATIE PROCEDURE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53

(15/02/2013)

80-04-M205NL

80

KALIBRATIE TRANSDUCTORS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51


2

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

OVERZICHT Het MNT_007 systeem is een globale besturing van de machine gebaseerd op de Can Bus technologie, ontwikkeld voor de MANITOU MRT PREMIUM & EASY Voornaamste kenmerken:

80

1 - Volledig elektronische besturing met MULTIPLEX TECHNOLOGIE gebaseerd op CAN BUS 2 - Besturing van de arm vanuit de cabine 3 - Besturing van de arm vanaf het platform 4 - Besturing van de arm vanaf de afstandsbediening 5 - Redundante LMI in overeenstemming met ISO13000 en EN280 6 - Automatische keuze van het werktuig 7 - Black box beheer met maximaal 500 gebeurtenissen

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

3

LAY-OUT VAN DE MACHINE

Cobo/3b6 die het volgende voedt: Beschrijving

1

MC2M T

Beheer van machine en beweging

2

Midac Plus

LMI beheer

3

Druktransductors

4

Acq

Kabelspoel met redundante lengte en hoeksensor (hoofdarm)

5

TERA7

In cabine display Tera 7 met extentie loCore eenheid

6

MC2M C

Chassis beheer

7

ASACBO

Sensor chassishoek

(15/02/2013)

Cobo code

80

Ref.

4 redundante druktransductors

80-04-M205NL


4

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES MC2M T (zwenkkop) Dit is de mastereenheid die de bewegingen van de machine bestuurt. De voornaamste functies zijn: Input aflezen en output controleren; • Signalen van andere eenheden van de machine opnemen en behandelen; • De joysticks en bedieningsbewegingen waarnemen; • De motorgegevens van de can bus opnemen; • Interface met de transmissie; • Interface met de verdeler; • Interface met de werktuigenherkenning; • Interface met het TERA7 display.

MC2M C (chassis) Dit is een slave-eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Met andere eenheden van de machine communiceren; • Interface met het TERA7 display. IO-CORE (TERA 7)

80

Dit is een slave eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Met andere eenheden van de machine communiceren; • Interface met het TERA7 display.

MIDAC PLUS (LMI) Dit is een slave eenheid om af te lezen en de output te activeren. De voornaamste functies zijn: • Input aflezen en output controleren; • Signalen van andere eenheden van de machine opnemen en behandelen; • Interface met het TERA7 display. • Interface met de verdeler; • LMI functie

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

5

BEDIENERSPANEEL Het bedienerspaneel wordt op de volgende afbeelding getoond:

1

2

3

Ref.

Beschrijving

Functie

(15/02/2013)

1

Functietoets

2

Functietoets

3

Pijltoetsen en ENTER

80

Druk op de toetsen F1, F2, F3, ...F5 om de volgende grafische interfaces te activeren: F1: pagina "Rijden" F2: pagina Belastingbegrenzer F3: pagina Begrenzer werkruimte (ISAAC) F4: pagina Stop F5: pagina Alarm

Deze toetsen worden gebruikt om door het menu te lopen en de keuzes te bevestigen.

80-04-M205NL


6

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING PAGINA OVER DE WEG (MODALITEIT RIJDEN)

3

2

7 5

7

1

6

80

4

1 - Watertermometer 2 - Brandstofmeter 3 - Motortoerental 4 - Urenteller en tijd 5 - Kilometerteller 6 - Huidige versnelling en rijrichting 7 - Functielampjes over de weg (links en rechts)

Op deze pagina, kunt u met de toets Home

80-04-M205NL

, de gedeeltelijke werkuren resetten.

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

7

PAGINA BELASTINGBEGRENZING

1

5

2 2

2 2

2

2

2

3

6

4

Ref.

Beschrijving

Functie

1

Percentagebalk.

Groen: veiligheidszone. Geel: alarmzone (opgeheven lading boven de 90% van de maximaal toegestane lading). Rood: cuttoffzone (opgeheven lading boven de 100% van de maximaal toegestane lading).

2

LMI informatie

Volgens de pictogrammen op het display: – Hoogte – Armhoek – Armlengte – Straal – Huidige lading – Maximaal toegestane lading in de huidige positie – Hoek zwenkkop (indien aanwezig)

3

Stabiliteitsgebied

Zie paragraaf Stabiliteit

4

Meldingengebied

Algemeen tekstgebied gebruikt voor de diagnose en tijdens de kalibratie.

5

Algemene controlelampjes in modaliteit "hijskraan"

6

Kraanconfiguratie

(15/02/2013)

Volgens de pictogrammen op het display: – Stabilisator uit – Stabilisator op de grond – Zwenkkop gecentreerd – Zwenkkop geblokkeerd – Verticale controle – Horizontale controle Toont een pictogram met het geselecteerde werktuig en de code van de werkmodus zoals in de machinehandleiding.

80-04-M205NL

80

LCD balk die de opgeheven lading toont als percentage van de maximaal toegestane lading onder die werkomstandigheden.


8

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ISAAC PAGINA (WERKRUIMTEBEGRENZER)

1

6

2

3

4

5

80

De velden van 1 t.e.m. 5 tonen de waarde van de geprogrammeerde limiet. Als het pictogram verlicht is, dan is de limiet overschreden en zijn de desbetreffende bewegingen geblokkeerd. Er verschijnt “---,--“ als de limiet niet geprogrammeerd is. 1 - Hoogtelimiet 2 - Limiet links 3 - Limiet rechts 4 - Limiet in de richting van de klok 5 - Limiet tegen de richting van de klok in 6 - Huidige waarden

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

9

STOPPAGINA Met behulp van de rechter toetsen en joystick kunt u 4 stoppen voor iedere beweging instellen.

Beschrijving

Functie Druk op de toets F6, F7, ..F10 om het type stop (snelheid) te selecteren:

80

Functietoets

F6: stop 1 F7: stop 2 F8: stop 3 F9: stop 4 F10: max. snelheid

Procedure voor het instellen van de bewegingstop:

b

Voor het instellen van de stop, de arm noch de zwenkkop van de machine bewegen.

1 - Druk op de rode knop op de rechter joystick: 2 - Beweeg de joystick (joystick en richting van de gewenste beweging) en laat de rode knop los; De beweging uitgevoerd in de fase 3 is nu in het geheugen van het systeem opgeslagen. Om een stop te wissen, de juiste regel selecteren en de rode knop 10 seconden lang ingedrukt houden.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


10

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING DIAGNOSEPAGINA

1

6

2

7

3

4

5

11

14

12

15

8

9 13 10 16

80

De brandende lampjes geven storingen of fouten aan een onderdeel of eenheid aan. 1 - Display Tera 7 2 - Mc2m Zwenkkop 3 - Midac Plus 4 - Sensor rotatie zwenkkop 5 - Linker joystick 6 - Identificatie werktuig 7 - Mc2m Chassis 8 - Kabelspoel op hoofdarm 9 - Afstandsbediening 10 - Rechter joystick 11 - Motor 12 - Hydraulische installatie 13 - Onderhoud 14 - Drukschakelaar transductors 15 - Transmissie 16 - Gebied alarmweergave

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

11

Op de Diagnosepagina kunt u, met de toets F6 de Sauer pagina weergeven, nuttig voor het onderhoud aan de Sauer onderdelen, terwijl u met de toets F7 de pagina van de Black Box kunt weergeven. (Deze pagina's zijn beschermd door een wachtwoord) Bewegingscontrole

80

De controle van de beweging wordt uitgevoerd door middel van twee onafhankelijke kanalen. • Het systeem bemonstert en berekent de elektrische signalen, CAN BUS of ANALOOG, afkomstig van de joystick en bestuurt de beweging in verhouding daarmee rekening houdend met alle veiligheidslogica. • Voor de werking van het systeem is de aanwezigheid van de bestuurder nodig. Dit betekent dat, in geval van een storing aan een onderdeel, het systeem iedere beweging stopzet.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


12

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING SAUER PAGINA Deze pagina is nuttig voor het onderhoud aan de Sauer inrichtingen. Er zijn 3 functies:

80

– Instelling Module ID – Instelling Module Neighbour; – Servicefunctie.

Beschrijving

Functie Druk op de toets F6, F7, ..F10 om de desbetreffende functie te activeren:

Functietoets

F6: F7: functie voor instelling Sauer knoop ID F8: functie voor instelling Sauer neighbor F9: Servicefunctie. F10:

Enter: om de mogelijkheid om de module te selecteren te deblokkeren : om te bewegen en de module te selecteren Pijltoetsen en ENTER : om te bewegen en de module te selecteren Esc: Om terug te keren naar de Stoppagina Na de module geselecteerd te hebben, één van deze opties indrukken.

Onderaan de pagina is een beschrijving van de staat van het proces weergegeven 80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

13

BLACK BOX PAGINA De Black box pagina dient om de in het geheugen opgeslagen gebeurtenissen te lezen.

Beschrijving

Functie Druk op de toets F6, F7, ..F9 om gebeurtenissen of pagina's door te lopen:

(15/02/2013)

80

Functietoets

F6: gebeurtenissen naar boven schuiven F7: gebeurtenissen naar beneden schuiven F8: pagina's overslaan F9: pagina's overslaan F10:

80-04-M205NL


14

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ELEKTRONISCHE BESTURING De figuur toont het schema van de elektronische besturing. Cabinebesturing. De Bewegingsbedieningen vanuit de cabine zijn mogelijk met 2 can bus joysticks. Het hoofdkanaal wordt gelezen door de can bus, terwijl het redundante kanaal gelezen wordt door een analoog signaal 0 - 5 V. De MC2M eenheid leest beide signalen, normaliseert ze in een schaal van -1000 tot +1000 en controleert dan de congruentie, er is een storing als het verschil in waarde 10% is. Iedere joystick heeft een dodemansignaal dat de beweging mogelijk maakt. Vervolgens wordt de besturing bekrachtigd en naar het logicablok gestuurd dat de beweging moegelijk maakt. Platformbesturing De besturingen naar het platform worden door middel van radiomodule verzonden, om veiligheidsredenen verbonden met een kabel. De MC2M leest de besturingssignalen vanaf de can, normaliseert ze en regelt ze.

80

Radiobesturing Vanaf de radiozender kunnen er bewegingen bestuurd worden zoals de besturingen naar het platform.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

15

SNELHEIDSCONTROLE VANUIT DE CABINE De snelheid van iedere beweging kan afgesteld worden binnen een percentage van 0-100%. De waarde 100% betekent de maximale besturing naar de klep. Lagere waarden beperken de snelheid in verhouding. N.B.: De waarde van de snelheid is evenredig met de slag van de spoel en niet met de snelheid van de bestuurde arm, want deze is afhankelijk van de delen, van de lading en van de beschikbare opbrengst van de pomp. Om de snelheden vanuit de cabine te regelen moeten de parameters in onderstaande tabel gewijzigd worden. Om de snelheid te kalibreren hoeft u slechts de vereiste waarde in te stellen. De rechter kolom toont voorbeelden van de op een prototype machine geregistreerde waarden.

Beweging

Bijbehorende parameter

Arm omhoog

P100

Arm omlaag

P101

Naar rechts draaien

P102

Naar links draaien

P103

Vorken omhoog

P104

Vorken omlaag

P105

NA

P106

NA

P107

Telescopische arm uit

P108

Telescopische arm in

P109

Werktuig 1

P110 P111 P112

Lier omlaag

P113

80

Werktuig 2 Lier omhoog

Default waarde

(15/02/2013)

80-04-M205NL


16

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING SNELHEIDSCONTROLE VANAF HET PLATFORM Als de controle vanaf het platform beschikbaar is, wordt iedere beweging gedefineerd door de langzame/ snelle snelheid geselecteerd door de afstandsbediening. N.B.: 1000 = 100%

Bewegingen vanaf het platform

Hoge snelheid

Lage snelheid

Huidige snelheid (live)

Arm omhoog

P141

P143

P140

Arm omlaag

P142

P144

P140

Telescopische arm uit

P146

P148

P145

Telescopische arm in

P147

P149

P145

Naar rechts draaien

P151

P153

P150

Naar links draaien

P152

P154

P150

Vorken omhoog

P156

P158

P155

Vorken omlaag

P157

P159

P155

Werktuig 1

P161

P163

P160

P162

P164

P160

P166

P168

P165

Lier omlaag

P167

P169

P166

80

Werktuig 2 Lier omhoog

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

17

SNELHEIDSCONTROLE VANAF DE AFSTANDSBEDIENING Als de afstandsbediening beschikbaar is, wordt iedere beweging gedefineerd door de langzame/snelle snelheid geselecteerd door de schakelaar van de afstandsbediening. N.B.: 1000 = 100%

Bewegingen vanaf het platform

Hoge snelheid

Lage snelheid

Huidige snelheid (live)

Arm omhoog

P201

P203

P200

Arm omlaag

P202

P204

P200

Telescopische arm uit

P206

P208

P205

Telescopische arm in

P207

P209

P205

Naar rechts draaien

P211

P213

P210

Naar links draaien

P212

P214

P210

Vorken omhoog

P216

P218

P215

Vorken omlaag

P217

P219

P215

Werktuig 1

P221

P223

P220

P222

P224

P220

P226

P228

P225

Lier omlaag

P227

P229

P225

80

Werktuig 2 Lier omhoog

(15/02/2013)

80-04-M205NL


18

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING BEWEGINGSCONTROLE De bedieningen van de beweging worden uitgevoerd door de zwenkkopeenheid MC2M. Joystick De joysticks van de cabine zijn redundant: de kanalen A zijn can bus en de kanalen B zijn analoog. De mastereenheid leest en regelt beiden en stelt de juiste waarden in voor de bediening van de beweging. Rechter joystick

80

Linker joystick

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

19

Joystick waarden vanaf de afstandsbediening

80

De radio joysticks zijn enkelkanaal met richtingsafhankelijke schakelaar De interface met radio-ontvanger is can bus.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


20

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING TRAPPEN

80

Iedere beweging kan geoptimaliseerd worden door middel van versnellingstrappen (start) en vertragingstrappen (stop).

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

21

Deze waarde regelt de versnelling om de vereiste snelheid te verkrijgen. Zoveel te hoger deze waarde is, zoveel te groter de versnelling is (en zoveel te korter de tijd om de vereiste snelheid te bereiken). De "versnellingstijd" is berekent als T=1000 / Trap (tiende seconde). Het bereik is 0 - 1000; gewoonlijk worden er geen waarden onder de 100 (1 seconde) gebruikt.

(15/02/2013)

Versnellingstijd (sec)

Aantekeningen

1000

0,1

Trap gedeactiveerd

500

0,2

333

0,3

250

0,4

200

0,5

167

0,6

142

0,7

125

0,8

111

0,9

100

1

90

1,1

83

1,2

76

1,3

71

1,4

66

1,5

50

2

40

2,5

33

3

80

Waarde

Trap 1 seconde

Trap 2 seconden

80-04-M205NL


22

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Bijbehorende parameter: Beweging

Output

Input

Pos. versn.

Pos. vertr.

Neg. versn.

Neg. vertr.

Arm omhoog/Arm omlaag

P706

P707

P708

P709

P710

P711

Telescopische arm

P726

P727

P728

P729

P730

P731

Kantelen

P766

P767

P768

P769

P770

P771

Opties

P786

P787

P788

P789

P790

P791

Lier

P806

P807

P808

P809

P810

P811

Vorken

De waarden van de trappen zijn afhankelijk van de plaats van bediening (cabine/radio of platform). Als er een besturing vanuit de cabine is, worden de trapwaarden uit de Cabine tabel gehaald. (Zie onderstaande tabel) De Winscope pagina's van de trappenparameters staan op de bewegingspagina van iedere beweging. De trappen van cabine en platform zijn in twee blokken verdeeld: Trappen cabine of radio: Beweging

Pos. versn.

Pos. vertr.

Neg. versn.

Neg. vertr.

Arm omhoog/Arm omlaag

P1500

P1501

P1502

P1503

Telescopische arm

P1505

P1506

P1507

P1508

Kantelen

P1515

P1516

P1517

P1518

Opties

P1520

P1521

P1522

P1523

Vorken

80

Trappen platform: Beweging

Pos. versn.

Pos. vertr.

Neg. versn.

Neg. vertr.

Arm omhoog/Arm omlaag

P1530

P1531

P1532

P1533

Telescopische arm

P1535

P1536

P1537

P1538

Kantelen

P1545

P1546

P1547

P1548

Opties

P1550

P1551

P1552

P1553

Vorken

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

23

KLEPPENCONTROLE

80

Het hydraulische klepregelblok past het joysticksignaal en de veiligheidscontrole aan in het juiste signaal om de proportioneelklep te activeren.

Input

Joystick signaal geregeld door de vorige besturingen (bereik -1000/+1000)

Output

Signaal dat naar de A/D converter gestuurd moet worden op de ARM eenheid (bereik 0 - 255)

Bias

Bepaalt de waarde om de proportioneelklep te centreren.

0

Dode zone A

Compensatie dode zone

400

Dode zone B

Compensatie dode zone

400

Max A

Stelt de maximumwaarde in voor het besturen van de klep in positie PA-BT Gewoonlijk 75%

1600

Max B

Stelt de maximumwaarde in voor het besturen van de klep in positie PB-AT Gewoonlijk 25%

1600

(15/02/2013)

80-04-M205NL


24

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING De volgende tabel toont de parameters index voor iedere beweging Beweging

Output

Input

Bias

Max A

Max B

Dode zone A

Dode zone B

Arm omhoog/omlaag

P712

P713

P714

P715

P716

P717

P718

Kantelen

P732

P733

P734

P735

P736

P737

P738

Vorken

P752

P753

P754

P755

P756

P757

P758

Uitschuiving arm

P772

P773

P774

P775

P776

P777

P778

Accessoire

P792

P793

P794

P795

P796

P797

P798

Lier

P812

P813

P814

P815

P816

P817

P818

De Winscope pagina's van de trappenparameters staan op de bewegingspagina van iedere beweging. Voorbeeld van winscope pagina voor hefbeweging van de arm

80

SAMENVATTING VAN DE BEWEGINGSWAARDE De volgende winscope pagina toont een samenvatting van de bewegingswaarde van alle bewegingen.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

25

LANGZAME BEWEGINGEN Sommige posities in de buurt van het einde van de beweging van de machine worden alleen met langzame bewegingen bereikt om een veilige en gelijkmatige reactie van de bedieningen te verkrijgen.

X - Verwijzingswaarde, afhankelijk van de geselecteerde beweging. Bijvoorbeeld, armhoek of armlengte. Y - Effectieve snelheid joystick. Bijvoorbeeld, 50% betekent dat de door het systeem aangestuurde snelheid slechts de helft is van de joystick. 1 - Gebied waar de langzame beweging nog uit is. De maximumsnelheid is toegestaan. 2 - Waarde (hoek of lengte) waar de langzame beweging begint. 3 - Gebied waarin de langzame bewging actief is. Bij dezelfde positie van de joystick verlaagt de snelheid bij het naderen van het einde van de beweging. 4 - Elektronisch geprogrammeerd einde van de langzame beweging. Als dit punt overschreden wordt, is de maximaal toegestane snelheid gelijk aan de waarde van punt 5. 5 - Maximumsnelheid toegestaan aan het einde het langzame snelheid gebied. Op nul instellen om de beweging stop te zetten. Een waarde boven die van de dode zone instellen voor de minimumsnelheid.

(15/02/2013)

80-04-M205NL

80

In het volgende diagram wordt de staat van langzame beweging getoond:


26

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Langzame beweging afhankelijk van de positie van de arm. Vanaf cabine of radio: Rotatie tegen de Rotatie in de richting richting van de klok van de klok in

Arm omhoog

Arm omlaag

Uitschuiving arm

Effectieve vertragingswaarde (live)

P920

P925

P930

P940

P945

Percentage bij einde langzame beweging (5)

P921

P926

P931

P941

P946

Armlengte bij begin langzame beweging (2)

P922

P927

P932

P942

P947

Armlengte bij einde langzame beweging (4)

P923

P928

P933

P943

P948

Effectieve lengte arm (live)

P924

P929

P934

P944

P949

80

Beweging

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

27

Vanaf het platform: Rotatie tegen de Rotatie in de richting richting van de klok van de klok in

Arm omhoog

Arm omlaag

Uitschuiving arm

Effectieve vertragingswaarde (live)

P960

P965

P970

P980

P985

Percentage bij einde langzame beweging (5)

P961

P966

P971

P981

P986

Armlengte bij begin langzame beweging (2)

P962

P967

P972

P982

P987

Armlengte bij einde langzame beweging (4)

P963

P968

P973

P983

P988

Effectieve lengte arm (live)

P964

P969

P974

P984

P989

80

Beweging

(15/02/2013)

80-04-M205NL


28

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

DIAGNOSE EN OPSPOREN VAN STORINGEN

80

Een zelfdiagnosesysteem spoort storingen aan transductors en eenheden, gebroken kabels en verschillende machinefouten op. Bij het lokaliseren van de fout of de storing brengt het systeem zichzelf in staat van veiligheid door alle gevaarlijk bedieningen te deactiveren en toont het een melding op het display. Met de alarmcode kunt u de storing lokaliseren. De codes zijn beschreven in de paragraaf "Alarmcodes" met de mogelijke oorzaken en raadgevingen om de correcte werking weer te herstellen (storingen opsporen).

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

29

WAARSCHUWINGENLIJST

De waarschuwingscode dient om te informeren waarom een besturing niet uitgevoerd kan worden. Beschrijving

IDS_WARNING1

Machine niet gestopt

IDS_WARNING2

Niet gebruikt

IDS_WARNING3

Hardware storing of machine alarm

IDS_WARNING4

Dodemansknop nodig

IDS_WARNING5

Cutoff van LMI

IDS_WARNING6

Overbelasting platform

IDS_WARNING7

Hoek groter dan 55 graden

IDS_WARNING8

W8

IDS_WARNING9

W9

IDS_WARNING10

Niet toegestaan (algemene omstandigheden)

IDS_WARNING11

Einde vertraging

IDS_WARNING12

LMI vertraging

IDS_WARNING13

Zwenkkop gedeblokkeerd

IDS_WARNING14

Stabilisator op de grond

IDS_WARNING15

Hoek groter dan 10 graden

IDS_WARNING16

Vertikale opheffing gestopt door max lengte

IDS_WARNING17

Vertikale opheffing gestopt door min lengte

IDS_WARNING18

Machine op de weg

IDS_WARNING19

Op het platform

IDS_WARNING20

Zwenkkop niet gedeblokkeerd

IDS_WARNING21

Horizontale beweging gestopt door max. lengte

IDS_WARNING22

Horizontale beweging gestopt door min. lengte

IDS_WARNING23

Zwenkkop niet in frontale positie

IDS_WARNING24

Hoogte groter dan 3 meter

IDS_WARNING25

Machine niet op wielen

IDS_WARNING26

Stop door max hoek

IDS_WARNING27

Stop door niet gesloten arm

IDS_WARNING28

Zwenkkop niet in frontale positie (+/- 15 gradi)

IDS_WARNING29

Stop vanaf ISAC (gebiedbeheer)

IDS_WARNING30

Geen stoelschakelaar

IDS_WARNING31

Fout in decoder platform

IDS_WARNING32

Platformhekje open

IDS_WARNING33

Optie uitgesloten

IDS_WARNING34

Cabineportier open

IDS_WARNING35

Fout op decoder platform

IDS_WARNING36

Platform verbonden maar niet geselecteerd

IDS_WARNING38

A2B lier bovenste limiet

IDS_WARNING39

Overbelasting kabel

IDS_WARNING40

Niet gebruikt

IDS_WARNING41

Arm niet gesloten in areal jib

IDS_WARNING42

Limiet op kantelen achter

IDS_WARNING43

Stabilisator niet gesloten

IDS_WARNING44

Geen rempedaal

IDS_WARNING45

Niet in vrij

IDS_WARNING46

Arm niet onder 3 m

IDS_WARNING47

Geen activering parkeerrem

(15/02/2013)

80

Code

80-04-M205NL


30

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

Code

Beschrijving Geen algemene activering

IDS_WARNING49

Accessoire niet bevestigd

IDS_WARNING50

Accessoire niet geblokkeerd

IDS_WARNING51

Radio met niet gestabiliseerde machine

IDS_WARNING52

Arm niet onder 3 m

IDS_WARNING53

Versnelling niet ingeschakeld

IDS_WARNING54

Rechter limiet

IDS_WARNING55

Linker limiet

IDS_WARNING56

Hoge snelheid

IDS_WARNING57

TCU beperkte staat

IDS_WARNING58

TCU veilige staat

IDS_WARNING59

Tag niet aanwezig in laaddiagrammen

80

IDS_WARNING48

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

31

ALARMLIJST Beschrijving

IDS_ALARM1

MCT: E2Prom alarm

IDS_ALARM2

MCT: Crc fout in programma Flash

IDS_ALARM10

MCT: can bus timeout van radio [1]

IDS_ALARM11

MCT: timeout can bus van radio [2]

IDS_ALARM19

MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [1]

IDS_ALARM20

MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [2]

IDS_ALARM21

MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [3]

IDS_ALARM22

MCT: can bus timeout rechter joystick cabine [4]

IDS_ALARM23

MCT: can bus timeout linker joystick cabine [1]

IDS_ALARM24

MCT: can bus timeout linker joystick cabine [2]

IDS_ALARM25

MCT: can bus timeout linker joystick cabine [3]

IDS_ALARM26

MCT: can bus timeout linker joystick cabine [4]

IDS_ALARM28

MCT: can bus timeout MC2M chassis [1]

IDS_ALARM29

MCT: can bus timeout MC2M chassis [2]

IDS_ALARM32

MCT: defect gevonden in Tera7/IoCore

IDS_ALARM33

MCT: can bus timeout van Tera7/IoCore [1]

IDS_ALARM34

MCT: can bus timeout van Tera7/IoCore [2]

IDS_ALARM37

MCT: can bus timeout van LMI [1]

IDS_ALARM38

MCT: can bus timeout van LMI [2]

IDS_ALARM39

MCT: can bus timeout van LMI [3]

IDS_ALARM40

MCT: can bus timeout van LMI [4]

IDS_ALARM41

MCT: can bus timeout van LMI [5]

IDS_ALARM46

can bus timeout van Herkenning accessoires

IDS_ALARM55

can bus timeout transductor nivelleringshoek

IDS_ALARM64

MCT: storing op LMI bypass sleutel

IDS_ALARM65

MCT: storing op knop bypass rijden

IDS_ALARM66

MCT: storing op platform bypass sleutel

IDS_ALARM67

MCT: storing op naderingsschakelaar voor

IDS_ALARM68

MCT: storing op nood

IDS_ALARM69

MCT: storing op radio nood

IDS_ALARM73

MCT: congruentie [radio beveiliging]

IDS_ALARM74

MCT: congruentie [platform aangesloten]

IDS_ALARM75

MCT: congruentie [schakelaar overbelasting platform]

IDS_ALARM76

MCT: congruentie [schakelaar blokkering platform]

IDS_ALARM82

Storing [MCT Pin R4: vermogentranductors]

IDS_ALARM83

Storing [MCT Pin R5: rode lamp cabine]

IDS_ALARM84

Storing [MCT Pin R6: externe zoemer]

IDS_ALARM85

Storing [MCT Pin R13: pendelactiveringskleppen]

IDS_ALARM86

Storing [MCT Pin R15: Voeding naar radio eenheid]

IDS_ALARM87

Storing [MCT Pin R16: Claxon]

IDS_ALARM88

Storing [MCT Pin R17: EK armvering]

IDS_ALARM91

Storing [MCT Pin R19: EK stoel naar voren]

IDS_ALARM92

Storing [MCT Pin R20: EK stoel naar achteren]

IDS_ALARM93

Storing [MCT Pin S3: EK draaien platform 3D]

IDS_ALARM94

Storing [MCT Pin S4: EK opheffen platform 3D]

IDS_ALARM95

Storing [MCT Pin S5: EK hellen platform 3D]

IDS_ALARM96

Storing [MCT Pin S19: EK1 optional]

IDS_ALARM97

Storing [MCT Pin S20: EK2 optional]

IDS_ALARM100

MCT: storing van verdeler [Pvsk]

IDS_ALARM101

MCT: storing van verdeler [opheffen arm]

(15/02/2013)

80

Code

80-04-M205NL


32

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

80

Code

Beschrijving

IDS_ALARM102

MCT: storing van verdeler [uitschuiven arm]

IDS_ALARM103

MCT: storing van verdeler [Rotatie]

IDS_ALARM104

MCT: storing van verdeler [Vork]

IDS_ALARM105

MCT: storing van verdeler [Optie]

IDS_ALARM107

MCT: staat van storing Transmissie eenheid

IDS_ALARM109

Storing van Joystick cabine [opheffen arm A]

IDS_ALARM110

Storing van Joystick cabine [opheffen arm B]

IDS_ALARM111

Storing van Joystick cabine [Vorken A]

IDS_ALARM112

Storing van Joystick cabine [Vorken B]

IDS_ALARM113

Storing van Joystick cabine [Rotatie A]

IDS_ALARM114

Storing van Joystick cabine [Rotatie B]

IDS_ALARM115

Storing van Joystick cabine [Uitschuiven arm A]

IDS_ALARM116

Storing van Joystick cabine [Uitschuiven arm B]

IDS_ALARM118

Staat van storing van Joystick cabine [Optional A]

IDS_ALARM119

Staat van storing van Joystick cabine [Optional B]

IDS_ALARM121

Congruentie Joystick cabine [Arm opheffen]

IDS_ALARM122

Congruentie Joystick cabine [Vork]

IDS_ALARM123

Congruentie Joystick cabine [Rotatie]

IDS_ALARM124

Congruentie Joystick cabine [Arm uitschuiven]

IDS_ALARM125

Congruentie Joystick cabine [Optional]

IDS_ALARM127

Congruentie [Gedeblokkeerde klep achteras rechts]

IDS_ALARM128

Congruentie [Gedeblokkeerde klep achteras links]

IDS_ALARM136

Can bus Timeout [Pvsk module]

IDS_ALARM137

Can bus Timeout [Module arm opheffen]

IDS_ALARM138

Can bus Timeout [Module vorken]

IDS_ALARM139

Can bus Timeout [Module arm uitschuiven]

IDS_ALARM140

Can bus Timeout [Module arm draaien]

IDS_ALARM141

Can bus Timeout [Module arm optional]

IDS_ALARM145

Fout op feedback van Pvsk klep

IDS_ALARM146

Fout op feedback van klep Arm opheffen

IDS_ALARM147

Fout op feedback van klep Vorken

IDS_ALARM148

Fout op feedback van klep Arm uitschuiven

IDS_ALARM149

Fout op feedback van klep Rotatie

IDS_ALARM150

Fout op feedback van klep Optional

IDS_ALARM163

Tcu_fout: Watchdog

IDS_ALARM164

Tcu_fout: DSP verwijzingsspanning

IDS_ALARM165

Tcu_fout: Inspuitkanaal

IDS_ALARM166

Tcu_fout: Accuspanning

IDS_ALARM167

Tcu_fout: Sensorspanning

IDS_ALARM172

Tcu_fout: FNR schakelaar

IDS_ALARM173

Tcu_fout: Sensor inching

IDS_ALARM174

Tcu_fout: Rijsensor

IDS_ALARM175

Tcu_fout: Pomp RPM status

IDS_ALARM176

Tcu_fout: Sensor pomphoek

IDS_ALARM177

Tcu_fout: Schakelaar2 mode

IDS_ALARM178

Tcu_fout: Motortoerentalsensor

IDS_ALARM179

Tcu_fout: Motorrichtingsensor

IDS_ALARM181

Tcu_fout: Pompklep VOORUIT

IDS_ALARM182

Tcu_fout: Pompklep ACHTERUIT

IDS_ALARM183

Tcu_fout: Motor prop klep

IDS_ALARM184

Tcu_fout: COR klep

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

Beschrijving

IDS_ALARM185

Tcu_fout: BB klep

IDS_ALARM186

Tcu_fout: BDP klep

IDS_ALARM201

E2Prom alarm [MC2M chassis]

IDS_ALARM202

Crc fout in Flash programma [MC2M chassis]

IDS_ALARM210

Storing [MCC Pin R3: Startmotor]

IDS_ALARM211

Storing [MCC Pin R4: Ek krab]

IDS_ALARM212

Storing [MCC Pin R5: Ek concentrisch]

IDS_ALARM213

Storing [MCC Pin R7: EK Stang omhoog / Stabilisator In]

IDS_ALARM214

Storing [MCC Pin R8: EK Deblokkering achteras rechts]

IDS_ALARM215

Storing [MCC Pin R9: EK Deblokkering achteras links]

IDS_ALARM216

Storing [MCC Pin R10: Noodpomp]

IDS_ALARM219

Storing [MCC Pin R13: Stabilisator rechts voor]

IDS_ALARM220

Storing [MCC Pin R14: Stabilisator links voor]

IDS_ALARM221

Storing [MCC Pin R15: Stabilisator achter]

IDS_ALARM222

Storing [MCC Pin R16: Stabilisator links achter]

IDS_ALARM223

Storing [MCC Pin R17: Stabilisator rechts voor]

IDS_ALARM224

Storing [MCC Pin R18: Stabilisator links voor]

IDS_ALARM225

Storing [MCC Pin R19: Stabilisator rechts achter]

IDS_ALARM226

Storing [MCC Pin R20: Stabilisator links achter]

IDS_ALARM229

Storing [MCC Pin S2: Hydraulische rem]

IDS_ALARM230

Storing [MCC Pin S3: Parkeerrem]

IDS_ALARM231

Storing [MCC Pin S4: Langzame versnelling]

IDS_ALARM232

Storing [MCC Pin S5: Snelle versnelling]

IDS_ALARM233

Storing [MCC Pin S13: Ek nivellering rechts]

IDS_ALARM234

Storing [MCC Pin S14: Ek nivellering links]

IDS_ALARM237

Storing [MCC Pin S17: EK1 radiateur]

IDS_ALARM238

Storing [MCC Pin S18: EK2 radiateur]

IDS_ALARM240

Storing [MCC Pin S8: Rechter dimlicht]

IDS_ALARM241

Storing [MCC Pin S9: Rechter grootlicht]

IDS_ALARM242

Storing [MCC Pin S19: Linker dimlicht]

IDS_ALARM243

Storing [MCC Pin S20: Linker grootlicht]

IDS_ALARM244

Storing [MCC Pin S10: Reset parkeerrem]

IDS_ALARM401

Alarm E2Prom [LMI]

IDS_ALARM402

Crc fout in Flash programma [LMI]

IDS_ALARM403

Crc fout in Flash laaddiagram [LMI]

IDS_ALARM410

Storing op externe inrichting [Acq1A E2prom Alarm]

IDS_ALARM411

Storing op externe inrichting [Acq1A Versnellingsmeter 1]

IDS_ALARM412

Storing op externe inrichting [Acq1A Versnellingsmeter 2]

IDS_ALARM413

Storing op externe inrichting [Wdo ]

IDS_ALARM414

Can bus Timeout van externe inrichting [Acq1A ]

IDS_ALARM419

Storing op inrichting [Acq1B E2prom Alarm]

IDS_ALARM420

Storing op externe inrichting [Acq1B Versnellingsmeter 1]

IDS_ALARM421

Storing op externe inrichting [Acq1B Versnellingsmeter 2]

IDS_ALARM422

Storing op externe inrichting [Wdo ]

IDS_ALARM423

Can bus Timeout van inrichting [Acq1B]

IDS_ALARM428

Can bus Timeout van sensor [Zwenkkophoek A]

IDS_ALARM429

Can bus Timeout van sensor [Zwenkkophoek B]

IDS_ALARM430

Congruentiefout vormsensor [Zwenkkophoek]

IDS_ALARM431

Kruispuntfout vormsensor [Zwenkkophoek]

IDS_ALARM437

Can bus Timeout van inrichting [MCC_Stang A]

IDS_ALARM438

Can bus Timeout van inrichting [MCC_Stang B]

(15/02/2013)

80

Code

33

80-04-M205NL


34

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

80

Code

Beschrijving

IDS_ALARM439

Can bus Timeout van inrichting [MCT]

IDS_ALARM446

Arm hoek A: Min waarde

IDS_ALARM447

Arm hoek A: Max waarde

IDS_ALARM448

Arm hoek B: Min waarde

IDS_ALARM449

Arm hoek B: Max waarde

IDS_ALARM450

Armhoek: Congruentie A-B

IDS_ALARM455

Arm lengte A: Min ruwe waarde

IDS_ALARM456

Arm lengte A: Max ruwe waarde

IDS_ALARM457

Arm lengte A: Min waarde

IDS_ALARM458

Arm lengte A: Max waarde

IDS_ALARM459

Arm lengte B: Min ruwe waarde

IDS_ALARM460

Arm lengte B: Max ruwe waarde

IDS_ALARM461

Arm lengte B: Min waarde

IDS_ALARM462

Arm lengte B: Max waarde

IDS_ALARM464

Armlengte: Congruentie A-B

IDS_ALARM473

Lage druk kamer hoofdcilinder A: Min

IDS_ALARM474

Lage druk kamer hoofdcilinder A: Max

IDS_ALARM475

Lage druk kamer hoofdcilinder B: Min

IDS_ALARM476

Lage druk kamer hoofdcilinder B: Max

IDS_ALARM477

Lage druk kamer hoofdcilinder: Congruentie A-B

IDS_ALARM482

Hoge druk kamer hoofdcilinder A: Min

IDS_ALARM483

Hoge druk kamer hoofdcilinder A: Max

IDS_ALARM484

Hoge druk kamer hoofdcilinder B: Min

IDS_ALARM485

Hoge druk kamer hoofdcilinder B: Max

IDS_ALARM486

Hoge druk kamer hoofdcilinder: Congruentie A-B

IDS_ALARM491

Lage druk compensatiekamer A: Min

IDS_ALARM492

Lage druk compensatiekamer A: Max

IDS_ALARM493

Lage druk compensatiekamer B: Min

IDS_ALARM494

Lage druk compensatiekamer B: Max

IDS_ALARM495

Lage druk compensatiekamer: Congruentie A-B

IDS_ALARM500

Hoge druk compensatiekamer A: Min

IDS_ALARM501

Hoge druk compensatiekamer A: Max

IDS_ALARM502

Hoge druk compensatiekamer B: Min

IDS_ALARM503

Hoge druk compensatiekamer B: Max

IDS_ALARM504

Hoge druk compensatiekamer: Congruentie A-B

IDS_ALARM518

Fout schakelaar Stabilisator rechts voor: Congruentie

IDS_ALARM519

Fout schakelaar Stabilisator links voor: Congruentie

IDS_ALARM520

Fout schakelaar Stabilisator rechts achter: Congruentie

IDS_ALARM521

Fout schakelaar Stabilisator links achter: Congruentie

IDS_ALARM522

Fout schakelaar Stabilisator rechts voor: Congruentie

IDS_ALARM523

Fout schakelaar Stabilisator links voor: Congruentie

IDS_ALARM524

Fout schakelaar Stabilisator rechts achter: Congruentie

IDS_ALARM525

Fout schakelaar Stabilisator links achter: Congruentie

IDS_ALARM527

Staat van overbelasting 1

IDS_ALARM528

Staat van overbelasting 1

IDS_ALARM529

Staat van overbelasting 1

IDS_ALARM530

Staat van storing output Pin [Pin - Extra Cutoff]

IDS_ALARM531

Extra CutOff van LMI

IDS_ALARM536

Can bus timeout van Herkenning accessoires

IDS_ALARM537

Storing van Herkenning werktuigen: Blk

IDS_ALARM538

Storing van Herkenning werktuigen: Foutcode

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

35

BESCHRIJVING ALARMEN ALARM MC2M Dit alarm detecteert verkeerde gegevens op de MC2M kaart De mogelijke redenen zijn: • Systeem nog niet geprogrammeerd • De machine heeft getracht te starten met lege accu • Werktuig geactiveerd maar niet geprogrammeerd. Wat te doen: • Het systeem opnieuw opstarten • Als het alarm zich voordoet na de activering van het nieuwe werktuig, eenvoudigweg de lading kalibreren en opslaan • De oorspronkelijke kalibratie opnieuw laden of de machine opnieuw kalibreren Dit alarm deactiveert (watchdog) WDO omdat een verkeerde parameter een potentieel gevaar veroorzaakt. ALARM DRUKTRANSDUCTORS De in het systeem gebruikte druktransductors sturen een signaal tussen 4 en 20 mA. Het systeem controleert of het signaal binnen deze limieten ligt. Gewoonlijk zijn er 2 alarmen mogelijk • Waarde lager dan minimum (3,5 mA) • Waarde hoger dan maximum (22 mA) Voor de hefcilinder is alleen het alarm van de minimumwaarde beschikbaar omdat de druk in geval van zeer grote belasting van de vorken de nominale waarde kan overschrijden. Het veiligheidssysteem werkt toch correct.

80

Mogelijke redenen van deze storing: • Kabelsnede • Kortsluiting op de kabel • Druktransductor beschadigd • Hoofdeenheid beschadigd Wat te doen: • Als het alarm zich tijdens de beweging van de arm voordoet, de kabel in de buurt van geledingen en uitschuivingen controleren • Controleren of de verbindingsstekker niet verroest is. • Controleer de voeding van de sensor en de staat van de verbinding. • Controleer of de kabelafscherming volledig geïsoleerd is van de andere geleiders. • Eventueel de druktransductor vervangen • Een stroring in de hoofdeenheid is zeldzaam. Voor de hoofdeenheid te vervangen, de werking ervan controleren door de transductors om te wisselen.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


36

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ALARMEN VAN DE POTENTIOMETRISCHE TRANSDUCTOR De potentiometrische transductor stuurt een geldig signaal tussen 0,25 en 4,75 V. Het programma zet de inputspanning om en, door middel van speciale procedures, toont het de volgende gegevens: • Centimeters voor de lengte • Tiende graden voor de hoeken • Kg * 10 voor de weegfunctie Voor iedere sensor zijn er 4 alarmniveaus beschikbaar: 1 - Niet omgezet signaal lager dan 0,25 V 2 - Niet omgezet signaal hoger dan 4,75 V 3 - Omgezette waarde lager dan het vooringestelde minimum 4 - Omgezette waarde hoger dan het vooringestelde maximum Met de alarmen 1 en 2 kan de kalibratie van de mechanische sensoren geïdentificeerd worden. voorbeeld: een machine heeft een minimale uitschuiving van 5 meter en een maximum van 15. Het alarm 3 vindt plaats als de gemeten lengte korter is dan 4,7 meter Het alarm 4 vindt plaats als de gemeten lengte 15,3 meter is De tolerantie voor deze alarmen is 0,3 meter voor de meting van de lengte en 5° voor de hoek Ieder alarm heeft 1 seconde vertraging

80

N.B.: naar gelang de toepassingen kunnen bij enkele transductors de spanningsdrempels voor de alarmen 1 en 2 verschillen van bovengenoemde waarden.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

37

In de volgende figuren wordt het activeringspunt van het alarm voor de lengtetranductors getoond.

LEGENDA:

80

X - A/D bemonstering (bit) Y - Transductorwaarde na omzetting 1 - Ingestelde mimimumwaarde 0,25 V (50 bit) (alarm 1 ON) 2 - Lengte overeenkomstig alarm 3 3 - Lengte in kalibratiepunt 1 (minimumlengte) 4 - Aflezing van de converter in kalibratiepunt 1 (minimumlengte) 5 - Aflezing van de converter in kalibratiepunt 1 (maximumlengte) 6 - Lengte in kalibratiepunt 2 (maximumlengte) 7 - Lengte overeenkomstig alarm 4 8 - Aflezing van de converter overeenkomstig met 4,75 V (alarm 2) 9 - Converter einde schaalverdeling 10 - Zone ingreep alarm 1 11 - Zone ingreep alarm 3 12 - Werkgebied 13 - Zone waar de transductors buiten bereik zijn maar nog niet in alarm 14 - Zone ingreep alarm 4 15 - Zone ingreep alarm 2 P1 - kalibratiepunt 1 (min) P2 - kalibratiepunt 2 (max) Redenen:

Alarm 1

Geen elektrische voeding Schuif niet verbonden Kortsluiting tussen kabelafscherming en schuif Transductor beschadigd

Alarm 2

Geen aarding Transductor beschadigd

Alarm 3

Geen kalibratie Transductor met mechanische offset Transductor niet gekalibreerd Transductor beschadigd

Alarm 4

Geen kalibratie Transductor met mechanische offset Transductor niet gekalibreerd Transductor beschadigd

(15/02/2013)

80-04-M205NL


38

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING ALARM CONGRUENTIE DIGITAAL SIGNAAL Om veiligheidsredenen worden enkele "belangrijke" signalen bemonsterd door middel van 2 gescheiden digitale inputs. Indien mogelijk wordt het signaal van twee verschillende eenheden bemonsterd om "common mode" fouten te voorkomen. Als de door de twee inputs afgelezen waarden discordant zijn wordt er een alarm veroorzaakt.

De volgende signalen worden afgelezen door twee inputs van het systeem: • Uitschuiving van de stabilisator • Uitlijning zwenkkop/support • Stabiliseren op de grond Er wordt een alarm veroorzaakt als 2 signalen minstens een seconde verschillen. Redenen: • De redundantie van de sensoren wordt gebruikt om de functie van het inputkanaal te controleren; in geval van een storing zijn de mogelijke oorzaken de hoofdeenheid of de bekabeling. Wat te doen: • Controleer de sensor en dan de bedrading tussen de sensor en de eenheid.

CONGRUENTIE ALARMEN VAN DE INDICATOR VAN HET LAADMOMENT Om veiligheidsredenen worden de sensoren van de lengte en de hoek door een paar sensoren afgelezen. De waarden van dit paar sensoren worden dan vergeleken om er de congruentie van te controleren. Er wordt een alarm veroorzaakt als het verschil tussen de waarden groter is dan: • 0,3 meter voor de lengte • 5° voor de hoeken

80

Er wordt een alarm veroorzaakt als 2 signalen minstens een seconde verschillen. Redenen: • Transductor defect • Bedrading defect • Verkeerde uitlijning van de transductors (mechanische positie) Wat te doen: • Net als bij de potentiometrische sensoren. • Kalibreer eventueel nogmaals de sensoren ALARMEN OP OUTPUT FEEDBACK Om veiligheidsredenen worden enkele "belangrijke" outputs naar de hoofdeenheid gefeedbackt om de congruentie tussen commando en output te controleren. Naar gelang het veiligheidsbelang kan de controle worden uitgevoerd in de modus POST (Power On STartup) of in de cyclische modus, om de 0,1 seconde. Er wordt een alarm veroorzaakt als de input niet overeenkomt met de gecontroleerde output. Er is een seconde vertraging inbegrepen voor de activering van het alarm. 80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

39

ALARM INTEGRITEIT GEGEVENS CRC LAADSCHEMA'S De laadschema's wordt opgeslagen in een speciaal gebied van het FLASH geheugen samen met de controlevelden, gebruikt om er de integriteit van te controleren. Tijdens de voorbereidingsfase van het laadschema, wordt de CRC berekend en opgeslagen in het speciale veld van het FLASH geheugen. Tijdens de normale werking verricht het programma de omgekeerde berekening, d.w.z. dat hij de CRC opnieuw berekent en deze met die in het FLASH geheugen vergelijkt. Als de twee waarden verschillend zijn, wordt het alarm geactiveerd. De laadschema's van de werktuigen worden op verschillende pagina's opgeslagen. Het geverifieerde laadschema is alleen het schema dat in gebruik is. Daar de berekening lang is, kan het alarm ook geactiveerd worden na verscheidene minuten dat het werktuig geselecteerd is. Redenen: • Als dit alarm na de knipperende download komt, dan is het bronbestand verkeerd of heeft een verkeerde CRC. • De gegevens in het geheugen zijn verkeerd. In beide gevallen moet het bestand opnieuw geladen worden of moet de FLASH EPROM vervangen worden. ALARM CRC PROGRAMMA Net als voor de CRC laadschema's. In dit geval worden alle pagina's van het programma tegelijk gecontroleerd. Daarom veroorzaakt één enkele fout op een pagina de onderbreking van de werking van de machine. ALARMEN CAN BUS INRICHTINGEN

Timeout alarm. De eenheid ontvangt langer dan een bepaalde tijd geen meldingen van de afstandinrichting. De mogelijke redenen zijn: • Bedrading • Inrichting beschadigd of zonder voeding Als alle op dezelfde lijn verbonden inrichtingen hetzelfde alarm tonen, de elektrische aansluitingen controleren. Als het alarm slecht één inrichting betreft, neem dan alleen deze inrichting in beschouwing, bedrading inbegrepen. Inriching in staat van alarm De afstandinrichting heeft een alarm gedetecteerd en stuurt dit naar de hoofdeenheid. De handelingen zijn afhankelijk van het soort alarm. De typische redenen zijn: • Fout in het gegevensgeheugen van de inrichting • Inrichting niet gekalibreerd • Storing in de inrichting In al deze gevallen moet de inrichting vervangen worden. (15/02/2013)

80-04-M205NL

80

Het systeem kan 2 verschillende alarmen detecteren voor iedere verbonden inrichting.


40

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING F.A.Q. HET DISPLAY IS VERLICHT MAAR TOONT GEEN ENKELE AANWIJZING (LEEG) De aansturingen voor de weergave op het display worden door middel van een seriële lijn door de hoofdeenheid (HEAD) verzonden Als er geen aanwijzingen op het display staan, kunnen er geen eventuele foutcode's afgelezen worden. Er wordt aangeraden als volgt te werk te gaan: • Schakel de eenheid met de naam ARM op de ARM ZIJDE connector los: op deze manier zijn alleen de hoofdeenheid en het display met de CAN BUS lijn verbonden • Verbind de hoofdeenheid (HEAD) met de PROEFBANK • Controleer de elektrische voeding +VE. (Pin 49,50 (+Vb) met 51) • Controleer +5V vanaf pin 4 • Controleer +15V vanaf pin 43 • Controleer de output voeding +VP ( Pin 53,54,55,56 = Vb) • Controleer RS232 • Controleer de CAN BUS lijn • Controleer de bedrading tussen het display en de hoofdeenheid

80

HOE DE SERIELE LIJN TE CONTROLEREN TUSSEN HET IDR TYPE DISPLAY EN DE HEAD TYPE HOOFDEENHEID Gebruik de multimeter ingesteld op VOLTS: • Controleer de spanning op de TX van de HEAD eenheid (pin 46). • Moet binnen het bereik -4 en -8 volt zijn. • In geval van transmissie neemt de spanning iedere seconde geleidelijk af. • Als dit gedrag niet waargenomen wordt, dan verzendt de HEAD eenheid geen meldingen, of de RX TX kabels zijn omgedraaid of het IDR display is stuk. • Schakel het IDR display los en herhaal de test. • Controleer de spanning op de pin 45 van de hoofdeenheid RX: • Moet binnen het bereik -4 en -8 volt zijn. • 0 volt betekent dat het TX signaal vanaf het IDR display niet overgezonden wordt. • Controleer de verbinding. Bij indrukken van een knop moet er een lichte spanningsvermindering optreden.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

41

HOE DE CAN BUS LIJN TE CONTROLEREN Gebruik de multimeter ingesteld op OHM of VOLTS: • Zet het hele systeem uit. • Controleer de weerstand tussen de pinnen 48 (CAN H) en 47 (CAN L) van de hoofdeenheid (HEAD). • De correcte waarde is 60 ohm. Het systeem kan ook met waarden tussen 40 en 150 Ohm werken. • Als de weerstand ∞ is, kan het systeem niet functioneren. • Zet het systeem aan. • Controleer de spanningen tussen CANH en GND. • De correcte waarde moet tussen 2,5 - 2,6 volt zijn. • Als de waarden tussen 3,5 en -4 Vdc zijn, dan zou de staat van “Heavy Bus” mogelijk zijn: de bedrading is niet correct of de weerstand van de can bus ontbreekt. • Als de waarde lager is dan 2,4 Vdc, dan kunnen CANH en CANL omgekeerd zijn in een ander randapparaat, zoals een sensor of andere met de BUS verbonden inrichtingen. Als de spanning als volgt is: • < 1 Vdc mogelijke kortsluiting op de BUS • > 5 Vdc, mogelijke fouten op de BUS. • Y11 IPEH-2021 CAN DONGLE storingen opsporen • De CAN DONGLE is een instrument waarmee een normale PC met WINDOWS® de CAN BUS lijn kan analyseren. Hij bestaat uit een programma dat op een PC draait en een USB dongle, te verbinden met de CAN BUS lijn. De volgende figuur toont het PCAN Explorer programma verbonden met de hoofdeenheid:

80

(15/02/2013)

80-04-M205NL


42

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

De aanwezigheid van verschillende meldingen betekent dat de CAN LIJN ok is

80

Als de CAN LIJN niet werkzaam is: • Alle eenheden en inrichtingen van de BUS losschakelen. • Controleer zorgvuldig alle CAN BUS bedradingen en vooral of de CANH en CANL lijnen elkaar nergens kruisen. • Controleer de aanwezigheid van de "EINDE LIJN WEERSTANDEN". • Verbind één inrichting tegelijk op de BUS en controleer de werking ervan met de PCAN Explorer software. • Houd er rekening mee dat de werking van een eenheid ook niet goed kan zijn ook al is hij vanuit het hardware oogpunt OK.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

43

BIJLAGE A DIAGNOSEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST DIAGNOSEPAGINA'S De diagnosepagina's zijn altijd zonder wachtwoord beschikbaar. Vanuit het LMI hoofddisplay ENTER indrukken om naar de diagnosemodus te gaan. Gebruik dan de pijltoetsen om de gewenste pagina te selecteren. Om het opzoeken te vergemakkelijken verschijnen het nummer van de pagina en de identificatietekst enkele seconden bij het verwisselen van pagina. In de volgende tabel staan in de eerste kolom de meldingen die in veld [4] “Meldingengebied” getoond worden. P01 : Alarmen Alarm AAAA BBBB Waarschuwing CCCC DDDD

AAAA: Alarm of storing van LMI BBBB: Alarm of storing van de machine CCCC: Waarschuwing van LMI DDDD: Waarschuwing van de machine

P02 : LMI P = drukverschil in de hefcilinder W = lading ( t) M = Max. toegestane lading in de huidige positie A = Hoek van de arm L = Lengte van de arm R = Straal vanaf het midden van de zwenkkop

P100 W 4.1xM5.0 A 45oL 8.5 R6.0

x = Type gebruikte max lading volgens de volgende lijst: - s = van laadschema - r = van statische stabiliteit - d = van dynamische stabiliteit - m = van nominale max. lading - z = snede van minimale lading

80

o = indicatie armlengte e = effectieve uitschuiving r = effectieve inschuiving v = onbelaste correcties gecentreerd c = belaste correctie gecentreerd x = onbelaste en belaste correcties gecentreerd

P03: drukwaarden

P100 L:xxx H:xxx P 40 l:xxx h:xxxx

(15/02/2013)

Bovenste rij hoofdcilinder P = drukverschil L: druk zuigerkant H: druk stangzijde Onderste rij: Compensatiecilinder p = drukverschil l: druk zuigerkant h: druk stangzijde

80-04-M205NL


44

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

P04: Arm Armhoeken en -lengtes van LMI en machine-eenheid

a AA.A BB.B CC.C l DD.D EE.E FF.F

Bovenste rij AA.A: hoek van LMI BB.B: hoek van machine CC.C: hoekverschil tussen LMI en machine Onderste rij: DD.D lengte van LMI EE.E lengte van machine FF.F: lengteverschil tussen LMI en machine

P05: stabilisatoren percentages stabilisatoren Stb

AAA BBB CCC DDD

AAA: vooruit links BBB: vooruit rechts CCC: achteruit links DDD: achteruit rechts

P06: Rotax

Rot AAAA BBBB CCCC DDDD EEEE

AAAA: zwenkkophoek BBBB: foutcode van rotax CCCC: hoek 1 van rotax DDDD: hoek 2 van rotax EEEE: hoekverschil van rotax (hoek 1 - hoek 2)

P07: Nivellering Inclinatie chassis Niv T:XXXX SXX E:XX L:XXXX

T: in de breedte L: in de lengte S : staat E: fout

80

P09: N/U

Niet gebruikt

P10: Arm omhoog

hefbeweging hoofdarm

So 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

P11: telescopisch

beweging telescopische arm

Sf 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

P12: Vorken

beweging vork

Fo 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

P13: Kantelen

kantelbeweging

Ro 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

P14: Opties

beweging optie

Au 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

P15: Lier

lierbeweging

Ar 111 222 333

111: joystick bemonstering 0 +/- 1000 222: percentage snelheid bepaald door joystick 333: commando naar Danfoss (0 – 1024)

P16: Druktransductors

Druktransductors

45

Analoge kanalen 0-3 van Weergave 0 B111 2 B222 1 B333 3 xxxx

0: druktranductor zuigerzuide 1: druktransductor stangzijde 2: compensatiecilinder druktransductor zuigerzijde 3: compensatiecilinder druktransductor zuigerzijde

P17; LMI status * M IIII: VVVV

LMI status (zie onder)

P18: machinestatus * M IIII: VVVV

machinestatus (zie onder)

P19:

P20: Act1A

kabelspoel hoofdarm ACT 1A

ACT1A A:aaaa ccc Eee L:ssss

kabelspoel hoofdarm: linker transductor zie ook kalibratie hoek

P21: Act1B

kabelspoel hoofdarm ACT 1B

ACT1B A:aaaa ccc Eee L:ssss

rechter transductor zie ook kalibratie hoek

P22: Rotax

aflezing zwenkkophoek

Rotax A:aaaa ccc Eee B:ssss

A hoek 1 van rotax B hoek 2 van rotax E foutcode van Rotax CCC teller binnenkomende meldingen

P23: CCT Stb FR

transductor lengte stabilisator rechts voor CCT

CctFR A:aaaa ccc Eee B:ssss

A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen

P24: CCT Stb FL

transductor lengte stabilisator links voor CCT

CctFL A:aaaa ccc Eee B:ssss

A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen

P25: CCT Stb BR

transductor lengte stabilisator rechts achter CCT

CctBR A:aaaa ccc Eee B:ssss

A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen

(15/02/2013)

80

Niet gebruikt

80-04-M205NL


46

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

P26: CCT Sbt BL

transductor lengte stabilisator links achter CCT

CctBL A:aaaa ccc Eee B:ssss

A lengte 1 B lengte 2 E foutcode CCC teller binnenkomende meldingen

P27: AsaC

sensoren nivellering chassis

AsaC X:aaaa ccc Eee Y:ssss

X: truck slingerhoek Y: truck stamphoek Ccc : meldingenteller Eee: fout vlakheidsensor

STATUS PAGINA'S Vanaf het display in de cabine kunnen de status en de omstandigheden van alle eenheden van de machine (zonder wachtwoord) nagekeken worden. Door een wachtwoord van het juiste niveau in te voeren kunnen met hetzelfde model alle parameters gewijzigd worden. Dit is nuttig voor de diagnose, kalibratie en in het algemeen voor de setup van de machine. De pagina's zijn de volgende: P09: LMI status * M IIII: VVVV

LMI status

P10: machinestatus machinestatus

80

* M IIII: VVVV

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

47

VARIABELEN, PARAMETERS EN STATEN Het programma beheert het volgende type gegevens: I: digitale inputs Vertegenwoordigt signalen als knoppen, schakelaars, proximities van de machine. De staten zijn ON (“1” contact gesloten) of OFF (“0” contact open) O: digitale outputs Vertegenwoordigt het outputsignaal van de eenheid, gewoonlijk naar kleppen, lampen, relais. Staten: OFF (“0”) = output niet geactiveerd ON (“1”) = output geactiveerd M: intern geheugen of flags Zijn het beeld van de door het programma gebruikte interne geheugens en net als hiervoor zijn er twee staten: waar en onwaar. Te gebruiken voor een algemeen beeld van de staten of anders. Q: Variabele Zijn de numerieke variabelen die door het programma gebruikt worden. Het bereik is van -30000 tot +30000 S : Systeemvariabelen. Dit zijn andere variabelen die in het bijzonder gebruikt worden voor het systeembeheer. P: Parameters Dit zijn gegevens die in het E2PROM geheugen ingesteld en opgeslagen kunnen worden. Worden gewoonlijk gebruikt voor kalibratie en configuratie. De betekenis van alle variabelen is afhankelijk van het programma. HOE DE WAARDEN VAN DE GEGEVENS TE LEZEN

80

Het volgende voorbeeld verklaart de procedure. Het voorbeeld beschrijft hoe de variabelen 10 van de LMI eenheid weer te geven. P09: LMI status

Vanuit het hoofdmenu deze pagina weergeven.

* M 0: OFF

Na 1-2 seconden toont het display het cijfer met de waarde van de eerste variabele vermijdbaar. Het voorbeeld toont FLAG 0.

* M 0: OFF

Zet met de ESC toets de cursor op "M"

* Q 0: 0

Verander met de pijltoets de waarde tot er "Q" (variabelen) weergegeven wordt.

* Q 10: 123

Zet met de ESC toets de cursor op het index veld. Verander met de pijltoets de waarde tot 10. In dit geval geeft het nummer rechts (123) de waarde van de variabele 10 aan. Druk op ENTER om de Instellingsmodus te verlaten of gebruik de pijltoets om een ander gegeven te selecteren.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


48

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Ander voorbeeld: Stel de parameter 100 van de machine in op de waarde 95.

P10: machinestatus

Het juiste wachtwoord invoeren met ingeschakelde voeding. Vanuit het hoofdmenu deze pagina weergeven.

* M 0: OFF

Na 1-2 seconden toont het display het cijfer met de waarde van de eerste variabele vermijdbaar. Het voorbeeld toont FLAG 0.

* M 0: OFF

Zet met de ESC toets de cursor op "M"

* P 0: 0

Verander met de pijltoets de waarde tot er "P" (variabelen) weergegeven wordt.

* P 100: 123

Zet met de ESC toets de cursor op het index veld. Verander met de pijltoets de waarde tot 100. In dit geval geeft het nummer rechts (123) de waarde van de variabele 10 aan.

* P 100: 95

Zet met de ESC toets de cursor op het waarden veld. Verander met de pijltoets de waarde tot er 95 (of een andere waarde) weergegeven wordt. Druk op ENTER om de Instellingsmodus te verlaten of gebruik de pijltoets om een ander gegeven te selecteren.

80

Natuurlijk moet de wijziging opgeslagen worden (met "01 Opslaan) voor af te sluiten.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

49

BIJLAGE B KALIBRATIEPROCEDURES MET WEERGAVE VAN TEKST MENU KALIBRATIE

*** WW.W MM.M RR.R OM

Hoofdpagina Voer het wachtwoord in en druk op "+" om toegang te verkrijgen tot de programmeringsmodus.

CONFIGURATIE 32 Config

Machineconfiguratie. De volgende parameters zijn beschikbaar: • taal • eenheden (metriek of imperiaal) • wachtwoord 1 • wachtwoord 2

CONFIGURATIE 33 Instrumenten

Accessoires Druk op "Pagina" om de beschikbare accessoires te activeren of deactiveren.

Axx Lxx.x Wxx.x 12 Trasd Min

Kalibratie lengte hoofdarm en hoek in de positie "helemaal gesloten".

Axx Lxx.x Wxx.x 13 Trasd Max

Kalibratie lengte hoofdarm in de positie "helemaal open".

Axx Lxx.x Wxx.x 01 Opslaan

Kalibraties opslaan

STABILITEIT 55 Stabilisator in

Kalibratie Stabilisator in

STABILITEIT 56 Stabilisator uit

Kalibratie Stabilisator uit

STABILITEIT 57 Rotax

Kalibratie rotatie zwenkkop (Rotax)

STABILITEIT 58 Nivellering

Nivellering zwenkkop

STABILITEIT 01 Opslaan

Instellingen opslaan

VERING 35 Vering omlaag

Kalibratie vering omlaag

VERING 36 Vering omhoog

Kalibratie vering omhoog

STABILITEIT 01 Opslaan

Instellingen opslaan

Axx Lxx.x Wxx.x 20 Onbelast

Kalibratie LMI onbelast

Axx Lxx.x Wxx.x 21 LadenAct xx.x

Instelling van het bekende gewicht gebruikt voor de kalibratie van de machine

Axx Lxx.x Wxx.x 22 Belast

Belast kalibratie

Axx Lxx.x Wxx.x 23 Onbelast dynamisch

Belaste kalibratie dynamisch op nul (kalibratie van "last nul" in beweging)

Axx Lxx.x Wxx.x 24 Dynamisch belast

Kalibratie dynamisch belast (kalibratie van de last met gebruik van de bekende waarde in beweging)

Axx Lxx.x Wxx.x 25 Opslaan op alles

Kopieert de lading van de vorken in alle andere accessoires

Axx Lxx.x Wxx.x 26 Begin wegen

Begint het wegen van het geselecteerde accessoire

(15/02/2013)

80

De kalibraties zijn alleen mogelijk als het juiste niveau wachtwoord is ingevoerd. Gebruik "+" vanuit de hoofdpagina om de kalibratie modus te betreden. Loop door de pagina's tot aan de gewenste pagina.

80-04-M205NL


50

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

Axx Lxx.x Wxx.x 01 Opslaan

Kalibraties opslaan

LMI 30 Parameters

Weergave of kalibratie van alle LMI parameters Zie "Parameterlijst" voor details

MACHINE 40 Parameters

Weergave of kalibratie van alle parameters van de machine (logica en bewegingen) Zie "Parameterlijst" voor details

OPTIES 31 Onbelast moment

Kalibratie van het onbelaste moment schema

OPTIES 10 Initialiseren

Initialisering systeem

OPTIES 50 BlackBox

Beheer black box

OPTIES 51 Init BlackBox

Initialisering black box

OPTIES 52 Tijdinstelling

Instelling datum en tijd

MACHINECONFIGURATIE

CONFIGURATIE 32 Config

Machineconfiguratie. De volgende opties zijn beschikbaar: • taal • eenheden (metriek of imperiaal) • wachtwoord 1 • wachtwoord 2

CONFIGURATIE Taal 0

De taal van de meldingen instellen. Er zijn 4 talen beschikbaar.

CONFIGURATIE Eng.Unit 0

Instellen van de werkeenheid. 0 = Metriek 1 = Imperiaal

CONFIGURATIE PW1 xxx

Instellen van het wachtwoord van eerste niveau Alleen actief als er een wachtwoord van het tweede of hoger niveau actief is.

CONFIGURATIE PW2 xxx

Instellen van het wachtwoord van tweede niveau Alleen actief als er een wachtwoord van het derde of hoger niveau actief is.

80

OPENEN ACCESSOIRES (ACTIVERING VAN EEN ACCESSOIRE) CONFIGURATIE 33 Instrumenten

Het wachtwoord van tweede niveau instellen, dan “+” en “-” gebruiken om de pagina Instrumenten te selecteren.

INSTRUMENTEN Vorken 1

ENTER indrukken om het eerste werktuig van de lijst weer te geven. Het eerste werktuig is altijd Vorken en is altijd actief. Op “+” en “-“ drukken om andere werktuigen te selecteren. 0 = Accessoire OFF 1 = Accessoire ON

INSTRUMENTEN LIER 3T 0

Op ENTER drukken om te activeren

* LIER 3T 0

Er verschijnt een sterretje boven het te wijzigen cijfer.

* LIER 3T 0

Druk op INDEX om het sterretje boven het eerste cijfer rechts te verplaatsen zoals getoond.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

51

KALIBRATIE TRANSDUCTORS De machine wordt regelrecht op het display van de machine gekalibreerd. De kalibratieprocedure is alleen toegankelijk als het wachtwoord van het juiste niveau wordt ingevoerd. Dit is niet in de beschrijving aangegeven, maar in de algemene en repetitieve handelingen ergens in een ander deel van de handleiding. De procedure om alle componenten na te kijken is in het hoofdstuk "Bedienerspaneel" weergegeven.

KALIBRATIE STABILISATOREN Iedere stabilisator heeft een CAN BUS lengtetransductor die in gesloten en open stand gekalibreerd moet worden. De figuur toont de pagina's van de "Lijst met kalibratiemenu's" met bijbehorende bedieningen. STABILITEIT 55 Stabilisator in

Kalibratie met geheel gesloten stabilisator

STABILITEIT 56 Stabilisator uit

Kalibratie met geheel open stabilisator

Om de geheel gesloten stand te verkrijgen: • De stabilisatoren volledig sluiten. • De pagina 55 weergeven • Op ENTER drukken om de gesloten positie van de stabilisatoren op te slaan.

Om de geheel open stand te verkrijgen: • De stabilisatoren volledig openen. • De pagina 56 weergeven • Op ENTER drukken om de open positie van de stabilisatoren op te slaan.

De taak van de Rotax is de hoekrotatie van de zwenkkop te meten. Dit vergt geen kalibratie, maar alleen het nulstellen van de posities. STABILITEIT 57 Rotax

Om de nulpositie te verkrijgen: • De pagina 57 weergeven. • De zwenkkop uitlijnen en de pen aanbrengen. • Op ENTER drukken om de nulpositie te verkrijgen

(15/02/2013)

80-04-M205NL

80

KALIBRATIE ENCODER


52

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING KALIBRATIE CHASSIS NIVELLERINGSSENSOR De taak van de nivelleringssensors (ASA-CBO) is de inclinatie van het chassis in de lengte en in de breedte te meten. Ze worden reeds gekalibreerd geleverd en voor de montage op de machine moeten ze alleen op nul gesteld worden. STABILITEIT 58 Nivellering

Om de nulpositie te verkrijgen: • De pagina 58 weergeven. • Het chassis zowel in de breedte als in de lengte bewegen. • Op ENTER drukken om de nulpositie te verkrijgen KALIBRATIE HOEK EN LENGTE Op de arm bevindt zich een kabelspoel met dubbele CAN BUS kaart om de hoek en de lengte van de arm te lezen. De hoek vergt slechts een reset. De lengte daarentegen vergt de kalibratie in de geheel open en geheel gesloten posities. TRANDSDUCTOR 12 Trasd Min

Kalibratie lengte en hoek van de arm met gesloten machine.

TRANDSDUCTOR 13 Trasd Max

Kalibratie armlengte met open machine

80

Om de gesloten stand van de machine in te stellen: • De arm sluiten en helemaal omlaag brengen. • De pagina 12 weergeven. • Op ENTER drukken om de kalibrering van de gesloten positie te verkrijgen. Om de open stand van de machine in te stellen: • Open de arm en zet hem helemaal omhoog tot aan de einde van de slag van de cilinder. • De pagina 13 weergeven. • Op ENTER drukken om de kalibrering van de open positie te verkrijgen.

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

53

LMI KALIBRATIE PROCEDURE Dit hoofdstuk beschrijft de LMI kalibratieprocedure van een machine die nodig zou kunnen zijn als er een grotere precisie vereist is of als er een voorgeprogrammeerde accessoire laadtabel geactiveerd moet worden. De machine wordt regelrecht op het display van de machine gekalibreerd. De kalibratiefases zijn in volgorde: • Instelling klantconfiguratie (taal en meetsysteem) • Activering accessoires • Kalibratie transductors. • Initialisering van kalibratie van de lading • Gewicht correcties "geen lading toegepast" • Gewicht correcties "belast" MECHANISCHE UITLIJNING VAN DE HOEK- EN UITSCHUIFSENSOREN We veronderstellen dat de mechanische uitlijning gedurende de kalibratie van de beweging reeds verricht is. Anders zou de machine niet kunnen bewegen. De hoek- en lengtetransductors kunnen op de volgende pagina's gecontroleerd worden: kabelspoel hoofdarm: linker transductor P15: Act1A

Hoofddeel van de arm: ACT 1A

ACT1A A:aaaa ccc Eee L:ssss

kabelspoel hoofdarm: linker transductor A : hoektrandsuctor L: lengtetransductor E: foutcode van ACT1A

P16: Act1B

Hoofddeel van de arm: ACT 1B

ACT1B A:aaaa ccc Eee L:ssss

kabelspoel hoofdarm: linker transductor A : hoektrandsuctor L: lengtetransductor E: foutcode van ACT1B

(15/02/2013)

80

kabelspoel hoofdarm: rechter transductor

80-04-M205NL


54

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING Als volgt een lijst met waarden van de hoek en de lengte op enkele controlepunten. Armhoeken

ACT 1A

ACT1B

Arm gesloten 0°

1800

1800

ACT 1A

ACT1B

Arm open 80°

Armlengte Arm gesloten Arm open

Armhoek

ACT 2A

Arm gesloten 0° Arm open 80°

Armlengte

ACT 2A

Arm gesloten Arm open

KALIBRATIE UITSCHUIVING EN HOEK Deze handeling bestaat uit het automatisch kalibreren van de hoek- en uitschuifsensors van de arm in de statussen IN/UIT en HOOG/LAAG. AUTOMATISCHE KALIBRATIE SENSORS BIJ GESLOTEN MACHINE

A00 S 6.8 W.0 12 Trasd. Min

Plaats de machine met geheel ingetrokken armen. Zoek met de toetsen “+” en “-” de hier aangegeven pagina. Druk op ENTER en INDEX om de kalibratie te bevestigen bij "gesloten machine". Controleren of de weergegeven waarden van hoek en uitschuiving correct zijn. Voer dan de automatische kalibratie uit van de sensoren in de status "machine open".

80

AUTOMATISCHE KALIBRATIE SENSORS BIJ OPEN MACHINE A00 S 6.8 W.0 13 Trasd. Max

Schuif de armen helemaal uit en controleer of de twee cilinders voor het heffen en uitschuiven in hun eindstand staan. In deze toestand kunnen de aflezingen van de hoek en de uitschuiving overeenkomen met de opgeslagen waarden. Met de toetsen “+” en “-” de hier aangegeven pagina zoeken. Druk op ENTER en INDEX om de kalibratie te bevestigen bij "machine open".

INITIALISERING VAN DE KALIBRATIEPROCEDURE Volgens de laadtabel voor de activering van het te gebruiken werktuig, eerst een controle verrichten van de overeenkomst tussen de waarde van het gewicht van de lading op het display en enkele opgeheven ladingen met een bekend gewicht. Als de waarde de tolerantie van 10% overschrijdt, wordt er aangeraden de kalibratie te verfijnen te beginnen met deze "Initialisering". A00 S 6.8 W.0 26 INIT GEWICHT

Loop met de toetsen “+” en “-” door het hier aangegeven menu. Druk op ENTER om de configuratie accessoires te betreden

A00 S 6.8 W.0 Index voor bevestiging

Druk op INDEX om de Initialisering te bevestigen = wissen van de vorige kalibratie

80-04-M205NL

(15/02/2013)


ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING

55

KALIBRATIE GEWICHT ZONDER LADING (onbelaste modus) Er wordt aanbevolen de meting van het gewicht van de lading te controleren en het weer te geven zonder toegepaste lading en, indien buiten de maximale tolerantie, een "geraffineerde kalibratie" uit te voeren. Vorken Stab. Frontaal

Installeer het werktuig met stabilisatoren op de grond en gecentreerde zwenkkop. Selecteer de bijbehorende laadtabel uit de hoofdpagina. Bevestigen met ENTER

Kalibratie met arm gesloten / in het midden / open A00 S 6.8 W.0 20 Onbelast P100 W 5.0 M 5.0 Ac 00 L20.3 R15.1

Toon het commando "20 Onbelast statisch" en activeer de procedure met ENTER Voor iedere positie van de armlengte: plaats de arm helemaal omlaag en zoek de juiste kalibratiepositie van de hoek aangegeven door "Ac" op het display. Druk op ENTER om de kalibratie te verrichten. De getoonde aanwijzingen zijn: W: huidige lading. A : hoek. L: Armlengte. Z: correctie onbelast. S : Correctie belast.

Lft W .0 z XX A-5 L 6.8 s 0

• • • • •

P100 W 5.0 M 5.0 Ac 15 L20.3 R15.1

Breng de arm naar het volgende correctiepunt (d.w.z. Ac 15, 30 graden enz.) . Druk voor ieder punt op ENTER en verricht de kalibratie.

KALIBRATIE GEWICHT MET TOEGEPASTE LADING Nu kan het belaste gewicht gekalibreerd worden. Er zijn minstens 2 monstergewichten voor nodig, één in de buurt van de maximale waarde (bijv. 4 t) en één die met de bijna geheel uitgeschoven arm opgeheven kan worden (bijv. 1 t). Instelling van de bekende lading Toon het commando "21 huidige lading" en stel de waarde van de bekende lading in

* 21 Huidige Lading 4.00

Om de waarde als normaal in te stellen, ENTER indrukken om het sterretje te tonen, dan met INDEX positioneren op

80

A00 S 6.8 W 3.8 21 Huidige Lading 4.00

Kalibratie met arm gesloten / in het midden / open A00 S 6.8 W 3.8 22 Belast P100 W 4,0 M 5.0 Ac 00 L 6.8 R15.1

Toon het commando "22 Belast statisch" en activeer de procedure met ENTER Voor iedere positie van de armlengte: plaats de arm helemaal omlaag en zoek de juiste kalibratiepositie van de hoek aangegeven door "Ac" op het display. Druk op ENTER om de kalibratie te verrichten.

Lft W .0 z 00 A-5 L 6.8 s XX

De getoonde aanwijzingen zijn: • W: huidige lading. • A : hoek. • L: Armlengte. • Z: correctie onbelast. • S : Correctie belast.

P100 W 4,0 M 5.0 Ac 15 L 6.8 R15.1

Breng de arm naar het volgende correctiepunt (d.w.z. Ac 15, 30 graden enz.) . Druk voor ieder punt op ENTER en verricht de kalibratie.

(15/02/2013)

80-04-M205NL


56

ELEKTRISCHE BESTURING EN AFSTELLING DYNAMISCHE CORRECTIES ZONDER TOEGEPASTE LADING De lading wordt gecorrigeerd tijdens de omhoog en omlaag beweging om de toename of de afname van het gewicht in de respectievelijke dynamische toestanden te compenseren. A 0 L 6.8 W0.0 23 Onbelast dynamisch

Toon deze pagina en druk op ENTER

A XX W XX.X Opheffen XXX

Voor de correctie de pagina van de figuur selecteren en de correctie activeren met ENTER

AuXX WXX.X * Opheffen XXX

W = huidig gewicht A = huidige hoek “u” = (Omhoog) beweging omhoog bezig “d” = (Omlaag) beweging omlaag bezig “c“ = (Gecentreerd) vaste hoekpunten (*) XXX = huidige correctie * = te wijzigen cijfer De waarde experimenteel omhoog of omlaag wijzigen tot u een goed compromis bereikt, dan bevestigen met ENTER Druk op ENTER om het gegeven op te slaan.

A XX W XX.X Dalen XXX

De correctie omlaag (“+” en “-“ toetsen) uitvoeren. Toon de pagina van de figuur en druk op ENTER

A XX WXX.X * Dalen XXX

W = huidig gewicht A = huidige hoek “u” = (Omhoog) beweging omhoog bezig “d” = (Omlaag) beweging omlaag bezig “c“ = (Gecentreerd) vaste hoekpunten (*) XXX = huidige correctie * = te wijzigen cijfer De waarde experimenteel omhoog of omlaag wijzigen tot u een goed compromis bereikt, dan bevestigen met ENTER Druk op ENTER om het gegeven op te slaan.

DYNAMISCHE CORRECTIES MET TOEGEPASTE LADING Met gesloten arm, een bekend gewicht optillen en de volgende procedure volgen, gelijk aan de vorige (zonder toegepaste lading). Toon deze pagina en druk op ENTER ga te werk als bij de dynamische onbelaste procedure om de correcties te maken.

80

A 0 L 6.8 W0.0 24 Dynamisch belast

80-04-M205NL

(15/02/2013)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE

pag. DIAGNOSEKOFFER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2

80

WERKPLAATSKAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4

(25/06/2012)

80-09-M205NL


2

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE

80

DIAGNOSEKOFFER

80-09-M205NL

(25/06/2012)


SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE

3

12 11

10 5 9 13

6

1 3

8

7

4

80

2

Diagnosekoffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .746120 Bestaat uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. (25/06/2012)

1 Voedingskabel met stekker voor sigarettenaansteker . . . . . . . . . . . . . 745240 1 Kabel voor rode accuklem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745241 1 Kabel voor zwarte accuklem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745242 1 Voedingskabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745243 1 Kabel voor draagbare VCI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745244 1 Kabel Diag OBD Manitou. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745245 1 Kabel Diag RC2 / RC4 Manitou. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745246 1 Netbabel volgens de norm CE L : 3m . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745247 1 Lader Diag 3G 60W . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745251 1 Batterij LI-ION 7,4V / 9,6AH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745367 1 PAD (PC set voor industrieel gebruik + koffer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745438 1 VCI (Voertuig Communicatie Interface / PAD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745439 Pennen (set van 3). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 745368 80-09-M205NL


4

SPECIAAL GEREEDSCHAP VOOR DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Docking station

Docking station (oplader) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .745236

80

WERKPLAATSKAR

Werkplaatskar (set kar + station). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .745235

80-09-M205NL

(25/06/2012)


BESTUURDERSPLAATS

- VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS - BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

85

- STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS



VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VERWIJDERING VAN DE CABINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – VERWIJDERING CABINECARTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE LOSSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – VERWIJDERING VAN HET DISPLAY VAN HET DASHBOARD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE LOSMAKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – VERWIJDERING VAN DE CABINE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

85

AIRCONDITIONING VAN DE CABINE LOSMAKEN (OPTIONAL). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9

(03/09/2012)

85-06-M205NL


2

VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

VERWIJDERING VAN DE CABINE

85

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

b

Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) 85-06-M205NL

(03/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

3

VERWIJDERING VAN DE CABINE

4 5 5

VERWIJDERING CABINECARTER

1 2

3

Open de kap (Ref. 1) achter de cabine, draai de schroef (Ref. 2) en de moer (Ref. 3) los om de trekelementen (Ref. 4) los te maken. Draai de schroeven los waarmee de kap (Ref. 1) aan de scharnieren (Ref. 5) bevestigd is en verwijder de kap (Ref. 1) van de machine.

Verwijder de voorwerpen die de toegang tot het beschermcarter (Ref. 6) belemmeren, trapje, doos en afstandsbediening.

6

Verwijder het carter (Ref. 6) van de machine na de bevestigingsschoeven (Ref. 7) en de knop (Ref. 8) losgedraaid te hebben. 6

8

7

7

85

7

(03/09/2012)

85-06-M205NL


4

VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS Verwijder het carter van de ruimte onder de cabine (Ref. 9), het beschermcarter (Ref. 10) van de hydrostatische besturing en het frontale carter (Ref. 11).

11 9

10

12

85

13

Schakel het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 12 en 13) los van de cabine.

85-06-M205NL

(03/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

5

ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE LOSSCHAKELEN Alle stekkers van de MC2M regeleenheid losschakelen.

De elektrische stekkers onder de cabine los schakelen en de massakabel (Ref. 14). losmaken. Maak de stekkers van de logische eenheid los.

14

85

Schakel de elektrische stekkers ter verbinding aan de framelijn los.

Verwijder alle bandjes (Ref. 15) waarmee de kabels en slangen van de elektrische en hydraulische installatie van de cabine bevestigd zijn.

15

15

(03/09/2012)

85-06-M205NL


6

VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS VERWIJDERING VAN HET DISPLAY VAN HET DASHBOARD Demonteer het display (Ref. 16) van het dasboard van de machine door de speciale schroeven los te draaien.

16

Maak alle stekkers (Ref. 17) van de achterkant van het display los.

17

HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE LOSMAKEN Maak de hydraulische slangen (Ref. 18) van de hydrostatische besturing los.

85

18

Maak de hydraulische slangen (Ref. 19) van de rempomp los.

19 19

19

19

85-06-M205NL

(03/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

7

Maak de hydraulische slang (Ref. 20) en de spoelen (Ref. 21) van de elektromagneetklep langzame/snelle versnelling los. 21 21

20

Trek de kabels van de rempomp door de opening in het carter van de hydrostatische besturing en laat ze er onder de cabine uitkomen.

VERWIJDERING VAN DE CABINE 22

85

Monteer de oogbouten (Ref. 22) op de cabine en bevestig hem aan een loopkraan door middel van kabels en kettingen.

24

Maak het kabeltje (Ref. 23) van de hendel van de pen ter blokkering van de rotatie (Ref. 24) los vanuit de cabine. 23

(03/09/2012)

85-06-M205NL


8

VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

25

26

Verwijder het plastic carter (Ref. 25) achter de bestuurdersstoel om bij de moeren te kunnen komen waarmee de achterste cabinesteunen bevestigd zijn en verwijder het matje (Ref. 26) om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun links voor bevestigd is. Het zou nodig kunnen zijn de pijp (Ref. 27) van de brander of zijn beugel te verplaatsen of te verwijderen om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun rechts voor bevestigd is. 27

Draai de moeren (Ref. 28) los en verwijder de trillingsdempers (Ref. 29) 28

28

29

85

29

Draai de moeren (Ref. 30) los en verwijder de trillingsdempers (Ref. 31)

31 30

85-06-M205NL

(03/09/2012)


VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS

9

Maak de dieselleiding (Ref. 32) van de verwarming los vanaf de achterkant van de steunplaat.

32

Til de cabine met behulp van de loopkraan iets op en controleer of er geen kabels of slangen meer verbonden zijn, maak ze los indien dit wel het geval is, verwijder dan de cabine van de machine en zet hem op een horizontaal oppervlak of op veilige steunen geschikt voor het gewicht van de cabine.

1 2

AIRCONDITIONING VAN DE CABINE LOSMAKEN (OPTIONAL)

3

Als er airconditioning op de machine aanwezig is, dan moet u deze verwijderen voor de cabine te demonteren. Demonteer het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 1 en 2), demonteer het carter (Ref. 3) van de radiateurs van de airconditioning en de goot rechts achter (Ref. 4).

85

4

Verbind met de aansluitingen (Ref. 5) een station om het gas uit de airconditioning te verwijderen. 5

(03/09/2012)

5

85-06-M205NL


10

VERWIJDERING VAN DE BESTUURDERSPLAATS Maak de slangen (Ref. 6 en 7) los van de radiateureneenheid van de airconditioning. 6

7

Verwijder het airconditioningsysteem (Ref. 8). Nu kan de cabine verwijderd worden.

85

8

85-06-M205NL

(03/09/2012)


BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 CABINE WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – CABINE WEER PLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE WEER AANSLUITEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE WEER VERBINDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – CABINECARTER WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

85

AIRCONDITIONING OP DE CABINE AANSLUITEN (OPTIONAL). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9

(04/09/2012)

85-07-M205NL


2

BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

CABINE WEER MONTEREN

ALGEMENE INFORMATIE

85

Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.)

85-07-M205NL

(04/09/2012)


BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

3

CABINE WEER MONTEREN

CABINE WEER PLAATSEN Plaats de cabine met behulp van kabels en een loopkraan weer op de machine.

Verbind de dieselleiding (Ref. 1) van de verwarmer weer aan de achterkant van de steunplaat in de voorkant aan de buitenkant van de cabine.

85

1

Monteer de trillingsdempers (Ref. 2) weer door de schroeven (Rif. 3) vast te draaien.

2 3

(04/09/2012)

85-07-M205NL


4

BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Monteer de trillingsdempers (Ref. 4) weer door de moeren (Rif. 5) vast te draaien.

5

5

4

4

Monteer de leiding (Ref. 6) van de brander weer, of zijn beugel, als ze bij de montage verplaatst zijn om bij de moer te kunnen komen waarmee de cabinesteun rechts voor bevestigd is. Plaats het plastic carter (Ref. 7) en het matje (Ref. 8) weer.

6

85

7

8

10

Verbind het kabeltje (Ref. 9) weer op de hendel van de pen ter blokkering van de rotatie (Ref. 10) in de cabine.

9

85-07-M205NL

(04/09/2012)


BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

5

Verwijder de oogbouten (Ref. 11) van de cabine.

11

HYDRAULISCHE INSTALLATIE CABINE WEER AANSLUITEN Steek de kabels van de hydraulische reminstallatie van onder de cabine door de opening in het carter van de hydrostatische besturing en laat ze op de voorkant van de cabine naar buiten komen bij de rempomp.

Verbind de hydraulische leiding (Ref. 12) en de spoelen (Ref. 13) weer op de elektromagneetklep langzame/snelle versnelling.

13 13

85

12

Verbind de hydraulische slangen (Ref. 14) weer op de rempomp. Ontlucht de remmen: 14 14

14

(

40 - REMMEN)

14

(04/09/2012)

85-07-M205NL


6

BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Verbind de hydraulische slangen (Ref. 15) weer met de hydrostatische besturing.

15

ELEKTRISCHE INSTALLATIE CABINE WEER VERBINDEN Verbind alle stekkers (Ref. 16) op de achterkant van het display (Ref. 17).

16

Monteer het display (Ref. 17) op het dashboard van de machine.

85

17

Verbind de elektrische stekkers ter verbinding met de framelijn weer.

85-07-M205NL

(04/09/2012)


BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

7

De elektrische stekkers onder de cabine verbinden en de massakabel (Ref. 18) weer verbinden.

18

Alle stekkers van de MC2M regeleenheid weer verbinden.

Bind de elektrische kabels en de hydraulische slangen in groepen vast met bandjes (Ref. 19) om te voorkomen dat ze de rotatie van de zwenkkop belemmeren of tijdens de bewegingen beschadigen.

19

85

19

20 21

CABINECARTER WEER MONTEREN Verbind het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 20 en 21) weer op de cabine.

(04/09/2012)

85-07-M205NL


8

BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Monteer het carter van de ruimte onder de cabine (Ref. 22), het beschermcarter (Ref. 23) van de hydrostatische besturing en het frontale carter (Ref. 24) weer.

22

24

23

Monteer het beschermcarter (Ref. 25) weer met de speciale schroeven (Ref. 26) en met de knop (Ref. 27).

25

27

26

26

26

85

Plaats het trapje, de doos en de afstandsbediening weer in de ruimte achterin de cabine.

85-07-M205NL

(04/09/2012)


BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN

30 29

29 28

9

Plaats de kap (Ref. 28) weer op de machine en bevestig hem met de speciale schroeven aan de scharnieren (Ref. 29). Blokkeer de trekelementen (Ref. 30) op de kap door middel van de schroef (Ref. 31) en de moer (Ref. 32).

31

32

AIRCONDITIONING OP DE CABINE AANSLUITEN (OPTIONAL) Na de cabine met behulp van de loopkraan op de machine gemonteerd te hebben, de airconditioning (Ref. 1) weer op de cabine plaatsen.

1

Verbind de slangen (Ref. 2 en 3) op de radiateureneenheid van de airconditioning. 2

85

3

6 7

4

Monteer het carter (Ref. 4) van de radiateurs van de airconditioning weer en de goot rechts achter (Ref. 5), monteer het zwaailicht en de noodlamp (Ref. 6 en 7).

5

(04/09/2012)

85-07-M205NL


10

BESTUURDERSPLAATS WEER MONTEREN Verbind een station voor het vullen van de airconditioning met de speciale aansluitingen (Ref. 8) en vul de installatie met het speciale gas: 8

(

110 - OPTIONAL - ACCESSOIRES)

85

8

85-07-M205NL

(04/09/2012)


STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

pag. VERWARMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 – GEBRUIKSAANWIJZING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 – UNIVERSELE VERBINDING AAN DE DIAGNOGETESTER VOOR ALLE VERWARMINGEN EBERSPÄCHER UITVOERINGEN „C“-„C COMPACT“ - AIRTRONIC EN HYDRONIC . . . . 4

85

– STORINGSCODES LUCHTVERWARMERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

(04/09/2012)

85-08-M205NL


2

STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

VERWARMING GEBRUIKSAANWIJZING Bestelnummer: Manitou code 711231 Het diagnose-apparaat voor storingen kan voor alle modellen verwarmingen Eberspächer AIRTRONIC en HYDRONIC gebruikt worden, waaronder ook de oudere uitvoeringen "C", "C compact" en "P".

1 - Opgeslagen storingen wissen 2 - Opgeslagen storingen wissen 3 - Verzoek om diagnose 4 - Achteruit, storingen F5 – F1, huidige (AF) 5 - Vooruit, huidige storing (AF), F1 - F5 6 - Display

6

1

2

3

4

5

Weergave op het display, na de verbinding

= knipperend signaal

Na de toets “D” ingedrukt te hebben toont het display

85

= knipperend signaal, en na ongeveer 8 seconden

= geen storingen aanwezig, of

= huidige storing (voorbeeld: onderbreking vlamsensor), of

= diagnose niet mogelijk (verkeerde verbinding of verwarming niet aan)

85-08-M205NL

(04/09/2012)


STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

STORINGEN OPSLAAN De centrale kan tot en met 5 storingen in het geheugen opslaan. Deze worden door het diagnoseapparaat afgelezen en dan weergegeven. De huidige storing wordt opgeslagen in de ruimte F1 van het geheugen. De tevoren opgeslagen storingen schuiven in de richting van F5. Als alle geheugenruimtes vol zijn, dan wordt de ruimte F5 van het geheugen overgeschreven. OVERVERHITTING Als er 3 maal achter elkaar oververhitting optreedt - storing 12/13 - dan toont het display AF 15; dit betekent dat de centrale geblokkeerd is. TE VEEL STARTPOGINGEN Als de verwarming 10 maal achter elkaar probeert te starten - storing 52 - dan toont het display AF 50; dit betekent dat de centrale geblokkeerd is. HET STORINGENGEHEUGEN WISSEN EN DE CENTRALE DEBLOKKEREN Druk tegelijk op de 2 toetsen “L” “ L “ totdat op het display verschijnt:

De centrale deblokkeert en de opgeslagen storingen van F1 tot F5 worden gewist. N.B. De automatische blokkering is niet in alle centrales aanwezig.

85

3

(04/09/2012)

85-08-M205NL


STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

4

UNIVERSELE VERBINDING AAN DE DIAGNOGETESTER VOOR ALLE VERWARMINGEN EBERSPÄCHER UITVOERINGEN „C“-„C COMPACT“ - AIRTRONIC EN HYDRONIC Verbind 3 kabels met de 6-polige stekker van het diagnose-apparaat (zie figuur): a) contact 1 (bruine draad) b) contact 5 (rode draad) c) contact 3 (blauw/witte draad)

- met min - met plus - met de vrije blauw-witte draad van de kabelbundel

(*) In de uitvoeringen waar de blauw/witte draad met de besturingsinrichting is verbonden, deze draad van de besturing losmaken en met het contact 3 verbinden. N.B. Er is geen weergave van de storingscode als de draad zowel met de besturingsinrichting als met het contact 3 van het diagnose-apparaat verbonden is. •

VERWARMER AANZETTEN Na de toets "D" ingedrukt te hebben wordt op het display van de diagnosetester de huidige storing weergegeven, bestaande uit 2 cijfers.

Blauw-wit (diagnose) Rood Bruin (min)

5 Donkerblauw-wit 3

1

Bruin

85

Rood + (plus)

85-08-M205NL

(04/09/2012)


STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

5

STORINGSCODES LUCHTVERWARMERS 000

Beschrijving van de storing

Oorzaken/oplossingen

Werking zonder storingen.

.....................

001

Overspanning.

Waarschuwing overspanningsproblemen, regelaar nakijken.

002

Onderspanning

Waarschuwing onderspanningsproblemen, accu laden.

004

Kortsluiting output frisse lucht signaal.

Kortsluiting/overbelasting opheffen.

005

Kortsluiting output diefstalbeveiliging.

Kortsluiting/overbelasting opheffen.

009

ADR uit d.m.v. D+ of aftakas.

ADR verbindingskabels controleren.

010

Uitschakeling door overspanning.

Regelaar nakijken. Wisselstroomdynamo nakijken.

011

Uitschakeling door onderspanning.

Regelaar en accu nakijken. Wisselstroomdynamo nakijken.

012 013 014

Oververhitting - onderbreking bij de doseerpomp. Te hoge temperatuur op de warmtewisselaar.

Eventuele verstopping in de aanzuiging van frisse lucht en de uitgang van warme lucht nakijken. Voeding naar de doseerpomp en oververhittingssensor/schakelaar nakijken.

015

Blokkering van de werking.

Te veel oververhittingen. De oorzaak opheffen en de centrale deblokkeren m.b.v. het diagnose-apparaat.

017

Oververhitting (2de detectiegrens).

Oververhittingssensor nakijken.

020

Onderbreking bougie.

Bougie en/of bougieweerstand controleren en eventueel vervangen, verbindingskabels en contacten nakijken, verbinding met het relais van de bougie nakijken. Controleren, eventueel bougie vervangen.

021

Overbelasting of kortsluiting output bougie.

022

Relais van de bougie defect. Kortsluiting op relais van de bougie.

Controleren, eventueel relais van de bougie vervangen.

023 024

Spanningsregelaar: onderbreking op verbinding spoel. Spanningsregelaar: kortsluiting bij verbinding spoel.

Verbindingskabels en contacten controleren, verbinding met de bougie controleren en eventueel spanningsregelaar vervangen.

025

Output diagnose-systeem in kortsluiting.

Verbinding output diagnosesysteem nakijken.

029/030 031/032 033

Elektrische motor draait niet. Relais voor variatie toerental werkt niet. Onregelmatigheid in motortoerental (buiten tolerantie).

Motortoerental contorleren, eventueel vervangen. Het relais voor de variatie van het toerental en de gedrukte schakeling controleren. Verbindingen met de elektrische motor controleren.

035 036

Relais voor verlaagd vermogen, onderbreking bij de spoel. Relais voor verlaagd vermogen, spoel in kortsluiting.

Relais controleren / vervangen. Kabels en contacten controleren.

038 039

Onderbreking relais besturing voertuigventilator. Kortsluiting relais besturing voertuigventilator.

Kabels en contacten controleren, het relais controleren en eventueel vervangen.

043

Kortsluiting output externe componenten/doseerpomp.

Kortsluiting/overbelasting opheffen.

047 048

Doseerpomp in kortsluiting. Onderbreking doseerpomp.

Doseerpomp controleren en/of vervangen; doseerpomp en elektrische voeding controleren.

050

Blokkering van de werking.

Het aantal mogelijke startpogingen is overschreden. Brandstoftoevoer, afvoer- en aanzuigleiding controleren. Bougie controleren en eventueel vervangen. De centrale deblokkeren met behulp van het diagnoseapparaat.

051

Herkenning vlam defect gelijk bij aanzetten. Vlamsensor defect.

Vlamsensor controleren, eventueel vervangen.

052

Start niet. Veiligheidstijd overschreden.

Brandstoftoevoer, aanzuig- en uitlaatgasleidingen controleren; bougie controleren en eventueel vervangen.

053 054 055 056

Vlamonderbreking: bij aanzetten ("power") bij "maximaal" vermogen bij "gemiddeld" vermogen bij "minimaal" vermogen

De verwarmer is aan (herkenning vlam) en signaleert vlamonderbreking in één van de fases. Hoeveelheid/toevoer brandstof en motortoerental controleren. Als de verbranding ok is, de vlamsensor controleren en/of vervangen.

057

Vlamsensor in kortsluiting of verbinding omgedraaid.

De kabel en het contact van de vlamsensor controleren.

058

Vlam tijdens de reiniging.

Vlamsensor controleren.

060 061

Onderbreking temperatuursensor. Kortsluiting temperatuursensor.

De connector van de temperatuursensor controleren, de temperatuursensor op de gedrukte schakeling of op de centrale en eventueel de extra temperatuursensor controleren.

062 063

Onderbreking bij de besturing. Kortsluiting bij de besturing.

Kabel en contacten bij de besturing controleren, eventueel vervangen.

(04/09/2012)

85-08-M205NL

85

Storing


6

STORINGEN OPSPOREN OP DE BESTUURDERSPLAATS

Storing

Beschrijving van de storing

Oorzaken/oplossingen

064 065

Onderbreking vlamsensor. Vlamsensor in kortsluiting.

De connector op de bedrading van de vlamsensor controleren. De vlamsensor controleren, eventueel vervangen.

071 072

Onderbreking bij de oververhittingssensor. Oververhittingssensor in kortsluiting.

Oververhittingssensor controleren, eventueel vervangen. Verbindingskabels controleren.

090 091

Occasionele interne storing. Externe voedingsstoringen.

Centrale vervangen. Oorzaak opheffen.

Centrale defect.

Centrale vervangen.

096

Besturingscentrale (interne temperatuursensor defect).

Centrale vervangen of extra temperatuursensor gebruiken.

255

Storingengeheugen gewist.

...................

85

092/093 094/097

85-08-M205NL

(04/09/2012)


FRAME - KOETSWERK

- VERWIJDERING VAN HET FRAME

90

- WEER OP HET FRAME MONTEREN



VERWIJDERING VAN HET FRAME

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 ZWENKKOP VERWIJDEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 – HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP LOSMAKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – ZWENKKOPSENSOREN DEMONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – VERWIJDERING VAN DE ZWENKKOP VAN DE MACHINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

90

VERWIJDERING VAN HET DRAAISTEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

(04/09/2012)

90-06-M205NL


2

VERWIJDERING VAN HET FRAME

VERWIJDERING ZWENKKOP EN DRAAISTEL

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Maak met een stift tekens op alle hydraulische slangen en elektrische aansluitingen voor ze los te maken om ze later weer goed te kunnen plaatsen bij de hermontage.

90

b

Maak de hydraulische slangen en openingen dicht om te voorkomen dat er vuil in het hydraulische circuit komt.

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische centrale. 90-06-M205NL

(04/09/2012)


VERWIJDERING VAN HET FRAME

3

ZWENKKOP VERWIJDEREN

Demonteer de arm van de machine: (

50 - ARM).

Demonteer de hefcilinder en de compensatiecilinder van de zwenkkop: ( 70 - HYDRAULICA). Demonteer de cabine van de machine: ( BESTUURDERSPLAATS).

2

85 -

HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP LOSMAKEN

1

Maak de dieselslang (Ref. 1) los of verwijder, als u het nodig acht, de tank (Ref. 2) van zijn beugel. Draai de schroeven en moeren (Ref. 3 en 4) los en verwijder de plaat (Ref. 5) waarmee de slangenbundel (Ref. 6) vast zit.

4 3 6 5

3

4

90

Draai de schroeven (Ref. 7) los en verwijder de klemmen (Ref. 8).

7

7

8 8

(04/09/2012)

90-06-M205NL


4

VERWIJDERING VAN HET FRAME Demonteer de verbindingen (Ref. 9) van de cilinder. 9

Maak de slangen (Ref. 10 en 11) los. 10 10

11

Maak alle slangen los van de verdeler, zet er met een stift tekens op voor ze los te maken om ze makkelijker weer te kunnen monteren.

90

Trek de slangen uit de opening in de zwenkkop.

90-06-M205NL

(04/09/2012)


VERWIJDERING VAN HET FRAME

5

ZWENKKOPSENSOREN DEMONTEREN Draai de schroef en de moer (Ref. 12 en 13) los en verwijder de beugel (Ref. 14) waar de sensor voor het centreren van het draaistel (Ref. 15) op vast zit.

12

13 15 14

Verwijder de micro (Ref. 16) voor de aanwezigheid van de pen ter blokkering van het draaistel.

16

17

Draai de schroef (Ref. 17) los en verwijder de claxon (Ref. 18).

18

19

(04/09/2012)

Verwijder de steun (Ref. 19) en de micro (Ref. 20) maximale opheffing arm.

90-06-M205NL

90

20


6

VERWIJDERING VAN HET FRAME VERWIJDERING VAN DE ZWENKKOP VAN DE MACHINE Bevestig de zwenkkop aan een bovenloopkraan. Draai de schroeven (Ref. 21) aan beide kanten van de as los en verwijder de cardanas (Ref. 22) onder de machine vandaan. 21

22

Verwijder de beugel (Ref. 23) om de uitlaat (Ref. 24) los te maken. 23

24

Verwijder de uitlaat (Ref. 24) van de machine.

24

90

Draai de borgmoeren (Ref. 25) en de moeren (Ref. 26) los.

25

26

90-06-M205NL

(04/09/2012)


VERWIJDERING VAN HET FRAME

27

7

Gebruik een hydraulische centrale om olie in het circuit te laten vloeien, waardoor de draaiing van de naaf van de reductor en dus de draaiing van het draaistel mogelijk is. Door de speciale opening (Ref. 27) in het frame kunt u de schroeven (Ref. 28) waarmee het frame aan het draaistel bevestigd is losdraaien, draai met behulp van de centrale het frame zover als nodig is om de schroeven één voor één te verwijderen.

28

Verwijder met behulp van de bovenloopkraan de zwenkkop (Ref. 29) van de machine, zet hem op een horizontaal vlak of op veilige steunen geschikt voor het gewicht ervan.

90

29

(04/09/2012)

90-06-M205NL


8

VERWIJDERING VAN HET FRAME

VERWIJDERING VAN HET DRAAISTEL 1

Draai de schroeven (Ref. 1) waarmee het draaistel (Ref. 2) op het frame van de machine bevestigd is los.

2

Plaats op twee gaten van het draaistel (Ref. 2), ongeveer uitgelijnd op 180°, twee oogbouten (Ref. 3).

3 2

90

Til het draaistel (Ref. 2) op met behulp van de loopkraan en verwijder het van het frame.

2

90-06-M205NL

(04/09/2012)


WEER OP HET FRAME MONTEREN

pag. ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 DRAAISTEL WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 ZWENKKOP WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 – ZWENKKOP WEER OP DE MACHINE MONTEREN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 – ZWENKKOPSENSOREN WEER MONTEREN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

90

– HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP WEER VERBINDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

(04/09/2012)

90-07-M205NL


2

WEER OP HET FRAME MONTEREN

ZWENKKOP EN DRAAISTEL WEER MONTEREN

ALGEMENE INFORMATIE Voor de toegang tot de verschillende onderdelen moet de volgorde van demontage in acht genomen worden. Plaats alle leidingen en aansluitingen weer correct volgens de tekens die u tijdens de demontage met de stift heeft aangebracht.

90

VOORBEREIDING EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Plaats de machine op een horizontaal terrein, zet de stabilisatoren neer voor een maximale stabiliteit en veiligheid. Specifieke werktuigen: – Hijskraan (minstens 5000 kg.) – Hydraulische centrale.

90-07-M205NL

(04/09/2012)


WEER OP HET FRAME MONTEREN

3

DRAAISTEL WEER MONTEREN Maak de plaats op de machine waar het nieuwe draaistel gemonteerd moet worden zorgvuldig schoon.

Ga met een schroefdraadtapper (Ref. 1) door het schroefdraad van de gaten voor de bevestigingsschroeven van het draaistel. 1

90

Controleer of de onderkant van het nieuwe draaistel (Ref. 2) schoon is en plaats het draaistel met behulp van een loopkraan op de machine.

2

(04/09/2012)

90-07-M205NL


4

WEER OP HET FRAME MONTEREN Bij het plaatsen van het draaistel op de machine opletten de zijkanten van het draaistel waar de smeernippels (Ref. 3) gemonteerd zijn, naar de rechter- en linkerkant van de basis te richten, om de smeernippels op makkelijk te bereiken plaatsen te laten.

3

3

Het tandwiel van het draaistel (Ref. 2) heeft drie gekleurde verwijzingstanden (Ref. 4), met een grotere tolerantie en deze moeten tegenover het rondsel (Ref. 5) van de rotatiereductor geplaatst worden.

2 4

5

6 2

Verwijder de oogbouten (Ref. 6) van het draaistel.

90

Gebruik op de schroeven (Ref. 7) Loctite schroefdraadafdichting en draai de schroeven aan met een aandraaimoment van 346 Nm.

7

90-07-M205NL

(04/09/2012)


WEER OP HET FRAME MONTEREN

5

90

De volgorde van aandraaiing van de schroeven is kruiselings ten opzichte van het midden van het draaistel, dit betekent dat er een schroef vastgedraaid moet worden en vervolgens de schroef diametraal ertegenover, zodat het draaistel gelijkmatig op de basis geschroefd wordt.

(04/09/2012)

90-07-M205NL


6

WEER OP HET FRAME MONTEREN

ZWENKKOP WEER MONTEREN

ZWENKKOP WEER OP DE MACHINE MONTEREN Met behulp van kabels en loopkraan de zwenkkop (Ref. 1) weer op de machine plaatsen.

1

Monteer de schroeven (Ref. 2) weer door de opening onder het frame. Draai met behulp van een hydraulische centrale het frame over de nodige graden om één voor één door de opening bij alle schroeven te kunnen komen.

2

90

Draai de moeren (Ref. 3) en de borgmoeren (Ref. 4) vast om de schroeven (Ref. 2) te bevestigen.

4

3

90-07-M205NL

(04/09/2012)


WEER OP HET FRAME MONTEREN

7

Plaats de uitlaat (Ref. 5) weer op de machine.

5

Monteer de beugel (Ref. 6) weer om de uitlaat (Ref. 5) vast te zetten. 6

5

Verwijder de kabels en maak de zwenkkop los van de loopkraan. Monteer de cardanas (Ref. 7) weer onder de machine door de schroeven (Ref. 8) aan beide kanten vast te draaien. 8

90

7

(04/09/2012)

90-07-M205NL


8

WEER OP HET FRAME MONTEREN ZWENKKOPSENSOREN WEER MONTEREN 10

Monteer de steun (Ref. 9) en de micro (Ref. 10) maximale opheffing arm weer. 9

Monteer de claxon (Ref. 11) weer door de schroef (Ref. 12) vast te draaien.

12

11

Monteer de sensor “I71” (Ref. 13) voor de aanwezigheid van de pen ter blokkering van het draaistel weer.

13

90

Monteer de sensor “I15” (Ref. 14), centrering draaistel, op de beugel (Ref. 15) en blokkeer deze laatste op de machine.

14 15

90-07-M205NL

(04/09/2012)


WEER OP HET FRAME MONTEREN

9

HYDRAULISCHE INSTALLATIE ZWENKKOP WEER VERBINDEN

Steek de hydraulische slangen door de opening in de zwenkkop.

Verbind alle hydraulische slangen weer met de verdeler, volgens de tekens die tijdens de demontage zijn aangebracht.

Verbind de slangen (Ref. 16 en 17) weer. 16

16

17

Monteer de verbindingen (Ref. 18) weer.

90

18

(04/09/2012)

90-07-M205NL


10

WEER OP HET FRAME MONTEREN Monteer de klemmen (Ref. 19) weer en draai de schroeven (Ref. 20) vast.

20

20

19

19

Blokkeer de slangenbundel (Ref. 21) met de plaat (Ref. 22) door de schroeven en de moeren (Ref. 23 en 24) aan te draaien.

24

23 21 22

23 24

Verbind de dieselslang (Ref. 25) weer op de tank (Ref. 26) of, als de tank verwijderd moest worden, hem weer op de beugel monteren. 26

De cabine weer op de machine monteren: ( BESTUURDERSPLAATS).

25

85 -

Monteer de hefcilinder en de compensatiecilinder weer op de zwenkkop: ( 70 - HYDRAULICA). 50 - ARM).

90

Monteer de arm weer op de machine: (

90-07-M205NL

(04/09/2012)



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.